Yamaha P-200 User Manual [nl]

SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN: De elektro- nische producten van Yamaha zijn voorzien van labels, zoals hieronder afgebeeld, of stempels met deze aanduidingen. De uitleg van deze aanduidingen wordt op deze bladzijde beschreven. Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen en de waarschuwingen in het veiligheids-instructiegedeelte.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafi sche symbo­len.
Het uitroepteken in de gelijkbenige driehoek is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid van belangrijke bedienings- en onderhoudsinstructies in de handleiding van het product.
MILIEUPROBLEMATIEK: Yamaha streeft ernaar om producten te maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij zijn er oprecht van overtuigd dat onze producten en productiemethoden aan deze doelstellingen voldoen. Overeenkomstig de letter en de geest van de wet, willen wij u van het volgende op de hoogte brengen:
BATTERIJ: Dit product KAN een kleine, niet-oplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing) vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van deze batterij is ongeveer vijf jaar. Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erkend servicebedrijf om de vervanging uit te voeren.
WAARSCHUWING: Probeer deze batterij niet op te laden, te demonteren of te verbranden. Houd batterijen altijd ver weg van kinderen. Gooi gebruikte batterijen meteen en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg. Opmerking: In sommige landen bent u volgens de wet verplicht, defecte onderdelen te retourneren. U kunt de dealer vragen om deze onderdelen voor u weg te gooien.
AFVALVOORSCHRIFT: Wanneer dit product beschadigd raakt en niet meer te repareren is of zijn maximale levensduur bereikt heeft, gooi het dan weg volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen voor producten die lood, batterijen, plastic e.d. bevatten.
De bliksemfl its met pijlpunt in de
gelijkbenige driehoek is bedoeld om u te wijzen op de aanwezigheid van niet geïsoleerde gevaarlijke voltages in het instrument die het risico van een elektrische schok kunnen vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING:
Alle elektronische producten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door een onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het product op de juiste wijze geïnstalleerd is en gebruikt wordt, er geen voorspelbare risicos zullen zijn. Modifi ceer het instrument NIET en vraag ook anderen niet om het instrument te modifi ceren wanneer Yamaha zelf hier niet de toestemming voor heeft gegeven. Hierdoor kan de kwaliteits- en/of veiligheids­standaard van het product verlaagd worden. Als er aanspraak wordt gemaakt op de garantie, kan dit geweigerd worden indien het product toch gemodifi ceerd is. Dit kan ook van invloed zijn op andere garanties.
OPMERKING: Servicekosten die te wijten zijn aan gebrek aan kennis betreffende een functie of een effect (mits het apparaat werkt zoals het hoort) vallen niet onder de aankoopgarantie en zijn derhalve uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer de handleiding derhalve aandachtig en neem eerst contact op met uw dealer voordat u een beroep doet op service.
NAAMPLAATJE: Onderstaande illustratie geeft de lokatie van het naamplaatje aan waarop u het typenummer, serienummer, stroomvoorzieningsgegevens etc., kunt vinden. U kunt het typenummer, serienummer en de aankoopdatum hieronder noteren en deze handleiding bewaren zodat u de gegevens makkelijk terug kunt vinden.
SPECIFICATIES KUNNEN VERANDERD WORDEN:
De informatie in deze handleiding is correct op het mo-ment dat het gedrukt wordt. Yamaha behoudt zich echter het recht voor om specifi caties te veranderen of te modifi ceren zonder voorafgaande mededeling of de verplichting om voorgaande modellen aan te passen.
Model
Serienummer
Aankoopdatum
2
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
DEZE LIJST BEVAT TEVENS INFORMATIE IN VERBAND MET HET GEVAAR VAN
PERSOONLIJK LETSEL, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN BRAND.
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van elk elektrisch
of elektronisch product, moeten altijd de algemene voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Deze voorzorgsmaatregelen omvatten, maar zijn niet beperkt tot het volgende:
1. Lees alle Veiligheidsinstructies, Installatie Instructies,
gedeelten met Speciale Mededelingen en alle Montage Instructies, te vinden in deze handleiding, VOORDAT u enige aansluiting maakt, inclusief aansluiting op de spanningsvoorziening.
2. Verifi catie van de spanningsvoorziening: Yamaha
producten worden speciaal geproduceerd voor de spanningsvoorziening in het land waar ze worden afgeleverd. Als u zou verhuizen, of er enige twijfel zou bestaan over het voltage in uw land, neem dan alstublieft contact op met uw leverancier om dit te veriëren en (indien van toepassing) voor instructies. De vereiste netspanning staat op het naamplaatje. Zie de afbeelding in het gedeelte Speciale Mededelingen, vóór in deze handleiding, voor de lokatie van dit naamplaatje.
3. Dit product kan voorzien zijn van een ongelijke stekker
(één kant breder dan de andere). Als u niet in staat bent om de stekker in het stopcontact te steken, draai de stekker dan om en probeer het nog eens. Als dit niet helpt, neem dan contact op met een elektricien om het versleten stopcontact te vervangen. Omzeil NOOIT de veiligheidswerking van de stekker.
4. Sommige elektronische producten gebruiken een
externe netvoeding of een adapter. Gebruik NOOIT een andere netvoeding of adapter dan voorgeschreven in de handleiding, op het naamplaatje, of specifi ek aanbevolen door Yamaha.
5. WAARSCHUWING: Plaats dit product of andere
voorwerpen niet op het stroomsnoer en plaats het niet daar waar men er op gaat staan, of erover struikelt, of zware voorwerpen over het stroomsnoer of elk ander snoer kan rollen. Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden! ALS het toch nodig is, gebruik dan bij een lengte van 8 meter (of minder) minimaal een 18 AWG snoer. OPMERKING: Hoe kleiner het AWG getal, hoe groter de stroomcapaciteit. Raadpleeg voor grotere lengtes een plaatselijke elektricien.
6. Ventilatie: Elektronische producten, behalve die
speciaal ontworpen zijn voor installatie in gesloten ruimten, moeten zo geplaatst worden dat een goede ventilatie niet belemmerd wordt. Als er geen instructies zijn over de installatie in gesloten ruimten, moet worden aangenomen dat een onbelemmerde ventilatie een vereiste is.
7. Temperatuur: Elektronische producten dienen niet
op een plaats gezet te worden die bijdraagt tot hun oververhitting. Daarom dient plaatsing dichtbij warmtebronnen zoals radiatoren, warmtewisselaars en andere apparaten die warmte produceren, vermeden te worden.
8. Dit product is NIET ontworpen voor gebruik in natte/
vochtige lokaties en dient niet dicht bij water te worden gebruikt, of aan regen te worden blootgesteld. Voorbeelden van natte, vochtige lokaties zijn: bij een zwembad, bron, vat, gootsteen, of een vochtige kelder.
9. Dit product dient alleen gebruikt te worden met
de meegeleverde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen door de fabrikant. Als er een karretje, rek of standaard wordt gebruikt, volg dan goed alle veiligheidsaanwijzingen en instructies op van die accessoires.
10. Het stroomsnoer (stekker) moet uit het stopcontact
worden getrokken wanneer elektronische producten langere tijd niet gebruikt worden. Dit geldt ook als er kans op onweer is.
11. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in enige opening
vallen en ook dat er geen vloeistoffen worden gemorst daarin.
12. Elektrische/elektronische producten dienen te
worden nagekeken door gekwalifi ceerd service personeel als: a. Het stroomsnoer beschadigd is; of b. Als er voorwerpen of vloeistoffen door de openingen in de behuizing van het apparaat zijn gevallen; of c. Het product aan regen blootgesteld is geweest: of d. Het product niet werkt, of opvallend anders functioneert; of e. Het product gevallen is, of de behuizing van het product beschadigd is.
13. Voer zelf geen onderhoudswerkzaamheden uit,
behalve die beschreven staan in de onderhouds­voorschriften. Alle andere werkzaamheden dienen verricht te worden door gekwalifi ceerd service personeel.
14. Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een
versterker en hoofdtelefoon of luidspreker(s) kunnen geluidsniveaus produceren die permanente gehoor­beschadiging zouden kunnen veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog volume niveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen, raadpleeg dan een KNO-arts. BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller gehoorbeschadiging optreedt.
15. Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank
en/of uitbreidingen worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele hiervan moeten door de leverancier gemonteerd of geïnstalleerd worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel zijn en alle gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd zijn VÓÓR in gebruikname. Door Yamaha geleverde banken zijn alleen ontworpen om op te zitten. Andere toepassingen worden
afgeraden.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
3
NEDERLAND
• Dit apparaat bevat een lithium batterij voor geheugen back-up.
• Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat aan het einde van de levensduur afdankt, of de volgende Yamaha Service Afdeling: Yamaha Music Nederland Service Afdeling Kanaalweg 18-G 3526 KL UTRECHT Tel. 030-2828425
• Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als KCA.
Deze gebruiksaanwijzing is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening van dit instrument eigen te maken. Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
4
INTRODUCTIE
Gefeliciteerd!...en hartelijk dank voor de aanschaf van de Yamaha P-200. De P-200 is een hoogwaardige pro­fessionele elektronische piano met een volledig toetsen­bord met gewogen toetsen, een selectie hoge kwaliteit piano- en andere zeer bruikbare instrument voices en veelzijdige functies voor het optreden en andere geavan­ceerde eigenschappen die de P-200 ideaal maken voor podium- en studio toepassingen, alsook voor thuisge­bruik en muziekstudie. De belangrijkste eigenschappen van de P-200 zijn:
J Hoge kwaliteit AWM piano
en andere geluiden
De P-200 beschikt over een selectie van maar liefst twaalf hoge kwaliteit instrument voices, die worden opgewekt door middel van Yamahas gepatenteerde AWM (Advanced Wave Memory) klankopwekkingstech­nologie. Er zijn verscheidene piano-klanken - inclusief een concertvleugel, met warme volle basklanken en sprankelende hoge tonen, die nauwkeurig de natuurlijke karakteristieken van een echte vleugel weergeven ­alsook een aantal verschillende elektronische piano’s, orgel combinaties, strings en een elektrische en akoesti­sche bas. Met maximaal een gelijktijdige productie van 64 noten (polyfonie), levert de P-200 compromisloze prestaties.
J Bewerken van orgelcombinaties De P-200 wordt geleverd met twee preset orgel voices, met daarnaast nog orgelcombinatie bewerkingsmoge­lijkheden, waarmee u uw eigen orgelklanken kunt creë­ren en opslaan in een Performance, zodat u ze met één druk op de knop weer terug kunt roepen. Deze orgelcombinatie bewerkingsmogelijkheden geven u een exacte bediening van de fl uitvoetmaten en ook over de attackinstellingen.
J Digitale signaalbewerking De P-200 heeft een ingebouwde digitale signaalbewer­king (DSP=Digital Signal Processor), die u in staat stelt stereo nagalm (reverb), chorus, symphonic en tremolo effecten aan de voices toe te voegen en echt maatwerk van uw voices te maken door middel van de interne equalizer en tenslotte ook nog met de drie-bands equali­zer op het bedieningspaneel.
J Aanslaggevoelig toetsenbord met aan-
slagcurve instelling
Het P-200 volledige (88 toetsen) gewogen pianotoet­senbord bevat Yamahas unieke Graded Hammer Effect toetsenbordtechnologie, die zorg draagt voor het oor­spronkelijke gevoel en de natuurlijke reactie van een echt pianotoetsenbord. U kunt zelfs het gevoeligheids­niveau, of aanslaggevoeligsheidscurve instelling, aan­passen aan uw eigen speelstijl, voor zowel de interne klankopwekking, als de uit te sturen MIDI boodschap­pen.
J Dual en Split voice modes De Dual en Split modes van de P-200 laten u twee voices tegelijkertijd bespelen, een main voice en een sub voice, ofwel door twee voor u geselecteerde voices te stapelen (layer) in de Dual mode of door twee ver­schillende voices aan verschillende gebieden van het toetsenbord toe te wijzen in de Split mode. In de Split mode kunnen de waarden van de transponering voor de main en sub voices afzonderlijk ingesteld worden.
J Performance terugroepen met één druk
op de knop.
De P-200 heeft ook een Performance Play mode waar u tot 24 verschillende Performance, oftewel confi guraties van alle voices, MIDI en parameterinstellingen op kunt slaan, zodat u ze met één druk op de knop weer terug kunt roepen. Hierdoor kunt u onmiddellijk de klank en de complete setup veranderen terwijl u speelt of tussen de songs bij een live optreden. De P-200 is van de fabriek af uitgerust met 24 Preset Performances die u kunt overschrijven door uw zelf gecreëerde instellingen daar op te slaan. De P-200 is voorzien van uitgebreide bewerkings- en opslagmogelijkheden.
J Masterkeyboard eigenschappen De P-200 biedt veel van de besturingsmogelijkheden die u normaal gesproken alleen op een MIDI Master­keyboard vindt, zoals aanslaggevoeligheid, pitch bend en modulatiewielen, een toewijsbare Continues Slider (schuifregelaar), programmawisselings verzend- en ont­vangst mogelijkheden, MIDI transponering en merge (samenvoeg) functies, bulk dump en multitimbrale moge­lijkheden. U kunt zelfs afzonderlijke MIDI verzend- en ontvangstkanalen instellen voor de main en de subvoice. Daarnaast heeft de P-200 nog de mogelijkheid om er een pedaal op aan te sluiten die aan verschillende MIDI functies kan worden toegewezen, net als bij de CS. Met deze krachtige MIDI functies kan de P-200 gemakkelijk als het hart binnen een uitgebreide MIDI-setup fungeren.
Hoe deze handleiding te gebruiken
Deze handleiding is georganiseerd en ontworpen om u te helpen de P-200 aan te sluiten en zo snel mogelijk plezier aan het bespelen van uw P-200 te beleven, alsook om snel en gemakkelijk de functie of eigenschap die u nodig heeft te vinden en er over te leren. Het AAN DE SLAG gedeelte legt kort maar grondig de juiste manier van het opstellen van het instrument, luisteren naar de ingebouwde demos en het verkennen van de basis voices uit. De VOICE PLAY MODE, PERFORMANCE PLAY MODE en EDIT MODE gedeelten bevatten onder andere de uitleg van elke functie en stap voor stap uitleg over hoe toegang tot de vele parameters te krijgen en deze te manipuleren. Een APPENDIX voorziet in de Voice en Performance overzichten en andere technische informatie, inclusief een beschrijving van foutmeldingen en een gids om problemen op te lossen. Verder vindt u daar de MIDI specifi caties en andere MIDI gerelateerde informatie. Tenslotte helpt een alfabetische INDEX u snel aan het bladzijde nummer van de functie die u wilt vinden, aan de hand van trefwoorden.
Speciale symbolen
Door de hele handleiding heen worden twee speciale symbolen gebruikt om extra informatie aan te geven.
VOORZICHTIG
Geeft een belangrijke waarschuwingsboodschap over de beschreven functie.
OPMERKING
Geeft toegevoegde uitgebreidere informatie over de beschreven functie.
5
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES ALLES ZORGVULDIG DOOR VOOR U VERDER GAAT
* Bewaar deze voorzorgsmaatregelen op een veilige plaats voor latere raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade, brand of andere gevaren. Deze voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit elkaar en modifi ceer het instrument niet. Het instrument bevat geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het instrument stuk schijnt te zijn, stop dan met het gebruiken van het instrument en laat het nakijken door gekwalifi ceerd Yamaha service personeel.
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen bevatten die in de openingen kunnen vallen.
komt, moet u het instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact halen en het instrument na laten kijken door gekwalifi ceerd Yamaha service personeel.
Gebruik alleen het voltage dat is aangegeven voor het instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het naamplaatje van het instrument.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voor u het instrument schoonmaakt. Haal nooit een stekker uit het stopcontact als u natte handen heeft.
Als het stroomsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als er plotseling geluidsverlies is in het instrument, of als er plotseling een ongebruikelijke geur of rook uit het instrument
Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en vuil dat zich heeft verzameld op de stekker.
PAS OP
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om lichamelijk letsel te voorkomen aan u of anderen, of schade aan het instrument of andere eigendommen. De voorzorgsmaatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Plaats het stroomsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet, plaats geen zware voorwerpen op het snoer, leg het snoer uit de weg, zodat niemand er op trapt of erover kan struikelen en zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan het beschadigen.
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact dat een T-plug bevat. Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het stopcontact oververhitten.
Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange tijd niet gebruikt, of tijdens onweer.
Voordat u het instrument aansluit op andere elektronische componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten. Voordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle volumes op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten, na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof, extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de buurt van elektrische producten zoals televisies, radio’s of luidsprekers, aangezien dit interferentie kan veroorzaken die de prestaties van de andere apparatuur kan beïnvloeden.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan omvallen.
Gebruik uitsluitend de standaard of het rek dat voor dit instrument wordt. Gebruik bij de montage op de standaard of het rek alleen de daarbij geleverde schroeven. Het gebruik van schroeven kan resulteren in beschadiging van interne componenten of in het vallen van het instrument.
Plaats het instrument niet tegen een muur (minimaal 3 cm speling) aangezien dit kan zorgen voor onvoldoende circulatie en mogelijk oververhitting van het instrument kan veroorzaken.
Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan veroorzaken. Consulteer een KNO-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
J DE BACKUP BATTERIJ VERVANGEN
Dit instrument bevat een niet oplaadbare backup batterij die er voor zorgt dat de data ook wordt vastgehouden als het instrument wordt uitgezet. Als de batterij aan vervanging toe is verschijnt de mededeling ERROR1 REPLACE BATTERY in de display. Maak, als dit gebeurt, direct een backup (met behulp van een extern apparaat zoals bijvoorbeeld de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer) en laat vervolgens de backup batterij vervangen door een nieuwe door gekwalifi ceerd Yamaha service personeel.
Probeer de batterij niet zelf te vervangen, daar dit gevaarlijk is. Laat de batterij altijd vervangen door gekwalifi ceerd Yamaha service personeel.
Leg de batterij nooit op een plek die toegankelijk is voor kinderen, aangezien een kind de batterij in zou kunnen slikken. Als dit echter toch gebeurt, moet u onmiddellijk contact opnemen met een arts.
Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte, droge, schone doek. Gebruik geen verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes. Plaats daarbij geen voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument aangezien deze het paneel en het toetsenbord kunnen doen verkleuren.
Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
J USER DATA OPSLAAN
Bewaar gegevens regelmatig op diskette om te voorkomen dat u belangrijke data kwijtraakt door een bedieningsfout of stuk gaan van het apparaat.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die te
wijten is aan onzorgvuldig gebruik of modifi caties die zijn aangebracht aan het instrument, of data die kwijt is geraakt of vernietigd.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
6
INHOUDSOPGAVE
INTRODUCTIE................................................................................................. 5
VOORZORGSMAATREGELEN........................................................................ 6
BEDIENINGSPANEEL...................................................................................... 8
ACHTERZIJDE............................................................................................... 13
P-200 OVERZICHT ........................................................................................ 14
AAN DE SLAG................................................................................................ 18
De P-200 opstellen........................................................................................................ 18
Aanzetten ......................................................................................................................20
Afspelen van de demosongs ......................................................................................... 21
De voices bespelen ....................................................................................................... 22
VOICE PLAY MODE....................................................................................... 23
Single mode .................................................................................................................. 24
Stereo/Mono Piano........................................................................................................ 25
Upright/Electric Bass ..................................................................................................... 25
Reverb effecten ............................................................................................................. 26
Modulatie effecten ......................................................................................................... 27
Paneel equalizer............................................................................................................ 29
Main en Sub voices ....................................................................................................... 29
Dual mode ..................................................................................................................... 30
Split mode .....................................................................................................................32
Transponeren................................................................................................................. 37
MIDI verzenden mogelijk............................................................................................... 40
MIDI Paniek................................................................................................................... 41
Paneelschakelaarbeveiliging ......................................................................................... 41
PERFORMANCE PLAY MODE...................................................................... 45
Single voice selecteren.................................................................................................. 46
Dual voices selecteren .................................................................................................. 47
Split voices selecteren................................................................................................... 47
EDIT (BEWERKINGS) MODE........................................................................ 49
Systeem ........................................................................................................................51
MIDI fi lter ....................................................................................................................... 53
Programma wisselingstabel........................................................................................... 53
Kanaal ........................................................................................................................... 54
Lokaal............................................................................................................................ 55
Continu schuif (CS) / Voetbesturing (FC) ...................................................................... 55
Paneelschakelaar (PS).................................................................................................. 57
Naam............................................................................................................................. 57
Orgelcombinatie ............................................................................................................ 57
Pitchbend wiel (PB) / Modulatiewiel (MW)..................................................................... 58
Toetsenbord aanslaggevoeligheid................................................................................. 58
Interne equalizer............................................................................................................ 59
Reverb (nagalm)............................................................................................................ 59
Modulatie....................................................................................................................... 59
STORE (OPSLAAN)....................................................................................... 60
APPENDIX ..................................................................................................... 62
Bulk dump ..................................................................................................................... 62
Initializeren .................................................................................................................... 63
MIDI gebruiken .............................................................................................................. 64
Foutmeldingen............................................................................................................... 67
Problemen oplossen...................................................................................................... 68
Specifi caties .................................................................................................................. 70
Index.............................................................................................................................. 71
Fabrieksinstellingen....................................................................................................... 72
Blanco overzicht ............................................................................................................ 78
MIDI Data Format.......................................................................................................... 80
MIDI implementatie overzicht ........................................................................................ 89
De in deze handleiding gebruikte afbeeldingen van de display zijn uitsluitend ter instructie en kunnen dus enigszins afwijken van de daadwerkelijke display op uw P-200.
7
BEDIENINGSPANEEL
1 [PHONES] aansluiting
Op deze aansluiting aan de voorkant van de P-200, kunt u een hoofdtelefoon aansluiten om ongestoord te kunnen luisteren. De interne luidsprekers worden automatisch uit­geschakeld, zodra u de stekker van de hoofdtelefoon in de [PHONES] aansluiting steekt.
2 Toetsenbord
Dit 88 toetsen tellende, gewogen, aanslaggevoelige toet­senbord bevat Yamahas unieke Graded Hammer Effect toetsenbord technologie, die het oorspronkelijke gevoel en reactie van een echt pianotoetsenbord geeft.
3 Luidsprekers
Deze twee ingebouwde 13 cm luidsprekers leveren elk een vermogen van 30 Watt. Als u de P-200 op een extern monitorsysteem aansluit, kunt u er voor kiezen om de interne luidspreker uit te schakelen door middel van de [SPEAKER] schakelaar aan de achterzijde van de P-200.
8
9
BEDIENINGSPANEEL - A
1 [POWER] schakelaar
Hiermee schakelt u de P-200 aan en uit. Als de P-200 wordt aangezet, zal deze in dezelfde mode en toestand worden ingesteld als toen de P-200 werd uitgeschakeld, (met uitzondering van de Paneelschakelaarbeveiliging, zie blz. 41).
2 [PITCH] wiel
Dit wiel kan worden gebruikt om de toonhoogte van de noten die worden gespeeld naar boven of naar benenden af te buigen; het wiel schiet automatisch terug naar de middenstand, zodra deze wordt losgelaten. (In de dual mode worden beide voices hierdoor beïnvloed; in de split mode wordt alleen de main voice beïnvloed. Als de MIDI uitzendschakelaar op mogelijk staat, kunt u hiermee ook pitchbendinformatie naar andere instrumenten versturen. U kunt het pitchbend bereik instellen op elke waarde binnen een bereik van één octaaf.
3 [MODULATION] wiel
Dit wiel kan op een hoop verschillende manieren gebruikt worden. Normaal gesproken wordt het gebruikt om vibrato-effect aan de gespeelde noten toe te voegen, waarbij de intensiteit toeneemt naarmate het wiel verder van u af wordt gedraaid. Het wiel blijft staan in de stand waarin u het loslaat. (In de dual mode worden beide voices gemoduleerd, in de split mode alleen de main voice. Het vibrato-effect kan niet worden toegewezen aan de Piano voices 1 t/m 4.) U kunt het wiel ook instellen om de nagalmdiepte (reverbdepth) of de modulatiesnelheid (modulationspeed) te besturen. Als de MIDI uitzendscha­kelaar op mogelijk staat, kunt u hiermee ook modulatie­informatie naar andere instrumenten versturen.
10
BEDIENINGSPANEEL - B
1 [VOLUME] schuif
Met deze schuif regelt u het totaal volume van het geluid naar de ingebouwde luidsprekers (of de hoofdtelefoon als die is aangesloten), maar ook naar de [OUTPUT] aansluitingen aan de achterzijde. Als u de schuif omhoog beweegt neemt het volume toe en als u de schuif naar beneden beweegt neemt het volume af.
2 [CS, DATA ENTRY] schuiven
Dit is een multifunctionele schuif. In de functie van [CS] (continuous slider=continu schuif) kunt u er een verschei­denheid aan functies mee bedienen. In de functie van [DATA ENTRY] (data invoer) schuif, kunt u deze gebruiken om specifi eke instellingen en parameters mee te wijzigen, afhankelijk van de mode en status waarin de P-200 zich op dat moment bevindt.
3 [PS1, -1/NO] knop
Deze knop heeft een dubbele functie. Als [PS1] (Panel Switch 1 = paneelschakelaar 1) kunt u deze toewijzen om verschillende functies van de interne voices te bedienen, alsook die van externe MIDI apparatuur. U kunt dit instel­len met de PS Edit functie. In de functie van [-1/NO] knop, kunt u deze gebruiken om de waarde parameter instellingen te verlagen.
4 [PS3,+1/YES] knop
Deze knop heeft een dubbele functie. Als [PS2] (Panel Switch 2 = paneelschakelaar 2) kunt u deze toewijzen om verschillende functies van de interne voices te bedienen, alsook die van externe MIDI apparatuur, U kunt dit instel­len met de PS Edit functie. In de functie van [+1/YES] knop, kunt u deze gebruiken om de waarde parameter instellingen te verhogen.
5 [SPLIT, BALANCE, ] knop
Dit is een multifunctionele knop. Als [SPLIT] knop kunt u met deze knop de split mode activeren en of u nu in de Voice Play mode of in de Performance mode werkt, het splitpunt bepalen en gebieden op het toetsenbord toewijzen aan de main en sub voices. In de functie van [BALANCE] knop kunt u deze knop gebruiken om de relatieve volumeniveaus van elke Split en Dual voice in te stellen, door de [BALANCE] knop ingedrukt te houden en de [DATA ENTRY] 2 schuif te bewegen. In de functie van [◄] (cursor naar links) knop in de Edit mode, kunt u deze knop gebruiken om de cursor naar links te bewegen in de display, om zodoende de cursor op de gewenste parameter te plaatsen.
6 [TRANSPOSE, DETUNE, ] knop
Dit is een multifunctionele knop. Als [TRANSPOSE] knop kunt u met deze knop de waarde instellen van de transpo­nering van het toetsenbord voor zowel een enkele (single) voice als allebei de voices in de Dual of Split mode. In de functie van [DETUNE] (ontstemmen) knop kunt u deze knop gebruiken om de waarde van de detune (ontstem­ming) tussen de twee voices in te stellen in de Dual mode, door deze knop ingedrukt te houden en vervolgens de [DATA ENTRY] 2 schuif te bewegen. In de functie
van [►] (cursor naar rechts) knop in de Edit mode, kunt u deze knop gebruiken om de cursor naar rechts te bewegen in de display, om zodoende de cursor op de gewenste parameter te plaatsen.
7 [MIDI, PAGE] knop
Deze knop heeft een dubbele functie. Als [MIDI] verzend­knop kunt u met deze knop snel het verzenden van MIDI informatie vanuit de P-200 mogelijk of onmogelijk maken. Ook kunt u de [MIDI] knop ingedrukt houden en door het indrukken van andere knoppen toegang krijgen tot andere functies. In de functie van [PAGE] knop kunt u met deze knop door de verschillende pagina’s van de Edit functies stappen, als de P-200 in de Edit mode staat.
8 [CONTRAST] regelaar
Met deze regelaar kunt u het contrast van het LCD scherm instellen, zodat u het optimaal kunt zien. Naar links draaien verlaagt het contrast en naar rechts draaien verhoogt het contrast.
9 LCD scherm
Dit display met vloeibare kristallen (Liquid Crystal Display=LCD) met ruimte voor 32 karakters en met ach­tergrondverlichting voorziet u van allerlei informatie over de modes en werkwijze van de P-200. Sommige meldin­gen worden alleen tijdelijk weergegeven, maar van die meldingen kunt u de duur waarop ze te zien zijn naar wens instellen door het instellen van de Popup Time”.
11
BEDIENINGSPANEEL - C
1 [STORE] (opslaan) knop
Deze knop stelt u in staat de veranderingen die u in een Performance aanbrengt op te slaan, maar ook om de huidig actieve Performance in een willekeurig Perfor­mance geheugen op te slaan. De P-200 kan 24 Perfor­mances opslaan.
2 [EDIT] (bewerken) knop
Deze knop stelt u in staat de Edit mode te activeren en toegang te krijgen tot de verschillende Edit functies. Nadat u deze knop één keer heeft ingedrukt, zal de LED boven de [EDIT] knop gaan knipperen, evenals de LED boven de huidig geselecteerde [EDIT SELECT] knop 5 . Nogmaals op de knop drukken brengt u weer terug naar de vorige Play mode.
3 [PERF.A,B] knoppen
Deze knop stelt u in staat de Performance mode activeren en één van de 24 Peformances te selecteren. De P-200 is in de fabriek al voorzien van 24 Preset Performance, maar deze kunt u overschrijven met de User Performan­ces die u zelf gecreëerd heeft. De [PERF. A] en [PERF. B] banken bevatten elk 12 Performances en een oplichtende LED boven één van de knoppen geeft aan welke bank actief is.
4 [VOICE] knop
Met deze knop kunt u de Voice Play mode activeren, door eerst op de [VOICE] en vervolgens op de [VOICE SELECT] knop 5 te drukken. Een oplichtende LED boven de [VOICE] knop geeft aan dat u zich in de Voice Play mode bevindt.
5 [VOICE, PERFORMANCE, EDIT SELECT]
knoppen
Deze twaalf knoppen zijn allemaal multifunctioneel, waar­bij de functie wordt bepaald door de mode waarin de P-200 zich bevindt. In de Voice Play mode kunt u ze gebruiken om één van de 12 preset AWM instrumentvoi­ces die u wilt bespelen te selecteren; de voice namen staan boven de knoppen gedrukt. In de Performance Play mode kunt u de knoppen gebruiken om één van de 24 Performances te selecteren (12 Performances per bank); ook de Performancenummers staan boven de knoppen gedrukt. In de Edit mode tenslotte kunt u de knoppen gebruiken om de edit functie te selecteren; de namen van de edit functies staan in het groen onder de knoppen gedrukt.
6 [REVERB] (nagalm) knop
Met deze knop kunt u of een Room, of Stage, of Hall of geen reverb (nagalm) effect selecteren, die dan aan de huidig geselecteerde voice wordt toegewezen. Voor elke voice is een standaard reverbinstelling voorgeprogram­meerd, die u eventueel kunt wijzigen.
7 [MODULATION] knop
Met deze knop kunt u of een Chorus, of Symphonic, of Tremolo of geen modulatie effect selecteren, die dan aan de huidig geselecteerde voice wordt toegewezen. Voor elke voice is een standaard modulatie-instelling voorge­programmeerd, die u eventueel kunt wijzigen.
8 [EQUALIZER] schuiven
Met deze schuiven heeft u een grafi sche equalizer tot uw beschikking, waarmee u het geluid van de uitgang van de P-200 aan kunt passen in drie banden: High (hoog), Middle (midden) en Low (laag). In de Dual en Split mode heeft de instelling die u maakt effect op allebei de voices.
12
ACHTERZIJDE
1 [SPEAKER] schakelaar
Hiermee kunt u de interne luidsprekers van de P-200 uitschakelen. De schakelaar heeft echter geen effect op de [OUTPUT] aansluitingen of de [PHONES] aansluiting.
2 [INPUT] aansluitingen
Op deze aansluitbussen kunt u een ingangsignaal op lijn­niveau van een ander elektronisch instrument, zoals een ritmecomputer, externe toongenerator of synthesizer aan­sluiten om deze vervolgens via de P-200’s ingebouwde luidsprekers te beluisteren. Gebruik de [L/MONO] aanslui­ting als u slechts één lijn (mono) aansluit.
3 [OUTPUT] aansluitingen
Deze uitgangsaansluitingen (op lijnniveau) kunnen recht­streeks worden aangesloten op een externe versterker, mixer of ander audio apparaat. Gebruik de [L/MONO] aansluiting als de audio apparatuur maar één ingang heeft.
4 Pedaal aansluitingen
Op deze drie aansluitpunten kunt u drie pedalen aan­sluiten om deze vervolgens te gebruiken voor sustain, sostenuto en demper. Als u extra pedalen aan wilt sluiten gebruik dan uitsluitend de Yamaha pedalen FC4 of FC5.
5 [FOOT CONTROLLER] aansluiting
Op dit aansluitpunt kunt u een voetpedaal (Yamaha FC7, apart verkrijgbaar) aansluiten om deze te gebruiken als een extra controler. De [FC] kan worden toegewezen om een verscheidenheid aan functies te besturen, inclu­sief nagalmdiepte of modulatiesnelheid, waardoor u deze parameters met de voet kunt wijzigen terwijl u speelt.
6 [MIDI] aansluitingen
Deze aansluitbussen stellen de P-200 in staat met andere MIDI-apparaten te communiceren via standaard MIDI­kabels. Om de P-200 middels een sequencer of ander toetsenbord te besturen sluit u de MIDI OUT van het externe apparaat aan op de [MIDI IN] van de P-200. Om andere apparaten (zoals een synthesizer of toon­generator) via de P-200 te besturen, sluit u de P-200 [MIDI OUT] aan op de MIDI IN van het externe apparaat. De [MIDI THRU] aansluiting geeft simpelweg het op de [MIDI IN] binnenkomende signaal weer door en wordt gebruikt als er drie of meer MIDI apparaten in serie worden aangesloten.
13
P-200 OVERZICHT
De Yamaha P-200 is een veelzijdige elektronische piano met een zeer hoge kwaliteit piano en andere geluiden en met de oorspronkelijke aanslag en response van een echte piano.
Bij de eenvoudigste manier van gebruik, hoeft u de P-200 alleen maar aan te zetten en te bespelen! Dit is echter slechts een hele oppervlakkige manier van gebruik, aangezien de P-200 met zeer krachtige voorzieningen en uitgebreide MIDI masterkeyboard functies is uitgerust.
Hieronder ziet u een overzicht van de basis bedieningsmodes en de structuur van het systeem dat in de P-200 wordt gebruikt, met uitleg van hoe de verscheidene functies verband met elkaar houden tijdens het praktische gebruik van het instrument.
Voice Play en Performance Play Modes
De P-200 heeft twee basis afspeel modes: de Voice Play mode en de Performance play mode. Binnen elk van deze modes zijn verscheidene Voice en Performance parameters en instellingen die u kunt wijzigen, die uiteindelijk het geluid bepalen van de geselecteerde voice en de bedieningsfuncties van de P-200.
Een groep van algemene systeeminstellingen gelden zowel voor de voices als de performan­ces en de Edit mode geeft u toegang tot de mogelijkheid van het bewerken van een grote verscheidenheid aan systeemfuncties en andere functies, zoals in de volgende illustratie is aangegeven.
Zoals in de bovenstaande illustratie is te zien, zijn de primaire verschillen tussen de Voice Play mode en de Performance Play mode:
In de Voice Play mode, is een enkele set van Performance parameter instellingen op elke
voice (en zijn specifi eke voice parameterinstellingen) die u selecteert van toepassing.
In de Performance Play mode kan een complete set Performance parameters speciaal
worden geconfi gureerd voor elke willekeurige voice (met zijn specifi eke Voice parameter instel- lingen). De P-200 kan tot 24 Performances opslaan die onmiddellijk ter beschikking staan.
Normaal gesproken zult u werken in de Voice Play mode met de Auto Store status (automatisch opslaan, zie Over Opslagsoorten, op de volgende pagina) - wanneer u geluiden selecteert en parametertoewijzingen maakt die u nodig heeft voor uw huidige sessie. U kunt dan deze instellingen onder elk van de 24 Performances opslaan, die u dan vervolgens op elk gewenst moment op kunt roepen met de druk op een [PERFORMANCE SELECT] knop in de Perfor­mance Play mode. (U kunt ook bulk dump handelingen met Performance data verrichten naar en van een extern MIDI apparaat zoals de Yamaha MDF3 MIDI Data Filer.)
14
OVER OPSLAGSOORTEN (STORE TYPE)
U kunt het opslagsoort instellen - Non Auto Store (niet automatische opslag) en Auto Store (automatische opslag).
Als er voor Non Auto Store wordt gekozen, is altijd de opslag (store) handeling noodzakelijk (behalve bij het wijzigen van systeem gerelateerde instellingen; zie blz. 17) als u de actuele instellingen wilt bewaren.
Als Auto Store geselecteerd is, worden alle wijzigingen die u maakt automatisch opgeslagen, zonder dat u specifi eke opslaghandelingen hoeft uit te voeren.
De standaard instelling bij een nieuwe (of geïnitialiseerde) P-200 is Non Auto Store. (Zie voor informatie over het wijzigen van de opslagsoort (store type), blz. 52.)
Bij uitleg in deze gebruiksaanwijzing wordt er van uitgegaan dat de Auto Store mode is geselecteerd. Daarom kunnen de LCD illustraties hierin lichtelijk afwijken van de LCD op uw P-200.
Voice Parameters
In de Voice Play mode, heeft elk van de P-200 AWM instrument voices een set Voice parameters die een bepaalde instelling vanuit de fabriek hebben meegekregen, maar die u aan uw eigen behoefte aan kunt passen.
Hieronder vallen ook controller parameters zoals het pitchbendbereik en de modulatiewieltoewijzing, de toetsenbord aanslaggevoeligheidsparameters voor intern of MIDI toepassingen en de effectparameters zoals het reverb type en diepte, modulatiesoort en snelheid en de interne equalizerinstellingen.
In de Voice play mode heeft u toegang tot een enkele set Performance parameters en in de Performance play mode heeft u toegang tot 24 sets Performance parameters. Ofschoon u de voices in de Performance Play mode vrijelijk kunt veranderen, is per Performance een enkele set Voice parameters beschikbaar.
VOICE PARAMETERS
CONTROLLERS
KEYBOARD SENSITIVIY
EFFECT
Pitchbendbereik
Modulatiewieltoewijzing
Intern
MIDI
Reverb Type, Snelheid
Modulatie Type, Snelheid
Equalizer (Intern) Low, Mid, High
15
Performance Parameters
In de Performance Play mode, beschikt de P-200 over 24 sets Performance parameters, waarmee u instellingen kunt maken voor bepaalde muzieksituaties (bijvoorbeeld voor een bepaalde muziek­stijl, een bepaalde song, een oefensessie of een live set, enz.). Dit geeft u het gemak van het oproepen van deze instellingen met één druk op de knop in de Performance Play mode.
De Performance parameters zijn inclusief de voice selectie (een set voice parameters), de toetsen­bord Single, Dual en Split mode en instellingen, main en sub voice toewijzingen, User orgel combinatiewaarden, transponeringswaarden, toetsenbord local on en off instellingen, MIDI uitzend­en ontvangstkanaalnummers en de functietoewijzingen voor [PS1], [PS2], [CS] en [FC], de Perfor­mancenaam, enz.
In de Voice Play mode kunt u de instellingen maken voor één enkele set Performance parameters.
Performance Parameters
VOICE SELECT
KEYBOARD MODE
VOICE
PIANO 1/2
BASS
ORGAN COMBINATION
BALANCE
DETUNE
SPLIT POINT
TRANSPOSE
12 voices (Eén set voice parameters)
Single, Dual, Split
Main, Sub
Stereo, Mono
Upright, Electric
Voetmaat (Footage)
Response,
Attack (Lengte en Mode)
-16 ~ 15
0 ~ 7
A-1 ~ C7
MAIN VOICE (Upper, Lower)
Enable schakelaar
Internal Main, Sub
MIDI Main, Sub
MIDI CHANNEL
LOCAL
CONTROLLERS
NAME
Transmit (verzenden)
Receive (ontvangen)
On, Off
PS 1/2 Assign (toewijzen)
CS Assign (toewijzen), Range (bereik)
FS Assign (toewijzen), Range (bereik)
Karakter selecteren
16
Systeem instellingen
De algemene systeem instellingen van de P-200 omvatten de overkoepelende parame­ters die voor het hele instrument gelden en daardoor zowel de Voice play mode als de Performance play mode beïnvloeden.
Hieronder vallen de master tuning (stemming), MIDI transmit enable (MIDI verzending mogelijk), MIDI fi lter transmit (verzenden) en receive (ontvangst) parameterinstellingen, MIDI program change (programma wijziging) tabel instellingen en anderen.
SYSTEM
MIDI TRANSMIT ENABLE
SYSTEM
MIDI FILTER
PROGRAM CHANGE TABEL
On, Off (Aan, Uit)
Master Tune (Stemming)
Reverb Bypass (Nagalm omzeild)
Device Number (Apparaatnummer)
MIDI Merge (MIDI samenvoegen)
Performance Enable (Performance mogelijk)
Popup Time (Display mededelingtijd)
Store Type (Opslag type)
Panel Switch Lock Mode
(Paneelschakelaar beveiligd Mode)
Transmit (Verzenden)
Receive (Ontvangst)
Transmit Number (Verzendnummer),
Bank Select Number (Bankkeuze nummer)
Receive Number (Ontvangstnummer)
Editting (bewerken) en Storing (opslag) mogelijkheden
Als de P-200 in de Edit mode staat, heeft u toegang tot de System en andere parameters en kunt u deze wijzigen.
Een handige Auto Store (automatische opslag) mogelijkheid (die u desgewenst uit kunt schakelen) slaat automatisch alle wijzigingen in de systeeminstellingen of andere para­meters op, op het moment dat u ze wijzigt. Zowel in de Voice Play mode als in de Performance Play mode, kunt u de huidige actieve set van alle instellingen opslaan als een User Performance.
Er is een klein onderscheid tussen de Voice Play mode opslag en de Performance Play opslag mode functies. In de Voice Play mode, kunt u de huidig actieve Voice en Performance parameterinstellingen overschrijven. In de Performance play mode kunt u een specifi eke Performance kiezen waarin u de huidige Performance parameterinstel- lingen op wilt slaan. Daardoor is de situatie zo dat als u een Performance als bestemming kiest om de huidige Voice Play mode Performance parameterinstellingen in op te slaan, dan slaat u ze op in de Performance Play mode.
U zult het het makkelijkst vinden om uw Performances in te stellen in de Voice play mode, met de Auto Store status, aangezien de Voice selectie daar het makkelijkst is. Vervolgens kopieert u deze dan naar een van de 24 Performance geheugens, zodat u ze met een druk op de knop op kunt roepen, als u ze nodig heeft.
Door om te schakelen naar de Non Auto Store status, kunt u zich ervan vergewissen dat uw Performances beveiligd zijn en dat eventuele wijzigingen die u aanbrengt, pas toegepast worden op het moment dat u deze op een speciale manier wegschrijft of overschrijft. In de Edit-mode zal de P-200 u automatisch vragen of u wel of niet de huidige instellingen wilt overschrijven.
U kunt ook Performance data van en naar externe MIDI apparaten dumpen.
17
OPMERKING
Beschrijvingen van alle parameters en details over hoe daar toegang toe te krijgen en ze te manipuleren worden in de betreffende gedeelten van deze handleiding gegeven. Zie ook het Blanco Overzicht op blz. 78.
AAN DE SLAG
Dit gedeelte laat zien hoe u de P-200 opstelt en aansluit, wat de juiste procedure is om hem aan te zetten, hoe de voorgeprogrammeerde Demo songs af te spelen en toont de basis van het kiezen van Voices.
De P-200 opstellen en aansluiten
Ofschoon het opstellen en aansluiten van de P-200, voor basisgebruik, makkelijk en vanzelfsprekend is, is het toch belangrijk om kennis te nemen van de voorzorgsmaatrege­len op bladzijde 6, voordat u begint. Vervolgens volgt u de eenvoudige stappen, zoals hieronder beschreven.
P-200 OPSTEL- EN AANSLUITPROCEDURE
Zorg voor een passende lokatie
1.
De P-200 is een relatief klein instrument voor een 88-toetsen instrument, maar is zeer compact gebouwd en daardoor knap zwaar. U zult eerst een passende lokatie voor uw P-200 in orde willen maken. Aarzel niet iemand te vragen u te helpen bij het uit de doos halen en het voorzichtig op de apart verkrijgbare Yamaha LP-3 standaard of op een stevige tafel te plaatsen.
Stop de stekker in het stopcontact.
2.
Vervolgens steekt u de stekker van de P-200 in het stopcontact. Druk de [POWER] schakelaar echter nog niet in, totdat u alle onderstaande aansluitingen heeft gemaakt.
Het sustain pedaal aansluiten.
Sluit vervolgens de bijgeleverde FC4 voetschakelaar aan op de [SUSTAIN] aanslui-
3.
ting achter op de P-200, zodat u deze als sustain pedaal kunt gebruiken. Als u nog extra FC4 of FC5 voetschakelaars heeft aangeschaft, sluit deze dan aan op de [SOSTENUTO] en [SOFT] aansluitingen.
Voetschakelaar FC4
18
Sluit externe lijnniveau apparaten aan.
4.
Als u de P-200 wilt beluisteren middels een externe lijn niveau mixer of versterker, sluit dan de ingang van het externe apparaat aan op de [OUTPUT] aansluitingen aan de achterzijde van de P-200. (Gebruik beide aansluitingen voor stereo; gebruik alleen de [L/MONO] aansluiting voor mono.)
Als u uw P-200 wilt beluisteren via een hoofdtelefoon, sluit dan een stereo hoofdtele­foon aan op de [PHONES] aansluiting links aan de voorzijde van het instrument. De interne luidsprekers van de P-200 worden automatisch uitgeschakeld, telkens als er een hoofdtelefoon op de [PHONES] aansluiting wordt aangesloten.
Als u een extern lijn niveau apparaat (zoals een ritmecomputer, toongenerator of synthesizer) via de interne luidspreker van de P-200 wilt beluisteren, sluit dan de uitgangen van het externe apparaat aan op de [INPUT] aansluitingen achter op de P-200. (Gebruik beide aansluitingen voor stereo; gebruik alleen de [L/MONO] aansluiting voor mono.)
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat alle apparaten uit staan als u de P-200 aansluit op een ander apparaat.
19
MIDI apparaten aansluiten.
5.
Als u de P-200 op externe MIDI apparaten, zoals een ritmecomputer, toongenerator of synthesizer aan wilt sluiten, heeft u speciale MIDI kabels nodig die op de [MIDI] aansluitingen achter op de P-200 moeten worden aangesloten. U moet echter eerst bepalen hoe uw MIDI systeem confi guratie gaat worden, gebaseerd op uw specifi eke behoeften. Enkele voorbeelden van MIDI systeem confi guraties, samen met informatie over MIDI, staan op bladzijde 64.
De muziekstandaard plaatsen.
6.
Tenslotte kunt u de bijgeleverde muziekstandaard op de P-200 plaatsen door deze voorzichtig in de uitsparing achter op de P-200 te plaatsen.
De P-200 aanzetten
Nadat u de P-200 opgesteld en aangesloten heeft, bent u klaar om hem aan te zetten en kunt u gaan genieten van de fantastische geluiden van het instrument en zijn grote verscheidenheid aan praktische functies.
Schakel de P-200 aan door middel van de [POWER] knop en verhoog dan geleidelijk de volumeregelaar, totdat u een aangenaam luisterniveau heeft bereikt.
VOORZICHTIG
Zet altijd eerst de P-200 aan, vervolgens de externe MIDI apparatuur en de externe audio apparatuur het laatst. Mocht er echter een lijn-niveau apparaat aangesloten zijn op de [INPUT] aansluitingen van de P-200, zet dit apparaat dan nog voor de P-200 aan. Bij het uitschakelen van de apparatuur houdt u gewoon de omgekeerde volgorde aan.
20
De Demo Songs afspelen
Na het opstellen en aanzetten van de P-200 - en voordat u de grote verscheidenheid aan mogelijkheden en functies van het instrument gaat onderzoeken - wilt u misschien al naar de verschillende demo songs luisteren, die speciaal zijn geprogrammeerd om u een indruk te geven van het uitzonderlijke geluid en de fantastische speelmogelijkeden van de P-200. Er zijn drie algemene Demo songs, alsook twaalf speciale Voice Demo songs, die een indruk geven van elke voice.
HOE DE DEMO SONGS AF TE SPELEN
Activeer de Demo Play (afspeel) mode.
1.
Druk tegelijkertijd op de [REVERB] en [MODULATION] knoppen. Het volgende scherm verschijnt dan.
Selecteren en afspelen van een algemene Demo song
Onmiddellijk na het indrukken van de [REVERB] en [MODULATION] knoppen (stap
2.
1 hierboven), drukt u nogmaals op de [MODULATION] knop om een Demo song te selecteren. Druk bijvoorbeeld één keer om de eerste Demo song te selecteren (Song 1 Play), of twee keer om de tweede Demo song te selecteren (Song 2 Play”) of drie keer om de derde Demo song te selecteren (Song 3 Play). De song die u selecteert zal automatisch beginnen met afspelen.
OPMERKING
Als u niet redelijk snel op de [MODULATION] knop drukt (of op één van de [VOICE SELECT] knoppen, nadat u de Demo Play mode heeft geactiveerd, zal de P-200 automatisch de Demo Play mode verlaten.
Als u vier keer op de [MODULATION] knop drukt, verschijnt de boodschap All Voice Demo in het LCD scherm en zal de P-200 beginnen met het achter elkaar afspelen van de twaalf Voice Demo songs.
Voice naam van de huidige Demo song
21
Selecteren en afspelen van een Voice Demo song
Onmiddellijk na het indrukken van de [REVERB] en [MODULATION] knoppen (stap 1 hiervoor), drukt u op de [VOICE SELECT] knop die overeenkomt met de gewenste voice. De song die u selecteert zal automatisch beginnen met afspelen.
Voice naam van de huidige Demo song
De Demo Play mode verlaten.
Als u Song 1 Play, “Song 2 Play”, Song 3 Play” of “all Voice Demo selecteert,
3.
zal de P-200 de Demo Play mode automatisch verlaten, als de geselecteerde song helemaal is afgespeeld.
Om de Demo Play mode te verlaten tijdens het afspelen van een song, drukt u gewoon op de [REVERB] knop.
De Voices bespelen
Het selecteren en bespelen van de voices op een nieuwe P-200 is makkelijk, aangezien het instrument vanuit de fabriek standaard de eerste keer opstart in de Voice Play mode met een geïnitialiseerde parameterinstelling en met de PIANO 1 voice geselecteerd.
Daardoor is het enige dat u hoeft te doen het indrukken van een [VOICE SELECT] knop en beginnen met het bespelen van het toetsenbord. Trek een paar minuten uit en bespeel alle voices eens en merk de hoge kwaliteit en de diepte van de P-200 AWM klankopwekking op, compleet met het natuurlijke gevoel van een natuurlijke aanslag op het toetsenbord.
Probeer, terwijl u speelt, het [PITCH] wiel, dat u de toonhoogte van de noten naar boven of naar beneden af laat buigen. Probeer ook het [MODULATION] wiel, dat u verschillende maten van vibrato (of andere effecten) aan de voices laat toevoegen.
Als u dan toch bezig bent, probeer dan ook de verschillende reverb (nagalm) en modulatie effecten, door nog eens op de [REVERB] of [MODULATION] knop te drukken.
Als u vervolgens klaar bent voor meer, ga dan naar de volgende bladzijde en ontdek wat de P-200 allemaal voor u in petto heeft.
OPMERKING
U kunt de Demo Play mode (of welke ander play mode dan ook) activeren als de P-200 zich in de Edit mode bevindt. (De LED boven de [EDIT] knop zal knipperen als de P-200 in de Edit mode staat.) Om de Edit mode te verlaten, drukt u gewoon op de [EDIT] knop. Merk ook op dat u de P-200 niet kunt bespelen of een functie van de Edit mode kunt gebruiken terwijl er een Demo Song wordt afgespeeld.
OPMERKING
U kunt een specifi ek effect aan het [MODULATION] wiel toewijzen in de Edit mode (zie blz. 58), dat geen enkel verband houdt met de modulatie effecten die beschikbaar zijn door één of meerdere keren op de [MODULATION] knop te drukken (zie blz. 27). Merk op dat als er een vibrato effect aan het [MODULATION] wiel is toegewezen, u geen vibrato aan de Piano voices 1~4 kunt toevoegen. Merk ook op dat de reverb depth (nagalmdiepte) of modulation speed (modulatie snelheid) voor bepaalde voices op nul gezet kan worden, waardoor er geen merkbaar effect wordt geproduceerd. (Zie voor informatie over het instellen van de reverb depth, blz. 27. Voor informatie over het wijzigen van de modulation speed, zie blz. 28.)
22
VOICE PLAY MODE
De Voice Play mode bestaat uit de Single, Dual en Split modes. In de Voice play mode kunt u elk van de 12 voices selecteren en bespelen (Single mode), of een mix van twee voices tegelijk bespelen (Dual mode) of één voice op het linker gedeelte van het toetsenbord bespelen en een andere voice op het rechter gedeelte (Split mode).
Een gloednieuwe P-200, net uit de doos, zal bij het aanzetten automatisch opstarten in de Voice play Single mode, met als geselecteerde voice Piano 1.
Als de P-200 in de Performance Play mode staat (aangegeven door een oplichtende LED boven de [PERF.A] of [PERF.B] knop), zult u eerst op de [VOICE] knop moeten drukken om de Voice Play mode te activeren. Als de P-200 in de Edit mode staat (aangegeven door een knipperende LED boven de [EDIT] knop), zult u eerst op de [EDIT] knop moeten drukken om de Edit mode te verlaten.
DE VOICE PLAY MODE ACTIVEREN EN VERLATEN
Druk op de [VOICE] knop.
1.
Als u op de [VOICE] knop drukt terwijl de P-200 zich in de Performance Play mode bevindt, zal de LED boven de [VOICE] knop gaan knipperen, om aan te geven dat de Voice mode klaar staat om opgestart te worden en er op wacht om geactiveerd te worden.
Druk op een [VOICE SELECT] knop.
2.
Zodra er op een [VOICE SELECT] knop is gedrukt, is de Voice play Single mode geactiveerd. De LED boven de [VOICE] knop en de geselecteerde [VOICE SELECT] knop licht op.
Vanuit de Single mode is het heel eenvoudig om de Dual mode (zie blz. 30) of de Split mode (zie blz. 32) te activeren.
Om de Voice play mode te verlaten, activeert u eenvoudig weg de Performance Play mode. Zie voor details blz. 45.
23
Single mode
Als de P-200 in de Single mode staat, kunt u willekeurig één van de 12 voices over het hele bereik van het toetsenbord bespelen. U kunt ook reverb en modulatie effecten toevoegen en aanpassen en een instelling voor de grafi sche equalizer aanpassen
In de Single mode is de LED boven de huidig geselecteerde [VOICE SELECT] knop aan en de naam van de huidig geselecteerde Single voice verschijnt in het LCD scherm.
EEN SINGLE VOICE SELECTEREN
Druk op een [VOICE SELECT] knop.
Om een voice te selecteren hoeft u slechts op één van de 12 [VOICE SELECT] knoppen te drukken.
Voices en Polyfonie
De voices van de P-200 zijn hoge kwaliteit samples van echte muziekinstrumen­ten, en worden gegenereerd door Yamahas exclusieve AWM (Advanced Wave Memory) klankopwekkings systeem.
Alle voice hebben 64 noten polyfonie, wat inhoudt dat er maximaal 64 noten tegelijkertijd kunnen worden geproduceerd. Dit is van essentieel belang voor het bereiken van een compromisloos geluid en spel als er een sustain pedaal wordt gebruikt, waardoor bepaalde noten door moeten klinken terwijl u andere noten bespeelt, totdat u het sustain pedaal weer loslaat.
Enkele van de P-200 voices beschikken over een extra dimensie. Twee van de PIANO voices hebben speciale stereo-instellingen, die in staat zijn 32 noten polyfonie voort te brengen. Ook de BASS voice heeft een akoestische UPRIGHT BASS en een ELECTRIC BASS instelling.
De volgende tabel geeft een overzicht van elke preset AWM voice.
Nr. VOICE BESCHRIJVING SAMPLE SOORT POLYFONIE Akoestische vleugel, geschikt 1 PIANO 1 voor verscheidene muzieksoorten, Mono / Stereo 64 / 32 van klassiek tot jazz. Akoestische vleugel, met een 2 PIANO 2 geperfectioneerde diepere Mono / Stereo 64 / 32 resonantie en body. Heldere akoestische vleugel,
3 PIANO 3
Heldere akoestische vleugel, 4 PIANO 4
Standaard elektrische piano,
5 E.PIANO 1
Conventioneel elektrisch piano-
6 E.PIANO 2
Helder en sprankelend DX-
7 E.PIANO 3
Vol klinkende vibrafoon met een
8 VIBES
Volle orgelcombinatieklank, 9 ORGAN 1 met instelbare voetmaten Mono 16 en andere parameters. 10 ORGAN 2 Standaard jazzorgelklank Mono 64 11 STRINGS Volledig orkeststrijkersensemble Mono 64 Vol klinkende, resonerende 12 BASS staande bas en een diepklinkende Mono 64 elektrische bas met punch.
ideaal voor zowel rock als jazz.
ideaal voor pop ballads.
met een scherp aanslaggeluid.
geluid voor alle toepassingen.
soort elektrisch pianogeluid.
heldere aanslag.
Mono 64
Mono 64
Mono 64
Mono 64
Mono 64
Mono 32 (dubbel)
OPMERKING
De Organ 1 voice kan worden bewerkt en opnieuw worden geconfi gureerd in de Edit mode (zie blz. 57).
24
Stereo/Mono Piano
Indrukken en een moment ingedrukt houden van de [PIANO 1] (of [PIANO2]) knop, selecteert beurtelings de stereo en de mono instelling.
De standaard instelling voor de PIANO 1 (en PIANO 2) voice is stereo met een 32 noten polyfonie.
DE PIANO VOICE INSTELLING VERANDEREN
Druk in en houd de [PIANO 1] (of PIANO 2]) knop een moment ingedrukt.
Na een moment verschijnt het MONO scherm kort.
Als u het toetsenbord bespeelt, zal de PIANO 1 voice mono zijn en de polyfonie 64 noten bedragen.
OPMERKING
Als u eenmaal bepaalde parameters in de Voice Play of Performance play mode heeft gewijzigd, zal (Quick Edit = Snel Bewerken) rechtsboven in het scherm verschijnen, om u eraan te herinneren dat u de originele instellingen heeft gewijzigd. Deze bepaalde parameters zijn: reverb en modulatie instellingen, de stereo/mono instelling voor Piano 1 en Piano 2, de electric/ upright instelling voor de Bass, alsook de Balance, Dual Detune, Split en Transpose-instellingen.
Om de PIANO 1 voice weer in de stereo instelling te zetten, houdt u gewoon de [PIANO 1] knop weer een tijdje ingedrukt. Het STEREO scherm zal kort verschijnen.
Upright/Electric Bass
Indrukken en een moment ingedrukt houden van de [BASS] knop, selecteert beurtelings de Upright en de Electric instelling.
De standaard instelling voor de BASS voice is Upright Bass.
DE BASS VOICE INSTELLING VERANDEREN
Druk in en houd de [BASS] knop een moment ingedrukt.
Na een moment verschijnt het ELECTRIC BASS scherm kort.
25
Als u het toetsenbord bespeelt, hoort u de Electric Bass voice.
Om weer terug te gaan naar de UPRIGHT BASS voice, houdt u gewoon de [BASS] knop weer een tijdje ingedrukt. Het UPRIGHT BASS scherm zal kort verschijnen.
Reverb Effecten
De interne DSP digitale signaal processor van de P-200, genereert drie verschillende soorten realistische reverb effecten, of gesimuleerde omringende omgevingen, die u op de voices kunt toepassen.
Hieronder bevinden zich ook ROOM (kamer), waarbij de natuurlijke nagalm van een kamer van gemiddelde afmetingen wordt gesimuleerd, STAGE (podium), waarbij de natuurlijke nagalm van een nachtclub wordt gesimuleerd, en HALL (zaal), waarbij de natuurlijke nagalm van een relatief grote concertzaal wordt gesimuleerd.
Terwijl u de verschillende voices selecteert, zult u opmerken dat er al specifi eke reverb effecten aan de voices zijn toegewezen, aangegeven door een oplichtende LED links van de naam van het toegewezen reverb type. Dit zijn de standaard fabrieksinstellingen, maar u kunt elk gewenste reverb type selecteren bij elke voice of zelfs het reverb effect uitschakelen. U kunt ook ter plekke de reverb depth (diepte) veranderen.
EEN REVERB TYPE SELECTEREN
Druk de [REVERB] knop één of meerdere malen in.
Als u herhaaldelijk op de [REVERB] knop drukt, zullen de reverb types in de volgende volgorde worden geselecteerd: ROOM, STAGE, HALL en vervolgens OFF. (Alle LED’s uit geven de OFF status aan.)
Merk op dat elke keer als u een reverb type selecteert, er kort een boodschap in het scherm verschijnt, die er als volgt uit kan zien.
Deze tijdelijke boodschap geeft het huidige depth niveau aan voor het rerverb type dat u zojuist heeft geselecteerd, met een mogelijke waarde van 0 tot 7.
U kunt gemakkelijk de depth instelling veranderen voor het huidig geselecteerde reverb type.
OPMERKING
U kunt ook het reverb type selecteren en de depth instelling wijzigen in de Edit mode (zie blz.
59).
26
DE REVERB DEPTH (NAGALM DIEPTE) VERANDEREN
Houd de [REVERB] knop ingedrukt en beweeg de [DATA ENTRY] schuif (of
1.
druk op [-1/NO] of [+1/YES]).
Zodra u de [DATA ENTRY] schuif beweegt (of op [-1/NO] of [+1/YES] drukt), ver­schijnt het REVERB DEPTH scherm.
of
Als u de [DATA ENTRY] schuif omhoog beweegt, neemt het depth niveau toe; als u de [DATA ENTRY] schuif omlaag beweegt, neemt het depth niveau af.
De waarde 7 zal de grootste hoeveelheid reverb produceren, terwijl de waarde 0 de reverb in feite uitschakelt.
Laat de [REVERB] knop weer los.
Na een kort moment zal de voice naam opnieuw in het scherm verschijnen.
2.
Probeer eens verschillende instellingen, bespeel het toetsenbord en merk het ver­schil op tussen de hoge en lage reverb depth instellingen en de grote verscheiden­heid aan reverb mogelijkheden op de P-200.
Modulatie Effecten
De interne DSP digitale signaal processor van de P-200, genereert drie verschillende soorten modulatie effecten, die u op de voices kunt toepassen. (Opmerking: Deze modu­latie effecten hebben geen enkele relatie met het vibrato effect dat u op de voice kunt toepassen door middel van het [MODULATION] wiel. Zie voor details over het vibrato effect blz. 59.)
Hieronder bevinden zich CHORUS, een gemoduleerde vertraging, die in feite een voice zo laat klinken dat het lijkt alsof er meerdere instrumenten tegelijk worden bespeeld; SYMPHONIC, een nog nadrukkelijker chorus effect, en TREMOLO, het effect van een roterende luidspreker.
OPMERKING
In de Voice Play mode kan er voor elke voice een ander reverb type en een andere reverb depth instelling worden geselecteerd. Als u twee voices bespeelt in de Dual of Split mode, zal de P-200 de instelling voor het reverb type en de reverb depth van de main voice op beide voices van toepassing brengen en de instelling die u eventueel voor de subvoice gemaakt heeft, negeren. Zie voor meer informatie over de main en sub voices blz.
29.
Terwijl u de verschillende voices selecteert, zult u opmerken dat er al specifi eke modulatie effecten aan de voices zijn toegewezen, aangegeven door een oplichtende LED links van de naam van het toegewezen modulatie effect type. Dit zijn de standaard fabrieksinstel­lingen, maar u kunt elk gewenste modulatie effect type selecteren bij elke voice of zelfs het modulatie effect uitschakelen. U kunt ook ter plekke de modulatie speed (snelheid) veranderen.
EEN MODULATIE TYPE SELECTEREN
Druk de [MODULATION] knop één of meerdere malen in.
Als u herhaaldelijk op de [MODULATION] knop drukt, zullen de modulatie types in de volgende volgorde worden geselecteerd: CHORUS, SYMPHONIC, TREMOLO en vervolgens OFF. (Alle LED’s uit geven de OFF status aan.)
27
OPMERKING
U kunt ook het modulatie type selecteren en de speed instelling wijzigen in de Edit mode (zie blz.
59).
Loading...
+ 63 hidden pages