Met de veelzijdige RM-VL900T afstandsbediening kunt u al uw
audio/video-apparatuur vanuit één punt bedienen; geen gedoe met
voor elk toestel een aparte afstandsbediening, allemaal anders en
lastig uiteen te houden. Hieronder de overwegende voordelen van
deze universele afstandsbediening.
Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/videocomponenten
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de
bediening van Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk
een geïntegreerd regelcentrum voor al uw Sony audio/videocomponenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Bij aflevering is de afstandsbediening geschikt voor alle grote merken,
ook andere dan Sony. Voor het bedienen van audio/video-apparatuur
hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren (zie blz. 8).
Aanleerfunctie voor het programmeren van nieuw vereiste
bedieningssignalen
Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn
ingebouwd eenvoudig overnemen van elke andere afstandsbediening
(zie blz. 15).
Dit geldt ook voor de bediening van andere apparatuur dan audio/
video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen infrarode
signalen en niet altijd voor alle functies) (zie blz. 35).
Veelzijdige extra toetsen voor nieuwe componenten
De component-keuzetoetsen zijn omschakelbaar voor de bediening
van elke gewenste component. Dit komt goed van pas als u er van
bepaalde apparatuur twee of meer heeft (zie blz. 32).
NL
Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen
Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen
onder de SYSTEM CONTROL toetsen vastleggen, om ingewikkelde
functies geheel te automatiseren (zie blz. 23).
Geschikt voor gegevensuitwisseling met een andere
afstandsbediening
U kunt allerlei gegevens zoals nieuw aangeleerde signalen,
bedieningsreeksen van de SYSTEM CONTROL toetsen e.d.
uitwisselen tussen deze afstandsbediening en een andere Sony
RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening.
Index ...........................................................................................................54
NL
5
Voorbereidingen
Batterij-inleg
Schuif het batterijdeksel achterop
de afstandsbediening open en
plaats hierin vier stuks R6 (AAformaat) batterijen (niet
bijgeleverd). Zorg dat alle
batterijen met de + en - polen in de
juiste richting ligen, zoals
aangegeven met de + en - in het
batterijvak.
Plaats de batterijen met de
negatieve onderkant eerst in de
geleideklem van elk batterijvakje,
zoals hierboven aangegeven.
Wanneer de batterijen te
vervangen
Batterijen voor de
afstandsbediening (vier stuks
R6 (AA-formaat) batterijen)
Onder normale omstandigheden
zullen de batterijen ongeveer vijf
maanden meegaan. Als uw
apparatuur niet meer zo vlot op
de afstandsbediening reageert,
kunnen de batterijen bijna leeg
zijn. Als u dit bemerkt, dient u de
batterijen door nieuwe te
vervangen.
Opmerking
Wacht niet meer dan een uur met het
vervangen van de batterijen, anders
kunnen de vastgelegde codenummers
(zie blz. 8) en de aangeleerde functies
(zie blz. 15) uit het geheugen
verdwijnen.
Omtrent de batterijen
• Gebruik geen oude en nieuwe
batterijen door elkaar en vooral geen
verschillende typen batterijen
tegelijk.
• Mocht de elektrolyt uit een batterij
lekken, veeg de vervuilde delen van
het batterijvak dan grondig schoon
met een doekje en vervang de oude
batterijen door nieuwe. Om
batterijlekkage te voorkomen, kunt u
beter de batterijen uit de
afstandsbediening verwijderen
wanneer u denkt het apparaat
geruime tijd niet te gebruiken.
NL
6
Plaats en functie van de bedieningsorganen
1 Insteltoets (S)
2 Instel-indicatorlampje
3 Component-keuzetoetsen
Deze lichten op of knipperen
tijdens de bediening.
4 Cijfertoetsen/Versterker-
ingangskeuzetoetsen (AMP
INPUT)
5 - (1–) tientaltoets
6 t ingangskeuzetoets
7 / schermweergavetoets
8 Afspeelfunctietoetsen of
Fastext-toetsen
9 Cursortoetsen en OK toets
0 Menutoets (MENU)
qa 2 +/– volumetoetsen*
qs % geluiddempingstoets*
qd Bedieningsreeks-toetsen
Na het kiezen van een videocomponent kunt u met de
afstandsbediening het TV-geluid
instellen of desgewenst afzetten. Na het
kiezen van een audio-component kunt
u met de afstandsbediening de
geluidsweergave via de versterker
instellen of desgewenst afzetten.
U kunt deze instellingen ook wijzigen
(zie blz. 21).
OPMERKING
De functies van de bedieningstoetsen kunnen veranderen, afhankelijk van de
gekozen instellingen/bedieningsfuncties e.d. Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke
componenten.
Deze instellingen kunt u ook zelf nog wijzigen en sommige toetsen worden
specifiek gebruikt in de instelprocedure, zoals beschreven op de eerstvolgende
pagina’s.
NL
7
Basisbediening
Instellen van de code
voor vaste audio/
video-apparatuur
De afstandsbediening is in de
fabriek gereed gemaakt voor de
bediening van Sony audio/videoapparatuur (zie de onderstaande
tabel). Als u de afstandsbediening
wilt gebruiken voor deze Sony
componenten, kunt u de hierna
volgende paragrafen overslaan.
U kunt de afstandsbediening
echter ook gebruiken voor de
audio/video-apparatuur van
andere merken. Voor de bediening
van andere componenten dient u
wel eerst de onderstaande
aanwijzingen te volgen om de
juiste code(s) voor de apparatuur
vast te leggen.
Componentkeuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
DVD
CD
MD
TAPE
AMP
Voor de
bediening van
TV-toestel
TV/
videorecorder
combinatie
Videorecorder
Satellietontvanger
DVD
videodiscspeler
Compact
disc speler
Minidiscrecorder
Cassettedeck*
Versterker
Fabrieksinstelling
Sony TVtoestel
Sony VHS
videorecorder
Sony satellietontvanger
Sony DVDspeler
Sony CDspeler
Sony minidiscrecorder
Sony
cassettedeck
Sony
versterker
Kiezen van de code voor
een component
Voorbeeld: voor bediening van
een Philips TV-toestel
1 Zie de tabellen in de
bijgeleverde lijst met
“Componentcodenummers” om de
juiste drie-cijfer code voor
het te bedienen apparaat te
vinden.
Als er meer dan een
codenummer vermeld staat,
kiest u het eerste daarvan.
Om de afstandsbediening
bijvoorbeeld in te stellen op
bediening van een Philips TV
kiest u codenummer 011.
2 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
* Gewoon analoog audio-cassettedeck
OPMERKING
De CBL stand voor kabel-TV ontvanger
en de VD stand voor een LaserDiscspeler kunnen ook worden ingesteld
voor elk van de bovenstaande
component-keuzetoetsen en de andere
standen zijn ook om te zetten.
Zie het “Overzicht van vooringestelde
functies” (op blz. 48) voor de functies
van de diverse toetsen voor de
afzonderlijke componenten.
NL
8
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het
gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen
apparaat licht op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
4 Druk op de cijfertoetsen om
het driecijferige
component-codenummer in
te voeren.
De gekozen componentkeuzetoets dooft telkens even
wanneer u op een cijfertoets
drukt.
5 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets
dooft nu definitief.
Opmerkingen
• Als u een codenummer invoert dat
niet voorkomt in de bijgeleverde lijst
met “Component-codenummers”, of
als u de toetsen in de verkeerde
volgorde indrukt, dan knippert de
component-keuzetoets vijfmaal en
dooft daarna. Controleer dan het
component-codenummer en probeer
de instelling opnieuw.
• Als het invoeren wordt onderbroken
en er verstrijken meer dan 20
seconden tussen twee stappen, dan
vervalt de instelprocedure. Begint u
dan overnieuw vanaf stap 2.
• Als u op de S (set) toets drukt tijdens
het instellen van de componentcode,
dan worden alle codenummers
gewist en vervalt de instelprocedure.
Begint u dan overnieuw vanaf stap 2.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Als de component-keuzetoets
vijfmaal knippert voordat deze
dooft, geeft dit aan dat de
instelling incompleet is. Begin
dan opnieuw vanaf stap 2.
wordt vervolgd
NL
9
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur
(vervolg)
Controleren of het
codenummer werkt
1 Druk op de component-
keuzetoets voor het
apparaat dat u hebt
ingesteld.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u er op drukt, en
dooft wanneer u de toets
loslaat.
2 Schakel het te bedienen
apparaat in met de aan/uitschakelaar op het apparaat
zelf.
3 Richt de afstandsbediening
op het voorpaneel van het
apparaat en druk op de 1
aan/uit-toets.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u op een
functietoets drukt, en dooft
wanneer u de toets loslaat.
Nu hoort het apparaat te
worden uitgeschakeld.
4 Als het tot zover goed
verloopt, kunt u
controleren of de andere
functies van het apparaat
ook goed reageren op de
afstandsbediening, zoals de
zenderkeuze en de
volumeregeling.
Zie voor nadere
bijzonderheden blz. 48.
Als de afstandsbediening niet
goed lijkt te werken...
Probeer of het beter lukt na instellen
van een andere code uit de tabel voor
dezelfde component of probeer het
codenummer te vinden met de
zoekfunctie (zie blz. 11).
Betreffende de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingtoets
Bij de bediening van een videocomponent licht de TV toets op
om aan te geven dat u met de
afstandsbediening de
geluidssterkte van het TV-toestel
regelt of het TV-geluid dempt.
Bij de bediening van een audiocomponent licht de AMP toets op
om aan te geven dat u met de
afstandsbediening de
geluidssterkte van de versterker
regelt of de geluidsweergave
dempt.
Het is aanbevolen eerst de TV en
AMP codes voor het TV-toestel,
resp. de versterker in te stellen
alvorens u dit voor de andere
componenten doet.
Toetsen waarvoor al een
afstandsbedieningssignaal is
“aangeleerd”
Als er voor een bepaalde toets al
eerder een signaal is
geprogrammeerd met de
aanleerfunctie (zie blz. 15), zal de
“aangeleerde” functie blijven
werken, ook al stelt u een ander
component-codenummer in. Voor
gebruik als een vaste componentbedieningstoets zult u dan eerst de
“aangeleerde” functie moeten
wissen (zie blz. 19).
10
NL
Opzoeken van een
componentcode met de
zoekfunctie
U kunt een beschikbaar
codenummer opzoeken voor een
component die er nog geen heeft,
in de bijgeleverde lijst met
“Component-codenummers”.
Alvorens de zoekfunctie in te
schakelen
Zet de componenten in de
volgende stand om de zoekfunctie
naar behoren te laten werken.
TV-toestel: ingeschakeld
Videorecorder, satellietontvanger, kabel-TV ontvanger,
DVD-speler, versterker:
uitgeschakeld
VD videodisc-speler, CD-speler,
minidisc-recorder, TAPE
cassettedeck: ingeschakeld met
een geluidsbron klaar voor
weergave (disc, cassette, enz.)
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op de component-
keuzetoets voor het
gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen
apparaat licht op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
3 Druk de PROGR + of de
PROGR – toets en de 1
aan/uit-toets om beurten in
totdat de component naar
behoren reageert, als volgt.
Uitschakelend: TV
Inschakelend: videorecorder,
satelliet-ontvanger, kabel-TV
ontvanger, DVD-speler of
versterker
De weergave begint: VD
videodisc-speler, CD-speler,
minidisc-recorder of TAPE
cassettedeck
Druk op de PROGR + toets om
door te gaan naar het volgende
codenummer.
Druk op de PROGR – toets om
terug te gaan naar het vorige
codenummer.
De component-keuzetoets
knippert driemaal nadat de
cijfers een gehele cyclus
doorlopen hebben.
wordt vervolgd
11
NL
Instellen van de code voor vaste
audio/video-apparatuur
(vervolg)
Opmerking
Druk altijd eerst op de PROGR +/–
toets voordat u op de 1 aan/uittoets drukt. Anders kan de
zoekfunctie niet naar behoren
werken.
4 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets
dooft.
5 Controleer of het
codenummer werkt,
volgens de aanwijzingen op
blz. 10.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Op afstand bedienen
van uw apparatuur
Om een apparaat van een ander
merk dan Sony te bedienen, zult u
eerst de betreffende componentcode moeten instellen (zie blz. 8)
12
Voorbeeld: Afspelen van een
compact disc in uw CD-speler
1 Druk op de betreffende
component-keuzetoets.
De component-keuzetoets
licht op wanneer u er op
drukt, en dooft wanneer u
de toets loslaat.
NL
2 Druk op de gewenste
afspeelfunctietoets.
Zie het “Overzicht van
vooringestelde functies” (op
blz. 48) voor de functies van de
diverse toetsen voor de
afzonderlijke componenten.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen
voor bepaalde componenten en
functies wel eens ietwat afwijken. Dan
kunt u het juiste bedieningssignaal
beter zelf programmeren met de
aanleerfunctie (zie blz. 15). Het is echter
alleen mogelijk functies te
programmeren die net als deze
afstandsbediening werken met
infrarode stralen.
Instellen van de
geluidssterkte
Druk op de 2 +/– volumetoetsen
om de geluidssterkte te regelen en
op de % dempingstoets om het
geluid te dempen. Als u instelt op
een video-component kunt u met
de afstandsbediening het TVgeluid instellen of afzetten, en als
u kiest voor een audio-component
kunt u met de afstandsbediening
de geluidsweergave via de
versterker instellen of afzetten. U
kunt deze instellingen ook
wijzigen (zie blz. 21).
Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en % dempingstoets voor bepaalde
componenten een nieuw signaal hebt
overgenomen (“aangeleerd”, zie blz.
15), zal bij de bediening van een
dergelijk apparaat het nieuwe signaal
worden doorgegeven, in plaats van
de geluidsregeling van de TV of de
versterker.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen of “aangeleerd”, zal dat
nieuwe signaal alleen worden
doorgegeven wanneer u voor de
bediening van de TV of de versterker
(AMP) hebt gekozen. Bij de bediening
van andere componenten zult u
zonder probleem wel het geluid van
de TV of de versterker kunnen
regelen.
• Als u aan de TV of de AMP toets een
andere component hebt toegewezen
(zie blz. 32), dan zult u de
geluidssterkte van de TV of de
versterker niet kunnen regelen, ook
niet wanneer u instelt op een andere
component.
wordt vervolgd
NL
13
Op afstand bedienen van uw
apparatuur (vervolg)
Opmerkingen over de
afstandsbediening van
componenten
Voor bediening van een dubbel
cassettedeck
1 Als de afstandsbediening van
uw cassettedeck een
keuzeschakelaar heeft voor
cassettedeck A/B, dan kunt u
voor deze keuze de
wisseltoets van deze
afstandsbediening gebruiken.
2 Als u niet kunt kiezen voor
cassettedeck A/B met de
wisseltoets, dan moet u eerst
het codenummer voor een van
de cassettedecks instellen en
dan
•de functietoetsen voor het
andere deck overbrengen naar
andere beschikbare toetsen
(zoals de cijfertoetsen) met de
aanleerfunctie (zie blz. 15),
of
•het andere cassettedeck
toewijzen aan een andere
component-keuzetoets (zie
blz. 32).
Kiezen van het ingangssignaal
voor een TV-toestel
Telkens wanneer u op de t toets
drukt, verspringt de
ingangskeuze. En als er op uw TV
meer dan twee videorecorders zijn
aangesloten, kunt u deze met de
cijfertoetsen als volgt direct
kiezen.
“t” + “0”: TV-afstemming
“t” + “1”: VIDEO 1
“t” + “2”: VIDEO2
“t” + “3”: VIDEO3
“t” + “4”: VIDEO4
“t” + “5”: VIDEO5
“t” + “6”: VIDEO6
Als de bovenstaande combinaties
echter niet werken, kunt u de
betreffende signalen in de
afstandsbediening overnemen van
de TV-afstandsbediening met de
aanleerfunctie (zie blz. 15).
Kiezen van het ingangssignaal
voor een videorecorder
Telkens wanneer u op de t toets
drukt, verspringt de
ingangskeuze. En u kunt het
ingangssignaal ook direct met de
cijfertoetsen kiezen, als volgt.
“t” + “0”: TV-afstemming
“t” + “1”: LINE1
“t” + “2”: LINE2
“t” + “3”: LINE3
“t” + “4”: LINE4
“t” + “5”: DVD
Voor een Sony videorecorder zijn
de bovenstaande functies vast
ingesteld. Voor een ander merk
kunt u deze functies, waarvoor
twee toetsen nodig zijn,
overnemen van de andere
afstandsbediening met de
aanleerfunctie (zie blz. 15).
14
NL
Overnemen van
nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie
Voor het bedienen van
componenten of functies die niet
vast zijn ingesteld, kunt u de
volgende “aanleer” procedure
volgen om de afstandsbediening
een nieuwe functie te laten
overnemen van een andere
afstandsbediening. U kunt deze
aanleerfunctie bijvoorbeeld ook
gebruiken om de functie van
afzonderlijke toetsen te wijzigen
na instellen van een componentcodenummer (zie afb. 8).
Na het overnemen van een functie
is het aanbevolen deze bij wijze
van geheugensteuntje te noteren
op een handige plaats.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de
afstandsbediening niet kan overnemen
of “aanleren”.
Voorbeeld: Programmeren van
het N (weergave)
bedieningssignaal van uw
component onder de VCR N
(weergave) toets van de
afstandsbediening
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de
afstandsbediening van het
apparaat dat u wilt
bedienen.
Afstandsbediening
van uw component
ongeveer
5 - 10 cm
tussenruimte
RM-VL900T
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
wordt vervolgd
NL
15
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het
apparaat waarvan u een
functie wilt overnemen of
“aanleren”.
Het S (set) indicatorlampje en
de gekozen componentkeuzetoets lichten op en de
verlichting van alle andere
toetsen dooft.
Als er al een ander signaal is
geprogrammeerd voor die
component-keuzetoets, dan
blijft de component-keuzetoets
voor de “aan te leren”
component knipperen. Dat
blijft zo totdat u de instelling
wijzigt.
Bijvoorbeeld: Als u “CD”
vastlegt onder de VCR toets,
dan licht de VCR toets op en de
CD toets blijft knipperen.
4 Druk op de toets van de
andere afstandsbediening
die als “leraar” dient.
Het S (set) indicatorlampje en
de gekozen componentkeuzetoets gaan knipperen (in
de paraatstand voor de
aanleerfunctie).
Als er al een ander signaal is
“aangeleerd” door die
component-keuzetoets
Dan knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en
keert de afstandsbediening
terug naar de toestand van stap
3.
U kunt de functie dan alleen
“aanleren” onder een andere
beschikbare toets, of anders de
eerder “aangeleerde” functie
wissen (zie blz. 19) en opnieuw
beginnen.
16
NL
5 Houd de toets op de andere
afstandsbediening
ingedrukt totdat zowel het
S (set) indicatorlampje als
de component-keuzetoets
opnieuw oplichten.
Tijdens het overzenden van de
gegevens blijft alleen het S (set)
indicatorlampje branden en
dooft de componentkeuzetoets.
Nadat de gegevensoverdracht
voltooid is, keert de
afstandsbediening terug naar
de toestand van stap 3.
afstandsbediening
van de
component
tijdens gegevensoverdracht
gegevensoverdracht voltooid
6 Herhaal de stappen 4 en 5
als u nog andere toetsen
nieuwe functies wilt
“aanleren”.
“Aanleren” van een signaal
van een andere
afstandsbediening
Leg de beide
afstandsbedieningseenheden
tegenover elkaar zoals in stap 1 op
blz. 15, druk op de gewenste
component-keuzetoets en volg de
aanwijzingen 4 en 5 voor het
aanleren van de bedieningsfunctie.
Opmerkingen
• Als het invoeren wordt onderbroken
en er verstrijken meer dan 20
seconden tussen twee stappen, dan
vervalt de instelprocedure.
• Als u stap 5 niet binnen 10 seconden
na stap 4 verricht, dan vervalt de
instelprocedure.
Om de instelling te annuleren,
drukt u op de S (set) toets.
Als de afstandsbediening niet
goed lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert
op de toets met de nieuwe functie, doe
het overnemen van de functie dan
opnieuw. (Als bijvoorbeeld de
geluidssterkte plotseling veel luider
wordt na slechts eenmaal kort
indrukken van de 2+ volumetoets,
dan kan het aanleren zijn verstoord
door ruis of andere externe effecten.)
Als u een componentcode voor
een toets instelt na het
“aanleren” van een nieuw
bedieningssignaal
Als u voor een toets een nieuwe
bedieningsfunctie hebt
geprogrammeerd met de
aanleerfunctie, zal de toets die functie
behouden, ook al kiest u een nieuwe
componentcode voor die toets.
Bij het “aanleren” van signalen
voor een dubbel cassettedeck,
ingesteld op A en B
Druk eerst op de wisseltoets
om te kiezen voor cassettedeck A
of B.
Overnemen van het REC z
opnamesignaal voor een
opname-apparaat
U kunt slechts voor een enkele toets
tegelijk een functie “aanleren” Daarom
is het niet mogelijk een twee-toets
combinatie (zoals bijvoorbeeld REC z
+ B) over te nemen onder een enkele
toets van deze afstandsbediening.
7 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
wordt vervolgd
NL
17
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
Bij overnemen van signalen
voor de 2 +/– volumetoetsen
of de % dempingstoets
•Als u voor de 2 +/–
volumetoetsen of de %
dempingstoets voor een andere
component dan de TV of de
versterker een nieuw signaal
hebt overgenomen met de
aanleerfunctie, zal dat signaal
alleen worden verzonden als u
hebt ingesteld op die
component.
•Als u voor de 2 +/–
volumetoetsen of de %
dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal
hebt overgenomen of
aangeleerd, zal dat nieuwe
signaal alleen worden
doorgegeven wanneer u voor de
bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen.
Als u hebt ingesteld op een
andere component, zal alleen het
vooringestelde
volumeregelsignaal voor de TV
of de versterker worden
doorgegeven (zie voor het
verschil tussen video-apparatuur
en audio-apparatuur de uitleg
op blz. 21). Voor gebruik van het
aangeleerde signaal zult u de 2
+/– volumetoetsen of de %
dempingstoets afzonderlijk
moeten programmeren voor elke
te bedienen component, met
behulp van de aanleerfunctie.
Voor aanleren van
bedieningssignalen voor een
airconditioning
Zie de aanwijzingen onder
“Programmeren van een vaak
gebruikte functie voor de SYSTEM
CONTROL toetsen” op blz. 35.
NL
18
Voor zorgvuldig aanleren
van nieuwe functies
•Zorg dat de
afstandsbedieningseenheden
tijdens het aanleren niet
bewegen.
•Blijf voor het overnemen de toets
van de andere afstandsbediening
ingedrukt houden tot u een
pieptoon hoort.
•Zorg dat beide
afstandsbedieningseenheden zijn
voorzien van verse batterijen.
•Verricht het overnemen niet in
de volle zon en niet onder felle
tl-buizen of andere
fluorescerende lampen.
•De plaats waar het signaal uit de
afstandsbediening komt kan wel
eens verschillen. Als het aanleren
niet lukt, verschuif dan de beide
afstandsbedieningseenheden
tegenover elkaar ietwat en
probeer het opnieuw.
•Wanneer u deze
afstandsbediening signalen
aanleert van een
afstandsbediening met
interactief
signaaluitwisselsysteem (wordt
bij sommige Sony receivers en
versterkers geleverd), kan het
responssignaal van het
hoofdapparaat het aanleren van
de signalen hinderen. In dat
geval moet u naar een plaats
gaan waar de signalen het
hoofdapparaat niet kunnen
bereiken (bijv. een andere
kamer).
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening
buiten het bereik van kleine
kinderen en huisdieren.
Bepaalde elektrische
apparatuur zoals voor
airconditioning, verwarming of
het openen en sluiten van
gordijnen of rolluiken kan
gevaarlijk zijn wanneer er per
ongeluk op een toets van de
afstandsbediening wordt
gedrukt.
Opmerking
Zie “Technische gegevens” op blz.
44 voor nadere bijzonderheden
betreffende de
afstandsbedieningssignalen die
aangeleerd kunnen worden.
Wijzigen of wissen van een
aangeleerde functie
Om een aangeleerde functie door
een andere te vervangen, zult u
die functie eerst moeten wissen,
om dan een nieuwe functie over te
nemen.
Wissen van een aangeleerde
functie van een enkele toets
Voorbeeld: Wissen van de
“aangeleerde” functie voor
cijfertoets 1 voor de VCR
videorecorderstand
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje
licht op en alle componentkeuzetoetsen gaan
knipperen.
2 Houd de betreffende
component-keuzetoets
ingedrukt en druk daarbij
op de toets waarvan u de
functie wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Druk in elk geval beide toetsen
tegelijk in. Als u de componentkeuzetoets loslaat, schakelt de
afstandsbediening over naar de
aanleerfunctie.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
wordt vervolgd
19
NL
Overnemen van nieuwe
bedieningssignalen
— Aanleerfunctie (vervolg)
Wissen van alle aangeleerde
signalen voor een bepaalde
component
2 Houd de x stoptoets
ingedrukt en druk daarbij
op de componentkeuzetoets waarvan u de
functies wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje
dooft en de gekozen
component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Via deze procedure kunt u alleen de
“aangeleerde” functies van alle
toetsen voor een bepaalde
component. De “aangeleerde”
functies voor de componentkeuzetoetsen kunnen hiermee niet
gewijzigd worden. U zult dus van
tevoren zeker moeten weten welke
“aangeleerde” functies u wilt
wissen.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te
sluiten.
Voorbeeld: Wissen van alle
“aangeleerde” functies voor de
VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht
op en alle componentkeuzetoetsen gaan knipperen.
NL
20
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor
video-apparatuur
aangesloten op een
stereo-installatie
De afstandsbediening is in de
fabriek vooringesteld volgens het
principe, dat u het geluid van uw
video-apparatuur hoort via de
luidsprekers van uw TV-toestel, en
de geluidsweergave van alle
stereo-apparatuur via de
luidsprekers aangesloten op uw
versterker.
Zo kunt u steeds gemakkelijk de
geluidssterkte van de TV of de
versterker regelen, zonder dat u
hiervoor altijd eerst hoeft over te
schakelen van de geluidsbron naar
de TV of AMP, enkel voor de
volumeregeling.
Om bijvoorbeeld de geluidssterkte
bij video-weergave (met VCR
bediening) in te stellen, hoeft u
niet op de TV toets te drukken,
maar dienen de volumetoetsen
automatisch al voor het TV-geluid.
Als uw video-apparatuur echter is
aangesloten op een stereoinstallatie, zult u waarschijnlijk
ook het geluid van uw TV en uw
videorecorder willen horen via de
luidsprekers aangesloten op uw
versterker, in plaats van alleen via
de TV-luidsprekers. In dat geval
dient u de fabrieksinstelling om te
schakelen, zodat u de
geluidssterkte van uw videoapparatuur kunt regelen zonder
eerst de afstandsbediening te
hoeven omschakelen naar de
versterker.
Wijzigen van de
fabrieksinstelling voor de
volumeregeling
De volgende tabel toont de
fabrieksinstellingen voor de
volumeregeling bij de
verschillende componenten.
Componentkeuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
DVD
CD
MD
TAPE
AMP
Regelt de geluidssterkte
van de
TV
TV
TV
TV
versterker
versterker
versterker
versterker
wordt vervolgd
NL
21
Volumeregeling voor videoapparatuur aangesloten op een
stereo-installatie (vervolg)
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Houd de %
geluiddempingstoets
ingedrukt en druk daarbij
de 2 + of 2 –
volumetoets in.
Alle volumeregelaars
overzetten naar AMP
Druk op de 2 + volumetoets
terwijl u de %
geluiddempingstoets ingedrukt
houdt.
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Alleen de volumeregelaars
van de audio-componenten
overzetten naar AMP
Druk op de 2 – volumetoets
terwijl u de %
geluiddempingstoets ingedrukt
houdt.
Alleen de audiocomponentkeuzetoetsen lichten op
wanneer u deze toetsen
indrukt en doven wanneer u ze
loslaat.
22
De video-componenten zijn:
TV, VCR, CBL/SAT, DVD
De audio-componenten zijn:
CD, MD, TAPE, AMP
NL
Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor
bepaalde componenten een nieuw
signaal hebt overgenomen of
“aangeleerd”, zal de bovenstaande
procedure de functie van de 2 +/–
volumetoetsen en de %
dempingstoets niet veranderen.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen
en de % dempingstoets voor de TV of
AMP stand een nieuw signaal hebt
overgenomen, zal dat nieuwe signaal
alleen worden doorgegeven wanneer
u voor de bediening van de TV of de
versterker (AMP) hebt gekozen. Bij
de bediening van andere
componenten zult u zonder probleem
wel het geluid van de TV of de
versterker (afhankelijk van de
bovenstaande instellingen) kunnen
regelen. Voor gebruik van het nieuw
aangeleerde signaal zult u elke toets
afzonderlijk moeten programmeren
voor elke te bedienen component,
met behulp van de aanleerfunctie (zie
blz. 15).
Uitvoeren van een
reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u een hele reeks
bedieningsfuncties achtereen
programmeren, om ingewikkelde
functies volautomatisch te starten
met een enkele toets.
Ook voor de meest algemene
dingen, zoals het afspelen van een
videoband, kan al een reeks
handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen.
2 Videorecorder inschakelen
(VCR)
3 Versterker inschakelen.
4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op
VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van
het TV-toestel instellen op
VIDEO.
6 Afspelen van de videoband.
Voor elk van de SYSTEM
CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt
u 16 achtereenvolgende
bedieningsfuncties
programmeren.
Een functie die werkt met 2
toetsen geldt hierbij als 2 stappen.
Indrukken van een componentkeuzetoets telt ook mee als 1 stap.
Als u een bedieningsreeks
programmeert voor een
component-keuzetoets (zie blz.
27), dan zal de uitvoering van de
geprogrammeerde functies pas
beginnen wanneer u de
component-keuzetoets langer dan
2 seconden ingedrukt houdt.
wordt vervolgd
NL
23
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Programmeren van een
reeks bedieningsfuncties
voor de SYSTEM CONTROL
toetsen
Bijvoorbeeld: programmeren
van de hierboven aangegeven
reeks stappen voor de SYSTEM
CONTROL 2 toets
Als er al een reeks
bedieningsfuncties voor de
gekozen toets is
geprogrammeerd
(SYSTEM CONTROL toets
nummer 1 is al in de fabriek
geprogrammeerd met
uitschakelcommando’s voor
allerlei Sony apparatuur en
SYSTEM CONTROL toets
nummer 3 is in de fabriek
geprogrammeerd met
inschakelcommando’s voor
vrijwel alle soorten Sony
apparatuur.)
Om een nieuwe
bedieningsreeks te
programmeren, zult u eerst een
bestaande reeks moeten wissen
(zie blz. 26).
2 Druk op de SYSTEM
CONTROL 2 toets.
Alle component-keuzetoetsen
blijven verlicht.
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
NL
24
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het te
bedienen apparaat.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u er op drukt, en
dooft wanneer u de toets
loslaat.
4 Druk op de toets(en) voor
de gewenste
bedieningsfunctie.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u op een
functietoets drukt, en dooft
wanneer u de toets loslaat.
5 Ingangskeuze voor het TV-
toestel instellen op VIDEO
5 Herhaal de stappen 3 en 4
voor elk van de
toetsfuncties in de
gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld: drukt u op
de volgende toetsen.
1 TV inschakelen
2 Videorecorder inschakelen
3 Versterker inschakelen
4 Ingangskeuze voor de AMP
versterker instellen op
VIDEO 1
6 Video-weergave starten
6 Wanneer u alle gewenste
functies hebt
geprogrammeerd, drukt u
op de S (set) toets om de
instelprocedure af te
ronden.
Opmerkingen
• Als het programmeren langer dan 10
seconden wordt onderbroken, vervalt
de invoerstand en zal de
bedieningsreeks slechts tot op dat
punt gelden. Om dan de gehele reeks
in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen (zie blz. 26), om
dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan
programmeren. Het is niet mogelijk
om door te gaan waar u gestopt bent.
• Als u voor een SYSTEM CONTROL
toets al een afstandsbedieningssignaal hebt overgenomen of
“aangeleerd” (zie blz. 35), kunt u
voor deze toets niets meer
programmeren. Dan zult u de
“aangeleerde” functie eerst moeten
wissen (zie blz. 26).
• Als u het component-codenummer
wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe
functie van een andere
afstandsbediening overneemt met de
aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een
toets waaraan eerder een reeks
System Control functies was
toegewezen, dan vervalt die reeks en
zal bij indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets alleen het nieuwe
signaal worden verzonden.
• Als u bij vergissing de verkeerde
functie hebt geprogrammeerd, drukt
u op de S (set) toets om de instelling
te annuleren en dan begint u
opnieuw vanaf stap 1.
wordt vervolgd
25
NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Tips voor het programmeren
van de System Control functies
De volgende tips kunnen nuttig
zijn bij het programmeren van een
reeks bedieningscommando’s.
Betreffende de tijd tussen de
opeenvolgende
bedieningscommando’s
U kunt de tijdsduur tussen de
bedieningsstappen naar vereist
aanpassen (zie blz. 29).
Betreffende de volgorde van
de bedieningsfuncties
• Bepaalde componenten kunnen niet
onmiddellijk reageren op twee
opeenvolgende signalen. Zo zal een
TV-toestel na inschakelen meestal wat
tijd nodig hebben alvorens het kan
reageren op het volgende signaal. Dat
kan de juiste werking van
opeenvolgende commando’s zoals
voor inschakelen van de TV en keuze
van het ingangssignaal wel eens
belemmeren. Houd hier rekening
mee en programmeer de signalen
bijvoorbeeld om en om, als volgt:
TV inschakelen t Videorecorder
inschakelen t Afspelen videoband
starten t TV instellen op videoweergave
• Door als laatste een functie voor de
geluidsbron of een vaak gebruikte
component te kiezen, bespaart u zich
de stap om voor verdere bediening
eerst op de betreffende componentkeuzetoets te drukken.
Wissen van geprogrammeerde
signalen
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
op een van de SYSTEM
CONTROL toetsen 1, 2 of 3.
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Terugstellen van de SYSTEM
CONTROL toets 1 of 3 op de
fabrieksinstelling (voor Sony
componenten)
In de fabriek is de SYSTEM
CONTROL toets nummer 1 al
voorgeprogrammeerd met
uitschakelcommando’s voor
allerlei Sony apparatuur en
SYSTEM CONTROL toets
nummer 3 is in de fabriek
geprogrammeerd met
inschakelcommando’s voor Sony
apparatuur. Om deze toetsen
terug te stellen op de
oorspronkelijke
fabrieksinstellingen, hoeft u alleen
de “aangeleerde” functies van de
SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 te
wissen. Dan worden de System
Control bedieningsfuncties
hersteld.
26
NL
Opmerkingen over de
System Control
bedieningsreeksen
•Als de te bedienen componenten
te ver uiteen staan of als er een
obstakel voor een
afstandsbedieningssensor staat,
kunnen niet alle componenten
naar behoren werken wanneer u
op de SYSTEM CONTROL toets
drukt.
•Als er om de bovenstaande of
een andere reden iets mis gaat
met de bedieningsreeks, dan zult
u daarna alle componenten terug
moeten stellen in de
oorspronkelijke stand voor u de
SYSTEM CONTROL
bedieningsreeks verzond.
Anders loopt u de kans dat de
bediening bij het opnieuw
indrukken van de SYSTEM
CONTROL toets weer mis gaat.
•Het inschakelen van
componenten kan bij een System
Control bedieningsreeks wel
eens problemen geven. Het
signaal voor inschakelen is vaak
hetzelfde als voor uitschakelen.
Om moeilijkheden te voorkomen
is het aanbevolen eerst te
controleren of de betreffende
componenten voor de
bedieningsreeks al naar behoren
ingeschakeld zijn of juist nog uit
staan.
•Als de System Control functies
niet goed werken, kunt u
proberen of de “Tips voor het
programmeren van de System
Control functies” op blz. 26
uitkomst brengen.
Programmeren van een
reeks
bedieningscommando’s
voor de componentkeuzetoetsen
Net als bij de SYSTEM CONTROL
toetsen kunt u ook een reeks
bedieningscommando’s
vastleggen onder de componentkeuzetoetsen (tot 16 stappen per
toets).
Voorbeeld: Programmeren van
de procedure op blz. 23 onder
de VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op de gewenste
component-keuzetoets en
houd deze langer dan 3
seconden ingedrukt.
De gekozen componentkeuzetoets licht op en alle
andere toetsen knipperen snel.
wordt vervolgd
NL
27
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Als er al een
bedieningsreeks onder de
gekozen toets is
geprogrammeerd
Om dan een nieuwe
bedieningsreeks te programmeren,
zult u de bestaande reeks eerst
moeten wissen (zie blz. 28).
3 Volg de aanwijzingen 3 t/m
6 op blz. 24 en 25.
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
Druk op de geprogrammeerde
component-keuzetoets en houd
deze langer dan 2 seconden
ingedrukt.
Opmerkingen
• U kunt een reeks System Control
bedieningsfuncties programmeren
voor een component-keuzetoets
waarvoor al een inschakelfunctie (zie
blz. 30) is geprogrammeerd. In dat
geval wordt echter de
inschakelfunctie overschreven en
kunt u die niet meer gebruiken. Maar
wanneer u de System Control
bedieningsreeks voor de betreffende
toets uitwist, zal de inschakelfunctie
weer gelden en kunt u die weer als
voorheen gebruiken.
• U kunt geen System Control
bedieningsreeks programmeren voor
een component-keuzetoets waaraan
al een nieuw signaal is toegewezen
door “aanleren” (zie blz. 15).
• Andersom kunt u wel door
“aanleren” (zie blz. 15) een nieuwe
functie vastleggen onder een
component-keuzetoets waarvoor al
een System Control bedieningsreeks
is geprogrammeerd. Dan wordt de
System Control bedieningsreeks
overschreven en kunt u die niet meer
gebruiken. Maar wanneer u de
nieuw “aangeleerde” functie voor de
betreffende toets uitwist, zal de
System Control bedieningsreeks weer
gelden en kunt u die weer als
voorheen gebruiken.
• U kunt een inschakelfunctie (zie blz.
30) programmeren voor een
component-keuzetoets waarvoor al
een System Control bedieningsreeks
is geprogrammeerd, maar dan zult u
die inschakelfunctie nog niet kunnen
gebruiken. Pas wanneer u de System
Control bedieningsreeks voor de
betreffende toets uitwist, zult u de
inschakelfunctie kunnen gebruiken.
• Als het programmeren langer dan 10
seconden wordt onderbroken, vervalt
de invoerstand en zal de
bedieningsreeks slechts tot op dat
punt gelden. Om dan de gehele reeks
in te voeren zult u de gedeeltelijke
reeks moeten wissen, om dan
opnieuw vanaf stap 1 te gaan
programmeren. Het is niet mogelijk
om door te gaan waar u gestopt bent.
• Als u het component-codenummer
wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe
functie van een andere
afstandsbediening overneemt met de
aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een
toets waaraan eerder een reeks
System Control functies was
toegewezen, dan vervalt die reeks en
zal bij indrukken van de componentkeuzetoets alleen het nieuwe signaal
worden verzonden.
Wissen van een System Control
bedieningsreeks die is
geprogrammeerd voor een
component-keuzetoets
Voorbeeld: Wissen van de
geprogrammeerde reeks voor
de VCR toets
Houd de S (set) toets
ingedrukt en druk daarbij
de VCR toets in.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
28
NL
Aanpassen van de tijdsduur
tussen de commando‘s in
een bedieningsreeks
Voor het tijdsinterval tussen de
stappen kunt u kiezen uit vier
waarden (ongeveer 127
milliseconden, 408 ms, 708 ms of
974 ms).
Voor de SYSTEM CONTROL
toetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op een van de
SYSTEM CONTROL
toetsen (1, 2 of 3) waarvoor
u de tijdsduur wilt
aanpassen en houd deze
ingedrukt terwijl u op een
van de cijfertoetsen (1 - 4)
drukt om het gewenste
tijdsinterval te kiezen.
1: ongeveer 127 ms
(fabrieksinstelling)
2: ongeveer 408 ms
3: ongeveer 708 ms
4: ongeveer 974 ms
(1 ms = 1/1000 seconde)
Alle component-keuzetoetsen
lichten op wanneer u deze
toetsen indrukt en doven
wanneer u ze loslaat.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan
1 - 4 drukt, knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en keert
de afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1. Kies
zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
wordt vervolgd
29
NL
Uitvoeren van een reeks
bedieningsfuncties
— System Control functies
(vervolg)
Voor de componentkeuzetoetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
2 Druk op een van de
component-keuzetoetsen
waarvoor u de tijdsduur
wilt aanpassen en houd
deze ingedrukt terwijl u op
een van de cijfertoetsen (1 -
4) drukt om het gewenste
tijdsinterval te kiezen.
De component-keuzetoets licht
op wanneer u deze toetsen
indrukt en dooft wanneer u ze
loslaat.
Toevoegen van een
extra functie aan de
componentkeuzetoetsen
Programmeren van de
inschakelcode voor de
gekozen component (alleen
voor Sony apparatuur)
Bij gebruik van Sony
componenten kunt u de
inschakelcode voor elk apparaat
programmeren onder een
component-keuzetoets. Zo kunt u
met één druk op de componentkeuzetoets een bepaald apparaat
inschakelen en tegelijk instellen op
de bediening ervan.
Voorbeeld: Programmeren van
de TV toets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan
1 - 4 drukt, knippert het S (set)
indicatorlampje tweemaal en keert
de afstandsbediening terug naar de
toestand van stap 1. Kies
zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
NL
30
Loading...
+ 78 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.