Xerox DocuColor 5252 PRINTING GUIDE [nl]

Fiery EX12/EX2000d
AFDRUKGIDS

Over de documentatie

Deze handleiding maakt deel uit van de Fiery®-documentatieset. Deze set bestaat uit de volgende handleidingen voor gebruikers en systeembeheerders:
•De
Snelstartgids
configureren en om af te drukken. Ook vindt u hier informatie over het gebruik van de on line documentatie.
•In de
Installatiegids gebruikerssoftware
installeren van de cd met gebruikerssoftware, zodat gebruikers kunnen afdrukken met de Fiery. In deze handleiding wordt ook aandacht besteed aan het instellen van afdrukverbindingen met de Fiery.
bevat een samenvatting van de stappen die nodig zijn om de Fiery te
wordt beschreven hoe u software kunt
•In de
•In de
•De
•In de handleiding
•In de
Configuratiegids
het beheer van de Fiery voor de ondersteunde platforms en netwerkomgevingen. In deze gids zijn ook richtlijnen opgenomen voor het instellen van UNIX-, Windows NT 4.0- en Novell NetWare-servers om afdrukservices te bieden aan gebruikers.
Afdrukgids
die taken verzenden vanaf hun eigen computer.
Kleurengids
Fiery worden gemaakt. In deze gids wordt uitgelegd hoe u de kopieermachine kalibreert en hoe u gebruikmaakt van het kleurbeheersysteem ColorWise functies van de ColorWise Pro Tools™.
besproken die te maken hebben met het beheren van de kleurenafdrukken die via de Fiery worden gemaakt en worden tevens de belangrijkste werkstroomscenario’s besproken. Daarnaast biedt deze handleiding informatie over het afdrukken vanuit veelgebruikte Microsoft Windows- en Apple Macintosch-toepassingen.
Gids voor taakbeheer
uitgelegd, zoals het EFI Command WorkStation™ en Fiery DocBuilder Pro™. Deze handleiding bevat daarnaast instructies voor het toepassen van deze hulpprogramma’s bij het beheren van taken en het behouden van kleurkwaliteit. Deze handleiding is bedoeld voor operators, beheerders of voor gebruikers met de vereiste toegangsrechten, die de voortgang van afdruktaken willen controleren en beheren, kleurkalibratie willen uitvoeren en eventuele problemen willen oplossen.
vindt u informatie over de basistaken voor de configuratie en
worden de afdrukfuncties van de Fiery beschreven voor gebruikers
geeft informatie over het beheren van de kleurenafdrukken die via de
®
en de
Fiery-kleurenreferentie
worden de functies van de Fiery-clienthulpprogramma’s
worden concepten en onderwerpen
•In de
Customer Release Notes
oplossingen voor problemen die kunnen optreden.
vindt u actuele productinformatie en tijdelijke
Copyright © 2002 Electronics For Imaging, Inc. Alle rechten voorbehouden.
De onderhavige publicatie is auteursrechtelijk beschermd en alle rechten op deze publicatie worden voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke toestemming van Electronics For Imaging, Inc. worden verveelvoudigd dan wel in enige vorm of op enige manier en voor enig doel worden verzonden, behalve voorzover zulks uitdrukkelijk in de onderhavige bepalingen wordt toegestaan. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en schept geen verplichtingen zijdens Electronics For Imaging, Inc.
De software die in deze publicatie wordt beschreven, is onderworpen aan een licentie-overeenkomst en mag uitsluitend conform de bepalingen van deze licentie­overeenkomst worden gebruikt en worden gekopieerd.
Dit product valt mogelijk onder een van de volgende patenten in de V.S.: 4,500,919, 4,837,722, 5,212,546, 5,343,311, 5,424,754, 5,467,446, 5,506,946, 5,517,334, 5,537,516, 5,543,940, 5,553,200, 5,615,314, 5,619,624, 5,625,712, 5,666,436, 5,760,913, 5,818,645, 5,835,788, 5,867,179, 5,959,867, 5,970,174, 5,982,937, 5,995,724, 6,002,795, 6,025,922, 6,041,200, 6,065,041, 6,112,665, 6,122,407, 6,134,018, 6,141,120, 6,166,821, 6,185,335, 6,201,614, 6,215,562, 6,219,659, 6,222,641, 6,224,048, 6,225,974, 6,226,419, 6,238,105, 6,239,895, 6,256,108, 6,269,190, 6,289,122, 6,292,270, 6,310,697, 6,327,047, 6,327,050, 6,327,052, RE36,947, D406,117, D416,550, D417,864, D419,185, D426,206, D439,851, D444,793
Handelsmerken
ColorWise, EDOX, EFI, Fiery, het Fiery-logo, Fiery Driven en RIP-While-Print zijn handelsmerken van Electronics For Imaging, Inc. die zijn gedeponeerd bij het U.S. Patent and Trademark Office in de Verenigde Staten en in een aantal andere buitenlandse rechtsgebieden.
Het eBeam-logo, het Electronics For Imaging-logo, het Fier y Driven-logo, het Splash-logo, AutoCal, ColorCal, Command WorkStation, DocBuilder, DocBuilder Pro, DocStream, eBeam, EFI Color Profiler, EFI Production System, EFI ScanBuilder, Fiery X2, Fiery X2e, Fiery X2-W, Fiery X3e, Fiery X4, Fiery ZX, Fiery Z4, Fiery Z5, Fiery Z9, Fiery Z16, Fiery Z18, Fiery Document WorkStation, Fiery Downloader, Fiery Driver, Fiery FreeForm, Fiery Link, Fiery Prints, Fiery Print Calibrator, Fiery Production System, Fiery Scan, Fiery ScanBuilder, Fiery Spark, Fiery Spooler, Fiery WebInstaller, Fiery WebScan, Fiery WebSpooler, Fiery WebStatus, Fiery WebTools, NetWise, RIPChips, Splash, Velocity, Velocity Balance, Velocity Build, Velocity Design, Velocity Estimate, Velocity Scan en VisualCal zijn handelsmerken van Electronics For Imaging, Inc.
Alle overige handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn eigendom van de respectieve eigenaren en worden hierbij gerespecteerd.
Kennisgevingen
APPLE COMPUTER, INC. (HIERNA AANGEDUID ALS “APPLE”) VERLEENT MET BETREKKING TOT DE APPLE-SOFTWARE GEEN ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, DAARONDER BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. APPLE DOET GEEN GARANTIES EN BEWERINGEN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK EN DE RESULTATEN VAN DE APPLE-SOFTWARE, EVENALS DE JUISTHEID, NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID, GANGBAARHEID EN ANDERE ASPECTEN HIERVAN. DE RESULTATEN EN PRESTATIES VAN DE APPLE-SOFTWARE ZIJN GEHEEL VOOR UW EIGEN RISICO. IN SOMMIGE STATEN IS DE UITSLUITING VAN IMPLICIETE GARANTIE NIET TOEGESTAAN. DE BOVENSTAANDE UITSLUITING IS DERHALVE IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
IN GEEN GEVAL ZIJN APPLE, DAN WEL HAAR DIRECTEURS, STAFLEDEN, WERKNEMERS OF VERTEGENWOORDIGERS, AANSPRAKELIJK VOOR ENIGERLEI GEVOLGSCHADE, INCIDENTELE SCHADE OF INDIRECTE SCHADE (DAARONDER BEGREPEN SCHADE DOOR WINSTDERVING, BEDRIJFSONDERBREKING, VERLIES VAN BEDRIJFSGEGEVENS EN DERGELIJKE) DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN OF ENIGE VERHINDERING TOT HET GEBRUIK VAN DE APPLE-SOFTWARE, ZELFS INDIEN APPLE VAN DE MOGELIJKHEID VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. AANGEZIEN HET IN SOMMIGE LANDEN NIET IS TOEGESTAAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE TE BEPERKEN OF UIT TE SLUITEN, ZIJN DE BOVENSTAANDE BEPERKINGEN IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
zal, ongeacht de oorzaak van deze schade en de grondslag van de ingestelde actie (wanprestatie, onrechtmatige daad [met inbegrip van onrechtmatige nalatigheid], productaansprakelijkheid of anderszins), te allen tijde beperkt blijven tot een bedrag van 50 Amerikaanse dollars.
Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten
Militaire overheidsinstanties: Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten. Het gebruik, de verveelvoudiging en de verspreiding van de onderhavige software en documentatie zijn onderworpen aan de beperkingen uit lid (c)(1)(ii) van de Rights in Technical Data and Computer Software Clause als neergelegd in 252.227.7013.
Burgerlijke overheidsinstanties: Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten. Het gebruik, de verveelvoudiging en de verspreiding van de onderhavige software en documentatie zijn onderworpen aan de beperkingen uit lid (a) tot en met (d) van de Commercial Computer Software Restricted Rights Clause zoals neergelegd in 52.227-19 en de beperkingen uit de standaardovereenkomst van Electronics For Imaging, Inc. voor deze software. Niet-gepubliceerde rechten worden voorbehouden op grond van de auteursrechtelijke wetgeving van de Verenigde Staten.
Bestelnummer:
45026588
De aansprakelijkheid van Apple in geval van schade
FCC-informatie
WAARSCHUWING: Op grond van de FCC-voorschriften kunnen wijzigingen of aanpassingen aan dit apparaat waarmee de fabrikant niet uitdrukkelijk heeft ingestemd het recht van de gebruiker om het apparaat te gebruiken tenietdoen.
Class B Declaration of Conformity
Uit tests is gebleken dat het onderhavige apparaat voldoet aan de grenswaarden voor digitale apparaten van klasse B als bedoeld in deel 15 van de FCC­voorschriften. Deze grenswaarden zijn gekozen om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen bij gebruik in een woonomgeving. Door dit apparaat wordt radiostraling gegenereerd en gebruikt waardoor het radioverkeer ernstig kan worden verstoord wanneer het apparaat niet conform de instructies wordt geïnstalleerd en gebruikt. Er is echter geen garantie dat storingen in een bepaalde installatie worden voorkomen.Als dit apparaat schadelijke storing veroorzaakt van radio- of televisie-ontvangst, hetgeen kan worden vastgesteld door het apparaat uit en weer in te schakelen, kan de gebruiker het probleem van de storing oplossen door een of meer van de volgende maatregelen te nemen:Wijzig de stand van de ontvangstantenne of verplaats de antenne.Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat is verbonden met een andere groep dan de groep waarop de ontvanger is aangesloten.Neem voor hulp contact op met de dealer of met een erkend radio/tv-monteur.Om te voldoen aan de FCC-voorschriften moeten met dit apparaat afgeschermde kabels worden gebruikt. Gebruik in combinatie met niet-goedgekeurde apparatuur of niet-afgeschermde kabels kan storingen van radio- of tv­ontvangst veroorzaken. De gebruiker moet beseffen dat wijzigingen en aanpassingen aan dit apparaat zonder toestemming van de fabrikant het recht van de gebruiker om het apparaat te gebruiken teniet kunnen doen.
Ver klaring van conformiteit met klasse B van Industry Canada
Dit digitale apparaat in klasse B voldoet aan de Canadese norm ICES-003.
Avis de Conformation Classe B de l’Industrie Canada
Cet appareil numérique de la Classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Ver klaring van conformiteit met de radio-ontstoringsvereisten
Uit afzonderlijke tests en tests op systeemniveau (ter nabootsing van de normale bedrijfsomstandigheden) is gebleken dat dit apparaat aan de geldende radio­ontstoringsvereisten voldoet. Het is echter mogelijk dat het apparaat onder bepaalde ongunstige omstandigheden in andere installaties niet aan deze vereisten voldoet. In dat geval is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de naleving van genoemde vereisten door de installatie.
Dieses Gerät wurde sowohl einzeln als auch in einer Anlage, die einen normalen Anwendungsfall nachbildet, auf die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen geprüft. Es ist jedoch möglich, dass die Funkentstörbestimmungen unter ungünstigen Umständen bei anderen Gerätekombinationen nicht eingehalten werden. Für die Einhaltung der Funkentstörbestimmungen einer gesamten Anlage, in der dieses Gerät betrieben wird, ist der Betreiber verantwortlich.
De naleving van de geldende voorschriften is afhankelijk van het gebruik van afgeschermde kabels. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de aanschaf van de juiste kabels.
Die Einhaltung zutreffender Bestimmungen hängt davon ab, dass geschirmte Ausführungen benützt werden. Für die Beschaffung richtiger Ausführungen ist der Betreiber verantwortlich.
Software-gebruiksrechtovereenkomst
LEES DE VOLGENDE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN AANDACHTIG DOOR VOORDAT U DEZE SOFTWARE GEBRUIKT. ALS U NIET INSTEMT MET DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN IN DEZE OVEREENKOMST, MOET U DE SOFTWARE NIET GEBRUIKEN. HET INSTALLEREN EN GEBRUIKEN VAN DE SOFTWARE IMPLICEERT DAT U INSTEMT MET DE BEPALINGEN IN DEZE OVEREENKOMST EN DAT U DEZE BEPALINGEN ACCEPTEERT. ALS U NIET INSTEMT MET DE VOORWAARDEN IN DEZE OVEREENKOMST, KUNT U DE ONGEBRUIKTE SOFTWARE RETOURNEREN, WAARNA HET VOLLEDIGE AANKOOPBEDRAG ZAL WORDEN TERUGGESTORT NAAR DE PLAATS VAN AANKOOP.
Licentie
EFI verleent u een niet-exclusieve licentie om gebruik te maken van de software (hierna aangeduid als de "software") en bijbehorende documentatie (hierna aangeduid als de "documentatie") bij het product. De software wordt niet aan u verkocht; er wordt u een licentie voor het gebruik ervan verstrekt. U mag de software uitsluitend voor eigen bedrijfsdoeleinden of persoonlijke doeleinden gebruiken. Het is niet toegestaan de software te verhuren, aan derden te leasen of uit te lenen, of er een sublicentie voor te verstrekken. U bent evenwel gerechtigd alle rechten die u aan deze overeenkomst ontleent over te dragen aan een andere (rechts)persoon, vooropgesteld dat: (1) u aan de betreffende (rechts)persoon alle software en documentatie overdraagt (inclusief alle kopieën, bijgewerkte, nieuwe en vorige versies, onderdelen, de media, afgedrukte materialen en deze overeenkomst); (2) u geen kopieën van de software en de documentatie behoudt, inclusief kopieën die zijn opgeslagen op een computer; en (3) de ontvanger instemt met de bepalingen in deze overeenkomst.
U bent niet gerechtigd de software, of delen ervan, geheel of gedeeltelijk te kopiëren of te laten kopiëren, behalve voor zover dit noodzakelijk is voor het maken van reservekopieën of voor archiveringsdoeleinden, ter ondersteuning van uw gebruik van de software zoals toegestaan uit hoofde van deze overeenkomst. Het is evenmin toegestaan om de documentatie te kopiëren. Tevens bent u niet gerechtigd de software te wijzigen of te ontleden, dan wel door middel van "reverse engineering" of andere methoden te decoderen.
Eigendomsrechten
U erkent dat de software, evenals de titel en de intellectueel-eigendomsrechten ten aanzien van deze goederen eigendom blijven van EFI en haar leveranciers. Met uitzondering van de bovenstaande rechten kunt u aan deze overeenkomst geen octrooirechten, auteursrechten, rechten op handelsgeheimen of (al of niet gedeponeerde) handelsmerken, franchiserechten, licentierechten of andere rechten met betrekking tot de software ontlenen. Voorts is het u niet toegestaan een handelsmerk of handelsnaam aan te nemen of te gebruiken die lijkt op de naam van EFI of haar leveranciers dan wel hiermee kan worden verward. Evenmin mag u acties ondernemen die de handelsmerkrechten van EFI of haar leveranciers kunnen afzwakken of verminderen.
Vertrouwelijkheid
U stemt ermee in de software vertrouwelijk te behandelen en deze uitsluitend ter beschikking te stellen aan bevoegde gebruikers die de software nodig hebben en deze op grond van de onderhavige overeenkomst mogen gebruiken. Verder stemt u ermee in om alle redelijkerwijs te verwachten voorzorgsmaatregelen te nemen om verspreiding naar derden te voorkomen.
Rechtsmiddelen en beëindiging
Het onbevoegd gebruiken, kopiëren of verspreiden van de software, of enige inbreuk op deze overeenkomst, resulteert in de automatische beëindiging van deze licentie en geeft EFI het recht andere rechtsmiddelen aan te wenden. Indien de overeenkomst wordt beëindigd, moet u alle kopieën van de software, evenals alle onderdelen van de software, vernietigen. Alle bepalingen in deze overeenkomst die betrekking hebben op garantiebeperkingen, aansprakelijkheidsbeperkingen, rechtsmiddelen of schade, evenals EFI’s eigendomsrechten, blijven na beëindiging van de overeenkomst onverminderd van kracht.
Garantiebeperking
EFI garandeert de oorspronkelijke koper (hierna aangeduid als de “klant”) dat het functioneren van de software gedurende dertig (30) dagen vanaf de oorspronkelijke datum waarop het product bij EFI of haar geautoriseerde detailhandelaar is aangeschaft, substantieel zal beantwoorden aan hetgeen wordt beschreven in de documentatie, vooropgesteld dat het product wordt gebruikt conform de door EFI verstrekte specificaties. EFI garandeert dat de media waarop de software is opgeslagen gedurende de hierboven vermelde garantieperiode geen defecten zullen vertonen. EFI garandeert niet dat de software in uw specifieke behoeften zal voldoen, dat de software ononderbroken of zonder fouten zal werken of dat alle fouten in de software zijn gecorrigeerd. EFI biedt geen garantie, noch impliciet, noch op enige andere wijze, met betrekking tot de prestaties of betrouwbaarheid van producten van derden (software of hardware) die niet door EFI zijn geleverd. DEZE GARANTIE WORDT TENIETGEDAAN INDIEN PRODUCTEN VAN DERDEN WORDEN GEÏNSTALLEERD DIE NIET DOOR EFI ZIJN GEAUTORISEERD. DEZE GARANTIE WORDT EVENEENS TENIETGEDAAN INDIEN HET PRODUCT WORDT GEBRUIKT, AANGEPAST EN/OF GEREPAREERD OP EEN ANDERE WIJZE DAN DEWELKE DOOR EFI IS GEAUTORISEERD.
MET UITZONDERING VAN DE BOVENSTAANDE UITDRUKKELIJKE, BEPERKTE GARANTIE VERLEENT EFI MET BETREKKING TOT DE SOFTWARE GEEN ENKELE GARANTIE, NOCH UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, OP GROND VAN WETTELIJKE BEPALINGEN, BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST DAN WEL AAN U GEDANE MEDEDELINGEN. MET NAME ACCEPTEERT EFI GEEN ENKELE IMPLICIETE GARANTIE VAN VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF VRIJWARING VAN INBREUK OP DE RECHTEN VAN DERDEN.
Aansprakelijkheidsbeperking
IN GEEN GEVAL, VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN ONDER DE WET, ZIJN EFI EN HAAR LEVERANCIERS AANSPRAKELIJK VOOR SCHADE, DAARONDER BEGREPEN VERLIES VAN GEGEVENS, WINSTDERVING, DEKKINGSKOSTEN OF ANDERE SPECIALE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF INDIRECTE SCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT DE VERKOOP, DE INSTALLATIE, HET ONDERHOUD, HET GEBRUIK, DE PRESTATIES OF HET NIET GOED WERKEN VAN DE SOFTWARE, ONGEACHT DE OORZAAK VAN DERGELIJKE SCHADE EN DE THEORIE WAAROP DE AANSPRAKELIJKHEID IS GEBASEERD. DEZE BEPERKING GELDT ZELFS INDIEN EFI VAN HET RISICO VAN EEN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS GESTELD. U ERKENT DAT DEZE RISICOVERDELING IN DE PRIJS VAN HET PRODUCT IS VERDISCONTEERD. AANGEZIEN IN SOMMIGE RECHTSGEBIEDEN DE UITSLUITING OF BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR GEVOLGSCHADE OF INCIDENTELE SCHADE NIET IS TOEGESTAAN, IS DE BOVENSTAANDE BEPERKING IN UW SITUATIE MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
Exportbepalingen
U stemt ermee in dat u de software in geen enkele vorm zult exporteren of opnieuw exporteren indien u daarmee het toepasselijk recht of de toepasselijke voorschriften in de Verenigde Staten of het land van aanschaf overtreedt.
Beperkte rechten voor overheidsinstanties in de Verenigde Staten:
De Software en de documentatie worden geleverd met BEPERKTE RECHTEN. Het gebruik, de verveelvoudiging of verspreiding door overheidsfunctionarissen van de Verenigde Staten zijn onderworpen aan de beperkingen uit lid (c) (1) (ii) van de Rights in Technical Data and Computer Software Clause als neergelegd in DFARS 252.227-7013 dan wel in de leden (c) (1) en (2) van de Commercial Computer Software Restricted Rights Clause als neergelegd in 48 CFR 52.227-19, voorzover van toepassing.
Algemeen
Deze overeenkomst is onderworpen aan het recht van de staat Californië. U stemt ermee in dat deze overeenkomst niet is onderworpen aan de United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods (1980). Deze overeenkomst regelt de volledige rechtsverhouding tussen u en Electronics for Imaging en prevaleert boven eerdere mondelinge of schriftelijke mededelingen dan wel advertenties met betrekking tot de software. Indien enige bepaling van deze overeenkomst ongeldig wordt geacht, blijven de overige bepalingen van deze overeenkomst onverminderd van kracht.
Bij vragen kunt u een bezoek brengen aan de website van EFI: www.efi.com.
Electronics For Imaging 303 Velocity Way Foster City, CA 94404, Verenigde Staten
Inhoud

Over de documentatie

Inleiding

Over deze handleiding

Hoofdstuk 1: Afdrukken vanaf Windows-computers

Afdrukken vanuit toepassingen
Opties instellen en afdrukken in Windows 1-2 Opgeslagen profielen gebruiken 1-9 Snelkoppelingen gebruiken 1-15
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
Werken met aangepaste paginaformaten in Windows 9x/Me 1-17 Werken met aangepaste paginaformaten in Windows NT 4.0 1-21 Werken met aangepaste paginaformaten in Windows 2000/XP 1-26 Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken 1-30

Hoofdstuk 2: Afdrukken vanaf Macintosh-computers

Afdrukken vanuit toepassingen
De Fiery selecteren in de Kiezer 2-1 Afdrukopties instellen en afdrukken vanaf Macintosh-computers 2-3
Aangepaste paginaformaten definiëren
xi
1-1
1-17
2-1
2-7

Hoofdstuk 3: Afdrukken vanaf UNIX-werkstations

Afdrukken naar de Fiery
3-1
viii Inhoud

Hoofdstuk 4: Bestanden en lettertypen downloaden

Werken met Fiery Downloader
Printerlettertypen downloaden 4-4 Printerlettertypen beheren 4-9

Hoofdstuk 5: Documenten met variabele gegevens afdrukken

Variabele gegevens afdrukken Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
Hoe werkt FreeForm? 5-2 Het hoofddocument maken 5-4 Het variabele document maken 5-5 Het variabele document combineren met het FreeForm-hoofddocument 5-6 Werken met FreeForm 5-8
Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
Bepaalde hoofdpagina’s toewijzen aan een document met variabele gegevens 5-12
Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele gegevens
Fiery Variable Data Printing (VDP) Resource Manager gebruiken 5-14

Hoofdstuk 6: Scannen

4-1
5-1
5-2
5-12
5-14
Onderdelen van Fiery Scan Fiery Remote Scan
De scantaak verzenden naar een specifieke bestemming 6-5 Scanbestanden ophalen 6-9
Werken met de toepassing Fiery Bar Scan Scannen naar de vaste schijf van de Fiery
De scantaak verzenden naar een specifieke bestemming 6-17
6-1
6-2
6-13
6-16
ix Inhoud

Hoofdstuk 7: Werken met EFI TIFF/IT Converter

TIFF/IT-bestandsindelingen Werken met EFI TIFF/IT Converter
Voorkeuren voor EFI TIFF/IT Converter instellen 7-3 Bestanden converteren 7-6
Hoofdstuk 8: Hot Folders gebruiken
Overzicht van Hot Folders
Beperkingen voor bestandsindelingen 8-2
Het configuratiescherm van Hot Folder gebruiken
Hot Folders maken en verwijderen 8-4 Hot Folders in- en uitschakelen 8-8 Voorkeuren voor Hot Folder instellen 8-9
Eigenschappen toewijzen aan Hot Folders
Hot Folder aanpassen 8-11 Afdrukopties voor Hot Folder opgeven 8-12 Inslagopties opgeven 8-14
De takenlogboeken van Hot Folder bekijken

Hoofdstuk 9: Taken bijhouden en controleren

7-1
7-2
8-1
8-3
8-10
8-16
Fiery WebTools openen
De status van de Fiery controleren met de WebTool Status 9-2
Informatie opvragen met WebLink

Hoofdstuk 10:Fiery E-mailservice

Fiery E-mailservices Afdrukken via een e-mailclient
Taakcontrole 10-4 Afdrukken via de Fiery e-mailpoort 10-5
9-1
9-4
10-1
10-2
x Inhoud

Bijlage A: Afdrukopties

Printerstuurprogramma’s en printerdefinitiebestanden Waar kunt u afdrukopties instellen?
Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties A-3 Standaardinstellingen A-3 Opties voor de EX2000d-printer A-14
Aanvullende informatie over afdrukopties

Bijlage B: Lettertypen-lijsten

PostScript-printerlettertypen
Adobe Type 1-lettertypen B-1 Tr ueType-lettertypen B-6

Bijlage C: Problemen oplossen

Systeemprestaties optimaliseren Problemen oplossen
Algemene afdrukproblemen C-2 Problemen met de afdrukkwaliteit C-4 Problemen met Fiery Downloader C-6 Problemen met Fiery WebTools C-7
A-1
A-2
A-26
B-1
C-1
C-1

Index

xi Over deze handleiding

Inleiding

EX12
EX2000d
U kunt met de Fiery EX12/EX2000d Color Server™ zowel definitieve versies van documenten afdrukken als proefdrukken maken van werk dat u later op een offsetpers gaat drukken. U kunt een afdruktaak op dezelfde manier naar de Fiery EX12/ EX2000d Color Server verzenden als naar andere printers: selecteer de Fiery in het dialoogvenster Printers op Microsoft Windows-computers of in de Kiezer op Macintosh-computers en vervolgens kunt u vanuit elke toepassing afdrukken.
O
PMERKING
de Fiery EX12/EX2000d Color Server die is geïnstalleerd in de kopieermachine/ printer. In illustraties wordt de naam ‘Aero’ gebruikt als voorbeeld voor de naam die gebruikers kunnen geven aan de Fiery. De term “Windows” wordt in deze handleiding gebruikt voor zowel Windows 9x/Me/XP als Windows NT 4.0/2000.
Dit pictogram geeft aan dat informatie, functies of procedures alleen betrekking hebben op de Fiery EX12.
Dit pictogram geeft aan dat informatie, functies of procedures alleen betrekking hebben op de Fiery EX2000d.
Hoewel dit niet overal het geval hoeft te zijn, wordt ervan uitgegaan dat een operator taken bestuurt en beheert die door gebruikers vanaf externe werkstations worden verzonden. Raadpleeg de van het Command WorkStation, van Fiery WebSpooler™ en van Fiery Spooler™.
:
de term “Fiery” wordt in deze handleiding gebruikt om te verwijzen naar
Gids voor taakbeheer
voor meer informatie over de functies

Over deze handleiding

Deze handleiding is bedoeld voor externe gebruikers die taken verzenden via het netwerk en de Fiery. In deze handleiding worden de volgende onderwerpen behandeld:
• Afdrukken vanaf een Windows-computer
• Afdrukken vanaf een Macintosh-computer
• Afdrukken vanaf een Unix-werkstation
•Bestanden en lettertypen downloaden met Fiery Downloader
xii Inleiding
• Afdrukken via de e-mailservices van de Fiery
•Werken met de Fiery Scan™-software
EX12
•Werken met EFI TIFF/IT Converter
•Werken met Hot Folders
•Taken bijhouden en informatie opvragen met Fiery WebTools™
•Taakinstellingen opgeven en tijdelijk wijzigen, een lijst genereren met de lettertypen die zijn geïnstalleerd op de Fiery en informatie voor het oplossen van problemen
1-1 Afdrukken vanuit toepassingen
1
Hoofdstuk 1: Afdrukken vanaf Windows­computers
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u afdrukt naar de Fiery vanaf Windows-computers. U kunt afdrukken vanaf een Windows-computer in een netwerk of vanaf een losse computer via Windows-afdrukken (WINS). U kunt ook bestanden opslaan om deze op een externe locatie af te drukken.
U kunt op een aantal verschillende manieren afdrukken vanaf een Windows-computer. U kunt bestanden in PS- (PostScript), EPS- (Encapsulated PostScript), TIFF- of PDF-indeling (Portable Document Format) downloaden met Fiery Downloader of documenten afdrukken met Fiery E-mail Services (E-mailservices) en Hot Folders. Zie
Hoofdstuk 4 voor basisinstructies voor en nadere informatie over het gebruik van Fiery
Downloader. Zie Hoofdstuk 10 voor basisinstructies voor het gebruik van de functie E-mail Service (E-mailservices) van de Fiery en zie Hoofdstuk 8 voor meer informatie over het gebruik van Hot Folders.
PMERKING
O
Windows-omgeving voor afdrukken via Windows-servers die zijn aangesloten op de Fiery. Raadpleeg de brengen van een verbinding met de Fiery via het netwerk, de installatie van printerstuurprogramma’s en de installatie van de Fiery-hulpprogramma’s.
raadpleeg de
:
Configuratiegids
Installatiegids gebruikerssoftware
voor informatie over het instellen van de
voor informatie over het tot stand

Afdrukken vanuit toepassingen

Als u het printerstuurprogramma van de Fiery hebt geïnstalleerd en de juiste poort hebt ingesteld volgens de aanwijzingen in de rechtstreeks afdrukken vanuit de meeste Windows-toepassingen. U hoeft slechts de afdrukopties in te stellen voor de taak en de opdracht Print (Afdrukken) te kiezen in de toepassing.
Installatiegids gebruikerssoftware
, kunt u
Raadpleeg de afdrukresultaten vanuit een bepaalde toepassing te verkrijgen.
Kleurengids
en de handleiding
Fiery-kleurenreferentie
om de beste
1-2 Afdrukken vanaf Windows- computers
1

Opties instellen en afdrukken in Windows

Als u wilt afdrukken vanuit Windows, selecteert en installeert u het betreffende Adobe PostScript-printerstuurprogramma. U vindt de stuurprogramma’s op de cd met gebruikerssoftware van de Fiery.
Als u het Adobe PostScript-printerstuurprogramma en het printerdefinitiebestand (PDD) hebt geïnstalleerd, kunt u afdrukinstellingen voor een specifieke taak opgeven en deze afdrukken op de Fiery. U kunt ook de standaardafdrukinstellingen opgeven via het stuurprogramma.
Als u wilt afdrukken vanuit Windows-toepassingen door uw computer via het netwerk aan te sluiten op een afdrukserver, hebt u een Novell NetWare-, Windows NT- of UNIX-server nodig. Zie de
Als u wilt afdrukken vanuit Windows-toepassingen zonder verbinding te maken met een afdrukserver, kunt u SMB-afdrukken (Server Message Block) gebruiken. Raadpleeg de
Installatiegids gebruikerssoftware
Configuratiegids
voor meer informatie.
voor meer informatie.
De volgende procedures zijn voorbeelden van de manier waarop u het stuurprogramma gebruikt om afdrukopties in te stellen. Zie Bijlage A voor meer informatie over specifieke afdrukopties.
O
PMERKING
gebruikt.
A
FDRUKOPTIES VOOR EEN SPECIFIEKE WINDOWS
BEHULP VAN HET ADOBE POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Kies Print (Afdrukken) in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery als uw printer en klik op Properties (Eigenschappen).
:
voor de volgende procedures worden afbeeldingen uit Windows 98
-
AFDRUKTAAK INSTELLEN MET
1
Saved Settings (Opgeslagen profielen), zie pagina 1-9
Optiebalken
1-3 Afdrukken vanuit toepassingen
3. Klik op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken).
Fiery EX12
Shortcuts (Snelkoppelingen),
zie pagina 1-15
Klik hierop om alle
afdrukopties weer te geven
Klik hierop om alle
afdrukopties te verbergen
Saved Settings (Opgeslagen profielen), zie pagina 1-9
Optiebalken, zie verderop
Fiery EX2000d
Shortcuts (Snelkoppelingen),
zie pagina 1-15
Klik hierop om alle
afdrukopties weer te geven
Klik hierop om alle
afdrukopties te verbergen
Het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken) is de plaats waar u alle veelgebruikte afdrukfuncties kunt beheren.
1-4 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
4. Klik op de optiebalk ColorWise.
OPMERKING: de gebruikte Windows-versie (Windows 9x/Me, Windows NT 4.0/2000
of Windows XP) bepaalt welke tabbladen en afdrukopties worden ondersteund. Zie
Bijlage A voor een complete lijst met afdrukopties.
Fiery EX12
Fiery EX2000d
1-5 Afdrukken vanuit toepassingen
1
5. Klik in het dialoogvenster Expert Color Settings (Geavanceerde kleureninstellingen)
Geef in het gebied Print Mode (Afdrukmodus) de kleurenmodus voor de taak op. Wanneer u geavanceerde functies voor kleurbeheer wilt gebruiken, zoals Rendering Style (Weergavestijl), klikt u op Expert Settings (Geavanceerde instellingen) en gaat u door met stappen 5; ga anders door naar stappen 9.
op Update (Bijwerken) om de huidige instellingen voor de Fiery weer te geven.
Fiery EX12
Fiery EX2000d
Klik op Update (Bijwerken)
Klik op Update (Bijwerken)
1-6 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
6. Klik op de optiebalk Owner Information (Eigendomsgegevens).
Als de knop Update (Bijwerken) niet wordt weergegeven, controleert u of tweerichtingscommunicatie is ingesteld, zoals wordt beschreven in de Installatiegids
gebruikerssoftware.
OPMERKING: geef de kleurinstellingen voor de afdruktaak op en klik op OK.
Fiery EX12
Fiery EX2000d
1-7 Afdrukken vanuit toepassingen
1
7. Geef de groepsnaam (Group Name), het groepswachtwoord (Group Password) en
8. Voer in het veld Instructions (Instructies) instructies bij de taak in voor de operator
eventuele tekst op in het gebied Notes (Opmerkingen).
Typ gebruikersgegevens en taakgegevens voor beheersdoeleinden of andere vereiste gegevens.
De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken via het venster Properties (Eigenschappen) van het Command WorkStation.
De gegevens die u invoert in het veld Notes (Opmerkingen) kunnen door de operator worden bekeken in het Command WorkStation en worden ook weergegeven in het takenlogboek. De operator kan opmerkingen echter niet bewerken of verwijderen.
OPMERKING: de opties Group Name (Groepsnaam) en Group Password
(Groepswachtwoord) zijn niet beschikbaar wanneer u afdrukt naar de directe verbinding.
en klik op OK.
Deze instructies kunnen worden weergegeven in het Command WorkStation, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies kunnen wel worden bewerkt door de operator.
9. Klik op de overige opti ebalken om de gewenste instellingen op te geven voor de afdruktaak en klik vervolgens op OK.
Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery en de kopieermachine/printer. Deze instellingen hebben voorrang boven de instellingen die zijn opgegeven in de Printer Setup (Printerinstellingen) van Fiery, maar kunnen op hun beurt weer worden onderdrukt met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
OPMERKING: de term ‘hulpmiddelen voor taakbeheer’ wordt in deze handleiding
gebruikt om te verwijzen naar het Command WorkStation, Fiery Spooler en Fiery WebSpooler.
Zie Bijlage A voor informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen.
Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het configureren van installeerbare opties.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over de hulpmiddelen voor taakbeheer.
1-8 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
Als u Printer’s default (Standaardwaarden van printer) kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die zijn geselecteerd tijdens de Setup. Zie Bijlage A voor meer informatie.
OPMERKING: als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft, wordt het dialoogvenster
Conflict weergegeven met instructies voor het oplossen van het conflict.
10. Klik op OK in de toepassing waarmee u werkt.
Selecteer de Fiery als uw huidige kopieermachine/printer.
11. Klik op OK.
STANDAARDAFDRUKOPTIES VOOR ALLE WINDOWS-AFDRUKTAKEN INSTELLEN MET
BEHULP VAN HET ADOBE POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery en kies Eigenschappen (Windows 9x/Me), Standaardwaarden document (Windows NT 4.0) of Voorkeursinstellingen (Windows 2000/XP).
Fiery EX12
1-9 Afdrukken vanuit toepassingen
1
3. Geef de standaardinstellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven op
Fiery EX2000d
pagina 1-2.
Opgeslagen profielen gebruiken
U kunt instellingen voor afdrukopties opslaan op de vaste schijf, zodat u eenvoudig specifieke instellingen voor een bepaalde taak kunt laden. U kunt ook bestanden met instellingen (profielen) delen op een netwerk met de functies Import (Importeren) en Export (Exporteren).
1-10 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
INSTELLINGEN OPSLAAN IN EEN PROFIEL
1. Geef de optie Default Settings (Standaardinstellingen) weer in het menu Saved Settings (Opgeslagen profielen) en configureer vervolgens de opties met behulp van de optiebalken.
Zodra u een instelling wijzigt, wordt Untitled (Naamloos) in het menu Saved Settings (Opgeslagen profielen) weergegeven in plaats van Default Settings (Standaardinstellingen).
Fiery EX12
Knop met diskette
Knop voor profielen
1-11 Afdrukken vanuit toepassingen
1
Fiery EX2000d
Knop met diskette
Knop voor profielen
2. Klik op de knop met de diskette.
3. Voer een naam voor de instellingen in en klik op OK.
De naam wordt weergegeven in de lijst Saved Settings (Opgeslagen profielen).
1-12 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
OPGESLAGEN PROFIELEN LADEN
1. Klik op het menu Saved Settings (Opgeslagen profielen) op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken).
2. Kies het profiel met de instellingen die u wilt gebruiken.
De opties worden automatisch geconfigureerd met de opgeslagen profielen.
OPGESLAGEN PROFIELEN VERWIJDEREN
1. Klik op de knop voor profielen op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken).
2. Selecteer de instellingen die u wilt verwijderen en klik op Delete (Verwijderen).
3. Klik op Yes (Ja) om het verwijderen te bevestigen en klik op OK.
OPGESLAGEN PROFIELEN WIJZIGEN
1. Klik op het menu Saved Settings (Opgeslagen profielen) op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken).
2. Kies het profiel dat u wilt wijzigen.
De opties worden automatisch geconfigureerd op basis van de op dat moment opgeslagen profielen.
3. Configureer uw nieuwe instellingen met behulp van de optiebalken en klik op de knop met de diskette.
4. Klik op OK om de gewijzigde instellingen op te slaan.
1-13 Afdrukken vanuit toepassingen
1
OPGESLAGEN PROFIELEN EXPORTEREN
1. Klik op de knop voor profielen op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken).
2. Selecteer de opgeslagen profielen die u wilt exporteren en klik op Export (Exporteren).
3. Blader naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan, voer een bestandsnaam in en klik op OK.
O
PMERKING: de bestandsnaam moet de extensie .sav hebben en mag maximaal 8 tekens
bevatten (exclusief de extensie). De bestandsnaam hoeft niet overeen te komen met de naam van het profiel.
4. Klik op OK.
1-14 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
OPGESLAGEN PROFIELEN IMPORTEREN
1. Klik op de knop voor profielen op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken).
2. Klik op Import (Importeren).
3. Blader naar de locatie met het bestand van het opgeslagen profiel dat u wilt importeren.
4. Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op OK.
5. Klik op OK in het dialoogvenster Settings (Profielen).
O
PMERKING: als u opgeslagen profielen importeert, worden deze in de lijst Saved
Settings (Opgeslagen profielen) weergegeven met de profielnaam, niet met de bestandsnaam. In de voorgaande schermafdrukken is het bestand present.sav (bestandsnaam) geïmporteerd, maar wordt in de lijst Saved Settings (Opgeslagen profielen) de naam Presentation (profielnaam) weergegeven.
1-15 Afdrukken vanuit toepassingen
r
1

Snelkoppelingen gebruiken

In het gedeelte Shortcuts (Snelkoppelingen) van het stuurprogramma worden de huidige instellingen voor de meest gebruikte afdrukopties weergegeven. Met behulp van de snelkoppelingen kunt u deze instellingen snel en eenvoudig bekijken en wijzigen. U kunt ook bepaalde opties voor de lay-out van pagina’s en de afwerking van taken openen door met de rechtermuisknop te klikken op de afbeelding van de pagina onder de snelkoppelingen.
Fiery EX12
Snelkoppelingen voo
afdrukopties
Pagina-snelkoppelingen
1-16 Afdrukken vanaf Windows- computers
r
1
Fiery EX2000d
AFDRUKOPTIES INSTELLEN MET BEHULP VAN SNELKOPPELINGEN
Snelkoppelingen voo
afdrukopties
Pagina-snelkoppelingen
1. Ga naar het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken) en plaats de muisaanwijzer op de afdrukoptie die u wilt instellen.
2. Klik op de geselecteerde afdrukoptie en geef de gewenste instellingen op.
U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op de gewenste afdrukoptie en de instellingen rechtstreeks opgeven.
3. Klik op Apply (Toepassen) om de nieuwe instellingen te gebruiken als standaardinstellingen.
4. Klik op OK.
AFDRUKOPTIES INSTELLEN MET BEHULP VAN DE PAGINA-SNELKOPPELINGEN
1. Ga naar het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken), klik op het tabblad Finishing (Afwerking), plaats de muisaanwijzer op de pagina-afbeelding en klik met de rechtermuisknop.
2. Geef de gewenste instellingen op voor de afdrukopties.
1-17 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
3. Klik op Apply (Toepassen) om de nieuwe instellingen toe te wijzen als
4. Klik op OK.
standaardinstellingen.
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
Bij aangepaste paginaformaten kunt u de afmetingen van de afgedrukte pagina definiëren. Nadat u een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt.
Werken met aangepaste paginaformaten in Windows 9x/Me
Als u een aangepast paginaformaat definieert, geeft u de breedte- en lengtematen op die corresponderen met respectievelijk de korte en lange zijde van uw afdruktaak. Aangepaste paginaformaten moeten altijd op deze manier worden ingesteld, ongeacht de instellingen voor de afdrukstand in de toepassing. Zie de onderstaande afbeeldingen.
Staand Liggend
Hoogte
Breedte
OPMERKING: bij inslagtaken kunnen geen aangepaste paginaformaten worden gebruikt.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS 9X/ME
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery en kies Eigenschappen.
Breedte
Hoogte
1
Knop Custom (Aangepast)
1-18 Afdrukken vanaf Windows- computers
3. Klik op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken) en klik op de optiebalk Paper Source (Papierbron).
Fiery EX12
Knop Custom (Aangepast)
Fiery EX2000d
1-19 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
4. Klik op Custom (Aangepast).
Het dialoogvenster Enter Custom Paper Size (Aangepast paginaformaat opgeven) wordt weergegeven.
Fiery EX12
Fiery EX2000d
5. Kies de opties om het aangepaste paginaformaat te definiëren.
Width (Breedte)
Length (Lengte): geef de lengte van de afdruktaak op.
Units (Eenheden): selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
Transverse (Dwars): schakel deze optie in als u de breedte- en lengtematen wilt
omdraaien, zodat deze overeenkomen met de papierinvoerrichting van de afdruktaak.
Paper name (Papiernaam): geef een naam op voor uw aangepaste paginaformaat. De
naam van het nieuwe aangepaste papierformaat wordt weergegeven in het menu Document Size (Documentgrootte).
6. Klik op OK.
: geef de breedte van de afdruktaak op.
1-20 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
7. Klik op Unprintable Area (Niet-afdrukbaar gebied), voer de gewenste gegevens in en klik op OK om het niet-afdrukbare gebied van de aangepaste pagina te definiëren.
8. Klik opnieuw op OK.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS 9X/ME
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery en kies Eigenschappen.
3. Klik op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken) en klik op de optiebalk Paper Source (Papierbron).
4. Kies in het menu Document Size (Documentgrootte) de naam van de aangepaste pagina die u wilt bewerken.
5. Klik op Custom (Aangepast).
Het dialoogvenster Enter Custom Paper Size (Aangepast paginaformaat opgeven) wordt weergegeven.
6. Bewerk de instellingen, zoals beschreven op pagina 1-19 en klik op OK.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN AFDRUKKEN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS 9X/ME
1. Kies Print (Afdrukken) in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery als uw printer en klik op Properties (Eigenschappen).
3. Klik op het tabblad Fiery Printing (Fiery-afdrukken) en klik op de optiebalk Paper Source (Papierbron).
4. Kies het aangepaste paginaformaat in de lijst Document Size (Documentgrootte).
5. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken.
1-21 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
Werken met aangepaste paginaformaten in Windows NT 4.0
Bij aangepaste paginaformaten kunt u de afmetingen van de afgedrukte pagina definiëren. Nadat u een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder dat u het opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt.
OPMERKING: de kopieermachine moet zodanig zijn ingesteld dat deze aangepaste
paginaformaten kan afdrukken.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS NT 4.0
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op op het pictogram van de Fiery en kies Standaardwaarden document.
3. Klik op het tabblad Page Setup (Pagina-instelling).
Fiery EX12
1-22 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
4. Selecteer PostScript Custom Page Size (Aangepast paginaformaat PostScript) in de
Fiery EX2000d
lijst Paper Size (Papierformaat).
Het dialoogvenster PostScript Custom Page Size Definition (Aangepast paginaformaat PostScript definiëren) wordt geopend.
Fiery EX12
1-23 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
5. Kies de opties om het aangepaste paginaformaat te definiëren.
Fiery EX2000d
Custom Page Size Dimensions (Afmetingen aangepast paginaformaat): geef de breedte
en hoogte op van de afdruktaak.
Unit (Eenheid): selecteer de maateenheid voor de afdruktaak. Paper Feed Direction (Papierinvoerrichting): kies de richting van de papierinvoer voor
de afdruktaak.
Paper Type (Papiersoort): selecteer de papiersoort voor de afdruktaak. Offsets Relative to Paper Feed Direction (Verschuivingen ten opzichte van de
papierinvoerrichting)
opzichte van de papierinvoerrichting.
: geef de verschuivingen (marges) van de afdruktaak op ten
6. Klik op OK.
1-24 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS NT 4.0
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op op het pictogram van de Fiery en kies Standaardwaarden document.
3. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) en selecteer Paper Size (Papierformaat) in de instellingen Paper/Output (Papier/uitvoer).
Fiery EX12
1-25 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
4. Kies PostScript Custom Page Size (Aangepast paginaformaat PostScript).
Fiery EX2000d
Het dialoogvenster PostScript Custom Page Size Definition (Aangepast paginaformaat PostScript definiëren) wordt geopend. Als dat niet gebeurt, klikt u op de knop Edit Custom Page Size (Aangepast paginaformaat bewerken).
5. Bewerk de instellingen, zoals beschreven op pagina 1-23 en klik op OK.
1-26 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
AFDRUKKEN OP AANGEPASTE PAGINAFORMATEN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS NT 4.0
1. Kies Print (Afdrukken) in de toepassing waarmee u werkt.
2. Selecteer de Fiery als uw printer en klik op Properties (Eigenschappen).
3. Kies PostScript Custom Page (Aangepast paginaformaat PostScript) in de lijst Document Size (Documentgrootte).
4. Klik op OK en klik opnieuw op OK om de taak af te drukken.
Werken met aangepaste paginaformaten in Windows 2000/XP
Bij aangepaste paginaformaten kunt u de afmetingen van de afgedrukte pagina definiëren. Nadat u een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder dat u het opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt.
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN DEFINIËREN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS 2000/XP
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery en kies Voorkeursinstellingen
3. Klik op het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit).
1-27 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
4. Klik op Advanced (Geavanceerd).
Fiery EX12
Fiery EX2000d
1-28 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
5. Selecteer PostScript Custom Page Size (Aangepast paginaformaat PostScript) in de lijst Paper Size (Papierformaat).
Het dialoogvenster PostScript Custom Page Size Definition (Aangepast paginaformaat PostScript definiëren) wordt geopend.
Fiery EX12 en Fiery EX2000d
6. Kies de opties om het aangepaste paginaformaat te definiëren.
Custom Page Size Dimensions (Afmetingen aangepast paginaformaat)
en hoogte op van de afdruktaak.
Unit (Eenheid): selecteer de maateenheid voor de afdruktaak.
Paper Feed Direction (Papierinvoerrichting): kies de richting van de papierinvoer voor
de afdruktaak.
Paper Type (Papiersoort): selecteer de papiersoort voor de afdruktaak.
Offsets Relative to Paper Feed Direction (Verschuivingen ten opzichte van de papierinvoerrichting)
opzichte van de papierinvoerrichting.
7. Klik op OK om het dialoogvenster PostScript Custom Page Size Definition (Aangepast paginaformaat PostScript definiëren) te sluiten.
8. Klik op OK om het dialoogvenster Advanced Options (Geavanceerde opties) te sluiten.
9. Klik op OK om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen te sluiten.
U kunt het aangepaste paginaformaat nu opgeven vanuit een toepassing.
: geef de verschuivingen (marges) van de afdruktaak op ten
: geef de breedte
1-29 Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
1
AANGEPASTE PAGINAFORMATEN BEWERKEN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS 2000/XP
1. Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery en kies Voorkeursinstellingen
3. Klik op het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit).
4. Klik op Advanced (Geavanceerd).
5. Selecteer PostScript Custom Page Size (Aangepast paginaformaat PostScript) in de lijst Paper Size (Papierformaat).
Het dialoogvenster PostScript Custom Page Size Definition (Aangepast paginaformaat PostScript definiëren) wordt geopend. Als dat niet gebeurt, klikt u op de knop Edit Custom Page Size (Aangepast paginaformaat bewerken).
6. Bewerk de instellingen, zoals beschreven op pagina 1-28 en klik op OK.
AFDRUKKEN OP AANGEPASTE PAGINAFORMATEN MET HET
PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS 2000/XP
1. Kies Print (Afdrukken) in de toepassing waarmee u werkt.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de Fiery en kies Voorkeursinstellingen.
3. Klik op het tabblad Paper/Quality (Papier/kwaliteit).
4. Klik op Advanced (Geavanceerd).
5. Selecteer PostScript Custom Page Size (Aangepast paginaformaat PostScript) in de lijst Paper Size (Papierformaat).
6. Controleer de instellingen voor het aangepaste paginaformaat en klik op OK.
7. Klik op OK om het dialoogvenster Advanced Options (Geavanceerde opties) te sluiten.
1-30 Afdrukken vanaf Windows- computers
1
8. Klik op OK om het dialoogvenster Voorkeursinstellingen te sluiten.
9. Klik op Print (Afdrukken).

Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken

Als u ter plaatse niet beschikt over een Fiery en u bestanden voorbereidt die u wilt afdrukken bij een servicebureau of op een andere locatie, kunt u de definitieve bestanden afdrukken naar een bestand (in plaats van een lokale poort). U kunt ook afdrukken naar een bestand als u een bestand wilt maken dat u met behulp van Fiery Downloader kunt downloaden. Raadpleeg de Windows-documentatie voor instructies voor het afdrukken naar een bestand.
2-1 Afdrukken vanuit toepassingen
2
Hoofdstuk 2: Afdrukken vanaf Macintosh­computers
Afdrukken vanuit een toepassing naar de Fiery gaat op dezelfde manier als bij andere printers. Selecteer eerst de Fiery als de huidige printer in de Kiezer en maak vervolgens een afdruk van een bestand vanuit de desbetreffende toepassing.
U kunt vanaf een Macintosh-computer ook afdrukken door PS- (PostScript) EPS- (Encapsulated PostScript) of PDF-bestanden (Portable Document Format) te downloaden met Fiery Downloader. De belangrijkste instructies hiervoor vindt u aan het eind van dit hoofdstuk. Zie Hoofdstuk 4 voor gedetailleerde informatie over het gebruik van Fiery Downloader

Afdrukken vanuit toepassingen

Voordat u vanuit toepassingen kunt afdrukken naar de Fiery, moet u de Fiery selecteren in de Kiezer. Vervolgens kunt u met behulp van het Adobe PostScript-printerstuurprogramma en het juiste PostScript-printerdefinitiebestand (PPD-bestand) verschillende afdrukfuncties van de Fiery besturen door in de afdrukvensters specifieke taakinstellingen op te geven.
Zie de Kleurengids en de handleiding Fiery-kleurenreferentie voor informatie over hoe u de beste afdrukresultaten vanuit een bepaalde toepassing kunt verkrijgen.

De Fiery selecteren in de Kiezer

Zorg ervoor dat de Fiery is ingesteld als de huidige printer voordat u een taak gaat afdrukken.
OPMERKING: zie de FieryInstallatiegids gebruikerssoftware voor informatie over het
instellen van de Fiery in de Kiezer.
DE FIERY SELECTEREN ALS DE ACTIEVE PRINTER
1. Controleer of de Fiery is aangesloten op het netwerk en is ingeschakeld.
2. Kies Kiezer in het Apple-menu.
2-2 Afdrukken vanaf Macintosh- computers
2
3. Klik op het pictogram AdobePS.
4. Als het netwerk is verdeeld in zones, selecteert u de zone waarvan de Fiery deel
5. Selecteer de Fiery in de lijst “Selecteer een PostScript-printer” aan de hand van
O
PMERKING: zorg ervoor dat Actief is geselecteerd bij AppleTalk.
uitmaakt.
<servernaam>_<apparaatnaam>_<wachtrijnaam>.
De namen van alle ondersteunde printers in de zone worden weergegeven in de lijst aan de rechterkant.
OPMERKING: als uw systeembeheerder geen verbinding met de wachtrij Print
(Afdrukwachtrij) of de directe verbinding heeft geactiveerd, worden de bijbehorende namen niet in de lijst weergegeven. Als de afdruktaken bijvoorbeeld door een operator worden beheerd vanuit het Command WorkStation, kunt u alleen afdruktaken versturen naar de wachtrij Hold (Blokkeringswachtrij). Zie de Configuratiegids voor meer informatie over het inschakelen van afdrukverbindingen.
6. Sluit de Kiezer.
De Fiery blijft geselecteerd als de actieve printer totdat u een andere printer selecteert in de Kiezer.
2-3 Afdrukken vanuit toepassingen
2

Afdrukopties instellen en afdrukken vanaf Macintosh-computers

In Macintosh-toepassingen kunt u afdrukopties instellen in twee verschillende dialoogvensters: Pagina-instelling en Print. Zie Bijlage A voor informatie over specifieke afdrukopties.
OPMERKING: sommige standaard afdrukopties worden door de beheerder ingesteld
tijdens de Setup. Vraag de systeembeheerder of de operator om informatie over de huidige standaardinstellingen van de server.
AFDRUKOPTIES INSTELLEN EN AFDRUKKEN MET HET ADOBEPS-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1. Open een bestand en kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Geef in het dialoogvenster dat verschijnt de paginakenmerken op voor de afdruktaak.
Zorg ervoor dat de Fiery is geselecteerd als uw printer.
OPMERKING: de dialoogvensters voor pagina-instelling verschillen per toepassing.
3. Klik op OK.
2-4 Afdrukken vanaf Macintosh- computers
2
4. Kies Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand) van de toepassing.
5. Selecteer de Fiery als printer en geef instellingen op voor de afdrukopties die worden weergegeven.
O
PMERKING: dialoogvensters van de optie Print verschillen van toepassing tot
toepassing.
Kies de gewenste papierlade voor de taak in de vervolgkeuzelijst Paper Source (Papierbron). U kunt bijvoorbeeld opgeven dat de taak moet worden afgedrukt op papier uit de speciale invoerlade.
De gekozen papierlade geldt alleen voor de huidige afdruktaak.
OPMERKING: als het formaat, de afdrukstand en/of het mediatype van het papier in de
gekozen papierlade niet overeenkomt met de instellingen van de afdruktaak die u naar de printer stuurt, zal de Fiery een foutbericht weergeven en de taak niet afdrukken. Laad het juiste papier in de geselecteerde lade of annuleer de taak.
2
Kies Fiery Job Notes (Fiery-taakopmerkingen)
2-5 Afdrukken vanuit toepassingen
6. Kies Fiery Job Notes (Fiery-taakopmerkingen).
Geef de naam van uw groep op. Deze groepsnaam is toegewezen door de Fiery beheerder.
Geef het wachtwoord van uw groep op. Dit wachtwoord is toegewezen door de Fiery beheerder.
De beheerder of de operator kan de groepsnaam en het groepswachtwoord bewerken vanuit het venster Properties (Eigenschappen) van het Command WorkStation.
De operator van het Command WorkStation kan de gegevens die u in deze opmerkinggebieden invoert, bekijken en deze worden ook in het takenlogboek weergegeven. De operator kan geen opmerkingen bewerken of wissen.
In het veld Instructions (Instructies) kunt u instructies voor de operator invoeren voor de taak. Deze instructies kunnen worden weergegeven in het Command WorkStation, maar worden niet in het takenlogboek vastgelegd. Deze instructies kunnen wel worden bewerkt door de operator.
OPMERKING: de opties voor groepsnaam en wachtwoord zijn niet beschikbaar wanneer
u afdrukt via de directe verbinding.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het overschrijven van instellingen vanuit het Command Workstation.
2
Kies Printer Specific Options (Printerspecifieke opties)
2-6 Afdrukken vanaf Macintosh- computers
7. Kies Printer Specific Options (Printerspecifieke opties) en geef de gewenste instellingen voor de afdruktaak op.
Fiery EX12
Fiery EX2000d
Kies Printer Specific Options (Printerspecifieke opties)
2-7 Aangepaste paginaformaten definiëren
2
8. Als u de nieuwe instellingen wilt gebruiken als standaardinstellingen, klikt u op Save
Deze afdrukopties zijn specifiek voor de Fiery en de kopieermachine/printer (gebruik de schuifbalk om alle opties weer te geven). Deze opties hebben voorrang boven de instellingen in de printerinstellingen op de Fiery, maar kunnen in het Command WorkStation, in Fiery WebSpooler of in Fiery Spooler worden gewijzigd.
Als u Printer’s default (Standaardwaarden van printer) kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die zijn opgegeven tijdens de Setup.
Zie Bijlage A voor informatie over deze opties en de prioriteit van instellingen.
U kunt sommige afdrukopties ook instellen in een toepassing (bijvoorbeeld de opties Reverse Order (Omgekeerde volgorde) of Collation (Sorteren). In dergelijke gevallen is het echter beter de functie uit te voeren met de afdrukoptie dan deze vanuit de toepassing in te stellen. Soms worden bestanden door toepassingen namelijk niet goed voorbereid voor afdrukken op de Fiery en kan de verwerking langer duren.
OPMERKING: als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft, kan er een dialoogvenster
worden weergegeven. Volg de instructies op het scherm om het conflict op te lossen.
Settings (Instellingen opslaan).
9. Klik op Print (Afdrukken).
Aangepaste paginaformaten definiëren
Bij aangepaste paginaformaten definieert u zelf de afmetingen en marges van de pagina. Nadat u een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u het gebruiken in toepassingen zonder dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt.
EEN AANGEPAST PAGINAFORMAAT DEFINIËREN
1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Kies Aangepast in de lijst Papier.
2-8 Afdrukken vanaf Macintosh- computers
2
3. Kies Custom Page Default (Standaardwaarde voor aangepaste pagina)
Fiery EX12
Kies Custom Page Default (Standaardwaarde voor aangepaste pagina)
Hier worden limieten voor geselecteerde afmetingen weergeven
Kies Custom Page Default (Standaardwaarde voor aangepaste pagina)
Hier worden limieten voor geselecteerde afmetingen weergeven
Hier worden
aangepaste
paginanamen
weergeven
Typ hier de naam van
aangepaste pagina
Fiery EX2000d
Hier worden aangepaste
paginanamen weergeven
Voer een
aangepaste
paginanaam in
2-9 Aangepaste paginaformaten definiëren
2
4. Voer de afmetingen en marges voor de pagina in.
Klik op de vervolgkeuzelijst PPD Limits (PPD-limieten) als u de minimum- en maximumformaten wilt bekijken.
Er wordt een foutbericht weergegeven als u een ongeldig formaat invoert. Klik op Cancel (Annuleren) en voer formaten in die binnen de PPD-limieten vallen.
5. Als u dit aangepaste paginaformaat wilt opslaan, voert u een naam in en klikt u op Add (Toevoegen).
Opgeslagen aangepaste papierformaten zijn beschikbaar in de lijst met papierformaten rechtsboven in het dialoogvenster. Als u een opgeslagen aangepast papierformaat wilt verwijderen, selecteert u het formaat in de lijst en klikt u op Remove (Verwijderen).
6. Klik op OK.
EEN AANGEPAST PAGINAFORMAAT AFDRUKKEN
1. Kies Pagina-instelling in het Archief-menu van de toepassing.
2. Kies Custom (Aangepast) in het menu Paper (Papier).
3. Klik op OK.
4. Kies Print in het Archief-menu van de toepassing.
Geef de gewenste afdrukopties op.
5. Klik op Print (Afdrukken).
3-1 Afdrukken naar de Fiery
3
Hoofdstuk 3: Afdrukken vanaf UNIX-werksta­tions
U kunt vanaf UNIX-werkstations rechtstreeks afdrukken naar de Fiery. Taken die u op de Fiery afdrukt, worden verzonden naar de wachtrij Print of Hold (afdruk- of blokkeringswachtrij) en kunnen worden beheerd met het Command WorkStation of vanaf Windows- en Macintosh-computers in het netwerk met behulp van Fiery WebSpooler of Fiery Spooler.
OPMERKING: als u afdrukt naar de wachtrij Hold (Blokkeringswachtrij), moet de
operator de taak vanuit het Command WorkStation, vanuit Fiery Spooler of vanuit Fiery WebSpooler doorsturen naar de printer. Taken die naar de blokkeringswachtrij worden verzonden, worden doorgestuurd naar de vaste schijf en daar geblokkeerd.
Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het gebruik van het Command Workstation, Fiery Spooler of Fiery WebSpooler.
De naam van de wachtrij en van de Fiery-printer worden vastgesteld door de systeembeheerder. Neem contact op met de systeembeheerder voor de namen van de wachtrijen.
Raadpleeg de documentatie van uw UNIX-systeem voor informatie over het instellen van afdrukken via TCP/IP.

Afdrukken naar de Fiery

U kunt met UNIX-opdrachten PostScript-bestanden en tekstbestanden afdrukken naar de Fiery. Doorgaans kunt u de normale afdrukopdrachten (lpr, lpq, lprm) gebruiken om afdruktaken naar de Fiery te verzenden. Raadpleeg de betreffende pagina’s in de UNIX-handleiding of andere documentatie voor informatie over UNIX-opdrachten.
OPMERKING: u kunt in UNIX alleen PostScript- of ASCII-tekstbestanden afdrukken.
3-2 Afdrukken vanaf UNIX-werkstations
3
AFDRUKKEN VANUIT UNIX
Op systemen met SunOS 4.1.x of een andere variant van BSD stuurt u een taak naar de Fiery met de opdracht lpr. De syntaxis van de opdracht ziet er als volgt uit:
lpr <-Pprinter> <-#exemplaren><bestandsnaam>
Als de afdrukwachtrij van de Fiery bijvoorbeeld de naam afdruk_Server heeft en de bestandsnaam Proef is terwijl u twee exemplaren wilt afdrukken, gebruikt u de volgende opdrachtregel:
lpr -Pafdruk_Server -#2 Proef
Op systemen met Solaris 2.x of een System V-implementatie van UNIX gebruikt u de opdracht lp om een taak te verzenden naar de Fiery. Deze opdracht heeft de volgende syntaxis:
lp -d <printernaam> -n < exemplaren><bestandsnaam>
Als de afdrukwachtrij van de Fiery bijvoorbeeld de naam afdruk_Server heeft en de bestandsnaam Proef is terwijl u twee exemplaren wilt afdrukken, gebruikt u de volgende opdrachtregel:
lp -d afdruk_Server -n 2 Proef
3-3 Afdrukken naar de Fiery
3
EEN LIJST OPVRAGEN MET DE TAKEN IN EEN WACHTRIJ
Op systemen met SunOS 4.1.x of een andere variant van BSD gebruikt u de volgende syntaxis van de opdracht lpq om een lijst op te vragen met de taken in een wachtrij:
lpq <-Pprinter>
Als de afdrukwachtrij van de Fiery bijvoorbeeld de naam afdruk_Server heeft, gebruikt u deze opdrachtregel:
lpq -Pafdruk_Server
De inhoud van de wachtrij wordt vervolgens weergegeven op het werkstation.
Op systemen met Solaris 2.x of een System V-implementatie van UNIX gebruikt u de volgende syntaxis van de opdracht lpstat om de taken in een wachtrij op te vragen:
lpstat -o < printernaam>
Als de afdrukwachtrij van de Fiery bijvoorbeeld de naam afdruk_Server heeft, gebruikt u deze opdrachtregel:
lpstat -o afdruk_Server
De inhoud van de wachtrij wordt vervolgens weergegeven op het werkstation.
3-4 Afdrukken vanaf UNIX-werkstations
3
TAKEN VERWIJDEREN UIT DE WACHTRIJ
OPMERKING: u kunt alleen uw eigen taken verwijderen, tenzij u bent aangemeld als
gebruiker met toegang tot de root.
Op systemen met SunOS 4.1.x of een andere variant van BSD kunt u taken verwijderen uit de wachtrij door de volgende syntaxis van de opdracht lprm te gebruiken:
lprm <-Pprinter><taaknummer…>
Met de opdracht lpq kunt u het nummer van een taak controleren.
Als u bijvoorbeeld de taak met het nummer 123 wilt verwijderen uit de afdrukwachtrij van de Fiery met de naam afdruk_Server , gebruikt u deze opdrachtregel:
lprm -Pafdruk_Server 123
U ziet op het scherm welke bestanden zijn verwijderd met de opdracht.
Op systemen met Solaris 2.x of een System V-implementatie van UNIX, gebruikt u voor het verwijderen van taken uit een wachtrij de opdracht Cancel. Deze opdracht heeft de volgende syntaxis:
cancel <printernaam> <taaknummer>
Als u bijvoorbeeld de taak met het nummer 123 wilt verwijderen uit de afdrukwachtrij van de Fiery met de naam afdruk_Server , gebruikt u deze opdrachtregel:
cancel afdruk_Server 123
4-1 Werken met Fiery Downloader
4

Hoofdstuk 4: Bestanden en lettertypen downloaden

Met Fiery Downloader kunt u PS-bestanden (PostScript), EPS-bestanden (Encapsulated PostScript), en PDF-bestanden (Portable Document Format) rechtstreeks naar de Fiery afdrukken zonder de toepassing te openen waarin de bestanden zijn gemaakt. Ook kunt u hiermee printerlettertypen op de Fiery beheren.
U kunt Fiery Downloader ook gebruiken vanaf een extern werkstation. Hiervoor is een netwerkverbinding vereist. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor informatie over het installeren en configureren van Fiery Downloader voor ondersteunde netwerkprotocollen.
OPMERKING: de versies van Fiery Downloader voor Windows en Macintosh zijn
grotendeels identiek; de verschillen worden vermeld in deze sectie. Als beide vensters of dialoogvensters worden afgebeeld, is het eerste venster van de Windows-versie en wordt het gevolgd door de Macintosh-versie.

Werken met Fiery Downloader

Met Fiery Downloader kunt u het volgende doen:
•De status van de Fiery controleren.
•PostScript-, EPS-, TIFF- en PDF-bestanden afdrukken naar de Fiery.
•De printerlettertypen op de vaste schijf van de Fiery beheren (voor deze functie moet
de directe verbinding zijn gepubliceerd op de Fiery).
OPMERKING: Fiery Downloader is speciaal voor de Fiery ontworpen; het programma
kan niet worden gebruikt met een andere printer.
4-2 Bestanden en lettertypen downloaden
4
INFORMATIE WEERGEVEN MET FIERY DOWNLOADER
1. Dubbelklik op het pictogram Fiery Downloader of kies Fiery Downloader via
2. Selecteer de Fiery in het venster Printers of de Kiezer en klik op OK (Windows) of op
Hier ziet u de status van de server, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden en de naam van het document dat momenteel wordt afgedrukt
Hier ziet u de status van de server, de naam van de gebruiker die de taak heeft verzonden en de naam van het document dat momenteel wordt verwerkt
Hier ziet u een voortgangsbalk waarin de voortgang van de taak dynamisch wordt weergegeven
Hier ziet u de hoeveelheid beschikbare schijfruimte
Start > Programma’s.
Connect (Verbinden) (Macintosh).
Het statusvenster van Fiery Downloader wordt geopend. Hierin ziet u de werkbalk, de menu’s en de statusbalk van Fiery Downloader.
4-3 Werken met Fiery Downloader
4
Op de werkbalk boven aan het venster staan knoppen voor een aantal menufuncties.
Openen Klik hierop om verbinding te maken met een
andere Fiery.
Downloaden Klik hierop om een bestand of lettertype te
downloaden naar de Fiery.
Status Als u de lettertypenlijst bekijkt, klikt u hierop
om het statusvenster voor de huidige Fiery weer te geven.
Lettertypenlijst Als u het statusvenster bekijkt, klikt u hierop om
een lijst met printerlettertypen op de vaste schijf van de Fiery weer te geven.
Info Fiery Downloader (alleen Windows)
Klik hierop om versie-informatie te bekijken over Fiery Downloader.
3. Als u lettertypengegevens in het venster wilt bekijken, klikt u op de knop Lettertypenlijst of kiest u Font List (Lettertypenlijst) in het menu File (Bestand).
4. Als u een andere Fiery wilt selecteren, kiest u Open (Openen) in het menu File (Bestand) of klikt u op de knop Openen.
5. Selecteer de Fiery in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en klik vervolgens op OK (Windows) of Connect (Verbinden) (Macintosh).
6. Kies Close (Sluiten) in het menu File (Bestand) om het statusvenster te sluiten. Als u Fiery Downloader wilt afsluiten, kiest u de optie Exit (Afsluiten - Windows) of Quit (Stop - Macintosh) in het menu File (Bestand).
7. Klik op Download (Downloaden).
4-4 Bestanden en lettertypen downloaden
4

Printerlettertypen downloaden

U kunt u verschillende typen bestanden en lettertypen downloaden naar de Fiery. U kunt een beperkt aantal afdrukopties instellen voor bestanden die u wilt downloaden.
BESTANDEN OF LETTERTYPEN DOWNLOADEN MET FIERY DOWNLOADER
1. Gebruik de gewenste toepassing om een bestand te maken.
U kunt een PostScript- of PDF-bestand opslaan door de betreffende optie in het dialoogvenster voor afdrukken van de toepassing te selecteren. In sommige toepassingen kunt u bestanden ook als TIFF- of EPS-bestand opslaan.
Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Fiery Downloader, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing waarin u het hebt gemaakt.
2. Start Fiery Downloader.
3. Kies Download (Downloaden) in het menu File (Bestand) of klik op de knop Downloaden.
4-5 Werken met Fiery Downloader
4
4. Kies het bestandstype dat moet worden weergegeven in de lijst Files of type (Bestandstypen - Windows) of Show (Toon - Macintosh).
Wanneer u All Known Formats (Alle bekende indelingen) kiest, worden alle bestandstypen weergegeven die door Fiery Downloader worden ondersteund.
U kunt in één batch-bewerking bestanden en lettertypen downloaden. Als de lettertypen worden gebruikt door bestanden in dezelfde batch, moeten de lettertypen eerst worden gedownload.
5. Kies bij Connection Type (Verbindingstype - Windows) of Queue (Wachtrij ­Macintosh) de bestemming waarnaar u de bestanden wilt downloaden.
De opties in dit menu zijn afhankelijk van de instellingen (Setup) op uw locatie. De mogelijke selecties zijn Print Queue (Afdrukwachtrij - Windows) of Print (Afdrukken ­Macintosh), Hold Queue (Blokkeringswachtrij - Windows) of Hold (Blokkeren ­Macintosh) en Direct Connection (Directe verbinding - Windows) of Direct (Macintosh). U kunt alleen de verbindingen selecteren die door de systeembeheerder zijn ingeschakeld.
U kunt via de directe verbinding geen PDF-bestanden afdrukken. Als u de directe verbinding kiest, wordt de taak in de wachtrij Print (Afdrukwachtrij) geplaatst en vervolgens afgedrukt. Als de wachtrij Print (Afdrukwachtrij) niet is ingeschakeld, wordt de taak in de wachtrij Hold (Blokkeringswachtrij) geplaatst. Daarna moet de operator de taak vrijgeven voor afdrukken.
4-6 Bestanden en lettertypen downloaden
4
6. Selecteer de bestandsnaam en klik op Add File(s) (Bestand(en) toevoegen - Windows)
OPMERKING: als u lettertypen wilt downloaden, moet u de directe verbinding gebruiken
(zorg ervoor dat de directe verbinding is gepubliceerd op de Fiery). Als u geen toegang hebt tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden gebruikt in het bestand insluiten.
of Add (Open - Macintosh).
In het veld File name (Bestandsnaam - Windows) wordt de naam van het geselecteerde bestand weergegeven voordat u op Add (Toevoegen) klikt.
U kunt bladeren naar diverse stations en mappen om de bestanden te selecteren die u wilt downloaden. Klik op Add All (Alles toevoegen - Macintosh) om alle bestanden aan een map toe te voegen.
U kunt meerdere aangrenzende bestanden selecteren (Windows) door het eerste bestand te selecteren en vervolgens Shift ingedrukt te houden en op het laatste bestand te klikken. Wanneer u de Ctrl-toets ingedrukt houdt, kunt u klikken op meerdere niet-opeenvolgende bestanden om deze te selecteren.
Als u besluit een geselecteerd bestand niet te downloaden, selecteert u het bestand in de lijst Files to Download (Deze bestanden downloaden - Windows / Bestanden voor downloaden - Macintosh) en klikt u op Remove Files (Bestand(en) verwijderen ­Windows) of Remove (Verwijderen - Macintosh).
Klik op Remove All (Alles verwijderen - Macintosh) als u alle bestanden wilt verwijderen uit de lijst Files to Download (Bestanden voor downloaden).
4-7 Werken met Fiery Downloader
4
7. Als u de kenmerken van een te downloaden bestand wilt wijzigen, selecteert u het bestand en klikt u op Options (Opties).
Dialoogvenster PostScript Options (PostScript-opties) (Windows)
Dialoogvenster PS Options (PS-opties) (Macintosh)
Dialoogvenster PDF Options (PDF-opties) (Windows)
Dialoogvenster PDF Options (PDF-opties) (Macintosh)
4-8 Bestanden en lettertypen downloaden
4
8. Voer in het dialoogvenster de volgende gegevens in en klik op OK.
De opties die u opgeeft, zijn uitsluitend van toepassing op het geselecteerde bestand. U kunt voor elk bestand verschillende opties instellen of de standaardwaarden accepteren.
Copies (Aantal)—Geef het aantal exemplaren op.
Brightness (Helderheid) (alleen bij PostScript- en EPS-bestanden)—Wijzig de
helderheid als een bestand er te licht of te donker uitziet. Kies 85% voor een aanzienlijk lichtere afbeelding, 115% voor een aanzienlijk donkerdere afbeelding of een tussenliggend percentage voor een andere helderheid.
OPMERKING: in sommige toepassingen, waaronder Adobe Photoshop, kunt u
overdrachtsfuncties gebruiken waarbij u de dichtheid voor een afbeelding kunt instellen. Als er in het bestand dat u wilt afdrukken ook overdrachtfuncties zijn gebruikt, heeft de optie Brightness (Helderheid) in Fiery Downloader geen effect. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende toepassing voor meer informatie over het gebruik van overdrachtsfuncties.
‘showpage’ after EPS files (‘showpage’ na EPS-bestanden)(Windows) of ‘showpage’
(Macintosh) (alleen PostScript- en EPS-bestanden)—In de meeste gevallen hoeft u deze optie niet te gebruiken. Selecteer de optie ‘showpage’ alleen als een EPS-bestand zonder deze optie niet kan worden afgedrukt. Met deze optie wordt een PostScript-opdracht ‘showpage’ toegevoegd aan het einde van de afdruktaak. Door sommige toepassingen wordt deze noodzakelijke PostScript-opdracht weggelaten bij het genereren van EPS-bestanden. Selecteer deze optie bij het afdrukken van EPS-bestanden die zijn gegenereerd door dergelijke toepassingen. Als u deze optie selecteert zonder dat dit nodig is, kunnen er extra lege pagina’s worden afgedrukt.
Als u problemen ondervindt met het afdrukken van EPS-bestanden met Fiery Downloader, kunt u het bestand rechtstreeks afdrukken vanuit de toepassing waarin u het hebt gemaakt.
Page range (Paginabereik) (alleen PDF-bestanden)—Geef het paginabereik op dat u
wilt afdrukken.
9. Klik in Windows op Download File(s) (Bestand(en) downloaden) of op een Macintosh-computer op Download (Downloaden).
10. Als u het downloaden wilt annuleren, drukt u op de toets Esc (Windows) of op de Command-toets (Macintosh).
4-9 Werken met Fiery Downloader
4

Printerlettertypen beheren

De Fiery bevat 136 PostScript-lettertypen; zie Bijlage B voor een volledige lijst. Bovendien zijn er twee Adobe Multiple Master-lettertypen die worden gebruikt voor lettertypevervanging in PDF-bestanden.
Wanneer u een bestand gaat downloaden met lettertypen die niet resident zijn in de Fiery, moet u de lettertypen eerst downloaden (tenzij de lettertypen zijn ingesloten in het bestand). Als u wilt zien welke lettertypen resident zijn op de Fiery, kiest u Font List (Lettertypenlijst) in het menu File (Bestand) of klikt u op de knop Lettertypenlijst (zie pagina 4-11).
Lettertypen kunt u alleen downloaden via de directe verbinding. Als u geen toegang hebt tot de directe verbinding, moet u speciale lettertypen die in het bestand worden gebruikt in het bestand insluiten.
De schermlettertypen die horen bij de printerlettertypen van de Fiery worden niet automatisch geïnstalleerd op uw Windows-systeem.
OPMERKING: Fiery Downloader kan geen TrueType-lettertypen downloaden. Als u in
Windows TrueType-lettertypen wilt gebruiken, moet u ze converteren naar Adobe Type 1-lettertypen voordat u gaat afdrukken. Als u wilt converteren naar Adobe Type 1-lettertypen voor Windows 98/Me, klikt u op het tabblad Fonts (Lettertypen) in het Adobe PS-printerstuurprogramma en stelt u de Font Substitution Table (Lettertype-vervangingstabel) in. In Windows NT 4.0 gaat u naar het tabblad PostScript in het dialoogvenster Document Defaults (Standaardwaarden van document) van de Fiery en selecteert u TrueType Font Setting (Instellingen Tr ueType-lettertypen) >Download as Softfont (Laden als laadbaar lettertype).
4-10 Bestanden en lettertypen downloaden
4
Printerlettertypen en Macintosh-schermlettertypen
Zoals alle PostScript-lettertypen, zijn ook de lettertypen die bij de Fiery worden geleverd er in twee vormen: printerlettertypen en schermlettertypen. De printerlettertypen worden geïnstalleerd op de vaste schijf van de Fiery. De schermlettertypen, die deel uitmaken van de gebruikerssoftware van de Fiery, moeten worden geïnstalleerd op uw Macintosh-computer. Als u deze lettertypen gebruikt in documenten die worden afgedrukt op een LaserWriter, zijn ze waarschijnlijk al geïnstalleerd. Als dit niet het geval is, moet u ze installeren. Raadpleeg de Installatiegids
gebruikerssoftware voor meer informatie.
Het kan voorkomen dat u Adobe Type 1- (Windows) of PostScript-lettertypen (Macintosh) wilt gebruiken die niet zijn geleverd bij de Fiery. In dat geval moet u zowel de schermlettertypen als de printerlettertypen op de computer installeren. Volg hiervoor de instructies van de fabrikant van de lettertypen.
Printerlettertypen downloaden naar de Fiery
Meestal zullen bij het afdrukken vanuit een Macintosh-toepassing alle lettertypen in het document die nog niet zijn geïnstalleerd op de Fiery automatisch worden gedownload. Voorwaarde hiervoor is wel dat de bijbehorende printerlettertypen zijn geïnstalleerd in de Systeemmap van uw computer. Deze lettertypen worden uit het geheugen van de Fiery verwijderd zodra het document is afgedrukt. Als u hetzelfde document opnieuw afdrukt, moet de toepassing de lettertypen opnieuw downloaden.
Als u regelmatig lettertypen van Windows- of Mac OS-toepassingen gebruikt die niet zijn geïnstalleerd op de Fiery, kunt u tijd besparen door ze met Fiery Downloader te kopiëren naar de vaste schijf van de Fiery. Lettertypen die u op deze manier laadt naar de vaste schijf van de Fiery, blijven geïnstalleerd totdat u ze verwijdert met Fiery Downloader, hoe vaak de Fiery ook wordt in- en uitgeschakeld. Het is wellicht raadzaam om lettertypen die u vaak gebruikt naar de vaste schijf van de Fiery te downloaden.
Wanneer u PostScript- of EPS-bestanden met Fiery Downloader wilt downloaden, moeten alle lettertypen die in het bestand worden gebruikt, zijn geïnstalleerd op de Fiery of zijn ingesloten in de bestanden. Als dit niet zo is, wordt de tekst niet correct of zelfs helemaal niet afgedrukt. Bij PDF-bestanden worden lettertypen die niet zijn geïnstalleerd op de Fiery automatisch vervangen. Op de Fiery zijn twee Multiple
4-11 Werken met Fiery Downloader
4
Master-lettertypen (één met schreef en één zonder schreef) opgeslagen. Deze lettertypen worden uitsluitend gebruikt voor de vervanging van lettertypen in PDF-bestanden.
LETTERTYPENGEGEVENS WEERGEVEN EN LETTERTYPEN BIJWERKEN, AFDRUKKEN EN
VERWIJDEREN
Kies Font List (Lettertypenlijst) in het menu File (Bestand) of klik op de knop Lettertypenlijst.
O
PMERKING: als de directe verbinding niet is gepubliceerd, is het niet mogelijk de lijst
met lettertypen te bekijken of andere stappen uit te voeren die in deze procedure worden beschreven. Zie de Configuratiegids voor meer informatie over het publiceren van de directe verbinding, of neem contact op met uw beheerder.
Het venster Server Fonts (Serverlettertypen) wordt weergegeven, met daarin de knoppen Toevoegen, Verwijderen en Bijwerken. De printerlettertypen die bij de Fiery worden geleverd, zijn vergrendeld. De namen van deze vergrendelde lettertypen zijn gemarkeerd met een slotpictogram en kunnen niet worden verwijderd.
Klik hierop om de lettertypenlijst af te drukken naar de wachtrij Print (Afdrukwachtrij)
Klik hierop om de gegevens in het venster Font List (Lettertypenlijst) bij te werken
Slotpictogram
Selecteer een lettertype en klik hierop om
het lettertype te verwijderen
5-1 Variabele gegevens afdrukken
5

Hoofdstuk 5: Documenten met variabele gegevens afdrukken

In dit hoofdstuk worden de aspecten van het afdrukken van variabele gegevens besproken die relevant zijn voor de Fiery, waaronder:
•Achtergrondinformatie over het afdrukken van variabele gegevens
•Documenten met variabele gegevens afdrukken met Fiery FreeForm™ en FreeForm 2

Variabele gegevens afdrukken

Het afdrukken van variabele gegevens wordt meestal gebruikt bij direct-mail en andere gerichte mailings. Bij deze afdrukmethode wordt een aantal hoofdelementen die op alle afgedrukte exemplaren gelijk zijn, gecombineerd met een aantal variabele elementen die per afdruk verschillen. Een voorbeeld hiervan is een brochure met in de aanhef de naam van de klant (en eventueel andere klantgegevens) afkomstig uit een marketingdatabase. De elementen op de achtergrond, afbeeldingen en tekstblokken die op alle exemplaren gelijk zijn, vormen de set hoofdelementen. De naam van de klant en andere klantspecifieke gegevens vormen de set variabele elementen.
De Fiery is geschikt voor de volgende methoden voor het afdrukken van variabele gegevens:
•Met de FreeForm-functie kunt u afdrukopties definiëren en documenten met
hoofdelementen (FreeForm-hoofdtaken geheten) opslaan op de Fiery. U kunt een taak met variabele elementen naar de Fiery sturen samen met instructies voor het combineren van de taak met een bepaalde FreeForm-hoofdtaak.
•Met de FreeForm 2-functie kunt u een bepaalde pagina in een FreeForm-hoofdtaak
toewijzen aan elke pagina in een variabele taak. Als u FreeForm 2 wilt gebruiken, moet u de variabele taak maken en afdrukken met een veelgebruikte toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals PrintShop Mail.
•U kunt de hoofdelementen en de variabele elementen voor een taak maken in een
veelgebruikte toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals Pageflex Persona, en de taak vervolgens in een ondersteunde bestandsindeling afdrukken op de Fiery. De Fiery kan de volgende indelingen voor variabele gegevens verwerken: Creo VPS, Xerox VIPP en PPML.
5-2 Documenten met variabele gegevens afdrukken
5
OPMERKING: de Fiery-versies van PrintShop Mail en Pageflex Persona zijn als optie
verkrijgbaar.
OPMERKING: wanneer u variabele gegevens afdrukt, kunt u de volgend afdrukopties en
-instellingen niet gebruiken:
Combine Separations (Kleurscheidingen samenvoegen) ingesteld op On (Aan) Compression (Compressie) ingesteld op Off (Uit) Optimize Power Point (Power Point optimaliseren) ingesteld op On (Aan) Halftone Screen (Rasterscherm) met een andere instelling dan Contone (Fotohalftoon)
Zie Bijlage A voor meer informatie.

Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm

Als u variabele gegevens afdrukt met FreeForm, kunt u aan de hand van afdrukopties hoofddocumenten definiëren en deze documenten toewijzen aan taken met variabele gegevens die naar de Fiery worden gestuurd.

Hoe werkt FreeForm?

Het uitgangspunt van het afdrukken van variabele gegevens met FreeForm is dat de gegevens van de hoofdelementen voor de taak afzonderlijk van de variabele gegevens naar de Fiery kunnen worden gezonden en afzonderlijk worden gerasterd. De gegevens van de hoofdelementen voor de taak worden in gerasterde vorm als een FreeForm-hoofdtaak opgeslagen op de Fiery en kunnen zo vaak als nodig worden de gebruikt in combinatie met meerdere sets variabele gegevens. De FreeForm-hoofdtaak wordt vooraf verwerkt en opgeslagen op de Fiery. Dit betekent dat bij het afdrukken van taken met variabele gegevens alleen nog de variabele elementen hoeven te worden verwerkt. U kunt FreeForm-hoofdtaken gebruiken voor alle vaste gegevens die worden gecombineerd met gegevens die van dag tot dag variëren. Een sjabloon voor een briefhoofd kan bijvoorbeeld worden opgeslagen als FreeForm-hoofdtaak en bij herhaling worden gebruikt als achtergrond voor brieven met uiteenlopende inhoud (de variabele gegevens).
5-3 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
5
Met behulp van FreeForm kunt u in elke gewenste toepassing hoofddocumenten en variabele documenten maken. Beide documenten kunnen ook in twee verschillende toepassingen worden gemaakt en zelfs op verschillende computerplatforms. Voor het maken van hoofddocumenten kunt u gebruikmaken van een toepassing voor paginaopmaak of een grafisch programma. Het variabele document kunt u maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma.
De FreeForm-functies stelt u in via twee afdrukopties: Create Master (Hoofdtaak maken) en Use Master (Hoofdtaak gebruiken). U kunt deze opties activeren in het printerstuurprogramma wanneer u een taak verzendt of anders de operator vragen de opties te activeren met vervangende taakinstellingen vanuit het Command WorkStation, Fiery Spooler of Fiery WebSpooler. U kunt het Command WorkStation ook gebruiken voor het bewaken en beheren van alle FreeForm-hoofdtaken die op de Fiery zijn opgeslagen. Zie voor meer informatie de Gids voor taakbeheer.
5
Ruimte voor variabele elementen
Hoofdelementen die niet veranderen
5-4 Documenten met variabele gegevens afdrukken

Het hoofddocument maken

Voordat u FreeForm kunt gebruiken, moet u twee documenten maken: een hoofddocument en een variabel document. Dit houdt in dat u de opmaak voor zowel het gecombineerde document als voor de elementen zelf moet maken. In een programma voor paginaopmaak of een grafisch programma rangschikt u de hoofdelementen (tekst en afbeeldingen die niet veranderen) op een of meer pagina’s en laat u ruimte vrij voor de variabele elementen.
Hoofddocument
Wanneer u het hoofddocument hebt gemaakt, drukt u het af op de Fiery en geeft u aan dat er van deze taak een FreeForm-hoofddocument moet worden gemaakt (zie
pagina 5-9).
OPMERKING: alhoewel de Fiery maximaal 100 FreeForm-hoofdtaken kan opslaan, kunt
u in het printerstuurprogramma, Fiery WebSpooler en Fiery Spooler alleen nummer 1 tot en met 15 selecteren. Als u een FreeForm-hoofdtaak wilt maken met een nummer dat hoger is dan 15, moet de operator de opties Create Master (Hoofdtaak maken) en Use Master (Hoofdtaak gebruiken) instellen en de taak verwerken vanuit het Command WorkStation.
5-5 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
5

Het variabele document maken

U kunt het variabele document maken in een tekstverwerkingsprogramma dat beschikt over een functie voor het samenvoegen van afdrukken, een toepassing voor paginaopmaak die het uitvoeren van scripts ondersteunt of een databaseprogramma. In alle gevallen worden de gegevens opgehaald uit een lijst of een database en samengevoegd met een bestaand document dat is voorbereid voor samenvoeging met de gegevens. Elke toepassing heeft eigen menuopties voor deze functie. Raadpleeg de documentatie van de toepassing voor gedetailleerde informatie. Voordat de variabele elementen kunnen worden toegevoegd aan het document met de hoofdelementen, moeten ze worden aangepast aan de opmaak van het hoofddocument. Dit doet u door een document te maken met de juiste opmaak en de variabele gegevens vervolgens op de juiste plaats toe te voegen.
Met een variabel document dat meer pagina’s bevat dan het corresponderende FreeForm-hoofddocument kunt u variabele gegevens het meest efficiënt afdrukken.
Variabel element
Variabele documenten
Wanneer u het document met de variabele gegevens hebt gemaakt, drukt u het af op de Fiery en geeft u op dat het moet worden gecombineerd met het overeenkomstige FreeForm-hoofddocument (zie pagina 5-9).
5-6 Documenten met variabele gegevens afdrukken
5

Het variabele document combineren met het FreeForm-hoofddocument

Wanneer u het variabele document afdrukt op de Fiery, geeft u met de afdrukoptie Use Master (Hoofdtaak gebruiken) aan dat u het wilt combineren met de FreeForm-hoofdtaak die is gemaakt op basis van uw hoofddocument. De Fiery combineert de rastergegevens van het variabele document met de vooraf verwerkte FreeForm-hoofdtaak en maakt zodoende een nieuw rasterbestand. Van dit samengevoegde rasterbestand kunt u een afdrukvoorbeeld bekijken (voordat het wordt afgedrukt) in de miniatuurweergavevensters van het Command WorkStation, Fiery Spooler of Fiery WebSpooler.
Zie de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over het bekijken van afdrukvoorbeelden in de miniatuurweergavevensters van het Command Workstation.
Gecombineerd document
5-7 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
5
Een hoofddocument kan uit meerdere pagina’s bestaan. Wanneer u een variabel document afdrukt en een FreeForm-hoofddocument opgeeft dat meerdere pagina’s bevat, worden de variabele pagina’s op een cyclische manier gecombineerd met de hoofdpagina’s. In het volgende voorbeeld kunt u zien hoe een variabel document wordt gecombineerd met een hoofddocument dat uit twee pagina’s bestaat. Pagina’s 1 en 2 van het variabele document worden gecombineerd met respectievelijk pagina’s 1 en 2 van het hoofddocument. De cyclus van de hoofdpagina’s wordt vervolgens opnieuw gestart en pagina’s 3 en 4 van het variabele document worden opnieuw gecombineerd met respectievelijk pagina’s 1 en 2 van het hoofddocument. Deze procedure wordt herhaald voor alle volgende sets van twee pagina’s in het variabele document.
Hoofddocument met meerdere pagina’s
Variabele document
Gecombineerd document
5-8 Documenten met variabele gegevens afdrukken
5

Werken met FreeForm

In deze sectie vindt u enkele tips voor het correct afdrukken van taken met variabele gegevens.
• Raadpleeg uw systeembeheerder of operator over de manier waarop de nummers van
FreeForm-hoofdtaken worden toegewezen op uw locatie.
Als er op uw locatie veel gebruikers zijn die FreeForm-afdrukken maken, kunnen er nummers of nummerreeksen van FreeForm-hoofdtaken worden gekoppeld aan specifieke gebruikers of groepen. Gebruikers kunnen alleen de nummers 1 tot en met 15 selecteren bij het instellen van afdrukopties. Alleen de operator kan vanuit het Command WorkStation de nummers van FreeForm-hoofdtaken wijzigen en deze toewijzen aan nummers boven de 15. Het kan zinvol zijn alle nummers voor FreeForm-hoofdtaken door de operator te laten toewijzen ter voorkoming van conflicten die later bij het gebruik van deze nummers kunnen ontstaan.
•Gebruik de velden Notes 1 en 2 (Opmerking 1 en 2) en Instructions (Instructies)
om instructies over taken door te geven aan de operator.
Als u een FreeForm-hoofdtaak met een nummer boven de 15 wilt gebruiken, kunt u in deze velden de operator vragen een vervangende instelling te gebruiken voor de betreffende taak - Create Master (Hoofdtaak maken) of Use Master (Hoofdtaak gebruiken) - en de taak te verwerken vanuit het Command WorkStation.
•Geef taken een unieke en betekenisvolle naam.
Hierdoor wordt het eenvoudig voor uzelf en voor de operator om uw taken te herkennen wanneer er veel taken in de wachtrijen staan, wanneer nummers van FreeForm-hoofddocumenten opnieuw worden toegewezen of wanneer u in de velden Job Notes (Opmerkingen) of Instructions (Instructies) wilt verwijzen naar een andere taak.
•Zie Bijlage A, voor informatie over de beperkingen die gelden voor het instellen van
afdrukopties in combinatie met FreeForm.
5-9 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
5
Voor het hoofddocument en het variabele document moeten de volgende instellingen overeenkomen:
Color Mode (Kleurmodus) Combine Separations (Kleurscheidingen samenvoegen) Paper Size (Papierformaat) Page Order (Paginavolgorde)
Voor de volgende instellingen geldt dat de instelling in het variabele document prioriteit heeft boven de instelling in het hoofddocument:
Media Type (Mediasoort) Paper Source (Papierbron) Save Fast Reprint (Opslaan voor snelle herdruk)
DOCUMENTEN MET VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN
1. Maak een hoofddocument.
In het onderstaande voorbeeld wordt een pagina van een hoofddocument weergegeven voor een in drieën gevouwen brochure die is gemaakt met een toepassing voor paginaopmaak.
5-10 Documenten met variabele gegevens afdrukken
5
2. Druk het hoofddocument af op de Fiery, met de optie Create Master (Hoofdtaak
3. Maak het variabele document.
maken) ingesteld op een van de nummers van de FreeForm-hoofdtaken (1 tot en met 15).
Een andere mogelijkheid is de optie Create Master (Hoofdtaak maken) instellen op None (Geen) en de operator vragen om van deze taak een FreeForm-hoofdbestand te maken met een vervangende taakinstelling.
U kunt het variabele document maken op basis van een ander bestand, in een andere toepassing en zelfs op een ander computerplatform dan waarmee het hoofdbestand gemaakt. Wel moet een aantal afdrukopties gelijk zijn (zie pagina 5-8 voor meer informatie).
In het onderstaande voorbeeld ziet u een pagina uit een variabel document voor een in drieën gevouwen brochure. De gegevens in dit document kunnen eenvoudig zijn, bijvoorbeeld adresgegevens, of complex, bijvoorbeeld een hele serie afbeeldingen en fotografische elementen in vierkleurendruk.
5-11 Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
5
4. Druk het document met de variabele gegevens af op de Fiery, nadat u bij de optie Use Master (Hoofdtaak gebruiken) het nummer van de overeenkomstige FreeForm-hoofdtaak hebt geselecteerd.
Het nummer van de FreeForm-hoofdtaak kan een nummer zijn dat u zelf hebt ingesteld tijdens het verzenden van het hoofddocument, of een nummer dat is toegewezen door de operator.
Nummers van FreeForm-hoofdtaken kunnen worden gewijzigd vanuit het Command WorkStation, Fiery Spooler of Fiery WebSpooler. Neem contact op met de operator als u twijfelt of het nummer dat u opgeeft overeenkomt met de FreeForm-hoofdtaak die u wilt gebruiken.
Als u de taak wilt bekijken voordat deze wordt afgedrukt, geeft u de operator de instructie de taak te verwerken en te blokkeren, zodat u een afdrukvoorbeeld kunt bekijken in het Command WorkStation, Fiery Spooler of Fiery WebSpooler.
In het volgende voorbeeld ziet u de combinatie van het FreeForm-hoofddocument met het variabele document. De variabele gegevens worden simpelweg over het hoofddocument gelegd.
5-12 Documenten met variabele gegevens afdrukken
5

Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2

FreeForm 2 biedt een uitbreiding van de functionaliteit van FreeForm. In FreeForm 2 kunt u een afzonderlijke pagina in een FreeForm-hoofdtaak toewijzen aan elke pagina in een variabel document dat naar de Fiery wordt gestuurd. Tijdens de verwerking worden de gegevens van elke variabele pagina door de Fiery over de opgegeven hoofdpagina heengelegd.
Met FreeForm 2 kunt u bovendien een opgegeven FreeForm-hoofdtaak verwijderen van de vaste schijf van de Fiery nadat de overeenkomstige variabele taak is verwerkt en afgedrukt. U kunt deze optie instellen in elke andere toepassing die het verwijderen van FreeForm-hoofdtaken ondersteunt. Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende andere toepassing voor meer informatie over het verwijderen van Freeform-hoofdtaken.

Bepaalde hoofdpagina’s toewijzen aan een document met variabele gegevens

Als u FreeForm 2 wilt gebruiken voor het afdrukken van de taak met de variabele gegevens, opent u eerst het variabele document in PrintShop Mail, of een andere toepassing. De betreffende toepassing beschikt over FreeForm 2-functies waarmee u een bepaalde pagina in een FreeForm-hoofdtaak kunt toewijzen aan elke gewenste pagina in het variabele document.
Instructies voor het afdrukken van taken met variabele gegevens met FreeForm 2 en software voor het afdrukken van variabele gegevens van een andere leverancier kunt u vinden in de documentatie bij de betreffende software.
5-13 Variabele gegevens afdrukken met FreeForm 2
5
EEN TAAK MET VARIABELE GEGEVENS MAKEN IN FREEFORM 2
1. Maak een hoofddocument.
Zie voor meer informatie “Het hoofddocument maken” op pagina 5-4.
2. Druk het hoofddocument af op de Fiery, met de optie Create Master (Hoofdtaak maken) ingesteld op een van de nummers van de FreeForm-hoofdtaken (1 tot en met 15).
Een andere mogelijkheid is de optie Create Master (Hoofdtaak maken) instellen op None (Geen) en de operator vragen om van deze taak een FreeForm-hoofdbestand te maken met een vervangende taakinstelling.
3. Maak het variabele document.
U kunt het variabele document maken op basis van een ander bestand, in een andere toepassing en zelfs op een ander computerplatform dan waarmee het hoofdbestand gemaakt. Wel moet een aantal afdrukopties gelijk zijn. Zie voor meer informatie
pagina 5-8.
4. Open het variabele document in de andere toepassing.
Deze toepassing ondersteunt diverse veelgebruikte bestandindelingen voor tekst, afbeeldingen en databases. Zie de documentatie bij de betreffende software voor meer informatie.
5. Wijs in de betreffende toepassing de gewenste hoofdpagina toe aan elke pagina van het variabele document.
5-14 Documenten met variabele gegevens afdrukken
5
Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van variabele gegevens
Als alternatief voor FreeForm of FreeForm 2 kunt u de hoofdelementen en de variabele elementen van uw taak ook maken in een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals Pageflex Persona. Vervolgens kunt u de taak vanuit de betreffende toepassing in een compatibele bestandsindeling afdrukken op de Fiery. De Fiery ondersteunt de bestandsindelingen van de volgende toepassingen:
•Xerox VIPP versie 3.0 met EPS Caching
•Creo VPS (Variable Print Specification) versie 1.5
• PPML (Personalized Print Markup Language) versie 1.0.2.
PPML is een standaard voor variabele gegevens die steeds vaker wordt gebruikt en die het gebruik van meerdere grafische objecten , evenals variabele elementen en hoofdelementen, ondersteunt.
Als u documenten wilt afdrukken in een PPML-indeling, gebruikt u een toepassing die de PPML-indeling ondersteunt, zoals Pageflex Persona.
Raadpleeg de documentatie bij de desbetreffende toepassing voor meer informatie over het afdrukken van documenten met indelingen voor variabele gegevens.
OPMERKING: wanneer u een taak naar de Fiery stuurt in een van deze indelingen,
worden de hoofdelementen die in de taak zijn gedefinieerd door de Fiery automatische opgeslagen en opnieuw gebruikt.

Fiery Variable Data Printing (VDP) Resource Manager gebruiken

PPML-taken bevatten alle globale objecten die worden gebruikt voor een omgeving die door een toepassing van een andere leverancier is gemaakt. Globale objecten zijn de vereiste afbeeldingen die zijn gedownload naar de Fiery voor PPML-taken met variabele elementen. Deze afbeeldingen worden als een groep in een bepaalde omgeving opgeslagen en in een cache-geheugen geplaatst. De afbeeldingen kunnen vervolgens opnieuw worden gebruikt voor toekomstige PPML-taken.
De globale objecten in elke omgeving kunnen worden beheerd met het hulpprogramma Fiery VDP Resource Manager. U kunt alle geïnstalleerde globale objecten bekijken in het cache-gebied van Fiery VDP Resource Manager. Alle globale objecten worden voor een bepaald project gegroepeerd onder een omgevingsnaam.
5-15 Documenten afdrukken vanuit toepassingen voor het afdrukken van
variabele gegevens
5
Zie Installatiegids gebruikerssoftware voor informatie over het installeren en configureren van Fiery VDP Resource Manager op een Windows- of Macintosh-computer.
GLOBALE OBJECTEN BEKIJKEN EN VERWIJDEREN
1. Start Fiery Variable Data Resource Manager
2. Klik op de map VDP Servers om de lijst met beschikbare Fiery-servers uit te vouwen.
Alle aangesloten servers worden weergegeven.
3. Klik op de map van een bepaalde server om een lijst met globale objecten weer te geven.
4. Als u globale objecten wilt verwijderen, klikt u op de betreffende omgeving met globale objecten en kiest u Remove Cache and Source (Cache en bron verwijderen) in het menu Actions (Acties).
Als u alleen de cache en niet de bron wilt verwijderen, kies u Remove Source (Bron verwijderen) in het menu Actions (Acties).
OPMERKING: kies Refresh (Vernieuwen) in het menu Server om de huidige gegevens bij
te werken.
6-1 Onderdelen van Fiery Scan
6

Hoofdstuk 6: Scannen

Met Fiery Scan kunt u documenten of afbeeldingen vanaf de glasplaat van de
EX12
kopieermachine of via de automatische documentinvoer (ADF) van de kopieermachine/printer rechtstreeks naar Photoshop op uw computer scannen.
U kunt rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van de kopieermachine of vanaf het weergavevenster van de Fiery scannen. U kunt ook scannen met Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan start de scanopdracht, geeft de scan weer in een hosttoepassing, haalt het gescande document op en verzendt dit. Ook met WebScan kunt u scans ophalen.
OPMERKING: scannen wordt alleen ondersteund op de Fiery EX12.
Hiervoor gelden de volgende vereisten en beperkingen:
•Fiery Scan werkt niet via de parallelle poort: u hebt hier een netwerkverbinding voor
nodig. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over ondersteunde netwerkprotocollen.
•U moet Fiery Scan hebben geïnstalleerd zoals is beschreven in de Installatiegids
gebruikerssoftware.
•Voor Photoshop 5.0 RGB Setup moeten de instellingen EFIRGB ICC
(Macintosh-computers) of EFIRGB.icm (Windows) worden gebruikt. Raadpleeg de
Installatiegids gebruikerssoftware voor meer informatie over het laden van dit bestand.

Onderdelen van Fiery Scan

Fiery Scan bestaat uit de volgende onderdelen en functies:
•Fiery Remote Scan: bevat de TWAIN-invoegtoepassing Fiery Scan 4.x. Met Fiery
Remote Scan kunt u op afstand een scan starten en vanaf een externe computer in het netwerk naar een kopieermachine sturen.
•Toepassing Fiery Scan: wordt weergegeven in de Fiery Advanced Controller Interface
en stelt u in staat vanaf de kopieermachine scans te starten en scanbestanden te verzenden.
• Scannen naar e-mail
6-2 Scannen
6
• Scannen naar postvak
• Scannen naar blokkeringswachtrij voor het samenvoegen en bewerken van
documenten
•WebScan voor het ophalen van scans uit het postvak met Fiery WebTools

Fiery Remote Scan

Met Fiery Remote Scan kunt u op afstand scans starten en scanbestanden ophalen. U kunt het scanbestand openen in een hosttoepassing, zoals Photoshop, maar u kunt het bestand ook verzenden naar een postvak, de blokkeringswachtrij of een e-mailadres. Ve rvolgens kunt u bestanden ophalen met Fiery Scan of WebScan. Alle scans worden opgeslagen op de vaste schijf van de Fiery en worden opgehaald via het netwerk.
OPMERKING: in de volgende procedures wordt het gebruik van Fiery Remote Scan
vanuit PhotoShop beschreven.
OPMERKING: de versies van Fiery Scan voor Windows en Macintosh zijn grotendeels
gelijk aan elkaar. De verschillen worden vermeld in deze sectie. Als beide vensters of dialoogvensters worden afgebeeld, wordt eerst de Windows-versie afgebeeld en vervolgens de Macintosh-versie.
EEN SCANBEWERKING STARTEN
1. Start Photoshop.
2. Als u één origineel scant, legt u dit op de glasplaat van de kopieermachine. Als u meerdere originelen wilt scannen, legt u deze in de documentinvoer.
3. Kies Import in het menu File van Photoshop en klik op Select TWAIN_32 Source.
4. Selecteer Fiery Remote Scan 4.4 in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en klik op Select (Selecteren).
5. Kies Import (Importeren) in het menu File (Bestand) en klik op TWAIN_32.
6. Selecteer de Fiery in het dialoogvenster Choose Device (Apparaat kiezen) en klik op OK.
Als de Fiery niet voorkomt in de lijst in de Kiezer, moet u deze zo configureren dat de Kiezer communiceert met de Fiery. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftware voor instructies.
6-3 Fiery Remote Scan
6
7. Klik op het tabblad Initiate (Starten).
6-4 Scannen
6
8. Selecteer de juiste instellingen en klik op Acquire (Scannen) of Send (Verzenden).
Source (Bron): kies ADF of Platen (Glasplaat).
Sides (Zijden): kies het aantal zijden dat de kopieermachine/printer moet scannen.
(Deze optie kunt u alleen gebruiken wanneer u scant vanuit de documentinvoer.)
Size (Formaat): kies het formaat van het document dat door de Fiery wordt gescant.
(Deze optie kunt u alleen gebruiken als u scant vanaf de glasplaat.)
Resolution (Resolutie): geef een waarde op voor de resolutie. Als u de resolutie wijzigt,
verandert ook de grootte van de afbeelding. In het dialoogvenster wordt de maximale resolutie aangegeven die door de Fiery wordt ondersteund.
Color Mode (Kleurmodus) (Color, Grayscale of Black and White (Kleur, Grijstinten of
Zwart-wit): selecteer het gewenste scantype.
Als u op Acquire (Scannen) klikt, wordt de scan geopend in Photoshop, waarin u het gescande bestand kunt weergeven en bewerken.
Als u het bestand wilt opslaan op een specifieke locatie, klikt u op Send (Verzenden) en volgt u de procedures in de volgende sectie.
6-5 Fiery Remote Scan
6
De scantaak verzenden naar een specifieke bestemming
Wanneer u een scan start, selecteert u de locatie waar u het bestand naartoe wilt verzenden. Nadat u de juiste instellingen voor de scantaak hebt geselecteerd in het dialoogvenster Acquire Jobs (Taken scannen), kunt u de locatie opgeven waar de scan naartoe moet worden verzonden. U kunt de scan naar een postvak, de wachtrij Hold (blokkeringswachtrij) of een e-mailadres verzenden.
OPMERKING: de naam van de toepassing die wordt weergegeven in de titelbalk van het
dialoogvenster is mede afhankelijk van de toepassing waarmee u werkt.
6-6 Scannen
6
Een scan naar de blokkeringswachtrij verzenden om documenten samen te voegen en te bewerken
Wanneer u een scanbestand naar de blokkeringswachtrij verzendt, converteert de Fiery het bestand automatisch naar een PDF-indeling en slaat het als PDF-bestand op de vaste schijf van de Fiery op. Vervolgens kunt u het bestand bewerken met de functies van DocBuilder Pro en het Command Workstation. Raadpleeg de Gids voor taakbeheer voor meer informatie over DocBuilder Pro.
EEN SCANBESTAND VERZENDEN NAAR DE BLOKKERINGSWACHTRIJ
1. Selecteer in het dialoogvenster Acquire Jobs (Taken scannen) de gewenste instellingen voor de scantaak en klik op Send (Verzenden).
2. Selecteer Fiery Hold Queue (Fiery-blokkeringswachtrij) om het bestand op te slaan als een PFD-bestand in de lokale blokkeringswachtrij van de Fiery.
6-7 Fiery Remote Scan
6
Scannen naar postvak
U kunt het scanbestand opslaan in een viercijferig postvak op de vaste schijf van de Fiery.
EEN SCANBESTAND NAAR EEN FIERY-POSTVAK VERZENDEN
1. Selecteer in het dialoogvenster Acquire Jobs (Taken scannen) de gewenste instellingen voor de scantaak en klik op Send (Verzenden).
2. Selecteer Fiery Mailbox (Fiery-postvak).
3. Voer het nummer van het postvak in.
4. Kies een bestandsindeling (JPG, PDF of TIFF).
5. Klik op Send (Verzenden).
Scannen naar e-mail
U kunt een gescande afbeelding verzenden via e-mail, als een bijlage of als een URL. Zie Hoofdstuk 10 voor meer informatie over e-mailservices.
6-8 Scannen
6
EEN SCANBESTAND VERZENDEN NAAR EEN E-MAILADRES
1. Selecteer in het dialoogvenster Acquire Jobs (Taken scannen) de gewenste instellingen voor de scantaak en klik op Send (Verzenden).
2. Selecteer de optie E-mail en klik op Edit E-mail Destination (E-mailbestemming bewerken).
Het venster voor het opstellen van een e-mailbericht wordt geopend.
3. Als u een scanbestand wilt verzenden, voert u een e-mailadres in in het veld To: (Aan...) of bladert u naar de lijst met e-mailadressen in het Fiery-adresboek door te klikken op To:, Cc: of Bcc:.
U kunt ook een onderwerpregel en een berichttekst toevoegen.
4. Klik op OK.
5. Geef op of u het bestand wilt verzenden als bijlage of als URL.
6. Kies een bestandsindeling (JPG, PDF of TIFF).
7. Klik op Send (Verzenden).
6-9 Fiery Remote Scan
6

Scanbestanden ophalen

Als u een document hebt gescand naar het Fiery-postvak, kunt u de documenten ophalen met Fiery Remote Scan of met WebScan WebTool.
SCANBESTANDEN OPHALEN MET FIERY REMOTE SCAN
1. Start Photoshop.
2. Kies Import in het menu File van Photoshop en klik op Select TWAIN_32 Source.
3. Selecteer Fiery Remote Scan in het dialoogvenster dat wordt weergegeven en klik op Select (Selecteren).
4. Kies Import (Importeren) in het menu File (Bestand) en klik op TWAIN_32.
5. Selecteer de Fiery in de Kiezer en klik op OK.
Als de Fiery niet voorkomt in de Kiezer, moet u deze zo configureren dat de Kiezer communiceert met de Fiery. Raadpleeg de Installatiegids gebruikerssoftwarevoor instructies.
6. Klik op het tabblad Retrieve (Ophalen).
6-10 Scannen
6
7. Voer het postvaknummer voor het scanbestand in.
Alle scantaken in het postvak worden weergegeven.
8. Selecteer de specifieke scantaak die u wilt openen.
Als u alle pagina’s van een scan wilt openen, selecteert u All (Alle), als u een bepaalde pagina wilt openen selecteert u Page (Pagina) en geeft u het paginanummer op in het veld Page (Pagina).
9. Klik op Acquire (Scannen).
De scantaak wordt geopend in Photoshop.
Zie “De scantaak verzenden naar een specifieke bestemming” op pagina 6-5 als u het bestand wilt verzenden naar een bepaalde bestemming.
6-11 Fiery Remote Scan
6
SCANBESTANDEN OPHALEN MET FIERY WEBSCAN
1. Klik in het menu Fiery WebTools op de WebTool WebScan.
Het venster WebScan wordt geopend.
2. Geef het postvaknummer op in het veld Mailbox (Postvak).
OPMERKING: het postvaknummer is de directory die u hebt opgegeven met de
scannermodus van de kopieermachine.
3. Klik op Refresh (Vernieuwen).
Alle gescande documenten in het postvak worden weergegeven.
WebScan geeft de volgende informatie weer over elke gescande taak: File name (Bestandsnaam), Date (Datum), Pages (Pagina’s), File Size (Bestandsgrootte), Page Size (Paginaformaat), Resolution X en Resolution Y (Resolutie X en Y).
6-12 Scannen
6
4. Selecteer het bestand dat u wilt openen.
5. Kies PDF, TIFF of JPEG in het menu File Format (Bestandsindeling).
Als u de taak wilt opslaan als een JPEG-bestand, selecteert u de bestandsindeling RAW en geeft u een paginanummer op in het veld Page (Pagina).
6. Klik op Save As (Opslaan als).
O
PMERKING: afhankelijk van de browser die u gebruikt, wordt u mogelijk gevraagd om
aan te geven of u het bestand wilt openen vanaf de huidige locatie of dat u het bestand wilt opslaan op schijf.
De gescande afbeelding wordt weergegeven in de webbrowser.
OPMERKING: u moet Adobe Acrobat hebben geïnstalleerd om een gescand PDF-bestand
te kunnen bekijken.
7. Als u de taak wilt afdrukken, kiest u Print (Afdrukken) in het menu File (Bestand).
Als u een gescande afbeelding wilt verwijderen van de vaste schijf van de Fiery, selecteert u het betreffende bestand in het venster WebScan en klikt u op Delete (Verwijderen).
6-13 Werken met de toepassing Fiery Bar Scan
6

Werken met de toepassing Fiery Bar Scan

Met de toepassing Fiery Bar Scan kunt u scans starten en ophalen met de Fiery Advanced Controller Interface (FACI). De gebruikersinterface van de toepassing Fiery Bar Scan en de procedures lijken veel op de interface van Fiery Bar Scan voor Windows, met dit verschil dat u de scan niet kunt inlezen in Photoshop.
EEN SCAN STARTEN MET DE TOEPASSING FIERY BAR SCAN
1. Start de toepassing Fiery Bar Scan vanuit de Fiery-balk door met de rechtermuisknop te klikken op de toepassing in de Fiery Advanced Controller Interface en Scan (Scannen) te selecteren.
2. Klik op het tabblad Initiate (Starten).
6-14 Scannen
6
3. Kies de gewenste instellingen en klik op Acquire (Scannen) of Send (Verzenden).
Source (Bron): kies ADF of Platen (Glasplaat).
Sides (Zijden): kies het aantal zijden dat de kopieermachine/printer moet scannen.
(Deze optie kunt u alleen gebruiken als u scant vanuit de documentinvoer.)
Size (Formaat): kies het formaat van het document dat door de Fiery wordt gescant.
(Deze optie kunt u alleen gebruiken als u scant vanaf de glasplaat.)
Resolution (Resolutie): geef een waarde op voor de resolutie. Als u de resolutie wijzigt,
verandert ook de grootte van de afbeelding. In het dialoogvenster wordt de maximale resolutie aangegeven die door de Fiery wordt ondersteund.
Color Mode (Kleurmodus) (Color of Grayscale (Kleur of Grijstinten): selecteer het
gewenste scantype.
Als u op Acquire (Scannen) klikt, wordt de scan geopend in Photoshop, waarin u het gescande bestand kunt bekijken en bewerken.
Als u het bestand wilt opslaan op een specifieke locatie, klikt u op Send (Verzenden) en volgt u de volgende procedures.
6-15 Werken met de toepassing Fiery Bar Scan
6
EEN SCANBESTAND OPHALEN MET DE TOEPASSING FIERY BAR SCAN
1. Start de toepassing Fiery Bar Scan vanuit de Fiery-balk door met de rechtermuisknop te klikken op de toepassing in de Fiery Advanced Controller Interface en Scan (Scannen) te selecteren.
2. Klik op het tabblad Retrieve (Ophalen).
3. Voer het specifieke postvaknummer voor het scanbestand in.
Alle scantaken in het postvak worden weergegeven.
4. Selecteer de specifieke scantaak die u wilt openen.
Als u alle pagina’s van een scan wilt openen, selecteert u All (Alle), als u een bepaalde pagina wilt openen voert u het paginanummer in in het veld Page (Pagina).
6-16 Scannen
6

Scannen naar de vaste schijf van de Fiery

Fiery Scan maakt gebruik van een functie voor scannen naar de vaste schijf (HDD) waarbij u het bedieningspaneel van de Fiery kunt gebruiken om een afbeelding vanaf de glasplaat of vanuit de documentinvoer (ADF) van de kopieermachine/printer in het geheugen van de Fiery te scannen. Vervolgens kunt u de afbeelding openen in Fiery Remote Scan of de WebTool WebScan.
U kunt bovendien een taak rechtstreeks naar de wachtrij Hold (blokkeringswachtrij) scannen, zodat u de DocBuilder Pro-functies van het Command WorkStation kunt gebruiken. Meer informatie over DocBuilder Pro vindt u in de Gids voor taakbeheer.
In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u scant naar de vaste schijf vanaf het bedieningspaneel van de Fiery. Raadpleeg de Configuratiegids voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel.
EEN TAAK SCANNEN NAAR DE VASTE SCHIJF VANAF HET
BEDIENINGSPANEEL VAN DE FIERY
1. Plaats het origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat of met de beeldzijde naar boven in de documenteninvoer.
O
PMERKING: als u een taak met meerdere pagina’s scant, wordt de taak gescand vanaf de
laatste pagina. Wanneer u de oorspronkelijke paginavolgorde wilt handhaven, legt u de pagina’s voor een enkelzijdige taak in omgekeerde volgorde neer. Voor een dubbelzijdige taak legt u de bovenkant van de stapel met de beeldzijde naar beneden, zodat de eerste pagina onderop ligt.
2. Controleer of op het informatiescherm van het Control Panel het woord Idle (Niet actief) staat.
Als Printing (Bezig met afdrukken) of RIPping (Verwerken) wordt weergegeven, is de Fiery bezig met verwerken en moet u wachten totdat het systeem klaar is en de status Idle (Niet actief) heeft.
3. Druk op de menuknop op het Control Panel om naar het menu Functions (Functies) te gaan.
4. Druk op de regelselectieknop naast Scan Job (Scantaak).
5. Druk op de regelselectieknop naast Source (Bron).
Loading...