Van harte gefeliciteerd met de aankoop van uw Zibro, het A-merk onder ver-
plaatsbare kachels. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft, waar u nog vele,
vele jaren plezier van zult hebben, mits u de kachel verantwoord gebruikt. Lees
daarom eerst deze gebruiksaanwijzing, voor een optimale levensduur van uw
Zibro.
Wij geven u namens de fabrikant 48 maanden garantie op alle optredende
materiaal- en fabricagefouten.
We wensen u veel warmte en comfort met uw Zibro.
Met vriendelijke groet,
PVG International b.v.
Afdeling klantenservice
1 LEES EERST DE GEBRUIKSAANWIJZING.
2 RAADPLEEG BIJ TWIJFEL UW ZIBRO DEALER.
3 VOUW VOOR HET LEZEN DE LAATSTE PAGINA UIT. E E E E E E E E E E E
1
74
Page 3
HET GEBRUIK IN HOOFDLIJNEN
Dit zijn in grote lijnen de stappen die u moet nemen
om uw Zibro te gebruiken. Voor de precieze handelingen verwijzen wij u naar de HANDLEIDING (pag. 77
e
n verder)
Verwijder alle verpakkingsmaterialen (zie hoofdstuk A, fig. A).
1
Vul de wisseltank I en wacht 30 minuten alvorens de kachel te
2
ontsteken (
Plaats de batterijen in de houder
3
zie hoofdstuk B, fig. H).
.
L (zie hoofdstuk A, fig. F).
BELANGRIJKE
ONDERDELEN
Uit-toets
A
(voor noodstop)
Draaiknop
B
Ontstekingstoets
C
Verbrandingskamer
4
Handgreep
E
verbrandingskamer
Controleer of de verbrandingskamer
4
zie hoofdstuk A, fig. E).
(
Ontsteek de kachel door de draaiknop
5
draaien tot deze niet verder kan en vervolgens de ontstekings-
3 rustig in te drukken (zie hoofdstuk C, fig. J en K).
toets
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten
6
voordat u kunt controleren of de kachel goed brandt
(zie hoofdstuk D).
Schakel de kachel uit (zie hoofdstuk E).
7
D goed recht staat
2 naar rechts te
• De eerste keer zal uw kachel tijdens het branden
even naar ‘nieuw’ ruiken.
• Bewaar uw brandstof op een koele,
donkere plaats.
• Brandstof veroudert.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
• W
anneer u stookt met Zibro Extra of Zibro Kristal,
bent u verzekerd van de juiste kwaliteit brandstof.
• Indien u overgaat op een ander merk en/of soort
ker
osine, moet u de kachel eerst helemaal laten
leegbranden.
Brandstofindicatie
F
Grille
G
Deksel wisseltank
H
Wisseltank
I
Brandstofmeter
J
wisseltank
K
Ontstekingsspiraal
L
Batterijhouder
M
Koushoogte-
vergrendeling
E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E E
1
75
Page 4
Alleen met de juiste
brandstof bent u
verzekerd van een veilig,
efficiënt en comfortabel
gebruik van uw Zibro.
WAT U VOORAF MOET WETEN
ALTIJD VOLDOENDE VENTILEREN
Voor elke verplaatsbare kachel geldt een bepaalde minimumruimte (zie hoofdstuk K)
waarin u deze veilig, zonder extra ventilatie kunt gebruiken. Als de betreffende
r
uimte kleiner is dan aangegeven, dient u altijd een raam of deur op een kier te
zetten (± 2,5 cm). Dit raden wij ook aan bij ruimtes die sterk geïsoleerd of tochtvrij
gemaakt zijn en/of boven 1500 m. liggen. Gebruik uw kachel niet in kelders en
andere ondergrondse ruimtes.
DE SAFE TOP
De kachel is voorzien van een safe top. Deze vermindert de temperatuur van de
bovenplaat. Hierdoor wordt bij eventueel contact met de bovenzijde van de
kachel het risico op ongelukken verkleind. Let op: de bovenzijde wordt nog
steeds heet.
Vermijd elk contact met de bovenplaat en de grille.
DE JUISTE BRANDSTOF
Uw Zibro kachel is ontworpen voor het gebruik van watervrije, zuivere kerosine
van hoge kwaliteit, zoals Zibro Extra of Zibro Kristal. Alleen deze zorgt voor een
schone en optimale verbranding. Brandstof van mindere kwaliteit kan leiden tot:
Eovermatige teeraanslag op de kous
Eonvolledige verbranding
Ebeperkte levensduur van kous en kachel
Erook en/of stank
Eaanslag op de grille of mantel
De juiste brandstof is dus essentieel voor een veilig, efficiënt en comfortabel
gebruik van uw kachel.
Deze transportdop vindt
u los in de doos. Alleen
hiermee kunt u de
kachel na gebruik
probleemloos vervoeren.
Goed bewaren dus!
Overleg altijd met de dichtstbijzijnde dealer over de juiste brandstof voor uw
kachel.
A
1
76
Page 5
HANDLEIDING
3216543
2
1
E E E E E E
B
C
D
E
AHET INSTALLEREN VAN DE KACHEL
Haal uw kachel voorzichtig uit de doos en controleer de inhoud.
N
aast de kachel moet u ook beschikken over:
E een brandstofhevelpompje
E een transportdop
E deze gebruiksaanwijzing
Bewaar de doos en het verpakkingsmateriaal (fig. A) voor opslag en/of transport.
Verwijder het overige verpakkingsmateriaal:
E Verwijder het stukje verpakkingsmateriaal bij de grille G. Licht de grille
uit de inkeping (fig. B) en trek hem naar voren.
E Druk het verpakkingsmateriaal boven de verbrandingskamer D iets naar
beneden en verwijder het uit de kachel (fig. C).
E Neem de verbrandingskamer uit de kachel en verwijder het daaronder
aanwezige verpakkingsmateriaal (fig. D).
E Zet de verbrandingskamer terug op zijn plaats. De verbrandingskamer
staat goed als u hem met de handgreep
rechts kunt schuiven (fig. E). Sluit de grille.
E Open het deksel van de wisseltank H en verwijder het stukje karton.
E soepel een beetje naar links en
Vul de wisseltank zoals aangegeven in
F
G
Plaats de batterijen in de daarvoor bestemde houder
van de kachel (fig. F). Let op de + en - polen.
De vloer moet stevig en waterpas zijn.
Uw kachel is nu gebruiksklaar.
hoofdstuk B.
L aan de achterzijde
BVULLEN MET BRANDSTOF
Vul de wisseltank niet in de woonruimte, maar op een meer geschikte plaats
(er kan altijd een beetje gemorst worden). U gaat daarbij als volgt te werk:
H
Zorg dat de kachel uit is.
Open het deksel
tank kan even nadruppelen. Zet de wisseltank neer (dop naar boven) en
schroef de tankdop eraf.
H en til de wisseltank I uit de kachel (fig. G). Let op: de
Neem het brandstofhevelpompje en steek de gladde, meest stugge pijp in de
jerrycan. Zorg dat deze hoger staat dan de wisseltank (fig. H). De geribbelde
slang steekt u in de opening van de wisseltank.
1
77
Page 6
D
2
1
8
7
654
raai de knop bovenop het pompje vast (naar rechts).
Knijp enkele keren in het pompje, totdat de brandstof de wisseltank in begint
te stromen. Als dat eenmaal het geval is, hoeft u niet meer te knijpen.
leegvol
I
L
et tijdens het vullen op de brandstofmeter van de wisseltank
ziet dat deze vol is, stop dan met vullen door de knop boven op het pompje
weer los te draaien (naar links). Maak de tank nooit te vol. Vooral niet als de
brandstof erg koud is (brandstof zet uit als deze warmer wordt).
Laat de brandstof die nog aanwezig is in het pompje, terugstromen in de
jerrycan en verwijder het pompje voorzichtig. Schroef de tankdop
nauwkeurig op de tank. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
Controleer of de tankdop recht zit en goed is aangedraaid. Plaats de
wisseltank weer in de kachel (dop naar beneden). Sluit het deksel.
J (
fig. I). Als u
CHET AANMAKEN VAN DE KACHEL
Een nieuwe kachel veroorzaakt in het begin enige geur. Zorg dus voor extra ventilatie of ontsteek uw kachel de eerste keer buiten de leefruimte.
Als u de kachel voor de eerste keer gebruikt, moet u na het plaatsen van de
gevulde wisseltank zo’n 30 minuten wachten met aanmaken. Zo kan de kous
☞
zich volzuigen met brandstof. Dit geldt ook nadat u de kachel helemaal leeg
hebt laten branden en na het vervangen van de kous.
Kijk vóór het aanmaken van de kachel altijd even op de brandstofindicatie
te weten of u eerst de wisseltank moet bijvullen.
J
K
E
☞
Maak de kachel altijd aan met behulp van de ontstekingsspiraal
Gebruik nooit lucifers of een aansteker.
U gaat als volgt te werk:
Draai de draaiknop
druk zou u de draaiknop dan nog wat verder kunnen draaien; deze veert
dan echter vanzelf terug.
Zo zet u de kous in de hoogste stand en stelt u de beveiliging in werking.
Dr
uk de ontstekingstoets
vlammetje in de verbrandingskamer
ontstekingstoets loslaten.
De kachel is sinds kort in gebruik en de draaiknop wordt niet vergrendeld.
Draai de draaiknop (fig. L) eerst geheel linksom alvorens de kous in de hoogste
positie te br
engen voor ontsteking (hoofdstuk C).
2 naar rechts tot aan de aanslag (fig. J). Met enige
C in (fig. K), maar niet te har
D zichtbaar wordt, kunt u de
K.
d. Zodra een
F om
1
78
Page 7
☞
2
1
C
ontroleer na het ontsteken van de kachel altijd of de verbrandingskamer
goed recht staat, door deze aan de handgreep E even naar links en rechts te
schuiven (fig. E). Dit moet soepel gaan. Als de verbrandingskamer ongelijk
staat, leidt dit tot rook- en roetontwikkeling.
D
DHET BRANDEN VAN DE KACHEL
L
☞
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten voordat u kunt
controleren of de kachel goed brandt. Op de pagina naast het uitvouwblad kunt u
zien hoe hoog uw kachel minimaal en maximaal mag branden (fig.Q). Een te hoge
vlam kan rook- en roetvorming veroorzaken, terwijl een te lage verbranding tot
geurontwikkeling leidt.
(fig. L).
Als de verbranding te laag blijft, moet de koushoogte worden bijgesteld
(zie hoofdstuk F).
Een te lage vlam kan ook ontstaan door:
Ete weinig brandstof (vul de tank)
Eslechte brandstof (raadpleeg uw dealer)
Ete weinig ventilatie (zet een raam of deur op een kier)
Eslijtage van de kous(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
U kunt de vlam enigszins aanpassen met de Draaiknop B
zie hoofdstuk L)
M
Deze kachel is uitgerust met een veiligheidssysteem dat er voor zorgt dat de
kachel afslaat wanneer u de wisseltank uit de kachel tilt. Om de kachel weer
☞
aan te zetten dient u de wisseltank weer terug te plaatsen en de stappen te
volgen zoals beschreven in
hoofdstuk C.
EHET UITZETTEN VAN DE KACHEL
Laat de kachel ± een minuut branden op de laagste stand. U schakelt de kachel uit
door de UIT-toets
(fig. M).
A in te drukken. De vlam zal dan na enige tijd vanzelf doven
FHET VERSTELLEN VAN DE KOUSHOOGTE
Na verloop van tijd is de verbranding niet meer hoog genoeg (hoofdstuk D). In dat
geval kunt u de koushoogte verstellen om de verbranding te verbeteren. Hiervoor
dient de kachel uit te zijn. U gaat als volgt te werk:
Druk de UIT-toets A in (fig. M).
Trek de draaiknop
zichtbaar wordt.
B van de kachel, zodat de koushoogtevergrendeling K
1
79
Page 8
4
3
N
☞
Neem de plastic ring tussen duim en wijsvinger en trek deze naar voren. Draai
de ring één stap hoger naar stand 2 of 3 (fig. N). Druk de ring voorzichtig aan,
zodat de uitsparing weer om het palletje sluit.
Duw de draaiknop voorzichtig op zijn plaats. Dit kan maar op één manier:
bekijk de achterkant van de dop voor de juiste positie.
Als het verstellen van de koushoogte niet het gewenste effect heeft, moet u de
kachel helemaal laten leegbranden (hoofdstuk H).
Blijft de verbranding ook dan nog te laag en staat uw kous inmiddels op stand 3,
neem dan contact op met uw dealer of vervang de kous, zie hoofdstuk M.
Als de verbranding na het bijstellen te hoog wordt (fig. Q), moet u de koushoogte
grendeling weer een stand lager zetten. Anders hebt u kans op rook- en roet-
ver
ontwikkeling.
GSTORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande aan
wijzingen, dient u contact op te nemen met uw dealer.
-
Ontstekingsspiraal met
gebroken gloeidraad
1
F
F
HET AANMAKEN LUKT NIET.
EDe batterijen zitten niet goed in de houder.
Controleren (fig. F).
EDe batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking.
Vervangen (fig. F).
EU hebt de kachel helemaal leeggestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met
ontsteken.
EU duwt de ontstekingsschuif C te krachtig naar beneden.
Minder hard indrukken (hoofdstuk C).
EDe ontstekingsspiraal K is defect.
Raadpleeg uw dealer.
ONGELIJKE VLAM EN/OF ROET EN/OF GEUR.
EDe verbrandingskamer D is niet goed geplaatst.
Zet deze r
rechts kunt schuiven.
EDe vlamhoogte is niet goed ingesteld.
Zie fig. P en de aanwijzingen onder hoofdstuk D.
EU gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
EU gebruikt verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ’Wat u vooraf moet weten’).
EEr is sprake van stofophoping onder in de kachel.
Raadpleeg uw dealer.
EDe koushoogte is niet goed.
Zie hoofdstuk F.
DE KACHEL GAA
EDe wisseltank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
EEr zit vocht in het onder
Raadpleeg uw dealer.
EDe kous is aan de bovenzijde ver
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk G). Gebruik de juiste brandstof.
EU gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
echt met de handgreep
T LANGZAAM UIT
eser
r
E, tot u hem makkelijk wat naar links en
.
.
voir
hard.
80
Page 9
2
1
Ontstekingsspiraal
DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.
EDe kous staat te laag.
Zet de koushoogtevergrendeling een stand hoger (hoofdstuk F).
EDe kachel had voor het bijvullen vrijwel alle brandstof verbruikt.
Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
EU gebruikt oude of verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ’Wat u vooraf moet weten’).
EDe ruimte wordt onvoldoende geventileerd.
Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan.
DE KACHEL BRANDT TE HOOG, MET NIET REGELBARE VLAMMEN.
EU gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk ’Wat u vooraf moet weten’).
EDe kous staat te hoog.
Zet de koushoogtevergrendeling een stand lager (hoofdstuk F).
HOVER HET ONDERHOUD
Uw kachel vergt weinig onderhoud. Wel dient u stof en vlekken bijtijds af te
nemen met een vochtige doek, omdat er anders hardnekkige vlekken kunnen ontstaan. Normaal gesproken zijn er slechts drie onderdelen aan slijtage onderhevig:
1. DE BATTERIJEN
Deze kunt u zelf vervangen. Gooi de oude batterijen niet in de vuilnisbak. Volg de
regels zoals die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval.
2. DE KOUS / LEEGBRANDEN
Om de levensduur van de kous te verlengen, moet u de kachel van tijd tot tijd
eens helemaal laten leegbranden (tot hij vanzelf uitgaat). Doe dit wanneer u
merkt dat de vlam wat zwakker wordt. Het leegbranden veroorzaakt enige geur,
dus het is raadzaam dit buiten de leefruimte te doen.
3. DE ONTSTEKINGSSPIRAAL
De ontstekingsspiraal gaat langer mee als u op de juiste manier ontsteekt.
Vervang op tijd de batterijen en let erop dat u de ontstekingsschuif niet te
krachtig naar beneden duwt. Als de gloeidraad gebroken is, dient de spiraal
vervangen te worden.
Zeefje
HET BRANDSTOFZEEFJE
O
☞☞
Controleer ook met enige regelmaat het brandstofzeefje. Haal de wisseltank I uit
de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. O). Dit kan wat nadruppelen;
houd een doekje bij de hand. Klop het brandstofzeefje omgekeerd leeg op een
harde ondergrond, om het vuil te verwijderen.
Plaats het brandstofzeefje weer in de kachel.
Verwijder zelf geen onderdelen van de kachel. Neem voor een eventuele
reparatie altijd contact op met uw dealer.
Laat de kachel afkoelen voordat u onderhoud pleegt.
(Nooit reinigen met water!)
IOPSLAG (EINDE STOOKSEIZOEN)
W
ij raden u aan de kachel aan het einde van het stookseizoen helemaal leeg te
branden en daarna goed op te bergen. Volg daartoe de onderstaande aanwijzingen:
Maak de kachel aan buiten de leefruimte en laat hem geheel leegbranden.
Laat de kachel afkoelen.
1
81
Page 10
Maak de kachel schoon met een vochtige doek en droog deze af.
14321
6
543
Zeefje
Haal de batterijen uit de kachel
B
erg de kachel stofvrij op, zo mogelijk met de originele verpakkingsmaterialen.
Overgebleven brandstof kunt u een volgend stookseizoen niet meer gebruiken.
Houdt u toch wat over gooi deze brandstof dan niet weg, maar volg de regels zoals
die in uw gemeente gelden voor Klein Chemisch Afval.
O
Begin het nieuwe stookseizoen in elk geval met nieuwe brandstof.
opnieuw in gebruik neemt, volg dan weer de instructies
vanaf hoofdstuk A).
L en bewaar deze op een droge plaats.
Als u de kachel
(zoals aangegeven
JVERVOER
Om te voorkomen dat uw kachel tijdens het transport brandstof lekt, moet u de
P
volgende maatregelen nemen:
Laat de kachel afkoelen.
Haal de wisseltank
Dit kan wat nadruppelen; houd een doekje bij de hand.
Bewaar het brandstofzeefje en de wisseltank buiten de kachel.
I uit de kachel en verwijder het brandstofzeefje (fig. O).
Transportdop
Duw de transportdop op de plaats van het brandstofzeefje (fig. P) en druk
deze goed aan.
* Bij instelling op maximale stand, ** Opgegeven waarden zijn indicatief
LDE GARANTIEVOOR
U krijgt op uw kachel 48 maanden garantie vanaf de aankoopdatum. Binnen deze
periode worden alle materiaal- en fabricagefouten kosteloos verholpen. Hierbij
gelden de volgende regels:
*
3)**
WAARDEN
2,40hoogte513
40-85Accessoiresbrandstofhevelpomp
*
0,250transportdop
*
200Batterijen
*
16,0
2x LR20, MN 1300
1,5V
e aanspraken op schadevergoeding, inclusief gevolgschade wijzen
der
ukkelijk af.
1
Alle ver
wij uitdr
82
Page 11
Reparatie of vervanging van onderdelen binnen de garantietermijn leidt niet
7
6
543
2
t
ot verlenging van de garantie.
De garantie geldt niet wanneer veranderingen zijn aangebracht, nietoriginele onderdelen zijn gemonteerd of reparaties aan de kachel zijn
verricht door derden.
O
nderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, zoals de batterijen,
het ontstekingsspiraal, de kous en het brandstofhevelpompje, vallen buiten
de garantie.
De garantie geldt uitsluitend als u de originele, gedateerde aankoopbon
overlegt en als daarop geen veranderingen zijn aangebracht.
De garantie geldt niet bij schade ontstaan door handelingen die afwijken van
de gebruiksaanwijzing, door verwaarlozing en door het gebruik van verkeerde of verouderde brandstof. Verkeerde brandstof kan zelfs gevaarlijk zijn*.
De verzendkosten en het risico van het opsturen van de kachel of onderdelen
daarvan, komen altijd voor rekening van de koper.
Om onnodige kosten te voorkomen, raden wij u aan eerst altijd zorgvuldig de
uiksaanwijzing te raadplegen. Wanneer deze geen uitkomst biedt, geef de
gebr
kachel dan in reparatie bij uw dealer.
* Licht ontvlambare stoffen kunnen bijvoorbeeld leiden tot een oncontroleerbare verbranding, met uitslaande
lammen als gevolg. Probeer in dat geval nooit de kachel te verplaatsen, maar zet de kachel onmiddellijk uit
v
zie hoofdstuk E). In noodgevallen kunt u een brandblusser gebruiken, maar dan uitsluitend van het type B:
(
een koolzuur- of poederblusser.
10 TIPS VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
1 Wijs kinderen altijd op de aanwezigheid van een brandende kachel.
2 Verplaats de kachel niet als deze brandt of nog heet is. In dat geval ook
niet bijvullen en geen onderhoud verrichten.
3 Plaats de voorkant van de kachel op minimaal 1,5 meter van muur,
gordijnen en meubels. Houd ook de ruimte boven de kachel vrij.
4 Gebruik de kachel niet in stoffige ruimtes en niet op plaatsen waar het
sterk tocht. In beide gevallen krijgt u geen optimale verbranding.
5 Zet de kachel uit voor
dat u ver
trekt of naar bed gaat.
6 Bewaar en vervoer de brandstof uitsluitend in de daarvoor bestemde
wisseltankjes en jerrycans.
7 Zorg ervoor dat de brandstof niet bloot staat aan hitte of extreme
temperatuurverschillen. Bewaar de brandstof altijd op een koele,
oge en donker
dr
e plaats (zonlicht tast de kwaliteit aan).
8 Gebruik de kachel nooit op plaatsen waar schadelijke gassen of dampen
aanwezig kunnen zijn (bv. uitlaatgassen of verfdampen).
9 De bovenzijde van de kachel wordt heet. De kachel mag niet afgedekt
worden (brandgevaar). Vermijd elk contact met de bovenplaat en de grille.
10 Zor
g altijd voor voldoende ventilatie.
1
83
Page 12
HET VERVANGEN VAN DE KOUS
11
10
9
876
543
2
1
11
22
LVOORDAT U BEGINT MET HET VERVANGEN VAN DE
KOUS, DIENT DE KACHEL UIT EN VOLLEDIG
AFGEKOELD TE ZIJN.
Open het tankklepje en haal de wisseltank eruit.
55aa
33
66
55bb
44
Haal de batterijen uit de batterijhouder.
Licht de grille uit de inkeping en trek hem naar voren.
Neem de branderkop uit de kachel. Sluit de grille.
Trek de draaiknop van de kachel af.
Schroef de drie mantelschroeven, aan de onderzijde van
de kachel, los. Trek de mantel iets naar voren en verwij-
77
der deze van de bodemplaat.
Draai de vleugelmoeren onder de branderzitting los.
Til de branderzitting en het kousmechanisme omhoog.
88aa
1111
88bb
99
1100
Draai de schroef welke de beugel vasthoudt los en verwijder veer en de beugel.
Draai de as geheel rechtsom en maak de koushouder
(met kous) los van de as.
Licht de koushouder op en schuif deze van de luchtschacht af.
Knijp de kous samen, zodat de kous loskomt uit de
koushouder en neem de kous eruit. Draag hierbij handschoenen en zet een bakje klaar om de oude kous in te
doen.
1
84
Page 13
1918171615
14
13
12
1122aa
1133aa
1122bb
1133bb
Plaats de kous overeenkomstig de op de koushouder
aangegeven richting in de koushouder.
Plaats de koushouder (met kous) over de luchtschacht.
Plaats daarna het uiteinde van de as aan de rechterzijde
in de sleuf van de koushouder en draai de gehele as
linksom.
Plaats de koushoogtevergrendeling (de koushoogte op
positie 1 zetten), de veer en de beugel terug. Draai de
schroef welke de beugel vasthoudt vast.
1144aa
1155
1177aa
1188aa
1144bb
1166
1177bb
1188bb
Plaats de branderzitting terug.
Draai de vleugelmoeren gelijkmatig handvast aan.
Plaats de draaiknop op het kousmechanisme. Draai de
knop geheel naar rechts. Activeer de omvalbeveiliging
en controleer of de kous naar de onderste stand gaat.
Herhaal dit een aantal keren. Wanneer de kous niet in
de onderste positie komt is deze onjuist gemonteerd en
moet de procedure vanaf stap 12 herhaald worden.
Trek de draaiknop van de kachel af.
Plaats de mantel terug en draai de drie mantelschroeven vast. Plaats de draaiknop en de verbrandingskamer
terug. Controleer of deze laatste goed recht staat, door
deze aan de handgreep even naar links en rechts te
schuiven. Sluit de grille.
Plaats de gevulde wisseltank terug. Plaats de batterijen
in de batterijhouder (let op de plus en min). Na het
plaatsen van de wisseltank en de batterijen, moet u 30
minuten wachten voordat u de kachel aanmaakt.
1188cc
1199aa
1188dd
1199bb
1
85
Page 14
F Q
✗✓✗
E E E E E E E E EE E E E E E E E E E EE E E E E E E E EE E E E E E E E E E E E E E E E E