Xerox DocuColor 5000 User Manual [nl]

Fiery® EXP50 Color Server
Voorbeelden van workflows
45055412 11 mei 2006
5
5
7
7
12
12
16
NHOUD
NHOUD
I
I
INHOUD
NLEIDING
I
Terminologie en conventies
Over dit document
EMENGDE
G
Wat betekent Gemengde media?
Voorbeeld: Workflow met Gemengde media
MEDIA
3
6
8
Benodigdheden voor dit voorbeeld 8
I
NSLAG
Wat is inslag?
Voorbeeld: Workflow met inslag
Benodigdheden voor dit voorbeeld 13
ARIABELE
V
Wat is afdrukken met variabele gegevens?
Wat is FreeForm en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met variabele gegevens? 17
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens waarbij FreeForm wordt gebruikt
GEGEVENS
Talen voor het afdrukken met variabele gegevens 16
Afdruktaken met variabele gegevens verzenden naar de Fiery EXP50 16
Benodigdheden voor dit voorbeeld 18
AFDRUKKEN
MET
F
REE
F
ORM
13
16
17
21
21
22
26
26
31
31
35
35
36
INHOUD
ARIABELE
V
Wat is FreeForm 2 en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met variabele gegevens?
Wat is Gemengde media en hoe wordt het gebruikt in afdruktaken met variabele gegevens?
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens met FreeForm 2 en Gemengde media 22
PPML
Wat is PPML en hoe slaat u het in?
Voorbeeld: PPML-workflow met inslag
GEGEVENS
Benodigdheden voor dit voorbeeld 23
MET
NSLAG
I
Benodigdheden voor dit voorbeeld 28
AFDRUKKEN
MET
F
REE
F
ORM
2
EN
EMENGDE
G
MEDIA
4
27
H
F
OT
OLDERS
Wat zijn Hot Folders?
Voorbeeld: Werkstroom met Hot Folders
Benodigdheden voor dit voorbeeld 33
C
OMPOSE
ERMEN
T
I
NDEX
P
MET
Wat is Compose?
Wat is Paper Catalog en hoe wordt het samen met Compose gebruikt?
Voorbeeld: Workflow met Compose en Paper Catalog
Benodigdheden voor dit voorbeeld 38
APER
C
ATALOG
32
37
43
45
NLEIDING
I

INLEIDING

Dit document geeft voorbeelden van complexe afdrukscenario’s en biedt een overzicht van de functies van de Fiery EXP50 die in de voorbeelden gebruikt worden. De voorbeelden van workflows illustreren hoe u functies kunt combineren om taken te maken. Elke workflow bevat kruisverwijzingen die u helpen om meer informatie te vinden over de uitvoering van elke taak.

Terminologie en conventies

Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
5
Aero Fiery EXP50 (in illustraties en voorbeelden)
Mac OS Apple Mac OS X
Titels in cursief
Windows Microsoft Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003
Andere documenten in dit pakket
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Belangrijke informatie
Belangrijke informatie over problemen die u of anderen lichamelijke schade kunnen toebrengen
INLEIDING

Over dit document

Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
• Concepten van Gemengde media en hoe het wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow.
• Concepten van inslaan en hoe het wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow met Impose.
• Concepten van het afdrukken met variabele gegevens en hoe het wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow met FreeForm.
• Concepten van het afdrukken met variabele gegevens met FreeForm2 en hoe het wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow met variabele gegevens met Gemengde media.
• Concepten van inslaan met PPML (Personalized Print Markup Language) en hoe het wordt gebruikt in een voorbeeld van een workflow met variabele gegevens met Impose en PPML.
• Afdrukken naar een Hot Folder op het netwerk en een voorbeeld van een workflow met Hot Folders.
6
•De concepten Compose en Paper Catalog en hoe een taak met Compose en Paper Catalog wordt aangemaakt.
•Definities van veel gebruikte toepassingen en afdruktermen die in dit document worden gebruikt.
EMENGDE
G

GEMENGDE MEDIA

MEDIA
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Gemengde media en toont een voorbeeld van een workflow waarbij Gemengde media worden gebruikt.

Wat betekent Gemengde media?

Met de functie Gemengde media kunt u een reeks pagina’s op verschillende types van media afdrukken. U kunt bijvoorbeeld Gemengde media gebruiken om zwaar papier op te geven voor het omslag, om blanco pagina’s toe te voegen, gekleurde media toe te voegen op welbepaalde pagina’s en pagina’s op te geven die dubbelzijdig moeten worden afgedrukt binnen een en dezelfde afdruktaak. Bepaal de instellingen voor Gemengde media wanneer u in een toepassing een taak afdrukt met het printerstuurprogramma. Definieer en wijzig de instellingen voor Gemengde media voor taken die al naar de Fiery EXP50 werden verzonden vanuit Command WorkStation of definieer de instellingen voor Gemengde media in de toepassing Hot Folders.
7
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over Gemengde media.
:
GEMENGDE MEDIA
Voorbeeld: Workflow met Gemengde media
Een professor geologie aan de Ocean Crest University wil haar nieuwe syllabus voor het herfstsemester afdrukken. De nieuwe syllabus telt acht hoofdstukken. Ze wil dat haar studenten de gewenste informatie snel en gemakkelijk kunnen terugvinden. Daarom worden de hoofdstukverdelers afgedrukt op zware media. De tekst van het hoofdstuk wordt op gewoon medium afgedrukt en het voor- en achterblad op zwaar medium.
De professor stuurt haar verzoek, samen met het syllabusbestand in PDF-formaat (Portable Document Format) (Geology101.pdf), naar de drukafdeling van de universiteit.
Het onderstaande diagram geeft de onderdelen van de syllabus weer.
Achteromslag afgedrukt op zwaar medium
Hoofdstukverdelers op zwaar medium
8
Hoofdstukken afgedrukt op gewoon medium
Afgewerkte syllabus

Benodigdheden voor dit voorbeeld

•Geology101.pdf
•Fiery EXP50
• Command WorkStation met Gemengde media
•Zwaar medium voor het voorblad en het achterblad
•Zwaar medium voor de hoofdstukverdelers
Voorblad afgedrukt op zwaar medium
•Gewoon medium voor de tekst van het hoofdstuk
Voor informatie over de ondersteunde mediasoorten, zie Afdrukopties .
O
PMERKING
De Fiery EXP50 ondersteunt PDF-versies 1.2-1.5.
GEMENGDE MEDIA
Workflow met Gemengde media
1
2 3
9
4
Fiery EXP50
Fiery EXP50
Stap Taak Meer informatie
1
De professor maakt het PDF-bestand en stuurt het naar de drukafdeling van de universiteit.
2
De operator in de productieafdeling downloadt het bestand
Command WorkStation Help
naar Command WorkStation.
578 6
, 32
GEMENGDE MEDIA
Stap Taak Meer informatie
3
De operator selecteert de taak in Command WorkStation, kiest Instellingen Gemengde media in het menu Acties en geeft dan de volgende instellingen op:
a)
In Omslag definiëren geeft de operator het vooromslag en het achteromslag op, die alleen op de voorzijde, dubbelzijdig en op dekbladpapier moeten worden afgedrukt, en bepaalt hij de lade van waaruit de media moeten worden genomen.
b)
In Paginabereik definiëren geeft de operator
124 op voor het paginabereik (de pagina’s die de hoofdstukken
, 64,
2
98,
verdelen), stelt een zwaar medium in en geeft vervolgens aan welke lade het gekozen zware medium bevat.
c) In Blanco invoegen geeft de operator op dat er een blanco pagina moet worden ingevoegd na de laatste pagina, om duidelijk te maken waar het einde van de afdruktaak is, en klikt dan op OK.
Hulpprogramma’s
10
d) In Afwerking geeft de operator dubbelzijdig op, klikt
op OK en slaat het bestand op.
4
5
6
De operator verwerkt de taak en blokkeert ze. Command WorkStation Help
De operator bekijkt het taakvoorbeeld. Command WorkStation Help
De operator drukt de taak af.
Command WorkStation Help
OPMERKING: De operator kan de taak ook eenmaal uitvoeren,
om zo een voorbeeldexemplaar te hebben, en pas daarna meerdere exemplaren afdrukken.
7
8
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
De taak wordt nu afgedrukt met een voor- en achterblad en hoofdstukverdelers.
GEMENGDE MEDIA
Om Gemengde media te gebruiken in Command WorkStation, mag uw gedownloade bestand geen rasterbestand zijn. Om rasterinformatie te verwijderen uit een bestand in Command WorkStation, klikt u het bestand aan met de rechtermuisknop en selecteert u Rastergegevens verwijderen.
U kunt deze workflow dupliceren met een PostScript-bestand in plaats van een PDF-bestand. U kunt ook opgeven dat er tabbladen moeten worden ingevoegd. In plaats van zware media op te geven voor de hoofdstukverdelers, kunt u bijvoorbeeld tabbladen opgeven en hoofdstuknummers op elk tabblad afdrukken. Zie Hulpprogramma’s voor meer informatie over afdrukken met tabbladen.
11

INSLAG

INSLAG
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van inslag en een voorbeeld van een workflow waarbij inslag wordt gebruikt.

Wat is inslag?

Inslag is het schikken van afzonderlijke pagina’s van een boek, een boekje of een brochure op een groot vel. De pagina’s worden zo geschikt dat wanneer het vel wordt afgedrukt, gevouwen en gesneden, de pagina’s zich in de juiste richting en volgorde bevinden.
De Fiery EXP50 ondersteunt Impose. Impose is een servergebaseerde inslagtoepassing waarmee u volledige documenten kunt bewerken en samenstellen op de Fiery EXP50 alvorens de bestanden te verwerken.
12
Zie Command WorkStation Help voor meer informatie over inslag.
INSLAG
Voorbeeld: Workflow met inslag
De directeur van bedrijf ABC wil er zeker van zijn dat ze genoeg visitekaartjes heeft om uit te delen wanneer ze haar bedrijf vertegenwoordigt op de elektronikabeurs.
Ze heeft bij een plaatselijke drukkerij 600 visitekaartjes besteld.
De drukkerij slaat haar visitekaartjes in op een vel van 11x17 inch. Aangezien er ook tekst op de achterzijde van het visitekaartje moet komen, moet de taak dubbelzijdig worden afgedrukt. Het standaardformaat van het visitekaartje van ABC is 2x 3,25 inch. De drukkerij berekent dat ze 25 visitekaartjes kan inslaan op een vel van 11x17 inch.
De onderstaande afbeelding toont hoe de visitekaartjes worden ingeslagen.
5 kolommen
{
13
5 rijen
{
Visitekaartje van 2x3,25

Benodigdheden voor dit voorbeeld

• Card.pdf
•Fiery EXP50
• Command WorkStation met Impose (vereist een dongle)
•11x17 inch zware media, zoals kaartjespapier
Voor informatie over de ondersteunde mediasoorten, zie Afdrukopties.
11x 17-vel
•Een papiersnijder
OPMERKING: De Fiery EXP50 ondersteunt PDF-versies 1.2-1.5.
INSLAG
Workflow met inslag
1
2 3 4
14
Stap Taak Meer informatie
1
2
Bedrijf ABC maakt de visitekaartjes van 2x3,25 inch, slaat deze op als Card.pdf en verzendt dit bestand naar de drukkerij.
De operator in de drukkerij downloadt het bestand naar
Afdrukken uit Windows
Afdrukken uit Mac OS
Command WorkStation Help
Command WorkStation.
568 7
Fiery EXP50
INSLAG
Stap Taak Meer informatie
15
3
4
5
6
De operator selecteert de taak in Command WorkStation, kiest Inslaan in het menu Acties en geeft dan de volgende instellingen op.
a) In de Velbalk geeft de operator 11 dubbelzijdig op.
b) De operator geeft in de Opmaakbalk vijf rijen en vijf kolommen op, schakelt de printermarkeringen in en stelt een horizontale en verticale verschuiving van 0,125 punten in voor de printermarkeringen.
c) In de Afwerkingsbalk geeft de operator herhaald combineren op.
d) In de Schalingsbalk stelt de operator de schaal in op 100% en slaat de taak op.
De operator selecteert Card.pdf.dbp in Command WorkStation en selecteert vervolgens Voorbeeldmodus.
De operator drukt de taak af. Command WorkStation Help
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
x 17, liggend en
Hulpprogramma’s
Command WorkStation Help
7
8
De visitekaartjes worden afgedrukt op een vel van 11x 17 inch.
De operator volgt de printermarkeringen en snijdt de visitekaartjes.
Wanneer u Impose gebruikt, mag uw gedownloade bestand geen rasterbestand zijn. Om rasterinformatie te verwijderen uit een bestand met Command WorkStation, klikt u het bestand aan met de rechtermuisknop en selecteert u Rastergegevens verwijderen.

VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM

VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het afdrukken van variabele gegevens en een voorbeeld van een workflow die gebruik maakt van FreeForm om een taak met variabele gegevens af te drukken.

Wat is afdrukken met variabele gegevens?

Bij het afdrukken van variabele gegevens wordt een digitale pers gekoppeld met databases die de inhoud voor de af te drukken documenten bevatten. Deze inhoud kan bestaan uit tekst en afbeeldingen (waaronder beelden en foto’s) in elektronische vorm. Variabele gegevens afdrukken wordt gebruikt bij direct-mail en andere gerichte mailings. Bij deze afdrukmethode wordt meestal een aantal modelelementen die op alle afgedrukte exemplaren gelijk zijn, gecombineerd met een aantal variabele elementen die per afdruk verschillen. Een voorbeeld hiervan is een brochure met in de aanhef de naam van de klant (en eventueel andere klantgegevens) afkomstig uit een marketingdatabase. De elementen op de achtergrond, afbeeldingen en tekstblokken die op alle exemplaren gelijk zijn, vormen de set modelelementen. De naam van de klant en andere klantspecifieke gegevens vormen de set variabele elementen.
16
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.

Talen voor het afdrukken met variabele gegevens

De Fiery EXP50 ondersteunt de volgende talen voor het afdrukken van variabele gegevens:
•FreeForm en FreeForm 2
•Personalized Print Markup Language (PPML)
•Xerox Variable Data Intelligent PostScript Printware (VIPP)
Afdruktaken met variabele gegevens verzenden naar de Fiery EXP50
U kunt het model en de variabele gegevens in de meeste softwareprogramma’s aanmaken en ze toewijzen in Command WorkStation, Hot Folders, of het printerstuurprogramma. Als u uw eigen model en variabele gegevens maakt in PPML-formaat in een ondersteunde externe toepassing, zoals de Fiery-versie van Pageflex Persona, kunt u uw afdruktaak met variabele gegevens rechtstreeks naar de Fiery EXP50 verzenden via deze toepassingen. U kunt ook uw bestand downloaden via Hot Folders.
Voor meer informatie over het verzenden van een afdruktaak met variabele gegevens naar de Fiery EXP50, zie Variabele gegevens afdrukken.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM

Wat is FreeForm en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met variabele gegevens?

Met FreeForm kunt u afdrukopties gebruiken om documenten met modelelementen – zogenaamde FreeForm-modellen – te definiëren en op te slaan in de Fiery EXP50. U kunt een taak met variabele elementen naar de Fiery EXP50 verzenden samen met instructies voor het combineren van de taak met een bepaald FreeForm-model.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens waarbij FreeForm wordt gebruikt
Ocean Crest University wil zijn drie scholen promoten via een mailing naar mogelijk geïnteresseerde studenten. De studenten zullen informatie kunnen aanvragen over de verschillende campussen en programma’s. Ze kunnen antwoorden via een portvrije antwoordkaart die deel uitmaakt van het prospectus. Het document wordt gepersonaliseerd met de naam en het adres van de student plus een persoonlijke weblink. Het ontwerp is sterk grafisch, om de aandacht van de lezer te trekken. Het wordt gedrukt op papier van 11x 17 inch en driemaal gevouwen, zodat de Post het tarief voor standaardbrieven aanrekent.
17
Om dit poststuk te maken, beslist de interne drukafdeling om de attractieve mogelijkheden van FreeForm te gebruiken. Dankzij FreeForm kan ze een gerasterde versie van de grafisch intensieve opmaak in het geheugen opslaan, gezien deze elementen op alle pagina’s voorkomen (eenmaal verzenden en verwerken). De variabele tekst (adres, naam en weblink) wordt afzonderlijk afgedrukt en samengevoegd met de opmaak in de Fiery EXP50.
De productieafdeling maakt het modeldocument met daarin alle gemeenschappelijke elementen en slaat het bestand op in PDF-formaat (College_Master.pdf ). Vervolgens maakt ze het document met de variabele gegevens in Microsoft Word (College_Variable.doc) en koppelen de variabele informatie aan hun databasebestand (College_data.xls).
OPMERKING: Bij het maken van deze taak wordt geen gespecialiseerde software voor het
afdrukken van variabele gegevens gebruikt. U kunt eender welke toepassing voor paginaopmaak gebruiken om het FreeForm-model te maken en om het even welke samenvoegfunctie, zoals Microsoft Word Mail Merge, om de variabele gegevens aan te maken en af te drukken.
Raadpleeg de documentatie bij Microsoft Word voor meer informatie over het gebruik van de samenvoegfunctie in Microsoft Word.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
Het onderstaande diagram geeft de onderdelen van de folder weer.
Modelbestand
Databasebestand
18

Benodigdheden voor dit voorbeeld

• College_Master.pdf
• College_Variable.doc
• College_data.xls
•Fiery EXP50
•Fiery EXP50 printerstuurprogramma met FreeForm
•Een Windows-computer met Adobe Acrobat, Microsoft Word en Microsoft Excel
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
19
Workflow voor het afdrukken van variabele gegevens, waarbij FreeForm wordt gebruikt
1
45
Fiery EXP50
2
Fiery EXP50
3
6
Stap Taak Meer informatie
1
De operator in de productieafdeling opent College_Master.pdf in Acrobat.
2
De operator drukt het bestand af naar de Fiery EXP50, geeft 11
x 17 en dubbelzijdig op, en kiest 1 voor Model aanmaken in
Afdrukken uit Windows
het printerstuurprogramma.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM
Stap Taak Meer informatie
20
3
4
5
6
De operator opent College_Variable. doc in Microsoft Word.
Het document met variabele gegevens opent ook het bestand College_data.xls, gezien beide documenten gekoppeld zijn. Als de documenten niet gekoppeld zijn, vraagt Word de operator naar de locatie van het Gegevensbronbestand.
De operator selecteert Gegevens samenvoegen in Word.
De operator drukt het bestand af naar de Fiery EXP50, geeft 11
x 17 en dubbelzijdig op, en kiest 1 voor Model gebruiken in
het printerstuurprogramma.
Het modelbestand en het bestand met de variabele gegevens worden gecombineerd op de Fiery EXP50.
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
Het prospectus bevat het gecombineerde model en de variabele gegevens.
Microsoft Word-documentatie
Afdrukken uit Windows
Bepaalde elementen van het model en de variabele gegevens moeten overeenstemmen. Bijvoorbeeld: het papierformaat en de afdrukstand moeten overeenstemmen. Raadpleeg
Variabele gegevens afdrukken voor een volledige lijst.
Het is onmogelijk om FreeForm-taken naar de Directe verbinding te verzenden.
Als Tweerichtingscommunicatie ingeschakeld is in het printerstuurprogramma, detecteert het printerstuurprogramma welke modellen reeds aanwezig zijn op de Fiery EXP50. Gebruik opgeslagen FreeForm-modellen zo vaak als nodig in combinatie met meerdere sets variabele elementen. Raadpleeg Afdrukken uit Windows voor meer informatie over Tw eerichtingscommunicatie.
Als de beheerder de Fiery EXP50 wist, worden alle FreeForm-modellen verwijderd. Raadpleeg
Configuratie en instellingen voor meer informatie over beheerdersfuncties.

VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA

VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het gebruik van Gemengde media bij afdruktaken met variabele gegevens en geeft een voorbeeld van een workflow waarbij variabele gegevens afdrukken en Gemengde media worden gebruikt.

Wat is FreeForm 2 en hoe wordt het gebruikt met afdruktaken met variabele gegevens?

FreeForm 2 breidt de functionaliteit van FreeForm uit (raadpleeg “Variabele gegevens
afdrukken met FreeForm” op pagina 16). FreeForm 2 veronderstelt het gebruik van een
andere toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, die FreeForm 2-technologie ondersteunt, bijvoorbeeld de Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail. Door het gebruik van een andere afdruktoepassing samen met FreeForm 2 kunt u modeldocumenten met meerdere pagina’s maken, zodat u uw documenten nog meer naar wens kunt maken. U kunt nog altijd gebruik maken van om het even welk model dat in een andere toepassing gemaakt werd en daarna een toepassing van een andere leverancier gebruiken die FreeForm 2 ondersteunt, bijvoorbeeld de Fiery-versie van PrintShop Mail, om de ontwerp- en de database-informatie te combineren.
21
Met meervoudige modellen kunt u meer dan één modelbestand voor uw taak definiëren, terwijl u dezelfde database met variabele informatie benut. Voorbeeld: u bent videotheekhouder en beschikt over een database met namen en adressen van uw klanten plus een overzicht van de laatste vijf films die elke klant heeft uitgeleend, gecategoriseerd per genre. Ter promotie wilt u een bonboekje maken met op het voorblad de afbeelding van een zopas uitgekomen video. U wilt echter dat de afgebeelde video van hetzelfde genre is als de video die de aangeschreven klant het laatst uitgeleend heeft. De variabele informatie, zoals de namen en de adressen van de klanten, wordt altijd uit de database gehaald. De verschillende afbeeldingen van videofilms worden echter gedefinieerd door de meervoudige modellen.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over FreeForm 2.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA
22

Wat is Gemengde media en hoe wordt het gebruikt in afdruktaken met variabele gegevens?

Met de functie Gemengde media kunt u een reeks pagina’s op verschillende types van media afdrukken. Zie “Wat betekent Gemengde media?” op pagina 7 voor meer informatie.
Bij het afdrukken van variabele gegevens wordt een digitale pers gekoppeld met databases die de inhoud voor de af te drukken documenten bevatten. Zie “Variabele gegevens afdrukken
met FreeForm” op pagina 16 voor meer informatie.
Gebruik afdruktaken met variabele gegevens samen met Gemengde media om op maat gemaakte afdruktaken te maken, zoals mailings. Gebruik bijvoorbeeld de variabele gegevens om een mailing te maken in de vorm van een boekje, waarin elke klant met de naam wordt aangesproken, en druk het voorblad van het boekje af op een ander medium dan de rest van de mailing.
Het Gemengde medium dat u voor deze taak opgeeft, wordt gebruikt voor elke record, in relatie tot het begin van de record. Als bijvoorbeeld Gemengde media is ingesteld om Pagina 1 af te drukken op omslagpapier, dan wordt de eerste pagina van elke record op omslagpapier afgedrukt.
Voorbeeld: Workflow met variabele gegevens met FreeForm 2 en Gemengde media
Om haar nieuwe assortiment kinderkleding aan te kondigen, maakt Banana Rama een promotiefolder die specifiek wordt afgestemd op de etnische afkomst, het geslacht en de leeftijd van de klanten. Het bedrijf heeft een database met daarin de namen van zijn klanten alsook aanvullende kenmerken, zoals etnische afkomst geslacht en leeftijd. Banana Rama gebruikt voor de promotiefolder ook een database met beelden van kinderen van verschillende leeftijden, geslacht en etnische afkomst, die de nieuwe Banana Rama-kleding dragen; beelden van typische accessoires die bij deze kinderen in de smaak vallen en achtergrondbeelden. Met een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals de Fiery-versie van PrintShop Mail en beelden die overeenstemmen met de aangeschreven klant, maakt Banana Rama in een enkele afdruksessie een folder die zich richt tot de ouders van meisjes van 7 tot 10 jaar en aangepaste folders gericht tot de ouders van jongens in verschillende leeftijdsgroepen. De folders bevatten beelden van kinderen in de beoogde leeftijdsgroep die kleding van Banana Rama dragen terwijl ze met hun favoriete speelgoed spelen.
Elke promotiefolder bevat een dekblad met daarop de naam van de klant en een kortingsbon. Het meisjesassortiment van Banana Rama is uitgebreider. De folder voor de meisjes bevat daarom extra pagina’s met reclame voor de meisjesmode.
Aangezien de promotiefolder in lengte kan variëren, naargelang hij tot een jongen of een meisje gericht is, wordt een blanco pagina ingevoegd na elke folder, om aan te geven waar de volgende folder begint.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA
De drukkerij die de bestelling van Banana Rama ontvangt, maakt eerst het modeldocument en het variabele document in de Fiery-versie van Atlas Print Shop Mail om zo een .psm­projectbestand te maken. Raadpleeg de documentatie van de toepassing, voor meer informatie over de Fiery-versie van Print Shop Mail.
Het onderstaande diagram geeft de onderdelen van de folder weer.
Sjabloon voor meisjes
Sjabloon voor jongens
Sjabloon voor brief/bon
23
Beelden
Database

Benodigdheden voor dit voorbeeld

•Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail
•FreeForm 2
•BananaRama.psm
•BananaRama_V.ps
•Fiery EXP50
• Command WorkStation met Gemengde media
•Omslagpapier
•Gewoon medium
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA
24
Workflow met variabele gegevens met FreeForm 2 en Gemengde media
1
2 3
Fiery EXP50
Stap Taak Meer informatie
1
De operator van de drukkerij opent het Banarama.psm­bestand in de Fiery-versie van Print Shop Mail, selecteert FreeForm 2 en drukt het bestand af naar de Fiery EXP50.
In het afdrukdialoogvenster verzendt de operator zowel het
Variabele gegevens afdrukken
Raadpleeg de documentatie van de toepassing voor meer informatie over de Fiery-versie van Print Shop
Mail. model als de variabele gegevens. De Fiery EXP50 ontvangt een model en een variabel PostScript-document.
4
Fiery EXP50
5678
2
De operator selecteert het BanaRama_V.ps-bestand in
Command WorkStation Help
Command WorkStation.
VARIABELE GEGEVENS AFDRUKKEN MET FREEFORM 2 EN GEMENGDE MEDIA
Stap Taak Meer informatie
25
3
4
5
6
7
8
De operator kiest Instellingen gemengde media in het menu Acties en geeft de volgende instellingen op:
a) In Omslag definiëren geeft de operator een vooromslag op (alleen op de voorzijde afdrukken), omslagpapier en de lade voor het medium.
b) In Blanco invoegen geeft de operator op dat na de laatste pagina een blanco pagina moet worden ingevoegd, geeft hij aan welke lade moet worden gebruikt voor het gekozen medium en klikt op OK.
De operator verwerkt de taak en blokkeert ze. Command WorkStation Help
De operator bekijkt het taakvoorbeeld. Command WorkStation Help
De operator drukt de taak af. Command WorkStation Help
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
De taak wordt afgedrukt met de samengevoegde variabele en modelgegevens, met een blanco pagina tussen de records.
Hulpprogramma’s
Bepaalde elementen van het model en de variabele gegevens moeten overeenstemmen. Bijvoorbeeld: het papierformaat en de afdrukstand moeten overeenstemmen. Raadpleeg
Variabele gegevens afdrukken voor een volledige lijst.

PPML MET INSLAG

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van PPML en inslag, plus een voorbeeld van een workflow van een ingeslagen taak waarbij PPML gebruikt wordt.

Wat is PPML en hoe slaat u het in?

PPML (Personalized Print Markup Language) is een op XML-gebaseerde taal voor het afdrukken van variabele gegevens. Dankzij PPML kunnen afdruktaken met variabele gegevens sneller worden afgedrukt door tekstelementen en grafische elementen in de printer op te slaan en opnieuw te gebruiken wanneer nodig. PPML is een taal die niet specifiek aan een leverancier gebonden is en wordt daarom als een open industriestandaard beschouwd.
U kunt de modelelementen en de variabele elementen voor een taak als PPML-bestand aanmaken in een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens, zoals de Fiery-versie van Pageflex Persona, en de taak vervolgens afdrukken op de Fiery EXP50.
PPML MET INSLAG
26
Sla PPML in zoals u dat met een andere taak zou doen (zie pagina 13). Sla de PPML-taak in op een vel om de stukken in een bepaalde volgorde af te drukken, zodat de taak na het afdrukken in de correcte volgorde wordt gesneden en gestapeld.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over PPML.
PPML MET INSLAG
Voorbeeld: PPML-workflow met inslag
Dr. Jones is een veearts die zopas zijn praktijk in een andere buurt heeft gevestigd. Hij wil zowel zijn bestaande als eventuele nieuwe klanten op de hoogte brengen van zijn nieuwe adres, telefoonnummer en openingsuren. Hij beslist om 30.000 kaartjes van 5x 8 inch te versturen. Op de voorzijde van elke kaart staat een foto van zijn hond, Max, met informatie over zijn praktijk, en op de achterzijde van de kaart staan de naam en het adres van de klant plus een streepjescode.
Dr. Jones verstuurt zijn bestelling naar een drukkerij, samen met het PDF-bestand van de kaart en zijn database in Excel-formaat, met daarin de adressen van zijn klanten en van de inwoners van zijn buurt.
De drukkerij maakt de samengevoegde taak van het modeldocument en het variabele document in de Fiery-versie van Pageflex Persona, om zo het bestand JonesMailer.ppml te maken.
Raadpleeg de documentatie van de toepassing voor meer informatie over de Fiery-versie van Pageflex Persona.
27
Om tijd en geld te besparen, worden vier kaarten aan weerszijden van één vel van 11x 17 inch afgedrukt. Om de mailing vlotter te doen verlopen en de postkosten te drukken, worden de kaarten zo ingeslagen dat ze na het snijden van de pagina’s gemakkelijk kunnen worden gestapeld, met de postcodes in de juiste sorteervolgorde.
PPML MET INSLAG
Het onderstaande diagram geeft aan hoe deze taak wordt ingeslagen en gesorteerd.
28

Benodigdheden voor dit voorbeeld

•Een Windows-computer met daarop de Fiery-versie van Pageflex Persona geïnstalleerd
•JonesMailer.ppml
•Fiery EXP50
• Command WorkStation met Impose
PPML MET INSLAG
PPML-workflow met inslag
1
2 3 4
29
8
Stap Taak Meer informatie
1
De operator in de drukkerij maakt de samengevoegde taak van het modeldocument en het variabele document in de Fiery­versie van Pageflex Persona, om zo het JonesMailer.ppml-
Raadpleeg de documentatie van de toepassing voor
meer informatie over de Fiery-versie van Pageflex
Persona. bestand te maken.
2
De operator in de drukkerij downloadt het bestand naar
Command WorkStation Help
Command WorkStation.
567
Fiery EXP50
PPML MET INSLAG
Stap Taak Meer informatie
30
3
4
5
De operator selecteert de job in Command WorkStation en kiest Inslaan in het menu Acties.
a) In de Velbalk geeft de operator 11 dubbelzijdig op.
b) In de Opmaakbalk geeft de operator twee rijen en twee kolommen op en schakelt hij de printermarkeringen in.
c) In de Schalingsbalk stelt de operator de schaling in op 100%.
d) In de Afwerkingsbalk geeft de operator op dat de taak moet worden gecombineerd, gesneden en gestapeld en stelt hij 64 in voor de record set (recordset). De operator kiest 64 omdat dit het aantal vellen is dat de papiersnijder gemakkelijk in een keer kan snijden. (Deze waarde moet een veelvoud zijn van het aantal dat werd opgegeven voor de opmaak. In dit voorbeeld gaf de operator twee rijen en twee kolommen op. Het op te geven getal moet hier dus een meervoud van 4 zijn, 64 bijvoorbeeld.) Dit is de record per set.
De operator klikt op het pictogram Rastervoorbeeld ( ) om in Impose een voorbeeld te zien van enkele records.
De operator drukt de taak af. Command WorkStation Help
x 17 inch, liggend en
Hulpprogramma’s
Command WorkStation Help
6
7
8
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
De mailings worden gestapeld en klaargemaakt voor het snijden.
De operator controleert of de Impose Controle Strip (controlestrook voor inslag) overeenstemt met de ingestelde informatie.
Command WorkStation Help
Controleer of de Impose Control Strip (Inslagcontrolestrook) overeenstemt met de ingestelde informatie. Dit is handig als bepaalde pagina’s van uw taak niet correct worden afgedrukt en u die pagina’s opnieuw moet afdrukken.
Druk één document af om te controleren of de modelinformatie en de variabele informatie overeenstemmen.
Zorg ervoor dat de schaling in Impose op 100% is ingesteld. Anders worden de kaarten niet afgedrukt met de opgegeven afmetingen van 5x8 inch en worden ze aangepast aan de opgegeven schalingswaarde.

HOT FOLDERS

Wat zijn Hot Folders?

HOT FOLDERS
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Hot Folders en een voorbeeld van een workflow waarbij Hot Folders wordt gebruikt.
Hot Folders is een softwaretoepassing die afdruktaken op het netwerk stroomlijnt. Een Hot Folder is een map waaraan u een groep van afdrukopties en een afdrukwachtrij op de Fiery EXP50 kunt toewijzen.
Om een document af te drukken, sleept u het bestand naar de Hot Folder en zet u het daar neer. U kunt verscheidene Hot Folders maken, allemaal met verschillende instellingen en verschillende Fiery EXP50-verbindingen. Afhankelijk van de configuratie van de Hot Folder worden de taken naar een Fiery EXP50 gestuurd met de instellingen die u hebt geconfigureerd.
31
De Hot Folder-software draait als een hulpprogramma op de achtergrond en controleert de Hot Folders doorlopend op nieuwe taken.
Raadpleeg Hulpprogramma’s en Hot Folders Help voor meer informatie over Hot Folders.
HOT FOLDERS
{

Voorbeeld: Werkstroom met Hot Folders

Greg werkt voor de firma ABC en wil 25 exemplaren van zijn nieuwe visitekaartjes afdrukken.
Firma ABC heeft op het netwerk een Hot Folder met de naam “VisiteKaartjes" geconfigureerd, zodat de werknemers het pdf-bestand van hun visitekaartjes direct op de Hot Folder kunnen neerzetten om ze af te drukken.
Greg maakt zijn visitekaartjes met behulp van het verplichte sjabloon voor visitekaartjes van het bedrijf. Hij slaat het op als GregCard.pdf. De sjabloon voor visitekaartjes zorgt ervoor dat de kaartjes optimaal worden afgedrukt, met de in de Hot Folder VisiteKaartjes opgegeven inslaginstellingen.
Na het afdrukken, snijdt een operator van de printshop van het bedrijf de kaartjes en stuurt hij ze met de kantoorpost naar de werknemer.
De visitekaartjes van ABC hebben een formaat van 2x3,25 inch.
De onderstaande afbeelding toont hoe de visitekaartjes worden ingeslagen.
32
5 kolommen
11x 17-vel
5 rijen
{
Visitekaartje van 2x3,25
HOT FOLDERS
33

Benodigdheden voor dit voorbeeld

•GregCard.pdf
•Fiery EXP50
•Op het netwerk geconfigureerde Hot Folder
•11x17 inch zware media, zoals kaartjespapier
Voor informatie over de ondersteunde mediasoorten, zie Afdrukopties.
•Een papiersnijder
OPMERKING: De Fiery EXP50 ondersteunt PDF-versies 1.2-1.5.
Workflow met inslag
1
2 3 4
Fiery EXP50
567
HOT FOLDERS
Stap Taak Meer informatie
34
1
De operator bij Firma ABC maakt een Hot Folder op het netwerk, geeft hem de naam “VisiteKaartjes” en past de volgende Hot Folder-instellingen toe.
Hulpprogramma’s
Hot Folders Help
a) In Taakinstellingen geeft de operator 25 exemplaren op.
b) Op het tabblad Vel van Inslaginstellingen geeft de operator
11
x 17 op bij Velgrootte op, Liggend bij Afdrukstand en Uit
bij Dubbelzijdig.
c) Op het tabblad Opmaak kiest de operator bij Inslaginstellingen 5 rijen en 5 kolommen en selecteert hij Printermarkeringen.
d) Op het tabblad Schaal van Inslaginstellingen kiest de operator 100% als schaal.
e) Op het tabblad Afwerking van Inslaginstellingen selecteert de operator Combineren en Herhaald.
2
3
Greg zoekt zijn bestand, Gregcard.pdf, op zijn computer.
Greg zet het bestand GregCard.pdf neer op de Hot Folder
Hot Folders Help
VisiteKaartjes.
4
5
De taak wordt afgedrukt.
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
6
7
De visitekaartjes worden afgedrukt op een vel van 11x 17 inch.
De operator volgt de printermarkeringen en snijdt de visitekaartjes.
Hot Folders past geen beperkingen toe tussen Taakinstellingen en Inslaginstellingen. Raadpleeg Hulpprogramma’s voor een lijst van Taakinstellingen voor Hot Folders die niet mogen worden gewijzigd als u ook Inslaginstellingen gebruikt.

COMPOSE MET PAPER CATALOG

COMPOSE MET PAPER CATALOG
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van Compose en Paper Catalog (Papiercatalogus). Het beschrijft een voorbeeldworkflow die beide toepassingen gebruikt om een afdruktaak te maken met gekleurde omslagen, tabbladen en door de operator gekozen hoofdstukbeginpagina’s.

Wat is Compose?

Compose is een softwaretoepassing die deel uitmaakt van het Productie-afdrukpakket (Production Printing Package). Compose geeft u de mogelijkheid om een afdruktaak (in wachtrij geplaatst of geblokkeerd in Command WorkStation) voor te bereiden op het afdrukken.
35
Voor een enkelvoudige afdruktaak gebruikt u Compose om:
•Een voorbeeldweergave te bekijken van de taak, in de vorm van miniatuurweergaven of voorbeelden op volledig scherm.
•Hoofdstukbeginpagina’s te kiezen en afwerkingsopties te selecteren en toe te passen.
•Verschillende media op te geven voor voor- en achteromslagen, tekstpagina’s en secties.
•Blanco vellen, tabbladen of andere documenten in te voegen.
•Een document te bewerken met Adobe Acrobat en Enfocus PitStop.
Compose is een dynamische toepassing die opties weergeeft en inschakelt afhankelijk van de voor de taak geselecteerde Fiery EXP50. Als een taak bijvoorbeeld instellingen voor gemengde media bevat die in het printerstuurprogramma of in Command Workstation zijn gekozen, verschijnen deze instellingen wanneer u de taak in Compose bekijkt.
Raadpleeg Hulpprogramma’s en de Compose Help voor meer informatie over Compose.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het Productie-afdrukpakket.
COMPOSE MET PAPER CATALOG

Wat is Paper Catalog en hoe wordt het samen met Compose gebruikt?

Paper Catalog is een op het systeem gebaseerde databank van papiersoorten die deel uitmaakt van het Productie-afdrukpakket. Paper Catalog slaat de kenmerken op van alle media die in een productiedrukkerij beschikbaar zijn.
De databank van Paper Catalog bevindt zich op de Fiery EXP50 en wordt niet beïnvloed door het opnieuw starten of wissen van de Fiery EXP50.
Met Paper Catalog kunnen beheerders:
•Verscheidene combinaties van mediakenmerken definiëren en elke combinatie een unieke naam geven.
• Aan elk medium kleurenprofielen toewijzen.
• Laden met geladen media toewijzen.
•Vooraf gedefinieerde media selecteren wanneer een taak wordt verstuurd.
•Opgeven welke kolommen van Paper Catalog beschikbaar zijn voor de gebruikers.
36
•Een centrale papierdatabank beheren.
Met Paper Catalog kunnen operators:
• Laden met geladen media toewijzen.
•Vooraf gedefinieerde media selecteren wanneer een taak wordt verstuurd.
Nadat de beheerder de Paper Catalog gedefinieerd heeft, kiest de operator in Compose de media voor de taak. Wanneer de operator de taak in de miniatuurweergaven van Compose bekijkt, ziet hij duidelijk welke instellingen, bijvoorbeeld de mediakleur, van toepassing zijn voor die bepaalde ingang van de papiercatalogus.
Raadpleeg Hulpprogramma’s en Paper Catalog Help voor meer informatie over Paper Catalog en bijkomende manieren om het programma te openen.
COMPOSE MET PAPER CATALOG
Voorbeeld: Workflow met Compose en Paper Catalog
De firma ABC Human Resources Manager heeft een nieuw handboek over vergoedingen samengesteld. Het handboek is een enkel PDF-document zonder blanco pagina’s tussen de hoofdstukken. De manager wil het voor- en achteromslag van het handboek op zware goudkleurige media afdrukken en wil dat elk hoofdstuk op een rechtse pagina begint. Ze wil bovendien als vierde pagina van het handboek een blauw tabblad met de titel “Belastingformulier” invoegen.
De Human Resources Manager stuur haar verzoek, samen met het handboek in PDF-formaat (Benefits.pdf), naar de interne productieafdeling van het bedrijf.
De productieafdeling gebruikt Compose om het boek opnieuw te formatteren, de voor- en achteromslagen toe te voegen en de hoofdstukbeginpagina’s aan te duiden.
Goud is de huiskleur van de firma ABC. Alle documentatie die de firma uitgeeft moet goudkleurige omslagen hebben. De beheerder van de productieafdeling heeft al goudkleurige omslagen en blauwe tabbladen aan Paper Catalog toegevoegd.
37
De volgende afbeelding toont de componenten van het handboek.
Achteromslag afgedrukt op zwaar goudkleurig medium
Voltooid handboek
Hoofdstukken afgedrukt op gewoon medium
Blauwe tabbladen
Vooromslag afgedrukt op zwaar goudkleurig medium
COMPOSE MET PAPER CATALOG
38

Benodigdheden voor dit voorbeeld

•Benefits.pdf
•Fiery EXP50
• Command WorkStation en het Productie-afdrukpakket, dat Compose en Paper Catalog bevat
•Goudkleurig omslagpapier van de firma ABC voor de voor- en achteromslagen
•Gewoon medium voor de tekst van het hoofdstuk
•Blauwe tabbladen
De beheerder definieert eerst het goudkleurige omslagpapier van de firma ABC en de blauwe tabbladen in de databank van Paper Catalog. De beheerder wijst in Papier/lade­koppeling de media toe aan de juiste laden. Raadpleeg Paper Catalog Help voor meer informatie.
Voor informatie over de ondersteunde mediasoorten, zie Afdrukopties.
Raadpleeg Paper Catalog Help voor meer informatie over het instellen van de databank van Paper Catalog.
COMPOSE MET PAPER CATALOG
Workflow in Compose met Paper Catalog
1 2
3
39
4
9
5
6
78
Fiery EXP50
COMPOSE MET PAPER CATALOG
Stap Taak Meer informatie
40
1
De beheerder van de productieafdeling definieert het
Paper Catalog Help goudkleurige omslagpapier van de firma ABC en de blauwe tabbladen in Paper Catalog. Zij wijst met Papier/lade­koppeling de media toe aan de juiste laden van de digitale pers.
2
De Human Resources Manager maakt het PDF-bestand en stuurt het naar de interne productieafdeling van de firma.
3
De operator in de productieafdeling downloadt het bestand
Command WorkStation Help naar Command WorkStation.
4
De operator klikt met de rechtse muisknop op de taak, kiest
Command WorkStation Help Eigenschappen en geeft op dat de taak dubbelzijdig wordt afgedrukt en wordt geniet.
5
De operator selecteert de taak in Command WorkStation, kiest
Compose Help Inslaan in het menu Acties, kiest Miniatuurweergave en geeft dan de volgende instellingen op.
De operator selecteert alle pagina’s van de taak, klikt op de tab Papier en selecteert letter-formaat.
a) De operator klikt met de rechtse muisknop op de eerste pagina van de taak, schuift naar Papiercatalogus instellen en kiest Co.ABC Cover. Ze herhaalt dit voor de laatste pagina van de taak.
b) De operator klikt op de tab Voorblad/achterblad document en klikt daarna op Zijde één voor de Voorblad van het document en op Zijde één voor de Achterblad van het document.
c) De operator selecteert de eerste pagina van het eerste hoofdstuk en klikt op Hoofdstukbegin. Ze herhaalt dit voor elk hoofdstuk van het handboek.
d) De operator klikt met de rechtse muisknop op de vierde pagina, kiest Tabblad toevoegen, selecteert Co. ABC Tab en selecteert vervolgens Voor om het tabblad voor de vierde pagina in te voegen.
e) De operator dubbelklikt op het tabblad, typt “Belastingformulier” als tekst voor het tabblad, en klikt op OK.
f) De operator klikt op Lezer om de miniatuurweergaven te tonen zoals een lezer de pagina’s zal zien wanneer hij het document als een boek leest. Ze controleert de miniatuurweergaven om te kijken of de paginering klopt.
g) De operator klikt op Opslaan.
COMPOSE MET PAPER CATALOG
Stap Taak Meer informatie
41
6
De operator drukt de taak af.
Command WorkStation Help
OPMERKING: De operator kan de taak ook eenmaal als
drukproef afdrukken voor de reeks exemplaren wordt afgedrukt.
7
8
9
De taak wordt afgedrukt.
De operator haalt de afdruktaak op uit de digitale pers.
De taak wordt afgedrukt met goudkleurige voor- en achteromslagen, zoals opgegeven in Paper Catalog (Papiercatalogus), terwijl de eerste pagina van elk hoofdstuk op een rechtse pagina komt.
Als uw taak slechts een tabblad bevat maar uw medium tabbladen op verscheidene andere posities omvat, print de Fiery EXP50 alleen op het voor uw taak aangeduide tabblad en blijven de resterende tabbladen blanco.

TERMEN

TERMEN
Authoring tool (Auteursgereedschap)
Een softwaretoepassing die wordt gebruikt om tekst of afbeeldingen te maken, of om soorten opmaak voor documenten te definiëren.
Component
Bij het afdrukken van variabele gegevens is dit een element – zoals tekst, een afbeelding of een foto – dat op een pagina wordt afgedrukt.
Encapsulated PostScript (EPS)
Een PostScript-bestandsformaat, ontworpen om in een andere PostScript-stroom te worden opgenomen.
43
Fiery-versie van Pageflex Persona
Een ontwerptoepassing met variabele inhoud, die PPML en PostScript ondersteunt. PPML wordt gebruikt om variabele gegevenselementen op te slaan en opnieuw te gebruiken.
FreeForm
Een technologie voor het afdrukken van variabele gegevens, die werkt met oplossingen voor het afdrukken van variabele gegevens. Maakt het mogelijk om gegevens die veelvuldig worden gebruikt in een afdruktaak met variabele gegevens slechts eenmaal te verwerken, zodat een digitale pers met nominale of bijna nominale snelheid kan afdrukken.
FreeForm 2
FreeForm 2 breidt de FreeForm-technologie uit door u de mogelijkheid te bieden om paginacondities en -regels te bepalen voor het afdrukken van een taak met meerdere modelpagina’s. In tegenstelling tot FreeForm, vereist FreeForm 2 een toepassing voor het afdrukken van variabele gegevens die specifiek FreeForm 2 ondersteunt.
Gemengde media
Met deze functie kunt u een reeks pagina’s op verschillende types van media afdrukken.
Inslag
Groeperen en schikken van pagina’s om ze efficiënt af te drukken op grotere papiervellen, waarbij ermee rekening wordt gehouden dat de afgedrukte pagina’s nadien moeten worden gesneden en gebonden.
Modelelementen
Worden gebruikt bij het afdrukken van variabele gegevens, met variabele elementen. Hergebruikbare gegevens die gemeenschappelijk zijn voor alle exemplaren van een document.
TERMEN
PDF (Portable Document Format)
Een open bestandsformaatspecificatie die teksten en afbeeldingen in documenten beschrijft.
PostScript
Een apparaatonafhankelijke paginabeschrijvingstaal, ontwikkeld door Adobe, voor het afdrukken en weergeven van afbeeldingen en tekst. PostScript 3 bevat een groot aantal verbeteringen ten opzichte van oudere versies van PostScript, onder meer verbeterde afbeeldingskwaliteit en kleur.
Rasterafbeelding
Elektronische voorstelling van een pagina of een afbeelding, met gebruik van een matrix van punten, zogenaamde pixels.
Rastering
Code die tekst en afbeeldingen beschrijft converteren naar een formaat aan de hand waarvan het printapparaat van een printer de tekst en de afbeeldingen kan afdrukken.
Variabele elementen
Worden gebruikt bij het afdrukken van variabele gegevens, met modelelementen. Gegevens die niet gemeenschappelijk zijn aan alle exemplaren van een document.
44
Variabele gegevens afdrukken (VDP)
Digitale technologie die printapparaaten verbindt met databases die de inhoud voor af te drukken documenten bevatten, om pagina’s met variabele inhoud te kunnen afdrukken.
Xerox VIPP (Variable data Intelligent PostScript Printware)
Een paginabeschrijvingstaal (PDL) die speciaal bedoeld is voor het afdrukken van documenten met variabele gegevens.

INDEX

INDEX
45
A
Afwerking 15 Authoring tool (Auteursgereedschap) 43
B
bestanden downloaden 9, 14, 29 Blanco invoegen 25
in gemengde media 10
C
component 43
E
Encapsulated PostScript (EPS) 43
F
Fiery-versie van Atlas PrintShop Mail 21 Fiery-versie van Pageflex Persona 26, 43 FreeForm 43
voorbeeld van een workflow 17
FreeForm 2 21, 43
met gemengde media 22 voorbeeld van een workflow 22
G
gemengde media 7, 43
bij het afdrukken van variabele gegevens 22 Blanco invoegen 10, 25 Omslag definiëren 25 toegang vanuit Command WorkStation 10 voorbeeld van een workflow 8 voorbeeld van een workflow met
FreeForm 2 22
H
Hot Folders
voorbeeld van een workflow 32
I
Impose Control Strip (controlestrook voor
inslag) 30
Inslag
Afwerking 15 Opmaak 15
Schaal 15 Ve l 1 5
inslag 12, 43
met PPML 27 voorbeeld van een workflow 13
M
modelelementen 43
O
Omslag definiëren
in gemengde media 10
Opmaak 15
P
Paginabereik definiëren 10, 25 PDF 44 PostScript 44 PPML 26
met inslag 27 voorbeeld van een workflow 27
R
rasterafbeelding 44 rastering 44 Rastervoorbeeld, pictogram 30
S
Schaal 15
T
Taakvoorbeeld weergeven 25
vanuit Command WorkStation 10
terminologie 5
V
variabele elementen 44 variabele gegevens afdrukken 44
met gemengde media 22 talen 16
voorbeeld van een workflow 17 Ve l 1 5 VIPP (Variable data Intelligent PostScript
Printware) 44
Loading...