Xerox CX-printserver, ondersteund
door Creo-kleurenservertechnologie,
voor de Xerox 550/560kleurenprinter
Versie 1.0
731-01952A-NL Rev A
Copyright
Eastman Kodak Company, 2010. Alle rechten voorbehouden.
Dit document wordt ook gedistribueerd in PDF-indeling (Portable Document Format). U mag het PDFbestand reproduceren voor intern gebruik. Kopieën van het PDF-bestand moeten in hun geheel
worden weergegeven.
Handelsmerken
Kodak, Creo, InSite en Prinergy zijn handelsmerken van Kodak.
Acrobat, Adobe, Distiller, Illustrator, Photoshop en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Apple, AppleShare, AppleTalk, iMac, ImageWriter, LaserWriter, Mac OS, Power Macintosh en
TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. Macintosh is een handelsmerk van Apple
Inc., dat is gedeponeerd in de Verenigde Staten en in andere landen.
Hexachrome, PANTONE, PANTONE Goe, PANTONE Hexachrome en PANTONE MATCHING
SYSTEM zijn eigendom van Pantone, Inc.
PEARL, PEARLdry, PEARLgold, PEARLhdp en PEARLsetter zijn gedeponeerde handelsmerken van
Presstek, Inc.
Xerox en de connectiviteitsbol zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
FCC-regels
Alle apparatuur met het merk Creo die in dit document wordt beschreven, voldoet aan de eisen in deel
15 van de FCC-regels voor een digitaal apparaat van Klasse A. Gebruik van de apparatuur van Creo
in een woonomgeving kan tot onaanvaardbare storing van radio- en tv-ontvangst leiden, waardoor de
gebruiker stappen moet ondernemen om de storing te verhelpen.
Producten afdanken en hergebruiken
Als u het beheer hebt over het afdanken van de Xerox-producten, moet u er
rekening mee houden dat het product perchloraat, lood, kwik en andere materialen
bevat, die moeten worden afgedankt volgens de geldende milieunormen. De
aanwezigheid van perchloraat, lood en kwik is geheel in overeenstemming met de
mondiale regelgeving die van toepassing was op het moment dat het product op de
markt kwam. Toepassing van dit symbool op uw apparaat is een bevestiging dat u
dit apparaat moet afdanken conform de overeengekomen nationale procedures.
Krachtens de Europese wetgeving moet de verwerking van afval van gebruikte elektrische en
elektronische apparatuur geschieden overeenkomstig de daarvoor geldende procedures.
Voor de juiste verwerking en het hergebruik van oude producten en gebruikte batterijen wordt u
verzocht deze naar een inzamelingspunt te brengen volgens de lokale regelgeving en de richtlijnen
2002/96/EC en 2006/66/EC. Wanneer u deze producten en batterijen correct afvoert, helpt u kostbare
hulpbronnen te besparen en mogelijke negatieve effecten voor de gezondheid en omgeving te
voorkomen, die anders het gevolg zouden kunnen zijn van een onjuiste verwerking van afval. Het is
mogelijk dat er, volgens de lokale regelgeving, boetes worden gegeven bij het onjuist afvoeren van dit
afval.
Xerox heeft een wereldomvattend programma voor het terugnemen en opnieuw bruikbaar maken van
apparatuur. Neem contact op met uw Xerox-verkoper (1-800-ASK-XEROX) om te zien of dit Xeroxproduct deel uitmaakt van het programma. Voor meer informatie over milieuprogramma's van Xerox,
gaat u naar
Voor informatie over het afdanken van perchloraat en opnieuw bruikbaar maken van producten, neemt
u contact op met de plaatselijke instanties. In de Verenigde Staten kunt u ook meer informatie
opvragen bij California Department of Toxic Substances Control (DTSC) of bezoek http://
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate .
http://www.xerox.com/environment .
Dit elektronische informatieproduct voldoet aan de norm SJ/T 11363 - 2006 van de
elektronische industrie van de Volksrepubliek China.
In overeenstemming met Artikel 7 (d) certificeren wij hierbij dat dit product aan het EEE-voorschrift
voldoet. "EEE yönetmeliğine uygundur."
REACH
Raadpleeg voor informatie over de aanwezigheid van substanties die op de lijst met kandidaten
worden vermeld volgens artikel 59(1) van voorschrift (EC) nr. 1907/2006 (REACH).
Beperking van aansprakelijkheid
Het product, de software of de services worden geleverd "zoals ze zijn" en "indien beschikbaar". Kodak
en haar dochtermaatschappijen en aangesloten maatschappijen wijzen hierbij uitdrukkelijk alle
garanties, uitdrukkelijk en impliciet, van de hand, met inbegrip van maar niet beperkt tot eventuele
impliciete garanties van verkoopbaarheid, geschiktheid voor een bepaald doel en het niet inbreuk
maken, uitgezonderd de gevallen die specifiek in het contract worden vermeld.
U begrijpt en gaat ermee akkoord dat, uitgezonderd de gevallen die specifiek in het contract
worden vermeld, Kodak en haar dochtermaatschappijen en aangesloten maatschappijen niet
aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enige directe, indirecte, incidentele of speciale
schades, gevolgschades met verstrekkende gevolgen, waaronder maar niet beperkt tot
inkomstenderving, goodwill, gebruik, gegevens of andere immateriële verliezen (zelfs indien
Kodak op de hoogte was van de mogelijkheid van dergelijke schades) die voortvloeien uit: (i) het
gebruik of het niet kunnen gebruiken van het product of de software; (ii) de kosten voor
vervangende goederen en services voor aangeschafte producten, goederen, gegevens, software,
informatie of services; (iii) onrechtmatig gebruik of wijziging van uw producten, software of
gegevens; (iv) verklaringen of handelwijzen van derden; (v) elke andere aangelegenheid
aangaande het product, de software of de services.
De tekst en tekeningen in dit document dienen alleen ter illustratie en referentie. De specificaties
waarop deze zijn gebaseerd, kunnen worden gewijzigd. Kodak kan op elk moment en zonder
voorafgaande kennisgeving, wijzigingen aanbrengen in dit document. Kodak kan, voor zichzelf en
voor haar moedermaatschappijen, dochtermaatschappijen en aangesloten maatschappijen, niet
aansprakelijk worden gesteld voor technische of redactionele fouten of weglatingen in dit
document, en is niet aansprakelijk voor incidentele, indirecte, speciale of gevolgschaden, met
inbegrip van maar niet beperkt tot, het verlies van gebruik, het verlies of de wijziging van
gegevens, vertragingen, inkomstenderving of verlies van besparingen die voortvloeien uit het
gebruik van deze documentatie.
Deze handleiding afdrukken....................................................................................................................1
Wat is er nieuw?......................................................................................................................................2
xXerox CX-printserver, ondersteund door Creo-kleurenservertechnologie, voor de Xerox 550/560-
kleurenprinter Gebruikershandleiding
Beginnen
1
Deze handleiding afdrukken
Wijzig het papierformaat om dit document op elke willekeurige
printer te kunnen afdrukken.
1.Open het PDF-bestand in Adobe
2.Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
Acrobat.
3.Selecteer het gewenste papierformaat, bijvoorbeeld A4 of
Letter.
4.Selecteer Aanpassen aan afdrukbaar gebied of Verkleinen
tot afdrukbaar gebied in de lijst Pagina's schalen.
Opmerking: De namen in de lijst Pagina's schalen variëren en zijn
afhankelijk van de versie van de Adobe Acrobat-software.
5.Klik op OK.
Dit document wordt op het geselecteerde papierformaat op uw
printer afgedrukt.
2Hoofdstuk 1—Beginnen
Wat is er nieuw?
De CX-printserver ondersteunt deze nieuwe functies:
●
Ondersteuning van APPE 2.0
●
Beheer van externe sites
●
Tekstbericht en e-mailkennisgevingen
●
Een steunkleur meten met gebruikmaking van de
X-Rite i1-
spectrofotometer
●
Voorgedefinieerde kleurensets
●
CX-printserver help
●
Eenvoudige VDP-bestandsmaker
●
Ondersteuning van near-Line-finisher
Systeemoverzicht
De Xerox CX-printserver, ondersteund door Creokleurenservertechnologie, is een on-demand prepresssysteem dat
geavanceerde prepresstechnologieën gebruikt om een Xerox
Color 550/560-printer aan te sturen.
De CX-printserver biedt u de mogelijkheid van computers met
Microsoft Windows of Apple Mac OS af te drukken. met
gebruikmaking van RIP-technologie (Raster Image Porcessor
converteert de CX-printserver beeldbestanden met de indeling
'page-description language' (PDL)—bijvoorbeeld Adobe
PostScript, PDF en indelingen voor de afdruk van variabele
gegevens—naar een geschikte 'ready-to-print'-indeling (RTP) voor
het maken van digitale afdrukken van hoge kwaliteit. Daar het met
de CX-printserver mogelijk is om met vooraf ingestelde
werkstromen af te drukken wordt een gestroomlijnd afdrukproces
verkregen.
In combinatie met de de printer, kunt u met de CX-printserver
visitekaartjes, folders, brochures, pamfletten, catalogi, korte-run
proefteksten en print-on-demand publicaties efficiënt afdrukken.
De CX-printserver combineert RIP-functionaliteiten,
automatisering, besturingshulpmiddelen en speciaal ontwikkelde
hardwaremogelijkheden met op Windows gebaseerde
architectuur.
De CX-printserver ondersteunt het Xerox Extensible Interface
Platform (EIP), en fungeert daarbij als intermediair tussen
aangepaste EIP-toepassingen en de pers.
Zie ook:
Uw computer instellen - overzicht op pagina 7
Hardware- en softwareonderdelen3
Hardware- en softwareonderdelen
De CX-printserver omvat:
●
Creo-hardware, inclusief de speciale interfacekaart
●
Een DVD-RW-station met software voor het branden van
DVD's
●
De volgende software:
●
CX-printserver-software
●
Microsoft Internet Explorer 6
●
Microsoft XP voor Embedded-systemen
Ondersteunde indelingen
De CX-printserver ondersteunt de volgende bestandsindelingen:
●
PostScript (samengestelde of vooraf gescheiden bestanden)
(niveau 1, 2 en 3)
●
Adobe PDF (versie 1.2 tot en met 1.7)
●
EPS
●
Creo VPS (Variable Print Specification)
●
Xerox VIPP (Variable Data Intelligent PostScript PrintWare)
●
VIPP.VPC (VIPP Project Container)
●
PPML (Personalized Print Markup Language)
●
PPML.zip
●
Bestandsindelingen van verschillende prepresssystemen—
bijvoorbeeld TIFF/IT-software
●
CT, LW
●
JPEG
●
TIFF
●
Vooraf gescheiden indelingen
Optionele kits
De CX-printserver omvat optionele kits:
●
Imposition Power Kit, waarmee u aangepaste signaturen kunt
maken en kunt definiëren waar markeringen of groepen
markeringen op een vel worden geplaatst. Bovendien is er een
optie voor interactieve 'job ganging'.
Opmerking: Voor dit pakket is een dongle nodig.
●
Creative Power Kit, die meer functionaliteit biedt voor kleur en
beeldkwaliteit en het volgende omvat:
4Hoofdstuk 1—Beginnen
●
X-Rite i-1-spectrofotometer
●
Apparaatkoppelingsprofiel importeren
●
Geavanceerde kalibratie-informatie
●
Steunkleuren gebaseerd op bestemmingsprofielen
●
Kleurenkiezer
●
Voorgedefinieerde kleurensets
●
Voorbeelden van kleurensets afdrukken
Opmerking: Voor dit pakket is een dongle nodig.
●
Kit voor randapparatuur, die de standaard, het toetsenbord, de
muis en de monitor omvat.
●
Professional Power Kit, biedt een uitbreiding op de functieset
van de Creo-kleurenserver met nadruk op de functionaliteit die
verzocht is door leveranciers van grafische en commerciële
afdrukken. Deze kit omvat:
●
Dynamische pagina-uitzonderingen
●
Opbouwfunctie voor impositiesjablonen
●
Enfocus PitStop
●
VDP-bestanden archiveren en ophalen
●
Steunkleurvariatie
●
Afdrukmodus—progressief, separaties en aangepast
●
Testboek van steunkleuren afdrukken
●
VDP-beheertool
●
Afdrukinformatie
Opmerking: Voor dit pakket is een dongle nodig.
Overzicht van de werkruimte
Wanneer u de CX-printserver
werkruimte automatisch.
Opmerking: Voor de CX-printserver zijn jobs niet bevroren, maar worden
deze ongeacht eventuele conflicten afgedrukt. Wanneer er sprake is van een
conflict, controleert u de meldingen op de printer zelf.
De werkruimte bevat verschillende gebieden die u de mogelijkheid
bieden uw job tijdens de verwerkings- en afdrukstadia te volgen.
Bovendien bevat de werkruimte hulpmiddelen en opties waarmee
u uw server en jobs volledig kunt aanpassen en beheren.
-software start, verschijnt de
Overzicht van de werkruimte5
WerkruimtegebiedBeschrijving
Werkbalk
Bevat snelknoppen voor het venster Importeren , het
Bronnencentrum , Kalibratie , de Steunkleuren-editor ,
Gradatie, Voorbeeld , Archief , Opbouwfunctie voor
impositiesjablonen en waarschuwingen .
Opmerking: De pictogrammen die verschijnen variëren per optionele
kit die in gebruik is.
Paneel PrinterstatusHet paneel Printerstatus geeft informatie over de huidige status van de
printer, bijvoorbeeld Afdrukken, Gereed,
Opwarmen.
Details over bronnenKlik op Laden, Finishers, Toners, Onderdelen of Server om
informatie weer te geven over de grootte en het type papier in elke
lade, de aangesloten afwerkingsapparaten, de beschikbare toner, de
status van de onderdelen, en de schijfruimte en netwerkdetails.
Verwerkingswachtrij en
Afdrukwachtrij
Het gebied Verwerkingswachtrij bevat de bestanden die moeten
worden verwerkt. Nadat een bestand met succes is verwerkt, wordt het
naar het gebied Afdrukwachtrij of het gebied Opslag verplaatst.
geeft aan dat de rij klaar is voor verwerking of afdrukken.
geeft aan dat de wachtrij tijdelijk is gestopt. Om de jobs in deze
wachtrij te verwerken en af te drukken moet u de wachtrij vrijgeven.
Opmerking: Wanneer u wachtrij is uitgesteld, kunt u de jobparameters
van een job openen en bewerken, tenzij de job actief is of in de
afdrukwachtrij wordt afgedrukt.
Gebied OpslagHet gebied Opslag bevat jobs die:
●
volledig en correct zijn afgedrukt
●
vastgehouden of afgebroken zijn tijdens het verwerken of afdrukken
●
direct vanaf het clientwerkstation zijn verstuurd of naar het gebied
Opslag zijn geïmporteerd
Er zijn in het gebied Opslag drie verschillende weergaven beschikbaar:
Lijst, Voorbeeld en Galerie..
U kunt de kolommen en informatie die in het gebied Opslag worden
weergegeven, wijzigen. Rechtsklik op een kolom in het gebied Opslag
en selecteer de kolom die u wilt toevoegen of verwijderen.
6Hoofdstuk 1—Beginnen
Inschakelen van de CX-printserver
1.Zet het beeldscherm aan.
2.Druk op de aan/uit-knop.
Het voedingslampje op het voorpaneel gaat branden en het
aanmeldscherm van het Windows-besturingssysteem
verschijnt.
Het welkomvenster van de
de werkruimte.
Opmerkingen:
●
Als de werkruimte niet automatisch verschijnt, opent u de toepassing via
het menu Start van Windows.
●
Als de schermbeveiliging met een wachtwoord wordt geactiveerd, is de
gebruikersnaam operator en het wachtwoord spire.
Zie ook:
Venster Voorkeuren op pagina 129
Uitschakelen van de
1.Selecteer Afsluiten in het menu Bestand van de werkruimte.
Opmerking: Wanneer u alleen de werkruimte wilt afsluiten (zonder de
kleurenserver uit te schakelen), selecteert u Werkruimte afsluiten. Dit
is handig wanneer u instellingen wilt wijzigen waarvoor u de werkruimte
moet sluiten en weer openen, bijvoorbeeld bij het wijzigen van de
maateenheid van inch in mm. U start de werkruimte weer op door op het
kleurenserverpictogram op het systeemvak te rechtsklikken en
vervolgens op Starten te klikken.
CX-printserver verschijnt, gevolgd door
CX-printserver
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
2.Klik op Ja.
De CX-printserver-software wordt gesloten. Dit kan enkele
minuten duren.
Opmerking: Als u de cursor over het serverpictogram op de taakbalk
beweegt, verschijnt de volgende info: Kleurenserver stopt. Een
ogenblik geduld.
3.Controleer of het CX-printserver
-pictogram niet meer op de
taakbalk staat.
4.Selecteer in het menu Start van Windows de optie
Uitschakelen en klik op OK.
5.Wanneer de CX-printserver is uitgeschakeld, kunt u de printer
uitzetten.
Uw computer
configureren voor
2
afdrukken
Uw computer instellen - overzicht
Afdrukmethoden
Bij bepaalde methoden voor het afdrukken met de
gebeurt het volgende:
●
De job wordt bij een van de virtuele printers van de CXprintserver ingediend. De job wordt gespoold en vervolgens
verwerkt of afgedrukt (volgens de geselecteerde jobflow van de
virtuele printer). Met deze methode kunt u met alle software,
bijvoorbeeld Adobe Acrobat, en met elke bestandsindeling
afdrukken vanaf elke Windows- en Mac-computer.
●
De job wordt naar een hot folder gesleept. De Job wordt
gespoold en verwerkt of afgedrukt (volgens de geselecteerde
jobflow van de corresponderende virtuele printer). Als u de hot
folder-methode gebruikt, kunt u de meeste PDL-bestanden
afdrukken, zoals PostScript-, PDF-, EPS-, Variable Print
Specification- en PPML-bestanden.
●
Versleep Microsoft Office-bestanden naar een speciale hot
folder en dien de bestanden vervolgens in om af te drukken.
CX-printserver
Netwerkprinters
Wanneer u uw bestand met gebruikmaking van een virtuele printer
van CX-printserver wilt afdrukken, moet u de virtuele printer eerst
als een netwerkprinter op uw computer installeren.
Wanneer u een netwerkprinter op uw computer hebt geïnstalleerd,
kunt u bestanden indienen om af te drukken. De netwerkprinters
worden standaard geïnstalleerd met de
afdrukstuurprogrammasoftware. U kunt de standaardinstellingen
van de netwerkprinter zo wijzigen dat de PPD-parameters in plaats
van de afdrukstuurprogrammasoftware worden gebruikt.
De CX-printserver ondersteunt het afdrukken vanuit de volgende
besturingssystemen:
●
Mac OS X 10.4 en later
●
Microsoft Windows Server 2008, Microsoft Windows Server
2003, Microsoft Windows 7, Microsoft Windows Vista en
Microsoft Windows XP
8Hoofdstuk 2—Uw computer configureren voor afdrukken
Met de CX-printserver beschikt u over standaardnetwerkprinters,
die hier virtuele printers worden genoemd.
Een virtuele printer bevat vooraf ingestelde werkstromen die
automatisch worden toegepast op alle afdrukjobs die met die
virtuele printer worden verwerkt. De standaard virtuele printers
worden op het netwerk gepubliceerd met specifieke parameters
voor het verwerken en afdrukken.
De standaard virtuele printers zijn:
●
ProcessPrint—Bestanden die naar deze printer zijn
verzonden, worden automatisch verwerkt en direct naar de
printer verzonden om af te drukken.
●
ProcessStore—Bestanden die naar deze printer worden
verzonden, worden automatisch verwerkt en opgeslagen in
RTP-indeling (ready-to-print) in het gebied Opslag. U kunt een
RTP-job later aanbieden voor afdrukken of de parameters van
de job wijzigen en deze opnieuw aanbieden voor verwerking of
afdrukken.
●
SpoolStore—Bestanden die naar deze printer worden
verzonden, worden naar het gebied Opslag gespoold waar
deze blijven staan totdat u deze aanbiedt voor verwerking en
afdrukken. De bestanden behouden de PDL-indeling (zoals PS,
PDF, VPS en PPML).
Afdrukstuurprogramma
Gebruik het afdrukstuurprogramma om jobparameters in te stellen
wanneer u een job vanuit een willekeurige toepassing op uw
computer bij de CX-printserver
heeft een grafische gebruikersinterface die lijkt op het venster CXprintserver jobparameters. Op een Windows-computer wordt de
software automatisch geïnstalleerd wanneer u een netwerkprinter
configureert.
Opmerking: Op een Mac-computer moet u het afdrukstuurprogramma
handmatig installeren.
In het venster Afdrukstuurprogramma kunt u de volgende acties
uitvoeren:
●
Jobparameters opgeven of wijzigen, ongeacht of uw computer
wel of niet op de server is aangesloten.
●
Een job vergrendelen om veilig af te drukken.
●
Een set parameters opslaan. Sets zijn handig wanneer u
verschillende jobs wilt afdrukken met dezelfde parameters of
als u een job opnieuw wilt afdrukken.
●
Een set opgeslagen parameters ophalen
●
De status van de printer controleren
indient. Het afdrukstuurprogramma
Afdrukken configeren op een Windows-computer9
●
PostScript-parameters voor de job definiëren
●
Een voorbeeld van de impositielay-out weergeven
Afdrukken configeren op een Windows-computer
Een netwerkprinter aan uw Windows-computer toevoegen
Wanneer u vanaf een Windows-computer wilt afdrukken, dient u
eerst een CX-printserver
toe te voegen.
Tip: Hieronder zijn enkele tips voor het snel configureren van een printer. De
volledige procedure wordt in detail uitgelegd.
●
Zoek de CX-printserver op in Mijn netwerklocaties en dubbelklik
vervolgens op de netwerkprinter die u wilt installeren. De netwerkprinter
wordt automatisch op uw computer geïnstalleerd en in de lijst met printers
gezet.
1.Selecteer in het menu Start Instellingen > Printers en
faxapparaten.
Het venster Printers en faxapparaten
2.Selecteer onder PrintertakenEen printer toevoegen.
virtuele printer aan uw clientwerkstation
verschijnt.
Opmerking: Op uw computer kunnen de bewoordingen enigszins
verschillen.
De Wizard Printer toevoegen verschijnt.
3.Klik op Volgende.
4.Selecteer Netwerkprinter of een printer die met een andere
computer is verbonden en klik op Volgende.
5.Selecteer Een printer zoeken en klik op Volgende.
6.Zoek de CX-printserver op en dubbelklik hierop om de lijst met
netwerkprinters te openen.
7.Selecteer de gewenste printer en klik op Volgende.
8.Klik op Ja in het bericht dat verschijnt.
9.Maak een keuze:
●
Selecteer als u deze printer wilt instellen als de
standaardprinter van uw computer. Ja
●
Selecteer als u deze printer niet wilt instellen als de
standaardprinter van uw computer.Nee
10. Klik op Volgende.
11. Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten.
De CX-printserver-netwerkprinter wordt toegevoegd aan uw
printer. Bovendien worden het afdrukstuurprogramma en het PPDbestand automatisch gekopieerd.
10Hoofdstuk 2—Uw computer configureren voor afdrukken
De afdrukstuurprogrammasoftware voor de eerste keer laden
Vereisten:
Op uw Windows-computer moet een netwerkprinter zijn
gedefinieerd.
Laad het afdrukstuurprogramma na het installeren van een
netwerkprinter, zodat de CX-printserver
1.Open een bestand in de bijbehorende toepassing,
bijvoorbeeld een PDF-bestand in Adobe Acrobat.
2.Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
3.Selecteer één van de netwerkprinters, bijvoorbeeld Print en
klik op Eigenschappen.
Een bericht geeft aan dat de software wordt geladen.
Opmerking: Dit kan enige minuten in beslag nemen.
gereed is voor afdrukken.
Klik op Voltooien wanneer de software met succes is
geladen. Het venster Jobparameters verschijnt.
4.Sluit het venster Jobparameters en dialoogvenster Afdrukken
om de installatie van het printerstuurprogramma te voltooien.
De netwerkprinter wordt met gebruikmaking van het
afdrukstuurprogramma ingesteld voor afdrukken.
Snelle manier om een printer toe te voegen
1.Selecteer Uitvoeren in het menu Start.
De software voor het afdrukstuurprogramma uitschakelen11
2.Typ in het vak Openen\\, gevolgd door de hostnaam of het
IP-adres van de kleurenserver en klik op OK.
Het servervenster wordt geopend.
3.Dubbelklik op het pictogram van de gewenste netwerkprinter.
De CX-printserver-netwerkprinter wordt toegevoegd aan uw
printer.
De software voor het afdrukstuurprogramma uitschakelen
Schakel de software voor het afdrukstuurprogramma uit als u
toegang wilt kunnen hebben tot de PPD-bestandsparameters. De
software voor het afdrukstuurprogramma is standaard
ingeschakeld.
1.Selecteer in het menu Start Instellingen
faxapparaten.
2.Rechtsklik op het printerpictogram van de netwerkprinter
waarvoor u het stuurprogramma wilt uitschakelen en selecteer
Eigenschappen.
3.Selecteer het tabblad Afdrukstuurprogramma.
4.Selecteer in de lijst Uitgebreide gebruikersinterface
inschakelen de optie uit.
5.Klik op Toepassen.
6.Klik op OK.
De stuurprogrammasoftware verwijderen
Voer deze procedure uit als u naar een latere versie van het
stuurprogramma wilt upgraden.
Vereisten:
Alle toepassingen moeten gesloten zijn voordat u de
afdrukstuurprogrammasoftware verwijdert.
1.Selecteer Uitvoeren in het menu Start van Windows.
2.Typ in het vak Openen \\, gevolgd door de hostnaam of het
IP-adres van de server en klik op OK.
Het servervenster wordt geopend.
3.Ga naar \Utilities\PC Utilities\Driver Extension.
4.Voer één van de volgende taken uit:
> Printers en
●
Wanneer u Windows XP gebruikt, dubbelklikt u op
DEX_Uninstaller.exe
●
Wanneer u Windows Vista of Windows 7 gebruikt,
rechtsklikt u op DEX_Uninstaller.exe en selecteert u Alsadministrator uitvoeren.
De afdrukstuurprogrammasoftware wordt verwijderd.
12Hoofdstuk 2—Uw computer configureren voor afdrukken
Lettertypen downloaden
Gebruik de hot folder HF_FontDownLoader in D:\HotFolders om
nieuwe of ontbrekende lettertypen te installeren naar de
lettertypemap op de CX-printserver
De hot folder HF_FontDownLoader kan met de volgende
besturingssysemen worden gebruikt:
●
Windows Server 2008
●
Windows Server 2003
●
Windows 7
●
Windows Vista
●
Windows XP
●
Mac OS X 10.4 en later
U kunt de lettertypen van uw computer naar de hot folder
HF_FontDownLoader slepen. U kunt in het Bronnencentrum
standaardlettertypen instellen en lettertypen verwijderen.
een
Opmerking: U kunt alleen lettertypen kopiëren als de lettertypelicentie dit
toestaat.
Een TCP/IP-printer instellen
Stel een TCP/IP-printer op een Windows-computer in.
Vereisten:
De volgende items moeten op de Windows-computer zijn
geïnstalleerd en geconfigureerd:
●
TCP/IP
●
Het nieuwste PostScript-printerstuurprogramma,
AdobePSDriver.exe. U kunt het stuurprogramma vinden in de
gedeelde map D:\Utilities\PC Utilities op de CXprintserver, of u kunt het stuurprogramma downloaden vanaf de
website van Adobe op
●
Het PPD-bestand, CX560_V1.PPD. Dit bestand bevindt zich in
de gedeelde map D:\Utilities\PPD op de CX-printserver.
1.Open het venster Printers.
2.Selecteer Bestand > Servereigenschappen.
3.Klik op het tabblad Poort en klik vervolgens op Poort
toevoegen.
http://www.adobe.com.
LPR-afdrukken instellen13
4.Selecteer in het venster Printerpoorten
poorttypen de poort Standaard TCP/IP-poort, en klik
vervolgens op Nieuwe poort.
De wizard Standaard TCP/IP-printerpoort toevoegen
verschijnt.
5.Klik op Volgende.
6.Typ in het vak Printernaam of IP-adres de precieze naam
van de CX-printserver (de naam is hoofdlettergevoelig).
Opmerking: Het vak Poortnaam wordt automatisch ingevuld terwijl u
de Printernaam of het IP-adres invult.
7.Typ in het vakje Poortnaam een naam voor de printer die
gemakkelijk herkenbaar is vanaf uw computer.
8.Klik op Volgende.
9.Selecteer bij Apparaattype de optie Aangepast en klik op
Instellingen.
10. Selecteer LPR bij Protocol.
11. Stel onder LPR-instellingen de waarden als volgt in:
a. Typ bij Wachtrijnaam de exacte naam van de
netwerkprinter waar u jobs naartoe wilt sturen om af te
drukken, bijvoorbeeld CX560_ProcessPrint.
b. Schakel het selectievakje LPR-bytetelling ingeschakeld
in.
12. Klik op OK , Volgende en daarna op Voltooien.
13. Klik in het venster Printerpoorten
14. Controleer of de nieuwe poort in het venster Eigenschappen
van afdrukserver op het tabblad Poorten wordt vermeld.
15. Klik in het venster Eigenschappen van afdrukserver op
Sluiten.
in de lijst Beschikbare
op Sluiten.
De netwerkprinter voor de CX-printserver is nu geïnstalleerd en
gereed voor afdrukken.
11. Klik in het venser Softwarelicentieovereenkomst op Ga door.
12. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de voorwaarden van
de overeenkomst. Vervolgens kunt u verdergaan met de
installatie.
Een printer met het afdrukstuurprogramma van Macintosh OS X (10.4 en later) definiëren15
13. Selecteer in het gebied Bestemming selecteren het
bestemmingsvolume waarin u het afdrukstuurprogramma wilt
installeren en klik op Ga door.
14. Klik op Installeer.
15. Typ uw aanmeldnaam (indien nodig) en het wachtwoord en
klik op OK.
16. Klik op Sluiten.
Het afdrukstuurprogramma en PPD-bestand worden geïnstalleerd.
Opmerking: Als u het afdrukstuurprogramma uitschakelt, kunt u de PPD nog
steeds gebruiken, omdat deze al is geïnstalleerd.
Een printer met het afdrukstuurprogramma van Macintosh OS
X (10.4 en later) definiëren
Vereisten:
U moet de volgende informatie beschikbaar hebben:
●
IP-adres of computernaam van uw CX-printserver
●
Naam van de netwerkprinter die u met de software voor het
afdrukstuurprogramma wilt gebruiken
1.Open via het Apple-symbool het venster
Systeemvoorkeuren
op uw Mac-computer en dubbelklik op Afdrukken en faxen.
2.Sluit het venster Afdrukken en faxen en klik op +.
Opmerking: U kunt uw printer ook definiéren met gebruikmaking van deoptie Standaard.
3.Klik in het venster Printerbrowser
op het tabblad IP-printer en
voer de volgende informatie in:
●
Typ het adres van uw server in het vak Adres.
●
Typ in het vak Wachtrij de naam van de netwerkprinter die
u met de software voor het afdrukstuurprogramma wilt
gebruiken, bijvoorbeeld CreoCS_Process.
●
Typ in het vak Naam een naam voor de printer.
●
Selecteer in de lijst Afdrukken met gebruikmaking van
de optie Andere.
4.Ga naar Library / Printers / PPDs / Contents /
Resources / en.lproj, selecteer Europe-A4 of US-Letter,
en selecteer vervolgens het CX560_V1.PPD-bestand.
5.Klik op Open.
16Hoofdstuk 2—Uw computer configureren voor afdrukken
6.Klik op Toevoegen.
De netwerkprinter is nu gedefinieerd op basis van het PPDbestand.
7.Dubbelklik op de netwerkprinter in het venster
faxen.
8.Klik op Hulpprogramma.
9.Als u in Mac OS X 10.6 werkt, klikt u op Open
printerhulpprogramma.
10. Zorg dat in de lijst Uitgebreide gebruikersinterface
inschakelen de optie Aan is geselecteerd.
11. Typ het IP-adres van de server in het vak Hostnaam server.
12. Klik op Toepassen en vervolgens op Sluiten.
Afdrukken en
De software voor het afdrukstuurprogramma van Macintosh OS
X (10.4 en later) verwijderen
Voer deze procedure uit als u naar een latere softwareversie van
het stuurprogramma wilt upgraden.
1.Selecteer Verbind met server in het menu Ga.
2.Typ in het vak Serveradres het adres of de hostnaam van deCreo-kleurenserver en klik op Verbind.
3.Selecteer Gast in het gebied Verbind als.
4.Klik op Verbind.
5.Selecteer Hulpprogramma's en klik vervolgens op OK.
6.Selecteer de map Mac Utilities.
7.Dubbelklik op het bestand CCSUninstall.dmg.
8.Dubbelklik op het bestand CCSUninstall.app.
9.Sluit alle actieve programma's op uw Mac-computer en klik op
OK.
10. Selecteer het juiste Creoprinter-stuurprogramma en klik op
OK.
11. Typ uw aanmeldnaam (indien nodig) en het wachtwoord enklik op OK.
12. Klik op OK.
De Print Driver-software wordt verwijderd. U kunt de
stuurprogrammasoftware nu upgraden.
Opmerking: U moet na het upgraden van de software de netwerkprinters die
u hebt verwijderd, opnieuw installeren.
Kalibratie
3
Overzicht van kalibratie
Het verkrijgen van de meest aanvaardbare afdrukkwaliteit op uw
printer is van een aantal zaken afhankelijk. Een van de
belangrijkste kwesties is een evenwichtige
dichtheid wordt beïnvloed door veel factoren, zoals hitte,
vochtigheid en service-instellingen. Toner dichtheid kan ook
variëren. Dergelijke variaties zijn niet helemaal te vermijden, maar
u kunt het kalibratieproces uitvoeren om deze te compenseren.
Het kalibratieproces bestaat uit het maken van kalibratietabellen
die worden toegewezen aan een specifieke materiaalsoort en een
specifieke rastermethode.
U kunt op een van de volgende manieren kalibratiecurves maken:
●
Kalibratie vanaf de glasplaat: biedt u de mogelijkheid om de
scannerplaat te gebruiken voor het maken van
kalibratietabellen.
●
X-Rite i1-spectrofotometer: biedt u de mogelijkheid een
kleurendiagram af te drukken, de stromen kleurvlakken in het
kleurendiagram te scannen en een kalibratietabel te maken op
basis van de gescande metingen.
toner dichtheid. Toner
De CX-printserver gebruikt de gegevens van deze tabel om de
verschillen tussen het werkelijke, gemeten dichtheidsniveau en het
doeldichtheidsniveau te compenseren.
U moet in de volgende gevallen kalibratietabellen maken:
●
Om de 24 uur, om mogelijke variaties in toner te compenseren
●
Als u een nieuwe papierstapel gebruikt
●
Als afdrukken "kleurzwemen" hebben
●
Na apparatuuronderhoud of hardwarewijzigingen
●
Bij hoge schommelingen in de temperatuur en vochtigheid
In het venster Jobparameters onder Kleur > kalibratie is de optie
Gekoppeld standaard geselecteerd. Een job die voldoet aan de
materiaalkenmerken en rastering die u tijdens het kalibratie hebt
geselecteerd, wordt automatisch aan die kalibratietabel
toegewezen of gekoppeld. Wanneer u uw job voor het afdrukken
verstuurt, wordt de kalibratietabel die aan de geselecteerde
materiaalsoort en rastering is gekoppeld, automatisch voor het
afdrukken van de job gebruikt.
18Hoofdstuk 3—Kalibratie
Kalibratie vanaf de glasplaat vanaf de Creokleurenserver uitvoeren
Vereisten:
●
Zorg dat de optie Kalibratie wordt vanaf de glasplaat
uitgevoerd in het venster Voorkeuren is geselecteerd.
Kalibreer de printer en scanner tegelijk. Als u alleen de afdrukkaart
op de glasplaat legt, wordt de printer gekalibreerd. Als u alleen de
scannerkaart op de glasplaat legt, wordt de scanner gekalibreerd.
1.Selecteer in het menu Hulpmiddelen de optie
2.Voer de voorbereidende stappen uit voordat u kalibratie vanafde glasplaat uitvoert en klik op Volgende.
3.Selecteer de gewenste lade in de lijst Lade. De standaardladeis Lade 1.
4.Selecteer de gewenste rastermethode in de lijst
Rastermethode.
5.Typ in het vak Aantal exemplaren het aantal exemplaren dat
u wilt afdrukken.
Kalibratie.
Opmerking: Het wordt aanbevolen ten minste 25 exemplaren van de
kalibratiekaart af te drukken en dan een van de laatste exemplaren te
gebruiken.
Kalibratie vanaf de glasplaat vanaf de Creo-kleurenserver uitvoeren19
6.(Optioneel) Schakel het selectievakje Kalibratie-instructies
afdrukken in wanneer u de kalibratie-instructies wilt
afdrukken.
7.Klik op Afdrukken.
De kalibratiekaart wordt afgedrukt.
8.Klik op Volgende.
9.Leg de scannerkalibratiekaart en de kaart voor kalibratie vanaf
de glasplaat met de beeldzijde omlaag naast elkaar op de
glasplaat.
10. Raak Services begin op het aanraakscherm van de printer
aan.
11. Raak Netwerkscannen aan.
12. Raak op het tabblad Netwerkscannen het vak kalibratie aan.
13. Raak het tabblad Geavanceerde instellingen aan.
14. Raak de knop Kleurruimte aan om de specifieke kleurruimte
van de Xerox Color 550/560-printer
te selecteren.
15. Raak de knop Kleurruimte apparaat aan.
16. Raak Opslaan aan.
17. Druk op Start op het bedieningspaneel om het scannen van
de kaarten te starten.
De kaarten worden gescand en gemeten en er wordt een
kalibratietabel gecreëerd. In de CX-printserver kalibratiewizard
verschijnt stap 3 van de Kalibratiewizard, als de kalibratie met
succes is verlopen.
Als tijdens het scannen een fout optreedt, verschijnt een
foutbericht.
18. Klik op Volgende.
19. Voer een van de volgende handelingen uit om de
kalibratietabel op te slaan:
●
Selecteer Als standaardnaam om de kalibratietabel
automatisch een naam te geven, op basis van de
rastermethode, de materiaalsoort en de datum.
●
Selecteer Opslaan als om uw eigen naam te typen.
Opmerking: Voor het beste resultaat neemt u de materiaalsoort en
rastermethode in de bestandsnaam van de kalibratietabel op.
20. Selecteer de materiaalsoort waarop de kalibratietabel moet
worden toegepast.
21. Klik op Voltooien.
20Hoofdstuk 3—Kalibratie
Een kalibratietabel maken met gebruikmaking van
de X-Rite i1-spectrofotometer
Vereisten:
●
De spectrofotometer moet op de USB-poort op de
CX-
printserver zijn aangesloten.
●
Installeer het stuurprogramma wanneer u het apparaat voor de
eerste keer aansluit. Raadpleeg de productdocumentatie bij de
spectrofotometer voor meer informatie.
●
Kalibreer de spectrofotometer door deze op zijn plaat te
plaatsen.
●
Druk een referentiejob af en gebruik dezelfde media en
rastertype waarmee u de uiteindelijke Job zult afdrukken.
●
De afdrukwachtrij moet gereed zijn voor het afdrukken (niet
onderbroken).
●
Zorg dat de optie Kalibratie wordt met behulp van
apparaathulpmiddel uitgevoerd in het venster Voorkeuren is
geselecteerd.
1.Selecteer in het menu Hulpmiddelen de optie Kalibratie.
2.Selecteer de gewenste lade in de lijst Lade.
De papierkenmerken van het papier dat in de lade zit, worden
weergegeven.
3.Selecteer de gewenste rastermethode in de lijst
Rastermethode.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de rastermethode instelt op de methode
waarmee u de job wilt afdrukken.
4.Typ in het vak Aantal exemplaren het aantal exemplaren dat
u wilt afdrukken.
Opmerking: Het wordt aanbevolen ten minste 25 exemplaren van de
kalibratiekaart af te drukken en dan een van de laatste exemplaren te
gebruiken.
5.Klik op Afdrukken.
Het kalibratiediagram wordt afgedrukt en stap 2 van de
kleurkalibratiewizard verschijnt.
6.Voer de instructies van de wizard uit.
Loading...
+ 152 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.