auteursrechtelijk materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan.
Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd door de software en dat in het
beeldvenster wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en inhoud van de schermen, enzovoort.
®
Xerox
, de digitale X® en alle Xerox-producten die in deze publicatie worden vermeld, zijn handelsmerken
van Xerox Corporation. Producten en handelsmerken van andere bedrijven worden ook erkend.
De informatie in dit document was correct op het moment van publicatie. De informatie in dit document kan
zonder enige voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Wijzigingen en technische updates zullen
worden opgenomen in volgende uitgaven van de documentatie. Actuele informatie kunt u vinden op
www.xerox.com
.
Inhoudsopgave
1De inhoud van de PostScript®-set controleren .........................7
2Gebruik onder Windows 95/98/ME............................................9
De software .......................................................................................9
•Eigenschappen van de printerdriver
– Instellingen op het tabblad Configuratie
– Instellingen op het tabblad Opties
– Instellingen op het tabblad Afleveringsinstellingen
•Gebruik van Help
De software
In dit gedeelte wordt de software beschreven voor Windows 95, Windows 98 en Windows ME
die is opgenomen op de cd-rom PostScript Driver Library.
Gebundelde software
De volgende items zijn opgenomen.
Adobe PostScript Printer Driver (versie 4.5.3) en PPD-bestanden - Adobe PostScript-driver
en PPD-bestanden (voor Windows 95/98/ME).
ATM (Adobe Type Manager) (versie 4.0) - Helpt u bij de installatie van letterbeelden en het
activeren en beheren van fonts.
Adobe-schermfonts (TrueType/PostScript) - 136 schermfonts (19 TrueType- en 117
PostScript-fonts), die compatibel zijn met de printerfonts. ATM wordt gebruikt voor het
installeren van de PostScript-schermfonts. Wanneer u deze fonts gebruikt om af te drukken,
is het raadzaam de Adobe PostScript (4.5.3)-printerdriver te gebruiken.
Adobe Acrobat Reader - Hiermee kunt u PDF-bestanden op alle belangrijke
computerplatforms weergeven en afdrukken.
Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®9
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
Hardware- en softwarevereisten
Hieronder worden de minimale systeemvereisten voor de Windows 95/Windows 98/
Windows ME-printerdriver beschreven.
Computersysteem
Pc met Windows 95, Windows 98 of Windows ME als besturingssysteem.
Basissoftware
Windows 95, Windows 98 of Windows ME.
De Adobe PostScript-printerdriver installeren
Installeer de Adobe PostScript 4.5.3-printerdriver voor Windows 95, Windows 98 of Windows
ME aan de hand van de volgende procedure.
In dit gedeelte wordt ter illustratie beschreven hoe de printerdriver voor Windows 98 wordt
geïnstalleerd.
U kunt de installatie van de printerdriver annuleren door tijdens de installatieprocedure op
[Annuleren] in het dialoogvenster te klikken. U kunt ook op [Vorige] klikken om de instellingen
in dit dialoogvenster te negeren en terug te keren naar het vorige dialoogvenster.
Installatieprocedure
1.Start Windows 98.
2.Klik op het menu Start, wijs Instellingen aan en klik op [Printers].
3.Dubbelklik op [Printer toevoegen] in het venster Printers.
4.Klik op [Volgende].
5.Selecteer de wijze waarop de printer op de computer is aangesloten en klik op
[Volgende]. Selecteer [Lokale printer] als de printer rechtstreeks op de computer
is aangesloten. In alle andere gevallen selecteert u [Netwerkprinter]. Hieronder
ziet u een voorbeeld van een lokale printer.
OPMERKING: Wanneer u [Netwerkprinter] selecteert, geeft u het pad op naar de
printer in het netwerkpad of in het vak voor de wachtrijnaam.
6.Plaats de cd-rom PostScript Driver Library in het cd-rom-station.
7.Klik op [Diskette].
8.Typ “Stationsnaam:\English\PrinterDriver\win9x_Me” in het vak “Bestanden van
fabrikant kopiëren van:” en klik op [OK]. In deze handleiding wordt “E:” gebruikt
als cd-rom-station. Gebruikt u een ander station voor de cd-rom, geef dan de
desbetreffende stationsnaam op.
OPMERKING: Klik op [Bladeren] om te zoeken naar een map op de cd-rom.
9.Selecteer uw printermodel in de lijst Printers en klik op [Volgende].
10Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
10. Selecteer de poort voor de printer en klik op [Volgende].
11. Typ een naam voor de printer en geef aan of u de printer wilt instellen als
standaardprinter. Klik op [Volgende].
12. Geef aan of u al dan niet een testpagina wilt afdrukken en klik op [Voltooien].
De installatie wordt uitgevoerd.
13. Lees de licentie-overeenkomst voor eindgebruikers en klik op [Ik ga akkoord].
Als u op [Niet akkoord] klikt, zie Als u op [Niet akkoord] klikt in de licentieovereenkomst voor eindgebruikers op pagina 11 voor meer informatie.
14. Controleer of de printer is toegevoegd aan het venster Printers.
Daarmee is de installatie van de printerdriver voltooid. Neem de cd-rom uit het
station.
Zie Eigenschappen van de printerdriver op pagina 11 om de printer te
configureren.
Bewaar de cd-rom op een veilige plaats.
Als u op [Niet akkoord] klikt in de licentie-overeenkomst voor eindgebruikers
Klik op [Nee] om terug te keren naar het vorige venster en verder te gaan met de installatie.
Klik op [Ja] als u de installatie wilt annuleren. Er wordt dan weliswaar een printer toegevoegd
aan het venster Printers, maar de printerdriver is niet juist geïnstalleerd.
Wanneer u met de rechtermuisknop op de printer klikt en vervolgens op [Eigenschappen] in het
snelmenu klikt, ziet u dat het tabblad Re-installation is toegevoegd aan het eigenschappenvenster van de printerdriver. Volg de aanwijzingen op het tabblad.
Wanneer u de printerdriver opnieuw hebt geïnstalleerd, zie Eigenschappen van de printerdriver op pagina 11 om de printer in te stellen.
Eigenschappen van de printerdriver
In dit gedeelte worden printerspecifieke instellingen voor de printerdrivereigenschappen
beschreven.
•Tabblad Configuratie
•Tabblad Opties
•Tabblad Afleveringsinstellingen
OPMERKING: U kunt ook de Help raadplegen voor informatie over deze instellingen.
Zie Gebruik van Help op pagina 17 voor informatie over het gebruik van het Help-
systeem.
Als u de printerdrivereigenschappen wilt weergeven, selecteert u het printerpictogram in het
venster Printers en klikt u op [Eigenschappen] in het menu Bestand.
OPMERKING: In deze handleiding worden de schermen voor de WorkCentre M128
gebruikt, maar de toepassingen van de andere producten zijn gelijk aan die van de
WorkCentre M128.
Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®11
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
Instellingen op het tabblad Configuratie
In dit gedeelte worden de instellingen van het tabblad Configuratie beschreven.
Selecteer in de Lijst met toepassingen de functie die u wilt instellen en wijzig de instellingen in
het vak Wijzigen daaronder.
Instellingen
OPMERKING: U kunt standaardwaarden herstellen door te klikken op
[Stand.inst. herstellen].
OPMERKING: Welke instellingen u kunt selecteren, hangt af van de geïnstalleerde
opties. Wijzig deze instellingen alleen nadat u hebt bevestigd dat de optie-instellingen
volledig zijn. Zie Instellingen op het tabblad Opties op pagina 14.
Beeldverbetering - Hiermee geeft u aan of al dan niet gebruik moet worden gemaakt van de
functie Beeldverbetering. Als u [Aan] selecteert, worden randen vloeiender afgedrukt. Hiermee
worden gekartelde randen afgerond door de resolutie van het beeld kunstmatig te verhogen. Bij
het afdrukken van een bitmapafbeelding die is samengesteld uit grove halftoonpunten, is in
bepaalde omstandigheden geen vloeiende kleurgradatie mogelijk. In dat geval selecteert u [Uit].
Mode Concept - Hiermee geeft u aan of de hoeveelheid toner al dan niet moet worden
verminderd bij het afdrukken van concepten. Wanneer u [Aan] selecteert, worden kleuren lichter
afgedrukt. Dit is de aanbevolen optie bij het afdrukken van documenten waarvoor geen hoge
afdrukkwaliteit is vereist.
Afdrukmode - Hiermee kunt u instellen of afdruksnelheid, dan wel beeldkwaliteit prioriteit heeft.
Nieten - Hiermee geeft u aan of afgedrukte documenten al dan niet moeten worden geniet en
waar de nietjes worden aangebracht. U kunt 2 tot 50 vellen van 80 g/m
2
of lichter papier nieten.
12Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
OPMERKING: In de volgende gevallen is nieten niet mogelijk.
– Wanneer op het tabblad Geavanceerd iets anders dan Afwerkopvangbak is
geselecteerd als Afleveringsbestemming.
– Wanneer Staffelen per opdracht is geselecteerd.
Handmatige invoerrichting - Hiermee geeft u de papierrichting aan bij handmatige invoer van
papier. Wanneer u papier met de korte kant eerst invoert, selecteert u [Landschap]. Wanneer u
papier met de lange kant eerst invoert, selecteert u [Portret].
Staffelen - Afzonderlijke opdrachten en sets kopieën worden uitgevoerd naar verschillende
zijden van de opvangbak.
Scheidingsvellen invoeren vanuit - Geeft aan vanaf welke papierlade scheidingsvellen voor
transparanten worden ingevoerd. Wanneer [Auto] wordt geselecteerd, wordt de op het apparaat
geïnstalleerde lade gebruikt voor de invoer.
Afdrukken op scheidingsvellen - Hiermee geeft u aan of al dan niet op de scheidingsvellen
voor transparanten en op de transparanten zelf moet worden afgedrukt.
Papiersoort (Scheidingsvellen) - Hiermee geeft u een papiersoort voor de scheidingsvellen
voor transparanten op.
Sets - Hiermee geeft u aan of een opdracht met meerdere pagina's per set worden uitgevoerd.
Halftoon - Hiermee geeft u de halftooninstellingen voor het afdrukken op.
Selecteer [Fijne punten] voor het kleinformaat halftoonpunt dat doorgaans wordt gebruikt in
PostScript.
Selecteer [Dikke punten] voor een grovere punt.
Selecteer [Type 3] voor de halftooninstelling die ook in PCL wordt gebruikt.
Auto-invoerrichting keuzepapier - Hiermee kunt u de richting van het keuzepapier al dan niet
corrigeren.
Vervangingslade - Hiermee geeft u aan welke actie moet worden ondernomen wanneer het
papier voor het afdrukformaat niet in het apparaat is geladen.
Printerinstellingen gebruiken - Gebruik de printerinstellingen. Deze instellingen
kunnen worden bevestigd op het bedieningspaneel.
Schermbericht - Hiermee geeft u berichten over de papiertoevoer weer op het
bedieningspaneel. Afdrukken is pas mogelijk nadat papier is geladen.
Meest gelijkende formaat gebruiken (auto-passen) - Hiermee selecteert u het
meest gelijkende papierformaat en wordt het beeldformaat dienovereenkomstig
aangepast.
Meest gelijkende formaat gebruiken (niet zoomen) - Hiermee selecteert u het
meest gelijkende papierformaat en wordt het beeld op dezelfde grootte afgedrukt.
Groter formaat gebruiken (auto-passen) - Hiermee selecteert u groter papier
dan het origineelformaat en wordt het beeldformaat dienovereenkomstig
aangepast.
Groter formaat gebruiken (niet zoomen) - Hiermee selecteert u groter papier
dan het origineelformaat en wordt het beeld op dezelfde grootte afgedrukt.
Invoeren via handmatige invoer - Hiermee voert u afdrukmateriaal handmatig in.
Originelen van gemengde formaten afdrukken - Hiermee stelt u de richting in van het beeld
op de tweede zijde bij 2-zijdig afdrukken.
Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®13
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
Beschikbaar printergeheugen - Typ in het vak Bewerken de hoeveelheid bruikbaar
printergeheugen (in KB). Het is in de meeste gevallen niet nodig deze waarde te wijzigen.
Beschikbaar font-cache - Typ in het vak Bewerken de hoeveelheid geheugen die beschikbaar
is voor de fontcache (in KB). Het is in de meeste gevallen niet nodig deze waarde te wijzigen.
Mode Account - Hiermee geeft u aan of alle gebruikers, dan wel alleen systeembeheerders
verificatie-instellingen kunnen wijzigen.
Instellingen op het tabblad Opties
In dit gedeelte worden de instellingen van het tabblad Opties beschreven.
Selecteer de items in Hardware-opties en wijzig ze in het vak Wijzigen daaronder. Om deze
functie te kunnen gebruiken, moet u op dit tabblad de juiste instellingen definiëren.
OPMERKING: U kunt standaardwaarden herstellen door te klikken op
[Stand.inst. herstellen].
Instellingen
Harde schijf - Hiermee geeft u aan of de Harde schijf (optioneel) al dan niet is geïnstalleerd.
Als dat het geval is, stelt u de optie in op [Beschikbaar].
Lade-opties - Hiermee stelt u het op het apparaat geïnstalleerde type papierlade in.
Wanneer [Eenheid met 2 laden] wordt geselecteerd, kunnen Lade 3 en Lade 4 worden gebruikt.
Wanneer [Eenheid 2 laden (grote lade)] wordt geselecteerd, kunnen Lade 3 en Lade 4 worden
gebruikt als grote papierlade.
Afwerkeenheid - Hiermee geeft u aan of de (optionele) afwerkeenheid is geïnstalleerd. Als dat
het geval is, stelt u de optie in op [Beschikbaar].
14Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
Papierformaat - Hiermee kunt u de papierformaatgroep voor verschillende gebieden opgeven
om de selectie mogelijk te maken van papierformaten die in een bepaald gebied gangbaar zijn.
Papierformaat (8K/16K) - Geef uw taalvoorkeur aan om de gewenste set papierformaat van
8K en 16K in te schakelen.
Geheugen - Hiermee geeft u de hoeveelheid printergeheugen op.
Instellingen op het tabblad Afleveringsinstellingen
In dit gedeelte worden de instellingen van het tabblad Afleveringsinstellingen beschreven.
OPMERKING: U kunt standaardwaarden herstellen door te klikken op
[Stand.inst. herstellen].
Opdrachttype
U kunt de afdrukfunctie opgeven voor Beveiligde afdruk, Proefafdruk en Uitgestelde afdruk.
Met Beveiligde afdruk worden afdrukopdrachten tijdelijk opgeslagen in de printer en vervolgens
afgedrukt wanneer daartoe opdracht wordt gegeven via het bedieningspaneel.
Met Proefafdruk wordt slechts één kopie afgedrukt wanneer er meerdere kopieën zijn
opgegeven. Als er geen problemen zijn, kunnen de overige kopieën worden afgedrukt.
Met Uitgestelde afdruk worden afdrukopdrachten tijdelijk opgeslagen in de printer, waarna ze
op het geplande tijdstip worden afgedrukt.
U kunt Beveiligde afdruk, Proefafdruk of Uitgestelde afdruk gebruiken door op het tabblad
Configuratie de gebruikers-ID en de toegangscode voor Print Type op te geven. De opgegeven
toegangscode wordt weergeven met asterisks (*).
Normale afdruk - Selecteer deze optie wanneer u geen beveiligde afdrukken, proefafdrukken
of uitgestelde afdrukken wilt uitvoeren.
Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®15
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
Beveiligde afdruk - Selecteer deze optie wanneer u beveiligde afdrukken wilt uitvoeren.
Proefafdruk - Selecteer deze optie wanneer u proefafdrukken wilt uitvoeren.
OPMERKING: Als u Opdrachttype gebruikt, moet de instelling Sets zijn geselecteerd
op het tabblad Paginainstelling in het menu Bestand van de toepassing.
Uitgestelde afdruk - Selecteer deze optie wanneer u uitgestelde afdrukken wilt uitvoeren.
Raadpleeg het online Help-systeem voor meer informatie over het gebruik van de printer.
Gebruikers-ID - Hiermee geeft u de gebruikers-ID voor het opdrachttype weer. De
weergegeven gebruikers-ID is de ID zoals opgegeven op het tabblad Configuratie. Deze optie
kan alleen worden geselecteerd wanneer de instelling op het tabblad Configuratie gedefinieerd
is. Dit is een alleen-lezen item dat hier niet kan worden gewijzigd.
Toegangscode - Hiermee geeft u de toegangscode voor beveiligde afdrukken weer zoals
opgegeven op het tabblad Configuratie. Elk ingevoerd teken wordt weergeven als een asterisk
(*). Deze optie kan alleen worden geselecteerd wanneer de instelling op het tabblad
Configuratie gedefinieerd is. Dit is een alleen-lezen item dat hier niet kan worden gewijzigd.
Documentnaam ophalen - Selecteer de methode om de documentnaam op te geven. Als u
Auto-ophalen hebt geselecteerd, kan een documentnaam van maximaal 24 alfanumerieke
tekens worden opgegeven.
Documentnaam - Wanneer u “Documentnaam invoeren” hebt opgegeven in de lijst
Documentnaam ophalen, kan een documentnaam van maximaal 24 alfanumerieke tekens
worden opgegeven.
Starttijd afdrukken - Hiermee geeft u op wanneer een uitgestelde afdruk moet worden
afgedrukt. Plaats de cursor in het vak voor uren of minuten en klik op het driehoekje-omhoog of
-omlaag om de starttijd op te geven. U kunt de tijd ook instellen door de tijd rechtstreeks in de
vakken te typen. De standaardinstelling is 00:00.
Instellingen
Afdrukformaat - Hiermee geeft u het papierformaat voor afdrukken op. Da afdruk wordt
automatisch vergroot of verkleind, afhankelijk van het hier geselecteerde papierformaat en van
het papierformaat geselecteerd op het tabblad Papier.
Als u bijvoorbeeld [B5] selecteert bij Papierformaat op het tabblad Papier en vervolgens [A4]
selecteert als Afdrukformaat, wordt de uitvoer automatisch vergroot en afgedrukt.
Wanneer u [Geen] selecteert, wordt de opdracht afgedrukt op basis van het Papierformaat
zoals geselecteerd in de toepassing.
Voorblad - Hiermee geeft u aan of er al dan niet een voorblad moet worden toegevoegd aan
de uitvoer.
Wanneer u [Printerinstellingen gebruiken] selecteert, worden de printerinstellingen gebruikt.
Wanneer u [Afdrukken als startpagina] selecteert, wordt het voorblad afgedrukt met behulp van
de startpagina.
Opdrachtbevestiging per e-mail - Hiermee geeft u aan of al dan niet gebruik wordt gemaakt
van de Mailberichtservice om het einde van de afdrukopdracht te laten melden via e-mail. De
standaardinstelling is [Uit].
E-mailadres - Hiermee geeft u het e-mailadres voor de Mailberichtservice op.
Waarschuwing weergeven over Afleveringsinstellingen - Tijdens het afdrukken controleert
de printerdriver of de instelling voor Afdrukformaat in conflict is met andere instellingen.
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt een dialoogvenster weergegeven als er tijdens het
afdrukken een conflict optreedt. Controleer de inhoud van het dialoogvenster en verhelp het
conflict zodat het afdrukken kan worden voortgezet.
16Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®
Wanneer de optie niet is ingeschakeld, verschijnt er geen conflictdialoogvenster, maar wordt de
instelling die het conflict veroorzaakt, automatisch gecorrigeerd en wordt het afdrukken
voortgezet.
Beeldrotatie (180 graden) - Schakel deze optie in om de afdrukken 180° te draaien. De
standaardinstelling is [Uit].
Gebruik van Help
Hieronder wordt beschreven hoe u het Help-systeem kunt gebruiken.
1.Als u op klikt, wordt naast de aanwijzer een vraagteken (?) weergegeven.
U kunt nu klikken op items waarvoor u uitleg nodig hebt. Er wordt dan een
pop-upvenster met relevante informatie geopend. Klik in het pop-upvenster om
het weer te sluiten.
2.Als u op [Help] klikt, wordt een beschrijving van het huidige tabblad weergegeven.
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®17
2 Gebruik onder Windows 95/98/ME
18Handleiding voor de gebruiker bij Xerox WorkCentre/WorkCentre Pro 123/128/133 PostScript®
Loading...
+ 42 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.