Apparaten kopplas inte ur växelströmskällan (nätet) så länge som den
ar ansluten till vägguttaget, även om själva apparaten har stängts av.
ADVARSEL: Netspændingen til dette apparat er IKKE afbrudt,
sålænge netledningen sidder i en stikkontakt, som er tændt — også
selvom der er slukket på apparatets afbryder.
VAR OITUS :Laitteen toisiopiiriin kytketty käyttökytkin ei irroita koko
laitetta verkosta.
(standby)
Entsorgung leerer Batterien (nur innerhalb Deutschlands)
Leisten Sie einen Beitrag zum Umweltschutz. Verbrauchte Batterien
oder Akkumulatoren dürfen nicht in den Hausmüll. Sie können bei
einer Sammelstelle für Altbatterien bzw. Sondermüll abgegeben
werden. Informieren Sie sich bei Ihrer Kommune.
(battery)
2
VOORZICHTIG
Spanningsvoorziening/netadapter
Niet openen
Waarschuwing tegen water
Waarschuwing tegen brand
Batterijen
Als u onregelmatigheden opmerkt
Spanningsvoorziening/netadapter
Locatie
Aansluitingen
Zorgvuldig behandelen
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDERGAAT
* Bewaar deze gebruikershandleiding op een veilige plaats voor eventuele toekomstige raadpleging.
WAARSCHUWING
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om ernstig of zelfs dodelijk letsel als gevolg van elektrische schokken,
kortsluiting, beschadiging, brand of andere gevaren te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Plaats het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingen en kachels,
buig of beschadig het snoer niet, plaats er geen zware voorwerpen op en zorg dat
niemand op het snoer kan trappen, erover kan struikelen of voorwerpen erover kan
rollen.
• Gebruik het instrument uitsluitend op de voorgeschreven elektrische spanning.
De vereiste spanning wordt vermeld op het naamplaatje van het instrument.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven adapter (pagina 32). Gebruik van een andere
adapter kan beschadiging of oververhitting veroorzaken.
• Controleer de elektrische stekker regelmatig en verwijder vuil of stof dat zich erop
heeft verzameld.
• Dit instrument bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Maak het
instrument nooit open en probeer niet de inwendige onderdelen te demonteren of
te wijzigen. Als het instrument defect lijkt, stopt u onmiddellijk met het gebruik ervan
en laat u het instrument nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het instrument niet in de buurt van
water of onder natte of vochtige omstandigheden en plaats er geen voorwerpen met
vloeistoffen op die in de openingen kunnen terechtkomen. Wanneer een vloeistof,
zoals water, in het instrument lekt, schakelt u het instrument onmiddellijk uit en
verwijdert u de stekker uit het stopcontact. Laat het instrument vervolgens nakijken
door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Steek/verwijder nooit een stekker in/uit het stopcontact wanneer u natte handen hebt.
• Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kaarsen, op het apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
• Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik geen nieuwe batterijen in combinatie met
oude batterijen.
• Gebruik geen verschillende batterijtypen (zoals alkaline en mangaan), batterijen van
verschillende fabrikanten of verschillende batterijtypen van één fabrikant door elkaar.
Dit kan leiden tot oververhitting, brand of lekkage van batterijvloeistof.
• Probeer niet de batterijen te openen of te demonteren.
• Werp batterijen niet weg in vuur.
• Probeer niet of u niet-oplaadbare batterijen kunt opladen.
• Houd batterijen uit de buurt van kinderen.
• Vermijd contact met de vloeistof uit lekke batterijen. Wanneer batterijvloeistof in
contact komt met uw ogen, mond of huid, spoelt u het desbetreffende lichaamsdeel
onmiddellijk met water en raadpleegt u een arts. Batterijvloeistof is corrosief en kan
gezichtsverlies of chemische brandwonden veroorzaken.
• Let erop dat u de batterijen altijd op de juiste manier plaatst met het plus- (+) en
minteken (-) in de juiste richting. Als u dit niet doet, kan oververhitting, brand of
lekkage van batterijvloeistof ontstaan.
• Verwijder de batterijen wanneer deze leegraken of als u het instrument gedurende
langere tijd niet gebruikt, zodat schade door lekkage van batterijvloeistof wordt
voorkomen.
• Als een van de volgende storingen optreedt, schakelt u de POWER-schakelaar
onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit het stopcontact. (Als u batterijen
gebruikt, verwijdert u alle batterijen uit het instrument.) Laat het instrument vervolgens
nakijken door bevoegd Yamaha-servicepersoneel.
• Het netsnoer of de stekker raakt versleten of beschadigd.
• Het instrument verspreidt een ongebruikelijke geur of er komt rook uithet instrument.
• Er is een voorwerp gevallen in het instrument.
• Het geluid valt plotseling weg tijdens het gebruik van het instrument.
LET OP
Volg altijd de hierna vermelde algemene voorzorgsmaatregelen op om lichamelijk letsel bij uzelf en anderen of beschadiging van het
instrument en andere eigendommen te voorkomen. Deze maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
• Sluit het instrument niet via een verdeelstekker aan op het stopcontact. Dit kan leiden
tot een verminderde geluidskwaliteit of oververhitting in het stopcontact.
• Trek altijd aan de stekker en nooit aan het snoer wanneer u de stekker verwijdert uit
het instrument of het stopcontact. Het snoer kan beschadigd raken als u eraan trekt.
• Verwijder de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het instrument
gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het per ongeluk kan omvallen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te verplaatsen.
• Let erop tijdens het opstellen van het instrument dat het te gebruiken stopcontact
gemakkelijk bereikbaar is. Als er een storing optreedt of het instrument niet correct
werkt, schakelt u de POWER-schakelaar onmiddellijk uit en verwijdert u de stekker uit
het stopcontact. Ook wanneer de POWER-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog
een minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Verwijder de stekker uit het
stopcontact als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
• Gebruik uitsluitend de standaard die voor uw instrument wordt aanbevolen. Gebruik
uitsluitend de meegeleverde schroeven om de standaard of het rek te bevestigen.
Als u dit niet doet, kunnen de inwendige onderdelen beschadigd raken en kan het
instrument omvallen.
Yamaha is noch aansprakelijk voor ontstane schade door oneigenlijk gebruik of modificatie van het instrument, noch voor verlies of beschadiging van gegevens.
Schakel het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
Zelfs als de [ ] (Standby/On)-schakelaar is uitgeschakeld, loopt er nog een minimale hoeveelheid stroom door het instrument. Verwijder de stekker van het netsnoer uit het stopcontact
als u het instrument gedurende langere tijd niet gebruikt.
Lege batterijen vallen onder Klein Chemisch Afval en dienen als zodanig te worden behandeld.
65
• Schakel de stroomtoevoer naar alle onderdelen uit voordat u het instrument aansluit
op andere elektronische componenten. Stel alle volumeniveaus in op het laagste
niveau voordat u de stroomtoevoer naar alle onderdelen in- of uitschakelt.
• Zorg dat het volume van alle componenten is ingesteld op het laagsteniveau en voer
het volume tijdens het bespelen van het instrument geleidelijk op tot het gewenste
niveau.
• Steek uw vingers of handen niet in de openingen van het instrument.
• Steek nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de openingen van het paneel en
laat deze nooit hierin vallen.
• Leun niet op het instrument, plaats er geen zware voorwerpen op en ga voorzichtig
om met de knoppen, schakelaars en aansluitingen.
• Gebruik het instrument/apparaat of een hoofdtelefoon niet te lang op een hoog of
oncomfortabel geluidsniveau, aangezien dit permanent geho orverlies kan veroorzaken.
Consulteer een KNO-arts als u ruis in uw oren of gehoorverlies constateert.
(7)-1 1/1
3
Cd
LET OP
Volg de voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat het apparaat, gegevens of andere
eigendommen beschadigd raken.
Behandeling en onderhoud
• Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een tv, radio, stereoapparatuur, mobiele telefoon of andere elektrische apparaten. Anders kunnen het instrument,
de tv of radio bijgeluiden opwekken.
• Stel het instrument niet bloot aan grote hoeveelheden stof of trillingen, of extreme koude of hitte (zoals in direct zonlicht, bij een verwarming of overdag in een
auto), om eventuele vervorming of verkleuring van het instrument of beschadiging aan de interne componenten te voorkomen.
• Plaats geen vinyl, plastic of rubberen voorwerpen op het instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het keyboard tot gevolg kan hebben.
• Reinig het instrument altijd met een zachte doek. Gebruik geen verfverdunners, oplosmiddelen, schoonmaakmiddelen of chemisch geïmpregneerde
schoonmaakdoekjes.
Informatie
Auteursrechten
• Het kopiëren van commercieel verkrijgbare muziekgegevens, inclusief maar niet beperkt tot MIDI-gegevens en/of audiogegevens, is strikt verboden,
uitgezonderd voor persoonlijk gebruik.
• Dit product bevat en gaat vergezeld van computerprogramma's en inhoud waarvan Yamaha alle auteursrechten heeft of waarvan het over de licenties beschikt
om gebruik te mogen maken van de auteursrechten van derden. Onder dergelijk materiaal waarop auteursrechten berusten, vallen, zonder enige beperkingen,
alle computersoftware, stijlbestanden, MIDI-bestanden, WAVE-gegevens, bladmuziek en geluidsopnamen. Elk ongeautoriseerd gebruik van dergelijke
programma's en inhoud, buiten het persoonlijke gebruik van de koper, is volgens de desbetreffende wettelijke bepalingen niet toegestaan. Elke schending van
auteursrechten heeft strafrechtelijke gevolgen. MAAK, DISTRIBUEER OF GEBRUIK GEEN ILLEGALE KOPIEËN.
Deze handleiding
• De afbeeldingen en LED-schermen zoals deze in deze handleiding zijn te zien, zijn uitsluitend bedoeld voor instructiedoeleinden en kunnen dus enigszins
afwijken van de werkelijkheid.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden genoemd, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve
eigenaars.
Het serienummer van dit product wordt vermeld aan de onderzijde van het
instrument. Het is raadzaam dit serienummer in de hieronder gereserveerde ruimte
te noteren. Bewaar ook deze handleiding als permanent aankoopbewijs om
identificatie in geval van diefstal te vergemakkelijken.
Modelnummer
Serienummer
(bottom)
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte elektrische en
elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen
deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw nationale wetgeving en de instructies
2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle rijkdommen en voorkomt
u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving, welke zich zou kunnen voordoen door
ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact opnemen
met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de artikelen heeft gekocht.
[Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie]
Mocht u elektrische en elektronisch apparatuur willen weggooien, neem dan alstublieft contact op met uw dealer
of leverancier voor meer informatie.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan alstublieft
contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier van verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan de eis en
de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
(weee_battery_eu)
66
4
Gefeliciteerd!
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha DD-45/YDD-40. De DD-45/YDD-40
is ontwikkeld om te reageren en te spelen als een drumstel, maar met meer gemak,
flexibiliteit en geavanceerde functies. Wij raden u aan deze handleiding zorgvuldig
• Omdat dit instrument een ingebouwde luidspreker heeft,
mag u geen videobanden, cassettes, diskettes of andere
magnetische opslagmedia op het paneel laten liggen, anders
kan gegevensverlies optreden of kunnen de items beschadigd
raken. Gebruik het instrument ook niet in de buurt van een
televisie- of computerscherm omdat hierdoor storing kan
optreden.
• Gebruik de sticks met zorg. Gebruik deze alleen voor het
bespelen van het instrument. Voorkom schade of letsel door
de sticks nooit in het wilde weg rond te zwaaien of te gooien.
68
Configuratie
LET OP
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
LET OP
Adapter
q
w
Stopcontact
qw
Maak alle benodigde instellingen die hieronder zijn aangegeven VOORDAT u het instrument
aanzet (pagina 9).
• Schakel alle componenten uit voordat u het instrument op andere elektronische componenten aansluit. Zorg er
tevens voor dat u alle volumeniveaus op het minimum instelt, voordat u componenten aan- of uitzet. Anders
kunt u een elektrische schok krijgen of kunnen de componenten beschadigd raken.
Spanningsvereisten
Hoewel het instrument zowel via een netadapter als via batterijen kan worden gevoed, beveelt Yamaha het
gebruik van een netadapter aan, wanneer dat mogelijk is. Gebruik van een netadapter is milieuvriendelijker
dan batterijen.
Een netadapter gebruiken
q Sluit de netadapter aan op de
voedingsaansluiting.
• Gebruik alleen de op pagina 32 aangegeven adapter.
Gebruik van andere adapters kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van zowel de adapter als het instrument.
w Sluit de netadapter aan op een stopcontact.
• Haal de adapter uit het stopcontact gedurende een
elektrische storm (b.v. onweer), of als u het instrument
gedurende lagere tijd niet gebruikt.
• Zelfs als het instrument is uitgeschakeld, loopt er nog een
minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Als u het
instrument gedurende een lange tijd niet gebruikt, zorg er
dan voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt.
• Het aansluiten van de netadapter zorgt automatisch dat de
netadapter het instrument van stroom voorziet, zelfs als er
batterijen zijn geïnstalleerd.
69
Batterijen gebruiken
q Open het klepje van het batterijencompartiment
dat zich aan de onderkant van het instrument
bevindt.
w Plaats zes batterijen (AA, LR6 of equivalent) en
let daarbij goed op de polariteitsaanduidingen
(+/-) aan de binnenzijde van het compartiment.
e Plaats het klepje terug en let erop dat het goed
vastklikt.
Als de batterijspanning te laag wordt voor een
betrouwbare werking, kan het volume teruglopen,
het geluid vervormd klinken of kunnen er zich
andere problemen voordoen. Als dit gebeurt moet
u alle batterijen vervangen. Neem hierbij de
onderstaande waarschuwingen in acht.
• Gebruik alkalinebatterijen voor dit instrument. Andere
soorten batterijen (waaronder oplaadbare batterijen)
kunnen plotselinge spanningsdalingen hebben als de
batterijen leegraken.
• Zorg ervoor dat de batterijen in de juiste richting worden
geïnstalleerd, waarbij de juiste polariteit wordt
gehandhaafd (zoals aangegeven). Foutieve plaatsing van
de batterijen kan resulteren in brand en/of het lekken van
corrosieve chemicaliën.
• Als de batterijen leeg raken, vervangt u deze door een
complete set (6) nieuwe batterijen. Gebruik NOOIT oude en
nieuwe batterijen door elkaar. Gebruik geen verschillende
soorten batterijen (bijvoorbeeld alkaline en mangaan) door
elkaar.
• Haal de batterijen uit het instrument als u het gedurende
een langere periode niet gebruikt, om mogelijke schade
door lekken van de batterijen te voorkomen.
7
Configuratie
OPMERKING
LET OP
WAARSCHUWING
LET OP
LET OP
OPMERKING
LET OP
OPMERKING
Positiemarkering
Een drumstandaard gebruiken
Voor het installeren van dit instrument is een
optionele Yamaha SS662-standaard beschikbaar.
Bevestig het instrument op de armen van de
standaard en lijn daarbij de positiemarkeringen op
de standaard uit op de bodem van het instrument.
• Draai de armen niet verder dan nodig vast. Als u ze te ver
vastdraait, kan het instrument verbuigen.
• Zorg dat het instrument stabiel staat en niet kan omvallen;
als dit wel gebeurt, kan het instrument beschadigd raken of
kan u lichamelijk letsel oplopen.
• Verwijder alle aangesloten kabels alvorens de standaard
van het instrument te verwijderen. Anders kan deze van het
instrument vallen.
Een audiobron aansluiten
([AUX IN]-aansluiting)
Via deze aansluiting sluit u een externe audiobron
aan, zoals een MP3-speler. U kunt het instrument
bespelen met achtergrondmuziek en begeleiding,
alsof u met een volledige band speelt. Pas het
ingangsniveau aan met de volumeregelaar van de
externe audiobron voor optimale balans.
• Als het geluid van een extern apparaat wordt uitgevoerd
naar het instrument, zet dan eerst het externe apparaat aan
en vervolgens het instrument. Zet de apparatuur in
omgekeerde volgorde uit.
• Audiosignaalingangen naar de [AUX IN]-aansluiting worden in
mono verwerkt.
Een pedaal aansluiten
([PEDAL]-aansluiting)
Een hoofdtelefoon aansluiten
([PHONES/OUTPUT]-aansluiting)
Sluit een hoofdtelefoon aan op de [PHONES/
OUTPUT]-aansluiting. De luidspreker van dit
instrument wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer u een stekker in deze aansluiting steekt.
De [PHONES/OUTPUT]-aansluiting functioneert
ook als externe uitgang. U kunt de [PHONES/
OUTPUT]-aansluiting verbinden met een
keyboardversterker, stereo-installatie, mengpaneel
of een ander lijnniveau-audioapparaat. Het
uitgangssignaal van het instrument wordt dan naar
dat apparaat gestuurd.
• Luister niet gedurende langere tijd met een hoog volume
via de hoofdtelefoon. Dit kan niet alleen vermoeiend voor
de oren zijn, maar kan ook uw gehoor beschadigen.
• Als het geluid van het instrument wordt uitgevoerd naar
een extern apparaat, zet dan eerst het instrument aan en
vervolgens het externe apparaat. Zet de apparatuur in
omgekeerde volgorde uit.
8
Via deze aansluiting sluit u een optioneel pedaal
FC4 of FC5 aan. Het pedaal kan worden gebruikt
voor het bespelen van de basdrumvoices van de
Drum Kit, maar kan ook aan andere voices worden
toegewezen.
• Zorg dat de pedaalstekker juist is aangesloten op de
[PEDAL]-aansluiting voordat u het instrument aanzet.
• Druk het pedaal niet in terwijl u het instrument aanzet.
Hierdoor zou de polariteit van het pedaal worden
omgedraaid, wat een omgekeerde werking tot gevolg heeft.
• Bescherm de vloer door een mat of tapijt onder het pedaal
te plaatsen. Na verloop van tijd kan het pedaal de vloer
beschadigen.
• Voorkom ook dat u komt vast te zitten in of valt over de
pedaalsnoeren, omdat het instrument hierdoor zou kunnen
vallen, wat tot beschadiging of letsel kan leiden.
• Voice: In deze handleiding betekent een voice een
instrumentgeluid of een 'klank'.
70
Luisteren naar de demosongs
LET OP
OPMERKING
OPMERKING
Demosongnummer
Vermindert het
totaalvolume.
Verhoogt het
totaalvolume.
Dit instrument beschikt over drie demonstratiesongs (d1 – d3) die speciaal zijn gemaakt
om de dynamische mogelijkheden van het instrument te demonstreren.
1. Zet het instrument aan.
Zet het volume laag door de [MASTER VOLUME]regelaar naar links te draaien en druk op de []
(Standby/On)-schakelaar om het instrument aan
te zetten.
Als u het instrument inschakelt, wordt een
drumkitnummer weergegeven achter de indicatie
'dd'.
Druk opnieuw op de schakelaar [] (Standby/On)
om het instrument uit te zetten.
• Zelfs als het instrument is uitgeschakeld, loopt er nog een
minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Als u het
instrument voor een lange tijd niet gebruikt, zorg er dan
voor dat u de netadapter uit het stopcontact haalt en/of de
batterijen uit het instrument verwijdert.
2. Druk op de [DEMO]-knop om een
demosong te starten.
d1
De indicatie 'd1' wordt weergegeven op de display
en de beschikbare demosongs worden na elkaar
afgespeeld totdat u het afspelen stopt.
Terwijl de demosong wordt afgespeeld, kunt u met
de knoppen [] en [] naar de volgende of
vorige demosong gaan. Als u de knoppen []
en [] tegelijkertijd indrukt, wordt de song 'd1'
opgeroepen.
Het volume aanpassen
71
Automatische uitschakelfunctie
Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit
instrument een automatische uitschakelfunctie
waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld
als het instrument ongeveer 10 minuten niet is gebruikt
(als er niet op knoppen of pads is gedrukt).
• Alle instellingen, zoals de aangepaste kit (pagina 12),
worden teruggezet op de standaardfabrieksinstellingen
als de stroom wordt uitgeschakeld.
De automatische uitschakelfunctie kan worden
uitgeschakeld als u de stroom inschakelt door de
[] (Standby/On)-schakelaar langer dan 3 seconden
ingedrukt te houden; de indicatie 'dd' knippert dan
even.
• Tijdens het afspelen van een demosong zijn de beschikbare
handelingen beperkt tot het aanpassen van het volume,
het schakelen naar een andere demosong en het stoppen
van de demo.
3. Druk nogmaals op de [DEMO]-
knop om de demosong te stoppen.
U kunt de demosong ook stoppen door op de
[START/STOP]-knop te drukken.
9
De pads bespelen
OPMERKING
OPMERKING
on
Lc
Vasthouden
Sla met de geleverde drumsticks of met uw handen op de pads om de drumvoices af
te spelen.
Als u de pads met de handen bespeelt, moet u de functie Hand Percussion inschakelen
door op de knop [HAND PERC.] te drukken.
Het volume van de padgeluiden is afhankelijk van de kracht waarmee u de pads raakt;
als u zacht speelt is het volume zacht en als u de pads hard raakt, is het volume hard.
Het werkelijke volume van het geluid kan variëren naar gelang het gedeelte van de pad
dat u raakt.
Hand Percussion aan-/
uitzetten
U kunt de pads van het instrument met de
meegeleverde stokken bespelen of met uw handen.
Schakel de volgende knop in door deze in te
drukken als u het instrument met de handen wilt
bespelen.
1. Druk op de [HAND PERC.]-knop
om Hand Percussion aan te zetten.
De indicatie 'on' wordt weergegeven op de display
en de gevoeligheid van de pad wordt automatisch
aangepast voor optimale bespeling met de hand.
Druk nogmaals op de [HAND PERC]-knop om
Hand Percussion uit te zetten; 'oF' wordt
weergegeven op de display.
• Zorg ervoor dat u alleen met uw handen op de pads slaat als
Hand Percussion is ingeschakeld, omdat de gevoeligheid
automatisch wordt ingesteld op het juiste niveau voor
handbespeling.
De paneelknoppen
vergrendelen
Als u het instrument alleen met de hand bespeelt,
raden wij u aan om deze handeling uit te voeren
om de paneelknoppen te vergrendelen. Hiermee
voorkomt u dat het instrument ongewenst wordt
gewijzigd tijdens uw performance.
1. Zet Hand Percussion aan (zie de
linkerkolom).
2. Houd de [HAND PERC.]-knop
ingedrukt totdat 'Lc' wordt
weergegeven op de display.
Alle knoppen behalve de [HAND PERC.]-knop
worden uitgeschakeld.
U kunt de paneelknoppen ontgrendelen door de
[HAND PERC.]-knop in te drukken en ingedrukt te
houden totdat 'LOC' niet langer wordt weergegeven
op de display.
10
• De paneelknoppen kunnen niet worden vergrendeld als er een
patroon of demosong wordt afgespeeld.
72
De pads bespelen
OPMERKING
1
Kitnummer
1250CU
1250CU
bdHH
Vasthouden
BasdrumHi-Hat
Een drumkit selecteren en bespelen
Op het instrument kunt u snel en gemakkelijk kiezen uit 50 verschillende drumkits (zie de 'Liste over
trommesæt' op pagina 20). 50 van deze kits hebben vooraf ingestelde voicecombinaties die worden ingesteld
voor de pads en het pedaal als de kit wordt geselecteerd. Selecteer enkele van de kits en probeer deze te
bespelen.
Het instrument beschikt ook over een aangepaste kit waarmee u de gewenste voices kunt toewijzen aan de
vier pads en het pedaal (zie 'Voices toewijzen aan afzonderlijke pads en het geheel opslaan als aangepaste
kit' op pagina 12).
1. Druk op de knop [KIT].
Het nummer van de momenteel geselecteerde
drumkit wordt op de display weergegeven.
2. Selecteer een drumkitnummer
met de knoppen [] en [].
Als u op de knop [] drukt, wordt het
drumkitnummer verhoogd en als u op de knop []
drukt, wordt het nummer verlaagd. Als u de
knoppen [] en [] tegelijkertijd indrukt, wordt
kitnummer '1' opgeroepen.
Bass Drum toewijzen aan Pad 2
De Bass Drum-voice van de drumkit wordt normaal
gesproken toegewezen aan het pedaal, maar kan ook
worden toegewezen aan Pad 2 zodat u de voice
zonder pedaal kunt bespelen.
Als u op Pad 2 slaat terwijl u de [KIT]-knop ingedrukt
houdt, schakelt u tussen 'bd' en 'HH'. De Bass Drum-
voice (pedaalvoice) wordt toegewezen aan Pad 2 als
'bd' wordt weergegeven en de Hi-Hat-voice
(oorspronkelijke Pad 2-voice) wordt toegewezen als
'HH' wordt weergegeven.
Als u de [KIT]-knop loslaat, wordt de instelling
bepaald.
• Drumkitnummer '1' wordt geselecteerd als u het instrument
inschakelt.
• De drumkit 'CU' is de aangepaste kit. De aangepaste kit is de kit
waarvoor u de gewenste voices hebt toegewezen aan elke pad
en het pedaal waarna u alle toewijzingen hebt opgeslagen als
een kit (zie 'Voices toewijzen aan afzonderlijke pads en het
geheel opslaan als aangepaste kit' op pagina 12).
• Als er een optioneel pedaal is aangesloten op het instrument,
wordt de Bass Drum-voice toegewezen aan het pedaal.
De Bass Drum-voice kan ook worden toegewezen aan Pad 2
(zie de rechterkolom).
73
11
Loading...
+ 25 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.