FOR CAR USE ONLY/NUR FÜR AUTOMOBIL GEBRAUCH/POUR APPLICATION AUTOMOBILE UNIQUEMENT/PARA USO EN
AUTOMÓVILES/SOLO PER L’UTILIZZO IN AUTOMOBILE/ENDAST FÖR BILBRUK/ALLEEN VOOR GEBRUIK IN DE AUTO/
ТОЛЬКО ДЛЯ ИСПОЛЬЗОВАНИЯ В АВТОМОБИЛЯХ/DO UŻYCIA TYLKO W SAMOCHODZIE/ΓΙΑ ΧΡΗΣΗ ΜΟΝΟ ΣΕ ΑΥΤΟΚΙΝΗΤΟ
ADVANCED BLUETOOTH CD RECEIVER
CDE-133BT
CD RECEIVER WITH USB AND iPod CONTROLLER
EN
DE
• OWNER’S MANUAL
Please read before using this equipment.
• BEDIENUNGSANLEITUNG
Lesen Sie diese Bedienungsanleitung bitte vor
Gebrauch des Gerätes.
• MODE D’EMPLOI
Veuillez lire avant d’utiliser cet appareil.
• MANUAL DE OPERACIÓN
Léalo antes de utilizar este equipo.
• ISTRUZIONI PER L’USO
Si prega di leggere prima di utilizzare il
attrezzatura.
ALPINE ELECTRONICS MARKETING, INC.
1-1-8 Nish i Gotanda,
Shinagawa-ku,
Tokyo 141-0031, Japan
Phone 03-5496-8231
ALPINE ELECTRONICS OF AMERICA, INC.
19145 Gramercy Place, Torrance,
California 90501, U.S.A.
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
ALPINE EL ECTRONICS OF C ANADA, INC.
777 Supertest Road, Toronto,
Ontario M3J 2M9, Canada
Phone 1-800-ALPINE-1 (1-800-257-4631)
CDE-131R
(CDE-133BT only)
• ANVÄNDARHANDLEDNING
Innan du använder utrustningen bör du läsa
igenom denna användarhandledning.
• GEBRUIKERSHANDLEIDING
Lees deze aanwijzingen aandachtig alvorens dit
toestel te gebruiken.
• РУКОВОДСТВО ПО ЭКСПЛУАТАЦИИ
Прочтите настоящее руководство перед
началом использования оборудования.
• INSTRUKCJA OBSŁUGI
Prosimy zapoznać siç z tą instrukcją przed
przystąpieniem do użytkowania urządzenia.
• ΕΓΧΕΙΡΙΔΙΟ ΧΡΗΣΤΗ
Παρακαλούμε διαβάστε το πριν χρησιμοποιήσετε
Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau middentonen/niveau hoge tonen
(treble)/ balans (balance) (tussen links en
rechts)/ fader (tussen voor en achter)/
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan verwondingen of
schade aan het product tot gevolg hebben.
Dit symbool wijst op belangrijke instructies. Het
negeren van deze instructies kan ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg hebben.
GEBRUIK HET TOESTEL NIET WANNEER DIT U VERHINDERT VEILIG MET
UW VOERTUIG TE RIJDEN.
Wanneer een functie uw langdurige aandacht vereist, dient u eerst
volledig stil te staan voor u deze uitvoert. Parkeer uw voertuig
steeds op een veilige plaats vooraleer u een functie gaat gebruiken.
Doet u dit niet, dan loopt u het gevaar een ongeval te veroorzaken.
BEPERK HET VOLUME ZODAT U GELUIDEN BUITEN DE AUTO NOG STEEDS
KUNT HOREN TIJDENS HET RIJDEN.
Een te hoog volumeniveau kan geluiden, zoals de sirene van een
ambulance of waarschuwingssignalen langs de weg (bij overwegen,
enz.) dempen, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties en mogelijk
tot een ongeval. EEN TE HOOG VOLUMENIVEAU IN EEN
AUTO KAN OOK GEHOORSCHADE VEROORZAKEN.
DEMONTEER OF WIJZIG HET TOESTEL NIET.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot een ongeval, brand of
elektrocutie.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE AARDING VAN
12 V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
GEBRUIK DE CORRECTE AMPÈREWAARDE BIJ HET VERVANGEN VAN DE
ZEKERINGEN.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brand of elektrocutie.
BLOKKEER DE VERLUCHTINGSOPENINGEN OF RADIATORPANELEN NIET.
Indien u dit wel doet, kan het toestel binnenin erg warm worden en
zo brand veroorzaken.
ZET ONMIDDELLIJK HET GEBRUIK STOP WANNEER ZICH EEN PROBLEEM
VOORDOET.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw bevoegde
Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
VOORZORGSMAATREGELEN
Schoonmaken van het produc t
Gebruik een zachte, droge doek voor regelmatig schoonmaken van
het product. Voor hardnekkigere vlekken kunt u de doek enkel met
water bevochtigen. Andere producten kunnen de verf oplossen of
de kunststof beschadigen.
Temperatuur
Zorg ervoor dat de temperatuur in het voertuig tussen +60°C en
−10°C ligt voor u het toestel inschakelt.
Condensvorming
Het is mogelijk dat de geluidsweergave van de cd-speler hapert door
condensvorming. Indien dit gebeurt, dient u de cd uit de speler te
verwijderen en ongeveer een uur te wachten tot het vocht verdampt
is.
Beschadigde cd
Probeer geen gebarsten, geplooide of beschadigde cd's af te spelen.
Indien u dit wel doet, kan dit ernstige schade teweegbrengen aan
het afspeelmechanisme.
Onderhoud
Wanneer u problemen ervaart, probeer het toestel dan niet zelf te
repareren. Breng het toestel ter reparatie terug naar uw
Alpine-verdeler of het dichtstbijzijnde Alpine-servicecenter.
Probeer de volgende zaken in geen geval
Grijp of trek niet aan de cd terwijl hij in het toestel wordt getrokken
door het automatische laadmechanisme.
Probeer geen cd in te brengen in het toestel wanneer het
uitgeschakeld is.
GEBRUIK DIT PRODUCT VOOR MOBIELE 12V-TOEPASSINGEN.
Gebruik voor andere toepassingen kan leiden tot brand,
elektrocutie of andere verwondingen.
PLAATS UW HANDEN, VINGERS OF VREEMDE VOORWERPEN NIET IN DE
SLEUVEN VAN HET TOESTEL.
Indien u dit wel doet, kan dit leiden tot letsels of schade aan het
product.
6-NL
Een cd plaatsen
Opening in het
midden
Opening in het
midden
Nieuwe cd
Buitenkant
(Oneenheden)
Oneenheden
Doorzichtige folieCd-stabilisator
U kunt slechts één cd per keer afspelen met dit toestel. Probeer niet
meer dan één cd te plaatsen.
Zorg ervoor dat de bedrukte zijde naar boven gericht is bij het
plaatsen van de cd. "ERROR" verschijnt op het scherm van het
toestel wanneer u een cd verkeerd plaatst. Wanneer "ERROR" blijft
verschijnen ook al werd de cd correct geplaatst, druk dan op de
RESET-knop met een puntig voorwerp zoals een balpen.
Het afspelen van een cd tijdens het rijden op een erg hobbelige weg
kan leiden tot haperingen; dit veroorzaakt echter geen krassen op de
cd of schade aan het toestel.
Nieuwe cd's
Om te verhinderen dat de cd blijft steken, wordt "ERROR"
weergegeven wanneer een cd met een onregelmatig oppervlak
wordt geplaatst of wanneer een cd verkeerd wordt geplaatst.
Wanneer een nieuwe cd onmiddellijk na het plaatsen wordt
uitgeworpen, voelt u met uw vinger aan de binnenkant van de
opening in het midden en de buitenste rand van de cd. Om de
oneffenheden te verwijderen, wrijft u met een balpen of iets
dergelijks langs de binnenkant van de opening en de buitenste rand
van de cd, en plaatst u de cd opnieuw.
Correcte behandeling
Laat de cd niet vallen. Houd de cd vast zodat u geen
vingerafdrukken op het oppervlak achterlaat. Kleef geen kleefband,
papier of kleefbriefjes op de cd. Schrijf niet op de cd.
CORRECT
NIET CORRECTCORRECT
Een cd schoonmaken
Vingerafdrukken, stof of vuiltjes op het opperv lak van de cd kunnen
leiden tot haperingen tijdens het afspelen. Wrijf voor een
gebruikelijke schoonmaakbeurt met een propere, zachte doek van
het midden van de afspeelzijde van de cd naar de buitenste rand toe.
Indien de afspeelzijde erg vuil is, maak dan een propere, zachte
doek vochtig met een oplossing van een milde, neutrale detergent
voor u de cd schoonmaakt.
Grillig gevormde cd's
Gebruik enkel ronde cd's in dit toestel; gebruik nooit cd's met een
speciale vorm.
Het gebruik van cd's met een speciale vorm kan leiden tot schade
aan het mechanisme.
Plaats van installatie
Zorg ervoor dat het toestel niet wordt geïnstalleerd op een plaats
waar het wordt blootgesteld aan:
•Direct zonlicht en warmte
• Hoge vochtigheid en water
•Overmatig stof
• Overmatige trillingen
Cd-accessoires
Er zijn verschillende accessoires verkrijgbaar op de markt om het
oppervlak van de cd te beschermen en de geluidskwaliteit te
verbeteren. De meeste daarvan zullen echter een invloed hebben op
de dikte of de diameter van de cd. Het gebruik van dergelijke
accessoires kan ervoor zorgen dat de cd niet meer binnen de
standaardspecificaties valt en kan zo operationele problemen
veroorzaken. Wij raden u aan deze accessoires niet te gebruiken op
cd's die worden afgespeeld met cd-spelers van Alpine.
Over het behandelen van compact discs (CD/CD-R/CD-RW)
• Raak het oppervlak niet aan.
• Stel de cd niet bloot aan direct zonlicht.
• Kleef geen zelfklevers of etiketten op de cd.
• Maak de cd schoon als er stof op ligt.
• Zorg ervoor dat er geen oneffenheden zijn aan de cd.
• Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd-accessoires.
Laat de cd niet gedurende een lange periode achter in de auto of
in het toestel. Stel de cd nooit bloot aan direct zonlicht. Wa rmte
en vochtigheid kunnen de cd beschadigen en het is mogelijk dat u
hem dan niet langer kunt afspelen.
7-NL
Voor klanten die gebruik maken van CD-R/CD-RW
• Wanneer een CD-R/CD-RW niet kan worden afgespeeld, is het
mogelijk dat de laatste opnamesessie niet werd afgesloten
(gefinaliseerd).
• Finaliseer indien nodig de CD-R/CD-RW en probeer nogmaals de cd
af te spelen.
Over afspeelbare media
Gebruik enkel cd's waarop de logo's hieronder zijn terug te vinden.
Indien u gebruik maakt van niet nader omschreven cd's, kan een
correcte werking niet worden gegarandeerd.
U kunt enkel CD-R's (CD-Recordables)/CD-RW's
(CD-ReWritables) afspelen die werden opgenomen op
audioapparaten.
U kunt ook CD-R's/CD-RW's afspelen die audiobestanden in
MP3-formaat bevatten.
• Sommige van de volgende cd's worden mogelijk niet afgespeeld op dit
toestel:
Cd's met krassen, cd's met vingerafdrukken, cd's die werden
blootgesteld aan extreme temperaturen of zonlicht (bv. achtergelaten
in de auto of het toestel), cd's opgenomen onder onstabiele
omstandigheden, cd's waarmee een opname mislukte of een poging
tot heropname werd ondernomen, cd's die beveiligd zijn tegen
kopiëren en niet beantwoorden aan de industrienorm voor
audio-cd's.
• Gebruik cd's met MP3-bestanden die geschreven zijn in een formaat
dat compatibel is met dit toestel. Zie "Over MP3" op pagina 15 voor
meer informatie.
• Als de cd andere ROM-gegevens dan audiobestanden bevat, zullen
deze geen geluid voortbrengen tijdens het afspelen.
De USB-aansluiting beschermen
• Alleen een USB-flashgeheugen kan worden verbonden met de
USB-aansluiting van dit toestel. Indien u andere USB-producten
gebruikt, kan een correcte werking niet worden gegarandeerd. Een
USB-hub wordt niet ondersteund.
• Afhankelijk van de vorm of het formaat van het USB-geheugen, is het
mogelijk dat het geheugen niet aangesloten kan worden op de
USB-aansluiting van dit toestel. Voor deze verbinding is het aan te
raden een USB-kabel (apart verkrijgbaar) te gebruiken.
Sluit ook geen USB-geheugen en Front Aux aan op hetzelfde
moment.
• Als een USB-apparaat in het toestel wordt ingebracht, steekt het uit
en kan het een gevaar vormen bij het rijden.
Gebruik een in de handel verkrijgbare USB-verlengkabel en sluit deze
op een veilige manier aan.
• Afhankelijk van het aangesloten USB-geheugenapparaat, is het
mogelijk dat het toestel niet werkt of dat sommige functies niet
worden uitgevoerd.
• De types audiobestanden die met dit toestel kunnen worden
afgespeeld zijn MP3.
• Artiest/naam van het lied, enz. kunnen worden weergegeven, maar
het is mogelijk dat bepaalde karakters niet correct worden
weergegeven.
Betreffende het behandelen van een USB-geheugen
OPGELET
Alpine kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verloren
gegevens, enz., zelfs wanneer deze gegevens verloren zijn
gegaan tijdens het gebruik van dit product.
• Om storingen of schade te vermijden, dient u het volgende in acht te
nemen.
Lees grondig de gebruiksaanwijzing van het USB-geheugen.
Raak de contactpunten niet aan met de hand of met metaal.
Stel het USB-geheugen niet bloot aan overmatige schokken.
Plooi het niet, laat het niet vallen, haal het niet uit elkaar, wijzig het
niet en dompel het niet onder in water.
• Vermijd gebruik of opslag in de volgende locaties:
Om het even waar in de auto blootgesteld aan direct zonlicht of hoge
temperaturen.
Om het even waar een hoge vochtigheid of bijtende stoffen mogelijk
aanwezig zijn.
• Plaats het USB-geheugen op een plaats die niet hinderlijk is voor de
bestuurder.
• Het USB-geheugen werkt mogelijk niet correct bij hoge of lage
temperaturen.
• Het USB-flashgeheugen ondersteunt slechts 512 of 2.048 bytes per
sector.
• Gebruik enkel gecertificeerde USB-geheugens. Houd er rekening mee
dat zelfs gecertificeerde USB-geheugens mogelijk niet goed werken,
afhankelijk van het type of de staat waarin het zich bevindt.
• Het functioneren van een USB-geheugen wordt niet gegarandeerd.
Gebruik het USB-geheugen in overeenstemming met de
voorwaarden van overeenkomst.
• Naargelang de instellingen van het type USB-geheugen, de toestand
van het geheugen of de coderingssoftware, is het mogelijk dat het
toestel niet correct afspeelt of gegevens weergeeft.
• Een bestand dat beveiligd is tegen kopiëren (copyrightbeveiliging)
kan niet worden afgespeeld.
• Het kan een tijdje duren voordat het afspelen van het USB-geheugen
van start gaat. Indien er een bestand van een ander type dan audio in
het USB-geheugen aanwezig is, kan het een behoorlijke tijd duren
voor het bestand wordt afgespeeld of gezocht.
• Het toestel kan bestanden met de extensie "mp3" afspelen.
• Voeg de bovenvermelde extensies enkel toe aan een bestand met
audiogegevens. Indien het bestand geen audiogegevens bevat, zal het
niet herkend worden. Het afspelen van een dergelijk bestand kan een
lawaai veroorzaken dat de luidsprekers en/of de versterkers kan
beschadigen.
• Het is aan te raden een back-up van belangrijke gegevens te maken op
een pc.
• Verwijder het USB-apparaat niet terwijl het afspelen bezig is. Zet
SOURCE op iets anders dan USB en verwijder vervolgens het
USB-apparaat om mogelijke schade aan het geheugen te vermijden.
8-NL
• iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch zijn
handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de VS en andere
landen.
• "Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen dat een
elektronisch accessoire ontworpen is om respectievelijk specifiek op
een iPod of iPhone aangesloten te worden en de ontwikkelaar
garandeert dat het voldoet aan de prestatiestandaard van Apple.
Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit toestel en
voor het feit of het beantwoordt aan de veiligheidsnormen en
reglementen. Merk op dat het gebruik van dit accessoire met een
iPod of iPhone de draadloze prestaties kan beïnvloeden.
•Het BLUETOOTH
zijn gedeponeerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en elk
gebruik van deze merken door Alpine Electronics, Inc. gebeurt onder
licentie.
• "MPEG Layer-3-audiocoderingstechnologie onder licentie van
Fraunhofer IIS en Thomson."
• "De aankoop van dit toestel verleent enkel toestemming voor privé-,
niet-commercieel gebruik en verleent geen toestemming noch enig
recht om dit product te gebruiken in om het even welke commerciële
(d.w.z. met winstoogmerk) realtime-uitzending (antenne, satelliet,
kabel en/of andere media), uitzenden/streaming via het internet,
intranetten en/of andere netwerken of in andere elektronische
systemen voor informatieverspreiding, zoals pay-audio- of
audio-on-demand-toepassingen. Voor dergelijke toepassingen is een
aparte licentie vereist. Meer informatie kunt u vinden op
http://www.mp3licensing.com"
*1 Alleen wanneer er een iPod/iPhone is aangesloten.
*2 Alleen voor CDE-133BT.
*3 Alleen wanneer AUX SETUP ingesteld is op ON. Zie "De AUX
*3
TUNER
Alleen wanneer BT AUDIO ingesteld is op ON. Zie "De
BLUETOOTH-verbinding instellen (BT IN)" op pagina 26.
SETUP-modus instellen" op pagina 23.
9-NL
Het voorpaneel loskoppelen en vastmaken
RESET-knop
Loskoppelen
1
Schakel het toestel uit.
2
Druk op e (Open) op de linkeronderkant tot het
voorpaneel eruit springt.
3
Neem de linkerkant van het voorpaneel vast en haal het
eruit.
Opmerkingen
• Het voorpaneel kan warm worden bij normaal gebruik (vooral de
contactpunten op de achterkant van het voorpaneel). Dit duidt niet op
een storing.
• Plaats het voorpaneel in de meegeleverde opbergdoos om het te
beschermen.
• Oefen geen overmatige druk uit wanneer u het voorpaneel loskoppelt,
anders kunnen er storingen optreden.
Vastmaken
1
Steek de rechterzijde van het voorpaneel in de
hoofdeenheid. Zorg ervoor dat de groef in het voorpaneel
correct aansluit op de uitstekende delen van de
hoofdeenheid.
2
Druk op de linkerzijde van het voorpaneel tot het vastklikt
op de hoofdeenheid.
3
Druk op RESET met een balpen of een gelijkaardig puntig
voorwerp.
Het volume regelen
Draai aan de Rotary encoder tot het gewenste volume is
bereikt.
De tijd instellen
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-keuzemodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om GENERAL te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
AUDIO GENERAL DISPLAY TUNER iPod
BLUETOOTH
* Enkel CDE-133BT.
3
Draai aan de Rotary encoder om de CLOCK ADJ-modus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De tijdsaanduiding knippert.
4
Verdraai de Rotary encoder om de uren aan te passen
terwijl de tijdsaanduiding knippert.
5
Wanneer u het uur ingesteld hebt, drukt u op ENTER.
*
Opmerkingen
• Voor u het voorpaneel vastmaakt, dient u ervoor te zorgen dat er geen
vuiltjes of stof aan de contactpunten hangen en er zich geen vreemd
voorwerp bevindt tussen het voorpaneel en de hoofdeenheid.
• Maak het voorpaneel voorzichtig vast door de zijkanten van het paneel
vast te houden, om te vermijden dat u per ongeluk op een knop drukt.
Eerste gebruik van het toestel
Druk eerst op de RESET-knop wanneer u het toestel voor de eerste keer
gebruikt, na het vervangen van de batterij van de auto enz.
1
Schakel het toestel uit.
2
Verwijder het verwijderbare voorpaneel.
10-NL
6
Verdraai de Rotary encoder om de minuten aan te passen
terwijl de tijdsaanduiding knippert.
7
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Om de klok te synchroniseren met een andere klok/horloge of met een
tijdsaankondiging op de radio, houdt u ENTER gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt na het instellen van de "uren". De
minuten worden gereset naar "00". Als het scherm meer dan "30"
minuten weergeeft wanneer u deze handeling uitvoert, wordt de tijd één
uur vooruitgezet.
• Door op te drukken, keert u terug naar de vorige modus.
• Door gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Zelfs wanneer AUTO CLOCK ingesteld is op ON (zie "De tijd instellen
op automatisch aanpassen" op pagina 13) kan de tijd handmatig
worden aangepast. Als er een aanpassingsaanvraag is via RDS, zal de
tijd automatisch worden aangepast aan de hand van de RDS-gegevens.
Bedienbaar met de afstandsbediening
Dit toestel kan bediend worden met een optionele
Alpine-afstandsbediening. Contacteer uw Alpine-verdeler voor
meer informatie. Richt de optionele afstandsbedieningszender naar
de afstandsbedieningssensor.
Afstandsbedieningssensor
Radio
SOURCE/
Rotary encoder
ENTER
BAND
TUNE/A.ME
Preset buttons
(1 through 6)
Luisteren naar de radio
1
Druk op SOURCE om TUNER-modus te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste
radiofrequentieband wordt weergegeven.
F1 (FM1) F2 (FM2) F3 (FM3) MW LW F1 (FM1)
3
Druk op TUNEA.ME om de afstemmingsmodus te
selecteren.
Zowel sterke als zwakke zenders worden automatisch afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Lokale modus:
Enkel sterke zenders worden automatisch afgestemd
(automatische zoekafstemming).
Manuele modus:
De frequentie wordt manueel afgestemd in stappen (manuele
afstemming).
4
Druk op of om af te stemmen op de gewenste
zender.
Door te blijven drukken op of zal de frequentie blijven
veranderen.
Zenders manueel instellen
1
Selecteer de frequentieband en stem af op een
radiozender die u wenst op te slaan in het
preselectiegeheugen.
2
Houd gedurende minstens twee seconden een van de
preset buttons (1 through 6) ingedrukt om de zender op
te slaan.
De geselecteerde zender wordt opgeslagen.
Het scherm geeft de opgeslagen frequentieband, het
preselectienummer en de zenderfrequentie weer.
11-NL
Opmerkingen
• In het totaal kunnen 30 zenders worden opgeslagen in het
preselectiegeheugen (zes zenders per frequentieband: FM1, FM2, FM3,
MW en LW).
• Wanneer u een zender opslaat in een preselectiegeheugen dat reeds een
zender bevat, zal de huidige zender worden gewist en vervangen door
de nieuwe zender.
Zenders automatisch instellen
1
Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste
radiofrequentieband wordt weergegeven.
De frequentie op het scherm blijft veranderen zolang het
automatische geheugen in werking is. De tuner zal automatisch
6 sterke zenders binnen de geselecteerde frequentieband
zoeken en opslaan. Ze worden opgeslagen onder de
preselectieknoppen 1 tot 6 in volgorde van hun signaalsterkte.
Wanneer het automatische geheugen is voltooid, schakelt de
tuner over naar de zender die werd opgeslagen onder
preselectie 1.
Opmerking
• Wanneer geen zenders worden opgeslagen, zal de tuner terugkeren naar
de zender waarnaar u aan het luisteren was voor de automatische
geheugenprocedure begon.
Afstemmen op vooraf ingestelde zenders
1
Druk herhaaldelijk op BAND tot de gewenste
frequentieband wordt weergegeven.
2
Druk op de preset buttons (1 through 6) waaronder de
gewenste radiozender is opgeslagen.
Het scherm geeft de geselecteerde frequentieband weer, het
preselectienummer en de zenderfrequentie.
Functie frequentie zoeken
U kunt een radiozender zoeken aan de hand van de frequentie ervan.
1
Druk op ENTER in de radiomodus om de functie
frequentie zoeken te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste frequentie
te selecteren.
3
Druk op ENTER om de geselecteerde frequentie te
ontvangen.
Opmerking
•Druk op in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt
eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd.
RDS
Rotary encoder
BAND/TA
AUDIO/SETUP
AF (alternatieve frequenties) ON/OFF
schakelen
RDS (Radio Data System) is een radio-informatiesysteem dat gebruik
maakt van de 57 kHz-hulpdraaggolf van normale FM-uitzendingen.
RDS zorgt ervoor dat u een waaier aan informatie ontvangt zoals
verkeersinformatie en zendernamen, en schakelt automatisch over naar
een sterkere zender die hetzelfde programma uitzendt.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-keuzemodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de "TUNER"-instelmodus
te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Rotary encoder om "AF" te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om de modus AF
(alternatieve frequentie) ON of OFF te kiezen.
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Als de modus AF ON geselecteerd wordt, stemt het toestel automatisch
af op een zender met een sterk signaal in de AF-lijst.
• Gebruik de modus AF OFF indien het niet nodig is automatisch
opnieuw af te stemmen.
•Druk op om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Door gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
De digitale RDS-gegevens bevatten de volgende informatie:
Druk op of om de gewenste zender voor
verkeersinformatie te selecteren.
Wanneer het toestel afstemt op een zender voor
verkeersinformatie, licht de "TP"-indicator op.
Verkeersinformatie kunt u enkel horen wanneer ze wordt
uitgezonden. Wanneer de verkeersinformatie niet wordt
uitgezonden, schakelt het toestel over op de stand-bymodus.
Wanneer een uitzending met verkeersinformatie begint, wordt
deze automatisch ontvangen door het toestel en wordt de
audiobron (cd, FM-radio, USB AUDIO enz.) gedempt. "TRF-INFO"
wordt gedurende 2 seconden weergegeven op het scherm.
Wanneer de uitzending met verkeersinformatie beëindigd is,
schakelt het toestel automatisch over op de stand-bymodus.
Opmerkingen
• Indien u niet wenst te luisteren naar de ontvangen verkeersinformatie,
drukt u zacht op BANDTA om het bericht met verkeersinformatie
over te slaan. De TA-modus blijft op ON ingesteld om het volgende
bericht met verkeersinformatie te ontvangen.
• Indien u het volumeniveau wijzigt tijdens het beluisteren van
verkeersinformatie, dan zal het gewijzigde volume worden opgeslagen.
Wanneer u de volgende keer verkeersinformatie ontvangt, zal het
volumeniveau automatisch overschakelen naar het opgeslagen niveau.
• In de TA-modus selecteert de SEEK-afstemming enkel de TP-zenders.
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
•Druk op om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Door gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
De tijd instellen op automatisch aanpassen
Wanneer u ON selecteert, wordt de tijd automatisch aangepast aan de
hand van RDS-gegevens.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-keuzemodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om “TUNER ” te sel ecteren en
druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Rotary encoder om “AUTO CLOCK” te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om A-CLOCK ON of A-CLOCK
OFF te selecteren.
Radiotekst weergeven
Tekstberichten van radiozenders kunnen worden weergegeven.
Druk op VIEW in de radiomodus (FM-ontvangst) om de
weergave voor radiotekst te selecteren.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
Wanneer PS (programmanaam) beschikbaar is:
PS (programmanaam)
(programmanaam)
* Wanneer VIEW gedurende minstens 2 seconden wordt
ingedrukt tijdens de weergave van PS in de radiomodus, zal de
frequentie gedurende 5 seconden weergegeven worden.
Wanneer geen PS (programmanaam) beschikbaar is:
FREQUENTIE RADIOTEKST KLOK FREQUENTIE
Het scherm geeft gedurende enkele seconden de melding
"WAITING" weer, waarna het tekstbericht over het scherm rolt.
Opmerking
• Het scherm geeft de melding "NO TEXT" weer wanneer er geen
beschikbare tekstinformatie is of het toestel moeilijkheden heeft om de
tekstinformatie te ontvangen.
*
RADIOTEKST KLOK PS
13-NL
CD/MP3
SOURCE/
Afspelen
1
Plaats een cd met de bedrukte zijde naar boven.
De schijf wordt automatisch in het toestel geladen.
Rotary encoder
/ENTER
2
1
4 5
Repeat (herhaald afspelen)
1
Druk op a4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
a*1 a*2 (off) a
*1 Eén nummer/bestand wordt herhaaldelijk afgespeeld.
*2 Enkel bestanden uit een bepaalde map worden herhaaldelijk
afgespeeld. (Alleen MP3-modus)
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
M.I.X. (willekeurig afspelen)
1
Druk op 5s.
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
s*1 s*2 g
*1 De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde. (Enkel
CD-modus)
*2 Enkel bestanden uit een bepaalde map worden in willekeurige
volgorde afgespeeld. (Alleen MP3-modus)
*3 De bestanden op de cd worden afgespeeld in willekeurige
volgorde. (Alleen MP3-modus)
*4 In de USB-modus worden alle bestanden die opgeslagen zijn op
het USB-geheugen afgespeeld in willekeurige volgorde.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om afspelen
in M.I.X. te annuleren.
*3/*4
(off ) s
Opmerking
• Wanneer er reeds een cd is geplaatst, drukt u op SOURCE om over
te schakelen naar de DISC-modus.
2
Druk op 1 of 2 terwijl MP3 wordt afgespeeld om de
gewenste map te selecteren.
Door 1 of 2 ingedrukt te houden, blijft u van map
veranderen.
3
Druk op of om het gewenste nummer (bestand)
te selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, kunt u blijven terugspoelen/
vooruitspoelen.
4
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op , zal het afspelen hervatten.
5
Om de cd uit te werpen, drukt u op .
Opmerkingen
• Verwijder nooit een cd tijdens het uitwerpen. Laad nooit meer dan één
cd per keer. Doet u dit wel, dan kunt u in beide gevallen een storing
veroorzaken.
•De ""-indicator licht op wanneer een cd wordt geplaatst.
• Cd's van 8 cm kunnen niet gebruikt worden.
• Bestanden die beveiligd zijn met DRM (Digital Rights Management)
kunnen niet worden afgespeeld op dit toestel.
• De nummerweergave tijdens het afspelen van MP3-gegevens stemt
overeen met de bestandsnummers die op de cd werden opgenomen.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
• Druk tijdens CD/MP3-weergave op om snel terug te kunnen keren
naar het hiërarchieniveau dat het laatst geselecteerd was in de
zoekmodus.
Zoeken naar cd-tekst
Op cd's die gebruik maken van cd-tekst kunnen liedjes worden gezocht
en afgespeeld door gebruik te maken van hun opgenomen titels. Op cd's
zonder cd-tekst wordt gezocht door gebruik te maken van het
muziekstuknummer dat verbonden is met elk liedje.
1
Druk op ENTER tijdens het afspelen.
Zo wordt de zoekmodus ingesteld; de ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Zo wordt het geselecteerde nummer afgespeeld.
Opmerkingen
•Druk op in de zoekmodus om te annuleren. De zoekmodus wordt
eveneens geannuleerd wanneer gedurende 10 seconden geen handeling
wordt uitgevoerd.
• Wanneer naar een cd-tekst wordt gezocht tijdens het afspelen in M.I.X.,
wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
14-NL
Zoeken naar map-/bestandsnaam
(betreffende MP3)
Map- en bestandsnamen kunnen worden gezocht en weergegeven
tijdens het afspelen.
Zoekmodus mapnaam
1
Druk tijdens het afspelen van MP3 op ENTER om de
zoekmodus te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Rotary encoder om de zoekmodus
mapnaam te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste map te
selecteren.
4
Houd ENTER gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om het eerste bestand in de geselecteerde map
af te spelen.
Opmerkingen
•Houd gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus
om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens geannuleerd wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd.
• Om bestanden te zoeken in de zoekmodus mapnaam, drukt u op
ENTER. Bestanden in de map kunnen worden gezocht.
• Druk in stap 3 op om de zoekmodus mapnaam te verlaten en de
zoekmo dus bestandsnaam te selecteren.
• De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT".
• Wanneer naar een mapnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
Zoekmodus bestandsnaam
1
Druk tijdens het afspelen van MP3 op ENTER om de
zoekmodus te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Rotary encoder om de zoekmodus
bestandsnaam te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Selecteer het gewenste bestand door te draaien aan de
Rotary encoder.
4
Druk op ENTER om het geselecteerde bestand af te
spelen.
Opmerkingen
•Houd gedurende minstens 2 seconden ingedrukt in de zoekmodus
om te annuleren. De zoekmodus wordt eveneens geannuleerd wanneer
gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd.
•Druk op in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige modus.
• Wanneer naar een bestandsnaam wordt gezocht tijdens het afspelen in
M.I.X., wordt de M.I.X.-modus geannuleerd.
•Druk op 1 of 2 om een andere map te selecteren.
Over MP3
OPGELET
Het dupliceren, verspreiden, overzetten of kopiëren van
audiogegevens (waaronder MP3-gegevens), gratis of tegen
betaling, zonder toestemming van de copyrighthouder, is strikt
verboden door de Copyright Act en door internationale
verdragen, tenzij het voor privégebruik is.
Wat i s MP3?
MP3, met als officiële naam "MPEG Audio Layer 3", is een
compressiestandaard voorgeschreven door de ISO (International
Standardization Organization) en MPEG, een gezamenlijk
activiteiteninstituut van de IEC.
MP3-bestanden bevatten gecomprimeerde audiogegevens. De
MP3-codering kan audiogegevens comprimeren aan extreem hoge
ratio's, waardoor de grootte van muziekbestanden tot een tiende van
hun oorspronkelijke grootte wordt herleid. Dit wordt verwezenlijkt
terwijl de kwaliteit quasi even goed blijft als op een cd. Het
MP3-formaat realiseert zulke hoge compressieratio's door geluiden te
elimineren die ofwel onhoorbaar zijn voor het menselijke oor of
gemaskeerd worden door andere geluiden.
Methode om MP3-bestanden te creëren
Audiogegevens worden gecomprimeerd door gebruik te maken van
software met MP3-codecs. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van die
software voor meer informatie over het aanmaken van MP3-bestanden.
MP3-bestanden die op dit toestel kunnen worden afgespeeld, hebben
de extensie "mp3". Bestanden zonder extensie kunnen niet worden
afgespeeld.
Ondersteunde bemonsteringsfrequenties en bitsnelheden voor het
afspelen
Dit toestel speelt mogelijk niet correct af afhankelijk van de
bemonsteringsfrequenties.
ID3-tags
Dit toestel ondersteunt ID3-tag v1 en v2.
Wanneer een MP3-bestand taggegevens bevat, kan dit toestel de
ID3-taggegevens weergeven: de titel (titel van het nummer), ar tiest en
albumnaam.
Dit toestel kan enkel alfanumerieke tekens van één byte (tot 30 voor
ID3-tags) en de underscore weergeven. "NO SUPPORT" wordt
weergegeven bij niet-ondersteunde tekens.
Als de informatie andere tekens dan ID3-taginformatie bevat, kan het
audiobestand niet worden afgespeeld.
De taginformatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk niet correct
weergegeven.
MP3-cd's maken
MP3-bestanden worden aangemaakt en vervolgens geschreven op een
CD-R of een CD-RW door gebruik te maken van schrijfsoftware voor
CD-R. Een cd kan tot 509 bestanden/mappen (inclusief hoofdmappen)
bevatten, met een maximum van 255 mappen.
Het afspelen lukt mogelijk niet wanneer een cd de bovenstaande
beperkingen overschrijdt.
Ondersteunde media
De media die met dit toestel kunnen worden afgespeeld zijn CD-ROM's,
CD-R's en CD-RW's.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt cd's die werden geformatteerd met ISO9660
Level 1 of Level 2.
Binnen de ISO9660-standaard zijn er enkele belangrijke beperkingen.
De maximale mapdiepte is 8 (inclusief de hoofdmap). Het aantal
karakters voor een map-/bestandsnaam is beperkt.
Geldige tekens voor map-/bestandsnamen zijn de letters A-Z
(hoofdletters), nummers 0-9 en '_' (underscore).
22,05 kHz, 16 kHz, 12 kHz, 11,025 kHz,
8kHz
15-NL
Dit toestel kan ook cd's afspelen in Joliet, Romeo, enz. en andere
standaarden die voldoen aan ISO9660. Soms worden de
bestandsnamen, mapnamen, enz. echter niet correct weergegeven.
Ondersteunde formaten
Dit toestel ondersteunt CD-ROM XA, Mixed Mode CD, Enhanced CD
(CD-Extra) en multi-sessie-CD.
Dit toestel kan cd's die werden opgenomen met Track-At-Once of
packet writing niet correct afspelen.
Bestandsvolgorde
Bestanden worden afgespeeld in de volgorde waarin de schrijfsoftware
deze brandt op de cd. Daardoor is de afspeelvolgorde mogelijk niet wat
u verwacht. Controleer de schrijfvolgorde in de handleiding bij de
software. De afspeelvolgorde van de mappen en bestanden is als volgt.
Hoofdmap
MapMP3-bestand
* Het mapnummer of de mapnaam wordt niet weergegeven wanneer de
map geen bestand bevat.
Terminologie
Bitsnelheid
Dit is de compressieratio van het "geluid" gespecificeerd voor de
codering. Hoe hoger de bitsnelheid, hoe beter de geluidsk waliteit, maar
ook hoe groter de bestanden.
Bemonsteringsfrequentie
Deze waarde toont aan hoeveel keer per seconde de gegevens worden
bemonsterd (opgenomen). Muziek-cd's gebruiken bijvoorbeeld een
bemonsteringsfrequentie van 44,1 kHz, dus wordt het geluid 44.100
keer per seconde bemonsterd (opgenomen). Hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie, hoe beter de geluidskwaliteit, maar ook hoe
groter het volume van de gegevens.
Codering
Het converteren van muziek-cd's, WAVE (AIFF)-bestanden en andere
geluidsbestanden naar het gespecificeerde formaat voor
audiocompressie.
Tag
Informatie over een liedje zoals de titel van het nummer, artiest,
albumnaam, enz. geschreven in MP3-bestanden.
Hoofdmap
De hoofdmap kunt u vinden aan de top van het bestandssysteem. De
hoofdmap bevat alle mappen en bestanden. Ze wordt automatisch
aangemaakt bij elke gebrande cd.
Geluidsinstelling
Rotary encoder
/ENTER
AUDIO/SETUP
Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau middentonen/niveau hoge tonen
(treble)/ balans (balance) (tussen links en
rechts)/ fader (tussen voor en achter)/
loudness/defeat regelen
1
Druk herhaaldelijk op AUD IOSETUP om de gewenste
modus te selecteren.
Elke druk schakelt als volgt over naar een volgende modus:
*1 Wanneer de subwoofermodus ingesteld is op OFF, kan het
niveau ervan niet worden aangepast.
*2 Kan alleen worden aangepast wanneer DEFEAT op OFF
ingesteld is.
*3 Zie "Loudness in- of uitschakelen" op pagina 17 voor meer
informatie over loudness.
Subwoofer+0 ~ +15
Niveau lage tonen-7 ~ +7
Niveau middentonen-7 ~ +7
Niveau hoge tonen-7 ~ +7
BalansL15 ~ R15
FaderR15 ~ F15
Loudn essON/OFF
DefeatON/OFF
Volume0 ~ 35
Opmerking
• Wanneer gedurende 5 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
2
Draai aan de Rotary encoder tot het gewenste volume is
bereikt voor elke modus.
Door DEFEAT ON in te stellen, zullen eerder aangepaste
instellingen van BASS, MID, TRE LEVEL en LOUDNESS
terugschakelen naar de fabrieksinstellingen.
*2/*3
DEFEAT VOLUME
16-NL
Audio-instelling
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeur en gebruik voldoet. De audio-instellingen kunnen worden
aangepast via het AUDIO SETUP-menu.
Volg stap 1 tot 5 om een van de instelmodi te selecteren en
aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel voor meer
informatie over het geselecteerde instelitem.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om AUDIO te selecteren en
druk vervolgens op ENTER.
AUDIO GENERAL DISPLAY TUNER iPod
BLUETOOTH
*1 Enkel CDE-133BT.
3
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste
geluidsinstellingsmenu te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
FAC TOR Y EQ
HPF
SUBW SYS
(bv. selecteer SUBWOOFER)
*2 Er kunnen geen aanpassingen worden doorgevoerd wanneer
*3 De instelwaarde van FACTORY EQ’s en van 3BAND EQ’s zijn
*4 De instelwaarde van FACTORY EQ’s en van 3BAND EQ’s zijn
*5 Deze functies kunnen niet worden gebruikt wanneer Subwoofer
4
Draai aan de Rotary encoder om de instelling te wijzigen
en druk vervolgens op ENTER.
(Bv. selecteer SUBW ON of SUBW OFF.)
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
• Door op te drukken, keert u terug naar de vorige
Geluidsmenumodus.
• Door gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer er gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
wordt de Geluidsmenumodus geannuleerd.
Voorgeprogrammeerde
equalizer-instellingen (F-EQ)
In de fabriek worden 10 typische equalizer-instellingen
voorgeprogrammeerd voor verscheidene muzieksoorten.
Instelitem: FACTO RY EQ
Instelmogelijkheden:
USER / FLAT (standaardinstelling) / POPS / ROCK / NEWS /
JAZZ / ELEC DANCE / HIP HOP / EASY LIS / COUNTRY /
CLASSICAL
*1
*2/*3
LOUDN ESS*2 3BAND EQ
*2
SUBWOOFER SUBW LPF
*5
POWER IC
DEFEAT ingesteld is op ON.
gelinkt.
gelinkt. In stap 3 kunnen drie geluidsregelingsitems (lage tonen,
middentonen en hoge tonen) geselecteerd worden in de modus
3BAND EQ. Draai aan de Rotary encoder om het gewenste
item te selecteren en druk vervolgens op ENTER om verder
te gaan naar stap 4.
ingesteld is op OFF.
*2/*4
*2/*5
VOL LV ADJ
SUBW PHASE*5
Loudness in- of uitschakelen
Loudness legt een speciale nadruk op de lage en hoge frequentie bij een
laag volume. Dit compenseert de lagere gevoeligheid van het oor voor
lage en hoge tonen.
Instelitem: LOUD NESS
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
De parametrische equalizercurve
aanpassen (3BAND EQ)
U kunt de equalizer-instellingen aanpassen om een responscurve te
creëren die meer aan uw persoonlijke smaak beantwoordt. De
instellingen voor lage tonen, middentonen en hoge tonen kunnen in
deze modus worden aangepast.
Instelitem: 3BAND EQ
Verdere instelitems: BASS / MID / TREBLE
De regeling voor lage tonen instellen
1
Na het selecteren van BASS in de 3BAND
EQ-regelingsmodus, draait u aan de Rotary encoder om
het gewenste instelitem voor lage tonen te selecteren en
drukt u vervolgens op ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op om terug te keren naar de vorige stap.
De bandbreedte voor lage tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte voor lage tonen te selecteren.
WIDE 0,50 MEDIUM 1,00 MEDIUM 1,50 NARROW 2,00
Wijzigt de versterkte bandbreedte van de lage tonen naar breed of smal.
Een bredere instelling stimuleert een breed spectrum van frequenties
boven en onder de centerfrequentie. Een smallere instelling stimuleert
enkel frequenties dichtbij de centerfrequentie.
De centerfrequentie van de lage tonen instellen (CENTER
FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie voor de lage tonen te selecteren.
60 (Hz) 80 (Hz) 100 (Hz) 120 (Hz)
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de lage
tonen.
Het niveau voor lage tonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor lage tonen te selecteren (–7~+7)
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDI O. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau
middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen
links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16.
*
.
17-NL
De regeling voor middentonen instellen
1
Na het selecteren van MID in de 3BAND
EQ-regelingsmodus, draait u aan de Rotary encoder om
het gewenste instelitem voor middentonen te selecteren
en drukt u vervolgens op ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op om terug te keren naar de vorige stap.
De bandbreedte voor middentonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte voor middentonen te selecteren.
WIDE 0,75 MEDIUM 1,00 MEDIUM 1,25 NARROW 1,50
De centerfrequentie van de middentonen instellen
(CENTER FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie voor de middentonen te selecteren.
500 (Hz) 1,0k (Hz) 1,5k (Hz) 2,5k (Hz)
Het niveau voor middentonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor middentonen te selecteren (-7 ~ +7)
U kunt de middentonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDI O. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau
middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen
links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16.
*
.
De regeling voor hoge tonen instellen
1
Na het selecteren van TREBLE in de 3BAND
EQ-regelingsmodus, draait u aan de Rotary encoder om
het gewenste instelitem voor hoge tonen te selecteren en
drukt u vervolgens op ENTER.
WIDTH (Q) CENTER FRQ LEVEL
2
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
instelwaarde te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
3
Druk op om terug te keren naar de vorige stap.
De bandbreedte voor hoge tonen instellen (WIDTH (Q))
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
bandbreedte voor hoge tonen te selecteren.
WIDE 0,75 NARROW 1,25
De centerfrequentie van de hoge tonen instellen (CENTER
FRQ)
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste
centerfrequentie voor de hoge tonen te selecteren.
7,5K (Hz) 10,0K (Hz) 12,5K (Hz) 15,0K (Hz)
Het niveau voor hoge tonen instellen
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste niveau
voor hoge tonen te selecteren (–7~+7)
U kunt de hoge tonen versterken of verzwakken.
* De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
AUDI O. Zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/niveau
middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance) (tussen
links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16.
*
.
Het bronvolumeniveau instellen
Het uitvoerniveau kan voor elke bron afzonderlijk geregeld worden. Als
het TUNER-niveau bijvoorbeeld stiller klinkt dan het cd-niveau, kunt u
het TUNER-niveau aanpassen zonder dat de andere bronnen hierdoor
beïnvloed worden.
Het spreekniveau voor handenvrij bellen, het beltoonniveau en het
gevoeligheidsniveau van de microfoon kunnen via deze instelling ook
worden aangepast (alleen CDE-133BT).
Alle frequenties boven de geselecteerde drempel worden
uitgevoerd.
/
18-NL
De subwoofer in- of uitschakelen
Luidsprekers
LUIDSPREKER
RECHTSVOOR
Voor
rechts
LUIDSPREKER
RECHTSACHTER
Achter
rechts
LUIDSPREKER
LINKSACHTER
Achter
links
LUIDSPREKER
LINKSVOOR
Voor
links
Extern apparaat
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u het uitvoerniveau van de
subwoofer aanpassen (zie "Subwoofer-niveau/niveau lage tonen (bass)/
niveau middentonen/niveau hoge tonen (treble)/ balans (balance)
(tussen links en rechts)/ fader (tussen voor en achter)/loudness/defeat
regelen" op pagina 16).
Instelitem: SUBWOOFER
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
OFF:
Er wordt geen subwoofersignaal uitgevoerd via de
RCA-aansluitingen van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op
pagina 44).
ON:
Het subwoofersignaal wordt uitgevoerd via de RCA-aansluitingen
van de subwoofer (zie "Aansluitingen" op pagina 44).
De laagdoorlaatfilter aanpassen
De laagdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak.
Alle frequenties onder de geselecteerde drempel worden ui tgevoerd.
De fase van de subwoofer instellen
De uitvoerfase van de subwoofer kunt u instellen op SUBWOOFER
NORMAL (0°) of SUBWOOFER REVERSE (180°). Draai aan de Rotary
encoder om de instelling aan te passen.
Aansluiten op een externe versterker (POWER IC)
Wanneer een externe versterker is aangesloten, kan de geluidskwaliteit
verbeterd worden door de stroomtoevoer van de ingebouwde versterker
af te sluiten.
Instelitem: POWER IC
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
ON:
De luidsprekers worden gestuurd door de ingebouwde versterker.
OFF:
Gebruik deze modus wanneer de lijnuitgang van dit toestel
gebruikt wordt om een externe versterker aan te sluiten. Bij deze
instelling wordt de interne versterker van de hoofdeenheid op
OFF ingesteld en kan deze de luidsprekers niet meer sturen.
ON:
Instelitem: SUBW PHASE
Instelmogelijkheden:
NORMAL (standaardinstelling) / REVERSE
Het subwoofer-systeem instellen
Wanneer de subwoofer is ingeschakeld, kunt u SYS 1 of SYS 2 kiezen
voor het gewenste subwoofereffect.
Instelitem: SUBW SYS
Instelmogelijkheden:
SUBW SYS 1 / SUBW SYS 2 (standaardinstelling)
SUBW SYS 1:
Het niveau van de subwoofer wijzigt overeenkomstig met de
hoofdvolume-instellingen.
SUBW SYS 2:
Het niveau van de subwoofer wijzigt niet overeenkomstig met de
hoofdvolume-instellingen. Bijvoorbeeld: zelfs bij een laag volume
is de subwoofer nog steeds hoorbaar.
OFF:
Voor
Versterker
Opmerking
• Het systeem brengt geen geluid voort wanneer het uitgangsvermogen
op OFF is ingesteld.
links
Voor
rechts
19-NL
Overige functies
SOURCE/
De tekst weergeven
Tekstinformatie zoals de cd-naam en de naam van het nummer zal
worden weergegeven wanneer u een cd afspeelt die compatibel is met
cd-tekst. Het is eveneens mogelijk de mapnaam, bestandsnaam, tag enz.
weer te geven tijdens het afspelen van MP3-bestanden.
FAV (alleen CDE-131R)
Rotary encoder
ENTER/OPTION
BAND
VIEW
Druk op VIEW.
Telkens wanneer u op de knop drukt, wijzigt de
schermweergave.
Opmerking
• Wanneer TEXT SCR op SCR MANU is ingesteld, dient u VIEW
gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden om de huidige
tekst één keer over het scherm te laten rollen (uitgezonderd in
radiomodus).
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD TEKST (CD-NAAM)
TEKST (NAAM VAN HET NUMMER)
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD
De weergave in MP3-modus:
BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD MAPNR./BESTANDSNR.
MAPNAAM BESTANDSNAAM NAAM VAN DE ARTIEST
ALBUMNAAM
KLOK BESTANDSNR./VERSTREKEN TIJD
De weergave in iPo d-modus:
NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD NAAM VAN DE ARTIEST
ALBUMNAAM TITEL VAN HET NUMMER NR. VAN HET LIEDJE/KLOK NR. VAN HET LIEDJE/VERSTREKEN TIJD
De weergave in BLUETOOTH Audio-modus (alleen CDE-133BT):
BT A/VERSTREKEN TIJD
ALBUMNAAM NAAM VAN HET NUMMER BT A/KLOK
BT A/VERSTREKEN TIJD
*2
NAAM VAN HET NUMMER*2 BESTANDSNR./
*3
*1
NR. VAN HET LIEDJE/KLOK
NAAM VAN DE ARTIEST
*2
*1 Weergegeven tijdens het afspelen van een cd met cd-tekst.
*2 ID3-tag
Als een MP3-bestand ID3-taginformatie bevat, wordt de
ID3-taginformatie weergegeven (bv. naam van het nummer,
artiest en albumnaam). Alle andere tag-gegevens worden
genegeerd.
*3 Afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon wordt de
verstreken tijd mogelijk niet weergegeven.
*1
Over de schermaanduidingen
Bij het weergeven van tekst lichten de volgende indicatoren op
naargelang de modus.
Indicator/
Modus
—
—
Weergegeven
tekst
(cd-naam
Weergegeven
tekst (naam
van het
nummer
CD-modusMP3-modus
Weergegeven
mapnaam
Weergegeven
*1
artiest
Weergegeven
albumnaam
*3
)
Weergegeven
naam van het
*1
nummer
*3
bestandsnaam
)
*2
*1
/
iPod/iPhone/BT
*4
AUDIO
-modus
—
Weergegeven
*1
artiest
Weergegeven
albumnaam
*1
Weergegeven
naam van het
*1
nummer
*1 Tag i nf or m at ie :
Wanneer er geen taginformatie beschikbaar is, wordt "ARTIST"/
"ALBUM"/"SONG" weergegeven.
*2 De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT".
*3 Wanneer er geen tekst (cd-naam of naam van het nummer)
beschikbaar is, wordt "DISC TEXT"/"TRACK TEXT" weergegeven.
*4 Enkel CDE-133BT.
Over "Tekst"
Cd's die compatibel zijn met cd-tekst, bevatten tekstinformatie zoals de
naam van de cd en het nummer. Naar dergelijke tekstinformatie wordt
verwezen met "tekst".
Opmerkingen
• Sommige karakters worden, afhankelijk van het karaktertype, mogelijk
niet correct weergegeven op dit toestel.
• "NO SUPPORT" wordt weergegeven wanneer tekstinformatie niet
wordt ondersteund door het toestel.
• De tekst- of taginformatie wordt afhankelijk van de inhoud mogelijk
niet correct weergegeven.
20-NL
De AUX-invoeraansluiting vooraan
gebruiken
Verbind eenvoudig een draagbare muziekspeler, enz. door deze aan te
sluiten op de ingang op het voorpaneel. Een optionele adapterkabel is
nodig (standaard-RCA naar 3,5ø-minitulpstekker of 3,5ø naar
3,5ø-minitulpstekker ).
Druk op SOURCE en selecteer de AUXILIARY-modus
om naar het draagbare apparaat te luisteren.
Uw favoriete bron oproepen
Wanneer u een bron hebt toegewezen aan de FAV-knop,
kunt u op FAV drukken om deze bron rechtstreeks op te
roepen.
Opmerking
• Afhankelijk van de instelling is de bron mogelijk niet beschikbaar, ook al
hebt u deze toegewezen aan FAV. Als u bijvoorbeeld AUX instelt als
favoriete bron en OFF ingesteld is bij "De AUX SETUP-modus
instellen" (zie "De AUX SETUP-modus instellen" op pagina 23), kunt u
de AUX-bron niet oproepen door op FAV te drukken.
Draagbare speler, enz.
Optionele adapterkabel (RCA-pinstekkers [rood, wit]
3,5ø-ministekkers) of (3,5ø-ministekkers).
Hoofdeenheid
of
Opmerkingen
• Deze functies zijn alleen beschikbaar wanneer AUX SETUP ingesteld is
op ON. Zie "De AUX SETUP-modus instellen" op pagina 23 voor meer
informatie.
• Als een USB-geheugen rechtreeks is aangesloten op een USB-aansluiting
kan het formaat of de vorm interfereren met het besturen van de wagen;
verbind daarom geen AUX-invoeraansluiting en USB-geheugen
gelijktijdig.
Uw favoriete bron toewijzen aan de
FAV-knop (FAV SETUP) (alleen CDE-131R)
U kunt een favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop door het
uitvoeren van de volgende stappen. Wanneer deze bron toegewezen is,
kunt u rechtstreeks naar uw favoriete bron schakelen door te drukken op
FAV.
Uw favoriete bron toewijzen
1
Houd FAV gedurende minstens 2 seconden ingedrukt om
de FAV-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om een favoriete bron te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De favoriete bron is ingesteld.
USB FM1 FM2 FM3 LW MW AUX DISC
FAV OF F
Opmerkingen
• U kunt de favoriete bron ook toewijzen in de SETUP-modus, zie "Uw
favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop (FAV SETUP) (alleen
CDE-131R)" op pagina 23.
• Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u "FAV OFF".
• Wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Door op te drukken, keert u terug naar de normale modus.
Instellingen aanpassen via het optiemenu
U kunt de instelitems voor de huidige SOURCE snel aanpassen met
behulp van het optiemenu.
1
Houd ENTER/OPTION gedurende minstens 2
seconden ingedrukt om het optiemenu voor de huidige
bron te activeren.
Opmerking
• Het optiemenu verschilt afhankelijk van de bron.
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste instelitem
te selecteren en druk vervolgens op ENTER.
3
Draai aan de Rotary encoder om de instelling te wijzigen
en druk vervolgens op ENTER.
Na het instellen keert het scherm automatisch terug naar de
huidige bron.
Instelitem:
TUNER-modus:
TUNER SET
DISC-modus:
CD SET
USB-modus:
VOL LV ADJ
iPod-modus :
iPod CONT
AUX- modu s:
AUX SE T
BT AUDIO-modus (alleen CDE-133BT):
BT SET
Telefoonmodus (modus niet bellen) (alleen CDE-133BT):
PHONE SET
Telefoonmodus (modus bellen) (alleen CDE-133BT):
SPK SWITCH
SOUND
*1 De instelitems zijn dezelfde als voor TUNER in de
*2 U kunt het volumeniveau van de huidige bron afzonderlijk
*3 Zie "Dimmerregeling" op pagina 24.
*4 In deze modus kan PLAY MODE geselecteerd worden. Zie
*5 Zie "De bediening van de iPod instellen" op pagina 34.
*1
VOL LV ADJ*2 DIMMER
*4
VOL LV ADJ*2 DIMMER
*2
DIMMER
*5
iPod SET*6 VOL LV ADJ*2 DIMMER
*7
VOL LV ADJ*2 DIMMER
*8
VOL LV ADJ*2 DIMMER
*9
VOL LV ADJ
*11
VOICE MUTE
*14
END CALL
SETUP-modus. Zie "SETUP" op pagina 22 voor meer
informatie.
versterken of verzwakken om uw eigen toonvoorkeur te
creëren. De instelwaarden in de optiemodus en in de
SETUP-modus zijn gelinkt. Zie "Het bronvolumeniveau
instellen" op pagina 18.
"MP3-gegevens afspelen (PLAY MODE)" op pagina 23 voor
meer informatie.
*3
*10
DIMMER
*12
*15
VOL LV ADJ
*3
*3
*3
*3
*3
CALL WAIT
*10
DIMMER
*13
CALL
*3
*3
21-NL
*6 De instelitems zijn dezelfde als voor de iPod-instelling in de
SETUP-modus. Zie "iPod/iPhone-instelling" op pagina 24
voor meer informatie.
*7 In deze modus kan AUX NAME geselecteerd worden. Zie "De
AUX SETUP-modus instellen" op pagina 23 voor meer
informatie.
*8 In deze modus kan FW VERSION geselecteerd worden. Via
deze instelling kunt u de huidige firmwareversie van
BLUETOOTH bekijken.
*9 CALL SOUND, SENDER ID, PB UPDATE, BT MENU, PB
ORDER, AUTO ANS, SEV NAME, SPEAKER SL en FW
VERSION kunnen geselecteerd worden in deze modus. Zie
"BLUETOOTH SETUP" op pagina 26 voor meer informatie
over deze instellingen.
*10 Het spreekniveau voor handenvrij bellen, het beltoonniveau
en het gevoeligheidsniveau van de microfoon kunnen via deze
instelling worden aangepast. De instelwaarden in de
optiemodus en in de SETUP-modus zijn gelinkt. Zie "Het
bronvolumeniveau instellen" op pagina 18.
*11 Met deze instelling kunt u tijdens het bellen het geluid van het
gesprek schakelen tussen het toestel en de mobiele telefoon.
Deze handeling kan ook worden doorgevoerd door te
drukken op BAND. Zie "Oproepen overschakelen" op
pagina 31.
*12 Als tijdens het bellen de stemdemping geactiveerd wordt,
wordt de microfooninvoer onmiddellijk gedempt en knippert
"VOICE MUTE". Deze handeling kan ook worden
doorgevoerd door te drukken op . Zie "De
microfooningang snel dempen (stemdemping)" op pagina 31.
*13 Als er een wachtende oproep is, selecteert u dit item om de
naam en het wachtnummer (1 of 2) van de beller weer te
geven. Druk op VIEW om de weergave te wijzigen.
*14 Zie "De BLUETOOTH-geluidskwaliteit instellen" op
pagina 27.
*15 Selecteer dit item om het gesprek te beëindigen.
SETUP
SOURCE/
Instellingen
U kunt het toestel gemakkelijk aanpassen zodat het aan uw eigen
voorkeuren en gebruik voldoet. De GENERAL-instelling,
DISPLAY-instelling enz. kunnen worden aangepast via het
SETUP-menu.
Volg stap 1 tot 5 om een van de SETUP-modi te selecteren en
aan te passen. Zie het desbetreffende onderdeel voor meer
informatie over het geselecteerde SETUP-item.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
FAV (alleen CDE-131R)
Rotary encoder
ENTER
AUDIO/SETUP
2
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste item te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer GENERAL)
AUDIO*1 GENERAL DISPLAY TUNER iPod
BLUETOOTH
GENERAL:
DISPLAY:
TUNER:
iPod:
*1 Zie "Audio-instelling" op pagina 17.
*2 Enkel CDE-133BT. Zie "BLUETOOTH SETUP" op pagina 26.
*3 Zie "De tijd instellen" op pagina 10.
*4 Enkel CDE-131R. U kunt deze instelling ook doorvoeren bij "Uw
*5 Wordt enkel weergegeven wanneer AUX SETUP ingesteld is op
*8 Zie "Regionale (lokale) RDS-zenders ontvangen" op pagina 13.
*9 Zie "PI SEEK-instelling" op pagina 13.
*10 Zie "De tijd instellen op automatisch aanpassen" op pagina 13.
3
Draai aan de Rotary encoder om een instelitem te
*2
CLOCK ADJ
NAME
ILLUM DIMMER SCROLLTYPE
AF
iPod LIST
*3
FAV S ET UP*4 CYRILLIC AUX SETUP AUX
*5
INT MUTE*6 PLAY MODE DEMO
*7
REGIONAL*8 PI SEEK*9 AUTO CLOC K
favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop (FAV SETUP)" (zie
"Uw favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop (FAV SETUP)
(alleen CDE-131R)" op pagina 23).
ON.
pagina 12.
*10
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer AUX SETUP)
22-NL
4
Draai aan de Rotary encoder om de instelling te wijzigen
en druk vervolgens op ENTER.
(bv. selecteer AUX ON of AUX OFF.)
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
Opmerkingen
•Druk op om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Door gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
Algemene instelling
Selecteer GENERAL uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
Uw favoriete bron toewijzen aan de FAV-knop
(FAV SETUP) (alleen CDE-131R)
U kunt een bron als favoriete bron selecteren. Wanneer deze bron
toegewezen is, kunt u rechtstreeks naar uw favoriete bron schakelen
door te drukken op FAV.
Instelitem: FAV SE TUP
Instelmogelijkheden:
USB / FM1 / FM2 / FM3 / LW / MW / AUX / DISC / FAV OFF
(standaardinstelling)
Opmerkingen
• Afhankelijk van de instelling is het mogelijk dat bepaalde items niet
geselecteerd kunnen worden.
• Als u deze functie niet wilt gebruiken, selecteert u "FAV OFF".
• U kunt deze instelling ook activeren door FAV gedurende minstens 2
seconden ingedrukt te houden. Zie "Uw favoriete bron toewijzen aan de
FAV-knop (FAV SETUP) (alleen CDE-131R)" op pagina 23 voor meer
informatie.
De taal instellen (CYRILLIC)
Stel de taal in die u wilt weergeven op het toestel.
Instelitem: CYRILLIC
Instelmogelijkheden:
OFF (standaardinstelling) / ON
OFF:
Engels, Latijnse tekens
ON:
Russisch, Engels
De AUX SETUP-modus instellen
U kunt het geluid van een extern apparaat (zoals een draagbare
audiospeler) invoeren via de AUX-aansluiting van dit toestel.
Instelitem: AUX SETUP
Instelmogelijkheden:
AUX OFF / AUX ON (standaardinstelling)
AUX OFF:
Wanneer OFF is geselecteerd, kan AUX niet als bron worden
ingesteld.
*
AUX O N
:
Zet dit op ON wanneer een draagbaar apparaat is aangesloten.
Indien u op SOURCE drukt en AUX is geselecteerd, wordt het
geluid van het draagbare apparaat ingevoerd in het toestel.
* U kunt de AUX NAME-weergave wijzigen wanneer AUX
SETUP op ON staat. Druk op ENTER als AUX SETUP op
ON staat en selecteer AUX NAME door aan de Rotary encoder te draaien. Druk vervolgens op ENTER. Draai
daarna aan de Rotary encoder om de gewenste AUX NAME
te kiezen.
Opmerking
• Wanneer PORTABLE ingesteld is, wordt PMD weergegeven op het
toestel.
De dempingsmodus in- of uitschakelen (INT
MUTE) (alleen CDE-131R)
Wanneer een apparaat is aangesloten dat is uitgerust met een
onderbreekfunctie, zal het geluid automatisch worden gedempt wanneer
het onderbrekingssignaal van het toestel wordt ontvangen.
Instelitem: INT MUTE
Instelmogelijkheden:
OFF AUX (standaardinstelling) / ON
OFF AUX:
Wanneer het onderbrekingssignaal van het toestel wordt
ontvangen, wordt het AUX-bronvolume uitgevoerd via het toestel.
ON:
Wanneer het onderbrekingssignaal van het toestel wordt
ontvangen, wordt er geen geluid uitgevoerd.
MP3-gegevens afspelen (PLAY MODE)
Dit toestel kan cd's afspelen die zowel cd- als MP3-gegevens bevatten
(aangemaakt in Enhanced CD-formaat (CD-Extra)). In bepaalde
situaties kan het afspelen van een CD-Extra echter moeilijkheden
opleveren. Wanneer dit zich voordoet, kunt u kiezen om slechts één
sessie af te spelen, namelijk de sessie die de cd-gegevens bevat. Wanneer
een cd zowel cd- als MP3-gegevens bevat, start het toestel met het
afspelen van de cd-gegevens.
Instelitem: PLAY MODE
Instelmogelijkheden:
CD-DA / CDDA/MP3 (standaardinstelling)
CD-DA:
Enkel de cd-gegevens in sessie 1 kunnen worden afgespeeld.
CDDA/MP3:
Cd-gegevens, MP3-bestanden in mixed mode en multi-sessie -cd's
kunnen worden afgespeeld.
Opmerking
• Voer deze instelling uit voor u een cd plaatst. Wanneer er reeds een cd
werd geplaatst, verwijder die dan eerst.
Demonstratie
Dit toestel beschikt over een demonstratiefunctie voor het scherm.
Instelitem: DEMO
Instelmogelijkheden:
DEMO OFF (standaardinstelling) / DEMO ON
Opmerking
• Om de demonstratiemodus te verlaten, schakelt u over naar DEMO
OFF.
23-NL
Display-instellingiPod/iPhone-instelling
Selecteer DISPLAY uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
Verlichtingskleur aanpassen
U kunt de verlichtingskleur van de knoppen op dit toestel aanpassen.
Wanneer de kleur van de SOURC E-knop blauw is, is de kleur
van de rest rood.
TYPE2:
Wanneer de kleur van de SOURC E-knop groen is, is de kleur
van de rest groen.
TYPE3:
Wanneer de kleur van de SOURC E-knop amber is, is de kleur
van de rest rood.
TYPE4:
Wanneer de kleur van de SOURCE-knop rood is, is de kleur van
de rest rood.
Dimmerregeling
Stel de dimmerregeling in op AUTO om de helderheid van de
verlichting van de blauwe knop te verminderen wanneer de koplampen
van het voertuig branden. Deze modus zorgt ervoor dat de
achtergrondverlichting van het toestel 's nachts gedimd wordt.
Instelitem: DIMMER
Instelmogelijkheden:
DIM MANUAL / DIM AUTO (standaardinstelling)
Opmerking
• De instelling is alleen beschikbaar wanneer ILLUM ingesteld is op
ILUM TYPE1. Zie "Verlichtingskleur aanpassen" op pagina 24 voor
meer informatie.
Selecteer "iPod" uit het instellingshoofdmenu in stap 2.
De iPod/iPhone-zoekmodus instellen
Met dit toestel kunt u de iPod/iPhone doorzoeken aan de hand van acht
verschillende zoekmodi.
• Wanneer de zoekmodus ingesteld is op Afspeellijst/Artiest/Album/
Podcast/Genre/Nummer, is de standaardinstelling Aan. Wanneer de
zoekmodus ingesteld is op Componist/Gesproken boek, is de
standaardinstelling Uit.
• Zie "Een gewenst nummer zoeken" op pagina 34 voor meer informatie
over de zoekmodus.
Scrollinstelling (SCROLLTYPE)
Deze cd-speler kan de naam van de cd en de nummers die werden
opgenomen op CD-TEXT-cd's weergeven, evenals de tekstinformatie
van MP3-bestanden, mapnamen en tags.
Instelitem: SCROLLTYPE
Instelmogelijkheden:
SCR MANUAL / SCR AUTO (standaardinstelling)
SCR MANUAL:
Informatie rolt over het scherm wanneer een cd wordt geplaatst
of een ander nummer wordt gekozen, enz.
SCR AUTO:
De huidige tekstinformatie betreffende de cd, map, tag enz. rolt
automatisch over het scherm.
Opmerking
• Het toestel geeft cd-tekstnamen, mapnamen, bestandsnamen of
taginformatie weer.
24-NL
BLUETOOTH-bediening
Een apparaat verbinden dat BLUETOOTH
ondersteunt (Koppelen)
(alleen CDE-133BT)
SOURCE/
ABC SKIP/TA
Instelling voor gebruik
Over BLUETOOTH
BLUETOOTH is een draadloze technologie die zorgt voor
communicatie tussen mobiele apparaten of pc's over een korte afstand.
Hierdoor is het mogelijk handenvrij te bellen of gegevens te versturen
tussen apparaten die compatibel zijn met BLUETOOTH.
BLUETOOTH-transmissie is beschikbaar in het niet-gelicentieerde
2,4 GHz-spectrum als de afstand tussen de apparaten niet meer dan 10
meter bedraagt. Raadpleeg voor meer informatie de
BLUETOOTH-webpagina (http://www.bluetooth.com).
Opmerkingen
• Afhankelijk van de versie van BLUETOOTH, kan een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt mogelijk niet communiceren met dit toestel.
• De correcte werking van dit toestel met alle apparaten die
BLUETOOTH ondersteunen, is niet gegarandeerd. Raadpleeg uw
ALPINE-handelaar of de website van ALPINE voor de bediening van
het apparaat dat BT ondersteunt.
• Afhankelijk van de omgeving kan de draadloze
BLUETOOTH-verbinding onstabiel zijn.
• Zorg ervoor dat u de auto op een veilige plaats tot stilstand brengt als u
belt of instellingen invoert.
• Afhankelijk van het aangesloten apparaat dat BLUETOOTH
ondersteunt, kan de werking verschillen. Zie ook de gebruiksaanwijzing
van de aangesloten apparaten.
• Als u dit toestel zoekt met een telefoon die BLUETOOTH ondersteunt,
is de naam van het toestel de naam van het model van de
"Alpine-cd-ontvanger".
Rotary encoder
BAND
AUDIO/SETUP
ENTER
VIEW
1
2
Preset buttons
(1 through 6)
Meer informatie over de bediening vanaf een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt, kunt u vinden in de gebruiksaanwijzing van
het apparaat dat BLUETOOTH ondersteunt.
Een BLUETOOTH-apparaat met SSP (Secure
Simple Pairing) koppelen
1
Selecteer op uw BLUETOOTH-apparaat de
"Alpine-cd-ontvanger" om de koppeling uit te voeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om de weergave op de
hoofdeenheid te wijzigen van "PAIR NO" naar "PAIR YES".
Als "PAIR NO" geselecteerd is, wordt de verbinding geannuleerd.
3
Als de koppeling gelukt is, wordt "CONNECTED"
gedurende enkele seconden weergegeven. De
hoofdeenheid keert terug naar de vorige modus.
Een BLUETOOTH-apparaat zonder SSP (Secure
Simple Pairing) koppelen
1
Selecteer op uw BLUETOOTH-apparaat de
Alpine-cd-ontvanger om de koppeling uit te voeren.
2
Voer de PIN-code ("0000") in op een apparaat dat
"BLUETOOTH" ondersteunt.
Opmerking
• De PIN-code is vast ingesteld op "0000".
3
Als de koppeling gelukt is, wordt "CONNECTED"
gedurende enkele seconden weergegeven. De
hoofdeenheid keert terug naar de vorige modus.
Opmerkingen
• Als de verbinding mislukt, wordt "FAILED" weergegeven.
• Als de koppeling gelukt is, worden de twee apparaten automatisch
opnieuw gekoppeld als het contact van de auto ingeschakeld wordt.
Soms kan deze koppeling echter mislukken. Als de automatische
koppeling niet lukt, kunt u deze handmatig tot stand brengen.
• Stel VISIBLE M” in op VISI M ON om mogelijk te maken dat dit toestel
herkend wordt door een BLUETOOTH-apparaat, zie "De
zichtbaarheidsmodus instellen" op pagina 26.
• U kunt de BLUETOOTH-apparaten ook handmatig koppelen via dit
toestel. Zie "Een BLUETOOTH-apparaat koppelen via het toestel" op
pagina 27 voor meer informatie.
Voor u de BLUETOOTH-functie gebruikt
Voor u de BLUETOOTH-functie gebruikt, moeten de volgende
instellingen doorgevoerd worden.
Stel "HFP" of "AUDIO" in op ON wanneer u de functie voor
handenvrij bellen of de BT-audiofunctie wilt gebruiken.
Zie "De BLUETOOTH-verbinding instellen (BT IN)" op
pagina 26.
Opmerking
• Voor u de BLUETOOTH-functie gebruikt, moet het apparaat
gekoppeld worden aan dit toestel. Zie "Een apparaat verbinden dat
BLUETOOTH ondersteunt (Koppelen)" op pagina 25.
25-NL
BLUETOOTH SETUP
De volgende stappen 1 tot 5 zijn gemeenschappelijk voor de
verschillende BLUETOOTH-functies. Meer informatie kunt u vinden
onder iedere individuele functie.
Opmerking
• Stel "HFP" of "AUDIO" in op ON en voer vervolgens de BLUETOOTH
SETUP uit. Zie "De BLUETOOTH-verbinding instellen (BT IN)" op
pagina 26.
1
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om de SETUP-modus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om “BLUETOOTH” te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De BLUETOOTH-instelmodus wordt geactiveerd.
Opmerking
• U kunt de BLUETOOTH-instelmodus ook activeren door f
gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste items te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
BLUETOOTH:
*1
BT IN
PAIR ED DE V VISIBLE M*1 SEARCH DEV*1
CALL SOUND
PB ORDER
FW VERSION FW UPDATE
*1 De items worden niet weergegeven tijdens een
*2 De items worden niet weergegeven als "HFP" ingesteld is op
4
Draai aan de Rotary encoder om de instellingen te
wijzigen.
5
Houd AUDI OSETUP gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt.
De SETUP-modus wordt geannuleerd.
Opmerkingen
•Druk op om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Door gedurende minstens 2 seconden ingedrukt te houden, keert u
terug naar de normale modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
De BLUETOOTH-verbinding instellen (BT
IN)
Met de BLUETOOTH-technologie kunt u handenvrij bellen met een
mobiele telefoon die is uitgerust met BLUETOOTH.
Met dit toestel kan audio-informatie van een mobiele telefoon die
ondersteuning biedt voor BLUETOOTH, van een draagbare audiospeler
enz. draadloos bediend/afgespeeld worden.
*2
SENDER ID*2 PB UPDATE*2 BT MENU*2
*2
AUTO ANS*2 SEV NAME*2 SPEAKER SL*2
telefoongesprek.
OFF. Zie "De BLUETOOTH-verbinding instellen (BT IN)"
op pagina 26.
*1
Instellen van de functie voor handenvrij bellen
(HFP)
ON:
Selecteer wanneer u uw telefoon die BLUETOOTH ondersteunt
wilt koppelen met dit toestel.
OFF:
De functie voor handenvrij bellen wordt niet gebruikt.
Opmerking
• Wanneer HFP ingesteld is op OFF, worden de indicatoren betreffende
handenvrij bellen (c (batterijcapaciteit), i (signaalsterkte) en
h (bericht)) niet weergegeven.
BLUETOOTH-audio-instelling (AUDIO)
ON:
Selecteer wanneer u de BLUETOOTH-audiofunctie wilt gebruiken.
OFF:
De BLUETOOTH-audiofunctie wordt niet gebruikt.
Het BLUETOOTH-apparaat instellen
Selecteer een van de 3 aangesloten apparaten die BLUETOOTH
ondersteunen die u eerder al hebt geregistreerd.
Instelitem: PAI R E D D E V
1
Draai aan de Rotary encoder om een
BLUETOOTH-apparaat te selecteren dat u wilt gebruiken
(u wilt de verbinding wijzigen) en druk dan op ENTER.
2
Draai aan de Rotary encoder om "CONNECT" te selecteren
en het geselecteerde apparaat te verbinden.
Het verbonden apparaat is gemarkeerd met "l". Selecteer
"DISCONNECT" om de verbinding met dit apparaat te verbreken.
Selecteer "CLEAR" als u het apparaat wilt verwijderen uit de
apparaatlijst.
Opmerkingen
• Als de verbinding met succes gewijzigd is, wordt "CONNECTED"
gedurende 2 seconden weergegeven en licht de -indicator op, waarna
het scherm terugkeert naar het SETUP-scherm.
• Als er een mobiele telefoon met succes verbonden wordt met dit toestel,
licht de c-indicator op om de batterijcapaciteit van de aangesloten
mobiele telefoon weer te geven. De j-indicator licht op wanneer de
batterijcapaciteit met de helft gedaald is en knippert wanneer de
batterij bijna leeg is.
•Indicator i (signaalsterkte):
De indicator geeft de huidige signaalsterkte van de mobiele telefoon
weer. De indicator knippert wanneer het signaal van de aangesloten
mobiele telefoon te zwak is.
• Afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon worden de indicatoren
c (batterijcapaciteit), i (signaalsterkte) en h (bericht) mogelijk
niet weergegeven.
• Als de 3 posities geregistreerd zijn, kunt u geen 4e apparaat registreren.
Om een ander apparaat te registreren, dient u eerst een van de
apparaten te verwijderen op positie 1 tot 3.
De zichtbaarheidsmodus instellen
Instelitem: BT IN
Verdere instelitems: HFP / AUDIO
Instelmogelijkheden:
OFF / ON (standaardinstelling)
26-NL
U kunt instellen of dit toestel al dan niet herkend kan worden door een
apparaat dat BLUETOOTH ondersteunt. Zet dit standaard op VISI M
ON.
Instelitem: VISIBLE M
Instelmogelijkheden:
VISI M ON (standaardinstelling) / VISI M OFF
VISI M ON:
Activeert herkenning van dit toestel door een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt.
VISI M OFF:
Deactiveert herkenning van dit toestel door een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt.
Een BLUETOOTH-apparaat koppelen via
het toestel
Het BLUETOOTH-apparaat wordt gebruikt voor het zoeken naar een
aansluitbaar apparaat dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH en
het verbinden van het apparaat met dit toestel, of voor het registeren van
een nieuw BLUETOOTH-apparaat.
Instelitem: SEARCH DEV
1
Wanneer SEARCH DEV geselecteerd is, wordt
"SEARCHING" weergegeven en wordt de zoekopdracht
gestart.
Opmerking
• U kunt de opdracht "SEARCHING" stoppen door te drukken op .
2
Draai aan de Rotary encoder om de naam van het aan te
sluiten apparaat te selecteren in de apparaatzoeklijst en
druk vervolgens op ENTER.
3
Als dit toestel correct aangesloten is op een apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt, wordt "CONNECTED"
weergegeven, waarna het toestel naar de normale modus
terugkeert.
Afhankelijk van de mobiele telefoon kan het nodig zijn een
wachtwoord in te voeren. In dit geval wordt "CODE 0000"
weergegeven. Voer het wachtwoord "0000" in op het apparaat
dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH om de koppeling tot
stand te brengen. Wanneer de koppeling voltooid is, maakt het
toestel automatisch verbinding met het apparaat dat
ondersteuning biedt voor BLUETOOTH. Als u het verkeerde
wachtwoord hebt ingegeven of als de communicatie mislukt,
dan wordt "FAILED" weergegeven.
De BLUETOOTH-geluidskwaliteit instellen
U kunt het gespreksgeluid gemakkelijk aanpassen aan uw eigen
voorkeuren.
Instelitem: CALL SOUND
Verdere instelitems: VOL LV ADJ / AUTO SET
Het volume regelen (VOL LV ADJ)
U kunt het volumeniveau van het telefoongesprek, de beltoon en de
microfooningang versterken of verzwakken zodat dit aan uw eigen
voorkeuren voldoet.
Instelmogelijkheden:
PHONE TALK:
-5 ~ +5 db
RING TONE:
-5 ~ +5 db
MIC GAIN:
-5 ~ +5 db
Opmerking
• Deze instelitems zijn dezelfde als de instellingen voor PHONE TALK,
RING TONE en MIC GAIN in de AUDIO-modus, zie "Het
bronvolumeniveau instellen" op pagina 18.
Automatische geluidsinstelling (AUTO SET)
Dit toestel biedt u 5 methodes voor het verbeteren van de
geluidskwaliteit voor het bellen. U kunt het type kiezen naargelang uw
eigen voorkeuren.
Versterkt zowel ruisonderdrukking als echo-onderdrukking
TYPE5:
Verzwakt zowel ruisonderdrukking als echo-onderdrukking
Opmerkingen
• De onderstaande functies zijn ontworpen ter verbetering van de
geluidskwaliteit van de beller voor de chauffeur.
Ruisonderdrukking: deze functie kan het lawaai van de weg
onderdrukken, maar een overmatige verbetering kan de
geluidskwaliteit van het bellen aantasten.
Echo-onderdrukking: deze functie kan echogeluiden onderdrukken,
maar een overmatige verbetering kan de geluidskwaliteit van het bellen
aantasten.
• Het verbeteringseffect verschilt afhankelijk van de werkelijke
belomgeving; kies dus een geschikt type op basis van deze omgeving.
Het oproepinformatiescherm / de
sms-indicator instellen op ON/OFF
U kunt aan de hand van de volgende instelling kiezen of u deze functies
al dan niet gebruikt.
Instelitem: SENDER ID
Verdere instelitems: MSG ALERT / CALLER ID
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
De sms-indicator instellen op ON/OFF (MSG
ALERT)
Wanneer deze functie ingesteld is op ON, knippert de h-indicator
gedurende 30 seconden terwijl er een sms wordt ontvangen. De
h-indicator blijft branden als de aangesloten mobiele telefoon een
ongelezen sms bevat.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de mobiele telefoon is het mogelijk dat deze functie niet
wordt uitgevoerd.
• De tekst van de sms wordt niet weergegeven op dit toestel.
• Wanneer dit toestel u laat weten dat u een sms ontvangen hebt, is het
aan te raden deze pas te lezen nadat u uw auto op een veilige plaats
hebt geparkeerd. Lees de sms niet meteen op uw telefoon.
Het oproepinformatiescherm instellen op ON/
OFF (CALLER ID)
Als u de ID-informatie van de beller verborgen wilt houden voor
anderen, stelt u dit item in op OFF. Wanneer u een nummer belt, wordt
in dat geval de gebelde naam weergegeven als "ID UNSENT". Als u een
oproep ontvangt of een gesprek aan het voeren bent, wordt "NO NAME"
weergegeven.
27-NL
Automatisch updaten van het
telefoonboek instellen op ON/OFF
De naam van de provider van de
telefoondienst weergeven
U kunt ervoor kiezen het telefoonboek automatisch te updaten.
Instelitem: PB UPDATE
Instelmogelijkheden:
ON (standaardinstelling) / OFF
ON:
Wanneer de mobiele telefoon opnieuw verbinding maakt met dit
toestel, wordt het telefoonboek geüpdatet.
OFF:
Het telefoonboek wordt niet geüpdatet.
De taal van het BLUETOOTH-menu
instellen
U kunt 6 talen instellen voor het BLUETOOTH-menu.
Instelitem: BT MENU
Instelmogelijkheden:
ENGLISH (standaardinstelling) / DEUTSCH / FRANCAIS /
ESPANOL / ITALIANO / NEDERLANDS
De lijstvolgorde van het telefoonboek
wijzigen
Het telefoonboek is alfabetisch geordend op basis van de beginletters
van de namen.
U kunt ervoor kiezen het telefoonboek te ordenen op basis van de
beginletters van de FIRST NAME of LAST NAME.
Instelitem: PB ORDER
Instelmogelijkheden:
FIRST NAME (standaardinstelling) / LAST NAME
Opmerking
• "WAITING" wordt weergegeven terwijl de volgorde van het
telefoonboek gewijzigd wordt. U kunt het "WAITING"-scherm sluiten
om andere handelingen uit te voeren door te drukken op terwijl
het wijzigen van de volgorde bezig is. Het telefoonboek is op dat
moment niet toegankelijk. Daarnaast kan het wijzigen van de volgorde
het afspelen van BT AUDIO beïnvloeden.
Instellen van automatisch oproepen
ontvangen (Auto Answer)
Als u een oproep ontvangt, kunt u instellen of die automatisch
aangenomen wordt of niet.
Instelitem: AUTO AN S
Instelmogelijkheden:
AT ANS ON / AT ANS OFF (standaardinstelling)
AT A NS O N:
Als u een oproep ontvangt, dan wordt die automatisch
aangenomen na ongeveer 5 seconden.
AT ANS OFF:
Als u een oproep ontvangt, dan wordt die niet automatisch
aangenomen. Druk op w om de oproep aan te nemen.
Opmerking
• Als de instelling voor het ontvangen van oproepen op de mobiele
telefoon ingeschakeld is, zal de oproep automatisch aangenomen
worden, ook al staat deze instelling op OFF.
De naam van de serviceprovider van het verbonden apparaat dat
BLUETOOTH ondersteunt, zal worden weergegeven. Als er geen
BLUETOOTH-apparaat verbonden is, dan zal "ID UNSENT" worden
weergegeven.
Instelitem: SEV NAME
Opmerking
• Afhankelijk van het soort tekens kan de naam van sommige providers
van telefoondiensten niet worden weergegeven. "ID UNSENT" wordt
weergegeven.
De uitvoerluidspreker selecteren
U kunt de aangesloten luidspreker in de auto selecteren die het
geluidssignaal van de telefoon zal uitvoeren.
Instelitem: SPEAKER SL
Instelmogelijkheden:
ALL (standaardinstelling) / FRONT-L / FRONT-R / FRONT-LR
ALL:
Het geluid wordt uitgevoerd vanaf alle luidsprekers in de auto.
FRONT-L:
Het geluid wordt enkel uitgevoerd vanaf de luidspreker linksvoor.
FRONT-R:
Het geluid wordt enkel uitgevoerd vanaf de luidspreker
rechtsvoor.
FRONT-LR:
Het geluid wordt uitgevoerd vanaf de luidspreker linksvoor en
rechtsvoor.
De versie van de firmware weergeven
De versie van de huidige firmware zal worden weergegeven.
Instelitem: FW VERSION
De firmware updaten
In de toekomst worden er mogelijk nieuwe
BLUETOOTH-firmware-updates vrijgegeven voor
telefooninteroperabiliteit.
Voor meer informatie over het bijwerken van uw
BLUETOOTH-firmware kunt u uw plaatselijke Alpine-website
raadplegen of uw land kiezen op de Europese startpagina van Alpine
(http://www.alpine-europe.com).
Instelitem: FW UPDATE
Instelmogelijkheden:
UPDATE NO (standaardinstelling) / UPDATE YES
28-NL
Handenvrije bediening van de telefoon
Over de handenvrije telefoon
U kunt handenvrij bellen als u in combinatie met dit toestel een mobiele
telefoon gebruikt die HSP (Head Set Profile) en HFP (Hands-Free
Profile) ondersteunt.
Opmerkingen
• Vermijd handenvrij te bellen bij druk verkeer of langs smalle of
kronkelige baantjes.
• Sluit de ramen wanneer u belt om het achtergrondlawaai te
verminderen.
• Als beide bellers handenvrije apparaten gebruiken of als de oproep
wordt gemaakt in een luide omgeving, is het normaal dat u de stem van
de andere persoon moeilijk hoort.
• Afhankelijk van de kwaliteit van de lijn of bepaalde mobiele apparaten,
kunnen stemmen onnatuurlijk klinken.
• Spreek zo rechtstreeks mogelijk in de microfoon om de beste
geluidskwaliteit te produceren bij het gebruik daarvan.
• Bepaalde functies van mobiele telefoons zijn afhankelijk van de
capaciteiten en instellingen van het netwerk van uw serviceprovider.
Het is bovendien mogelijk dat uw serviceprovider bepaalde functies niet
geactiveerd heeft en/of dat de netwerkinstellingen van uw provider de
werking van de functies beperken.
Neem altijd contact op met uw serviceprovider voor informatie over de
werking en beschikbaarheid van functies.
Alle functies, de werking, andere productspecificaties en de gegevens in
de gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op de meest recente beschikbare
informatie en worden geacht correct te zijn bij het drukken.
Alpine behoudt zich het recht voor om informatie of specificaties te
wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving of verplichtingen.
Een oproep beantwoorden
Inkomende gesprekken worden aangekondigd door de belsignaal voor
ontvangen gesprekken en een boodschap die wordt weergegeven
(PHONE).
Druk op f.
Het telefoongesprek begint.
Opmerkingen
• Als "AUTO ANS" op AT ANS ON is ingesteld, dan kunt u een gesprek
automatisch aannemen. Zie "Instellen van automatisch oproepen
ontvangen (Auto Answer)" op pagina 28.
• Tijdens het gesprek wordt het brongeluid van het toestel onderbroken.
Na het gesprek wordt het afspelen hervat.
De telefoon inhaken
Druk op f.
Het telefoongesprek eindigt.
Opmerking
• U kunt de oproep ook beëindigen door gedurende minstens 2
seconden ingedrukt te houden.
Bellen
De belgeschiedenis wordt bijgehouden voor de laatst gebelde/
ontvangen/gemiste oproepen (80 items voor elke categorie). Om te
telefoneren zijn er verschillende manieren gebaseerd op "Bellen". De
volgende stappen 1 tot 5 zijn gemeenschappelijk voor de verschillende
manieren om te bellen. Meer informatie kunt u vinden onder elke
afzonderlijke categorie voor het bellen.
1
Druk op f.
Er verschijnt een lijst met methodes voor uitgaande oproepen.
2
Draai aan de Rotary encoder om de uitgaande modus te
selecteren.
Instelmogelijkheden:
Wanneer "BT MENU" ingesteld is op "ENGLISH".
VOICE DIAL / DIALLED / RECEIVED / MISSED / PHONE
BOOK
• Voor meer informatie, zie "De taal van het BLUETOOTH-menu
instellen" op pagina 28.
3
Druk op ENTER.
De uitgaande modus wordt geactiveerd en elke moduslijst
wordt weergegeven.
Opmerking
• Het kan even duren voordat de lijst wordt weergegeven en het is
mogelijk dat de lijst meteen na het verbinden nog niet is bijgewerkt.
4
Draai aan de Rotary encoder om een naam of een
telefoonnummer uit de lijst te selecteren.
Opmerking
• U kunt de alfabetische zoekfunctie voor het telefoonboek gebruiken om
een naam of nummer in het telefoonboek te zoeken. Zie "Alfabetische
zoekfunctie voor het telefoonboek" op pagina 30 voor meer informatie.
5
Druk op ENTER.
Het geselecteerde telefoonnummer zal gebeld worden.
Als er onder een naam verschillende nummers geregistreerd zijn
in het telefoonboek, druk dan op ENTER nadat u de naam
hebt geselecteerd, draai vervolgens aan de Rotary encoder om
het gewenste nummer te kiezen en druk op ENTER. Het
nummer zal gebeld worden. Houd ENTER ingedrukt
gedurende minstens 2 seconden nadat u de naam hebt
geselecteerd. Afhankelijk van de verbonden mobiele telefoon is
het mogelijk dat deze functie niet werkt.
* Als de naam niet kan worden herkend, zal het standaardnummer
worden weergegeven.
*
29-NL
Opmerkingen
•Druk op om terug te schakelen naar de vorige modus.
• Wanneer gedurende 60 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• De in het telefoonboek geregistreerde namen worden weergegeven.
Indien de naam niet geregistreerd is, wordt een nummer weergegeven.
Als zowel naam als nummer niet kunnen worden weergegeven, wordt
"ID UNSENT" weergegeven.
• Als u rechtstreeks een oproep maakt vanaf de gekoppelde mobiele
telefoon, wordt het telefoonnummer niet weergegeven en werkt de
nummerherhalingsfunctie niet.
Bediening van Voice Dial
U kunt een oproep maken door een spraakopdracht te geven.
Instelitem: VOICE DIAL
Als de spraakmodus geactiveerd is en "SPEAK" wordt
weergegeven, spreekt u het telefoonnummer
van de persoon die u wilt bellen in de microfoon in.
* Dit hangt af van de spraaktag die opgeslagen is in de mobiele
telefoon.
Opmerkingen
• U kunt enkel gebruik maken van deze functie als een mobiele telefoon is
verbonden die de Voice Dial-functie ondersteunt. Als een mobiele
telefoon de Voice Dial-functie niet ondersteunt, wordt "NO SUPPORT"
gedurende 2 seconden weergegeven.
• De werking van de Voice Dial-functie hangt af van het
herkenningsbereik van de mobiele telefoon en de montageplaats van de
microfoon. Let hierop als de microfoon gemonteerd wordt.
• De bediening van de Voice Dial-functie is afhankelijk van de werking
van de mobiele telefoon. Meer informatie kunt u vinden in de
gebruiksaanwijzing van de mobiele telefoon.
• Als de persoon die u wilt bellen niet wordt gevonden, verschijnt "NO
CALL" gedurende 2 seconden.
*
, de naam*
Nummerherhaling in de uitgaande geschiedenis
Eerder gekozen nummers worden opgeslagen in de lijst met gebelde
nummers. U kunt een nummer opnieuw kiezen door in de lijst met
gebelde nummers te zoeken.
Instelitem: DIALLED
Een nummer bellen uit de lijst met ontvangen
oproepen
Telefoonnummers van ontvangen oproepen worden opgeslagen in de
lijst met ontvangen oproepen. U kunt die nummers opnieuw kiezen
door hier te zoeken.
Instelitem: RECEIVED
Een nummer bellen uit de lijst met gemiste
oproepen
Telefoonnummers van ontvangen oproepen die u miste, worden
opgeslagen in de lijst met gemist oproepen. U kunt die nummers
opnieuw kiezen door hier te zoeken.
Instelitem: MISSED
Een nummer uit het telefoonboek bellen
U kunt tot 1.000 namen (maximaal 5 telefoonnummers per naam)
downloaden vanaf een mobiele telefoon. Kies een nummer door een
persoon uit het telefoonboek te selecteren.
Instelitem: PHONE BOOK
Opmerkingen
• De volgorde waarin de lijst wordt weergegeven, hangt af van de
instelling van "PB ORDER" (zie "De lijstvolgorde van het telefoonboek
wijzigen" op pagina 28).
• Indien de belgeschiedenis of het telefoonboek van de mobiele telefoon
wordt gewijzigd terwijl de telefoon met het toestel verbonden is, dan
wordt de lijst die het toestel weergeeft mogelijk niet bijgewerkt. Indien ze
niet wordt bijgewerkt, dan kunt u niet correct telefoneren.
• U kunt de informatie van een nummer die opgeslagen is in het
telefoonboek weergeven door te drukken op VIEW. Bij elke druk wordt
de weergave als volgt gewijzigd: Naam Telefoonnummer
Telefoonlabel
Als de informatie niet verkregen kan worden, wordt "NO NAME", "NO
NUMBER" of "NO LABEL" weergegeven.
* Het telefoonlabel van een nummer hangt af van de nummerinformatie
die opgeslagen is in het telefoonboek van de mobiele telefoon (er zijn 5
types: GENERAL, MOBILE, HOME, OFFICE en OTHER).
*
Naam
Alfabetische zoekfunctie voor het telefoonboek
U kunt de eerste drie letters selecteren om een gewenste naam te zoeken
in de telefoonboeklijst door gebruik te maken van de alfabetische
zoekfunctie voor het telefoonboek.
Bijvoorbeeld:
Zoeken naar de naam "Michael James"
Het volgende voorbeeld legt uit hoe een zoekopdracht wordt uitgevoerd.
Afhankelijk van de instelling voor PB ORDER (zie "De lijstvolgorde van
het telefoonboek wijzigen" op pagina 28), is het telefoonboek gesorteerd
op voor- of op familienaam. Zoek afhankelijk van deze instelling naar
de voor- of de familienaam.
1
Druk in de telefoonboeklijst op ABC SKIP/TA; de
alfabetische zoekfunctie voor het telefoonboek wordt
geactiveerd.
De letterkeuzelijst wordt weergegeven.
2
Draai aan de Rotary encoder om de eerste letter te
selecteren (bv. M) en druk vervolgens op .
De letterkeuzelijst wordt weergegeven.
3
Draai aan de Rotary encoder om de tweede letter te
selecteren (bv. I) en druk vervolgens op .
De letterkeuzelijst wordt weergegeven.
4
Draai aan de Rotary encoder om de derde letter te
selecteren (bv. C) en druk vervolgens op ENTER.
De namen in het telefoonboek die beginnen met "MIC" worden
gezocht.
5
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste naam (bv.
Michael James) te selecteren en druk vervolgens op
ENTER.
Opmerkingen
• Als er onder de geselecteerde naam verschillende nummers opgeslagen
zijn in het telefoonboek, draait u aan de Rotary encoder om het
gewenste nummer te selecteren en drukt u vervolgens op ENTER.
•Druk op in stap 3 of 4 om het huidige item te wissen en terug te
keren naar de vorige stap.
30-NL
• U kunt een naam zoeken op de eerste letter, de eerste twee letters of de
eerste drie letters. Druk op ENTER na het invoeren van het
gewenste aantal letters. Er wordt een lijst weergegeven met de namen
die beginnen met de ingevoerde letter(s).
Functie wachtende oproep
Als er een tweede oproep wordt ontvangen tijdens een huidige oproep,
dan kunt u de eerste beller even laten wachten terwijl u de tweede
oproep beantwoordt. Als u klaar bent met de ene oproep, kunt u naar de
andere overschakelen.
Een preselectienummer bellen
1
Druk in de telefoonmodus op een van de preset buttons
(1 through 6) waaronder een nummer opgeslagen is.
De informatie (naam/nummer) die opgeslagen is onder het
preselectienummer wordt weergegeven.
2
Druk op ENTER of f.
Het opgeslagen preselectienummer wordt meteen gebeld.
Als er een tweede oproep wordt ontvangen tijdens de
huidige oproep (oproep 1), wordt de informatie over de
tweede beller (oproep 2) weergegeven in plaats van de
naam van de huidige beller. Druk op 2. De functie voor
een wachtende oproep wordt geactiveerd.
In dit geval wordt oproep 1 in wacht geplaatst terwijl u oproep 2
beantwoordt.
Opmerkingen
• Druk in de functie voor een wachtende oproep op 1 of 2 om te
schakelen tussen de persoon waarmee u een gesprek voert en de
wachtende persoon.
• Houd in de functie voor een wachtende oproep 1 of 2 gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt om oproep 1 of oproep 2 te beëindigen;
de andere oproep wordt automatisch beantwoord.
• In de functie voor een wachtende oproep kunt u op VIEW drukken om
de weergave te wijzigen tussen het wachtnummer (1 of 2) en de naam
van de beller.
Een nummer voorprogrammeren in het
telefoonboek (sneltoets)
U kunt vaak gebelde nummers toewijzen aan voorgeprogrammeerde
toetsen om deze snel te kunnen bellen. U kunt maximaal zes vaak
gebelde nummers toekennen aan voorgeprogrammeerde cijfertoetsen.
Selecteer een nummer in het telefoonboek dat u wilt
voorprogrammeren. Houd gedurende minstens 2
seconden een van de preset buttons (1 through 6)
ingedrukt om het nummer op te slaan.
Het telefoonnummer dat u ge selecteerd hebt wordt opgeslagen
in een voorgeprogrammeerde knop.
Opmerkingen
• Als er onder een naam verschillende nummers geregistreerd zijn in het
telefoonboek, drukt u op ENTER nadat u de naam hebt
geselecteerd. Draai aan de Rotary encoder om het gewenste nummer
te kiezen. Houd een van de preset buttons (1 through 6) gedurende
minstens 2 seconden ingedrukt. Het geselecteerde nummer wordt
opgeslagen als een preselectienummer.
• U kunt maximaal 18 telefoonnummers opslaan in het
preselectiegeheugen (6 nummers voor elke mobiele telefoon in de lijst
met gekoppelde apparaten). Als er een mobiele telefoon gewist wordt uit
de lijst met gekoppelde apparaten, worden de opgeslagen
preselectienummers van deze mobiele telefoon eveneens gewist, zelfs als
deze later opnieuw wordt gekoppeld.
• Als u een telefoonnummer opslaat in een preselectiegeheugen dat reeds
een nummer bevat, zal het huidige nummer gewist en vervangen
worden door het nieuwe nummer.
Het volume aanpassen wanneer u een
oproep ontvangt
U kunt het volume aanpassen terwijl u belt.
Draai aan de Rotary encoder om het volume aan te
passen.
Opmerking
• Het kan nodig zijn dat u het volume hoger zet dan het volumeniveau
waarop u normaal naar muziek luistert. Als u het volume echter
overdadig verhoogt, kan dit leiden tot terugkoppeling. Terugkoppeling
hangt rechtstreeks samen met het volume. Verminder het volume zoveel
mogelijk om de terugkoppeling te verminderen. Door de microfoon zo te
plaatsen dat hij weg is gericht van de hoofdluidsprekers van de auto (bv.
vastgeklemd op de zonneklep), kunt u ook terugkoppeling verminderen
bij een hoog volume.
De microfooningang snel dempen
(stemdemping)
Als u tijdens het bellen de functie voor stemdemping activeert, wordt de
microfooningang onmiddellijk gedempt. De beller hoort uw stem niet
langer.
Druk tijdens het bellen op om de microfooningang te
dempen.
Druk nogmaals op om het volumeniveau van de
microfooningang te herstellen.
Opmerking
• Deze handeling kan ook uitgevoerd worden via het optiemenu van de
telefoonmodus (belmodus). Zie "Instellingen aanpassen via het
optiemenu" op pagina 21.
Oproepen overschakelen
Met deze functie kunt u tijdens het bellen de geluidsuitvoer
overschakelen tussen de mobiele telefoon en de luidsprekers in de auto.
Druk tijdens het bellen op BAND om het gespreksgeluid
te schakelen tussen het toestel en de mobiele telefoon.
Opmerkingen
• Afhankelijk van de mobiele telefoon is het mogelijk dat deze handeling
niet wordt uitgevoerd.
• Deze handeling kan ook uitgevoerd worden via het optiemenu van de
telefoonmodus (belmodus). Zie "Instellingen aanpassen via het
optiemenu" op pagina 21.
31-NL
BLUETOOTH-audiobediening
USB-aansluitingDit toestel
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
of
USB-geheugen
(apart verkrijgbaar)
Kabel (apart
verkrijgbaar)
Met dit toestel kan audio-informatie van een mobiele telefoon die
ondersteuning biedt voor BLUETOOTH, van een draagbare speler enz.
*
draadloos
* Om audiogegevens af te spelen hebt u een mobiele telefoon of een
Opmerkingen
• Stel "AUDIO" in op ON wanneer u de BLUETOOTH-audiofunctie wilt
• Tijdens een gesprek wordt het geluid van de BLUETOOTH-audiobron
• Als u de handenvrije telefoon gebruikt (bv. om te zoeken in het
bediend/afgespeeld worden.
draagbare speler nodig die beantwoordt aan A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile) en AVRCP (Audio/Video Remote Control Profile).
Niet alle functies werken met alle apparaten.
gebruiken. Zie "De BLUETOOTH-verbinding instellen (BT IN)" op
pagina 26.
gedempt.
telefoonboek) tijdens het gebruik van de BLUETOOTH-audiofunctie,
kan de BLUETOOTH-audioweergave hierdoor beïnvloed worden.
De BLUETOOTH-audiomodus oproepen
USB-geheugen (optioneel)
SOURCE/
MP3-bestanden afspelen op een
USB-geheugen (optioneel)
Druk op SOURCE/ om de BT AUDIO-modus te
selecteren.
Het gewenste nummer selecteren
Druk op .
Hiermee keert u terug naar het begin van het num mer dat wordt
afgespeeld.
Druk op .
Hiermee gaat u naar het volgende nummer.
Pauzeren
Druk op .
Het afspelen stopt. Wanneer u deze toets opnieuw aanraakt, zal
het afspelen hervatten.
Als u een USB-geheugen aansluit waarop MP3-bestanden opgeslagen
zijn, kunnen deze bestanden afgespeeld worden.
1
Druk op SOURCE om over te schakelen naar de USB
AUDI O-mod us.
2
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• De hoofdmap wordt weergegeven als "ROOT" in de zoekmodus
mapnaam.
• Het toestel speelt bestanden in het USB-geheugen af via dezelfde
functies en modi als bij het afspelen van cd's die MP3-gegevens
bevatten. Zie "CD/MP3" op pagina 14 voor meer informatie.
• Schakel over naar een andere bron of schakel de pauzestand in voordat
u een USB-geheugen loskoppelt.
• De afspeeltijd wordt mogelijk niet correct weergegeven wanneer een
bestand opgenomen met VBR (Variable Bit Rate) wordt afgespeeld.
USB-geheugen (optioneel)
Een USB-geheugen aansluiten
1
Open de klep van de USB-poort.
2
Sluit het USB-geheugen rechtstreeks op de USB-poort of
via de USB-kabel aan.
32-NL
Een USB-geheugen verwijderen
USB-aansluiting
Dit toestel
iPod/iPhone
(apart verkrijgbaar)
Geleverd bij iPod/iPhone
1
Verwijder het USB-geheugen voorzichtig van de
USB-kabel of uit de USB-poort.
2
Sluit de klep van de USB-poort.
Opmerkingen
• Schakel over naar een andere bron dan USB-modus en verwijder
vervolgens het USB-geheugen. Wanneer het USB-geheugen wordt
verwijderd in de USB-modus, kunnen gegevens beschadigd raken.
• Trek een USB-geheugen bij het verwijderen recht uit de
USB-aansluiting.
• Wanneer er geen geluid hoorbaar is of het USB-geheugen niet wordt
herkend maar toch is aangesloten, verwijder dan het USB-geheugen en
sluit het opnieuw aan.
• Leid de USB-kabel weg van andere kabels enz.
• Sluit de klep van de USB-poort nadat u het USB-geheugen verwijderd
hebt om te voorkomen dat stof of een vreemd voorwerp binnendringt en
storingen veroorzaakt.
iPod/iPhone (optioneel)
SOURCE/
ABC SKIP/TA
Rotary encoder
ENTER/OPTION
1
2
Preset buttons
(1 through 6)
4 5
Over MP3-bestanden van een USB-geheugen
MP3 afspelen
MP3-bestanden worden voorbereid en vervolgens op een
USB-geheugen opgeslagen. Dit toestel kan maximaal 100 mappen en
100 bestanden per map herkennen die op een USB-geheugen zijn
opgeslagen. Het afspelen wordt mogelijk niet uitgevoerd als een
USB-geheugen de bovenstaande beperkingen overschrijdt.
Beperk de afspeelduur van een bestand tot 1 uur.
Ondersteunde media
Dit toestel kan USB-geheugens afspelen.
Overeenkomstige bestandssystemen
Dit toestel ondersteunt FAT 12/16/32 voor USB-geheugens.
Een iPod/iPhone aansluiten
U kunt een iPod/iPhone aansluiten op dit toestel via de
iPod-interfacekabel (geleverd bij de iPod). Wanneer er een iPod/iPhone
aangesloten is op dit toestel, kunt u ervoor kiezen de iPod/iPhone te
bedienen via de bedieningselementen van de iPod/iPhone zelf of via de
hoofdeenheid. Zie "De bediening van de iPod instellen" op pagina 34
voor meer informatie.
Deze instructies gelden alleen voor het bedienen van de iPod/iPhone via
de hoofdeenheid (HU). Zorg ervoor dat de bediening van de iPod
ingesteld is op HU (HEAD UNIT). Zie "De bediening van de iPod
instellen" op pagina 34. Raadpleeg de handleiding van de iPod/iPhone
voor handelingen met de iPod/iPhone.
Opmerkingen
• Een iPhone die op dit toestel aangesloten is, functioneert als een iPod. U
kunt de iPhone als een handenvrij apparaat gebruiken via de
geïntegreerde Bluetooth-module.
• Internet- en telefoonfuncties van iPod touch of iPhone, enz. kunnen ook
worden gebruikt bij aansluiting op het toestel. De nummers die worden
afgespeeld, zullen door het gebruik van deze functie echter gestopt of
gepauzeerd worden, dus voer op dat ogenblik geen handelingen uit om
storingen te voorkomen.
• Laat geen iPod/iPhone in een auto liggen, aangezien het mechanisme
ervan gevoelig is aan hoge temperaturen en vochtigheid, wat tot schade
kan leiden.
iPod/iPhone-modellen die met dit toestel kunnen worden gebruikt
• Apparaten die een Made for iPod-bevestiging gekregen hebben. Het
correct functioneren van eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
• Gecontroleerde apparaten met betrekking tot Made for iPhone. Het
correct functioneren van eerdere versies kan niet worden
gegarandeerd.
iPhone 4: versie 4.3
iPhone 3GS: versie 4.3
iPhone 3G: versie 4.2.1
iPhone: versie 3.1.3
• Raadpleeg het Apple-document "Identifying iPod models" op
http://support.apple.com/kb/HT1353 voor meer informatie over het
identificeren van uw iPod-model.
• Dit toestel laat geen videoweergave via iPod/iPhone toe, ook al wordt
een voor video geschikte kabel gebruikt.
Afspelen
1
Druk op SOURCE om over te schakelen naar de
iPod-modus.
2
Druk op of om het gewenste nummer te
selecteren.
Als u of ingedrukt houdt, kunt u het huidige nummer
terugspoelen/vooruitspoelen.
3
Druk op om het afspelen te pauzeren.
Wanneer u opnieuw drukt op , zal het afspelen hervatten.
Opmerkingen
• Een nummer dat wordt afgespeeld via de iPod/iPhone terwijl het
apparaat is aangesloten op dit toestel, zal verder spelen vanaf de positie
waarop het werd gepauzeerd na het loskoppelen.
• Wanneer u luistert naar een episode uit een Podcast of gesproken boek,
kunt u wisselen van episode door op 1 of 2 te drukken.
• Een episode kan uit verschillende hoofdstukken bestaan. Het hoofdstuk
kan worden gewijzigd door op of te drukken.
• Druk tijdens iPod/iPhone-weergave op om snel terug te kunnen
keren naar het hiërarchieniveau dat het laatst geselecteerd was in de
zoekmodus.
De bediening van de iPod instellen
Wanneer er een iPod/iPhone aangesloten wordt, kunt u deze bedienen
via de bedieningselementen van de iPod/iPhone zelf of via de
hoofdeenheid.
1
Houd ENTEROPTION gedurende minstens 2
seconden ingedrukt in de iPod-modus.
Het optiemenu voor de iPod-modus wordt geactiveerd.
2
Draai aan de Rotary encoder om iPod CONT te selecteren
en druk vervolgens op ENTER.
De iPod-bedieningsmodus schakelt tussen iPod MODE en HU
MODE.
HU (HEAD UNIT):
U kunt de iPod/iPhone bedienen via dit toestel.
iPod:
U kunt de iPod/iPhone bedienen via de bedieningsel ementen van
de iPod/iPhone zelf. Wanneer iPod geselecteerd is, kunnen een
aantal functies niet gebruikt worden via het toestel.
Opmerkingen
• Als de bedieningsmodus gewijzigd wordt, zal de pauzestatus ingesteld
worden. Druk op om door te gaan.
• Afhankelijk van de gebruikte iPod, kunt u mogelijk niet kiezen voor
bediening via de iPod. Het is ook mogelijk dat de bediening toch via de
hoofdeenheid moet gebeuren, ook al is de iPod geselecteerd.
Een gewenst nummer zoeken
Een iPod/iPhone kan duizenden nummers bevatten. Daardoor is het
mogelijk om verschillende zoekopdrachten uit te voeren met behulp van
de zoekfunctie (zie hieronder).
Elke muziekcategorie heeft een individuele hiërarchie. Gebruik de
zoekmodi Afspeellijst/Artiest/Album/Nummer/Podcast/Genre/
Componist/Gesproken boek om zoekopdrachten te verfijnen op basis
van de hieronder afgebeelde tabel.
Hiërarchie 1Hiërarchie 2Hiërarchie 3Hiërarchie 4
Afspeellijst
(PLAYLIST)
Artiest
(ARTIST )
Album
(ALBUM)
Nummer
(SONG)
Podcast
(PODCAST)
Genre
(GENRE)
Componist
(COMPOSER)
Gesproken
boek
(AUDIOBOOK)
Nummer——
*
*
*
*
Album
Nummer——
———
Episode——
*
Artiest
*
Album
*
———
Nummer—
Album
Nummer—
*
Nummer
34-NL
Opmerking
• U kunt uw favoriete zoekmodus instellen. Zie "De iPod/
iPhone-zoekmodus instellen" op pagina 24.
Bijvoorbeeld:
Zoeken op artiestennaam
Het volgende voorbeeld legt uit hoe een ARTIST-zoekopdracht wordt
uitgevoerd. Een andere zoekmodus kan worden gebruikt voor dezelfde
handeling, maar dan op basis van een andere hiërarchie.
1
Druk op ENTER om de zoekmodus te activeren.
De ""-indicator licht op.
2
Draai aan de Rotary encoder om de ARTIST-zoekmodus te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
SHUFFLE ALL*1 PLAYLIST ARTIST ALBUM SONG
PODCAST GENRE COMPOSER AUDIOBOOK SHUFFLE
ALL
*1 Zie "Willekeurig afspelen (M.I.X.)" op pagina 36.
Opmerking
• De weergave van de zoekmoduslijst hangt af van de instelling van iPod
LIST. Zie "De iPod/iPhone-zoekmodus instellen" op pagina 24 voor
meer informatie.
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste artiest te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
4
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste album te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
5
Draai aan de Rotary encoder om het gewenste nummer te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
Opmerkingen
•Na ENTER gedurende minstens twee seconden ingedrukt te
houden in elke hiërarchie (uitgezonderd SONG- en
AUDIOBOOK-hiërarchie), worden alle nummers van de geselecteerde
hiërarchie afgespeeld.
• Na in de zoekmodus [ALL] te hebben geselecteerd met "
op de vorige pagina), houdt u ENTER gedurende minstens 2
seconden ingedrukt om alle nummers op de iPod/iPhone of van de
geselecteerde zoekmodus af te spelen.
• Wanneer u in de zoekmodus gedurende 2 seconden ingedrukt
houdt, of wanneer gedurende 10 seconden geen handeling wordt
uitgevoerd, wordt de zoekmodus geannuleerd.
•Druk op in de zoekmodus om terug te keren naar de vorige modus.
• Wanneer er wordt gezocht tijdens het afspelen in M.I.X., wordt de
M.I.X.-modus geannuleerd.
• "NO SONG" wordt weergegeven wanneer er geen nummers aanwezig
zijn in de geselecteerde afspeellijst in de zoekmodus PLAYLIST.
• "NO PODCAST" wordt weergegeven wanneer er geen podcastgegevens
aanwezig zijn op de iPod/iPhone in de zoekmodus PODCAST.
• "NOAUDIOBOK" wordt weergegeven wanneer er geen gegevens voor
gesproken boeken aanwezig zijn in de iPod/iPhone in de zoekmodus
AUDIOBOOK.
• Wanneer de "naam van de iPod" opgeslagen in de iPod/iPhone is
geselecteerd in de gewenste afspeellijstzoekmodus en ENTER wordt
ingedrukt, kunt u naar alle nummers op de iPod/iPhone zoeken. Als u
ENTER gedurende minstens 2 seconden ingedrukt houdt, worden
alle nummers van de iPod/iPhone afgespeeld.
• Afhankelijk van de iPod/iPhone is het mogelijk dat zoeken naar
podcasts niet wordt ondersteund.
• Wanneer u een van de preset buttons (1 through 6) indrukt in de
zoekmodus, kunt u snel zoeken door meteen de gewenste locatie te
selecteren. Zie "Direct Search-functie (gericht zoeken)" op pagina 35
voor meer informatie.
*
" (zie de tabel
Alfabetische zoekfunctie
De alfabetische zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een album, nummer enz. In de zoekmodus
PLAYLIST/ARTIST/ALBUM/SONG/PODCAST/GENRE/
COMPOSER/AUDIOBOOK selecteert u de eerste letter van de
gewenste titel (album, nummer enz.). De titels die met deze letter
beginnen, worden weergegeven. Via deze functie kunt u snel een
nummer kiezen.
1
Druk in de zoekmodus op ABC SKIP/TA.
De letterkeuzelijst wordt weergegeven.
2
Draai aan de Rotary encoder om een gewenste letter te
selecteren (bv. M) en druk vervolgens op ENTER.
De titels die met de letter "M" beginnen, worden weergegeven.
3
Draai aan de Rotary encoder om de gewenste titel te
selecteren.
Opmerkingen
•Druk op in de alfabetische zoekmodus om terug te keren naar de
vorige modus.
• Als de zoekmodus PLAYLIST gebruikt wordt om naar een nummer te
zoeken, is de alfabetische zoekfunctie niet actief in de
nummerzoekhiërarchie.
Direct Search-functie (gericht zoeken)
De directe zoekfunctie van het toestel kan worden gebruikt om
efficiënter te zoeken naar een album, nummer enz. In de modi
PLAYLIST/ARTIST/ALBUM/SONG/PODCAST/GENRE/
COMPOSER/AUDIOBOOK kunt u snel een nummer kiezen.
Druk in de zoekmodus op een van de preset buttons (1
through 6) om snel een aangegeven percentage van uw
nummers over te slaan.
Voorbeeld van het zoeken naar een nummer:
Als er 100 nummers op uw iPod/iPhone staan, worden die
onderverdeeld in 6 groepen aan de hand van percentages (zie
hieronder). Deze groepen worden toegewezen aan de
preselectieknoppen (1 tot 6).
Voorbeeld 1:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer in het midden
(50%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 4 om naar het
50e nummer te gaan en draai aan de Rotary encoder om het
gewenste nummer te vinden.
Voorbeeld 2:
Stel dat het nummer dat u zoekt zich ongeveer aan het einde
(83%) van uw bibliotheek bevindt: druk op knop 6 om naar het
83e nummer te gaan en draai aan de Rotary encoder om het
gewenste nummer te vinden.
Afspeellijst/Artiest/Album/Genre/Componist kunnen eenvoudig
worden gewijzigd.
Wanneer u bijvoorbeeld naar een nummer uit een gekozen album
luistert, kunt u het album wijzigen.
Druk op 1 of 2 om de gewenste Afspeellijst/Artiest/
Album/Genre/Componist te selecteren.
Opmerkingen
• Deze functie is niet actief indien de nummerzoekmodus werd gebruikt
om een nummer te selecteren.
• Indien een album werd gekozen tijdens een zoekopdracht naar een
artiest, kunt u andere albums van die artiest zoeken.
• Deze functie is niet actief tijdens willekeurig afspelen (s).
Willekeurig afspelen (M.I.X.)
De Shuffle-functie van de iPod/iPhone wordt weergegeven als s op
dit toestel.
Shuffle Albums:
De nummers uit elk album worden in de juiste volgorde afgespeeld.
Na het afspelen van alle nummers op een album, wordt het volgende
album willekeurig geselecteerd. Dit gaat zo verder tot alle albums
werden afgespeeld.
Shuffle Nummers:
De optie Shuffle nummers speelt de nummers binnen een
geselecteerde categorie (afspeellijst, album, enz.) willekeurig af. De
nummers binnen de categorie worden slechts één keer afgespeeld
tot alle nummers werden afgespeeld.
Repeat (herhaald afspelen)
Enkel Herhaal Eén is beschikbaar voor de iPod/iPhone.
Herhaal Eén:
Eén enkel nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
1
Druk op a 4.
Het nummer wordt herhaaldelijk afgespeeld.
a* (off ) a
* Herhaal Eén.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om
herhaald afspelen te annuleren.
Opmerking
• Tijdens herhaald afspelen worden geen andere nummers geselecteerd
door te drukken op of .
1
Druk op 5 s.
De nummers worden afgespeeld in willekeurige volgorde.
s*1 s*2 (off ) s
*1 Shuffle Albums.
*2 Shuffle Nummers.
2
Selecteer (off ) in de bovenstaande procedure om afspelen
in M.I.X. te annuleren.
Opmerking
• Wanneer een nummer is geselecteerd in de albumzoekmodus vóór
afspelen in M.I.X. werd geselecteerd, zullen de nummers niet
willekeurig afspelen, ook al wordt Shuffle Albums geselecteerd.
Shuffle ALL:
Shuffle ALL speelt alle nummers op de iPod/iPhone af in willekeurige
volgorde. Een nummer wordt niet meer herhaald tot alle nummers
werden afgespeeld.
1
Druk op ENTER om de zoekmodus te activeren.
2
Draai aan de Rotary encoder om SHUFFLE ALL te
selecteren en druk vervolgens op ENTER.
De "g"-indicator licht op.
Om het afspelen in M.I.X. te annuleren, drukt u op 5 s om OFF
te selecteren.
Opmerking
• Wanneer Shuffle ALL is geselecteerd, worden de geselecteerde nummers
die worden afgespeeld in de zoekmodus geannuleerd.
36-NL
Informatie
Bij problemen
Wanneer u een probleem ervaart, schakel dan het toestel uit en daarna
weer in. Indien het toestel nog steeds niet normaal functioneert,
overloop dan de items op de checklist hieronder. Deze gids zal u helpen
het probleem op te sporen indien de oorzaak bij het toestel ligt. Is dit
niet het geval, controleer dan of het systeem correct is aangesloten of
contacteer uw bevoegde Alpine-verdeler.
Basis
Geen werking of schermweergave.
• Het contact van de auto is niet ingeschakeld.
– Indien het toestel volgens de instructies werd aangesloten, zal het
niet werken wanneer het contact van de auto niet is ingeschakeld.
• Incorrecte aansluiting van de stroomkabel (Rood) en de batterijkabel
(Geel).
– Controleer de verbindingen van de stroomkabel en de
batterijkabel.
•Gesprongen zekering.
– Controleer de zekering van het toestel; vervang door de juiste
waarde indien nodig.
• Er is een storing opgetreden in de interne microcomputer ten gevolge
van interferentieruis, enz.
–Druk op de RESET-knop met een balpen of een ander puntig
voorwerp.
Radio
U kunt geen zenders ontvangen.
• Er is geen antenne aangesloten of er is een losgekoppelde aansluiting
in de kabel.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is aangesloten;
vervang indien nodig de antenne of de kabel.
U kunt niet afstemmen op zenders in de zoekmodus.
• U bevindt zich in een gebied met zwakke ontvangst.
– Zorg ervoor dat de tuner is ingesteld op DX-modus.
• Wanneer u zich in een gebied met sterke ontvangst bevindt, is het
mogelijk dat de antenne niet correct is geaard en aangesloten.
– Controleer de verbindingen van de antenne; zorg ervoor dat de
antenne correct is geaard aan de montageplaats.
• De antenne heeft mogelijk niet de juiste lengte.
– Zorg ervoor dat de antenne volledig is uitgestrekt; indien de
antenne stuk is, vervang hem dan door een nieuwe.
Er treedt ruis op bij de ontvangst.
• De antenne heeft niet de juiste lengte.
– Strek de antenne volledig uit; vervang de antenne indien hij stuk is.
• De antenne is slecht geaard.
– Zorg ervoor dat de antenne correct is geaard aan de
montageplaats.
CD
U kunt geen cd plaatsen.
• Er is reeds een cd aanwezig in de cd-speler.
– Werp de cd uit en verwijder hem.
• De cd wordt niet correct geladen.
– Zorg ervoor dat de cd wordt geladen volgens de instructies in het
onderdeel over de bediening van de cd-speler.
U kunt de cd niet snel vooruit of achteruit spoelen.
•De cd is beschadigd.
– Werp de cd uit en gooi hem weg; wanneer u een beschadigde cd
gebruikt in het toestel kan dit het mechanisme beschadigen.
Het afspeelgeluid van de cd hapert door trillingen.
• Incorrecte installatie van het toestel.
– Installeer het toestel opnieuw op een correcte manier.
• De cd is erg vuil.
–Reinig de cd.
• Er zijn krassen op de cd.
– Plaats een andere cd.
• De lens is vuil.
– Gebruik geen in de handel verkrijgbare cd om de lens te reinigen.
Contacteer uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler.
Het afspeelgeluid van de cd hapert zonder trillingen.
• De cd is vuil of bekrast.
– Maak de cd schoon; een beschadigde cd moet worden vervangen.
Een foutmelding wordt weergege ven (enkel bij de ingebouwde
cd-speler).
• Mechanische fout
–Druk op . Plaats de cd nogmaals nadat de foutmelding
verdwenen is. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde Alpine-verdeler
indien de bovenvermelde oplossing het probleem niet verhelpt.
Het afspelen van een CD-R/CD-RW is niet mogelijk.
• De opnamesessie werd niet afgesloten (gefinaliseerd).
– Finaliseer de sessie en probeer opnieuw.
MP3
MP3-bestanden worden niet afgespeeld.
• Er heeft zich een schrijffout voorgedaan. Het MP3-formaat is niet
compatibel.
– Zorg ervoor dat het MP3-bestand geschreven werd in een
ondersteund formaat. Zie "Over MP3" op pagina 15 en herschrijf
de bestanden vervolgens in een formaat dat wordt ondersteund
door dit toestel.
Audio
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
• Het toestel krijgt geen uitvoersignaal van de interne versterker.
– POWER IC is ingesteld op "POW ON" (zie "Aansluiten op een
externe versterker (POWER IC)" op pagina 19).
iPod
De iPod speelt niet af en er is geen geluid hoorbaar.
• De iPod werd niet herkend.
– Reset het toestel en de iPod. Zie "Eerste gebruik van het toestel" op
pagina 10. Meer informatie over het resetten van de iPod vindt u
in de gebruiksaanwijzing van de iPod.
Cd-speler werkt niet.
• Temperatuur ligt boven de toelaatbare bedieningsomstandigheden
voor cd's (+50°C).
– Verlaag de temperatuur in het interieur (of de koffer) van de auto.
Het afspeelgeluid van de cd wordt onvast.
• Condensatie in de cd-module.
– Wacht voldoende lang (ongeveer 1 uur) tot het vocht is verdampt.
Schermaanduidingen voor de cd-speler
• Er is geen cd geplaatst.
– Plaats een cd.
37-NL
• Er is een cd geplaatst, maar toch wordt "NO DISC" weergegeven en
NO DEVICE
NO SUPPORT
het toestel speelt de cd niet af of werpt de cd niet uit.
– Verwijder de cd via de volgende stappen:
Druk nogmaals op de -knop gedurende minstens 2 seconden.
Indien de cd nog steeds niet wordt uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-verdeler.
• Storing van het mechanisme.
1Druk op en werp de cd uit.
Contacteer uw Alpine-verdeler als het uitwerpen niet lukt.
2 Wanneer de foutmelding nog steeds verschijnt na het
uitwerpen, drukt u nogmaals op .
Contacteer uw Alpine-verdeler wanneer de foutmelding blijft
verschijnen na verschillende keren op te hebben gedrukt.
• Als "ERROR" wordt weergegeven:
Indien de cd niet kan worden uitgeworpen door op te drukken,
druk dan op de RESET-knop (Zie "Eerste gebruik van het toestel" op
pagina 10) en druk nogmaals op .
Indien de cd nog steeds niet kan worden uitgeworpen, contacteer dan
uw Alpine-verdeler.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
Schermaanduidingen voor een
USB-geheugen
• Er werd tekstinformatie ingevoerd die niet door het toestel kan
worden herkend.
– Sluit een USB-apparaat aan met ingevoerde tekstinformatie die
wordt ondersteund door het toestel.
• Communicatiestoornis
– Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in (ON).
– Controleer het scherm door het USB-geheugen opnieuw aan te
sluiten op dit toestel.
• Fout door stroomstoot
Er wordt een overmatig voltage of overmatige stroom toegevoerd
naar het USB-geheugen.
– Probeer een ander USB-geheugen indien beschikbaar.
Schermaanduidingen voor iPod-modus
• De iPod/iPhone is niet aangesloten.
– Zorg ervoor dat de iPod/iPhone correct is aangesloten (zie
"Aansluitingen" op pagina 44).
Zorg ervoor dat de kabel niet te veel gebogen is.
• Een USB-apparaat is aangesloten dat niet wordt ondersteund door
het toestel.
– Sluit een USB-apparaat aan dat wordt ondersteund door het
toestel.
• Er is geen USB-geheugen aangesloten.
– Zorg ervoor dat het USB-geheugen correct is aangesloten en dat de
kabel niet te veel gebogen is.
• Het USB-geheugen bevat geen MP3 (bestand).
– Sluit het USB-geheugen opnieuw aan wanneer het nummers
(bestanden) bevat.
• Een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid wordt gebruikt die niet
wordt ondersteund door dit toestel.
– Gebruik een bemonsteringsfrequentie/bitsnelheid die wordt
ondersteund door dit toestel.
• De iPod/iPhone bevat geen nummers.
– Download nummers op de iPod/iPhone en sluit hem opnieuw aan
op dit toestel.
• Communicatiestoornis
– Schakel het contact van de auto uit en daarna weer in (ON).
–Reset de iPod.
– Controleer het scherm door de iPod/iPhone met behulp van de
iPod/iPhone-kabel opnieuw aan te sluiten op dit toestel.
• Veroorzaakt doordat de versie van de iPod/iPhone-software niet
compatibel is met dit toestel.
– Update de versie van de iPod/iPhone-software zodat de software
compatibel is met dit toestel.
• De iPod/iPhone is niet geverifieerd.
–Reset de iPod.
– Probeer een andere iPod/iPhone indien beschikbaar.
38-NL
• Fout door stroomstoot
Er wordt een overmatig voltage of overmatige stroom toegevoerd
naar de iPod/iPhone.
– Probeer een andere iPod/iPhone indien beschikbaar.
BLUETOOTH-modus (alleen CDE-133BT)
• Het BLUETOOTH-apparaat is niet aangesloten.
– Sluit het BLUETOOTH-apparaat aan.
vervorming
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
80 dB
Onder meetbare limiet
0,008% (bij 1 kHz)
ALGEMEEN
Stroomvereiste14,4 V DC
(11~16 V toelaatbaar)
Maximaal uitgangsvermogen50 W × 4
Maximaal pre-uitgangsvoltage2 V/10 kilo-ohm
Lage tonen±14 dB bij 60 Hz
Hoge tonen±14 dB bij 10 kHz
Loudness10 dB bij 100 Hz
Gewicht1,5 kg
FRAMEFORMAAT
Breedte178 mm
Hoogte50 mm
Diepte161 mm
FORMAAT VOORKANT
Breedte170 mm
Hoogte46 mm
Diepte25 mm
Opmerking
• Ten gevolge van voortdurende verbetering van de producten, kunnen
specificaties en ontwerp wijzigen zonder enige kennisgeving.
OPGELET
USB-GEDEELTE
USB-vereistenUSB 1.1/2.0
Max. stroomverbruik1.000 mA
USB-klasseMassaopslag
BestandssysteemFAT 12/16/32
MP3-decoderingMPEG AUDIO Layer-3
Aantal kanalen2-kanaals (stereo)
Frequentierespons
Total e har m onis che
vervorming
Dynamisch bereik95 dB (bij 1 kHz)
Signaal/ruis-verhouding105 dB
Kanaalscheiding85 dB (bij 1 kHz)
* De frequentierespons kan verschillen afhankelijk van de
coderingssoftware/bitsnelheid.
BLUETOOTH-GEDEELTE (alleen CDE-133BT)
Specificatie BLUETOOTHBLUETOOTH V 3.0
UitgangsvermogenMax. +4 dBm (Vermogens-
ProfielHFP (Hands-Free Profile)
ONTVANGST
Golflengte795 nm
LaservermogenCLASS I
*
5 ~ 20.000 Hz (±1 dB)
0,008% (bij 1 kHz)
klasse 2)
HSP (Head Set Profile)
A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile)
AVRCP (Audio/Video Remote
Control Profile)
40-NL
Installatie en aansluitingen
Lees het volgende en zie "G ebruiksaanwijzing" op p agina 6 voor u het
toestel installeert of aansluit, om een juist gebruik te garanderen.
WAARSCHUWING
SLUIT ALLES CORRECT AAN.
Zaken verkeerd aansluiten, kan vuur of schade aan het product
veroorzaken.
ENKEL TE GEBRUIKEN IN AUTO'S MET EEN NEGATIEVE AARDING VAN
12 V.
(contacteer bij twijfel uw verdeler). Indien u deze instructie niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand, enz.
VERWIJDER DE KABEL VAN DE NEGATIEVE BATTERIJAANSLUITING VOOR
U HET TOESTEL AANSLUIT.
Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot elektrocutie of letsels ten
gevolge van kortsluitingen.
SPLITS GEEN ELEKTRISCHE KABELS.
Snijd nooit de kabelisolatie weg om stroom te voorzien voor een
ander apparaat. Wanneer u dit wel doet, zal de stroomcapaciteit van
de kabel overschreden worden, wat kan leiden tot brand of
elektrocutie.
BESCHADIG GEEN BUIZEN OF KABELS TIJDENS HET BOREN VAN GATEN.
Neem uw voorzorgen tijdens het boren van gaten in het chassis
voor de installatie, zodat u geen buizen, brandstoftoevoeren,
brandstoftanks of elektrische bedradingen raakt, beschadigt of
blokkeert. Zoniet kan dit leiden tot brand.
OPGELET
LAAT DE AANSLUITING EN INSTALLATIE UITVOEREN DOOR
DESKUNDIGEN.
De aansluiting en installatie van dit toestel vereist specifieke
technische kennis en ervaring. Contacteer voor uw eigen veiligheid
steeds de verdeler waar u dit product hebt gekocht om de installatie
te laten uitvoeren.
GEBRUIK GESPECIFICEERDE ACCESSOIRES EN INSTALLEER ZE OP DE
JUISTE MANIER.
Zorg ervoor dat u enkel de gespecificeerde accessoires gebruikt.
Gebruik van andere dan de genoemde onderdelen kunnen interne
schade veroorzaken aan het toestel of zorgen mogelijk voor een
slechte installatie van het toestel. Daardoor kunnen onderdelen
loskomen, met gevaren of storingen tot gevolg.
SCHIK DE KABELS ZODAT ZE NIET GEKNELD ZITTEN OF GEKNEPEN
WORDEN DOOR EEN SCHERPE METALEN KANT.
Leid de kabels en bedrading weg van bewegende onderdelen (zoals
de zetelrails) of scherpe of puntige kanten. Zo vermijdt u
knelpunten en schade aan de bedrading. Wanneer de kabels door
een metalen gat lopen, gebruik dan een rubberen ring om te
voorkomen dat de kabelisolatie doorgesneden wordt door de
metalen rand van het gat.
INSTALLEER NIET OP PLAATSEN MET VEEL VOCHT OF STOF.
Vermijd installatie van het toestel op plaatsen waar veel vocht of stof
aanwezig is. Wanneer er vocht of stof terechtkomt in het toestel, kan
dit storingen veroorzaken.
GEBRUIK GEEN BOUTEN OF MOEREN IN DE REM- OF STUURINRICHTING
OM EEN AARDING TE MAKEN.
Bouten of moeren die worden gebruikt in de rem- of
stuurinrichting (of een ander veiligheidssysteem) of tanks mogen
NOOIT gebruikt worden voor installaties of als aardverbinding.
Het gebruik van dergelijke onderdelen kan leiden tot een
controleverlies over de auto en brand enz. veroorzaken.
HOUD KLEINE VOORWERPEN ZOALS BATTERIJEN BUITEN HET BEREIK
VAN KINDEREN.
Wanneer deze worden ingeslikt, kan dit leiden tot ernstige
verwondingen. Contacteer in dit geval onmiddellijk een dokter.
INSTALLEER NIET OP LOCATIES DIE HET BESTUREN VAN UW VOERTUIG
KUNNEN HINDEREN, ZOALS HET STUUR OF DE VERSNELLINGSPOOK.
Wanneer u dit doet, kan dit uw gezichtsvermogen of uw
bewegingen belemmeren met ernstige ongevallen tot gevolg.
LET OP DAT ER GEEN KABELS VERSTRIKT GERAKEN IN VOORWERPEN IN
DE BUURT.
Orden de kabels volgens de handleiding om obstructies tijdens het
rijden te voorkomen. Kabels die een obstructie vormen of worden
opgehangen op plaatsen zoals het stuur, de versnellingspook,
rempedalen, enz. kunnen uiterst gevaarlijk zijn.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Zorg ervoor dat u de kabel verwijdert van de batterijaansluiting (−)
voor u uw CDE-133BT/CDE-131R installeert. Dit verkleint de kans
op schade aan het toestel bij een kortsluiting.
• Zorg ervoor dat u de kleurgecodeerde draden aansluit volgens het
diagram. Foute aansluitingen kunnen storingen veroorzaken in het
toestel of schade teweegbrengen aan het elektrische systeem van de
auto.
• Tijdens het aansluiten op het elektrische systeem van de auto, dient u
op te letten voor componenten die in de fabriek werden geïnstalleerd
(bv. boordcomputer). Maak geen aftakkingen in deze kabels om
stroom te voorzien voor dit toestel. Zorg er bij het aansluiten van de
CDE-133BT/CDE-131R op de zekeringkast voor dat de zekering voor
het circuit bedoeld voor de CDE-133BT/CDE-131R de juiste
stroomsterkte heeft. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot schade aan
het product en/of het voertuig. Contacteer bij twijfel uw
Alpine-verdeler.
• De CDE-133BT/CDE-131R maakt gebruik van vrouwelijke
RCA-aansluitingen voor aansluiting op andere apparaten (bv.
versterker) met RCA-aansluitingen. U hebt mogelijk een adapter
nodig om andere apparaten aan te sluiten. Contacteer in dat geval uw
bevoegde Alpine-verdeler voor hulp.
• Zorg ervoor dat u de (−) luidsprekerkabel aansluit op de (−)
luidsprekeraansluiting. Verbind nooit de kabels van het linkse en het
rechtse luidsprekerkanaal met elkaar of met de carrosserie van het
voertuig.
41-NL
BELANGRIJK
Minder dan 35°
Rubberen kapje
(meegeleverd)
Beugel
Zeskantbout
(meegeleverd)
Montageframe
(meegeleverd)
Dashboard
Drukplaten*
Dit toestel
Gelieve het serienummer van uw toestel te noteren in de
voorziene ruimte hieronder en dit bij te houden als permanent
bewijs. Het serienummer of het gegraveerde serienummer vindt u
aan de onderzijde van het toestel.
SERIENUMMER: []
DATUM VAN INSTALLATIE: []
INSTALLATIETECHNICUS: []
PLAATS VAN AANKOOP: []
Installatie
OPGELET
Verwijder het verwijderbare voorpaneel niet wanneer u dit
toestel in uw auto installeert.
Wanneer het verwijderbare voorpaneel wordt verwijderd tijdens
de installatie, is het mogelijk dat u te hard gaat drukken en zo de
metalen plaat vervormt die het op zijn plaats houdt.
De hoofdeenheid moet binnen een hoek van 35 graden met het
horizontale vlak worden geïnstalleerd, gemeten van achter naar
voor.
1
Verwijder het montageframe van de hoofdeenheid (zie
"Verwijdering" op pagina 43). Schuif het montageframe in
het dashboard en bevestig het met de metalen haken.
42-NL
* Als het montageframe los zit in het dashboard, kunt u de
drukplaten licht plooien om het probleem op te lossen.
2
Wanneer uw voertuig uitgerust is met de beugel, monteer
dan de lange zeskantbout op het achterpaneel van de
CDE-133BT/CDE-131R en plaats het rubberen kapje op de
zeskantbout. Versterk de hoofdeenheid met de metalen
montageband (niet meegeleverd) indien uw voertuig niet
is uitgerust met d e montagebeugel. Verbind alle de ka bels
van de CDE-133BT/CDE-131R volgens de details
omschreven in het onderdeel AANSLUITINGEN.
Metalen montageband
Schroef
*
Schroefbout
Zeskantmoer (M5)
Dit toestel
* Voorzie voor de schroef * een goede schroef voor de
installatieplaats in het chassis.
3
Voorpaneel
Schroef (M5 × 8)
(meegeleverd)
Dit toestel
Montagebeugel
Schuif de CDE-133BT/CDE-131R in het dashboard. Zorg
ervoor dat de sluitpinnen helemaal naar beneden staan
wanneer het toestel op zijn plaats zit. Di t kunt u doen door
stevig op het toestel te drukken terwijl u de sluitpin naar
beneden drukt met een kleine schroevendraaier. Dit zorgt
ervoor dat het toestel stevig op zijn plaats zit en niet per
ongeluk uit het dashboard zal vallen. Plaats het
verwijderbare voorpaneel.
Sluitpin
Verwijdering
1
Verwijder het verwijderbare voorpaneel.
2
Gebruik een kleine schroevendraaier (of een gelijkaardig
gereedschap) om de sluitpinnen naar boven te schuiven
(zie tekening hierboven). Trek het toestel zachtjes naar
buiten wanneer u een pin naar boven hebt geschoven, om
ervoor te zorgen dat het niet opnieuw sluit voor u de
tweede pin hebt kunnen naar boven schuiven.
3
Trek het toestel uit het dashboard terwijl u de pinnen
open houdt.
JAPANSE AUTO
De microfoon monteren (enkel CDE-133BT)
Monteer uit veiligheidsoverwegingen de microfoon enkel op de
volgende plaats.
• Op een stabiele en stevige plaats.
• Op een plaats die het veilig besturen van het voertuig niet belemmert.
• Monteer de microfoon op een plaats waar de stem van de bestuurder
gemakkelijk kan worden opgevangen.
Kies een locatie voor de microfoon waar de stem van de bestuurder
gemakkelijk kan worden opgevangen. Indien de bestuurder zich naar de
microfoon toe dient te bewegen voor de hoorbaarheid, dan veroorzaakt
dat afleiding, wat gevaarlijk kan zijn.
43-NL
Aansluitingen
AUDIO INTERRUPT IN
REMOTE TURN-ON
IGNITION
GND
POWER ANT
DIMMER
BATTERY
Microfoon (alleen CDE-133BT)
Antenne
Naar autotelefoon (niet gebruikt voor CDE-133BT)
Naar versterker of equalizer
Naar automatische antenne
Naar de verlichtingskabel van de instrumentengroep
Contactsleutel
(Roze/Zwart)
(Blauw/Wit)
(Rood)
(Zwart)
(Blauw)
Versterker
Batterij
Luidsprekers
Linksachter
Linksvoor
Rechtsvoor
Rechtsachter
Luidsprekers
Voor of subwoofers*
(Groen)
(Groen/Zwart)
(Wit)
(Wit/Zwart)
(Grijs/Zwart)
(Grijs)
(Paars/Zwart)
(Paars)
(Oranje)
(Geel)
* Als de subwoofer ingesteld is op OFF: uitvoer is voor voorluidsprekers. Als de subwoofer ingesteld is op ON: uitvoer is voor subwoofer.
Voor meer informatie over het instellen van de subwoofer op ON/OFF, zie "De subwoofer in- of uitschakelen" op pagina 19.
Sluit deze kabel aan op de kabel voor afstandsschakeling van uw
versterker of signaalprocessor.
Geschakelde stroomkabel (contactslot) (Rood)
Sluit deze kabel aan op een vrije aansluiting in de zekeringkast van
het voertuig of op een andere ongebruikte voedingsbron die enkel
(+) 12V levert wanneer de motor aan is of de sleute l in de
contactpositie staat.
Aardkabel (Zwart)
Sluit deze kabel aan op een goede plaats op het chassis van de auto.
Zorg ervoor dat de verbinding enkel metaal raakt en stevig
vastgemaakt is door middel van de meegeleverde metalen schroef.
Kabel automatische antenne (Blauw)
Sluit deze kabel aan op de +B-aansluiting van uw automatische
antenne, indien van toepassing.
Opmerking
• Deze kabel mag enkel worden gebruikt voor het bedienen van de
automatische antenne van het voertuig. Gebruik deze kabel niet om
een versterker, signaalprocessor, enz. in te schakelen.
Dimmerkabel (Oranje)
Deze kabel kan worden aangesloten op de verlichtingskabel van de
instrumentencluster van het voertuig. Zo kunt u via de
dimmerbediening van het voertuig de achtergrondverlichting van
het toestel verduisteren.
Batterijkabel (Geel)
Sluit deze kabel aan op de positieve (+) aansluiting van de batterij
van het voertuig.
Naar de interfacebox van de stuurafstandsbediening.
Dit apparaat kan worden bediend via de bedieningsinstrumenten
van uw voertuig wanneer een Alpine-interfacebox voor
stuurafstandsbediening (optioneel) is aangesloten. Contacteer uw
Alpine-verdeler voor meer informatie.
Via deze aansluiting kan geluid vanaf een extern apparaat (zoals een
draagbare speler) worden ingevoerd met behulp van een in de
handel verkrijgbare conversiekabel.
USB-aansluiting
Verbind deze met een USB-geheugen of een iPod/iPhone (apart
verkrijgbaar).
Vermijden dat extern lawaai het audiosysteem binnendringt.
• Plaats het toestel en leid de kabels minstens 10 cm verwijderd
van het chassis van de auto.
• Houd de stroomkabels van de batterij zo ver mogelijk weg van
de andere kabels.
• Sluit de aardkabel goed aan op een plaats waar hij enkel metaal
raakt (verwijder verf, stof of vet indien nodig) op het chassis
van de auto.
• Wanneer u een optionele ruisonderdrukker toevoegt, sluit hem
dan zover mogelijk verwijderd van het toestel aan. Contacteer
uw Alpine-verdeler voor meer informatie over verschillende
ruisonderdrukkers.
• Uw Alpine-verdeler is uitvoerig op de hoogte van middelen
voor ruispreventie, dus contacteer hem voor meer informatie.
About the Rules of Bluetooth Electromagnetic
Radiation Regulation
Declaration of Conformity
45-NL
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.