Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om
al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
INHOUD
Inhoud
4 Veiligheidsinformatie
9 Beschrijving van het product
10 Voor het eerste gebruik
11 Bedieningspaneel
13 Dagelijks gebruik
14 Magnetronstand
16 Klokfuncties
17 Automatische programma's
18 Gebruik van de accessoires
19 Extra functies
20 Nuttige aanwijzingen en tips
39 Onderhoud en reiniging
41 Problemen oplossen
42 Montage
46 Milieubescherming
3
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw
persoonlijke veiligheid en informatie
over het voorkomen van schade aan
het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
• Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
• Uit respect voor het milieu
• Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als
het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
• Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade
te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
• Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens
de installatie.
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
Veiligheidsinformatie
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3mm.
• U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie
begint.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
• Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
• Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aansluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat
te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of
beschadigd raken achter het apparaat.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker indien van toepassing.
5
Gebruik
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat
niet voor commerciële of industriële doeleinden.
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er kunnen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of pannen plaatst of verwijdert.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan
staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet
met aluminiumfolie;
Veiligheidsinformatie
6
– plaats heet water niet direct in het apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
• Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is
dus geen defect in de zin van het recht op garantie.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Magnetron
• Schakel het apparaat alleen in als er eten in is geplaatst. Zonder eten kan het apparaat
overbelast raken.
•
Gebruik alleen kookgerei dat geschikt is voor de magnetron . Zie "Gebruik, tabellen
en tips: geschikt kookgerei en materialen".
• Om te voorkomen dat het apparaat verroest door de ontsnapping van stoom, droogt u
het apparaat na elk gebruik met een doek.
• Laat het apparaat niet zonder toezicht werken wanneer u voedsel verwarmt of kookt
in wegwerpbare bakjes, gemaakt van plastic, papier of ander ontvlambaar materiaal.
• Als er rook ontstaat, houdt u het apparaat gesloten. Schakel het apparaat uit en haal
de stekker uit het stopcontact. Gebruik het apparaat niet als het niet goed functioneert.
• Wanneer u vloeistoffen verwarmt, moet u altijd een koffielepel of glazen staafje in de
houder plaatsen, om vertraagd koken te voorkomen. Bij vertraagd koken wordt de kooktemperatuur bereikt zonder dat u de typische stoombellen ziet.
Als u de houder schudt, kan de vloeistof plotseling overkoken of hevig gaan spuiten.
Gevaar voor brandwonden!
• Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals aardappelen, tomaten, worstjes, een paar keer met
een vork in voordat u het in de magnetron plaatst, zodat het eten niet barst.
•
Zorg dat er een minimale temperatuur van 70°C is bereikt wanneer u eten kookt/verwarmt. Raadpleeg hiertoe de gegevens over vermogen en tijd in de tabellen. Gebruik
geen kwik- of vloeibare thermometers om de temperatuur van het eten te controleren.
• Voedsel dat met microgolven wordt verwarmd, geeft warmte aan het kookgerei af.
Gebruik ovenwanten of iets dergelijks om uw handen te beschermen!
• Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door het vermogen en de tijd te hoog in te
stellen. Het voedsel kan uitdrogen, verbranden of op sommige plekken hard worden.
• De binnenkant van de oven, het verwarmingselement van de grill en de accessoires
worden heet wanneer het apparaat in werking is. Hanteer deze elementen voorzichtig
en gebruik ovenwanten of iets dergelijks om uw handen te beschermen. Gevaar voor
brandwonden!
• Metalen objecten moeten minimaal 2 cm van de wanden en deur van het apparaat
verwijderd zijn. Als u zich hier niet aan houdt, kunnen er vonken ontstaan en kan het
apparaat beschadigd raken.
• Tenzij u hiertoe andere instructies ontvangt, mag u geen aluminiumfolie gebruiken.
• Zorg dat er niets tussen de deur en het deurframe vast komt te zitten.
• Houd de deurstrip, de oppervlakken van de deurstrip en de binnenkant van het apparaat altijd schoon. Vuil in het apparaat kan gevaarlijke situaties veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
• Laat geen brandbare materialen in de oven achter. Deze kunnen in brand vliegen wanneer de oven wordt ingeschakeld.
• Verwarm babyvoeding altijd in potjes of flessen met de dop of het deksel eraf. Roer of
schud goed na het verwarmen. Zorg dat de temperatuur niet te hoog is voordat u de
babyvoeding aan het kind geeft.
Het apparaat niet gebruiken:
• Om eieren in hun schaal en slakken te koken, omdat ze kunnen barsten. Bij gebakken
eieren, moet u het eigeel eerst doorprikken.
• Om bakolie te verwarmen (voor fondue, frituren) of drank met een hoog alcoholgehalte. Dit vliegt spontaan in brand! Pas op voor explosiegevaar!
• Om stevig gesloten houders te verwarmen, zoals blikken, flessen en potjes.
• Om dieren, stoffen, graankussens, gelkussens en andere ontvlambare materialen te drogen. Brandgevaar!
• Met kookgerei gemaakt van porselein, keramisch materiaal of aardewerk met kleine
gaatjes, d.w.z. op handgrepen of ongeglazuurde bodems. Er kan vocht in de openingen
komen, waardoor het kookgerei bij verhitting kan barsten.
Onderhoud en reiniging
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap permanente vlekken maakt.
• Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het apparaat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of
bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze
te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
• Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
7
Brandgevaar
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Veiligheidsinformatie
8
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het
apparaat.
Ovenlampje
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt.
Er bestaat risico op elektrische schokken!
Service-afdeling
• Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
• Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
• Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in
het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
Een automatisch programma instellen (ook wanneer het apparaat uit staat).
SNEL OPWARMENRaak aan om de opwarmtijd te verkorten.
MINDe temperatuur of tijd instellen.
PLUSDe temperatuur of tijd instellen.
KLOKDe klokfunctie instellen.
STOPEen functie annuleren of instellingen herstellen.
Het apparaat uitschakelen.
Bedieningspaneel
12
Display
4312
8765
1 Geheugen: P
2 Magnetronfunctie
3 Weergave van temperatuur/tijd/magnetronvermogen
4 Weergave van gewicht
5 Weergave van klokfuncties/klok
6 Voorverwarmindicatie
7 Automatische programma's
8 Ovenfuncties
Algemene aanwijzingen
•Gebruik
seconden met
• Als de ovendeur tijdens de werking wordt geopend, stopt de functie. Sluit de ovendeur
en gebruik
den met
•Gebruik
•Gebruik
• Wanneer u de functie instelt, verschijnt de functie in het display en begint de temperatuur te stijgen of wordt de tijd afgeteld.
• Wanneer u een functie instelt of de ovendeur opent, gaat het lampje aan.
De ovenlamp gaat na 10 minuten uit wanneer de deur open gaat en de oven niet in
werking is.
om de geselecteerde functie te bevestigen. Als u de functie niet binnen 30
bevestigt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
om de functie weer te activeren. Als u de functie niet binnen 30 secon-
bevestigt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
om de actieve functie uit te schakelen. Als u wilt doorgaan, gebruikt u .
twee keer om het apparaat uit te schakelen.
Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie instelt, lichten de balkjes in het symbool een voor een op. De
balkjes geven aan dat de temperatuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, verdwijnt de voorverwarmindicatie van het display.
Restwarmte-indicatie
Na het koken toont het display de restwarmtetemperatuur als die hoger is dan 40°C.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
U kunt het apparaat gebruiken in:
•
handmatige modus -u stelt de ovenfunctie, de temperatuur en de kooktijd handmatig
in.
•
automatische programma's -voor het bereiden van een gerecht als u geen kennis of
ervaring met koken hebt.
De ovenfunctie instellen
1. Raak of aan om een ovenfunctie in te stellen.
Op het display wordt een automatische temperatuur weergegeven.
2. Gebruik
Gebruik om de ovenfunctie uit te schakelen.
Ovenfuncties
om de ovenfunctie in te schakelen.
FunctiesGebruik
Ventitherm® Multi Hetelucht
Infratherm
Grill
Ontdooien/drogen
Voor het braden en bakken op twee niveau's tegelijkertijd.
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
op één niveau. Voor het maken van een bruin korstje en
gratineren.
Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Voor het ontdooien en drogen van kruiden, fruit en groenten.
Dagelijks gebruik
13
Oventemperatuur wijzigen
Raak of aan om de temperatuur in stappen van 5 °C te verhogen of te verlagen.
Snel opwarmen
De snelwarmfunctie verlaagt de opwarmtijd.
LET OP!
Leg geen voedsel in het apparaat wanneer de snelwarmfunctie is ingeschakeld.
1. Stel de ovenfunctie in en wijzig indien nodig de automatische temperatuur.
2. Raak
aan staat, gaan de balkjes van de opwarmindicatie één voor één knipperen.
Als het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, gaan de balkjes van de opwarmindicatie branden. Er klinkt een geluidssignaal. Het symbool
Nu werkt de ovenfunctie automatisch en kunt u het eten in het apparaat doen.
aan. Het symbool verschijnt op de display. Als de functie snel opwarmen
gaat uit in het display.
Magnetronstand
14
MAGNETRONSTAND
Magnetronfuncties
FunctiesBeschrijving
Magnetron
CombiGebruik de Combi om de oven- en magnetronfunctie tegelijkertijd te ge-
Snelle start
De magnetronfunctie instellen
1. Als het nodig is, raakt u aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Blijf
3. Raak
4. Gebruik
U kunt te allen tijde tijdens de werking van de magnetron, het vermogen wijzigen (raak
aan), evenals de duur (raak aan).
aanraken om het vermogen van de magnetron aan te passen. U kunt het ver-
mogen aanpassen tussen 1000 W en 100 W, in stappen van 100 W.
of aan om de duurfunctie voor de magnetron in te stellen (raadpleeg
"Duur van magnetron instellen").
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. De magnetronfunctie wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om een geluidssignaal te stoppen.
Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor het verwarmen van kant-en-klare maaltijden en drankjes, het ontdooien van
vlees of fruit en het koken van groenten en vis.
bruiken. Om gerechten korter te koken en tegelijkertijd een bruin korstje
te geven.
Voor het inschakelen van de magnetronfunctie wanneer het apparaat
uit staat. Met een druk op het sensorveld
gen van de magnetron gebruikt. Werkt tussen 30 seconden en 7 minuten.
wordt het maximale vermo-
om de magnetronfunctie in te schakelen.
De Combi-functie instellen
1. Als het nodig is, raakt u aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Raak
3. Als het nodig is, raakt u
4. Blijf
5. Raak
magnetron instellen".
De maximale duur van de Combi-functie is 59 minuten.
6. Raak
De tijd begint af te tellen en op het display verschijnt het symbool
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een ge-
luidssignaal. De Combi-functie wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om het geluidssignaal te stoppen.
U kunt te allen tijde tijdens de werking van de Combi-functie, het vermogen wijzigen
(raak
of aan om een ovenfunctie in te stellen.
of aan om de temperatuur in te stellen.
aanraken om het vermogen van de magnetron in te stellen (maximaal 600 W).
of aan om de tijd voor de duurfunctie in te stellen. Zie "Duur van
aan.
aan), evenals de duur (raak aan).
.
Magnetronstand
De snelstartfunctie instellen
1. Gebruik zo nodig om het apparaat uit te schakelen.
2. Gebruik
om de duur van de magnetron in te stellen.
Elke keer dat u aanraakt, worden er 30 seconden aan de duur van de magnetron toegevoegd.
Het apparaat begint op het maximale vermogen te werken.
3. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. De magnetronfunctie wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om het geluidssignaal te stoppen.
U kunt te allen tijde tijdens de werking van de magnetron, het vermogen wijzigen (raak
aan), evenals de duur (raak aan).
Voorbeelden van kooktoepassingen voor de instellingen van het vermogen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
VermogeninstellingGebruik
• 1000 Watt
•900 Watt
•800 Watt
•700 Watt
•600 Watt
•500 Watt
•400 Watt
•300 Watt
•200 Watt
•100 Watt• Vlees, vis en brood ontdooien
• Verwarmen van vloeistof
• Dichtschroeien aan het begin van het kookproces
• Koken van groenten
• Smelten van gelatine en boter
• Ontdooien en verwarmen van bevroren maaltijden
• Een maaltijd op een bord verwarmen
• Stoofpot sudderen
• Eiergerechten koken
• Maaltijden door laten koken
• Delicaat voedsel koken
• Babyvoeding verwarmen
• Rijst laten sudderen
• Delicaat voedsel verwarmen
• Kaas smelten
• Kaas, room en boter ontdooien
• Fruit en cake ontdooien (gebak)
• Gistdeeg laten rijzen
• Koude gerechten en drankjes verwarmen
15
Klokfuncties
16
KLOKFUNCTIES
Klokfuncties
SYMBOOL
min
De klok instellen
1. Schakel het apparaat in en stel een ovenfunctie en temperatuur in (niet nodig voor
kookwekker en dagtijd).
2. Blijf drukken op
symbool toont, bijv. kookwekker
3. Raak
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. “00.00” gaat aan op het display en de bijbehorende functieindicator knippert. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om het geluidssignaal uit te schakelen.
FUNCTIEBESCHRIJVING
KOOKWEKKERGebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd.
DUURGebruik de duur om in te stellen hoe lang de oven in werk-
DUUR VAN MAGNE-
TRON
EINDEGebruik einde om in te stellen wanneer de oven moet stoppen.
DAGTIJDToont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen, ver-
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal. De-
ze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
ing moet zijn.
Gebruik de duur om in te stellen hoe lang de magnetron in
werking moet zijn.
anderen of opvragen. Zie 'De dagtijd instellen'.
totdat het display de benodigde klokfunctie en het bijbehorende
.
of aan om de benodigde tijd in te stellen.
Duur van magnetron instellen
1. Stel de functie en het vermogen van de magnetron in.
2. Raak
3. Gebruik
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. "00.00" verschijnt in het display en het bijbehorende functie-indicatielampje knippert. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om het geluidssignaal uit te schakelen.
U kunt de duur van de magnetron wijzigen wanneer de tijd wordt afgeteld.
Duur van magnetron instellen:
• tussen 0 en 2 minuten in stappen van 5 seconden
• tussen 2 en 5 minuten in stappen van 10 seconden
• tussen 5 en 10 minuten in stappen van 20 seconden
• tussen 10 en 20 minuten in stappen van 30 seconden
• vanaf 20 minuten in stappen van 1 minuut
of aan om de benodigde duur in te stellen.
om de functie voor de duur van de magnetron in te schakelen.
Automatische programma's
De maximale instelling voor de duur van de magnetron instellen:
• 700 Watt tot 1000 Watt - 0 tot 7 minuten en 40 seconden
• 100 Watt tot 600 Watt - 0 tot 59 minuten
Algemene aanwijzingen:
• Als u een klokfunctie hebt ingesteld, gaat het symbool knipperen gedurende ongeveer
5 seconden. Gedurende deze 5 seconden moet u
stellen.
• Als u de tijd hebt ingesteld, blijft het symbool knipperen gedurende ongeveer 5 secon-
den. Na deze 5 seconden gaat het symbool branden. De ingestelde tijd op de kookwekker begint te verstrijken. Voor Bereidingsduur en Einde begint de tijd af te lennen nadat de functie start.
• Als u het begin van de bereidingstijd wilt uitstellen, gebruik dan de functie Einde
• Als u de bereidingstijd eerder wilt beëindigen (voor het eind van de klokfuncties) ge-
bruik dan
.
of aanraken om de tijd in te
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Automatische programma's
Zie de recepten in "Automatische programma's" voor meer informatie.
17
.
Een programma instellen
1. Als het nodig is, raakt u
2. Raak
3. Raak
–
– Raak
– Als u het gewicht verandert, wordt de duur dat de magnetron in werking zal zijn,
Stel altijd het onderste gewicht in. Als het gewicht van een brood bijvoorbeeld 460 g is,
stelt u 400 g in.
4. Raak
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een geluidssignaal. Het symbool
een knop aan om het geluidssignaal te stoppen.
Bij sommige programma's wordt de warmhoudfunctie aan het einde van de magnetronduur automatisch ingeschakeld. Er klinkt een geluidsignaal en op het display wordt "HH"
weergegeven.
aan om het menu met de automatische programma's te openen.
of aan om een automatisch programma in te stellen (P1 tot P12).
Het display geeft het automatische gewicht " gr " weer, en het symbool
of aan om het gewicht van het voedsel in te stellen tussen 100 g en
1500 g (P5 tot P12, maximaal 1000 g).
automatisch ook veranderd.
aan om het programma in te schakelen.
aan om het apparaat uit te schakelen.
knippert.
knippert. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Raak
Gebruik van de accessoires
18
Geheugenfunctie
Gebruik de geheugenfunctie om een favoriete instelling op te slaan.
1. Stel de ovenfunctie, de temperatuur en de klokfuncties in: Duur
2. Houd
wordt bevestigd.
De geheugenfunctie inschakelen
1. Als het nodig is, raakt u
2. Raak
3. Raak
2 seconden ingedrukt totdat er een geluidssignaal weerklinkt. De instelling
aan om het apparaat uit te schakelen.
aan om de opgeslagen instelling in te stellen.
aan om de geheugenfunctie in te schakelen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De ovenaccessoires plaatsen
Alle ovenaccessoires hebben een kleine inkeping aan de rechteronderkant en de linkerrand om de veiligheid te verhogen.
Zorg er altijd voor dat deze inkeping zich aan de achterkant van de oven bevindt. Deze
inkeping gaat ook kantelen tegen.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van
het ovenniveau
en/of Einde .
Extra functies
Bakrooster:
Schuif het rooster in de oven en zorg ervoor dat
de pootjes naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen van
het ovenniveau
Door de hoge rand rond het rooster wordt voorkomen dat schotels wegglijden.
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan
de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
Kinderbeveiliging
U kunt het apparaat niet inschakelen als de kinderbeveiliging in werking is.
De kinderbeveiliging in-/uitschakelen:
1. Schakel het apparaat
2. Houd
en tegelijkertijd ingedrukt tot SAFE aan of uit gaat in het display.
uit. Stel geen ovenfunctie in.
19
Geluidsignaal
Het geluidsignaal in-/uitschakelen:
1. Schakel het apparaat
2. Houd
luidssignaal klinkt.
en gelijktijdig ingedrukt gedurende ongeveer 2 seconden tot er een ge-
uit.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat na een tijdje automatisch uitgeschakeld:
• Als een ovenfunctie in werking is.
• Als u de oventemperatuur niet verandert.
In het display knippert de laatst ingestelde temperatuur.
OventemperatuurUitschakeltijd
30 °C -120 °C12,5 u.
120 °C - 200 °C8,5 u.
200 °C -250 °C5,5 u.
OFF verschijnt op het display.
De oven starten na een automatische uitschakeling
Nuttige aanwijzingen en tips
20
Schakel de oven uit. Wanneer u het apparaat inschakelt, kunt u de oven weer gebruiken.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat
u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en
de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten lan-
ger zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
Bakken op één gebruiksniveau
Ovenfunctie: Ventitherm® Multi Hetelucht
Bakken in vormen
GerechtRekstandTemperatuur (°C)Tijd (min)
Tulband of brioche1160-17050-60
Moskovisch gebak/vruchtencake1150-17070-90
Cake, zacht1160-18025-40
Taartbodem van zandtaartdeeg2
Taartbodem - roerdeeg2150-17020-25
Dichte appeltaart1160-18050-60
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal
geplaatst)
• Na het inschakelen van het apparaat, laat u het voedsel een paar minuten rusten (zie
magnetrontabellen: rusttijd).
• Verwijder de verpakking van aluminiumfolie, metalen bakjes, etc. voordat u het voed-
sel in de magnetron zet.
Nuttige aanwijzingen en tips
28
Koken:
• Kook het eten zo mogelijk bedekt met materiaal dat geschikt is voor gebruik in de mag-
netron. Kook voedsel alleen onbedekt, als u een korstje op het eten wilt.
• Voor gekoeld of bevroren eten is een langere kooktijd nodig.
• Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd worden geroerd.
• Groenten met een stevige structuur, zoals wortel, doperwten of bloemkool, moeten in
water worden gekookt.
• Draai grotere stukken halverwege de kooktijd om.
• Snij groenten zo mogelijk in stukjes van gelijke grootte.
• Gebruik platte, brede schalen of borden.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
• Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een klein omgekeerd bord met een bakje
eronder of op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan weglopen.
• Draai het voedsel halverwege de ontdooitijd om. Verdeel de stukken zo mogelijk op-
nieuw en verwijder de stukken die al zijn ontdooid.
Boter, gebakjes, kwark ontdooien:
• Niet helemaal in het apparaat ontdooien, maar gedeeltelijk op kamertemperatuur la-
ten ontdooien. Dit geeft een meer gelijkmatig resultaat. Verwijder metalen of aluminium verpakking of onderdelen voordat u begint te ontdooien.
Fruit, groenten ontdooien:
• Fruit en groenten die rauw moeten worden verwerkt, niet volledig in het apparaat ont-
dooien, maar gedeeltelijk op kamertemperatuur.
• Fruit en groenten die moeten worden gekookt, kunnen rechtstreeks op hoog vermo-
gen worden gekookt, zonder het eerst te ontdooien.
Kant-en-klaargerechten:
• Kant-en-klaargerechten in metalen verpakking of plastic bakjes met metalen afdek-
king, mogen alleen in de magnetron worden ontdooid of verwarmd, als ze speciaal zijn
ontworpen voor geschikt gebruik in de magnetron.
• U moet de op de verpakking afgedrukte instructies van de fabrikant volgen (d.w.z. me-
talen afdekking verwijderen en plastic folie doorprikken).
Geschikt kookgerei en materialen
Materiaal van de pannenMagnetron
Ovenbestendig glas en porselein (zonder
metalen onderdelen, d.w.z. vuurvast, hittebestendig glas)
Niet-ovenbestendig glas en porselein
Glas en keramisch glas gemaakt van ovenbestendig/vriesbestendig materiaal (d.w.z.
arcoflam), grillrooster
1)
OntdooienVerwar-
men
XXXX
X------
XXXX
Koken
Grill
Nuttige aanwijzingen en tips
29
Materiaal van de pannenMagnetron
OntdooienVerwar-
Keramisch materiaal 2), aardewerk
Hittebestendig plastic tot 200°C
Karton, papier
Huishoudfolie
Bakpapier met magnetronveilige afdich-
3)
ting
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
email, gietijzer
Bakvormen, zwarte lak of siliconenlaag
Bakplaat
Braadpannen, d.w.z. Crostino of Crunchbord
Kant-en-klare maaltijden in de verpak-
3)
king
1) Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen
2) Zonder kwarts of metalen onderdelen, geen metaalhoudende glazuur
3) Houd u aan de maximale temperaturen die door de fabrikant worden vermeld!
2)
3)
XXX--
XXX--
X------
X------
XXX--
------X
3)
------X
------X
--XX--
XXXX
men
Koken
Grill
X geschikt
-- niet geschikt
Andere dingen om rekening mee te houden...
• Eten heeft verschillende vormen en kwaliteiten. Eten wordt voorbereid in verschillende
hoeveelheden. Daarom verschillen de benodigde tijden en het benodigde vermogen
voor ontdooien, verwarmen en koken. Als grove richtlijn: Een dubbele hoeveelheid =
bijna een dubbele bereidingstijd
• Bij verwarmen in de magnetron wordt de warmte vanuit het eten zelf geproduceerd.
Daarom kunnen de borden niet tegelijkertijd worden verwarmd. Verwarmde gerechten
moeten daarom worden geroerd of omgedraaid, speciaal als het gaat om grotere hoeveelheden.
•
De rusttijd wordt in de tabellen gegeven. Laat het eten rusten, in het apparaat of er-
buiten, zodat de warmte gelijkmatiger wordt verdeeld.
• U krijgt betere resultaten met rijst als u een platte, brede schaal gebruikt.
Nuttige aanwijzingen en tips
30
Bereidingstabel voor de magnetron
Vlees ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
gen
(Watt)
Hele stukken vlees50020010-1210-15Halverwege de berei-
Steak2002003-55-10Halverwege de berei-
Half-om-half gehakt50020010-1510-15Halverwege de berei-
Goulash50020010-1510-15Halverwege de berei-
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
dingstijd omdraaien.
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen verwijderen.
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen verwijderen.
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen verwijderen.
Gevogelte ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
gen
(Watt)
Kip100020025-3010-20Halverwege de berei-
Kip (borst)100-2002003-510-15Halverwege de berei-
Kippenboutjes100-2002003-510-15Halverwege de berei-
Eend200020045-6020-30Halverwege de berei-
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedekken.
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedekken.
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedekken.
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedekken.
Nuttige aanwijzingen en tips
31
Vis ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
gen
(Watt)
Hele vis50010010-1515-20Halverwege de berei-
Visfilets50010010-1215-20Halverwege de berei-
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
dingstijd omdraaien.
dingstijd omdraaien.
Worstjes ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
gen
(Watt)
Gesneden worst1001002-420-40Halverwege de berei-
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
dingstijd omdraaien.
Zuivelproducten ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
gen
(Watt)
Kwark25010010-1525-30Aluminiumdelen ver-
Boter2501003-515-20Aluminiumdelen ver-
Kaas2501003-530-60Aluminiumdelen ver-
Room2001007-1220-30Aluminium deksel ver-
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
wijderen, halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
wijderen, halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
wijderen, halverwege
de bereidingstijd omdraaien.
wijderen, halverwege
de bereidingstijd roeren.
Nuttige aanwijzingen en tips
32
Cake/gebak ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
gen
(Watt)
Gistdeeg1 stuk1002-315-20Bord halverwege de
Kwarktaart1 stuk1002-415-20Bord halverwege de
Cake (gebak)1 stuk1001-215-20Bord halverwege de
Droge cake1 stuk1002-415-20Bord halverwege de
Fruitcake1 stuk1001-215-20Bord halverwege de
Brood100010015-2010-15Halverwege de berei-
Gesneden brood5001008-1210-15Halverwege de berei-
Broodjes4 broodjes1005-85-10Halverwege de berei-
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
bereidingstijd omdraaien.
bereidingstijd omdraaien.
bereidingstijd omdraaien.
bereidingstijd omdraaien.
bereidingstijd omdraaien.
dingstijd omdraaien.
dingstijd omdraaien.
dingstijd omdraaien.
Fruit ontdooien
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
Aardbeien3001008-1210-15Bedekt ontdooien, hal-
Pruimen, kersen,
frambozen, bramen,
abrikozen
2501008-1010-15Bedekt ontdooien, hal-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
verwege de bereidingstijd roeren.
verwege de bereidingstijd roeren.
Nuttige aanwijzingen en tips
Ontdooien, smelten
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
Chocolade / chocoladelaagje
Boter1002002-4---Halverwege de berei-
1506002-3---Halverwege de berei-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
dingstijd roeren.
dingstijd roeren.
Ontdooien, verwarmen
GerechtMagnetron
Grootte (g)Vermo-
Babyvoeding in potjes 2003002-3---Halverwege de berei-
---Lepel in de fles steken,
roeren en temperatuur controleren!
verwijderen, halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
verwijderen, halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
---Lepel in het bakje doen.
dingstijd roeren.
dingstijd roeren.
Opmerking
33
Nuttige aanwijzingen en tips
34
Bereidingstabel
GerechtMagnetron
Grootte
(g)
Vermo-
gen
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
(Watt)
Hele vis5005008-10---Afgedekt koken, het
bakje tijdens het bereiden meerdere malen
omdraaien.
Visfilets5005006-8---Afgedekt koken, het
bakje tijdens het bereiden meerdere malen
omdraaien.
Groenten met een korte
bereidingstijd, vers
50060012-16---Ongeveer 50 ml water
1)
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roeren.
Groenten met een korte
bereidingstijd, bevro-
1)
ren
50060014-18---Ongeveer 50 ml water
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roeren.
Groenten met een lange
bereidingstijd, vers
50060014-20Ongeveer 50 ml water
1)
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roeren.
Groenten met een lange
bereidingstijd, bevro-
1)
ren
50060018-24---Ongeveer 50 ml water
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roeren.
Gekookte aardappelen800 g +
600 ml
10005-7300 W /
15- 20
Bedekt bereiden, halverwege de bereidingstijd roeren.
Rijst300 g +
600 ml
10004-6---Bedekt bereiden, hal-
verwege de bereidingstijd roeren.
1) Alle groenten afgedekt in de container koken. De aangegeven tijden zijn slechts richtlijnen en hangen af van
het type en de kwaliteit van de ingrediënten.
Tabel voor de Combi-functie
Bereidingsfuncties: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
+ magnetron
of Infratherm + magnetron
Nuttige aanwijzingen en tips
35
GerechtBak-/braad-
Soufflés /
met geraspte kaas
Soufflés/gegratineerde
gerechten
Eend 2000 g Glazen ser-
Visfilets 350gGlazen ser-
Visschotel
1400 g
Heel gevogelte
Halve kipGlazen ser-
Gehakt 650gGlazen ser-
Kipdrumsticks
Gebraden
kalfsvlees
1000 g
Aardappelgratin
Lamsbout
met been
1000 g
Lamsbout
zonder been
1000 g
gerechten
Ovenschaal
op rooster
Ovenschaal
op rooster
vies op rooster
vies op rooster
Glazen servies
Glazen servies op rooster
vies op rooster
vies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Oven-
functie
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
Temp.
180600125-35
180600130-40
Eerst
230
daarna
180
230600115-20Gevuld, gerold,
180300130-40
200300130-40Na 20 min. om-
200300125-35Na 15 min. om-
180300130-405 min. laten
210600120-25Na 15 min. om-
210300130-40Na 25 min. om-
180600120-25Kaas toevoe-
180300130-405 min. laten
200300130-405 min. laten
(°C)
Magne-
tron
(Watt)
300
300
Roos-
ter-
stand
140-60Na 15 min. om-
Tijd
(min)
Opmerking
draaien, dan
180°C, 10 min.
laten rusten.
gekruid
draaien.
draaien.
rusten.
draaien.
draaien, onbedekt, dan 5
min. laten rusten.
gen.
rusten.
rusten.
Nuttige aanwijzingen en tips
36
GerechtBak-/braad-
Lasagne
1200 g
Pastaschotel 1800 g
Gevulde paprika
Runderbraadstuk
1000 g
Varkensbraadstuk,
hals 1200 g
gerechten
Ovenschaal
op rooster
Ovenschaal
op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Glazen servies op rooster
Oven-
functie
+
+
+
+
+
Temp.
230400125-30
230400130-35Na 20 min. roe-
230400120-25Halve paprika's
180400160-7010. min. laten
230400155-655 min. laten
(°C)
Magne-
tron
(Watt)
Roos-
ter-
stand
Tijd
(min)
Opmerking
ren.
met kaas-/
groentevulling
rusten, een
keer omdraaien, afgedekt
bereiden.
staan, een keer
draaien.
De aangegeven bereidingstijden en -temperaturen zijn slechts richtlijnen en hangen af
van het type en de kwaliteit van de ingrediënten.
Tips voor de magnetron
ResultaatOplossing
U kunt de gegevens over de hoeveelheid
voedselbereiding niet vinden.
Het eten is te droog.Verlaag de bereidingstijd of selecteer een lager ver-
Het eten is nog steeds niet ontdooid,
heet of gekookt nadat de bereidingstijd is
verstreken.
Als de bereidingstijd is verstreken, is het
eten aan de rand verbrand, maar in het
midden nog steeds niet gaar.
Zoek naar gelijksoortig eten. Verhoog of verlaag de
bereidingstijd aan de hand van deze richtlijn: Een
dubbele hoeveelheid = bijna een dubbele bereidingstijd De helft van de hoeveelheid = de helft
van de bereidingstijd
mogen.
Stel een langere bereidingstijd in of selecteer een hoger vermogen. Merk op dat grotere gerechten een langere bereidingstijd nodig hebben.
Kies de volgende keer een lager vermogen en een langere bereidingstijd. Roer vloeistoffen, zoals soep, halverwege.
Testgerechten in overeenstemming met IEC 60705
(magnetronvermogen van 1000 Watt)
De kwaliteit en functie van magnetrons worden door testinstituten met behulp van speciale gerechten getest.
Gebruik om een van de 12 automatische programma's in te stellen (zie "Automatische
programma's").
Program-maFunctieReceptgewichtTijd aan
P 1
Ontdooien
Voorinstelling
Gevogelte1000 g100 g1500 g19 min.
min.max.
de hand
van voor-
instelling
40 seconden,
Opmerking
Warm-
houdfunc-
tie "HH"
Nee
P 2
P 3
P 4
Vlees800 g100 g1500 g17 min.
36 seconden,
Vis1000 g100 g1500 g15 min.
20 seconden,
Brood500 g100 g1500 g6 min.Nee
Nee
Nee
Nuttige aanwijzingen en tips
38
Program-maFunctieReceptgewichtTijd aan
P 5
P 6
P 7
P 8
P 9
P 10
P 11
Koken
Combifunctie
Voorinstelling
Bevroren
groenten,
klein + 50
ml water
Bevroren
groenten,
groot + 50
ml water
Verse
groenten,
klein + 50
ml water
Verse
groenten,
groot + 50
ml water
Aardappelen + 100
ml water
Vis1000 g100 g1000 g21 min.
Aardappelgratin
800 g100 g1000 g15 min.
800 g100 g1000 g22 min.
800 g100 g1000 g24 min.Nee
800 g100 g1000 g26 min.
600 g100 g1000 g17 min.
1000 g400 g1800 g30 min.Ja
min.max.
de hand
van voor-
instelling
44 seconden,
56 seconden,
40 seconden,
12 seconden,
40 seconden,
Warm-
houdfunc-
tie "HH"
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
+
P 12
+
Kip1000 g400 g1400 g30 min.Ja
AARDAPPELGRATIN (4-5 personen)
Ingrediënten:
• 750 g aardappelen
• 100 g Gruyère of Emmentaler kaas, geraspt
•1 ei
• 75 ml melk of room
Onderhoud en reiniging
39
• 2 eetlepels boter
• 1/2 eetlepel tijm
• 1 teentje knoflook, geschild
• zout, peper, nootmuskaat
Voorbereiding:
Schil de aardappelen, snijd ze in dunne plakken van zo'n 3 mm, droog ze af en bestrooi
ze met zout en peper.
Plaats de helft van de aardappelschijfjes in een ingevette ovenschaal. Strooi er geraspte
kaas over. Leg de overige aardappelschijfjes er bovenop en strooi de rest van de kaas eroverheen.
Pers het teentje knoflook en vermeng dit met de eieren, melk en tijm. Voeg een beetje
zout toe en giet het mengsel over de aardappelen.
Schaaf de boter in kleine stukjes en verdeel dit over het gerecht.
InstellingRoosterstandTijdsinstelling
P 11 AARDAPPELGRATIN
230 min.
KIP 1200 G
Ingrediënten:
• 1 kip (1000 - 1200 g)
• 2 eetlepels olie
• zout, peper, paprika, kerriepoeder
Voorbereiding:
Was de kip en dep hem droog met keukenpapier.
Meng de kruiden met de olie en bestrijk de kip daarmee gelijkmatig aan de binnen- en
buitenkant.
Leg daarna de kip met de borstzijde naar beneden in een vuurvaste schaal of in een glazen schaal met inzetstuk met gaatjes (extra accessoire).
De kip halverwege de baktijd omdraaien.
Na het eerste geluidssignaal controleren of het vlees gaar is. Zo nodig verder laten braden gedurende de resterende braadtijd tot het 2e geluidssignaal (ongeveer 10 min.).
InstellingRoosterstandTijdsinstelling
P 12 KIP 1200 G
230 min.
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Onderhoud en reiniging
40
Opmerkingen over schoonmaken:
• Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
• Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreiningen laten zich dan het
makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
• Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm
sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
• Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agres-
sieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de
anti-aanbaklaag beschadigen.
Verwijderen van de inschuifrails
U kunt de geleiders verwijderen om de zijwanden te reinigen.
Til de geleiders op en trek ze naar buiten.
Installeer de geleiders in omgekeerde volgorde.
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken.
De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel het apparaat uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade
aan het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen/afdekglaasje schoonmaken
Om schade aan het ovenlampje en de glazen afdekking te voorkomen, een doek op de
bodem van de oven leggen.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de
ovenlamp verbranden.
1. Verwijder de linkergeleiders.
2. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
3. Reinig het afdekglas.
4. Vervang de ovenlamp zo nodig met de
relevante tegen 300°C, G9 hittebestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
5. Plaats het afdekglas terug.
6. Installeer de geleiders.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het apparaat wordt niet warm. Het apparaat is uitgeschakeld.Schakel het apparaat in.
Het apparaat wordt niet warm. De dagtijd is niet ingesteld.Stel de klok in. Zie 'De dagtijd
Het apparaat wordt niet warm. De benodigde kookstanden
Het apparaat wordt niet warm. De automatische uitschakeling
Het apparaat wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd.Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet warm. De zekering is uitgeschakeld.Controleer of de zekering de
Het ovenlampje brandt niet.Het ovenlampje is kapot.Vervang het ovenlampje.
De magnetron werkt niet.De ovendeur is niet goed ge-
De magnetron werkt niet.De deurafdichting en de opper-
De magnetron werkt niet.Het sensorveld Start is niet ge-
zijn niet ingesteld.
is actief.
sloten.
vlakken rondom de afdichting
zijn vuil.
bruikt.
Problemen oplossen
instellen'.
Zorg ervoor dat de instellingen juist zijn.
Raadpleeg "Automatisch uitschakelen".
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neem dan contact
op met een erkende installateur.
Sluit de ovendeur.
Maak de deurafdichting en de
oppervlakken rondom de afdichting schoon.
Raak het sensorveld Start aan.
41
Montage
42
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
"d" brandt in het display en de
oven wordt niet warm.
De ventilator werkt niet.
De testfunctie is ingeschakeld.Schakel het apparaat uit.
Houd
ingedrukt totdat er een signaal te horen is en "d" van het
display verdwijnt.
en tegelijkertijd
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typeplatje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.).........................................
De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen aan de DIN 68930 norm
1a
Montage
43
1b
380-383
min.
550
380-383
380
min.
560
min.
560
375
13
375
567
13
594
594
20
388
594
20
388
252
min.
550
567
388
252
594
44
Montage
1c
380-383
380
380
min. 560
594
20
13
388
375
388
375
min.
550
375
567
594
388
252
Montage
3
0
90
45
4
2x3,5x25
13
20
Milieubescherming
46
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonderdelen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
47
www.aeg-electrolux.com/shop892937524-A-312010
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.