Deze handleiding ondersteunt u bij het veilig en juist gebruiken van uw radiosysteem, in het
vervolg in deze gebruiksaanwijzing genoemd als DigitRadio of apparaat.
3.1 Doelgroep voor deze gebruiksaanwijzing
Deze handleiding richt zich tot alle personen die het apparaat opstellen, bedienen,
schoonmaken of als afval verwijderen.
3.1.1 Correcte toepassing
Dit apparaat is ontworpen voor het ontvangen van internet/FM/DAB+-radio-uitzendingen.
Dit apparaat is bedoeld voor privé –gebruik en niet geschikt voor commerciële doeleinden.
3.2 Belangrijke aanwijzingen
Neem de onderstaande aanwijzingen in acht, om alle veiligheidsrisico's uit te sluiten,
beschadigingen aan het apparaat te voorkomen en om het milieu niet te belasten.
Lees alle veiligheidsaanwijzingen zorgvuldig door en bewaar de handleiding voor latere
raadpleging. Volg steeds alle waarschuwingen en aanwijzingen op die in deze
gebruiksaanwijzing staan en op de achterzijde van het apparaat opgedrukt zijn.
LET OP - bevatten belangrijke aanwijzingen om defecten aan het apparaat,
gegevensverlies/-misbruik of een onbedoeld gebruik te voorkomen moeten deze
beslist in acht worden genomen.
Tip - hier vindt u aanwijzingen voor de beschreven functie of een met deze functie
samenhangende andere functie of aanwijzing voor het desbetreffende punt in deze
handleiding.
3.2.1 Veiligheid
Lees de veiligheidsaanwijzingen voor uw eigen bescherming zorgvuldig door, voordat u het
apparaat in gebruik neemt. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van
onvakkundige handhaving of door het niet in acht nemen van de veiligheidsmaatregelen.
Maak het apparaat nooit open. Het aanraken van onder spanning staande componenten
is levensgevaarlijk.
Bij noodzakelijke ingrepen mag dit alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden.
Het Apparaat is alleen in een gematigd klimaat gebruikt worden.
7
Bij een langere transport in een koude omgeving en vervolgens het opstellen in een
warme kamer mag het apparaat niet direct ingeschakeld worden, wacht even totdat deze
op kamertemperatuur is.
Stel het apparaat niet bloot aan druppels of spatwater. Indien er water in het apparaat
terecht is gekomen, schakel het dan uit en neem contact op met een servicedienst.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van warmtebronnen die het apparaat naast het
normale gebruik opwarmen.
Bij onweer moet het apparaat afgekoppeld worden van de netvoeding. Haal de
netstekker uit het stopcontact.
Bij opvallende beschadigingen aan het apparaat, rook- of geurvorming, aanzienlijke
gebruiksfouten, beschadigingen aan de behuizing of als er vloeistof in het apparaat
terecht is gekomen, schakelt u het apparaat uit en neemt u contact op met een
servicedienst.
Wees voorzichtig bij het omgaan met netadapters.!
Het apparaat mag uitsluitend op een netspanning van 100 V - 240 V ~, 50/60 Hz
aangesloten worden.
Probeer nooit het apparaat met een andere spanning te gebruiken.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde netvoeding.
Plaats de netstekker pas als het apparaat klaar is voor gebruik.
Bij een defecte kabel of als er andere beschadigingen aan het apparaat aanwezig zijn,
mag het niet in gebruik worden genomen.
Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als de kabel uit het stopcontact gehaald
wordt.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van badkuipen, zwembaden of andere plekken
waar veel water aanwezig is.
Vreemde voorwerpen zoals naalden, munten, schroefjes ed. mogen nooit in het apparaat
vallen. Raak de aansluitingen van het apparaat niet aan met metalen voorwerpen of uw
vingers op gevaar van kortsluiting.
Er mogen geen brandende voorwerpen zoals bijvoorbeeld brandende kaarsen op het
apparaat worden gezet.
Laat kinderen nooit zonder toezicht van een volwassene het apparaat bedienen.
Het apparaat blijft ook als het is uitgeschakeld in stand-by modus en met het stroompunt
verbonden. Indien u het apparaat lange tijd niet gaat gebruiken, trekt u de stekker uit het
stopcontact. Trek aan de stekker en niet aan het snoer.
Luister niet naar de radio met een hoog volume, dit kan leiden tot blijvende
gehoorbeschadiging.
Dit apparaat is niet bedoeld om door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
sensorische of geestelijke vermogens of wegens onervarenheid gebruikt te worden,
behalve als er een hiervoor bestemd persoon toezicht houdt of ze kregen van deze de
aanwijzingen hoe het apparaat gebruikt wordt.
Houdt toezicht op kinderen, zij mogen niet met het apparaat spelen.
Het apparaat mag niet omgebouwd worden.
Beschadigde apparaten of beschadigde onderdelen mogen niet meer gebruikt worden.
8
Omgaan met batterijen
Let er op dat batterijen niet in de handen van kinderen komen. Kinderen kunnen de
batterijen in de mond nemen en mogelijkerwijs inslikken. Dit kan leiden tot ernstige letsel.
Ga in een dergelijk geval direct naar een huisarts!
Normale batterijen mogen niet worden opgeladen, met andere middelen reactiveert, niet
gedemonteerd, verwarmd of in open vuur geworpen worden.
Vervang zwakker wordende batterijen op tijd!
Maak de contacten van de batterijen en die in het apparaat schoon voordat u deze
plaatst.
Vervang steeds alle batterijen tegelijkertijd en gebruik steeds batterijen van hetzelfde
type.
Bij verkeerd geplaatste batterijen bestaat explosiegevaar!
Probeer nooit normale batterijen op te laden, uit elkaar te halen, of op een temperatuur
boven 100 °C op te warmen of verbranden.
Verwijder direct verbruikte batterijen, vervang batterijen steeds door hetzelfde type en
grootte.
Voorzichtig! Zet batterijen niet bloot aan extreme condities.
Leg batterijen niet op een radiator en niet direct in de zon!
Uitgelopen of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid brandwonden
veroorzaken, gebruik in dit geval geschikte veiligheidshandschoenen. Maak het
batterijvak schoon met een droge doek.
3.2.2 Afvalverwijdering
De verpakking van uw apparaat bestaat uitsluitend uit herbruikbare materialen. Wij
verzoeken u het afval zoveel mogelijk te scheiden volgens de wettelijke voorschriften.
Dit product mag aan het eind van zijn levensduur niet samen met het normale huishoudafval
verwijderd worden. Breng het naar een plaats waar elektrische en elektronische apparatuur
gerecycled worden
Dit symbool op het product, verpakking resp. in de bijbehorende literatuur geeft
dit aan.
De materialen zijn volgens hun kenmerken recyclebaar. Door de recycling, het hergebruik
van grondstoffen of andere vormen van hergebruik van oude apparaten levert u uw bijdrage
aan de bescherming van het milieu.
9
Informeer bij uw gemeente over het voor u geldende afvalbrengpunt. Let er op, dat lege
batterijen en afgedankte elektrische apparatuur niet bij het normale huishoudelijke afval
terecht komt. Neem contact op met de handelaar bij wie het product gekocht is of met de
verantwoordelijke autoriteiten, om te vernemen hoe u het apparaat op milieuvriendelijke
wijze kunt recyclen.
.
Batterijen kunnen giftige stoffen bevatten die schadelijk zijn voor u en het milieu.
Het product bevat batterijen die aan de Europese richtlijn 2006/66/EG onderhevig zijn. De
batterijen mogen niet met het normale huisvuil verwijdert worden
3.2.3 Wettelijke aanwijzingen
Uw apparaat bezit het CE-kenmerk en voldoet aan alle vereiste EU-normen.
TechniSat is niet aansprakelijk voor schade aan het product door invloeden van
buitenaf, slijtage of onvakkundige handhaving, onbevoegde reparaties, modificatie of
ongevallen.
Wijzigingen en drukfouten onder voorbehoud. Versie stand 06/14.
DigitRadio 100 IR en TechniSat zijn geregistreerde handelsmerken van:
TechniSat Digital GmbH
Julius-Saxler-Straße 3
D-54541 Daun
www.technisat.de
3.2.4 Service aanwijzing
Dit product is gecontroleerd op kwaliteit en met de wettelijke garantie van 24 maanden
vanaf de aankoopdatum voorzien. Bewaar de aankoopnota zorgvuldig.
Let op!
Als uw apparaat problemen vertoont, neem dan contact op met uw handelaar.
10
4. Opstelling van het apparaat
Zet het apparaat op een vaste, stevige en horizontale ondergrond. Zorg voor voldoende
ventilatie.
Let op:
Zet het apparaat niet op zachte ondergronden zoals tapijten, dekens of in de nabijheid
van gordijnen of stoffen wandbekleding. De ventilatieopeningen van het apparaat kunnen
hierdoor worden afgedekt. De benodigde luchtcirculatie kan daardoor worden
onderbroken. Dit zou tot een brand in het apparaat kunnen leiden.
De ventilatiesleuven op de achterzijde en aan de zijkanten moeten steeds vrij blijven. Ze
mogen niet afgedekt worden met gordijnen, dekens of kranten.
Zet het apparaat niet in de nabijheid van warmtebronnen zoals radiatoren of
verwarmingen. Vermijdt direct contact met directe zonnestralen en plaatsen waarin
buitengewoon veel stof voorkomt.
De plaats waar u het apparaat neerzet mag niet op een plek met een hoge
luchtvochtigheid zijn, zoals bijvoorbeeld een keuken of sauna. Neerslaand condens kan
het apparaat beschadigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik op droge plaatsen met
een gematigd klimaat en mag niet worden blootgesteld aan water of vochtigheid.
Gezien de veelvoud aan toegepaste lakken en politoeren bij meubels is niet uit te sluiten,
dat de voetjes van het apparaat, vanwege een chemische reactie, zichtbare plekken op
de meubels zouden kunnen veroorzaken. Het apparaat moet daarom niet zonder
passende bescherming op waardevolle oppervlakken geplaatst worden.
U mag het apparaat alleen in een horizontale positie gebruiken. Niet buitenshuis
gebruiken!
Houdt het apparaat uit de buurt van apparaten die sterke magnetische velden
produceren.
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat.
Er kan zich condens vormen indien het apparaat van een koude naar een warme ruimte
gebracht wordt. Wacht in dit geval ongeveer één uur voordat u het apparaat in gebruik
neemt.
Leg de kabel op een manier, zodat niemand erover heen kan struikelen.
Controleer dat de netkabel of de stekker steeds gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat u het
apparaat snel van de voeding kunt afkoppelen.
Het stopcontact dient zich zo dicht mogelijk bij het apparaat te bevinden. Voor een
correcte verbinding de stekker volledig in het stopcontact steken. Vermijdt het gebruik
van stekkerdozen!
Raak de stekker niet met natte handen aan vanwege mogelijk gevaar voor een
elektrische schok!
Bij storingen, rook of vreemde geuren uit het apparaat, trekt u direct de stekker uit het
stopcontact!
Trek bij een mogelijk onweer of bliksem vooraf de stekker van het apparaat uit het
stopcontact.
Indien u het apparaat langere tijd niet gaat gebruiken, bijvoorbeeld als u op vakantie
gaat, trekt u de stekker uit het stopcontact.
4.1 Afstandsbediening
Verwijder de batterijen als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt.
11
5 Beschrijving van de DigitRadio 100 IR
5.1 Omvang levering
Overtuig u ervan, dat alle onderstaande onderdelen aanwezig zijn:
1x DigitRadio 100 IR
5.2 De bijzondere eigenschappen van de DigitRadio 100 IR
De DigitRadio 100 IR bestaat uit een internetradio, UPnP Media-speler en een DAB+/FMontvanger met timerfunctie en Bluetooth muziekstreaming. U kunt hiermede digitale radio
ontvangen of Media streamen en bijv. op uw stereo-installatie afspelen. Voorwaarde: de
muziekinstallatie moet beschikken over een audio-ingang. Op die manier kunt u ook op
bestaande apparaten genieten van digitale radio.
Met de digitale radio beschikt u over een digitaal formaat waarmee een kristalheldere sound
zonder ruisen te horen is.
- U kunt tot 10 DAB/FM-zenders programmeren.
- Het apparaat beschikt over een tijd- en datumweergave.
- Het apparaat beschikt over 2 wekfuncties en een sluimerfunctie.
- U kunt kiezen of u via internet-radio, DAB, FM of buzzer gewekt wilt worden.
- Het apparaat beschikt over een stereo-audio-uitgang.
- U kunt het apparaat gemakkelijk via afstandsbediening bedienen.
5.3 De DigitRadio 100 IR voorbereiden voor gebruik
Voordat u de radio op een stereo-installatie aansluit, moet u eerst alle apparaten
uitschakelen en de desbetreffende netstekker uit het stopcontact trekken, anders
zou het apparaat beschadigd kunnen worden.
5.3.1 Audio-aansluiting op stereo-installatie, actieve luidspreker
Sluit het apparaat aan via LINE OUT (3,5 mm stekker) bijv. op de ingang AUDIO IN op
de stereo-installatie.
12
5.3.2 Stekkernetvoeding aansluiten
Sluit het apparaat met de meegeleverde stekkernetvoeding aan op het stroomnet.
Voor de stroomvoorziening van het apparaat steekt u eerst de kabel van de
netvoeding in de aansluiting DC 6V op het apparaat en vervolgens de netstekker in
het stopcontact.
Overtuig u ervan, dat de spanning van de stekkernetvoeding overeenkomt met de
plaatselijke netspanning voordat u deze in het stopcontact steekt.
Na het eerste keer verbinden met het stroomnet verschijnt "Welcome to Digitalradio".
Gebruik uitsluitend de meegeleverde stekkernetvoeding.
Trek de stekker uit het stopcontact als u het apparaat niet gebruikt. Trek daarbij aan
het uiteinde van de stekker en niet aan de kabel.
Trek de stekker uit het stopcontact voor begin van een onweer. Trek de netstekker uit
het stopcontact als u op vakantie gaat of het apparaat langere tijd niet gebruikt.
De warmte die door de radio wordt geproduceerd moet door voldoende luchtcirculatie
rondom de radio kunnen worden afgevoerd. Derhalve mag het apparaat niet worden
afgedekt of in een afgesloten kast worden geplaatst. Zorg voor voldoende ruimte,
minstens 10 cm, rondom het apparaat.
5.3.3 Antenne ontvangst verbeteren
Het aantal zenders en de kwaliteit hiervan hangt af van de opstellingsplaats van de radio.
Met de meegeleverde DAB/FM werpantenne kan een uitstekende ontvangst worden
gerealiseerd.
Verbindt de antenne met de aansluiting ANTENNE.
Belangrijk is het exacte richten van de DAB-antenne, vooral in randgebieden van de DABontvangst. Op internet kan bijv. onder "www.digitalradio.de" de positie van de dichtstbijzijnde
zendermast opgezocht worden.
Start eerst de zoekfunctie aan een raam in richting van de zendermast.
Bij slecht weer kan de DAB-ontvangst alleen beperkt mogelijk.
Via de signaalindicatie kunt u de optimale richting voor de antenne en de beste opstelplek
voor de radio vinden.
13
5.3.4 Batterijen plaatsen
Schuif het batterijvakdeksel op de achterzijde van de afstandsbediening open. Plaats
twee batterijen, van het type AAA (potlood), 1,5 V, volgens de juiste polariteit in het vak.
De batterijen worden meegeleverd.
Sluit het batterijvakdeksel weer zorgvuldig af, totdat het deksel inklinkt.
Vervang zwakker wordende batterijen op tijd.
Vervang steeds beide tegelijkertijd en gebruik daartoe steeds batterijen van
hetzelfde type.
Uitgelopen batterijen kunnen de afstandsbediening beschadigen.
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijdert u de batterijen uit de
afstandsbediening.
Belangrijke aanwijzing voor de afvalverwijdering: Batterijen kunnen giftige stoffen
bevatten die schadelijk zijn voor het milieu. Voer batterijen af volgens de geldende
wettelijke voorschriften. Voer geen batterijen af via het normale huisvuil.
5.4 Algemene functies van het apparaat
U kunt de instellingen via de toetsen op het apparaat alsook via de afstandsbediening
uitvoeren. De beschrijving van de bediening die hier beschreven wordt, gebeurd via de
toetsen op de afstandsbediening.
5.4.1 Apparaat inschakelen
Met POWER op het apparaat of Aan/Standby op de afstandsbediening schakelt u het
apparaat in of terug in stand-by.
Na het eerste keer inschakelen kunt u de setup-assistent starten (paragraaf 13.7).
Hier kunt u de datum en tijd via DAB, internet of handmatig instellen. Vervolgens
wordt geprobeerd een verbinding naar het draadloze netwerk te maken. Kies het
overeenkomstige draadloze netwerk en voer, indien gevraagd, het wachtwoord in via
de afstandsbediening.
14
5.4.2 Apparaat via afstandsbediening bedienen
Via de infrarood-afstandsbediening kunt u de belangrijkste functies van het apparaat
gemakkelijk bedienen. Let hierbij op de volgende opmerkingen:
Richt de afstandsbediening op de ontvanger aan de voorzijde van het apparaat.
Er moet altijd een zichtcontact tussen zender en ontvanger gegarandeerd zijn.
Wanneer de reikwijdte van de afstandsbediening vermindert moeten de batterijen
vervangen worden.
De reikwijdte bedraagt ongeveer 5 meter tot de voorzijde van het apparaat.
5.4.3 Volume instellen
Stel het volume in via de toetsen Vol+/- (of op het apparaat). De ingestelde
geluidssterkte wordt op het display aangeduid.
5.4.4 Geluid kortstondig uitschakelen
U kunt het geluid door op MUTE te drukken kortstondig uitschakelen. "Mute" verschijnt
op het display en op de statusregel .
Druk opnieuw op MUTE om het geluid weer in te schakelen.
5.4.5 Displayweergaven oproepen
Door meermaals op de toets INFO te drukken, zolang via een bron afgespeeld wordt,
kunt u de volgende informatie oproepen:
Internet-radio:
Titel en artiest
Beschrijving
Genre
Betrouwbaarheid
Bitrate, geluidsformaat
Afspeelbuffer
Datum
15
Muziek afspelen (UPnP-media):
Artist
Album
Bitrate, geluidsformaat
Afspeel-buffer
Datum
DAB-werking:
DLS: doorlopende tekst met extra informatie die de zender uitzendt
Type programma
Ensemble/multiplex (naam v.d. groep) frequentie, kanaal
Signaalsterkte
Signaalfouten bitrate in kbps geluidsformaat
Datum
Naam van de zender
FM-werking:
RT radiotekst (indien deze uitgezonden wordt) PTY - type programma
Frequentie, datum
5.4.6 Display-weergave
Afhankelijk van de geselecteerde functie/bron, kan de hier getoonde displayweergave
afwijkend zijn. Let op de aanwijzingen op het display.
5.4.7 Apparaat uitschakelen
Via de toets Aan/Standby op de afstandsbediening schakelt u het apparaat terug in de
stand-by, waarnaar de datum en tijd op het display verschijnt.
16
6 Menubediening
De menu-navigatie gebeurt vooral via de toetsen MENU, ◄/►▼/▲ en OK.
Het menu is onderverdeelt in submenu's van de desbetreffende bron en het hoofdmenu.
Om in de submenu's te navigeren, kan de toets OK gedrukt worden, of alternatief de
toets ►. markeert de actuele selectie.
Met de toets MENUof met ◄ gaat u een stap terug.
Menu sluiten: druk opnieuw op de MENU-toets of wacht ca. 15 seconden.
6.1 Hoofdmenu
Via het hoofdmenu gaat u naar alle functies en instellingen van de DigitRadio 100 IR.
Druk op MENU om het hoofdmenu te openen.
Als er actueel een weergave-bron geopend is, wordt met de toets MENU het
submenu van deze bron geopend. Om naar het hoofdmenu te komen, kiest u in het
geopende submenu met de toetsen ▲ of ▼ >Hoofdmenu en drukt u op OK.
6.1.1 Een bron kiezen Druk herhaaldelijk op MODE totdat de gewenste bron op het display aangeduid wordt.
Alternatief:
Druk op MENU.
Indien een submenu geopend is, kiest u het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Selecteer met de toetsen ▲/▼ de gewenste bron en bevestig uw keuze met OK.
17
7 Internetradio
De DigitRadio 100 IR is uitgerust met een internetradio-ontvanger.
Om internetradio zenders te kunnen ontvangen, heeft u een Wi-Fi-router met internettoegang
nodig.
Druk herhaaldelijk op toets MODE totdat Internet Radio op het display aangegeven
wordt.
Alternatief:
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Internet Radio.
Bevindt u zich in een submenu, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Start u de eerste keer internetradio, zonder dat er een draadloze verbinding
geconfigureerd is, wordt een configuratie-assistent gestart welke alle in de buurt
zijnde wifi-stations weergeeft. Kies een bekend draadloze netwerk met de toets OK
en voer het overeenkomstige wachtwoord in via het weergegeven toetsenbord. Kies
dan en druk op de OK-toets. Als het wachtwoord correct is, wordt nu een
verbinding opgebouwd naar het netwerk. Een verbinding is te herkennen aan het
symbool op de statusregel in het display.
Om de invoer te annuleren, kiest u en drukt u op OK.
Bij een foutieve invoer, kunt u de laatste letter met wissen.
7.1 Recent beluistert
Kies MENU >recent beluistert om een lijst met de voor het laatst beluisterde zenders
weer te geven.
Selecteer met de toetsen ▼/▲ een zender en druk op OK.
7.2 Zenderlijst
Druk op de toets MENU en selecteer zenderlijst.
In de zenderlijst worden alle internet-radiozenders in verschillende categorieën
onderverdeeld weergegeven.
Kies aan de hand van een categorie/land/genre een zender en druk op OK.
Om een zender aan uw favorieten toe te voegen, houdt u tijdens het afspelen de toets
OK ingedrukt totdat "Favoriet toevoegen" verschijnt. U kunt ook een cijfertoets 1... 10
indrukken om een zender onder de cijfertoetsen te programmeren.
Om extra informatie over de actuele zender te verkrijgen, drukt u op INFO.
Om eigen zenders toe te voegen, registreert u deze onder www.wifiradio-frontier.com.
Hiertoe heeft u een toegangscode nodig, deze kunt u in de DigitRadio 100 IR
opvragen onder Internet Radio > MENU > Zenderlijst > Hulp > toegangscode
verkrijgen.
18
8. Muziek afspelen (UPnP media)
Deze modus biedt u de mogelijkheid om muziekbestanden af te spelen die zich op een
UPnP-server bevinden. Hiertoe heeft u een draadloze netwerk (wifi-router) nodig.
Neem ook de aanwijzingen in acht die in paragraaf 13.2 voor het configureren van een
draadloze verbinding beschreven zijn.
De UPnP-server moet zich in hetzelfde netwerk bevinden als de DigitRadio 100 IR.
Druk herhaaldelijk op de MODE toets totdat Muziek afspelen op het display aangegeven
wordt.
Alternatief:
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Muziek afspelen.
Indien een submenu geopend is kiest u het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Start u de eerste keer muziek afspelen, zonder dat er een draadloze verbinding
geconfigureerd is, wordt een zoek-assistent gestart welke alle in de buurt zijnde wifistations weergeeft. Kies een bekend wifi-netwerk met de toets OK en voer het
overeenkomstige wachtwoord in via weergegeven toetsenbord. Kies dan en
druk op toets OK. Als het wachtwoord correct is, wordt nu een verbinding opgebouwd
naar het netwerk. Een verbinding is te herkennen aan het symbool op de
statusregel in het display.
Om de invoer te annuleren, kiest u en drukt u op OK.
Bij een foutieve invoer, kunt u de laatste letter met wissen.
8.1 Media afspelen
Kies Gemeenschappelijke media en vervolgens de server waarop zich uw muziek
bevindt.
De mappenstructuur is afhankelijk van de mappenstructuur op de media-server.
Selecteer Afspeellijsten, om een afspeellijst af te spelen die op de media-server
aanwezig is.
In het menu zijn er de afspeelopties toevallige weergave en herhalen beschikbaar.
Het bijbehorende symbool verschijnt op de statusregel.
Heeft u een mediaserver gekozen kunt u ook via zoeken direct naar een titel zoeken.
19
8.2 Muziek via de Windows Media Player
Alternatief tot de UPnP-server kunt u ook muziek afspelen via de Windows Medea Player
vanaf versie 10.
Overtuig u ervan, dat de Windows PC en de DigitalRadio 100 IR zich in hetzelfde
netwerk bevinden en ingeschakeld zijn.
Start de Media Player en start de mediastreaming vrijgave.
Kies in het apparatenoverzicht de DigitRadio 100 IR en selecteer toestaan.
Eventueel kan de procedure hiertoe bij een andere versie van de Windows Media
Player afwijken.
9 De DAB-functie
9.1 Wat is DAB+
DAB+ is een nieuwe digitale formaat, waarmee u een kristalhelder geluid zonder ruisen kunt
beluisteren.
Anders dan bij gebruikelijke analoge radiozenders worden bij DAB meerdere zenders op
dezelfde frequentie uitgezonden. Dit noemt men ensemble of multiplex. Een ensemble bevat
het radiostation en meerdere servicecomponenten of diensten, welke individueel door de
radiozenders uitgezonden worden. Meer informatie hieromtrent vindt u op
www.digitalradio.de of www.digitalradio.ch.
9.1.1 Datacompressie
Digitale radio gebruikt het effect van het menselijke oor. Het menselijke oor neemt geluiden
die onder een bepaalde geluidssterkte liggen niet meer waar. Geluiden, die zich onder de
zogenaamde rustgehoordrempel bevinden, kunnen dus uitgefilterd worden. Dit is mogelijk
omdat in een digitale datastroom bij elke informatie- eenheid ook de bijbehorende relatieve
geluidssterkte voor andere eenheden opgeslagen is. In een geluidssignaal worden
bovendien op een bepaalde grenswaarde de zachtere aandelen door de luidere overlapt.
Alle geluidsinformaties in een muziekstuk, die onder de zogenaamde gehoordrempel vallen,
kunnen uitgefilterd worden uit het uitgezonden signaal. Daardoor is de overgedragen
datastroming vermindert zonder waarneembare klankverschil voor de luisteraar (HE AACv2manier als aanvullende codering voor DAB+).
9.1.2 Audiostream
Audiostreams zijn bij de digitale radio continue datastromen, die MPEG 1 audio layer 2frames bevatten en zodoende akoestische informatie weergeven. Hiermede kunnen gewone
radioprogramma's uitgezonden en op de ontvanger-zijde beluistert worden. Digitale radio
stuurt niet alleen radiogeluid met excellente geluidskwaliteit maar ook extra informaties. Dit
kunnen informaties over het actuele programma (DLS bijv. titel, interpreet) zijn of
onafhankelijk daarvan zijn (bijv. nieuwsberichten, weer, verkeer of tips).
20
9.2 DAB radio ontvangst
Druk herhaaldelijk op toets MODE totdat DAB Radio op het display aangegeven wordt.
Alternatief:
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu DAB.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Als DAB voor de eerste keer wordt gestart, zal eerst de zoekfunctie naar zenders
gestart worden. Vervolgens wordt de zenderlijst weergegeven (zie Par. 9.2.2).
9.2.1 Zoekfunctie uitvoeren
De automatische zoekfunctie "Uitgebreid zoeken" scant alle DAB band III-kanalen en
zal alle zenders vinden die in het ontvangstgebied uitzenden.
Voor het ontvangen van digitale radiozenders (DAB-werking), moet de antenne zoals
onder paragraaf 5.3.3 beschreven gericht zijn.
Na het beëindigen van het scannen wordt de eerste zender in alfanumerieke volgorde
weergegeven.
Om het uitgebreid zoeken te starten drukt u op SCAN. "Zoeken" verschijnt op het display.
Het scannen wordt gestart, op het display verschijnt een voortgangsbalk.
Druk na het beëindigen op ▲ of ▼ en OK, om een zender te kiezen.
Alternatief kunt u ook op MENU drukken en met de toetsen ▲ of ▼ >uitgebreid zoeken
selecteren- Bevestig dit door op OK te drukken.
De radio gaat automatisch naar de vorige zender terug indien binnen ca. 10 seconden
geen toets aangeraakt wordt.
Als er geen zender wordt gevonden, controleert u de antenne of verandert u evt. de
opstelplaats van de radio (par. 5.3.3). Controleer ook, of zich in uw gebied digitale
zenders bevinden.
9.2.2 Een zender kiezen
U kunt de zenders op het apparaat bekijken. Gebruik hiertoe de toetsen ▲ of ▼.
Om een zender te kiezen, drukt u op OK.
Alternatief kunt u ook op de MENU -toets drukken en met ▲ of ▼ >zenderlijst kiezen.
21
9.2.3 DAB-zenders programmeren
Het zendergeheugen kan tot 10 DAB-radiostations bewaren.
De geprogrammeerde zenders blijven ook bij een stroomuitval behouden.
Stel de gewenste zender in.
Druk op een cijfertoets 1 ... 10 en houdt deze ingedrukt. "Opgeslagen" verschijnt op het
display.
Om meer zenders te programmeren herhaalt u deze procedure.
9.2.4 Een geprogrammeerde zender kiezen Druk op de desbetreffende cijfertoets 1 ... 10. Als er geen zender onder deze toets is
geprogrammeerd verschijnt "Geheugenplaats leeg".
9.2.5 Een geprogrammeerde geheugenplaats wissen Programmeer een nieuwe zender op de desbetreffende geheugenplaats.
9.2.6 Signaalsterkte
Druk meermaals op de toets INFO. De signaalsterkte wordt aangeduid.
De balk laat de actuele signaalsterkte zien.
Bij zenders, waarvan de signaalsterkte onder het benodigde niveau ligt, is het
uitgezonden signaal niet voldoende. Richt eventueel de antenne opnieuw, zie par.
5.3.3.
Druk meermaals op de INFO-toets om door de verschillende informaties te schakelen,
zoals bijv. type programma, multiplexnaam, frequentie, signaalfout, databitrate,
programmaformaat, datum, DLS.
22
9.2.7 Dynamic Label Plus
Indien door de zender ondersteund, zal door de Dynamic Label Plus-dienst bijvoorbeeld de
naam van de actuele zender of de songtitel extra meegestuurd worden.
9.2.8 DRC instellen
De compressierate compenseert dynamiekschommelingen en daarmee gepaard gaande
verschillen in de geluidssterkte.
Druk op MENU en selecteer >Volume aanpassen, om de gewenste compressie in te
stellen.
Selecteer met de toetsen ▲ of ▼:
DRC hoog – hoge compressie
DRC laag – lage compressie
DRC uit – compressie uitschakelen.
Bevestig uw keuze met OK.
9.2.9 Niet meer actieve zenders verwijderen
Druk op MENU en selecteer met de toetsen▲ of ▼ > Inactieve zenders wissen.
Bevestig uw keuze met OK.
Selecteer met de toetsen ▲ of ▼> Ja en bevestig dit met OK.
9.2.10 Zendervolgorde aanpassen
Druk op MENU en selecteer met de toetsen▲ of ▼ > zendervolgorde.
Selecteer een sorteersoort met de toetsen ▲ of ▼ en bevestig uw keuze met OK.
U kunt kiezen tussen alfanumeriek, provider en geldig.
23
10. FM-werking
10.1 FM-radio inschakelen
Druk herhaaldelijk op de MODE toets totdat FM op het display aangegeven wordt.
Alternatief:
Druk op MENU en selecteer in het hoofdmenu FM.
Indien actueel een submenu geopend is, kiest u het hoofdmenu zoals beschreven
onder paragraaf 6.1.
Bij de eerste keer inschakelen is standaard de frequentie 87,5 MHz ingesteld.
Als u al zenders heeft afgestemd of geprogrammeerd, wordt de voor het laatst
gekozen zender weergegeven.
Bij RDS-zenders verschijnt de zendernaam.
Om de ontvangst te verbeteren richt u de antenne zoals beschreven onder paragraaf
5.3.3.
10.2 FM-ontvangst met RDS-informatie
RDS is een manier voor het uitzenden van extra informatie via FM-zenders. Bijv. sturen
zenders met RDS hun zendernaam of het type programma mee. Dit wordt op het display
weergegeven..
Het apparaat kan volgende RDS-informatie weergeven:
RT (radiotekst)
PS (naam van de zender)
PTY (type uitzending)
10.3 Handmatige zenderkeuze
Gebruik de toetsen ▲ of ▼ om een gewenste zender in te stellen. Het display toont de
frequenties in stappen van 0,05 MHz.
10.4 Automatische zenderkeuze
Druk op SCAN, om een automatische zoekprocedure te starten. Op het display loopt de
zenderfrequentie omhoog.
of
Houdt in de FM-werking de toetsen ▲ of ▼ ca. 2 seconden ingedrukt, om automatisch
naar de volgende sterke zender te gaan.
24
Als een FM-zender met een voldoende sterk signaal ontvangen wordt, stopt het
scannen en de zender kan beluisterd worden. Bij een RDS-zender wordt bovendien
de naam van de zender en eventueel radiotekst weergegeven.
Om een zwakkere zender te beluisteren gebruikt u de handmatige zenderkeuze.
U kunt in het menu >zoek- instelling bepalen of de automatische zenderkeuze
alleen naar sterke zenders zal zoeken. Druk hiertoe op de MENU-toets en kies
>zoek-instelling. Bevestig uw keuze met OK.
10.5 Mono/stereo instellen
Druk op MENU en selecteer met de toetsen▲ of ▼ > Audio instelling.
Kies JA of NEE, om de weergave alleen in mono bij zwakke FM-ontvangst weer te
geven.
Bevestig uw keuze met OK.
10.6 Hoe u FM-zenders programmeert
Het zendergeheugen kan tot 10 FM-radiostations bewaren.
De geprogrammeerde zenders blijven ook bij een stroomuitval behouden.
Stel de gewenste zender in.
Druk op een cijfertoets 1 .. 10 en houdt deze ingedrukt. "Opgeslagen" verschijnt op het
display.
Om meer zenders te programmeren herhaalt u deze procedure.
10.7 Een geprogrammeerde zender kiezen
Druk op de desbetreffende cijfertoets 1 ... 10.
Als er geen zender onder deze toets is geprogrammeerd verschijnt "Geheugenplaats
leeg".
10.8 Een geprogrammeerde geheugenplaats wissen
Programmeer een nieuwe zender op de desbetreffende geheugenplaats.
25
11. Bluetooth
11.1 Bluetooth modus activeren
Druk herhaaldelijk op toets MODE totdat Bluetooth op het display aangegeven wordt.
Alternatief:
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Bluetooth.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Op de statusregel wordt een knipperende B voor de koppeling aangeduid.
Als de DigitRadio 100 IR al eerder aan een ander apparaat gekoppeld was, dat zich
binnen de reikwijdte bevindt, wordt de verbinding automatisch gemaakt.
11.2 Koppelen
Activeer Bluetooth op uw muziekspeler, bijv. een smartphone of tablet.
Hoe u Bluetooth op uw muziekspeler activeert leest u in de gebruiksaanwijzing van uw
apparaat.
Neem hierbij in acht, dat er slechts 1 apparaat met de DigitRadio kan verbonden
worden.
Selecteer op uw muziekspeler de lijst met gevonden Bluetooth-apparaten.
Zoek in de lijst naar de DigitRadio 100 IR en selecteer deze. Als u gevraagd wordt om
een pincode in te voeren, voert u "0000" (4x nul) in.
Nadat de koppeling met succes is uitgevoerd, zal de B op het display stoppen met
knipperen.
11.3 Muziek afspelen
Selecteer op uw muziekspeler een titel en speel deze af.
Het geluid hoort u nu via de DigitRadio 100 IR.
Met behulp van de weergaven-toetsen op de afstandsbediening van de DigitRadio
kunt u nu de weergave op uw muziekspeler besturen (indien compatibel).
Let er op, dat het volume op uw muziekspeler niet te zacht ingesteld is.
Let er op, dat de maximale reikwijdte niet meer dan 10 m mag zijn om een goede
kwaliteit te bereiken.
26
12 Extra functies
12.1 Sluimer-functie
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Sluimer.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Met de toetsen▲ of ▼ kunt u de sluimertijd instellen Sluimer uit, 15, 30, 45, 60
minuten, na welke het apparaat zich in de stand-by schakelt.
Druk als alternatief op de SLEEP-toets.
Op de statusregel van het display verschijnt een klok-symbool en de nog resterende
sluimertijd.
12.2 Wekker
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Wekker.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
12.2.1 Wektijd instellen
Wanneer u de wekfunctie wilt gebruiken, moet de aangesloten versterker resp. het
afspeelapparaat ingeschakeld blijven.
De wekfunctie kunt u pas bedienen nadat de juiste tijd ingesteld is. Na een
stroomuitval moet u de tijd opnieuw instellen.
De tijd kan handmatig, via DAB of internet actualiseert worden. Meer informatie
hiertoe vindt u in paragraaf 13.3.
Selecteer het wektijd-geheugen Wekker 1 of Wekker 2 met de toetsen▲ of ▼ en
bevestig met OK.
Vervolgens loopt u alle punten achter elkaar door en bevestigd u elke invoer met OK.
Tijd > stel de tijd met de toetsen▲/▼en ◄/► in op welke u gewekt wilt worden.
Modus > Zoemer, internet-radio, DAB, FM.
Zender > Recent beluistert of een geprogrammeerde zender onder de cijfertoetsen
1... 10.
Volume > Selecteer met de toetsen▲/▼ het volume met welke u gewekt wilt worden. Om de wekker met de uitgevoerde instellingen op te slaan kiest u Opslaan.
27
De wekker wordt geactiveerd, zodra de herhaling op Dagelijks, Eenmalig, Weekeinde, Werkdagen ingesteld is. Op de statusregel wordt een wekker-symbool
met het overeenkomstige cijfer van de geactiveerde wekker weergegeven .
12.2.2 Wekker na alarm uitschakelen
Druk op Aan/Standby om de wekker uit te schakelen.
Druk op de SNOOZE-toets om de sluimerfunctie in te schakelen. Door herhaaldelijk op
SNOOZE te drukken kunt u de pauze verlengen met 5, 10, 15 of 30 minuten.
De wekfunctie schakelt het apparaat op de volgende dag op de ingestelde wektijd
opnieuw in. Het weksymbool blijft daarom op het display zichtbaar.
12.2.3 Wekker uitschakelen
Selecteer in het menu van de desbetreffende wekker > Herhaling: uit.
13 Systeem instellingen
13.1 Equalizer
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen >
Equalizer.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Hier kunt u verschillende equalizer-instellingen uitvoeren om de klank naar wens aan te
passen.
U kunt kiezen tussen:
normaal, gemiddeld, Jazz, Rock, Soundtrack, Klassiek, Pop, Nieuws en Mijn EQ
13.1.1 Eigen EQ-instelling
Selecteer in het menu Equalizer > Mijn EQ-instellingen.
Selecteer Bass, om de bas te versterken/verminderen of Hoogte, om de toonhoogte te
veranderen.
Verander de waarde met de toetsen ◄ of ► en druk op OK.
De standaardinstelling kunt u altijd onder Mijn EQ oproepen.
28
13.2 Internet instellingen
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen > Internet
instellingen.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
In dit menu vindt u bepaalde instellingen en informatie over de internetverbinding.
Kies netwerk assistent, om een draadloze verbinding te maken.
De netwerk assistent toont alle in de buurt zijnde wifi-stations. Kies een voor u
bekende netwerk met de toets OK en voer het overeenkomstige wachtwoord in via
het weergegeven toetsenbord. Kies dan en druk op toets OK. Als het
wachtwoord correct is, wordt nu een verbinding opgebouwd naar het netwerk. Een
verbinding is te herkennen aan het symbool op de statusregel in het display.
Om de invoer te annuleren, kiest u en drukt u op OK.
Bij een foutieve invoer, kunt u de laatste letter met wissen.
13.2.1 WPS-verbinding
Kies voor WPS opbouw, wanneer uw router beschikt over deze WPS-functie. Hierdoor
wordt een directe verbinding met de router gemaakt, zonder dat u een wachtwoord moet
invoeren.
Hoe u WPS op uw router activeert, leest u de gebruiksaanwijzing van uw router.
Start WPS op uw router door de overeenkomstige toets te drukken.
Selecteer op de DigitRadio Toets drukken. Let op de instructies op het display.
Als uw router alleen een WPS-PIN ondersteund, kiest u op de DigitRadio PIN en noteert
u de op het display weergegeven pincode. Deze moet u vervolgens in de router invoeren.
Om meer informatie weer te geven voor de actuele verbinding, selecteert u
Instellingen weergeven.
Selecteer handmatige instelling, wanneer u de parameters van uw netwerk kent en
u deze handmatig wilt configureren. Let op de instructies op het display.
Selecteer Netwerkprofiel wissen, wanneer u de actuele verbinding wilt wissen.
29
13.3 Tijd instellen
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen > tijd-
instellingen.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Selecteer Tijd-/datuminstelling, om de kloktijd en de datum handmatig in te stellen.
Met de toetsen ◄ en ► selecteert u een waarde. Met de toetsen ▲ en ▼ kunt u deze
veranderen.
Bevestig de instelling met OK.
Selecteer tijd en datum, om vast te leggen of de actualisering automatisch via DAB of
internet uitgevoerd zal worden of handmatig.
Selecteer hiertoe Actualiseren via DAB, actualiseren via netwerk of niet
actualiseren.
Onder de optie Format inst kunt u het 12- of 24-uurs formaat instellen. Bevestig uw
keuze met OK.
Kies onder tijdzone, de actuele tijdzone op uw locatie.
Onder zomertijd legt u vast of er actueel de zomertijd geldt.
13.4 Taal
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen > taal.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Selecteer met de toetsen ◄ en ► de taal en bevestig uw keuze met OK.
30
13.5 Fabrieksinstelling
Indien u de opstelplaats van uw apparaat wijzigt, bijvoorbeeld u gaat verhuizen, kunt u
mogelijkerwijs de opgeslagen zenders niet meer ontvangen. Door het terugzetten van het
apparaat naar de fabrieksinstellingen kunt u eenvoudig de opgeslagen zenders wissen en
direct een nieuwe zoekprocedure naar zenders starten.
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen >
fabrieksinstelling.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Bevestig met OK.
Selecteer met de toetsen ◄ en ► JA en bevestig de vraag met OK.
Alle geprogrammeerde zenders en instellingen worden verwijdert. Na een reset kunt u
de configuratie-assistent starten of deze overslaan (zie par. 13.7).
13.6 Software update
Af en toe zijn er software updates beschikbaar, die de functionaliteit verbeteren of nieuwe
functies toevoegen. De DigitRadio wordt daarmee op de nieuwste stand gehouden.
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen >
Software update.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Kies Auto update, wanneer de DigitRadio regelmatig naar nieuwe updates zal zoeken..
Kies Nu updaten, wanneer u nu wilt controleren of een nieuwere versie beschikbaar is.
Wanneer een software update wordt gevonden, voert u de instructies op het display
uit.
Voor het vinden en downloaden van updates, moet de DigitRadio met het internet
verbonden zijn. Schakel de DigitRadio tijdens een updateproces niet uit!
31
13.7 Configuratie assistent
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen >
Configuratie assistent.
Indien een submenu is geopend, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Bij de eerste keer inschakelen start de configuratie assistent automatisch.
Selecteer, zodra op het display Nu uitvoeren weergegeven wordt, de optie Ja.
Wanneer u NEE kiest, wordt de assistent beëindigd en u moet de instellingen
handmatig uitvoeren. U wordt stapsgewijs door de instellingen geleid.
Kies onder Datum/tijd het gewenste weergavenformaat (par. 13.3).
In de volgende stap moet u kiezen via welke bron de tijd gesynchroniseerd zal worden
(zie par. 13.3).
Kies vervolgens of de zomer- of wintertijd actueel geldt.
Na het instellen van de datum en tijd gaat u verder met de netwerkinstellingen (zie
par.13.2).
Controleer of het apparaat zich in het ontvangstgebied van het gewenste draadloze
netwerk bevindt en dat u de toegangsgegevens van dit netwerk bij de hand heeft. In
sommige gevallen kan het nodig zijn enkele instellingen in de router te wijzigen.
Raadpleeg daarvoor de handleiding van uw routerleverancier.
Na het zoeken naar beschikbare draadloze netwerken wordt een lijst met de
gevonden netwerken weergegeven.
Kies het gewenste draadloze netwerk en bevestig uw keuze met OK.
Indien het om een versleuteld of beschermd netwerk gaat, wordt u gevraagd de
sleutel of wachtwoord in te voeren om verbinding te kunnen maken.
Markeer in de lijst het gewenste teken.
Voer het gekozen teken in door op OK te drukken.
Ga op deze manier verder en voer zo alle benodigde tekens van de sleutel of het
wachtwoord in.
Markeer en bevestig het veld BKSP , dan kunt u het laatst ingegeven teken wissen.
Met het veld Cancel annuleert u de gehele invoer.
Na het beëindigen van de assistent drukt u, zodra op het display Configuratie assistent
beëindigd verschijnt, op de toets OK.
32
13.8 Info
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen > Info.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Bevestig door op OK te drukken.
De software-versie wordt weergegeven.
Door op de toets MENU te drukken gaat u weer terug.
13.9 Achtergrondverlichting
Hier kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het display in verschillende
gebruikstoestanden, in werking of stand-by, instellen
Druk op de MENU -toets en selecteer in het hoofdmenu Systeeminstellingen
>Verlichting.
Indien een submenu geopend is, kies dan het hoofdmenu zoals beschreven onder
paragraaf 6.1.
Selecteer Werking of Stand-by, om de instelling voor de desbetreffende
gebruikstoestand uit te voeren.
U kunt nu de helderheid kiezen tussen Hoog, Gemiddeld of Laag.
Bevestig uw keuze met OK.
Met de MENU- toets gaat u weer een stap terug.
33
14. Het apparaat schoonmaken
Om het gevaar van een elektrische schok te vermijden, mag u het apparaat niet met
een natte doek of onder stromend water schoonmaken. Voordat u begint met
schoonmaken eerst de netstekker uit het stopcontact halen.
U mag geen schuursponsjes, schuurmiddel of oplosmiddelen zoals alcohol of benzine
gebruiken.
Gebruik nooit zoutwater, insectenspray, chloor of zuurhoudende oplosmiddelen of
schuurmiddelen.
Maak de behuizing van het apparaat uitsluitend schoon met een zachte, met water
licht bevochtigde doek. Geen oplosmiddelen, spiritus, thinner enz. gebruiken, deze
beschadigen het oppervlak van het apparaat.
Display:
Maak het display alleen met een zachte katoenen doek schoon, eventueel licht
bevochtigd met een zachte zeepoplossing.
Wrijf met het doek zacht over het oppervlak, totdat het droog is.
34
15. Verhelpen van problemen
Symptoom
Mogelijke oorzaak/oplossing
Het apparaat laat zich niet inschakelen
Het apparaat wordt niet gevoed. Sluit het
netsnoer juist aan.
Er is geen geluid te horen
Verhoog het volume. Schakel de weergavebron
in of luider. Misschien is de verkeerde bron
gekozen.
Het display wordt niet ingeschakeld.
Schakel de radio via de POWER-toets uit en
weer in.
De afstandsbediening werkt niet.
Batterijen verkeerd geplaatst of zwak. Controleer
de polariteit, vervang de batterijen.
IR-contact onderbroken. Verwijder obstakels die
zich tussen de afstandsbediening en de radio
bevinden.
De afstand is te groot.
Max. afstand tot de radio ca. 6 m.
Slechte DAB-ontvangst
Verander de positie van de antenne of de
DigitRadio 100 IR.
Verbinding tot de wifi-router functioneert niet.
Controleer of de signaalsterkte van de router
voldoende is.
Controleer de instellingen van de router, of deze
nieuwe verbindingen toelaat.
Controleer het wifi-wachtwoord en voer deze
opnieuw in.
Als het apparaat niet juist functioneert, controleer het dan volgens de onderstaande tabel.
Indien de problemen ook na de beschreven controles niet zijn verholpen, neem dan contact
op met de fabrikant of uw leverancier.
35
16. Technische gegevens / fabrikantaanwijzingen
Technische wijzigingen en vergissingen onder voorbehoud. De aangegeven afmeting is
ongeveer.
Ontvangstwegen Internet, DAB/DAB+ en FM
Stroomvoorziening AC Input: 100-240 V, 50-60 Hz
DC Output: 6 V, 500 mA
Frequenties FM: 87,5 - 108 MHz
DAB/DAB+: 174.928 - 239.200 MHz
Stroomverbruik 3 W (max.)
Afmetingen 130 x 42 x 95 mm
Richtlijnen en normen:
Dit product is conform de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EV)
van de ErP richtlijn 2009/125/EC,
de EMC-richtlijn (2004/108/EC) en
de CE-richtlijn.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.