Sony RM-VL900T User Manual [nl]

3-223-017-31 (1)
Integrated Remote Commander
Gebruiksaanwijzing Bruksanvisning
NL SE
RM-VL900T
© 2000 by Sony Corporation
NL
2
Kenmerken
Met de veelzijdige RM-VL900T afstandsbediening kunt u al uw audio/video-apparatuur vanuit één punt bedienen; geen gedoe met voor elk toestel een aparte afstandsbediening, allemaal anders en lastig uiteen te houden. Hieronder de overwegende voordelen van deze universele afstandsbediening.
Gereed voor de centrale bediening van Sony audio/video­componenten
Deze afstandsbediening is reeds in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony apparatuur, dus na uitpakken hebt u onmiddellijk een geïntegreerd regelcentrum voor al uw Sony audio/video­componenten.
Bedieningssignalen voor andere merken ook al vooringesteld
Bij aflevering is de afstandsbediening geschikt voor alle grote merken, ook andere dan Sony. Voor het bedienen van audio/video-apparatuur hoeft u slechts het codenummer ervan in te voeren (zie blz. 8).
Aanleerfunctie voor het programmeren van nieuw vereiste bedieningssignalen
Met de aanleerfunctie kunt u de signalen die nog niet vast zijn ingebouwd eenvoudig overnemen van elke andere afstandsbediening (zie blz. 15). Dit geldt ook voor de bediening van andere apparatuur dan audio/ video: verlichting, airconditioning enz. (maar alleen infrarode signalen en niet altijd voor alle functies) (zie blz. 35).
Veelzijdige extra toetsen voor nieuwe componenten
De component-keuzetoetsen zijn omschakelbaar voor de bediening van elke gewenste component. Dit komt goed van pas als u er van bepaalde apparatuur twee of meer heeft (zie blz. 32).
NL
Programmeergeheugen voor automatische bedieningsreeksen
Voor optimaal bedieningsgemak kunt u tot 16 afzonderlijke stappen onder de SYSTEM CONTROL toetsen vastleggen, om ingewikkelde functies geheel te automatiseren (zie blz. 23).
Geschikt voor gegevensuitwisseling met een andere afstandsbediening
U kunt allerlei gegevens zoals nieuw aangeleerde signalen, bedieningsreeksen van de SYSTEM CONTROL toetsen e.d. uitwisselen tussen deze afstandsbediening en een andere Sony RM-VL900T of RM-AV2100T afstandsbediening.
NL
3
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Batterij-inleg.................................................................................................6
Wanneer de batterijen te vervangen................................................................. 6
Plaats en functie van de bedieningsorganen ...............................................7
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur...........................8
Kiezen van de code voor een component........................................................ 8
Controleren of het codenummer werkt ......................................................... 10
Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie............................. 11
Op afstand bedienen van uw apparatuur...................................................12
Instellen van de geluidssterkte ....................................................................... 13
Opmerkingen over de afstandsbediening van componenten .................... 14
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie.................15
Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies............................................ 18
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie.......................................... 19
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een
stereo-installatie......................................................................................21
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties
— System Control functies ......................................................................23
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM
CONTROL toetsen ......................................................................................... 24
Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen ........................ 27
Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de
component-keuzetoetsen .............................................................................. 27
Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando's in een
bedieningsreeks.............................................................................................. 29
Toevoegen van een extra functie aan de component-keuzetoetsen ..........30
Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component
(alleen voor Sony apparatuur) ..................................................................... 30
Toewijzen van andere apparatuur aan de component-keuzetoetsen.........32
De instellingen van een component-keuzetoets overnemen onder een
andere toets ..................................................................................................... 34
Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL
toetsen .....................................................................................................35
Opmerkingen over het “aanleren” van de bedieningssignalen voor een
airconditioning ............................................................................................... 37
Gegevensuitwisseling tussen afstands bedieningseenheden ....................38
Verzenden van gegevens ................................................................................. 38
Ontvangst van gegevens .................................................................................. 40
NL
4
Andere nuttige functies
Blokkeren van de toetsen — Hold toetsbeveiliging ..................................43
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen................................................................................44
Technische gegevens ..................................................................................44
Verhelpen van storingen.............................................................................45
Aanhangsels
Overzicht van vooringestelde functies .......................................................48
TV-toestel............................................................................................................ 48
Videorecorder .................................................................................................... 49
CBL: kabel-TV ontvanger ................................................................................ 49
SAT: satelliet-ontvanger ................................................................................... 50
DVD: DVD-speler ............................................................................................. 50
VD: Videodisc-speler ........................................................................................ 51
CD: compact disc speler ................................................................................... 51
MD: minidisc-recorder ..................................................................................... 52
DAT: digitaal cassettedeck ............................................................................... 52
TAPE: cassettedeck ........................................................................................... 53
AMP: versterker ................................................................................................ 53
Index ...........................................................................................................54
NL
5
Voorbereidingen
Batterij-inleg
Schuif het batterijdeksel achterop de afstandsbediening open en plaats hierin vier stuks R6 (AA­formaat) batterijen (niet bijgeleverd). Zorg dat alle batterijen met de + en - polen in de juiste richting ligen, zoals aangegeven met de + en - in het batterijvak.
Plaats de batterijen met de negatieve onderkant eerst in de geleideklem van elk batterijvakje, zoals hierboven aangegeven.
Wanneer de batterijen te vervangen
Batterijen voor de afstandsbediening (vier stuks R6 (AA-formaat) batterijen)
Onder normale omstandigheden zullen de batterijen ongeveer vijf maanden meegaan. Als uw apparatuur niet meer zo vlot op de afstandsbediening reageert, kunnen de batterijen bijna leeg zijn. Als u dit bemerkt, dient u de batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerking
Wacht niet meer dan een uur met het vervangen van de batterijen, anders kunnen de vastgelegde codenummers (zie blz. 8) en de aangeleerde functies (zie blz. 15) uit het geheugen verdwijnen.
Omtrent de batterijen
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar en vooral geen verschillende typen batterijen tegelijk.
• Mocht de elektrolyt uit een batterij lekken, veeg de vervuilde delen van het batterijvak dan grondig schoon met een doekje en vervang de oude batterijen door nieuwe. Om batterijlekkage te voorkomen, kunt u beter de batterijen uit de afstandsbediening verwijderen wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
NL
6
Plaats en functie van de bedieningsorganen
1 Insteltoets (S) 2 Instel-indicatorlampje 3 Component-keuzetoetsen
Deze lichten op of knipperen tijdens de bediening.
4 Cijfertoetsen/Versterker-
ingangskeuzetoetsen (AMP INPUT)
5 - (1–) tientaltoets 6 t ingangskeuzetoets 7 / schermweergavetoets 8 Afspeelfunctietoetsen of
Fastext-toetsen
9 Cursortoetsen en OK toets 0 Menutoets (MENU) qa 2 +/– volumetoetsen* qs % geluiddempingstoets* qd Bedieningsreeks-toetsen
(SYSTEM CONTROL)
qf 1 aan/uit-toets qg Invoertoets (ENT/2-) qh a sluimerfunctietoets qj Gidstoets (GUIDE) qk Zenderkeuzetoetsen (PROGR
+/-)
ql wisseltoets
* Betreffende de 2 +/–
volumetoetsen en de % dempingtoets
Na het kiezen van een video­component kunt u met de afstandsbediening het TV-geluid instellen of desgewenst afzetten. Na het kiezen van een audio-component kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of desgewenst afzetten. U kunt deze instellingen ook wijzigen (zie blz. 21).
OPMERKING
De functies van de bedieningstoetsen kunnen veranderen, afhankelijk van de gekozen instellingen/bedieningsfuncties e.d. Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten. Deze instellingen kunt u ook zelf nog wijzigen en sommige toetsen worden specifiek gebruikt in de instelprocedure, zoals beschreven op de eerstvolgende pagina’s.
NL
7
Basisbediening
Instellen van de code voor vaste audio/ video-apparatuur
De afstandsbediening is in de fabriek gereed gemaakt voor de bediening van Sony audio/video­apparatuur (zie de onderstaande tabel). Als u de afstandsbediening wilt gebruiken voor deze Sony componenten, kunt u de hierna volgende paragrafen overslaan. U kunt de afstandsbediening echter ook gebruiken voor de audio/video-apparatuur van andere merken. Voor de bediening van andere componenten dient u wel eerst de onderstaande aanwijzingen te volgen om de juiste code(s) voor de apparatuur vast te leggen.
Component­keuzetoets
TV
VCR
CBL/SAT
DVD
CD
MD
TAPE
AMP
Voor de bediening van
TV-toestel TV/ videorecorder combinatie
Videorecorder
Satelliet­ontvanger
DVD videodisc­speler
Compact disc speler
Minidisc­recorder
Cassettedeck*
Versterker
Fabrieksinstelling
Sony TV­toestel
Sony VHS videorecorder
Sony satelliet­ontvanger
Sony DVD­speler
Sony CD­speler
Sony minidisc­recorder
Sony cassettedeck
Sony versterker
Kiezen van de code voor een component
Voorbeeld: voor bediening van een Philips TV-toestel
1 Zie de tabellen in de
bijgeleverde lijst met “Component­codenummers” om de juiste drie-cijfer code voor het te bedienen apparaat te vinden.
Als er meer dan een codenummer vermeld staat, kiest u het eerste daarvan. Om de afstandsbediening bijvoorbeeld in te stellen op bediening van een Philips TV kiest u codenummer 011.
2 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
* Gewoon analoog audio-cassettedeck
OPMERKING
De CBL stand voor kabel-TV ontvanger en de VD stand voor een LaserDisc­speler kunnen ook worden ingesteld voor elk van de bovenstaande component-keuzetoetsen en de andere standen zijn ook om te zetten. Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten.
NL
8
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen apparaat licht op en de verlichting van alle andere toetsen dooft.
4 Druk op de cijfertoetsen om
het driecijferige component-codenummer in te voeren.
De gekozen component­keuzetoets dooft telkens even wanneer u op een cijfertoets drukt.
5 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets dooft nu definitief.
Opmerkingen
• Als u een codenummer invoert dat niet voorkomt in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”, of als u de toetsen in de verkeerde volgorde indrukt, dan knippert de component-keuzetoets vijfmaal en dooft daarna. Controleer dan het component-codenummer en probeer de instelling opnieuw.
• Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan 20 seconden tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure. Begint u dan overnieuw vanaf stap 2.
• Als u op de S (set) toets drukt tijdens het instellen van de componentcode, dan worden alle codenummers gewist en vervalt de instelprocedure. Begint u dan overnieuw vanaf stap 2.
Om de instelling te annuleren, drukt u op de S (set) toets.
Als de component-keuzetoets vijfmaal knippert voordat deze dooft, geeft dit aan dat de instelling incompleet is. Begin dan opnieuw vanaf stap 2.
wordt vervolgd
NL
9
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg)
Controleren of het codenummer werkt
1 Druk op de component-
keuzetoets voor het apparaat dat u hebt ingesteld.
De component-keuzetoets licht op wanneer u er op drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat.
2 Schakel het te bedienen
apparaat in met de aan/uit­schakelaar op het apparaat zelf.
3 Richt de afstandsbediening
op het voorpaneel van het apparaat en druk op de 1 aan/uit-toets.
De component-keuzetoets licht op wanneer u op een functietoets drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat.
Nu hoort het apparaat te worden uitgeschakeld.
4 Als het tot zover goed
verloopt, kunt u controleren of de andere functies van het apparaat ook goed reageren op de afstandsbediening, zoals de zenderkeuze en de volumeregeling.
Zie voor nadere bijzonderheden blz. 48.
Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken...
Probeer of het beter lukt na instellen van een andere code uit de tabel voor dezelfde component of probeer het codenummer te vinden met de zoekfunctie (zie blz. 11).
Betreffende de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingtoets
Bij de bediening van een video­component licht de TV toets op om aan te geven dat u met de afstandsbediening de geluidssterkte van het TV-toestel regelt of het TV-geluid dempt.
Bij de bediening van een audio­component licht de AMP toets op om aan te geven dat u met de afstandsbediening de geluidssterkte van de versterker regelt of de geluidsweergave dempt.
Het is aanbevolen eerst de TV en AMP codes voor het TV-toestel, resp. de versterker in te stellen alvorens u dit voor de andere componenten doet.
Toetsen waarvoor al een afstandsbedieningssignaal is “aangeleerd”
Als er voor een bepaalde toets al eerder een signaal is geprogrammeerd met de aanleerfunctie (zie blz. 15), zal de “aangeleerde” functie blijven werken, ook al stelt u een ander component-codenummer in. Voor gebruik als een vaste component­bedieningstoets zult u dan eerst de “aangeleerde” functie moeten wissen (zie blz. 19).
10
NL
Opzoeken van een componentcode met de zoekfunctie
U kunt een beschikbaar codenummer opzoeken voor een component die er nog geen heeft, in de bijgeleverde lijst met “Component-codenummers”.
Alvorens de zoekfunctie in te schakelen
Zet de componenten in de volgende stand om de zoekfunctie naar behoren te laten werken. TV-toestel: ingeschakeld Videorecorder, satelliet­ontvanger, kabel-TV ontvanger, DVD-speler, versterker: uitgeschakeld VD videodisc-speler, CD-speler, minidisc-recorder, TAPE cassettedeck: ingeschakeld met een geluidsbron klaar voor weergave (disc, cassette, enz.)
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Druk op de component-
keuzetoets voor het gewenste type apparaat.
De toets voor het gekozen apparaat licht op en de verlichting van alle andere toetsen dooft.
3 Druk de PROGR + of de
PROGR – toets en de 1 aan/uit-toets om beurten in totdat de component naar behoren reageert, als volgt.
Uitschakelend: TV Inschakelend: videorecorder, satelliet-ontvanger, kabel-TV ontvanger, DVD-speler of versterker De weergave begint: VD videodisc-speler, CD-speler, minidisc-recorder of TAPE cassettedeck
Druk op de PROGR + toets om door te gaan naar het volgende codenummer. Druk op de PROGR – toets om terug te gaan naar het vorige codenummer. De component-keuzetoets knippert driemaal nadat de cijfers een gehele cyclus doorlopen hebben.
wordt vervolgd
11
NL
Instellen van de code voor vaste audio/video-apparatuur (vervolg)
Opmerking
Druk altijd eerst op de PROGR +/– toets voordat u op de 1 aan/uit­toets drukt. Anders kan de zoekfunctie niet naar behoren werken.
4 Druk op de ENT
invoertoets.
De component-keuzetoets dooft.
5 Controleer of het
codenummer werkt, volgens de aanwijzingen op blz. 10.
Om de instelling te annuleren, drukt u op de S (set) toets.
Op afstand bedienen van uw apparatuur
Om een apparaat van een ander merk dan Sony te bedienen, zult u eerst de betreffende component­code moeten instellen (zie blz. 8)
12
Voorbeeld: Afspelen van een compact disc in uw CD-speler
1 Druk op de betreffende
component-keuzetoets. De component-keuzetoets licht op wanneer u er op drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat.
NL
2 Druk op de gewenste
afspeelfunctietoets.
Zie het “Overzicht van vooringestelde functies” (op blz. 48) voor de functies van de diverse toetsen voor de afzonderlijke componenten.
Opmerking
De afstandsbedieningssignalen kunnen voor bepaalde componenten en functies wel eens ietwat afwijken. Dan kunt u het juiste bedieningssignaal beter zelf programmeren met de aanleerfunctie (zie blz. 15). Het is echter alleen mogelijk functies te programmeren die net als deze afstandsbediening werken met infrarode stralen.
Instellen van de geluidssterkte
Druk op de 2 +/– volumetoetsen om de geluidssterkte te regelen en op de % dempingstoets om het geluid te dempen. Als u instelt op een video-component kunt u met de afstandsbediening het TV­geluid instellen of afzetten, en als u kiest voor een audio-component kunt u met de afstandsbediening de geluidsweergave via de versterker instellen of afzetten. U kunt deze instellingen ook wijzigen (zie blz. 21).
Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en % dempingstoets voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen (“aangeleerd”, zie blz.
15), zal bij de bediening van een dergelijk apparaat het nieuwe signaal worden doorgegeven, in plaats van de geluidsregeling van de TV of de versterker.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u zonder probleem wel het geluid van de TV of de versterker kunnen regelen.
• Als u aan de TV of de AMP toets een andere component hebt toegewezen (zie blz. 32), dan zult u de geluidssterkte van de TV of de versterker niet kunnen regelen, ook niet wanneer u instelt op een andere component.
wordt vervolgd
NL
13
Op afstand bedienen van uw apparatuur (vervolg)
Opmerkingen over de afstandsbediening van componenten
Voor bediening van een dubbel cassettedeck
1 Als de afstandsbediening van
uw cassettedeck een keuzeschakelaar heeft voor cassettedeck A/B, dan kunt u voor deze keuze de wisseltoets van deze afstandsbediening gebruiken.
2 Als u niet kunt kiezen voor
cassettedeck A/B met de wisseltoets, dan moet u eerst het codenummer voor een van de cassettedecks instellen en dan
•de functietoetsen voor het andere deck overbrengen naar andere beschikbare toetsen (zoals de cijfertoetsen) met de aanleerfunctie (zie blz. 15),
of
•het andere cassettedeck toewijzen aan een andere component-keuzetoets (zie blz. 32).
Kiezen van het ingangssignaal voor een TV-toestel
Telkens wanneer u op de t toets drukt, verspringt de ingangskeuze. En als er op uw TV meer dan twee videorecorders zijn aangesloten, kunt u deze met de cijfertoetsen als volgt direct kiezen. “t” + “0”: TV-afstemming “t” + “1”: VIDEO 1 “t” + “2”: VIDEO2 “t” + “3”: VIDEO3 “t” + “4”: VIDEO4 “t” + “5”: VIDEO5 “t” + “6”: VIDEO6 Als de bovenstaande combinaties echter niet werken, kunt u de betreffende signalen in de afstandsbediening overnemen van de TV-afstandsbediening met de aanleerfunctie (zie blz. 15).
Kiezen van het ingangssignaal voor een videorecorder
Telkens wanneer u op de t toets drukt, verspringt de ingangskeuze. En u kunt het ingangssignaal ook direct met de cijfertoetsen kiezen, als volgt. “t” + “0”: TV-afstemming “t” + “1”: LINE1 “t” + “2”: LINE2 “t” + “3”: LINE3 “t” + “4”: LINE4 “t” + “5”: DVD Voor een Sony videorecorder zijn de bovenstaande functies vast ingesteld. Voor een ander merk kunt u deze functies, waarvoor twee toetsen nodig zijn, overnemen van de andere afstandsbediening met de aanleerfunctie (zie blz. 15).
14
NL
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen
— Aanleerfunctie
Voor het bedienen van componenten of functies die niet vast zijn ingesteld, kunt u de volgende “aanleer” procedure volgen om de afstandsbediening een nieuwe functie te laten overnemen van een andere afstandsbediening. U kunt deze aanleerfunctie bijvoorbeeld ook gebruiken om de functie van afzonderlijke toetsen te wijzigen na instellen van een component­codenummer (zie afb. 8). Na het overnemen van een functie is het aanbevolen deze bij wijze van geheugensteuntje te noteren op een handige plaats.
Opmerking
Er kunnen wel eens signalen zijn die de afstandsbediening niet kan overnemen of “aanleren”.
Voorbeeld: Programmeren van het N (weergave) bedieningssignaal van uw component onder de VCR N (weergave) toets van de afstandsbediening
1 Leg de RM-VL900T recht
tegenover de afstandsbediening van het apparaat dat u wilt bedienen.
Afstandsbediening van uw component
ongeveer 5 - 10 cm tussenruimte
RM-VL900T
2 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht op en alle component­keuzetoetsen gaan knipperen.
wordt vervolgd
NL
15
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg)
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het apparaat waarvan u een functie wilt overnemen of “aanleren”.
Het S (set) indicatorlampje en de gekozen component­keuzetoets lichten op en de verlichting van alle andere toetsen dooft.
Als er al een ander signaal is geprogrammeerd voor die component-keuzetoets, dan blijft de component-keuzetoets voor de “aan te leren” component knipperen. Dat blijft zo totdat u de instelling wijzigt.
Bijvoorbeeld: Als u “CD” vastlegt onder de VCR toets, dan licht de VCR toets op en de CD toets blijft knipperen.
4 Druk op de toets van de
andere afstandsbediening die als “leraar” dient.
Het S (set) indicatorlampje en de gekozen component­keuzetoets gaan knipperen (in de paraatstand voor de aanleerfunctie).
Als er al een ander signaal is “aangeleerd” door die component-keuzetoets
Dan knippert het S (set) indicatorlampje tweemaal en keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap
3. U kunt de functie dan alleen “aanleren” onder een andere beschikbare toets, of anders de eerder “aangeleerde” functie wissen (zie blz. 19) en opnieuw beginnen.
16
NL
5 Houd de toets op de andere
afstandsbediening ingedrukt totdat zowel het S (set) indicatorlampje als de component-keuzetoets opnieuw oplichten.
Tijdens het overzenden van de gegevens blijft alleen het S (set) indicatorlampje branden en dooft de component­keuzetoets. Nadat de gegevensoverdracht voltooid is, keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 3.
afstandsbediening van de component
tijdens gegevens­overdracht
gegevensover­dracht voltooid
6 Herhaal de stappen 4 en 5
als u nog andere toetsen nieuwe functies wilt “aanleren”.
“Aanleren” van een signaal van een andere afstandsbediening
Leg de beide afstandsbedieningseenheden tegenover elkaar zoals in stap 1 op blz. 15, druk op de gewenste component-keuzetoets en volg de aanwijzingen 4 en 5 voor het aanleren van de bedieningsfunctie.
Opmerkingen
• Als het invoeren wordt onderbroken en er verstrijken meer dan 20 seconden tussen twee stappen, dan vervalt de instelprocedure.
• Als u stap 5 niet binnen 10 seconden na stap 4 verricht, dan vervalt de instelprocedure.
Om de instelling te annuleren, drukt u op de S (set) toets.
Als de afstandsbediening niet goed lijkt te werken
Als de apparatuur niet goed reageert op de toets met de nieuwe functie, doe het overnemen van de functie dan opnieuw. (Als bijvoorbeeld de geluidssterkte plotseling veel luider wordt na slechts eenmaal kort indrukken van de 2+ volumetoets, dan kan het aanleren zijn verstoord door ruis of andere externe effecten.)
Als u een componentcode voor een toets instelt na het “aanleren” van een nieuw bedieningssignaal
Als u voor een toets een nieuwe bedieningsfunctie hebt geprogrammeerd met de aanleerfunctie, zal de toets die functie behouden, ook al kiest u een nieuwe componentcode voor die toets.
Bij het “aanleren” van signalen voor een dubbel cassettedeck, ingesteld op A en B
Druk eerst op de wisseltoets om te kiezen voor cassettedeck A of B.
Overnemen van het REC z opnamesignaal voor een opname-apparaat
U kunt slechts voor een enkele toets tegelijk een functie “aanleren” Daarom is het niet mogelijk een twee-toets combinatie (zoals bijvoorbeeld REC z + B) over te nemen onder een enkele toets van deze afstandsbediening.
7 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te sluiten.
wordt vervolgd
NL
17
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg)
Bij overnemen van signalen voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets
•Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor een andere component dan de TV of de versterker een nieuw signaal hebt overgenomen met de aanleerfunctie, zal dat signaal alleen worden verzonden als u hebt ingesteld op die component.
•Als u voor de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen of aangeleerd, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Als u hebt ingesteld op een andere component, zal alleen het vooringestelde volumeregelsignaal voor de TV of de versterker worden doorgegeven (zie voor het verschil tussen video-apparatuur en audio-apparatuur de uitleg op blz. 21). Voor gebruik van het aangeleerde signaal zult u de 2 +/– volumetoetsen of de % dempingstoets afzonderlijk moeten programmeren voor elke te bedienen component, met behulp van de aanleerfunctie.
Voor aanleren van bedieningssignalen voor een airconditioning
Zie de aanwijzingen onder “Programmeren van een vaak gebruikte functie voor de SYSTEM CONTROL toetsen” op blz. 35.
NL
18
Voor zorgvuldig aanleren van nieuwe functies
•Zorg dat de afstandsbedieningseenheden tijdens het aanleren niet bewegen.
•Blijf voor het overnemen de toets van de andere afstandsbediening ingedrukt houden tot u een pieptoon hoort.
•Zorg dat beide afstandsbedieningseenheden zijn voorzien van verse batterijen.
•Verricht het overnemen niet in de volle zon en niet onder felle tl-buizen of andere fluorescerende lampen.
•De plaats waar het signaal uit de afstandsbediening komt kan wel eens verschillen. Als het aanleren niet lukt, verschuif dan de beide afstandsbedieningseenheden tegenover elkaar ietwat en probeer het opnieuw.
•Wanneer u deze afstandsbediening signalen aanleert van een afstandsbediening met interactief signaaluitwisselsysteem (wordt bij sommige Sony receivers en versterkers geleverd), kan het responssignaal van het hoofdapparaat het aanleren van de signalen hinderen. In dat geval moet u naar een plaats gaan waar de signalen het hoofdapparaat niet kunnen bereiken (bijv. een andere kamer).
BELANGRIJK
Houd de afstandsbediening buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Bepaalde elektrische apparatuur zoals voor airconditioning, verwarming of het openen en sluiten van gordijnen of rolluiken kan gevaarlijk zijn wanneer er per ongeluk op een toets van de afstandsbediening wordt gedrukt.
Opmerking
Zie “Technische gegevens” op blz. 44 voor nadere bijzonderheden betreffende de afstandsbedieningssignalen die aangeleerd kunnen worden.
Wijzigen of wissen van een aangeleerde functie
Om een aangeleerde functie door een andere te vervangen, zult u die functie eerst moeten wissen, om dan een nieuwe functie over te nemen.
Wissen van een aangeleerde functie van een enkele toets
Voorbeeld: Wissen van de “aangeleerde” functie voor cijfertoets 1 voor de VCR videorecorderstand
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt. Het S (set) indicatorlampje licht op en alle component­keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Houd de betreffende
component-keuzetoets ingedrukt en druk daarbij op de toets waarvan u de functie wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje dooft en de gekozen component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Druk in elk geval beide toetsen tegelijk in. Als u de component­keuzetoets loslaat, schakelt de afstandsbediening over naar de aanleerfunctie.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te sluiten.
wordt vervolgd
19
NL
Overnemen van nieuwe bedieningssignalen — Aanleerfunctie (vervolg)
Wissen van alle aangeleerde signalen voor een bepaalde component
2 Houd de x stoptoets
ingedrukt en druk daarbij op de component­keuzetoets waarvan u de functies wilt wissen.
Het S (set) indicatorlampje dooft en de gekozen component-keuzetoets licht op.
Opmerking
Via deze procedure kunt u alleen de “aangeleerde” functies van alle toetsen voor een bepaalde component. De “aangeleerde” functies voor de component­keuzetoetsen kunnen hiermee niet gewijzigd worden. U zult dus van tevoren zeker moeten weten welke “aangeleerde” functies u wilt wissen.
3 Druk op de S (set) toets om
de instelprocedure af te sluiten.
Voorbeeld: Wissen van alle “aangeleerde” functies voor de VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets en
houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt.
Het S (set) indicatorlampje licht op en alle component­keuzetoetsen gaan knipperen.
NL
20
Geavanceerde functies
Volumeregeling voor video-apparatuur aangesloten op een stereo-installatie
De afstandsbediening is in de fabriek vooringesteld volgens het principe, dat u het geluid van uw video-apparatuur hoort via de luidsprekers van uw TV-toestel, en de geluidsweergave van alle stereo-apparatuur via de luidsprekers aangesloten op uw versterker.
Zo kunt u steeds gemakkelijk de geluidssterkte van de TV of de versterker regelen, zonder dat u hiervoor altijd eerst hoeft over te schakelen van de geluidsbron naar de TV of AMP, enkel voor de volumeregeling. Om bijvoorbeeld de geluidssterkte bij video-weergave (met VCR bediening) in te stellen, hoeft u niet op de TV toets te drukken, maar dienen de volumetoetsen automatisch al voor het TV-geluid.
Als uw video-apparatuur echter is aangesloten op een stereo­installatie, zult u waarschijnlijk ook het geluid van uw TV en uw videorecorder willen horen via de luidsprekers aangesloten op uw versterker, in plaats van alleen via de TV-luidsprekers. In dat geval dient u de fabrieksinstelling om te schakelen, zodat u de geluidssterkte van uw video­apparatuur kunt regelen zonder eerst de afstandsbediening te hoeven omschakelen naar de versterker.
Wijzigen van de fabrieksinstelling voor de volumeregeling
De volgende tabel toont de fabrieksinstellingen voor de volumeregeling bij de verschillende componenten.
Component­keuzetoets
TV VCR CBL/SAT DVD CD MD TAPE AMP
Regelt de geluidssterkte van de
TV TV TV TV versterker versterker versterker versterker
wordt vervolgd
NL
21
Volumeregeling voor video­apparatuur aangesloten op een stereo-installatie (vervolg)
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Houd de %
geluiddempingstoets ingedrukt en druk daarbij de 2 + of 2 – volumetoets in.
Alle volumeregelaars overzetten naar AMP
Druk op de 2 + volumetoets terwijl u de % geluiddempingstoets ingedrukt houdt. Alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat.
Alleen de volumeregelaars van de audio-componenten overzetten naar AMP
Druk op de 2 – volumetoets terwijl u de % geluiddempingstoets ingedrukt houdt.
Alleen de audiocomponent­keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat.
22
De video-componenten zijn:
TV, VCR, CBL/SAT, DVD
De audio-componenten zijn:
CD, MD, TAPE, AMP
NL
Opmerkingen
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingstoets voor bepaalde componenten een nieuw signaal hebt overgenomen of “aangeleerd”, zal de bovenstaande procedure de functie van de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingstoets niet veranderen.
• Als u voor de 2 +/– volumetoetsen en de % dempingstoets voor de TV of AMP stand een nieuw signaal hebt overgenomen, zal dat nieuwe signaal alleen worden doorgegeven wanneer u voor de bediening van de TV of de versterker (AMP) hebt gekozen. Bij de bediening van andere componenten zult u zonder probleem wel het geluid van de TV of de versterker (afhankelijk van de bovenstaande instellingen) kunnen regelen. Voor gebruik van het nieuw aangeleerde signaal zult u elke toets afzonderlijk moeten programmeren voor elke te bedienen component, met behulp van de aanleerfunctie (zie blz. 15).
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties
— System Control functies
Voor de SYSTEM CONTROL toetsen kunt u een hele reeks bedieningsfuncties achtereen programmeren, om ingewikkelde functies volautomatisch te starten met een enkele toets. Ook voor de meest algemene dingen, zoals het afspelen van een videoband, kan al een reeks handelingen nodig zijn.
Bijvoorbeeld:
1 TV inschakelen. 2 Videorecorder inschakelen
(VCR)
3 Versterker inschakelen. 4 Ingangskeuzeschakelaar van de
versterker instellen op VIDEO 1.
5 Ingangskeuzeschakelaar van
het TV-toestel instellen op VIDEO.
6 Afspelen van de videoband. Voor elk van de SYSTEM
CONTROL toetsen, 1, 2 en 3, kunt u 16 achtereenvolgende bedieningsfuncties programmeren. Een functie die werkt met 2 toetsen geldt hierbij als 2 stappen. Indrukken van een component­keuzetoets telt ook mee als 1 stap. Als u een bedieningsreeks programmeert voor een component-keuzetoets (zie blz.
27), dan zal de uitvoering van de geprogrammeerde functies pas beginnen wanneer u de component-keuzetoets langer dan 2 seconden ingedrukt houdt.
wordt vervolgd
NL
23
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg)
Programmeren van een reeks bedieningsfuncties voor de SYSTEM CONTROL toetsen
Bijvoorbeeld: programmeren van de hierboven aangegeven reeks stappen voor de SYSTEM CONTROL 2 toets
Als er al een reeks bedieningsfuncties voor de gekozen toets is geprogrammeerd
(SYSTEM CONTROL toets nummer 1 is al in de fabriek geprogrammeerd met uitschakelcommando’s voor allerlei Sony apparatuur en SYSTEM CONTROL toets nummer 3 is in de fabriek geprogrammeerd met inschakelcommando’s voor vrijwel alle soorten Sony apparatuur.) Om een nieuwe bedieningsreeks te programmeren, zult u eerst een bestaande reeks moeten wissen (zie blz. 26).
2 Druk op de SYSTEM
CONTROL 2 toets.
Alle component-keuzetoetsen blijven verlicht.
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
NL
24
3 Druk op de component-
keuzetoets voor het te bedienen apparaat.
De component-keuzetoets licht op wanneer u er op drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat.
4 Druk op de toets(en) voor
de gewenste bedieningsfunctie.
De component-keuzetoets licht op wanneer u op een functietoets drukt, en dooft wanneer u de toets loslaat.
5 Ingangskeuze voor het TV-
toestel instellen op VIDEO
5 Herhaal de stappen 3 en 4
voor elk van de toetsfuncties in de gewenste bedieningreeks.
In dit voorbeeld: drukt u op de volgende toetsen. 1 TV inschakelen
2 Videorecorder inschakelen
3 Versterker inschakelen
4 Ingangskeuze voor de AMP
versterker instellen op VIDEO 1
6 Video-weergave starten
6 Wanneer u alle gewenste
functies hebt geprogrammeerd, drukt u op de S (set) toets om de instelprocedure af te ronden.
Opmerkingen
• Als het programmeren langer dan 10 seconden wordt onderbroken, vervalt de invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts tot op dat punt gelden. Om dan de gehele reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke reeks moeten wissen (zie blz. 26), om dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan programmeren. Het is niet mogelijk om door te gaan waar u gestopt bent.
• Als u voor een SYSTEM CONTROL toets al een afstandsbedienings­signaal hebt overgenomen of “aangeleerd” (zie blz. 35), kunt u voor deze toets niets meer programmeren. Dan zult u de “aangeleerde” functie eerst moeten wissen (zie blz. 26).
• Als u het component-codenummer wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe functie van een andere afstandsbediening overneemt met de aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een toets waaraan eerder een reeks System Control functies was toegewezen, dan vervalt die reeks en zal bij indrukken van de SYSTEM CONTROL toets alleen het nieuwe signaal worden verzonden.
• Als u bij vergissing de verkeerde functie hebt geprogrammeerd, drukt u op de S (set) toets om de instelling te annuleren en dan begint u opnieuw vanaf stap 1.
wordt vervolgd
25
NL
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg)
Tips voor het programmeren van de System Control functies
De volgende tips kunnen nuttig zijn bij het programmeren van een reeks bedieningscommando’s.
Betreffende de tijd tussen de opeenvolgende bedieningscommando’s
U kunt de tijdsduur tussen de bedieningsstappen naar vereist aanpassen (zie blz. 29).
Betreffende de volgorde van de bedieningsfuncties
• Bepaalde componenten kunnen niet onmiddellijk reageren op twee opeenvolgende signalen. Zo zal een TV-toestel na inschakelen meestal wat tijd nodig hebben alvorens het kan reageren op het volgende signaal. Dat kan de juiste werking van opeenvolgende commando’s zoals voor inschakelen van de TV en keuze van het ingangssignaal wel eens belemmeren. Houd hier rekening mee en programmeer de signalen bijvoorbeeld om en om, als volgt:
TV inschakelen t Videorecorder inschakelen t Afspelen videoband starten t TV instellen op video­weergave
• Door als laatste een functie voor de geluidsbron of een vaak gebruikte component te kiezen, bespaart u zich de stap om voor verdere bediening eerst op de betreffende component­keuzetoets te drukken.
Wissen van geprogrammeerde signalen
Houd de S (set) toets ingedrukt en druk daarbij op een van de SYSTEM CONTROL toetsen 1, 2 of 3.
Alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat.
Terugstellen van de SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 op de fabrieksinstelling (voor Sony componenten)
In de fabriek is de SYSTEM CONTROL toets nummer 1 al voorgeprogrammeerd met uitschakelcommando’s voor allerlei Sony apparatuur en SYSTEM CONTROL toets nummer 3 is in de fabriek geprogrammeerd met inschakelcommando’s voor Sony apparatuur. Om deze toetsen terug te stellen op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen, hoeft u alleen de “aangeleerde” functies van de SYSTEM CONTROL toets 1 of 3 te wissen. Dan worden de System Control bedieningsfuncties hersteld.
26
NL
Opmerkingen over de System Control bedieningsreeksen
•Als de te bedienen componenten te ver uiteen staan of als er een obstakel voor een afstandsbedieningssensor staat, kunnen niet alle componenten naar behoren werken wanneer u op de SYSTEM CONTROL toets drukt.
•Als er om de bovenstaande of een andere reden iets mis gaat met de bedieningsreeks, dan zult u daarna alle componenten terug moeten stellen in de oorspronkelijke stand voor u de SYSTEM CONTROL bedieningsreeks verzond. Anders loopt u de kans dat de bediening bij het opnieuw indrukken van de SYSTEM CONTROL toets weer mis gaat.
•Het inschakelen van componenten kan bij een System Control bedieningsreeks wel eens problemen geven. Het signaal voor inschakelen is vaak hetzelfde als voor uitschakelen. Om moeilijkheden te voorkomen is het aanbevolen eerst te controleren of de betreffende componenten voor de bedieningsreeks al naar behoren ingeschakeld zijn of juist nog uit staan.
•Als de System Control functies niet goed werken, kunt u proberen of de “Tips voor het programmeren van de System Control functies” op blz. 26 uitkomst brengen.
Programmeren van een reeks bedieningscommando’s voor de component­keuzetoetsen
Net als bij de SYSTEM CONTROL toetsen kunt u ook een reeks bedieningscommando’s vastleggen onder de component­keuzetoetsen (tot 16 stappen per toets).
Voorbeeld: Programmeren van de procedure op blz. 23 onder de VCR component-keuzetoets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Druk op de gewenste
component-keuzetoets en houd deze langer dan 3 seconden ingedrukt.
De gekozen component­keuzetoets licht op en alle andere toetsen knipperen snel.
wordt vervolgd
NL
27
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg)
Als er al een bedieningsreeks onder de gekozen toets is geprogrammeerd
Om dan een nieuwe bedieningsreeks te programmeren, zult u de bestaande reeks eerst moeten wissen (zie blz. 28).
3 Volg de aanwijzingen 3 t/m
6 op blz. 24 en 25.
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties
Druk op de geprogrammeerde component-keuzetoets en houd deze langer dan 2 seconden ingedrukt.
Opmerkingen
• U kunt een reeks System Control bedieningsfuncties programmeren voor een component-keuzetoets waarvoor al een inschakelfunctie (zie blz. 30) is geprogrammeerd. In dat geval wordt echter de inschakelfunctie overschreven en kunt u die niet meer gebruiken. Maar wanneer u de System Control bedieningsreeks voor de betreffende toets uitwist, zal de inschakelfunctie weer gelden en kunt u die weer als voorheen gebruiken.
• U kunt geen System Control bedieningsreeks programmeren voor een component-keuzetoets waaraan al een nieuw signaal is toegewezen door “aanleren” (zie blz. 15).
• Andersom kunt u wel door “aanleren” (zie blz. 15) een nieuwe functie vastleggen onder een component-keuzetoets waarvoor al een System Control bedieningsreeks is geprogrammeerd. Dan wordt de System Control bedieningsreeks overschreven en kunt u die niet meer gebruiken. Maar wanneer u de nieuw “aangeleerde” functie voor de betreffende toets uitwist, zal de System Control bedieningsreeks weer gelden en kunt u die weer als voorheen gebruiken.
• U kunt een inschakelfunctie (zie blz.
30) programmeren voor een component-keuzetoets waarvoor al een System Control bedieningsreeks is geprogrammeerd, maar dan zult u die inschakelfunctie nog niet kunnen gebruiken. Pas wanneer u de System Control bedieningsreeks voor de betreffende toets uitwist, zult u de inschakelfunctie kunnen gebruiken.
• Als het programmeren langer dan 10 seconden wordt onderbroken, vervalt de invoerstand en zal de bedieningsreeks slechts tot op dat punt gelden. Om dan de gehele reeks in te voeren zult u de gedeeltelijke reeks moeten wissen, om dan opnieuw vanaf stap 1 te gaan programmeren. Het is niet mogelijk om door te gaan waar u gestopt bent.
• Als u het component-codenummer wijzigt (zie blz. 8) of een nieuwe functie van een andere afstandsbediening overneemt met de aanleerfunctie (zie blz. 15) voor een toets waaraan eerder een reeks System Control functies was toegewezen, dan vervalt die reeks en zal bij indrukken van de component­keuzetoets alleen het nieuwe signaal worden verzonden.
Wissen van een System Control bedieningsreeks die is geprogrammeerd voor een component-keuzetoets
Voorbeeld: Wissen van de geprogrammeerde reeks voor de VCR toets
Houd de S (set) toets ingedrukt en druk daarbij de VCR toets in.
De component-keuzetoets licht op wanneer u deze toetsen indrukt en dooft wanneer u ze loslaat.
28
NL
Aanpassen van de tijdsduur tussen de commando‘s in een bedieningsreeks
Voor het tijdsinterval tussen de stappen kunt u kiezen uit vier waarden (ongeveer 127 milliseconden, 408 ms, 708 ms of 974 ms).
Voor de SYSTEM CONTROL toetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Druk op een van de
SYSTEM CONTROL toetsen (1, 2 of 3) waarvoor u de tijdsduur wilt aanpassen en houd deze ingedrukt terwijl u op een van de cijfertoetsen (1 - 4) drukt om het gewenste tijdsinterval te kiezen.
1: ongeveer 127 ms
(fabrieksinstelling) 2: ongeveer 408 ms 3: ongeveer 708 ms 4: ongeveer 974 ms
(1 ms = 1/1000 seconde)
Alle component-keuzetoetsen lichten op wanneer u deze toetsen indrukt en doven wanneer u ze loslaat.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan 1 - 4 drukt, knippert het S (set) indicatorlampje tweemaal en keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 1. Kies zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
wordt vervolgd
29
NL
Uitvoeren van een reeks bedieningsfuncties — System Control functies (vervolg)
Voor de component­keuzetoetsen
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen gaan knipperen.
2 Druk op een van de
component-keuzetoetsen waarvoor u de tijdsduur wilt aanpassen en houd deze ingedrukt terwijl u op een van de cijfertoetsen (1 -
4) drukt om het gewenste tijdsinterval te kiezen.
De component-keuzetoets licht op wanneer u deze toetsen indrukt en dooft wanneer u ze loslaat.
Toevoegen van een extra functie aan de component­keuzetoetsen
Programmeren van de inschakelcode voor de gekozen component (alleen voor Sony apparatuur)
Bij gebruik van Sony componenten kunt u de inschakelcode voor elk apparaat programmeren onder een component-keuzetoets. Zo kunt u met één druk op de component­keuzetoets een bepaald apparaat inschakelen en tegelijk instellen op de bediening ervan.
Voorbeeld: Programmeren van de TV toets
1 Druk op de S (set) toets.
Alle component-keuzetoetsen
gaan knipperen.
Opmerking
Als u op een andere cijfertoets dan 1 - 4 drukt, knippert het S (set) indicatorlampje tweemaal en keert de afstandsbediening terug naar de toestand van stap 1. Kies zorgvuldig de gewenste toets van 1
- 4.
NL
30
Loading...
+ 78 hidden pages