• Vul het model- en serienummer in, dat
staat aangegeven op het achterpaneel
van de projector. Deze informatie heeft u
nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde
accessoires, zoals beschreven onder
“Bijgeleverde accessoires” op blz.
deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de
doos aanwezig zijn voor u de verpakking
recyclet.
11 van
Modelnummer:
Serienummer:
ii
Page 3
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fi tted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating
a 10A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse
marked
of the plug, must be used.
Always refi t the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse
cover fi tted.
In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug
supplied, cut off the mains plug and fi t an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner.
Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 13A socket
outlet, as a serious electric shock may occur.
To fi t an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
WARNING:
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED.
IMPORTANT:
The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with
the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured green-and-yellow must be connected to the terminal in the
•
The wire which is coloured blue must be connected to the terminal which is marked
•
The wire which is coloured brown must be connected to the terminal which is marked
•
or and of the same rating as above, which is also indicated on the pin face
Green-and-yellow : Earth
Blue : Neutral
Brown : Live
plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbol
or green-and-yellow.
with the letter N or coloured black.
with the letter L or coloured red.
or coloured green
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Unie
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Spanish,
Italian, Dutch, Swedish, Portuguese, Chinese, Korean and Arabic. Carefully read through the
operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch,
Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Schwedisch, Portugiesisch, Chinesisch, Koreanisch
und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors
sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français,
espagnol, italien, néerlandais, suédois, portugais, chinois, coréen et arabe. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés,
español, italiano, holandés, sueco, portugués, chino, coreano y árabe. Lea cuidadosamente
las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, spagnolo,
italiano, olandese, svedese, portoghese, cinese, coreano e arabo. Leggere attentamente le
istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Spaans,
Italiaans, Nederlands, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans en Arabisch. Lees de
handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska,
spanska, italienska, holländska, svenska, portugisiska, kinesiska, koreanska och arabiska.
Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês,
Espanhol, Italiano, Holandês, Sueco, Português, Chinês, Coreano e Árabe. Leia
cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
iv
Page 5
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik
neemt.
Inleiding
Inleiding
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN GE-
BRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let
er vooral op dat kinderen niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand
of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige
LET OP
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in
de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen
de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
driehoek maakt de gebruiker attent op
de aanwezigheid van niet-geïsoleerde
“gevaarlijke spanningen” in het
inwendige van het apparaat, die zo
groot kunnen zijn dat zij een ernstige
elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige
driehoek maakt de gebruiker attent
op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die
bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
1
Page 6
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
Dit product gebruikt een lamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat. Het
verwijderen van deze materialen kan aan diverse
onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor
voorschriften zijn
informatie
betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de
plaatselijke autoriteiten, de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org, de
lamp recycling organisatie www.lamprecycle.org of neem contact op met
SHARP via 1-800-BE-SHARP.
ALLEEN VOOR DE V.S.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u
■
mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde
schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur.
De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en
frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten.
Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de
■
lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken.
Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector
■
verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen
zodat een veilige werking gewaarborgd is.
Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas
■
dat in de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze
lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling
aan het ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de
hulp van een arts in te roepen.
Let op
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
•
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van
•
de lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
•
Draai geen andere schroeven los dan die van het lamphuisdeksel en het lamphuis.
•
De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Als u de lamptimer
•
terugstelt en dan dezelfde lamp blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd worden of exploderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op blz.
■
*
U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum
laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
72 tot 74.
2
Page 7
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen
1
■
De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle
modellen op dezelfde wijze aansluiten en bedienen.
•
De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de
uitleg te vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
RETURN toets
Druk op RETURN om terug te keren
•
naar het vorige s cherm wanneer het
menu wordt weergegeven.
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
MENU toets
MENU toets
ENTER toets
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
RETURN toets
Druk op RETURN om terug
•
te keren naar het vor ige
scherm wanne er het menu
wordt weergegeven.
Toetsen die bij
deze bediening
gebruikt worden
Inleiding
Menu-selecties (Afstellingen)
Voorbeeld: Instellen van “Helder”.
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.•
Druk op MENU.
1
Het “Beeld” me nuscherm voor de gekozen
•
ingangsfunctie verschijnt.
Druk op Q of O en selecteer
2
2
“Beeld” o m afstellingen te ma ken.
Voorbeeld: “Be eld” menuscherm
Menu-onderdeel
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Beeldmodus
Contrast0
Helder
Kleur
Tint
Rood
Blauw
Kleurtmp
BrilliantColor™
C.M.S.1
C.M.S.2
Ruisonderdr.
Eco + Stil
Reset
SEL/INS
Ter ug
0
0
0
0Scherpte
0
0
0
1
46
...................
Info
Hier worden veiligheidsmaatregelen gegeven voor het gebruik van de
projector.
Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en
Opmerking
.....
bediening van de projector.
Belangrijke bladzijden
Onderhoud
Problemen oplossen
Standaard
Uit
Uit
Niveau 2
Uit
ENTER
END
Toetsen die in deze
bedieningsstap
gebruikt worden
Index .....................................................87
......................77
5
Page 10
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te
nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig
ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK
KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om
de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende
basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies
in de gebruiksaanwijzing voordat u het
apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval
u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3.
Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product
en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten
nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
begint met schoonmaken. Gebruik geen
vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig
het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen
hulpstukken die niet door de fabrikant van
het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van
water; bijvoorbeeld in de buurt van een
bad, wastafel, aanrecht, wasmachine,
zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek,
karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het
apparaat zou kunnen vallen en een kind of
volwassene ernstig kunnen verwonden, en
tevens kan het apparaat zelf zwaar worden
beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek,
karretje, statief, steunbeugel of tafel die door
de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het
apparaat wordt verkocht. Volg voor
eventuele montagewerkzaamheden altijd de
instructies van de fabrikant op en gebruik
ook uitsluitend montage-accessoires die
door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een
verplaatsbaar rek is gezet,
dient dit voorzichtig te
worden verplaatst. Het rek
kan namelijk omvallen bij
plotseling stoppen, te
hard duwen of rijden over
een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en
openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige
werking en bescherming tegen oververhitting mogen de
ventilatie-openingen nooit worden geblokkeerd of
afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik
vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in
een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden
geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd
of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de
stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het
typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het
plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent
van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor
apparaten die gebruikt worden op batterijen of op
andere stroombronnen wordt verwezen naar de
gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de
volgende soorten stekkers. Als de stekker
niet in het stopcontact past, neemt u contact
op met uw elektricien.
Negeer de veiligheidsvoorziening van de
stekker niet.
a. Tweedraads (net)stekker.
b. Driedraads geaarde (net)stekker met
aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard
stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet
gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het
snoer door een voorwerp wordt platgedrukt.
Let hier vooral goed op in de buurt van de
stekkers, bij het stopcontact en op de plaats
waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of
wanneer u het apparaat langere tijd niet
denkt te gebruiken, de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit
om beschadiging van het apparaat te
voorkomen als gevolg van blikseminslag of
plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
6
Page 11
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren
en stekkerdozen niet overbelast worden,
want dit kan resulteren in brand of een
elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en
vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen
in de behuizing van het apparaat naar
binnen, omdat deze dan onderdelen die
onder hoogspanning staan kunnen raken
of kortsluiting kunnen veroorzaken, met
brand of een elektrische schok tot gevolg.
Let tevens op dat er nooit vloeistof op het
apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te
repareren. Bij het openen of verwijderen
van de afdekplaten stelt u zich bloot
aan een ernstige elektrische schok en
andere gevaren. Laat reparatie over aan
erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie
vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de
stekker uit het stopcontact trekken en het
apparaat door erkend onderhoudspersoneel
laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is
beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terecht is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is
geweest aan regen of water.
d. Als de normale aanwijzingen worden
opgevolgd, maar het apparaat niet juist
functioneert. Gebruik alleen de
bedieningsorganen die in de
gebruiksaanwijzing worden aangegeven.
Bij een onjuiste instelling van andere
bedieningsorganen kan het apparaat
mogelijk beschadigd worden, met tot
gevolg dat reparatiewerkzaamheden
voor een juiste werking van het apparaat
door erkend onderhoudspersoneel
moeilijker en duurder kunnen worden.
e.
Als het apparaat is gevallen of de
behuizing is beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed
functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is
voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten
worden, zorg er dan voor dat het
onderhoudspersoneel uitsluitend
onderdelen gebruikt die door de fabrikant
worden aanbevolen of die dezelfde
eigenschappen hebben als de originele
onderdelen. Het gebruik van andere
onderdelen kan brand, een elektrische
schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat
u zeker weet dat het apparaat juist en veilig
functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de
aanbevelingen van de fabrikant aan een
wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen zoals verwarmingsradiators,
haarden, kachels en andere voorwerpen
(inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Inleiding
DLP® en het DLP-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Texas Instruments, en
•
BrilliantColor™ en DLP
Microsoft
•
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in
®
Link™ zijn handelsmerken van Texas Instruments.
de Verenigde Staten en/of in andere landen.
PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation
•
in de Verenigde Staten.
Adobe® Reader® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
•
Macintosh
•
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde
Staten en/of in andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
•
gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
PJLink is een gedeponeerd handelsmerk of een applicatiehandelsmerk in Japan, de
•
Verenigde Staten, Canada, de E.U., China en/of andere landen/regio's.
Alle andere namen van fi rma's of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde
•
handelsmerken van de respectievelijke ondernemingen.
Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die
•
toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen,
aanpassen, vertalen, verspreiden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
7
Page 12
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer
u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de
■
glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie
veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet
u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde
offi ciële Sharp projectordealer of
servicecentrum voor een
nieuwe lamp.
Zie “Betreffende de lamp” op
blz. 72.
Belangrijke informatie voor het
opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een
■
optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze
projector in een ruimte te installeren die niet vochtig,
stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in
dit soor t ruimten moeten de ventilatieopeningen en
de lens vaker dan normaal worden gereinigd.
Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de
levensduur van de projector niet verkorten mits u de
projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het
inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend
door een offi ciële Sharp projectordealer of
servicecentrum worden gedaan.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm
■
kijken kan resulteren in vermoeidheid van de
ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Zet de projector niet op een plaats die
blootgesteld staat aan direct zonlicht
of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct
■
zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is
blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het
scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor
het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en
dim de verlichting wanneer het scherm in een
erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen
van de projector
Plaats de projector op een horizontale
■
ondergrond binnen het afstelbereik (9
graden) van het stelvoetje.
Wanneer de projector de eerste maal wordt
■
ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de
ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en
duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen
nadat de projector een poosje is gebruikt.
Gebruik van de projector op grote
hoogte, zoals in de bergen (hoogten
van meer dan 1.500 meter (4.900 voet))
Wanneer u de projector op grote hoogte
■
gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de
“Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien
dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van
het optische systeem nadelig beïnvloeden.
Gebruik de projector op hoogtes van 2.300
■
meter (7.500 voet) of minder.
Waarschuwing betreffende het opstellen
van de projector op een hoge plaats
■
Als u de projector op een hoge plaats
opstelt, moet u er goed op letten dat de
projector stevig staat, om te voorkomen
dat de projector letsel veroorzaakt
wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten
en/of hevige trillingen bloot.
■
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze
niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Vermijd plaatsen die blootgesteld
staan aan extreme temperaturen.
■
Het bereik voor de beschijfstemperatuur
van de projector loopt van 41°F tot 95°F
(+5°C tot +35°C).
■
Het bereik voor de opslagtemperatuur van
de projector loopt van –4°F tot 140°F
(–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
■
Houd minimaal 11 13/16" (30 cm) ruimte vrij
tussen de uitlaatopening en de
dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
■
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet
zijn afgedekt.
■
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal
een veiligheidsvoorziening er voor zorgen
dat de projector automatisch in de
ruststand (standby) wordt gezet, om
beschadiging als gevolg van oververhitting
te voorkomen. Dit duidt niet op een storing.
(Zie blz. 70 en 71.) Trek de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact en wacht
tenminste 10 minuten. Zet de projector
vervolgens op een plaats waar de inlaat- en
uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden,
steek de stekker weer in het stopcontact en
schakel de projector in. De projector zal
vervolgens weer normaal werken.
8
Page 13
Belangrijke informatie betreffende het
gebruik van de projector
Als u de projector lange tijd niet gebruikt, of als
■
u de projector verplaatst, ontkoppel dan het
snoer voor netspanning van het stopcontact en
ontkoppel alle andere kabels.
Draag de projector niet aan de lens.
■
Bevestig het lenskapje op de lens van de
■
projector wanneer u de projector opbergt.
Stel de projector niet bloot aan direct
■
zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt
van een hittebron. Dit kan namelijk
resulteren in verkleuring van de behuizing
of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
■
Wanneer u een computer of andere
audiovisuele apparatuur op de projector
aansluit, mag u de aansluitingen pas
maken NADAT u het netsnoer van de
projector uit het stopcontact hebt gehaald
en de apparatuur die wordt aangesloten
hebt uitgeschakeld.
Lees de gebruiksaanwijzing van de projector
■
en van de apparatuur die wordt aangesloten
voor nadere bijzonderheden betreffende de
aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere
landen
De netspanning en de uitvoering van de
■
netstekker kunnen variëren, afhankelijk van
het gebied of het land waar de projector
wordt gebruikt. Als u de projector in het
buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de
juiste netspanning en met het voorgeschreven
netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de temperatuur binen de projector
■
stijgt, door blokkade van de luchtgaten, of
door de lokatie, zal de temperatuurwaarschuwingsindicator gaan knipperen.
Als de temperatuur blijft stijgen, zal
“” gaan branden in de hoek
linksonder vanhet beeld met het knipperen
van de temperatuur-waarschuwingsindicator. Als deze situatie voortduurt, zal
de lamp uitgaan, de ventilator zal gaan
draaien en de projector zal in standby
modus gaan staan. Zie “Onderhoudsindicators” op blz. 70 en 71 voor verdere
informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige
•
temperatuur automatisch. Daarom kan het
geluid van de ventilator veranderen tijdens
het gebruik van de projector. Dit duidt niet
op een storing.
Inleiding
9
Page 14
Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen
Op de bijgeleverde CD-ROM staan PDF-gebruiksaanwijzingen in diverse talen.
Om die gebruiksaanwijzingen te kunnen lezen, moet het Adobe
programma op uw computer (Windows
®
of Macintosh®) zijn geïnstalleerd.
®
Reader®
U kunt het Adobe® Reader® programma downloaden vanaf internet (http://www.adobe.com).
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Win dows®:
1
Steek de CD -ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “Deze computer” pictogram.
3 Dubbelklik op het “CD-ROM” station.
4 Wanneer u de gebruiksaanwijzing wilt
lezen
1) Dubbelklik op de map “MANUALS”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de gebruiksaanwijzingen
van de projector.
Wanneer u de INSTELGIDS wilt lezen
1) Dubbelklik op de map “SETUP”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de INSTELGIDS.
Opmerking
•
Als u het gewenste pdf-bestand niet kunt openen door dubbelklikken met de muis, dient u eerst het
®
Adobe
Reader® programma op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het “File”
(Bestand), “Open” (Openen) menu.
Voor Mac intos h®:
1 Steek de CD-ROM in het CD -ROM-
station.
2 Dubbelklik op het “CD-ROM” station.
3 Wanneer u de gebruiksaanwijzing wilt
lezen
1) Dubbelklik op de map “MANUALS”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de gebruiksaanwijzingen
van de projector.
Wanneer u de INSTELGIDS wilt lezen
1) Dubbelklik op de map “SETUP”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de
map) waarin u de gebruiksaanwijzing
wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor
toegang tot de INSTELGIDS.
INSTELGIDS
Zie de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor verdere informatie.
Toewijzing van de aansluitpinnen ··············································· 2
RS-232C technische gegevens en commando-instellingen ·····4
Bedienen van de projector via het PJLinkTM-protocol ············· 10
Instellen van de netwerkomgeving van de projector ··············· 11
Controleren van de projector via een L AN ······························· 17
De lamptimer van de projector terugstellen via LAN ·············· 22
Oplossen van problemen ·························································· 24
10
Page 15
Accessoires
Bijgeleverde accessoires
Twee R-6 batterijen
(“AA” formaat, UM/SUM-3,
HP-7 of gelijkwaardig)
Afstandsbediening
<RRMCGA960WJSA>
Aansluitklep
<CCOVAE119WEF0>
Netsnoer*
(1)(2)(3)(4)
Inleiding
RGB kabel
(10 n (3,0 m))
<QCNWGA161WJPZ>
Voor de Verenigde
Staten, Canada enz.
(6n (1,8 m))
<QACCDA082WJPZ>
* Welke netsnoeren meegeleverd worden met uw projector hangt af van de regio. Gebruik het netsnoer dat
bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Gebruiksaanwijzingen (dit boekje <TINS-F099WJZZ> en CD-ROM <UDSKAA132WJZZ>)•
Opmerking
Codes tussen “< >” zijn onderdeelnummers voor vervangbare onderdelen.•
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6n (1,8 m))
<QACCVA024WJPZ>
Voor Groot-Brittannië
en Singapore
(6n (1,8 m))
<QACCBA104WJPZ>
Voor Australië, Nieuw-
Zeeland en Oceanië
(6n (1,8 m))
<QACCLA055WJPZ>
Los verkrijgbare accessoires
■ Lampeenheid
■ Roteermodule met plafondbevestiging
■ Plafond-montage adapter
■ Plafondmontagebeugel
■ Plafond-montage unit
■ Plafondgemonteerde verlengbuis
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht. Neem
•
contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
AN-SV10LP
AN-SV100T
AN-60KT
AN-XGCM55 (alleen voor de V.S.)
AN-TK201 <voor AN-60KT>
AN-TK202 <voor AN-60KT>
AN-EP101B <voor AN-XGCM55>
(alleen voor de V.S.)
11
Page 16
Benaming en functie van de onderdelen
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze
gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
12346589 10 11121314
Zijaanzicht
1 STANDBY/ON toets
Voor het in- en uitschakelen (standby) van
de projector.
27
2 LENS toets
Om te schakelen tussen de
menuschermen voor instellingen van de
lens (LENS SHIFT, FOCUS, ZOOM, enz.).
46
46
34
3 RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm
tijdens menubediening.
4 ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of
instellingen die in het menu zijn gemaakt.
5 INPUT toetsen (R/P)
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
6 Insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
7 VOL –/+ toetsen (O/Q)
Voor het instellen van de geluidssterkte van
de luidspreker.
8 MENU toets
Voor het weergeven van de
instelschermen.
46
9 KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de
trapeziumvorm-correctiefunctie.
35
31
712346589 10 11121314
7
192018
17
17
192018
10 AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld
wanneer de projector op een computer is
aangesloten.
11 ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de
koelventilator en het verlengen van de
levensduur van de lamp.
Bovenkant
12 Spanningsindicator
13 Lampindicator
14
Temperatuur-waarschuwingsindicator
70
Voorkant
46
15 Roteer indicator
Gaat branden of knipperen wanneer de
roteermodule met plafondbevestiging
(AN-SV100T)
16 Luidspreker
17 Uitlaatopening
18 Stelvoetje
is aangesloten.
51
69
29
19 Afstandsbedienings-sensor
20 Lenskapje
69
59
41
40
70
19
19
15
15
16
16
70
15
12
Page 17
12345 6 7 89
12345 6 7 89
10
10
11
11
Achterkant (Aansluitingen)
1 LAN-aansluiting
Aansluiting voor het via een netwerk bedienen
van de projector vanaf een computer.
2 USB-aansluiting
Aansluiting voor aansluiting op de USBpoort van de computer om de meegeleverde
afstandsbediening als computermuis te
kunnen gebruiken.
3 S-VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur die is
uitgerust met een S-video-aansluiting.
4 AUDIO 2 ingangsaansluiting
5 AUDIO 1 ingangsaansluiting
26
42
23
24
24
6 COMPUTER/COMPONENT 1
ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en
componentsignalen.
7 AUDIO OUT aansluiting
Audio uitgangsaansluiting van apparaat
aangesloten op audio ingangsaansluiting.
8 MONITOR OUT* aansluiting
(Uitgangsaansluiting voor computer RGB-
en componentsignalen)
Aansluitbus voor een monitor.
COMPUTER/COMPONENT 2*
ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en
componentsignalen.
* U moet de instelling schakelen afhankelijk of u de
aansluiting voor MONITOR OUT of COMPUTER/
COMPONENT 2 ingang gebruikt.
•
Kensington standaard veiligheidsaansluiting
voor gebruik met een Kensington MicroSaver
beveiligingssysteem. Raadpleeg de
documentatie die bij het beveiligingssysteem
wordt geleverd voor instructies betreffende
het beveiligen van de projector.
22, 23
25
23
69
29
69
15
26
Inleiding
13
Page 18
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze
gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
1ON toets
Voor het inschakelen van de stroom.
2 STANDBY toets
Om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
3 MEMORY (1-8) toetsen
Voor het weergeven van elk scherm
“Geheugen laden” van “Geheugenmenu”.
MEMORY MENU toets
Voor het weergeven van het scherm
Geheugenmenu.
4 HDMI, COMPUTER 1/2, S-VIDEO en VIDEO
toetsen
Om te wisselen tussen de verschillende ingangsmodi.
5 KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de trapeziumvorm-
correctiefunctie.
6 AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de
projector op een computer is aangesloten.
7 FREEZE toets
Voor het stilzetten van het beeld.
8 POINTER toets
Om de cursor weer te geven.
9 MOUSE/insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het verplaatsen van de cursor van de
•
computer bij gebruik van de USB-poort (met
behulp van een USB-kabel).
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
•
27
27
34
31
41
41
40
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
59
59
14
42, 46
10 L-CLICK/EFFECT toets
Voor het links klikken bij gebruik van de USB-
•
poort (met behulp van een USB-kabel).
•
Voor het wijzigen van de cursor of het spotlicht
gebied.
11 Botones ZOOM
Para ajustar el tamaño de la imagen proyectada.
12 ROTATE toets
Voor het instellen van de rotatiehoek van de
projector wanneer de roteermodule met
plafondbevestiging (AN-SV100T) is aangesloten.
13 MAGNIF Y toetsen
Voor het vergroten/verkleinen van een deel van
het beeld.
14 PICTURE MODE toets
Voor het kiezen van het juiste beeld.
15 BREAK TIMER toets
Voor het weergeven van de pauzetijd.
16 RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat
(NORMAAL, 16:9 enz.).
17 MENU toets
Voor het weergeven van de instelschermen.
18 AV MUTE toets
Voor het tijdelijk weergeven van een zwart
scherm en het uitschakelen van het geluid.
19 SPOT toets
Om het spotlicht weer te geven.
20 ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of
instellingen die in het menu zijn gemaakt.
21 R-CLICK/RETURN toets
•
Voor het rechts klikken bij gebruik van de USBpoort (met behulp van een USB-kabel).
•
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm
tijdens menubediening.
22 H&V SHIFT toets
De lens horizontaal en verticaal verstellen.
23 FOCUS toetsen
Voor het scherpstellen van het geprojecteerde beeld.
24 PAGE UP/PAGE DOWN toetsen
Hetzelfde als de [Page Up] en [Page Down] toetsen
op het toetsenbord van een computer, bij gebruik
van de USB-poort (met behulp van een USB-kabel).
25 VOL +/– toetsen
Voor het instellen van de geluidssterkte van de
luidspreker.
26 ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de
koelventilator en het verlengen van de
levensduur van de lamp.
27 3D MODE toets
Weergeven van het 3D-modus menuscherm.
36
46
40
46
42, 40
30
41
41
40
35
42, 46
29
30
42
35
40
67
Page 19
Plaatsen van de batterijen
2
3
Druk het lipje op het deksel omlaag en verwijder
1
1
het deksel in de richting van de pijl.
Plaats de batterijen.
2
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de
•
aanduidingen in de batterijhouder.
Steek het bovenste lipje van het deksel in de
3
opening en druk het deksel omlaag totdat het
deksel vastklikt.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Let op
•
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst.
Alleen vervangen door alkaline of magnesium batterijen.
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
•
Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig
•
batterijen van een verschillend type.
Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar.
•
Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken.
Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken.
•
De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een
doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek.
De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal, afhankelijk
•
van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe batterijen.
Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
•
Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
•
Inleiding
Bedieningsbereik
Met de afstandsbediening kan de projector
binnen het aangegeven bereik worden bediend.
Opmerking
•
Andere afstandsbedienings-sensoren
bevinden zich aan de achter- en bovenkant
van de projector. (Zie blz.
•
U kunt het signaal van de afstandsbediening
via het scherm laten weerkaatsen om de
bediening te vereenvoudigen. Het effectieve
bedieningsbereik zal verschillen afhankelijk
van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Laat de afstandsbediening niet vallen en stel deze
•
ook niet aan vocht en hoge temperaturen bloot.
De afstandsbediening kan foutief functioneren
•
als deze onder het licht van een tl-lamp wordt
gebruikt. In dit geval moet u de projector
verder van de tl-lamp vandaan plaatsen.
12 en 13.)
30°
30°
30°
30°
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Afstandsbedienings-sensor
Afstandsbedienings-sensor
33n (10 m)
33n (10 m)
Zender van de
Zender van de
afstandsbediening
afstandsbediening
15
Page 20
Eenvoudig starten
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening beschreven (projector aansluiten op een computer). Zie
het bladzijdenummer dat bij elke bedieningsstap vermeld staat voor verdere informatie.
Installatie en projectie
In dit hoofdstuk wordt de aansluiting van de projector op een computer aan de hand van een
voorbeeld beschreven.
3, 8 STANDBY/ON toets
6, 7 ENTER toets
6 R/P toetsen, 7 INPUT toetsen
6 O/Q toetsen
6 KEYSTONE
toets
1.
Plaats de projector zodanig dat deze naar een wand of scherm is gericht
8 STANDBY toets
3 ON toets
7 HDMI, COMPUTER
1/2, S-VIDEO e n
VIDEO toetsen
4, 6 Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
6 ENTER toets
3 H&V SHIFT toets
5 FOCUS toetsen
5 ZOOM toetsen
Blz. 18
_
2. Sluit de projector op de computer aan en steek de stekker
van het netsnoer in de netstroomaansluiting
Zie blz. 23 en 24 wanneer u andere apparatuur dan een
computer aansluit.
_
3. Schakel de projector in
Druk op STANDBY/ON van de projector of op ON van de afstandsbediening.
_Blz. 27
16
Blz. 22, 25, 26
Page 21
4. Stel de projectiehoek in
De projectiehoek afstellen:
• De lens horizontaal en verticaal instellen.
1 Druk op H&V SHIFT op de afstandsbediening.
2 Druk op P, R, O of Q op de afstandsbediening.
• Stel de projectiehoek in door aan de stelvoetjes
te draaien.
_Blz. 29
5. Stel het beeld scherp en stel de beeldgrootte in
1 Druk op FOCUS +/– op de afstandsbediening om het beeld scherp te stellen.
2 Druk op ZOOM +/– op de afstandsbediening om in of uit te zoomen.
_Blz. 30
6.
De beeldvervorming als gevolg van de projectiehoek aanpassen
1
Druk op KEYSTONE op de projector of op de afstandsbediening.
2
Druk op ENTER op de projector of op de afstandsbediening.
3
Druk op
4
Druk op ENTER om de positie in te stellen.
5
Herhaal dezelfde procedure voor de rechterbovenhoek, rechterbenedenhoek en
P, R, O of Q
linkerbenedenhoek van het beeld.
• Na het instellen van de linkerbenedenhoek is de aanpassing
voltooid en verdwijnt het scherm.
om de positie van de linkerbovenhoek van het beeld te verstellen.
_Blz. 31
7. Kies de ingangsfunctie
Op de projector
Druk op INPUT R/P voor het weergeven van de INGANG-lijst. Gebruik INPUT R/P voor het selecteren
van de ingangsfunctie, en gebruik O /Q voor het selecteren van de aansluiting voor audio-invoer.
INGANG-lijst
INGANGAudio
1 COMPUTER1
2 MONITORUITGANG
H
HDMI
Op de afstandsbediening
Druk op HDMI, COMPUTER 1/2, S-VIDEO of VIDEO
voor het selecteren van de ingangsfunctie.
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
_Blz. 34
Eenvoudig starten
8. Uitschakelen van de projector
Druk op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening en
druk dan nog een keer op die toets terwijl de bevestigingsmelding wordt aangegeven om
de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
Beeldschermdisplay
_Blz. 27
17
Page 22
Instellen van de projector
Instellen van de video
Als u deze projector buiten de V.S. gebruikt, verander dan de instelling in “0 IRE” bij Instellen van
de video. (Zie blz. 53.)
Instellen van de projector
Voor een optimaal beeld moet de projector loodrecht ten opzichte van het scherm worden
geplaatst met de voetjes van de projector vlak en horizontaal. Er hoeft dan geen trapeziumvormcorrectie te worden uitgevoerd en u kunt genieten van het beste beeld. (Zie blz.
Standaard opstelling (projectie van voren)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste beeldgrootte.
■
(Zie blz. 19 en 20.)
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
500" (1270 cm)
400" (1016 cm) 886 cm (349") 498 cm (196") 13,2 m (43' 2") 26,4 m (86' 5") -581 cm (-228
300" (762 cm) 664 cm (261") 374 cm (147") 9,9 m (32' 4") 19,8 m (64' 10") -436 cm (-171 19/32") 62 cm (24 33/64") ±166 cm (±65 3/8")
250" (635 cm) 553 cm (218") 311 cm (123") 8,2 m (27' 0") 16,5 m (54' 0") -363 cm (-143")52 cm (20 27/64") ±138 cm (±54 15/32")
200" (508 cm) 443 cm (174") 249 cm (98")6,6 m (21' 7") 13,2 m (43' 3") -291 cm (-114
150" (381 cm) 332 cm (131") 187 cm (74")4,9 m (16' 2")9,9 m (32' 5") -218 cm (-85
120" (305 cm) 266 cm (105") 149 cm (59")3,9 m (12' 11") 7,9 m (25' 11") -174 cm (-68
100" (254 cm) 221 cm (87") 125 cm (49")3,3 m (10' 9")6,6 m (21' 7") -145 cm (-57 13/64") 21 cm (8 11/64")±55 cm (±21 51/64")
80" (203 cm) 177 cm (70") 100 cm (39")2,6 m (8' 8")5,3 m (17' 3") -116 cm (-45
60" (152 cm) 133 cm (52")75 cm (29")2,0 m (6' 6")4,0 m (13' 0")-87 cm (-34 5/16")12 cm (4 29/32")±33 cm (±13 5/64")
40" (102 cm)89 cm (35")50 cm (20")1,3 m (4' 4")2,6 m (8' 8")-58 cm (-22 7/8")8 cm (3 17/64")±22 cm (±8 23/32")
1107 cm
(436") 623 cm (245") 16,4 m (53' 11") 32,9 m (108' 1") -726 cm (-285 62/63") 104 cm (40 6/7") ±277 cm (±108 20/21")
Wanneer de projector wordt gebruikt met schermformaten die niet in bovenstaande tabellen staan, berekent u de
waarden volgens de formules.
500" (1270 cm)
400" (1016 cm) 862 cm (339") 538 cm (212") 13,0 m (42' 7") 26,0 m (85' 4") -538 cm (-212")0 cm (0")±204 cm (±80
300" (762 cm) 646 cm (254") 404 cm (159") 9,7 m (32' 0") 19,5 m (64' 0") -404 cm (-159")0 cm (0")±153 cm (±60 17/64")
250" (635 cm) 538 cm (212") 337 cm (132") 8,1 m (26' 8") 16,3 m (53' 4") -337 cm (-132 1/2")0 cm (0")±128 cm (±50 7/32")
200" (508 cm) 431 cm (170") 269 cm (106") 6,5 m (21' 4") 13,0 m (42' 8") -269 cm (-106")0 cm (0")±102 cm (±40
150" (381 cm) 323 cm (127") 202 cm (79")4,9 m (16' 0")9,8 m (32' 0") -202 cm (-79 1/2")0 cm (0")±77 cm (±30 9/64")
120" (305 cm) 258 cm (102") 162 cm (64")3,9 m (12' 9")7,8 m (25' 7") -162 cm (-63
100" (254 cm) 215 cm (85") 135 cm (53")3,2 m (10' 8")6,5 m (21' 4") -135 cm (-53")0 cm (0")±51 cm (±20 3/32")
80" (203 cm) 172 cm (68") 108 cm (42")2,6 m (8' 6")5,2 m (17' 1") -108 cm (-42
60" (152 cm) 129 cm (51")81 cm (32")1,9 m (6' 5")3,9 m (12' 10") -81 cm (-31 51/64")0 cm (0")±31 cm (±12 3/64")
40" (102 cm)86 cm (34")54 cm (21")1,3 m (4' 3")2,6 m (8' 6")-54 cm (-21
1077 cm
(424") 673 cm (265") 16,2 m (53' 3") 32,5 m (106' 8") -673 cm (-265")0 cm (0")±255 cm (±100 7/16")
Onderste afstand van het midden van de lens
tot aan de onderkant van het beeld (cm/duim)
Bovenste afstand van het midden van de lens
H2:
tot aan de onderkant van het beeld (cm/duim)
W:
Afstand van het midden van de lens tot aan het
midden van het beeld (cm/duim)
χ
: Diagonale afmeting van het beeld : 40
"
-500
0,03247χ0,03247
0,06504χ0,06504
-1,3462χ-1,3462
χ
0
±0,51026χ±0,51026
"
Afsta nd vanaf h et midde n van de lens
tot de ond erran d van het be eld [H]
Onderste [H1] Bovenste [H2]
16:10 signaal4:3 signaal
[Voet/duim]
χ
/ 0,3048
χ
/ 0,3048
χ
/ 2,54
χ
0
/ 2,54
χ
/ 2,54
[m/cm]
0,03676χ0,03676
0,07363χ0,07363
-1,524
χ
0
±0,57765χ±0,57765
midde n van de len s
midde n van de len s
χ
Afsta nd van het
tot aan he t midde n
van het be eld [W]
23
11
Afsta nd van het
tot aan he t midde n
van het be eld [W]
7
[Voet/duim]
χ
/ 0,3048
χ
/ 0,3048
χ
/ 2,54
-1,524
χ
0
/ 2,54
χ
/ 2,54
/64")
/64")
/64")
Opmerking
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
•
Wanneer de afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld [H] een negatief getal
•
is, dan betekent dit dat de onderkant van het beeld lager is dan het midden van de lens.
20
Page 25
Projectie-instellingen
Er zijn vier projectie-instellingen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Kies de
instelling die het meest geschikt is voor de manier waarop de projector wordt gebruikt. (Het
onderdeel Projectie is in het “SCH” menu. Zie blz. 55.)
Op de tafel, naar voren projecteren
■
[Menu-onderdeel ➞ “Voor”]
Op de tafel, naar achteren projecteren
■
(met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel ➞ “Achte r”]
a
Installatie plafondmontage
De optionele Sharp plafond-montage adapter en unit wordt aanbevolen voor deze installatie.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projector- dealer of ser vicecentrum
voordat u de projector monteert om de plafond-montage adapter en unit te verkrijgen (wordt
los verkocht).
Aan het plafond, naar voren projecteren
■
[Menu-onderdeel ➞ “Plafond + voor”]
■
Aan het plafond, naar achteren projecteren
(met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel ➞ “Plafond + achter”]
Installatie
21
Page 26
De projector aansluiten op andere apparatuur
Voordat u begint met de aansluitingen moet u het netsnoer van de projector uit het stopcontact
halen en de apparatuur die wordt aangesloten uitschakelen. Nadat alle aansluitingen zijn
gemaakt, kunt u de projector en daarna de andere apparatuur inschakelen. Bij het aansluiten
van een computer moet u deze als laatste aansluiten nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
•
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u aansluit voor verdere informatie
betreffende de aansluitingen en de geschikte kabels.
•
Het is mogelijk dat u nog andere kabels e.d. nodig hebt, die hieronder niet staan vermeld.
Aansluitingen op de projector
Apparatuur
Computer
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
RGB-
uitgangsaansluiting
HDMI-
uitgangsaansluiting
Kabel
RGB-kabel (meegeleverde)COMPUTER/
HDMI-kabel (los verkrijgbaar)HDMI
Aansluiting op de
projector
COMPONENT 1, 2
Opmerking
•
Afhankelijk van de specifi caties van de videoapparatuur of de DVIÙHDMI digitalekabel kan het zijn
dat het signaal niet goed wordt overgebracht. (De HDMI-specifi catie ondersteunt niet alle
verbindingen met videoapparatuur met digitale HDMI-uitgangsaansluiting met gebruik van een
DVIÙHDMI digitalekabel.)
•
U kunt de COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting ook als de MONITOR OUT aansluiting gebruiken.
Om deze aansluiting als een invoeraansluiting te gebruiken, stelt u “COMPUTER2 Selecteren” op
“Ingang” voor het aansluiten van de externe apparatuur. (Zie blz.
•
Zie “Compatibiliteitskaart” op blz.
geschikt is. Bij gebruik van andere computersignalen is het mogelijk dat sommige functies van de
projector niet werken.
•
Het is mogelijk dat u voor sommige Macintosh computers een Macintosh adapter nodig hebt. Neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Macintosh handelaar.
•
Afhankelijk van de computer die u gebruikt , kan het gebeuren dat er geen beeld wordt
weergegeven, tenzij de externe uitgangspoort van de computer is ingeschakeld (druk
bijvoorbeeld de “Fn” en “F5” toetsen gelijktijdig in bij gebruik van een SHARP notebookcomputer). Raadpleeg de handleiding van de computer voor het activeren van de externe
uitgangspoort van de computer.
75 voor een lijst met computersignalen waarvoor de projector
56.)
22
Page 27
Apparatuur
r
Videoapparatuur
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
HDMI-
uitgangsaansluiting
Kabel
HDMI-kabel (los verkrijgbaar)HDMI
Aansluiting op de
projector
Fotocamera/videospel
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabelCOMPUTER/
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Videokabel (los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospel/3 RCA
naar 15-pins mini D-sub-kabel
RCA adapterstekke
(los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospel
Kabels voor een camera of videospel
COMPONENT 1, 2
S-VIDEO
VIDEO
COMPUTER/
COMPONENT 1, 2
S-VIDEO
VIDEO
Aansluitingen
Opmerking
Afhankelijk van de specifi caties van de videoapparatuur of de DVIÙHDMI digitalekabel kan het zijn dat
•
het signaal niet goed wordt overgebracht. (De HDMI-specifi catie ondersteunt niet alle verbindingen met
videoapparatuur met digitale HDMI-uitgangsaansluiting met gebruik van een DVIÙHDMI digitalekabel.)
HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitaal AV protocol dat hoog-defi nitie video,
•
multikanaals audio en een tweerichtings besturingssingaal kan leveren, allemaal in een kabel.
Omdat het uitwisselbaar is met het HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection) systeem,
•
degradeert het digitale video signaal niet wanneer het doorgestuurd wordt en kan er genoten worden
van een kwalitatief hoogstaand beeld met een simpele aansluiting.
U kunt de COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting ook als de MONITOR OUT aansluiting gebruiken.
•
Om deze aansluiting als een invoeraansluiting te gebruiken, stelt u “COMPUTER2 Selecteren” op
“Ingang” voor het aansluiten van de externe apparatuur. (Zie blz.
Gebruik een in de handel verkrijgbare kabel die past op de te gebruiken projector-aansluiting
•
wanneer u video-apparatuur met een 21-pins RGB-uitgang (Euro-scart) op de projector aansluit.
De projector ondersteunt geen RGBC-signalen via de Euro-scart.
•
56.)
23
Page 28
De projector aansluiten op andere apparatuur (vervolg)
Apparatuur
Audio apparatuur
Monitor
Vers ter ker
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
ø3,5 mm
audio-
uitgangsaansluiting
RCA-
audio-
uitgangsaansluiting
Audio-
uitgangsaansluiting
RGB-
ingangsaansluiting
ø3,5 mm
audio-
ingangsaansluiting
RCA-
audio-
ingangsaansluiting
Kabel
ø3,5 mm stereo- of mono- audiokabel (in de
handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp
serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
RCA-audiokabel (los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospel
RGB-kabel (meegeleverd of los verkr ijgba ar) MONITOR OUT
ø3,5 mm stereo- of mono- audiokabel
(in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
ø3,5 mm stereo-ministekker naar RCAaudiokabel (los verkrijgbaar)
Aansluiting op de
projector
AUDIO 1
AUDIO 2
AUDIO OUT
Opmerking
•
U kunt de MONITOR OUT aansluiting ook als de COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting gebruiken.
Om deze aansluiting als een uitvoeraansluiting te gebruiken, stelt u “COMPUTER2 Selecteren” op
“Monitoruitvoer” voor het aansluiten van de externe apparatuur. (Zie blz.
Bij gebruik van een ø3,5 mm mono-audiokabel zal het volumeniveau de helft zijn vergeleken met het
•
56.)
gebruik van een ø3,5 mm stereo-audiokabel.
In het menu “Audio” kunt u voor “Audio-ingang” kiezen uit “Audio 1”, “Audio 2” of “HDMI”. (Zie blz.
•
RGB-signalen en componentsignalen kunnen naar de monitor worden uitgevoerd.
•
Deze projector is in staat om de volgende signalen te verwerken wanneer
aangesloten op HDMI apparatuur:
•
Video signaal: Voor details, zie “Digitale ondersteuning” in de lijst “Compatibiliteitskaart” op bladzijde 75.
•
Audio signaal: Lineair PCM audio
•
Sample frequentie: 48kHz/44,1kHz/32kHz
24
51.)
Page 29
Bedienen van de projector via een computer
Wanneer de RS-232C aansluiting van de projector met behulp van een RS-232C seriële
bedieningskabel (cross-type, los verkrijgbaar) op een computer wordt aangesloten, kan de
computer gebruikt worden om de projector te bedienen en de status van de projector te
controleren. Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor details over “RS232C technische gegevens en commando-instellingen”.
Aansluiten op een computer met een RS-232C seriële bedieningskabel
Naar de RS-232C aansluiting
Computer
Naar de RS-232C aansluiting
RS-232C seriële bedieningskabel (cross-type, los verkrijgbaar)
Aansluitingen
Opmerking
•
De RS-232C functie werkt niet als uw computer-aansluiting niet juist is ingesteld. Zie de handleiding
van de computer voor verdere informatie.
Zie blz. 2 tot 9 van de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor “Toewijzing van de
•
aansluitpinnen” en “RS-232C technische gegevens en commando-instellingen”.
Info
Sluit de RS-232C kabel niet op een andere poort dan de RS-232C poort van de computer aan. Dit
•
om beschadiging van de computer of projector te voorkomen.
De RS-232C seriële bedieningskabel mag niet op de computer worden aangesloten of ervan worden
•
losgemaakt wanneer de computer ingeschakeld is. Dit om beschadiging van de computer te voorkomen.
25
Page 30
Bedienen van de projector via een computer (vervolg)
Bij aansluiting op LAN-aansluiting met behulp van een netwerkkabel
LINK LED (groen)
Licht op als er een verbinding is.
TX/RX LED (geel)
Licht op wanneer gegevens worden verzonden/ontvangen.
* Sluit om veiligheidsredenen geen kabels zoals een
telefoonlijn op de LAN-aansluiting aan; dit kan
overmatige spanning tot gevolg hebben.
HUB
of
Computer
Naar LAN-aansluiting
Netwerkkabel (Categorietype 5,
in de handel verkrijgbaar)
Opmerking
•
Gebruik bij aansluiting op een hub een rechte kabel van Categorietype 5 (CAT.5) (in de handel
verkrijgbaar).
Gebruik bij aansluiting op een computer een gekruiste kabel van Categorietype 5 (CAT.5) (in de
•
handel verkrijgbaar).
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het bijgeleverde netsnoer op de
netstroomaansluiting aan de achterkant
van de projector aan. Sluit het netsnoer
vervolgens op een stopcontact aan.
26
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
Netsnoer (meegeleverde)
Netsnoer (meegeleverde)
Naar een stopcontact
Naar een stopcontact
Page 31
In/uitschakelen van de projector
Info
De projector inschakelen
Voordat u de onderstaande aanwijzingen
uitvoert, moet u eerst alle externe
apparatuur aansluiten en de stekker in het
stopcontact steken.
Druk op STANDBY/ON van de
projector of op ON van de
afstandsbediening.
De spanningsindicator licht groen op.
•
Na het oplichten van de lampindicator is de
•
projector klaar voor bediening.
Opmerking
Betreffende de lampindicator
•
De lampindicator geeft de status van de lamp aan.
Groen: De lamp is aan.
Knippert groen: De lamp is aan het opwarmen.
Rood: De lamp wordt op een abnormale
wijze uitgeschakeld of de lamp
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, kan het
•
beeld enigszins fl ikkeren gedurende de eerste
minuut dat de lamp is ingeschakeld. Dit is normaal
en wordt veroorzaakt door de regelcircuits van de
lamp die de uitgangskarakteristieken van de lamp
stabiliseren. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Als de projector in de ruststand (standby) wordt
•
gezet en dan meteen weer wordt ingeschakeld,
kan het even duren voordat de lamp gereed is
om te beginnen met projecteren.
Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld,
•
verschijnt een invoervakje voor de toegangscode.
Om de toegangscode-instelling te annuleren, voert
u de toegangscode in die u reeds hebt ingesteld.
Zie blz.
moet vervangen wor den.
57
voor nadere bijzonderheden.
(Zie blz. 22 tot 26.)
Wanneer “Automatisch herstarten” op “Aan” staat:
•
Als het netsnoer niet in het stopcontact zit of de
schakelaar staat uit wanneer de projector aan
staat, dan gaat de projector automatisch aan
wanneer u het netsnoer in het stopcontact steekt
of wanneer de schakelaar aanstaat. (Zie blz.
Bij het verlaten van de fabriek is de taal op
•
Engels ingesteld. Als u een andere taal voor
het beeldschermdisplay wilt instellen, moet u
de taal wijzigen zoals beschreven op blz.
STANDBY/ON toets
Spanningsindicator
Lampindicator
56.)
55.
STANDBY
toets
ON toets
Basisbediening
De projector uitschakelen (de
projector in de ruststand zetten)
Druk op STANDBY/ON van de
projector of op STANDBY van de
afstandsbediening en druk dan nog
een keer op die toets ter wijl de
bevestigingsmelding wordt
aangegeven om de projector in de
ruststand (standby) te schakelen.
De projector kan niet aangezet worden tijdens het
•
koelen.
Beeldschermdisplay (bevestigingsmelding)
Info
Direct Uit functie:
•
U kunt de stekker uit het stopcontact halen
ook als de koelventilator nog draait.
27
Page 32
Beeldprojectie
De lens verstellen
In aanvulling op de zoomfunctie en het instellen van de projectiehoek met de stelvoetjes,
kunt u de projectiepositie aanpassen met de functie LENS SHIFT.
Deze functie is bijvoorbeeld nuttig als u het scherm niet kunt verplaatsen.
Bij omhoog of omlaag bewegen Bij naar links of naar rechts bewegen
Instelbereik
Instelbereik
Instelbereik
Het instelbereik wordt hieronder getoond.
•
Horizontaal bereik: ±25% (XG-SV200X)/±23% (XG-SV100W)
Verticaal bereik: ±50%
Zelfs binnen het hierboven getoonde bereik kent het instelbereik beperkingen.
Het beeld kan worden ingesteld zoals op de afbeelding getoond wordt.
•
Houd rekening met een foutmarge in de waarde.
•
Instelbereik
XG-SV200X
Plaats van het beeld wanneer het beeld
gecentreerd is, zowel horizontaal als verticaal,
in lens shift.
0,5V
1V
0,5V
1H0,25H0,25H
V: Hoogte van het beeld
H: Breedte van het beeld
28
XG-SV100W
Plaats van het beeld wanneer het beeld
gecentreerd is, zowel horizontaal als verticaal,
in lens shift.
0,5V
1V
0,5V
1H0,23H0,23H
V: Hoogte van het beeld
H: Breedte van het beeld
Page 33
Druk op H&V SHIFT op de
1
afstandsbediening.
Druk op ENTER op de projector of op de
•
afstandsbediening om het testbeeld weer te
geven. Voor nauwkeurigere afstelling is het
nuttig het testbeeld te controleren.
RBeeldschermdisplay
END
LENS SHIFT
TESTBEELDLENS MIDDEN
Druk op P, R, O of Q op de
2
projector of de afstandsbediening
LENS SHIFT
om de beeldpositie af te stellen.
Opmerking
Wanneer RETURN (ongedaan maken) ingedrukt
•
wordt, het scherm om lens shift te resetten wordt
weergegeven. Lens shift kan gereset worden naar
de standaard fabrieksinstelling met dit scherm.
Gebruik van de stelvoetjes
Als u de positie van het geprojecteerde beeld met de
•
functie ‘lens shift’ niet kunt instellen, kunt u met
behulp van de stelvoetjes de projectiehoek instellen.
U kunt de hoogte van de projector instellen met de
•
stelvoetjes als het scherm zich op grotere hoogte dan
de projector bevindt, het scherm gekanteld is of als
de installatielocatie niet helemaal waterpas is.
•
Installeer de projector zo recht mogelijk voor het scherm.
Draai de voetjes om de geprojec-
1
1
teerde hoek aan te passen.
•
De projector is ten opzichte van de standaard
positie ongeveer 9 graden verstelbaar aan de
voorkant en ongeveer ±2 graden aan de achterkant.
ENTER toets
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
RETURN toets
H&V SHIFT toets
Basisbediening
Stelvoetjes
Waarschuwing!
•
Pak de lens en het lenskapje niet vast
wanneer de projector hoek aangepast wordt.
•
Wees voorzichtig en let er op dat uw vinger
niet bekneld raakt in de ruimte tussen het
aanpassingsvoetje en de projector wanneer
de projector hoek verlaagd wordt.
Omlaag
Omhoog
Omhoog
Omlaag
29
Page 34
Beeldprojectie (vervolg)
Scherpstellen van het beeld
Druk op FOCUS +/– op de
afstandsbediening om het beeld
scherp te stellen.
RBeeldschermdisplay
FOCUS
TESTBEELD
Info
•
Het wordt aanbevolen om de focus aan te
passen nadat de projector voor ten minste 30
minuten opgewarmd is.
Afstellen van de
geprojecteerde beeldgrootte
Druk op ZOOM +/– op de
afstandsbediening om het geprojecteerde beeldformaat aan te
passen.
RBeeldschermdisplay
ZOOM
TESTBEELD
Opmerking
•
Nadat u FOCUS of ZOOM op de
afstandsbediening hebt ingedrukt, kunt u het
testbeeld weergeven door op ENTER te
drukken. Het testbeeld is nuttig voor een
nauwkeurigere afstelling.
•
Voor nauwkeurige afstelling kunt u H&V SHIFT, FOCUS of ZOOM ca. 1 seconde
indrukken om het geprojecteerde beeld in de
gewenste richting te bewegen. Houd de
toetsen inged-rukt om het geprojecteerde
beeld over een grote afstand te bewegen.
ZOOM toetsen
FOCUS toetsen
30
Page 35
Correctie van perspectivische vervorming
Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de onderkant onder een hoek op het scherm wordt
geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige (perspectivische) vertekening van het beeld op.
De functie voor de correctie van perspectivische vervorming verhelpt dit probleem.
Er zijn twee types trapeziumcorrectie.
1) “GEOMETRISCHE INSTELLING” voor het corrigeren van een beeld door de
hoek van het geprojecteerde beeld aan te geven
2) “H&V TRAPEZIUM” voor het corrigeren van een beeld door de horizontale en
verticale assen aan te geven
Het type correctie kiezen
Kies het type trapeziumcorrectie.
Druk op KEYSTONE op de projector
of op de afstandsbediening.
“GEOMETRISCHE INSTELLING” verschijnt.
•
Telkens als er op KEYSTONE wordt gedrukt,
•
verandert het display als volgt:
GEOMETRISCHE
INSTELLING
Het display wordt blanco.
GEOMETRISCHE
INSTELLING
H&V TRAPEZIUMVoor het corrigeren van
H&V TRAPEZIUM
Voor het corrigeren van
een beeld door de hoek
van het geprojecteerde
beeld aan te geven.
een beeld door de
horizontale of verticale
as aan te geven.
RETURN toets
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
KEYSTONE toets
ENTER toets
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
RETURN toets
KEYSTONE toets
Basisbediening
31
Page 36
3
Beeldprojectie (vervolg)
GEOMETRISCHE INSTELLING
Druk een aantal malen op
1
KEYSTONE op de projector of
op de afstandsbediening totdat
“GEOMETRISCHE INSTELLING”
verschijnt.
Druk op P, R, O of Q o m de positie
2
van de linkerbovenhoek van het
beeld te verstellen.
Druk op ENTER om de positie in
3
te stellen.
Herhaal dezelfde procedure voor
4
de rechterbovenhoek,
rechterbenedenhoek en
linkerbenedenhoek van het
beeld.
•
Druk nu op RETURN op de projector of
op de afstandsbediening om terug te
keren naar het vorige scherm.
•
Na het instellen van de
linkerbenedenhoek is de aanpassing
voltooid en verdwijnt het scherm.
RBeeldschermdisplay
RBeeldschermdisplay
GEOMETRISCHE INSTELLING
GEOMETRISCHE INSTELLING
H&V TRAPEZIUM
H&V TRAPEZIUM
VOLGENDERESET
VOLGENDERESET
Geometrische instelling
LinksbovenRechtsbovenRechtsonder
INSTEL
INSTEL
Linksonder
32
Page 37
H&V TRAPEZIUM
3
4
Druk een aantal malen op
1
KEYSTONE op de projector of
op de afstandsbediening totdat
“H&V TRAPEZIUM” verschijnt.
RBeeldschermdisplay
RBeeldschermdisplay
H&V TRAPEZIUM H:0 V:0
H&V TRAPEZIUM H:0 V:0
END
END
STOP TESTBEELDRESET
STOP TESTBEELDRESET
INSTEL
INSTEL
Druk op P of R om de linker- en
2
2
de rechterkant van het
geprojecteerde beeld ten
opzichte van elkaar parallel te
zetten.
Druk op O of Q om de boven- en
3
de onderkant van het
geprojecteerde beeld ten
opzichte van elkaar parallel te
zetten.
Druk op KEYSTONE om de
4
positie in te stellen.
Verticale trapeziumcorrectie
(Instellen met ' / ")
Horizontale trapeziumcorrectie
(Instellen met
\ / |)
Basisbediening
33
Page 38
Beeldprojectie (vervolg)
De ingangsfunctie
omschakelen
Selecteer voor het aangesloten apparaat
de gewenste ingangsfunctie.
Druk op HDMI, COMPUTER 1/2,
S-VIDEO of VIDEO op de
afstandsbediening om de
ingangsfunctie te selecteren.
Wanneer u de ingangsfunctie selecteer
■
met INPUT R/P op de projector:
Wanneer R/P wordt ingedrukt, verschijnt
•
de INGANG-lijst. Volg onderstaande
procedure om de ingangsfunctie te
wijzigen terwilj de ING ANG-lijst
weergegeven wordt.
INGANG-lijst
INGANGAudio
1 COMPUTER1
HDMI, COMPUTER 1/2,
S-VIDEO en VIDEO
toetsen
•
2 MONITORUITGANG
H
HDMI
S
S-VIDEO
V
VIDEO
– Druk op R/P om de ingangsfunctie te
wisselen en druk dan ENTER.
De projector schakelt naar de gekozen
•
ingangsfunctie in een paar seconden als u
niet op ENTER drukt.
Opmerking
Als er geen signaal wordt ontvangen, verschijnt
de melding “GEEN SIGNAAL”. Als er een nietondersteund sig naal wordt ontvangen, ver schijnt
de melding “OUGELDIG”.
34
Page 39
Instellen van het volume
Druk op VOL +/– van de
afstandsbediening of van de projector
om het volume in te stellen.
Opmerking
Druk op VOL– om het volume te verlagen.
•
Druk op VOL+ om het volume te verhogen.
•
Als de projector op externe apparatuur is
•
aangesloten, zal het volume van de externe
apparatuur veranderen overeenkomstig het
volumeniveau van de projector. Zet het
volume van de projector op het laagste niveau
wanneer u de projector in/uitschakelt of een
ander ingangssignaal kiest.
Als u geen geluid via de luidspreker van de
•
projector wilt weergeven wanneer de projector
op externe apparatuur is aangesloten, moet u
het onderdeel “Luidspreker” in het “Audio”
menu op “Uit” zetten. (Zie blz.
51.)
Weergeven van een zwart
scherm en tijdelijk
uitschakelen van het geluid
AV MUTE toets
VOL +/– toetsen
BeeldschermdisplayBeeldschermdisplay
Basisbediening
Druk op AV MUTE van de
afstandsbediening om tijdelijk een
zwart scherm weer te geven en het
geluid uit te zetten.
Opmerking
Wanneer u nog een keer op AV MUTE drukt,
•
zal het geprojecteerde beeld weer verschijnen.
Beeldschermdisplay
Beeldschermdisplay
35
Page 40
Beeldprojectie (vervolg)
Grootte Aanpassen functie
Gebruik deze voorziening om de weergavefunctie aan te passen of te wijzigen om het ontvangen
beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u het gewenste beeld kiezen.
Druk op RESIZE.
Zie blz. 54 voor het maken van de instellingen op het menuscherm.
•
[Voor XG-SV200X]
COMPUTER
StandaardresolutieNORMAALVOLLEDIGDOT BY DOTKADER16:9
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
Andere
beeldverhoudingen
Inga ngss igna alVoor ee n 4:3 schermVoo r een 16: 9 sche rm
ComputerBeeldtypeNORMAALVOLLEDIGDOT BY DOTKADER16:9
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd
: Deel waarop het beeld niet in de oorspronkelijke signalen zit
*1 Zelfde als NORMA AL modus.
4:3 beeldverhouding
Compressie
Letterbox
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
(4:3 beeldverhouding
in 16:9 scherm)
—
*1
Betreffende auteursrechten
Bij gebruik van de GROOTTE AANPASSEN functie voor het kiezen van een beeldgrootte met
•
een andere beeldverhouding dan het TV-programma of het videobeeld, zal het beeld er anders
uitzien dan in de oorspronkelijke verschijning. Houd hiermee rekening wanneer u een beeldgrootte
kiest.
Het gebruik van de Grootte Aanpassen of Corrigeren van de trapeziumvervorming functie
•
voor het comprimeren of uitrekken van beelden voor commerciële doeleinden/weergave op
openbare plaatsen, zoals in een café, hotel enz., kan inbreuk betekenen op de auteursrechten
van de auteursrechthouders en in strijd zijn met de wet. Houd hiermee terdege rekening.
Basisbediening
39
Page 44
Gebruik van de afstandsbediening
AUTO SYNC toets
FREEZE toets
POINTER toets
SPOT toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
EFFECT toets
MAGNIFY toetsen
PICTURE MODE toets
ECO+QUIET toets
BREAK TIMER toets
De cursor weergeven
Druk op POINTER en druk op P/
1
R/O/Q op de afstandsbediening
om de cursor te verplaatsen.
Druk op EFFECT om het cursor icoontje
•
te wijzigen (5 typen).
Vinger1 Vinger2Hart
Ster
Druk nogmaals op POINTER.
2
2
De cursor zal verdwijnen.
•
Onderstreept
Weergeven en instellen van
de pauzetimer
Druk op BREAK TIMER.
1
De timer begint af te tellen vanaf 5
•
minuten.
Beeldschermdisplay
Druk op P/R/O/Q om de lengte
2
van de pauzetijd in te stellen.
Verlengen met P of Q
•
5 minuten ➞ 6 minuten ➞ 60 minuten
Verkorten met O of R
•
4 minuten ➞ 3 minuten ➞ 1 minuut
De pauzetijd kan in eenheden van 1 minuut
•
worden ingesteld (tot maximaal 60 minuten).
Uitschakelen van de weergave van de pauzetijd
Druk op BREAK TIMER.
Opmerking
•
De pauzetimer is niet beschikbaar wanneer de
projector de volgende functies aan het
uitvoeren is.
- Automat.sync.
- Vastleggen
- AV Demping
De Spot functie gebruiken
Druk op SPOT en druk op P/R/O/
1
Q op de afstandsbediening om het
gebied waarop u de aandacht wilt
vestigen te verplaatsen.
•
Druk op EFFECT om de grootte van het
spotlicht gebied te wijzigen (3 typen).
1/91/251/8
Druk nogmaals op SPOT.
2
2
•
Het aandachtsgebied zal verdwijnen.
In- en uitschakelen van de
Eco+Stil modus
Druk op ECO+QUIET om de Eco+Stil
modus beurtelings in en uit te schakelen.
•
Wanneer Eco+Stil is ingesteld op “AAN”, dan
menen het geluid van de koelventilator en het
stroomverbruik af en wordt de levensduur van de
lamp verlengt.
Opmerking
Zie de “Eco+Stil” op blz. 50 voor details.
•
40
Page 45
Automat. sync.
(Automatische synchronisatie)
Weergeven van een vergroot
deel van een beeld
De automatische synchronisatiefunctie werkt
alleen wanneer een ingangssignaal gedetecteerd
wordt nadat de projector is ingeschakeld.
Druk op AUTO SYNC voor handmatige
afstelling met de automatische
synchronisatiefunctie.
Opmerking
•
Wanneer met automatische synchronisatie
geen optimaal beeld wordt verkregen, moet u
de instellingen handmatig maken. (Zie blz.
52.)
Een bewegend beeld stilzetten
Druk op FREEZE.
1
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
•
Druk nog een keer op FREEZE om
2
2
weer een bewegend beeld van het
aangesloten apparaat te tonen.
Kiezen van de beeldmodus
U kunt een geschikte beeldmodus kiezen voor het
geprojecteerde beeld, zoals een speelfi lm of videospel.
Druk op PICTURE MODE.
Bij indrukken van PICTURE MODE verandert de
•
beeldmodus als volgt:
STANDAARD
Zie blz. 48 voor verdere informatie betreffende
•
de beeldmodus.
* “sRGB” wordt alleen getoond wanneer een RGB-
signaal wordt ontvangen.
PRESENTATIE
Opmerking
CINEMA
SPEL
sRGB
*
Grafi eken, tabellen en andere delen van
geprojecteerde beelden kunnen worden
uitvergroot. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer
u een gedetailleerde uitleg geeft.
Druk op MAGNIFY op de
1
afstandsbediening.
Vergroot het beeld.
•
Door te drukken op
•
vergroot of verkleint u het geprojecteerde
beeld.
Opmerking
Druk op.
×1 ×2 ×3 ×4 ×9
Druk op.
U kunt de plaats van het vergrote beeld
•
wijzigen met P, R, O of Q.
Druk op RETURN op de
2
afstandsbediening om de
of MAGNIFY
bediening te annuleren.
De vergrotingsfactor wordt opnieuw ×1.
•
Opmerking
De te selecteren vergrotingen verschillen
•
afhankelijk van het ingangssignaal.
Deze functie is niet beschikbaar voor
•
de 3D-modus.
In de volgende gevallen zal het beeld
•
naar de normale grootte terugkeren (×1).
-
wanneer de ingangsstand wordt veranderd.
- wanneer u op RETURN drukt.
- wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
- wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie)
van het ingangssignaal wijzigt.
- wanneer de Grootte aanpassen functie
is gewijzigd.
- wanneer u de “DLP
tussen “Aan” en “Uit”.
®
LinkTM” schakelt
voorzieningen
Handige
41
Page 46
Gebruik van de afstandsbediening (vervolg)
Gebruik van de afstandsbediening als draadloze muis
Wanneer de projector met behulp van een USB-kabel op een computer wordt
aangesloten, dan kunt u de afstandsbediening gebruiken als muis.
Aansluiting met een USB-kabel
Computer
Naar USB-aansluiting
USB-kabel
(in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als
Sharp serviceonderdeel QCNWGA014WJPZ)
Na aansluiting kan de muisaanwijzer als volgt worden bestuurd.
Voor het verplaatsen van de cursor
■
Druk op de MOUSE/insteltoetsen (P/R/O/Q).
■
Voor de linkermuisknop
Druk op L-CLICK.
Voor de rechtermuisknop
■
Druk op R-CLICK.
■
Wanneer de computer slechts één muisknop
ondersteunt (zoals een Macintosh)
Druk op L-CLICK of R-CLICK.
L-CLICK en R-CLICK hebben een
gemeenschappelijke functie.
Bij gebruik van de [Page Up] of [Page
■
Down] toetsen
Hetzelfde als de [Page Up] en [Page Down]
toetsen van het toetsenbord van de computer.
Druk op PAGE U P of PAG E DOWN.
Naar USB-aansluiting
MOUSE/insteltoetsen
MOUSE/insteltoetsen
(P/R/O/Q)
(P/R/O/Q)
R-CLICK toets
R-CLICK toets
L-CLICK toets
L-CLICK toets
PAGE UP/
PAGE UP/
PAGE DOWN toetsen
PAGE DOWN toetsen
Opmerking
Deze functie werkt alleen met besturingsprogramma’s van Microsoft® Windows® OS en Mac OS® die
•
USB ondersteunen.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer het menuscherm wordt weergegeven.
•
Controleer of de computer de USB-aansluiting herkent.
•
42
Page 47
Menu-onderdelen
Hieronder ziet u de menu-onderdelen die op de projector kunnen worden ingesteld.
“Beeld” menu
HoofdmenuSubmenu
Beeld
Bladzijde 48
Beeldmodus
Bladzijde 48
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Bladzijde 48
Kleurtmp
Bladzijde 49
BrilliantColor™
Bladzijde 48
C.M.S.1Kleur inst.
Bladzijde 49
C.M.S.2Kleur inst.
Bladzijde 49
Ruisonderdr.Uit
Bladzijde 50
[Aan/Uit]
Eco + Stil
Bladzijde 50
Reset
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+2-2
20
Standaard
Presentatie
Cinema
Spel
sRGB
Kleurschakering
Verzadiging
Waarde
Effect
C.M.S.1 [Aan/Uit]
Reset
Ter u g
Kleurschakering
Verzadiging
Waarde
Effect
C.M.S.2 [Aan/Uit]
Reset
Ter u g
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
“Audio” menu
HoofdmenuSubmenu
Audio
Bladzijde 51
[Aan/Uit]
Luidspreker
Bladzijde 51
Audio-ingangAudio 1
Bladzijde 51
Audio uitgangVast
Bladzijde 51
Hoge toon
Audio 2
HDMI
Variabel
+30-30
Bladzijde 51
Lage toon
+30-30
Bladzijde 51
voorzieningen
Handige
43
Page 48
Menu-onderdelen (vervolg)
“Signaalinstelling (SIG)” menu
Hoofdmenu
SIG
Bladzijde 52
Klok
Fase
H-Pos
V-Po s
Reset
Bladzijde 52
Resolutie
Bladzijde 52
Automat.sync. [Aan/Uit]
Bladzijde 52
Signaaltype
Bladzijde 52
VideosysteemAuto
Bladzijde 53
Video-ops.
Bladzijde 53
Dynamisch bereikAuto
Bladzijde 53
Signaal info
Bladzijde 53
+150-150
+30-30
+150-150
+60-60
Auto
RGB
YPbPr
PAL
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
PAL-60
0 IRE
7.5 IRE
Standaard
Verbeterd
Submenu
“Scherm-instelling (SCH)” menu
HoofdmenuSubmenu
SCH
Bladzijde 54Bladzijde 54
Grootte Aanpassen
WandkleurUit
Bladzijde 54
Overscan [Aan/Uit]
Bladzijde 54
OSD Display [Aan/Uit]
Bladzijde 54
Closed caption
Bladzijde 55
Achtergrond
Bladzijde 55
Projectie
Bladzijde 55
Taal(Language)
Bladzijde 55
Normaal
Volledig
Dot By Dot
Gebied zoomen
V-oprekken
Kader
16:9
zwartbord
witbord
Uit
CC1
CC2
Logo
Blauw
Geen
Voor
Plafond+voor
Achter
Plafond+achter
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
polski
Magyar
Türkçe
Tiếng Việt
44
Page 49
“Projector-instelling (PRJ)” menu
HoofdmenuSubmenu
PRJ
Bladzijde 56Bladzijde 56
Auto Power Off [Aan/Uit]
Automatisch herstarten
[Aan/Uit]
Bladzijde 56
COMPUTER2 SelecterenIngang
Bladzijde 56
STANDBY-modusStandaard
Bladzijde 56
RS-232C
Bladzijde 56
VentilatormodusNormaal
Bladzijde 57
Syst.vergrend. [Aan/Uit]
Monitoruitvoer
Eco
9600bps
38400bps
115200bps
Hoog
Bladzijde 57
®
DLP
Link™ [Aan/Uit]
Bladzijde 58
®
Link™ Omkeren
DLP
Bladzijde 58
Geheugenmenu
Bladzijde 59
Roteer Indicator [Aan/Uit]
Bladzijde 59
Alles terugstellen
Bladzijde 60
Lamptimer (duur)
Bladzijde 60
Geheugen laden
Bladzijde 59
Geheugen opslaan
Bladzijde 59
Naam geheugen
Bladzijde 59
Geheugen wissen
Bladzijde 59
Dempen [Aan/Uit]
Geheugen 1
Geheugen 2
Geheugen 3
Geheugen 4
Geheugen 5
Geheugen 6
Geheugen 7
Geheugen 8
Bladzijde 59
Geheug. blok. [Aan/Uit]
Bladzijde 59
Terug
“Netwerk (Netw)” menu
Hoofdmenu
Netw
Bladzijde 61Bladzijde 61
Wachtwoord [Aan/Uit]
DHCP Client [Aan/Uit]
Bladzijde 62
TCP/IP
Bladzijde 62
Netwerkinstelling terugzetten
Bladzijde 62
Netwerk herstarten
Bladzijde 62
IP adres
Bladzijde 63
MAC-adres
Bladzijde 63
Projector
Bladzijde 63
Submenu
IP adres
Subnet Mask
Gateway
voorzieningen
Handige
45
Page 50
Gebruik van het menuscherm
RETURN toets
Druk op RETURN om terug te keren
•
naar het vorige scherm wanneer het
menu wordt weergegeven.
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
MENU toets
Menu-selecties (Afstellingen)
Voorbeeld: Instellen van “Helder”.
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.•
Druk op MENU.
1
Het “Beeld” menuscherm voor de gekozen
•
ingangsfunctie verschijnt.
Druk op Q of O en selecteer
2
2
“Beeld” om afstellingen te maken.
Voorbeeld: “Beeld” menuscherm
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Beeldmodus
Contrast0
Helder
Kleur
Tint
Rood
Blauw
Kleurtmp
BrilliantColor™
C.M.S.1
C.M.S.2
Ruisonderdr.
Eco + Stil
Reset
SEL/INS
Terug
MENU toets
ENTER toets
Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
RETURN toets
Druk op RETURN om terug
•
te keren naar het vorige
scherm wanneer het menu
wordt weergegeven.
Menu-onderdeel
0
0
0
0Scherpte
0
0
0
1
Standaard
Uit
Uit
Niveau 2
Uit
ENTER
END
46
Page 51
3
5
Druk op P of R en selecteer “Helder”
3
om afstellingen te maken.
Het geselecteerde onderdeel wordt met
•
omgekeerd contrast aangegeven.
Instellen van het geprojecteerde beeld terwijl
u ernaar kijkt
Druk op ENTER.
•
Het gekozen onderdeel (bijv. “Helder”)
wordt afzonderlijk onderaan op het
scherm aangegeven.
Als u op P of R drukt, zal het volgende
•
onderdeel (“Kleur” na “Helder”) aangegeven
worden.
Opmerking
Druk nog een keer op ENTER om naar
•
het vorige scherm terug te keren.
Druk op O of Q om het
4
geselecteerde onderdeel af te
stellen.
•
De afstelling wordt opgeslagen.
Druk op MENU.
5
Het menuscherm verdwijnt.
•
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Beeldmodus
Contrast0
Helder
Kleur
Tint
Rood
Blauw
Kleurtmp
BrilliantColor™
C.M.S.1
C.M.S.2
Ruisonderdr.
Eco + Stil
Reset
SEL/INS
Terug
0
0
0
0Scherpte
0
0
0
1
Standaard
Uit
Uit
Niveau 2
Uit
ENTER
END
Onderdelen voor afstelling
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
0
0
0
0
Druk op ENTER.
Het onderdeel wordt afzonderlijk aangegeven
Beeld
15
0Helder
0
0
0Scherpte
0
0
0
1
ENTER
END
Standaard
Uit
Uit
Niveau 2
Uit
ENTER
END
SEL/INS
Ter u g
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Beeldmodus
Contrast0
Helder
Kleur
Tint
Rood
Blauw
Kleurtmp
BrilliantColor™
C.M.S.1
C.M.S.2
Ruisonderdr.
Eco + Stil
Reset
SEL/INS
Ter u g
voorzieningen
Handige
Opmerking
De MENU-toets is niet beschikbaar als de projector bezig is met:
•
- Automat.sync./Pauzetijd/Vastleggen/AV Demping
47
Page 52
Beeldinstellingen (“Beeld” menu)
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Beeldmodus
Contrast0
Helder
Kleur
Tint
Rood
Blauw
Kleurtmp
BrilliantColor™
C.M.S.1
C.M.S.2
Ruisonderdr.
Eco + Stil
Reset
SEL/INS
Terug
Kiezen van de beeldmodus
1
Beschikbare
instellingen
Standaard
0
0
0
0Scherpte
0
0
0
1
Uit
Uit
Niveau 2
Uit
ENTER
END
Beschrijving
StandaardVoor een standaard beeld
PresentatieMaakt donkere par tijen van het beeld
CinemaGeeft scherpte aan het
Spel
*sRGB
“sRGB” wordt alleen getoond wanneer een RGB-
•
helderder voor een meer levendige
presentatie.
geprojecteerde beeld.
Geeft scherpte aan het geprojecteerde beeld.
Voor een waarheidsgetrouwe weergave
van de beelden van een computer.
signaal wordt ontvangen.
U kunt elk onderdeel in het “Beeld” menu naar eigen
•
voorkeur instellen of afstellen. Eventuele aangebrachte
wijzigingen worden in het geheugen opgeslagen.
Opmerking
U kunt ook op PICTURE MODE van de
•
afstandsbediening drukken om de
beeldmodus te kiezen. (Zie blz.
*sRGB is een internationale norm voor
41.)
kleurweergave opgesteld door de IEC
(International Electrotechnical Commission).
Aangezien het vaste kleurengebied bepaald is
door de IEC, zullen de beelden worden
weergegeven in een natuurlijke tint die
gebaseerd is op een origineel beeld, wanneer
“sRGB” geselecteerd is.
Voor verdere informatie betreffende de sRGB functie
kunt u de website “http://www.srgb.com/” bezoeken.
U kunt de onderdelen “Rood”, “Blauw”,
“Kleurtmp”, “BrilliantColor
TM
”, “C.M.S.1” en
“C.M.S.2” niet instellen wanneer “sRGB”
geselecteerd is.
Info
Wanneer “sRGB” geselecteerd is, kan het
•
geprojecteerde beeld donker worden, maar dit
duidt niet op een defect.
Instellen van het beeld
2
Beschikbare
onderdelen
ContrastVoor minder
HelderVoor minder
1
Kleur*
1
Tint*
ScherpteVoor minder
1
Rood*
1
Blauw*
BrilliantColor™*1 *2Voor het
*1 Niet instelbaar/selecteerbaar wanneer “sRGB”
geselecteerd is.
*2
BrilliantColor™ maakt gebruik van Texas Instruments'
BrilliantColor™ technologie. Wanneer het BrilliantColor™
niveau wordt verhoogd, zal het beeld helderder worden
terwijl de kleurweergave op een hoog niveau blijft.
Opmerking
•
“Kleur”, “Tint”, “Rood”, “Blauw”, “BrilliantColorTM”
en “Kleurtmp” kunnen niet worden ingesteld
wanneer “sRGB” geselecteerd is.
Om alle onderdelen terug te stellen, selecteert
•
u “Reset” en drukt dan op ENTER.
Menubediening n Blz. 46
O toetsQ toets
contrast.
helderheid.
Voor minder
intense kleuren.
Om de huidtinten
wat paarser te
maken.
scherpte.
Voor minder
rood.
Voor minder
blauw.
verzwakken van
het effect.
Voor meer
contrast.
Voor een
helderder beeld.
Voor meer
intense kleuren.
Om de huidtinten
wat groener te
maken.
Voor een
scherper beeld.
Voor meer rood.
Voor meer
blauw.
Voor het
versterken van
het effect.
48
Page 53
Instellen van de
3
kleurtemperatuur
Beschikbare
instellingen
Een lagere kleurtemperatuur voor warme,
–2
roodachtige en gedempte beelden.
0
Een hogere kleurtemperatuur voor
+2
koele, blauwachtige en heldere beelden
Opmerking
•
De waarden bij “Kleurtmp” zijn alleen voor
algemene toepassingen.
“Kleurtmp” kan niet worden ingesteld
•
wanneer “sRGB” geselecteerd is.
Instellen van de kleuren
4
U kunt de kleur van het geprojecteerde beeld selecteren
om dat te corrigeren en vervolgens de gewenste kleur
bijstellen met de instellingen “Kleurschakering”,
“Verzadiging”, “Waarde”, en “Effect”.
Opmerking
Voer voorbereidingen uit bij het beeld dat
•
bijgesteld dient te worden voordat u
daadwerkelijk met het bijstellen gaat beginnen.
U kunt deze instellingen gemakkelijker uitvoeren
•
bij een stilbeeld dan bij een bewegend beeld.
Beschrijving
Menubediening n Blz. 46
•
Als er wel data voor de opgeslagen
gecorrigeerde kleur is, wordt het C.M.S.
kleurbijstelscherm weergegeven. (Ga naar
stap 3.)
C.M.S.1
Kleur inst.
0
Kleurschakering
Verzadiging
0
0
Waarde
0
Effect
C.M.S.1Aan
Reset
Terug
SEL/INSENTER
Terug
END
Selecteer d.m.v. de schermpen
2
2
de kleur van het geprojecteerde
beeld dat gecorrigeerd dient te
worden. De schermpen kan
bediend worden door de
insteltoesten (P/R/O/Q) op de
afstandsbediening.
•
Door het geprojecteerde beeld te
vergroten d.m.v.
kunnen nog fi jnere bijstellingen worden
uitgevoerd.
of MAGNIFY,
Schermpen
Selecteer “C.M.S.1” of “C.M.S.2”
1
1
(C.M.S.: Color Management
System = kleurbeheersysteem)
en druk vervolgens op ENTER.
Als er geen data voor de opgeslagen gecorrigeerde
•
kleur is, worden het kleurselectiescherm en de
schermpen getoond. (Ga naar stap 2.)
Schermpen
•
Door de insteltoesten (P/R/O/Q),
ingedrukt te houden, bweegt de
schermpen met hogere snelheid.
Na het selecteren van de te corrigeren
kleur van het geprojecteerde beeld image,
druk op ENTER. Het C.M.S.
kleurbijstelscherm wordt getoond. (Ga
naar stap 3.)
voorzieningen
Handige
49
Page 54
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) (vervolg)
3
Menubediening n Blz. 46
Stel elk item in of bij in het C.M.S.
3
kleurbijstelscherm.
C.M.S.1
Kleur inst.
0
Kleurschakering
Verzadiging
0
0
Waarde
0
Effect
C.M.S.1Aan
Reset
Terug
SEL/INSENTER
Terug
END
C.M.S. color kleurbijstelscherm:
Beschikbare
instellingen
Kleur inst.Begint de selectie van de te
Kleurschakering
VerzadigingStelt de verzadiging van de
Waarde
*1
Effect
*2
C.M.S.1
(of C.M.S.2)
Reset
TerugVoltooit de correctie en sluit
*1 Selecteer “Effect” en druk op O of Q om het
bereik van de kleurcorrectie te specifi ceren.
O toetsSpecifeert een klein bereik.
Q toetsSpecifeert een groter bereik.
*2 Selecteert “C.M.S.1” (of “C.M.S.2”) en stel
“Aan” of “Uit” in om te controleren hoe het
geprojecteerde beeld er uit.
AanHoe het geprojecteerde beeld
UitHoe het geprojecteerde beeld
Beschrijving
corrigeren kleur overnieuw.
Stelt de kleurschakering van
de hoofdkleuren in.
hoofdkleuren in.
Stelt de waarde van de hoofd-
kleuren in.
Specifeert het bereik van de
kleurcorrectie.
Controleert hoe het geprojec-
teerde beeld er uit ziet na
de hier boven gemaakte
correctie.
Stelt “Kleurschakering”, “Verzadiging”, “Waarde”, en “Effect” in
op hun standaardwaarden.
het C.M.S. kleurbijstelscherm.
er uit ziet na de hier boven
gemaakte kleurbijstelling kan
worden gecontroleerd.
er uit ziet voor de eerder
genoemde kleurbijstelling kan
worden gecontroleerd.
Selecteer “Terug” en druk op
4
ENTER om de C.M.S.
kleurbijstelling te voltooiden.
Opmerking
•
De C.M.S. kleurenbijstelling kan d.m.v. “C.M.S.1”
en “C.M.S.2” elk bij één kleur worden uitgeoefend.
“C.M.S.1” en “C.M.S.2” kunnen niet worden
•
ingesteld wanneer “sRGB” geselecteerd is.
Afbeeldingsruis
5
verminderen (DNR)
Digitale videoruisonderdrukking (DNR) levert
afbeelding van hoge kwaliteit met een minimale
stippelbeweging en kruiskleurruis.
Beschikbare
instellingen
UitDe DNR-functie is niet geactiveerd.
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Stelt het DNR-niveau in voor het
bekijken van een helderdere
afbeelding.
Opmerking
Stel “Ruisonderdr.” in op “Uit” in de
volgende gevallen:
Wanneer de afbeelding vaag is.
•
Wanneer de contouren en kleuren van
•
bewegende afbeeldingen langzaam gaan.
Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
•
signalen worden geprojecteerd.
Eco+Stil
6
Beschikbare
instellingen
AanCa. 80%LaagCa. 2.500
Uit100%NormalCa. 1.500
Helderheid
Opmerking
U kunt zowel de ECO+QUIET op de afstandsbediening
•
als die op de projector gebruiken om de Eco+Stil
modus in of uit te schakelen. (Zie blz.
Beschrijving
Ventilatorgeluid
40.)
Levensduur
van lamp
uur
uur
50
Page 55
Geluidsinstellingen (“Audio” menu)
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Luidspreker
Audio-ingang
Audio uitgang
Hoge toon
Lage toon
SEL/INS
Terug
Luidsprekerinstellingen
1
Aan
Audio 1
Vast
0
0
ENTER
END
Met deze functie kunt u de ingebouwde
luidspreker “Aan” of “Uit” zetten, dit laatste
bijvoorbeeld wanneer de projector is
aangesloten op een externe versterker.
Beschikbare
instellingen
AanDe ingebouwde luidspreker is
UitDe ingebouwde luidspreker is
2
ingeschakeld.
uitgeschakeld.
Audio-ingang
Beschrijving
Deze functie stelt u in staat een juiste
combinatie van audio ingangsaansluitingen te
kiezen voor elke invoer modus.
Beschikbare
instellingen
Audio 1De AUDIO 1 ingangsaansluiting wordt
Audio 2De AUDIO 2 ingangsaansluiting wordt
HDMIDe HDMI-aansluiting wordt gebruikt als
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
audio ingangsaansluiting. (Dit
onderdeel is beschikbaar met HDMIingang.)
Beschrijving
Het audiouitvoertype instellen
3
Deze functie bepaalt of het geluidsniveau dat
via de AUDIO-uitgangsaansluiting wordt
uitgevoerd, een vaste of variabele en aan de
VOLUME-regelaar gekoppelde sterk te heeft.
Beschikbare
instellingen
Vast (Vaste
audiouitvoer)
Variabel
(Variabele
audiouitvoer)
Audio-uitvoer die niet varieert in
sterkte met het volumeniveau van de
bronprojector.
Audio-uitvoer die in sterkte varieert
met het volumeniveau van de
bronprojector.
Info
Wanneer “Audio uitgang” op “Variabel” is gezet,
•
moet u het volume van de projector verlagen
voordat u de netspanning uitschakelt of naar een
andere ingangsbron overschakelt.
Instellen van het geluid
4
Met deze functie kunt u de geluidsinstellingen
van de projector aanpassen.
Beschikbare
instellingen
Hoge toon Voor minder hoge
Lage toon Voor minder lage
tonen
tonen
Menubediening n Blz. 46
Beschrijving
\ toets| toets
Voor meer hoge
tonen
Voor meer lage
tonen
voorzieningen
Handige
51
Page 56
Signaalinstelling (“SIG” menu)
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Resolutie
Automat.sync.
Signaaltype
Videosysteem
Video-ops.
Dynamisch bereik
1
Signaal info : 1024 x 768
H 48.3 kHz / V 60.0 Hz
SEL/INS
Terug
Het computerbeeld instellen
0
0
0
0
1024 x 768
Aan
Auto
Auto
0 IRE
Standaard
ENTER
END
Indien de optimale beeldkwaliteit niet door middel
van automatische synchronisatie (Automat.sync.)
kan worden verkregen, gebruik dan de functie SIG.
Beschikbare
instellingen
KlokDe verticale ruis regelen.
Fase
H-Pos
V-Pos
De horizontale ruis regelen (vergelijkbaar
met tracking op uw videorecorder).
Het beeld op het scherm centreren door
het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Het beeld op het scherm centreren door het
naar boven of naar onder te verplaatsen.
Beschrijving
Opmerking
•
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen,
kiest u “Reset” en drukt u op ENTER.
Het instelbereik van en “H-Pos” en “V-Pos” kan
•
verschillen afhankelijk van de schermresolutie
van de computer.
Instellen van de resolutie
2
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal
gedetecteerd en wordt de juiste resolutie
automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het
echter nodig zijn om de optimale resolutieinstelling te
kiezen in “Resolutie”, in overeenstemming met de
weergavefunctie van de computer.
3
Instellen van de automatische
Wordt gebruikt om een computerbeeld
automatisch in te stellen.
Beschikbare
instellingen
AanDe automatische synchronisatie vindt
UitDe automatische synchronisatie wordt
Opmerking
•
De automatische synchronisatie wordt
eveneens uitgevoerd wanneer op AUTO SYNC op de projector of op de
afstandsbediening wordt gedrukt.
•
De instelling van de automatische
synchronisatie kan even duren, afhankelijk van
het beeld van de computer die op de
projector is aangesloten.
De instelling signaaltype
4
Deze functie maakt het mogelijk om het type
RGB of component ingangssignaal voor
COMPUTER /COMPONENT 1, 2 te selecteren.
Beschikbare
instellingen
AutoIngangssignalen worden automatisch
RGBInstelling voor ontvangst van RGB-
YPbPrInstelling voor ontvangst van
Menubediening n Blz. 46
synchronisatie
Beschrijving
plaats wanneer de projector wordt
ingeschakeld of als de ingangssignalen
worden veranderd wanneer de
projector is aangesloten op een
computer.
niet automatisch uitgevoerd.
Beschrijving
herkend als RGB of component.
signalen.
component-signalen.
Opmerking
•
Zie “Controleren van het ingangssignaal” op
bladzijde
53 voor informatie over het huidige
geselecteerde ingangssignaal.
52
Page 57
Menubediening n Blz. 46
Instellen van het videosignaal
5
De standaardinstelling voor het videosysteem
is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen van de
aangesloten audiovisuele apparatuur omwille
van verschillen in het signaal. In dat geval
wijzigt u het videosignaal.
Beschikbare instellingen
Auto
PAL
SECAM
*NTSC4.43
NTSC3.58
PAL-M
PAL-N
PAL-60
* Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Opmerking
•
Het videosignaal kan alleen in de VIDEO of SVIDEO functie worden ingesteld.
•
Wanneer “Auto” is ingesteld voor het
“Videosysteem”, is het mogelijk dat u geen
duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege
verschillen in het signaal. In dat geval dient u
handmatig over te schakelen naar het
videosysteem van het bronsignaal.
Video-instelling
6
7 Het dynamische bereik
selecteren
Een optimale afbeelding kan wellicht niet
worden weergegeven als een outputsignaal
van een apparaat dat compatibel is met HDMI,
niet overeenstemt met de inputsignaalsoort
van de projector. Mocht dit voorvallen,
schakel dan om naar “Dynamisch bereik”.
Beschikbare
instellingen
AutoWanneer de zwartniveaus banden
Standaard
Verbeterd
•
Het Dynamisch bereik kan alleen worden
geselecteerd wanneer de “HDMI”
ingangsmodus is geselecteerd.
vertonen of zwakker lijken, selecteer
dan het item dat de beste
afbeeldingskwaliteit oplevert. (Onder
de meeste omstandigheden moet
“Standaard” worden geselecteerd.)
Opmerking
Beschrijving
8 Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie
betreffende het huidige ingangssignaal te
controleren.
Beschikbare
instellingen
0 IREStelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IREStelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
Opmerking
•
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
signalen.
Met COMPUTER/COMPONENT 1 of 2 invoer:
- 480I
Met S-VIDEO of VIDEO invoer:
- NTSC3.58
Beschrijving
voorzieningen
Handige
53
Page 58
Scherm-instelling (“SCH” menu)
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Grootte Aanpassen
Wandkleur
Overscan
OSD Display
Closed caption
Achtergrond
Projectie
Taal(Language)
Normaal
Uit
Aan
Aan
Uit
Logo
Voor
Nederlands
De overscan instellen
3
Deze functie stelt u in staat het overscan gebied
(weergave gebied) in te stellen.
Beschikbare
instellingen
AanHet invoer gebied wordt weergegeven
Uit
Menubediening n Blz. 46
Beschrijving
zonder de schermranden.
Het volledige invoergebied wordt
weergegeven.
SEL/INS
Terug
1
Instellen van de grootte
ENTER
END
aanpassen-functie
Opmerking
•
Zie blz. 36 tot 39 voor nadere bijzonderheden
betreffende de Grootte Aanpassen-functie.
U kunt ook op RESIZE van de
•
afstandsbediening drukken om de gewenste
instelling voor de Grootte Aanpassen-functie
te maken. (Zie blz.
Selecteren van de wandkleur
2
Met deze functie kunt u de afbeelding op een
gekleurd (wit of donkergroen) oppervlak of
wand zonder scherm projecteren.
Beschikbare
instellingen
UitDe functie wandkleur is niet
zwartbord
witbord
36.)
Beschrijving
geactiveerd.
Projecteert afbeeldingen op een
zwartbord (donkergroen).
Projecteert afbeeldingen op een
witbord.
Opmerking
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
•
signalen.
Met COMPUTER/COMPONENT 1 of 2 invoer:
- 480P
- 540P
- 576P
- 720P
- 1035I
- 1080I/1080P
Als er ruis verschijnt aan de schermranden
•
wanneer “Uit” is gekozen, zet de functie dan
op “Aan”.
Zie ook “Betreffende auteursrechten” op blz. 39.
•
4 Instellen van het
on-screen display
Met deze functie kunt u de berichten die op
het scherm verschijnen, in- en uitschakelen.
Beschikbare
instellingen
AanAlle schermberichten worden
Uit
getoond.
INGANG/VOLUME/AV DEMPING/
VASTLEGGEN/AUTO MAT. SYNC./
GROOTTE AANPASSEN/
BEELDMODUS/ECO + STIL/
VERGROTEN/ “U hebt een ongeldige
toets ingedrukt.” worden niet
weergegeven.
Beschrijving
54
Page 59
Menubediening n Blz. 46
Closed caption
5
<Alleen voor Amerika>
Info
Deze functie is beschikbaar voor NTSC3.58
•
signaal.
De functie werkt mogelijk niet afhankelijk van de
•
modus “Grootte aanpassen”.
“Closed caption” is een systeem wat het mogelijk
•
maakt om conversatie, commentaar en
geluidseffecten in TV programma’s (niet in alle
regio’s) en videos te zien als ondertiteling op het
scherm.
Niet alle programma’s en videos hebben “Closed
•
caption”. Let op het symbool om er zeker van
te zijn dat ondertiteling getoond zal worden.
Twee kanalen zijn beschikbaar: CC1 en CC2.
•
Beschikbare
instellingen
Uit—
CC1
CC2
Opmerking
“Closed caption” kan niet goed werken (witte
•
blokken, vreemde karakters etc.) als de
signaalcondities slecht zijn of als er problemen
zijn bij de uitzendingsbron. Dit is niet
noodzakelijk een problem van de projector.
Closed caption mode voor data CH1
Closed caption mode voor data CH2
Deze projector is voorzien van een functie om
het geprojecteerde beeld om te keren of weer
te geven in spiegelbeeld, wat handig is voor
diverse toepassingen.
Beschikbare
instellingen
VoorNormaal beeld (geprojecteerd
Plafond + voorOmgekeerd beeld (geprojecteerd
AchterSpiegelbeeld (geprojecteerd vanaf
Plafond + achter
vanaf de voorkant van het scherm)
vanaf de voorkant van het scherm
met een omgekeerde projector)
de achterkant van het scherm of
met een spiegel)
Omgekeerd spiegelbeeld
(geprojecteerd met een spiegel)
Beschrijving
Opmerking
Zie de “Projectie-instellingen” op blz. 21 voor
•
details.
8 Kiezen van de taal
voor de beeldschermaanduidingen (OSD)
Er zijn 18 talen beschikbaar voor de
beeldschermdisplay-aanduidingen.
voorzieningen
Handige
55
Page 60
Nuttige, tijdens installatie ingestelde functies (“PRJ” menu)
Menubediening n Blz. 46
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Auto Power Off
Automatisch herstarten
COMPUTER2 Selecteren
STANDBY-modus
RS-232C
Ventilatormodus
Syst.vergrend.
®
Link™
DLP
®
Link™ Omkeren
DLP
Geheugenmenu
Roteer Indicator
T
Alles terugstellen
Z
Lamptimer (duur) [ 0]u [ 0] min ( 100%)
H
SEL/INS
Terug
Automatische uitschakeling
1
Beschikbare
instellingen
Aan
UitDe Auto Power Off-functie wordt
De standbyfunctie van de projector
wordt automatisch ingeschakeld
wanneer er gedurende tenminste 15
minuten geen ingangssignaal wordt
gedetecteerd.
uitgeschakeld.
Aan
Aan
Monitoruitvoer
Standaard
9600bps
Normaal
Uit
Uit
Aan
ENTER
END
Beschrijving
Opmerking
Wanneer de automatische uitschakelfunctie
•
ingesteld is op “Aan”, zal 5 minuten voordat de
projector in standby wordt geschakeld het
bericht “Inschakeling STANDBY-modus over X
min.” op het scherm verschijnen om de
resterende minuten aan te geven.
COMPUTER2 Selecteren
3
U kunt de MONITOR OUT aansluiting ook als de COMPUTER/
COMPONENT 2 aansluiting gebruiken. Selecteer of de aansluiting moet worden gebruikt als aansluiting voor invoer of uitvoer.
Beschikbare
instellingen
IngangDe aansluiting kan worden gebruikt
Monitoruitvoer
als invoeraansluiting (COMPUTER/
COMPONENT 2).
De aansluiting kan worden gebruikt als
uitvoeraansluiting (MONITOR OUT).
Beschrijving
Opmerking
Stel dit in voordat externe apparatuur wordt
•
aangesloten.
De instelling kan niet worden gewijzigd wanneer
•
de invoermodus
STANDBY-modus
4
“
COMPUTER 2” is.
Wanneer u “Eco” instelt, wordt het stroomverbruik
gereduceerd in ruststand (standby) modus.
Beschikbare
instellingen
Eco
Standaard
5
De monitor uitvoer, RS-232C en netwerk functies
zijn uitgeschakeld in ruststand (standby) modus.
De monitor uitvoer, RS-232C en netwerk
functies zijn geactiveerd zelfs als de
projector in ruststand (standby) modus.
De transmissiesnelheid
Beschrijving
selecteren (RS-232C)
Automatisch Herstarten Functie
2
Beschikbare
instellingen
Aan
UitDe projector gaat niet automatisch
Als het netsnoer niet in het stopcontact
zit of de schakelaar staat uit wanneer
de projector aan staat, dan gaat de
projector automatisch aan wanneer u
het netsnoer in het stopcontact steekt
of wanneer de schakelaar aanstaat.
aan wanneer het netsnoer in het
stopcontact wordt gestoken of de
schakelaar aan staat.
Beschrijving
56
Controleer of de projector en de computer op
dezelfde baud rate zijn ingesteld.
Beschikbare
instellingen
9600 bps
38400 bps
115200 b ps
Beschrijving
De transmissiesnelheid is laag.
De transmissiesnelheid is hoog.
Opmerking
Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de
•
meegeleverde CD-ROM voor details over RS232C specifi caties en opdrachten.
Raadpleeg de handleiding van de computer voor details
•
over het instellen van de baud rate van de computer.
Page 61
Ventilatormodus-instelling
3
6
Gebruik deze functie om de draaisnelheid van
de ventilator te veranderen.
Beschikbare
instellingen
NormaalGeschikt voor een normale omgeving.
HoogSelecteer deze instelling wanneer u de
Wanneer “Ventilatormodus” is ingesteld op “Hoog”,
zal de draaisnelheid van de ventilator hoger zijn en is
er ook meer lawaai van de ventilator.
projector op een hoogte van meer
dan 1.500 meter (4.900 voet) gebruikt.
Beschrijving
Menubediening n Blz. 46
Druk op de juiste vier toetsen van de
3
afstandsbediening of de projector
om de bestaande toegangscode in
“Oude code” in te voeren.
Wanneer de toegangscode de eerste maal
•
wordt ingesteld, moet u viermaal op R van
de projector drukken.
Syst.vergrendeling instellen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
PRJ
––––
––––
––––
Systeemvergrendeling-functie
7
Deze functie voorkomt ongeoorloofd gebruik
van de projector. Wanneer deze functie
geactiveerd is, moet de gebruiker de juiste
toegangscode invoeren telkens wanneer de
projector wordt ingeschakeld. Wij raden u aan
de toegangscode op een veilige plaats te
noteren.
Info
Als u uw toegangscode verliest of vergeet, neem
•
dan contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz.
84). Zelfs wanneer het apparaat nog onder de
garantie is, zal het terugstellen van de
toegangscode in rekening worden gebracht.
a
Instellen/wijzigen van de
toegangscode
Selecteer “Syst.vergrend.” en
1
druk dan op ENTER of Q.
Selecteer “Volgend”, en druk dan
2
op ENTER .
Het scherm voor het invoeren van de
•
toegangscode verschijnt.
Opmerking
Als u een verkeerde toegangscode
•
invoert, zal de cursor terugkeren naar
de eerste positie van de “Oude code”.
De vooringestelde toegangscode is 4 R
•
toetsen op de projector. Als u viermaal
R
toets drukt, zal het
op de
toegangscode-invoerscherm verdwijnen.
Druk op vier toetsen van de
4
afstandsbediening of de projector
om de nieuwe toegangscode in
“Nieuwe code” in te voeren.
Opmerking
U kunt niet de volgende toetsen voor de
•
toegangscode gebruiken: STANDBY/
ON, ON, STANDBY, ENTER , L-CLICK/
EFFECT, R-CLICK/RETURN, MENU,
ECO+QUIET, BREAK TIMER, ZOOM,
FOCUS, H&V SHIFT, ROTATE, LENS,
MEMORY MENU en MEMORY (1-8)
De systeemvergrendeling-functie
•
herkent elke toets op de
afst andsbediening of op de p rojector
als een afzonderlijke toets, ook als
deze dezelfde toetsnaam hebben. Als
u de toetsen op de projector hebt
gebruikt voor het instellen va n de
toegangscode, kan de toegangscode
niet met de afstandsbediening
geannuleerd worden.
voorzieningen
Handige
Syst.vergrendeling instellen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
PRJ
****
–
––––
–––
57
Page 62
5
Nuttige, tijdens installatie ingestelde functies
(“PRJ” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 46
Voer dezelfde toegangscode in
5
“Herbevestigen” in.
Opmerking
Annuleren van de toegangscode die u
reeds hebt ingesteld
Druk viermaal op R van de projector in de
•
bovenstaande stappen 4 en 5.
Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld
Wanneer de systeemvergrendeling geactiveerd is, verschijnt
•
er een invoervakje voor de toegangscode nadat het apparaat
is ingeschakeld. U moet in dit vakje de juiste toegangscode
invoeren om de projector te kunnen gebruiken.
Input screen for keycode
Syst.vergrend.
––––
Toetsvergrendeling
Gebruik deze functie om de bedieningstoetsen
op de projector te vergrendelen.
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
Houd ENTER op de projector
1
ongeveer 5 seconden ingedrukt
terwijl de projector ingeschakeld is.
•
Het functiescherm voor toetsvergrendeling
wordt weergegeven.
Uitschakelen van de Toetsvergrendeling
Houd ENTER op de projector ongeveer 5
seconden ingedrukt.
Beeldschermdisplay
Toetsvergrendeling UIT
Info
•
Ook als de functie toetsvergrendeling op “Aan”
staat, kan STANDBY/ON op de projector worden
gebruikt om de stroomtoevoer aan of uit te zetten.
•
De toetsvergrendelingsfunctie is niet instelbaar
in de volgende gevallen: tijdens weergave van
de “Menu” schermen, in de ruststand (standby),
tijdens opwarmen, bij veranderen van het
ingangssignaal, bij gebruik van de Automat.
sync., in de Vastleggen modus of bij het “Syst.
vergrend.” scherm tijdens opwarmen.
DLP® Link
8
Zie “3D-weergavemodus gebruiken” op blz.
67 voor details.
DLP® LinkTM Omkeren
9
Zie “3D-weergavemodus gebruiken” op blz.
67 voor details.
TM
Gebruik deze functie om de bedieningsknop
op de projector te vergrendelen.
(Behalve STANDBY/ON knop)
Opm: U kunt de functievergr. Opheffen door
op de proj. ongev. 5 sec. op ENTER te drukken.
Ter u g
Aan
SEL/INS
Ter u g
Selecteer “Aan”, en druk dan op
2
ENTER
Beeldschermdisplay
•
De toetsvergrendelingsfunctie heeft geen invloed
op de toetsen van de afstandsbediening.
U kunt de toetsvergrendelingsfunctie niet gebruiken
•
wanneer de projector aan het opwarmen is.
.
Toetsvergrendeling AAN
ENTER
END
58
Page 63
Geheugenmenu
0
U kunt de instellingen van de “lens shift” van de
projector (ZOOM, FOCUS) en andere (zoals
INGANG, BEELDMODUS, GROOTTE AANPASSEN,
Wandkleur, Projectie en TRAPEZIUM) opslaan, of de
opgeslagen instellingen activeren.
U kunt ook de rotatiehoek opslaan wanneer u
de roteermodule met plafondbevestiging (ANSV100T) aan de projector bevestigt.
Het scherm “Geheugenmenu” kan ook
worden geopend door het indrukken van
MEMORY MENU op de afstandsbediening.
a
Geheugen laden
Selecteer het onderdeel waar de onderdelen zijn
opgeslagen om de gewenste instellingen te activeren.
Opmerking
Het indrukken van een toets terwijl de projector bezig is
•
met de functie “Geheugen laden” zorgt voor de melding:
– “STOP”: stopt het activeren van de functie
“Geheugen laden”.
– “DOORGAAN”: hiermee gaat de projector
naar de al eerder ingestelde positie.
–
“Naar de oorspronkelijke positie terugkeren.”: hiermee
keert de projector terug naar de oorspronkelijke positie.
Het bevestigingsscherm “Geheugen laden”
•
wordt ook weergegeven door het indrukken
van MEMORY(1-8) op de afstandsbediening.
Druk nogmaals op MEMORY (1-8) om de
functie “Geheugen laden” uit te voeren.
Het geheugen heeft een foutmarge van ongeveer
•
±2% (Houd een foutmarge van ongeveer ±1,5
graden aan wanneer de roteermodule met
plafondbevestiging (AN-SV100T) is bevestigd).
Gebruik de afstandsbediening voor het uitvoeren
van de fi jnafstellingen.
a
Geheugen opslaan
Selecteer een onderdeel waar u de instelling wilt opslaan.
Opmerking
Wanneer u een onderdeel selecteert waar al een
•
instelling in is opgeslagen, zal de opgeslagen
instelling worden overschreven en gewist worden.
Menubediening n Blz. 46
a
Geheugen wissen
Selecteer het onderdeel waar de instellingen
staan opgeslagen die u wilt wissen. In dit
geval wordt de geheugennaam die u gewijzigd
hebt, teruggezet naar de standaardinstelling.
Opmerking
Door het selecteren van “Alles wissen” worden
•
alle opgeslagen instellingen gewist.
a
Dempen
Beschikbare
instellingen
Aan Geeft geen melding terwijl de
projector bezig is met de functie
“Geheugen laden”.
Uit Toont afbeeldingen zolang de
projector bezig is met activeren.
a
Geheug. blok.
Beschikbare
instellingen
Aan Beschermt de opgeslagen
geheugens.
Uit Uit beschermt de opgeslagen
geheugens niet.
Roteer indicator
Deze functie zet de roteer indicator op de projector Aan/Uit.
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit
De roteer indicator gaat branden
wanneer de roteermodule met
plafondbevestiging (AN-SV100T) is
aangesloten. De indicator knippert
zolang de projector aan het roteren is.
De roteer indicator gaat niet branden.
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
voorzieningen
Handige
a
Naam geheugen
Selecteer het onderdeel dat u wilt wijzigen. Gebruik
O/Q om de te wijzigen tekens te kiezen en P/R om
de tekens te selecteren die ingevuld moeten worden.
Opmerking
•
Deze functie werkt alleen wanneer de
roteermodule met plafondbevestiging aan de
projector is bevestigd.
59
Page 64
Nuttige, tijdens installatie ingestelde functies
(“PRJ” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 46
Terugkeren naar de
standaardinstellingen
Met deze functie kunt u de gemaakte projectorinstellingen initialiseren.
Opmerking
De volgende instellingen kunnen niet worden
geïnitialiseerd.
•
Menu “SIG”
Resolutie
•
Menu “SCH”
Taal
•
Menu “PRJ”
Lamptimer (duur)
Syst.vergrend
COMPUTER2 Selecteren
Geheugenmenu
Controleren van de resterende
levensduur van de lamp
U kunt de totale gebruikstijd en de resterende
levensduur van de lamp (percentage) controleren.
Lampgebruiksstatus
“duur”(Levensduur)
Werkt alleen als
“Eco + Stil” op “Aan”
staat.
Werkt alleen als
“Eco + Stil” op “Uit”
staat.
Resterende levensduur van lamp
100%5%
ongeveer
2.500 uren
ongeveer
1.500 ure n
ongeveer
125 u ren
ongeveer
75 uren
Opmerking
•
Wij raden u aan de lamp te vervangen
wanneer de resterende levensduur is
teruggelopen tot 5%.
De levensduur van de lamp is afhankelijk van
•
de gebruiksomstandigheden.
60
Page 65
3
3
Instellen van de netwerkomgeving van de
projector (“Netw” menu)
Menubediening n Blz. 46
BeeldAudioSIGSCHPRJNetw
Wachtwoord
DHCP Client
TCP/IP
Netwerkinstelling terugzetten
Netwerk herstarten
IP adres XXX.XXX.XXX.XXX
MAC-adres XX:XX:XX:XX:XX:XX
Projector XX-XXXX
SEL/INS
Terug
Uit
Uit
ENTER
END
a Veranderen van het wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” en druk
1
dan op Q.
Het scherm voor het invoeren van het
•
wachtwoord verschijnt.
Voer met P, R, Q en O het
2
wachtwoord in bij “Oud wachtwrd”
en druk dan op ENTER.
Voer met P, R, Q en O het
3
wachtwoord in bij “Nieuw
wachtwrd” en druk dan op ENTER.
Instellen van een wachtwoord
1
Als u niet wilt dat anderen de instelling voor het “Netw”
menu veranderen, moet u een wachtwoord instellen.
a
Instellen van een wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” en druk
1
dan op Q.
Het scherm voor het invoeren van het
•
wachtwoord verschijnt.
––––
–
–––
––––
Netw
Wachtwoord instellen
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Druk op P of R tom het eerste cijfer in “Nieuw
2
wachtw” in te stellen en druk dan op Q.
Voer de resterende 3 cijfers in en
3
druk dan op ENTER.
Om terug te keren naar het vorige cijfer,
•
drukt u op O.
Voer hetzelfde wachtwoord in bij
4
“Herbevestigen” en druk dan op ENTER.
De status voor het “Wachtwoord”
•
verandert naar “Aan”.
Opmerking
Nadat het wachtwoord is ingesteld, moet u het
•
wachtwoord invoeren om de instellingen van
het “Netw” menu te kunnen veranderen.
Voer met P, R, Q en O hetzelfde
4
4
wachtwoord opnieuw in bij
“Herbevestigen” en druk dan op
ENTER.
Opmerking
•
Als u de wachtwoordbeveiliging niet meer nodig
hebt voor de instellingen van het “Netw” menu,
druk dan op ENTER zonder een nieuw
wachtwoord in te voeren in de stappen 3 en 4.
•
Druk op RETURN om de
wachtwoordinstellingen te annuleren.
Als u het wachtwoord vergeet
Als u het wachtwoord vergeet, volg dan
de onderstaande aanwijzingen op om het
wachtwoord te wissen en stel daarna een
nieuw wachtwoord in.
Op de projector drukt u op:
Opmerking
•
Als ENTER langer dan 5 seconden
ingedrukt wordt gehouden, zullen de
bedieningstoetsen op de projector
vergrendeld worden. (Zie blz.
•
U kunt de toetsen op de
afstandsbediening niet gebruiken om het
wachtwoord te wissen.
58.)
.
voorzieningen
Handige
61
Page 66
Instellen van de netwerkomgeving van de
2
3
5
projector (“Netw” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 46
Instelling voor DHCP Client
2
Sluit de L AN-kabel aan voordat u de projector
inschakelt. Als u dit niet doet, zal de DHCP
Client functie niet werken.
Beschikbare
instellingen
AanHaalt automatisch de
UitStelt de TCP/IP handmatig in.
Selecteer “Aan” voor “DHCP Client” .
“Ophalen van IP adres...” verschijnt en daarna
ziet u het menuscherm. Controleer de
parameters van het IP adres, Subnet Mask en
Gateway op het TCP/IP scherm.
Als de DHCP server niet beschikbaar is, zal
“Kon het IP adres niet ophalen.” verschijnen.
In dit geval moet de TCP/IP handmatig worden
ingesteld. (Zie onderdeel 3.)
3
Stel de TCP/IP handmatig in.
Selecteer “Uit” voor “DHCP Client”
1
confi guratieparameters voor het TCP/
IP netwerk op.
TCP/IP instelling
en druk dan op ENTER.
Beschrijving
Beschikbare
instellingen
IP AdresStandaardinstelling:
Subnet
Mask
GatewayStandaardinstelling:
•
Controleer het segment (IP adres groep) van
het bestaande netwerk om te vermijden dat u
een IP adres instelt dat reeds in gebruik is bij
andere netwerkapparatuur of computers. Als
“192.168.150.002” niet gebruikt wordt in het
netwerk met een IP adres “192.168.150.XXX”
dan hoeft u het IP adres van de projector niet
te wijzigen.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder
•
voor details aangaande de verschillende
instellingen.
192.168.150.00 2
Voer een IP adres in dat geschikt is
voor het netwerk.
Standaardinstelling:
255.255.255.000
Stel de instelling van het subnet mask
hetzelfde in als van de computer en
de apparatuur op het netwerk.
000.000.000.000
* Instellen op “000.000.000.000”
wanneer u deze niet gebruikt.
Opmerking
Beschrijving
Selecteer “TCP/IP” en druk dan op
2
ENTER.
Voer met P, R, Q en O, het “IP
3
Adres” in en druk dan op ENTER.
TCP/IP instellen
1
92 .
1
IP Adres
Subnet Mask
Gateway
Voer met P, R, Q en O, het
4
“Subnet Mask” in en druk dan op
55 .2
000 .
68 .
55 .2
000 .
ENTER.
Voer met P, R, Q en O, de
5
“Gateway” in en druk dan op
ENTER.
62
1
50 .
55 .2
000 .
Netw
0
02
000
000
4 Terugkeren naar de
standaardinstellingen
(Netwerk)
Met deze functie kunt u de netwerkinstellingen
initialiseren die u in de projector heeft ingesteld.
Opmerking
•
Als de waarden voor het IP adres, subnet
mask of gateway van de projector gewijzigd
zijn, kan de computer mogelijk niet op de
projector worden aangesloten afhankelijk van
de instellingen van het computer netwerk.
Functie netwerk herstarten
5
Herstart de netwerkinstelling.
Voer deze functie uit wanneer de projector niet
via een netwerk kan worden bediend.
Page 67
Controleren van de
6
projectorinformatie
U kunt de volgende onderdelen bevestigen.
Besch ikbare
instellingen
IP adresHet IP-adres van de projector wordt
MAC-adresHet MAC-adres dat voor de projector
ProjectorDe projectornaam wordt
Opmerking
Zie “INSTELGIDS” op de bijgeleverde CD-ROM
•
voor het veranderen van de projectornaam.
weergegeven.
is ingesteld, verschijnt.
weergegeven.
Beschrijving
Menubediening n Blz. 46
voorzieningen
Handige
63
Page 68
Stereoscopische 3D-beelden bekijken
Voorzorgen om stereoscopische 3D-beelden te bekijken
Lees deze sectie zorgvuldig voordat u stereoscopische 3D-beelden bekijkt.
WAARSCHUWING
Onder normale omstandigheden is het bekijken van stereoscopische 3D-beelden veilig voor
■
de duur net als u normaal naar uw scherm zou kijken. Sommige mensen kunnen echter
ongemakken ondervinden. De volgende voorzorgen worden aanbevolen om het potentieel
van visuele problemen of andere nadelige symptomen te ondervinden tot een minimum te
beperken.
Neem geregeld een pauze, ten minste van 5 tot 15 minuten na iedere 30 tot 60 minuten van
■
stereoscopisch 3D kijken.
*
Gebaseerd op de richtlijnen opgesteld door het 3D Consortium, herzien op 10 december, 2008.
Houd u op een gepaste afstand van het scherm. Van te dichtbij kijken kan uw ogen
■
overbelasten. Als u oogvermoeidheid ondervindt, moet u onmiddellijk stoppen met kijken.
Als u een van de volgende symptomen onder vindt tijdens het kijken:
– misselijkheid
– walging/duizeligheid
– hoofdpijn
– wazig zicht of dubbel zicht dat langer duurt dan enkele seconden
Onderneem geen potentieel gevaarlijke activiteit (bijvoorbeeld, een voertuig besturen) tot uw
symptomen volledig zijn verdwenen. Als de symptomen blijven, het gebruik onderbreken en
het bekijken van stereoscopische 3D -weergave niet her vatten tot u de symptomen met een
arts bespreekt.
Naargelang het bekijken van stereoscopische 3D-beelden comfortabeler wordt:
•
• De parallax op de 3D-video afspeelapparatuur instellen. (Op sommige modellen van de
apparatuur kunt u de parallal niet instellen.)
• Het geprojecteerde beeld instellen op de meest comfortabele beeldgrootte door te
zoomen.
(Beelden projecteren op de kleinst of grootst mogelijke schermgrootte kan het
stereoscopische effect elimineren en uw ogen overbelasten.)
• Gebruik de DLP® Link™ Invert-functie om de video gepast in te stellen voor uw linker- en
rechteroog. (Voor details over het gebruik van “DLP® Link™ Omkeren”, zie de sectie over
zijn bediening in deze gebruiksaanwijzing.)
64
Page 69
WAARSCHUWING
De volgende mensen moeten het bekijken van stereoscopische 3D-beelden beperken:
■
– Kinderen onder de 6 jaar (om het proces van de ooggroei te beschermen)
– Mensen met antecedenten van lichtgevoeligheid
– Mensen met een hartziekte
– Mensen met een zwakke gezondheid
– Mensen met een tekort aan slaap
– Mensen die fysiek vermoeid zijn
– Mensen onder invloed van drugs of alcohol
Epilepsie
■
Een klein percentage van de bevolking kan epileptische aanvallen ondervinden bij het
bekijken van bepaalde typen van beelden die knipperende lichtpatronen bevatten.
ALS U OF EEN FAMILIELID ANTECEDENTEN VAN EPILEPSIE HEEFT
De volgenden mensen moeten een ar ts raadplegen vooraleer stereoscopische 3Dbeelden te bekijken.
– Iedereen met antecedenten van epilepsie, of iemand die een familielid heeft met
antecedenten van epilepsie
– Kinderen onder de 6 jaar
– Iedereen die epileptische aanvallen heeft gehad of zintuiglijke stoornissen veroorzaakt
door knipperende lichteffecten
BEPAALDE LICHTPATRONEN KUNNEN LEIDEN TOT AANVALLEN BIJ PERSONEN
ZONDER VOORGAANDE ANTECEDENTEN OF EPILEPSIE
Onderbreek het gebruik als u een van de volgende symptomen onder vindt bij het
bekijken van stereoscopische 3D-beelden.
– Onvrijwillige bewegingen, oog- of spiertrekkingen
– Spierkrampen
– Misselijkheid, duizeligheid of walging
– Krampen
– Desoriëntatie, verwarring of verlies van bewustzijn van uw omgeving
voorzieningen
Handige
65
Page 70
Stereoscopische 3D-beelden bekijken
(vervolg)
Informatie over de 3D-projectiefunctie
Om 3D-beelden weer te geven vereist deze projector:
•
WAT U NODIG HEBT
1) Bronapparatuur die het volgrasterformaat ondersteunt
– Voor details over de ondersteunde signalen, zie de compatibiliteitskaart in deze
gebruiksaanwijzing.
2) 3D LCD sluiterbril die het DLP® Link™* systeem ondersteunt
– Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer voor
aankoopdetails.
* DLP® Link™ is een handelsmerk van Texas Instruments.
Het geprojecteerde beeld kan donker worden bij gebruik van de 3D -projectiefunctie (met
•
“DLP® Link™” instelling op “Aan”).
®
Wanneer “DLP
•
volledig of zijn helemaal niet beschikbaar.
– Trapezium
– Grootte Aanpassen
– Vergroten
3D-formaten, behalve voor de volgrastermethode, zoals die gebruikt voor Blu-ray 3D of DVD
•
voorverpakte media zijn niet compatibel met deze projector. (Vanaf februari 2011)
Als het vermogen van uw linker- en rechteroog erg verschillen en u een oog vooral gebruikt
•
om beelden te bekijken, zullen de beelden niet in 3D verschijnen.
Bovendien kan het moeilijk zijn om in 3D te bekijken of beelden worden niet gezien in 3D
afhankelijk van het individu of de inhoud die wordt weergegeven.
Het stereoscopische effect varieert naargelang de persoon.
Bekijken van 3D is mogelijk binnen het bereik waarin de 3D LCD-sluiterbril lichtsignalen kan
•
ontvangen die door het scherm worden gerefl ecteerd. Maar de meeste 3D-beelden worden
geproduceerd om te worden bekeken recht vooraan het scherm, dus wordt aangeraden om
3D zo recht mogelijk voor het scherm te bekijken.
– Het bereik om signalen te ontvangen is afhankelijk van de 3D LCD-sluiterbril. Voor details,
zie de gebruiksaanwijzing van uw 3D LCD-sluiterbril.
3D-beelden worden mogelijk niet juist afgespeeld op uw computer.
•
Link™” is ingesteld op “Aan” werken de volgende functies mogelijk niet
66
Page 71
3D-weergavemodus gebruiken
3
5
6
8
9
3
Gebruik de volgende procedure om 3Dbeelden te projecteren.
Voor bediening van de 3D LCD-sluiterbril
en de 3D-videoafspeelapparatuur, zie de
overeenkomstige gebruiksaanwijzing.
O/ Qtoetsen
ENTER toets
Druk op 3D MODE op de
6
afstandsbediening om het 3Dmodusmenu weer te geven.
Info
Als “U hebt een ongeldige toets ingedrukt.”
•
Wordt weergegeven, komt er geen geschikt
3D-invoersignaal binnen. Controleer het
uitvoersignaal op de afspeelapparatuur.
Druk op Q om “DLP® Link™” op
7
“Aan” te zetten.
Druk op ENTER om de modus te
8
veranderen en natuurlijker
3D-beeldweergave te activeren.
3D MODE toets
3D-beelden projecteren
Schakel de projector in.
1
Schakel de 3D-
2
videoafspeelsapparatuur in.
Stel de 3D-videoafspeelapparatuur zo in
•
dat ze een van de signalen uitzendt uit de
lijst in de compatibiliteitskaart in deze
gebruiksaanwijzing.
Schakel de ingangsmodus in van
3
de projector om invoer van 3Dvideosignalen mogelijk te maken.
Bedien de 3D-
4
4
videoafspeelapparatuur en speel
de 3D-inhoud af.
Schakel de 3D LCD-sluiterbril in
5
en plaats hem over uw ogen.
Waarschuwing!
Als de projector, 3D-videoafspeelapparatuur
•
en 3D LCD-sluiterbril niet juist zijn ingesteld
ondervindt u mogelijk oogvermoeidheid
naast het feit dat u niet in staat bent om de
beelden in 3D te bekijken.
Druk op 3D MODE.
9
Het 3D-modusmenu verdwijnt.
•
Opmerking
•
Herhaal de stappen 6 tot 8 als de beelden niet
worden weergegeven in 3D.
U kunt ook “DLP
•
Omkeren” in het menuscherm gebruiken om
de 3D-instelling te wijzigen.
®
Link™” en “DLP® Link™
3D-projectie beëindigen
Druk op 3D MODE op de
1
afstandsbediening om het 3Dmodusmenu weer te geven.
Druk op O om “DLP® Link™” op
2
“Uit” te zetten.
Druk op 3D MODE.
3
Het 3D-modusmenu verdwijnt.
•
voorzieningen
Handige
67
Page 72
Stereoscopische 3D-beelden bekijken
(vervolg)
Bijlage
■
Hoe de 3D-projectiefunctie (DLP Link™) werkt
De 3D-projectiefunctie van deze projector is compatibel met het DLP® Link™ systeem. Om
3D-beelden te bekijken, gebruik een 3D LCD-sluiterbril die de geprojecteerde beelden
afwisselend voor het linker- en rechteroog weergeeft en gesynchroniseerd is met een
controle (licht)signaal.
Sluiterbril controle
lichtsignaal*
* Het controle lichtsignaal wordt verzonden van de lens van de projector, weerspiegeld door
het scherm en ontvangen door de ontvangstsensor van het licht op de 3D LCD-sluiterbril.
Daarom varieert het bereik van de 3D-weergave afhankelijk van de specifi caties van de 3D
LCD-sluiterbril (ontvangstgevoeligheid van lichtsignaal).
Voor details, zie de gebruiksaanwijzing van uw 3D LCD-sluiterbril.
Voor meer informatie over de functie voor 3D-projectie
■
Nieuwe informatie over de functie voor 3D-projectie zal op de volgende website worden
geplaatst:
http://www.sharp-world.com/projector/
68
Page 73
Onderhoud
Reinigen van de projector
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
■
begint met het reinigen van de projector.
De behuizing en ook het bedieningspaneel zijn
■
gemaakt van plastic. Gebruik geen benzeen of
witte spiritus want deze middelen kunnen de
afwerking van het apparaat aantasten.
Gebruik geen sterke chemische middelen
■
zoals insectenverdelgingsmiddelen in de
buurt van de projector.
Bevestig niet voor langere tijd rubber of
plastic voorwerpen aan de projector.
De middelen die in het plastic e.d. worden
gebruikt, kunnen namelijk de afwerking van
de projector aantasten.
Veeg het vuil voorzichtig met een zachte
■
fl anellen doek van de projector.
Het gebruik van een chemische doek (nat/droog
doekje, enz.) kan leiden tot vervorming van de
onderdelen van de kast of barsten veroorzaken.
■
Door het af vegen met een harde doek of
door het gebruik van veel kracht kunnen er in
het oppervlak van de kast krassen ontstaan.
■
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt
u de doek met een zacht reinigingsmiddel,
verdund met water, bevochtigen. Wring de
doek goed uit en veeg de projector schoon.
Sterke chemische reinigingsmiddelen kunnen
verkleuring, kromtrekken of andere beschadiging
van de afwerking van de projector veroorzaken.
Test het reinigingsmiddel dat u gaat gebruiken
op een verborgen gedeelte van de projector om
te controleren of er geen beschadigingen
worden veroorzaakt.
Reinigen van de lens of het lenskapje
Reinig de lens met een in de handel
■
verkrijgbaar blaaskwastje of met
lensreinigingspapier (voor brillen en voor
camera lenzen) voor het reinigen van de lens
of het lenskapje. Gebruik geen vloeibare
reinigingsmiddelen, aangezien deze de
beschermlaag op het lensoppervlak van de
lens of het lenskapje kunnen aantasten.
Gezien het oppervlak van de lens of het
■
lenskapje gemakkelijk kan beschadigd
raken, zorg er voor de lens of het lenskapje
niet te krassen of te stoten.
Reinigen van de uitlaat- en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof te verwijderen
■
van de uitlaat- en inlaatopeningen.
Boenwas
Witte
spiritus
Zacht reinigingsmiddel
Zacht reinigingsmiddel
verdund met water
Info
•
Als u de ventilatieopeningen van de projector
wilt reinigen, moet u altijd eerst op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de
afstandsbediening drukken om de projector in
de ruststand (standby) te zetten. Nadat de
koelventilator is gestopt, kunt u beginnen met
het reinigen van de ventilatieopeningen.
Aanhangsel
69
Page 74
Onderhoudsindicators
■
De waarschuwingslampjes (spanningsindicator, lampindicator en temperatuurwaarschuwingsindicator) op de projector kunnen een probleem in de projector aangeven.
■
Als er een probleem optreedt, zal de temperatuur-waarschuwingsindicator of de lampindicator
rood oplichten en komt de projector in de ruststand (standby) te staan. Nadat de projector in
de ruststand (standby) is komen te staan, volgt u de hierna gegeven aanwijzingen.
Bovenkant
Betreffende de temperatuur-waarschuwingsindicator
Als de temperatuur binen de projector stijgt, door blokkade van de luchtgaten, of door de lokatie, zal de
temperatuur-waarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen, zal
“
waarschuwingsindicator. Als deze situatie voortduurt, zal de lamp uitgaan, de ventilator zal gaan draaien en
de projector zal in standby modus gaan staan. Als u merkt dat het temperatuur waarschuwingslampje
knippert, neem dan de maatregelen beschreven op blz. 71.
Betreffende de lampindicator
Temperatuur-waarschuwingsindicator
Lampindicator
Spanningsindicator
” gaan branden in de hoek linksonder vanhet beeld met het knipperen van de temperatuur-
Wanneer de resterende levensduur van de lamp 5% of minder wordt, verschijnen de aanduidingen
■
(geel) en “Vervang de lamp.” op het scherm. Als het aangegeven percentage 0% wordt,
verandert de aanduiding in (rood), waarna de lamp wordt uitgeschakeld en de projector
automatisch in de ruststand (standby) komt te staan. De lampindicator zal dan rood oplichten.
Als u de vierde maal probeert om de projector in te schakelen zonder dat de lamp
■
vervangen is, kan de projector niet meer ingeschakeld worden.
Knippert groenDe lamp is aan het opwarmen.
Brandt roodDe lamp wordt op een abnormale wijze uitgeschakeld of
UitNormaal
Brandt rood/
Knippert rood
70
71.)
moet vervangen worden. (Zie blz.
De temperatuur in het inwendige is erg hoog. (Zie blz.
71.)
71.)
Page 75
Onderhoudsindicator
Temperatuur-
waarschuwings-
indicator
Lampindicator
Spannings-
indicator
Normaal
Uit
Brandt
groen
(Knippert
groen
wanneer
de lamp
aan het
opwarmen
is.)
Brandt
groen/
brandt
rood
Knippert
groen
(afkoelen)
Abnormaal
Knippert
rood
(inschakelen)/
Brandt rood
(standby)
Brandt
rood
Brandt
rood
(standby)
Knippert
rood
ProbleemOorzaakMogelijke oplossing
De temperatuur
in het inwendige
is erg hoog.
De lamp brandt
niet.
De lamp moet
vervangen worden.
De lamp brandt
niet.
De
spanningsindicator
knippert rood
terwijl de projector
ingeschakeld is.
Temperatuur rond
•
de projector is
hoog.
Ventilatieopening
•
geblokkeerd
Koelventilator
•
defect
Interne circuit
•
defect
Ventilatieopening
•
verstopt
De lamp wordt op
•
een abnormale
wijze uitgeschakeld.
Resterende
•Vervang de lamp
levensduur van de
lamp is 5% of minder.
Lamp is
•
doorgebrand
Lampcircuit defect
•
De stoffi lterhouder
•Als de spanningsindicator in
of het deksel van
het lamphuis is
open.
Gebruik de projector in een
•
ruimte met een temperatuur
lager dan 95°F (+35ºC).
Zet de projector op een
•
plaats waar een goede
doorstroming van lucht
mogelijk is. (Zie blz.
•
Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of
servicecentrum (zie blz.
om het apparaat te laten
repareren.
Haal de stekker van het
•
netsnoer uit het stopcontact
en steek deze daarna weer in
het stopcontact.
•
voorzichtig. (Zie blz.
•
Breng de projector naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of
servicecentrum (zie blz.
om het apparaat te laten
repareren.
•
Ga uiterst voorzichtig te
werk wanneer u de lamp
vervangt.
•
Breng het deksel stevig aan.
•
het rood knippter zelfs als de
lampkap goed vastzit, neem
dan contact op met uw
dichtstbijzijnde offi ciële
Sharp projectordealer of
servicecentrum (zie blz.
voor advies.
8.)
84)
72.)
84)
84)
Info
Als de temperatuur-waarschuwingsindicator oplicht en de projector in de ruststand (standby) komt te
•
staan, neemt u de hierboven beschreven maatregelen en wacht dan totdat de projector volledig is
afgekoeld voordat u het netsnoer weer aansluit en het apparaat opnieuw inschakelt. (Ten minste 10
minuten.)
Als tijdens het gebruik van de projector de stroomvoorziening even onderbroken wordt als gevolg van
•
het uitvallen van de stroom of een andere oorzaak en de stroomvoorziening dan weer meteen hersteld
wordt, zal de lampindicator rood oplichten en is het mogelijk dat de projectorlamp niet brandt. In dit
geval moet u de stekker uit het stopcontact halen en dan weer in het stopcontact steken, waarna u het
apparaat opnieuw inschakelt.
De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch en zorgt ervoor dat deze op een constante
•
waarde blijft. Het geluid van de koelventilator kan veranderen tijdens het gebruik van de projector omdat de
snelheid van de ventilator verandert, maar dit is geen defect.
Aanhangsel
71
Page 76
Betreffende de lamp
Lamp
Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp
■
5% of minder wordt of wanneer u een aanzienlijke vermindering van de beeld- en kleurkwaliteit vaststelt.
De levensduur van de lamp (percentage) kan gecontroleerd worden op het beeldschermdisplay. (Zie blz.
Koop een vervangingslamp van het type AN-SV10LP in de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of
■
bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
De lamp die in deze projector wordt gebruikt, heeft een 90-dagen durende garantie
op onderdelen en arbeidskosten. Alle onderhoud aan deze projector die onder de
garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet door een offi ciële Sharp
projectordealer of servicecentrum worden uitgevoerd. Voor de naam van uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum kunt u het volgende
nummer bellen (gratis): 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
ALLEEN VOOR DE VS
Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp
■
In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u
mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde
schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur.
De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en
frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten.
Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de
■
lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken.
Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector
■
verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen zodat
een veilige werking gewaarborgd is.
Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas dat in
■
de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze lamp is
kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling aan het
ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de hulp van
een arts in te roepen.
60.)
Vervangen van de lamp
Let op
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
•
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van de
•
lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen.
■
* U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum
laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
72
Page 77
Verwijderen en aanbrengen
2
3
van de lampeenheid
Waarschuwing!
•
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de
projector hebt gebruikt. De lamp en de
omringende onderdelen zullen zeer heet zijn
en kunnen brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Info
•
Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen
in het inwendige van de projector aan.
•
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig
op om letsel en beschadiging van de lamp te
voorkomen.
Draai geen andere schroeven los dan die van
•
het lamphuisdeksel en het lamphuis.
Druk op STANDBY/ON van de
1
projector of op STANDBY van de
afstandsbediening om de projector
in de ruststand (standby) te zetten.
Maak het netsnoer los.
2
•
Haal de stekker van het netsnoer uit de
netstroomaansluiting.
Laat de lamp volledig afkoelen (ongeveer 1
•
uur).
Los
Los
verkrijgbaar
verkrijgbaar
accessoire
accessoire
Lampeenheid
Lampeenheid
AN-SV10LP
AN-SV10LP
STANDBY/ON
STANDBY/ON
toets
toets
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
Verwijder het deksel van het
3
lamphuis.
Draai de onderhoudsschroef (1) los
•
waarmee het deksel van het lamphuis is
bevestigd. Verwijder het deksel van het
lamphuis (2).
Onderhoudsschroef
Onderhoudsschroef
(voor deksel van lamphuis)
(voor deksel van lamphuis)
Aanhangsel
73
Page 78
5
6
2
Betreffende de lamp (vervolg)
Verwijder het lamphuis.
4
•
Draai de bevestigingsschroeven van het
lamphuis los. Pak het lamphuis bij de
handgreep vast en trek dit in de richting van de
pijl naar buiten. Houd het lamphuis bij het
verwijderen horizontaal en kantel dit niet schuin.
Steek het nieuwe lamphuis naar binnen.
5
•
Druk het lamphuis stevig in de lamphuishouder.
Draai de bevestigingsschroef vast.
Breng het deksel van het lamphuis
6
weer aan.
•
Lijn het lipje op het deksel van het
lamphuis uit (1) en sluit deze (2). Pas op
dat het koordje niet in de klep komt vast te
zitten. Draai daarna de onderhoudsschroef
voor de gebruiker (3) aan om de klep van
de projectorlamp vast te zetten.
Info
•
Als het lamphuis en het deksel niet juist
zijn aangebracht, kan de projector niet
worden ingeschakeld, ook al is het
netsnoer op de projector aangesloten.
Handgreep
Handgreep
Bevestigingsschroeven
Bevestigingsschroeven
Terugstellen van de lamptimer
Stel de lamptimer terug wanneer u de lamp vervangt.
Info
•
De lamptimer mag alleen na het vervangen
van de lamp worden teruggesteld. Als u de
lamptimer terugstelt en dan dezelfde lamp
blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd
worden of exploderen.
Sluit het netsnoer aan.
1
•
Sluit het netsnoer op de netstroomaansluiting
van de projector aan.
Stel de lamptimer terug.
2
•
Tijdens het gelijktijdig indrukken van
MENU, ENTER en R op de projector,
druk op STANDBY/ON op de projector en
houd alle vier de toetsen ingedrukt totdat
het lampindicator groen begint te
knipperen.
De “LAMP 0000H” aanduiding verschijnt
•
om aan te geven dat de lamptimer is
teruggesteld.
U verkrijgt een optimale beeldkwaliteit door de uitgangsresolutie van uw computer aan te passen aan
•
de resolutie die overeenkomt met “TRUE” in de kolom “Display” hierboven weergegeven.
Volg de hieronder beschreven procedures wanneer de “Beeldschermresolutie” van de computer afwijkt
•
van de weergaveresolutie van het geprojecteerde beeld.
– Zie “Resolutie” in het “SIG” menu en kies de zelfde resolutie als in de “Beeldschermresolutie” van de
computer.
– Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het zijn dat het uitvoersignaal niet gelijk is aan de
“Beeldschermresolutie” aanpassing. Controleer de instellingen voor de signaaluitvoer van de computer.
Als de instellingen niet gewijzigd kunnen worden is het aan te raden om de resolutie in te stellen op
een die overeenkomt met “TRUE” in de kolom “Display”.
Aanhangsel
75
Page 80
Compatibiliteitskaart (vervolg)
3D ondersteunde signalen
SignaalHorizontal e frequentie (kHz) Ver ticale frequentie (Hz)
SVGA800 × 600
XGA1024 × 768
WXGA
1280 × 800
1280 × 720
37,960
77,1120
48,460
98,6120
49,760
101,6120 *
45,060
92,6120
1
Analoge
ondersteuning
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
*1 Gereduceerde beeldonderdrukking
Opmerking
De grafi sche kaart van de computer moet in staat zijn om stereoscopische 3D-beelden weer te geven.
•
Controleer de technische gegevens van uw computer/grafi sche kaart of bel uw computerfabrikant om
zeker te zijn van deze capaciteit.
projector of op STANDBY van de
afstandsbediening om de projector
in de ruststand (standby) te zetten.
Sluit m
aak het netsnoer los.
Plaats de projector
2
ondersteboven op een vlakke
ondergrond. Verwijder de
aansluitklep.
Plaats de roteermodule met
3
plafondbevestiging op de
onderkant van de projector zodat
deze past op de
bevestigingsgaten in de
projector. (Zorg dat er drie
pennen op de module voor de
positie-instellingen in de
betreffende gaten van de
projector zijn gestoken.)
Maak de module met
4
4
plafondbevestiging met de
bijgeleverde bouten vast aan de
projector. Schroef alle vier de
bouten eerst losjes vast en draai
ze daarna gelijkmatig stevig aan.
Aanhangsel
77
Page 82
De aansluitklep op de module bevestigen
Maak de haken van van de
1
aansluitkleppen vast ( ) en
plaats de kleine uitsteeksels op
de kleppen in de sleuven van de
roteermodule met
plafondbevestiging
( ).
(AN-SV100T)
Zet de aansluitkleppen op de
2
twee punten vast met de
meegeleverde schroeven.
SchroevenSchroeven
78
Page 83
De plafondbevestiging aan het plafond bevestigen
2
Indien geïnstalleerd met de
AN-TK201
Maak de plafondbevestiging aan
1
het plafond vast.
•
Draai als eerste voorzichtig een
bevestigingsbout in het kleinste gat
ga daarna verder met dezelfde handeling
voor de gaten
bepalen van de positie alle vier de bouten
gelijkmatig stevig vast.
•
Gebruik bouten van het type M8. (De type
bouten kunnen verschillen afhankelijk van
de installatiemethode.)
Gebruik de borgringen die met de
•
plafondbevestiging zijn meegeleverd.
Maak de stang voor het afstellen
2
van de hoogte vast aan de
, en . Draai na het
plafondbevestiging.
1.
Steek de stang voor afstellen van de
hoogte
2.
Zet de stang vast met de manchet en de
stangbout
scherm.
3.
Vergrendel de bout met de moer
4.
Schroef de twee stabilisatieschroeven er
in
5.
Draai de vergrendelmoer
plaats de pen
bevestigingsbout van de stang.
in de plafondbevestiging.
, conform de hoogte van het
.
stevig aan en
in het gat van de
en
Borgring
Borgring
Bevestigingsbout (type M8)
Bevestigingsbout (type M8)
.
Pengat
Pengat
Manchet
Manchet
Let op
•
Vraag uw dealer of onderhoudsmonteur de
plafondbevestiging aan te brengen. Sharp
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid als
onjuiste installatie er de oorzaak van is dat uw
projector of onderdelen door vallen defect raken.
Aanhangsel
79
Page 84
De plafondbevestiging aan het plafond
bevestigen (vervolg)
Indien geïnstalleerd met de
AN-TK202
Maak de plafondbevestiging aan
1
het plafond vast.
•
Schroef eerst een bout in het gat
(kleinste gat) en draai de bout voldoende
vast om het geheel op zijn plaats te
houden. Doe daarna hetzelfde voor de
gaten
, en .
Breng de vier hoeken in de juiste positie en
draai alle bouten stevig aan.
•
Gebruik bouten van het type M8. (De type
bouten kunnen verschillen afhankelijk van
de installatiemethode.)
Gebruik de borgringen die met de
•
plafondbevestiging zijn meegeleverd.
Let op
•
Vraag uw dealer of onderhoudsmonteur de
plafondbevestiging aan te brengen. Sharp
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid als
onjuiste installatie er de oorzaak van is dat uw
projector of onderdelen door vallen defect raken.
80
Page 85
Problemen oplossen
ProbleemControleBlz.
Het netsnoer van de projector is niet in het stopcontact gestoken.•26
De aangesloten apparatuur is niet ingeschakeld.•–
De verkeerde ingangsfunctie is gekozen.•
De functie AV Demping werkt.•35
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten.•22–26
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel beeld maar geen geluid
(of het beeld is erg donker).
Donker of blauwachtig beeld
Kleuren zijn fl ets
of niet goed.
Beeld is wazig;
met storingen.
De batterij van de afstandsbediening is leeg.•15
De externe uitgang is niet ingesteld bij aansluiting op een notebook-computer.
•22
Het deksel van het lamphuis is niet juist aangebracht.•73, 74
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten.•22–26
Het onderdeel “Helder” staat in de minimumstand.•48
Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het gebeuren dat er geen
•
beeld wordt weergegeven als de uitgangssignaal-instelling van de computer
niet op de externe uitgang is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van de
computer voor het omschakelen van de uitgangssignaal-instelling.
Is “Aan” geselecteerd in “DLP® LinkTM”?
•
Controleer of “Wandkleur” goed is ingesteld.•
•
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
•
Stel “Kleur” en “Tint” in “Beeldmodus” in en verlaag de “BrilliantColor
waarde.
(Alleen voor S-video-, video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
•
(Alleen voor COMPUTER/COMPONENT 1, 2-ingang)
Het ingangssignaaltype (RGB/Component) is verkeerd ingesteld.
•
Stel het beeld scherp.•
De projectie-afstand is groter dan het scherpstelbereik.•19, 20
Er is condens op de lens. Als de projector van een koude naar een warme
•–
ruimte wordt gebracht, of als de ruimte plotseling sterk wordt verwarmd, kan
er condens op het oppervlak van de lens ontstaan en zal het beeld wazig
zijn. Laat de projector in dit geval minimaal een uur acclimatiseren voordat u
het apparaat gebruikt. Mocht er toch condens ontstaan, haal dan de stekker
uit het stopcontact en wacht totdat alle condens verdwenen is.
(Alleen voor computeringang)
Confi guur de “SIG”-instellingen (“Klok” en “Fase” instelling).
•
Afhankelijk van de computer kunnen er soms storingen zijn.
•
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten.•22–26
•
Het volume staat in de minimumstand.
•
Als de projector op een extern apparaat is aangesloten en het volume
in de minimumstand staat, zal er geen geluid worden uitgevoerd, ook
wanneer u het volume op het externe apparaat verhoogt.
34
–
67
54
48
TM
”
53
52
30
52
–
35
Wel beeld maar geen
geluid.
Databeeld is niet
gecentreerd.
Er komen soms vreemde
geluiden vanuit de
behuizing.
“Luidspreker” is ingesteld op “Uit”.•51
Maak de noodzakelijke instellingen voor ieder onderdeel in het menu “SIG”.
•52
•–
Afhankelijk van de computer die u gebruikt kan de resolutie van het
uitvoersignaal anders zijn dan die u ingesteld heeft. Voor details raadpleegt
u de handleiding van uw computer.
•–
Als het beeld normaal is, kunnen deze geluiden veroorzaakt worden
door inkrimping van de behuizing als gevolg van veranderingen in de
kamertemperatuur. Dit heeft geen invloed op de werking of prestatie
van het apparaat.
Aanhangsel
81
Page 86
Problemen oplossen (vervolg)
ProbleemControleBlz.
De onderhoudsindicator
op de projector brandt of
knippert rood.
Het beeld is groen bij
COMPUTER (
Het beeld is roze
(niet groen) bij
COMPUTER (RGB).
Het beeld is te helder en
De koelventilator maakt
De lamp brandt niet
nadat de projector is
ingeschakeld.
De lamp gaat tijdens het
projecteren plotseling uit
Het beeld fl ikkert soms.
Het aangaan van de
lamp duurt erg lang.
Het beeld is donker.
De afstandsbediening
De roteer indicator gaat
niet branden.
De functie lens shift
functioneert niet.
YPbPr
erg wit.
veel geluid.
werkt niet.
Zie “Onderhoudsindicators”.•
Wijzig de instelling voor het ingangssignaaltype.•52
).
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.•
Wanneer de temperatuur in het inwendige van de projector oploopt,
•
gaat de koelventilator sneller draaien.
De lampindicator licht rood op.
•
Vervang de lamp.
•
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten of de aangesloten
apparatuur werkt niet juist.
Als dit vaak gebeurt, moet u de lamp vervangen.
•
•
De lamp zal uiteindelijk vervangen moeten worden.
Vervang de lamp voordat deze het einde van de levensduur heeft
bereikt.
•
Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze naar de afstandsbedieningssensor
op de projector richt.
•
De afstand tussen de afstandsbediening en de projector is te groot.
•
Wanneer u de roteermodule met plafondbevestiging (AN-SV100T)
gebruikt en de projector roteert, is het mogelijk dat, afhankelijk van de
rotatiehoek van de projector, de signaaloverdracht naar de sensor niet
goed functioneert.
•
Als er rechtstreeks zonlicht of het licht van een sterke fl uorescerende
lamp op de afstandsbedieningssensor van de projector valt, moet u de
projector verplaatsen zodat er geen sterk licht meer op valt.
De batterijen zijn uitgeput of verkeerd geplaatst. Controleer of de batterijen
•15
juist geplaatst zijn of gebruik nieuwe batterijen.
Is “Uit” geselecteerd in “Roteer Indicator”?
•
Controleer de koppeling tussen de roteermodule met plafondbevestiging
•
(AN-SV100T)
Het lenskapje is niet goed bevestigd.•
en de projector.
70
48
8, 9
69, 70, 71
70, 73, 74
22–26
73
73
15
–
59
–
12
82
Page 87
ProbleemControleBlz.
3D-beelden knipperen bij
het bekijken in een kamer.
Echobeeld (een dubbel
beeld) doet zich voor
zonder dat het beeld in 3D
verschijnt.
•
fl uorescerende lamp of omgevingslicht in uw gezichtsbereik komt.
Schakel de lichten uit.
–
Blokkeer alle omgevingslicht.
–
•
Controleer of u de 3D LCD sluiterbril gebruikt die het DLP
systeem ondersteunt.
Zorg ervoor de 3D LCD sluiterbril te gebruiken die het DLP
–
systeem ondersteunt.
Controleer of de sluiters op de 3D LCD sluiterbril goed werken.
•
Schakel de 3D LCD sluiterbril uit en daarna weer aan.
–
Controleer de batterijen van de 3D LCD sluiterbril.
–
Controleer of de 3D LCD sluiterbril in de 3D-weergavemodus is
–
ingesteld.
®
Link™
®
Link™
–
–
–
De beelden kunnen knipperen wanneer het licht van een
Sommige 3D LCD-brillen zijn uitgerust met een speciale
weergavemodus (zoals “dubbele weergavemodus”) naast de normale
3D-weergavemodus. Voor details, zie de gebruiksaanwijzing van uw
3D LCD sluiterbril.
•
Controleer de instellingen van de projector.
–
Schakel de DLP
Gebruik “DLP
–
Controleer of geen signaal wordt ingevoerd dat niet ondersteund
•
wordt.
Confi gureer uw 3D-toepassing aan de juiste resolutie en vernieuw de
–
verhouding.
®
Link™ functie “Aan”.
®
Link™ Omkeren” om de instelling te wijzigen.
–
76
Zorg ervoor dat uw 3D-toepassing in resoluties wordt uitgevoerd die
3D ondersteunen. Om 3D te ondersteunen moet uw 3D-toepassing
worden geconfi gureerd om de juiste instellingen uit te voeren voor
deze projector.
Voor details over de ondersteunde signalen, zie “3D ondersteunde
signalen” in de compatibiliteitskaart.
Als de projector is aangesloten op een computer voor het afspelen van
•
3D-beelden, controleer dat een stereoscopisch geactiveerde
toepassing wordt gebruikt.
Gebruik de toepasselijke software.
–
Stel de toepasselijke software in in het volgrasterformaat.
–
Controleer dat er geen obstakels staan tussen het scherm en de 3D
•
LCD sluiterbril.
Verwijder alle obstakels.
–
Obstakels kunnen er de oorzaak van zijn dat de bril niet goed werkt
–
–
waardoor de lenzen knipperen of uitschakelen. Plaats uw hand of
andere voorwerpen niet voor het 3D-controlesignaalsensor op de
bril.
Controleer of er een sterke lichtbron dichtbij is.
•
Blokkeer het licht of schakel het uit.
–
Een sterke lichtbron kan de communicatie tussen de 3D LCD
–
sluiterbril en het scherm bemoeilijken met geknipper als resultaat.
Controleer of twee of meer projectoren tegelijkertijd 3D-beelden
•
projecteren.
Gebruik slechts een projector tegelijkertijd.
–
–
Dit apparaat is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van het apparaat kan worden aangetast
door een onjuiste bediening of interferentie. Indien dit gebeurt, koppel het apparaat los en steek het terug
in het stopcontact na meer dan 5 minuten.
Aanhangsel
83
Page 88
Voor assistentie van SHARP
Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector,
raadpleegt u eerst het deel “Problemen oplossen” op blz.
gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op
met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
(15-pins mini D-sub)
S-Video (4-pins mini-DIN)×1
Video (RCA)×1
Audio (ø3,5 mm stereo-ministekker)×1
Audio (RCA)×1 (L /R)
Computer
/Component
(15-pins mini D-sub)
Audio (ø3,5 mm stereo-ministekker)×1 (Variabele audio-uitgang)
LAN (RJ-45)×1
USB (B-type)×1
RS-232C (9-pins mini DIN)×1
Uit
Eco+Stil
Aan
Standaard
Eco
100 V wisselstroom
240 V wisselstroom
100 V wisselstroom
240 V wisselstroom
100 V wisselstroom
240 V wisselstroom
100 V wisselstroom
240 V wisselstroom
×2
×1
(Gedeeld met COMPUTER/COMPONENT 2; schakelbaar)
10 W (Mono)
400 W
100–240 V wisselstroom
50/60 Hz
5,2 A
516 W
495 W
396 W
383 W
12,2 W
12,8 W
0,35 W
0,70 W
15
(405 × 114,5 × 406,5 mm)
®
-chip ×10,7" DLP®-chip ×1
61
/64" × 4 33/64" × 16"
Als onderdeel van een beleid van doorlopende verbetering houdt SHARP zich het recht voor om
veranderingen aan te brengen in ontwerp en technische gegevens ten behoeve van verbetering van het
product zonder voorafgaande berichtgeving. De aangegegeven cijfers voor de technische gegevens
aangaande prestaties zijn nominale waarden voor productie-eenheden. Er kunnen zich enkele
afwijkingen van deze waarden voordoen bij afzonderlijke eenheden.
Deze SHARP projector is uitgerust met een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat 1.024.000
(XG-SV100W) of 786.432 (XG-SV200X) pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige
elektronische apparatuur zoals TV's met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera's,
gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen.
Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen,
wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed
op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Aanhangsel
85
Page 90
Afmetingen
Eenheid: duim (mm)
15 61/64 (405)
16 (406,5)
/16 (338)
5
13
/64
25
2
/64
59
2
/2 (89)
1
3
/64 (160,5)
21
6
/2
1
1
(60,5)
(74)
(38)
7 63/64 (202,5)
2 9/64
(54)
M4M4
M4M4
1 5/8
(41,25)
3 3/4 (95)
M4M4
M4
7 31/64 (190)
11 63/64 (304)
ø68
M4
2 61/64
(75)
/64
25
/64 (114,5)
33
4
(10)
/4 (95)
3
3
/16 (134,5)
5
5
/64 (190)4
31
7
/32 (110)
11
86
Page 91
Index
16:9············································································· 36-39
3D MODE toets ································································67
Achtergrond ······································································55
Afstandsbediening ····························································14
Afstandsbedieningssensor ···············································15
Alles terugstellen ······························································ 60
AUDIO 1, 2 aansluitingen ·················································24
Audio-ingang ····································································51
Audio uitgang ···································································51
AUDIO OUT aansluiting ···················································· 24
Automatisch herstarten ····················································56
Automat. sync. (Automatische synchronisatie) ··········41, 52
Auto Power Off (Automatische uitschakelfunctie) ············56
AUTO SYNC toets ····························································41
AV MUTE toets ·································································35