Sony RM-TP501 User Manual

Remote Commander
3-864-784-31(1)
Gebruiksaanwijzing Bruksanvisning Bedienungsanleitung Istruzioni per l’uso Manual de instruções
NL S D I P
RM-TP501
1998 by Sony Corporation
Voorzorgsmaatregelen
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
WAARSCHUWING (betreffende de lithiumbatterij)
Bij onjuiste vervanging van de batterij zou deze kunnen ontploffen. Vervang de batterij slechts door een van hetzelfde of een gelijkwaardig type, aanbevolen door de fabrikant. Werp lege batterijen niet met het huisvuil weg, maar lever ze in als klein chemisch afval.
Aansluiten
Alvorens enige aansluitingen te maken voor de te bedienen apparatuur, schakelt u eerst alles uit en trekt u de stekkers uit het stopcontact.
Reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat mild zeepsop. Gebruik nooit schuurmiddelen of chemische oplosmiddelen zoals spiritus of benzine.
Mocht u nog vragen hebben of problemen met het apparaat, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
• In deze gebruiksaanwijzing zult u hier en daar het volgende symbool aantreffen: z Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips,
die de bediening vergemakkelijken.
NL
2

INHOUDSOPGAVE

Voorbereidingen 4
Op afstand te bedienen apparatuur en functies 4 Voorbereiden van de afstandsbediening 5 Samenhang van de aanraakpaneelfuncties 8
Plaats en functie van de bedieningsorganen 9
Voorpaneel 9 Achterpaneel 10
Bediening 11
Basisbediening 11 Voorbeeld: afstandsbediening van een compact disc
speler 13
Voorbeeld: afstandsbediening van de tuner voor
radio-ontvangst 14
Voorbeeld: opnemen van een compact disc op
minidisc 15 Kiezen van akoestiekfuncties 16 Bijregelen van de klankbeelden 17 Aanpassen van de bedieningsfuncties van de
afstandsbediening 18
NL
Aanvullende informatie 22
Voorzorgen bij het gebruik 22 Verhelpen van storingen 23 Technische gegevens 24 Index 24
NL
3

V oorber eidingen

Dit hoofdstuk geeft aan hoe u de afstandsbediening kunt voorbereiden voor de bediening van uw apparatuur. Lees voor het in gebruik nemen eerst dit hoofdstuk door.

Op afstand te bedienen apparatuur en functies

Dit toestel is een afstandsbedieningseenheid die infrarode stralen uitzendt, waarmee u een tuner/versterker en de daarop aangesloten audio/video-apparatuur op afstand kunt bedienen.
Geschikte apparatuur
U kunt deze afstandsbediening gebruiken voor de bediening van Sony audio/video-apparatuur en tevens voor audio/video-apparatuur van andere merken. Voor de bediening van andere merken zult u de afstandsbediening hier eerst op moeten instellen (zie blz.
18).
Functies
Dit is een tweerichtings-afstandsbediening. Naast het uitzenden van infrarode stralen voor de bediening van een tuner/versterker en aangesloten apparatuur, kan de afstandsbediening ook infrarode stralen van de tuner/ versterker ontvangen voor het aangeven van benamingen en andere gegevens van apparatuur die op de tuner/ versterker is aangesloten via een CONTROL A1 bedieningskabel.
NL
4

Voorbereiden van de afstandsbediening

Volg eerst de onderstaande aanwijzingen voor het inleggen van de batterijen en verricht daarna de andere voorbereidingen voor de aanraakschermbediening beschreven onder “Gebruiksklaar maken van de afstandsbediening” op blz. 6.
Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Plaats in het batterijvak vier LR6 (AA-formaat) alkali­batterijen (voor de afstandsbedieningsfuncties) en een lithiumbatterij (voor het instandhouden van het geheugen van de afstandsbediening).
1 Open het deksel van het batterijvak.
In de richting van de pijl schuiven
4 Sluit het deksel van het batterijvak.
Voorbereidingen
Na het inleggen van de batterijen raakt u met een
vinger het LCD aanraakscherm aan zodat het oplicht
en het aanraakpaneel-instelscherm verschijnt. Volg de
aanwijzingen op de volgende pagina om het
aanraakpaneel naar wens in te stellen en de
oorspronkelijke verbinding met de tuner/versterker
tot stand te brengen.
2 Leg de vier alkali-batterijen in de houder.
AA-formaat alkali-batterijen
]
}
Plaats de batterijen steeds met de negatieve (–) pool eerst in de houder.
}
]
]
}
}
]
3 Leg de lithiumbatterij in het aparte vakje.
Veeg de lithiumbatterij eerst goed schoon met een droog doekje en plaats de batterij dan met de positieve (+) pool naar boven in het vakje.
Platte ronde CR2032 lithiumbatterij
Opmerkingen
• Het LCD scherm licht op wanneer u dit aanraakt.
• De VOL +/– volumetoetsen, MUTING geluiddempingstoets en
SLEEP sluimertoets zijn ook te gebruiken wanneer het LCD scherm niet oplicht.
• Met een korte druk op de BACK LIGHT/COMMANDER OFF
toets kunt u de verlichting van het scherm uitdoen. Houd de toets ongeveer 2 seconden ingedrukt om het LCD scherm geheel uit te schakelen. Om de batterijen te sparen, is het beter het scherm of ook de gehele afstandsbediening uit te schakelen wanneer u deze niet meer gebruikt.
• Als de afstandsbediening ongeveer 1 minuut lang niet meer
gebruikt is, wordt het LCD scherm automatisch uitgeschakeld (automatische afslag). De tijd waarna de automatische afslag in werking treedt, is instelbaar (zie blz. 21).
Positieve (+) pool boven
NL
5
Voorbereiden van de afstandsbediening
Voorbereidingen
Gebruiksklaar maken van de afstandsbediening
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 5 om de afstandsbediening voor gebruik gereed te maken. Het LCD scherm van de afstandsbediening is een voor aanraking gevoelig bedieningspaneel, waarop u dus met de vinger gemakkelijk de gewenste instellingen kunt maken.
1 Verwijder de aanraakpen.
Om de aanraakpen weer aan te brengen, dient u deze met de punt naar voren in te steken.
Penhouder
Uitschuiven
Voorzichtig
Gebruik voor de bediening via het aanraakpaneel uitsluitend een lichte aanraking met een vingertop of deze aanraakpen. Andere voorwerpen zoals een balpen of potlood kunnen het aanraakpaneel beschadigen, zodat het niet meer goed reageert. Mocht de aanraakpen kwijt raken of de punt ervan beschadigd worden, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
2 Draai aan de CONTRAST regelaar om de helderheid
van het LCD scherm naar wens in te stellen.
Raak de 4 instelpunten aan met de aanraakpen.
Opgelet
Om het aanraakpaneel naar behoren te laten werken, zult u eerst deze instelling van het aanraakpaneel moeten verrichten. Als u tracht het aanraakpaneel te gebruiken zonder dit te hebben ingesteld, zal het “Touch Panel Adjustment” scherm verschijnen, telkens wanneer het LCD scherm oplicht.
Oorspronkelijke verbinding met de tuner/ versterker
4 Druk op de 1/u toets van de tuner/versterker om
dat apparaat in te schakelen.
CONTRAST regelaar
Instellen van het aanraakpaneel
3 Leg de plaats van het aanraakpaneel op het LCD
scherm vast.
Raak het midden van elk van de vier instelpunten aan met de aanraakpen. Wanneer u alle vier punten hebt aangeraakt klinkt er een pieptoon, de aanduiding “Adjusted” wordt aangegeven en dan verschijnt het scherm voor de oorspronkelijke verbinding met de tuner/versterker.
NL
6
5 Richt de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening op het uitleesvenster van de tuner/versterker en raak de OK tiptoets op het paneel aan.
Wanneer de oorspronkelijke verbinding met de tuner/ versterker eenmaal tot stand is gebracht, is de afstandsbediening gereed voor bediening van de tuner/versterker.
Opmerkingen
1 à 2 meter
• Om een goede verbinding tot stand te brengen, dient u de oorspronkelijke verbinding op korte afstand recht voor de tuner/versterker te maken.
• Beweeg de afstandsbediening niet tijdens het maken van de oorspronkelijke verbinding.
Als er iets mis gaat tijdens het gereedmaken van de afstandsbediening
Dan verschijnt er een foutmelding op het scherm.
• Door aanraken van de OK tiptoets kunt u terugkeren naar het scherm voor stap 5.
• Door aanraken van de SKIP tiptoets kunt u het gewone bedieningsscherm laten verschijnen zonder de oorspronkelijke instellingen te maken. Dan is de afstandsbediening wel te gebruiken, maar er kunnen bepaalde functies worden aangegeven die niet op de tuner/versterker aanwezig zijn en kunnen sommige toetsen niet werken. Bovendien zal dan het oorspronkelijke instelscherm verschijnen, telkens wanneer u het aanraakpaneel inschakelt.
Vervangen van de batterijen
Om te zorgen dat de geheugeninhoud van de afstandsbediening ook bij het verwisselen van de batterijen bewaard blijft, dient u de volgende voorzorgen in acht te nemen.
Wanneer de batterijen te vervangen
Wanneer de batterijen leeg raken, klinkt er een waarschuwingstoon en verschijnt er een aanduiding op het scherm. Vervang dan de batterijen door nieuwe, volgens de aanwijzingen op het scherm.
Vervang de alkali­batterijen.
Verwijderen van de lithiumbatterij
Vervang de lithiumbatterij.
Voorbereidingen
Opmerking
De afstandsbediening ontvangt en toont bedieningsgegevens van de tuner/versterker. Er kunnen fouten in de gegevensoverdracht optreden als u de zend/ontvangkop van de afstandsbediening niet precies op het uitleesvenster van de tuner/versterker gericht houdt. Richt de afstandsbediening steeds recht op het uitleesvenster van de tuner/versterker.
Opmerkingen
• Disctitels en muziekstuktitels, overgenomen van een CD-wisselaar, worden bewaard in het geheugen van de afstandsbediening. De lithiumbatterij dient om deze gegevens in het geheugen in stand te houden. Als u de afstandsbediening blijft gebruiken wanneer de lithiumbatterij leeg is, zullen de gegevens uit het geheugen verdwijnen. Vervang daarom de lithiumbatterij zo spoedig mogelijk nadat de batterij-leeg aanduiding verschijnt.
• Vervang de alkali-batterijen door nieuwe zodra ze leeg zijn. Als u de afstandsbediening blijft gebruiken wanneer de alkali­batterijen leeg zijn, zal de lithiumbatterij voor instandhouding van het geheugen sneller uitgeput raken en kunnen de gegevens uit het geheugen verdwijnen.
• De gebruiksduur van de batterijen kan onder bepaalde omstandigheden wel eens korter uitvallen dan normaal.
• Als de alkali-batterijen en de lithiumbatterij tegelijk uitgeput raken, dient u eerst de alkali-batterijen te vervangen. Als u de lithiumbatterij vervangt terwijl er lege alkali-batterijen in de afstandsbediening zitten, zullen de gegevens uit het geheugen verdwijnen.
• Als de alkali-batterijen leeg zijn, dient u u ze alle vier tegelijk door nieuwe batterijen te vervangen.
• Na het vervangen van de batterijen dient u de oorspronkelijke instelling van het aanraakpaneel opnieuw te verrichten (zie blz. 6).
NL
7

Samenhang van de aanraakpaneelfuncties

Voorbereidingen
Hieronder worden schematisch de bedieningsfuncties van het aanraakpaneel getoond in hun onderlinge samenhang.
FUNCTION scherm
Normaal verschijnt eerst het FUNCTION scherm. Om een ander scherm te zien, raakt u de gewenste functie in de linker kolom van het LCD scherm aan.
Schermen voor de keuze en bediening van andere apparatuur, aangesloten op de tuner/versterker.
SOUND FIELD klankbeeldscherm
SETUP instelscherm
RELOAD...
Raak dit punt aan als de muziektitels van een afgespeelde compact disc of minidisc niet goed worden aangegeven.
Scherm voor keuze en bijregeling van de akoestiek­klankbeelden (zie blz. 16 - 18)
Scherm voor het instellen van de bedieningsfuncties voor apparatuur van andere merken (zie blz. 18)
Scherm voor het opnemen van beeld en geluid vanaf één audio/video­component naar een andere (zie blz. 15).
NL
8
Plaats en

Voorpaneel

functie van de bedieningsorganen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de toetsen en regelaars, met een beschrijving van de bedieningsfuncties.
1
1 Licht-uitschakeltoets (BACK LIGHT/COMMANDER
OFF)
Druk kort hierop om de schermverlichting uit te zetten of houd de toets twee seconden lang ingedrukt om het LCD scherm geheel uit te schakelen. Met een druk op de toets wanneer het scherm gedoofd is, schakelt u het LCD scherm en de verlichting ervan weer in.
2 Aanraakpaneel
Raak het scherm aan om een functie te bedienen. De afstandsbediening wordt dan automatisch ingeschakeld.
23
4
5

Plaats en functie van de bedieningsorganen

6
7
8
3 Volumetoetsen (VOL +/–)
Hiermee kunt u de geluidssterkte van de tuner/ versterker naar wens instellen.
4 Keuze/invoerknop (JOG DIAL)
Draai hieraan om uit een lijst met functies e.d. de gewenste functie te kiezen. Druk de knop in om de gekozen functie in te schakelen.
5 Systeem-uitschakeltoets (SYSTEM/STANDBY)
Druk hierop om alle aangesloten Sony audio/video­componenten tegelijk uit te schakelen. Ook kunt u de toets gebruiken om alleen de tuner/versterker aan of uit te zetten, afhankelijk van de gekozen instellingen in het SETUP instelscherm (zie blz. 21).
6 Geluiddempingstoets (MUTING)
Druk hierop om de geluidsweergave van de tuner/ versterker te dempen.
7 Contrastregelaar (CONTRAST)
Draai hieraan om het contrast van het LCD scherm scherper of zachter in te stellen.
8 Sluimerfunctietoets (SLEEP)
Druk hierop om de tuner/versterker na een bepaalde tijd automatisch door de sluimerfunctie te laten uitschakelen. De sluimerfunctie-uitschakeltijd wordt aangegeven in het uitleesvenster van de tuner/ versterker, niet op het LCD scherm van de afstandsbediening.
NL
9

Achterpaneel

1
Plaats en functie van de bedieningsorganen
2
5
1 Zend/ontvangkop
Voor het zenden en ontvangen van infrarode signalen aan en vanaf de tuner/versterker.
2 Deksel batterijvak
3 Aanraakpen
4 Systeem-uitschakeltoets (SYSTEM/STANDBY)
Druk hierop om alle aangesloten Sony audio/video­componenten tegelijk uit te schakelen. Ook kunt u de toets gebruiken om alleen de tuner/versterker aan of uit te zetten, afhankelijk van de gekozen instellingen in het SETUP instelscherm (zie blz. 21).
3
4
5 Houder voor de aanraakpen
Voor het gebruik van de aanraakpen trekt u deze uit de houder en na het gebruik schuift u de pen er weer in.
10
NL

Bediening

Basisbediening

In dit hoofdstuk wordt de bediening van de tuner/versterker en de aangesloten audio/video-apparatuur beschreven.
Aangeven van het FUNCTION keuzescherm
Voor de afstandsbediening van apparatuur die is aangesloten op de tuner/versterker laat u eerst het FUNCTION scherm verschijnen en dan kiest u daarin de component die u wilt bedienen (CD, MD voor minidisc, enz.).
Normaal verschijnt eerst het FUNCTION scherm. Als dit echter niet wordt aangegeven, raakt u de aanduiding FUNCTION aan om dit scherm te laten verschijnen.
Raak de aanduiding FUNCTION op het LCD scherm aan.
FUNCTION
Bediening
Het FUNCTION keuzescherm verschijnt.
De indeling van het FUNCTION scherm wordt uitgelegd op de volgende pagina.
z
U kunt kiezen welke functies worden aangegeven op het
FUNCTION scherm
Uitgezonderd de REC EDIT functie kunt u zelf kiezen welke functies u wel of niet op het scherm wilt zien, met behulp van het FUNCTION HOOK UP keuzescherm (zie blz. 20).
11
NL
Basisbediening
Het onderstaande schema toont de indeling van het FUNCTION scherm en de samenhang van de onderdelen. U kunt kiezen welke componenten er worden aangegeven op het FUNCTION scherm, via het onderdeel FUNCTION HOOK UP in het SETUP instelscherm. (Zie voor nadere bijzonderheden over de FUNCTION HOOK UP de beschrijving op blz. 20).
Bediening
Indeling en samenhang van het FUNCTION scherm
12
NL

Voorbeeld: afstandsbediening van een compact disc speler

Hieronder wordt beschreven hoe u een CD-speler die is aangesloten op de tuner/versterker op afstand kunt bedienen. Andere soortgelijke componenten zijn op dezelfde wijze te bedienen.
Zie voor nadere bijzonderheden over de bediening van de CD-speler de daarbij geleverde gebruiksaanwijzing. De schermaanduidingen in het onderstaande voorbeeld zijn de aanduidingen die verschijnen voor afstandsbediening van een Sony CD-wisselaar met een CONTROL A1 aansluiting.
1 Raak de aanduiding FUNCTION aan.
Dan verschijnt het functiekeuzescherm.
2 Raak de aanduiding aan.
De weergavefunctie van de tuner/versterker wordt ingesteld op CD-weergave en het CD bedieningsscherm verschijnt.
Gekozen merk en categorie (zie blz. 19)
Disctitel*
Bediening van andere functies
Raak de aanduiding SUB aan. Dan verschijnt er een ander stel tiptoetsen, waarmee u andere functies kunt bedienen.
Bediening
Aangeven van een lijst met muziektitels
Raak de aanduiding LIST aan om een overzicht te zien van alle muziektitels in een Sony CD-wisselaar (voor 5 discs, 50 of 200 discs) of minidisc-speler die op de tuner/ versterker is aangesloten via een CONTROL A1 bedieningskabel. Hiervoor moet de betreffende informatie echter eerst zijn overgenomen uit de tuner/versterker (Zie voor nadere bijzonderheden blz. 20). Het LIST titelscherm kan alleen worden aangegeven wanneer voor de FUNCTION weergave is ingesteld op CD of DAT/MD.
Muziekstuktitel*
• Lange titels zijn te lezen door aanraken van het doorloop­pictogram ( ) zodat de gehele titel door het scherm loopt.
• Alleen na instellen op een Sony CD-wisselaar (voor 5 discs, 50 of 200 discs) die op de tuner/versterker is aangesloten via een CONTROL A1 bedieningskabel.
3 Raak het ( weergavesymbool aan om het
afspelen van de CD te starten.
z
Als een muziekstuknummer of muziektitel niet naar behoren
wordt aangegeven
Richt de afstandsbediening op de tuner/versterker en raak de aanduiding RELOAD aan.
• Raak het gewenste discnummer aan om het afspelen van de bijbehorende compact disc te starten. De aanduiding geeft de weergegeven compact disc aan.
• Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak het 4 of $ pijltje aan om de lijst met nummers te doorlopen.
• Raak de NUMBER aanduiding aan om de lijst te sorteren op nummervolgorde of de TITLE aanduiding om de lijst te sorteren op alfabetische volgorde.
• Tussendoor kunt u op elk gewenst moment terugkeren naar het FUNCTION keuzescherm door aanraken van de FUNCTION aanduiding.
NL
13
Voorbeeld: afstandsbediening van de tuner voor radio­ontvangst
Hieronder wordt beschreven hoe u de tuner voor radio­ontvangst op afstand kunt bedienen. Zie voor nadere bijzonderheden over de functies voor radio-ontvangst de gebruiksaanwijzing van de tuner/versterker.
1 Raak de aanduiding FUNCTION aan.
2 Raak de aanduiding aan.
Bediening
Dan verschijnt het functiekeuzescherm.
De weergavefunctie van de tuner/versterker wordt ingesteld op TUNER en het bedieningsscherm voor radio-ontvangst verschijnt.
Voorkeurzender
Zendernaam
Bediening van andere functies
Raak de aanduiding SUB aan. Dan verschijnt er een ander stel tiptoetsen, waarmee u andere functies kunt bedienen.
• Voor handmatige zenderkeuze raakt u de DIRECT aanduiding aan en voert u de gewenste afstemfrequentie in.
• Om een ontvangen zender vast te leggen als voorkeurzender raakt u eerst de MEMORY aanduiding aan.
Aangeven van een lijst met zendernamen
Raak de aanduiding LIST aan om een overzicht te zien van alle zendernamen die zijn overgenomen uit de tuner/ versterker (Zie voor nadere bijzonderheden blz. 20). Het LIST zendernamenscherm kan alleen worden aangegeven wanneer voor de FUNCTION weergave is ingesteld op TUNER voor radio-ontvangst.
Afstemband
• Raak de AM of FM aanduiding aan om de gewenste afstemband te kiezen.
• Raak de PRESET + of – aanduiding aan om een voorkeurzender op te zoeken.
• Raak de TUNING + of – aanduiding aan om alle te ontvangen zenders te doorzoeken.
• Raak de SHIFT aanduiding aan om een zendergeheugengroep (A, B of C) te kiezen.
• Bij elk aangegeven scherm kunt u terugkeren naar het FUNCTION keuzescherm door aanraken van de FUNCTION aanduiding.
z
Als een zendernaam of afstemfrequentie niet naar behoren
wordt aangegeven
Richt de afstandsbediening op de tuner/versterker en raak de aanduiding RELOAD aan.
Afstemfrequentie
14
NL

Voorbeeld: opnemen van een compact disc op minidisc

Hieronder wordt beschreven hoe u muziek van compact discs kunt opnemen op minidisc, bij wijze van voorbeeld voor audio/video-opname.
Andere opnamefuncties
Het opnemen van een laserdisc op een videocassette werkt in principe op dezelfde wijze als hier beschreven. Zie voor nadere bijzonderheden over de bedieningstoetsen de gebruiksaanwijzing van de tuner/versterker en de andere componenten.
1 Raak de aanduiding FUNCTION aan.
Dan verschijnt het functiekeuzescherm.
2 Raak de aanduiding aan.
Nu verschijnt het REC EDIT opnamebedieningsscherm.
4 Raak de aanduiding voor opname-apparatuur aan
(in dit voorbeeld MD/DAT).
Bij aanraken van de MD/DAT aanduiding verschijnt het REC EDIT scherm voor opname of montage.
Bediening
5 Raak eerst de r opnametoets onder RECORDER:
MD/DAT aan en dan de ( weergavetoets onder PLAYER: CD.
Start het afspelen van de CD.
3 Raak de aanduiding voor de weergavebron aan (in
dit voorbeeld dus CD).
Als de CD aanduiding niet zichtbaar is, draait u aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het $ pijltje aan om de lijst met functies door te nemen. Als u de lijst iets te ver doorloopt, raakt u het 4 pijltje aan om terug te gaan.
PLAYER
Aanraken van het 4 pijltje brengt u hoger in de lijst Aanraken van het $ pijltje brengt u lager in de lijst
Wanneer u de PLAYER aanduiding kiest, wordt de FUNCTION weergavefunctie van de tuner/versterker automatisch ingesteld op de gekozen PLAYER geluidsbron.
Start het opnemen op de minidisc-recorder.
Het opnemen begint. Na afloop van het opnemen keert het FUNCTION scherm terug.
Tussentijds stoppen met opnemen
Alhoewel het opnemen in het bovenstaande voorbeeld automatisch stopt, kunt u het opnemen ook op elk gewenst moment onderbreken door de p stoptoets onder RECORDER aan te raken.
Tussentijds uitschakelen van de opnamefunctie
Raak de FUNCTION aanduiding aan zodat het FUNCTION keuzescherm verschijnt. Tijdens de stappen 2 en 3 kunt u de opnamefunctie ook annuleren door de aanduiding EXIT aan te raken.
15
NL

Kiezen van akoestiekfuncties

In deze hoofdstukken wordt beschreven hoe u een akoestiekfunctie kunt kiezen en hoe u het klankbeeld kunt bijregelen. Zie voor nadere bijzonderheden over de akoestiekfuncties en klankbeelden de gebruiksaanwijzing van de tuner/versterker.
Raak de SOUND FIELD aanduiding aan.
Bediening
Aangeven van het SOUND FIELD klankbeeldscherm
SOUND FIELD
Het SOUND FIELD akoestiekinstelscherm verschijnt.
Keuze van een klankbeeld
Zie voor nadere bijzonderheden over de beschikbare klankbeelden de gebruiksaanwijzing van de tuner/ versterker.
1 Raak de SOUND FIELD aanduiding aan.
Het SOUND FIELD klankbeeldscherm verschijnt.
2 Draai aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raak
het $ of 4 pijltje aan om de lijst met klankbeelden te doorlopen.
3 Druk de JOG DIAL keuze/invoerknop in om het
aangegeven klankbeeld in te schakelen of raak anders de aanduiding voor het gewenste klankbeeld rechtstreeks aan.
Er verschijnt dan een vinkje () voor het gekozen klankbeeld en het geluid wordt dan weergegeven met de bijbehorende akoestiekinstelling.
Genre van het klankbeeld gekozen met de instelbalk
Hieronder de samenhang van de SOUND FIELD klankbeeldschermen aangegeven.
Samenhang van de SOUND FIELD klankbeeldschermen
Gekozen klankbeeld
Instelbalk
Beurtelings in- en uitschakelen van het klankbeeld met elke aanraking
16
NL

Bijregelen van de klankbeelden

De klankbeelden zijn bij te regelen met de volgende 3 instelfuncties:
• EQ EDIT (bijregelen van de frequentiebanden)
• SURROUND EDIT (bijregelen van de akoestiekparameters)
• LEVEL (bijregelen van het luidsprekervolume)
Zie voor nadere bijzonderheden over de instelmogelijkheden de gebruiksaanwijzing van de tuner/ versterker.
Bijregelen van de frequentiebanden
1 Raak de aanduiding EQ EDIT in het SOUND FIELD
klankbeeldscherm aan.
Dan verschijnt het EQ EDIT instelscherm.
2 Kies het onderdeel dat u wilt bijregelen
(weergaveluidsprekers, toonbereik, frequentie of geluidsniveau).
Weergaveluidsprekers
BASS: lage tonen MID: middentonen TREBLE: hoge tonen
GAIN: geluidsniveau FREQUENCY: bijregelfrequentie
Bijregelen van de akoestiekparameters
1 Raak de aanduiding SURR EDIT in het SOUND FIELD
klankbeeldscherm aan.
Dan verschijnt het SURROUND EDIT akoestiekinstelscherm.
2 Regel de gewenste parameters naar eigen inzicht
bij. EFFECT: Keuze van een hogere waarde geeft meer
“nadruk” aan het akoestiekeffect.
WALL TYPE: Door keuze van de wandbekleding kunt
u verschillende luisterruimtes nabootsen.
REVERB TIME: Met deze parameter kunt u de
ruimtelijke werking van de vroege weerkaatsingen bepalen.
LFE MIX LEVEL: Raak de
het gewenste LaagFrequent-Effect mengniveau te kiezen.
D.RANGE COMPRESSOR: Raak de
aan om de gewenste dynamiekcompressie te kiezen.
of tiptoets aan om
of tiptoets
Bediening
3 Raak de of tiptoets aan om de
gewenste instelling te kiezen.
4 Herhaal de stappen 2 en 3 voor elk van de de
onderdelen die u wilt bijregelen.
Om de andere onderdelen te zien, draait u aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het 4 of $ pijltje aan om de lijst met instelmogelijkheden door te nemen.
5 Raak de aanduiding EXIT aan wanneer u de
frequentieband(en) naar wens hebt bijgeregeld.
Opmerkingen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen
klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingstoon klinkt of alle onderdelen alleen
in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding RELOAD aan.
3 Raak de aanduiding EXIT aan wanneer u de
akoestiekparameters naar wens hebt bijgeregeld.
Opmerkingen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingstoon klinkt of alle onderdelen alleen in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding RELOAD aan.
17
NL
Bijregelen van de klankbeelden
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de
1 Raak de aanduiding LEVEL in het SOUND FIELD
Bediening
2 Stel de geluidssterkte van de luidsprekers naar
3 Raak de aanduiding EXIT aan wanneer u de
Luisteren naar het bijgeregelde geluid en controleren van de luidsprekerbalans
Raak de TEST TONE aanduiding aan.
Bijregelen van het luidsprekervolume
klankbeeldscherm aan.
Dan verschijnt het LEVEL volume-instelscherm.
wens in.
Raak de of tiptoets aan om de gewenste geluidssterkte voor de betreffende luidspreker(s) te kiezen.
geluidssterkte naar wens hebt bijgeregeld.
afstandsbediening
Volgens de onderstaande aanwijzingen kunt u verschillende instellingen en functies van de afstandsbediening naar wens aanpassen.
Aangeven van het SETUP instelscherm
Voor het aanpassen van de bedieningsfuncties laat u eerst het SETUP instelscherm verschijnen.
Raak de SETUP aanduiding aan.
SETUP
Het SETUP instelscherm verschijnt.
Extra benadrukken van de lage tonen
Raak de BASS BOOST aanduiding aan.
Opmerkingen
• Onderdelen die niet instelbaar zijn, vanwege het gekozen klankbeeld of de luidsprekerinstellingen, verschijnen in grijs.
• Als er een waarschuwingstoon klinkt of alle onderdelen alleen in grijs worden aangegeven, raakt u dan de aanduiding RELOAD aan.
18
NL
Registreren van de aangesloten componenten
Volgens de onderstaande aanwijzingen kunt u de afstandsbediening gereedmaken voor de bediening van de componenten aangesloten op de tuner/versterker.
Voor het maken van deze instellingen dient u eerst de tuner/ versterker in te schakelen en dan de zend/ontvangkop van de afstandsbediening op het uitleesvenster van de tuner/versterker te richten.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
2 Raak de aanduiding FUNCTION&USER IR aan.
Dan verschijnt het FUNCTION&USER IR registratiescherm.
3 Kies het soort component dat u wilt registreren
(bijvoorbeeld VCR voor een videorecorder).
Om de andere instelmogelijkheden te zien, draait u aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het 4 of $ pijltje aan om de lijst met componenten door te nemen. Het FUNCTION&USER IR: CATEGORY keuzescherm verschijnt.
4 Kies het merk en type van het aangesloten
apparaat (bijvoorbeeld Sony VTR1 voor een Sony videorecorder).
Om de andere instelmogelijkheden te zien, draait u aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het 4 of $ pijltje aan om de lijst met apparaten door te nemen. Het FUNCTION&USER IR:MAKER CODE merk- en typescherm verschijnt.
Bediening
Raak de afstandsbedieningscode voor het aangesloten apparaat aan.
Het type apparaat dat u hebt gekozen in de stappen 4 en 5 wordt nu geregistreerd voor de component­bedieningsfunctie gekozen in stap 3 en dan verschijnt weer het SETUP instelscherm. Er klinkt een aangehouden pieptoon als de registratie goed is verlopen. Dan kunt u de gekozen component bedienen via het FUNCTION keuzescherm. Als er echter een reeks korte pieptonen klinkt, dient u de registratieprocedure te herhalen. Zorg dat de tuner/versterker is ingeschakeld en richt de afstandsbediening bij het registreren recht op de tuner/versterker.
Tussentijds onderbreken van de registratie
Raak in stap 2 de aanduiding EXIT aan of in de stappen 3 t/m 5 de aanduiding CANCEL, voor annuleren.
Opmerkingen
• Bij registratie van componenten van bepaalde merken kunnen niet alle functiesymbolen op het bedieningsscherm verschijnen.
• Bij bepaalde merken kunnen niet alle bedieningsfuncties goed werken, ook al worden de bijbehorende symbolen wel op het bedieningsscherm aangegeven.
19
NL
Aanpassen van de bedieningsfuncties van de afstandsbediening
Op het FUNCTION keuzescherm kunnen maximaal 11 componenten worden aangegeven. Alleen de componenten die op de tuner/versterker zijn aangesloten, zullen op het FUNCTION scherm verschijnen.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Bediening
2 Raak de aanduiding FUNCTION HOOK UP aan.
3 Kies een component die u niet op het FUNCTION
Instellen van het FUNCTION keuzescherm
Het SETUP instelscherm verschijnt.
Dan verschijnt het FUNCTION HOOK UP componentkeuzescherm.
scherm wilt zien en raak de aanduiding NO aan om die component te verwijderen.
Om de andere instelmogelijkheden te zien, draait u aan de JOG DIAL keuze/invoerknop of raakt u het 4 of $ pijltje aan om de lijst met componenten door te nemen. De gekozen component zal dan niet meer in het FUNCTION keuzescherm verschijnen en nu verschijnt weer het SETUP instelscherm.
2 Raak de aanduiding DOWNLOAD aan.
Dan verschijnt het DOWNLOAD overnamescherm.
3 Raak het soort gegevens dat u wilt overnemen
aan: FUNCTION NAME: Namen van de aangesloten
componenten.
TUNER PRESET NAME: Zendernamen e.d., vastgelegd
in de tuner/versterker.
CD MEMO: Disctitels en muziektitels van uw CD’s,
vastgelegd in een Sony CD-wisselaar (voor 5 discs, 50 of 200 discs) die op de tuner/versterker is aangesloten via een CONTROL A1 bedieningskabel.
Het overnemen van de gekozen gegevens begint en er wordt aangegeven hoever het overnemen is gevorderd. Zorg dat de zend/ontvangkop van de afstandsbediening hierbij steeds op het uitleesvenster van de tuner/versterker gericht blijft.
Weer aangeven van een eerder gewiste component
Herhaal het bovenstaande en raak in stap 3 de aanduiding YES aan in plaats van NO.
z
Componenten die zijn geregistreerd (zie blz. 19) zijn
automatisch op YES ingesteld.
Overnemen van gegevens uit de tuner/ versterker
Deze afstandsbediening kan van de tuner/versterker allerlei gegevens overnemen voor weergave op het scherm.
Voor het maken van deze instellingen dient u eerst de tuner/ versterker in te schakelen en dan de zend/ontvangkop van de afstandsbediening op het uitleesvenster van de tuner/versterker te richten. Houd de afstandsbediening op een afstand van ongeveer 1 à 2 meter van de tuner/versterker.
1 Raak de SETUP aanduiding aan.
Het SETUP instelscherm verschijnt.
NL
20
Bij aanraken van de CANCEL tiptoets worden de gegevens die op dat moment al zijn overgenomen wel vastgelegd.
Na afloop van het overnemen van de gegevens verschijnt weer het DOWNLOAD overnamescherm. Er klinkt een aangehouden pieptoon als de gegevensoverdracht goed is verlopen. Als er echter een reeks korte pieptonen klinkt, dient u het overnemen van de gegevens te herhalen. Zorg dat de tuner/versterker is ingeschakeld en richt de afstandsbediening bij het overnemen recht op de tuner/versterker.
4 Herhaal stap 3 als u nog andere gegevens wilt
overnemen.
5 Raak na afloop de aanduiding EXIT aan.
Dan stopt de gegevensoverdracht en verschijnt weer het SETUP instelscherm.
Overige instellingen
p Bijstellen van de plaats van het aanraakpaneel op het LCD scherm
U kunt de plaats van het aanraakpaneel op het LCD scherm bijstellen als het om enige reden is verschoven.
1 Raak de aanduiding TOUCH PANEL in het SETUP
instelscherm aan.
Dan verschijnt het TOUCH PANEL ADJUSTMENT plaatsbepalingsscherm.
2 Raak het midden van elk van de vier instelpunten
aan met de aanraakpen.
(Zie voor nadere bijzonderheden de paragraaf “Instellen van het aanraakpaneel” op blz. 6). Na enkele ogenblikken verschijnt de aanduiding “Adjusted” en klinkt er een aangehouden pieptoon.
p Automatisch laten doven van de LCD schermverlichting
U kunt de LCD schermverlichting een korte tijd na elke bedieningshandeling automatisch laten doven.
1 Raak de aanduiding LCD AUTO OFF in het SETUP
instelscherm aan.
Dan verschijnt het LCD AUTO OFF tijdinstelscherm.
p In- en uitschakelen van de bedieningspieptoon
U kunt kiezen of u wel of geen pieptoon wilt horen bij elke aanraking van het aanraakpaneel.
Raak de keuzetoets ON (voor wel een pieptoon) of OFF (voor geen pieptoon) aan, bij het onderdeel BEEP:ON/OFF in het SETUP instelscherm.
p In- en uitschakelen van de foutmeldingstoon
U kunt kiezen of u wel of geen waarschuwingstoon wilt horen wanneer zich een fout voordoet in de gegevensoverdracht.
Raak de keuzetoets ON (wel een foutmeldingstoon) of OFF (geen foutmeldingstoon) aan, bij het onderdeel ALARM:ON/OFF in het SETUP instelscherm.
p Alle gemaakte instellingen terugzetten op de fabrieksinstellingen
Ga als volgt te werk om alle gemaakte instellingen te annuleren en de afstandsbediening terug te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Let wel: de instellingen die u annuleert, zult u niet meer terug kunnen halen.
Voor het maken van deze instellingen dient u eerst de tuner/ versterker in te schakelen en dan de zend/ontvangkop van de afstandsbediening op het uitleesvenster van de tuner/versterker te richten.
1 Raak de aanduiding ALL CLEAR in het SETUP
instelscherm aan.
2 Raak ter bevestiging de OK tiptoets aan.
Bediening
2 Raak de + of – tiptoets aan om de gewenste
tijdsduur voor het uitschakelen te kiezen.
De uitschakeltijd is instelbaar in stappen van een minuut, van minimaal 1 tot maximaal 10 minuten.
3 Raak na afloop de aanduiding EXIT aan.
z
Om de batterijen te sparen
Kies in stap 2 een zo kort mogelijke tijdsduur.
p Wijzigen van de functie van de SYSTEM/ STANDBY toets
ALL OFF: Voor uitschakelen van alle aangesloten Sony
audio/video-apparatuur tegelijk.
ON/OFF: Voor in- en uitschakelen van alleen de tuner/
versterker.
21
NL
Aanvullende

Voorzorgen bij het gebruik

informatie
Zorgvuldig neerleggen
Laat de afstandsbediening niet vallen en zorg dat het apparaat niet wordt blootgesteld aan heftige trilingen, om het niet te beschadigen.
Gebruik van de aanraakpen
Raak de keuzemogelijkheden op het aanraakscherm alleen aan met uw vingertop of met de bijgeleverde aanraakpen. Andere voorwerpen zoals een balpen of potlood kunnen het aanraakpaneel beschadigen, zodat het niet meer goed reageert. Mocht de aanraakpen kwijt raken of de punt ervan beschadigd worden, neemt u dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Voorzichtig hanteren
Het aanraakpaneel (LCD scherm) is van glas. Als de glasplaat onder druk komt te staan, door vallen, verbuiging of een zwaar gewicht op de afstandsbediening (als er bijvoorbeeld met de elleboog op geleund wordt) kan de glasplaat breken en zou u zich aan de glassplinters kunnen verwonden.
Regelmatig reinigen
Reinig de behuizing, het paneel en de bedieningsorganen met een zachte doek, licht bevochtigd met wat mild zeepsop. Gebruik geen oplosmiddelen als benzine, alcohol of thinner, aangezien deze het achterpaneel kunnen aantasten.
22
NL

Verhelpen van storingen

Als zich bij het gebruik van de afstandsbediening een probleem voordoet, neemt u de onderstaande controlepunten even door. Mocht het probleem hiermee niet te verhelpen zijn, raadpleeg dan uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
De apparatuur reageert niet op de afstandsbediening.
/ Controleer of alle aansluitingen tussen de tuner/
versterker en de andere apparatuur in orde zijn.
/ Houd de afstandsbediening wat dichter bij de
tuner/versterker.
/ Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de tuner/versterker staan.
/ Controleer of de tuner/versterker wel is
ingeschakeld.
/ Richt de zend/ontvangkop van de
afstandsbediening recht op het uitleesvenster van de tuner/versterker .
/ Wellicht zijn de batterijen van de
afstandsbediening (bijna) leeg. Vervang ze door een stel nieuwe alkali-batterijen (zie blz. 7).
/ Als er een tl-buis of fluorescerende lamp met
inverter in de buurt van de afstandsbediening of de tuner/versterker is, schakel die lamp dan uit of verplaats de tuner/versterker.
/ Controleer of u wel de juiste functie op de
afstandsbediening hebt gekozen.
/ Apparatuur van een ander merk dan Sony kan niet
altijd juist op de afstandsbediening reageren, bij sommige merken of afwijkende modellen.
De aanduidingen op het LCD scherm lichten niet op.
/ Het LCD scherm is nog niet ingeschakeld. Leg uw
vinger op het aanraakpaneel, zodat dit oplicht.
/ Het contrast staat te licht of te donker ingesteld.
Draai aan de CONTRAST regelaar om de helderheid van het LCD scherm naar wens in te stellen (zie blz. 6).
Als er een CD-speler, cassettedeck of minidisc­recorder is aangesloten op de tuner/versterker via de S-LINK CONTROL A1 aansluitingen, werkt de automatische functiekeuze niet naar behoren.
/ Programmeer de afstandsbediening opnieuw (zie
blz. 18).
De SOUND FIELD akoestiekfuncties werken niet.
/ Bij een tuner/versterker met 5.1 INPUT
aansluitingen zullen de SOUND FIELD klankbeelden en akoestiekfuncties niet werken wanneer u instelt op de component aangesloten op die ingangsaansluitingen.
In het functiekeuzescherm kan er niet worden gekozen voor “5.1 INPUT”, ook al beschikt de tuner/versterker wel over 5.1 INPUT aansluitingen.
/ Er is een communicatiefout opgetreden. Richt de
afstandsbediening op de tuner/versterker en stel nogmaals in op “5.1 INPUT”.
Aanvullende informatie
De aanduidingen op de afstandsbediening komen niet goed overeen met de bedieningsfuncties van de tuner/versterker.
/ De oorspronkelijke verbinding van de
afstandsbediening met de tuner/versterker is nog niet tot stand gebracht. Alvorens de afstandsbediening te gebruiken, dient u eerst de oorspronkelijke verbinding met de tuner/ versterker tot stand te brengen (zie blz. 6).
/ De afstandsbediening was bij inschakelen niet op
de tuner/versterker gericht. Richt de afstandsbediening op de tuner/versterker en raak de aanduiding RELOAD aan om de gegevens betreffende de aangesloten apparatuur in de afstandsbediening over te nemen (zie blz. 8).
/ Controleer of u wel de juiste functie op de
afstandsbediening hebt gekozen.
23
NL

Technische gegevens

Afstandsbedieningssysteem
LCD vloeikristallen
aanraakscherm

Index

A
Aanpassen van de bedieningsfuncties 18 - 21 Achterpaneel 10
Afmetingen LCD scherm
3,8 inch (256 x 200
beeldpunten)
Type vloeikristallen
Reflecterend systeem
(monochroom type)
Aanraakpaneel
Aanvullende informatie
Stroomvoorziening
Maximale buitenafmetingen (breedte x hoogte x diepte, incl. uitstekende onderdelen en knoppen)
Gewicht 290 gram (alleen de
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving.
Weerstandmembraan-
systeem (analoog type)
Voor
bedieningsfuncties: 6 V (van vier AA­formaat alkali­batterijen)
Voor instandhouding
van het geheugen: 3 V (Van een CR2032 lithiumbatterij)
160 x 111 x 46 mm
afstandsbediening en aanraakpen)
B
Batterijen 5, 7 Bediening van diverse apparatuur
CD-speler 13 Opnemen 15 Tuner 14
C, D, E
Compact disc speler 13
F
FUNCTION keuzescherm 11, 12
instellen 19
G, H
Gebruiksklaar maken van de afstandsbediening 6
I, J, K, L, M, N
Instellen
FUNCTION keuzescherm 19 SETUP instelscherm 18
O, P, Q
Opnemen 15 Overnemen van gegevens uit de tuner/versterker 20
R
Radio-ontvangst 14 Registreren van de aangesloten componenten 18
S, T, U
SOUND FIELD klankbeeldscherm 16 - 18
V, W, X, Y, Z
Voorpaneel 9
24
NL
Aanvullende informatie
25
NL
Att observera
Angående denna bruksanvisning
ATT OBSERVERA ANGÅENDE LITIUMBATTERIET
Batteriet kan explodera om det hanteras på fel sätt. Byt ut batteriet mot ett likadant eller ett likvärdigt batteri som rekommenderas av produkttillverkaren. Kassera ett använt batteri enligt gällande föreskrifter.
Angående anslutningar
Slå av strömmen och koppla ur receivern från nätuttaget före anslutning av ljud/videoprodukter till receivern.
Angående rengöring
Torka av receivern, fjärrkontrollen, knapparna och reglagen med en mjuk trasa som fuktats i mild diskmedelslösning. Använd inte en rengöringssvamp eller kemiska lösningar som alkohol eller bensin.
Kontakta Sonys återförsäljare när det uppstår svårigheter eller du vill ställa frågor angående receivern eller fjärrkontrollen.
• Den nedanstående ikonen används i denna bruksanvisning: z anger råd och tips som gör fjärrstyrningen enklare.
S
2

INNEHÅLL

Förberedelser 4
Kompatibla produkter och funktioner 4 Förberedelser 5 Menyuppbyggnad 8
Placering av grundläggande knappar och reglage för fjärrstyrning 9
På framsidan 9 På baksidan 10
Fjärrstyrning 11
Grundläggande fjärrstyrning 11 Exempel: fjärrstyrning av CD-spelare 13 Exempel: fjärrstyrning av radiomottagning 14 Exempel: inspelning av CD-musik på MD-
spelare 15 Val av önskat ljudfält 16 Inställning av ljudparametrar 17 Inställning av fjärrstyrningsmiljö 18
S
Övrigt 22
Att observera under fjärrstyrning 22 Felsökning 23 Tekniska data 24 Alfabetiskt register 24
S
3

Förberedelser

Kompatibla produkter och funktioner

Detta kapitel beskriver förberedelserna för fjärrstyrning. Läs anvisningarna innan du börjar använda fjärrkontrollen.
Denna fjärrkontroll är en fjärrkontroll som använder infraröda strålar för att fjärrstyra receivern och de ljud/ videoprodukter som anslutits till den.
Kompatibla produkter
Fjärrkontrollen kan användas för fjärrstyrning av både Sonys och andra tillverkares ljud/videoprodukter. Fjärrkontrollen skall ställas in för fjärrstyrning av andra tillverkares produkter (sid. 18).
Funktioner
Denna fjärrkontroll är en dubbelriktad fjärrkontroll. Den sänder inte bara infraröda strålar för att fjärrstyra receivern, utan den kan även ta emot infraröda strålar från receivern för överföring till fjärrkontrollen av t. ex. skiv/spårnamn m. m. från produkter som anslutits till receivern via in/utgångarna CONTROL A1.
S
4

Förberedelser

Sätt först in batterierna i fjärrkontrollen och följ sedan anvisningarna under rubriken Förberedelser för fjärrstyrning på sid. 6.
Isättning av batterierna i fjärrkontrollen
Sätt in fyra st. alkaliska batterier LR6 (storlek AA) och ett litiumbatteri (som stödbatteri för minnet) i fjärrkontrollen.
1 Ta loss locket från batterifacket.
Skjut i pilens riktning.
2 Sätt in de alkaliska batterierna.
LR6 (storlek AA)
4 Sätt locket på batterifacket.
Förberedelser
Vidrör touchrutan (LCD-ruta) efter isättning av
batterierna. Belysningen tänds och menyn Touch Panel
Adjustment visas. Följ anvisningarna på nästa sida för
att ställa in touchrutan och etablera kommunikationen
med receivern.
]
}
Sätt in batterierna med minuspolen – före.
}
]
]
}
}
]
3 Sätt in litiumbatteriet.
Torka litiumbatteriet med en torr trasa och sätt in det i batterifacket med plussidan + vänd uppåt.
Runt litiumbatteri CR2032
Med plussidan + vänd uppåt
OBS!
• Belysningen tänds när du vidrör touchrutan.
• Knapparna VOL +/–, MUTING och SLEEP kan användas
också efter att touchrutan har slagits av.
• Ett tryck på BACK LIGHT/COMMANDER OFF släcker
belysningen i touchrutan. Håll intryckt i ca. två sekunder för att slå av touchrutan. Kom ihåg att slå av touchrutan eller strömmen när du inte använder fjärrkontrollen för att spara på batterierna.
• Touchrutan slås automatiskt av om det tar över en minut innan
touchrutan används (automatiskt avslag). Du kan ändra tiden till automatiskt avslag (sid. 21).
S
5
Förberedelser
Förberedelser
Förberedelser för fjärrstyrning
Följ anvisningarna från punkt 1 till punkt 5 för att förbereda fjärrkontrollen för fjärrstyrning. Touchrutan på fjärrkontrollen är känslig för beröring. Vidrör touchrutan för att styra fjärrkontrollen.
1 Ta ur touchpennan ur pennhållaren.
Förvaring av touchpenna: skjut in den i pennhållaren med spetsen före.
Pennhållare
Dra ut den.
Att observera
Använd endast den touchpenna som levereras med fjärrkontrollen eller ett finger för att vidröra touchrutan. En vanlig penna kan skada touchrutan så att den inte kan användas. Kontakta Sonys återförsäljare om spetsen på touchpennan blir skadad eller om du förlorar touchpennan.
Inställning av touchruta
3 Ställ in läget av touchrutan.
Vidrör mitten på de fyra punkterna med touchpennan. Efter att du vidrört alla punkterna, visas Adjusted samtidigt som pipljudet piper till. Därefter visas menyn för initialkommunikation.
Vidrör de fyra punkterna med touchpennan.
2 Vrid på CONTRAST för att ställa in ljusstyrkan
(kontrasten) i touchrutan.
Ratten CONTRAST
Att observera
Inställning av touchruta är nödvändig. Om inställningen inte görs, visas menyn Touch Panel Adjustment varje gång belysningen tänds.
Etablering av initialkommunikation
4 Tryck på 1/u för att slå på receivern. 5 Rikta sändaren/mottagaren på fjärrkontrollen mot
teckenfönstret på receivern och vidrör OK.
Efter etablering av kommunikationen med receivern kan du använda fjärrkontrollen för att fjärrstyra receivern.
S
6
Loading...
+ 90 hidden pages