Luisteren naar de radio ....................... 17
Ontvangst van RDS radio-uitzendingen
(alleen voor Europa)...................... 18
Opnemen van een radio-uitzending
op minidisc*.................................... 19
Opnemen van een radio-uitzending
op cassette**.................................... 20
Betreffende deze
gebruiksaanwijzing
De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor
de tuner/compact disc speler HCD-101, de los
verkrijgbare minidisc-recorder MDS-MX101 en het
los verkrijgbare stereo cassettedeck TC-TX101. De
aanwijzingen voor de minidisc-recorder en het
stereo cassettedeck zijn alleen van belang voor
diegenen die zich de MDS-MX101 en TC-TX101
hebben aangeschaft.
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening
van de volgende modellen:
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 6 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Met de stappen 2 en 3 is het installeren compleet.
FM-antenne
Cassettedeck**
3
Tuner/
CD-speler*
AM-kaderantenne
Linker luidsprekerRechter luidspreker
Minidiscrecorder***
2
220-240
5
110-120
* De CMT-101/HCD-101 bestaat uit een compact disc speler, een tuner en een versterker.
** Dit is het los verkrijgbare cassettedeck TC-TX101. Beschikt u over dit apparaat, dan kunt u het aldus
aansluiten op de tuner/CD-speler.
*** Dit is de los verkrijgbare minidisc-recorder MDS-MX101. Beschikt u over dit apparaat, dan kunt u het aldus
aansluiten op de tuner/CD-speler.
1-2
4
6
1-1
naar een
stopcontact
2 Sluit de optische kabel (bijgeleverd bij
Sluit de minidisc-recorder aan.
1
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
1 Verbind het systeemaansluitsnoer van
de minidisc-recorder met de MD
aansluiting van de tuner/CD-speler.
Aansluiten
Losmaken
MD
Met dit teken
rechts.
MD
Trek deze
beschermhuls
naar u toe. De
huls komt los
en is terug te
schuiven.
de MDS-MX101) aan op de CD
DIGITAL OUT stekkerbus van de
tuner/CD-speler en de MD DIGITAL
IN stekkerbus van de minidiscrecorder.
Aansluiten van de tuner/CD-speler
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
Insteken met het SONY
beeldmerk aan de
linkerkant.
Aansluiten van de minidisc-recorder
DIGITAL
OPTICAL
IN
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
DIGITAL
OPTICAL
IN
Insteken met het
SONY beeldmerk aan
NL
4
de rechterkant.
Page 5
Sluit het cassettedeck aan.
(alleen voor gebruikers van de TCTX101)
Verbind het systeemaansluitsnoer van
het cassettedeck met de TAPE
aansluiting van de tuner/CD-speler, op
dezelfde wijze als onder 1
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
3
FM draadantenne
De bijgeleverde FM draadantenne is een
eenvoudige voorlopige kamerantenne.
Voor de beste ontvangst is het
aanbevolen een los verkrijgbare FM
buitenantenne aan te sluiten.
Strek de FM-draadantenne
in verticale richting zo
hoog mogelijk uit.
Ω
FM 75
AM-kaderantenne
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
-1.
Sluit de luidsprekers aan.
42
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
luidsprekerklemmen.
Houd de luidsprekersnoeren uit de
buurt van de antennes en
antennesnoeren, om storing in de
weergave te voorkomen.
Achterkant van de tuner/CD-speler
Alleen de gestripte
kerndraad insteken.
Grijs (])
Grijs (])
Zwart (})
Achterkant van de SS-Q101/Q101A
luidspreker
Alleen de gestripte
kerndraad insteken.
Steek de stekker met de gleuf
aan de rechterkant in de
stekkerbus tot hij er in vastklikt.
Zwart (})
Grijs (])
Controleer of de luidsprekersnoeren
stevig zijn aangesloten door er even licht
aan te trekken. Als ze gemakkelijk
loskomen, dient u ze wat steviger aan te
sluiten.
wordt vervolgd
NL
5
Page 6
Stap 1: Aansluiten van de stereoinstallatie (vervolg)
Stap 2: Gelijkzetten
Stel de spanningskiezer (VOLTAGE
5
SELECTOR) in op de plaatselijk
geldende netspanning (niet voor
Europees model).
220-240
110-120
Sluit als laatste de voedingsstroom
6
aan.
Steek de netsnoerstekker van de tuner/
CD-speler pas in het stopcontact nadat
alle andere aansluitingen volgens de
beschrijving gemaakt zijn.
Plaats twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening
van de klok
Om de schakelklok-functies te kunnen
gebruiken, zult u voor het inschakelen van de
stereo-installatie eerst de ingebouwde klok op
de juiste tijd moeten instellen.
Bij het Europese model wordt de tijd
aangegeven in een 24-uurs cyclus, bij andere
modellen volgens een 12-uurs cyclus.
De afbeelding toont het Europese model.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2,3,4
2,3,4
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert,
vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
NL
6
1 Druk op de TIMER SET toets.
2 Druk op de TIMER + of – toets
zodat de aanduiding “CLOCK”
verschijnt en druk dan op de
ENTER toets.
De uren-cijfers gaan knipperen.
3 Stel met de TIMER + of – toets in op
het juiste uur en druk weer op de
ENTER toets.
De minuten-cijfers gaan knipperen.
Page 7
4 Stel met de TIMER + of – toets in op
de juiste minuut en druk op de
ENTER toets.
De klok begint nu te lopen.
Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete
radiozenders
Corrigeren van de tijdinstelling
Herhaal de stappen 1 t/m 4.
Betreffende de tijdsaanduiding
• De ingebouwde klok zal ook na uitschakelen van
de apparatuur nog de juiste tijd blijven aangeven.
• De bovenste stip tussen de cijfers van de
tijdsaanduiding knippert gedurende de eerste
helft van elke minuut, van seconde 0 t/m 29, en de
onderste stip knippert gedurende de tweede helft,
van seconde 30 t/m 59.
Bij het model met 2 afstembanden kunt u
maximaal 30 van uw favoriete radiozenders
vastleggen, 20 voor de FM en 10 voor de AM.
Bij het model met 3 afstembanden kunt u tot
40 radiozenders vastleggen, 20 voor de FM,
10 voor de middengolf en 10 voor de
langegolf.
Afstandsbediening (buitenpaneel)
1
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
3
5
6,8
4,7
1 Druk op de POWER toets om de
stereo-installatie in te schakelen.
wordt vervolgd
NL
7
Page 8
Stap 3: Vastleggen van uw
favoriete radiozenders (vervolg)
2 Druk net zovaak op de
TUNER/BAND toets tot de
gewenste afstemband in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler wordt aangegeven.
Model met 2 afstembanden:
FM ˜ AM
Model met 3 afstembanden
FM n MW (MG) n LW (LG)
n
3 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “AUTO” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de + of – toets om af te
stemmen op een radiozender die u
wilt vastleggen.
De frequentie-aanduiding verandert
terwijl de tuner de afstemband
doorzoekt, om te stoppen wanneer er op
een duidelijk doorkomende zender is
afgestemd. In het uitleesvenster
verschijnt de aanduiding “TUNED” (en
ook “STEREO” als er een FM stereo
radio-uitzending wordt ontvangen).
5 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot de aanduiding “FrqMemory?” verschijnt.
9 Herhaal de stappen 2 t/m 8 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Afstemmen op een radiozender
die zwak doorkomt
Druk in stap 3 net zovaak op de
TUNING MODE toets tot de aanduidingen
“AUTO” en “PRESET” verdwijnen en druk
dan op de + of – toets om nauwkeurig op de
betreffende zender af te stemmen.
Vastleggen onder een ander
nummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 2.
Omschakelen van het afsteminterval
voor de AM (niet bij de modellen voor
Europa)
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor sommige gebieden
10 kHz). Om dit AM afsteminterval over te
schakelen naar 10 kHz (of 9 kHz), drukt u enkele
malen op de TUNER/BAND toets tot er “AM”
wordt aangegeven en dan schakelt u het apparaat
uit. Houd vervolgens de + toets ingedrukt en
schakel zo de stroom weer in.
Bij omschakelen van het afsteminterval verdwijnen
alle vastgelegde AM voorkeurzenders uit het
afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug
te schakelen, herhaalt u de bovenstaande stappen.
Opmerking
De vastgelegde voorkeurzenders blijven bij een
stroomonderbreking (stekker uit het stopcontact)
ongeveer een week lang in het afstemgeheugen
bewaard.
6 Druk op de YES toets.
In het uitleesvenster gaat het
voorinstelnummer knipperen.
7 Druk op de ? of / toets om in te
stellen op het gewenste
voorinstelnummer voor de zender.
8 Druk op de YES toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder
uw gekozen nummer.
NL
8
Page 9
Aansluiten van
externe audio/videoapparatuur en
buitenantennes
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt u er los verkrijgbare
apparatuur op aansluiten. Zie voor nadere
bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing
van elk aan te sluiten apparaat.
Aansluiten van een
videorecorder/personal
computer
Op de tuner/CD-speler kunt u een
videorecorder of een personal computer
aansluiten, met behulp van gewone audioaansluitsnoeren (niet bijgeleverd).
Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van
de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt.
naar de audio-ingangen van
de videorecorder/pc
naar de audio-uitgangen van
de videorecorder/pc
Tuner/CD-speler
Aansluiten van digitale
apparatuur zoals een
minidisc-recorder e.d.
(alleen voor kopers van de MDSMX101)
U kunt digitale geluidsopnamen maken door
digitale geluidsbronnen aan te sluiten op de
MDS-MX101. Verbind de MD DIGITAL
OPTICAL OUT uitgangsaansluiting van de
MDS-MX101 met de digitale
ingangsaansluiting van andere digitale
apparatuur, met behulp van een optische
kabel (niet bijgeleverd).
naar de digitale ingang van
digitale apparatuur
Minidisc-recorder
Ç : Signaalstroom
Opmerking
Dit apparaat werkt met het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy Management
System”) hetgeen u in staat stelt van digitale
geluidsbronnen via volledig digitale aansluitingen
digitale opnamen te maken, die dan daarna niet
verder digitaal gekopieerd kunnen worden.
Ç : Signaalstroom
Luisteren naar het geluid van de
aangesloten videorecorder/
personal computer
Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot
het uitleesvenster “VIDEO” aangeeft.
Vervolgens kunt u heen en weer schakelen
tussen de aanduidingen “VIDEO” en “PC”
met behulp van de DISPLAY toets.
Het geluid van een aangesloten
videorecorder kan in stereo worden
weergegeven.
wordt vervolgd
NL
9
Page 10
Aansluiten van externe audio/
video-apparatuur en
buitenantennes (vervolg)
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het
aanbevolen een of meer buitenantennes aan
te sluiten.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne
aan. Ook kunt u gebruik maken van een TVantenne.
IEC standaard
antennestekker
(niet bijgeleverd)
AM-antenne
Sluit de AM-kaderantenne aan en laat deze
altijd aangesloten, ook wanneer u daarnaast
een los verkrijgbare AM antenne aansluit op
de AM antenne-aansluiting.
AM
AM-kaderantenne
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient deze
geaard te worden, ter bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit
aan op een gasleiding; gezien de kans op een
gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
NL
10
Page 11
Basisbediening
Afspelen van een
compact disc
Tuner/CD-speler
POWER
=0/
1
0
)
=
+
VOL +/–
)+
1 Steek een compact disc in de CD-
gleuf.
De CD wordt automatisch verder naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
Met de bedrukte
label-kant boven.
2 Druk op de ^ toets (of op de CD
( weergavetoets van de
afstandsbediening).
Het afspelen begint met het eerste
muziekstuk van de CD.
·P p
2
6
§
p
§
0
)
·Pp
=
+
Voor het
Stoppen met
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets.
afspelen
Pauzeren
Druk op de ^ toets (of
de P pauzetoets van de
afstandsbediening). Voor
doorgaan met afspelen
nogmaals drukken.
Opzoeken van
een muziekstuk
(AMS*
zoekfunctie)
Druk op de )+ toets (om
vooruit te zoeken) of de
=0 toets (om
terugwaarts te zoeken) (of op
de + of = toets van de
afstandsbediening)
Opzoeken van
een
muziekpassage
Houd de )+ of =0
toets (of de ) of 0 toets
van de afstandsbediening)
ingedrukt en laat de toets los
bij het gewenste punt in de
muziek.
Uitnemen van
Druk op de 6 uitwerptoets.
de CD
Instellen van de
Druk op de VOL + of – toets.
geluidssterkte
* AMS: Automatische Muziek Sensor.
Tips
•Als u na het indrukken van de 6 uitwerptoets de
compact disc niet verwijdert, wordt deze na 15
seconden automatisch naar binnen gehaald, om de
CD te beschermen.
•Bij insteken van een compact disc wordt
automatisch de stroom ingeschakeld.
•Bij indrukken van de ^ toets (of de CD ( toets
van de afstandsbediening) terwijl de stereoinstallatie nog uit staat, wordt deze automatisch
ingeschakeld en start de CD-weergave, mits er een
compact disc in het apparaat aanwezig is (één-toets weergavestart).
•Ook van het afspelen van een andere geluidsbron
kunt u rechtstreeks overschakelen naar de CDspeler om de CD-weergave automatisch te starten
met een enkele druk op de ^ toets (of de CD (
toets van de afstandsbediening) (automatischegeluidsbron-keuze).
Basisbediening
11
NL
Page 12
Opnemen van een
0
)
=
+
·P p
§
compact disc op
minidisc
— CD synchroon-opname
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Het maken van digitale opnamen van een
compact disc op een minidisc is zeer
eenvoudig met behulp van de “CD
synchroon-opname” functie, waarbij de
muziekstuknummers automatisch op de
minidisc worden vastgelegd in dezelfde
volgorde als op de CD. Bij het toevoegen van
nieuwe opnamen op een reeds gebruikte
opname-minidisc zal het opnemen
automatisch beginnen vanaf het eind van de
vorige opnamen.
Tuner/CD-speler
POWER
1
6
1 Steek een compact disc in de CD-
gleuf.
De CD wordt automatisch naar binnen
gehaald en de aanduiding
Met de bedrukte
label-kant boven.
verschijnt.
0
)
·Pp
=
+
§
2 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de MD-gleuf.
De minidisc wordt automatisch naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
Met de pijl
naar binnen
gericht.
Met de labelkant boven.
12
NL
Minidisc-recorder
(los verkrijgbaar)
§
3 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt in het uitleesvenster
van de tuner/CD-speler.
0
)
·P p
=
+
4 Druk op de CD SYNC toets.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname en de CD-
3
2
0
)
=
+
6
§
·P p
564
speler komt in de weergavepauzestand.
5 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder.
Dan begint het opnemen.
Na afloop van de opname stopt de
minidisc-recorder automatisch en wacht
dan in de opnamepauzestand.
Page 13
6 Druk na afloop van het opnemen op
0
)
=
+
·P p
§
de p stoptoets van de minidiscrecorder en verwijder dan de
minidisc uit het apparaat.
Vergeet niet om de minidisc na het
opnemen uit het apparaat te nemen,
omdat pas daardoor de informatie
betreffende de opname op de minidisc
wordt bijgeschreven.
Afspelen van een minidisc
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt een minidisc op dezelfde wijze
afspelen als een CD.
Tuner/CD-speler
POWER
Voor het
Stoppen met
opnemen
Pauzeren van
de opname
Uitnemen van
de CD
Uitnemen van
de minidisc
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets van de
minidisc-recorder.
Druk op de ^ toets van de
tuner/CD-speler.
Druk op de 6 uitwerptoets
van de tuner/CD-speler.
Druk op de 6 uitwerptoets
van de minidisc-recorder.
Wanneer de aanduiding “TOC”
knippert of oplicht
Stoot dan niet tegen het apparaat en trek niet
de stekker uit het stopcontact, om de opname
niet te verliezen. Terwijl de aanduiding
“TOC” knippert is de minidisc-recorder bezig
de inhoudsopgave (TOC = Table of Contents)
bij te werken.
Tips
• U kunt de muziek van een compact disc in een zelf
gekozen nummervolgorde opnemen (zie blz. 33).
• Na het opnemen kunt u met de
bewerkingsfuncties de muziekstukken op de
minidisc naar wens aanpassen (zie blz. 39).
Opmerking
Het is niet mogelijk een CD tegelijk op minidisc en
op cassette op te nemen door tegelijk indrukken van
de CD SYNC toets op de minidisc-recorder en het
cassettedeck.
§
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
Minidisc-recorder
(los verkrijgbaar)
=0/
)+
1
0
)
=
+
·P p
2
6
§
p
1 Steek een bespeelde minidisc in de
MD-gleuf.
De MD wordt automatisch naar binnen
gehaald en de aanduiding
verschijnt.
Basisbediening
Met de pijl
naar binnen
gericht.
Met de labelkant boven.
wordt vervolgd
13
NL
Page 14
Afspelen van een minidisc
(vervolg)
2 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder (of de MD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
Dan begint het afspelen.
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Opzoeken
van een
muziekstuk
Opzoeken van
een
muziekpassage
Uitnemen van
de minidisc
Instellen van de
geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets.
Druk op de ^ toets (of de P
pauzetoets van de
afstandsbediening).
Voor doorgaan met afspelen
nogmaals drukken.
Druk op de )+ toets (om
vooruit te zoeken) of de
=0 toets (om terugwaarts
te zoeken) (of op de + of =
toets van de afstandsbediening)
Houd de )+ of =0
toets (of de 0 of ) toets van
de afstandsbediening)
ingedrukt en laat de toets los bij
het gewenste punt in de
muziek.
Druk op de 6 uitwerptoets.
Druk op de VOL + of – toets.
Tips
•Bij insteken van een minidisc wordt automatisch
de stroom ingeschakeld.
•U kunt het afspelen beginnen vanaf elk gewenste
muziekstuk. Alvorens in stap 2 op de ^ toets (of
de MD ( toets van de afstandsbediening) te
drukken, kiest u eerst het gewenste muziekstuk
met enkele drukken op de )+ of =0
toets (of de +
afstandsbediening).
•Bij indrukken van de ^ toets (of de MD ( toets
van de afstandsbediening) terwijl de stereoinstallatie nog uit staat, wordt deze automatisch
ingeschakeld en start de minidisc-weergave, mits
er een minidisc in het apparaat aanwezig is (één-toets weergavestart).
•Ook van het afspelen van een andere geluidsbron
kunt u rechtstreeks overschakelen naar de
minidisc-speler om de minidisc-weergave
automatisch te starten met een enkele druk op de
^ toets (of de MD ( toets van de
afstandsbediening) (automatische geluidsbron-keuze).
of = toets van de
Opmerkingen
•Als u tijdens het opzoeken van een muziekpassage
het einde van de minidisc bereikt, stopt de
minidisc-speler.
•Muziekstukken die maar enkele seconden lang
zijn, kunnen wel eens niet naar behoren worden
gevonden.
•Wanneer tijdens het opzoeken van een
muziekpassage de aanduiding “OVER” in het
uitleesvenster verschijnt, hebt u het einde van de
minidisc bereikt. Druk dan op de =0 toets
van de minidisc-recorder (of de = toets van de
afstandsbediening).
14
NL
Page 15
§
0
)
·ª
P
p
§
0
)
=
+
·Pp
Opnemen van een
compact disc op
cassette
— CD synchroon-opname
(alleen voor gebruikers van de
TC-TX101)
De CD SYNC toets maakt het opnemen van
een compact disc op cassette uiterst
eenvoudig. Voor het opnemen kunt u naar
keuze TYPE I (normaalband) of TYPE II
(CrO
2-band) cassettes gebruiken.
Controleer voor het opnemen wel even of de
wispreventienokjes van de cassette niet zijn
uitgebroken.
Tuner/CD-speler
1 Steek een compact disc in de CD-
gleuf.
De CD wordt automatisch verder naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
Met de bedrukte
label-kant
boven.
2 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettegleuf.
De cassette wordt automatisch naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
POWER
Cassettedeck
(los verkrijgbaar)
DOLBY
NR
5763
1
§
Basisbediening
3 Schuif de DIRECTION schakelaar in
de stand voor enkelzijdig of
0
)
·P p
=
+
p
4
2
§
dubbelzijdig opnemen.
Voor opnemen op
één cassettekant
beide cassettekanten*
* Het opnemen stopt altijd automatisch aan
het eind van de onderste kant van de
cassette. Voor dubbelzijdig opnemen dient u
te beginnen aan de bovenste kant.
Zet u DIRECTION op
D
a
4 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt in het uitleesvenster
·ª
0
)
P
p
p
van de tuner/CD-speler.
5 Druk op de CD SYNC toets van het
cassettedeck.
Het cassettedeck komt in gereedheid
voor opname en de CD-speler komt in
de weergavepauzestand.
wordt vervolgd
15
NL
Page 16
Opnemen van een compact disc op
cassette
— CD synchroon-opname (vervolg)
6 Druk op de ( of 9 toets om te
kiezen op welke kant van de
cassette u wilt beginnen met
opnemen.
Voor beginnen aan de bovenkant drukt
u op de ( toets (of de TAPE ( toets
van de afstandsbediening).
Voor opnemen op de onderkant drukt u
op de 9 toets (of nogmaals op de TAPE
( toets van de afstandsbediening)*.
* In het laatste geval zal er alleen worden
opgenomen op de onderste kant van de
cassette.
7 Druk op de P pauzetoets.
Dan begint het opnemen. Na ongeveer
10 seconden begint ook het afspelen van
de compact disc.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck
of de tuner/CD-speler.
Tips
•Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frequenties te onderdrukken, schuift u na
stap 3 de DOLBY NR schakelaar in de “ON”
stand.
•Wanneer tijdens dubbelzijdig opnemen het einde
van de eerste cassettekant wordt bereikt, wordt
het geluid geleidelijk teruggedraaid, zodat het niet
plotseling wegvalt (synchroonopname-fading).
Hetzelfde muziekstuk zal nu weer als eerste op de
andere kant van de cassette worden opgenomen.
De synchroonopname-fading werkt ook bij
opnemen van een enkele cassettekant.
Opmerking
Het is niet mogelijk een CD tegelijk op minidisc en
op cassette op te nemen door tegelijk indrukken van
de CD SYNC toets op de minidisc-recorder en het
cassettedeck.
Afspelen van een
cassette
(alleen voor gebruikers van de
TC-TX101)
Het cassettedeck is geschikt voor weergave
van TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO
band) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij
insteken van een cassette leest het deck de
bandsoort van de geplaatste cassette af en
begint dan automatisch met afspelen.
Tuner/CD-speler
POWER
0
)
·P p
=
+
Cassettedeck
(los verkrijgbaar)
DOLBY
NR
d
1
·ª
0
)
P
p
p0/)D/
P
2
1 Steek een bespeelde cassette in de
cassettegleuf.
De cassette wordt automatisch naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
2-
§
§
§
16
·ª
0
)
p
P
NL
Page 17
2 Druk op de ( toets om de
bovenkant van de cassette af te
spelen. Voor afspelen van de
onderkant drukt u op de 9 toets.
Voor het
Stoppen met afspelen
Pauzeren
Opzoeken van het
begin van het
weergegeven of een
volgend muziekstuk
Snel vooruit- of
terugspoelen
Afspelen van één
kant van de cassette
Doorlopend afspelen
van beide
cassettekanten*
Uitnemen van de
cassette
* Het cassettedeck stopt automatisch na vijfmaal
afspelen van beide cassettekanten.
Tips
• Bij indrukken van de ( of 9 toets terwijl het
apparaat nog uit staat, wordt automatisch de
stroom ingeschakeld.
• Van het afspelen van een andere geluidsbron kunt
u rechtstreeks overschakelen naar cassetteweergave met een enkele druk op de ( of 9
toets (automatische geluidsbron-keuze).
• Voor het afspelen van een cassette die is
opgenomen met Dolby NR B ruisonderdrukking,
schuift u de DOLBY NR schakelaar in de “ON”
stand.
Doet u het volgende
Druk op de p stoptoets.
Druk op de P pauzetoets.
Voor doorgaan met
afspelen nogmaals
drukken.
Druk tijdens afspelen op
de 0 of )
snelspoeltoets van het
cassettedeck.
Druk in de stopstand op
de 0 of )
snelspoeltoets van het
cassettedeck.
Schuif de DIRECTION
schakelaar in de A
stand.
Schuif de DIRECTION
schakelaar in de a
stand.
Druk op de 6
uitwerptoets.
Luisteren naar de
radio
–– Geheugenafstemming
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het
afstemgeheugen vast (zie blz. 7).
Tuner/CD-speler
POWER
§
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
13
Afstandsbediening (binnenpaneel)
2
1 Druk net zovaak op de BAND toets
tot de gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
STEREO/
MONO
Basisbediening
2 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
wordt vervolgd
17
NL
Page 18
Luisteren naar de radio (vervolg)
Ontvangst van RDS
3 Druk op de TUNING + of – toets
om in te stellen op het gewenste
voorkeurzendernummer.
Druk op de TUNING + toets voor een
hoger genummerde zender of op de
TUNING – toets voor een lager
genummerde zender.
Voor het
Uitschakelen van
de radio
Instellen van de
geluidssterkte
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Druk in stap 2 net zovaak op de
TUNING MODE toets tot de aanduidingen
“AUTO” en “PRESET” verdwijnen en druk
dan op de TUNING + of – toets om
nauwkeurig op de betreffende zender af te
stemmen.
Tips
•Bij indrukken van de BAND toets terwijl de
stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de weergave
van de laatst ontvangen radiozender (één-toetsweergavestart).
•U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de
BAND toets (automatische geluidsbron-keuze).
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
•Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de
STEREO/MONO toets, tot de aanduiding
“MONO” oplicht. Het stereo-effect zal nu verloren
gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder
klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar
stereo-geluid te luisteren.
Doet u het volgende
Druk op de POWER toets.
Druk op de VOL + of – toets.
radio-uitzendingen
(alleen voor het Europese model)
Kies eenvoudigweg een zender van de FMband.
Bij afstemmen op een radiozender die RDS
informatie-uitzendingen verzorgt, verschijnt
automatisch de zendernaam in het
uitleesvenster.
Wat is het Radio Data Systeem?
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS) is een
speciale radio-informatiedienst waarmee
radiozenders naast de gewone radiouitzendingen allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. De RDS is alleen
beschikbaar via FM zenders.
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet
goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende
is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet
alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best
contact opnemen met de plaatselijk actieve
radiozenders.
18
NL
Page 19
0
)
=
+
·P p
§
Opnemen van een
3
radio-uitzending op
minidisc
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Na keuze van een vastgelegde
voorkeurzender kunt u een radio-uitzending
op een minidisc opnemen. Als u een
opname-minidisc met al eerdere opnamen
gebruikt, zal het opnemen automatisch
beginnen vanaf het eind van de laatste
opnamen.
Tuner/CD-speler
POWER
§
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de MD-gleuf.
De minidisc wordt automatisch naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
Minidisc-recorder
(los verkrijgbaar)
0
=
24
0
=
1
Met de pijl
Basisbediening
naar binnen
gericht.
)
·P p
+
Met de labelkant boven.
2 Druk net zovaak op de BAND toets
tot de gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
§
)
·P p
+
675
3 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de TUNING + of – toets
om in te stellen op het gewenste
voorkeurzendernummer.
Druk op de TUNING + toets voor een
hoger genummerde zender of op de
TUNING – toets voor een lager
genummerde zender.
wordt vervolgd
19
NL
Page 20
Opnemen van een radiouitzending op minidisc (vervolg)
Opnemen van een
5 Druk op de •REC opnametoets van
de minidisc-recorder.
Die komt dan in gereedheid voor
opname.
6 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder.
Nu begint het opnemen van de radiouitzending.
7 Druk na afloop van het opnemen op
de p stoptoets van de minidiscrecorder en verwijder dan de
minidisc uit het apparaat.
Vergeet niet om de minidisc na het
opnemen uit het apparaat te nemen,
omdat pas daardoor de informatie
betreffende de opname op de minidisc
wordt bijgeschreven.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van de minidiscrecorder.
Tips
•Voor het opnemen van een uitzending van een
radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap
3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de
aanduidingen “AUTO” en “PRESET” verdwijnen
en dan drukt u op de TUNING + of – toets om
nauwkeurig op de betreffende zender af te
stemmen.
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
radio-uitzending op
cassette
(alleen voor gebruikers van de
TC-TX101)
De eenvoudigste wijze om een radiouitzending op te nemen op cassette is door
keuze van een vastgelegde voorkeurzender.
Voor het opnemen kunt u naar keuze TYPE I
(normaalband) of TYPE II (CrO
cassettes gebruiken. Controleer voor het
opnemen wel even of de wispreventienokjes
van de cassette niet zijn uitgebroken.
Tuner/CD-speler
POWER
0
)
=
+
24
Cassettedeck
(los verkrijgbaar)
2-band)
§
·P p
1
§
20
·ª
0
)
P
p
DOLBY
NR
NL
p
7865
Page 21
Afstandsbediening (binnenpaneel)
3
1 Steek een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettegleuf.
De cassette wordt automatisch naar
binnen gehaald en de aanduiding
verschijnt.
§
·ª
0
)
p
P
2 Druk net zovaak op de BAND toets
tot de gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
3 Druk net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
4 Druk op de TUNING + of – toets
om in te stellen op het gewenste
voorkeurzendernummer.
Druk op de TUNING + toets voor een
hoger genummerde zender of op de
TUNING – toets voor een lager
genummerde zender.
5 Schuif de DIRECTION schakelaar in
de stand voor enkelzijdig of
dubbelzijdig opnemen.
Voor opnemen op
één cassettekant
beide cassettekanten*
* Het opnemen stopt altijd automatisch aan
het eind van de onderste kant van de
cassette. Voor dubbelzijdig opnemen dient u
te beginnen aan de bovenste kant.
Schuift u DIRECTION
naar
A
a
6 Druk op de REC opnametoets van
het cassettedeck.
Het cassettedeck komt in gereedheid
voor opname.
7 Druk op de ( of 9 toets om te
kiezen op welke kant van de
cassette u wilt beginnen met
opnemen.
Voor beginnen aan de bovenkant drukt
u op de ( toets.
Voor opnemen op de onderkant drukt u
op de 9 toets*.
* In het laatste geval zal er alleen worden
opgenomen op de onderste kant van de
cassette.
8 Druk op de P pauzetoets van het
cassettedeck.
Nu begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck.
Tips
•Voor het opnemen van een uitzending van een
radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap
3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de
aanduidingen “AUTO” en “PRESET” verdwijnen
en dan drukt u op de TUNING + of – toets om
nauwkeurig op de betreffende zender af te
stemmen.
•Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
•Om storende bandruis in zacht doorkomende
hoge frequenties te onderdrukken, schuift u na
stap 5 de DOLBY NR schakelaar in de “ON”
stand.
Basisbediening
21
NL
Page 22
Compact disc speler
Gebruik van het CD
Controleren van de resterende
speelduur
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u onder andere de
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk of van de gehele compact disc
controleren.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2
Controleren van de totale
speelduur en het aantal
muziekstukken op de compact disc
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt in het uitleesvenster
van de tuner/CD-speler.
Druk tijdens weergave enkele malen op
de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk
Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk
Resterende speelduur op de weergegeven
compact disc
In de programma-weergavestand zullen de
aanduidingen ietwat andere informatie geven
dan hierboven staat aangegeven.
µ
µ
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Totaal aantal muziekstukken en
totale speelduur
µ
Disctitel*
* Als de betreffende compact disc nog niet van een
titel is voorzien, verschijnt eerst de aanduiding
“No Name” en dan weer het totale aantal
muziekstukken en de totale speelduur.
NL
22
Page 23
Herhaalde weergave
van muziekstukken
op CD
— REPEAT weergave
Met de herhaalfunctie kunt u een compact
disc laten herhalen met normale weergave,
willekeurige weergave of programmaweergave.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding
dooft.
Opmerking
Het is niet mogelijk een enkel muziekstuk te
herhalen tijdens weergave in willekeurige volgorde
of geprogrammeerde weergave.
1
2
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt in het uitleesvenster
van de tuner/CD-speler.
2 Druk tijdens CD-weergave op de
REPEAT toets tot de aanduiding
“REPEAT” verschijnt.
Dan begint de herhaalde weergave.
Herhalen van een enkel
muziekstuk
Druk enkele malen op de REPEAT toets
zodat de aanduiding “REPEAT 1” in het
uitleesvenster verschijnt, tijdens
weergave van het muziekstuk dat u wilt
herhalen.
23
NL
Page 24
Willekeurige
weergave van
muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
U kunt alle muziekstukken van een compact
disc in willekeurige volgorde laten
weergeven.
Tuner/CD-speler
POWER
1
1 Plaats een compact disc in de CD-
speler.
2 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt in het uitleesvenster
van de tuner/CD-speler.
3 Druk enkele malen op de
PLAY MODE toets tot de
aanduiding “SHUFFLE” in het
uitleesvenster verschijnt.
0
)
·P p
=
+
4
Afstandsbediening (buitenpaneel)
4
Afstandsbediening (binnenpaneel)
§
2
+
2
4 Druk op de ^ toets (of de CD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
De aanduiding “J” licht op en de
weergave in willekeurige volgorde van
alle muziekstukken begint.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
zodat de “SHUFFLE” aanduiding dooft.
Tips
•Ook tijdens normale weergave kunt u
overschakelen op willekeurige weergave, door
enkele malen op de PLAY MODE toets te drukken
tot de aanduiding “SHUFFLE” verschijnt.
•Om van het weergegeven muziekstuk
onmiddellijk door te gaan naar een volgend
muziekstuk, drukt u op de CD + toets van de
afstandsbediening. Het is niet mogelijk terug te
keren naar een eerder of een reeds weergegeven
muziekstuk met de CD = toets.
24
2
3
NL
Page 25
Programmaweergave van
muziekstukken op CD
— PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van
maximaal 25 nummers samenstellen, in de
volgorde waarin u de muziek wilt horen.
Tuner/CD-speler
POWER
§
0
)
·P p
=
+
513
Afstandsbediening (buitenpaneel)
5
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2,3
Nummertoetsen
Numberbuttons
3
p
1
CLEAR
DISPLAY
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“CD” verschijnt in het uitleesvenster
van de tuner/CD-speler.
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “PROGRAM” in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Volg nu methode a of b.
a Kiezen van muziekstukken met de
nummertoetsen van de
afstandsbediening:
Gebruik de nummertoetsen om de
gewenste muziekstuknummers te
kiezen in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
Voor het kiezen van een muziekstuk
met een nummer boven de 11 drukt u
eerst op de >10 (groter-dan-10) toets.
Na elk gekozen nummer wordt de
totale speelduur inclusief het zojuist
gekozen muziekstuk aangegeven,
samen met het programmavolgnummer.
Bij een vergissing in de
nummerkeuze
Druk op de CLEAR wistoets en druk
dan op de juiste nummertoets.
b Kiezen van muziekstukken aan de
hand van de totale speelduur:
1 Druk op de =0 of )+ toets
(of de ? of / toets op de
afstandsbediening) tot het gewenste
muziekstuknummer in het
uitleesvenster wordt aangegeven. In
het uitleesvenster knippert de totale
speelduur inclusief het zojuist
gekozen muziekstuk.
2 Druk op de PLAY MODE toets.
Het programma-volgnummer (de
rangorde in uw muziekprogramma)
verschijnt ongeveer een seconde lang
en dan blijft de totale speelduur
branden.
4 Herhaal de voorgaande stap 3 voor
elk van de muziekstukken die u wilt
programmeren.
wordt vervolgd
25
NL
Page 26
Programma-weergave van
muziekstukken op CD
— PROGRAM weergave (vervolg)
5 Druk op de ^ toets (of de CD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden nu weergegeven in de door u
gekozen volgorde.
Uitschakelen van de programmaweergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
zodat de “PROGRAM” aanduiding dooft.
Aanpassen van uw muziekprogramma
Voor het
Toevoegen van
een muziekstuk
aan het eind van
uw programma*
Wissen van het
gehele
programma
Wissen van het
laatst gekozen
nummer
* Ook tijdens weergave kunt u nog muziekstukken
aan uw programma toevoegen, door ze te kiezen
met de nummertoetsen op de afstandsbediening
(methode a van stap 3).
Tips
•Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen nog in het geheugen van de CDspeler bewaard. Om hetzelfde programma
nogmaals weer te geven, drukt u op de ^ toets
(of de CD ( weergavetoets van de
afstandsbediening).
•Het programma-volgnummer verschijnt in het
uitleesvenster wanneer u in de stopstand op de
DISPLAY toets drukt.
Opmerkingen
•De totale speelduur kan niet worden aangegeven
indien de totale speelduur de 100 minuten
overschrijdt.
•Als u probeert meer dan 25 muziekstukken te
programmeren, verschijnt de aanduiding “STEP
FULL” in het uitleesvenster.
Doet u het volgende
Volg de bovenstaande
stappen 3 en 4 in de
stopstand.
Druk op de p stoptoets van
de tuner/CD-speler.
Druk op de CLEAR wistoets.
Telkens wanneer u op deze
toets drukt, vervalt het laatste
nummer van het programma.
Titels voor uw compact
discs invoeren
Voor maximaal 35 van uw compact discs
kunt u een titel of trefwoord van 10 letters,
cijfers of symbolen vastleggen.
Een vastgelegde titel zal in het uitleesvenster
verschijnen wanneer u de betreffende
compact disc in de CD-speler plaatst.
Tuner/CD-speler
POWER
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
5,6,7
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler verschijnt en steek een
compact disc in de CD-speler.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot de aanduiding “Name in?”
verschijnt.
1
§
0
)
·P p
=
+
p
1
2
3,8
4
26
NL
Page 27
3 Druk op de YES toets.
De cursor (plaats-markering voor het
invoeren van letters) gaat knipperen.
4 Druk net zovaak op de
CHARACTER toets van de
afstandsbediening tot het gewenste
lettertype wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de lettertype-aanduiding in
het uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n
0 (cijfers)/! (symbolen)* nn A…
* De volgende symbolen zijn
beschikbaar voor gebruik in uw
disc-titels:
! " # $ % & ' ( ) ∗ + , – . / : ; < = > ? @
_ `
(spatie)
5 Druk op de + of – toets van de
afstandsbediening tot het gewenste
letterteken wordt aangegeven.
Het gekozen letterteken knippert. Om
een spatie in te voeren, drukt u op de /
pijltoets van de afstandsbediening terwijl
de cursor knippert.
6 Druk op de / pijltoetsvan de
afstandsbediening.
Het in stap 5 gekozen letterteken blijft
branden en de cursor schuift een plaatsje
naar rechts, voor de volgende letter.
7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 tot u de
gehele disctitel hebt ingevoerd.
Bij een vergissing in de letterkeuze drukt
u op de ? of / toets van de
afstandsbediening tot de letter die u wilt
wijzigen knippert en dan herhaalt u de
stappen 4 t/m 6.
Om een letterteken te wissen, drukt u op
de EDIT/NO toets terwijl het letterteken
knippert.
Als u probeert meer dan 10 letterteken in
te voeren, verschijnt de aanduiding
“Name Full” in het uitleesvenster.
8 Druk op de YES toets om de
titelinvoer af te ronden.
De ingevoerde disctitel wordt in het
uitleesvenster aangegeven.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de p stoptoets.
Wissen van een disctitel
1 Druk enkele malen op de EDIT/NO toets
tot de aanduiding “Name Erase?”
verschijnt.
2 Druk op de YES toets.
De disctitel verschijnt.
Als er voor de betreffende CD geen
disctitel in het geheugen bestaat, verschijnt
de aanduiding “No Name”.
3 Druk nogmaals op de YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt en
de disctitel is uit het geheugen gewist.
Opmerking
U kunt geen disctitel invoeren tijdens het afspelen
van een CD .
27
NL
Page 28
Minidisc-recorder
Informatie in het
uitleesvenster
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
In het uitleesvenster kunt u o.a. de resterende
opnameduur en de totale speelduur van een
minidisc controleren.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2
SCROLL
2 Druk in de stopstand op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n
Totaal aantal muziekstukken en totale
speelduur
Totaal aantal
muziekstukken
Resterende opnameduur (alleen voor
opname-minidiscs*
Disctitel*
*1De resterende opnameduur kan niet
*
In de programma-weergavestand zullen de
aanduidingen ietwat andere informatie geven
dan hierboven staat aangegeven.
2
worden aangegeven voor voorbespeelde
minidiscs.
2
Als er geen disctitel is vastgelegd, verschijnt
de aanduiding “No Name”.
Totale speelduur
µ
1
)
µ
Controleren van het totale aantal
muziekstukken, de totale
speelduur, de resterende
opnameduur en de minidisc-titel
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“MD” verschijnt in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler.
NL
28
Page 29
Controleren van de muziektitel en
1
2
de resterende speelduur van een
muziekstuk
Druk tijdens minidisc-weergave op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Muziekstuknummer en verstreken
speelduur van het weergegeven
muziekstuk
Herhaalde weergave
van muziekstukken
op minidisc
— REPEAT weergave
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met de herhaalfunctie kunt u een enkel
muziekstuk of alle muziekstukken op een
minidisc meermalen achtereen weergeven.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
Muziekstuknummer en resterende
µ
speelduur van het weergegeven
muziekstuk
µ
Titel van het weergegeven muziekstuk*
* Als er geen titel voor dit muziekstuk is vastgelegd,
verschijnt de aanduiding “No Name”.
Tips
• Tijdens minidisc-weergave kunt u de titels van de
minidisc en de muziekstukken controleren door
indrukken van de SCROLL doorlooptoets.
Aangezien het uitleesvenster slechts 12 letters
tegelijk kan tonen, zult u voor de volledige titel
vaak nogmaals op SCROLL moeten drukken.
Druk weer op de SCROLL toets om de
titelweergave even te pauzeren en nogmaals
wanneer u het doorlopen wilt hervatten.
• Zie voor het invoeren van een titel voor een
muziekstuk of een minidisc blz. 46.
Opmerking
Wanneer de totale speelduur de 100 minuten
overschrijdt, wordt er slechts “--m--s” aangegeven.
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“MD” verschijnt in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler.
2 Druk tijdens minidisc-weergave
enkele malen op de REPEAT toets
tot er “REPEAT” (herhalen van alle
muziekstukken) of “REPEAT 1”
(herhalen van een enkel
muziekstuk) verschijntin het
uitleesvenster van de minidiscrecorder.
Dan begint de herhaalde weergave.
* Het is niet mogelijk een enkel muziekstuk te
herhalen tijdens weergave in willekeurige
volgorde of geprogrammeerde weergave.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding
dooft.
29
NL
Page 30
Willekeurige
weergave van
muziekstukken op CD
— SHUFFLE weergave
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt alle muziekstukken van een minidisc
in willekeurige volgorde laten weergeven.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“MD” verschijnt in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler.
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “SHUFFLE” in het
uitleesvenster verschijnt in het
uitleesvenster van de minidiscrecorder.
0
)
·P p
=
+
3
Afstandsbediening (buitenpaneel)
31
Afstandsbediening (binnenpaneel)
§
+
3 Druk op de ^ toets (of de MD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
De aanduiding “J” licht op en de
weergave in willekeurige volgorde van
alle muziekstukken begint.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
zodat de “SHUFFLE” aanduiding dooft.
Tips
Om van het weergegeven muziekstuk onmiddellijk
door te gaan naar een volgend muziekstuk, drukt u
op de MD + toets van de afstandsbediening. Het
is niet mogelijk terug te keren naar een eerder of een
reeds weergegeven muziekstuk met de MD =
toets.
30
1
2
NL
Page 31
Programma-weergave
van muziekstukken op
minidisc
— PROGRAM weergave
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt uw eigen muziekselectie van
maximaal 25 nummers samenstellen, in de
volgorde waarin u de muziek wilt horen.
Minidisc-recorder
(los verkrijgbaar)
0
)
=
+
Afstandsbediening (buitenpaneel)
5
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
2,3
Nummertoetsen
·P p
53
6
§
p
p
1
CLEAR
1 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot de aanduiding
“MD” verschijnt in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler.
2 Druk in de stopstand enkele malen
op de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “PROGRAM” in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler verschijnt.
3 Volg nu methode a of b.
a Kiezen van muziekstukken met de
nummertoetsen van de
afstandsbediening:
Gebruik de nummertoetsen om de
gewenste muziekstuknummers te
kiezen in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
Voor het kiezen van een muziekstuk
met een nummer boven de 11 drukt u
eerst op de >10 (groter-dan-10) toets.
Na elk gekozen nummer wordt de
totale speelduur inclusief het zojuist
gekozen muziekstuk aangegeven,
samen met het programmavolgnummer.
Bij een vergissing in de
nummerkeuze
Druk op de CLEAR wistoets en druk
dan op de juiste nummertoets.
b Kiezen van muziekstukken aan de
hand van de totale speelduur:
1 Druk op de =0 of )+ toets
(of de ? of / toets op de
afstandsbediening) tot het gewenste
muziekstuknummer in het
uitleesvenster wordt aangegeven. In
het uitleesvenster knippert de totale
speelduur inclusief het zojuist
gekozen muziekstuk.
2 Druk op de PLAY MODE toets.
Het programma-volgnummer (de
rangorde in uw muziekprogramma)
verschijnt ongeveer een seconde lang
en dan blijft de totale speelduur
branden.
3
wordt vervolgd
31
NL
Page 32
Programma-weergave van
muziekstukken op minidisc
— PROGRAM weergave (vervolg)
Alvorens te beginnen
met opnemen
4 Herhaal de voorgaande stap 3 voor
elk van de muziekstukken die u wilt
programmeren.
5 Druk op de ^ toets (of de MD (
weergavetoets van de
afstandsbediening).
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden nu weergegeven in de door u
gekozen volgorde.
Uitschakelen van de programmaweergave
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
zodat de “PROGRAM” aanduiding dooft.
Aanpassen van uw
muziekprogramma
Voor het
Toevoegen van
een muziekstuk
aan het eind van
uw programma*
Wissen van het
gehele
programma
Wissen van het
laatst gekozen
nummer
Tip
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen nog in het geheugen van de
minidisc-speler bewaard. Om hetzelfde programma
nogmaals weer te geven, drukt u op de ^ toets (of
de MD ( toets van de afstandsbediening).
Opmerkingen
•Het muziekprogramma wordt gewist wanneer u
op de 6 uitwerptoets van de minidisc-recorder
drukt om de minidisc uit te nemen.
•Wanneer de totale programma-speelduur de 100
minuten overschrijdt, wordt er “--m--s”
aangegeven.
Doet u het volgende
Volg de bovenstaande stap 3
in de stopstand.
Druk in de stopstand op de p
stoptoets.
Druk op de CLEAR wistoets.
Telkens wanneer u op deze
toets drukt, vervalt het laatste
nummer van het programma.
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Minidiscs zijn een digitaal medium, waarop u
muziek kunt opnemen en afspelen met een
uitstekende geluidskwaliteit, nagenoeg gelijk
aan die van compact discs.
Belangrijke stap na opname
Vergeet niet om na het opnemen van muziek
de minidisc uit het apparaat te nemen, omdat
pas daardoor de informatie betreffende de
opname op de minidisc wordt bijgeschreven.
Hoe de minidisc-recorder de
opname-informatie op de minidisc
schrijft
De muziekstuknummers van uw opnamen
stellen u in staat om vlot en gemakkelijk een
bepaald muziekstuk op te zoeken en om uw
opnamen in een gewenste volgorde te zetten
of ongewenste muziekstukken weg te laten
e.d.
Er bestaan echter verschillen in de manier
waarop de muziekstuknummers worden
vastgelegd, al naar gelang de geluidsbron
waarvan u opneemt.
Bij opnemen met als geluidsbron:
•De compact disc speler van deze
stereo-installatie
– De digitale signalen van de compact disc worden
onveranderd overgenomen (digitale opname*
– De muziekstuknummers worden automatisch
vastgelegd, precies zoals op de oorspronkelijke
compact disc.
•Andere digitale apparatuur
(zoals bijvoorbeeld een DAT cassettedeck)
– De inkomende digitale signalen worden eerst
omgezet naar analoge signalen, dan weer omgezet
in digitale vorm en aldus opgenomen*
opname).
– Aan het begin van de opname wordt automatisch
een muziekstuknummer vastgelegd, maar alleen
als u de “Level Sync” functie (zie blz. 38)
inschakelt, worden er daarna ook automatisch
muziekstuknummers vastgelegd afhankelijk van
het ingangssignaal van de geluidsbron.
2
(analoge
1
).
32
NL
Page 33
0
)
=
+
·P p
§
p
• De tuner van deze stereo-installatie
en andere analoge apparatuur
(zoals bijvoorbeeld een cassettedeck)
– De inkomende analoge signalen worden omgezet
in digitale vorm en aldus opgenomen (analoge
opname).
– Aan het begin van de opname wordt automatisch
een muziekstuknummer vastgelegd, maar alleen
als u de “Level Sync” functie (zie blz. 38)
inschakelt, worden er daarna ook automatisch
muziekstuknummers vastgelegd afhankelijk van
het ingangssignaal van de geluidsbron.
1
*
Zie voor nadere bijzonderheden over de
beperkingen die gelden voor het digitaal opnemen
blz. 61.
2
*
Deze dubbele signaalomzetting vindt plaats
omdat dit apparaat niet beschikt over digitale inen uitgangen.
Opnemen van CD’s
met keuze van de
nummervolgorde
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt een aantal muziekstukken van een
compact disc opnemen in de gewenste
volgorde, met de programma-weergave en de
CD synchroon-opnamefunctie.
Tuner/CD-speler
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1
§
0
)
·P p
=
+
2
Afstandsbediening (buitenpaneel)
2
wordt vervolgd
33
NL
Page 34
Opnemen van CD’s met keuze van
de nummervolgorde (vervolg)
Handmatig opnemen
1 Plaats een compact disc in de CD-
speler.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler verschijnt.
3 Stel uw muziekprogramma samen
uit de muziekstukken op de
compact disc.
Volg de aanwijzingen 2 t/m 4 onder
“Programma-weergave van
muziekstukken op CD” (zie blz. 25).
4 Volg de aanwijzingen 3 t/m 5 onder
“Opnemen van een compact disc op
minidisc” (zie blz. 12).
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van de minidiscrecorder.
op een minidisc
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
De minidisc-recorder vindt automatisch het
eindpunt van de laatste opname en zorgt dat
de nieuwe opnamen daarop aansluiten.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
p
5314
Afstandsbediening (buitenpaneel)
p
5
2
34
1 Plaats een voor opnemen geschikte
minidisc in de minidisc-recorder.
2 Druk op de FUNCTION toets en
kies de geluidsbron om van op te
nemen.
Geluidsbron
Compact disc
Radio
Cassette
Andere audio/
video-apparatuur
NL
Aanduiding
CD
TUNER
TAPE
VIDEO of PC
Page 35
Als u instelt op CD, verschijnt de
aanduiding “D-IN” in het uitleesvenster
van de minidisc-recorder en schakelt de
minidisc-recorder automatisch over op
digitale opname.
3 Voor het opnemen van mono geluid
gaat u als volgt te werk.
Alhoewel er hierbij geen stereo effect kan
worden opgenomen, komt er wel
tweemaal zo veel tijd voor opnemen
beschikbaar. Dit kan wel eens handig
zijn voor erg lange opnamen.
1 Druk met de minidisc-recorder in de
stopstand op de EDIT/NO toets van
de minidisc-recorder tot de
aanduiding “MONO REC?” in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de YES toets van de minidisc-
recorder.
Nu wordt er “MONO REC Y/N”
aangegeven.
3 Druk nogmaals op YES.
De aanduiding “MONO” verschijnt.
Bij stoppen met opnemen zal de
geluidsinstelling automatisch
terugkeren naar stereo geluid.
4 Druk op de •REC opnametoets van
de minidisc-recorder.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname.
5 Druk op de ^ toets van de
minidisc-recorder (of de MD (
pauzetoets van de
afstandsbediening).
Dan begint het opnemen.
6 Start de weergave van de op te
nemen geluidsbron.
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van de minidiscrecorder.
Wanneer de aanduiding “TOC”
oplicht of knippert
Stoot niet tegen de minidisc-recorder en trek niet de
stekker uit het stopcontact, als u de gemaakte
opnamen wilt behouden. De knipperende “TOC”
aanduiding geeft aan dat de minidisc-recorder bezig
is de inhoudsopgave (Table of Contents) bij te
werken.
Opmerking
Als u de opname pauzeert tijdens het opnemen van
een compact disc, wordt er op dat punt op de
minidisc een (extra) muziekstuknummer
vastgelegd. Daarentegen zullen meerdere
muziekstukken samen een enkel nummer krijgen
toegewezen als:
•een bepaald muziekstuk van de CD meer dan eens
op de minidisc wordt opgenomen;
•er twee of meer muziekstukken met hetzelfde
nummer van verschillende compact discs direct
achtereen worden opgenomen.
Afspelen van zojuist opgenomen
muziekstukken
Onmiddellijk na het opnemen kunt u als
volgt de opgenomen muziekstukken
beluisteren.
Druk na het stoppen met opnemen op
de ^ toets (of de MD (
weergavetoets van de
afstandsbediening) vóór u iets anders
doet. De weergave begint dan vanaf het
zojuist als eerste opgenomen
muziekstuk.
Na opnemen direct de weergave
starten vanaf het eerste
muziekstuk van de minidisc
1 Druk nadat het opnemen gestopt is, nogmaals op
de p stoptoets van de minidisc-recorder.
2 Druk op de ^ toets (of de MD ( weergavetoets
van de afstandsbediening).
De weergave start vanaf het eerste muziekstuk
van de minidisc.
Opmerking
Als u tijdens opnemen de FUNCTION toets indrukt,
zal de opname stoppen.
Tips
•Tijdens het opnemen kunt u de opnameduur of de
resterende opnametijd op de minidisc controleren
door indrukken van de DISPLAY toets.
•U kunt mono geluid opnemen met behulp van de
CD synchroon-opnamefunctie. Volg aanwijzing 3
hierboven vóór u op de CD SYNC toets drukt.
35
NL
Page 36
Veiligheidsopnamestart met zes
seconden muziek uit
het buffergeheugen
— Tijdmachine-opname
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Bij opnemen van een FM radio-uitzending of
een satelliet-uitzending kunnen de eerste
paar seconden van de uitzending vaak
verloren gaan, omdat het even kan duren
voor u tot opnemen besluit en op de
opnametoets drukt. Om dit verlies van het
begin van muziekstukken e.d. tegen te gaan,
is dit apparaat voorzien van de tijdmachineopnamefunctie, die voortdurend de laatste 6
seconden aan audio-gegevens in een
buffergeheugen bewaart, zodat bij de
opnamestart eerst deze 6 seconden aan audiogegevens worden opgenomen, zoals in
onderstaande afbeelding aangegeven:
Indrukken van
de YES toets
in stap 2
Audiogegevens in een
6-seconden buffergeheugen
Einde van het
programma dat u
wilt opnemen
Tijd
1 Volg de aanwijzingen 1 t/m 4 onder
“Handmatig opnemen op een
minidisc” op blz. 34.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname.
2 Druk op de YES toets van de
minidisc-recorder bij het punt waar
u wilt beginnen met opnemen.
De opname begint nu met de 6 seconden
aan audiogegevens uit het
buffergeheugen.
Stoppen met de tijdmachineopname
Druk op de p stoptoets.
Opmerking
De minidisc-recorder begint met het opslaan van
audio-gegevens wanneer de recorder in de opnamepauzestand staat en en u de weergave van de
geluidsbron start. Wanneer de geluidsbron nog
geen 6 seconden lang aan staat, zijn er dus nog geen
6 seconden aan audiogegevens in het
buffergeheugen opgeslagen, en dan zal de
tijdmachine-opname beginnen met minder dan 6
seconden aan audio-gegevens.
Begin van het programma
dat u wilt opnemen
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
NL
36
Opgenomen
gedeelte
§
0
)
·P p
=
+
2
p
Page 37
Invoegen van drie
seconden pauze tussen
de muziekstukken
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met de “Smart Space” pauze-inkortfunctie en
de “Auto Cut” automatische pauzestand kunt
u bij het digitaal opnemen automatisch
standaard pauzes van drie seconden tussen
de muziekstukken invoegen.
“Smart Space” pauze-verkorting
Als er tijdens digitaal opnemen weer een
geluidssignaal doorkomt na een stilte van
maximaal 30 seconden, wordt de pauze
automatisch ingekort.
De minidisc-recorder vervangt de lange stilte
door een standaard pauze van 3 seconden
lengte en gaat dan gewoon door met
opnemen.
Overigens kunnen de muziekstukken voor en
na de ingekorte pauze worden opgenomen
als een enkel muziekstuk, onder een enkel
nummer.
“Auto Cut” automatische
pauzestand
De pauzestand wordt ingeschakeld als er
tijdens het opnemen van een CD al meer dan
30 seconden geen geluid is doorgekomen.
De stilte van 30 seconden wordt vervangen
door een standaard pauze van 3 seconden en
dan komt de minidisc-recorder in de
opnamepauzestand te staan.
De “Smart Space” pauze-inkortfunctie en de
“Auto Cut” automatische pauzestand kunnen
alleen beide tegelijk worden ingeschakeld.
Het is niet mogelijk een van de twee te
gebruiken zonder de andere.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Druk met de minidisc-recorder in de
opnamepauzestand net zovaak op
de EDIT/NO toets van de minidiscrecorder tot de aanduiding
“S.Space?” in het uitleesvenster
verschijnt.
2 Druk binnen drie seconden op de
YES toets van de minidisc-recorder.
Nu wordt er “S.Space ON?” aangegeven.
3 Druk nogmaals op YES.
De aanduiding “S.Space ON” blijft
branden.
Wanneer tijdens opnemen de
aanduiding “Smart Space” verschijnt, is
de pauze-inkortfunctie ingeschakeld.
Wanneer de aanduiding “Auto Cut”
verschijnt, is de automatische
pauzestand ingegaan.
Uitschakelen van de “Smart
Space” pauze-inkortfunctie en de
“Auto Cut” pauzestand
1 Druk in de opnamepauzestand net zovaak
op de EDIT/NO toets tot de aanduiding
“S.Space?” in het uitleesvenster verschijnt.
2 Druk op de YES toets.
3 Druk nogmaals op de de EDIT/NO toets
zodat er “S.Space OFF” wordt aangegeven.
Opmerkingen
•Bij aflevering vanaf de fabriek zijn de “Smart
Space” pauze-inkortfunctie en de “Auto Cut”
pauzestandfunctie ingeschakeld.
•Ook al trekt u de stekker uit het stopcontact of
wordt de stroom om een andere reden
onderbroken, bij weer inschakelen onthoudt de
minidisc-recorder de laatst gekozen instelling (aan
of uit) van de “Smart Space” pauze-inkortfunctie
en de “Auto Cut” pauzestandfunctie.
§
0
)
·P p
=
+
NL
2,31
37
Page 38
Aanbrengen van
muziekstuknummers
tijdens opnemen
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Bij het opnemen van een compact disc
(digitale opname) worden de
muziekstuknummers automatisch
overgenomen op de minidisc. Daarnaast
bestaat de mogelijkheid om
muziekstuknummers aan te brengen:
• bij zelf gekozen punten tijdens het
opnemen;
• automatisch (volgens het opnameniveau)
tijdens analoog opnemen.
Handmatig aanbrengen
van muziekstuknummers
tijdens opnemen
— LEVEL-SYNC nummering
U kunt tijdens het opnemen op een minidisc
op elk gewenst moment een
muziekstuknummer aanbrengen, ongeacht de
geluidsbron waarvan u opneemt.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
Automatisch aanbrengen
van muziekstuknummers
tijdens analoog opnemen
De minidisc-recorder heeft twee automatische
functies voor het vastleggen van
muziekstuknummers:
• Bij opnemen van compact discs:
Hierbij neemt de minidisc-recorder
automatisch de muziekstuknummers over
van de CD. De minidisc bevat dus een
integrale kopie van de oorspronkelijke
opnamen.
• Bij opnemen van een radio-uitzending of
een cassette:
Wanneer de aanduiding “LEVEL-SYNC”
brandt, brengt de minidisc-recorder
automatisch een muziekstuknummer aan
bij elk punt waar het geluid tijdelijk
wegvalt en dan weer begint.
Als de aanduiding “LEVEL-SYNC” niet
oplicht, gaat u als volgt te werk.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
0
)
=
+
•REC
Druk op de •REC opnametoets bij het
punt waar u tijdens het opnemen een
muziekstuknummer wilt plaatsen.
NL
38
§
123,4
·P p
Page 39
1 Druk op de •REC opnametoets.
De minidisc-recorder komt in
gereedheid voor opname.
2 Druk net zovaak op de EDIT/NO
toets van de minidisc-recorder tot
de aanduiding “LevelSync?” in het
uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op de YES toets van de
minidisc-recorder.
Nu wordt er “LevelSync ON?”
aangegeven.
4 Druk nogmaals op YES.
De aanduiding “LEVEL-SYNC” licht op
in het uitleesvenster van de minidiscrecorder.
5 Begin met opnemen.
Uitschakelen van de automatische
muziekstuknummering
Volg de aanwijzingen hierboven, maar druk
in stap 4 op de EDIT/NO toets. Dan dooft de
“LEVEL-SYNC” aanduiding. Nu wordt er bij
analoog opnemen alleen aan het begin van de
eerste opname een enkel muziekstuknummer
aangebracht.
Alvorens te beginnen
met bewerken
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Onthoud dat u na het bewerken van opnamen
altijd de minidisc even uit het apparaat moet
nemen, omdat pas daardoor de informatie
betreffende de opname/bewerking op de
minidisc wordt bijgeschreven.
Betreffende het bewerken van
muziek op minidisc
Opnieuw opnemen van een tegenvallende
minidisc is niet nodig, want met de
bewerkingsfuncties kunt u de gemaakte
opnamen geheel naar wens aanpassen.
• Erase: Wissen van opnamen
Gebruik de ERASE wisfunctie (zie blz. 40).
Hiermee kunt u een enkel muziekstuk
verwijderen of alle nummers in één keer
wissen.
• Move: Wijzigen van de volgorde van de
muziekstukken
Gebruik de MOVE verplaatsfunctie (zie blz.
42) om de muziekstukken in de gewenste
volgorde te zetten.
• Divide: Markeren van het begin van een
muziekpassage
Gebruik de DIVIDE verdeelfunctie (zie blz.
43) om op de gewenste punten nieuwe
muziekstuknummers aan te brengen. Dan
zijn uw favoriete muziekpassages daarmee
direct op te zoeken.
• Combine: Samenstellen van een medley
door samenvoegen van nummers
Gebruik de DIVIDE verdeelfunctie en de
ERASE wisfunctie om ongewenste nummers
of passages te verwijderen en combineer dan
de delen die goed samen klinken met behulp
van de COMBINE samenvoegfunctie (zie blz.
44).
• Undo: Ongedaan maken van de laatste
wijziging
Met de UNDO herstelfunctie kunt u de laatste
ingreep op de minidisc ongedaan maken,
zodat de minidisc weer terugkomt in de
toestand die bestond vóór u de laatste
bewerking aanbracht (zie blz. 45).
• Name: Naamgeving van minidiscs en
muziekstukken
Met deze functie kunt u de zelf opgenomen
minidiscs en alle muziekstukken daarop van
zelfgekozen titels voorzien. In uw titels kunt u
gebruik maken van hoofdletters, kleine letters,
cijfers en symbolen (zie blz. 46).
Door zorgvuldig, creatief gebruik van de
bewerkingsfuncties kunt u zelf originele nieuwe
minidisc-albums samenstellen.
39
NL
Page 40
Wissen van minidiscopnamen
— ERASE wisfunctie
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt ongewenste opnamen gemakkelijk
van een minidisc wissen, door enkel de
inhoudsopgave bij te werken. U kunt kiezen
uit de volgende drie wismethoden:
• Wissen van een enkel muziekstuk
• Wissen van alle muziekstukken
• Wissen van een deel van een muziekstuk
Wissen van een enkel
muziekstuk
U kunt een muziekstuk wissen door
eenvoudigweg het nummer ervan in te
voeren. Bij het wissen wordt het aantal
muziekstukken op de minidisc met één
verminderd en schuiven alle muziekstukken
volgend op het gewiste nummer een plaatsje
op.
1 Druk op de =0 of )+
toets totdat het nummer van het
muziekstuk dat u wilt wissen in het
uitleesvenster verschijnt.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Erase?” in het
uitleesvenster van de minidiscrecorder wordt aangegeven.
3 Druk op de YES toets als u het
muziekstuk wilt wissen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu
enkele seconden lang in het
uitleesvenster en het gekozen
muziekstuk wordt met titel en al van de
minidisc gewist. Als u een muziekstuk
aldus verwijdert tijdens afspelen ervan,
gaat de weergave onmiddellijk door met
het volgende muziekstuk.
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 voor elk
van de muziekstukken die u wilt
wissen.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk B.
MuziekstuknummersB wordt gewist.
Oorspronkelijke
opnamen
Wissen
(Erase)
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
NL
40
1123
AB CD
AC D
0
=
2
)
·P p
+
123
3
§
p
4
Annuleren van de enkel-nummer
wisfunctie
Druk enkele malen op de EDIT/NO toets of
op de p stoptoets totdat de aanduiding
“Erase” verdwijnt. Of druk op de =0 of
)+ toets totdat de aanduiding “Erase”
verdwijnt, als u een ander
muziekstuknummer wilt wissen.
Opmerking
De aanduiding “Erase !?” verschijnt als het
betreffende muziekstuk werd opgenomen of
bewerkt op een andere minidisc-recorder en tegen
wissen is beveiligd. Als u dit muziekstuk
desondanks wilt wissen, druk dan weer op de YES
toets terwijl deze “Erase !?” aanduiding oplicht.
Page 41
Wissen van alle
muziekstukken
U kunt de minidisc-titel, alle muziekstukken
en al hun titels in één keer van de minidisc
wissen.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
§
0
)
·P p
=
+
12,3
p
1 Druk met de minidisc-recorder in de
stopstand enkele malen op de
EDIT/NO toets tot er “All Erase?”
in het uitleesvenster van de
minidisc-recorder wordt
aangegeven.
2 Druk op de YES toets.
Ter bevestiging verschijnt er “All Erase
??”.
3 Druk nogmaals op de YES toets om
de gehele minidisc te wissen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu
enkele seconden lang in het
uitleesvenster en alle muziekstukken,
nummers en titels worden van de
minidisc gewist.
Wissen van een deel van
een muziekstuk
Met behulp van de functies voor
onderverdelen (Divide, zie blz. 43), wissen
(Erase, zie blz. 40) en samenvoegen van
muziekstukken (Combine, zie blz. 44) kunt u
een bepaald gedeelte van een muziekstuk
wissen.
Voorbeeld:Wissen van een deel van
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke
opnamen
Onderverdelen
(Divide, blz. 43)
Wissen
(Erase, blz.
40)
Samenvoegen
(Combine, blz.
44)
* De muziekstukken krijgen nieuwe nummers.
muziekstuk A.
Deel dat u wilt
1
A
122
A-a
124
A-aBA-c
123
A(a+c)B
wissen
3
B
Muziekstuk A in drie
delen scheiden.*
Hernummerde
muziekstukken
43
BA-b A-c
Deel A-b wissen.
3
Delen A-a en A-c
samenvoegen.
Annuleren van de completeminidisc wisfunctie
Druk enkele malen op de EDIT/NO toets of
op de p stoptoets totdat de aanduiding “All
Erase?” verdwijnt.
wordt vervolgd
41
NL
Page 42
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
— MOVE verplaatsfunctie
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt de volgorde van de muziekstukken
aanpassen door een muziekstuk op een
andere plaats te zetten. Na het verplaatsen
van een muziekstuk worden alle
muziekstukken tussen de oude en de nieuwe
plaats automatisch hernummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk C
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke
opnamen
Verplaatsen
(Move)
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
naar plaats nummer 2.
Muziekstuk C
verplaatsen naar
de tweede plaats.
112
AB CD
2
3
43
4
DCBA
1 Druk op de =0 of )+
toets om in te stellen op het nummer
van het muziekstuk dat u wilt
verplaatsen.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Move ?” verschijnt in
het uitleesvenster van de minidiscrecorder.
3 Druk op de YES toets.
Oorspronkelijk
muziekstuknummer
Nieuw gekozen
plaatsnummer
4 Druk op de =0 of )+
toets tot de nieuwe plaats voor het
muziekstuk wordt aangegeven.
5 Druk op de YES toets om het
muziekstuk te verplaatsen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu
enkele seconden lang in het
uitleesvenster.
42
§
0
)
·P p
=
+
2 1,4
NL
3,5
p
Annuleren van de verplaatsfunctie
Druk op de EDIT/NO toets of op de p
stoptoets.
Page 43
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE verdeelfunctie
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met deze functie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen in een lange opname die ten
onrechte onder een enkel nummer staat.
Bovendien kunt u hiermee naar eigen inzicht
muziekstuknummers aanbrengen na afloop
van het opnemen. Bij een enkele
onderverdeling wordt het aantal nummers op
de minidisc met één verhoogd en schuiven
alle muziekstukken volgend op het gesplitste
nummer een plaatsje op.
Voorbeeld: Onderverdelen van muziekstuk 2
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke
opnamen
Onderverdelen
(Divide)
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
om deel B en deel C een eigen
muziekstuknummer te geven.
1
2
ADBC
Muziekstuk 2 verdelen in
muziekstuk B en muziekstuk C.
1
2
3
43
DAB C
1 Druk tijdens afspelen van een
minidisc op de ^ toets bij het punt
waar u het weergegeven
muziekstuk wilt onderverdelen.
De minidisc-recorder pauzeert de
weergave.
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Divide ?” verschijnt.
3 Druk op de YES toets.
Nu verschijnen om en om de
aanduidingen “Rehearsal” en “Position
ok?” in het uitleesvenster, terwijl het
begin van uw nieuwe muziekstuk
herhaaldelijk wordt weergegeven.
• Om het verdeelpunt nauwkeurig in te
stellen als het nog niet geheel juist is:
1 Druk op de EDIT/NO toets.
2 Terwijl u naar de weergave luistert,
drukt u op de =0 of )+
toets om het beginpunt van uw
nieuwe muziekstuk precies goed in te
stellen.
U kunt het beginpunt verplaatsen in
kleine stapjes van elk ongeveer 0,06
seconde, binnen een bereik van –128
tot +127 stapjes, zoals aangegeven in
het uitleesvenster.
=0/
)+
§
4 Druk op de YES toets wanneer de
plaats van het beginpunt naar wens
is.
Nu wordt er enkele seconden lang
0
)
·P p
=
+
1
p
3,42
“Complete” in het uitleesvenster
aangegeven en begint het afspelen van
het nieuwe muziekstuk. Het door
onderverdelen gecreëerde nieuwe
muziekstuk heeft nog geen titel, ook al
had het oorspronkelijke muziekstuk er
wel een.
wordt vervolgd
43
NL
Page 44
Onderverdelen van opgenomen
0
)
=
+
·P p
§
p
21
3,4
muziekstukken
— DIVIDE verdeelfunctie (vervolg)
Annuleren van de verdeelfunctie
Druk op de p stoptoets.
Tips
•Ook tijdens opnemen kunt u de muziekstukken al
onderverdelen. Hiervoor drukt u bij het gewenste
verdeel/beginpunt eenvoudigweg op de •REC
toets.
•Als u de twee delen van het muziekstuk later weer
wilt samenvoegen, gebruikt u de Combine functie
die hierna volgt.
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
— COMBINE samenvoegfunctie
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met deze functie kunt u verscheidene
muziekstukken of afzonderlijk opgenomen
passages tot een enkel muziekstuk
samenvoegen. Het totale aantal
muziekstukken op de minidisc wordt met één
verminderd en alle muziekstukken volgend
op de samengevoegde nummers worden
hernummerd.
Voorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke
opnamen
Samenvoegen
(Combine)
B en C.
1
2
AB CD
Samenvoegen van B en C tot
één muziekstuk.
1
2
3
43
DAB C
NL
44
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Druk op de =0 of )+
toets om in te stellen op het tweede
van de muziekstukken die u wilt
samenvoegen.
Als u bijvoorbeeld de muziekstukken 3
en 4 tot een enkel nummer wilt
samenvoegen, stelt u in op muziekstuk
nummer 4.
Page 45
2 Druk enkele malen op de EDIT/NO
0
)
=
+
·P p
§
p
1
2,3
toets tot er “Combine?” verschijnt in
het uitleesvenster van de minidiscrecorder.
3 Druk op de YES toets.
Nu verschijnen om en om de
aanduidingen “Rehearsal” en “Track
ok?” in het uitleesvenster, terwijl het
overgangspunt van de twee
muziekstukken (m.a.w. het eind van het
eerste muziekstuk en het begin van het
tweede muziekstuk) herhaaldelijk
achtereen wordt weergegeven.
Als u bij nader inzien de muziekstukken
niet wilt samenvoegen, drukt u nu op de
EDIT/NO toets of de p stoptoets.
4 Druk nogmaals op de YES toets
wanneer de overgang tussen de
muziekstukken naar wens verloopt.
Nu wordt er enkele seconden lang
“Complete” in het uitleesvenster
aangegeven, terwijl de muziekstukken
worden samengevoegd.
Als de beide gecombineerde
muziekstukken elk een eigen titel
hadden, komt de tweede titel hierbij te
vervallen.
Annuleren van de combineerfunctie
Druk op de EDIT/NO toets of op de p
stoptoets.
Opmerking
Als er tijdens deze procedure “Sorry” in het
uitleesvenster verschijnt, dan kunnen de gekozen
muziekstukken niet worden samengevoegd. Dit
kan zich wel eens voordoen als er aan een bepaald
muziekstuk al te veel “gesleuteld” is. Dit hangt
samen met de technische beperkingen van het
minidisc-systeem en wijst niet op een mechanische
storing in de minidisc-recorder.
Tip
Als u de twee gecombineerde muziekstukken later
weer wilt scheiden, gebruikt u de Divide functie (zie
blz. 43).
Ongedaan maken van
de laatste wijziging
— UNDO herstelfunctie
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Met de herstelfunctie kunt u de laatste
ingreep op de minidisc ongedaan maken,
zodat de minidisc weer in de oorspronkelijke
toestand terugkomt.
Overigens zult u een wijziging niet ongedaan
kunnen maken als u erna het volgende hebt
gedaan:
• indrukken van de •REC opnametoets of de
CD SYNC toets van de minidisc-recorder;
• bijwerken van de inhoudsopgave door
uitschakelen van de minidisc-recorder of
uitnemen van de minidisc;
• verbreken van de stroomvoorziening, door
de stekker uit het stopcontact te trekken.
Minidisc-recorder (los verkrijgbaar)
1 Met de minidisc-recorder in de
stopstand, zonder een
muziekstuknummer in het
uitleesvenster, drukt u enkele malen
op de EDIT/NO toets tot er
“Undo?” in het uitleesvenster van
de minidisc-recorder verschijnt.
De aanduiding “Undo?” zal niet
verschijnen als er nog geen wijziging is
gemaakt.
wordt vervolgd
45
NL
Page 46
Ongedaan maken van de laatste
1
2
wijziging
— UNDO herstelfunctie (vervolg)
Naamgeving van
minidiscs en
2 Druk op de YES toets.
Een van de volgende aanduidingen
verschijnt in het uitleesvenster,
afhankelijk van de laatste wijziging die u
ongedaan kunt maken:
Gemaakte wijziging:
Wissen van een enkel
muziekstuk
Wissen van een deel
van een muziekstuk
Onderverdelen van
een muziekstuk
Samenvoegen van
muziekstukken
Verplaatsen van een
muziekstuk
Naamgeving van een
muziekstuk of een
gehele minidisc
Wijzigen van een
bestaande titel
Wissen van alle titels
van de minidisc
Aanduiding:
“Erase Undo?”
“Divide Undo?”
“Combine Undo?”
“Move Undo?”
“Name Undo?”
3 Druk nogmaals op de YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt
enkele seconden lang in het
uitleesvenster en de inhoud van de
minidisc wordt weer in de
oorspronkelijke stand hersteld.
muziekstukken
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
U kunt uw opgenomen minidiscs en alle
muziekstukken daarop van zelfgekozen titels
voorzien. Per minidisc kunt u in totaal 1700
lettertekens voor uw titels invoeren.
Afstandsbediening (buitenpaneel)
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1
PLAY MODE
CLEAR
3
4,9
SCROLL
Uitschakelen van de herstelfunctie
Druk op de EDIT/NO toets of de p stoptoets.
NL
46
2,6,
5
7,8
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot er “MD” wordt aangegeven
in het uitleesvenster van de tuner/
CD-speler.
2 Als u de gehele minidisc van een
titel wilt voorzien, drukt u op de p
stoptoets zodat het afspelen van de
minidisc stopt.
Page 47
Om een muziekstuk van een titel te
voorzien, drukt u op de / toets van de
afstandsbediening tot het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
Opmerking
Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het
uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u
enkele malen op de PLAY MODE toets tot die
aanduiding verdwijnt.
3 Druk enkele malen op de EDIT/NO
toets tot er “Name in ?” wordt
aangegeven in het uitleesvenster
van de minidisc-recorder.
4 Druk op de YES toets.
De cursor voor het invoeren van de
letters gaat knipperen.
5 Druk enkele malen op de
CHARACTER toets om in te stellen
op het gewenste soort letterteken.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de letter-aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0
(cijfers)/! (symbolen)* nn A…
*In uw muziektitels kunt u de
volgende symbolen gebruiken:
! " # $ % & ' ( ) ∗ + , – . / : ; < = > ? @
_ `
(spatie)
6 Druk op de + of – toets van de
afstandsbediening) tot u het
gewenste letterteken ziet.
Het gekozen letterteken gaat knipperen.
Om een spatie in te voeren, drukt u op
de / toets terwijl de cursor knippert.
7 Druk op de / toets van de
afstandsbediening) om het gekozen
letterteken in te voeren.
De cursor schuift een plaatsje naar rechts
op en gaat knipperen, voor invoer van
de volgende letter.
8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 voor elk
van de volgende lettertekens, tot u
de gehele gewenste titel hebt
ingevoerd.
Als u per ongeluk een verkeerde letter
hebt ingevoerd, drukt u op de ? of /
toets tot het te corrigeren letterteken gaat
knipperen en dan herhaalt u dan de
stappen 5 t/m 7 voor het juiste
letterteken.
Om een letterteken te wissen, drukt u op
de CLEAR wistoets terwijl het
letterteken nog knippert.
9 Druk tenslotte op de YES
invoertoets om de titelprocedure af
te ronden.
De ingevoerde titels lopen in volgorde
door het uitleesvenster.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de p stoptoets.
Controleren van de titels
Om de titel van de minidisc te controleren,
drukt u in de stopstand op de SCROLL
doorlooptoets. Om de titels van de
muziekstukken te zien, drukt u op de
SCROLL doorlooptoets tijdens het afspelen
van de minidisc. De titels lopen dan in
volgorde door het uitleesvenster. Druk weer
op de SCROLL toets om het doorlopen van
de titelweergave te pauzeren en nogmaals
wanneer u het doorlopen wilt hervatten.
Wissen van alle titels
1 Druk enkele malen op de EDIT/NO toets
tot er “Name Erase?” wordt aangegeven in
het uitleesvenster van de minidiscrecorder.
2 Druk op de YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt en
alle titels van de muziekstukken en de disctitel zelf worden van de minidisc gewist.
Opmerking
U kunt een weergegeven muziekstuk tijdens
weergave van een titel voorzien, maar dan moet u
wel de gehele titelprocedure voltooien voordat het
muziekstuk eindigt.
47
NL
Page 48
Stereo cassettedeck
Opnemen van CD’s
met keuze van de
nummervolgorde
(alleen voor gebruikers van de
TC-TX101)
Tijdens het samenstellen van een
muziekselectie voor opname op cassette kunt
u de totale speelduur aanpassen aan de
beschikbare opnametijd op de cassette.
Tuner/CD-speler
POWER
Cassettedeck (los verkrijgbaar)
DIRECTION CD SYNC
Afstandsbediening (buitenpaneel)
4
1
§
0
)
·P p
=
+
2
§
·ª
0
)
p
P
p
1 Plaats een compact disc in de CD-
speler.
2 Druk enkele malen op de
FUNCTION toets tot er “CD” wordt
aangegeven in het uitleesvenster
van de tuner/CD-speler.
3 Programmeer de muziekstukken die
u wilt opnemen op cassettekant A.
Volg de aanwijzingen onder
“Programma-weergave van
muziekstukken op CD – PROGRAM
weergave” (zie blz. 25).
4 Druk op de P pauzetoets van de
afstandsbediening.
De aanduiding “P” verschijnt in het
uitleesvenster en de totale speelduur
wordt teruggesteld op “0m00s”
5 Programmeer de muziekstukken
voor opname op cassettekant B op
dezelfde wijze als u hebt gedaan
voor kant A.
6 Volg de aanwijzingen 3 t/m 6 onder
“Opnemen van een compact disc op
cassette (zie blz. 15).
Nu begint het opnemen.
Als u twee muziekprogramma’s hebt
gemaakt, voor cassettekanten A en B, zal
de compact disc weergave na afloop van
het opnemen op kant A in de
pauzestand blijven wachten. Het stereo
cassettedeck gaat echter ook zonder
signaal door met opnemen van stilte tot
het eind van kant A, om dan de
bandlooprichting om te keren en door te
gaan met het opnemen van uw gekozen
muziekstukken voor kant B. Nadat alle
muziekstukken zijn opgenomen, neemt
het deck nog vier seconden stilte op en
stopt dan.
48
2
NL
Page 49
Uitschakelen van de programmaopnamefunctie
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck.
Opmerkingen
• Als het laatste gedeelte van een opgenomen
muziekstuk op de aanloopband terecht komt, zal
het geluid wegvallen en de opname incompleet
zijn.
• Voor het programmeren van een muziekselectie
voor de tweede cassettekant B dient u vooral te
zorgen dat de geprogrammeerde muziekstukken
voor kant A de beschikbare opnameduur niet
overschrijden, anders kan het opnemen niet naar
behoren verlopen.
Beginnen met opnemen halverwege
de cassettekant
• Speel het einde van de bestaande opnamen op de
cassette af of neem enkele seconden lang een stille
passage op en druk dan op de CD SYNC toets.
Zodra u hiermee het opnemen inschakelt, begint
ook het afspelen van de compact disc.
• Bij indrukken van de CD SYNC toets na het
insteken van een cassette, zonder verdere
voorbereiding, begint het afspelen van de compact
disc pas 10 seconden nadat het opnemen is gestart.
Dit is een vaste voorzorgsmaatregel om opnemen
op de aanloopband en verlies van de eerste
muziek te voorkomen; u dient er vooral rekening
mee te houden als u begint met opnemen ergens
halverwege de cassette.
Handmatig opnemen
van een CD e.d. op
cassette
(alleen voor gebruikers van de TCTX101)
Met handmatig opnemen kunt u de muziek
van een compact disc preciezer kiezen of
bijvoorbeeld een aantal muziekstukken
invoegen in reeds bestaande opnamen op een
cassette.
Tuner/CD-speler
POWER
§
0
)
·P p
=
+
Cassettedeck
(los verkrijgbaar)
2
1
§
·ª
0
)
P
p
57436
p
wordt vervolgd
49
NL
Page 50
Handmatig opnemen van een CD
e.d. op cassette (vervolg)
1 Plaats een cassette in het deck.
2 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de op te nemen geluidsbron
wordt aangegeven in het
uitleesvenster van de tuner/CDspeler.
Geluidsbron
Compact disc
Radio
Andere audio/
video-apparatuur
Minidisc
Aanduiding
CD
TUNER
VIDEO of PC
MD
3 Schuif de DIRECTION schakelaar in
de stand voor enkelzijdig of
dubbelzijdig opnemen.
Voor opnemen op
één cassettekant
beide cassettekanten*
* Het opnemen stopt altijd automatisch aan
het eind van de onderste kant van de
cassette. Voor dubbelzijdig opnemen dient u
te beginnen aan de bovenste kant.
Schuift u
DIRECTION naar
A
a
4 Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frequenties te
onderdrukken, schuift u nu de
DOLBY NR schakelaar in de “ON”
stand.
5 Druk op de REC opnametoets van
het cassettedeck.
Het stereo cassettedeck komt in
gereedheid voor opname, waarbij de
aanduiding en het lampje van de
P pauzetoets op het cassettedeck
oplichten.
Het lampje van de ( of 9 toets licht
op en het andere lampje knippert even
en dooft dan. Als het ( of 9 lampje
niet oplicht of knippert, wijst dit erop
dat het wispreventienokje voor de
betreffende cassettekant is uitgebroken.
Dan kunt u op die cassettekant niet
opnemen.
6 Druk op de ( of 9 toets om te
kiezen op welke cassettekant u met
opnemen wilt beginnen.
Om te beginnen met opnemen op de
bovenliggende kant van de cassette
drukt u op de ( toets.
Om op te nemen op de onderliggende
kant drukt u op de 9 toets.*
* In het laatste geval zal er alleen worden
opgenomen op de onderste kant van de
cassette.
7 Druk op de P pauzetoets van het
cassettedeck.
Nu begint het opnemen.
Als u de DIRECTION schakelaar in de
a stand hebt gezet, zal het opnemen
stoppen aan het eind van de tweede
(onderste) cassettekant.
8 Start de weergave van de
geluidsbron.
50
Stoppen met opnemen
Druk op de p stoptoets van het cassettedeck.
Opmerking
Als u tijdens het opnemen op de FUNCTION toets
drukt, stopt het opnemen.
NL
Page 51
Instellen van de
weergave
Extra versterking van
de bassen
— DBFB basversterking
Met de DBFB (Dynamic Bass Feedback)
basversterking kunt u de lage tonen extra
versterken, om het geluid voller en krachtiger
te laten klinken.
Tuner/CD-speler
§
0
)
·P p
=
+
DBFB
Afstandsbediening (buitenpaneel)
Druk op de DBFB toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n DBFB ON n DBFB OFF
Zolang de DBFB basversterking is
ingeschakeld, brandt de “DBFB” aanduiding
in het uitleesvenster van de tuner/CD-speler.
Opmerking
Wanneer de DBFB basversterking en de Surround
akoestiekverruiming zijn uitgeschakeld, kunt u
genieten van bijna dezelfde geluidsweergave als
met directe weergave van compact discs (SourceDirect systeem).
DBFB
Afstandsbediening (binnenpaneel)
DBFB
51
NL
Page 52
Weergave met
Instellen van de
akoestiekverruiming
Met deze functie klinkt de weergave extra
ruimtelijk, zoals in een bioscoop of
concertzaal.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
SURROUND
Druk op de SURROUND toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n SURR ON n SURR OFF
Zolang de SURROUND akoestiekverruiming
is ingeschakeld, brandt de “SURR”
aanduiding in het uitleesvenster van de
tuner/CD-speler.
luidsprekerbalans
U kunt de geluidsbalans van het linker en
rechter kanaal bijregelen om een beter stereo
klankbeeld te verkrijgen, bijvoorbeeld als de
opstelling van de luidsprekers niet geheel
symmetrisch is.
Afstandsbediening (binnenpaneel)
BALANCE
L/R
Druk op de BALANCE L of R toets.
Druk op de BALANCE R toets om de
relatieve geluidssterkte van de rechter
luidspreker te verhogen en druk op de
BALANCE L toets om de geluidssterkte van
de linker luidspreker te verhogen.
Telkens wanneer u op deze toetsen drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
10 LEFT n 9 LEFT n ..... n 1 LEFT n
CENTER n 1 RIGHT n 2 RIGHT n ..... n
10 RIGHT
Opmerking
Wanneer de Surround akoestiekverruiming en de
DBFB basversterking zijn uitgeschakeld, kunt u
genieten van bijna dezelfde geluidsweergave als
met directe weergave van compact discs (Directesignaalweergave).
NL
52
Page 53
Andere mogelijkheden
Naamgeving van uw
voorkeurzenders
— Zendernamen
Voor elk van uw vastgelegde
voorkeurzenders kunt u een zelf gekozen
naam van maximaal tien letters invoeren. Bij
afstemmen op een voorkeurzender zal dan de
bijbehorende zendernaam in het
uitleesvenster verschijnen.
Tuner/CD-speler
§
0
)
·P p
=
+
1
Afstandsbediening (buitenpaneel)
13
Afstandsbediening (binnenpaneel)
p
2 Druk op de TUNING MODE toets
totdat de aanduiding “PRESET” in
het uitleesvenster verschijnt.
3 Druk op de TUNING + of – toets
van de afstandsbediening tot in het
uitleesvenster het nummer
verschijnt van de voorkeurzender
die u van een naam wilt voorzien.
4 Druk op de EDIT/NO toets tot de
aanduiding “Name in?” verschijnt.
5 Druk op de YES toets.
De cursor (plaats-markering voor het
invoeren van letters) gaat knipperen.
6 Druk net zovaak op de
CHARACTER toets van de
afstandsbediening tot het gewenste
lettertype wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de lettertype-aanduiding in
het uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n
0 (cijfers)/! (symbolen)* nn A…
* De volgende symbolen zijn
beschikbaar voor gebruik in uw
zendernamen:
(spatie)
2
7,8,9
4
5,10
DISPLAY
6
1 Druk net zovaak op de BAND toets
(of de TUNER/BAND toets van de
afstandsbediening) tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
! " # $ % & ' ( ) ∗ + , – . / : ; < = > ? @
_ `
7 Druk op de + of – toets van de
afstandsbediening tot het gewenste
letterteken wordt aangegeven.
Om een spatie in te voeren, drukt u op
de / pijltoets van de afstandsbediening
terwijl de cursor knippert.
wordt vervolgd
53
NL
Page 54
SLEEP
Naamgeving van uw
voorkeurzenders
— Zendernamen (vervolg)
8 Druk op de / pijltoets van de
afstandsbediening om het gekozen
letterteken in te voeren.
De cursor schuift een plaatsje naar rechts
en gaat knipperen, voor de volgende
letter.
9 Herhaal de stappen 6 t/m 8 tot u de
gehele zendernaam hebt ingevoerd.
Bij een vergissing in de letterkeuze drukt
u op de ? of / toets van de
afstandsbediening tot de letter die u wilt
wijzigen knippert en dan herhaalt u de
stappen 6 t/m 8. Om een letterteken uit
de zendernaam te wissen, drukt u op de
CLEAR toets terwijl het letterteken
knippert.
10 Druk tenslotte op de YES toets.
Uitschakelen van de zendernaaminvoer
Druk op de p stoptoets van de tuner/CDspeler.
Wissen van een eerder ingevoerde
zendernaam
1 Herhaal de stappen 1 t/m 5 en druk op de
EDIT/NO toets tot alle lettertekens zijn
verdwenen.
2 Druk op de YES toets.
De zendernaam wordt dan uit het
geheugen gewist.
Controleren van de zendernaam
Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
Voorkeurzendernummer en
afstemfrequentie
˜
Zendernaam*
* Als er nog geen zendernaam is vastgelegd, wordt
er hier niets aangegeven.
NL
54
Met muziek in slaap
vallen
— SLEEP sluimerfunctie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te
kiezen periode automatisch laten
uitschakelen, zodat u gerust met muziek in
slaap kunt vallen (dit noemen we de
sluimerfunctie). De sluimerduur is instelbaar
in stappen van 10 minuten. Voor het instellen
van deze sluimerfunctie moet wel eerst de
ingebouwde klok op de juiste tijd zijn
ingesteld (zie blz. 6).
Afstandsbediening (buitenpaneel)
1 Start de weergave van de gewenste
geluidsbron.
2 Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de minuten-aanduiding (de
sluimerduur of tijd tot het uitschakelen)
als volgt:
90min n 80min n 70min n… n 10min
N
N
(sluimerfunctie uitgeschakeld)
Controleren van de resterende
sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
Wijzigen van de sluimertijd na
inschakelen
Kies weer de gewenste tijd tot het
uitschakelen met de SLEEP toets.
Uitschakelen van de sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de
aanduiding “SLEEP OFF” verschijnt.
Opmerking
Zolang de sluimerfunctie is ingeschakeld, zullen de
wekfunctie en de schakelklok-opname niet werken.
OFF
Page 55
Met muziek gewekt
worden
— DAILY TIMER wekfunctie
U kunt de stereo-installatie op een vooraf
ingesteld tijdstip automatisch laten
inschakelen, zodat u met muziek gewekt
wordt. De DAILY TIMER zorgt dat het
wekgeluid elke dag op dezelfde tijd klinkt.
Voor het instellen van de wekfunctie moet
wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd
zijn ingesteld (zie blz. 6).
Afstandsbediening (buitenpaneel)
8
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
• Compact disc: Steek een CD in de
disc-gleuf. Als u wilt beginnen met
een bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie blz. 25).
• Minidisc: Steek een minidisc in de
minidisc-recorder.
• Radio: Stem af op de gewenste zender
(zie blz. 17).
• Cassette: Steek een cassette in met de
kant die u wilt afspelen naar boven
gericht en druk op de ( toets zodat
de weergave zal beginnen vanaf de
bovenkant.
2 Stel met de VOL + en – toetsen de
geluidssterkte voor het wekgeluid
naar wens in.
3 Druk op de TIMER SET toets.
4 Druk op de TIMER + of – toets tot
de aanduiding “DAILY TIMER”
verschijnt en druk dan op de
ENTER toets.
De uren-cijfers voor de wektijd gaan
knipperen.
3
TIMER
SELECT
4,5,7
4,5,7
5 Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt
worden.
Druk op de TIMER + of – toets om het
juiste uur in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk op de TIMER + of – toets om de
juiste minuut in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
wordt vervolgd
55
NL
Page 56
Met muziek gewekt worden
— DAILY TIMER wekfunctie
(vervolg)
6 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie wilt
laten stoppen met weergeven.
De aanduiding van de geluidsbron gaat
knipperen.
7 Druk op de TIMER + of – toets tot u
de geluidsbron ziet waarmee u
gewekt wilt worden en druk dan op
de ENTER toets.
De aanduiding van de geluidsbron
verspringt als volgt:
CD source ˜ TUNER source
˜
TAPE source ˜ MD source
In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd, de geluidsbron en de
geluidssterkte, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
Annuleren van de
inschakelfunctie
Druk op de TIMER SET toets.
Als de aanduidingen
“CONNECTION” en “CHECK”
gaan knipperen
Dan is er iets mis met de aansluitingen
van de gekozen geluidsbron (minidiscrecorder of cassettedeck). Controleer de
aansluitingen en verricht stap 7
opnieuw.
˜
Controleren van de wekfunctieinstellingen
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “DAILY” dooft en dan
weer verschijnt. Dan worden de door u
gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd,
geluidsbron en geluidssterkte aangegeven,
gevolgd door de oorspronkelijke
aanduidingen.
Uitschakelen van de schakelklokwekfunctie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “TIMER OFF” in het
uitleesvenster verschijnt.
Wijzigen van de wekfunctieinstellingen
Maak de instellingen opnieuw vanaf stap 1.
Weer inschakelen van de
wekfunctie met dezelfde
instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets tot de
aanduiding “DAILY” verschijnt en druk dan
op de POWER toets om de stereo-installatie
uit te schakelen. Eenmaal gemaakte
instellingen blijven in het geheugen bewaard
en zijn altijd gebruiksklaar.
8 Druk op de POWER schakelaar om
de stereo-installatie uit te schakelen.
De stereo-installatie komt in gereedheid
voor afspelen. Op de door u gekozen
inschakeltijd wordt de stroom
ingeschakeld en start de weergave van
de gekozen geluidsbron. Op de
ingestelde uitschakeltijd wordt de
stroom weer automatisch uitgeschakeld.
NL
56
Page 57
Schakelklok-opname
van radiouitzendingen
U kunt de schakelklok instellen voor het
opnemen van een radio-uitzending op een
bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender
wel in het afstemgeheugen zijn vastgelegd
(zie blz. 7) en moet de klok op de juiste tijd
zijn ingesteld (zie blz. 6).
Wanneer u een radio-uitzending opneemt
van een voorkeurzender waarvoor u een
zendernaam hebt vastgelegd (zie blz. 53), dan
zal die zendernaam ook automatisch samen
met de inschakeltijd en de uitschakeltijd op
de minidisc worden opgenomen.
Afstandsbediening (buitenpaneel)
1 Voor het opnemen op een minidisc
plaatst u een opname-minidisc in de
minidisc-recorder.
Voor het opnemen op een cassette
plaatst u een voor opnemen geschikte
cassette met de kant waarop u wilt
opnemen naar boven gericht in het
cassettedeck, en drukt u op de ( toets
zodat het opnemen zal beginnen vanaf
de bovenkant.
2 Druk net zovaak op de
TUNER/BAND toets tot de
gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
3 Druk enkele malen op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “PRESET” verschijnt.
2
Afstandsbediening (binnenpaneel)
3
10
4
5
TIMER
SELECT
6,7,9
6,7,9
4 Druk op de TUNING + of – toets
om af te stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
5 Druk op de TIMER SET toets.
6 Druk op de TIMER + of – toets tot
de aanduiding “REC TIMER”
verschijnt en druk dan op de
ENTER toets.
De uren-cijfers voor de inschakeltijd
gaan knipperen.
wordt vervolgd
57
NL
Page 58
Schakelklok-opname van radiouitzendingen (vervolg)
7 Stel de tijd in waarop u met
opnemen wilt beginnen.
Druk op de TIMER + of – toets om het
juiste uur in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Druk op de TIMER + of – toets om de
juiste minuut in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
8 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u wilt stoppen met
opnemen.
9 Druk op de TIMER +/– toets om te
kiezen waarop u de radiouitzending wilt opnemen en druk
dan op de ENTER toets.
Voor opnemen op een cassette drukt u
tot er “REC to TAPE” verschijnt.
Voor opnemen op een minidisc drukt u
tot er “REC to MD” of “REC to MD
(MONO)*” verschijnt.
Daarna verschijnen de gemaakte
instellingen één voor één in het
uitleesvenster.
Annuleren van de
inschakelfunctie
Druk op de TIMER SET toets.
Als de aanduidingen
“CONNECTION” en “CHECK”
gaan knipperen
Dan is er iets mis met de aansluitingen
van de gekozen opname-apparatuur
(minidisc-recorder of cassettedeck).
Controleer de aansluitingen en verricht
stap 9 opnieuw.
10 Druk op de POWER schakelaar om
de stereo-installatie uit te schakelen.
De stereo-installatie komt in gereedheid
voor afspelen. Op de door u gekozen
inschakeltijd wordt de stroom
ingeschakeld en start het opnemen van
de gekozen geluidsbron. Op de
ingestelde uitschakeltijd wordt de
schakelklok en de stroom weer
automatisch uitgeschakeld. Tijdens het
opnemen staat de geluidssterkte in de
minimumstand en blijft daar naderhand
ook op ingesteld.
* “REC to MD (MONO)”: In deze stand kunt u
mono geluidsopnamen maken, waarbij de
beschikbare opnameduur tweemaal zo lang
wordt.
Controleren van de
schakelklokopname-instellingen
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “REC” dooft en er “TIMER
OFF” verschijnt. Dan worden de door u
gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd,
geluidsbron en geluidssterkte aangegeven,
gevolgd door de oorspronkelijke
aanduidingen.
Uitschakelen van de schakelklokfunctie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “TIMER OFF” in het
uitleesvenster verschijnt.
Wijzigen van de opnameinstellingen
Maak de instellingen opnieuw vanaf stap 1.
Weer inschakelen van de opnameschakelklok met dezelfde
instellingen
Druk op de TIMER SELECT toets tot de
aanduiding “REC” verschijnt en druk dan op
de POWER toets om de stereo-installatie uit
te schakelen. Eenmaal gemaakte instellingen
blijven in het geheugen bewaard en zijn altijd
gebruiksklaar.
Opmerking
Als de opname-minidisc tijdens de schakelklokopname vol raakt, stopt het opnemen onmiddellijk
en wordt de minidisc-recorder uitgeschakeld.
58
NL
Page 59
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er sprake van
stroomvoorziening, ook al is het apparaat zelf
uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopcontact te
trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen,
verbreek dan de aansluiting op het stopcontact en
laat de stereo-installatie daarna eerst door een
deskundige nakijken alvorens deze weer in
gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Opstelling
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige betrouwbare werking.
• Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk
horizontaal staat.
• Plaats het apparaat niet ergens waar het
blootgesteld wordt aan:
– extreme hitte of koude
– stof of vuil
– erg veel vocht
– heftige trillingen
– directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een
koude in een warme omgeving wordt gebracht of
in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op
de lens binnenin de compact disc speler of de
minidisc-recorder vocht uit de lucht condenseren.
Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet
naar behoren functioneren. In zulke gevallen
dient u de CD of minidisc te verwijderen en het
apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar
ongebruikt aan te laten staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
• Voor u de tuner/CD-speler verplaatst of vervoert,
schakelt u het apparaat uit, dan controleert u of de
tijdsaanduiding wordt aangegeven en pas daarna
trekt u de stekker uit het stopcontact.
Voor het verplaatsen van de minidisc-recorder
schakelt u deze uit, controleert u of alle
aanduidingen verdwijnen en dan trekt u de
stekker uit het stopcontact.
Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, aarzel dan niet contact op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Betreffende de luidsprekers
Alhoewel deze luidsprekers magnetisch zijn
afgeschermd, kan er in bepaalde gevallen toch
sprake zijn van vervorming in de beeldweergave op
een TV-toestel of computermonitor. Als dit zich
voordoet, schakel de TV of computer (gegevens
veilig stellen!) dan eenmaal uit en vervolgens na 15
à 30 minuten weer in.
Als er na weer inschakelen geen verbetering
zichtbaar is in de kleurweergave, zet de
luidsprekers en de TV of monitor dan iets verder
van elkaar vandaan. Zorg er bovendien voor dat
voorwerpen waarin magneten worden gebruikt,
zoals een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort
speelgoed, etc., niet in de buurt van de TV of de
computer staan, aangezien interactie tussen de
magneten ervan en deze apparatuur storing in het
beeld kan veroorzaken.
Beveiligen van een opgenomen
minidisc
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen
per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje
in de hoek van de minidisc open, zodat er een
opening ontstaat.
In die stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken
voor opname, schuift u het wispreventienokje weer
dicht.
Wispreventienokje
Schuif het nokje
open.
Betreffende de omgang met
minidiscs
•Open nooit het schuifdeksel van de minidisc. Als
het schuifdeksel per ongeluk open schuift, dient u
het onmiddellijk weer te sluiten.
Schuifdeksel
•Als de buitenkant van een minidisc vuil is, kunt u
deze schoonvegen met een droog doekje.
•Zorg dat uw minidiscs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of
verwarmingsradiator; laat minidiscs nooit achter
in een afgesloten auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
wordt vervolgd
59
NL
Page 60
Voorzorgsmaatregelen
(vervolg)
Betreffende de omgang met
compact discs
•Veeg een CD voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden
naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer
in het bijbehorende doosje op.
•Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als
benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
het reinigen van conventionele
grammofoonplaten.
•Zorg dat uw compact discs niet worden
blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een
kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs
nooit achter in een afgesloten auto die in de volle
zon geparkeerd staat.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant de apparatuur schoon met een
zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep.
Alvorens u een cassette in het
deck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het
mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op
ernstige beschadiging.
Betreffende cassettes langer dan
90 minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken en in het bandloopwerk
verstrikt raken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak stoppen,
snelspoelen en weer starten.
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B,
zoals hieronder aangegeven.
Om een beveiligde cassette weer voor opnemen te
gebruiken, dekt u de opening(en) met een stukje
plakband af.
Overigens mag u de bandsoortuitsparingen niet
afplakken, anders kan het cassettedeck het type
band niet naar behoren aflezen.
Bandsoortuitsparingen
(Niet bedekken met
plakband.)
Reinigen van de bandkoppen
Maak de bandkoppen na iedere tien gebruiksuren
even schoon. Als de koppen erg vuil worden, kan
dit leiden tot vervorming in de weergave,
verminderde geluidssterkte, wegvallend geluid,
onvolledig wissen van eerdere opnamen of
tegenvallende opnameresultaten. Maak de
bandkoppen in elk geval even schoon vóór het
maken van een belangrijke bandopname, evenals
na het afspelen van een oude cassette. Reinig de
bandkoppen met een in de audiohandel
verkrijgbare reinigingscassette. Zie hierbij de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Demagnetiseren van de koppen
Na 20 à 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen en/of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de demagnetiseercassette.
60
NL
Nokje van
kant B
Bandsoortuitsparingen
Wispreventienokje
van kant A
kant A
Wispreventienokje
voor kant A
uitbreken.
Page 61
Beperkingen van het
minidisc-systeem
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is
gebonden aan een aantal specifieke beperkingen,
waarvan hieronder een overzicht volgt. Deze
beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van het
minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw
apparatuur.
De “Disc Full” foutmelding
verschijnt reeds vóór het bereiken
van de maximale opnameduur (60
tot 74 minuten)
Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn
opgenomen, zal de “Disc Full” foutmelding
verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur.
Een minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken
bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u
muziekstukken te wissen of een andere minidisc te
gebruiken.
De “Disc Full” foutmelding
verschijnt reeds vóór het bereiken
van het maximaal aantal
muziekstukken (255)
Soms kunnen de zachtere passages binnen
muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk
aantal muziekstukken overschrijdt. Dan zal de
“Disc Full” foutmelding al gauw verschijnen.
De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het
wissen van diverse korte nummers
Nummers van minder dan 12 seconden lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.
Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen
Na bewerking kunnen bepaalde muziekstukken niet
meer met andere te combineren zijn.
De totale opgenomen speelduur
plus de resterende beschikbare
opnameduur op de minidisc
komen in totaal niet aan de
nominale speelduur van de disc
(60 tot 74 minuten)
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 seconden, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een
geringe afwijking van de nominale speelduur.
Daarnaast kan de speelduur van een minidisc
beperkt worden door krassen en dergelijke.
Bij het doorzoeken van muziekstukken
die door bewerking zijn samengesteld
valt het geluid af en toe weg
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn
opgenomen, maar door bewerking zijn
samengesteld, kunnen nogal over de minidisc
verspreid zijn en dan kan de versnelde weergave
het zoeken niet altijd bijhouden.
De muziekstuknummers worden
niet juist vastgelegd
•Bij het opnemen van een compact disc via digitale
aansluitingen kunnen er wel eens extra
muziekstuknummers worden vastgelegd.
•Ook al wordt er tijdens analoog opnemen
“LEVEL-SYNC” (zie blz. 38) in het uitleesvenster
aangegeven, dan nog kunnen de
muziekstuknummers soms niet naar behoren
worden vastgelegd aan het begin van elk
muziekstuk:
– als het ingangssignaal minder dan twee
seconden lang onder het grensniveau blijft;
– als het ingangssignaal midden in een
muziekstuk langer dan twee seconden onder
het grensniveau blijft.
wordt vervolgd
61
NL
Page 62
Beperkingen van het minidiscsysteem
(vervolg)
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfecte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u uitsluitend een
eerste-generatie kopie* maken van digitaal
geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een
compact disc of een voorbespeelde minidisc),
maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een
tweede (generatie) kopie te maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal
opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge
geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een
muziekcassette) of een opname van een digitale
satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer
geen tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van digitale signalen, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder en de CD-speler van deze
stereo-installatie het geluid van een compact disc
opneemt, is dit een eerste-generatie digitale kopie.
Opmerkingen
•Het één-generatie kopieersysteem legt u geen
beperkingen op wanneer u opneemt via analoge
aansluitingen.
•Met deze stereo-installatie kunt u geen digitale
opname maken van satelliet-uitzendingen,
waarvan de bemonsteringsfrequentie 32 kHz of
48 kHz bedraagt. Voor het digitaal opnemen van
dergelijke uitzendingen hebt u een minidiscrecorder of een DAT cassettedeck nodig dat
geschikt is voor deze frequenties. Hiervan kunt u
dan wel weer een tweede-generatie kopie maken.
Verhelpen van
storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende
lijst met controlepunten door.
Controleer echter eerst of het netsnoer stevig
is aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te
verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Er klinkt geen geluid.
•Stel de geluidssterkte hoger in.
•Wellicht is er een hoofdtelefoon
aangesloten.
Ernstige brom of ander storend geluid.
•De stereo-installatie staat te dicht bij een
TV of videorecorder. Zet de stereoinstallatie verder van de TV of
videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (bij Europese modellen)
of “12:00 AM” (bij andere modellen) in het
uitleesvenster.
•De stroomvoorziening is onderbroken
geweest. Stel de klok op de juiste tijd in
en leg uw voorkeurzenders en
schakelklok-instellingen opnieuw in het
geheugen vast.
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
•Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SELECT toets
verschijnt de aanduiding “DAILY” of “REC”
niet.
•Maak de schakelklok-instellingen
zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
De afstandsbediening werkt niet.
•Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie
zijn.
•Richt de afstandsbediening van niet al te
ver recht op de afstandsbedieningssensor
van de stereo-installatie.
•Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
62
NL
Page 63
Geen geluid van één kanaal of
onevenwichtige weergave van links en rechts.
•Controleer de luidspreker-aansluitingen
en de opstelling van de luidsprekers.
•Druk enkele malen op de BALANCE L of
R toets tot de aanduiding “CENTER”
verschijnt.
Compact disc speler
Insteken van de CD is niet mogelijk.
•Controleer of er al een compact disc
aanwezig is.
Uitnemen van de CD is niet mogelijk.
•Houd de 6 uitwerptoets van de tuner/
CD-speler langer dan twee seconden
ingedrukt.
Het afspelen van de compact disc begint niet.
•Controleer of de compact disc vuil is.
•Is de CD niet ondersteboven ingestoken?
•Er is vocht uit de lucht in het apparaat
gecondenseerd. Verwijder de compact
disc en laat de stereo-installatie een uur
lang ongebruikt aan staan, zodat het
condensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
•De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele
malen op de PLAY MODE toets, zodat de
“PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding
uit het uitleesvenster verdwijnt.
Minidisc-recorder
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
Na opnemen of bewerking is de
opgenomen muziek niet te vinden.
•De stekker is uit het stopcontact
getrokken zonder dat de minidisc is
uitgenomen na het opnemen of
bewerken.
Vergeet niet om de minidisc na het
opnemen of bewerken eerst uit het
apparaat te nemen, omdat pas daardoor
de informatie betreffende de opnamen op
de minidisc wordt bijgeschreven.
Insteken van de minidisc is niet mogelijk.
•Controleer of er al een minidisc aanwezig
is.
De minidisc-recorder reageert niet of werkt
niet goed.
•Wellicht is de minidisc beschadigd. (Dan
wordt er “Disc Error” in het
uitleesvenster aangegeven). Vervang de
minidisc door een andere.
Het afspelen van de minidisc begint niet.
•Wellicht is er vocht uit de lucht in de
minidisc-recorder gecondenseerd.
Verwijder de minidisc en laat de stereoinstallatie een uur lang ongebruikt aan
staan, zodat het condensvocht kan
verdampen.
•Steek de minidisc met de label-kant
boven en de pijl naar voren toe in.
•Wellicht is er niets op de minidisc
opgenomen.
Het opnemen op een minidisc lukt niet.
•De minidisc is tegen opnemen en wissen
beveiligd. (Dan verschijnt de aanduiding
“MD Protected”.) Schuif het
wispreventienokje opzij om de opening af
te sluiten (zie blz. 59).
•Controleer of de geluidsbron naar
behoren is aangesloten.
•Wellicht is de geplaatste minidisc een
voorbespeelde disc, niet geschikt voor
opnemen. Vervang deze door een
opname-minidisc.
•Er is te weinig ruimte voor opnemen op
de minidisc over. Wis enkele
muziekstukken of vervang de disc door
een andere opname-minidisc met meer
ruimte.
•Tijdens opnemen is de stroom
weggevallen of de stekker uit het
stopcontact geraakt. Maak de gewenste
opname opnieuw.
Cassettedeck
(alleen voor gebruikers van de
TC-TX101)
Insteken van de cassette is niet mogelijk.
•Controleer of er al een cassette aanwezig
is.
Het opnemen op een cassette lukt niet.
•Wellicht is het wispreventienokje van de
cassettekant uitgebroken. Bedek de
uitsparing met een stukje plakband.
•Is de band niet tot het einde
doorgespoeld?
wordt vervolgd
63
NL
Page 64
Verhelpen van storingen (vervolg)
De CD synchroon-opname begint niet.
•Als de DIRECTION schakelaar op a
staat voor dubbelzijdig opnemen, begint
het opnemen niet zolang een van beide
wispreventienokjes is uitgebroken.
De weergave klinkt onduidelijk of te zacht.
•Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig
de koppen.
•De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Reinig de koppen en
demagnetiseer ze.
Het geluid valt af en toe weg.
•Vuil op de capstan-assen of
aandrukrollen. Reinig de koppen en het
bandloopwerk
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de radioontvangst (in het uitleesvenster knippert de
“TUNED” of de “STEREO” aanduiding).
•Richt of verstel de antenne.
•De ontvangen zender komt te zwak door.
Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
•Druk op de STEREO/MONO toets zodat er
“STEREO” in het uitleesvenster verschijnt.
Waarschuwingsaanduidingen
van de minidisc-recorder
(alleen voor gebruikers van de
MDS-MX101)
De onderstaande foutmeldingen kunnen in
het uitleesvenster verschijnen of gaan
knipperen als er bij de bediening van de
minidisc-recorder iets mis gaat.
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname,
omdat er tijdens digitaal opnemen al meer
dan 30 seconden stilte is (die wordt vervangen
door een pauze van 3 seconden).
Blank Disc
Er wordt getracht een blanco, onbespeelde
of gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Copy
Digitaal opnemen is in dit geval niet
mogelijk. (Zie het “Overzicht van het ééngeneratie kopieersysteem” op blz. 61.)
NL
64
Cannot Edit
Er is getracht een minidisc op te nemen of
te monteren tijdens geprogrammeerde
weergave of weergave in willekeurige
volgorde.
CHECK OPT-IN
Tijdens opnemen is het digitaal
ingangssignaal onderbroken. Controleer of
de optische kabel stevig is aangesloten (zie
blz. 4).
Disc Error
De minidisc is vuil of beschadigd of de
“TOC” inhoudsopgave ontbreekt.
Disc Full
Er is geen ruimte meer over op de minidisc.
(Zie “Beperkingen van het minidiscsysteem” op blz. 61.)
Impossible
Er wordt getracht twee nummers samen te
voegen terwijl het eerste muziekstuk wordt
afgespeeld.
Name Full
Het titelgeheugen van de minidisc is vol.
NO DISC
Er bevindt zich geen minidisc in het
apparaat.
Protected
De geplaatste minidisc is beveiligd tegen
opnemen en wissen.
Rec Level Over
Bij analoge opname via de VIDEO/PC
ingangen is er een te krachtig
ingangssignaal doorgekomen. Stel het
uitgangssignaal van de aangesloten
geluidsbron op een iets lager peil in.
Retry
De eerste opname is mislukt vanwege
trillingen of een kras op de minidisc, maar
een tweede poging tot opname is in gang.
Retry Error
Vanwege trillingen waaraan de minidiscrecorder bloot staat of krassen op de minidisc
zijn er verschillende opname-pogingen
gedaan, maar die zijn alle mislukt.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een
geluidssignaal doorgekomen na 3 tot 30
seconden stilte (die wordt vervangen door
een standaard pauze van 3 seconden).
Sorry
Er wordt getracht twee nummers samen te
voegen die niet gecombineerd kunnen
worden.
Denna bruksanvisningen beskriver radion
HCD-101 med inbyggd CD-spelare, MDspelaren MDS-MX101 (tillval) och
stereokassettdäcket TC-TX101 (tillval).
Anvisningarna för styrning av MD-spelare
och däcket är endast avsedda till kunder som
skaffat sig MDS-MX101 och TC-TX101.
Denna bruksanvisningen beskriver:
– radion HCD-101 med inbyggd CD-spelare
– MD-spelaren MDS-MX101 (tillval)
– kassettdäcket TC-TX101 (tillval)
Använd de medföljande kablarna och tillbehören och utför anslutningarna enligt nedanstående
punkter 1 – 6. Följ också anvisningarna enligt punkterna 2 och 3.
FM-trådantennAM-ramantenn
Vänster högtalareHöger högtalare
3
Radio med
Kassettdäck**MD-spelare***
2
CD-spelare*
1-2
1-1
220-240
5
110-120
* CMT-101/HCD-101 består av en inbyggd CD-spelare, radio och förstärkare.
** Detta tillvalsdäck TC-TX101 skall anslutas till radion med inbyggd CD-spelare.
*** Denna MD-spelare MDS-MX101, tillval, skall anslutas till radion med inbyggd CD-spelare.
4
6
2 Anslut den optiska kabeln (levereras
Anslutning av MD-spelare.
1
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
1 Anslut systemkabeln från MD-
spelaren till MD-ingången på radion
med inbyggd CD-spelare.
Anslutning
Urkoppling
S
4
MD
Pilen skall vara
på höger sida
MD
Dra denna del
(hylsan) utåt
mot dig.
Hylsan glider
bakåt och
kontakten
kopplas ur.
med MDS-MX101) till CD DIGITAL
OUT på radion med inbyggd CDspelare och till MD DIGITAL IN på
MD-spelaren.
Anslutning av radio med inbyggd CDspelare
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
Anslutning av MD-spelare
till ett nätuttag
DIGITAL
OPTICAL
IN
CD DIGITAL OUT
OPTICAL
Sonys logo skall vara på
vänster sida.
DIGITAL
OPTICAL
IN
Sonys logo skall vara på
höger sida.
Page 71
Anslutning av kassettdäck.
(gäller kunder med kassettdäcket
TC-TX101)
Anslut systemkabeln från kassettdäcket
till in/utgångarna TAPE på radion med
inbyggd CD-spelare på samma sätt som
enligt steg 1
Anslut FM- och AM-antennerna.
3
FM-trådantenn
Den medföljande FM-trådantennen är en
enkel antenn. Vi rekommenderar
anslutning av FM-utomhusantenn för
bättre mottagningskvalitet.
Sträck FM-trådantennen
rakt uppåt så högt som
möjligt.
AM-ramantenn
Sätt ihop AM-ramantennen och anslut
den,
-1.
Ω
FM 75
Anslutning av högtalarna.
42
Anslut de färgade högtalarkablarna till
högtalarutgångarna. Dra
högtalarkablarna på ett längre avstånd
från antennkablarna.
Baksida på radio med CD-spelare
Skjut in denna del.
Grå ]
Grå ]
Svart }
Baksida på högtalare SS-Q101/Q101A
Skjut in denna del.
Skjut in kontakten i ingången
med det konvexa spåret vänt åt
höger tills klicket anger att
kontakten låsts i ingången.
Svart }
Grå ]
Dra lätt i kablarna för att kontrollera att
kabeln sitter fast. Om någon kabel
lossnar, måste den anslutas igen.
forts.
S
5
Page 72
Steg 1: Anslutningarna (forts.)
Steg 2:
Ställ VOLTAGE SELECTOR i
5
lämpligt läge för lokal nätspänning
(gäller inte modellen till Europa).
220-240
110-120
Anslut nätkabeln.
6
Anslut allra sist nätkabeln från radion
med inbyggd CD-spelare till ett nätuttag,
efter att alla andra anslutningar har
gjorts.
Isättning av två batterier R6
(storlek AA) i fjärrkontrollen
Tidsinställning
Tiden skall ställas in innan strömmen slås på
till stereon för första gången för att kunna
använda timerstyrd manövrering.
Tidsangivelsen är en 24-timmars
tidsangivelse på modellen till Europa och 12timmars på modellerna till övriga länder.
Modellen till Europa visas på illustrationerna.
Knapparna under locket
1
2,3,4
2,3,4
Tips
Vid normalt bruk beräknas batteriernas livslängd
till ca. sex månader. När fjärrkontrollen inte längre
kan användas för stereons fjärrstyrning, måste
batterierna bytas ut mot nya.
OBS!
Ta ur batterierna, när fjärrkontrollen inte skall
användas under en längre tid, för att undvika
skador på grund av batteriläckage.
S
6
1 Tryck på TIMER SET.
2 Tryck på TIMER + eller – så att
CLOCK visas. Tryck på ENTER.
Timsiffrorna börjar blinka:
3 Tryck på TIMER + eller – för att
ställa in timtalet. Tryck på ENTER.
Minutsiffrorna börjar blinka:
Page 73
4 Tryck på TIMER + eller – för att
ställa in minuterna. Tryck på
ENTER.
Klockan börjar gå.
Ändring av tid
Följ igen anvisningarna från punkt 1 till 4.
Att observera angående
tidsangivelsen
• Tiden visas i teckenfönstret efter att strömmen har
slagits av.
• Den övre punkten i kolontecknet : blinkar för att
ange sekunderna från 0 till 29 och den nedre för
att ange sekunderna från 30 till 59.
Steg 3: Lagring av
stationer i
snabbvalsminne
Upp till 30 stationers snabbval, 20 på FM och
10 på AM på modellen med två våglängder.
Upp till 40 stationers snabbval, 20 på FM, 10
på MW (MV) och 10 på LW (LV) på modellen
med tre våglängder.
Knapparna på ovansidan
1
2
Knapparna under locket
1
3
5
6,8
4,7
1 Tryck på POWER för att slå på
strömmen.
2 Tryck gång på gång på
TUNER/BAND tills önskad
våglängd visas i teckenfönstret.
På modellen med två våglängder:
FM ˜ AM
På modellen med tre våglängder:
FM n MW (MV) n LW (LV)
n
forts.
S
7
Page 74
Steg 3: Lagring av stationer i
snabbvalsminne (forts.)
3 Tryck gång på gång på
TUNING MODE så att AUTO visas.
4 Tryck på + eller – för att ställa in
stationen som skall lagras i minnet.
Frekvensen, som visas, ändras.
Stationssökningen avbryts så fort radion
påträffat en station. TUNED och
STEREO (anger ett stereoprogram) visas
i teckenfönstret.
5 Tryck på EDIT/NO tills Frq-
Memory? visas.
6 Tryck på YES.
Ett snabbvalsnummer blinkar i
teckenfönstret.
7 Tryck på ? eller / för att välja
önskat snabbvalsnummer.
8 Tryck på YES.
Stationen har lagrats i minnet.
Ändring av stationssökningssteg på
AM (gäller varken modellen till
Europa)
Stationssökningssteget på AM har förvalts till 9 kHz
(10 kHz på modelller till vissa länder). Ändring av
stationssökningssteget på AM till 10 kHz (eller 9
kHz): tryck gång på gång på TUNER/BAND tills
AM visas och slå sedan av strömmen. Håll +
intryckt och slå på strömmen igen.
Observera att alla snabbval på AM raderas ur
minnet när stationssökningssteget ändras. Följ de
ovanstående anvisningarna för att återgå till förvalt
stationssökningssteg.
OBS!
Snabbvalen hålls kvar i minnet i en veckas tid, också
om det inträffar ett strömavbrott eller nätkabeln
kopplas ur.
9 Följ igen anvisningarna från punkt 2
till 8 för att lagra de resterande
stationerna i minnet.
Inställning av en station med låg
signalstyrka
Tryck på TUNING MODE (punkt 3) så att
AUTO och PRESET slocknar. Tryck sedan på
+ eller – för att ställa in stationen.
Ändring av snabbvalsnummer
Börja om från och med punkt 2.
S
8
Page 75
Anslutning av extra
ljud/videokällor och
utomhusantenner
Det är möjligt att ansluta extra ljud/
videokällor till denna ministereo. Vi hänvisar
till respektive källors bruksanvisningar
angående detaljer.
Anslutning av en
videobandspelare/dator
Anslut videobandspelaren/datorn till
VIDEO/PC på baksidan av radion med CDspelare genom att använda ljudkablar
(tillval).
Anslut de färgade kontakterna till in/
utgångarna i samma färg.
till ljudingångarna på
video/dator
till ljudutgångarna på
video/dator
Radio med CD-spelare
Anslutning av digital
produkt som MD-spelare
m. m.
(gäller kunderna med MDS-MX101)
Efter anslutning av en digital produkt till
MDS-MX101 är det möjligt att göra digitala
inspelningar av digitalt ljud. Anslut MD
DIGITAL OPTICAL OUT på MDS-MX101 till
den optiska, digitala ingången på den digitala
produkten genom att använda en optisk
kabel (tillval).
till digital ingång på digital
produkt som
MD-spelare
Ç : signalflöde
OBS!
Denna stereo har skyddskretsen mot digital
seriekopiering, SCMS. Det möjliggör engenerations,
digital kopiering via de digitala ut/ingångarna.
Ç : signalflöde
Ljudåtergivning
Tryck gång på gång på FUNCTION tills
VIDEO visas i teckenfönstret.
Tryck på DISPLAY för att ändra VIDEO till
PC eller vice versa.
Ljudet från ansluten stereovideo återges i
stereo.
forts.
S
9
Page 76
Anslutning av extra ljud/
videokällor och utomhusantenner
(forts.)
Anslutning av
utomhusantenner
Anslut en utomhusantenn för att förbättra
mottagningskvaliteten.
FM-utomhusantenn
Anslut en FM-utomhusantenn (tillval). Tvantennen kan också användas.
IEC-standardkontakt
(tillval)
AM-utomhusantenn
Låt AM-ramantennen vara ansluten till
ministereon. Anslut sedan AMutomhusantennen (tillval) till AMantennintaget.
AM
AM-ramantenn
Viktigt!
En utomhusantenn måste jordas mot
åsknedslag. Jorda inte den till ett gasrör. Det
kan resultera i gasexplosion.
S
10
Page 77
Grundläggande
tillvägagångssätt
Uppspelning av
CD-skivor
Radio med CD-spelare
POWER
=0/
)+
1 Sätt in önskad CD-skiva.
CD-skivan dras in i skivfacket. visas.
Med skivetiketten
vänd uppåt
2 Tryck på ^ (CD ( på
fjärrkontrollen).
Första spåret spelas upp.
1
0
)
=
+
VOL +/–
·P p
2
0=
Att
avbryta
Gör enligt följande
Tryck på p.
uppspelning:
koppla in
pausen:
Tryck på ^ (P på
fjärrkontrollen). Tryck en gång
till för fortsatt uppspelning.
välja önskat
spår (AMS*):
6
Tryck på )+ (spårval
framåt) eller på =0
(spårval bakåt). Släpp upp efter
att önskat spår letats fram.
§
söka efter
önskad sekvens
inom ett spår:
(+ eller = på
fjärrkontrollen).
Håll )+ eller =0
(+ eller = på
fjärrkontrollen) intryckt under
pågående uppspelning. Släpp
upp efter att önskad sekvens
letats fram.
ta ur skivan:
styra
p
volymnivån:
* AMS: automatisk musiksökning
Tryck på 6.
Tryck på VOL+ eller –.
Grundläggande tillvägagångssätt
Tips
•När CD-skivan inte kan tas ur efter intryckning av
6, dras den efter 15 sek. automatiskt in i
§
)
·Pp
+
skivfacket.
•Isättning av en CD-skiva gör att strömmen slås
automatiskt på.
•Intryckning av ^ (CD ( på fjärrkontrollen)
efter strömavslag gör att strömmen slås
automatiskt på. Uppspelningen börjar, förutsatt
att en CD-skiva ligger i skivfacket (entrycksljudåtergivningsstart).
•Övergång till CD-spelaren under pågående
ljudåtergivning från en annan ljudkälla: tryck på
^ (CD ( på fjärrkontrollen) (automatiskt val
av ljudkälla).
11
S
Page 78
Inspelning av CD-
0
)
=
+
·P p
§
musik på MD
— Synkroninspelning av CD-musik
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
CD-musiken kan spelas in digitalt på en
inspelningsbar MD-skiva, varvid spårnumren
på CD-skivan kodas i samma ordningsföljd
på MD-skivan. När inspelningen görs på en
MD med inspelat material, letar MD-spelaren
fram slutet på den föregående inspelningen.
Inspelningen börjar därifrån.
Radio med CD-spelare
POWER
1
6
2 Sätt in en inspelningsbar MD.
MD-skivan dras in i skivfacket. visas.
Med pilen före
Med
skivetiketten
vänd uppåt
3 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
4 Tryck på CD SYNC.
MD-spelaren står i beredskap för
inspelningsstart. CD-spelaren kopplas
om till paus.
MD-spelare (tillval)
1 Sätt in önskad CD-skiva.
CD-skivan dras in i skivfacket. visas.
Med skivetiketten
vänd uppåt
S
12
§
5 Tryck på ^ på MD-spelaren.
Inspelningen sätts igång.
MD-spelaren kopplas om till beredskap
för inspelningsstart efter avslutad
inspelning. CD:n stannar automatiskt.
0
)
·P p
=
+
6 Tryck på p på MD-spelaren efter
avslutad inspelning och ta ut MD:n.
Kom ihåg att ta ur MD:n efter avslutad
3
2
0
)
=
+
6
§
·P p
564
§
0
)
·Pp
=
+
inspelning. Detta beroende på att det
inspelade materialet kodas på MD:n när
skivfacksöppnaren trycks in för att ta ur
den.
Att
avbryta inspelning:
koppla in pausen:
Gör enligt följande
Tryck på p på MD-spelaren.
Tryck på ^ på CD-
spelaren.
ta ur CD:n:
ta ur MD:n:
Tryck på 6 på CD-spelaren
Tryck på 6 på MD-spelaren.
Under tiden då TOC lyser eller
blinkar
Var noga med att varken rubba MD-spelaren
eller koppla ur nätkabeln. Detta för att
inspelningen skall ske på korrekt sätt. MDspelaren uppdaterar innehållet i TOC
(innehållsförteckning) under tiden då TOC
blinkar.
Page 79
0
)
=
+
·P p
§
Tips
• Spåren på CD:n kan spelas in i önskad följd (sid.
33).
• Det inspelade materialet på en MD kan redigeras
efter materialets inspelning (sid. 39).
OBS!
Synkroninspelning av CD-musik kan inte göras
genom att trycka på CD SYNC både på MDspelaren och däcket.
Uppspelning av MDskivor
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
MD-skivorna spelas upp på samma sätt som
CD-skivorna.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
Grundläggande tillvägagångssätt
MD-spelare (tillval)
=0/
)+
1
0
)
=
+
·P p
2
6
§
p
1 Sätt in önskad MD-skiva.
MD:n dras in i skivfacket. visas.
Med pilen före
Med
skivetiketten
vänd uppåt
forts.
13
S
Page 80
Uppspelning av MD-skivor (forts.)Tips
•Isättning av en MD gör att strömmen slås
automatiskt på.
•Uppspelningsstart vid början av önskat spår: tryck
2 Tryck på ^ (MD ( på
fjärrkontrollen).
Skivan spelas upp.
Att
avbryta
uppspelning:
koppla in
pausen:
välja önskat
spår:
söka efter
önskad sekvens
inom ett spår:
ta ur MD-skivan:
styra
volymnivån:
Gör enligt följande
Tryck på p.
Tryck på ^ (P på
fjärrkontrollen). Tryck en gång
till för fortsatt uppspelning.
Tryck på )+ (sökning
framåt) eller =0 (sökning
bakåt) (alt. (+ eller = på
fjärrkontrollen).
Håll )+ eller =0
(0 eller ) på
fjärkontrollen) intryckt under
uppspelning. Släpp upp när
önskad sekvens letats fram.
Tryck på 6.
Tryck på VOL + eller –.
gång på gång på )+ eller =0 (+ eller
= på fjärrkontrollen) så att önskat spårnummer
visas innan ^ (MD ( på fjärrkontrollen) trycks
in enligt punkt 2.
•Intryckning av ^ (MD ( på fjärrkontrollen)
efter strömavslag gör att strömmen slås
automatiskt på. MD-skivan spelas upp, förutsatt
att det ligger en MD i skivfacket (entrycksljudåtergivningsstart).
•Det är möjligt under pågående ljudåtergivning
från en annan ljudkälla att gå över till MD-musik
genom att trycka in ^ (MD ( på
fjärrkontrollen) (automatiskt val av ljudkälla).
OBS!
•Efter att sista spåret på MD:n har letats fram
under musiksökning, kopplas MD-spelaren
automatiskt om till stoppläge.
•Det kan hända att MD-spelaren inte kan leta fram
ett spår vars längd i tid är bara några sekunder.
•OVER i teckenfönstret under musiksökning anger
att MD-spelaren har letat fram det sista spåret.
Tryck i detta fall på =0 på MD-spelaren
(= på fjärrkontrollen).
14
S
Page 81
Inspelning av CD-
§
0
)
·ª
P
p
musik på kassettband
— Synkroninspelning av CD-musik
(gäller kunder med kassettdäcket
TC-TX101)
Tack vare knappen CD SYNC är det enkelt att
spela in CD-musik på kassettband. Använd
kassetter typ I (med normalband) eller
kassetter typ II (med ferrokromband).
Bandtypsväljarautomatiken känner
automatiskt av bandtypen.
Kontrollera att tungorna inte har tagits bort
från kassetten.
Radio med CD-spelare
POWER
1
1 Sätt in önskad CD-skiva.
CD:n dras automatiskt in. visas i
teckenfönstret.
Med skivetiketten
vänd uppåt
0
)
=
+
2 Sätt in kassetten för inspelning.
Kassetten dras in. visas.
§
·Pp
Grundläggande tillvägagångssätt
Kassettdäck (tillval)
DOLBY
NR
5763
§
3 Skjut på DIRECTION för att välja
inspelning på kassettens båda sidor
eller endast på en sida:
0
)
·P p
=
+
en sida
båda sidor*
* Inspelningen avbryts alltid på
Inspelning på
2
p
4
§
kassettsidan som vänds nedåt. Var
noga med att starta inspelningen på
den övre sidan.
4 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
Skjut Direction till
läget D.
läget a.
radion med CD-spelare.
5 Tryck på CD SYNC på däcket.
·ª
0
)
P
p
p
Däcket står i beredskap för
inspelningsstart. CD-spelaren kopplas
om till paus.
6 Tryck på ( eller 9 på däcket för
att välja sidan för inspelningsstart.
Inspelningsstart på kassettens övre sida:
( (TAPE ( på fjärrkontrollen).
Inspelningsstart på kassettens nedre
sida: 9 (TAPE ( på fjärrkontrollen).*
* I detta fall görs inspelningen endast på
kassettens nedre sida.
forts.
15
S
Page 82
Inspelning av CD-musik på
kassettband
— Synkroninspelning av CD-musik
(forts.)
7 Tryck på P.
Inspelningen börjar. Efter ca. tio
sekunder spelas CD-skivan upp.
Hur inspelningen avbryts
Tryck på p på däcket eller på radion med
CD-spelaren.
Tips
•Skjut DOLBY NR till tillslaget läge ON, efter
åtgärden enligt punkt 3, för att reducera bandbrus
inom lägre diskantområdet.
•Mot bandslutet på övre sidan under inspelning på
kassettens båda sidor i följd tonas ljudet ned för
att undvika ett plötsligt ljudavbrott halvvägs i ett
spår (synkroniserad nedtoning). Spåret spelas in
från början på kassettens andra sida.
Synkroniserad nedtoning arbetar också vid
bandslutet när inspelningen görs bara på en
kassettsida.
OBS!
Synkroninspelning av CD-musik kan inte göras
genom att trycka på CD SYNC både däcket och på
MD-spelaren.
Bandavspelning
(gäller kunder med kassettdäcket
TC-TX101)
Kassetter typ I (med normalband), typ II
(med ferrokromband) och typ IV (med
metallband) kan användas i detta däck. Efter
isättning av en kassett känner
bandtypsväljarautomatiken automatiskt av
bandtypen.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
Kassettdäck (tillval)
1
16
§
·ª
0
)
P
p
DOLBY
NR
d
p0/)D/
P
2
1 Sätt in önskad kassett.
Kassetten dras in i kassettfacket.
visas i teckenfönstret.
§
·ª
0
)
p
P
S
Page 83
2 Tryck på ( för inspelningsstart på
kassettens övre sida och på 9 för
inspelningsstart på sidan som vänds
nedåt.
Att
avbryta
bandavspelning:
koppla in pausen:
leta fram början av
spåret som spelas
upp eller av
eferföljande spår:
snabbspola bandet
bakåt eller framåt:
bara spela av en
kassettsida:
spela av båda sidor i
följd:*
ta ur kassetten:
* Däcket blir automatiskt stillastående så fort de
båda sidorna har spelats av fem gånger i följd.
Tips
• När ( eller 9 trycks in efter strömavslag, slås
strömmen automatiskt på.
• Det är möjligt under pågående ljudåtergivning
från en annan ljudkälla att gå över till
bandavspelning genom att trycka in ( eller 9
på däcket (automatiskt val av ljudkälla).
• Skjut DOLBY NR till tillslaget läge ON före
avspelningsstart på en kassett som spelats in med
DOLBY B.
Gör enligt följande
Tryck på p.
Tryck på P. Tryck en
gång till för fortsatt
avspelning.
Tryck på 0 eller ) på
däcket under
bandavspelning.
Stanna bandet och tryck
på 0 eller ) på
däcket.
Skjut DIRECTION till A.
Skjut DIRECTION till
a.
Tryck på 6 på däcket.
Radiomottagning
–– Snabbval
Lagra först de önskade stationerna i
snabbvalsminnet (sid.7).
Radio med CD-spelare
POWER
0
)
·P p
=
+
VOL +/–
13
Knapparna under locket
2
§
Grundläggande tillvägagångssätt
STEREO/
MONO
1 Tryck lämpligt antal gånger på
BAND, så att önskad våglängd visas
i teckenfönstret.
2 Tryck gång på gång på
TUNING MODE så att PRESET
visas.
forts.
17
S
Page 84
Radiomottagning
–– Snabbval (forts.)
3 Tryck på TUNING + eller – för att
välja önskat snabbvalsnummer.
Tryck på TUNING + för val av en station
med högre nummer och på TUNING –
för val av en station med lägre nummer.
Att
slå av radion:
styra volymnivån:
Gör enligt följande
Tryck på POWER.
Tryck på VOL + eller –.
RDS-mottagning
(gäller modellen till Europa)
Ställ in en FM-station.
Efter inställning av en FM-station, som
sänder koderna för programinformation,
visas stationsnamnet i teckenfönstret.
Vad är RDS (Radio Data System)?
RDS är en informationstjänst som gör att
vissa FM-sändare kan sända digitalt kodad
information tillsammans med de vanliga
radiovågorna. Endast FM-sändarna kan
utnyttja denna tjänst.
Inställning av stationer som inte
lagrats i snabbvalsminnet
Tryck gång på gång på TUNING MODE
(punkt 2) så att AUTO och PRESET slocknar i
teckenfönstret. Tryck sedan på TUNING +
eller – på fjärrkontrollen för att ställa in
önskad station.
Tips
•Intryckning av BAND efter strömavslag gör att
strömmen slås på. Stationen, som senast ställdes in
före strömavslag, ställs automatiskt in (entrycksljudåtergivningsstart).
•Stereon kan kopplas om till radiomottagning
under pågående ljudåtergivning från en annan
ljudkälla genom att BAND trycks in (automatisktval av ljudkälla).
•Rikta de anslutna antennerna för att förbättra
mottagningskvaliteten.
•Tryck på STEREO/MONO på fjärrkontrollen, när
det uppstår störningar vid FM-mottagning, så att
MONO visas i teckenfönstret. Ljudet återges inte
längre i stereo, men mottagningskvaliteten
förbättras. Tryck en gång till på denna knapp för
att återgå till stereomottagning.
OBS!
Det kan hända att radion inte tar emot önskad RDSinformation efter inställning av en station som inte
sänder koder för önskad tjänst eller vars
signalstyrka är låg.
* Alla FM-sändare sänder inte koder för alla RDS-
tjänster. Ta reda på vilka RDS-tjänster som de
olika lokala FM-sändarna sänder.
18
S
forts.
Page 85
0
)
=
+
·P p
§
Inspelning av
3
radioprogram på MD
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Önskat radioprogram på vald
snabbvalsstation kan spelas in på en
inspelningsbar MD. När inspelningen görs på
en MD med inspelat material, letar MDspelaren fram slutet på den föregående
inspelningen. Inspelningen börjar därifrån.
Radio med CD-spelare
POWER
Knapparna under locket
MD-spelare (tillval)
0
=
24
0
=
1
§
MD:n dras in i skivfacket. visas i
teckenfönstret.
Med pilen före
)
·P p
+
Med skivetiketten
vänd uppåt
Grundläggande tillvägagångssätt
2 Tryck gång på gång på BAND, så att
1 Sätt in en inspelningsbar MD.
önskad våglängd visas i
teckenfönstret.
§
3 Tryck gång på gång på
TUNING MODE, så att PRESET
visas i teckenfönstret.
)
·P p
+
4 Tryck på TUNING + eller – för att
ställa in önskad station.
Tryck på TUNING + för val av ett
675
snabbval med högre nummer och på
TUNING – för val av ett med ett lägre
nummer.
5 Tryck på •REC på MD-spelaren.
MD-spelaren står i beredskap för
inspelningsstart.
6 Tryck på ^ på MD-spelaren.
Inspelningen börjar.
forts.
19
S
Page 86
Inspelning av radioprogram på MD
(forts.)
Inspelning av
7 Tryck på p på MD-spelaren efter
avslutad inspelning och ta ut MD:n.
Kom ihåg att ta ur MD:n efter avslutad
inspelning. Detta beroende på att det
inspelade materialet kodas på MD:n när
skivfacksöppnaren trycks in för att ta ur
den.
Hur en inspelningen avbryts
Tryck på p på MD-spelaren.
Tips
•Inspelning av stationer som inte lagrats i
snabbvalsminnet: tryck gång på gång på
TUNING MODE (punkt 3) så att AUTO och
PRESET slocknar. Tryck sedan på TUNING + eller
– för att ställa in önskad station.
•Rikta de anslutna antennerna för att förbättra
mottagningskvaliteten.
radioprogram på
kassettband
(gäller kunder med kassettdäcket
TC-TX101)
Inspelning av radioprogram görs genom att
ställa in önskat snabbval och spela in
programmet det sänder.
Använd kassetter typ I (med normalband)
eller kassetter typ II (med ferrokromband).
Bandtypsväljarautomatiken känner
automatiskt av bandtypen.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
24
20
Kassettdäck (tillval)
1
§
·ª
0
)
P
p
DOLBY
NR
S
p
7865
Page 87
Knapparna under locket
3
1 Sätt in kassetten för inspelning.
Kassetten dras in i kassettfacket.
visas.
§
·ª
0
)
p
P
2 Tryck gång på gång på BAND, så att
önskad våglängd ställs in.
6 Tryck på REC på däcket.
Däcket står i beredskap för
inspelningsstart.
7 Tryck på ( eller 9 på däcket för
att välja sidan för inspelningsstart.
Inspelningsstart på kassettens övre sida:
(.
Inspelningsstart på kassetten nedre sida:
9.*
* I detta fall görs inspelningen endast på den
nedre sidan.
8 Tryck på P på däcket.
Inspelningen börjar.
Hur inspelningen avbryts
Tryck på p på däcket.
Tips
•Inspelning av stationer som inte lagrats i minnet:
tryck på TUNING MODE (punkt 3) så att AUTO
och PRESET slocknar. Tryck sedan på TUNING +
eller – för att ställa in önskad station.
•Rikta de anslutna antennerna för att förbättra
mottagningskvaliteten.
•Skjut DOLBY NR till tillslaget läge ON för att
reducera bandbrus inom lägre diskantområdet
efter att ha utfört åtgärden enligt punkt 5.
Grundläggande tillvägagångssätt
3 Tryck gång på gång på
TUNING MODE så att PRESET
visas.
4 Tryck på TUNING + eller – för att
välja önskat snabbval.
Tryck på TUNING + för att välja ett med
ett högre nummer och på TUNING – för
val av ett med ett lägre nummer.
5 Skjut på DIRECTION för att välja
inspelning på kassettens båda sidor
eller endast på en sida:
Inspelning på
en sida
båda sidor i följd*
* Inspelningen avbryts alltid på kassettens
nedre sida. Starta den alltid på den övre
sidan.
Skjut DIRECTION till
läget A.
läget a.
21
S
Page 88
CD-spelare
Hur teckenfönstret
används
Den återstående tiden i spåret som spelas upp
eller den på CD-skivan kan kontrolleras i
teckenfönstret.
Knapparna under locket
1
2
Kontroll av CD-skivans
uppspelningstid och antal spår
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
Kontroll av återstående tid
Tryck gång på gång på DISPLAY under
uppspelning.
Med vart tryck på DISPLAY ändras
visningssättet enligt nedanstående:
n Tid som gått i spåret som spelas upp.
Återstående tid i det spåret
Återstående tid på isatt CD
Det som visas i teckenfönstret under
uppspelning av ett musikval skiljer sig något
från det ovanstående.
µ
µ
2 Tryck gång på gång på DISPLAY
när CD-spelaren står i stoppläge.
Med vart tryck på knappen ändras
visningssättet enligt nedanstående:
n Antal spår och skivans
uppspelningstid
µ
Skivtitel*
* När CD:n inte namngivits, visas No Name
först och därefter antalet spår tillsammans
med skivans uppspelningstid.
S
22
Page 89
Repetering (REPEAT)
–– Repetering
Det är möjligt att repetera alla spår på den
ilagda CD-skivan vid normal och
slumpmässig uppspelning samt vid
uppspelning av ett musikval.
Knapparna under locket
Hur repetering kopplas ur
Tryck gång på gång på REPEAT, så att
varken REPEAT eller REPEAT 1 visas i
teckenfönstret.
OBS!
Repetering av ett enda spår kan varken kopplas in
under spårens uppspelning i slumpvis följd eller
under uppspelning av ett musikval.
1
2
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
2 Tryck gång på gång på REPEAT
under uppspelning, så att REPEAT
visas i teckenfönstret.
Repetering sätts igång.
Repetering av ett enda spår
Tryck på REPEAT under pågående
uppspelning av spåret som skall
repeteras, så att REPEAT 1 visas i
teckenfönstret.
23
S
Page 90
Spårens uppspelning i
1 Sätt in CD-skivan.
slumpvis följd
(SHUFFLE)
–– Slumpmässig uppspelning
Alla spår på den ilagda CD-skivan kan spelas
upp i slumpvis följd.
Radio med CD-spelare
POWER
Knapparna på ovansidan
4
1
§
0
)
·P p
=
+
4
2
+
2 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
3 Tryck gång på gång på
PLAY MODE, så att SHUFFLE
visas.
4 Tryck på ^ (CD ( på
fjärrkontrollen).
J visas först i teckenfönstret. Därefter
spelas spåren upp i slumpvis följd.
Hur detta uppspelningssätt
kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE, så att
SHUFFLE slocknar.
Tips
•CD-spelaren kan kopplas om till spårens
uppspelning i slumpvis följd under pågående
normal uppspelning genom att trycka på
PLAY MODE så att SHUFFLE visas i
teckenfönstret.
•Tryck på CD + på fjärrkontrollen för att hoppa
över ett spår. Det är inte möjligt att gå över till
föregående spår genom att trycka på CD =.
Knapparna under locket
S
24
2
2
3
Page 91
Spårens lagring i ett
musikval (PROGRAM)
–– Musikval och dess uppspelning
Upp till 25 spår kan lagras i ett musikval för
spårens uppspelning i önskad följd.
Radio med CD-spelare
POWER
§
0
)
·P p
=
+
p
1
CLEAR
DISPLAY
Knapparna på ovansidan
5
Knapparna under locket
1
2,3
Number
Direktväljare
buttons
3
513
2 Tryck gång på gång på
PLAY MODE så att PROGRAM
visas.
3 Följ endera anvisningarna a eller
b:
a Spårval genom att trycka på
direktväljarna på fjärrkontrollen:
tryck på lämpliga direktväljare för att
välja spåren i den ordning de skall
lagras i musikvalet.
Val av spår vilkas nummer överstiger
11, tryck på > 10.
Efter val av varje spår visas spårens
sammanlagda uppspelningstid inkl.
det senast valda spåret tillsammans
med det sammanlagda antalet spår i
teckenfönstret.
Efter inmatning av fel spårnummer
Tryck först på CLEAR och sedan på
korrekt direktväljare.
b Val av önskade spår genom att
kontrollera musikvalets
uppspelningstid:
1 Tryck på =0 eller )+ (?
eller / på fjärrkontrollen) så att
önskat spårnummer visas. Den
sammanlagda uppspelningstiden av
de valda spåren inkl. det senast valda
spåret blinkar i teckenfönstret.
2 Tryck på PLAY MODE.
Först visas spårets ordningsnummer
(STEP) under en sekund i
teckenfönstret och sedan musikvalets
uppspelningstid.
4 Följ anvisningarna enligt punkt 3 för
att lagra de resterande spåren i
musikvalet.
5 Tryck på ^ (CD ( på
fjärrkontrollen).
Spåren spelas upp i den ordning de
lagrades i musikvalet.
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
Hur detta uppspelningssätt
kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE så att
PROGRAM slocknar i teckenfönstret.
forts.
25
S
Page 92
Spårens lagring i ett musikval
(PROGRAM)
–– Musikval och dess uppspelning
(forts.)
Lagring av titlar i CDspelarens minne
Ändring av musikvalets innehåll
Att
lagra ett nytt
spår som det
sista spåret i
musikvalet*:
radera
musikvalet ur
minnet:
radera det sista
spåret ur
musikvalet:
* Nya spår kan lagras i musikvalet under pågående
uppspelning genom att trycka på lämpliga
direktväljare på fjärrkontrollen för att välja
önskade spår enligt anvisningarna i punkt 3 a.
Tips
•Musikvalet hålls kvar i minnet efter att det spelats
upp. Tryck på ^ (CD ( på fjärrkontrollen) för
att igen spela upp detsamma musikvalet.
•Om DISPLAY trycks in när CD-skivan står stilla,
visas spårets ordningsnummer (STEP) i
teckenfönstret.
OBS!
•Spårens sammanlagda uppspelningstid visas inte
när musikvalets uppspelningstid överstiger 100
minuter.
•Vid ett försök att lagra fler spår i minnet efter att
25 spår redan lagrats i musikvalet, visas STEP
FULL i teckenfönstret.
Gör enligt följande
Följ igen anvisningarna enligt
punkterna 3 och 4 (med CDspelaren i stoppläge).
Tryck på p på radion med
inbyggd CD-spelare med CDspelaren i stoppläge.
Tryck på CLEAR.
Med vart tryck raderas det
sista spåret ur musikvalet.
Det är möjligt att lagra skivtitlar på upp till 35
CD i CD-spelarens minne. Titlarna kan bestå
av upp till 10 tecken. Efter isättning av CD
med skivtitel visas titeln i teckenfönstret.
Radio med CD-spelare
POWER
Knapparna under locket
1
1
§
0
)
·P p
=
+
p
1
2
3,8
26
5,6,7
4
1 Tryck gång på gång på FUNCTION,
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare. Sätt in
önskad CD.
2 Tryck gång på gång på EDIT/NO,
så att Name in ? visas i
teckenfönstret.
S
Page 93
3 Tryck på YES.
Markören börjar blinka:
4 Tryck gång på gång på
CHARACTER på fjärrkontrollen för
att välja önskad teckentyp.
Med vart tryck ändras teckentypen
enligt följande:
7 Följ igen anvisningarna från punkt 4
till 6 för att mata in alla tecken i
skivtiteln.
Efter inmatning av fel tecken: tryck gång
på gång på ? eller / så att tecknet,
som skall ändras, börjar blinka. Följ igen
anvisningarna från punkt 4 till 6.
Radering av ett tecken: tryck på
EDIT/NO medan tecknet blinkar.
Name Full visas i teckenfönstret vid ett
försök att välja över tio tecken i en
skivtitel.
A (versal) n a (i gemen) n 0
(siffror)/! (tecken)* n (mellanslag)
n A ...
*De följande tecknen kan väljas:
! " # $ % & ' ( ) ∗ + , – . / : ; < = > ? @
_ `
5 Tryck på + eller – på fjärrkontrollen,
så att önskat tecken visas.
Det valda tecknet blinkar. Tryck på /,
medan markören blinkar, för att välja ett
mellanslag.
6 Tryck på /på fjärrkontrollen.
Tecknet, som valdes enligt punkt 5, lyser
upp. Markören flyttas med ett steg till
höger.
8 Tryck på YES för att lagra titeln i
CD-spelarens minne.
Skivtiteln visas i teckenfönstret.
Hur skivtitelns lagring i minnet
avbryts
Tryck på p.
Radering av skivtitlar
1 Tryck gång på gång på EDIT/NO så att
Name Erase ? visas.
2 Tryck på YES.
Skivtiteln visas i teckenfönstret.
No Name visas när en skivtitel för den
ilagda CD:n inte lagrats i minnet.
3 Tryck igen på YES.
Complete visas i teckenfönstret. Titeln har
raderats ur CD-spelarens minne.
OBS!
En skivtitel kan inte lagras i minnet under pågående
uppspelning av en CD.
27
S
Page 94
MD-spelare
Hur teckenfönstret
används
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Återstående tid på ilagd MD-skiva, antalet
spår och skivans uppspelningstid kan
kontrolleras i teckenfönstret.
MD-spelare (tillval)
§
0
)
·P p
=
+
2
Knapparna under locket
1
2
SCROLL
2 Tryck gång på gång på DISPLAY
när MD-spelaren står i stoppläge.
Med vart tryck ändras visningssättet
enligt nedanstående:
n Antalet spår och uppspelningstid
Antalet spår
Återstående inspelningstid (endast på
inspelningsbara MD*
Skivtitel*
*1Den återstående tiden visas inte på förinspelade
MD.
2
*
No Name visas istället för titeln när en titel inte
lagrats i minnet.
2
Det som visas i teckenfönstret under
uppspelning av ett musikval skiljer sig något
från det ovanstående.
Uppspelningstid
µ
1
)
µ
Kontroll av antalet spår på ilagd
MD, dess uppspelningstid,
återstående tid och skivtitel
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
S
28
Page 95
Kontroll av återstående tid i ett
1
2
spår och spårnamnet
Tryck på DISPLAY under pågående
uppspelning.
Med vart tryck ändras visningssättet enligt
nedanstående:
n Spårnumret och tiden som gått i spåret
som spelas upp:
Repetering (REPEAT)
— Repetering
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Repetering möjliggör uppspelning av ett eller
alla spår på en MD.
Knapparna under locket
Spårnumret och återstående tid i spåret
µ
som spelas upp:
µ
Namnet på spåret som spelas upp* :
* No Name visas istället för namnet när ett namn
inte lagrats i minnet.
Tips
• Under pågående uppspelning av ett spår är det
närhelst möjligt att kontrollera spårnamnet genom
att trycka på SCROLL.
Visningskapacitet i teckenfönstret är 12 tecken.
Tryck igen på SCROLL för att rulla fram tecknen
och se hela spårnamnet.
Tryck på SCROLL för att avbryta rullning och igen
för att fortsätta.
• Vi hänvisar till sid. 46 angående namngivning av
MD-skivor och spår.
OBS!
--m--s visas i teckenfönstret när uppspelningstiden
överstiger 100 minuter.
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
2 Tryck gång på gång på REPEAT, så
att REPEAT (repetering av alla spår)
eller REPEAT 1 (repetering av ett
spår*) visas i teckenfönstret på MDspelaren.
Repetering sätts igång.
* Repetering av ett spår kan varken göras
under spårens uppspelning i slumpvis följd
eller under uppspelning av ett musikval.
Hur repetering kopplas ur
Tryck gång på gång på REPEAT, så att
varken REPEAT eller REPEAT 1 visas i
teckenfönstret.
S
29
Page 96
Spårens uppspelning i
slumpvis följd
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
(SHUFFLE)
–– Slumpmässig uppspelning
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Alla spår på isatt MD kan spelas upp i
slumpvis följd.
MD-spelare (tillval)
§
0
)
·P p
=
+
3
Knapparna på ovansidan
+
2 Tryck gång på gång på
PLAY MODE, så att SHUFFLE visas
i teckenfönstret på MD-spelaren.
3 Tryck på ^ (MD ( på
fjärrkontrollen).
J visas först i teckenfönstret, varefter
spåren spelas upp i slumpvis följd.
Hur detta uppspelningssätt
kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE, så att
SHUFFLE slocknar.
Tips
Tryck på MD + på fjärrkontrollen för att hoppa
över spår. Det är inte möjligt att återgå föregående
spår genom att trycka på MD =.
Knapparna under locket
S
30
31
1
2
Page 97
Spårens lagring i ett
musikval (PROGRAM)
–– Musikval och dess uppspelning
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Upp till 25 spår kan lagras i ett musikval för
spårens uppspelning i önskad följd.
·P p
53
6
§
p
p
1
CLEAR
MD-spelare (tillval)
0
)
=
+
Knapparna på ovansidan
5
Knapparna under locket
1
2,3
Direktväljare
3
1 Tryck gång på gång på FUNCTION
så att MD visas i teckenfönstret på
radion med CD-spelare.
2 Tryck gång på gång på
PLAY MODE så att PROGRAM
visas i teckenfönstret på MDspelaren.
3 Följ endera anvisningarna a eller
b:
a Spårval genom att trycka på
direktväljarna på fjärrkontrollen:
tryck på lämpliga direktväljare för att
välja spåren i den ordning de skall
lagras i musikvalet.
Val av spår vilkas nummer överstiger
11: tryck på väljaren >10.
Efter val av varje spår visas de valda
spårens sammanlagda
uppspelningstid inkl. det senast
valda spåret tillsammans med dess
ordningsnummer (STEP).
Efter inmatning av fel spårnummer
Tryck först på CLEAR och sedan på
korrekt direktväljare.
b Val av önskade spår genom att
kontrollera musikvalets
uppspelningstid:
1 Tryck på =0 eller )+ (alt.
? eller / på fjärrkontrollen) så att
önskat spårnummer visas. Den
sammanlagda uppspelningstiden av
de valda spåren inkl. det senast valda
spåret blinkar i teckenfönstret.
2 Tryck på PLAY MODE.
Först visas spårets ordningsnummer
(STEP) under en sekund i
teckenfönstret och sedan musikvalets
uppspelningstid.
4 Följ anvisningarna enligt punkt 3 för
att lagra fler spår i musikvalet.
5 Tryck på ^ (MD ( på
fjärrkontrollen).
Spåren spelas upp i den ordning de
lagrades i musikvalet.
forts.
31
S
Page 98
Spårens lagring i ett musikval
(PROGRAM)
–– Musikval och dess uppspelning
(forts.)
Hur detta uppspelningssätt
kopplas ur
Tryck gång på gång på PLAY MODE så att
PROGRAM slocknar i teckenfönstret.
Ändring av musikvalets innehåll
Att
lagra ett nytt spår
som det sista spåret
i musikvalet:
radera musikvalet
ur minnet:
radera det sista
spåret ur
musikvalet:
Tips
Musikvalet hålls kvar i minnet efter att det spelats
upp. Tryck på ^ (MD ( på fjärrkontrollen) för
att igen spela upp detsamma musikvalet.
OBS!
•Musikvalet raderas när 6 trycks in för att ta ur
MD-skivan.
•--m--s visas i teckenfönstret när musikvalets
uppspelningstid överstiger 100 min.
Gör enligt följande
Följ igen anvisningarna
enligt punkt 3 (med MDspelaren i stoppläge).
Tryck på p med MDspelaren i stoppläge.
Tryck på CLEAR.
Med vart tryck raderas det
sista spåret ur musikvalet.
Före inspelningsstart
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Det är möjligt att digitalt spela in musik på en
inspelningsbar MD (MiniDisc) för digital
uppspelning med en ljudkvalitet på CD-nivå.
Efter inspelning
Kom ihåg att ta ur MD:n efter avslutad
inspelning. Detta beroende på att det
inspelade materialet kodas på MD:n när
skivfacksöppnaren trycks in för att ta ur den.
Angående kodning av spår på en MD
Kodning av spårnummer på en MD gör det
enkelt att hitta önskad musiksekvens och
underlättar också redigeringen.
Inspelningssättet varierar enligt den typ av
källjud som spelas in.
Hur kodningen av spårnummer görs beror
också på källjudets typ.
Vid inspelning av:
•Ljudet från CD-spelare i denna stereo
– Den digitala CD-musiken spelas in i sitt
ursprungsformat (digital inspelning*
– Spårnumren kodas automatiskt på MD:n i den
följd de finns på CD-skivan.
•Ljudet från andra typer av digitala
ljudkällor
(som från anslutet DAT-däck)
– De digitala ljudsignalerna omvandlas först till
analoga signaler och sedan till digitala, varefter de
spelas in *
– Ett spårnummer kodas automatiskt vid läget för
inspelningsstart. När visning av LVL-SYNC (sid.
38) valdes före inspelningsstart, kodas ett
spårnummer varje gång nivån faller under en viss
nivå för att därefter, efter ett par sekunder, igen
återgå till vanlig nivå.
2
(analog inspelning).
1
).
32
S
Page 99
• Ljudet från radio i denna stereo och
0
)
=
+
·P p
§
p
från andra anslutna, analoga
ljudkällor
(som från anslutet kassettdäck)
– Den analoga ljudsignalen omvandlas till digital
och spelas in (analog inspelning).
– Ett spårnummer kodas vid läget för
inspelningsstart. När visning av LEVEL-SYNC
(sid. 38) valdes före inspelningsstart, kodas ett
spårnummer varje gång nivån faller under en viss
nivå för att därefter, efter ett par sekunder, igen
återgå till vanlig nivå.
*1
Vi hänvisar till sid. 61 angående begränsningar
vid digital inspelning.
*2
Omvandling till analoga signaler görs beroende på
att denna stereo varken har en digital ingång eller
utgång.
Inspelning av CDmusik genom att
ange spårens
ordningsföljd
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
Synkroninspelning av CD-musik kan göras
när ett musikval har lagrats i CD-spelarens
minne.
Radio med CD-spelare
1
§
0
)
·P p
=
+
2
MD-spelare (tillval)
Knapparna på ovansidan
2
forts.
33
S
Page 100
Inspelning av CD-musik genom att
ange spårens ordningsföljd (forts.)
Manuell inspelning på
1 Sätt in en CD.
2 Tryck gång på gång på FUNCTION,
så att CD visas i teckenfönstret på
radion med inbyggd CD-spelare.
3 Lagra de önskade spåren från CD:n
i ett musikval.
Följ anvisningarna från punkt 2 till
punkt 4 under rubriken Spårens lagring i
ett musikval (PROGRAM) (sid. 25).
4 Följ anvisningarna från punkt 3 till
punkt 5 under rubriken Inspelning
av CD-musik på MD (sid. 12).
Hur inspelningen avbryts
Tryck på p på MD-spelaren.
MD
(gäller kunder med MD-spelaren
MDS-MX101)
MD-spelaren letar automatiskt fram läget, där
den föregående inspelningen på den ilagda
MD:n slutar. Inspelningen börjar från och
med det läget.
MD-spelare (tillval)
§
0
)
·P p
=
+
p
5314
Knapparna på ovansidan
p
34
5
2
1 Sätt i en inspelningsbar MD.
2 Tryck gång på gång på FUNCTION,
så att namnet på önskad källa (som
t. ex. CD) visas.
Källa
CD-spelare
Radio
Kassettdäck
Extra källa
Efter val av CD visas D-IN i
teckenfönstret på MD-spelaren. MDspelaren kopplas automatiskt om till
S
digital inspelning.
Namn
CD
TUNER
TAPE
VIDEO eller PC
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.