Sony CMT-101, HCD-101 User Manual [sv]

Page 1
Compact Component System
3-861-305-44(1)
f
CMT-101
NL
S
D
Sony Corporation Printed in Japan
HCD-101
©1997 by Sony Corporation
Page 2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen.
Open de ombouw niet, om gevaar van elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over.
Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenrek of een inbouwkast.
Amerikaanse en buitenlandse octrooien onder licentie van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
De laser in dit apparaat is in staat straling uit te zenden die de toegestane limiet van Klasse 1 overschrijdt.
Deze compact disc speler is geclassificeerd als een LASER KLASSE 1 produkt.
Het label met de aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat.
Het volgende label bevindt zich binnenin het apparaat.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze stereo-installatie is voorzien van het Dolby* ruisonderdrukkingssysteem.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder
licentie van de Dolby Laboratories Licensing Corporation.
De naam “DOLBY” en het dubbele-D symbool a zijn handelsmerken van de Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Inhoudsopgave
* Met de los verkrijgbare minidisc-recorder MDS-
MX101
** Met het los verkrijgbare cassettedeck TC-TX101
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-
installatie........................................... 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok ........... 6
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ..................................... 7
Aansluiten van externe audio/video-
apparatuur en buitenantennes.......9
Basisbediening
Afspelen van een compact disc .......... 11
Opnemen van een compact disc op
minidisc* ......................................... 12
Afspelen van een minidisc* ................ 13
Opnemen van een compact disc op
cassette** ......................................... 15
Afspelen van een cassette** ................ 16
Luisteren naar de radio ....................... 17
Ontvangst van RDS radio-uitzendingen
(alleen voor Europa)...................... 18
Opnemen van een radio-uitzending
op minidisc*.................................... 19
Opnemen van een radio-uitzending
op cassette**.................................... 20
Betreffende deze gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor de tuner/compact disc speler HCD-101, de los verkrijgbare minidisc-recorder MDS-MX101 en het los verkrijgbare stereo cassettedeck TC-TX101. De aanwijzingen voor de minidisc-recorder en het stereo cassettedeck zijn alleen van belang voor diegenen die zich de MDS-MX101 en TC-TX101 hebben aangeschaft.
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de volgende modellen:
– Tuner/compact disc speler: HCD-101 – Minidisc-recorder: MDS-MX101 (los verkrijgbaar)
NL
2
– Stereo cassettedeck: TC-TX101 (los verkrijgbaar)
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster.... 22
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD .................. 23
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD .................. 24
Programma-weergave van
muziekstukken op CD .................. 25
Titels voor uw compact discs
invoeren .......................................... 26
Page 3
Minidisc-recorder*
– Afspelen van minidiscs
Informatie in het uitleesvenster ......... 28
Herhaalde weergave van
muziekstukken op minidisc ......... 29
Willekeurige weergave van
muziekstukken op minidisc ......... 30
Programma-weergave van
muziekstukken op minidisc ......... 31
– Opnemen op minidiscs
Alvorens te beginnen met opnemen . 32 Opnemen van CD’s met keuze van de
nummervolgorde ........................... 33
Handmatig opnemen op een
minidisc........................................... 34
Veiligheids-opnamestart met zes
seconden muziek uit het
buffergeheugen .............................. 36
Invoegen van drie seconden pauze
tussen de muziekstukken ............. 37
Aanbrengen van muziekstuknummers
tijdens opnemen............................. 38
– Bewerken van opgenomen
minidiscs
Alvorens te beginnen met
bewerken......................................... 39
Wissen van minidisc-opnamen .......... 40
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken............................... 42
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken............................... 43
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken............................... 44
Ongedaan maken van de laatste
wijziging ......................................... 45
Naamgeving van minidiscs en
muziekstukken............................... 46
Cassettedeck **
Opnemen van CD’s met keuze van de
nummervolgorde ........................... 48
Handmatig opnemen van een CD e.d.
op cassette ....................................... 49
Instellen van de weergave
Extra versterking van de bassen
(DBFB) ............................................. 51
Weergave met
akoestiekverruiming ..................... 52
Instellen van de luidsprekerbalans.... 52
NL
Andere mogelijkheden
Naamgeving van uw
voorkeurzenders ............................ 53
Met muziek in slaap vallen ................. 54
Met muziek gewekt worden............... 55
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen................................... 57
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 59
Beperkingen van het
minidiscsysteem* ........................... 61
Verhelpen van storingen ..................... 62
Technische gegevens............................ 65
Index....................................................... 67
NL
3
Page 4
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 6 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Met de stappen 2 en 3 is het installeren compleet.
FM-antenne
Cassettedeck**
3
Tuner/ CD-speler*
AM-kaderantenne
Linker luidsprekerRechter luidspreker
Minidisc­recorder***
2
220-240
5
110-120
* De CMT-101/HCD-101 bestaat uit een compact disc speler, een tuner en een versterker. ** Dit is het los verkrijgbare cassettedeck TC-TX101. Beschikt u over dit apparaat, dan kunt u het aldus
aansluiten op de tuner/CD-speler.
*** Dit is de los verkrijgbare minidisc-recorder MDS-MX101. Beschikt u over dit apparaat, dan kunt u het aldus
aansluiten op de tuner/CD-speler.
1-2
4
6
1-1
naar een stopcontact
2 Sluit de optische kabel (bijgeleverd bij
Sluit de minidisc-recorder aan.
1
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
1 Verbind het systeemaansluitsnoer van
de minidisc-recorder met de MD aansluiting van de tuner/CD-speler.
Aansluiten
Losmaken
MD
Met dit teken rechts.
MD
Trek deze beschermhuls naar u toe. De huls komt los en is terug te schuiven.
de MDS-MX101) aan op de CD DIGITAL OUT stekkerbus van de tuner/CD-speler en de MD DIGITAL IN stekkerbus van de minidisc­recorder.
Aansluiten van de tuner/CD-speler
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
Insteken met het SONY beeldmerk aan de linkerkant.
Aansluiten van de minidisc-recorder
DIGITAL OPTICAL
IN
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL OPTICAL
IN
Insteken met het SONY beeldmerk aan
NL
4
de rechterkant.
Page 5
Sluit het cassettedeck aan.
(alleen voor gebruikers van de TC­TX101)
Verbind het systeemaansluitsnoer van het cassettedeck met de TAPE aansluiting van de tuner/CD-speler, op dezelfde wijze als onder 1
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
3
FM draadantenne
De bijgeleverde FM draadantenne is een eenvoudige voorlopige kamerantenne. Voor de beste ontvangst is het aanbevolen een los verkrijgbare FM buitenantenne aan te sluiten.
Strek de FM-draadantenne in verticale richting zo hoog mogelijk uit.
FM 75
AM-kaderantenne
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit deze aan.
-1.
Sluit de luidsprekers aan.
42
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de luidsprekerklemmen.
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes en antennesnoeren, om storing in de weergave te voorkomen.
Achterkant van de tuner/CD-speler
Alleen de gestripte kerndraad insteken.
Grijs (])
Grijs (])
Zwart (})
Achterkant van de SS-Q101/Q101A luidspreker
Alleen de gestripte kerndraad insteken.
Steek de stekker met de gleuf aan de rechterkant in de stekkerbus tot hij er in vastklikt.
Zwart (})
Grijs (])
Controleer of de luidsprekersnoeren stevig zijn aangesloten door er even licht aan te trekken. Als ze gemakkelijk loskomen, dient u ze wat steviger aan te sluiten.
wordt vervolgd
NL
5
Page 6
Stap 1: Aansluiten van de stereo­installatie (vervolg)
Stap 2: Gelijkzetten
Stel de spanningskiezer (VOLTAGE
5
SELECTOR) in op de plaatselijk geldende netspanning (niet voor Europees model).
220-240
110-120
Sluit als laatste de voedingsstroom
6
aan.
Steek de netsnoerstekker van de tuner/ CD-speler pas in het stopcontact nadat alle andere aansluitingen volgens de beschrijving gemaakt zijn.
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening
van de klok
Om de schakelklok-functies te kunnen gebruiken, zult u voor het inschakelen van de stereo-installatie eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen.
Bij het Europese model wordt de tijd aangegeven in een 24-uurs cyclus, bij andere modellen volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeelding toont het Europese model.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1 2,3,4
2,3,4
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden.
NL
6
1 Druk op de TIMER SET toets. 2 Druk op de TIMER + of – toets
zodat de aanduiding “CLOCK” verschijnt en druk dan op de ENTER toets.
De uren-cijfers gaan knipperen.
3 Stel met de TIMER + of – toets in op
het juiste uur en druk weer op de ENTER toets.
De minuten-cijfers gaan knipperen.
Page 7
4 Stel met de TIMER + of – toets in op
de juiste minuut en druk op de ENTER toets.
De klok begint nu te lopen.
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders
Corrigeren van de tijdinstelling
Herhaal de stappen 1 t/m 4.
Betreffende de tijdsaanduiding
• De ingebouwde klok zal ook na uitschakelen van de apparatuur nog de juiste tijd blijven aangeven.
• De bovenste stip tussen de cijfers van de tijdsaanduiding knippert gedurende de eerste helft van elke minuut, van seconde 0 t/m 29, en de onderste stip knippert gedurende de tweede helft, van seconde 30 t/m 59.
Bij het model met 2 afstembanden kunt u maximaal 30 van uw favoriete radiozenders vastleggen, 20 voor de FM en 10 voor de AM. Bij het model met 3 afstembanden kunt u tot 40 radiozenders vastleggen, 20 voor de FM, 10 voor de middengolf en 10 voor de langegolf.
Afstandsbediening (buitenpaneel)
1
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
3
5 6,8
4,7
1 Druk op de POWER toets om de
stereo-installatie in te schakelen.
wordt vervolgd
NL
7
Page 8
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders (vervolg)
2 Druk net zovaak op de
TUNER/BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler wordt aangegeven.
Model met 2 afstembanden:
FM ˜ AM
Model met 3 afstembanden
FM n MW (MG) n LW (LG)
n
3 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de + of – toets om af te
stemmen op een radiozender die u wilt vastleggen.
De frequentie-aanduiding verandert terwijl de tuner de afstemband doorzoekt, om te stoppen wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een FM stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
5 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot de aanduiding “Frq­Memory?” verschijnt.
9 Herhaal de stappen 2 t/m 8 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen.
Afstemmen op een radiozender die zwak doorkomt
Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” verdwijnen en druk dan op de + of – toets om nauwkeurig op de betreffende zender af te stemmen.
Vastleggen onder een ander nummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 2.
Omschakelen van het afsteminterval voor de AM (niet bij de modellen voor Europa)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden 10 kHz). Om dit AM afsteminterval over te schakelen naar 10 kHz (of 9 kHz), drukt u enkele malen op de TUNER/BAND toets tot er “AM” wordt aangegeven en dan schakelt u het apparaat uit. Houd vervolgens de + toets ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te schakelen, herhaalt u de bovenstaande stappen.
Opmerking
De vastgelegde voorkeurzenders blijven bij een stroomonderbreking (stekker uit het stopcontact) ongeveer een week lang in het afstemgeheugen bewaard.
6 Druk op de YES toets.
In het uitleesvenster gaat het voorinstelnummer knipperen.
7 Druk op de ? of / toets om in te
stellen op het gewenste voorinstelnummer voor de zender.
8 Druk op de YES toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer.
NL
8
Page 9
Aansluiten van externe audio/video­apparatuur en buitenantennes
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo­installatie kunt u er los verkrijgbare apparatuur op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat.
Aansluiten van een videorecorder/personal computer
Op de tuner/CD-speler kunt u een videorecorder of een personal computer aansluiten, met behulp van gewone audio­aansluitsnoeren (niet bijgeleverd).
Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet verwisselt.
naar de audio-ingangen van de videorecorder/pc
naar de audio-uitgangen van de videorecorder/pc
Tuner/CD-speler
Aansluiten van digitale apparatuur zoals een minidisc-recorder e.d.
(alleen voor kopers van de MDS­MX101)
U kunt digitale geluidsopnamen maken door digitale geluidsbronnen aan te sluiten op de MDS-MX101. Verbind de MD DIGITAL OPTICAL OUT uitgangsaansluiting van de MDS-MX101 met de digitale ingangsaansluiting van andere digitale apparatuur, met behulp van een optische kabel (niet bijgeleverd).
naar de digitale ingang van digitale apparatuur
Minidisc-recorder
Ç : Signaalstroom
Opmerking
Dit apparaat werkt met het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) hetgeen u in staat stelt van digitale geluidsbronnen via volledig digitale aansluitingen digitale opnamen te maken, die dan daarna niet verder digitaal gekopieerd kunnen worden.
Ç : Signaalstroom
Luisteren naar het geluid van de aangesloten videorecorder/ personal computer
Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot het uitleesvenster “VIDEO” aangeeft. Vervolgens kunt u heen en weer schakelen tussen de aanduidingen “VIDEO” en “PC” met behulp van de DISPLAY toets.
Het geluid van een aangesloten videorecorder kan in stereo worden weergegeven.
wordt vervolgd
NL
9
Page 10
Aansluiten van externe audio/ video-apparatuur en buitenantennes (vervolg)
Aansluiten van buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan. Ook kunt u gebruik maken van een TV­antenne.
IEC standaard antennestekker (niet bijgeleverd)
AM-antenne
Sluit de AM-kaderantenne aan en laat deze altijd aangesloten, ook wanneer u daarnaast een los verkrijgbare AM antenne aansluit op de AM antenne-aansluiting.
AM
AM-kaderantenne
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient deze geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
NL
10
Page 11
Basisbediening
Afspelen van een compact disc
Tuner/CD-speler
POWER
=0/
1
0
)
=
+
VOL +/–
)+
1 Steek een compact disc in de CD-
gleuf.
De CD wordt automatisch verder naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
Met de bedrukte label-kant boven.
2 Druk op de ^ toets (of op de CD
( weergavetoets van de
afstandsbediening).
Het afspelen begint met het eerste muziekstuk van de CD.
·P p
2
6
§
p
§
0
)
·P p
=
+
Voor het
Stoppen met
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets.
afspelen Pauzeren
Druk op de ^ toets (of de P pauzetoets van de afstandsbediening). Voor doorgaan met afspelen nogmaals drukken.
Opzoeken van een muziekstuk (AMS* zoekfunctie)
Druk op de )+ toets (om vooruit te zoeken) of de =0 toets (om terugwaarts te zoeken) (of op de + of = toets van de afstandsbediening)
Opzoeken van een muziekpassage
Houd de )+ of =0 toets (of de ) of 0 toets van de afstandsbediening) ingedrukt en laat de toets los bij het gewenste punt in de muziek.
Uitnemen van
Druk op de 6 uitwerptoets.
de CD Instellen van de
Druk op de VOL + of – toets.
geluidssterkte
* AMS: Automatische Muziek Sensor.
Tips
•Als u na het indrukken van de 6 uitwerptoets de compact disc niet verwijdert, wordt deze na 15 seconden automatisch naar binnen gehaald, om de CD te beschermen.
•Bij insteken van een compact disc wordt automatisch de stroom ingeschakeld.
•Bij indrukken van de ^ toets (of de CD ( toets van de afstandsbediening) terwijl de stereo­installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en start de CD-weergave, mits er een compact disc in het apparaat aanwezig is (één- toets weergavestart).
•Ook van het afspelen van een andere geluidsbron kunt u rechtstreeks overschakelen naar de CD­speler om de CD-weergave automatisch te starten met een enkele druk op de ^ toets (of de CD ( toets van de afstandsbediening) (automatische geluidsbron-keuze).
Basisbediening
11
NL
Page 12
Opnemen van een
0
)
=
+
·P p
§
compact disc op minidisc
— CD synchroon-opname (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Het maken van digitale opnamen van een compact disc op een minidisc is zeer eenvoudig met behulp van de “CD synchroon-opname” functie, waarbij de muziekstuknummers automatisch op de minidisc worden vastgelegd in dezelfde volgorde als op de CD. Bij het toevoegen van nieuwe opnamen op een reeds gebruikte opname-minidisc zal het opnemen automatisch beginnen vanaf het eind van de vorige opnamen.
Tuner/CD-speler
POWER
1
6
1 Steek een compact disc in de CD-
gleuf.
De CD wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding
Met de bedrukte label-kant boven.
verschijnt.
0
)
·P p
=
+
§
2 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de MD-gleuf.
De minidisc wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
Met de pijl naar binnen gericht.
Met de label­kant boven.
12
NL
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
3 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
0
)
·P p
=
+
4 Druk op de CD SYNC toets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname en de CD-
3
2
0
)
=
+
6
§
·P p
564
speler komt in de weergavepauzestand.
5 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder.
Dan begint het opnemen. Na afloop van de opname stopt de
minidisc-recorder automatisch en wacht dan in de opnamepauzestand.
Page 13
6 Druk na afloop van het opnemen op
0
)
=
+
·P p
§
de p stoptoets van de minidisc­recorder en verwijder dan de minidisc uit het apparaat.
Vergeet niet om de minidisc na het opnemen uit het apparaat te nemen, omdat pas daardoor de informatie betreffende de opname op de minidisc wordt bijgeschreven.
Afspelen van een minidisc
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
U kunt een minidisc op dezelfde wijze afspelen als een CD.
Tuner/CD-speler
POWER
Voor het
Stoppen met opnemen
Pauzeren van de opname
Uitnemen van de CD
Uitnemen van de minidisc
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets van de minidisc-recorder.
Druk op de ^ toets van de tuner/CD-speler.
Druk op de 6 uitwerptoets van de tuner/CD-speler.
Druk op de 6 uitwerptoets van de minidisc-recorder.
Wanneer de aanduiding “TOC” knippert of oplicht
Stoot dan niet tegen het apparaat en trek niet de stekker uit het stopcontact, om de opname niet te verliezen. Terwijl de aanduiding “TOC” knippert is de minidisc-recorder bezig de inhoudsopgave (TOC = Table of Contents) bij te werken.
Tips
• U kunt de muziek van een compact disc in een zelf gekozen nummervolgorde opnemen (zie blz. 33).
• Na het opnemen kunt u met de bewerkingsfuncties de muziekstukken op de minidisc naar wens aanpassen (zie blz. 39).
Opmerking
Het is niet mogelijk een CD tegelijk op minidisc en op cassette op te nemen door tegelijk indrukken van de CD SYNC toets op de minidisc-recorder en het cassettedeck.
§
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
=0/ )+
1
0
)
=
+
·P p
2
6
§
p
1 Steek een bespeelde minidisc in de
MD-gleuf.
De MD wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
Basisbediening
Met de pijl naar binnen gericht.
Met de label­kant boven.
wordt vervolgd
13
NL
Page 14
Afspelen van een minidisc (vervolg)
2 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder (of de MD ( weergavetoets van de afstandsbediening).
Dan begint het afspelen.
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van een muziekstuk
Opzoeken van een muziekpassage
Uitnemen van de minidisc
Instellen van de geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets.
Druk op de ^ toets (of de P pauzetoets van de afstandsbediening). Voor doorgaan met afspelen nogmaals drukken.
Druk op de )+ toets (om vooruit te zoeken) of de =0 toets (om terugwaarts te zoeken) (of op de + of = toets van de afstandsbediening)
Houd de )+ of =0 toets (of de 0 of ) toets van de afstandsbediening) ingedrukt en laat de toets los bij het gewenste punt in de muziek.
Druk op de 6 uitwerptoets.
Druk op de VOL + of – toets.
Tips
•Bij insteken van een minidisc wordt automatisch de stroom ingeschakeld.
•U kunt het afspelen beginnen vanaf elk gewenste muziekstuk. Alvorens in stap 2 op de ^ toets (of de MD ( toets van de afstandsbediening) te drukken, kiest u eerst het gewenste muziekstuk met enkele drukken op de )+ of =0 toets (of de + afstandsbediening).
•Bij indrukken van de ^ toets (of de MD ( toets van de afstandsbediening) terwijl de stereo­installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en start de minidisc-weergave, mits er een minidisc in het apparaat aanwezig is (één- toets weergavestart).
•Ook van het afspelen van een andere geluidsbron kunt u rechtstreeks overschakelen naar de minidisc-speler om de minidisc-weergave automatisch te starten met een enkele druk op de ^ toets (of de MD ( toets van de afstandsbediening) (automatische geluidsbron- keuze).
of = toets van de
Opmerkingen
•Als u tijdens het opzoeken van een muziekpassage het einde van de minidisc bereikt, stopt de minidisc-speler.
•Muziekstukken die maar enkele seconden lang zijn, kunnen wel eens niet naar behoren worden gevonden.
•Wanneer tijdens het opzoeken van een muziekpassage de aanduiding “OVER” in het uitleesvenster verschijnt, hebt u het einde van de minidisc bereikt. Druk dan op de =0 toets van de minidisc-recorder (of de = toets van de afstandsbediening).
14
NL
Page 15
§
0
)
·ª
P
p
§
0
)
=
+
·P p
Opnemen van een compact disc op cassette
— CD synchroon-opname (alleen voor gebruikers van de
TC-TX101)
De CD SYNC toets maakt het opnemen van een compact disc op cassette uiterst eenvoudig. Voor het opnemen kunt u naar keuze TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO
2-band) cassettes gebruiken.
Controleer voor het opnemen wel even of de wispreventienokjes van de cassette niet zijn uitgebroken.
Tuner/CD-speler
1 Steek een compact disc in de CD-
gleuf.
De CD wordt automatisch verder naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
Met de bedrukte label-kant boven.
2 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettegleuf.
De cassette wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
POWER
Cassettedeck (los verkrijgbaar)
DOLBY NR
5763
1
§
Basisbediening
3 Schuif de DIRECTION schakelaar in
de stand voor enkelzijdig of
0
)
·P p
=
+
p
4
2
§
dubbelzijdig opnemen.
Voor opnemen op
één cassettekant beide cassettekanten*
* Het opnemen stopt altijd automatisch aan
het eind van de onderste kant van de cassette. Voor dubbelzijdig opnemen dient u te beginnen aan de bovenste kant.
Zet u DIRECTION op
D a
4 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt in het uitleesvenster
·ª
0
)
P
p
p
van de tuner/CD-speler.
5 Druk op de CD SYNC toets van het
cassettedeck.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor opname en de CD-speler komt in de weergavepauzestand.
wordt vervolgd
15
NL
Page 16
Opnemen van een compact disc op cassette — CD synchroon-opname (vervolg)
6 Druk op de ( of 9 toets om te
kiezen op welke kant van de cassette u wilt beginnen met opnemen.
Voor beginnen aan de bovenkant drukt u op de ( toets (of de TAPE ( toets van de afstandsbediening).
Voor opnemen op de onderkant drukt u op de 9 toets (of nogmaals op de TAPE ( toets van de afstandsbediening)*.
* In het laatste geval zal er alleen worden
opgenomen op de onderste kant van de cassette.
7 Druk op de P pauzetoets.
Dan begint het opnemen. Na ongeveer 10 seconden begint ook het afspelen van de compact disc.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck of de tuner/CD-speler.
Tips
•Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, schuift u na stap 3 de DOLBY NR schakelaar in de “ON” stand.
•Wanneer tijdens dubbelzijdig opnemen het einde van de eerste cassettekant wordt bereikt, wordt het geluid geleidelijk teruggedraaid, zodat het niet plotseling wegvalt (synchroonopname-fading). Hetzelfde muziekstuk zal nu weer als eerste op de andere kant van de cassette worden opgenomen.
De synchroonopname-fading werkt ook bij opnemen van een enkele cassettekant.
Opmerking
Het is niet mogelijk een CD tegelijk op minidisc en op cassette op te nemen door tegelijk indrukken van de CD SYNC toets op de minidisc-recorder en het cassettedeck.
Afspelen van een cassette
(alleen voor gebruikers van de TC-TX101)
Het cassettedeck is geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij insteken van een cassette leest het deck de bandsoort van de geplaatste cassette af en begint dan automatisch met afspelen.
Tuner/CD-speler
POWER
0
)
·P p
=
+
Cassettedeck (los verkrijgbaar)
DOLBY NR
d
1
·ª
0
)
P
p
p0/)D/
P
2
1 Steek een bespeelde cassette in de
cassettegleuf.
De cassette wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
2-
§
§
§
16
·ª
0
)
p
P
NL
Page 17
2 Druk op de ( toets om de
bovenkant van de cassette af te spelen. Voor afspelen van de onderkant drukt u op de 9 toets.
Voor het
Stoppen met afspelen Pauzeren
Opzoeken van het begin van het weergegeven of een volgend muziekstuk
Snel vooruit- of terugspoelen
Afspelen van één kant van de cassette
Doorlopend afspelen van beide cassettekanten*
Uitnemen van de cassette
* Het cassettedeck stopt automatisch na vijfmaal
afspelen van beide cassettekanten.
Tips
• Bij indrukken van de ( of 9 toets terwijl het apparaat nog uit staat, wordt automatisch de stroom ingeschakeld.
• Van het afspelen van een andere geluidsbron kunt u rechtstreeks overschakelen naar cassette­weergave met een enkele druk op de ( of 9 toets (automatische geluidsbron-keuze).
• Voor het afspelen van een cassette die is opgenomen met Dolby NR B ruisonderdrukking, schuift u de DOLBY NR schakelaar in de “ON” stand.
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets. Druk op de P pauzetoets.
Voor doorgaan met afspelen nogmaals drukken.
Druk tijdens afspelen op de 0 of ) snelspoeltoets van het cassettedeck.
Druk in de stopstand op de 0 of ) snelspoeltoets van het cassettedeck.
Schuif de DIRECTION schakelaar in de A stand.
Schuif de DIRECTION schakelaar in de a stand.
Druk op de 6 uitwerptoets.
Luisteren naar de radio
–– Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie blz. 7).
Tuner/CD-speler
POWER
§
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
13
Afstandsbediening (binnenpaneel)
2
1 Druk net zovaak op de BAND toets
tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
STEREO/ MONO
Basisbediening
2 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
wordt vervolgd
17
NL
Page 18
Luisteren naar de radio (vervolg)
Ontvangst van RDS
3 Druk op de TUNING + of – toets
om in te stellen op het gewenste voorkeurzendernummer.
Druk op de TUNING + toets voor een hoger genummerde zender of op de TUNING – toets voor een lager genummerde zender.
Voor het
Uitschakelen van de radio
Instellen van de geluidssterkte
Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” verdwijnen en druk dan op de TUNING + of – toets om nauwkeurig op de betreffende zender af te stemmen.
Tips
•Bij indrukken van de BAND toets terwijl de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart).
•U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radio­ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de BAND toets (automatische geluidsbron-keuze).
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
•Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de STEREO/MONO toets, tot de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereo-geluid te luisteren.
Doet u het volgende
Druk op de POWER toets.
Druk op de VOL + of – toets.
radio-uitzendingen
(alleen voor het Europese model)
Kies eenvoudigweg een zender van de FM­band.
Bij afstemmen op een radiozender die RDS informatie-uitzendingen verzorgt, verschijnt automatisch de zendernaam in het uitleesvenster.
Wat is het Radio Data Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een speciale radio-informatiedienst waarmee radiozenders naast de gewone radio­uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. De RDS is alleen beschikbaar via FM zenders.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best contact opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
18
NL
Page 19
0
)
=
+
·P p
§
Opnemen van een
3
radio-uitzending op minidisc
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Na keuze van een vastgelegde voorkeurzender kunt u een radio-uitzending op een minidisc opnemen. Als u een opname-minidisc met al eerdere opnamen gebruikt, zal het opnemen automatisch beginnen vanaf het eind van de laatste opnamen.
Tuner/CD-speler
POWER
§
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de MD-gleuf.
De minidisc wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
0 =
24
0 =
1
Met de pijl
Basisbediening
naar binnen gericht.
)
·P p
+
Met de label­kant boven.
2 Druk net zovaak op de BAND toets
tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
§
)
·P p
+
675
3 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de TUNING + of – toets
om in te stellen op het gewenste voorkeurzendernummer.
Druk op de TUNING + toets voor een hoger genummerde zender of op de TUNING – toets voor een lager genummerde zender.
wordt vervolgd
19
NL
Page 20
Opnemen van een radio­uitzending op minidisc (vervolg)
Opnemen van een
5 Druk op de •REC opnametoets van
de minidisc-recorder.
Die komt dan in gereedheid voor opname.
6 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder.
Nu begint het opnemen van de radio­uitzending.
7 Druk na afloop van het opnemen op
de p stoptoets van de minidisc­recorder en verwijder dan de minidisc uit het apparaat.
Vergeet niet om de minidisc na het opnemen uit het apparaat te nemen, omdat pas daardoor de informatie betreffende de opname op de minidisc wordt bijgeschreven.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van de minidisc­recorder.
Tips
•Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” verdwijnen en dan drukt u op de TUNING + of – toets om nauwkeurig op de betreffende zender af te stemmen.
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
radio-uitzending op cassette
(alleen voor gebruikers van de TC-TX101)
De eenvoudigste wijze om een radio­uitzending op te nemen op cassette is door keuze van een vastgelegde voorkeurzender.
Voor het opnemen kunt u naar keuze TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO cassettes gebruiken. Controleer voor het opnemen wel even of de wispreventienokjes van de cassette niet zijn uitgebroken.
Tuner/CD-speler
POWER
0
)
=
+
24
Cassettedeck (los verkrijgbaar)
2-band)
§
·P p
1
§
20
·ª
0
)
P
p
DOLBY NR
NL
p
7865
Page 21
Afstandsbediening (binnenpaneel)
3
1 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettegleuf.
De cassette wordt automatisch naar binnen gehaald en de aanduiding verschijnt.
§
·ª
0
)
p
P
2 Druk net zovaak op de BAND toets
tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
3 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de TUNING + of – toets
om in te stellen op het gewenste voorkeurzendernummer.
Druk op de TUNING + toets voor een hoger genummerde zender of op de TUNING – toets voor een lager genummerde zender.
5 Schuif de DIRECTION schakelaar in
de stand voor enkelzijdig of dubbelzijdig opnemen.
Voor opnemen op
één cassettekant beide cassettekanten*
* Het opnemen stopt altijd automatisch aan
het eind van de onderste kant van de cassette. Voor dubbelzijdig opnemen dient u te beginnen aan de bovenste kant.
Schuift u DIRECTION naar
A a
6 Druk op de REC opnametoets van
het cassettedeck.
Het cassettedeck komt in gereedheid voor opname.
7 Druk op de ( of 9 toets om te
kiezen op welke kant van de cassette u wilt beginnen met opnemen.
Voor beginnen aan de bovenkant drukt u op de ( toets.
Voor opnemen op de onderkant drukt u op de 9 toets*.
* In het laatste geval zal er alleen worden
opgenomen op de onderste kant van de cassette.
8 Druk op de P pauzetoets van het
cassettedeck.
Nu begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck.
Tips
•Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduidingen “AUTO” en “PRESET” verdwijnen en dan drukt u op de TUNING + of – toets om nauwkeurig op de betreffende zender af te stemmen.
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen.
•Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, schuift u na stap 5 de DOLBY NR schakelaar in de “ON” stand.
Basisbediening
21
NL
Page 22
Compact disc speler
Gebruik van het CD
Controleren van de resterende speelduur
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u onder andere de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of van de gehele compact disc controleren.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2
Controleren van de totale speelduur en het aantal muziekstukken op de compact disc
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
Druk tijdens weergave enkele malen op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n Verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk Resterende speelduur op de weergegeven
compact disc
In de programma-weergavestand zullen de aanduidingen ietwat andere informatie geven dan hierboven staat aangegeven.
µ
µ
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n Totaal aantal muziekstukken en
totale speelduur
µ
Disctitel*
* Als de betreffende compact disc nog niet van een
titel is voorzien, verschijnt eerst de aanduiding “No Name” en dan weer het totale aantal muziekstukken en de totale speelduur.
NL
22
Page 23
Herhaalde weergave van muziekstukken op CD
— REPEAT weergave
Met de herhaalfunctie kunt u een compact disc laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma­weergave.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
Uitschakelen van de herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding dooft.
Opmerking
Het is niet mogelijk een enkel muziekstuk te herhalen tijdens weergave in willekeurige volgorde of geprogrammeerde weergave.
1
2
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
2 Druk tijdens CD-weergave op de
REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt.
Dan begint de herhaalde weergave.
Herhalen van een enkel muziekstuk
Druk enkele malen op de REPEAT toets zodat de aanduiding “REPEAT 1” in het uitleesvenster verschijnt, tijdens weergave van het muziekstuk dat u wilt herhalen.
23
NL
Page 24
Willekeurige weergave van muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
U kunt alle muziekstukken van een compact disc in willekeurige volgorde laten weergeven.
Tuner/CD-speler
POWER
1
1 Plaats een compact disc in de CD-
speler.
2 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
3 Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt.
0
)
·P p
=
+
4
Afstandsbediening (buitenpaneel)
4
Afstandsbediening (binnenpaneel)
§
2
+
2
4 Druk op de ^ toets (of de CD (
weergavetoets van de afstandsbediening).
De aanduiding “J” licht op en de weergave in willekeurige volgorde van alle muziekstukken begint.
Uitschakelen van de willekeurige weergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “SHUFFLE” aanduiding dooft.
Tips
•Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door enkele malen op de PLAY MODE toets te drukken tot de aanduiding “SHUFFLE” verschijnt.
•Om van het weergegeven muziekstuk onmiddellijk door te gaan naar een volgend muziekstuk, drukt u op de CD + toets van de afstandsbediening. Het is niet mogelijk terug te keren naar een eerder of een reeds weergegeven muziekstuk met de CD = toets.
24
2 3
NL
Page 25
Programma­weergave van muziekstukken op CD
— PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 25 nummers samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
Tuner/CD-speler
POWER
§
0
)
·P p
=
+
513
Afstandsbediening (buitenpaneel)
5
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2,3
Nummertoetsen
Number buttons
3
p
1
CLEAR DISPLAY
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Volg nu methode a of b.
a Kiezen van muziekstukken met de
nummertoetsen van de afstandsbediening:
Gebruik de nummertoetsen om de gewenste muziekstuknummers te kiezen in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
Voor het kiezen van een muziekstuk met een nummer boven de 11 drukt u eerst op de >10 (groter-dan-10) toets.
Na elk gekozen nummer wordt de totale speelduur inclusief het zojuist gekozen muziekstuk aangegeven, samen met het programma­volgnummer.
Bij een vergissing in de nummerkeuze
Druk op de CLEAR wistoets en druk dan op de juiste nummertoets.
b Kiezen van muziekstukken aan de
hand van de totale speelduur:
1 Druk op de =0 of )+ toets
(of de ? of / toets op de afstandsbediening) tot het gewenste muziekstuknummer in het uitleesvenster wordt aangegeven. In het uitleesvenster knippert de totale speelduur inclusief het zojuist gekozen muziekstuk.
2 Druk op de PLAY MODE toets.
Het programma-volgnummer (de rangorde in uw muziekprogramma) verschijnt ongeveer een seconde lang en dan blijft de totale speelduur branden.
4 Herhaal de voorgaande stap 3 voor
elk van de muziekstukken die u wilt programmeren.
wordt vervolgd
25
NL
Page 26
Programma-weergave van muziekstukken op CD — PROGRAM weergave (vervolg)
5 Druk op de ^ toets (of de CD (
weergavetoets van de afstandsbediening).
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden nu weergegeven in de door u gekozen volgorde.
Uitschakelen van de programma­weergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “PROGRAM” aanduiding dooft.
Aanpassen van uw muziekprogramma
Voor het
Toevoegen van een muziekstuk aan het eind van uw programma*
Wissen van het gehele programma
Wissen van het laatst gekozen nummer
* Ook tijdens weergave kunt u nog muziekstukken
aan uw programma toevoegen, door ze te kiezen met de nummertoetsen op de afstandsbediening (methode a van stap 3).
Tips
•Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen nog in het geheugen van de CD­speler bewaard. Om hetzelfde programma nogmaals weer te geven, drukt u op de ^ toets (of de CD ( weergavetoets van de afstandsbediening).
•Het programma-volgnummer verschijnt in het uitleesvenster wanneer u in de stopstand op de DISPLAY toets drukt.
Opmerkingen
•De totale speelduur kan niet worden aangegeven indien de totale speelduur de 100 minuten overschrijdt.
•Als u probeert meer dan 25 muziekstukken te programmeren, verschijnt de aanduiding “STEP FULL” in het uitleesvenster.
Doet u het volgende
Volg de bovenstaande stappen 3 en 4 in de stopstand.
Druk op de p stoptoets van de tuner/CD-speler.
Druk op de CLEAR wistoets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, vervalt het laatste nummer van het programma.
Titels voor uw compact discs invoeren
Voor maximaal 35 van uw compact discs kunt u een titel of trefwoord van 10 letters, cijfers of symbolen vastleggen. Een vastgelegde titel zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u de betreffende compact disc in de CD-speler plaatst.
Tuner/CD-speler
POWER
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
5,6,7
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler verschijnt en steek een compact disc in de CD-speler.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot de aanduiding “Name in?” verschijnt.
1
§
0
)
·P p
=
+
p
1
2 3,8
4
26
NL
Page 27
3 Druk op de YES toets.
De cursor (plaats-markering voor het invoeren van letters) gaat knipperen.
4 Druk net zovaak op de
CHARACTER toets van de afstandsbediening tot het gewenste lettertype wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de lettertype-aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0 (cijfers)/! (symbolen)* n n A…
* De volgende symbolen zijn
beschikbaar voor gebruik in uw disc-titels:
! " # $ % & ' ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
(spatie)
5 Druk op de + of – toets van de
afstandsbediening tot het gewenste letterteken wordt aangegeven.
Het gekozen letterteken knippert. Om een spatie in te voeren, drukt u op de / pijltoets van de afstandsbediening terwijl de cursor knippert.
6 Druk op de / pijltoetsvan de
afstandsbediening.
Het in stap 5 gekozen letterteken blijft branden en de cursor schuift een plaatsje naar rechts, voor de volgende letter.
7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 tot u de
gehele disctitel hebt ingevoerd.
Bij een vergissing in de letterkeuze drukt u op de ? of / toets van de afstandsbediening tot de letter die u wilt wijzigen knippert en dan herhaalt u de stappen 4 t/m 6.
Om een letterteken te wissen, drukt u op de EDIT/NO toets terwijl het letterteken knippert.
Als u probeert meer dan 10 letterteken in te voeren, verschijnt de aanduiding “Name Full” in het uitleesvenster.
8 Druk op de YES toets om de
titelinvoer af te ronden.
De ingevoerde disctitel wordt in het uitleesvenster aangegeven.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de p stoptoets.
Wissen van een disctitel
1 Druk enkele malen op de EDIT/NO toets
tot de aanduiding “Name Erase?” verschijnt.
2 Druk op de YES toets.
De disctitel verschijnt. Als er voor de betreffende CD geen
disctitel in het geheugen bestaat, verschijnt de aanduiding “No Name”.
3 Druk nogmaals op de YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt en de disctitel is uit het geheugen gewist.
Opmerking
U kunt geen disctitel invoeren tijdens het afspelen van een CD .
27
NL
Page 28
Minidisc-recorder
Informatie in het uitleesvenster
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
In het uitleesvenster kunt u o.a. de resterende opnameduur en de totale speelduur van een minidisc controleren.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2
SCROLL
2 Druk in de stopstand op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n
Totaal aantal muziekstukken en totale speelduur
Totaal aantal muziekstukken
Resterende opnameduur (alleen voor opname-minidiscs*
Disctitel*
*1De resterende opnameduur kan niet
*
In de programma-weergavestand zullen de aanduidingen ietwat andere informatie geven dan hierboven staat aangegeven.
2
worden aangegeven voor voorbespeelde minidiscs.
2
Als er geen disctitel is vastgelegd, verschijnt de aanduiding “No Name”.
Totale speelduur
µ
1
)
µ
Controleren van het totale aantal muziekstukken, de totale speelduur, de resterende opnameduur en de minidisc-titel
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “MD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler.
NL
28
Page 29
Controleren van de muziektitel en
1 2
de resterende speelduur van een muziekstuk
Druk tijdens minidisc-weergave op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n Muziekstuknummer en verstreken
speelduur van het weergegeven muziekstuk
Herhaalde weergave van muziekstukken op minidisc
— REPEAT weergave (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met de herhaalfunctie kunt u een enkel muziekstuk of alle muziekstukken op een minidisc meermalen achtereen weergeven.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
Muziekstuknummer en resterende
µ
speelduur van het weergegeven muziekstuk
µ
Titel van het weergegeven muziekstuk*
* Als er geen titel voor dit muziekstuk is vastgelegd,
verschijnt de aanduiding “No Name”.
Tips
• Tijdens minidisc-weergave kunt u de titels van de minidisc en de muziekstukken controleren door indrukken van de SCROLL doorlooptoets.
Aangezien het uitleesvenster slechts 12 letters tegelijk kan tonen, zult u voor de volledige titel vaak nogmaals op SCROLL moeten drukken.
Druk weer op de SCROLL toets om de titelweergave even te pauzeren en nogmaals wanneer u het doorlopen wilt hervatten.
• Zie voor het invoeren van een titel voor een muziekstuk of een minidisc blz. 46.
Opmerking
Wanneer de totale speelduur de 100 minuten overschrijdt, wordt er slechts “--m--s” aangegeven.
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “MD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler.
2 Druk tijdens minidisc-weergave
enkele malen op de REPEAT toets tot er “REPEAT” (herhalen van alle muziekstukken) of “REPEAT 1” (herhalen van een enkel muziekstuk) verschijntin het uitleesvenster van de minidisc­recorder.
Dan begint de herhaalde weergave.
* Het is niet mogelijk een enkel muziekstuk te
herhalen tijdens weergave in willekeurige volgorde of geprogrammeerde weergave.
Uitschakelen van de herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding dooft.
29
NL
Page 30
Willekeurige weergave van muziekstukken op CD
— SHUFFLE weergave (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt alle muziekstukken van een minidisc in willekeurige volgorde laten weergeven.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “MD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler.
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt in het uitleesvenster van de minidisc­recorder.
0
)
·P p
=
+
3
Afstandsbediening (buitenpaneel)
31
Afstandsbediening (binnenpaneel)
§
+
3 Druk op de ^ toets (of de MD (
weergavetoets van de afstandsbediening).
De aanduiding “J” licht op en de weergave in willekeurige volgorde van alle muziekstukken begint.
Uitschakelen van de willekeurige weergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “SHUFFLE” aanduiding dooft.
Tips
Om van het weergegeven muziekstuk onmiddellijk door te gaan naar een volgend muziekstuk, drukt u op de MD + toets van de afstandsbediening. Het is niet mogelijk terug te keren naar een eerder of een reeds weergegeven muziekstuk met de MD = toets.
30
1 2
NL
Page 31
Programma-weergave van muziekstukken op minidisc
— PROGRAM weergave (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 25 nummers samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
0
)
=
+
Afstandsbediening (buitenpaneel)
5
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2,3
Nummertoetsen
·P p
53
6
§
p
p
1
CLEAR
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding “MD” verschijnt in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler.
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler verschijnt.
3 Volg nu methode a of b.
a Kiezen van muziekstukken met de
nummertoetsen van de afstandsbediening:
Gebruik de nummertoetsen om de gewenste muziekstuknummers te kiezen in de volgorde waarin u de muziek wilt horen.
Voor het kiezen van een muziekstuk met een nummer boven de 11 drukt u eerst op de >10 (groter-dan-10) toets.
Na elk gekozen nummer wordt de totale speelduur inclusief het zojuist gekozen muziekstuk aangegeven, samen met het programma­volgnummer.
Bij een vergissing in de nummerkeuze
Druk op de CLEAR wistoets en druk dan op de juiste nummertoets.
b Kiezen van muziekstukken aan de
hand van de totale speelduur:
1 Druk op de =0 of )+ toets
(of de ? of / toets op de afstandsbediening) tot het gewenste muziekstuknummer in het uitleesvenster wordt aangegeven. In het uitleesvenster knippert de totale speelduur inclusief het zojuist gekozen muziekstuk.
2 Druk op de PLAY MODE toets.
Het programma-volgnummer (de rangorde in uw muziekprogramma) verschijnt ongeveer een seconde lang en dan blijft de totale speelduur branden.
3
wordt vervolgd
31
NL
Page 32
Programma-weergave van muziekstukken op minidisc — PROGRAM weergave (vervolg)
Alvorens te beginnen met opnemen
4 Herhaal de voorgaande stap 3 voor
elk van de muziekstukken die u wilt programmeren.
5 Druk op de ^ toets (of de MD (
weergavetoets van de afstandsbediening).
Alle geprogrammeerde muziekstukken worden nu weergegeven in de door u gekozen volgorde.
Uitschakelen van de programma­weergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets zodat de “PROGRAM” aanduiding dooft.
Aanpassen van uw muziekprogramma
Voor het
Toevoegen van een muziekstuk aan het eind van uw programma*
Wissen van het gehele programma
Wissen van het laatst gekozen nummer
Tip
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen nog in het geheugen van de minidisc-speler bewaard. Om hetzelfde programma nogmaals weer te geven, drukt u op de ^ toets (of de MD ( toets van de afstandsbediening).
Opmerkingen
•Het muziekprogramma wordt gewist wanneer u op de 6 uitwerptoets van de minidisc-recorder drukt om de minidisc uit te nemen.
•Wanneer de totale programma-speelduur de 100 minuten overschrijdt, wordt er “--m--s” aangegeven.
Doet u het volgende
Volg de bovenstaande stap 3 in de stopstand.
Druk in de stopstand op de p stoptoets.
Druk op de CLEAR wistoets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, vervalt het laatste nummer van het programma.
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Minidiscs zijn een digitaal medium, waarop u muziek kunt opnemen en afspelen met een uitstekende geluidskwaliteit, nagenoeg gelijk aan die van compact discs.
Belangrijke stap na opname
Vergeet niet om na het opnemen van muziek de minidisc uit het apparaat te nemen, omdat pas daardoor de informatie betreffende de opname op de minidisc wordt bijgeschreven.
Hoe de minidisc-recorder de opname-informatie op de minidisc schrijft
De muziekstuknummers van uw opnamen stellen u in staat om vlot en gemakkelijk een bepaald muziekstuk op te zoeken en om uw opnamen in een gewenste volgorde te zetten of ongewenste muziekstukken weg te laten e.d.
Er bestaan echter verschillen in de manier waarop de muziekstuknummers worden vastgelegd, al naar gelang de geluidsbron waarvan u opneemt.
Bij opnemen met als geluidsbron:
•De compact disc speler van deze stereo-installatie
– De digitale signalen van de compact disc worden
onveranderd overgenomen (digitale opname*
– De muziekstuknummers worden automatisch
vastgelegd, precies zoals op de oorspronkelijke compact disc.
•Andere digitale apparatuur
(zoals bijvoorbeeld een DAT cassettedeck)
– De inkomende digitale signalen worden eerst
omgezet naar analoge signalen, dan weer omgezet in digitale vorm en aldus opgenomen* opname).
– Aan het begin van de opname wordt automatisch
een muziekstuknummer vastgelegd, maar alleen als u de “Level Sync” functie (zie blz. 38) inschakelt, worden er daarna ook automatisch muziekstuknummers vastgelegd afhankelijk van het ingangssignaal van de geluidsbron.
2
(analoge
1
).
32
NL
Page 33
0
)
=
+
·P p
§
p
• De tuner van deze stereo-installatie en andere analoge apparatuur
(zoals bijvoorbeeld een cassettedeck)
– De inkomende analoge signalen worden omgezet
in digitale vorm en aldus opgenomen (analoge opname).
– Aan het begin van de opname wordt automatisch
een muziekstuknummer vastgelegd, maar alleen als u de “Level Sync” functie (zie blz. 38) inschakelt, worden er daarna ook automatisch muziekstuknummers vastgelegd afhankelijk van het ingangssignaal van de geluidsbron.
1
*
Zie voor nadere bijzonderheden over de beperkingen die gelden voor het digitaal opnemen blz. 61.
2
*
Deze dubbele signaalomzetting vindt plaats omdat dit apparaat niet beschikt over digitale in­en uitgangen.
Opnemen van CD’s met keuze van de nummervolgorde
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
U kunt een aantal muziekstukken van een compact disc opnemen in de gewenste volgorde, met de programma-weergave en de CD synchroon-opnamefunctie.
Tuner/CD-speler
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1
§
0
)
·P p
=
+
2
Afstandsbediening (buitenpaneel)
2
wordt vervolgd
33
NL
Page 34
Opnemen van CD’s met keuze van de nummervolgorde (vervolg)
Handmatig opnemen
1 Plaats een compact disc in de CD-
speler.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler verschijnt.
3 Stel uw muziekprogramma samen
uit de muziekstukken op de compact disc.
Volg de aanwijzingen 2 t/m 4 onder “Programma-weergave van muziekstukken op CD” (zie blz. 25).
4 Volg de aanwijzingen 3 t/m 5 onder
“Opnemen van een compact disc op minidisc” (zie blz. 12).
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van de minidisc­recorder.
op een minidisc
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
De minidisc-recorder vindt automatisch het eindpunt van de laatste opname en zorgt dat de nieuwe opnamen daarop aansluiten.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
p
5314
Afstandsbediening (buitenpaneel)
p
5
2
34
1 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc in de minidisc-recorder.
2 Druk op de FUNCTION toets en
kies de geluidsbron om van op te nemen.
Geluidsbron
Compact disc Radio Cassette Andere audio/
video-apparatuur
NL
Aanduiding
CD TUNER TAPE VIDEO of PC
Page 35
Als u instelt op CD, verschijnt de aanduiding “D-IN” in het uitleesvenster van de minidisc-recorder en schakelt de minidisc-recorder automatisch over op digitale opname.
3 Voor het opnemen van mono geluid
gaat u als volgt te werk.
Alhoewel er hierbij geen stereo effect kan worden opgenomen, komt er wel tweemaal zo veel tijd voor opnemen beschikbaar. Dit kan wel eens handig zijn voor erg lange opnamen.
1 Druk met de minidisc-recorder in de
stopstand op de EDIT/NO toets van de minidisc-recorder tot de aanduiding “MONO REC?” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de YES toets van de minidisc-
recorder. Nu wordt er “MONO REC Y/N”
aangegeven.
3 Druk nogmaals op YES.
De aanduiding “MONO” verschijnt. Bij stoppen met opnemen zal de
geluidsinstelling automatisch terugkeren naar stereo geluid.
4 Druk op de •REC opnametoets van
de minidisc-recorder.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname.
5 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder (of de MD ( pauzetoets van de afstandsbediening).
Dan begint het opnemen.
6 Start de weergave van de op te
nemen geluidsbron.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van de minidisc­recorder.
Wanneer de aanduiding “TOC” oplicht of knippert
Stoot niet tegen de minidisc-recorder en trek niet de stekker uit het stopcontact, als u de gemaakte opnamen wilt behouden. De knipperende “TOC”
aanduiding geeft aan dat de minidisc-recorder bezig is de inhoudsopgave (Table of Contents) bij te werken.
Opmerking
Als u de opname pauzeert tijdens het opnemen van een compact disc, wordt er op dat punt op de minidisc een (extra) muziekstuknummer vastgelegd. Daarentegen zullen meerdere muziekstukken samen een enkel nummer krijgen toegewezen als:
•een bepaald muziekstuk van de CD meer dan eens op de minidisc wordt opgenomen;
•er twee of meer muziekstukken met hetzelfde nummer van verschillende compact discs direct achtereen worden opgenomen.
Afspelen van zojuist opgenomen muziekstukken
Onmiddellijk na het opnemen kunt u als volgt de opgenomen muziekstukken beluisteren.
Druk na het stoppen met opnemen op de ^ toets (of de MD ( weergavetoets van de afstandsbediening) vóór u iets anders doet. De weergave begint dan vanaf het zojuist als eerste opgenomen muziekstuk.
Na opnemen direct de weergave starten vanaf het eerste muziekstuk van de minidisc
1 Druk nadat het opnemen gestopt is, nogmaals op
de p stoptoets van de minidisc-recorder.
2 Druk op de ^ toets (of de MD ( weergavetoets
van de afstandsbediening). De weergave start vanaf het eerste muziekstuk van de minidisc.
Opmerking
Als u tijdens opnemen de FUNCTION toets indrukt, zal de opname stoppen.
Tips
•Tijdens het opnemen kunt u de opnameduur of de resterende opnametijd op de minidisc controleren door indrukken van de DISPLAY toets.
•U kunt mono geluid opnemen met behulp van de CD synchroon-opnamefunctie. Volg aanwijzing 3 hierboven vóór u op de CD SYNC toets drukt.
35
NL
Page 36
Veiligheids­opnamestart met zes seconden muziek uit het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Bij opnemen van een FM radio-uitzending of een satelliet-uitzending kunnen de eerste paar seconden van de uitzending vaak verloren gaan, omdat het even kan duren voor u tot opnemen besluit en op de opnametoets drukt. Om dit verlies van het begin van muziekstukken e.d. tegen te gaan, is dit apparaat voorzien van de tijdmachine­opnamefunctie, die voortdurend de laatste 6 seconden aan audio-gegevens in een buffergeheugen bewaart, zodat bij de opnamestart eerst deze 6 seconden aan audio­gegevens worden opgenomen, zoals in onderstaande afbeelding aangegeven:
Indrukken van de YES toets in stap 2
Audiogegevens in een 6-seconden buffergeheugen
Einde van het programma dat u wilt opnemen
Tijd
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 4 onder
“Handmatig opnemen op een minidisc” op blz. 34.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname.
2 Druk op de YES toets van de
minidisc-recorder bij het punt waar u wilt beginnen met opnemen.
De opname begint nu met de 6 seconden aan audiogegevens uit het buffergeheugen.
Stoppen met de tijdmachine­opname
Druk op de p stoptoets.
Opmerking
De minidisc-recorder begint met het opslaan van audio-gegevens wanneer de recorder in de opname­pauzestand staat en en u de weergave van de geluidsbron start. Wanneer de geluidsbron nog geen 6 seconden lang aan staat, zijn er dus nog geen 6 seconden aan audiogegevens in het buffergeheugen opgeslagen, en dan zal de tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6 seconden aan audio-gegevens.
Begin van het programma dat u wilt opnemen
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
NL
36
Opgenomen gedeelte
§
0
)
·P p
=
+
2
p
Page 37
Invoegen van drie seconden pauze tussen de muziekstukken
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Met de “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de “Auto Cut” automatische pauzestand kunt u bij het digitaal opnemen automatisch standaard pauzes van drie seconden tussen de muziekstukken invoegen.
“Smart Space” pauze-verkorting
Als er tijdens digitaal opnemen weer een geluidssignaal doorkomt na een stilte van maximaal 30 seconden, wordt de pauze automatisch ingekort.
De minidisc-recorder vervangt de lange stilte door een standaard pauze van 3 seconden lengte en gaat dan gewoon door met opnemen.
Overigens kunnen de muziekstukken voor en na de ingekorte pauze worden opgenomen als een enkel muziekstuk, onder een enkel nummer.
“Auto Cut” automatische pauzestand
De pauzestand wordt ingeschakeld als er tijdens het opnemen van een CD al meer dan 30 seconden geen geluid is doorgekomen.
De stilte van 30 seconden wordt vervangen door een standaard pauze van 3 seconden en dan komt de minidisc-recorder in de opnamepauzestand te staan.
De “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de “Auto Cut” automatische pauzestand kunnen alleen beide tegelijk worden ingeschakeld. Het is niet mogelijk een van de twee te gebruiken zonder de andere.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Druk met de minidisc-recorder in de
opnamepauzestand net zovaak op de EDIT/NO toets van de minidisc­recorder tot de aanduiding “S.Space?” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk binnen drie seconden op de
YES toets van de minidisc-recorder.
Nu wordt er “S.Space ON?” aangegeven.
3 Druk nogmaals op YES.
De aanduiding “S.Space ON” blijft branden.
Wanneer tijdens opnemen de aanduiding “Smart Space” verschijnt, is de pauze-inkortfunctie ingeschakeld. Wanneer de aanduiding “Auto Cut” verschijnt, is de automatische pauzestand ingegaan.
Uitschakelen van de “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de “Auto Cut” pauzestand
1 Druk in de opnamepauzestand net zovaak
op de EDIT/NO toets tot de aanduiding “S.Space?” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de YES toets. 3 Druk nogmaals op de de EDIT/NO toets
zodat er “S.Space OFF” wordt aangegeven.
Opmerkingen
•Bij aflevering vanaf de fabriek zijn de “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de “Auto Cut” pauzestandfunctie ingeschakeld.
•Ook al trekt u de stekker uit het stopcontact of wordt de stroom om een andere reden onderbroken, bij weer inschakelen onthoudt de minidisc-recorder de laatst gekozen instelling (aan of uit) van de “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de “Auto Cut” pauzestandfunctie.
§
0
)
·P p
=
+
NL
2,31
37
Page 38
Aanbrengen van muziekstuknummers tijdens opnemen
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Bij het opnemen van een compact disc (digitale opname) worden de muziekstuknummers automatisch overgenomen op de minidisc. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om muziekstuknummers aan te brengen:
• bij zelf gekozen punten tijdens het opnemen;
• automatisch (volgens het opnameniveau) tijdens analoog opnemen.
Handmatig aanbrengen van muziekstuknummers tijdens opnemen
— LEVEL-SYNC nummering
U kunt tijdens het opnemen op een minidisc op elk gewenst moment een muziekstuknummer aanbrengen, ongeacht de geluidsbron waarvan u opneemt.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
Automatisch aanbrengen van muziekstuknummers tijdens analoog opnemen
De minidisc-recorder heeft twee automatische functies voor het vastleggen van muziekstuknummers:
• Bij opnemen van compact discs: Hierbij neemt de minidisc-recorder
automatisch de muziekstuknummers over van de CD. De minidisc bevat dus een integrale kopie van de oorspronkelijke opnamen.
• Bij opnemen van een radio-uitzending of een cassette:
Wanneer de aanduiding “LEVEL-SYNC” brandt, brengt de minidisc-recorder automatisch een muziekstuknummer aan bij elk punt waar het geluid tijdelijk wegvalt en dan weer begint.
Als de aanduiding “LEVEL-SYNC” niet oplicht, gaat u als volgt te werk.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
0
)
=
+
REC
Druk op de •REC opnametoets bij het punt waar u tijdens het opnemen een muziekstuknummer wilt plaatsen.
NL
38
§
1 2 3,4
·P p
Page 39
1 Druk op de •REC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in gereedheid voor opname.
2 Druk net zovaak op de EDIT/NO
toets van de minidisc-recorder tot de aanduiding “LevelSync?” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op de YES toets van de
minidisc-recorder.
Nu wordt er “LevelSync ON?” aangegeven.
4 Druk nogmaals op YES.
De aanduiding “LEVEL-SYNC” licht op in het uitleesvenster van de minidisc­recorder.
5 Begin met opnemen.
Uitschakelen van de automatische muziekstuknummering
Volg de aanwijzingen hierboven, maar druk in stap 4 op de EDIT/NO toets. Dan dooft de “LEVEL-SYNC” aanduiding. Nu wordt er bij analoog opnemen alleen aan het begin van de eerste opname een enkel muziekstuknummer aangebracht.
Alvorens te beginnen met bewerken
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Onthoud dat u na het bewerken van opnamen altijd de minidisc even uit het apparaat moet nemen, omdat pas daardoor de informatie betreffende de opname/bewerking op de minidisc wordt bijgeschreven.
Betreffende het bewerken van muziek op minidisc
Opnieuw opnemen van een tegenvallende minidisc is niet nodig, want met de bewerkingsfuncties kunt u de gemaakte opnamen geheel naar wens aanpassen.
• Erase: Wissen van opnamen
Gebruik de ERASE wisfunctie (zie blz. 40). Hiermee kunt u een enkel muziekstuk verwijderen of alle nummers in één keer wissen.
• Move: Wijzigen van de volgorde van de muziekstukken
Gebruik de MOVE verplaatsfunctie (zie blz.
42) om de muziekstukken in de gewenste volgorde te zetten.
• Divide: Markeren van het begin van een muziekpassage
Gebruik de DIVIDE verdeelfunctie (zie blz.
43) om op de gewenste punten nieuwe muziekstuknummers aan te brengen. Dan zijn uw favoriete muziekpassages daarmee direct op te zoeken.
• Combine: Samenstellen van een medley door samenvoegen van nummers
Gebruik de DIVIDE verdeelfunctie en de ERASE wisfunctie om ongewenste nummers of passages te verwijderen en combineer dan de delen die goed samen klinken met behulp van de COMBINE samenvoegfunctie (zie blz.
44).
• Undo: Ongedaan maken van de laatste wijziging
Met de UNDO herstelfunctie kunt u de laatste ingreep op de minidisc ongedaan maken, zodat de minidisc weer terugkomt in de toestand die bestond vóór u de laatste bewerking aanbracht (zie blz. 45).
• Name: Naamgeving van minidiscs en muziekstukken
Met deze functie kunt u de zelf opgenomen minidiscs en alle muziekstukken daarop van zelfgekozen titels voorzien. In uw titels kunt u gebruik maken van hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen (zie blz. 46).
Door zorgvuldig, creatief gebruik van de bewerkingsfuncties kunt u zelf originele nieuwe minidisc-albums samenstellen.
39
NL
Page 40
Wissen van minidisc­opnamen
— ERASE wisfunctie (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk van een minidisc wissen, door enkel de inhoudsopgave bij te werken. U kunt kiezen uit de volgende drie wismethoden:
• Wissen van een enkel muziekstuk
• Wissen van alle muziekstukken
• Wissen van een deel van een muziekstuk
Wissen van een enkel muziekstuk
U kunt een muziekstuk wissen door eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren. Bij het wissen wordt het aantal muziekstukken op de minidisc met één verminderd en schuiven alle muziekstukken volgend op het gewiste nummer een plaatsje op.
1 Druk op de =0 of )+
toets totdat het nummer van het muziekstuk dat u wilt wissen in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Erase?” in het uitleesvenster van de minidisc­recorder wordt aangegeven.
3 Druk op de YES toets als u het
muziekstuk wilt wissen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu enkele seconden lang in het uitleesvenster en het gekozen muziekstuk wordt met titel en al van de minidisc gewist. Als u een muziekstuk aldus verwijdert tijdens afspelen ervan, gaat de weergave onmiddellijk door met het volgende muziekstuk.
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 voor elk
van de muziekstukken die u wilt wissen.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk B.
Muziekstuknummers B wordt gewist.
Oorspronkelijke opnamen
Wissen (Erase)
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
NL
40
1123
AB C D
AC D
0 =
2
)
·P p
+
123
3
§
p
4
Annuleren van de enkel-nummer wisfunctie
Druk enkele malen op de EDIT/NO toets of op de p stoptoets totdat de aanduiding “Erase” verdwijnt. Of druk op de =0 of )+ toets totdat de aanduiding “Erase” verdwijnt, als u een ander muziekstuknummer wilt wissen.
Opmerking
De aanduiding “Erase !?” verschijnt als het betreffende muziekstuk werd opgenomen of bewerkt op een andere minidisc-recorder en tegen wissen is beveiligd. Als u dit muziekstuk desondanks wilt wissen, druk dan weer op de YES toets terwijl deze “Erase !?” aanduiding oplicht.
Page 41
Wissen van alle muziekstukken
U kunt de minidisc-titel, alle muziekstukken en al hun titels in één keer van de minidisc wissen.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
1 2,3
p
1 Druk met de minidisc-recorder in de
stopstand enkele malen op de EDIT/NO toets tot er “All Erase?” in het uitleesvenster van de minidisc-recorder wordt aangegeven.
2 Druk op de YES toets.
Ter bevestiging verschijnt er “All Erase ??”.
3 Druk nogmaals op de YES toets om
de gehele minidisc te wissen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu enkele seconden lang in het uitleesvenster en alle muziekstukken, nummers en titels worden van de minidisc gewist.
Wissen van een deel van een muziekstuk
Met behulp van de functies voor onderverdelen (Divide, zie blz. 43), wissen (Erase, zie blz. 40) en samenvoegen van muziekstukken (Combine, zie blz. 44) kunt u een bepaald gedeelte van een muziekstuk wissen.
Voorbeeld:Wissen van een deel van
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke opnamen
Onderverdelen (Divide, blz. 43)
Wissen (Erase, blz.
40)
Samenvoegen (Combine, blz.
44)
* De muziekstukken krijgen nieuwe nummers.
muziekstuk A.
Deel dat u wilt
1
A
122
A-a
12 4
A-a BA-c
123
A(a+c)B
wissen
3
B
Muziekstuk A in drie delen scheiden.*
Hernummerde muziekstukken
43
BA-b A-c
Deel A-b wissen.
3
Delen A-a en A-c samenvoegen.
Annuleren van de complete­minidisc wisfunctie
Druk enkele malen op de EDIT/NO toets of op de p stoptoets totdat de aanduiding “All Erase?” verdwijnt.
wordt vervolgd
41
NL
Page 42
Verplaatsen van opgenomen muziekstukken
— MOVE verplaatsfunctie (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt de volgorde van de muziekstukken aanpassen door een muziekstuk op een andere plaats te zetten. Na het verplaatsen van een muziekstuk worden alle muziekstukken tussen de oude en de nieuwe plaats automatisch hernummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk C
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke opnamen
Verplaatsen (Move)
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
naar plaats nummer 2.
Muziekstuk C verplaatsen naar de tweede plaats.
112
AB C D
2
3
43
4
DCBA
1 Druk op de =0 of )+
toets om in te stellen op het nummer van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Move ?” verschijnt in het uitleesvenster van de minidisc­recorder.
3 Druk op de YES toets.
Oorspronkelijk muziekstuknummer
Nieuw gekozen plaatsnummer
4 Druk op de =0 of )+
toets tot de nieuwe plaats voor het muziekstuk wordt aangegeven.
5 Druk op de YES toets om het
muziekstuk te verplaatsen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu enkele seconden lang in het uitleesvenster.
42
§
0
)
·P p
=
+
2 1,4
NL
3,5
p
Annuleren van de verplaatsfunctie
Druk op de EDIT/NO toets of op de p stoptoets.
Page 43
Onderverdelen van opgenomen muziekstukken
— DIVIDE verdeelfunctie (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met deze functie kunt u muziekstuknummers aanbrengen in een lange opname die ten onrechte onder een enkel nummer staat. Bovendien kunt u hiermee naar eigen inzicht muziekstuknummers aanbrengen na afloop van het opnemen. Bij een enkele onderverdeling wordt het aantal nummers op de minidisc met één verhoogd en schuiven alle muziekstukken volgend op het gesplitste nummer een plaatsje op.
Voorbeeld: Onderverdelen van muziekstuk 2
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke opnamen
Onderverdelen (Divide)
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
om deel B en deel C een eigen muziekstuknummer te geven.
1
2
ADBC
Muziekstuk 2 verdelen in muziekstuk B en muziekstuk C.
1
2
3
43
DAB C
1 Druk tijdens afspelen van een
minidisc op de ^ toets bij het punt waar u het weergegeven muziekstuk wilt onderverdelen.
De minidisc-recorder pauzeert de weergave.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Divide ?” verschijnt.
3 Druk op de YES toets.
Nu verschijnen om en om de aanduidingen “Rehearsal” en “Position ok?” in het uitleesvenster, terwijl het begin van uw nieuwe muziekstuk herhaaldelijk wordt weergegeven.
• Om het verdeelpunt nauwkeurig in te stellen als het nog niet geheel juist is:
1 Druk op de EDIT/NO toets.
2 Terwijl u naar de weergave luistert,
drukt u op de =0 of )+ toets om het beginpunt van uw nieuwe muziekstuk precies goed in te stellen.
U kunt het beginpunt verplaatsen in kleine stapjes van elk ongeveer 0,06 seconde, binnen een bereik van –128 tot +127 stapjes, zoals aangegeven in het uitleesvenster.
=0/ )+
§
4 Druk op de YES toets wanneer de
plaats van het beginpunt naar wens is.
Nu wordt er enkele seconden lang
0
)
·P p
=
+
1
p
3,42
“Complete” in het uitleesvenster aangegeven en begint het afspelen van het nieuwe muziekstuk. Het door onderverdelen gecreëerde nieuwe muziekstuk heeft nog geen titel, ook al had het oorspronkelijke muziekstuk er wel een.
wordt vervolgd
43
NL
Page 44
Onderverdelen van opgenomen
0
)
=
+
·P p
§
p
21
3,4
muziekstukken — DIVIDE verdeelfunctie (vervolg)
Annuleren van de verdeelfunctie
Druk op de p stoptoets.
Tips
•Ook tijdens opnemen kunt u de muziekstukken al onderverdelen. Hiervoor drukt u bij het gewenste verdeel/beginpunt eenvoudigweg op de •REC toets.
•Als u de twee delen van het muziekstuk later weer wilt samenvoegen, gebruikt u de Combine functie die hierna volgt.
Samenvoegen van opgenomen muziekstukken
— COMBINE samenvoegfunctie (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met deze functie kunt u verscheidene muziekstukken of afzonderlijk opgenomen passages tot een enkel muziekstuk samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken op de minidisc wordt met één verminderd en alle muziekstukken volgend op de samengevoegde nummers worden hernummerd.
Voorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke opnamen
Samenvoegen (Combine)
B en C.
1
2
AB C D
Samenvoegen van B en C tot één muziekstuk.
1
2
3
43
DAB C
NL
44
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Druk op de =0 of )+
toets om in te stellen op het tweede van de muziekstukken die u wilt samenvoegen.
Als u bijvoorbeeld de muziekstukken 3 en 4 tot een enkel nummer wilt samenvoegen, stelt u in op muziekstuk nummer 4.
Page 45
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
0
)
=
+
·P p
§
p
1
2,3
toets tot er “Combine?” verschijnt in het uitleesvenster van de minidisc­recorder.
3 Druk op de YES toets.
Nu verschijnen om en om de aanduidingen “Rehearsal” en “Track ok?” in het uitleesvenster, terwijl het overgangspunt van de twee muziekstukken (m.a.w. het eind van het eerste muziekstuk en het begin van het tweede muziekstuk) herhaaldelijk achtereen wordt weergegeven.
Als u bij nader inzien de muziekstukken niet wilt samenvoegen, drukt u nu op de EDIT/NO toets of de p stoptoets.
4 Druk nogmaals op de YES toets
wanneer de overgang tussen de muziekstukken naar wens verloopt.
Nu wordt er enkele seconden lang “Complete” in het uitleesvenster aangegeven, terwijl de muziekstukken worden samengevoegd.
Als de beide gecombineerde muziekstukken elk een eigen titel hadden, komt de tweede titel hierbij te vervallen.
Annuleren van de combineerfunctie
Druk op de EDIT/NO toets of op de p stoptoets.
Opmerking
Als er tijdens deze procedure “Sorry” in het uitleesvenster verschijnt, dan kunnen de gekozen muziekstukken niet worden samengevoegd. Dit kan zich wel eens voordoen als er aan een bepaald muziekstuk al te veel “gesleuteld” is. Dit hangt samen met de technische beperkingen van het minidisc-systeem en wijst niet op een mechanische storing in de minidisc-recorder.
Tip
Als u de twee gecombineerde muziekstukken later weer wilt scheiden, gebruikt u de Divide functie (zie blz. 43).
Ongedaan maken van de laatste wijziging
— UNDO herstelfunctie (alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met de herstelfunctie kunt u de laatste ingreep op de minidisc ongedaan maken, zodat de minidisc weer in de oorspronkelijke toestand terugkomt.
Overigens zult u een wijziging niet ongedaan kunnen maken als u erna het volgende hebt gedaan:
• indrukken van de •REC opnametoets of de CD SYNC toets van de minidisc-recorder;
• bijwerken van de inhoudsopgave door uitschakelen van de minidisc-recorder of uitnemen van de minidisc;
• verbreken van de stroomvoorziening, door de stekker uit het stopcontact te trekken.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Met de minidisc-recorder in de
stopstand, zonder een muziekstuknummer in het uitleesvenster, drukt u enkele malen op de EDIT/NO toets tot er “Undo?” in het uitleesvenster van de minidisc-recorder verschijnt.
De aanduiding “Undo?” zal niet verschijnen als er nog geen wijziging is gemaakt.
wordt vervolgd
45
NL
Page 46
Ongedaan maken van de laatste
1
2
wijziging — UNDO herstelfunctie (vervolg)
Naamgeving van minidiscs en
2 Druk op de YES toets.
Een van de volgende aanduidingen verschijnt in het uitleesvenster, afhankelijk van de laatste wijziging die u ongedaan kunt maken:
Gemaakte wijziging:
Wissen van een enkel muziekstuk
Wissen van een deel van een muziekstuk
Onderverdelen van een muziekstuk
Samenvoegen van muziekstukken
Verplaatsen van een muziekstuk
Naamgeving van een muziekstuk of een gehele minidisc
Wijzigen van een bestaande titel
Wissen van alle titels van de minidisc
Aanduiding:
“Erase Undo?”
“Divide Undo?”
“Combine Undo?”
“Move Undo?”
“Name Undo?”
3 Druk nogmaals op de YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt enkele seconden lang in het uitleesvenster en de inhoud van de minidisc wordt weer in de oorspronkelijke stand hersteld.
muziekstukken
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
U kunt uw opgenomen minidiscs en alle muziekstukken daarop van zelfgekozen titels voorzien. Per minidisc kunt u in totaal 1700 lettertekens voor uw titels invoeren.
Afstandsbediening (buitenpaneel)
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
PLAY MODE
CLEAR
3 4,9
SCROLL
Uitschakelen van de herstel­functie
Druk op de EDIT/NO toets of de p stoptoets.
NL
46
2,6,
5
7,8
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot er “MD” wordt aangegeven in het uitleesvenster van de tuner/ CD-speler.
2 Als u de gehele minidisc van een
titel wilt voorzien, drukt u op de p stoptoets zodat het afspelen van de minidisc stopt.
Page 47
Om een muziekstuk van een titel te voorzien, drukt u op de / toets van de afstandsbediening tot het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven.
Opmerking
Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding verdwijnt.
3 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Name in ?” wordt aangegeven in het uitleesvenster van de minidisc-recorder.
4 Druk op de YES toets.
De cursor voor het invoeren van de letters gaat knipperen.
5 Druk enkele malen op de
CHARACTER toets om in te stellen op het gewenste soort letterteken.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de letter-aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0 (cijfers)/! (symbolen)* n n A…
*In uw muziektitels kunt u de
volgende symbolen gebruiken:
! " # $ % & ' ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
(spatie)
6 Druk op de + of – toets van de
afstandsbediening) tot u het gewenste letterteken ziet.
Het gekozen letterteken gaat knipperen. Om een spatie in te voeren, drukt u op de / toets terwijl de cursor knippert.
7 Druk op de / toets van de
afstandsbediening) om het gekozen letterteken in te voeren.
De cursor schuift een plaatsje naar rechts op en gaat knipperen, voor invoer van de volgende letter.
8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 voor elk
van de volgende lettertekens, tot u de gehele gewenste titel hebt ingevoerd.
Als u per ongeluk een verkeerde letter hebt ingevoerd, drukt u op de ? of / toets tot het te corrigeren letterteken gaat knipperen en dan herhaalt u dan de stappen 5 t/m 7 voor het juiste letterteken. Om een letterteken te wissen, drukt u op de CLEAR wistoets terwijl het letterteken nog knippert.
9 Druk tenslotte op de YES
invoertoets om de titelprocedure af te ronden.
De ingevoerde titels lopen in volgorde door het uitleesvenster.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de p stoptoets.
Controleren van de titels
Om de titel van de minidisc te controleren, drukt u in de stopstand op de SCROLL doorlooptoets. Om de titels van de muziekstukken te zien, drukt u op de SCROLL doorlooptoets tijdens het afspelen van de minidisc. De titels lopen dan in volgorde door het uitleesvenster. Druk weer op de SCROLL toets om het doorlopen van de titelweergave te pauzeren en nogmaals wanneer u het doorlopen wilt hervatten.
Wissen van alle titels
1 Druk enkele malen op de EDIT/NO toets
tot er “Name Erase?” wordt aangegeven in het uitleesvenster van de minidisc­recorder.
2 Druk op de YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt en alle titels van de muziekstukken en de disc­titel zelf worden van de minidisc gewist.
Opmerking
U kunt een weergegeven muziekstuk tijdens weergave van een titel voorzien, maar dan moet u wel de gehele titelprocedure voltooien voordat het muziekstuk eindigt.
47
NL
Page 48
Stereo cassettedeck
Opnemen van CD’s met keuze van de nummervolgorde
(alleen voor gebruikers van de TC-TX101)
Tijdens het samenstellen van een muziekselectie voor opname op cassette kunt u de totale speelduur aanpassen aan de beschikbare opnametijd op de cassette.
Tuner/CD-speler
POWER
Cassettedeck (los verkrijgbaar)
DIRECTION CD SYNC
Afstandsbediening (buitenpaneel)
4
1
§
0
)
·P p
=
+
2
§
·ª
0
)
p
P
p
1 Plaats een compact disc in de CD-
speler.
2 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot er “CD” wordt aangegeven in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
3 Programmeer de muziekstukken die
u wilt opnemen op cassettekant A.
Volg de aanwijzingen onder “Programma-weergave van muziekstukken op CD – PROGRAM weergave” (zie blz. 25).
4 Druk op de P pauzetoets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “P” verschijnt in het uitleesvenster en de totale speelduur wordt teruggesteld op “0m00s”
5 Programmeer de muziekstukken
voor opname op cassettekant B op dezelfde wijze als u hebt gedaan voor kant A.
6 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 onder
“Opnemen van een compact disc op cassette (zie blz. 15).
Nu begint het opnemen. Als u twee muziekprogramma’s hebt
gemaakt, voor cassettekanten A en B, zal de compact disc weergave na afloop van het opnemen op kant A in de pauzestand blijven wachten. Het stereo cassettedeck gaat echter ook zonder signaal door met opnemen van stilte tot het eind van kant A, om dan de bandlooprichting om te keren en door te gaan met het opnemen van uw gekozen muziekstukken voor kant B. Nadat alle muziekstukken zijn opgenomen, neemt het deck nog vier seconden stilte op en stopt dan.
48
2
NL
Page 49
Uitschakelen van de programma­opnamefunctie
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck.
Opmerkingen
• Als het laatste gedeelte van een opgenomen muziekstuk op de aanloopband terecht komt, zal het geluid wegvallen en de opname incompleet zijn.
• Voor het programmeren van een muziekselectie voor de tweede cassettekant B dient u vooral te zorgen dat de geprogrammeerde muziekstukken voor kant A de beschikbare opnameduur niet overschrijden, anders kan het opnemen niet naar behoren verlopen.
Beginnen met opnemen halverwege de cassettekant
• Speel het einde van de bestaande opnamen op de cassette af of neem enkele seconden lang een stille passage op en druk dan op de CD SYNC toets. Zodra u hiermee het opnemen inschakelt, begint ook het afspelen van de compact disc.
• Bij indrukken van de CD SYNC toets na het insteken van een cassette, zonder verdere voorbereiding, begint het afspelen van de compact disc pas 10 seconden nadat het opnemen is gestart. Dit is een vaste voorzorgsmaatregel om opnemen op de aanloopband en verlies van de eerste muziek te voorkomen; u dient er vooral rekening mee te houden als u begint met opnemen ergens halverwege de cassette.
Handmatig opnemen van een CD e.d. op cassette
(alleen voor gebruikers van de TC­TX101)
Met handmatig opnemen kunt u de muziek van een compact disc preciezer kiezen of bijvoorbeeld een aantal muziekstukken invoegen in reeds bestaande opnamen op een cassette.
Tuner/CD-speler
POWER
§
0
)
·P p
=
+
Cassettedeck (los verkrijgbaar)
2
1
§
·ª
0
)
P
p
5743 6
p
wordt vervolgd
49
NL
Page 50
Handmatig opnemen van een CD e.d. op cassette (vervolg)
1 Plaats een cassette in het deck. 2 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de op te nemen geluidsbron wordt aangegeven in het uitleesvenster van de tuner/CD­speler.
Geluidsbron
Compact disc Radio Andere audio/
video-apparatuur Minidisc
Aanduiding
CD TUNER VIDEO of PC
MD
3 Schuif de DIRECTION schakelaar in
de stand voor enkelzijdig of dubbelzijdig opnemen.
Voor opnemen op
één cassettekant beide cassettekanten*
* Het opnemen stopt altijd automatisch aan
het eind van de onderste kant van de cassette. Voor dubbelzijdig opnemen dient u te beginnen aan de bovenste kant.
Schuift u DIRECTION naar
A a
4 Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frequenties te onderdrukken, schuift u nu de DOLBY NR schakelaar in de “ON” stand.
5 Druk op de REC opnametoets van
het cassettedeck.
Het stereo cassettedeck komt in gereedheid voor opname, waarbij de
aanduiding en het lampje van de P pauzetoets op het cassettedeck oplichten.
Het lampje van de ( of 9 toets licht op en het andere lampje knippert even en dooft dan. Als het ( of 9 lampje niet oplicht of knippert, wijst dit erop dat het wispreventienokje voor de betreffende cassettekant is uitgebroken. Dan kunt u op die cassettekant niet opnemen.
6 Druk op de ( of 9 toets om te
kiezen op welke cassettekant u met opnemen wilt beginnen.
Om te beginnen met opnemen op de bovenliggende kant van de cassette drukt u op de ( toets.
Om op te nemen op de onderliggende kant drukt u op de 9 toets.*
* In het laatste geval zal er alleen worden
opgenomen op de onderste kant van de cassette.
7 Druk op de P pauzetoets van het
cassettedeck.
Nu begint het opnemen. Als u de DIRECTION schakelaar in de
a stand hebt gezet, zal het opnemen stoppen aan het eind van de tweede (onderste) cassettekant.
8 Start de weergave van de
geluidsbron.
50
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck.
Opmerking
Als u tijdens het opnemen op de FUNCTION toets drukt, stopt het opnemen.
NL
Page 51
Instellen van de weergave
Extra versterking van de bassen
— DBFB basversterking
Met de DBFB (Dynamic Bass Feedback) basversterking kunt u de lage tonen extra versterken, om het geluid voller en krachtiger te laten klinken.
Tuner/CD-speler
§
0
)
·P p
=
+
DBFB
Afstandsbediening (buitenpaneel)
Druk op de DBFB toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n DBFB ON n DBFB OFF
Zolang de DBFB basversterking is ingeschakeld, brandt de “DBFB” aanduiding in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
Opmerking
Wanneer de DBFB basversterking en de Surround akoestiekverruiming zijn uitgeschakeld, kunt u genieten van bijna dezelfde geluidsweergave als met directe weergave van compact discs (Source Direct systeem).
DBFB
Afstandsbediening (binnenpaneel)
DBFB
51
NL
Page 52
Weergave met
Instellen van de
akoestiekverruiming
Met deze functie klinkt de weergave extra ruimtelijk, zoals in een bioscoop of concertzaal.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
SURROUND
Druk op de SURROUND toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
n SURR ON n SURR OFF
Zolang de SURROUND akoestiekverruiming is ingeschakeld, brandt de “SURR” aanduiding in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
luidsprekerbalans
U kunt de geluidsbalans van het linker en rechter kanaal bijregelen om een beter stereo klankbeeld te verkrijgen, bijvoorbeeld als de opstelling van de luidsprekers niet geheel symmetrisch is.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
BALANCE L/R
Druk op de BALANCE L of R toets.
Druk op de BALANCE R toets om de relatieve geluidssterkte van de rechter luidspreker te verhogen en druk op de BALANCE L toets om de geluidssterkte van de linker luidspreker te verhogen.
Telkens wanneer u op deze toetsen drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
10 LEFT n 9 LEFT n ..... n 1 LEFT n
CENTER n 1 RIGHT n 2 RIGHT n ..... n
10 RIGHT
Opmerking
Wanneer de Surround akoestiekverruiming en de DBFB basversterking zijn uitgeschakeld, kunt u genieten van bijna dezelfde geluidsweergave als met directe weergave van compact discs (Directe signaalweergave).
NL
52
Page 53
Andere mogelijkheden
Naamgeving van uw voorkeurzenders
— Zendernamen
Voor elk van uw vastgelegde voorkeurzenders kunt u een zelf gekozen naam van maximaal tien letters invoeren. Bij afstemmen op een voorkeurzender zal dan de bijbehorende zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Tuner/CD-speler
§
0
)
·P p
=
+
1
Afstandsbediening (buitenpaneel)
13
Afstandsbediening (binnenpaneel)
p
2 Druk op de TUNING MODE toets
totdat de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op de TUNING + of – toets
van de afstandsbediening tot in het uitleesvenster het nummer verschijnt van de voorkeurzender die u van een naam wilt voorzien.
4 Druk op de EDIT/NO toets tot de
aanduiding “Name in?” verschijnt.
5 Druk op de YES toets.
De cursor (plaats-markering voor het invoeren van letters) gaat knipperen.
6 Druk net zovaak op de
CHARACTER toets van de afstandsbediening tot het gewenste lettertype wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de lettertype-aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0 (cijfers)/! (symbolen)* n n A…
* De volgende symbolen zijn
beschikbaar voor gebruik in uw zendernamen:
(spatie)
2
7,8,9
4 5,10
DISPLAY
6
1 Druk net zovaak op de BAND toets
(of de TUNER/BAND toets van de afstandsbediening) tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
! " # $ % & ' ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
7 Druk op de + of – toets van de
afstandsbediening tot het gewenste letterteken wordt aangegeven.
Om een spatie in te voeren, drukt u op de / pijltoets van de afstandsbediening terwijl de cursor knippert.
wordt vervolgd
53
NL
Page 54
SLEEP
Naamgeving van uw voorkeurzenders — Zendernamen (vervolg)
8 Druk op de / pijltoets van de
afstandsbediening om het gekozen letterteken in te voeren.
De cursor schuift een plaatsje naar rechts en gaat knipperen, voor de volgende letter.
9 Herhaal de stappen 6 t/m 8 tot u de
gehele zendernaam hebt ingevoerd.
Bij een vergissing in de letterkeuze drukt u op de ? of / toets van de afstandsbediening tot de letter die u wilt wijzigen knippert en dan herhaalt u de stappen 6 t/m 8. Om een letterteken uit de zendernaam te wissen, drukt u op de CLEAR toets terwijl het letterteken knippert.
10 Druk tenslotte op de YES toets.
Uitschakelen van de zendernaam­invoer
Druk op de p stoptoets van de tuner/CD­speler.
Wissen van een eerder ingevoerde zendernaam
1 Herhaal de stappen 1 t/m 5 en druk op de
EDIT/NO toets tot alle lettertekens zijn verdwenen.
2 Druk op de YES toets.
De zendernaam wordt dan uit het geheugen gewist.
Controleren van de zendernaam
Druk op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt:
Voorkeurzendernummer en afstemfrequentie
˜
Zendernaam*
* Als er nog geen zendernaam is vastgelegd, wordt
er hier niets aangegeven.
NL
54
Met muziek in slaap vallen
— SLEEP sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen periode automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit noemen we de sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar in stappen van 10 minuten. Voor het instellen van deze sluimerfunctie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 6).
Afstandsbediening (buitenpaneel)
1 Start de weergave van de gewenste
geluidsbron.
2 Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de minuten-aanduiding (de sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als volgt:
90min n 80min n 70min nn 10min
N
N
(sluimerfunctie uitgeschakeld)
Controleren van de resterende sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
Wijzigen van de sluimertijd na inschakelen
Kies weer de gewenste tijd tot het uitschakelen met de SLEEP toets.
Uitschakelen van de sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de aanduiding “SLEEP OFF” verschijnt.
Opmerking
Zolang de sluimerfunctie is ingeschakeld, zullen de wekfunctie en de schakelklok-opname niet werken.
OFF
Page 55
Met muziek gewekt worden
— DAILY TIMER wekfunctie
U kunt de stereo-installatie op een vooraf ingesteld tijdstip automatisch laten inschakelen, zodat u met muziek gewekt wordt. De DAILY TIMER zorgt dat het wekgeluid elke dag op dezelfde tijd klinkt.
Voor het instellen van de wekfunctie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 6).
Afstandsbediening (buitenpaneel)
8
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
• Compact disc: Steek een CD in de disc-gleuf. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie blz. 25).
• Minidisc: Steek een minidisc in de minidisc-recorder.
• Radio: Stem af op de gewenste zender (zie blz. 17).
• Cassette: Steek een cassette in met de kant die u wilt afspelen naar boven gericht en druk op de ( toets zodat de weergave zal beginnen vanaf de bovenkant.
2 Stel met de VOL + en – toetsen de
geluidssterkte voor het wekgeluid naar wens in.
3 Druk op de TIMER SET toets. 4 Druk op de TIMER + of – toets tot
de aanduiding “DAILY TIMER” verschijnt en druk dan op de ENTER toets.
De uren-cijfers voor de wektijd gaan knipperen.
3
TIMER SELECT
4,5,7 4,5,7
5 Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt worden.
Druk op de TIMER + of – toets om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen.
Druk op de TIMER + of – toets om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd.
wordt vervolgd
55
NL
Page 56
Met muziek gewekt worden — DAILY TIMER wekfunctie (vervolg)
6 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie wilt laten stoppen met weergeven.
De aanduiding van de geluidsbron gaat knipperen.
7 Druk op de TIMER + of – toets tot u
de geluidsbron ziet waarmee u gewekt wilt worden en druk dan op de ENTER toets.
De aanduiding van de geluidsbron verspringt als volgt:
CD source ˜ TUNER source
˜
TAPE source ˜ MD source In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, de geluidsbron en de geluidssterkte, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen.
Annuleren van de inschakelfunctie
Druk op de TIMER SET toets.
Als de aanduidingen “CONNECTION” en “CHECK” gaan knipperen
Dan is er iets mis met de aansluitingen van de gekozen geluidsbron (minidisc­recorder of cassettedeck). Controleer de aansluitingen en verricht stap 7 opnieuw.
˜
Controleren van de wekfunctie­instellingen
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “DAILY” dooft en dan weer verschijnt. Dan worden de door u gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd, geluidsbron en geluidssterkte aangegeven, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen.
Uitschakelen van de schakelklok­wekfunctie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt.
Wijzigen van de wekfunctie­instellingen
Maak de instellingen opnieuw vanaf stap 1.
Weer inschakelen van de wekfunctie met dezelfde instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “DAILY” verschijnt en druk dan op de POWER toets om de stereo-installatie uit te schakelen. Eenmaal gemaakte instellingen blijven in het geheugen bewaard en zijn altijd gebruiksklaar.
8 Druk op de POWER schakelaar om
de stereo-installatie uit te schakelen.
De stereo-installatie komt in gereedheid voor afspelen. Op de door u gekozen inschakeltijd wordt de stroom ingeschakeld en start de weergave van de gekozen geluidsbron. Op de ingestelde uitschakeltijd wordt de stroom weer automatisch uitgeschakeld.
NL
56
Page 57
Schakelklok-opname van radio­uitzendingen
U kunt de schakelklok instellen voor het opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie blz. 7) en moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 6).
Wanneer u een radio-uitzending opneemt van een voorkeurzender waarvoor u een zendernaam hebt vastgelegd (zie blz. 53), dan zal die zendernaam ook automatisch samen met de inschakeltijd en de uitschakeltijd op de minidisc worden opgenomen.
Afstandsbediening (buitenpaneel)
1 Voor het opnemen op een minidisc
plaatst u een opname-minidisc in de minidisc-recorder.
Voor het opnemen op een cassette plaatst u een voor opnemen geschikte cassette met de kant waarop u wilt opnemen naar boven gericht in het cassettedeck, en drukt u op de ( toets zodat het opnemen zal beginnen vanaf de bovenkant.
2 Druk net zovaak op de
TUNER/BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de
TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” verschijnt.
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
3
10
4
5
TIMER SELECT
6,7,9 6,7,9
4 Druk op de TUNING + of – toets
om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender.
5 Druk op de TIMER SET toets. 6 Druk op de TIMER + of – toets tot
de aanduiding “REC TIMER” verschijnt en druk dan op de ENTER toets.
De uren-cijfers voor de inschakeltijd gaan knipperen.
wordt vervolgd
57
NL
Page 58
Schakelklok-opname van radio­uitzendingen (vervolg)
7 Stel de tijd in waarop u met
opnemen wilt beginnen.
Druk op de TIMER + of – toets om het juiste uur in te stellen en druk op de ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen.
Druk op de TIMER + of – toets om de juiste minuut in te stellen en druk op de ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd.
8 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u wilt stoppen met opnemen.
9 Druk op de TIMER +/– toets om te
kiezen waarop u de radio­uitzending wilt opnemen en druk dan op de ENTER toets.
Voor opnemen op een cassette drukt u tot er “REC to TAPE” verschijnt.
Voor opnemen op een minidisc drukt u tot er “REC to MD” of “REC to MD (MONO)*” verschijnt.
Daarna verschijnen de gemaakte instellingen één voor één in het uitleesvenster.
Annuleren van de inschakelfunctie
Druk op de TIMER SET toets.
Als de aanduidingen “CONNECTION” en “CHECK” gaan knipperen
Dan is er iets mis met de aansluitingen van de gekozen opname-apparatuur (minidisc-recorder of cassettedeck). Controleer de aansluitingen en verricht stap 9 opnieuw.
10 Druk op de POWER schakelaar om
de stereo-installatie uit te schakelen.
De stereo-installatie komt in gereedheid voor afspelen. Op de door u gekozen inschakeltijd wordt de stroom ingeschakeld en start het opnemen van de gekozen geluidsbron. Op de ingestelde uitschakeltijd wordt de schakelklok en de stroom weer automatisch uitgeschakeld. Tijdens het opnemen staat de geluidssterkte in de minimumstand en blijft daar naderhand ook op ingesteld.
* “REC to MD (MONO)”: In deze stand kunt u
mono geluidsopnamen maken, waarbij de beschikbare opnameduur tweemaal zo lang wordt.
Controleren van de schakelklokopname-instellingen
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “REC” dooft en er “TIMER OFF” verschijnt. Dan worden de door u gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd, geluidsbron en geluidssterkte aangegeven, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen.
Uitschakelen van de schakelklok­functie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt.
Wijzigen van de opname­instellingen
Maak de instellingen opnieuw vanaf stap 1.
Weer inschakelen van de opname­schakelklok met dezelfde instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “REC” verschijnt en druk dan op de POWER toets om de stereo-installatie uit te schakelen. Eenmaal gemaakte instellingen blijven in het geheugen bewaard en zijn altijd gebruiksklaar.
Opmerking
Als de opname-minidisc tijdens de schakelklok­opname vol raakt, stopt het opnemen onmiddellijk en wordt de minidisc-recorder uitgeschakeld.
58
NL
Page 59
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het stopcontact zit, blijft er sprake van stroomvoorziening, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en laat de stereo-installatie daarna eerst door een deskundige nakijken alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Opstelling
• Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking.
• Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat.
• Plaats het apparaat niet ergens waar het blootgesteld wordt aan:
– extreme hitte of koude – stof of vuil – erg veel vocht – heftige trillingen – directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler of de minidisc-recorder vocht uit de lucht condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren functioneren. In zulke gevallen dient u de CD of minidisc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle condensvocht kan verdampen.
• Voor u de tuner/CD-speler verplaatst of vervoert, schakelt u het apparaat uit, dan controleert u of de tijdsaanduiding wordt aangegeven en pas daarna trekt u de stekker uit het stopcontact.
Voor het verplaatsen van de minidisc-recorder schakelt u deze uit, controleert u of alle aanduidingen verdwijnen en dan trekt u de stekker uit het stopcontact.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo­installatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Betreffende de luidsprekers
Alhoewel deze luidsprekers magnetisch zijn afgeschermd, kan er in bepaalde gevallen toch sprake zijn van vervorming in de beeldweergave op een TV-toestel of computermonitor. Als dit zich voordoet, schakel de TV of computer (gegevens veilig stellen!) dan eenmaal uit en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in.
Als er na weer inschakelen geen verbetering zichtbaar is in de kleurweergave, zet de
luidsprekers en de TV of monitor dan iets verder van elkaar vandaan. Zorg er bovendien voor dat voorwerpen waarin magneten worden gebruikt, zoals een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort speelgoed, etc., niet in de buurt van de TV of de computer staan, aangezien interactie tussen de magneten ervan en deze apparatuur storing in het beeld kan veroorzaken.
Beveiligen van een opgenomen minidisc
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje in de hoek van de minidisc open, zodat er een opening ontstaat.
In die stand is opnemen op de minidisc niet meer mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken voor opname, schuift u het wispreventienokje weer dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje open.
Betreffende de omgang met minidiscs
•Open nooit het schuifdeksel van de minidisc. Als het schuifdeksel per ongeluk open schuift, dient u het onmiddellijk weer te sluiten.
Schuifdeksel
•Als de buitenkant van een minidisc vuil is, kunt u deze schoonvegen met een droog doekje.
•Zorg dat uw minidiscs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat minidiscs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat.
wordt vervolgd
59
NL
Page 60
Voorzorgsmaatregelen
(vervolg)
Betreffende de omgang met compact discs
•Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op.
•Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten.
•Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep.
Alvorens u een cassette in het deck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn strakgetrokken. Anders zou de band in het mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op ernstige beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan 90 minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan gemakkelijk uitrekken en in het bandloopwerk verstrikt raken. Bij gebruik van een dergelijke cassette mag u de band niet te vaak stoppen, snelspoelen en weer starten.
Beveiligen van waardevolle bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals hieronder aangegeven.
Om een beveiligde cassette weer voor opnemen te gebruiken, dekt u de opening(en) met een stukje plakband af.
Overigens mag u de bandsoortuitsparingen niet afplakken, anders kan het cassettedeck het type band niet naar behoren aflezen.
Bandsoortuitsparingen (Niet bedekken met plakband.)
Reinigen van de bandkoppen
Maak de bandkoppen na iedere tien gebruiksuren even schoon. Als de koppen erg vuil worden, kan dit leiden tot vervorming in de weergave, verminderde geluidssterkte, wegvallend geluid, onvolledig wissen van eerdere opnamen of tegenvallende opnameresultaten. Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór het maken van een belangrijke bandopname, evenals na het afspelen van een oude cassette. Reinig de bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare reinigingscassette. Zie hierbij de gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de koppen
Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies aan hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de bandkoppen en alle metalen onderdelen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
60
NL
Nokje van kant B
Bandsoortuitsparingen
Wispreventienokje van kant A
kant A Wispreventienokje
voor kant A uitbreken.
Page 61
Beperkingen van het minidisc-systeem
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is gebonden aan een aantal specifieke beperkingen, waarvan hieronder een overzicht volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van het minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw apparatuur.
De “Disc Full” foutmelding verschijnt reeds vóór het bereiken van de maximale opnameduur (60 tot 74 minuten)
Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn opgenomen, zal de “Disc Full” foutmelding verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u muziekstukken te wissen of een andere minidisc te gebruiken.
De “Disc Full” foutmelding verschijnt reeds vóór het bereiken van het maximaal aantal muziekstukken (255)
Soms kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk aantal muziekstukken overschrijdt. Dan zal de “Disc Full” foutmelding al gauw verschijnen.
De resterende opnameduur vermeerdert niet, ook na het wissen van diverse korte nummers
Nummers van minder dan 12 seconden lengte tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer beschikbare opnameduur zal leiden.
Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen
Na bewerking kunnen bepaalde muziekstukken niet meer met andere te combineren zijn.
De totale opgenomen speelduur plus de resterende beschikbare opnameduur op de minidisc komen in totaal niet aan de nominale speelduur van de disc (60 tot 74 minuten)
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden van 2 seconden, ongeacht de lengte van het opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan de speelduur van een minidisc beperkt worden door krassen en dergelijke.
Bij het doorzoeken van muziekstukken die door bewerking zijn samengesteld valt het geluid af en toe weg
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden.
De muziekstuknummers worden niet juist vastgelegd
•Bij het opnemen van een compact disc via digitale aansluitingen kunnen er wel eens extra muziekstuknummers worden vastgelegd.
•Ook al wordt er tijdens analoog opnemen “LEVEL-SYNC” (zie blz. 38) in het uitleesvenster aangegeven, dan nog kunnen de muziekstuknummers soms niet naar behoren worden vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk:
– als het ingangssignaal minder dan twee
seconden lang onder het grensniveau blijft;
– als het ingangssignaal midden in een
muziekstuk langer dan twee seconden onder het grensniveau blijft.
wordt vervolgd
61
NL
Page 62
Beperkingen van het minidisc­systeem
(vervolg)
Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs, minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om vrijwel perfecte kopieën te maken van geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale signalen blijft de kwaliteit intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van componisten en musici is dit apparaat voorzien van het “Serial Copy Management System” dat slechts één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u uitsluitend een eerste-generatie kopie* maken van digitaal geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld: 1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een compact disc of een voorbespeelde minidisc), maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een tweede (generatie) kopie te maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal
opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een muziekcassette) of een opname van een digitale satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer geen tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van digitale signalen, gemaakt met digitale geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de minidisc-recorder en de CD-speler van deze stereo-installatie het geluid van een compact disc opneemt, is dit een eerste-generatie digitale kopie.
Opmerkingen
•Het één-generatie kopieersysteem legt u geen beperkingen op wanneer u opneemt via analoge aansluitingen.
•Met deze stereo-installatie kunt u geen digitale opname maken van satelliet-uitzendingen, waarvan de bemonsteringsfrequentie 32 kHz of 48 kHz bedraagt. Voor het digitaal opnemen van dergelijke uitzendingen hebt u een minidisc­recorder of een DAT cassettedeck nodig dat geschikt is voor deze frequenties. Hiervan kunt u dan wel weer een tweede-generatie kopie maken.
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Er klinkt geen geluid.
•Stel de geluidssterkte hoger in.
•Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten.
Ernstige brom of ander storend geluid.
•De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereo­installatie verder van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (bij Europese modellen) of “12:00 AM” (bij andere modellen) in het uitleesvenster.
•De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders en schakelklok-instellingen opnieuw in het geheugen vast.
De schakelklok-functies werken niet naar behoren.
•Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets verschijnt de aanduiding “DAILY” of “REC” niet.
•Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
De afstandsbediening werkt niet.
•Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
•Richt de afstandsbediening van niet al te ver recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie.
•Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe.
62
NL
Page 63
Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts.
•Controleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers.
•Druk enkele malen op de BALANCE L of R toets tot de aanduiding “CENTER” verschijnt.
Compact disc speler
Insteken van de CD is niet mogelijk.
•Controleer of er al een compact disc aanwezig is.
Uitnemen van de CD is niet mogelijk.
•Houd de 6 uitwerptoets van de tuner/ CD-speler langer dan twee seconden ingedrukt.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
•Controleer of de compact disc vuil is.
•Is de CD niet ondersteboven ingestoken?
•Er is vocht uit de lucht in het apparaat gecondenseerd. Verwijder de compact disc en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk.
•De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE toets, zodat de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt.
Minidisc-recorder
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
Na opnemen of bewerking is de opgenomen muziek niet te vinden.
•De stekker is uit het stopcontact getrokken zonder dat de minidisc is uitgenomen na het opnemen of bewerken. Vergeet niet om de minidisc na het opnemen of bewerken eerst uit het apparaat te nemen, omdat pas daardoor de informatie betreffende de opnamen op de minidisc wordt bijgeschreven.
Insteken van de minidisc is niet mogelijk.
•Controleer of er al een minidisc aanwezig is.
De minidisc-recorder reageert niet of werkt niet goed.
•Wellicht is de minidisc beschadigd. (Dan wordt er “Disc Error” in het uitleesvenster aangegeven). Vervang de minidisc door een andere.
Het afspelen van de minidisc begint niet.
•Wellicht is er vocht uit de lucht in de minidisc-recorder gecondenseerd. Verwijder de minidisc en laat de stereo­installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht kan verdampen.
•Steek de minidisc met de label-kant boven en de pijl naar voren toe in.
•Wellicht is er niets op de minidisc opgenomen.
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
•De minidisc is tegen opnemen en wissen beveiligd. (Dan verschijnt de aanduiding “MD Protected”.) Schuif het wispreventienokje opzij om de opening af te sluiten (zie blz. 59).
•Controleer of de geluidsbron naar behoren is aangesloten.
•Wellicht is de geplaatste minidisc een voorbespeelde disc, niet geschikt voor opnemen. Vervang deze door een opname-minidisc.
•Er is te weinig ruimte voor opnemen op de minidisc over. Wis enkele muziekstukken of vervang de disc door een andere opname-minidisc met meer ruimte.
•Tijdens opnemen is de stroom weggevallen of de stekker uit het stopcontact geraakt. Maak de gewenste opname opnieuw.
Cassettedeck
(alleen voor gebruikers van de TC-TX101)
Insteken van de cassette is niet mogelijk.
•Controleer of er al een cassette aanwezig is.
Het opnemen op een cassette lukt niet.
•Wellicht is het wispreventienokje van de cassettekant uitgebroken. Bedek de uitsparing met een stukje plakband.
•Is de band niet tot het einde doorgespoeld?
wordt vervolgd
63
NL
Page 64
Verhelpen van storingen (vervolg)
De CD synchroon-opname begint niet.
•Als de DIRECTION schakelaar op a staat voor dubbelzijdig opnemen, begint het opnemen niet zolang een van beide wispreventienokjes is uitgebroken.
De weergave klinkt onduidelijk of te zacht.
•Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de koppen.
•De opname/weergavekoppen zijn gemagnetiseerd. Reinig de koppen en demagnetiseer ze.
Het geluid valt af en toe weg.
•Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen. Reinig de koppen en het bandloopwerk
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de radio­ontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
•Richt of verstel de antenne.
•De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven.
•Druk op de STEREO/MONO toets zodat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt.
Waarschuwingsaanduidingen van de minidisc-recorder
(alleen voor gebruikers van de MDS-MX101)
De onderstaande foutmeldingen kunnen in het uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen als er bij de bediening van de minidisc-recorder iets mis gaat.
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat er tijdens digitaal opnemen al meer dan 30 seconden stilte is (die wordt vervangen door een pauze van 3 seconden).
Blank Disc
Er wordt getracht een blanco, onbespeelde of gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Copy
Digitaal opnemen is in dit geval niet mogelijk. (Zie het “Overzicht van het één­generatie kopieersysteem” op blz. 61.)
NL
64
Cannot Edit
Er is getracht een minidisc op te nemen of te monteren tijdens geprogrammeerde weergave of weergave in willekeurige volgorde.
CHECK OPT-IN
Tijdens opnemen is het digitaal ingangssignaal onderbroken. Controleer of de optische kabel stevig is aangesloten (zie blz. 4).
Disc Error
De minidisc is vuil of beschadigd of de “TOC” inhoudsopgave ontbreekt.
Disc Full
Er is geen ruimte meer over op de minidisc. (Zie “Beperkingen van het minidisc­systeem” op blz. 61.)
Impossible
Er wordt getracht twee nummers samen te voegen terwijl het eerste muziekstuk wordt afgespeeld.
Name Full
Het titelgeheugen van de minidisc is vol.
NO DISC
Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat.
Protected
De geplaatste minidisc is beveiligd tegen opnemen en wissen.
Rec Level Over
Bij analoge opname via de VIDEO/PC ingangen is er een te krachtig ingangssignaal doorgekomen. Stel het uitgangssignaal van de aangesloten geluidsbron op een iets lager peil in.
Retry
De eerste opname is mislukt vanwege trillingen of een kras op de minidisc, maar een tweede poging tot opname is in gang.
Retry Error
Vanwege trillingen waaraan de minidisc­recorder bloot staat of krassen op de minidisc zijn er verschillende opname-pogingen gedaan, maar die zijn alle mislukt.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een geluidssignaal doorgekomen na 3 tot 30 seconden stilte (die wordt vervangen door een standaard pauze van 3 seconden).
Sorry
Er wordt getracht twee nummers samen te voegen die niet gecombineerd kunnen worden.
Page 65
Technische gegevens
Tuner/compact disc speler (HCD-101) Tuner-gedeelte
Afstembereik
Model met 2 afstembanden: Europees model: FM: 87,5 – 108 MHz
(afsteminterval 50 kHz) AM: 522 – 1611 kHz
Overige modellen: FM: 87,5 – 108 MHz
(afsteminterval 50 kHz) AM: 531 – 1602 kHz (afsteminterval 9 kHz) 530 – 1710 kHz (afsteminterval 10 kHz)
Model met 3 afstembanden:
FM: 87,5 – 108 MHz (afsteminterval 50 kHz) MW (MG): 522 – 1611 kHz (afsteminterval 9 kHz) LW (LG): 144 – 288 kHz (afsteminterval 3 kHz)
Tussenfrequenties FM: 10,7 MHz
AM: 450 kHz
Antenne-aansluitingen FM: 75 ohm
asymmetrisch AM: Externe antenne-
aansluiting Schakelkloksysteem Kwartskoppeling Schakelklokinstelling Op de minuut precies Wekfunctie-instelling In stappen van
10 minuten, tot maximaal
90 minuten
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm) Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW* * Deze waarde is gemeten op een afstand van ca.
200 mm van het lensoppervlak van het optisch
blok, bij een diafragma van 7 mm. Frequentiebereik 5 Hz – 20 kHz Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB Harmonische vervorming
Minder dan 0,05%
Versterker-gedeelte
Europees model
DIN uitgangsvermogen 15 + 15 watt (aan 4 ohm,
bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen
21 + 21 watt (aan 4 ohm, bij 1 kHz, 10 % THV)
Muziekvermogen 26 + 26 watt
Overige modellen
Nominaal RMS uitgangsvermogen
16 + 16 watt (aan 4 ohm, bij 1 kHz, 1 % THV, 240/ 120 V wisselstroom)
Referentie RMS uitgangsvermogen
22 + 22 watt (aan 4 ohm, bij 1 kHz, 10% THV, 240/ 120 V wisselstroom)
Ingangsaansluitingen VIDEO/PC IN ingangen:
stereo tulpstekker­bussen, ingangsspanning 500 mV, impedantie 47 kOhm
Uitgangsaansluitingen VIDEO/PC OUT
uitgangen: stereo tulpstekkerbussen, ingangsspanning 250 mV, impedantie 1 kOhm DIGITAL OUT (CD OPTICAL OUT): vierkante optische stekkerbus, –18 dBm, Golflengte 660 nm PHONES hoofdtelefoon­aansluiting: stereo ministekkerbus, voor hoofdtelefoons van 8 ohm of meer.
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model: 220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Overige modellen: 110 – 120 V of 220 – 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz omschakelbaar met spanningskiezer
Stroomverbruik 66 watt (met aangesloten
TC-TX101 en MDS-MX101)
Afmetingen (b/h/d) Ca. 142 × 125 × 260 mm,
incl. uitstekende onderdelen en knoppen
Gewicht Ca. 4,1 kg
wordt vervolgd
65
NL
Page 66
Technische gegevens (vervolg)
Luidsprekers (SS-Q101/Q101A)
Luidsprekersysteem 2-wegsysteem, in
Luidsprekereenheden Lage tonen: 10 cm
Nominale impedantie 4 ohm Afmetingen (b/h/d) Ca. 125 × 205 × 197 mm,
Gewicht Ca. 1,9 kg netto per box
Bijgeleverd toebehoren
Sony RM-SQ101 afstandsbediening (1) R6 (AA-formaat) batterijen (2) AM kaderantenne (1) FM draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving.
basreflexkast (magnetisch afgeschermd ontwerp)
doorsnede, conus-type Hoge tonen: 2 cm doorsnede, gebalanceerd type
incl. uitstekende onderdelen en knoppen
66
NL
Page 67
Index
A
Aanduidingen 22, 28 Aansluiten
antennes 5, 10 los verkrijgbare
apparatuur 9 stereo-installatie 4 stroomvoorziening 6
Afspelen
cassette 16 compact disc 11 herhaaldelijk (REPEAT)
23, 29 minidisc 13 in willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 24, 30 in zelf gekozen volgorde
(PROGRAM) 25, 31
Afstemmen op een
voorkeurzender 17 AMS zoekfunctie 11 Analoge opname 33 Antennes 5, 10 Auto Cut pauzestand 37 Automatische
geluidsbronkeuze 11, 14,
17
B
Basversterking 51 Batterijen 6 Beperkingen van het
minidisc-systeem 61 Beveiligen van
bandopnamen 60 Beveiligen van minidisc-
opnamen 59 Bijregelen
geluidssterkte 11
geluidsweergave 51
C
CD synchroon-opname 12 Compact disc speler 11, 22 Combine functie 44
D
DAILY TIMER wekfunctie
55 DBFB basversterking 51 Digitale opname 32 Divide functie 43
E, F
Eén-generatie
kopieersysteem (SCMS)
61 Eén-toets weergavestart 11,
14, 18 Erase wisfunctie 40 Foutmeldingen voor de
minidisc 64
G, H, I
Geheugenafstemming 17 Geluidregeling 51 Herhaalde weergave 23, 29
J, K, L
Klok gelijkzetten 6 Luidsprekers 5
M, N
Markeren van
muziekstukken 38 Muziekstuknummers 38 Naamgeving
compact discs 26
minidiscs 46
voorkeurzenders 53
O
Onderverdelen (Divide) 43 Opnemen
compact discs 12, 15
op cassette 15, 20
op minidisc 12, 19
radio-uitzending 19, 20
schakelklok 57
P, Q, R
Programma-weergave 25, 31 Radiozenders
afstemmen 17 voorinstellen 7
RDS informatie-ontvangst
18
S
Samenvoegen van
muziekstukken 44
Schakelklok
gewekt worden met muziek 55
in slaap vallen met muziek 54
schakelklok-opname 57
SHUFFLE willekeurige
weergave 24, 30 Sluimerfunctie 54 Smart Space pauze-
verkorting 37
T, U, V
Tijdinstelling 6 Titelinvoer. Zie Naamgeving Uitleesvenster 22, 28 Verhelpen van storingen 62 Verplaatsen van nummers
(Move) 42 Voorinstellen van
radiozenders 7
W
Waarschuwingsaanduidingen.
Zie Foutmeldingen Weergeven. Zie Afspelen Wekfunctie 55 Wissen
deel van een muziekstuk
41
enkel muziekstuk 40
gehele minidisc 41
opnamen 40
X, Y, Z
Zendernaam 53
67
NL
Page 68
VARNING
Utsätt inte stereon för regn och fukt för att undvika riskerna för brand och/eller elektriska stötar.
Öppna inte höljet. Det kan resultera i risk för elektriska stötar. Överlåt allt reparations- och underhållsarbete till fackkunniga tekniker.
Placera inte stereon i ett trångt utrymme, som t. ex. i en bokhylla eller i ett skåp.
Amerikanska och utländska patenter utfärdade av Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Utsrålningen från den laserkomponent som finns i denna laserprodukt överstiger den strålningsgräns som ställs på Klass 1.
CD-spelaren i denna stereo klassificeras som en laserprodukt tillhörande Klass 1. Etiketten CLASS 1 LASER PRODUCT finns på baksidan.
Denna varningsetikett finns på insidan:
Denna stereo har Dolby* brusreducering. * Dolby brusreducering tillverkas under licens av
Dolby Licensing Laboratories Corporation. DOLBY och dubbel D-kännetecknet a är Dolby Laboratories Licensing Corporation:s varumärken.
Innehålll
* efter anslutning av MD-spelare MDS-MX101
(tillval)
** efter anslutning av kassettdäck TC-TX101 (tillval)
Förberedelserna
Steg 1: Anslutningarna .......................... 4
Steg 2: Tidsinställning............................ 6
Steg 3: Lagring av stationer i
snabbvalsminne ............................... 7
Anslutning av extra ljud/videokällor
och utomhusantenner ..................... 9
Grundläggande tillvägagångssätt
Uppspelning av CD-skivor ................. 11
Inspelning av CD-musik på MD* ...... 12
Uppspelning av MD-skivor* .............. 13
Inspelning av CD-musik på
kassettband**.................................. 15
Bandavspelning** ................................. 16
Radiomottagning.................................. 17
RDS-mottagning (gäller modellen till
Europa)............................................ 18
Inspelning av radioprogram på
MD*.................................................. 19
Inspelning av radioprogram på
kassettband**.................................. 20
Angående denna bruksanvisning
Denna bruksanvisningen beskriver radion HCD-101 med inbyggd CD-spelare, MD­spelaren MDS-MX101 (tillval) och stereokassettdäcket TC-TX101 (tillval). Anvisningarna för styrning av MD-spelare och däcket är endast avsedda till kunder som skaffat sig MDS-MX101 och TC-TX101.
Denna bruksanvisningen beskriver: – radion HCD-101 med inbyggd CD-spelare – MD-spelaren MDS-MX101 (tillval) – kassettdäcket TC-TX101 (tillval)
S
2
CD-spelare
Hur teckenfönstret används ............... 22
Repetering (REPEAT) .......................... 23
Spårens uppspelning i slumpvis följd
(SHUFFLE) ..................................... 24
Spårens lagring i ett musikval
(PROGRAM)................................... 25
Lagring av titlar i CD-spelarens
minne............................................... 26
Page 69
MD-spelare*
– Uppspelning
Hur teckenfönstret används ............... 28
Repetering (REPEAT) .......................... 29
Spårens uppspelning i slumpvis följd
(SHUFFLE) ..................................... 30
Spårens lagring i ett musikval
(PROGRAM)................................... 31
– Inspelning
Före inspelningsstart............................ 32
Inspelning av CD-musik genom att
ange spårens ordningsföljd .......... 33
Manuell inspelning på MD ................. 34
Sex sekunders buffertminne vid
inspelningsstart .............................. 36
Tre sekunders speluppehåll mellan
spåren .............................................. 37
Kodning av spårnummer .................... 38
– Redigering
Före redigeringsstart............................ 39
Radering av spår – Erase ..................... 40
Flyttning av spår – Move .................... 42
Uppdelning av spår – Divide ............. 43
Sammanslagning av spår
– Combine ....................................... 44
Att ångra sig – Undo............................ 45
Lagring av namn i MD-skivans
minne............................................... 46
Kassettdäck**
Inspelning av CD-musik genom att
ange spårens ordningsföljd .......... 48
Manuell inspelning av CD-musik,
radioprogram m. m. ...................... 49
Styrning av ljudkvalitet
Basförstärkning - DBFB ....................... 51
Återgivning av akustiskt ljud
(SUR) ............................................... 52
Styrning av högtalarnas
volymbalans ................................... 52
S
Övrigt
Lagring i minnet av namn på
snabbvalsstationer ......................... 53
Att somna till musik ............................ 54
Väckning till musik .............................. 55
Timerstyrd inspelning av
radioprogram ................................. 57
Tekniska detaljer
Att observera......................................... 59
Begränsningar vid inspelning på
MD-skivor* ..................................... 61
Felsökning ............................................. 62
Tekniska data ........................................ 65
Alfabetiskt register ............................... 67
S
3
Page 70
Förberedelserna
Steg 1: Anslutningarna
Använd de medföljande kablarna och tillbehören och utför anslutningarna enligt nedanstående punkter 16. Följ också anvisningarna enligt punkterna 2 och 3.
FM-trådantenn AM-ramantenn
Vänster högtalareHöger högtalare
3
Radio med
Kassettdäck** MD-spelare***
2
CD-spelare*
1-2
1-1
220-240
5
110-120
* CMT-101/HCD-101 består av en inbyggd CD-spelare, radio och förstärkare. ** Detta tillvalsdäck TC-TX101 skall anslutas till radion med inbyggd CD-spelare. *** Denna MD-spelare MDS-MX101, tillval, skall anslutas till radion med inbyggd CD-spelare.
4
6
2 Anslut den optiska kabeln (levereras
Anslutning av MD-spelare.
1
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
1 Anslut systemkabeln från MD-
spelaren till MD-ingången på radion med inbyggd CD-spelare.
Anslutning
Urkoppling
S
4
MD
Pilen skall vara på höger sida
MD
Dra denna del (hylsan) utåt mot dig. Hylsan glider bakåt och kontakten kopplas ur.
med MDS-MX101) till CD DIGITAL OUT på radion med inbyggd CD­spelare och till MD DIGITAL IN på MD-spelaren.
Anslutning av radio med inbyggd CD­spelare
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
Anslutning av MD-spelare
till ett nätuttag
DIGITAL OPTICAL
IN
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
Sonys logo skall vara på vänster sida.
DIGITAL OPTICAL
IN
Sonys logo skall vara på höger sida.
Page 71
Anslutning av kassettdäck.
(gäller kunder med kassettdäcket TC-TX101)
Anslut systemkabeln från kassettdäcket till in/utgångarna TAPE på radion med inbyggd CD-spelare på samma sätt som enligt steg 1
Anslut FM- och AM-antennerna.
3
FM-trådantenn
Den medföljande FM-trådantennen är en enkel antenn. Vi rekommenderar anslutning av FM-utomhusantenn för bättre mottagningskvalitet.
Sträck FM-trådantennen rakt uppåt så högt som möjligt.
AM-ramantenn
Sätt ihop AM-ramantennen och anslut den,
-1.
FM 75
Anslutning av högtalarna.
42
Anslut de färgade högtalarkablarna till högtalarutgångarna. Dra högtalarkablarna på ett längre avstånd från antennkablarna.
Baksida på radio med CD-spelare
Skjut in denna del.
Grå ]
Grå ]
Svart }
Baksida på högtalare SS-Q101/Q101A
Skjut in denna del.
Skjut in kontakten i ingången med det konvexa spåret vänt åt höger tills klicket anger att kontakten låsts i ingången.
Svart }
Grå ]
Dra lätt i kablarna för att kontrollera att kabeln sitter fast. Om någon kabel lossnar, måste den anslutas igen.
forts.
S
5
Page 72
Steg 1: Anslutningarna (forts.)
Steg 2:
Ställ VOLTAGE SELECTOR i
5
lämpligt läge för lokal nätspänning (gäller inte modellen till Europa).
220-240
110-120
Anslut nätkabeln.
6
Anslut allra sist nätkabeln från radion med inbyggd CD-spelare till ett nätuttag, efter att alla andra anslutningar har gjorts.
Isättning av två batterier R6 (storlek AA) i fjärrkontrollen
Tidsinställning
Tiden skall ställas in innan strömmen slås på till stereon för första gången för att kunna använda timerstyrd manövrering.
Tidsangivelsen är en 24-timmars tidsangivelse på modellen till Europa och 12­timmars på modellerna till övriga länder.
Modellen till Europa visas på illustrationerna.
Knapparna under locket
1 2,3,4
2,3,4
Tips
Vid normalt bruk beräknas batteriernas livslängd till ca. sex månader. När fjärrkontrollen inte längre kan användas för stereons fjärrstyrning, måste batterierna bytas ut mot nya.
OBS!
Ta ur batterierna, när fjärrkontrollen inte skall användas under en längre tid, för att undvika skador på grund av batteriläckage.
S
6
1 Tryck på TIMER SET. 2 Tryck på TIMER + eller – så att
CLOCK visas. Tryck på ENTER.
Timsiffrorna börjar blinka:
3 Tryck på TIMER + eller – för att
ställa in timtalet. Tryck på ENTER.
Minutsiffrorna börjar blinka:
Page 73
4 Tryck på TIMER + eller – för att
ställa in minuterna. Tryck på ENTER.
Klockan börjar gå.
Ändring av tid
Följ igen anvisningarna från punkt 1 till 4.
Att observera angående tidsangivelsen
• Tiden visas i teckenfönstret efter att strömmen har slagits av.
• Den övre punkten i kolontecknet : blinkar för att ange sekunderna från 0 till 29 och den nedre för att ange sekunderna från 30 till 59.
Steg 3: Lagring av stationer i snabbvalsminne
Upp till 30 stationers snabbval, 20 på FM och 10 på AM på modellen med två våglängder. Upp till 40 stationers snabbval, 20 på FM, 10 på MW (MV) och 10 på LW (LV) på modellen med tre våglängder.
Knapparna på ovansidan
1
2
Knapparna under locket
1
3
5 6,8
4,7
1 Tryck på POWER för att slå på
strömmen.
2 Tryck gång på gång på
TUNER/BAND tills önskad våglängd visas i teckenfönstret.
På modellen med två våglängder:
FM ˜ AM
På modellen med tre våglängder:
FM n MW (MV) n LW (LV)
n
forts.
S
7
Page 74
Steg 3: Lagring av stationer i snabbvalsminne (forts.)
3 Tryck gång på gång på
TUNING MODE så att AUTO visas.
4 Tryck på + eller – för att ställa in
stationen som skall lagras i minnet.
Frekvensen, som visas, ändras. Stationssökningen avbryts så fort radion påträffat en station. TUNED och STEREO (anger ett stereoprogram) visas i teckenfönstret.
5 Tryck på EDIT/NO tills Frq-
Memory? visas.
6 Tryck på YES.
Ett snabbvalsnummer blinkar i teckenfönstret.
7 Tryck på ? eller / för att välja
önskat snabbvalsnummer.
8 Tryck på YES.
Stationen har lagrats i minnet.
Ändring av stationssökningssteg på AM (gäller varken modellen till Europa)
Stationssökningssteget på AM har förvalts till 9 kHz (10 kHz på modelller till vissa länder). Ändring av stationssökningssteget på AM till 10 kHz (eller 9 kHz): tryck gång på gång på TUNER/BAND tills AM visas och slå sedan av strömmen. Håll + intryckt och slå på strömmen igen.
Observera att alla snabbval på AM raderas ur minnet när stationssökningssteget ändras. Följ de ovanstående anvisningarna för att återgå till förvalt stationssökningssteg.
OBS!
Snabbvalen hålls kvar i minnet i en veckas tid, också om det inträffar ett strömavbrott eller nätkabeln kopplas ur.
9 Följ igen anvisningarna från punkt 2
till 8 för att lagra de resterande stationerna i minnet.
Inställning av en station med låg signalstyrka
Tryck på TUNING MODE (punkt 3) så att AUTO och PRESET slocknar. Tryck sedan på + eller – för att ställa in stationen.
Ändring av snabbvalsnummer
Börja om från och med punkt 2.
S
8
Page 75
Anslutning av extra ljud/videokällor och utomhusantenner
Det är möjligt att ansluta extra ljud/ videokällor till denna ministereo. Vi hänvisar till respektive källors bruksanvisningar angående detaljer.
Anslutning av en videobandspelare/dator
Anslut videobandspelaren/datorn till VIDEO/PC på baksidan av radion med CD­spelare genom att använda ljudkablar (tillval).
Anslut de färgade kontakterna till in/ utgångarna i samma färg.
till ljudingångarna på video/dator
till ljudutgångarna på video/dator
Radio med CD-spelare
Anslutning av digital produkt som MD-spelare m. m.
(gäller kunderna med MDS-MX101)
Efter anslutning av en digital produkt till MDS-MX101 är det möjligt att göra digitala inspelningar av digitalt ljud. Anslut MD DIGITAL OPTICAL OUT på MDS-MX101 till den optiska, digitala ingången på den digitala produkten genom att använda en optisk kabel (tillval).
till digital ingång på digital produkt som
MD-spelare
Ç : signalflöde
OBS!
Denna stereo har skyddskretsen mot digital seriekopiering, SCMS. Det möjliggör engenerations, digital kopiering via de digitala ut/ingångarna.
Ç : signalflöde
Ljudåtergivning
Tryck gång på gång på FUNCTION tills VIDEO visas i teckenfönstret.
Tryck på DISPLAY för att ändra VIDEO till PC eller vice versa.
Ljudet från ansluten stereovideo återges i stereo.
forts.
S
9
Page 76
Anslutning av extra ljud/ videokällor och utomhusantenner (forts.)
Anslutning av utomhusantenner
Anslut en utomhusantenn för att förbättra mottagningskvaliteten.
FM-utomhusantenn
Anslut en FM-utomhusantenn (tillval). Tv­antennen kan också användas.
IEC-standardkontakt (tillval)
AM-utomhusantenn
Låt AM-ramantennen vara ansluten till ministereon. Anslut sedan AM­utomhusantennen (tillval) till AM­antennintaget.
AM
AM-ramantenn
Viktigt!
En utomhusantenn måste jordas mot åsknedslag. Jorda inte den till ett gasrör. Det kan resultera i gasexplosion.
S
10
Page 77
Grundläggande tillvägagångssätt
Uppspelning av CD-skivor
Radio med CD-spelare
POWER
=0/ )+
1 Sätt in önskad CD-skiva.
CD-skivan dras in i skivfacket. visas.
Med skivetiketten vänd uppåt
2 Tryck på ^ (CD ( på
fjärrkontrollen).
Första spåret spelas upp.
1
0
)
=
+
VOL +/–
·P p
2
0 =
Att
avbryta
Gör enligt följande
Tryck på p.
uppspelning: koppla in
pausen:
Tryck på ^ (P på fjärrkontrollen). Tryck en gång till för fortsatt uppspelning.
välja önskat spår (AMS*):
6
Tryck på )+ (spårval framåt) eller på =0 (spårval bakåt). Släpp upp efter att önskat spår letats fram.
§
söka efter önskad sekvens inom ett spår:
(+ eller = på fjärrkontrollen).
Håll )+ eller =0 (+ eller = på fjärrkontrollen) intryckt under pågående uppspelning. Släpp upp efter att önskad sekvens
letats fram. ta ur skivan: styra
p
volymnivån:
* AMS: automatisk musiksökning
Tryck på 6.
Tryck på VOL+ eller –.
Grundläggande tillvägagångssätt
Tips
•När CD-skivan inte kan tas ur efter intryckning av
6, dras den efter 15 sek. automatiskt in i
§
)
·P p
+
skivfacket.
•Isättning av en CD-skiva gör att strömmen slås
automatiskt på.
•Intryckning av ^ (CD ( på fjärrkontrollen)
efter strömavslag gör att strömmen slås automatiskt på. Uppspelningen börjar, förutsatt att en CD-skiva ligger i skivfacket (entrycks ljudåtergivningsstart).
•Övergång till CD-spelaren under pågående
ljudåtergivning från en annan ljudkälla: tryck på
^ (CD ( på fjärrkontrollen) (automatiskt val av ljudkälla).
11
S
Page 78
Inspelning av CD-
0
)
=
+
·P p
§
musik på MD
— Synkroninspelning av CD-musik (gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
CD-musiken kan spelas in digitalt på en inspelningsbar MD-skiva, varvid spårnumren på CD-skivan kodas i samma ordningsföljd på MD-skivan. När inspelningen görs på en MD med inspelat material, letar MD-spelaren fram slutet på den föregående inspelningen. Inspelningen börjar därifrån.
Radio med CD-spelare
POWER
1
6
2 Sätt in en inspelningsbar MD.
MD-skivan dras in i skivfacket. visas.
Med pilen före
Med skivetiketten vänd uppåt
3 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
4 Tryck på CD SYNC.
MD-spelaren står i beredskap för inspelningsstart. CD-spelaren kopplas om till paus.
MD-spelare (tillval)
1 Sätt in önskad CD-skiva.
CD-skivan dras in i skivfacket. visas.
Med skivetiketten vänd uppåt
S
12
§
5 Tryck på ^ på MD-spelaren.
Inspelningen sätts igång. MD-spelaren kopplas om till beredskap
för inspelningsstart efter avslutad inspelning. CD:n stannar automatiskt.
0
)
·P p
=
+
6 Tryck på p på MD-spelaren efter
avslutad inspelning och ta ut MD:n.
Kom ihåg att ta ur MD:n efter avslutad
3
2
0
)
=
+
6
§
·P p
564
§
0
)
·P p
=
+
inspelning. Detta beroende på att det inspelade materialet kodas på MD:n när skivfacksöppnaren trycks in för att ta ur den.
Att
avbryta inspelning: koppla in pausen:
Gör enligt följande
Tryck på p på MD-spelaren. Tryck på ^ på CD-
spelaren. ta ur CD:n: ta ur MD:n:
Tryck på 6 på CD-spelaren
Tryck på 6 på MD-spelaren.
Under tiden då TOC lyser eller blinkar
Var noga med att varken rubba MD-spelaren eller koppla ur nätkabeln. Detta för att inspelningen skall ske på korrekt sätt. MD­spelaren uppdaterar innehållet i TOC (innehållsförteckning) under tiden då TOC blinkar.
Page 79
0
)
=
+
·P p
§
Tips
• Spåren på CD:n kan spelas in i önskad följd (sid.
33).
• Det inspelade materialet på en MD kan redigeras efter materialets inspelning (sid. 39).
OBS!
Synkroninspelning av CD-musik kan inte göras genom att trycka på CD SYNC både på MD­spelaren och däcket.
Uppspelning av MD­skivor
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
MD-skivorna spelas upp på samma sätt som CD-skivorna.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
Grundläggande tillvägagångssätt
MD-spelare (tillval)
=0/ )+
1
0
)
=
+
·P p
2
6
§
p
1 Sätt in önskad MD-skiva.
MD:n dras in i skivfacket. visas.
Med pilen före
Med skivetiketten vänd uppåt
forts.
13
S
Page 80
Uppspelning av MD-skivor (forts.) Tips
•Isättning av en MD gör att strömmen slås automatiskt på.
•Uppspelningsstart vid början av önskat spår: tryck
2 Tryck på ^ (MD ( på
fjärrkontrollen).
Skivan spelas upp.
Att
avbryta uppspelning:
koppla in pausen:
välja önskat spår:
söka efter önskad sekvens inom ett spår:
ta ur MD-skivan: styra
volymnivån:
Gör enligt följande
Tryck på p.
Tryck på ^ (P på fjärrkontrollen). Tryck en gång till för fortsatt uppspelning.
Tryck på )+ (sökning framåt) eller =0 (sökning bakåt) (alt. (+ eller = på fjärrkontrollen).
Håll )+ eller =0 (0 eller ) på fjärkontrollen) intryckt under uppspelning. Släpp upp när önskad sekvens letats fram.
Tryck på 6. Tryck på VOL + eller –.
gång på gång på )+ eller =0 (+ eller = på fjärrkontrollen) så att önskat spårnummer visas innan ^ (MD ( på fjärrkontrollen) trycks in enligt punkt 2.
•Intryckning av ^ (MD ( på fjärrkontrollen) efter strömavslag gör att strömmen slås automatiskt på. MD-skivan spelas upp, förutsatt att det ligger en MD i skivfacket (entrycks ljudåtergivningsstart).
•Det är möjligt under pågående ljudåtergivning från en annan ljudkälla att gå över till MD-musik genom att trycka in ^ (MD ( på fjärrkontrollen) (automatiskt val av ljudkälla).
OBS!
•Efter att sista spåret på MD:n har letats fram under musiksökning, kopplas MD-spelaren automatiskt om till stoppläge.
•Det kan hända att MD-spelaren inte kan leta fram ett spår vars längd i tid är bara några sekunder.
•OVER i teckenfönstret under musiksökning anger att MD-spelaren har letat fram det sista spåret. Tryck i detta fall på =0 på MD-spelaren (= på fjärrkontrollen).
14
S
Page 81
Inspelning av CD-
§
0
)
·ª
P
p
musik på kassettband
— Synkroninspelning av CD-musik (gäller kunder med kassettdäcket
TC-TX101)
Tack vare knappen CD SYNC är det enkelt att spela in CD-musik på kassettband. Använd kassetter typ I (med normalband) eller kassetter typ II (med ferrokromband). Bandtypsväljarautomatiken känner automatiskt av bandtypen.
Kontrollera att tungorna inte har tagits bort från kassetten.
Radio med CD-spelare
POWER
1
1 Sätt in önskad CD-skiva.
CD:n dras automatiskt in. visas i teckenfönstret.
Med skivetiketten vänd uppåt
0
)
=
+
2 Sätt in kassetten för inspelning.
Kassetten dras in. visas.
§
·P p
Grundläggande tillvägagångssätt
Kassettdäck (tillval)
DOLBY NR
5763
§
3 Skjut på DIRECTION för att välja
inspelning på kassettens båda sidor eller endast på en sida:
0
)
·P p
=
+
en sida båda sidor*
* Inspelningen avbryts alltid på
Inspelning på
2
p
4
§
kassettsidan som vänds nedåt. Var noga med att starta inspelningen på den övre sidan.
4 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
Skjut Direction till
läget D. läget a.
radion med CD-spelare.
5 Tryck på CD SYNC på däcket.
·ª
0
)
P
p
p
Däcket står i beredskap för inspelningsstart. CD-spelaren kopplas om till paus.
6 Tryck på ( eller 9 på däcket för
att välja sidan för inspelningsstart.
Inspelningsstart på kassettens övre sida: ( (TAPE ( på fjärrkontrollen).
Inspelningsstart på kassettens nedre sida: 9 (TAPE ( på fjärrkontrollen).*
* I detta fall görs inspelningen endast på
kassettens nedre sida.
forts.
15
S
Page 82
Inspelning av CD-musik på kassettband — Synkroninspelning av CD-musik (forts.)
7 Tryck på P.
Inspelningen börjar. Efter ca. tio sekunder spelas CD-skivan upp.
Hur inspelningen avbryts
Tryck på p på däcket eller på radion med CD-spelaren.
Tips
•Skjut DOLBY NR till tillslaget läge ON, efter åtgärden enligt punkt 3, för att reducera bandbrus inom lägre diskantområdet.
•Mot bandslutet på övre sidan under inspelning på kassettens båda sidor i följd tonas ljudet ned för att undvika ett plötsligt ljudavbrott halvvägs i ett spår (synkroniserad nedtoning). Spåret spelas in från början på kassettens andra sida.
Synkroniserad nedtoning arbetar också vid bandslutet när inspelningen görs bara på en kassettsida.
OBS!
Synkroninspelning av CD-musik kan inte göras genom att trycka på CD SYNC både däcket och på MD-spelaren.
Bandavspelning
(gäller kunder med kassettdäcket TC-TX101)
Kassetter typ I (med normalband), typ II (med ferrokromband) och typ IV (med metallband) kan användas i detta däck. Efter isättning av en kassett känner bandtypsväljarautomatiken automatiskt av bandtypen.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
Kassettdäck (tillval)
1
16
§
·ª
0
)
P
p
DOLBY NR
d
p0/)D/
P
2
1 Sätt in önskad kassett.
Kassetten dras in i kassettfacket. visas i teckenfönstret.
§
·ª
0
)
p
P
S
Page 83
2 Tryck på ( för inspelningsstart på
kassettens övre sida och på 9 för inspelningsstart på sidan som vänds nedåt.
Att
avbryta bandavspelning:
koppla in pausen:
leta fram början av spåret som spelas upp eller av eferföljande spår:
snabbspola bandet bakåt eller framåt:
bara spela av en kassettsida:
spela av båda sidor i följd:*
ta ur kassetten:
* Däcket blir automatiskt stillastående så fort de
båda sidorna har spelats av fem gånger i följd.
Tips
• När ( eller 9 trycks in efter strömavslag, slås strömmen automatiskt på.
• Det är möjligt under pågående ljudåtergivning från en annan ljudkälla att gå över till bandavspelning genom att trycka in ( eller 9 på däcket (automatiskt val av ljudkälla).
• Skjut DOLBY NR till tillslaget läge ON före avspelningsstart på en kassett som spelats in med DOLBY B.
Gör enligt följande
Tryck på p.
Tryck på P. Tryck en gång till för fortsatt avspelning.
Tryck på 0 eller ) på däcket under bandavspelning.
Stanna bandet och tryck på 0 eller ) på däcket.
Skjut DIRECTION till A.
Skjut DIRECTION till a.
Tryck på 6 på däcket.
Radiomottagning
–– Snabbval
Lagra först de önskade stationerna i snabbvalsminnet (sid.7).
Radio med CD-spelare
POWER
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
13
Knapparna under locket
2
§
Grundläggande tillvägagångssätt
STEREO/ MONO
1 Tryck lämpligt antal gånger på
BAND, så att önskad våglängd visas i teckenfönstret.
2 Tryck gång på gång på
TUNING MODE så att PRESET visas.
forts.
17
S
Page 84
Radiomottagning –– Snabbval (forts.)
3 Tryck på TUNING + eller – för att
välja önskat snabbvalsnummer.
Tryck på TUNING + för val av en station med högre nummer och på TUNING – för val av en station med lägre nummer.
Att
slå av radion: styra volymnivån:
Gör enligt följande
Tryck på POWER. Tryck på VOL + eller –.
RDS-mottagning
(gäller modellen till Europa)
Ställ in en FM-station. Efter inställning av en FM-station, som
sänder koderna för programinformation, visas stationsnamnet i teckenfönstret.
Vad är RDS (Radio Data System)?
RDS är en informationstjänst som gör att vissa FM-sändare kan sända digitalt kodad information tillsammans med de vanliga radiovågorna. Endast FM-sändarna kan utnyttja denna tjänst.
Inställning av stationer som inte lagrats i snabbvalsminnet
Tryck gång på gång på TUNING MODE (punkt 2) så att AUTO och PRESET slocknar i teckenfönstret. Tryck sedan på TUNING + eller – på fjärrkontrollen för att ställa in önskad station.
Tips
•Intryckning av BAND efter strömavslag gör att strömmen slås på. Stationen, som senast ställdes in före strömavslag, ställs automatiskt in (entrycks ljudåtergivningsstart).
•Stereon kan kopplas om till radiomottagning under pågående ljudåtergivning från en annan ljudkälla genom att BAND trycks in (automatiskt val av ljudkälla).
•Rikta de anslutna antennerna för att förbättra mottagningskvaliteten.
•Tryck på STEREO/MONO på fjärrkontrollen, när det uppstår störningar vid FM-mottagning, så att MONO visas i teckenfönstret. Ljudet återges inte längre i stereo, men mottagningskvaliteten förbättras. Tryck en gång till på denna knapp för att återgå till stereomottagning.
OBS!
Det kan hända att radion inte tar emot önskad RDS­information efter inställning av en station som inte sänder koder för önskad tjänst eller vars signalstyrka är låg.
* Alla FM-sändare sänder inte koder för alla RDS-
tjänster. Ta reda på vilka RDS-tjänster som de olika lokala FM-sändarna sänder.
18
S
forts.
Page 85
0
)
=
+
·P p
§
Inspelning av
3
radioprogram på MD
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
Önskat radioprogram på vald snabbvalsstation kan spelas in på en inspelningsbar MD. När inspelningen görs på en MD med inspelat material, letar MD­spelaren fram slutet på den föregående inspelningen. Inspelningen börjar därifrån.
Radio med CD-spelare
POWER
Knapparna under locket
MD-spelare (tillval)
0 =
24
0 =
1
§
MD:n dras in i skivfacket. visas i teckenfönstret.
Med pilen före
)
·P p
+
Med skivetiketten vänd uppåt
Grundläggande tillvägagångssätt
2 Tryck gång på gång på BAND, så att
1 Sätt in en inspelningsbar MD.
önskad våglängd visas i teckenfönstret.
§
3 Tryck gång på gång på
TUNING MODE, så att PRESET visas i teckenfönstret.
)
·P p
+
4 Tryck på TUNING + eller – för att
ställa in önskad station.
Tryck på TUNING + för val av ett
675
snabbval med högre nummer och på TUNING – för val av ett med ett lägre nummer.
5 Tryck på •REC på MD-spelaren.
MD-spelaren står i beredskap för inspelningsstart.
6 Tryck på ^ på MD-spelaren.
Inspelningen börjar.
forts.
19
S
Page 86
Inspelning av radioprogram på MD (forts.)
Inspelning av
7 Tryck på p på MD-spelaren efter
avslutad inspelning och ta ut MD:n.
Kom ihåg att ta ur MD:n efter avslutad inspelning. Detta beroende på att det inspelade materialet kodas på MD:n när skivfacksöppnaren trycks in för att ta ur den.
Hur en inspelningen avbryts
Tryck på p på MD-spelaren.
Tips
•Inspelning av stationer som inte lagrats i snabbvalsminnet: tryck gång på gång på TUNING MODE (punkt 3) så att AUTO och PRESET slocknar. Tryck sedan på TUNING + eller – för att ställa in önskad station.
•Rikta de anslutna antennerna för att förbättra mottagningskvaliteten.
radioprogram på kassettband
(gäller kunder med kassettdäcket TC-TX101)
Inspelning av radioprogram görs genom att ställa in önskat snabbval och spela in programmet det sänder.
Använd kassetter typ I (med normalband) eller kassetter typ II (med ferrokromband). Bandtypsväljarautomatiken känner automatiskt av bandtypen.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
24
20
Kassettdäck (tillval)
1
§
·ª
0
)
P
p
DOLBY NR
S
p
7865
Page 87
Knapparna under locket
3
1 Sätt in kassetten för inspelning.
Kassetten dras in i kassettfacket. visas.
§
·ª
0
)
p
P
2 Tryck gång på gång på BAND, så att
önskad våglängd ställs in.
6 Tryck på REC på däcket.
Däcket står i beredskap för inspelningsstart.
7 Tryck på ( eller 9 på däcket för
att välja sidan för inspelningsstart.
Inspelningsstart på kassettens övre sida: (.
Inspelningsstart på kassetten nedre sida:
9.*
* I detta fall görs inspelningen endast på den
nedre sidan.
8 Tryck på P på däcket.
Inspelningen börjar.
Hur inspelningen avbryts
Tryck på p på däcket.
Tips
•Inspelning av stationer som inte lagrats i minnet: tryck på TUNING MODE (punkt 3) så att AUTO och PRESET slocknar. Tryck sedan på TUNING + eller – för att ställa in önskad station.
•Rikta de anslutna antennerna för att förbättra mottagningskvaliteten.
•Skjut DOLBY NR till tillslaget läge ON för att reducera bandbrus inom lägre diskantområdet efter att ha utfört åtgärden enligt punkt 5.
Grundläggande tillvägagångssätt
3 Tryck gång på gång på
TUNING MODE så att PRESET visas.
4 Tryck på TUNING + eller – för att
välja önskat snabbval.
Tryck på TUNING + för att välja ett med ett högre nummer och på TUNING – för val av ett med ett lägre nummer.
5 Skjut på DIRECTION för att välja
inspelning på kassettens båda sidor eller endast på en sida:
Inspelning på
en sida båda sidor i följd*
* Inspelningen avbryts alltid på kassettens
nedre sida. Starta den alltid på den övre sidan.
Skjut DIRECTION till
läget A. läget a.
21
S
Page 88
CD-spelare
Hur teckenfönstret används
Den återstående tiden i spåret som spelas upp eller den på CD-skivan kan kontrolleras i teckenfönstret.
Knapparna under locket
1
2
Kontroll av CD-skivans uppspelningstid och antal spår
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
Kontroll av återstående tid
Tryck gång på gång på DISPLAY under uppspelning.
Med vart tryck på DISPLAY ändras visningssättet enligt nedanstående:
n Tid som gått i spåret som spelas upp.
Återstående tid i det spåret Återstående tid på isatt CD
Det som visas i teckenfönstret under uppspelning av ett musikval skiljer sig något från det ovanstående.
µ
µ
2 Tryck gång på gång på DISPLAY
när CD-spelaren står i stoppläge.
Med vart tryck på knappen ändras visningssättet enligt nedanstående:
n Antal spår och skivans
uppspelningstid
µ
Skivtitel*
* När CD:n inte namngivits, visas No Name
först och därefter antalet spår tillsammans med skivans uppspelningstid.
S
22
Page 89
Repetering (REPEAT)
–– Repetering
Det är möjligt att repetera alla spår på den ilagda CD-skivan vid normal och slumpmässig uppspelning samt vid uppspelning av ett musikval.
Knapparna under locket
Hur repetering kopplas ur
Tryck gång på gång på REPEAT, så att varken REPEAT eller REPEAT 1 visas i teckenfönstret.
OBS!
Repetering av ett enda spår kan varken kopplas in under spårens uppspelning i slumpvis följd eller under uppspelning av ett musikval.
1
2
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
2 Tryck gång på gång på REPEAT
under uppspelning, så att REPEAT visas i teckenfönstret.
Repetering sätts igång.
Repetering av ett enda spår
Tryck på REPEAT under pågående uppspelning av spåret som skall repeteras, så att REPEAT 1 visas i teckenfönstret.
23
S
Page 90
Spårens uppspelning i
1 Sätt in CD-skivan.
slumpvis följd (SHUFFLE)
–– Slumpmässig uppspelning
Alla spår på den ilagda CD-skivan kan spelas upp i slumpvis följd.
Radio med CD-spelare
POWER
Knapparna på ovansidan
4
1
§
0
)
·P p
=
+
4
2
+
2 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
3 Tryck gång på gång på
PLAY MODE, så att SHUFFLE visas.
4 Tryck på ^ (CD ( på
fjärrkontrollen).
J visas först i teckenfönstret. Därefter spelas spåren upp i slumpvis följd.
Hur detta uppspelningssätt kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE, så att SHUFFLE slocknar.
Tips
•CD-spelaren kan kopplas om till spårens uppspelning i slumpvis följd under pågående normal uppspelning genom att trycka på PLAY MODE så att SHUFFLE visas i teckenfönstret.
•Tryck på CD + på fjärrkontrollen för att hoppa över ett spår. Det är inte möjligt att gå över till föregående spår genom att trycka på CD =.
Knapparna under locket
S
24
2
2 3
Page 91
Spårens lagring i ett musikval (PROGRAM)
–– Musikval och dess uppspelning
Upp till 25 spår kan lagras i ett musikval för spårens uppspelning i önskad följd.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
p
1
CLEAR DISPLAY
Knapparna på ovansidan
5
Knapparna under locket
1
2,3
Number
Direktväljare
buttons
3
513
2 Tryck gång på gång på
PLAY MODE så att PROGRAM visas.
3 Följ endera anvisningarna a eller
b:
a Spårval genom att trycka på
direktväljarna på fjärrkontrollen: tryck på lämpliga direktväljare för att välja spåren i den ordning de skall lagras i musikvalet.
Val av spår vilkas nummer överstiger 11, tryck på > 10.
Efter val av varje spår visas spårens sammanlagda uppspelningstid inkl. det senast valda spåret tillsammans med det sammanlagda antalet spår i teckenfönstret.
Efter inmatning av fel spårnummer
Tryck först på CLEAR och sedan på korrekt direktväljare.
b Val av önskade spår genom att
kontrollera musikvalets uppspelningstid:
1 Tryck på =0 eller )+ (?
eller / på fjärrkontrollen) så att önskat spårnummer visas. Den sammanlagda uppspelningstiden av de valda spåren inkl. det senast valda spåret blinkar i teckenfönstret.
2 Tryck på PLAY MODE.
Först visas spårets ordningsnummer (STEP) under en sekund i teckenfönstret och sedan musikvalets uppspelningstid.
4 Följ anvisningarna enligt punkt 3 för
att lagra de resterande spåren i musikvalet.
5 Tryck på ^ (CD ( på
fjärrkontrollen).
Spåren spelas upp i den ordning de lagrades i musikvalet.
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
Hur detta uppspelningssätt kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE så att PROGRAM slocknar i teckenfönstret.
forts.
25
S
Page 92
Spårens lagring i ett musikval (PROGRAM) –– Musikval och dess uppspelning (forts.)
Lagring av titlar i CD­spelarens minne
Ändring av musikvalets innehåll
Att
lagra ett nytt spår som det sista spåret i musikvalet*:
radera musikvalet ur minnet:
radera det sista spåret ur musikvalet:
* Nya spår kan lagras i musikvalet under pågående
uppspelning genom att trycka på lämpliga direktväljare på fjärrkontrollen för att välja önskade spår enligt anvisningarna i punkt 3 a.
Tips
•Musikvalet hålls kvar i minnet efter att det spelats upp. Tryck på ^ (CD ( på fjärrkontrollen) för att igen spela upp detsamma musikvalet.
•Om DISPLAY trycks in när CD-skivan står stilla, visas spårets ordningsnummer (STEP) i teckenfönstret.
OBS!
•Spårens sammanlagda uppspelningstid visas inte när musikvalets uppspelningstid överstiger 100 minuter.
•Vid ett försök att lagra fler spår i minnet efter att 25 spår redan lagrats i musikvalet, visas STEP FULL i teckenfönstret.
Gör enligt följande
Följ igen anvisningarna enligt punkterna 3 och 4 (med CD­spelaren i stoppläge).
Tryck på p på radion med inbyggd CD-spelare med CD­spelaren i stoppläge.
Tryck på CLEAR. Med vart tryck raderas det sista spåret ur musikvalet.
Det är möjligt att lagra skivtitlar på upp till 35 CD i CD-spelarens minne. Titlarna kan bestå av upp till 10 tecken. Efter isättning av CD med skivtitel visas titeln i teckenfönstret.
Radio med CD-spelare
POWER
Knapparna under locket
1
1
§
0
)
·P p
=
+
p
1
2 3,8
26
5,6,7
4
1 Tryck gång på gång på FUNCTION,
så att CD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare. Sätt in önskad CD.
2 Tryck gång på gång på EDIT/NO,
så att Name in ? visas i teckenfönstret.
S
Page 93
3 Tryck på YES.
Markören börjar blinka:
4 Tryck gång på gång på
CHARACTER på fjärrkontrollen för att välja önskad teckentyp.
Med vart tryck ändras teckentypen enligt följande:
7 Följ igen anvisningarna från punkt 4
till 6 för att mata in alla tecken i skivtiteln.
Efter inmatning av fel tecken: tryck gång på gång på ? eller / så att tecknet, som skall ändras, börjar blinka. Följ igen anvisningarna från punkt 4 till 6. Radering av ett tecken: tryck på EDIT/NO medan tecknet blinkar.
Name Full visas i teckenfönstret vid ett försök att välja över tio tecken i en skivtitel.
A (versal) n a (i gemen) n 0 (siffror)/! (tecken)* n (mellanslag) n A ...
*De följande tecknen kan väljas:
! " # $ % & ' ( ) + , – . / : ; < = > ? @ _ `
5 Tryck på + eller – på fjärrkontrollen,
så att önskat tecken visas.
Det valda tecknet blinkar. Tryck på /, medan markören blinkar, för att välja ett mellanslag.
6 Tryck på /på fjärrkontrollen.
Tecknet, som valdes enligt punkt 5, lyser upp. Markören flyttas med ett steg till höger.
8 Tryck på YES för att lagra titeln i
CD-spelarens minne.
Skivtiteln visas i teckenfönstret.
Hur skivtitelns lagring i minnet avbryts
Tryck på p.
Radering av skivtitlar
1 Tryck gång på gång på EDIT/NO så att
Name Erase ? visas.
2 Tryck på YES.
Skivtiteln visas i teckenfönstret. No Name visas när en skivtitel för den
ilagda CD:n inte lagrats i minnet.
3 Tryck igen på YES.
Complete visas i teckenfönstret. Titeln har raderats ur CD-spelarens minne.
OBS!
En skivtitel kan inte lagras i minnet under pågående uppspelning av en CD.
27
S
Page 94
MD-spelare
Hur teckenfönstret används
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
Återstående tid på ilagd MD-skiva, antalet spår och skivans uppspelningstid kan kontrolleras i teckenfönstret.
MD-spelare (tillval)
§
0
)
·P p
=
+
2
Knapparna under locket
1
2
SCROLL
2 Tryck gång på gång på DISPLAY
när MD-spelaren står i stoppläge.
Med vart tryck ändras visningssättet enligt nedanstående:
n Antalet spår och uppspelningstid
Antalet spår
Återstående inspelningstid (endast på inspelningsbara MD*
Skivtitel*
*1Den återstående tiden visas inte på förinspelade
MD.
2
*
No Name visas istället för titeln när en titel inte lagrats i minnet.
2
Det som visas i teckenfönstret under uppspelning av ett musikval skiljer sig något från det ovanstående.
Uppspelningstid
µ
1
)
µ
Kontroll av antalet spår på ilagd MD, dess uppspelningstid, återstående tid och skivtitel
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
S
28
Page 95
Kontroll av återstående tid i ett
1 2
spår och spårnamnet
Tryck på DISPLAY under pågående uppspelning.
Med vart tryck ändras visningssättet enligt nedanstående:
n Spårnumret och tiden som gått i spåret
som spelas upp:
Repetering (REPEAT)
— Repetering (gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Repetering möjliggör uppspelning av ett eller alla spår på en MD.
Knapparna under locket
Spårnumret och återstående tid i spåret
µ
som spelas upp:
µ
Namnet på spåret som spelas upp* :
* No Name visas istället för namnet när ett namn
inte lagrats i minnet.
Tips
• Under pågående uppspelning av ett spår är det närhelst möjligt att kontrollera spårnamnet genom att trycka på SCROLL.
Visningskapacitet i teckenfönstret är 12 tecken. Tryck igen på SCROLL för att rulla fram tecknen och se hela spårnamnet.
Tryck på SCROLL för att avbryta rullning och igen för att fortsätta.
• Vi hänvisar till sid. 46 angående namngivning av MD-skivor och spår.
OBS!
--m--s visas i teckenfönstret när uppspelningstiden
överstiger 100 minuter.
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
2 Tryck gång på gång på REPEAT, så
att REPEAT (repetering av alla spår) eller REPEAT 1 (repetering av ett spår*) visas i teckenfönstret på MD­spelaren.
Repetering sätts igång.
* Repetering av ett spår kan varken göras
under spårens uppspelning i slumpvis följd eller under uppspelning av ett musikval.
Hur repetering kopplas ur
Tryck gång på gång på REPEAT, så att varken REPEAT eller REPEAT 1 visas i teckenfönstret.
S
29
Page 96
Spårens uppspelning i slumpvis följd
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
(SHUFFLE)
–– Slumpmässig uppspelning (gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Alla spår på isatt MD kan spelas upp i slumpvis följd.
MD-spelare (tillval)
§
0
)
·P p
=
+
3
Knapparna på ovansidan
+
2 Tryck gång på gång på
PLAY MODE, så att SHUFFLE visas i teckenfönstret på MD-spelaren.
3 Tryck på ^ (MD ( på
fjärrkontrollen).
J visas först i teckenfönstret, varefter spåren spelas upp i slumpvis följd.
Hur detta uppspelningssätt kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE, så att SHUFFLE slocknar.
Tips
Tryck på MD + på fjärrkontrollen för att hoppa över spår. Det är inte möjligt att återgå föregående spår genom att trycka på MD =.
Knapparna under locket
S
30
31
1 2
Page 97
Spårens lagring i ett musikval (PROGRAM)
–– Musikval och dess uppspelning (gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Upp till 25 spår kan lagras i ett musikval för spårens uppspelning i önskad följd.
·P p
53
6
§
p
p
1
CLEAR
MD-spelare (tillval)
0
)
=
+
Knapparna på ovansidan
5
Knapparna under locket
1
2,3
Direktväljare
3
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på radion med CD-spelare.
2 Tryck gång på gång på
PLAY MODE så att PROGRAM visas i teckenfönstret på MD­spelaren.
3 Följ endera anvisningarna a eller
b:
a Spårval genom att trycka på
direktväljarna på fjärrkontrollen: tryck på lämpliga direktväljare för att
välja spåren i den ordning de skall lagras i musikvalet.
Val av spår vilkas nummer överstiger 11: tryck på väljaren >10.
Efter val av varje spår visas de valda spårens sammanlagda uppspelningstid inkl. det senast valda spåret tillsammans med dess ordningsnummer (STEP).
Efter inmatning av fel spårnummer
Tryck först på CLEAR och sedan på korrekt direktväljare.
b Val av önskade spår genom att
kontrollera musikvalets uppspelningstid:
1 Tryck på =0 eller )+ (alt.
? eller / på fjärrkontrollen) så att önskat spårnummer visas. Den sammanlagda uppspelningstiden av de valda spåren inkl. det senast valda spåret blinkar i teckenfönstret.
2 Tryck på PLAY MODE.
Först visas spårets ordningsnummer (STEP) under en sekund i teckenfönstret och sedan musikvalets uppspelningstid.
4 Följ anvisningarna enligt punkt 3 för
att lagra fler spår i musikvalet.
5 Tryck på ^ (MD ( på
fjärrkontrollen).
Spåren spelas upp i den ordning de lagrades i musikvalet.
forts.
31
S
Page 98
Spårens lagring i ett musikval (PROGRAM) –– Musikval och dess uppspelning (forts.)
Hur detta uppspelningssätt kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE så att PROGRAM slocknar i teckenfönstret.
Ändring av musikvalets innehåll
Att
lagra ett nytt spår som det sista spåret i musikvalet:
radera musikvalet ur minnet:
radera det sista spåret ur musikvalet:
Tips
Musikvalet hålls kvar i minnet efter att det spelats upp. Tryck på ^ (MD ( på fjärrkontrollen) för att igen spela upp detsamma musikvalet.
OBS!
•Musikvalet raderas när 6 trycks in för att ta ur MD-skivan.
•--m--s visas i teckenfönstret när musikvalets uppspelningstid överstiger 100 min.
Gör enligt följande
Följ igen anvisningarna enligt punkt 3 (med MD­spelaren i stoppläge).
Tryck på p med MD­spelaren i stoppläge.
Tryck på CLEAR. Med vart tryck raderas det sista spåret ur musikvalet.
Före inspelningsstart
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
Det är möjligt att digitalt spela in musik på en inspelningsbar MD (MiniDisc) för digital uppspelning med en ljudkvalitet på CD-nivå.
Efter inspelning
Kom ihåg att ta ur MD:n efter avslutad inspelning. Detta beroende på att det inspelade materialet kodas på MD:n när skivfacksöppnaren trycks in för att ta ur den.
Angående kodning av spår på en MD
Kodning av spårnummer på en MD gör det enkelt att hitta önskad musiksekvens och underlättar också redigeringen. Inspelningssättet varierar enligt den typ av källjud som spelas in.
Hur kodningen av spårnummer görs beror också på källjudets typ.
Vid inspelning av:
•Ljudet från CD-spelare i denna stereo
– Den digitala CD-musiken spelas in i sitt
ursprungsformat (digital inspelning*
– Spårnumren kodas automatiskt på MD:n i den
följd de finns på CD-skivan.
•Ljudet från andra typer av digitala ljudkällor
(som från anslutet DAT-däck) – De digitala ljudsignalerna omvandlas först till
analoga signaler och sedan till digitala, varefter de spelas in *
– Ett spårnummer kodas automatiskt vid läget för
inspelningsstart. När visning av LVL-SYNC (sid.
38) valdes före inspelningsstart, kodas ett spårnummer varje gång nivån faller under en viss nivå för att därefter, efter ett par sekunder, igen återgå till vanlig nivå.
2
(analog inspelning).
1
).
32
S
Page 99
• Ljudet från radio i denna stereo och
0
)
=
+
·P p
§
p
från andra anslutna, analoga ljudkällor
(som från anslutet kassettdäck)
– Den analoga ljudsignalen omvandlas till digital
och spelas in (analog inspelning).
– Ett spårnummer kodas vid läget för
inspelningsstart. När visning av LEVEL-SYNC (sid. 38) valdes före inspelningsstart, kodas ett spårnummer varje gång nivån faller under en viss nivå för att därefter, efter ett par sekunder, igen återgå till vanlig nivå.
*1
Vi hänvisar till sid. 61 angående begränsningar vid digital inspelning.
*2
Omvandling till analoga signaler görs beroende på att denna stereo varken har en digital ingång eller utgång.
Inspelning av CD­musik genom att ange spårens ordningsföljd
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
Synkroninspelning av CD-musik kan göras när ett musikval har lagrats i CD-spelarens minne.
Radio med CD-spelare
1
§
0
)
·P p
=
+
2
MD-spelare (tillval)
Knapparna på ovansidan
2
forts.
33
S
Page 100
Inspelning av CD-musik genom att ange spårens ordningsföljd (forts.)
Manuell inspelning på
1 Sätt in en CD. 2 Tryck gång på gång på FUNCTION,
så att CD visas i teckenfönstret på radion med inbyggd CD-spelare.
3 Lagra de önskade spåren från CD:n
i ett musikval.
Följ anvisningarna från punkt 2 till punkt 4 under rubriken Spårens lagring i ett musikval (PROGRAM) (sid. 25).
4 Följ anvisningarna från punkt 3 till
punkt 5 under rubriken Inspelning av CD-musik på MD (sid. 12).
Hur inspelningen avbryts
Tryck på p på MD-spelaren.
MD
(gäller kunder med MD-spelaren MDS-MX101)
MD-spelaren letar automatiskt fram läget, där den föregående inspelningen på den ilagda MD:n slutar. Inspelningen börjar från och med det läget.
MD-spelare (tillval)
§
0
)
·P p
=
+
p
5314
Knapparna på ovansidan
p
34
5
2
1 Sätt i en inspelningsbar MD. 2 Tryck gång på gång på FUNCTION,
så att namnet på önskad källa (som t. ex. CD) visas.
Källa
CD-spelare Radio Kassettdäck Extra källa
Efter val av CD visas D-IN i teckenfönstret på MD-spelaren. MD­spelaren kopplas automatiskt om till
S
digital inspelning.
Namn
CD TUNER TAPE VIDEO eller PC
Loading...