Xerox DocuColor 5000 User Manual [nl]

Fiery® EXP50 Color Server
Configuratie en instellingen
45055356 11 mei 2006
7
7
9
9
15
NHOUD
NHOUD
I
I
INHOUD
NLEIDING
I
Terminologie en conventies
Over dit document
ANSLUITEN
A
Fiery EXP50 op het netwerk
Fasen van de installatie op het netwerk
OP
HET
NETWERK
3
8
10
Samenvatting van de netwerkinstallatie van de Fiery EXP50 11
Vereisten voor instelling van de netwerkserver
Windows-netwerken 12
NetWare-netwerken 13
AppleTalk-netwerken 13
UNIX-netwerken 14
ETUP
VAN
DE
S
Toegangs- en controleniveaus
Fiery EXP50-afdrukverbindingen 15
Wachtwoorden 16
WebTools 17
Voorbeelden van controleniveaus 18
E-mailvirussen en e-mailafdrukken 18
Filtering van IP-adressen en poorten 19
Beveiligd afdrukken 19
Afdrukgroepen (Afdrukken door groepsleden) 19
IERY
F
EXP50
VOORBEREIDEN
12
15
22
25
40
45
INHOUD
De netwerkkabel aansluiten op de Fiery EXP50
Achteraanzicht van de Fiery EXP50 20
Ethernet-verbinding 20
Over de Setup
Setup vanaf een netwerkcomputer 21
E
IERY
D
F
EXP50
Setup vanaf netwerkcomputer openen
Lokale Setup vanaf de Fiery EXP50 23
Instellen op afstand 24
Algemene Setup-opties
Netwerkinstellingen
INSTELLEN
VANAF
EEN
NETWERKCOMPUTER
4
19
21
22
27
Adapters/Poorten 27
Protocollen 27
Beveiliging 29
Services 30
Opties voor printerinstellingen
Printerverbindingen 39
Ve rtraging taak-batch 39
Geoptimaliseerde PDF 39
Recordlengte FreeForm 1 39
Zoekpaden VDP-bestanden 39
Opties van PS-instellingen en Color Setup 39
Setup afsluiten
ESCHRIJVING
B
Opties van PS-/Kleurinstellingen
W
T
EB
OOLS
VAN
DE
CONFIGUREREN
INSTELOPTIES
39
39
40
De Fiery EXP50 en clients configureren voor WebTools
45
46
46
49
50
51
51
53
56
56
60
INHOUD
EHEER
B
VAN
DE
Beheerdersfuncties
Wachtwoorden instellen
Wachtwoorden op een netwerkcomputer 47
Het Windows XP-systeemwachtwoord wijzigen 48
Systeemsoftware bijwerken
De Fiery EXP50 wissen
Externe verbinding met de Fiery EXP50
De configuratie van de Fiery EXP50 opslaan en herstellen
E-mailadresboeken beheren
De configuratiepagina afdrukken
IERY
F
EXP50
5
47
Optimale prestaties van de Fiery EXP50 onderhouden
Afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten van de Fiery EXP50
De Fiery EXP50 afsluiten 57
De Fiery EXP50 rebooten of opnieuw starten 58
Een CD-RW branden
ROBLEMEN
P
Problemen met de Fiery EXP50 oplossen
NDEX
I
OPLOSSEN
Safe Print (Veilig afdrukken) 60
Runtime-foutberichten 60
De verbinding van de digitale pers met de Fiery EXP50 configureren 62
Kan geen verbinding met de Fiery EXP50 maken met hulpprogramma’s 62
Kan geen verbinding met de Fiery EXP50 maken met Command WorkStation 62
57
59
60
63
NLEIDING
I

INLEIDING

In dit document wordt beschreven hoe u netwerkservers en gebruikerscomputers instelt voor gebruik met de Fiery EXP50 Color Server, zodat gebruikers ernaar kunnen afdrukken als een hoogwaardige netwerkprinter. Voor algemene informatie over het gebruik van de digitale pers, uw computer, uw toepassingen of het netwerk raadpleegt u de documentatie bij deze producten.
De juiste instelling van de netwerkomgeving vereist de aanwezigheid en de actieve medewerking van de netwerkbeheerder. Gedetailleerde instructies voor de configuratie van netwerken vallen buiten het bestek van dit document. Raadpleeg uw netwerkdocumentatie voor meer informatie.
7

Terminologie en conventies

Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero Fiery EXP50 (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers DocuColor 5000 digitale pers
Fiery EXP50 Fiery EXP50 Color Server
Mac OS Apple Mac OS X
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003
Titels in
cursief
Andere documenten in dit pakket
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke schade kunnen toebrengen
:
INLEIDING

Over dit document

Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
•Netwerkconnectors op de Fiery EXP50
•Specifieke informatie voor de Fiery EXP50 voor het installeren van netwerkservers
O
PMERKING
•Beveiliging van het systeem met niveaus en wachtwoorden
•De Fiery EXP50 instellen vanaf een netwerkcomputer
•De Fiery EXP50 zo instellen dat gebruikers toegang hebben tot WebTools
•Beheer van de Fiery EXP50
•Problemen oplossen
Op pagina 46 wordt een overzicht gegeven van beheerdersfuncties die in andere documentatie worden beschreven.
8
Raadpleeg uw netwerkdocumentatie voor meer informatie over netwerkservers.
ANSLUITEN
A

AANSLUITEN OP HET NETWERK

OP
HET
Fiery EXP50 op het netwerk
NETWERK
Dit hoofdstuk beschrijft de fasen van de installatie van de Fiery EXP50.
Wanneer de Fiery EXP50 is aangesloten op een netwerk, werkt deze als een PostScript­netwerkprinter. De Fiery EXP50 ondersteunt de volgende netwerkprotocollen (regels waarmee computers op een netwerk met elkaar kunnen communiceren):
•AppleTalk
•TCP/IP, met inbegrip van de protocollen BOOTP, DHCP, FTP, HTTP, IMAP, IPP, LDAP, LPD, NBT, POP3, Port 9100, SMB, SMTP, en SNMP
9
• IPX/SPX (Novell)
Deze protocollen kunnen tegelijkertijd op dezelfde kabel worden gebruikt. Computers die andere protocollen gebruiken, kunnen afdrukken via een server die een van de ondersteunde protocollen gebruikt. De Fiery EXP50 herkent de protocollen automatisch en behandelt alle verbindingen tegelijkertijd.
AANSLUITEN OP HET NETWERK

Fasen van de installatie op het netwerk

De installatie kan worden uitgevoerd door een netwerk- of afdrukbeheerder. Bij een succesvolle installatie doorloopt u de volgende fasen:
1 De netwerkomgeving configureren
Configureer de netwerkservers om de gebruikers toegang te geven tot de Fiery EXP50 als een netwerkprinter. Raadpleeg pagina 12 voor informatie over het configureren van netwerkservers in Windows- en UNIX-netwerkomgevingen voor de Fiery EXP50. Raadpleeg de documentatie van uw netwerk voor meer informatie over het gebruik van uw netwerk.
2Fysiek aansluiten van de Fiery EXP50 op een werkend netwerk
Maak een netwerkknooppunt voor de Fiery EXP50. Zorg voor een kabel en leid deze naar de plaats waar de Fiery EXP50 wordt geïnstalleerd (in de buurt van de digitale pers). Sluit de kabel aan op de netwerkaansluiting van de Fiery EXP50. Zie pagina 19 voor meer informatie.
3 De Fiery EXP50 instellen
Configureer de Fiery EXP50 voor uw afdruk- en netwerkomgeving (raadpleeg De
Fiery EXP50 instellen vanaf een netwerkcomputer).
10
4 Gebruikerscomputers voorbereiden op het afdrukken
Installeer de bestanden die nodig zijn om af te drukken, installeer gebruikerssoftware en verbind de gebruikerscomputers met het netwerk. De installatie van de software wordt beschreven in Afdrukken uit Windows en Afdrukken uit Mac OS.
5 Beheren van de Fiery EXP50
Controleer en onderhoud de systeemprestaties en los mogelijke problemen op (zie Beheer van
de Fiery EXP50).
Netwerkserver configureren
Netwerkserver
Aansluiting
AANSLUITEN OP HET NETWERK
Samenvatting van de netwerkinstallatie van de Fiery EXP50
Configureer de netwerkserver voor Fiery EXP50­afdrukwachtrijen en Fiery EXP50-gebruikers.
Maak een netwerkknooppunt gereed. Sluit de Fiery EXP50 aan op het netwerk.
11
Fiery EXP50
Fiery EXP50 instellen
Clientcomputers instellen
Configureer minstens de serverinstellingen, netwerkinstellingen en printerinstellingen. Configureer de overige instellingen later.
Op computers waarop gebruikers afdrukken naar de Fiery EXP50:
•Installeer de juiste printerbestanden en maak verbinding met een of meer afdrukverbindingen.
•Installeer hulpprogramma’s en een Internetbrowser op de computers waar de gebruikers ze zullen gebruiken.
• Controleer de Fiery EXP50 in de lijst met printers.
Fiery EXP50 beschikbaar op het netwerk
AANSLUITEN OP HET NETWERK

Vereisten voor instelling van de netwerkserver

Dit gedeelte verstrekt basisinformatie over de configuratie van de Fiery EXP50 en zijn gebruik op het netwerk. Het geeft geen uitleg over de algemene netwerkfuncties voor afdrukken. Het beperkt zich tot informatie die specifiek is voor de Fiery EXP50. De juiste instelling van de netwerkomgeving vereist de aanwezigheid en de actieve medewerking van de netwerkbeheerder. Gedetailleerde instructies voor de configuratie van netwerken vallen buiten het bestek van deze handleiding. Raadpleeg uw netwerkdocumentatie voor meer informatie.
Configureer het netwerk en de servers en zorg dat er een actieve netwerkverbinding is voor u de netwerkinstellingen van de Fiery EXP50 in Setup configureert. Dit geeft de Fiery EXP50 de mogelijkheid om op het netwerk naar zones, servers en wachtrijen op servers te zoeken.
Telkens als u de configuratie van de Fiery EXP50, de digitale pers of het netwerk op uw locatie verandert, moet u de instellingen aanpassen aan de gewijzigde omgeving. Voor het wijzigen van netwerk- of poortinstellingen kan het nodig zijn dat u ook andere Setup-opties wijzigt.

Windows-netwerken

• De Fiery EXP50 heeft een geldig IP-adres, subnet-masker en gateway-adres nodig.
12
U kunt deze gegevens handmatig invoeren of het DHCP- of het BOOTP-protocol gebruiken om de adressen dynamisch toe te wijzen. Zorg dat de naam en het adres van de Fiery EXP50 zijn opgenomen in een DNS-database (Domain Name Server) of een database met hostnamen die door het systeem wordt gebruikt.
Als er meerdere Fiery EXP50-afdrukverbindingen worden gepubliceerd (bijvoorbeeld zowel de afdrukwachtrij als de blokkeringswachtrij), kunt u een printer definiëren voor elke afdrukverbinding, zodat de gebruikers direct naar elke verbinding kunnen afdrukken.
• Configureer de Fiery EXP50 met de juiste Windows-domeinnaam.
Dit is vooral belangrijk voor Windows-afdrukken, ook wel SMB-afdrukken genoemd.
Om Microsoft Active Directory te gebruiken, moet u de Fiery EXP50 aan een domein toewijzen. Als u de Fiery EXP50 aan een werkgroep toewijst, kunt u Active Directory niet gebruiken.
AANSLUITEN OP HET NETWERK
13

NetWare-netwerken

•U moet beheerdersrechten op het netwerk hebben om nieuwe NDS- of bindery-objecten te kunnen maken.
Raadpleeg de documentatie van de netwerkserver voor meer informatie.
•U kunt een enkele directorystructuur en maximaal acht bindery-servers tegelijk configureren.
• De Fiery EXP50 zoekt naar afdruktaken op één NetWare-afdrukserver per Bindery-server.
NetWare-bestandsservers ondersteunen het maken van afdrukwachtrijen. Wachtrijen zijn opslaglocaties voor afdruktaken. Wanneer een client op een externe computer besluit om af te drukken, wordt de taak naar een afdrukwachtrij op de NetWare-bestandsserver gestuurd en wordt deze op de schijf van de NetWare-server in de wachtrij geplaatst, waardoor het clientwerkstation wordt vrijgemaakt.
De Netware-wachtrijen moeten een van de volgende specifieke achtervoegsels krijgen dat overeenkomt met de afdrukverbinding van de Fiery EXP50:
_print _hold _direct
O
PMERKING: Deze achtervoegsels moeten Engels zijn en alleen bestaan uit kleine letters.
U moet geen setup uitvoeren wanneer u een NetWare-wachtrij aanmaakt of verwijdert. Start de Fiery EXP50 echter altijd opnieuw nadat u een wachtrij hebt aangemaakt of verwijderd die is verbonden met de afdrukserver die door de Fiery EXP50 wordt gebruikt.
Als de Fiery EXP50 is geconfigureerd voor een verbinding met een NetWare-server, doet de navraag bij de NetWare-server om te zien of taken in de wachtrijen staan. Als taken worden gevonden, worden deze automatisch via het netwerk overgebracht naar de overeenkomende verbinding op de Fiery EXP50. Taken van de NetWare-wachtrij met het achtervoegsel _print worden bijvoorbeeld naar de Fiery EXP50-afdrukwachtrij gestuurd.
•U kunt maximaal acht Bindery-servers met de Fiery EXP50 verbinden.
OPMERKING: De NetWare bindery-server die u selecteert mag zich niet in dezelfde structuur
bevinden als die welke in NDS-instellingen is geselecteerd, als de Fiery EXP50 zowel NDS als bindery gebruikt.

AppleTalk-netwerken

AppleShare-servers hebben geen speciale configuratie nodig.
AANSLUITEN OP HET NETWERK
14

UNIX-netwerken

•Wanneer u een UNIX-werkstation configureert met het protocol lpr en verbinding maakt met de Fiery EXP50 via een TCP/IP-netwerk, kunt u rechtstreeks afdrukken naar de Fiery EXP50.
• UNIX-werkstations kunnen alleen worden ingesteld door een beheerder met rechten op het ‘root’-niveau. Na de eerste configuratie kunnen UNIX-gebruikers afdruktaken verzenden naar een benoemde printer.
• De Fiery EXP50 is een printercontroller die ondersteuning biedt voor lpr-protocollen.
• De Fiery EXP50 heeft een externe-printernaam die u moet gebruiken om ermee te kunnen communiceren.
Ongeacht het UNIX-systeem dat u gebruikt, moet u tijdens de configuratie van het netwerk voor de Fiery EXP50 een van de volgende namen gebruiken voor de externe printer (of het bestand rp/etc/printcap):
afdrukken hold direct
Werkstations in een TCP/IP-netwerk kunnen rechtstreeks naar de Fiery EXP50 afdrukken als een externe printer, of kunnen afdrukken naar Windows 2000/Server 2003 of UNIX­werkstations die als afdrukserver zijn ingesteld.
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
Als voorbereiding op het afdrukken op uw locatie moet u de Fiery EXP50 c<onfigureren (“Setup”) om de netwerkomgeving op te geven en te bepalen welke soorten afdruktaken u zult uitvoeren. Voor u met de Setup begint, moet u beslissen welke toegangsniveaus u wilt implementeren, zoals wachtwoorden en andere beveiligingsfuncties van de Fiery EXP50. Omdat veel van deze beveiligingsfuncties aan elkaar gekoppeld zijn, moet u de informatie in dit hoofdstuk aandachtig lezen om een doeltreffend beveiligingssysteem te plannen en de Setup vervolgens in die zin uitvoeren.

Toegangs- en controleniveaus

Tijdens het configureren van de Fiery EXP50 in de Setup implementeert u (als systeembeheerder) een bepaald controleniveau door de volgende elementen te activeren:
15
• Afdrukverbindingen
•Wachtwoorden
•Toegang tot WebTools
Fiery EXP50-afdrukverbindingen
De Fiery EXP50 ondersteunt drie afdrukverbindingen: Blokkeringswachtrij, Afdrukwachtrij en Directe verbinding. U activeert of “publiceert” deze afdrukverbindingen voor de gebruikers op het netwerk wanneer u de printerinstellingen configureert. Alle gepubliceerde verbindingen worden constant gecontroleerd op de aanwezigheid van taken. Via de afdrukwachtrij en de Directe verbinding hebben externe gebruikers meer directe toegang tot de Fiery EXP50 dan via de blokkeringswachtrij. Publiceer de afdrukwachtrij en de Directe verbinding daarom niet in omgevingen waarin een maximale controle vereist is.
U kunt ook de wachtrij Afgedrukt inschakelen. Dit is een opslaggebied voor de meest recente taken uit de afdrukwachtrij. Met de wachtrij Afgedrukt kunt u deze taken opnieuw afdrukken. Activeer in Setup de wachtrij Afgedrukt en bepaal het maximum aantal taken dat in de wachtrij mag worden bewaard (zie pagina 25). Gebruik de hulpmiddelen voor taakbeheer om taken in de wachtrij Afgedrukt opnieuw af te drukken.
OPMERKING: Als u de hulpprogramma’s en WebTools wilt gebruiken, moet u ten minste één
afdrukverbinding inschakelen.
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
Blokkeringswachtrij
Taken die naar de blokkeringswachtrij zijn verzonden, worden op de vaste schijf van de Fiery EXP50 geplaatst zodat ze later kunnen worden afgedrukt of meerdere malen kunnen worden afgedrukt. Aangezien de blokkeringswachtrij een opslagruimte is, kunnen de daar opgenomen taken alleen worden afgedrukt met behulp van de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Afdrukwachtrij
De afdrukwachtrij is de standaardwachtrij van de Fiery EXP50. Taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden, worden verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin ze zijn ontvangen. Taken waaraan een operator een bepaalde prioriteit heeft toegekend via de hulpmiddelen voor taakbeheer en taken die via de Directe verbinding zijn verzonden, hebben prioriteit boven taken die naar de afdrukwachtrij zijn verzonden.
Directe verbinding
Met de Directe verbinding worden taken direct naar de Fiery EXP50 verzonden, maar alleen wanneer de Fiery EXP50 niet actief is. Als de Fiery EXP50 bezig is, blijft de taak aanwezig op het werkstation van de gebruiker totdat de Fiery EXP50 gereed is. Vervolgens wordt de taak verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt.
16
Taken die via de Directe verbinding worden verzonden, worden niet opgeslagen op de vaste schijf van de Fiery EXP50 en kunnen dus niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. De Directe verbinding biedt dus enige beveiliging voor vertrouwelijke bestanden. Taken die naar de Directe verbinding zijn verzonden, verschijnen wel in het takenlogboek. Dit is uitsluitend om administratieve redenen.
OPMERKING: Lettertypen kunnen alleen naar de Fiery EXP50 worden gedownload, als de
Directe verbinding is gepubliceerd.

Wachtwoorden

U kunt wachtwoordvereisten implementeren als een middel om de toegang tot de functies van de Fiery EXP50 te controleren. Met de Fiery EXP50 kunt u de volgende wachtwoorden instellen in Setup:
•Beheerder
•Operator
•Windows systeemwachtwoord
OPMERKING: Het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord staan los van het
standaard systeemwachtwoord van Windows.
Het beheerderswachtwoord is standaard ingesteld op de Fiery EXP50. Het is zeer aan te bevelen dat u het beheerderswachtwoord wijzigt om de Fiery EXP50 te beschermen tegen willekeurige of toevallige wijzigingen van de instellingen. Zie pagina 47 voor meer informatie.
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
Beheerdersrechten
Het controleniveau Beheerder, dat controle over de Setup geeft, is het hoogste controleniveau, aangezien de persoon die toegang heeft tot de configuratieopties, de afdruk- en taakbeheeromgeving kan controleren. De beheerdersrechten omvatten:
• Afdrukverbindingen publiceren
•Wachtwoorden instellen
• Lettertypen verwijderen
• Afdruktaken controleren met de hulpmiddelen voor taakbeheer
• Afdrukinstellingen vervangen
• Alle taakgegevens van de Fiery EXP50 wissen
•Standaardinstellingen voor afdrukopties bepalen
Operatorrechten
Het controleniveau Operator omvat de controle van afdruktaken via de hulpmiddelen voor taakbeheer, inclusief het tijdelijk vervangen van taakinstellingen en het wissen van de Fiery EXP50. De operator kan ook het takenlogboek afdrukken (tenzij de beheerder heeft ingesteld dat het beheerderswachtwoord is vereist voor het afdrukken van het takenlogboek; zie pagina 25).
17
Gastrechten (geen wachtwoord)
Een gebruiker heeft geen wachtwoord nodig om zich vanuit de hulpmiddelen voor taakbeheer aan te melden als gastgebruiker. Een gastgebruiker kan de status van actieve taken bekijken, maar kan geen wijzigingen aanbrengen in taken of in de status van de Fiery EXP50.

WebTools

De Fiery EXP50 kan toegang tot het Internet of een intranet ondersteunen met behulp van WebTools vanaf Windows- en Mac OS-computers. Raadpleeg pagina 45 om het gebruik van WebTools in te schakelen.
Begin
Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de Fiery EXP50. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Zie
Hulpprogramma’s voor meer informatie.
Downloads
Met Downloads kunnen gebruikers installatieprogramma’s voor printerstuurprogramma’s en andere software rechtstreeks downloaden van de Fiery EXP50. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken. Zie Afdrukken uit Windows, Afdrukken uit Mac OS en
Hulpprogramma’s voor meer informatie.
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
18
Afdrukken
Met Afdrukken kunt u PostScript-, EPS-, PDF-, en TIFF-bestanden rechtstreeks afdrukken op de Fiery EXP50 zonder het bestand eerst in een toepassing te openen. U hebt geen wachtwoord nodig om deze WebTool te gebruiken.
Configure
Met Configure kunt u opties van de Fiery EXP50 bekijken en wijzigen vanaf een computer. Voor deze functie is het beheerderswachtwoord nodig. Zie pagina 22 voor meer informatie.

Voorbeelden van controleniveaus

De volgende tabel toont hoe afdrukverbindingen, wachtwoorden en de toegang tot WebTools samen worden gebruikt om verschillende beveiligingsniveaus te scheppen. De kolommen tussen Minimale beveiliging en Maximale beveiliging stellen stijgende beveiligingsniveaus voor.
In Setup gebruikte instellingen
Directe verbinding inschakelen
Afdrukwachtrij inschakelen
Web Services inschakelen
Stel een beheerderswachtwoord in (sterk aanbevolen )
Een operatorwachtwoord instellen
Minimale
beveiliging
Maximale
beveiliging

E-mailvirussen en e-mailafdrukken

Omdat u gebruikers de toelating kunt geven bijlagen van naar de Fiery EXP50 gestuurde e-mailboodschappen af te drukken, aanvaardt de Fiery EXP50 alleen geldige bijlagen (bijvoorbeeld PostScript- of PDF-bestanden). Normaal moeten via e-mail verzonden virussen door de ontvanger worden uitgevoerd. Bijlagen die geen geldige bestanden zijn, worden door de Fiery EXP50 geweigerd. Omdat bestandstypen zoals .BAT, .VBS en .EXE schadelijke virusactiviteiten kunnen starten, verwerkt de Fiery EXP50 deze bestandstypen niet. De Fiery EXP50 negeert ook e-mails in RTF- of HTML-formaat, en alle Javascript-code.
U kunt op de Fiery EXP50 een lijst van geautoriseerde e-mailadressen definiëren. Elke e-mail die de Fiery EXP50 ontvangt van een e-mailadres dat niet op deze lijst voorkomt, wordt verwijderd.
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
19

Filtering van IP-adressen en poorten

Met de opties van IP-poortinstell. kunt u onnodige poorten sluiten en ongewenste toegang tot de Fiery EXP50 via het netwerk voorkomen, om ongeoorloofde verbindingen met de Fiery EXP50 beperken. Bovendien kunt u alleen gebruikers toelaten met IP-adressen die binnen een bepaald bereik vallen. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofd IP-adres worden verstuurd, worden door de Fiery EXP50 genegeerd.
U kunt ook ongeoorloofde verbindingen met de Fiery EXP50 beperken door netwerkactiviteit alleen toe te staan op bepaalde poorten. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofde poort worden verstuurd, worden door de Fiery EXP50 genegeerd.

Beveiligd afdrukken

Met deze optie kunt u zeer delicate of vertrouwelijke bestanden afdrukken. Een gebruiker die met het printerstuurprogramma een bestand afdrukt, geeft de taak een wachtwoord. De gebruiker moet het wachtwoord dan op de Fiery EXP50 invoeren om de taak te kunnen afdrukken. Raadpleeg Afdrukopties voor meer informatie.

Afdrukgroepen (Afdrukken door groepsleden)

Met deze functie kunt u groepsnamen en wachtwoorden definiëren die gebruikers moeten invoeren om een taak af te drukken. De gebruiker geeft de groepsnaam en het wachtwoord in via het printerstuurprogramma of door een vervanging in Command WorkStation. De groepsnaam wordt in het takenlogboek opgenomen wanneer de taak wordt afgedrukt.
U kunt deze functie gebruiken voor administratieve functies en om het afdrukken te beperken tot gebruikers met een geldige groepsnaam en een geldig wachtwoord. Raadpleeg Afdrukopties voor meer informatie.
De netwerkkabel aansluiten op de Fiery EXP50
Dit gedeelte toont een illustratie van het achterpaneel van de Fiery EXP50 en geeft informatie over het aansluiten van de Fiery EXP50 op het netwerk.
Sluit de Fiery EXP50 af voor u hem aan een netwerkapparaat koppelt. Als de Fiery EXP50 net klaar is met het verwerken van een taak, moet u tenminste 5 seconden wachten nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt alvorens de afsluitprocedure te starten. Raadpleeg
pagina 57 voor de correcte afsluitprocedure.
1 Netwerkconnector 2 Niet gebruikt (verwijder de
afsluiting niet) 3 Aansluiting digitale pers 4 Aansluiting digitale pers
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN
Achteraanzicht van de Fiery EXP50
1
2
3
4
20

Ethernet-verbinding

Voor Ethernet-verbindingen ondersteunt de Fiery EXP50 Unshielded Twisted Pair-bekabeling (UTP) voor de volgende netwerksnelheden:
• 10BaseT: Categorie 3 of hoger
• 100BaseTX: Categorie 5 of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte)
• 1000BaseT: Categorie 5e of hoger (4 paar/8 draden, korte lengte)
De kabel is voorzien van een RJ45-connector die in de RJ-45-aansluiting op de Fiery EXP50 wordt gestoken.
AANSLUITEN OP DE ETHERNET-KAART
• Sluit de netwerkkabel aan op de RJ-45-connector aan de achterkant van de Fiery EXP50.
SETUP VAN DE FIERY EXP50 VOORBEREIDEN

Over de Setup

In de Setup configureert u de Fiery EXP50 voor communicatie met andere apparaten en het beheren van afdruktaken. Voer de Setup uit wanneer u de Fiery EXP50 de eerste keer aanzet nadat nieuwe systeemsoftware is geladen, of telkens als serversoftware opnieuw wordt geïnstalleerd. Met de oorspronkelijke standaardinstellingen van de Setup kunnen gebruikers afdrukken op de Fiery EXP50 en met de WebTools werken. Wanneer uw netwerk- of gebruikers-afdrukomgeving verandert, moet u de Setup-opties aanpassen.

Setup vanaf een netwerkcomputer

Lokale Setup
De plaatselijke setup is het instellen van de Fiery EXP50 met behulp van Command WorkStation, via de Fiery Advanced Controller Interface (FACI).
Instellen op afstand
Setup op afstand is de methode die u gebruikt via de WebTool Configure of Command WorkStation, Windows Edition op een computer in het netwerk.
21
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
U moet de Setup uitvoeren om netwerkinstellingen en standaardinstellingen voor afdrukopties op te geven. Als u een Setup-toepassingen wilt gebruiken, moet u het beheerderswachtwoord voor de Fiery EXP50 invoeren. Wanneer u klaar bent met de wijzigingen, raadpleegt u “Setup afsluiten” op pagina 39.

Setup vanaf netwerkcomputer openen

U kunt Fiery EXP50 op de volgende manieren instellen:
Lokale Setup: Geopend vanaf de FACI met behulp van een in Windows XP ingebouwd
controlepaneel, Fiery Server Setup.
22
Instellen op afstand: Geopend vanaf een netwerkcomputer met de Configure Web Tool of
Command WorkStation, Windows Edition.
Beide Setup-methoden zijn vergelijkbaar. In dit hoofdstuk wordt voornamelijk de lokale Setup beschreven. Raadpleeg de on line Help van de Configure WebTool voor informatie over de opties voor Setup op afstand.
OPMERKING: Sommige instellingsopties zijn niet op afstand toegankelijk; gebruik voor deze
opties de lokale Setup.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
23
Lokale Setup vanaf de Fiery EXP50
Open de Setup van de Fiery EXP50 op een van de volgende manieren:
• Klik met de rechtermuisknop op de FieryBar op het bureaublad van Windows XP en kies Setup Fiery (Fiery instellen).
• Klik met de rechtermuisknop op het Fiery-pictogram in de taakbalk van Windows XP en kies Setup Fiery (Fiery instellen).
•Start Command WorkStation, Windows Edition, en kies Setup in het menu Server.
Het venster Fiery server instellen wordt weergegeven.
U krijgt de beschikbare instellingen pas te zien wanneer u een bepaalde optie selecteert. Als u bijvoorbeeld de instelling voor de optie Tekenset wilt bekijken of wijzigen, klikt u op Tekenset. De beschikbare instellingen worden onder aan het venster weergegeven.
Klik na het maken van uw keuzes in het venster op de knop Toepassen als deze wordt weergegeven. Wanneer u klaar bent, klikt u op OK om het volledige Setup-venster te sluiten.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER

Instellen op afstand

Setup op afstand kan worden uitgevoerd vanaf een computer met behulp van de WebTool Configure of Command WorkStation, Windows Edition. Instellen op afstand wordt niet ondersteund voor Command WorkStation, Macintosh Edition.
TOEGANG KRIJGEN TOT CONFIGURE VIA WEB TOOLS
1 Start uw Internetbrowser en voer het IP-adres van de Fiery EXP50 in.
2 Klik op het tabblad Configure op de introductiepagina van de Fiery EXP50.
3 Klik op Configure starten.
4 Meld u als beheerder aan en typ het juiste beheerderswachtwoord.
SETUP UITVOEREN VANAF COMMAND WORKSTATION, WINDOWS EDITION
1 Start Command WorkStation.
2 Meld u als Beheerder aan en typ het juiste wachtwoord.
24
3 Kies Setup in het menu Server.
Het volgende dialoogvenster wordt altijd weergegeven, ongeacht hoe u Setup op afstand uitvoert.
OPMERKING: De interface voor Setup op afstand voor Command WorkStation is dezelfde als
die voor de Web Tool Configure.
Raadpleeg Web Tools Configure Help voor informatie over de meeste opties voor Setup op afstand.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER

Algemene Setup-opties

U kunt de Fiery EXP50-systeeminstellingen opgeven die voor alle gebruikers gelden, zoals de naam van de Fiery EXP50, de systeemdatum en -tijd, wachtwoorden en afdrukken van het takenlogboek.
Servernaam geeft u de mogelijkheid een naam toe te wijzen aan de Fiery EXP50. Deze naam
wordt in een AppleTalk-netwerk in de Kiezer weergegeven.
OPMERKING: Gebruik niet de apparaatnaam (DC5000) als servernaam. Als u meer dan één
Fiery EXP50 hebt, mag u deze niet dezelfde naam geven.
Datum en tijd bepaalt de systeemdatum en -tijd van de Fiery EXP50. Klik op Instellen en voer
de juiste datum en tijd in. U kunt de datum en tijd ook automatisch instellen door een Internet-tijdserver op te geven.
25
Wachtwoorden zie pagina 47.
Takenlogboek instellen > Takenlogboek elke 55 taken autom. afdrukken bepaalt of de
Fiery EXP50het takenlogboek afdrukt na elke 55 taken. Het takenlogboek bevat een lijst met de laatste 55 taken die op de Fiery EXP50 zijn verwerkt, met administratieve informatie over elke taak, zoals de gebruikersnaam, de documentnaam, de tijd en de datum waarop de taak is afgedrukt, het aantal pagina’s en andere taakinformatie.
Takenlogboek instellen > Takenlogboek elke 55 taken autom. wissen bepaalt of de
Fiery EXP50 het takenlogboek wist na elke 55 taken. Als u deze optie niet inschakelt, slaat de Fiery EXP50 een bestand op met een overzicht van alle taken die ooit zijn afgedrukt. Aangezien dit bestand ruimte inneemt op de vaste schijf van de Fiery EXP50, maakt u extra schijfruimte vrij als u het takenlogboek wist.
Takenlogboek instellen > Wachtwoordbeveiliging takenlogboek vereist dat gebruikers een
beheerderswachtwoord invoeren voordat ze het takenlogboek kunnen afdrukken of verwijderen.
Takenlogboek instellen > Paginagrootte takenlogboek bepaalt het papierformaat voor het
afgedrukte takenlogboek.
Wachtrij Afgedrukt > Wachtrij Afgedrukt inschakelen bepaalt of de wachtrij Afgedrukt moet
worden ingeschakeld. Dit is een opslaglocatie op de vaste schijf van de Fiery EXP50 voor recent afgedrukte taken. U kunt taken uit de wachtrij Afgedrukt opnieuw afdrukken zonder ze weer naar de Fiery EXP50 te sturen. Als de wachtrij Afgedrukt niet is ingeschakeld, worden taken direct van de vaste schijf van de Fiery EXP50 verwijderd zodra ze zijn afgedrukt.
Wachtrij Afgedrukt > Taken opgeslagen in wachtrij Afgedrukt bepaalt het aantal taken dat
wordt opgeslagen in de wachtrij Afgedrukt. Taken in de wachtrij Afgedrukt nemen ruimte in beslag op de vaste schijf van de Fiery EXP50.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
Tekenset bepaalt of de hulpmiddelen voor taakbeheer de tekenset van Macintosh, DOS of
26
Windows gebruiken voor de weergave van bestandsnamen. Dat is van belang als een bestandsnaam accenttekens of samengestelde tekens bevat (zoals é of æ). Voor netwerken met gemengde platforms selecteert u de instelling die in het algemeen de beste weergave oplevert van de speciale tekens die u gebruikt.
Extern Bureaublad schakelt Extern bureaublad in, een Microsoft-toepassing die externe
computers de mogelijkheid geeft om de bureaubladfuncties van Windows van de Fiery EXP50 te beheren en te controleren.
Voorbeelden bepaalt of een voorbeeldminiatuur moet worden weergegeven in Command
WorkStation wanneer een taak wordt verwerkt. Als u Ja kiest, wordt de voorbeeldminiatuur weergegeven in het verwerkingsgedeelte van de Activiteitenmonitor.
Startpagina bepaalt of de Fiery EXP50 na het inschakelen of opnieuw starten een startpagina
afdrukt. De startpagina bevat informatie over de Fiery EXP50, zoals de servernaam, de huidige datum en tijd, de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen, de geactiveerde netwerkprotocollen en de gepubliceerde afdrukverbindingen.
Afdrukgroepen bepaalt of afdrukgroepen worden ingeschakeld voor groepsleden. Als u deze
optie inschakelt, moet u via Command WorkStation gebruikersgroepen en wachtwoorden definiëren. Gebruikers moeten dan hun groepsnaam invoeren bij de optie Groepsnaam en hun wachtwoord bij de optie Groepswachtwoord.
Veilig wissen bepaalt of de Fiery EXP50 bestanden blijvend wist, zodat ze niet kunnen
worden hersteld.
Onderbreken bij verkeerde combinatie bepaalt of de Fiery EXP50 de verwerking van een taak
opschort en ze naar de wachtrij Geblokkeerd verplaatst als de taak niet kan worden afgedrukt vanwege ontbrekende bronnen of een verkeerde combinatie met een kleurenprofiel.
Systeemupdate zie pagina 49.
Configuratie opslaan/herstellen zie pagina 51.
Ondersteuning geeft u de mogelijkheid om namen, telefoonnummers en e-mailadressen in te
voeren van contactpersonen in uw organisatie die ondersteuning verlenen voor de Fiery EXP50 en de digitale pers.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER

Netwerkinstellingen

Onder Netwerkinstellingen configureert u de Fiery EXP50 voor het ontvangen van afdruktaken via de netwerken die op uw locatie worden gebruikt. Als de Fiery EXP50 is geconfigureerd voor ondersteuning van meerdere protocollen, wordt automatisch het juiste protocol geactiveerd wanneer een afdruktaak wordt ontvangen. Wanneer twee netwerkpoorten zijn ingeschakeld, kunnen via alle poorten tegelijk afdruktaken worden ontvangen.
U kunt in Netwerkinstellingen de volgende netwerkinstellingen bekijken en weergeven:
Poorten geeft u de mogelijkheid om de momenteel geconfigureerde instellingen van de
netwerkpoorten te bekijken.
Protocollen geeft u de mogelijkheid om protocollen te configureren, met inbegrip van
AppleTalk, IPX/SPX en TCP/IP.
Beveiliging geeft u de mogelijkheid om de toegang tot de Fiery EXP50 te controleren door
poorten te blokkeren en IP-adressen te beperken.
27
Services geeft u de mogelijkheid om services te configureren zoals LPD-afdrukken (TCP/IP),
NetWare-afdrukken (PServer), Windows-printerdeling (SMB), HTTP-ondersteuning (WWW), Internet Printing Protocol (IPP)-afdrukken, Poort 9100-afdrukken, E-mailservice en FTP-service.

Adapters/Poorten

De geïnstalleerde netwerkkaarten worden weergegeven. Deze informatie kan niet worden gewijzigd.

Protocollen

U kunt de AppleTalk-, IPX/SPX- en TCP/IP-protocolinstellingen voor de Fiery EXP50 wijzigen. Wanneer u op de knop Aanpassen of Geavanceerd klikt naast de instelling, wordt het configuratiescherm Eigenschappen voor LAN-verbinding van Windows XP geopend. Hier kunt u de instellingen voltooien.
De protocollen AppleTalk, IPX/SPX en TCP/IP zijn standaard geïnstalleerd en ingeschakeld.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
PROTOCOLINSTELLINGEN WIJZIGEN IN DE LOKALE SETUP
1 Klik op het tabblad Netwerkinstellingen.
2 Klik op het +-teken naast de Protocolstructuur om ze open te vouwen.
3 Klik op het +-teken naast het protocol dat u wilt wijzigen.
4 Selecteer de instelling die verschijnt.
5 Klik onder in het venster op Wijzigen of Geavanceerd.
Het configuratiescherm Eigenschappen voor LAN-verbinding wordt geopend.
6 Klik op het tabblad Algemeen.
7 Selecteer het protocol dat u wilt wijzigen.
8 Klik op Eigenschappen en maak de gewenste keuzen.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie van uw Microsoft Windows-systeem voor meer
informatie.
28
9 Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
10 Klik op OK om het configuratiescherm Eigenschappen LAN-verbinding te sluiten.
AppleTalk
De huidige AppleTalk-zone wordt weergegeven.
IPX/SPX
Met deze optie kunt u IPX/SPX-frametypen opgeven.
De Fiery EXP50 ondersteunt de volgende Ethernet-frametypen voor IPX/SPX: Ethernet 802.2, Ethernet 802.3, Ethernet II en Ethernet SNAP. U kunt de Fiery EXP50 ook configureren om het frametype automatisch te selecteren.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
29
TCP/IP
TCP/IP-instellingen opgeven. De huidige instellingen voor IP-adres, subnetmasker en gateway-adres worden weergegeven. Zie “Vereisten voor instelling van de netwerkserver” op pagina 12 voor informatie over het instellen van afdrukken via TCP/IP.
IP-configuratie: Als u wilt dat de Fiery EXP50 automatisch IP-adressen toewijst, kiest u
DHCP of BOOTP, afhankelijk van uw netwerk. De Fiery EXP50 start opnieuw nadat u uw wijzigingen hebt opgeslagen en Setup sluit. Laat de Fiery EXP50 opnieuw opstarten en wacht tot deze de stand Niet actief bereikt alvorens een configuratiepagina af te drukken of andere bewerkingen uit te voeren.
IP-adres: De Fiery EXP50 heeft een uniek, geldig IP-adres nodig. U kunt een statisch adres
instellen of opgeven dat de Fiery EXP50 IP-adressen automatisch verkrijgt.
Subnetmasker: Controleer de instelling van het subnetmasker bij uw netwerkbeheerder
voordat u voortgaat. Soms kan de juiste instelling afwijken van de standaardinstelling.
Standaard-gateway: Als uw TCP/IP-netwerk een gateway heeft en gebruikers buiten de
gateway met TCP/IP willen afdrukken naar de Fiery EXP50, typt u hier het adres van de gateway.
OPMERKING: De Fiery EXP50 slaat de toegewezen IP-adressen op, zelfs als u later TCP/IP
uitschakelt. Als u het IP-adres van de Fiery EXP50 aan een ander apparaat moet toewijzen, stelt u eerst het adres van de Fiery EXP50 in op een nuladres.

Beveiliging

IP-filterinstellingen geeft u de mogelijkheid om ongeoorloofde verbindingen met de
Fiery EXP50 te beperken. U kunt de toegang beperken tot gebruikers met een IP-adres dat binnen een bepaald bereik van IP-adressen valt. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofd IP-adres worden verstuurd, worden door de Fiery EXP50 genegeerd.
Instellingen poortblokkering geeft u de mogelijkheid om netwerkactiviteit alleen toe te staan
op bepaalde poorten van de Fiery EXP50. Opdrachten of taken die door een ongeoorloofde poort worden verstuurd, worden door de Fiery EXP50 genegeerd.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER

Services

U kunt de volgende netwerkservices configureren:
•NetWare Printing (PServer), met inbegrip van NDS en Bindery-services
• LPD-afdrukken (TCP/IP)
•Windows-printerdeling (SMB)
• SNMP (Simple Network Management Protocol)
•Ondersteuning van Web Services (ondersteuning voor WebTools)
• IPP-afdrukken
•Poort 9100
• E-mail
• FTP
NetWare-afdrukopties
30
De volgende procedures voor het instellen van NetWare-afdrukken omvatten deze onderwerpen:
• NDS-instellingen
•Bindery-instellingen
•Navraaginterval
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
De Fiery EXP50 instellen voor NDS-afdrukken
Slechts een enkele NDS-structuur kan worden verbonden. Als u de NDS-structuur wilt instellen of wijzigen, klikt u op Aanpassen en geeft u de instellingen als volgt in het dialoogvenster NDS-afdrukserver.
De op dat moment geselecteerde NDS-structuur en afdrukserver worden weergegeven.
DE NDS-STRUCTUURINSTELLING OPGEVEN VIA LOKALE SETUP
1 Selecteer de optie NDS inschakelen en klik op Aanpassen.
31
2 In het dialoogvenster NDS-verbinding dubbelklikt u op een NDS-structuur in de lijst links.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
3 Blader naar de NDS-container en klik op OK.
Voer indien nodig het wachtwoord in.
4 Selecteer een container in de lijst van containers.
32
5 Dubbelklik op een afdrukserver in de lijst Afdrukserver selecteren.
Het volledige pad naar de afdrukserver wordt weergegeven.
U kunt het pad ook wijzigen door op Bewerken te klikken en het pad naar de afdrukserver te typen.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
6 Klik op OK.
Het dialoogvenster Server-instellingen verschijnt en geeft het pad naar de geselecteerde afdrukserver weer op het tabblad Netwerkinstellingen.
33
Bindery-instellingen
Geef de Bindery-services op in het tabblad Netwerkinstellingen. De momenteel verbonden servers worden weergegeven. Maximaal acht Bindery-servers kunnen worden verbonden.
Als u bindery-verbindingen wilt toevoegen, verwijderen of wijzigen, klikt u op Aanpassen. Geef vervolgens de instellingen op in het dialoogvenster Bindery-verbindingen zoals wordt beschreven in de hiernavolgende procedures.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
BINDERY-VERBINDINGEN VIA LOKALE SETUP TOEVOEGEN
1 Klik op Aanpassen in het dialoogvenster Bindery-instellingen.
Het dialoogvenster Bindery-verbindingen wordt weergegeven.
2 Selecteer een bestandsserver in de lijst Bestandsserver selecteren.
34
Als het dialoogvenster Gebruikersnaam en wachtwoord bestandsserver verschijnt, typt u de passende gebruikersnaam en het wachtwoord om bij de geselecteerde bestandsserver aan te melden.
3 Selecteer een afdrukserver in de lijst Afdrukserver selecteren en klik op Toevoegen.
De naam van de zojuist toegevoegde server verschijnt in de lijst Verbonden servers.
Herhaal de bovenstaande stappen als u nog een server wilt toevoegen. U kunt maximaal acht servers verbinden.
4 Klik na het toevoegen van de gewenste servers op Voltooien.
Wanneer u teruggaat naar het tabblad Netwerkinstellingen, worden de verbonden servers weergegeven in het gebied Bindery-instellingen.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
BINDERY-VERBINDINGEN VIA LOKALE SETUP VERWIJDEREN
1 Klik op Aanpassen in het dialoogvenster Bindery-instellingen.
Het dialoogvenster Bindery-verbindingen wordt weergegeven.
35
2 Selecteer een server in de lijst Verbonden servers en klik op Verwijderen.
3 Klik op Sluiten.
Navraaginterval PServer
Geef het navraaginterval (in seconden) op voor NetWare-afdrukken.
LPD-afdrukken
LPD-afdrukservices inschakelen schakelt de LPD-afdrukservices in of uit.
LPD-wachtrij is de standaard afdrukverbinding op de Fiery EXP50 voor LPD-taken.
Windows-afdrukken met Server Message Block (SMB)
Windows afdrukservice inschakelen schakelt SMB (Server Message Block) in, het ingebouwde
protocol voor bestands- en printerdeling van Windows. Als SMB is ingeschakeld, kan de Fiery EXP50 worden gekozen in het netwerk, zodat Windows-clients naar een bepaalde afdrukverbinding op de Fiery EXP50 kunnen afdrukken (blokkeringswachtrij, afdrukwachtrij of directe verbinding) zonder dat andere netwerksoftware nodig is. Raadpleeg Afdrukken uit
Windows voor meer informatie over het instellen van een Windows-computer voor Windows-
afdrukken.
OPMERKING: Windows-afdrukken (SMB) werkt via TCP/IP. TCP/IP moet dus zijn
geconfigureerd op de Fiery EXP50 en op alle computers die Windows-afdrukken gebruiken.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
SNMP-setup
Schakel SNMP in om toegang op afstand tot de WebTool Configure en andere functies van de Fiery EXP50 mogelijk te maken.
SNMP-INSTELLINGEN CONFIGUREREN
1 Als u de oorspronkelijke SNMP-instellingen van de Fiery EXP50 wilt herstellen, klikt u op
SNMP-configuratie herstellen.
2 Selecteer SNMP inschakelen.
3 Selecteer een Beveiligingsniveau:
Minimum: komt overeen met de functionaliteit in SNMP versie 1
Normaal: biedt een hogere beveiliging voor SNMP versie 3
Maximum: het hoogste beveiligingsniveau voor SNMP versie 3
36
4Voer de namen voor de Read Community en de Write Community in.
5 Om een gebruikersnaam op te geven die geen authenticatie of encryptie met de SNMP-server
vereist, typt u de naam in het veld Onbeveiligde gebruikersnaam.
6 Om een gebruikersnaam op te geven die authenticatie of encryptie met de SNMP-server
vereist, typt u de naam in het veld Beveiligde gebruikersnaam en geeft u de volgende informatie op.
Type gebruikersauthenticatie: MD5 of SHA
Wachtwoord gebruikersauthenticatie: wachtwoord voor het lezen van MIB-waarden gebaseerd op de beveiligde gebruikersnaam.
Type gebruikersprivacy (type encryptie) DES of Geen
Wachtwoord Gebruikersprivacy
Web Services en IPP-afdrukken
Web Services inschakelen geeft u de mogelijkheid de WebTools wel of niet beschikbaar te
stellen voor gebruikers (zie pagina 45). TCP/IP moet zijn ingeschakeld op de Fiery EXP50 en op computers van gebruikers. Voor elke gebruiker zijn een webbrowser met Java­ondersteuning en een geldig IP-adres vereist. Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde browsers en de vereisten voor werkstations.
IPP (Internet Printing Protocol) inschakelen geeft u de mogelijkheid het afdrukken met het
IPP in te schakelen. U moet Web Services inschakelen. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor meer informatie over het instellen van gebruikerscomputers om IPP-afdrukken te gebruiken.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
37
Poort 9100-afdrukken
Poort 9100 inschakelen stelt programma’s in staat een TCP/IP-socket naar de Fiery EXP50 te
openen op Poort 9100 om een afdruktaak te laden.
Poort 9100-wachtrij geeft u de mogelijkheid Poort 9100 te koppelen aan een van de
gepubliceerde afdrukverbindingen van de Fiery EXP50.
Instelling e-mailservice
Instelling e-mailservice schakelt e-mailservices in (vereist voor alle e-mail/Internet fax-
clientservices).
Afdrukken via e-mail inschakelen maakt het mogelijk afdruktaken die zijn verstuurd via e-
mail/Internet fax te accepteren. Als deze optie uitgeschakeld is, worden per e-mail/Internet fax verstuurde afdruktaken genegeerd.
E-mailadres van Fiery geeft u de mogelijkheid de naam van de e-mailaccount op te geven.
Bijvoorbeeld pat@test.com.
Accountnaam geeft u de mogelijkheid de naam van het postvak op de e-mailserver in te
voeren. Aan de hand van deze naam kan de e-mailservice van de client achterhalen in welke account e-mailberichten staan voor de Fiery EXP50.
Dit is de interne naam die het netwerk herkent en deze hoeft niet per se gelijk te zijn aan de gebruikersnaam.
OPMERKING: De accountnaam die u in dit veld invoert, moet eerst door de beheerder op de
e-mailserver worden opgegeven.
Wachtwoord geeft u de mogelijkheid een wachtwoord toe te wijzen voor toegang tot de
postvakaccount op de e-mailserver.
Beheerderadres geeft u de mogelijkheid de gebruikersnaam in te voeren die is opgegeven in de
Setup van de Fiery EXP50.
De beheerder autoriseert een uniek e-mailadres om e-mailservices op afstand te beheren. Als er een fout optreedt terwijl u een taak via e-mail verzendt, stuurt de e-mailservice een foutbericht naar het opgegeven e-mailadres van de beheerder. De beheerder kan vanaf dit e-mailadres aan extra e-mailadressen beheerdersbevoegheid geven.
Server uitgaande berichten geeft u de mogelijkheid het IP-adres of de servernaam toe te
wijzen van de server die de gepaste e-mailserver en contactpersoonsgegevens doorgeeft aan de Fiery EXP50.
Server binnenkomende berichten geeft u de mogelijkheid het IP-adres of de servernaam toe te
wijzen van de server die de gepaste e-mailserver en contactpersoonsgegevens doorgeeft aan de Fiery EXP50.
Servertype bepaalt het e-mailprotocol dat wordt gebruikt om te communiceren met de server
voor binnenkomende berichten.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER
OPMERKING: U moet zowel een server voor binnenkomende berichten als een server voor
38
uitgaande berichten opgeven. Als u geen server voor uitgaande berichten opgeeft, wordt aangenomen dat die gelijk is aan de server voor binnenkomende berichten.
Afdrukken via e-mailbestemming geeft op naar welke afdrukverbinding op de Fiery EXP50
e-mailtaken worden verzonden.
Time-out (seconden) bepaalt het maximale tijdsinterval voor de Fiery EXP50 om verbinding
te maken met de e-mailserver.
Navraaginterval (seconden) bepaalt hoe vaak de Fiery EXP50 de e-mailserver navraagt op
relevante e-mail.
FTP-services
De FTP-proxy die de Fiery EXP50 ondersteunt, gebruikt het verbindingstype “target_username@target_system_name / target_username@target_ip_address”. Andere verbindingstypen zullen misschien niet correct werken. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer details.
FTP-afdrukken inschakelen stelt gebruikers in staat taken naar een FTP-server te versturen,
waar ze door andere gebruikers opgehaald kunnen worden.
Wachtwoord vereisen voor afdrukken vereist een geldige gebruikersnaam en wachtwoord om
een document af te drukken. De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten geautoriseerd zijn in de lijst Afdrukken door groepsleden in Command WorkStation.
Time-out (sec.) geeft u de mogelijkheid de time-out op te geven.
Standaard FTP-wachtrij geeft op naar welke afdrukverbinding op de Fiery EXP50 FTP-taken
worden verzonden. Naast de standaard afdrukverbindingen blokkeren en afdrukken, worden ook de gepubliceerde virtuele printers weergegeven.
DE FIERY EXP50 INSTELLEN VANAF EEN NETWERKCOMPUTER

Opties voor printerinstellingen

Via Printerinstellingen kunt u afdrukverbindingen publiceren en andere functies van de Fiery EXP50 instellen die verband houden met standaardafdrukinstellingen.

Printerverbindingen

Geef op wat u wilt publiceren: de blokkeringswachtrij, de afdrukwachtrij of de directe verbinding.

Vertraging taak-batch

Gebruik deze optie om op te geven hoe lang (in seconden) de Fiery EXP50 moet wachten voordat taken in een batch worden geplaatst. Deze optie is niet beschikbaar voor Setup op afstand.

Geoptimaliseerde PDF

39
Geef op of afbeeldingen in PDF-bestanden in een cachegeheugen worden bewaard, om dezelfde afbeelding niet telkens opnieuw in een bestand te moeten verwerken.

Recordlengte FreeForm 1

Selecteer de recordlengte voor FreeForm-taken:
Taak definieert de grens van het record als de volledige taak.
FreeForm-hoofdtaak definieert de recordgrens als de lengte van het FreeForm-model.

Zoekpaden VDP-bestanden

Gebruik deze optie om het zoekpad op te geven voor objecten die bij het afdrukken met variabele gegevens worden gebruikt. U kunt een globale padnaam instellen voor courante objecten, PPML (Personalized Print Markup Language), en VPS (Variable Print Specification).

Opties van PS-instellingen en Color Setup

Zie “Opties van PS-/Kleurinstellingen” op pagina 40 voor meer informatie over deze instelopties.

Setup afsluiten

Als u klaar bent met het opgeven van Setup-opties, klikt u op OK en sluit u het dialoogvenster Setup. U wordt gewaarschuwd dat de Fiery EXP50 opnieuw moet worden opgestart om de nieuwe instellingen door te voeren. U kunt nu of later opnieuw opstarten. Als Command WorkStation actief is, wordt de verbinding met de Fiery EXP50 verbroken en moet u zich opnieuw aanmelden als de Fiery EXP50 opnieuw is opgestart.

BESCHRIJVING VAN DE INSTELOPTIES

BESCHRIJVING VAN DE INSTELOPTIES
In dit hoofdstuk worden de standaardinstellingen beschreven die u kunt instellen voor de opties in PS-instellingen (PostScript) en Kleurinstellingen. Het is mogelijk dat niet alle opties beschikbaar zijn. Dit hangt af van de Setup-toepassing die u gebruikt. Zie Afdrukopties voor meer informatie over deze opties.

Opties van PS-/Kleurinstellingen

Druk de configuratiepagina af vanuit Command WorkStation om te controleren wat de huidige standaardinstellingen in de Setup zijn.
40
Opties Instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Afdrukken tot PS-fout Ja, N
Bedrukte zijde omlaag B
Beeldkwaliteit Best, N
Beeldverfijning Automatisch, U
ee Geef aan of de Fiery EXP50 het beschikbare gedeelte van een afdruktaak
edrukte zijde omlaag, Bedrukte
zijde omhoog
ormaal Geef het type beeldkwaliteit op dat de Fiery EXP50 standaard moet
dan 90 ppi, Minder dan 150 ppi, Minder dan 200 ppi, Minder dan 300 ppi
it, Aan, Minder
Beschrijving
moet afdrukken wanneer een PostScript-fout optreedt. Selecteer Ja om het deel van de taak af te drukken dat vóór het optreden van de fout was verwerkt. Selecteer Nee om de afdruktaak helemaal te annuleren wanneer een PostScript-fout optreedt. Laat deze optie ingesteld op Nee, tenzij u problemen hebt met afdrukken.
Kies hoe de uitvoer de digitale pers moet verlaten.
gebruiken. Als u Beste selecteert, verbetert de beeldkwaliteit, maar kan het verwerken langer duren en kan de grootte van de verwerkte taak toenemen.
Selecteer Aan om korrelige uitvoer zoveel mogelijk te beperken wanneer u afbeeldingen met een lage resolutie afdrukt. Als u Aan selecteert, wordt beeldverfijning toegepast op alle afbeeldingen.
Selecteer Automatisch om beeldverfijning alleen te gebruiken als ze een zichtbaar verschil maakt. Als de afbeelding minder is dan 150 ppi, wordt Beeldverfijning automatisch toegepast.
Selecteer een van de “ppi”-opties (pixels per inch) om beeldverfijning toe te passen op de afbeeldingen waarvan de effectieve resolutie lager is dan de opgegeven ppi-waarde.
BESCHRIJVING VAN DE INSTELOPTIES
41
Opties Instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
CMYK-simulatiemethode Snel, Volledig (Bron VGC),
V
olledig (Uitvoer VGC)
CMYK-simulatieprofiel DIC (EFI), Euroscale (EFI), ISO
Coated, ISO Uncoated, JMPA ver.2 (EFI), Japan Color 2001 type1 (EFI), Enterprise CMYK by Splash, SWOP-Coated (EFI), TOYO Offset Coated 2.0, Geen
Beschrijving
Bij snelle simulatie wordt aangenomen dat de toners van de digitale pers overeenkomen met de inkten van de printer en hebben alle wijzigingen slechts betrekking op één kleur tegelijk (C, M, Y of K). Volledige simulatie (Bron VGC) biedt meer flexibiliteit bij het op elkaar afstemmen van toner en inkt en werken alle wijzigingen samen om een betere kleurverhouding te krijgen. Volledige simulatie (Uitvoer VGC) biedt nauwkeurige controle door een colorimetrische conversie te leveren van alle vier platen. Bij deze simulatiemethode is de zwarte plaat (K) gemengd in de CMY-platen en vervolgens weer gescheiden op basis van het uitvoerprofiel.
Met CMYK-simulatie is het mogelijk kleuren zo te corrigeren dat afgedrukte uitvoer op een commerciële pers kan worden gesimuleerd, zodat de Fiery EXP50 kan worden gebruikt voor het maken van proefdrukken. SWOP-Coated wordt in de Verenigde Staten gebruikt, DIC in Japan en Euroscale in Europa. Aangepaste simulaties worden door de gebruiker gedefinieerd en benoemd. De simulaties die door de Fiery EXP50 worden geleverd, hebben achter de naam de aanduiding ‘EFI’.
Als u aangepaste simulaties hebt gemaakt en naar de Fiery EXP50 hebt geladen met ColorWise Pro Tools, worden deze ook weergegeven in de lijst met simulaties. Een aangepaste simulatie kan als de standaardsimulatie worden geselecteerd. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over aangepaste simulaties.
Collationering G
Courier-vervanging toestaan
DFA-afwerking G
DFA-profiel G
Door media bep. profiel gebruiken
ecollationeerd, Niet
gecollationeerd
J
a, Nee Geef aan of het lettertype Courier moet worden gebruikt voor
een, Functie 1, Functie 2, Beide Geef functionele modi op voor het DFA-apparaat.
een, Profiel 1-5 Geef een profiel op om de werking van het DFA-apparaat te controleren.
Aan, Uit Selecteer Ja om de Fiery EXP50 een uitvoerprofiel te laten kiezen dat
Geef aan hoe afdruk- of kopieertaken met meerdere pagina’s moeten worden uitgevoerd.
lettertypen die niet beschikbaar zijn, wanneer bestanden naar de Fiery EXP50 worden gedownload of wanneer u een document afdrukt zonder over het corresponderende printerlettertype te beschikken. Als deze optie is ingesteld op Nee, produceren taken met lettertypen die niet beschikbaar zijn op de vaste schijf van de Fiery EXP50 een PostScript­fout en worden deze niet afgedrukt. Deze instelling is niet van toepassing op PDF-bestanden omdat bij dit type bestanden lettertypevervanging automatisch wordt uitgevoerd.
afhankelijk is van een voor de taak gekozen mediasoort. U kunt bovendien verschillende uitvoerprofielen toepassen op een taak met Gemengde media, afhankelijk van de gekozen mediasoorten. Selecteer Nee om de functie uit te schakelen; een in de optie Uitvoerprofiel of in ColorWise Pro Tools gekozen profiel wordt het standaard uitvoerprofiel van de Fiery EXP50. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
BESCHRIJVING VAN DE INSTELOPTIES
42
Opties Instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Dubbelzijdig afdrukken Uit, Kop aan kop, Kop aan staart Gebruik deze optie om op beide zijden van het papier te drukken.
Helderheid 85%, 90%, 95%, 100% N
105%, 110%, 115%
Lade-uitlijning Inschakelen, U
Model afdrukken Aan, U
Modus digitale pers 150 punten gedraaid,200 punten
gedraaid, 200 lijnen gedraaid, 300 punten gedraaid, 600 punten 90 gr vast, Stochastisch
Modus voor nietmachine U
Offset-taken Ja, N
it, Voor, Achter, Dubbel Kies waar de nietjes op geniete kopieën moeten komen. Meer informatie
ee Geef op of taken moeten worden verschoven na het afdrukken.
itschakelen Geef op of Lade-uitlijning moet worden ingeschakeld. Zie
it Selecteer Aan om een FreeForm-model af te drukken wanneer dit wordt
ormaal/
Beschrijving
Raadpleeg Afdrukopties voor meer informatie over dubbelzijdig afdrukken.
Selecteer het percentage van de helderheid.
Hulpprogramma’s voor meer informatie.
gemaakt en afgedrukt naar de Fiery EXP50. Het model blijft bewaard op de Fiery EXP50 na het afdrukken, tenzij het later wordt verwijderd. Selecteer Uit om een FreeForm-model alleen te verwerken en te blokkeren op de Fiery EXP50.
Geef het raster op dat voor uw afdruktaak moet worden gebruikt.
over het instellen van nietopties vindt u in Afdrukopties.
Omslagpagina afdrukken U
Paginavolgorde V
Papierformaten converteren
Rasterscherm Door toepassing gedef.,
itschakelen, Voorpagina afdrukken, Volgpagina afdrukken, Voorpagina en volgpagina afdrukken
an 1 tot N, Van N tot 1 Kies de volgorde waarin de pagina’s worden uitgevoerd.
Nee, Letter/T A4/A3->Letter/Tabloid
F
otohalftoon, Courantdruk, Gebruikersscherm 1/ Gebruikersscherm 2/ Gebruikersscherm 3
abloid->A4/A3,
Drukt bij elke taak een overzicht af van de taakinformatie (gebruikersnaam, taaknaam enz.). Voorpagina’s worden voor de taak afgedrukt, volgpagina’s worden na de taak afgedrukt.
Als een PostScript-fout is opgetreden en de optie Print to PostScript Error (Afdrukken tot PS-fout) is ingesteld op Ja, geeft de volgpagina het PostScript-foutbericht weer in plaats van de statusbalk.
Converteert papierformaten in documenten automatisch in de standaardpapierformaten die zijn opgegeven. Als u bijvoorbeeld Letter/ Tabloid->A4/A3 selecteert, worden documenten met Letter-formaat automatisch op A4-papier afgedrukt.
Kies een rastermethode. Zie Graphic Arts Package.
BESCHRIJVING VAN DE INSTELOPTIES
43
Opties Instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
RGB-bronprofiel Fiery RGB, EFIRGB, sRGB (PC),
Apple Standard, Adobe RGB(1998), ECI-RGB.icc, Geen
RGB-scheiding U
Schaal Aan, U
Standaard papierformaten VS, Metrisch (standaardinstelling
itvoer, Simulatie Met deze optie wordt gedefinieerd hoe de Fiery EXP50 RGB-taken
it Geef op of een documentformaat moet worden geschaald naar een
is VS in de Verenigde Staten, Metrisch elders)
Beschrijving
De RGB-bron is de kleurenruimte die wordt gebruikt om de kleur te regelen voor conversie van het scherm naar afgedrukte uitvoer. EFIRGB is gebaseerd op de referentiepunten die worden gebruikt bij het maken van de Fiery EXP50-software. sRGB is gebaseerd op een gemiddelde van een groot aantal pc-monitoren. Apple Standard (Apple-standaard) is het standaardreferentiepunt voor ColorSync-software van Apple.
verwerkt. Selecteer Uitvoer voor RGB-taken die u afdrukt naar het uiteindelijke uitvoerapparaat. Selecteer Simulatie om een ander uitvoerapparaat te simuleren dan het apparaat waarnaar u afdrukt.
geselecteerd papierformaat als het documentformaat verschilt van het papierformaat. Als de instelling Uit is geselecteerd en het documentformaat groter is dan het geselecteerde papierformaat, wordt het document bijgesneden tot het papierformaat wanneer het wordt afgedrukt.
Geef aan of u standaard wilt afdrukken op Amerikaanse papierformaten (zoals Letter, Legal of 11 of A3). Als geen paginaformaat is gedefinieerd in een PostScript-bestand, worden taken afgedrukt op Letter-papier als u US (VS) hebt gekozen of op A4-papier als u Metrisch hebt gekozen.
x17) of op metrische papierformaten (zoals A4
Steunkleuraanpassing Aan
Uitvoerbestemming De uitvoerbestemmingen die u
Uitvoerprofiel Standaardprofiel Geef het standaarduitvoerprofiel op dat u voor het afdrukken wilt
Weergavestijl Fotografisch, P
, Uit Als deze optie is ingeschakeld, gebruikt de Fiery EXP50 een interne
opzoektabel om de beste equivalenten van PANTONE-kleuren af te drukken. Als deze optie is uitgeschakeld, worden PANTONE-kleuren afgedrukt met behulp van de CMYK-waarden die zijn gedefinieerd in de brontoepassingen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Geef op waar de taak moet worden uitgevoerd. kunt kiezen, zijn afhankelijk van de geïnstalleerde accessoires.
gebruiken. Met ColorWise Pro Tools kunt u aanvullende profielen
maken en deze downloaden naar de Fiery EXP50.
resentatie, Abs.
kleurmeting, Rel. kleurmeting
De CRD (Color Rendering Dictionary) bepaalt hoe kleuren worden
geconverteerd van de RGB-kleurenruimte naar apparaat-CMYK. Met
Fotografisch, bedoeld voor afbeeldingen, wordt de relatieve balans tussen
kleuren behouden om de algehele weergave van de afbeelding te
handhaven. Met Presentatie, bedoeld voor heldere kleuren, worden de
verzadigde afdrukken gemaakt die nodig zijn voor de meeste zakelijke
presentaties. Fotografische afbeeldingen worden echter op dezelfde
manier verwerkt als met de fotografische CRD. Absolute kleurmeting
biedt de beste overeenkomst met het CMYK-apparaat dat wordt
gesimuleerd, waarbij zelfs de papierkleur als achtergrondkleur wordt
weergegeven. Relatieve kleurmeting geeft een goede overeenkomst met
het CMYK-apparaat dat wordt gesimuleerd, ongeacht de gebruikte
media.
BESCHRIJVING VAN DE INSTELOPTIES
44
Opties Instellingen
(standaardinstelling is onderstreept)
Zwarte overdruk Uit, Tekst, Tekst/afbeeldingen Als deze optie ingesteld is op Tekst of Tekst&afbeeldingen, worden de
Zwarte tekst/afbeeldingen N
ormaal, Zuiver zwart aan,
CMYK-zwart aan
Beschrijving
definitieve tekstgedeelten of tekst en grafische objecten van de pagina
overdrukt, of gecombineerd met de onderliggende kleuren. De kwaliteit
van de uitvoer is beter, aangezien aan de randen van de tekst of de tekst
en de afbeeldingen geen artefacten verschijnen.
Als deze optie is uitgeschakeld, bevindt de grens van de tekst of de tekst
en de afbeeldingen zich op een rand die aan de ene kant toners voor
cyaan en magenta heeft (buiten de tekst), en aan de andere kant zwarte
toner (binnen de tekst).
Met de optie Tekst/afbeeldingen zwart worden zwarte tekst en
lijntekeningen geoptimaliseerd. Met deze optie wordt ook het
tonerverbruik geminimaliseerd voor documenten die bestaan uit een
combinatie van pagina’s in kleur en in zwart-wit.
Selecteer Zuiver zwart aan als u zwarte tekst en afbeeldingen wilt
afdrukken als eenkleurig zwart, alleen met behulp van 100% zwarte
toner.
Selecteer CMYK-zwart aan als u zwarte tekst en afbeeldingen als een
rijker zwart wilt afdrukken door onder de zwarte toner een kleine
hoeveelheid cyaan toner aan te brengen.
Selecteer Normaal als u zwarte tekst en afbeeldingen wilt afdrukken als
vierkleurenzwart met toner in de kleuren C, M, Y en K en u de normale
PostScript-weergave wilt gebruiken.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.

WEBTOOLS CONFIGUREREN

WEBTOOLS CONFIGUREREN
Met WebTools kunt u de Fiery EXP50 op afstand beheren via het Internet of uw bedrijfsintranet. De Fiery EXP50 heeft zijn eigen home page, waarop u de WebTool kunt selecteren die u wilt gebruiken.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het gebruik van WebTools.
De Fiery EXP50 en clients configureren voor WebTools
WebTools bieden toegang tot een groot aantal Fiery EXP50-functies via het Internet (of een intranet). Hierdoor krijgt u extra flexibiliteit in beheer op afstand. Nadat ze zijn ingeschakeld, hebt u toegang tot de WebTools vanaf een netwerkcomputer.
45
WEBTOOLS INSTELLEN OP DE FIERY EXP50
1Activeer TCP/IP in Fiery EXP50 Netwerkinstellingen.
2 Stel een geldig, uniek IP-adres, subnetmasker en gateway-adres (indien nodig) in voor de
Fiery EXP50.
3Activeer Web Services in Netwerkinstellingen.
Als u Web Tools wilt gebruiken voor het afdrukken, voert u de volgende stappen uit.
4Activeer de optie 515 (LPD/Fiery Tools) in Poortinstellingen.
5Bevestig in de Printerinstellingen dat de Afdrukwachtrij gepubliceerd is.
WEBTOOLS INSTELLEN OP EEN COMPUTER
1 Schakel TCP/IP-netwerk in.
2 Wijs aan het werkstation een geldig, uniek IP-adres en subnetmasker toe en indien nodig een
gateway-adres.
3 Installeer een Internetbrowser die Java en frames ondersteunt.
Zorg dat Java is ingeschakeld. Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde browsers en de vereisten voor WebTools.
WEBTOOLS OPENEN
1 Start uw Internetbrowser en typ het IP-adres of de DNS-naam van deFiery EXP50.
De introductiepagina van de Fiery EXP50 wordt weergegeven.
2 Klik op het tabblad van de WebTool die u wilt gebruiken.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor het beheren van de afdrukmogelijkheden, de prestaties en de beveiliging van de Fiery EXP50.

Beheerdersfuncties

Beheersfuncties worden geleverd bij de gebruikerssoftware en zijn in de Fiery EXP50 zelf ingebouwd. In de volgende tabel wordt beschreven waar u informatie vindt over deze functies (de pagina’s verwijzen naar deze handleiding).
Voor deze informatie Raadpleeg
Adresboeken voor e-mailafdrukken pagina 53
46
Beheerders- en operatorwachtwoorden pagina 47
CD-RW/DVD-ROM-station pagina 59
De Fiery EXP50 wissen pagina 50
Configuratiepagina pagina 56
De Fiery EXP50 aansluiten op het netwerk pagina 19
Netwerkservers, instellen voor het beheren en delen van afdrukservices Documentatie van uw
netwerkservers
Netwerkservers, instellen met specifieke informatie voor de Fiery EXP50 pagina 9
De prestaties van de Fiery EXP50 optimaliseren pagina 56
Standaardinstellingen printer pagina 40
Afdrukken uit Windows Afdrukken uit Mac OS
De directe wachtrij, de afdrukwachtrij of de blokkeringswachtrij voor gebruikers publiceren
Verbinding met extern bureaublad pagina 51
Configuratie-instellingen van de Fiery EXP50 opslaan en herstellen pagina 51
Het afdrukken instellen, printerstuurprogramma’s installeren, gebruikerssoftware installeren
pagina 39
Afdrukken uit Windows, Afdrukken uit Mac OS
De Fiery EXP50 afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten pagina 57
Updates van systeemsoftware pagina 49
Problemen oplossen met de Setup van de Fiery EXP50 pagina 60
WebTools pagina 45
Windows XP-systeemwachtwoord pagina 47
BEHEER VAN DE FIERY EXP50

Wachtwoorden instellen

U kunt de wachtwoorden voor de Fiery EXP50 instellen of wijzigen. Iedereen met het beheerderswachtwoord kan de Setup-opties wijzigen en de stroom en volgorde van afdruktaken beheersen met de hulpmiddelen voor taakbeheer.
Beheerder geeft u toegang tot Setup. De beheerdersrechten omvatten ook de operatorrechten.
Operator geeft u toegang tot de functies voor taakbeheer van Command WorkStation.
OPMERKING: Raadpleeg pagina 16 voor meer informatie over beheerders- en
operatorwachtwoorden en de rechten die eraan gekoppeld zijn.
Het systeemwachtwoord van Windows XP geeft u toegang tot de FACI.
Houd goed bij welke wachtwoorden u instelt.

Wachtwoorden op een netwerkcomputer

U kunt het beheerderswachtwoord en het operatorwachtwoord wijzigen in Setup op afstand, met de Configure Web Tool of in Command WorkStation, Windows Edition.
47
EEN WACHTWOORD INSTELLEN OF WIJZIGEN
1 Selecteer het wachtwoord dat u wilt wijzigen.
2Typ het wachtwoord zowel in het veld Geef het nieuwe wachtwoord op als in het veld Bevestig
het nieuwe wachtwoord op.
Het wachtwoord kan elke combinatie van maximaal negentien letters en cijfers zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. U moet het wachtwoord beide keren exact hetzelfde typen. Het nieuwe wachtwoord blijft geldig totdat u het wijzigt.
EEN WACHTWOORD VERWIJDEREN
1 Selecteer het wachtwoord dat u wilt verwijderen.
2Verwijder de sterretjes (*) zowel in het veld Geef nieuw wachtwoord op als in het veld Nieuw
ww
bevestigen.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50

Het Windows XP-systeemwachtwoord wijzigen

De Fiery EXP50 is ingesteld met een Windows XP-systeemwachtwoord. Om de veiligheid van het netwerk in uw omgeving te garanderen, moet de beheerder het wachtwoord wijzigen.
HET WINDOWS XP-WACHTWOORD VOOR DE FIERY EXP50 WIJZIGEN
1 Druk Ctrl+Alt+Delete in op het Windows-toetsenbord.
Het dialoogvenster Windows-beveiliging wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u het welkomstscherm gebruikt in Windows XP, verschijnt het
dialoogvenster Windows-taakbeheer. U moet het welkomstscherm uitschakelen om toegang te krijgen tot het dialoogvenster Windows-beveiliging. Open Gebruikersaccounts in het configuratiescherm van Windows XP, selecteer De manier waarop gebruikers zich aan- en afmelden wijzigen en maak het selectievakje Het welkomstvenster gebruiken leeg.
2 Klik in het dialoogvenster Windows-beveiliging op Wachtwoord wijzigen en voer het volgende
in. Om bijvoorbeeld te wijzigen in “Fiery.2”:
48
Gebruikersnaam: beheerder
Aanmelden bij: . \\Aero
Oud wachtwoord: Fiery.1
Nieuw wachtwoord: Fiery.2
Bevestig het nieuwe wachtwoord: Fiery.2
3 Klik op OK.
Het nieuwe wachtwoord, Fiery.2, is nu ingesteld.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50

Systeemsoftware bijwerken

De Fiery EXP50 maakt gebruik van unieke systeemsoftware om taken te ontvangen en te verwerken en taakgegevens te versturen naar de digitale pers. De systeemsoftware bevindt zich op de vaste schijf van de Fiery EXP50 en verwerkt en controleert het in de wachtrij plaatsen, rasteren en afdrukken van taken, alsook de administratie (het takenlogboek), de opslag en het ophalen van taken.
U kunt controleren of er updates voor de systeemsoftware en veiligheidsupdates beschikbaar zijn via een beveiligde Internetsite. Daarnaast kunnen ook updates voor de gebruikerssoftware beschikbaar zijn. Om updates te zoeken of om de Fiery EXP50 te configureren om updates automatisch te ontvangen, gebruikt u een van de toepassingen voor de Setup.
Raadpleeg Web Tools Configure Help om software-updates te zoeken via de Configure WebTool.
ZOEKEN NAAR SOFTWARE-UPDATES VIA LOKALE SETUP
1 Klik in Command WorkStation met de rechtermuisknop op de FieryBar en selecteer Set Up
Fiery (Fiery instellen).
49
2Voer het beheerderswachtwoord in en klik op OK.
3 Klik op het tabblad General (Algemeen) op System Update (Systeem-update).
4 Klik op Modify Settings (Instellingen wijzigen).
5 Selecteer Automatische update inschakelen.
6 Selecteer voor de rubrieken Operating System Updates (Updates van het besturingssysteem)
en Fiery System Updates (Systeemupdates voor de Fiery) een methode om de Fiery EXP50 te updaten.
7 Kies een frequentie voor zoeken naar updates.
8 Als u een proxyserver gebruikt om via een firewall verbinding te maken met de updateserver,
selecteert u Proxy inschakelen en typt u de juiste informatie:
Adres: IP-adres van proxyserver
Poort: Poort die de proxyserver gebruikt
Gebruiker: Uw gebruikersnaam voor toegang tot de proxyserver
Wachtwoord: Wachtwoord voor toegang tot de proxyserver
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
De Fiery EXP50 wissen
Met de opdracht Server wissen kunt u alle afdruktaken verwijderen uit de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij en de wachtrij Afgedrukt van de Fiery EXP50. U kunt taken ook afzonderlijk of groepsgewijs verwijderen met Command WorkStation. Met de optie Server wissen verwijdert u ook alle taken die gearchiveerd zijn op de vaste schijf van de Fiery EXP50, de index van gearchiveerde taken en alle FreeForm-hoofdbestanden.
DE FIERY EXP50 WISSEN
• Kies in Command WorkStation de optie Server wissen in het menu Server.
Maak altijd een reservekopie van de oorspronkelijke gegevens op uw media wanneer u informatie op de vaste schijf van de Fiery EXP50 opslaat en bewaart. Beschadig de vaste schijf van de Fiery EXP50 nooit en schakel het systeem niet uit terwijl het de vaste schijf gebruikt. In pagina 57 wordt uitgelegd hoe u de Fiery EXP50 in- en uitschakelt.
Technische problemen met de harde schijf of systeemsoftware van de Fiery EXP50 kunnen leiden tot onherroepelijk verlies van de gegevens die u op de harde schijf van de Fiery EXP50 hebt bewaard en opgeslagen. Als problemen met de vaste schijf optreden, is de blijvende opslag van de volgende gegevens niet gegarandeerd:
50
• Lettertypen van derden
• Afdruktaken
• Kleurprofielen, inclusief profielen die zijn gedownload of bewerkt met SpotOn
•Taakopmerkingen en instructies
•Met Impose bewerkte taken
•Documenten met variabele gegevens
•Adresboeken van de e-mailservice
• Configuratiegegevens van de Fiery EXP50 (lijst van alle actieve instellingen van de huidige Setup)
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
Externe verbinding met de Fiery EXP50
U kunt de Fiery EXP50 vanaf een externe Windows-computer bereiken. Met dit soort verbinding kunt u de FACI gebruiken alsof u hem lokaal gebruikte. Een van de beheertaken die u via de FACI kunt uitvoeren is de lokale Setup (raadpleeg pagina 23).
VERBINDING MAKEN MET DE FIERY EXP50 VANAF EEN EXTERNE COMPUTER
1 De optie Extern bureaublad inschakelen in Setup.
Zie pagina 26 voor meer informatie.
2 Ga op de externe computer naar Start > Programmas > Bureau-accessoires > Communicatie >
Verbinding met extern bureaublad.
3Typ het IP-adres of de DNS-naam van de Fiery EXP50 en klik op Verbinden.
4Voer het beheerderswachtwoord in als u daarom gevraagd wordt.
De configuratie van de Fiery EXP50 opslaan en herstellen
51
U kunt de huidige configuratie van de Fiery EXP50 opslaan en indien nodig later herstellen. De volgende instellingen worden opgeslagen (als de Fiery EXP50 ze ondersteunt):
•Instellingen die zijn uitgevoerd in Setup (met uitzondering van Servernaam)
•Inslagsjablonen die zijn opgeslagen in de standaarddirectory voor deze bestanden op de Fiery EXP50
•Adresboeken
•Paper Catalog
Gebruik Setup op afstand om instellingen op te slaan en toe te passen. Zie “Instellen op
afstand” op pagina 24 voor meer informatie.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
Instellingen in lokale Setup opslaan en toepassen
Als u de lokale Setup gebruikt, gaat u als volgt te werk om de configuratie van de Fiery EXP50 op te slaan en te herstellen.
DE INSTELLINGEN VAN DE FIERY EXP50 OPSLAAN
1 Selecteer Configuratie opslaan/herstellen op het tabblad Algemene instellingen.
2 Klik op Configuratie opslaan.
3Accepteer in het dialoogvenster dat wordt weergegeven de standaardbestandsnaam of typ een
nieuwe naam voor het back-upbestand.
4 Klik op Opslaan.
DE INSTELLINGEN VAN DE FIERY EXP50 HERSTELLEN
1 Selecteer Configuratie opslaan/herstellen op het tabblad Algemene instellingen.
2 Klik op Configuratie herstellen.
52
3Typ in het dialoogvenster dat wordt weergegeven de naam van het bestand of selecteer het
bestand in de lijst.
4 Klik op Openen.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50

E-mailadresboeken beheren

Met de e-mailservice kunt u een lijst met e-mailadressen importeren in de Fiery EXP50. Om de lijst van adressen te importeren, stuurt u e-mailboodschappen in een bepaald formaat naar de Fiery EXP50.
De lijst wordt toegevoegd aan de adresboeken. Gebruikers kunnen de adresboeken gebruiken om bijlagen naar een bepaald e-mail/Internet fax-adres te verzenden; de beheerder kan de adresboeken gebruiken om de toegang tot de e-maildiensten te controleren.
OPMERKING: E-mailberichten kunnen alleen vanaf een beheerdersaccount worden verstuurd.
De Fiery EXP50 ondersteunt de volgende adresboeken:
Admin bevat gebruikers met beheerdersrechten. Met beheerdersrechten mag u het adresboek
wijzigen, het huidige adresboek van de Fiery EXP50 ophalen en een afdruktaak annuleren of de taakstatus bepalen.
Print bevat gebruikers met afdrukrechten. Alleen gebruikers van wie het e-mailadres in het
adresboek Print staat, mogen taken via e-mail verzenden naar de Fiery EXP50. Onbevoegde gebruikers krijgen antwoord per e-mail met het bericht dat de Fiery EXP50 hun taak niet voor afdrukken heeft geaccepteerd.
53
User bevat gebruikers met scanrechten.
Fax wordt gebruikt voor scannen naar Internet fax. Dit adresboek wordt gebruikt om
scanbestanden via Internet fax naar de Fiery EXP50 te verzenden. U kunt geen e-mail naar de Fiery EXP50 verzenden.
Met de e-mailservice kan de beheerder ook het adresboek overschrijven, nieuwe adressen toevoegen, adressen verwijderen, en de huidige adressen op de Fiery EXP50 ophalen.
Als een afdruktaak via e-mail wordt verstuurd, controleert de Fiery EXP50 eerst het adresboek Print. Als het e-mailadres van de gebruiker niet overeenkomt met de vermelding in het adresboek Print, dan wordt de taak niet afgedrukt. De gebruiker ontvangt in dat geval een e-mail met het bericht dat de afdruktaak niet is geaccepteerd.
Het standaard jokerteken “@” wordt opgeslagen in het adresboek voor afdrukken. Hiermee kan elke gebruiker afdrukken naar de Fiery EXP50 tot de beheerder de eerste vermelding aan het adresboek voor afdrukken toevoegt.
De beheerder kan de adresboeken beheren door een e-mail te verzenden naar de Fiery EXP50 met opdrachtcodes in het veld Onderwerp en Bericht. De Fiery EXP50 antwoordt per e-mail op deze berichten met informatie over elk verzoek. In de volgende tabel staat meer informatie over het beheren van adresboeken.
OPMERKING: Als u meerdere adressen tegelijk wilt toevoegen of verwijderen, moet u de
adressen op aparte regels weergeven in het berichtveld van de e-mail.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
54
Taak Onderwerpveld
beheerder
Een specifiek adresboek ophalen
Een adres toevoegen aan een adresboek
Een adresboek wissen
#GetAddressBook adresboeknaam
Voorbeeld: #GetAddressBook Admin
#AddAddressTo
adresboeknaam
Voorbeeld: #AddAddressTo Print
#ClearAddressBook
adresboeknaam
Voorbeeld: #ClearAddressBook User
Berichtveld beheerder
Address Book
naam@domein of “weergavenaam” <name@domain>
Onderwerpveld e-mailantwoord Fiery
adresboeknaam
Voorbeeld: Address Book Admin
Added to Address Book
adresboeknaam
Voorbeeld: Added to Address Book Print
Address Book adresboeknaam cleared
of
Address Book adresboeknaam not cleared
Voorbeeld: Address Book User cleared
Berichtveld e-mailantwoord Fiery
Lijst met adressen in het opgegeven adresboek
Lijst met aan het adresboek toegevoegde adressen
De Fiery EXP50 toont ook adressen die niet toegevoegd kunnen worden, met vermelding van de reden.
Als het adresboek niet is gewist, wordt de reden opgegeven.
Een adres verwijderen uit een adresboek
Help opvragen voor de e-mail­services van de Fiery EXP50
#DeleteAddressFrom
adresboeknaam
Voorbeeld: #DeleteAddressFrom User
#Help RE: Help Syntaxis van e-mail voor
naam@domein of “weergavenaam” <name@domain>
Removed from Address Book adresboeknaam
Voorbeeld: Removed from Address Book User
Adres 1 verwijderd Adres 2 verwijderd
De Fiery EXP50 toont ook adressen die niet verwijderd kunnen worden, met vermelding van de reden.
probleemoplossing
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
EEN ADRESBOEK OPHALEN VANAF DE FIERY EXP50
1 Start uw e-mailtoepassing.
2 Open een nieuw berichtvenster.
3Typ in de Aan-regel het e-mailadres van uw afdrukserver.
4Typ in de onderwerpregel de opdracht van een bepaald adres.
Typ voor Gebruiker “#GetAddressBook User”. Typ voor Beheerder “#GetAddressBook Admin” of “#GetAddressBook Print”.
5Verzend het bericht.
Het antwoordbericht bevat de adressen van het opgegeven adresboek.
6Kopieer de adressen als tekstbestand of sla het bericht op.
EEN ADRESBOEK TERUGZETTEN OP DE FIERY EXP50
1 Start uw e-mailtoepassing.
55
2 Open een nieuw berichtvenster.
3Typ in de Aan-regel het e-mailadres van uw afdrukserver.
4Typ in de onderwerpregel de opdracht van een bepaald adres.
Typ voor Gebruiker “#GetAddressTo User”. Typ voor Beheerder “#GetAddressTo Admin” of “#GetAddressTo Print”.
5Kopieer de opgehaalde adressen en sla ze op in het tekstgebied van het e-mailbericht.
U kunt ook bijnamen opslaan. Als een bijnaam of een adres langer is dan een regel, moet u het verkorten tot het op de regel past.
6Verzend het bericht.
7 Controleer het teruggestuurde bevestigingsbericht en kijk of de adressen juist zijn
teruggezet.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
De configuratiepagina afdrukken
De configuratiepagina bevat alle actieve instellingen van de huidige Setup. Als u klaar bent met de Setup, drukt u een configuratiepagina af om de instellingen te controleren. Bewaar de huidige configuratiepagina dicht bij de Fiery EXP50 zodat u deze snel kunt raadplegen. Gebruikers hebben de informatie op deze pagina nodig, bijvoorbeeld de huidige standaardinstellingen van de printer.
DE CONFIGURATIEPAGINA AFDRUKKEN UIT COMMAND WORKSTATION
1 Kies in Command WorkStation de optie Pagina’s afdrukken onder het menu Server.
2 Klik op Setup.
3 Klik op Afdrukken.
Optimale prestaties van de Fiery EXP50 onderhouden
De Fiery EXP50 vereist geen onderhoud. Naast de voor de hand liggende eisen van service en onderhoud van de digitale pers en het bijvullen van verbruiksartikelen, zijn er nog enkele maatregelen die u kunt nemen om de algehele prestaties van het systeem te verbeteren:
56
• Gebruik uw netwerkverbindingen op een zo goed mogelijke manier.
Publiceer alleen verbindingen die gebruikt zullen worden. De Fiery EXP50 controleert voortdurend alle gepubliceerde verbindingen, zelfs als deze niet actief zijn. Stem het NetWare­navraaginterval en het aantal wachtrijen of verbindingen af op de afdrukbehoeften.
Controleer de gepubliceerde verbindingen door een configuratiepagina af te drukken. Ve rwijder verbindingen die niet worden gebruikt. U kunt deze eenvoudig op elk gewenst moment weer instellen.
• Stel het afdrukken van minder urgente taken uit totdat er minder netwerkverkeer is of er minder wordt afgedrukt.
U kunt terugkerende of minder urgente afdruktaken in de blokkeringswachtrij plaatsen. De beheerder of een gebruiker van de hulpmiddelen voor taakbeheer met operatorrechten kan dan bij minder verkeer alle taken van de blokkeringswachtrij verplaatsen (of kopiëren) naar de afdrukwachtrij.
• Beperk onnodige netwerkcommunicatie.
Grote aantallen gebruikers die Fiery-hulpprogramma’s uitvoeren kunnen, met name als er regelmatig updates plaatsvinden, de prestaties van de Fiery EXP50 sterk beïnvloeden.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
•Zorg ervoor dat u voldoende schijfruimte hebt op de Fiery EXP50.
Controleer regelmatig de lijst van afdruktaken in de blokkeringswachtrij en het aantal afdruktaken dat in de wachtrij Afgedrukt staat.
Een beheerder kan taken in de wachtrij Afgedrukt en de blokkeringswachtrij afdrukken of verwijderen. U kunt overwegen niet-actieve taken af te drukken of te verwijderen. Als er vaak weinig schijfruimte op de Fiery EXP50 is, kunt u de wachtrij Afgedrukt uitschakelen in Serverinstellingen, en ervoor kiezen de blokkeringswachtrij niet te publiceren in Printerinstellingen.
Voor het verplaatsen of verwijderen van afdruktaken uit wachtrijen gebruikt u de hulpmiddelen voor taakbeheer. Als u schijfruimte vrijmaakt door niet-actieve taken te verwijderen, worden nieuwe taken sneller in wachtrijen geplaatst en afgedrukt.
Afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten van de Fiery EXP50
Meestal kunt u de Fiery EXP50 en de digitale pers altijd laten aanstaan. In dit deel wordt uitgelegd hoe u de Fiery EXP50 indien nodig kunt afsluiten, rebooten en opnieuw opstarten.
57
De Fiery EXP50 afsluiten
Wanneer u de Fiery EXP50 moet afsluiten, worden naar de Fiery EXP50 gedownloade lettertypen niet verwijderd. Taken in de blokkeringswachtrij en de afdrukwachtrij en taken die verwerkt maar niet afgedrukt zijn, worden niet verwijderd en kunnen worden afgedrukt na het rebooten of opnieuw starten van de Fiery EXP50.
DE FIERY EXP50 AFSLUITEN
1Zorg dat de Fiery EXP50 niet bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van
bestanden.
Wacht indien nodig totdat CommandWorkStation geen verwerkings- of afdruktaken meer weergeeft in het venster Actieve taken, of totdat de Fiery Bar Niet actief weergeeft in zowel het verwerkings- als het afdrukgebied. Als het systeem net klaar is met het verwerken van een taak, moet u minstens 5 seconden wachten nadat het systeem de stand Niet actief heeft bereikt alvorens de afsluitprocedure te starten.
2 Sluit op de FACI alle actieve toepassingen af, met uitzondering van FieryBar.
3 Kies Afsluiten in het menu Start van Windows.
4 Kies Afsluiten en klik op OK.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50
De Fiery EXP50 rebooten of opnieuw starten
Als u de Fiery EXP50 opnieuw opstart, wordt de systeemsoftware van de Fiery EXP50 opnieuw ingesteld zonder het volledige systeem te rebooten. Netwerktoegang tot de Fiery EXP50 is tijdelijk onderbroken en alle op dit moment verwerkte taken worden beëindigd.
DE FIERY EXP50 REBOOTEN
1Zorg dat de Fiery EXP50 niet bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van
bestanden.
Wacht indien nodig totdat Command WorkStation geen verwerkings- of afdruktaken meer weergeeft in het venster Actieve taken, of totdat de FieryBar Niet actief weergeeft in zowel het verwerkings- als het afdrukgebied.
2 Sluit alle actieve toepassingen af, met uitzondering van FieryBar.
3 Klik op Start in de taakbalk van Windows en kies Afsluiten
4 Kies Opnieuw starten en klik op OK.
58
Wacht totdat het systeem opnieuw is gestart.
5Typ Administrator (Beheerder) in het aanmeldvenster van Windows, typ het wachtwoord en
druk op Enter.
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig en moet exact worden getypt.
6Wacht totdat de FieryBar op het scherm verschijnt en de stand Niet actief wordt bereikt.
De Fiery EXP50 heeft ongeveer drie minuten nodig om op te starten en de stand Niet actief te bereiken.
DE FIERY EXP50 OPNIEUW STARTIEN
1Zorg dat de Fiery EXP50 niet bezig is met het ontvangen, verwerken of afdrukken van
bestanden.
Wacht indien nodig totdat Command WorkStation geen verwerkings- of afdruktaken meer weergeeft in het venster Actieve taken, of totdat de FieryBar Niet actief weergeeft in zowel het verwerkings- als het afdrukgebied.
2 Sluit alle actieve toepassingen af, met uitzondering van FieryBar.
3 Klik met de rechtermuisknop op FieryBar en kies Fiery opnieuw opstarten in het menu dat
wordt weergegeven.
4 Klik op OK wanneer de bevestiging verschijnt.
Wacht totdat de serversoftware van de Fiery EXP50 wordt afgesloten en opnieuw wordt gestart. Het kan 1 minuut duren voordat de serversoftware opnieuw wordt gestart. Tijdens het opnieuw opstarten van de server wordt in FieryBar de status Afgesloten weergegeven.
BEHEER VAN DE FIERY EXP50

Een CD-RW branden

De Fiery EXP50 omvat een DVD-ROM/CD-RW-station dat u kunt gebruiken om een CD te maken (branden). U kunt het station niet gebruiken om een DVD te branden.
EEN CD-RW BRANDEN
1 Sleep bestanden en zet ze neer op het pictogram van het DVD-ROM/CD-RW-station.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het DVD-ROM/CD-RW-station en selecteer
Uitwerpen.
Als u de CD-RW volledig vult (ongeveer 650 MB) duurt het branden ongeveer 30 minuten.
59

PROBLEMEN OPLOSSEN

PROBLEMEN OPLOSSEN
In dit hoofdstuk vindt u tips voor het oplossen van problemen.
Problemen met de Fiery EXP50 oplossen
De opstartdiagnose wordt beschreven in de documentatie voor onderhoudstechnici. Neem contact op met uw geautoriseerde Service/Support Center als u opstart-foutberichten krijgt op Command WorkStation of als de Fiery EXP50 niet de stand Niet actief bereikt.

Safe Print (Veilig afdrukken)

Dit is een diagnosefunctie die de Fiery EXP50 in staat stelt om interne fouten op te sporen die zouden ontstaandoor een verschil tussen de rasteruitvoer van de interne RIP en het raster dat door de Fiery EXP50 naar de digitale pers wordt verzonden. Wanneer dergelijke fouten worden ontdekt, drukt de Fiery EXP50 de taak niet af en wordt een “under-run” fout gemeld.
60

Runtime-foutberichten

Raadpleeg de on line Help van Command WorkStation voor foutmeldingen in verband met het annuleren van taken en het afdrukken, met inbegrip van Disk Full (Schijf vol) meldingen en waarschuwingen over het laden van media.
Gebruikers van Mac OS-toepassingen kunnen PostScript-foutrapportage inschakelen als een afdrukoptie.
Controleer stroom en kabel
Dit bericht geeft aan dat de interfacekabel tussen de Fiery EXP50 en de digitale pers niet aangesloten is, of dat een afdruktaak klaar is maar de digitale pers niet ingeschakeld is.
Printer niet gevonden
Als een printer niet kan worden gevonden in het netwerk, is de oorzaak meestal dat naam- of adresinstellingen voor de Fiery EXP50 met elkaar in conflict zijn of ontbreken. U moet op bepaalde plaatsen bepaalde namen typen. De volgende namen zijn vereist:
•TCP/IP-hostnaam (wordt ook de DNS-naam genoemd), die door uw organisatie wordt
gedefinieerd.
Typ de hostnaam als de servernaam in de Setup van de Fiery EXP50.
•Externe-printernaam (interne naam). Gebruik een van de volgende namen:
print hold direct
PROBLEMEN OPLOSSEN
OPMERKING: U moet op elk werkstation een van de hulpprogramma’s opnieuw configureren
als u de DNS-naam (ook TCP/IP-hostnaam genoemd) van de Fiery EXP50 wijzigt.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de juiste naam.
Op deze locatie Voor dit item IPX/SPX-netwerken TCP/IP-netwerken Raadpleeg
61
Serverinstellingen optie Servernaam Beheerder definieert naam Beheerder definieert
naam
Hosts-bestand van Windows host-naam DNS-naam
(TCP/IP-host-naam)
Setup van Windows voor TCP/IP
UNIX /etc/printcap-bestand (BSD)
Solaris lpadmin-wachtrijnaam print, hold of direct
NetWare-beheersprogramma afdrukwachtrijen
Dialoogvenster Nieuwe server toevoegen, bij de configuratie van een hulpprogramma
lpd-host-naam DNS-naam
(TCP/IP-host-naam)
Naam van printer op lpd­host computer
rp-regel print, hold of direct pagina 14
_direct (alles in kleine letters en in het Engels)
Nieuw apparaat Hulpprogramma’s worden
_print
_hold
niet ondersteund via
IPX/SPX
print, hold of direct
DC5000 Hulpprogramma’s
pagina 25
pagina 9
pagina 9
pagina 13
Servernaam Hulpprogramma’s worden
niet ondersteund via
IPX/SPX
DNS-naam
(TCP/IP-host-naam)
PROBLEMEN OPLOSSEN
De verbinding van de digitale pers met de Fiery EXP50 configureren
DE VERBINDING VAN DE DIGITALE PERS MET DE FIERY EXP50 BEVESTIGEN
1 Druk een testpagina van de digitale pers af om te controleren of de digitale pers normaal
functioneert.
62
2Zet de digitale pers uit en verbind de interfacekabel van de digitale pers met de
3 Om deze verbinding te bevestigen zet u de digitale pers aan, en drukt u een testpagina af
vanaf de Fiery EXP50.
4Zorg dat de digitale pers uitgeschakeld is en sluit de netwerkkabel aan op de Fiery EXP50.
Zie pagina 19 voor meer informatie. Het netwerk moet reeds geïnstalleerd en actief zijn.
5Zet de digitale pers aan.
Fiery EXP50.
Kan geen verbinding met de Fiery EXP50 maken met hulpprogramma’s
Controleer de volgende punten als gebruikers geen verbinding kunnen maken met de Fiery EXP50:
Fiery EXP50 Setup: Het juiste netwerkprotocol moet zijn ingeschakeld, met de juiste
parameters (voor TCP/IP is dit bijvoorbeeld het IP-adres). Verder moet u de afdrukwachtrij of blokkeringswachtrij publiceren.
U kunt deze instellingen snel controleren door een configuratiepagina af te drukken.
Op de clientcomputer: De juiste netwerkprotocollen moeten geladen zijn.
Kan geen verbinding met de Fiery EXP50 maken met Command WorkStation
Als er een probleem optreedt met het maken van verbinding met de Fiery EXP50, wordt een foutbericht weergegeven.
Het probleem kan in de volgende situaties optreden:
•De Fiery EXP50 wordt het eerst ingeschakeld
•De Fiery EXP50 wordt opnieuw opgestart
•Wanneer u instellingen hebt gewijzigd die van invloed zijn op het serveradres, maar u de verbinding met de server niet opnieuw hebt geconfigureerd
Als u dit probleem tegenkomt, probeer dan de volgende oplossingen, in deze volgorde:
•Een extern werkstation dat de hulpprogramma’s of WebTools gebruikt, kan storend werken door statusinformatie op te vragen. Sluit indien mogelijk de externe toepassing en probeer opnieuw verbinding te maken.
•Start het programma Command WorkStation opnieuw en probeer opnieuw verbinding te maken.
•Start de Fiery EXP50 opnieuw op.

INDEX

INDEX
63
1000BaseT 20 100BaseT 20 10BaseT 20 2-zijdig afdrukken, optie 42
A
Active Directory 12 Afdrukgroepen inschakelen, optie 26 afdrukken
omslagpagina voor elke taak 42 opnieuw afdrukken van eerder afgedrukte
taken 15 startpagina bij opstarten 26 verbindingen 15
Afdrukken (WebTool) 18 afdrukken door groepsleden 26 Afdrukken tot PS-fout, optie 40 Afdrukken via e-mail inschakelen, optie 37 afdrukserver
selecteren 32, 34 toevoegen 34
afdrukverbindingen 15 afdrukwachtrij 16
beschrijving 15, 16
Afgedrukt, wachtrij 15 Algemene Setup
vanaf netwerkcomputer 25
Algemene Setup-opties 25 Annuleren bij verkeerde combinatie 26 apparaatnaam 25, 61 AppleTalk
protocol instellen 27 servernaam 25 Setup vanaf netwerkcomputer 28 zone 28
authenticatie, SNMP 36
B
bedieningspaneel
Server wissen, optie 50
Begin (WebTool) 17
beheerder
functies 46 installeren van de server 10 wachtwoord 47
beheerderswachtwoord
rechten 17
wijzigen vanaf een Windows-computer 47 bestandsserver 34 bestandsserver toevoegen, Bindery-
instellingen 34 bestandsserver, Bindery 34 Bindery-bestandsservers
emulatiemodus 30 verbinden 34
Bindery-instellingen
Bindery-verbindingen toevoegen 34 Bindery-verbindingen verwijderen 35 op server 33
Blokkeringswachtrij
beschrijving 15, 16
C
CD-RW, branden 59 client instellen
overzicht 10
WebTools 45 CMYK-simulatiemethode, optie 41 CMYK-simulatieprofiel, optie 41 Collationering 41 Command WorkStation
problemen bij verbinding met server 62
Setup vanuit 23 configuratiepagina
afdrukken 56
problemen met verbindingen oplossen 62 Configure (WebTool) 18 controleniveaus
instellen 15
scenario’s 18 Courier-lettertype, automatisch gebruiken 41 Courier-vervanging toestaan, optie 41
INDEX
64
D
datum, instellen 25 Directe verbinding
beschrijving 15, 16 publiceren 39
vereist voor downloaden van lettertypen 16 Directe verbinding publiceren, optie 39 DNS (Domain Name Server) 12, 61 Door media bepaald profiel gebruiken, optie 41 downloaden van lettertypen, publiceren van
Directe verbinding noodzakelijk 16 Downloads (WebTool) 17 Dubbelzijdig afdrukken, optie 42
E
Ethernet 20
frametypen 28 Externe toegang 26 Externe toegang inschakelen, optie 26
F
FieryBar
toegang tot Setup 23 foutberichten 42
runtime 60 frametypen, ondersteunde
IPX/SPX, Ethernet 28 FreeForm-model 42 FTP-services inschakelen 38
G
garanderen van serverprestaties 56
H
Helderheid, optie 42 host-naam 12, 61
database 12 hulpmiddelen voor taakbeheer
taken verwijderen met 50
I
informatie over poorten, Setup 27 inschakelen
WebTools 36 Instelling e-mailservice, optie 37 Internet
server benaderen met WebTools 17 IPP inschakelen, optie 36
IPX (Novell)
NDS (Novell Directory Services) 30 overzicht van afdrukken 13
IPX/SPX
navraaginterval 35
J
Java-ondersteuning Internetbrowser 45
K
kiezen van Bindery-server voor verbinding 34 Kiezer, AppleTalk 25
L
lettertypevervanging 41 lpd (TCP/IP) 14
afdrukken 35
LPD inschakelen, optie 35
M
Model afdrukken, optie 42
N
naam geven aan server 60 Navraaginterval
E-mail-instelling 38 navraaginterval voor NetWare-afdruktaken 35 NDS (Novell Directory Services) 30 NDS inschakelen, optie 31 NDS-afdrukserver 31 NDS-structuur
bladeren 31 NetWare
Directory Services 30 netwerk
IPX (Novell) 11
kaarten 27
kabel 62
ondersteunde protocollen 9
samenvatting installatie 10, 11
TCP/IP 11 netwerkinstallatieoverzicht 11 Netwerkinstellingen
vanaf netwerkcomputer 27 tot 37
O
Ondersteuning, optie 26 Operatorwachtwoord
rechten 17 opnieuw afdrukken van taken 15
INDEX
65
P
Paginavolgorde, optie 42 Papierformaten converteren, optie 42 Passend maken, optie 43 PDF-bestanden, lettertypevervanging in 41 Poort 9100-afdrukken 37 Poort 9100-afdrukservices inschakelen, optie 37 Poort 9100-wachtrij, optie 37 PostScript-fout 40 printer
fout bij verbinden 60 niet gevonden 60 niet in Kiezer 60
Printerinstellingen
vanaf netwerkcomputer 39
wachtrij Afgedrukt 25 privacy, SNMP 36 problemen oplossen
Command WorkStation, problemen met
verbinding 62
Printer niet gevonden in de selectielijst met
hulpprogramma’s 62
Printer niet gevonden op TCP/IP- of IPX-
netwerken 60
verbinden met printer mislukt 60 problemen, zie problemen oplossen protocollen
instellen 27
netwerk 9
instellen
Zie ook AppleTalk, IPX, IPX/SPX,
TCP/IP proxyserver, systeemsoftware bijwerken 49 publiceren van verbindingen, overzicht 15
server
achteraanzicht met connectoren 20 naam geven 25 prestaties garanderen en verbeteren 56 stroomschakelaar 20
Server binnenkomende berichten, e-
mailinstelling 37 server op een netwerk installeren 10 Server uitgaande berichten, e-mailinstelling 37 Server wissen, optie 50 Serverinstellingen 21
afsluiten 39 Servernaam, optie 25 Servertype, e-mailinstelling 37 Service-instellingen, opties 30 SNMP
authenticatie 36
encryptie 36
privacy 36
Read Community 36
Write Community 36 standaard gebruikt papierformaat 43 Standaard papierformaten, optie 43 Startpagina. afdrukken, optie 26 Steunkleuraanpassing, optie 43 systeemdatum 25 systeeminstellingen
herstellen 52
opslaan 52 systeemsoftware bijwerken 26 systeemsoftware, opslaan en herstellen 26 systeemsoftware, update 49 systeemtijd, optie 25 Systeemupdate 26
R
Rasterscherm, optie 42 Read Community 36 RGB-bron, optie 43 RGB-scheiding, optie 43 RJ-45-connector 20
S
scenario’s voor toegangsniveaus 18 schijfruimte 57 selecteren
standaard papierformaat 43
T
Taken opgeslagen in wachtrij Afgedrukt, optie 25 Takenlogboek
paginagrootte instellen 25
taken wissen uit 50 Takenlogboek elke 55 taken autom. afdrukken,
optie 25
Takenlogboek elke 55 taken autom. wissen,
optie 25
TCP/IP
host-naam 61
instellingen 29
lpd-afdrukken 35
met UNIX-werkstations 14
INDEX
66
TCP/IP voor Ethernet inschakelen, optie 29 tekens
gebruikt op bedieningspaneel 26 Tekenset gebruiken, optie 26 Tekst/afbeeldingen zuiver zwart 44 terminologie 7 tijd, instellen 25 Time-out, e-mailinstelling 38 toegang tot netwerk en software 15 toegang tot Setup
vanaf netwerkcomputer 22 Twisted Pair-kabel 20
U
Uitvoerprofiel, optie 43 UNIX
externe-printernaam 61
in TCP/IP-netwerk 14
printcap-bestand 61
V
VDP-zoekpad 39 Veilig wissen 26 verbeteren van serverprestaties 56 verbinden
interfacekabel printapparaat 62
netwerkkabel 19 verbinding met extern bureaublad 51 verbonden Novell-servers, Bindery 34 Ve rtraging taak-batch 39 Voorbeeld tijdens verwerking 26 Voorbeelden inschakelen, optie 26 Voorblad afdrukken, optie 42 voorblad, afdrukken aan einde van taak 42
W
Wachtrij Afgedrukt inschakelen, optie 25 wachtrijen
alles wissen 50
publiceren 39 Wachtwoord, e-mailinstelling 37 Wachtwoordbeveiliging takenlogboek, optie 25 wachtwoorden
beheerder, wijzigen 47
Beheerdersrechten 17
instellen 16
operatorrechten 17 Web Services inschakelen, optie 36 Web Services instellen 36 WebTools 17
Begin 17
inschakelen 36 Weergavestijl, optie 43 wijzigen
beheerderswachtwoord 47
hostnaam of DNS-naam 61 Windows-afdrukken 35
domeinkwesties 12 Windows-afdrukservice inschakelen, optie 35 wissen van takenlogboek 25 Write Community 36
Loading...