Gebruiksaanwijzing blz. 2
Istruzioni per l’uso pagina 2
NL
NL
I
I
PCM-M1
1997 by Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot
aan regen of vocht, om
gevaar van brand of een
elektrische schok te
voorkomen.
Voor klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg
zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als
KCA.
Opmerkingen betreffende het
opnemen
• Deze cassetterecorder is niet bestemd voor
commercieel gebruik. De gebruiker mag in
geen geval trachten zodanige aanpassingen
te maken aan dit apparaat dat het kan
worden aangesloten op audio-apparatuur
voor commercieel gebruik. Tracht ook niet
deze cassetterecorder te gebruiken voor het
vastleggen van computer-gegevens.
• Vóór het maken van belangrijke
bandopnamen is het aanbevolen eerst even
een proefopname te maken om de werking
en bediening van de opnamefunctie te
controleren, voor alle zekerheid.
• Neem de geldende voorschriften
betreffende het auteursrecht in acht,
aangaande de bandopnamen die u maakt.
Het gebruik van opgenomen
geluidsmateriaal in openbare voorstelling,
wederuitzending of duplicatie zonder
voorafgaande toestemming van de
auteursrechthouder kan in strijd zijn met
de wetten op het auteursrecht.
DE LEVERANCIER IS IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE,
INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE VAN
WELKE AARD DAN OOK, DIE
VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK
VAN EEN DEFECT ARTIKEL OF ENIG
ANDER PRODUCT.
NL
Inleiding2
Welkom!
Hartelijk welkom in de sublieme
klankwereld van de DAT cassetterecorder!
Uw digitale DAT recorder biedt u de
volgende kenmerken en mogelijkheden.
Door al dit technisch vernuft en handige
bedieningsfuncties zult u ten volle kunnen
genieten van uw muziek.
• Perfecte DAT geluidskwaliteit
door uiterst stabiele bandloop en een
superieure frequentierespons, zonder
waarneembare ruis of vervorming
.• Kopieercode instelbaar
— u kunt de kopieercode (ID6) naar wens
instellen, bijvoorbeeld voor liveopnamen e.d.
• Geschikt voor materiaal in het IEC958
formaat
(kopieercode instelbaar).
• Speciale functies voor studio-opname:
—Instelbaar minimaal geluidsniveau voor
het automatisch aanbrengen van
begincodes
—Halfautomatische stand voor
automatisch vastleggen van de eerste
begincode
—Piekniveau-aanduiding (PEAK HOLD)
voor gemakkelijke herkenning van het
maximale ingangsniveau
• Lang achtereen opnemen
met twee stuks herlaadbare nikkelmetaalhydride batterijen. Ongeveer 3,5
uur lang ononderbroken opnemen.
• Hi-fi bandopname
via een precisie-microfoonversterker,
tevens toegepast in de Super Bit Mapping
adapter (SBM-1).
• Instelbaar (automatisch/handmatig)
opnameniveau
voor aanpassing aan alle denkbare
opname-omstandigheden.
• Microfoon-begrenzingsschakeling (MIC
LIMITER)
zorgt dat extreme ingangssignalen het
maximale niveau niet overschrijden.
• Drie bemonsteringsfrequenties
Opnamen van digitale geluidsbronnen
zoals compact discs en BS/CS satellietuitzendingen is mogelijk deze DAT
recorder geschikt is voor drie
bemonsteringsfrequenties (SP snelheid: 48
kHz, 44,1 kHz en 32 kHz / LP snelheid: 32
kHz) Ook bij opnemen van een analoge
geluidsbron of via een microfoon kunt u
kiezen uit de SP snelheid (48 kHz of 44,1
kHz) of de LP snelheid (32 kHz).
• Achteraf-registratiefunctie
waarmee u na afloop van het opnemen
nog begincodes en muziekstuknummers
kunt aanbrengen of verwijderen.
• LCD uitleesvenster
met EL (elektroluminescentie)
achtergrondverlichting voor het ook bij
weinig licht duidelijk aangeven van de
ingeschakelde functies, de toestand van de
batterijen, enz.
• Afstandsbediening met LCD venster
dat de ingeschakelde functie toont.
NL
Inleiding3
NL
Inhoudsopgave
Plaats van de bedieningsorganen....................................................6
Inleggen van de alkali-batterijen ...................................................13
Gelijkzetten van de klok .................................................................14
Inleggen van een cassette ...............................................................15
Zie voor nadere bijzonderheden de tussen ( ) haakjes aangegeven bladzijden.
Voorkant cassetterecorder
1
2
3
4
5
6
7
8
9
!º
!¡
!™
!£
!¢
!∞
1 Begincode-functietoets (START ID
• MODE) (31 - 37)
2 Begincode-vastlegtoets (START ID
• ENTER) (31 - 37)
3 Verlichtingstoets (LIGHT)
Druk hierop om het uitleesvenster
te verlichten, bij gebruik van de
cassetterecorder in het donker.
4 Geluidssterktetoetsen (VOL +, –)
(21, 39)
5 Toetsvergrendelschakelaar
(HOLD) (16, 43)
De toetsvergrendeling blokkeert
niet de CLOCK/SET, de
COUNTER • – en RESET • +
toetsen (behalve in de
stroombesparende stand). Door de
knop in de stopstand naar de
HOLD stand te schuiven, schakelt
u de stroombesparingsfunctie in.
IN) (17, 24, 26, 28)
Voor het aansluiten van een
microfoon met een mono stekker
kunt u de verloopstekker
gebruiken alleen bijgeleverd bij het
Europese model.
Hierop kunt u apparatuur met
digitale in/uitgangsaansluitingen
aansluiten via de aansluitkabels
POC-DA12P/DA12MP/DA12SP
of RK-DA10P, de RM-D100K
aansluit/bedieningsset of de RMTD100 afstandsbediening met snoer
of de SBM-1 Super Bit Mapping
adapter, enz. (niet bijgeleverd).
@¡ Deksel van het batterijvak (13)
@™ Volumebegrenzingsschakelaar
(16, 43)
Schuif deze schakelaar in de richting
van de pijl om de bandloop- en
volumetoetsen op de
afstandsbediening te blokkeren; de
toetsen voor de bandteller, de klok
en de AVLS volumebegrenzing zijn
dan nog wel te gebruiken.
NL
Plaats van de bedieningsorganen8
7 Bandlooptoetsen (21)
+ Vooruitspoel/zoektoets
(AMS)
” Weergavetoets
p Stoptoets
=Terugspoel/zoektoets (AMS)
De bandteller is geen
digitale klok maar dient
slechts als visuele richtlijn
voor de plaats op de
band. Bij opnemen en
afspelen kan de
aangegeven waarde
ietwat verschillen van de
feitelijk verstreken
opname- of weergavespeelduur. Zodoende is
het raadzaam om de
bandteller niet als klok te
gebruiken.
Bandteller/tijdsaanduiding
Tijdsaanduidingen voor de bandteller
Telkens wanneer u op de COUNTER toets (of de
COUNTER MODE toets op de afstandsbediening)
drukt, verspringt de tijdsaanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Voorbeeld: aanduidingen op de cassetterecorder zelf
Bandteller
(normale aanduiding)
Totaaltijd (verstreken
speelduur vanaf het begin van
de band)
Resterende speelduur op de
cassette
Terugstellen van de bandteller (normale
aanduiding) in de “0H00M00S” nulstand
Druk op de RESET toets van de cassetterecorder
wanneer de bandteller wordt aangegeven.
Resterende speelduur op de cassette
De resterende speelduur op de cassette zal gewoonlijk
ongeveer 16 seconden na het beginnen met afspelen
met standaard SP snelheid in het uitleesvenster
verschijnen. Er kan echter een zekere afwijking in deze
aanduiding optreden, afhankelijk van het type
cassette.
Plaats van de bedieningsorganen11
NL
* De opnamedatum en
opnametijd kunnen
alleen tijdens weergave
worden aangegeven.
Tips
• Wanneer u de
cassetterecorder in de
opnamestand, de
opnamecontrolestand
of de
opnamepauzestand zet,
wordt in plaats van de
opnametijd de huidige
tijd aangegeven.
• U kunt overschakelen
tussen een 12-uurs en
24-uurs tijdsaanduiding
door de RESET • +
toets twee seconden of
langer ingedrukt te
houden.
Tijd/datumaanduidingen
Telkens wanneer u op de CLOCK SET toets (of de
CLOCK toets op de afstandsbediening) drukt,
verspringt de tijdsaanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
Opnamedatum*
(datum dat u de opname
maakte)
Opnametijd*
(tijdstip dat u de opname
maakte)
Huidige datum
(jaar, maand, dagnummer)
Mededelingen in het
uitleesvenster
Zie blz. 47 en 48 voor een
volledige beschrijving,
onder “Mededelingen in
het uitleesvenster”.
Huidige tijd
(uur, minuut, seconde)
Functie-aanduiding
Om de geldende instelling voor de diverse functies
aan te geven, houdt u de CLOCK/SET toets twee
seconden of langer ingedrukt. Telkens wanneer u op
RESET • + toets of de COUNTER • – toets drukt,
verspringt de functie-aanduiding als volgt:
Tijdinstelling (zie blz. 14)
Kopieercode-instelling (zie
blz. 29)
Ingesteld minimaal
geluidsniveau voor
begincodes (zie blz. 34)
Wel/geen begincode
aanbrengen aan het begin
van de opname (zie blz. 31)
Plaats twee stuks LR6 (AA-formaat) alkali-batterijen in het apparaat.
Deksel van het
batterijvak
U kunt het apparaat ook op stroom van herlaadbare batterijen of het lichtnet
gebruiken. Zie de beschrijving onder “Stroomvoorziening” vanaf blz. 40 en 44.
1Open het deksel van het
batterijvak.
2Plaats twee verse alkali-batterijen
(niet bijgeleverd) in de
batterijhouder.
Let op dat u beide batterijen met
de (+) en (–) pool in de juiste richting
legt.
Plaats van de bedieningsorganen / Inleggen van de alkali-batterijen
3Sluit het deksel van het
batterijvak.
Inleggen van de alkali-batterijen
13
NL
Gelijkzetten van
de klok
Vóór u bandopnamen gaat maken, dient u
de ingebouwde klok op de juiste tijd gelijk
te zetten. Als u dit nalaat, zult u geen juiste
datum en tijdsaanduiding verkrijgen.
Als het apparaat geruime tijd zonder
batterijen blijft, zal de ingebouwde klok
terugkeren naar de uitgangsstand (SA/
97Y11M1D/AM12H00M00S). Als dit zich
voordoet, dient u de klok opnieuw op de
juiste tijd gelijk te zetten.
Zorg eerst dat de cassetterecorder in de stopstand staat en dat de HOLD
toetsvergrendeling is uitgeschakeld.
HOLD
+
CLOCK/SET
–
1Houd de CLOCK/SET toets
2Druk nogmaals op de CLOCK/
3Druk op de + of – toets om in te
CLOCK/SET
langer dan twee seconden
ingedrukt.
CLOCK/SET
SET toets wanneer het
uitleesvenster “
aangeeft.
–+
stellen op het juiste jaartal en
druk vervolgens op de CLOCK/
SET toets.
4Herhaal stap 2 voor het instellen van
LOCK/SET
Tip
Om de klok op de seconde
gelijk te zetten, drukt u in
stap 4 op de CLOCK/SET
toets wanneer het
tijdsignaal van de radio,
TV of telefoon klinkt.
NL
14
Gelijkzetten van de klok
het maand- en het dagnummer, het
+–
uur en de minuut. De seconden zet u
met de + of – toets terug op “00”.
Daarna drukt u op de CLOCK/SET
toets.
Bij de laatste instelling stopt de
tijdsaanduiding met knipperen en
gaat de klok lopen.
Onderbreken van de tijdinstelling
Druk op de p STOP toets. Zo kunt u bij een vergissing de
tijdsaanduiding laten terugkeren naar de eerdere instelling.
Wanneer u echter de datum al hebt ingesteld, zullen het jaar,
de maand en de dag zijn vastgelegd, zodat u deze niet op de
eerdere instelling kunt terugzetten.
”
Inleggen van een cassette
Let bij het maken van een
belangrijke opname op dat de
opnameduur van de cassette
lang genoeg is (tot maximaal 120
minuten). Het beste kunt u de
band eerst tot het einde
doorspoelen en daarna weer
geheel naar het begin
terugspoelen.
Zorg eerst dat de HOLD toetsvergrendeling is uitgeschakeld.
HOLD
1Open het deksel van de
cassettehouder.
1 Druk de OPEN knop in.
2 Het deksel springt iets omhoog
en u kunt het nu verder
openen.
2Plaats een DAT cassette in de
houder.
Leg de cassette met het venster
naar boven in de houder. Als u de
cassette ondersteboven insteekt,
bestaat het gevaar dat u de
Met het venster boven.
cassette niet meer kunt
verwijderen.
Deksel van de
Gelijkzetten van de klok / Inleggen van een cassette
cassettehouder
OPEN
3Druk het deksel van de
cassettehouder dicht.
De cassette wordt automatisch
naar binnen gehaald.
Inleggen van een cassette
15
NL
Opmerkingen
• Als de HOLD
toetsvergrendeling is
ingeschakeld, zal de
cassettehouder niet open
gaan. Schakel voor het
inleggen van een cassette de
HOLD functie uit.
• Voor het inleggen of
uitnemen van een cassette
pakt u deze aan de
zijkanten vast. Aanraken
van de voor- of achterkant,
zoals in de onderstaande
afbeelding, kan storing in
de werking veroorzaken.
• Let voor het losmaken van
de stroomaansluiting goed
op dat het deksel van de
cassettehouder stevig
gesloten is en dat er geen
“UNLOAD” of “LOAD” in
het uitleesvenster wordt
aangegeven. Anders zal het
deksel van de
cassettehouder niet meer
dicht kunnen. Als dit zich
voordoet, dient u eerst de
stroomvoorziening te
herstellen, voor u het deksel
kunt sluiten.
Tip
Met de cassetterecorder in de
stopstand, op stroom van
batterijen, kunt u de HOLD
schakelaar op het apparaat in
de HOLD stand schuiven om
de stroombesparingsfunctie in
te schakelen. (Zie blz. 43.)
* In deze stand kunt u de
bandteller, de klok en de
AVLS volumebegrenzing
nog wel bedienen.
Uitnemen van de cassette
Met de cassetterecorder in de stopstand, drukt u de
OPEN knop in.
OPEN
Beveiligen van uw bandopnamen
Schuif het wispreventienokje open om de
bandopnamen op de cassette te beveiligen tegen per
ongeluk wissen.
Zolang het wispreventienokje is
opengeschoven, zult u op deze DAT
cassette niet kunnen opnemen.
Wanneer het wispreventienokje is
gesloten, kunt u op deze DAT cassette
opnemen.
Opmerkingen betreffende DAT cassettes
• In tegenstelling tot conventionele analoge
muziekcassettes is de DAT cassette slechts aan één
kant geschikt voor opnemen en afspelen.
• Bij normaal gebruik zorgt de behuizing van de
DAT cassette dat er geen stof of vuil op de band
kan komen. Open de DAT cassette niet onnodig.
• Steek nooit enig voorwerp in de openingen aan de
achterzijde van de DAT cassette.
Voorkomen van per ongeluk indrukken van
de toetsen —HOLD toetsvergrendeling
Op de cassetterecorder zelf: Verschuif de HOLD
schakelaar zodat het gele vergrendeltekentje
zichtbaar wordt. Als er in deze HOLD
vergrendelstand op een toets wordt gedrukt,
gaat in het uitleesvenster 3 seconden lang de
aanduiding “
geven dat de toetsen zijn vergrendeld*.
Op de afstandsbediening: Schuif de HOLD schakelaar
in de richting van de pijl. In het uitleesvenster
licht het “H” sleutelteken op om aan te geven
dat de toetsen zijn vergrendeld.
” knipperen, om aan te
NL
16
Inleggen van een cassette
Opnemen
Microfoon
(niet bijgeleverd)
P PAUSE
r REC
MIC ATT
MIC/LINE IN
MANUAL • MIC LIMITER • AUTO
(AGC)
Inleggen van een cassette / Opnemen
Aansluiten
op MIC/
LINE IN
( PLAY
SP • LP
Zie tevens bladzijde 24, onder “Aansluiten op andere apparatuur voor opname”.
Opmerking
Onder de volgende
omstandigheden kunnen de
totaaltijdcodes niet op de band
worden aangebracht.
• Bij opnemen op een deels
opgenomen cassette met
tussen de muziekstukken
een onbespeeld
bandgedeelte (d.w.z. een
stuk band waarop nooit
enige opname is gemaakt).
• Bij opnemen op een deels
opgenomen cassette waarop
de totaaltijdcode
oorspronkelijk niet is
vastgelegd.
Opmerkingen
• Druk niet op de p STOP
toets wanneer er “bLANK”
in het uitleesvenster wordt
aangegeven. Als u in dit
geval op de stoptoets drukt,
zal de totaaltijd worden
teruggesteld op
“--H--M--S” en kan daarna
niet meer op de band
worden aangebracht.
• De “— —” in plaats van het
muziekstuknummer
streepjes geven een
onbespeeld bandgedeelte
aan. Druk op de= 0
terugspoeltoets om de band
terug te spoelen tot de “—
—” streepjes stoppen met
knipperen. Vervolgens
drukt u op de ) +
vooruitspoeltoets om het
eind van de aansluitende
bandopnamen op te zoeken.
Opzoeken van het beginpunt voor opname
Tijdens het opnemen zal er automatisch een
totaaltijdcode op de band worden opgenomen.
De totaaltijd geeft de tijdsduur aan die verstreken is
vanaf het begin van de band en dient voor het
bepalen van de “absolute” plaats van alle opnamen
op de band. Voor het opnemen op een DAT cassette
die reeds opnamen bevat dient u eerst het eindpunt
van de voorgaande opnamen op te zoeken, om te
voorkomen dat er een stuk band openblijft, zonder
opnamen. Wanneer de totaaltijd eenmaal op de band
is vastgelegd, kan deze niet meer worden gewist.
Voor het automatisch aanbrengen van pauzes van
vier sekonden tussen de muziekstukken, volgt u de
aanwijzingen onder “Opnemen van pauzes tussen
muziekstukken — REC MUTING” op blz. 28.
Opnemen vanaf het begin van de band
Druk op de =0
terugspoeltoets om de band naar
het begin terug te spoelen. Tijdens
het terugspoelen naar het begin
zal de aanduiding “TOP” in het
uitleesvenster knipperen.
Opnemen op een cassette die
reeds opnamen bevat
Druk op de ) +
vooruitspoeltoets om het eind van
de bestaande bandopnamen op te
zoeken. De aanduiding “bLANK”
verschijnt in het uitleesvenster
tijdens het opzoeken van het eind
van de opnamen en de band zal bij
het eindpunt stoppen.
Opnemen
17
NL
Opnemen via een microfoon
1Plaats een DAT cassette in de
houder en zoek het punt op waar
u wilt beginnen met opnemen.
MIC/LINE IN
2Zet de MIC/LINE IN
MIC
ingangskeuzeschakelaar in de
MIC stand.
LINE IN
3Zet de MIC ATT
0dB
MIC ATT
microfoongevoeligheidskiezer in
de geschikte stand.
20dB
0 dB: Normale hoge gevoeligheid
20 dB: Lage gevoeligheid, voor luid
klinkende geluiden
4Zet de MANUAL • MIC
MANUAL
AUTO(AGC)
MIC LIMITER
LIMITER • AUTO (AGC)
opnameniveaukiezer in de AUTO
(AGC) stand.
De cassetterecorder stelt het
opnameniveau dan automatisch in.
Als u het opnameniveau handmatig
wilt instellen, zet u deze schakelaar in
de MANUAL of MIC LIMITER stand.
(Zie blz. 26.)
U kunt de digitale kopieercode aan de
opnamevereisten aanpassen. Zie
“Bijstellen van de digitale
kopieercode (ID6)” (blz. 29).
18
5Kies de geschikte
44.1kHz
NL
Opnemen
48kHz
SP
LP
bemonsteringsfrequentie.
Zet voor standaard speelduur de SP •
LP schakelaar op “SP” (de 48 kHz of
de 44.1 kHz stand).
Kies voor opnemen met lange
speelduur de “LP” (Long Play) stand.
(Zie blz. 28.)
6Druk de r REC opnametoets en
REC
PAUSE
de P PAUSE pauzetoets in.
De cassetterecorder komt nu in de
pauzestand te staan. Als u alleen de
r REC opnametoets indrukt, komt de
cassetterecorder in de
opnamecontrolestand en zal het
opnemen niet beginnen.
Opnemen
7Om te beginnen met opnemen,
PLAY
of
PAUSE
drukt u op de ( PLAY
weergavetoets of nogmaals op de
P PAUSE pauzetoets.
Dan begint het opnemen.
Tips
• Om onmiddellijk met
opnemen te beginnen,
drukt u in de stopstand of
de weergavestand de (
PLAY weergavetoets
tegelijk met de r REC
opnametoets in.
•De
bemonsteringsfrequentie
wordt aangegeven
wanneer u deze tijdens
het opnemen verandert.
Als u in de
opnamepauzestand
overschakelt, wordt de
bemonsteringsfrequentie
aangegeven bij het begin
van de volgende opname.
• Als de cassetterecorder
langer dan vijf minuten
in de opnamepauzestand staat, zal het
apparaat automatisch
overschakelen naar de
stopstand, om
beschadiging van de
bandkop en de band te
voorkomen.
• Als de cassetterecorder
langer dan drie minuten
in de stopstand staat, zal
het apparaat automatisch
overschakelen naar de
stroombesparende stand
(zie blz. 43) om slijtage
van de band te
voorkomen en de
batterijen te sparen.
Overige bedieningsfuncties
Voor hetdrukt u op
Stoppen met opnemenp STOP
Pauzeren van de opnameP PAUSE
Uitschakelen van de pauzestand P PAUSE of ( PLAY
Controleren van der REC tijdens opnemen,
geluidsbronbij opnamecontrole en in
(Het minimale
geluidsniveau voor het
automatisch aanbrengen
van begincodes gaat
automatisch knipperen.
Zie blz. 34.)
Controleren van de( PLAY
bemonsteringsfrequentietijdens opnemen, tot de
de opnamepauzestand
Druk net zovaak op de
opnametoets tot de
ingangsbron wordt
aangegeven.
bemonsteringsfrequentie
wordt aangegeven.
Opnemen
19
NL
Tip
Als het opnemen doorgaat
tot aan het eind van de
band, zal het apparaat na
afloop de band
automatisch naar het begin
terugspoelen en komt dan
in de stopstand te staan
(Automatische
terugspoelfunctie).
Opmerkingen
• Tijdens het meeluisteren
bij opnemen zal de
stroombesparingsfunctie
niet werken, ook al
gebruikt u het apparaat
op batterijen.
• Wisselen van
bemonsteringsfrequentie
tijdens het opnemen kan
leiden tot even
wegvallen van het
geluid.
• Als u tijdens het
opnemen de stand van
de MIC/LINE IN
ingangskeuzeschakelaar
verandert, kan er ietwat
storing in de band
opnamen hoorbaar zijn.
• Als tijdens het opnemen
de verlichting van het
uitleesvenster wordt
ingeschakeld, kan er
storing in de
bandopnamen klinken.
In dat geval schakelt u
de verlichting van het
uitleesvenster uit.
• Als de aanduiding
verschijnt bij
opnemen in de AUTO
(AGC) stand, zet dan de
MIC ATT gevoeligheids
kiezer op 20 dB of zet de
microfoon iets verder
van de geluidsbron
vandaan.
Voor meeluisteren tijdens opnemen
Sluit de hoofdtelefoon aan op de REMOTE/2
aansluiting of een stereo-installatie op de LINE OUT
aansluiting van de DAT cassetterecorder.
Opnemen van relatief zachte geluiden
Verminder het opnameniveau (in de handmatige
MANUAL of MIC LIMITER stand) en plaats de
microfoon zo dicht mogelijk bij de geluidsbron. Stel
dan het opnameniveau naar wens in. Dit geeft de
helderste opnamen, met zo min mogelijk bijgeluiden.
Kiezen van de microfoon(s) voor de beste
opnamen
De kwaliteit van uw bandopnamen is grotendeels
afhankelijk van het soort microfoon(s) dat u gebruikt.
Gebruik voor de beste opnamekwaliteit de los
verkrijgbare ECM-MS957 of ECM-MS907
microfoon(s).
Geschikte microfoons
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn bijpassende
“PLUG IN POWER” microfoons verkrijgbaar.
• Voor deze DAT cassetterecorder zijn geen
microfoons met eigen afzonderlijke
stroomvoorziening verkrijgbaar.
20
NL
Opnemen
Afspelen
( PLAY
P PAUSE
=0
) +
+
(
=
HOLD
HOLD
Aansluiten op
REMOTE/2
Zie tevens bladzijde 38, onder “Aansluiten op andere apparatuur voor weergave”.
1Plaats een DAT cassette in de houder en
sluit de hoofdtelefoon met
afstandsbediening aan.
Schakel de HOLD toetsvergrendeling
uit, op de cassetterecorder zelf of op de
afstandsbediening, al naar gelang met
welke toetsen u het apparaat wilt
bedienen.
2Druk op de ( PLAY toets.
PLAY
Het afspelen begint.
Opnemen / Afspelen
Tips
• Bij afspelen wordt de
benodigde bandsnelheid
(standaard SP snelheid of
LP lange-speelduur stand)
automatisch ingesteld.
• Als het afspelen doorgaat
tot aan het eind van de
band, zal het apparaat na
afloop de band automatisch
naar het begin terugspoelen
en komt dan in de
stopstand te staan
(Automatische
terugspoelfunctie).
• Het pauzeren van de
weergave kan niet via de
afstandsbediening.
Overige bedieningsfunkties
Voor hetdrukt u op
Instellen van de geluidssterkte VOL +, – (VOL +, –)
Stoppen met afspelenp STOP (p)
Pauzeren van de weergaveP PAUSE
Uitschakelen van de pauzestand
Vooruitspoelen) + (+) in de
Terugspoelen= 0 (=) in de
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
P PAUSE of ( PLAY
(()
stopstand
stopstand
Afspelen
21
NL
Tips
• Als de cassetterecorder
langer dan vijf minuten
in de
opnamepauzestand
staat, zal het apparaat
automatisch
overschakelen naar de
stopstand, om
beschadiging van de
bandkop en de band te
voorkomen.
• Als de cassetterecorder
bij gebruik op batterijen
langer dan drie minuten
in de stopstand staat, zal
het apparaat
automatisch
overschakelen naar de
stroombesparende stand
(zie blz. 43) om slijtage
van de band te
voorkomen en de
batterijen te sparen.
Opmerkingen
• Als u de geluidssterkte
te hoog instelt, kan het
geluid vervormd gaan
klinken. Dan vermindert
u de geluidssterkte
ietwat.
• De AMS
muziekzoekfunctie zal
niet werken als er geen
begincodes op de band
zijn aangebracht. (Zie
blz. 31)
• De AMS
muziekzoekfunctie kan
wel eens niet naar
behoren werken met een
DAT cassette die is
opgenomen op een
andere DAT
cassetterecorder of deck.
* Automatische Muziek
Sensor
Muziekpassages vooruit/terugzoeken met
versnelde weergave
U kunt snel een muziekpassage verderop
(vooruitzoeken) of eerder (terugzoeken) op de band
opzoeken aan de hand van het versneld weergegeven
geluid.
VooruitzoekenDruk tijdens weergave op de
) + (+) vooruitspoeltoets
en houd deze ingedrukt. Wanneer
u de toets loslaat, wordt de
normale weergave hervat.
TerugzoekenDruk tijdens weergave op de
=0 (=) terugspoeltoets
en houd deze ingedrukt. Wanneer
u de toets loslaat, wordt de
normale weergave hervat.
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
Vooruit/terugzoeken met extra-snelle weergave
Deze zoekfuncties werken alleen met de toetsen op de
cassetterecorder zelf.
Sneller vooruitzoekenHoud tijdens weergave de )
+ vooruitspoeltoets en de (
PLAY toets tegelijk ingedrukt.
Sneller terugzoekenHoud tijdens weergave de =
0 terugspoeltoets en de (
PLAY toets tegelijk ingedrukt.
Opzoeken van het begin van een muziekstuk —
AMS* muziekzoekfunctie
Het rechtstreeks opzoeken van het begin van een muziekstuk
kan tijdens weergave, tijdens vooruit/terugspoelen en vanuit
de stopstand.
Weergavestand: Druk de ) + (+) of = 0 (=)
snelspoeltoets tijdens weergave eenmaal kort in.
Vooruit/terugspoelen: Druk de ) + (+)of = 0
(=) snelspoeltoets tijdens snelspoelen nogmaals kort in.
Stopstand: Druk de ) + (+)of = 0 (=)
snelspoeltoets in de stopstand tweemaal in.
Opzoeken van het beginDruk eenmaal of meermalen op
Mvan het volgende of een de ) + (+) toets.
vooruitspoeltoets.
daaropvolgend muziekstuk
Bijvoorbeeld: Voor
opzoeken van het vijfde
verderop gelegen
muziekstuk
22
NL
Afspelen
Opzoeken van het beginDruk eenmaal of meermalen op
van het huidige of eende = 0 (=) toets.
terugspoeltoets
eerder muziekstuk
Bijvoorbeeld: Voor
opzoeken
van het vierde vorige
muziekstuk, met inbegrip van het
weergegeven muziekstuk
Tussen haakjes ( ) de toetsen op de afstandsbediening.
Controleren van de bemonsteringsfrequentie
Tijdens afspelen kunt u de bemonsteringsfrequentie van het
opgenomen geluid controleren tot de
bemonsteringsfrequentie wordt aangegeven..
Druk tijdens weergave op de ( PLAY weergavetoets totdat
de bemonsteringsfrequentie wordt aangegeven.
Aanduidingen tijdens vooruit/terugspoelen (of de
AMS muziekzoekfunctie)
Tijdens snelspoelen geeft de linker (L) niveaumeter de
bandlooprichting aan. De rechter (R) niveaumeter geeft de
resterende hoeveelheid band aan.
Afspelen
Bandlooprichting
naar rechts: vooruitspoelen
naar links: terugspoelen
Resterende
hoeveelheid band
Automatisch beginnen met afspelen vanaf het
begin van de band—Automatische weergavestart
Deze functie werkt alleen met de toetsen op de
cassetterecorder zelf.
Druk op de ( PLAY weergavetoets terwijl u de
=0 terugspoeltoets ingedrukt houdt. Nadat de band
geheel naar het begin is teruggespoeld, zal de weergave dan
automatisch beginnen.
Evenzo zal de weergave automatisch beginnen als de band
met de AMS muziekzoekfunctie naar het begin van een
gewenst muziekstuk is teruggespoeld.
Afspelen
23
NL
( Opname
Aansluiten op andere apparatuur voor
opname
Deze cassetterecorder biedt aansluitmogelijkheden voor zowel conventionele analoge
audio-apparatuur als voor apparatuur die digitale signalen kan leveren. Zie bladzijde
17 voor de bediening voor het “Opnemen”.
Tip
Bij het opnemen via een
analoge aansluiting kunt u
de digitale kopieercode
(ID6) aan de
opnamevereisten
aanpassen (zie blz. 29).
Voor opnemen vanaf analoge audioapparatuur met gewone lijnuitgangen
(Analoge aansluitingen)
AUTO(AGC): voor automatisch instellen van het
opnameniveau.
3 Kies de gewenste opnamesnelheid en
bemonsteringsfrequentie.
SP (48 kHz of 44.1 kHz): normale opnamesnelheid.
LP: voor extra-lange bandopnamen. Hierbij wordt
een bemonsteringsfrequentie van 32 kHz
gebruikt (zie blz. 28).
4 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets.
5 Om te beginnen met opnemen, drukt u op de
( PLAY weergavetoets of nogmaals op de
P PAUSE pauzetoets. Vervolgens start u het
afspelen van de aangesloten geluidsbron.
NL
Opname24
Opmerkingen
• Gebruik alleen een digitale
kabel van het aanbevolen
type (niet bijgeleverd) (zie
blz. 55).
De POC-DA12/-DA12M/DA12S en RK-DA10 digitale
aansluitkabels zijn niet
geschikt voor gebruik met
deze cassetterecorder.
• Zet de INPUT SELECT
ingangskeuzeschakelaar
van de aansluitkabel in de
DIGITAL stand vóór u met
opnemen begint.
Omschakelen tijdens het
opnemen zal leiden tot een
korte onderbreking in de
opname.
Tips
• Voor het opnemen via
digitale aansluitingen dient
u de volgende punten te
onthouden:
— Instellen van het
opname-niveau is niet
vereist.
— Het opnameniveau
wordt automatisch
aangepast aan het niveau
van de geluidsbron. Op
deze cassetterecorder is
het niet mogelijk het
digitale ingangsniveau
zelf met de hand in te
stellen.
De DAT recorder is geschikt
voor materiaal in het
IEC958 formaat. Voor
opnemen met dit formaat
kunt u de kopieercode (ID
6) instellen (zie blz. 29). De
recorder is niet geschikt
voor het AES/EBU formaat.
• De stand van de SP • LP
snelheidskiezer alleen van
belang voor het opnemen
van een geluidsbron met
bemonsteringsfrequentie
van 32 kHz. (Als u instelt
op de SP standaard
speelduur, wordt de
geluidsbron opgenomen
met de 32 kHz SP snelheid.
Stelt u in op LP, voor lange
speelduur, dan wordt de
geluidsbron opgenomen
met de 32 kHz LP snelheid.)
Andere geluidsbronnen
worden automatisch
opgenomen met hun eigen
bemonsteringsfrequentie,
ongeacht de stand van de
SP • LP snelheidskiezer.
Voor opnemen vanaf audio-apparatuur met
digitale uitgangssignalen
Compact disc
speler, satelliettuner, DAT
cassettedeck,
minidiscrecordere.d.
Opname
1 Sluit deze cassetterecorder met een optische kabel
of een coaxiaalkabel aan op de geschikte
uitgangsaansluiting van de digitale geluidsbronapparatuur.
2 Zet de INPUT SELECT ingangskeuzeschakelaar
van de aansluitkabel in de DIGITAL stand.
3 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets.
4 Om te beginnen met opnemen, drukt u op de
( PLAY weergavetoets of nogmaals op de
P PAUSE pauzetoets. Vervolgens start u het
afspelen van de aangesloten geluidsbron.
Geluidsbronnen en bemonsteringsfrequenties voor opname
De bemonsteringsfrekwenties van verschillende
digitale opname-geluidsbronnen zijn als volgt.
GeluidsbronBemonsteringsfrequentie
Satelliet-uitzendingen B audio,48 kHz
DAT cassettes met SP snelheid
Compact discs, Minidiscs,44,1 kHz
DAT cassettes met SP snelheid
Satelliet-uitzendingen A audio,32 kHz
DAT cassettes met LP lange speelduur
Maken van een digitale reservekopie
Voor het maken van reservekopieën van liveopnamen e.d. kunt u deze het beste overnemen via
digitale aansluitingen op deze DAT cassetterecorder.
Kopiëren is mogelijk, ongeacht de kopieercode van de
geluidsbron. De kopieercode van de gemaakte kopie
komt overeen met het SCMS één-generatie
kopieersysteem (zie blz. 29 en 46).
Opname
25
NL
Met de hand instellen van het
opnameniveau—Handmatig opnemen
Om bij het opnemen via
microfoon(s) of vanaf
analoge audio-apparatuur
de beste geluidskwaliteit te
verkrijgen, kunt u het
opnameniveau met de hand
instellen, als volgt.
COUNTER • –
RESET • +
CLOCK/SET
( PLAY
P PAUSE
r REC
naar MIC/LINE IN
Stereo
versterker,
mengpaneel e.d.
MANUAL •
MIC
LIMITER •
AUTO
(AGC)
REC LEVEL
Wat is de MIC LIMITER
begrenzing?
De microfoonbegrenzingsschakeling (MIC LIMITER)
zorgt dat extreme
ingangssignalen het maximale
niveau niet overschrijden.
Hiervan kunt u bijvoorbeeld
nuttig gebruik maken bij
opnemen van een bijeenkomst,
een feestje e.d., door de
opnameniveaukiezer in de MIC
LIMITER stand te zetten en dan
het opnameniveau iets hoger in
te stellen dan het gemiddelde,
om alle geluiden op te pikken
zonder gevaar voor
oversturing.
Opmerking
Als de aanduiding
rechts naast de
piekniveaumeters verschijnt, is
het opnameniveau te hoog
ingesteld. Verminder dan het
opnameniveau.
-dB-
Als er nog steeds vervorming
hoorbaar is, ook al is de
aanduiding gedoofd, zet dan de
MIC ATT gevoeligheidskiezer
op 20 dB of zet de microfoon
iets verder van de geluidsbron
vandaan.
NL
Opname26
1 Zet de MANUAL • MIC LIMITER • AUTO(AGC)
opnameniveaukiezer in de MANUAL of de MIC
LIMITER stand.
MANUAL:voor opnemen via analoge
aansluitingen of via microfoon(s).
MIC LIMITER:voor beveiligd opnemen via
microfoon(s).
2 Druk de r REC opnametoets in om de
opnamecontrolefunctie in te schakelen.
3 Start de weergave van de
geluidsbron en draai aan de
REC LEVEL opnameniveauregelaar om het
opnameniveau in te stellen
terwijl u naar de weergave
-dB-
luistert.
Stel de REC LEVEL regelaar
Piekniveaumeters
zo in dat de piekniveaumeters regelmatig uitslaan tot een meteraanwijzing van ongeveer !™ .
Let op dat ook bij de luidste geluidspieken de
aanduiding
niet oplicht.
4 Druk op de ( PLAY toets terwijl u de r REC
opnametoets ingedrukt houdt, om met opnemen te
beginnen.
Tip
Ook tijdens opnemen kunt
u de PEAK HOLD functie
inschakelen. Houd de
CLOCK/SET toets twee
seconden of langer
ingedrukt, dan zal in het
uitleesvenster direct de
“PEAK on” of “PEAK
oFF” aanduiding
verschijnen. Kies de
gewenste stand met de
RESET • + of COUNTER •
– toets en bevestig uw
keuze met de CLOCK/SET
toets.
Aangeven van het maximale ingangsniveau
— PEAK HOLD
De PEAK HOLD functie zorgt dat de maximale
meteruitslag wordt vastgehouden, om het aflezen te
vergemakkelijken.
1 Houd de CLOCK/SET toets
twee seconden of langer
ingedrukt. De aanduiding
“CLOCK” licht op in het
uitleesvenster.
2 Druk enkele malen op de
RESET • + of COUNTER • –
toets om in te stellen op “PEAK
SET”.
3 Druk op de CLOCK/SET toets.
4 Druk enkele malen op de RESET • + of COUNTER
• – toets om te kiezen voor “PEAK on”.
5 Druk weer op de CLOCK/SET toets.
Nu geeft het uitleesvenster
weer de juiste tijd aan.
Opname
De laatst waargenomen
piekwaarde blijft zichtbaar
tot er een nog luidere
geluidspiek doorkomt.
Terugstellen van de piekwaarde-aanduiding
Druk op de RESET toets wanneer de bandteller niet
wordt aangegeven. De piekaanduiding vervalt ook
wanneer u de cassette uit het apparaat verwijdert.
Opname
27
NL
Handige opnamefuncties
Gebruik de “LP”
opnamesnelheid voor extralange opnamen. Gebruik de
REC MUTING
opnamedemping om stille
passages in te lassen.
COUNTER • –
RESET • +
CLOCK/SET
( PLAY
P PAUSE
r REC
naar MIC/LINE IN
Stereo
versterker,
mengpaneel e.d.
SP • LP
Opmerkingen
• Een DAT cassette die is
opgenomen met de LP
snelheid kan niet worden
afgespeeld op een DAT
deck of recorder die niet
geschikt is voor de lange
speelduur.
• Bij afspelen van
bandopnamen die tijdens
het opnemen zijn
overgeschakeld van SP
snelheid op LP snelheid, op
een DAT deck of recorder
die niet geschikt is voor de
lange speelduur, kan er op
het punt van overschakelen
plotseling lawaai klinken.
Als dit zich voordoet, dient
u de geluidssterkte te
verminderen of te stoppen
met afspelen.
Tip
Als u een pauze of stil gedeelte
van meer dan vier seconden
wilt invoegen, drukt u de P
PAUSE pauzetoets in terwijl u
de r REC opnametoets
ingedrukt houdt en vervolgens
houdt u alleen de P PAUSE
toets net zolang ingedrukt als
u de pauze wilt laten duren.
Als de pauze langer wordt dan
vier seconden, gaat de “P”
indicator sneller
knipperen.Wanneer u de
P PAUSE toets loslaat, komt
de cassetterecorder weer in de
opnamepauzestand te staan.
NL
Opname28
Opnemen in de lange-speelduur stand—LP REC
Zet de SP • LP snelheidskiezer in de LP stand om
tweemaal de speelduur van standaard DAT cassettes
te verkrijgen.
Zo zult u op een gewone 60-minuten DAT cassette
met de lange speelduur 120 minuten muziek kunnen
opnemen.
Bandteller-aanduiding in de lange-speelduur stand
De totaaltijd en de resterende speelduur van de
cassette zijn gebaseerd op de standaard snelheid.
Daarom zal de feitelijk verstreken en resterende
speelduur in de LP stand tweemaal zolang zijn als de
waarde die in het uitleesvenster wordt aangegeven.
De werkelijke tijd in de
lange-speelduur stand
bedraagt 4 1/2 minuut.
Opnemen van pauzes tussen muziekstukken
— REC MUTE
U kunt een pauze (stil gedeelte) op de band invoegen
aan het begin van een muziekstuk en tussen
opeenvolgende muziekstukken. Bij het opnemen
hiervan wordt er geen begincode op de band
aangebracht.
1 Druk op de r REC opnametoets en de P PAUSE
pauzetoets om de opnamepauzestand in te
schakelen.
2 Druk nogmaals op de P PAUSE pauzetoets terwijl
u de r REC opnametoets ingedrukt houdt.
Er wordt dan een pauze van vier seconden stilte
op de band ingevoegd, waarna de cassetterecorder
automatisch weer in de opnamepauzestand
terugkeert.
Opname
Opmerking
Tijdens het opnemen kan
de ID6 kopieercode niet
worden ingesteld. Kies de
gewenste instelling vóór u
met opnemen begint.
Instellen van de kopieercode (ID6)
Bij het opnemen via analoge aansluitingen (via een
microfoon of de LINE IN ingangsaansluiting) of bij
opnemen van een digitaal ingangssignaal met het
IEC958 formaat kunt u de kopieercode (ID 6) zelf
instellen. De oorspronkelijke fabrieksinstelling voor de
ID6 code is “00”.
1 Houd de CLOCK/SET toets
twee seconden of langer
ingedrukt. De aanduiding
“CLOCK” licht op in het
uitleesvenster.
2 Druk enkele malen op de
RESET • + of COUNTER • –
toets om in te stellen op “ID6
SET”.
3 Druk op de CLOCK/SET toets
terwijl er “ID6 SET” wordt
aangegeven.
4 Druk enkele malen op de RESET • + of COUNTER
• – toets om de kopieercode voor de opname te
kiezen.
ID6 00: Onbeperkt aantal malen digitaal te
kopiëren
ID6 10: Niet digitaal te kopiëren
ID6 11: Slechts éénmaal digitaal te kopiëren
5 Druk weer op de CLOCK/SET toets.
Nu geeft het uitleesvenster weer de juiste tijd aan.
Opname29
NL
Aangeven van de geldende kopieercode
Houd de RESET • + toets ingedrukt en druk de
COUNTER • – toets 2 seconden of langer in wanneer
de bandteller niet wordt aangegeven.
Tijdens opnemen, bij
opnamecontrole en in de
opnamepauzestand
Tijdens afspelen of in de
weergavepauzestand
In de stopstand
Nu verschijnt de
kopieercode die op de band
wordt vastgelegd
Nu verschijnt de
kopieercode die op de band
is vastgelegd
Er wordt nog geen
kopieercode vastgelegd
ID6 00: Onbeperkt aantal malen digitaal te kopiëren.
ID6 10: Niet digitaal te kopiëren.
ID6 11: Slechts éénmaal digitaal te kopiëren.
ID6 --: Nog geen kopieercode vastgelegd (alleen in de
stopstand).
NL
Opname30
Loading...
+ 88 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.