Whirlpool AMD 031, AMD 032, AMD 032/1, AMD 034, AMD 030 INSTRUCTION FOR USE [nl]

...
Page 1
ALVORENS HET APPARAAT TE GEBRUIKEN
Lees de instructies voor gebruik zorgvuldig door en houd deze bij de hand voor verdere raadplegingen voor de beste functionering van uw apparaat.
Volg de volgende aanwijzingen op en pas ze toe alvorens u van uw apparaat gebruik maakt:
Telkens wanneer de batterijen van de afstandsbediening vervangen worden, wordt de afstandsbediening vooraf ingesteld op Verwarmingspomp. Als de door u aangeschafte airconditioner een model met Alleen koelen is, dan brengt de voorinstelling op Verwarmingspomp geen veranderingen met zich mee.
Automatische Herstartfunctie:
Om de automatische herstartfunctie in te stellen drukt u gedurende tenminste 5 seconden op de noodknop (ON/OFF) op de binnenunit. Een zoemtoon geeft aan dat de automatische herstartfunctie is ingesteld en dat de airconditioner in de standby staat. Herhaal de hierboven beschreven handelingen om de automatische herstartfunctie te deactiveren.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Installeer het apparaat niet als deze op de stroomvoorziening aangesloten is.
• De installatie en de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dienen door een gekwalificeerd technicus in overeenstemming met de aanwijzingen van de producent en de plaatselijk van kracht zijnde veiligheidsnormen uit te worden gevoerd. Voer nooit reparaties uit of vervang onderdelen van het apparaat tenzij dit specifiek aangegeven staan in de instructies voor gebruik.
• Het apparaat dient van een aarding te worden voorzien.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel lang genoeg is om de correcte aansluiting mogelijk te maken. Maak geen gebruik van verlengsnoeren voor de voedingskabel.
• Trek nooit aan de voedingskabel om hem uit het stopcontact te verwijderen.
• Buig de voedingskabel nooit en knel hem nooit ad. Verzeker u ervan dat de voedingskabel intact is.
• Na de installatie mogen de elektrische componenten niet bereikbaar zijn voor de gebruikers.
• Raak de bedieningsknoppen nooit aan met natte handen en maak nooit gebruik van het apparaat als u op blote voeten staan.
• Fysiek of geestelijk mindervalide personen, kinderen of onervaren personen mogen alleen van het apparaat gebruik maken als ze voor het gebruik hiervan ingelicht zijn door een persoon die voor hun veiligheid en gezondheid verantwoordelijk is. Het apparaat is niet bedoeld om ongecontroleerd gebruikt te worden door mindervalide personen of kinderen.
70
Page 2
• Dit apparaat is gemaakt van recycleerbare of herbruikbare materialen. De afdanking hiervan dient in overeenstemming met de plaatselijk wetgeving voor afvalverwerking uit te worden gevoerd. Knip, alvorens het apparaat af te danken, de voedingskabel af zodat het apparaat niet hergebruikt kan worden.
• Neem voor verdere informatie over de behandeling en recycling van dit product contact op met het plaatselijke bestuur dat de gescheiden afvalverzameling regelt of met de winkel waar u het apparaat gekocht heeft.
VERPAKKINGSMATERIAAL VERWERKEN
• Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar zoals tevens door het kringloopsymbool . wordt aangegeven. De verschillende delen van het verpakkingsmateriaal mogen niet in het milieu worden achtergelaten maar dienen in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften te worden verwerkt.
VERWERKING VAN HET APPARAAT
• Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
• Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op correcte wijze afgedankt wordt draagt u bij aan het voorkomen van de mogelijke negatieve invloeden op het milieu en de gezondheid.
• Het sysmbool op het product of op de documenten die bij het product horen geven aan dat het apparaat niet als normaal huisafval behandeld dient te worden maar dat het naar een speciaal verzamelcentrum voor elektrische en elektronische apparaten dient te worden gebracht alwaar ze worden opgeslagen en gerecycled.
MILIEUTIPS
AIR CONDITIONER VOORZORGSMAATREGELEN
Volg de hieronder beschreven instructies nauwkeurig op:
• De langdurige en directe blootstelling aan koude lucht kan de gezondheid negatief beïnvloeden. We raden u aan om de jaloezie zo af te stellen dat de directe stroom koude lucht voorkomen wordt en in de ruimte deflecteert.
• Voorkom dat de luchtstroom in aanraking komt met gaspitten en kachels.
• In het geval van storing schakel eerst het apparaat uit door op de ON/OFF toets te drukken op de afstandbediening en koppel het apparaat vervolgens van de stroomvoorziening los.
• Plaats nooit vreemde voorwerpen op de buitenunit.
• Dit product bevat Gefluorineerde Broeikasgassen die onder het Kypto Protocol vallen aangezien het koelgas in een hermetisch afgesloten systeem zit. Koelgas: R410a is voorzien van een Aardopwarmingspotentieel (GWP) 1975.
71
Page 3
PRODUCTBESCHRIJVING
Binnenunit
1. Luchtaanzuiging
2. Voorpaneel
3. Display paneel
4. Luchtuitlaat
5. Elektrische doos
6. Filter monitor resetknop
7. Jaloezie voor verticale afstelling
8. Jaloezie voor horizontale afstelling
9. Luchtfilter
10.Afstandsbediening
Buitenunit
11. Luchtaanzuiging
12. Leidingen en netsnoer
13. Afvoerslang
Opmerking: Condenswater wordt afgevoerd
tijdens het KOELEN of DROGEN.
14. Luchtuitlaat
De afbeeldingen die in deze instructiehandleiding opgenomen zijn baseren zich op de aanzichten buitenaf van de standaardmodellen. De vorm en het design variëren per model.
O N
O F
F
72
Page 4
CONTROLE PANEEL DISPLAY INDICATOREN BESCHRIJVING
Temperatuurindicator (1)
Geeft de ingestelde temperatuur weer.
Indicatielampje apparaat in werking (2)
Licht op tijdens de functionering. Knippert tijdens het ontdooien van de buitenunit.
Indicatielampje timer (3)
Dit brandt tijdens de ingestelde tijd. Gaat uit als de ingestelde tijd voorbij is.
Sleepindicator (4)
Gaat aan tijdens de sleepmode.
Filter monitor indicator (5)
Knippert als het filter moet worden gereinigd. De filter monitor indicator knippert na 240 uur gebruik om u eraan te herinneren dat het filter gereinigd dient te worden. Druk na de reiniging van het filter op de resetknop op de binnenunit achter het voorpaneel om het knipperen van de filter monitor indicator uit te schakelen.
Noodstopknop ON/OFF (6)
Wordt gebruikt om de unit te controleren door de knop in te drukken als de Afstandbediening niet functioneert. Wordt gebruikt om de automatische herstartfunctie in te stellen of te annuleren.
73
Page 5
AFSTANDBEDIENING FUNCTIES EN INDICATOREN
1. ON/OFF-TOETS
Schakeli het apparaat in of uit door op deze knop te drukken.
2. MODE TOETS
Wordt gebruikt om de bedieningsmode te selecteren.
3. FAN-TOETS (ventilator)
Wordt gebruikt om de ventilatiesnelheid te selecteren op automatisch, hoog, gemiddeld of laag.
4-5. TOETSEN VOOR HET INSTELLEN VAN DE
KAMERTEMPERATUUR
Worden gebruikt om de kamertemperatuur te selecteren. Wordt gebruikt om de tijd in de TIMER­mode en de REAL TIME CLOCK in te stellen.
6. TOETS
Wordt gebruikt om de 6th sense functie in te stellen of te annuleren, ook in stand-by.
7. SWING-TOETS
Wordt gebruikt om het kantelen van de verticale jaloezie te stoppen of te starten en de gewenste op/neergaande richting van de luchtstroom in te stellen.
8. SLEEP-TOETS
Wordt gebruikt om de Sleep-mode in te stellen of te annuleren.
9. TOETS
Door op deze toets te drukken verzend de afstandbediening elke 10 minuten het signaal van de huidige kamertemperatuur rondom hem naar de binnenunit. Houd de afstandbediening dus op een plaats waar het op correcte wijze het signaal naar de binnenunit kan verzenden. Druk eenmaal in om te activeren en druk nogmaals in om te deactiveren.
10. CLOCK-TOETS
Wordt gebruikt om de actuele tijd in te stellen.
11-12. TIMER-TOETS
Stelt de ingestelde tijd in of annuleert deze.
13. JET-TOETS
Wordt gebruikt om snelle koeling te starten of te stoppen. (Snelle koeling werkt met hoge ventilatiesnelheid en een automatisch ingestelde temperatuur van 18°C).
U
ON
OFF
1
2
6
7
5
8
9
4
3
13
12
11 10
INDICATOR SYMBOLEN OP AFSTANDBEDIENING DISPLAY
Indicator koelen
Indicator drogen
Indicator alleen ventilatie
Indicator verwarmen
Automatische ventilatiesnelheid
Hoge ventilatiesnelheid
Gemiddelde ventilatiesnelheid
Lage ventilatiesnelheid
indicator
Indicator Sleepstand
Indicator
Jet indicator
Signaaluitzending
Weergave ingestelde tijd Weergave huidige tijd
Weergave ingestelde temperatuur
U
ON
OFF
74
U
U
O
Page 6
OPSLAG EN TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN DE RC
Plaatsen van de batterijen
Verwijder het batterijklepje in de richting van de pijl. Leg nieuwe batterijen in de afstandsbediening en zorg ervoor dat de (+) en (-) van de batterij op de juiste manier geplaatst zijn. Schuif het klepje op zijn plaats terug.
Opmerking:
• Gebruik 2 LR03 AAA (1,5 V)-batterijen. Gebruik geen oplaadbare batterijen. Vervang de batterijen door nieuwe van hetzelfde type als het display zwak wordt.
• Als de vervanging binnen één minuut uitgevoerd wordt, blijft de oorspronkelijke instelling van de afstandsbediening gehandhaafd. Als het vervangen van de batterijen echter langer dan 3 minuten in beslag neemt, worden alle instellingen die vooraf zijn ingevoerd geannuleerd en wordt op de timer nul aangegeven.
Verwijderen van de batterijen
Verwijder het batterijklepje in de richting van de pijl. Druk met uw vingers zachtjes op de plus pool van de batterij, en trek vervolgens de batterijen uit het vak. Deze handelingen dienen te worden uitgevoerd door volwassenen. Het is kinderen verboden om de batterijen uit de afstandsbediening te verwijderen, om het gevaar van het inslikken van de batterijen te voorkomen.
Het afdanken van de batterijen
Dank de batterijen af als gescheiden gemeentelijk afval en geef ze af bij een toegankelijk verzamelpunt.
Om de airconditioner te bedienen, dient u de afstandsbediening op de signaalontvanger te richten. De airconditioner kan met de afstandsbediening tot een afstand van 7 m worden bediend.
O N
O
F F
Signaalontvanger
75
Page 7
BESCHRIJVING BEDIENINGSMODI
Bedieningsmodi
1. Selecteren van de mode
Iedere keer dat de MODE-toets wordt ingedrukt, verandert de bedieningsmode achtereenvolgens in:
KOELEN DROGEN ALLEEN VENTILATIE
VERWARMEN
De verwarmingsmode is NIET beschikbaar op de airconditioner voor alleen koelen.
2 "FAN"-mode (ventilatie)
Iedere keer dat de "FAN"-toets ingedrukt wordt, verandert de ventilatiesnelheid achtereenvolgens in:
Automatisch Hoog Gemiddeld Laag
In de mode "ALLEEN VENTILATIE" zijn alleen "High", "Medium" en "Low" beschikbaar. In de mode "DROGEN" is de luchtstroom automatisch op "Low" ingesteld; de "FAN"-toets werkt in dit geval niet.
3. Instellen van de temperatuur
Druk eenmaal om de temperatuurinstelling met 1°C te verhogen Druk eenmaal om de temperatuurinstelling met 1°C te verlagen
*OPMERKING: De verwarmingsmode is NIET beschikbaar op de modellen met alleen koelen.
4. Inschakelen
Druk op de -toets. Zodra het apparaat het signaal ontvangen heeft, gaat de het indicatielampje "apparaat in werking" van de binnenunit branden.
Wacht tijdens het veranderen van de modi een aantal seconden en herhaal de handeling als de unit niet onmiddellijk reageert. In het geval dat u voor de verwarmingsfunctie kiest wordt de luchtstroom na 2-5 minuten opgestart.
Beschikbare temperatuurinstellingen
* VERWARMEN,
KOELEN
18°C~32°C
DROGEN
kan niet ingesteld
worden
ALLEEN VENTILATIE
kan niet ingesteld
worden
ON
OFF
76
2
3
4
1
Page 8
REGELING VAN DE LUCHTSTROOMRICHTING
5. Regeling van de luchtstroomrichting
De verticale luchtstroom wordt automatisch afgesteld op een bepaalde hoek, in overeenstemming met de bedieningsmode nadat de unit is ingeschakeld. U kunt de richting van de luchtstroom ook naar uw eigen persoonlijke behoefte afstellen door op de "SWING"-toets op de afstandsbediening te drukken.
* De verwarmingsmode is alleen beschikbaar voor modellen met een verwarmingspomp.
Bediening van de verticale luchtstroom (met de afstandbediening)
Gebruik de afstandsbediening om de hoek voor de luchtstroom in te stellen.
Kantelen van de luchtstroom
Door eenmaal op de "SWING"-toets te drukken wordt de verticale jaloezie automatisch omhoog of omlaag gekanteld.
Gewenste richting van de luchtstroom
Druk nogmaals op de "SWING"-toets tot de jaloezieën in de gewenste hoek gekanteld zijn.
Bediening van de horizontale luchtstroom (handmatig) Draai de bedieningsroedes van de horizontale jaloezieën om de horizontale luchtstroom te veranderen, zoals aangegeven wordt.
Opmerking: De vorm van de unit kan er anders uitzien dan de airconditioner die u gekocht hee
A - Draai de verticale jaloezieën niet handmatig;
anders kan er storing optreden. Als dit gebeurt, zet dan eerst de unit uit en koppel het apparaat los van de elektriciteit; sluit het vervolgens opnieuw aan.
B - Het is beter om de verticale jaloezie niet te
lang schuin naar beneden te laten staan in de modi KOELEN of DROGEN om te voorkomen dat er condenswater naar beneden druppelt.
Bedieningsmode Richting van de luchtstroom
KOELEN, DROGEN Horizontaal
* VERWARMEN,
ALLEEN VENTILATIE
Naar beneden
ON
OFF
bedieningsroedes van de horizontale jaloezieën
77
5
Page 9
MODE EN FUNCTIE BESCHRIJVINGEN
6th SENSE-MODE
Druk op de toets, de unit betreedt onmiddellijk de 6th sense mode onafhankelijk van het feit of de unit in- of uitgeschakeld is. In deze mode worden temperatuur en ventilatiesnelheid automatisch ingesteld in overeenstemming met de actuele kamertemperatuur.
De bedieningsmode en temperatuur worden bepaald door de binnentemperatuur.
Modellen met verwarmingspomp Modellen met alleen koelen
-toets werkt niet in de JET-mode.
Opmerking: Temperatuur, luchtstroom en richting worden automatisch geregeld in de 6th Sense-mode. Als u de temperatuur desondanks nog niet aangenaam vindt, kunt u een verhoging of verlaging van maximaal 2°C instellen met de afstandsbediening.
Wat u kunt doen met de 6th sense mode
Binnentemperatuur Bedieningsmode Doeltemperatuur
21°C of lager VERWARMEN 22°C
21°C-23°C
ALLEEN
VENTILATIE
23°C-26°C DROGEN
De
kamertemperatuur
neemt met 1,5°C af
nadat de
airconditioner 3
minuten heeft
gewerkt
Hoger dan 26°C KOELEN 26°C
Binnentemperatuur Bedieningsmode Doeltemperatuur
26°C of lager DROGEN
De
kamertemperatuur
neemt met 1,5°C af
nadat de
airconditioner 3
minuten heeft
gewerkt
Over 26°C KOELEN 26°C
ON
OFF
Uw gevoel To e t s Afstellingsprocedure
Onaangenaam vanwege ongeschikt volume van luchtstroom.
De snelheid van de binnenventilator wisselt tussen hoog, gemiddeld en laag, iedere keer dat de toets wordt ingedrukt.
Onaangenaam vanwege ongeschikte richting van luchtstroom.
Swing
Als u eenmaal op deze toets drukt, kantelt de verticale jaloezie om de richting van de verticale luchtstroom te veranderen. Als u nogmaals op deze toets drukt, stopt het kantelen. Voor de horizontale richting van de luchtstroom raadpleeg het hoofdstuk "Bediening richting luchtstroom".
78
FAN
Page 10
Clock-toets
U kunt de actuele tijd aanpassen door op de toets CLOCK te drukken en vervolgens de toetsen
en te gebruiken om de juiste tijd in te stellen, druk opnieuw op de toets CLOCK zodat de tijd wordt ingesteld.
SLEEP-mode SLEEP-mode kan ingesteld worden in de modi KOELEN of VERWARMEN.
Deze functie zorgt voor een aangenamere omgeving om in te slapen. In de SLEEP-mode,
• Stopt het apparaat automatisch na 8 uur.
• De ventilatiesnelheid wordt automatisch
ingesteld op lage snelheid.
• De ingestelde temperatuur neemt met max. 1
°C toe als het apparaat 2 uur in de mode koelen functioneert.
• De ingestelde temperatuur neemt met maximaal
3°C af als het apparaat 3 uur in de mode verwarmen functioneert.
*Opmerking: In de koelingsmode verandert de ingestelde temperatuur niet als de kamertemperatuur 26°C of hoger is. Opmerking: Verwarmen is NIET beschikbaar bij airconditioners met alleen koelen.
JET-mode
•De JET-mode wordt gebruikt om snelle koeling
te starten of te stoppen. Snelle koeling werkt bij een hoge ventilatiesnelheid, waarbij de ingestelde temperatuur automatisch in 18°C gewijzigd wordt.
JET-mode kan worden ingesteld als het apparaat
functioneert.
• In de JET-mode kunt u de richting van de
luchtstroom en de timer instellen. Als u de JET­mode wilt verlaten, drukt u op een van de volgende toetsen: JET, MODE, FAN, ON/OFF of TEMPERATURE SETTING; het display keert dan terug naar de oorspronkelijke mode.
Opmerking:
• De toetsen SLEEP en 6th Sense zijn niet
beschikbaar in de JET-mode.
• De JET-toets werkt niet in de
verwarmingsmode.
• Het apparaat zal op de JET mode met een
ingestelde temperatuur van 18°C blijven functioneren als u deze functie niet uitschakeld door op een van de hierboven genoemde toetsen te drukken.
ON
79
Page 11
Timer functie
Het is nuttig om de timer te activeren door op de TIMER ON/OFF toetsen te drukken voor een aangename kamertemperatuur op het moment dat u thuis komt. U kunt tevens de timer zo instellen dat hij automatisch uitschakeld om een goede nachtrust te bevorderen.
De TIMER instellen
•De TIMER ON-toets kan gebruikt worden om
de timer in te stellen, waarmee u de airconditioner op een door u gewenst tijdstip automatisch kunt laten inschakelen.
i) Druk op de toets TIMER ON; "ON 12:00" gaat knipperen op het LCD. Vervolgens kunt u de toetsen of gebruiken om de tijd te selecteren waarop u wilt dat het apparaat ingeschakeld wordt.
Druk eenmaal op de of toets om de instelling van de tijd met 1 minuut toe of af te laten nemen. Druk anderhalve seconde op de of toets om de instelling van de tijd met 10 minuten toe of af te laten nemen. Druk langer op de of toets om de tijd met 1 uur toe of af te laten nemen. Opmerking: Als u de tijd niet binnen 10 seconden nadat u op de TIMER ON-toets hebt gedrukt instelt, verlaat de afstandsbediening de TIMER ON­mode automatisch.
ii) Wanneer de door u gewenste tijd op het LCD­display wordt weergegeven, drukt u op de toets TIMER ON om deze te bevestigen. Er klinkt een "piep": "ON" stopt met knipperen. De TIMER-indicator op de binnenunit gaat branden.
iii) Nadat de ingestelde timer 5 seconden is weergegeven, wordt de klok op het LCD-display van de afstandsbediening weergegeven in plaats van de ingestelde timer.
De TIMER ON annuleren
Druk nogmaals op de toets TIMER ON; u hoort een "piep" en de indicator verdwijnt. De TIMER ON-mode is nu geannuleerd. Opmerking: dit lijkt op TIMER OFF, u kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen op het door u gewenste tijdstip.
ON
Later
Vroeger
80
Page 12
ONDERHOUD
Unit
1. Koppel het apparaat los van de netvoeding
Schakel het apparaat uit alvorens u het van de netvoeding loskoppelt.
2. Om het voorpaneel te verwijderen trekt u
het naar buiten. (Afb. A).
3. Veeg het apparaat af met een zachte, droge
doek
Gebruik lauwwarm water (kouder dan 40°C) om het apparaat te reinigen als het zeer vuil is.
4. Gebruik nooit vluchtige stoffen zoals
wasbenzine of poetsmiddel om de unit te reinigen.
5. Sprenkel nooit water op de binnenunit
Gevaar! Elektrische schok!
6. Plaats het voorpaneel terug en sluit het (Afb.
B).
Plaats het voorpanel terug en sluit hem af door hem naar beneden te duwen.
Luchtfilter
Het is aan te raden om het luchtfilter te reinigen na ongeveer 100 uur werking. Reinig het luchtfilter iedere twee weken als de airconditioner in een stoffige omgeving wordt gebruikt.
1. Koppel het apparaat los van de netvoeding
Schakel het apparaat uit alvorens u hem van de netvoeding loskoppelt en verwijder het luchtfilter .
1. Open het voorpaneel.
2. Druk voorzichtig op het handvat van het filter.
3. Haal het filter naar buiten.
2. Reiniging en herplaatsing van het luchtfilter.
Als het filter erg vuil is, reinig het dan met een oplossing van lauwwarm water en een neutraal reinigingsmiddel, en laat het aan de lucht drogen. After cleaning let it dry.
3. Sluit het voorpaneel
Afb. A
Afb. B
BESCHERMING
Functioneringscondities
Het beveiligingsapparaat kan in de volgende gevallen losschieten en het apparaat stilzetten.
*Bij modellen voor een tropisch klimaat (T3), is de temperatuur 52°C in plaats van 43°C. Als de airconditioner in de modi "KOELEN" of "DROGEN" werkt met de deur en/of raam geopend en de relatieve vochtigheid is hoger dan 80%, dan druppelt er dauw naar beneden uit de luchtuitblazingsuitgang.
VERWARMEN
Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan 24°C Temperatuur van de buitenlucht is lager dan -7°C Kamertemperatuur is hoger dan 27°C
KOELEN
Temperatuur van de buitenlucht is hoger dan* 43°C Kamertemperatuur is lager dan 21°C
DROGEN Kamertemperatuur is lager dan 18°C
81
Page 13
Geluidshinder
• Installeer de airconditioner op een plaats die het
gewicht van het apparaat kan houden, zodat het rustiger kan werken.
• Installeer de buitenunit op een plaats waar de
uitgeblazen lucht en het geluid van het apparaat in werking geen hinder voor uw buren geven.
• Plaats geen obstakels voor de luchtuitgang van
de buitenunit, omdat deze de werking van de airconditioner kunnen beïnvloeden en het geluidsniveau kunnen verhogen.
Functies van de beveiligingsinrichting
1. Beveiligingsinrichting
Als u de unit opnieuw probeert te starten direct nadat deze is gestopt of nadat u de mode hebt gewijzigd terwijl het apparaat in werking was; u moet 3 minuten wachten. Als u het apparaat op de netvoeding heeft aangesloten en het onmiddellijk aanzet, kan er een vertraging van 20 seconden optreden voordat het apparaat begint te werken.
2. Als de werking van het apparaat volledig gestopt is, drukt u op de ON/OFF-toets om het opnieuw te starten. De timer moet opnieuw ingesteld worden als deze geannuleerd is.
Functies van de VERWARMINGS-mode Voorverwarming
2-5 minuten zijn vereist om de binnenunit voor te verwarmen bij opstart van de VERWARMINGS­mode.
Ontdooien (buitenunit)
In de mode VERWARMEN ontdooit het apparaat automatisch om de efficiëntie te verbeteren. Deze procedure duurt gewoonlijk 2-10 minuten. Tijdens het ontdooien stoppen de ventilatoren. Nadat het ontdooien voltooid is, keert het apparaat automatisch terug naar VERWARMEN. Opmerking: Verwarming is NIET beschikbaar bij airconditioners van het model Alleen koelen.
OPSPOREN VAN STORINGEN
Probleem Analyse
Apparaat werkt niet
• Is het beveiligingsapparaat of de zekering gesprongen?
• Wacht 3 minuten en start het apparaat weer op. De beveiligingsinrichting kan de functionering van de unit blokkeren.
• Zijn de batterijen van de afstandsbediening bijna leeg?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
Geen koele of warme lucht
• Is het luchtfilter vuil?
• Zijn de uitgangen voor luchtaanzuiging en luchtuitblazing verstopt.
• Is de temperatuur goed ingesteld.
Bediening is niet effectief
• Als er een sterke interferentie aanwezig is (zoals zeer grote statische elektriciteit of een abnormale netspanning), dan zal het apparaat niet op de normale wijze functioneren. Trek in dit geval de stekker uit het stopcontact en steek deze er na 2-3 seconden weer in.
Apparaat werkt niet onmiddellijk
• Als u de bedieningsmode verandert, kan er een vertraging optreden van 3 minuten.
Er is een eigenaardige geur
• Deze geur kan veroorzaakt worden door andere producten zoals meubels, sigarettenrook, enz. dat in de unit gezogen wordt en vervolgens met de lucht uitgestoten wordt.
Er is een geluid van stromend water te horen
• Normaal gedrag veroorzaakt door het stromen van de koelvloeistof in de air conditioner.
• Geluid voor ontdooien tijdens de mode verwarmen.
Krakende geluiden
• Dit geluid kan worden veroorzaakt door de uitzetten of inkrimping van het voorpaneel als gevolg van temperatuurschommelingen.
Er komt damp uit de uitgang
• Is er in de kamer sprake van damp bij lage temperaturen? Normaal gedrag als gevolg van de uitstoot van koude lucht uit de binnenunit tijdens de modi KOELEN of
VERWARMEN.
Storingen in de functionering zijn vaak te wijten aan kleine oorzaken die zonder de toepassing van gereedschap kunnen worden verholpen:
82
Page 14
INSTALLATIE-INSTRUCTIES
Installatiediagram
OPMERKING: De bovenstaande afbeelding is een vereenvoudigde weergave van de unit; het kan daarom
zijn dat deze niet overeenkomt met de unit die u aangeschaft heeft. De installatie mag alleen uitgevoerd worden door bevoegd personeel, in overeenstemming met de plaatselijke bedradingsvoorschriften.
Afstand van de wand moet meer dan 50 mm zijn
Afstand van het plafond moet meer dan 50 mm zijn
Afstand van de vloer moet meer zijn dan 2000 mm
Afstand van de wand moet meer dan 50 mm zijn
Afstand van de luchtinlaat tot de wand meer zijn dan 250 mm
Afstand van de luchtinlaat tot de wand meer zijn dan 250 mm
Afstand van de luchtuitlaat tot de
wand meer zijn dan 500 mm
Meer dan 250 mm
83
Page 15
Kiezen van de beste plaats voor installatie Plaats voor het installeren van de binnenunit
• Kies een plaats waar geen obstakels zijn bij de luchtuitgang, en de lucht gemakkelijk in iedere hoek geblazen kan worden.
• Kies een plaats waar gemakkelijk leidingen aangelegd en gaten in de wand gemaakt kunnen worden.
• Houd u aan de vereiste afstand van het plafond en de wand volgens het bedradingsdiagram.
• Het luchtfilter moet gemakkelijk verwijderd kunnen worden.
• Houd de unit en de afstandsbediening tenminste 1 m van de televisie, radio enz. vandaan.
• Ter voorkoming van de negatieve invloeden van een fluorescentielamp (tllamp) moet de unit hier zo ver mogelijk bij uit de buurt worden gehouden.
• Plaats geen voorwerpen nabij de luchtaanzuigingsopening die deze zouden kunnen blokkeren.
• Plaats de unit op een plaats die het gewicht ervan kan dragen en die geluid en trillingen van de unit in werking niet versterkt.
Plaats voor het installeren van de buitenunit
• Installeer de buitenunit op een handige en goed geventileerde plaats.
• Installeer het apparaat niet waar vloeibaar gas zou kunnen lekken.
• Houd u aan de vereiste afstand van de wand.
• De afstand tussen de Binnen- en Buitenunit dient 5 meter te zijn en kan oplopen tot maximaal 15 meter met een extra lading koelvloeistof.
• Installeer de buitenunit nooit op een vuile of vettige plaats of in de buurt van een vulkaniserende gasafvoer.
• Vermijd het apparaat te installeren aan de kant van de weg, waar het bevuild zou kunnen worden met modderwater.
• Installeer de unit op een vast draagvlak waar het geluid van het apparaat in werking niet versterkt wordt.
• Installeer de unit op een plaats waar de luchtuitgang niet geblokkeerd wordt.
Model Max. Toegestane
lengte van de
slangen bij
Verzending (m)
Limiet Lengte
Slang (m)
Limiet
Hoogteverschil H
(m)
Vereiste
hoeveelheid aan
extra
koelvloeistof
(g/m)
7K~24K 5 15 5 20
Binnenunit
Leidinglengte max. 15 m
Buitenunit
Hoogte moet minder
zijn dan 5 m
Buitenunit
Leidinglengte max. 15 m
Binnenunit
Hoogte moet minder
zijn dan 5 m
84
Page 16
INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT
1. Installeren van de montageplaat
• Kies een plaats om de montageplaat te installeren in overeenstemming met de plaats van de binnenunit en de richting van de leidingen.
• Stel de montageplaat perfect horizontaal af met behulp van een waterpas of loodlijn.
• Boor gaten van 32 mm diep in de wand om de plaat te bevestigen.
• Steek de plastic pluggen in de gaten en bevestig de montageplaat met tapschroeven.
• Controleer of de montageplaat goed bevestigd is. Boor vervolgens een gat voor de leiding.
OPMERKING: De vorm van uw montageplaat kan afwijken van die op de afbeelding, maar de installatiemethode is gelijk.
2. Een gat boren voor de leiding
• Bepaal de positie van het gat voor de leiding in overeenstemming met de plaats van de montageplaat.
• Boor een gat in de wand. Het gat moet licht naar beneden lopen naar buiten.
• Installeer een schuifmof in het gat in de wand om deze netjes en schoon te houden.
3. Installatie van de leiding van de binnenunit
• Bevestig de leidingen (leidingen voor vloeistof en gas) en de kabels door het gat in de wand vanaf de buitenkant, of bevestig deze vanaf de binnenkant nadat u de binnenleidingen en kabelaansluitingen tot stand heeft gebracht, zodat de buitenunit erop aangesloten kan worden.
• Bepaal of het plastic gedeelte afgezaagd moet worden, in overeenstemming met de richting van de leidingen (zie onder).
OPMERKING:
Als u de leiding langs richting 1, 2 of 4 bevestigt, zaag dan het corresponderende plastic deel af van de binnenunit.
• Nadat u de leiding op de juiste manier hebt aangesloten, installeert u de afvoerslang. Sluit vervolgens de netsnoeren aan. Verpak de leidingen, snoeren en afvoerslang samen in thermisch isolatiemateriaal.
Schuifmof voor wandgat (harde polyethyleenbuis die geprepareerd is door de gebruiker)
Binnen
Buiten
5 mm (neergaande richting)
Goot
Richting leiding
Plastic deel
Zaag het plastic deel af langs de goot
85
Tapschroef
Montage plaat
4
1
3
2
Page 17
BELANGRIJK: Warmte-isolatie van de verbindingsstukken van de leidingen:
Omwikkel de verbindingsstukken van de leidingen met thermisch isolatiemateriaal en dek ze af met vinyltape.
Warmte-isolatie van de leidingen:
a. Plaats de afvoerslang onder de leiding. b. Isolatiemateriaal: polyethyleenschuim van meer dan
6 mm dik.
OPMERKING: De afvoerslang moet geprepareerd worden door de gebruiker.
• De afvoerleiding moet naar beneden lopen voor een gemakkelijke afvoerstroom. Draai de afvoerleiding niet, laat haar niet uitsteken of rondzwaaien, en dompel het uiteinde niet onder in water. Als er een verlengde afvoerslang wordt aangesloten op het afvoerleiding, zorg er dan voor dat deze thermisch geïsoleerd is wanneer u deze naar de binnenunit leidt.
• Als de leiding naar rechts gericht is, moeten de leiding, het netsnoer en de afvoerleiding thermisch geïsoleerd worden en aan de achterkant van de unit bevestigd worden met een leidingklem.
A. Steek de leidingklem in de sleuf. B. Druk om de leidingklem op het ondervlak te bevestigen.
Warmte-isolatie
Omwikkeld met vinyltape
Grote leiding
Thermisch geïsoleerde buis
Kleine leiding
Netsnoer 1 (voor verwarmings pomp)
Ontdooikabel (voor verwarmings pomp)
Afvoerslang (te preparerei door de gebruiker)
Netsnoer
Ondervlak
Leidingklem
Ondervlak
Leidingklem
Hier insteken
Ondervlak
Hier vasthaken
Grote leiding
Afvoerslang
Kleine leiding
Grote
leiding
Afvoerslang
Kleine leiding
86
Page 18
Leidingaansluiting:
a. Sluit de leidingen van de binnenunit aan met behulp
van twee moersleutels. Let speciaal op de toegestane torsie zoals hieronder weergegeven wordt, om te voorkomen dat de leidingen, aansluitingen en moeren vervormd en beschadigd worden.
b. Draai ze eerst met de hand vast, en gebruik
vervolgens de moersleutels.
4. De kabel aansluiten
Binnenunit Sluit het netsnoer op de binnenunit aan door de draden één voor één op de aansluitklemmen op het schakelbord aan te sluiten in overeenstemming met de aansluiting van de buitenunit.
OPMERKING: (afhankelijk van het model) Om de aansluitingen met de aansluitklem van de binnenunit uit te voeren moet de kast verwijderd worden.
Buitenunit
1) Verwijder de toegangsdeur van de buitenunit door de schroef los te draaien. Sluit de draden één voor één als volgt aan op de aansluitklemmen op het schakelbord.
2) Bevestig het netsnoer op het schakelbord met een kabelklem.
3) Plaats de toegangsdeur terug in de oorspronkelijke positie en draai de schroef vast.
4) Gebruik een erkende stroomverbreker voor het 24K model tussen de stroomvoorziening en de unit. Er moet een stroomverbreker aangebracht worden die alle voedingslijnen adequaat kan afsluiten.
Model Afmeting leiding Torsie Moerbreedte Min. dikte
7,9,12K Vloeistofzijde (1/4 inch) 1,8kg.m 17mm 0,6mm
18,24K Vloeistofzijde (3/8 inch) 3,5kg.m 22mm 0,6mm
7,9K Gaszijde (3/8 inch) 3,5kg.m 22mm 0,6mm
12K Gaszijde (1/2 inch) 5,5kg.m 24mm 0,6mm
18,24K Gaszijde (5/8 inch) 7,5kg.m 27mm 0,6mm
Binnenunit
Buitenunit
Binnenunit
Aansluitklem (binnenin)
Kast
Frame
Toegangsdeur aansluitklem (binnen)
87
Page 19
LET OP:
1. Gebruik een afzonderlijk stroomcircuit specifiek voor de airconditioner. Voor de bedradingsmethode wordt verwezen naar het schakelingsdiagram op de binnenkant van de toegangsdeur.
2. Controleer of de dikte van de kabel overeenkomt met de specificatie van de stroombron.
3. Controleer de draden en zorg ervoor dat deze allemaal stevig vastzitten nadat u de kabel hebt aangesloten.
4. Zorg ervoor dat u een aardlekschakelaar installeert in een natte of vochtige omgeving.
Kabelspecificaties
Vermogen
(BThU/uur)
Netsnoer Netsnoer Netsnoer 1
Netspanning
To e v o e r
(Opmerking)
Ty p e
Normale
doorsnede
Ty p e Normale doorsnede Ty p e
Normale
doorsnede
7K,9K,12K H05VV-F 1,0~1.5mm² X3 H07RN-F 1,0~1,5mm²X3 H05RN-F
0,75mm2X2
(verwarmingspomp)
Naar
Binnenunit
18K
H05VV-F
RVV
1,5~2.0mm² X3 H07RN-F 1,5mm²X3 H05RN-F
0,75mm2X2
(verwarmingspomp)
Naar
Binnenunit
24K H07RN-F 2,5mm² X3 H07RN-F
1,5mm2X3
(verwarmingspomp)
1,5mm2X4 (alleen koelen)
H05RN-F
0,75mm2X3
(verwarmingspomp)
Naar
Buitenunit
88
BEDRADINGSDIAGRAM
Zorg ervoor dat de kleur van de draden van de buitenunit en het nummer van de aansluitklem dezelfde zijn als die van de binnenunit.
• Netvoeding van binnenunit, inclusief 7K, 9K, 12K, Model
AC L-IN
AC N-IN
1(N)
2(L)
1(N)
3(SI)
2(L)
3(SI)
VERWARMINGSPOMP
Netsnoer
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Aansluitklem
Geel/Groen Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Geel/Groen
Blauw (Grijs)
Bruin
Zwart
Verdamper
Schakelbord binnenunit
Netvoeding
YE/GN
BN
BU
Page 20
89
• Netvoeding van binnenunit, inclusief 18K Model
• Netvoeding van buitenunit, inclusief 24K Model
Bij deze modellen is de netvoeding aangesloten vanaf de buitenunit door middel van een stroomonderbreker.
• Ontdooiingskabel (alleen voor de airconditioner met verwarmingspomp, en het is een optioneel onderdeel)
Ontdooiingskabel (alleen voor modellen met verwarmingspomp)
Na aansluiting moet de ontdooiingsdraad goed ingepakt worden met verpakkingstape en moet de connector in de unit worden gestoken.
Ontdooiingsdraad
(binnen)
Ontdooiingsdraad (buiten)
VERWARMINGSPOMP
Netsnoer 1
Netsnoer
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Aansluitklem
Bruin
Blauw
Bruin
Blauw
Bruin
Blauw
Bruin
Blauw
Geel/Groen
Geel/Groen
N
L
L1L1
L3L3
L2L2
N
N
L
L
VERWARMINGSPOMP
Netsnoer 1
Netsnoer
Binnenunit
Aansluitklem
Buitenunit
Aansluitklem
Grijs
Zwart
Bruin
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Grijs
Zwart
Bruin
Geel/Groen
Bruin
Blauw
Aansluitklem
Netvoeding
Page 21
INSTALLATIE VAN DE BUITENUNIT
1. Installeren van de afvoerpoort en de afvoerslang (alleen voor model met verwarmingspomp)
Het condenswater wordt afgevoerd vanuit de buitenunit wanneer de unit in de verwarmingsmode werkt. Om uw buren niet te hinderen en het milieu te beschermen, dient u een afvoerpoort en een afvoerslang te installeren om het condenswater af te voeren. Het is voldoende om de afvoerpoort en de rubberen afsluitring op het frame van de buitenunit te installeren, en vervolgens een afvoerslang aan te sluiten op de poort, zoals te zien is in de afbeelding rechts.
2. Installeren en bevestigen van de buitenunit
Bevestig de unit met bouten en moeren stevig op een vlakke en sterke vloer. Als de unit aan de muur of op het dak wordt geïnstalleerd, zorg er dan voor dat u de steun goed bevestigt om te voorkomen dat de unit gaat schudden bij hevige trillingen of harde wind.
3. Leidingaansluiting van de buitenunit
• Verwijder de doppen van de 2-wegs- en 3-wegsklep.
• Sluit de leidingen apart op de 2-wegs- en 3-wegskleppen aan, in overeenstemming met de vereiste torsie.
4. Kabelaansluiting van de buitenunit (zie de vorige pagina)
Luchtzuivering
Vochtige lucht in de koelcyclus kan een storing in de compressor veroorzaken. Nadat u de binnen- en buitenunit geïnstalleerd heeft, dient u lucht en vocht uit de koelcyclus te verwijderen met behulp van een vacuümpomp, zoals hieronder weergegeven is. Opmerking: In verband met de in het systeem heersende hoge druk en ter bescherming van het milieu, dient u ervoor te zorgen dat u de koelvloeistof niet rechtstreeks in de lucht laat vrijkomen.
Afsluitring
Afvoerpoort
Afvoerslang (te prepareren door de gebruiker)
Vacuümpomp
Binnenunit
Richting koelvloeistof
3-wegsklep
Servicepoort
(2) Draaien (8) Vastdraaien
(7) Draaien om de klep volledig te openen
Klepdop
(1) Draaien
(8) Vastdraaien
2-wegsklep
(6) 1/4 slag openen
(7) Draaien om de klep volledig te openen
(1) Draaien
Klepdop
(8) Vastdraaien
Aansluiten op de binnenunit
Diagram 3-wegsklep
Open positie
Spil
Aansluiten op de buitenunit
Kern klep
Naald
Dop servicepoort
90
Page 22
Zuiveren van de luchtbuizen:
(1) Draai de doppen van de 2- en 3-wegskleppen los en verwijder ze. (2) Draai de dop van de serviceklep los en verwijder deze. (3) Sluit de flexibele slang van de vacuümpomp aan op de serviceklep. (4) Start de vacuümpomp en laat deze 10-15 minuten draaien, totdat de pomp een absoluut vacuüm van
10 mm Hg bereikt.
(5) Sluit terwijl de vacuümpomp nog draait de lage-drukknop op het spruitstuk van de vacuümpomp. Stop
de vacuümpomp vervolgens.
(6) Open de 2-wegsklep ¼ slag, en sluit deze weer na 10 seconden. Controleer de sluitendheid van alle
verbindingen met behulp van vloeibare zeep of een elektronische lekdetector. (7) Draai de steel van de 2- en 3-wegsklep. Koppel de flexibele slang van de vacuümpomp los. (8) Plaats de doppen van alle kleppen terug en draai ze stevig vast.
OPMERKINGEN:
• Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt.
• Zorg ervoor dat er geen lucht in het koelsysteem komt en dat er geen koelvloeistof lekt wanneer u de
airconditioner verplaatst.
• Aard de conditioner op correcte wijze.
• Controleer de verbindingskabels en buizen nauwkeurig. Zorg ervoor dat ze correct en stevig zijn
alvorens de stroom van de air conditioner aan te sluiten.
• Er moet een lastschakelaar voorzien zijn.
• Na de installatie dient de gebruiker de air conditioner te bedienen in overeenstemming met deze
handleiding. Zorg voor een passende opslag voor onderhoud en verwijdering van de air conditioner in de toekomst.
• Het gebruikte soort zekering op de regelaar van de binnenunit is Ø 5x20, met een vermogen van
2.5A/250V of 3.15A/250V.
• Waarschuwing: Installeer op dusdanige wijz dat het laagste beweegbare onderdeel van de binnenunit
zich op een minstens 2.4m boven de vloer of hellend niveau bevindt.
• Gevaar voor elektrocutie kan leiden tot verwondingen of dood : Koppel alle Remote elektrische
voorzieningen los alvorens onderhoudwerkzaamheden uit te voeren.
• Zorg er tijdens het bijvullen van de koelvloeistof aan het systeem voor dat u deze in vloeistof omzet als
de gebruikte koelvloeistof R410a is. Gebeurt dit niet dat kan de chemische samenstelling van de R410a koelvloeistof in het systeem veranderen en dus de performance van air conditioner negatief beïnvloeden.
• Gezien de aard van de koelvloeistof (R410a), is de druk in de slang erg hoog. Let dus op wanneer u het
apparaat installeert en repareert.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet het vervangen worden door de Klantenservice of door een
gekwalificeerd technicus, om gevaarlijke situaties te voorkomen.
• De air conditioner dient door een professionele ingenieur te worden geïnstalleerd.
91
Loading...