• Dit apparaat bevat een lithium batterij voor geheugen back-up.
• Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op
het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur
afdankt of de volgende Yamaha Service Afdeling:
Yamaha Music Nederland Service Afdeiing
Kanaalweg 18-G, 3526 KL UTRECHT
Tel. 030-2828425
• Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA.
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit produkt maakt gebruik van batterijen of een externe
voeding (een adaptor). Sluit dit produkt NIET aan op een
andere adaptor dan die, die omschreven staat in de
handleiding, op het naamplaatje of in het bijzonder is
aangeraden door Yamaha.
WAARSCHUWING: Plaats dit produkt niet op een plaats
waar iemand er op zou kunnen stappen/over zou kunnen
vallen, of iemand iets over het stroomsnoer of de kabels
kan rollen. Het gebruik van een verlengkabel wordt
afgeraden! Als dit niet te vermijden is, hou er dan rekening
mee dat de minimum snoergrootte van een 25’ snoer (of
minder) 18AWG is. N.B.: des te kleiner het AWG nummer,
des te groter de capaciteit. Raadpleeg de plaatselijke
elektricien voor langere verlengsnoeren.
Dit produkt kunt u het beste alleen gebruiken met de
meegeleverde componenten, of een kar, rack of standaard
die wordt aangeraden door Yamaha. Als u zo’n component gebruikt, let dan goed op alle veiligheidsmarkeringen
en instructies die het component vergezellen.
SPECIFICATIES KUNNEN ZICH WIJZIGEN:
Wij geloven dat de informatie in deze handleiding correct
is ten tijde van printen. Yamaha behoudt zich echter het
recht voor om specificaties te wijzigen of aan te passen,
zonder hier vantevoren melding van te maken of
bestaande apparatuur te update’n.
Dit produkt, alleen of in combinatie met een versterker en
koptelefoon of luidsprekers, is in staat geluidsniveaus te
produceren die gehoorverlies op kunnen leveren. WERK
NIET te lang op te hoge volumes, of op oncomfortabele
niveaus. Als u gehoorverlies ervaart of gering in uw oren
moet u onmiddelijk contact opnemen met een sonoloog.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid des te sneller
schade optreedt.
Sommige Yamaha produkten zijn vergezeld van krukjes
en/of accessoires die bevestigd moeten worden. Een
aantal van deze accessoires moeten door de dealer
worden bevestigd of geïnstalleerd. Zorg er a.u.b. voor dat
krukjes stabiel zijn en te bevestigen accessoires stevig
bevestigd zijn VOORDAT u er gebruik van maakt.
BATTERIJ: Dit artikel KAN een kleine, niet vervangbare
batterij bevatten, die (indien van toepassing) is vast
gesoldeerd. De gemiddelde levensduur van een dergelijke
batterij is ongeveer vijf jaar. Wanneer u aan vervanging toe
bent, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om
de vervanging uit te voeren.
Dit produkt kan ook “huishoud” type batterijen bevatten.
Sommige van dit type batterij kan opgeladen worden. Zorg
er voor dat batterij die opgeladen wordt inderdaad opgeladen
kan worden en dat de oplader bedoeld is voor de batterij die
u op wil laden.
Als u de batterijen wilt vervangen meng dan nooit oude- en
nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen.
Batterijen MOETEN goed vervangen worden. Gemaakte
fouten bij het vervangen van de batterijen kunnen leiden tot
oververhitting en ontploffende batterijen.
WAARSCHUWING: Probeer oude batterijen niet te
demonteren of te verbranden. Houd ze weg bij kinderen.
Gooi oude batterijen volgens voorschrift weg.
AFVAL VOORSCHRIFT: Wanneer dit artikel beschadigt
raakt en niet meer te repareren is, gooi het dan weg volgens
de geldende wettelijke voorschriften voor produkten die
lood, batterijen, plastic e.d. bevatten. Kan uw leverancier u
niet helpen, neem dan direct contact op met Yamaha.
NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje zit boven op het instrument. Op dit plaatje
staat het model nummer, serienummer, voeding vereisten
enz. Hieronder - in de aangegeven ruimte - zou u het model
nummer, serienummer en de aanschafdatum moeten noteren
en deze handleiding goed moeten bewaren, als een permanent bewijs van uw aanschaf.
OPMERKING:
Reparaties die te wijten zijn aan gebrek aan kennis met
hoe een functie of een effect werkt (als het apparaat naar
behoren functioneert), worden niet gedekt door de
garantie, en zijn derhalve de verantwoording van de
eigenaar. Bestudeer deze handleiding a.u.b. goed en
raadpleeg uw dealer alvorens om service te verzoeken
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft naar
produkten die zowel veilig in het gebruik als
milieuvriendelijk zijn. We zijn ervan overtuigd dat onze
produkten en produktiemethodes hieraan voldoen.
Overeenkomstig de letter en de geest van de wet willen
we u van het volgende op de hoogte brengen:
BEWAAR DEZE HANDLEIDING GOED
92-BP
Model
Serie Nr.
Aanschafdatum
3
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor later.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
•Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en
modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de
gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te
zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken
door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van
water of natte omstandigheden, plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
•Als het snoer van de adaptor beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of
rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten
kijken door gekwalificeerd Yamaha personeel.
•Gebruik alleen de gespecificeerde adaptor (PA-5G of aanverwante,
door Yamaha aangeraden) adaptor. Het gebruik van een verkeerde
adaptor kan schade veroorzaken aan het instrument, te wijten aan
oververhitting.
•Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen
hebt.
•Controleer zo nu en dan de stroomstekker, en verwijder stof en viezigheid die zich verzamelt op de stekker.
PAS OP!
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg
van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
•Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen
zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt, er over kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
•Als u de stekker uit het stopcontact haalt moet u altijd aan de stekker
trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
•Sluit het instrument niet aan op een stopcontact die een T-Plug bevat.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
•Haal het instrument uit het stopcontact als u het lange tijd niet gebruikt,
of tijdens onweer.
•De batterijen moeten in het instrument zitten volgens de +/- polariteit
markeringen. Doet u dit verkeerd kan oververhitting, brand of lekkende
batterijen het resultaat zijn.
•Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op minimum zetten.
•Stel het instrument niet bloot aan overdreven schokken of stof, extreme
koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in de auto) om verkleuren te voorkomen aan het paneel of
schade aan de interne elektronica.
•Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische produkten zoals
televisies, radio's of speakers, aangezien deze interferentie kunnen
veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kunnen beïnvloeden.
•Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar deze kan vallen.
•Verwijder alle kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
•Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een droge, schone
doek. Gebruik geen oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl op
het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen
verkleuren.
•Leun niet op, en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga
voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
•Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies op kan leveren. Als u
gehoorverlies constateert of geruis in uw oren, neem dan contact op
met een K.N.O.-arts.
•Dit instrument bevat een niet oplaadbare interne backup batterij waardoor interne data opgeslagen blijft, ook als het instrument wordt uitgezet. Als de backup batterij vervangen moet worden verschijnt de melding: “Backup Battery Low” in de display. Als dit gebeurd moet u onmiddellijk de data backuppen, en vervolgens de batterij door gekwalificeerd
Yamaha personeel laten vervangen.
•Vervang de backup batterij niet zelf, in gevaarlijke situaties te voorkomen. Laat de batterij altijd vervangen door gekwalificeerd Yamaha
personeel.
•Plaats de backup batterij nooit in bereik van kinderen, aangezien het
kind de batterij misschien in kan slikken. Als dit gebeurd moet u onmiddellijk contact opnemen met een dokter.
■
USER DATA OPSLAAN
•Bewaar frequent gegevens op floppy disk, om te voorkomen dat u
belangrijke data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het
apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die is te wijten
aan onzorgvuldig gebruik of modificaties die zijn aangebracht aan het instrument,
Doe het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Hoe moet u deze handleiding gebruiken/Schrijfwijzen
Nederlandstalige Handleiding
Inleiding
Dank u voor de aanschaf van een Yamaha RM1x Sequence Remixer.
De RM1x is een compleet dance workstation die gebruikt kan worden als zowel een realtime performance-instrument als een
krachtig produktie-hulpmiddel. De intuïtieve interface maakt het werken in realtime gemakkelijk voor artiesten met de DJachtergrond, terwijl u met de uitgebreide sequencing- en editfuncties geavanceerde originele patronen en songs uit het niets
kunt creëren. Naast de krachtige powerful sequence-opname- en afspeelmogelijkheden, is de RM1x ook uitgerust met een
goed klinkende ingebouwde toongenerator, waardoor u geen extra apparatuur nodig heeft. U kunt zelfs de voices editten om
geluiden te creëren die uitstekend passen bij uw muziek.
Bewaar deze handleiding op een handige plaats terwijl u zich bekend maakt met de RM1x, zodat u de handleiding op ieder
gewenst ogenblik kunt raadplegen.
5
Hoofdonderdelen
Hoofdonderdelen
•De sequencer van de RM1x beschikt over 16 sequencetracks en maar liefst 110,000 noten opslag-
•Gemakkelijk te bedienen met de grote 64 x 240 dot display.
•Intuïtieve performance control met 8 toewijsbare realtime-controlknoppen, 4 displayknoppen, en
•Een levensgroot assortiment vooringestelde patronen betekent dat u meteen kunt afspelen zonder
•Gemakkelijk programmeren met de geavanceerde interface waarmee u toegang heeft tot een groot
•Krachtige sequencing-mogelijkheden met uitgebreide editfuncties maken het mogelijk om com-
geheugen voor sequencing-power op professioneel niveau. De noot-timingsresolutie is 1/480ste
van een kwartnoot. Het geheugen wordt ge-backupped, waardoor uw data niet verdwijnen als u
het instrument uitzet.
een groot multifunctioneel toetsenbord.
dat u hoeft te programmeren.
aantal parameters die u kunt editten als u het geluid volledig zelf wilt bepalen.
plexe patronen en muzikale structuren te creëren.
•Voeg grooves samen in realtime in de Pattern-mode: iedere “stijl” van de Pattern-mode bevat
maar liefst 16 “gedeeltes” die u met het toetsenbord van de RM1x direct kunt schakelen.
•De geavanceerde toongenerator-technologie biedt u een uitgebreid arsenaal aan goede ingebouwde
geluiden.
•Edit en verfijn de voices van de RM1x om geluiden te creëren die het beste passen bij uw eigen
muziek.
•Met een geavanceerd multi-effectsysteem kunt u van alles toevoegen: van een subtiele ambiance
tot wilde variaties.
•Door de BPM-entry in te tikken kunt u tempo’s bepalen op de manier waarop u deze aanvoelt in
plaats van gebruik te maken van nummers.
•Volledige MIDI-compatibiliteit betekent dat u de RM1x kunt gebruiken als het centrum van een
groot muziekproductiesysteem.
6 RM1x SEQUENCE REMIXER
Hoe moet u de handleidingen gebruiken/Schrijfwijzen
Hoe moet u de Handleidingen gebruiken
De documentatie van de RM1x bestaat uit de volgende twee handleidingen. Zorg dat u weet waar iedere handleiding voor is
bedoeld, en raadpleeg deze wanneer nodig.
❏ Nederlandstalige Handleiding (deze handleiding)
Deze handleiding geeft uitleg over de voorzorgsmaatregelen bij het gebruik, hoe u aansluitingen moet maken, en over alle
parameters en commando’s. Gebruik deze handleiding op ieder gewenst moment als soort een woordenboek.
“Pattern mode”, “Pattern chain mode” en “Song mode” hebben meerdere gemeenschappelijke functies.
In deze handleiding treft u uitleg en nadere details aan over deze gemeenschappelijke functies in hoofdstuk 2: “Pattern
mode”. De overlappende delen van de uitleg in hoofdstuk 3 “Pattern Chain mode” en hoofdstuk 4 “Song mode” zijn
weggelaten. In dit geval wordt de betreffende pagina in hoofdstuk 2 “Pattern mode” aangegeven zodat u deze kunt raadplegen.
❏ Lijstboek
Dit is een boekje die verschillende lijsten bevat zoals de Voice-lijst, Preset Style-lijst, Effectenlijst, MIDI-dataformaat, en
MIDI-implementatietabel.
Schrijfwijzen zoals gebruikt in deze handleiding
Deze handleiding maakt gebruik van de volgende iconen om knoppen aan te geven en om verschillende soorten informatie te
onderscheiden.
Dit geeft een paneelknop aan. Het symbool in het vakje is het symbool dat staat geprint op de knop.
1 2Dit geeft de functieprocedure aan.
RM1x SEQUENCE REMIXER 7
De informatie vinden die u nodig heeft
N.B.
Dit geeft extra uitleg over de functie, gebruiksvoorbeelden, en tips.
De informatie vinden die u nodig heeft
Om de informatie te vinden die u nodig heeft, kunt u de volgende pagina’s raadplegen:
Inhoudsopgave (pagina 9)
Vind de gewenste informatie door de gehele handleiding heen.
Voor- en achterpanelen (pagina 11)
Hier kunt u informatie vinden over de naam en functie van iedere knop en control.
Snel starten doet u als volgt (pagina 20)
Dit korte en gemakkelijk te volgen gedeelte vertelt u hoe u de algemene onderdelen en functies van uw nieuwe RM1x moet
gebruiken.
Functietabel (pagina 32)
Hiermee kunt u de gewenste informatie vinden binnen de structuur van de commando-indeling.
Woordenlijst (pagina 146)
Dit gedeelte bevat onbekende termen of frases in alfabetische volgorde met de verklaringen.
Index (pagina 150)
Hiermee kunt u alfabetisch onbekende termen vinden, de pagina’s waar deze worden besproken en de pagina’s waar u deze
onderwerpen kunt aantreffen.
8 RM1x SEQUENCE REMIXER
Inhoud
OPSTELLING
1. Voor- en achterpanelen .................................................................................................................................................. 11
4. De meegeleverde disk gebruiken .................................................................................................................................. 22
2. Hoe de RM1x in elkaar zit ............................................................................................................................................ 34
4. FX afspelen ................................................................................................................................................................... 57
2. Disk ............................................................................................................................................................................. 111
1. SONG afspelen............................................................................................................................................................ 116
4. FX afspelen ................................................................................................................................................................. 119
2. Troubleshooting (in de problemen?) ........................................................................................................................... 142
5. Index ............................................................................................................................................................................ 150
De illustraties en LCD schermen zoals in deze Nederlandstalige Handleiding getoond zijn alleen voor instructie doeleinden en kunnen variëren met
diegene op uw RM1x.
10 RM1x SEQUENCE REMIXER
OPSTELLING
1. Voor- en achterpanelen
❏ Voorpaneel
23
SETUP
13
16
1
6
17
16
4
5
10
9
18
15
12
9
8
1914
7
11
1. BPM-Display
Gewoonlijk toont deze 4-cijferige LED numerieke display de betreffende BPM (Beats Per Minute) waarde, tot op een
tiende van een maat. Deze kan geswitched worden zodat maatnummers getoond worden in plaats van het aantal maten per
minuut (beats per minute) via een utility-functie (pagina 133). De BPM-display toont ook waarden die horen bij de realtime
Controller-knoppen (pagina 12), echter alleen als de knoppen bediend worden.
2. MIDI-Datamonitors
De MIDI IN- en OUT -indicators boven de BPM-display gaan branden als er MIDI-data worden ontvangen via de MIDI INconnector op het achterpaneel (de rode MIDI IN-indicator), of wanneer MIDI-data worden verstuurd door de RM1x via de
MIDI OUT-connector (de groene MIDI OUT-indicator).
3. LCD-Display
Het grote backlit LCD display-paneel van de RM1x toont de parameters en waarden die horen bij de geselecteerde handeling of mode. De Displayknoppen (pagina 12) en Functieknoppen net onder de LCD-display hebben direct effect op de
corresponderende parameters of functies op de display. De [DISPLAY] en [CURSOR] knoppen staan in direct verband met
de werking van de display. Nadere details vindt u in het onderdeel “Algemene Werkwijze” op pagina 23.
Een CONTRAST- knop voor de LCD-display bevindt zich op het achterpaneel (pagina 14). De LCD-display kan worden
ingesteld op de normale of omgekeerde (wit op zwart) display via een utility-modefunctie (pagina 133).
RM1x SEQUENCE REMIXER 11
OPSTELLING
4. Display-KNOPPEN
De vier knoppen die zich vlak onder de LCD-display bevinden, bedienen direct de corresponderende parameters op de
display . In de belangrijkste P ATTERN-mode bijvoorbeeld, kan Displayknop 1 worden gebruikt voor het selecteren van een
een stijl en Displayknop om de BPM-waarde in te stellen. U vindt hierover meer details in “Algemene Werkwijze” op
pagina 23.
5. Functieknoppen en -indicators
De functieknoppen [F1] tot en met [F4] lijken op de displayknoppen omdat deze ook direct de corresponderende functies
bedienen op de LCD-display, maar alleen als de betreffende indicators branden. Nadere details vindt u in het onderdeel
“Algemene Werkwijze” op pagina 23.
6. VOLUME-knop
Wijzigt het volume van de audio-output van de RM1x via de OUTPUT- en PHONES-jacks op het achterpaneel.
7. Realtime Controller-knoppen & [KNOB]-knop
Met deze knoppen kunt u de corresponderende parameters in realtime bedienen gedurende het afspelen van patronen of
songs. De parameters die onder de knoppen op het paneel staan, zijn de vooringestelde (preset) standaardparameters.
Andere parameters kunnen echter naar wens worden toegewezen via de SETUP-submode KNOB ASSIGN-functie (pagina
74). De knoppen kunnen worden geswitched om een van de twee parametergroepen “A” en “B” te bedienen, met behulp
van de [KNOB]-knop. De “A” -parametergroep (de bovenste standaardparameters die op het paneel staan) worden geselecteerd als de [KNOB]-indicator brandt. De “B”-groep (de parameters aan de onderkant) wordt geselecteerd als de [KNOB]indicator niet brandt. Verschillende parameters kunnen worden toegewezen aan zowel de “A”- als de “B”-groep met behulp
van de KNOB ASSIGN-functie zoals hierboven staat beschreven.
8. Cursorknoppen
De cursorknoppen bewegen de “cursor” op het LCD-displayscherm waarop de verschillende parameters staan die u voor
editing kunt gebruiken (de cursor van de RM1x verschijnt als een donker blok met ‘omgekeerde’ lettertekens).
9. [NO -1] en [YES +1] knoppen
Met de [NO -1] en [YES +1] knoppen kunt u de parameter, waarop de cursor staat, editten (de waarde ervan veranderen).
De [NO -1] knop verkleint stapsgewijs de waarde van de geselecteerde parameter, terwijl de [YES +1] knop de parameter
stapsgewijs vergroot. U kunt kort de knop indrukken om de parameter te verkleinen of te vergroten met een enkele eenheid,
of de knop ingedrukt houden voor continue vergroting of verkleining.
U kunt met de [NO -1] en de [YES +1] knoppen tevens op bepaalde vragen reageren die op het scherm verschijnen. Druk
op [YES +1] om door te gaan, of [NO -1] om te stoppen.
10. [<-] en [->] knoppen op de DISPLAY
Als de geselecteerde mode of submode (pagina 23) meer parameters bevat dan er op de display passen, verschijnen er
pijltjes aan de linker- of rechterkant van de display die aangeven dat er meer parameters beschikbaar zijn in de die richting.
Als dit gebeurt. Laat u met de [<-] en [->] knoppen de display in de corresponderende richting scrollen.
11. MODE- en SUBMODE-knoppen
De vier MODE-knoppen selecteren de belangrijkste werkwijzen op de RM1x (PATTERN, PATTERN CHAIN, SONG, en
UTILITY), terwijl de SUBMODE-knoppen verschillende submodes selecteren, waardoor u de gedetailleerde programmaonderdelen van de RM1x's kunt bedienen. Nadere bijzonderheden over het selecteren van mode en submode vindt u in
“Algemene Werkwijze” op pagina 23.
12. [EXIT] knop
Met de [EXIT] knop kunt u iedere functie die u heeft geselecteerd met de functieknoppen verlaten, of van de edit- of
jobmodes (zoals hieronder staat beschreven) direct teruggaan naar de hoofdmode (d.w.z. SONG of PATTERN).
12 RM1x SEQUENCE REMIXER
OPSTELLING
13. Sequencerknoppen en -indicators
De sequencerknoppen bedienen het opnemen en afspelen in de PATTERN-, PATTERN CHAIN-, en SONG-modes.
REC
PLAY
STOP
&
Activeert de record-ready mode in de PATTERN- en SONG-modes van de RM1x. De
rode REC-knopindicator gaat branden, en het opnemen start zodra u de knop indrukt.
U kunt de knop weer indrukken om de record-ready -mode te verlaten voordat u bent
begonnen met het opnemen door op de knop te drukken.
Start het afspelen vanaf betreffende punt in het patroon of de song als de record-ready mode
niet actief is, of het opnemen vanaf hetzelfde punt als de record-ready mode actief is. De
groene PLAY-indicator knippert om de BPM tijdens het afspelen of opnemen aan te geven.
Stopt het afspelen of opnemen.
Snel achter- en voorwaarts. Door op de of knop te drukken kunt u snel voor- of
achterwaarts door het patroon of de song bewegen.
Top. Keert ogenblikkelijk terug naar het eerste begin van de song of het patroon (d.w.z.
de eerste tel of maat).
14. Toetsenbord
Dit met 26 toetsen uitgeruste toetsenbord maakt het mogelijk de RM1x te programmeren zonder deze aan te sluiten op een
extern MIDI-toetsenbord. Het toetsenbord is zelfs polyfonisch waardoor u direct akkoorden en enkele noten kunt invoeren.
Het enige wat mist is aanslaggevoeligheid. De RM1x accepteert echter wel aanslaggevoeligheidsinformatie van een extern
MIDI-toetsenbord.
Het toetsenbord voert tevens een hele serie handelingen uit die zijn geselecteerd met de toetsenbord-modeknop: trackselectie, transpositie, invoeren van numerieke data, track-mute/solo, en het selecteren van gedeelten. De “zwarte toetsen” voeren ook een aantal andere functies uit, zoals het selecteren van bepaalde trackgedeelten en het vasthouden van een aantal
track-mute-instellingen.
15. Toetsenbord-Modeknoppen
Deze knoppen wijzigen de functie van het RM1x-toetsenbord voor trackselectie, transpositie, het invoeren van numerieke
data, track mute/solo, en het selecteren van gedeelten. U vindt hierover meer details in “Algemene Werkwijze” op pagina
23.
16. [OCT DOWN] en [OCT UP] knoppen
Hoewel het bereik van het RM1x-toetsenbord iets meer als 2 octaven is, kunt u met de [OCT DOWN] en [OCT UP]
knoppen de toetsenbordtoonhoogte in octaafstappen omhoog of omlaag transponeren, met een bereik van 8 (+/- 4) octaven.
Iedere keer als u de [OCT DOWN] indrukt, transponeert de toetsenbordtoonhoogte een octaaf totdat de grens daaronder is
bereikt. De [OCT UP] knop verplaatst de toetsenbordtoonhoogte op dezelfde manier naar boven. De octaafverplaatsing
wordt weergegeven op de LCD-display.
17. [SHIFT] knop
Met de [SHIFT] knop kunt u toegang krijgen tot verscheidene secundaire of “achtergrond”-functies waarvan u slechts
gebruik maakt in speciale gevallen. Met de [SHIFT] knop kunt u bijvoorbeeld een track “solo-en” in plaats van deze te
muten met de [MUTE] toetsenbord-modeknop.
U kunt de [SHIFT] knop in combinatie gebruiken met de Displayknoppen: houd de [SHIFT] knop ingedrukt terwijl u een
knop draait om data te selecteren.
18. [ARPEGGIO ON] knop
Schakelt de automatische arpeggio-functie van de RM1x aan of uit (pagina 62). De [ARPEGGIO ON] knopindicator gaat
branden als de ARPEGGIO aanstaat.
19. [TAP/ENTER] knop
Met deze knop met twee functies kunt u zowel de BPM-waarden intikken (pagina 20), als numerieke waarden invoeren
(pagina 26).
RM1x SEQUENCE REMIXER 13
OPSTELLING
❏ Achterpaneel
1. STANDBY/ON-schakelaar
Druk in om RM1x aan te zetten, en druk nog een keer in om deze uit te zetten. Als de machine aanstaat, gaat één van de
mode-knopindicators branden en de PATTERN-modedisplay verschijnt op de LCD (Liquid Crystal Display).
2. DC IN-jack
De DC-outputkabel van de Yamaha PA-5C AC Power Adaptor, meegeleverd met de RM1x, dient u hier aan te sluiten.
3. CONTRAST-control
Met de CONTRAST-knop bereikt u de beste zichtbaarheid op de LCD-display (de zichtbaarheid op de LCD varieert sterk
afhankelijk van de hoek waaronder u naar de display kijkt).
4375621
4. MIDI IN & OUT-connectors
De RM1x is uitgerust met MIDI IN en MIDI OUT-connectors voor maximale flexibiliteit in het systeem. Als u met behulp
van een MIDI-toetsenbord of andere programma’s wilt spelen en programmeren op de RM1x, moet deze worden aangesloten op de RM1x MIDI IN-connector (zie “Het Aansluiten van externe MIDI-apparaten,” op pagina 18). U kunt input“filters” naar wens instellen via de UTILITY-mode (pagina 137): deze filters bepalen welke data wel en welke data niet
worden ontvangen door de MIDI IN-connector.
De MIDI OUT-connector kan worden aangesloten op een externe toongenerator of synthesizer als u externe stemmen van
de RM1x-sequencer aan wilt sturen. Net zoals de MIDI IN-connector, kunnen MIDI-filters worden aangesloten voor de
MIDI OUT-connector via de UTILITY-mode.
5. L/MONO & R OUTPUT-jacks
Dit zijn de belangrijkste stereo-outputs van het toongeneratorsysteem van de RM1x (zie “Het Aansluiten van Audioapparatuur” op pagina 17). Het zijn allebei standaard 1/4” monofoonpluggen. Als u een plug in alleen de L/MONO-output
steekt, worden de linker- en rechterkanalen gemixt en verstuurd via die output waardoor het gebruik van mono-geluidssystemen mogelijk wordt gemaakt. Het output-niveau kunt u wijzigen met de VOLUME-knop (pagina 12).
6. PHONES-jack
Iedere stereo-hoofdtelefoon met een 1/4” stereofoonplug kan hierop worden aangesloten voor afluisteren. Het outputniveau van de PHONES wordt aangepast met de VOLUME-knop.
7. FOOT SW-jack
Een optionele Yamaha FC4 of FC5-voetschakelaar die op deze jack is aangesloten, kunt u gebruiken voor: start/stop, het
selecteren van gedeelten, sustain, of het aanslaan van de BPM-waarde, zoals bepaald door de instellingen van de FOOT
SWITCH-parameter in de UTILITY-mode (pagina 132).
14 RM1x SEQUENCE REMIXER
OPSTELLING
❏ Floppy-diskdrive
1. Floppy diskslot
Hier voert u floppy disks in om data te bewaren of te laden. U kunt 3.5 inch 2HD (MF2HD) of 2DD (MF2DD) floppy disks
gebruiken. (pagina 42)
2. “Disk-in-gebruik”-indicator
Deze indicator gaat branden als data worden gelezen of geschreven op de floppy disk. De disk mag nooit worden verwijderd als de indicator brandt.
3. Ejectknop
Door op deze knop te drukken haalt u de floppy disk eruit. De disks moeten er stevig maar voorzichtig worden ingestoken
of verwijderd en alleen als de toegangsindicator niet brandt.
2. Disk-in-gebruik
indicator
1. Floppy diskgleuf
.. Aan de achterkant van de floppy disk zit een schrijfbeveiligingsschuifje zoals is geïllustreerd in de onderstaande afbeelding. Als het
N.B.
schuifje naar beneden is geschoven (met het venstertje open), is het niet mogelijk om data te wijzigen, toe te voegen of te wissen. Als
u belangrijke data wilt veilig stellen, moet u het schuifje in deze positie laten staan.
3. Ejectknop
WAARSCHUWING!
Onthoud dat Yamaha geen verantwoording draagt ten aanzien van dataverlies als gevolg van oneigenlijk gebruik.
RM1x SEQUENCE REMIXER 15
OPSTELLING
2. Het Aansluiten
Om de RM1x in gebruik te nemen, moeten de meegeleverde AC-adaptor en een amp-systeem enzovoort worden aangesloten.
Als u externe MIDI-apparaten en of controllers gebruikt, moeten deze tevens worden aangesloten.
Dit onderdeel legt uit hoe u deze verbindingen moet instellen.
WAARSCHUWING!
V oordat u aansluitingen maakt, doet u er goed aan eerst de ST ANDBY/ON-schakelaar op “uit” te zetten. Als u aansluitingen maakt terwijl
de ST ANDBY/ON-schak elaar op “aan” staat, bestaat de kans dat e xterne apparatuur z oals de amp of de speak ers beschadigd rak en.
❏ Aansluiting op de Netspanning
1 Zorg ervoor dat de STANDBY/ON-schakelaar van de RM1x ingesteld staat op STANDBY, en sluit de meegeleverde
AC-adaptor (PA-5C) aan op de netspanningsjack.
Bevestig de DC-outputkabel van de adaptor rond de kabelclip (zoals hieronder is geïllustreerd) om het niet opzettelijk
losraken ervan te voorkomen tijdens het werken met de RM1x.
2 Stop de AC-adaptor in een stopcontact, en zet de RM1x STANDBY/ON-schakelaar aan.
Als u het instrument uitzet ga dan in omgekeerde volgorde te werk.
WAARSCHUWING!
Maak uitsluitend gebruik van de meegeleverde PA-5C AC-adaptor. Het gebruik van andere AC-adaptors veroorzaakt slecht
functioneren. Zorg er ook voor dat u de AC-adaptor uit het stopcontact haalt als u de RM1x niet gebruikt.
PAS OP!
Zelfs als de schakelaar in de “STANDBY” positie staat, stroomt er nog altijd een minimale hoeveelheid electriciteit naar het instrument. Als u de RM1x v oor langere tijd niet gebruikt, is het raadzaam de AC-stroomadaptor niet op het electriciteitsnet aan te sluiten.
Onderbreek nooit de electriciteitspanning (bijvoorbeeld door de AC-adaptor eruit te halen) gedurende opname op de RM1x!
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot dataverlies.
16 RM1x SEQUENCE REMIXER
OPSTELLING
❏ Het aansluiten van Audio-apparatuur
Om het geluid van de RM1x te versturen, moet u een amp of mixer op de uitgang aansluiten.
Het aansluiten op powered luidsprekers
Sluit twee powered luidsprekers (links en rechts) aan op de uitgang (L/MONO, R). Als u slechts één powered luidspreker
aansluit, dan gebruikt u de L/MONO-jack.
VOL
Op een Mixer Aansluiten
Sluit de uitgangen (L/MONO, R) aan op twee mixerkanalen. Het kanaal dat is aangesloten op de L/MONO-jack moet links
gepanned staan, en het kanaal dat is aangesloten op de R-jack moet rechts gepanned staan. Sluit op dezelfde manier aan als
wanneer u de RM1x op een MTR of cassettedeck aansluit.
Als u een hoofdtelefoon gebruikt, sluit deze dan aan op PHONES (hoofdtelefoon)-jack op het achterpaneel.
Stel het volume zodanig in dat uw gehoor geen schade wordt toegebracht.
WAARSCHUWING!
Sluit de uitgangen van de RM1x niet aan op de mic-inputjacks van bijvoorbeeld een amp of cassette deck. Als deze ingesteld
zijn op mic-inputs, kan de geluidskwaliteit verslechteren, en het appar aat kan worden beschadigd. Als u de RM1x aansluit op
een mixer of dergelijk apparaat, moet u de mixerkanalen bovendien instellen op Line-Inputpositie.
RM1x SEQUENCE REMIXER 17
OPSTELLING
❏ Het aansluiten van een voetschakelaar
Als u een los verkrijgbare FC4 of FC5-voetschakelaar aansluit, stop dan de plug van de voetschakelaar in de FOOT SWjack op het achterpaneel.
❏ Het Aansluiten van externe MIDI-apparaten
Het aansluiten van een MIDI-toetsenbord
Realtime opname-input wordt gemakkelijker als u een MIDI-toetsenbord gebruikt.
Met een MIDI-kabel kunt u de MIDI OUT van het externe MIDI-toetsenbord aansluiten op de MIDI IN-connector op het
achterpaneel.
FC4 of FC5
MIDI
OUT
Het aansluiten van een toongeneratormodule
Met song- en patroonafspeeldata van de RM1x kunt u een externe toongeneratormodule spelen.
Met de MIDI-kabel kunt u de MIDI OUT-connector op het achterpaneel aansluiten op de MIDI IN-connector van het
externe MIDI-apparaat..
MIDI IN
18 RM1x SEQUENCE REMIXER
OPSTELLING
❏ Het aansluiten van een MTR (multitrack-recorder)
Aangezien de RM1x is uitgerust met een MTC (MIDI Time Code) en MMC (MIDI Machine Control), kunt u muziek produceren terwijl het apparaat is gesynchroniseerd met een MTC- of MMC-compatibele multitracker.
Met MIDI-kabels kunt u de MIDI OUT-connector van de RM1x aansluiten op de MIDI IN-connector van de MTR, en de
MIDI IN-connector van de de RM1x op de MIDI OUT -connector van de MTR. Als u MTC of MMC gebruikt om een MTR te
besturen, moet u de MIDI-Syncinstelling op de MIDI-pagina van de Utility-mode instellen op “MTC".
De RM1x met MTC synchroniseren vanuit een extern apparaat
MIDI IN
MIDI OUT
(MTC,MMC-compatibel)
Een extern apparaat controleren via MMC vanuit de RM1x
MIDI OUT
(MTC,MMC-compatibel)
MIDI IN
MTR
MTR
RM1x SEQUENCE REMIXER 19
OPSTELLING
3. Snel starten doet u als volgt
Als uw RM1x eenmaal correct is opgesteld en van stroom voorzien, probeer dan eens het volgende toe te passen. Het is
namelijk heel gemakkelijk om de vooringestelde patronen te remixen om daarmee uw eigen groove te creëren.
Maar onthoud: dit is slechts het topje van de ijsberg! De RM1x kan nog veel en veel meer.
4.
1. Selecteer een Stijl
Met Displayknop 1 kunt u een vooringestelde stijl (P01 …
P60) kiezen.
2. Start het Afspelen
Druk op de PLA Y knop. Het geselecteerde gedeelte van de
geselecteerde stijl begint met afspelen. Dit “patroon” zal doorgaan met loop-en tot een ander gedeelte of stijl wordt geselecteerd.
Een nieuwe BPM (Beat Per Minute)
instellen
Met Displayknop 4 kunt u de BPM aanpassen naar een waarde
die goed aanvoelt.
5. Een Nieuwe BPM Inslaan
Sla een paar keer op de [T AP] knop op de gewenste BPM. De
RM1x past de BPM aan naar wat u heeft aangeslagen.
3. Switchgedeeltes
Zorg ervoor dat de [SECTION] knopindicator knippert (zo
niet, druk dan op de [SECTION] knop), en gebruik vervolgens de witte toetsen op het toetsenbord van de RM1x om
van gedeelte te switchen.
Een zojuist geselecteerd gedeelte zal meteen
beginnen. Dit gedeelte wordt aangegeven door een
knipperende indicator boven de corresponderende
toets, en een letter (“A” … “P”) naast de “SEC” in de
display .
• Meer over gedeeltes op pagina 28.
6. Transponeren
Transponeer het patroon naar een willekeurige toets door het
indrukken van een toets op het toetsenbord van de RM1x terwijl u de [TRANSPOSE] knop ingedrukt houdt.
De middelste E-toets op het toetsenbord (met
label “H” en “8”) correspondeert met geen
transpositie. Hogere of lagere toetsen geven
de transpositie aan van het corresponderende
aantal halftonen in de corresponderende
richting. De hoeveelheid transpositie wordt ook
aangegeven door de TRANS-parameter in de
display.
• Meer over transpositie op pagina 27.
20 RM1x SEQUENCE REMIXER
OPSTELLING
7. Het gebruik van de Realtime Controllerknoppen
Draai aan de RM1x controllerknoppen om het effect te horen. De standaardparameters zijn van een label voorzien
onder iedere knop. De [KNOB] knop selecteert de “A” of
“B”-parametergroep.
9. Een Arpeggio afspelen
Druk op de [ARPEGGIO] knop waardoor de indicator gaat
branden. Speel dan een interval of akkoord op het toetsenbord van de RM1x. De RM1x creëert automatisch een arpeggio dat is gebaseerd op de noten die u speelt.
De knoppen beïnvloeden de geselecteerde
track. U kunt snel een van de 16 tracks selecteren door op de betreffende witte toets te
drukken op het RM1x toetsenbord (“1” …
“16”) terwijl u de [TRACK] knop ingedrukt
houdt. Het nummer van de geselecteerde track
verschijnt in de display.
Als de mutemode bezet is, dan gaan de
indicators boven de tracks die data bevatten
branden. Druk eenmaal op een toets om een
track te muten die data bevat (de indicator
hiervan knippert en “M” verschijnt boven het
tracknummer in de display). Druk de toets
nogmaals in om een gemute track te un-muten.
• Meer over de Mute- en Solofuncties op
pagina 28.
• Meer over trackselectie op pagina 27.
De “A”-parametergroep (de bovenste
standaardparameters die op het paneel staan)
worden geselecteerd als de [KNOB] indicator
brandt, en de “B”-groep (de parameters aan
de onderkant) wordt geselecteerd als de
[KNOB] indicator uit staat.
• Meer over de controllerknoppen op pagina
29.
8. Mute- & Un-mutetracks
Druk op de [MUTE] knoppen om de indicator te laten knipperen, en gebruik vervolgens de witte toetsen op het toetsenbord van de RM1x om tracks naar wens te muten en te unmuten.
Bij gebruik van de Arpeggio submode-parameters kunt u kiezen uit verschillende soorten
arpeggio.
• Meer over de Arpeggiomode op pagina
62.
10. Experimenteer met verschillende
stijlen
Met controlknop 1 kunt u verschillende stijlen selecteren en
experimenteren met de vele gedeelten die elke stijl bevat.
Druk op de STOP knop om het afspelen te
stoppen als u klaar bent.
RM1x SEQUENCE REMIXER 21
OPSTELLING
4. De meegeleverde disk gebruiken
U kunt de meegeleverde disk gebruiken zoals hieronder is aangegeven.
❏ Inhoud van de disk
De meegeleverde disk bevat 3 demosongs.
Met de demosongs kunt u demo’s en songs afspelen
terwijl u de toewijsbare knoppen (PLAY FX en VOICE)
wijzigt om de mogelijkheden van de RM1x te ontdekken.
❏ Luisteren naar het afspelen van
een demo
Op de volgende manier kunt u een demo-songfile vanaf disk
laden en van het afspelen ervan genieten.
1 Stop de disk in de floppy-diskslot met het label om-
hoog gericht.
Voer de disk in totdat u een klik hoort.
4 Druk nogmaals op de [DISK] knop.
U gaat naar het laden van de pagina, en de bovenste regel
van de display geeft aan: “SONG DISK 2 Load”.
5 Met de CURSOR-knop kunt u de cursor verplaatsen
naar de file die u wilt afspelen.
6 Druk op de F1-knop (LOAD!) om het laden te star-
ten.
De display geeft aan: “Executing...".
2 Druk op de [SONG] knop.
U gaat naar Songmode.
3 Druk op de [DISK] knop.
U gaat naar Disk-submode.
7 Druk op de [SONG] knop.
De bovenste regel van de display geeft de naam aan van
de geladen song.
8 Druk op de PLA Y knop om het afspelen te starten.
9 Druk op de STOP knop om het afspelen te stop-
pen.
Door de DISK FILE in stap 5 te wijzigen, kunt u andere
N.B.
songs afspelen.
22 RM1x SEQUENCE REMIXER
Algemene Handelingen
Algemene Werkwijze
1. Het selecteren van Modes & Submodes
De RM1x is uitgerust met 3 belangrijke afspeel- en opnamemodes: P ATTERN, PATTERN CHAIN, SONG en een UTILITY mode. Ieder van deze modes behelst een aantal “submodes” die u toegang verschaffen tot meer gespecialiseerde parameters.
Houd er rekening mee dat een aantal stippen verschijnen aan de linkerkant van de MODE- en SUBMODE-knoppen. Het aantal
stippen naast iedere knop geeft het aantal pagina’s aan waar u toegang tot heeft met die knop. Een knop met een enkele stip
heeft slechts toegang tot een enkele pagina. Een knop met 3 stippen geeft bijvoorbeeld toegang tot 3 verschillende displaypagina’s
in sequence. U kunt terugkeren door de paginasequence vanaf iedere willekeurige bladzijde in het lijstje door het gewenste
aantal keren op de [EXIT] knop te drukken. De titels van de bladzijden waar u toegang tot kunt krijgen met alle multi-pagina
MODE- en SUBMODE -knoppen, staan aan de bovenkant van het paneel, rechts naast de knoppen zelf. Als u naar deze lijst
kijkt, ziet u dat de SUBMODE [EFFECT]-knop met vier stippen u bijvoorbeeld toegang geeft tot de pagina’s “T ype”, “Variation
Edit”, “Chorus Edit” en “Reverb Edit”.
❏ De Belangrijkste Modes
U kunt toegang krijgen tot de hoofdmodes door op de corresponderende MODE-knop te drukken: [P A TTERN], [PA TT CHAIN],
[SONG], of [UTILITY]. De corresponderende indicator brandt, en de naam van de geselecteerde mode verschijnt in de linkerbovenhoek van de LCD-display. Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van wat de modes doen, en paginareferenties
naar de betreffende gedeelten in deze handleiding.
ModeBeschrijving
PATTERNDit is de mode die u waarschijnlijk het meest zult gebruiken voor het opnemen en afspelen. Het is
ook de standaardmode die verschijnt als de machine net is aangezet. De [PATTERN] knop selecteert ombeurten de belangrijkste PATTERN-mode en de PATCH-mode waarin frasen samen kunnen worden “ge-patched” om zodoende patronen te creëren.
Bij de RM1x wordt met de term “patroon” een relatief kort patroon bedoeld, bijvoorbeeld 4 tot 16
maten - waarmee ‘ge-looped’ wordt afgespeeld.
PATTERN CHAINMet PATTERN CHAIN mode kunt u patronen samen- “chain-en” voor het automatisch sequentie-
afspelen.
SONGHoewel u waarschijnlijk de PATTERN-mode gebruikt voor het afspelen en opnemen, kunt u met
de RM1x SONG ook hele songs op nemen en afspelen als u bijvoorbeeld een continue sequence
wilt creëren van meer dan 256 maten, of een oneven maatsoort wilt gebruiken.
UTILITYZoals de naam al doet vermoeden, kunt u met de UTILITY mode toegang krijgen tot een groot
aantal utility-functies die het gehele systeem en de MIDI-handelingen beïnvloeden
Pagina
45
109
115
131
RM1x SEQUENCE REMIXER 23
Algemene Handelingen
❏ De Submodes
Met de SUBMODE-knoppen onder de MODE-knoppen heeft u toegang tot de submodes. Als u op een SUBMODE-knop
drukt, selecteert u de submode die correspondeert met de geselecteerde hoofd-MODE. De JOB-submode van de PA TTERNmode verschilt bijvoorbeeld iets van de JOB-submode van de SONG-mode. In de onderstaande tabel vindt u een kort overzicht
van wat de submodes doen, en paginareferenties naar de betreffende gedeeltes in deze handleiding.
ModeBeschrijving
GROOVEMet deze submode kunt u de toonhoogte, timing, lengte, en velocity v an noten via een 16e-nootsgrid wijzigen
om “grooves” te creëren die niet mogelijk z ouden zijn met precieze sequencer-achtige programmering.
PLA Y FXEen reeks afspeeleffecten die het geluid alleen tijdens het afspelen beïnvloeden zonder daarbij de
sequencedata te veranderen. Deze afspeeleffecten behelzen harmoniseren, beat stretch, clock
shift, gate-tijd, en velocity-offset.
MIDI DELAYMIDI-Delay creëert delay-effecten die bijna net zo klink en als de effecten gecreëerd door con ven-
tionele delay effectunits, maar in dit geval worden de delays gecreëerd door manipulatie van de
MIDI-notedata in plaats van het audiosignaal.
ARPEGGIOMet dit onderdeel creëert u simpele automatische arpeggio’s gebaseerd op noten afgespeeld op
het toetsenbord van de RM1x.
VOICEMet de V OICE-submode kunt u iedere willekeurige voice v an de RM1x toewijzen aan afz onderlijke
tracks, met daarin volume, pan en effect-sendknoppen van iedere track.
VOICE EDITMet deze submode krijgt u toegang tot speciale voice-wijzigingsparameters die u kunt gebruiken
om voices geheel naar eigen smaak te creëren.
EFFECTGedetailleerde effectwijzigingen geven de “finishing touch” aan uw geluid.
SETUPDe SETUP-submode bevat een LOW BOOST-functie, knoptoewijzing voor de realtime
controlknoppen van de RM1x, en afzonderlijke outputkanaaltoewijzingen voor de interne toon-
generator en MIDI-versturing.
DISKU kunt toegang krijgen tot alle diskhandelingen via deze submode: opslaan, laden, filenaam, wis-
sen, opnieuw een naam geven, formatteren enz..
JOBHiermee krijgt u toegang tot de reeks PATTERN-, PA TTERN CHAIN-, en SONG-jobs van de RM1x.
EDITMet de EDIT-submode kunt u sequencedata in detail wijzigen. Op deze manier houdt u controle
over de toonhoogte, timing, velocity, duur, en andere parameters van iedere noot.
SPLITMet de PATTERN SPLIT-submode kunt u geselecteerde maten kopiëren van het ene naar het
andere gedeelte. De SONG SPLIT-submode lijkt hierop, maar in dit geval kunt u geselecteerde
maten kopiëren van een song naar een geselecteerd gedeelte.
Pagina
55, 119
57, 119
60, 119
62, 119
63, 120
65, 120
69, 120
73, 121
76, 111, 122
80, 123
99, 128
108, 129
24 RM1x SEQUENCE REMIXER
2. Navigeren in de Display
Algemene Handelingen
In alle displays van de RM1x wordt de geselecteerde parameter of
functie aangegeven door een “cursor” die of onderstreept is of de vorm
heeft van een “inverse” blok (d.w .z. de geselecteerde waarde verschijnt
als witte lettertekens in een zwart blok, of omgekeerd als de “NEGA”mode is geselecteerd via de LCD MODE-functie van de UTILITYmode, zie pagina 133). De onderstreepte cursor wordt vaak gebruikt
voor parameters waartoe u toegang kunt krijgen via de displayknoppen
(zie onder). U kunt de cursor in de display verplaatsen met de CURSOR-knoppen. Elk van deze vier knoppen verplaatst de cursor in de
richting die wordt aangegeven door de corresponderende pijl (als de
cursor in die richting verplaatst kan worden). Als u verdwaald bent in
een display en de cursor niet meer kunt vinden, druk dan op de CURSOR-knoppen en u zult de cursor zien zodra deze beweegt.
Cursor
❏ Menuselectie
In de JOB-submodes (pagina’s 80, 1 12, 123) treft u een “menu”
aan waaruit u een job kunt selecteren. Er zijn verschillende
manieren om dit te doen, zoals hieronder is aangegeven:
CURSOR-knoppenMet de CURSOR-knoppen kunt u naar
de gewenste job scrollen, om vervolgens
op de Select-functieknop te drukken
(F4, onder “Select ” op de display).
DisplayknoppenMet de knop onder “JOB” op de dis-
play kunt u door de joblijst scrollen en
dan op de Select-functieknop (F4, onder “Select ” op de display. Maar u kunt
ook de CATEGORY-knop indrukken
om tussen jobcategorieën te switchen
(in lijst aan de linkerkant van de jobs).
[NO -1]/[YES +1]-knoppen Druk eenmaal kort op de [NO -1] of
[YES +1] om met een stap tegelijk door
het menu te gaan in de corresponderende richting, of houd de knop ingedrukt voor continue scrolling. Als de
gewenste job is gemarkeerd, druk dan
op de Select-functieknop (F4, onder “Select ” op de display).
Numerieke selectieMet de numerieke maniervan selecteren,
zoals hieronder staat beschreven, kunt u
het nummer van de gewenste job invoeren. Het jobnummer gaat knipperen in de
rechterbovenhoek van de display. Druk
dan op de [ENTER]-knop.
Cursor
Als een geselecteerde mode meer parameters bevat dan er
passen op een enkel displayscherm, verschijnt er een pijl aan
beide kanten van de display. Dit geeft aan dat u over meer
parameters beschikt door in de corresponderende richting(en)
te scrollen. Dit kan worden bereikt door of de cursor over het
einde van de display te verplaatsen met de CURSOR-knoppen, of door direct met de DISPLAY-knoppen de display te
scrollen.
RM1x SEQUENCE REMIXER 25
Algemene Handelingen
3. Het Wijzigen van Waarden (Editing)
Op de RM1x kunt u waarden op drie manieren wijzigen:
❏ De Displayknoppen
Met de displayknoppen kunt u snel en gemakkelijk corresponderende parameters aanpassen en wijzigen. Als u met de
displayknoppen toegang kunt krijgen tot parameters in de geselecteerde display, verschijnen deze direct boven de knoppen zoals getoond in de figuur hieronder.
Om een knop-gerelateerde parameter te wijzigen hoeft u alleen maar de knop kloksgewijs te draaien om de waarde te
vergroten, en tegen de klok in om deze te verkleinen. Voor
snellere wijzigingen, als u bijvoorbeeld snel een groot waardegebied moet dekken, draai dan de betreffende displayknop
terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt.
De functie van de displayknoppen hangt niet af van de cursorlokatie, dus u wijzigt de betreffende waarden met de cursor terwijl deze op een andere plaats op de display staat.
❏ Numeriek Invoeren
Numeriek invoeren kan handig zijn als u precies de waarde
weet die u wilt invoeren, waardoor het niet meer nodig is om
door lange lijsten waarden of parameters te scrollen om het
gewenste effect te krijgen.
Om numeriek in te voeren moet de cursor op de waarde staan
die moet worden gewijzigd. Houd de [NUM]-modeknop op
het toetsenbord ingedrukt. Hierdoor gaan de LEDs boven de
toetsen branden die zijn genummerd van “1” tot “9” en “0” .
Dit geeft aan dat u met die toetsen een numerieke waarde kunt
invoeren. T erwijl u de [NUM]-knop ingedrukt houdt, drukt u
op de nummertoetsen om een waarde in te voeren, beginnend
bij het meest links gelegen cijfer. Om bijvoorbeeld het cijfer
“104” in te voeren, drukt u op “1,” “0,” en dan “4”. Als de
gewenste waarde is geselecteerd, laat u de [NUM]-knop los.
De gekozen waarde moet nu knipperen in de display . Als laatste drukt u op de [ENTER]-knop om de geselecteerde waarde
in te voeren.
❏ De [NO -1] en [YES +1]-knoppen
Met de [NO -1] en [YES +1]-knoppen kunt u gemakkelijk en
precies de geselecteerde waarden steeds met een enkele eenheid te vergroten of verkleinen. Nadat u ervoor heeft gezorgd
dat de cursor op de waarde staat die gewijzigd moet worden,
drukt u een keer kort op de [NO -1] of [YES +1] om een enkele eenheid in de corresponderende richting te verplaatsen,
of u houdt de knop ingedrukt voor continue scrolling.
Houd er rekening mee dat de [NO -1] en [YES +1] knoppen
ook worden gebruikt om bepaalde handelingen te bevestigen
of te annuleren, daarom zijn het ook “NO” en “YES”-labels.
n • Voor nog snellere vergroting of verkleining drukt u op de
tegenovergestelde vergroot- of verkleinknop terwijl u de
knop die correspondeert met de richting waarin u wilt vergroten of verkleinen ingedrukt houdt.
26 RM1x SEQUENCE REMIXER
4. De Functieknoppen
Algemene Handelingen
De vier functieknoppen onder de LCD-display — F1 tot F4
— worden slechts waar nodig actief. Als een functieknop actief is, gaat de indicator ervan (de LED meteen links van de
knop) branden. De functieknoppen worden actief wanneer een
“doe het”-achtige knop wordt vereist zoals Disk “SAVE” bijvoorbeeld, of de “DO!”-functie die voor de meeste jobs aanwezig is.
toetsenbord die correspondeert met de geselecteerde track gaat
knipperen. T erwijl u de [TRACK]-knop ingedrukt houdt, drukt
u op de knop die correspondeert met de track die u wilt selecteren (de corresponderende indicator gaat knipperen en de
geselecteerde track wordt gemarkeerd op de LCD-display),
en dan drukt u op de [TRACK]-knop.
❏ TRANSPONEREN
Met deze mode kunt u op een snelle en gemakkelijke manier
de afspeeltoonhoogte transponeren in eenheden van halve tonen -12 halftonen tot +13 halftonen (in samenwerking met de
OCT AVE knoppen — pagina 13 — is het mogelijk om te transponeren over een bereik van +/- 36 halftonen ). Als u de
[TRANSPOSE]-knop ingedrukt houdt, gaat(n) de
toetsenbordindicator(s) die corresponderen met de
transponeerwaarde knipperen. Een enkele knipperende LED
geeft de corresponderende witte toets aan, en twee knipperende LEDs geven de zwarte toets daar tussenin aan.
5. Toetsenbordmodes
Het toetsenbord van de RM1x doet veel meer dan alleen maar
noten invoeren. In samenwerking met de KEYBOARD-modeknoppen kunt u snel en efficiënt een hele reeks parameters
invoeren. Een van de functies waaruit u kunt kiezen — het
invoeren van numerieke waarden — is al besproken in het
gedeelte “Het Wijzigen van Waarden (Editing)”, (pagina 26).
Met het toetsenbord kunt u ook grid-typedata invoeren in de
Grid Groove- (pagina 55) en Grid Step Record (pagina 54)
modes. De resterende toetsenbordmodes worden hieronder
besproken:
❏ TRACK
Hiermee kunt u direct tracks selecteren voor het opnemen en
andere handelingen die verband houden met de tracks. Om
een van de 16 tracks van de RM1x te selecteren, houdt u de
[TRACK]-knop ingedrukt. De indicator boven de toets op het
De middelste E-toets op het toetsenbord (met labels “H” en
“8”) correspondeert met geen enkele tranponering. Hogere of
lagere toetsen geven transponeren aan met het corresponderende aantal halftonen in de corresponderende richting. De
mate van transponeren wordt ook aangegeven door de
TRANS-parameter in de PATTERN- en SONG-displays.
Om de transponeerwaarde te wijzigen, hoeft u slechts de betreffende toets in te drukken terwijl u de [TRANSPOSE]-knop
ingedrukt houdt.
RM1x SEQUENCE REMIXER 27
Algemene Handelingen
❏ NUM
Beschreven in “Numeriek Invoeren” in het gedeelte “Het Wijzigen van Waarden (Editing)” (pagina 26).
❏ MUTE (SOLO)
In samenwerking met het toetsenbord, kunt u met deze knop
specifieke tracks muten of ‘solo-en’. Tracks die worden gemute, produceren geen geluid tijdens het afspelen. Als een
track wordt ge-solo’d, dan is alleen die track te horen tijdens
het afspelen.
Om een willekeurig aantal tracks te muten in de PATTERNof SONG-mode, druk dan op de KEYBOARD [MUTE]-knop.
De [MUTE]-knopindicator gaat knipperen. Druk dan op de
toetsen die corresponderen met de tracks die u wilt muten—
een “M” verschijnt boven de tracknummers van gemute tracks
op de LCD-display. Elke keer dat een toets wordt ingedrukt
terwijl de MUTE-mode in gebruik is, wordt de corresponderende track ombeurten gemute en ge’un-mute. U kunt dan de
MUTE-mode verlaten door een tweede keer op de [MUTE]knop te drukken (de [MUTE]-knopindicator gaat uit), en de
huidige mute-instellingen blijven geldig. Vijf aparte muteopstellingen kunnen worden onthouden om ogenblikkelijk
opgeroepen te worden. Dit wordt hieronder beschreven in het
gedeelte “Het Geheugen Muten”.
Terwijl de [MUTE]-knopindicator knippert is het ook mogelijk om alle tracks tegelijkertijd te muten door op de zwarte
toets te drukken met het label [ALL]. Op dezelfde manier
kunnen tracks 1 tot 8 in een keer gemute worden door het
indrukken van toets [1-8]. In dit geval worden de resterende
tracks (9 tot 16) allemaal ge’un-mute. De [9-16]-toets mute
tracks 9 tot 16 terwijl deze tegelijkertijd 1 tot 8 un-mute. Als u
de volgende zwarte toets indrukt (C#) of de volgende daarnaast (BPM) dan worden alle gemute tracks ge’un-mute.
Het Geheugen Muten
Terwijl de MUTE-mode in gebruik is, kunt u, in samenwerking met de [SHIFT]-knop, met de MUTE MEMORYknoppen (de hoogste 5 zwarte toetsen) de huidige mutestatus opslaan: druk op een MUTE MEMORY-knop terwijl
u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt. Maximaal 5 verschillende mute-instellingen kunnen op deze manier worden
opgeslagen.
Opgeslagen mute-instellingen kunnen onmiddellijk worden opgeroepen terwijl de MUTE-mode in gebruik is door
eenvoudig op de betreffende MUTE MEMORY-knop te
drukken.
❏ SECTION (GEDEELTE)
Stijlen in de PATTERN-mode van de RM1x kunnen maximaal 16 “gedeelten” bevatten — “A” tot “P”. Ieder gedeelte
is in feite een afzonderlijk patroon, en de verschillende gedeelten kunt u gebruiken voor introducties, variaties, pauzes,
endings, enz. Met de SECTION-mode kunt u direct gedeelten
selecteren op het toetsenbord, en bovendien kunt u hiermee
snel van gedeelten wisselen tijdens het afspelen. Als u de
KEYBOARD [SECTION]-knop indrukt, gaan de
[SECTION]-knopindicator en de toetsenbordindicators die
corresponderen met gedeelten die data bevatten, branden. Ook
de toetsenbordindicator die correspondeert met het huidig
geselecteerde gedeelte gaat knipperen. Het gedeelte wordt ook
getoond door de “SEC”-parameter op de LCD-display. Om
een verschillend gedeelte te selecteren, druk dan gewoon op
de betreffende toets. Druk een tweede keer op de [SECTION]knop om de SECTION-mode te verlaten (de [SECTION]knopindicator gaat uit).
Slechts een enkele ge’un-mute track kan per keer worden gesolo’d, en niet zoals bij de mute-instellingen, verlaat u de solofunctie als u de MUTE-mode verlaat. Om een track to solo’en,
druk dan de [MUTE]-knop in terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt houdt. De [MUTE]-knopindicator gaat sneller knipperen als de MUTE-mode in gebruik is, en de indicator boven
de ge-solo’de track gaat knipperen. U hoeft slechts op een
verschillende toets te drukken om een verschillende track te
solo’en, druk dan een tweede keer op de [MUTE]-knop (de
[MUTE]-knopindicator gaat uit) om de SOLO-mode te verlaten.
28 RM1x SEQUENCE REMIXER
Algemene Handelingen
6. De Realtime
Controllerknoppen
Een van de kenmerken die de RM1x tot een kwaliteitsproduct
maken, zijn de realtime controllerknoppen. Met de knoppen
kunt u de corresponderende parameters in realtime bedienen
gedurende het afspelen van een patroon of song. Op deze
manier bijvoorbeeld kunt u de cutoff frequentie van de filter
sweepen, de pitch bend effecten eruit halen of toevoegen, of
met de betreffende knoppen elke willekeurige parameter bedienen gedurende het afspelen. Met 8 extra controllerknoppen
kunt u direct meervoudige parameters bedienen, en meer dan
een parameter tegelijkertijd bedienen.
De parameters op het paneel onder de knoppen zijn de vooringestelde standaardparameters, maar andere parameters kunnen naar wens worden ingesteld met de knop-toewijsfunctie
van de SETUP-submode (pagina 74). De knoppen kunnen
worden ingeschakeld om een of twee verschillende parametergroepen “A” en “B” te bedienen met de [KNOB]-knop. De
“A”-parametergroep (de bovenste standaardparameters op het
paneel) worden geselecteerd als de [KNOB]-indicator brandt,
en de “B”-groep (de onderste parameters) wordt geselecteerd
als de [KNOB]-indicator uit staat. Verschillende parameters
kunnen worden toegewezen aan zowel de “A”- als de “B”groepen met de KNOB ASSIGN-functie zoals hierboven beschreven. Hieronder vindt u de standaard “A”- en “B”-groepparameters.
7. Undo/Redo
Undo is een functie die de laatste opname of jobhandeling
annuleert of wijzigt, en de data in de oorspronkelijke staat
herstelt. Redo is een functie die de Undohandeling teniet doet
en de handeling opnieuw uitvoert.
Deze jobs zijn erg handig als belangrijke data zijn verminkt
door opname, een wijziging of door een job. Met deze jobs
kunt u opnemen, wijzigen en jobhandelingen uitvoeren (behalve het geven van een naam) in de Pattern-mode, de PatternChainmode, en de Song-mode, en voor het Patch-en in de
Pattern-mode.
Om te Undo-en drukt u op de [JOB]-knop terwijl u de [SHIFT]knop ingedrukt houdt. Om te Redo-en drukt u op de [JOB]
knop terwijl u de [SHIFT]-knop weer ingedrukt houdt.
Nadat opnemen, wijzigen of een jobhandeling zijn uitgevoerd
is het altijd mogelijk om te Undo-en. Het is bovendien ook
altijd mogelijk om te Redo-en nadat u heeft ge-Undo’d, en
Undo en Redo wisselen elkaar af.
• Deze procedure doet hetzelfde als de Undo/Redo-job in
N.B.
de Pattern-job (pagina 82), Pattern-kettingjob (pagina 113),
en Song-job (pagina 124).
Op de volgende manier kunt u de hoeveelheid gebruikt geheugen controleren zodat u kunt zien hoeveel u precies nog
kunt opnemen.
Druk op de F1-knop terwijl u de [SHIFT]-knop ingedrukt
houdt. Het “Gebruikte Geheugen” (Used Memory) verschijnt
dan net zolang als u deze knoppen ingedrukt houdt.
RM1x SEQUENCE REMIXER 29
Algemene Handelingen
9. Het Initialiseren van
het Systeem
Als u de instellingen van de RM1x in hun fabriekswaarden
terug wilt brengen kunt u initialiseren.
1 Terwijl u de [OCT DOWN] en [OCT UP]-knoppen en
de F#/Gb-toets [ALL] rechts daarvan ingedrukt houdt,
doet u de STANDBY/ON-schakelaar aan.
2 Als “RM1x” in het scherm verschijnt, kunt u de
toetsen loslaten.
3
Als het initialiseren klaar is, verschijnt “Factory Set”
kort in de display.
WAARSCHUWING!
Als het initialiseren klaar is, wordt al het interne geheugen
gewist. Als u data wilt behouden moet u dez e op floppy º disk
opslaan voordat u initialiseert.
30 RM1x SEQUENCE REMIXER
Loading...
+ 124 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.