Instellingen voor audio-opnames [26]
Windruisonderdrukking [27]
Wijzigen van de opnamestand voor stilstaande beelden [28]
Opname-interval voor stilstaande beelden [29]
Zelfontspanner [30]
Intervalfoto-opnames [31]
Lusopnameduur [32]
Schermrotatie [40]
Helderheid van het scherm [41]
Instellen van de datum en tijd / regio / zomertijd [42]
De instellingen resetten [43]
Versie [44]
Verbindingsstand [45]
Vliegtuigstand [46]
Instellingen voor het resetten van het netwerk [47]
Weergeven
Beelden afspelen
Beelden afspelen [48]
De schermweergave wijzigen
De schermweergave wijzigen [49]
Beelden verwijderen
Beelden verwijderen [50]
Overige
Voorzorgsmaatregelen
Hantering [51]
Over condensvorming [52]
Het toestel meenemen [53]
Bedrijfstemperatuur [54]
Het LCD-scherm gebruiken [55]
Waterbestendigheid [56]
De lijst met tijdsverschillen tussen de belangrijkste hoofdsteden
De lijst met tijdsverschillen tussen de belangrijkste hoofdsteden [57]
Technische gegevens
Technische gegevens [58]
Handelsmerken
Handelsmerken [59]
Opmerking over de licentie
Opmerking over de licentie [60]
Onderhoud en opslag
Onderhoud en opslag [61]
Het LCD-scherm onderhouden [62]
Onderhoud van dit toestel bij gebruik in of in de buurt van water [63]
Accu
Accu [64]
Dit toestel afdanken
Dit toestel afdanken [65]
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Het lukt niet om dit toestel via Wi-Fi te verbinden met de camera.
Het lukt niet om dit toestel via Wi- Fi te verbinden met de camera. [66]
Het lukt niet om dit toestel in te schakelen.
Het lukt niet om dit toestel in te schakelen. [67]
Het toestel wordt plots uitgeschakeld.
Het toestel wordt plots uitgeschakeld. [68]
Het lukt niet om dit toestel op te laden.
Het lukt niet om dit toestel op te laden. [69]
De aanduiding voor de resterende acculading is onjuist.
De aanduiding voor de resterende acculading is onjuist. [70]
Waarschuwingen en foutmeldingen
Foutmeldingen op de afstandsbediening voor liveweergave
Foutmeldingen op de afstandsbediening voor liveweergave [71]
[1] Hoe te gebruikenLees dit eerstOverzicht van de onderdelen
Overzicht van de onderdelen
1. MENU-toets
2. Stekkerafdekking
3. Vergrendelknop
4. Multi/Micro USB-aansluiting
5. RESET (resetten)-toets
6. CHG (opladen)-lampje
7. UP-toets
8. DOWN-toets
9. DISP-toets
10. REC/ENTER-toets
11. REC-/Wi-Fi-lampje
12. LCD-scherm
13. ON/OFF (aan/uit) -toets
14. Lus voor een riem
[2] Hoe te gebruikenLees dit eerstSchermweergave tijdens enkelvoudige verbinding
Schermweergave tijdens enkelvoudige verbinding
De hieronder beschreven pictogrammen worden tijdens de enkelvoudige verbinding weergegeven op het
scherm van de afstandsbediening.
De aanduidingen verschillen afhankelijk van de aangesloten camera.
Klokweergave
1. Pictogram toetsvergrendeling
2. Pictogram vliegtuigstand
Het pictogram van de vliegtuigstand wordt getoond wanneer de vliegtuigstand ingesteld is op
ON.
3. Aanduiding voor de resterende acculading van dit toestel
Naarmate de resterende acculading afneemt, zal de aanduiding voor de resterende acculading
wijzigen in de richting die door de pijl wordt aangegeven.
4. Klokweergave
Liveweergave
1. Aanduiding opnamestand
Tijdens het opnemen van een film wordt weergegeven. Tijdens het opnemen van stilstaande
beelden wordt weergegeven. Tijdens het opnemen van intervalfoto's wordt weergegeven.
Tijdens een lusopname wordt weergegeven. Tijdens een audio -opname wordt
weergegeven.
2. Pictogram toetsvergrendeling
3. Aanduiding voor de resterende acculading van dit toestel
Naarmate de resterende acculading afneemt, zal de aanduiding voor de resterende acculading
wijzigen in de richting die door de pijl wordt aangegeven.
4. REC-pictogram
5. Schakelaanduiding opnamestand
6. Pictogram waarschuwing geheugenkaart / pictogram voor toename temperatuur
wordt weergegeven wanneer de temperatuur van de camera toeneemt. Schakel de camera
een tijd uit om de temperatuur van de camera of de accu te laten zakken.
7. Aanduiding voor de resterende acculading van de camera
Scherm met opname-informatie
1. Opnamestandweergave
Tijdens het opnemen van een film wordt weergegeven. Tijdens het opnemen van stilstaande
beelden wordt weergegeven. Tijdens het opnemen van intervalfoto's wordt weergegeven.
Tijdens een lusopname wordt weergegeven. Tijdens een audio -opname wordt
weergegeven.
2. Audio-opnamepictogram
3. Windruisonderdrukking
4. Witbalans
5. AE-verschuiving
6. Weergave intervalopname/zelfontspanner
7. Beeldinstellingen/opname-interval voor stilstaande beelden
8. REC-pictogram
9. Aanduiding voor de resterende acculading van dit toestel
Naarmate de resterende acculading afneemt, zal de aanduiding voor de resterende acculading
wijzigen in de richting die door de pijl wordt aangegeven.
De pictogrammen wijzigen afhankelijk van de instellingen.
11. Aanduiding voor de resterende acculading van de camera
12. Opnametijd / het aantal foto's dat opgenomen kan worden / het aantal foto's
13. Pictogram voor toename temperatuur
wordt weergegeven wanneer de temperatuur van de camera toeneemt. Schakel de camera
een tijd uit om de temperatuur van de camera of de accu te laten zakken.
/wijzigen van de opnamestand voor stilstaande beelden /kleurenstand
14. Pictogram waarschuwing geheugenkaart
[3] Hoe te gebruikenLees dit eerstSchermweergave tijdens meervoudige verbinding
Schermweergave tijdens meervoudige verbinding
De hieronder beschreven pictogrammen worden tijdens de meervoudige verbinding weergegeven op het
scherm van de afstandsbediening.
1. Aanduiding opnamestand/REC-pictogram
Hier wordt de opnamestand en -status van de verbonden camera weergegeven. De positie van de
oranje cursor geeft aan welke camera momenteel live beelden weergeeft.
Tijdens het opnemen van beelden wordt het REC- pictogram in de rechterbovenhoek van de
opnamestandweergave getoond.
2. Aanduiding voor toename temperatuur
Dit pictogram geeft aan dat de temperatuur van de verbonden camera toeneemt.
Schakel de camera een tijd uit om de temperatuur van de camera of de accu te laten zakken.
3. Aanduiding voor de resterende acculading van dit toestel
Naarmate de resterende acculading afneemt, zal de aanduiding voor de resterende acculading
wijzigen in de richting die door de pijl wordt aangegeven.
[4] Hoe te gebruikenAan de slagDit toestel opladen
Dit toestel opladen
U kunt dit toestel opladen door het aan te sluiten op een computer.
1. Zorg ervoor dat de voeding van dit toestel ingesteld is op OFF.
2. Sluit dit toestel aan op een ingeschakelde computer met behulp van de micro-USB-kabel
(bijgeleverd).
Het CHG (opladen)-lampje licht oranje op en het opladen begint.
Het CHG (opladen)-lampje dooft wanneer de accu volledig opgeladen is.
De tijden voor het opladen van de accu*1 zijn als volgt:
Via een computer: ong. 4 uur en 5 minuten
Via een AC- UD10
*1
De tijd die nodig is om een volledig lege accu op te laden bij een temperatuur van 25 °C. Onder bepaalde omstandigheden kan
het opladen langer duren.
*2
U kunt de accu snel opladen door de USB-lader AC-UD10 (los verkrijgbaar) te gebruiken.Gebruik de micro-USB-kabel
(bijgeleverd) om de lader aan te sluiten.
Opmerking
*2
: ong. 2 uur en 55 minuten
U kunt dit toestel zelfs opladen wanneer het nog niet volledig leeg is. Zelfs als dit toestel niet volledig
is opgeladen, kunt u het gedeeltelijk opgeladen toestel gebruiken.
Wanneer dit toestel ingeschakeld is, wordt het gevoed maar niet opgeladen.
Om de werking van dit toestel tijdens de bewaring te behouden, laadt u het minstens één keer per
zes maanden tot een jaar volledig op. Bewaar het toestel op een koele, droge plaats.
Hint
De aanduiding voor de resterende acculading verschijnt rechtsboven op het scherm.
De weergegeven aanduiding voor de resterende acculading is afhankelijk van bepaalde
omstandigheden mogelijk niet correct.
Het duurt ongeveer 30 seconden voor de aanduiding voor de resterende acculading correct wordt
weergegeven.
Als de accu snel leeg raakt terwijl de aanduiding voor de resterende acculading hoog is, dient u dit
toestel opnieuw volledig op te laden. De aanduiding voor de resterende acculading zal daarna correct
weergegeven worden. Merk op dat de aanduiding onder de volgende omstandigheden mogelijk niet
correct weergegeven wordt:
U gebruikt dit toestel langdurig bij hoge temperaturen.
U laat het toestel ongebruikt terwijl het volledig opgeladen is.
Het toestel wordt intensief gebruikt.
Als u geen computer hebt, gebruikt u voor het opladen de AC-UD10-netspanningsadapter (los
verkrijgbaar).
[5] Hoe te gebruikenAan de slagEen riem vastmaken aan dit toestel
Een riem vastmaken aan dit toestel
U kunt een riem vastmaken aan dit toestel.
1. Plaats dit toestel op de basisplaat en steek de riem door de riemlus van dit toestel zoals
weergegeven bij , en maak deze vervolgens vast zoals weergegeven bij .
U kunt de lengte van de riem aanpassen aan de kleefpositie van en
2. Draag de afstandsbediening rond uw arm aan de zijde van de rug van uw hand, zoals getoond wordt
bij "OK". Voer vervolgens de riem door met de REC/ENTER-toets naar uw vingertoppen en het
LCD -scherm naar uw elleboog gericht.
Na het bevestigen van , verplaatst u zodat het einde van bedekt is.
Opmerking
Als u de riem fout draagt, kunt u gewond raken.
Wanneer u de afstandsbediening rond uw rechterarm draagt, zet u de schermrotatie op ON bij de
instellingen voor afstandsbediening.
Wanneer u de afstandsbediening aan uw arm draagt, moet u er altijd voor zorgen dat de bijgeleverde
basisplaat en riem correct bevestigd zijn.
Laat de afstandsbediening niet vallen bij het losmaken van de riem.
[6] Hoe te gebruikenAan de slagDit toestel in-/uitschakelen
Dit toestel in-/uitschakelen
U kunt dit toestel als volgt in-/uitschakelen.
1. Zorg ervoor dat de stekkerafdekking van dit toestel gesloten is.
Sluit de stekkerafdekking zodat de gele markering onder de vergrendelknop niet langer zichtbaar
is. Als er een vreemde materie zoals zand in de stekkerafdekking terechtkomt, kan de afdichtring
bekrast raken, waardoor er water in de afstandsbediening kan binnendringen.
2. Druk op de ON/OFF (aan/uit)-toets.
Wanneer u dit toestel voor het eerst inschakelt, verschijnt het scherm voor het instellen van de
datum en tijd / regio / zomertijd.
Het toestel uitschakelen
Om de afstandsbediening uit te schakelen, drukt u nogmaals op de ON/OFF (aan/uit)-toets.
[7] Hoe te gebruikenAan de slagDe datum en tijd instellen
De datum en tijd instellen
Bij een eerste gebruik van het toestel of na het updaten van de software ervan, wordt het scherm voor
het instellen van de datum en tijd / regio / zomertijd weergegeven. Stel de datum en tijd in voor u het
toestel in gebruik neemt.
1. Druk op de UP- of DOWN- toets om het gewenste item te selecteren en druk vervolgens op de
REC/ENTER-toets.
De volgende items worden achtereenvolgens weergegeven op het LCD-scherm.
2. Druk op de UP- of DOWN- toets om het gewenste item te selecteren en druk vervolgens op de
REC/ENTER-toets.
U kunt de datumnotatie en de klokinstellingen aanpassen via de MENU-items. Zie "Instellen van de
datum en tijd / regio / zomertijd".
[8] Hoe te gebruikenAan de slagDit toestel via Wi-Fi verbinden met een camera
(enkelvoudige verbinding)
De verbindingsstand controleren
Ga na of de verbindingsstand van dit toestel ingesteld is op enkelvoudige verbinding vooraleer u dit
toestel en de camera via Wi-Fi met elkaar verbindt.
Raadpleeg de instructiehandleiding op de website voor meer informatie over het controleren van de
verbindingsstand van de camera.
1. Schakel het toestel in.
2. Druk op de MENU-toets.
De lijst met instelitems wordt weergegeven.
3. Druk op de UP- of DOWN- toets om (instellingen voor afstandsbediening) (verbindingsstand) te selecteren en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets.
4. Controleer of (enkelvoudige verbinding) geselecteerd is en druk vervolgens op de
REC/ENTER-toets.
Als de verbindingsstand ingesteld is op (meervoudige verbinding), wijzigt u deze naar
(enkelvoudige verbinding).
[9] Hoe te gebruikenAan de slagDit toestel via Wi-Fi verbinden met een camera
(enkelvoudige verbinding)
Dit toestel via Wi-Fi verbinden met één camera
Wanneer de camera via Wi-Fi verbonden is met dit toestel, kunt u de camera op afstand bedienen.
1. Schakel dit toestel in.
Het Wi-Fi-stand-byscherm wordt weergegeven.
2. Schakel de camera in.
Action Cam behalve HDR-AZ1
Druk op de NEXT- of PREV-toets.
HDR-AZ1/lenscamera (QX-reeks)
Druk op de ON/OFF (aan/uit)-toets.
3. Controleer de camera-instelling.
Action Cam behalve HDR-AZ1
HDR-AZ1/lenscamera (QX-reeks)
Controleer of de Wi-Fi-markering weergegeven wordt op het scherm van de camera.
Bij de DSC-QX100/QX10 wordt de Wi-Fi-aanduiding niet weergegeven op het scherm van de
camera.
Als de verbindingsstand van de camera ingesteld is op meervoudige verbinding, wijzigt u deze
naar enkelvoudige verbinding.
Plaats voor de HDR-AS15/AS30V een geheugenkaart in de camera.
4. Selecteer de camera die u wilt verbinden met dit toestel.
i. Druk op de UP- of DOWN-toets om het SSID (de bestemming) te selecteren in de lijst.
ii. Druk op de REC/ENTER-toets.
iii. Wanneer de stand- bystand geactiveerd is op dit toestel, gaat u binnen 2 minuten verder met stap
5.
Als u in de stand-bystand op de REC/ENTER- toets drukt, wordt de stand-bystand geannuleerd op
de afstandsbediening. Selecteer in dat geval het SSID van de camera opnieuw.
Als het SSID niet wordt weergegeven, controleert u of de enkelvoudige verbinding geactiveerd is
op de camera. Raadpleeg de Helpgids van de camera op de website voor meer informatie over het
controleren van de verbindingsstand van de camera.
5. Verbind dit toestel met de camera.
Action Cam behalve HDR-AZ1
Wanneer [ACPT?] weergegeven wordt op het scherm van de camera, drukt u op de ENTER-toets
op de camera.
Als [ ACPT?] niet weergegeven wordt op het scherm van de camera, herstart u de camera en probeert
u het opnieuw vanaf stap 3.
HDR-AZ1/lenscamera (QX-reeks)
Wanneer u de bevestigingspieptoon voor de verbinding hoort, houdt u de Wi-Fi-toets op de
camera (ontspanknop voor de DSC-QX100/QX10) ingedrukt tot u de pieptoon hoort die aangeeft
dat de verbinding gelukt is.
Als er geen bevestigingspieptoon voor de verbinding geproduceerd wordt, herstart u de camera en
probeert u het opnieuw vanaf stap 3.
Als de pieptoon ingesteld is op OFF, wordt er geen bevestigingspieptoon voor de verbinding
geproduceerd.
Wanneer de verbinding gemaakt is, schakelt het LCD-scherm van de afstandsbediening over naar
de liveweergave en licht het REC/Wi-Fi-lampje blauw op.
Opmerking
Als alle stappen uitgevoerd zijn, worden dit toestel en de camera automatisch met elkaar
verbonden wanneer u de stroom inschakelt.
Het SSID van de camera wordt zonder "DIRECT-" weergegeven op dit toestel.
Het is niet mogelijk om beelden die opgenomen zijn op de camera te kopiëren naar dit toestel.
Als het niet lukt om dit toestel via Wi-Fi te verbinden met de camera / als
de verbinding niet tot stand werd gebracht
Als het niet lukt om dit toestel via Wi-Fi te verbinden met de camera, controleert u of de stand voor
enkelvoudige verbinding geactiveerd is op de camera.
Als dit niet het geval is, wijzigt u de verbindingsstand en probeert u het opnieuw.
Als het niet lukt om verbinding te maken met de camera, verloopt het signaalverkeer mogelijk stroef. Ga in
dat geval naar een andere locatie en probeer het opnieuw.
[10] Hoe te gebruikenAan de slagDit toestel via Wi-Fi verbinden met meerdere
camera's (meervoudige verbinding)
Dit toestel via Wi-Fi verbinden met meerdere camera's
U kunt maximaal vijf camera's verbinden met dit toestel en alle camera's tegelijk bedienen.
1. Schakel dit toestel in.
2. Druk op de MENU-toets.
De lijst met instelitems wordt weergegeven.
3. Druk op de UP- of DOWN- toets om (instellingen voor afstandsbediening) (verbindingsstand) - (meervoudige verbinding) te selecteren en druk vervolgens op de
REC/ENTER-toets.
4. Druk op de MENU-toets.
5. Druk op de UP- of DOWN- toets om (apparaatregistratie) te selecteren en druk vervolgens
op de REC/ENTER -toets.
6. Schakel de camera in.
7. Maak verbinding met de camera.
Action cam behalve HDR-AZ1
Selecteer [ MULTI] - [NEW] bij de Wi-Fi-instellingen.
HDR-AZ1 / lenscamera (QX-reeks)
Druk op de Wi-Fi-toets op de camera, wijzig de verbindingsstand van de camera naar meervoudige
verbinding en blijf vervolgens drukken op de Wi-Fi- toets op de camera.
Raadpleeg de Helpgids van de camera op de website voor meer informatie over het wijzigen van de
verbindingsstand van de camera.
8. Selecteer op dit toestel en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets.
De gevraagde verbinding wordt aanvaard en het LCD -scherm van dit toestel schakelt over naar de
liveweergave.
9. Als u meerdere camera's wilt verbinden, herhaalt u deze procedure vanaf stap 5.
Opmerking
Registreer de camera's voor de verbindingsstand-bystand van dit toestel geannuleerd wordt.
De functie voor het bedienen van meerdere camera's werkt alleen met compatibele camera's.
Wanneer u een camera wilt bedienen die geen ondersteuning biedt voor de functie voor het bedienen
van meerdere camera's, stelt u de verbindingsstand in op (enkelvoudige verbinding).
Het is niet mogelijk om beelden die opgenomen zijn op de camera te kopiëren naar dit toestel.
Voor het verbinden van de afstandsbediening voor liveweergave met meerdere camera's, wordt de
WPS-methode gebruikt. Als er zich een ander apparaat dat de WPS-methode gebruikt in de buurt van
de camera's bevindt, is het mogelijk dat de registratie mislukt. Als de registratie mislukt, maakt u
opnieuw verbinding door de stappen nogmaals uit te voeren.
[11] Hoe te gebruikenAan de slagDit toestel via Wi-Fi verbinden met meerdere
camera's (meervoudige verbinding)
De verbindingsinformatie van de geregistreerde camera
resetten
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de meervoudige verbinding geactiveerd is op de camera.
1. Druk op de MENU-toets.
De lijst met instelitems wordt weergegeven.
2. Druk op de UP- of DOWN- toets om (instellingen voor afstandsbediening) (netwerkinstellingen resetten) te selecteren en druk vervolgens op de REC/ENTER-toets.
3. Druk op de UP- of DOWN- toets om of (annuleren) te selecteren en druk vervolgens op de
REC/ENTER-toets.
[12] Hoe te gebruikenOpnemenFilms en stilstaande beelden opnemen
De opnamestand wijzigen
U kunt de opnamestand wijzigen door tijdens de enkelvoudige verbinding op de UP/DOWN-toets te
drukken op het liveweergavescherm van dit toestel.
Afhankelijk van de verbonden camera kunnen sommige opnamestanden niet ingesteld worden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de verbonden camera.
Het pictogram van de opnamestand wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm.
De opnamestanden zijn als volgt:
Filmstand: voor het opnemen van films.
Fotostand: voor het opnemen van stilstaande beelden.
Intervalfoto-opnamestand: hiermee kunt u aan een regelmatig interval stilstaande beelden
opnemen tot de opname wordt gestopt.
Lusopnamestand: wanneer de capaciteit van de geheugenkaart afneemt, wist de camera oudere
opnames en blijft deze opnemen.
Audio-opnamestand: hiermee kunt u geluid opnemen.
Hint
Het is ook mogelijk om de opnamestand te wijzigen via de MENU-items van de afstandsbediening. U
kunt als volgt wijzigingen doorvoeren via de MENU- items:
Druk op de MENU- toets om (opnamestand) te selecteren in de instelitems. Druk op de UPof DOWN -toets om de opnamestand te selecteren en druk vervolgens op de REC/ENTER- toets.
Als u een lenscamera (QX- reeks) aansluit, drukt u op de UP- of Down-toets om de camerazoom te
bedienen tijdens de liveweergave.
[13] Hoe te gebruikenOpnemenFilms en stilstaande beelden opnemen
Opnemen
U kunt films of stilstaande beelden en geluid opnemen.
Controleer de opnamestand voor u begint met opnemen.
Afhankelijk van de verbonden camera zijn er opnamestanden die niet ingesteld kunnen worden.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de camera.
1. Druk op de REC/ENTER-toets op dit toestel om de opname te starten.
Loading...
+ 40 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.