Spektrum DX7 User Guide [nl]

SPEKTRUM DX7
gebruikershandleiding
50
Aanwijzing
Alle aanwijzingen, garanties en verdere bijbehorende documenten kunnen naar eigen goeddunken op ieder moment door Horizon Hobby LLC gewijzigd worden. De actuele productliteratuur vindt u op www.horizonhobby.com onder het tabblad “support” voor het desbetreffende product.
Speciale betekenissen
De volgende begrippen worden in alle productliteratuur gebruikt om u te attenderen op de verschillende risico’s bij het gebruik van dit product: AANWIJZING: Wanneer deze aanwijzingen niet correct worden opgevolgd kunnen er mogelijk schade EN gering of geen risico op verwondingen ontstaan. LET OP: Wanneer deze aanwijzingen niet correct worden opgevolgd kunnen er waarschijnlijk schade EN het gevaar van zware verwondingen ontstaan. WAARSCHUWING: Wanneer deze aanwijzingen niet correct worden opgevolgd kunnen er waarschijnlijk schade, gevolgschade en zware verwondingen OF met hoge waarschijnlijkheid oppervlakkige verwondingen ontstaan.
WAARSCHUWING: Lees zorgvuldig de HELE handleiding door om u, voordat u het product gebruikt,
vertrouwd te maken met de functies van het product. Wanneer het product niet correct wordt gebruikt kan dit tot schade aan het product of persoonlijke eigendommen leiden of zware verwondingen veroorzaken.
Dit is een hoogontwikkeld hobbyproduct. Het moet met voorzichtigheid en gezond verstand worden gebruikt en vereist bepaalde mechanische basisvaardigheden. Wanneer dit product niet op een veilige en verantwoorde manier wordt gebruikt kan dit leiden tot verwondingen of schades aan het product of aan andere zaken. Dit product is niet geschikt voor kinderen zonder direct toezicht van een volwassene. Probeer niet zonder toestemming van Horizon Hobby LLC om het product uit elkaar te halen, het met ongeschikte componenten te gebruiken of op een andere manier te modificeren. Deze handleiding bevat aanwijzingen met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Het is absoluut noodzakelijk om vóór de opbouw, aansluiting of het gebruik alle aanwijzingen en waarschuwingen in het handboek te lezen en op te volgen, zodat het op de daarvoor bedoelde wijze kan worden gebruikt en er geen schade of zware verwondingen kunnen ontstaan.
WAARSCHUWING MET BETREKKING TOT VERVALSTE PRODUCTEN
Koop uw Spektrum producten altijd bij een erkende handelaar om er zeker van te zijn, dat u een authentiek en origineel kwaliteitsproduct van Spektrum heeft gekocht. Horizon Hobby wijst elke support, service of garantie op vervalste producten, die claimen compatibel te zijn met Spektrum of DSM, af.
Niet geschikt voor kinderen onder de 14 jaar. Dit is geen speelgoed.
GARANTIE-REGISTRATIE
Registreer a.u.b. uw product onder www.spektrumrc.com/registration
AANWIJZING: Hoewel DSMX het gebruik van meer dan 40 zenders tegelijkertijd mogelijk maakt dienen er bij het gebruik van DSM2 ontvangers, DSMX ontvangers in de DSM2 modus of zenders in de DSM2 modus niet meer dan 40 zenders tegelijkertijd gebruikt te worden.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
Het gebruik van radiobestuurde modellen biedt u afwissellende uitdagingen en de mogelijkheid om uw
vaardigheid als piloot te verbeteren.
Bij ondeskundig gebruik of gebrekkig onderhoud kunnen modellen een gevaar vormen.
Stuur een model altijd zó, dat u het altijd onder controle heeft.
Zoek de hulp van een ervaren piloot.
Zoek contact met regionale clubs of organisaties, die u informatie kunnen geven over modelvliegvelden.
Schakel eerst de zender en daarna pas de ontvanger in, wanneer u het model wilt gebruiken.
Bind het model opnieuw aan de ontvanger wanneer u alle instellingen heeft beëindigd, zodat de Failsafe-
instellingen worden overgenomen.
VEILIGHEID VOOR DE PILOOT
Let er op dat de accu’s voor uw zender en ontvanger altijd voldoende opgeladen zijn.
Activeer vóór de vlucht de stopwatch, zodat u de resterende vliegtijd in de gaten kunt houden.
51
Controleer of alle roeren in de juiste richting werken.
Vlieg niet met uw model in de buurt van toeschouwers, geparkeerde voertuigen of andere objecten, die door
het gebruik beschadigd of verwond kunnen raken.
Vlieg niet met het model tijdens ongeschikte weerssituaties. Slecht zicht kan leiden tot desoriëntatie en
verlies van controle veroorzaken. Wind kan leiden tot verlies van controle. Vocht en ijs kunnen het model beschadigen.
Wijs niet direct met de antenne naar het model. De afstraling aan de punt van de antenne is geringer dan het
signaal, dat van de zijkant van de antenne afkomstig is.
Wanneer u tijdens het vliegen een ongewoon vlieggedrag vaststelt, moet u direct landen en het probleem
eerst oplossen.
DX7 KENMERKEN
Direct wisselen met de roltoets naar het telemetrie-menu
Snelle wissel tussen de functielijst en systeeminstellingen zonder de zender uit te schakelen
Gesproken berichten voor telemetrie, waarschuwingen en andere informatie
Instelbaar soundmenu met specifieke DX7 sounds
Toewijzing van 5 vliegtoestanden aan een combinatie van maximaal 2 schakelaars
250 modelgeheugens
Wireless Trainer (draadloze trainerfunctie)
VOORDAT U DE ZENDER GEBRUIKT
Bezoek vóór het gebruik van de zender de community.spektrumrc.com website om uw zender te registreren en de meest actuele Airware update te laden. Tot aan de registratie van uw zender verschijnt er in het menu een herinnering. Na de registratie wordt deze niet meer weergegeven.
INHOUD VAN DE SET
DX7 zender
AR8000 ontvanger (niet in de set bij “alleen zender versies”)
2000 mAh LiPo zenderaccupack (in de zender ingebouwd)
internationale netstekker
draagriem
stickervel
gebruikershandleiding
52
INHOUDSOPGAVE
Waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen bij het laden van accu’s Inleggen van de Lithium zenderaccu ZENDER FUNCTIES Hoofdmenu Navigatie SD kaart
Inleggen van de SD kaart Exporteren van het zenderserienummer naar de SD kaart Actualiseren van de Firmware
BINDEN Eisen aan de ontvangerstroomvoorziening Programmeren van de Failsafeposities
SmartSafe Failsafe Hold Last Command Preset Failsafe
Leidraad bij de programmering van modeltypen SYSTEEMINSTELLING
Directe modeltoegang Setup voor zweefvliegtuigmodellen Modelnaam Gesproken berichten bij de vliegtoestanden Kanaaltoewijzing Kanaalbron Trimming toewijzing Trimtypes Model hulpprogramma Alarmen Telemetrie-instellingen Eenheid Auto-configuratie van de telemetrie AS3X Live Gain weergave Telemetrie alarmen Start Geactiveerd Controle vóór de vlucht Modulatie Pulsrate Binden
Leraar / leerling
Bekabelde leraar leerling functie Draadloze leraar leerling functie Leraar/leerling FPV Mode Instelling digitale schakelaars Sound-instellingen
Systeeminstelling
Piloot naam Contrast Achtergrondverlichting Mode Accu alarm Keuze van de taal Geen activiteit alarm Extra instellingen Serienummer Export van het serienummer op de SD kaart Vinden van de AirWare software versie Kalibreren
SD kaart laden
Alle modellen laden Model veiligstellen Systeeminstelling Actualiseren van de Spektrum DX7 sound bestanden Actualiseren van de Firmware
FUNCTIELIJST
Servo-instelling Servoweg Sub-trim Draairichting Looptijd Balance AS3X Live Gain weergave D/R & Exponential Differentiatie (alleen vliegtuig en zweefvliegtuig) Gas uit
53
Gascurve Mixers toewijzen van een mixer aan een schakelaar Back mixer Reikwijdtetest Klok Timer-schakel en Timer-controle alarm Telemetrie Gesproken bericht gebruikersgedefinieerde gebeurtenis Systeeminstelling Servomonitor
ACRO (vliegtuig)
Acro model type Vleugelselectie Aanbevolen servo-aansluitingen Elevon servo-aansluitingen Rolroer Hoogteroer Landingskleppen ACRO mixers
HELI (helikopter)
Heli model type Tuimelschijftype Gas / pitch richting Pitch curve Tuimelschijf Gyro Hekmixer Mixers
ZWEEFVL. (zweefvliegtuig)
Vleugelselectie Motor Welfkleppen Kleppensysteem Zweefvliegmixers V-staart differentiatie
MECHANISCHE ZENDERINSTELLINGEN
Modewissel Programmeren van de modewissel Mechanische ombouw Wissel van de gasratel
MECHANISCHE ZENDERINSTELLINGEN
Instellen van de hoogteroer-centreerschroef Ombouw van de gasbegrenzer Montage van de zender
MECHANISCHE ZENDERINSTELLINGEN
Instellen van de stuurknuppel veerkracht Ombouw van de gasbegrenzer Montage van de zender
Hulp bij het oplossen van problemen Garantie en service informatie Garantie en service contactinformatie Juridische informatie voor de Europese Unie
ZENDERACCU Waarschuwingen en veiligheidsaanwijzingen bij het laden van accu’s
Onvoldoende aandacht bij het gebruik van het product in combinatie met de volgende waarschuwingen zouden kunnen leiden tot foutief functioneren, elektrische problemen, grote hitteontwikkeling, BRAND, verwondingen en/of schade.
Lees vóór gebruik zorgvuldig de hele productliteratuur en veiligheidsaanwijzingen bij het product door.
Laat de accu’s nooit door een minderjarige opladen.
Laat de accu’s of de adapter nooit vallen.
Probeer nooit om beschadigde accu’s te laden.
Laad nooit een accupack dat uit verschillende types cellen bestaat.
Laad nooit een accu waarvan de kabel beschadigd of ingekort werd.
Laat de accu’s of accupacks nooit in contact komen met vochtigheid.
Laad de accu’s nooit bij extreme koude, hitte (aanbevolen temperatuur 10 - 27°) of in direct zonlicht.
Maak de accu na het laden los van het laadapparaat en laat het apparaat vóór een nieuw gebruik afkoelen.
Inspecteer een nieuwe accu vóór het laden.
Beëindig bij een foutief functioneren direct alle processen en neem contact op met Horizon Hobby.
54
Houd de accu’s en het laadapparaat verwijderd van materialen die door hitte beïnvloed of warm kunnen
worden (bv. keramiek en tegels)
Beëindig direct het laadproces wanneer het laadapparaat of de accu te heet wordt om aan te pakken.
INLEGGEN VAN DE LITHIUM ZENDERACCU
De ingebouwde Li-Ion accu is voorzien van een intern laadapparaat, die met een laadstroom van 0,5A laadt. Aanwijzing: Sluit nooit een extern accu-laadapparaat aan de DX7 zender aan. Laad de zender altijd op een hittebestendige oppervlakte.
1. Schakel de zender uit.
2. Sluit de netvoeding (SPM 9551) aan op de laadbus onder de rubberen afdekking op de accuklep.
3. Sluit de adapter aan op het lichtnet. Gebruik indien nodig een stekkeradapter.
4. Wanneer de lading voltooid is moet u de zender losmaken van de netvoeding en de stekker uit het stopcontact halen.
5. Bevestig het accudeksel weer op zijn plaats.
Accu
In de systeeminstellingen kunt u het accutype en de spanningsgrens voor het alarm wijzigen. In het onderdeel Systeeminstellingen vindt u hierover meer informatie.
Wanneer de accuspanning de ondergrens bereikt klinkt er een alarm (6.4 Volt voor LiPo/LiIon). Let op: Wijzig nooit de spanningsgrens van 6.4 Volt bij LiPo/Li-Ion accu’s. Dit zou kunnen leiden tot een te diepe ontlading van de accu en de zender en accu beschadigen.
ZENDER FUNCTIES
Functie
1. antenne
2. luidspreker
3. draaiknop rechts
4. schakelaar H
5. schakelaar G
6. schakelaar F
7. gas/rolroer stuurknuppel (mode 1) hoogteroer/rolroer stuurknuppel (mode 2) gas/richtingsroer stuurknuppel (mode 3) hoogteroer/richtingsroer stuurknuppel (mode 4)
8. hoogteroertrimming (mode 1,3) gastrimming (mode 2,4)
9. hoogteroertrimming (mode 2,4) gastrimming (mode 1,3)
10. roltoets
11. rechter greep
12. modewissel
13. LCD
14. Clear (wissen) knop
15. Back (terug) knop
16. SD kaarthouder
17. linker greep
18. oog nekband
19. richtingsroertrimming (mode 1,2) rolroertrimming (mode 3,4)
20. hoogteroertrimming (mode 1,3) gastrimming (mode 2,4)
21. hoogteroer/richtingsroer stuurknuppel (mode 1) gas/richtingsroer stuurknuppel (mode 2) hoogteroer/rolroer stuurknuppel (mode 3) gas/rolroer stuurknuppel (mode 4)
22. schakelaar C
23. schakelaar B
24. schakelaar A
25. schakelaar D
26. bindknop/schakelaar I
27. LED
De zender wordt als bescherming tijdens het transport geleverd met een dunne transparante kunststoffolie op de voorste panelen. Vochtigheid in de lucht kan er voor zorgen dat de folie iets loslaat, verwijder de folie indien gewenst.
55
ZENDER FUNCTIES
Functie
1. draaggreep
2. instelling van de gas veerkracht (mode 2,4)
3. instelling veerkracht
4. modewissel
5. linker schuif
6. audio-aansluiting
7. laadaansluiting bij het gebruik van de Lithium Ion accu
8. accu-afdekking
9. trainer-aansluitbus
10. rechter greep
11. instelling veerkracht
12. modewissel
13. instelling van de gas veerkracht (mode 1,3)
56
HOOFDMENU
Functie
a. Modelnaam b. DSMX/DSM2 (Niet gebonden, indien niet afgebeeld) c. Grafische laadstatus zenderaccu Geeft ook het volume aan wanneer de Back button ingedrukt wordt d. Digitale aanduiding van de spanning. (Daalt de spanning bij alkaline batterijen onder 4,3 Volt of 6,4
Volt bij LiPo / LiIo accu’s klinkt er een alarm.)
e. Modeltype f. Hoogteroer trimming (mode 2 en 4) gas trimming (mode 1 en 3) g. Rolroer trimming (mode 1 en 2) richtingsroer trimming (mode 3 en 4) h. Modelgeheugen klok/timer i. Richtingsroer trimming (mode 1 en 2) rolroer trimming (mode 3 en 4) j. Gas trimming (mode 2 en 4) hoogteroer trimming (mode 1 en 3) k. Klok / timer
NAVIGATIE
Draai of druk de roltoets in om door menu’s te navigeren, te selecteren of te wijzigen.
Gebruik de Back (terug) toets om weer naar het voorgaande menu te wisselen, bijvoorbeeld van de mixer
naar de functielijst.
Gebruik de Clear (wissen) knop om een gekozen waarde in het menu weer terug te zetten naar de
standaardwaarde. (Enkele waarden hebben geen standaardwaarden zoals bijvoorbeeld in het alarm/klok menu).
Druk bij een ingeschakelde zender op de Clear en Back knoppen tegelijkertijd om direct toegang te hebben
tot het menu modelkeuze, zonde daarvoor de zender uit en weer aan te hoeven zetten.
Wanneer u bij het inschakelen de roltoets indrukt en vasthoudt ziet u het systeemmenu.
Terwijl u zich in het systeemmenu bevindt is het HF deel inactief om een beschadiging van de servo’s of
verbindingen /stuurstangen bij de programmering te voorkomen.
Wanneer u de zender inschakelt zonder één van de bedieningselementen aan te raken ziet u het hoofdmenu
met een actief modelgeheugen. Drukt u de roltoets vanuit het hoofdmenu in, dan ziet u het menu van de functielijst.
Wanneer u de waarde in en menu voor een bepaalde controlepositie wilt wijzigen, beweegt u de controle in
de gewenste richting, markeert u daarmee de waarde die u wilt wijzigen, zoals bijvoorbeeld 0/1/2, op, neer of links, rechts.
Indrukken Invoer, kiezen of beëindigen Draaien Wisselen tussen opties of veranderen van waarden in een optie Vasthouden Ingedrukt houden gedurende drie seconden om naar het hoofdmenu te wisselen.
Tip: De zwarte punt onder het vierkantje geeft de actuele positie van de schakelaar aan. Draaien en indrukken
van de roltoets markeert de box zwart en geeft daardoor aan, dat de waarde of de bediening zich op deze positie bevindt.
Automatische toewijzing van schakelaars
Om een schakelaar aan een functie of mixer toe te wijzen draait u de roltoets op de keuzebox en drukt u hem dan in. De keuzebox van de schakelaar moet nu knipperen. Bedien nu de schakelaar aan welke u deze functie wilt toewijzen en controleer of deze op het display correct wordt weergegeven. Wanneer de keuze correct is drukt u de roltoets als bevestiging in.
57
SD KAART
Inleggen van de SD kaart
Met de SD kaart (in de set aanwezig) kunt u:
Importeren (kopiëren) van modellen van elke compatibele* Spektrum Airware zender.
Exporteren (overbrengen) van modellen naar elke compatibele* Spektrum Airware zender.
De AirWare software in de zender actualiseren
Installeren / updaten van sound-bestanden
Zo legt u de SD kaart in de zender:
1. Schakel de zender in:
2. Druk de SD kaart in de opening. Het etiket van de kaart wijst daarbij naar achteren. De kaart past maar op één manier in de opening. Gebruik geen grote kracht bij het inleggen van de kaart.
Exporteren van het zenderserienummer naar de SD kaart.
Door de export van het serienummer kunt u deze makkelijk via knippen en plakken in het registratiemenu onder community.spektrumrc.com invoeren. Zó exporteert u het serienummer:
1. Druk de roltoets in en hou deze ingedrukt terwijl u de zender inschakelt, zodat het menu systeeminstellingen verschijnt.
2. Scroll door de systeeminstellingen. Druk de roltoets in om een menu te openen.
3. Kies VERDER in de systeeminstellingen en scroll door de extra instellingen.
4. Kies EXPORT wanneer het serienummer verschijnt.
5. Schakel de zender uit en verwijder de SD kaart uit de zender.
6. Steek de kaart in uw computer en open het My_DX7.xml bestand op de kaart.
7. Importeer My_DX7.xml in het registratieformulier op de Spektrum Community pagina (spektrumrc.com).
Actualiseren van de firmware
AANWIJZING: Bij de update knipperen de oranje LED Spektrum balken en op het display verschijnt er een
statusbalk. Schakel de zender tijdens deze update niet uit. Dit zou systeembestanden kunnen beschadigen. Exporteer vóór de installatie van de AirWare bestanden altijd alle modellen naar een aparte SD kaart waar de update niet op staat, omdat de update deze bestanden zou kunnen wissen. Bezoek www.spektrumrc.com voor meer informatie.
Automatische installatie van de actuele AirWare software
Om de nieuwste actuele versie te installeren:
1. Download de update van Spektrumrc.com en sla het op de SD kaart op.
2. Zet de zender uit en steek de SD kaart in de zender.
3. Zet de zender aan, het update-proces start automatisch.
Handmatige installatie van de actuele firmware
1. Sla de gewenste AirWare versie op een SD kaart.
2. Kies firmware actualiseren in het SD kaarten menu opties. De map wordt nu weergegeven.
3. Kies uit de map de gewenste AirWare versie uit. Bij de installatie is het display donker. De oranje Spektrum LED balken knipperen en de status wordt weergegeven.
AANWIJZING: Schakel de zender tijdens de update niet uit, omdat dit de zender zou kunnen beschadigen.
58
BINDEN
Binden is het proces waarbij een zenderspecifiek signaal (GUID) aan de ontvanger wordt overgedragen. U moet de ontvanger opnieuw binden, wanneer de modelprogrammering compleet is uitgevoerd, zodat de Failsafe­instellingen overgenomen kunnen worden.
Het bindproces met gebruik van een ontvangeraccu
1. Breng de gasknuppel naar de laagste positie en overtuig u ervan, dat de zender uitgeschakeld is.
2. Steek de bindstekker in de BIND/DATA poort.
3. Sluit de ontvangeraccu aan op een willekeurige andere servo-aansluiting van de ontvanger .
4. Schakel de zender in, terwijl u de bindknop ingedrukt houdt.
5. Laat de bindknop los, wanneer de ontvanger LED niet meer snel knippert en de LED constant brandt. Dit geeft aan dat de binding succesvol was. Op het display ziet u informatie over het binden.
6. Verwijder de bindstekker uit de ontvanger.
Het bindproces met gebruik van een regelaar/ESC
1. Breng de gasknuppel naar de laagste positie en overtuig u ervan, dat de zender uitgeschakeld is.
2. Steek de bindstekker in de BIND/DATA poort.
3. Verbind de regelaar met de THRO aansluiting van de ontvanger.
4. Verbind de accu met de regelaar en schakel de regelaar - indien mogelijk - in. De ontvanger LED gaat snel knipperen wanneer de ontvanger klaar is om te binden.
5. Schakel de zender in, terwijl u de bindknop ingedrukt houdt.
6. Laat de bindknop los, wanneer de ontvanger LED niet meer snel knippert en de LED constant brandt. Dit geeft aan dat de binding succesvol was. Op het display ziet u informatie over het binden.
7. Verwijder de bindstekker uit de ontvanger.
59
EISEN AAN DE ONTVANGERSTROOMVOORZIENING
Onvoldoende ontvangerstroomvoorzieningen hebben in het verleden voor problemen gezorgd, die onterecht aan het 2,4GHz systeem werden toegeschreven. De volgende componenten van de stroomvoorziening spelen een rol:
Ontvangeraccupack (aantal cellen, capaciteit, type cellen, laadstatus, ouderdom)
BEC systeem van de regelaar en diens belastbaarheid en stabiliteit
Schakelaarkabel, accukabel, servokabel, spanningsregelaar enz.
De AR8000 heeft een minimale spanning van 3,5V onder elke belasting nodig. Test uw stroomvoorziening grondig volgens de onderstaande richtlijnen:
Richtlijnen voor de test van de ontvangerstroomvoorziening
Wanneer uw ontvangerstroomvoorziening twijfelachtig is, kleine of oude cellen, een zwakke of ongedefinieerde BEC heeft, moet u met een spanningsmeter de volgende test uitvoeren. Sluit de voltmeter aan een vrije servo-stekkerplaats bij een ingeschakelde installatie aan. Oefen door druk met uw hand wat kracht op de servo’s uit. Let daarbij op het display van de voltmeter. De spanning moet ook bij belasting van alle servo’s niet onder de 4,8 Volt komen.
Let op: Let er bij het laden van Ni-MH accu’s op, dat deze ook helemaal opgeladen worden. Ni-MH accu’s die met een Delta Peak laadapparaat worden opgeladen, hebben de neiging om een verkeerde Peak (= niet vol geladen) aan te geven, wat tot een crash van uw model kan leiden.
EU eisen aan de ontvanger De EU versies van de DX7 zijn niet compatibel met DSM2 ontvangers. Verzeker u er van, dat alle ontvangers DSMX compatibel zijn.
QuickConnect met weergave onderspanning (Brownout)
Uw AR8000 beschikt over de QuickConnect functie met weergave van de onderspanning.
Wanneer de ontvangerstroomvoorziening onderbroken wordt (Brownout) wordt de verbinding direct weer
opgebouwd (ca. 10ms), indien de stroomvoorziening weer werkt.
De LED van de ontvanger knippert, wanneer er een onderbreking van de stroomvoorziening heeft
plaatsgevonden.
Spanningsonderbrekingen (Brownout) kunnen door slechte ontvangeraccu’s, zwakke BEC componenten,
losse kabels, slechte schakelaarkabels of verbindingen worden veroorzaakt.
De onderbreking van de stroomvoorziening vindt bij een spanning <3,5V plaats en leidt tot uitval van de
ontvanger en de servo’s.
De functie van QuickConnect
Wanneer de spanning van de accu onder de 3,5V daalt, schakelt de ontvanger zichzelf uit.
Wanneer de spanning weer boven de 3,5V stijgt, probeert de ontvanger op de laatste beide ingenomen
frequenties direct weer een verbinding te vormen.
Wanneer de beide frequenties nog aanwezig zijn (zender bleef ingeschakeld), wordt de verbinding binnen
4/100 seconde weer hersteld. QuickConnect met spanningsval-detectie werd ontwikkeld om een veilige vlucht, ook bij kortstondig spanningsverlies, te kunnen garanderen.
Let op: Wanneer dit verschijnsel optreedt moet u de oorzaak van de spanningsval vóór de volgende vlucht onderzoeken en verhelpen om verdere risico’s te voorkomen.
60
PROGRAMMEREN VAN DE FAILSAFE-POSITIES
Bij het binden programmeert u de ontvanger met de Failsafe-instellingen. Wanneer de verbinding tussen de zender en de ontvanger verbroken zou worden zal de ontvanger de servo’s en uitgangen direct naar de eerder geprogrammeerde posities brengen. Deze posities zijn de Failsafe-posities. De Spektrum AR12120 is voorzien van drie Failsafe-modi: SmartSafe Failsafe, Hold Last Command Failsafe en Preset Failsafe. Zou u het gaskanaal aan een ander kanaal dan kanaal 1 hebben toegewezen, dan is het raadzaam om Preset Failsafe met een lage gaspositie te gebruiken.
Aanwijzing:
De soorten Failsafe zijn verschillend per ontvangertype. Lees daarom altijd de handleiding bij de ontvanger.
Controleer ALTIJD vóór het vliegen of de Failsafe naar verwachting werkt.
SmartSafe Failsafe
SmartSafe is een veiligheidsfunctie die effect heeft op het gaskanaal en de volgende voordelen biedt:
Ze verhindert het starten van de motor wanneer alleen de ontvanger aanstaat (geen zendersignaal aanwezig).
Ze verhindert het ‘op scherp staan’ van de regelaar, zolang de gasknuppel niet op stationair/motor uit staat.
Ze zet de elektromotor uit en de verbrandingsmotor op stationair, wanneer er geen signaal meer is.
Om de SmartSafe Failsafe te programmeren brengt u de gasknuppel naar de onderste positie voordat u de bindmodus van de zender activeert. Zo test u de SmartSafe Failsafe:
1. Schakel de zender en de ontvanger in.
2. Schakel de zender uit. Het gas moet direct naar een lage instelling gaan.
Let op: verzeker u ervan dat het model op de grond verankerd is. Wanneer de Failsafe instelling niet juist geprogrammeerd is zou de motor op half- of volgas kunnen gaan draaien.
Hold Last Command
In het geval van een verlies van verbinding houden alle kanalen behalve het gaskanaal hun laatste positie vast en blijft het model dus op koers. Wanneer u dus tijdens het verlies van verbinding een bocht zou vliegen blijft het model in deze bocht verder gaan. Om de Last Command Failsafe te programmeren moet u de bindingsaanwijzingen in deze handleiding opvolgen. Zo test u de Hold Last Command Failsafe:
1. Schakel de zender en de ontvanger in.
2. Breng een stuurknuppel naar de gewenste Hold Last Command positie en hou de knuppel vast.
3. Schakel, terwijl u de roerpositie vasthoudt (bv. een beetje richtingsroer) de zender uit. Het roer moet nu in deze positie blijven staan.
Let op: verzeker u ervan dat het model op de grond verankerd is. Wanneer de Failsafe instelling niet juist geprogrammeerd is zou de motor op half- of volgas kunnen gaan draaien.
Preset Failsafe
Bij een signaalverlies gaan alle kanalen naar de bij het binden opgeslagen positie. Preset Failsafe is ideaal voor zweefvliegers, omdat een kleppenfunctie kan worden geprogrammeerd, die voorkomt dat het model wegvliegt. Programmeren van de voorgedefinieerde Failsafe:
1. Steek de bindstekker in de bindpoort van de ontvanger en schakel de ontvanger in.
2. Wanneer de ontvanger door knipperen de bindmodus aangeeft de bindstekker verwijderen.
3. Breng de knuppels en schakelaars naar de gewenste Failsafe-posities. Schakel de zender in en activeer dan het bindproces.
4. De Failsafe programmering is klaar wanneer de oranje LED’s op de zender en alle ontvangers branden.
Let op: verzeker u ervan dat het model op de grond verankerd is. Wanneer de Failsafe instelling niet juist geprogrammeerd is zou de motor op half- of volgas kunnen gaan draaien.
61
LEIDRAAD BIJ DE PRORAMMERING VAN MODELTYPEN
De menuopties zijn per modeltype weergegeven. Deze opties kunnen per modeltype variëren (vliegtuig, helikopter en zweefvliegtuigmodel), maar zijn binnen het gekozen type identiek. De hieronder weergegeven modeltypen (vliegtuig, tuimelschijf of zweefvliegtuig) openen verder menuopties.
Systeeminstelling: Functielijst: Modelkeuze Servoinstelling Modeltype D/R en Expo Modelnaam Differential Vliegtuigtype V-staart Vliegtoestand differentiatie Gesproken Gas uit vliegtoestand Gascurve Kanaaltoewijzing AS3X Gains Trimstappen Kleppensysteem Model hulpprogramma Mixers Alarmen Reikwijdtetest Telemetrie Klok Controle voor start Telemetrie Pulsrate Instelling gesproken berichten Binden Systeeminstelling Leraar/leerling Servomonitor Instelling digitale schakelaars Soundinstellingen Systeeminstellingen SD-kaart laden
Systeeminstelling: Functielijst: Modelkeuze Servoinstelling Modeltype D/R en Expo Modelnaam Differential Vliegtuigtype V-staart Vliegtoestand differentiatie Gesproken Gas uit vliegtoestand Motorcurve Kanaaltoewijzing AS3X Gains Trimstappen Welfkleppen Model hulpprogramma Kleppensysteem Alarmen Mixers Telemetrie Reikwijdtetest Controle voor start Klok Pulsrate Telemetrie Binden Instelling gesproken berichten Leraar/leerling Pulsrate Instelling digitale schakelaars Systeeminstelling Soundinstellingen Servomonitor Systeeminstellingen SD-kaart laden
Systeeminstelling: Functielijst: Modelkeuze Servoinstelling Modeltype D/R en Expo Modelnaam Gas uit Vliegtuigtype Gascurve Vliegtoestand Pitchcurve Gesproken Tuimelschijf vliegtoestand Gyro Kanaaltoewijzing Toerenregelaar Trimstappen (Governor) Model hulpprogramma Hekmixer Alarmen Mixers Telemetrie Reikwijdtetest Controle voor start Klok/timer Pulsrate Telemetrie Binden Pulsrate Leraar/leerling Instelling gesproken berichten Instelling digitale schakelaars Systeeminstelling Soundinstellingen Servomonitor Systeeminstellingen SD-kaart laden
62
SYSTEEMINSTELLING
Druk de roltoets in en hou deze ingedrukt tijdens het inschakelen om in de systeeminstelling te komen. Terwijl dit menu actief is, zendt de radiobesturing niet om schade aan de aansturingen tijdens het programmeren te voorkomen.
U heeft ook directe toegang tot het systeemmenu vanuit de functielijst, zonder daarbij eerst de zender uit te moeten schakelen. U ziet dan een aanwijzing, dat de zender niet langer zendt. Druk op – Ja – wanneer u wilt wisselen. Wanneer u het niet zeker weet, drukt u op – Nee – om het hoofdmenu daardoor te verlaten.
Waarschuwing: Druk niet op – Ja - totdat het model uitgeschakeld is of veilig staat.
Modelkeuze
Met de modelkeuze-functie wisselt u tussen de 250 beschikbare modelgeheugens.
1. Scroll voor de keuze naar het gewenste model in de modelkeuze.
2. Wanneer het gewenste model gemarkeerd is drukt u op de roltoets om het model te selecteren. Het menu wisselt weer naar de systeeminstelling.
3. Scroll in de keuzelijst naar beneden en kies Nieuw model aanmaken. Alternatief kunt u hier ook – Afbreken – kiezen, u komt dan weer terug in de modelkeuze. Wanneer u Nieuw model aanmaken kiest, wordt het model aan de geheugenplaats toegewezen en verschijnt het daarna in de keuzelijst.
Directe modeltoegang
Druk vanuit het hoofdmenu tegelijkertijd de Clear en Back knop in, om in het modelkeuze-menu te komen.
Modeltype
Met de keuze van het modeltype kiest u tussen de vliegtuig (ACRO), Helikopter (HELI) of zweefvliegtuig (ZWEEFVL.) programmering.
Belangrijk: Wanneer u het modeltype wijzigt gaan alle instellingen, die tot dan gedaan zijn, verloren en worden naar de fabrieksinstellingen teruggezet.
Zo wisselt u het modeltype:
1. Scroll naar het gewenste modeltype en druk op de roltoets. Het bevestigingsmenu voor het wisselen verschijnt.
2. Kies – Ja – en druk op de roltoets. Alle tot dan gevormde gegevens worden in deze geheugenplaats gewist. Wanneer u – Nee – kiest komt u weer in het modeltype-menu.
63
Modelnaam
De invoer van de modelnaam wordt normaal gesproken tijdens de eerste instellingen uitgevoerd. De naam kan uit maximaal 20 tekens bestaan (grote en kleine letters, getallen en symbolen). Zo voert u een naam in:
1. Scroll naar de gewenste letterpositie en druk de roltoets eenmaal in. Een knipperend blokje verschijnt.
2. Scroll naar links of naar rechts tot de gewenste letter verschijnt. Druk om de letter uit te kiezen op de toets.
3. Scroll verder naar de volgende letterpositie, herhaal stap 1 en 2 totdat de modelnaam compleet is.
4. Kies TERUG om naar de systeeminstelling te gaan.
Om een letter te wissen:
1. Druk op CLEAR (wissen) als u de letter (of het getal) heeft geselecteerd.
2. Druk een tweed keer op CLEAR om alle letters rechts van de cursor te wissen.
Vliegtuigtype: Dit menu is alleen beschikbaar in de vliegtuig mode. Meer informatie hierover leest u
in het hoofdstuk ACRO (vliegtuig).
Zweefvliegtuigtype: Dit menu is alleen beschikbaar in de zweefvliegtuig mode. Meer informatie hierover
leest u in het hoofdstuk Zweefvl. (zweefvliegtuig).
Tuimelschijftype: Dit menu is alleen beschikbaar in de helikopter mode. Meer informatie hierover leest
u in het hoofdstuk HELI (helikopter).
Set-up vliegtoestand
Gebruik de Set-up functie van de vliegtoestanden om deze te activeren, mixers toe te wijzen of kanalen op individuele schakelaars te leggen.
Mode aantal schakelaars aantal vliegtoestanden
Vliegtuig 1 3 Heli 2 (inclusief motor uit/ 4 (inclusief motor uit/
Throttle Hold) Throttle Hold)
Set-up voor zweefvliegtuigen
In de vliegtoestand set-up kunt u tot maximaal vijf verschillende vliegtoestanden aan een schakelaar en een combinatie van maximaal twee schakelaars toewijzen. U kunt schakelaar-prioriteiten toekennen, zodat wanneer een schakelaar zich in de prioriteitssituatie bevindt deze vliegtoestand actief is, onafhankelijk ervan in welke positie de andere schakelaars staan.
Vliegtoestanden zweefvliegtuigen
U kunt de beschikbare vliegtoestanden (maximaal 5 voor zweefvliegtuigen) aan elke schakelaarpositie vergeven. Bij zweefvliegtuigen kunnen maximaal twee schakerlaars worden gebruikt. Druk op >> Verder vanuit het menu vliegtoestand om in de selectie te komen, wanneer u gebruikersgedefinieerde vliegtoestanden heeft gekozen. De combinatie van 2 tot 3 schakelaars kan gebruikt worden om alle beschikbare vliegtoestanden te bereiken.
Aantal vliegtoestanden 2 3 3* 4 4 5
Schakelaar 1 (aantal posities) 2P 3P 2P 2P 3P 3P Schakelaar 2 (aantal posities) 2P 3P 2P 3P Vliegtoestand 1 start start start start start start 2 afst. afst. afts. afst. afst. afst. 3 landing landing landing 4 therm. therm. therm. therm. 5 speed speed
Loading...
+ 33 hidden pages