Lees voor gebruik van de Clavinova "Voorzorgsmaatregelen" op de bladzijden 6-7.
BELANGRIJK
Controleer uw spanningsvoorziening
Let erop dat uw plaatselijke netspanning overeenkomt met het op het naamplaatje aangegeven
voltage. In sommige gebieden kan een spanningskeuzeschakelaar voorzien zijn aan de onderzijde
van het toetsenbordgedeelte, bij het netsnoer. Let erop dat de spanningskeuzeschakelaar staat
ingesteld op de juiste netspanning in uw gebied. De spanningskeuzeschakelaar staat af fabriek op
240 Volt. Gebruik, om de instelling te veranderen een platkopschroevendraaier om het
instellingsschijfje zo te draaien dat het juiste voltage naast het pijltje op het paneel staat.
Page 2
Introductie
SPECIALE MEDEDELINGEN
PRODUCT VEILIGHEIDSMARKERINGEN:
De
elektronische producten van Yamaha zijn voorzien van
labels, zoals hieronder afgebeeld, of gegoten, gestempelde
of gestanste afbeeldingen met deze aanduidingen. De uitleg
van deze aanduidingen wordt op deze bladzijde beschrev en.
Neem nota van alle hier genoemde waarschuwingen en de
waarschuwingen in het veiligheidsinstructiegedeelte.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
CAUTION: TO REDUCE THE RISK OF ELECTRIC SHOCK.
DO NOT REMOVE COVER (OR BACK).
NO USER-SERVICEABLE PARTS INSIDE.
REFER SERVICING TO QUALIFIED SERVICE PERSONNEL.
Zie de onderkant van de behuizing voor de grafische symbolen.
Het uitroepteken in de gelijkbenige
driehoek is bedoeld om u te wijzen op
de aanwezigheid van belangrijke
bedienings- en onderhoudsinstructies
in de handleiding van het product.
De bliksemschicht met pijlpunt, in de
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de
gebruiker te waarschuwen voor de aanwezigheid van ongeïsoleerde
“gevaarlijke spanningen” in de
behuizing van het product, die voldoende groot kunnen zijn om een gevaar
voor een elektrische schok te vormen.
BELANGRIJKE MEDEDELING:
producten van Yamaha zijn getest en goedbevonden door een
onafhankelijk laboratorium om er zeker van te zijn dat, als het
product op de juiste wijze geïnstalleerd is en gebruikt wordt,
er geen voorspelbare risico’ s zullen zijn. Modificeer het
instrument NIET en vraag ook anderen niet om het
instrument te modificeren wanneer Y amaha zelf hier niet de
toestemming voor heeft gegev en. Hierdoor kan de kwaliteitsen/of veiligheids- standaard van het product verlaagd w orden.
Als er aanspraak wordt gemaakt op de garantie, kan dit
geweigerd worden indien het product toch gemodificeerd is.
Dit kan ook van in vloed zijn op andere garanties.
SPECIFICATIES ONDERHEVIG AAN WIJZIGINGEN:
Wij menen dat de informatie die deze handleiding bevat
juist is op het moment van drukken. Yamaha houdt zich
echter het recht voor de specificaties te veranderen of aan
te passen, zonder kennisgeving en zonder de verplichting
reeds bestaande modellen daar aan aan te passen.
MILIEU ZAKEN:
Yamaha streeft ernaar om producten te
maken die zowel veilig als milieuvriendelijk zijn. Wij
menen oprecht dat onze producten en de gebruikte
productiemethodes aan deze doelstellingen voldoen. Om
ons zowel aan de letter als de geest van de wet te houden,
willen we dat u zich bewust bent van de v olgende zaken:
Alle elektronische
Kennisgeving batterij:
Dit product KAN een kleine, nietoplaadbare batterij bevatten, die (indien van toepassing)
vastgesoldeerd is. De gemiddelde levensduur van zo’n
batterij is ongeveer vijf jaar. Als verv anging noodzakelijk
wordt, neem dan contact op met gekwalificeerd service
personeel om de vervanging uit te voeren.
Waarschuwing:
Probeer deze batterij niet op te laden, te
demonteren of te verbranden. Houd alle batterijen bij kinderen vandaan. Gooi gebruikte batterijen meteen en volgens de plaatselijke wettelijke bepalingen weg.
Opmerking: In sommige landen bent u volgens de wet
verplicht, defecte onderdelen te retourneren. U kunt de
dealer vragen om deze onderdelen voor u weg te gooien.
Opmerking over verwijdering:
Als u dit product weg
wilt doen omdat het kapot is en niet meer gemaakt kan
worden of omdat het apparaat om een of andere reden
aan het eind van zijn bruikbare levensduur is, vergewis u
er dan van wat de wettelijke regelingen op dat moment
zijn voor het verwijderen van producten die lood,
batterijen, plastics, etc. bevatten.
MERK OP:
Servicekosten die te wijten zijn aan gebrek aan
kennis betreffende een functie of een effect (mits het apparaat
werkt zoals het hoort) vallen niet onder de aankoopgarantie en
zijn derhalve uw eigen verantwoordelijkheid. Bestudeer deze
handleiding alstublieft zorgvuldig en raadpleeg uw dealer
voordat u om service verzoekt.
POSITIE NAAMPLAATJE:
De illustratie hieronder geeft
de locatie van het naamplaatje aan. U vindt hierop het
modelnummer, serienummer , v ereisten v oor de
spanningsvoorziening, etc. Het is verstandig om het
modelnummer, het serienummer en de aankoopdatum in de
hieronder gereserveerde ruimte te noteren. Bewaar ook uw
officiële aankoopbon, aangezien dat uw garantiebewijs is.
CLP-130
Model
Serienummer
Aankoopdatum
CLP-120
92-469
1
(onderkant)
Page 3
Dank u voor de aanschaf van de Yamaha Clavinova! We adviseren u deze handleiding zorgvuldig t e lezen zodat u optimaal
gebruik kunt maken van de geavanceerde en handige functies van de Clavinova.
We adviseren u ook deze handleiding op een veilige en handige plaats te bewaren voor toekomstige raadpleging.
Over deze N ederlandstalige handleiding
Deze handleiding bestaat uit drie hoofdgedeelten: “Introductie,” “Referentie” en “Appendix.”
Introductie (blz. 2):
Lees dit gedeelte alstublieft eerst.
Referentie (blz. 13):
Dit gedeelte legt uit hoe u gedetailleerde instellingen kunt maken voor de Clavinova’s veelzijdige functies.
Appendix (blz. 69):
Dit gedeelte introduceert referentie materiaal.
* Er kan naar de CLP/Clavinova worden verwezen v oor de modellen CLP-130/120 in deze Nederlandstalige handleiding.
* De illustraties en LCD schermen zoals getoond in deze Nederlandstalige’s handleiding zijn uitsluitend voor instructie
doeleinden en kunnen enigszins afwijken van die op uw instrument.
Handelsmerken:
• Apple en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Windows is een geregistreerd handelsmerk van de Microsoft® Corporation.
• Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve eigenaren.
“The Clavinova-Computer Connection,”
met uw Clavinova en een personal computer en hoe u een Clavinova-Computer systeem kunt installeren (de
handleiding is niet voor een bepaald model geschreven). Het document is beschikbaar als PDF file (alleen in het
Engels) op het volgende internetadres:
Clavinova Web Site (alleen Engels):
http://www.yamahaclavinova.com/
Yamaha Handleidingen Bibliotheek:
http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/
Om de Nederlandstalige handleiding zo consequent mogelijk te houden zijn de begrippen AAN en UIT ook
gebruikt als de Engelstalige benaming in het display worden aangegeven.
Waar in de handleiding “AAN” staat, kan dit in het display worden weergegeven met “On”.
Waar in de handleiding “UIT” staat, kan dit in het display worden weergegeven met “OFF”.
is een aanvullende leidraad die, voor beginners, beschrijft wat u kunt doen
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld om u te helpen zich de bediening van het instrument eigen te maken.
Er kunnen derhalve geen rechten aan ontleend worden.
zijn voorzien van de toevoeging AH zijn
uitsluitend te vinden in de Anderstalige
Handleiding die bij uw instrument
geleverd is. Het betreft dan meestal
overzichten.
Page 5
Toepassingsindex
Gebruik deze index om referentie bladzijden te vinden die van pas kunnen komen bij uw specifiek e t oepassing en situatie.
Luisteren
Luisteren naar de demosongs met andere voices...................................“Luister naar de demonstratiemelodieën” op blz. 16
Luisteren naar de songs van “50 Greats for the Piano”.........................“Luisteren naar de 50 piano preset songs” op blz. 17
Luisteren naar opnamen van mijn eigen spel......................................................“Opgenomen songs terugspelen” op blz. 35
Spelen
De drie pedalen gebruiken...................................................................................................“De pedalen gebr uiken” op blz. 21
Een begeleiding afspelen op de juiste toonhoogte................................................ “Transponeren [TRANSPOSE]” op blz. 25
Een aanslaggevoeligheidstype selecteren............................................................. “Aanslaggevoeligheid [TOUCH]” op blz. 24
De toonhoogte van het totale instrument fijnstemmen voor als u op de Clavinova met
andere instrumenten of CD muziek wilt meespelen.......................................... “Fijnregeling van de toonhoogte” op blz. 40
Voices veranderen
Het overzicht van de voices bekijken....................................................................................“Preset voice overzicht” op blz. 63
Een concertzaal simuleren.....................................................................................................................“[REVERB]” op blz. 22
Twee voices combineren..............................................................................“Twee voices combineren (dualmode)” op blz. 26
Met de linker- en de rechterhand verschillende voices bespelen
................................ “Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende voices bespelen (splitmode) (CLP-130)” op blz. 27
Het geluid helderder of warmer maken........................................................................................“[BRILLIANCE]” op blz. 22
Het geluid breder of grootser maken.....................................................................................................“[EFFECT]” op blz. 23
Het geluid verbeteren met effecten...............................................................................“[VARIATION] (CLP-130)” op blz. 22
Oefenen
De rechter- of linkerhandpartij uitzetten
.........................“Een partij voor één hand oefenen met behulp van de 50 preset songs (partij annuleer functie)” op blz. 18
Een aangegeven frase herhaaldelijk oefenen..................................................“A-B herhaling voor 50 preset songs” op blz. 20
Oefenen met een accuraat en gelijkmatig tempo.........................................................“De metronoom gebruiken” op blz. 29
Oefenen met behulp van uw eigen opgenomen song...............................................................“Uw spel opnemen” op blz. 30
Opnemen
Uw eigen spel opnemen.............................................................................................................“Uw spel opnemen” op blz. 30
Instellingen
De Clavinova instellingen aanpassen.................................................“Gedetailleerde instellingen [FUNCTION]” op blz. 37
De Clavinova op andere apparatuur aansluiten
Wat is MIDI?...........................................................................................................................................“Over MIDI” op blz. 49
Uw eigen spel opnemen...................................................................................................“AUX OUT aansluitingen” op blz. 50
Het volume verhogen.......................................................................................................“AUX OUT aansluitingen” op blz. 50
Het geluid van andere instrumenten via de Clavinova weergeven....................................“AUX IN aansluitingen” op blz. 51
Een computer aansluiten.................................................................................“Een personal computer aansluiten” op blz. 52
Montage
De Clavinova monteren en demonteren........................................“CLP-130/120”: Pianostandaard montage” op blz. 57–62
CLP-130/120
Toepassingsindex
5
Page 6
VOORZORGSMAATREGELEN
LEES DIT ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U VERDER GAAT
* Bewaar deze handleiding op een veilige plaats voor eventuele latere bestudering.
WAARSCHUWING
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om te voorkomen dat u gewond raakt of zelfs sterft als gevolg van elektrische schokken, kortsluiting, schade,
brand of andere gevaren. De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
Gebruik alleen het voltage dat is aangegeven voor het
●
instrument. Het vereiste voltage wordt genoemd op het
naamplaatje van het instrument.
●
Controleer zo nu en dan de stroomstekker en verwijder stof en
vuil dat zich heeft verzameld op de stekker.
●
Gebruik alleen het/de bijgeleverde netsnoer/stekker.
●
Plaats het netsnoer niet in de buurt van warmtebronnen zoals
verwarming en kachels, verbuig of beschadig het snoer niet,
plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Leg het snoer uit
de weg, zodat niemand er op trapt of erover kan struikelen en
zodat er geen zware voorwerpen over heen kunnen rollen.
Niet openen
●
Open het instrument niet, haal de interne onderdelen niet uit
elkaar en modificeer het instrument niet. Het instrument bevat
geen door de gebruiker te vervangen onderdelen. Als het
instrument stuk lijkt te zijn, stop dan met het gebruiken van het
instrument en laat het nakijken door een Yamaha Service
Center.
PAS OP
Waarschuwing tegen water
Stel het instrument niet bloot aan regen, gebruik het niet in de
●
buurt van water of onder natte of vochtige omstandigheden en
plaats geen voorwerpen op het instrument die vloeistoffen
bevatten die in de openingen kunnen vallen.
Haal nooit een stekker uit het stopcontact met natte handen.
●
Waarschuwing tegen brand
Plaats geen brandende voorwerpen, zoals kandelaars, op het
●
apparaat.
Een brandend voorwerp kan omvallen en brand veroorzaken.
Als u onregelmatigheden opmerkt
●
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is of stuk gaat, als er
plotseling geluidsverlies optreedt in het instrument, of als er
plotseling een geur of rook uit het instrument komt, moet u het
instrument onmiddellijk uitzetten, de stekker uit het stopcontact
halen en het instrument na laten kijken door gekwalificeerd
Yamaha service personeel.
Volg altijd de algemene voorzorgsmaatregelen op die hieronder worden opgesomd om eventuele
lichamelijke verwondingen te voorkomen, of beschadiging aan andere instrumenten of bezittingen.
De maatregelen houden in, maar zijn niet beperkt tot:
Spanningsvoorziening/Netsnoer
●
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u altijd aan de
stekker trekken, nooit aan het snoer. Aan het snoer trekken kan
het beschadigen.
●
Haal de stekker uit het stopcontact als u het instrument lange
tijd niet gebruikt, of tijdens een elektrische storm, zoals onweer.
●
Sluit het instrument niet aan op een stopcontact via een
verdeelstekker.
Dit kan resulteren in een verminderde geluidskwaliteit en het
stopcontact oververhitten.
Samenstellen
●
Lees zorgvuldig de bijgeleverde montagevoorschriften.
Zou u het instrument niet in de juiste volgorde monteren, dan
kan dit schade aan het instrument of zelfs persoonlijk letsel
veroorzaken.
(1)B-7
Locatie
●
Stel het instrument niet bloot aan extreme schokken of stof,
extreme koude of warme omstandigheden (zoals in direct
zonlicht, bij de verwarming, of in de auto) om vervorming van
het paneel of schade aan de interne elektronica te voorkomen.
Gebruik het instrument niet in de nabijheid van een TV, radio,
●
stereo installatie, mobiele telefoon of andere elektrische
apparaten. Anders kan het instrument, de TV of radio ruis
opwekken.
Plaats het instrument niet op een onstabiele plek waar het kan
●
omvallen.
●
Verwijder alle aangesloten kabels alvorens het instrument te
verplaatsen.
●
Plaats het instrument niet tegen een muur (zorg voor minimaal
3 cm ruimte) aangezien dit kan zorgen voor onvoldoende
circulatie en mogelijk oververhitting van het instrument kan
veroorzaken.
1/2
6
CLP-130/120
VOORZORGSMAATREGELEN
Page 7
Aansluitingen
●
V oordat u het instrument aansluit op andere elektronische
componenten moet u alle betreffende apparatuur uitzetten.
V oordat u alle betreffende apparatuur aanzet moet u alle v olumes
op het minimum zetten. Voer de volumes van alle componenten,
na het aanzetten, geleidelijk op tot het gewenste luisterniveau.
Onderhoud
●
Gebruik bij het schoonmaken van het instrument een zachte,
droge, schone doek. Gebruik bij het schoonmaken geen
verfverdunners (b.v. thinner), oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen of chemische schoonmaakdoekjes.
Zorgvuldig behandelen
Als uw instrument een toetsendeksel heeft, let er dan op dat de
●
deksel niet op uw vingers valt en steek uw vingers niet in enige
uitsparing van de deksel of van het instrument.
Steek of laat nooit papier, metaal of andere voorwerpen in de
●
openingen op het toetsendeksel, het paneel of het toetsenbord
vallen. Als dit gebeurt, zet dan onmiddellijk het instrument uit en
trek het netsnoer uit het stopcontact. Laat vervolgens uw
instrument nakijken door gekwalificeerd Yamaha service personeel.
●
Plaats geen vinylen, plastic of rubberen voorwerpen op het
instrument, aangezien dit verkleuring van het paneel of het
toetsenbord tot gevolg kan hebben.
●
Leun niet op en plaats geen zware voorwerpen op het
instrument, ga voorzichtig om met de knoppen, schakelaars en
aansluitingen.
●
Gebruik het instrument niet te lang op een niet comfortabel
geluidsniveau aangezien dit permanent gehoorverlies kan
veroorzaken. Als u gehoorbeschadiging of suizen in uw oor
constateert, neem dan contact op met een KNO-arts of
gehoordeskundige.
De bank gebruiken (optioneel in de Benelux)
●
Plaats de bank niet op een onstabiele plek waar deze per ongeluk om kan vallen.
Speel niet met de bank en ga er niet op staan. Het gebruiken
●
van de bank als opstapje of voor enig ander doel kan een ongeluk of letsel veroorzaken.
Er zou slechts één persoon tegelijk moeten plaatsnemen op de
●
bank om schade of ongelukken te voorkomen.
●
Als de schroeven van de bank los k omen te zitten vanwege lang
gebruik, moet u deze weer vastschroeven met het bij de bank
geleverde gereedschap.
Data wegschrijven
Wegschrijven en back-up van uw data
●
Afhankelijk van de Backup instellingen (page 48), wordt interne
data ongeveer 1 week vastgehouden nadat het instrument is
uitgezet. Als de periode wordt overschreden, zal de data verloren gaan. Zorg ervoor dat u het instrument minstens eenmaal
per week een paar minuten aanzet. De data kan verloren gaan
door slecht functioneren of foutieve handelingen. Sla belangrijke
data op op een extern medium zoals de Yamaha MDF3 MIDI
data filer.
Maak een backup van externe media
●
Om dataverlies door mediabeschadiging te voorkomen,
adviseren wij u belangrijke data op twee externe media op te
slaan.
Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik of modificaties aan het instrument, of
data die verloren is gegaan of gewist.
Zet het instrument altijd uit als u het niet gebruikt.
(1)B-7
2/2
CLP-130/120
VOORZORGSMAATREGELEN
7
Page 8
Accessoires
• “50 Greats for the Piano” (Muziekboek)
• Nederlandstalige Gebruiksaanwijzing
Deze handleiding bevat alle instructies die nodig zijn om uw Clavinova te bedienen.
• Bank
Afhankelijk van de locatie kan er een bank wel of niet bijgeleverd zijn (niet bijgeleverd in de Benelux).
Onderhoud
Reinig het instrument met een droge zachte doek of een licht bevochtigde (goed uitgewrongen) zachte doek.
PAS OP
Gebruik voor het schoonmaken geen middelen zoals benzine, (verf)verdunner, wasmiddel of chemische doekjes. Plaats
geen vinylen, plastic of rubberen producten op het instrument.
Anders kunnen het paneel en/of de knoppen verkleuren, vervormen, verbrokkelen of indrogen.
PAS OP
Zorg ervoor dat u de “Voorzorgsmaatregelen’’ op blz. 6 – 7 heeft gelezen, voordat u de Clavinova gebruikt.
Stemmen
In tegenstelling tot een akoestische piano hoeft de Clavinova niet gestemd te worden. Deze blijft altijd perfect gestemd.
Transporteren
Als u gaat verhuizen, kunt u de Clavinova gewoon met uw andere spullen mee verhuizen. U kunt het instrument
verhuizen in de huidige staat (in elkaar gezet) of u kunt het instrument demonteren.
Transporteer het toetsenbord horizontaal. Hang het niet tegen een zijkant aan en zet het niet op zijn kant. Stel het
instrument niet bloot aan overmatige vibratie of schokken.
8
CLP-130/120
Accessoires / Onderhoud
Page 9
Eigenschappen
De Yamaha Clavinova CLP-130/120 digitale piano biedt u een onvergelijkelijk realistische klank en een natuurlijke
vleugelachtige bespeelbaarheid, met Yamaha’s originele "AWM Dynamic Stereo Sampling (CLP-130)/AWM Stereo
Sampling (CLP-120)" klankopwekkings-technologie voor rijke, muzikale geluiden en een speciaal "Graded Hammer"
toetsenbord dat voorziet in graderende toetsgewichten en actie over het gehele toetsenbordbereik.
De CLP-130/120 Grand Piano 1 en 2 voices beschikken over totaal nieuwe samples nauwgezet opgenomen van een grote
volwaardige concertvleugel. De CLP-130 Grand Piano 1 voice beschikt over vijf aanslagsnelheidgeschakelde samples
(Dynamic sampling), speciale “Sustain Sampling” (blz. 88) die de unieke resonantie van de zangbodem van een
akoestische concertvleugel en de snaren op het moment dat het demper pedaal wor dt ingedrukt, weergev en, en “Toets-los
samples” die het subtiele geluid toevoegen dat geproduceerd wordt als de toetsen worden losgelaten. De CLP-130/120
benadert zo nog beter het geluid van een echte akoestische vleugel.
TEMPO [▼] [▲]
U kunt het songtempo (snelheid) wijzigen en handige
functies selecteren met deze knoppen (blz. 37–48).
De Clavinova bevat 50 preset songs.
[METRONOME]
Regel de metronoom
functies (blz. 29).
[DEMO]
Demonstratie afspelen
is beschikbaar voor
elke voice (blz. 16).
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
DEMO METRONOME
/
STOP
START
Dit gedeelte stelt u in staat om deze songs te beluisteren, te
oefenen met een handige oefenfunctie en uw spel op te
nemen en af te spelen (blz. 17–20, 30–36).
Voice knoppen
Selecteer voices van 14 interne klanken inclusief
Grand Piano 1 en 2 (blz. 21). U kunt ook twee
voices tegelijk combineren (blz. 26).
/
OTHER VALUE
/
FUNCTION
TEMPO
–
/
NO +/YES PRESET
TEMPO
FUNCTION
TEMPO
[BRILLIANCE]
Pas de helderheid van de klank
aan met deze schuif (blz. 22).
[MASTER VOLUME]
Pas het volume
niveau aan met deze
schuif (blz. 11).
[REVERB] / [EFFECT]
Voeg reverb (nagalm) en effecten
toe aan het geluid (blz. 22, 23).
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
GRAND
PIANO 1
1
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
PIANO 2
CHURCH
REC
/
STOP
JAZZ
ORGAN
ORGAN
CHORD
STRINGS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
[SPLIT]
U kunt twee verschillende voices via het linker- en rechterhandgedeelte van het toetsenbord bespelen (CLP-130) (blz. 27).
[TRANSPOSE]
U kunt de toonhoogte van
het complete toetsenbord
omhoog of omlaag verschuiven zodat deze overeenkomt met die van een
ander instrument of zanger, terwijl u dezelfde toetsen blijft bespelen (blz. 25).
[TOUCH]
Fijnregeling van
de aanslagreactie
(blz. 24).
E.CLAVI-
VIBRA-
VARIATION
CHORD
PHONE
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
WOOD
BASS
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
ON
(CLP-130)
OFF
ON
NORMAL
HP. SW
SPEAKER
PHONES
Deze schakelaar zet
de interne luidsprekers
aan of uit (blz. 12).
Hier kunnen tot twee stereo hoofdtelefoons op
aangesloten worden voor
privé oefenen (blz. 12).
MIN MAX
MASTER VOLUME
START
/
STOP
MELLOW BRIGHT
DEMO METRONOME
BRILLIANCE
Sluit hier opname apparatuur (zoals een cassette-
TEMPO
/
OTHER VALUE
TEMPO
/
NO +/YES PRESET
–
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
USER 1
USER 2
USER 3
R
LEVEL FIXED
TRACK1TRACK2START
/
STOP
AUX OUT
PIANO 2
REC
CHURCH
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
E.PIANO
GRAND
GRAND
1
PIANO 1
recorder) op aan om uw
spel op te nemen (blz. 50).
TO HOST HOST SELECT
MIDI
Mac
PC-2
PC-1
Deze aansluiting en schakelaar maken rechtstreekse aansluiting op een PC mogelijk voor sequencen
en andere muziektoepassingen (blz. 52–55).
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
CHORD
CHORD
WOOD
BASS
CHOIR GUITAR E.BASS SPLIT
VOICEREVERB EFFECT TOUCHTRANSPOSESONG
THRU
VIBRA-
VARIATION
PHONE
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
ON
POWER
Sluit de pedaalkabel hier op aan
om de Clavinova’s
pedalen te kunnen
PEDAL
gebruiken (blz. 51).
Levert het uitgangssignaal
AUX IN
L/L+RRL/L+RRL
van de Clavinova voor
aansluiting van een einstrumentversterker, meng-
MIDI
paneel, PA systeem of opname apparatuur (blz. 51).
OUTIN
Sluit hier een MIDI apparaat op aan om de
verscheidene MIDI functies te kunnen gebruiken (blz. 45–47). (Over MIDI ➝ blz. 49)
CLP-130/120
Eigenschappen
9
Page 10
1.
2.
3.
1.
2.
3.
Voordat u de Clavinova gebruikt
Toetsenklep
Om de toetsenklep te openen:
Licht de klep iets op, duw dan en schuif de klep open.
Om de toetsenklep te sluiten:
Schuif de klep naar u toe en laat de klep voorzichtig
over de toetsen zakken.
PAS OP
Let erop dat uw vingers niet beklemd raken
wanneer u de klep opent of sluit.
PAS OP
Houd de klep met beide handen vast als u deze verplaatst. Laat de klep pas los als deze volledig geopend of gesloten is. Let
op dat er geen vingers (van u of van anderen, vooral die van kinderen) knel komen te zitten tussen de klep en de kast.
PAS OP
Plaats geen voorwerpen zoals stukken metaal of papier op de klep. Kleine voorwerpen, die op de klep geplaatst worden, kunnen mogelijk in de kast vallen als de klep wordt geopend en kunnen er misschien niet uitgehaald worden.
Dit kan dan elektrische schokken, kortsluiting, brand of ernstige schade aan het instrument veroorzaken.
Muziekstandaard
Om de muziekstandaard op te zetten:
Trek de standaard omhoog en zover mogelijk naar u toe.
Klap de twee metalen steuntjes, links- en rechts ac hter op
de muziekstandaard, naar beneden.
Laat de muziekstandaard zakken, zodat deze op de
metalen steuntjes rust.
10
Om de muziekstandaard neer te klappen:
Trek de muziekstandaard zover mogelijk naar u toe.
Klap de twee metalen steuntjes (aan de achterkant van de standaard) omhoog.
Laat de muziekstandaard zachtjes naar achteren zakken,
totdat deze helemaal beneden is.
PAS OP
Probeer de muziekstandaard niet in een half opgezette positie te gebruiken.
Laat de muziekstandaard, terwijl u deze laat zakken, niet los
voordat deze helemaal beneden is.
CLP-130/120
Voordat u de Clavinova gebruikt
Page 11
Het instrument aanzetten.
1. Sluit het netsnoer aan.
Sluit de stekkers aan beide zijden van de kabel aan, één op de AC INLET op de Cla vinova, en de andere op een normaal stopc ontact.
In sommige gebieden kan het zijn dat er een verloopstekker nodig is om er v oor te zorgen dat de stekk er op het stopcontact past .
12
(onderkant)
(De uitvoering van de stekker kan per lokatie verschillen.)
2. Zet het instrument aan.
Druk op de
• Het display midden op het bedieningspaneel en de power indicator, links onder het toetsenbord, lichten op.
[POWER]
knop.
[POWER]
Power indicator
Als u zover bent om het instrument uit te zetten, drukt u nogmaals op de
• Het display en de POWER indicator gaan uit.
TIP
Power indicator
Als u de toetsenklep sluit zonder het instrument uit te zetten blijft de power indicator aan, om aan te geven dat
het instrument nog aan staat.
Het volume instellen
Stel in eerste instantie de
Pas vervolgens, als u gaat spelen, de
[MASTER VOLUME]
[MASTER VOLUME]
regelaar ongeveer halverwege tussen de “MIN” en “MAX” instellingen in.
regelaar opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
[POWER]
Display
Geeft normaal het tempo aan.
knop.
MINMAX
MASTER VOLUME
Het niveau neemt af.Het niveau neemt toe.
PAS OP
Gebruik de Clavinova niet voor een langere periode op een hoog volume niveau, aangezien dat uw gehoor kan
beschadigen.
TERMINOLOGIE
TIP
MASTER VOLUME:
Het volume niveau van het totale toetsenbord geluid
U kunt ook het [PHONES] uitgangsniveau en het A UX IN ingangsniv eau aanpassen met de [MASTER VOLUME] schuif.
CLP-130/120
Voordat u de Clavinova gebruikt
11
Page 12
ON
Een hoofdtelefoon gebruiken
Sluit een hoofdtelefoon aan op één van de
Er zijn twee
[PHONES]
aansluitingen voorhanden.
[PHONES]
aansluitingen.
U kunt twee standaard stereo hoofdtelefoons aansluiten. (Als u slechts
één hoofdtelefoon gebruikt, maakt het niet uit op welke van de twee
aansluitingen u deze aansluit.)
De hoofdtelefoon ophangbeugel gebruiken
Er is een hoofdtelefoon ophangbeugel bij de CLP-130/120 gelev erd, zodat u de
hoofdtelefoon aan de Clavinova kunt hangen. Installeer de hoofdtelefoon
ophangbeugel met de twee bijgeleverde schroeven (4 × 10mm), zoals te zien in
de illustratie.
NORMAL
HP. SW
SPEAKER
PHONES
OFF
ON
onderkant
standaard stereo
jack plug
PAS OP
Hang niets anders dan een hoofdtelefoon aan de beugel. Anders kan de
Clavinova of de beugel beschadigd worden.
De luidsprekerschakelaar gebruiken
Deze schakelaar zet de interne luidsprekers aan of uit.
NORMAL (HP. SW).........De luidsprekers geven geluid zolang er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
D [SPEAKER].................................blz. 12
K
L
LEVEL FIXED
RL/L+RRLR
AUX OUTAUX IN
F
L/L+R
G
MIDI
THRU
OUTIN
MIDIMac
PC-2PC-1
TO HOST HOST SELECT
H
I
J
E [PHONES].................................blz. 12
F Soft (linker) pedaal....................blz. 22
G Sostenuto (midden) pedaal.......blz. 22
H Demper (rechter) pedaal...........blz. 21
Display
• Controleer de handeling in het display in het midden van het bedieningspaneel terwijl u verder gaat.
• Het display laat verschillende waarden zien, zoals hieronder aangegeven, afhankelijk van de handeling.
Aansluitingen (CLP-120)
Tempo
(Normale indicatie)
Een songnumber van
“50 Greats for the Piano”
FunctienummerParameterwaarde
PEDAL
E
CLP-130/120
Onderdeelnamen
15
Page 16
Luist er naar de demonstratiemelodieën
Er is voorzien in demonstratiemelodieën die op een effectieve manier elk van de CLP-130/120’s
voices demonstreren.
425
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
TEMPO
/
OTHER VALUE
—
/
NO +/YES PRESET
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
Procedure
1.
Zet het instrument aan.
(Als het apparaat nog niet aan staat) Druk op de [POWER] knop.
Als het instrument is aangezet, zal één van de voice knop LEDs oplichten.
Zet in eerste instantie de [MASTER VOLUME] regelaar halverwege tussen de
“MIN” en “MAX” instelling. Pas vervolgens, als u gaat spelen, de [MASTER
VOLUME]
regelaar opnieuw aan voor het meest comfortabele luisterniveau.
2. Activeer de demo mode.
Druk op de [DEMO] knop om de demo mode te activeren. De voice knop
indicators zullen beurtelings knipperen.
3. Speel een voice demo.
Druk op één van de voice knoppen om het afspelen van alle songs te starten, te
beginnen bij de demomelodie van de corresponderende voice — met in de
hoofdrol de voice die normaal gesproken wordt geselecteerd door die voice
knop. (Als u op de SONG [START/STOP] knop drukt in plaats van op een voice
knop, zal de GRAND PIANO 1 demo melodie beginnen met afspelen.)
Pas het volume/de helderheid aan
Gebruik de [MASTER VOLUME] regelaar om het volume aan te passen en de
[BRILLIANCE] regelaar om de helderheid aan te passen (blz. 22).
4. Stop de voice demo.
Druk op de SONG [START/STOP] knop of de voice knop van de momenteel
spelende demo om het afspelen te stoppen.
5. De demo mode verlaten.
Druk op de [DEMO] knop om de demo mode te verlaten en keer terug naar de
normale speel mode.
De voice knop indicators zullen stoppen beurtelings te knipperen.
CHURCH
3
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
GRAND
PIANO 1
1
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VIBRA-
CHORD
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
TIP
Zie voor een overzicht van de
demosongs blz. 66.
OPMERKING
MIDI ontvangst is niet mogelijk
in de demosong mode.
De demosong data wordt niet
via de MIDI aansluitingen
verzonden.
OPMERKING
De demomode kan niet worden
geactiveerd terwijl er een user
song recorder (blz. 30) of user
song afspeler (blz. 35) wordt
gebruikt.
TERMINOLOGIE
Mode:
Een mode is een status waaronder een bepaalde functie kan
worden uitgevoerd. In de demo
mode, kunt u de
demonstratiemelodieën
afspelen.
OPMERKING
U kunt het tempo van de
demosongs niet aanpassen.
U kunt de partij annuleerfunctie
(blz. 45) of de song A–B
herhalingsfunctie (blz. 20) niet
gebruiken in de demo mode.
OPMERKING
Op de CLP-130, kunt u de
piano voices met verscheidene
effecten demonstreren door op
de [VARIATION] knop te druk-
ken en vervolgens op de
gewenste voice knop. Zie de
“Piano voice demo beschrijving”
op blz. 66 voor een compleet
overzicht van demo geluiden
voor de piano voices met verscheidene effecten.
ON
16
CLP-130/120
Luister naar de demonstratiemelodieën
Page 17
Luisteren naar 50 piano preset songs
De Clavinova voorziet in de speeldata van 50 piano songs. U kunt gewoon deze songs beluisteren
(blz. 17) of ze gebruiken voor oefenen (blz. 18). U kunt de bijgeleverde “50 Greats for the Piano”
bekijken die de bladmuziek van de 50 piano preset songs bevat.
223
-2
/
STOP
TRACK1TRACK2START
SONG
REC
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
14
-1
TEMPO
/
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
TEMPO
/
FUNCTION
OTHER VALUE
—
/
NO +/YES PRESET
USER 1
USER 2
USER 3
Procedure
1. Activeer de preset song mode.
Druk op de [PRESET] knop om de preset song mode te activeren. De [PRESET],
[TRACK1] en [TRACK2] indicators zullen oplichten.
2. Speel een van de 50 preset songs af.
2-1Druk op de [–/NO], [+/YES] knoppen om het nummer
van de melodie die u wilt afspelen te selecteren (het
nummer zal in het LED display verschijnen).
1 – 50: Selecteer een preset songnummer en speel
alleen die song af.
ALL: Speel alle preset songs achtereenvolgens af.
rnd: Speel alle preset songs continu in willekeurige volgorde af.
2-2Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te starten.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME] regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# ▼ ▲]
knoppen gebruiken om het afspeeltempo
naar wens aan te passen. H et standaard tempo
kan worden teruggeroepen door gelijktijdig
op de [▼] en [▲] knoppen te drukk en.
Dit geeft een relatieve tempovariatie,
met een bereik van —50 via --- tot
maximaal 50 ; het bereik verschilt afhankelijk van de geselecteerde song.
3. Stop het afspelen.
Het afspelen zal automatisch stoppen als de geselecteer d e preset song afgelopen
is. Om de song te stoppen tijdens het afspelen (of continu afspelen), drukt u op
de SONG [START/STOP] knop.
• Zie voor het continu afspelen van een andere song, de procedure 2
hierboven.
GRAND
GRAND
E.PIANO
PIANO 2
PIANO 1
1
JAZZ
CHURCH
ORGAN
ORGAN
STRINGS
songnummer
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
OPMERKING
De preset song mode kan niet
worden geactiveerd terwijl het
instrument zich in de demo mode
bevindt (blz. 16), terwijl er een
song afspeelt (blz. 35), of als de
user song recorder (blz. 30) in
gebruik is.
TERMINOLOGIE
Song:
Op de CLP-130/120, wordt speel
data een “song” genoemd. Dit
bevat demonstratiemelodieën en
piano presetmelodieën.
TIP
U kunt op het toetsenbord mee
spelen met de preset song. U
kunt de voice, die u via het
toetsenbord bespeelt, wijzigen.
TIP
U kunt de Brilliance regelaar
(blz. 22) aanpassen, alsook het
Reverb type (blz. 22) dat wordt
toegepast op de voice die u via
het toetsenbord bespeelt en op
het afspelen van de preset song.
U kunt het effect type (blz. 23) en
touch (aanslaggevoeligheid)
(blz. 24) voor de toetsenbord
voice wijzigen.
OPMERKING
Het standaard tempo “---” wordt
automatisch geselecteerd, elke
keer als er een nieuwe preset
song wordt geselecteerd, of als
het afspelen van een nieuwe
preset song begint tijdens het
afspelen van “ALL” of “rnd”.
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
OPMERKING
Als u een andere song selecteert
(of er een andere song wordt
geselecteerd tijdens het keten
terugspelen), zal er
overeenkomstig een geschikt
reverb type worden geselecteerd.
CLP-130/120 Luisteren naar 50 piano preset songs
17
Page 18
4. De preset song mode verlaten.
Druk op de [PRESET] knop om de preset song mode te verlaten. De indicator
gaat uit, en het instrument keert terug naar de normale speel mode.
MIDI ontvangst is niet mogelijk
Hoe de oefenenfuncties te gebruiken
U kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de
overeenkomstige partij kunt oefenen (partij annuleer functie) en continu een aangege-
in de Piano Song mode.
Piano song data wordt niet
verzonden via de MIDI
aansluitingen.
ven frase in een song herhalen (song A-B herhalingsfunctie). Zie v oor meer informatie,
blz. 18–20.
Een partij voor één hand oefenen met de 50 preset
songs (partij annuleer functie)
De 50 preset songs hebben afzonderlijke linker- en rechterhandpartijen op afzonderlijke tracks. U
kunt de linker- en rechterhandpartijen naar wens aan- en uitzetten, zodat u de overeenkomstige
partij op het toetsenbord kunt oefenen (de partij die is uitgezet). De rechterhandpartij wordt
gespeeld door [TRACK1] en de linkerhandpartij wordt gespeeld door [TRACK2].
1
23
OPMERKING
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
1
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
/
OTHER VALUE
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
TEMPO
—
/
NO +/YES PRESET
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
Procedure
1. Zet het afspelen van de partij die u wilt oefenen uit.
Nadat u een song heeft geselecteerd om te oefenen, drukt u op de [TRACK1] of
[TRACK2] knop om de overeenkomstige partij uit te zetten.
Als u voor het eerst een song selecteert, lichten beide [TRACK1] en [TRACK2]
indicators op, om aan te geven dat u beide partijen kunt afspelen. Als u op één
van de knoppen drukt om het afspelen uit te zetten, zal de corresponderende
knop indicator uit gaan en het afspelen van de corresponderende partij wordt
uitgeschakeld.
• Herhaaldelijk drukken op de knoppen schakelt tussen aan en uit.
2. Het afspelen starten en spelen.
Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te starten. Speel de
partij die u zojuist heeft uitgezet.
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
OPMERKING
De preset song partij annuleerfunctie kan niet worden gebruikt
tijdens “ALL” of “rnd” (blz. 17)
afspelen.
De partijen kunnen zelfs tijdens
het afspelen worden aan- en
uitgezet.
De “preset song partij annuleer
volume” functie beschreven op
blz. 45 kan w orden gebruikt om
het volume van de geannuleerde
partij in te stellen, zodat deze
afspeelt met een volume tussen
“0” (geen geluid) en “20”. De normale instelling is “5”.
TIP
TIP
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
CLP-130/120 Luisteren naar 50 piano preset songs
18
Page 19
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te
bespelen (synchro start)
Als de Synchro startfunctie is geactiveerd, zal het
afspelen van de geselecteerde preset song
automatisch beginnen zodra u op het toetsenbord
begint te spelen.
Om de synchro startfunctie te activeren, drukt op de
SONG [START/STOP] knop, terwijl de knop van de
songnummer
synchro start teken
partij die aan staat, ingedrukt is. Er zal een punt verschijnen onderin de rechterhoek van het display.
(Herhaal de voorgaande handeling om de synchro startfunctie uit te schakelen.)
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Linker pedaal start/stop
Het linker pedaal kan worden toegewezen aan het starten en stoppen van het
preset song afspelen via de “linker pedaal mode” functie, beschreven op blz. 44.
3. Stop het afspelen.
Als het afspelen klaar is, stopt het automatisch en de Clavinova gaat terug naar
het begin van de song. Als u het afspelen tijdens een song wilt stoppen, drukt u
op de SONG[START/STOP] knop.
OPMERKING
Als u een track knop ingedrukt
houdt die uit is, terwijl u op de
SONG [START/STOP] knop
drukt, zal die track worden
aangezet en het instrument zal
de synchro start mode
activeren.
OPMERKING
Beide partijen worden
automatisch aangezet elke keer
als er een nieuwe song wordt
geselecteerd.
CLP-130/120 Luisteren naar 50 piano preset songs
19
Page 20
A-B herhaling voor 50 preset songs
De A-B herhalingsfunctie kan worden gebruikt om continu een aangegeven frase, binnen een
preset song, te herhalen. In combinatie met de hieronder beschreven partij annuleerfunctie, biedt
dit een uitstekende mogelijkheid om moeilijke frases te oefenen.
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
1
/
OTHER VALUE
FUNCTION
TEMPO
/
NO +/YES PRESET
—
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
TEMPO
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
2
GRAND
GRAND
E.PIANO
PIANO 2
PIANO 1
1
JAZZ
/
STOP
CHURCH
REC
ORGAN
ORGAN
STRINGS
Procedure
1. Geef het begin (A) en het eind (B) aan en start met
het oefenen.
Selecteer en speel een preset song af en druk vervolgens
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop aan het begin van
de frase die u wilt laten herhalen.
Dit stelt het “A” punt in (er zal in het display verschijnen).
Om het eindpunt (B) van de frase aan te geven, drukt u
nogmaals op de [TEMPO/FUNCTION#] knop aan het
eind van de frase.
Dit stelt het “B” punt in (er zal in het display verschijnen).
Op dit moment zal het herhaaldelijk afspelen van de
frase tussen de punten A en B beginnen.
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
OPMERKING
De A-B herhalingsfunctie kan
niet worden gebruikt tijdens het
afspelen van “ALL” of “rnd”
(blz. 17).
OPMERKING
• Om het “A” punt helemaal
aan het begin van de song te
zetten, drukt u op de
[TEMPO/FUNCTION#] knop
voordat het afspelen wordt
gestart.
• Om het B punt aan het eind
van de song in te stellen,
drukt u op de [TEMPO/FUNCTION#] knop als het
afspelen van de song klaar is
en voordat in het
display verschijnt.
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
2. Stop het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP] knop om het afspelen te stoppen, terwijl de
aangegeven A en B punten gehandhaafd blijven. A-B herhaling zal doorgaan
met het afspelen totdat u nogmaals op de SONG [START/STOP] knop drukt.
Om de A en B punten te annuleren, drukt eenmaal op de [TEMPO/
FUNCTION#]
CLP-130/120 Luisteren naar 50 piano preset songs
20
knop.
TIP
Er start een automatische
inleiding (om u te helpen in de
frase te komen) tot punt A van
de song. Als echter het A punt
is ingesteld aan het begin van
de song, wordt de automatische
inleiding niet gespeeld.
OPMERKING
De A en B punten worden
automatisch geannuleerd als er
een nieuwe song wordt
geselecteerd.
Page 21
Selecteren & bespelen van voices
Voices selecteren
Voice knoppen
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
DEMO METRONOME
Procedure
GRAND
PIANO 1
1
TEMPO
/
TEMPO
/
STOP
START
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
OTHER VALUE
/
NO +/YES PRESET
—
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
ORGAN
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
STRINGS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VIBRA-
CHORD
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
ON
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
Selecteer de gewenste voice door op één van de [VOICE] knoppen te drukken.
Pas vervolgens, als u gaat spelen, de [MASTER VOLUME] r egelaar opnieuw aan voor het
meest comfortabele luisterniveau.
TIP
Luister om de karakteristieken
van de voices te leren kennen,
naar de demosongs voor elke
voice (blz. 16). Zie het “Preset
voice overzicht” op blz. 63 voor
meer informatie over de
karakteristieken van elke preset
voice.
TERMINOLOGIE
Voice:
Op de Clavinova, betekent
voice een “klank” of “klankkleur.”
TIP
U kunt de luidheid van een
voice regelen door de kracht
waarmee u de toetsen indrukt
aan te passen, alhoewel verschillende speelstijlen
(aanslaggevoeligheden) weinig
of geen invloed hebben bij
bepaalde muziekinstrumenten.
Zie het “preset voice overzicht”
op blz. 63.
De pedalen gebruiken
De Clavinova heeft drie pedalen die een verscheidenheid
aan expressieve effecten mogelijk maken, zoals die ook
door de pedalen van een akoestische vleugel worden
geproduceerd.
Demper (rechter) pedaal
Het demperpedaal werkt op dezelfde manier als een
demperpedaal op een akoestische vleugel. Als het
demper pedaal wordt ingedrukt, klinken de not en langer
door. Loslaten van het pedaal stopt (dempt) alle sustain
noten onmiddellijk.
Als u de GRAND PIANO 1 voice op de CLP-130
selecteert, zal het indrukken van het demperpedaal de
Als u hier het demperpedaal
indrukt, krijgen de noten die u
speelt voordat het pedaal wordt
losgelaten een langere sustain.
speciale “Sustain Samples” van het instrument activer en,
waardoor nauwgezet de unieke resonantie van de zangbodem en snaren van een
akoestische vleugel opnieuw wordt gecreëerd.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
OPMERKING
Als het demperpedaal niet
functioneert, zorg er dan voor
dat het pedaalsnoer goed op
het hoofdgedeelte van de
Clavinova is aangesloten (blz.
61: CLP-130, blz. 58: CLP-120).
TIP
De diepte van het effect dat
wordt geproduceerd door de
“Sustain Samples” kan worden
aangepast via de “pedaal functies” (blz. 44) in de functie
mode.
21
Page 22
Sostenuto (midden) pedaal
Als u een noot of akkoord op het toetsenbord speelt en
het pedaal indrukt terwijl de noten nog worden
vastgehouden, krijgen deze noten sustain zolang als het
pedaal ingedrukt is (alsof het demperpedaal is
ingedrukt), maar alle daarna gespeelde noten zullen geen
sustain krijgen. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld
een akkoord aan te houden, terwijl de andere noten
Als u hier het sostenuto pedaal indrukt terwijl u de noot ingedrukt
heeft, zal de noot sustain krijgen zolang u de pedaal ingedrukt houdt.
Organ, string en choir voices
zullen continu doorklinken,
zolang het sostenuto pedaal
ingedrukt blijft.
TIP
“staccato” gespeeld worden.
Soft (linker) pedaal
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt enigszins de klankkleur van de
gespeelde noten terwijl het pedaal wordt ingedrukt. Het softpedaal heeft geen invloed
op de noten die al worden gespeeld op het moment dat deze wordt ingedrukt.
Het linker pedaal kan worden
toegewezen aan het starten en
stoppen of de variatie functie
(CLP-130) via de “linker pedaal
mode” beschreven op blz. 44.
TIP
Variaties in het geluid aanbrengen – [VARIATION]
(CLP-130)/[BRILLIANCE]/[REVERB]/[EFFECT]
[BRILLIANCE]
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
[—/NO] [+/YES]
/
OTHER VALUE
TEMPO
—
/
NO +/YES PRESET
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
1
PIANO 2
CHURCH
/
STOP
REC
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
[VARIATION] (CLP-130)
Laat u een ander aspect van het effect wijzigen, afhankelijk van het geselecteerde type.
Zie het “Preset voice overzicht” op blz. 63 voor meer informatie over de
karakteristieken van elke variatie.
Procedure
Drukken op de [VARIATION] of geselecteerde voice knop schakelt tussen de variatie
aan en uit.
De indicator licht op (AAN) elke keer als de [VARIATION] knop wordt ingedrukt.
[BRILLIANCE]
Deze regelaar kan worden gebruikt om de klankkleur of het timbre van het
uitgangsgeluid te wijzigen.
Het regelbereik is van MELLOW (warm) tot BRIGHT (helder).
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
Normale instelling = UIT
TERMINOLOGIE
Normale instelling:
De “Normale instelling” verwijst
naar de standaard instelling
(fabrieksinstelling) die u heeft
als de Clavinova voor het eerst
wordt aangezet.
Het linker pedaal kan worden
toegewezen aan AAN of UIT zetten van de variatie functie via de
“linker pedaal mode” beschre ven
op blz. 44 (CLP-130).
TIP
TIP
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
[EFFECT][REVERB][VARIATION]
ON
[REVERB]
Deze regelaar maakt het u mogelijk verscheidene digitale reverb effecten te selecteren
die extra diepte en expressie aan het geluid kunnen toevoegen om zo een realistische
akoestische ambiance te creëren.
OFF:Als er geen reverb effect is geselecteerd, is er geen REVERB indicator aan.
ROOM: Deze instelling voegt een reverb effect toe aan het geluid, dat overeenkomt
met het type van akoestisch nagalm die u in een kamer zou horen.
HALL 1: Voor een “groter” reverb geluid, gebruikt u de HALL 1 instelling. Dit effect
bootst de natuurlijke akoestiek na van een kleine concertzaal.
HALL 2: Voor een zeer ruimtelijk reverb geluid, gebruikt u de HALL 2 instelling. Dit
effect bootst de natuurlijke akoestiek na van een grote concertzaal.
STAGE: Simuleert de reverb van een podiumomgeving.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
22
OPMERKING
Als de BRILLIANCE is ingesteld
op BRIGHT , zal het totale geluid
enigszins harder worden. Als
MASTER VOLUME op een
hoog niveau is ingesteld, kan
het geluid gaan vervormen. Als
dit het geval is, verlaag dan het
MASTER VOLUME niveau.
TIP
Het standaard reverb type
(inclusief UIT) en de diepte
instellingen zijn voor elke voice
anders.
Page 23
Procedure
Herhaaldelijk op de [REVERB] knop drukken, schakelt tussen reverb aan en uit.
De indicators lichten beurtelings op, elke keer als de [REVERB] knop wordt ingedrukt.
Er wordt geen effect geproduceerd als alle indicators uit zijn.
Zelfs als het REVERB effect uit is, zal er een “Zangbodem Reverb” effect worden toegepast als de GRAND PIANO 1 voice is geselecteerd.
De reverbdiepte aanpassen
Pas de reverbdiepte v oor de geselecteerd e voic e aan met de
[–/NO] [+/YES] knoppen, terwijl u de [REVERB] knop
ingedrukt houdt. Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidige diepte instelling verschijnt in het LED display zolang
de [REVERB] knop ingedrukt is.
diepte
TIP
Loslaten van de [REVERB]
knop wijzigt het reverb type.
Als u de reverbdiepte verandert
door de [REVERB] knop
ingedrukt te houden, zal het
drukken op de [REVERB] knop
het reverb type dus niet
wijzigen.
TIP
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale
reverbdiepte
[EFFECT]
De [EFFECT] knop maakt het u mogelijk om een effect te selecteren
om uw geluid meer diepte te geven en levendiger te maken.
UIT:Als er geen effect is geselecteerd, is er geen EFFECT indicator aan.
CHORUS:Een licht zwevend, verbredend effect
PHASER:Voegt een breed, uitgestrekt effect toe aan het geluid.
TREMOLO: Tremolo effect
DELAY:Echo effect
Procedure
Om een effect type te selecteren drukt u een paar keer op de [EFFECT] knop tot de
indicator die overeenkomt met het gewenste effect oplicht (de indicators lichten
beurtelings op, elke keer als u op de [EFFECT] knop drukt). Er wordt geen effect
geproduceerd als alle indicators uit zijn.
De effectdiepte aanpassen
Pas de effectdiepte voor de geselecteerde voice aan met de
[–/NO] [+/YES] knoppen, terwijl u de [EFFECT] knop
ingedrukt houdt.
Het dieptebereik is van 0 tot 20. De huidige diepte instelling verschijnt in het LED display zolang de [EFFECT]
knop ingedrukt is.
diepte
TIP
De standaard diepte instellingen zijn voor elke voice anders.
TIP
Het standaard effect type
(inclusief UIT) en diepte instellingen zijn voor elke voice
anders.
TIP
Het loslaten van de [EFFECT]
knop wijzigt het effect type.
Als u de diepte instelling
verandert door de [EFFECT]
knop ingedrukt te houden, zal
het drukken op de [EFFECT]
knop het effect type dus niet
wijzigen.
TIP
diepte 0: geen effect
diepte 20: maximale effect
diepte
TIP
De standaard diepte instellingen zijn voor elke voice anders.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
23
Page 24
Aanslaggevoeligheid – [TOUCH]
U kunt uit vier verschillende soorten toetsenbordaanslaggevoeligheden kiezen — HARD, MEDIUM,
SOFT of FIXED — om het zo aan te passen aan uw speelstijl en voorkeur.
HARD:Vereist dat de toetsen vrij hard bespeeld worden om het maximale
volume te produceren.
MEDIUM:Produceert een redelijk normale toetsreactie.
SOFT:Maakt het mogelijk dat het maximale volume al bij een vrij lichte
toetsaanslag geproduceerd wordt.
FIXED:Alle noten worden met hetzelfde volume afgespeeld, onafhankelijk van
hoe hard er op het toetsenbord wordt gespeeld.
U kunt het volume aanpassen.
[—/NO] [+/YES]
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
1
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
/
OTHER VALUE
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
TEMPO
—
/
NO +/YES PRESET
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
TIP
Deze instelling heeft geen
invloed op het speelgewicht van
het toetsenbord.
TIP
Normale instelling = MEDIUM
TIP
Het aanslaggevoeligheidstype
wordt de algemene instelling voor
alle voices. De aanslaggevoeligheidsinstellingen, kan echter weinig of geen effect hebben bij
bepaalde voices, die normaal
gesproken niet reageren op de
aanslagsnelheid. (Zie het “Preset
voice overzicht” op blz. 63.)
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
[TOUCH]
CHORUS
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
DELAY
SOFT
ON
Procedure
Om een aanslaggevoeligheidstype te selecteren drukt u een paar keer op de [TOUCH]
tot de indicator die overeenkomt met het gewenste type oplicht (de indicators lichten
beurtelings op, elke keer als de [TOUCH] knop wordt ingedrukt). Er licht geen
indicator op als “FIXED” is geselecteerd.
Het volume veranderen als FIXED is geselecteerd
Als u FIXED selecteert, kunt u het volume voor de in de
FIXED mode gespeelde noten aanpassen met de [–/NO][+/
YES]
knoppen, terwijl u de [TOUCH] knop ingedrukt houdt.
Het huidige volume niveau verschijnt in het display. Het
volumebereik is van 1 tot en met 127. De standaardinstelling
is 64.
volume instelling
TIP
1: minimum volume
127: maximum volume
TIP
Het aanslaggevoeligheidsvolume dat is ingesteld in de
FIXED mode wordt de algemene instelling voor alle voices.
TIP
Loslaten van de [TOUCH] knop
wijzigt het aanslaggevoeligheidstype.
Als u het volume verandert door
de [TOUCH] knop ingedrukt te
houden, zal het drukken op de
[TOUCH] knop het aanslaggevoeligheidstype dus niet
wijzigen (de FIXED mode blijft
geselecteerd).
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
24
Page 25
Transponeren – [TRANSPOSE]
De Clavinova’s transponeer functie maakt het mogelijk om de toonhoogte van het gehele
toetsenbord omhoog of omlaag te schuiven in stappen van halve noten, om zo het spelen in moeilijke toonsoorten te vergemakkelijken, en zodat u makkelijk de toonhoogte van het toetsenbord
kunt aanpassen aan het bereik van een zanger of aan andere instrumenten. Als u, bijvoorbeeld de
transponeerhoeveelheid instelt op “5,” geeft het spelen van de toets C de toonhoogte F. Op deze
manier kunt u een song in C mineur spelen, terwijl de Clavinova de song naar F transponeert.
[—/NO] [+/YES]
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 2
1
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
/
OTHER VALUE
FUNCTION
TEMPO
/
NO +/YES PRESET
—
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
TEMPO
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
PIANO 1
JAZZ
CHURCH
REC
ORGAN
ORGAN
STRINGS
Procedure
Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knop terwijl u de
[TRANSPOSE]
omhoog of omlaag te transponeren. De mate van
transponering verschijnt in het LED display, op het moment
dat de [TRANSPOSE] knop ingedrukt is. De standaard
transponeerinstelling is “0”.
De [TRANSPOSE] knop indicator blijft aan als er een andere transponeerinstelling dan
“0” is geselecteerd. Elke keer als de [TRANSPOSE] knop daarna wordt ingedrukt
schakelt dat de transponeer functie AAN of UIT.
knop ingedrukt houdt, om naar wens
transponering
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
TERMINOLOGIE
Transponeren:
De toonsoort van een song veranderen. Op de Clavinova,
verschuift transponeren de
toonhoogte van het gehele
toetsenbord.
Het transponeerbereik:
–12: –12 halve noten
(één octaaf omlaag)
0:normale toonhoogte
12: 12 halve noten
(één octaaf omhoog)
[TRANSPOSE]
CHORUS
PHASER
HARD
TREMOLO
MEDIUM
DELAY
SOFT
ON
TIP
TIP
Noten onder en boven het A-1
…. C7 bereik van de CLP-130/
120 klinken respectievelijk één
octaaf hoger en lager.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
25
Page 26
Twee voices combineren (dualmode)
U kunt tegelijkertijd twee voices over het hele toetsenbord bespelen. Op deze manier kunt u een
melodisch duet simuleren of twee gelijksoortige voices combineren om zo een voller geluid te creëren.
12
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
DEMO METRONOME
Procedure
GRAND
PIANO 1
1
TEMPO
/
TEMPO
START
/
STOP
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
OTHER VALUE
—
/
NO +/YES PRESET
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VIBRA-
CHORD
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
ON
1. De dualmode activeren.
Druk op twee voice knoppen tegelijkertijd (of druk op één voice knop terwijl u
een andere ingedrukt houdt). De voice indicat ors van beide geselect eer de v oic es
lichten op als de dualmode actief is.
• Overeenkomstig de
voicenummerprioriteit, zoals te
zien in het diagram rechts, worden
lagere voicenummers als 1e voice
gezien (de andere voice zal als 2e
voice worden gezien).
Voicenummerprioreit
12
GRAND
PIANO 1
CHURCH
ORGAN
891011
34567
E.PIANO
GRAND
1
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
STRINGS
E.PIANO2HARPSI-
CHOIR GUITARE.BASS
VOICE
CHORD
E.CLAVICHORD
WOOD
BASS
121314
De CLP-130/120 functiemode geeft toegang tot een aantal andere dualmode
functies, zoals volume balans instelling of octaaf instelling (blz. 42). (Als u de
dualmode functies niet instelt, zullen de geschikte instellingen standaard door
de elk van de voices worden ingesteld.)
2. De dualmode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speelmode.
Om terug te keren naar de normaal enkelvoudige voice speelmode, drukt u op
een willekeurige voice knop.
VIBRAPHONE
OPMERKING (CLP-130)
De dual en split (blz. 27) modes
kunnen niet gelijktijdig actief zijn.
TIP
[VARIATION] in de dualmode
(CLP-130)
De indicator van de [VARIATION]
knop zal oplichten als de variatie
is geactiveerd voor één of beide
voices van de dualmode v oices .
Terwijl de dualmode actief is, kan
de [V ARIATION] knop worden
gebruikt om de variatie voor beide
voices aan of uit te zetten.
Om de variatie alleen voor één
van de voices aan of uit te z etten,
houdt u de voice knop van de
andere voice ingedrukt en drukt u
op de knop van de voice w aarvan
u de variatie wilt wijzigen.
TIP
[REVERB] in de dual mode
Het reverb type dat is toegew ezen
aan de 1e voice zal voorrang krijgen
op de andere. (Als re verb is ingesteld
op uit, zal het reverb type van de 2e
voice worden gebruikt.) De reverbdiepte instelling die via de paneel
regelaars wordt gemaakt, d.w.z. de [–/NO] of [+/YES] knoppen gebruiken
terwijl de [REVERB] knop ingedrukt
is — zie b lz. 22), zal alleen op de 1e
voice worden toegepast.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
26
TIP
[EFFECT] in de dualmode
Afhankelijk van de omstandigheden
zal één effect type voorrang krijgen
op de andere. De diepte zal worden
bepaald aan de hand van de
standaard dieptewaarde van de
voice combinatie. Door echter de
functie F3 (zie blz. 42) te gebruiken
kunt u de dieptewaarde van elke
voice naar wens wijzigen.
De effecte diepte instelling die via de
paneel regelaars wordt gemaakt, dat
wil zeggen de [–/NO] of [+/YES]
knoppen gebruiken terwijl de
[EFFECT] knop ingedrukt gehouden
wordt — zie b lz. 23), zal alleen op de
1e voice worden toegepast.
Page 27
Het toetsenbord opsplitsen en twee verschillende
voices bespelen (splitmode) (CLP-130)
De splitmode maakt het mogelijk twee verschillende voices via het toetsenbord te bespelen — één
met de linkerhand en een andere met de rechterhand. U kunt bijvoorbeeld een baspartij spelen met
de Wood Bass of Electric Bass voice in de linkerhand, en een melodie met de rechterhand.
Voice knoppen
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
/
OTHER VALUE
FUNCTION
TEMPO
/
NO +/YES PRESET
—
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
TEMPO
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
Procedure
1. De split mode activeren.
Druk op de [SPLIT] knop zodat zijn indicator oplicht. De standaard instelling
(WOOD BASS) zal de eerste keer voor de linkerhand voice worden geselecteerd.
De functiemode geeft toegang tot een aantal andere split mode functies (blz.
43). (Als u de splitmode functies niet instelt, zullen de geschikte instellingen
standaard door de elk van de voices worden ingesteld.)
2. Bepaal het splitpunt (de grens tussen het rechter-
en linkerhand bereik).
U kunt het splitpunt wijzigen naar elke andere toets door de toets in te drukken,
terwijl u de [SPLIT] knop ingedrukt houdt (de naam van de huidige splitpunt
toets verschijnt in het LED display zolang de [SPLIT] knop ingedrukt is).
Voorbeeld van een splitpunttoets display
(F 2)
(G2)(A 2)
E.PIANO2HARPSI-
1
E.CLAVI-
CHORD
CHORD
WOOD
BASS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
[SPLIT]
VIBRA-
VARIATION
PHONE
De dual (blz. 26) en split
(blz. 26) modes kunnen niet
gelijktijdig actief zijn.
Een aangegeven “splitpunt”
toets maakt onderdeel uit van
het linkerhand bereik.
Het splitpunt kan ook worden
ingesteld via functie 4 (blz. 43).
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
OPMERKING
TIP
TIP
ON
een hoog streepje bij kruis
een laag streepje bij mol
Het splitpunt is in eerste instantie standaard op de F2 toets ingesteld.
Als u het splitpunt niet hoeft te wijzigen, sla deze handeling dan over.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
27
Page 28
3. Selecteer een voice voor de rechterhand.
Druk op een voice knop.
4. Selecteer een voice voor de linkerhand.
Druk op de corresponderende voice knop terwijl u de [SPLIT] knop ingedrukt
houdt. (De indicator van de linkervoice knop zal oplichten zolang de
[SPLIT]
knop ingedrukt is.)
Om de variatie voor de split voice aan of uit te zetten, houdt u de
[SPLIT] knop
ingedrukt en drukt u op de [VARIATION] knop of op de momenteel
geselecteerde voice knop.
5. De split mode verlaten en terugkeren naar de nor-
male speel mode.
Druk nogmaals op de [SPLIT] knop zodat zijn indicator uit gaat.
TIP
[VARIATION] in de split mode
U kunt de variatie aan of uit zetten voor de split mode voices.
Normaal gesproken is de voice
indicator van de rechtervoice
aan in de splitmode. De
[VARIATION] kan worden
gebruikt om de variatie voor de
rechtervoice desgewenst aan of
uit te zetten. Als de [SPLIT]
knop ingedrukt gehouden
wordt, licht echter de voice
indicator van de linkervoice op.
In dit geval zal de [VARIATION]
knop de variatie voor de
linkervoice aan of uit zetten.
TIP
[REVERB] in de split mode
Het reverbtype dat is
toegewezen aan de
rechtervoice zal voorrang krijgen op de andere. (Als de
reverb is ingesteld op uit, zal het
linkervoice reverb type worden
toegepast.) De reverbdiepte
instelling die via de paneel
regelaars wordt gemaakt, dat
wil zeggen de [–/NO] of [+/YES]
knoppen gebruiken terwijl de
[REVERB] knop ingedrukt
gehouden wordt — zie blz. 22),
zal alleen op de rechter voice
worden toegepast.
TIP
[EFFECT] in de split mode
Afhankelijk van de omstandigheden zal één effect type
voorrang krijgen op de andere.
De diepte zal worden bepaald
aan de hand van de standaard
dieptewaarde van de voice
combinatie. Door echter de
functie F4 (blz. 43) te gebruik en
kunt u de dieptewaarde van
elke voice naar wens wijzigen.
De effect diepte instelling die via
de paneel regelaars wordt
gemaakt, dat wil zeggen de [–/NO] of [+/YES] knoppen gebruiken terwijl de [EFFECT] knop
ingedrukt gehouden wordt —
zie blz. 23), zal alleen op de
rechter voice worden toegepast.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
28
Page 29
De metronoom gebruiken.
De Clavinova beschikt over een ingebouwde metronoom (een apparaat dat een accuraat tempo
aanhoudt) die handig is voor het oefenen.
1
MINMAX
MELLOWBRIGHT
2
MASTER VOLUME
BRILLIANCE
[TEMPO/FUNCTION# ▲▼]
TEMPO
/
START
DEMO METRONOME
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
FUNCTION
TEMPO
OTHER VALUE
[—/NO] [+/YES]
USER 1
USER 2
—
/
NO +/YES PRESET
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
Procedure
1. De metronoom starten.
Het metronoom geluid wordt aangezet door op
de METRONOME [START/STOP] knop te drukken.
De tel indicator knippert
in het huidige tempo.
Het tempo aanpassen
Het tempo van de metronoom en van het afspelen van de user song recor der (de
recorder staat beschreven in het v olgende gedeelte) kan w orden ingest eld van 32
tot en met 280 tellen per minuut met de [TEMPO/FUNCTIE# ▼, ▲] knoppen
(als de [TEMPO] indicator van de [TEMPO/FUNCTION # ▼, ▲] knop aan is).
De maatsoort aanpassen
De maatsoort (tel) van de metronoom kan worden
ingesteld met de [–/NO] en [+/YES] knoppen terwijl
de METRONOME[START/STOP] knop ingedrukt
gehouden wordt. U kunt de tel instellen op 0, 2, 3, 4,
5 of 6. De huidige instelling verschijnt in het LED
display, zolang u de METRONOME [START/STOP]
knop ingedrukt houdt.
CHURCH
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
GRAND
PIANO 1
1
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VIBRA-
CHORD
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
ON
TIP
Als de [TEMPO/FUNCTION#]
knop’s [FUNCTION#] indicator
aan is, drukt u op de [TEMPO/
FUNCTION#] knop om de
[TEMPO] indicator aan te zetten.
TIP
Het volume van de metronoom
kan worden aangepast via de
metronoom volume functie in de
tel
functie mode (blz. 45).
2. De metronoom stoppen.
Zet de metronoom uit door op de METRONOME [START/STOP] knop druk-
ken.
CLP-130/120 Selecteren & bespelen van voices
29
Page 30
Uw spel opnemen
De mogelijkheid wat u op het CLP-130/120 toetsenbord speelt, op te
nemen en terug te spelen, kan een effectief oefen hulpmiddel zijn. U
kunt, bijvoorbeeld, alleen het linkerhandgedeelte opnemen, en dan het
rechterhandgedeelte oefenen, terwijl het opgenomen linkerhandgedeelte afspeelt. Of u zou, aangezien u tot twee tracks afzonderlijk op
kunt nemen, de linker- en rechterhandgedeelten afzonderlijke op kunnen nemen, of beide delen van een duet op kunnen nemen en luisteren hoe ze klinken als ze worden teruggespeeld. De CLP-130’s tweetrack song recorder maakt het mogelijk tot drie user songs op te
nemen (één user song op de CLP-120).
TIP
U kunt uw spel opnemen (audio
data) op een cassetterecorder of
ander opname apparaat via de
AUX OUT aansluiting (blz. 50).
TERMINOLOGIE
Opnemen contra opslaan:
Het format van speeldata opgenomen op een cassetteband wijkt af
van de data opgenomen door de
Clavi-nova. Een cassetteband
neemt audiosignalen op. De
Clavinova “slaat” informatie betreffende de noottiming, voices en een
tempo-waarde "op", maar niet de
audio-signalen. Als u opgenomen
songs terugspeelt, produceert de
Clavinova geluid gebaseerd op de
opgeslagen informatie.
Dientengevolge zou het opnemen
op de Clavinova eigenlijk inf ormatie
opslaan moeten worden genoemd.
Deze handleiding gebruikt echter
vaak het woord “opnemen", omdat
dat logischer klinkt.
Opnemen op [TRACK1]
541673
GRAND
E.PIANO
GRAND
PIANO 1
1
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
/
OTHER VALUE
FUNCTION
TEMPO
—
/
NO +/YES PRESET
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
TEMPO
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
Procedure
PAS OP
Opmerkingen over het opnemen
Alle user song recorder data zal voor ongeveer één week worden vastgehouden in het
geheugen nadat het instrument is uitgezet. Als u uw opgenomen data voor een langere
periode wilt bewaren, zet dan minstens eenmaal per week het instrument een paar
minuten aan.
Het is ook mogelijk om de data op te slaan op een extern MIDI opslagapparaat zoals de
Yamaha MIDI Data Filer MDF3 met behulp van de bulk data dumpfunctie, zoals
beschreven op blz. 47.
1. Selecteer een song voor opnemen. (CLP-130)
Druk op de [USER 1/2/3] knop om een song voor opname te selecteren.
De indicator van de geselecteerde song zal oplichten. (Er is geen song
geselecteerd als er geen indicator aan is.)
2. Maak alle nodige aanvangsinstellingen.
Selecteer, voordat u begint op te nemen, de voice die u wilt opnemen (of voices
als u de dual of split mode gaat gebruiken). Maak tevens alle andere gewenste
instellingen (tempo, reverb, enz.). U wilt misschien ook het volume instellen.
U kunt ook het afspeelvolume aanpassen met [MASTER VOLUME].
2
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
OPMERKING (CLP-130)
Als het apparaat in de demo
song mode staat, kan de [USER 1/2/3] knop niet worden gebruikt
om een song te selecteren.
OPMERKING
Als het apparaat in de demo
song of preset song mode staat,
kan de opname mode niet worden geactiveerd.
OPMERKING
Om het wissen van data van
de track te voorkomen:
CLP-130
Als de track data bevat, licht de
track indicator groen op als u op
de [USER1/2/3] knop drukt.
Merk op dat het opnemen van
nieuwe data op deze track de
bestaande data zal wissen.
CLP-120
Druk op de [TRACK1/2] knop.
Als de indicator groen oplicht,
bevat de trac k reeds data. Merk
op dat de bestaande data zal
worden gewist als u nieuwe
data op de track opneemt.
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
CLP-130/120 Uw spel opnemen
30
Page 31
3. De klaar voor opname mode activeren.
Druk op de [REC] knop om de klaar voor opname
mode te activeren. Het opnemen begint nog niet echt.
[TRACK1] of de [TRACK2] indicator knippert rood.
De
De hoeveelheid beschikbaar geheugen voor
opnemen wordt bij benadering aangegeven in het
LED display in kilobytes, en de meest rechtse punt
in het LED display knippert in de huidige
METRONOME tempo instelling.
De klaar voor opname mode kan worden verlaten voordat u gaat opnemen,
door voor een tweede keer op de
[REC] knop te drukken.
4. Selecteer de opname track.
Als de opname mode is geactiveerd in de voorgaande stap, zal de laatste-opgenomen track automatisch worden geselecteerd voor opnemen en zijn indicator
— dat wil zeggen de [TRACK1] of [TRACK2] knop indicator — zal rood
oplichten. Als u op een andere track op wilt nemen, drukt u op de betreffende
track knop zodat zijn indicator rood oplicht.
5. Start het opnemen.
Het opnemen zal automatisch beginnen zodra u een noot op het toetsenbord
speelt of op de SONG [START/STOP] knop drukt. Het huidige maatnummer zal
in de display verschijnen tijdens het opnemen.
knippert
OPMERKING
De hoeveelheid beschikbaar
geheugen voor opnemen:
Deze waarde in KiloBytes (een
eenheid die gebruikt wordt voor
het meten van data) geeft aan
hoeveel ruimte er beschikbaar
is voor het opnemen op de
Clavinova. U kunt opnemen tot
maximaal ongeveer dan 9.400
noten op de CLP-130/120,
afhankelijk van het pedaalgebruik en andere factoren.
TIP (CLP-130)
Als er geen user song ([USER
1/2/3]) is geselecteerd (de
indicator is niet aan), zal drukken op de [REC] knop
resulteren in het selecteren van
de [USER 1] song’s [TRACK 1]
en de klaar voor opname mode
wordt geactiveerd.
In dit geval zal het afspelen van
[TRACK 2] worden uitgezet als
de track data bevat.
TIP
Als de metronoom aan was
toen u begon met opnemen,
zult u in de maat met het
metronoom kunnen opnemen,
maar het metronoomgeluid zelf
zal niet worden opgenomen.
6. Het opnemen stoppen.
Druk of op de [REC] of op de SONG [START/STOP] knop om het opnemen te
stoppen.
De indicator van de opgenomen track zal groen oplichten om aan te geven dat
deze nu data bevat. (De opname mode wordt automatisch verlaten.)
7. Speel het opgenomen spel terug.
Druk op de SONG[START/STOP] knop om het opgenomen spel terug te spelen.
Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op de
SONG[START] knop.
TIP
Zie voor meer informatie over
opnemen blz. 33.
TIP
Het linker pedaal kan worden
toegewezen aan het starten en
stoppen van het opnemen via
de “linker pedaal mode” functie
beschreven op blz. 44.
OPMERKING
De opnametrackindicator zal
beginnen te knipperen als het
recordergeheugen bijna vol is.
Als het geheugen vol raakt tijdens het opnemen, zal “FUL”
zal in het display verschijnen en
het opnemen zal automatisch
stoppen. (Alle tot op dat punt
opgenomen data zal worden
vastgehouden.)
OPMERKING
Drukken op de SONG [START/
STOP] knop om het opnemen
te beginnen, en dan nogmaals
drukken om het opnemen te
stoppen, zal alle reeds opgenomen data van de geselecteerde
track wissen.
CLP-130/120 Uw spel opnemen
31
Page 32
Opnieuw opnemen op TRACK1
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u opnieuw op kunt nemen, voor het geval dat uw spel niet naar wens was.
1. Selecteer indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instellingen).
Herhaal Stap 1 op blz. 30 als u de voorgaande instellingen wilt wijzigen.
2. Activeer opnieuw de klaar voor opname mode.
Druk nogmaals op de [REC] knop.
De geselecteerde track’s indicator knippert rood.
Volg de procedure van Stap 5 op blz. 31 om opnieuw op te nemen.
Als u het tempo, de maatsoort,
het reverb type of eff ect type wilt
veranderen voor het opnieuw
opnemen van een track of als u
op een andere track op wilt
nemen, stel dat dan in nadat u
de klaar voor opname mode
heeft geactiveerd (stap 3).
U kunt niet opnieuw opnemen
halverwege een song.
TIP
OPMERKING
Opnemen op [TRACK2]
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een andere partij op de tweede track kunt opnemen.
1. Selecteer, indien nodig, een voice of voices (en maak de overige instellingen) voor het opnemen.
Selecteer een voice (of voices) voor het opnemen. Selecteer, indien nodig de overige
instellingen.
2. Activeer opnieuw de klaar voor opname mode.
Druk nogmaals op de [REC] knop.
De geselecteerde track’s indicator knippert rood.
3. Selecteer een track voor opname.
Selecteer een track die u nog niet heeft gebruikt voor opname. De geselecteerde
track’s indicator licht rood op. (De indicator van een track die reeds opgenomen
data bevat, zal groen oplichten.)
U kunt nieuwe geluiden en noten opnemen, elke keer als het langs komt, terwijl u
luistert naar de reeds opgenomen track.
Als u het tempo, de maatsoort,
het reverb type of eff ect type wilt
veranderen, als u een track
opnieuw op wilt nemen of als u
op een andere track op wilt
nemen, voer dan de wijzigingen
in nadat u de klaar voor opname
mode heeft geactiveerd (stap 3).
Als u de reeds opgenomen
track niet wilt horen tijdens het
opnemen (als u bijvoorbeeld
een andere song op wilt nemen
dan op de voorgaande track),
druk op de afspeel track knop
voordat u op de [REC] knop
drukt (stap 2, hiervoor) zodat
zijn indicator uitgaat.
TIP
OPMERKING
Volg de procedure van Stap 5 op blz. 31 om op te nemen.
CLP-130/120 Uw spel opnemen
32
Page 33
De user song recorder neemt de volgende data op:
Naast de nootdata en voices die u speelt, wordt ook andere data opgenomen.
Deze data bevat data voor “afzonderlijke tracks” en “gehele song.” Zie hieronder.
Afzonderlijke tracks
• Gespeelde noten
• Voice selectie
• [VARIATION] AAN/UIT (CLP-130)
• Pedaal (Demper/Soft/Sostenuto)
• [REVERB] diepte
• [EFFECT] diepte
• Dual mode voices
• Dual balans (F3)
• Dual ontstemming (F3)
• Dual octavering (F3)
• Split mode voices (CLP-130)
• Split balans (F4: CLP-130)
• Split octavering (F4:CLP-130)
Gehele song
•Tempo
• Maatsoort (tel)
• [REVERB] type (inclusief UIT)
• [EFFECT] type (inclusief UIT)
CLP-130/120 Uw spel opnemen
33
Page 34
De aanvangsinstellingen wijzigen (data opgenomen
aan het begin van een song)
De aanvangsinstellingen (data opgenomen aan het begin van een song) kunnen na het opnemen
nog worden gewijzigd. Na het opnemen bijvoorbeeld, kunt u de voice wijzigen om een andere
ambiance te creëren of het song tempo aanpassen aan uw smaak.
U kunt de volgende aanvangsinstellingen wijzigen.
Afzonderlijke tracks
• Voice selectie
• [VARIATION] AAN/UIT (CLP-130)
• [REVERB] diepte
• [EFFECT] diepte
• Dualmode voices
• Splitmode voices (CLP-130)
Gehele song
•Tempo
• Maatsoort (tel)
• [REVERB] type (inclusief UIT)
• [EFFECT] type (inclusief UIT)
1. Activeer de opname mode en selecteer een track om de
aanvangsinstellingen te wijzigen.
De indicator lichten rood op. (Data die door twee tracks gedeeld wordt, kan via elk
van de tracks gewijzigd worden.)
2. Wijzig de instellingen via de paneelregelaars.
Als u bijvoorbeeld de opgenomen voice van [E. PIANO 1] naar [E. PIANO 2] wilt
wijzigen, drukt u op de [E. PIANO 2] knop.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP] knop of op een toets op het
toetsenbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen data van de geselecteerde track wissen.
3. Druk op de [REC] knop om de opname mode te verlaten.
Let er op dat u niet op de SONG [START/STOP] knop of op een toets op het
toetsenbord drukt, want elk daarvan zal het opnemen starten en alle reeds opgenomen data van de geselecteerde track wissen.
OPMERKING
U kunt de in de aanvangsinstellingen gemaakte wijzigingen
annuleren door na Stap 2 een
andere track te selecteren en
vervolgens de opname mode te
verlaten tijdens Stap 3 zonder
op de [REC] knop te drukken.
(Ook wijzigingen die zijn
gemaakt in de data, die gedeeld
wordt door twee tracks, worden
geannuleerd.)
CLP-130/120 Uw spel opnemen
34
Page 35
Opgenomen songs terugspelen
U kunt de via de opname functie opgenomen songs terugspelen
(bladzijden 30-34). U kunt ook op het toetsenbord mee spelen met het
afspelen.
Een song terugspelen
213
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
GRAND
PIANO 1
1
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
START
DEMO METRONOME
/
OTHER VALUE
FUNCTION
TEMPO
/
NO +/YES PRESET
—
TEMPO
/
STOP
FUNCTION
/
TEMPO
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
CHURCH
PIANO 2
JAZZ
ORGAN
ORGAN
STRINGS
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
Song data wordt niet verzonden
via de MIDI aansluitingen.
E.CLAVI-
VIBRA-
CHORD
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
VOICE
OPMERKING
VARIATION
ROOM
HALL 1
HALL 2
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
CHORUS
PHASER
TREMOLO
DELAY
HARD
MEDIUM
SOFT
ON
Procedure
1. Selecteer de gewenste song. (CLP-130)
Druk op de [USER 1/2/3] knop om een song voor opname te selecteren.
De indicator van de geselecteerde song zal oplichten. (Er is geen song
geselecteerd als er geen indicator aan is.)
2. Start het afspelen.
Druk op de SONG [START/STOP] knop.
Het huidige maatnummer verschijnt in het display tijdens het afspelen.
• U kunt het toetsenbord bespelen, terwijl de Clavinova een song afspeelt. U
kunt ook de noten met een andere voice spelen, dan de voice die afspeelt,
door een voice via het paneel te selecteren.
Pas het volume aan
Gebruik de [MASTER VOLUME] regelaar om het volume aan te passen.
Pas het tempo aan
U kunt de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲] knoppen gebruiken om het
afspeeltempo naar wens aan te passen voor of tijdens het afspelen. Het
standaard tempo (de song’s originele tempo) wordt ingesteld als u tegelijkertijd
op de [▼] en [▲] knoppen drukt.
3. Stop het afspelen.
Als het afspelen is afgerond, stopt de Clavinova automatisch en gaat terug naar
het begin van de song. Om het afspelen tijdens de song te stoppen, drukt u op
de SONG[START/STOP] knop.
OPMERKING (CLP-130)
Als het apparaat in de demo song mode
staat, kunt u de [USER 1/2/3] knop niet
gebruiken om een song te selecteren.
OPMERKING
Als het apparaat in de demo song
of preset song mode staat, kunt u
geen opgenomen songs afspelen.
OPMERKING
De track indicators zullen niet automatisch groen oplichten als de CLP120 wordt aangezet, zelfs niet als de
user song recorder data bevat. Zorg
ervoor dat u op de track knoppen
drukt voordat u het afspelen start.
OPMERKING
Afspelen kan niet worden gestart
als de recorder geen data bevat.
TIP
U kunt ook genieten van het spelen
van duetten met uzelf, door eerst
één partij van een duet of een song
voor twee pianos op te nemen, en
dan vervolgens de andere partij te
spelen, terwijl de opgenomen partij
wordt afgespeeld.
TIP
Als de metronoom is gebruikt tijdens het afspelen, zal de
metronoom automatisch stoppen als afspelen wordt gestopt.
TIP
Als het REVERB type is
gewijzigd via de paneelregelaars
tijdens het afspelen, zullen zowel
het afspeel- als het toetsenbordreverb eff ect w orden gewijzigd.
TIP
Als het EFFECT type is gewijzigd
via de paneelregelaars tijdens het
afspelen, wordt in sommige gevallen het afspeeleffect uitgeschakeld.
CLP-130/120 Opgenomen songs terugspelen
35
Page 36
Handige afspeelfuncties
Track afspelen aan en uitzetten
Als u een song op de Clavinova selecteert, zullen de indicators voor tracks die data
bevatten (één van de [TRACK1][TRACK2] of beiden) groen oplichten. Terwijl de
Clavinova speelt of is gestopt, zal drukken op deze track knoppen de indicators
uitzetten, en de data van die tracks wordt niet gespeeld. Drukken op de track knoppen
schakelt tussen afspelen aan en uit.
TIP
Trac ks kunnen worden aan- of
uitgezet voor of tijdens het afspelen.
Als beide tracks worden
uitgezet op de CLP-120, zal het
afspelen niet meer starten (of
het afspelen zal stoppen).
Het afspelen automatisch starten zodra u het toetsenbord begint te
bespelen (synchro start)
U kunt het afspelen starten zodra u op het toetsenbord begint te spelen. Dit wordt de
“synchro start” functie genoemd.
Om de synchro startfunctie te activeren, drukt u op de SONG [START/STOP] knop,
terwijl u de track knop die aan is ingedrukt houdt.
De meest rechtse punt in het display zal in het huidige tempo
knipperen.
(Herhaal de voorgaande handeling om de synchro
startfunctie uit te schakelen.)
Knippert
Het afspelen begint zodra u op het toetsenbord begint te spelen.
Deze functie is handig als de timing van het begin van het afspelen gelijk moet klinken
met het begin van uw eigen spel.
De START/STOP functie aan het linker pedaal toewijzen.
Het linker pedaal kan worden toegewezen aan de start/stophandeling via “Pedaal start/
stop” beschreven op (blz. 44).
Dit is handige om het opgenomen gedeelte op elk gewenste moment te kunnen starten,
nadat u zelf bent gaan spelen.
TIP
U kunt het volume van een partij
van een song van “50 Greats f or
the Piano” aanpassen, waarvoor het afspelen is uitgezet
(bladzijden 18, 45).
Tijdens het afspelen van de
recorder, is het volume van een
track die is uitgezet altijd “0.”
OPMERKING
Als u op de SONG [START/
STOP] knop drukt, terwijl u een
track knop ingedrukt houdt van
een track die UIT is, wordt het
track afspelen aangezet en de
synchro start functie wordt op
standby gezet.
TERMINOLOGIE
Synchro:
Synchroon; vindt tegelijkertijd
plaats
CLP-130/120 Opgenomen songs terugspelen
36
Page 37
Gedetailleerde instellingen –
[FUNCTION]
U kunt verscheidene parameters instellen om optimaal gebruik te maken van de Clavinova functies, zoals fijnregelen van
de toonhoogte, een voice selecteren voor de metronoom, herhaald afspelen, enz.
De volgende parameters zijn beschikbaar.
De CLP-130 heeft negen hoofdfuncties en de CLP-120 heeft acht hoofdfuncties.
Enkele van deze hoofdfuncties zijn onderverdeeld in een aantal sub-modes.
Parameter overzicht
FunctieSub-ModeCLP-130CLP-120Referentie blz.
Fijnregeling van de toonhoogte
Een stemming selecteren
Volg de stappen hieronder om de functies te gebruiken. (Als u het overzicht verliest terwijl u de functies
gebruikt, ga dan terug naar deze bladzijde en lees de basisprocedure.)
MINMAX
MASTER VOLUME
MELLOWBRIGHT
BRILLIANCE
12445
START
STOP
DEMO METRONOME
TEMPO
/
FUNCTION
TEMPO
/
TEMPO
FUNCTION
/
OTHER VALUE
3
/
NO +/YES PRESET
–
USER 1
USER 2
USER 3
TRACK1TRACK2START
SONG
/
STOP
REC
Procedure
1. De functie mode activeren.
Druk op de [TEMPO/FUNCTION#] knop zodat zijn [FUNCTION#] indicator
oplicht.
zal in het display verschijnen. (De indicatie “” varieert afhankelijk van
de status van het apparaat en het gebruik.)
2. Selecteer een functie.
Gebruik de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲] knoppen om de gewenste functie F1–
F9 (CLP-130) / F1–F8 (CLP-120) te selecteren.
TEMPO
FUNCTION
TEMPO/FUNCTION
CHURCH
GRAND
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
GRAND
E.PIANO
PIANO 2
PIANO 1
1
JAZZ
ORGAN
ORGAN
CHOIR GUITARE.BASS SPLIT
STRINGS
VIBRA-
CHORD
VOICE
VARIATION
CHORD
PHONE
WOOD
BASS
CHORUS
ROOM
HARD
PHASER
HALL 1
MEDIUM
TREMOLO
HALL 2
SOFT
DELAY
STAGE
REVERB EFFECT TOUCH TRANSPOSE
ON
OPMERKING
Functies kunnen niet worden
geselecteerd tijdens de demo/
preset song mode of als de user
song recorder aan is.
OPMERKING
Om de functie in Stap 2, 3 of 4
te annuleren, kunt u op elk
gewenst moment op de
[TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]
knop drukken om de functie
mode te verlaten.
3. Gebruik de [–/NO] [+/YES] knoppen.
Als de functie geen sub-modes bevat, begin dan met het instellen van de
parameters.
Als de functie sub-modes bevat, druk dan eenmaal op de [+/YES] knop om de
respectievelijke sub-mode te activeren.
4. Bewerk de gewenste functie met de volgende twee
knoppen.
1 [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]
Selecteert de gewenste functie/sub-mode.
2 [–/NO] of [+/YES]
Nadat u de gewenste functie of sub-mode heeft geselecteerd, stelt u
overeenkomstig AAN/UIT in, selecteert u het type of wijzigt u de waarde.
Afhankelijk van de instelling, wordt de standaard instelling (die wordt
gebruikt als de Clavinova voor het eerst wordt aangezet) teruggeroepen,
door tegelijkertijd op de [–/NO] en [+/YES] knoppen te drukken.
TIP
Nadat u de functie heeft
geselecteerd, wordt de huidige
instelling getoond als de [–/NO]
of [+/YES] knop voor de eerste
keer wordt ingedrukt.
U kunt de toonhoogte van het gehele
instrument fijnregelen. Deze functie is handig
als u op de Clavinova met andere
instrumenten of CD muziek wilt meespelen.
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om de
toonhoogte van de A3 toets in stappen van
ongeveer 0,2 Hz te verlagen of te verhogen.
..........
Tienden van een hertz worden aangeven in het LED
display door de verschijning en de positie van één of
twee punten, zoals te zien in het volgende voorbeeld:
DisplayWaarde
440,0
440,2
440,4
440,6
Instelbereik:
427,0–453,0 (Hz)
Normale instelling:
440,0 (Hz)
TIP
U kunt ook stemmen in stappen van ongeveer 1Hz (in
elke andere mode dan de functiemode).
Respectievelijk lager of hoger stemmen in stappen van
ongeveer 1 Hz:
ingedrukt (de witte en zwarte toets uiterst links) of de A-1 en
B-1 toetsen (de twee witte toetsen uiterst links) en druk op de
[–/NO] of [+/YES] knop.
De standaard toonhoogte terugroepen: Houd tegelijkertijd
de A-1 en A
uiterst links) of de A-1 en B-1 toetsen (de twee witte toetsen
uiterst links) en druk tegelijkertijd op de [–/NO] [+/YES]
knoppen.
Houd tegelijkertijd de A-1 en A
-1 toetsen ingedrukt (de witte en zwarte toets
-1 toetsen
(Tijdens de hierboven beschreven procedure, geeft het
display een waarde in Hertz <…>. Na de
procedure, keert het display terug naar de voorgaande
indicatie.)
440,8
TERMINOLOGIE
Hz (Hertz):
Deze meeteenheid kijkt naar de frequentie van een geluid,
en geeft het aantal keer weer dat een geluidsgolf trilt in een
seconde.
TIP
U kunt ook het toetsenbord gebruiken om de toonhoogte
in te stellen (in elke andere mode dan de functiemode).
Hoger stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz): Houd
de A-1 en B-1 toetsen tegelijkertijd ingedrukt (de twee witte
toetsen uiterst links) en druk op een willekeurige toets tussen
C3 en B3.
Lager stemmen (in stappen van ongeveer 0,2 Hz): Houd
de A-1 en A
zwarte toets uiterst links) en druk op een willekeurige toets
tussen C3 en B3.
De standaard toonhoogte terugroepen: Houd de A-1, A
en B-1 tegelijkertijd ingedrukt (twee witte toetsen en één
zwarte toets uiterst links) en druk op een willekeurige toets
tussen C3 en B3.
-1 toetsen tegelijkertijd ingedrukt (de witte en
• Zie “Onderdeelnamen” op blz. 14 voor informatie
over de toets en toetsnaamtoewijzing.
-1
40
(Tijdens de hierboven beschreven procedur e, geeft het display
een waarde in Hertz <…>. Na de procedur e,
keert het display terug naar de voorgaande indicatie.)
CLP-130/120
Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
Page 41
F2. Een stemming selecteren
U kunt verscheidene stemmingen selecteren.
De gelijkzwevende temperatuur is de meest
algemene hedendaagse pianostemming. De
geschiedenis heeft echter nog veel meer
stemmingen voortgebracht, waarvan er vele
als basis dienen voor een bepaald genre
muziek. U kunt met deze stemmingen
experimenteren op de Clavinova.
Gelijkzwevend
Een octaaf is opgedeeld in twaalf gelijke intervallen. Dit
is momenteel de meest gebruikte pianostemming.
Reine majeur / Reine mineur
Gebaseerd op natuurlijke boventonen. Drie majeur
akkoorden geven bij deze stemming een prachtig, zuiver
geluid. Ze worden soms gebruikt voor koorstemmen.
Pythagoreaans
Deze stemming, ontworpen door Pythagoras, een Griekse
filosoof, is gebaseerd op de interval van een reine kwint.
De tertsen in deze stemming zijn lichtelijk onstabiel,
maar de kwarten en kwinten zijn prachtig en geschikt
voor enkelvoudige solo’s.
Middentoon
Deze stemming is een verbetering van de Pythagoreaanse
waarbij de zweving in de terts werd geëlimineerd. De
stemming was populair van het einde van de 16e eeuw
tot het einde van de 18e eeuw en werd gebruikt door
Händel.
Werckmeister/Kirnberger
1. Activeer de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES] knop om de stemmingsfunctie’s sub-mode te activeren en gebruik
vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]
knoppen om de gewenste sub-mode te
selecteren.
Druk op de [–/NO] en [+/YES] knoppen om
het nummer van de gewenste stemming te
selecteren.
Als een andere stemming dan de gelijkzwevende
temperatuur kiest, is het noodzakelijk dat u de
grondtoon aangeeft. (U kunt de grondtoon aangeven bij
de gelijkzwevende temperatuur, maar het heeft geen
invloed. De grondtoon instelling is van invloed op
andere stemmingen dan de gelijkzwevende
temperatuur.)
Instelbereik:
Normale instelling:
Deze stemmingen combineren Middentoon en
Pythagoreaans op verschillende manieren. Met deze
stemmingen, verandert modulatie de indruk en het
gevoel van de songs. Ze zijn vaak gebruikt in het tijdperk
van Bach en Beethoven. Tegenwoordig worden ze nog
vaak gebruikt bij het weergeven van klavecimbelmuziek
uit dat tijdperk.
• Grondtoon indicatie voorbeeld
(F)(G)
een hoog
streepje bij kruis
(A)
een laag
streepje bij mol
CLP-130/120
Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
41
Page 42
▼, ▲
F3. Dualmode functies
U kunt verscheidene parameters voor de dualmode instellen om zo de instellingen voor de
songs die u speelt te optimaliseren, zoals de
volumebalans aanpassen tussen twee voices.
Dualmode functie instellingen worden voor
elke voice combinatie afzonderlijk ingesteld.
1. Selecteer de voices in de dualmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES] knop om de dualmode
functie’s sub-mode te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION#
knoppen om de gewenste sub-mode te
selecteren. Druk op de [–/NO] [+/YES] knop
om de waarden toe te wijzen.
OPMERKING
Als de dualmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de dualmode functies kunnen niet
worden geselecteerd. U kunt van de functiemode naar de
dualmode schakelen.
]
F3.3: Voice 1 octavering
F3.4: Voice 2 octavering
Instelbereik: –1, 0, 1
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
U kunt afzonderlijk voor voice 1 en voice 2 de
toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een
octaaf. Afhankelijk van welke voices u combineert in de
dualmode, kan de combinatie beter klinken als één van
de voices een octaaf omhoog of omlaag wordt geschoven.
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de 1e en de 2e dualmode voices afzonderlijk
in te stellen. (De effectdiepte instellingen kunnen alleen
worden gewijzigd als het
[EFFECT]
functiemode moet worden verlaten voordat
kan worden aangezet.)
op AAN staat. De
[EFFECT]
Sub-mode
F3.1: Dual balans
Instelbereik: 0 – 20 (De instelling “10” pr oduceert
een gelijke balans tussen de twee
dualmode voices. Instellingen onder
de “10” verhogen het volume van de
2e voice ten opzichte van de 1e v oice,
en instellingen boven de “10”
verhogen het volume van de 1e voice
ten opzichte van de 2e voice.)
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
U kunt één voice instellen als de algemene voice, en een
andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Dual ontstemmen
Instelbereik: -10 – 0 – 10 (Bij positieve waarden
wordt de toonhoogte van voice 1
verhoogd en de toonhoogte van
voice 2 verlaagd. Bij negatieve waarden wordt de toonhoogte van voic e 1
verlaagd en de toonhoogte van voice
2 verhoogd.)
• “Voice 1” en “Voice 2” worden uitgelegd op blz. 26.
F3.7: Reset
Deze functie reset alle dual-mode functies naar hun
standaard waarden. Druk op de
waarden te resetten.
DIRECT:
U kunt direct naar de dualmode functies springen
door op de [TEMPO/FUNCTION#] knop te drukken terwijl u
de twee dualmode voice knoppen ingedrukt houdt.
Om de functiemode te verlaten is het nog steeds nodig dat u
op de
[TEMPO/FUNCTION#]
indicator oplicht.
[+/YES]
TIP
knop drukt, zodat de tempo
knop om de
42
TIP
Het beschikbare instelbereik is groter in het lagere bereik (±
60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents
voor C7). (100 cents komt overeen met één halve noot.)
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
Ontstem voice 1 en voic e 2 in de dualmode om een voller
geluid te creëren.
CLP-130/120
Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
Page 43
(CLP-130)
F4.
Splitmode functies
Via dit menu kunt u verscheidene gedetailleerde
instellingen maken voor de splitmode.
Door het splitpunt of een andere instelling te
veranderen, kunt u de instellingen voor de
songs die u speelt optimaliseren.
U kunt deze instellingen voor elke afzonderlijke combinatie van voices maken.
1. Selecteer de voices in de splitmode, activeer
de functiemode en selecteer .
2. Druk op de [+/YES] knop om de splitmode
functie’s sub-mode te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲]
knoppen om de gewenste sub-mode te
selecteren. Druk op de [–/NO] [+/YES] knop
om de waarden toe te wijzen.
OPMERKING
Als de splitmode niet is geactiveerd zal er verschijnen,
in plaats van en de splitmode functies kunnen niet worden geselecteerd. Merk ook op dat u de functiemode moet
verlaten voordat de splitmode kan worden geactiveerd.
Sub-mode
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
De volumeniveaus van de twee in de splitmode
gecombineerde voices kunnen naar wens worden
aangepast.
Instelbereik:
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie
U kunt afzonderlijk voor de rechter- en linkervoice de
toonhoogte verhogen en verlagen in stappen van een
octaaf. Maak een instelling die passend is voor het
nootbereik van de songs die u speelt.
Instelbereik:0 – 20
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie
Deze functies maken het mogelijk om afzonderlijk de
diepte van het effect voor de linker- en de rechter
splitmode voices in te stellen.
De effectdiepte instellingen kunnen alleen worden
gewijzigd als het
[EFFECT]
functiemode verlaten voordat een
ten.
op AAN staat. U moet de
[EFFECT]
aan kunt zet-
F4.1: Splitpunt
Instelbereik: Het gehele toetsenbord
Normale instelling:F
Stel het punt in op het toetsenbord die de scheiding vormt
tussen de rechter- en link erhandgedeelten (splitpunt). De
ingedrukte toets maakt deel uit van het linkerhand bereik.
• In plaats van op de
ken, kunt u het splitpunt instellen door op de betreffende toets op het toetsenbord te drukken.
• Als de functiemode niet is geactiveerd, kunt u het
splitpunt veranderen naar elke willekeurige andere
toets door de betreffende toets in te drukken, t erwijl u
[SPLIT]
de
knop ingedrukt houdt (blz. 27).
• Een voorbeeld van een toetsnaamindicatie voor een splitpunt
(F2)(G2)
een hoog streepje
voor een kruis
2
[–/NO] [+/YES]
(A2)
een laag streepje
voor een mol
knoppen te druk-
F4.2: Split balans
Instelbereik:0 – 20 (De instelling “10” produc eert
een gelijke balans tussen de twee
splitmode voices. Instellingen onder
de “10” verhogen het volume van de
linkervoice ten opzichte van de
rechtervoice, en instellingen boven
de “10” verhogen het volume van de
rechtervoice ten opzichte van de
linkervoice.)
F4.7: Demperpedaalbereik
Instelbereik:ALL (voor beide
voices) 1 (voor de
rechtervoice) 2 (voor
de linkervoice)
Normale instelling:
ALL
De demperpedaalbereik functie bepaalt of het
demperpedaal invloed heeft op de rechtervoice, de
linkervoice of zowel de linker- als de rechtervoice in de
splitmode.
F4.8: Reset
Deze functie reset alle splitmode functies naar hun
standaard waarden. Druk op de
[+/YES]
waarden te resetten.
TIP
DIRECT:
U kunt direct naar de splitmode functies springen door
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop te drukken terwijl u de
[SPLIT] knop ingedrukt houdt.
Om de functiemode te verlaten is het nog steeds nodig dat u
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop drukt, zodat de TEMPO
indicator oplicht.
knop om de
CLP-130/120
Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
43
Page 44
F5. (CLP-130) / F4. (CLP-120)
Overige functies
Deze handige functie laat u de werking van
het linker pedaal instellen naar één van de
hieronder opgesomde modes.
1. Activeer de functiemode en selecteer
(CLP-130)/ (CLP-120).
2. Druk op de [+/YES] knop om de overige functie’s sub-mode te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲] knoppen
om de gewenste sub-mode te selecteren.
Druk op de [–/NO] of [+/YES] knop om de
gewenste pedaalfunctie te selecteren of de
waarden toe te wijzen.
Sub-mode
F5.1
(CLP-130)
Linker pedaal mode
Instelbereik:
1. Soft pedaal
Het softpedaal vermindert het volume en wijzigt
enigszins de klankkleur van de gespeelde noten terwijl
het pedaal wordt ingedrukt. H et soft pedaal heeft geen
invloed op de noten die reeds gespeeld worden.
2. Song Start/Stop
Deze mode maakt het u mogelijk het song afspelen te
starten of te stoppen. In deze mode werkt het linker
pedaal op dezelfde manier als de
STOP]
3. Variatie (CLP-130)
Deze mode maakt het mogelijk de voice variatie aan
en uit te schakelen. In deze mode werkt het linker
pedaal op dezelfde manier als de
op het paneel.
Normale instelling: 1(Soft pedaal)
/F4.1
knop op het paneel.
(CLP-120)
SONG [START/
[VARIATION]
knop
F5.4(CLP-130) T oets los sample volume
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: 10
U kunt het volume van het toets los geluid (het subtiele
geluid dat wordt geproduceerd als de toetsen worden
losgelaten) voor de voices [GRAND PIANO1],
[HARPSICHORD] en [E.CLAVICHORD] (inclusief hun
variaties) aanpassen.
44
F5.2
(CLP-130)
/F4.2
(CLP-120)
Softpedaal effectdiepte
Instelbereik:1 – 15
Normale instelling: 3
Deze functie stelt de diepte van het softpedaal effect in.
(CLP-130)
F5.3
Instelbereik:0 – 20
Normale instelling: 12
De
GRAND PIANO 1
“Sustain Samples” die nauwgezet de unieke resonantie
van de zangbodem en snaren van een akoestische vleugel
reproduceren, als het demperpedaal wordt ingedrukt.
Deze functie laat u de diepte van dit effect aanpassen.
CLP-130/120
Sustain samplediepte
voices beschikt over speciale
Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
Page 45
F.6 (CLP-130) / F.5 (CLP-120)
Metronoomvolume
F8. (CLP-130) / F7. (CLP-120)
MIDI functies
U kunt het volume van het metronoomgeluid
veranderen.
Gebruik deze functie om het
metronoomvolume aan te passen.
1. Activeer de functiemode en selecteer
(CLP-130)/ (CLP-120).
2. Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om het
metronoomvolume naar wens in te stellen.
Instelbereik: 1 – 20
Normale instelling: 10
TIP
DIRECT:
U kunt direct naar de metronoomfuncties (CLP-130)/
(CLP-120) springen door op de [TEMPO/FUNCTION#]
knop te drukken terwijl u de METRONOME [START/STOP]
knop ingedrukt houdt.
Om de functiemode te verlaten is het nog steeds nodig dat u
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop drukt, zodat de TEMPO
indicator oplicht.
U kunt nauwkeurige aanpassingen maken in
de MIDI instellingen.
Zie voor meer informatie over MIDI, het “Over
MIDI” gedeelte (blz. 49).
TIP
De HOST SELECT schakelaar op de bodemplaat moet worden ingesteld op “MIDI” om met de MIDI aansluitingen te
kunnen werken. Als u de TO HOST aansluiting gebruikt, stel
dan de HOST SELECT schakelaar in op de juiste instelling
voor het type computer dat u gebruikt (bladzijden 49–55). In
dat geval zullen alle MIDI instellingen zoals hierna worden
beschreven invloed hebben op de MIDI in - en uitgangssignalen van de TO HOST aansluiting.
1. Activeer de functiemode en selecteer
(CLP-130)/ (CLP-120).
2. Druk op de [+/YES] knop om de MIDI functie’ s
sub-mode te activeren en gebruik vervolgens
de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲] knoppen om
de gewenste sub-mode te selecteren.
Druk op de [–/NO] of [+/YES] knop om een
geselecteerde parameter in te stellen.
F7. (CLP-130) / F6. (CLP-120)
Preset song partij annuleer volume
Deze functie stelt het volume in waarop een
“geannuleerde” partij wordt gespeeld tijdens
het preset song afspelen. Pas het partij volume
aan tot een comfortabel niveau om zo de
“geannuleerde” partij te kunnen gebruiken als
leidraad om mee mee te spelen.
1. Activeer de functiemode en selecteer
(CLP-130)/ (CLP-120).
2. Gebruik de [–/NO] en [+/YES] knoppen om
het volume naar wens in te stellen.
Instelbereik: 0 – 20
Normale instelling: 5
Sub-mode
F8.1:
(CLP-130)/F7.1:(CLP-120)
MIDI verzendkanaal selectie
In elke MIDI opstelling, moeten de MIDI kanalen van de
zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor de juiste data overdracht.
Deze parameter stelt u in staat het kanaal aan te geven
waarop de Clavinova MIDI data verzendt.
Instelbereik: 1 – 16, UIT (niet verzonden)
Normale instelling: 1
OPMERKING
In de dualmode, wordt de voice 1 data verz onden op het aangegeven kanaal. In de split mode (CLP-130), wordt de rechtervoice data verzonden op het aangegeven kanaal. In de
dualmode, wordt de voice 2 data verzonden op het
eerstvolgende hogere kanaalnummer dan het aangegeven
kanaal. In de splitmode (CLP-130), wordt de linkervoice data
verzonden op het eerstvolgende hogere kanaalnummer dan
het aangegeven kanaal. In beide modes, wordt er geen data
verzonden als het zendkanaal is ingesteld op “UIT”.
OPMERKING
Demo/preset song data en recorder data die wordt
afgespeeld worden niet verzonden via MIDI.
F8.4: (CLP-130)/F7.4:(CLP-120)
Programma wijziging AAN/UIT
In elke MIDI opstelling, moeten de MIDI kanalen van de
zendende en ontvangende apparatuur overeenkomen
voor de juiste data overdracht. Deze parameter stelt u in
staat het kanaal aan te geven waarop de Clavinova MIDI
data ontvangt.
Instelbereik: ALL, 1&2, 1 – 16
Normale instelling: ALL
TIP
ALL:
Een “multitimbrale” ontvangst mode is beschikbaar. Dit maakt
gelijktijdige ontvangst van verschillende partijen op alle 16
MIDI kanalen mogelijk, waardoor de Clavinova in staat w ordt
gesteld multi-kanaals songdata te ontvangen van een
muziekcomputer of sequencer.
1&2:
Een “1&2” ontvangst mode is beschikbaar. Dit maakt
gelijktijdige ontvangst alleen op kanaal 1 en 2 mogelijk, waardoor de Clavinova in staat gesteld wordt alleen de op kanaal
1 en 2 ontvangen song data van een muziek computer of
sequencer af te spelen.
TIP
Programma wijziging en andere boodschappen dan kanaal
boodschappen die worden ontvangen hebben geen invloed
op de CLP-130/120’s paneel instellingen of wat er wordt
gespeeld op het toetsenbord.
Normaal zal de CLP-130/120 reageren op MIDI programma wijziging nummers die ontvangen worden van
een extern toetsenbord of andere MIDI apparaat, waardoor de overeenkomstig genummerde voice zal worden
geselecteerd op het overeenkomstige kanaal (de
toetsenbord voice verandert niet). De CLP-130/120 zal
normaal ook een MIDI programmawijzigingsnummer
verzenden als één van zijn voices wordt geselecteerd,
waardoor de overeenkomstig genummerde voice of programma zal worden geselecteerd op het externe MIDI
apparaat, als het apparaat is ingesteld op het ontvangen
en reageren op MIDI programmawijzigingsnummers.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en
verzending van programmawijzigingsnummer te
annuleren, zodat voices op de CLP-130/120 kunnen worden geselecteerd zonder het externe MIDI apparaat te
beïnvloeden.
TIP
Zie voor informatie over programmawijzigingsnummers voor
elk van de CLP-130/120’s voices, blz. 71AH in de MIDI Data
Format sectie.
Instelbereik: AAN/UIT
Normale instelling: AAN
OPMERKING
Er vindt geen MIDI ontvangst plaats als de demo/preset song
mode is geactiveerd.
F8.3: (CLP-130)/F7.3:(CLP-120)
Lokale besturing AAN/UIT
“Lokale besturing” verwijst naar het feit dat normaal het
CLP-130/120 toetsenbord zijn interne toongenerator
bestuurt, waardoor de interne voices direct vanaf het
toetsenbord kunnen worden bespeeld. Deze situatie is
“Lokale besturing aan” aangezien de interne
toongenerator lokaal wordt bestuurd door zijn eigen
toetsenbord.
Lokale besturing kan echter worden uitgezet, zodat het
CLP-130/120 toetsenbor d niet de interne v oices bespeelt,
maar de betreffende MIDI informatie nog wel wordt
verzonden via de MIDI OUT aansluiting als er noten op
het toetsenbord worden gespeeld. Tegelijkertijd, reageert
de interne toongenerator wel op MIDI informatie, die
via de MIDI IN aansluiting wordt ontvangen.
Normaal zal de CLP-130/120 reageren op MIDI
besturingswijzigingsdata, ontvangen van een extern
MIDI apparaat of toetsenbord, waardoor de voice op het
corresponderende kanaal kan worden beïnvloed door
pedaal- en andere “besturings” instellingen, ontvangen
van het besturende apparaat (de toetsenbordvoice w o rdt
niet beïnvloed).
De CLP-130/120 verzendt ook MIDI besturingswijzigingsinformatie als het pedaal of andere betreffende
regelaars worden bediend.
Deze functie maakt het mogelijk om de ontvangst en
verzending van besturingswijzigingsdata te annuleren,
zodat bijvoorbeeld de CLP-130/120’s pedaal en andere
regelaars kunnen worden bediend zonder in vloed t e hebben op een extern MIDI apparaat.
TIP
Zie voor informatie over besturingswijzigingen die kunnen
worden gebruikt met de CLP-130/120, het MIDI Data Format
op blz. 71AH.
Deze functie maakt het mogelijk de MIDI noot data die
verzonden wordt door de CLP-130/120 omhoog of
omlaag te transponeren in stappen van halve noten tot
plus of min 12 halve noten. De toonhoogte van de CLP130/120 zelf wordt niet beïnvloed.
Deze functie zorgt ervoor dat alle huidige CLP-130/120
paneelinstellingen (geselecteerde voice, enz.) worden
verzonden via de MIDI OUT aansluiting. Dit is met
name handig als u uw spel op wilt nemen op een MIDI
sequence recorder zoals de Yamaha MIDI Data Filer
MDF3 die dan kan worden gebruikt om de CLP -130/120
te besturen bij het terugspelen. Door de CLP-130/120
paneelinstellingen te verzenden en op te nemen op de
MIDI sequence recorder voor de daadwerkelijke
speeldata, zal de CLP-130/120 automatisch dezelfde
instellingen terugroepen als uw spel wordt t eruggespeeld.
TERMINOLOGIE
Setup Data:
Data die een set paneel instellingen voor de Clavinov a bevat.
Procedure
1. Stel de paneel regelaars in zoals gewenst.
2. Sluit de Clavinova via MIDI aan op een sequencer en stel
de sequencer zo in dat deze de setup data kan ontvangen.
3. Activeer de functiemode en selecteer (CLP-
130)/ (CLP-120).
4. Druk op de [+/YES] knop om de paneel/status data te
verzenden.
zal in het LED display verschijnen als de data
succesvol is verzonden.
TIP
Zie blz. 72AH v oor een o verzicht v an de “P aneel data inhoud”
verzonden door deze functie.
TIP
De verzonden data ontvangen:
1. Sluit de Clavinova via MIDI aan op het apparaat waarop
de setup data voorheen werd verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten apparaat.
De Clavinova ontvangt automatisch de setup data, wat te
zien is aan de paneel instellingen.
(Om te zorgen dat de data wordt ontvangen, moet de
Clavinova die de setup data moet ontvangen, hetzelfde type
zijn als de Clavinova waarmee de setup data naar de
sequencer werd verzonden.)
U kunt de huidige song data van de Clavinova als MIDI
bulk data opslaan door deze naar een aangesloten MIDI
data filer (zoals een MDF3) of een sequencer te zenden.
Om de opgeslagen song data af te spelen, zendt u de bulk
data van de opslag apparaat terug naar de Clavinova en
volgt u de gebruikelijke afspeel procedure.
TERMINOLOGIE
bulk data:
Een complete set of uitgebreide hoeveelheid data
Procedure
1. Neem je spel op op de Clavinova.
2. Sluit de Clavinova aan op een MDF3, een MIDI data
filer via MIDI, en stel de MDF3 zo in dat deze bulk
data kan ontvangen.
3. Activeer de functiemode en selecteer (CLP-
130)/ (CLP-120).
4. Druk op de [+/YES] knop om de bulkverzending te
beginnen.
zal in het LED display verschijnen als de data
succesvol is verzonden.
OPMERKING
Er vindt geen MIDI noot/paneel data verzending of data
ontvangst plaats tijdens een bulk data dump
verzendhandeling.
TIP
De verzonden data (terug) ontvangen:
1. Sluit de CLP-130/120 via MIDI aan op het apparaat
waarnaar de data voorheen werd verzonden.
2. Start het versturen van de data vanaf het aangesloten
apparaat.
De CLP-130/120 ontvangt automatisch de data van het
apparaat. (Op dat moment wordt alle reeds in de Clavinova
opgeslagen data gewist.)
Volg daarna de gebruikelijke afspeelprocedure.
(Om te zorgen dat de data wordt ontvangen, moet de
Clavinova die de data moet ontv angen, hetzelfde type zijn als
de Clavinova waarmee de setup data naar de datafiler werd
verzonden.)
OPMERKING
De teruglaadhandeling kan niet worden uitgevoerd als de
demo/preset song mode of de user song recorder in gebruik
is, of als de functiemode is geactiveerd.
TIP
Zie voor meer informatie over het verzenden en ontvangen
van bulk data via MIDI, de handleiding van het aangesloten
MIDI apparaat.
TIP
Zie voor meer informatie over het v erzenden en ontvangen v an setup
data via MIDI, de handleiding van het aangesloten MIDI apparaat.
U kunt enkele instellingen backuppen, zoals de voice selectie
en het reverb type, zodat ze niet verloren gaan als de
Clavinova wordt uitgezet
Als de backup functie is aangezet, worden de instellingen
zoals die zijn bij het uitzetten, vastgehouden. Als de backup
functie is uitgezet, worden de instellingen in het geheugen
gewist als het instrument wordt uitgezet. In dit geval worden,
als u het instrument aanzet, de standaard instellingen (de
aanvangsinstellingen) gebruikt. (Het standaard
fabrieksinstellingoverzicht is te vinden op blz. 70AH.)
De backup instellingen zelf echter, en de inhoud van het
user song recorder geheugen, worden altijd gebackupt.
Beschrijving van de sub-modes
F9.1:
(CLP-130)/F8.1:(CLP-120) Voice
• Voice (Toetsenbord, Dual, en Split <CLP-130>)
• Dual (AAN/UIT, voice- en dualfuncties voor elke
voicecombinatie)
• Split (CLP-130) (AAN/UIT, voice en splitfuncties
voor elke voicecombinatie)
• Reverb (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
• Effect (AAN/UIT, type en diepte voor elke voice)
• Variatie (CLP-130) (voor elke voice)
• Aanslaggevoeligheid (inclusief het FIXED volume)
• Preset song partij annuleer volume ( <CLP130>/ <CLP-120> instellingen)
F9.2: (CLP-130)/F8.2:(CLP-120) MIDI
PAS OP
Zelfs als de backup functie is aangezet via één van de
hieronder beschreven functies, zal de data slechts voor
ongeveer één week worden vastgehouden als intussen
het instrument niet wordt aangezet. Als de backup
periode wordt overschreden, zullen alle instellingen worden gereset naar hun standaard waarden. Als u de
backup instellingen voor langere perioden wilt
vasthouden, zorg er dan voor dat u het instrument minstens eenmaal per week een paar minuten aanzet.
U kunt de backup functie aan- of uitzetten
voor elke functie groep (elk van de volgende
sub-mode functies).
1. Activeer de functiemode en selecteer
(CLP-130)/ (CLP-120).
2. Druk op de [+/YES] knop om de backup functie’s sub-mode te activeren en gebruik vervolgens de [TEMPO/FUNCTION# ▼, ▲] knoppen
om de gewenste sub-mode te selecteren.
Druk op de [–/NO] of [+/YES] knop om de
backup functie aan of uit te zetten.
Sub-mode
De MIDI functies ( <CLP-130>/ <CLP -120>
instellingen)
Alle dualmode-, splitmode-, reverb-, effect-,
aanslaggevoeligheid-, steminstellingen, en de instellingen
die worden beïnvloed door de backup functies, kunnen
worden teruggezet naar hun originele fabriekspresetwaarden door de C7 toets (uiterst rechtse toets op het
toetsenbord) ingedrukt te houden, terwijl u de [POWER]
schakelaar op AAN zet. Dit wist ook alle user song
recorder data en zet alle backup aan/uit instellingen (F9)
op “UIT”. (Het fabrieksinstellingenoverzicht is te vinden
op blz. 70.)
F9.1:
(CLP-130)/F8.1:(CLP-120) voice
F9.2:
(CLP-130)/F8.2:(CLP-120) MIDI
F9.3:
(CLP-130)/F8.3:(CLP-120) Stemmen
F9.4:
(CLP-130)/F8.4:(CLP-120) Overigen
Instelbereik: AAN/UIT
Normale instelling: UIT (alle groepen)
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard format
voor data verzending/ontvangst. Het maakt de uitwisseling van
speeldata en commando’s tussen MIDI apparaten en personal
computers mogelijk.
MIDI speeldata en commando’s
worden verzonden in de vorm
van numerieke waarden.
TIP
Door MIDI te gebruiken, kunt u een aangesloten MIDI apparaat vanaf
de Clavinova besturen, of de Clavinova besturen vanaf een aangesloten
MIDI apparaat of computer.
MIDI aansluitingen
MIDI
PC-2
MIDI
THRU
OUTIN
(CLP-130)
MIDI [IN]:
MIDI [OUT]:
MIDI [THRU]:
Ontvangt MIDI data.
Verzendt MIDI data.
Mac
PC-1
HOST SELECT
Verzendt de data ontvangen aan de MIDI [IN] aansluiting ongewijzigd.
MIDI kabels
Gebruik specifieke MIDI kabels.
[TO HOST] aansluiting
Gebruik deze aansluiting om de Clavinova op een computer aan te sluiten.
Mac
PC-1
TO HOSTHOST SELECT
PC-2
MIDI
TIP
Controleer, aangezien MIDI
data die kan worden verzonden
of ontvangen varieert naar
gelang het type MIDI apparaat,
het “MIDI Implementatie
Overzicht” om er achter te
komen welke MIDI data en
commando’s uw apparaten kunnen verzenden of ontvangen.
De Clavinova’s MIDI
Implementatie Overzicht vindt u
op blz. 75AH.
OPMERKING
Als u de MIDI aansluitingen
gebruikt, stel dan de [HOST
SELECT] schakelaar in op
“MIDI” (blz. 54).
OPMERKING
Als u de [TO HOST] aansluiting
gebruikt, stel dan de [HOST
SELECT] schakelaar in op het
type computer dat u gebruikt
(blz. 54).
TIP
U kunt ook gedetailleerde informatie over MIDI verkrijgen via
verscheidene muziekboeken en
andere publicaties.
CLP-130/120
Over MIDI
49
Page 50
Aansluitingen
Aansluitingen
PAS OP
Zet voordat u de Clavinova aansluit op elektronische componenten, alle componenten uit. Stel, voordat u alle
componenten aan- of uitzet, alle volume niveaus op het minimum. Anders zou een elektrische schok of beschadigen van
de componenten plaats kunnen vinden.
PEDAL
AUX IN
6
L/L+RRL/L+RRL
CLP-130
TO HOST HOST SELECT
MIDI
Mac
PC-2
PC-1
MIDI
R
LEVEL FIXED
THRU
OUTIN
AUX OUT
3
45
1
CLP-120
LEVEL FIXED
MIDIMac
AUX OUTAUX IN
1
1
AUX OUT [R] [L] tulp aansluitingen (LEVEL FIXED), [R] [L/L+R] jack aansluitingen
2
TO HOST HOST SELECT
34
L/L+R
RL/L+RRLR
PC-2PC-1
U kunt op deze jackpluggen een stereo-installatie aansluiten om de Clavinova uit te
versterken, of een cassetterecorder om uw spel mee op te nemen. Zie het schema
hieronder en gebruik audio kabels om de aansluitingen te maken.
PAS OP
Sluit nooit de AUX OUT aansluitingen aan op de AUX IN aansluitingen. Dat wil zeggen, als
u een extern audio apparaat aansluit op de AUX OUT aansluitingen, sluit dan niet het audio
apparaat weer aan op de Clavinova’s AUX IN aansluitingen. Als u deze aansluiting zou
maken, wordt het signaal dat binnenkomt op de AUX IN aansluitingen weer worden
uitgestuurd naar de AUX OUT . Dit creëert een audiolus, waardoor audio oscillatie en
abnormaal afspelen ontstaan, wat kan leiden tot slecht functioneren van beide apparaten.
PAS OP
Als de AUX OUT en OUTPUT aansluitingen zijn aangesloten op een externe audio
installatie, zet dan eerst de Clavinova aan, en vervolgens de externe audio installatie.
Draai deze volgorde om als u de apparatuur uit zet.
Clavinova
Stereo
L/L+RRL
jack
plug
(6,3 mm)
AUX IN
RCA
tulppluggen
audiokabel
RCA
tulp-
pluggen
R
LEVEL FIXED
AUX OUT
Naar versterkte luidsprekers
MIDI
THRU
OUTIN
5
2
PEDAL
6
OPMERKING
Gebruik audio kabels en
pluggen zonder
impedantiewaarde.
OPMERKING
De Clavinova’s [MASTER
VOLUME] en [BRILLIANCE]
schuif instelling heeft geen
invloed op het uitgangssignaal
van de AUX OUT (LEVEL
FIXED) aansluitingen.
50
Als deze worden aangesloten (via tulppluggen; LEVEL FIXED), heeft het uitgangssignaal
naar het externe apparaat een vaste instelling,
ongeacht de [MASTER VOLUME] regelaar.
CLP-130/120
Als deze worden aangesloten (met normale jackpluggen), kunt u de [MASTER VOLUME] regelaar gebruiken om het
volume in te stellen van het uitgangssignaal naar het externe apparaat.
Aansluitingen
Page 51
AUX IN [R], [L/L+R] aansluitingen
2
De stereo uitgangen van een andere instrument kunnen worden aangesloten op
deze aansluitingen, waardoor het geluid van een extern instrument via de
Clavinova’s luidsprekers kan worden weergegeven. Zie het schema hieronder en
gebruik audio kabels om de aansluitingen te maken.
PAS OP
Als de Clavinova’s AUX IN aansluitingen zijn aangesloten op een extern apparaat, zet
dan eerst het externe apparaat aan en vervolgens de Clavinova. Draai deze volgorde
om als u de apparatuur uitzet.
Clavinova
jack plug
(6,3 mm)
AUX OUT
jack plug
(6,3 mm)
AUX IN
L/L+RR
AUX IN
audiokabel
Toongenerator
OPMERKING
De Clavinova’s [MASTER
VOLUME] en [BRILLIANCE]
schuif instellingen beïnvloeden
het ingangssignaal van de AUX
IN aansluitingen, maar de
[REVERB] en [EFFECT] instel-
lingen niet.
OPMERKING
Als u de Clavinova aansluit op
een mono apparaat, gebruik
dan alleen de AUX IN [L/L+R]
aansluiting of AUX OUT [L/
L+R] aansluiting.
TO HOST aansluiting
3
Deze aansluiting maakt directe aansluiting op een Personal Computer mogelijk.
(Zie “Een personal computer aansluiten” op blz. 52 voor meer informatie.)
4
HOST SELECT schakelaar
Deze schakelaar zou moeten worden ingesteld overeenkomstig het type van het
aangesloten MIDI apparaat of Personal Computer. (Zie “Een personal computer
aansluiten” op blz. 52 voor meer informatie.)
MIDI [IN], [OUT], [THRU] aansluitingen
5
Gebruik MIDI kabels om externe MIDI apparaten hierop aan te sluiten.
Zorg ervoor dat u de HOST SELECT schakelaar op MIDI instelt als u deze
aansluitingen gebruikt.
(Zie “Over MIDI” op blz. 49 voor meer informatie.)
PEDAL aansluiting
6
Sluit hier de pedaalkabel op aan van het pedalenconsole. (Zie de “Pianostandaard
montage” op blz. 57-62.)
CLP-130/120
Aansluitingen
51
Page 52
Een personal computer aansluiten
U kunt genieten van computer muziek data op de Clavinova door een computer aan te sluiten op
de TO HOST (of MIDI) aansluiting.
OPMERKING
Als de Clavinova wordt gebruikt als een klankmodule, zal speeldata met voices die niet worden aangetroffen op de
Clavinova, niet goed worden afgespeeld.
“The Clavinova-Computer Connection,” is een aanvullende leidraad die, voor beginners, beschrijft wat u kunt
doen met uw Clavinova en een personal computer en hoe u een Clavinova-Computer systeem kunt installeren (de
handleiding is niet voor een bepaald model geschreven). Het document is beschikbaar als PDF file (in het Engels) op
het volgende internetadres:
Clavinova Web Site (alleen Engels):
http://www.yamahaclavinova.com/
Yamaha Handleidingen Bibliotheek:
http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/
Er zijn drie methodes waarop de Clavinova op een personal computer kan worden aangesloten:
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de Clavinova’s TO HOST aansluiting (blz. 53).
2. Gebruik een MIDI interface en de Clavinova’s MIDI aansluitingen (blz. 54).
3. Gebruik de USB poort van de computer en de UX256, UX96 of UX16, een USB interface (blz. 55).
Zie voor meer informatie, de aangegeven bladzijden.
OPMERKING
Als de Clavinova wordt aangesloten op een personal computer, zet dan eerst zowel de Clavinova als de computer uit
voordat u kabels aansluit en de HOST SELECT schakelaar instelt. Na het maken van de passende aansluitingen en
instellingen, zet u eerst de computer aan, en vervolgens de Clavinova.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Als u de [TO HOST] aansluiting van de Clavinova niet gebruikt, zorg er dan voor dat u de kabel van de aansluiting
loskoppelt. Als de kabel aangesloten blijft, kan het zijn dat de Clavinova niet goed functioneert.
zal in het display verschijnen als de hostcomputer niet is aangezet, de aansluitkabel niet goed is aangesloten, de
HOST SELECT schakelaar niet in de juiste positie staat of de MIDI driver of MIDI toepassing niet actief is. Zet in dat
geval, zo wel de Cla vino v a als de computer uit en controleer de kabelaansluitingen en de positie v an de HOST SELECT
schakelaar. Als eenmaal de aansluitingen en HOST SELECT schakelaar positie zijn gecontroleerd, zet dan eerst de
computer aan en vervolgens de Clavinova, om te controleren of de MIDI driv er en de MIDI toepassing juist functioneren.
Als de [HOST SELECT] schakelaar is ingesteld op “PC-1,” “PC-2,” of “Mac,” kunt u de [TO HOST] aansluiting gebruiken, maar de MIDI aansluitingen functioneren dan niet, aangezien er geen data overdracht plaats vindt via de MIDI
aansluitingen. Aan de andere kant, als de [HOST SELECT] schakelaar is ingesteld op “MIDI,” kunt u de MIDI
aansluitingen gebruiken, maar niet de [TO HOST] aansluiting aangezien er geen overdracht plaats vindt via de [TO
HOST] aansluiting.
52
CLP-130/120
Aansluitingen
Page 53
1. Sluit de seriële poort van de computer aan op de Clavinova’s TO HOST aansluiting
Sluit de computers seriële poort (RS-232C of RS-422) aan op de Clavinova’s TO HOST aansluiting.
Met deze aansluitingen, functioneert de Clavinova als een MIDI interfac e. Daar door heeft u geen aparte MIDI interfac e nodig.
Aansluitingen
Gebruik een speciale seriële kabel (blz. 53) om de computers seriële poort (RS-232C of RS-422) op de Clavinova’s TO
HOST aansluiting aan te sluiten.
Clavinova
PC-1
PC-2
MIDI
Opmerking voor Windows
gebruikers (betreffende de
MIDI driver)
Mac
TO HOST HOST SELECT
TO HOST
Om data overdracht via de
computers seriële poort en de
Clavinova’s TO HOST aansluiting
mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat u een specifieke MIDI
driver installeert (de Yamaha CBX
driver voor W indows). U kunt deze
driver downloaden van de volgende XG Library op de Yamaha
Als uw systeem niet goed werkt met de aansluitingen en instellingen die hierboven zijn opgesomd, kan het zijn dat u
andere instellingen in uw software moet maken. Controleer uw software bedieningshandleiding en stel de HOST
SELECT schakelaar in op de juiste data overdrachtssneldheid. (De data overdrachtsnelheid van “PC-1” is 31.250bps.)
2. Een MIDI interface en de Clavinova’s MIDI aansluitingen gebruiken
Aansluitingen
Gebruik een MIDI interface om een computer op de Clavinova met speciale MIDI kabels aan te sluiten.
Clavinova
MIDI
PC-1
PC-2
MIDI
THRU
MIDI OUT
OUTIN
(CLP-130)
MIDI
IN
Mac
HOST SELECT
MIDI
OUT
MIDI
IN
MIDI interface
WindowsMacintosh
Clavinova HOST SELECT schakelaar instelling
Stel de Clavinova HOST SELECT schakelaar in op “MIDI.”
MIDI
OUT
MIDI
IN
MIDI interface
54
CLP-130/120
Aansluitingen
Page 55
3. De computers USB poort aansluiten op de Clavinova via een USB interface, zoals
de UX256, UX96 of UX16
Sluit de computers USB poort aan op de USB interface (zoals de UX256, UX96 of UX16) met een USB kabel. Installeer de
driver (die bij de USB interface is geleverd) op de computer, en aansluiten de USB interface aan op de Clavinova met een
seriële kabel of MIDI kabels.
Zie voor meer informatie, de handleiding van de USB interface.
Een aansluitvoorbeeld van de USB interface op de Clavinova met een seriële kabel
Een aansluitvoorbeeld van de USB interface op de Clavinova met MIDI kabels
MIDI
USB kabel
computer
OUTIN
MIDI kabels
Clavinova
GRAND
GRAND
E.PIANO
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
VARIATION
PIANO 2
PIANO 1
1
CHORD
CHORD
PHONE
ROOM
TEMPO
/
OTHER VALUE
USER 1
USER 2
TEMPO
TRACK1TRACK2START
START
/
USER 3
—
/
NO+/YES PRESET
FUNCTION
STOP
DEMO METRONOME
SONG
/
FUNCTION
TEMPO
CHORUS
HARD
HALL 1
PHASER
MEDIUM
HALL 2
TREMOLO
JAZZ
WOOD
CHURCH
/
SOFT
STAGE
DELAY
ORGAN
BASS
ORGAN
STOP
REC
STRINGS
CHOIR GUITAR E.BASS SPLIT
VOICE
REVERB EFFECTTOUCH TRANSPOSE
MIDI
HOST SELECT
ON
POWER
USB interface
MIN MAX
TEMPO
MASTER VOLUME
START
/
FUNCTION
STOP
MELLOW BRIGHT
DEMO METRONOME
TEMPO
/
FUNCTION
BRILLIANCE
GRAND
E.PIANO2HARPSI-
E.CLAVI-
VIBRA-
GRAND
E.PIANO
VARIATION
PIANO 2
CHORD
CHORD
PHONE
PIANO 1
/
OTHER VALUE
TEMPO
1
USER 1
USER 2
JAZZ
WOOD
CHURCH
TRACK1TRACK2START
/
ORGAN
BASS
ORGAN
STOP
USER 3
—
/
NO+/YES PRESET
REC
CHOIR GUITAR E.BASS SPLIT
STRINGS
VOICE
SONG
CLP-130/120
Clavinova
ROOM
CHORUS
HALL 1
PHASER
HARD
HALL 2
TREMOLO
MEDIUM
STAGE
DELAY
SOFT
ON
REVERB EFFECTTOUCH TRANSPOSE
POWER
Aansluitingen
55
Page 56
Problemen oplossen
ProbleemMogelijke oorzaak en oplossing
De Clavinova gaat niet aan.De Clavinova is niet goed aangesloten. Steek de vrouwtjes stekker v an het netsnoer stevig
in de aansluiting op de Clavinova en de mannetjes stekker in het stopcontact (b lz. 11).
Er is een klik of plop te horen als het
instrument wordt aan- of uitgezet.
Er is ruis te horen via de luidsprekers of
hoofdtelefoon.
Het totale volume is laag, of er is geen geluid
te horen.
De luidsprekers worden niet uitgeschakeld als
er een hoofdtelefoon is aangesloten.
Het demperpedaal werkt niet, of het geluid
geeft continu sustain zelfs als het
demperpedaal niet is ingedrukt.
Dit is normaal als er een elektrische stroom aan het instrument wordt geleverd.
De ruis kan het gevolg zijn van interf erentie die veroorzaakt w ordt door het gebruik van
een mobiele telefoon in de onmiddellijke nabijheid van de Clavinova. Zet de mobiele
telefoon uit, of gebruik deze verder bij de Clavinova vandaan.
• Het Master Volume is te laag ingesteld; Stel het in op een geschikt niveau met de
[MASTER VOLUME] regelaar.
• Zorg ervoor dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten op de
hoofdtelefoonaansluiting (als de SPEAKER schakelaar is ingesteld in de “NORMAL”
positie). Als de SPEAKER schakelaar is ingesteld in de “OFF” positie zet deze dan
op “NORMAL” of “ON” (blz. 12).
• Zorg ervoor dat de lokale besturing (blz. 46) op AAN staat.
De SPEAKER schakelaar kan op “ON” staan. Zet de SPEAKER schakelaar in de “NORMAL" stand (blz. 12).
De pedaal kabel/plug is misschien niet goed aangesloten. Zorg ervoor dat de
pedaalplug stevig op de juiste aansluiting is aangesloten (bladzijden 57–62).
TIP
Als er in het display verschijnt, heeft er een interne fout plaats gevonden. Neem in dit geval, contact op met uw
Yamaha dealer
Opties & Expander modules
Opties
B-100 Bank
Een comfortabele bank die in stijl overeenkomt met uw Yamaha Clavinova.
HPE-160 Stereo hoofdtelefoon
Uitzonderlijk goed klinkende lichtgewicht dynamische hoofdtelefoon met extra zachte oorkussentjes.
Expander Modules
DOU-10 Disk Orchestra Unit
Een keur aan MIDI opname- en afspeel functies, plus Yamaha DOC software, Disklavier PianoSoft™ en General
MIDI/Standaard MIDI File disk afspeelmogelijkheden.
56
CLP-130/120
Problemen oplossen
Page 57
CLP-120: Pianostandaard montage
PAS OP
• Let er op dat u geen onderdelen door elkaar haalt en zorg ervoor dat alle onderdelen in de juiste richting worden geplaatst. Houd bij de montage alstublieft de onderstaande volgorde aan.
• De montage moet door minstens twee personen worden uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat u de juiste maat schroeven gebruikt, zoals hieronder aangegeven. Gebruik van verkeerde
schroeven kan beschadiging veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u alle schroeven goed vastdraait bij het afronden van de montage van een gedeelte.
• Om te demonteren draait u de onderstaande volgorde om.
Zorg dat u een kruiskop (+) schroevendraaier bij
de hand heeft.
1.
Bevestig de zijpanelen aan de pedalenconsole.
Haal de volgende onderdelen uit de verpakking.
Montage onderdelen
6× 25mmlangeschroeven×4
6× 16mmkorteschroeven×4
4× 12mmdunneschroeven×2
paneel
(links)
Er is een hoofdtelefoonophangbeugel bij de CLP-120
geleverd. U kunt een hoofdtelefoonophangbeugel aan de
Clavinova bevestigen om een hoofdtelefoon aan te hangen
(blz. 12).
1
2
3
Hoofdgedeelte
Zij-
Achterpaneel
Pedalenconsole
Bevatgebundeldepedaalkabel
4× 20mmzelftappende
×
4
schroeven
Kabelhouders× 2
TIP
4
Netsnoer
Zij-
paneel
(rechts)
Zijpaneel
(links)
(1) Maak de kabelbundel die
aan de onderkant van de
pedalenconsole bevestigd
is los en leg deze uit. Gooi
het vinylen bindertje niet
weg, deze heeft u later in
stap 5 nodig.
2.
Bevestig het achterpaneel.
(1) Plaats de
onderranden
van het achterpaneel
op de uitstekende
randen van de voeten,
met het paneel onder
een flauwe hoek, zoals
te zien in de illustratie.
Breng vervolgens de
bovenkant van het
paneel in één lijn met
de zijpanelen.
Zijpaneel
(rechts)
(2) Gebruik de vier 6×25 mm lange
schroeven 1 om de pedalen-
console te bevestigen. Bevestig
eerst het éne zijpaneel, en vervolgens het andere.
(2) Bevestig de bovenkant
van het achterpaneel
aan de zijpaneelbeugels
met twee 4×12 mm
dunne schroeven 3.
(3) Bevestig de onderkant
van het achterpaneel
aan de pedalenconsole
met vier 4×20 mm
zelftappende
schroeven 4.
CLP-130/120
CLP-120: Pianostandaard montage
57
Page 58
3.
Het hoofdgedeelte plaatsen.
PAS OP
• Uw vingers kunnen beklemd raken tussen het
hoofdonderdeel en de achter- of zijpanelen,
wees dus voorzichtig dat u het hoofdonderdeel
niet laat vallen.
• Houd het toetsenbord niet anders dan in de
positie die in de illustratie wordt aangegeven.
vinylen bindertje
om eventuele
overtollige kabel
samen te binden.
(2) Bevestig de kabelhouders aan
het achterpaneel, zoals aangegeven in de illustratie, en klik
de kabel in de houders.
pedaalkabelplug in de pedaalconnector.
R
Bevestig het hoofdgedeelte.
4.
(1) Centreer het hoofdgedeelte,
zodat dit aan beide kanten
evenv eel uitsteekt.
(2) Gebruik 6x16 mm korte
schroeven 2 om het
hoofdgedeelte vanuit de
voorzijde te bevestigen.
Stel de voltageschakelaar in en sluit het
6.
netsnoer aan.
c
a
M
2
C
P
I
-1
ID
C
M
P
127
220
110
240
Voltageschakelaar
Controleer, voordat u het netsnoer aansluit, de instelling
van de voltageschakelaar, indien aanwezig. Gebruik een
platkopschroevendraaier om de schakelaar op het voor
uw land juiste voltage (110V, 127V, 220V of 240V) te zetten, door de schakelaar te draaien totdat het juiste
voltage bij het pijltje verschijnt. Af fabriek staat de
schakelaar op 240 Volt. Steek, nadat het juiste voltage is
geselecteerd, het netsnoer in de AC INLET en de andere
kant in het stopcontact. Wellicht werd er een
stekkeradapter meegeleverd om de stekker aan uw
stopcontact aan te passen.
58
CLP-130/120
WAARSCHUWING
Een foutief ingesteld voltage kan ernstige
schade toebrengen aan de Clavinova, of leiden
tot onjuist functioneren.
CLP-120: Pianostandaard montage
Page 59
➝
➝
7.
Stel de stabilisator in.
Draai aan de stabilisator totdat deze een stevig contact
maakt met het vloeroppervlak.
Controleer na het monteren de
onderstaande punten.
• Zijn er onderdelen overgebleven?
Loop de montage instructies nog eens door en
herstel eventuele fouten.
• Staat de Clavinova ver genoeg verwijderd van
deuren en andere bewegende voorwerpen?
Verplaats de Clavinova naar een geschikte
locatie.
• Maakt de Clavinova een rammelend geluid als u
hem beweegt?
Draai alle schroeven stevig vast.
• Rammelt de pedalenconsole of geeft deze mee
als u de pedalen indrukt?
Draai aan de stabilisator totdat deze een stevig
contact maakt met de vloer.
• Zijn de pedaalkabel en het netsnoer correct
aangesloten?
Controleer de verbindingen.
• Als het hoofdgedeelte een krakend geluid
maakt of wankel aanvoelt als u op het
toetsenbord speelt, raadpleeg dan de montage
schema’s en draai alle schroeven wat steviger
aan.
➝
➝
➝
Als u het instrument na de montage wilt verplaatsen,
til het dan altijd aan de onderkant van het
hoofdgedeelte op.
PAS OP
Til nooit aan de toetsenklep of aan de bovenzijde.
Een onjuiste handeling kan resulteren in schade
aan het instrument of persoonlijk letsel.
Bovenzijde
Toetsenklep
CLP-130/120
CLP-120: Pianostandaard montage
59
Page 60
CLP-130: Pianostandaard montage
PAS OP
• Let er op dat u geen onderdelen door elkaar haalt en zorg ervoor dat alle onderdelen in de juiste richting worden geplaatst. Houd bij de montage alstublieft de onderstaande volgorde aan.
• De montage moet door minstens twee personen worden uitgevoerd.
• Zorg ervoor dat u de juiste maat schroeven gebruikt, zoals hieronder aangegeven. Gebruik van verkeerde
schroeven kan beschadiging veroorzaken.
• Zorg ervoor dat u alle schroeven goed vastdraait bij het afronden van de montage van een gedeelte.
• Om te demonteren draait u de onderstaande volgorde om.
Zorg dat u een kruiskop (+) schroevendraaier
bij de hand heeft.
1.
Bevestig de zijpanelen aan de
Haal de volgende onderdelen uit de verpakking.
pedalenconsole.
Montage onderdelen
6× 25mmlangeschroeven×4
6× 16mmkorteschroeven×4
4× 12mmdunneschroeven×2
paneel
(links)
1
2
3
Zij-
4× 20mmzelftappendeschroeven
Hoofdgedeelte
Achterpaneel
×
4
4
Kabelhouders× 2
paneel
(rechts)
Zij-
Zijpaneel
(links)
(1) Maak de kabelbundel die
aan de onderkant van de
pedalenconsole bevestigd
is los en leg deze uit. Gooi
het vinylen bindertje niet
weg, deze heeft u later in
stap 5 nodig.
2.
Bevestig het achterpaneel.
Zijpaneel
(rechts)
(2) Gebruik de vier 6×25 mm lange
schroeven 1 om de pedalen-
console te bevestigen. Bev estig
eerst het éne zijpaneel, en vervolgens het andere.
(2) Bevestig de bovenkant
van het achterpaneel
aan de zijpaneelbeugels
met twee 4×12 mm
dunne schroeven 3.
60
Pedalenconsole
Bevatgebundeldepedaalkabel
TIP
Er is een hoofdtelefoonophangbeugel bij de CLP-130
geleverd. U kunt een hoofdtelefoonophangbeugel aan de
Clavinova bevestigen om een hoofdtelefoon aan te hangen
(blz. 12).
CLP-130/120
CLP-130: Pianostandaard montage
Netsnoer
(1) Plaats de
onderranden
van het achterpaneel
op de uitstekende
randen van de voeten,
met het paneel onder
een flauwe hoek, zoals
te zien in de illustratie.
Breng vervolgens de
bovenkant van het
paneel in één lijn met
de zijpanelen.
(3) Bevestig de onderkant van
het achterpaneel aan de
pedalenconsole met vier
4×20 mm zelftappende
schroeven 4.
Page 61
3.
Het hoofdgedeelte plaatsen.
PAS OP
• Uw vingers kunnen beklemd raken tussen het
hoofdonderdeel en de achter- of zijpanelen,
wees dus voorzichtig dat u het hoofdonderdeel
niet laat vallen.
• Houd het toetsenbord niet anders dan in de
positie die in de illustratie wordt aangegeven.
vinylen bindertje
om eventuele
overtollige kabel
samen te binden.
(2) Bevestig de kabelhouders aan
het achterpaneel, zoals aangegeven in de illustratie, en klik
de kabel in de houders.
pedaalkabelplug in de pedaalconnector.
R
Bevestig het hoofdonderdeel.
4.
(1) Centreer het hoofdonderdeel,
zodat dit aan beide kanten
evenv eel uitsteekt.
(2) Gebruik 6x16 mm korte
schroeven 2 om het
hoofdgedeelte vanuit de
voorzijde te bevestigen.
Stel de voltageschakelaar in en sluit het
6.
netsnoer aan.
127
220
110
240
Voltageschakelaar
Controleer, voordat u het netsnoer aansluit, de instelling
van de voltageschakelaar, indien aanwezig. Gebruik een
platkopschroevendraaier om de schakelaar op het voor
uw land juiste voltage (110V, 127V, 220V of 240V) te zetten, door de schakelaar te draaien totdat het juiste
voltage bij het pijltje verschijnt. Af fabriek staat de
schakelaar op 240 Volt. Steek, nadat het juiste voltage is
geselecteerd, het netsnoer in de AC INLET en de andere
kant in het stopcontact. Wellicht werd er een
stekkeradapter meegeleverd om de stekker aan uw
stopcontact aan te passen.
WAARSCHUWING
Een foutief ingesteld voltage kan ernstige
schade toebrengen aan de Clavinova, of leiden
tot onjuist functioneren.
CLP-130/120
CLP-130: Pianostandaard montage
61
Page 62
7.
Stel de stabilisator in.
Draai aan de stabilisator totdat deze een stevig contact
maakt met het vloeroppervlak.
Controleer na het monteren de
onderstaande punten.
• Zijn er onderdelen overgebleven?
Loop de montage instructies nog eens door en
herstel eventuele fouten.
• Staat de Clavinova ver genoeg verwijderd van
deuren en andere bewegende voorwerpen?
Verplaats de Clavinova naar een geschikte
locatie.
• Maakt de Clavinova een rammelend geluid als u
hem beweegt?
Draai alle schroeven stevig vast.
• Rammelt de pedalenconsole of geeft deze mee
als u de pedalen indrukt?
Draai aan de stabilisator totdat deze een stevig
contact maakt met de vloer.
• Zijn de pedaalkabel en het netsnoer correct
aangesloten?
Controleer de verbindingen.
• Als het hoofdgedeelte een krakend geluid
maakt of wankel aanvoelt als u op het
toetsenbord speelt, raadpleeg dan de montage
schema’s en draai alle schroeven wat steviger
aan.
➝
➝
➝
➝
➝
Als u het instrument na de montage wilt verplaatsen,
til het dan altijd aan de onderkant van het
hoofdgedeelte op.
PAS OP
Til nooit aan de toetsenklep of aan de bovenzijde.
Een onjuiste handeling kan resulteren in schade
aan het instrument of persoonlijk letsel.
Bovenzijde
Toetsenklep
62
CLP-130/120
CLP-130: Pianostandaard montage
Page 63
Preset voice overzicht
CLP-130
Voicenaam
GRANDPIANO 1
VARIATION
GRANDPIANO 2
VARIATION
E.PIANO 1
VARIATION
E.PIANO 2
VARIATION
HARPSICHORD
VARIATION
E. CLAVICHORD
VARIATION
VIBRAPHONE
VARIATION
CHURCH ORGAN
VARIATION
JAZZ ORGAN
VARIATION
STRINGS
VARIATION
Stereo
Sampling
Aanslag-
gevoelig
Dynamische
sampling
*1
Toets-los
Sampling
*2
Opgenomen samples van een volwaardige concertvleugel.
Bevat ook drie niveaus van dynamische sampling, sustain
samples, en toets-uit samples voor een uitzonderlijk
realistisch akoestische vleugel geluid. Perfect voor klassieke
composities alsook elke willekeurige andere stijl waarvoor
een akoestische piano nodig is.
Warme en zoetklinkende piano. Goed voor klassieke
composities.
Ruimtelijke en pure piano met een heldere nagalm. Goed
voor populaire muziek.
Heldere, ruimtelijke piano. Goed voor populaire of rock muziek.
Een elektronisch piano geluid gecreëerd door FM synthese.
Extreem “muzikale” reactie met variërende klankkleur afhan-
kelijk van de toetsenbord aanslag. Goed voor gangbare
populaire muziek.
Een synthetisch-gegenereerd type elektronisch piano geluid
vaak te horen in populaire muziek. Gebruikt in de dualmode
mengt dit goed met een akoestische piano voice.
Het geluid van een elektrische piano die gebruik maakt van
hamers die op metalen “staafjes” slaan. Een zachte klank
als er licht gespeeld wordt, en een agressieve klank als er
hard gespeeld wordt.
Een licht afwijkend elektrisch piano geluid, vaak te horen in
rock en populaire muziek.
Absoluut het instrument voor barok muziek. Aangezien een
klavecimbel met getokkelde snaren werkt, is deze niet
aanslaggevoelig. Er is echter een karakteristiek bijkomend
geluid als de toetsen worden losgelaten.
Meng dezelfde voice een octaaf hoger voor helderdere klank.
Een op een hameraanslag gebaseerd toetsinstrument dat
voorziet in een elektrische pickup die vaak te horen is in funk
en soul muziek. Zijn klank is bek end door het specifieke geluid
dat wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
Bevat een uniek preset effect.
Vibrafoon bespeeld met relatief zachte mallets. De klank
wordt metaliger naarmate u harder speelt.
Stereo-gesamplede, ruimtelijke en realistische marimba.
Dit is een typisch pijporgel geluid (8 voet + 4 voet + 2 voet).
Goed voor kerkmuziek uit de Barok periode.
Dit is het orgel’s volle gekoppelde geluid, vaak in verband
gebracht met Bach’s “Toccata en Fugue”.
Het geluid van een “toonwiel” soort elektrisch orgel. Vaak te
horen in jazz en rock thema’s.
Maakt gebruik van een roterend luidspreker effect met ver-
schillende snelheden. De variatie snelheid is sneller. Als de
variatie wordt geselecteerd terwijl u een akkoord ingedrukt
houdt, zal de snelheid van het effect geleidelijk veranderen.
Stereo-gesampled, grootschalig strijkersensemble met
realistische reverb. Probeer deze voice te combineren met
piano in de dualmode.
Ruimtelijk strijkers ensemble met langzame attack. Probeer
deze voice te combineren met een piano of elektrische
piano in de dualmode.
Voice beschrijvingen
CLP-130/120
Preset voice overzicht
63
Page 64
Voicenaam
CHOIR
VARIATION
GUITAR
VARIATION
WOOD BASS
VARIATION
E.BASS
VARIATION
Stereo
Sampling
Aanslag-
gevoelig
Dynamische
sampling
*1
Toets-los
Sampling
*2
Een groot, ruimtelijke koorvoice. Perfect voor het scheppen
van rijke harmonieën in langzame stukken.
Een koorvoice met een langzame attack. Probeer deze
voice te combineren met een piano of elektrische piano in
de dualmode.
Warme en natuurlijk klinkende nylon gitaar. Geniet van de
rustige sfeer van nylon snaren.
Sprankelende, heldere gitaar met stalen snaren. Geschikt
voor populaire muziek.
Een staande bas gespeeld met de vingers, zonder strijkstok.
Ideaal voor jazz en Latin muziek.
Voegt een bekken voice toe aan het bas geluid. Ideaal voor
lopende baslijnen in jazzmelodieën.
Elektrische bas voor een uitgebreide reeks aan muziek
stijlen, jazz, rock, populair en meer.
Een fretloze bas goed voor stijlen zoals jazz, fusion, enz.
Voice beschrijvingen
*1. Dynamische sampling geeft meerdere aanslaggeschakelde samples om zo nauwkeurig de klankkleurreactie te
simuleren van een akoestisch instrument.
*2. Bevat een zeer subtiele sample die wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
CLP-130/120 Preset voice overzicht
64
Page 65
CLP-120
Voicenaam
GRANDPIANO 1
GRANDPIANO 2
E.PIANO 1
E.PIANO 2
HARPSICHORD 1
HARPSICHORD 2
VIBRAPHONE
CHURCH ORGAN 1
CHURCH ORGAN 2
JAZZ ORGAN
STRINGS 1
STRINGS 2
CHOIR
GUITAR
Stereo
gesampled
Aanslag-
gevoelig
Dynamische
Sampling
*1
Toets-los
Sampling
*2
Opgenomen samples van een volwaardige concertvleugel.
Perfect voor klassieke composities alsook elke willekeurige
andere stijl waarvoor een akoestische piano nodig is.
Ruimtelijke en pure piano met een heldere nagalm. Goed
voor populaire muziek.
Een elektronisch piano geluid gecreëerd door FM synthese.
Goed voor gangbare populaire muziek.
Het geluid van een elektrische piano die gebruik maakt van
hamers die op metalen “staafjes” slaan. Een zachte klank
als er licht gespeeld wordt, en een agressieve klank als er
hard gespeeld wordt.
Absoluut het instrument voor barok muziek. Aangezien een
klavecimbel met getokkelde snaren werkt, is deze niet
aanslaggevoelig. Er is echter een karakteristiek bijkomend
geluid als de toetsen worden losgelaten.
Meng dezelfde voice een octaaf hoger voor helderdere
klank.
Vibrafoon bespeeld met relatief zachte mallets. De klank
wordt metaliger naarmate u harder speelt.
Dit is een typisch pijporgel geluid (8 voet + 4 voet + 2 voet).
Goed voor kerkmuziek uit de Barok periode.
Dit is het orgel volle gekoppelde geluid vaak in verband
gebracht met Bach’s “Toccata en Fugue”.
Het geluid van een “toonwiel” soort elektrisch orgel. Vaak te
horen in jazz en rock thema’s.
Stereo-gesampled, grootschalig strijkersensemble met
realistische reverb. Probeer deze voice te combineren met
piano in de dualmode.
Ruimtelijk strijkers ensemble met langzame attack. Probeer
deze voice te combineren met een piano of elektrische
piano in de dualmode.
Een groot, ruimtelijke koorvoice. Perfect voor het scheppen
van rijke harmonieën in langzame stukken.
Warme en natuurlijk klinkende nylon gitaar. Geniet van de
rustige sfeer van nylon snaren.
Voice beschrijvingen
*1. Dynamische sampling geeft meerdere aanslaggeschakelde samples om zo nauwkeurig de klankkleurreactie te
simuleren van een akoestisch instrument.
*2. Bevat een zeer subtiele sample die wordt geproduceerd als de toetsen worden losgelaten.
CLP-130/120 Preset voice overzicht
65
Page 66
Demo song overzicht
VoicenaamCLP-130CLP-120TitelComponist
GRAND PIANO1
HARPSICHORD
HARPSICHORD1
HARPSICHORD2
GRAND PIANO1Stereo gesampled
GRAND PIANO2Mono gesampled
E.PIANO 1Dynamische sampling; mezzo piano
E.PIANO 2Dynamische sampling; mezzo forte
HARPSICHORDDynamische sampling; forte
E.CLAVICHORDMet sustain samples
VIBRAPHONEZonder sustain samples
CHURCH ORGANMet toets-los samples
JAZZ ORGANZonder toets-los samples
CLP-130/120 Demo song overzicht
66
Page 67
Index
Nummers
50 Greats for the Piano ...................................................17
50 Piano preset songs......................................................17
A
A-B herhaling voor 50 preset songs................................20
MIDI data format ..........................................................................................................................................71AH
* De specificaties en beschrijvingen in de handleiding zijn uitsluitend voor informatieve doeleinden. Yamaha Corp. houdt zich het
recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment te wijzigen of te modificeren, zonder k ennisgeving. Aangezien
specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u het best contact opnemen met uw Yamaha dealer.
70
CLP-130/120
Appendix
Page 71
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
DEZE LIJST BEVAT INFORMATIE IN VERBAND MET HET GEVAAR
VAN PERSOONLIJK LETSEL, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN BRAND.
WAARSCHUWING- Bij het gebruik van elk elektrisch of
elektronisch product, moeten altijd de algemene voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. Deze voorzorgsmaatregelen omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
1. Lees alle Veiligheidsinstructies, Installatie Instructies,
gedeelten met Speciale Mededelingen en alle Montage Instructies,
te vinden in deze handleiding VOORDAT u enige aansluiting
maakt, inclusief aansluiting op de stroomvoorziening.
2. Verificatie van de Stroomvoorziening: Yamaha producten
worden speciaal geproduceerd voor de stroomvoorziening in het
land waar ze worden afgeleverd. Als u zou verhuizen, of er enige
twijfel zou bestaan over het voltage in uw land, neem dan alstublieft contact op met uw leverancier om dit te verifiëren en (indien
van toepassing) voor instructies. De vereiste netspanning staat op
het naamplaatje. Zie de afbeelding in het gedeelte Speciale Mededelingen, vóór in deze handleiding, voor de lokatie van dit naamplaatje.
3. Dit product kan voorzien zijn van een ongelijke stekker
(één kant breder dan de andere). Als u niet in staat bent om de stekker in het stopcontact te steken, draai de stekker dan om en probeer
het nog eens. Als dit niet helpt, neem dan contact op met een elektriciën om het versleten stopcontact te vervangen. Omzeil NOOIT
de veiligheidswerking van de stekker.
4. Sommige elektronische producten gebruiken een externe
netvoeding of een adapter. Gebruik NOOIT een andere netvoeding
of adapter dan voorgeschreven in de handleiding, op het naamplaatje, of specifiek aanbevolen door Yamaha.
5. WAARSCHUWING: Plaats dit product of andere voorwer-
pen niet op het netsnoer en plaats het niet daar waar men er op
gaat staan, of erover struikelt, of zware voorwerpen over het
netsnoer of elk ander snoer kan rollen. Het gebruik van een
verlengsnoer wordt afgeraden! Als het toch nodig is, gebruik dan
bij een lengte van 6 meter (of minder) minimaal een 18 AWG
snoer. OPMERKING: Hoe kleiner het AWG getal, hoe groter de
stroomcapaciteit. Raadpleeg voor grotere lengtes een plaatselijke
elektriciën.
6. Ventilatie: Elektronische producten, behalve die speciaal
ontworpen zijn voor installatie in gesloten ruimten, moeten zo geplaatst worden dat een goede ventilatie niet belemmerd wordt. Als
er geen instructies zijn over de installatie in gesloten ruimten, moet
worden aangenomen dat een onbelemmerde ventilatie een vereiste
is.
7. Temperatuur: Elektronische producten dienen niet op een
plaats gezet te worden die bijdraagt tot hun oververhitting. Daarom
dient plaatsing dichtbij warmtebronnen zoals radiatoren, warmtewisselaars en andere apparaten die warmte produceren, vermeden
te worden.
8. Dit product is NIET ontworpen voor gebruik in natte/
vochtige lokaties en dient niet dicht bij water te worden gebruikt,
of aan regen te worden blootgesteld. Voorbeelden van natte, vochtige lokaties zijn: bij een zwembad, bron, vat, gootsteen, of een
vochtige kelder.
9. Dit product dient alleen gebruikt te worden met de mee-
geleverde onderdelen, of een karretje, rek of standaard, aanbevolen
door de fabrikant. Als er een karretje, rek of standaard wordt gebruikt, volg dan goed alle veiligheidsaanwijzingen en instructies
op van die accessoires.
10. Het netsnoer (stekker) moet uit het stopcontact worden
getrokken wanneer elektronische producten langere tijd niet
gebruikt worden. Dit geldt ook als er kans op onweer is.
11. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen in enige opening
vallen en ook dat er geen vloeistoffen in worden gemorst.
12. Elektrische/elektronische producten dienen te worden
nagekeken door gekwalificeerd service personeel als:
a. het netsnoer beschadigd is; of
b. als er voorwerpen of vloeistoffen door de openingen in
de behuizing van het apparaat zijn gevallen; of
c. het product aan regen blootgesteld is geweest: of
d. het product niet werkt, of opvallend anders function-
eert; of
e. het product gevallen is, of de behuizing van het product
beschadigd is.
13. Voer zelf geen onderhoudswerkzaamheden uit, behalve die
beschreven staan in de onderhoudsvoorschriften. Alle andere
werkzaamheden dienen verricht te worden door gekwalificeerd
service personeel.
14. Dit product, hetzij alleen of in combinatie met een ver-
sterker en hoofdtelefoon of luidspreker(s) kunnen geluidsniveaus
produceren die permanente gehoorbeschadiging zouden kunnen
veroorzaken. Werk NIET gedurende langere tijd op een hoog volume niveau of op een niveau dat niet prettig aanvoelt. Als u
gehoorverlies constateert, of als u last heeft van oorsuizingen, raadpleeg dan een KNO-arts.
BELANGRIJK: Hoe harder het geluid, hoe sneller gehoorbeschadiging optreedt.
15. Voor sommige Yamaha producten kunnen een bank en/of
uitbreidingen worden meegeleverd of verkrijgbaar zijn. Enkele
hiervan moeten door de leverancier gemonteerd of geïnstalleerd
worden. Controleer alstublieft of de bank(en) stabiel zijn en alle
gemonteerde onderdelen (indien van toepassing) stevig bevestigd
zijn VÓÓR ingebruikname. Door Yamaha geleverde banken zijn
alleen ontworpen om op te zitten. Andere toepassingen worden
afgeraden.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING ALSTUBLIEFT GOED
Page 72
Clavinova Web site (alleen Engelstalig)
http://www.yamahaclavinova.com/
Yamaha Handleidingen Bibliotheek
http://www2.yamaha.co.jp/manual/dutch/
Zie voor Nederlandstalige informatie:
http://www.yamaha.nl
M.D.G., Pro Audio & Digital Musical Instrument Division, Yamaha Corporation