Yamaha DTXPRESS User Manual [nl]

DRUM TRIGGER MODULE
Gebruikershandleiding
Nederlandse
3
VEILIGHEIDSADVIEZEN
LEES HET ONDERSTAANDE AANDACHTIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze veiligheidsadviezen op een handige plek zodat u ze nog eens kunt raadplegen.
WAARSCHUWING
Volg de onderstaande veiligheidsadviezen altijd op ter voorkoming van zwaar lichamelijk letsel of overlijden als gevolg van een elektrische schok, kortsluiting, schade, brand of ander gevaar. De veiligheidsadviezen luiden onder meer:
• Maak het instrument nooit open en probeer nooit om de interne onderdelen te demonteren of er iets aan te wijzigen. Het instrument bevat geen onderdelen die door de gebruiker onderhouden hoeven te worden. Als het instrument tij­dens het bespelen stoort, stop dan onmiddellijk en laat het instrument door de technische dienst van Yamaha nakijken.
Stel het instrument niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water
• of in een vochtige omgeving. Plaats nooit voorwerpen die vloeistof bevatten op het instrument. Zo voorkomt u dat er vloeistof in de openingen kan lekken.
• Als het snoer of de stekker van de netvoedingsadapter rafelt of beschadigd is, wanneer het geluid tijdens het gebruik plotseling wegvalt of wanneer het in-
strument een ongewone geur of rook verspreidt, schakel het dan onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en laat het instrument door de technische dienst van Yamaha nakijken.
• Gebruik alleen de adapter die hier wordt geadviseerd (PA-3B of een equivalent dat door Yamaha wordt aangeraden). Een verkeerde adapter kan tot schade aan het apparaat of tot oververhitting leiden.
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het instrument gaat reinigen. Raak een stekker nooit aan met natte handen.
• Controleer de stekker regelmatig en verwijder stof of vuil dat zich daar kan hebben afgezet.
VOORZICHTIG
Volg de onderstaande veiligheidsadviezen altijd op om te voorkomen dat u of anderen letsel oplopen of dat het instrument of andere apparatuur beschadigd raakt. Deze adviezen luiden onder meer:
• Houd het snoer van de netvoedingsadapter uit de buurt van hittebronnen als kachels of de centrale verwarming. Buig het snoer niet onnodig, plaats er geen zware voorwerpen op en leg het zo neer dat niemand erop kan gaan staan, erover kan struikelen of er voorwerpen overheen kan rollen.
• Houd altijd de stekker en nooit het snoer vast wanneer u de stekker uit het stopcontact of het snoer van het instrument lostrekt.
• Sluit het instrument nooit via een stekkerdoos aan op een stopcontact. Hier­door kan de geluidskwaliteit afnemen of het stopcontact oververhit raken.
• Haal de netvoedingsadapter los wanneer u het instrument niet gebruikt en tij­dens onweer.
• Als u het instrument aansluit op andere elektronische componenten, zorg dan dat deze componenten zijn uitgeschakeld. Zet voor alle componenten het vo­lume in de laagste stand voordat u ze in- of uitschakelt. Houd voor alle compo­nenten het volume op het minimumniveau en stel dit tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk in op het gewenste niveau.
• Stel het instrument niet bloot aan stof, trillingen of extreme kou of warmte (zoals rechtstreeks zonlicht, in de buurt van een hittebron of overdag in een auto) om vervorming van de panelen of beschadiging van de interne onderde­len te voorkomen.
• Gebruik het instrument niet in de directe omgeving van andere elektrische ap­paratuur als televisies, radio’s of luidsprekers. Hierdoor kunnen de andere ap­paraten worden gestoord.
• Zorg dat het instrument stabiel staat en niet per ongeluk kan omvallen.
• Haal eerst het adaptersnoer en andere kabels los van het instrument voordat u het verplaatst.
• Reinig het instrument altijd met een zachte, droge doek. Gebruik hiervoor nooit verfverdunners, oplosmiddelen, vloeibare schoonmaakmiddelen of doekjes die in een chemisch reinigingsmiddel zijn gedrenkt. Plaats nooit voorwerpen van vinyl, plastic of rubber op het instrument. Hierdoor kan het paneel of het toet­senbord verkleuren.
•Leun nooit met uw gewicht op het instrument en plaats er geen zware voorwer­pen op. Ga niet ruw om met toetsen, schakelaars of aansluitingen.
• Gebruik alleen de standaard of het drumrek dat voor het instrument is bestemd. Bevestig de standaard of het drumrek alleen met de meegeleverde schroeven om te voorkomen dat er interne onderdelen worden beschadigd of dat het in­strument omvalt.
INTERNE ACCU VERVANGEN
• Dit instrument is voorzien van een niet-oplaadbare interne accu die ervoor zorgt dat gegevens in het instrument bewaard blijven als het apparaat is uitgescha­keld. Wanneer het vensterbericht “Battery Low” verschijnt, moet de accu wor­den vervangen. Sla in dit geval onmiddellijk uw gegevens op naar een extern randapparaat, bijvoorbeeld de Yamaha MIDI Data Filer MDF3 die is voorzien van een diskettestation. Laat de interne accu vervangen door de technische dienst van Yamaha.
• Probeer nooit zelf de interne accu te vervangen in verband met mogelijke risi­co’s voor uw veiligheid. Laat dit altijd doen door de technische dienst van Yamaha.
• Houd de interne accu altijd buiten het bereik van kinderen. Waarschuw onmid­dellijk een dokter als een kind per ongeluk de accu inslikt.
PERSOONLIJKE GEGEVENS OPSLAAN
• Sla alle gegevens op in een extern randapparaat, bijvoorbeeld de Yamaha MIDI Data Filer MDF3. Zo voorkomt u dat er door een storing of een gebruikersfout belangrijke gegevens verloren gaan.
Yamaha is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door verkeerd gebruik van of verkeerde aanpassingen aan het instrument of voor verloren of beschadigde gegevens.
Schakel altijd het instrument uit wanneer u het niet gebruikt.
(3)-4
4
Hartelijk dank voor het aanschaffen van de YAMAHA DTXPRESS. De DTXPRESS is een compacte drumtrigger-module die is voorzien van een AWM-toongenerator en sequencerfuncties. Lees deze handleiding aandachtig door om de mogelijkheden van de DTXPRESS optimaal te kunnen te benutten. Bewaar deze handleiding op een handige plaats om deze zonodig nog eens te kunnen raadplegen.
De handleiding
De gebruikershandleiding van de DTXPRESS bestaat uit deze twee boeken:
Basisgids (dit boek)
Lees dit boek door voordat u met de DTXPRESS aan de slag gaat.
Dit boek bevat adviezen voor een goed en veilig gebruik van de DTXPRESS. U vindt hier ook de namen van bedieningselementen en functies, informatie over het aansluiten van de pads en het gebruik van de DTXPRESS, instructies voor het opnemen en afspelen van songs en voor het maken van eigen drumsets. In de appendix achter in het boek treft u tenslotte specificaties en foutberichten aan.
Reference Guide
In dit boek vindt u gedetailleerde beschrijvingen van alle functies in DTXPRESS. De appendix achterin het boek bevat informatie over drumvoices, songs, MIDI-gegevensindeling, enzovoort.
Notatie in de beschrijvingen
In deze handleiding wordt voor toetsen en uitleg de volgende notatie gebruikt:
• [PLAY], [START/S], enz. Een toets op het voorpaneel wordt aangegeven met [ ] (blokhaken).
• [SHIFT]+[START/S], enz. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [START/S].
•[PAGEs]/[PAGEt], enz. Gebruik [PAGEs] of [PAGEt].
•“Complete!”, enz. Woorden tussen “ ” zijn vensterberichten.
m p. 10, enz. Geeft de pagina in de naslag aan waar u verdere informatie kunt vinden.
LET OP
De illustraties en LCD-vensters in deze gebruikershandleiding dienen slechts als instructie. Het is mogelijk dat zij iets afwijken van wat u op uw instrument ziet.
Inhoud van het pakket
Dit pakket bevat de volgende items. Open het pakket en controleer of deze items aanwezig zijn:
• De DTXPRESS
• Netvoedingsadapter
• Gebruikershandleiding É Basisgids (dit boek), Reference Guide
5
Belangrijkste voorzieningen van de DTXPRESS
Naast de drumtrigger-functie treft u in de compacte, 1U grote half-rack-body van de DTXPRESS ook een polyfone toon­generator met 32 voices aan die compatibel is met de standaard GM System Level 1 plus een 2-sporen sequencer. Dit alles is speciaal ontworpen voor drummers. U kunt de DTXPRESS gebruiken tijdens live-concerten, voor ritmetraining, bij het maken van songs en bij het maken van opnames
Drumtrigger-functie
• Er zijn 10 trigger-aansluitingen en een aansluiting voor een hi­hatcontroller beschikbaar. Naast triggerpads kunt u bijvoorbeeld ook de Yamaha DT20 Drum Triggers gebruiken. Stereopads zijn ook compatibel.
• Instellingsgegevens over de aangesloten pads, zoals de soorten trigger­invoer en de gevoeligheid, zijn vastgelegd in 7 standaardpatronen. Er is ook een persoonlijk gedeelte met 4 patronen.
• 48 standaarddrumsets plus geheugenruimte voor 32 persoonlijke drum­sets die door de gebruiker kunnen worden ingesteld.
Toongeneratorsectie
• Een kwalitatief hoogwaardige 16-bits AWM2 (PCM)-toongenerator die voldoet aan de standaard GM System Level 1. Polyfoon met 32 voices.
• In totaal 910 drum- en percussievoices plus 128 keyboardvoices die voldoen aan GM System Level 1.
• Dezelfde interne digitale reverbsectie die ook wordt gebruikt in de Yamaha GM/XG-toongenerators van de MU-serie.
• De persoonlijke drumsets maken gebruik van één drum map met toe­wijzingen die onbeperkt kan worden bewerkt.
Sequencersectie
• Een 2-sporen sequencer voor het opnemen van songs. Elk spoor kan gegevens bevatten voor MIDI-kanalen 1 t/m 16.
• In totaal 95 standaardsongs plus een gebied voor persoonlijke songs dat ruimte biedt aan 32 persoonlijke songs.
• Naast een hoofdsong die vanaf het paneel en met MIDI wordt geregeld, kunnen er 3 padsongs afzonderlijk worden geregeld en gelijktijdig wor­den afgespeeld door middel van trigger-invoer van de pads.
• Padsongs kunnen met één maat tegelijk worden gespeeld waarbij elke maat wordt voorafgegaan door een slag op een pad.
• Neem uw drumpartij real-time op met sequencergegevens van een ex­tern apparaat.
• De drumpartij van de song of een van de drumvoices kan eenvoudig met Mute worden uitgeschakeld zodat u zelf de song kunt meespelen.
• Synchroon afspelen met een externe sequencer is mogelijk.
• De functie Groove Check analyseert uw ritmische vaardigheden en geeft direct feedback. Een geweldige manier om uw techniek te verbeteren.
Interface
• Uitgerust met MIDI IN/OUT-aansluitingen en een TO HOST-aanslui­ting. U kunt de DTXPRESS aansluiten op externe MIDI-apparaten of een computer en zo uw systeem uitbreiden.
• De TO HOST-aansluiting en HOST SELECT-schakelaar maken recht­streekse aansluiting op een computer mogelijk.
• Sluit een cd- of md-speler aan op de AUX IN-aansluiting zodat u kunt meespelen met uw favoriete muziek.
• Hoofdtelefoonaansluiting aanwezig
GM
“GM” (General MIDI) is een standaard die een algemene indeling voor tonen biedt waardoor de overdracht van MIDI-song­gegevens wordt vergemakkelijkt. Bovendien biedt GM ook de compatibiliteit die het mogelijk maakt om bij het gebruik van toongeneratoren van verschillende fabrikanten en van verschillende typen de oorspronkelijke tonen af te spelen.
6
INHOUD
VEILIGHEIDSADVIEZEN ......................................................................... 4
De handleiding ........................................................................................ 5
Notatie in de beschrijvingen .................................................................. 5
Inhoud van het pakket ............................................................................ 5
Belangrijkste voorzieningen van de DTXPRESS.................................. 6
Bedieningselementen en functies ......................................................... 8
Installatie................................................................................................ 10
Voorpaneel .......................................................................................................8
Achterpaneel .................................................................................................... 9
Pads aansluiten .......................................................................................... 10
Installatie met akoestische drums ..................................................................11
Mengpaneel of audioapparatuur aansluiten ............................................... 12
MIDI-apparaat aansluiten ...........................................................................12
Computer aansluiten .................................................................................. 12
cd-speler, enz. aansluiten (AUX IN-aansluiting) ......................................... 13
Hoofdtelefoon aansluiten (PHONES-aansluiting) ....................................... 13
Voeding aansluiten ..................................................................................... 13
Overzicht basisfuncties DTXPRESS ................................................... 14
De DTXPRESS bespelen! ..................................................................... 16
Meespelen met de metronoom ............................................................ 17
Meespelen met een song...................................................................... 18
Opname maken van uzelf .....................................................................20
Eigen drumset maken ........................................................................... 22
Optimaal gebruikmaken van de DTXPRESS....................................... 24
Fabrieksinstellingen .................................................................................... 24
Functies voor aansluitingen en invoerbronnen (pads)................................24
Reverb instellen.......................................................................................... 24
Instellingen voor de drumvoice................................................................... 24
Instellingen voor de toongenerator ............................................................. 25
Instellingen voor de song ........................................................................... 25
Overige functies ......................................................................................... 25
MIDI gebruiken ...........................................................................................25
Computer aansluiten .................................................................................. 26
Specificaties .......................................................................................... 27
Foutberichten ........................................................................................ 28
Problemen oplossen ............................................................................. 29
Register van dit boek ............................................................................ 31
7
Bedieningselementen en functies
Voorpaneel
q w
e r
t u
y
q AUX IN-aansluiting
Op deze aansluiting sluit u de uitgang van een extern audioapparaat aan (stereo mini-aansluiting). (p. 13) Dit is handig wanneer u wilt meespelen met muziek van een cd- of cassette­speler.
w Volume AUX IN (AUX IN VOL)
Hiermee wordt het volume geregeld van de cd- of cassettespeler die is aangesloten op de AUX IN q.
e Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
Sluit hier een hoofdtelefoon aan om naar de DTXPRESS te luisteren (p.
13).
r Aan/uit-schakelaar/hoofdvolumeregeling
(POWER/VOL)
Schakelt de stroomvoorziening in en uit (ON/OFF) en regelt het algemene volumeniveau (uitvoer van de aansluitingen OUTPUT en PHONES) van de DTXPRESS. Draai de volumeknop met de klok mee om het volume te verhogen en tegen de klok in om het volume te verlagen. Druk op de toets om de stroom­voorziening in en uit te schakelen (ON/OFF).
t Click-volume (CLICK VOL)
Hiermee regelt u het volume van de metronoom-click. (p. 17) U regelt het volume van de bassdrum door aan de knop te draaien terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
y Begeleidingsvolume (ACCOMP VOL)
Hiermee regelt u het volume van de song-begeleiding. (p. 18) U regelt het volume van de snaredrum door aan de knop te draaien terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
u LCD-venster
Op het LCD-venster worden de informatie en de gegevens weergegeven die nodig zijn voor het bedienen van de DTXPRESS.
i Afspeeltoets (PLAY)
Hiermee gaat u naar de modus Drum Kit Play.
i
o !2
!1 !4
!7
!8
!9
!0
!3
!5 !6
o Systeemtoets (UTIL)
Hiermee gaat u naar de modus Utility. In deze modus bevinden zich de basisinstellingen voor de werking van de DTXPRESS.
!0 Click-toets (CLICK)
Druk hierop om de metronoom (tikgeluid) te starten en te stoppen (p. 17).
!1 Trigger-toets (TRIG)
Hiermee gaat u naar de modus Trigger Setup Edit. Druk tweemaal op de toets om de pagina “Gain, Minimum Velocity” van deze modus weer te geven.
!2 Voice-toets (VOICE)
Hiermee gaat u naar de modus Drum Kit Voice Edit. Als u zich in deze modus bevindt en op deze toets drukt, hoort u de voice die op dat moment is ingesteld alsof deze van de pad afkomstig is (auditionfunctie). Druk tweemaal op de toets om de pagina “Volume, Pan” van deze modus weer te geven. Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op [VOICE] drukt om de audio-uitvoer van de aansluitingen OUTPUT @7 en PHONES e uit te schakelen.
!3 Song-toets (SONG)
Hiermee gaat u naar de modus Song Job. Druk tweemaal op de toets om de pagina “Clear Song” van deze modus weer te geven.
!4 Start/Stoptoets (START/S)
Hiermee start of stopt u het afspelen of opnemen van de song. Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op [START/S] drukt om de standby­stand voor opname te activeren.
!5 Save/Enter-toets (SAVE/ENT)
Hiermee worden opdrachten bevestigd en gegevens opgeslagen.
!6 Shift-toets (SHIFT)
Door deze toets ingedrukt te houden terwijl u op een andere toets drukt, activeert u de tweede functie van die toets.
8
Bedieningselementen en functies
!7 Paginatoetsen [PAGEs, PAGEt]
Met deze toetsen bladert u door de verschillende pagina’s op het venster. Met de toets [PAGEs] bladert u vooruit naar de volgende pagina en met [PAGEt] bladert u terug naar de vorige pagina. Houd de toets ingedrukt om doorlopend door de pagina’s te bladeren. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PAGEs] drukt, schakelt u de drumvoice uit tijdens afspelen (functie Rhythm Mute). Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PAGEt] drukt, dan geeft u de tempo-instelling van de song weer (p. 18).
Achterpaneel
@0 @1
H L
!8 Selectietoetsen [SEL<, SEL>]
Met deze toetsen verplaatst u de cursor. Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op [SEL>] drukt om naar de functie Groove Check te gaan (p. 17).
!9 Waardetoetsen (VALUE–, VALUE+)
Hiermee wijzigt u de gegevenswaarde die u met de cursor hebt geselec­teerd. Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde doorlopend veranderen. Houd [VALUE+] ingedrukt en druk op [VALUE–] om de waarde steeds met 10 te verhogen. Houd [VALUE–] ingedrukt en druk op [VALUE+] om de waarde steeds met 10 te verlagen.
@2
@3
@4 @5 @6 @7 @8 @9
@0 MIDI IN/OUT-aansluiting
Deze aansluitingen worden gebruikt voor de transmissie en de ontvangst van MIDI-gegevens naar en van externe MIDI-apparaten. Door externe MIDI-apparaten aan te sluiten, breidt u de functie van de DTXPRESS uit.
@1 Schakelaar voor demping van invoer
(INPUT ATTENUATION)
Hiermee wordt voor alle trigger-aansluitingen de waarde ingesteld voor Input Attenuation (1 KICK-6 RIDE). U vermindert de demping door de schakelaar in de lage stand (L) te zetten. U verhoogt de demping door de schakelaar in de hoge stand (H) te zetten. Hierdoor stelt u het invoerniveau af op de specificatie van de pads en de trigger-sensoren die zijn aangeslo­ten op de DTXPRESS. (p. 10)
@2 Trigger-aansluiting (1 KICK-8HI HAT)
Deze aansluitingen dienen voor de pads en de triggers. Sluit de pads aan volgens de aanduiding onder de verschillende ingangen. (p. 10) De DTXPRESS is ook compatibel met de stereo-uitvoerpads.
@3 Trigger-aansluiting (9/10)
Via deze aansluiting wordt een pad aangesloten op de DTXPRESS. De L van de stereoaansluiting correspondeert met ingang 9 en de R correspon­deert met ingang 10. Door twee pads via een stereoplug te verbinden, is invoer van twee triggers mogelijk. Als u over een monoplug beschikt, kan alleen ingang 9 worden gebruikt.
@4 Aansluiting hi-hatcontroller (HI HAT CONTROL)
Hierop wordt een hi-hatcontroller aangesloten (p. 10). *Gebruik voor de aansluiting van een hi-hatcontroller een kabel met
een stereoplug.
@5 Selectieschakelaar voor host
(HOST SELECT Mac/PC-1/PC-2/MIDI)
Stel de schakelaar in volgens het type computer dat is aangesloten op TO HOST-aansluiting @6. Bij gebruik van de MIDI-aansluiting zet u de scha­kelaar in de stand “MIDI” (p. 12, 26).
@6 TO HOST-aansluiting
Via deze aansluiting wordt een computer met een seriële kabel aangeslo­ten op de DTXPRESS. Gebruik altijd een kabel die compatibel is met het type computer dat u gebruikt (p. 26).
@7 OUTPUT-aansluiting (OUTPUT L/MONO, R)
Via deze aansluitingen wordt de DTXPRESS aangesloten op een externe versterker, een extern mengpaneel, enzovoort. Voor afspelen in monoweergave gebruikt u de L/MONO-aansluiting. Voor stereoweergave gebruikt u aansluitingen L en R.
@8 Aansluiting voor netsnoer (DC IN 12V)
Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan voor de stroomvoorziening. Bevestig het snoer aan de snoerhaak @9 om te voorkomen dat de adapter per ongeluk losraakt.
@9 Snoerhaak
Voorkomt dat het netsnoer per ongeluk losraakt (p. 13).
9
Installatie
Om een elektrische schok en schade aan apparaten te vermijden, moet u de DTXRESS en alle gerelateerde apparaten hebben uitgeschakeld voordat u de apparaten aansluit op de diverse aansluitingen van de DTXPRESS.
Pads aansluiten
Sluit de uitvoerkabels van de pads aan op de trigger-aansluitingen op het achterpaneel van de DTXPRESS. Dit wordt op de onderstaande afbeelding geïllustreerd De trigger-aansluitingen zijn voorzien van een aanduiding (1 KICK, enzovoort). Let dus goed op dat u de pads aansluit op de corresponderende trigger­aansluitingen
.
op 7 CRASH
op 8 HI HAT
VOORZICHTIG) Voor het aansluiten van de Hi-Hat Controller is een kabel met een stereoplug nodig.
op HI HAT
CONTROL
op 3 TOM1 op 4 TOM2
op 2 SNARE
op 1 KICK
op 5 TOM3
H L
op 6 RIDE
Voor een flexibele opstelling van de snaredrum en hi-hat kunt u de pads het beste opstellen zoals in de onderstaande afbeelding is weergegeven.
• Alle trigger-aansluitingen zijn geschikt voor stereo-invoer. Pads die zijn uitgerust met trigger-schakelaars als de TP80S of de PCY80S kunnen hierop worden aangesloten.
• Zodra een pad met de corresponderende trigger-aansluiting (1 KICK, enzovoort) is verbonden, wijst de DTXPRESS automatisch instel­lingen toe die bij de pads horen. Wanneer echter pads en drumtriggers met verschillende eigenschappen worden aangesloten, moeten bij­passende instellingen voor parameters zoals gevoeligheid worden ingesteld.
•Gevoeligheid wordt ingesteld in de modus Trigger Setup Edit [1-1. Pad Type] (Reference Guide: p. 12). Na tweemaal op [TRIG] te heb­ben gedrukt, slaat u op de pad die u wilt instellen waarna op het venster van de DTXPRESS het juiste instellingenoverzicht verschijnt.
• De invoergevoeligheidsschakelaars (INPUT ATTENUATION) zijn schakelaars die corresponderen met de trigger-aansluitingen 1 KICK­6 RIDE. De L-stand van de schakelaar correspondeert met een lage gevoe-
10
ligheid voor pads als TP, KP, PCY en PB. De H-stand correspon­deert met een hoge gevoeligheid die geschikt is voor bijvoorbeeld de DT20 Drum Trigger.
• De pads TP60, TP80S, PCY80S, enzovoort kunnen worden aange­sloten op 1 KICK. Het is ook mogelijk om de hi-hatcontroller HH60, HH80, HH80A te gebruiken als kickpedaal(Gebruik [1-1. Pad Type] om instellingen op te geven).
• Naast de 1 KICK-aansluiting kan de 9/10-aansluiting worden ge­bruikt voor het aansluiten van een tweede bassdrumpedaal om dub­bele bassdrums te creëren.
• De aansluitingen 9/10 corresponderen met een dubbele trigger-in­voer die gebruikmaakt van een stereoaansluiting voor L (9) en R (10). Wij adviseren het gebruik van deze aansluitingen voor de Yamaha Bar Pad (BP-80). U kunt een conversiekabelplug gebruiken (stereoplug m monoplug x2) voor de invoer van twee afzonderlijke trigger-signalen.
Installatie
Installatie met akoestische drums
Als bijvoorbeeld de optionele Yamaha DT20 Drum Triggers zijn aangesloten op een set akoestische drums, kunnen deze drums worden aangesloten op de DTXPRESS.
Voorbeeld van een installatie met akoestische drums en drumpads
Sluit de uitvoerkabels van de pads en de drumtriggers aan op de aansluitingen op het achterpaneel van de DTXPRESS. Dit wordt in de onderstaande afbeelding geïllustreerd
* Als u de drumtriggers gebruikt, moet u de juiste instellingen opgeven in de modus Trigger Setup Edit [1-1. Pad Type] (Reference Guide : p. 12).
op 7 CRASH
op 6 RIDE
9
op 9/10
10
op 5 TOM3
op 1 KICK
Drumtrigger bevestigen
Voer de onderstaande procedure uit om de drumtrigger-sensoren aan de akoestische drums te bevestigen.
• Bevestiging aan de bassdrum
Bevestig de drumtrigger-sensor op het slag­vel van de bassdrum, tegen de rand aan.
* De sensor mag niet in contact komen met
de rand.
• Bevestiging aan de snaredrum
Bevestig de drumtrigger-sensor op het slag­vel van de bassdrum, tegen de rand tegen­over de drummer.
* De sensor mag niet in contact komen met
de rand.
• Bevestiging aan de toms
Bevestig de drumtrigger-sensor op de ke­tel, tegen de rand aan.
* De sensor mag niet in contact komen met
de rand.
* Kies voor de trigger zo’n positie dat an-
dere instrumenten (drum of percussie) er geen invloed op hebben.
op 4 TOM2
op 3 TOM1
op 8 HI HAT
op 2 SNARE
Drumtriggers verwijderen
Verwijder bij het vervangen van het slagvel eerst voorzichtig de drumtrigger-sensoren met bijvoorbeeld een mes, voordat u de span­rand losmaakt.
* Trek de trigger niet aan het snoer los.
Onderhoud van de drumtriggers
• Het oppervlak van het slagvel of de ketel waarop de trigger wordt
bevestigd mag niet vuil of vet zijn. Reinig het oppervlak daarom eerst met bijvoorbeeld alcohol.
• Bevestig de sensoren en snoeren met tape om te voorkomen
dat de snoeren breken als gevolg van de vibratie van de drum­rand.
• Ongelijke vibraties en aanhoudende resonans op het slagvel of
de ketel kan dubbele triggering veroorzaken. Dit kan worden voorkomen door het slagvel van een demper te voorzien en de vibratie zoveel mogelijk te beperken. Wij adviseren u de Yamaha dempring te gebruiken.
• Als u de drumtriggers opnieuw wilt bevestigen, moet u eerst
alle gebruikte tape verwijderen en nieuwe tape aanbrengen. Gebruikte tape kan problemen veroorzaken als onvoldoende gevoeligheid, dubbele triggering, enzovoort.
11
Installatie
Mengpaneel of audioapparatuur aansluiten
Door de aansluitingen OUTPUT L/MONO en R aan de achterzijde van de DTXPRESS te verbinden met een mengpaneel of audioapparatuur, is het mogelijk om via externe luidsprekers audio te reproduceren of uw eigen muziek op te nemen.
• Luidsprekers met ingebouwde versterkers.
• Op de DTXPRESS gemaakte muziek opnemen op een cassettedeck.
MIDI-apparaat aansluiten
Gegevens die zich in de DTXPRESS bevinden, kunnen niet alleen worden opgeslagen (Bulk Dump) op bijvoorbeeld een Yamaha MIDI Data Filer MDF3, maar ook op een ander MIDI-apparaat. Het is ook mogelijk om de toongenerator van de DTXPRESS aan te slui­ten op een externe sequencer. Bovendien biedt het gebruik van MIDI-functies voor een groot aanbod aan mogelijkheden met de DTXPRESS. Raadpleeg de sectie [MIDI gebruiken] (p. 25) voor informatie over het gebruik van MIDI-functies.
• MIDI-gegevens verzenden
Verbind de MIDI OUT-aansluiting op de DTXPRESS via een MIDI-kabel met de MIDI IN-aansluiting op het externe MIDI-apparaat. Zet de HOST SELECT-schakelaar in de stand “MIDI".
Instellen op “MIDI"
MIDI-gegevens
DTXPRESS
MIDI-apparaat
• MIDI-gegevens ontvangen
Verbind de MIDI IN-aansluiting op de DTXPRESS via een MIDI-kabel met de MIDI OUT-aansluiting op het externe MIDI-apparaat. Zet de HOST SELECT-schakelaar in de stand “MIDI".
Instellen op “MIDI"
MIDI-gegevens
* OUTPUT is een standaardaansluiting die geschikt is voor mono-invoer.
Gebruik een kabel met een plug die geschikt is voor het desbetreffende apparaat.
* Gebruik de OUTPUT L/MONO-aansluiting op de DTXPRESS wanneer u
een apparaat voor invoer van een monosignaal aansluit.
12
DTXPRESS
MIDI-apparaat
Gebruik altijd een standaard MIDI-kabel voor het aansluiten van apparatuur. De MIDI-kabel mag niet langer zijn dan 15 meter. Een langere kabel kan leiden tot ongelijkmatige werking en an­dere problemen.
Computer aansluiten
De DTXPRESS is voorzien van een ingebouwde MIDI-interface. Hier­mee kan de DTXPRESS via de TO HOST-aansluiting rechtstreeks worden verbonden met de seriële poort van de computer. Met sequencersoftware die op de computer is geïnstalleerd, kunnen de keyboardvoices van de DTXPRESS worden aangestuurd. De sequencegegevens uit de DTXPRESS kunnen in de computer worden ge­wijzigd. Raadpleeg de sectie [Computer aansluiten] (p. 26) voor meer informatie.
Loading...
+ 22 hidden pages