Yamaha P-90 User Manual [nl]

Handleiding
SPECIALE MEDEDELINGEN
Dit product heeft batterijen of een externe spanningsvoorziening (adapter) nodig. Sluit dit product NIET aan op een andere spannings­voorziening of adapter dan in de handleiding wordt beschreven, dan op het naamplaatje staat of die speciaal wordt aanbevolen door Yamaha.
WAARSCHUWING:
iemand over het netsnoer of aangesloten kabels kan lopen, erop kan stappen of er iets overheen kan rollen. Het gebruik van een verleng­snoer wordt niet aanbevolen! ALS u een verelengsnoer moet gebrui­ken, moet de minimum draaddoorsnede voor een snoer van 25 meter (of minder) 18 AWG zijn. OPMERKING: Des te lager het AWG-num­mer, des te groter het stroomdoorlatend vermogen. Raadpleeg voor langere verlengsnoeren een plaatselijke elektricien.
Dit product zou alleen gebruikt mogen worden met de bijgeleverde componenten of een kar, rek of standaard die speciaal wordt aanbe­volen door Yamaha. Als een kar, enz. wordt gebruikt, neem dan alstu­blieft alle veiligheidsmarkeringen en instructies, die het product vergezellen, in acht.
Plaats dit product niet op een plaats waar
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting reeds bestaande modellen daaraan aan te passen.
Dit product, alleen of in combinatie met een versterker en hoofdtele­foon of luidsprekers, kan in staat zijn geluidsniveaus v oort te brengen die tot permanente gehoorbeschadiging kunnen leiden. Gebruik GEEN hoge of onaangename volumeniveaus gedurende een lange­re tijd. Mocht u gehoorbeschadiging of oorsuizen ervaren, dan kunt u het beste contact opnemen met een KNO-arts of gehoordeskundige. BELANGRIJK: Des te harder het geluid, des te korter de tijd die no­dig is om tot gehoorbeschadiging te leiden.
Sommige Yamaha producten zijn voorzien van banken en/of acces­soirebevestigingsmontagebeugels die of zijn bijgeleverd of als optio­nele accessoire leverbaar zijn. Sommige hiervan zijn zo ontworpen dat ze door de dealer moeten worden gemonteerd of geïnstalleerd. Zorg er alstublieft voor dat banken stabiel zijn en ev entuele optionele bevestigingen (waar toepasbaar) goed bevestigd zijn VOOR gebruik. Door Yamaha geleverde banken zijn uitsluitend ontworpen om op te zitten. Ander gebruik wordt afgeraden.
MERK OP:
Servicekosten die worden gemaakt vanwege een gebrek aan kennis van hoe een functie of effect werkt (als het instrument wordt gebruikt waarvoor het is ontworpen) vallen niet onder de fabrieksgarantie en komen derhalve voor rekening van de gebruiker. Bestudeer deze handleiding zorgvuldig en raadpleeg uw dealer voordat u om service verzoekt.
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine niet oplaadbare batterij bevatten die (in­dien van toepassing) vastgesoldeerd zit. De gemiddelde levensduur van zo’n batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd servicepersoneel om de vervanging uit te voeren.
Het kan zijn dat dit product ook werkt met een gangbaar type batte­rijen. Enkele daarvan kunnen oplaadbaar zijn. Vergewis u ervan dat de op te laden batterij inderdaad oplaadbaar is en dat de oplader ge­schikt is voor het desbetreffende type batterij.
Als u batterijen plaatst, gebruik dan nooit oude en nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen door elkaar. De batterijen MOE­TEN juist worden geplaatst. Het gebruik van niet overeenkomende soorten of foutieve plaatsing kan leiden tot oververhitting en scheu­ren van de batterijbehuizing.
Waarschuwing:
Probeer geen enkele batterij uit elkaar te halen of te doorboren. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Zorg dat lege batterijen niet bij het normale afval komen, maar zorg dat ze zo spoedig moge­lijk als Klein Chemisch Afval worden ingeleverd. Opmerking: Infor­meer bij een willekeurige leverancier van batterijen in uw omgeving naar informatie over de verwijderingsvoorschriften voor batterijen.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg wilt doen omdat het kapot is en niet meer ge­maakt kan worden of omdat het apparaat om een of andere reden aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u er dan van wat de wettelijke bepalingen op dat moment zijn voor het verwijderen van producten die lood, batterijen, plastics, etc. bevatten. Als uw leverancier u daarmee niet kan helpen, neem dan alstublieft recht­streeks contact op met Yamaha.
POSITIE NAAMPLAATJE:
Het naamplaatje bevindt zich aan de onderzijde van het product. U vindt hierop het modelnummer, serienummer, vereisten voor de spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het modelnummer, het serienummer en de aankoopdatum in de hieronder gereserveer­de ruimte te noteren. Bewaar ook uw officiële aankoopbon, aange­zien dat uw garantiebewijs is.
Model
Serienummer
MILIEUZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij menen oprecht dat onze producten en de gebruikte productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden, willen we dat u zich bewust bent van de volgende zaken:
Aankoopdatum
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT
92-BP (onderkant)
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter
Gebruik uitsluitend de spanning die als juist wordt aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
Gebruik alleen de aanbevolen adapter (PA-3C of gelijkwaardige door Yamaha aan­bevolen adapter). Gebruik van een andere adapter kan brand en defecten veroor­zaken.
Controleer zo nu en dan de stekker en verwijder stof en vuil dat zich erop verzameld heeft.
Plaats de adapter niet in de buurt van warmtebronnen zoals kachels of radiatoren. Verbuig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het niet op een plaats waar mensen er over kunnen struikelen of er voorwerpen over kunnen rollen.
Niet openen
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te repareren on­derdelen. Als het instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruik ervan en laat het nakijken door een Yamaha Service Center.
Waarschuwing tegen water
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het apparaat die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
Waarschuwing tegen brand
Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het instrument. Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
Als het snoer van de netadapter beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling ge­luidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een geur of rook uit het instru­ment komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stop­contact halen en het instrument na laten kijken door een officieel Yamaha Service Center.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u of iemand anders gewond raakt of dat het instrument of andere eigendommen beschadigd raken. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netadapter Locatie
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer.
Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een elektrische storm (b.v. onweer), of als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact met een stopcontactverdeler. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
(3)-7
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreem koude of war­me omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio, stereo-installatie, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kan het instrument, de TV of radio bijgeluiden opwekken.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
Haal voordat u het instrument verplaatst alle kabels en de adapter los.
Gebruik uitsluitend de standaards en rekken die voor uw instrument aanbevolen zijn. Als u het instrument vastmaakt aan de standaard of het rek, gebruik dan uit­sluitend de bijgeleverde schroeven. Anders kan dit leiden tot beschadiging van de interne componenten of het vallen van het instrument.
Plaats geen voorwerpen voor de ventilatie-openingen van het instrument, aangezien dit een adequate ventilatie van de interne componenten kan belemmeren, en moge­lijk kan resulteren in oververhitting van het instrument.
1/2
P-90
VOORZORGSMAATREGELEN
3
Aansluitingen
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau, terwijl u het instrument bespeelt.
Onderhoud
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen op het pa­neel of het toetsenbord vallen. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en trek de stekker uit het stopcontact. Laat vervolgens uw instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha servicepersoneel.
Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit het paneel of het toetsenbord kan verkleuren.
Leun niet en plaats geen zware voorwerpen op het instrument en ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
Gebruik het instrument niet te lang op een oncomfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
Data wegschrijven
Wegschrijven en backuppen van uw data
Afhankelijk van de backupfunctie-instellingen (blz. 42), worden interne data tot ongeveer 1 week nadat het instrument is uitgezet vastgehouden. Als de periode wordt overschreden, zullen de data verloren gaan. Zorg ervoor dat u het instrument minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet. De data kunnen verloren gaan door slecht functioneren of foutieve handelingen. Sla belangrijke data op op een extern medium zoals de Yamaha MDF3 MIDI data filer.
Maak een backup van externe media
Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen, adviseren wij u belangrijke data op twee externe media op te slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt. Zelfs als de aan/uit-schakelaar ([STANDBY/ON]-schakelaar) in de “STANDBY”-positie staat, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Als u het
instrument voor een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt. Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig behandeld te worden.
2/2
(3)-7
P-90
VOORZORGSMAATREGELEN
4
Inhoudsopgave
SPECIALE MEDEDELINGEN....................2
Voorzorgsmaatregelen .........................3
Accessoires.............................................6
Toepassingsindex..................................7
Eigenschappen ......................................8
Voordat u de P-90 gebruikt...................9
Muziekstandaard..................................................9
De netadapter en externe apparatuur
aansluiten.........................................................9
Het instrument aanzetten..................................11
Het volume aanpassen.......................................11
Bedieningspaneel................................12
Luisteren naar de
demonstratiemelodieën ...................14
Luisteren naar de 50 pianopreset-
songs.................................................15
Een partij voor één hand oefenen met de 50
presetsongs (partij-annuleerfunctie)............16
A-B-herhaling voor 50 presetsongs...................18
Selecteren & bespelen van voices.......19
Voices selecteren ................................................19
Variaties in het geluid aanbrengen –
[VARIATION]/[BRILLIANCE]/[REVERB]/
[EFFECT].......................................................19
Aanslaggevoeligheid – [TOUCH].....................21
Transponeren – [TRANSPOSE]........................22
Twee voices combineren (dualmode)...............23
Het toetsenbord opsplitsen en twee
verschillende voices bespelen (splitmode)....24
De metronoom gebruiken.................................25
Gedetailleerde instellingen –
[FUNCTION]......................................32
Basisprocedure in de functiemode ...................33
Over elk van de functies.................................... 35
F1. Fijnregeling van de toonhoogte............ 35
F2. Een stemming selecteren ......................36
F3. Dualmodefuncties................................. 37
F4. Splitmodefuncties .................................38
F5. Overige functies.....................................39
F6. Metronoomvolume............................... 39
F7. Presetsongpartij-annuleervolume........39
F8. MIDI-functies........................................40
F9. Backupfuncties......................................42
Over MIDI............................................44
Een PC aansluiten................................45
Problemen oplossen............................49
Presetvoice-overzicht..........................50
Demosongoverzicht............................52
Presetsongoverzicht............................52
Index....................................................53
Overzicht fabrieksinstellingen ............55
MIDI-dataformat .................................56
MIDI-implementatie-overzicht............60
Specificaties.........................................61
Uw spel opnemen................................26
Opnemen op de eerste track..............................26
Opnieuw opnemen op de eerste track..............27
Opnemen op de tweede track............................28
De aanvangsinstellingen (data opgenomen
aan het begin van een song) wijzigen............29
Opgenomen songs afspelen ...............30
Een song terugspelen .........................................30
Handige afspeelfuncties.....................................31
P-90
Inhoudsopgave
5
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha P-90 elektronische piano!
We adviseren u deze handleiding zorgvuldig te lezen
zodat u volledig gebruik kunt maken van de geavanceerde
en handige functies van de P-90.
We adviseren u ook deze handleiding op een veilige en
handige plaats te bewaren voor toekomstige naslag.
*De illustraties en LED-schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige handleiding zijn uitsluitend voor
instructiedoeleinden en kunnen enigszins afwijken van die op uw instrument.
OPMERKING OVER AUTEURSRECHTEN
Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma’s en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Dergelijk auteursrechtelijk beschermd materiaal bestaat o.a., zonder enige beperking, uit alle computersoftware, MIDI-files en WAVE-data. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijk e programma ’s en inhoud buiten het persoonlijk gebruik van de koper, is volgens de betreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van auteursrechten heeft wette­lijke consequenties. MAAK GEEN, DISTRIBUEER GEEN OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Handelsmerken:
•Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
•Windows is een geregistreerd handelsmerk van de Microsoft® Corporation.
•Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
Accessoires
• Handleiding
• Muziekstandaard
• Sustainpedaal
•PA-3C netadapter (bijgeleverd of optioneel afhankelijk van locatie)
P-90
6
Accessoires
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentiebladzijden te vinden die van pas kunnen komen bij uw specifieke toepassing en situatie.
Luisteren
Luisteren naar de demosongs met andere voices...............................“Luisteren naar de demonstratiemelodieën” op blz. 14
Luisteren naar de songs van “50 Greats for the Piano”...........................“Luisteren naar de 50 pianopresetsongs” op blz. 15
Luisteren naar opnamen van mijn eigen spel............................................................“Opgenomen songs afspelen” op blz. 30
Spelen
Een bijgeleverd pedaal gebruiken...............................................“De netadapter en externe apparatuur aansluiten” op blz. 9
Een begeleiding afspelen op de juiste toonhoogte............................................. “Transponeren – [TRANSPOSE]” op blz. 22
Een aanslaggevoeligheidstype selecteren.......................................................... “Aanslaggevoeligheid – [TOUCH]” op b lz. 21
Fijnstemmen van de toonhoogte van het gehele instrument als u op de P-90 meespeelt
met andere instrumenten of CD-muziek............................................................ “Fijnregeling van de toonhoogte” o p blz. 35
Voices veranderen
Het overzicht van de voices bekijken....................................................................................“Presetvoice-overzicht” op blz. 50
Een concertzaal simuleren.....................................................................................................................“[REVERB]” op blz. 20
Twee voices combineren..............................................................................“Twee voices combineren (dualmode)” op blz. 23
Met de linker- en de rechterhand verschillende voices bespelen
...................................................“Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode)” op blz. 24
Het geluid helderder of warmer maken........................................................................................“[BRILLIANCE]” op blz. 20
Breedte of levendigheid aan het geluid toevoegen.................................................................................“[EFFECT]” op blz. 20
Het geluid verbeteren met effecten.................................................................................................. “[VARIATION]” op blz. 19
Oefenen
De rechter- of linkerhandpartij uitzetten
.............................................“Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs (partij-annuleerfunctie)” op blz. 16
Een aangegeven frase herhaaldelijk oefenen..................................................“A-B-herhaling voor 50 presetsongs” op blz. 18
Oefenen met een accuraat en gelijkmatig tempo.........................................................“De metronoom gebruiken” op blz. 25
Oefenen met behulp van uw eigen opgenomen song...............................................................“Uw spel opnemen” op blz. 26
Opnemen
Uw eigen spel opnemen.............................................................................................................“Uw spel opnemen” op blz. 26
Instellingen
De P-90-instellingen aanpassen.......................................................“Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]” op blz. 32
De P-90 op andere apparaten aansluiten
Wat is MIDI?...........................................................................................................................................“Over MIDI” op blz. 44
Een computer aansluiten...........................................................................................................“Een PC aansluiten” op blz. 45
P-90
Toepassingsindex
7
Eigenschappen
De Yamaha P-90 elektronische piano biedt een onvergelijkelijk realistische klank en een natuurlijke vleugelachtige bespeelbaar­heid, met Yamaha’s originele “AWM Dynamische Stereo Sampling”-klankopwekkingstechnologie voor rijke, muzikale voices, en een speciaal “Graded Hammer”-toetsenbord dat voorziet in graderende toetsgewichten en actie over het hele toetsbereik. De GrandPiano1- en 2-voices beschikken over samples die zijn opgenomen van een grote volwaardige concertvleugel. De GrandPiano1-voice beschikt over drie aanslagsnelheidgeschakelde samples (Dynamische sampling), speciale “Sustainsampling” waarbij de unieke resonantie van de zangbodem van een akoestische vleugel en het geluid van de snaren op het moment dat het sustainpedaal wordt ingedrukt zijn gesampled, en “Toets-los-samples” die het subtiele geluid toevoegen dat wordt geproduceerd op het moment dat de toetsen worden losgelaten. De P-90 benadert zo nog beter het geluid van een echte akoestische vleugel.
[VOICE]-knoppen
[TEMPO/FUNCTION# ▼▲]-knoppen [FUNCTION]-knop
U kunt het songtempo (snelheid) veranderen en nutti­ge functies selecteren met deze knoppen (blz. 32–43).
[REVERB] / [EFFECT]-knoppen
Voeg reverb (nagalm) en effecten aan het geluid toe (blz. 20, 21).
Selecteer voices uit de 24 interne geluiden inclusief variatie (blz. 19). U kunt ook twee voices tegelijker­tijd combineren (blz. 23).
[METRONOME]-knoppen
Regel de metronoomfuncties (blz. 25).
[DEMO]-knop
U kunt voor elke voi­ce een demonstratie afspelen (blz. 14).
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
STOP
[BRILLIANCE]-regelaar
Pas de helderheid van de klank met deze schuif aan (blz. 20).
[MASTER VOLUME]­regelaar
Pas het volumeniveau met deze schuif aan (blz. 11).
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
[SONG]-knoppen
Via dit gedeelte kunt u naar deze songs luis­teren, oefenen middels een handige oefen­functie, en uw spel op­nemen en afspelen (blz. 15–18, 26–31).
– / NO + / YES
TEMPO/ OTHER VALUE
PRESET TRACK
MIN MAX
MELLOW BRIGHT
MASTER VOLUME
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER TREMOLO
HALL 2
START/
STAGE
STOP
SONG EFFECT TOUCH
DELAY
REC
[SPLIT]-knop
U kunt verschillende voices via het linker- en rechter­handgedeelte van het toetsenbord bespelen (blz. 24).
START/
TEMPO/
BRILLIANCE
DEMO
FUNCTION
– / NO + / YES
STOP
FUNCTION#
TEMPO/OTHER VALUE
PRESET TRACK
[TOUCH]-knop
Fijnregelen van de aanslaggevoeligheid (blz. 22).
[TRANSPOSE]-knop
U kunt de toonhoogte van het gehe­le toetsenbord omhoog of omlaag schuiven zodat de toonsoort over­eenkomt met die van een ander in­strument of zanger, terwijl u in de­zelfde toonsoort blijft spelen (blz. 22).
GRAND
HARD MEDIUM SOFT
ROOM HALL 1 HALL 2
START/
STAGE
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
JAZZ
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GRAND
GRAND
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
GUITAR
HARPSI.
1 CHORUS PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
CHURCH
JAZZ
WOOD
ON
DELAY
SOFT
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
E. PIANO
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Sluit hier een MIDI-apparaat op aan om
Sluit hier het bij­geleverde pe­daal op aan. Als dit pedaal wordt ingedrukt, zullen de noten die u speelt worden aangehouden, zelfs als u de
verscheidene MIDI-functies te gebruiken (blz. 40–42). (Over MIDI blz. 44.)
SUSTAIN IN MIDI OUT HOST SELECT TO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1
DC IN 12V
STANDBY / ON
OUTPUT PHONES
LR L /L+R R
Deze aansluiting en keuzeschakelaar maken rechtstreekse aansluiting op een computer mogelijk voor sequence- en andere muziektoepassingen (blz. 45–48).
Hier kan een standaard stereohoofdte­lefoon op aangesloten worden voor privé oefenen (blz. 10).
noten loslaat.
Via deze aansluitingen kunt u het geluid van de P-90 naar uw keyboard­versterker, stereo-installatie, mengpaneel of bandrecorder voeren.
P-90
8
Eigenschappen
Voordat u de P-90 gebruikt
Muziekstandaard
Bevestig de muziekstandaard op het instrument door deze in de uitsparing achter op het bedieningspaneel te steken.
De netadapter en externe apparatuur aansluiten
SUSTAIN IN MIDI OUT HOST SELECT TO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1
56 7
DC IN 12V
1
DC IN 12V
1
[DC IN 12 V]-aansluiting
Sluit hier de bijgeleverde PA-3C netadapter op aan.
1. Zorg ervoor dat de [STANDBY/ON] -schakelaar uit staat (in de “STANDBY”-positie).
2. Steek de stekk er van de PA-3C-kabel in de [DC IN 12 V] -aansluiting.
3. Steek de PA-3C in een stopcontact met het juiste voltage.
Om de PA-3C los te koppelen moet u deze procedure omdraaien.
STANDBY / ON
2
LR L /L+R R
OUTPUT PHONES
34
DC IN 12V
stopcontact
PA-3C
WAARSCHUWING
Gebruik UITSLUITEND de Yamaha PA-3C netadapter (of een andere speciaal door Yamaha aanbevolen adapter) om uw instrument via het lichtnet te voe­den. Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare beschadiging van zowel de adapter als de P-90.
WAARSCHUWING
Koppel de netadapter los als u de P-90 niet gebruikt of tijdens een elektrische storm.
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
9
2
[STANDBY/ON]-schakelaar
Dit is de aan/uit-schakelaar. Zie “Het instrument aanzetten” (blz. 11).
OUTPUT [L][R]-aansluitingen (RCA tulpplugaansluitingen),
3
[L/L+R] [R]-aansluitingen (steekplugaansluitingen)
U kunt audiokabels gebruiken om een extern audioapparaat op de aanslui­tingen aan te sluiten. Het audio-uitgangssignaal van de P-90 wordt via de OUTPUT -aansluitingen verzonden, waardoor u dit weer kunt geven via een extern audioapparaat. Gebruik voor een mono-uitgangssignaal [L/L+R] (steekplug).
OUTPUT
LR L /L+R R
Stereo-installatie
OUTPUT
PAS OP
Zet, voordat u de P-90 op andere elektronische componenten aansluit, alle componenten uit. Zet voordat u alle betreffende apparaten weer aanzet, eerst alle volume-instellingen minimaal.
PAS OP
Als u de apparatuur aanzet, zet dan eerst de P-90 aan en vervolgens het ex­terne versterker/luidspreker-systeem. Draai bij het uitzetten de volgorde gewoon om.
OPM.
Aangezien de P-90 geen luidsprekers bevat, is het nodig om externe audioapparatuur of een hoofdtelefoon aan te sluiten om het geluid ervan te kunnen horen.
4
[PHONES]-aansluitingen (6,3 mm stereo-steekplug­aansluitingen)
U kunt hoofdtelefoons op deze aansluitingen aansluiten. Aangezien er twee [PHONES] -aansluitingen zijn, kunt u twee hoofdtele­foons aansluiten zodat er twee mensen kunnen luisteren. (Als u slechts één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit welke aansluiting u gebruikt.)
LR L /L+R R
Instrumentversterker
PHONES
PAS OP
Gebruik de P-90 niet gedurende een langere tijd op een hoog volumeniveau aangezien dat uw gehoor kan beschadigen.
5
[SUSTAIN]-aansluiting
U kunt het bijgeleverde pedaal hier op aansluiten. Terwijl dit pedaal wordt ingedrukt krijgen noten die u speelt sustain, zelfs als u de toets loslaat. Aangezien half-pedaal wordt ondersteund, zal het verder indrukken van het pedaal een langere sustain geven. Bij de [GRAND PIANO 1] -voices (inclu­sief zijn variatie) zal drukken op dit pedaal ook de daardoor ontstane reso­nantie in de zangbodem en de snaren toevoegen (sustainsampling).
OPM.
Zet het instrument uit voordat u het pedaal aansluit of loskoppelt.
OPM.
U kunt de diepte van het zangbodem- en het snaarresonantie-effect aanpassen (blz. 39).
Als u hier op het pedaal drukt krijgen de noten die u speelt voordat u het pedaal loslaat een langere sustain.
SUSTAIN
10
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
6
MIDI [IN] [OUT]-aansluitingen
U kunt MIDI-kabels gebruiken om externe MIDI-apparaten aan te sluiten. Als u deze MIDI-aansluitingen gebruikt, stel de [HOST SELECT] -schakelaar dan in op “MIDI”. Zie blz. 44 “Over MIDI”.
7
[TO HOST]-aansluiting en [HOST SELECT]-schakelaar
U kunt uw PC op de [TO HOST] -aansluiting aansluiten. Als u de MIDI-aansluitingen gebruikt, stel de [HOST SELECT] -schakelaar dan in op “MIDI”. Als u uw PC op de [TO HOST] -aansluiting heeft aange­sloten, stel deze schakelaar dan in op de instelling (anders dan “MIDI”) die geschikt is voor uw computermodel. Zie voor details over een PC aansluiten, blz. 45 “Een PC aansluiten”.
Het instrument aanzetten
OPM.
Zie, voor details over het aansluiten van de netadapter en externe apparatuur, blz. 9–
11.
PAS OP
U moet het volume van de aangesloten apparaten in de minimumstand zet­ten, voordat u het instrument aan- of uitzet. Zet bij het aanzetten eerst de P-90 aan en vervolgens de externe audioapparatuur. Zet bij het uitzetten eerst alle externe audioapparaten uit en vervolgens de P-90. Het niet toepas­sen van de juiste volgorde kan storingen of een elektrische schok veroorzaken.
Zorg ervoor dat de netadapter correct is aangesloten en druk op de [STANDBY/
ON]
-schakelaar die zich op het linker zijpaneel bevindt.
•De display zal in werking komen. Druk, om het instrument uit te zetten, nogmaals op de [STANDBY/ON] ­schakelaar.
PAS OP
Zelfs als de schakelaar in de “STANDBY”-positie staat, loopt er nog een mini­male hoeveelheid stroom door het instrument.
STANDBY / ON
PAS OP
Als u de P-90 gedurende een langere tijd niet gebruikt, zorg er dan voor dat de netadapter wordt losgekoppeld van het stopcontact.
Het volume aanpassen
Als er een extern audioapparaat is aangesloten, gebruik dan de P-90’s
[MASTER VOLUME] -regelaar en de volumeregelaar van het externe audio-
apparaat om het volume aan te passen terwijl u het toetsenbord bespeelt om geluid te produceren. Als u een hoofdtelefoon gebruikt. verhoog dan geleidelijk de P-90’s [MASTER
VOLUME] -regelaar terwijl u de toetsen bespeelt.
OPM.
Als het geluid bij een hoog volume vervormt, verlaag dan de [MASTER VOLUME]­regelaar en/of de volumeregelaar van het externe audioapparaat totdat het geluid niet langer vervormd klinkt.
MASTER VOLUME
MIN MAX
P-90
Voordat u de P-90 gebruikt
11
3
S
P
N
D
Bedieningspaneel
1
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
– / NO + / YES
TEMPO/ OTHER VALUE
23456 ABC
9
PRESET TRACK
8
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
0
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2 STAGE
REVERBMETRONOME
MEDIUM
DELAY
SOFT
O
TRANS
1 [MASTER VOLUME]-regelaar
De [MASTER VOLUME]-regelaar past het uitgangs­volume (niveau) van de P-90 aan. De [MASTER VO­LUME]-regelaar past ook het hoofdtelefoonvolume aan als er een hoofdtelefoon is aangesloten op de [PHONES]-aansluiting (blz. 10).
2 [BRILLIANCE]-regelaar
De [BRILLIANCE]-regelaar past de klankkleur van het uitgangsgeluid aan, van een warme klank tot een heldere klank.
3 [DEMO]-knop
Activeert de demo afspeelmode waarin u het afspe­len van verschillende demonstratiesequences voor elk van de voices van de P-90 kunt selecteren. Zie blz. 14 voor details.
4 METRONOME [START/STOP]-knop
Zet het metronoomgeluid aan en uit. De [TEMPO/ FUNCTION#,]-knoppen worden gebruikt om het tempo van het metronoomgeluid in te stellen. De [–/NO]- en [+/YES]-knoppen worden gebruikt om de maatsoort (tel) van de metronoom te veran­deren, als deze wordt gebruikt terwijl de METRO­NOME [START/STOP]-knop ingedrukt wordt ge­houden — blz. 25.
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
C1 D1 E1 F1 G1 A1 B1 C2 D2 E2 F2 G2 A2 B2 C
B0A0G0F0E0D0C0B-1A-1
DEMO
5 [TEMPO/FUNCTIE#▲,]-knoppen
Deze knoppen passen het tempo van de metro­noomfunctie aan alsook het afspeeltempo van de songfunctie. Het tempobereik is van 32 t ot 280 tellen per minuut — blz. 25. Deze zelfde knoppen worden ook gebruikt om functies te selecteren — blz. 33.
6 [FUNCTION]-knop
Deze knop geeft toegang tot een verscheidenheid aan utility-functies— waaronder de MIDI-functies — die de veelzijdigheid en bespeelbaarheid opmerkelijk verbeteren. Zie blz. 33 voor details.
7 [–/NO], [+/YES]-knoppen
Deze knoppen selecteren een Preset Songnummer voor afspelen, en worden ook gebruikt om een ver­scheidenheid aan andere parameters aan te passen (d.w.z. hun “–/NO”- en “+/YES”-functies).
8 SONG [PRESET]-knop
Deze knop activeert de preset songmode. Terwijl deze mode actief is kunt u de [–/NO], [+/YES]­knoppen gebruiken om uit de 50 songs te selecteren.
START/
TEMPO/
FUNCTION
STOP
FUNCTION#
METRONOME
TEMPO/OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRE
12
P-90
Bedieningspaneel
Display
•Controleer de handeling in het display in het midden van het bedie­ningspaneel terwijl u verder gaat.
•Het display laat verschillende waarden zien, zoals hieronder aange­geven, afhankelijk van de handeling.
HARD MEDIUM SOFT
GRAND PIANO 1
CHURCH
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
GRAND PIANO 2
ORGAN
E
E. PIANO
E. PIANO
1
JAZZ
VOICETRANSPOSETOUCH
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
BASS
F
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
CD
GRAND
R VALUE
– / NO + / YES
START/ STOP
PRESET TRACK
SONG EFFECT TOUCH
GRAND
PIANO 1
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
HALL 2 STAGE
DELAY
REC
SOFT
PIANO 2
CHURCH
JAZZ
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
GUITAR
HARPSI.
1
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
VOICETRANSPOSEREVERB
ELECTRONIC PIANO
2B2C3D3E3F3G3A3B3C4D4E4F4G4A4B4C5D5E5F5G5A5B5C6
9 TRACK [1]- en [2]-knoppen
De P-90 heeft een 2-track recor der, en deze knoppen worden gebruikt om de track(s) te selecteren die moet(en) worden opgenomen of afgespeeld. Zie blz. 27 voor details.
0
SONG [START/STOP]- en [REC]-knoppen
Deze knoppen besturen de usersongrecorder van de P-90, waarmee u nagenoeg alles wat u op het toet­senbord speelt kunt opnemen en afspelen.
A [REVERB]-knop
De [REVERB]-knop selecteert aan aantal digitale reverbeffecten die u kunt gebruiken voor extra diep­te en expressie. Zie blz. 20 voor details.
B [EFFECT]-knop
Deze knop selecteert een aantal effecten die uw ge­luid meer diepte en levendigheid kunnen geven.
C [TOUCH]-knop
De [TOUCH]-knop maakt het eenvoudig om de aanslagreactie van de P-90 aan te passen aan uw speelstijl. Zie blz. 21 voor details.
Tempo
(Normale indicatie)
Een songnummer van
“50 Greats for the Piano”
Functienummer Parameterwaarde
D6 E6 F6 G6 A6 B6 C7
D [TRANSPOSE]-knop
De [TRANSPOSE]-knop maakt het mogelijk om toegang te krijgen tot de transponeerfunctie van de P-90 (om de toonhoogte van het complete toetsen­bord in stappen van halve noten te verhogen of te verlagen).
E VOICE-knoppen & [VARIATION]-knop
Gewoon drukken op één van de voice keuzeschake­laars, selecteert de overeenkomstige voice. De LED van de voicekeuzeschakelaar zal oplichten om aan te geven welke voice momenteel is geselecteerd. Druk op de [VARIATION]-knop zodat zijn indicator op­licht om een variatie op de momenteel geselecteerde voice te selecteren.
Er is ook een dualmode waarbij twee voices over het volledige toetsbereik tegelijk bespeeld kunnen wor­den (zie blz. 23 voor details), en een splitmode die het mogelijk maakt verschillende voices te bespelen met de linker- en de rechterhand (zie blz. 24 voor details).
F [SPLIT]-knop
Activeert de splitmode, waarin verschillende voices op het linker- en rechte rhandgedeelte van het toetsenbord kunnen worden bespeeld. Zie blz. 24 voor details.
P-90
Bedieningspaneel
13
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
Er is voorzien in demonstratiemelodieën die op een effectieve manier elk van de P-90’ s voices demonstreren.
425
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
Procedure
1.
Zet het instrument aan.
(Als het instrument nog niet aan staat) Druk op de Als het instrument is aangezet, zal één van de voiceknop-LEDs oplichten. Zet in eerste instantie de
[MASTER VOLUME]
“MIN”- en “MAX”-instelling. Pas vervolgens, als u gaat spelen, de
VOLUME]
2.
Activeer de demomode.
Druk op de
-regelaar opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
[DEMO]
-knop om de demomode te activeren. De voiceknopindica-
tors zullen beurtelings knipperen.
Speel een voicedemo.
3.
Druk op één van de voiceknoppen om het afspelen van alle songs te starten, te beginnen bij de demomelodie van de corresponderende voice — met in de hoofdrol de voice die normaal gesproken wordt geselecteerd door die voice­knop. (Als u op de
SONG
[START/STOP]
-knop drukt in plaats van op een
voiceknop, zal de [GRAND PIANO 1]-demomelodie binnen af te spelen.)
Pas het volume/de helderheid aan
Gebruik de
[BRILLIANCE]
Stop de voicedemo.
4.
Druk op de
[MASTER VOLUME]
-regelaar om het volume aan te passen en de
-regelaar om de helderheid aan te passen (blz. 20).
SONG [START/STOP]
-knop of de voiceknop van de momenteel
spelende demo om het afspelen te stoppen.
[STANDBY/ON]
-regelaar halverwege tussen de
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HALL 2
TREMOLO
STAGE
DELAY
-schakelaar.
[MASTER
HARD MEDIUM SOFT
3
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
OPM.
MIDI-ontvangst is niet mogelijk in de demosongmode. De demosongdata worden niet via de MIDI-aansluitingen ver­zonden.
OPM.
De demomode kan niet worden geactiveerd terwijl er een user­song wordt opgenomen (blz. 26) of afgespeeld (blz. 30).
TERMINOLOGIE
Mode:
Een mode is een status waar­onder een bepaalde functie kan worden uitgevoerd. In de demo­mode, kunt u de demonstratie­melodieën afspelen.
OPM.
U kunt het tempo van de demo­songs niet aanpassen. U kunt de partannuleerfunctie (blz. 39) of de song A–B her­halingsfunctie (blz. 18) niet ge­bruiken in de demomode.
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GUITAR
VIBES/
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
14
De demomode verlaten.
5.
Druk op de
[DEMO]
-knop om de demomode te verlaten en terug te keren naar de normale speelmode. De voiceknopindicators zullen stoppen beurtelings te knipperen.
P-90
Luisteren naar de demonstratiemelodieën
OPM.
U kunt de pianovoices met ver­scheidene effecten demonstre­ren door op de [VARIATION] ­knop te drukken en vervolgens op de gewenste voiceknop. Zie de “Pianovoice-demobeschrij­ving” op blz. 52 voor een com­pleet overzicht van demogelui­den voor de pianovoices met verscheidene effecten.
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
De P-90 voorziet in de speeldata van 50 pianosongs. U kunt gewoon naar deze songs (blz. 15) luisteren of ze gebruiken om te oefenen (blz. 16). De voicedemosongs bestaan volledig uit originele Yamaha-songs (© 2001-2002 Yamaha Corporation). Zie blz. 52 voor een compleet overzicht van de presetsongs.
223
-2
START/ STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
14
-1
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
Procedure
1.
Activeer de presetsongmode.
Druk op de [PRESET]-knop om de presetsongmode te activeren. De [PRESET]-,
[TRACK1]- en [TRACK2]-indicators zullen oplichten.
2. Speel een van de 50 presetsongs af.
2-1 Druk op de [–/NO]-, [+/YES]-knoppen om het num-
mer van de melodie die u wilt afspelen te selecteren (het nummer zal in de LED-display verschijnen). 1 – 50: Selecteer een presetsongnummer en speel
alleen die song af.
ALL: Speel alle presetsongs achtereenvolgens af. rnd: Speel alle presetsongs continu in willekeurige volgorde af.
2-2 Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME]-regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# ]- knoppen gebruiken om het afspeeltempo naar wens aan te passen. Het standaard­tempo kan worden teruggeroepem door gelijktijdig op de []- en []-knoppen te drukken.
Dit geeft een relatieve tempovaria­tie met een bereik van “–50” via “---” tot maximaal “50”; het bereikt ver­schilt en hangt af van de geselec­teerde song.
3. Stop het afspelen.
Het afspelen zal automatisch stoppen als de geselecteerde presetsong afgelopen is. Om de song te stoppen tijdens het afspelen (of tijdens continu afspelen), drukt u op de SONG [START/STOP]-knop.
•Zie voor het continu afspelen van een andere song, procedure 2 hierboven.
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HALL 2
TREMOLO DELAY
STAGE
songnummer
HARD MEDIUM SOFT
GRAND
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
OPM.
E. PIANO
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
De presetsongmode kan niet wor­den geactiveerd terwijl het appa­raat in de demosongmode staat (blz. 14), terwijl er een song af­speelt (blz. 30), of terwijl de user­recorder in gebruik is (blz. 26).
TERMINOLOGIE
Song:
Op de P-90 worden speeldata een “song” genoemd. Dit omvat demonstratiemelodieën en pianopresetmelodieën.
U kunt op het toetsenbord mee­spelen met de presetsong. U kunt de voice die u via het toetsenbord bespeelt wijzigen.
U kunt de Brilliance-regelaar (blz. 20) alsook het reverbtype (blz. 20) aanpassen dat wordt toegepast op de voice die u via het toetsenbord bespeelt en op het afspelen van de presetsong. U kunt het effecttype (blz. 20) en de aanslaggevoeligheid (blz. 21) voor de toetsenbordvoice wijzi­gen.
OPM.
Het standaardtempo “ ---” wordt automatisch geselecteerd, elke keer als er een nieuwe preset­song wordt geselecteerd, of als het afspelen van een nieuwe presetsong begint tijdens het afspelen van “ ALL” of “rnd".
VIBES/ GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
OPM.
Als u een andere song selecteert (of er een andere song wordt geselecteerd tijdens het keten afspelen), zal er overeenkomstig een geschikt reverbtype worden geselecteerd.
P-90
Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
15
4. De presetsongmode verlaten.
Druk op de [PRESET]-knop om de presetsongmode te verlaten. De indicator gaat uit, en het instrument keert terug naar de normale speelmode.
Hoe de oefenenfuncties te gebruiken
U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeen­komstige partij kunt oefenen (partij-annuleerfunctie) en continu een aangegeven frase in
een song kunt herhalen (song A -B herhalingsfunctie). Zie voor meer informatie, blz. 16–18.
Een partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs (partij-annuleerfunctie)
De 50 presetsongs hebben afzonderlijke linker- en rechterhandpartijen op afzonderlijke tracks. U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige partij op het toetsenbord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt ge­speeld door [TRACK1] en de linkerhandpartij wordt gespeeld door [TRACK2].
1
23
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
SONG EFFECT TOUCH
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2 STAGE
REC
MEDIUM
DELAY
SOFT
ON
OPM.
MIDI-ontvangst is niet mogelijk in de pianosongmode. Pianosongdata worden niet ver­zonden via de MIDI-aansluitingen.
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Procedure
1. Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song heeft geselecteerd om te oefenen, drukt u op de [TRACK1]- of
[TRACK2]-knop om de overeenkomstige partij uit te zetten.
Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide [TRACK1]- en [TRACK2]- indicators op, om aan te geven dat u beide partijen kunt afspelen. Als u op één van de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, zal de corresponderende knopindicator uitgaan en het afspelen van de corresponderende partij wordt uitgeschakeld.
•Herhaaldelijk drukken op de knoppen schakelt tussen aan en uit.
2. Het afspelen starten en spelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te starten. Speel de partij die u zojuist heeft uitgezet.
OPM.
De presetsongpartij-annuleer­functie kan niet worden gebruikt tijdens “ALL” of “rnd” (blz. 15) af­spelen.
De partijen kunnen zelfs tijdens het afspelen worden aan- en uit­gezet.
De “Presetsongpartij-annuleer­volume”-functie die beschreven staat op blz. 39 kan worden ge­bruikt om het volume van de ge­annuleerde partij in te stellen tus­sen “0” (geen geluid) en “20”. De normale instelling is “5”.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
16
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te bespelen (synchro start)
Als de Synchro startfunctie is geactiveerd, zal het af­spelen van de geselecteerde preset song automatisch beginnen zodra u op het toetsenbord begint te spe­len. Om de synchro startfunctie te activeren, drukt u op de SONG [START/STOP]-knop, terwijl de knop van
songnummer
synchro start-teken
de partij die aan staat, ingedrukt is. Er zal een punt verschijnen onderin de rechterhoek van het display. (Herhaal de voorgaande handeling om de synchro startfunctie uit te schakelen.) Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
OPM.
Als u een trackknop ingedrukt houdt die uit is, terwijl u op de SONG [START/STOP]-knop drukt, zal die track worden aan­gezet en het instrument zal de synchro startmode activeren.
3. Stop het afspelen.
Als het afspelen is afgerond stopt het automatisch en de P-90 gaat terug naar het begin van de song. Als u het afspelen tijdens een song wilt stoppen, drukt u op de SONG[START/STOP]-knop.
OPM.
Beide partijen worden automa­tisch aangezet elke keer als er een nieuwe song wordt geselec­teerd.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
17
A-B-herhaling voor 50 presetsongs
De A-B-herhalingsfunctie kan worden gebruikt om continu een aangegeven frase, binnen een pre­setsong, te herhalen. In combinatie met de partij-annuleerfunctie, die hiervoor staat beschreven, voorziet dit in een uitstekende manier om moeilijke passages te oefenen.
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
1
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
2
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
START/ STOP
SONG EFFECT TOUCH
HALL 2 STAGE
REC
MEDIUM
DELAY
SOFT
Procedure
1. Geef het begin (A) en het eind (B) aan en start met
het oefenen.
Selecteer en speel een presetsong af, en druk vervolgens op de [FUNCTION]-knop aan het begin van de frase die u wilt herhalen.
Dit stelt het “A”-punt in (er zal in de display ver­schijnen).
Om het eind van de frase (B) aan te geven, drukt u nog­maals op de [FUNCTION]-knop aan het eind van de frase.
Dit stelt het “B”-punt in (er zal in de display ver­schijnen). Op dit moment zal het herhaaldelijk afspelen van de frase tussen de punten A en B beginnen.
GRAND
GRAND
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
E. PIANO
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
OPM.
De A-B-herhalingsfunctie kan niet worden gebruikt tijdens het afspe­len van “ALL” of “rnd” (blz. 15).
OPM.
• Om het “A”-punt helemaal aan het begin van de song te zetten drukt u op de [FUNCTION]­knop voordat u het afspelen start.
• Om het B-punt aan het eind van de song te zetten drukt u op de [FUNCTION]-knop als het song afspelen is afgerond en voordat van de display verdwijnt.
VIBES/ GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
2. Stop het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop om het afspelen te stoppen, terwijl de aangegeven A- en B-punten gehandhaafd blijven. A-B-herhaling zal doorgaan met het afspelen totdat u nogmaals op de SONG [START/STOP]-knop drukt.
Om de A- en B-punten te annuleren, drukt u eenmaal op de [FUNCTION]- knop.
P-90 Luisteren naar de 50 pianopresetsongs
18
Er start een automatische inlei­ding (om u te helpen in de frase te komen) tot punt A van de song. Als echter het A-punt is in­gesteld aan het begin van de song, wordt de automatische in­leiding niet gespeeld.
OPM.
De A- en B-punten worden auto­matisch geannuleerd als er een nieuwe song wordt geselecteerd.
Selecteren & bespelen van voices
Voices selecteren
[VOICE]
GRAND
GRAND
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
SONG EFFECT TOUCH
ROOM HALL 1 HALL 2 STAGE
REC
Procedure
Selecteer de gewenste voice door op één van de [VOICE]-knoppen te drukken.
CHORUS PHASER TREMOLO DELAY
HARD MEDIUM SOFT
ON
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
E. PIANO
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Pas vervolgens, als u gaat spelen, de [MASTER VOLUME]-regelaar opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
van de voices te leren kennen, naar de demosongs voor elke voice (blz. 14). Zie het “Preset­voice-overzicht” op blz. 50 voor meer informatie over de karakte­ristieken van elke presetvoice.
Luister, om de karakteristieken
TERMINOLOGIE
Voice:
Bij de P-90 betekent een voice een “klank” of “klankkleur”.
U kunt de luidheid van een voice regelen door de kracht waarmee u de toetsen indrukt aan te passen, alhoewel verschillende speelstijlen (aanslaggevoeligheden) weinig of geen invloed hebben bij bepaalde muziekinstrumenten.
Zie het “presetvoice-ov erzicht” op blz. 50.
Variaties in het geluid aanbrengen – [VARIATION]/ [BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]
[BRILLIANCE]
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
[–/NO] [+/YES]
– / NO + / YES
PRESET TRACK
TEMPO/OTHER VALUE
[EFFECT][REVERB] [VARIATION]
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
START/
STOP
SONG EFFECT TOUCH
HALL 2
STAGE
REC
MEDIUM
DELAY
SOFT
[VARIATION]
Laat u een ander aspect van het effect wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type. Zie het “Presetvoice-overzicht” op blz. 50 voor meer informatie over de karakteristie­ken van elke variatie.
Procedure
Drukken op de [VARIATION]- of geselecteerde voiceknop schakelt tussen de variatie aan en uit. De indicator licht op (AAN) elke keer als de [VARIATION]-knop wordt ingedrukt.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
Normale instelling = OFF
TERMINOLOGIE
Normale instelling:
De “Normale instelling” verwijst naar de standaardinstelling (fa­brieksinstelling) die u ook heeft als u de P-90 voor het eerst aanzet.
VIBES/ GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
19
[BRILLIANCE]
Deze regelaar kan worden gebruikt om de klankkleur of het timbre van het uitgangs­geluid te wijzigen. Het regelbereik is van MELLOW (warm) tot BRIGHT (helder).
[REVERB]
Deze regelaar maakt het u mogelijk verscheidene digitale reverbeffecten te selecteren die extra diepte en expressie aan het geluid kunnen toevoegen om zo een realistische akoestische ambiance te creëren.
OPM.
Als de BRILLIANCE is ingesteld op BRIGHT, zal het totale geluid enigszins harder worden. Als MASTER VOLUME op een hoog niveau is ingesteld, kan het ge­luid gaan vervormen. Als dit het geval is, verlaag dan het MAS­TER VOLUME-niveau.
UIT: Als er geen reverbeffect is geselecteerd, is er geen REVERB-indicator aan. ROOM: Deze instelling voegt een reverbeffect toe aan het geluid, dat overeenkomt
met het type van akoestische nagalm die u in een kamer zou horen.
HALL 1: Voor een “groter” reverbgeluid, gebruikt u de HALL 1-instelling. Dit effect
bootst de natuurlijke akoestiek na van een kleine concertzaal.
HALL 2: Voor een zeer ruimtelijk reverbgeluid gebruikt u de HALL 2-instelling. Dit
effect bootst de natuurlijke akoestiek na van een grote concertzaal.
STAGE: Simuleert de reverb van een podiumomgeving.
Procedure
Herhaaldelijk op de [REVERB]-knop drukken schakelt tussen reverb aan en uit. De indicators lichten beurtelings op, elke keer als de [REVERB]-knop wordt ingedrukt. Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators uit zijn.
Zelfs als het REVERB-effect op OFF staat, zal een “Zangbodemreverb”-effect worden toegepast als de [GRAND PIANO 1]-voices zijn geselecteerd.
De reverbdiepte aanpassen
Pas de reverbdiepte v oor de geselecteerd e voic e aan met de
[–/NO] [+/YES]-knoppen, terwijl u de [REVERB]-knop in-
gedrukt houdt. Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidi­ge diepte-instelling verschijnt in de LED-display z olang de
[REVERB]-knop ingedrukt is.
diepte
Het standaard reverbtype (inclu­sief UIT) en de diepte-instellin­gen zijn voor elke voice anders.
Loslaten van de [REVERB]-knop wijzigt het reverbtype. Als u de reverbdiepte verandert door de [REVERB]-knop inge­drukt te houden, zal het drukken op de [REVERB]-knop het reverbtype dus niet wijzigen.
diepte 0: geen effect diepte 20: maximale
reverbdiepte
[EFFECT]
De [EFFECT]-knop maakt het u mogelijk om een effect te selecteren om uw geluid meer diepte te geven en levendiger te maken.
UIT: Als er geen effect is geselecteerd, is er geen EFFECT-indicator aan. CHORUS: Een licht zwevend, verbredend effect. PHASER: Voegt een golvend effect toe aan het geluid. TREMOLO: Tremolo-effect. DELAY: Echo-effect.
De standaard diepte-instellingen zijn voor elke voice anders.
Het standaard effecttype (waar­onder UIT) en diepte-instellingen zijn voor elke voice anders.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
20
Procedure
Om een effecttype te selecteren drukt u een paar keer op de [EFFECT]-knop tot de in­dicator die overeenkomt met het gewenste effect oplicht (de indicators lichten beurte­lings op, elke k eer als u op de als alle indicators uit zijn.
De effectdiepte aanpassen
Pas de effectdiepte voor de geselecteerde voice aan met de
[–/NO]- en [+/YES]-knoppen, terwijl u de [EFFECT]-knop
[EFFECT]-knop drukt). Er wordt geen effect geproduc eerd
Het loslaten van de [EFFECT]­knop wijzigt het effecttype. Als u de diepte-instelling veran­dert door de [EFFECT]-knop in­gedrukt te houden, zal het druk­ken op de [EFFECT]-knop het effecttype dus niet wijzigen.
in-gedrukt houdt. Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidige diepte-instel­ling verschijnt in de LED-display zolang de [EFFECT]- knop ingedrukt is.
diepte
diepte 0: geen effect diepte 20: maximale
effectdiepte
De standaard diepte-instellingen zijn voor elke voice anders.
Aanslaggevoeligheid – [TOUCH]
U kunt uit vier verschillende soorten toetsenbordaanslaggevoeligheden kiezen — HARD, MEDIUM, SOFT of FIXED — om het zo aan te passen aan uw speelstijl en voorkeur.
HARD: Vereist dat de toetsen vrij hard bespeeld worden om het maximale volu-
me te produceren.
MEDIUM: Produceert een redelijk normale toetsreactie. SOFT: Maakt het mogelijk dat het maximale volume al bij een vrij lichte toets-
aanslag geproduceerd wordt.
FIXED: Alle noten worden met hetzelfde volume afgespeeld, onafhankelijk van
hoe hard er op het toetsenbord wordt gespeeld. U kunt het volume aanpassen.
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
[–/NO] [+/YES]
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
ROOM HALL 1 HALL 2 STAGE
[TOUCH]
CHORUS PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
DELAY
SOFT
Deze instelling heeft geen invloed op het speelgewicht van de toetsen.
Normale instelling = MEDIUM
Het aanslaggevoeligheidstype wordt de algemene instelling voor alle voices. De aanslaggevoelig­heidsinstellingen kunnen echter weinig of geen effect hebben bij bepaalde voices, die normaal gesproken niet reageren op de aanslagsnelheid. (Zie het “Preset­voice-overzicht” op blz. 50.)
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GUITAR
VIBES/
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
Procedure
Om een aanslaggevoeligheidstype te selecteren drukt u een paar keer op de [TOUCH]- knop tot de indicator die overeenkomt met het gewenste type oplicht (de indicators lichten beurtelings op, elke keer als de [TOUCH]-knop wordt ingedrukt). Er licht geen indicator op als “FIXED” is geselecteerd.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
21
Het volume veranderen als FIXED is geselecteerd
Als u FIXED selecteert, kunt u het volume voor de in de FIXED-mode gespeelde noten aanpassen met de [–/NO]- en [+/
-knoppen, terwijl u de [TOUCH]-knop ingedrukt houdt.
YES]
Het huidige volumeniveau verschijnt in de display. Het volu­mebereik is van 1 tot en met 127. De standaardinstelling is 64.
volumeniveau
1: minimum volume 127: maximum volume
Het aanslaggevoeligheidsvolume dat is ingesteld in de FIXED-mode wordt de algemene instelling voor alle voices.
Loslaten van de [TOUCH]-knop wijzigt het aanslaggevoeligheids­type. Als u het volume verandert door de [TOUCH]-knop ingedrukt te houden, zal het drukken op de [TOUCH]-knop het aanslagge­voeligheidstype dus niet wijzigen.
(De FIXED-mode blijft geselecteerd.)
Transponeren – [TRANSPOSE]
De transponeringsfunctie van de P-90 maakt het mogelijk om de toonhoogte van het gehele toetsenbord omhoog of omlaag te schuiven in stappen van halve noten om het spelen in moeilijke toonsoorten mogelijk te maken, en om u eenvoudig de toonhoogte in overeenstemming met die van het bereik van een zanger of andere instrumenten te laten brengen. Als u bijvoorbeeld de transponeerhoeveelheid instelt op “5”, geeft het spelen van de toets C de toonhoogte F. Op deze manier kunt u een song in C-mineur afspelen, terwijl de P-90 de song naar F transponeert.
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
[–/NO] [+/YES]
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
[TRANSPOSE]
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER TREMOLO
HALL 2
DELAY
STAGE
HARD MEDIUM SOFT
Procedure
Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knop terwijl u de [TRANS-
POSE]
-knop ingedrukt houdt, om naar wens omhoog of om­laag te transponeren. De mate van transponering verschijnt in de LED-display op het moment dat de [TRANSPOSE]- knop ingedrukt is. De standaard transponeerinstelling is “0”.
De [TRANSPOSE]-knopindicator blijft aan als er een andere transponeerinstelling dan “0” is geselecteerd. Elke keer als de [TRANSPOSE]-knop daarna wordt ingedrukt scha­kelt dat de transponeringsfunctie op ON of OFF.
transponering
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
TERMINOLOGIE
Transponeren
De toonsoort van een song ver­anderen. Bij de P-90 verschuift transponeren de toonhoogte van het hele toetsenbord.
Het transponeerbereik: –12: –12 halve noten
(één octaaf omlaag)
0: normale toonhoogte 12: 12 halve noten
(één octaaf omhoog)
VIBES/ GUITAR
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
P-90 Selecteren & bespelen van voices
22
Noten onder en boven het A-1 …. C7-bereik van de P-90 klin­ken respectievelijk één octaaf hoger en lager.
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een melo­disch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren.
12
GRAND
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
DEMO
Procedure
START/
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER TREMOLO DELAY
HARD MEDIUM SOFT
CHURCH
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
SONG EFFECT TOUCH
HALL 2 STAGE
REC
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
1. De dualmode activeren.
Druk op twee voiceknoppen tegelijkertijd (of druk op één voiceknop terwijl u een andere ingedrukt houdt). De voice-indicat ors van beide geselecteer de voic es lichten op als de dualmode actief is.
•Overeenkomstig de voicenummer­prioriteit, zoals te zien in het over­zicht rechts, worden lagere voice­nummers als 1e voice gezien (de andere voice zal als 2e voic e worden gezien).
Voicenummerprioriteit
123456
GRAND
GRAND PIANO 2
JAZZ
ORGAN
E. PIANO
1
VOICE
PIANO 1
CHURCH
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
789101112
E. PIANO
2
CLAVI./
HARPSI.
WOOD
BASS
VIBES/
GUITAR
De functiemode van de P-90 geeft toegang t ot een aantal ander e dualmodefunc­ties, zoals volumebalansinstelling of octaafinstelling (blz. 37). (Als u de dual­modefuncties niet instelt, zullen de geschikte instellingen standaard door elk van de voices worden ingesteld.)
2. De dualmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Om terug te keren naar de normale enkelvoudige voicespeelmode, drukt u op een willekeurige voiceknop.
OPM.
De dual- en splitmode (blz. 24) kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
[VARIATION] in dualmode
De indicator van de [VARIATION]-
knop zal oplichten als de variatie is geactiveerd voor één of beide voices van de dualmodevoices. Terwijl de dualmode actief is, kan de [VARIATION]-knop worden gebruikt om de variatie voor bei­de voices aan of uit te zetten. Om de variatie alleen voor één van de voices aan of uit te zetten, houdt u de voiceknop van de an­dere voice ingedrukt en drukt u op de knop van de voice waarvan u de variatie wilt wijzigen.
[REVERB] in de dualmode
Het reverbtype dat is toegewezen aan de 1e voice zal voorrang krij­gen op de andere. (Als de reverb is ingesteld op OFF zal het reverbtype van de 2e voice worden gebruikt.) De reverbdiepte-instelling die via de paneelregelaars wordt gemaakt, d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knop­pen gebruiken terwijl de [REVERB]­knop ingedrukt gehouden wordt — zie blz. 20), zal alleen op de 1e voice worden toegepast.
[EFFECT] in de dualmode
Afhankelijk van de omstandighe­den zal één effecttype voorrang krijgen op de andere. De diepte zal worden bepaald aan de hand van de standaard dieptewaarde van de voicecombinatie. Door echter de functie F3 (blz. 37) te gebruiken kunt u de dieptewaarde van elke voice naar wens wijzigen. De effectediepte-instelling die via de paneelregelaars wordt gemaakt
, d.w.z. de [–/NO]- of [+/YES]-knop­pen gebruiken terwijl de [EFFECT]­knop ingedrukt gehouden wordt — zie blz. 20), zal alleen op de 1e voice worden toegepast.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
23
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode)
De splitmode maakt het mogelijk twee verschillende voices via het toetsenbord te bespelen — één met de linkerhand en een andere met de rechterhand. U kunt bijvoorbeeld een baspartij spelen met de Wood Bass- of Electric Bass-voice in de linkerhand, en een melodie met de rechterhand.
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
MEDIUM
DELAY
SOFT
Procedure
1. De splitmode activeren.
Druk op de [SPLIT]-knop zodat zijn indicator oplicht. De standaard instelling
(WOOD BASE) zal de eerste keer voor de linkerhandvoice worden geselecteerd.
De functiemode geeft toegang tot een aantal andere splitmodefuncties (blz. 38). (Als u de splitmodefuncties niet instelt, zullen de geschikte instellingen standaard door elk van de voices worden ingesteld.)
2. Bepaal het splitpunt (de grens tussen het rechter-
en linkerhandbereik).
U kunt het splitpunt wijzigen naar elke andere toets door de toets in te drukken terwijl u de [SPLIT]-knop ingedrukt houdt (de naam van de huidige splitpunt­toets verschijnt in de LED-display zolang de [SPLIT]-knop ingedrukt is).
Een voorbeeld van een splitpunttoetsweergave
[VOICE]
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
OPM.
De dual- (blz. 23) en splitmode kunnen niet tegelijkertijd worden geactiveerd.
Een aangegeven “splitpunttoets" maakt onderdeel uit van het lin­kerhandbereik.
Het splitpunt kan ook worden in­gesteld via functie 4 (blz. 38).
CLAVI./
E. PIANO
HARPSI.
2
1
WOOD
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
GUITAR
VIBES/
[SPLIT]
VARIATION SPLIT
ELECTRONIC PIANO
(F 2)
met een hoog streepje bij kruis
(G2) (A 2)
met een laag streepje bij mol
Het splitpunt is standaard ingesteld op de F2-toets. Als u het splitpunt niet hoeft te wijzigen, sla deze handeling dan over.
3. Selecteer een voice voor de rechterhand.
Druk op een voiceknop.
4. Selecteer een voice voor de linkerhand.
Druk op de corresponderende voiceknop terwijl u de [SPLIT]-knop ingedrukt houdt. (De indicator van de linkervoiceknop zal oplichten zolang de [SPLIT]- knop ingedrukt is.) Om de variatie voor de splitvoice aan of uit te zetten, houdt u de [SPLIT]-knop ingedrukt en drukt u op de [VARIATION]-knop of op de momenteel geselecteer- de voiceknop.
[VARIATION] in splitmode
U kunt de variatie aan of uit zetten voor de splitmodevoices. Normaal gesproken is de voice-indicator v an de rechtervoice aan in de splitmo­de. De [VARIATION] kan worden gebruikt om de variatie voor de rechtervoice desgewenst aan of uit te zetten. Als de [SPLIT]-knop in- gedrukt gehouden wordt, licht ech­ter de voice-indicator van de linker­voice op. In dit geval zal de [VARIA- TION]-knop de variatie voor de lin­kervoice aan of uit zetten.
[REVERB] in de splitmode
Het reverbtype dat is toegewezen aan de rechtervoice zal voorrang krijgen op de andere. (Als de re v erb is ingesteld op OFF, zal het linker­voicerev erbtype worden toegepast.) Reverbdiepte-instelling via de pa­neelregelaars (d.w.z. drukk en op de [–/NO]- of [+/YES]-knoppen terwijl de [REVERB]-knop ingedrukt ge­houden wordt — zie blz. 20) zal al­leen op de rechtervoice worden toegepast.
P-90 Selecteren & bespelen van voices
24
5. De splitmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Druk nogmaals op de [SPLIT]-knop zodat zijn indicator uit gaat.
De metronoom gebruiken
De P-90 beschikt over een ingebouwde metronoom (een apparaat dat een accuraat tempo aanhoudt) die handig is voor het oefenen.
[EFFECT] in de splitmode
Afhankelijk van de omstandigheden zal één effecttype voorrang krijgen op de andere. De diepte zal worden bepaald aan de hand van de stan­daard dieptewaarde van de voice­combinatie. Door echter de functie F4 (blz. 38) te gebruiken kunt u de dieptewaarde van elke voice naar wens wijzigen. De effectdiepte­instelling die via de paneelrege­laars wordt gemaakt, d.w.z. de [–/ NO]- of [+/YES]-knoppen gebrui­ken terwijl de [EFFECT]-knop inge­drukt gehouden wordt — zie blz. 20, zal alleen op de rechtervoi­ce worden toegepast.
1
MIN MAX
MELLOW BRIGHT
[TEMPO/FUNCTION# ▲▼]
2
MASTER VOLUME
START/
BRILLIANCE
DEMO
TEMPO/
STOP
FUNCTION#
FUNCTION
TEMPO/ OTHER VALUE
[–/NO] [+/YES]
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
Procedure
1. De metronoom starten.
Het metronoomgeluid wordt aangezet door op de
METRONOME [START/STOP]-knop te drukken.
De telindicator knippert in het huidige tempo.
Het tempo aanpassen
Het tempo van de metronoom en het afspelen van de usersongrecorder (de recorder staat beschreven in het volgende gedeelte) kan worden ingesteld van 32 tot 280 tellen per minuut door de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knoppen te gebruiken (als de [FUNCTION]-knopindicator uit is).
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2 STAGE
MEDIUM
DELAY
SOFT
CHURCH
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Als de [FUNCTION]-knopindicator aan is, drukt u op de [FUNCTION]- knop om deze uit te zetten.
De maatsoort aanpassen
De maatsoort (tel) van de metronoom kan worden ingesteld met de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen ter­wijl de METRONOME [START/STOP]-knop inge­drukt gehouden wordt. U kunt de tel instellen op 0, 2, 3, 4, 5 of 6. De huidige instelling verschijnt in de LED-display zolang u de
STOP]
-knop ingedrukt houdt.
METRONOME [START/
2. De metronoom stoppen.
Zet de metronoom uit door op de METRONOME [START/STOP]-knop te drukken.
Het volume van de metronoom kan worden aangepast via de
tel
metronoomvolumefunctie in de functiemode (blz. 39).
P-90 Selecteren & bespelen van voices
25
Uw spel opnemen
De mogelijkheid om dat wat u op het P-90 toetsenbord speelt op te nemen en terug te spelen kan een effectief oefenhulpmiddel zijn. U kunt, bijvoorbeeld, alleen het linkerhandgedeelte opnemen, en dan het rechterhandgedeelte oefenen, terwijl het opgenomen linkerhandge­deelte afspeelt. Of u zou, aangezien u tot twee tracks afzonderlijk op kunt nemen, de linker- en rechterhandgedeelten afzonderlijk op kun­nen nemen, of beide delen van een duet op kunnen nemen en luiste­ren hoe ze klinken als ze worden teruggespeeld. De twee-tracks songre­corder van de P-90 maakt het opnemen van één usersong mogelijk.
U kunt uw spel (audiodata) opne­men op een cassetterecorder of ander opnameapparaat via de OUTPUT-aansluiting (blz. 10).
TERMINOLOGIE
Opnemen versus opslaan:
Het format van de speeldata die wordt opgenomen op een casset­teband wijkt af van dat van de da­ta opgenomen door de P-90. Een cassetteband neemt audiosigna­len op. De P-90 “slaat” informatie betreffende noottiming, voices en een tempowaarde "op", maar geen audiosignalen. Als u de op­genomen songs afspeelt, produ­ceert de P-90 geluid gebaseerd op de opgeslagen informatie. Dientengevolge zou het opnemen op de P-90 eigenlijk "informatie opslaan" moeten worden ge­noemd. Deze handleiding ge­bruikt echter vaak het woord "op­nemen", omdat dat logischer klinkt.
Opnemen op de eerste track
43562
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
Procedure
PAS OP
Opmerkingen over het opnemen
Alle usersongrecorderdata zullen ongeveer één week in het geheugen worden vastgehouden nadat het instrument is uitgezet. Als u uw opgenomen data voor een langere periode wilt bewaren, zet dan minstens eenmaal per week het in­strument een paar minuten aan. Het is ook mogelijk om de data op te slaan op een extern MIDI-opslagapparaat zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF3 met behulp van de bulkdatadumpfunc­tie, zoals beschreven op blz. 42.
1. Maak alle nodige aanvangsinstellingen.
Selecteer, voordat u begint op te nemen, de voice die u wilt opnemen (of voices als u de dual of splitmode gaat gebruiken). Maak tevens alle andere gewenst e in­stellingen (tempo, reverb, enz.). U wilt misschien ook het volume instellen. U kunt ook het afspeelvolume aanpassen met [MASTER VOLUME].
1
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
HALL 2
STAGE
MEDIUM
DELAY
SOFT
CHURCH
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
OPM.
Als het instrument in de demo­song- of presetsongmode staat, kan de opnamemode niet worden geactiveerd.
OPM.
Om het wissen van data van de track te voorkomen:
Druk op de [TRACK1/2]-knop. Als de indicator groen oplicht, be­vat de track reeds data. Merk op dat de bestaande data zal wor­den gewist als u nieuwe data op de track opneemt.
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
P-90 Uw spel opnemen
26
2. De klaar-voor-opnamemode activeren.
Druk op de [REC]-knop om de klaar-voor-opname-
mode te activeren. Het opnemen begint nog niet echt. De
[TRACK1]
- of de
[TRACK2]
-indicator knippert rood.
De hoeveelheid beschikbaar geheugen voor opnemen wordt bij benadering aangegeven in de LED-display in kilobytes, en de meest rechtse punt in de LED-dis­play knippert in de huidige METRONOME-tempo-instelling.
De klaar-voor-opnamemode kan worden verlaten voordat u gaat opnemen, door voor een tweede keer op de [REC]-knop te drukken.
knippert
OPM.
De hoeveelheid beschikbaar geheugen voor opnemen:
Deze waarde in kilobytes (een maateenheid die wordt gebruikt voor data) geeft aan hoeveel ruimte er beschikbaar blijft voor het opnemen op de P-90. U kunt opnemen tot maximaal ongeveer
9.400 noten op de P-90, af­hankelijk van het pedaalgebruik en andere factoren.
3. Selecteer de opnametrack.
Als de opnamemode is geactiveerd in de voorgaande stap, zal de laatst-opgeno­men track automatisch worden geselecteerd v oor opnemen en zijn indicator — dat wil zeggen de [TRACK1]- of [TRACK2]-knopindicator — zal rood oplichten. Als u op een andere track op wilt nemen, drukt u op de betreffende trackknop zodat zijn indicator rood oplicht.
4. Start het opnemen.
Het opnemen zal automatisch beginnen zodra u een noot op het toetsenbord speelt of op de SONG [START/STOP]-knop drukt. Het huidige maatnummer zal in de display verschijnen tijdens het opnemen.
5. Het opnemen stoppen.
Druk of op de
De indicator van de opgenomen track zal groen oplichten om aan te geven dat deze nu data bevat. (De opnamemode wordt automatisch verlaten.)
[REC]
- of op de
SONG [START/STOP]
-knop om het opnemen te stoppen.
6. Speel het opgenomen spel terug.
Druk op de SONG[START/STOP]-knop om het opgenomen spel terug te spelen.
Druk, om het afspelen tijdens de song te stoppen, op de
SONG[START/STOP]
-knop.
Als de metronoom aan was toen u begon met opnemen, zult u in de maat met de metronoom kun­nen opnemen, maar het metro­noomgeluid zelf zal niet worden opgenomen.
Zie voor meer informatie over op­nemen blz. 28.
OPM.
De opnametrackindicator zal be­ginnen te knipperen als het re­cordergeheugen bijna vol is. Als het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, zal “ FUL” in de display verschijnen en het opne­men zal automatisch stoppen.
(Alle tot op dat punt opgenomen data zullen worden vastgehouden.
OPM.
Drukken op de SONG [START/ STOP]-knop om het opnemen te
beginnen, en dan nogmaals drukken om het opnemen te stoppen, zal alle reeds opgeno­men data van de geselecteerde track wissen.
)
Opnieuw opnemen op de eerste track
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opnieuw op kunt nemen, voor het geval dat uw spel niet naar wens was.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instel­lingen) voor het opnemen.
Herhaal stap 1 op blz. 26 als u de voorgaande instellingen wilt wijzigen.
2. Activeer opnieuw de klaar-voor-opnamemode.
Druk nogmaals op de [REC]-knop. De indicator van de geselecteerde track knippert rood.
Volg de procedure vanaf stap 4 hiervoor om opnieuw op te nemen.
Als u het tempo, de maatsoort, het reverbtype of effecttype wilt veranderen voor het opnieuw op­nemen van een track, of als u op een andere track op wilt nemen, stel dat dan in nadat u de klaar­voor-opnamemode heeft geacti­veerd (stap 2).
OPM.
U kunt niet opnieuw opnemen halverwege een song.
P-90 Uw spel opnemen
27
Opnemen op de tweede track
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een andere partij op de tweede track kunt opnemen.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instel­lingen) voor het opnemen.
Selecteer een voice (of voices) voor het opnemen. Selecteer, indien nodig, de o v erige instellingen.
2. Activeer opnieuw de klaar-voor-opnamemode.
Druk nogmaals op de [REC]-knop. De indicator van de geselecteerde track knippert rood.
3. Selecteer een track voor opname.
Selecteer een track die u nog niet heeft gebruikt voor opname. De indicator van de geselecteerde track licht rood op. (De indicator van een track die reeds opgenomen data bevat, zal groen oplichten.)
U kunt nieuwe geluiden en noten opnemen, elke keer als het langs komt, terwijl u luistert naar de reeds opgenomen track.
Volg de procedure van stap 5 op blz. 27 om op te nemen.
Als u het tempo, de maatsoort, het reverbtype of effecttype wilt veranderen, als u een track op­nieuw op wilt nemen of als u op een andere track op wilt nemen, voer dan de wijzigingen in nadat u de klaar-voor-opnamemode heeft geactiveerd (stap 2).
OPM.
Als u de reeds opgenomen track niet wilt horen tijdens het opne­men (als u bijvoorbeeld een an­dere song op wilt nemen dan op de voorgaande track), druk op de afspeeltrackknop voordat u op de [REC]-knop drukt (stap 2 op blz. 27, 28) zodat zijn indicator uit gaat.
De usersongrecorder neemt de volgende data op:
Naast de nootdata en voices die u speelt, worden ook andere data opgenomen. Deze data bevatten data voor “afzonderlijke tracks” en “gehele song”. Zie hieronder.
Afzonderlijke tracks
• Gespeelde noten
•Voiceselectie
•[VARIATION] AAN/UIT
•Pedaal (sustain)
• [REVERB]-diepte
• [EFFECT]-diepte
•Dualbalans (F3)
•Dualontstemming (F3)
•Dualoctavering (F3)
• Splitmodevoices
• Splitbalans (F4)
• Splitoctavering (F4)
•Dualmodevoices
Gehele song
•Tempo
•Maatsoort (tel)
• [REVERB]-type (inclusief UIT)
• [EFFECT]-type (inclusief UIT)
P-90 Uw spel opnemen
28
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het begin van een song) wijzigen
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het begin van een song) kunnen na het opnemen nog worden gewijzigd. Na het opnemen bijvoorbeeld, kunt u de voice wijzigen om een andere am­biance te creëren of het songtempo aanpassen aan uw smaak.
U kunt de volgende aanvangsinstellingen wijzigen.
Afzonderlijke tracks
•Voiceselectie
•[VARIATION] AAN/UIT
• [REVERB]-diepte
• [EFFECT]-diepte
•Dualmodevoices
• Splitmodevoices
Gehele song
•Tempo
•Maatsoort (tel)
• [REVERB]-type (inclusief UIT)
• [EFFECT]-type (inclusief UIT)
1. Activeer de opnamemode en selecteer een track om de aanvangsinstel­lingen te wijzigen.
De indicator licht rood op. (Data die door twee tracks gedeeld worden, kunnen via elk van de tracks gewijzigd worden.)
2. Wijzig de instellingen via de paneelregelaars.
Als u bijvoorbeeld de opgenomen voice [E. PIANO 1] wilt veranderen in [E. PIANO
2]
, druk dan op de [E. PIANO 2]-knop. Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP]-knop of op een toets op het toet­senbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen data van de geselecteerde track wissen.
3. Druk op de [REC]-knop om de opnamemode te verlaten.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP]-knop of op een toets op het toet­senbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen data van de geselecteerde track wissen.
OPM.
U kunt de in de aanvangsinstel­lingen gemaakte wijzigingen an­nuleren door na stap 2 een ande­re track te selecteren en vervol­gens de opnamemode te verla­ten tijdens stap 3 zonder op de [REC]-knop te drukken. (Ook wij­zigingen die zijn gemaakt in de data, die gedeeld worden door twee tracks, worden geannu­leerd.)
P-90 Uw spel opnemen
29
Opgenomen songs afspelen
U kunt de via de opnamefunctie opgenomen songs terugspelen (blz. 26–29). U kunt ook op het toetsenbord meespelen met het afspelen.
Een song terugspelen
12
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
PRESET TRACK
START/
STOP
REC
SONG EFFECT TOUCH
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER
HARD TREMOLO DELAY
MEDIUM
SOFT
HALL 2 STAGE
OPM.
Songdata worden niet via de MIDI-aansluitingen verzonden.
GRAND
GRAND
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
1
CHURCH
ON
JAZZ
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
E. PIANO
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
Procedure
1. Start het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP]-knop . Het huidige maatnummer verschijnt in de display tijdens het afspelen.
•U kunt op het toetsenbord meespelen terwijl de P-90 een song afspeelt. U kunt ook de noten met een andere voice spelen, dan de voice die afspeelt, door een voice via het paneel te selecteren.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME]-regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# , ] -knoppen gebruiken om het afspeel­tempo desgewenst aan te passen tijdens het afspelen. Het standaardtempo (het originele tempo van de song) wordt ingesteld als u gelijktijdig op de []- en
[]-knoppen drukt.
2. Stop het afspelen.
Als het afspelen is afgerond stopt de P-90 automatisch en gaat terug naar het begin van de song. Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op de
SONG[START/STOP]
-knop.
OPM.
Als het apparaat in de demo­song- of presetsongmode staat, kunt u geen opgenomen songs afspelen.
OPM.
De trackindicators zullen niet au­tomatisch groen oplichten als de P-90 wordt aangezet, zelfs niet als de usersongrecorder data bevat. Zorg ervoor dat u op de trackknoppen drukt voordat u het afspelen start.
OPM.
Afspelen kan niet worden gestart als de recorder geen data bevat.
U kunt ook genieten van het spe­len van duetten met uzelf, door eerst één partij van een duet of een song voor twee piano’s op te nemen, en dan vervolgens de an­dere partij te spelen, terwijl de opgenomen partij wordt afge­speeld.
Als de metronoom wordt gebruikt tijdens het afspelen, zal de me­tronoom automatisch stoppen als het afspelen wordt gestopt.
P-90 Opgenomen songs afspelen
30
Als het REVERB-type is gewij­zigd via de paneelregelaars tij­dens het afspelen, zullen zowel het afspeel- als het toetsenbord­reverbeffect worden gewijzigd.
Als het EFFECT-type is gewijzigd via de paneelregelaars tijdens het afspelen, wordt in sommige gevallen het afspeeleffect uitge­schakeld.
Handige afspeelfuncties
Track afspelen aan- en uitzetten
Als u een song op de P-90 selecteert, lichten de indicators voor tracks die data bevatten ( [TRACK1], [TRACK2] of beiden) groen op. Terwijl de P-90 afspeelt of is gestopt, zal drukken op deze trackknoppen de indicators uitzetten, en de data van die tracks zullen niet worden afgespeeld. Drukken op de trackknoppen schakelt tussen afspelen aan en uit.
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te bespelen (synchro start)
U kunt het afspelen starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen. Dit wordt de “synchro start”-functie genoemd. Om de synchro startfunctie te activeren, drukt u op de SONG [START/STOP]-knop, terwijl u de trackknop die aan is, ingedrukt houdt. De meest rechtse punt in de display zal in het huidige tempo knipperen.
(Herhaal de voorgaande handeling om de synchro startfunc­tie uit te schakelen.)
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Deze functie is handig als de timing van het begin van het afspelen gelijk moet klinken met het begin van uw eigen spel.
Knippert
Tracks kunnen worden aan- of uit­gezet voor of tijdens het afspelen. Als beide tracks worden uitgezet op de P-90, zal het afspelen niet meer starten (of het afspelen zal stoppen).
U kunt het volume van een partij van een song van “50 Greats for the Piano” aanpassen, waarvoor het afspelen is uitgezet (blz. 16,
39). Tijdens het afspelen van de re­corder, is het volume van een track die is uitgezet altijd “0”.
OPM.
Als u op de SONG [START/ STOP]-knop drukt, terwijl u een
trackknop ingedrukt houdt van een track die UIT is, wordt het track afspelen aangezet en de synchro startfunctie wordt op standby gezet.
TERMINOLOGIE
Synchro:
Synchroon; vindt tegelijkertijd plaats
P-90 Opgenomen songs afspelen
31
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
U kunt verscheidene parameters instellen om optimaal gebruik te maken van de functies van de P-90, zoals het fijnregelen van de toonhoogte, een voice selecteren voor de metronoom, herhaaldelijk afspelen, enz.
De volgende parameters zijn beschikbaar. De P-90 heeft negen hoofdfuncties. Enkele van deze hoofdfuncties zijn onderverdeeld in een aantal submodes.
Parameteroverzicht
Functie Submode P-90 Referentie-blz. Fijnregeling van de toonhoogte Een stemming selecteren
Dualmodefuncties
Splitmodefuncties
Overige functies
Metronoomvolume Presetsongpartij-annuleervolume MIDI-functies
Backupfuncties
—F135 Stemschaal F2.1 36 Grondtoon F2.2 36 Dualbalans F3.1 37 Dualontstemming F3.2 37 Voice 1 octavering F3.3 37 Voice 2 octavering F3.4 37 Voice 1 effectdiepte F3.5 37 Voice 2 effectdiepte F3.6 37 Reset F3.7 37 Splitpunt F4.1 38 Splitbalans F4.2 38 Rechtervoice octavering F4.3 38 Linkervoice octavering F4.4 38 Rechtervoice effectdiepte F4.5 38 Linkervoice effectdiepte F4.6 38 Sustainpedaalbereik F4.7 38 Reset F4.8 38 Sustainsamplediepte F5.1 39 Toets-los-samplevolume F5.2 39 — F6 39 —F739 MIDI-verzendkanaalselectie F8.1 40 MIDI-ontvangstkanaalselectie F8.2 40 Lokale besturing AAN/UIT F8.3 40 Programmawijziging AAN/UIT F8.4 41 Besturingswijziging AAN/UIT F8.5 41 MIDI-verzendtransponering F8.6 41 Paneelstatusverzending F8.7 41 Bulkdatadump F8.8 42 Voice F9.1 42 MIDI F9.2 42 Stemmen F9.3 42 Overigen F9.4 42
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
32
Basisprocedure in de functiemode
Volg de stappen hieronder om de functies te gebruiken. (Als u verdwaalt terwijl u een functie gebruikt, ga dan terug naar deze bladzijde en lees de basisprocedure.)
3
TEMPO/ OTHER VALUE
– / NO + / YES
START/
PRESET TRACK
STOP
SONG EFFECT TOUCH
REC
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
124 45
START/
DEMO
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
Procedure
1. De functiemode activeren.
Druk op de [FUNCTION]-knop zodat zijn [FUNCTION]-indicator oplicht.
zal in de display verschijnen. (De indicatie “ ” varieert afhankelijk van
de status van het apparaat en het gebruik.)
2. Selecteer een functie.
Gebruik de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knoppen om de gewenste functie van F1–F9 te selecteren.
START/
TEMPO/
STOP
FUNCTION#
FUNCTION
GRAND
GRAND
E. PIANO
E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
ORGAN
1
JAZZ
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
CHORUS
ROOM HALL 1
PHASER TREMOLO DELAY
HARD MEDIUM SOFT
CHURCH
ON
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
HALL 2
STAGE
VIBES/
CLAVI./
GUITAR
HARPSI.
2
WOOD
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
OPM.
Functies kunnen niet worden ge­selecteerd tijdens de demo-/pre­setsongmode of als de user song recorder aan is.
OPM.
Om de functie in stap 2, 3 of 4 te annuleren drukt u op het gewens­te moment op de [TEMPO/ FUNCTION# , ]-knop om de functiemode te verlaten.
3. Gebruik de [–/NO] [+/YES]-knoppen.
Als de functie geen submodes bevat, begin dan met het instellen van de para­meters. Als de functie submodes bevat, druk dan eenmaal op de [+/YES]-knop om de respectievelijke submode te activeren.
4. Bewerk de gewenste functie met de volgende twee
knoppen.
1 [TEMPO/FUNCTION# , ]
Selecteert de gewenste functie/submode.
2 [–/NO] of [+/YES]
Nadat u de gewenste functie of submode heeft geselecteerd, stelt u overeen­komstig ON/OFF (AAN/UIT) in, selecteert u het type of wijzigt u de waar­de. Afhankelijk van de instelling, wordt de standaardinstelling (die wordt ge­bruikt als u de P-90 voor het eerst aanz et) opgeroepen door gelijktijdig op de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen te drukken.
Nadat u de functie heeft geselec­teerd, wordt de huidige instelling getoond als de [–/NO]- of [+/ YES]-knop voor de eerste keer wordt ingedrukt.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
33
Bedieningsvoorbeeld 1 (F1. Fijnregeling van de toonhoogte)
START/
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
STOP
Activeer de functiemode.
—/NO +/YES
START/
STOP
Selecteer de gewenste functie.
LED-indicatie
Verander de waarde.
Bedieningsvoorbeeld 2 (F3.1 “Dualbalans”)
START/
START/
TEMPO/
STOP
FUNCTION#
FUNCTION
Activeer de functiemode.
+ / YES
Activeer de betreffende
submode.
Selecteer de gewenste functie.
START/
STOP
FUNCTION#
Selecteer de gewenste submode.
STOP
TEMPO/
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
TEMPO/
FUNCTION#
FUNCTION
FUNCTION
LED-indicatie
LED-indicatie
LED-indicatie
— / NO + / YES
LED-indicatie
Verander de waarde.
5. Doe het volgende als u klaar bent met het gebruik
van de functie.
Druk op de [FUNCTION]-knop om de functiemode te verlaten. De [FUNCTION]-knopindicator zal uit gaan.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
34
Over elk van de functies
F1. Fijnregeling van de toonhoogte
U kunt de toonhoogte van het gehele instru­ment fijnregelen. Deze functie is handig als u op de P-90 meespeelt met andere instrumen­ten of CD-muziek.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om de toonhoogte van de A3-toets in stappen van ongeveer 0,2 Hz te verlagen of te verho­gen.
..... .....
Tienden van een Hertz worden aangeven in de LED­display door de verschijning en de positie van één of twee punten, zoals te zien in het volgende voorbeeld:
U kunt ook stemmen in stappen van ongeveer 1Hz (in elke andere mode dan de functiemode).
Respectievelijk lager of hoger stemmen in stappen van ongeveer 1 Hz: Houd de A-1- en A
linkse witte en zwarte toetsen) of A-1- en B-1-toetsen (de uiterst linkse witte toetsen) ingedrukt en druk gelijktijdig op de
[–/NO] - of [+/YES] -knop. De standaard toonhoogte terugroepen: Houd de A-1- en
A
-1-toetsen (de uiterst linkse witte en zwarte toetsen) of A-1­en B-1-toetsen (de twee uiterst linkse witte toetsen) ingedrukt en druk gelijktijdig op de [–/NO] [+/YES] -knoppen.
-1-toetsen (de uiterst
(Tijdens de de hierboven beschreven handeling geeft de display een waarde aan in Hz < >. Na de
handeling keert de display terug naar de voorgaande indicatie.)
Display Waarde
440,0 440,2
440,4
440,6 440,8
TERMINOLOGIE
Hz (Hertz):
Deze meeteenheid kijkt naar de frequentie van een geluid, en geeft het aantal keer weer dat een geluidsgolf trilt per seconde.
U kunt ook het toetsenbord gebruiken om de toonhoogte in te stellen (in elke andere mode dan de functiemode).
Hoger stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz): Houd
de A-1 en B-1 toetsen tegelijkertijd ingedrukt (de twee witte toetsen uiterst links) en druk op een willekeurige toets tussen C3 en B3.
Lager stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz): Houd
de A-1- en A toetsen) ingedrukt en druk tegelijkertijd op een willekeurige toets tussen C3 en B3.
De standaard toonhoogte terugroepen: Houd de A-1, A
en B-1 (de uiterst linkse twee witte toetsen en één zwarte toets) ingedrukt en druk gelijktijdig op een willekeurige toets tussen C3 en B3.
-1-toetsen (de uiterst linkse witte en zwarte
Instelbereik:
427,0–453,0 (Hz)
Normale instelling:
440,0 (Hz)
-1
•Zie “Onderdeelnamen” op blz. 12 voor informatie over de toets en toetsnaamtoewijzing.
(Tijdens de de hierboven beschreven handeling geeft de display een waarde aan in Hz < >. Na de
handeling keert de display terug naar de voorgaande indicatie.)
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
35
TERMINOLOGIE
F2. Een stemming selecteren
U kunt verscheidene stemmingen selecteren. De gelijkzwevende temperatuur is de meest al­gemene hedendaagse pianostemming. De ge­schiedenis heeft echter nog veel meer stem­mingen voortgebracht, waarvan er vele als basis dienen voor een bepaald genre muziek.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van de stemmingsfunctie te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]­knoppen om de gewenste submode te selec­teren. Druk op de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om het nummer van de gewenste stemming te selecteren.
Submode F2.1: Stemschaal
Instelbereik:
1: Gelijkzwevende temperatuur 2: Reine majeur 3: Reine mineur 4: Pythagoreaans 5: Middentoon 6: Werckmeister 7: Kirnberger
Gelijkzwevende temperatuur:
Een octaaf is opgedeeld in twaalf gelijke intervallen. Dit is mo­menteel de meest gebruikte pianostemming.
Reine majeur/Reine mineur:
Gebaseerd op natuurlijke boventonen. Drie majeurakkoorden geven bij deze stemming een prachtig, zuiver geluid. Ze wor­den soms gebruikt voor koorstemmen.
Pythagoreaans:
Deze stemming, ontworpen door Pythagoras, een Griekse filosoof, is gebaseerd op de interval van een reine kwint.
De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel, maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt voor enkelvoudi­ge solo’s.
Middentoon:
Deze stemming is een verbetering van de Pythagoreaanse waarbij de zweving in de terts werd geëlimineerd. De stem­ming werd populair aan het einde van de 16e eeuw tot aan het einde van de 18e eeuw en werd gebruikt door Händel.
Werckmeister/Kirnberger:
Deze stemmingen combineren Middentoon en Pythagore­aans op verschillende manieren. Met deze stemmingen ver­andert modulatie de indruk en het gevoel van de songs. Ze werden vaak gebruikt in het tijdperk van Bach en Beethoven. Tegenwoordig worden ze nog vaak gebruikt bij het weerge v en van klavecimbelmuziek uit dat tijdperk.
Normale instelling: 1: Gelijkzwevende temperatuur
F2.2: Grondtoon
Als een andere stemming dan de gelijkzwevende tempe­ratuur kiest, is het noodzakelijk dat u de grondtoon aan­geeft. (U kunt de grondtoon aangeven bij de gelijkzwe­vende temperatuur, maar het heeft geen invloed. De grondtooninstelling is van invloed op andere stemmin­gen dan de gelijkzwevende temperatuur.)
Instelbereik:
Normale instelling:
•Grondtoon-indicatievoorbeeld
(F) (G)
met een hoog streepje bij kruis
(A)
met een laag streepje bij mol
P-90
36
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
,
F3. Dualmodefuncties
U kunt verscheidene parameters voor de dual­mode instellen om zo de instellingen voor de songs die u speelt te optimaliseren, zoals de volumebalans aanpassen tussen twee voices. Dualmodefunctie-instellingen worden voor elke voicecombinatie afzonderlijk ingesteld.
1. Selecteer de voices in de dualmode, activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van de dualmodefunctie te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# knoppen om de gewenste submode te selecte­ren. Druk op de [–/NO] [+/YES]-knop om de waarden toe te wijzen.
OPM.
Als de dualmode niet is geactiveerd zal er verschijnen, in plaats van en de dualmodefuncties kunnen niet wor­den geselecteerd. U kunt van de functiemode naar de dual­mode schakelen.
]-
F3.3: Voice 1 octavering F3.4: Voice 2 octavering
Instelbereik: Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie.
U kunt afzonderlijk voor Voice 1 en Voice 2 de toon­hoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf. Afhankelijk van welke voices u combineert in de dual­mode, kan de combinatie beter klinken als één van de voices een octaaf omhoog of omlaag wordt geschoven.
–1, 0, 1
F3.5: Voice 1 effectdiepte F3.6: Voice 2 effectdiepte
Instelbereik: Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het effect voor de 1e en de 2e dualmodevoices afzonderlijk in te stellen. (De effectdiepte-instellingen kunnen alleen worden gewijzigd als het mode moet worden verlaten voordat den aangezet.)
0 – 20
[EFFECT]
aan staat. De functie-
[EFFECT]
kan wor-
Submode F3.1: Dualbalans
Instelbereik: 0 – 20
De instelling “10” produceert een gelijke balans tussen de twee dualmodevoices. Instellingen onder de “10” verhogen het volume van voice 2 ten opzichte van voice 1, en instellingen boven de “10” verhogen het volume van voice 1 ten opzichte van voice 2.
Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie.
U kunt één voice instellen als de algemene voice en een andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Dualontstemming
Instelbereik:
Bij positieve waarden wordt de toonhoogte van voice 1 verhoogd en de toonhoogte van voice 2 v erlaagd. Bij negatieve waarden wordt de toonhoogte van voice 1 verlaagd en de toonhoogte van voice 2 verhoogd.
-10 – 0 – 10
•“Voice 1” en “voice 2” worden uitgelegd op blz. 23.
F3.7: Reset
Deze functie reset alle dualmodefuncties naar hun standaard waarden. Druk op de waarden te resetten.
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de dualmodefuncties sprin­gen door op de [FUNCTION] -knop te drukken terwijl u de twee dualmodevoiceknoppen ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier, moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te ver­laten (dat wil zeggen: druk op de [FUNCTION] -knop zodat de functie-indicator uit gaat).
[+/YES]
-knop om de
Het beschikbare instellingsbereik is groter in het lage bereik (± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents voor C7). (100 cents komt overeen met één halve noot.)
Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie.
Ontstem voice 1 en voic e 2 in de dualmode om een voller geluid te creëren.
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
37
F4.
Splitmodefuncties
Dit menu maakt het u mogelijk verscheidene gedetailleerde instellingen te maken voor de splitmode. Door het splitpunt of een andere instelling te veranderen, kunt u de instellingen voor de songs die u speelt optimaliseren.
1. Selecteer de voices in de splitmode, activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van de splitmodefunctie te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]­knoppen om de gewenste submode te selecte­ren. Druk op de [–/NO] [+/YES]-knop om de waarden toe te wijzen.
OPM.
Als de splitmode niet is geactiveerd zal er verschijnen, in plaats van en de splitmodefuncties kunnen niet wor­den geselecteerd. Merk ook op dat u de functiemode moet verlaten voordat de splitmode kan worden geactiveerd.
Submode F4.1: Splitpunt
Instelbereik: Normale instelling: F
Stel het punt in op het toetsenbord die de scheiding vormt tussen de rechter- en linkerhandgedeelten (splitpunt). De ingedrukte toets maakt deel uit van het linker-handbereik.
•In plaats van op de ken, kunt u het splitpunt instellen door op de betref­fende toets op het toetsenbord te drukken.
•Als de functiemode niet is geactiveerd, kunt u het splitpunt veranderen naar elke willekeurige andere toets door de betreffende toets in te drukken, t erwijl u de
[SPLIT]
-knop ingedrukt houdt (blz. 24).
•Een voorbeeld van een toetsnaamindicatie voor een splitpunt
(F2) (G2)
Het gehele toetsenbord
2
[–/NO] [+/YES]
-knoppen te druk-
(A2)
De volumeniveaus van de twee in de splitmode gecombi­neerde voices kunnen naar wens worden aangepast. U kunt deze instelling maken voor elke voicecombinatie van de songs die u speelt.
F4.3: Rechtervoice octavering F4.4: Linkervoice octavering
Instelbereik: Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie
U kunt afzonderlijk voor de rechter- en linkervoice de toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een oc­taaf. Maak een instelling die passend is voor het nootbe­reik van de songs die u speelt. U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combi­natie van voices maken.
–1, 0, 1
F4.5: Rechtervoice effectdiepte F4.6: Linkervoice effectdiepte
Instelbereik: 0 – 20 Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie
Deze functies maken het mogelijk om afzonderlijk de diepte van het effect voor de linker- en de rechtersplit­modevoices in te stellen. U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combi­natie van voices maken. De effectdiepte-instellingen kunnen alleen worden ge­wijzigd als het
[EFFECT]
de verlaten voordat u een
aan staat. U moet de functiemo-
[EFFECT]
aan kunt zetten.
F4.7: Sustainpedaalbereik
Instelbereik: ALL (voor beide voices)
1 (voor de rechtervoice) 2 (voor de linkervoice)
Normale instelling:
ALL De sustainpedaalbereikfunctie bepaalt of het sustainpe­daal invloed heeft op de rechtervoice, de linkervoice, of zowel de linker- als de rechtervoice in de splitmode.
F4.8: Reset
Deze functie reset alle splitmodefuncties naar hun stan­daard waarden. Druk op de den te resetten.
[+/YES]
-knop om de waar-
38
met een hoog streepje bij kruis
met een laag streepje bij mol
F4.2: Splitbalans
Instelbereik: 0 – 20
De instelling “10” geeft een gelijke balans tussen de twee splitmodevoices. Instellingen onder de “10” verhogen het volume van de linkervoice ten opzichte van de rechtervoice, en instellingen boven de “10” verhogen het volume van de rechtervoice ten opzichte van de linkervoice.
Normale instelling: Anders voor elke voicecombinatie.
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de splitmodefuncties springen door op de [FUNCTION] -knop te drukken terwijl u de [SPLIT] ­knop ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier, moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te ver­laten (dat wil zeggen: druk op de [FUNCTION] -knop zodat de functie-indicator uit gaat).
F5. Overige functies F6. Metronoomvolume
.
Deze functie laat u gemakkelijk de werking van het sustainpedaal instellen op één van de on­derstaande modes.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van de overige functies te activeren, en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]­knoppen om de gewenste submode te selec­teren. Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om de gewenste pedaalfunctie te selecteren of de waarden toe te wijzen.
Submode F5,3
Sustainsamplediepte
Instelbereik: 0 – 20 Normale instelling: 12
De
[GRAND PIANO 1]
tainsamples” die de unieke r esonantie van de zangbodem en snaren van een akoestische vleugel opnieuw creëren als het sustainpedaal wordt ingedrukt. Deze functie laat u de diepte van dit effect aanpassen.
-voice beschikt over speciale “Sus-
F5,4 Toets-los-samplevolume
U kunt het volume van het metronoomgeluid veranderen. Gebruik deze functie om het metronoomvolu­me aan te passen.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om het metronoomvolume naar wens in te stel­len.
Instelbereik: Normale instelling: 10
VERKORTE MANIER:
U kunt rechtstreeks naar de metronoomfuncties sprin­gen door op de [FUNCTION] -knop te drukken terwijl u de
METRONOME [START/STOP] -knop ingedrukt houdt.
Zelfs als u een functiemode oproept via de verkorte manier, moet u de gebruikelijke handeling verrichten om deze te ver­laten (dat wil zeggen: druk op de [FUNCTION] -knop zodat de functie-indicator uit gaat).
1 – 20
F7. Presetsongpartij­annuleervolume
Instelbereik: 0 – 20 Normale instelling: 10
U kunt het volume van het toets-los-geluid (het subtiele geluid dat wordt geproduceerd bij het loslaten van de toetsen) aanpassen voor de voices
[CLAVI./HARPSI.]
(inclusief hun variaties).
[GRAND PIANO1]
,
Deze functie stelt het volume in waarop een “geannuleerde” partij wordt gespeeld tijdens het presetsong afspelen. Pas het partijvolume aan tot een comfortabel niveau om zo de “annuleer”-partij te kunnen gebruiken als leidraad om mee mee te spelen.
1. Activeer de functiemode en selecteer
2. Gebruik de [–/NO]- en [+/YES]-knoppen om het volume naar wens in te stellen.
Instelbereik: 0 – 20 Normale instelling:5
P-90
Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
39
F8. MIDI-functies
U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in de MIDI-instellingen. Zie voor meer informatie over MIDI, het “Over MIDI”-gedeelte (blz. 44).
De [HOST SELECT]-schakelaar op het zijpaneel moet wor­den ingesteld op “MIDI” om de MIDI-aansluitingen te kunnen gebruiken. Als u de [TO HOST]-aansluiting gebruikt, stel de [HOST SELECT]-schakelaar dan in op de geschikte positie voor het type computer dat u gebruikt (blz. 44–48). In deze situaties zullen alle MIDI-instellingen die hierna worden be­schreven invloed hebben op het MIDI-signaal dat via de [TO HOST]-aansluiting wordt verzonden en ontvangen.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van de MIDI-functie te activeren en gebruik ver­volgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knop­pen om de gewenste submode te selecteren. Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om een geselecteerde parameter in te stellen.
F8.2: MIDI-ontvangstkanaalselectie
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen voor de juiste data-overdracht. Deze parameter maakt het u mogelijk om aan te geven op welk kanaal de P-90 MIDI-data ontvangt.
Instelbereik: ALL, 1&2, 1 – 16 Normale instelling:ALL
ALL:
Er is een “multitimbrale” ontvangstmode beschikbaar. Dit maakt gelijktijdige ontvangst van v erschillende partijen op alle 16 MIDI-kanalen mogelijk, waardoor de P-90 in staat wordt gesteld multikanaalssongdata te ontvangen van een muziek­computer of sequencer.
1&2:
Een “1&2” ontvangstmode is beschikbaar. Dit maakt gelijktij­dige ontvangst op alleen kanaal 1 en 2 mogelijk, waardoor de P-90 in staat wordt gesteld alleen de op kanaal 1 en 2 ontvan­gen songdata van een muziekcomputer of sequencer af te spelen.
Programmawijziging en soortgelijke andere kanaalbood­schappen die worden ontvangen, hebben geen invloed op de paneelinstellingen van de P-90 of wat er wordt gespeeld op het toetsenbord.
Submode F8.1: MIDI-verzendkanaalselectie
In elke MIDI-opstelling, moeten de MIDI-kanalen van de zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen voor de juiste data-overdracht. Deze parameter maakt het u mogelijk om het kanaal aan te geven via welke de P-90 MIDI-data verzendt.
Instelbereik: 1 – 16, OFF (niet verzonden) Normale instelling:1
OPM.
In de dualmode, worden de voice-1-data verzonden op het aangegeven kanaal. In de splitmode worden de rechtervoice­data verzonden via het aangegeven kanaal. In de dualmode worden de voice-2-data verzonden op het eerstvolgende ho­gere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In de split­mode worden de linkervoicedata verzonden op het eerstvol­gende hogere kanaalnummer dan het aangegeven kanaal. In beide modes worden er geen data verzonden als het zendka­naal is ingesteld op “OFF”.
OPM.
Demo-/presetsongdata en recorderdata die worden afge­speeld, worden niet via MIDI verzonden.
OPM.
Er vindt geen MIDI-ontvangst plaats als de demo-/preset­songmode is geactiveerd.
F8.3: Lokale besturing AAN/UIT
“Lokale besturing” verwijst naar het feit dat normaal het P-90 toetsenbord zijn interne toongenerator bestuurt, waardoor de interne voices direct vanaf het toetsenbord kunnen worden bespeeld. Deze situatie is “Lokale bestu­ring aan” aangezien de interne toongenerator lokaal wordt bestuurd door zijn eigen toetsenbord. Lokale besturing kan echter worden uitgezet, zodat het P-90 toetsenbor d niet de interne v oices bespeelt, maar de betreffende MIDI-informatie nog wel wordt verzonden via de MIDI OUT-aansluiting als er noten op het toet­senbord worden gespeeld. Tegelijkertijd reageert de in­terne toongenerator wel op MIDI-informatie die via de MIDI IN-aansluiting wordt ontvangen.
Instelbereik: ON/OFF Normale instelling:ON
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
40
F8.4: Programmawijziging AAN/UIT
TERMINOLOGIE
F8.6: MIDI-verzendtransponering
Normaal zal de P-90 reageren op MIDI-programmawij­zigingsnummers die ontvangen worden van een extern toetsenbord of ander MIDI-apparaat, waardoor de over­eenkomstig genummerde voice zal worden geselecteerd op het overeenkomstige kanaal (de toetsenbordvoice ver­andert niet). De P-90 zal normaal ook een MIDI-pro­grammawijzigingsnummer verzenden als één van zijn voices wordt geselecteerd, waardoor de overeenkomstig genummerde voice of programma zal worden geselec­teerd op het externe MIDI-apparaat, als het apparaat is ingesteld op het ontvangen en reageren op MIDI-pro­grammawijzigingsnummers. Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en ver­zending van programmawijzigingsnummers te annuleren, zodat voices op de P-90 kunnen worden geselecteerd zonder het externe MIDI-apparaat te beïnvloeden.
Zie voor informatie over programmawijzigingsnummers voor elk van de voices van de P-90, blz. 56 in het MIDI-dataformat­gedeelte.
Instelbereik: ON/OFF Normale instelling:ON
F8.5: Besturingswijziging AAN/UIT
Normaal zal de P-90 reageren op MIDI-besturingswijzi­gingsdata, ontvangen van een extern MIDI-apparaat of ­toetsenbord, waardoor de v oice op het co rresponderende kanaal kan worden beïnvloed door pedaal- en andere “besturings”-instellingen, ontvangen van het besturende apparaat (de toetsenbordvoice wordt niet beïnvloed). De P-90 verzendt ook MIDI-besturingswijzigingsinfor­matie als het pedaal of andere betreffende regelaars wor­den bediend. Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en ver­zending van besturingswijzigingsdata te annuleren, zo­dat bijvoorbeeld het pedaal en andere regelaars van de P-90 kunnen worden bediend zonder invloed te hebben op een extern MIDI-apparaat.
Deze functie maakt het mogelijk de MIDI-nootdata die verzonden worden door de P-90 omhoog of omlaag te transponeren in stappen van halve noten tot plus of min 12 halve noten. De toonhoogte van de P-90 zelf wordt niet beïnvloed.
Instelbereik: -12 – 0 – 12 (in halve noten) Normale instelling:0
F8.7: Paneelstatusverzending
Deze functie zorgt ervoor dat alle huidige paneelinstel­lingen van de P-90 (geselecteerde voice, enz.) via de MIDI OUT-aansluiting worden verzonden. Dit is met name handig als u uw spel op wilt nemen op een MIDI­sequencerecorder zoals de Yamaha MIDI Data Filer MDF3 die dan kan worden gebruikt om de P -90 te bestu­ren bij het terugspelen. Door de paneelinstellingen van de P-90 te v erzenden en voor de daad werkelijke speeldata op de MIDI-sequencerecorder op te nemen, zal de P-90 automatisch dezelfde instellingen terugroepen als uw spel wordt teruggespeeld.
Setupdata:
Data die een set paneelinstellingen voor de P-90 bevatten.
Procedure
1. Stel de paneelregelaars in zoals gewenst.
2. Sluit de P-90 via MIDI aan op een sequencer, en stel de sequencer zo in dat deze de setupdata kan ontvan­gen.
3. Activeer de functiemode en selecteer .
4. Druk op de [+/YES]-knop om de paneelstatusdata te verzenden.
zal in de LED-display verschijnen als de data suc-
cesvol zijn verzonden.
Zie blz. 57 voor een overzicht van de “paneeldata-inhoud” verzonden door deze functie.
Zie voor informatie over besturingswijzigingen die kunnen worden gebruikt met de P-90, het MIDI-dataformat op blz. 56.
Instelbereik: ON/OFF Normale instelling:ON
De verzonden data ontvangen:
1. Sluit de P-90 via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
setupdata voorheen werden verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De P-90 ontvangt automatisch de setupdata hetgeen blijkt uit de paneelinstellingen.
(Om te zorgen dat de data geaccepteerd zullen worden, moet de P-90 die de setupdata ontvangt van hetzelfde model zijn als die de setupdata naar de sequencer verzond.)
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen van setupdata via MIDI, de handleiding van het aangesloten MIDI-apparaat.
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
41
F8.8: Bulkdatadump
TERMINOLOGIE
U kunt de huidige songdata van de P-90 als MIDI-bulk­data opslaan door deze naar een MIDI-datafiler (zoals een MDF3) of een sequencer te verzenden. Om de opge­slagen songdata af te spelen, stuurt u de bulkdata terug van het opslagapparaat naar de P-90 en volgt u de ge­bruikelijke afspeelprocedure.
TERMINOLOGIE
Bulkdata:
Een complete set of uitgebreide hoeveelheid data
Procedure
1. Neem uw spel op de P-90 op.
2. Sluit de P-90 aan op de MDF3, een MIDI-datafiler via MIDI, en stel de MDF3 zo in dat deze bulkdata zal ontvangen.
3. Activeer de functiemode en selecteer .
4. Druk op de [+/YES]-knop om de bulkverzending te beginnen.
zal in de LED-display verschijnen als de data suc-
cesvol zijn verzonden.
OPM.
Er vindt geen MIDI-noot/-paneeldataverzending of -data­ontvangst plaats tijdens een bulkdatadumpverzendhandeling.
De verzonden data (terug) ontvangen:
1. Sluit de P-90 via MIDI aan op het apparaat waarnaar de
data voorheen werden verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De P-90 ontvangt automatisch de data van het apparaat. (Op dit moment zullen alle reeds in de P-90 opgeslagen data wor­den gewist.)
Volg daarna de gebruikelijke afspeelprocedure. (Om er voor te zorgen dat de data zullen worden geaccep-
teerd, moet de P-90 die de data ontvangt van hetz elfde model zijn als die waarvan de data naar de MIDI-datafiler werden verzonden.)
OPM.
De teruglaadhandeling kan niet worden uitgevoerd als de demo-/presetsongmode of de usersongrecorder in gebruik is, of als de functiemode is geactiveerd.
F9. Backupfuncties
Backup:
U kunt sommige instellingen, zoals voiceselectie en reverb­type, backuppen zodat ze niet verloren zullen gaan als de P-90 wordt uitgezet.
Als de backupfunctie is aangezet, worden de instellingen zo­als die zijn bij het uitzetten, vastgehouden. Als de backup­functie is uitgezet, worden de instellingen in het geheugen gewist als het instrument wordt uitgezet. In dit geval worden, als u het instrument aanzet, de standaardinstellingen (de aanvangsinstellingen) gebruikt. (Het overzicht van de stan­daard fabrieksinstellingen is te vinden op blz. 55.)
De backupinstellingen zelf echter, en de inhoud van het usersongrecordergeheugen, worden altijd gebackupt.
PAS OP
Zelfs als de backupfunctie is aangezet via één van de hieronder beschreven functies, zullen de data slechts voor ongeveer één week worden vastgehouden als intussen het instrument niet wordt aangezet. Als de backupperiode wordt overschreden, zullen alle instel­lingen worden gereset naar hun standaardwaarden. Als u de backupinstellingen voor langere perioden wilt vasthouden, zorg er dan voor dat u het instrument minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet.
U kunt de backupfunctie aan- of uitzetten voor elke functiegroep (elk van de volgende sub­modefuncties).
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES]-knop om de submode van de backupfunctie te activeren en gebruik ver­volgens de [TEMPO/FUNCTION# , ]-knop­pen om de gewenste submode te selecteren. Druk op de [–/NO]- of [+/YES]-knop om de backupfunctie aan of uit te zetten.
Submode F9.1: Voice F9.2: MIDI
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
42
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen van bulkdata via MIDI, de handleiding van het aangesloten MIDI-apparaat.
F9.3: Stemmen F9.4: Overigen
Instelbereik: ON/OFF Normale instelling:OFF (alle groepen)
Beschrijving van de submodes Voice
•Voice (toetsenbord, dual en split)
•Dual (AAN/UIT, voice- en dualfuncties voor elke voicecombinatie)
• Split (AAN/UIT, voice- en splitfuncties voor elke voicecombinatie)
•Reverb (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
• Effect (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
•Aanslaggevoeligheid (inclusief het FIXED-volume)
•Metronome (tel, volume < -instellingen>)
•Presetsongpartij-annuleervolume ( -instellin­gen)
F9.2: MIDI
•De MIDI-functies ( -instellingen) (behalve )
F9.3: Stemmen
•Transponering
•Stemmen ( -instellingen)
•Stemming (inclusief grondtoon) ( -instellingen)
F9.4: Overigen
•Andere functies ( )
Fabriekspreset terugroepen
Alle dualmode-, splitmode-, reverb-, effect-, aanslagge­voeligheids-, steminstellingen, en de instellingen die worden beïnvloed door de backupfuncties, kunnen wor­den teruggezet naar hun originele fabriekspresetwaarden door de C7-toets (meest rechtse toets op het toetsen­bord) ingedrukt te houden, terwijl u de [STANDBY/
ON]
-schakelaar op ON zet. Dit wist ook alle usersongre­corderdata en zet alle backup aan/uit-instellingen (F9) op “OFF”. (Het fabrieksinstellingenoverzicht is te vinden op blz. 55.)
P-90 Gedetailleerde instellingen – [FUNCTION]
43
Over MIDI
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard format voor dataverzending/-ontvangst. Het maakt de uitwisseling van speel­data en boodschappen tussen MIDI-apparaten en PC’s mogelijk.
Door MIDI te gebruiken kunt u een aangesloten MIDI-apparaat vanaf de P-90 besturen of de P-90 besturen vanaf een aangesloten MIDI­apparaat of computer.
MIDI-aansluitingen
IN MIDI OUT HOST SELECT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
MIDI-speeldata en -boodschap­pen worden verzonden in de vorm van numerieke waarden.
Controleer, aangezien MIDI-data die kunnen worden verzonden of ontvangen variëren naar gelang het type MIDI-apparaat, het “MIDI-implementatie-overzicht” om er achter te komen welke MIDI-data en -boodschappen uw apparaten kunnen verzenden of ontvangen. Het MIDI-implemen­tatie-overzicht van de P-90 vindt u op blz. 60.
MIDI [IN]: MIDI [OUT]:
Ontvangt MIDI-data.
Verzendt MIDI-data.
MIDI-kabels
Gebruik speciale MIDI-kabels.
[TO HOST]-aansluiting
Gebruik deze aansluiting om de P-90 aan te sluiten op een computer.
HOST SELECT TO HOST
MIDI Mac
PC-2 PC-1
OPM.
Als u de MIDI-aansluitingen ge­bruikt, stel dan de [HOST
SELECT] -schakelaar in op “MIDI”
(blz. 47).
OPM.
Als u de [TO HOST] -aansluiting gebruikt, stel dan de
SELECT]
type computer dat u gebruikt (blz. 47).
U kunt ook gedetailleerde infor­matie over MIDI verkrijgen via verscheidene muziekboeken en andere publicaties.
-schakelaar in op het
[HOST
44
P-90
Over MIDI
Een PC aansluiten
U kunt genieten van computermuziekdata op de P-90 door een computer op de [TO HOST] (of MIDI) -aansluiting aan te sluiten.
OPM.
Als de P-90 wordt gebruikt als een klankmodule, zullen speeldata die gebruik maken van voices die niet op de P-90 aanwezig zijn, niet goed worden afgespeeld.
Er zijn drie methodes waarop u de P-90 op een PC aan kunt sluiten:
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de [TO HOST] -aansluiting van de P-90 (blz. 46).
2. Gebruik een MIDI-interface en de MIDI-aansluitingen van de P-90 (blz. 47).
3. Gebruik de USB-poort van de computer en de UX256, UX96 of UX16, een USB-interface (blz. 48).
Zie voor meer informatie, de aangegeven bladzijden.
OPM.
OPM.
OPM.
Als u de P-90 op een PC aansluit, zet dan eerst zowel de P-90 als de computer uit voordat u kabels aansluit of de
[HOST SELECT] -schakelaar instelt. Zet, na het maken van de aansluitingen en schakelaarinstellingen, eerst de com-
puter aan en vervolgens de P-90.
Als u de [TO HOST] -aansluiting van de P-90 niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de kabel loskoppelt van de aanslui­ting. Als de kabel aangesloten blijft, kan het zijn dat de P-90 niet goed functioneert.
zal in de display verschijnen als de hostcomputer niet is aangeschakeld, de kabel niet goed is aangesloten, de
[HOST SELECT] - schakelaar niet in de juiste positie staat, of de MIDI-driver of MIDI-toepassing niet actief is. Zet in dit
geval zowel de P-90 als de computer uit en controleer de kabelaansluitingen en de positie van de schakelaar. Zet, als de verbindingen en de [HOST SELECT] -schakelaarpositie zijn gecontroleerd, eerst de computer aan en vervolgens de P-90, en controleer of de MIDI-driver en MIDI-toepassing goed functioneren.
[HOST SELECT]
-
OPM.
Als de [HOST SELECT] -schakelaar is ingesteld op “PC-1”, “PC-2” of “Mac”, kunt u de [TO HOST] -aansluiting gebrui­ken, maar de MIDI-aansluitingen zijn uitgeschakeld aangezien er geen dataoverdr acht via de MIDI-aansluitingen plaats­vindt. Andersom geldt dat, als de bruiken, maar niet de vindt.
[TO HOST]
[HOST SELECT]
-aansluiting aangezien er geen dataoverdracht via de
-schakelaar is ingesteld op “MIDI”, u de MIDI-aansluitingen kunt ge-
[TO HOST]
-aansluiting plaats-
P-90
Een PC aansluiten
45
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de [TO HOST]-aansluiting van de P-90
Sluit de seriële poort (RS-232C of RS-422) van de computer aan op de [TO HOST] -aansluitingvan de P-90. Met deze aansluiting functioneert de P-90 als een MIDI-interface. Daardoor heeft u geen aparte MIDI-interface nodig.
Aansluiten
Gebruik een speciale seriële kabel (blz. 46) om de seriële poort (RS-232C of RS-422) van de computer aan te sluiten op de
[TO HOST] -aansluiting van de P-90.
P-90
HOST SELECT TO HOST
Opmerking voor Windows-
MIDI Mac
PC-2 PC-1
TO HOST
modempoortRS-232C (D-sub 9-pins) RS-232C (D-sub 25-pins)
gebruikers (betreffende de MIDI-driver)
Om data over te dragen tussen de se­riële poort van de computer en de
[TO HOST] -aansluiting van de P-
90, is het noodzakelijk dat u een spe­cifieke MIDI-driver (de Yamaha CBX driver for Windo ws) installeert. U kunt deze driver downloaden van de volgende XG Library op de Yamaha-website: http://www.yamaha-xg.com
Windows Windows Macintosh
Soorten seriële kabels en aansluitpintoewijzingen
Gebruik, afhankelijk van het type computer dat u aansluit, één van de volgende seriële kabels.
Windows (met een seriële D-sub 9-pins poort)
8-pins mini DIN-plug D-sub 9-pins plug (Yamaha CCJ-PC2 of equivalent)
mini-DIN 8-pins
1 2 3 4 8 5
8 (CTS) 7 (RTS) 2 (RxD) 5 (GND)
3 (TxD)
Windows (met een seriële D-sub 25-pins poort)
8-pins mini DIN-plug D-sub 25-pins plug (Yamaha CCJ-PC1NF of equivalent)
D-sub 9-pins
Macintosh
Systeemrandapparatuurplug 8-pins plug (Yamaha CCJ-MAC of equivalent)
mini-DIN 8-pins
1 2 3 4 5 6 7 8
Pintoewijzing
Het volgende diagram geeft de pintoewijzingen voor elke kabel.
Pinnummers (vooraanzicht)
mini-DIN 8-pins
D-sub 25-pins
2 (HSK i) 1 (HSK O) 5 (RxD-) 4 (GND) 3 (TxD-) 8 (RxD+) 7 (GP-) 6 (TxD+)
mini-DIN 8-pins
D-sub 9-pins
46
mini-DIN 8-pins
P-90
Een PC aansluiten
1 2 3 4 8 5
5 (CTS) 4 (RTS) 3 (RxD) 7 (GND)
2 (TxD)
D-sub 25-pins
P-90 [HOST SELECT]-schakelaarinstelling
Stel de [HOST SELECT] -schakelaar van de P-90 juist in overeenkomstig het type van de aangesloten computer.
Macintosh: “Mac” (dataoverdrachtsnelheid: 31.250bps, 1MHz clock)
Windows: “PC-2” (dataoverdrachtsnelheid: 38.400bps)
Als uw systeem niet goed werkt met de aansluitingen en instellingen die hierboven zijn opgesomd, kan het zijn dat u andere instellingen in uw software moet maken. Controleer uw softwarebedieningshandleiding en stel de [HOST
SELECT] -schakelaar in op de juiste dataoverdrachtsnelheid. (De dataoverdrachtsnelheid van “PC-1” is 31.250bps.)
2. Een MIDI-interface en de MIDI-aansluitingen van de P-90 gebruiken
Aansluiten
Gebruik een MIDI-interface om een computer op de P-90 aan te sluiten met gebruikmaking van speciale MIDI-kabels.
P-90
MIDI OUT
IN MIDI OUT HOST SELECT
MIDI IN
MIDI IN
MIDI-interface
MIDI OUT
MIDI OUT
MIDI Mac
PC-2 PC-1
MIDI IN
MIDI-interface
Windows Macintosh
P-90 [HOST SELECT]-schakelaarinstelling
Stel de [HOST SELECT] -schakelaar van de P-90 in op “MIDI”.
P-90
Een PC aansluiten
47
3. De USB-poort van de computer aansluiten op de P-90 via een USB-interface, zoals
de UX256, UX96 of UX16
Sluit de USB-poort van de computer aan op de USB-interface (zoals de UX256, UX96 of UX16) met een USB-kabel. Installeer de driver (die bij de USB-interface is geleverd) op de computer, en sluit de USB-interface aan op de P-90 met een seriële kabel of MIDI-kabels. Zie voor meer informatie de handleiding van de USB-interface.
Een voorbeeld van het aansluiten van de USB-interface op de P-90 met een seriële kabel
HOST SELECTTO HOST
or
computer
USB-kabel
MIDI Mac
PC-2 PC-1
Standaard Machintosh 8-pins systeemrandapparatuurkabel
MIDI Mac
PC-2 PC-1
USB-interface
MIN MAX
MELLOW BRIGHT
MASTER VOLUME
START/
TEMPO/
BRILLIANCE
DEMO
FUNCTION
— / NO+ / YES
STOP
FUNCTION#
PRESET TRACK
SONG EFFECT TOUCH
TEMPO/OTHER VALUE
Een voorbeeld van het aansluiten van de USB-interface op de P-90 met MIDI-kabels
IN MIDI OUT HOST SELECT
MIDI Mac
START/ STOP
TEMPO/
FUNCTION
FUNCTION#
PC-2 PC-1
— / NO+ / YES
PRESET TRACK
SONG EFFECT TOUCH
TEMPO/OTHER VALUE
computer
USB-kabel
USB-interface
MIDI-kabels
MASTER VOLUME
MIN MAX
BRILLIANCE
MELLOW BRIGHT
DEMO
P-90
GRAND
GRAND
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
GUITAR
HARPSI.
1
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
HALL 2
START/
CHURCH
JAZZ
WOOD
DELAY
SOFT
ON
STAGE
STOP
REC
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VARIATION SPLIT
BASS
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
ELECTRONIC PIANO
P-90
GRAND
GRAND
VIBES/
CLAVI./
E. PIANO2E. PIANO
PIANO 1
PIANO 2
GUITAR
HARPSI.
1
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
MEDIUM
TREMOLO
START/
CHURCH
JAZZ
WOOD
ON
STAGE
SOFT
DELAY
STOP
REC
ORGAN STRINGS CHOIR E.BASS
ORGAN
VOICETRANSPOSEREVERBMETRONOME
VARIATION SPLIT
BASS
ELECTRONIC PIANO
48
P-90
Een PC aansluiten
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak en oplossing
De P-90 gaat niet aan. De P-90 is niet goed aangesloten. Steek de netadapterstekker in een stopcontact en
de adapterplug goed stevig in het instrument (blz. 8).
Er is een klik of plop te horen als het instru­ment wordt aan- of uitgezet.
Er zijn bijgeluiden te horen uit de luidsprekers of in de hoofdtelefoon.
Het totale volume is laag of er is geen geluid te horen.
Het voetpedaal heeft geen effect of het geluid heeft voortdurend sustain zelfs als het voet­pedaal niet is ingetrapt.
Het voetpedaal lijkt tegengesteld te werken. Het indrukken van de voetschakelaar bijvoor­beeld, kapt het geluid af en het loslaten geeft het geluid sustain.
Dit is normaal als er een elektrische stroom aan het instrument wordt geleverd.
De bijgeluiden kunnen het gevolg zijn van interferentie die veroorzaakt wordt door het gebruik van een mobiele telefoon in de nabijheid van de P-90. Zet de mobiele telefoon uit of haal deze uit de buurt van de P-90.
• Het mastervolume is te laag ingesteld. Stel het in op een geschikt niveau met de [MASTER VOLUME]-regelaar .
• Zorg ervoor dat de lokale besturing (blz. 40) op AAN staat.
De pedaalkabel is misschien niet goed aangesloten. Zorg ervoor dat de pedaalkabel goed op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten (blz. 10).
De polariteit van het voetpedaal is omgekeerd. Zorg ervoor dat de plug van het voet­pedaal goed op de [SUSTAIN]-aansluiting is aangesloten voordat u het instrument aanzet. Druk het pedaal niet in terwijl u het instrument aanzet.
Als er in de display verschijnt, heeft er een interne fout plaatsgevonden. Neem in dit geval contact op met uw Yamaha-dealer
P-90
Problemen oplossen
49
Presetvoice-overzicht
Paneel-
opdruk
GRAND PIANO 1
GRAND PIANO 2
E.PIANO1
E.PIANO2
CLAVI./ HARPSI.
VIBES/ GUITAR
[VARIATION]
-knop
UIT
AAN (Variatie)
UIT
AAN (Variatie)
UIT E.Piano1
AAN (Variatie)
UIT E.Piano2
AAN (Variatie)
UIT Clavi.
AAN
UIT Vibraphone
AAN NylonGuitar
Voicenaam
GrandPiano
GrandPiano
1
2
Harpsi-
chord
Stereo-
sampling
✓✓✓✓
✓✓✓✓
✓✓
✓✓
✓✓
✓✓✓
Aanslag-
gevoeligheid
✓✓
✓✓
✓✓
Dynamische sampling
*1
Toets-los-
sample
*2
Voicebeschrijvingen
Opgenomen samples van een vol­waardige concertvleugel. Bevat ook drie niveaus van dynamische sampling, sustainsamples, en toets-los-samples voor een uitzon­derlijk realistisch akoestisch vleu­gelgeluid. Perfect voor klassieke composities alsook elke willekeuri­ge andere stijl waarvoor een akoestische piano nodig is.
Warme en zoetklinkende piano. Goed voor klassieke composities.
Ruimtelijke en pure piano met een heldere nagalm. Goed voor popu­laire muziek.
Heldere, ruimtelijke piano. Goed voor populaire of rockmuziek.
Een elektronisch pianogeluid ge­creëerd met FM-synthese. Extreem “muzikale” reactie met variërende klankkleur afhankelijk van de toet­senbordaanslag. Goed voor gang­bare populaire muziek.
Een synthetisch-gegenereerd type elektronisch pianogeluid vaak te horen in populaire muziek.Gebruikt in de dualmode mengt dit goed met een akoestische pianovoice.
Het geluid van een elektrische pia­no die gebruik maakt van hamers die op metalen “staafjes” slaan. Een zachte klank als er licht ge­speeld wordt en een agressieve klank als er hard gespeeld wordt.
Een licht afwijkend elektrisch pia­nogeluid, vaak te horen in rock- en populaire muziek.
Een op een hameraanslag geba­seerd toetsinstrument dat voorziet in een elektrische pickup die vaak te horen is in funk en soul muziek. Zijn klank is bekend door het specifieke geluid dat wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
Absoluut het instrument voor barok­muziek. Aangezien een klavecimbel met getokkelde snaren werkt, is de­ze niet aanslaggevoelig. Er is echter een karakteristiek bijkomend geluid als de toetsen worden losgelaten.
Vibrafoon bespeeld met relatief zachte mallets. De klank wordt me­taliger naarmate u harder speelt.
Warme en natuurlijk klinkende nylon gitaar. Geniet van de rustige sfeer van nylon snaren.
50
P-90
Presetvoice-overzicht/Demosongoverzicht/Presetsongoverzicht
Paneel-
opdruk
CHURCH ORGAN
JAZZ ORGAN
STRINGS
CHOIR
WOOD BASS
E.BASS
[VARIATION]
-knop
UIT
AAN (Variatie)
UIT JazzOrgan
AAN (Variatie)
UIT Strings
AAN SlowStrings
UIT Choir
AAN SlowChoir
UIT WoodBass
AAN (Variatie)
UIT E.Bass
AAN (Variatie)
Voicenaam
Church-
Organ
Stereo-
sampling
Aanslag-
gevoeligheid
✓✓
Dynamische sampling
*1
Toets-los-
sample
*2
Voicebeschrijvingen
Dit is een typisch pijporgelgeluid (8 voet + 4 voet + 2 voet). Goed voor kerkmuziek uit de Barokperiode.
Dit is het volle registergeluid van het orgel dat vaak geassocieerd wordt met Bach’s “Toccata en Fuga”.
Het geluid van een “toonwiel”-type elektrisch orgel. Vaak te horen in jazz- en rockthema’s.
Maakt gebruik van een roterend luidsprekereffect met verschillende snelheden. De variatiesnelheid is sneller. Als de variatie wordt gese­lecteerd terwijl u een akkoord inge­drukt houdt, zal de snelheid van het effect geleidelijk veranderen.
Stereogesampled, grootschalig strijkersensemble met realistische reverb. Probeer deze voice te com­bineren met piano in de dualmode.
Ruimtelijk strijkersensemble met langzame attack. Probeer deze voice te combineren met een piano of elektrische piano in de dualmode.
Een grote, ruimtelijke koorvoice. Perfect v oor het scheppen v an rijke harmonieën in langzame stukken.
Een koorvoice met een langzame attack. Probeer deze voice te com­bineren met een piano of elektri­sche piano in de dualmode.
Een staande bas gespeeld met de vingers, zonder strijkstok. Ideaal voor jazz en Latin muziek.
Voegt een bekk en v oice toe aan het basgeluid. Ideaal voor lopende baslijnen in jazzmelodieën.
Elektrische bas voor een uitgebrei­de reeks aan muziekstijlen, jazz, rock, populair en meer.
Een fretloze bas goed voor stijlen zoals jazz, fusion, enz.
*1. Dynamische sampling geeft meerdere aanslaggeschakelde samples om zo nauwkeurig de klankkleurreactie te
simuleren van een akoestisch instrument.
*2. Bevat een zeer subtiele sample die wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
P-90
Presetvoice-overzicht/Demosongoverzicht/Presetsongoverzicht
51
Demosongoverzicht
Pianovoicedemobeschrijving
Paneelopdruk
GRAND PIANO1 GRAND PIANO2 E.PIANO1 E.PIANO2 CLAVI./HARPSI. VIBES/GUITAR CHURCH ORGAN JAZZ ORGAN STRINGS
Stereo gesampled Mono gesampled Dynamische sampling; mezzo piano Dynamische sampling; mezzo forte Dynamische sampling; forte Met sustainsamples Zonder sustainsamples Met toets-los-samples Zonder toets-los-samples
Presetsongoverzicht
Nr. Titel Componist
1 Invention No. 1 J.S.Bach 2 Invention No. 8 J.S.Bach 3 Gavotte J.S.Bach 4 Prelude (Wohltemperierte Klavier I No.1) J.S.Bach 5 Menuett G dur BWV.Anh.114 J.S.Bach 6 Le Coucou L-C.Daquin 7 Piano Sonate No.15 K.545 1st mov W.A.Mozart 8Turkish March W.A.Mozart
9 Menuett G dur W.A.Mozart 10 Little Serenade J.Haydn 11 Perpetuum mobile C.M.v.Weber 12 Ecossaise L.v.Beethoven 13 Für Elise L.v.Beethoven 14 Marcia alla Turca L.v.Beethoven 15 Piano Sonate op.13 “Pathétique” 2nd mov. L.v.Beethoven 16 Piano Sonate op.27-2 “Mondschein” 1st mov. L.v.Beethoven 17 Piano Sonate op.49-2 1st mov. L.v.Beethoven 18 Impromptu op.90-2 F.P.Schubert 19 Moments Musicaux op.94-3 F.P.Schubert 20 Frühlingslied op.62-2 J.L.F.Mendelssohn 21 Jägerlied op.19b-3 J.L.F.Mendelssohn 22 Fantaisie-Impromptu F.F.Chopin 23 Prelude op.28-15 “Raindrop” F.F.Chopin 24 Etude op.10-5 “Black keys” F.F.Chopin 25 Etude op.10-3 “Chanson de l’adieu” F.F.Chopin
Pianovoicedemo
Nr. Titel Componist
26 Etude op.10-12 “Revolutionary” F.F.Chopin 27 Valse op.64-1 “Petit chien” F.F.Chopin 28 Valse op.64-2 F.F.Chopin 29 Valse op.69-1 “L’adieu” F.F.Chopin 30 Nocturne op.9-2 F.F.Chopin 31 Träumerei R.Schumann 32 Fröhlicher Landmann R.Schumann 33 La prière d’une Vierge T.Badarzewska 34 Dolly’s Dreaming and Awakening T.Oesten 35 Arabesque J.F.Burgmüller 36 Pastorale J.F.Burgmüller 37 La chevaleresque J.F.Burgmüller 38 Liebesträume Nr.3 F.Liszt 39 Blumenlied G.Lange 40 Barcarolle P.I.Tchaikovsky 41 Melody in F A.Rubinstein 42 Humoresque A.Dvorák 43 Tango (España) I.Albéniz 44 The Entertainer S.Joplin 45 Maple Leaf Rag S.Joplin 46 La Fille aux Cheveux de Lin C.A.Debussy 47 Arabesque 1 C.A.Debussy 48 Clair de lune C.A.Debussy 49 Rêverie C.A.Debussy 50 Golliwog’s Cakewalk C.A.Debussy
52
P-90
Presetvoice-overzicht/Demosongoverzicht/Presetsongoverzicht
Index
Getallen
50 Pianopresetsongs........................................................15
A
Aanpassen
Brilliance (helderheid)........................................14, 20
Tempo (50 Pianopresetsongs)..................................15
Tempo (opgenomen songs)......................................30
Volume.......................................................................11
Volume (50 Pianopresetsongs).................................15
Volume (Demo)........................................................14
Volume (Metronoom)..............................................39
Volume (opgenomen songs)....................................31
Aanslaggevoeligheid........................................................21
Aanzetten van het instrument........................................11
A-B-herhaling voor 50 presetsongs................................18
Accessoires.........................................................................6
ALL (LED-display)..........................................................15
G
Gedetailleerde instellingen (FUNCTION)....................32
H
[HOST SELECT]-schakelaar....................................11, 47
HST (LED-display).........................................................45
M
METRONOME...............................................................25
Metronoomvolume.........................................................39
MIDI................................................................................44
MIDI [IN] [OUT]-aansluitingen.......................11, 44, 47
MIDI-dataformat............................................................56
MIDI-driver ....................................................................46
MIDI-functies.................................................................40
MIDI-kabels........................................................44, 47, 48
Muziekstandaard...............................................................9
B
Backupfuncties................................................................42
[BRILLIANCE]-regelaar.................................................20
D
[DC IN 12V]-aansluiting..................................................9
[DEMO]-knop ................................................................14
Demosongoverzicht........................................................52
Dualmode..................................................................23, 37
E
[EFFECT]-knop ..............................................................20
F
Fabrieksinstellingenoverzicht.........................................55
Fijnregeling van de toonhoogte......................................35
FUL (LED-display)..........................................................27
Functieparameteroverzicht.............................................55
FUNCTION...............................................................35–42
Basisprocedure...........................................................33
N
Netadapter.........................................................................9
Normale instelling...........................................................19
O
Opnemen.........................................................................26
aanvangsinstellingen.................................................29
Opnieuw opnemen.........................................................27
OUTPUT [L][R]-aansluitingen, [L/L+R][R]-aanslui-
tingen.............................................................................10
Overzicht
Demosong .................................................................52
Fabrieksinstellingen..................................................55
Functies......................................................................32
Presetsong..................................................................52
Presetvoice...........................................................50–51
P
[PHONES]-aansluitingen...............................................10
Partij voor één hand oefenen met de 50 presetsongs....16
Pianovoicedemobeschrijving .........................................52
PC aansluiten ..................................................................45
PRESET............................................................................15
Presetsongpartij...............................................................39
P-90
Index
53
Presetsongoverzicht.........................................................52
Presetvoice-overzicht................................................50–51
Problemen oplossen........................................................49
R
REC Recording...........................................................27
[REVERB]-knop..............................................................20
rnd (LED-display)...........................................................15
S
Scn (LED-display)...........................................................49
Seriële kabel...............................................................46, 48
Specificaties......................................................................61
SPLIT ...............................................................................38
[SPLIT]-knop..................................................................24
[STANDBY/ON]-schakelaar..........................................10
Start/Stop afspelen
50 Pianopresetsongs..................................................15
Demonstratiemelodieën............................................14
Handige afspeelfuncties ............................................31
Opgenomen songs.....................................................30
Start/Stop opnemen........................................................27
[START/STOP]-knop (Demo).......................................14
[START/STOP]-knop (METRONOME).......................25
Stemmen Fijnregeling van de toonhoogte................35
Stemschaal.......................................................................36
[SUSTAIN]-aansluiting..................................................10
Sustainpedaal.............................................................38, 39
Synchro start
50 Piano Preset Songs................................................17
opgenomen songs......................................................31
V
Variaties aanbrengen ......................................................19
[VARIATION]-knop......................................................19
[VOICE]-knoppen..........................................................19
Voorzorgsmaatregelen..................................................3–4
54
T
TEMPO......................................................................15, 30
[TO HOST]-aansluiting............................................11, 44
Toonhoogte Fijnregeling van de toonhoogte............35
TOUCH...........................................................................21
Track afspelen aan en uit................................................31
TRACK1/2 (50 piano preset songs)................................16
TRACK1/2 (Opnemen) ..................................................27
TRANSPOSE...................................................................22
Twee voices combineren (dualmode)............................23
U
USB ..................................................................................48
P-90
Index
Overzicht fabrieksinstellingen
Functie Standaard Backupgroep
Voice [GRAND PIANO 1] Dualmode OFF Splitmode OFF Splitmode linkervoice WOOD BASS Reverbtype Preset per voice Reverbdiepte Preset per voice Effecttype Preset per voice Effectdiepte Preset per voice Aanslaggevoeligheid MEDIUM Volume in de FIXED-mode 64 Metronoom OFF — Maatsoort metronoom 0 (geen accent) F9.1 Tempo 120 — Transponering 0 F9.3
F9.1
Functiemode
Functie Standaard Backupgroep
F1 Stemmen A3=440Hz
F9.3F2.1 Stemming 1 (Gelijkzwevende temperatuur) F2.2 Grondtoonnoot C F3.1 Dualbalans Preset per voicecombinatie F3.2 Dualontstemming Preset per voicecombinatie F3.3, F3.4 Dualoctavering Preset per voicecombinatie F3.5, F.3.6 Dualeffectdiepte Preset per voicecombinatie
ON ON
2
F4.1 Splitpunt F F4.2 Splitbalans Preset per voicecombinatie F4.3, F4.4 Splitoctavering Preset per voicecombinatie F4.5, F4.6 Spliteffectdiepte Preset per voicecombinatie F4.7 Sustainpedaalbereik ALL F5.1 Sustainsamplediepte 12 F5.2 Toets-los-samplevolume 10 F6 Metronoomvolume 10 F7 Presetsongpartij-annuleervolume 5 F8.1 MIDI-zendkanaal 1 F8.2 MIDI-ontvangstkanaal ALL F8.3 Lokale besturing ON F8.4 F8.5 F8.6 MIDI-zendtransponering 0 F9 Backup Alles OFF Wordt altijd gebackupt
Programmawijziging verzending & ontvangst Besturingswijziging verzending & ontvangst
F9.1
F9.4
F9.1
F9.2
P-90
55
MIDI-dataformat
Als u reeds erg bekend met MIDI, of een computer ge­bruikt om uw muziekhardware via computergegenereerde MIDI-boodschappen te besturen, kan de data in dit gedeelte van pas komen om de P-90 te besturen.
1. NOTE ON/OFF
Data format: [9nH] -> [kk] -> [vv]
9nH = Note ON/OFF event (n = channel number) kk = Note number (Transmit: 09H ~ 78H = A-2 ~ C8 /
Receive: 00H ~ 7FH = C-2 ~ G8)*
vv = Velocity (Key ON = 01H ~ 7FH, Key OFF = 00H)
Data format: [8nH] -> [kk] -> [vv] (reception only)
8nH = Note OFF event (n = channel number) kk = Note number: 00H ~ 7FH = C-2 ~ G8 vv = Velocity
* If received value exceeds the supported range for the
selected voice, the note is adjusted by the necessary number of octaves.
2. CONTROL CHANGE
Data format: [BnH] -> [cc] -> [vv]
BnH = Control change (n = channel number) cc = Control number vv = Data Range
(1) Bank Select
ccH Parameter Data Range (vvH) 00H Bank Select MSB 00H:Normal 20H Bank Select LSB 00H...7FH
Bank selection processing does not occur until receipt of next Program Change message.
(2) Main Volume (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 07H Volume MSB 00H...7FH
(3) Expression
ccH Parameter Data Range (vvH) 0BH Expression MSB 00H...7FH
(4) Damper
ccH Parameter Data Range (vvH) 40H Damper MSB 00H...7FH
(5) Sostenuto (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 42H Sostenuto 00H-3FH:off, 40H-7FH:on
(6) Soft Pedal (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 43H Soft Pedal 00H-3FH:off, 40H-7FH:on
(7) Effect1 Depth (Reverb Send Level)
ccH Parameter Data Range (vvH) 5BH Effect1 Depth 00H...7FH
Adjusts the reverb send level.
(8) Effect4 Depth (Variation Effect Send Level)
ccH Parameter Data Range (vvH) 5EH Effect4 Depth 00H...7FH
3. MODE MESSAGES
Data format: [BnH] -> [cc] -> [vv]
BnH = Control event (n = channel number) cc = Control number vv = Data Range
(1) All Sound Off
ccH Parameter Data Range (vvH) 78H All Sound Off 00H
Switches off all sound from the channel. Does not reset Note On and Hold On conditions established by Channel Messages.
(2) Reset All Controllers
ccH Parameter Data Range (vvH) 79H Reset All Controllers 00H
Resets controllers as follows. Controller Value Expression 127 (max) Damper Pedal 0 (off) Sostenuto 0 (off) Soft Pedal 0 (off)
(3) Local Control (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 7AH Local Control 00H (off), 7FH (on)
(4) All Notes Off
ccH Parameter Data Range (vvH) 7BH All Notes Off 00H
Switches OFF all the notes that are currently ON on the specified channel. Any notes being held by the damper or sostenuto pedal will continue to sound until the pedal is released.
(5) Omni Off (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 7CH Omni Off 00H
Same processing as for All Notes Off.
(6) Omni On (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 7DH Omni On 00H
Same processing as for All Notes Off.
(7) Mono (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 7EH Mono 00H
Same processing as for All Sound Off.
(8) Poly (reception only)
ccH Parameter Data Range (vvH) 7FH Poly 00H
Same processing as for All Sound Off.
• When control change reception is turned OFF in the Function mode, control change data will not be transmitted or received except for Bank Select and Mode messages.
• Local on/off, OMNI on/off are not transmitted. (The appropriate note off number is supplied with “All Note Off” transmission).
• When a voice bank MSB/LSB is received, the number is stored in the internal buffer regardless of the received order, then the stored value is used to select the appropriate voice when a program change message is received.
• The Multi-timbre and Poly modes are always active. No change occurs when OMNI ON, OMNI OFF, MONO, or POLY mode messages are received.
56
P-90
ll
ll
4. PROGRAM CHANGE
Data format: [CnH] -> [ppH]
CnH = Program event (n = channel number) ppH = Program change number
P.C .#=Program Change number
Printed on the
panel
GRANDPIANO 1
GRANDPIANO 2
E.PIANO1
E.PIANO2
CLAVI./HARPSI.
VIBES/GUITAR CHURCH
ORGAN JAZZ ORGAN
STRINGS
CHOIR
WOOD BASS
E.BASS
[VARIATION]
button
OFF GrandPiano1 0 122 1
ON (Variation) 0 123 1
OFF GrandPiano2 0 112 1
ON (Variation) 0 112 2
OFF E.Piano1 0 122 6
ON (Variation) 0 122 89
OFF E.Piano2 0 122 5
ON (Variation) 0 123 5
OFF Clavi. 0 122 8
ON Harpsichord 0 122 7
OFF Vibraphone 0 122 12
ON NylonGuitar 0 122 25
OFF ChurchOrgan 0 123 20
ON (Variation) 0 122 20
OFF JazzOrgan 0 122 17
ON (Variation) 0 123 17
OFF Strings 0 122 49
ON SlowStrings 0 122 50
OFF Choir 0 122 53
ON SlowChoir 0 123 53
OFF WoodBass 0 122 33
ON (Variation) 0 124 33
OFF E.Bass 0 122 34
ON (Variation) 0 122 36
Voice Name
MSB (0-127)
LSB
(0-127)
• When program change reception is turned OFF in the Function mode, no program change data is transmitted or received. Also, Bank MSB/LSB is not transmitted or received.
5. SYSTEM REALTIME MESSAGES
[rrH] F8H: Timing clock FAH: Start FCH: Stop FEH: Active sensing
Data Transmission Reception
F8H
FAH Recorder start
FCH Recorder stop
FEH
Transmitted every 96 clocks
Transmitted every 200 milliseconds
• Caution: If an error occurs during MIDI reception, the Damper, Sostenuto, and Soft effects for all channels are turned off and an All Note Off occurs.
Received as 96-clock tempo timing when MIDI clock is set to External
Recorder start Not received when the MIDI clock is set to Internal.
Recorder stop Not received when the MIDI clock is set to Internal.
If a signal is not received via MIDI for more than 400 milliseconds, the same processing will take place for All Sound Off, All Notes Off and Reset All Controllers as when those signals are received.
P.C# (1-128)
6. SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (Yamaha MIDI Format)
Panel Data Transmit
Data format: [F0H] -> [43H] -> [0nH] -> [7CH] -> ... -> [F7H]
F0H, 43H, 0nH, 7CH (n: channel number) 00H, 2BH (data length) 43H, 4CH, 20H, 20H (CL) 43H, 4CH, 50H, 27H, 30H, 33H (CLP’03) 30H, 30H (version x, y) [PANEL DATA]
[CHECK SUM (1byte)] = 0-(43H+4CH+20H+......+Data end)
F7H
• Panel Data Contents
(1) 1'st Voice (2) Dual On/Off (3) Dual Voice (4) Dual Balance (5) Dual Detune (6) Dual Voice1 Octave (7) Dual Voice2 Octave (8) Dual Voice1 Effect Depth (9) Dual Voice2 Effect Depth (10) Split On/Off (11) Split Voice (12) Split Point (13) Split Balance (14) Split Voice1 Octave (15) Split Voice2 Octave (16) Split Voice1 Effect Depth (17) Split Voice2 Effect Depth
(18) Split Dumper Mode (19) Reverb Type 1 (20) Reverb Type 2 (21) Reverb Depth 1 (22) Reverb Depth 2 (23) Effect Type 1 (24) Effect Type 2 (25) Effect Depth (26) Variation On/Off (27) T ouch Sensitivity (28) Fixed Data (29) Absolute tempo low byte (30) Absolute tempo high byte (31) Key-Off Sampling Depth
•Panel data send requests cannot be received.
7. SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (Universal System Exclusive)
(1) Universal Realtime Message
Data format: [F0H] -> [7FH] -> [XnH] -> [04H] -> [01H] ->
[llH] -> [mmH] -> [F7H]
MIDI Master Volume
• Simultaneously changes the volume of all channels.
• When a MIDI master volume message is received, the volume
only has affect on the MIDI receive channel, not the panel master volume.
F0H = Exclusive status 7FH = Universal Realtime 7FH = ID of target device 04H = Sub-ID #1=Device Control Message 01H = Sub-ID #2=Master Volume
H = Volume LSB
mmH =
Volume MSB
F7H = End of Exclusive
or
F0H = Exclusive status 7FH = Universal Realtime XnH = When n is received n=0~F, whichever is received.
X = don’t care 04H = Sub-ID #1=Device Control Message 01H = Sub-ID #2=Master Volume
H = Volume LSB
mmH =
Volume MSB F7H = End of Exclusive
P-90
57
or
ll
ll
or
(2) Universal Non-Realtime Message (GM On)
General MIDI Mode On
Data format: [F0H] -> [7EH] -> [XnH] -> [09H] -> [01H] ->
[F7H]
F0H = Exclusive status 7EH = Universal Non-Realtime 7FH = ID of target device 09H = Sub-ID #1=General MIDI Message 01H = Sub-ID #2=General MIDI On F7H = End of Exclusive
F0H = Exclusive status 7EH = Universal Non-Realtime XnH = When received, n=0~F.
X = don’t care 09H = Sub-ID #1=General MIDI Message 01H = Sub-ID #2=General MIDI On F7H = End of Exclusive
When the General MIDI mode ON message is received, the MIDI system will be reset to its default settings. This message requires approximately 50ms to execute, so sufficient time should be allowed before the ne xt message is sent.
8. SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (XG Standard)
(1) XG Native Parameter Change
Data format: [F0H] -> [43H] -> [1nH] -> [4CH] -> [hhH] ->
F0H = Exclusive status 43H = YAMAHA ID 1nH = When received, n=0~F.
4CH = Model ID of XG hhH = Address High
mmH =
H = Address Low ddH = Data | F7H = End of Exclusive
Data size must match parameter size (2 or 4 bytes). When the XG System On message is received, the MIDI system will be reset to its default settings. The message requires approximately 50ms to execute, so sufficient time should be allowed before the ne xt message is sent.
(2) XG Native Bulk Data (reception only)
Data format: [F0H] -> [43H] -> [0nH] -> [4CH] -> [aaH] ->
F0H = Exclusive status 43H = YAMAHA ID 0nH = When received, n=0~F.
4CH = Model ID of XG aaH = ByteCount bbH = ByteCount hhH = Address High
mmH =
H = Address Low ddH = Data | | | | ccH = Check sum F7H = End of Exclusive
• Receipt of the XG SYSTEM ON message causes reinitialization of relevant parameters and Control Change values. Allow sufficient time for processing to execute (about 50 msec) before sending the P-90 another message.
• XG Native Parameter Change message may contain two or four bytes of parameter data (depending on the parameter size).
•For information about the Address and Byte Count values, refer to Table 1 below. Note that the table’s Total Size value gives the size of a bulk block. Only the top address of the block (00H, 00H, 00H) is valid as a bulk data address.
[mmH] -> [ ll H] -> [ddH] -> [F7H]
When transmitted, n=0.
Address Mid
[bbH] -> [hhH] -> [mmH] -> [ ll H] ->[ddH] ->...-> [ccH] -> [F7H]
When transmitted, n=0.
Address Mid
9. SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (P-90 MIDI Format)
Data format:
F0H = Exclusive status 43H = Yamaha ID 73H = Clavinova ID 01H = Product ID (CLP common) nnH = Substatus
F7H = End of Exclusive
Data format:
F0H = Exclusive status 43H = Yamaha ID 73H = Clavinova ID 7FH= Extended Product ID xxH = Product ID (P-90: 32H) nnH = Substatus
F7H = End of Exclusive
SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (Special Control)
10.
Data format: [F0H] -> [43H] -> [73H] -> [7FH] -> [xxH] ->
F0H = Exclusive status 43H = Yamaha ID 73H = Clavinova ID 7FH = Extended Product ID xxH = Product ID (P-90: 32H) 11H = Special control 0nH = Control MIDI change (n=channel number) cc = Control number vv = Value F7H = End of Exclusive
Control 0n ccH vvH
Split Point Always 00H 14H 14H : Split Key Number
Metronome Always 00H 1BH 00H : off
Damper Level
Channel Detune
Voice Reserve
*
[F0H] -> [43H] -> [73H] -> [01H] -> [nnH] -> [F7H]
nn Control 02H Internal MIDI clock 03H External MIDI clock
[F0H] -> [43H] -> [73H] -> [7FH] -> [xxH] -> [nnH]
-> [F7H]
nn Control 02H Internal MIDI clock 03H External MIDI clock 06H Bulk Data (the bulk data follows 06H)
BULK DUMP FORMAT
F0H, 43H, 73H 7FH = Extended Product ID xxH = Product ID (P-90: 32H) 06H = Bulk ID 05H = Sequence data 0nH, 0nH, 0nH, 0nH = Data length [BULK DATA] [CHECK SUM (1byte)] = 0-sum (BULK DATA) F7H = End of Exclusive
[11H] -> [0nH] -> [ccH] -> [vvH] -> [F7H]
01H : – 02H : 2/4 03H : 3/4 04H : 4/4 05H : 5/4 06H : 6/4 7FH : No accent
ch: 00H-0FH 3DH(Sets the Damper Level
for each channel) 00H-7FH
ch: 00H-0FH 43H (Sets the Detune value
for each channel) 00H-7FH
ch: 00H-0FH 45H 00H : Reserve off
7FH : on*
When Volume, Expression is received for Reserve On, they will be effective from the next Key On. Reserve Off is normal.
58
P-90
ll
ll
11.SYSTEM EXCLUSIVE MESSAGES (Others)
Data format:
Master Tuning (XG and last message priority) simultaneously changes the pitch of all channels. F0H = Exclusive Status 43H = Yamaha ID 1nH = When received, n=0~F.
27H = Model ID of TG100 30H = Sub ID 00H 00H mmH =Master Tune MSB
H = Master Tune LSB ccH = don’t care (under 7FH) F7H = End of Exclusive
[F0H] -> [43H] -> [1nH] -> [27H] -> [30H] -> [00H]
-> [00H] -> [mmH] -> [
When transmitted, n=0.
H] -> [ccH] -> [F7H]
<Table 1>
MIDI Parameter Change table (SYSTEM)
Address (H) Size (H) Data (H) Parameter Description Default value (H)
00 00 00 4 020C - 05F4(*1) MASTER TUNE -50 - +50[cent] 00 04 00 00 01 1st bit 3 - 0 02 2nd bit 3 - 0 03 3rd bit 3 - 0
4th bit 3 - 0 04 1 00 - 7F MASTER VOLUME 0 - 127 7F 05 1 — 06 1 34 - 4C(*2) TRANSPOSE -12 - +12[semitones] 40 7E 00 XG SYSTEM ON 00=XG system ON 7F 00 RESET ALL PARAMETERS 00=ON (receive only) TOTAL SIZE 07
*1: Values lower than 020CH select -50 cents. Values higher than 05F4H select +50 cents. *2: Values from 28H through 33H are interpreted as -12 through -1. Values from 4DH through 58H are interpreted as +1 through +12.
bit 15 - 12 400
bit 11 - 8 bit 7 - 4 bit 3 - 0
<Table 2>
MIDI Parameter Change table (EFFECT 1)
Refer to the “Effect MIDI Map” for a complete list of Reverb, Chorus and Variation type numbers.
Address (H) Size (H) Data (H) Parameter Description Default value (H)
02 01 00 2 00-7F REVERB TYPE MSB Refer to Effect MIDI Map 01(=HALL1)
02 01 40 2 00-7F VARIATION TYPE MSB Refer to Effect MIDI Map 00(=Effect off)
• “VARIATION” refers to the EFFECT on the panel.
00-7F REVERB TYPE LSB 00 : basic type 00
00-7F VARIATION TYPE LSB 00 : basic type 00
<Table 3>
MIDI Parameter Change table (MULTI PART)
Address (H) Size (H) Data (H) Parameter Description Default value (H)
08 nn 11 1 00 - 7F DRY LEVEL 0 - 127 7F nn = Part Number
• Effect MIDI Map
REVERB
MSB LSB ROOM 02H 10H HALL 1 01H 10H HALL 2 01H 11H STAGE 03H 10H Sound board 03H 12H
EFFECT
MSB LSB CHORUS 42H 10H PHASER 48H 10H TREMOLO 46H 10H DELAY 05H 10H
P-90
59
YAMAHA [ Elektronische piano ] Datum: 08-01-2003
MIDI-implementatie-overzicht
Model P-90 MIDI-implementatie-overzicht
Versie: 1.0
VerzendtFunctie... Herkent Opmerkingen
Basis­kanaal
Mode
Standaard Gewijzigd
Standaard Boodschappen Gewijzigd
Noot­nummer : Echte voice
Aanslag
Noot AAN Noot UIT
After­touch
Toetsen Kanalen
Pitchbend Besturings-
wijzigingen
0,32
7 11 64 66 67 91 94
1 1 - 16
3
˛
**************
9 - 120 **************
Ø 9nH,v=1-127 ˛ 9nH,v=0
˛ ˛
˛
Ø Ø Ø Ø ˛ ˛ Ø Ø
1 1 - 16
1
˛ ˛
0 - 127 0 - 127
Ø 9nH,v=1-127
˛
9nH,v=0 of 8nH
˛
˛
˛
Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø
*1
Alleen polymode
Bankselectie Volume Expressie Demper Sostenuto Softpedaal Reverbdiepte Effectdiepte
60
Programma­wijzigingen: Echte nrs.
Systeemexclusief
Algemeen : :
Songpositie Songselectie
: Stemmen
Systeem : Clock Realtime :
:
Commando's
Al't geluid uit Overige: Reset alle besturingen : Bood-: schap-
Lokaal AAN/UIT
Alle noten UIT
: Actief meten
pen : Reset
Ø
**************
Ø
˛ ˛
˛
Ø
Ø
Ø Ø ˛ Ø Ø ˛
Ø
Ø
˛ ˛
˛
Ø
Ø Ø (120,126,127)
Ø (121) Ø (122) Ø (123-125)
Ø ˛
Opmerkingen: *1= De ontvangstmode is altijd multitimbraal en polymode.
Mode 1 : OMNI AAN, POLY Mode 2 : OMNI AAN,MONO Mode 3 : OMNI UIT, POLY Mode 4 : OMNI UIT,MONO
P-90
Ø : Ja ˛ : Nee
Specificaties
Item
TOETSENBORD 88 T oetsen (A-1–C7) KLANKOPWEKKING AWM Dynamische Stereo Sampling POLYFONIE 64 noten maximaal VOICESELECTIE 24 voices (inclusief variatie) REVERB ROOM, HALL 1, HALL 2, STAGE EFFECT CHORUS, PHASER, TREMOLO, DELAY DEMOSONGS 12 Voicedemosongs, 9 Pianovoicedemosongs, 50 Presetsongs AANSLAGGEVOELIGHEID SONGREGELAARS PRESET, TRACK 1, 2, START/STOP, REC PEDAALBESTURING SUSTAIN
MASTER VOLUME, BRILLIANCE, DEMO, TRANSPOSE, SPLIT,
OVERIGE REGELAARS
AANSLUITINGEN SPANNINGSVOORZIENING
AFMETINGEN (B x D x H) 1347 x 285 x 128 mm (53" x 11-1/4" x 5") GEWICHT 16,9 Kg (37lbs., 4oz)
METRONOME START/STOP, TEMPO/FUNCTION#, FUNCTION, –/NO, +/YES, LED-display
UITGANGEN: L- en R-tulpplugaansluitingen, L/L+R- en R-steekplugaansluitingen,
MIDI IN/OUT, TO HOST, PHONES x 2, SUSTAIN, DC IN 12V
HARD, MEDIUM, SOFT, FIXED
Specificatie
HOST SELECT
Yamaha PA-3C netadapter
,
*De specificaties en beschrijvingen in de handleiding zijn uitsluitend voor informatieve doeleinden. Yamaha Corp. houdt zich het
recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment te wijzigen of te modificeren, zonder kennisgeving. A angezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha leverancier.
P-90
61
1.
FCC INFORMATION (U.S.A.)
IMPORTANT NOTICE: DO NOT MODIFY THIS UNIT!
This product, when installed as indicated in the instruc­tions contained in this manual, meets FCC require­ments. Modifications not expressly approved by Yamaha may void y our authority, granted by the FCC, to use the product.
2.
IMPORTANT:
sories and/or another product use only high quality shielded cables. Cable/s supplied with this product MUST be used. Follow all installation instructions. Fail­ure to follow instructions could void your FCC authoriza­tion to use this product in the USA.
3. NOTE: This product has been tested and found to com­ply with the requirements listed in FCC Regulations, Part 15 for Class “B” digital devices. Compliance with these requirements provides a reasonable level of assurance that your use of this product in a residential environment will not result in harmful interference with other electronic devices. This equipment generates/ uses radio frequencies and, if not installed and used according to the instructions found in the users manual, may cause interference harmful to the operation of
* This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA. (class B)
When connecting this product to acces-
other electronic devices. Compliance with FCC regula­tions does not guarantee that interference will not occur in all installations. If this product is found to be the source of interference, which can be determined by turning the unit “OFF” and “ON”, please try to eliminate the problem by using one of the following measures:
Relocate either this product or the device that is being affected by the interference.
Utilize power outlets that are on different br anch (circuit breaker or fuse) circuits or install AC line filter/s.
In the case of radio or TV interf erence , relocate/reorient the antenna. If the antenna lead-in is 300 ohm ribbon lead, change the lead-in to co-axial type cable.
If these corrective measures do not produce satisfac­tory results, please contact the local retailer authorized to distribute this type of product. If you can not locate the appropriate retailer, please contact Yamaha Corpo­ration of America, Electronic Service Division, 6600 Orangethorpe Ave, Buena Park, CA90620
The above statements apply ONLY to those products distributed by Yamaha Corporation of America or its subsidiaries.
Neem voor details over producten alstublieft contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha-vertegenwoordiging of de geautoriseerde distributeur uit het onderstaande overzicht.
NORTH AMERICA
CANADA
Yamaha Canada Music Ltd.
135 Milner Avenue, Scarborough, Ontario, M1S 3R1, Canada Tel: 416-298-1311
U.S.A.
Yamaha Corporation of America
6600 Orangethorpe Ave., Buena Park, Calif. 90620, U.S.A. Tel: 714-522-9011
CENTRAL & SOUTH AMERICA
MEXICO
Yamaha de Mexico S.A. De C.V., Departamento de ventas
Javier Rojo Gomez No.1149, Col. Gpe Del Moral, Deleg. Iztapalapa, 09300 Mexico, D.F. Tel: 686-00-33
BRAZIL
Yamaha Musical do Brasil LTDA.
Av. Rebouças 2636, São Paulo, Brasil Tel: 011-853-1377
ARGENTINA
Yamaha Music Latin America, S.A. Sucursal de Argentina
Viamonte 1145 Piso2-B 1053, Buenos Aires, Argentina Tel: 1-4371-7021
PANAMA AND OTHER LATIN AMERICAN COUNTRIES/ CARIBBEAN COUNTRIES
Yamaha Music Latin America, S.A.
Torre Banco General, Piso 7, Urbanización Marbella,
Calle 47 y Aquilino de la Guardia, Ciudad de Panamá, Panamá Tel: +507-269-5311
EUROPE
THE UNITED KINGDOM
Yamaha-Kemble Music (U.K.) Ltd.
Sherbourne Drive, Tilbrook, Milton Keynes, MK7 8BL, England Tel: 01908-366700
IRELAND
Danfay Ltd.
61D, Sallynoggin Road, Dun Laoghaire, Co. Dublin Tel: 01-2859177
GERMANY
Yamaha Music Central Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: 04101-3030
SWITZERLAND/LIECHTENSTEIN
Yamaha Music Central Europe GmbH, Branch Switzerland
Seefeldstrasse 94, 8008 Zürich, Switzerland Tel: 01-383 3990
AUSTRIA
Yamaha Music Central Europe GmbH, Branch Austria
Schleiergasse 20, A-1100 Wien, Austria Tel: 01-60203900
THE NETHERLANDS
Yamaha Music Central Europe, Branch Nederland
Clarissenhof 5-b, 4133 AB Vianen, The Netherlands Tel: 0347-358 040
BELGIUM/LUXEMBOURG
Yamaha Music Central Europe GmbH, Branch Belgium
Rue de Geneve (Genevastraat) 10, 1140 - Brussels, Belgium Tel: 02-726 6032
FRANCE
Yamaha Musique France, S.A. Division Professionnelle
BP 70-77312 Marne-la-Vallée Cedex 2, France Tel: 01-64-61-4000
ITALY
Yamaha Musica Italia S.P.A. Combo Division
Viale Italia 88, 20020 Lainate (Milano), Italy Tel: 02-935-771
SPAIN/PORTUGAL
Yamaha-Hazen Música, S.A.
Ctra. de la Coruna km. 17, 200, 28230 Las Rozas (Madrid), Spain Tel: 91-639-8888
GREECE
Philippos Nakas S.A. The Music House
147 Skiathou Street, 112-55 Athens, Greece Tel: 01-228 2160
SWEDEN
Yamaha Scandinavia AB
J. A. Wettergrens Gata 1 Box 30053 S-400 43 Göteborg, Sweden Tel: 031 89 34 00
DENMARK
YS Copenhagen Liaison Office
Generatorvej 8B DK-2730 Herlev, Denmark Tel: 44 92 49 00
FINLAND
F-Musiikki Oy
Kluuvikatu 6, P.O. Box 260, SF-00101 Helsinki, Finland Tel: 09 618511
NORWAY
Norsk filial av Yamaha Scandinavia AB
Grini Næringspark 1 N-1345 Østerås, Norway Tel: 67 16 77 70
ICELAND
Skifan HF
Skeifan 17 P.O. Box 8120 IS-128 Reykjavik, Iceland Tel: 525 5000
OTHER EUROPEAN COUNTRIES
Yamaha Music Central Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: +49-4101-3030
AFRICA
Yamaha Corporation, Asia-Pacific Music Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2312
MIDDLE EAST
TURKEY/CYPRUS
Yamaha Music Central Europe GmbH
Siemensstraße 22-34, 25462 Rellingen, Germany Tel: 04101-3030
OTHER COUNTRIES
Yamaha Music Gulf FZE
LB21-128 Jebel Ali Freezone P.O.Box 17328, Dubai, U.A.E. Tel: +971-4-881-5868
ASIA
HONG KONG
Tom Lee Music Co., Ltd.
11/F., Silvercord Tower 1, 30 Canton Road, Tsimshatsui, Kowloon, Hong Kong Tel: 2737-7688
INDONESIA
PT. Yamaha Music Indonesia (Distributor) PT. Nusantik
Gedung Yamaha Music Center, Jalan Jend. Gatot Subroto Kav. 4, Jakarta 12930, Indonesia Tel: 21-520-2577
KOREA
Yamaha Music Korea Ltd.
Tong-Yang Securities Bldg. 16F 23-8 Yoido-dong, Youngdungpo-ku, Seoul, Korea Tel: 02-3770-0661
MALAYSIA
Yamaha Music Malaysia, Sdn., Bhd.
Lot 8, Jalan Perbandaran, 47301 Kelana Jaya, Petaling Jaya, Selangor, Malaysia Tel: 3-703-0900
PHILIPPINES
Yupangco Music Corporation
339 Gil J. Puyat Avenue, P.O. Box 885 MCPO, Makati, Metro Manila, Philippines Tel: 819-7551
SINGAPORE
Yamaha Music Asia Pte., Ltd.
11 Ubi Road #06-00, Meiban Industrial Building, Singapore Tel: 65-747-4374
TAIWAN
Yamaha KHS Music Co., Ltd.
3F, #6, Sec.2, Nan Jing E. Rd. Taipei. Taiwan 104, R.O.C. Tel: 02-2511-8688
THAILAND
Siam Music Yamaha Co., Ltd.
121/60-61 RS Tower 17th Floor, Ratchadaphisek RD., Dindaeng, Bangkok 10320, Thailand Tel: 02-641-2951
THE PEOPLE’S REPUBLIC OF CHINA AND OTHER ASIAN COUNTRIES
Yamaha Corporation, Asia-Pacific Music Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2317
OCEANIA
AUSTRALIA
Yamaha Music Australia Pty. Ltd.
Level 1, 99 Queensbridge Street, Southbank, Victoria 3006, Australia Tel: 3-9693-5111
NEW ZEALAND
Music Houses of N.Z. Ltd.
146/148 Captain Springs Road, Te Papapa, Auckland, New Zealand Tel: 9-634-0099
COUNTRIES AND TRUST TERRITORIES IN PACIFIC OCEAN
Yamaha Corporation, Asia-Pacific Music Marketing Group
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2312
SY29
HEAD OFFICE
Yamaha Corporation, Pro Audio & Digital Musical Instrument Division
Nakazawa-cho 10-1, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2445
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation © 2003 Yamaha Corporation Productie Nederlandstalige handleiding: TerrActs (www.terracts.nl)
Yamaha-website http://www.yamaha.nl/
Yamaha Manual Library (handleidingenbibliotheek) http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/
Loading...