XEROX 5687 User Manual [nl]

WorkCentre® 5632/5638/5645/5655/5665/5675/5687
Beknopte gebruikshandleiding
604P19213
OPTIMALISEER UW PRODUCTIVITEIT…
…door alle mogelijkheden van het apparaat te benutten. Er is een CD Interactieve handleiding voor de gebruiker bij het product geleverd. Op deze CD vindt u instructies met animaties en interactieve schermen. Wanneer deze op uw netwerk zijn geïnstalleerd, zijn deze altijd voor iedereen beschikbaar. U kunt de inhoud van de CD ook op de harde schijf installeren, zodat u er eenvoudig toegang toe hebt.
Samengesteld en vertaald door: Xerox
GKLS European Operations Bessemer Road Welwyn Garden City Hertfordshire AL7 1BU ENGELAND
©2007 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden.
De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, bevat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk beschermd materiaal dat en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan. Dit omvat, zonder enige beperking, materiaal dat wordt gegenereerd door de software en dat in het scherm wordt weergegeven, zoals pictogrammen, uiterlijk en inhoud van de schermen, enzovoort.
®
Xerox Corporation. Productnamen en handelsmerken van andere bedrijven worden hierbij erkend.
In volgende uitgaven zullen wijzigingen worden opgenomen en technische onnauwkeurigheden en drukfouten worden gecorrigeerd.
en alle Xerox-producten die in deze publicatie worden vermeld zijn handelsmerken van Xerox

Inhoud

Welkom........................................................................................... 1
Aanvullende informatiebronnen............................................................... 1
Toepassingen............................................................................................. 2
Veiligheidsinfo en wettelijke bepalingen ................................................. 5
Productoverzicht ........................................................................... 7
Overzicht WorkCentre ............................................................................... 7
Opties WorkCentre..................................................................................... 7
Afwerkeenheden ........................................................................................ 9
Aan de slag................................................................................... 11
Overzicht van het bedieningspaneel...................................................... 11
Apparaat aan- en uitzetten ...................................................................... 12
Papier plaatsen ........................................................................................ 13
Kopieën maken ........................................................................................ 14
Een identiteitsbewijs kopiëren................................................................ 15
Opslaan voor een nieuwe afdruk............................................................ 16
Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken ........................................ 17
Interne fax verzenden .............................................................................. 18
Een serverfax verzenden......................................................................... 19
Een internetfax verzenden ...................................................................... 20
Een document scannen en in een bestand opslaan............................. 21
Een e-mail verzenden .............................................................................. 22
Afdrukken vanaf een pc........................................................................... 23
LAN-fax verzenden................................................................................... 24
Afdrukken met Internetdiensten............................................................. 25
Aan-/afmelden .......................................................................................... 26
Het apparaat naar eigen wens instellen................................................. 27
Meer hulp .................................................................................................. 28
Onderhoud ................................................................................... 29
Verbruiksartikelen.................................................................................... 29
Apparaat reinigen .................................................................................... 30
Meer hulp .................................................................................................. 31
Problemen oplossen ................................................................... 33
Storingen verhelpen ................................................................................ 33
Xerox Welcome and Support Centre...................................................... 34
Beknopte gebruikshandleiding i
ii Beknopte gebruikshandleiding

Welkom

Introductie
Welkom bij uw nieuwe Xerox-apparaat. Deze Beknopte gebruikshandleiding biedt een overzicht van de toepassingen en opties die
mogelijk op het apparaat beschikbaar zijn. Voor meer informatie tijdens het werken met het apparaat drukt u op de toets Help. Indien
het apparaat is aangesloten op het netwerk, gebruikt u CentreWare Help of drukt u op Help in de printerdriver.
OPMERKING: Bij andere configuraties ziet het aanraakscherm er mogelijk enigszins anders uit. Voor de beschrijving van de toepassingen en de functionaliteit maakt dit echter geen verschil.

Aanvullende informatiebronnen

CD Systeembeheerder (CD 1)
De CD Systeembeheerder (CD 1) uit het cd-pakket dat bij het apparaat is geleverd, bevat gedetailleerde informatie over het configureren van het apparaat voor afdrukken via het netwerk en het installeren van de optionele toepassingen.
De CD Systeembeheerder (CD 1) is bestemd voor systeem/apparaatbeheerders.
CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2)
Raadpleeg voor gedetailleerde informatie over de functies en toepassingen op het apparaat de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2) uit het cd-pakket dat bij het apparaat is geleverd.
De CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2) is bestemd voor alle gebruikers, inclusief apparaatbeheerders. De cd bevat uitgebreide informatie over het product, zoals interactieve instructies en zelfstudieprogramma's. U benut het apparaat maximaal door het programma van de cd naar het netwerk te kopiëren. Op deze manier hebben alle gebruikers toegang tot het programma.
CD Hulpprogramma’s (CD 3)
In het cd-pakket vindt u ook de CD Hulpprogramma’s (CD 3). Deze bevat een hulpprogramma voor een upgrade naar nieuwe softwareversies op het apparaat.
OPMERKING: Deze cd is niet nodig tijdens de installatie.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 1
Welkom

Toepassingen

Welkom
Overzicht toepassingen van het apparaat
Met de krachtige toepassingen die beschikbaar zijn op het apparaat kunt u:
Met één scan veel kopieën maken
Wanneer u wilt kopiëren, hoeft het document maar een keer te worden gescand, hoe veel kopieën u ook wilt maken. Dat vermindert de kans op papierstoringen en schade aan de originelen.
Taken tegelijkertijd uitvoeren
Het apparaat kan verschillende taken tegelijk uitvoeren. Er kan een opdracht aan de wachtrij worden toegevoegd door een document te scannen, zelfs wanneer het apparaat een ander document afdrukt.
Kopieën maken met dezelfde kwaliteit als de originele documenten
Met het apparaat kunt u beelden reproduceren van hoge kwaliteit, vooral foto’s, grafische afbeeldingen, tekst of een combinatie daarvan. Vergelijkt u zelf maar eens de resultaten van dit apparaat met die van andere kopieerapparaten.
Beeldafmetingen en -positie aanpassen
U kunt de weergave van het beeld op de afdruk beïnvloeden.
- Het beeld verschuiven om ruimte te maken voor inbinden.
- Automatisch de beelden verkleinen, vergroten of centreren.
- Twee of meer verkleinde beelden op een enkele pagina afdrukken.
Digitale toepassingen gebruiken om uw werk te vereenvoudigen
Met de toepassing Opbouw-opdracht kunt u uw kopieeropdracht of opdracht voor de Interne fax in segmenten verdelen om verschillende instellingen toe te passen op de verschillende segmenten. Daardoor kunt u:
- originelen van de glasplaat en van de automatische originelendoorvoer (AOD) combineren in een enkele opdracht.
- een enkele opdracht maken met programmeringstoepassingen die per origineel kunnen verschillen.
- meer originelen dan het maximumaantal invoeren via de automatische originelendoorvoer (AOD) zonder opnieuw te hoeven programmeren.
Met de toepassing Transparanten kunt u in een keer transparanten maken met scheidingsvellen.
Met de toepassing Katern maken kunt u de beelden automatisch verkleinen, vergroten en in een andere volgorde plaatsen wanneer u katernen maakt.
Met de toepassing Omslagen kunt u automatisch omslagen toevoegen aan uw documenten. Met de toepassing Gemengde origineelformaten kunt u originelen van gemengde formaten
tegelijk kopiëren. De kopieën kunnen worden afgeleverd op papier van hetzelfde formaat of papier van verschillende formaten.
Met de toepassing Notities kunt u een opmerking, paginanummer of een datum toevoegen aan de kopieën.
Pagina 2 Beknopte gebruikshandleiding
Welkom
Milieuvriendelijkheid
Dit product voldoet aan een keur aan internationale normen voor de bescherming van het milieu en is geschikt voor de meeste soorten kringlooppapier.
Documenten scannen om elektronische bestanden te maken (optioneel)
Met deze toepassing kunt u elektronische bestanden maken van uw originelen die kunnen worden:
- opgeslagen op de server
- verstuurd naar uw desktop via het netwerk
- verspreid via e-mail
- geplaatst in een documentbeheertoepassing (automatisch)
- omgezet in een elektronisch digitaal document dat kan worden bewerkt, beheerd, gedeeld en verspreid met een groot aantal verschillende software-applicaties.
Documenten als fax verzenden (optioneel)
Met de optionele functie Interne fax kunt u papieren documenten per fax verzenden en ontvangen via een telefoonnetwerk.
De optionele functie Serverfax is een toepassing waarmee u documenten kunt scannen en kunt versturen naar elk soort faxapparaat dat met een telefoonnetwerk is verbonden, via uw faxserver.
Welkom
OPMERKING: De toepassingen Interne fax en Serverfax kunnen naast elkaar op de WorkCentre
Met de optionele functie Internetfax kunnen gebruikers documenten verzenden en ontvangen als een e-mailbijlage. Dit type fax wordt verzonden over het Internet of een intranet.
zijn geïnstalleerd, maar slechts één van beide toepassingen kan actief zijn.
Overzicht toepassingen op werkstation
Indien het apparaat is aangesloten op een netwerk, dan zijn de volgende toepassingen beschikbaar. Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) voor verbindingsgegevens.
CentreWare-printerdrivers
Met de printerdriver kunt u op uw eigen werkstation beschikken over de mogelijkheden en productiviteit van het apparaat. De opties zijn onder andere:
• 1-zijdig of 2-zijdig
• Gesorteerde en geniete sets, afhankelijk van de beschikbare afwerkingsmogelijkheden van het apparaat
• Resoluties van maximaal 1200 x 1200 dpi
• Standaardwatermerken of aangepaste watermerken toevoegen
• Twee of meer beelden op een pagina afdrukken
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 3
Welkom
Welkom
CentreWare-hulpprogramma’s
De CentreWare-softwaresuite bevat ook optionele hulpprogramma's voor gebruikersbeheer.
CentreWare Internetdiensten
Een ingebouwde homepage, waarmee bestanden die gereed zijn voor afdrukken via het Internet kunnen worden verstuurd. Deze toepassing is toegankelijk via Internetdiensten.
FreeFlow® SMARTsend™
FreeFlow® SMARTsend™ of FreeFlow® SMARTsend™ Professional bieden optionele hulpprogramma's voor Netwerkscannen.
Pagina 4 Beknopte gebruikshandleiding

Veiligheidsinfo en wettelijke bepalingen

Welkom
Lees de veiligheidsinformatie en wettelijke bepalingen in de interactieve handleiding voor de gebruiker op de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2) aandachtig door voordat u dit product gaat gebruiken, zodat u weet hoe u het apparaat veilig kunt gebruiken.
Uw Xerox-product en aanbevolen verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strikte eisen aan de veiligheid. Deze betreffen onder meer goedkeuring door officiële instanties en conformiteit met algemeen gangbare milieunormen.
De prestatie-, milieu- en veiligheidstests van dit product zijn uitsluitend met Xerox­materialen uitgevoerd.
Elke wijziging die zonder toestemming wordt aangebracht, waaronder de toevoeging van nieuwe functies of de aansluiting van randapparatuur, kan deze productgoedkeuring beïnvloeden. Neem contact op met uw plaatselijke Xerox-dealer voor meer informatie.
Dit product moet worden aangesloten op het type elektrische voeding aangegeven op het gegevensplaatje aan de achterkant van het apparaat. Dit product dient te worden aangesloten op een geaard circuit.
Dit product is voorzien van een geaarde stekker. Deze stekker dient uitsluitend te worden aangesloten op een wandcontactdoos met randaarding. De randgeaarde stekker nooit aansluiten op een wandcontactdoos zonder randaarding.
Verwijder nooit deze panelen of beschermplaten, deze zijn aangebracht voor de veiligheid van de gebruiker.
Onderhoudsprocedures voor operateurs worden beschreven in de klantendocumentatie die bij het product wordt geleverd. Geen onderhoud aan dit product uitvoeren dat niet in de klantendocumentatie wordt beschreven.
Neem de informatie over elektrische veiligheid in acht zoals beschreven in de klantendocumentatie die bij het product wordt geleverd. Het netsnoer wordt gebruikt om de stroom naar dit apparaat te verbreken. Dit is bevestigd aan de achterkant van het apparaat als een insteker. Om alle voeding naar het apparaat te verwijderen, verwijdert u het netsnoer uit de wandcontactdoos.
Het gebruik van besturingselementen, aanpassingen of het uitvoeren van procedures die afwijken van de procedures genoemd in de klantendocumentatie die bij het product wordt geleverd kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan licht.
Neem de informatie over veiligheid bij het gebruik in acht zoals beschreven in de klantendocumentatie die bij het product wordt geleverd.
Gebruik geen onderhoudsprocedure die niet in de documentatie die bij het product wordt geleverd staat beschreven.
Dit product produceert ozon tijdens normale werking. De geproduceerde ozon is zwaarder dan lucht en de hoeveelheid is afhankelijk van het kopieervolume. Als u u houdt aan de juiste omgevingsparameters zoals gespecificeerd in de Xerox-installatieprocedure, blijft de ozonconcentratie binnen veilige grenzen.
Bewaar verbruiksartikelen in overeenstemming met de instructies op de verpakking of de container.
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkende eisen voor een digitaal apparaat van de klasse A , overeenkomstig deel 15 van de FCC-regels. Er moeten afgeschermde verbindingskabels bij dit apparaat worden gebruikt om te blijven voldoen aan de FCC-richtlijnen in de VS.
Welkom
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 5
Welkom
Welkom
Dit product is goedgekeurd door onderstaande instantie op grond van vermelde veiligheidsnormen:
Instantie Norm
Underwriters Laboratories Inc UL60950-1 1st (2003) (VS/Canada)
IEC60950-1 Edition 1 (2001) Dit product is samengesteld volgens het geregistreerde ISO9001-kwaliteitssysteem. Raadpleeg de klantendocumentatie die bij het product wordt geleverd voor volledige
wettelijke informatie en veiligheidsbepalingen.
Pagina 6 Beknopte gebruikshandleiding

Productoverzicht

Overzicht WorkCentre

Bedieningspaneel
(aanraakscherm en aantaltoetsen)
Handmatige invoer
(kan worden ingeklapt indien niet in gebruik)
Papierladen 1 en 2
Papierlade 5
AOD (automatische originelendoorvoer)

Opties WorkCentre

De volgende opties zijn verkrijgbaar voor de WorkCentre copier/printer/scanner: Voert 75 tot 100 enkel- of dubbelzijdige documenten in, afhankelijk van de snelheid van
(automatische
AOD
originelen-
doorvoer)
het model. Er kunnen documenten van formaat A5 tot en met A3 worden ingevoerd. Aangebracht in plaats van de afdekklep van de glasplaat.
Glasplaat
(onder de AOD)
Staffelopvangbak
Papierladen 3 en 4
Papierladen
3 en 4
Papierlade 5 Heeft een grotere capaciteit dan lade 3 en 4, zodat u nog minder vaak papier hoeft bij te
Staffelop-
vangbak
Afwerkeenheid Er zijn 5 typen afwerkeenheden beschikbaar, afhankelijk van uw apparaatconfiguratie.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 7
Beide laden zijn groter dan lade 1 en 2, dus u hoeft minder vaak papier bij te vullen in het apparaat.
vullen in het apparaat.
Aflevering van de afdrukken met de beeldzijde omhoog of omlaag, in sets of stapels. De sets of stapels worden gestaffeld, zodat u deze eenvoudig kunt scheiden. Aangebracht in plaats van de afwerkeenheid.
- Standaard kantoorafwerkeenheid
- Kantoorafwerkeenheid
- Geavanceerde kantoorafwerkeenheid
- Professionele afwerkeenheid
- Professionele afwerkeenheid met AVH-module
Raadpleeg “Afwerkeenheden” op pagina 9 om uw type afwerkeenheid te bepalen en voor meer informatie over elke afwerkeenheid.
De door u gekozen afwerkeenheid wordt in plaats van de staffelopvangbak geplaatst.
Productoverzicht
Perforeren Deze optie is beschikbaar indien het apparaat is uitgerust met een van de drie
Handmatig
nietapparaat
Productoverzicht
afwerkeenheden voorzien van een perforator. De beschikbare kits zijn perforators voor 2 gaten, 3 gaten, 4 gaten of 4 gaten (Zweeds). Ieder vel wordt afzonderlijk geperforeerd. Er is dus geen beperking voor het aantal vellen per set. Er zijn optionele kits voor Perforeren verkrijgbaar, maar er kan slechts één kit tegelijkertijd zijn geïnstalleerd.
U kunt maximaal 50 vel van 90 g/m
2
of een stapel van maximaal 5,5 mm hoog nieten met
het handmatig nietapparaat. In de nietcassette is plaats voor 2000-5000 nietjes.
OPMERKING: Het schap voor het nietapparaat moet aan het apparaat worden bevestigd voordat het handmatig nietapparaat kan worden geïnstalleerd.
Enveloppenlade
Deze lade is geïnstalleerd i.p.v. lade 2, zodat enveloppen kunnen worden bedrukt. U kunt de lade instellen op papier van de gangbare formaten, er kunnen 50 enveloppen in.
Kit voor
faxen – basis
(intern)
Met deze kit is een enkele telefoonaansluiting mogelijk. Met Faxen – Basis, ook bekend als Interne fax, worden uw documenten gescand en naar de meeste typen faxapparaat verzonden die op een telefoonnetwerk zijn aangesloten. De beelden worden rechtstreeks vanaf uw apparaat verzonden naar het apparaat met het ingevoerde faxnummer.
Kit voor
interne fax
(uitgebreid)
Met deze kit kunt u twee telefoonlijnen op het apparaat aansluiten. Daarmee beschikt u over alle mogelijkheden van de basisfax-kit plus de mogelijkheid om tegelijkertijd faxen te ontvangen en te verzenden.
LAN-fax Hiermee kan een document worden verzonden naar een faxapparaat dat is aangesloten
op het telefoonnetwerk. De beelden worden rechtstreeks vanaf uw pc verzonden naar het apparaat met het ingevoerde faxnummer.
Serverfax Hiermee kunnen gebruikers faxen verzenden en ontvangen via een faxserver. De beelden
worden vanaf het apparaat verzonden naar een faxserver van een derde, die deze doorstuurt naar het apparaat met het ingevoerde faxnummer.
Internetfax Voor het verzenden en ontvangen van faxen via het internet of een intranet.
E-mail Hiermee kunnen beelden worden gescand en de scanbeelden naar elk geldig e-mailadres
verzonden worden. Het gescande beeld wordt als e-mailbijlage naar de geselecteerde geadresseerde(n) gestuurd.
Netwerks-
cannen
Voor het scannen en omzetten van originelen in elektronische bestanden. Het bestand kan op diverse wijzen worden gedistribueerd en gearchiveerd. De uiteindelijke bestemming van het bestand is afhankelijk van het door de gebruiker ingestelde scanpad.
Scan voor
export-kit
Netwerkac-
countadmini-
Wordt gebruikt om kleurscanopties aan netwerkapparaten toe te voegen. Met de Scan voor export-kaart voegt u tevens e-mail- en Internetfaxfuncties toe aan apparaten.
Voor registratie van het apparaatgebruik voor afdruk-, kopieer- en scanopdrachten vanaf verschillende apparaten via het netwerk.
stratie
Standaard
accountad-
ministratie van
Xerox
Een hulpprogramma dat door beheerders kan worden gebruikt om het aantal opdrachten voor iedere gebruiker gespecificeerd als Kopiëren, Afdrukken, Netwerkscannen, Serverfax en Interne fax bij te houden, vooropgesteld dat deze diensten op het apparaat zijn geïnstalleerd. Er kunnen gebruikslimieten worden ingesteld voor gebruikers en de beheerder kan een overzicht afdrukken dat alle gegevens van de Standaard accountadministratie van Xerox bevat.
Apparaat met
externe
Voor aansluiting van een extern toegangs- of accountadministratieapparaat, zoals een kaartlees- of muntautomaat.
interface
Electronic
Aanvullend geheugen voor de tijdelijke opslag van gescande gegevens.
Pre-Collation
(EPC)-geheugen
van 256 MB
Pagina 8 Beknopte gebruikshandleiding

Afwerkeenheden

Productoverzicht
Bovenste opvangbak
Bovenste opvangbak
Afdrukkenopvangbak
Afdrukkenopvangbakken
Bovenste opvangbak
Afdrukkenopvangbak
Productoverzicht
KantoorafwerkeenheidStandaard kantoorafwerkeenheid
Bovenste opvangbak
Afdrukkenopvangbak
Opvangbak AVH-module
Geavanceerde kantoorafwerkeenheid
Standaard kantooraf-
werkeenheid
In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 1000 vellen in de afdrukkenopvangbak. Op de afdrukkenopvangbak kunt u de afdrukken in sets of stapels
afleveren en de afdrukken nieten, afhankelijk van de geselecteerde toepassingen. De
Professionele afwerkeenheid
(met AVH-module)
nietcassette voor de Standaard kantoorafwerkeenheid bevat minimaal 3000 nietjes.
OPMERKING: De optie Dubbele niet is niet beschikbaar bij de standaard kantoorafwerkeenheid.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 9
Productoverzicht
Kantooraf-
werkeenheid
Geavanceerde
Productoverzicht
kantooraf-
werkeenheid
Professionele
afwerkeenheid
In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 2000 vellen in de afdrukkenopvangbak. In de afdrukkenopvangbak kunt u de afdrukken in sets of stapels
afleveren en de afdrukken nieten en perforeren, afhankelijk van de geselecteerde toepassingen.
De nietcassette voor de kantoorafwerkeenheid bevat minimaal 3000 nietjes.
In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 1500 vellen in de afdrukkenopvangbak.
De geavanceerde kantoorafwerkeenheid kan afdrukken in sets of stapels afleveren en de afdrukken nieten en perforeren, afhankelijk van de geselecteerde toepassingen.
De afwerkeenheid/nieteenheid heeft 1 nietcassette die 5000 nietjes kan bevatten.
In de bovenste opvangbak kunnen 250 vellen worden afgeleverd, en 1500 vellen in de afdrukkenopvangbak.
De professionele afwerkeenheid kan afdrukken in sets of stapels afleveren en de afdrukken nieten en perforeren, afhankelijk van de geselecteerde toepassingen.
De professionele afwerkeenheid beschikt tevens over een AVH-module waarmee uw afdrukken kunnen worden gevouwen en geniet. De nieteenheid van de AVH-module bestaat uit 2 nietcassettes, die elk 2000 nietjes bevatten. De afwerkeenheid/nieteenheid heeft 1 nietcassette die 5000 nietjes kan bevatten.
Pagina 10 Beknopte gebruikshandleiding

Aan de slag

Overzicht van het bedieningspaneel

Toepassingen
Toont de opdrachttoepassingen op het scherm.
Opdrachtstatus
Toont informatie over de voortgang van de opdracht.
Apparaatstatus
Toont de huidige status van het apparaat.
Indicator Energiespaarstand
Geeft aan wanneer het apparaat in de energiespaarstand staat.
Sterretje
*
Begin van een reeks DTMF-tekens (Dual Tone Multi-frequency).
Kiespauze
Voor het invoeren van een pauze bij het bellen van een faxnummer.
Aanraakscherm
Toont en selecteert alle beschikbare programmeertoepassingen en ook de procedures voor het verhelpen van storingen en algemene apparaatinformatie.
Toegang tot aanvullende informatie.
Taal
Verandert de taal waarin de opties op het scherm worden weergegeven.
Help
Toegang
Toegang tot Hulpprogramma’s, voor het aanpassen van standaardinstellingen van het apparaat.
Alle wissen
Hiermee herstelt u de standaardinstellingen van alle toepassingen.
Onderbreken
Onderbreekt tijdelijk de huidige opdracht, zodat een voorrangsopdracht kan worden uitgevoerd.
Tijdelijk stopzetten
Hiermee onderbreekt u tijdelijk de huidige opdracht.
Wissen
Verwijdert numerieke waarden of het laatst ingevoerde cijfer.
Start
Begint de opdracht.
Hekje
Geeft het kiesteken of een groepskiesnummer aan. Ook gebruikt bij het invoeren van een toegangscode.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 11
Aan de slag

Apparaat aan- en uitzetten

AAN-zetten:
1
Aan de slag
2
¾ Druk op de [AAN/UIT] – schakelaar. Het volledige
startproces (alle geïnstalleerde opties inschakelen) neemt minder dan 165 seconden in beslag.
OPMERKING: Bepaalde functies van het apparaat, zoals bijvoorbeeld kopiëren en scannen, zijn eerder beschikbaar dan andere functies.
UIT-zetten:
¾ De AAN/UIT-schakelaar indrukken. Er verschijnt een scherm waarin u wordt
gevraagd een van de uitschakelopties te selecteren.
3
¾ Indien [Uitschakelen] is geselecteerd, dan verschijnt in het scherm Uitschakelen
bevestigen een bericht waarin u ervoor wordt gewaarschuwd dat er mogelijk gegevens
verloren gaan indien het apparaat wordt uitgezet.
OPMERKING: Wanneer u dit bericht bevestigt, worden eventuele opdrachten in de wachtrij verwijderd.
¾ Druk op de toets [Bevestigen] om het apparaat uit te zetten.
OPMERKING: Het apparaat blijft ongeveer 45 seconden aan staan voordat de
stroomtoevoer wordt beëindigd.
¾ Indien [Energiespaarstand activeren] is geselecteerd, schakelt het apparaat meteen
over naar de Energiespaarstand die in de configuratie is ingesteld. Indien er nog opdrachten in de wachtrij staan, verschijnt er een tweede pop-upscherm.
OPMERKING: Wanneer u het apparaat vanuit deze mode weer wilt activeren, drukt u op een toets in het aanraakscherm of op het bedieningspaneel.
¾ Indien [Snel opnieuw starten] is geselecteerd en bevestigd, wordt het apparaat
opnieuw gestart. Er verschijnt een pop-upscherm met de waarschuwing dat eventuele opdrachten in de wachtrij worden verwijderd.
OPMERKING: Alle kopieeropdrachten in de wachtrij worden verwijderd. Afdrukopdrachten in de wachtrij worden hersteld.
¾ Indien [Annuleren] is geselecteerd, worden de uitschakelopties geannuleerd en kunt u
het apparaat gewoon blijven gebruiken.
Pagina 12 Beknopte gebruikshandleiding

Papier plaatsen

¾ De gewenste papierlade openen.
1
2
OPMERKING: Papierladen 1 en 2 kunnen volledig worden aangepast voor alle papierformaten tussen A5 en A3. Papierladen 3 en 4 zijn speciale laden die kunnen worden aangepast zodat deze alleen papier van A4-formaat of 8,5 x 11 inch LKE kunnen bevatten.
¾ Papier plaatsen. Het papier mag niet boven
de maximale vullijn uitkomen.
¾ De lade terug op zijn plaats duwen.
OPMERKING: In papierlade 1 en 2 moeten de geleiders het papier net aanraken, anders werkt de automatische formaatherkenning niet goed.
Aan de slag
Aan de slag
3
¾ Selecteer [Bevestigen] OF selecteer [Formaat wijzigen] en/of [Soort en kleur
wijzigen] om de lade opnieuw te programmeren indien het papierformaat, het soort
papier of de kleur is veranderd.
OPMERKING: De waarden voor Formaat, Soort en Kleur dienen allemaal correct te zijn. Voor standaard kopieerpapier geldt:
Formaat – A4 Soort – Gewoon papier Kleur – Wit
OPMERKING: Bij sommige apparaatconfiguraties is het afdrukken op enveloppen niet mogelijk, raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk Productoverzicht.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 13
Aan de slag

Kopieën maken

¾ Plaats de originelen in de AOD
1
Aan de slag
2
of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ Het scherm Kopiëren – Basis openen;
indien nodig de toets [Toepassingen] op het bedieningspaneel selecteren.
3
¾ De gewenste toepassingen selecteren in het aanraakscherm. ¾ Het vereiste aantal kopieën selecteren. ¾ De toets [Start] indrukken.
Kopieertoepassingen zijn onder andere…
• Het maken van geniete of geperforeerde sets, indien er een afwerkeenheid beschikbaar is.
• Automatisch verkleinen/vergroten • Originelen van verschillende afmetingen kopiëren
• Bedrukte of blanco scheidingsvellen toevoegen aan sets transparanten
• Bedrukte of blanco omslagen toevoegen • Notities toevoegen
• Bedrukte of blanco vellen of tabbladen invoegen • Beeldverschuiving
• Kaders en randen wissen • Opbouw-opdracht voor het toepassen van
• Programmering opslaan voor veelvoorkomende opdrachttypen
• Afdrukkwaliteit aanpassen
• Twee of meer beelden op een pagina plaatsen
verschillende programmeringen binnen één set documenten
• Katernen maken
Pagina 14 Beknopte gebruikshandleiding

Een identiteitsbewijs kopiëren

¾ Leg zijde 1 van het identiteitsbewijs op
1
2
de glasplaat.
¾ Het scherm ID-kaart kopiëren openen; indien nodig de toets [Toepassingen] op het
bedieningspaneel selecteren.
Aan de slag
Aan de slag
3
4
¾ Selecteer de gewenste eigenschappen voor de afdrukkwaliteit van zijde 1 in
het aanraakscherm.
¾ De toets [Start] indrukken.
OPMERKING: Zijde 1 van het identiteitsbewijs wordt slechts één keer gescand.
¾ Leg zijde 2 van het identiteitsbewijs op de glasplaat. ¾ Selecteer de gewenste eigenschappen voor de afdrukkwaliteit van zijde 2 in het
aanraakscherm.
¾ Het vereiste aantal kopieën selecteren. ¾ De toets [Start] indrukken.
OPMERKING: Zijde 2 van het identiteitsbewijs wordt gescand en beide zijden worden afgedrukt op dezelfde zijde van een enkel vel.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 15
Aan de slag

Opslaan voor een nieuwe afdruk

¾ Plaats de originelen in de AOD
1
Aan de slag
2
of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ Het scherm Opdracht opslaan voor opnieuw afdrukken openen; indien nodig de toets
[Toepassingen] op het bedieningspaneel selecteren.
3
¾ Selecteer de gewenste optie. Selecteer [Alleen opslaan] als u uw document wilt
opslaan zonder het af te drukken. Selecteer [Kopiëren en opslaan] als u een kopie wilt afdrukken en uw document wilt opslaan.
¾ Selecteer de map waarin u uw document wilt opslaan. ¾ De gewenste toepassingen selecteren in het aanraakscherm. ¾ De toets [Start] indrukken.
Pagina 16 Beknopte gebruikshandleiding

Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken

¾ Het scherm Opdrachten opnieuw afdrukken
1
openen; indien nodig de toets [Toepassingen] op het bedieningspaneel selecteren.
Aan de slag
Aan de slag
2
¾ Selecteer de map waarin u uw document hebt opgeslagen. ¾ Selecteer het document uit de lijst. ¾ De gewenste toepassingen selecteren in het aanraakscherm. ¾ Selecteer de gewenste optie:
• Selecteer [Afdrukken] als u uw document wilt afdrukken en vervolgens wilt
verwijderen.
• Selecteer [Afdrukken en opslaan] als u een document wilt afdrukken en met
de gewijzigde instellingen wilt opslaan.
• Selecteer [Opslaan] om wijzigingen in uw documentinstellingen op te slaan.
¾ De toets [Start] indrukken.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 17
Aan de slag

Interne fax verzenden

Interne fax is een optionele faxtoepassing voor uw apparaat. Indien het scherm Faxen – Basis eruit ziet zoals in de afbeelding bij stap 2, dan is Interne fax ingeschakeld. Raadpleeg
Aan de slag
1
2
de CD Systeembeheerder (CD1) voor nadere informatie.
OPMERKING: De toepassingen Interne fax en Serverfax kunnen naast elkaar op de WorkCentre zijn geïnstalleerd, maar slechts één van beide toepassingen kan actief zijn.
¾ Plaats de originelen
in de AOD of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ [Fax] selecteren.
OPMERKING: Mogelijk moet u eerst
[Alle functies] selecteren om toegang te krijgen tot de faxoptie.
3
¾ Het telefoonnummer invoeren.
¾ De gewenste toepassingen
selecteren in het aanraakscherm.
¾ De toets [Start] indrukken.
Faxtoepassingen zijn onder andere…
¾ Resolutie aanpassen ¾ Tweezijdige originelen faxen ¾ Formaat van de te scannen originelen programmeren ¾ Afdrukkwaliteit aanpassen ¾ Verzending fax uitstellen ¾ Voorblad toevoegen ¾ Verzending naar twee of meer ontvangers ¾ Gegevens opslaan in een mailbox en pollen naar en vanaf uw apparaat ¾ Overdrachtssnelheid instellen
Pagina 18 Beknopte gebruikshandleiding

Een serverfax verzenden

Serverfax is een optionele functie op WorkCentre-netwerkapparaten. Indien het scherm Faxen – Basis eruit ziet zoals in de afbeelding bij stap 2, dan is Serverfax ingeschakeld. Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) voor nadere informatie.
OPMERKING: De toepassingen Interne fax en Serverfax kunnen naast elkaar op de
1
2
WorkCentre
¾ Plaats de originelen
in de AOD of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ [Fax] selecteren.
OPMERKING: Mogelijk moet u eerst
[Alle functies] selecteren om toegang te krijgen tot de faxoptie.
zijn geïnstalleerd, maar slechts één van beide toepassingen kan actief zijn.
Aan de slag
Aan de slag
3
¾ Het telefoonnummer invoeren.
¾ De gewenste toepassingen
selecteren in het aanraakscherm.
¾ De toets [Start] indrukken.
Faxtoepassingen zijn onder andere…
¾ Resolutie aanpassen ¾ Tweezijdige originelen faxen ¾ Formaat van de te scannen originelen programmeren ¾ Afdrukkwaliteit aanpassen ¾ Verzending fax uitstellen
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 19
Aan de slag

Een internetfax verzenden

Internetfax is een optionele functie op WorkCentre-netwerkapparaten. Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) voor nadere informatie.
Aan de slag
1
2
¾ Plaats de originelen
in de AOD of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ De optie [Internetfax] selecteren.
OPMERKING: Mogelijk moet u eerst
de optie [Alle functies] selecteren om toegang te krijgen tot de optie Internetfax.
¾ Selecteer [Aan], voer het
e-mailadres van de ontvanger in en selecteer [Opslaan].
¾ [Onderw. wijz.] selecteren,
onderwerp invoeren en [Opslaan] selecteren.
3
¾ De gewenste toepassingen
selecteren in het aanraakscherm.
¾ De toets [Start] indrukken.
Internetfaxtoepassingen zijn onder andere…
¾ Openbaar of intern adresboek samenstellen ¾ Resolutie aanpassen ¾ Tweezijdige originelen scannen ¾ Formaat van de te scannen originelen programmeren ¾ Afdrukkwaliteit aanpassen ¾ Instelling standaard bestandsindeling wijzigen
Pagina 20 Beknopte gebruikshandleiding
Aan de slag

Een document scannen en in een bestand opslaan

Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) voor nadere informatie over netwerkscannen.
¾ Plaats de originelen
1
2
in de AOD of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ De optie [Netwerkscannen]
selecteren.
OPMERKING: Mogelijk moet u eerst [Alle functies] selecteren om toegang te krijgen tot de optie Netwerkscannen.
Aan de slag
3
¾ De benodigde sjabloon selecteren. ¾ De gewenste toepassingen
selecteren in het aanraakscherm.
¾ De toets [Start] indrukken. ¾ Het bestand vervolgens op
uw werkstation openen.
Netwerkscantoepassingen zijn onder andere…
¾ Eisen voor de beeldafdruk aanpassen ¾ Resolutie aanpassen ¾ Tweezijdige originelen scannen ¾ Formaat van de te scannen originelen programmeren ¾ Bestemming van het gescande beeld wijzigen
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 21
Aan de slag

Een e-mail verzenden

Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) voor nadere informatie over de optie E-mail.
¾ Plaats de originelen
Aan de slag
1
2
in de AOD of op de glasplaat.
OPMERKING: Originelen worden slechts één keer gescand.
¾ De optie [E-mail] selecteren.
OPMERKING: Mogelijk moet u eerst
[Alle functies] selecteren om toegang te krijgen tot de optie E-mail.
3
¾ [Aan] selecteren, e-mailadres
ontvanger invoeren en [Invoeren] selecteren.
¾ [Onderw. wijz.] selecteren,
onderwerp invoeren en [Opslaan] selecteren.
¾ De gewenste toepassingen
selecteren in het aanraakscherm.
¾ De toets [Start] indrukken.
E-mailtoepassingen zijn onder andere…
¾ Openbaar of intern adresboek samenstellen ¾ Resolutie aanpassen ¾ Tweezijdige originelen scannen ¾ Formaat van de te scannen originelen programmeren ¾ Afdrukkwaliteit aanpassen
Pagina 22 Beknopte gebruikshandleiding

Afdrukken vanaf een pc

Wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk, kunnen documenten rechtstreeks vanaf uw pc worden afgedrukt via de meegeleverde CentreWare-printerdriver. De printerdriver moet op iedere pc worden geïnstalleerd die voor het afdrukken gebruikmaakt van het apparaat.
¾ De optie [Afdrukken] in de door u
1
2
gebruikte applicatie selecteren.
¾ Selecteer het apparaat als printer.
¾ De optie [Eigenschappen]
selecteren, selecties maken en op [OK] klikken.
¾ Op [OK] klikken om het document
af te drukken.
Aan de slag
Aan de slag
OPMERKING: De instructies kunnen per applicatie verschillen.
Afdruktoepassingen zijn onder andere…
¾ 1- of 2-zijdig afdrukken ¾ Sets geniete of geperforeerde afdrukken afleveren, indien beschikbaar ¾ Afdrukresolutie wijzigen ¾ Voorblad toevoegen ¾ Vooromslag toevoegen ¾ Afdrukkwaliteit aanpassen ¾ Watermerk toevoegen ¾ Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 23
Aan de slag

LAN-fax verzenden

Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) voor nadere informatie over de optie LAN Fax.
¾ De optie [Afdrukken] in de door u
Aan de slag
1
2
gebruikte applicatie selecteren.
¾ Selecteer het apparaat als printer.
¾ Selecteer [Eigenschappen]. ¾ Selecteer [Opdrachttype] en
vervolgens [Fax] uit het menu.
¾ Voer de gegevens van de ontvanger
in en selecteer de gewenste toepassingen.
¾ Klik op [OK] om het document
te verzenden.
OPMERKING: De instructies kunnen per applicatie verschillen.
LAN-faxtoepassingen zijn onder andere…
¾ Telefoonboek maken ¾ Bevestigingsblad ¾ Verzendingssnelheid ¾ Resolutie ¾ Verzendtijd ¾ Voorblad
Pagina 24 Beknopte gebruikshandleiding

Afdrukken met Internetdiensten

Afdrukken met Internetdiensten is beschikbaar op de WorkCentre als de optie PostScript®3™ is geïnstalleerd. Internetdiensten maakt gebruik van een op het apparaat geïntegreerde web-gebruikersinterface om communicatie tot stand te brengen tussen de HTTP-server en het apparaat. Deze optie is beschikbaar wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk.
¾ Open uw webbrowser en voer in: http:// en het TCP/IP-adres van de printer.
1
2
¾ De toets [Enter] op het toetsenbord van uw werkstation indrukken.
Het standaard statusvenster wordt geopend.
HINT: Als u niet weet wat het TCP/IP-adres voor uw apparaat is, raadpleeg dan de CD Systeembeheerder (CD1).
¾ Klik op
[Afdrukken] en maak uw selecties.
Aan de slag
Aan de slag
3
¾ Klik op [Browse] en zoek het af te drukken bestand. ¾ Op [Opdracht verzenden] klikken.
OPMERKING: Voor nadere informatie over het gebruik van Internetdiensten
raadpleegt u de CD Systeembeheerder (CD1).
Internet-toepassingen zijn onder andere…
¾ Scansjablonen maken, wijzigen en verwijderen indien Netwerkscannen beschikbaar is ¾ Opdrachten voorrang geven, verwijderen of vrijgeven in de afdrukwachtrij ¾ Status van het apparaat bekijken ¾ Opgeslagen opdrachten opnieuw afdrukken
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 25
Aan de slag

Aan-/afmelden

Als er een verificatiemode is ingeschakeld, dient er een geldige Gebruikerscode te worden ingevoerd voor toegang tot de functies van het apparaat.
Aan de slag
Verificatie is een nuttig beheerdersprogramma voor netwerkbeveiliging; het beperkt en bewaakt de toegang tot het netwerk via het apparaat. Verificatie kan door de systeembeheerder worden ingesteld om de toegang te beperken tot de toepassingen in E-mail, Netwerkscannen, Serverfax en Internetfax.
Toegang tot
netwerkverificatie
Gasttoegang Hiervoor is een algemene toegangscode nodig die is ingesteld door de systeembeheerder.
Xerox Beveiligde
toegang
1
Hiervoor zijn uw aanmeldingsnaam en toegangscode voor het netwerk nodig. Indien u geen netwerkaccount hebt op het lokale netwerk, kunt u via deze mode geen toegang krijgen tot het netwerk.
U dient eerst deze toegangscode te verkrijgen van de systeembeheerder.
Hiervoor is een geconfigureerde kaart en kaartlezer nodig die is ingesteld door de systeembeheerder. U dient de toegangsinformatie te krijgen van de systeembeheerder.
¾ Als u uzelf wilt aanmelden terwijl
Interne auditron is ingeschakeld,
moet u een toegangscode van 4 cijfers invoeren met behulp van de aantaltoetsen. Selecteer vervolgens [Enter].
Scherm aanmelding Interne auditron
¾ Indien u uzelf wilt
aanmelden terwijl Netwerkaccountadministratie
is ingeschakeld, een geldige gebruikers-ID en account-ID invoeren en [Enter] selecteren.
Scherm aanmelding Netwerkaccount-administratie
¾ Voltooi de opdracht.
2
Wanneer u uzelf wilt afmelden:
3
¾ Druk op [Toegang ] op het bedieningspaneel. ¾ De optie [Afmelden] selecteren in het aanraakscherm.
Pagina 26 Beknopte gebruikshandleiding

Het apparaat naar eigen wens instellen

Het apparaat kan worden aangepast aan de manier waarop er in uw werkomgeving wordt gewerkt. Dankzij de Hulpprogramma's voor systeembeheer kan de systeembeheerder of de apparaatbeheerder in uw bedrijf het apparaat instellen, aanpassen en onderhouden.
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, wordt aanbevolen om de instellingen en opties volledig aan de wensen van de gebruikers aan te passen. Het is handig als u uw wensen met de systeembeheerder of de apparaatbeheerder bespreekt om de mogelijkheden van het apparaat optimaal te benutten.
De toepassing Hulpprogramma's kan worden geopend via de toets Toegang op het bedieningspaneel. Sommige instellingen in Hulpprogramma's zijn van essentieel belang voor de werking van het apparaat. De schermen zijn dan ook voorzien van toegangscodes, zodat de instellingen niet per ongeluk kunnen worden gewijzigd of beschadigd.
Volledige instructies voor toegang tot en het aanpassen van de Hulpprogramma's voor systeembeheer kunt u vinden op de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2), in het CD-pakket dat bij het apparaat is meegeleverd.
Hulpprogramma's voor systeembeheer zijn onder andere…
¾ Systeeminstellingen ¾ Standaardinstellingen scherm ¾ Toegang en accountadministratie ¾ Standaardinstellingen toepassingen ¾ Connectiviteit en netwerkinstellingen ¾ Verbruiksartikelenbeheer ¾ Apparaattests ¾ Beheer Energiespaarstand ¾ Fax-instellingen
Aan de slag
Aan de slag
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 27
Aan de slag

Meer hulp

1
Aan de slag
2
Toegang tot de opdrachtwachtrij
¾ De toets Opdrachtstatus op
het bedieningspaneel indrukken. De wachtrij Alle onvoltooide opdrachten verschijnt.
¾ De opdrachtstatus bekijken.
¾ De optie [Andere wachtrijen]
selecteren om de andere beschikbare wachtrijen te bekijken.
Toegang tot de online Help
3
¾ Druk op Help voor toegang
op elk willekeurig moment tot de online-helpschermen.
¾ Berichten, scherminstructies en
afbeeldingen bieden aanvullende informatie.
Voor extra Help
Wanneer u meer hulp nodig hebt bij het gebruik van het apparaat kunt u het volgende doen:
¾ Raadpleeg de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2) die
in het CD-pakket zit dat bij het apparaat werd geleverd.
¾ Raadpleeg de CD Systeembeheerder (CD1) die in het CD-pakket zit dat bij
het apparaat werd geleverd.
¾ Bezoek de website www.xerox.com of neem contact op met het Xerox
Welcome and Support Centre onder vermelding van het serienummer
van het apparaat
¾ De toets [Apparaatstatus]
indrukken op het bedienings­paneel.
¾ De optie [Apparaatgegevens]
selecteren om het serienummer van het apparaat weer te geven.
.
OPMERKING: Het serienummer is ook te vinden op een metalen plaatje aan de binnenzijde van de voordeur.
Pagina 28 Beknopte gebruikshandleiding

Onderhoud

Verbruiksartikelen

Verbruiksartikelen zijn benodigdheden voor het apparaat die moeten worden bijgevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en artikelen die door de gebruiker zelf kunnen worden vervangen. Indien u verbruiksartikelen wilt bestellen, neem dan contact op met de plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt: naam van uw bedrijf, productnummer en serienummer van het apparaat.
HINT: Raadpleeg “Plaats van het serienummer” op pagina 34 om het serienummer te vinden.
Raadpleeg voor meer informatie over de verbruiksartikelen het hoofdstuk Onderhoud op de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2), uit het CD-pakket dat bij het apparaat wordt geleverd.
Artikelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen
Er zijn 5 vervangbare eenheden op het apparaat:
Xerografische module Navulfles (toner) Fusermodule en ozonfilter Kop Automatische originelendoorvoer Tonerafvalcontainer
Op het aanraakscherm van het apparaat verschijnt een bericht wanneer een van de bovenstaande items dient te worden bijbesteld. Dit bericht is een waarschuwing dat het artikel bijna aan vervanging toe is.
U moet een artikel alleen vervangen wanneer er een bericht verschijnt waarin dit wordt opgedragen.
Volg voor het vervangen van verbruiksartikelen de aanwijzingen op de gebruikersinterface of lees het hoofdstuk Onderhoud van de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2), uit het CD-pakket dat bij het apparaat wordt geleverd.
VOORZICHTIG: NOOIT panelen of beschermplaten verwijderen die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt. Achter deze panelen en beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die in aanmerking komen voor onderhoud door gebruikers. NOOIT een onderhoudsfunctie proberen uit te voeren die NIET specifiek wordt beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is geleverd.
Nietcassettes
Indien uw apparaat met een afwerkeenheid is uitgerust, dan moet u de nietcassette(s) vervangen wanneer u hier via een bericht op wordt gewezen.
Volg voor het vervangen van een nietcassette de aanwijzingen op de gebruikersinterface of lees het hoofdstuk Onderhoud van de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2), uit het CD-pakket dat bij het apparaat wordt geleverd.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 29
Onderhoud
HINT: Indien u Xerox-verbruiksartikelen wilt bestellen, neem dan contact op met de plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt: naam van uw bedrijf, productnummer en serienummer van het apparaat.
Onderhoud
VOORZICHTIG: NOOIT panelen of beschermplaten verwijderen die zijn vastgezet met schroeven wanneer u verbruiksartikelen vervangt. Achter deze panelen en beschermplaten bevinden zich geen onderdelen die in aanmerking komen voor onderhoud door gebruikers. NOOIT een onderhoudsfunctie proberen uit te voeren die NIET specifiek wordt beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is geleverd.

Apparaat reinigen

WAARSCHUWING: Wanneer u het apparaat reinigt, NOOIT organische of agressieve chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in spuitbussen gebruiken. NOOIT vloeistof direct op een oppervlak gieten. Verbruiksartikelen en reinigingsmiddelen uitsluitend gebruiken op de in deze documentatie beschreven wijze. Alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen houden.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit schoonmaakmiddelen in spuitbussen onder druk op of in dit apparaat. Bepaalde spuitbussen met schoonmaakmiddel onder druk bevatten ook explosieve gasmengsels en zijn niet geschikt voor gebruik bij elektrische apparatuur. Gebruik van dergelijke schoonmaakmiddelen kan explosies en brand tot gevolg hebben.
Glasplaat en CVT (Constant
1
Velocity Transport)
¾ Bevochtig een niet-pluizende doek met
Xerox Cleaning Fluid of Xerox Anti-Static Cleaner. Vloeistof mag nooit direct op de glasplaat worden gegoten.
¾ Veeg de hele glasplaat schoon. ¾ Veeg eventuele resten weg met een
schone doek of papieren doekje.
Constant Velocity­transportglasplaat
OPMERKING: Ook vlekken op de glasplaat worden "gekopieerd" wanneer u een kopie maakt via de glasplaat. Vlekken op de Constant Velocity Transport-glasplaat verschijnen als strepen op de afdrukken wanneer u kopieën maakt via de AOD.
Aanraakscherm
2
Pagina 30 Beknopte gebruikshandleiding
¾ Gebruik een zachte, niet-pluizende
doek, licht bevochtigd met water.
¾ Het hele gebied schoonvegen,
inclusief het aanraakscherm.
¾ Veeg eventuele resten weg met een
schone doek of papieren doekje.
Voor meer informatie over het onderhoud van andere delen van het apparaat kunt u de CD met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2) raadplegen. U vindt deze CD in het CD-pakket dat bij het apparaat is geleverd.

Meer hulp

Voor meer hulp kunt u onze website www.xerox.com bezoeken of contact opnemen met het Xerox Welcome and Support Centre onder vermelding van het serienummer van het apparaat.
¾ De toets [Apparaatstatus] indrukken
1
2
op het bedieningspaneel.
¾ Het scherm Apparaatinformatie
wordt weergegeven.
¾ [Apparaatgegevens] selecteren.
Onderhoud
Onderhoud
3
¾ Het klantenservicenummer voor
het Welcome and Support Centre en het serienummer van uw apparaat worden weergegeven.
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 31
Onderhoud
Onderhoud
Pagina 32 Beknopte gebruikshandleiding

Problemen oplossen

OPMERKING: Raadpleeg voor meer informatie over het oplossen van problemen de CD
met interactieve handleiding voor de gebruiker (CD2) of de CD Systeembeheerder (CD1).

Storingen verhelpen

Wanneer zich een storing voordoet,
1
2
verschijnt er een venster met instructies om de storing te verhelpen.
¾ Deze instructies opvolgen.
OPMERKING: Voor afdrukken die voor het oplossen van de storing zijn verwijderd, worden automatisch nieuwe afdrukken gemaakt zodra de papierstoring is opgelost.
Papierstoringen
¾ Op het scherm met de storingsinformatie wordt
de plaats van de papierstoring aangegeven.
¾
De groene hendels en knoppen gebruiken zoals aangegeven in de aanwijzingen op het scherm om het vastgelopen papier te verwijderen.
¾ Alle hendels die worden gebruikt om
papierstoringen op te lossen moeten in de juiste positie worden terug gezet. De rode knipperende lampjes achter de hendels die worden gebruikt om papierstoringen op te lossen mogen niet zichtbaar zijn.
OPMERKING: Zones waar papierstoringen kunnen optreden en moeten worden verholpen, verschillen per model en configuratie.
Documentstoringen
3
Beknopte gebruikshandleiding Pagina 33
¾ Alle documenten van de AOD en glasplaat
volgens de instructies verwijderen.
¾ Leg de documenten weer in dezelfde
volgorde als bij het begin van de opdracht en plaats ze vervolgens opnieuw. De documenten worden automatisch weer door de AOD gevoerd om te worden afgedrukt.
Indien u er niet in slaagt de storing te verhelpen, het volgende gedeelte lezen om contact met uw plaatselijke Xerox Welcome and Support Centre op te nemen voor hulp.
Problemen oplossen

Xerox Welcome and Support Centre

Indien een storing niet verholpen kan worden met de instructies in het aanraakscherm, de Tips voor het oplossen van problemen in het volgende gedeelte raadplegen; ze kunnen u helpen een snelle oplossing van het probleem te vinden. Indien de storing aanhoudt, contact opnemen met het Xerox Welcome and Support Centre. Het Xerox Welcome and Support Centre heeft het volgende nodig: informatie over de aard van het probleem, het serienummer van het apparaat, de storingscode (indien aanwezig) en de naam en
Problemen oplossen
Plaats van het serienummer
1
vestigingsplaats van uw bedrijf.
¾ De toets [Apparaatstatus] indrukken
op het bedieningspaneel.
2
3
¾ Het scherm Apparaatinformatie wordt
weergegeven.
¾ Het tabblad [Storingen] selecteren
om de gegevens te bekijken van recente storingen plus de storingscodes.
¾ [Apparaatgegevens] selecteren
zodat het klantenservicenummer van het Xerox Welcome and Support Centre en het serienummer van het apparaat worden weergegeven.
OPMERKING: Het serienummer is ook te vinden op een metalen plaatje aan de binnenzijde van de voordeur.
Pagina 34 Beknopte gebruikshandleiding
Loading...