Xerox DocuColor 7000, DocuColor 8000 User Manual [nl]

Fiery
SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS
®
Graphic Arts Package
©2005 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45049657 24 augustus 2005
9
9
10
11
15
15
NHOUD
NHOUD
I
I
INHOUD
NLEIDING
I
Terminologie en conventies
Over dit document
Graphic Arts Package, Premium Edition
De status van Graphic Arts Package bijwerken
De status bijwerken in Windows 12
De status bijwerken in Mac OS 13
3
12
Uw monitor en het monitorprofiel instellen
W
ITPUNT
VOOR
PAPIERSIMULATIE
Workflow papiersimulatie
Een taak afdrukken met de standaardinstelling voor Papiersimulatie
Papiersimulatie als afdrukoptie 16
Witpunt voor papiersimulatie bewerken
Dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie 17
Witpunt voor Papiersimulatie bewerken 18
Afdrukken met aangepaste papiersimulatiewaarden
BEWERKEN
14
16
17
22
25
40
47
INHOUD
POT-
N
S
MET
O
Werken met Spot-On
Spot-On starten 25
Hoofdvenster van Spot-On 27
Werken met bestaande kleuren 28
Aangepaste kleuren maken 30
Aangepaste kleurgroepen downloaden 31
Aangepaste kleurgroepen uploaden 32
Kleurwaarden bewerken 33
Doelkleuren instellen met behulp van een meetinstrument 37
De fabrieksinstellingen voor standaardkleuren herstellen 38
Wijzigingen opslaan en Spot-On afsluiten 39
BENOEMDE
KLEUREN
4
25
POT
N
MET
S
-O
Workflow voor vervangkleuren
Een kleur maken voor vervanging 40
De kleurwaarden voor een vervangkleur definiëren 43
Een taak afdrukken met een vervangkleur 46
Dialoogvenster Vervangkleur
Principes voor vervangkleuren
Tolerantiebereik 48
Kleurvervanging 49
Prioriteitsschema 49
Uploaden en downloaden van een vervangkleurgroep
VERVANGKLEUREN
40
48
51
52
INHOUD
UNCTIES
F
VAN
C
OLOR
Functies van ColorWise Pro Tools Color Setup
Color Setup gebruiken 53
Bedieningsbalk
Workflow van bedieningsbalk 54
Afdrukken met de standaard bedieningsbalk 54
Deelvenster Bedieningsbalk 56
Afdrukken met een aangepaste bedieningsbalk 61
Configureerbaar automatisch overvullen
Workflow configureerbaar Automatisch overvullen 62
Afdrukken met standaard Automatisch overvullen 63
Deelvenster Automatisch overvullen 64
S
ETUP
5
52
54
62
De optie Automatisch overvullen op Aan instellen 65
Aangepaste waarden definiëren voor Automatisch overvullen 66
Een taak afdrukken met de instelbare functie Automatisch overvullen 67
Progressieve proeven
Workflow Progressieve proeven 68
Afdrukken met standaard Progressieve proeven 68
Deelvenster Progressieve proeven 69
Kleurkanalen opgeven 70
Afdrukken met standaard Progressieve proeven 71
Rasterschermen
Workflow voor rasterchermen 71
De afdrukoptie Rasterscherm 72
Een taak afdrukken met een vooraf ingesteld halftoonraster 72
Deelvenster Rasterschermen 73
Een aangepast rasterscherm instellen 74
Afdrukken met een aangepast rasterscherm 75
Ondersteunde toepassingen 75
67
71
Aangepaste Halftoonrasteren kalibreren 75
Color Profilter gebruiken voor aangepaste halftoonrasters 77
78
80
80
81
94
98
INHOUD
MAGE
I
H
IEWER
V
ImageViewer openen
F
OT
OLDERS
Info over bestandsconversie
Filters
Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder
De filters gebruiken
F
ILTERS
Info over PostScript->PDF Normalizer 83
De filter CT/LW naar PostScript gebruiken 84
De filter DCS 2.0 naar PostScript gebruiken 85
De filter EPS naar PostScript gebruiken 86
6
78
82
84
De ExportPS-filter gebruiken 87
De filter JPEG naar PDF gebruiken 87
De Microsoft Office-filters gebruiken 89
De filter PDF naar PS gebruiken 89
De PDF/X Preflight-filter gebruiken 89
De PDF2Go-filter gebruiken 90
De filter TIFF naar PDF gebruiken 91
De filter TIFF/IT naar PostScript gebruiken 92
P
OSTFLIGHT
Info over Postflight
Postflight-testpagina 95
Kleurgecodeerde Postflight-pagina’s 95
Postflight-rapporten 96
Postflight-afdrukoptie
Postflight-workflow
Scenario 1: Diagnose stellen van een onverwachte kleur 100
95
98
Scenario 2: Controleer de kalibratiestatus 102
Scenario 3: Controleer de kwaliteit van het uitvoerprofiel 103
Scenario 4: Diagnose stellen van objectspecifieke problemen met kleuren 104
INHOUD
EERVOUDIGE
M
Workflow meervoudige plaatscheidingen
De afdrukoptie Scheidingen combineren
Ondersteunde toepassingen
NDEX
I
PLAATSCHEIDINGEN
7
106
106
107
107
109
NLEIDING
I

INLEIDING

In dit document wordt uitleg gegeven over de functies van Graphic Arts Package en over hoe die werken. Door de flexibiliteit van de bedieningselementen die Graphic Arts Package biedt, kunnen gebruikers in om het even welke omgeving genieten van de functies van Graphic Arts Package. Beginnende gebruikers kunnen de standaardinstellingen gebruiken voor optimale resultaten. Ook gevorderde gebruikers met specifieke behoeften en vereisten in de sector van de grafische vormgeving en andere sectoren kunnen optimale resultaten verkrijgen door de instellingen aan te passen.

Terminologie en conventies

De documentatie van de Fiery EXP8000 Color Server gebruikt de volgende terminologie en conventies.
9
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP8000 (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers DocuColor 8000/7000 digitale pers
Fiery EXP8000 Fiery EXP8000 Color Server
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003
cursief
Andere documenten in dit pakket
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING

Over dit document

Dit document beschrijft de functies die beschikbaar zijn via de printerstuurprogramma’s of hulpprogramma’s, zoals ColorWise Pro Tools en Command WorkStation. De functies zijn als volgt ingedeeld:
•Functies die beschikbaar zijn vanuit, of waarmee u de waarden instelt in ColorWise Pro Tools
Witpunt voor papiersimulatie bewerken
witpunt met Color Editor.
Spot-On met benoemde kleuren
kleuren.
Spot-On met vervangkleuren
kleurvervanging.
Color Setup
Progressieve proeven en Rasterschermen.
10
beschrijft de functie voor het bewerken van de
beschrijft de functies voor het beheer van benoemde
beschrijft de functies voor het beheer van de
beschrijft de volgende functies: Bedieningsbalk, Automatische overvullen,
•Functies die beschikbaar zijn vanuit Command WorkStation
ImageViewer
beschrijft hoe u de toepassing ImageViewer start.
•Functies die beschikbaar zijn vanuit, of waarmee u de waarden instelt in andere hulpprogramma’s dan ColorWise Pro Tools en Command WorkStation
Hot Folders Filters
beschrijft de functies van de filters.
• Andere functies
Postflight
Meervoudige plaatscheidingen
beschrijft de Postflight-functie en geeft voorbeelden van workflows.
beschrijft de functie scheidingen combineren voor meer
dan vier platen.
INLEIDING

Graphic Arts Package, Premium Edition

De volgende functies zijn opgenomen in Graphic Arts Package, Premium Edition:
Functie Waar kunt u waarden instellen
of de functie gebruiken?
Bewerken van witpunten voor papiersimulatie
: benoemde kleuren
Spot-On
: kleurvervanging
Spot-On
Bedieningsbalk
Configureerbare automatische overvulling
Progressieve proeven
ColorWise Pro Tools Color Editor
ColorWise Pro Tools Spot-On
ColorWise Pro Tools Spot-On
Fiery-Serverinstellingen Bedieningsbalk Functies van Color Setup
ColorWise Pro Tools Color Setup
ColorWise Pro Tools Color Setup
11
Naam afdrukoptie Raadpleeg
Papiersimulatie Witpunt voor papiersimulatie
bewerken
Steunkleuraanpassing Spot-On met benoemde kleuren
Ve rvangkleuren Spot-On met vervangkleuren
Automatische overvullen Functies van Color Setup
Progressieve proeven Functies van Color Setup
Halftoonrasteren
ImageViewer
Bestandsfilters Hot Folders
Postflight
Meervoudige plaatscheidingen
ColorWise Pro Tools Color Setup
Command WorkStation: ImageViewer
Hot Folders Hot Folders Filters
Command WorkStation: ImageViewer
Rasterschermen Functies van Color Setup
ImageViewer
Postflight Postflight
Scheidingen combineren Meervoudige plaatscheidingen
INLEIDING

De status van Graphic Arts Package bijwerken

De Fiery EXP8000 wordt geleverd met Graphic Arts Package, Premium Edition. Voordat u deze functies kunt gebruiken, moet u de status van Graphic Arts Package op uw computer updaten.

De status bijwerken in Windows

Voer de volgende procedure uit om de status van Graphic Arts Package bij te werken op een Windows-computer.
OPMERKING: Voordat u de status bijwerkt op een Windows-computer, moet u het
printerstuurprogramma installeren. Voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma op een Windows-computer, raadpleegt u Afdrukken uit Windows.
DE STATUS BIJWERKEN OP EEN WINDOWS-COMPUTER
1 Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
12
2 Klik met de rechtermuisknop op Fiery EXP8000 en kies Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad Installeerbare opties.
4 Selecteer de optie Tweerichtingscommunicatie.
5Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EXP8000 en klik op Bijwerken.
Het Graphic Arts Package dat is ingeschakeld op de Fiery EXP8000 wordt weergegeven in de lijst Geïnstalleerde opties.
INLEIDING
OPMERKING: Als u Aanwijzen en afdrukken gebruikt om het printerstuurprogramma en het
13
printerdefinitiebestand te installeren, moet u voor elke verbinding (afdrukken, blokkeren, direct) tweerichtingscommunicatie activeren op de FACI monitor van de Fiery EXP8000 voor u ze op uw computer installeert. Zie Afdrukken uit Windows voor meer informatie over Aanwijzen en afdrukken.
OPMERKING: Hoewel de optie Fiery Graphic Arts Package in het deelvenster Beschikbare
opties verschijnt, wordt de Fiery EXP8000 geleverd met deze optie als standaard.

De status bijwerken in Mac OS

Voer de volgende procedure uit om de status van Graphic Arts Package bij te werken op een Mac OS X-computer.
OPMERKING: Voordat u de status van Graphic Arts Package bijwerkt op een Mac OS X-
computer, moet u het printerstuurprogramma installeren. Voor meer informatie over het installeren van het printerstuurprogramma raadpleegt u Afdrukken uit Mac OS.
DE STATUS BIJWERKEN OP EEN MAC OS X-COMPUTER
1 Start de Printerconfiguratie.
2 Selecteer uw printer in de Printerlijst.
3 Kies Toon info in het menu Printer.
4 Kies Uitbreidingsmogelijkheden in het dialoogvenster Printerinfo.
5 Kies Graphic Arts Package in het menu GA Package.
6 Klik op Pas wijzigingen toe.
7 Sluit het dialoogvenster.
INLEIDING
Uw monitor en het monitorprofiel instellen
Voor bepaalde functies van Graphic Arts Package moet de taak met de juiste kleuren op uw monitor worden weergegeven.
Voor de volgende functies moet u de juiste monitorweergave instellen:
•Witpunt voor papiersimulatie bewerken (zie pagina 15)
•Spot-On Kleur zoeken (zie pagina 33)
•Spot-On vervangkleuren (zie pagina 40)
•Voorbeeld weergeven in ImageViewer vanuit Command WorkStation (zie pagina 78)
Als u de kleuren juist op uw monitor wilt weergeven, moet u de monitorweergave instellen volgens de aanbevelingen van de fabrikant, en het juiste profiel voor uw monitor opgeven.
Geef de volgende instellingen voor de monitorweergave op:
•Op de monitor: helderheid, contrast, en kleurtemperatuur
14
•In het Configuratiescherm van uw besturingssysteem: resolutie, vernieuwingsfrequentie en aantal kleuren
Voor meer informatie over het instellen van uw monitor en het monitorprofiel, raadpleegt u de met de monitor geleverde documentatie.
OPMERKING: Bepaalde monitorprofielen, zoals die voor Fiery Advanced Controller Interface
(FACI)-monitors, worden geïnstalleerd wanneer u Command WorkStation installeert.

WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN

WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
Alhoewel een ICC-profiel een definitie bevat van “wit”, kan het gebeuren dat het wit niet als zodanig wordt waargenomen door het menselijke oog en hieraan moet worden aangepast. Met de functie Witpunt voor papiersimulatie bewerken kunt u de kleurtoon, de helderheid en de verzadiging van het in het ICC-profiel gedefinieerd wit voor papiersimulatie aanpassen.
Workflow papiersimulatie
U kunt een taak afdrukken met de functie Papiersimulatie vanuit het printerstuurprogramma op Aan ingesteld, zonder papiersimulatie aan te passen. Vele taken zullen met de vaste standaard instelling voor papiersimulatie behoorlijk worden afgedrukt. U kunt de papiersimulatie echter aanpassen door de witpuntwaarden te bewerken met de ColorWise Pro Tools Color Editor. Nadat u de waarden hebt aangepast, drukt u vanuit het printerstuurprogramma de taak af met de aangepaste waarden voor papiersimulatie door de afdrukoptie Papiersimulatie op Aan in te stellen.
15
Om een taak af te drukken met de vaste instelling voor Papiersimulatie, gebruikt u de procedure op pagina 16. Zie pagina 17 voor meer informatie over het bewerken van de witpuntwaarden voor papiersimulatie en het afdrukken met de aangepaste waarden voor papiersimulatie.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN

Een taak afdrukken met de standaardinstelling voor Papiersimulatie

Gebruik de volgende procedure om een taak af te drukken met de vaste waarde voor Papiersimulatie.
OPMERKING: De procedures voor het afdrukken van een taak zijn gelijklopend voor Windows-
computers en Mac OS-computers.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET DE STANDAARDINSTELLING VOOR PAPIERSIMULATIE
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
3 Klik op de afdrukoptiebalk van ColorWise.
4 Klik op Aangepaste kleurinstellingen.
16
Het dialoogvenster Aangepaste kleurinstellingen wordt weergegeven.
5 Selecteer Papiersimulatie.
6 Klik op OK om het dialoogvenster Aangepaste kleurinstellingen te sluiten.
7 Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
8 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met de vaste witpuntinstelling voor papiersimulatie.

Papiersimulatie als afdrukoptie

De volgende waarden zijn beschikbaar voor de afdrukoptie Papiersimulatie:
•Uit (standaardinstelling)
• Aan
OPMERKING: Als u de witpuntwaarden voor papiersimulatie niet hebt bewerkt met ColorWise
Pro Tools Color Editor en Aan selecteert voor deze optie, wordt de taak afgedrukt met de standaardwaarden voor papiersimulatie. Als u ze hebt bewerkt, wordt uw taak afgedrukt met de aangepaste waarden voor papiersimulatie.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN

Witpunt voor papiersimulatie bewerken

Het is best mogelijk dat uw taak behoorlijk wordt afgedrukt met de vaste standaard instelling voor Papiersimulatie. U kunt de instelling Papiersimulatie echter aanpassen door de witpuntwaarden voor papiersimulatie te bewerken met de ColorWise Pro Tools Color Editor.

Dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie

In het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie worden schuifknoppen voor Kleurtoon, Helderheid en Verzadiging weergegeven. Een grafische weergavebalk onder elke schuifknop geeft de huidige instelling aan. U kunt de instellingen aanpassen door de schuifknop naar links of naar rechts te verslepen of een waarde te typen in het bewerkbare tekstveld rechts van de schuifbalk.
17
OPMERKING: De schuifknoppen tonen geen absolute waarden. De positie van de schuifknop
en de daarbijbehorende waarden hangen af van de ingestelde papierwitdefinitie op het moment van het openen van het dialoogvenster.
Kleurtoon
Met deze instelling kunt u de kleurtoon van het witpunt voor papiersimulatie wijzigen. Geef een waarde op tussen 0,0 en +359,9. Als u een waarde opgeeft die groter is dan 359,9 dan wordt deze automatisch naar 359,9 veranderd. Als u een waarde opgeeft die kleiner is dan 0,0 dan wordt deze automatisch naar 0,0 veranderd.
Helderheid
Met deze instelling kunt u de helderheid van het witpunt voor papiersimulatie wijzigen. Geef een waarde op tussen 0,0 en 100,0 (inbegrepen). Als u een waarde opgeeft die groter is dan 100,0 dan wordt deze automatisch naar 100,0 veranderd. Als u een waarde opgeeft die kleiner is dan 0,0 dan wordt deze automatisch naar 0,0 veranderd.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
Verzadiging
Met deze instelling kunt u de verzadiging van het witpunt voor papiersimulatie wijzigen. Geef een waarde op tussen 0,0 en 100,0 (inbegrepen). Als u een waarde opgeeft die groter is dan 100,0 dan wordt deze automatisch naar 100,0 veranderd. Als u een waarde opgeeft die kleiner is dan 0,0 dan wordt deze automatisch naar 0,0 veranderd.
Voorbeeld
Dit gebied in de linker-benedenhoek van het dialoogvenster toont een voorbeeld van de papiersimulatiekleur, omgeven door een witte rand voor contrast. Het voorbeeld is gebaseerd op het monitorprofiel dat u hebt opgegeven naast Huidig monitorprofiel.
Om een correct kleurvoorbeeld te hebben met uw monitor, selecteert u de optie Monitorcompensatie en daarna het juiste monitorprofiel voor uw monitor. Zie pagina 21 voor meer informatie.
OPMERKING: Om de kleuren correct weer te geven met uw monitor, moet u ook de monitor
en de monitorinstellingen correct instellen. Zie pagina 14 voor meer informatie.
18

Witpunt voor Papiersimulatie bewerken

Als u een aangepast profiel wilt bewerken, moet u het volgende doen:
•Selecteer een CMYK-simulatieprofiel.
•Selecteer Volledig (Uitvoer-VGC) als simulatiemethode.
•Koppel het simulatieprofiel aan een uitvoerprofiel.
Gebruik de volgende procedure om toegang te krijgen tot het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie, om de waarden aan te passen.
OPMERKING: Als Papiersimulatie is ingeschakeld en u een vervangkleur hebt gedefinieerd als
C=0, M=0, Y=0, K=0, vervangen de waarden die zijn gedefinieerd in Vervangkleuren die voor Papiersimulatie. Zie “Spot-On met vervangkleuren” op pagina 40 voor informatie over Ve rvangkleuren.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
HET DIALOOGVENSTER WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE OPENEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
Start ColorWise Pro Tools vanuit een autonome toepassing of Command WorkStation op uw computer of op de monitor die is aangesloten op de Fiery EXP8000.
2 Klik op Color Editor.
3 Kies Simulatie in het menu Weergave.
19
OPMERKING: U kunt enkel de witpuntwaarden van desimulatieprofielen bewerken. De
waarden van de uitvoerprofielen kunt u niet bewerken.
4 Selecteer een simulatieprofiel en klik op Selecteren.
Het dialoogvenster Color Editor wordt weergegeven.
1 Uitvoerprofiel
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
5 Selecteer Volledig (Uitvoer VGC) in het menu Bewerkingsmodus.
1
20
6 Selecteer een uitvoerprofiel om aan het bewerkte simulatieprofiel te koppelen.
OPMERKING: Wanneer u later een taak met het bewerkte simulatieprofiel afdrukt, moet u
hetzelfde uitvoerprofiel selecteren dat u hier gekoppeld hebt, om het effect van de bewerking van het witpunt voor papiersimulatie te hebben.
7 Selecteer Papier simulatie.
Het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie wordt weergegeven.
Gebruik de volgende procedure om de waarden voor het witpunt voor papiersimulatie te bewerken.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
DE WAARDEN VOOR HET WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
1 Selecteer de optie Monitorcompensatie in het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie.
2Zorg ervoor dat het correcte monitorprofiel voor uw monitor wordt weergegeven naast Huidig
monitorprofiel.
3 Als het correcte monitorprofiel niet geselecteerd is, klik dan op Monitor.
Het dialoogvenster Monitorprofiel selecteren wordt weergegeven.
4 Kies ICC-profielen in het menu Formaat.
21
5 Selecteer het monitorprofiel voor uw monitor en klik op Open.
Het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie wordt weergegeven.
6Werk de waarden voor kleurtoon, helderheid en verzadiging bij.
Werk de waarden bij door de schuifknoppen te verslepen of door waarden in de tekstvelden in te geven. Zie pagina 17 voor gedetailleerde informatie over het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie.
7 Bekijk de veranderingen in het voorbeeldvenster in de linker benedenhoek van het
dialoogvenster.
8 Klik op Afdrukken.
Het dialoogvenster Testafdruk wordt weergegeven.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
9 Kies de instellingen in de menu’s Papierformaat en Invoerlade en klik op Afdrukken.
10 Klik op OK om het dialoogvenster Witpunt voor papiersimulatie te sluiten.
11 Klik op Opslaan in het Color Editor dialoogvenster.
Het dialoogvenster Opslaan wordt weergegeven.
12 Typ een nieuwe naam en klik op Opslaan.
13 Sluit Color Editor af.

Afdrukken met aangepaste papiersimulatiewaarden

Na het bewerken van de papiersimulatiewaarden in Color Editor kunt u vanuit het printerstuurprogramma een document afdrukken met de aangepaste papiersimulatiewaarden. U kunt ook de instelling van de afdrukoptie vervangen met Command WorkStation.
OPMERKING: De procedures voor het afdrukken van een taak zijn gelijklopend voor Windows-
computers en Mac OS-computers. Voor de onderstaande procedure zijn illustraties uit een Mac OS-omgeving gebruikt.
22
Gebruik de volgende procedure om een taak af te drukken met de aangepaste papiersimulatiewaarden.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET DE BEWERKTE PAPIERSIMULATIEWAARDEN
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
2 Mac OS X v10.3: Kies ColorSync in het menu Aantal en pagina’s.
Het deelvenster ColorSync wordt weergegeven.
3 Kies In Printer in het menu Kleurconversie.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
4 Kies ColorWise in het menu Aantal en pagina’s.
Het deelvenster ColorWise wordt weergegeven.
23
5 Selecteer Tweerichtingscommunicatie.
Zie Afdrukken uit Mac OS voor informatie over het inschakelen van Tw eerichtingscommunicatie.
6 Klik op Aangepaste instellingen in het gebied Afdrukmodus.
Het dialoogvenster Geavanceerde instellingen van ColorWise wordt geopend.
WITPUNT VOOR PAPIERSIMULATIE BEWERKEN
7 Kies het aangepaste simulatieprofiel in het menu CMYK-simulatieprofiel.
24
Kies het simulatieprofiel dat u hebt opgeslagen na het bewerken van de waarden van het Witpunt voor papiersimulatie in de vorige sectie.
8 Selecteer de optie Volledig (Uitvoer VGC).
9 Selecteer Papiersimulatie.
10 Kies het uitvoerprofiel dat u aan het aangepaste simulatieprofiel op het menu Uitvoerprofiel
hebt gekoppeld.
11 Klik op OK.
Het deelvenster ColorWise wordt opnieuw weergegeven.
12 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met uw aangepaste CMYK-simulatieprofiel, met de bewerkte witpuntwaarden.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
Met de optie Steunkleuraanpassing kunt u steunkleuren automatisch koppelen aan de meest gelijkende CMYK-equivalenten, zodat steunkleuren kunnen worden gesimuleerd met de CMYK-toner van de digitale pers. U kunt de standaard-CMYK-equivalenten echter aanpassen om een beter resultaat te krijgen onder specifieke afdrukomstandigheden.
Werken met Spot-On
Spot-On biedt de mogelijkheid lijsten met steunkleuren en hun CMYK-equivalenten aan te passen en te beheren. Deze overeenkomstige lijsten van steunkleuren en CMYK-waarden worden steunkleurenbibliotheken genoemd. Met Spot-On kunt u verschillende steunkleurenbibliotheken beheren voor elk uitvoerprofiel op de Fiery EXP8000.
25
OPMERKING: Als u de Spot-On-functies met benoemde kleuren wilt gebruiken, moet u de
afdrukoptie Steunkleuraanpassing inschakelen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
OPMERKING: Benoemde steunkleuren worden afgedrukt met de opgegeven CMYK-waarden.
De manier waarop steunkleuren worden afgedrukt, wordt niet beïnvloed door de wijzigingen die u met Color Editor in het uitvoerprofiel aanbrengt. De wijzigingen die u met de functies voor kleuraanpassing in ImageViewer in een taak aanbrengt, hebben wel een invloed op alle kleuren in deze taak, ook op de steunkleuren.
Spot-On starten
Als u Spot-On wilt gebruiken, moet u eerst het uitvoerprofiel opgeven dat is gekoppeld aan de steunkleurenbibliotheek die u wilt bewerken.
Als u het uitvoerprofiel X selecteert en PANTONE 123 wijzigt van 30%M in 50%M met Spot-On, krijgt u 50%M wanneer u een taak met het uitvoerprofiel X afdrukt. Wanneer u een taak met het uitvoerprofiel Y afdrukt, krijgt u de oorspronkelijke waarde. Wanneer u het uitvoerprofiel X selecteert, een aangepaste kleur maakt met de naam “Mijn paars” en die instelt als 80C 40M, berekent ColorWise automatisch de Lab-waarden met het uitvoerprofiel X en worden nieuwe CMYK-waarden gemaakt voor gebruik met het uitvoerprofiel Y.
OPMERKING: Er kan altijd maar één gebruiker tegelijk via Spot-On met de Fiery EXP8000
zijn verbonden.
SPOT-ON STARTEN
1 Huidige uitvoerprofiel 2Te koppelen uitvoerprofielen
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
2 Klik op Spot-On.
Het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren wordt weergegeven.
3 Kies het gewenste uitvoerprofiel en klik op OK.
1
26
2
Het hoofdvenster van Spot-On wordt weergegeven. De CMYK-waarden in het dialoogvenster worden berekend voor het opgegeven profiel.
OPMERKING: Wanneer u een taak afdrukt, kiest u in het printerstuurprogramma hetzelfde
uitvoerprofiel als in het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren. Als u dat niet doet, hebben kleuraanpassingen op basis van Spot-On geen uitwerking.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
27
Hoofdvenster van Spot-On
Het hoofdvenster van Spot-On bevat een lijst met kleurgroepen die steunkleurenbibliotheken op de Fiery EXP8000 voorstellen. Boven in het venster kunt u pictogrammen voor het werken met kleuren kiezen.
1 Uitvoerprofiel 2 Opslaan 3 Uploaden 4Downloaden 5 Knippen 6Kopiëren 7 Plakken 8 Alles sluiten 9Afdrukken 10 Omhoog 11 Omlaag 12 Aangepaste kleurgroep 13 Standaardkleurgroep
1
2 3 4 5 6 7 8 9 1101
21
31
De Fiery EXP8000 wordt standaard geleverd met verschillende PANTONE-bibliotheken en een systeembibliotheek. De DIC-, HKS-, en TOYO-bibliotheken zijn ook beschikbaar. Deze standaardbibliotheken worden aangegeven met het pictogram voor standaardgroepen ( ).
U kunt ook aangepaste kleurgroepen en kleuren toevoegen aan het venster Spot-On (zie
pagina 30). Toegevoegde groepen herkent u aan het pictogram voor aangepaste groepen
( ). U kunt zowel standaardgroepen als aangepaste groepen openen om de bijbehorende kleuren weer te geven.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
EEN KLEURGROEP OPENEN EN SLUITEN
1U kunt een kleurgroep openen door op het pictogram vóór de groepsnaam te dubbelklikken.
Wanneer u een groep opent, worden alle kleuren in de groep weergegeven en verandert het groepspictogram.
28
2U kunt een kleurgroep sluiten door op het pictogram links van de groepsnaam te klikken.
3 Kies de optie Alles sluiten in het menu Bewerken om alle kleurgroepen in de lijst te sluiten.

Werken met bestaande kleuren

Met Spot-On kunt u bestaande kleurgroepen op de Fiery EXP8000 bekijken en beheren, en een specifieke kleur in de Spot-On lijst zoeken.
Kleurgroepen worden in de volgorde van prioriteit weergegeven in het venster Spot-On. Kleurgroepen boven aan de lijst krijgen de hoogste prioriteit. Als twee kleuren uit twee verschillende kleurgroepen bijvoorbeeld dezelfde naam hebben, wordt de kleur uit de hoogste groep gebruikt en wordt de andere kleur genegeerd. U kunt verschillende CMYK-varianten voor dezelfde steunkleur gebruiken door de prioriteit van kleuren op deze manier te beheren.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
DE PRIORITEIT VAN KLEUREN WIJZIGEN
1 Als u de prioriteit van de hele kleurgroep wilt aanpassen, selecteert u de gewenste
kleurgroep. Als u de prioriteit van een bepaalde kleur wilt wijzigen, selecteert u de gewenste kleur.
Afzonderlijke steunkleuren worden aangegeven met cirkelvormige kleurpictogrammen.
2U kunt de kleur of groep hoger of lager in de lijst weergeven door op het pictogram Omhoog
of Omlaag op de werkbalk te klikken.
3 Als u de kleur of groep ergens anders in de lijst wilt plakken, klikt u op het pictogram
Knippen of Kopiëren op de werkbalk.
OPMERKING: Knippen is alleen mogelijk voor aangepaste kleuren.
4 Klik op de plaats in de lijst waar u de geknipte of gekopieerde selectie wilt plakken, en klik
op het pictogram Plakken op de werkbalk.
Wanneer u een standaard-PANTONE-kleur of groep plakt, verschijnt een waarschuwing met de mededeling dat u de naam van de selectie moet aanpassen in verband met de diverse voorvoegsels en achtervoegsels van PANTONE-kleuren en groepen. Gebruik de vervolgkeuzelijsten om het gewenste voorvoegsel en achtervoegsel voor de nieuwe naam op te geven, en klik op OK. De geplakte selectie wordt opgeslagen als een aangepaste kleurgroep of kleur met de opgegeven naam.
29
EEN KLEUR ZOEKEN
1 Kies Zoeken in het menu Bewerken.
Het dialoogvenster Zoeken wordt weergegeven.
2 Geef de naam van de kleur die u wilt zoeken en klik op OK.
De kleurenlijst wordt van boven naar beneden doorzocht. De gevonden kleur wordt gemarkeerd in de kleurenlijst.
3 Als u op basis van dezelfde zoekcriteria nog meer kleuren wilt zoeken, kiest u Opnieuw
zoeken in het menu Bewerken.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN

Aangepaste kleuren maken

Spot-On geeft u de beschikking over standaardkleurgroepen in de kleurenlijst. U kunt uw eigen aangepaste steunkleuren en groepen toevoegen aan de lijst.
EEN NIEUWE KLEUR OF KLEURGROEP TOEVOEGEN
1 Selecteer de plaats in de groep of kleurenlijst waar u de nieuwe kleur of kleurgroep wilt
toevoegen.
2 Kies Nieuwe groep in het menu Bewerken om een nieuwe groep in te voegen, of kies Nieuwe
kleur om een nieuwe kleur in te voegen.
Een nieuwe kleurgroep of kleur wordt weergegeven als Geen titel.
DE NAAM VAN EEN AANGEPASTE KLEUR OF KLEURGROEP WIJZIGEN
1 Selecteer de specifieke kleur of groep waarvan u de naam wilt wijzigen.
2 Dubbelklik op de naam van de kleur of groep.
30
3Typ de nieuwe naam exact zoals deze wordt gebruikt in de afdruktaak, dus met precies
hetzelfde hoofdletter- en spatiegebruik.
Deze nieuwe naam wordt aan uw PostScript-taak toegekend door de brontoepassing (zoals Adobe Illustrator of QuarkXPress). Als u niet over het brondocument beschikt, gebruikt u de functie Postflight om de lijst te bekijken met alle namen van de kleuren die in uw taak zijn gebruikt. Alle benoemde kleuren die in een document zijn gebruikt, worden afgedrukt in een gedetailleerd Postflight-rapport. Zie pagina 94 voor meer informatie over Postflight.
OPMERKING: De namen van standaardgroepen of -kleuren (zoals PANTONE) kunt u niet
wijzigen.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN

Aangepaste kleurgroepen downloaden

U kunt aangepaste kleurgroepen downloaden van uw computer naar de Fiery EXP8000. Deze groepen worden als aangepaste groepen toegevoegd aan de kleurenlijst van Spot-On en kunnen direct worden gebruikt op de Fiery EXP8000.
AANGEPASTE KLEURGROEPEN DOWNLOADEN
1 Selecteer de plaats in de kleurenlijst waar u de gedownloade groep wilt toevoegen.
2 Kies Downloaden in het menu Bestand.
Het dialoogvenster Bestand selecteren wordt weergegeven.
31
OPMERKING: De ondersteunde bestandsindeling voor downloaden is ICC Named Color
Profile (NCP).
3Zoek en selecteer de gewenste kleurgroep en klik op Openen.
De gedownloade groep wordt op de gekozen locatie toegevoegd aan de Spot-On-lijst. Als u geen locatie hebt opgegeven, wordt de groep boven aan de lijst geplaatst.
Als de groep dezelfde naam heeft als een bestaande groep in de lijst, wordt u gevraagd de naam van de gedownloade groep te wijzigen.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN

Aangepaste kleurgroepen uploaden

U kunt aangepaste kleurgroepen als ICC-bestanden uploaden van de Fiery EXP8000 naar uw computer. U kunt zo een groep delen door een lokale kopie te maken die kan worden gedownload naar een andere Fiery EXP8000.
Een kleurgroep moet zijn opgeslagen op de Fiery EXP8000 voordat u de groep naar uw computer kunt uploaden. Als u een standaardgroep wilt uploaden, moet u de groep eerst kopiëren en plakken als een nieuwe aangepaste groep. Daarna kunt u deze groep uploaden.
AANGEPASTE KLEURGROEPEN UPLOADEN
1 Selecteer de naam van de kleurgroep die u wilt uploaden.
2 Kies Uploaden in het menu Bestand.
Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.
32
3 Blader naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan, voer een bestandsnaam in en klik
op Opslaan.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN

Kleurwaarden bewerken

Als een steunkleur niet op de gewenste manier wordt afgedrukt, kunt u de kleurwaarden wijzigen om het gewenste resultaat te verkrijgen. U wijzigt de kleurwaarden door de exacte CMYK-waarden op te geven in het hoofdvenster van Spot-On, of in het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen, of met de functie Spot-On Kleur zoeken.
Voer de volgende procedures uit om een benoemde kleur te bewerken door de exacte CMYK­waarden op te geven. Om een kleur te zoeken met de functie Spot-On Kleur zoeken, raadpleegt u pagina 35.
EEN KLEUR IN HET HOOFDVENSTER VAN SPOT-ON BEWERKEN
1 Selecteer de kleur die u wilt bewerken.
2 Dubbelklik op de waarde onder C, M, Y, en K, en typ een nieuw nummer voor elk kleurkanaal.
33
De bewerkte kleur verschijnt in de kleurenlijst.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
EEN KLEUR BEWERKEN IN HET DIALOOGVENSTER KLEUR MIDDENVLAK INSTELLEN
1 Selecteer de kleur die u wilt bewerken.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken verschijnt met de geselecteerde kleur in het midden.
3 Klik in het middenvlak.
Het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen wordt weergegeven.
34
4 Geef aan of u CMYK-waarden als percentage of apparaatcodes wilt opgeven.
Met de optie Percentages kunt u kleurwaarden invoeren tussen 0 en 100%, in stappen van 0,5. Waarden buiten dit bereik worden afgerond op het dichtstbijzijnde hele of halve procent.
Selecteer Apparaatcodes om kleurwaarden in te voeren tussen 0 en 255. Met deze optie beschikt u over het volledige bereik van kleurwaarden dat daadwerkelijk kan worden afgedrukt door de Fiery EXP8000. Met deze optie kunt u kleuren dan ook nauwkeuriger definiëren dan met de optie Percentages.
5Typ de CMYK-waarden voor de kleur in de vakken C, M, Y en K.
Met Tab kunt u naar het volgende vak gaan. Als u een nieuwe waarde invoert, worden in het voorbeeldvenster de oude en nieuwe kleuren aangepast.
6 Klik op OK.
De nieuwe kleur wordt in het middenvlak van het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken weergegeven.
7 Klik op OK.
De bewerkte kleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.
Voer de volgende procedure uit om een kleur te zoeken via het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken. Begin met een kleur die sterk lijkt op de gewenste kleur in het dialoogvenster Spot­On Kleur zoeken, en pas vervolgens de tint, verzadiging en helderheid van de kleur aan totdat het gewenste resultaat is bereikt.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
EEN KLEUR ZOEKEN MET SPOT-ON KLEUR ZOEKEN
1 Selecteer de kleur die u wilt bewerken.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken verschijnt met de huidige kleur in het midden.
35
3 Als u het middenvlak wilt bijwerken aan de hand van een aangrenzend vlak dat beter
overeenkomt met de gewenste kleur, klikt u op dat vlak.
Aangrenzende vlakken bevatten variaties van het middenvlak en kunnen worden geselecteerd als ze beter overeenkomen met de gewenste kleur. Als u op een aangrenzend vlak klikt, wordt de kleur van dit vlak weergegeven in het middenvlak en worden de aangrenzende vlakken aangepast. Deze vlakken hebben een andere helderheid of verzadiging dan het middenvlak, afhankelijk van de optie die u in de volgende stap kiest.
OPMERKING: Wanneer u bepaalde kleuren selecteert, kan in de rechterbovenhoek van het
venster een uitroepteken worden weergegeven. Dit pictogram geeft aan dat de maximumwaarde voor een of meer kleurstoffen is bereikt.
4 Gebruik de volgende technieken om in te stellen hoe aangrenzende kleurvlakken worden
gegenereerd:
Selecteer Licht of Verzadiging in Legenda voor kleurrichtingen.
Als u Licht kiest, worden aangrenzende vlakken gegenereerd op basis van donkere-naar­lichtere tinten van de oorspronkelijke kleur. Deze variatie wordt van links naar rechts weergegeven, met de oorspronkelijke kleur in het midden van de middelste groep.
Als u Verzadiging kiest, worden aangrenzende vlakken gegenereerd op basis van minder-tot­meer verzadigde variaties van de oorspronkelijke kleur. Deze variatie wordt van links naar rechts weergegeven, met de oorspronkelijke kleur in het midden van de middelste groep.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
Kies een instelling in het menu Kleurenruimten om het verloop tussen aangrenzende vlakken te bepalen.
Een hogere waarde betekent dat aangrenzende vlakken meer verschillen van de middelste kleur. Als u de gewenste kleur bijna hebt samengesteld, is het handig een lagere waarde op te geven.
Selecteer Monitorcompensatie om te simuleren hoe de kleurvlakken eruit zien wanneer ze worden afgedrukt in plaats van weergegeven op het scherm.
Deze simulatie is afhankelijk van het monitorprofiel dat voor de weergave is geconfigureerd. U kunt dit profiel opgeven door Voorkeuren te kiezen in het menu Bewerken van Spot-On.
Zorg dat uw monitor is ingesteld volgens de aanbevelingen van de fabrikant, en selecteer het juiste monitorprofiel voor uw monitor (inclusief de FACI-monitor). Zie pagina 14 voor meer informatie.
5 Wijzig de kleurvlakken en klik op aangrenzende vlakken tot de gewenste kleur in het
middenvlak wordt weergegeven.
6 Klik vervolgens op Afdrukpatroon.
36
OPMERKING: Het is zeer moeilijk om steunkleuren accuraat op een monitor aan te passen.
Druk altijd een testpagina af om de juiste kleuraanpassing te controleren.
7 Kies de gepaste instellingen in de menu’s Uitvoerstijl, Papierformaat en Papierlade.
Bij Uitvoerstijl kunt u kiezen tussen Zoekpatroon kleur en Patroon aangrenzende kleur. Zoekpatroon kleur drukt vlakken af met het patroon dat wordt weergegeven in het dialoogvenster Kleur zoeken. Met Patroon aangrenzende kleur worden vlakken afgedrukt in een matrix van drie kolommen en acht rijen.
Kies bij Papierformaat het papierformaat dat u wilt gebruiken voor het afdrukken van de vlakken.
Bij Papierlade selecteert u de invoerlade voor het papier dat u wilt gebruiken.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
8 Klik op OK om de vlakken af te drukken.
37
De testpagina met afdrukpatronen bevat de volgende gegevens:
• CMYK-waarde van de kleur in het middenvlak
• Kleurenruimte
• Licht of Verzadiging van geselecteerde aangrenzende vlakken
•Geselecteerde uitvoerprofiel
Het doel van de functie Spot-On Kleur zoeken is de kleurwaarden te bepalen waarbij een afgedrukt kleurvlak overeenkomt met de gewenste kleur en niet met de schermsimulatie van de kleur. Het afdrukken van een afdrukpatroon van de aangrenzende kleurvlakken maakt het mogelijk de afgedrukte vlakken te vergelijken met de gewenste kleur. Als u de afgedrukte vlakken hebt bekeken en het vlak hebt gevonden dat het meest overeenkomt met de gewenste kleur, kunt u het bijbehorende vlak op het scherm kiezen.
9 Selecteer de gewenste doelkleur in het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken, en klik op OK.
De bewerkte kleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.

Doelkleuren instellen met behulp van een meetinstrument

Als u beschikt over de EFI-spectrometer ES--1000, kunt u kleurmeetwaarden rechtstreeks in Spot-On importeren. Op deze manier kunt u kleuren afstemmen op basis van de werkelijke kleuren van objecten, zoals het rood van een gedrukt logo of het geel van een envelop.
KLEURMETINGEN IMPORTEREN IN SPOT-ON
1 De ES-1000 installeren en instellen voor gebruik met uw computer.
In de documentatie bij het instrument vindt u instructies voor het installeren en instellen.
2 Kies Starten in het menu Instrument.
Het dialoogvenster Instrument kiezen wordt weergegeven.
3 Kies bij Instrument het instrument waarmee u metingen wilt uitvoeren. Kies bij Poort de
seriële poort van het instrument. Klik op OK.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
4 Plaats de ES-1000 over de gewenste kleur. Zorg ervoor dat de meetopening zich recht boven
de kleur bevindt. Druk op de meetknop om de meting uit te voeren.
38
De gemeten CMYK-waarden worden als volgt geïmporteerd in Spot-On:
• Als een specifieke kleur is geselecteerd in de kleurenlijst, wordt deze aangepast aan de
gemeten kleur.
• Als een groep is geselecteerd in de kleurenlijst, wordt in de groep een nieuwe kleur met de
meetwaarden gemaakt.
• Als het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken is geopend, wordt het middenvlak
bijgewerkt met de meetwaarden en worden de aangrenzende vlakken eveneens aangepast.
• Als het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen is geopend, worden de meetwaarden
geïmporteerd in de CMYK-invoervelden.
5Wanneer u klaar bent met het uitvoeren van kleurmetingen, kiest u Stoppen in het menu
Instrument.
De verbinding met het instrument wordt verbroken.

De fabrieksinstellingen voor standaardkleuren herstellen

U kunt de fabrieksinstellingen voor standaardkleuren herstellen. Selecteer alle kleuren in een standaardkleurgroep, of een of meer specifieke kleuren in een standaardkleurgroep om alleen de fabrieksinstellingen voor deze kleuren te herstellen.
DE FABRIEKSINSTELLINGEN VOOR ALLE KLEUREN IN EEN STANDAARDKLEURGROEP HERSTELLEN
1 Klik op het pictogram links van de naam van de groep waarvoor u de fabrieksinstellingen wilt
herstellen.
2 Kies de optie Groep herstellen in het menu Bestand.
Een waarschuwing wordt weergegeven.
3 Klik op OK.
SPOT-ON MET BENOEMDE KLEUREN
DE FABRIEKSINSTELLINGEN VOOR SPECIFIEKE KLEUREN IN EEN STANDAARDKLEURGROEP HERSTELLEN
1 Klik op het pictogram links van de naam van de groep met de kleuren waarvoor u de
fabrieksinstellingen wilt herstellen.
2 Selecteer de kleuren waarvoor u de fabrieksinstellingen wilt herstellen.
U kunt meerdere opeenvolgende kleuren selecteren door de eerste kleur te selecteren en vervolgens Shift ingedrukt te houden en op de laatste kleur te klikken. Wanneer u de Ctrl­toets ingedrukt houdt, kunt u klikken op meerdere niet-opeenvolgende kleuren om die te selecteren
3 Kies de optie Herstel fabriekskleur in het menu Bestand.
Een waarschuwing wordt weergegeven.
4 Klik op OK.
Wijzigingen opslaan en Spot-On afsluiten
39
Als u de steunkleuraanpassingen geschikt wilt maken voor gebruik op de Fiery EXP8000, moet u de wijzigingen opslaan voordat u Spot-On afsluit. U weet dan zeker dat alle wijzigingen in de kleurdefinities van Spot-On worden opgeslagen op de Fiery EXP8000 en beschikbaar zijn voor gebruik wanneer u documenten met steunkleuren gaat afdrukken.
De volgende wijzigingen hoeven niet te worden opgeslagen om te kunnen worden gebruikt:
•Het prioriteitsniveau van een kleurgroep aanpassen
•Een kleurgroep downloaden
•Een kleurgroep wissen of verwijderen
DE KLEURENLIJST IN SPOT-ON OPSLAAN
1 Kies Opslaan in het menu Bestand.
2 Klik op Sluiten in de rechterbovenhoek van het hoofdvenster van Spot-On om het
hulpprogramma af te sluiten.

SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN

SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
Naast het beheer van “merkkleuren” (steunkleuren en aangepaste kleuren), kunt u met Spot-On een lijst maken van “vervangkleuren” via Graphic Arts Package. Dit zijn kleuren die wanneer ze in een document worden opgeroepen door hun RGB- of CMYK-waarden, vervangen worden door een andere kleur, met de CMYK-waarden van de Spot-On­kleurenbibliotheek. Dit biedt exact kleurbeheer en heeft voorrang op individuele RGB- en CMYK-kleuren.
OPMERKING: Kleurvervangingen hebben enkel invloed op teksten, vectorafbeeldingen en
lijntekeningen. Ze hebben geen invloed op rasterafbeeldingen.
OPMERKING: Wanneer een kleur als vervangkleur gedefinieerd is, hebben de instellingen voor
een RGB-kleur (zoals RGB-bron, Weergavestijl en RGB-scheiding) of een CMYK-kleur (zoals CMYK-simulatieprofiel, CMYK-simulatiemethode en Papiersimulatie) geen invloed. Ze wordt geconverteerd met een vergelijkbaar proces als een steunkleur.
40
Zie Afdrukken in kleur voor informatie over het beheer van kleuren van bekende merken.
Workflow voor vervangkleuren
De workflow voor vervangkleuren houdt in dat de vervangkleurwaarden moeten worden gedefinieerd met Spot-On en vervolgens een document moet worden afgedrukt met de afdrukoptie Vervangkleuren ingeschakeld vanuit het printerstuurprogramma. U kunt de instelling van de afdrukoptie ook veranderen met de Command Workstation-vervangingen.
OPMERKING: U kunt Vervangkleuren en Postflight-functies niet tegelijkertijd gebruiken. Deze
afdrukopties worden beperkt door het printerstuurprogramma.

Een kleur maken voor vervanging

Gebruik de volgende procedure om een nieuwe vervangkleur toe te voegen aan een vervanggroep en geeft de waardenaam op voor een te vervangen kleur.
OPMERKING: Een nieuwe vervangkleur kan enkel worden toegevoegd aan een vervanggroep.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
EEN NIEUWE VERVANGKLEUR TOEVOEGEN EN DE WAARDENAAM VOOR VERVANGING OPGEVEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
OPMERKING: Start ColorWise Pro Tools vanuit een autonome toepassing of Command
WorkStation op uw computer of op de monitor die is aangesloten op de Fiery EXP8000.
2 Klik op Spot-On.
Het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren wordt weergegeven.
41
1 Huidige uitvoerprofiel 2Te koppelen uitvoerprofielen
1 Uitvoerprofiel 2 Opslaan 3 Uploaden 4Downloaden 5 Knippen 6Kopiëren 7 Plakken 8 Alles sluiten 9Afdrukken 10 Omhoog 11 Omlaag
1
2
3 Kies het gewenste uitvoerprofiel en klik op OK.
Het hoofdvenster van Spot-On wordt weergegeven.
1
2 3 4 5 6 7 8 9 1101
OPMERKING: Wanneer u een taak afdrukt, kiest u in het printerstuurprogramma hetzelfde
uitvoerprofiel als in het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren. Als u dat niet doet, hebben kleuraanpassingen op basis van Spot-On geen uitwerking.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
4 Selecteer de locatie in de groepslijst, waar u de vervangkleur wilt plaatsen.
5 Kies Nieuwe vervanggroep in het menu Bewerken.
Er verschijnt nu een nieuwe invoerregel voor vervanggroep, getiteld Geen titel.
42
1 Uitvoerprofiel
1
6 Dubbelklik op Naamloos en typ een nieuwe naam.
7 Selecteer de vervanggroep en kies Nieuwe vervangkleur in het menu Bewerken.
OPMERKING: Als de vervanggroep reeds vervangkleuren bevat, selecteer dan de kleur boven de
locatie waar u de nieuwe vervangkleur wilt toevoegen.
Het dialoogvenster Vervangkleur toevoegen wordt weergegeven.
8 Selecteer een kleurmodus voor de vervangkleur.
9 Selecteer de mate van tolerantie voor de vervangkleur.
Zie pagina’s 47 tot en met 48voor meer informatie over Tolerance.
10 Voer de waarden in voor de kleur die u wilt vervangen.
11 Klik op OK.
De vervangkleur wordt op de opgegeven locatie weergegeven.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
De kleurwaarden voor een vervangkleur definiëren
Na het opgeven van de originele kleur die u wilt vervangen, definieert u de CMYK-waarden voor de vervangkleur door de exacte CMYK-waarden in te voeren in het hoofdvenster van Spot-On of in het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen, of door de functie Spot-On Kleur zoeken te gebruiken.
Zie de volgende secties voor instructies voor het vervangen van een kleur door het invoeren van de exacte CMYK-waarden. Voor het definiëren van een vervangkleur in het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken, zie pagina 45.
EEN VERVANGKLEUR DEFINIËREN IN HET HOOFDVENSTER VAN SPOT-ON
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
43
1 Uitvoerprofiel
2 Klik op Spot-On.
Het dialoogvenster Uitvoerprofiel selecteren wordt weergegeven.
3 Kies het gewenste uitvoerprofiel en klik op OK.
Het hoofdvenster van Spot-On wordt weergegeven.
4 Selecteer de kleur die u wilt vervangen.
1
5 Dubbelklik op de waarde onder C, M, Y, en K, en typ een nieuw nummer voor elk kleurkanaal.
De nieuwe waarden voor de vervangkleur worden in de kleurenlijst weergegeven.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
1 Middenvlak
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
EEN VERVANGKLEUR DEFINIËREN IN KLEUR MIDDENVLAK INSTELLEN
1 Selecteer de kleur die u wilt vervangen.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken verschijnt met de geselecteerde kleur in het middenvlak.
1
44
3 Klik in het middenvlak.
Het dialoogvenster Kleur middenvlak instellen wordt weergegeven.
4Voer waarden in voor elk kleurkanaal C, M, Y en K.
Zie Afdrukken in kleur voor informatie over het gebruik van Kleur middenvlak instellen.
5 Klik op OK.
De nieuwe kleur wordt in het middenvlak van het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken weergegeven.
6 Klik op OK.
De nieuwe kleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
Volg de onderstaande procedure om een vervangkleur te zoeken met het dialoogvenster Spot­On Kleur zoeken.
EEN VERVANGKLEUR DEFINIËREN MET SPOT-ON KLEUR ZOEKEN
1 Selecteer de kleur die u wilt vervangen.
2 Dubbelklik op het kleurpictogram.
Het dialoogvenster Spot-On Kleur zoeken wordt weergegeven met de huidige kleur in het middenvlak.
45
1 Aangrenzend vlak
1
3 Klik op de aangrenzende vlakken tot u de kleur vindt die u als vervangkleur wilt gebruiken.
Zie Afdrukken in kleur voor meer informatie over Kleur zoeken met Spot-On.
4 Klik op OK.
De nieuwe vervangkleur wordt weergegeven in de kleurenlijst in het hoofdvenster van Spot-On.
OPMERKING: De bewerkte kleur wordt pas opgeslagen wanneer u in het menu Bestand de
optie Opslaan kiest.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN

Een taak afdrukken met een vervangkleur

Na het definiëren van CMYK-waarden voor vervanging in Spot-On, kunt u vanuit het printerstuurprogramma een document afdrukken met de vervangkleur. U kunt ook de instelling van de afdrukoptie vervangen met Command WorkStation.
OPMERKING: De procedures voor het afdrukken van een taak zijn gelijklopend voor Windows-
computers en Mac OS-computers.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET EEN VERVANGKLEUR
1 Open een document in uw toepassing.
2 Kies de optie Afdrukken.
3 Kies ColorWise in het menu Aantal en pagina’s.
Het deelvenster ColorWise wordt weergegeven.
46
4 Kies Aan in het menu Kleurvervanging.
5 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met de vervangkleur die u hebt gedefinieerd in Spot-On.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN

Dialoogvenster Vervangkleur

U kunt de kleurmodus en het tolerantiebereik voor een vervangkleur definiëren in het dialoogvenster Vervangkleur toevoegen of Vervangkleur hernoemen.
OPMERKING: Het dialoogvenster Vervangkleur toevoegen wordt weergegeven wanneer u
Nieuwe > vervangkleur bewerken kiest na het selecteren van een vervangkleurgroep in de lijst. Het dialoogvenster Vervangkleur hernoemen wordt weergegeven wanneer u dubbelklikt op het gedeelte tussen haakjes van een vervangkleur.
47
OPMERKING: De dialoogvensters Vervangkleur toevoegen en Vervangkleur hernoemen bieden
dezelfde beheermogelijkheden voor het definiëren van een vervangkleur.
Vervangkleur: Selecteer de volgende kleurmodi voor een vervangkleur:
– CMYK (0-100%)
–RGB (Apparaatcode 0-255)
–RGB (0-100%)
Tolerance: Selecteer de volgende tolerantiebereiken voor een vervangkleur:
– Klein (aangegeven in kleine letters)
–Groot (aangegeven in hoofdletters)
Om fouten bij het invoeren te vermijden, geven de dialoogvensters Vervangkleur toevoegen en Ve rvangkleur bewerken de waarden in de volgende voorafgedefinieerde formaten weer. De dialoogvensters geven ook kleine letters of hoofdletters weer en een “%”-teken, afhankelijk van de selecties.
• CMYK-modus (0-100%)
– Klein: <“0”%c, “0”%m, “0”%y, “0”%k>
–Groot: <“0”%C, “0”%M, “0”%Y, “0”%K>
• RGB-modus (Apparaatcode 0-255)
– Klein: <“0”r, “0”g, “0”b>
–Groot: <“0”R, “0”G, “0”B>
• RGB-modus (0-100%)
– Klein: <“0”%r, “0”%g, “0”%b>
–Groot: <“0”%R, “0”%G, “0”%B>
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN

Principes voor vervangkleuren

Houd rekening met de volgende principes bij het instellen van de waarden voor vervangkleuren.

Tolerantiebereik

De nauwkeurigheid van de vervangkleur wordt beïnvloed door tal van factoren, zoals toepassingen, besturingssystemen, printerstuurprogramma’s en distilleerprocessen. Ter aanpassing van “fouten” die gebeuren wegens de afrondingsregels tussen de waarden die door de gebruiker worden opgegeven en de waarden die de Fiery EXP8000 ontvangt, kunnen de tolerantiebereiken voor kleurvervanging op groot of klein worden ingesteld.
De volgende tabel geeft voor elke kleurmodus grote en kleine tolerantiebereiken bij het vervangen van kleuren.
Kleurmodus Klein tolerantiebereik Groot tolerantiebereik
CMYK (0-100%) +/- 0,25% +/- 0,5%
48
RGB (Apparaatcode 0-255) +/- 0,25 +/- 1
RGB (0-100%) +/- 0,25% +/- 0,5%
OPMERKING: De waarden voor tolerantiebereiken zijn benaderend.
• CMYK (0-100%)
– Klein: Een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 0,25% van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
–Groot: Een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/-0,5% van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
• RGB (Apparaatcode 0-255)
– Klein: Een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/-0,25 van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
–Groot: Een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/- 1 van de opgegeven kleurwaarde bevindt.
• RGB (0-100%)
– Klein: Een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/-0,25% van de kleurwaarde bevindt na schaling.
–Groot: Een vervangkleur vervangt elke kleur die zich binnen het dichtstbijzijnde
+/-0,5% van de kleurwaarde bevindt na schaling.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
49

Kleurvervanging

Een kleurvervanging vindt plaats wanneer een vervangkleur wordt gedefinieerd met een andere set CMYK-waarden voor dezelfde waardenaam als de oorspronkelijke kleur.
De volgende kleurvoorbeelden tonen aan hoe een vervanging werkt.
Oorspronkelijke kleur: <100, 0, 0, 0> voor de CMYK-waarden (cyaan)
Vervangkleur 1: <0, 100, 100, 0> (rood)
Vervangkleur 2: <100, 0, 100, 0> (groen)
OPMERKING: In de voorbeelden worden de uiterste waarden en de termen “rood” en “groen”
enkel gebruikt ter illustratie.
De onderstaande tabel illustreert kleurvervanging met verschillende sets van CMYK-waarden die aan dezelfde oorspronkelijke kleur zijn toegekend.
Vervangings­waardenaam
Oorspronkelijke kleur <100, 0, 0, 0>
Ve rvangkleur 1 <100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k> <0, 100, 100, 0> cyaan rood (zie hieronder)
Ve rvangkleur 2 <100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k> <100, 0, 100, 0> cyaan groen (zie hieronder)
Vervangkleur 1
Vervangkleur 2
CMYK­waarden
Voor vervanging Na
vervanging

Prioriteitsschema

Als twee vervangkleuren worden gedefinieerd met dezelfde waardenamen, maar met verschillende sets CMYK-waarden en verschillende tolerantiebereiken, neemt Spot-On de kleurvolgorde in de groep als vervangprioriteit.
Spot-On-proceskleurvervanging is gebaseerd op de volgorde van de kleur in de groep. De ingevoerde kleuren bovenaan de lijst hebben voorrang op de kleuren onderaan de lijst. Spot-On scant de lijst van boven naar onder en verwerkt de vervanging in rechtlijnige volgorde. Na het herkarteren van een kleur, wordt deze kleur niet vervangen door een daaropvolgende vervangingsverzoek.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN
50
De volgende kleurvoorbeelden tonen aan hoe het prioriteitsschema werkt.
Oorspronkelijke kleur: <100, 0, 0, 0> voor de CMYK-waarden (cyaan)
Vervangkleur 3: <0, 100, 100, 0> (rood) met een kleine tolerantie
Vervangkleur 4: <100, 0, 100, 0> (groen) met een grote tolerantie
OPMERKING: In de voorbeelden worden de uiterste waarden en de termen “rood” en “groen”
enkel gebruikt ter illustratie.
Volgorde van de kleuren
Geval 1: Vervangkleur 3 (rood) staat hoger in de lijst dan Vervangkleur 4 (groen).
Geval 2: Vervangkleur 4 (groen) staat hoger in de lijst dan Vervangkleur 3 (rood).
De onderstaande tabel toont het prioriteitsschema wanneer dezelfde waardenamen zijn toegekend aan de oorspronkelijke kleur met verschillende sets CMYK-waarden en verschillende tolerantiebereiken.
Kleur­volgorde
Oorspronkelijke kleur
Geval 1 Vervangkleur 3
Ve rvangkleur 4
Geval 2 Vervangkleur 4
Ve rvangkleur 3
Geval 1
Geval 2
Vervangings­waardenaam
<100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k> <100,0C, 0,0M, 0,0Y, 0,0K>
<100,0C, 0,0M, 0,0Y, 0,0K> <100,0c, 0,0m, 0,0y, 0,0k>
CMYK-waarden Voor
vervanging
<100, 0, 0, 0>
<0, 100, 100, 0> <100, 0, 100, 0>
<100, 0, 100, 0> <0, 100, 100, 0>
cyaan rood
cyaan groen
Na vervanging
(zie hieronder)
(zie hieronder)
Ve rvangkleur 3 en Vervangkleur 4 hebben dezelfde waardenamen, maar naargelang van hun positie in de lijst produceert Spot-On verschillende resultaten.
•In Geval 1 krijgt Vervangkleur 3 een hogere prioriteit omdat ze hoger staat in de lijst.
Bijgevolg vindt de vervanging door vervangkleur 4 plaats, want deze heeft een groter tolerantiebereik.
•In Geval 2 krijgt Vervangkleur 4 een hogere prioriteit omdat ze hoger staat in de lijst.
Bijgevolg vindt er geen vervanging door vervangkleur 3 plaats, want deze heeft een kleiner tolerantiebereik.
SPOT-ON MET VERVANGKLEUREN

Uploaden en downloaden van een vervangkleurgroep

Net als benoemde kleurgroepen kunt u een vervangkleurgroep uploaden of downloaden als ICC-profiel. De vervangkleurdefinities worden opgeslagen met private tags als onderdeel van een ICC-profiel, zodat u de definities van de Vervangkleurgroep kunt exporteren tussen meerdere afdrukservers. Een Fiery EXP8000 herkent de definities van de Vervangkleurgroep echter enkel als Graphic Arts Package ingeschakeld is.
51

FUNCTIES VAN COLOR SETUP

FUNCTIES VAN COLOR SETUP
Met Graphic Arts Package, Premium Edition, ColorWise Pro Tools biedt Color Setup de volgende aanpasbare functies, naast de functie Stroom Proces kleur:
•Bedieningsbalk
•Automatisch overvullen
•Progressieve proeven
• Rasterschermen
Zie Afdrukken in kleurvoor informatie over Stroom Proces kleur.
De toepassingen ColorWise Pro Tools voor Windows-computers en voor Mac OS-computers zijn vergelijkbaar.
52

Functies van ColorWise Pro Tools Color Setup

Open vanuit Color Setup de functies Bedieningsbalk, Automatisch overvullen, Progressieve proeven en Rasterschermen.
Zie de onderstaande secties voor informatie over deze functies:
•Bedieningsbalk (zie pagina 54)
•Automatisch overvullen (zie pagina 62)
•Progressieve proeven (zie pagina 67)
• Rasterschermen (zie pagina 71)
FUNCTIES VAN COLOR SETUP

Color Setup gebruiken

Volg de onderstaande procedure om Color Setup te starten.
OPMERKING: Zie Afdrukken in kleur voor informatie over het installeren van ColorWise Pro
Tools en het configureren van een verbinding.
COLOR SETUP STARTEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
OPMERKING: Start ColorWise Pro Tools vanuit een autonome toepassing of Command
WorkStation op uw computer of op de monitor die is aangesloten op de Fiery EXP8000.
53
2 Klik op Color Setup.
Het hoofdvenster van Color Setup wordt weergegeven met het tabblad Stroom Proces Kleur geselecteerd.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP

Bedieningsbalk

Met Bedieningsbalk kunt u een statische kleurbalk en dynamische taakinformatie toevoegen aan elke afgedrukte pagina op de door u gedefinieerde locatie. Deze functie kan standaard worden ingesteld op de server, of worden aangepast voor elke afzonderlijke taak.
De standaard bedieningsbalk is zo ontworpen dat hij past op het standaard papierformaat van de Fiery EXP8000 – A4/Letter – of groter. U kunt bedieningsbalken maken voor andere papierformaten.
OPMERKING: Als een bedieningsbalk niet op een pagina past, wordt hij afgekapt.
OPMERKING: Bij een als “wit” gedefinieerde achtergrondkleur voor een door de gebruiker
gedefinieerde Bedieningsbalk, kan de functie Papiersimulatie pas werken als de kleur in de CMYK-kleurruimte gedefinieerd is. Zie pagina 15 voor meer informatie over Papiersimulatie.
Workflow van bedieningsbalk
De standaard bedieningsbalk bestaat uit een kleurbalk en dynamische taakinformatie. Druk een taak af met de standaard bedieningsbalk door de afdrukoptie Bedieningsbalk op Aan in te stellen vanuit het printerstuurprogramma. Vele taken worden behoorlijk afgedrukt met de standaard bedieningsbalk, maar als u uw eigen kleurbalken nodig hebt, maak deze dan door aangepaste waarden te definiëren in het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk. Nadat u in Color Setup een aangepaste bedieningsbalk hebt gedefinieerd in het deelvenster Bedieningsbalk, kunt u met de aangepaste bedieningsbalk een taak afdrukken vanuit het printerstuurprogramma.
54
Zie de volgende sectie om een taak af te drukken met de standaard bedieningsbalk. Zie
pagina 56 voor informatie over het deelvenster Bedieningsbalk. Zie pagina 57 om uw eigen
bedieningsbalken te maken. Zie pagina 61 om een taak af te drukken met een aangepaste bedieningsbalk.

Afdrukken met de standaard bedieningsbalk

Druk een taak af met de standaard bedieningsbalk door de afdrukoptie Bedieningsbalk op Aan in te stellen vanuit het printerstuurprogramma.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
EEN TAAK AFDRUKKEN MET DE STANDAARD BEDIENINGSBALK
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
3 Klik op de optiebalk Rapportering.
55
1Taakinformatie 2 Statische kleurbalk
4 Kies Aan in het menu Bedieningsbalk.
5 Klik op OK.
6 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met de standaard bedieningsbalk.
2
1
FUNCTIES VAN COLOR SETUP

Deelvenster Bedieningsbalk

Open het deelvenster Bedieningsbalk door op het tabblad Bedieningsbalk in het dialoogvenster ColorWise Pro Tools Color Setup te klikken (zie pagina 57).
56
Via het tabblad Bedieningsbalk kunt u het volgende doen:
•De optie Bedieningsbalk op Aan instellen (zie de volgende sectie).
•De definitie van een bedieningsbalk bekijken (zie pagina 57).
•Een nieuwe bedieningsbalk definiëren (zie pagina 57).
•Een bedieningsbalk bewerken (zie pagina 60).
•Een bedieningsbalk dupliceren (zie pagina 61).
•Een bedieningsbalk verwijderen (zie pagina 61).
•De fabrieksinstellingen herstellen (zie pagina 61).
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
57
De optie Afdrukbedieningsbalk op Aan instellen
Wanneer u de optie Afdrukbedieningsbalk selecteert, wordt Standaardwaarde van printer op Aan ingesteld. Als u deze optie selecteert, wordt een bedieningsbalk afgedrukt op alle pagina’s die naar de Fiery EXP8000 worden verzonden wanneer Standaardwaarde van printer wordt geselecteerd vanuit het printerstuurprogramma of met Command WorkStation.
De definitie van een bedieningsbalk bekijken
Door een bedieningsbalk te selecteren in de lijst Beschikbare bedieningsbalk kunt u informatie bekijken over de instellingen in het gebied Definitie bedieningsbalk. Met deze functie kunt u de bedieningsbalk identificeren zonder het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk te openen.
De volgende informatie wordt weergegeven in het gebied Definitie bedieningsbalk:
• EPS-bestand kleurbalk
•Taakinformatie
•Tekstlocatie
• Afstand van rand
Een nieuwe bedieningsbalk definiëren
Wanneer u het deelvenster Bedieningsbalk voor de eerste maal opent, is enkel de standaard bedieningsbalk beschikbaar in het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk. U kunt een aangepaste bedieningsbalk maken die beter aan uw behoefte voldoet.
Gebruik de volgende procedure om het deelvenster Bedieningsbalk te openen en een nieuwe bedieningsbalk te maken.
EEN AANGEPASTE BEDIENINGSBALK MAKEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
2 Klik op Color Setup.
3 Klik op het tabblad Bedieningsbalk.
4 Klik op Nieuw in het deelvenster Bedieningsbalk.
Het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk wordt weergegeven.
5 Definieer de waarden voor elke optie.
Zie “Een nieuwe bedieningsbalk definiëren” op pagina 57 voor informatie over de opties van de bedieningsbalk.
6 Klik op OK.
Er wordt een aangepaste bedieningsbalk gemaakt.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
Het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk wordt weergegeven.
Hierna worden de verschillende delen van het hoofdvenster van Definitie bedieningsbalk verklaard:
58
OPMERKING: Het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk wordt weergegeven wanneer u op
Nieuw klikt in het dialoogvenster Color Setup.
OPMERKING: Elk veld van dit dialoogvenster toont eerst de waarde van de bedieningsbalk die
momenteel als standaard is ingesteld, behalve voor Paginaformaat systeem.
Paginaformaat systeem: Bij elke bedieningsbalk wordt een tweecijferig label voor
Paginaformaat systeem afgedrukt. Deze cijfers zijn de exacte cijfers die u moet opgeven om een aangepaste bedieningsbalk te maken. Elke pagina die de Fiery EXP8000 produceert, hebt een Paginaformaat systeem. Deze twee cijfers geven de breedte en de hoogte van de pagina aan, in punten, zoals ze door het systeem worden verwerkt. De niet-gedefinieerde paginaformaten gebruiken de Standaard bedieningsbalk systeem.
Om het Paginaformaat systeem voor een taak te vinden, kunt u kijken naar een eerder afgedrukte bedieningsbalk op een document dat afgedrukt is op het papierformaat en met de afdrukstand die u wenst te gebruiken.
Beschrijving: In dit veld kunt u een één regel lange beschrijving van de aangepaste
bedieningsbalk invoeren voor naslag.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
EPS-bestand kleurbalk: Onder deze optie hebt u de volgende keuzes:
–Standaard: (voorzien als standaardinstelling)
– Aangepast: (door de gebruiker bepaalde EPS)
–Geen: (geen EPS-bestand vereist)
Het EPS-bestand bevat een kleurbalk en eender welk logo of statische informatie die u op de pagina wilt afdrukken.
Taakinformatie: De opties variëren, maar meestal is de volgende informatie beschikbaar:
–Paginaformaat
–Naam controlestrip
–Gebruikersnaam
–Taaknaam
–Datum/Tijd
59
–Servernaam
–Printer
–Datum/Tijd kalibratie
–Uitvoerprofiel
–RGB-bronprofiel
–RGB-scheiding
–Weergavestijl
– CMYK-simulatieprofiel
– CMYK-simulatiemethode
–Papiersimulatie
–Steunkleuraanpassing
–Tekst/afbeeldingen zuiver zwart
–Zwarte overdruk
–Groepsnaam
–Opmerkingen
–Instructies
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
Tekstlocatie: In dit menu kunt u kiezen waar de taakinformatie wordt afgedrukt op de
pagina:
–Onder
– Links
–Boven
–Rechts
Zie de volgende afbeelding voor de plaats en de afdrukstand van de taakinformatie.
Afstand van rand: Via dit tekstveld kunt u definiëren op welke afstand vanaf de
linkerbenedenhoek u de taakinformatie wilt beginnen afdrukken. De volgende instellingen kunnen worden gedefinieerd:
60
Eenheid: Kies inch, millimeter of punten in de keuzelijst Eenheden.
Horizontaal: Typ de waarde.
Verticaal: Typ de waarde.
Een bedieningsbalk bewerken
U kunt alle waarden in het dialoogventer Definitie bedieningsbalk bewerken, met uitzondering van Paginaformaat systeem, dat niet beschikbaar is.
Paginaformaat systeem voor de standaard bedieningsbalk verwijst naar verschillende systeempaginaformaten. Voor andere bedieningsbalken worden de waarden in het veld weergegeven.
OPMERKING: Om het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk weer te geven voor het
bewerken van een bedieningsbalk, selecteert u een bedieningsbalk in de lijst Beschikbare bedieningsbalk en klikt u vervolgens op Bewerken.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
Een bedieningsbalk dupliceren
Bij het dupliceren van een bedieningsbalk worden alle waarden van de oorspronkelijke bedieningsbalk weergegeven. U kunt de gedupliceerde bedieningsbalk bewerken en opslaan als een aangepaste bedieningsbalk.
Als u een bedieningsbalk bewerkt en opslaat als een aangepaste bedieningsbalk, moet u de waarden van Paginaformaat systeem wijzigen. Twee bedieningsbalken kunnen niet dezelfde waarden gebruiken. Als u de aangepaste bedieningsbalk probeert op te slaan zonder de waarden van Paginaformaat systeem te wijzigen, wordt er een foutbericht weergegeven.
Aangezien een bedieningsbalk geen deel uitmaakt van een taak, kan een document met een bedieningsbalk worden afgedrukt en daarna met een andere, als de definitie van de bedieningsbalk gewijzigd is. Als u de bedieningsbalk wilt behouden om later opnieuw te gebruiken, moet u de wijzigingen opslaan als een aangepaste bedieningsbalk.
OPMERKING: Om het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk weer te geven voor het
dupliceren van een bedieningsbalk, selecteert u een bedieningsbalk in de lijst Beschikbare bedieningsbalk en klikt u vervolgens op Dupliceren.
61
Een bedieningsbalk verwijderen
U kunt een bedieningsbalk verwijderen uit de lijst in het dialoogvenster Beschikbare bedieningsbalk. U wordt gevraagd om de verwijdering te bevestigen.
OPMERKING: De standaard bedieningsbalk kan niet worden verwijderd.
De fabrieksinstellingen herstellen
In het dialoogvenster Definitie bedieningsbalk kunt u alle door de gebruiker gedefinieerde bedieningsbalken verwijderen en de standaard bedieningsbalk in zijn oorspronkelijke toestand herstellen door op Fabrieksinstellingen te klikken.

Afdrukken met een aangepaste bedieningsbalk

De procedure om een taak af te drukken met een aangepaste bedieningsbalk is eigenlijk dezelfde als voor het afdrukken met de standaard bedieningsbalk (zie pagina 54). Gebruik de volgende procedure om met een aangepaste bedieningsbalk af te drukken.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
EEN TAAK AFDRUKKEN MET EEN AANGEPASTE BEDIENINGSBALK
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
3 Klik op de afdrukoptiebalk Rapportering.
4 Kies Aan in het menu Bedieningsbalk.
OPMERKING: Het selecteren van Aan in het printerstuurprogramma is enkel van toepassing op
de huidige taak. Als u Bedieningsbalk afdrukken hebt geselecteerd in het deelvenster Bedieningsbalk, hebt het selecteren van Standaardwaarde van de printer hetzelfde effect als het selecteren van Aan. Het selecteren van Bedieningsbalk afdrukken in het deelvenster Bedieningsbalk stelt voor alle afdruktaken de standaardwaarde op Aan.
5 Klik op OK.
62
6 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met de bedieningsbalk die u hebt opgegeven in het dialoogventer Definitie bedieningsbalk.
Configureerbaar automatisch overvullen
Overvullen is een techniek waarbij sommige objecten lichtjes groter of kleiner worden afgedrukt dan u hebt opgegeven in een toepassing, om zo witte randen rond objecten te vermijden. Deze witte randen of “gaten” kunnen het gevolg zijn van factoren zoals registerfouten, de fysieke eigenschappen van de toner en de stijfheid van de media.
De functie configureerbaar Automatisch overvullen biedt u geavanceerde instellingen voor het overvullen en geeft u volledige controle over de instellingswaarden. De Fiery EXP8000 wordt geleverd met geoptimaliseerde waarden voor een Fiery-aangedreven apparaat dat met normaal papier werkt, maar als deze waarden niet de gewenste resultaten geven op de media die u gebruikt, moet u de waarden aanpassen aan uw vereisten.
Workflow configureerbaar Automatisch overvullen
De vaste waarden worden standaard ingesteld voor Automatisch overvullen. Wanneer u Automatisch overvullen op Aan zet, past de Fiery EXP8000 deze vaste waarden meestal met goede resultaten toe. Als u echter de waarden voor Automatisch overvullen wilt aanpassen, moet u de waarden definiëren in het deelvenster Automatisch overvullen in Color Setup. Nadat u de waarden hebt gedefinieerd, drukt u een taak uit met Automatisch overvullen ingesteld op Aan vanuit het printerstuurprogramma.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP

Afdrukken met standaard Automatisch overvullen

U kunt een taak afdrukken met standaard Automatisch overvullen door de afdrukoptie Automatisch overvullen op Aan in te stellen vanuit het printerstuurprogramma.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET STANDAARD AUTOMATISCH OVERVULLEN
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
3 Klik op de afdrukoptiebalk Beeldkwaliteit.
63
4 Kies Aan in het menu Automatisch overvullen.
5 Klik op OK.
6 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met de standaardwaarden voor Automatisch overvullen.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
64

Deelvenster Automatisch overvullen

Open het deelvenster Automatisch overvullen door op het tabblad Automatisch overvullen in het dialoogvenster ColorWise Pro Tools Color Setup te klikken (zie pagina 66).
Via de instellingen in het deelvenster Automatisch overvullen kunt u de volgende taken uitvoeren:
•De optie Automatisch overvullen toepassen op Aan instellen (zie de volgende sectie).
•De overvulbreedte opgeven (zie pagina 65).
•De overvulkleurreductie opgeven (zie pagina 65).
•De overvulvorm opgeven (zie pagina 66).
•Opgeven welke soorten objecten u wilt opvullen (zie pagina 66).
•De fabrieksinstellingen herstellen (zie pagina 66).
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
65

De optie Automatisch overvullen op Aan instellen

Wanneer u de optie Automatisch overvullen selecteert, stelt u de Standaardwaarde van de printer op Aan. Wanneer u Standaardwaarde van de printer selecteert vanuit het printerstuurprogramma, wordt het geconfigureerde automatisch overvullen toegepast op alle taken die naar de Fiery EXP8000 worden verzonden.
De overvulbreedte opgeven
De waarden voor Overvulbreedte bepalen de dikte van de overvulde gebieden. U kunt de volgende waarden opgeven:
Horizontaal: Definieert de horizontale dikte van de overvulde gebieden (0-10 pixels).
Verticaal: Definieert de verticale dikte van de overvulde gebieden (0-10 pixels).
Als u de optie Eenvormig selecteert, zijn de horizontale en verticale waarden van Overvulbreedte gelijk. Als de waarden werden ingesteld voordat u Eenvormig selecteerde, worden voor beide de hogere waarden gebruikt.
Een kleine bitmapafbeelding in de linkerbenedenhoek van het deelvenster Overvullen/ Breedte geeft een dynamisch visueel voorbeeld van de geselecteerde waarden.
Overvulkleurreductie opgeven
De waarden voor Overvulkleurreductie bepalen de intensiteit van het overvuleffect. De opgegeven waarden geven het overvulreductiepercentage van de toner weer. U kunt waarden opgeven voor de volgende kleurkanalen:
Cyaan: Definieert de overvulreductie in cyaan (0-100%).
Magenta: Definieert de overvulreductie in magenta (0-100%).
Geel: Definieert de overvulreductie in geel (0-100%).
Zwart: Definieert de overvulreductie in zwart (0-100%).
Een reductie van 100% betekent dat er geen tonerintensiteit wordt toegepast in het overvulgebied. Een reductie van 0% betekent volledige tonerintensiteit.
Als u de optie Eenvormig selecteert, zijn alle vier de overvulkleurreductiewaarden gelijk. Als de waarden werden ingesteld voordat u Eenvormig selecteerde, wordt de hoogste waarde op alle vier de kleuren toegepast.
Een kleine bitmapafbeelding aan de linkerzijde van elke kleur in het deelvenster Overvulkleurreductie geeft dynamische visuele voorbeelden van de geselecteerde waarden.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
66
De overvulvorm opgeven
De Overvulvorm bepaalt het uitzicht van een afzonderlijke pixel wanneer deze overvuld wordt naast een contrasterende achtergrond. Bij elementen die groter zijn dan één pixel is de vorm, of een deel van de vorm, uitsluitend zichtbaar aan de hoeken van voorwerpen. Kies een van de volgende vormen:
•Ellips
•Ruit
•Rechthoek
Opgeven welke soorten objecten u wilt overvullen
Wanneer u geen optie selecteert in het gebied Soorten objecten overvullen, wordt enkel het overvullen van objecten (teksten en grafische elementen) tegen objecten toegepast. Kies een van de volgende opties:
Objecten overvullen naar afbeeldingen: Automatisch overvullen wordt toegepast op
grensgebieden tussen objecten en afbeeldingen.
Afbeeldingen intern overvullen: Automatisch overvullen wordt toegepast op elke
afzonderlijke pixel van een afbeelding.
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer u Objecten overvullen naar afbeeldingen selecteert. Als de optie Objecten overvullen naar afbeeldingen gedeselecteerd wordt, wordt de optie Afbeeldingen intern overvullen onbeschikbaar.
Fabrieksinstellingen herstellen
Klik op Fabrieksinstellingen om alle door de gebruiker gedefinieerde instellingen voor Automatisch overvullen te wissen en de fabrieksinstellingen te herstellen.
Aangepaste waarden definiëren voor Automatisch overvullen
Gebruik de volgende procedure om de instellingen voor Automatisch overvullen te selecteren en aangepaste waarden te definiëren.
WAARDEN VOOR AUTOMATISCH OVERVULLEN DEFINIËREN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
2 Klik op Color Setup.
3 Klik op het tabblad Automatisch overvullen.
4 Definieer een waarde voor elke optie in het deelvenster Automatisch overvullen.
Zie pagina 64 voor informatie over de opties in het deelvenster Automatisch overvullen.
5 Klik op Toepassen.
De gedefinieerde waarden voor Automatisch overvullen worden toegepast.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
67

Een taak afdrukken met de instelbare functie Automatisch overvullen

Nadat u de waarden voor Automatisch overvullen hebt gedefinieerd, drukt u een taak af met de functie automatisch overvullen door de afdrukoptie Automatisch overvullen op Aan in te stellen in het printerstuurprogramma. U kunt de instelling van deze afdrukoptie wijzigen met Command WorkStation.
OPMERKING: Als de waarden voor Automatisch overvullen gewijzigd zijn, moet de taak
opnieuw worden verwerkt (RIP) om ze af te drukken met de nieuwe waarden.
Gebruik de procedure op pagina 55 om een taak af te drukken met aangepaste waarden voor Automatisch overvullen vanuit het printerstuurprogramma.
OPMERKING: Het selecteren van Aan in het printerstuurprogramma is enkel van toepassing op
de huidige taak. Door in het deelvenster Automatisch overvullen in Color Setup Automatisch overvullen toepassen te selecteren, wordt de standaardwaarde voor alle afdruktaken ingesteld en kunt u Standaardwaarde printer selecteren vanuit het printerstuurprogramma.
De taak wordt afgedrukt met de waarden voor Automatisch afdrukken die werden gedefinieerd in het deelvenster Automatisch overvullen.

Progressieve proeven

De term “Progressieve proeven” verwijst naar afdrukvariaties in een meerkleurendocument. De variaties kunnen één tot alle beschikbare kleurkanalen in een afdrukapparaat gebruiken. De meeste afdrukprocessen waarbij meer dan een of twee kleurstoffen worden gebruikt, passen de kleurstoffen achtereenvolgens toe. Doorgaans zijn Progressieve proeven de tussentoestanden nadat sommige en voordat alle kleurstoffen toegepast zijn. De functie Progressieve proeven is flexibeler omdat ze u de mogelijkheid geeft om te kiezen welke kleur wordt afgedrukt, waarbij u maximaal vier bladen per originele documentpagina kunt gebruiken.
OPMERKING: De functie Progressieve proeven is bedoeld om u de tonerscheidingen te tonen
die de taak gebruikt op het afdrukapparaat. Deze functie is niet bedoeld om te gebruiken als proef voor een ander, niet door Fiery aangedreven afdrukapparaat.
OPMERKING: Progressieve proeven tonen de scheidingen die de Fiery EXP8000 naar het
afdrukapparaat verzendt, niet de scheidingen die in het bronbestand van de afdruktaak vervat zijn.
OPMERKING: Progressieve proeven is een “rapportfunctie”. Deze functie is niet bedoeld om te
worden gebruikt met productiefuncties zoals VDP en inslag. Progressieve proeven wordt aangeboden voor diagnostische situaties. Bij toepassingen met grote oplagen of in productieomgevingen, mag u Progressieve proeven alleen gebruiken voor de afzonderlijke pagina’s die moeten worden getest.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
68
Workflow Progressieve proeven
U kunt het resultaat van elk kanaal inspecteren met de standaardwaarden voor kleurkanalen in Progressieve proeven. Als u echter de selectie van kleurkanalen of van het aantal af te drukken bladen moet aanpassen, kunt u dit doen door de kleurkanalen op te geven in het deelvenster Progressieve proeven in Color Setup. Na het opgeven van de kleurkanalen kunt u een taak afdrukken met de aangepaste Progressieve proeven door de afdrukoptie op Aan in te stellen vanuit het printerstuurprogramma.
OPMERKING: U kunt Progressieve proeven en Postflight-functies niet tegelijkertijd gebruiken.
In het printerstuurprogramma is voor deze afdrukopties een beperking ingesteld.
OPMERKING: Het wissen van platen in ImageViewer heeft geen invloed op een taak met
Progressieve proeven die vanuit ImageViewer wordt afgedrukt. Deze taak wordt afgedrukt met de waarden die werden opgegeven in het deelvenster Progressieve proeven. Zie
“ImageViewer” op pagina 78 voor meer informatie.

Afdrukken met standaard Progressieve proeven

U kunt een taak afdrukken met standaard Progressieve proeven door de afdrukoptie Progressieve proof op Aan in te stellen vanuit het printerstuurprogramma.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET STANDAARD PROGRESSIEVE PROEVEN
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
3 Klik op de optiebalk Rapportering.
4 Selecteer Aan in het gebied Progressieve proof.
5 Klik op OK.
6 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt met de standaard Progressieve proof.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
69

Deelvenster Progressieve proeven

U kunt het deelvenster Progressieve proeven openen door op het tabblad Progressieve proeven te klikken in ColorWise Pro Tools Color Setup. Zie de procedure op pagina 70 voor meer informatie over het openen van het deelvenster.
Via de instellingen in het deelvenster Progressieve proeven kunt u het volgende doen:
•Geef bladen (1-4) en kleuren op per af te drukken blad (zie de volgende sectie).
•De fabrieksinstellingen herstellen (zie pagina 70).
Bladen en kleuren opgeven
Er moeten minstens één kleurstof (cyaan, magenta, geel of zwart) voor elk blad en minstens één blad worden geselecteerd.
Kleine bitmapafbeeldingen aan de linkerzijde van elke rij geven uw selecties dynamisch weer.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
70
Fabrieksinstellingen herstellen
Klik op Fabrieksinstellingen om alle door de gebruiker gedefinieerde instellingen voor de functie Progressieve proeven te wissen en de standaardinstellingen te herstellen.
De fabrieksinstellingen zijn als volgt:
• Blad 1: Zwart
• Blad 2: Zwart + Cyaan
• Blad 3: Zwart + Cyaan + Magenta
• Blad 4: Zwart + Cyaan + Magenta + Geel
Deze selecties zijn willekeurig, ongeacht de brontaak en de afdrukvolgorde van de digitale pers. Met deze selectie omvat het eerste blad enkel de zwarte plaat, gezien dit meestal de belangrijkste plaat is bij het bekijken van scheidingen. De andere kleuren worden toegevoegd in een “progressieve” volgorde.
Wanneer u terugkeert naar het tabblad Progressieve proeven, worden de laatst gemaakte selecties weergegeven.
De inbegrepen kleuren moeten niet overeenkomen met de eigenlijke volgorde die wordt toegepast door de digitale pers, wat meer flexibiliteit biedt voor het analyseren van de beeldcompositie.

Kleurkanalen opgeven

Gebruik de volgende procedure om het deelvenster Progressieve proeven te openen en de kleurkanalen op te geven.
HET DEELVENSTER OPENEN EN DE KLEURKANALEN OPGEVEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
2 Klik op Color Setup.
3 Klik op het tabblad Progressieve proeven.
4 Geef de kleurkanalen op in het deelvenster Progressieve proeven.
Zie pagina 69 voor informatie over de opties in het deelvenster Progressieve proeven.
5 Klik op Toepassen.
De opgegeven kleurkanalen worden toegepast.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP

Afdrukken met standaard Progressieve proeven

Na het opgeven van de kleurkanalen kunt u een taak afdrukken met de aangepaste Progressieve proeven door de afdrukoptie Progressieve proof op Aan in te stellen vanuit het printerstuurprogramma.
OPMERKING: U kunt ook een taak verzenden met standaard Progressieve proef en de
afdrukoptie wijzigen in Command WorkStation.
Gebruik dezelfde procedure als op pagina 68 om vanuit het printerstuurprogramma een taak af te drukken met de aangepaste functie Progressieve proeven. De afgedrukte taak komt overeen met de instellingen voor Progressieve proeven die u definieerde in het deelvenster Progressieve proeven.

Rasterschermen

Voor drukproeven raden wij aan dat u afdrukt in fotohalftoonmodus, die de beste kleuren van het Fiery-systeem gebruikt. Voor geavanceerde drukproeven biedt Graphic Arts Package gebruikers controle over de halftoonrastergeneratie. Halftoondrukproeven simuleren, met een redelijke nauwkeurigheid, de uiteindelijke punten die op films of platen voor offsetdrukken worden afgebeeld. Met de halftoonrasterfunctie kunt u de aangepaste rasterfuncties definiëren die u toepast op uw afdruktaak.
71
Workflow voor rasterchermen
U kunt goede afdrukresultaten bekomen met voorafgeselecteerde halftoonrasters. Als u de waarden voor een halftoonraster moet aanpassen, moet u een aangepast halftoonraster definiëren in uw toepassing of in Color Setup. Selecteer het raster vervolgens met de afdrukoptie Halftoonraster in het printerstuurprogramma.
Zie de volgende sectie voor informatie over de afdrukoptie Halftoonraster en de procedure om af te drukken met een vooraf ingesteld halftoonraster. Zie pagina 73 voor informatie over het deelvenster Rasterschermen en de procedure om aangepaste waarden voor het halftoonraster op te geven.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
72

De afdrukoptie Rasterscherm

U kunt de rasterfunctie openen via de afdrukoptie Rasterscherm. Kies uit de volgende opdrachten:
Standaardwaarde van printer: Gebruikt de vooraf ingestelde halftoon van het apparaat,
tenzij de taak een door een toepassing gedefinieerd halftoonraster bevat.
Door toepassing gedefinieerd: Maakt gebruik een vooraf ingesteld halftoonraster dat in een
toepassing gedefinieerd is. Zie pagina 75 voor meer informatie over de ondersteunde toepassingen.
Fotohalftoon: Gebruikt de vooraf ingestelde halftoon van het apparaat.
Courantdruk: Gebruikt een vooraf ingesteld halftoonraster met de aanblik en het gevoel
van een krant.
Gebruikersscherm 1/2/3: Gebruikt een door de gebruiker gedefinieerd halftoonraster op
basis van de instellingen in ColorWise Pro Tools Color Setup.
OPMERKING: U kunt Courantdruk en Gebruikersscherm 1/2/3 met alle toepassingen
gebruiken, ook met Microsoft Office.

Een taak afdrukken met een vooraf ingesteld halftoonraster

Gebruik de volgende procedure om vanuit het printerstuurprogramma een taak af te drukken met een vooraf ingesteld halftoonraster.
EEN TAAK AFDRUKKEN MET EEN STANDAARD HALFTOONRASTER
1 Kies Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
3 Klik op de optiebalk Beeldkwaliteit.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
4 Kies een vooraf ingesteld halftoonraster in het menu Rasterscherm.
Zie pagina 72 voor meer informatie.
5 Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
6 Klik op Afdrukken.
De taak wordt met het vooraf ingestelde halftoonraster afgedrukt naar de Fiery EXP8000.

Deelvenster Rasterschermen

U kunt drie aangepaste halftoonrasters definiëren in het tabblad Rasterschermen.
73
Voor elk van deze rasters kunt u de volgende waarden definiëren:
Hoek
Typ een nummer (van 0-360) voor elke kleur: cyaan, magenta, geel en zwart.
Frequentie (LPI)
Typ een nummer (meestal tussen 40 en 200) voor elke kleur: cyaan, magenta, geel en zwart. Selecteer de optie naast het koppelingspictogram om de frequentiewaarden voor alle vier de kanalen identiek te maken (LPI: lines per inch). De frequentie verwijst naar het aantal aantal rijen punten die samen een halftoonpunt vormen.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
74
Vorm van rasterpunt
Selecteer een PostScript-functie voor de vorm van het rasterpunt. Wanneer u Aangepast selecteert, wordt het dialoogvenster Puntvorm van rasterpunt weergegeven. In dit dialoogvenster is er een tekstveld waarin u een PostScript-functie kunt invoeren. Wanneer u dit dialoogvenster voor de eerste maal opent, toont het de vorm van het rasterpunt dat het laatst aangepast werd gedefinieerd.

Een aangepast rasterscherm instellen

Gebruik de volgende procedure om het deelvenster Rasterschermen te openen en een aangepast halftoonraster op te geven.
HET DEELVENSTER RASTERSCHERMEN OPENEN EN EEN AANGEPAST RASTERSCHERM OPGEVEN
1 Start ColorWise Pro Tools en maak verbinding met de Fiery EXP8000.
2 Klik op Color Setup.
3 Klik op het tabblad Rasterschermen.
4 Geef de hoek op, de frequentie en de vorm van het rasterpunt voor een aangepast
rasterscherm.
Zie pagina 73 voor informatie over de opties in het deelvenster Rasterschermen.
5 Klik op Toepassen.
De opgegeven instellingen voor Hoek, Frequentie en Puntvorm worden toegepast op het halftoonraster.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
75

Afdrukken met een aangepast rasterscherm

Nadat u de halftoonrasterwaarden voor Gebruikersscherm 1, Gebruikersscherm 2 of Gebruikersscherm 3 hebt opgegeven, kiest u een overeenkomstige aangepaste rasternaam uit het printerstuurprogramma. Gebruik dezelfde procedure als op pagina 72 om een taak af te drukken met een aangepast halftoonraster.
OPMERKING: U kunt ook een taak verzenden met standaard halftoonraster en de afdrukoptie
wijzigen in Command WorkStation.
De afgedrukte taak komt overeen met de instellingen die u in het deelvenster Rasterschermen hebt gedefinieerd.

Ondersteunde toepassingen

De volgende toepassingen werden getest met Mac OS en Windows op compatibiliteit met de Door de Toepassing gedefinieerde instelling in de afdrukoptie Rasterscherm. Het gebruik van andere toepassingen is mogelijk, op voorwaarde dat ze standaard PS-conversies gebruiken voor de halftoonrasterdefinities en dat de parameters in de definities binnen de fysieke grenzen van de digitale pers blijven.
•Adobe Acrobat 6
•Adobe Illustrator 8, 9 en 10
•Adobe InDesign 1.5, 2 en CS
•Adobe PageMaker 6.5 en 7
•Macromedia FreeHand 9, 10 en MX
•QuarkXPress 4.1, 5 en 6

Aangepaste Halftoonrasteren kalibreren

Wanneer de kleurkwaliteit van belang is, moet u ervoor zorgen dat de Fiery EXP8000 is gekalibreerd voor het specifieke halftoonraster dat u gebruikt. Als u een halftoonraster wijzigt, wordt de kleurrespons van de digitale pers meestal ook gewijzigd.
De beste kleuren worden verkregen wanneer een Uitvoerprofiel dat is gekoppeld aan de juiste kalibratierespons wordt geselecteerd bij het afdrukken. Als aangepaste halftoonrasters worden opgegeven, beschikt de Fiery EXP8000 niet over de gepaste informatie over de resulterende kleurrespons. Daarom zijn goede kleuren met een aangepast halftoonraster vaak slechts mogelijk na een kalibratie van het aangepaste halftoonraster en wanneer een profiel wordt gebruikt op basis van dit aangepaste halftoonraster.
Ga als volgt te werk om de Fiery EXP8000 te kalibreren voor aangepaste rasterschermen.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
DE FIERY EXP8000 KALIBREREN VOOR AANGEPASTE RASTERSCHERMEN
1 Maak het meetinstrument klaar dat u voor de kalibratie wilt gebruiken.
Voor informatie over de ondersteunde meetinstrumenten, zie Afdrukken in kleur.
2 Open op de dvd met gebruikerssoftware en documentatie de map die de kalibratiebestanden
voor aangepaste halftoonrasters bevat.
De maplocaties voor Macintosh en Windows zijn:
Mac OS: Mac Color Files: Calibration Files: Halftone Calibration Files: Photoshop of Other
Applications
Windows: Windows Color Files\Calibration Files\Halftone Calibration Files\Photoshop of
Other Applications
In deze map vindt u afbeeldingen van de meetpagina’s voor verschillende instrumenten en paginaformaten. Als u halftoonrasters alleen via Adobe Photoshop afdrukt, opent u de map Photoshop; anders opent u de map Other Applications (Andere toepassingen).
76
OPMERKING: Wanneer u deze bestanden opent of afdrukt, mag u nooit kleurbeheer uitvoeren
met PostScript Color Management of ICC-profielen die kleurconversies produceren.
3 Open in Photoshop het afbeeldingenbestand dat overeenkomt met uw instrument en
paginaformaat. In andere toepassingen opent u een leeg document en plaatst u het EPS­bestand dat overeenkomt met uw instrument en paginaformaat.
De afbeeldingen zijn voorbereid op het paginaformaat van het definitieve vel. Gebruik geen marges wanneer u een afbeelding plaatst. Houd geen rekening met waarschuwingen dat de afbeelding zal worden afgekapt.
OPMERKING: Als u deze meetpagina’s gebruikt met de standaard rasters van de Fiery EXP8000,
moet u ervoor zorgen dat de PPD-afdrukoptie (Modus digitale pers) die het raster regelt juist is ingesteld.
4 Druk de meetpagina af met uw aangepaste halftoonraster en andere afdrukoptie-instellingen.
Deze pagina is nu de aangepaste kalibratiemeetpagina.
U moet deze meetpagina afdrukken met de optie CMYK-simulatieprofiel ingesteld op ColorWise Uit om een niet-gekalibreerde pagina te maken.
OPMERKING: Om uw digitale pers te kalibreren, moet u CMYK-kleurvlakken onbewerkt
afdrukken van de printer. Met uitzondering van de afdrukoptie Uitvoerprofiel hebben de ColorWise-afdrukopties geen belang en worden ze genegeerd.
Als u sneller en efficiënter wilt kalibreren, drukt u uw meetpagina met de gepaste afdrukoptie­instellingen af naar een PostScript-bestand. De volgende keer dat u kalibreert, kunt u dit PostScript-bestand downloaden. Het kalibratieproces wordt versneld wanneer u dit bestand in de blokkeringswachtrij van de Fiery EXP8000 laat staan.
5 Start ColorWise Pro Tools Color Editor en open een willekeurig Uitvoerprofiel.
FUNCTIES VAN COLOR SETUP
OPMERKING: Het heeft geen belang welk Uitvoerprofiel u selecteert, aangezien u de
77
meetpagina afdrukt met het CMYK-simulatieprofiel ingesteld op ColorWise Uit. Met deze instellingen vinden geen kleurconversies met het Uitvoerprofiel plaats.
Zie ColorWise Pro Tools Help voor meer informatie over Color Editor.
6 Sla dit Uitvoerprofiel opnieuw op onder een nieuwe naam die uw aangepaste Halftoonraster
beschrijft.
7 Gebruik ColorWise Pro Tools Profile Manager om dit Uitvoerprofiel te koppelen aan een
geschikte Kalibratieset.
Hoewel de afdrukoptie CMYK-simulatieprofiel is ingesteld op ColorWise Uit, is het belangrijk dat de juiste Kalibratieset wordt gekoppeld aan het Uitvoerprofiel. De meetwaarden ervan worden immers gebruikt voor de kalibratie.
Zie ColorWise Pro Tools Help voor meer informatie over Profile Manager.
8Voer de kalibratie uit met ColorWise Pro Tools Calibrator.
OPMERKING: Gebruik de knop Afdrukken niet om de meetpagina te genereren in Calibrator.
Gebruik de meetpagina die u hebt afgedrukt in stap 4.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor informatie over Calibrator.
Color Profilter gebruiken voor aangepaste halftoonrasters
Voor optimale kleuren kan het nodig zijn een aangepast profiel te maken. Hoewel u vaak moet kalibreren (gewoonlijk eenmaal daags), moet u de volgende aangepaste profielen slechts eenmaal aanmaken.
EEN PROFIEL AANMAKEN VOOR EEN AANGEPAST HALFTOONRASTER
1Kalibreer de printer volgens de hiervoor beschreven procedure.
2 Gebruik Color Profiler om de kalibratiemeetpagina af te drukken met dezelfde
rasterscherminstelling als voor de kalibratie.
OPMERKING: Color Profiler is verkrijgbaar als optie.
OPMERKING: Gebruik het Uitvoerprofiel dat u hebt opgeslagen tijdens de kalibratie, en druk
de Profiler-kleurvlakken af met de afdrukoptie CMYK-simulatieprofiel ingesteld op Geen.
3 Gebruik ColorWise Pro Tools Profile Manager om het profiel in te stellen dat tijdens de
kalibratie werd opgeslagen als standaard systeemprofiel.
Dat is nodig omdat gedownloade profielen de richtwaarden afleiden van het standaard systeemprofiel.
4Download het profiel dat u net hebt gemaakt naar het Uitvoergebied.
Maak van dit profiel het nieuwe standaardprofiel. Controleer of het gekoppeld is aan de kalibratieset die wordt gebruikt voor uw aangepaste halftoonraster.

IMAGEVIEWER

ImageViewer openen

IMAGEVIEWER
Met EFI ImageViewer kunt u een afdrukvoorbeeld bekijken en kleuren in een taak aanpassen voordat die wordt afgedrukt. Met het afdrukvoorbeeld in ImageViewer kunt u de plaats, afdrukstand en inhoud van de taak controleren, en nagaan of de kleuren accuraat worden toegepast. Als de taak gerasterde halftooninstellingen heeft, krijgt u in het afdrukvoorbeeld een overzicht van alle scheidingen tot op puntniveau. U kunt de plaatgegevens voor elke proceskleur weergeven onafhankelijk van of in combinatie met de andere kleuren. Zo kunt u de gegevens van een afzonderlijke plaat of van een combinatie van platen controleren.
Start ImageViewer vanaf het menu Acties of het venster Voorbeeld van Command WorkStation.
78
IMAGEVIEWER STARTEN VANAF HET MENU ACTIES
1Verwerkte/geblokkeerde taak
1 In het venster Actieve taken van Command WorkStation selecteert u de taak waarvan u een
afdrukvoorbeeld wilt bekijken.
OPMERKING: ImageViewer herkent alleen taken met de status Verwerkt/geblokkeerd
(donkergeel). Verwerkte/geblokkeerde taken worden aangegeven door het rasterpictogram (paginapictogram met lichtkring eromheen).
1
2 Kies indien nodig de optie Verwerken en blokkeren in het menu Acties om de taakstatus te
wijzigen in verwerkt of geblokkeerd.
3 Om ImageViewer te starten, moet u het volgende doen:
• Kies ImageViewer starten in het menu Acties.
• Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde taak en kies EFI ImageViewer starten in
het menu dat wordt weergegeven.
Het hoofdvenster van ImageViewer wordt geopend.
IMAGEVIEWER
IMAGEVIEWER STARTEN VANUIT HET VOORBEELDVENSTER
1 In het venster Actieve taken van Command WorkStation selecteert u de taak waarvan u een
afdrukvoorbeeld wilt bekijken.
OPMERKING: ImageViewer herkent alleen taken met de status Verwerkt/geblokkeerd
(donkergeel).
2 Kies indien nodig de optie Verwerken en blokkeren in het menu Acties om de taakstatus te
wijzigen in verwerkt of geblokkeerd.
3 Kies de optie Voorbeeld in het menu Acties.
In het venster Voorbeeld verschijnen miniatuurweergaven van de pagina.
79
1 Klik op de miniatuur om een
schermvullend afdrukvoorbeeld te bekijken
1
4 Om ImageViewer te starten, moet u het volgende doen:
•Selecteer de miniatuurweergave van de pagina waarvan u het afdrukvoorbeeld wilt
bekijken, en klik op de knop Full-Screen Preview (Schermvullend afdrukvoorbeeld).
•Dubbelklik op de miniatuurweergave van de pagina waarvan u het afdrukvoorbeeld wilt
bekijken.
Het hoofdvenster van ImageViewer wordt geopend.
Zie ImageViewer Help voor informatie over het gebruik van de ImageViewer-toepassing.

HOT FOLDERS FILTERS

HOT FOLDERS FILTERS
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u Hot Folder-filters configureert om diverse bestanden te converteren naar PostScript of PDF (Portable Document Format), of om bepaalde bestanden te preflighten.
Voor meer informatie over besturingssystemen die Hot Folders ondersteunen, raadpleegt u
Welkom. Meer informatie over het installeren van de Hot Folders-toepassing vindt u in Hulpprogramma’s.
Zie Hot Folders Help voor informatie over het gebruik van de Hot Folders-toepassing.

Info over bestandsconversie

80
1 Hot Folder met exclusieve
filter (Windows)
2 Standaard-Hot Folder
(Windows)
3 Hot Folder met exclusieve
filter (Mac OS)
4 Standaard-Hot Folder
(Mac OS)
Met Hot Folders-filters kunt u bepaalde bestanden converteren naar PostScript of PDF, of bestanden op conformiteit preflighten. De bestandsconversie en het preflighten vinden plaats op uw computer in Hot Folders, waar de Fiery EXP8000-hulpmiddelen worden opgeslagen. U kunt bestanden direct afdrukken via de Hot Folders-filters zonder het programma te starten waarin die zijn gemaakt.
Er zijn twee soorten filters beschikbaar: exclusieve en niet-exclusieve. Een Hot Folder die is geconfigureerd met een exclusieve filter verwerkt alleen de opgegeven bestandstypen. Andere bestandsindelingen, inclusief de standaardbestandsindelingen, worden niet verwerkt. Als u een exclusieve filter selecteert, schakelt u alle andere filters uit.
Via niet-exclusieve filters accepteert Hot Folders meerdere standaardbestandsindelingen, zoals PostScript, PDF, TIFF en EPS. Niet-exclusieve filters kunnen ook met andere niet-exclusieve filters worden gebruikt.
Wanneer u een exclusieve filter in een Hot Folder configureert, verandert het Hot Folder­pictogram en krijgt dit een andere naam die verwijst naar de exclusieve filter.
1 2
3 4
HOT FOLDERS FILTERS
81

Filters

In de volgende tabel worden de beschikbare filters beschreven, met de vermelding of het om exclusieve of niet-exclusieve filters gaat:
Filternaam Filtertype Beschrijving Raadpleeg
CT/LW naar PostScript Exclusief Converteert meerdere CT- (Contone), LW- (Line Work) of FP- (Final
Page) bestanden naar één gecombineerd PostScript-bestand.
CT/LW-bestanden bevatten informatie over fotografische afbeeldingen, lijntekeningen, of tekst en lijnen uit tekeningen. CT- en LW-bestanden bepalen samen de uiteindelijke uitvoer.
DCS 2.0 naar PostScript Exclusief Converteert DCS 2.0-bestanden naar voorgesepareerde PostScript-
bestanden met één scheiding per pagina.
De DCS 2.0-bestandsindeling is ontwikkeld door QuarkXPress en is een definitie van een beeldindeling voor elektronische kleurscheidingen.
Deze filter aanvaardt: Afzonderlijke/meerdere DCS-bestanden, geen composietafdruk Afzonderlijke/meerdere DCS-bestanden met grijswaarden­composietafdruk Afzonderlijke/meerdere DCS-bestanden met composietkleurenafdruk
EPS naar PostScript Exclusief Converteert EPS-bestanden naar PostScript en bevat opties voor
vergrotings- en verkleiningspercentages en positionering van de uitvoer.
ExportPS Exclusief Verwerkt ExportPS-bestanden en converteert ze naar PostScript- of PDF-
bestanden.
De Export PS-bestandsindeling is ontwikkeld door Creo-Scitex en is een gerasterde PostScript-uitvoer.
JPEG naar PDF Niet-exclusief Converteert JPEG-bestanden naar PDF-bestanden en bevat opties voor
vergrotings- en verkleiningspercentages en positionering van de uitvoer.
pagina 84
pagina 85
pagina 86
pagina 87
pagina 87
Microsoft Excel Niet-exclusief Zet Microsoft Exel-bestanden om in PostScript-bestanden. pagina 87
Microsoft Publisher Niet-exclusief Zet Microsoft Publisher-bestanden om in PostScript-bestanden. pagina 87
Microsoft PowerPoint Niet-exclusief Zet Microsoft Powerpoint-bestanden om in PostScript-bestanden. pagina 87
Microsoft Word Niet-exclusief Zet Microsoft Word-bestanden om in PostScript-bestanden. pagina 87
PDF naar PostScript Niet-exclusief Zet PDF-bestanden om in PostScript-bestanden. pagina 87
PDF/X Preflight Exclusief Geeft aan of de PDF-taak voldoet aan PDF/X-specificaties.
Met deze filter kunt u PDF/X-1a- of PDF/X3-compatibele taken downloaden voor de Fiery EXP8000.
pagina 89
HOT FOLDERS FILTERS
Filternaam Filtertype Beschrijving Raadpleeg
82
PDF2Go Exclusief Verwerkt PDF2Go-bestanden en converteert ze naar PostScript- of PDF-
bestanden.
De PDF2Go-bestandsindeling is ontwikkeld door Creo-Scitex, en is een PDF-uitvoer met PDF-lagen of gerasterde CT en LW, elk met een verschillende resolutie.
TIFF naar PDF Niet-exclusief Converteert TIFF-bestanden naar PDF-bestanden en bevat opties voor
vergrotings- en verkleiningspercentages en positionering van de uitvoer.
Deze filter accepteert alle TIFF-bestanden tot TIFF 6.0.
TIFF/IT naar PostScript Exclusief Converteert TIFF/IT naar voorgesepareerde PostScript-bestanden, met
één scheiding per pagina.
TIFF/IT-p1 is een algemeen gebruikte bestandsindeling voor de verzending van definitieve afdruktaakgegevens van het ene afdrukplatform naar het andere. Deze indeling wordt veel gebruikt voor de voorbereiding van proefdrukken in traditionele afdrukomgevingen.

Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder

Eerst geeft u de filterinstellingen en opties voor uw Hot Folder op; vervolgens sleept u de gewenste bestandsindelingen naar uw Hot Folder en zet u ze daar neer om de conversie te starten.
Open het dialoogvenster Filterinstellingen onder het dialoogvenster Mapeigenschappen.
pagina 90
pagina 91
pagina 92
EEN FILTERINSTELLING SELECTEREN
1 Selecteer in het Hot Folders Configuratiescherm de optie Hot Folder en klik op
Eigenschappen.
2 Selecteer Filterinstellingen en klik op Definiëren.
Het dialoogvenster Filterinstellingen wordt geopend. Hier kunt u de filter selecteren en de instellingen configureren.
HOT FOLDERS FILTERS
83
Voor Windows hebben de filters een kleurcode. Exclusieve filters zijn blauw en niet-exclusieve filters zijn zwart. Voor Mac OS staan exclusieve en niet-exclusieve filters naast de naam van de plug-in.
3 Selecteer de filter die u voor de Hot Folder wilt gebruiken.
Als u een exclusieve filter selecteert, kunt u geen andere filter selecteren.
4 Klik met de rechtermuisknop of dubbelklik op de naam van de filter en selecteer
Eigenschappen.
Zie “De filters gebruiken” op pagina 84 voor meer informatie.
5U kunt alle PostScript-bestanden automatisch converteren naar PDF door PS converteren naar
PDF en een taakoptie te selecteren in de keuzelijst Distiller-profiel in het deelvenster PostScript->PDF Normalizer.
Zie de volgende sectie voor meer informatie over PostScript->PDF Normalizer.
6 Klik op OK.

Info over PostScript->PDF Normalizer

De functie PostScript->PDF Normalizer biedt de optie PS converteren naar PDF.
OPMERKING: De optie PS converteren naar PDF is alleen beschikbaar wanneer Acrobat
Distiller op hetzelfde systeem is geïnstalleerd als de toepassing Hot Folders. Raadpleeg het document Hulpprogramma’s voor meer informatie over het installeren van Acrobat Distiller.
PS converteren naar PDF
Hoewel vele filters standaard PostScript uitvoeren, kunt u met deze optie PostScript verder converteren naar PDF. Dit is een globale instelling die invloed heeft op alle PostScript­bestanden voor een bepaalde Hot Folder. Deze instelling beïnvloedt de PostScript-uitvoer van alle filters.
Aangezien PS converteren naar PDF invloed heeft op alle PostScript-uitvoerbestanden, is het inschakelen van deze instelling misschien niet raadzaam voor bepaalde afdrukwerkstromen.
Voorbeeld: De DCS 2.0- en TIFF/IT-filters voeren beide voorgesepareerde PostSript­bestanden uit, met één scheidingsbestand per pagina. Als u deze voorgesepareerde bestanden wilt afdrukken als samengesteld beeld, moet u de optie Scheidingen combineren selecteren in de Taakinstellingen. De functie Scheidingen combineren accepteert echter alleen bestanden van het PostScript-type. Wanneer u de optie PS converteren naar PDF selecteert, worden meerdere pagina’s in grijswaarden afgedrukt in plaats van een samengestelde kleurenpagina van een beeld.
HOT FOLDERS FILTERS
Distiller-profiel
In deze keuzelijst worden alle beschikbare Distiller-taakopties weergegeven. Deze instelling wordt gebruikt om de kwaliteit van de conversie van PostScript naar PDF te beheren. De toepassing Hot Folders haalt de taakopties op van de locatie die is ingesteld door Distiller. Als u aangepaste Distiller-taakopties maakt en deze elders opslaat, moeten de aangepaste taakopties handmatig worden gekopieerd naar de map Distiller\Settings.
De filters gebruiken
Bepaalde filters bevatten extra bedieningselementen en conversie-instellingen voor de gebruiker. U kunt deze instellingen oproepen door te klikken met de rechtermuisknop of te dubbelklikken op de naam van de plug-in in het dialoogvenster Filterinstellingen.
In dit gedeelte wordt elke filter met zijn optionele instellingen besproken.
OPMERKING: De procedures voor het gebruik van de filters op een Mac OS- of een Windows-
computer zijn gelijklopend. De afbeeldingen in de volgende procedure verwijzen naar een Windows-computer.
84
De filter CT/LW naar PostScript gebruiken
De CT/LW-filter accepteert meerdere CT(Contone)- en LW(Line Work)-bestanden en een FP(Final Page)-bestand. Deze filter bepaalt de pagina-afmetingen van het gecombineerde bestand op basis van de FP-, LW-, en CT-bestanden, en wel in deze volgorde. Steunkleuren worden geconverteerd naar CMYK-proceskleuren met de conversiewaarden die in de CT/ LW-bestanden zijn opgegeven. Het gecombineerde bestand is een enkele CMYK-afbeelding met RLE-compressie, en u kunt de resolutie opgeven.
Wanneer u uw CT-, LW-, of FP-bestanden sleept en neerzet, krijgt u een enkel PostScript­bestand als uitvoer.
OPMERKING: In bepaalde CT/LW-bestanden kan een “.” (punt) (punt) bij het begin van de
bestandsnaam bevatten. Dit betekent dat dit verborgen bestanden zijn. Zorg dat de optie Verborgen bestanden weergeven in uw mapinstellingen is ingeschakeld. Raadpleeg de documentatie van uw systeem voor meer informatie. Om zeker te zijn dat alle bestanden, ook verborgen bestanden, gekopieerd en verwerkt worden, moet u de volledige CT/LW­paginamap met alle vereiste bestanden neerzetten.
HOT FOLDERS FILTERS
DE FILTER CT/LW NAAR POSTSCRIPT GEBRUIKEN
1Voer de stappen 1-4 in “Filterinstellingen opgeven voor een Hot Folder” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster CT/LW-filteropties wordt weergegeven.
2 Kies de uiteindelijke resolutie (Auto, 200, 400 of 600) voor uw afbeelding.
OPMERKING: Selecteer de optie Auto om de resolutie van de digitale pers te gebruiken.
3 Klik op OK.
De filter DCS 2.0 naar PostScript gebruiken
85
De filter DCS 2.0 (Desktop Color Separation) naar PostScript accepteert DCS 2.0-bestanden en geeft een enkel voorgesepareerd PostScript -bestand als uitvoer.
Deze filter accepteert de volgende DCS 2.0-bestanden:
• Afzonderlijke/meerdere DCS-bestanden, geen composietafdruk
• Afzonderlijke/meerdere DCS-bestanden met grijswaarden-composietafdruk
• Afzonderlijke/meerdere DCS-bestanden met composietkleurenafdruk
De DCS 2.0-filter heeft geen configureerbare opties. Wel moet u rekening houden met de volgende aanwijzingen bij het converteren van uw DCS 2.0-taak:
• Schakel de optie Scheidingen combineren in. Meer informatie over het instellen van
afdrukopties vindt u in de handleiding Afdrukopties.
•Zorg dat u over alle vereiste bestanden voor een DCS 2.0-taak beschikt, en wel in één map.
Als een bestand ontbreekt, wordt de filter niet verwerkt en krijgt u een foutmelding.
• Als meerdere bestanden voor de DCS 2.0-taak in een map staan, kunt u de volledige map
in de Hot Folder plaatsen.
•Wanneer u een DCS 2.0-taak downloadt met de opdracht Downloaden, kan het zijn dat
alle bestanden in één map staan. U moet dan de volledige map downloaden.
OPMERKING: Wanneer u de filter DCS 2.0 naar PostScripit configureert, is de inslagfunctie
niet beschikbaar.
HOT FOLDERS FILTERS
De filter EPS naar PostScript gebruiken
De filter EPS naar PostScript accepteert alle EPS-bestanden. Deze filter biedt u de flexibiliteit om wijzigingen aan te brengen in de uiteindelijke afmetingen en de paginagrootte van het bestand.

DE FILTER EPS NAAR POSTSCRIPT GEBRUIKEN

1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster Filteropties EPS naar PostScript wordt weergegeven.
86
2U kunt de volgende opties kiezen:
Beeldbreedte en –hoogte aanpassen tot:
Selecteer deze optie om alle EPS-bestanden tot de gewenste grootte aan te passen. Kies de inch of millimeter in de vervolgkeuzelijsten en geef vervolgens de waarden in.
PS-paginaformaat: Selecteer deze optie om alle EPS-bestanden af te drukken op de
paginagrootte die u opgeeft. Kies een paginaformaat uit het menu of klik op Aangepast en specificeer een aangepast paginaformaat in het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven.
Als deze optie geselecteerd is, kunt u:
•Niet-afdrukbare marges negeren om de afbeelding op volledige paginagrootte af te
drukken.
•Te grote afbeeldingen verkleinen tot ze op de pagina passen.
•Te kleine afbeeldingen vergroten tot ze op de pagina passen.
• Afbeeldingen automatisch roteren volgens de afdrukstand van de pagina.
•Stel de positie van de afbeelding in op Links boven, Rechts boven, Midden, Rechts onder
of Links onder.
3 Klik op OK.
HOT FOLDERS FILTERS
De ExportPS-filter gebruiken
ExportPS is ontwikkeld door Creo-Scitex als optie voor de Brisque-workflow. ExportPS vertaalt Brisque-taken in een overdraagbare, gerasterde PostScript- of EPS-uitvoer die op de digitale pers kan worden verwerkt.
De ExportPS-filter verwerkt het ExportPS-bestand door dit weer te geven en te resamplen op de resolutie van de digitale pers. U kunt PostScript of PDF als uitvoer kiezen.

DE EXPORTPS-FILTER GEBRUIKEN

1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster Export PS-filteropties wordt weergegeven.
87
2U kunt de volgende opties kiezen:
Uitvoer (PS of PDF):
Resolutie (Auto, 200, 400 of 600): Kies de uiteindelijke resolutie van de uitvoer. Selecteer de
optie Auto om de resolutie van de digitale pers te gebruiken.
3 Klik op OK.
Selecteer de uiteindelijke uitvoer.
De filter JPEG naar PDF gebruiken
De filter JPEG naar PDF accepteert alle JPEG-bestanden. Met de filter JPEG naar PDF kunt u JPEG-bestanden automatisch converteren zonder ze te openen in het programma waarmee ze zijn gemaakt. Verder kunt u ook de uiteindelijke paginagrootte van afdruktaken wijzigen en de resolutie aanpassen.
Dit is een niet-exclusieve filter. Bijgevolg kunt u alle basisbestandsindelingen downloaden. Meer informatie over niet-exclusieve filters vindt u in “Info over bestandsconversie” op pagina 80.
HOT FOLDERS FILTERS
DE FILTER JPEG NAAR PDF GEBRUIKEN
1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster Filteropties JPEG naar PDF wordt weergegeven.
88
2U kunt de volgende opties kiezen:
Beeldformaat aanpassen tot:
Selecteer deze optie om alle JPG-bestanden tot de gewenste grootte aan te passen. Selecteer Breedte en Hoogte, kies inch of millimeter in de vervolgkeuzelijsten en geef vervolgens de waarden voor de afbeeldingsgrootte in. Kies Resolutie, kies pixel/inch of pixel/cm en geeft de waarde voor de resolutie in.
PDF-paginaformaat: Selecteer deze optie om alle JPEG-bestanden af te drukken op de
paginagrootte die u opgeeft. Kies een paginaformaat uit het menu of klik op Aangepast en specificeer een aangepast paginaformaat in het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven.
Als deze optie geselecteerd is, kunt u:
•Te grote afbeeldingen verkleinen tot ze op de pagina passen.
•Te kleine afbeeldingen vergroten tot ze op de pagina passen.
• Afbeeldingen automatisch roteren volgens de afdrukstand van de pagina.
•Stel de positie van de afbeelding in op Links boven, Rechts boven, Midden, Rechts onder
of Links onder.
3 Klik op OK.
HOT FOLDERS FILTERS
89
De Microsoft Office-filters gebruiken
De Microsoft Office-filters aanvaarden de volgende Microsoft Office-bestanden en voeren ze uit naar PostScript-bestanden:
•Microsoft Excel
•Microsoft Publisher
•Microsoft PowerPoint
•Microsoft Word
De Microsoft Office-filters hebben geen opties die u kunt configureren; u moet echter wel de volgende versie van elke toepassing hebben en een PostScript-printer of Acrobat Distiller geïnstalleerd hebben om de bestanden naar PostScript-bestanden te kunnen converteren.
•Microsoft Excel 2000
•Microsoft Publisher 2002
•Microsoft PowerPoint 2000
•Microsoft Word 2000
De filter PDF naar PS gebruiken
De filter PDF naar PDF accepteert PDF-bestanden en voert PostScript-bestanden uit.
OPMERKING: Deze filter zet alle bestanden om naar PostScript Level 3-bestanden.
De PDF/X Preflight-filter gebruiken
PDF/X (PDF Exchange) Preflight is een subset van Adobe PDF die specifiek is ontwikkeld voor de uitwisseling van prepress-gegevens. Deze subset bepaalt de werking van toepassingen om PDF/X-bestanden te lezen en te maken.
Tw ee PDF/X-standaarden worden doorgaans gebruikt:
PDF/X-1a-standaard: Deze standaard garandeert een foutloze uitwisseling om te zorgen dat
bestanden alleen CMYK (en/of steunkleuren) bevatten, zonder RGB- of apparaatonafhankelijke gegevens (met kleurbeheer).
PDF/X3: Deze standaard voldoet aan alle vereisten van PDF/X-1a, maar bevat
apparaatonafhankelijke gegevens (met kleurbeheer).
Via de PDF/X Preflight-filter kunt u zorgen dat een PDF-document PDF/X-compatibel is met de PDF/X-1a- of PDF/X3-standaard. Wanneer het PDF-bestand niet PDF/X-compatibel is, wordt de taak niet verwerkt en krijgt u een foutenrapport.
HOT FOLDERS FILTERS
DE PDF/X PREFLIGHT-FILTER GEBRUIKEN
1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster PDF/X Preflight-opties wordt weergegeven.
2U kunt de volgende opties kiezen:
90
Specificatie (PDF/X-1a of PDF/X3):
Selecteer deze optie om de compatibiliteit met PDF/X-1a
of PDF/X3 zeker te stellen.
Foutenrapport opslaan: Selecteer deze optie om een foutenrapport voor mislukte taken te
genereren.
Pad foutenrapport: Blader in de vervolgkeuzelijst om de locatie van het foutenrapport te
selecteren.
3 Klik op OK.
De PDF2Go-filter gebruiken
PDF2Go is een PDF-uitvoer die Creo-Scitex ontwikkeld heeft als optie voor de Brisque­workflow. Doorgaans bevat deze uitvoer PDF-lagen van gerasterde CT- en LW-taakpagina’s, elk met een verschillende resolutie, in één PDF-bestand.
De PDF2Go-filter verwerkt het PDF2Go-bestand door dit weer te geven en te resamplen op de resolutie van de digitale pers. U kunt PostScript of PDF als uitvoer kiezen.
HOT FOLDERS FILTERS
DE PDF2GO-FILTER GEBRUIKEN
1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster PDF2Go-filteropties wordt weergegeven.
2U kunt de volgende opties kiezen:
Uitvoer (PS of PDF): Selecteer de uiteindelijke uitvoer.
Resolutie (Auto, 200, 400 of 600): Kies de uiteindelijke resolutie van de uitvoer. Selecteer de
optie Auto om de resolutie van de digitale pers te gebruiken.
91
3 Klik op OK.
De filter TIFF naar PDF gebruiken
De filter TIFF naar PDF accepteert TIFF-bestanden tot TIFF 6.0. Met de filter TIFF naar PDF kunt u TIFF-bestanden automatisch converteren zonder ze te openen in het programma waarmee ze zijn gemaakt. Verder kunt u ook de uiteindelijke paginagrootte van afdruktaken wijzigen en de resolutie aanpassen.
Dit is een niet-exclusieve filter. Bijgevolg kunt u alle basisbestandsindelingen downloaden. Meer informatie over niet-exclusieve filters vindt u in “Info over bestandsconversie” op pagina 80.

DE FILTER TIFF NAAR PDF GEBRUIKEN

1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster Filteropties TIFF naar PDF wordt weergegeven.
HOT FOLDERS FILTERS
2U kunt de volgende opties kiezen:
92
Beeldformaat aanpassen tot:
grootte aan te passen. Selecteer Breedte en Hoogte, kies inch of millimeter in de vervolgkeuzelijsten en geef vervolgens de waarden voor de afbeeldingsgrootte in. Kies Resolutie, kies pixel/inch of pixel/cm en geeft de waarde voor de resolutie in.
PDF-paginaformaat: Selecteer deze optie om alle TIFF-bestanden af te drukken op de
paginagrootte die u opgeeft. Kies een paginaformaat uit het menu of klik op Aangepast en specificeer een aangepast paginaformaat in het dialoogvenster Aangepast paginaformaat opgeven.
Als deze optie geselecteerd is, kunt u:
•Te grote afbeeldingen verkleinen tot ze op de pagina passen.
•Te kleine afbeeldingen vergroten tot ze op de pagina passen.
• Afbeeldingen automatisch roteren volgens de afdrukstand van de pagina.
•Stel de positie van de afbeelding in op Links boven, Rechts boven, Midden, Rechts onder
of Links onder.
3 Klik op OK.
Selecteer deze optie om alle TIFF-bestanden tot de gewenste
De filter TIFF/IT naar PostScript gebruiken
TIFF/IT (Tagged Image File Format/Image Technology) is een gemeenschappelijke TIFF­standaard. De TIFF/IT-p1-bestandsindeling bestaat doorgaans uit drie bestanden. Alle TIFF/ IT-p1-bestanden bevatten een FP(Final Page)-bestand. Het FP-bestand bevat subbestanden die de pagina-afmetingen en –positie bepalen, zoals CT(Contone)- en LW(Line Work)­bestanden. CT-bestanden bevatten alle fotografische afbeeldingen. LW-bestanden bevatten gegevens met hoge resolutie, zoals lijntekeningen, tekst of lijnen uit tekeningen.
TIFF/IT-p1-bestanden kunnen ook MP(Monochrome Picture)-, HC(High resolution Contone)-, BL(Binary Line)-, of BP(Binary picture)-bestanden bevatten.
Wanneer u uw TIFF/IT-p1-bestanden sleept en neerzet, is de uitvoer een voorgesepareerd PostScript-bestand met één scheiding per pagina.
Ga als volgt te werk om uw TIFF/IT-p1-taak te converteren:
Schakel de optie Scheidingen combineren in. Meer informatie over het instellen van afdrukopties vindt u in de handleiding Afdrukopties.
•Zorg dat u over alle vereiste bestanden voor de TIFF/IT-p1-taak beschikt. U moet alle
bestanden tegelijk in de Hot Folder plaatsen. Als een bestand ontbreekt, wordt de taak niet verwerkt en krijgt u een foutmelding.
• Als meerdere bestanden voor de TIFF/IT-p1-taak in een map staan, kunt u de volledige
map in de Hot Folder plaatsen.
•Wanneer u de TIFF/IT-p1-taak downloadt met de opdracht Downloaden, kan het zijn dat
alle bestanden in één map staan. U kunt dan de volledige map downloaden.
HOT FOLDERS FILTERS
OPMERKING: De inslagfunctie is niet beschikbaar bij het configureren van de filter TIFF/IT
naar PostScript.
DE FILTER TIFF/IT NAAR POSTSCRIPT GEBRUIKEN
1Voer de stappen 1 tot 4 in “Een filterinstelling selecteren” op pagina 82 uit.
Het dialoogvenster TIFF/IT-filteropties wordt weergegeven.
2U kunt de volgende opties kiezen:
93
Resolutie (Auto, 200, 400 of 600): Kies de uiteindelijke resolutie van de PostScript-uitvoer.
Selecteer de optie Auto om de resolutie van de digitale pers te gebruiken.
Compressie (Geen of RLE (verliesloos)): Geef aan of u de PostScript-uitvoer wilt
comprimeren.
Anti-Aliasing (Naaste buur (sneller) of Bilineair (beter)): Selecteer hoe u de randpixels
gedeeltelijk wilt opvullen door de Anti-Aliasingmethode voor uw PostSCript-uitvoer te kiezen.
3 Klik op OK.

POSTFLIGHT

POSTFLIGHT
Met de Postflight-functie kunt u nagaan waarom bepaalde afgedrukte taken niet de verwachte kleur opleveren. Postflight is een handig hulpmiddel voor diagnose en opleiding van alle gebruikers, en geeft nuttige algemene en objectspecifieke informatie over de manier waarop een taak werkelijk wordt ontvangen en verwerkt door de Fiery EXP8000.
Met de Postflight-functie kunt u problemen met kleuren in een eerder afgedrukte taak opsporen, en waar nodig preventieve maatregelen nemen. U kunt het originele document of het geRIPte voorbeeld afdrukken met alle objecten (grafische afbeeldingen, illustraties en tekst) en de bijbehorende kleurcode. Een rapport legt uit welke kleurruimten in de taak worden gebruikt en door welke afdrukopties deze kleurruimten worden beïnvloed. Verder vindt u in dit rapport informatie over de afdrukomgeving, zoals de kalibratiedatum en -tijd en de kalibratiemethode. Druk een testpagina af om de status van de afdrukomgeving te controleren.
94
Postflight is ook een krachtig analysehulpmiddel: in Postflight-rapporten ziet u niet alleen welke kleurruimten door zichtbare objecten worden gebruikt, maar ook welke kleurruimten door een taak worden toegepast. Dit is bijzonder handig om een diagnose te stellen van complexe situaties die bijsturende acties vereisen. Voorbeeld: wanneer u een specifieke combinatie van printerstuurprogramma, besturingssysteem en DTP-toepassing gebruikt om plaatscheidingen te maken, stelt u mogelijk vast dat: 1) de kleurgecodeerde Postflight-pagina’s scheidingen in cyaan, magenta, en geel tonen in de kleurruimte “DeviceGray”, terwijl de zwarte scheiding wordt weergegeven in de kleurruimte “DeviceCMYK”; 2) het Postflight­rapport DeviceGray, DeviceCMYK en DeviceRGB vermeldt. Vroeger was een PostScript­expert nodig om dit te ontcijferen. Via de Postflight-rapporten kunt u deze informatie in enkele minuten interpreteren: de pagina’s in cyaan, magenta, en geel zijn gedefinieerd in “DeviceGray”, de zwarte pagina gebruikt het “K”-kanaal van DeviceCMYK, en de taak gebruikt de RGB-kleurruimte, zonder die op een door de gebruiker zichtbaar object toe te passen.
POSTFLIGHT
Info over Postflight
Wanneer de afdrukoptie Postflight niet is uitgeschakeld, vindt u de volgende informatie om eventuele problemen op te sporen: Postflight-testpagina, kleurgecodeerde Postflight-pagina’s, en Postflight-rapporten.
Postflight-testpagina
U kunt de Postflight-testpagina alleen afdrukken of in combinatie met de kleurgecodeerde pagina’s. De testpagina wordt afgedrukt met precies dezelfde media en algemene instellingen (zoals kalibratie) als uw taak. Kleurobjecten op deze pagina worden echter afgedrukt onafhankelijk van de door de gebruiker opgegeven bronkleurdefinities (zoals CMYK­simulatie en RGB).
Inaccurate kleuren op deze pagina wijzen op een probleem met de afdrukomgeving (zoals de kalibratie, het uitvoerprofiel of afdrukapparaat).
Wordt de kleur op deze pagina juist afgedrukt, maar worden de objecten in uw taak niet in de verwachte kleuren afgedrukt, dan heeft het probleem waarschijnlijk te maken met de objectspecifieke kleurinstellingen. De volgende objectspecifieke problemen zijn mogelijk: verkeerde kleurwaarden voor tekst en grafische afbeeldingen, illustraties met een slechte kwaliteit, of kleuren die buiten het gamma vallen.
95
Kleurgecodeerde Postflight-pagina’s
Met deze optie kunt u via de Postflight-functie een kleurgecodeerde versie het originele document voorbereiden. Hier wordt elk object in een kleur weergegeven die overeenkomt met de kleurruimte die de Fiery EXP8000 voor dit object heeft ontvangen.
Voor de weergave van kleurruimten voor objecten worden de volgende kleuren gebruikt:
•Grijze objecten: grijs
• CMYK-objecten: cyaan
•RGB-objecten: rood
•Apparaatonafhankelijke objecten: indigo
•Steunkleurobjecten: geel
Door de kleuren voor alle objecten te controleren, kunt u nagaan door welke ingestelde afdrukopties de kleurconversie van de objecten wordt beïnvloed, en deze opties waar nodig wijzigen.
POSTFLIGHT
96
Postflight-rapporten
U kunt de rapporten op twee manieren op kleurgecodeerde pagina’s afdrukken: afzonderlijk of in combinatie met het kleurgecodeerde document. Deze rapporten worden afgedrukt op het standaardpapierformaat van de Fiery EXP8000 (Letter voor US, A4 voor het metrisch systeem). Hierbij wordt de standaard gekalibreerde kleurmodus gebruikt.
Kies een van de volgende twee soorten Postflight-rapporten:
Uitgebreid rapport: hier vindt u uitgebreide statische informatie met tips voor eventuele
procedures en waarden. De gebieden van het rapport met uitgebreide informatie worden aangegeven door een pictogram.
Beknopt rapport: hier vindt u alleen taakspecifieke informatie. Deze optie is handig voor
gevorderde gebruikers die geen nadere aanwijzingen nodig hebben.
Uitgebreide en beknopte rapporten
De rapporten bevatten een documentkoptekst met informatie (zoals taaknaam, afdrukdatum en -tijd, en gebruikersnaam), een pagina met algemene ColorWise-instellingen en de pagina’s met objectspecifieke instellingen. Op alle pagina’s ziet u de taaknaam, Postflight-datum/-tijd, en de paginering in de ondermarge.
Op de pagina met algemene ColorWise-instellingen vindt u informatie die van belang is
voor elk object in een taak, zoals kalibratieset, de datum waarop de Fiery EXP8000 is gekalibreerd, en de gebruikte kalibratiemethode.
Pagina’s met objectspecifieke instellingen tonen een lijst met de gebruikte instellingen om
elk object in elke kleurruimte te verwerken. Dit is handig om problemen op te sporen en te verhelpen. Wanneer u bijvoorbeeld een probleem vaststelt met een object dat in cyaan op een kleurgecodeerde pagina wordt weergegeven, kunt u de instellingen op de pagina met de CMYK-objecten controleren, en proberen deze instellingen te wijzingen.
Pagina met steunkleuren toont een lijst met alle steunkleuren.
Voor steunkleuren vindt u in het Postflight-rapport de lijst met kleuren die in een taak zijn gebruikt. Het geeft ook aan of deze kleuren zijn gedefinieerd in de Fiery EXP8000. Wanneer een steunkleur is gedefinieerd in de Fiery EXP8000, wordt naast de kleurnaam een kleurvlak afgedrukt. Wanneer een kleur niet in de Fiery EXP8000 is gedefinieerd, wordt een wit vlak met een X afgedrukt.
POSTFLIGHT
Belangrijke opmerkingen over Postflight-rapporten
De Postflight-functie is in de eerste plaats bedoeld om problemen met kleuren op te sporen, een diagnose te stellen en deze problemen te voorkomen. In tegenstelling tot generieke Preflight-software, waar u probeert te voorspellen hoe de taak zal worden verwerkt, wordt een Postflight-taak volledig verwerkt door de Fiery EXP8000. Zo krijgt u een accurate rapportering over de instellingen waarmee de taak is verwerkt.
Deze Postflight-functie is bijzonder handig bij gebruik van een workflow om een taak te versturen waarbij ongewild kleuren worden geconverteerd. Deze kleurconversie vindt plaats met bepaalde printerstuurprogramma’s, afdrukopties, en conversies in PDF-bestandsindeling.
In dit rapport ligt het zwaartepunt op de kleurverwerking. U ziet hier geen volledige opsomming van elke afdrukoptie voor uw taak. Voor meer informatie over de ColorWise­afdrukopties raadpleegt u Afdrukken in kleur.
OPMERKING: Postflight-rapporten sommen alleen de kleurruimten op die met uw taak naar de
Fiery EXP8000 zijn verstuurd. Het kan zijn dat u voor een taak een Postflight-rapport krijgt met informatie over kleurruimten die u niet terugvindt op de kleurgecodeerde pagina’s van deze taak. Dat gebeurt een object in de kleurruimte voor de taak wordt gebruikt, maar door een ander object wordt gemaskeerd; wanneer een object zeer helder is (bijvoorbeeld 0% van een steunkleur); of wanneer de specifieke toepassing of het specifieke printerstuurprogramma de Fiery EXP8000 opdracht geeft een bepaalde kleurruimte te verwerken, terwijl die niet voor door de gebruiker zichtbare objecten gebruikt.
97
OPMERKING: Een Postflight-rapport bevat slechts één pagina met algemene instellingen en kan
slechts één testpagina bevatten; Postflight kan dus geen volledige taak accuraat beschrijven, behalve als alle pagina’s met dezelfde opties en op dezelfde media worden afgedrukt. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij taken met gemengde media, aangezien ze verscheidene uitvoerprofielen kunnen gebruiken, maximum een profiel per media in de taak. Als het paginabereik ingesteld is op pagina’s die slechts één media gebruiken, geeft Postflight betrouwbare resultaten voor het opgegeven bereik.
OPMERKING: Postflight is een “rapportfunctie” die voor diagnostische doeleinden bestemd is.
Deze functie is niet bedoeld om te worden gebruikt met productiefuncties zoals VDP en inslag. Bij toepassingen met grote oplagen in productieomgevingen, mag u Postflight alleen gebruiken voor de afzonderlijke pagina’s die moeten worden getest.
POSTFLIGHT
Postflight-afdrukoptie
U kunt de Postflight-functie oproepen via de Postflight-afdrukoptie. U kunt een enkele component of alle componenten voor de Postflight-informatie selecteren.
De volgende waarden zijn mogelijk voor de Postflight-afdrukoptie:
•Uit (standaardinstelling)
• Alleen uitgebreid rapport
• Alleen beknopt rapport
• Alleen testpagina
• Alleen kleurgecodeerde pag.
• Alle componenten (kleurgecodeerde documentpagina’s, testpagina, en uitgebreid rapport)
OPMERKING: U kunt een deel van een taak selecteren om de Postflight-pagina’s af te drukken.
Hiervoor kiest u het gepaste paginabereik van een taak via het printerstuurprogramma.
98
Postflight-workflow
Doorgaans hoeft u de standaardinstellingen van de ColorWise-afdrukopties niet te wijzigen. Het kan echter zijn dat uw taak onverwachte kleuren oplevert. De Postflight-procedure wordt uitgevoerd wanneer u na het afdrukken van een document onverwachte of onaangepaste kleuren krijgt. Wanneer u beschikt over Command WorkStation, kunt u met Postflight problemen met kleuren opsporen voordat u de taak werkelijk afdrukt. Postflight verwerkt uw taak en verzamelt informatie over de kleurobjecten tijdens de volledige taakverwerking. De informatie wordt dan weergegeven op kleurgecodeerde pagina’s, een testpagina en in een uitgebreid of beknopt rapport.
OPMERKING: De achtergrond die onder Papiersimulatie is opgegeven, verschijnt niet als
CMYK-object in de Postflight-rapporten. Zie pagina 15 voor meer informatie over Papiersimulatie.
OPMERKING: U kunt Postflight niet samen met de volgende functies gebruiken: Progressieve
proeven, Vervangkleuren, en Scheidingen combineren. Voor deze afdrukopties gelden beperkingen in het printerstuurprogramma.
De volgende scenario’s tonen het nut van de Postflight-functie aan voor gebruikers die een hoge kleurkwaliteit vragen.
Diagnose stellen van een onverwachte kleur (zie pagina 100)
Met de Postflight-functie kunt u een diagnose stellen van onverwachte kleuren in een taak, of bepalen welke afdruk- of kalibratie-instellingen op een taak worden toegepast.
POSTFLIGHT
De kalibratiestatus controleren alvorens een taak af te drukken (zie pagina 102)
99
Houd rekening met het volgende voordat u een taak afdrukt:
•Het kan zijn dat de Fiery EXP8000 diverse kalibratiesets gebruikt. Welke kalibratieset
wordt op mijn taak toegepast?
•Wanneer is de Fiery EXP8000 voor het laatst gekalibreerd?
•Welk instrument is voor de laatste kalibratie gebruikt?
De kwaliteit van het uitvoerprofiel controleren (zie pagina 103)
Wanneer u van plan bent nieuw papier te gebruiken waarvoor geen aangepast profiel bestaat, of wanneer u verwacht dat de kleurverwerking niet nauwkeurig is omschreven in het uitvoerprofiel voor uw afdrukapparaat, dan kunt u het uitvoerprofiel controleren door de Postflight-testpagina af te drukken.
Diagnose stellen van objectspecifieke problemen met kleuren (zie pagina 104)
Wanneer een expert heeft vastgesteld dat het systeem juist is gekalibreerd en dat de algemene parameters, waaronder het uitvoerprofiel, juist zijn ingesteld, maar dat de objectspecifieke kleur nog altijd niet correct wordt afgedrukt, dan kunt u een kleurgecodeerd document afdrukken en een probleemdiagnose stellen.
Hieronder worden de gedetailleerde procedures van deze scenario’s nader toegelicht.
OPMERKING: Voor elk van de volgende procedures kunt u het rapport, in plaats van dit af te
drukken naar de Fiery EXP8000, ook naar de blokkeringswachtrij van de Fiery EXP8000 sturen, en een afdrukvoorbeeld van de informatie bekijken (met de gerasterde taakgegevens) in ImageViewer. Zie “ImageViewer” op pagina 78 voor meer informatie over ImageViewer. Als u de kleuren van een taak correct wilt bekijken, moet u uw monitor en monitorprofiel correct instellen. Zie pagina 14 voor meer informatie over de monitor en het monitorprofiel.
OPMERKING: De procedures voor het afdrukken van een taak zijn gelijklopend voor Windows-
computers en Mac OS-computers.
POSTFLIGHT

Scenario 1: Diagnose stellen van een onverwachte kleur

Voer de volgende procedure uit om een taak af te drukken met de Postflight-functie uitgeschakeld.
EEN TAAK AFDRUKKEN
1 Open een taak vanuit uw toepassing.
2 Kies de optie Afdrukken.
3 Selecteer de Fiery EXP8000 als uw printer en klik op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Eigenschappen wordt weergegeven met het tabblad Fiery-afdrukken geselecteerd.
4 Klik op elke optiebalk en geef de waarden op voor de afdrukopties.
100
5 Klik op de optiebalk Rapportering.
6 Kies de optie Uit in het menu Postflight.
7 Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
8 Klik op Afdrukken.
De taak wordt afgedrukt naar de Fiery EXP8000.
Na het afdrukken van een taak kunt u de volgende procedure uitvoeren om een diagnose te stellen van een onverwachte kleur, en om de taak met de gewijzigde kleurinstellingen af te drukken.
Loading...