Toro 72065 Operator's Manual [nl]

FormNo.3444-451RevC
ZMaster
®
7500-Dserie
professionelezitmaaier
metTURBOFORCE 183cmmetachteruitworp
Modelnr.:72028—Serienr.:408863644enhoger Modelnr.:72029—Serienr.:407600000enhoger Modelnr.:72065—Serienr.:408864664enhoger Modelnr.:72074—Serienr.:408961606enhoger
®
maaidekvan152cmof
Registreeruwproductopwww.T oro.com. Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3444-451*
Alsdemachinezondergoedwerkendevonkenvanger ofgoedonderhoudenbrandveiligemotorwordt gebruiktineenbosgebiedofopeenmetdicht struikgewasofgrasbegroeidterrein,handeltde bestuurderinstrijdmetdebepalingenvansectie4442 of4443vandeWetopdeOpenbareHulpbronnen (PublicResourcesCode)vandeStaatCalifornië.
DebijgevoegdeGebruikershandleidingvandemotor biedtinformatieoverhetAmerikaanseEnvironmental ProtectionAgency(EP A)enhetCalifornische controlesysteemvooremissies,onderhouden garantie.Ukuntvervangingsonderdelenbestellenvia defabrikantvandemotor.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel vandezemotorisdoordemotorfabrikantin laboratoriumomstandighedengemetenvolgens standaardJ1940ofJ2723vandeSocietyof AutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde conguratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-, emissie-engebruiksvoorschriften,zaldemotorvan dittypemaaiersindepraktijkveelminderkoppel hebben.Raadpleegdemeegeleverdedocumentatie vandemotorfabrikant.
WAARSCHUWING
CALIFORNIË
Proposition65Waarschuwing
Deuitlaatgassenvandedieselmotor
vanditproductbevattenbestanddelen
waarvanbekendisdatzekanker,
geboorteafwijkingenofandereschadeaan
devoortplantingsorganenkunnen
veroorzaken.
Accuklemmen,accupolenendergelijke
onderdelenbevattenlooden
loodverbindingen.Vandezestoffen
isbekenddatzekankerenschadeaan devoortplantingsorganenveroorzaken. Wasaltijduwhandennadatumetdeze
onderdeleninaanrakingbentgeweest.
Inleiding
Dezemaaitractormetdraaiendemessenis bedoeldvoorprofessioneelgebruik.Demachineis voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangras opgoedonderhoudenparticuliereofcommerciële gazons.Ditproductgebruikenvooranderedoeleinden danhetbedoeldegebruikkangevaarlijkzijnvooru ofvooromstanders.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken enonderhoudenenomschadeaandemachineen letseltevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoorhet juisteenveiligegebruikvandemachine.
Ganaarwww.Toro.comvoordocumentatieover productveiligheidenbedieningsinstructies,informatie overaccessoires,hulpbijhetvindenvaneendealer ofomuwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet eenerkendeservicedealerofmetdeklantenservice vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren hetserienummervanhetproducttevermelden.De locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaat
deQR-code(indienaanwezig)ophetplaatje methetserienummerscannenomtoegangte krijgentotdegarantie,onderdelenenandere productinformatie.
Gebruikvanditproductkanleidentot
blootstellingaanchemischestoffen
waarvandeStaatCaliforniëweetdatze
kanker,geboorteafwijkingenenandere
schadeaanhetvoortplantingssysteem
veroorzaken.
©2021—TheToro®Company 8111LyndaleAvenueSouth Bloomington,MN55420
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
2
g235670
Figuur1
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen. Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie aandiebijzondereaandachtverdient.
Hetveiligheidssymbool(Figuur2)komtzowel indezehandleidingalsopdemachinevoorom belangrijkeveiligheidsberichtenteidenticerendie umoetopvolgenomongevallentevoorkomen.Het symboolzalverschijnenmethetwoordGevaarof Waarschuwing.
Gevaar:eendirectgevaarlijkesituatiedie,als
dezenietwordtvoorkomen,altijdzalleidentot dedoodofernstigletsel.
Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot dedoodofernstigletsel.
Waarschuwing:eenmogelijkgevaarlijkesituatie
die,alsdezenietwordtvoorkomen,kanleidentot lichtofmiddelmatigletsel.
Figuur2
Veiligheidssymbool
Inhoud
Veiligheid..................................................................5
Algemeneveiligheid...........................................5
Hellingsindicator................................................6
Veiligheids-eninstructiestickers........................7
Algemeenoverzichtvandemachine.......................14
Bedieningsorganen..........................................15
Horizonmonitor.............................................15
Specicaties....................................................17
Werktuigen/accessoires...................................17
Voorgebruik........................................................18
Veiligheidsinstructiesvoorafgaandaanhet
werk..............................................................18
Brandstofbijvullen............................................19
Dagelijksonderhouduitvoeren.........................20
Eennieuwemachineinrijden............................20
Deomkantelbeveiliging(rolbeugel)
gebruiken......................................................20
Hetveiligheidssysteemgebruiken....................21
Bestuurdersstoelinstellen................................22
Bestuurdersstoelontgrendelen.........................22
Destoelophangingverstellen...........................23
Tijdensgebruik....................................................23
sa-black
Veiligheidtijdenshetwerk.................................23
Parkeerremgebruiken......................................26
Demesschakelaar(aftakas)bedienen..............26
Motorstarten....................................................27
Demotorafzetten.............................................27
Derijhendelsgebruiken....................................28
Metdemachinerijden.......................................28
Demaaihoogteinstellen...................................29
Antiscalpeerrollenafstellen...............................30
Glijdersafstellen...............................................31
Oververhittingssensor......................................31
Tipsvoorbedieningengebruik.........................32
Nagebruik...........................................................33
Veiligheidnahetwerk.......................................33
Devrijgavehendelsvandeaandrijfwielen
gebruiken......................................................33
Demachinetransporteren................................33
Onderhoud..............................................................36
Veiligheidbijonderhoud....................................36
Aanbevolenonderhoudsschema.........................36
Smering...............................................................38
Demachinesmeren..........................................38
Dekruiskoppelingenvandeaandrijving
endegegleufdeschuifverbinding
smeren..........................................................38
Draaipuntenvandezwenkwielen
smeren..........................................................39
Dezwenkwielnavensmeren.............................39
Onderhoudmotor................................................40
Veiligheidvandemotor.....................................40
Onderhoudvanhetluchtlter............................40
Motorolieverversen/oliepeilcontroleren...........42
Demotorklepspelingcontroleren......................43
Onderhoudbrandstofsysteem.............................44
3
Wateraftappenuitbrandstoflter/wateraf-
scheider........................................................44
Dewaterafscheidervervangen........................44
Brandstoeidingenenaansluitingen
controleren....................................................44
Onderhoudelektrischsysteem............................45
Veiligheidvanhetelektrischsysteem................45
Onderhoudvandeaccu....................................45
Onderhoudvandezekeringen..........................47
Onderhoudaandrijfsysteem................................48
Veiligheidsgordelcontroleren...........................48
Desporingafstellen..........................................48
Bandenspanningcontroleren............................49
Dewielmoerencontroleren...............................49
Lagervandraaipuntvanzwenkwiel
afstellen........................................................50
Onderhoudvandetandwielkast........................50
Onderhoudkoelsysteem.....................................51
Veiligheidvanhetkoelsysteem.........................51
Koelvloeistofpeilcontroleren.............................51
Radiateurreinigen............................................52
Motorkoelvloeistofverversen............................52
Onderhoudenremmen........................................53
Deparkeerremafstellen...................................53
Onderhoudriemen..............................................55
Riemencontroleren..........................................55
Drijfriemvanmaaidekvervangen.....................55
Riemspanningvandewisselstroomdynamo
controleren....................................................56
Onderhoudbedieningsysteem............................56
Destandvandebedieningshendel
afstellen........................................................56
Rijhendelmechanismeafstellen........................57
Derijhendeldemperafstellen............................58
Onderhoudhydraulischsysteem.........................59
Veiligheidvanhethydraulischesysteem...........59
Hethydraulischesysteemeen
onderhoudsbeurtgeven................................59
Onderhoudvanhetmaaidek................................61
Veiligheidvandemessen.................................61
Onderhoudvandemaaimessen.......................61
Maaidekhorizontaalstellen..............................64
Reiniging.............................................................67
Demotorendeomgevingvanhet
uitlaatsysteemreinigen.................................67
Demachineenhetmaaidek
schoonmaken...............................................67
Afvalafvoeren..................................................67
Stalling....................................................................68
Veiligheidtijdensopslag...................................68
Reinigenenopslaan.........................................68
Problemen,oorzaakenremedie.............................69
Schema's................................................................71
4
Veiligheid
Dezemachineisontworpenvolgensnorm ENISO5395.
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle veiligheidsinstructiesopomernstigofmogelijk dodelijkletseltevoorkomen.
LeesdezeGebruikershandleidingenzorgervoor
datudezebegrijptvoordatudemotorstart.
Houdomstandersenkinderenuitdebuurt.
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenofer onderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.Laat enkelmensendieverantwoordelijkengetraindzijn endiebovendienvertrouwdzijnmetdeinstructies enfysiekertoeinstaatzijndemachinebedienen oferonderhoudswerkzaamhedenaanverrichten.
Houdderolbeugelaltijdindevolledigomhoog
geklapteenvergrendeldestandendoede veiligheidsgordelom.
Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile
hellingen,greppels,oevers,waterofandere gevaren,ofophellingensteilerdan15°.
Houdhandenenvoetenuitdebuurtvande
bewegendeonderdelenvandemachine.
Gebruikdemachinenietalserschermen,veilig-
heidsschakelaarsofanderebeveiligingsmiddelen ontbrekenofalsdezenietnaarbehorenwerken.
Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof, reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan verricht.
5
Hellingsindicator
Figuur3
Umagdezepaginakopiërenvoorpersoonlijkgebruik.
1.Demaximalehellingshoekwaarbijudemachinemaggebruikenis15graden.Gebruikhethellingsschemaomdehellingshoek tebepalenvoordatudemachinebedient.Gebruikdemachinenietophellingenvanmeerdan15graden.Langsde betreffendelijnvandeaanbevolenhellingshoekvouwen.
2.Lijndezeranduitmeteenverticaaloppervlak,bijvoorbeeldeenboom,gebouwofhek.
3.Voorbeeldvanhetvergelijkenvandehellingshoekmetdegevouwenrand
6
g011841
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurderen bevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeofverdwenen stickers.
decalbatterysymbols
Symbolenopaccu
Sommigeofallesymbolenstaanopdeaccu.
1.Risicovanexplosie6.Houdomstandersuitde
2.Nietroken.Geenopen vuurofvonken
3.Risicovanbijtende vloeistof/chemische brandwonden
4.Draagoogbescherming.
5.Leesde Gebruikershandleiding.
buurtvandeaccu.
7.Draagoogbescherming; explosievegassenkunnen blindheidenanderletsel veroorzaken.
8.Accuzuurkanblindheid ofernstigebrandwonden veroorzaken.
9.Ogendirectmetwater spoelenensnelarts raadplegen.
10.Bevatlood;niet weggooien
Merktekenvanfabrikant
1.GeeftaandathetmesonderdeelvaneenorigineleToro maaimachineis.
decal99-8936
99-8936
1.Snelheidvandemachine
2.Snel
3.Langzaam
4.Neutraalstand
5.Achteruit
decal106-5517
106-5517
decaloemmarkt
1.Waarschuwing–Raakhetheteoppervlaknietaan.
1.Smeervet
1.Niethieropstappen.
decal58-6520
58-6520
decal93-6687
93-6687
7
107-3069
1.Waarschuwing–Erisgeenomkantelbeveiligingalsde rolbeugelomlaagisgeklapt.
2.Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomenals demachineomkantelt,moetuderolbeugelinde omhooggeklapteenvergrendeldepositiehoudenende veiligheidsgordelomdoen.Klapderolbeugeluitsluitend omlaagalsditabsoluutnoodzakelijkis;alsderolbeugel omlaagisgeklapt,magudeveiligheidsgordelnietomdoen.
3.LeesdeGebruikershandleiding;rijlangzaamenvoorzichtig.
decal109-6036
109-6036
Uitsluitendvoormachinesmetachterafvoer
1.LeesdeGebruikershandleiding.
2.Verwijderhetsleuteltjeuithetcontactenleesdeinstructies voordatuservice-ofonderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
3.Maaihoogte
decal107-3069
decal112-9028
112-9028
1.Waarschuwing–Blijfopafstandvanbewegendedelen; zorgdatallebeschermendedelenophunplaatszijn.
116-5988
1.Parkeerrem:ingeschakeld2.Parkeerrem:vrijgesteld
8
decal116-5988
116-8283
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleidingvoor instructiesomdemesbout/moervasttezettenmeteen torsievan75tot81N·m.
117-3276
decal116-8283
decal117-3276
1.Motorkoelvloeistofonder druk
2.Risicovanexplosie–Lees deGebruikershandleiding.
3.Waarschuwing–Raakhet heteoppervlaknietaan.
4.Waarschuwing–Leesde Gebruikershandleiding.
9
126-8383
Opmerking:Dezemachinevoldoetaandetestsdiedestatischebreedte-enlengtestabiliteitmetenendiestandaardzijninde
sector.Demaximaleaanbevolenhellingshoekwordtvermeldopdesticker.Raadpleegdeinstructiesvoorgebruikvandemachineop hellingenindeGebruikershandleidingendeomstandighedenwaarinudemachinezougebruikenomnategaanofudemachine opeenbepaaldedagenophetterreininkwestiekuntgebruiken.Veranderingeninhetterreinkunnentotgevolghebbendatde machineandersreageertophellingen.
decal126-8383
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding,gebruik dezemachineuitsluitendalsuhieringetraindbent;draag gehoorbescherming.
2.Handenkunnenwordengesneden/geamputeerd,maaimes; risicoomgegrepenteworden,riem–Blijfuitdebuurtvan bewegendedelen;houdallebeschermendedelenophun plaats.
3.Risicobijhetgebruikvanoprijplaten–Gebruikgeendubbele oprijplaatbijhetladenopeenaanhanger;gebruikéénenkele oprijplaatdiebreedgenoegisvoordemachineendieeen hellingshoekheeftvanminderdan15graden;rijachteruitde oprijplaatopenrijvooruitdeoprijplaataf.
4.Gevaaromoverredenteworden–Vervoergeenpassagiers; kijkachteromalsuachteruitrijdt.
5.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–houdomstandersop eenafstand.
6.Kantelgevaar–Gebruikdemachinenietindebuurtvansteile hellingenofhellingenvanmeerdan15°;gebruikdemachine enkelophellingenvanminderdan15°.
decal126-9275
126-9275
10
126-9278
1.Motor–Uitgeschakeld4.Drukonderaandeknopomhetmaaidekomlaagtebrengen.
2.Motor–Ingeschakeld5.Drukbovenaandeknopomhetmaaidekomhoogtebrengen.
3.Motor–Starten
126-9279
decal126-9278
decal126-9279
1.Leesdeinstructiesalvorensservice-ofonderhoudswerk-
7.Controleerhetpeilvandevloeistofvandetussenas.
zaamhedenuittevoerenaandemachine.
2.Tijdsinterval
8.Smeerdeaftakasdiehetmaaidekaandrijft;raadpleegde Gebruikershandleidingvoorverdereinstructies.
3.Oliepeilcontroleren.9.Luchtltercontroleren.
4.Controleerhetpeilvandekoelvloeistof;raadpleegde Gebruikershandleidingvoorverdereinstructies.
10.Smeerhetdraaipuntvandespanpoelie;raadpleegde Gebruikershandleidingvoorverdereinstructies.
5.Controleerdebandenspanning(2locaties).11.Smeerdelagersvanhetvoorstezwenkwiel(2locaties); raadpleegdeGebruikershandleidingvoorverdereinstructies.
6.Controleerhetpeilvandehydraulischevloeistof;raadpleeg
deGebruikershandleidingvoorverdereinstructies.
12.Smeerdedraaipuntenvandevoorstezwenkwielen(2 locaties);raadpleegdeGebruikershandleidingvoorverdere instructies.
11
decal135-0328
135-0328
126-9280
Voormodellenmetmaaidekkenvan152cmof183cmmet
achterafvoer
1.Geleidingvandrijfriem
126-9351
1.Chassis(15A)3.Hoofdstroom(25A)
2.Accessoire(15A)4.Aansluitpunt(15A)
decal126-9280
decal126-9351
1.Draaidewielmoerenaan tot129N·m.
2.LeesdeGebruikers- handleidingvoordatu onderhoudswerkzaamhe­denuitvoertenzorgervoor datudeinhoudbegrijpt. Controleerdetorsienade eerste100bedrijfsurenen vervolgenselke500be­drijfsuren.
1.Leesde Gebruikershandleiding.
2.Maaihoogte
127-0326
3.Verwijderhet sleuteltjeenleesde
Gebruikershandleiding
voordatuonderhoud uitvoert.
decal127-0326
1.Gevaarop weggeslingerdeobjecten –houdomstandersopeen afstand.
decal135-0664
135-0664
2.Handenenvoeten kunnenworden gesneden/geamputeerd –Blijfuitdebuurtvan bewegendedelen;houd allebeschermendedelen ophunplaats.
12
135-0679
1.Gevaar:draaiendeaandrijijn/risicoomgegrepente worden,riem–Blijfuitdebuurtvanvanbewegendedelen; houdallebeschermendedelenophunplaats.
decal133-8062
133-8062
decal135-0679
135-1432
135-2837
1.LeesdeGebruikershandleidingvoormeerinformatie; gebruikrodeTorotransmissievloeistofvooreennatte koppeling;gebruikgeengroenehydraulischevloeistof.
decal135-1432
decal135-2837
13
Algemeenoverzichtvandemachine
Figuur4
1.Penvoordemaaihoogte7.Rijhendel
2.Parkeerremhendel
3.Monitor/bedieningselementen
4.Rolbeugel
5.Motorscherm11.Zwenkwiel
6.Akoestischalarmenaansluitpunt12.Maaidek
g227303
8.Dopvanbrandstoftank
9.Antiscalpeerrol
10.Glijder
14
Bedieningsorganen
Zorgdatuvertrouwdbentmetallebedieningsorganen voordatudemotorstartendemachinegebruikt.
Bedieningspaneel
Figuur5
1.Horizonmonitor
2.Hefschakelaar4.Aftakasschakelaar
3.Contactschakelaar
g228164
g225792
1.Scherm
2.Ledstatuslampje
Figuur6
Horizonmonitor
3.Knoppen
Horizonmonitor
RaadpleegdeSoftwaregidsvoormeerinformatieover debestuurdersinterfacewaarmeeutoeganghebttot informatie,tellerskuntresetten,systeeminstellingen kuntaanpassenenproblemenmethetapparaatkunt oplossen.
Informatiescherm
Hetinformatieschermgeeftinformatieoverdewerking vandemachineweer;raadpleegdeSoftwaregids voormeerinformatie.
Knoppen
Demultifunctioneleknoppenbevindenzichaande onderkantvanhetpaneel.Depictogrammendie wordenweergegevenophetinformatieschermboven deknoppenduidendehuidigefunctieaan.Metde knoppenkuntuhetmotortoerentalselecterenen navigerendoordesysteemmenu's.
RaadpleegdeSoftwaregidsvoormeerinformatie.
Ledstatuslampje
Hetledstatuslampjeismeerkleurigomdestatusvan hetsysteemaantegevenenbevindtzichaande rechterzijdevanhetpaneel.Tijdenshetstartenbrandt hetledlampjerood,danoranjeendangroenomde functionaliteitteveriëren.
Constantgroen–geeftdenormale
bedrijfsactiviteitaan
Knipperendrood–geefteenactievefoutaan
Knipperendgroenenoranje–geeftaandater
eenresetvandekoppelingvereistis
RaadpleegdeSoftwaregidsvoormeerinformatie.
15
Alarm
Maaimesschakelaar(aftakas,PTO)
Alsereenfoutgebeurt,wordtereenfoutboodschap weergegeven,hetledlampjewordtroodenhetalarm weerklinktalsvolgt:
Eensneltjirpendgeluidgeeftkritiekefoutenaan.
Eentraagtjirpendgeluidgeeftminderkritieke
foutenaan,zoalsvereistonderhoudof onderhoudsintervallen.
Opmerking:Tijdenshetstartenweerklinkthet
alarmkortomteveriërenofhetwerkt.
RaadpleegdeSoftwaregidsvoormeerinformatie.
Urenteller
Deurentellerregistreerthetaantalurendatde motorinbedrijfisgeweest.Deurentellerwerktals demotorloopt.Gebruikdezetijdenomregelmatig onderhoudswerkzaamhedenteplannen(Figuur5).
UrenwordenweergegeveninhetschermMotor
–UitgeschakeldofhetmenuTellerbedrijfsuren motor.
RaadpleegdeSoftwaregidsvoormeerinformatie.
Contactschakelaar
Metdemesschakelaar(aftakas)schakeltude aandrijvingnaardemaaimesseninofuit(Figuur5).
DeLCD-indicatorverschijntophetinformatiescherm wanneerdeaftakasschakelaaruitgeschakeldis.
Opmerking:Machinesdieuitgerustzijnmetde
Horizonmonitorhebbeneenkoppelingsvriendelijke functie,waardoordegashendelautomatischhet motortoerentalgaatverminderenwanneerude aftakasschakelaaruitschakelt.Deaftakasschakelaar in-enuitschakelenveranderthetmotortoerental tussendemodusMAAIENenTRANSPORTEREN.
Opmerking:Ukuntdemachinestartenmetde
aftakasschakelaaringeschakeld,maarukuntde messennietinschakelen.Omdeaftakasinte schakelen,moetudeaftakasschakelaarresettendoor dezeuitteschakelenendaninteschakelen.
Hefschakelaar
Drukdeschakelaarachteruitomhetmaaidekomhoog tebrengen.
Drukdeschakelaarvooruitomhetmaaidektelaten zakken.
Startdemotormetdezeschakelaar.Hijheeft3 standen:START,LOPENenUIT.
Opmerking:DeLCD-indicatorsverschijnen
wanneerelkbedieningselementvoldoetaande modus‘veiligomtestarten’(bv.deindicatorwordt ingeschakeldwanneeruzichindestoelbevindt.)
Opmerking:Demotor-ECUregeltdegloeibougies
tijdenskoudestarts.Alsdetemperatuurvande koelvloeistoftelaagis,wordthetgloeisymboolopde monitorweergegevenendestartmotorslaatnietaan wanneerudemotornaardestandSTARTENdraait.De gloeibougiesactiverenindestandAANofST ARTEN. Zodrahetgloeienlanggenoegheeftgeduurdvoorde huidigetemperatuur,verdwijnthetgloeisymboolopde monitorendemotorslaataanwanneerdezenaarde standSTARTENwordtgedraaid.
Opmerking:Ukuntdemachinestartenmetde
aftakasschakelaaringeschakeld,maarukuntde messennietinschakelen.Umoetdeaftakasresetten omdeaftakasinteschakelen.
Gashendel
Rijhendels
Derijhendelswordengebruiktomdemotorvooruiten achteruittelatenrijdenenombochtennaarlinksof naarrechtstemaken(Figuur4).
Vergrendeldeneutraalstand
Zetderijhendelsvanuithetmiddennaarbuitennaar deVERGRENDELDENEUTRAALST ANDwanneerude machineverlaat(Figuur22).Zetderijhendelsaltijdin deVERGRENDELDENEUTRAALSTANDalsudemachine stoptofonbeheerdachterlaat.
Parkeerremhendel
Alsudemotorafzet,moetudeparkeerreminwerking stellenomtevoorkomendatdemachineperongeluk inbewegingkomt.
Degashendelregelthetmotortoerentalenerzijn3 snelheden:Maximum,EfciëntenLaag.
RaadpleegdeSoftwaregidsvoormeerinformatie.
16
Specicaties
Werktuigen/accessoires
Totalebreedte
Maaidekvan152cmMaaidekvan183cm
168,2cm198,7cm
Totalelengte
Rolbeugelomhoogofomlaag
255,5cm
Totalehoogte
Rolbeugelomhoog182,4cm
Rolbeugelomlaag129,5cm
Totalehoogte
Rolbeugelomhoog182,4cm
Rolbeugelomlaag129,5cm
Wielloopvlakvandeaandrijfwielen
112cm
Wielloopvlakvandezwenkwielen(middentot middenvanbanden)
EenselectievandoorT orogoedgekeurdewerktuigen enaccessoiresisverkrijgbaarvoorgebruikmetde machineomdemogelijkhedendaarvanteverbeteren enuittebreiden.Neemcontactopmeteenerkende servicedealerofeenerkendeT orodistributeur, ofbezoekwww.Toro.comvooreenlijstvanalle goedgekeurdewerktuigenenaccessoires.
Omdebesteprestatiesteverkrijgenenerzeker vantezijndatdemachinealtijdveiligkanworden gebruikt,moetutervervanginguitsluitendoriginele Toroonderdelenenaccessoiresgebruiken.Gebruik tervervangingnooitonderdelenenaccessoiresvan anderefabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijn.Dit kanertoeleidendatdegarantieophetproductkomt tevervallen.
Maaidekvan152cmMaaidekvan183cm
84cm84cm
Wielbasis(middenvanzwenkwieltotmidden vanaandrijfwiel)
Maaidekvan152cmMaaidekvan183cm
157,2cm157,2cm
17
Gebruiksaanwijzing
enhet/dewerktuig(en)uitindieniemandhet werkgebiedbetreedt.
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bedieningspositiedelinker-enrechterzijdevande machine.
Voorgebruik
Veiligheidsinstructies voorafgaandaanhetwerk
Algemeneveiligheid
Laatkinderenofpersonendiegeeninstructie
hebbenontvangendemachinenietgebruikenof eronderhoudswerkzaamhedenaanverrichten. Plaatselijkevoorschriftenkunnennadereeisen stellenaandeleeftijdvandegenediemetde machinewerkt.Deeigenaarisverantwoordelijk voordeinstructievanallebestuurdersentechnici.
Controleerdeomgevingwaarudemachinegaat
gebruiken.Verwijderallevoorwerpendiede werkingvandemachinekunnenbeïnvloedenof diedoordemachinekunnenwordenuitgeworpen.
Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
Controleerdeaanwezigheidengoedewerkingvan
dedodemansinrichtingen,veiligheidsschakelaars enschermen.Gebruikdemachineuitsluitendals dezenaarbehorenwerkt.
Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
enwachttotdatallebewegendeonderdelen totstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.Laatdemachine afkoelenvoordatudezeafstelt,vultmetbrandstof, reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan verricht.
Controleervoordatubeginttemaaiendemachine
omzekertezijndatdemaai-eenhedengoed werken.
Inspecteerhetterreinomnategaanwelke
accessoiresenwerktuigennodigzijnomde machineveiligengoedtegebruiken.
Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek, stevigeschoenenmeteengripvastezoolen gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlosen draaggeenlossekledingofjuwelen.
Vervoergeenpassagiersopdemachine.
Houomstandersenhuisdierentijdenshetwerkuit
debuurtvandemachine.Schakeldemachine
Gebruikdemachineniettenzijalleschermen
enveiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleiders ophunplaatszittenengoedwerken.Vervang versletenofkapotteonderdelenindiennodig.
Brandstofveiligheid
Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moet uhetbenzinevaten/ofdemachinevoordatu detankvultopdegrondplaatsen,nietopeen voertuigofeenanderobject.
Vuldebrandstoftankopeenhorizontaal
oppervlakenindeopenluchtwanneerde motorkoudis.Eventueelgemorstebrandstof opnemen.
Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,en
houdbrandstofuitdebuurtvanopenvuuren vonken.
Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd enmagdetanknietmetbrandstofworden bijgevuld.
Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
Brandstofineengoedgekeurdvatofbliken
buitenbereikvankinderenbewaren.
Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden toternstigletselenziekte.
Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
Houduwhandenengezichtuitdebuurtvanhet
vulpistoolendeopeningvandebrandstoftank.
Houdbrandstofuitdebuurtvanogenenhuid.
Slademachineendebrandstofhoudernietop
opplaatsenwaaropenvlammen,vonkenof waakvlammen(b.v .vaneenboilerofandere toestellen)aanwezigkunnenzijn.
Vulbrandstofvatennietineenvoertuig,
vrachtwagenofopeenaanhangermetkunststof beplating.Zetbrandstofvatenaltijdopdegrond enuitdebuurtvanhetvoertuigvoordatudetank bijvult.
Laaddemachineuitdevrachtwagenofaanhanger
envuldezebijmetbrandstofwanneerzeop degrondstaat.Alsditnietmogelijkis,vuldan
18
brandstofbijuiteendraagbaarvatinplaatsvan meteenbrandstofpistool.
Hetdieselmengselmoetbeantwoordenaan
ASTMD975ofEN590.
Gebruikdemachineuitsluitendalshetcomplete
uitlaatsysteemisgemonteerdennaarbehoren werkt.
Houdhetvulpistoolincontactmetderandvande
benzinetankofhetvattothettankenvoltooidis. Gebruikgeenvergrendelingvoorhetvulpistool.
Alsubrandstofmorstopuwkledingdientuzich
onmiddellijkomtekleden.
Gietdebrandstoftankniettevol.Plaatsde
brandstofdopterugenmaakhemstevigvast.
Verwijdergrasenvuilvandemaai-eenheid,
degeluiddemper,deaandrijvingenenhet motorcompartimentombrandtevoorkomen.Veeg gemorsteolieenbrandstofop.
Brandstofbijvullen
Aanbevolenbrandstof
Demotorlooptopschone,versedieselmeteen minimaalcetaangetalvan40.Koopbrandstofin hoeveelhedendiebinnen30dagenkunnenworden gebruiktzodatualtijdversebrandstofheeft.
Gebruikzomerbrandstof(nr.2-D)bijtemperaturen boven-7°Cenwinterbrandstof(nr.1-Dof nr.1-D/2-D-mengsel)bijtemperaturenonder
-7°C.Gebruikvanwinterdieselbrandstofbijlage temperaturenbiedteenlagervlampunteneenlager stolpunt.Ditvergemakkelijkthetstartenenvermindert dekansvaneenchemischescheidingvande brandstofalsgevolgvanlagetemperaturen(vorming vanwas,waardoordeltersverstoptkunnenraken).
Gelakteoppervlakkenkunnenwordenbeschadigd
doorbiodiesel.
GebruikB5(biodieselinhoud5%)ofmengselsmet
eenlagerpercentageinkoudweer.
Controleerafdichtingen,slangenenpakkingen,
dieincontactmetbrandstofkomen,omdatzijinde loopdertijdhierdoorkunnenwordenaangetast.
Dekansbestaatdateenbrandstoflternaverloop
vantijdverstoptraakt,nadatubentovergestapt opeenbiodieselmengsel.
Neemcontactopmetuwleverancieralsu
informatieoverbiodieselwenst.
Brandstoftankvullen
1.Parkeerdemachineopeenhorizontaal oppervlak.
2.Steldeparkeerreminwerking.
3.Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
4.Reinighetgebiedronddedopvande brandstoftank.
5.Vuldetanktotaandeonderkantvandevulbuis (Figuur7).
Opmerking:Vuldebrandstoftankniet
helemaalvol.Ditgeeftdebrandstofindetank ruimteomuittezetten.
Zomerdieselbrandstofgebruikenbijtemperaturen boven-7°Cdraagtbijaaneenlangerelevensduur vandeonderdelenvandepomp.
Belangrijk:Gebruikgeenkerosineofbenzine
inplaatsvandieselbrandstof.Alsudeze waarschuwingnietinachtneemt,kanditleiden totbeschadigingvandemotor.
Geschiktvoorbiodiesel
Dezemachinekanookgebruikmakenvaneen dieselmengseltotmaximaalB20(20%biodiesel, 80%petrodiesel).Hetaandeelpetrodieselmoeteen ultralaagzwavelgehaltehebben.
Neemdevolgendevoorzorgsmaatregeleninacht:
Herdeelbiodieselvandebrandstofmoetvoldoen
aandespecicatieASTMD6751ofEN14214.
19
Dagelijksonderhoud uitvoeren
Voerelkedag,voordatudemachinestart,de dagelijkseproceduresuitbeschreveninOnderhoud
(bladz.36).
Eennieuwemachine inrijden
Eennieuwemotorheefttijdnodigomvolvermogen teontwikkelen.Maai-eenhedenenaandrijfsystemen hebbenmeerwrijvingalszijnieuwzijn,waardoor demotorextrawordtbelast.Houderrekeningmee dateennieuwemachineeeninrijperiodevan40 tot50bedrijfsurennodigheeftomvolvermogente ontwikkelenvoordebesteprestaties.
Deomkantelbeveiliging (rolbeugel)gebruiken
Figuur7
WAARSCHUWING
Omlichamelijkofdodelijkletseltevoorkomen
g027726
alsdemachineomkantelt:laatderolbeugel volledigomhooggeklaptenvergrendeld,en doedeveiligheidsgordelom.
Controleerofdestoelgoedopdemachine isbevestigd.
WAARSCHUWING
Erisgeenomkantelbeveiligingalsde rolbeugelomlaagisgeklapt.
Klapderolbeugeluitsluitendomlaagals ditabsoluutnoodzakelijkis.
Doedeveiligheidsgordelnietomalsde rolbeugelomlaagisgeklapt.
Rijlangzaamenvoorzichtig.
Klapderolbeugelomhoogzodraderuimte dittoelaat.
Letgoedopdatervoldoenderuimte bovendemachineis(denkaantakken, deuropeningen,elektrischekabels) voordatuondereenobjectrijdtenzorg ervoordatuditnietraakt.
20
Derolbeugelomlaagklappen
Belangrijk:Klapderolbeugeluitsluitendomlaag
alsditabsoluutnoodzakelijkis.
1.Omderolbeugelomlaagtebrengen,moetu voorwaartsedrukuitoefenenophetbovenste gedeeltevanderolbeugel.
2.Trekdebeideknoppenuitendraaize90°zodat zenietmeeringeschakeldzijn(Figuur8).
3.Klapderolbeugelomlaag(Figuur8).
Figuur8
1.Bovenstegedeeltevan
rolbeugel
2.Knopvergrendeld5.Knopontgrendeld
3.Trekaandeknopomte
ontgrendelen
4.Draaideknop90°omhem indeontgrendeldestand tehouden.
g008619
Figuur9
1.Ophunplaats2.Gedeeltelijkophunplaats –gebruikdemachineniet metderolbeugelindeze positie.
Hetveiligheidssysteem gebruiken
WAARSCHUWING
Niet-aangeslotenofbeschadigde interlockschakelaarskunnenonverwachte
g225804
gevolgenhebbenopdewerkingvan demachine.Ditkanlichamelijkletsel veroorzaken.
Laatdeinterlockschakelaarsongemoeid.
Controleerelkedagdewerkingvan deinterlockschakelaarsenvervang beschadigdeschakelaarsvoordatude machineweeringebruikneemt.
Derolbeugelomhoogklappen
Belangrijk:Doealtijddeveiligheidsgordelomals
derolbeugelomhoogisgeklapt.
1.Klapderolbeugeluitnaardebedrijfsstanden draaiaandeknoppentotzegedeeltelijkinde groevengaan(Figuur9).
2.Brengderolbeugelvolledigomhoogterwijlu tegenhetbovenstegedeeltevanderolbeugel duwt.Hierdoorklikkendepennenophun plaatszodradeopeningenmetdepennenzijn uitgelijnd(Figuur9).
3.Drukopderolbeugelencontroleerofbeide pennenophunplaatszitten(Figuur9).
Werkingvanhetveiligheidssys­teem
Hetveiligheidssysteemisbedoeldomstartenvande motoralleenmogelijktemakenwanneer:
deparkeerreminwerkingisgesteld;
demesschakelaar(aftakas)isuitgeschakeld;
derijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALST AND
staan;
Hetveiligheidssysteemzorgtervoordatdemotor wordtuitgeschakeldwanneerderijhendelsuit deVERGRENDELDENEUTRAALST ANDwordengezet alsdeparkeerreminwerkingisgesteldofalsu debestuurdersstoelverlaatterwijldeaftakasis ingeschakeld.
DeHorizonmonitorisvoorzienvanindicatoren omdegebruikeropdehoogtetestellenalshet veiligheidssysteemindejuistestandstaat.Alshet
21
veiligheidssysteemindejuistestandstaat,wordteen indicatorweergegevenophetscherm.
Figuur10
1.Indicatorenverschijnenalshetveiligheidssysteemzichin
dejuistestandbevindt.
Bestuurdersstoelinstellen
Ukuntdestoelnaarvorenennaarachteren verschuiven.Destandvandestoelmoetzozijn datudemachinehetbestkuntbedienenendatu comfortabelzit(Figuur11).
g230650
Hetveiligheidssysteemtesten
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerdewerkingvanhetveiligheidssysteem telkensvoordatudemachineingebruikneemt.Als hetveiligheidssysteemnietwerktzoalshieronder wordtbeschreven,moetuhetdirectlatenrepareren dooreenerkendeservicedealer.
1.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
IN.Probeerdemotortestarten;demotormag
nunietgaandraaien.
2.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin werkingenschakeldemesschakelaar(aftakas)
UIT.Beweegeenvanbeiderijhendelsuitde VERGRENDELDENEUTRAALSTAND.Probeerde
motortestarten;demotormagnunietgaan draaien.Herhaalvoordeandererijhendel.
3.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin werking,schakeldemesschakelaarUITenzetde rijhendelsindevergrendeldeNEUTRAALST AND. Startnudemotor.Laatdemotorlopenenzet deparkeerremvrij,schakeldemesschakelaar (aftakas)inenkomietsovereinduitde bestuurdersstoel.Demotormoetafslaan.
g019754
Figuur11
Bestuurdersstoel ontgrendelen
Drukdestoelvergrendelingnaarvorenomdestoelte ontgrendelen(Figuur12).
g008956
Figuur12
1.Stoelvergrendeling2.Stoel
4.Neemplaatsopdestoel,steldeparkeerremin werking,schakeldemesschakelaar(aftakas) UITenzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Startnudemotor.Alsdemotor
loopt,centreertueenvanbeiderijhendelsen beweegtudeze(vooruitofachteruit).Demotor moetnustoppen.Herhaaldezeprocedurebijde andererijhendel.
5.Neemplaatsopdestoel,schakeldeparkeerrem uit,schakeldemesschakelaar(aftakas)UIT enzetderijhendelsindeVERGRENDELDE
NEUTRAALSTAND.Probeerdemotortestarten;de
motormagnunietgaandraaien.
22
Destoelophanging verstellen
Destoelkanwordenversteldzodatuprettigen comfortabelkuntrijden.Zetdestoelineenstanddie vooruhetmeestcomfortabelis.
Omdestoelteverstellen,draaitudeknopineenvan beiderichtingenomdemeestcomfortabelepositie teverkrijgen(Figuur13).
Figuur13
1.Knopvoorstoelophanging
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdenshetwerk
Algemeneveiligheid
Deeigenaar/gebruikerisverantwoordelijkvoor
ongelukkendiepersoonlijkletselofmateriële schadekunnenveroorzaken,enhijdientzulke ongelukkentevoorkomen.
Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsandersbezig bentwaardoorukuntwordenafgeleid,anders kunnenerletselsontstaanofkaneigendom wordenbeschadigd.
Gebruikdemachinenietalsuziek,moeofonder
deinvloedvanalcoholofdrugsbent.
Contactmethetmeskanleidentoternstig
lichamelijkletsel.Zetdemotoraf,verwijderhet contactsleuteltjeenwachttotdatallebewegende onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatude bestuurderspositieverlaat.Wanneerudesleutel naarUITdraait,moetdemotorafslaanenmoet hetmesstoppen.Alsditniethetgevalis,mag udemachinenietverdergebruikenenmoetu contactopnemenmeteenerkendeservicedealer.
Gebruikdemachineuitsluitendalshetzichtgoed
isenbijgeschikteweersomstandigheden.Gebruik demachinenietalserkansopbliksemis.
Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
demaai-eenheden.Blijfuitdebuurtvande afvoeropening.
Maaiuitsluitendindeachteruitstand,alsdat
striktnoodzakelijkis.Kijkaltijdnaarbenedenen achteromvoordatuachteruitrijdt.
Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie hetzichtkunnenbelemmeren.
Stopdemaaimessenalsunietdaadwerkelijk
maait.
Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten, decontactsleutelverwijderen(indiendemachine hiermeeisuitgerust)enwachtentotdatalle bewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen voordatudemachineopbeschadigingcontroleert. Voerallenoodzakelijkereparatiesuitvoordatude machineweeringebruikneemt.
g019768
Verminderuwsnelheidenweesvoorzichtig
alsueenbochtmaaktofwegenenvoetpaden oversteektmetdemachine.Verleenaltijd voorrang.
Doehetvolgendevoordatudebestuurdersstoel
verlaat:
Parkeerdemachineopeenhorizontaal
oppervlak.
Schakeldeaftakasuitenlaatdewerktuigen
zakken.
Steldeparkeerreminwerking.
Zetdemotorafenverwijderhetsleuteltje.
Wachttotallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
Laatdemotorenkeldraaieningoed
verluchteomgevingen.Uitlaatgassenbevatten koolstofmonoxide,datdodelijkisbijinademing.
Alsudemachineverlaat,laatdezedanniet
draaien.
Bevestigmateriaaldatwordtgesleeptuitsluitend
aanhetsleeppuntaandemachine.
Gebruikdemachineniettenzijalleschermen
enveiligheidsvoorzieningenzoalsdegeleiders ophunplaatszittenengoedwerken.Vervang versletenofkapotteonderdelenindiennodig.
GebruikalleendoorT orogoedgekeurde
accessoiresenwerktuigen.
Dezemachinesteltdegebruikerblootaan
geluidsniveausvanmeerdan85dBA.Bij langdurigeblootstellingkanditleidentot gehoorbeschadiging.
23
Loading...
+ 53 hidden pages