Aanvulling voor webbediening
Webbrowser
Webbediening
PC
Router Het toestel
Webbediening
Het toestel bedienen vanuit een webbrowser (webbediening)
U kunt het toestel bedienen met het webbedieningsscherm dat wordt weergegeven in
een webbrowser.
• Om deze functie te gebruiken, moeten het toestel en uw pc op de juiste zijn aangesloten op het
netwerk.
• Sommige beveiligings die op uw pc is geïnstalleerd kan toegang tot het toestel tot uw pc blokkeren.
In deze gevallen dient u de beveiligingssoftware op de juiste wijze te configureren.
• Als u het webbedieningsscherm wilt weergeven of het toestel wilt inschakelen vanuit de
webbediening terwijl het toestel in de stand-bymodus staat, stelt u “Network Standby” (p. 3) in op
“On”.
• We raden u aan om een van de volgende webbrowsers te gebruiken.
– Internet Explorer 7.x, 8.x of 9.x
– Safari 5.x
Start de webbrowser.
1
Geef het IP-adres van het toestel op in de adresbalk van de
2
webbrowser.
(Voorbeeld)
Opmerking
• Als u geen gebruikmaakt van een DHCP-server, is het mogelijk dat het IP-adres van het toestel
verandert telkens als het toestel wordt ingeschakeld.
• Als u het MAC-adresfilter hebt ingeschakeld, moet u het MAC-adres van uw pc opgeven om de pc
toegang te geven tot het toestel. Raadpleeg de bedieningsinstructies van uw pc voor informatie over
hoe u het MAC-adres van uw pc kunt controleren.
• Welke onderdelen beschikbaar zijn in het webbedieningsscherm is afhankelijk van het model.
• U kunt het IP-adres van het toestel nagaan in “Network” in het menu “Information”.
• U kunt het IP-adres van het toestel als favoriet toevoegen in de browser of een snelkoppeling maken
(p. 3) om later het webbedieningsscherm snel te kunnen openen.
Nl 1
■ Scherm voor bovenste menu
■ Bedieningsscherm
1 CONTROL
Gaat naar het bedieningsscherm voor de geselecteerde zone.
2 STATUS
Zet elke zone aan/uit of geeft de signaalbron en het ingestelde volumeniveau voor elke zone
weer.
3 SETTINGS
Gaat naar het instellingenscherm.
4 PART Y M O D E
(Niet op alle modellen beschikbaar)
Hiermee zet u de partymodus aan/uit.
5 SYSTEM POWER
Zet alle zones aan/uit.
6 MAIN VOLUME
Past het volumeniveau aan of dempt de audioweergave voor de hoofdzone. U kunt ook de
stappen voor de volumeregeling selecteren.
7 RELOAD
Slaat de huidige status van het toestel opnieuw op.
1 PLAY INFO
Selecteert een signaalbron of bedient het afspelen voor de geselecteerde zone.
2 TOP MENU
Gaat naar het scherm voor het bovenste menu.
3 SCENE
Selecteert een scène voor de geselecteerde zone (alleen voor de hoofdzone op bepaalde
modellen).
4 POWER
Zet de geselecteerde zone aan/uit.
5 VOLUM E
Past het volumeniveau aan of dempt de audioweergave voor de geselecteerde zone. U kunt ook
de stappen voor de volumeregeling selecteren.
6 RELOAD
Slaat de huidige status van het toestel opnieuw op.
• Volumeaanpassing voor meerdere zones is niet beschikbaar wanneer er een externe versterker wordt
gebruikt.
Nl 2