AEG 47036IU-MN User Manual [nl]

47036IU
NL FORNUIS GEBRUIKSAANWIJZING 2 FR CUISINIÈRE NOTICE D'UTILISATION 41
www.aeg.com
2
INHOUD
4 VEILIGHEIDSINFORMATIE 8 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
9 VOOR HET EERSTE GEBRUIK 10 KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK 14 KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 16 KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING 17 OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK 19 OVEN - KLOKFUNCTIES 20 OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES 22 OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 34 OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING 37 PROBLEMEN OPLOSSEN 39 MONTAGE
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
- Producten
- Brochures
- Gebruikershandleidingen
- Oplossen van problemen
- Service-informatie
www.aeg.com
LEGENDA
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot waszakken…
NEDERLANDS
3
Bezoek onze webshop op www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice dient u de volgende gegevens bij de hand te hebben. Deze informatie treft u aan op het typeplaatje.
Model Productnummer Serienummer
www.aeg.com
4
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of ge­bruikt:
• Voor uw eigen veiligheid en de veilig­heid van uw eigendommen
• Voor bescherming van het milieu
• Voor de correcte bediening en werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het ap­paraat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve in­stallatie of foutief gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zin­tuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, in­dien zij onder toezicht staan of instruc­ties hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin­deren mogen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstik­king of lichamelijk letsel.
• Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent licha­melijk letsel.
• Gebruik het kinderslot of de Key lock­functie als het apparaat hiermee uitge­rust is. Dit voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aan­zetten.
ALGEMENE VEILIGHEID
• De specificaties van het apparaat mo­gen niet worden veranderd. Risico op letsel en beschadiging van het appa­raat.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
MONTAGE
• De afstellingsvoorwaarden voor dit ap­paraat worden op het label weergege­ven (of op het gegevensplaatje).
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servi­cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Controleer of het apparaat niet is be­schadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leve­rancier.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voor­dat u het voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie ongeldig maken.
• De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het apparaat wordt gebruikt die­nen in acht genomen te worden (veilig­heidsvoorschriften, recyclingvoorschrif­ten, veiligheidsvoorschriften met be­trekking tot elektra of gas, etc.).
• Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshand­schoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Zorg ervoor dat de stekker van het ap­paraat uit het stopcontact is getrokken tijdens de installatie (indien van toepas­sing).
• Houd de minimumafstanden naar an­dere apparaten en units in acht.
• Plaats het apparaat niet op een basis.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
• Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact op met een erkend servi­cecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te voorkomen.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroomvoorziening in uw woning.
• Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
• U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomonder­brekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwij­derd), aardlekschakelaars en contactge­vers.
• De elektrische installatie moet isolatie bevatten waardoor het apparaat volle­dig van het lichtnet afgesloten kan wor­den. De isolatie moet een contactope­ning hebben met een minimale breed­te van 3mm.
• De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Houd kabels bij het aansluiten van elek­trische apparaten op stopcontacten uit de buurt van de hete deur van het ap­paraat.
• Gebruik geen meerwegstekkers, -aan­sluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (in­dien van toepassing) en kabel niet knakken of beschadigd raken achter het apparaat.
• Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie.
• Trek niet aan het netsnoer om het ap­paraat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf (indien van toepassing).
• Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
GEBRUIK
• Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk koken. Gebruik het appa­raat niet voor commerciële of industrië­le doeleinden. Zo voorkomt u lichame­lijk letsel of schade aan eigendommen.
• Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
• Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als het apparaat aan staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
NEDERLANDS
• Gebruik dit apparaat niet als het con­tact maakt met water. Bedien het appa­raat niet met natte handen.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer heet worden.
• De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Er bestaat gevaar voor brandwonden. Gebruik ovenhand­schoenen wanneer u bakroosters, scha­len e.d. plaatst of verwijdert.
• Het apparaat en de toegankelijke on­derdelen ervan worden heet tijdens ge­bruik. Zorg ervoor dat u de verwar­mingselementen niet aanraakt. Houd jonge kinderen uit de buurt of onder permanent toezicht.
• Open de deur voorzichtig. Als u alcoho­lische toevoegingen gebruikt, kan er al­cohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
• Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur.
• Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het apparaat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
• Zet de kookzones op "uit" na ieder ge­bruik.
• Gebruik de kookzones niet met leeg kookgerei of zonder kookgerei erop
• Laat kookgerei niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan kookgerei en het kookoppervlak.
• Als er voorwerpen of kookgerei op de kookplaat vallen, kan het oppervlak be­schadigd raken.
• Zet geen heet kookgerei naast het be­dieningspaneel, want de warmte kan het apparaat beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan het emaille van het apparaat te voorkomen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen
5
www.aeg.com
6
veroorzaken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift.
• Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
– plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek het niet met aluminiumfolie;
– plaats heet water niet direct in het
apparaat;
– haal vochtige schotels en eten uit het
apparaat als u klaar bent met koken.
• Oefen geen kracht uit op een geopen­de deur.
• Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar alleen hittebestendige accessoires (indien van toepassing).
• Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de ach­terzijde van de bovenkant (indien van toepassing).
• Plaats geen voorwerpen op de kook­plaat die kunnen gaan smelten.
• Sluit de stroomtoevoer af als het opper­vlak is gebarsten. Er bestaat risico op elektrische schokken.
• Leg geen warmtegeleidend materiaal (bijv. dunne roosters of metalen platen die de warmte geleiden) onder de pan­nen. Door de warmtereflectie kan de kookplaat beschadigen.
• Als u een geïmplanteerde pacemaker hebt, moet u uw bovenlichaam op een afstand van minimaal 30 cm van inge­schakelde inductiekookzones houden.
water en zeep om het apparaat te reini­gen. Gebruik geen ontvlambare pro­ducten of bijtende producten.
• Reinig het apparaat niet met stoomrei­nigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen, schuurmiddelen, schuur­sponzen en vlekverwijderaars.
• Volg de aanwijzingen van de ovenfabri­kant op als u een ovenspray gebruikt. Spray niets op de verwarmingselemen­ten en de thermostaatsensor (indien van toepassing).
• Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schraper. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hier­door breken en versplinteren.
• Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te vervangen. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar.
• De lampjes die in dit apparaat worden gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting van een woon­ruimte.
• Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde ver­mogen die specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt. Gevaar voor elektrische schokken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar voor brandwonden.
ONDERHOUD EN REINIGING
• Zorg ervoor dat het apparaat is afge­koeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor brandwonden. De glazen panelen kunnen breken.
• Houd het apparaat altijd schoon. Op­eenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorza­ken.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven ach­teruitgaat.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen
SERVICECENTRUM
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met een erkend servicecen­trum.
• Gebruik alleen originele reserveonder­delen.
VERWIJDERING VAN HET APPARAAT
• Om lichamelijk letsel of schade te voor­komen:
– Trek de stekker uit het stopcontact.
– Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
– Verwijder de deurvergrendeling. Dit
voorkomt dat kinderen of kleine huis­dieren in het apparaat opgesloten ra­ken. Er bestaat gevaar voor verstik­king.
NEDERLANDS
7
www.aeg.com
8
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
21
3 4
8
Knop voor ovenfuncties
1
Elektronische tijdschakelklok
2
Knop voor de temperatuur
3
Temperatuurlampje
4
INDELING KOOKPLAAT
1 3
140 mm
210 mm
2
180 mm
180 mm
5
6 4
5 4 3 2 1
5
6
7
Verwarmingselement
5
Ovenlampje
6
Ventilator en verwarmingselement
7
Inzetniveaus
8
Inductiekookzone 1400 W, met Po-
1
werfunctie 2500 W Stoomuitlaat
2
Inductiekookzone 1800 W, met Po-
3
werfunctie 2800 W Inductiekookzone 1800 W, met Po-
4
werfunctie 2800 W Bedieningspaneel
5
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
6
werfunctie 3600 W
ACCESSOIRES
Ovenrek Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat Voor gebak en koekjes.
Braadpan Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
Uitneembare telescopische geleiders Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
NEDERLANDS
9
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
EERSTE REINIGING
• Verwijder alle accessoires en uitneem­bare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste ge­bruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
TIJD INSTELLEN
U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient.
Als het apparaat wordt aangesloten op de stroomtoevoer of na een stroomonder­breking, gaat het symbool voor de tijd knipperen. Druk op de toets + of - om de juiste tijd in te stellen.
5.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knip­peren en geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
Wanneer u de tijd verandert, mag u niet tegelijkertijd de functie
Duur
of Eindtijd instellen.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het reste­rende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum­temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan staan.
www.aeg.com
10
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
INDELING BEDIENINGSPANEEL
51 2
6
10
4
3
89 7
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. Indicatielampjes, displays en geluiden geven aan welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie
1
2
Schakelt de kookplaat in en uit. Schakelt de toetsblokkering of het kin-
derslot in en uit.
Indicatielampjes timer voor de
3
kookzones Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
4
5
Kookstanddisplay Geeft de kookstand weer.
6
Bedieningsstrip Verhoogt of verlaagt de kookstand.
7
8
9
10
/
Geeft aan voor welke zone u de tijd in­stelt.
Activeert de Powerfunctie.
verhoogt of verlaagt de tijdsinstelling Selecteert de kookzone. Schakelt de Stop&Go-functie in of uit.
KOOKSTANDDISPLAY
Display Beschrijving
Kookzone is uitgeschakeld
-
+ cijfer
De kookzone wordt gebruikt. De Stop&Go-functie staat aan. Het automatisch opwarmen is ingeschakeld. De Powerfunctie is ingeschakeld. Er is een storing.
Display Beschrijving
/ /
OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen): doorgaan met koken/warmhouden/restwarmte.
Vergrendeling/kinderbeveiliging is ingeschakeld. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er bevindt
zich geen kookgerei op de kookzone. Automatische uitschakeling is actief.
DE KOOKPLAAT AAN- EN UITZETTEN
Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen.
TEMPERATUURINSTELLING
Raak de benodigde temperatuurinstelling op de bedieningsstrip aan. Wijzig naar links of rechts, indien nodig. Laat niet los voordat de juiste kookstand is bereikt. Het display toont de kookstand.
NEDERLANDS
11
AUTOMATISCH OPWARMEN
Met de functie voor automatisch opwar­men bereikt u sneller de benodigde tem-
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1234567891011121314
POWERFUNCTIE
De Powerfunctie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De Powerfunctie wordt maximaal 10 mi­nuten geactiveerd. Daarna wordt de in-
peratuurinstelling. Deze functie schakelt even de hoogste kookstand in (zie afbeel­ding) en verlaagt dan naar de gewenste kookstand.
Automatisch opwarmen starten:
1.
Raak aan. verschijnt op het dis­play.
2.
Stel meteen de benodigde kookstand in. Na 3 seconden verschijnt
op
het display.
3.
Wijzig de kookstand om de functie uit te schakelen.
ductiekookzone automatisch terugge­schakeld naar de hoogste kookstand. Om
de functie te activeren, raakt u
aan.
verschijnt op het display. Voor uitschake­len, raakt u een kookstand aan
- .
www.aeg.com
12
VERMOGENSBEHEER
Het vermogensbeheer verdeelt het ver­mogen tussen twee kookzones die een paar vormen (zie afbeelding). De Power­functie verhoogt het vermogen tot het maximale niveau voor de ene kookzone van het paar, en verlaagt het vermogen in de tweede kookzone. Het display van de verlaagde zone verandert tussen twee ni­veaus.
TIMER
De uitschakeltijd instellen voor een kook­zone.
1.
Stel de kookzone in. Raak meerde­re malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
U moet de kookzone instellen voordat u de timer activeert.
2.
Stel de warmteinstelling voor de kookzone in. U kunt dit ook na het ac­tiveren van de timer instellen.
3.
Voor het activeren van de timer of het wijzigen van de ingestelde tijd, raakt u + of - op het bedieningspaneel van de kookplaat aan. De maximale tijds­duur die u in kunt stellen bedraagt 99 minuten.
Het indicatielampje van de kookzone knippert langzaam. De timer begint af te tellen.
4.
Als u wilt zien hoeveel tijd er nog res­teert, raakt u
tot het lampje van de gewenste kook­zone snel knippert. Op het display wordt de resterende tijd weergege­ven.
Wanneer de ingestelde tijd is verstre­ken, knippert 00 en hoort u een ge­luidssignaal. De kookzone wordt uit­geschakeld.
5.
Raak aan om het signaal uit te schakelen.
meerdere malen aan
Als u de timer wilt uitschakelen voordat de ingestelde tijd is ver­streken, stelt u de kookzone in
en raakt u - aan. De tijd
met telt terug tot 00. Het indicatie­lampje van de kookzone gaat uit.
U kunt de timer als kookwekker gebruiken als de kookzones uitgeschakeld zijn. Stel hiervoor de kookzone in en activeert de ti­mer, maar stel geen kookstand in.
STOP + GO-FUNCTIE
De Stop + Go-functie stelt alle kook­zones in op de laagste instelling (
Met deze functie wordt de timerfunctie niet uitgeschakeld.
Raak om deze functie te starten Op het display verschijnt het symbool
.
Raak aan om deze functie stop te zetten. Het display toont de kookstand die u eerder hebt ingesteld.
Wanneer de Stop + Go-functie in werking is, kunt u de kookstand niet wijzigen.
).
aan.
SLOT
U kunt het bedieningspaneel vergrende­len als de kookzones in werking zijn, maar
niet
. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veran­derd. Met deze functie wordt de timerfunctie niet uitgeschakeld.
1.
Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten aan. Het symbool verschijnt 4 se-
conden op het display.
3.
Raak aan om deze functie stop te zetten. Het display toont de kook­stand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt deze functie uitgeschakeld.
KINDERSLOT
Deze functie voorkomt dat het kooktoe­stel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot activeren
1.
Raak aan om de kookplaat in te schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis­play verschijnt het symbool
kinderslot is in werking.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te schakelen.
Het kinderslot uitschakelen
1.
Raak aan om de kookplaat in te schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis­play verschijnt het symbool
3.
Raak aan om de kookplaat uit te schakelen.
De kinderbeveiliging uitschakelen voor een enkele kooksessie
1.
Raak aan om de kookplaat in te schakelen. Op het display verschijnt
het symbool
2.
Raak 4 seconden aan.
3.
Stel de kookstand binnen 10 secon­den in. U kunt het kooktoestel bedie­nen.
4.
Als u de kookplaat uitschakelt, treedt het kinderslot weer in werking.
.
. Het
.
NEDERLANDS
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte.
13
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
De kookplaat wordt automatisch uitge­schakeld als:
Alle kookzones uitgeschakeld zijn
• U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel van de kookplaat hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluids­signaal en de kookplaat wordt uitge­schakeld. Verwijder het voorwerp of rei­nig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een
pan droog kookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u deze weer kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool den en na 2 minuten schakelt de kook­zone automatisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie tabel) verschijnt het symbool
display en wordt de kookplaat uitge­schakeld.
Temperatuurin-
gaat op het display bran-
stelling
-
-
-
-
Uitschakeltijd in-
stellen
6,0 uur 5,0 uur 4,0 uur 1,5 uur
.
op het
OPTIHEAT CONTROL (RESTWARMTE-INDICATIE IN DRIE STAPPEN)
OptiHeat Control geeft het niveau van de restwarmte aan (
tiekookzones creëren de voor het koken benodigde warmte direct in de bodem van het kookgerei. De warmte van het kookgerei verwarmt het glaskeramiek.
\ \ ). De induc-
www.aeg.com
14
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
KOOKGEREI VOOR INDUCTIEKOOKZONES
Bij inductiekookzones creëert een krachtig elektromagnetisch veld een bijna onmiddellijke warmte in het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
Correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
Incorrect: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als…
• Water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• U een magneet aan de onderkant van het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Afmetingen van het kookgerei: inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van het kookgerei aan. Het magneti­sche deel op de bodem van het kookgerei moet echter een mini­male diameter van ongeveer 3/4 van de kookzone hebben.
Tem­pera­tuur­instel­ling
1-3 Hollandaise saus, boter smelten,
1-3 Stollen: luchtige omeletten, ge-
Te gebruiken voor: Tijd Tips
Bereide gerechten warmhouden zoals
1
chocolade, gelatine
bakken eieren
GELUID TIJDENS GEBRUIK
Als u dit hoort:
• Een krakend geluid: het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• Fluitend geluid: bij gebruik van één of meer kookzones met een hoge kook­stand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (sandwich­constructie).
• Zoemen: een of meerdere kookzones werken op hoge kookstand.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
De geluiden zijn normaal en duiden geen storing in het apparaat aan.
ENERGIE BESPAREN
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei.
• Zet het kookgerei op de kook­zone voordat u deze inschakelt.
VOORBEELDEN VAN KOOKTOEPASSINGEN
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
nodig 5-25
min. 10-40
min.
Een deksel op het kookgerei doen.
Van tijd tot tijd mengen
Met deksel bereiden
NEDERLANDS
15
Tem-
Te gebruiken voor: Tijd Tips pera­tuur­instel­ling
3-5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen 5-7 Stomen van groenten, vis en
vlees 7-9 Aardappelen stomen 20-60
7-9 Bereiden van grotere hoeveelhe-
den voedsel, stoofschotels en
25-50 min.
20-45 min.
min. 60-150
min.
Voeg minimaal twee keer zo veel vocht toe als rijst, ge­rechten op melkbasis op een bepaald moment roeren.
Een paar eetlepels vocht toe­voegen.
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen.
Tot 3 l vloeistof plus ingre­diënten
soepen 9-12 Lichtjes braden: kalfsoester, kalfs
cordon bleu, koteletten, rissoles,
zoals nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien. worstjes, lever, roux, eieren, pan­nenkoeken, donuts
12-13 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
5-15 min.
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien. biefstukken, steaks
14 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aan-
braden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet.
De Powerfunctie is het beste geschikt voor het verwarmen van grote hoeveelhe­den water.
www.aeg.com
16
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen in­vloed op de werking van het ap­paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou­dende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Ge­bruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en ver­wijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat het apparaat vol-
doende is afgekoeld: kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken en glim­mende metaalachtige verkleurin­gen. Gebruik een speciaal schoon­maakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
NEDERLANDS
17
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
2.
KOELVENTILATOR
Als het apparaat aanstaat, wordt de koel­ventilator automatisch ingeschakeld Na het uitschakelen van het apparaat blijft de ventilatie doorgaan om het apparaat af te koelen en schakelt daarna vanzelf uit.
3.
HET APPARAAT AAN- EN UITZETTEN
1.
Zet de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
Bereiding met
hete lucht
Conventioneel
Hartige taart/
pizza
Gratineren
Grote grill
Drogen
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken wor­den overgebracht van het ene naar het andere gerecht. Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij berei­ding met onder- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig in­geschakeld.
Om pizza, quiche of pasteitjes te maken. Stel de oven­temperatuur (20-40 °C) lager in dan bij bereiding met on­der- en bovenwarmte.
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het grillele­ment en de ovenventilator werken samen, zodat de hete­lucht rond de gerechten circuleert.
Voor het grillen van plat voedsel in grote hoeveelheden. Voor het maken van toast. Het volledige grillelement wordt geactiveerd.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, prui­men, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons).
Zet de temperatuurknop op de ge­wenste temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo­lang de temperatuur in het apparaat stijgt.
Draai om het apparaat uit te schake­len de functieknop van de oven en de thermostaatknop op de uit-stand.
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
www.aeg.com
18
Ovenfunctie Applicatie
Ovenlampje Het ovenlampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
OVEN - KLOKFUNCTIES
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
1 2 3
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de
dag
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
Duur Instellen hoe lang het apparaat in werking moet zijn.
Einde Instellen wanneer het apparaat moet worden uitgescha-
U kunt Duur en Eindtijd tegelijker­tijd gebruiken om in te stellen wanneer het apparaat moet wor­den geactiveerd, en vervolgens gedeactiveerd. Stel eerst de Duur in, en daarna de Eindtijd.
DE KLOKFUNCTIES INSTELLEN
1.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het gewenste functielampje knippert.
2.
Om de tijd in te stellen voor de kook­wekker
bruikt u de toets + of -.
, Duur of Einde , ge-
NEDERLANDS
Functie-indicatielampjes
1
Tijdindicatie
2
Functie-indicatielampjes
3
Toets +
4
Keuzetoets
5
Toets -
6
456
Het tijdstip van de dag instellen, wijzigen of controle­ren.
geen invloed op de werking van de oven.
keld.
Het controlelampje voor de betref­fende functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knip­pert het functielampje en klinkt er ge­durende 2 minuten een geluidsignaal.
Bij de functies Duur en Einde
schakelt het apparaat automa-
tisch uit.
3.
Druk op een toets om het signaal uit te zetten.
DE KLOKFUNCTIES ANNULEREN
1.
Druk meerdere malen op de keuzet­oets tot het gewenste functielampje knippert.
2.
Druk op de toets - en houdt de toets ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar se­conden uit.
19
www.aeg.com
20
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
De diepe pan en het ovenrooster hebben zijranden. Deze randen en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan sa­men plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan. Plaats de diepe pan tussen de geleides­tangen van een van de ovenniveaus.
Bewaar de montage-instructies voor de telescopische geleiders om later terug te kunnen lezen.
TELESCOPISCHE GELEIDERS - DE OVENACCESSOIRES PLAATSEN
Plaats de bakplaat of de schaal op de te­lescopische geleiders.
NEDERLANDS
Door de verhoogde rand rond het ovenrooster is het kookgerei bo­vendien beveiligd tegen wegglij­den.
OVENROOSTER EN DIEPE BAKPLAAT SAMEN PLAATSEN
Plaats het ovenrooster op de braadslede. Plaats het ovenrooster en de braadpan op de telescopische geleiders.
21
www.aeg.com
22
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsin­formatie'.
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte in­grediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille beschadigen.
BAKKEN
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het ap­paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (tempera­tuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de bak­tijd uitschakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmidde­len gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de la­gere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minu­ten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Ver­ander in dit geval de temperatuurinstel­ling niet. De verschillen verminderen tij­dens het bakproces.
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca­ke is te licht van kleur.
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake zakt in (wordt klef, klonterig, streperig).
De cake is te droog.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in.
Baktijd verlengen. Baktij-
Te korte baktijd.
den kunnen niet worden
verkort door hogere
Minder vocht gebruiken.
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
De oventemperatuur is te
laag.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik van
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger in.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt u
baktemperaturen.
keukenmachines.
een kortere baktijd.
NEDERLANDS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt ongelijk­matig bruin.
De cake wordt niet gaar binnen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te
kort.
Het deeg is niet gelijkma-
tig verdeeld.
De oventemperatuur is te
laag.
De baktemperatuur lager
instellen en de baktijd
verlengen.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
MULTI HETELUCHT
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche 2 150 - 160 50 - 70 Zandgebak/vruch-
tencake Fatless sponge ca-
ke Taartbodem van
zandtaartdeeg Taartbodem -
roerdeeg Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
1 - 2 140 - 160 50 - 90
3
2
150 - 160
170-180
1)
1)
25 - 40
10 - 25
2 150 - 170 20 - 25
2 - 3 160 60 - 90
23
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Kruimeltaart (droog)
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
1)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
1)
Gebruik diepe pan
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
3 150 - 160 20 - 40
3 150 35 - 55
3 160 - 170 40 - 80
www.aeg.com
24
Koekjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20 Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20 Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 3 Small cakes (20 per
plaat)
1)
Oven voorverwarmen
3 150 - 160 20 - 40
160
150
1)
1)
1)
20 - 30
10 - 35
20 - 35
3
170 - 180
3
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be­dekt met gesmol-
1
160 - 170
1)
15 - 30
ten kaas Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Roomsoezen/tom­poezen
Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Zandkoekjes 2/4 150 - 160 20 - 40
Plaathoogte
2 niveaus
2/4
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
160 - 180
1)
25 - 45
Temperatuur °C Tijd in min.
NEDERLANDS
25
Verwarmings-
soort
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
Plaathoogte
2 niveaus
Temperatuur °C Tijd in min.
2/4 140 25 - 45
Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40 Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80 Klein gerezen ge-
bak Klein bladerdeeg-
gebak Bolletjes 2/4 Small cakes (20
per plaat)
1)
Oven voorverwarmen
2/4 160 - 170 30 - 60
180
150
1)
1)
1)
30 - 50
25- 40
20 - 40
2/4
2/4
170 - 180
BAKKEN OP ÉÉN NIVEAU:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Tulband of brioche 2 160 - 180 50 - 70 Zandgebak/vruch-
tencake Fatless sponge ca-
ke Taartbodem van
zandtaartdeeg Taartbodem -
roerdeeg Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia­gonaal geplaatst)
Hartige taart (bijv. quiche lorraine)
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
1 - 2 150 - 170 50 - 90
3
2
1)
170
190 - 210
25 - 40
1)
10 - 25
2 170 - 190 20 - 25
1 - 2 180 60 - 90
1 180 - 220 35- 60
www.aeg.com
26
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Vlechtbrood/ broodkrans
Kerststol 2
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
2 170 - 190 40 - 50
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rogge­brood):
1.
Eerste deel van het bak­proces.
2.
Tweede deel
1 - 2
1.
2.
1)
230
160 - 180
1.
2.
1)
30 - 60
van het bak­proces.
Roomsoezen/tom­poezen
Koninginnenbrood (opgerolde cake
3
3
190 - 210
180 - 200
1)
1)
20 - 35
10 - 20
met jam) Kruimeltaart
(droog) Amandelcake/sui-
kertaart
3 160 - 180 20 - 40
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
2)
deeg) Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 35 - 55
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met kwetsbare garne­ring (bijv. kwark,
3
160 - 180
1)
40 - 80 room, puddingvul­ling)
Pizza (met veel garnering)
2)
1 - 2
Pizza (dunne korst) 1 - 2 Ongedesemd
brood
1 230 - 250 10 - 15
190 - 210
220 - 250
1)
1)
30 - 50
15 - 25
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
20
Loading...
+ 58 hidden pages