FOR CAR USE ONLY/NUR FÜR AUTOMOBIL GEBRAUCH/POUR APPLICATION AUTOMOBILE UNIQUEMENT/PARA USO EN
(CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM only)
AUTOMÓVILES/SOLO PER L’UTILIZZO IN AUTOMOBILE/ENDAST FÖR BILBRUK/ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE AUTO/
ТОЛЬКО ДЛЯ ИСПОЛЬЗОВАНИЯ В АВТОМОБИЛЯХ/DO UŻYCIA TYLKO W SAMOCHODZIE
Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau middentonen/niveau hoge tonen
(treble)/ balans (balance) (tussen links en
rechts)/ fader (tussen voor en achter)/
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen of
schade aan het product tot gevolg hebben.
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U VERHINDERT VEILIG MET
UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats dealer u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE AUTO NOG STEEDS
KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen,
enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk
tot een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN
AUTO KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET E EN NEGATIEVE AARDING VAN
12 V.
(contacteer bij twijfel uw dealer). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET VERVANGEN VAN DE
ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en
zo brand veroorzaken.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH EEN PROBLEEM
VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw bevoegde
Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
VOORZORGSMAATREGELEN
Schoonmaken van het produc t
Gebruik een zachte, droge doek voor regelmatig schoonmaken van
het product. Voor hardnekkigere vlekken kunt u de doek enkel met
water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf oplossen of
de kunststof beschadigen.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en
−10°C ligt voor u het toestel inschakelt.
Condensvorming
Het is mogelijk dat de geluidsweergave van de cd-speler hapert door
condensvorming. Indien dit gebeurt, dient u de cd uit de speler te
verwijderen en ongeveer een uur te wachten tot het vocht verdampt
is.
Beschadigde cd
Probeer geen gebarsten, geplooide of beschadigde cd's af te spelen.
Indien u dit wel doet, kan dit ernstige schade teweegbrengen aan
het afspeelmechanisme.
Onderhoud
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
repareren. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw
Alpine-dealer of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
Probeer de volgende zaken in geen geval
Grijp of trek niet aan de cd terwijl hij in het toestel wordt getrokken
door het automatische laadmechanisme.
Probeer geen cd in te brengen in het toestel wanneer het
uitgeschakeld is.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand,
elektrocutie of andere verwondingen.
PLAATS UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE
SLEUVEN VAN HET TOESTEL.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product.
5-NL
Een cd plaatsen
Opening in het
midden
Opening in het
midden
Nieuwe cd
Buitenkant
(Oneenheden)
Oneenheden
Doorzichtige folieCd-stabilisator
U kunt slechts één cd per keer afspelen met dit toestel. Probeer niet
meer dan één cd te plaatsen.
Zorg ervoor dat de bedrukte zijde naar boven gericht is bij het
plaatsen van de cd. "ERROR" verschijnt op het scherm van het
toestel wanneer u een cd verkeerd plaatst.
Het afspelen van een cd tijdens het rijden op een erg hobbelige weg
kan leiden tot haperingen; dit veroorzaakt echter geen krassen op de
cd of schade aan het toestel.
Nieuwe cd's
Om te verhinderen dat de cd blijft steken, wordt "ERROR"
weergegeven wanneer een cd met een onregelmatig oppervlak
wordt geplaatst of wanneer een cd verkeerd wordt geplaatst.
Wanneer een nieuwe cd onmiddellijk na het plaatsen wordt
uitgeworpen, voelt u met uw vinger aan de binnenkant van de
opening in het midden en de buitenste rand van de cd. Om de
oneffenheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of iets
dergelijks langs de binnenkant van de opening en de buitenste rand
van de cd, en plaatst u de cd opnieuw.
Correcte behandeling
Laat de cd niet vallen. Houd de cd vast zodat u geen
vingerafdrukken op het oppervlak achterlaat. Kleef geen kleefband,
papier of kleefbriefjes op de cd. Schrijf niet op de cd.
CORRECT
NIET CORRECTCORRECT
Een cd schoonmaken
Vingerafdrukken, stof of vuiltjes op het opperv lak van de cd kunnen
leiden tot haperingen tijdens het afspelen. Wrijf voor een
gebruikelijke schoonmaakbeurt met een propere, zachte doek van
het midden van de afspeelzijde van de cd naar de buitenste rand toe.
Indien de afspeelzijde erg vuil is, maak dan een propere, zachte
doek vochtig met een oplossing van een milde, neutrale detergent
voor u de cd schoonmaakt.
Grillig gevormde cd's
Gebruik enkel ronde cd's in dit toestel; gebruik nooit cd's met een
speciale vorm.
Het gebruik van cd's die niet rond zijn, kan leiden tot schade aan het
mechanisme.
Plaats van installatie
Zorg ervoor dat het toestel niet wordt geïnstalleerd op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan:
•Direct zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
•Overmatig stof
• Overmatige trillingen
Cd-accessoires
Er zijn verschillende accessoires verkrijgbaar op de markt om het
oppervlak van de cd te beschermen en de geluidskwaliteit te
verbeteren. De meeste daarvan zullen echter een invloed hebben op
de dikte of de diameter van de cd. Het gebruik van dergelijke
accessoires kan ervoor zorgen dat de cd niet meer binnen de
standaardspecificaties valt en kan zo operationele problemen
veroorzaken. Wij raden u aan deze accessoires niet te gebruiken op
cd's die worden afgespeeld met cd-spelers van Alpine.
Over het behandelen van compact discs (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de cd niet bloot aan direct zonlicht.
• Kleef geen zelfklevers of etiketten op de cd.
• Maak de cd schoon als er stof op ligt.
• Zorg ervoor dat er geen oneffenheden zijn aan de cd.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd-accessoires.
Laat de cd niet gedurende een lange periode achter in de auto of
in het toestel. Stel de cd nooit bloot aan direct zonlicht. War mt e
en vochtigheid kunnen de cd beschadigen en het is mogelijk dat u
hem dan niet langer kunt afspelen.
6-NL
Voor klanten die gebruik maken van CD-R/CD-RW
• Wanneer een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, is het
mogelijk dat de laatste opnamesessie niet werd afgesloten
(gefinaliseerd).
• Finaliseer indien nodig de CD-R/CD-RW en probeer nogmaals de cd
af te spelen.
Over afspeelbare media
Gebruik enkel cd's waarop de logo's hieronder zijn terug te vinden.
Indien u gebruik maakt van niet nader omschreven cd's, kan een
correcte werking niet worden gegarandeerd.
U kunt enkel CD-R's (CD-Recordables)/CD-RW's
(CD-ReWritables) afspelen die werden opgenomen op
audioapparaten.
U kunt ook CD-R's/CD-RW's afspelen die audiobestanden in MP3/
WMA/AAC-formaat bevatten.
• Sommige van de volgende cd's worden mogelijk niet afgespeeld op dit
toestel:
Cd's met krassen, cd's met vingerafdrukken, cd's die werden
blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bv. achtergelaten
in de auto of het toestel), cd's opgenomen onder onstabiele
omstandigheden, cd's waarmee een opname mislukte of een poging
tot heropname werd ondernomen, cd's die beveiligd zijn tegen
kopiëren en niet beantwoorden aan de industrienorm voor
audio-cd's.
• Gebruik cd's met MP3/WMA/AAC-bestanden die geschreven zijn in
een formaat dat compatibel is met dit toestel. zie "Over MP3/WMA/
AAC" op pagina 14 voor meer informatie.
• Als de cd andere ROM-gegevens dan audiobestanden bevat, zullen
deze geen geluid voortbrengen tijdens het afspelen.
De USB-aansluiting beschermen
• Alleen een USB-flashgeheugen kan worden verbonden met de
USB-aansluiting van dit toestel. Indien u andere USB-producten
gebruikt, kan een correcte werking niet worden gegarandeerd. Een
USB-hub wordt niet ondersteund.
• Afhankelijk van de vorm of het formaat van het USB-geheugen, is het
mogelijk dat het geheugen niet aangesloten kan worden op de
USB-aansluiting van dit toestel. Voor deze verbinding is het aan te
raden een USB-kabel (apart verkrijgbaar) te gebruiken.
Sluit ook geen USB-geheugen en Front Aux aan op hetzelfde
moment.
• Als een USB-apparaat in het toestel wordt ingebracht, steekt het uit
en kan het een gevaar vormen bij het rijden.
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB-verlengkabel en sluit deze
op een veilige manier aan.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-geheugenapparaat, is het
mogelijk dat het toestel niet werkt of dat sommige functies niet
worden uitgevoerd.
• De types audiobestanden die met dit toestel kunnen worden
afgespeeld zijn MP3/WMA/AAC.
• Artiest/naam van het lied enz. kunnen worden weergegeven, maar
het is mogelijk dat bepaalde karakters niet correct worden
weergegeven.
Betreffende het behandelen van een USB-geheugen
OPGELET
Alpine kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verloren
gegevens, enz., zelfs wanneer deze gegevens verloren zijn
gegaan tijdens het gebruik van dit product.
• Om storingen of schade te vermijden, dient u het volgende in acht te
nemen.
Lees grondig de gebruiksaanwijzing van het USB-geheugen.
Raak de contactpunten niet aan met de hand of met metaal.
Stel het USB-geheugen niet bloot aan overmatige schokken.
Plooi het niet, laat het niet vallen, haal het niet uit elkaar, wijzig het
niet en dompel het niet onder in water.
• Plaats het USB-geheugen op een plaats die niet hinderlijk is voor de
bestuurder.
• Het USB-geheugen werkt mogelijk niet correct bij hoge of lage
temperaturen.
• Het USB-flashgeheugen ondersteunt slechts 512 of 2.048 bytes per
sector.
• Gebruik enkel gecertificeerde USB-geheugens. Houd er rekening mee
dat zelfs gecertificeerde USB-geheugens mogelijk niet goed werken,
afhankelijk van het type of de staat waarin het zich bevindt.
• Het functioneren van een USB-geheugen wordt niet gegarandeerd.
Gebruik het USB-geheugen in overeenstemming met de
voorwaarden van overeenkomst.
• Naargelang de instellingen van het type USB-geheugen, de toestand
van het geheugen of de coderingssoftware, is het mogelijk dat het
toestel niet correct afspeelt of gegevens weergeeft.
• Een bestand dat beveiligd is tegen kopiëren (copyrightbeveiliging)
kan niet worden afgespeeld.
• Het kan een tijdje duren voordat het afspelen van het USB-geheugen
van start gaat. Indien er een bestand van een ander type dan audio in
het USB-geheugen aanwezig is, kan het een behoorlijke tijd duren
voor het bestand wordt afgespeeld of gezocht.
• Het toestel kan bestanden met de extensie "mp3", "wma" of "m4a"
afspelen.
• Voeg de bovenvermelde extensies enkel toe aan een bestand met
audiogegevens. Indien het bestand geen audiogegevens bevat, zal het
niet herkend worden. Het afspelen van een dergelijk bestand kan een
lawaai veroorzaken dat de luidsprekers en/of de versterkers kan
beschadigen.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te maken op
een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is. Zet
SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens het
USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te vermijden.
7-NL
• iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch zijn
handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere
landen.
• "Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen dat een
elektronisch accessoire ontworpen is om respectievelijk specifiek op
een iPod of iPhone aangesloten te worden en de ontwikkelaar
garandeert dat het voldoet aan de prestatiestandaard van Apple.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit toestel en
voor het feit of het beantwoordt aan de veiligheidsnormen en
reglementen. Merk op dat het gebruik van dit accessoire met een
iPod of iPhone de draadloze prestaties kan beïnvloeden.
• Windows Media en het Windows logo zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
• "MPEG Layer-3-audiocoderingstechnologie onder licentie van
Fraunhofer IIS en Thomson. De aankoop van dit toestel verleent
enkel toestemming voor privé-, niet-commercieel gebruik en verleent
geen toestemming noch enig recht om dit product te gebruiken in om
het even welke commerciële (d.w.z. met winstoogmerk)
realtime-uitzending (antenne, satelliet, kabel en/of andere media),
uitzenden/streaming via het internet, intranetten en/of andere
netwerken of in andere elektronische systemen voor
informatieverspreiding, zoals pay-audio- of
audio-on-demand-toepassingen. Voor dergelijke toepassingen is een
aparte licentie vereist. Meer informatie kunt u vinden op
http://www.mp3licensing.com "
• Gebruiksaanwijzing ...........................................................1 set
Het toestel in- en uitschakelen
Druk op SOURCE om het toestel in te schakelen.
Opmerking
• Het toestel kan worden ingeschakeld door te drukken op om het even
welke knop, uitgezonderd en e (Open).
Loskoppelen
1
Schakel het toestel uit.
2
Druk op e (Open) op de linkeronderkant tot het
voorpaneel eruit springt.
3
Neem de linkerkant van het voorpaneel vast en haal het
eruit.
Opmerkingen
• Het voorpaneel kan warm worden bij normaal gebruik (vooral de
contactpunten op de achterkant van het voorpaneel). Dit duidt niet op
een storing.
• Plaats het voorpaneel in de meegeleverde opbergdoos om het te
beschermen (enkel CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM).
• Oefen geen overmatige druk uit wanneer u het voorpaneel loskoppelt,
anders kunnen er storingen optreden.
Vastmaken
1
Steek de rechterzijde van het voorpaneel in de
hoofdeenheid. Zorg ervoor dat de groef in het voorpaneel
correct aansluit op de uitstekende delen van de
hoofdeenheid.
2
Druk op de linkerzijde van het voorpaneel tot het vastklikt
op de hoofdeenheid.
Druk op de SOURCE-knop en houd deze ingedrukt
gedurende minstens 2 seconden om het toestel uit te
schakelen.
Opmerking
• Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt ingeschakeld, is het
volume ingesteld op niveau 12.
Bronselectie
Druk op SOURCE om de bron te wijzigen.
TUNER DISC USB AUDIO/iPod*1 AUXILIARY*2 TUNER
*1 Alleen voor CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM en alleen
wanneer de iPod/iPhone is aangesloten.
*2 Alleen wanneer AUX SETUP ingesteld is op ON. Zie "De AUX
SETUP-modus instellen" op pagina 22.
Opmerkingen
• Voor u het voorpaneel vastmaakt, dient u ervoor te zorgen dat er geen
vuiltjes of stof aan de contactpunten hangen en er zich geen vreemd
voorwerp bevindt tussen het voorpaneel en de hoofdeenheid.
• Maak het voorpaneel voorzichtig vast door de zijkanten van het paneel
vast te houden, om te vermijden dat u per ongeluk op een knop drukt.
9-NL
Het volume regelen
Afstandsbedieningssensor
Draai aan de Draaiknop tot het gewenste volume is
bereikt.
Bedienbaar met de afstandsbediening
Dit toestel kan bediend worden met een optionele
Alpine-afstandsbediening. Contacteer uw Alpine-dealer voor meer
informatie. Richt de optionele afstandsbedieningszender naar de
afstandsbedieningssensor.
Radio
SOURCE/
TUNE/A.ME
Draaiknop
/ENTER
BAND
Preselectieknoppen
(1 tot 6)
Luisteren naar de radio
1
Druk op SOURCE om TUNER-modus te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste
radiofrequentieband wordt weergegeven.
F1 (FM1) F2 (FM2) F3 (FM3) MW LW F1 (FM1)
3
Druk op TUNEA.ME om de afstemmingsmodus te
selecteren.
r (Afstandmodus) t (Lokale modus)
off (Handmatige modus) r
Opmerking
• Afstandmodus is de initiële modus.
Afstandmodus:
Zowel sterke als zwakke zenders worden automatisch afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Lokale modus:
Enkel sterke zenders worden automatisch afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Handmatige modus :
De frequentie wordt handmatig afgestemd in stappen (manuele
afstemming).
10-NL
4
Druk op of om af te stemmen op de gewenste
zender.
Door te blijven drukken op of zal de frequentie blijven
veranderen.
Zenders handmatig instellen
1
Selecteer de frequentieband en stem af op een
radiozender die u wenst op te slaan in het
preselectiegeheugen.
2
Houd gedurende minstens twee seconden een van de
preselectieknop (1 tot 6) ingedrukt om de zender op te
slaan.
De geselecteerde zender wordt opgeslagen.
Het scherm geeft de opgeslagen frequentieband, het
preselectienummer en de zenderfrequentie weer.
Opmerkingen
• In het totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
preselectiegeheugen (zes zenders per frequentieband: FM1, FM2, FM3,
MW en LW).
• Wanneer u een zender opslaat in een preselectiegeheugen dat reeds een
zender bevat, zal de huidige zender worden gewist en vervangen door
de nieuwe zender.
Zenders automatisch instellen
1
Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste
radiofrequentieband wordt weergegeven.
De frequentie op het scherm blijft veranderen zolang het
automatische geheugen in werking is. De tuner zal automatisch
6 sterke zenders binnen de geselecteerde frequentieband
zoeken en opslaan. Ze worden opgeslagen onder de
preselectieknoppen 1 tot 6 in volgorde van hun signaalsterkte.
Wanneer het automatische geheugen is voltooid, schakelt de
tuner over naar de zender die werd opgeslagen onder
preselectie 1.
Opmerking
• Wanneer geen zenders worden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de zender waarnaar u aan het luisteren was voor de automatische
geheugenprocedure begon.
Afstemmen op vooraf ingestelde zenders
1
Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste
frequentieband wordt weergegeven.
2
Druk op de preselectieknop (1 tot 6) waaronder de
gewenste radiozender is opgeslagen.
Het scherm geeft de geselecteerde frequentieband weer, het
preselectienummer en de zenderfrequentie.
Functie frequentie zoeken
U kunt een radiozender zoeken aan de hand van de frequentie ervan.
1
Druk op ENTER in de radiomodus om de functie
frequentie zoeken te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Draaiknop om de gewenste frequentie te
selecteren.
3
Druk op ENTER om de geselecteerde frequentie te
ontvangen.
Opmerking
•Druk op r in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt
eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd.
RDS
Draaiknop
/ENTER
AF (alternatieve frequenties) AAN/UIT
schakelen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57 kHz-hulpdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie ontvangt zoals
verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt automatisch over naar
een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-keuzemodus te activeren.
2
Draai aan de Draaiknop om de "TUNER"-instelmodus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Draaiknop om "AF" te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Draaiknop om de modus AF (alternatieve
frequentie) ON of OFF te kiezen.
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Als de modus AF ON geselecteerd wordt, stemt het toestel automatisch
af op een zender met een sterk signaal in de AF-lijst.
• Gebruik de modus AF OFF indien het niet nodig is automatisch
opnieuw af te stemmen.
•Druk op r om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Door r gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende informatie:
Druk op of om de gewenste zender voor
verkeersinformatie te selecteren.
Wanneer het toestel afstemt op een zender voor
verkeersinformatie, licht de "T"-indicator op.
Verkeersinformatie kunt u enkel horen wanneer ze worden
uitgezonden. Wanneer de verkeersinformatie niet wordt
uitgezonden, schakelt het toestel over op de stand-bymodus.
Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint, wordt
deze automatisch ontvangen door het toestel en wordt de
audiobron (cd, FM-radio, USB AUDIO enz.) gedempt. "TRF-INFO"
wordt gedurende 2 seconden weergegeven op het scherm.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie beëindigd is,
schakelt het toestel automatisch over op de stand-bymodus.
Opmerkingen
• Indien u niet wenst te luisteren naar de ontvangen verkeersinformatie,
drukt u zacht op BANDTA om het bericht met verkeersinformatie
over te slaan. De TA-modus blijft op ON ingesteld om het volgende
bericht met verkeersinformatie te ontvangen.
• Indien u het volumeniveau wijzigt tijdens het beluisteren van
verkeersinformatie, dan zal het gewijzigde volume worden opgeslagen.
Wanneer u de volgende keer verkeersinformatie ontvangt, zal het
volumeniveau automatisch overschakelen naar het opgeslagen niveau.
• In de TA-modus selecteert de SEEK-afstemming enkel de TP-zenders.
Radiotekst weergeven
Tekstberichten van radiozenders kunnen worden weergegeven.
Druk op VIEW in de radiomodus (FM-ontvangst) om de
weergave voor radiotekst te selecteren.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
Wanneer PS (programmanaam) beschikbaar is:
PS (Programmanaam)
PS (Programmanaam)
* Wanneer VIEW gedurende minstens 2 seconden wordt
ingedrukt tijdens de weergave van PS in de radiomodus, zal de
frequentie gedurende 2 seconden weergegeven worden.
Wanneer geen PS (programmanaam) beschikbaar is:
FREQUENTIE RADIOTEKST PTY FREQUENTIE
Het scherm geeft gedurende enkele seconden de melding
"WAITING" weer, waarna het tekstbericht over het scherm rolt.
Opmerkingen
• Het scherm geeft de melding "NO TEXT" weer wanneer er geen
beschikbare tekstinformatie is of het toestel moeilijkheden heeft om de
tekstinformatie te ontvangen.
• Het scherm geeft de melding "NO PTY" wanneer er geen beschikbare
informatie is over het programmatype.
*
RADIOTEKST PTY
12-NL
CD/MP3/WMA/AAC
• Druk tijdens CD/MP3/WMA/AAC-weergave op r om snel terug te
kunnen keren naar het hiërarchieniveau dat het laatst geselecteerd was
in de zoekmodus.
SOURCE/
/ II
Draaiknop
/ENTER
1
Preselectieknoppen
2
(1 tot 6)
Afspelen
1
Plaats een cd met de bedrukte zijde naar boven.
De schijf wordt automatisch in het toestel geladen.
Repeat (herhaald afspelen)
1
Druk op z4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
a*1 a*2 (off) a
*1 Eén nummer/bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
*2 Enkel bestanden uit een bepaalde map worden herhaaldelijk
afgespeeld. (Alleen MP3/WMA/AAC-modus)
5
4
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
M.I.X. (willekeurig afspelen)
1
Druk op 5x.
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
s*1 g
*1 Enkel bestanden uit een bepaalde map worden in willekeurige
volgorde afgespeeld. (MP3/WMA/AAC-modus)
*2 De nummers/bestanden op de cd worden afgespeeld in
willekeurige volgorde. (CD- of MP3/WMA/AAC-modus)
*3 In de USB-modus worden alle bestanden die opgeslagen zijn op
het USB-geheugen afgespeeld in willekeurige volgorde.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om afspelen
in M.I.X. te annuleren.
*2/*3
(off ) s
Opmerking
• Wanneer er reeds een cd is geplaatst, drukt u op SOURCE om over
te schakelen naar de DISC-modus.
2
Druk op 1 of 2 terwijl MP3/WMA/AAC wordt
afgespeeld om de gewenste map te selecteren.
Door 1 of 2 ingedrukt te houden, blijft u van map
veranderen.
3
Druk op of om het gewenste nummer (bestand)
te selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, kunt u blijven terugspoelen/
vooruitspoelen.
4
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op , zal het afspelen hervatten.
5
Om de cd uit te werpen, drukt u op .
Opmerkingen
• Verwijder nooit een cd tijdens het uitwerpen. Laad nooit meer dan één
cd per keer. Doet u dit wel, dan kunt u in beide gevallen een storing
veroorzaken.
•De ""-indicator licht op wanneer een cd wordt geplaatst.
• Cd's van 8 cm kunnen niet gebruikt worden.
• Bestanden die beveiligd zijn met DRM (Digital Rights Management)
kunnen niet worden afgespeeld op dit toestel.
• De nummerweergave tijdens het afspelen van MP3/WMA/
AAC-gegevens stemt overeen met de bestandsnummers die op de cd
werden opgenomen.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
Zoeken naar cd-tekst
Op cd's die gebruik maken van cd-tekst kunnen liedjes worden gezocht
en afgespeeld door gebruik te maken van hun opgenomen titels. Op cd's
zonder cd-tekst wordt gezocht door gebruik te maken van het
muziekstuknummer dat verbonden is met elk liedje.
1
Druk op ENTER tijdens het afspelen.
Zo wordt de zoekmodus ingesteld; de ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Draaiknop om het gewenste nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Zo wordt het geselecteerde nummer afgespeeld.
Opmerkingen
•Druk op r in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt
eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd.
• Wanneer naar een cd-tekst wordt gezocht tijdens het afspelen in M.I.X.,
wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• Wanneer u een van de preselectieknop (1 tot 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 14
voor meer informatie.
13-NL
Zoeken naar map-/bestandsnaam
(betreffende MP3/WMA/AAC)
Map- en bestandsnamen kunnen worden gezocht en weergegeven
tijdens het afspelen.
Zoekmodus mapnaam
1
Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC op
ENTER om de zoekmodus te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Draaiknop om de zoekmodus mapnaam te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Draaiknop om de gewenste map te
selecteren.
4
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om het eerste bestand in de geselecteerde map
af te spelen.
Opmerkingen
•Houd r gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus
om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens geannuleerd wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd.
• Om bestanden te zoeken in de zoekmodus mapnaam, drukt u op
ENTER. Bestanden in de map kunnen worden gezocht.
• Druk in stap 3 op r om de zoekmodus mapnaam te verlaten en de
zoekmo dus bestandsnaam te selec teren.
• De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT".
• Wanneer naar een mapnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• Wanneer u een van de preselectieknop (1 tot 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 14
voor meer informatie.
Zoekmodus bestandsnaam
1
Druk tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC op
ENTER om de zoekmodus te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Draaiknop om de zoekmodus bestandsnaam
te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Selecteer het gewenste bestand door te draaien aan de
Draaiknop.
4
Druk op ENTER om het geselecteerde bestand af te
spelen.
Opmerkingen
•Houd r gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus
om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens geannuleerd wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd.
• Druk op r in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige modus.
• Wanneer naar een bestandsnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
• Wanneer u een van de preselectieknop (1 tot 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 14
voor meer informatie.
Direct Search-functie (gericht zoeken)
De directe zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een bestand, map enz. In de zoekmodus voor
cd-tekst/mappen/bestanden kunt u snel een nummer kiezen.
Druk in de zoekmodus op een van de preselectieknoppen
(1 tot 6) om snel een aangegeven percentage van uw
nummers over te slaan.
Voorbeeld van het zoeken naar een nummer:
Als er 100 nummers op de cd of het USB-geheugen staan, worden
die onderverdeeld in 6 groepen aan de hand van percentages (zie
hieronder). Deze groepen worden toegewezen aan de
preselectieknoppen (1 tot 6).
Voorbeeld 1:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer in het midden
(50%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 4 om naar het
50e nummer te gaan en draai aan de Draaiknop om het
gewenste nummer te vinden.
Voorbeeld 2:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer aan het einde
(83%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 6 om naar het
83e nummer te gaan en draai aan de Draaiknop om het
gewenste nummer te vinden.
Alle 100 nummers (100%)
0%17%33%50%67%83%
Preselec-
tieknop-
pen
Nummers
123456
1e
17e
33e
50e
67e
num-
mer
num-
mer
num-
mer
num-
mer
num-
mer
83e
num-
mer
Over MP3/WMA/AAC
OPGELET
Het dupliceren, verspreiden, overzetten of kopiëren van
audiogegevens (waaronder MP3/WMA/AAC-gegevens), gratis of
tegen betaling, zonder toestemming van de copyrighthouder, is
strikt verboden door de Copyright Act en door internationale
verdragen, tenzij het voor privégebruik is.
Wat i s MP3?
MP3, met als officiële naam "MPEG Audio Layer 3", is een
compressiestandaard voorgeschreven door de ISO (International
Standardisation Organisation) en MPEG, een gezamenlijk
activiteiteninstituut van de IEC.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. De
MP3-codering kan audiogegevens comprimeren aan extreem hoge
ratio's, waardoor de grootte van muziekbestanden tot een tiende van
hun oorspronkelijke grootte wordt herleid. Dit wordt gerealiseerd
terwijl de kwaliteit nagenoeg even goed blijft als op een cd. Het
MP3-formaat realiseert zulke hoge compressieratio's door geluiden te
elimineren die ofwel onhoorbaar zijn voor het menselijke oor of
gemaskeerd worden door andere geluiden.
Wat i s AAC?
AAC is de afkorting van "Advanced Audio Coding" en is een
basisformaat voor audiocompressie dat wordt gebruikt door MPEG2 of
MPEG4.
Wat i s WMA?
WMA of "Windows Media
audiogegevens. WMA is gelijkaardig aan MP3-audiogegevens.
™
Audio" zijn gecomprimeerde
14-NL
Methode om MP3/WMA/AAC-bestanden te creëren
Hoofdmap
MapMP3/WMA/AAC-bestand
Audiogegevens worden gecomprimeerd door gebruik te maken van
software met MP3/WMA/AAC-codecs. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van die software voor meer informatie over het
aanmaken van MP3/WMA/AAC-bestanden.
MP3/WMA/AAC-bestanden die op dit toestel kunnen worden
afgespeeld, hebben de onderstaande bestandsextensies.
MP3: “mp3”
WMA: "wma" (ver. 7, 8 en 9 worden ondersteund)
AAC: “m4a”
Er bestaan veel verschillende versies van het AAC-formaat. Zorg ervoor
dat de gebruikte software overeenstemt met de aanvaarde formaten
hierboven weergeven. Het is mogelijk dat het formaat niet kan worden
afgespeeld, ook al heeft het een geldige extensie.
Het afspelen van AAC-bestanden die gecodeerd zijn via iTunes wordt
ondersteund.
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het
afspelen
MP3
Bemonsteringsfrequenties:
Bitsnelheden:8 - 320 kbps
WMA
Bemonsteringsfrequenties:
Bitsnelheden:32 - 192 kbps
AAC
Bemonsteringsfrequenties:
Bitsnelheden:16 - 320 kbps
Dit toestel speelt mogelijk niet correct af afhankelijk van de
bemonsteringsfrequenties.
ID3-tags/WMA-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2, en WMA-tag.
Wanneer een MP3/WMA/AAC-bestand taggegevens bevat, kan dit
toestel de ID3/WMA-taggegevens weergeven: de titel (titel van het
nummer), artiest en albumnaam.
Dit toestel kan enkel alfanumerieke tekens van één byte (tot 30 voor
ID3-tags en tot 15 voor WMA-tags) en de underscore weergeven. "NO
SUPPORT" wordt weergegeven bij niet-ondersteunde tekens.
Als de informatie andere tekens dan ID3-taginformatie bevat, kan het
audiobestand niet worden afgespeeld.
De taginformatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk niet correct
weergegeven.
MP3/WMA/AAC-cd's maken
MP3/WMA/AAC-bestanden worden aangemaakt en vervolgens
geschreven op een CD-R of een CD-RW door gebruik te maken van
schrijfsoftware voor CD-R. Een cd kan tot 509 bestanden/mappen
(inclusief hoofdmappen) bevatten, met een maximum van 255
mappen.
Het afspelen lukt mogelijk niet wanneer een cd de bovenstaande
beperkingen overschrijdt.
Ondersteunde media
De media die met dit toestel kunnen worden afgespeeld zijn CD-ROM's,
CD-R's en CD-RW's.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt cd's die werden geformatteerd met ISO9660
Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard zijn er enkele belangrijke beperkingen.
De maximale mapdiepte is 8 (inclusief de hoofdmap). Het aantal
karakters voor een map-/bestandsnaam is beperkt.
Geldige tekens voor map-/bestandsnamen zijn de letters A-Z
(hoofdletters), nummers 0-9 en '_' (underscore).
Dit toestel kan ook cd's afspelen in Joliet, Romeo, enz. en andere
standaarden die voldoen aan ISO9660. Soms worden de
bestandsnamen, mapnamen, enz. echter niet correct weergegeven.
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD
(CD-Extra) en multi-sessie-CD.
Dit toestel kan cd's die werden opgenomen met Track-At-Once of
packet writing niet correct afspelen.
Bestandsvolgorde
Bestanden worden afgespeeld in de volgorde waarin de schrijfsoftware
ze brandt op de cd. Daardoor is de afspeelvolgorde mogelijk niet wat u
verwacht. Controleer de schrijfvolgorde in de handleiding bij de
software. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt.
* Het mapnummer of de mapnaam wordt niet weergegeven wanneer de
map geen leesbaar bestand bevat.
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieratio van het "geluid" gespecificeerd voor de
codering. Hoe hoger de bitsnelheid, hoe beter de geluidskwaliteit, maar
ook hoe groter de bestanden.
Bemonst eringsfrequentie
Deze waarde toont aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden
bemonsterd (opgenomen). Muziek-cd's gebruiken bijvoorbeeld een
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, dus wordt het geluid 44.100
keer per seconde bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie, hoe beter de geluidskwaliteit, maar ook hoe
groter het volume van de gegevens.
Codering
Het converteren van muziek-cd's, WAVE (AIFF)-bestanden en andere
geluidsbestanden naar het gespecificeerde formaat voor
audiocompressie.
Tag
Informatie over een lied zoals de titel van het nummer, artiest,
albumnaam enz. geschreven in MP3/WMA/AAC-bestanden.
Hoofdmap
De hoofdmap kunt u vinden aan de top van het bestandssysteem. De
hoofdmap bevat alle mappen en bestanden. Ze wordt automatisch
aangemaakt bij elke gebrande cd.
15-NL
Geluidsinstelling
Draaiknop
/ENTER
AUDIO/SETUP
Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau middentonen/niveau hoge tonen
(treble)/ balans (balance) (tussen links en
rechts)/ fader (tussen voor en achter)/
loudness/defeat regelen
1
Druk herhaaldelijk op AUDIO SETUP om de gewenste
modus te selecteren.
Elke druk schakelt als volgt over naar een volgende modus:
SUBWOOFER*1 BASS LEVEL*2 MID LEVEL*2 TRE LEVEL*2
BALANCE FADE R LOUDNES S
SUBWOOFER
*1 Wanneer de subwoofermodus ingesteld is op OFF, kan het
niveau ervan niet worden aangepast.
*2 Kan alleen worden aangepast wanneer DEFEAT op OFF
ingesteld is.
*3 Zie "Loudness in- of uitschakelen" op pagina 17 voor meer
informatie over loudness.
Subwoofer+0 ~ +15
Niveau lage tonen-7 ~ +7
Niveau middentonen-7 ~ +7
Niveau hoge tonen-7 ~ +7
BalansL15 ~ R15
FaderR15 ~ F15
Loudn essON/OFF
DefeatON/OFF
Volume0 ~ 35
Opmerking
• Wanneer gedurende 5 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
2
Draai aan de Draaiknop tot het gewenste volume is
bereikt voor elke modus.
Door DEFEAT ON in te stellen, zullen eerder aangepaste
instellingen van BASS, MID, TRE LEVEL en LOUDNESS
terugschakelen naar de fabrieksinstellingen.
*2/*3
DEFEAT VOLUME
Audio-instelling
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeur en gebruik voldoet. De audio-instellingen kunnen worden
aangepast via het AUDIO SETUP-menu.
Volg stap 1 tot 5 om een van de instelmodi te selecteren en
aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel voor meer
informatie over het geselecteerde instelitem.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Draaiknop om AUDIO te selecteren en druk
vervolgens op ENTER.
AUDIO GENERAL DISPLAY TUNER iPod
*1 Enkel CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM.
3
Draai aan de Draaiknop om het gewenste
geluidsinstellingsmenu te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
FAC TOR Y EQ
HPF
SUBW PHASE
(bv. selecteer SUBWOOFER)
*2 Er kunnen geen aanpassingen worden doorgevoerd wanneer
*3 Wijzigingen die doorgevoerd worden aan FACTORY EQ of
*4 In stap 3 kunnen drie geluidsregelingsitems (lage tonen,
*5 Deze functies kunnen niet worden gebruikt wanneer
*6 Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer SUBW LPF
4
Draai aan de Draaiknop om de instelling te wijzigen en
druk vervolgens op ENTER.
(Bv. selecteer SUBW ON of SUBW OFF.)
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Door op r te drukken, keert u terug naar de vorige
Geluidsmenumodus.
• Door r gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer er gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt de Geluidsmenumodus geannuleerd.
*2/*3
LOUDN ESS*2 3BAND EQ
*2
SUBWOOFER SUBW LPF
*2/*5/*6
SUBW SYS*5 POWER IC
DEFEAT ingesteld is op ON.
3BAND EQ beïnvloeden eveneens de andere instellingen.
middentonen en hoge tonen) geselecteerd worden in de modus
3BAND EQ. Draai aan de Draaiknop om het gewenste item te
selecteren en druk vervolgens op ENTER om verder te gaan
naar stap 4.
SUBWOOFER ingesteld is op OFF.
ingesteld is op OFF.
*2/*5
Voorgeprogrammeerde
equalizer-instellingen (F-EQ)
In de fabriek worden 10 typische equalizer-instellingen
voorgeprogrammeerd voor verscheidene muzieksoorten.
Instelitem: FACTO RY EQ
Instelmogelijkheden:
USER / FLAT (standaardinstelling) / POPS / ROCK / NEWS /
JAZZ / ELEC DANCE / HIP HOP / EASY LIS / COUNTRY /
CLASSICAL
*2/*4
*1
VOL LV ADJ
16-NL
Loudness in- of uitschakelen
Loudness legt een speciale nadruk op de lage en hoge frequentie bij een
laag volume. Dit compenseert de lagere gevoeligheid van het oor voor
lage en hoge tonen.
Instelitem: LOU DNE SS
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
De parametrische equalizercurve
aanpassen (3BAND EQ)
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. De
instellingen voor lage tonen, middentonen en hoge tonen kunnen in
deze modus worden aangepast.
Instelitem: 3BAND EQ
Verdere instelitems: BASS / MID / TREBLE
De regeling voor lage tonen instellen
1
Na het selecteren van BASS in de 3BAND
EQ-regelingsmodus, draait u aan de Draaiknop om het
gewenste instelitem voor lage tonen te selecteren en
drukt u vervolgens op ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Draaiknop om de gewenste instelwaarde te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Druk op r om terug te keren naar de vorige stap.
De bandbreedte voor lage tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Draaiknop om de gewenste bandbreedte
voor lage tonen te selecteren.
WIDE 0,50 MEDIUM 1,00 MEDIUM 1,50 NARROW 2,00
Wijzigt de versterkte bandbreedte van de lage tonen naar breed of smal.
Een bredere instelling stimuleert een breed spectrum van frequenties
boven en onder de centerfrequentie. Een smallere instelling stimuleert
enkel frequenties dichtbij de centerfrequentie.
De centerfrequentie van de lage tonen instellen (CENTER
FRQ)
De regeling voor middentonen instellen
1
Na het selecteren van MID in de 3BAND
EQ-regelingsmodus, draait u aan de Draaiknop om het
gewenste instelitem voor middentonen te selecteren en
drukt u vervolgens op ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Draaiknop om de gewenste instelwaarde te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Druk op r om terug te keren naar de vorige stap.
De bandbreedte voor middentonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Draaiknop om de gewenste bandbreedte
voor middentonen te selecteren.
WIDE 0,75 MEDIUM 1,00 MEDIUM 1,25 NARROW 1,50
De centerfrequentie van de middentonen instellen
(CENTER FRQ)
Draai aan de Draaiknop om de gewenste
centerfrequentie voor de middentonen te selecteren.
500 (Hz) 1,0k (Hz) 1,5k (Hz) 2,5k (Hz)
Het niveau voor middentonen instellen
Draai aan de Draaiknop om het gewenste niveau voor
middentonen te selecteren (-7 ~ +7)
U kunt de middentonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDI O. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau
middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen
links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16.
*
.
De regeling voor hoge tonen instellen
1
Na het selecteren van TREBLE in de 3BAND
EQ-regelingsmodus, draait u aan de Draaiknop om het
gewenste instelitem voor hoge tonen te selecteren en
drukt u vervolgens op ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Draaiknop om de gewenste instelwaarde te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Draai aan de Draaiknop om de gewenste
centerfrequentie voor de lage tonen te selecteren.
60 (Hz) 80 (Hz) 100 (Hz) 120 (Hz)
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de lage
tonen.
Het niveau voor lage tonen instellen
Draai aan de Draaiknop om het gewenste niveau voor
lage tonen te selecteren (–7~+7)
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDI O. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau
middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen
links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16.
*
.
17-NL
3
Druk op r om terug te keren naar de vorige stap.
De bandbreedte voor hoge tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Draaiknop om de gewenste bandbreedte
voor hoge tonen te selecteren.
WIDE 0,75 NARROW 1,25
De centerfrequentie van de hoge tonen instellen (CENTER
FRQ)
Draai aan de Draaiknop om de gewenste
centerfrequentie voor de hoge tonen te selecteren.
7,5K (Hz) 10,0K (Hz) 12,5K (Hz) 15,0K (Hz)
Het niveau voor hoge tonen instellen
Draai aan de Draaiknop om het gewenste niveau voor
hoge tonen te selecteren (–7~+7)
U kunt de hoge tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDI O. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau
middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen
links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16.
*
.
Het bronvolumeniveau instellen
Het uitvoerniveau kan voor elke bron afzonderlijk geregeld worden. Als
het TUNER-niveau bijvoorbeeld stiller klinkt dan het cd-niveau, kunt u
het TUNER-niveau aanpassen zonder dat de andere bronnen hierdoor
beïnvloed worden.
De subwoofer in- of uitschakelen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u het uitvoerniveau van de
subwoofer aanpassen (zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance)
(tussen links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16).
Instelitem: SUBWOOFER
Instelmogelijkheden:
OFF / ON (standaardinstelling)
OFF:
Er wordt geen subwoofersignaal uitgevoerd via de
RCA-aansluitingen van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op
pagina 34).
ON:
Het subwoofersignaal wordt uitgevoerd via de RCA-aansluitingen
van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op pagina 34).
De laagdoorlaatfilter aanpassen
De laagdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak.
Alle frequenties boven de geselecteerde drempel worden
uitgevoerd.
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°). Draai aan de
Draaiknop om de instelling aan te passen.
Instelitem: SUBW PHASE
Instelmogelijkheden:
NORMAL (standaardinstelling) / REVERSE
Het subwoofer-systeem instellen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u SYS 1 of SYS 2 kiezen
voor het gewenste subwoofereffect.
Instelitem: SUBW SYS
Instelmogelijkheden:
SUBW SYS 1 / SUBW SYS 2 (standaardinstelling)
SUBW SYS 1:
Het niveau van de subwoofer wijzigt overeenkomstig met de
hoofdvolume-instellingen.
SUBW SYS 2:
Het niveau van de subwoofer wijzigt niet overeenkomstig met de
hoofdvolume-instellingen. Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume
is de subwoofer nog steeds hoorbaar.
18-NL
Extern apparaat
Voor
links
Versterker
Voor
rechts
Achter
links
Versterker
Achter
rechts
Aansluiten op een externe versterker (POWER IC)
Wanneer een externe versterker is aangesloten, kan de geluidskwaliteit
verbeterd worden door de stroomtoevoer van de ingebouwde versterker
af te sluiten.
Instelitem: POWER IC
Instelmogelijkheden:
OFF / ON (standaardinstelling)
OFF:
Gebruik deze modus wanneer de lijnuitgang van dit toestel
gebruikt wordt om een externe versterker aan te sluiten. Bij deze
instelling wordt de interne versterker van de hoofdeenheid op
OFF ingesteld en kan deze de luidsprekers niet meer sturen.
ON:
De luidsprekers worden gestuurd door de ingebouwde versterker.
OFF:
ON:
LUIDSPREKER
RECHTSVOOR
LUIDSPREKER
RECHTSACHTER
LUIDSPREKER
LINKSACHTER
LUIDSPREKER
LINKSVOOR
Opmerking
• Het systeem brengt geen geluid voort wanneer het
uitgangsvermogen op OFF is ingesteld.
Luidsprekers
Voor
rechts
Achter
rechts
Achter
links
Voor
links
Overige functies
Draaiknop
/ENTER
FAV
SOURCE/
De tekst weergeven
Tekstinformatie zoals de cd-naam en de naam van het nummer zal
worden weergegeven wanneer u een cd afspeelt die compatibel is met
cd-tekst. Het is eveneens mogelijk de mapnaam, bestandsnaam, tag enz.
weer te geven tijdens het afspelen van MP3/WMA/AAC-bestanden.
Druk op VIEW.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
Opmerking
• Wanneer TEXTSCROLL op SCR MANUAL is ingesteld, dient u VIEW
gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden om de huidige
tekst één keer over het scherm te laten rollen (uitgezonderd in
radiomodus).
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD TEK ST (CD-NAAM)
TEKST (NAAM VAN HET NUMMER)
VERSTREKEN TIJD
De weergave in MP3/WMA/AAC-modus:
BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD MAPNR./BESTANDSNR.
MAPNAAM BESTANDSNAAM NAAM VAN DE ARTIEST
ALBUMNAAM
VERSTREKEN TIJD
De weergave in iPo d-modus (enkel CDE-171R/CDE -171RR/
CDE-171RM):
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD NAAM VAN DE ARTIEST
ALBUMNAAM SONG TITLE NR. VAN HET LIEDJE/
VERSTREKEN TIJD
*1 Weergegeven tijdens het afspelen van een cd met cd-tekst.
*2 ID3-tag
Als een MP3/WMA/AAC-bestand ID3-taginformatie bevat,
wordt de ID3-taginformatie weergegeven (bv. naam van het
nummer, artiest en albumnaam). Alle andere tag-gegevens
worden genegeerd.
VIEW
*1
NR. VAN HET LIEDJE/
*2
NAAM VAN HET NUMMER*2 BESTANDSNR./
*2
*1
19-NL
Over de schermaanduidingen
Draagbare speler, enz.
Hoofdeenheid
of
Optionele adapterkabel (RCA-pinstekkers
[rood, wit] 3,5ø-ministekkers) of
(3,5ø-ministekkers).
Bij het weergeven van tekst lichten de volgende indicatoren op
naargelang de modus.
Indicator/
Modus
—
—
*1 Tag i nf or m at ie :
Wanneer er geen taginformatie beschikbaar is, wordt "ARTIST"/
"ALBUM"/"SONG" weergegeven.
*2 De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT".
*3 Wanneer er geen tekst (cd-naam of naam van het nummer)
beschikbaar is, wordt "DISC TEXT"/"TRACK TEXT" weergegeven.
*4 Enkel CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM.
CD-modus
Weergegeven
tekst
*3
(cd-naam
Weergegeven
tekst (naam
van het
*3
nummer
)
)
MP3/WMA/
AAC-modus
Weergegeven
mapnaam
Weergegeven
artiest
Weergegeven
albumnaam
Weergegeven
naam van het
nummer
bestandsnaam
*2
*1
*1
*1
/
iPod/
*4
iPhone
-modus
—
Weergegeven
*1
artiest
Weergegeven
albumnaam
Weergegeven
naam van het
*1
nummer
*1
Over "Tekst"
Cd's die compatibel zijn met cd-tekst, bevatten tekstinformatie zoals de
naam van de cd en het nummer. Naar dergelijke tekstinformatie wordt
verwezen met "tekst".
Opmerkingen
• Sommige karakters worden, afhankelijk van het karaktertype, mogelijk
niet correct weergegeven op dit toestel.
• "NO SUPPORT" wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet
wordt ondersteund door het toestel.
• De tekst- of taginformatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk
niet correct weergegeven.
De AUX-invoeraansluiting vooraan
gebruiken
Verbind eenvoudig een draagbare muziekspeler, enz. door deze aan te
sluiten op de ingang op het voorpaneel. Een optionele adapterkabel is
nodig (standaard-RCA naar 3,5ø-minitulpstekker of 3,5ø naar
3,5ø-minitulpstekker ).
Druk op SOURCE en selecteer de AUXILIARY-modus
om naar het draagbare apparaat te luisteren.
Opmerkingen
• Deze functies zijn alleen beschikbaar wanneer AUX SETUP ingesteld is
op ON. zie "De AUX SETUP-modus instellen" op pagina 22 voor meer
informatie.
• Als een USB-geheugen rechtreeks aangesloten is op de USB-aansluiting,
kan het formaat of de vorm ervan het besturen van de wagen
bemoeilijken. Vermijd daarom tegelijk apparaten aan te sluiten op de
AUX- en de USB-ingang.
20-NL
Uw favoriete bron toewijzen aan de
FAV-knop (FAV SETUP)
U kunt een favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop door het
uitvoeren van de volgende stappen. Wanneer deze bron toegewezen is,
kunt u rechtstreeks naar uw favoriete bron schakelen door te drukken op
FAV.
Uw favoriete bron toewijzen
1
Houd FAV gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om
de FAV-modus te activeren.
2
Draai aan de Draaiknop om een favoriete bron te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De favoriete bron is ingesteld.
USB FM1 FM2 FM3 LW MW AUX DISC
FAV OF F
Opmerkingen
• U kunt de favoriete bron ook toewijzen in de SETUP-modus, zie "Uw
favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop (FAV SETUP)" op
pagina 22.
• Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u "FAV OFF".
• Wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Door op r te drukken, keert u terug naar de normale modus.
Uw favoriete bron oproepen
Wanneer u een bron hebt toegewezen aan de FAV-knop,
kunt u op FAV drukken om deze bron rechtstreeks op te
roepen.
Opmerking
• Afhankelijk van de instelling is de bron mogelijk niet beschikbaar, ook al
hebt u deze toegewezen aan FAV. Als u bijvoorbeeld AUX instelt als
favoriete bron en OFF ingesteld is bij "De AUX SETUP-modus
instellen" (zie "De AUX SETUP-modus instellen" op pagina 22), kunt u
de AUX-bron niet oproepen door op FAV te drukken.
Instellingen aanpassen via het optiemenu
U kunt de instelitems voor de huidige SOURCE snel aanpassen met
behulp van het optiemenu.
1
Houd ENTER/OPTION gedurende minstens 2
seconden ingedrukt om het optiemenu voor de huidige
bron te activeren.
Opmerking
• Het optiemenu verschilt afhankelijk van de bron.
2
Draai aan de Draaiknop om het gewenste instelitem te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Draaiknop om de instelling te wijzigen en
druk vervolgens op ENTER.
Na het instellen keert het scherm automatisch terug naar de
huidige bron.
Instelitem:
TUNER-modus:
TUNER SET
DISC-modus:
CD SET
USB-modus:
VOL LV ADJ
iPod-modus (CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM):
APP DIRECT
AUX- modu s:
AUX SE T
*1 De instelitems zijn dezelfde als voor TUNER in de
*2 U kunt het volumeniveau van de huidige bron afzonderlijk
*3 Zie "Dimmerregeling" op pagina 22.
*4 In deze modus kan PLAY MODE geselecteerd worden. zie
*5 Zie "De bediening van de iPod instellen" op pagina 25.
*6 De instelitems zijn dezelfde als voor de iPod-instelling in de
*7 In deze modus kan AUX NAME geselecteerd worden. zie "De
*1
VOL LV ADJ*2 DIMMER
*4
VOL LV ADJ*2 DIMMER
*2
DIMMER
*5
iPod SET*6 VOL LV ADJ*2 DIMMER
*7
VOL LV ADJ*2 DIMMER
SETUP-modus. Zie "SETUP" op pagina 21 voor meer
informatie.
versterken of verzwakken om uw eigen toonvoorkeur te
creëren. De instelwaarden in de optiemodus en in de
SETUP-modus zijn gelinkt. Zie "Het bronvolumeniveau
instellen" op pagina 18.
"MP3/WMA/AAC-gegevens afspelen (PLAY MODE)" op
pagina 22 voor meer informatie.
SETUP-modus. Zie "iPod/iPhone-instelling" op pagina 23
voor meer informatie.
AUX NAME-modus instellen" op pagina 22 voor meer
informatie.
*3
*3
*3
*3
*3
SETUP
Draaiknop
/ENTER
FAV
Instellingen
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeuren en gebruik voldoet. De GENERAL-instelling,
DISPLAY-instelling enz. kunnen worden aangepast via het
SETUP-menu.
Volg stap 1 tot 5 om een van de SETUP-modi te selecteren en
aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel voor meer
informatie over het geselecteerde SETUP-item.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Draaiknop om het gewenste item te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer GENERAL)
AUDIO*1 GENERAL DISPLAY TUNER iPod
GENERAL:
FAV SE TU P MENU LANG AUX SE TUP AUX NAME
PLAY MODE DEMO
DISPLAY:
DIMMER TEXTSCROLL
TUNER:
*4
AF
REGIONAL*5 PI SEEK
iPod:
iPod LIST
*1 Zie "Audio-instelling" op pagina 16.
*2 Enkel CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM.
*3 Wordt enkel weergegeven wanneer AUX SETUP ingesteld is op
ON.
*4 Zie "AF (alternatieve frequenties) AAN/UIT schakelen" op
pagina 11.
*5 Zie "Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen" op pagina 12.
*6 Zie "PI SEEK-instelling" op pagina 12.
3
Draai aan de Draaiknop om een instelitem te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer AUX SETUP)
4
Draai aan de Draaiknop om de instelling te wijzigen en
druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer AUX ON of AUX OFF.)
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
AUDIO/SETUP
*2
*6
*3
21-NL
Opmerkingen
•Druk op r om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Door r gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
Algemene instelling
Selecteer GENERAL uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
MP3/WMA/AAC-gegevens afspelen
(PLAY MODE)
Dit toestel kan cd's afspelen die zowel cd- als MP3/WMA/
AAC-gegevens bevatten (aangemaakt in Enhanced CD-formaat
(CD-Extra)). In bepaalde situaties kan het afspelen van een CD-Extra
echter moeilijkheden opleveren. Wanneer dit zich voordoet, kunt u
ervoor kiezen om alleen de sessie af te spelen die de cd-gegevens bevat.
Wanneer een cd zowel cd- als MP3/WMA/AAC-gegevens bevat, start
het toestel met het afspelen van de cd-gegevens.
Uw favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop
(FAV SETUP)
U kunt een bron als favoriete bron selecteren. Wanneer deze bron
toegewezen is, kunt u rechtstreeks naar uw favoriete bron schakelen
door te drukken op FAV.
Instelitem: FAV S E TUP
Instelmogelijkheden:
USB / FM1 / FM2 / FM3 / LW / MW / AUX / DISC / FAV OFF
(standaardinstelling)
Opmerkingen
• Afhankelijk van de instelling is het mogelijk dat bepaalde items niet
geselecteerd kunnen worden.
• Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u "FAV OFF".
• U kunt deze instelling ook activeren door FAV gedurende minstens 2
seconden ingedrukt te houden. zie "Uw favoriete bron toewijzen aan de
FAV-knop (FAV SETUP)" op pagina 20 voor meer informatie.
De menutaal instellen
Stel de taal in die u wilt weergeven op het toestel. Er kunnen zes
lettertypes worden gekozen.
Instelitem: MENU LANG
Instelmogelijkheden:
ENGLISH (standaardinstelling) / RUSSIAN / GERMAN /
FRENCH / SPANISH / ITALIAN / DUTCH
De AUX SETUP-modus instellen
U kunt het geluid van een extern apparaat (zoals een draagbare
audiospeler) invoeren via de AUX-aansluiting van dit toestel.
Instelitem: AUX SETUP
Instelmogelijkheden:
AUX OFF / AUX ON (standa ardinstelling)
AUX OFF:
Wanneer OFF is geselecteerd, kan AUX niet als bron worden
ingesteld.
AUX O N:
Zet dit op ON wanneer een draagbaar apparaat is aangesloten.
Indien u op SOURCE drukt en AUX is geselecteerd, wordt het
geluid van het draagbare apparaat ingevoerd in het toestel.
De AUX NAME-modus instellen
U kunt de AUX NAME-weergave in de SETUP-modus wijzigen.
Instelitem: AUX NAME
Instelmogelijkheden:
AUXILIARY (standaardinstelling) / TV / DVD / PORTABLE /
GAME
Opmerking
• PORTABLE wordt op het scherm afgekort als PMD.
Instelitem: PLAY MODE
Instelmogelijkheden:
CD-DA / CDDA/MP3 (standaardinstelling)
CD-DA:
Enkel de cd-gegevens in sessie 1 kunnen worden afgespeeld.
CDDA/MP3:
Cd-gegevens, MP3/WMA/AAC-bestanden in mixed mode en
multi-sessie-cd's kunnen worden afgespeeld.
Opmerking
• Voer deze instelling uit voor u een cd plaatst. Wanneer er reeds een cd
werd geplaatst, verwijder die dan eerst.
Demonstratie
Dit toestel beschikt over een demonstratiefunctie voor het scherm.
Instelitem: DEMO
Instelmogelijkheden:
DEMO OFF (standaardinstelling) / DEMO ON
Opmerking
• Om de demonstratiemodus te verlaten, schakelt u over naar DEMO
OFF.
Display-instelling
Selecteer DISPLAY uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
Dimmerregeling
Stel de dimmerregeling in op Auto om de helderheid van de verlichting
van het toestel te verminderen wanneer de koplampen van het voertuig
branden (ON). Deze modus is interessant als u de achterverlichting van
het toestel 's nachts te helder vindt.
Instelitem: DIMMER
Instelmogelijkheden:
DIM MANUAL / DIM AUTO (standaardinstelling)
Scrollinstelling (TEXTSCROLL)
Deze cd-speler kan de naam van de cd en de nummers die werden
opgenomen op CD-TEXT-cd's weergeven, evenals de tekstinformatie
van MP3/WMA/AAC-bestanden, mapnamen en tags.
Instelitem: TEXTSCROLL
Instelmogelijkheden:
SCR MANUAL (standaardinstelling) / SCR AUTO
SCR MANUAL:
Informatie rolt over het scherm wanneer een cd wordt geplaatst
of een ander nummer wordt gekozen, enz.
SCR AUTO:
De huidige tekstinformatie betreffende de cd, map, tag enz. rolt
automatisch over het scherm.
Opmerking
• Het toestel geeft cd-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of
taginformatie weer.
22-NL
iPod/iPhone-instelling
Selecteer "iPod" uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
USB-geheugen (optioneel)
De iPod/iPhone-zoekmodus instellen
Met dit toestel kunt u de iPod/iPhone doorzoeken aan de hand van
negen verschillende zoekmodi.
• De zoekmodus voor Afspeellijst/Artiest/Album/Podcast/Genre/
Nummer/Genius-mix is standaard ingesteld op Aan. De zoekmodus
voor Gesproken boek/Componist is standaard ingesteld op Uit.
• Zie "Een gewenst nummer zoeken" op pagina 25 voor meer informatie
over de zoekmodus.
SOURCE/
/ II
Opmerking
• U kunt een Nokia-telefoon (Symbian™) aansluiten op de USB-poort
om de muziek die opgeslagen is op de telefoon af te spelen.
MP3/WMA/AAC-bestanden afspelen op een
USB-geheugen (optioneel)
Als u een USB-geheugen aansluit waarop MP3/WMA/AAC-bestanden
opgeslagen zijn, kunt u de bestanden doorzoeken en afspelen.
1
Druk op SOURCE om over te schakelen naar de USB
AUDI O-mod us.
2
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT" in de zoekmodus
mapnaam.
• Het toestel speelt bestanden in het USB-geheugen af via dezelfde
functies en modi als bij het afspelen van cd's die MP3/WMA/
AAC-gegevens bevatten. zie "CD/MP3/WMA/AAC" op pagina 13 voor
meer informatie.
• Schakel over naar een andere bron of schakel de pauzestand in voordat
u een USB-geheugen loskoppelt.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
USB-geheugen (optioneel)
Een USB-geheugen aansluiten
1
Open de klep van de USB-poort.
23-NL
2
USB-aansluitingDit toestel
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
of
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
Kabel (apart
verkrijgbaar)
USB-aansluiting
Dit toestel
iPod/iPhone
(apart verkrijgbaar)
Geleverd bij iPod/iPhone
Sluit het USB-geheugen rechtstreeks op de USB-poort of
via de USB-kabel aan.
Een USB-geheugen verwijderen
1
Verwijder het USB-geheugen voorzichtig van de
USB-kabel of uit de USB-poort.
2
Sluit de klep van de USB-poort.
Opmerkingen
• Schakel over naar een andere bron dan USB-modus en verwijder
vervolgens het USB-geheugen. Wanneer het USB-geheugen wordt
verwijderd in de USB-modus, kunnen gegevens beschadigd raken.
• Trek een USB-geheugen bij het verwijderen recht uit de
USB-aansluiting.
• Wanneer er geen geluid hoorbaar is of het USB-geheugen niet wordt
herkend maar toch is aangesloten, verwijder dan het USB-geheugen en
sluit het opnieuw aan.
• Leid de USB-kabel weg van andere kabels enz.
• Sluit de klep van de USB-poort nadat u het USB-geheugen verwijderd
hebt om te voorkomen dat stof of een vreemd voorwerp binnendringt en
storingen veroorzaakt.
U kunt een iPod/iPhone aansluiten op dit toestel via de
iPod-interfacekabel (geleverd bij de iPod). Wanneer er een iPod/iPhone
aangesloten is op dit toestel, kunt u ervoor kiezen de iPod/iPhone te
bedienen via de bedieningselementen van de iPod/iPhone zelf of via de
hoofdeenheid. Zie "De bediening van de iPod instellen" op pagina 25
voor meer informatie.
Deze instructies gelden alleen voor het bedienen van de iPod/iPhone via
de hoofdeenheid (HU). Zorg ervoor dat de bediening van de iPod
ingesteld is op HU MODE (HEAD UNIT). Zie "De bediening van de
iPod instellen" op pagina 25. Raadpleeg de handleiding van de iPod/
iPhone voor handelingen met de iPod/iPhone.
/ II
Draaiknop
/ENTER/OPTION
1
2
Preselectieknoppen
5
4
(1 tot 6)
MP3/WMA/AAC afspelen
MP3/WMA/AAC-bestanden worden voorbereid en vervolgens op een
USB-geheugen opgeslagen. Dit toestel kan maximaal 100 mappen en
100 bestanden per map herkennen die op een USB-geheugen zijn
opgeslagen. Het afspelen wordt mogelijk niet uitgevoerd als een
USB-geheugen de bovenstaande beperkingen overschrijdt.
Beperk de afspeelduur van een bestand tot 1 uur.
Ondersteunde media
Alleen MP3/WMA/AAC-bestanden worden ondersteund. Andere
mediatypes worden genegeerd.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt FAT 12/16/32 voor de indeling van
USB-geheugens.
24-NL
Opmerking
• Internet- en telefoonfuncties van een iPod touch of iPhone enz. kunnen
ook worden gebruikt bij aansluiting op het toestel. De nummers die
worden afgespeeld, zullen door het gebruik van deze functies echter
gestopt of gepauzeerd worden. Voer op dat ogenblik dus geen
handelingen uit om storingen te voorkomen.
iPod/iPhone-modellen die met dit toestel kunnen worden gebruikt
• Apparaten die een Made for iPod-bevestiging gekregen hebben. Het
correct functioneren van eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
iPod touch (4e generatie): versie 5.1.1
iPod nano (6e generatie): versie 1.2
iPod touch (3e generatie): versie 5.1.1
iPod nano (5de generatie): versie 1.0.2
iPod classic (160 GB) (eind 2009): versie 2.0.4
iPod touch (2e generatie): versie 4.2.1
iPod nano (4e generatie): versie 1.0.4
iPod classic (120 GB): versie 2.0.1
iPod touch (1e generatie): versie 3.1.3
iPod nano (3de generatie): versie 1.1.3
iPod classic (80 GB, 160 GB): versie 1.1.2
• Gecontroleerde apparaten met betrekking tot Made for iPhone. Het
correct functioneren van eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
iPhone 4S: versie 5.1.1
iPhone 4: versie 5.1.1
iPhone 3GS: versie 5.1.1
iPhone 3G: versie 4.2.1
iPhone: versie 3.1.3
• Raadpleeg het Apple-document "Identifying iPod models" op
http://support.apple.com/kb/HT1353 voor meer informatie over het
identificeren van uw iPod-model.
• Dit toestel laat geen videoweergave via iPod/iPhone toe, ook al wordt
een voor video geschikte kabel gebruikt.
Afspelen
1
Druk op SOURCE om over te schakelen naar de
iPod-modus.
2
Druk op of om het gewenste nummer te
selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, kunt u het huidige nummer
terugspoelen/vooruitspoelen.
3
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op , zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• Een nummer dat wordt afgespeeld via de iPod/iPhone terwijl het
apparaat is aangesloten op dit toestel, zal verder spelen vanaf de positie
waarop het werd gepauzeerd na het loskoppelen.
• Wanneer u luistert naar een episode uit een Podcast of gesproken boek,
kunt u wisselen van episode door op 1 of 2 te drukken.
• Een episode kan uit verschillende hoofdstukken bestaan. Het hoofdstuk
kan worden gewijzigd door op of te drukken.
• Druk tijdens iPod/iPhone-weergave op r om snel terug te kunnen
keren naar het hiërarchieniveau dat het laatst geselecteerd was in de
zoekmodus.
Een gewenst nummer zoeken
De bediening van de iPod instellen
Wanneer er een iPod/iPhone aangesloten wordt, kunt u deze bedienen
via de bedieningselementen van de iPod/iPhone zelf of via de
hoofdeenheid.
1
Houd ENTEROPTION gedurende minstens 2
seconden ingedrukt in de iPod-modus.
Het optiemenu voor de iPod-modus wordt geactiveerd.
2
Draai aan de Draaiknop om APP DIRECT te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
De iPod-bedieningsmodus schakelt tussen iPod MODE en HU
MODE.
HU MODE (HEAD UNIT):
U kunt de iPod/iPhone bedienen via dit toestel.
iPod MODE:
U kunt de iPod/iPhone bedienen via de bedieningsel ementen van
de iPod/iPhone zelf. Wanneer iPod geselecteerd is, kunnen een
aantal functies niet gebruikt worden via het toestel.
Opmerkingen
• Tijdens HU MODE kunt u rechtstreeks naar de iPod-modus schakelen
door te drukken op BAND.
•De "P"-indicator licht op wanneer de iPod MODE wordt
geactiveerd.
• De iPod/iPhone wordt gepauzeerd als de bedieningsmodus gewijzigd
wordt. Druk op om door te gaan.
• Afhankelijk van de gebruikte iPod, kunt u mogelijk niet kiezen voor
bediening via de iPod. Het is ook mogelijk dat de bediening toch via de
hoofdeenheid moet gebeuren, ook al is de iPod geselecteerd.
Een iPod/iPhone kan duizenden nummers bevatten. Gebruik een van de
onderstaande zoekmodi (gebruik de modus die u het meest geschikt
acht voor het zoeken naar een gewenst nummer).
Elke muziekcategorie heeft een individuele hiërarchie. Gebruik de
zoekmodi Afspeellijst/Artiest/Album/Nummer/Podcast/Genre/
Componist/Gesproken boek/Genius-mix om zoekopdrachten te
verfijnen op basis van de hieronder afgebeelde tabel.
Hiërarchie 1Hiërarchie 2Hiërarchie 3Hiërarchie 4
Afspeellijst
(Playlist)
Artiest
*
(Artist)
Album
(Album)
Nummer
(Song)
Podcast
(Podcast)
Genre
*
(Genre)
Componist
(Composer)
Gesproken boek
(Audiobook)
Genius-mixlijst
(Genius Mix list)
Nummer——
*
Album
Nummer——
*
———
Episode——
*
Artiest
*
Album
*
———
———
Nummer—
Album
Nummer—
*
Nummer
Opmerking
• U kunt uw favoriete zoekmodus instellen. Zie "De iPod/
iPhone-zoekmodus instellen" op pagina 23.
25-NL
Bijvoorbeeld:
Zoeken op artiestennaam
Het volgende voorbeeld legt uit hoe een ARTIST-zoekopdracht wordt
uitgevoerd. Een andere zoekmodus kan worden gebruikt voor dezelfde
handeling, maar dan op basis van een andere hiërarchie.
1
Druk op ENTER om de zoekmodus te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Draaiknop om de ARTIST-zoekmodus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
SHUFFLE ALL*1 PLAYLIST ARTIST ALBUM SONG
PODCAST GENRE COMPOSER AUDIOBOOK
GENIUS MIX
*1 Zie "Willekeurig afspelen (M.I.X.)" op pagina 27.
*2 Afhankelijk van de aangesloten iPod/iPhone wordt de
*3 Wanneer er een iPod/iPhone met een Genius-mixlijst die op
Opmerking
• De weergave van de zoekmoduslijst hangt af van de instelling van iPod
3
Draai aan de Draaiknop om de gewenste artiest te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Draaiknop om het gewenste album te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
5
Draai aan de Draaiknop om het gewenste nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Opmerkingen
•Na ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden in
elke hiërarchie (uitgezonderd Song-, Audiobook- en
Genius-mixlijst-hiërarchie), worden alle nummers van de geselecteerde
hiërarchie afgespeeld.
• De afspeelfunctie [ALL] kan alleen gebruikt worden voor de categorieën
die gemarkeerd zijn met "
ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om alle
nummers op de iPod/iPhone of van de geselecteerde zoekmodus af te
spelen.
• Wanneer u in de zoekmodus r gedurende 2 seconden ingedrukt
houdt, of wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd, wordt de zoekmodus geannuleerd.
• Druk op r in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige modus.
• Wanneer er wordt gezocht tijdens het afspelen in M.I.X., wordt de
M.I.X.-modus geannuleerd.
• "NO SONG" wordt weergegeven wanneer er geen nummers aanwezig
zijn in de geselecteerde afspeellijst in de zoekmodus PLAYLIST.
• "NO PODCAST" wordt weergegeven wanneer er geen podcastgegevens
aanwezig zijn op de iPod/iPhone in de zoekmodus PODCAST.
• "NOAUDIOBOK" wordt weergegeven wanneer er geen gegevens voor
gesproken boeken aanwezig zijn in de iPod/iPhone in de zoekmodus
AUDIOBOOK.
• "NO GENIUS" wordt weergegeven wanneer er geen Genius-mixlijst
aanwezig is in de aangesloten iPod/iPhone.
• Wanneer de "naam van de iPod" opgeslagen in de iPod/iPhone is
geselecteerd in de gewenste afspeellijstzoekmodus en ENTER wordt
ingedrukt, kunt u naar alle nummers op de iPod/iPhone zoeken. Als u
ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt houdt, worden
alle nummers van de iPod/iPhone afgespeeld.
• Afhankelijk van de iPod/iPhone is het mogelijk dat zoeken naar
podcasts niet wordt ondersteund.
• Wanneer u een van de preselectieknop (1 tot 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. Zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 26
voor meer informatie.
*2/*3
SHUFFLE ALL
Genius-mixfunctie mogelijk niet ondersteund.
iTunes werd aangemaakt op dit toestel aangesloten wordt, kan
de GENIUS-MIX zoekmodus worden gebruikt om de nummers
van de lijst af te spelen.
LIST. Zie "De iPod/iPhone-zoekmodus instellen" op pagina 23 voor
meer informatie.
*
" (zie de tabel op de vorige pagina). Houd
Alfabetische zoekfunctie
De alfabetische zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een album, nummer enz. In de zoekmodus
PLAYLIST/ARTIST/ALBUM/SONG/PODCAST/GENRE/
COMPOSER/AUDIOBOOK selecteert u de eerste letter van de
gewenste titel (album, nummer enz.). De titels die met deze letter
beginnen, worden weergegeven. Via deze functie kunt u snel een
nummer kiezen.
1
Na een zoekmodus te hebben geselecteerd, drukt u op
BAND/ABC SEARCH.
De letterkeuzelijst wordt weergegeven.
2
Draai aan de Draaiknop om een gewenste letter te
selecteren (bv. M) en druk vervolgens op ENTER.
De titels die met de letter "M" beginnen, worden weergegeven.
3
Draai aan de Draaiknop om de gewenste titel te
selecteren.
Opmerkingen
•Druk op r in de alfabetische zoekmodus om terug te keren naar de
vorige modus.
• Als de zoekmodus PLAYLIST gebruikt wordt om naar een nummer te
zoeken, is de alfabetische zoekfunctie niet actief in de
nummerzoekhiërarchie.
Direct Search-functie (gericht zoeken)
De directe zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een album, nummer enz. In de modi
PLAYLIST/ARTIST/ALBUM/SONG/PODCAST/GENRE/
COMPOSER/AUDIOBOOK kunt u snel een nummer kiezen.
Druk in de zoekmodus op een van de preselectieknop (1
tot 6) om snel een aangegeven percentage van uw
nummers over te slaan.
Voorbeeld van het zoeken naar een nummer:
Als er 100 nummers op uw iPod/iPhone staan, worden die
onderverdeeld in 6 groepen aan de hand van percentages (zie
hieronder). Deze groepen worden toegewezen aan de
preselectieknoppen (1 tot 6).
Voorbeeld 1:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer in het midden
(50%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 4 om naar het
50e nummer te gaan en draai aan de Draaiknop om het
gewenste nummer te vinden.
Voorbeeld 2:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer aan het einde
(83%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 6 om naar het
83e nummer te gaan en draai aan de Draaiknop om het
gewenste nummer te vinden.
Afspeellijst/Artiest/Album/Genre/Componist kunnen eenvoudig
worden gewijzigd.
Wanneer u bijvoorbeeld naar een nummer uit een gekozen album
luistert, kunt u het album wijzigen.
Druk op 1 of 2 om de gewenste Afspeellijst/Artiest/
Album/Genre/Componist te selecteren.
Opmerkingen
• Deze functie is niet actief indien de nummerzoekmodus werd gebruikt
om een nummer te selecteren.
• Indien een album werd gekozen tijdens een zoekopdracht naar een
artiest, kunt u andere albums van die artiest zoeken.
• Deze functie is niet actief tijdens willekeurig afspelen (s).
Willekeurig afspelen (M.I.X.)
De Shuffle-functie van de iPod/iPhone wordt weergegeven als s op
dit toestel.
Shuffle Albums:
De nummers uit elk album worden in de juiste volgorde afgespeeld.
Na het afspelen van alle nummers op een album, wordt het volgende
album willekeurig geselecteerd. Dit gaat zo verder tot alle albums
afgespeeld zijn.
Shuffle Nummers:
De optie Shuffle nummers speelt de nummers binnen een
geselecteerde categorie (afspeellijst, album, enz.) willekeurig af. De
nummers binnen de categorie worden slechts één keer afgespeeld
tot alle nummers afgespeeld zijn.
Repeat (herhaald afspelen)
Enkel Herhaal Eén is beschikbaar voor de iPod/iPhone.
Herhaal Eén:
Eén enkel nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
1
Druk op z 4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
a* (off ) a
* Herhaal Eén.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
Opmerking
• Tijdens herhaald afspelen worden geen andere nummers geselecteerd
door te drukken op of .
1
Druk op 5 x.
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
s*1 s*2 (off ) s
*1 Shuffle Albums.
*2 Shuffle Nummers.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om afspelen
in M.I.X. te annuleren.
Opmerking
• Wanneer een nummer is geselecteerd in de albumzoekmodus vóór
afspelen in M.I.X. werd geselecteerd, zullen de nummers niet
willekeurig afspelen, ook al wordt Shuffle Albums geselecteerd.
Shuffle ALL:
Shuffle ALL speelt alle nummers op de iPod/iPhone af in willekeurige
volgorde. Een nummer wordt niet meer herhaald tot alle nummers
afgespeeld zijn.
1
Druk op ENTER om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Draaiknop om SHUFFLE ALL te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
De "g"-indicator licht op.
Om het afspelen in M.I.X. te annuleren, drukt u op 5 s om OFF
te selecteren.
Opmerking
• Wanneer Shuffle ALL is geselecteerd, worden de geselecteerde nummers
die worden afgespeeld in de zoekmodus geannuleerd.
27-NL
Informatie
Bij problemen
Wanneer u een probleem ervaart, schakel dan het toestel uit en daarna
weer in. Indien het toestel nog steeds niet normaal functioneert,
overloop dan de items op de checklist hieronder. Deze gids zal u helpen
het probleem op te sporen indien de oorzaak bij het toestel ligt. Is dit
niet het geval, controleer dan of het systeem correct is aangesloten of
contacteer uw bevoegde Alpine-dealer.
Basis
Geen werking of schermweergave.
• Het contact van de auto is niet ingeschakeld.
– Indien het toestel volgens de instructies werd aangesloten, zal het
niet werken wanneer het contact van de auto niet is ingeschakeld.
• Incorrecte aansluiting van de stroomkabel (Rood) en de batterijkabel
(Geel).
– Controleer de verbindingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
•Gesprongen zekering.
– Controleer de zekering van het toestel; vervang door de juiste
waarde indien nodig.
Radio
U kunt geen zenders ontvangen.
• Er is geen antenne aangesloten of er is een losgekoppelde aansluiting
in de kabel.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is aangesloten;
vervang indien nodig de antenne of de kabel.
U kunt niet afstemmen op zenders in de zoekmodus.
• U bevindt zich in een gebied met zwakke ontvangst.
– Zorg ervoor dat de tuner is ingesteld op DX-modus.
• Wanneer u zich in een gebied met sterke ontvangst bevindt, is het
mogelijk dat de antenne niet correct is geaard en aangesloten.
– Controleer de verbindingen van de antenne; zorg ervoor dat de
antenne correct is geaard aan de montageplaats.
• De antenne heeft mogelijk niet de juiste lengte.
– Zorg ervoor dat de antenne volledig is uitgestrekt; indien de
antenne stuk is, vervang hem dan door een nieuwe.
Er treedt ruis op bij de ontvangst.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
– Strek de antenne volledig uit; vervang de antenne indien hij stuk is.
• De antenne is slecht geaard.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is geaard aan de
montageplaats.
CD
Cd-speler werkt niet.
• Temperatuur ligt boven de toelaatbare bedieningsomstandigheden
voor cd's (+50°C).
– Verlaag de temperatuur in het interieur (of de koffer) van de auto.
Het afspeelgeluid van de cd wordt instabiel.
• Condensatie in de cd-module.
– Wacht lang genoeg (ongeveer 1 uur) tot het vocht is verdampt.
U kunt geen cd plaatsen.
• Er is reeds een cd aanwezig in de cd-speler.
– Werp de cd uit en verwijder hem.
• De cd wordt niet correct geladen.
– Zorg ervoor dat de cd wordt geladen volgens de instructies in het
onderdeel over de bediening van de cd-speler.
U kunt de cd niet snel vooruit of achteruit spoelen.
•De cd is beschadigd.
– Werp de cd uit en gooi hem weg; wanneer u een beschadigde cd
gebruikt in het toestel kan dit het mechanisme beschadigen.
Het afspeelgeluid van de cd hapert door trillingen.
• Incorrecte installatie van het toestel.
– Installeer het toestel opnieuw op een correcte manier.
• De cd is erg vuil.
–Reinig de cd.
• Er zijn krassen op de cd.
– Plaats een andere cd.
• De lens is vuil.
– Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd om de lens te reinigen.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer.
Het afspeelgeluid van de cd hapert zonder trillingen.
• De cd is vuil of bekrast.
– Maak de cd schoon; een beschadigde cd moet worden vervangen.
Een foutmelding wordt weergegeven (enkel bij de ingebouwde
cd-speler).
• Mechanische fout
–Druk op . Plaats de cd nogmaals nadat de foutmelding
verdwenen is. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-dealer indien
de bovenvermelde oplossing het probleem niet verhelpt.
Het afspelen van een CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• De opnamesessie werd niet afgesloten (gefinaliseerd).
– Finaliseer de sessie en probeer opnieuw.
MP3/WMA/AAC
MP3-, WMA- of AAC-bestanden worden niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het MP3/WMA/
AAC-formaat is niet compatibel.
– Zorg ervoor dat het MP3/WMA/AAC-bestand geschreven werd in
een ondersteund formaat. Zie "Over MP3/WMA/AAC" op
pagina 14 en herschrijf de bestanden vervolgens in een formaat dat
wordt ondersteund door dit toestel.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Het toestel krijgt geen uitvoersignaal van de interne versterker.
– POWER IC is ingesteld op "POW ON" (zie "Aansluiten op een
externe versterker (POWER IC)" op pagina 19).
iPod (enkel CDE-171R/CDE-171RR/
CDE-171RM)
De iPod speelt niet af en er is geen geluid hoorbaar.
• De iPod werd niet herkend.
– Meer informatie over het resetten van de iPod vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de iPod.
28-NL
Schermaanduidingen voor de cd-speler
NO DEVICE
• Er is geen cd geplaatst.
–Plaats een cd.
• Er is een cd geplaatst, maar toch wordt "NO DISC" weergegeven en
het toestel speelt de cd niet af of werpt de cd niet uit.
– Verwijder de cd via de volgende stappen:
Druk nogmaals op de -knop gedurende minstens 2 seconden.
Indien de cd nog steeds niet wordt uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-dealer.
• Storing van het mechanisme.
1Druk op en werp de cd uit.
Contacteer uw Alpine-dealer als het uitwerpen niet lukt.
2 Wanneer de foutmelding nog steeds verschijnt na het
uitwerpen, drukt u nogmaals op .
Contacteer uw Alpine-dealer wanneer de foutmelding blijft
verschijnen na verschillende keren op te hebben gedrukt.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
Schermaanduidingen voor een
USB-geheugen
NO SUPPORT
• Er werd tekstinformatie ingevoerd die niet door het toestel kan
worden herkend.
– Sluit een USB-apparaat aan met ingevoerde tekstinformatie die
wordt ondersteund door het toestel.
• Communicatiestoornis
– Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in (ON).
– Controleer het scherm door het USB-geheugen opnieuw aan te
sluiten op dit toestel.
• Fout door stroomstoot
Er wordt een overmatig voltage of overmatige stroom toegevoerd
naar het USB-geheugen.
– Probeer een ander USB-geheugen indien beschikbaar.
• Een WMA-bestand die beveiligd is tegen kopiëren werd afgespeeld.
– U kunt enkel bestanden afspelen die niet beveiligd zijn tegen
kopiëren.
Schermaanduidingen voor iPod-modus
(enkel CDE-171R/CDE-171RR/
CDE-171RM)
• Een USB-apparaat is aangesloten dat niet wordt ondersteund door
het toestel.
– Sluit een USB-apparaat aan dat wordt ondersteund door het
toestel.
• Er is geen USB-geheugen aangesloten.
– Zorg ervoor dat het USB-geheugen correct is aangesloten en dat de
kabel niet te veel gebogen is.
• Het USB-geheugen bevat geen MP3/WMA/AAC (bestand).
– Sluit het USB-geheugen opnieuw aan wanneer het nummers
(bestanden) bevat.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
• De iPod/iPhone is niet aangesloten.
– Zorg ervoor dat de iPod/iPhone correct is aangesloten (Zie "Een
iPod/iPhone aansluiten" op pagina 24).
Zorg ervoor dat de kabel niet te veel gebogen is.
• De iPod/iPhone bevat geen nummers.
– Download nummers op de iPod/iPhone en sluit hem opnieuw aan
op dit toestel.
• Communicatiestoornis
– Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in (ON).
–Reset de iPod.
– Controleer het scherm door de iPod/iPhone met behulp van de
iPod/iPhone-kabel opnieuw aan te sluiten op dit toestel.
• Veroorzaakt doordat de versie van de iPod/iPhone-software niet
compatibel is met dit toestel.
– Update de versie van de iPod/iPhone-software zodat de software
compatibel is met dit toestel.
29-NL
• De iPod/iPhone is niet geverifieerd.
– Reset de iPod.
– Probeer een andere iPod/iPhone indien beschikbaar.
• Fout door stroomstoot
Er wordt een overmatig voltage of overmatige stroom toegevoerd
naar de iPod/iPhone.
– Probeer een andere iPod/iPhone indien beschikbaar.
vervorming
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
80 dB
Onder meetbare limiet
0,008% (bij 1 kHz)
OPGELET
USB-GEDEELTE
USB-vereistenUSB 1.1/2.0
Max. stroomverbruik1.000 mA
USB-klasseMassaopslag
BestandssysteemFAT 12/16/32
MP3-decoderingMPEG AUDIO Layer-3
WMA-decoderingWindows Media
AAC-decoderingAAC-LC-indeling
ALGEMEEN
Stroomvereiste14,4 V DC
Maximaal uitgangsvermogen50 W × 4
Maximaal pre-uitgangsvoltage2 V/10 kilo-ohm
Lage tonen±14 dB bij 60 Hz
Hoge tonen±14 dB bij 10 kHz
Loudness10 dB bij 100 Hz
Gewicht1,5 kg
FRAMEFORMAAT
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte161 mm
FORMAAT VOORKANT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte25 mm
Opmerking
• Ten gevolge van voortdurende verbetering van de producten, kunnen
specificaties en ontwerp wijzigen zonder enige kennisgeving.
".m4a"-bestand
(11~16 V toelaatbaar)
™
Audio
31-NL
Installatie en aansluitingen
Lees het volgende en zie "G ebruiksaanwijzing" op p agina 5 voor u het
toestel installeert of aansluit, om een juist gebruik te garanderen.
WAARSCHUWING
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET E EN NEGATIEVE AARDING VAN
12 V.
(contacteer bij twijfel uw dealer). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE BATTERIJAANSLUITING VOOR
U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten
gevolge van kortsluitingen.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van
de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis
voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zoniet kan dit leiden tot brand.
OPGELET
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Contacteer voor uw eigen veiligheid
steeds de dealer waar u dit product hebt gekocht om de installatie te
laten uitvoeren.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP DE
JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de genoemde onderdelen kunnen interne
schade veroorzaken aan het toestel of zorgen mogelijk voor een
slechte installatie van het toestel. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
SCHIK DE KABELS ZODAT ZE NIET GEKNELD ZITTEN OF GEKNEPEN
WORDEN DOOR EEN SCHERPE METALEN KANT.
Leid de kabels en bedrading weg van bewegende onderdelen (zoals
de zetelrails) of scherpe of puntige kanten. Zo vermijdt u
knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels door
een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om te
voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd installatie van het toestel op plaatsen waar veel vocht of stof
aanwezig is. Wanneer er vocht of stof terechtkomt in het toestel, kan
dit storingen veroorzaken.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF STUURINRICHTING
OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen
NOOIT gebruikt worden voor installaties of als aardverbinding.
Het gebruik van dergelijke onderdelen kan leiden tot een
controleverlies over de auto en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN UW VOERTUIG
KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
LET OP DAT ER GEEN KABELS VERSTRIKT GERAKEN IN VOORWERPEN IN
DE BUURT.
Orden de kabels volgens de handleiding om obstructies tijdens het
rijden te voorkomen. Kabels die een obstructie vormen of worden
opgehangen op plaatsen zoals het stuur, de versnellingspook,
rempedalen, enz. kunnen uiterst gevaarlijk zijn.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Zorg ervoor dat u de kabel verwijdert van de batterijaansluiting (−)
voor u uw CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/CDE-170R/
CDE-170RR/CDE-170RM installeert. Dit verkleint de kans op schade
aan het toestel bij een kortsluiting.
• Zorg ervoor dat u de kleurgecodeerde draden aansluit volgens het
diagram. Foute aansluitingen kunnen storingen veroorzaken in het
toestel of schade teweegbrengen aan het elektrische systeem van de
auto.
• Tijdens het aansluiten op het elektrische systeem van de auto, dient u
op te letten voor componenten die in de fabriek werden geïnstalleerd
(bv. boordcomputer). Maak geen aftakkingen in deze kabels om
stroom te voorzien voor dit toestel. Zorg er bij het aansluiten van de
CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/CDE-170R/CDE-170RR/
CDE-170RM op de zekeringkast voor dat de zekering voor het circuit
bedoeld voor de CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/CDE-170R/
CDE-170RR/CDE-170RM de juiste stroomsterkte heeft. Doet u dit
niet, dan kan dit leiden tot schade aan het product en/of het voertuig.
Contacteer bij twijfel uw Alpine-dealer.
• De CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/CDE-170R/CDE-170RR/
CDE-170RM maakt gebruik van vrouwelijke RCA-aansluitingen voor
aansluiting op andere apparaten (bv. versterker) met
RCA-aansluitingen. U hebt mogelijk een adapter nodig om andere
apparaten aan te sluiten. Contacteer in dat geval uw bevoegde
Alpine-dealer voor hulp.
32-NL
• Zorg ervoor dat u de (−) luidsprekerkabel aansluit op de (−)
Minder dan 35°
luidsprekeraansluiting. Verbind nooit de kabels van het linkse en het
rechtse luidsprekerkanaal met elkaar of met de carrosserie van het
voertuig.
BELANGRIJK
Gelieve het serienummer van uw toestel te noteren in de
voorziene ruimte hieronder en dit bij te houden als permanent
bewijs. Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u
aan de onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER: []
DATUM VAN INSTALLATIE: []
INSTALLATIETECHNICUS: []
PLAATS VAN AANKOOP: []
Installatie
OPGELET
Verwijder het verwijderbare voorpaneel niet wanneer u dit
toestel in uw auto installeert.
Wanneer het verwijderbare voorpaneel wordt verwijderd tijdens
de installatie, is het mogelijk dat u te hard gaat drukken en zo de
metalen plaat vervormt die het op zijn plaats houdt.
De hoofdeenheid moet binnen een hoek van 35 graden met het
horizontale vlak worden geïnstalleerd, gemeten van achter naar
voor.
Metalen montageband
Schroef
*
Schroefbout
Zeskantmoer (M5)
Dit toestel
* Voorzie voor de schroef * een goede schroef voor de
installatieplaats in het chassis.
3
Schuif de CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/CDE-170R/
CDE-170RR/CDE-170RM in het dashboard totdat u een
klikgeluid hoort. Dit zorgt ervoor dat het toestel stevig op
zijn plaats zit en niet per ongeluk uit het dashboard zal
vallen. Plaats het verwijderbare voorpaneel.
Verwijdering
1
Verwijder het verwijderbare voorpaneel.
2
Steek de beugelsleutels aan beide kanten in het toestel in
de voorziene openingen. Het toestel kan nu worden
verwijderd uit het montageframe.
1
Verwijder het montageframe van de hoofdeenheid (zie
"Verwijdering" op pagina 33). Schuif het montageframe in
het dashboard en bevestig het met de metalen haken.
Rubberen kapje
Beugel
Montageframe
(meegeleverd)
Drukplaten*
* Als het montageframe los zit in het dashboard, kunt u de
drukplaten licht plooien om het probleem op te lossen.
2
Wanneer uw voertuig uitgerust is met de beugel, monteer
dan de lange zeskantbout op het achterpaneel van de
CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/CDE-170R/
CDE-170RR/CDE-170RM en plaats het rubberen kapje op
de zeskantbout. Versterk de hoofdeenheid met de
metalen montageband (niet meegeleverd) indien uw
voertuig niet is uitgerust met de montagebeugel. Verbind
alle kabels van de CDE-171R/CDE-171RR/CDE-171RM/
CDE-170R/CDE-170RR/CDE-170RM volgens de details
omschreven in het onderdeel AANSLUITINGEN.
Dashboard
(meegeleverd)
Zeskantbout
(meegeleverd)
Dit toestel
Dit toestel
Beugelsleutels
(meegeleverd)
3
Trek het toestel uit het dashboard terwijl u de pinnen
open houdt.
JAPANSE AUTO
Voorpaneel
Schroef (M5 × 8)
Dit toestel
Montagebeugel
(meegeleverd)
33-NL
Aansluitingen
REMOTE TURN-ON
IGNITION
GND
POWER ANT
DIMMER
BATTERY
Naar versterker
Versterker
Voor
Naar automatische antenne
Naar de verlichtingskabel van de
instrumentengroep
Contactsleutel
(Blauw/Wit)
(Rood)
(Zwart)
(Blauw)
Versterker
Batterij
Luidsprekers
Achter links
Voor links
Voor rechts
Achter rechts
Luidsprekers
Achter of subwoofers*
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Paars/Zwart)
(Paars)
(Oranje)
(Geel)
* Als de subwoofer ingesteld is op OFF: uitvoer is voor achterluidsprekers. Als de subwoofer ingesteld is op ON: uitvoer is voor subwoofer.
Voor meer informatie over het instellen van de subwoofer op ON/OFF, zie "De subwoofer in- of uitschakelen" op pagina 18.
34-NL
Kabel afstandsschakeling (Blauw/Wit)
Sluit deze kabel aan op de kabel voor afstandsschakeling van uw
versterker of signaalprocessor.
Geschakelde stroomkabel (contactslot) (Rood)
Sluit deze kabel aan op een vrije aansluiting in de zekeringkast van
het voertuig of op een andere ongebruikte voedingsbron die enkel
(+) 12V levert wanneer de motor aan is of de sleutel in de
contactpositie staat.
Aardkabel (Zwart)
Sluit deze kabel aan op een goede plaats op het chassis van de auto.
Zorg ervoor dat de verbinding enkel metaal raakt en stevig
vastgemaakt is door middel van de meegeleverde metalen schroef.
Kabel automatische antenne (Blauw)
Sluit deze kabel aan op de +B-aansluiting van uw automatische
antenne, indien van toepassing.
Opmerking
• Deze kabel mag enkel worden gebruikt voor het bedienen van de
automatische antenne van het voertuig. Gebruik deze kabel niet om
een versterker, signaalprocessor, enz. in te schakelen.
Dimmerkabel (Oranje)
Deze kabel kan worden aangesloten op de verlichtingskabel van de
instrumentencluster van het voertuig. Zo kunt u via de
dimmerbediening van het voertuig de achtergrondverlichting van
het toestel verduisteren.
Batterijkabel (Geel)
Sluit deze kabel aan op de positieve (+) aansluiting van de batterij
van het voertuig.
Naar de interfacebox van de stuurafstandsbediening.
Dit apparaat kan worden bediend via de bedieningsinstrumenten
van uw voertuig wanneer een Alpine-interfacebox voor
stuurafstandsbediening (optioneel) is aangesloten. Contacteer uw
Alpine-dealer voor meer informatie.
Via deze aansluiting kan geluid vanaf een extern apparaat (zoals een
draagbare speler) worden ingevoerd met behulp van een in de
handel verkrijgbare conversiekabel.
USB-aansluiting
Verbind deze met een USB-geheugen of een iPod/iPhone (apart
verkrijgbaar).
Vermijden dat extern lawaai het audiosysteem binnendringt.
• Plaats het toestel en leid de kabels minstens 10 cm verwijderd
van het chassis van de auto.
• Houd de stroomkabels van de batterij zo ver mogelijk weg van
de andere kabels.
• Sluit de aardkabel goed aan op een plaats waar hij enkel metaal
raakt (verwijder verf, stof of vet indien nodig) op het chassis
van de auto.
• Wanneer u een optionele ruisonderdrukker toevoegt, sluit hem
dan zover mogelijk verwijderd van het toestel aan. Contacteer
uw Alpine-dealer voor meer informatie over verschillende
ruisonderdrukkers.
• Uw Alpine-dealer is uitvoerig op de hoogte van middelen voor
ruispreventie, dus contacteer hem voor meer informatie.
35-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.