Xerox DocuColor 5252 CONFIGURATION GUIDE [nl]

Fiery® EXP5000 Color Server
SERVER & CONTROLLER SOLUTIONS
CONFIGURATIEGIDS

Over de documentatie

Deze handleiding maakt deel uit van de Fiery EXP5000 Color Server™­documentatieset. Deze set bestaat uit de volgende handleidingen voor gebruikers en systeembeheerders. De meeste daarvan zijn beschikbaar als Acrobat PDF­bestanden (Portable Document Format) op de cd met gebruikersdocumentatie.
•De
Snelstartgids
Fiery EXP5000 Color Server te configureren en om af te drukken. Hierin wordt ook beschreven hoe u toegang krijgt tot de on line documentatie.
•In de
Installatiegids gebruikerssoftware
installeren van de cd met gebruikerssoftware, zodat gebruikers kunnen afdrukken met de Fiery EXP5000 Color Server. In deze handleiding wordt ook aandacht besteed aan het instellen van afdrukverbindingen met de Fiery EXP5000 Color Server.
bevat een samenvatting van de stappen die nodig zijn om de
wordt beschreven hoe u software kunt
•In de
•In de
•De
•In de handleiding
•In de
Configuratiegids
en het beheer van de Fiery EXP5000 Color Server voor de ondersteunde platforms en netwerkomgevingen. In deze handleiding zijn ook richtlijnen opgenomen voor het instellen van UNIX-, Windows NT 4.0/2000/2003- en Novell NetWare-servers om afdrukservices te verschaffen aan gebruikers.
Afdrukgids
beschreven voor gebruikers die taken verzenden vanaf hun eigen computer.
Kleurengids
via de Fiery EXP5000 Color Server worden gemaakt. In deze gids wordt uitgelegd hoe u gebruik maakt van het kleurbeheersysteem ColorWise® en de functies van ColorWise Pro Tools™.
besproken die te maken hebben met het beheren van de kleurenafdrukken die via de Fiery EXP5000 Color Server worden gemaakt. De handleiding bevat tevens informatie over de belangrijkste werkstroomscenario’s. Daarnaast biedt deze handleiding informatie over het afdrukken van kleurendocumenten vanuit veelgebruikte MicrosoftWindows- en Mac OS-toepassingen.
Gids voor taakbeheer
beschreven, zoals Command WorkStation™, Command WorkStation LE™, en Fiery DocBuilder Pro™. Verder wordt uitgelegd hoe u hiermee taken op de Fiery EXP5000 Color Server. controleert en beheert. Deze handleiding is bedoeld voor operators, beheerders of voor gebruikers met de vereiste toegangsrechten, die de voortgang van afdruktaken willen controleren en beheren, de kleurkalibratie willen uitvoeren en eventuele problemen willen oplossen.
vindt u informatie over de basistaken voor de configuratie
worden de afdrukfuncties van de Fiery EXP5000 Color Server
bevat informatie over het beheren van de kleurenafdrukken die
Fiery-kleurenreferentie
worden de functies van hulpprogramma’s voor taakbeheer
worden concepten en onderwerpen
•In de
Versienotities voor de klant
oplossingen voor problemen die kunnen optreden.
vindt u actuele productinformatie en tijdelijke
Copyright © 2004 Electronics for Imaging, Inc. Alle rechten voorbehouden.
De onderhavige publicatie is auteursrechtelijk beschermd en alle rechten op deze publicatie worden voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van Electronics for Imaging, Inc. worden verveelvoudigd dan wel in enige vorm of op enige manier en voor enig doel worden verzonden. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en schept geen verplichtingen zijdens Electronics for Imaging, Inc.
Deze publicatie wordt geleverd bij een EFI-product (het “product”) dat EFI-software (de “software” bevat). De software is onderworpen aan een licentieovereenkomst en mag uitsluitend conform de bepalingen van deze softwarelicentie worden gebruikt en worden gekopieerd.
Dit product valt mogelijk onder een van de volgende patenten in de V.S: 4,716,978, 4,828,056, 4,917,488, 4,941,038, 5,109,241, 5,170,182, 5,212,546,5,260,878, 5,276,490, 5,278,599, 5,335,040, 5,343,311, 5,398,107, 5,424,754, 5,442,429, 5,459,560, 5,467,446, 5,506,946, 5,517,334, 5,537,516, 5,543,940, 5,553,200, 5,563,689, 5,565,960, 5,583,623, 5,596,416, 5,615,314, 5,619,624, 5,625,712, 5,640,228, 5,666,436, 5,745,657, 5,760,913, 5,799,232, 5,818,645, 5,835,788, 5,859,711, 5,867,179, 5,940,186, 5,959,867, 5,970,174, 5,982,937, 5,995,724, 6,002,795, 6,025,922, 6,035,103, 6,041,200, 6,065,041, 6,112,665, 6,116,707, 6,122,407, 6,134,018, 6,141,120, 6,166,821, 6,173,286, 6,185,335, 6,201,614, 6,215,562, 6,219,155, 6,219,659, 6,222,641, 6,224,048, 6,225,974, 6,226,419, 6,238,105, 6,239,895, 6,256,108, 6,269,190, 6,271,937, 6,278,901, 6,279,009, 6,289,122, 6,292,270, 6,299,063, 6,310,697, 6,321,133, 6,327,047, 6,327,050, 6,327,052, 6,330,071, 6,330,363, 6,331,899, 6,340,975, 6,341,017, 6,341,018, 6,341,307, 6,347,256, 6,348,978, 6,356,359, 6,366,918, 6,369,895, 6,381,036, 6,400,443, 6,429,949, 6,449,393, 6,476,927, 6,490,696, 6,501,565, 6,519,053, 6,539,323, 6,543,871, 6,546,364, 6,549,294, 6,549,300, 6,550,991, 6,552,815, 6,559,958, 6,572,293, 6,590,676, 6,606,165, 6,633,396, 6,636,326, 6,643,317, 6,647,149, 6,657,741, 6,662,199, 6,678,068, RE33,973, RE36,947, D341,131, D406,117, D416,550, D417,864, D419,185, D426,206, D439,851, D444,793.
Handelsmerken
Bestcolor, ColorWise, EDOX, EFI, Fiery, het Fiery-logo, Fiery Driven, RIP-While-Print en Spot-On zijn handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc. die zijn gedeponeerd bij het U.S. Patent and Trademark Office in de Verenigde Staten en/of in een aantal andere buitenlandse rechtsgebieden.
Het Best-logo, het Electronics for Imaging-logo, het Fiery Driven-logo, het Intelligent Device Management-logo, het PrintMe-logo, het Splash-logo, het Unimobile-logo, het Velocity OneFlow-logo, Everywhere You Go, Changing the Way the World Prints, AutoCal, AutoGray, Best, ColorCal, Command WorkStation, Device IQ, DocBuilder, DocBuilder Pro, DocStream, FreeForm, Fiery Link, Fiery Prints, Fiery Spark, Intelligent Device Management, NetWise, PrintMe, PrintMe Enterprise, PrintMe Networks, RIPChips, ScanBuilder, SendMe, Splash, Unimobile, Velocity, Velocity Balance, Velocity Build, Velocity Estimate, Velocity Exchange, Velocity OneFlow, Velocity Scan, VisualCal, WebInstaller, WebScan, WebSpooler, WebStatus en WebTools zijn handelsmerken van Electronics for Imaging, Inc.
Alle overige handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaren en worden hierbij gerespecteerd.
Kennisgevingen
APPLE COMPUTER, INC. (HIERNA AANGEDUID ALS “APPLE”) VERLEENT MET BETREKKING TOT DE APPLE-SOFTWARE GEEN ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, DAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. APPLE DOET GEEN GARANTIES EN BEWERINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK EN DE RESULTATEN VAN DE APPLE-SOFTWARE, EVENALS DE JUISTHEID, NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID, GANGBAARHEID EN ANDERE ASPECTEN HIERVAN. DE RESULTATEN EN PRESTATIES VAN DE APPLE-SOFTWARE ZIJN GEHEEL VOOR UW EIGEN RISICO. IN SOMMIGE STATEN IS DE UITSLUITING VAN IMPLICIETE GARANTIE NIET TOEGESTAAN. DE BOVENSTAANDE UITSLUITING IS DERHALVE IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
IN GEEN GEVAL ZIJN APPLE, DAN WEL HAAR DIRECTEURS, STAFLEDEN, WERKNEMERS OF VERTEGENWOORDIGERS, AANSPRAKELIJK VOOR ENIGERLEI GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF INDIRECTE SCHADE (DAARONDER BEGREPEN SCHADE DOOR WINSTDERVING, BEDRIJFSONDERBREKING, VERLIES VAN BEDRIJFSGEGEVENS EN DERGELIJKE) DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN OF ENIGE VERHINDERING TOT HET GEBRUIK VAN DE APPLE-SOFTWARE, ZELFS INDIEN APPLE VAN DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. AANGEZIEN HET IN SOMMIGE LANDEN NIET IS TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, ZIJN DE BOVENSTAANDE BEPERKINGEN IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
zal, ongeacht de oorzaak van deze schade en de grondslag van de ingestelde actie (wanprestatie, onrechtmatige daad [met inbegrip van onrechtmatige nalatigheid], productaansprakelijkheid of anderszins), te allen tijde beperkt blijven tot een bedrag van 50 Amerikaanse dollars.
De aansprakelijkheid van Apple in geval van schade
Bestelnummer: 45038576 01 mei 2004
De PANTONE®-kleuren die worden weergegeven in de softwaretoepassing of in de gebruikersdocumentatie komen mogelijk niet overeen met door PANTONE gedefinieerde standaarden. Raadpleeg actuele PANTONE-kleurenpublicaties voor accurate kleuren. PANTONE® en andere handelsmerken van Pantone, Inc. zijn eigendom van Pantone, Inc. © Pantone, Inc., 2001.
Pantone, Inc. is de houder van het auteursrecht op kleurgegevens en/of -software waarvoor een gebruiksrecht is verleend aan Electronics for Imaging, Inc. voor uitsluitende verspreiding in combinatie met de producten of software van Electronics for Imaging, Inc. PANTONE-kleurgegevens en/of -software mogen niet op een andere schijf of in het geheugen worden gekopieerd, tenzij dit deel uitmaakt van de levering van de producten of software van Electronics for Imaging, Inc.
Dit product bevat software die werd ontwikkeld door de Apache Software Foundation (http://www.apache.org/).
FCC-informatie
WAARSCHUWING: Op grond van de FCC-voorschriften kunnen wijzigingen of aanpassingen aan dit apparaat waarmee de fabrikant niet uitdrukkelijk heeft ingestemd, het recht van de gebruiker om het apparaat te gebruiken tenietdoen.
Ver klaring van conformiteit met klasse B
Uit tests is gebleken dat het onderhavige apparaat voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van klasse B als bedoeld in deel 15 van de FCC­voorschriften. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke bescherming tegen schadelijke storingen in een woonomgeving te bieden. Deze apparatuur produceert en gebruikt energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen, en kan, indien niet volgens de instructies geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke storing veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen garantie dat in bepaalde situaties geen storing zal optreden.
Als deze apparatuur schadelijke storing in radio- of televisieontvangst veroorzaakt, hetgeen kan worden vastgesteld door de apparatuur uit en weer aan te zetten, kan de gebruiker proberen deze storing op te heffen op één of meer van de volgende manieren:
de ontvangstantenne verplaatsen of anders richten. de afstand tussen het apparaat en de ontvanger vergroten. de apparatuur aansluiten op een andere groep dan die waarop de ontvanger is aangesloten. de verkoper of een ervaren radio- of tv-monteur raadplegen.
Om te voldoen aan de FCC-voorschriften dienen afgeschermde kabels te worden gebruikt met deze apparatuur. Het gebruik van niet-goedgekeurde apparatuur of niet-afgeschermde kabels zal waarschijnlijk leiden tot storingen in de radio- en tv-ontvangst. Wijzigingen of modificaties aan deze apparatuur waarmee niet uitdrukkelijk is ingestemd door de fabrikant kunnen het recht van de gebruiker om deze apparatuur te bedienen, tenietdoen.
Ver klaring van conformiteit met klasse B van Industry Canada
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Avis de Conformation Classe B de l’Industrie Canada
Cet appareil numérique de la Classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Ver klaring van conformiteit met de radio-ontstoringsvereisten
Uit afzonderlijke tests en tests op systeemniveau (ter nabootsing van de normale bedrijfsomstandigheden) is gebleken dat dit apparaat aan de geldende radio­ontstoringsvereisten voldoet. Het is echter mogelijk dat het apparaat onder bepaalde ongunstige omstandigheden in andere installaties niet aan deze vereisten voldoet. In dat geval is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de naleving van genoemde vereisten door de installatie.
Dieses Gerät wurde sowohl einzeln als auch in einer Anlage, die einen normalen Anwendungsfall nachbildet, auf die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen geprüft. Es ist jedoch möglich, dass die Funkentstörbestimmungen unter ungünstigen Umständen bei anderen Gerätekombinationen nicht eingehalten werden. Für die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen einer gesamten Anlage, in der dieses Gerät betrieben wird, ist der Betreiber verantwortlich.
De naleving van de geldende voorschriften is afhankelijk van het gebruik van afgeschermde kabels. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van de juiste kabels.
Die Einhaltung zutreffender Bestimmungen hängt davon ab, dass geschirmte Ausführungen benützt werden. Für die Beschaffung richtiger Ausführungen ist der Betreiber verantwortlich.
Software-gebruiksrechtovereenkomst
LEES DE VOLGENDE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DEZE SOFTWARE GEBRUIKT. ALS U NIET INSTEMT MET DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN IN DEZE OVEREENKOMST, MOET U DE SOFTWARE NIET GEBRUIKEN. HET INSTALLEREN EN GEBRUIKEN VAN DE SOFTWARE IMPLICEERT DAT U INSTEMT MET DE BEPALINGEN IN DEZE OVEREENKOMST EN DAT U DEZE BEPALINGEN ACCEPTEERT. ALS U NIET INSTEMT MET DE VOORWAARDEN IN DEZE OVEREENKOMST, KUNT U DE ONGEBRUIKTE SOFTWARE RETOURNEREN, WAARNA HET VOLLEDIGE AANKOOPBEDRAG ZAL WORDEN TERUGGESTORT NAAR DE PLAATS VAN AANKOOP.
Licentie
EFI verleent u een niet-exclusieve licentie om gebruik te maken van de software en bijbehorende documentatie (hierna aangeduid als de “documentatie”) bij het product. De software wordt niet aan u verkocht; er wordt u een licentie voor het gebruik ervan verstrekt. U mag de software uitsluitend voor eigen bedrijfsdoeleinden of persoonlijke doeleinden gebruiken. Het is niet toegestaan de software te verhuren, aan derden te leasen of uit te lenen, of er een sublicentie voor te verstrekken. De software mag evenmin worden gebruikt in een timesharing-overeenkomst, een overeenkomst met een servicebureau of soortgelijke regelingen.
U bent niet gerechtigd de software, of delen ervan, geheel of gedeeltelijk te kopiëren of te laten kopiëren, behalve voor het maken van één (1) reservekopie of voor archiveringsdoeleinden, ter ondersteuning van uw gebruik van de software zoals toegestaan uit hoofde van deze overeenkomst. Het is evenmin toegestaan om de documentatie te kopiëren. Pogingen om de software te lokaliseren, te vertalen, te disassembleren, te decompileren, te ontcijferen, te onderwerpen aan reverse engineering, de broncode ervan te reconstrueren, te wijzigen, werken af te leiden van de oorspronkelijke broncode of de software op enige andere wijze te veranderen zijn niet toegestaan.
De voorwaarden en beperkingen in de gebruiksrechtovereenkomst gelden voor alle bugfixes, patches, nieuwe versies, versienotities, bijwerkingen en opwaarderingen die betrekking hebben op de software.
Eigendomsrechten
U erkent en aanvaardt dat alle rechten, de titel en de belangen, inclusief alle intellectueel-eigendomsrechten, ten aanzien van de software, documentatie en alle wijzigingen en afgeleide werken exclusief eigendom zijn en blijven van EFI en haar leveranciers. Met uitzondering van het bovenstaande uitdrukkelijke beperkte recht om de software te gebruiken, worden geen andere rechten verleend. U kunt aan deze overeenkomst geen octrooirechten, auteursrechten, rechten op handelsgeheimen of handelsmerken (al of niet gedeponeerde) ontlenen. U stemt ermee in geen handelsmerk of handelsnaam van EFI (“EFI-merk”) of een sterk daarop gelijkend merk, URL, Internet-domeinnaam of symbool te gebruiken, te deponeren of te trachten te deponeren als uw eigen naam of de naam van uw partners of producten, noch enige actie te ondernemen die de rechten op handelsmerken van EFI of haar leveranciers belemmert of beknot.
Vertrouwelijkheid
De software is vertrouwelijke informatie die eigendom is van EFI en u bent niet gerechtigd de software te verspreiden. U bent evenwel gerechtigd alle rechten die u aan deze overeenkomst ontleent over te dragen aan een andere (rechts)persoon, vooropgesteld dat: (1) een dergelijke overdracht in overeenstemming is met alle geldende exportwetten en -voorschriften, inclusief de Amerikaanse exportadministratievoorschriften, (2) u aan de betreffende (rechts)persoon alle software en documentatie overdraagt (inclusief alle kopieën, bijgewerkte, nieuwe en vorige versies, onderdelen, de media, afgedrukte materialen en deze overeenkomst); (3) u geen kopieën van de software en de documentatie behoudt, inclusief kopieën die zijn opgeslagen op een computer; en (4) de ontvanger instemt met de bepalingen in deze overeenkomst.
Rechtsmiddelen en beëindiging
Het onbevoegd gebruiken, kopiëren of verspreiden van de software, of enige inbreuk op deze overeenkomst, resulteert in de automatische beëindiging van deze licentie en geeft EFI het recht andere rechtsmiddelen aan te wenden. Indien de overeenkomst wordt beëindigd, moet u alle kopieën van de software en de documentatie, evenals alle onderdelen ervan, vernietigen. Alle bepalingen in deze overeenkomst die betrekking hebben op garantiebeperkingen, aansprakelijkheidsbeperkingen, rechtsmiddelen, schade, geldende wetgeving, rechtspraak of rechtsgebied, evenals EFI's eigendomsrechten, blijven na beëindiging van de overeenkomst onverminderd van kracht.
Garantiebeperking
EFI garandeert de oorspronkelijke koper (hierna aangeduid als de “klant”) dat het functioneren van de software gedurende dertig (30) dagen vanaf de oorspronkelijke datum waarop het product bij EFI of haar geautoriseerde detailhandelaar is aangeschaft, substantieel zal beantwoorden aan hetgeen wordt beschreven in de documentatie, vooropgesteld dat het product wordt gebruikt conform de door EFI verstrekte specificaties. EFI garandeert dat de media waarop de software is opgeslagen gedurende de hierboven vermelde garantieperiode geen defecten zullen vertonen. EFI garandeert niet dat de software in uw specifieke behoeften zal voldoen, dat de software ononderbroken, veilig of zonder fouten zal werken of dat alle fouten in de software zijn gecorrigeerd. EFI biedt geen garantie, noch impliciet, noch op enige andere wijze, met betrekking tot de prestaties of betrouwbaarheid van producten van derden (software of hardware) die niet door EFI zijn geleverd. DEZE GARANTIE WORDT TENIETGEDAAN INDIEN PRODUCTEN VAN DERDEN WORDEN GEÏNSTALLEERD DIE NIET DOOR EFI ZIJN GEAUTORISEERD. DEZE GARANTIE WORDT EVENEENS TENIETGEDAAN INDIEN HET PRODUCT WORDT GEBRUIKT, AANGEPAST EN/OF GEREPAREERD OP EEN ANDERE WIJZE DAN DEWELKE DOOR EFI IS GEAUTORISEERD.
MET UITZONDERING VAN DE BOVENSTAANDE UITDRUKKELIJKE, BEPERKTE GARANTIE EN VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN ONDER DE WET, VERLEENT EFI MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE GEEN ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, OP GROND VAN WETTELIJKE BEPALINGEN, BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST DAN WEL AAN U GEDANE MEDEDELINGEN. MET NAME ACCEPTEERT EFI GEEN ENKELE IMPLICIETE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF VRIJWARING VAN INBREUK OP DE RECHTEN VAN DERDEN.
Aansprakelijkheidsbeperking
IN GEEN GEVAL, VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN ONDER DE WET, ZIJN EFI EN HAAR LEVERANCIERS AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE, DAARONDER BEGREPEN VERLIES VAN GEGEVENS, WINSTDERVING, DEKKINGSKOSTEN OF ANDERE SPECIALE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF INDIRECTE SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT DE VERKOOP, DE INSTALLATIE, HET ONDERHOUD, HET GEBRUIK, DE PRESTATIES OF HET NIET GOED WERKEN VAN DE SOFTWARE, ONGEACHT DE OORZAAK VAN DERGELIJKE SCHADE EN DE THEORIE WAAROP DE AANSPRAKELIJKHEID IS GEBASEERD. DEZE BEPERKING GELDT ZELFS INDIEN EFI VAN HET RISICO VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. U ERKENT DAT DEZE RISICOVERDELING IN DE PRIJS VAN HET PRODUCT IS VERDISCONTEERD. AANGEZIEN IN SOMMIGE RECHTSGEBIEDEN DE UITSLUITING OF BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE NIET IS TOEGESTAAN, IS DE BOVENSTAANDE BEPERKING IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
Hierbij stellen wij u ervan in kennis dat Adobe Systems Incorporated, een onderneming geregistreerd in Delaware en gevestigd aan de 345 Park Avenue, San Jose, CA 95110-2704 (hierna aangeduid als “Adobe”) een derde-begunstigde bij deze overeenkomst is voor zover deze overeenkomst bepalingen bevat die betrekking hebben op het gebruik van de lettertypen, gecodeerde lettertypenprogramma’s, lettertypen en handelsmerken onder licentie van of geleverd door Adobe. Deze bepalingen zijn uitdrukkelijk ten gunste van Adobe gemaakt, zodat naast EFI ook Adobe de nakoming hiervan kan vorderen. ADOBE WIJST IEDERE AANSPRAKELIJKHEID JEGENS U VOOR SOFTWARE OF TECHNOLOGIE VAN ADOBE WAARVOOR U UIT HOOFDE VAN DEZE OVEREENKOMST EEN LICENTIE HEEFT VAN DE HAND.
Exportbepalingen
De producten van EFI zijn onderworpen aan de Amerikaanse exportwetten en -voorschriften, inclusief de Amerikaanse exportadministratievoorschriften, evenals aan buitenlandse exportwetten en -voorschriften. U stemt ermee in dat u geen enkel onderdeel van het product of de software in geen enkele vorm zult gebruiken, verspreiden, overdragen, exporteren of opnieuw exporteren indien u daarmee het toepasselijk recht of de toepasselijke voorschriften in de Verenigde Staten of het land van aanschaf overtreedt.
Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten
Het gebruik, de verveelvoudiging of verspreiding van de software door overheidsfunctionarissen van de Verenigde Staten is onderworpen aan de beperkingen als neergelegd in FAR 12.212 of DFARS 227.7202-3 -227.7202-4 en, voor zover voorgeschreven door de Amerikaanse federale wetgeving, aan de minimale beperkte rechten als neergelegd in FAR 52.227-14, Restricted Rights Notice (juni 1987) Alternate III(g)(3)(juni 1987) of FAR 52.227-19 (juni 1987). Voor zover in hoofde van deze overeenkomst technische gegevens worden verstrekt, zijn deze gegevens beschermd volgens FAR 12.211 en DFARS 227.7102-2 en voor zover uitdrukkelijk voorgeschreven door de Amerikaanse overheid, en onderworpen aan beperkte rechten als neergelegd in DFARS 252.227.7015 (november 1995) en DFARS 252.227-7037 (september 1999). Ingeval enige van bovengenoemde voorschriften van instanties zouden worden gewijzigd of vervangen, zullen de daaropvolgende of equivalente voorschriften van toepassing zijn. De naam van de leverancier is Electronics for Imaging.
Algemeen
De rechten en plichten van de partijen die voortvloeien uit deze overeenkomst zijn in alle opzichten uitsluitend onderworpen aan het recht van de staat Californië, daar dit recht geldt voor contracten tussen inwoners van Californië waarvan de volledige uitvoering binnen Californië plaatsvindt. Deze overeenkomst is niet onderworpen aan de United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods en andere soortgelijke conventies. Voor alle geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst zijn uitsluitend de staatsrechtbanken in San Mateo County, Californië en de federale rechtbank voor het Noordelijk District van Californië bevoegd. Deze overeenkomst regelt de volledige rechtsverhouding tussen u en Electronics for Imaging en prevaleert boven eerdere mondelinge of schriftelijke mededelingen dan wel advertenties met betrekking tot de software. Indien enige bepaling van deze overeenkomst ongeldig wordt geacht, zal deze bepaling worden geacht te zijn gewijzigd voor zover dat nodig is om de bepaling afdwingbaar te maken en blijven de overige bepalingen van deze overeenkomst onverminderd van kracht.
Bij vragen kunt u een bezoek brengen aan de website van EFI: www.efi.com.
Electronics for Imaging 303 Velocity Way Foster City, CA 94404, Verenigde Staten
Inhoud
Over de documentatie
Inleiding
Over deze handleiding
Hoofdstuk 1: Aansluiten op het netwerk
De Fiery EXP5000 op het netwerk
Fasen van de installatie op het netwerk
Beknopt overzicht van de installatie
Aansluiten van de netwerkkabel op de Fiery EXP5000
Achteraanzicht van de Fiery EXP5000 1-10 Ethernet-verbinding 1-11
Hoofdstuk 2: Netwerkservers instellen
Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
Tips voor experts—Windows met TCP/IP 2-2 Een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server configureren voor communicatie met
de Fiery EXP5000 2-3
De Fiery EXP5000 in een NetWare-netwerk
Tips voor experts—IPX-netwerken 2-9 Overzicht van IPX-afdrukken naar de Fiery EXP5000 2-9 Een NetWare-server voor afdrukken configureren 2-10
xii
1-1
1-2
1-4
1-10
2-1
2-8
De Fiery EXP5000 op een NetWare-netwerk met NDPS
Tips voor experts—NetWare-netwerken 2-15 Een NetWare-server configureren voor afdrukken met NDPS 2-16
De Fiery EXP5000 in een netwerk met UNIX-werkstations
Tips voor experts—UNIX-werkstations 2-19 Belangrijke opmerking over de externe-printernaam 2-19 De Fiery EXP5000 instellen op TCP/IP-netwerken 2-20 Afdruktaken beheren 2-22
2-14
2-18
viii Inhoud
Hoofdstuk 3: Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
Toegangs- en controleniveaus
Fiery EXP5000 afdrukverbindingen 3-2 Wachtwoorden 3-3 Fiery WebTools 3-4 Scenario’s voor controleniveaus 3-6
Fiery EXP5000-systeemsoftware
Over de Setup
Ve reisten voor instelling van de netwerkserver 3-9 De verbinding van de digitale pers bevestigen 3-10 Een virusvrije werking van de Fiery EXP5000 garanderen op een netwerk 3-11 Over het Fiery EXP5000 standaardwachtwoord 3-14
Hoofdstuk 4: Setup uitvoeren vanaf het FACI
De Fiery EXP5000 instellen vanuit de FACI
Toegang krijgen tot de Setup van de Fiery EXP5000
Opties van Algemene instellingen
Instellingen takenlogboek 4-6
Netwerkinstellingen
Adapters/Poorten 4-8 Protocollen 4-9 Service-instellingen 4-15
3-1
3-8
3-9
4-1
4-1
4-3
4-7
Opties voor printerinstellingen
Printerverbindingen 4-32 Ve rtraging taak-batch 4-33 PS(PostScript)-instellingen 4-35 Kleurinstellingen 4-38
De server opnieuw starten
4-32
4-42
ix Inhoud
Hoofdstuk 5: De Fiery EXP5000 instellen vanaf een Windows- computer
Toegang tot Setup
Fiery-Setup op afstand 5-1
Opties van Serverinstellingen
Serverinstellingen 5-3 Takenlogboek instellen 5-5
Netwerkinstellingen
Poorten 5-7 Protocollen 5-8 Services 5-12 Windows-afdrukken met Server Message Block (SMB) 5-22
Opties van Printerinstellingen
Printerverbindingen 5-28 PS-instellingen (PostScript) 5-29
Setup afsluiten
Printergroepen instellen
De configuratiepagina afdrukken
Hoofdstuk 6: Configureren van Fiery WebTools
De Fiery EXP5000 en clients configureren voor Fiery WebTools
WebLink-bestemming instellen
5-1
5-3
5-6
5-28
5-32
5-32
5-33
6-1
6-2
Hoofdstuk 7: Beheer van de Fiery EXP5000
Beheerdersfuncties
Wachtwoorden instellen
Wachtwoorden 7-3 Wachtwoorden lokaal instellen of wijzigen vanaf de FACI 7-4 Wachtwoorden instellen of wijzigen vanuit Command WorkStation of Fiery WebSetup 7-5
7-1
7-3
x Inhoud
Wissen van de Fiery EXP5000
Werken met de harde schijf van de Fiery EXP5000
Adresboeken beheren
Optimale prestaties van de Fiery EXP5000 garanderen
Gebruik van de FieryBar
Berichten 7-12 Bedrijfslampje 7-12 Opdrachten 7-13
Starten, afsluiten, opnieuw starten (warm) en opnieuw starten (koud) van de Fiery EXP5000
Starten van de Fiery EXP5000 7-15 De Fiery EXP5000 opnieuw starten 7-16 Koude start van de Fiery EXP5000 7-17 De Fiery EXP5000 afsluiten 7-18 Wanneer de Fiery EXP5000 niet meer reageert 7-19
Bijlage A: Problemen oplossen
Problemen oplossen met de Fiery EXP5000
Oplossen van problemen tijdens de Setup vanaf de FACI A-1 Runtime-foutberichten A-6
7-6
7-6
7-7
7-11
7-12
7-14
A-1
Index
xi Over deze handleiding

Inleiding

Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die verantwoordelijk is voor de integratie van de Fiery EXP5000 Color Server in een bedrijfsomgeving waarin pc’s via een netwerk met elkaar zijn verbonden. Nadat de Fiery EXP5000 Color Serveren clientwerkstations zijn ingesteld, kunnen afzonderlijke gebruikers afdrukken naar de Fiery EXP5000 Color Server als een hoogwaardige printer.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u netwerkservers en -clients instelt voor gebruik met de Fiery EXP5000 Color Server en hoe u gebruikerssoftware installeert en het afdrukken vanaf Microsoft Windows- en Mac OS-computers kunt instellen. Voor algemene informatie over het gebruik van de digitale pers, uw computer, uw toepassingen of uw netwerk raadpleegt u de handleidingen bij de desbetreffende producten.
O
PMERKING
:
De term “Fiery EXP5000” wordt in deze handleiding gebruikt om te verwijzen naar de Fiery EXP5000 Color Server. In illustraties wordt de naam “Aero” gebruikt als voorbeeld voor de naam die gebruikers kunnen geven aan de Fiery EXP5000. De term “Windows” wordt gebruikt om te verwijzen naar Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows Server 2003 en Windows XP, al naar gelang het geval.
De Fiery EXP5000 biedt ondersteuning voor Fiery WebTools™ en software voor Command WorkStation, waarmee een operator alle taken kan beheren die naar de Fiery EXP5000 worden verzonden. Hoewel dit niet overal het geval hoeft te zijn, wordt er in de documentatie van dit product van uitgegaan dat er een operator is aangesteld, die verantwoordelijk is voor het controleren en beheren van alle taken die zijn verzonden door gebruikers van externe werkstations.
Extra connectiviteitsfuncties of beheerfuncties die specifiek zijn voor de digitale pers worden beschreven in de
PMERKING
O
Het is mogelijk dat illustraties van Windows-software niet volledig
:
Afdrukgids
of in de
Versienotities voor de klant.
overeenkomen met de versie van Windows die u op uw locatie gebruikt.
xii Inleiding

Over deze handleiding

In deze handleiding worden de volgende onderwerpen besproken:
•Basisconfiguratie van de Fiery EXP5000 om afdrukken via AppleTalk-,
TCP/IP- en IPX-netwerken (Novell) te ondersteunen
•Het beheren van afdruktaken die worden verzonden via het netwerk
•Het configureren van Novell- en Microsoft Windows NT 4.0/2000/Server 2003-
servers en UNIX-systemen voor ondersteuning van Fiery EXP5000-afdrukservices
•Het gebruiken van de Fiery EXP5000 in heterogene netwerkomgevingen
PMERKING
O
De netwerkrichtlijnen in deze handleiding zijn niet bedoeld als vervanging
:
van de diensten van een ervaren netwerktechnicus.
Deze handleiding is als volgt ingedeeld:
•In Hoofdstuk 1 vindt u informatie over de ondersteunde netwerkconfiguraties
en worden de netwerkconnectoren op de Fiery EXP5000 beschreven.
•In Hoofdstuk 2 worden richtlijnen gegeven voor het instellen van Windows-
en Novell-netwerkservers en UNIX-systemen voor het afdrukken naar de Fiery EXP5000 en voor het werken met de Fiery WebTools.
•In Hoofdstuk 3 wordt uitgelegd hoe u de Setup van de Fiery EXP5000 moet
voorbereiden, inclusief het plannen van de systeembeveiliging via toegangsniveaus.
•In Hoofdstuk 4 wordt de configuratie (Setup) van de Fiery EXP5000 via de Fiery
Advanced Controller Interface (FACI) beschreven.
Hoofdstuk 5 bevat instructies voor de Setup op afstand van de Fiery EXP5000 vanaf
een Windows-computer.
Hoofdstuk 6 behandelt het instellen van de Fiery EXP5000 voor Fiery WebTools.
•In Hoofdstuk 7 staat een overzicht van bepaalde administratieve functies
van Fiery EXP5000-software die beschikbaar zijn voor IPX/SPX-, TCP/IP- en AppleTalk-netwerken. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk een aantal tips gegeven voor het oplossen van problemen.
•In Bijlage A worden kwesties beschreven die te maken hebben met het instellen
van de Fiery EXP5000, en worden oplossingen voorgesteld.
O
PMERKING
:
Op pagina 7-1 wordt een overzicht gegeven van beheerdersfuncties die in andere handleidingen worden beschreven.
1-1 De Fiery EXP5000 op het netwerk
1

Hoofdstuk 1: Aansluiten op het netwerk

In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van de stappen die nodig zijn om de Fiery EXP5000 in te stellen. Dit hoofdstuk bevat tevens diagrammen waarin u naar andere hoofdstukken of andere handleidingen wordt verwezen voor de voltooiing van de installatie. Gebruik deze verwijzingen om snel de informatie te vinden die u nodig hebt.

De Fiery EXP5000 op het netwerk

Wanneer de Fiery EXP5000 is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een PostScript-netwerkprinter. De ingebouwde Ethernet-interface van de Fiery EXP5000 ondersteunt de volgende netwerkprotocollen:
•AppleTalk
• TCP/IP (de protocollen lpd, nbt en http)
TCP/IP staat voor Transmission Control Protocol/Internet Protocol. Het lpd-protocol is het standaardafdrukprotocol van TCP/IP. Het nbt-protocol ondersteunt Windows-afdrukken (SMB). Poort 9100 is het nummer van de printerserverpoort om afdrukverbindingen tussen de afdrukserver en een externe computer te publiceren. Het http-protocol wordt veel gebruikt voor webpagina’s op het internet en op intranetten. Het http-protocol ondersteunt ook IPP-afdrukken.
• IPX/SPX (Novell)
IPX/SPX staat voor Internetwork Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange.
Deze protocollen (regels waarmee computers in een netwerk met elkaar kunnen communiceren) worden ondersteund op de platforms Mac OS, Windows en UNIX en kunnen tegelijkertijd via dezelfde kabel actief zijn. Werkstations die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de genoemde protocollen gebruikt. De Fiery EXP5000 is auto-sensing en kan met al deze verbindingen tegelijk omgaan.
1-2 Aansluiten op het netwerk
1
•Fysiek aansluiten van de Fiery EXP5000 op een werkend netwerk
Configureren van de netwerkserver
Wanneer u de Fiery EXP5000 toevoegt aan een netwerk, wordt ervan uitgegaan dat een netwerkbeheerder al een netwerkkabelsysteem heeft geïnstalleerd en werkstations en servers met elkaar heeft verbonden.

Fasen van de installatie op het netwerk

De installatie kan worden uitgevoerd door een netwerk- of afdrukbeheerder. Bij een succesvolle installatie doorloopt u de volgende fasen:
Maak een netwerkknooppunt gereed voor de Fiery EXP5000—zorg voor een kabel (minimaal CAT5-kabel) en leid deze naar de plaats waar de Fiery EXP5000 wordt geïnstalleerd (dicht bij de digitale pers). Sluit de kabel aan op de RJ45-netwerkaansluiting van de Fiery EXP5000. Zie pagina 3-10 voor meer informatie.
Wanneer netwerkservers nodig zijn, moet u deze eerst configureren om clients in staat te stellen de Fiery EXP5000 te benaderen als een PostScript-kleurenprinter. Zie Hoofdstuk 2 voor meer informatie over het configureren van netwerkservers in Windows-, Novell- en UNIX-netwerkomgevingen.
Instellen van de Fiery EXP5000
Configureer de Fiery EXP5000 voor uw specifieke afdruk- en netwerkomgeving. Lees eerst Hoofdstuk 2 en raadpleeg daarna de volgende hoofdstukken voor meer informatie.
Clientwerkstations voorbereiden voor afdrukken
Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer extra gebruikerssoftware en verbind de client via het netwerk met de Fiery EXP5000. Deze opties worden beschreven in
Hoofdstuk 2 wordt hierover informatie gegeven.
Beheren van de Fiery EXP5000
Controleer en onderhoud de systeemprestaties en los mogelijke problemen op. Voor meer informatie raadpleegt u Hoofdstuk 7 van deze handleiding en de
voor taakbeheer
Installatiegids gebruikerssoftware
. Ook in
Gids
1-3 Fasen van de installatie op het netwerk
1
Overzicht van de installatie van de Fiery EXP5000 op het netwerk
AANSLUITEN
SERVER CONFIGUREREN
FIERY EXP5000 INSTELLEN
CLIENT INSTELLEN
Fiery EXP5000
Netwerkserver
Fiery EXP5000
UNIX Mac OS Windows
Maak een netwerkknooppunt gereed. Verbind de Fiery EXP5000 met de digitale pers en het netwerk. Als u een computer gebruikt waarop Command WorkStation-software actief is, sluit u deze aan op het netwerk.
Configureer UNIX-, Windows NT 4.0/2000/ Server 2003- en IPX-servers (Novell) met Fiery EXP5000-afdrukwachtrijen en Fiery EXP5000-gebruikers.
Configureer in de FACI ten minste de servernaam/datum/tijd in de algemene instellingen, en de printerinstellingen. Na de eerste Setup kunt u de overige Setups configureren vanuit Command WorkStation. Kalibreer de Fiery EXP5000.
Ga als volgt te werk op elke computer die moet kunnen afdrukken naar de Fiery EXP5000:
•Installeer de juiste printerbestanden en maak verbinding met een of meer wachtrijen.
•Installeer Fiery®-hulpprogramma’s en een Internetbrowser voor de computers waarop die gebruikt zullen worden.
• Controleer of de Fiery EXP5000 in de lijst met printers staat en maak een testafdruk.
Fiery EXP5000 beschikbaar op het netwerk
1-4 Aansluiten op het netwerk
1

Beknopt overzicht van de installatie

In de diagrammen op de volgende pagina’s worden de systemen weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken en voor het uitvoeren van Fiery-software vanaf externe werkstations. Zoek de pagina met uw platform- en netwerktype, en zoek vervolgens de instellingsprocedures op waarnaar wordt verwezen in “Zie voor installatie” linksboven in de diagrammen.
In de diagrammen worden apparaten beschreven die gebruikmaken van de ondersteunde netwerkprotocollen. Dit zijn logische diagrammen en geen weergaven van de werkelijke plaatsing (topologie) van apparaten in het netwerk. Bij elke logische indeling is een scala aan plaatsingsmogelijkheden voorhanden. Twisted-pair Ethernet-netwerken gebruiken bijvoorbeeld gewoonlijk een stervormige configuratie rond een hub in plaats van een busindeling. Het ontwerp van fysieke netwerken valt echter buiten het bestek van deze handleiding.
Als in het netwerk wordt gebruik gemaakt van meer dan één protocol of meer dan één type werkstation, combineert u de instellingen voor elk onderdeel van het systeem. Meerdere protocollen (in de diagrammen weergegeven als parallelle lijnen) kunnen naast elkaar worden gebruikt op dezelfde kabel. Een effen lijn met een pijl vanaf de Fiery EXP5000 geeft aan dat andere typen ondersteunde netwerken tegelijkertijd actief kunnen zijn.
De protocollen die in deze diagrammen worden gebruikt, worden als volgt aangeduid:
IPX (Novell)
AppleTalk
Overige
TCP/IP (lpd, nbt of http)
1-5 Beknopt overzicht van de installatie
Zi
1
Mac OS-omgeving met AppleTalk
e voor installatie:
1Mac OS-computer Installatiegids gebruikerssoftware
2Fiery Setup Hoofdstuk 4
Fiery EXP5000 aangesloten
op digitale pers
2
TCP/IP (http) voor Fiery WebTools
AppleTalk
Mac OS-computer
AppleTalk-protocol
TCP/IP
1
Mac OS-computer
Mac OS-computers kunnen direct afdrukken.
1
Mac OS-computer
1
Afdrukken op dit netwerk
Mac OS-computers kunnen direct afdrukken met behulp van de AppleTalk- en TCP/IP-protocollen.
Mac OS X-computers kunnen afdrukken met behulp van de Apple Talk- en TCP/IP-protocollen.
Voor Fiery-hulpprogramma's
Fiery Downloader op een Mac OS-computer kan met het AppleTalk-protocol worden gebruikt. Andere Fiery-hulpprogramma’s en Fiery WebTools kunnen worden gebruikt met het TCP/IP-protocol.
Voor Fiery WebTools
Een Mac OS-computer waarop TCP/IP (http) is geladen.
1-6 Aansluiten op het netwerk
Zi
4
1
Windows-computers in een Novell-omgeving
e voor installatie:
1NetWare-server pagina 2-14
2Fiery EXP5000 Setup Hoofdstuk 4
3NetWare-client Installatiegids
Windows-computer pagina 2-9
gebruikerssoftware
Fiery EXP5000 aangesloten
op digitale pers
2
Een ander ondersteund protocol
NetWare-server
1
IPX
Windows-computer: NetWare-client
3
Windows-computer: NetWare-client
3
Windows-computer: NetWare-client met SPX
3, 4
IPX-protocol
TCP/IP of NDPS-gateway TCP/IP (lpd)
NDPS-gateway
TCP/IP (lpd)
IPX
TCP/IP (http) voor Fiery WebTools TCP/IP voor Fiery-hulpprogramma's
Afdrukken op dit netwerk
Alle Windows-computers kunnen afdrukken via de NetWare-server.
Voor Fiery WebTools
Een Windows-computer waarop TCP/IP (http) is geladen.
1-7 Beknopt overzicht van de installatie
Zi
1
Windows NT 4.0/2000/Server 2003-serveromgeving
e voor installatie:
1 Windows NT 4.0/2000/Server 2003-Server pagina 2-3
2Fiery EXP5000 Setup Hoofdstuk 4
3 Windows-client pagina 2-6
4 Windows 2000/XP-client Installatiegids
gebruikerssoftware
Een ander ondersteund protocol
Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-werkstation of Windows NT
4.0/2000/Server 2003 -server als afdrukserver
1
LAN met NETBEUI, enz.
Windows-computer
3
Windows-computer
NETBEUI of ander protocol dat beschikbaar is op de clients en de server
TCP/IP
Fiery EXP5000 aangesloten
op digitale pers
2
TCP/IP (lpd) voor afdrukken TCP/IP (http) voor WebTools TCP/IP voor Fiery-hulpprogramma's
Windows 2000/XP
computer waarop TCP/IP
(Port 9100 en IPP)
is geladen
3
3
Afdrukken op dit netwerk
Windows NT 4.0/2000/Server
2003-server of
Windows-computer
waarop TCP/IP is geladen
1, 3
Windows-clients kunnen afdrukken met behulp van een protocol dat beschikbaar is op de Windows NT
4.0/2000/ Server 2003-afdrukserver.
Windows-computers kunnen afdrukken met het lpd-protocol van TCP/IP.
Voor het uitvoeren van Fiery-hulpprogramma's en Fiery WebTools
Een Windows-computer waarop TCP/IP is geladen.
1-8 Aansluiten op het netwerk
Zi
1
Windows-computers die Windows-afdrukken gebruiken
e voor installatie:
1 Windows-computer Installatiegids gebruikerssoftware
2Fiery EXP5000 Setup Hoofdstuk 4
Fiery EXP5000 aangesloten
op digitale pers
2
TCP/IP (nbt)
Een ander ondersteund protocol
Windows-computer
TCP/IP-protocol (nbt)
1
Windows-computer
1
Windows-computer
1
Voor Windows-afdrukken
Windows-afdrukken (SMB) ingeschakeld op de Fiery EXP5000.
Windows NetBios en TCP/IP ingeschakeld op de computer.
1-9 Beknopt overzicht van de installatie
Zi
1
UNIX-werkstations en Windows-computers in een TCP/IP-netwerk
e voor installatie:
1 UNIX-server/host pagina 2-18
2Fiery EXP5000 Setup Hoofdstuk 4
3 UNIX-werkstation pagina 2-18
4TCP/IP-client Installatiegids
gebruikerssoftware
Hoofdstuk 4
5 Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-client pagina 2-6
UNIX-server of
-werkstation
1, 3
Fiery EXP5000 aangesloten
op digitale pers
2
Een ander ondersteund protocol
TCP/IP-protocol (lpd)
TCP/IP-client
4
TCP/IP (lpd, http en ipp)
Windows-computer
waarop TCP/IP is geladen
5
Afdrukken op dit netwerk
UNIX-werkstations met het TCP/IP-protocol (lpd) kunnen direct afdrukken en als host fungeren voor gedeeld afdrukken.
TCP/IP-clients kunnen afdrukken zowel via een UNIX-server als rechtstreeks; dit vereist dat TCP/IP en de lpr-afdrukservice zijn geladen.
Voor het uitvoeren van Fiery-hulpprogramma's en Fiery WebTools
Windows-computers waarop TCP/IP is geladen.
1-10 Aansluiten op het netwerk
)
)
)
)
1
!

Aansluiten van de netwerkkabel op de Fiery EXP5000

In deze sectie staat een illustratie van het achterpaneel van de Fiery EXP5000. Daarna wordt uitgelegd hoe u de Ethernet-kaart aansluit.
Schakel de Fiery EXP5000 uit voordat u hem aansluit op een netwerkapparaat. Als de Fiery EXP5000 net klaar is met het verwerken van een taak, wacht u vijf seconden nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt voordat u het uitschakelt met de aan/uit-schakelaar. Zie pagina 7-14 voor de juiste afsluitprocedure.

Achteraanzicht van de Fiery EXP5000

Muis
Toetsenbord
USB-poorten (ES-1000)
Monitor
10/100/1000BaseT
Niet gebruikt
Dongle
Printerinterfacekaart (C
Printerinterfacekaart (M
Printerinterfacekaart (Y
Printerinterfacekaart (K
1-11 Aansluiten van de netwerkkabel op de Fiery EXP5000
1

Ethernet-verbinding

Voor aansluiting op Ethernet ondersteunt de Fiery EXP5000 Unshielded Twisted Pair-bekabeling (UTP), gedefinieerd als categorie 5 voor gebruik met 10BaseT. 100BaseT, en 1000BaseT (Gigabit). De kabel is voorzien van een 8-pins RJ45-connector die in de RJ-45-aansluiting op de Fiery EXP5000 wordt gestoken.
OPMERKING: De Ethernet-connector (RJ-45) van sommige oudere systemen
ondersteunt 1000BaseT (Gigabit) Ethernet niet.
OPMERKING: Het type 100BaseT dat door de Fiery EXP5000 wordt ondersteund, is
100BaseTX, ook wel Fast Ethernet genoemd. Als een Ethernet-hub wordt gebruikt, moet dit een 100BaseTX-hub zijn. Met de term “100BaseT” wordt 100BaseTX bedoeld.
AANSLUITEN OP DE ETHERNET-KAART
Sluit de netwerkkabel aan op de RJ-45-connector aan de achterkant van de Fiery EXP5000.
Voor de 100BaseT en 1000BaseT (Gigabit) moet een unshielded twisted pair-netwerkkabel van categorie 5 worden gebruikt.
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten
2-1 Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
2

Hoofdstuk 2: Netwerkservers instellen

In dit hoofdstuk worden omgevingen beschreven met een of meer netwerkservers— Novell NetWare-servers en Windows NT 4.0/2000/Server 2003-servers—die gezamenlijk afdrukken naar de Fiery EXP5000. Hierbij wordt uitgelegd hoe u servers instelt die het IPX/SPX- of het TCP/IP-protocol gebruiken om te communiceren met de Fiery EXP5000. Daarnaast worden enkele richtlijnen gegeven voor het instellen van directe communicatie vanaf Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-werkstations of UNIX-werkstations, waarbij een netwerkserver optioneel is. In dit hoofdstuk worden tevens de vereisten voor gebruikers gegeven, zodat zij kunnen afdrukken naar de Fiery EXP5000 en kunnen werken met de Fiery-hulpprogramma’s en Fiery WebTools.
De Fiery EXP5000 kan tegelijkertijd taken accepteren van NetWare-, Windows NT
4.0/2000/Server 2003- en AppleShare-servers en kan ook taken accepteren die rechtstreeks vanaf Windows- of UNIX-werkstations worden verzonden. Aangezien AppleShare-servers geen speciale configuratie vereisen, worden deze in dit hoofdstuk niet besproken, behalve voor gebruik in een Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003­omgeving (zie “Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met
Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003” in de volgende sectie).
OPMERKING: De Fiery EXP5000 biedt geen ondersteuning voor de Windows 2000
Active Directory Service.
Als uw netwerk gebaseerd is op Windows NT 4.0/2000/Server 2003, gaat u verder naar de volgende sectie. Ga door naar pagina 2-18 voor informatie over UNIX­werkstations.
Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
Wanneer een Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-computer wordt geconfigureerd voor verbinding met de Fiery EXP5000 via TCP/IP, kan deze rechtstreeks afdrukken naar de Fiery EXP5000. Als de computer de printer via het netwerk deelt, fungeert deze als afdrukserver voor Windows-clients. Clientcomputers drukken af naar de Fiery EXP5000 via de Windows NT 4.0/2000/Server 2003­afdrukserver. U kunt dan afdrukken vanaf de Windows NT 4.0/2000/Server 2003­server controleren en beheren.
2-2 Netwerkservers instellen
2
•Zorg dat u een geldig IP-adres hebt voor de Fiery EXP5000 en voor alle werkstations
Voorbeelden van typische systeemcombinaties zijn:
• Afdrukserver met Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server; clients met
Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-werkstation en Windows 98/Me
• Afdrukserver met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003 Workstation
en clients met Windows 98/Me
Als TCP/IP-protocollen zijn geladen, kunt u de Fiery-hulpprogramma’s en Fiery WebTools uitvoeren vanaf een Windows-computer.

Tips voor experts—Windows met TCP/IP

Het instellen van afdrukken vanuit Windows met behulp van TCP/IP-protocollen lijkt in bepaalde opzichten op het instellen van UNIX-werkstations met TCP/IP. Wanneer TCP/IP-netwerkverbindingen vanuit Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003­werkstations tot stand worden gebracht, moet u rekening houden met het volgende:
die hierop moeten afdrukken of moeten gebruikmaken van de Fiery-hulpprogramma’s.
Schakel in de Setup van de Fiery EXP5000 het TCP/IP-adres in, en voer het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres voor de Fiery EXP5000 in.
U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCP- of het BOOTP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen.
•Zorg dat de naam en het adres van de Fiery EXP5000 zijn opgenomen in een DNS­database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door het systeem wordt gebruikt.
•Zorg dat de hosttabel van het systeem de juiste interne naam bevat voor de Fiery EXP5000 als een externe printer.
Zie pagina 2-19 voor meer informatie.
•Voor Windows installeert u de juiste printerstuurprogrammabestanden op de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie.
Herhaal de installatie voor alle gebruikers die afdrukken naar de Fiery EXP5000.
Alle servers en werkstations die Fiery-hulpprogramma's uitvoeren met TCP/IP hebben ook het TCP/IP-protocol en de Fiery-hulpprogrammasoftware nodig.
2-3 Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
2
Laad het TCP/IP-netwerkprotocol op de server en configureer het met een IP-adres,
•Typ de hostnaam van de Fiery EXP5000 in de database met hosts die wordt gebruikt
•Voer de Setup van de Fiery EXP5000 uit.
Definieer op de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server een printer voor elke
Een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server configureren voor communicatie met de Fiery EXP5000
Als u een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server wilt configureren voor communicatie met de Fiery EXP5000, volgt u deze algemene stappen. In de volgende secties in dit hoofdstuk en in de Microsoft-documentatie wordt meer gedetailleerde informatie gegeven.
subnetmasker en gateway.
door het systeem (zie pagina 2-4).
Fiery EXP5000-afdrukverbinding, installeer de juiste printerstuurprogramma’s en deel de printer eventueel in het netwerk (zie pagina 2-5).
Definieer in de printerverbinding de hostnaam en de externe-printernaam van de Fiery EXP5000. Zie pagina 2-19 voor meer informatie.
Als de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server ook een werkstation is, installeert u de Fiery-hulpprogramma's (zie de Installatiegids gebruikerssoftware).
De Fiery EXP5000 toevoegen aan het TCP/IP-netwerk
Als het TCP/IP-netwerk bestaat uit Windows NT 4.0/2000/Server 2003-servers en Windows-clients, volgt u de aanwijzingen in deze sectie. Als het netwerk UNIX­werkstations bevat, raadpleegt u ook de procedures op pagina 2-20.
2-4 Netwerkservers instellen
2
DE FIERY EXP5000 TOEVOEGEN AAN EEN TCP/IP-NETWERK MET EEN WINDOWS NT 4.0/2000/SERVER 2003-SERVER
1. Registreer het IP-adres van de Fiery EXP5000 in de database met host-namen die door het systeem wordt gebruikt.
Voor installaties zonder netwerkbeheerder of een centrale database met hostnamen voegt u de Fiery EXP5000 toe aan het bestand hosts op de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server. Voeg die ook toe aan het bestand hosts op alle werkstations waarop TCP/IP is geladen en die gebruikmaken van de Fiery-hulpprogramma’s.
Het bestand hosts van Windows NT 4.0/2000/Server 2003 is compatibel met het bestand hosts van UNIX. Het bestand hosts wordt gebruikt als een lokaal DNS-equivalent (Domain Name Services). Het bestand heeft dezelfde indeling als het bestand /etc/hosts op UNIX-servers. De vermelding hosts heeft de volgende notatie:
IP-adres<TAB>hostnaam<TAB>#commentaar
waarbij <TAB> aangeeft dat u op de TAB-toets moet drukken.
Druk een configuratiepagina af (zie pagina 5-33) om het IP-adres en de servernaam van het systeem te bepalen.
OPMERKING: Als de Fiery EXP5000 al is gedefinieerd in een /etc/hosts-bestand of
equivalente database met hostnamen op een UNIX-werkstation in het netwerk, is het raadzaam hier dezelfde hostnaam te gebruiken als die welke u voor de naam van de externe printer hebt gebruikt in het bestand /etc/printcap.
2. Voer de Setup van de Fiery EXP5000 uit om afdrukken via TCP/IP te ondersteunen.
Typ de opties in Protocolinstell. (IP-adres van de Fiery EXP5000, subnetmasker en gateway-adres).
2-5 Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
2
De Fiery EXP5000 installeren als gedeelde printer
De eerste stap bij het definiëren van een printer is het installeren van de printerstuurprogrammabestanden, zodat uw toepassingen toegang krijgen tot de printerfuncties. U kunt gebruikmaken van de installatie-instructies in de Installatiegids
gebruikerssoftware voor elk werkstation dat rechtstreeks en onafhankelijk zal afdrukken
naar de Fiery EXP5000. Als u echter beheerder bent van een Windows NT 4.0/ 2000/Server 2003-server of Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-werkstation, kunt u ook een printer maken en deze delen met clients in het netwerk. Hierdoor kunnen clients die geen toestemming hebben om een onafhankelijke netwerkverbinding met de Fiery EXP5000 tot stand te brengen, via de server afdrukken.
Tijdens de installatie van de printerbestanden van de Fiery EXP5000 kunt u instellen dat de printer moet worden gedeeld. Als u de Fiery EXP5000-printerbestanden nog niet hebt geïnstalleerd op de computer die u gebruikt als Windows NT 4.0/ 2000/Server 2003-afdrukserver, doet u dat nu volgens de instructies in de
Installatiegids gebruikerssoftware. Voer tijdens de installatie de gegevens in die nodig
zijn om de Fiery EXP5000 te delen.
Als u de Fiery EXP5000-printerbestanden al hebt geïnstalleerd op de computer die u gebruikt als Windows NT 4.0/2000/Server 2003-afdrukserver, raadpleegt u de Windows-documentatie voor informatie over het delen van de Fiery EXP5000.
Als er meerdere Fiery EXP5000-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat u en andere gebruikers rechtstreeks naar elke verbinding kunnen afdrukken. Als u wordt gevraagd een printernaam op te geven, voert u een naam in die verwijst naar de Fiery EXP5000-afdrukverbinding.
2-6 Netwerkservers instellen
2
Clients van een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server configureren
Elke client van een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server gebruikt al een netwerkprotocol om te communiceren met de server. Elke client kan afdrukken naar de Fiery EXP5000 als deze wordt gedeeld door een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server of Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-computer. In dat geval hoeft de client niet hetzelfde netwerkprotocol te gebruiken om verbinding te maken met de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server als het protocol dat de server gebruikt voor communicatie met de Fiery EXP5000.
VERBINDEN MET EN AFDRUKKEN NAAR DE FIERY EXP5000 DIE WORDT
GEDEELD DOOR EEN WINDOWS NT 4.0/2000/SERVER 2003-SERVER
Windows 98/Me-clients: dubbelklik vóór het afdrukken op het pictogram van de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server in het venster Netwerkomgeving. Dubbelklik vervolgens op de printernaam.
U wordt gevraagd of u de printer wilt instellen. Als u aangeeft dat u dit wilt doen, wordt het dialoogvenster Wizard Printer toevoegen weergegeven. Volg de procedures in de Installatiegids gebruikerssoftware.
Windows NT 4.0-clients: Maak vóór het afdrukken verbinding met de computer van de afdrukserver en selecteer de Fiery EXP5000. Klik met de rechtermuisknop en kies de opdracht Openen.
Klik op Ja als u wordt gevraagd of u de printer wilt instellen.
Windows 2000/XP/Server 2003-clients: Installeer vóór het afdrukken het printerstuurprogramma vanaf de cd met gebruikerssoftware en configureer de poort.
Nadat clients de printer hebben geselecteerd, kunnen zij deze kiezen in het dialoogvenster Afdrukinstellingen, Pagina-instelling of Afdrukken van de toepassing. Clients kunnen wel de afdrukopties voor hun eigen taken wijzigen, maar de printereigenschappen worden lichter gekleurd weergegeven en kunnen niet worden gewijzigd. Wanneer een client Afdrukken kiest, wordt de taak overgebracht naar de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-afdrukserver en vervolgens naar de geselecteerde afdrukverbinding op de Fiery EXP5000. De taak wordt weergegeven in Afdrukbeheer op het clientwerkstation. De beheerder kan de voortgang van de taak controleren in het venster van de Fiery EXP5000 in het Afdrukbeheer op de Windows NT 4.0/2000/Server 2003-afdrukserver.
2-7 Fiery EXP5000 in een TCP/IP-netwerk met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003
2
Maak een afdruk van de Fiery EXP5000 configuratiepagina (zie pagina 5-33).
Windows-computers zonder Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server configureren
Als in het netwerk geen Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server is geïnstalleerd, kunnen Windows-werkstations toch afdrukken naar de Fiery EXP5000. Deze methode van afdrukken wordt Windows- of SMB-afdrukken genoemd. In dit type netwerkomgeving worden computers met Windows 98/Me en Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003 Workstations uitgevoerd in een peer-to­peeromgeving en communiceren ze rechtstreeks met de Fiery EXP5000 wanneer gebruikers afdruktaken verzenden.
De meeste vereisten voor het instellen van afdrukken via een Windows NT 4.0/ 2000/Server 2003-server gelden tevens voor het instellen van Windows-afdrukken wanneer geen server beschikbaar is. Deze vereisten worden hierna kort beschreven. Raadpleeg de Microsoft-documentatie voor meer informatie.
Gebruik de informatie op deze pagina om de huidige instellingen voor de Fiery EXP5000 te bepalen.
Laad het TCP/IP-netwerkprotocol op de clientcomputer (voor Windows 98/Me moet u Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken laden; voor Windows 2000/XP moet u Client voor Microsoft-netwerken laden).
Controleer de werkgroepnaam van de computer met de optie Netwerk in het Configuratiescherm van Windows. Deze naam moet overeenkomen met de werkgroepnaam in de Setup van de Fiery EXP5000.
•Voor Windows 98/Me, kies in het dialoogvenster Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken Automatisch of Ingeschakeld voor Browse Master, en selecteer Ja voor LM -aankondiging.
•Voor Windows 2000/XP/Server 2003 configureert u in het dialoogvenster met de eigenschappen voor Client voor Microsoft-netwerken de computer om bestandsdeling toe te staan. Vervolgens start u de computer opnieuw op.
•U kunt de Fiery EXP5000 pingen (zie pagina 2-21) om te controleren of TCP/IP­communicatie mogelijk is.
2-8 Netwerkservers instellen
2

De Fiery EXP5000 in een NetWare-netwerk

De NetWise™-functies die zijn ingebouwd in de Fiery EXP5000 ondersteunen de volgende netwerkbesturingsomgevingen:
•NetWare—NDS (Novell Directory Services)
•Servers die NetWare in Bindery-emulatiemodus gebruiken
De term “Netware” verwijst naar Netware 4.x, 5.x en 6.x.
OPMERKING: Het op de juiste manier instellen van een NetWare-omgeving vereist de
aanwezigheid en de actieve medewerking van de Novell-netwerkbeheerder. U moet beheerdersrechten in het netwerk hebben om nieuwe NDS- of bindery-objecten te kunnen maken.
OPMERKING: De iPrint-functie van NetWare 6.x wordt niet ondersteund.
De term “Bindery-server” verwijst naar een Novell-bestandsserver waarop NetWare in emulatiemodus wordt gebruikt. De term “NDS” wordt gebruikt om onderdelen te beschrijven van een NetWare-besturingssysteem waarop NetWare in de native modus wordt gebruikt.
NetWare-clients drukken af naar de Fiery EXP5000 via de Novell-netwerkserver. De serverinstellingen en clientnetwerkinstellingen worden in dit hoofdstuk uitgelegd. Het instellen voor afdrukken vanaf de client wordt beschreven in de Installatiegids
gebruikerssoftware, en het afdrukken wordt beschreven in de Afdrukgids.
De Fiery EXP5000 kan afdruktaken van NetWare-clients ontvangen via Ethernet­netwerktopologieën. Tijdens de Setup van de Fiery EXP5000 selecteert u het frametype of de frametypen die u voor communicatie tussen de Fiery EXP5000 en netwerkservers wilt gebruiken. Het frametype verwijst naar de indeling van een communicatiepakket. Frametypen worden ingesteld in een opstartbestand wanneer de NetWare-server (of een ander werkstation) de bijbehorende netwerkstuurprogramma’s laadt.
2-9 De Fiery EXP5000 in een NetWare-netwerk
2
Een basisverbinding met de Fiery EXP5000 bestaat uit een NetWare-bestandsserver,
•Tegelijkertijd kunnen één directorystructuur en maximaal acht Bindery-servers worden
De Fiery EXP5000 zoekt naar afdruktaken op één NetWare-afdrukserver per Bindery-
Elke afdrukserver kan taken opslaan voor elke afdrukverbinding op de Fiery EXP5000.

Tips voor experts—IPX-netwerken

Het instellen van de Fiery EXP5000 is vergelijkbaar met het instellen van elke andere PostScript-printer in het netwerk.
De Fiery EXP5000 met IPX-verbindingen heeft de volgende kenmerken:
een NetWare-afdrukserver en een NetWare-wachtrij.
geconfigureerd.
server.

Overzicht van IPX-afdrukken naar de Fiery EXP5000

NetWare-bestandsservers ondersteunen het maken van afdrukwachtrijen. Wachtrijen zijn opslaglocaties voor afdruktaken. Wanneer een client op een externe computer besluit om af te drukken, wordt de taak naar een afdrukwachtrij op de NetWare­bestandsserver gestuurd en wordt deze op de schijf van de NetWare-server in de wachtrij geplaatst, waardoor het clientwerkstation wordt vrijgemaakt.
De NetWare-wachtrijnamen moeten een specifieke extensie krijgen die overeenkomt met de afdrukverbinding van de Fiery EXP5000:
_print _hold _direct
OPMERKING: Deze extensies moeten Engels zijn en alleen bestaan uit kleine letters.
U hoeft de Setup niet opnieuw uit te voeren op de Fiery EXP5000 wanneer u een NetWare-wachtrij toevoegt of verwijdert. U moet de Fiery EXP5000 echter wel opnieuw opstarten nadat een wachtrij is gemaakt of verwijderd.
2-10 Netwerkservers instellen
2
Als de Fiery EXP5000 is geconfigureerd voor een verbinding met een NetWare-server, doet de navraag bij de NetWare-server om te zien of taken in de wachtrijen staan. Als taken worden gevonden, worden deze automatisch via het netwerk overgebracht naar de overeenkomende verbinding op de Fiery EXP5000. Taken van de NetWare-wachtrij met de extensie _print worden bijvoorbeeld naar de Fiery EXP5000-afdrukwachtrij gestuurd. Terwijl de taak wordt verwerkt en afgedrukt, wordt een record van de taak gemaakt. U kunt op elk moment het takenlogboek openen om deze records te bekijken.
Een NetWare-server voor afdrukken configureren
In de volgende secties wordt uitgelegd hoe u een NetWare-bestandsserver zo instelt dat netwerkgebruikers vanaf hun werkstations kunnen afdrukken naar de Fiery EXP5000 en dat de Fiery EXP5000 afdruktaken kan ontvangen van de NetWare-server.
Voer deze algemene stappen uit voor elke NetWare-bestandsserver die u wilt configureren. In de volgende secties en in de NetWare-documentatie vindt u meer gedetailleerde informatie.
•Zorg ervoor dat de server is verbonden met een werkend IPX-netwerk.
•Meld u aan als supervisor op een pc die is verbonden met de NetWare-
bestandsserver.
•Stel voor NetWare-installaties een NDS-verbinding in (zie pagina pagina 2-12).
•Stel voor NetWare in emulatiemodus de bindery-context in (zie paginapagina 2-13).
•Stel voor NetWare in bindery-emulatie een bestandsserver, afdrukserver, en
afdrukwachtrij in voor de Fiery EXP5000 (zie pagina 2-13).
Met bindery-services kunt u alle Fiery EXP5000-afdruktaken via dezelfde NetWare­bestandsserver routeren of u kunt meerdere bestandsservers configureren om Fiery EXP5000-taken af te handelen.
In de onderstaande tabellen staat een overzicht van de functies die u uitvoert op de Novell-server, op de Fiery EXP5000 en op het clientwerkstation. De eerste tabel is van toepassing op NDS-verbindingen en de tweede tabel op bindery-verbindingen. Voer eerst de bewerkingen in de linkerkolom uit, vervolgens de bewerkingen in de middelste kolom en daarna die in de rechterkolom.
2-11 De Fiery EXP5000 in een NetWare-netwerk
2
Een NDS-verbinding configureren
Afkortingen:
BS = bestandsserver AS = afdrukserver AW = afdrukwachtrij (op de NetWare-server)
Op NDS FS
In NETADMIN:
AW v an NDS maken NDS-printer
definiëren en AW toewijzen
AS maken en de printer toewijzen
Gebruikers van de AW configureren
In Setup vanaf
Command WorkStation
Poortinstellingen
Ethernet-instelling
Protocolinstellingen
IPX/SPX-instell.—frametypen selecteren
Service-instellingen
PServer-instell. en NDS­instellingen
Hoofdmap selecteren Bladeren om AS te selecteren Map voor zoeken naar AW
opgeven (optie) Navraaginterval instellen
Op clientwerkstation
Gebruikerssoftware installeren.
Voor afdrukken: Client verbinden met AW die u instelt op de BS van NetWare (gekoppeld aan de AS die is geselecteerd in NDS­instellingen).
Voor uitvoeren van Fiery­hulpprogramma's: De verbinding met de Fiery EXP5000 configureren.
2-12 Netwerkservers instellen
2
Een bindery-verbinding configureren
Op BS van bindery
In PCONSOLE:
BS van NetWare selecteren (maximaal 8)
Voor elke BS: AS configureren
AW configureren Gebruikers van de
AW configureren
Een NDS-verbinding instellen
In NDS zijn alle NetWare-entiteiten (objecten) gerangschikt in een hiërarchische boomstructuur. Objecten hebben een naam, eigenschappen en een context die de locatie definieert van het object in de directorystructuur. Voor de Fiery EXP5000 hebt u hoofdzakelijk te maken met de definitie van een printer, een afdrukserverobject en een of meer afdrukwachtrij-objecten. Objecten worden gemaakt in NetWare­beheerdersprogramma's zoals PCONSOLE, NETADMIN of NetWare Administrator.
Poortinstellingen
Protocolinstellingen
Service-instellingen
In Setup vanaf
Command WorkStation
Ethernet-instelling
IPX/SPX-instell.—frametypen
selecteren
PServer-instell. en Bindery-
instell. BS toevoegen (maximaal 8) Navraaginterval instellen
Op clientwerkstation
Gebruikerssoftware installeren.
Voor afdrukken: Client verbinden met afdrukwachtrijen die u instelt op de BS van NetWare (die is gekoppeld aan de AS die is geselecteerd in Bindery­instell.).
Voor uitvoeren van Fiery­hulpprogramma's: De verbinding met de Fiery EXP5000 configureren.
Het object dat boven aan de hiërarchie staat, is het [Root]-object (hoofdmapobject). De naam van het [Root]-object is ook de naam van de structuur. Onder de [Root] bevinden zich andere objecten: containers (die bestaan uit andere objecten) of bladobjecten (die geen andere objecten bevatten). Toegang tot objecten wordt beheerd door rechten die worden gedefinieerd als eigenschappen van de afzonderlijke objecten. Rechten worden door netwerkbeheerders ingesteld.
2-13 De Fiery EXP5000 in een NetWare-netwerk
2
De NetWare bindery-context instellen
U kunt slechts één directorystructuur verbinden met de Fiery EXP5000. Als u extra NetWare-servers moet verbinden, kunt u dat doen met behulp van bindery-emulatie. U kunt maximaal acht Bindery-servers met de Fiery EXP5000 verbinden.
OPMERKING: De geselecteerde bestandsserver mag zich niet in dezelfde structuur
bevinden als die welke in NDS-instellingen is geselecteerd.
Als u de NetWare-server in bindery-emulatiemodus wilt instellen voor het afdrukken naar de Fiery EXP5000, moet de netwerkbeheerder het volgende doen:
•Het Directory Services-pad bepalen naar de container waarin de afdrukserver en de afdrukwachtrij voor de Fiery EXP5000 worden aangemaakt.
De container definieert de bindery-context voor uw netwerkstructuur.
•Het netwerkopstartbestand bewerken om de bindery-context in te stellen.
•De nieuwe bindery-context activeren.
Een NetWare-afdrukwachtrij instellen voor de bindery
Voor NetWare in emulatiemodus worden de NetWare-afdrukserver en afdrukwachtrij voor de Fiery EXP5000 gemaakt en geconfigureerd vanuit NetWare Print Console (PCONSOLE), een NetWare-hulpprogramma dat is opgeslagen in de directory PUBLIC van NetWare.
Net als met NDS, maakt u eerst verschillende NetWare-entiteiten op een Novell-server en kunt u deze vervolgens selecteren in Netwerkinstellingen (zie pagina 4-16).
NetWare Windows-clients instellen voor afdrukken
Voordat u clientwerkstations instelt voor afdrukken, moet u Netwerkinstellingen uitvoeren (zie pagina 4-7), en zorgen dat de instellingen overeenkomen met de entiteiten die u hebt gemaakt in de NetWare-beheerdersprogramma's (zie
pagina 2-10).
OPMERKING: Als u wilt afdrukken naar de Fiery EXP5000, moet u alle Windows-clients
verbinden met een NetWare-server en ze toestemming geven verbinding te maken met de Netware-afdrukserver of -servers waarop u een NetWare-afdrukwachtrij hebt gedefinieerd voor de Fiery EXP5000.
2-14 Netwerkservers instellen
2
Nadat de Novell-server en de Fiery EXP5000 zijn ingesteld, bestaat het instellen van de client uit de volgende stappen:
•Het netwerkprotocol installeren, het protocol koppelen aan de netwerkadapterkaart en de client toestemming geven zich aan te melden bij de NetWare-bestandsserver.
Op Windows 98/Me-werkstations: laad het IPX/SPX-compatibele protocol en de Client voor NetWare-netwerken via de optie Netwerk in het Configuratiescherm.
Op Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-werkstations installeert u Client Services voor NetWare. Gebruik de optie CSNW in het Configuratiescherm om afdrukopties in te stellen en de NetWare-server van uw voorkeur op te geven.
•De Fiery EXP5000 instellen als PostScript-printer door een PostScript­printerstuurprogramma en de PPD (printerdefinitiebestanden) van de Fiery EXP5000 te installeren.
•Een netwerkpoort toevoegen en het werkstation verbinden met een of meer NetWare-wachtrijen die zijn gedefinieerd voor de Fiery EXP5000.
•De Fiery EXP5000-software installeren, zoals de kleurreferentiebestanden.
Voor meer informatie raadpleegt u de Installatiegids gebruikerssoftware.

De Fiery EXP5000 op een NetWare-netwerk met NDPS

De Fiery EXP5000 ondersteunt afdrukken over een NetWare 5.x-netwerk (of later) waarop de TCP/IP-protocollen of het IPX-protocol worden uitgevoerd. Voor IP­afdrukken maakt de Fiery EXP5000 gebruik van functies in NDPS (Novell Distributed Print Services). Voor IPX-afdrukken ondersteunt de Fiery EXP5000 de PServer-service in bindery-emulatie of via NDS (Novell Directory Services). Zie “De Fiery EXP5000 in een NetWare-netwerk” op pagina 2-8 voor meer informatie over IPX-afdrukken.
OPMERKING: Het op de juiste manier instellen van een NetWare-omgeving vereist de
aanwezigheid en de actieve medewerking van de Novell-netwerkbeheerder. U moet beheerdersrechten in het netwerk hebben om nieuwe NDS- of bindery-objecten te kunnen maken.
2-15 De Fiery EXP5000 op een NetWare-netwerk met NDPS
2
NDPS verschilt van de eerdere, op wachtrijen gebaseerde versies van NetWare­afdrukken. Er wordt nu gebruikgemaakt van een NDPS-manager en een printer-agent, waarmee de taken worden beheerd die eerder werden afgehandeld door een afdrukwachtrij, afdrukserver en spooler. U kunt het printerstuurprogramma ook beschikbaar maken voor clients zodat die het kunnen downloaden vanaf computers met Windows 98/Me en Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003.
Tijdens de Setup van de Fiery EXP5000 selecteert u het frametype of de frametypen die u voor communicatie tussen de Fiery EXP5000 en netwerkservers wilt gebruiken. Het frametype verwijst naar de indeling van een communicatiepakket. Frametypen worden ingesteld in een opstartbestand wanneer de NetWare-server (of een ander werkstation) de bijbehorende netwerkstuurprogramma’s laadt.

Tips voor experts—NetWare-netwerken

Het instellen van de Fiery EXP5000 in een NDPS-omgeving is vergelijkbaar met het instellen van elke andere PostScript-printer in het netwerk. Raadpleeg de volgende informatie als u de Fiery EXP5000 in deze omgeving instelt:
•Zorg dat u een geldig IP-adres hebt voor de Fiery EXP5000 en voor alle werkstations die hierop moeten afdrukken of moeten gebruikmaken van de Fiery-hulpprogramma’s.
Schakel in de Setup van de Fiery EXP5000 via Command WorkStation TCP/IP in, en voer het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres voor de Fiery EXP5000 in. U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCP- of BOOTP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen.
Functies voor tweerichtingscommunicatie in NDPS worden niet ondersteund op de Fiery EXP5000.
2-16 Netwerkservers instellen
2
Een NetWare-server configureren voor afdrukken met NDPS
Voordat u begint
In de volgende procedure wordt ervan uitgegaan dat NDPS is geïnstalleerd tijdens de installatie van NetWare 5.x of later, en dat een Broker actief is op de server. Tenzij de Broker handmatig uit het geheugen is verwijderd, wordt deze agent geladen en uitgevoerd wanneer u NDPS installeert. Controleer of u beschikt over het laatste NetWare Service Pack en Novell Gateway. Definieer een NDPS-manager. Raadpleeg de NetWare-documentatie voor meer informatie.
Controleer in de Setup van de Fiery EXP5000 of u TCP/IP-afdrukken (zie
pagina 4-13) en LPD-afdrukken (zie pagina 4-16) hebt ingeschakeld op de Fiery
EXP5000. U kunt de Fiery EXP5000 pingen (zie pagina 2-21) om te controleren of TCP/IP-communicatie mogelijk is.
Het printerstuurprogramma van de Fiery EXP5000 instellen
Maak eerst een directory voor Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003 of een map voor Windows 98/Me op de NetWare-server voor NDPS om de overeenkomstige printerstuurbestanden te installeren vanaf de cd met gebruikerssoftware.
HET PRINTERSTUURPROGRAMMA INSTELLEN VOOR WINDOWS NT 4.0/2000/SERVER 2003
1. Meld u aan bij de Novell-bestandsserver als superuser of als beheerder.
2. Maak een directory met de naam Fiery op de volgende locatie: SYS:ndps\resdir\Prndrv\NT4 voor Windows NT 4.0 SYS:ndps\resdir\Prndrv\2000 voor Windows 2000 SYS:ndps\resdir\Prndrv\XP voor Windows XP SYS:ndps\resdir\Prndrv\Server 2003 voor Windows Server 2003
3. Kopieer vanaf de cd met gebruikerssoftware de inhoud van de volgende map naar de directory Fiery: NLD\PRNSTRPR\PS_DRVR\WIN_NT voor Windows NT 4.0 NLD\PRNSTRPR\PS_DRVR\WIN_2000 voor Windows 2000 NLD\PRNSTRPR\PS_DRVR\WIN_XP voor Windows XP en Windows Server 2003
2-17 De Fiery EXP5000 op een NetWare-netwerk met NDPS
2
HET PRINTERSTUURPROGRAMMA INSTELLEN VOOR WINDOWS 98/ME
1. Meld u aan bij de Novell-bestandsserver als superuser of als beheerder.
2. Maak in de directory SYS:ndps\resdir\Prndrv\Win9x/Me een directory met de naam Fiery.
3. Kopieer vanaf de cd met gebruikerssoftware de inhoud van de map NLD_DRVR_9x/Me naar de directory Fiery.
De Fiery EXP5000 instellen in een NetWare-netwerk
Afhankelijk van de beveiligingsvereisten binnen de organisatie, kunt u de Fiery EXP5000 instellen als een printer met publieke toegang of beperkte toegang. Gebruik de volgende procedure om een printer in te stellen met publieke toegang. Dit type printer kunt u later altijd omzetten in een printer met beperkte toegang. Raadpleeg de NetWare -documentatie voor meer informatie.
DE FIERY EXP5000 INSTELLEN ALS EEN PRINTER MET PUBLIEKE TOEGANG
1. Dubbelklik in NetWare Administrator op het NDPS Manager-object dat u hebt gemaakt.
2. Klik in het venster Details voor het NDPS Manager-object op de knop Lijst met printer­agents.
Er wordt een lijst met printer-agents weergegeven.
3. Klik op Nieuw.
4. Typ een naam in het veld Naam Printer Agent (PA).
2-18 Netwerkservers instellen
2
5. Selecteer onder Gatewaytypen de optie Novell Printer Gateway en klik op OK.
6. Selecteer in het dialoogvenster Novell PDS voor Printer-agent configureren de optie
7. Kies in het dialoogvenster Port Handler configureren de optie “Externe LPR op IP”
8. Geef bij Hostadres het IP-adres van de Fiery EXP5000 op.
9. Typ bij Printernaam de naam van de Fiery EXP5000-afdrukverbinding waarnaar
10. Selecteer in het dialoogvenster Printerstuurprogramma’s selecteren het
11. Klik op Doorgaan en vervolgens op OK.
“((GEEN))” en klik op OK.
als het verbindingstype en klik op Volgende.
gebruikers moeten afdrukken en klik op Voltooien.
Deze naam moet print of hold zijn.
printerstuurprogramma voor Windows 98/Me en het stuurprogramma voor Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003.
De Fiery EXP5000 in een netwerk met UNIX­werkstations
Wanneer een UNIX-werkstation is geconfigureerd met het lpd-protocol en via een TCP/IP-netwerk is verbonden met de Fiery EXP5000, kan rechtstreeks worden afgedrukt naar de Fiery EXP5000.
UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het ‘root’-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer.
De hulpmiddelen voor taakbeheer, evenals de andere Fiery-hulpprogramma's en WebTools, zijn niet beschikbaar op het UNIX-platform. Een Windows- of Mac OS­computer in hetzelfde netwerk als de UNIX-computer die is ingesteld voor afdrukken naar de Fiery EXP5000 via TCP/IP, kan met de hulpmiddelen voor taakbeheer afdruktaken beheren die afkomstig zijn van alle werkstations in het netwerk.
2-19 De Fiery EXP5000 in een netwerk met UNIX-werkstations
2
Er is zowel voor de Fiery EXP5000 als voor elk werkstation in het netwerk een
•U moet een naam selecteren voor de Fiery EXP5000 die wordt gekoppeld aan het IP-
Het IP-adres van de Fiery EXP5000 moet niet alleen voor het netwerk worden
Er moet ten minste één afdrukverbinding (afdrukwachtrij of blokkeringswachtrij)
De Fiery EXP5000 is een printercontroller die ondersteuning biedt voor lpd-

Tips voor experts—UNIX-werkstations

Voor het instellen van de Fiery EXP5000 in een UNIX-omgeving gelden dezelfde eisen als voor elke andere printer of nieuw apparaat:
verschillend IP-adres nodig.
adres.
geregistreerd in een database met host-namen, maar ook op de Fiery EXP5000 zelf.
worden gepubliceerd.
De volgende informatie geldt met name voor de Fiery EXP5000:
protocollen.
De Fiery EXP5000 heeft een externe-printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.
Raadpleeg de volgende sectie voor meer informatie.

Belangrijke opmerking over de externe-printernaam

Voor elke UNIX-variant moet de externe-printernaam (of rp in het bestand
/etc/printcap) bij het configureren van de Fiery EXP5000 een van de volgende
waarden hebben:
print hold direct
2-20 Netwerkservers instellen
2
De externe-printernaam wordt ook gebruikt bij het instellen van een Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003-werkstation of Windows NT
4.0/2000/Server 2003-server of om verbinding te maken met de Fiery EXP5000 via TCP/IP. Voer tijdens het instellen van de Windows NT 4.0/2000/Server 2003­printer de externe-printernaam in onder “Naam van printer of afdrukwachtrij op die (lpd host) machine” in het dialoogvenster LPR-compatibele printer.
Voor het Windows 2000/XP/Server 2003-printerstuurprogramma voert u de externe­printernaam voor de wachtrijnaam in onder LPR-instellingen in het dialoogvenster Standaard TCP/IP-poortmonitor configureren.

De Fiery EXP5000 instellen op TCP/IP-netwerken

Elke computer (host) in een TCP/IP-netwerk, inclusief de Fiery EXP5000, moet een uniek 32-bits Internetadres hebben (IP adres). Raadpleeg uw netwerkbeheerder om een adres voor de Fiery EXP5000 te krijgen. Workstations in een TCP/IP-netwerk kunnen direct naar de Fiery EXP5000 afdrukken als externe printer, of afdrukken naar een Windows NT 4.0/2000/Server 2003-server of UNIX-werkstation die als afdrukserver zijn ingesteld. Aangezien de Fiery EXP5000 taken op de schijf plaatst en fungeert als afdrukserver, heeft het geen zin een andere afdrukserver te installeren tussen een werkstation en de Fiery EXP5000. Als u dat toch doet, zijn de instellingen hetzelfde, behalve dat een clientcomputer geen eigen ruimte heeft om taken op te slaan.
FIERY EXP5000-AFDRUKKEN INSTELLEN OP UNIX-SYSTEMEN
1. Geef de juiste instellingen op in Fiery EXP5000 Netwerkinstellingen.
Voer een geldig IP-adres, subnetmasker en gateway-adres in voor de Fiery EXP5000.
2. Geef de juiste instellingen op in Fiery EXP5000 Printerinstellingen.
Publiceer de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij en/of directe verbinding.
2-21 De Fiery EXP5000 in een netwerk met UNIX-werkstations
2
TCP/IP INSTELLEN VOOR COMMUNICATIE MET DE FIERY EXP5000
1. Een superuser (met root-aanmelding) moet de Fiery EXP5000 toevoegen aan de IP­hosttabel van het netwerk of een andere systeemdatabase met netwerkprinters.
2. Geef in het bestand of het hulpprogramma dat in het netwerk wordt gebruikt de externe-printernaam op, het afdrukserverprotocol, de wachtrij en het spoolbestand voor de naam van de Fiery EXP5000 die u hebt toegewezen.
3. Stel de Fiery EXP5000 als printer beschikbaar voor andere netwerkgebruikers.
4. Ping het IP-adres of de host-naam om de TCP/IP-verbinding te controleren. Typ vanaf een Windows-computer in het netwerk de volgende MS-DOS-opdracht achter de opdrachtaanwijzing:
ping <IP-adres>
Typ het IP-adres van de Fiery EXP5000 dat u hebt toegewezen in Netwerkinstellingen van de Fiery EXP5000.
Nadat de Fiery EXP5000 is ingesteld als netwerkprinter, kunt u ook de naam pingen die u aan de Fiery EXP5000 hebt gegeven:
ping <hostnaam>
De server moet reageren met een melding als
Reply from <IP-adres> ...
Sommige systemen reageren met een continue weergave van uitvoer vanaf het IP-adres. Als u de uitvoer wilt stoppen, typt u Control-C. U kunt de opdracht ping op elk gewenst moment gebruiken.
2-22 Netwerkservers instellen
2
AFDRUKKEN NAAR DE FIERY EXP5000
Op een UNIX-systeem met SunOS 4.x of een andere BSD-variant gebruikt u de opdracht lpr om een taak naar de Fiery EXP5000 te sturen.
Op een UNIX-systeem met Solaris 2.x of een andere System V-implementatie van UNIX gebruikt u de opdracht lp om een afdruktaak naar de Fiery EXP5000 te sturen.
Gebruikers van Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003 die beschikken over het TCP/IP­protocol, kunnen afdruktaken naar de Fiery EXP5000 sturen vanuit een toepassing of vanaf de opdrachtregel.
Bij het afdrukken vanuit de toepassing kunnen gebruikers van Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003 afdrukopties instellen met het stuurprogramma, maar niet vanaf de UNIX-opdrachtregel.

Afdruktaken beheren

UNIX-netwerkbeheerders kunnen UNIX-hulpprogramma’s gebruiken om de lijst met taken te bekijken en om taken af te drukken en te verwijderen die in de wachtrij zijn geplaatst op UNIX-servers. Als het netwerk een werkstation met Windows NT 4.0/2000/XP/Server 2003 bevat waarop TCP/IP-protocollen zijn geladen, kunt u met Command WorkStation of Fiery Downloader niet alleen de lijst van taken bekijken en taken afdrukken en verwijderen, maar ook rechtstreeks lettertypen en bestanden downloaden naar de Fiery EXP5000. Raadpleeg de Gids
voor taakbeheer voor meer informatie over deze hulpmiddelen voor taakbeheer.
Zelfs zonder de Fiery-hulpprogramma’s, kunt u:
•De Fiery EXP5000 instellen voor het automatisch afdrukken van een logboek
na elke 55 taken (zie Takenlogb. inst. op pagina 4-6).
•Handmatig een takenlogboek afdrukken vanuit het menu Functies van
Command WorkStation (zie de Gids voor taakbeheer).
3-1 Toegangs- en controleniveaus
3
Hoofdstuk 3: Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
Voordat gebruikers kunnen afdrukken naar de Fiery EXP5000, moet u een aantal instellingen ingeven. Zo moet u de netwerkomgeving specificeren en aangeven wat voor soort afdruktaken u gaat uitvoeren. Verder moet u bepalen welke toegangsniveaus u wilt implementeren voor de locatie. Beheerders en operators moeten ook weten hoe de systeemsoftware van de Fiery EXP5000 is gestructureerd, zodat zij het Fiery EXP5000-systeem correct kunnen configureren en gebruiken.

Toegangs- en controleniveaus

Tijdens het instellen van de Fiery EXP5000 implementeert u (als systeembeheerder) een bepaald controleniveau door afdrukverbindingen, wachtwoorden en toegang tot de WebTools wel of niet in te schakelen. Het controleniveau dat u implementeert, kan maximaal, gemiddeld, minimaal of zelfs nihil zijn.
•Een minimaal controleniveau kan geschikt zijn voor een kleine locatie waar een
willekeurige persoon op het lokale netwerk alle afdruk- en Fiery EXP5000-functies kan beheren. Hoewel een beheerder of operator mogelijk belast is met bepaalde taken, hebben alle gebruikers gelijke toegang tot het systeem en de hulpmiddelen voor taakbeheer.
•Strikte controle kan geschikt zijn voor een afdrukomgeving waarin grote volumes
worden verwerkt en waarin een beheerder of een operator de taakstroom en alle afdruktaken beheert. In een dergelijke omgeving worden taken die door gebruikers zijn verzonden, in de wachtrij op de schijf van de Fiery EXP5000 geplaatst totdat de operator bepaalt dat het tijd is om deze taken af te drukken. Bovendien hebben alleen de beheerder en operator toegang tot de hulpmiddelen voor taakbeheer. Wij raden dit controleniveau aan.
OPMERKING: De term “hulpmiddelen voor taakbeheer” wordt in deze handleiding
gebruikt om te verwijzen naar Command WorkStation.
3-2 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
Fiery EXP5000 afdrukverbindingen
De Fiery EXP5000 ondersteunt drie afdrukverbindingen: Blokkeringswachtrij, Afdrukwachtrij en Directe verbinding. Deze afdrukverbindingen kunnen worden geactiveerd, of “gepubliceerd”, voor gebruikers in het netwerk wanneer u de printerinstellingen configureert. Alle gepubliceerde verbindingen worden constant gecontroleerd op de aanwezigheid van taken. Via de afdrukwachtrij en de directe verbinding hebben externe gebruikers meer directe toegang tot de Fiery EXP5000 dan via de blokkeringswachtrij. Publiceer de afdrukwachtrij en de directe verbinding daarom niet in omgevingen waarin een maximale controle gewenst is.
U kunt ook de wachtrij Afgedrukt inschakelen. Dit is een opslaggebied voor de meest recente taken uit de afdrukwachtrij. Via de wachtrij Afgedrukt kunnen deze taken opnieuw worden afgedrukt. In de Setup kunt u de wachtrij Afgedrukt inschakelen (zie pagina 4-4). Het opnieuw afdrukken van taken in de wachtrij Afgedrukt is alleen mogelijk met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Als u de Fiery-hulpmiddelen en WebTools wilt gebruiken, moet u ten minste één afdrukverbinding inschakelen.
Blokkeringswachtrij
Taken die naar de blokkeringswachtrij zijn verzonden, worden op de vaste schijf van de Fiery EXP5000 geplaatst zodat ze later kunnen worden afgedrukt of meerdere malen kunnen worden afgedrukt. Aangezien de blokkeringswachtrij een opslagruimte is, kunnen de daar opgenomen taken alleen worden afgedrukt met behulp van de hulpmiddelen voor taakbeheer (zie de Gids voor taakbeheer).
Afdrukwachtrij
Dit is de standaardwachtrij van de Fiery EXP5000. Taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden, worden verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin ze zijn ontvangen. Taken waaraan een operator een bepaalde prioriteit heeft toegekend via de hulpmiddelen voor taakbeheer en taken die via de directe verbinding zijn verzonden, kunnen prioriteit hebben op taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden.
3-3 Toegangs- en controleniveaus
3
Directe verbinding
Met de directe verbinding worden taken direct naar de Fiery EXP5000 verzonden, maar alleen wanneer de Fiery EXP5000 niet actief is. Als de Fiery EXP5000 bezig is, blijft de taak aanwezig op het werkstation van de gebruiker totdat de Fiery EXP5000 gereed is. Vervolgens wordt de taak verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt.
Taken die via de directe verbinding worden verzonden, worden niet opgeslagen op de vaste schijf van de Fiery EXP5000 en kunnen dus niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. De directe verbinding biedt dus enige beveiliging voor vertrouwelijke bestanden. Taken die naar de directe verbinding zijn verzonden, verschijnen wel in het takenlogboek. Dit is uitsluitend om administratieve redenen.
OPMERKING: Lettertypen kunnen alleen naar de Fiery EXP5000 worden
gedownload, als de directe verbinding is gepubliceerd.

Wachtwoorden

U kunt wachtwoorden implementeren als een middel om de toegang tot de functies van de Fiery EXP5000 te controleren. Met de Fiery EXP5000 kunt u de volgende wachtwoorden instellen in Setup:
•Beheerder—vanuit Command WorkStation of de FACI
•Operator—vanuit Command WorkStation, de FACI of Fiery WebSetup
Deze wachtwoorden zijn eigen aan het serverproces: het gebruik verschilt van de beheerderswachtwoorden in Windows XP. Houd goed bij welke wachtwoorden u waarvoor instelt.
OPMERKING: Er zijn standaard geen wachtwoorden ingesteld voor de Fiery EXP5000.
Als u niet expliciet wachtwoorden instelt, hebben alle gebruikers beheerdersrechten. Die geven toegang tot belangrijke functies, zoals de Setup-opties (inclusief het instellen van wachtwoorden) en taakbeheer. Het is zeer aan te bevelen ten minste
een beheerderswachtwoord in te stellen om de Fiery EXP5000 te beveiligen tegen
willekeurige of onbedoelde wijzigingen van de Setup.
3-4 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
Beheerdersrechten
Het controleniveau Beheerder, dat controle over de Setup geeft, is het hoogste controleniveau, aangezien de persoon die toegang heeft tot de configuratieopties, de afdruk- en taakbeheeromgeving kan controleren. Beheerdersrechten omvatten het publiceren van afdrukverbindingen, het instellen van wachtwoorden, het verwijderen van lettertypen, het controleren van afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, het tijdelijk vervangen van taakinstellingen, het wissen van alle taakgegevens op de Fiery EXP5000, het uitvoeren van een kalibratie, het definiëren van standaardkleurenprofielen en het instellen van standaardwaarden voor afdrukopties.
Operatorrechten
Het controleniveau Operator omvat de controle van afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, inclusief het tijdelijk vervangen van taakinstellingen.
Gastrechten (geen wachtwoord)
Een gebruiker heeft geen wachtwoord nodig om zich vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer aan te melden als Guest (gastgebruiker). Een gastgebruiker kan de status van actieve taken bekijken, maar kan geen wijzigingen aanbrengen in taken of in de Setup van de Fiery EXP5000.

Fiery WebTools

De Fiery EXP5000 kan toegang tot het internet of een intranet ondersteunen met behulp van Fiery WebTools vanaf Windows- en Mac OS-computers. Als u het gebruik van Fiery WebTools wilt activeren, doet u het volgende in de Setup:
•TCP/IP inschakelen.
•Een IP-adres, subnetmasker en gateway-adres instellen voor de Fiery EXP5000.
•Web Services inschakelen.
Zie Hoofdstuk 6 voor meer informatie.
U kunt wachtwoorden instellen om de toegang tot functies van de WebTools te controleren. Als u deze wachtwoorden niet expliciet instelt, hebben alle gebruikers toegang tot alle functies van de WebTools (zie pagina 3-3). WebTools omvatten Status, WebLink, WebDownloader™, WebSetup™ en Installer.
3-5 Toegangs- en controleniveaus
3
Status
De WebTool Status biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de Fiery EXP5000. Deze voorziening kan niet worden beveiligd met een wachtwoord. Raadpleeg de Afdrukgids voor meer informatie.
WebLink
WebLink biedt alle gebruikers een koppeling met een internetadres. Zie pagina 6-2 als u het internetadres van WebLink wilt wijzigen. Voor deze functie is het beheerderswachtwoord nodig, als dat is ingesteld (zie “Wachtwoorden” op pagina 3-3).
OPMERKING: Als geen beheerderswachtwoord is ingesteld, kan elke gebruiker het
WebLink-adres wijzigen. Dat heeft dan gevolgen voor alle gebruikers. Daarom wordt het ten zeerste aangeraden een beheerderswachtwoord in te stellen.
WebDownloader
Met WebDownloader kunt u PostScript-, EPS-, PDF-, en TIFF-bestanden rechtstreeks afdrukken op de Fiery EXP5000 zonder het bestand eerst in een toepassing te openen.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over ondersteunde bestandsversies.
WebSetup
Met WebSetup kunt u Setup-opties van de Fiery EXP5000 bekijken en wijzigen vanaf een extern werkstation. Zie Hoofdstuk 5 voor meer informatie.
OPMERKING: WebSetup wordt alleen ondersteund op Windows-computers.
WebSpooler
De interface van de WebSpooler lijkt sterk op die van Command WorkStation. Met de interface kunnen gebruikers op afstand taken die momenteel in de wachtrij staan, die worden verwerkt of die worden afgedrukt op de Fiery EXP5000, bekijken, manipuleren, in een andere volgorde plaatsen, opnieuw afdrukken en verwijderen. Ve rder kunnen de beheerder en de operator taken bewerken en samenvoegen (miniaturen A en B), en het takenlogboek weergeven, afdrukken of verwijderen.
3-6 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
De toegang tot WebSpooler kan worden gecontroleerd door een operatorwachtwoord in te stellen in Setup. Als u een wachtwoord instelt, kunnen alleen gebruikers met dat wachtwoord taken manipuleren vanuit WebSpooler. Een gebruiker die niet over het wachtwoord beschikt, kan zich nog steeds als gastgebruiker aanmelden bij de WebSpooler. De gebruiker kan dan echter alleen taken bekijken (zie pagina 3-3). Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie.
Installer
Met de Installer WebTool kunt u installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s en documentatie rechtstreeks van de Fiery EXP5000 downloaden. Deze voorziening kan niet worden beveiligd met een wachtwoord. Voor meer informatie raadpleegt u de
Installatiegids gebruikerssoftware.

Scenario’s voor controleniveaus

In dit gedeelte worden vaak voorkomende toegangs- en controlescenario’s beschreven, die variëren van minimale tot maximale controle. Kies het scenario dat het meest voldoet aan de eisen van uw locatie. Ga vervolgens naar het overeenkomstige nummer in de tabel voor hulp bij het configureren van uw systeem conform deze eisen.
OPMERKING: Het wordt ten zeerste aangeraden ten minste een beheerderswachtwoord in
te stellen om wijzigingen door onbevoegden in de systeeminstellingen te voorkomen.
1. Geen aangewezen beheerder of operator (Minimale controle—niet aanbevolen)
Alle gebruikers hebben gelijke toegang tot alle systeemfuncties, zoals de Setup, het wissen van de Fiery EXP5000, het verwijderen van printerlettertypen, het instellen van het WebLink-adres, het uitvoeren van een kalibratie, het afdrukken naar alle afdrukverbindingen van de Fiery EXP5000 en het beheren van alle taken via de hulpmiddelen voor taakbeheer.
2. Een beheerder, maar geen operator
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd, maar alle andere systeemfuncties zijn voor alle gebruikers toegankelijk, zoals het afdrukken naar alle afdrukverbindingen van de Fiery EXP5000 en het beheren van alle taken via de hulpmiddelen voor taakbeheer.
3-7 Toegangs- en controleniveaus
3
3. Een beheerder en een operator
4. Een beheerder en een operator; publiceer de blokkeringswachtrij en afdrukwachtrij;
5. Een beheerder en een operator; publiceer alleen de blokkeringswachtrij; de operator
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd. Controletaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen alleen door een operator of een beheerder worden uitgevoerd. Gebruikers kunnen afdrukken naar alle afdrukverbindingen van de Fiery EXP5000.
geen toegang tot WebTool
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd, en controletaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen alleen door een operator of een beheerder worden uitgevoerd. Gebruikers kunnen afdrukken naar de blokkeringswachtrij en de afdrukwachtrij, maar niet naar de directe verbinding. De operator beheert alle taakstromen, maar taken die naar de afdrukwachtrij worden gestuurd, vereisen wellicht geen tussenkomst van de operator. Geen toegang tot WebTools.
beheert alle taken; geen toegang tot WebTool (maximale controle)
De Setup, kalibratie en andere beheerdersfuncties kunnen alleen door een beheerder worden uitgevoerd. Controletaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer kunnen alleen door een operator of een beheerder worden uitgevoerd. Gebruikers kunnen alleen naar de blokkeringswachtrij afdrukken. De beheerder en de operator hebben volledige controle over de taakstroom. Geen toegang tot WebTools.
Gebruik deze instellingen
in de Setup
Directe verbinding publiceren
Afdrukwachtrij publiceren
Blokkeringswachtrij publiceren
Web Services inschakelen
Een beheerderswachtwoord instellen (sterk aanbevolen)
Een operatorwachtwoord instellen
1
(Minimum)
234 5
(Maximum)
3-8 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
Fiery EXP5000-systeemsoftware
De Fiery EXP5000-systeemsoftware bestaat uit het besturingssysteem Windows XP en de Fiery EXP5000 Server-software die nodig is om taken te ontvangen en te verwerken en taakgegevens te versturen naar de digitale pers. De Server-software werkt onder Windows XP.
•Server—de Server is een onafhankelijk softwareproces dat automatisch wordt gestart
wanneer Windows XP wordt opgestart. Als centraal element van de Fiery EXP5000­systeemsoftware staat het Server-proces in voor het in de wachtrij plaatsen, rasteren en afdrukken van taken, alsook voor de administratie (het takenlogboek), de opslag en het ophalen van taken.
Wanneer de Server niet actief is, kan de Fiery EXP5000 geen taken ontvangen, kunnen geen taken worden verwerkt, kunnen geen taakgegevens worden verstuurd naar de digitale pers voor afdrukken en kan Command WorkStation geen verbinding maken met de Fiery EXP5000. Als u het Server-proces - maar niet Windows XP - opnieuw moet starten, klikt u met de rechtermuisknop op de FieryBar en kiest u Fiery opnieuw starten. Klik op Start in de taakbalk van Windows en selecteer Afsluiten >Opnieuw starten om het Windows XP-systeem opnieuw te starten.
• Command WorkStation—als u taken lokaal wilt beheren en controleren
op de Fiery EXP5000, kunt u de software Command WorkStation installeren. Command WorkStation is de interfacetoepassing voor de Server en biedt een grafische interface waarmee u de serverfuncties kunt bekijken en beheren.
3-9 Over de Setup
3

Over de Setup

In de Setup configureert u de Fiery EXP5000 voor communicatie met andere apparaten en het beheren van afdruktaken. U moet Setup uitvoeren wanneer u de Fiery EXP5000 voor de eerste keer start na het laden van nieuwe systeemsoftware. Met de oorspronkelijke standaardinstellingen van de Setup kunnen gebruikers afdrukken op de Fiery EXP5000 en met de WebTools werken. Als de afdrukomgeving van het netwerk of de gebruikers verandert, kunt u de Setup-opties aan die verandering aanpassen.
De eerste keer dat u Setup uitvoert, moet u gebruikmaken van de Fiery Advanced Controller Interface (FACI). Configureer ten minste de servernaam/datum/tijd, wachtwoorden, netwerkinstellingen en printerinstellingen, in deze volgorde. Na de eerste Setup kunt u de Setup-opties lokaal wijzigen via de FACI (zie
pagina 4-1) of op afstand vanuit Command WorkStation of Fiery WebSetup (zie pagina 5-1). De Setup-opties voor lokale Setup zijn ingedeeld in drie groepen:
Algemene instellingen
Netwerkinstellingen Alle actieve netwerksystemen die afdruktaken verzenden
Printerinstellingen Fiery EXP5000-afdrukverbindingen die beschikbaar

Vereisten voor instelling van de netwerkserver

Voor Novell- en Windows NT 4.0/2000-netwerken (met TCP/IP), moeten de netwerkservers worden geconfigureerd voor afdrukken naar de Fiery EXP5000 voordat u netwerkinstellingen van de Fiery EXP5000 configureert in Setup. In de diagrammen in Hoofdstuk 1 wordt verwezen naar hoofdstukken met informatie over de instelling van netwerkservers.
Als u netwerkinstellingen wilt configureren in de Setup, hebt u een actieve netwerkverbinding nodig zodat de Fiery EXP5000 in het netwerk kan zoeken naar zones, servers en wachtrijen op servers.
Systeeminstellingen, wachtwoorden en takenlogboekopties
naar de Fiery EXP5000
moeten worden gemaakt voor de gebruikers en de standaardkleureninstellingen voor taken
3-10 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
Als de configuratie van de Fiery EXP5000, de digitale pers of het netwerk zelf op uw locatie verandert, kunt u afzonderlijke instellingen wijzigen om de configuratie in overeenstemming te brengen met de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerk- of poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere Setup-opties wijzigt.
OPMERKING: U moet de Fiery EXP5000 configureren met de juiste domeinnaam
van Windows XP. Dit is vooral belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken genoemd. Klik in de FACI met de rechtermuisknop op Deze computer en kies Eigenschappen. Klik op het tabblad Computernaam en voer de juiste domeinnaam in.
OPMERKING: De Fiery EXP5000 biedt geen ondersteuning voor de Windows 2000
Active Directory Service. Als u de Fiery EXP5000 in een Windows 2000­serveromgeving gebruikt, moet u de Fiery EXP5000 aan een domein of werkgroep toewijzen.

De verbinding van de digitale pers bevestigen

Voer de volgende stappen uit vóór het configureren van de Fiery EXP5000 en de werkstations die zullen afdrukken naar de Fiery EXP5000. De oorspronkelijke installatie is waarschijnlijk door een onderhoudstechnicus uitgevoerd.
HET CONFIGUREREN VAN DE FIERY EXP5000 VOORBEREIDEN
1. Druk een testpagina af om te controleren of de digitale pers normaal werkt.
2. Zet de digitale pers uit en verbind de interfacekabels van de digitale pers met de Fiery EXP5000.
3. Bevestig deze verbinding door de digitale pers aan te zetten en hem te laten opwarmen. Zet daarna de Fiery EXP5000 aan en druk een testpagina af vanuit de FACI.
Als u een testpagina wilt afdrukken, klikt u met de rechtermuisknop op de FieryBar en kiest u Print Pages (Pagina’s afdrukken) en Test Page (Testpagina).
4. Zorg ervoor dat zowel de digitale pers als de Fiery EXP5000 zijn uitgeschakeld en sluit de netwerkkabel aan op de Fiery EXP5000, zoals beschreven in Hoofdstuk 1.
Het netwerk moet reeds geïnstalleerd en actief zijn.
5. Zet de digitale pers aan, en schakel vervolgens de Fiery EXP5000 in.
Ga door naar Setup van de Fiery EXP5000, zoals beschreven in hoofdstuk 4.
3-11 Over de Setup
3
Een virusvrije werking van de Fiery EXP5000 garanderen op een netwerk
De Fiery EXP5000 maakt gebruik van de Windows XP-systeemarchitectuur en is dus vatbaar voor computervirussen. Het wordt ten zeerste aanbevolen dat een netwerkbeheerder regelmatig een anti-virusprogramma uitvoert op de Fiery EXP5000 om de veiligheid van het netwerk in uw omgeving te garanderen.
OPMERKING: De Fiery EXP5000 ondersteunt de installatie van McAfee Virus
Scan-software en gelijksoortige producten van Symantec en TrendMicro..
Volg de onderstaande richtlijnen voor het gebruik van anti-virussoftware:
• Anti-virussoftware mag enkel worden uitgevoerd wanneer de Fiery EXP5000
niet actief is en niet bezig is met het ontvangen van een taak.
•Het uitvoeren van anti-virussoftware op de Fiery EXP5000 in de automatische
scanmodus wordt niet ondersteund.
•De taal van de anti-virussoftware moet overeenkomen met de taal van het
besturingssysteem van de Fiery EXP5000.
•De anti-virussoftware moet bestanden scannen die buiten de normale afdrukstroom
worden gerouteerd naar de Fiery EXP5000, met inbegrip van maar niet beperkt tot:
•Verwisselbare media
•Bestanden die naar de Fiery EXP5000 worden gekopieerd vanuit een gedeelde netwerkdirectory
• Configureer de anti-virussoftware zodanig dat alle bestanden op de Fiery EXP5000 worden gescand wanneer de Fiery EXP5000 lange tijd niet zal worden gebruikt.
•In geval van een virusbesmetting verdient het aanbeveling het virus te verwijderen door de harde schijf te herformatteren en de systeemsoftware opnieuw te installeren. Neem contact op met uw geautoriseerde onderhouds-/ondersteuningsdienst voor meer informatie.
3-12 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
Een Fiery EXP5000 scannen in een netwerk
Een netwerkbeheerder kan de Fiery EXP5000 scannen vanaf een Windows-computer met in de handel verkrijgbare anti-virussoftware en aan de hand van de onderstaande procedure. (Hieronder wordt het anti-virusprogramma Norton van Symantec Corporation als voorbeeld gebruikt.)
FIERY EXP5000 SCANNEN VANAF EEN WINDOWS-CLIENTCOMPUTER
1. Schakel alle afdrukverbindingen uit die zijn gepubliceerd in de Serverinstellingen en de Printerinstellingen.
Kies in de FACI Setup Fiery (Fiery instellen) op de FieryBar, klik op Wachtrij Afgedrukt op het tabblad Algemene instellingen en schakel de optie Wachtrij Afgedrukt inschakelen uit. Klik op Printerverbindingen op het tabblad Printerinstellingen en schakel de volgende opties uit:
•Directe verbinding publiceren
• Afdrukwachtrij inschakelen
•Blokkeringswachtrij inschakelen
Klik vanuit Command WorkStation of Fiery WebSetup op een extern werkstation op het tabblad Serverinstellingen in Serverinstellingen en schakel de optie Wachtrij Afgedrukt inschakelen uit. Klik op het tabblad Printerinstellingen in Printerinstellingen en schakel de volgende opties uit:
•Directe verbinding publiceren
• Afdrukwachtrij inschakelen
•Blokkeringswachtrij inschakelen
2. Klik op Start in de taakbalk van Windows, kies Programma’s en vervolgens Windows Verkenner.
Het venster van the Windows Verkenner wordt weergegeven.
3-13 Over de Setup
3
3. Kies Map Network Drive (Netwerkstation toewijzen) in het menu Extra.
4. Klik op OK.
5. Als u wordt gevraagd een netwerkwachtwoord in te voeren, typt u “Administrator”
Het dialoogvenster Map Network Drive (Netwerkstation toewijzen) wordt weergegeven.
De harde schijf van de Fiery EXP5000-server bestaat uit drie netwerkstations: C:, D: en E:.
Deze stations zijn verborgen voor administratieve netwerkfuncties en worden niet weergegeven in het venster van Windows Verkenner. Als u het verborgen administratieve station C: wilt toewijzen, moet u de volgende informatie invoeren in het dialoogvenster Map Network Drive (Netwerkstation toewijzen). Typ in het veld Station een willekeurige letter van het alfabet, bijvoorbeeld “X”. Typ in het veld Pad de naam van de Fiery EXP5000 (bijvoorbeeld, \\Fiery EXP5000 naam\c$). Controleer de naam van de Fiery EXP5000 op de configuratiepagina.
(Beheerder) in het veld Connect As (Verbinden als) en daarna “Fiery.1” in het veld Wachtwoord. Klik vervolgens op OK.
O
PMERKING: “Fiery.1” is het standaardwachtwoord. Dit wachtwoord kan worden
gewijzigd.
6. Als u de stations D: en E: wilt toewijzen, herhaalt u stappen 4 tot en met 6.
7. Sluit Windows Verkenner en start Norton Anti-Virus.
8. Voer het programma uit volgens de instructies op de clientcomputer.
Het programma scant de toegewezen stations C:, D: en E:.
Raadpleeg de documentatie van Norton Anti-Virus voor meer informatie.
9. Nadat het scannen is voltooid, schakelt u de geschikte afdrukverbindingen in in Serverinstellingen en Printerinstellingen.
Wanneer geen taken worden verwerkt of afgedrukt, duurt het scannen niet langer dan 10 minuten. Wanneer taken worden verwerkt of afgedrukt en de vrije schijfruimte van de Fiery EXP5000 beperkt is, duurt het scannen aanzienlijk langer.
3-14 Setup van de Fiery EXP5000 voorbereiden
3
Over het Fiery EXP5000 standaardwachtwoord
Op de Fiery EXP5000 is om veiligheidsredenen het standaardwachtwoord voor Windows XP, “Fiery.1”, ingesteld. Dit is in overeenstemming met het veiligheidsbeleid dat is vastgelegd door Microsoft Corporation. Om de veiligheid van het netwerk in uw omgeving te garanderen, moet de beheerder een wachtwoord instellen.
Het wachtwoord van het Fiery EXP5000-systeem wijzigen
Vanuit de FACI kunt u het beheerderswachtwoord van de Fiery EXP5000 wijzigen op dezelfde manier als waarop u het wachtwoord instelt voor een Windows XP 4.0­werkstation.
OPMERKING: Als u geen of een te kort wachtwoord invoert, wordt u gevraagd een nieuw
wachtwoord in te voeren.
U kunt het standaardwachtwoord wijzigen vanaf een Windows-clientcomputer aan de hand van de onderstaande procedure.
HET STANDAARDWACHTWOORD VAN DE FIERY EXP5000
WIJZIGEN VANUIT WINDOWS 98/ME
1. Klik op Start in de taakbalk van Windows 98/Me, kies Programma’s en kies vervolgens MS-DOS -prompt.
Het venster met de MS-DOS-prompt wordt weergegeven.
2. Typ het volgende na de opdrachtprompt.
Bijvoorbeeld, als u het wachtwoord wilt wijzigen in “Fiery.2”:
>
net password\\<Fiery EXP5000-naam> Administrator Fiery.1 Fiery.2
OPMERKING: <Fiery EXP5000-naam> is de servernaam van de Fiery EXP5000.
<
Fiery EXP5000-naam> kan worden vervangen door het IP-adres van de
Fiery EXP5000.
3. Druk op Enter.
Het nieuwe wachtwoord “Fiery. 2” is nu ingesteld.
4. Typ Exit na de opdrachtprompt.
3-15 Over de Setup
3
HET STANDAARDWACHTWOORD VAN DE FIERY EXP5000 WIJZIGEN VANUIT WINDOWS NT 4.0/2000/XP/SERVER 2003
1. Druk Ctrl+Alt+Delete in op het Windows-toetsenbord.
Het dialoogvenster Windows-beveiliging wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u het welkomstscherm gebruikt in Windows XP, verschijnt het
dialoogvenster Windows-taakbeheer. U moet het welkomstscherm uitschakelen om toegang te krijgen tot het dialoogvenster Windows Security (Windows-beveiliging).
Volg de procedure, “Het welkomstscherm uitschakelen in Windows XP”, en ga door naar stap 2.
2. Klik in het dialoogvenster Windows-beveiliging op Wachtwoord wijzigen en voer het volgende in:
Bijvoorbeeld, als u het wachtwoord wilt wijzigen in “Fiery.2”:
Gebruikersnaam: Beheerder
Domein (Windows NT 4.0): \\<Fiery EXP5000-naam> Aanmelden bij (Windows 2000/XP): \\<Fiery EXP5000-naam>
Oud wachtwoord: Fiery.1
Nieuw wachtwoord: Fiery.2
Bevestig nieuw wachtwoord: Fiery.2
3. Klik op OK.
Het nieuwe wachtwoord “Fiery.2” is nu ingesteld.
OPMERKING: <Fiery EXP5000-naam> is de servernaam van de Fiery EXP5000.
<Fiery EXP5000-naam> kan worden vervangen door het IP-adres van de Fiery EXP5000.
HET WELKOMSTSCHERM UITSCHAKELEN IN WINDOWS XP
1. Open Gebruikersaccounts in het Configuratiescherm van Windows XP.
2. Klik op De manier waarop gebruikers zich aan- en afmelden wijzigen. Schakel vervolgens de optie Het welkomstvenster gebruiken uit.
Deze pagina is opzettelijk leeg gelaten
4-1 De Fiery EXP5000 instellen vanuit de FACI
4

Hoofdstuk 4: Setup uitvoeren vanaf het FACI

Setup is vereist wanneer u de Fiery EXP5000 de eerste keer aanzet nadat nieuwe systeemsoftware is geladen. Als u bepaalde Setup-opties niet configureert, gebruikt de Fiery EXP5000 de standaardinstellingen. Zorg dat de instellingen aangepast zijn aan de afdrukomgeving op uw locatie.

De Fiery EXP5000 instellen vanuit de FACI

Als u de Setup uitvoert vanuit de Fiery Advanced Controller Interface (FACI), configureert u de Fiery EXP5000 zodat deze kan communiceren met andere apparaten en ontvangen afdruktaken kan beheren.
Setup bevat de volgende groepen opties:
• Algemene instellingen om systeemopties op te geven
•Netwerkinstellingen om alle actieve netwerksystemen op te geven die afdruktaken
naar de Fiery EXP5000 doorgeven
•Printerinstellingen om op te geven hoe afdruktaken en wachtrijen worden beheerd
• PS-instellingen om PostScript-instellingen op te geven
• Kleurinstellingen om kleurinstellingen op te geven

Toegang krijgen tot de Setup van de Fiery EXP5000

U kunt toegang krijgen tot de Setup van de Fiery EXP5000 op een van de volgende manieren:
• Klik met de rechtermuisknop op de FieryBar op het bureaublad van Windows XP
en kies Fiery instellen.
• Klik met de rechtermuisknop op het Fiery-pictogram in de taakbalk
van Windows XP en kies Setup Fiery (Fiery instellen).
•Start Command WorkStation en kies Setup in het menu Server.
OPMERKING: U kunt de Setup niet uitvoeren vanuit Command WorkStation LE.
4-2 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
OPMERKING: U moet een beheerderswachtwoord invoeren om de FACI te kunnen
gebruiken in Windows XP. Het standaardwachtwoord is “Fiery.1”. Dit wachtwoord kan worden gewijzigd. Zie “Over het Fiery EXP5000 standaardwachtwoord” op pagina 3-14 voor meer informatie.
Het dialoogvenster Fiery Server instellen wordt weergegeven.
U krijgt de beschikbare instellingen pas te zien wanneer u een bepaalde optie selecteert. Als u bijvoorbeeld de instelling voor de optie Tekenset wilt bekijken of wijzigen, klikt u op Tekenset. De beschikbare instellingen worden onder aan het venster weergegeven. Als een naast een optie wordt weergegeven, klikt u er op om meer opties te bekijken.
Klik na het maken van uw keuze op de knop Toepassen als deze wordt weergegeven. Wanneer u klaar bent met het uitvoeren van de Setup, klikt u op OK om het volledige Setup-venster te sluiten. Wanneer u wordt gevraagd de server opnieuw te starten, klikt u op Ja om de Fiery EXP5000 opnieuw te starten.
4-3 Opties van Algemene instellingen
4

Opties van Algemene instellingen

U kunt de Fiery EXP5000-systeeminstellingen opgeven die voor alle gebruikers gelden, zoals de naam van de Fiery EXP5000, de systeemdatum en -tijd, wachtwoorden en afdrukken van het takenlogboek.
Servernaam—Geef een naam op voor de Fiery EXP5000. Deze naam wordt
weergegeven in de Kiezer in een AppleTalk-netwerk.
Als u een naam wilt opgeven of aanpassen, klikt u op Aanpassen. Klik vervolgens op Wijzigen op het tabblad Computernaam in het dialoogvenster Systeemeigenschappen.
OPMERKING: Om verwarring te vermijden, raden we u aan niet de apparaatnaam
DocuColor) te gebruiken als servernaam.
(
OPMERKING: Als u meer dan één Fiery EXP5000 hebt, moet u deze niet dezelfde
naam geven.
4-4 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Datum & Tijd—Geef de systeemdatum en -tijd op. Deze worden geregistreerd
op de startpagina en in het takenlogboek.
Klik op Modify (Aanpassen) en voer de datum en tijd in in het dialoogvenster Date and Time Properties (Eigenschappen datum en tijd).
Wachtwoorden—Geef de beheerders- en operatorwachtwoorden op voor de
Fiery EXP5000.
Takenlogboek instellen—Het takenlogboek registreert alle taken die de Fiery
EXP5000 verwerkt en afdrukt. Het vermeldt gebruikersnamen, bestandsnamen van verwerkte of afgedrukte taken, data en het aantal pagina’s. Dit is nuttig voor administratieve doeleinden. Standaard worden de takenlogboeken niet automatisch afgedrukt of verwijderd door de Fiery EXP5000. U kunt de standaardinstellingen hier aanpassen.
Wachtrij Afgedrukt—Geef op of de wachtrij Afgedrukt, een opslaglocatie op de vaste
schijf van de Fiery EXP5000 voor taken die onlangs zijn afgedrukt, moet worden ingeschakeld en bepaal het maximumaantal taken dat kan worden opgeslagen. U kunt taken uit de wachtrij Afgedrukt opnieuw afdrukken zonder ze weer naar de Fiery EXP5000 te sturen. Voor het opnieuw afdrukken van taken uit de wachtrij Afgedrukt hebt u Command WorkStation, Command WorkStation LE of Fiery WebSpooler nodig. Als de wachtrij Afgedrukt niet is ingeschakeld, worden taken direct van de vaste schijf van de Fiery EXP5000 verwijderd zodra ze zijn afgedrukt.
Tekenset—Met deze optie kunt u aangeven of de hulpmiddelen voor taakbeheer voor
de weergave van bestandsnamen moeten gebruikmaken van de tekenset van Mac OS, DOS of Windows. Dit is van belang als een bestandsnaam accenttekens of samengestelde tekens bevat (zoals é of æ). Voor netwerken met gemengde platforms selecteert u de instelling die in het algemeen de beste weergave oplevert van de speciale tekens die u gebruikt.
OPMERKING: Met “hulpmiddelen voor taakbeheer” worden Command WorkStation,
Command WorkStation LE, en Fiery WebSpooler bedoeld.
4-5 Opties van Algemene instellingen
4
Voorbeelden—Geef op of een taakvoorbeeld moet worden weergegeven in de
activiteitenmonitor van Command WorkStation en Command WorkStation LE terwijl de taak wordt verwerkt. De verwerkingstijd is korter als u deze optie uitschakelt.
OPMERKING: Deze voorbeeldfunctie is niet beschikbaar voor kleurenproeven.
Startpagina—Geef aan of de Fiery EXP5000 na het inschakelen of opnieuw starten
een startpagina moet afdrukken. De startpagina bevat informatie over de Fiery EXP5000, zoals de servernaam, de huidige datum en tijd, de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen, de geactiveerde netwerkprotocollen en de gepubliceerde afdrukverbindingen.
Printergroepen—Geef hier op of u printergroepen wilt inschakelen voor beveiligd
afdrukken door groepsleden. Als u deze optie inschakelt, moet u via Command WorkStation gebruikersgroepen en wachtwoorden definiëren. Gebruikers moeten dan hun groepsnaam invoeren bij de optie Group Name (Groepsnaam) en hun wachtwoord bij de optie Group Password (Groepswachtwoord).
Ondersteuning—Voer hier namen, telefoonnummers en e-mailadressen in van
contactpersonen in uw organisatie die ondersteuning verlenen voor de Fiery EXP5000 en de digitale pers.
4-6 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4

Instellingen takenlogboek

Takenlogboek elke 55 taken autom. afdrukken—Geef aan of de Fiery EXP5000
na elke 55 taken automatisch het takenlogboek moet afdrukken. Het takenlogboek bevat een lijst met de laatste 55 taken die op de Fiery EXP5000 zijn verwerkt, met administratieve informatie over elke taak, zoals de gebruikersnaam, de documentnaam, de tijd en de datum waarop de taak is afgedrukt, het aantal pagina’s en andere taakinformatie.
Takenlogboek elke 55 taken autom. wissen—Geef aan of de Fiery EXP5000 het
takenlogboek na elke 55 taken moet wissen. Als u deze optie niet inschakelt, slaat de Fiery EXP5000 een bestand op met een overzicht van alle taken die ooit zijn afgedrukt. Aangezien dit bestand ruimte inneemt op de vaste schijf van de Fiery EXP5000, maakt u extra schijfruimte vrij als u het takenlogboek wist.
U kunt het takenlogboek op elk gewenst moment handmatig wissen via de hulpmiddelen voor taakbeheer.
OPMERKING: Als u Takenlogboek elke 55 taken autom. wissen kiest, maar niet
Takenlogboek elke 55 taken autom. afdrukken, zal de Fiery EXP5000 het logboek niet automatisch wissen. Selecteer beide opties om het takenlogboek automatisch te wissen.
Paginagrootte takenlogboek—Selecteer een papierformaat voor het takenlogboek.
4-7 Netwerkinstellingen
4

Netwerkinstellingen

Onder Netwerkinstellingen configureert u de Fiery EXP5000 voor het ontvangen van afdruktaken via de netwerken die op uw locatie worden gebruikt. Als de Fiery EXP5000 is geconfigureerd voor ondersteuning van meerdere protocollen, wordt automatisch het juiste protocol geactiveerd wanneer een afdruktaak wordt ontvangen. Wanneer twee netwerkpoorten zijn ingeschakeld, kunnen via alle poorten tegelijk afdruktaken worden ontvangen.
U kunt de volgende netwerkinstellingen bekijken en weergeven onder Netwerkinstellingen:
•Adapters en poorten—momenteel geconfigureerde netwerkadapters en
poortinstellingen
•Protocollen—met inbegrip van AppleTalk, IPX/SPX en TCP/IP
• Afdrukservices—LPD-afdrukken (TCP/IP), NetWare-afdrukken (PServer),
Windows-afdrukken (SMB), HTTP-ondersteuning (WWW), Internet Printing Protocol (IPP)-afdrukken, Poort 9100-afdrukken en E-mailservice
4-8 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4

Adapters/Poorten

De geïnstalleerde netwerkkaarten worden weergegeven. Deze informatie kan niet worden gewijzigd. Als u Ethernet wilt inschakelen of uitschakelen, moet u Command WorkStation of Fiery WebSetup gebruiken vanaf een extern werkstation.
4-9 Netwerkinstellingen
4

Protocollen

U kunt de AppleTalk-, IPX/SPX- en TCP/IP-protocolinstellingen voor de Fiery EXP5000 wijzigen. Deze instellingen werken samen met het configuratiescherm Eigenschappen LAN-verbinding van Windows XP. Wanneer u op Modify (Aanpassen) of Advanced (Geavanceerd) klikt naast de instelling, opent het systeem het configuratiescherm Eigenschappen LAN-verbinding. Hier kunt u de instellingen voltooien.
De protocollen AppleTalk, IPX/SPX en TCP/IP zijn standaard geïnstalleerd en ingeschakeld.
Als u een protocol wilt uitschakelen, opent u het configuratiescherm Eigenschappen LAN-verbinding van Windows vanuit de FACI, of voert u de Setup van de Fiery EXP5000 uit vanuit Command WorkStation of Fiery WebSetup op een extern werkstation.
4-10 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
PROTOCOLINSTELLINGEN WIJZIGEN
1. Klik op Aanpassen of Geavanceerd naast de instelling.
Het configuratiescherm Eigenschappen LAN-verbinding van Windows XP wordt geopend.
2. Klik op het tabblad Algemeen.
3. Selecteer het protocol dat u wilt aanpassen.
Tenzij u bijkomende protocollen hebt geïnstalleerd, hebt u de keuze uit het EFI Appletalk-stuurprogramma (voor AppleTalk), NWLink IPX/SPX Compatible Transport Protocol (voor IPX/SPX) en Internet Protocol (voor TCP/IP).
4. Klik op Eigenschappen en maak de gewenste keuzen.
O
PMERKING: Raadpleeg de Windows-documentatie voor meer informatie.
5. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
6. Klik op OK om het configuratiescherm Eigenschappen LAN-verbinding te sluiten.
4-11 Netwerkinstellingen
4
AppleTalk
De huidige AppleTalk-zone wordt weergegeven. Als u de adapter of de AppleTalk-zone wilt wijzigen, klikt u op Aanpassen, selecteert u het AppleTalk-protocol onder Networkprotocol en klikt u op Eigenschappen. U kunt ook wijzigingen aanbrengen vanuit Command WorkStation of Fiery WebSetup op een extern werkstation.
4-12 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
IPX/SPX
Met deze optie kunt u IPX/SPX-frametypen opgeven.
Als u frametypen wilt wijzigen, klikt u op Aanpassen, selecteert u NWLink IPX/SPX Compatible Transport Protocol in de keuzelijst en klikt u op Eigenschappen. Het standaardframetype is Automatisch detecteren.
De Fiery EXP5000 ondersteunt de volgende Ethernet-frametypen voor IPX/SPX: Ethernet 802.2, Ethernet 802.3, Ethernet II en Ethernet SNAP.
4-13 Netwerkinstellingen
4
TCP/IP
De huidige instellingen voor IP-adres, subnetmasker en standaardgateway-adres worden weergegeven. Zie pagina 2-1 voor informatie over het instellen van afdrukken via TCP/IP.
Voor de Fiery EXP5000 is een uniek, geldig IP-adres nodig. U kunt een statisch adres instellen door Statisch te kiezen in de IP-configuratie of de Fiery EXP5000 zo instellen dat hij IP-adressen automatisch verkrijgt door DHCP of BOOTP te kiezen in de IP-configuratie.
OPMERKING: Als de IP-configuratieoptie wordt ingesteld op DHCP, wordt een
DNS-serveradres automatisch verkregen.
OPMERKING: Als de IP-configuratieoptie wordt ingesteld op DHCP of BOOTP, wordt
de systeemsoftware van de Fiery EXP5000 opnieuw gestart wanneer u uw wijzigingen opslaat en de Setup afsluit. Laat de Fiery EXP5000 opnieuw opstarten en wacht tot deze de stand Niet actief bereikt alvorens een configuratiepagina af te drukken of andere bewerkingen uit te voeren.
4-14 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Als u het subnetmasker moet instellen, voert u een van de volgende waarden in:
255.0.0.0 als het IP-adres begint met een getal dat kleiner is dan 128
255.255.0.0 als het IP-adres begint met een getal van 128 tot en met 191
255.255.255.0 als het IP-adres begint met een getal dat groter is dan 191
OPMERKING: Controleer de instelling van het subnetmasker bij uw netwerkbeheerder
voordat u voortgaat. Soms kan de juiste instelling afwijken van de hier genoemde instellingen.
Als uw TCP/IP-netwerk een gateway heeft en gebruikers van buiten de gateway willen met TCP/IP afdrukken naar de Fiery EXP5000, dan typt u hier het gateway-adres. Als u het gateway-adres handmatig wilt invoeren, moet u een geldig gateway-adres vragen aan uw netwerkbeheerder.
OPMERKING: Als er geen gateway is in het netwerk, voert u 127.0.0.1 als gateway-adres.
OPMERKING: De Fiery EXP5000 slaat de toegewezen IP-adressen op, zelfs als u later
TCP/IP uitschakelt. Als u het IP-adres van de Fiery EXP5000 aan een ander apparaat moet toewijzen, stelt u het adres van de Fiery EXP5000 in op een nuladres.
Als u andere TCP/IP-protocolinstellingen moet selecteren, klikt u op Geavanceerd, selecteert u Internet Protocol (TCP/IP) in de keuzelijst en klikt u op Eigenschappen. Raadpleeg de Windows-documentatie voor meer informatie.
4-15 Netwerkinstellingen
4

Service-instellingen

U kunt de volgende netwerkservices configureren:
• LPD-afdrukken (TCP/IP)—LPD-afdrukservices in- of uitschakelen.
•NetWare-afdrukken (PServer)—NDS- en Bindery-services opgeven
(zie pagina 4-16).
•Windows-printerdeling (SMB)—SMB-afdrukservices in- of uitschakelen.
• SNMP—SNMP-services in- of uitschakelen.
•HTTP-ondersteuning (WWW)—ondersteuning voor WebTools en
IPP-afdrukken in- of uitschakelen.
•Poort 9100 (TCP/IP)—ondersteuning voor Poort 9100-afdrukken in-
of uitschakelen.
• E-mail Service—de Fiery E-mailservice opgeven.
4-16 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
LPD-afdrukken
LPD-afdrukservice inschakelen—Geef op of u LPD-afdrukservices wilt in-
of uitschakelen.
NetWare-afdrukken (PServer)
Met deze optie kunt u NDS- en Bindery-services opgeven.
De Fiery EXP5000 instellen voor NDS-afdrukken
Slechts een enkele NDS-structuur kan worden verbonden. Als u de NDS-structuur wilt instellen of wijzigen, klikt u op Aanpassen en geeft u de instellingen als volgt op in het dialoogvenster NDS-afdrukserver.
4-17 Netwerkinstellingen
4
DE NDS-STRUCTUURINSTELLING OPGEVEN VANUIT DE FACI
1. Selecteer de optie NDS inschakelen en klik op Aanpassen.
2. In het dialoogvenster NDS-verbinding dat wordt weergegeven, dubbelklikt u op een NDS-structuur in de lijst links.
4-18 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
3. Blader naar de NDS-container en klik op OK.
Dubbelklik op de container om zijn subniveaus weer te geven. Voer indien nodig het wachtwoord in.
4. Selecteer een container in de lijst van containers.
4-19 Netwerkinstellingen
4
5. Dubbelklik op een afdrukserver in de lijst Afdrukserver selecteren.
Het volledige pad naar de afdrukserver wordt weergegeven in Volledig pad naar afdrukserver.
U kunt het pad ook wijzigen door op Bewerken te klikken en het pad naar de afdrukserver te typen.
4-20 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
6. Klik op OK.
Het dialoogvenster Server-instellingen verschijnt opnieuw en geeft het pad naar de geselecteerde afdrukserver weer op het tabblad Netwerkinstellingen.
4-21 Netwerkinstellingen
4
Bindery-instellingen
Geef de Bindery-services op op het tabblad Netwerkinstellingen. Maximaal acht Bindery-servers kunnen worden verbonden.
Als u bindery-verbindingen wilt toevoegen, verwijderen of wijzigen, klikt u op Aanpassen. Geef vervolgens de instellingen op in het dialoogvenster Bindery-verbindingen zoals hierna wordt beschreven.
4-22 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
BINDERY-VERBINDINGEN VIA SETUP OP AFSTAND VAN DE FACI TOEVOEGEN
1. Klik op Aanpassen in het dialoogvenster Bindery-instellingen.
Het dialoogvenster Bindery-verbindingen wordt weergegeven.
2. Selecteer een bestandsserver in de lijst Bestandsserver selecteren.
Als het dialoogvenster Gebruikersnaam en wachtwoord bestandsserver verschijnt, voert u de passende gebruikersnaam en het wachtwoord in om bij de geselecteerde bestandsserver aan te melden.
4-23 Netwerkinstellingen
4
3. Selecteer een afdrukserver in de lijst Afdrukserver selecteren en klik op Toevoegen.
De naam van de zojuist toegevoegde server verschijnt in de lijst Verbonden servers.
Herhaal de bovenstaande stappen als u nog een server wilt toevoegen. U kunt maximaal acht servers verbinden.
4. Klik na het toevoegen van de gewenste servers op Sluiten.
Wanneer u teruggaat naar het tabblad Netwerkinstellingen, worden de verbonden servers weergegeven in het gebied Bindery-instellingen.
4-24 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
BINDERY-VERBINDINGEN VERWIJDEREN VANUIT DE FACI
1. Klik op Aanpassen in het dialoogvenster Bindery-instellingen.
Het dialoogvenster Bindery-verbindingen wordt weergegeven.
2. Selecteer een server in de lijst Verbonden servers en klik op Verwijderen.
3. Klik op Sluiten.
4-25 Netwerkinstellingen
4
Navraaginterval
Geef het navraaginterval (in seconden) op voor NetWare-afdrukken. De standaardinstelling is 15 seconden.
OPMERKING: Hoe kleiner de navraaginterval, hoe groter de communicatiebelasting van
het netwerk. Hierdoor kunnen andere netwerktaken worden vertraagd.
4-26 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Windows-afdrukken met Server Message Block (SMB)
Met deze optie schakelt u de Windows-afdrukservice in.
SMB afdrukservices inschakelen—Selecteer deze optie om SMB (Server Message
Block) in te schakelen. Dit is het ingebouwde protocol van Windows waarmee bestanden en printers kunnen worden gedeeld. Als SMB is ingeschakeld, kan de Fiery EXP5000 worden gekozen in het netwerk, zodat Windows-clients naar een bepaalde afdrukverbinding op de Fiery EXP5000 kunnen afdrukken (blokkeringswachtrij, afdrukwachtrij of directe verbinding) zonder dat andere netwerksoftware nodig is. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het instellen van een Windows-client voor Windows-afdrukken.
OPMERKING: Windows-afdrukken (SMB) werkt via TCP/IP. TCP/IP moet dus zijn
geconfigureerd op de Fiery EXP5000 en op alle computers die Windows-afdrukken gebruiken.
4-27 Netwerkinstellingen
4
SNMP-instellingen
Schakel Simple Network Management Protocol (SNMP) in om diverse apparaten in het netwerk te controleren en gegevens te verzamelen.
SNMP inschakelen—Selecteer deze optie om de configuratie en status van
de Fiery EXP5000 te verzenden naar software in het netwerk.
Community lezen—Wijzig de naam om de toegang tot het lezen van
SNMP-informatie te beperken. De standaardinstelling is openbaar.
Community schrijven—Wijzig de naam om de toegang tot het schrijven
van SNMP-informatie te beperken. De standaardinstelling is openbaar.
OPMERKING: Als u de instelling van Community lezen of Community schrijven
wijzigt, hebt u de nieuwe naam nodig om toegang te verkrijgen tot de Setup van de Fiery EXP5000 in Command WorkStation of Fiery WebSetup vanaf een extern werkstation.
4-28 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Ondersteuning van HTTP-verbinding (WWW)
Webserver inschakelen—Selecteer deze optie om de WebTools beschikbaar te
maken voor de gebruikers (zie pagina 6-2). TCP/IP moet zijn ingeschakeld op de Fiery EXP5000 en op computers van gebruikers. WebTools omvatten Status, WebLink, WebDownloader, WebSetup, WebSpooler en Installer. Voor elke gebruiker zijn een webbrowser met Java-ondersteuning en een geldig IP-adres vereist. Raadpleeg de Snelstartgids voor meer informatie over ondersteunde browsers en de vereisten voor de computer.
Internet Printing Protocol (IPP) inschakelen—Selecteer Ja als u afdrukken met het
Internet Printing Protocol (IPP) wilt inschakelen. U moet de webserver inschakelen. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het instellen van gebruikerscomputers om IPP-afdrukken te gebruiken.
4-29 Netwerkinstellingen
4
Poort 9100-afdrukken
Poort 9100-afdrukservices inschakelen—Met deze optie kunnen toepassingen een
TCP/IP-socket naar de Fiery EXP5000 openen op Poort 9100 om een afdruktaak te downloaden.
OPMERKING: De Poort 9100-afdrukservices zijn enkel beschikbaar op clientwerkstations
met Windows 2000/XP.
Poort 9100-wachtrij—Selecteer een Fiery EXP5000-wachtrij of -verbinding waaraan
Poort 9100 moet worden gekoppeld. Alleen de gepubliceerde wachtrijen of verbindingen worden weergegeven in de lijst.
4-30 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Instelling e-mailservice
Klik op E-mailinstelling en Instellingen wijzigen om het dialoogvenster E-mailinstellingen weer te geven. Via de e-mailservice kunnen gebruikers een e-mailbericht met een bijlage versturen en deze afdrukken op de Fiery EXP5000. Met deze optie kan een e-mailservicebeheerder ook de toegang tot de e-mailservice van de Fiery EXP5000 beheren.
E-mailservices inschakelen—Selecteer deze optie om de e-mailservices van de
Fiery EXP5000 in te schakelen. De e-mailservices moeten worden ingeschakeld voor alle e-mailclientservices die PostScript-, PDF- of TIFF-bestanden afdrukken.
Afdrukken via e-mail inschakelen—Als u deze optie inschakelt, aanvaardt de
Fiery EXP5000 via e-mail verstuurde afdruktaken en drukt hij een e-maillogboek af. Als deze optie uitgeschakeld is, worden per e-mail verstuurde afdruktaken genegeerd.
4-31 Netwerkinstellingen
4
E-mailadres van Fiery—Geef de naam van de e-mailaccount op. Bijvoorbeeld
pat@test.com.
Accountnaam—Geef de accountnaam op. Dit is de interne naam die het netwerk
herkent en deze hoeft niet per se gelijk te zijn aan de gebruikersnaam.
Wachtwoord—Geef een wachtwoord op om toegang te krijgen tot de account van
het postvak op de e-mailserver.
E-mailadres beheerder—Geef het e-mailadres van de beheerder op. De beheerder
autoriseert een uniek e-mailadres om op afstand e-mailservices te beheren; deze omvatten de Fiery-adresboeken. Deze zijn bedoeld om de gebruikerstoegang tot de e-mailservices te beheren. Als er een fout optreedt terwijl u een taak per e-mail uitvoert, stuurt de e-mailservice een foutbericht naar het opgegeven e-mailadres van de beheerder. De beheerder kan vanaf dit e-mailadres aan extra e-mailadressen de autorisatie van beheerder geven.
Server uitgaande berichten (SMTP)—Geef het IP-adres op van de server (SMTP)
in het netwerk die de uitgaande e-mail verwerkt.
Server binnenkomende berichten (POP3/IMAP)—Geef het IP-adres op van de server
(POP3/IMAP) die de binnenkomende e-mail verwerkt.
OPMERKING: U moet zowel een server voor binnenkomende berichten als een server
voor uitgaande berichten opgeven. Als u geen server voor uitgaande berichten opgeeft, wordt aangenomen dat die gelijk is aan de server voor binnenkomende berichten.
Servertype—Geef het e-mailprotocol op om te communiceren met de server voor
binnenkomende berichten.
Time-out verbinding (seconden)—Geef het maximale tijdsinterval op voor de
Fiery EXP5000 om verbinding te maken met de e-mailserver.
Navraaginterval—Geef op hoe vaak de Fiery EXP5000 de e-mailserver navraagt
op relevante e-mail.
4-32 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4

Opties voor printerinstellingen

Met printerinstellingen configureert u de verbindingen en het afdrukgedrag van een bepaald afdrukapparaat. Zie pagina 3-2 voor meer informatie over de afdrukverbindingen van de Fiery EXP5000.
Geef de volgende instellingen op in Printerinstellingen:
•Printerverbindingen
•Vertraging taak-batch
• PS(PostScript)-instellingen
• Kleurinstellingen

Printerverbindingen

Geef op wat u wilt publiceren: de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij, of directe verbinding.
4-33 Opties voor printerinstellingen
4
Afdrukwachtrij publiceren—Met deze optie kunnen gebruikers taken afdrukken
(of laden) naar de afdrukwachtrij. Taken die naar de Afdrukwachtrij worden afgedrukt, worden in de wachtrij op de schijf van de Fiery EXP5000 geplaatst en in volgorde van binnenkomst afgedrukt. Alleen wachtrijen die zijn gepubliceerd in de Printerinstellingen zijn beschikbaar voor gebruikers.
Directe verbinding publiceren—Met deze optie kunnen gebruikers taken afdrukken
(of laden) naar de Fiery EXP5000 zonder gegevens in de wachtrij te plaatsen. Taken die naar de directe verbinding worden afgedrukt, worden niet opgeslagen in de wachtrij Afgedrukt.
OPMERKING: Als u lettertypen wilt downloaden naar de Fiery EXP5000, moet u de
directe verbinding publiceren.
Blokkeringswachtrij publiceren—Met deze optie kunnen gebruikers taken afdrukken
(of laden) naar de blokkeringswachtrij. U kunt taken in de blokkeringswachtrij alleen afdrukken door deze met de hulpmiddelen voor taakbeheer naar de afdrukwachtrij te kopiëren of te verplaatsen.
U moet deze wachtrij publiceren om gebruikers toegang te bieden tot de Fiery-hulpprogramma’s. Het maakt hierbij niet uit of gebruikers al dan niet taken verzenden naar de blokkeringswachtrij.
OPMERKING: Als u een van deze opties wijzigt, worden de nieuwe instellingen pas van
kracht nadat u de Fiery EXP5000 opnieuw hebt gestart. Zie pagina 7-17 voor informatie over het opnieuw starten van de Fiery EXP5000.

Vertraging taak-batch

Met de taak-batchfunctie van de Fiery EXP5000 kunt u meerdere taken samenvoegen en afdrukken als één taak. De digitale pers heeft gewoonlijk een stilstandtijd van zes seconden nodig na het afdrukken van een taak. Als u vele kleine taken moet afdrukken, kan die stilstandtijd dus oplopen en wordt de digitale pers minder productief. Met de taak-batchfunctie kunt u meerdere taken tegelijk afdrukken zonder stilstandtijd.
Als u de functie Vertraging taak-batch wilt gebruiken, moet u opgeven hoelang (in seconden) de Fiery EXP5000 moet wachten voordat het taken in een batch plaatst en verstuurt naar de digitale pers.
4-34 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Bij gebruik van de taak-batchfunctie moet de operator ervoor zorgen dat de instellingen van de volgende opties voor alle taken dezelfde zijn:
•Dubbelzijdig
• Collationering
•Bedrukte zijde omlaag
•Nietmodus
•Uitvoerbestemming
OPMERKING: Als een batch een taak bevat waarvoor de afdrukoptie Offset-taken is
ingesteld op Ja en een andere taak waarvoor deze afdrukoptie is ingesteld op Nee, wordt de instelling in de eerste taak van de batch toegepast op de rest van de batch.
Vertraging taak-batch—Geef op hoelang (in seconden; 0-60) de server moet wachten
voordat hij taken in batch plaatst en verstuurt. Waarden hoger dan 60 seconden kunnen wel worden ingevoerd, maar worden niet ondersteund. Typ 0 om de taak-batchfunctie uit te schakelen.
De huidige informatie over Vertraging taak-batch wordt weergegeven op de configuratiepagina onder de kop “Video-informatie”. De optie Vertraging taak-batch is niet beschikbaar in Fiery WebSetup.
4-35 Opties voor printerinstellingen
4

PS(PostScript)-instellingen

Met PS-instellingen kunt u standaardinstellingen kiezen voor de Fiery EXP5000. Gebruikers kunnen de meeste instellingen desgewenst per taak wijzigen. Gebruikers die afdrukken vanaf UNIX- of DOS-opdrachtregels kunnen de standaardinstellingen echter niet wijzigen vanuit een toepassing. Het is daarom belangrijk dat u standaardinstellingen opgeeft in PS-instellingen. Raadpleeg de Afdrukgids voor meer informatie.
Om toegang te krijgen tot diverse PS-instelopties, klikt u op het tabblad Printerinstellingen en op het teken naast PS-instellingen.
OPMERKING: In de volgende afbeeldingen staat de “Apparaatnaam” voor het model
van de digitale pers die op de Fiery EXP5000 is aangesloten, in dit geval DocuColor.
Rasterdefinities—Geef tot drie rastermethoden op die beschikbaar moeten worden
gemaakt in de printerstuurprogramma’s van de Fiery EXP5000 en in de hulpmiddelen voor taakbeheer. Voor elk van deze rasters (Gebruikersraster 1, Gebruikersraster 2 en Gebruikersraster 3) kunt u de frequentie (lpi), de rasterhoeken en de rasterpuntvormen definiëren.
4-36 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Papierformaat converteren—Geef aan of u papierformaten in documenten
automatisch wilt converteren naar de standaardpapierformaten die zijn opgegeven. Als u bijvoorbeeld Letter/11x17->A4/A3 selecteert, worden documenten met Letter-formaat automatisch op A4-papier afgedrukt. Als u Nee kiest, wordt de taak alleen afgedrukt door de Fiery EXP5000 als een invoerlade wordt gevonden waarin papier is geladen met het formaat dat is opgegeven in de taak.
Modus digitale pers—Geef op welk voorkeuzeraster u wilt gebruiken als
standaardraster voor de Fiery EXP5000.
Beeldkwaliteit—Geef het type beeldkwaliteit op dat de Fiery EXP5000 standaard
moet gebruiken. Als u Best (Beste) selecteert, verbetert de beeldkwaliteit, maar kan de grootte van de verwerkte taak toenemen en kan het verwerken langer duren.
Paginavolgorde—Geef een paginavolgorde op voor het afdrukken. Met Van 1 tot n
worden pagina's afgedrukt in de volgorde waarin deze worden ontvangen, zodat de laatste pagina zich boven op de stapel bevindt en de eerste pagina onderop. Met Van n tot 1 worden pagina's afgedrukt in omgekeerde volgorde, zodat de eerste pagina zich boven op de stapel bevindt en de laatste pagina onderop.
Collationering—Geef aan hoe afdruk- of kopieertaken met meerdere pagina’s moeten
worden uitgevoerd.
Bedrukte zijde omlaag—Geef op of de digitale pers de afdrukken met de beeldzijde
omlaag moet afdrukken. Met Aan wordt de taak afgedrukt op de onderzijde van het papier.
Nietmodus—Geef op of taken moeten worden geniet en bepaal waar ze worden geniet.
Uitvoerbestemming—Geef op in welke lade afdruktaken moeten worden uitgevoerd.
De uitvoerbestemmingen die u kunt kiezen, zijn afhankelijk van de geïnstalleerde accessoires.
Offset-taken—Geef op of taken met meerdere exemplaren moeten worden uitgevoerd
in wisselende stapels.
Gemengd paginaformaat—Geef op of afdruktaken met gemengde paginaformaten
zijn toegestaan. Met de instelling Aan wordt een taak volledig verwerkt voordat het afdrukken begint om de grootte van de opening op HCS of HCCS in te stellen op het grootste papierformaat.
4-37 Opties voor printerinstellingen
4
OPMERKING: Als een taak uit meerdere paginaformaten bestaat en er voor één of
meer formaten beperkingen gelden met betrekking tot de uitvoerbestemmingen of afwerkingsinstellingen, moet de optie Gemengd paginaformaat worden ingesteld op Aan. Als u dit niet doet, zal de afdruktaak worden onderbroken voordat het paginaformaat wordt afgedrukt waarvoor beperkingen gelden. Als dit gebeurt, geeft de Fiery EXP5000 een foutbericht weer.
Model afdrukken—Geef op of een model moet worden afgedrukt wanneer dit wordt
aangemaakt.
Passend maken—Geef op of een documentformaat moet worden aangepast aan een
gekozen papierformaat als het documentformaat verschilt van het papierformaat. Als de instelling Uit is en het documentformaat groter is dan het gekozen papierformaat, wordt het document bijgesneden tot het gekozen papierformaat wanneer het wordt afgedrukt.
Standaard papierformaten—Geef aan of u standaard wilt afdrukken op US (VS)
papierformaten (zoals letter, legal, tabloid) of op Metric (Metrische) papierformaten (zoals A4 en A3). Als geen papierformaat is gedefinieerd in een PostScript-bestand, worden taken op Letter-papier afgedrukt als u VS selecteert, en op A4-papier als u Metrisch selecteert.
Voorblad afdrukken—Geef op of de Fiery EXP5000 een voorblad (taakoverzicht) moet
afdrukken aan het einde van elke afdruktaak. Als u Ja selecteert, wordt elke afdruktaak gevolgd door een pagina met de naam van de gebruiker die de taak heeft verstuurd, de naam van het document, de naam van de server, de tijd waarop de taak is afgedrukt, het aantal afgedrukte pagina’s en de status van de taak. Als een PostScript-fout is opgetreden en de optie Afdrukken tot PS-fout is ingesteld op Ja, staat het PostScript-foutbericht op de statusbalk.
Courier-vervanging toestaan—Geef aan of Courier moet worden gebruikt in plaats
van niet-beschikbare lettertypen. Als u Uit selecteert, resulteren taken met lettertypen die niet beschikbaar zijn op de vaste schijf van de Fiery EXP5000, in een PostScript-fout en worden ze niet afgedrukt. Deze instelling is niet van toepassing op PDF-bestanden omdat bij dit type bestanden lettertypevervanging automatisch wordt uitgevoerd.
Stel deze optie in op Nee als u printerlettertypen downloadt naar de Fiery EXP5000.
4-38 Setup uitvoeren vanaf het FACI
4
Afdrukken tot PS-fout—Geef aan of de Fiery EXP5000 het beschikbare gedeelte van
een afdruktaak moet afdrukken wanneer een PostScript-fout optreedt. Deze optie is gewoonlijk uitgeschakeld (Nee).
• Als u Nee selecteert, wordt het afdrukken van de volledige taak geannuleerd als
een PostScript-fout optreedt, maar worden het verwerkte deel van de taak en de informatie over de PostScript-fout opgeslagen op de vaste schijf van de Fiery EXP5000. U kunt de taak- en foutgegevens bekijken met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
• Als u Ja selecteert, wordt het deel van de taak afgedrukt dat vóór het optreden
van de fout is verwerkt.

Kleurinstellingen

Met Kleurinstellingen kunt u de parameters instellen die de Fiery EXP5000 gebruikt om kleurenuitvoer te besturen. Gebruikers van Mac OS en Windows die de printerstuurprogramma's gebruiken die worden geleverd op de cd met gebruikerssoftware, kunnen per taak van de meeste standaardinstellingen afwijken. Gebruikers die afdrukken vanaf UNIX- of DOS-opdrachtregels kunnen de standaardinstellingen echter niet wijzigen vanuit een toepassing. Daarom moet u standaardinstellingen kiezen in Kleurinstellingen.
De beste methode om standaardinstellingen te kiezen voor kleuren is met behulp van Kleurinstellingen, onderdeel van de ColorWise Pro Tools. De kleurinstellingen worden in deze sectie beschreven. Raadpleeg de Afdrukgids en de Kleurengids voor meer informatie over deze standaardinstellingen.
Loading...