Yamaha F4A User Manual [nl]

F4A

GEBRUIKERSHANDLEIDING

68D-F8199-74-D0

DMU25050

Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door vooraleer uw buitenboordmotor in gebruik te nemen.

Belangrijke handleidingsinformatie

DMU25100

Aan de eigenaar

Dank u voor uw keuze van een Yamaha-bui- tenboordmotor. Deze Gebruikershandleiding bevat informatie die vereist is voor een behoorlijk gebruik, onderhoud en verzorging. Een grondig begrip van deze instructies zal u helpen maximaal plezier uit uw nieuwe Yamaha te halen. Als u nog vragen hebt over de werking of het onderhoud van uw buitenboordmotor, gelieve dan een Yamahadealer te raadplegen.

In deze Gebruikershandleiding wordt bijzonder belangrijke informatie op de volgende manieren onderscheiden.

bare productinformatie op het moment van het drukken bevat, kunnen er toch kleine verschillen zijn tussen uw machine en deze handleiding. Mocht u nog vragen hebben over deze handleiding, gelieven dan uw Yamaha-dealer te raadplegen.

NOTA:

De F4AMH en de standaard accessoires worden gebruikt als basis voor de uitleg en afbeeldingen in deze handleiding. Bijgevolg kunnen bepaalde elementen eventueel niet van toepassing zijn op elk model.

DMU25140

Het Veiligheidsalarmsymbool betekent AANDACHT! LET GOED OP! UW VEILIGHEID STAAT OP HET SPEL!

DWM00780

WAARSCHUWING

Als men zich niet houdt aan de waarschuwingsinstructies kan dat leiden tot ernstige verwonding of de dood van de bestuurder, een omstaander of de persoon die de buitenboordmotor inspecteert of herstelt.

DCM00700

OPGELET:

Een waarschuwing toont de speciale voorzorgmaatregelen die moeten worden genomen om beschadiging van de buitenboordmotor te voorkomen.

NOTA:

Een NOTA verstrekt belangrijke informatie om procedures gemakkelijker of duidelijker te maken.

Yamaha streeft voortdurend vorderingen in productontwerp en -kwaliteit na. Hoewel deze handleiding de meest recente beschik-

F4A

GEBRUIKERSHANDLEIDING ©2004 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, januari 2004

Alle rechten voorbehouden. Herdruk of onrechtmatig gebruik zonder de schriftelijke toelating van Yamaha Motor Co., Ltd.

is uitdrukkelijk verboden. Gedrukt in Frankrijk

Inhoud

Algemene informatie.........................

1

Plaats voor identificatienummers ....

1

Buitenboordmotorserienummer.........

1

EG label ..........................................

1

Emissiebeheersingsinformatie ........

1

SAV-modellen ...................................

1

Veiligheidsinformatie .......................

2

Belangrijke labels ............................

3

Waarschuwingslabels .......................

3

Waarschuwingslabels .......................

4

Tankinstructies ................................

4

Benzine .............................................

5

Motorolie ...........................................

5

Propellerselectie..............................

5

Neutraal startbeveiliging..................

6

Basiscomponenten ...........................

7

Hoofdcomponenten.........................

7

Brandstoftank ....................................

7

Brandstoftank ....................................

8

Brandstofleidingkoppelstuk ...............

8

Brandstofmeter .................................

8

Brandstoftankdop..............................

8

Ontluchtingsschroef ..........................

8

Brandstofkraan..................................

8

Open .................................................

9

Stuurhendel.......................................

9

Schakelhendel ..................................

9

Gashendel.......................................

10

Brandstofverbruiksindicator ............

10

Gashandel frictie afstelling ..............

10

Motorstopsnoerschakelaar..............

11

Motorstopknop ................................

11

Chokeknop voor trektype ................

11

Hendel voor manuele start ..............

12

Stuurfrictieafstelinrichting ................

12

Trimstang (kantelpen) .....................

12

Kantelvergrendelingsmechanisme ..

12

Kantelsteunstang ............................

13

Motorkapvergrendelhendel

 

(optrektype)...................................

13

Draaghendel ...................................

13

Werking ............................................

15

Installatie .......................................

15

De buitenboordmotor monteren ......

15

Vastklemmen van de

 

buitenboordmotor..........................

16

Inlopen van de motor ....................

17

Procedure voor 4-takt modellen ......

17

Controles voor gebruik..................

17

Brandstof.........................................

18

Bedieningselementen......................

18

Motor ...............................................

18

Controleren van het oliepeil ............

18

Brandstof bijvullen ........................

19

De motor gebruiken ......................

19

Brandstof toevoeren........................

19

De motor starten .............................

20

De motor laten warmdraaien.........

22

Modellen met repeteer starter .........

22

Schakelen .....................................

23

Vooruit (modellen met stuurhendel

 

en afstandsbediening)...................

23

Achteruit ..........................................

23

Motor uitzetten ..............................

24

Procedure........................................

24

De buitenboordmotor trimmen ......

25

Afstelling van de trimhoek bij

 

modellen met een handbediend

 

kantelmechanisme ........................

25

Boottrim instellen.............................

26

Naar boven en naar beneden

 

kantelen ......................................

27

Procedure voor het naar boven

 

kantelen (modellen met

 

handbediend

 

kantelmechanisme).......................

28

Procedure voor het naar beneden

 

kantelen (modellen met

 

handmatige kantelinrichting) .........

29

Varen in ondiep water ...................

30

Varen in ondiep water (modellen

 

met een handbediend

 

kantelmechanisme).......................

30

Varen in andere

 

omstandigheden .........................

31

Onderhoud.......................................

32

Technische gegevens ...................

32

Vervoer en opslag van de

 

buitenboordmotor ........................

33

Met knevelbouten gemonteerde

 

 

 

 

Inhoud

modellen .......................................

33

Procedure

........................................ 55

Opberging van de

 

 

 

buitenboordmotor..........................

34

 

 

Procedure .......................................

34

 

 

Smering (met uitzondering van de

 

 

 

modellen met olie-inspuiting) ........

36

 

 

Reiniging van de

 

 

 

buitenboordmotor..........................

36

 

 

Controle van het geverfde

 

 

 

oppervlak van de motor ................

36

 

 

Periodiek onderhoud .....................

36

 

 

Vervangingsonderdelen ..................

36

 

 

Onderhoudsschema........................

38

 

 

Smering...........................................

39

 

 

Reiniging en afstelling van de

 

 

 

bougie ...........................................

40

 

 

Controle van het

 

 

 

brandstofsysteem .........................

40

 

 

Controle van de brandstoffilter ........

41

 

 

Controle van de vrijloopsnelheid .....

41

 

 

Vervanging van motorolie ...............

42

 

 

Controle van de bedrading en

 

 

 

aansluitstukken .............................

43

 

 

Uitlaatlekkage .................................

43

 

 

Waterlekkage ..................................

44

 

 

Motorolielekkage .............................

44

 

 

De propeller controleren .................

44

 

 

Verwijdering van de propeller .........

45

 

 

Installeren van de propeller.............

45

 

 

Vervanging van tandwielolie ...........

45

 

 

De brandstoftank reinigen ...............

46

 

 

Controle en vervanging van

 

 

 

anoden..........................................

47

 

 

Controle van de motorkap...............

47

 

 

De onderkant van de boot van een

 

 

 

coating voorzien............................

48

 

 

Herstellen van defecten..................

49

 

 

Problemen verhelpen ....................

49

 

 

Tijdelijke handeling in een

 

 

 

noodgeval ....................................

52

 

 

Beschadiging door botsing..............

52

 

 

De starter werkt niet ........................

53

 

 

Noodstart ........................................

53

 

 

Behandeling van een

 

ondergedompelde motor .............

55

Algemene informatie

DMU25170

Plaats voor identificatienummers

DMU25182

Buitenboordmotorserienummer

Het Buitenboordmotorserienummer is ingestanst op het label dat aan bakboordzijde van de klembeugel of het bovengedeelte van de zwenkbeugel is bevestigd.

Noteer uw buitenboordmotorserienummer in de voorziene ruimtes als hulp bij het bestellen van wisselstukken bij uw Yamaha-dealer of als referentie in geval uw buitenboordmotor wordt gestolen.

neparken. Zie het label en de EG Verklaring van Overeenstemming voor verdere details.

1

ZMU02651

1. EG-labellocatie

ZMU01696

1. Buitenboordmotorserienummerlocatie

DMU25201

EG label

Motoren voorzien van dit label voldoen aan bepaalde gedeelten van de richtlijn van het Europese Parlement in verband met machi-

DMU25220

Emissiebeheersingsinformatie

DMU25351

SAV-modellen

Motoren die voorzien zijn van het hieronder afgebeelde label, zijn conform de SAV (de Zwitserse emissieregelingsvoorschriften voor de Zwitserse kustwateren).

1

Algemene informatie

Goedgekeurd label van het emissieregelingscertificaat

1

ZMU04493

1. Situering van Goedkeuringslabel

YAMAHA MOTOR CO.,LTD.

Motorfamilie

Abgastypenpruf-

Nummer

ZMU04492

Brandstoflabel

1

ZMU04495

1. Positie van het brandstoflabel

ZMU04494

DMU25370

Veiligheidsinformatie

Vooraleer de buitenboordmotor te monteren of in gebruik te nemen, moet u deze volledige handleiding doorlezen. Door deze te lezen krijgt u een goed inzicht in de motor en zijn werking.

Vooraleer de boot in gebruik te nemen, moet u alle meegeleverde eigenaarsof gebruikerhandleidingen en alle labels. Zorg dat u elk punt begrijpt vooraleer de boot in gebruik te nemen.

Oefen niet te veel aandrijfkracht op de boot uit met deze buitenboordmotor. Te veel aandrijfkracht kan u de controle over de boot doen verliezen. Het nominale vermogen van de buitenboordmotor moet gelijk zijn aan of lager dan de nominaalvermogenscapaciteit van de boot. Als de nominaal-vermogencapaciteit van de boot onbekend is, raadpleeg dan de dealer of bootfabrikant.

Voer geen aanpassingen aan de buitenboordmotor uit. Aanpassingen kunnen de motor ongeschikt of onveilig voor gebruik maken.

Gebruik de boot nooit na het drinken van alcohol of innemen van drugs. Ongeveer 50% van alle bootongelukken hebben te maken met intoxicatie.

Zorg dat u een goedgekeurde zwemvest aan boord hebt voor elke passagier. Het is een goed idee een zwemvest te dragen

2

Algemene informatie

telkens u met de boot vaart. Ten minste de kinderen en niet-zwemmers aan boord moeten steeds een zwemvest dragen en iedereen moet zwemvesten dragen in potentieel gevaarlijke vaaromstandigheden.

Benzine is uiterst ontvlambaar en de benzinedampen zijn ontvlambaar en explosief. Hanteer en bewaar benzine op zorgvuldige wijze. Gan na of er geen gasdampen of brandstoflekken zijn vooraleer de motor te starten.

Dit product stoot uitlaatgassen uit die koolstofmonoxide bevatten, dat een kleurloos en geurloos geas is dat hersenschade of de dood van veroorzaken bij inademing. Symptomen zijn onder andere misselijkheid, duizeligheid en slaperigheid. Houd stuurcabine en verblijfscabines goed geventileerd. Vermijd het blokkeren van uitlaatopeningen.

Controleer de goede werking van gashendel, schakelhendel en besturing vooraleer de motor te starten.

Maak het motorstopschakelaarsnoer op een veilige plaats vast aan uw kleding, uw arm of been tijdens het varen. Als u ongewild weggaat van de stuurhendel, zal het snoer worden losgetrokken van de schakelaar en de motor doen uitvallen.

Zorg dat u de scheepvaartwetten en -re- glementen kent op de plaats waar u wilt varen - en leef deze na.

Zorg dat u op de hoogte bent van het weerbericht. Controleer de weersverwachtingen vooraleer te gaan varen. Vermijd het varen in gevaarlijke weersomstandigheden.

Vertel aan iemand waar u naartoe gaat: laat een vaarplan achter bij een betrouwbare persoon. Vergeet het vaarplan niet opnieuw te annuleren als u terugkeert.

Gebruik uw gezond verstand bij het varen. Ken uw mogelijkheden en zorg dat u weet hoe uw boot reageert in de verschillende vaaromstandigheden waarmee u geconfronteerd kunt worden. Blijf binnen uw limieten en deze van uw boot. Vaar steeds met veilige snelheden en blijf opletten voor eventuele hindernissen en ander verkeer.

Kijk steeds goed uit voor zwemmers terwijl de motor draait.

Blijf uit de buurt van zwemzones.

Als een zwemmer in het water ligt in uw buurt, zet de schakelhendel dan in neu-

traal en zet de motor uit.

DMU25380

Belangrijke labels

DMU25395

Waarschuwingslabels

ZMU04496

DMU25401

Label

DWM01260

WAARSCHUWING

Zorg dat de schakelinrichting in neutraal staat alvorens de motor te starten (behalve bij 2 pk).

Verwijder of raak geen elektrische onderdelen aan bij het starten of als de motor draait.

Hou handen, haar en kleren uit de buurt van het vliegwiel en andere draaiende

3

Algemene informatie

onderdelen als de motor draait.

DMU25431

Label

DWM01300

WAARSCHUWING

De motor is uitgerust met een neutraalstartinrichting.

De motor start niet als de schakelinrichting niet in de neutrale stand staat.

DMU25441

Label

DWM01311

WAARSCHUWING

LEKKENDE BRANDSTOF KAN BRAND VEROORZAKEN.

Alvorens de motor te kantelen of op zijn zij te leggen:

Draai de brandstofkraan in de gesloten stand.

Draai de ontluchtingsschroef op de brandstoftankdop vast.

DMU25464

Waarschuwingslabels

ZMU02655

DMU25481

Label

DCM01200

OPGELET:

Berg de motor op zoals op de afbeelding wordt getoond.

Anders zou de olie kunnen lekken en zo de motor beschadigen.

DMU25540

Tankinstructies

DWM00010

WAARSCHUWING

BENZINE EN BENZINEDAMPEN ZIJN ERG ONTVLAMBAAR EN ONTPLOFBAAR!

Rook niet als u brandstof bijvult en blijf uit de buurt van vonken, vlammen en andere bronnen van ontbranding.

Zet de motor af alvorens brandstof te tanken.

Tank op een goed verluchte plaats. Vul draagbare brandstoftanks niet in de boot.

Mors geen benzine. Verwijder gemorste benzine onmiddellijk met droge doeken.

Doe de brandstoftank niet te vol.

Draai de vuldop goed vast na het tanken.

Raadpleeg onmiddellijk een arts als u benzine hebt ingeslikt, heel veel benzinedamp hebt in geademd of benzine in de ogen hebt gekregen.

Mocht er benzine op uw huid terecht komen, verwijder die dan onmiddellijk met zeep en water. Kleed u om als er benzine op uw kleren is terecht gekomen.

Raak met de tuit de vulopening of de trechter aan om elektrostatische vonken te voorkomen.

DCM00010

OPGELET:

Gebruik alleen nieuwe zuivere benzine die bewaard werd in zuivere containers en die niet gecontamineerd is door water of vreemde stoffen.

4

Algemene informatie

DMU25580

Benzine

Aanbevolen benzinetype:

Gewone loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 90 (Research Octane Number).

Als de motor begint te kloppen of pingelen, gebruik dan een ander merk benzine of loodvrije superbenzine.

DMU25680

Motorolie

Aanbevolen motorolie:

4-takt motorolie met een combinatie van overeenkomstige SAE en API zoals getoond in het schema

Motoroliehoeveelheid (zonder oliefilter): 0.5 l (0.53 VS qt) (0.44 UK qt)

DCM01050

OPGELET:

Alle 4-taktmotoren worden door de fabriek zonder motorolie geleverd.

ZMU01710

DMU25741

Propellerselectie

De prestaties van uw buitenboordmotor worden sterk beïnvloed door uw propellerkeuze, aangezien een verkeerde keuze een nadelige invloed kan hebben op de prestaties en de motor ook ernstige schade kan toebrengen. Het motortoerental is afhankelijk van het propellerformaat en van de bootbelasting. Als het motortoerental te hoog of te laag is voor goede motorprestaties, zal dit een nadelige invloed hebben op de motor.

Yamaha-buitenboordmotoren zijn uitgerust met propellers die werden gekozen om goede prestaties te leveren bij verschillende toepassingen, maar er kunnen toepassingen zijn waarbij een propeller met een andere spoed geschikter zou zijn. Bij een grotere gebruiksbelasting is een propeller met kleinere spoed beter geschikt, vermits deze het mogelijk maakt het juiste motortoerental in stand te houden. Anderzijds is een propeller met grotere spoed beter geschikt voor een kleinere belasting.

Yamaha-dealers hebben een gamma propellers in voorraad en kunnen u advies geven over de best geschikte propeller voor uw toepassing en deze ook voor u monteren.

5

Algemene informatie

1

7-1/4 x7-1/4-BA

1 2 3

ZMU02656

ZMU01713

1. Propellerdiameter in inches

1. Label voor neutrale startbeveiliging

2. Propellerspoed in inches

 

3. Type van propeller (propellermerk)

 

NOTA:

Selecteer een propeller die de motor in staat zal stellen het middenof bovengedeelte van het bedrijfsbereik bij volledig open gashendel met maximale bootbelasting te bereiken. Als de bedrijfsomstandigheden zoals lichte bootbelastingen daarna het motortoerental tot boven het aanbevolen maximum bereik laten stijgen, zet dan de gashendel minder ver open om de motor binnen het gepaste bedrijfsbereik te houden.

Voor instructies over het demonteren en installeren van de propeller, zie pagina 44.

DMU25760

Neutraal startbeveiliging

Yamaha-buitenboordmotoren voorzien van het afgebeelde label of door Yamaha goedgekeurde afstandsbedieningseenheden zijn uitgerust met neutrale startbeveiliging(en). Deze voorziening zorgt ervoor dat de motor alleen in neutraal kan worden gestart. Zet de keuzehendel steeds in neutraal vooraleer de motor te starten.

6

Basiscomponenten

DMU25795

Hoofdcomponenten

NOTA:

* Kan eventueel lichtjes verschillen van de afbeelding; kan ook niet als standaard uitrusting op alle modellen voorzien zijn.

F4A

 

1

 

11

 

 

12

 

2

 

 

 

13

 

3

 

2

10

 

 

 

 

 

9

4

19

14

18

8

 

 

 

17

 

 

 

 

 

 

16

15

 

 

20

 

7

5

6

1.Motorkap

2.Motorkapvergrendelingshendel

3.Draaghendel

4.Stuurfrictieschroef

5.Anti-cavitatieplaat

6.Propeller

7.Koelwaterinlaat

8.Trimstang

9.Klembeugel

10.Stuurhendel

11.Ontluchtingsschroef

12.Brandstoftankkap

13.Handgreep repeteerstarter

14.Motorstopknop/Motorstopstrengschakelaar

ZMU04483

15.Knevelbout

16.Touwbevestiging

17.Brandstofleiding koppelstuk

18.Chokeknop

19.Schakelinrichtinghendel

20.Brandstoftank*

DMU25802

Brandstoftank

Als uw model uitgerust is met een draagbare brandstoftank, heeft die de volgende functie.

DWM00020

WAARSCHUWING

De brandstoftank die bij de motor wordt

7

Basiscomponenten

bijgeleverd, is het brandstofreservoir van de motor en mag niet worden gebruikt als een container om brandstof in op te slaan. Commerciële gebruikers moeten voldoen aan de van toepassing zijnde licentieof goedkeuringsvoorschriften.

3

4

1

2

ZMU01992

1.Ontluchtingsschroef

2.Brandstofmeter

3.Brandstofleiding koppelstuk

4.Brandstoftankkap

DMU25821

Brandstoftank

Als uw model een brandstoftank heeft, zijn de onderdelen en functies als volgt.

DMU25830

Brandstofleidingkoppelstuk

Dat koppelstuk wordt gebruik om de brandstofleiding te verbinden.

DMU25841

Brandstofmeter

Deze meter is gesitueerd op de tankdop of op de basis van het brandstofleidingkoppelstuk. Deze geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank bij benadering aan.

DMU25850

Brandstoftankdop

Die dop sluit de brandstoftank af. Als hij verwijderd is, kan de tank worden gevuld met brandstof. Om de dop te verwijderen moet hij tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.

DMU25860

Ontluchtingsschroef

Die schroef bevindt zich op de brandstoftankdop. Om ze los te draaien moet ze tegen de wijzers van de klok in worden gedraaid.

DMU25872

Brandstofkraan

De brandstofkraan sluit de brandstoftoevoer van de brandstoftank naar de motor af.

1

3

2

1

 

 

 

 

 

 

 

ZMU02658

ZMU02659

 

 

1. Ontluchtingsschroef

1. Brandstofkraan

 

 

2. Ingebouwde brandstoftank

DMU25881

3. Brandstoftankkap

Gesloten

 

Om de brandstoftoevoer naar de motor af te sluiten, moet de hendel of de knop in de gesloten stand worden gezet.

8

Yamaha F4A User Manual

Basiscomponenten

Zet de hendel of de knop altijd in de gesloten stand als de motor niet draait.

1

1

 

 

ZMU02652

1. OPEN stand voor de draagbare tank

ZMU02659

1. Gesloten stand

DMU25901

Open

De brandstofkraan heeft twee open-standen: één voor brandstof uit de ingebouwde brandstoftank en één voor die uit de externe tank. Er stroomt brandstof naar de carburator als de hendel of de knop in één van die twee open-standen staat. Het zijn de standen voor een draaiende motor.

DMU25911

Stuurhendel

Om van richting te veranderen beweegt u de stuurhendel naar links of naar rechts.

1

ZMU02661

1. OPEN stand voor de ingebouwde tank

ZMU02662

DMU25921

Schakelhendel

Als u de schakelhendel naar u toe trekt, zet u de motor in de voorwaartse versnelling zodat dat boot vooruit vaart. Als u de schakelhendel van u af duwt , zet u de motor in de achteruitversnelling zodat de boot achteruit vaart.

9

Basiscomponenten

R

N

F

3

2

 

 

1

ZMU02663

1.Vooruit “

2.Neutraal “

3.Achteruit “

DMU25941

Gashendel

De gashendel bevindt zich op de stuurhendel. Als u de hendel tegen de klok in draait, verhoogt de snelheid en als u hem met de klok mee draait verlaagt de snelheid.

ZMU02664

DMU25961

Brandstofverbruiksindicator

De brandstofverbruikscurve op de brandstofverbruiksindicator toont de hoeveelheid brandstof die in de verschillende gashendelstanden wordt verbruikt. Kies de stand die de beste prestaties en het laagste verbruik biedt voor de gewenste werking.

1

ZMU02665

1. Brandstofverbruikindicator

DMU25970

Gashandel frictie afstelling

Een frictie-inrichting zorgt voor regelbare bewegingsweerstand van de gasgreep of de afstandsbedieningshendel, en kan worden ingesteld volgens de voorkeur van de schipper.

Om de weerstand te verhogen draait u de frictieregelaar rechtsom. Om de weerstand te verlagen draait u de frictieregelaar linksom.

DWM00030

WAARSCHUWING

Draai de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om de gashendel of de greep te bewegen, wat een ongeluk kan veroorzaken.

ZMU02666

Als constante snelheid vereist is, draai de

10

Basiscomponenten

frictieregelaar dan strakker aan om de gewenste gashendelinstelling te bewaren.

DMU25990

Motorstopsnoerschakelaar

De vergrendelplaat moet bevestigd zijn aan de motorstapschakelaar om de motor te laten draaien. Het snoer moet op een veilige plaats bevestigd zijn aan de kledij van de schipper, zijn arm of been. Als de schipper overboord valt of weggaat van de stuurhendel, zal het snoer de vergrendelplaat uittrekken, waardoor de ontsteking naar de motor wordt onderbroken. Dit voorkomt dat de boot wegvaart door de aandrijfkracht.

DWM00120

WAARSCHUWING

Maak de motorstopschakelaarstreng op een veilige plaats aan uw kleren, een arm of een been vast als u de motor gebruikt.

Maak de streng niet vast aan kleren die kunnen worden losgetrokken. Zorg dat de streng nergens kan blijven achterhaken, want dan werkt ze niet.

Zorg ervoor dat u tijdens het normale gebruik niet per ongeluk aan de streng trekt. Als de motor niet meer draait, heeft men bijna geen controle meer over de besturing. Bovendien zal de boot dan bruusk vertragen, waardoor de personen en de voorwerpen aan boord naar voren kunnen worden geworpen.

NOTA:

De motor kan niet worden gestart met de vergrendelplaat verwijderd.

2

1

ZMU02667

1.Streng

2.Vergrendelingsplaat

DMU26001

Motorstopknop

Om het ontstekingscircuit te openen en de motor uit te zetten, dient u op die knop te drukken.

ZMU02668

DMU26011

Chokeknop voor trektype

Om de motor te voorzien van het rijke brandstofmengsel dat vereist is om te starten, dient u die knop uit te trekken.

11

Basiscomponenten

ZMU02669

DMU26070

Hendel voor manuele start

Om de motor te starten trekt u eerst de handel uit tot u weerstand voelt. Trek hem dan snel verder uit om de motor aan te zwengelen.

ZMU02670

DMU26122

Stuurfrictieafstelinrichting

Een frictie-inrichting geeft een instelbare weerstand aan het stuurmechanisme en kan worden afgesteld naargelang van de voorkeur van de bestuurder. Op de zwenkbeugel bevindt er zich een instelschroef of -bout.

ZMU02671

Om de weerstand te doen toenemen dient u de schroef met de wijzer van de klok mee te draaien.

Om de weerstand te doen afnemen dient u de schroef tegen de wijzers van de klok in te draaien.

DWM00040

WAARSCHUWING

Draai de wrijvingsafstelschroef niet te vast. Als er te veel weerstand is, kan het moeilijk zijn om te sturen, wat een ongeluk kan veroorzaken.

DMU26261

Trimstang (kantelpen)

De stand van de trimstang bepaalt de minimumhoek van de buitenboordmotor ten opzichte van de spiegel.

ZMU02672

DMU26312

Kantelvergrendelingsmechanisme

Het kantelvergrendelingsmechanisme wordt gebruikt om te voorkomen dat de buiten-

12

Basiscomponenten

boordmotor uit het water wordt getild bij het achteruit varen.

past. Vergrendel de kap vervolgens door de hendel(s) omlaag te bewegen.

1

1

 

ZMU04497

ZMU02675

1. Kantelvergrendelhendel

Om te vergrendelen dient u de kantelvergrendelingshendel in de “” (lock)-stand te zetten. Om te ontgrendelen dient u de kantelvergrendelingshendel in de “” (release)- stand te duwen.

DMU26330

Kantelsteunstang

De kantelsteunstang houdt de buitenboordmotor in de naar boven gekantelde stand.

ZMU02674

DMU26382

Motorkapvergrendelhendel (optrektype)

Om de motorkapvergrendelhendel te verwijderen, moet u de vergrendelhendel(s) omhoog trekken en de kap afnemen. Bij het installeren van de motorkap moet u nagaan of deze wel goed in de rubberen dichting

1. Motorkapvergrendelingshendel(s)

1

ZMU04522

1. Motorkapvergrendelingshendel(s)

DMU26450

Draaghendel

Aan de achterkant van de buitenboordmotor is er een draaghendel voorzien. U kan hem gebruiken om de buitenboordmotor met één hand te dragen.

13

Basiscomponenten

1

ZMU02676

1. Draaghendel

14

Loading...
+ 43 hidden pages