Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoorziening
(adapter) nodig. Sluit dit product NIET aan op een andere spanningsvoorziening of adapter dan in de handleiding wordt beschreven, dan
op het naamplaatje staat of die speciaal wordt aanbevolen door
Yamaha.
WAARSCHUWING:
iemand over het netsnoer of aangesloten kabels kan lopen, erop kan
stappen of er iets overheen kan rollen. Het gebruik van een verlengsnoer wordt niet aanbevolen! ALS u een verelengsnoer moet gebruiken, moet de minimum draaddoorsnede voor een snoer van 25 meter
(of minder) 18 AWG zijn. OPMERKING: Des te lager het AWG-nummer, des te groter het stroomdoorlatend vermogen. Raadpleeg voor
langere verlengsnoeren een plaatselijke elektricien.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bijgeleverde
componenten of een kar, rek of standaard die speciaal wordt aanbevolen door Yamaha. Als een kar, enz. wordt gebruikt, neem dan alstublieft alle veiligheidsmarkeringen en instructies, die het product
vergezellen, in acht.
Plaats dit product niet op een plaats waar
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het
moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de
specificaties te veranderen of aan te passen, zonder kennisgeving en
zonder de verplichting reeds bestaande modellen daaraan aan te
passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtelefoon of luidsprekers, kan in staat zijn geluidsniveaus v oort te brengen
die tot permanente gehoorbeschadiging kunnen leiden. Gebruik
GEEN hoge of onaangename volumeniveaus gedurende een langere tijd. Mocht u gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u
het beste contact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige.
BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd die nodig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Sommige Yamaha producten zijn voorzien van banken en/of accessoirebevestigingsmontagebeugels die of zijn bijgeleverd of als optionele accessoire leverbaar zijn. Sommige hiervan zijn zo ontworpen
dat ze door de dealer moeten worden gemonteerd of geïnstalleerd.
Zorg er alstublieft voor dat banken stabiel zijn en ev entuele optionele
bevestigingen (waar toepasbaar) goed bevestigd zijn VOOR gebruik.
Door Yamaha geleverde banken zijn uitsluitend ontworpen om op te
zitten. Ander gebruik wordt afgeraden.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan kennis
van hoe een functie of effect werkt (als het instrument wordt gebruikt
waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de fabrieksgarantie en
komen derhalve voor rekening van de gebruiker. Bestudeer deze
handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service
verzoekt.
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten die (indien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde levensduur
van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk
wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd servicepersoneel om
de vervanging uit te voeren.
Het kan zijn dat dit product ook werkt met een gangbaar type batterijen. Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Vergewis u ervan dat
de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat de oplader geschikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe batterijen
of verschillende soorten batterijen door elkaar. De batterijen MOETEN juist worden geplaatst. Het gebruik van niet overeenkomende
soorten of foutieve plaatsing kan leiden tot oververhitting en scheuren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te doorboren.
Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat lege batterijen
niet bij het normale afval komen, maar zorg dat ze zo spoedig mogelijk als Klein Chemisch Afval worden ingeleverd. Opmerking: Informeer bij een willekeurige leverancier van batterijen in uw omgeving
naar informatie over de verwijderingsvoorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan worden of omdat het apparaat om een of andere reden
aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van
wat de wettelijke bepalingen op dat moment zijn voor het verwijderen
van producten die lood, batterijen, plastics, etc. bevatten. Als uw
leverancier u daarmee niet kan helpen, neem dan alstublieft rechtstreeks contact op met Yamaha.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het product. U
vindt hierop het modelnummer, serienummer, vereisten voor de
spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het modelnummer,
het serienummer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aangezien dat uw garantiebewijs is.
Model
Serienummer
MILIEUZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als
milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de
gebruikte productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om
ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen we
dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Aankoopdatum
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
92-BP (onderkant)
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond
raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen
houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter
•
Gebruik uitsluitend de spanning die als juist wordt aangegeven voor het instrument.
Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
•
Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-3C of gelijkwaardige door Yamaha aanbevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten veroorzaken.
•
Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat zich erop verzameld
heeft.
•
Plaats de adapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren.
Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het
niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwerpen over
kunnen rollen.
Niet openen
•
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer
het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat
het nakijken door een Yamaha Service Center.
Waarschuwing tegen water
•
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of
onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het apparaat
die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
•
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Waarschuwing tegen brand
•
Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het instrument.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
•
Als het snoer van de netadapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha Service
Center.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand
anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar
zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/NetadapterLocatie
•
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit
aan het snoer.
•
Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer),
of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
•
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een stopcontactverdeler. Dit
kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
(3)-7
•
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreem koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om
vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
•
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo-installatie,
mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de TV
of radio bijgeluiden opwekken.
•
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
•
Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
•
Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen
zijn. Als u het instrument vastmaakt aan de standaard of het rek, gebruik dan uitsluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging van de
interne componenten of het vallen van het instrument.
•
Plaats geen voorwerpen voor de ventilatie-openingen van het instrument, aangezien
dit een adequate ventilatie van de interne componenten kan belemmeren, en mogelijk kan resulteren in oververhitting van het instrument.
1/2
P-90
VOORZORGSMAATREGELEN
3
Aansluitingen
•
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle
betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet
u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na
het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau, terwijl u het instrument
bespeelt.
Onderhoud
•
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone doek.
Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch
geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
•
Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen op het paneel of het toetsenbord vallen. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument
uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken
door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
•
Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien
dit het paneel of het toetsenbord kan verkleuren.
•
Leun niet en plaats geen zware voorwerpen op het instrument en ga voorzichtig om
met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
•
Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aangezien
dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis
in uw oren of gehoorverlies constateert.
Data wegschrijven
Wegschrijven en backuppen van uw data
•
Afhankelijk van de backupfunctie-instellingen (blz. 42), worden interne data tot
ongeveer 1 week nadat het instrument is uitgezet vastgehouden. Als de periode
wordt overschreden, zullen de data verloren gaan. Zorg ervoor dat u het instrument
minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet. De data kunnen verloren gaan
door slecht functioneren of foutieve handelingen. Sla belangrijke data op op een
extern medium zoals de Yamaha MDF3 MIDI data filer.
Maak een backup van externe media
•
Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke
data op twee externe media op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn
gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de aan/uit-schakelaar ([STANDBY/ON]-schakelaar) in de “STANDBY”-positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het
instrument voor een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld te worden.
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha P-90 elektronische piano!
We adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen
zodat u volledig gebruik kunt maken van de geavanceerde
en handige functies van de P-90.
We adviseren u ook deze handleiding op een veilige en
handige plaats te bewaren voor toekomstige naslag.
*De illustraties en LED-schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige handleiding zijn uitsluitend voor
instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van die op uw instrument.
OPMERKING OVER AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma’s en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft
of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Dergelijk
auteursrechtelijk beschermd materiaal bestaat o.a., zonder enige beperking, uit alle computersoftware, MIDI-files en
WAVE-data. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijk e programma ’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de
koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wettelijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Handelsmerken:
•Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
•Windows is een geregistreerd handelsmerk van de Microsoft® Corporation.
•Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Accessoires
• Handleiding
• Muziekstandaard
• Sustainpedaal
•PA-3C netadapter (bijgeleverd of optioneel afhankelijk van locatie)
P-90
6
Accessoires
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die van pas kunnen komen bij uw specifieke toepassing en situatie.
Luisteren
Luisteren naar de demosongs met andere voices...............................“Luisteren naar de demonstratiemelodieën” op blz. 14
Luisteren naar de songs van “50 Greats for the Piano”...........................“Luisteren naar de 50 pianopresetsongs” op blz. 15
Luisteren naar opnamen van mijn eigen spel............................................................“Opgenomen songs afspelen” op blz. 30
Spelen
Een bijgeleverd pedaal gebruiken...............................................“De netadapter en externe apparatuur aansluiten” op blz. 9
Een begeleiding afspelen op de juiste toonhoogte............................................. “Transponeren – [TRANSPOSE]” op blz. 22
Een aanslaggevoeligheidstype selecteren.......................................................... “Aanslaggevoeligheid – [TOUCH]” op b lz. 21
Fijnstemmen van de toonhoogte van het gehele instrument als u op de P-90 meespeelt
met andere instrumenten of CD-muziek............................................................ “Fijnregeling van de toonhoogte” o p blz. 35
Voices veranderen
Het overzicht van de voices bekijken....................................................................................“Presetvoice-overzicht” op blz. 50
Een concertzaal simuleren.....................................................................................................................“[REVERB]” op blz. 20
Twee voices combineren..............................................................................“Twee voices combineren (dualmode)” op blz. 23
Met de linker- en de rechterhand verschillende voices bespelen
...................................................“Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode)” op blz. 24
Het geluid helderder of warmer maken........................................................................................“[BRILLIANCE]” op blz. 20
Breedte of levendigheid aan het geluid toevoegen.................................................................................“[EFFECT]” op blz. 20
Het geluid verbeteren met effecten.................................................................................................. “[VARIATION]” op blz. 19
Oefenen
De rechter- of linkerhandpartij uitzetten
.............................................“Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs (partij-annuleerfunctie)” op blz. 16
Een aangegeven frase herhaaldelijk oefenen..................................................“A-B-herhaling voor 50 presetsongs” op blz. 18
Oefenen met een accuraat en gelijkmatig tempo.........................................................“De metronoom gebruiken” op blz. 25
Oefenen met behulp van uw eigen opgenomen song...............................................................“Uw spel opnemen” op blz. 26
Opnemen
Uw eigen spel opnemen.............................................................................................................“Uw spel opnemen” op blz. 26
Instellingen
De P-90-instellingen aanpassen.......................................................“Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]” op blz. 32
De P-90 op andere apparaten aansluiten
Wat is MIDI?...........................................................................................................................................“Over MIDI” op blz. 44
Een computer aansluiten...........................................................................................................“Een PC aansluiten” op blz. 45
P-90
Toepassingsindex
7
Eigenschappen
De Yamaha P-90 elektronische piano biedt een onvergelijkelijk realistische klank en een natuurlijke vleugelachtige bespeelbaarheid, met Yamaha’s originele “AWM Dynamische Stereo Sampling”-klankopwekkingstechnologie voor rijke, muzikale voices, en
een speciaal “Graded Hammer”-toetsenbord dat voorziet in graderende toetsgewichten en actie over het hele toetsbereik.
De GrandPiano1- en 2-voices beschikken over samples die zijn opgenomen van een grote volwaardige concertvleugel. De
GrandPiano1-voice beschikt over drie aanslagsnelheidgeschakelde samples (Dynamische sampling), speciale “Sustainsampling”
waarbij de unieke resonantie van de zangbodem van een akoestische vleugel en het geluid van de snaren op het moment dat het
sustainpedaal wordt ingedrukt zijn gesampled, en “Toets-los-samples” die het subtiele geluid toevoegen dat wordt geproduceerd
op het moment dat de toetsen worden losgelaten. De P-90 benadert zo nog beter het geluid van een echte akoestische vleugel.
[VOICE]-knoppen
[TEMPO/FUNCTION# ▼▲]-knoppen
[FUNCTION]-knop
U kunt het songtempo (snelheid) veranderen en nuttige functies selecteren met deze knoppen (blz. 32–43).
[REVERB] / [EFFECT]-knoppen
Voeg reverb (nagalm) en effecten
aan het geluid toe (blz. 20, 21).
Selecteer voices uit de 24
interne geluiden inclusief
variatie (blz. 19). U kunt
ook twee voices tegelijkertijd combineren (blz. 23).
[METRONOME]-knoppen
Regel de metronoomfuncties
(blz. 25).
[DEMO]-knop
U kunt voor elke voice een demonstratie
afspelen (blz. 14).
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
STOP
[BRILLIANCE]-regelaar
Pas de helderheid van de klank
met deze schuif aan (blz. 20).
[MASTER VOLUME]regelaar
Pas het volumeniveau
met deze schuif aan
(blz. 11).
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
[SONG]-knoppen
Via dit gedeelte kunt u
naar deze songs luisteren, oefenen middels
een handige oefenfunctie, en uw spel opnemen en afspelen
(blz. 15–18, 26–31).
– / NO + / YES
TEMPO/ OTHER VALUE
PRESETTRACK
MIN MAX
MELLOW BRIGHT
MASTER VOLUME
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
TREMOLO
HALL 2
START/
STAGE
STOP
SONGEFFECT TOUCH
DELAY
REC
[SPLIT]-knop
U kunt verschillende voices via het linker- en rechterhandgedeelte van het toetsenbord bespelen (blz. 24).
START/
TEMPO/
BRILLIANCE
DEMO
FUNCTION
– / NO + / YES
STOP
FUNCTION#
TEMPO/OTHER VALUE
PRESET TRACK
[TOUCH]-knop
Fijnregelen van de aanslaggevoeligheid
(blz. 22).
[TRANSPOSE]-knop
U kunt de toonhoogte van het gehele toetsenbord omhoog of omlaag
schuiven zodat de toonsoort overeenkomt met die van een ander instrument of zanger, terwijl u in dezelfde toonsoort blijft spelen (blz. 22).
GRAND
HARD
MEDIUM
SOFT
ROOM
HALL 1
HALL 2
START/
STAGE
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
JAZZ
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GRAND
GRAND
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
GUITAR
HARPSI.
1
CHORUS
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
CHURCH
JAZZ
WOOD
ON
DELAY
SOFT
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
E. PIANO
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Sluit hier een MIDI-apparaat op aan om
Sluit hier het bijgeleverde pedaal op aan. Als
dit pedaal wordt
ingedrukt, zullen
de noten die u
speelt worden
aangehouden,
zelfs als u de
Deze aansluiting en keuzeschakelaar
maken rechtstreekse aansluiting op een
computer mogelijk voor sequence- en
andere muziektoepassingen (blz. 45–48).
Hier kan een standaard stereohoofdtelefoon op aangesloten worden voor
privé oefenen (blz. 10).
noten loslaat.
Via deze aansluitingen kunt u het geluid van de P-90 naar uw keyboardversterker, stereo-installatie, mengpaneel of bandrecorder voeren.
P-90
8
Eigenschappen
Voordat u de P-90 gebruikt
Muziekstandaard
Bevestig de muziekstandaard op het instrument door deze in de uitsparing
achter op het bedieningspaneel te steken.
De netadapter en externe apparatuur aansluiten
SUSTAININMIDI OUTHOST SELECTTO HOST
MIDIMac
PC-2 PC-1
567
DC IN 12V
1
DC IN 12V
1
[DC IN 12 V]-aansluiting
Sluit hier de bijgeleverde PA-3C netadapter op aan.
1. Zorg ervoor dat de [STANDBY/ON]-schakelaar uit staat (in de
“STANDBY”-positie).
2. Steek de stekk er van de PA-3C-kabel in de [DC IN 12 V]-aansluiting.
3. Steek de PA-3C in een stopcontact met het juiste voltage.
Om de PA-3C los te koppelen moet u deze procedure omdraaien.
STANDBY / ON
2
LR L /L+RR
OUTPUTPHONES
34
DC IN 12V
stopcontact
PA-3C
WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND de Yamaha PA-3C netadapter (of een andere speciaal
door Yamaha aanbevolen adapter) om uw instrument via het lichtnet te voeden. Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging
van zowel de adapter als de P-90.
WAARSCHUWING
Koppel de netadapter los als u de P-90 niet gebruikt of tijdens een elektrische
storm.
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
9
2
[STANDBY/ON]-schakelaar
Dit is de aan/uit-schakelaar. Zie “Het instrument aanzetten” (blz. 11).
U kunt audiokabels gebruiken om een extern audioapparaat op de aansluitingen aan te sluiten.
Het audio-uitgangssignaal van de P-90 wordt via de OUTPUT -aansluitingen
verzonden, waardoor u dit weer kunt geven via een extern audioapparaat.
Gebruik voor een mono-uitgangssignaal [L/L+R] (steekplug).
OUTPUT
LR L /L+RR
Stereo-installatie
OUTPUT
PAS OP
Zet, voordat u de P-90 op andere elektronische componenten aansluit, alle
componenten uit. Zet voordat u alle betreffende apparaten weer aanzet,
eerst alle volume-instellingen minimaal.
PAS OP
Als u de apparatuur aanzet, zet dan eerst de P-90 aan en vervolgens het externe versterker/luidspreker-systeem.
Draai bij het uitzetten de volgorde gewoon om.
OPM.
Aangezien de P-90 geen luidsprekers bevat, is het nodig om externe audioapparatuur
of een hoofdtelefoon aan te sluiten om het geluid ervan te kunnen horen.
4
[PHONES]-aansluitingen (6,3 mm stereo-steekplugaansluitingen)
U kunt hoofdtelefoons op deze aansluitingen aansluiten.
Aangezien er twee [PHONES]-aansluitingen zijn, kunt u twee hoofdtelefoons aansluiten zodat er twee mensen kunnen luisteren. (Als u slechts één
hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit welke aansluiting u gebruikt.)
LR L /L+RR
Instrumentversterker
PHONES
PAS OP
Gebruik de P-90 niet gedurende een langere tijd op een hoog volumeniveau
aangezien dat uw gehoor kan beschadigen.
5
[SUSTAIN]-aansluiting
U kunt het bijgeleverde pedaal hier op aansluiten. Terwijl dit pedaal wordt
ingedrukt krijgen noten die u speelt sustain, zelfs als u de toets loslaat.
Aangezien half-pedaal wordt ondersteund, zal het verder indrukken van het
pedaal een langere sustain geven. Bij de [GRAND PIANO 1]-voices (inclusief zijn variatie) zal drukken op dit pedaal ook de daardoor ontstane resonantie in de zangbodem en de snaren toevoegen (sustainsampling).
OPM.
Zet het instrument uit voordat u het pedaal aansluit of loskoppelt.
OPM.
U kunt de diepte van het zangbodem- en het snaarresonantie-effect aanpassen
(blz. 39).
Als u hier op het pedaal
drukt krijgen de noten die u
speelt voordat u het pedaal
loslaat een langere sustain.
SUSTAIN
10
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
6
MIDI [IN] [OUT]-aansluitingen
U kunt MIDI-kabels gebruiken om externe MIDI-apparaten aan te sluiten.
Als u deze MIDI-aansluitingen gebruikt, stel de [HOST SELECT]-schakelaar
dan in op “MIDI”. Zie blz. 44 “Over MIDI”.
7
[TO HOST]-aansluiting en [HOST SELECT]-schakelaar
U kunt uw PC op de [TO HOST]-aansluiting aansluiten.
Als u de MIDI-aansluitingen gebruikt, stel de [HOST SELECT]-schakelaar
dan in op “MIDI”. Als u uw PC op de [TO HOST]-aansluiting heeft aangesloten, stel deze schakelaar dan in op de instelling (anders dan “MIDI”) die
geschikt is voor uw computermodel.
Zie voor details over een PC aansluiten, blz. 45 “Een PC aansluiten”.
Het instrument aanzetten
OPM.
Zie, voor details over het aansluiten van de netadapter en externe apparatuur, blz. 9–
11.
PAS OP
U moet het volume van de aangesloten apparaten in de minimumstand zetten, voordat u het instrument aan- of uitzet. Zet bij het aanzetten eerst de
P-90 aan en vervolgens de externe audioapparatuur. Zet bij het uitzetten
eerst alle externe audioapparaten uit en vervolgens de P-90. Het niet toepassen van de juiste volgorde kan storingen of een elektrische schok veroorzaken.
Zorg ervoor dat de netadapter correct is aangesloten en druk op de [STANDBY/
ON]
-schakelaar die zich op het linker zijpaneel bevindt.
•De display zal in werking komen.
Druk, om het instrument uit te zetten, nogmaals op de [STANDBY/ON]schakelaar.
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in de “STANDBY”-positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument.
STANDBY / ON
PAS OP
Als u de P-90 gedurende een langere tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat
de netadapter wordt losgekoppeld van het stopcontact.
Het volume aanpassen
Als er een extern audioapparaat is aangesloten, gebruik dan de P-90’s
[MASTER VOLUME]-regelaar en de volumeregelaar van het externe audio-
apparaat om het volume aan te passen terwijl u het toetsenbord bespeelt om
geluid te produceren.
Als u een hoofdtelefoon gebruikt. verhoog dan geleidelijk de P-90’s [MASTER
VOLUME]-regelaar terwijl u de toetsen bespeelt.
OPM.
Als het geluid bij een hoog volume vervormt, verlaag dan de [MASTER VOLUME]regelaar en/of de volumeregelaar van het externe audioapparaat totdat het geluid niet
langer vervormd klinkt.
MASTER VOLUME
MINMAX
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
11
3
S
P
N
D
Bedieningspaneel
1
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
– / NO + / YES
TEMPO/ OTHER VALUE
23456ABC
9
PRESETTRACK
8
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
0
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
REVERBMETRONOME
MEDIUM
DELAY
SOFT
O
TRANS
1 [MASTER VOLUME]-regelaar
De [MASTER VOLUME]-regelaar past het uitgangsvolume (niveau) van de P-90 aan. De [MASTER VOLUME]-regelaar past ook het hoofdtelefoonvolume
aan als er een hoofdtelefoon is aangesloten op de
[PHONES]-aansluiting (blz. 10).
2 [BRILLIANCE]-regelaar
De [BRILLIANCE]-regelaar past de klankkleur van
het uitgangsgeluid aan, van een warme klank tot een
heldere klank.
3 [DEMO]-knop
Activeert de demo afspeelmode waarin u het afspelen van verschillende demonstratiesequences voor
elk van de voices van de P-90 kunt selecteren. Zie
blz. 14 voor details.
4 METRONOME [START/STOP]-knop
Zet het metronoomgeluid aan en uit. De [TEMPO/
FUNCTION#▲,▼]-knoppen worden gebruikt om
het tempo van het metronoomgeluid in te stellen. De
[–/NO▼]- en [+/YES▲]-knoppen worden gebruikt
om de maatsoort (tel) van de metronoom te veranderen, als deze wordt gebruikt terwijl de METRONOME [START/STOP]-knop ingedrukt wordt gehouden — blz. 25.
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C
B0A0G0F0E0D0C0B-1A-1
DEMO
5 [TEMPO/FUNCTIE#▲,▼]-knoppen
Deze knoppen passen het tempo van de metronoomfunctie aan alsook het afspeeltempo van de
songfunctie. Het tempobereik is van 32 t ot 280 tellen
per minuut — blz. 25. Deze zelfde knoppen worden
ook gebruikt om functies te selecteren — blz. 33.
6 [FUNCTION]-knop
Deze knop geeft toegang tot een verscheidenheid aan
utility-functies— waaronder de MIDI-functies —
die de veelzijdigheid en bespeelbaarheid opmerkelijk
verbeteren. Zie blz. 33 voor details.
7 [–/NO▼], [+/YES▲]-knoppen
Deze knoppen selecteren een Preset Songnummer
voor afspelen, en worden ook gebruikt om een verscheidenheid aan andere parameters aan te passen
(d.w.z. hun “–/NO”- en “+/YES”-functies).
8 SONG [PRESET]-knop
Deze knop activeert de preset songmode. Terwijl
deze mode actief is kunt u de [–/NO▼], [+/YES▲]knoppen gebruiken om uit de 50 songs te selecteren.
START/
TEMPO/
FUNCTION
STOP
FUNCTION#
METRONOME
TEMPO/OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRE
12
P-90
Bedieningspaneel
Display
•Controleer de handeling in het display in het midden van het bedieningspaneel terwijl u verder gaat.
•Het display laat verschillende waarden zien, zoals hieronder aangegeven, afhankelijk van de handeling.
HARD
MEDIUM
SOFT
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
GRAND
PIANO 2
ORGAN
E
E. PIANO
E. PIANO
1
JAZZ
VOICETRANSPOSETOUCH
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
BASS
F
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
CD
GRAND
R VALUE
– / NO + / YES
START/
STOP
PRESET TRACK
SONGEFFECT TOUCH
GRAND
PIANO 1
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
HALL 2
STAGE
DELAY
REC
SOFT
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
GUITAR
HARPSI.
1
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
VOICETRANSPOSEREVERB
ELECTRONIC PIANO
2B2C3D3E3F3G3A3B3C4D4E4F4G4A4B4C5D5E5F5G5A5B5C6
9 TRACK [1]- en [2]-knoppen
De P-90 heeft een 2-track recor der, en deze knoppen
worden gebruikt om de track(s) te selecteren die
moet(en) worden opgenomen of afgespeeld. Zie
blz. 27 voor details.
0
SONG [START/STOP]- en [REC]-knoppen
Deze knoppen besturen de usersongrecorder van de
P-90, waarmee u nagenoeg alles wat u op het toetsenbord speelt kunt opnemen en afspelen.
A [REVERB]-knop
De [REVERB]-knop selecteert aan aantal digitale
reverbeffecten die u kunt gebruiken voor extra diepte en expressie. Zie blz. 20 voor details.
B [EFFECT]-knop
Deze knop selecteert een aantal effecten die uw geluid meer diepte en levendigheid kunnen geven.
C [TOUCH]-knop
De [TOUCH]-knop maakt het eenvoudig om de
aanslagreactie van de P-90 aan te passen aan uw
speelstijl. Zie blz. 21 voor details.
Tempo
(Normale indicatie)
Een songnummer van
“50 Greats for the Piano”
FunctienummerParameterwaarde
D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
D [TRANSPOSE]-knop
De [TRANSPOSE]-knop maakt het mogelijk om
toegang te krijgen tot de transponeerfunctie van de
P-90 (om de toonhoogte van het complete toetsenbord in stappen van halve noten te verhogen of te
verlagen).
E VOICE-knoppen & [VARIATION]-knop
Gewoon drukken op één van de voice keuzeschakelaars, selecteert de overeenkomstige voice. De LED
van de voicekeuzeschakelaar zal oplichten om aan te
geven welke voice momenteel is geselecteerd. Druk
op de [VARIATION]-knop zodat zijn indicator oplicht om een variatie op de momenteel geselecteerde
voice te selecteren.
Er is ook een dualmode waarbij twee voices over het
volledige toetsbereik tegelijk bespeeld kunnen worden (zie blz. 23 voor details), en een splitmode die het
mogelijk maakt verschillende voices te bespelen met
de linker- en de rechterhand (zie blz. 24 voor details).
F [SPLIT]-knop
Activeert de splitmode, waarin verschillende voices op
het linker- en rechte rhandgedeelte van het toetsenbord
kunnen worden bespeeld. Zie blz. 24 voor details.
P-90
Bedieningspaneel
13
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
Er is voorzien in demonstratiemelodieën die op een effectieve manier elk van de P-90’ s voices demonstreren.
425
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
Procedure
1.
Zet het instrument aan.
(Als het instrument nog niet aan staat) Druk op de
Als het instrument is aangezet, zal één van de voiceknop-LEDs oplichten.
Zet in eerste instantie de
[MASTER VOLUME]
“MIN”- en “MAX”-instelling. Pas vervolgens, als u gaat spelen, de
VOLUME]
2.
Activeer de demomode.
Druk op de
-regelaar opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
[DEMO]
-knop om de demomode te activeren. De voiceknopindica-
tors zullen beurtelings knipperen.
Speel een voicedemo.
3.
Druk op één van de voiceknoppen om het afspelen van alle songs te starten, te
beginnen bij de demomelodie van de corresponderende voice — met in de
hoofdrol de voice die normaal gesproken wordt geselecteerd door die voiceknop. (Als u op de
SONG
[START/STOP]
-knop drukt in plaats van op een
voiceknop, zal de [GRAND PIANO 1]-demomelodie binnen af te spelen.)
Pas het volume/de helderheid aan
Gebruik de
[BRILLIANCE]
Stop de voicedemo.
4.
Druk op de
[MASTER VOLUME]
-regelaar om het volume aan te passen en de
-regelaar om de helderheid aan te passen (blz. 20).
SONG [START/STOP]
-knop of de voiceknop van de momenteel
spelende demo om het afspelen te stoppen.
[STANDBY/ON]
-regelaar halverwege tussen de
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HALL 2
TREMOLO
STAGE
DELAY
-schakelaar.
[MASTER
HARD
MEDIUM
SOFT
3
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
OPM.
MIDI-ontvangst is niet mogelijk
in de demosongmode.
De demosongdata worden niet
via de MIDI-aansluitingen verzonden.
OPM.
De demomode kan niet worden
geactiveerd terwijl er een usersong wordt opgenomen (blz. 26)
of afgespeeld (blz. 30).
TERMINOLOGIE
Mode:
Een mode is een status waaronder een bepaalde functie kan
worden uitgevoerd. In de demomode, kunt u de demonstratiemelodieën afspelen.
OPM.
U kunt het tempo van de demosongs niet aanpassen.
U kunt de partannuleerfunctie
(blz. 39) of de song A–B herhalingsfunctie (blz. 18) niet gebruiken in de demomode.
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GUITAR
VIBES/
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
14
De demomode verlaten.
5.
Druk op de
[DEMO]
-knop om de demomode te verlaten en terug te keren naar
de normale speelmode.
De voiceknopindicators zullen stoppen beurtelings te knipperen.
P-90
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
OPM.
U kunt de pianovoices met verscheidene effecten demonstreren door op de [VARIATION]knop te drukken en vervolgens
op de gewenste voiceknop. Zie
de “Pianovoice-demobeschrijving” op blz. 52 voor een compleet overzicht van demogeluiden voor de pianovoices met
verscheidene effecten.
Druk op de [PRESET]-knop om de presetsongmode te activeren. De [PRESET]-,
[TRACK1]- en [TRACK2]-indicators zullen oplichten.
2. Speel een van de 50 presetsongs af.
2-1Druk op de [–/NO]-, [+/YES]-knoppen om het num-
mer van de melodie die u wilt afspelen te selecteren
(het nummer zal in de LED-display verschijnen).
1 – 50: Selecteer een presetsongnummer en speel
alleen die song af.
ALL: Speel alle presetsongs achtereenvolgens af.
rnd: Speel alle presetsongs continu in willekeurige volgorde af.
2-2Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME]-regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# ▼▲]-
knoppen gebruiken om het afspeeltempo
naar wens aan te passen. Het standaardtempo kan worden teruggeroepem door
gelijktijdig op de [▼]- en [▲]-knoppen te
drukken.
Dit geeft een relatieve tempovariatie met een bereik van “–50” via “---”
tot maximaal “50”; het bereikt verschilt en hangt af van de geselecteerde song.
3. Stop het afspelen.
Het afspelen zal automatisch stoppen als de geselecteerde presetsong afgelopen
is. Om de song te stoppen tijdens het afspelen (of tijdens continu afspelen),
drukt u op de SONG [START/STOP]-knop.
•Zie voor het continu afspelen van een andere song, procedure 2 hierboven.
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HALL 2
TREMOLO
DELAY
STAGE
songnummer
HARD
MEDIUM
SOFT
GRAND
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
OPM.
E. PIANO
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
De presetsongmode kan niet worden geactiveerd terwijl het apparaat in de demosongmode staat
(blz. 14), terwijl er een song afspeelt (blz. 30), of terwijl de userrecorder in gebruik is (blz. 26).
TERMINOLOGIE
Song:
Op de P-90 worden speeldata
een “song” genoemd. Dit omvat
demonstratiemelodieën en
pianopresetmelodieën.
U kunt op het toetsenbord meespelen met de presetsong. U kunt
de voice die u via het toetsenbord
bespeelt wijzigen.
U kunt de Brilliance-regelaar
(blz. 20) alsook het reverbtype
(blz. 20) aanpassen dat wordt
toegepast op de voice die u via
het toetsenbord bespeelt en op
het afspelen van de presetsong.
U kunt het effecttype (blz. 20) en
de aanslaggevoeligheid (blz. 21)
voor de toetsenbordvoice wijzigen.
OPM.
Het standaardtempo “ ---” wordt
automatisch geselecteerd, elke
keer als er een nieuwe presetsong wordt geselecteerd, of als
het afspelen van een nieuwe
presetsong begint tijdens het
afspelen van “ ALL” of “rnd".
VIBES/
GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
OPM.
Als u een andere song selecteert
(of er een andere song wordt
geselecteerd tijdens het keten
afspelen), zal er overeenkomstig
een geschikt reverbtype worden
geselecteerd.
P-90
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
15
4. De presetsongmode verlaten.
Druk op de [PRESET]-knop om de presetsongmode te verlaten. De indicator
gaat uit, en het instrument keert terug naar de normale speelmode.
Hoe de oefenenfuncties te gebruiken
U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige partij kunt oefenen (partij-annuleerfunctie) en continu een aangegeven frase in
een song kunt herhalen (song A -B herhalingsfunctie). Zie voor meer informatie, blz. 16–18.
Een partij voor één hand oefenen met de 50
presetsongs (partij-annuleerfunctie)
De 50 presetsongs hebben afzonderlijke linker- en rechterhandpartijen op afzonderlijke tracks. U
kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige
partij op het toetsenbord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt gespeeld door [TRACK1] en de linkerhandpartij wordt gespeeld door [TRACK2].
1
23
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
SONGEFFECT TOUCH
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
REC
MEDIUM
DELAY
SOFT
ON
OPM.
MIDI-ontvangst is niet mogelijk in
de pianosongmode.
Pianosongdata worden niet verzonden via de MIDI-aansluitingen.
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Procedure
1. Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song heeft geselecteerd om te oefenen, drukt u op de [TRACK1]- of
[TRACK2]-knop om de overeenkomstige partij uit te zetten.
Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide [TRACK1]- en [TRACK2]-
indicators op, om aan te geven dat u beide partijen kunt afspelen. Als u op één
van de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, zal de corresponderende
knopindicator uitgaan en het afspelen van de corresponderende partij wordt
uitgeschakeld.
•Herhaaldelijk drukken op de knoppen schakelt tussen aan en uit.
2. Het afspelen starten en spelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten. Speel de
partij die u zojuist heeft uitgezet.
OPM.
De presetsongpartij-annuleerfunctie kan niet worden gebruikt
tijdens “ALL” of “rnd” (blz. 15) afspelen.
De partijen kunnen zelfs tijdens
het afspelen worden aan- en uitgezet.
De “Presetsongpartij-annuleervolume”-functie die beschreven
staat op blz. 39 kan worden gebruikt om het volume van de geannuleerde partij in te stellen tussen “0” (geen geluid) en “20”. De
normale instelling is “5”.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
16
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te
bespelen (synchro start)
Als de Synchro startfunctie is geactiveerd, zal het afspelen van de geselecteerde preset song automatisch
beginnen zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Om de synchro startfunctie te activeren, drukt u op
de SONG [START/STOP]-knop, terwijl de knop van
songnummer
synchro start-teken
de partij die aan staat, ingedrukt is. Er zal een punt
verschijnen onderin de rechterhoek van het display.
(Herhaal de voorgaande handeling om de synchro startfunctie uit te schakelen.)
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
OPM.
Als u een trackknop ingedrukt
houdt die uit is, terwijl u op de
SONG [START/STOP]-knop
drukt, zal die track worden aangezet en het instrument zal de
synchro startmode activeren.
3. Stop het afspelen.
Als het afspelen is afgerond stopt het automatisch en de P-90 gaat terug naar het
begin van de song. Als u het afspelen tijdens een song wilt stoppen, drukt u op
de SONG[START/STOP]-knop.
OPM.
Beide partijen worden automatisch aangezet elke keer als er
een nieuwe song wordt geselecteerd.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
17
A-B-herhaling voor 50 presetsongs
De A-B-herhalingsfunctie kan worden gebruikt om continu een aangegeven frase, binnen een presetsong, te herhalen. In combinatie met de partij-annuleerfunctie, die hiervoor staat beschreven,
voorziet dit in een uitstekende manier om moeilijke passages te oefenen.
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
1
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
2
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
START/
STOP
SONGEFFECT TOUCH
HALL 2
STAGE
REC
MEDIUM
DELAY
SOFT
Procedure
1. Geef het begin (A) en het eind (B) aan en start met
het oefenen.
Selecteer en speel een presetsong af, en druk vervolgens
op de [FUNCTION]-knop aan het begin van de frase die
u wilt herhalen.
Dit stelt het “A”-punt in (er zal in de display verschijnen).
Om het eind van de frase (B) aan te geven, drukt u nogmaals op de [FUNCTION]-knop aan het eind van de
frase.
Dit stelt het “B”-punt in (er zal in de display verschijnen).
Op dit moment zal het herhaaldelijk afspelen van de
frase tussen de punten A en B beginnen.
GRAND
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
E. PIANO
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
OPM.
De A-B-herhalingsfunctie kan niet
worden gebruikt tijdens het afspelen van “ALL” of “rnd” (blz. 15).
OPM.
• Om het “A”-punt helemaal aan
het begin van de song te zetten
drukt u op de [FUNCTION]knop voordat u het afspelen
start.
• Om het B-punt aan het eind
van de song te zetten drukt u
op de [FUNCTION]-knop als
het song afspelen is afgerond
en voordat van de
display verdwijnt.
VIBES/
GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
2. Stop het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te stoppen, terwijl de
aangegeven A- en B-punten gehandhaafd blijven. A-B-herhaling zal doorgaan
met het afspelen totdat u nogmaals op de SONG [START/STOP]-knop drukt.
Om de A- en B-punten te annuleren, drukt u eenmaal op de [FUNCTION]-
knop.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
18
Er start een automatische inleiding (om u te helpen in de frase
te komen) tot punt A van de
song. Als echter het A-punt is ingesteld aan het begin van de
song, wordt de automatische inleiding niet gespeeld.
OPM.
De A- en B-punten worden automatisch geannuleerd als er een
nieuwe song wordt geselecteerd.
Selecteren & bespelen van voices
Voices selecteren
[VOICE]
GRAND
GRAND
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
SONGEFFECT TOUCH
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REC
Procedure
Selecteer de gewenste voice door op één van de [VOICE]-knoppen te drukken.
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
E. PIANO
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Pas vervolgens, als u gaat spelen, de [MASTER VOLUME]-regelaar opnieuw aan voor
het meest comfortabele luisterniveau.
van de voices te leren kennen,
naar de demosongs voor elke
voice (blz. 14). Zie het “Presetvoice-overzicht” op blz. 50 voor
meer informatie over de karakteristieken van elke presetvoice.
Luister, om de karakteristieken
TERMINOLOGIE
Voice:
Bij de P-90 betekent een voice
een “klank” of “klankkleur”.
U kunt de luidheid van een voice
regelen door de kracht waarmee u
de toetsen indrukt aan te passen,
alhoewel verschillende speelstijlen
(aanslaggevoeligheden) weinig of
geen invloed hebben bij bepaalde
muziekinstrumenten.
Zie het “presetvoice-ov erzicht” op
blz. 50.
Variaties in het geluid aanbrengen – [VARIATION]/
[BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]
[BRILLIANCE]
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
[–/NO] [+/YES]
– / NO + / YES
PRESETTRACK
TEMPO/OTHER VALUE
[EFFECT][REVERB][VARIATION]
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
START/
STOP
SONGEFFECT TOUCH
HALL 2
STAGE
REC
MEDIUM
DELAY
SOFT
[VARIATION]
Laat u een ander aspect van het effect wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type.
Zie het “Presetvoice-overzicht” op blz. 50 voor meer informatie over de karakteristieken van elke variatie.
Procedure
Drukken op de [VARIATION]- of geselecteerde voiceknop schakelt tussen de variatie
aan en uit.
De indicator licht op (AAN) elke keer als de [VARIATION]-knop wordt ingedrukt.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
Normale instelling = OFF
TERMINOLOGIE
Normale instelling:
De “Normale instelling” verwijst
naar de standaardinstelling (fabrieksinstelling) die u ook heeft als
u de P-90 voor het eerst aanzet.
VIBES/
GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
19
[BRILLIANCE]
Deze regelaar kan worden gebruikt om de klankkleur of het timbre van het uitgangsgeluid te wijzigen.
Het regelbereik is van MELLOW (warm) tot BRIGHT (helder).
[REVERB]
Deze regelaar maakt het u mogelijk verscheidene digitale reverbeffecten te selecteren
die extra diepte en expressie aan het geluid kunnen toevoegen om zo een realistische
akoestische ambiance te creëren.
OPM.
Als de BRILLIANCE is ingesteld
op BRIGHT, zal het totale geluid
enigszins harder worden. Als
MASTER VOLUME op een hoog
niveau is ingesteld, kan het geluid gaan vervormen. Als dit het
geval is, verlaag dan het MASTER VOLUME-niveau.
UIT:Als er geen reverbeffect is geselecteerd, is er geen REVERB-indicator aan.
ROOM: Deze instelling voegt een reverbeffect toe aan het geluid, dat overeenkomt
met het type van akoestische nagalm die u in een kamer zou horen.
HALL 1: Voor een “groter” reverbgeluid, gebruikt u de HALL 1-instelling. Dit effect
bootst de natuurlijke akoestiek na van een kleine concertzaal.
HALL 2: Voor een zeer ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de HALL 2-instelling. Dit
effect bootst de natuurlijke akoestiek na van een grote concertzaal.
STAGE: Simuleert de reverb van een podiumomgeving.
Procedure
Herhaaldelijk op de [REVERB]-knop drukken schakelt tussen reverb aan en uit.
De indicators lichten beurtelings op, elke keer als de [REVERB]-knop wordt ingedrukt.
Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators uit zijn.
Zelfs als het REVERB-effect op OFF staat, zal een “Zangbodemreverb”-effect worden
toegepast als de [GRAND PIANO 1]-voices zijn geselecteerd.
De reverbdiepte aanpassen
Pas de reverbdiepte v oor de geselecteerd e voic e aan met de
[–/NO] [+/YES]-knoppen, terwijl u de [REVERB]-knop in-
gedrukt houdt. Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidige diepte-instelling verschijnt in de LED-display z olang de
[REVERB]-knop ingedrukt is.
diepte
Het standaard reverbtype (inclusief UIT) en de diepte-instellingen zijn voor elke voice anders.
Loslaten van de [REVERB]-knop
wijzigt het reverbtype.
Als u de reverbdiepte verandert
door de [REVERB]-knop ingedrukt te houden, zal het drukken
op de [REVERB]-knop het
reverbtype dus niet wijzigen.
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale
reverbdiepte
[EFFECT]
De [EFFECT]-knop maakt het u mogelijk om een effect te selecteren
om uw geluid meer diepte te geven en levendiger te maken.
UIT:Als er geen effect is geselecteerd, is er geen EFFECT-indicator aan.
CHORUS:Een licht zwevend, verbredend effect.
PHASER:Voegt een golvend effect toe aan het geluid.
TREMOLO: Tremolo-effect.
DELAY:Echo-effect.
De standaard diepte-instellingen
zijn voor elke voice anders.
Het standaard effecttype (waaronder UIT) en diepte-instellingen
zijn voor elke voice anders.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
20
Procedure
Om een effecttype te selecteren drukt u een paar keer op de [EFFECT]-knop tot de indicator die overeenkomt met het gewenste effect oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke k eer als u op de
als alle indicators uit zijn.
De effectdiepte aanpassen
Pas de effectdiepte voor de geselecteerde voice aan met de
[–/NO]- en [+/YES]-knoppen, terwijl u de [EFFECT]-knop
[EFFECT]-knop drukt). Er wordt geen effect geproduc eerd
Het loslaten van de [EFFECT]knop wijzigt het effecttype.
Als u de diepte-instelling verandert door de [EFFECT]-knop ingedrukt te houden, zal het drukken op de [EFFECT]-knop het
effecttype dus niet wijzigen.
in-gedrukt houdt.
Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidige diepte-instelling verschijnt in de LED-display zolang de [EFFECT]-
knop ingedrukt is.
diepte
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale
effectdiepte
De standaard diepte-instellingen
zijn voor elke voice anders.
Aanslaggevoeligheid – [TOUCH]
U kunt uit vier verschillende soorten toetsenbordaanslaggevoeligheden kiezen — HARD, MEDIUM,
SOFT of FIXED — om het zo aan te passen aan uw speelstijl en voorkeur.
HARD:Vereist dat de toetsen vrij hard bespeeld worden om het maximale volu-
me te produceren.
MEDIUM:Produceert een redelijk normale toetsreactie.
SOFT:Maakt het mogelijk dat het maximale volume al bij een vrij lichte toets-
aanslag geproduceerd wordt.
FIXED:Alle noten worden met hetzelfde volume afgespeeld, onafhankelijk van
hoe hard er op het toetsenbord wordt gespeeld.
U kunt het volume aanpassen.
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
[–/NO] [+/YES]
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
[TOUCH]
CHORUS
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
DELAY
SOFT
Deze instelling heeft geen invloed
op het speelgewicht van de toetsen.
Normale instelling = MEDIUM
Het aanslaggevoeligheidstype
wordt de algemene instelling voor
alle voices. De aanslaggevoeligheidsinstellingen kunnen echter
weinig of geen effect hebben bij
bepaalde voices, die normaal
gesproken niet reageren op de
aanslagsnelheid. (Zie het “Presetvoice-overzicht” op blz. 50.)
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GUITAR
VIBES/
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
Procedure
Om een aanslaggevoeligheidstype te selecteren drukt u een paar keer op de [TOUCH]-
knop tot de indicator die overeenkomt met het gewenste type oplicht (de indicators
lichten beurtelings op, elke keer als de [TOUCH]-knop wordt ingedrukt). Er licht geen
indicator op als “FIXED” is geselecteerd.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
21
Het volume veranderen als FIXED is geselecteerd
Als u FIXED selecteert, kunt u het volume voor de in de
FIXED-mode gespeelde noten aanpassen met de [–/NO]- en [+/
-knoppen, terwijl u de [TOUCH]-knop ingedrukt houdt.
YES]
Het huidige volumeniveau verschijnt in de display. Het volumebereik is van 1 tot en met 127. De standaardinstelling is 64.
volumeniveau
1: minimum volume
127: maximum volume
Het aanslaggevoeligheidsvolume
dat is ingesteld in de FIXED-mode
wordt de algemene instelling voor
alle voices.
Loslaten van de [TOUCH]-knop
wijzigt het aanslaggevoeligheidstype. Als u het volume verandert
door de [TOUCH]-knop ingedrukt
te houden, zal het drukken op de
[TOUCH]-knop het aanslaggevoeligheidstype dus niet wijzigen.
(De FIXED-mode blijft geselecteerd.)
Transponeren – [TRANSPOSE]
De transponeringsfunctie van de P-90 maakt het mogelijk om de toonhoogte van het gehele toetsenbord omhoog
of omlaag te schuiven in stappen van halve noten om het spelen in moeilijke toonsoorten mogelijk te maken, en om
u eenvoudig de toonhoogte in overeenstemming met die van het bereik van een zanger of andere instrumenten te
laten brengen. Als u bijvoorbeeld de transponeerhoeveelheid instelt op “5”, geeft het spelen van de toets C de
toonhoogte F. Op deze manier kunt u een song in C-mineur afspelen, terwijl de P-90 de song naar F transponeert.
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
[–/NO] [+/YES]
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
[TRANSPOSE]
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
TREMOLO
HALL 2
DELAY
STAGE
HARD
MEDIUM
SOFT
Procedure
Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knop terwijl u de [TRANS-
POSE]
-knop ingedrukt houdt, om naar wens omhoog of omlaag te transponeren. De mate van transponering verschijnt
in de LED-display op het moment dat de [TRANSPOSE]-
knop ingedrukt is. De standaard transponeerinstelling is “0”.
De [TRANSPOSE]-knopindicator blijft aan als er een andere transponeerinstelling dan
“0” is geselecteerd. Elke keer als de [TRANSPOSE]-knop daarna wordt ingedrukt schakelt dat de transponeringsfunctie op ON of OFF.
transponering
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
TERMINOLOGIE
Transponeren
De toonsoort van een song veranderen. Bij de P-90 verschuift
transponeren de toonhoogte van
het hele toetsenbord.
Het transponeerbereik:
–12: –12 halve noten
(één octaaf omlaag)
0:normale toonhoogte
12: 12 halve noten
(één octaaf omhoog)
VIBES/
GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
P-90 Selecteren & bespelen van voices
22
Noten onder en boven het A-1
…. C7-bereik van de P-90 klinken respectievelijk één octaaf
hoger en lager.
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een melodisch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren.
12
GRAND
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
DEMO
Procedure
START/
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
CHURCH
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
SONGEFFECT TOUCH
HALL 2
STAGE
REC
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
1. De dualmode activeren.
Druk op twee voiceknoppen tegelijkertijd (of druk op één voiceknop terwijl u
een andere ingedrukt houdt). De voice-indicat ors van beide geselecteer de voic es
lichten op als de dualmode actief is.
•Overeenkomstig de voicenummerprioriteit, zoals te zien in het overzicht rechts, worden lagere voicenummers als 1e voice gezien (de
andere voice zal als 2e voic e worden
gezien).
Voicenummerprioriteit
123456
GRAND
GRAND
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
E. PIANO
1
VOICE
PIANO 1
CHURCH
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
789101112
E. PIANO
2
CLAVI./
HARPSI.
WOOD
BASS
VIBES/
GUITAR
De functiemode van de P-90 geeft toegang t ot een aantal ander e dualmodefuncties, zoals volumebalansinstelling of octaafinstelling (blz. 37). (Als u de dualmodefuncties niet instelt, zullen de geschikte instellingen standaard door elk
van de voices worden ingesteld.)
2. De dualmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Om terug te keren naar de normale enkelvoudige voicespeelmode, drukt u op
een willekeurige voiceknop.
OPM.
De dual- en splitmode (blz. 24)
kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
[VARIATION] in dualmode
De indicator van de [VARIATION]-
knop zal oplichten als de variatie
is geactiveerd voor één of beide
voices van de dualmodevoices.
Terwijl de dualmode actief is, kan
de [VARIATION]-knop worden
gebruikt om de variatie voor beide voices aan of uit te zetten.
Om de variatie alleen voor één
van de voices aan of uit te zetten,
houdt u de voiceknop van de andere voice ingedrukt en drukt u op
de knop van de voice waarvan u
de variatie wilt wijzigen.
[REVERB] in de dualmode
Het reverbtype dat is toegewezen
aan de 1e voice zal voorrang krijgen op de andere. (Als de reverb is
ingesteld op OFF zal het reverbtype
van de 2e voice worden gebruikt.)
De reverbdiepte-instelling die via de
paneelregelaars wordt gemaakt,
d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knoppen gebruiken terwijl de [REVERB]knop ingedrukt gehouden wordt —
zie blz. 20), zal alleen op de 1e
voice worden toegepast.
[EFFECT] in de dualmode
Afhankelijk van de omstandigheden zal één effecttype voorrang
krijgen op de andere. De diepte zal
worden bepaald aan de hand van
de standaard dieptewaarde van de
voicecombinatie. Door echter de
functie F3 (blz. 37) te gebruiken
kunt u de dieptewaarde van elke
voice naar wens wijzigen.
De effectediepte-instelling die via
de paneelregelaars wordt gemaakt
,
d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knoppen gebruiken terwijl de [EFFECT]knop ingedrukt gehouden wordt —
zie blz. 20), zal alleen op de 1e
voice worden toegepast.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
23
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende
voices bespelen (splitmode)
De splitmode maakt het mogelijk twee verschillende voices via het toetsenbord te bespelen — één
met de linkerhand en een andere met de rechterhand. U kunt bijvoorbeeld een baspartij spelen met
de Wood Bass- of Electric Bass-voice in de linkerhand, en een melodie met de rechterhand.
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
MEDIUM
DELAY
SOFT
Procedure
1. De splitmode activeren.
Druk op de [SPLIT]-knop zodat zijn indicator oplicht. De standaard instelling
(WOOD BASE) zal de eerste keer voor de linkerhandvoice worden geselecteerd.
De functiemode geeft toegang tot een aantal andere splitmodefuncties (blz. 38).
(Als u de splitmodefuncties niet instelt, zullen de geschikte instellingen
standaard door elk van de voices worden ingesteld.)
2. Bepaal het splitpunt (de grens tussen het rechter-
en linkerhandbereik).
U kunt het splitpunt wijzigen naar elke andere toets door de toets in te drukken
terwijl u de [SPLIT]-knop ingedrukt houdt (de naam van de huidige splitpunttoets verschijnt in de LED-display zolang de [SPLIT]-knop ingedrukt is).
Een voorbeeld van een splitpunttoetsweergave
[VOICE]
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
OPM.
De dual- (blz. 23) en splitmode
kunnen niet tegelijkertijd worden
geactiveerd.
Een aangegeven “splitpunttoets"
maakt onderdeel uit van het linkerhandbereik.
Het splitpunt kan ook worden ingesteld via functie 4 (blz. 38).
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GUITAR
VIBES/
[SPLIT]
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
(F 2)
met een hoog streepje bij kruis
(G2)(A 2)
met een laag streepje bij mol
Het splitpunt is standaard ingesteld op de F2-toets.
Als u het splitpunt niet hoeft te wijzigen, sla deze handeling dan over.
3. Selecteer een voice voor de rechterhand.
Druk op een voiceknop.
4. Selecteer een voice voor de linkerhand.
Druk op de corresponderende voiceknop terwijl u de [SPLIT]-knop ingedrukt
houdt. (De indicator van de linkervoiceknop zal oplichten zolang de [SPLIT]-
knop ingedrukt is.)
Om de variatie voor de splitvoice aan of uit te zetten, houdt u de [SPLIT]-knop
ingedrukt en drukt u op de [VARIATION]-knop of op de momenteel geselecteer-
de voiceknop.
[VARIATION] in splitmode
U kunt de variatie aan of uit zetten
voor de splitmodevoices. Normaal
gesproken is de voice-indicator v an
de rechtervoice aan in de splitmode. De [VARIATION] kan worden
gebruikt om de variatie voor de
rechtervoice desgewenst aan of uit
te zetten. Als de [SPLIT]-knop in-
gedrukt gehouden wordt, licht echter de voice-indicator van de linkervoice op. In dit geval zal de [VARIA-TION]-knop de variatie voor de linkervoice aan of uit zetten.
[REVERB] in de splitmode
Het reverbtype dat is toegewezen
aan de rechtervoice zal voorrang
krijgen op de andere. (Als de re v erb
is ingesteld op OFF, zal het linkervoicerev erbtype worden toegepast.)
Reverbdiepte-instelling via de paneelregelaars (d.w.z. drukk en op de
[–/NO]- of [+/YES]-knoppen terwijl
de [REVERB]-knop ingedrukt gehouden wordt — zie blz. 20) zal alleen op de rechtervoice worden
toegepast.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
24
5. De splitmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Druk nogmaals op de [SPLIT]-knop zodat zijn indicator uit gaat.
De metronoom gebruiken
De P-90 beschikt over een ingebouwde metronoom (een apparaat dat een accuraat tempo
aanhoudt) die handig is voor het oefenen.
[EFFECT] in de splitmode
Afhankelijk van de omstandigheden
zal één effecttype voorrang krijgen
op de andere. De diepte zal worden
bepaald aan de hand van de standaard dieptewaarde van de voicecombinatie. Door echter de functie
F4 (blz. 38) te gebruiken kunt u de
dieptewaarde van elke voice naar
wens wijzigen. De effectdiepteinstelling die via de paneelregelaars wordt gemaakt, d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knoppen gebruiken terwijl de [EFFECT]-knop ingedrukt gehouden wordt — zie
blz. 20, zal alleen op de rechtervoice worden toegepast.
1
MINMAX
MELLOWBRIGHT
[TEMPO/FUNCTION# ▲▼]
2
MASTER VOLUME
START/
BRILLIANCE
DEMO
TEMPO/
STOP
FUNCTION#
FUNCTION
TEMPO/ OTHER VALUE
[–/NO] [+/YES]
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
Procedure
1. De metronoom starten.
Het metronoomgeluid wordt aangezet door op de
METRONOME [START/STOP]-knop te drukken.
De telindicator knippert
in het huidige tempo.
Het tempo aanpassen
Het tempo van de metronoom en het afspelen van de usersongrecorder (de
recorder staat beschreven in het volgende gedeelte) kan worden ingesteld van 32
tot 280 tellen per minuut door de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]-knoppen te
gebruiken (als de [FUNCTION]-knopindicator uit is).
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
MEDIUM
DELAY
SOFT
CHURCH
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Als de [FUNCTION]-knopindicator
aan is, drukt u op de [FUNCTION]-
knop om deze uit te zetten.
De maatsoort aanpassen
De maatsoort (tel) van de metronoom kan worden
ingesteld met de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen terwijl de METRONOME[START/STOP]-knop ingedrukt gehouden wordt. U kunt de tel instellen op 0,
2, 3, 4, 5 of 6. De huidige instelling verschijnt in de
LED-display zolang u de
STOP]
-knop ingedrukt houdt.
METRONOME [START/
2. De metronoom stoppen.
Zet de metronoom uit door op de METRONOME [START/STOP]-knop te drukken.
Het volume van de metronoom
kan worden aangepast via de
tel
metronoomvolumefunctie in de
functiemode (blz. 39).
P-90 Selecteren & bespelen van voices
25
Uw spel opnemen
De mogelijkheid om dat wat u op het P-90 toetsenbord speelt op te
nemen en terug te spelen kan een effectief oefenhulpmiddel zijn. U
kunt, bijvoorbeeld, alleen het linkerhandgedeelte opnemen, en dan het
rechterhandgedeelte oefenen, terwijl het opgenomen linkerhandgedeelte afspeelt. Of u zou, aangezien u tot twee tracks afzonderlijk op
kunt nemen, de linker- en rechterhandgedeelten afzonderlijk op kunnen nemen, of beide delen van een duet op kunnen nemen en luisteren hoe ze klinken als ze worden teruggespeeld. De twee-tracks songrecorder van de P-90 maakt het opnemen van één usersong mogelijk.
U kunt uw spel (audiodata) opnemen op een cassetterecorder of
ander opnameapparaat via de
OUTPUT-aansluiting (blz. 10).
TERMINOLOGIE
Opnemen versus opslaan:
Het format van de speeldata die
wordt opgenomen op een cassetteband wijkt af van dat van de data opgenomen door de P-90. Een
cassetteband neemt audiosignalen op. De P-90 “slaat” informatie
betreffende noottiming, voices en
een tempowaarde "op", maar
geen audiosignalen. Als u de opgenomen songs afspeelt, produceert de P-90 geluid gebaseerd
op de opgeslagen informatie.
Dientengevolge zou het opnemen
op de P-90 eigenlijk "informatie
opslaan" moeten worden genoemd. Deze handleiding gebruikt echter vaak het woord "opnemen", omdat dat logischer
klinkt.
Opnemen op de eerste track
43562
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
Procedure
PAS OP
Opmerkingen over het opnemen
Alle usersongrecorderdata zullen ongeveer één week in het geheugen worden
vastgehouden nadat het instrument is uitgezet. Als u uw opgenomen data voor
een langere periode wilt bewaren, zet dan minstens eenmaal per week het instrument een paar minuten aan.
Het is ook mogelijk om de data op te slaan op een extern MIDI-opslagapparaat
zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF3 met behulp van de bulkdatadumpfunctie, zoals beschreven op blz. 42.
1. Maak alle nodige aanvangsinstellingen.
Selecteer, voordat u begint op te nemen, de voice die u wilt opnemen (of voices
als u de dual of splitmode gaat gebruiken). Maak tevens alle andere gewenst e instellingen (tempo, reverb, enz.). U wilt misschien ook het volume instellen.
U kunt ook het afspeelvolume aanpassen met [MASTER VOLUME].
1
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
MEDIUM
DELAY
SOFT
CHURCH
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
OPM.
Als het instrument in de demosong- of presetsongmode staat,
kan de opnamemode niet worden
geactiveerd.
OPM.
Om het wissen van data van
de track te voorkomen:
Druk op de [TRACK1/2]-knop.
Als de indicator groen oplicht, bevat de track reeds data. Merk op
dat de bestaande data zal worden gewist als u nieuwe data op
de track opneemt.
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
P-90 Uw spel opnemen
26
2. De klaar-voor-opnamemode activeren.
Druk op de [REC]-knop om de klaar-voor-opname-
mode te activeren. Het opnemen begint nog niet echt.
De
[TRACK1]
- of de
[TRACK2]
-indicator knippert rood.
De hoeveelheid beschikbaar geheugen voor opnemen
wordt bij benadering aangegeven in de LED-display
in kilobytes, en de meest rechtse punt in de LED-display knippert in de huidige METRONOME-tempo-instelling.
De klaar-voor-opnamemode kan worden verlaten voordat u gaat opnemen,
door voor een tweede keer op de [REC]-knop te drukken.
knippert
OPM.
De hoeveelheid beschikbaar
geheugen voor opnemen:
Deze waarde in kilobytes (een
maateenheid die wordt gebruikt
voor data) geeft aan hoeveel
ruimte er beschikbaar blijft voor
het opnemen op de P-90. U kunt
opnemen tot maximaal ongeveer
9.400 noten op de P-90, afhankelijk van het pedaalgebruik
en andere factoren.
3. Selecteer de opnametrack.
Als de opnamemode is geactiveerd in de voorgaande stap, zal de laatst-opgenomen track automatisch worden geselecteerd v oor opnemen en zijn indicator —
dat wil zeggen de [TRACK1]- of [TRACK2]-knopindicator — zal rood oplichten.
Als u op een andere track op wilt nemen, drukt u op de betreffende trackknop
zodat zijn indicator rood oplicht.
4. Start het opnemen.
Het opnemen zal automatisch beginnen zodra u een noot op het toetsenbord
speelt of op de SONG [START/STOP]-knop drukt. Het huidige maatnummer
zal in de display verschijnen tijdens het opnemen.
5. Het opnemen stoppen.
Druk of op de
De indicator van de opgenomen track zal groen oplichten om aan te geven dat
deze nu data bevat. (De opnamemode wordt automatisch verlaten.)
[REC]
- of op de
SONG [START/STOP]
-knop om het opnemen te stoppen.
6. Speel het opgenomen spel terug.
Druk op de SONG[START/STOP]-knop om het opgenomen spel terug te spelen.
Druk, om het afspelen tijdens de song te stoppen, op de
SONG[START/STOP]
-knop.
Als de metronoom aan was toen
u begon met opnemen, zult u in
de maat met de metronoom kunnen opnemen, maar het metronoomgeluid zelf zal niet worden
opgenomen.
Zie voor meer informatie over opnemen blz. 28.
OPM.
De opnametrackindicator zal beginnen te knipperen als het recordergeheugen bijna vol is. Als
het geheugen vol raakt tijdens
het opnemen, zal “ FUL” in de
display verschijnen en het opnemen zal automatisch stoppen.
(Alle tot op dat punt opgenomen
data zullen worden vastgehouden.
OPM.
Drukken op de SONG [START/
STOP]-knop om het opnemen te
beginnen, en dan nogmaals
drukken om het opnemen te
stoppen, zal alle reeds opgenomen data van de geselecteerde
track wissen.
)
Opnieuw opnemen op de eerste track
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opnieuw op kunt nemen, voor het geval dat uw spel niet
naar wens was.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instellingen) voor het opnemen.
Herhaal stap 1 op blz. 26 als u de voorgaande instellingen wilt wijzigen.
2. Activeer opnieuw de klaar-voor-opnamemode.
Druk nogmaals op de [REC]-knop.
De indicator van de geselecteerde track knippert rood.
Volg de procedure vanaf stap 4 hiervoor om opnieuw op te nemen.
Als u het tempo, de maatsoort,
het reverbtype of effecttype wilt
veranderen voor het opnieuw opnemen van een track, of als u op
een andere track op wilt nemen,
stel dat dan in nadat u de klaarvoor-opnamemode heeft geactiveerd (stap 2).
OPM.
U kunt niet opnieuw opnemen
halverwege een song.
P-90 Uw spel opnemen
27
Opnemen op de tweede track
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een andere partij op de tweede track kunt opnemen.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instellingen) voor het opnemen.
Selecteer een voice (of voices) voor het opnemen. Selecteer, indien nodig, de o v erige
instellingen.
2. Activeer opnieuw de klaar-voor-opnamemode.
Druk nogmaals op de [REC]-knop.
De indicator van de geselecteerde track knippert rood.
3. Selecteer een track voor opname.
Selecteer een track die u nog niet heeft gebruikt voor opname. De indicator van de
geselecteerde track licht rood op. (De indicator van een track die reeds opgenomen
data bevat, zal groen oplichten.)
U kunt nieuwe geluiden en noten opnemen, elke keer als het langs komt, terwijl u
luistert naar de reeds opgenomen track.
Volg de procedure van stap 5 op blz. 27 om op te nemen.
Als u het tempo, de maatsoort,
het reverbtype of effecttype wilt
veranderen, als u een track opnieuw op wilt nemen of als u op
een andere track op wilt nemen,
voer dan de wijzigingen in nadat
u de klaar-voor-opnamemode
heeft geactiveerd (stap 2).
OPM.
Als u de reeds opgenomen track
niet wilt horen tijdens het opnemen (als u bijvoorbeeld een andere song op wilt nemen dan op
de voorgaande track), druk op de
afspeeltrackknop voordat u op de
[REC]-knop drukt (stap 2 op
blz. 27, 28) zodat zijn indicator uit
gaat.
De usersongrecorder neemt de volgende data op:
Naast de nootdata en voices die u speelt, worden ook andere data opgenomen.
Deze data bevatten data voor “afzonderlijke tracks” en “gehele song”. Zie hieronder.
Afzonderlijke tracks
• Gespeelde noten
•Voiceselectie
•[VARIATION] AAN/UIT
•Pedaal (sustain)
• [REVERB]-diepte
• [EFFECT]-diepte
•Dualbalans (F3)
•Dualontstemming (F3)
•Dualoctavering (F3)
• Splitmodevoices
• Splitbalans (F4)
• Splitoctavering (F4)
•Dualmodevoices
Gehele song
•Tempo
•Maatsoort (tel)
• [REVERB]-type (inclusief UIT)
• [EFFECT]-type (inclusief UIT)
P-90 Uw spel opnemen
28
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het
begin van een song) wijzigen
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het begin van een song) kunnen na het opnemen
nog worden gewijzigd. Na het opnemen bijvoorbeeld, kunt u de voice wijzigen om een andere ambiance te creëren of het songtempo aanpassen aan uw smaak.
U kunt de volgende aanvangsinstellingen wijzigen.
Afzonderlijke tracks
•Voiceselectie
•[VARIATION] AAN/UIT
• [REVERB]-diepte
• [EFFECT]-diepte
•Dualmodevoices
• Splitmodevoices
Gehele song
•Tempo
•Maatsoort (tel)
• [REVERB]-type (inclusief UIT)
• [EFFECT]-type (inclusief UIT)
1. Activeer de opnamemode en selecteer een track om de aanvangsinstellingen te wijzigen.
De indicator licht rood op. (Data die door twee tracks gedeeld worden, kunnen via
elk van de tracks gewijzigd worden.)
2. Wijzig de instellingen via de paneelregelaars.
Als u bijvoorbeeld de opgenomen voice [E. PIANO 1] wilt veranderen in [E. PIANO
2]
, druk dan op de [E. PIANO 2]-knop.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP]-knop of op een toets op het toetsenbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen
data van de geselecteerde track wissen.
3. Druk op de [REC]-knop om de opnamemode te verlaten.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP]-knop of op een toets op het toetsenbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen
data van de geselecteerde track wissen.
OPM.
U kunt de in de aanvangsinstellingen gemaakte wijzigingen annuleren door na stap 2 een andere track te selecteren en vervolgens de opnamemode te verlaten tijdens stap 3 zonder op de
[REC]-knop te drukken. (Ook wijzigingen die zijn gemaakt in de
data, die gedeeld worden door
twee tracks, worden geannuleerd.)
P-90 Uw spel opnemen
29
Opgenomen songs afspelen
U kunt de via de opnamefunctie opgenomen songs terugspelen (blz.
26–29). U kunt ook op het toetsenbord meespelen met het afspelen.
Een song terugspelen
12
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESETTRACK
START/
STOP
REC
SONGEFFECT TOUCH
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
DELAY
MEDIUM
SOFT
HALL 2
STAGE
OPM.
Songdata worden niet via de
MIDI-aansluitingen verzonden.
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
ON
JAZZ
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
E. PIANO
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Procedure
1. Start het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop .
Het huidige maatnummer verschijnt in de display tijdens het afspelen.
•U kunt op het toetsenbord meespelen terwijl de P-90 een song afspeelt. U
kunt ook de noten met een andere voice spelen, dan de voice die afspeelt,
door een voice via het paneel te selecteren.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME]-regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲] -knoppen gebruiken om het afspeeltempo desgewenst aan te passen tijdens het afspelen. Het standaardtempo (het
originele tempo van de song) wordt ingesteld als u gelijktijdig op de [▼]- en
[▲]-knoppen drukt.
2. Stop het afspelen.
Als het afspelen is afgerond stopt de P-90 automatisch en gaat terug naar het
begin van de song. Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op de
SONG[START/STOP]
-knop.
OPM.
Als het apparaat in de demosong- of presetsongmode staat,
kunt u geen opgenomen songs
afspelen.
OPM.
De trackindicators zullen niet automatisch groen oplichten als de
P-90 wordt aangezet, zelfs niet
als de usersongrecorder data
bevat. Zorg ervoor dat u op de
trackknoppen drukt voordat u het
afspelen start.
OPM.
Afspelen kan niet worden gestart
als de recorder geen data bevat.
U kunt ook genieten van het spelen van duetten met uzelf, door
eerst één partij van een duet of
een song voor twee piano’s op te
nemen, en dan vervolgens de andere partij te spelen, terwijl de
opgenomen partij wordt afgespeeld.
Als de metronoom wordt gebruikt
tijdens het afspelen, zal de metronoom automatisch stoppen als
het afspelen wordt gestopt.
P-90 Opgenomen songs afspelen
30
Als het REVERB-type is gewijzigd via de paneelregelaars tijdens het afspelen, zullen zowel
het afspeel- als het toetsenbordreverbeffect worden gewijzigd.
Als het EFFECT-type is gewijzigd
via de paneelregelaars tijdens
het afspelen, wordt in sommige
gevallen het afspeeleffect uitgeschakeld.
Handige afspeelfuncties
Track afspelen aan- en uitzetten
Als u een song op de P-90 selecteert, lichten de indicators voor tracks die data bevatten
( [TRACK1],[TRACK2] of beiden) groen op. Terwijl de P-90 afspeelt of is gestopt, zal
drukken op deze trackknoppen de indicators uitzetten, en de data van die tracks zullen
niet worden afgespeeld. Drukken op de trackknoppen schakelt tussen afspelen aan en
uit.
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te
bespelen (synchro start)
U kunt het afspelen starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen. Dit wordt de
“synchro start”-functie genoemd.
Om de synchro startfunctie te activeren, drukt u op de SONG [START/STOP]-knop,
terwijl u de trackknop die aan is, ingedrukt houdt.
De meest rechtse punt in de display zal in het huidige tempo
knipperen.
(Herhaal de voorgaande handeling om de synchro startfunctie uit te schakelen.)
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Deze functie is handig als de timing van het begin van het afspelen gelijk moet klinken
met het begin van uw eigen spel.
Knippert
Tracks kunnen worden aan- of uitgezet voor of tijdens het afspelen.
Als beide tracks worden uitgezet
op de P-90, zal het afspelen niet
meer starten (of het afspelen zal
stoppen).
U kunt het volume van een partij
van een song van “50 Greats for
the Piano” aanpassen, waarvoor
het afspelen is uitgezet (blz. 16,
39).
Tijdens het afspelen van de recorder, is het volume van een
track die is uitgezet altijd “0”.
OPM.
Als u op de SONG [START/
STOP]-knop drukt, terwijl u een
trackknop ingedrukt houdt van
een track die UIT is, wordt het
track afspelen aangezet en de
synchro startfunctie wordt op
standby gezet.
TERMINOLOGIE
Synchro:
Synchroon; vindt tegelijkertijd
plaats
P-90 Opgenomen songs afspelen
31
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
U kunt verscheidene parameters instellen om optimaal gebruik te maken van de functies van de P-90, zoals het fijnregelen
van de toonhoogte, een voice selecteren voor de metronoom, herhaaldelijk afspelen, enz.
De volgende parameters zijn beschikbaar.
De P-90 heeft negen hoofdfuncties.
Enkele van deze hoofdfuncties zijn onderverdeeld in een aantal submodes.
Parameteroverzicht
FunctieSubmodeP-90Referentie-blz.
Fijnregeling van de toonhoogte
Een stemming selecteren
Volg de stappen hieronder om de functies te gebruiken.
(Als u verdwaalt terwijl u een functie gebruikt, ga dan terug naar deze bladzijde en lees de basisprocedure.)
3
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
START/
PRESETTRACK
STOP
SONGEFFECT TOUCH
REC
MASTER VOLUME
MINMAX
BRILLIANCE
MELLOWBRIGHT
12445
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
Procedure
1. De functiemode activeren.
Druk op de [FUNCTION]-knop zodat zijn [FUNCTION]-indicator oplicht.
zal in de display verschijnen. (De indicatie “” varieert afhankelijk van
de status van het apparaat en het gebruik.)
2. Selecteer een functie.
Gebruik de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]-knoppen om de gewenste functie van
F1–F9 te selecteren.
START/
TEMPO/
STOP
FUNCTION#
FUNCTION
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM
HALL 1
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
CHURCH
ON
ORGANSTRINGS CHOIRE.BASS
HALL 2
STAGE
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
OPM.
Functies kunnen niet worden geselecteerd tijdens de demo-/presetsongmode of als de user song
recorder aan is.
OPM.
Om de functie in stap 2, 3 of 4 te
annuleren drukt u op het gewenste moment op de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]-knop om de
functiemode te verlaten.
3. Gebruik de [–/NO] [+/YES]-knoppen.
Als de functie geen submodes bevat, begin dan met het instellen van de parameters.
Als de functie submodes bevat, druk dan eenmaal op de [+/YES]-knop om de
respectievelijke submode te activeren.
4. Bewerk de gewenste functie met de volgende twee
knoppen.
1 [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]
Selecteert de gewenste functie/submode.
2 [–/NO] of [+/YES]
Nadat u de gewenste functie of submode heeft geselecteerd, stelt u overeenkomstig ON/OFF (AAN/UIT) in, selecteert u het type of wijzigt u de waarde.
Afhankelijk van de instelling, wordt de standaardinstelling (die wordt gebruikt als u de P-90 voor het eerst aanz et) opgeroepen door gelijktijdig op
de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen te drukken.
Nadat u de functie heeft geselecteerd, wordt de huidige instelling
getoond als de [–/NO]- of [+/YES]-knop voor de eerste keer
wordt ingedrukt.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
33
Bedieningsvoorbeeld 1 (F1. Fijnregeling van de toonhoogte)
START/
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
Activeer de functiemode.
—/NO +/YES
START/
STOP
Selecteer de gewenste functie.
LED-indicatie
Verander de waarde.
Bedieningsvoorbeeld 2 (F3.1 “Dualbalans”)
START/
START/
TEMPO/
STOP
FUNCTION#
FUNCTION
Activeer de functiemode.
+ / YES
Activeer de betreffende
submode.
Selecteer de gewenste functie.
START/
STOP
FUNCTION#
Selecteer de gewenste submode.
STOP
TEMPO/
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
FUNCTION
LED-indicatie
LED-indicatie
LED-indicatie
— / NO + / YES
LED-indicatie
Verander de waarde.
5. Doe het volgende als u klaar bent met het gebruik
van de functie.
Druk op de [FUNCTION]-knop om de functiemode te verlaten.
De [FUNCTION]-knopindicator zal uit gaan.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
34
Over elk van de functies
F1. Fijnregeling van de toonhoogte
U kunt de toonhoogte van het gehele instrument fijnregelen. Deze functie is handig als u
op de P-90 meespeelt met andere instrumenten of CD-muziek.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om
de toonhoogte van de A3-toets in stappen
van ongeveer 0,2 Hz te verlagen of te verhogen.
..........
Tienden van een Hertz worden aangeven in de LEDdisplay door de verschijning en de positie van één of
twee punten, zoals te zien in het volgende voorbeeld:
U kunt ook stemmen in stappen van ongeveer 1Hz (in
elke andere mode dan de functiemode).
Respectievelijk lager of hoger stemmen in stappen van
ongeveer 1 Hz: Houd de A-1- en A
linkse witte en zwarte toetsen) of A-1- en B-1-toetsen (de
uiterst linkse witte toetsen) ingedrukt en druk gelijktijdig op de
[–/NO]- of [+/YES]-knop.
De standaard toonhoogte terugroepen: Houd de A-1- en
A
-1-toetsen (de uiterst linkse witte en zwarte toetsen) of A-1en B-1-toetsen (de twee uiterst linkse witte toetsen) ingedrukt
en druk gelijktijdig op de [–/NO] [+/YES]-knoppen.
-1-toetsen (de uiterst
(Tijdens de de hierboven beschreven handeling geeft de
display een waarde aan in Hz <…>. Na de
handeling keert de display terug naar de voorgaande
indicatie.)
DisplayWaarde
440,0
440,2
440,4
440,6
440,8
TERMINOLOGIE
Hz (Hertz):
Deze meeteenheid kijkt naar de frequentie van een geluid, en
geeft het aantal keer weer dat een geluidsgolf trilt per seconde.
U kunt ook het toetsenbord gebruiken om de toonhoogte
in te stellen (in elke andere mode dan de functiemode).
Hoger stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz): Houd
de A-1 en B-1 toetsen tegelijkertijd ingedrukt (de twee witte
toetsen uiterst links) en druk op een willekeurige toets tussen
C3 en B3.
Lager stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz): Houd
de A-1- en A
toetsen) ingedrukt en druk tegelijkertijd op een willekeurige
toets tussen C3 en B3.
De standaard toonhoogte terugroepen: Houd de A-1, A
en B-1 (de uiterst linkse twee witte toetsen en één zwarte
toets) ingedrukt en druk gelijktijdig op een willekeurige toets
tussen C3 en B3.
-1-toetsen (de uiterst linkse witte en zwarte
Instelbereik:
427,0–453,0 (Hz)
Normale
instelling:
440,0 (Hz)
-1
•Zie “Onderdeelnamen” op blz. 12 voor informatie
over de toets en toetsnaamtoewijzing.
(Tijdens de de hierboven beschreven handeling geeft de
display een waarde aan in Hz <…>. Na de
handeling keert de display terug naar de voorgaande
indicatie.)
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
35
TERMINOLOGIE
F2. Een stemming selecteren
U kunt verscheidene stemmingen selecteren.
De gelijkzwevende temperatuur is de meest algemene hedendaagse pianostemming. De geschiedenis heeft echter nog veel meer stemmingen voortgebracht, waarvan er vele als
basis dienen voor een bepaald genre muziek.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de stemmingsfunctie te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]knoppen om de gewenste submode te selecteren.
Druk op de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om
het nummer van de gewenste stemming te
selecteren.
Een octaaf is opgedeeld in twaalf gelijke intervallen. Dit is momenteel de meest gebruikte pianostemming.
Reine majeur/Reine mineur:
Gebaseerd op natuurlijke boventonen. Drie majeurakkoorden
geven bij deze stemming een prachtig, zuiver geluid. Ze worden soms gebruikt voor koorstemmen.
Pythagoreaans:
Deze stemming, ontworpen door Pythagoras, een Griekse
filosoof, is gebaseerd op de interval van een reine kwint.
De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de
kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor enkelvoudige solo’s.
Middentoon:
Deze stemming is een verbetering van de Pythagoreaanse
waarbij de zweving in de terts werd geëlimineerd. De stemming werd populair aan het einde van de 16e eeuw tot aan
het einde van de 18e eeuw en werd gebruikt door Händel.
Werckmeister/Kirnberger:
Deze stemmingen combineren Middentoon en Pythagoreaans op verschillende manieren. Met deze stemmingen verandert modulatie de indruk en het gevoel van de songs. Ze
werden vaak gebruikt in het tijdperk van Bach en Beethoven.
Tegenwoordig worden ze nog vaak gebruikt bij het weerge v en
van klavecimbelmuziek uit dat tijdperk.
Normale instelling:1: Gelijkzwevende temperatuur
F2.2: Grondtoon
Als een andere stemming dan de gelijkzwevende temperatuur kiest, is het noodzakelijk dat u de grondtoon aangeeft. (U kunt de grondtoon aangeven bij de gelijkzwevende temperatuur, maar het heeft geen invloed. De
grondtooninstelling is van invloed op andere stemmingen dan de gelijkzwevende temperatuur.)
Instelbereik:
Normale instelling:
•Grondtoon-indicatievoorbeeld
(F)(G)
met een hoog
streepje bij kruis
(A)
met een laag
streepje bij mol
P-90
36
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
▼, ▲
F3. Dualmodefuncties
U kunt verscheidene parameters voor de dualmode instellen om zo de instellingen voor de
songs die u speelt te optimaliseren, zoals de
volumebalans aanpassen tussen twee voices.
Dualmodefunctie-instellingen worden voor
elke voicecombinatie afzonderlijk ingesteld.
1. Selecteer de voices in de dualmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de dualmodefunctie te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION#
knoppen om de gewenste submode te selecteren. Druk op de [–/NO] [+/YES]-knop om de
waarden toe te wijzen.
OPM.
Als de dualmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de dualmodefuncties kunnen niet worden geselecteerd. U kunt van de functiemode naar de dualmode schakelen.
]-
F3.3: Voice 1 octavering
F3.4: Voice 2 octavering
Instelbereik:
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie.
U kunt afzonderlijk voor Voice 1 en Voice 2 de toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf.
Afhankelijk van welke voices u combineert in de dualmode, kan de combinatie beter klinken als één van de
voices een octaaf omhoog of omlaag wordt geschoven.
Instelbereik:
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de 1e en de 2e dualmodevoices afzonderlijk in
te stellen. (De effectdiepte-instellingen kunnen alleen
worden gewijzigd als het
mode moet worden verlaten voordat
den aangezet.)
0 – 20
[EFFECT]
aan staat. De functie-
[EFFECT]
kan wor-
Submode
F3.1: Dualbalans
Instelbereik:0 – 20
De instelling “10” produceert een gelijke balans tussen
de twee dualmodevoices. Instellingen onder de “10”
verhogen het volume van voice 2 ten opzichte van
voice 1, en instellingen boven de “10” verhogen het
volume van voice 1 ten opzichte van voice 2.
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie.
U kunt één voice instellen als de algemene voice en een
andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Dualontstemming
Instelbereik:
Bij positieve waarden wordt de toonhoogte van voice
1 verhoogd en de toonhoogte van voice 2 v erlaagd. Bij
negatieve waarden wordt de toonhoogte van voice 1
verlaagd en de toonhoogte van voice 2 verhoogd.
-10 – 0 – 10
•“Voice 1” en “voice 2” worden uitgelegd op blz. 23.
F3.7: Reset
Deze functie reset alle dualmodefuncties naar hun
standaard waarden. Druk op de
waarden te resetten.
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de dualmodefuncties springen door op de [FUNCTION]-knop te drukken terwijl u de
twee dualmodevoiceknoppen ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier,
moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te verlaten (dat wil zeggen: druk op de [FUNCTION]-knop zodat de
functie-indicator uit gaat).
[+/YES]
-knop om de
Het beschikbare instellingsbereik is groter in het lage bereik
(± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents
voor C7). (100 cents komt overeen met één halve noot.)
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie.
Ontstem voice 1 en voic e 2 in de dualmode om een voller
geluid te creëren.
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
37
F4.
Splitmodefuncties
Dit menu maakt het u mogelijk verscheidene
gedetailleerde instellingen te maken voor de
splitmode.
Door het splitpunt of een andere instelling te
veranderen, kunt u de instellingen voor de
songs die u speelt optimaliseren.
1. Selecteer de voices in de splitmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de splitmodefunctie te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]knoppen om de gewenste submode te selecteren. Druk op de [–/NO] [+/YES]-knop om de
waarden toe te wijzen.
OPM.
Als de splitmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de splitmodefuncties kunnen niet worden geselecteerd. Merk ook op dat u de functiemode moet
verlaten voordat de splitmode kan worden geactiveerd.
Submode
F4.1: Splitpunt
Instelbereik:
Normale instelling:F
Stel het punt in op het toetsenbord die de scheiding vormt
tussen de rechter- en linkerhandgedeelten (splitpunt). De
ingedrukte toets maakt deel uit van het linker-handbereik.
•In plaats van op de
ken, kunt u het splitpunt instellen door op de betreffende toets op het toetsenbord te drukken.
•Als de functiemode niet is geactiveerd, kunt u het
splitpunt veranderen naar elke willekeurige andere
toets door de betreffende toets in te drukken, t erwijl u
de
[SPLIT]
-knop ingedrukt houdt (blz. 24).
•Een voorbeeld van een toetsnaamindicatie voor een
splitpunt
(F2)(G2)
Het gehele toetsenbord
2
[–/NO] [+/YES]
-knoppen te druk-
(A2)
De volumeniveaus van de twee in de splitmode gecombineerde voices kunnen naar wens worden aangepast.
U kunt deze instelling maken voor elke voicecombinatie
van de songs die u speelt.
Instelbereik:
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie
U kunt afzonderlijk voor de rechter- en linkervoice de
toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf. Maak een instelling die passend is voor het nootbereik van de songs die u speelt.
U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combinatie van voices maken.
Instelbereik:0 – 20
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie
Deze functies maken het mogelijk om afzonderlijk de
diepte van het effect voor de linker- en de rechtersplitmodevoices in te stellen.
U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combinatie van voices maken.
De effectdiepte-instellingen kunnen alleen worden gewijzigd als het
[EFFECT]
de verlaten voordat u een
aan staat. U moet de functiemo-
[EFFECT]
aan kunt zetten.
F4.7: Sustainpedaalbereik
Instelbereik:ALL (voor beide voices)
1 (voor de rechtervoice)
2 (voor de linkervoice)
Normale instelling:
ALL
De sustainpedaalbereikfunctie bepaalt of het sustainpedaal invloed heeft op de rechtervoice, de linkervoice, of
zowel de linker- als de rechtervoice in de splitmode.
F4.8: Reset
Deze functie reset alle splitmodefuncties naar hun standaard waarden. Druk op de
den te resetten.
[+/YES]
-knop om de waar-
38
met een hoog
streepje bij kruis
met een laag
streepje bij mol
F4.2: Splitbalans
Instelbereik:0 – 20
De instelling “10” geeft een gelijke balans tussen de
twee splitmodevoices. Instellingen onder de “10”
verhogen het volume van de linkervoice ten opzichte
van de rechtervoice, en instellingen boven de “10”
verhogen het volume van de rechtervoice ten opzichte
van de linkervoice.
Normale instelling:Anders voor elke voicecombinatie.
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de splitmodefuncties springen
door op de [FUNCTION]-knop te drukken terwijl u de [SPLIT]knop ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier,
moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te verlaten (dat wil zeggen: druk op de [FUNCTION]-knop zodat de
functie-indicator uit gaat).
F5. Overige functiesF6. Metronoomvolume
.
Deze functie laat u gemakkelijk de werking van
het sustainpedaal instellen op één van de onderstaande modes.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de overige functies te activeren, en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]knoppen om de gewenste submode te selecteren.
Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om de
gewenste pedaalfunctie te selecteren of de
waarden toe te wijzen.
Submode
F5,3
Sustainsamplediepte
Instelbereik:0 – 20
Normale instelling:12
De
[GRAND PIANO 1]
tainsamples” die de unieke r esonantie van de zangbodem
en snaren van een akoestische vleugel opnieuw creëren
als het sustainpedaal wordt ingedrukt. Deze functie laat u
de diepte van dit effect aanpassen.
-voice beschikt over speciale “Sus-
F5,4 Toets-los-samplevolume
U kunt het volume van het metronoomgeluid
veranderen.
Gebruik deze functie om het metronoomvolume aan te passen.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om
het metronoomvolume naar wens in te stellen.
Instelbereik:
Normale instelling:10
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de metronoomfuncties springen door op de [FUNCTION]-knop te drukken terwijl u de
METRONOME [START/STOP]-knop ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier,
moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te verlaten (dat wil zeggen: druk op de [FUNCTION]-knop zodat de
functie-indicator uit gaat).
1 – 20
F7. Presetsongpartijannuleervolume
Instelbereik:0 – 20
Normale instelling:10
U kunt het volume van het toets-los-geluid (het subtiele
geluid dat wordt geproduceerd bij het loslaten van de
toetsen) aanpassen voor de voices
[CLAVI./HARPSI.]
(inclusief hun variaties).
[GRAND PIANO1]
,
Deze functie stelt het volume in waarop een
“geannuleerde” partij wordt gespeeld tijdens
het presetsong afspelen. Pas het partijvolume
aan tot een comfortabel niveau om zo de
“annuleer”-partij te kunnen gebruiken als
leidraad om mee mee te spelen.
1. Activeer de functiemode en selecteer
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om
het volume naar wens in te stellen.
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling:5
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
39
F8. MIDI-functies
U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in
de MIDI-instellingen.
Zie voor meer informatie over MIDI, het “Over
MIDI”-gedeelte (blz. 44).
De [HOST SELECT]-schakelaar op het zijpaneel moet worden ingesteld op “MIDI” om de MIDI-aansluitingen te kunnen
gebruiken. Als u de [TO HOST]-aansluiting gebruikt, stel de [HOST SELECT]-schakelaar dan in op de geschikte positie
voor het type computer dat u gebruikt (blz. 44–48). In deze
situaties zullen alle MIDI-instellingen die hierna worden beschreven invloed hebben op het MIDI-signaal dat via de [TO HOST]-aansluiting wordt verzonden en ontvangen.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de MIDI-functie te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]-knoppen om de gewenste submode te selecteren.
Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om een
geselecteerde parameter in te stellen.
F8.2: MIDI-ontvangstkanaalselectie
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van
de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor de juiste data-overdracht. Deze parameter maakt
het u mogelijk om aan te geven op welk kanaal de P-90
MIDI-data ontvangt.
Instelbereik: ALL, 1&2, 1 – 16
Normale instelling:ALL
ALL:
Er is een “multitimbrale” ontvangstmode beschikbaar. Dit
maakt gelijktijdige ontvangst van v erschillende partijen op alle
16 MIDI-kanalen mogelijk, waardoor de P-90 in staat wordt
gesteld multikanaalssongdata te ontvangen van een muziekcomputer of sequencer.
1&2:
Een “1&2” ontvangstmode is beschikbaar. Dit maakt gelijktijdige ontvangst op alleen kanaal 1 en 2 mogelijk, waardoor de
P-90 in staat wordt gesteld alleen de op kanaal 1 en 2 ontvangen songdata van een muziekcomputer of sequencer af te
spelen.
Programmawijziging en soortgelijke andere kanaalboodschappen die worden ontvangen, hebben geen invloed op de
paneelinstellingen van de P-90 of wat er wordt gespeeld op
het toetsenbord.
Submode
F8.1: MIDI-verzendkanaalselectie
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van
de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor de juiste data-overdracht.
Deze parameter maakt het u mogelijk om het kanaal aan
te geven via welke de P-90 MIDI-data verzendt.
Instelbereik: 1 – 16, OFF (niet verzonden)
Normale instelling:1
OPM.
In de dualmode, worden de voice-1-data verzonden op het
aangegeven kanaal. In de splitmode worden de rechtervoicedata verzonden via het aangegeven kanaal. In de dualmode
worden de voice-2-data verzonden op het eerstvolgende hogere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In de splitmode worden de linkervoicedata verzonden op het eerstvolgende hogere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In
beide modes worden er geen data verzonden als het zendkanaal is ingesteld op “OFF”.
OPM.
Demo-/presetsongdata en recorderdata die worden afgespeeld, worden niet via MIDI verzonden.
OPM.
Er vindt geen MIDI-ontvangst plaats als de demo-/presetsongmode is geactiveerd.
F8.3: Lokale besturing AAN/UIT
“Lokale besturing” verwijst naar het feit dat normaal het
P-90 toetsenbord zijn interne toongenerator bestuurt,
waardoor de interne voices direct vanaf het toetsenbord
kunnen worden bespeeld. Deze situatie is “Lokale besturing aan” aangezien de interne toongenerator lokaal
wordt bestuurd door zijn eigen toetsenbord.
Lokale besturing kan echter worden uitgezet, zodat het
P-90 toetsenbor d niet de interne v oices bespeelt, maar de
betreffende MIDI-informatie nog wel wordt verzonden
via de MIDI OUT-aansluiting als er noten op het toetsenbord worden gespeeld. Tegelijkertijd reageert de interne toongenerator wel op MIDI-informatie die via de
MIDI IN-aansluiting wordt ontvangen.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:ON
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
40
F8.4: Programmawijziging AAN/UIT
TERMINOLOGIE
F8.6: MIDI-verzendtransponering
Normaal zal de P-90 reageren op MIDI-programmawijzigingsnummers die ontvangen worden van een extern
toetsenbord of ander MIDI-apparaat, waardoor de overeenkomstig genummerde voice zal worden geselecteerd
op het overeenkomstige kanaal (de toetsenbordvoice verandert niet). De P-90 zal normaal ook een MIDI-programmawijzigingsnummer verzenden als één van zijn
voices wordt geselecteerd, waardoor de overeenkomstig
genummerde voice of programma zal worden geselecteerd op het externe MIDI-apparaat, als het apparaat is
ingesteld op het ontvangen en reageren op MIDI-programmawijzigingsnummers.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en verzending van programmawijzigingsnummers te annuleren,
zodat voices op de P-90 kunnen worden geselecteerd
zonder het externe MIDI-apparaat te beïnvloeden.
Zie voor informatie over programmawijzigingsnummers voor
elk van de voices van de P-90, blz. 56 in het MIDI-dataformatgedeelte.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:ON
F8.5: Besturingswijziging AAN/UIT
Normaal zal de P-90 reageren op MIDI-besturingswijzigingsdata, ontvangen van een extern MIDI-apparaat of toetsenbord, waardoor de v oice op het co rresponderende
kanaal kan worden beïnvloed door pedaal- en andere
“besturings”-instellingen, ontvangen van het besturende
apparaat (de toetsenbordvoice wordt niet beïnvloed).
De P-90 verzendt ook MIDI-besturingswijzigingsinformatie als het pedaal of andere betreffende regelaars worden bediend.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en verzending van besturingswijzigingsdata te annuleren, zodat bijvoorbeeld het pedaal en andere regelaars van de
P-90 kunnen worden bediend zonder invloed te hebben
op een extern MIDI-apparaat.
Deze functie maakt het mogelijk de MIDI-nootdata die
verzonden worden door de P-90 omhoog of omlaag te
transponeren in stappen van halve noten tot plus of min
12 halve noten. De toonhoogte van de P-90 zelf wordt
niet beïnvloed.
Deze functie zorgt ervoor dat alle huidige paneelinstellingen van de P-90 (geselecteerde voice, enz.) via de
MIDI OUT-aansluiting worden verzonden. Dit is met
name handig als u uw spel op wilt nemen op een MIDIsequencerecorder zoals de Yamaha MIDI Data Filer
MDF3 die dan kan worden gebruikt om de P -90 te besturen bij het terugspelen. Door de paneelinstellingen van
de P-90 te v erzenden en voor de daad werkelijke speeldata
op de MIDI-sequencerecorder op te nemen, zal de P-90
automatisch dezelfde instellingen terugroepen als uw
spel wordt teruggespeeld.
Setupdata:
Data die een set paneelinstellingen voor de P-90 bevatten.
Procedure
1. Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
2. Sluit de P-90 via MIDI aan op een sequencer, en stel
de sequencer zo in dat deze de setupdata kan ontvangen.
3. Activeer de functiemode en selecteer .
4. Druk op de [+/YES]-knop om de paneelstatusdata te
verzenden.
zal in de LED-display verschijnen als de data suc-
cesvol zijn verzonden.
Zie blz. 57 voor een overzicht van de “paneeldata-inhoud”
verzonden door deze functie.
Zie voor informatie over besturingswijzigingen die kunnen
worden gebruikt met de P-90, het MIDI-dataformat op blz. 56.
Instelbereik: ON/OFF
Normale instelling:ON
De verzonden data ontvangen:
1. Sluit de P-90 via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
setupdata voorheen werden verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De P-90 ontvangt automatisch de setupdata hetgeen blijkt uit
de paneelinstellingen.
(Om te zorgen dat de data geaccepteerd zullen worden, moet
de P-90 die de setupdata ontvangt van hetzelfde model zijn
als die de setupdata naar de sequencer verzond.)
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen
van setupdata via MIDI, de handleiding van het aangesloten
MIDI-apparaat.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
41
F8.8: Bulkdatadump
TERMINOLOGIE
U kunt de huidige songdata van de P-90 als MIDI-bulkdata opslaan door deze naar een MIDI-datafiler (zoals
een MDF3) of een sequencer te verzenden. Om de opgeslagen songdata af te spelen, stuurt u de bulkdata terug
van het opslagapparaat naar de P-90 en volgt u de gebruikelijke afspeelprocedure.
TERMINOLOGIE
Bulkdata:
Een complete set of uitgebreide hoeveelheid data
Procedure
1. Neem uw spel op de P-90 op.
2. Sluit de P-90 aan op de MDF3, een MIDI-datafiler via
MIDI, en stel de MDF3 zo in dat deze bulkdata zal
ontvangen.
3. Activeer de functiemode en selecteer .
4. Druk op de [+/YES]-knop om de bulkverzending te
beginnen.
zal in de LED-display verschijnen als de data suc-
cesvol zijn verzonden.
OPM.
Er vindt geen MIDI-noot/-paneeldataverzending of -dataontvangst plaats tijdens een bulkdatadumpverzendhandeling.
De verzonden data (terug) ontvangen:
1. Sluit de P-90 via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
data voorheen werden verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De P-90 ontvangt automatisch de data van het apparaat. (Op
dit moment zullen alle reeds in de P-90 opgeslagen data worden gewist.)
Volg daarna de gebruikelijke afspeelprocedure.
(Om er voor te zorgen dat de data zullen worden geaccep-
teerd, moet de P-90 die de data ontvangt van hetz elfde model
zijn als die waarvan de data naar de MIDI-datafiler werden
verzonden.)
OPM.
De teruglaadhandeling kan niet worden uitgevoerd als de
demo-/presetsongmode of de usersongrecorder in gebruik is,
of als de functiemode is geactiveerd.
F9. Backupfuncties
Backup:
U kunt sommige instellingen, zoals voiceselectie en reverbtype, backuppen zodat ze niet verloren zullen gaan als de
P-90 wordt uitgezet.
Als de backupfunctie is aangezet, worden de instellingen zoals die zijn bij het uitzetten, vastgehouden. Als de backupfunctie is uitgezet, worden de instellingen in het geheugen
gewist als het instrument wordt uitgezet. In dit geval worden,
als u het instrument aanzet, de standaardinstellingen (de
aanvangsinstellingen) gebruikt. (Het overzicht van de standaard fabrieksinstellingen is te vinden op blz. 55.)
De backupinstellingen zelf echter, en de inhoud van het
usersongrecordergeheugen, worden altijd gebackupt.
PAS OP
Zelfs als de backupfunctie is aangezet via één van de
hieronder beschreven functies, zullen de data slechts
voor ongeveer één week worden vastgehouden als
intussen het instrument niet wordt aangezet. Als de
backupperiode wordt overschreden, zullen alle instellingen worden gereset naar hun standaardwaarden.
Als u de backupinstellingen voor langere perioden wilt
vasthouden, zorg er dan voor dat u het instrument
minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet.
U kunt de backupfunctie aan- of uitzetten voor
elke functiegroep (elk van de volgende submodefuncties).
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van
de backupfunctie te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]-knoppen om de gewenste submode te selecteren.
Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om de
backupfunctie aan of uit te zetten.
Submode
F9.1: Voice
F9.2: MIDI
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
42
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen
van bulkdata via MIDI, de handleiding van het aangesloten
MIDI-apparaat.
•Dual (AAN/UIT, voice- en dualfuncties voor elke
voicecombinatie)
• Split (AAN/UIT, voice- en splitfuncties voor elke
voicecombinatie)
•Reverb (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
• Effect (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
•Aanslaggevoeligheid (inclusief het FIXED-volume)
•Metronome (tel, volume < -instellingen>)
•Presetsongpartij-annuleervolume (-instellingen)
F9.2: MIDI
•De MIDI-functies (-instellingen)
(behalve )
F9.3: Stemmen
•Transponering
•Stemmen (-instellingen)
•Stemming (inclusief grondtoon) (-instellingen)
F9.4: Overigen
•Andere functies ()
Fabriekspreset terugroepen
Alle dualmode-, splitmode-, reverb-, effect-, aanslaggevoeligheids-, steminstellingen, en de instellingen die
worden beïnvloed door de backupfuncties, kunnen worden teruggezet naar hun originele fabriekspresetwaarden
door de C7-toets (meest rechtse toets op het toetsenbord) ingedrukt te houden, terwijl u de [STANDBY/
ON]
-schakelaar op ON zet. Dit wist ook alle usersongrecorderdata en zet alle backup aan/uit-instellingen (F9)
op “OFF”. (Het fabrieksinstellingenoverzicht is te vinden
op blz. 55.)
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
43
Over MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard format
voor dataverzending/-ontvangst. Het maakt de uitwisseling van speeldata en boodschappen tussen MIDI-apparaten en PC’s mogelijk.
Door MIDI te gebruiken kunt u een aangesloten MIDI-apparaat vanaf
de P-90 besturen of de P-90 besturen vanaf een aangesloten MIDIapparaat of computer.
MIDI-aansluitingen
INMIDIOUTHOST SELECT
MIDIMac
PC-2PC-1
MIDI-speeldata en -boodschappen worden verzonden in de
vorm van numerieke waarden.
Controleer, aangezien MIDI-data
die kunnen worden verzonden of
ontvangen variëren naar gelang
het type MIDI-apparaat, het
“MIDI-implementatie-overzicht”
om er achter te komen welke
MIDI-data en -boodschappen uw
apparaten kunnen verzenden of
ontvangen. Het MIDI-implementatie-overzicht van de P-90 vindt
u op blz. 60.
MIDI [IN]:
MIDI [OUT]:
Ontvangt MIDI-data.
Verzendt MIDI-data.
MIDI-kabels
Gebruik speciale MIDI-kabels.
[TO HOST]-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om de P-90 aan te sluiten op een computer.
HOST SELECTTO HOST
MIDIMac
PC-2PC-1
OPM.
Als u de MIDI-aansluitingen gebruikt, stel dan de [HOST
SELECT]-schakelaar in op “MIDI”
(blz. 47).
OPM.
Als u de [TO HOST]-aansluiting
gebruikt, stel dan de
SELECT]
type computer dat u gebruikt
(blz. 47).
U kunt ook gedetailleerde informatie over MIDI verkrijgen via
verscheidene muziekboeken en
andere publicaties.
-schakelaar in op het
[HOST
44
P-90
Over MIDI
Een PC aansluiten
U kunt genieten van computermuziekdata op de P-90 door een computer op de [TO HOST] (of
MIDI) -aansluiting aan te sluiten.
OPM.
Als de P-90 wordt gebruikt als een klankmodule, zullen speeldata die gebruik maken van voices die niet op de P-90
aanwezig zijn, niet goed worden afgespeeld.
Er zijn drie methodes waarop u de P-90 op een PC aan kunt sluiten:
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de [TO HOST]-aansluiting van de P-90 (blz. 46).
2. Gebruik een MIDI-interface en de MIDI-aansluitingen van de P-90 (blz. 47).
3. Gebruik de USB-poort van de computer en de UX256, UX96 of UX16, een USB-interface (blz. 48).
Zie voor meer informatie, de aangegeven bladzijden.
OPM.
OPM.
OPM.
Als u de P-90 op een PC aansluit, zet dan eerst zowel de P-90 als de computer uit voordat u kabels aansluit of de
[HOST SELECT]-schakelaar instelt. Zet, na het maken van de aansluitingen en schakelaarinstellingen, eerst de com-
puter aan en vervolgens de P-90.
Als u de [TO HOST]-aansluiting van de P-90 niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de kabel loskoppelt van de aansluiting. Als de kabel aangesloten blijft, kan het zijn dat de P-90 niet goed functioneert.
zal in de display verschijnen als de hostcomputer niet is aangeschakeld, de kabel niet goed is aangesloten, de
[HOST SELECT]- schakelaar niet in de juiste positie staat, of de MIDI-driver of MIDI-toepassing niet actief is. Zet in dit
geval zowel de P-90 als de computer uit en controleer de kabelaansluitingen en de positie van de
schakelaar. Zet, als de verbindingen en de [HOST SELECT]-schakelaarpositie zijn gecontroleerd, eerst de computer
aan en vervolgens de P-90, en controleer of de MIDI-driver en MIDI-toepassing goed functioneren.
[HOST SELECT]
-
OPM.
Als de [HOST SELECT]-schakelaar is ingesteld op “PC-1”, “PC-2” of “Mac”, kunt u de [TO HOST]-aansluiting gebruiken, maar de MIDI-aansluitingen zijn uitgeschakeld aangezien er geen dataoverdr acht via de MIDI-aansluitingen plaatsvindt. Andersom geldt dat, als de
bruiken, maar niet de
vindt.
[TO HOST]
[HOST SELECT]
-aansluiting aangezien er geen dataoverdracht via de
-schakelaar is ingesteld op “MIDI”, u de MIDI-aansluitingen kunt ge-
[TO HOST]
-aansluiting plaats-
P-90
Een PC aansluiten
45
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de [TO HOST]-aansluiting van de P-90
Sluit de seriële poort (RS-232C of RS-422) van de computer aan op de [TO HOST]-aansluitingvan de P-90.
Met deze aansluiting functioneert de P-90 als een MIDI-interface. Daardoor heeft u geen aparte MIDI-interface nodig.
Aansluiten
Gebruik een speciale seriële kabel (blz. 46) om de seriële poort (RS-232C of RS-422) van de computer aan te sluiten op de
Om data over te dragen tussen de seriële poort van de computer en de
[TO HOST]-aansluiting van de P-
90, is het noodzakelijk dat u een specifieke MIDI-driver (de Yamaha
CBX driver for Windo ws) installeert.
U kunt deze driver downloaden van
de volgende XG Library op de
Yamaha-website:
http://www.yamaha-xg.com
WindowsWindowsMacintosh
Soorten seriële kabels en aansluitpintoewijzingen
Gebruik, afhankelijk van het type computer dat u aansluit, één van de volgende seriële kabels.
Windows (met een seriële D-sub 9-pins poort)
8-pins mini DIN-plug ➝ D-sub 9-pins plug
(Yamaha CCJ-PC2 of equivalent)
mini-DIN
8-pins
1
2
3
4
8
5
8 (CTS)
7 (RTS)
2 (RxD)
5 (GND)
3 (TxD)
Windows (met een seriële D-sub 25-pins poort)
8-pins mini DIN-plug ➝ D-sub 25-pins plug
(Yamaha CCJ-PC1NF of equivalent)
D-sub
9-pins
Macintosh
Systeemrandapparatuurplug ➝ 8-pins plug
(Yamaha CCJ-MAC of equivalent)
mini-DIN
8-pins
1
2
3
4
5
6
7
8
Pintoewijzing
Het volgende diagram geeft de pintoewijzingen voor elke kabel.
Als uw systeem niet goed werkt met de aansluitingen en instellingen die hierboven zijn opgesomd, kan het zijn dat u
andere instellingen in uw software moet maken. Controleer uw softwarebedieningshandleiding en stel de [HOST
SELECT]-schakelaar in op de juiste dataoverdrachtsnelheid. (De dataoverdrachtsnelheid van “PC-1” is 31.250bps.)
2. Een MIDI-interface en de MIDI-aansluitingen van de P-90 gebruiken
Aansluiten
Gebruik een MIDI-interface om een computer op de P-90 aan te sluiten met gebruikmaking van speciale MIDI-kabels.
P-90
MIDI
OUT
INMIDIOUTHOST SELECT
MIDI IN
MIDI
IN
MIDI-interface
MIDI OUT
MIDI
OUT
MIDIMac
PC-2PC-1
MIDI
IN
MIDI-interface
WindowsMacintosh
P-90 [HOST SELECT]-schakelaarinstelling
Stel de [HOST SELECT]-schakelaar van de P-90 in op “MIDI”.
P-90
Een PC aansluiten
47
3. De USB-poort van de computer aansluiten op de P-90 via een USB-interface, zoals
de UX256, UX96 of UX16
Sluit de USB-poort van de computer aan op de USB-interface (zoals de UX256, UX96 of UX16) met een USB-kabel.
Installeer de driver (die bij de USB-interface is geleverd) op de computer, en sluit de USB-interface aan op de P-90 met
een seriële kabel of MIDI-kabels.
Zie voor meer informatie de handleiding van de USB-interface.
Een voorbeeld van het aansluiten van de USB-interface op de P-90 met een seriële kabel
Een voorbeeld van het aansluiten van de USB-interface op de P-90 met MIDI-kabels
INMIDIOUTHOST SELECT
MIDIMac
START/
STOP
TEMPO/
FUNCTION
FUNCTION#
PC-2PC-1
— / NO+ / YES
PRESET TRACK
SONG EFFECT TOUCH
TEMPO/OTHER VALUE
computer
USB-kabel
USB-interface
MIDI-kabels
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
DEMO
P-90
GRAND
GRAND
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
GUITAR
HARPSI.
1
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
HALL 2
START/
CHURCH
JAZZ
WOOD
DELAY
SOFT
ON
STAGE
STOP
REC
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VARIATION SPLIT
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
ELECTRONIC PIANO
P-90
GRAND
GRAND
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
GUITAR
HARPSI.
1
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
MEDIUM
TREMOLO
START/
CHURCH
JAZZ
WOOD
ON
STAGE
SOFT
DELAY
STOP
REC
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
48
P-90
Een PC aansluiten
Problemen oplossen
ProbleemMogelijke oorzaak en oplossing
De P-90 gaat niet aan.De P-90 is niet goed aangesloten. Steek de netadapterstekker in een stopcontact en
de adapterplug goed stevig in het instrument (blz. 8).
Er is een klik of plop te horen als het instrument wordt aan- of uitgezet.
Er zijn bijgeluiden te horen uit de luidsprekers
of in de hoofdtelefoon.
Het totale volume is laag of er is geen geluid
te horen.
Het voetpedaal heeft geen effect of het geluid
heeft voortdurend sustain zelfs als het voetpedaal niet is ingetrapt.
Het voetpedaal lijkt tegengesteld te werken.
Het indrukken van de voetschakelaar bijvoorbeeld, kapt het geluid af en het loslaten geeft
het geluid sustain.
Dit is normaal als er een elektrische stroom aan het instrument wordt geleverd.
De bijgeluiden kunnen het gevolg zijn van interferentie die veroorzaakt wordt door het
gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van de P-90. Zet de mobiele telefoon
uit of haal deze uit de buurt van de P-90.
• Het mastervolume is te laag ingesteld. Stel het in op een geschikt niveau met de
[MASTER VOLUME]-regelaar .
• Zorg ervoor dat de lokale besturing (blz. 40) op AAN staat.
De pedaalkabel is misschien niet goed aangesloten. Zorg ervoor dat de pedaalkabel
goed op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten (blz. 10).
De polariteit van het voetpedaal is omgekeerd. Zorg ervoor dat de plug van het voetpedaal goed op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten voordat u het instrument
aanzet.
Druk het pedaal niet in terwijl u het instrument aanzet.
Als er in de display verschijnt, heeft er een interne fout plaatsgevonden. Neem in dit geval contact op met uw
Yamaha-dealer
P-90
Problemen oplossen
49
Presetvoice-overzicht
Paneel-
opdruk
GRAND
PIANO 1
GRAND
PIANO 2
E.PIANO1
E.PIANO2
CLAVI./
HARPSI.
VIBES/
GUITAR
[VARIATION]
-knop
UIT
AAN(Variatie)
UIT
AAN(Variatie)
UITE.Piano1
AAN(Variatie)
UITE.Piano2
AAN(Variatie)
UITClavi.
AAN
UITVibraphone
AANNylonGuitar
Voicenaam
GrandPiano
GrandPiano
1
2
Harpsi-
chord
Stereo-
sampling
✓✓✓✓
✓✓✓✓
✓✓
✓✓
✓✓
✓✓✓
Aanslag-
gevoeligheid
✓✓
✓
✓✓
✓
✓✓
✓
Dynamische
sampling
*1
Toets-los-
sample
*2
Voicebeschrijvingen
Opgenomen samples van een volwaardige concertvleugel. Bevat
ook drie niveaus van dynamische
sampling, sustainsamples, en
toets-los-samples voor een uitzonderlijk realistisch akoestisch vleugelgeluid. Perfect voor klassieke
composities alsook elke willekeurige andere stijl waarvoor een
akoestische piano nodig is.
Warme en zoetklinkende piano.
Goed voor klassieke composities.
Ruimtelijke en pure piano met een
heldere nagalm. Goed voor populaire muziek.
Heldere, ruimtelijke piano. Goed
voor populaire of rockmuziek.
Een elektronisch pianogeluid gecreëerd met FM-synthese. Extreem
“muzikale” reactie met variërende
klankkleur afhankelijk van de toetsenbordaanslag. Goed voor gangbare populaire muziek.
Een synthetisch-gegenereerd type
elektronisch pianogeluid vaak te
horen in populaire muziek.Gebruikt
in de dualmode mengt dit goed met
een akoestische pianovoice.
Het geluid van een elektrische piano die gebruik maakt van hamers
die op metalen “staafjes” slaan.
Een zachte klank als er licht gespeeld wordt en een agressieve
klank als er hard gespeeld wordt.
Een licht afwijkend elektrisch pianogeluid, vaak te horen in rock- en
populaire muziek.
Een op een hameraanslag gebaseerd toetsinstrument dat voorziet
in een elektrische pickup die vaak te
horen is in funk en soul muziek. Zijn
klank is bekend door het specifieke
geluid dat wordt geproduceerd als
de toetsen worden losgelaten.
Absoluut het instrument voor barokmuziek. Aangezien een klavecimbel
met getokkelde snaren werkt, is deze niet aanslaggevoelig. Er is echter
een karakteristiek bijkomend geluid
als de toetsen worden losgelaten.
Vibrafoon bespeeld met relatief
zachte mallets. De klank wordt metaliger naarmate u harder speelt.
Warme en natuurlijk klinkende nylon
gitaar. Geniet van de rustige sfeer
van nylon snaren.
Dit is een typisch pijporgelgeluid (8
voet + 4 voet + 2 voet). Goed voor
kerkmuziek uit de Barokperiode.
Dit is het volle registergeluid van
het orgel dat vaak geassocieerd
wordt met Bach’s “Toccata en
Fuga”.
Het geluid van een “toonwiel”-type
elektrisch orgel. Vaak te horen in
jazz- en rockthema’s.
Maakt gebruik van een roterend
luidsprekereffect met verschillende
snelheden. De variatiesnelheid is
sneller. Als de variatie wordt geselecteerd terwijl u een akkoord ingedrukt houdt, zal de snelheid van het
effect geleidelijk veranderen.
Stereogesampled, grootschalig
strijkersensemble met realistische
reverb. Probeer deze voice te combineren met piano in de dualmode.
Ruimtelijk strijkersensemble met
langzame attack. Probeer deze
voice te combineren met een piano
of elektrische piano in de dualmode.
Een grote, ruimtelijke koorvoice.
Perfect v oor het scheppen v an rijke
harmonieën in langzame stukken.
Een koorvoice met een langzame
attack. Probeer deze voice te combineren met een piano of elektrische piano in de dualmode.
Een staande bas gespeeld met de
vingers, zonder strijkstok. Ideaal
voor jazz en Latin muziek.
Voegt een bekk en v oice toe aan het
basgeluid. Ideaal voor lopende
baslijnen in jazzmelodieën.
Elektrische bas voor een uitgebreide reeks aan muziekstijlen, jazz,
rock, populair en meer.
Een fretloze bas goed voor stijlen
zoals jazz, fusion, enz.
*1. Dynamische sampling geeft meerdere aanslaggeschakelde samples om zo nauwkeurig de klankkleurreactie te
simuleren van een akoestisch instrument.
*2. Bevat een zeer subtiele sample die wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
GRAND PIANO1
GRAND PIANO2
E.PIANO1
E.PIANO2
CLAVI./HARPSI.
VIBES/GUITAR
CHURCH ORGAN
JAZZ ORGAN
STRINGS
Stereo gesampled
Mono gesampled
Dynamische sampling; mezzo piano
Dynamische sampling; mezzo forte
Dynamische sampling; forte
Met sustainsamples
Zonder sustainsamples
Met toets-los-samples
Zonder toets-los-samples
Twee voices combineren (dualmode)............................23
U
USB ..................................................................................48
P-90
Index
Overzicht fabrieksinstellingen
FunctieStandaardBackupgroep
Voice[GRAND PIANO 1]
DualmodeOFF
SplitmodeOFF
Splitmode linkervoiceWOOD BASS
ReverbtypePreset per voice
ReverbdieptePreset per voice
EffecttypePreset per voice
EffectdieptePreset per voice
AanslaggevoeligheidMEDIUM
Volume in de FIXED-mode64
MetronoomOFF—
Maatsoort metronoom0 (geen accent)F9.1
Tempo120—
Transponering0F9.3
F9.1
Functiemode
FunctieStandaardBackupgroep
F1StemmenA3=440Hz
F9.3F2.1Stemming1 (Gelijkzwevende temperatuur)
F2.2GrondtoonnootC
F3.1DualbalansPreset per voicecombinatie
F3.2DualontstemmingPreset per voicecombinatie
F3.3, F3.4DualoctaveringPreset per voicecombinatie
F3.5, F.3.6DualeffectdieptePreset per voicecombinatie
ON
ON
2
F4.1SplitpuntF
F4.2SplitbalansPreset per voicecombinatie
F4.3, F4.4SplitoctaveringPreset per voicecombinatie
F4.5, F4.6SpliteffectdieptePreset per voicecombinatie
F4.7SustainpedaalbereikALL
F5.1Sustainsamplediepte12
F5.2Toets-los-samplevolume10
F6Metronoomvolume10
F7Presetsongpartij-annuleervolume5
F8.1MIDI-zendkanaal1
F8.2MIDI-ontvangstkanaalALL
F8.3Lokale besturingON
F8.4
F8.5
F8.6MIDI-zendtransponering0
F9BackupAlles OFFWordt altijd gebackupt
Als u reeds erg bekend met MIDI, of een computer gebruikt om uw muziekhardware via computergegenereerde
MIDI-boodschappen te besturen, kan de data in dit gedeelte
van pas komen om de P-90 te besturen.
ccHParameterData Range (vvH)
7AHLocal Control00H (off), 7FH (on)
(4) All Notes Off
ccHParameterData Range (vvH)
7BHAll Notes Off00H
Switches OFF all the notes that are currently ON on the
specified channel. Any notes being held by the damper or
sostenuto pedal will continue to sound until the pedal is
released.
(5) Omni Off (reception only)
ccHParameterData Range (vvH)
7CHOmni Off00H
Same processing as for All Notes Off.
(6) Omni On (reception only)
ccHParameterData Range (vvH)
7DHOmni On00H
Same processing as for All Notes Off.
(7) Mono (reception only)
ccHParameterData Range (vvH)
7EHMono00H
Same processing as for All Sound Off.
(8) Poly (reception only)
ccHParameterData Range (vvH)
7FHPoly00H
Same processing as for All Sound Off.
• When control change reception is turned OFF in the Function
mode, control change data will not be transmitted or received
except for Bank Select and Mode messages.
• Local on/off, OMNI on/off are not transmitted. (The appropriate
note off number is supplied with “All Note Off” transmission).
• When a voice bank MSB/LSB is received, the number is
stored in the internal buffer regardless of the received order,
then the stored value is used to select the appropriate voice
when a program change message is received.
• The Multi-timbre and Poly modes are always active. No
change occurs when OMNI ON, OMNI OFF, MONO, or POLY
mode messages are received.
56
P-90
ll
ll
4. PROGRAM CHANGE
Data format: [CnH] -> [ppH]
CnH = Program event (n = channel number)
ppH = Program change number
P.C .#=Program Change number
Printed on the
panel
GRANDPIANO 1
GRANDPIANO 2
E.PIANO1
E.PIANO2
CLAVI./HARPSI.
VIBES/GUITAR
CHURCH
ORGAN
JAZZ ORGAN
STRINGS
CHOIR
WOOD BASS
E.BASS
[VARIATION]
button
OFFGrandPiano101221
ON(Variation)01231
OFFGrandPiano201121
ON(Variation)01122
OFFE.Piano101226
ON(Variation)012289
OFFE.Piano201225
ON(Variation)01235
OFFClavi.01228
ONHarpsichord01227
OFFVibraphone012212
ONNylonGuitar012225
OFFChurchOrgan012320
ON(Variation)012220
OFFJazzOrgan012217
ON(Variation)012317
OFFStrings012249
ONSlowStrings012250
OFFChoir012253
ONSlowChoir012353
OFFWoodBass012233
ON(Variation)012433
OFFE.Bass012234
ON(Variation)012236
Voice Name
MSB
(0-127)
LSB
(0-127)
• When program change reception is turned OFF in the
Function mode, no program change data is transmitted or
received. Also, Bank MSB/LSB is not transmitted or received.
• Caution: If an error occurs during MIDI reception, the Damper,
Sostenuto, and Soft effects for all channels are turned off and
an All Note Off occurs.
Received as 96-clock tempo timing
when MIDI clock is set to External
Recorder start
Not received when the MIDI clock is
set to Internal.
Recorder stop
Not received when the MIDI clock is
set to Internal.
If a signal is not received via MIDI for
more than 400 milliseconds, the
same processing will take place for
All Sound Off, All Notes Off and Reset
All Controllers as when those signals
are received.
F0H = Exclusive status
7EH = Universal Non-Realtime
7FH = ID of target device
09H = Sub-ID #1=General MIDI Message
01H = Sub-ID #2=General MIDI On
F7H = End of Exclusive
F0H = Exclusive status
7EH = Universal Non-Realtime
XnH = When received, n=0~F.
X = don’t care
09H = Sub-ID #1=General MIDI Message
01H = Sub-ID #2=General MIDI On
F7H = End of Exclusive
When the General MIDI mode ON message is received, the
MIDI system will be reset to its default settings.
This message requires approximately 50ms to execute, so
sufficient time should be allowed before the ne xt message is
sent.
F0H = Exclusive status
43H = YAMAHA ID
1nH = When received, n=0~F.
4CH = Model ID of XG
hhH = Address High
mmH =
H = Address Low
ddH = Data
|
F7H = End of Exclusive
Data size must match parameter size (2 or 4 bytes).
When the XG System On message is received, the MIDI
system will be reset to its default settings.
The message requires approximately 50ms to execute, so
sufficient time should be allowed before the ne xt message is
sent.
F0H = Exclusive status
43H = YAMAHA ID
0nH = When received, n=0~F.
4CH = Model ID of XG
aaH = ByteCount
bbH = ByteCount
hhH = Address High
mmH =
H = Address Low
ddH = Data
| |
| |
ccH = Check sum
F7H = End of Exclusive
• Receipt of the XG SYSTEM ON message causes
reinitialization of relevant parameters and Control Change
values. Allow sufficient time for processing to execute (about
50 msec) before sending the P-90 another message.
• XG Native Parameter Change message may contain two or
four bytes of parameter data (depending on the parameter
size).
•For information about the Address and Byte Count values,
refer to Table 1 below. Note that the table’s Total Size value
gives the size of a bulk block. Only the top address of the
block (00H, 00H, 00H) is valid as a bulk data address.
F0H = Exclusive status
43H = Yamaha ID
73H = Clavinova ID
7FH = Extended Product ID
xxH = Product ID (P-90: 32H)
11H = Special control
0nH = Control MIDI change (n=channel number)
cc =Control number
vv =Value
F7H = End of Exclusive
When Volume, Expression is received for Reserve On, they
will be effective from the next Key On. Reserve Off is normal.
58
P-90
ll
ll
➝
➝
➝
➝
11.SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (Others)
Data format:
Master Tuning (XG and last message priority) simultaneously
changes the pitch of all channels.
F0H = Exclusive Status
43H = Yamaha ID
1nH = When received, n=0~F.
27H = Model ID of TG100
30H = Sub ID
00H
00H
mmH =Master Tune MSB
H = Master Tune LSB
ccH = don’t care (under 7FH)
F7H = End of Exclusive
Address (H) Size (H)Data (H)ParameterDescriptionDefault value (H)
00 00 004020C - 05F4(*1)MASTER TUNE-50 - +50[cent]00 04 00 00
011st bit 3 - 0
022nd bit 3 - 0
033rd bit 3 - 0
4th bit 3 - 0
04100 - 7FMASTER VOLUME0 - 1277F
051——
06134 - 4C(*2)TRANSPOSE-12 - +12[semitones]40
7E00XG SYSTEM ON00=XG system ON
7F00RESET ALL PARAMETERS00=ON (receive only)
TOTAL SIZE 07
*1: Values lower than 020CH select -50 cents. Values higher than 05F4H select +50 cents.
*2: Values from 28H through 33H are interpreted as -12 through -1. Values from 4DH through 58H are interpreted as +1 through +12.
bit 15 - 12400
bit 11 - 8
bit 7 - 4
bit 3 - 0
<Table 2>
MIDI Parameter Change table (EFFECT 1)
Refer to the “Effect MIDI Map” for a complete list of Reverb, Chorus and Variation type numbers.
Address (H) Size (H)Data (H)ParameterDescriptionDefault value (H)
02 01 00200-7FREVERB TYPE MSBRefer to Effect MIDI Map01(=HALL1)
02 01 40200-7FVARIATION TYPE MSBRefer to Effect MIDI Map00(=Effect off)
• “VARIATION” refers to the EFFECT on the panel.
00-7FREVERB TYPE LSB00 : basic type00
00-7FVARIATION TYPE LSB00 : basic type00
<Table 3>
MIDI Parameter Change table (MULTI PART)
Address (H) Size (H)Data (H)ParameterDescriptionDefault value (H)
08 nn 11100 - 7FDRY LEVEL0 - 1277F
nn = Part Number
• Effect MIDI Map
REVERB
MSBLSB
ROOM02H10H
HALL 101H10H
HALL 201H11H
STAGE03H10H
Sound board 03H12H
UITGANGEN: L- en R-tulpplugaansluitingen, L/L+R- en R-steekplugaansluitingen,
MIDI IN/OUT, TO HOST, PHONES x 2, SUSTAIN, DC IN 12V
HARD, MEDIUM, SOFT, FIXED
Specificatie
HOST SELECT
Yamaha PA-3C netadapter
,
*De specificaties en beschrijvingen in de handleiding zijn uitsluitend voor informatieve doeleinden. Yamaha Corp. houdt zich het
recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment te wijzigen of te modificeren, zonder kennisgeving. A angezien
specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha leverancier.
P-90
61
1.
FCC INFORMATION (U.S.A.)
IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT!
This product, when installed as indicated in the instructions contained in this manual, meets FCC requirements. Modifications not expressly approved by
Yamaha may void y our authority, granted by the FCC, to
use the product.
2.
IMPORTANT:
sories and/or another product use only high quality
shielded cables. Cable/s supplied with this product
MUST be used. Follow all installation instructions. Failure to follow instructions could void your FCC authorization to use this product in the USA.
3.NOTE: This product has been tested and found to comply with the requirements listed in FCC Regulations,
Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with
these requirements provides a reasonable level of
assurance that your use of this product in a residential
environment will not result in harmful interference with
other electronic devices. This equipment generates/
uses radio frequencies and, if not installed and used
according to the instructions found in the users manual,
may cause interference harmful to the operation of
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA. (class B)
When connecting this product to acces-
other electronic devices. Compliance with FCC regulations does not guarantee that interference will not occur
in all installations. If this product is found to be the
source of interference, which can be determined by
turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate
the problem by using one of the following measures:
Relocate either this product or the device that is being
affected by the interference.
Utilize power outlets that are on different br anch (circuit
breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s.
In the case of radio or TV interf erence , relocate/reorient
the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon
lead, change the lead-in to co-axial type cable.
If these corrective measures do not produce satisfactory results, please contact the local retailer authorized
to distribute this type of product. If you can not locate
the appropriate retailer, please contact Yamaha Corporation of America, Electronic Service Division, 6600
Orangethorpe Ave, Buena Park, CA90620
The above statements apply ONLY to those products
distributed by Yamaha Corporation of America or its
subsidiaries.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw
dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde
distributeur uit het onderstaande overzicht.