Sharp XG-SV100W, XG-SV200X User Manual [nl]

Page 1
Inleiding
MODEL
XG-SV100W XG-SV200X
GEBRUIKSAANWIJZING
Eenvoudig starten
Installatie
Aansluitingen
Basisbediening
voorzieningen
Handige
Aanhangsel
Page 2
BELANGRIJK
• Vul het model- en serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de projector. Deze informatie heeft u nodig in geval van verlies of diefstal.
• Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Bijgeleverde accessoires” op blz. deze gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recyclet.
11 van
Modelnummer:
Serienummer:
ii
Page 3
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fi tted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 10A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked of the plug, must be used. Always refi t the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fi tted. In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the mains plug and fi t an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immedi­ately and disposed of in a safe manner. Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 13A socket outlet, as a serious electric shock may occur. To fi t an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
WARNING:
THIS APPARATUS MUST BE EARTHED.
IMPORTANT:
The wires in this mains lead are coloured in accordance with the following code:
As the colours of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug proceed as follows:
The wire which is coloured green-and-yellow must be connected to the terminal in the
The wire which is coloured blue must be connected to the terminal which is marked
The wire which is coloured brown must be connected to the terminal which is marked
or and of the same rating as above, which is also indicated on the pin face
Green-and-yellow : Earth Blue : Neutral Brown : Live
plug which is marked by the letter E or by the safety earth symbol or green-and-yellow.
with the letter N or coloured black.
with the letter L or coloured red.
or coloured green
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
Geautoriseerde vertegenwoordiger in de Europese Unie
SHARP ELECTRONICS (Europe) GmbH Sonninstraße 3, D-20097 Hamburg
ALLEEN E.U.-LANDEN
iii
Page 4
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Spanish, Italian, Dutch, Swedish, Portuguese, Chinese, Korean and Arabic. Carefully read through the operation instructions before operating the projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Schwedisch, Portugiesisch, Chinesisch, Koreanisch und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, espagnol, italien, néerlandais, suédois, portugais, chinois, coréen et arabe. Veuillez lire at­tentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, español, italiano, holandés, sueco, portugués, chino, coreano y árabe. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, spagnolo, italiano, olandese, svedese, portoghese, cinese, coreano e arabo. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, Nederlands, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans en Arabisch. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de projector in gebruik neemt.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, spanska, italienska, holländska, svenska, portugisiska, kinesiska, koreanska och arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em Inglês, Alemão, Francês, Espanhol, Italiano, Holandês, Sueco, Português, Chinês, Coreano e Árabe. Leia cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor.
iv
Page 5
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding

Inleiding
WAARSCHUWING:
WAARSCHUWING:
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN GE-
BRUIKER-ONDERHOUDSSCHROEVEN.
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN, MAG DE
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
WAARSCHUWING:
Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat kinderen niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke elektrische schok te voorkomen.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige
LET OP
Dit is een Klasse A-product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiostoringen veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat, die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok kunnen veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onder­houdsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
NEDERLANDS
1
Page 6
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
Dit product gebruikt een lamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor
voorschriften zijn
informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten, de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org, de lamp recycling organisatie www.lamprecycle.org of neem contact op met SHARP via 1-800-BE-SHARP.
ALLEEN VOOR DE V.S.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u
mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur. De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten. Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de
lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken. Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector
verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen zodat een veilige werking gewaarborgd is. Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas
dat in de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling aan het ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de hulp van een arts in te roepen.
Let op
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
brandwonden of ander letsel veroorzaken. Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van
de lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen. Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
Draai geen andere schroeven los dan die van het lamphuisdeksel en het lamphuis.
De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Als u de lamptimer
terugstelt en dan dezelfde lamp blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd worden of exploderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op blz.
*
U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum
laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
72 tot 74.
2
Page 7

Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen

1
De technische gegevens verschillen een weinig, afhankelijk van het model. U kunt echter alle modellen op dezelfde wijze aansluiten en bedienen.
De afbeeldingen en schermaanduidingen in deze gebruiksaanwijzing zijn vereenvoudigd om de uitleg te vergemakkelijken en kunnen enigszins afwijken van de feitelijke aanduidingen die u ziet.
Gebruik van het menuscherm
RETURN toets
Druk op RETURN om terug te keren
• naar het vorige s cherm wanneer het menu wordt weergegeven.
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
MENU toets
MENU toets ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
Druk op RETURN om terug
• te keren naar het vor ige scherm wanne er het menu wordt weergegeven.
Toetsen die bij deze bediening gebruikt worden
Inleiding
Menu-selecties (Afstellingen)
Voorbeeld: Instellen van “Helder”.
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
Druk op MENU.
1
Het “Beeld” me nuscherm voor de gekozen
• ingangsfunctie verschijnt.
Druk op Q of O en selecteer
2
2
“Beeld” o m afstellingen te ma ken.
Voorbeeld: “Be eld” menuscherm
Menu-onderdeel
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Beeldmodus
Contrast 0 Helder Kleur Tint
Rood Blauw Kleurtmp BrilliantColor™ C.M.S.1 C.M.S.2 Ruisonderdr. Eco + Stil
Reset
SEL/INS Ter ug
0 0 0 0Scherpte 0 0 0 1
46
...................
Info
Hier worden veiligheidsmaatregelen gegeven voor het gebruik van de
projector.
Hier wordt extra informatie verschaft voor de instelling en
Opmerking
.....
bediening van de projector.
Belangrijke bladzijden
Onderhoud
Problemen oplossen
Standaard
Uit
Uit Niveau 2 Uit
ENTER END
Toetsen die in deze bedieningsstap gebruikt worden
Beeldschermdisplay
Index
Blz. 69
Blz. 81 tot 83
Blz. 87
3
Page 8

Inhoudsopgave

Voorbereiding
Inleiding
Hoe u deze gebruiksaanwijzing moet lezen
Inhoudsopgave .......................................4
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..........6
Toegang krijgen tot de
PDF-gebruiksaanwijzingen ................10
Accessoires ..........................................11
Benaming en functie van de onderdelen
Zijaanzicht .............................................. 12
Bovenkant .............................................. 12
Voorkant................................................. 12
Achterkant (Aansluitingen) ...................... 13
Plaatsen van de batterijen ....................... 15
Bedieningsbereik .................................... 15
Eenvoudig starten
Eenvoudig starten ................................16
Installatie en projectie ............................. 16
Installatie
Instellen van de projector .....................18
Instellen van de video ............................. 18
Instellen van de projector ........................ 18
Standaard opstelling (projectie van voren)
Schermformaat en projectie-afstand ....... 19
Projectie-instellingen ............................... 21
Installatie plafondmontage ...................... 21
Aansluitingen
De projector aansluiten op andere
apparatuur ..........................................22
Bedienen van de projector via een
computer ............................................25
Aansluiten van het netsnoer .................26
Gebruik
Basisbediening
In/uitschakelen van de projector ..........27
De projector inschakelen ........................ 27
De projector uitschakelen
(de projector in de ruststand zetten) ..... 27
Beeldprojectie ......................................28
De lens verstellen ................................... 28
Gebruik van de stelvoetjes ...................... 29
Scherpstellen van het beeld .................... 30
Afstellen van de geprojecteerde
beeldgrootte ........................................ 30
Correctie van perspectivische vervorming
De ingangsfunctie omschakelen ............. 34
Instellen van het volume ......................... 35
4
...12
.. 18
.. 31
Weergeven van een zwart scherm en
tijdelijk uitschakelen van het geluid ....... 35
..3
Grootte Aanpassen functie ..................... 36
Handige voorzieningen
Gebruik van de afstandsbediening.......40
Weergeven en instellen van de pauzetimer
De cursor weergeven ............................. 40
De Spot functie gebruiken ...................... 40
In- en uitschakelen van de Eco+Stil modus Automat. sync.
(Automatische synchronisatie) .............. 41
Een bewegend beeld stilzetten ............... 41
Kiezen van de beeldmodus .................... 41
Weergeven van een vergroot deel
van een beeld ...................................... 41
Gebruik van de afstandsbediening
als draadloze muis ............................... 42
Menu-onderdelen .................................43
Gebruik van het menuscherm ..............46
Menu-selecties (Afstellingen) .................... 46
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) ........48
Kiezen van de beeldmodus .................... 48
Instellen van het beeld ............................ 48
Instellen van de kleurtemperatuur ........... 49
Instellen van de kleuren .......................... 49
Afbeeldingsruis verminderen (DNR) ......... 50
Eco+Stil .................................................. 50
Geluidsinstellingen (“Audio” menu) ......51
Luidsprekerinstellingen ........................... 51
Audio-ingang .......................................... 51
Het audiouitvoertype instellen ................. 51
Instellen van het geluid ........................... 51
Signaalinstelling (“SIG” menu) ..............52
Het computerbeeld instellen ................... 52
Instellen van de resolutie ......................... 52
Instellen van de automatische
synchronisatie ...................................... 52
De instelling signaaltype .......................... 52
Instellen van het videosignaal .................. 53
Video-instelling ....................................... 53
Het dynamische bereik selecteren .......... 53
Controleren van het ingangssignaal ........ 53
Scherm-instelling (“SCH” menu) ..........54
Instellen van de grootte aanpassen-functie
Selecteren van de wandkleur .................. 54
De overscan instellen .............................. 54
Instellen van het on-screen display ......... 54
Closed caption ....................................... 55
Kiezen van een starten achtergrondbeeld De geprojecteerde beelden omkeren/
weergeven in spiegelbeeld ................... 55
Kiezen van de taal voor de
beeldscherm-aanduidingen (OSD) ....... 55
Nuttige, tijdens installatie ingestelde
functies (“PRJ” menu) ........................56
Automatische uitschakeling .................... 56
... 40
... 40
... 54
.. 55
Page 9
Automatisch Herstarten Functie .............. 56
COMPUTER2 Selecteren ........................ 56
STANDBY-modus .................................. 56
De transmissiesnelheid selecteren
(RS-232C) ........................................... 56
Ventilatormodus-instelling ....................... 57
Systeemvergrendeling-functie ................. 57
Toetsvergrendeling ................................. 58
®
DLP
LinkTM ............................................ 58
®
DLP
LinkTM Omkeren ............................. 58
Geheugenmenu ...................................... 59
Roteer indicator ...................................... 59
Terugkeren naar de standaardinstellingen Controleren van de resterende
levensduur van de lamp ....................... 60
.. 60
Instellen van de netwerkomgeving
van de projector (“Netw” menu) .........61
Instellen van een wachtwoord ................. 61
Instelling voor DHCP Client ..................... 62
TCP/IP instelling ..................................... 62
Terugkeren naar de standaardinstellingen
(Netwerk) ............................................. 62
Functie netwerk herstarten ..................... 62
Controleren van de projectorinformatie ... 63
Stereoscopische 3D-beelden bekijken
Voorzorgen om stereoscopische
3D-beelden te bekijken ........................ 64
Informatie over de 3D-projectiefunctie .... 66
3D-weergavemodus gebruiken ............... 67
Bijlage .................................................... 68
Inleiding
...64
Referentie
Aanhangsel
Onderhoud ...........................................69
Onderhoudsindicators ..........................70
Betreffende de lamp .............................72
Lamp ...................................................... 72
Belangrijke opmerkingen betreffende
de lamp ............................................... 72
Vervangen van de lamp .......................... 72
Verwijderen en aanbrengen van de
lampeenheid ........................................ 73
Terugstellen van de lamptimer ................ 74
Compatibiliteitskaart ............................75
De roteermodule met plafondbevestiging
(AN-SV100T) bevestigen
De aansluitklep op de module
bevestigen ..........................................78
De plafondbevestiging aan het
plafond bevestigen ............................79
Problemen oplossen ............................81
Voor assistentie van SHARP ................84
Technische gegevens ...........................85
Afmetingen ...........................................86
Index .....................................................87
......................77
5
Page 10

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

LET OP: Lees al deze instructies door alvorens dit apparaat in gebruik te
nemen en bewaar ze voor later gebruik.
Met elektrische energie kunt u heel wat nuttige functies uitvoeren. Dit apparaat is zodanig ontworpen en vervaardigd dat uw persoonlijke veiligheid wordt gevrijwaard. ONJUIST GEBRUIK KAN EVENWEL LEIDEN TOT EEN EVENTUELE ELEKTRISCHE SCHOK OF BRANDGEVAAR. Om de ingebouwde veiligheidsvoorzieningen van dit apparaat niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3.
Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage-accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Transport
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over
een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatie-openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is uitgerust met één van de volgende soorten stekkers. Als de stekker niet in het stopcontact past, neemt u contact op met uw elektricien. Negeer de veiligheidsvoorziening van de stekker niet. a. Tweedraads (net)stekker. b. Driedraads geaarde (net)stekker met
aardingspen.
Deze stekker past alleen in een geaard
stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
6
Page 11
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij het openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
18. Beschadigingen die reparatie
vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren: a. Als het netsnoer of de netstekker is
beschadigd.
b. Als er vloeistof of een voorwerp in het
apparaat terecht is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld is
geweest aan regen of water.
d. Als de normale aanwijzingen worden
opgevolgd, maar het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de
gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e.
Als het apparaat is gevallen of de
behuizing is beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed
functioneert. Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Wand- of plafondmontage
Dit apparaat mag uitsluitend volgens de aanbevelingen van de fabrikant aan een wand of het plafond worden bevestigd.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Inleiding
DLP® en het DLP-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Texas Instruments, en
• BrilliantColor™ en DLP Microsoft
®
en Windows® zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in
®
Link™ zijn handelsmerken van Texas Instruments.
de Verenigde Staten en/of in andere landen. PC/AT is een gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation
• in de Verenigde Staten. Adobe® Reader® is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
• Macintosh
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in andere landen. HDMI, het HDMI-logo en High-Defi nition Multimedia Interface zijn handelsmerken of
• gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. PJLink is een gedeponeerd handelsmerk of een applicatiehandelsmerk in Japan, de
• Verenigde Staten, Canada, de E.U., China en/of andere landen/regio's. Alle andere namen van fi rma's of producten zijn handelsmerken of gedeponeerde
• handelsmerken van de respectievelijke ondernemingen. Sommige IC-chips in dit apparaat bevatten vertrouwelijke informatie en/of handelsgeheimen die
• toebehoren aan Texas Instruments. U mag de inhoud ervan dan ook niet kopiëren, wijzigen, aanpassen, vertalen, verspreiden, omgekeerd ontwikkelen of assembleren of decompileren.
7
Page 12
Neem de volgende veiligheidsinformatie in acht wanneer u de projector gaat installeren.
Belangrijke informatie betreffende de lamp
Als de lamp gesprongen is, kunnen de
glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Wanneer de lamp springt, moet u contact opnemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor een nieuwe lamp. Zie “Betreffende de lamp” op blz. 72.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een
optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffi g en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soor t ruimten moeten de ventilatieopeningen en de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u de projector regelmatig reinigt. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de projector mag uitsluitend door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden gedaan.
Laat uw ogen af en toe rusten.
Langdurig ononderbroken naar het scherm
kijken kan resulteren in vermoeidheid van de ogen. U moet uw ogen regelmatig laten rusten.
Zet de projector niet op een plaats die blootgesteld staat aan direct zonlicht of een andere sterke lichtbron.
Plaats het scherm zodanig dat dit niet in direct
zonlicht staat of aan andere sterke verlichting is blootgesteld. Licht dat rechtstreeks op het scherm valt, zal de kleuren fl ets maken waardoor het kijken moeilijker wordt. Sluit de gordijnen en dim de verlichting wanneer het scherm in een erg zonnige of heldere kamer wordt opgesteld.
Belangrijke informatie voor het opstellen van de projector
Plaats de projector op een horizontale
ondergrond binnen het afstelbereik (9 graden) van het stelvoetje.
Wanneer de projector de eerste maal wordt
ingeschakeld, kan er een vreemde geur via de ventilator naar buiten komen. Dit is normaal en duidt niet op een storing. De geur zal verdwijnen nadat de projector een poosje is gebruikt.
Gebruik van de projector op grote hoogte, zoals in de bergen (hoogten van meer dan 1.500 meter (4.900 voet))
Wanneer u de projector op grote hoogte
gebruikt waar de lucht ijl is, dient u de “Ventilatormodus” op “Hoog” te zetten. Indien dit wordt verzuimd, kan dit de levensduur van het optische systeem nadelig beïnvloeden. Gebruik de projector op hoogtes van 2.300
meter (7.500 voet) of minder.
Waarschuwing betreffende het opstellen van de projector op een hoge plaats
Als u de projector op een hoge plaats opstelt, moet u er goed op letten dat de projector stevig staat, om te voorkomen dat de projector letsel veroorzaakt wanneer deze zou vallen.
Stel de projector niet aan harde stoten en/of hevige trillingen bloot.
Wees voorzichtig met de lens zodat u deze niet beschadigt of er hard tegen stoot.
Vermijd plaatsen die blootgesteld staan aan extreme temperaturen.
Het bereik voor de beschijfstemperatuur van de projector loopt van 41°F tot 95°F (+5°C tot +35°C).
Het bereik voor de opslagtemperatuur van de projector loopt van –4°F tot 140°F (–20°C tot +60°C).
Blokkeer de uitlaat- en inlaatopeningen niet.
Houd minimaal 11 13/16" (30 cm) ruimte vrij tussen de uitlaatopening en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Zorg dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet zijn afgedekt.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening er voor zorgen dat de projector automatisch in de ruststand (standby) wordt gezet, om beschadiging als gevolg van oververhitting te voorkomen. Dit duidt niet op een storing. (Zie blz. 70 en 71.) Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Zet de projector vervolgens op een plaats waar de inlaat- en uitlaatopeningen niet geblokkeerd worden, steek de stekker weer in het stopcontact en schakel de projector in. De projector zal vervolgens weer normaal werken.
8
Page 13
Belangrijke informatie betreffende het gebruik van de projector
Als u de projector lange tijd niet gebruikt, of als
u de projector verplaatst, ontkoppel dan het snoer voor netspanning van het stopcontact en ontkoppel alle andere kabels. Draag de projector niet aan de lens.
Bevestig het lenskapje op de lens van de
projector wanneer u de projector opbergt. Stel de projector niet bloot aan direct
zonlicht en plaats deze ook niet in de buurt van een hittebron. Dit kan namelijk resulteren in verkleuring van de behuizing of vervorming van de plastic afdekking.
Aansluiten van andere apparatuur
Wanneer u een computer of andere audiovisuele apparatuur op de projector aansluit, mag u de aansluitingen pas maken NADAT u het netsnoer van de projector uit het stopcontact hebt gehaald en de apparatuur die wordt aangesloten hebt uitgeschakeld. Lees de gebruiksaanwijzing van de projector
en van de apparatuur die wordt aangesloten voor nadere bijzonderheden betreffende de aansluitingen.
Gebruik van de projector in andere landen
De netspanning en de uitvoering van de
netstekker kunnen variëren, afhankelijk van het gebied of het land waar de projector wordt gebruikt. Als u de projector in het buitenland gebruikt, zorg dan dat deze op de juiste netspanning en met het voorgeschreven netsnoer wordt aangesloten.
Temperatuur-verklikkerfunctie
Als de temperatuur binen de projector
stijgt, door blokkade van de luchtgaten, of door de lokatie, zal de temperatuur­waarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen, zal “ ” gaan branden in de hoek linksonder vanhet beeld met het knipperen van de temperatuur-waarschuwings­indicator. Als deze situatie voortduurt, zal de lamp uitgaan, de ventilator zal gaan draaien en de projector zal in standby modus gaan staan. Zie “Onderhoudsindi­cators” op blz. 70 en 71 voor verdere informatie.
Info
De koelventilator regelt de inwendige
• temperatuur automatisch. Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van de projector. Dit duidt niet op een storing.
Inleiding
9
Page 14

Toegang krijgen tot de PDF-gebruiksaanwijzingen

Op de bijgeleverde CD-ROM staan PDF-gebruiksaanwijzingen in diverse talen. Om die gebruiksaanwijzingen te kunnen lezen, moet het Adobe programma op uw computer (Windows
®
of Macintosh®) zijn geïnstalleerd.
®
Reader®
U kunt het Adobe® Reader® programma downloaden vanaf internet (http://www.adobe.com).
Openen van de PDF-gebruiksaanwijzingen
Voor Win dows®:
1
Steek de CD -ROM in het CD-ROM-station.
2
Dubbelklik op het “Deze computer” pictogram.
3 Dubbelklik op het “CD-ROM” station. 4 Wanneer u de gebruiksaanwijzing wilt
lezen
1) Dubbelklik op de map “MANUALS”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor toegang tot de gebruiksaanwijzingen van de projector.
Wanneer u de INSTELGIDS wilt lezen
1) Dubbelklik op de map “SETUP”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor toegang tot de INSTELGIDS.
Opmerking
Als u het gewenste pdf-bestand niet kunt openen door dubbelklikken met de muis, dient u eerst het
®
Adobe
Reader® programma op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het “File”
(Bestand), “Open” (Openen) menu.
Voor Mac intos h®:
1 Steek de CD-ROM in het CD -ROM-
station.
2 Dubbelklik op het “CD-ROM” station. 3 Wanneer u de gebruiksaanwijzing wilt
lezen
1) Dubbelklik op de map “MANUALS”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor toegang tot de gebruiksaanwijzingen van de projector.
Wanneer u de INSTELGIDS wilt lezen
1) Dubbelklik op de map “SETUP”.
2) Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin u de gebruiksaanwijzing wilt lezen.
3) Dubbelklik op het pdf-bestand voor toegang tot de INSTELGIDS.
INSTELGIDS
Zie de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor verdere informatie.
Toewijzing van de aansluitpinnen ··············································· 2 RS-232C technische gegevens en commando-instellingen ·····4 Bedienen van de projector via het PJLinkTM-protocol ············· 10 Instellen van de netwerkomgeving van de projector ··············· 11 Controleren van de projector via een L AN ······························· 17 De lamptimer van de projector terugstellen via LAN ·············· 22 Oplossen van problemen ·························································· 24
10
Page 15

Accessoires

Bijgeleverde accessoires
Twee R-6 batterijen
(“AA” formaat, UM/SUM-3,
HP-7 of gelijkwaardig)
Afstandsbediening
<RRMCGA960WJSA>
Aansluitklep
<CCOVAE119WEF0>
Netsnoer*
(1) (2) (3) (4)
Inleiding
RGB kabel
(10 n (3,0 m))
<QCNWGA161WJPZ>
Voor de Verenigde
Staten, Canada enz.
(6n (1,8 m))
<QACCDA082WJPZ>
* Welke netsnoeren meegeleverd worden met uw projector hangt af van de regio. Gebruik het netsnoer dat bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
Gebruiksaanwijzingen (dit boekje <TINS-F099WJZZ> en CD-ROM <UDSKAA132WJZZ>)
Opmerking
Codes tussen “< >” zijn onderdeelnummers voor vervangbare onderdelen.
Voor Europa, behalve
Groot-Brittannië
(6n (1,8 m))
<QACCVA024WJPZ>
Voor Groot-Brittannië
en Singapore
(6n (1,8 m))
<QACCBA104WJPZ>
Voor Australië, Nieuw-
Zeeland en Oceanië
(6n (1,8 m))
<QACCLA055WJPZ>
Los verkrijgbare accessoires
Lampeenheid
Roteermodule met plafondbevestiging
Plafond-montage adapter
Plafondmontagebeugel
Plafond-montage unit
Plafondgemonteerde verlengbuis
Opmerking
Het is mogelijk dat sommige van deze los verkrijgbare accessoires niet in uw land worden verkocht. Neem
• contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum voor verdere informatie.
AN-SV10LP AN-SV100T AN-60KT AN-XGCM55 (alleen voor de V.S.) AN-TK201 <voor AN-60KT> AN-TK202 <voor AN-60KT> AN-EP101B <voor AN-XGCM55> (alleen voor de V.S.)
11
Page 16

Benaming en functie van de onderdelen

De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
1 2 3 4 65 8 9 10 11 12 13 14

Zijaanzicht

1 STANDBY/ON toets
Voor het in- en uitschakelen (standby) van de projector.
27
2 LENS toets
Om te schakelen tussen de
menuschermen voor instellingen van de lens (LENS SHIFT, FOCUS, ZOOM, enz.).
46
46
34
3 RETURN toets
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm
tijdens menubediening.
4 ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of
instellingen die in het menu zijn gemaakt.
5 INPUT toetsen (R/P)
Voor het kiezen van de ingangsfunctie.
6 Insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
7 VOL –/+ toetsen (O/Q)
Voor het instellen van de geluidssterkte van
de luidspreker.
8 MENU toets
Voor het weergeven van de
instelschermen.
46
9 KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de
trapeziumvorm-correctiefunctie.
35
31
71 2 3 4 65 8 9 10 11 12 13 14
7
19 2018
17
17
19 2018
10 AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de projector op een computer is aangesloten.
11 ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de
koelventilator en het verlengen van de
levensduur van de lamp.

Bovenkant

12 Spanningsindicator
13 Lampindicator
14
Temperatuur-waarschuwingsindicator
70

Voorkant

46
15 Roteer indicator
Gaat branden of knipperen wanneer de
roteermodule met plafondbevestiging
(AN-SV100T)
16 Luidspreker
17 Uitlaatopening
18 Stelvoetje
is aangesloten.
51
69
29
19 Afstandsbedienings-sensor
20 Lenskapje
69
59
41
40
70
19
19 15
15
16
16
70
15
12
Page 17
12345 6 7 8 9
12345 6 7 8 9
10
10
11
11

Achterkant (Aansluitingen)

1 LAN-aansluiting
Aansluiting voor het via een netwerk bedienen van de projector vanaf een computer.
2 USB-aansluiting
Aansluiting voor aansluiting op de USB­poort van de computer om de meegeleverde afstandsbediening als computermuis te kunnen gebruiken.
3 S-VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur die is
uitgerust met een S-video-aansluiting.
4 AUDIO 2 ingangsaansluiting
5 AUDIO 1 ingangsaansluiting
26
42
23
24 24
6 COMPUTER/COMPONENT 1
ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en
componentsignalen.
7 AUDIO OUT aansluiting
Audio uitgangsaansluiting van apparaat
aangesloten op audio ingangsaansluiting.
8 MONITOR OUT* aansluiting
(Uitgangsaansluiting voor computer RGB-
en componentsignalen)
Aansluitbus voor een monitor. COMPUTER/COMPONENT 2*
ingangsaansluiting
Aansluiting voor computer RGB- en
componentsignalen.
* U moet de instelling schakelen afhankelijk of u de
aansluiting voor MONITOR OUT of COMPUTER/ COMPONENT 2 ingang gebruikt.
22, 23
24
24
22, 23
1312 14 15 16 17
1312 14 15 16 17
9 HDMI-aansluiting
Aansluiting voor HDMI-invoer.
10 RS-232C aansluiting
Aansluiting voor de bediening van de
projector met behulp van een computer.
11 VIDEO ingangsaansluiting
Aansluitbus voor videoapparatuur.
12 Uitlaatopening 13 Achterste stelvoetje 14 Inlaatopening
15
Kensington standaard veiligheidsaansluiting
16 Afstandsbedienings-sensor
17 Netstroom-aansluiting
Sluit hierop het bijgeleverde netsnoer aan.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector is uitgerust met een
• Kensington standaard veiligheidsaansluiting voor gebruik met een Kensington MicroSaver beveiligingssysteem. Raadpleeg de documentatie die bij het beveiligingssysteem wordt geleverd voor instructies betreffende het beveiligen van de projector.
22, 23
25
23
69
29
69
15
26
Inleiding
13
Page 18
Benaming en functie van de onderdelen (vervolg)
De nummers aangegeven in Z verwijzen naar de bladzijde in deze gebruiksaanwijzing waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
1
2 3
4 5
6 7 8 9
10
11 12
13 14 15
1 ON toets
Voor het inschakelen van de stroom.
2 STANDBY toets
Om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
3 MEMORY (1-8) toetsen
Voor het weergeven van elk scherm
“Geheugen laden” van “Geheugenmenu”.
MEMORY MENU toets
Voor het weergeven van het scherm
Geheugenmenu.
4 HDMI, COMPUTER 1/2, S-VIDEO en VIDEO
toetsen
Om te wisselen tussen de verschillende ingangsmodi.
5 KEYSTONE toets
Voor het inschakelen van de trapeziumvorm-
correctiefunctie.
6 AUTO SYNC toets
Voor het automatisch instellen van het beeld wanneer de projector op een computer is aangesloten.
7 FREEZE toets
Voor het stilzetten van het beeld.
8 POINTER toets
Om de cursor weer te geven.
9 MOUSE/insteltoetsen (P/R/O/Q)
Voor het verplaatsen van de cursor van de
• computer bij gebruik van de USB-poort (met behulp van een USB-kabel). Voor het selecteren van de menu-onderdelen.
27
27
34
31
41
41
40
16
17 18
19 20 21 22
23
24 25 26 27
59
59
14
42, 46
10 L-CLICK/EFFECT toets
Voor het links klikken bij gebruik van de USB-
• poort (met behulp van een USB-kabel).
Voor het wijzigen van de cursor of het spotlicht gebied.
11 Botones ZOOM
Para ajustar el tamaño de la imagen proyectada.
12 ROTATE toets
Voor het instellen van de rotatiehoek van de projector wanneer de roteermodule met plafondbevestiging (AN-SV100T) is aangesloten.
13 MAGNIF Y toetsen
Voor het vergroten/verkleinen van een deel van
het beeld.
14 PICTURE MODE toets
Voor het kiezen van het juiste beeld.
15 BREAK TIMER toets
Voor het weergeven van de pauzetijd.
16 RESIZE toets
Voor het omschakelen van het schermformaat
(NORMAAL, 16:9 enz.).
17 MENU toets
Voor het weergeven van de instelschermen.
18 AV MUTE toets
Voor het tijdelijk weergeven van een zwart
scherm en het uitschakelen van het geluid.
19 SPOT toets
Om het spotlicht weer te geven.
20 ENTER toets
Voor het invoeren van de selecties of
instellingen die in het menu zijn gemaakt.
21 R-CLICK/RETURN toets
Voor het rechts klikken bij gebruik van de USB­poort (met behulp van een USB-kabel).
Voor terugkeren naar het vorige menuscherm tijdens menubediening.
22 H&V SHIFT toets
De lens horizontaal en verticaal verstellen.
23 FOCUS toetsen
Voor het scherpstellen van het geprojecteerde beeld.
24 PAGE UP/PAGE DOWN toetsen
Hetzelfde als de [Page Up] en [Page Down] toetsen op het toetsenbord van een computer, bij gebruik van de USB-poort (met behulp van een USB-kabel).
25 VOL +/– toetsen
Voor het instellen van de geluidssterkte van de
luidspreker.
26 ECO+QUIET toets
Voor het reduceren van het geluid van de
koelventilator en het verlengen van de levensduur van de lamp.
27 3D MODE toets
Weergeven van het 3D-modus menuscherm.
36
46
40
46
42, 40
30
41
41
40
35
42, 46
29
30
42
35
40
67
Page 19

Plaatsen van de batterijen

2
3
Druk het lipje op het deksel omlaag en verwijder
1
1
het deksel in de richting van de pijl.
Plaats de batterijen.
2
Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de
• aanduidingen in de batterijhouder.
Steek het bovenste lipje van het deksel in de
3
opening en druk het deksel omlaag totdat het deksel vastklikt.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Let op
De batterij kan ontploffen als deze verkeerd wordt geplaatst. Alleen vervangen door alkaline of magnesium batterijen. Plaats de batterijen met de m en n pool overeenkomstig de aanduidingen in de batterijhouder.
• Batterijen van een verschillend type hebben verschillende eigenschappen. Gebruik daarom niet gelijktijdig
• batterijen van een verschillend type. Meng geen nieuwe en oude batterijen door elkaar.
• Dit kan resulteren in een kortere levensduur van de nieuwe batterijen of de oude batterijen kunnen gaan lekken. Neem de batterijen uit de afstandsbediening wanneer deze leeg zijn, want anders kunnen ze gaan lekken.
• De vloeistof uit lekkende batterijen is schadelijk voor de huid, dus veeg bij lekkage de batterijen met een doek af en verwijder de batterijen daarna ook met de doek. De batterijen die bij deze projector zijn geleverd kunnen een kortere levensduur hebben dan normaal, afhankelijk
• van hoe lang ze opgeslagen zijn geweest. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe batterijen. Neem de batterijen uit de afstandsbediening als u de afstandsbediening geruime tijd niet denkt te gebruiken.
• Neem de plaatselijke wetgeving (voorschriften) in acht wanneer u de batterijen weggooit.
Inleiding

Bedieningsbereik

Met de afstandsbediening kan de projector binnen het aangegeven bereik worden bediend.
Opmerking
Andere afstandsbedienings-sensoren bevinden zich aan de achter- en bovenkant van de projector. (Zie blz.
U kunt het signaal van de afstandsbediening via het scherm laten weerkaatsen om de bediening te vereenvoudigen. Het effectieve bedieningsbereik zal verschillen afhankelijk van het materiaal van het scherm.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Laat de afstandsbediening niet vallen en stel deze
• ook niet aan vocht en hoge temperaturen bloot. De afstandsbediening kan foutief functioneren
• als deze onder het licht van een tl-lamp wordt gebruikt. In dit geval moet u de projector verder van de tl-lamp vandaan plaatsen.
12 en 13.)
30°
30°
30°
30°
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Afstandsbedienings-sensor
Afstandsbedienings-sensor
33n (10 m)
33n (10 m)
Zender van de
Zender van de afstandsbediening
afstandsbediening
15
Page 20

Eenvoudig starten

In dit hoofdstuk wordt de basisbediening beschreven (projector aansluiten op een computer). Zie het bladzijdenummer dat bij elke bedieningsstap vermeld staat voor verdere informatie.

Installatie en projectie

In dit hoofdstuk wordt de aansluiting van de projector op een computer aan de hand van een voorbeeld beschreven.
3, 8 STANDBY/ON toets
6, 7 ENTER toets
6 R/P toetsen, 7 INPUT toetsen
6 O/Q toetsen
6 KEYSTONE
toets
1.
Plaats de projector zodanig dat deze naar een wand of scherm is gericht
8 STANDBY toets
3 ON toets
7 HDMI, COMPUTER
1/2, S-VIDEO e n VIDEO toetsen
4, 6 Insteltoetsen
(P/R/O/Q)
6 ENTER toets 3 H&V SHIFT toets
5 FOCUS toetsen
5 ZOOM toetsen
Blz. 18
_
2. Sluit de projector op de computer aan en steek de stekker van het netsnoer in de netstroomaansluiting
Zie blz. 23 en 24 wanneer u andere apparatuur dan een computer aansluit.
_
3. Schakel de projector in
Druk op STANDBY/ON van de projector of op ON van de afstandsbediening.
_Blz. 27
16
Blz. 22, 25, 26
Page 21
4. Stel de projectiehoek in
De projectiehoek afstellen:
• De lens horizontaal en verticaal instellen.
1 Druk op H&V SHIFT op de afstandsbediening. 2 Druk op P, R, O of Q op de afstandsbediening.
• Stel de projectiehoek in door aan de stelvoetjes
te draaien.
_Blz. 29
5. Stel het beeld scherp en stel de beeldgrootte in
1 Druk op FOCUS +/– op de afstandsbediening om het beeld scherp te stellen. 2 Druk op ZOOM +/– op de afstandsbediening om in of uit te zoomen.
_Blz. 30
6.
De beeldvervorming als gevolg van de projectiehoek aanpassen
1
Druk op KEYSTONE op de projector of op de afstandsbediening.
2
Druk op ENTER op de projector of op de afstandsbediening.
3
Druk op
4
Druk op ENTER om de positie in te stellen.
5
Herhaal dezelfde procedure voor de rechterbovenhoek, rechterbenedenhoek en
P, R, O of Q
linkerbenedenhoek van het beeld.
• Na het instellen van de linkerbenedenhoek is de aanpassing voltooid en verdwijnt het scherm.
om de positie van de linkerbovenhoek van het beeld te verstellen.
_Blz. 31
7. Kies de ingangsfunctie
Op de projector Druk op INPUT R/P voor het weergeven van de INGANG-lijst. Gebruik INPUT R/P voor het selecteren
van de ingangsfunctie, en gebruik O /Q voor het selecteren van de aansluiting voor audio-invoer.
INGANG-lijst
INGANG Audio
1 COMPUTER1
2 MONITORUITGANG
H
HDMI
Op de afstandsbediening Druk op HDMI, COMPUTER 1/2, S-VIDEO of VIDEO
voor het selecteren van de ingangsfunctie.
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
_Blz. 34
Eenvoudig starten
8. Uitschakelen van de projector
Druk op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening en druk dan nog een keer op die toets terwijl de bevestigingsmelding wordt aangegeven om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Op de
projector
Op de
afstandsbediening
Beeldschermdisplay
_Blz. 27
17
Page 22

Instellen van de projector

Instellen van de video

Als u deze projector buiten de V.S. gebruikt, verander dan de instelling in “0 IRE” bij Instellen van de video. (Zie blz. 53.)

Instellen van de projector

Voor een optimaal beeld moet de projector loodrecht ten opzichte van het scherm worden geplaatst met de voetjes van de projector vlak en horizontaal. Er hoeft dan geen trapeziumvorm­correctie te worden uitgevoerd en u kunt genieten van het beste beeld. (Zie blz.

Standaard opstelling (projectie van voren)

Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste beeldgrootte.
(Zie blz. 19 en 20.)
Relatie tussen de projectiebeeldgrootte en de projectie-afstand
XG-SV20 0X
(Voorbeeld: 4:3 Invoersignaal (Normaal-stand))
Beeldgrootte
500" (1270 cm)
200" (508 cm)
100" (254 cm)
80" (203 cm)
60" (152cm)
64" (163 cm
48"
×
36"
(122 cm
×
×
48"
91 cm)
80" (203 cm
×
160"
×
120"
(406 cm
×
60"
×
152 cm)
122 cm)
5'11"-11'11"
(1,8 m – 3,6 m)
7'11"-15'10"
(2,4 m – 4,8
400"×300" (1016 cm × 762 cm)
×
305 cm)
m)
9'11"-19'10"
(3,0 m – 6,0 m)
19'10"-39'8"
(6,0 m – 12,1 m)
49'6"-99'2"
(15,1 m – 30,2 m)
31
Projectie­afstand
tot
33.)
XG-SV100W
(Voorbeeld: 16:10 Invoersignaal (Normaal-stand))
Beeldgrootte
500" (1270 cm)
200" (508 cm)
100" (254 cm)
80" (203 cm)
60" (152cm)
51"
×
(129 cm
85" (215 cm
68"
×
42"
(172 cm
32"
×
81 cm)
170"
(431 cm
×
53"
×
108 cm)
-12
"
5
'
6
(1,9 m – 3,9 m)
18
424"×265" (1077 cm × 673 cm)
×
106"
×
269 cm)
×
135 cm)
"
10
'
8'6"-17'1"
(2,6 m – 5,2 m)
-21'4
"
10'8
(3,2 m – 6,5 m)
"
-42'8
"
21'4
(6,5 m – 13,0 m)
"
-106'8
"
53'3
(16,2 m – 32,5 m)
Projectie­afstand
"
Page 23

Schermformaat en projectie-afstand

[Voor XG-SV200X] 4:3 Invoersignaal (Normaal-stand)
Beeldgrootte (schermgrootte) Projectie-afstand [L]
Diagonaal [χ] Breedte Hoogte Minimaal [L1] Maximaal [L2]
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 813 cm (320") 300" (762 cm) 610 cm (240") 250" (635 cm) 508 cm (200") 200" (508 cm) 406 cm (160") 150" (381 cm) 305 cm (120") 120" (305 cm) 244 cm (96") 100" (254 cm) 203 cm (80")
80" (203 cm) 163 cm (64") 70" (178 cm) 142 cm (56") 60" (152 cm) 122 cm (48") 40" (102 cm) 81 cm (32")
1016 cm
(400")
762 cm
(300") 15,1 m (49' 6") 30,2 m (99' 2") -762 cm (-300") 0 cm (0") ±254 cm (±100")
610 cm
(240") 12,1 m (39' 7") 24,2 m (79' 4") -610 cm (-240") 0 cm (0") ±203 cm (±80")
457 cm
(180") 9,1 m (29' 8") 18,1 m (59' 6") -457 cm (-180") 0 cm (0") ±152 cm (±60")
381 cm
(150") 7,5 m (24' 9") 15,1 m (49' 7") -381 cm (-150") 0 cm (0") ±127 cm (±50")
305 cm
(120") 6,0 m (19' 10") 12,1 m (39' 8") -305 cm (-120") 0 cm (0") ±102 cm (±40")
229 cm
(90") 4,5 m (14' 10") 9,1 m (29' 9") -229 cm (-90") 0 cm (0") ±76 cm (±30")
183 cm
(72") 3,6 m (11' 11") 7,3 m (23' 10") -183 cm (-72") 0 cm (0") ±61 cm (±24")
152 cm
(60") 3,0 m (9' 11") 6,0 m (19' 10") -152 cm (-60") 0 cm (0") ±51 cm (±20")
122 cm
(48") 2,4 m (7' 11") 4,8 m (15' 10") -122 cm (-48") 0 cm (0") ±41 cm (±16")
107 cm
(42") 2,1 m (6' 11") 4,2 m (13' 11") -107 cm (-42") 0 cm (0") ±36 cm (±14")
91 cm
(36") 1,8 m (5' 11") 3,6 m (11' 11") -91 cm (-36") 0 cm (0") ±30 cm (±12")
61 cm
(24") 1,2 m (4' 0") 2,4 m (7' 11") -61 cm (-24") 0 cm (0") ±20 cm (±8")
Afsta nd vanaf h et midde n van de lens
tot de ond erran d van het be eld [H]
Onderste [H1] Bovenste [H2]
16:9 Invoersignaal (16:9-stand)
Beeldgrootte (schermgrootte) Projectie-afstand [L]
Diagonaal [χ] Breedte Hoogte Minimaal [L1] Maximaal [L2]
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 886 cm (349") 498 cm (196") 13,2 m (43' 2") 26,4 m (86' 5") -581 cm (-228 300" (762 cm) 664 cm (261") 374 cm (147") 9,9 m (32' 4") 19,8 m (64' 10") -436 cm (-171 19/32") 62 cm (24 33/64") ±166 cm (±65 3/8") 250" (635 cm) 553 cm (218") 311 cm (123") 8,2 m (27' 0") 16,5 m (54' 0") -363 cm (-143") 52 cm (20 27/64") ±138 cm (±54 15/32") 200" (508 cm) 443 cm (174") 249 cm (98") 6,6 m (21' 7") 13,2 m (43' 3") -291 cm (-114 150" (381 cm) 332 cm (131") 187 cm (74") 4,9 m (16' 2") 9,9 m (32' 5") -218 cm (-85 120" (305 cm) 266 cm (105") 149 cm (59") 3,9 m (12' 11") 7,9 m (25' 11") -174 cm (-68 100" (254 cm) 221 cm (87") 125 cm (49") 3,3 m (10' 9") 6,6 m (21' 7") -145 cm (-57 13/64") 21 cm (8 11/64") ±55 cm (±21 51/64")
80" (203 cm) 177 cm (70") 100 cm (39") 2,6 m (8' 8") 5,3 m (17' 3") -116 cm (-45 60" (152 cm) 133 cm (52") 75 cm (29") 2,0 m (6' 6") 4,0 m (13' 0") -87 cm (-34 5/16") 12 cm (4 29/32") ±33 cm (±13 5/64") 40" (102 cm) 89 cm (35") 50 cm (20") 1,3 m (4' 4") 2,6 m (8' 8") -58 cm (-22 7/8") 8 cm (3 17/64") ±22 cm (±8 23/32")
1107 cm
(436") 623 cm (245") 16,4 m (53' 11") 32,9 m (108' 1") -726 cm (-285 62/63") 104 cm (40 6/7") ±277 cm (±108 20/21")
Wanneer de projector wordt gebruikt met schermformaten die niet in bovenstaande tabellen staan, berekent u de waarden volgens de formules.
[m/cm]
L1: Minimale projectie-afstand (m/voet) L2: Maximale projectie-afstand (m/voet)
H1:
Onderste afstand van het midden van de lens tot aan de onderkant van het beeld (cm/duim)
H2: Bovenste afstand van het midden van de lens
tot aan de onderkant van het beeld (cm/duim)
W:
Afstand van het midden van de lens tot aan het midden van het beeld (cm/duim)
χ
: Diagonale afmeting van het beeld : 40
"
-500
0,03018χ0,03018 0,06047χ0,06047
-1,524
0
±0,508
"
χ
Afsta nd vanaf h et midde n van de lens
tot de ond erran d van het be eld [H]
Onderste [H1] Bovenste [H2]
25
/32") 83 cm (32 11/16") ±221 cm (±87 5/32")
25
/64") 42 cm (16 11/32") ±111 cm (±43 37/64")
51
/64") 31 cm (12 1/4") ±83 cm (±32 11/16")
41
/64") 25 cm (9 13/16") ±66 cm (±26 9/64")
3
/4") 17 cm (6 17/32") ±44 cm (±17 7/16")
4:3 signaal 16:9 signaal
[Voet/duim]
χ
/ 0,3048
χ
/ 0,3048
χ
χ
-1,524
0
±0,508
χ
χ
/ 2,54
/ 2,54
χ
/ 2,54
[m/cm]
0,03288χ0,03288 0,06588χ0,06588
-1,45281χ-1,45281
0,20754χ0,20754
±0,55345χ±0,55345
Afsta nd van het
midde n van de len s
tot aan he t midde n
van het be eld [W]
Afsta nd van het
midde n van de len s
tot aan he t midde n
van het be eld [W]
[Voet/duim]
χ
/ 0,3048
χ
/ 0,3048
χ
/ 2,54
χ
/ 2,54
χ
/ 2,54
Installatie
Opmerking
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
• Wanneer de afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld [H] een negatief getal
• is, dan betekent dit dat de onderkant van het beeld lager is dan het midden van de lens.
19
Page 24
Instellen van de projector (vervolg)
[Voor XG-SV100W] 16:10 Invoersignaal (Normaal-stand)
Beeldgrootte (schermgrootte) Projectie-afstand [L]
Diagonaal [χ] Breedte Hoogte Minimaal [L1] Maximaal [L2]
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 862 cm (339") 538 cm (212") 13,0 m (42' 7") 26,0 m (85' 4") -538 cm (-212") 0 cm (0") ±204 cm (±80 300" (762 cm) 646 cm (254") 404 cm (159") 9,7 m (32' 0") 19,5 m (64' 0") -404 cm (-159") 0 cm (0") ±153 cm (±60 17/64") 250" (635 cm) 538 cm (212") 337 cm (132") 8,1 m (26' 8") 16,3 m (53' 4") -337 cm (-132 1/2") 0 cm (0") ±128 cm (±50 7/32") 200" (508 cm) 431 cm (170") 269 cm (106") 6,5 m (21' 4") 13,0 m (42' 8") -269 cm (-106") 0 cm (0") ±102 cm (±40 150" (381 cm) 323 cm (127") 202 cm (79") 4,9 m (16' 0") 9,8 m (32' 0") -202 cm (-79 1/2") 0 cm (0") ±77 cm (±30 9/64") 120" (305 cm) 258 cm (102") 162 cm (64") 3,9 m (12' 9") 7,8 m (25' 7") -162 cm (-63 100" (254 cm) 215 cm (85") 135 cm (53") 3,2 m (10' 8") 6,5 m (21' 4") -135 cm (-53") 0 cm (0") ±51 cm (±20 3/32")
80" (203 cm) 172 cm (68") 108 cm (42") 2,6 m (8' 6") 5,2 m (17' 1") -108 cm (-42 60" (152 cm) 129 cm (51") 81 cm (32") 1,9 m (6' 5") 3,9 m (12' 10") -81 cm (-31 51/64") 0 cm (0") ±31 cm (±12 3/64") 40" (102 cm) 86 cm (34") 54 cm (21") 1,3 m (4' 3") 2,6 m (8' 6") -54 cm (-21
1077 cm
(424") 673 cm (265") 16,2 m (53' 3") 32,5 m (106' 8") -673 cm (-265") 0 cm (0") ±255 cm (±100 7/16")
Afsta nd vanaf h et midde n van de lens
tot de ond erran d van het be eld [H]
Onderste [H1] Bovenste [H2]
19
/32") 0 cm (0") ±61 cm (±24 7/64")
13
/32") 0 cm (0") ±41 cm (±16 5/64")
13
/64") 0 cm (0") ±20 cm (±8 1/32")
4:3 Invoersignaal (Normaal-stand)
Beeldgrootte (schermgrootte) Projectie-afstand [L]
Diagonaal [χ] Breedte Hoogte Minimaal [L1] Maximaal [L2]
500" (1270 cm) 400" (1016 cm) 813 cm (320") 300" (762 cm) 610 cm (240") 250" (635 cm) 508 cm (200") 200" (508 cm) 406 cm (160") 150" (381 cm) 305 cm (120") 120" (305 cm) 244 cm (96") 100" (254 cm) 203 cm (80")
80" (203 cm) 163 cm (64") 70" (178 cm) 142 cm (56") 60" (152 cm) 122 cm (48") 40" (102 cm) 81 cm (32")
1016 cm
(400")
762 cm
(300") 18,4 m (60' 4") 36,8 m (120' 9") -762 cm (-300") 0 cm (0") ±289 cm (±113 5/7")
610 cm
(240") 14,7 m (48' 3") 29,5 m (96' 8") -610 cm (-240") 0 cm (0") ±231 cm (±90 31/32")
457 cm
(180") 11,0 m (36' 2") 22,1 m (72' 6") -457 cm (-180") 0 cm (0") ±173 cm (±68 7/32")
381 cm
(150") 9,2 m (30' 2") 18,4 m (60' 5") -381 cm (-150") 0 cm (0") ±144 cm (±56 55/64")
305 cm
(120") 7,4 m (24' 1") 14,7 m (48' 4") -305 cm (-120") 0 cm (0") ±116 cm (±45 31/64") 229 cm 183 cm 152 cm 122 cm 107 cm
91 cm 61 cm
5,5 m (18' 1") 11,0 m (36' 3") -229 cm (-90") 0 cm (0") ±87 cm (±34
(90")
(72") 4,4 m (14' 6") 8,8 m (29' 0") -183 cm (-72") 0 cm (0") ±69 cm (±27 19/64")
(60") 3,7 m (12' 1") 7,4 m (24' 2") -152 cm (-60") 0 cm (0") ±58 cm (±22 47/64")
(48") 2,9 m (9' 8") 5,9 m (19' 4") -122 cm (-48") 0 cm (0") ±46 cm (±18 3/16")
(42") 2,6 m (8' 5") 5,2 m (16' 11") -107 cm (-42") 0 cm (0") ±40 cm (±15 59/64")
(36") 2,2 m (7' 3") 4,4 m (14' 6") -91 cm (-36") 0 cm (0") ±35 cm (±13 41/64")
(24") 1,5 m (4' 10") 2,9 m (9' 8") -61 cm (-24") 0 cm (0") ±23 cm (±9 3/32")
Wanneer de projector wordt gebruikt met schermformaten die niet in bovenstaande tabellen staan, berekent u de waarden volgens de formules.
[m/cm]
L1: Minimale projectie-afstand (m/voet) L2: Maximale projectie-afstand (m/voet)
H1:
Onderste afstand van het midden van de lens tot aan de onderkant van het beeld (cm/duim)
Bovenste afstand van het midden van de lens
H2:
tot aan de onderkant van het beeld (cm/duim)
W:
Afstand van het midden van de lens tot aan het midden van het beeld (cm/duim)
χ
: Diagonale afmeting van het beeld : 40
"
-500
0,03247χ0,03247 0,06504χ0,06504
-1,3462χ-1,3462
χ
0
±0,51026χ±0,51026
"
Afsta nd vanaf h et midde n van de lens
tot de ond erran d van het be eld [H]
Onderste [H1] Bovenste [H2]
16:10 signaal 4:3 signaal
[Voet/duim]
χ
/ 0,3048
χ
/ 0,3048
χ
/ 2,54
χ
0
/ 2,54
χ
/ 2,54
[m/cm]
0,03676χ0,03676 0,07363χ0,07363
-1,524
χ
0
±0,57765χ±0,57765
midde n van de len s
midde n van de len s
χ
Afsta nd van het
tot aan he t midde n
van het be eld [W]
23
11
Afsta nd van het
tot aan he t midde n
van het be eld [W]
7
[Voet/duim]
χ
/ 0,3048
χ
/ 0,3048
χ
/ 2,54
-1,524
χ
0
/ 2,54
χ
/ 2,54
/64")
/64")
/64")
Opmerking
In de waarden in de bovenstaande diagrammen moet u rekening houden met een kleine foutenmarge.
• Wanneer de afstand vanaf het midden van de lens tot de onderrand van het beeld [H] een negatief getal
• is, dan betekent dit dat de onderkant van het beeld lager is dan het midden van de lens.
20
Page 25

Projectie-instellingen

Er zijn vier projectie-instellingen, zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Kies de instelling die het meest geschikt is voor de manier waarop de projector wordt gebruikt. (Het onderdeel Projectie is in het “SCH” menu. Zie blz. 55.)
Op de tafel, naar voren projecteren
[Menu-onderdeel “Voor”]
Op de tafel, naar achteren projecteren
(met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel “Achte r”]
a

Installatie plafondmontage

De optionele Sharp plafond-montage adapter en unit wordt aanbevolen voor deze installatie. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projector- dealer of ser vicecentrum voordat u de projector monteert om de plafond-montage adapter en unit te verkrijgen (wordt los verkocht).
Aan het plafond, naar voren projecteren
[Menu-onderdeel “Plafond + voor”]
Aan het plafond, naar achteren projecteren (met een doorzichtig scherm)
[Menu-onderdeel ➞ “Plafond + achter”]
Installatie
21
Page 26

De projector aansluiten op andere apparatuur

Voordat u begint met de aansluitingen moet u het netsnoer van de projector uit het stopcontact halen en de apparatuur die wordt aangesloten uitschakelen. Nadat alle aansluitingen zijn gemaakt, kunt u de projector en daarna de andere apparatuur inschakelen. Bij het aansluiten van een computer moet u deze als laatste aansluiten nadat alle aansluitingen zijn voltooid.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de apparatuur die u aansluit voor verdere informatie betreffende de aansluitingen en de geschikte kabels.
Het is mogelijk dat u nog andere kabels e.d. nodig hebt, die hieronder niet staan vermeld.
Aansluitingen op de projector
Apparatuur
Computer
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
RGB-
uitgangsaansluiting
HDMI-
uitgangsaansluiting
Kabel
RGB-kabel (meegeleverde) COMPUTER/
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI
Aansluiting op de
projector
COMPONENT 1, 2
Opmerking
Afhankelijk van de specifi caties van de videoapparatuur of de DVIÙHDMI digitalekabel kan het zijn dat het signaal niet goed wordt overgebracht. (De HDMI-specifi catie ondersteunt niet alle verbindingen met videoapparatuur met digitale HDMI-uitgangsaansluiting met gebruik van een DVIÙHDMI digitalekabel.)
U kunt de COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting ook als de MONITOR OUT aansluiting gebruiken. Om deze aansluiting als een invoeraansluiting te gebruiken, stelt u “COMPUTER2 Selecteren” op “Ingang” voor het aansluiten van de externe apparatuur. (Zie blz.
Zie “Compatibiliteitskaart” op blz. geschikt is. Bij gebruik van andere computersignalen is het mogelijk dat sommige functies van de projector niet werken.
Het is mogelijk dat u voor sommige Macintosh computers een Macintosh adapter nodig hebt. Neem contact op met uw dichtstbijzijnde Macintosh handelaar.
Afhankelijk van de computer die u gebruikt , kan het gebeuren dat er geen beeld wordt weergegeven, tenzij de externe uitgangspoort van de computer is ingeschakeld (druk bijvoorbeeld de “Fn” en “F5” toetsen gelijktijdig in bij gebruik van een SHARP notebook­computer). Raadpleeg de handleiding van de computer voor het activeren van de externe
uitgangspoort van de computer.
75 voor een lijst met computersignalen waarvoor de projector
56.)
22
Page 27
Apparatuur
r
Videoapparatuur
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
HDMI-
uitgangsaansluiting
Kabel
HDMI-kabel (los verkrijgbaar) HDMI
Aansluiting op de
projector
Fotocamera/videospel
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
Component-
video-
uitgangsaansluiting
S-video-
uitgangsaansluiting
Video-
uitgangsaansluiting
3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel COMPUTER/
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Videokabel (los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospel/3 RCA naar 15-pins mini D-sub-kabel
RCA adapterstekke (los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospel
Kabels voor een camera of videospel
COMPONENT 1, 2
S-VIDEO
VIDEO
COMPUTER/ COMPONENT 1, 2
S-VIDEO
VIDEO
Aansluitingen
Opmerking
Afhankelijk van de specifi caties van de videoapparatuur of de DVIÙHDMI digitalekabel kan het zijn dat
• het signaal niet goed wordt overgebracht. (De HDMI-specifi catie ondersteunt niet alle verbindingen met videoapparatuur met digitale HDMI-uitgangsaansluiting met gebruik van een DVIÙHDMI digitalekabel.) HDMI (High-Defi nition Multimedia Interface) is een digitaal AV protocol dat hoog-defi nitie video,
• multikanaals audio en een tweerichtings besturingssingaal kan leveren, allemaal in een kabel. Omdat het uitwisselbaar is met het HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection) systeem,
• degradeert het digitale video signaal niet wanneer het doorgestuurd wordt en kan er genoten worden van een kwalitatief hoogstaand beeld met een simpele aansluiting. U kunt de COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting ook als de MONITOR OUT aansluiting gebruiken.
• Om deze aansluiting als een invoeraansluiting te gebruiken, stelt u “COMPUTER2 Selecteren” op “Ingang” voor het aansluiten van de externe apparatuur. (Zie blz. Gebruik een in de handel verkrijgbare kabel die past op de te gebruiken projector-aansluiting
• wanneer u video-apparatuur met een 21-pins RGB-uitgang (Euro-scart) op de projector aansluit. De projector ondersteunt geen RGBC-signalen via de Euro-scart.
56.)
23
Page 28
De projector aansluiten op andere apparatuur (vervolg)
Apparatuur
Audio apparatuur
Monitor
Vers ter ker
Aansluiting op aan te
sluiten apparatuur
ø3,5 mm
audio-
uitgangsaansluiting
RCA-
audio-
uitgangsaansluiting
Audio-
uitgangsaansluiting
RGB-
ingangsaansluiting
ø3,5 mm
audio-
ingangsaansluiting
RCA-
audio-
ingangsaansluiting
Kabel
ø3,5 mm stereo- of mono- audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
RCA-audiokabel (los verkrijgbaar)
Kabels voor een camera of videospel
RGB-kabel (meegeleverd of los verkr ijgba ar) MONITOR OUT
ø3,5 mm stereo- of mono- audiokabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA038WJPZ)
ø3,5 mm stereo-ministekker naar RCA­audiokabel (los verkrijgbaar)
Aansluiting op de
projector
AUDIO 1
AUDIO 2
AUDIO OUT
Opmerking
U kunt de MONITOR OUT aansluiting ook als de COMPUTER/COMPONENT 2 aansluiting gebruiken. Om deze aansluiting als een uitvoeraansluiting te gebruiken, stelt u “COMPUTER2 Selecteren” op “Monitoruitvoer” voor het aansluiten van de externe apparatuur. (Zie blz. Bij gebruik van een ø3,5 mm mono-audiokabel zal het volumeniveau de helft zijn vergeleken met het
56.)
gebruik van een ø3,5 mm stereo-audiokabel. In het menu “Audio” kunt u voor “Audio-ingang” kiezen uit “Audio 1”, “Audio 2” of “HDMI”. (Zie blz.
• RGB-signalen en componentsignalen kunnen naar de monitor worden uitgevoerd.
Deze projector is in staat om de volgende signalen te verwerken wanneer aangesloten op HDMI apparatuur:
Video signaal: Voor details, zie “Digitale ondersteuning” in de lijst “Compatibiliteitskaart” op bladzijde 75.
Audio signaal: Lineair PCM audio
Sample frequentie: 48kHz/44,1kHz/32kHz
24
51.)
Page 29

Bedienen van de projector via een computer

Wanneer de RS-232C aansluiting van de projector met behulp van een RS-232C seriële bedieningskabel (cross-type, los verkrijgbaar) op een computer wordt aangesloten, kan de computer gebruikt worden om de projector te bedienen en de status van de projector te controleren. Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor details over “RS­232C technische gegevens en commando-instellingen”.
Aansluiten op een computer met een RS-232C seriële bedieningskabel
Naar de RS-232C aansluiting
Computer
Naar de RS-232C aansluiting
RS-232C seriële bedieningskabel (cross-type, los verkrijgbaar)
Aansluitingen
Opmerking
De RS-232C functie werkt niet als uw computer-aansluiting niet juist is ingesteld. Zie de handleiding van de computer voor verdere informatie. Zie blz. 2 tot 9 van de “INSTELGIDS” op de meegeleverde CD-ROM voor “Toewijzing van de
• aansluitpinnen” en “RS-232C technische gegevens en commando-instellingen”.
Info
Sluit de RS-232C kabel niet op een andere poort dan de RS-232C poort van de computer aan. Dit
• om beschadiging van de computer of projector te voorkomen. De RS-232C seriële bedieningskabel mag niet op de computer worden aangesloten of ervan worden
• losgemaakt wanneer de computer ingeschakeld is. Dit om beschadiging van de computer te voorkomen.
25
Page 30
Bedienen van de projector via een computer (vervolg)
Bij aansluiting op LAN-aansluiting met behulp van een netwerkkabel
LINK LED (groen) Licht op als er een verbinding is.
TX/RX LED (geel) Licht op wanneer gegevens worden verzonden/ontvangen.
* Sluit om veiligheidsredenen geen kabels zoals een
telefoonlijn op de LAN-aansluiting aan; dit kan overmatige spanning tot gevolg hebben.
HUB
of
Computer
Naar LAN-aansluiting
Netwerkkabel (Categorietype 5, in de handel verkrijgbaar)
Opmerking
Gebruik bij aansluiting op een hub een rechte kabel van Categorietype 5 (CAT.5) (in de handel verkrijgbaar). Gebruik bij aansluiting op een computer een gekruiste kabel van Categorietype 5 (CAT.5) (in de
• handel verkrijgbaar).

Aansluiten van het netsnoer

Sluit het bijgeleverde netsnoer op de netstroomaansluiting aan de achterkant van de projector aan. Sluit het netsnoer vervolgens op een stopcontact aan.
26
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
Netsnoer (meegeleverde)
Netsnoer (meegeleverde)
Naar een stopcontact
Naar een stopcontact
Page 31

In/uitschakelen van de projector

Info

De projector inschakelen

Voordat u de onderstaande aanwijzingen uitvoert, moet u eerst alle externe apparatuur aansluiten en de stekker in het stopcontact steken.
Druk op STANDBY/ON van de projector of op ON van de afstandsbediening.
De spanningsindicator licht groen op.
• Na het oplichten van de lampindicator is de
• projector klaar voor bediening.
Opmerking
Betreffende de lampindicator
De lampindicator geeft de status van de lamp aan.
Groen: De lamp is aan. Knippert groen: De lamp is aan het opwarmen. Rood: De lamp wordt op een abnormale
wijze uitgeschakeld of de lamp
Wanneer de projector wordt ingeschakeld, kan het
• beeld enigszins fl ikkeren gedurende de eerste minuut dat de lamp is ingeschakeld. Dit is normaal en wordt veroorzaakt door de regelcircuits van de lamp die de uitgangskarakteristieken van de lamp stabiliseren. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. Als de projector in de ruststand (standby) wordt
• gezet en dan meteen weer wordt ingeschakeld, kan het even duren voordat de lamp gereed is om te beginnen met projecteren. Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld,
• verschijnt een invoervakje voor de toegangscode. Om de toegangscode-instelling te annuleren, voert u de toegangscode in die u reeds hebt ingesteld. Zie blz.
moet vervangen wor den.
57
voor nadere bijzonderheden.
(Zie blz. 22 tot 26.)
Wanneer “Automatisch herstarten” op “Aan” staat:
Als het netsnoer niet in het stopcontact zit of de schakelaar staat uit wanneer de projector aan staat, dan gaat de projector automatisch aan wanneer u het netsnoer in het stopcontact steekt of wanneer de schakelaar aanstaat. (Zie blz. Bij het verlaten van de fabriek is de taal op
• Engels ingesteld. Als u een andere taal voor het beeldschermdisplay wilt instellen, moet u de taal wijzigen zoals beschreven op blz.
STANDBY/ON toets
Spanningsindicator
Lampindicator
56.)
55.
STANDBY toets
ON toets

Basisbediening

De projector uitschakelen (de projector in de ruststand zetten)

Druk op STANDBY/ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening en druk dan nog een keer op die toets ter wijl de bevestigingsmelding wordt aangegeven om de projector in de ruststand (standby) te schakelen.
De projector kan niet aangezet worden tijdens het
• koelen.
Beeldschermdisplay (bevestigingsmelding)
Info
Direct Uit functie:
U kunt de stekker uit het stopcontact halen ook als de koelventilator nog draait.
27
Page 32

Beeldprojectie

De lens verstellen

In aanvulling op de zoomfunctie en het instellen van de projectiehoek met de stelvoetjes, kunt u de projectiepositie aanpassen met de functie LENS SHIFT. Deze functie is bijvoorbeeld nuttig als u het scherm niet kunt verplaatsen.
Bij omhoog of omlaag bewegen Bij naar links of naar rechts bewegen
Instelbereik
Instelbereik
Instelbereik
Het instelbereik wordt hieronder getoond.
• Horizontaal bereik: ±25% (XG-SV200X)/±23% (XG-SV100W) Verticaal bereik: ±50% Zelfs binnen het hierboven getoonde bereik kent het instelbereik beperkingen. Het beeld kan worden ingesteld zoals op de afbeelding getoond wordt.
• Houd rekening met een foutmarge in de waarde.
Instelbereik
XG-SV200X
Plaats van het beeld wanneer het beeld gecentreerd is, zowel horizontaal als verticaal, in lens shift.
0,5V
1V
0,5V
1H 0,25H0,25H
V: Hoogte van het beeld H: Breedte van het beeld
28
XG-SV100W
Plaats van het beeld wanneer het beeld gecentreerd is, zowel horizontaal als verticaal, in lens shift.
0,5V
1V
0,5V
1H 0,23H0,23H
V: Hoogte van het beeld H: Breedte van het beeld
Page 33
Druk op H&V SHIFT op de
1
afstandsbediening.
Druk op ENTER op de projector of op de
• afstandsbediening om het testbeeld weer te geven. Voor nauwkeurigere afstelling is het nuttig het testbeeld te controleren.
RBeeldschermdisplay
END
LENS SHIFT
TESTBEELD LENS MIDDEN
Druk op P, R, O of Q op de
2
projector of de afstandsbediening
LENS SHIFT
om de beeldpositie af te stellen.
Opmerking
Wanneer RETURN (ongedaan maken) ingedrukt
• wordt, het scherm om lens shift te resetten wordt weergegeven. Lens shift kan gereset worden naar de standaard fabrieksinstelling met dit scherm.

Gebruik van de stelvoetjes

Als u de positie van het geprojecteerde beeld met de
• functie ‘lens shift’ niet kunt instellen, kunt u met behulp van de stelvoetjes de projectiehoek instellen. U kunt de hoogte van de projector instellen met de
• stelvoetjes als het scherm zich op grotere hoogte dan de projector bevindt, het scherm gekanteld is of als de installatielocatie niet helemaal waterpas is.
Installeer de projector zo recht mogelijk voor het scherm.
Draai de voetjes om de geprojec-
1
1
teerde hoek aan te passen.
De projector is ten opzichte van de standaard positie ongeveer 9 graden verstelbaar aan de voorkant en ongeveer ±2 graden aan de achterkant.
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
H&V SHIFT toets
Basisbediening
Stelvoetjes
Waarschuwing!
Pak de lens en het lenskapje niet vast wanneer de projector hoek aangepast wordt.
Wees voorzichtig en let er op dat uw vinger niet bekneld raakt in de ruimte tussen het aanpassingsvoetje en de projector wanneer de projector hoek verlaagd wordt.
Omlaag
Omhoog
Omhoog
Omlaag
29
Page 34
Beeldprojectie (vervolg)

Scherpstellen van het beeld

Druk op FOCUS +/– op de afstandsbediening om het beeld scherp te stellen.
RBeeldschermdisplay
FOCUS
TESTBEELD
Info
Het wordt aanbevolen om de focus aan te passen nadat de projector voor ten minste 30 minuten opgewarmd is.

Afstellen van de geprojecteerde beeldgrootte

Druk op ZOOM +/– op de afstandsbediening om het ge­projecteerde beeldformaat aan te passen.
RBeeldschermdisplay
ZOOM
TESTBEELD
Opmerking
Nadat u FOCUS of ZOOM op de afstandsbediening hebt ingedrukt, kunt u het testbeeld weergeven door op ENTER te drukken. Het testbeeld is nuttig voor een nauwkeurigere afstelling.
Voor nauwkeurige afstelling kunt u H&V SHIFT, FOCUS of ZOOM ca. 1 seconde indrukken om het geprojecteerde beeld in de gewenste richting te bewegen. Houd de toetsen inged-rukt om het geprojecteerde beeld over een grote afstand te bewegen.
ZOOM toetsen
FOCUS toetsen
30
Page 35

Correctie van perspectivische vervorming

Wanneer het beeld vanaf de bovenkant of de onderkant onder een hoek op het scherm wordt geprojecteerd, treedt een trapeziumvormige (perspectivische) vertekening van het beeld op. De functie voor de correctie van perspectivische vervorming verhelpt dit probleem.
Er zijn twee types trapeziumcorrectie.
1) “GEOMETRISCHE INSTELLING” voor het corrigeren van een beeld door de
hoek van het geprojecteerde beeld aan te geven
2) “H&V TRAPEZIUM” voor het corrigeren van een beeld door de horizontale en
verticale assen aan te geven
Het type correctie kiezen
Kies het type trapeziumcorrectie.
Druk op KEYSTONE op de projector of op de afstandsbediening.
“GEOMETRISCHE INSTELLING” verschijnt.
• Telkens als er op KEYSTONE wordt gedrukt,
• verandert het display als volgt:
GEOMETRISCHE INSTELLING
Het display wordt blanco.
GEOMETRISCHE INSTELLING
H&V TRAPEZIUM Voor het corrigeren van
H&V TRAPEZIUM
Voor het corrigeren van een beeld door de hoek van het geprojecteerde beeld aan te geven.
een beeld door de horizontale of verticale as aan te geven.
RETURN toets
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
KEYSTONE toets
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
KEYSTONE toets
Basisbediening
31
Page 36
3
Beeldprojectie (vervolg)
GEOMETRISCHE INSTELLING
Druk een aantal malen op
1
KEYSTONE op de projector of op de afstandsbediening totdat “GEOMETRISCHE INSTELLING” verschijnt.
Druk op P, R, O of Q o m de positie
2
van de linkerbovenhoek van het beeld te verstellen.
Druk op ENTER om de positie in
3
te stellen.
Herhaal dezelfde procedure voor
4
de rechterbovenhoek, rechterbenedenhoek en linkerbenedenhoek van het beeld.
Druk nu op RETURN op de projector of op de afstandsbediening om terug te keren naar het vorige scherm.
Na het instellen van de linkerbenedenhoek is de aanpassing voltooid en verdwijnt het scherm.
RBeeldschermdisplay
RBeeldschermdisplay
GEOMETRISCHE INSTELLING
GEOMETRISCHE INSTELLING
H&V TRAPEZIUM
H&V TRAPEZIUM
VOLGENDE RESET
VOLGENDE RESET
Geometrische instelling
Linksboven Rechtsboven Rechtsonder
INSTEL
INSTEL
Linksonder
32
Page 37
H&V TRAPEZIUM
3
4
Druk een aantal malen op
1
KEYSTONE op de projector of op de afstandsbediening totdat “H&V TRAPEZIUM” verschijnt.
RBeeldschermdisplay
RBeeldschermdisplay
H&V TRAPEZIUM H:0 V:0
H&V TRAPEZIUM H:0 V:0
END
END
STOP TESTBEELD RESET
STOP TESTBEELD RESET
INSTEL
INSTEL
Druk op P of R om de linker- en
2
2
de rechterkant van het geprojecteerde beeld ten opzichte van elkaar parallel te zetten.
Druk op O of Q om de boven- en
3
de onderkant van het geprojecteerde beeld ten opzichte van elkaar parallel te zetten.
Druk op KEYSTONE om de
4
positie in te stellen.
Verticale trapeziumcorrectie (Instellen met ' / ")
Horizontale trapeziumcorrectie (Instellen met
\ / |)
Basisbediening
33
Page 38
Beeldprojectie (vervolg)

De ingangsfunctie omschakelen

Selecteer voor het aangesloten apparaat de gewenste ingangsfunctie.
Druk op HDMI, COMPUTER 1/2, S-VIDEO of VIDEO op de
afstandsbediening om de ingangsfunctie te selecteren.
Wanneer u de ingangsfunctie selecteer
met INPUT R/P op de projector:
Wanneer R/P wordt ingedrukt, verschijnt
• de INGANG-lijst. Volg onderstaande procedure om de ingangsfunctie te wijzigen terwilj de ING ANG-lijst weergegeven wordt.
INGANG-lijst
INGANG Audio
1 COMPUTER1
HDMI, COMPUTER 1/2, S-VIDEO en VIDEO toetsen
2 MONITORUITGANG
H
HDMI
S
S-VIDEO
V
VIDEO
– Druk op R/P om de ingangsfunctie te
wisselen en druk dan ENTER.
De projector schakelt naar de gekozen
• ingangsfunctie in een paar seconden als u niet op ENTER drukt.
Opmerking
Als er geen signaal wordt ontvangen, verschijnt de melding “GEEN SIGNAAL”. Als er een niet­ondersteund sig naal wordt ontvangen, ver schijnt de melding “OUGELDIG”.
34
Page 39

Instellen van het volume

Druk op VOL +/– van de afstandsbediening of van de projector om het volume in te stellen.
Opmerking
Druk op VOL– om het volume te verlagen.
• Druk op VOL+ om het volume te verhogen.
• Als de projector op externe apparatuur is
• aangesloten, zal het volume van de externe apparatuur veranderen overeenkomstig het volumeniveau van de projector. Zet het volume van de projector op het laagste niveau wanneer u de projector in/uitschakelt of een ander ingangssignaal kiest. Als u geen geluid via de luidspreker van de
• projector wilt weergeven wanneer de projector op externe apparatuur is aangesloten, moet u het onderdeel “Luidspreker” in het “Audio” menu op “Uit” zetten. (Zie blz.
51.)

Weergeven van een zwart scherm en tijdelijk uitschakelen van het geluid

AV MUTE toets
VOL +/– toetsen
BeeldschermdisplayBeeldschermdisplay
Basisbediening
Druk op AV MUTE van de afstandsbediening om tijdelijk een zwart scherm weer te geven en het geluid uit te zetten.
Opmerking
Wanneer u nog een keer op AV MUTE drukt,
• zal het geprojecteerde beeld weer verschijnen.
Beeldschermdisplay
Beeldschermdisplay
35
Page 40
Beeldprojectie (vervolg)

Grootte Aanpassen functie

Gebruik deze voorziening om de weergavefunctie aan te passen of te wijzigen om het ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u het gewenste beeld kiezen.
Druk op RESIZE.
Zie blz. 54 voor het maken van de instellingen op het menuscherm.
[Voor XG-SV200X]
COMPUTER
Standaardresolutie NORMAAL VOLLEDIG DOT BY DOT KADER 16:9
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
Andere
beeldverhoudingen
Inga ngss igna al Voor ee n 4:3 scherm Voo r een 16: 9 sche rm
Computer Beeldtype NORMAAL VOLLEDIG DOT BY DOT KADER 16:9
XGA (1024 × 768)
SXGA (1152 × 864) 1152 × 864 UXGA (1600 × 1200) 1600 × 1200 SXGA (1280 × 1024) 968 × 768
1280 × 720 1024 × 576 1280 × 720 — 1360 × 768 1024 × 578 1360 × 768 — 1366 × 768 1024 × 576 1366 × 768 — 1280 × 768 1024 × 614 1280 × 768 960 × 576 1280 × 800 1024 × 640 1280 × 800 922 × 576
1024 × 768
1024 × 768
800 × 600
768 × 576
1280 × 1024 720 × 576
RESIZE
RESIZE toets
toets
1024 × 576
1024 × 576
Lagere resolutie
dan XGA
XGA
Hogere resolutie
dan XGA
SXGA (128 0 × 1024)
1280 × 72 0
1360 × 76 8 1366 × 76 8
1280 × 76 8
1280 × 800
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd : Gebied waar de signalen zich buiten het scherm bevinden
*1 Zelfde als NORMA AL modus.
36
4:3 beeldverhouding
5:4 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
16:10 beeldverhouding
*1
*1
*1
*1
Page 41
[Voor XG-SV200X]
VIDEO/DTV
Inga ngss igna al Voor ee n 4:3 scherm Voo r een 16: 9 sche rm
Video/DTV Beeldtype NORMAAL
4:3 beeldverhouding
I, 48 0P,
480 576
I, 576P,
NTSC, PAL,
SECAM
720P, 1035I,
1080
I, 1080P
540P
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd : Deel waarop het beeld niet in de oorspronkelijke signalen zit
*1 Zelfde als NORMA AL modus.
Compressie
Letterbox
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
(4:3 beeldverhouding
in 16:9 scherm)
GEBIED ZOOM.
V-OPREKKEN KADER 16:9
*1
*1
Basisbediening
37
Page 42
Beeldprojectie (vervolg)
[Voor XG-SV100W]
COMPUTER
Standaardresolutie NORMAAL VOLLEDIG DOT BY DOT 16:9
SVGA (800 × 600)
4:3 beeldverhouding
Andere
beeldverhoudingen
Ingangssignaal Weergavebeeld
Computer Beeldt ype NORMAAL VOLLEDIG DOT BY DOT 16:9
XGA Res olut ie
en lager
Hogere
resolutie
dan XGA
SXGA
(1280 × 10 24)
XGA (1024 × 768) 1024 × 768
SXGA (1152 × 864) 1152 × 864
SXGA+ (1400 × 1050) 1400 × 1050
SXGA (1280 × 1024) 1000 × 800 1280 × 1024
1280 × 720 1280 × 720
1366 × 768 1280 × 720 1366 × 768 1280 × 768 1280 × 768 1280 × 800 1280 × 800
4:3 beeldverhouding
5:4 beeldverhouding
1068 × 800
1280 × 800
800 × 600
1280 × 720
*2
1280 × 720
1360 × 768 1280 × 722 1360 × 768
1280 × 72 0
1360 × 76 8 1366 × 76 8
1280 × 76 8
1280 × 800
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd : Gebied waar de signalen zich buiten het scherm bevinden
*1 Zelfde als NORMA AL modus. *2 In geval van SXGA+ invoer.
38
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
15:9 beeldverhouding
16:10 beeldverhouding
*1
*1
*1
*1
Page 43
[Voor XG-SV100W]
VIDEO/DTV
Ingangssignaal Weergavebeeld
Video/DTV Beeldtype NORMAAL GEBIED ZOOM. V-OPREKKEN 16:9
480I, 480 P,
576I, 576P,
NTSC, PAL,
SECAM
720P, 1035I,
1080I, 1080P
540P
: Afgesneden deel waarin geen beelden kunnen worden geprojecteerd : Deel waarop het beeld niet in de oorspronkelijke signalen zit
*1 Zelfde als NORMA AL modus.
4:3 beeldverhouding
Compressie
Letterbox
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
16:9 beeldverhouding
(4:3 beeldverhouding
in 16:9 scherm)
*1
Betreffende auteursrechten
Bij gebruik van de GROOTTE AANPASSEN functie voor het kiezen van een beeldgrootte met
• een andere beeldverhouding dan het TV-programma of het videobeeld, zal het beeld er anders uitzien dan in de oorspronkelijke verschijning. Houd hiermee rekening wanneer u een beeldgrootte kiest. Het gebruik van de Grootte Aanpassen of Corrigeren van de trapeziumvervorming functie
• voor het comprimeren of uitrekken van beelden voor commerciële doeleinden/weergave op openbare plaatsen, zoals in een café, hotel enz., kan inbreuk betekenen op de auteursrechten van de auteursrechthouders en in strijd zijn met de wet. Houd hiermee terdege rekening.
Basisbediening
39
Page 44

Gebruik van de afstandsbediening

AUTO SYNC toets FREEZE toets POINTER toets
SPOT toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets EFFECT toets MAGNIFY toetsen
PICTURE MODE toets ECO+QUIET toets
BREAK TIMER toets

De cursor weergeven

Druk op POINTER en druk op P/
1
R/O/Q op de afstandsbediening om de cursor te verplaatsen.
Druk op EFFECT om het cursor icoontje
• te wijzigen (5 typen).
Vinger1 Vinger2 Hart
Ster
Druk nogmaals op POINTER.
2
2
De cursor zal verdwijnen.
Onderstreept

Weergeven en instellen van de pauzetimer

Druk op BREAK TIMER.
1
De timer begint af te tellen vanaf 5
• minuten.
Beeldschermdisplay
Druk op P/R/O/Q om de lengte
2
van de pauzetijd in te stellen.
Verlengen met P of Q
5 minuten 6 minuten 60 minuten
Verkorten met O of R
4 minuten 3 minuten ➞ 1 minuut De pauzetijd kan in eenheden van 1 minuut
• worden ingesteld (tot maximaal 60 minuten).
Uitschakelen van de weergave van de pauzetijd
Druk op BREAK TIMER.
Opmerking
De pauzetimer is niet beschikbaar wanneer de projector de volgende functies aan het uitvoeren is.
- Automat.sync.
- Vastleggen
- AV Demping

De Spot functie gebruiken

Druk op SPOT en druk op P/R/O/
1
Q op de afstandsbediening om het gebied waarop u de aandacht wilt vestigen te verplaatsen.
Druk op EFFECT om de grootte van het spotlicht gebied te wijzigen (3 typen).
1/9 1/25 1/8
Druk nogmaals op SPOT.
2
2
Het aandachtsgebied zal verdwijnen.

In- en uitschakelen van de Eco+Stil modus

Druk op ECO+QUIET om de Eco+Stil modus beurtelings in en uit te schakelen.
Wanneer Eco+Stil is ingesteld op “AAN”, dan menen het geluid van de koelventilator en het stroomverbruik af en wordt de levensduur van de lamp verlengt.
Opmerking
Zie de “Eco+Stil” op blz. 50 voor details.
40
Page 45

Automat. sync. (Automatische synchronisatie)

Weergeven van een vergroot deel van een beeld

De automatische synchronisatiefunctie werkt alleen wanneer een ingangssignaal gedetecteerd wordt nadat de projector is ingeschakeld.
Druk op AUTO SYNC voor handmatige afstelling met de automatische synchronisatiefunctie.
Opmerking
Wanneer met automatische synchronisatie geen optimaal beeld wordt verkregen, moet u de instellingen handmatig maken. (Zie blz.
52.)

Een bewegend beeld stilzetten

Druk op FREEZE.
1
Het geprojecteerde beeld wordt stilgezet.
Druk nog een keer op FREEZE om
2
2
weer een bewegend beeld van het aangesloten apparaat te tonen.

Kiezen van de beeldmodus

U kunt een geschikte beeldmodus kiezen voor het geprojecteerde beeld, zoals een speelfi lm of videospel.
Druk op PICTURE MODE.
Bij indrukken van PICTURE MODE verandert de
• beeldmodus als volgt:
STANDAARD
Zie blz. 48 voor verdere informatie betreffende
• de beeldmodus.
* “sRGB” wordt alleen getoond wanneer een RGB-
signaal wordt ontvangen.
PRESENTATIE
Opmerking
CINEMA
SPEL
sRGB
*
Grafi eken, tabellen en andere delen van geprojecteerde beelden kunnen worden uitvergroot. Dit is bijvoorbeeld nuttig wanneer u een gedetailleerde uitleg geeft.
Druk op MAGNIFY op de
1
afstandsbediening.
Vergroot het beeld.
• Door te drukken op
• vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Opmerking
Druk op .
×1 ×2 ×3 ×4 ×9
Druk op .
U kunt de plaats van het vergrote beeld
• wijzigen met P, R, O of Q.
Druk op RETURN op de
2
afstandsbediening om de
of MAGNIFY
bediening te annuleren.
De vergrotingsfactor wordt opnieuw ×1.
Opmerking
De te selecteren vergrotingen verschillen
• afhankelijk van het ingangssignaal. Deze functie is niet beschikbaar voor
• de 3D-modus. In de volgende gevallen zal het beeld
• naar de normale grootte terugkeren (×1).
-
wanneer de ingangsstand wordt veranderd.
- wanneer u op RETURN drukt.
- wanneer het ingangssignaal gewijzigd
wordt.
- wanneer u de resolutie en de
verversingsratio (verticale frequentie) van het ingangssignaal wijzigt.
- wanneer de Grootte aanpassen functie
is gewijzigd.
- wanneer u de “DLP
tussen “Aan” en “Uit”.
®
LinkTM” schakelt
voorzieningen
Handige
41
Page 46
Gebruik van de afstandsbediening (vervolg)

Gebruik van de afstandsbediening als draadloze muis

Wanneer de projector met behulp van een USB-kabel op een computer wordt aangesloten, dan kunt u de afstandsbediening gebruiken als muis.
Aansluiting met een USB-kabel
Computer
Naar USB-aansluiting
USB-kabel (in de handel verkrijgbaar of verkrijgbaar als Sharp serviceonderdeel QCNWGA014WJPZ)
Na aansluiting kan de muisaan­wijzer als volgt worden bestuurd.
Voor het verplaatsen van de cursor
Druk op de MOUSE/insteltoetsen (P/R/O/Q).
Voor de linkermuisknop
Druk op L-CLICK.
Voor de rechtermuisknop
Druk op R-CLICK.
Wanneer de computer slechts één muisknop ondersteunt (zoals een Macintosh)
Druk op L-CLICK of R-CLICK. L-CLICK en R-CLICK hebben een
gemeenschappelijke functie.
Bij gebruik van de [Page Up] of [Page
Down] toetsen
Hetzelfde als de [Page Up] en [Page Down] toetsen van het toetsenbord van de computer. Druk op PAGE U P of PAG E DOWN.
Naar USB-aansluiting
MOUSE/insteltoetsen
MOUSE/insteltoetsen (P/R/O/Q)
(P/R/O/Q)
R-CLICK toets
R-CLICK toets
L-CLICK toets
L-CLICK toets
PAGE UP/
PAGE UP/ PAGE DOWN toetsen
PAGE DOWN toetsen
Opmerking
Deze functie werkt alleen met besturingsprogramma’s van Microsoft® Windows® OS en Mac OS® die
• USB ondersteunen. U kunt deze functie niet gebruiken wanneer het menuscherm wordt weergegeven.
• Controleer of de computer de USB-aansluiting herkent.
42
Page 47

Menu-onderdelen

Hieronder ziet u de menu-onderdelen die op de projector kunnen worden ingesteld.
“Beeld” menu
Hoofdmenu Submenu
Beeld
Bladzijde 48
Beeldmodus
Bladzijde 48
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Bladzijde 48
Kleurtmp
Bladzijde 49
BrilliantColor™
Bladzijde 48
C.M.S.1 Kleur inst.
Bladzijde 49
C.M.S.2 Kleur inst.
Bladzijde 49
Ruisonderdr. Uit
Bladzijde 50
[Aan/Uit]
Eco + Stil
Bladzijde 50
Reset
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+30-30
+2-2
20
Standaard Presentatie Cinema Spel sRGB
Kleurschakering
Verzadiging
Waarde
Effect
C.M.S.1 [Aan/Uit]
Reset
Ter u g
Kleurschakering
Verzadiging
Waarde
Effect
C.M.S.2 [Aan/Uit]
Reset
Ter u g
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
“Audio” menu
Hoofdmenu Submenu
Audio
Bladzijde 51
[Aan/Uit]
Luidspreker
Bladzijde 51
Audio-ingang Audio 1
Bladzijde 51
Audio uitgang Vast
Bladzijde 51
Hoge toon
Audio 2 HDMI
Variabel
+30-30
Bladzijde 51
Lage toon
+30-30
Bladzijde 51
voorzieningen
Handige
43
Page 48
Menu-onderdelen (vervolg)
“Signaalinstelling (SIG)” menu
Hoofdmenu
SIG
Bladzijde 52
Klok
Fase
H-Pos
V-Po s
Reset
Bladzijde 52
Resolutie
Bladzijde 52
Automat.sync. [Aan/Uit]
Bladzijde 52
Signaaltype
Bladzijde 52
Videosysteem Auto
Bladzijde 53
Video-ops.
Bladzijde 53
Dynamisch bereik Auto
Bladzijde 53
Signaal info
Bladzijde 53
+150-150
+30-30
+150-150
+60-60
Auto RGB YPbPr
PAL SECAM NTSC4.43 NTSC3.58 PAL-M PAL-N PAL-60
0 IRE
7.5 IRE
Standaard Verbeterd
Submenu
“Scherm-instelling (SCH)” menu
Hoofdmenu Submenu
SCH
Bladzijde 54 Bladzijde 54
Grootte Aanpassen
Wandkleur Uit
Bladzijde 54
Overscan [Aan/Uit]
Bladzijde 54
OSD Display [Aan/Uit]
Bladzijde 54
Closed caption
Bladzijde 55
Achtergrond
Bladzijde 55
Projectie
Bladzijde 55
Taal(Language)
Bladzijde 55
Normaal Volledig Dot By Dot Gebied zoomen V-oprekken Kader 16:9
zwartbord witbord
Uit CC1 CC2
Logo Blauw Geen
Voor Plafond+voor Achter Plafond+achter
English Deutsch Español Nederlands Français Italiano Svenska Português
polski Magyar Türkçe
Tiếng Việt
44
Page 49
“Projector-instelling (PRJ)” menu
Hoofdmenu Submenu
PRJ
Bladzijde 56 Bladzijde 56
Auto Power Off [Aan/Uit]
Automatisch herstarten [Aan/Uit]
Bladzijde 56
COMPUTER2 Selecteren Ingang
Bladzijde 56
STANDBY-modus Standaard
Bladzijde 56
RS-232C
Bladzijde 56
Ventilatormodus Normaal
Bladzijde 57
Syst.vergrend. [Aan/Uit]
Monitoruitvoer
Eco
9600bps 38400bps 115200bps
Hoog
Bladzijde 57
®
DLP
Link™ [Aan/Uit]
Bladzijde 58
®
Link™ Omkeren
DLP
Bladzijde 58
Geheugenmenu
Bladzijde 59
Roteer Indicator [Aan/Uit]
Bladzijde 59
Alles terugstellen
Bladzijde 60
Lamptimer (duur)
Bladzijde 60
Geheugen laden
Bladzijde 59
Geheugen opslaan
Bladzijde 59
Naam geheugen
Bladzijde 59
Geheugen wissen
Bladzijde 59
Dempen [Aan/Uit]
Geheugen 1
Geheugen 2
Geheugen 3
Geheugen 4
Geheugen 5
Geheugen 6
Geheugen 7
Geheugen 8
Bladzijde 59
Geheug. blok. [Aan/Uit]
Bladzijde 59
Terug
“Netwerk (Netw)” menu
Hoofdmenu
Netw
Bladzijde 61 Bladzijde 61
Wachtwoord [Aan/Uit]
DHCP Client [Aan/Uit]
Bladzijde 62
TCP/IP
Bladzijde 62
Netwerkinstelling terugzetten
Bladzijde 62
Netwerk herstarten
Bladzijde 62
IP adres
Bladzijde 63
MAC-adres
Bladzijde 63
Projector
Bladzijde 63
Submenu
IP adres Subnet Mask Gateway
voorzieningen
Handige
45
Page 50

Gebruik van het menuscherm

RETURN toets
Druk op RETURN om terug te keren
• naar het vorige scherm wanneer het menu wordt weergegeven.
ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
MENU toets

Menu-selecties (Afstellingen)

Voorbeeld: Instellen van “Helder”.
U kunt de bedieningshandelingen ook uitvoeren met de toetsen op de projector.
Druk op MENU.
1
Het “Beeld” menuscherm voor de gekozen
• ingangsfunctie verschijnt.
Druk op Q of O en selecteer
2
2
“Beeld” om afstellingen te maken.
Voorbeeld: “Beeld” menuscherm
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Beeldmodus
Contrast 0 Helder Kleur Tint
Rood Blauw Kleurtmp BrilliantColor™ C.M.S.1 C.M.S.2 Ruisonderdr. Eco + Stil
Reset
SEL/INS Terug
MENU toets ENTER toets
Insteltoetsen (P/R/O/Q)
RETURN toets
Druk op RETURN om terug
• te keren naar het vorige scherm wanneer het menu wordt weergegeven.
Menu-onderdeel
0 0 0 0Scherpte 0 0 0 1
Standaard
Uit
Uit Niveau 2 Uit
ENTER END
46
Page 51
3
5
Druk op P of R en selecteer “Helder”
3
om afstellingen te maken.
Het geselecteerde onderdeel wordt met
• omgekeerd contrast aangegeven.
Instellen van het gepro­jecteerde beeld terwijl u ernaar kijkt
Druk op ENTER.
Het gekozen onderdeel (bijv. “Helder”) wordt afzonderlijk onderaan op het scherm aangegeven. Als u op P of R drukt, zal het volgende
• onderdeel (“Kleur” na “Helder”) aangegeven worden.
Opmerking
Druk nog een keer op ENTER om naar
• het vorige scherm terug te keren.
Druk op O of Q om het
4
geselecteerde onderdeel af te stellen.
De afstelling wordt opgeslagen.
Druk op MENU.
5
Het menuscherm verdwijnt.
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Beeldmodus
Contrast 0
Helder
Kleur Tint
Rood Blauw Kleurtmp BrilliantColor™ C.M.S.1 C.M.S.2 Ruisonderdr. Eco + Stil
Reset
SEL/INS Terug
0
0 0 0Scherpte 0 0 0 1
Standaard
Uit
Uit Niveau 2 Uit
ENTER END
Onderdelen voor afstelling
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Klok Fase H-Pos V-Pos
Reset
0 0 0 0
Druk op ENTER.
Het onderdeel wordt afzonderlijk aangegeven
Beeld
15
0Helder
0 0 0Scherpte 0 0 0 1
ENTER END
Standaard
Uit
Uit Niveau 2 Uit
ENTER END
SEL/INS Ter u g
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Beeldmodus
Contrast 0
Helder
Kleur Tint
Rood Blauw Kleurtmp BrilliantColor™ C.M.S.1 C.M.S.2 Ruisonderdr. Eco + Stil
Reset
SEL/INS Ter u g
voorzieningen
Handige
Opmerking
De MENU-toets is niet beschikbaar als de projector bezig is met:
- Automat.sync./Pauzetijd/Vastleggen/AV Demping
47
Page 52

Beeldinstellingen (“Beeld” menu)

Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Beeldmodus
Contrast 0 Helder Kleur
Tint
Rood Blauw
Kleurtmp BrilliantColor™
C.M.S.1
C.M.S.2 Ruisonderdr.
 
Eco + Stil
Reset
SEL/INS Terug

Kiezen van de beeldmodus

1
Beschikbare
instellingen
Standaard
0 0 0 0Scherpte
0 0 0 1
Uit
Uit Niveau 2 Uit
ENTER END
Beschrijving
Standaard Voor een standaard beeld Presentatie Maakt donkere par tijen van het beeld
Cinema Geeft scherpte aan het
Spel *sRGB
“sRGB” wordt alleen getoond wanneer een RGB-
helderder voor een meer levendige presentatie.
geprojecteerde beeld. Geeft scherpte aan het geprojecteerde beeld. Voor een waarheidsgetrouwe weergave
van de beelden van een computer.
signaal wordt ontvangen. U kunt elk onderdeel in het “Beeld” menu naar eigen
• voorkeur instellen of afstellen. Eventuele aangebrachte wijzigingen worden in het geheugen opgeslagen.
Opmerking
U kunt ook op PICTURE MODE van de
• afstandsbediening drukken om de beeldmodus te kiezen. (Zie blz. *sRGB is een internationale norm voor
41.)
kleurweergave opgesteld door de IEC (International Electrotechnical Commission). Aangezien het vaste kleurengebied bepaald is door de IEC, zullen de beelden worden weergegeven in een natuurlijke tint die gebaseerd is op een origineel beeld, wanneer “sRGB” geselecteerd is. Voor verdere informatie betreffende de sRGB functie kunt u de website “http://www.srgb.com/” bezoeken. U kunt de onderdelen “Rood”, “Blauw”, “Kleurtmp”, “BrilliantColor
TM
”, “C.M.S.1” en “C.M.S.2” niet instellen wanneer “sRGB” geselecteerd is.
Info
Wanneer “sRGB” geselecteerd is, kan het
• geprojecteerde beeld donker worden, maar dit duidt niet op een defect.

Instellen van het beeld

2
Beschikbare
onderdelen
Contrast Voor minder
Helder Voor minder
1
Kleur*
1
Tint*
Scherpte Voor minder
1
Rood*
1
Blauw*
BrilliantColor™*1 *2Voor het
*1 Niet instelbaar/selecteerbaar wanneer “sRGB”
geselecteerd is.
*2
BrilliantColor™ maakt gebruik van Texas Instruments' BrilliantColor™ technologie. Wanneer het BrilliantColor™ niveau wordt verhoogd, zal het beeld helderder worden terwijl de kleurweergave op een hoog niveau blijft.
Opmerking
“Kleur”, “Tint”, “Rood”, “Blauw”, “BrilliantColorTM” en “Kleurtmp” kunnen niet worden ingesteld wanneer “sRGB” geselecteerd is. Om alle onderdelen terug te stellen, selecteert
• u “Reset” en drukt dan op ENTER.
Menubediening n Blz. 46
O toets Q toets
contrast.
helderheid. Voor minder
intense kleuren. Om de huidtinten
wat paarser te maken.
scherpte. Voor minder
rood. Voor minder
blauw.
verzwakken van het effect.
Voor meer contrast.
Voor een helderder beeld. Voor meer intense kleuren. Om de huidtinten wat groener te maken. Voor een scherper beeld. Voor meer rood.
Voor meer blauw.
Voor het versterken van het effect.
48
Page 53
Instellen van de
3
kleurtemperatuur
Beschikbare
instellingen
Een lagere kleurtemperatuur voor warme,
–2
roodachtige en gedempte beelden.
0
Een hogere kleurtemperatuur voor
+2
koele, blauwachtige en heldere beelden
Opmerking
De waarden bij “Kleurtmp” zijn alleen voor algemene toepassingen. “Kleurtmp” kan niet worden ingesteld
• wanneer “sRGB” geselecteerd is.

Instellen van de kleuren

4
U kunt de kleur van het geprojecteerde beeld selecteren om dat te corrigeren en vervolgens de gewenste kleur bijstellen met de instellingen “Kleurschakering”, “Verzadiging”, “Waarde”, en “Effect”.
Opmerking
Voer voorbereidingen uit bij het beeld dat
• bijgesteld dient te worden voordat u daadwerkelijk met het bijstellen gaat beginnen. U kunt deze instellingen gemakkelijker uitvoeren
• bij een stilbeeld dan bij een bewegend beeld.
Beschrijving
Menubediening n Blz. 46
Als er wel data voor de opgeslagen gecorrigeerde kleur is, wordt het C.M.S. kleurbijstelscherm weergegeven. (Ga naar stap 3.)
C.M.S.1
Kleur inst.
0
Kleurschakering Verzadiging
0 0
Waarde
0
Effect C.M.S.1 Aan
Reset Terug
SEL/INS ENTER Terug
END
Selecteer d.m.v. de schermpen
2
2
de kleur van het geprojecteerde beeld dat gecorrigeerd dient te worden. De schermpen kan bediend worden door de insteltoesten (P/R/O/Q) op de afstandsbediening.
Door het geprojecteerde beeld te vergroten d.m.v. kunnen nog fi jnere bijstellingen worden uitgevoerd.
of MAGNIFY,
Scherm­pen
Selecteer “C.M.S.1” of “C.M.S.2”
1
1
(C.M.S.: Color Management System = kleurbeheersysteem) en druk vervolgens op ENTER.
Als er geen data voor de opgeslagen gecorrigeerde
• kleur is, worden het kleurselectiescherm en de schermpen getoond. (Ga naar stap 2.)
Scherm­pen
Door de insteltoesten (P/R/O/Q), ingedrukt te houden, bweegt de schermpen met hogere snelheid.
Na het selecteren van de te corrigeren kleur van het geprojecteerde beeld image, druk op ENTER. Het C.M.S. kleurbijstelscherm wordt getoond. (Ga naar stap 3.)
voorzieningen
Handige
49
Page 54
Beeldinstellingen (“Beeld” menu) (vervolg)
3
Menubediening n Blz. 46
Stel elk item in of bij in het C.M.S.
3
kleurbijstelscherm.
C.M.S.1
Kleur inst.
0
Kleurschakering Verzadiging
0 0
Waarde
0
Effect C.M.S.1 Aan
Reset Terug
SEL/INS ENTER Terug
END
C.M.S. color kleurbijstelscherm:
Beschikbare
instellingen
Kleur inst. Begint de selectie van de te
Kleur­schakering
Verzadiging Stelt de verzadiging van de
Waarde
*1
Effect
*2
C.M.S.1 (of C.M.S.2)
Reset
Terug Voltooit de correctie en sluit
*1 Selecteer “Effect” en druk op O of Q om het
bereik van de kleurcorrectie te specifi ceren.
O toets Specifeert een klein bereik. Q toets Specifeert een groter bereik.
*2 Selecteert “C.M.S.1” (of “C.M.S.2”) en stel
“Aan” of “Uit” in om te controleren hoe het geprojecteerde beeld er uit.
Aan Hoe het geprojecteerde beeld
Uit Hoe het geprojecteerde beeld
Beschrijving
corrigeren kleur overnieuw. Stelt de kleurschakering van
de hoofdkleuren in.
hoofdkleuren in. Stelt de waarde van de hoofd-
kleuren in. Specifeert het bereik van de
kleurcorrectie. Controleert hoe het geprojec-
teerde beeld er uit ziet na de hier boven gemaakte correctie.
Stelt “Kleurschakering”, “Verza­diging”, “Waarde”, en “Effect” in op hun standaardwaarden.
het C.M.S. kleurbijstelscherm.
er uit ziet na de hier boven gemaakte kleurbijstelling kan worden gecontroleerd.
er uit ziet voor de eerder genoemde kleurbijstelling kan worden gecontroleerd.
Selecteer “Terug” en druk op
4
ENTER om de C.M.S. kleurbijstelling te voltooiden.
Opmerking
De C.M.S. kleurenbijstelling kan d.m.v. “C.M.S.1” en “C.M.S.2” elk bij één kleur worden uitgeoefend. “C.M.S.1” en “C.M.S.2” kunnen niet worden
• ingesteld wanneer “sRGB” geselecteerd is.
Afbeeldingsruis
5
verminderen (DNR)
Digitale videoruisonderdrukking (DNR) levert afbeelding van hoge kwaliteit met een minimale stippelbeweging en kruiskleurruis.
Beschikbare
instellingen
Uit De DNR-functie is niet geactiveerd. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3
Stelt het DNR-niveau in voor het bekijken van een helderdere afbeelding.
Opmerking
Stel “Ruisonderdr.” in op “Uit” in de volgende gevallen:
Wanneer de afbeelding vaag is.
• Wanneer de contouren en kleuren van
• bewegende afbeeldingen langzaam gaan. Wanneer TV-uitzendingen met zwakke
• signalen worden geprojecteerd.

Eco+Stil

6
Beschikbare
instellingen
Aan Ca. 80% Laag Ca. 2.500
Uit 100% Normal Ca. 1.500
Helderheid
Opmerking
U kunt zowel de ECO+QUIET op de afstandsbediening
• als die op de projector gebruiken om de Eco+Stil modus in of uit te schakelen. (Zie blz.
Beschrijving
Ventilatorgeluid
40.)
Levensduur
van lamp
uur
uur
50
Page 55

Geluidsinstellingen (“Audio” menu)

Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Luidspreker

Audio-ingang

Audio uitgang
Hoge toon
Lage toon
SEL/INS Terug

Luidsprekerinstellingen

1
Aan Audio 1
Vast 0 0
ENTER END
Met deze functie kunt u de ingebouwde luidspreker “Aan” of “Uit” zetten, dit laatste bijvoorbeeld wanneer de projector is aangesloten op een externe versterker.
Beschikbare
instellingen
Aan De ingebouwde luidspreker is
Uit De ingebouwde luidspreker is
2
ingeschakeld.
uitgeschakeld.
Audio-ingang
Beschrijving
Deze functie stelt u in staat een juiste combinatie van audio ingangsaansluitingen te kiezen voor elke invoer modus.
Beschikbare
instellingen
Audio 1 De AUDIO 1 ingangsaansluiting wordt
Audio 2 De AUDIO 2 ingangsaansluiting wordt
HDMI De HDMI-aansluiting wordt gebruikt als
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
gebruikt als audio ingangsaansluiting.
audio ingangsaansluiting. (Dit onderdeel is beschikbaar met HDMI­ingang.)
Beschrijving

Het audiouitvoertype instellen

3
Deze functie bepaalt of het geluidsniveau dat via de AUDIO-uitgangsaansluiting wordt uitgevoerd, een vaste of variabele en aan de VOLUME-regelaar gekoppelde sterk te heeft.
Beschikbare
instellingen
Vast (Vaste audio­uitvoer)
Variabel (Variabele audio­uitvoer)
Audio-uitvoer die niet varieert in sterkte met het volumeniveau van de bronprojector.
Audio-uitvoer die in sterkte varieert met het volumeniveau van de bronprojector.
Info
Wanneer “Audio uitgang” op “Variabel” is gezet,
• moet u het volume van de projector verlagen voordat u de netspanning uitschakelt of naar een andere ingangsbron overschakelt.

Instellen van het geluid

4
Met deze functie kunt u de geluidsinstellingen van de projector aanpassen.
Beschikbare
instellingen
Hoge toon Voor minder hoge
Lage toon Voor minder lage
tonen
tonen
Menubediening n Blz. 46
Beschrijving
\ toets | toets
Voor meer hoge tonen
Voor meer lage tonen
voorzieningen
Handige
51
Page 56

Signaalinstelling (“SIG” menu)

Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Klok Fase
H-Pos V-Pos
Reset
Resolutie Automat.sync.
Signaaltype
Videosysteem
Video-ops.
Dynamisch bereik
1
Signaal info : 1024 x 768
H 48.3 kHz / V 60.0 Hz
SEL/INS Terug

Het computerbeeld instellen

0 0 0 0
1024 x 768 Aan
Auto Auto 0 IRE Standaard
ENTER END
Indien de optimale beeldkwaliteit niet door middel van automatische synchronisatie (Automat.sync.) kan worden verkregen, gebruik dan de functie SIG.
Beschikbare
instellingen
Klok De verticale ruis regelen. Fase
H-Pos
V-Pos
De horizontale ruis regelen (vergelijkbaar met tracking op uw videorecorder).
Het beeld op het scherm centreren door het naar links of naar rechts te verplaatsen.
Het beeld op het scherm centreren door het naar boven of naar onder te verplaatsen.
Beschrijving
Opmerking
Om alle instelbare onderdelen terug te stellen, kiest u “Reset” en drukt u op ENTER. Het instelbereik van en “H-Pos” en “V-Pos” kan
• verschillen afhankelijk van de schermresolutie van de computer.

Instellen van de resolutie

2
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal gedetecteerd en wordt de juiste resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn om de optimale resolutieinstelling te kiezen in “Resolutie”, in overeenstemming met de weergavefunctie van de computer.
3
Instellen van de automatische
Wordt gebruikt om een computerbeeld automatisch in te stellen.
Beschikbare
instellingen
Aan De automatische synchronisatie vindt
Uit De automatische synchronisatie wordt
Opmerking
De automatische synchronisatie wordt eveneens uitgevoerd wanneer op AUTO SYNC op de projector of op de afstandsbediening wordt gedrukt.
De instelling van de automatische synchronisatie kan even duren, afhankelijk van het beeld van de computer die op de projector is aangesloten.

De instelling signaaltype

4
Deze functie maakt het mogelijk om het type RGB of component ingangssignaal voor COMPUTER /COMPONENT 1, 2 te selecteren.
Beschikbare
instellingen
Auto Ingangssignalen worden automatisch
RGB Instelling voor ontvangst van RGB-
YPbPr Instelling voor ontvangst van
Menubediening n Blz. 46
synchronisatie
Beschrijving
plaats wanneer de projector wordt ingeschakeld of als de ingangssignalen worden veranderd wanneer de projector is aangesloten op een computer.
niet automatisch uitgevoerd.
Beschrijving
herkend als RGB of component.
signalen.
component-signalen.
Opmerking
Zie “Controleren van het ingangssignaal” op bladzijde
53 voor informatie over het huidige
geselecteerde ingangssignaal.
52
Page 57
Menubediening n Blz. 46

Instellen van het videosignaal

5
De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; het is echter mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen van de aangesloten audiovisuele apparatuur omwille van verschillen in het signaal. In dat geval wijzigt u het videosignaal.
Beschikbare instellingen
Auto PAL SECAM *NTSC4.43 NTSC3.58 PAL-M PAL-N PAL-60
* Bij weergave van NTSC-signalen met PAL-
videoapparatuur.
Opmerking
Het videosignaal kan alleen in de VIDEO of S­VIDEO functie worden ingesteld.
Wanneer “Auto” is ingesteld voor het “Videosysteem”, is het mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege verschillen in het signaal. In dat geval dient u handmatig over te schakelen naar het videosysteem van het bronsignaal.

Video-instelling

6
7 Het dynamische bereik
selecteren
Een optimale afbeelding kan wellicht niet worden weergegeven als een outputsignaal van een apparaat dat compatibel is met HDMI, niet overeenstemt met de inputsignaalsoort van de projector. Mocht dit voorvallen, schakel dan om naar “Dynamisch bereik”.
Beschikbare
instellingen
Auto Wanneer de zwartniveaus banden Standaard Verbeterd
Het Dynamisch bereik kan alleen worden geselecteerd wanneer de “HDMI” ingangsmodus is geselecteerd.
vertonen of zwakker lijken, selecteer dan het item dat de beste afbeeldingskwaliteit oplevert. (Onder de meeste omstandigheden moet “Standaard” worden geselecteerd.)
Opmerking
Beschrijving
8 Controleren van het
ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat om de informatie betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Beschikbare
instellingen
0 IRE Stelt het zwartniveau in op 0 IRE.
7.5 IRE Stelt het zwartniveau in op 7.5 IRE.
Opmerking
Deze functie is beschikbaar voor de volgende signalen. Met COMPUTER/COMPONENT 1 of 2 invoer:
- 480I Met S-VIDEO of VIDEO invoer:
- NTSC3.58
Beschrijving
voorzieningen
Handige
53
Page 58

Scherm-instelling (“SCH” menu)

Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Grootte Aanpassen
Wandkleur
Overscan
OSD Display
Closed caption
Achtergrond
Projectie
Taal(Language)
Normaal Uit Aan
Aan
Uit Logo Voor
Nederlands

De overscan instellen

3
Deze functie stelt u in staat het overscan gebied (weergave gebied) in te stellen.
Beschikbare
instellingen
Aan Het invoer gebied wordt weergegeven
Uit
Menubediening n Blz. 46
Beschrijving
zonder de schermranden. Het volledige invoergebied wordt
weergegeven.
SEL/INS Terug
1
Instellen van de grootte
ENTER END
aanpassen-functie
Opmerking
Zie blz. 36 tot 39 voor nadere bijzonderheden betreffende de Grootte Aanpassen-functie. U kunt ook op RESIZE van de
• afstandsbediening drukken om de gewenste instelling voor de Grootte Aanpassen-functie te maken. (Zie blz.

Selecteren van de wandkleur

2
Met deze functie kunt u de afbeelding op een gekleurd (wit of donkergroen) oppervlak of wand zonder scherm projecteren.
Beschikbare
instellingen
Uit De functie wandkleur is niet
zwartbord
witbord
36.)
Beschrijving
geactiveerd. Projecteert afbeeldingen op een
zwartbord (donkergroen). Projecteert afbeeldingen op een
witbord.
Opmerking
Deze functie is beschikbaar voor de volgende
• signalen. Met COMPUTER/COMPONENT 1 of 2 invoer:
- 480P
- 540P
- 576P
- 720P
- 1035I
- 1080I/1080P Als er ruis verschijnt aan de schermranden
• wanneer “Uit” is gekozen, zet de functie dan op “Aan”. Zie ook “Betreffende auteursrechten” op blz. 39.
4 Instellen van het
on-screen display
Met deze functie kunt u de berichten die op het scherm verschijnen, in- en uitschakelen.
Beschikbare
instellingen
Aan Alle schermberichten worden
Uit
getoond. INGANG/VOLUME/AV DEMPING/
VASTLEGGEN/AUTO MAT. SYNC./ GROOTTE AANPASSEN/ BEELDMODUS/ECO + STIL/ VERGROTEN/ “U hebt een ongeldige toets ingedrukt.” worden niet weergegeven.
Beschrijving
54
Page 59
Menubediening n Blz. 46

Closed caption

5
<Alleen voor Amerika>
Info
Deze functie is beschikbaar voor NTSC3.58
• signaal. De functie werkt mogelijk niet afhankelijk van de
• modus “Grootte aanpassen”.
“Closed caption” is een systeem wat het mogelijk
• maakt om conversatie, commentaar en geluidseffecten in TV programma’s (niet in alle regio’s) en videos te zien als ondertiteling op het scherm. Niet alle programma’s en videos hebben “Closed
• caption”. Let op het symbool om er zeker van te zijn dat ondertiteling getoond zal worden. Twee kanalen zijn beschikbaar: CC1 en CC2.
Beschikbare
instellingen
Uit — CC1 CC2
Opmerking
“Closed caption” kan niet goed werken (witte
• blokken, vreemde karakters etc.) als de signaalcondities slecht zijn of als er problemen zijn bij de uitzendingsbron. Dit is niet noodzakelijk een problem van de projector.
Closed caption mode voor data CH1 Closed caption mode voor data CH2
Beschrijving
6 Kiezen van een start-
en achtergrondbeeld
Beschikbare
instellingen
Logo SHARP standaardbeeld Blauw Blauw scherm Geen Zwart scherm
7
De geprojecteerde
Beschrijving
beelden omkeren/ weergeven in spiegelbeeld
Deze projector is voorzien van een functie om het geprojecteerde beeld om te keren of weer te geven in spiegelbeeld, wat handig is voor diverse toepassingen.
Beschikbare
instellingen
Voor Normaal beeld (geprojecteerd
Plafond + voor Omgekeerd beeld (geprojecteerd
Achter Spiegelbeeld (geprojecteerd vanaf
Plafond + achter
vanaf de voorkant van het scherm)
vanaf de voorkant van het scherm met een omgekeerde projector)
de achterkant van het scherm of met een spiegel)
Omgekeerd spiegelbeeld (geprojecteerd met een spiegel)
Beschrijving
Opmerking
Zie de “Projectie-instellingen” op blz. 21 voor
• details.
8 Kiezen van de taal
voor de beeldscherm­aanduidingen (OSD)
Er zijn 18 talen beschikbaar voor de beeldschermdisplay-aanduidingen.
voorzieningen
Handige
55
Page 60

Nuttige, tijdens installatie ingestelde functies (“PRJ” menu)

Menubediening n Blz. 46
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Auto Power Off
Automatisch herstarten

COMPUTER2 Selecteren

STANDBY-modus

RS-232C
Ventilatormodus
Syst.vergrend.
®
Link™
DLP
®
Link™ Omkeren
DLP Geheugenmenu
Roteer Indicator
T
Alles terugstellen
Z
Lamptimer (duur) [ 0]u [ 0] min ( 100%)
H
SEL/INS Terug

Automatische uitschakeling

1
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit De Auto Power Off-functie wordt
De standbyfunctie van de projector wordt automatisch ingeschakeld wanneer er gedurende tenminste 15 minuten geen ingangssignaal wordt gedetecteerd.
uitgeschakeld.
Aan
Aan Monitoruitvoer Standaard 9600bps Normaal Uit
Uit
Aan
ENTER END
Beschrijving
Opmerking
Wanneer de automatische uitschakelfunctie
• ingesteld is op “Aan”, zal 5 minuten voordat de projector in standby wordt geschakeld het bericht “Inschakeling STANDBY-modus over X min.” op het scherm verschijnen om de resterende minuten aan te geven.
COMPUTER2 Selecteren
3
U kunt de MONITOR OUT aansluiting ook als de COMPUTER/ COMPONENT 2 aansluiting gebruiken. Selecteer of de aanslui­ting moet worden gebruikt als aansluiting voor invoer of uitvoer.
Beschikbare
instellingen
Ingang De aansluiting kan worden gebruikt
Monitoruitvoer
als invoeraansluiting (COMPUTER/ COMPONENT 2).
De aansluiting kan worden gebruikt als uitvoeraansluiting (MONITOR OUT).
Beschrijving
Opmerking
Stel dit in voordat externe apparatuur wordt
• aangesloten. De instelling kan niet worden gewijzigd wanneer
• de invoermodus
STANDBY-modus
4
COMPUTER 2” is.
Wanneer u “Eco” instelt, wordt het stroomverbruik gereduceerd in ruststand (standby) modus.
Beschikbare
instellingen
Eco
Standaard
5
De monitor uitvoer, RS-232C en netwerk functies zijn uitgeschakeld in ruststand (standby) modus.
De monitor uitvoer, RS-232C en netwerk functies zijn geactiveerd zelfs als de projector in ruststand (standby) modus.
De transmissiesnelheid
Beschrijving
selecteren (RS-232C)

Automatisch Herstarten Functie

2
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit De projector gaat niet automatisch
Als het netsnoer niet in het stopcontact zit of de schakelaar staat uit wanneer de projector aan staat, dan gaat de projector automatisch aan wanneer u het netsnoer in het stopcontact steekt of wanneer de schakelaar aanstaat.
aan wanneer het netsnoer in het stopcontact wordt gestoken of de schakelaar aan staat.
Beschrijving
56
Controleer of de projector en de computer op dezelfde baud rate zijn ingesteld.
Beschikbare
instellingen
9600 bps 38400 bps 115200 b ps
Beschrijving
De transmissiesnelheid is laag.
De transmissiesnelheid is hoog.
Opmerking
Raadpleeg de “INSTELGIDS” op de
• meegeleverde CD-ROM voor details over RS­232C specifi caties en opdrachten. Raadpleeg de handleiding van de computer voor details
• over het instellen van de baud rate van de computer.
Page 61

Ventilatormodus-instelling

3
6
Gebruik deze functie om de draaisnelheid van de ventilator te veranderen.
Beschikbare
instellingen
Normaal Geschikt voor een normale omgeving. Hoog Selecteer deze instelling wanneer u de
Wanneer “Ventilatormodus” is ingesteld op “Hoog”, zal de draaisnelheid van de ventilator hoger zijn en is er ook meer lawaai van de ventilator.
projector op een hoogte van meer dan 1.500 meter (4.900 voet) gebruikt.
Beschrijving
Menubediening n Blz. 46
Druk op de juiste vier toetsen van de
3
afstandsbediening of de projector om de bestaande toegangscode in “Oude code” in te voeren.
Wanneer de toegangscode de eerste maal
• wordt ingesteld, moet u viermaal op R van de projector drukken.
Syst.vergrendeling instellen
Oude code
Nieuwe code Herbevestigen
PRJ
––––
–––– ––––

Systeemvergrendeling-functie

7
Deze functie voorkomt ongeoorloofd gebruik van de projector. Wanneer deze functie geactiveerd is, moet de gebruiker de juiste toegangscode invoeren telkens wanneer de projector wordt ingeschakeld. Wij raden u aan
de toegangscode op een veilige plaats te noteren.
Info
Als u uw toegangscode verliest of vergeet, neem
• dan contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz.
84). Zelfs wanneer het apparaat nog onder de
garantie is, zal het terugstellen van de toegangscode in rekening worden gebracht.
a
Instellen/wijzigen van de toegangscode
Selecteer “Syst.vergrend.” en
1
druk dan op ENTER of Q.
Selecteer “Volgend”, en druk dan
2
op ENTER .
Het scherm voor het invoeren van de
• toegangscode verschijnt.
Opmerking
Als u een verkeerde toegangscode
• invoert, zal de cursor terugkeren naar de eerste positie van de “Oude code”. De vooringestelde toegangscode is 4 R
• toetsen op de projector. Als u viermaal
R
toets drukt, zal het
op de toegangscode-invoerscherm verdwijnen.
Druk op vier toetsen van de
4
afstandsbediening of de projector om de nieuwe toegangscode in “Nieuwe code” in te voeren.
Opmerking
U kunt niet de volgende toetsen voor de
• toegangscode gebruiken: STANDBY/
ON, ON, STANDBY, ENTER , L-CLICK/ EFFECT, R-CLICK/RETURN, MENU, ECO+QUIET, BREAK TIMER, ZOOM, FOCUS, H&V SHIFT, ROTATE, LENS, MEMORY MENU en MEMORY (1-8) De systeemvergrendeling-functie
• herkent elke toets op de afst andsbediening of op de p rojector als een afzonderlijke toets, ook als deze dezelfde toetsnaam hebben. Als u de toetsen op de projector hebt gebruikt voor het instellen va n de toegangscode, kan de toegangscode niet met de afstandsbediening geannuleerd worden.
voorzieningen
Handige
Syst.vergrendeling instellen
Oude code
Nieuwe code
Herbevestigen
PRJ
****
– ––––
–––
57
Page 62
5
Nuttige, tijdens installatie ingestelde functies (“PRJ” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 46
Voer dezelfde toegangscode in
5
“Herbevestigen” in.
Opmerking
Annuleren van de toegangscode die u reeds hebt ingesteld
Druk viermaal op R van de projector in de
• bovenstaande stappen 4 en 5.
Wanneer de systeemvergrendeling is ingesteld
Wanneer de systeemvergrendeling geactiveerd is, verschijnt
• er een invoervakje voor de toegangscode nadat het apparaat is ingeschakeld. U moet in dit vakje de juiste toegangscode invoeren om de projector te kunnen gebruiken.
Input screen for keycode
Syst.vergrend.
––––

Toetsvergrendeling

Gebruik deze functie om de bedieningstoetsen op de projector te vergrendelen.
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
Houd ENTER op de projector
1
ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl de projector ingeschakeld is.
Het functiescherm voor toetsvergrendeling wordt weergegeven.
Uitschakelen van de Toetsvergrendeling
Houd ENTER op de projector ongeveer 5 seconden ingedrukt.
Beeldschermdisplay
Toetsvergrendeling UIT
Info
Ook als de functie toetsvergrendeling op “Aan” staat, kan STANDBY/ON op de projector worden gebruikt om de stroomtoevoer aan of uit te zetten.
De toetsvergrendelingsfunctie is niet instelbaar in de volgende gevallen: tijdens weergave van de “Menu” schermen, in de ruststand (standby), tijdens opwarmen, bij veranderen van het ingangssignaal, bij gebruik van de Automat. sync., in de Vastleggen modus of bij het “Syst. vergrend.” scherm tijdens opwarmen.
DLP® Link
8
Zie “3D-weergavemodus gebruiken” op blz.
67 voor details.

DLP® LinkTM Omkeren

9
Zie “3D-weergavemodus gebruiken” op blz.
67 voor details.
TM
Gebruik deze functie om de bedieningsknop op de projector te vergrendelen. (Behalve STANDBY/ON knop)
Opm: U kunt de functievergr. Opheffen door op de proj. ongev. 5 sec. op ENTER te drukken.
Ter u g
Aan
SEL/INS Ter u g
Selecteer “Aan”, en druk dan op
2
ENTER
Beeldschermdisplay
De toetsvergrendelingsfunctie heeft geen invloed op de toetsen van de afstandsbediening. U kunt de toetsvergrendelingsfunctie niet gebruiken
• wanneer de projector aan het opwarmen is.
.
Toetsvergrendeling AAN
ENTER END
58
Page 63

Geheugenmenu

0
U kunt de instellingen van de “lens shift” van de projector (ZOOM, FOCUS) en andere (zoals INGANG, BEELDMODUS, GROOTTE AANPASSEN, Wandkleur, Projectie en TRAPEZIUM) opslaan, of de opgeslagen instellingen activeren. U kunt ook de rotatiehoek opslaan wanneer u de roteermodule met plafondbevestiging (AN­SV100T) aan de projector bevestigt. Het scherm “Geheugenmenu” kan ook worden geopend door het indrukken van MEMORY MENU op de afstandsbediening.
a
Geheugen laden
Selecteer het onderdeel waar de onderdelen zijn opgeslagen om de gewenste instellingen te activeren.
Opmerking
Het indrukken van een toets terwijl de projector bezig is
• met de functie “Geheugen laden” zorgt voor de melding: – “STOP”: stopt het activeren van de functie
“Geheugen laden”.
– “DOORGAAN”: hiermee gaat de projector
naar de al eerder ingestelde positie.
“Naar de oorspronkelijke positie terugkeren.”: hiermee keert de projector terug naar de oorspronkelijke positie.
Het bevestigingsscherm “Geheugen laden”
• wordt ook weergegeven door het indrukken van MEMORY(1-8) op de afstandsbediening. Druk nogmaals op MEMORY (1-8) om de functie “Geheugen laden” uit te voeren. Het geheugen heeft een foutmarge van ongeveer
• ±2% (Houd een foutmarge van ongeveer ±1,5 graden aan wanneer de roteermodule met plafondbevestiging (AN-SV100T) is bevestigd). Gebruik de afstandsbediening voor het uitvoeren van de fi jnafstellingen.
a
Geheugen opslaan
Selecteer een onderdeel waar u de instelling wilt opslaan.
Opmerking
Wanneer u een onderdeel selecteert waar al een
• instelling in is opgeslagen, zal de opgeslagen instelling worden overschreven en gewist worden.
Menubediening n Blz. 46
a
Geheugen wissen
Selecteer het onderdeel waar de instellingen staan opgeslagen die u wilt wissen. In dit geval wordt de geheugennaam die u gewijzigd hebt, teruggezet naar de standaardinstelling.
Opmerking
Door het selecteren van “Alles wissen” worden
• alle opgeslagen instellingen gewist.
a
Dempen
Beschikbare
instellingen
Aan Geeft geen melding terwijl de
projector bezig is met de functie “Geheugen laden”.
Uit Toont afbeeldingen zolang de
projector bezig is met activeren.
a
Geheug. blok.
Beschikbare
instellingen
Aan Beschermt de opgeslagen
geheugens.
Uit Uit beschermt de opgeslagen
geheugens niet.

Roteer indicator

Deze functie zet de roteer indicator op de pro­jector Aan/Uit.
Beschikbare
instellingen
Aan
Uit
De roteer indicator gaat branden wanneer de roteermodule met plafondbevestiging (AN-SV100T) is aangesloten. De indicator knippert zolang de projector aan het roteren is.
De roteer indicator gaat niet branden.
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
voorzieningen
Handige
a
Naam geheugen
Selecteer het onderdeel dat u wilt wijzigen. Gebruik O/Q om de te wijzigen tekens te kiezen en P/R om de tekens te selecteren die ingevuld moeten worden.
Opmerking
Deze functie werkt alleen wanneer de roteermodule met plafondbevestiging aan de projector is bevestigd.
59
Page 64
Nuttige, tijdens installatie ingestelde functies (“PRJ” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 46
Terugkeren naar de
standaardinstellingen
Met deze functie kunt u de gemaakte projec­torinstellingen initialiseren.
Opmerking
De volgende instellingen kunnen niet worden geïnitialiseerd.
Menu “SIG” Resolutie
Menu “SCH” Taal
Menu “PRJ” Lamptimer (duur) Syst.vergrend COMPUTER2 Selecteren Geheugenmenu

Controleren van de resterende levensduur van de lamp

U kunt de totale gebruikstijd en de resterende levensduur van de lamp (percentage) controle­ren.
Lampgebruiksstatus
“duur”(Levensduur)
Werkt alleen als “Eco + Stil” op “Aan” staat.
Werkt alleen als “Eco + Stil” op “Uit” staat.
Resterende levensduur van lamp
100% 5%
ongeveer
2.500 uren
ongeveer
1.500 ure n
ongeveer 125 u ren
ongeveer 75 uren
Opmerking
Wij raden u aan de lamp te vervangen wanneer de resterende levensduur is teruggelopen tot 5%. De levensduur van de lamp is afhankelijk van
• de gebruiksomstandigheden.
60
Page 65
3
3

Instellen van de netwerkomgeving van de projector (“Netw” menu)

Menubediening n Blz. 46
Beeld Audio SIG SCH PRJ Netw
Wachtwoord
DHCP Client
 
TCP/IP
Netwerkinstelling terugzetten
 
Netwerk herstarten
IP adres XXX.XXX.XXX.XXX MAC-adres XX:XX:XX:XX:XX:XX
Projector XX-XXXX
SEL/INS Terug
Uit Uit
ENTER END
a Veranderen van het wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” en druk
1
dan op Q.
Het scherm voor het invoeren van het
• wachtwoord verschijnt.
Voer met P, R, Q en O het
2
wachtwoord in bij “Oud wachtwrd” en druk dan op ENTER.
Voer met P, R, Q en O het
3
wachtwoord in bij “Nieuw wachtwrd” en druk dan op ENTER.

Instellen van een wachtwoord

1
Als u niet wilt dat anderen de instelling voor het “Netw” menu veranderen, moet u een wachtwoord instellen.
a
Instellen van een wachtwoord
Selecteer “Wachtwoord” en druk
1
dan op Q.
Het scherm voor het invoeren van het
• wachtwoord verschijnt.
–––
–––
––––
Netw
Wachtwoord instellen
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
Druk op P of R tom het eerste cijfer in “Nieuw
2
wachtw” in te stellen en druk dan op Q.
Voer de resterende 3 cijfers in en
3
druk dan op ENTER.
Om terug te keren naar het vorige cijfer,
• drukt u op O.
Voer hetzelfde wachtwoord in bij
4
“Herbevestigen” en druk dan op ENTER.
De status voor het “Wachtwoord”
• verandert naar “Aan”.
Opmerking
Nadat het wachtwoord is ingesteld, moet u het
• wachtwoord invoeren om de instellingen van het “Netw” menu te kunnen veranderen.
Voer met P, R, Q en O hetzelfde
4
4
wachtwoord opnieuw in bij “Herbevestigen” en druk dan op ENTER.
Opmerking
Als u de wachtwoordbeveiliging niet meer nodig hebt voor de instellingen van het “Netw” menu, druk dan op ENTER zonder een nieuw wachtwoord in te voeren in de stappen 3 en 4.
Druk op RETURN om de wachtwoordinstellingen te annuleren.
Als u het wachtwoord vergeet
Als u het wachtwoord vergeet, volg dan de onderstaande aanwijzingen op om het wachtwoord te wissen en stel daarna een nieuw wachtwoord in.
Op de projector drukt u op:
Opmerking
Als ENTER langer dan 5 seconden ingedrukt wordt gehouden, zullen de bedieningstoetsen op de projector vergrendeld worden. (Zie blz.
U kunt de toetsen op de afstandsbediening niet gebruiken om het wachtwoord te wissen.
58.)
.
voorzieningen
Handige
61
Page 66
Instellen van de netwerkomgeving van de
2
3
5
projector (“Netw” menu) (vervolg)
Menubediening n Blz. 46

Instelling voor DHCP Client

2
Sluit de L AN-kabel aan voordat u de projector inschakelt. Als u dit niet doet, zal de DHCP Client functie niet werken.
Beschikbare
instellingen
Aan Haalt automatisch de
Uit Stelt de TCP/IP handmatig in.
Selecteer “Aan” voor “DHCP Client” . “Ophalen van IP adres...” verschijnt en daarna ziet u het menuscherm. Controleer de parameters van het IP adres, Subnet Mask en Gateway op het TCP/IP scherm. Als de DHCP server niet beschikbaar is, zal “Kon het IP adres niet ophalen.” verschijnen. In dit geval moet de TCP/IP handmatig worden ingesteld. (Zie onderdeel 3.)
3
Stel de TCP/IP handmatig in.
Selecteer “Uit” voor “DHCP Client”
1
confi guratieparameters voor het TCP/ IP netwerk op.

TCP/IP instelling

en druk dan op ENTER.
Beschrijving
Beschikbare
instellingen
IP Adres Standaardinstelling:
Subnet Mask
Gateway Standaardinstelling:
Controleer het segment (IP adres groep) van het bestaande netwerk om te vermijden dat u een IP adres instelt dat reeds in gebruik is bij andere netwerkapparatuur of computers. Als “192.168.150.002” niet gebruikt wordt in het netwerk met een IP adres “192.168.150.XXX” dan hoeft u het IP adres van de projector niet te wijzigen. Neem contact op met uw netwerkbeheerder
• voor details aangaande de verschillende instellingen.
192.168.150.00 2 Voer een IP adres in dat geschikt is voor het netwerk.
Standaardinstelling:
255.255.255.000 Stel de instelling van het subnet mask hetzelfde in als van de computer en de apparatuur op het netwerk.
000.000.000.000 * Instellen op “000.000.000.000” wanneer u deze niet gebruikt.
Opmerking
Beschrijving
Selecteer “TCP/IP” en druk dan op
2
ENTER.
Voer met P, R, Q en O, het “IP
3
Adres” in en druk dan op ENTER.
TCP/IP instellen
1
92 .
1
IP Adres
Subnet Mask Gateway
Voer met P, R, Q en O, het
4
“Subnet Mask” in en druk dan op
55 .2
000 .
68 .
55 .2
000 .
ENTER.
Voer met P, R, Q en O, de
5
“Gateway” in en druk dan op ENTER.
62
1
50 .
55 .2
000 .
Netw
0
02
000
000
4 Terugkeren naar de
standaardinstellingen (Netwerk)
Met deze functie kunt u de netwerkinstellingen initialiseren die u in de projector heeft ingesteld.
Opmerking
Als de waarden voor het IP adres, subnet mask of gateway van de projector gewijzigd zijn, kan de computer mogelijk niet op de projector worden aangesloten afhankelijk van de instellingen van het computer netwerk.

Functie netwerk herstarten

5
Herstart de netwerkinstelling. Voer deze functie uit wanneer de projector niet via een netwerk kan worden bediend.
Page 67
Controleren van de
6
projectorinformatie
U kunt de volgende onderdelen bevestigen.
Besch ikbare
instellingen
IP adres Het IP-adres van de projector wordt
MAC-adres Het MAC-adres dat voor de projector
Projector De projectornaam wordt
Opmerking
Zie “INSTELGIDS” op de bijgeleverde CD-ROM
• voor het veranderen van de projectornaam.
weergegeven.
is ingesteld, verschijnt.
weergegeven.
Beschrijving
Menubediening n Blz. 46
voorzieningen
Handige
63
Page 68

Stereoscopische 3D-beelden bekijken

Voorzorgen om stereoscopische 3D-beelden te bekijken

Lees deze sectie zorgvuldig voordat u stereoscopische 3D-beelden bekijkt.
WAARSCHUWING
Onder normale omstandigheden is het bekijken van stereoscopische 3D-beelden veilig voor
de duur net als u normaal naar uw scherm zou kijken. Sommige mensen kunnen echter ongemakken ondervinden. De volgende voorzorgen worden aanbevolen om het potentieel van visuele problemen of andere nadelige symptomen te ondervinden tot een minimum te beperken.
Neem geregeld een pauze, ten minste van 5 tot 15 minuten na iedere 30 tot 60 minuten van
stereoscopisch 3D kijken.
*
Gebaseerd op de richtlijnen opgesteld door het 3D Consortium, herzien op 10 december, 2008.
Houd u op een gepaste afstand van het scherm. Van te dichtbij kijken kan uw ogen
overbelasten. Als u oogvermoeidheid ondervindt, moet u onmiddellijk stoppen met kijken.
Als u een van de volgende symptomen onder vindt tijdens het kijken: – misselijkheid – walging/duizeligheid – hoofdpijn – wazig zicht of dubbel zicht dat langer duurt dan enkele seconden Onderneem geen potentieel gevaarlijke activiteit (bijvoorbeeld, een voertuig besturen) tot uw symptomen volledig zijn verdwenen. Als de symptomen blijven, het gebruik onderbreken en het bekijken van stereoscopische 3D -weergave niet her vatten tot u de symptomen met een arts bespreekt.
Naargelang het bekijken van stereoscopische 3D-beelden comfortabeler wordt:
• De parallax op de 3D-video afspeelapparatuur instellen. (Op sommige modellen van de apparatuur kunt u de parallal niet instellen.)
• Het geprojecteerde beeld instellen op de meest comfortabele beeldgrootte door te zoomen.
(Beelden projecteren op de kleinst of grootst mogelijke schermgrootte kan het
stereoscopische effect elimineren en uw ogen overbelasten.)
• Gebruik de DLP® Link™ Invert-functie om de video gepast in te stellen voor uw linker- en rechteroog. (Voor details over het gebruik van “DLP® Link™ Omkeren”, zie de sectie over zijn bediening in deze gebruiksaanwijzing.)
64
Page 69
WAARSCHUWING
De volgende mensen moeten het bekijken van stereoscopische 3D-beelden beperken:
– Kinderen onder de 6 jaar (om het proces van de ooggroei te beschermen) – Mensen met antecedenten van lichtgevoeligheid – Mensen met een hartziekte – Mensen met een zwakke gezondheid – Mensen met een tekort aan slaap – Mensen die fysiek vermoeid zijn – Mensen onder invloed van drugs of alcohol
Epilepsie
Een klein percentage van de bevolking kan epileptische aanvallen ondervinden bij het bekijken van bepaalde typen van beelden die knipperende lichtpatronen bevatten.
ALS U OF EEN FAMILIELID ANTECEDENTEN VAN EPILEPSIE HEEFT
De volgenden mensen moeten een ar ts raadplegen vooraleer stereoscopische 3D­beelden te bekijken. – Iedereen met antecedenten van epilepsie, of iemand die een familielid heeft met
antecedenten van epilepsie – Kinderen onder de 6 jaar – Iedereen die epileptische aanvallen heeft gehad of zintuiglijke stoornissen veroorzaakt
door knipperende lichteffecten
BEPAALDE LICHTPATRONEN KUNNEN LEIDEN TOT AANVALLEN BIJ PERSONEN ZONDER VOORGAANDE ANTECEDENTEN OF EPILEPSIE
Onderbreek het gebruik als u een van de volgende symptomen onder vindt bij het bekijken van stereoscopische 3D-beelden. – Onvrijwillige bewegingen, oog- of spiertrekkingen – Spierkrampen – Misselijkheid, duizeligheid of walging – Krampen – Desoriëntatie, verwarring of verlies van bewustzijn van uw omgeving
voorzieningen
Handige
65
Page 70
Stereoscopische 3D-beelden bekijken
(vervolg)

Informatie over de 3D-projectiefunctie

Om 3D-beelden weer te geven vereist deze projector:
WAT U NODIG HEBT
1) Bronapparatuur die het volgrasterformaat ondersteunt – Voor details over de ondersteunde signalen, zie de compatibiliteitskaart in deze
gebruiksaanwijzing.
2) 3D LCD sluiterbril die het DLP® Link™* systeem ondersteunt – Neem contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer voor
aankoopdetails.
* DLP® Link™ is een handelsmerk van Texas Instruments.
Het geprojecteerde beeld kan donker worden bij gebruik van de 3D -projectiefunctie (met
“DLP® Link™” instelling op “Aan”).
®
Wanneer “DLP
volledig of zijn helemaal niet beschikbaar.
– Trapezium – Grootte Aanpassen – Vergroten
3D-formaten, behalve voor de volgrastermethode, zoals die gebruikt voor Blu-ray 3D of DVD
voorverpakte media zijn niet compatibel met deze projector. (Vanaf februari 2011)
Als het vermogen van uw linker- en rechteroog erg verschillen en u een oog vooral gebruikt
om beelden te bekijken, zullen de beelden niet in 3D verschijnen.
Bovendien kan het moeilijk zijn om in 3D te bekijken of beelden worden niet gezien in 3D afhankelijk van het individu of de inhoud die wordt weergegeven. Het stereoscopische effect varieert naargelang de persoon.
Bekijken van 3D is mogelijk binnen het bereik waarin de 3D LCD-sluiterbril lichtsignalen kan
ontvangen die door het scherm worden gerefl ecteerd. Maar de meeste 3D-beelden worden geproduceerd om te worden bekeken recht vooraan het scherm, dus wordt aangeraden om 3D zo recht mogelijk voor het scherm te bekijken.
– Het bereik om signalen te ontvangen is afhankelijk van de 3D LCD-sluiterbril. Voor details,
zie de gebruiksaanwijzing van uw 3D LCD-sluiterbril.
3D-beelden worden mogelijk niet juist afgespeeld op uw computer.
Link™” is ingesteld op “Aan” werken de volgende functies mogelijk niet
66
Page 71

3D-weergavemodus gebruiken

3
5
6
8
9
3
Gebruik de volgende procedure om 3D­beelden te projecteren.
Voor bediening van de 3D LCD-sluiterbril en de 3D-videoafspeelapparatuur, zie de overeenkomstige gebruiksaanwijzing.
O/ Qtoetsen
ENTER toets
Druk op 3D MODE op de
6
afstandsbediening om het 3D­modusmenu weer te geven.
Info
Als “U hebt een ongeldige toets ingedrukt.”
• Wordt weergegeven, komt er geen geschikt 3D-invoersignaal binnen. Controleer het uitvoersignaal op de afspeelapparatuur.
Druk op Q om “DLP® Link™” op
7
“Aan” te zetten.
Druk op ENTER om de modus te
8
veranderen en natuurlijker 3D-beeldweergave te activeren.
3D MODE toets
3D-beelden projecteren
Schakel de projector in.
1
Schakel de 3D-
2
videoafspeelsapparatuur in.
Stel de 3D-videoafspeelapparatuur zo in
• dat ze een van de signalen uitzendt uit de lijst in de compatibiliteitskaart in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel de ingangsmodus in van
3
de projector om invoer van 3D­videosignalen mogelijk te maken.
Bedien de 3D-
4
4
videoafspeelapparatuur en speel de 3D-inhoud af.
Schakel de 3D LCD-sluiterbril in
5
en plaats hem over uw ogen.
Waarschuwing!
Als de projector, 3D-videoafspeelapparatuur
• en 3D LCD-sluiterbril niet juist zijn ingesteld ondervindt u mogelijk oogvermoeidheid naast het feit dat u niet in staat bent om de beelden in 3D te bekijken.
Druk op 3D MODE.
9
Het 3D-modusmenu verdwijnt.
Opmerking
Herhaal de stappen 6 tot 8 als de beelden niet worden weergegeven in 3D. U kunt ook “DLP
• Omkeren” in het menuscherm gebruiken om de 3D-instelling te wijzigen.
®
Link™” en “DLP® Link™
3D-projectie beëindigen
Druk op 3D MODE op de
1
afstandsbediening om het 3D­modusmenu weer te geven.
Druk op O om “DLP® Link™” op
2
“Uit” te zetten.
Druk op 3D MODE.
3
Het 3D-modusmenu verdwijnt.
voorzieningen
Handige
67
Page 72
Stereoscopische 3D-beelden bekijken
(vervolg)

Bijlage

Hoe de 3D-projectiefunctie (DLP Link™) werkt De 3D-projectiefunctie van deze projector is compatibel met het DLP® Link™ systeem. Om 3D-beelden te bekijken, gebruik een 3D LCD-sluiterbril die de geprojecteerde beelden afwisselend voor het linker- en rechteroog weergeeft en gesynchroniseerd is met een controle (licht)signaal.
Sluiterbril controle
lichtsignaal*
* Het controle lichtsignaal wordt verzonden van de lens van de projector, weerspiegeld door
het scherm en ontvangen door de ontvangstsensor van het licht op de 3D LCD-sluiterbril. Daarom varieert het bereik van de 3D-weergave afhankelijk van de specifi caties van de 3D LCD-sluiterbril (ontvangstgevoeligheid van lichtsignaal).
Voor details, zie de gebruiksaanwijzing van uw 3D LCD-sluiterbril.
Voor meer informatie over de functie voor 3D-projectie
Nieuwe informatie over de functie voor 3D-projectie zal op de volgende website worden geplaatst: http://www.sharp-world.com/projector/
68
Page 73

Onderhoud

Reinigen van de projector
Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
begint met het reinigen van de projector. De behuizing en ook het bedieningspaneel zijn
gemaakt van plastic. Gebruik geen benzeen of witte spiritus want deze middelen kunnen de afwerking van het apparaat aantasten. Gebruik geen sterke chemische middelen
zoals insectenverdelgingsmiddelen in de buurt van de projector. Bevestig niet voor langere tijd rubber of plastic voorwerpen aan de projector. De middelen die in het plastic e.d. worden gebruikt, kunnen namelijk de afwerking van de projector aantasten. Veeg het vuil voorzichtig met een zachte
fl anellen doek van de projector. Het gebruik van een chemische doek (nat/droog doekje, enz.) kan leiden tot vervorming van de onderdelen van de kast of barsten veroorzaken.
Door het af vegen met een harde doek of door het gebruik van veel kracht kunnen er in het oppervlak van de kast krassen ontstaan.
Voor het verwijderen van hardnekkig vuil kunt u de doek met een zacht reinigingsmiddel, verdund met water, bevochtigen. Wring de doek goed uit en veeg de projector schoon. Sterke chemische reinigingsmiddelen kunnen verkleuring, kromtrekken of andere beschadiging van de afwerking van de projector veroorzaken. Test het reinigingsmiddel dat u gaat gebruiken op een verborgen gedeelte van de projector om te controleren of er geen beschadigingen worden veroorzaakt.
Reinigen van de lens of het lenskapje
Reinig de lens met een in de handel
verkrijgbaar blaaskwastje of met lensreinigingspapier (voor brillen en voor camera lenzen) voor het reinigen van de lens of het lenskapje. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen, aangezien deze de beschermlaag op het lensoppervlak van de lens of het lenskapje kunnen aantasten. Gezien het oppervlak van de lens of het
lenskapje gemakkelijk kan beschadigd raken, zorg er voor de lens of het lenskapje niet te krassen of te stoten.
Reinigen van de uitlaat- en inlaatopeningen
Gebruik een stofzuiger om stof te verwijderen
van de uitlaat- en inlaatopeningen.
Boenwas
Witte
spiritus
Zacht reinigingsmiddel
Zacht reinigingsmiddel
verdund met water
Info
Als u de ventilatieopeningen van de projector wilt reinigen, moet u altijd eerst op STANDBY/ ON van de projector of op STANDBY van de afstandsbediening drukken om de projector in de ruststand (standby) te zetten. Nadat de koelventilator is gestopt, kunt u beginnen met het reinigen van de ventilatieopeningen.

Aanhangsel

69
Page 74

Onderhoudsindicators

De waarschuwingslampjes (spanningsindicator, lampindicator en temperatuur­waarschuwingsindicator) op de projector kunnen een probleem in de projector aangeven.
Als er een probleem optreedt, zal de temperatuur-waarschuwingsindicator of de lampindicator rood oplichten en komt de projector in de ruststand (standby) te staan. Nadat de projector in de ruststand (standby) is komen te staan, volgt u de hierna gegeven aanwijzingen.
Bovenkant
Betreffende de temperatuur-waarschuwingsindicator
Als de temperatuur binen de projector stijgt, door blokkade van de luchtgaten, of door de lokatie, zal de temperatuur-waarschuwingsindicator gaan knipperen. Als de temperatuur blijft stijgen, zal “ waarschuwingsindicator. Als deze situatie voortduurt, zal de lamp uitgaan, de ventilator zal gaan draaien en de projector zal in standby modus gaan staan. Als u merkt dat het temperatuur waarschuwingslampje knippert, neem dan de maatregelen beschreven op blz. 71.
Betreffende de lampindicator
Temperatuur-waarschuwingsindicator
Lampindicator
Spanningsindicator
” gaan branden in de hoek linksonder vanhet beeld met het knipperen van de temperatuur-
Wanneer de resterende levensduur van de lamp 5% of minder wordt, verschijnen de aanduidingen
(geel) en “Vervang de lamp.” op het scherm. Als het aangegeven percentage 0% wordt, verandert de aanduiding in (rood), waarna de lamp wordt uitgeschakeld en de projector automatisch in de ruststand (standby) komt te staan. De lampindicator zal dan rood oplichten.
Als u de vierde maal probeert om de projector in te schakelen zonder dat de lamp
vervangen is, kan de projector niet meer ingeschakeld worden.
Indicators op de projector
Spanningsindicator
Lampindicator Brandt groen Normaal
Temp eratu ur­waarschuwingsindicator
Brandt rood Normaal (ruststand) Brandt groen Normaal (ingeschakeld) Knippert rood Abnormaal (Zie blz. Knippert groen Normaal (afkoelen)
Knippert groen De lamp is aan het opwarmen. Brandt rood De lamp wordt op een abnormale wijze uitgeschakeld of
Uit Normaal Brandt rood/
Knippert rood
70
71.)
moet vervangen worden. (Zie blz.
De temperatuur in het inwendige is erg hoog. (Zie blz.
71.)
71.)
Page 75
Onderhoudsindicator
Temperatuur-
waarschuwings-
indicator
Lampindicator
Spannings-
indicator
Normaal
Uit
Brandt
groen
(Knippert
groen
wanneer
de lamp
aan het
opwarmen
is.)
Brandt groen/ brandt
rood
Knippert
groen
(afkoelen)
Abnormaal
Knippert
rood
(inschakelen)/
Brandt rood
(standby)
Brandt
rood
Brandt
rood
(standby)
Knippert
rood
Probleem Oorzaak Mogelijke oplossing
De temperatuur in het inwendige is erg hoog.
De lamp brandt niet.
De lamp moet vervangen worden.
De lamp brandt niet.
De spanningsindicator knippert rood terwijl de projector ingeschakeld is.
Temperatuur rond
• de projector is hoog. Ventilatieopening
• geblokkeerd
Koelventilator
• defect Interne circuit
• defect Ventilatieopening
• verstopt
De lamp wordt op
• een abnormale wijze uitgeschakeld.
Resterende
Vervang de lamp levensduur van de lamp is 5% of minder.
Lamp is
• doorgebrand Lampcircuit defect
De stoffi lterhouder
Als de spanningsindicator in of het deksel van het lamphuis is open.
Gebruik de projector in een
• ruimte met een temperatuur lager dan 95°F (+35ºC). Zet de projector op een
• plaats waar een goede doorstroming van lucht mogelijk is. (Zie blz.
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz. om het apparaat te laten repareren.
Haal de stekker van het
• netsnoer uit het stopcontact en steek deze daarna weer in het stopcontact.
• voorzichtig. (Zie blz.
Breng de projector naar uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz. om het apparaat te laten repareren.
Ga uiterst voorzichtig te werk wanneer u de lamp vervangt.
Breng het deksel stevig aan.
• het rood knippter zelfs als de lampkap goed vastzit, neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum (zie blz. voor advies.
8.)
84)
72.)
84)
84)
Info
Als de temperatuur-waarschuwingsindicator oplicht en de projector in de ruststand (standby) komt te
• staan, neemt u de hierboven beschreven maatregelen en wacht dan totdat de projector volledig is afgekoeld voordat u het netsnoer weer aansluit en het apparaat opnieuw inschakelt. (Ten minste 10 minuten.) Als tijdens het gebruik van de projector de stroomvoorziening even onderbroken wordt als gevolg van
• het uitvallen van de stroom of een andere oorzaak en de stroomvoorziening dan weer meteen hersteld wordt, zal de lampindicator rood oplichten en is het mogelijk dat de projectorlamp niet brandt. In dit geval moet u de stekker uit het stopcontact halen en dan weer in het stopcontact steken, waarna u het apparaat opnieuw inschakelt. De koelventilator regelt de inwendige temperatuur automatisch en zorgt ervoor dat deze op een constante
• waarde blijft. Het geluid van de koelventilator kan veranderen tijdens het gebruik van de projector omdat de snelheid van de ventilator verandert, maar dit is geen defect.
Aanhangsel
71
Page 76

Betreffende de lamp

Lamp

Wij raden u aan de lamp (los verkrijgbaar) te vervangen wanneer de resterende levensduur van de lamp
5% of minder wordt of wanneer u een aanzienlijke vermindering van de beeld- en kleurkwaliteit vaststelt. De levensduur van de lamp (percentage) kan gecontroleerd worden op het beeldschermdisplay. (Zie blz. Koop een vervangingslamp van het type AN-SV10LP in de winkel waar u het apparaat hebt gekocht of
bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE KLANTEN IN DE VERENIGDE STATEN:
De lamp die in deze projector wordt gebruikt, heeft een 90-dagen durende garantie op onderdelen en arbeidskosten. Alle onderhoud aan deze projector die onder de garantie valt, inclusief het vervangen van de lamp, moet door een offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum worden uitgevoerd. Voor de naam van uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum kunt u het volgende nummer bellen (gratis): 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
ALLEEN VOOR DE VS

Belangrijke opmerkingen betreffende de lamp

In deze projector wordt een hogedruk-kwiklamp gebruikt. Wanneer de lamp doorbrandt, hoort u mogelijk een luid geluid. De lamp kan defect raken als gevolg van diverse oorzaken zoals: harde schokken, onvoldoende afkoelen, krassen op de lamp of overschrijding van de levensduur. De periode tot het defect raken van de lamp varieert afhankelijk van de lamp en/of de toestand en frequentie van gebruik. Houd er rekening mee dat de lamp bij het defect raken vaak zal barsten. Wanneer de lampvervangingsindicator en het beeldscherm-pictogram branden, raden wij u aan de
lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook wanneer de lamp normaal lijkt te werken. Mocht de lamp barsten, dan bestaat de kans dat er glassplinters in het inwendige van de projector
verspreid worden. In dat geval verdient het aanbeveling contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te laten verwijderen zodat een veilige werking gewaarborgd is. Mocht de lamp barsten, dan kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid worden of het gas dat in
de lamp is kan via de uitlaatopening in de kamer terechtkomen. Aangezien het gas dat in deze lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp barst en tevens blootstelling aan het ontsnapte gas voorkomen. Indien u toch aan het gas wordt blootgesteld, dient u meteen de hulp van een arts in te roepen.
60.)

Vervangen van de lamp

Let op
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp zal zeer heet zijn en kan
• brandwonden of ander letsel veroorzaken. Wacht minstens één uur nadat de stekker uit het stopcontact is getrokken zodat het oppervlak van de
• lampeenheid helemaal kan afkoelen alvorens de lampeenheid te verwijderen.
Vervang de lamp door de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen.
* U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum
laten vervangen.
* Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw
dichtstbijzijnde offi ciële Sharp projectordealer of servicecentrum te brengen.
72
Page 77
Verwijderen en aanbrengen
2
3
van de lampeenheid
Waarschuwing!
Verwijder de lamp niet meteen nadat u de projector hebt gebruikt. De lamp en de omringende onderdelen zullen zeer heet zijn en kunnen brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Info
Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwkeurig op om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen. Draai geen andere schroeven los dan die van
• het lamphuisdeksel en het lamphuis.
Druk op STANDBY/ON van de
1
projector of op STANDBY van de afstandsbediening om de projector in de ruststand (standby) te zetten.
Maak het netsnoer los.
2
Haal de stekker van het netsnoer uit de netstroomaansluiting. Laat de lamp volledig afkoelen (ongeveer 1
• uur).
Los
Los
verkrijgbaar
verkrijgbaar
accessoire
accessoire
Lampeenheid
Lampeenheid AN-SV10LP
AN-SV10LP
STANDBY/ON
STANDBY/ON toets
toets
Netstroomaansluiting
Netstroomaansluiting
Verwijder het deksel van het
3
lamphuis.
Draai de onderhoudsschroef (1) los
• waarmee het deksel van het lamphuis is bevestigd. Verwijder het deksel van het lamphuis (2).
Onderhoudsschroef
Onderhoudsschroef (voor deksel van lamphuis)
(voor deksel van lamphuis)
Aanhangsel
73
Page 78
5
6
2
Betreffende de lamp (vervolg)
Verwijder het lamphuis.
4
Draai de bevestigingsschroeven van het lamphuis los. Pak het lamphuis bij de handgreep vast en trek dit in de richting van de pijl naar buiten. Houd het lamphuis bij het verwijderen horizontaal en kantel dit niet schuin.
Steek het nieuwe lamphuis naar binnen.
5
Druk het lamphuis stevig in de lamphuishouder. Draai de bevestigingsschroef vast.
Breng het deksel van het lamphuis
6
weer aan.
Lijn het lipje op het deksel van het lamphuis uit (1) en sluit deze (2). Pas op dat het koordje niet in de klep komt vast te zitten. Draai daarna de onderhoudsschroef voor de gebruiker (3) aan om de klep van de projectorlamp vast te zetten.
Info
Als het lamphuis en het deksel niet juist zijn aangebracht, kan de projector niet worden ingeschakeld, ook al is het netsnoer op de projector aangesloten.
Handgreep
Handgreep
Bevestigingsschroeven
Bevestigingsschroeven

Terugstellen van de lamptimer

Stel de lamptimer terug wanneer u de lamp vervangt.
Info
De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld. Als u de lamptimer terugstelt en dan dezelfde lamp blijft gebruiken, kan de lamp beschadigd worden of exploderen.
Sluit het netsnoer aan.
1
Sluit het netsnoer op de netstroomaansluiting van de projector aan.
Stel de lamptimer terug.
2
Tijdens het gelijktijdig indrukken van MENU, ENTER en R op de projector, druk op STANDBY/ON op de projector en houd alle vier de toetsen ingedrukt totdat het lampindicator groen begint te knipperen. De “LAMP 0000H” aanduiding verschijnt
• om aan te geven dat de lamptimer is teruggesteld.
74
NetstroomaansluitingNetstroomaansluiting
STANDBY/ON toets
STANDBY/ON toets
ENTER toets
ENTER toets
R toets
R toets
MENU toets
MENU toets
Page 79

Compatibiliteitskaart

Computer
• Meervoudige signaalondersteuning Horizontale frequentie: 15-110 kHz, Verticale frequentie: 45-85 Hz,
PC/MAC Modus Resolutie
VGA 640 × 480
SVGA 800 × 600
XGA 1024 × 768
PC
MAC 13" VGA 640 × 480 34,9 67 MAC 16" SVGA 832 × 624 49,7 75 MAC 19" XGA 1024 × 768 60,2 75
MAC 21" SXGA 1152 × 870 68,7 75
WSXGA+ 1680 × 1050 65,3 60
1280 × 720 4 5,0 60 1280 × 768 47,8 60
WXGA
1280 × 800
1360 × 768 47,7 60 1366 × 768 47,8 60
WXGA+ 1440 × 900 55,9 60
1152 × 864
SXGA
1280 × 960
1280 × 1024
SXGA+ 1400 × 1050
UXGA 1600 × 1200 75,0 6 0
Horizontale
frequentie (kHz)
26,2 50 31,5 60 34,7 70 37,9 72 37,5 75 43,3 85 31,3 50 35,2 56 37,9 60 46,6 70 48,1 72 46,9 75 53,7 85 40,3 50 48,4 60 56,5 70 60,0 75 68,7 85
49,7 60 62,8 75
55,0 60 66,2 70 67,5 75 60,0 60 75,0 75 64,0 60 80,0 75 64,0 60 65,3 60
Verticale frequentie
Beeldpuntklok: 12-165 MHz Synchronisatiesignaal: Compatibel met TTL niveau
• Compatibel met synchronisatie op groen signaal
(Hz)
Analoge
ondersteuning
✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔✔ ✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
Digitale
ondersteuning
XG-SV100 W XG-SV20 0X
Upscale
TRUE
Intelligente
compressie
Upscale
Intelligente
compressie
Display
Upscale
TRUE
Intelligente
compressie
Upscale
TRUE
Intelligente
compressie
Opmerking
U verkrijgt een optimale beeldkwaliteit door de uitgangsresolutie van uw computer aan te passen aan
• de resolutie die overeenkomt met “TRUE” in de kolom “Display” hierboven weergegeven. Volg de hieronder beschreven procedures wanneer de “Beeldschermresolutie” van de computer afwijkt
• van de weergaveresolutie van het geprojecteerde beeld. – Zie “Resolutie” in het “SIG” menu en kies de zelfde resolutie als in de “Beeldschermresolutie” van de
computer.
– Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het zijn dat het uitvoersignaal niet gelijk is aan de
“Beeldschermresolutie” aanpassing. Controleer de instellingen voor de signaaluitvoer van de computer. Als de instellingen niet gewijzigd kunnen worden is het aan te raden om de resolutie in te stellen op een die overeenkomt met “TRUE” in de kolom “Display”.
Aanhangsel
75
Page 80
Compatibiliteitskaart (vervolg)
3D ondersteunde signalen
Signaal Horizontal e frequentie (kHz) Ver ticale frequentie (Hz)
SVGA 800 × 600
XGA 1024 × 768
WXGA
1280 × 800
1280 × 720
37,9 60
77,1 120 48,4 60 98,6 120 49,7 60
101,6 120 *
45,0 60 92,6 120
1
Analoge
ondersteuning
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
*1 Gereduceerde beeldonderdrukking
Opmerking
De grafi sche kaart van de computer moet in staat zijn om stereoscopische 3D-beelden weer te geven.
• Controleer de technische gegevens van uw computer/grafi sche kaart of bel uw computerfabrikant om zeker te zijn van deze capaciteit.
DTV
Horizontale
Signaal
frequentie (kHz)
I
I
15,7 60
15,6 50
33,8 60
480I 480P 31,5 60 540P 33,8 60 576 576P 31,3 50 720P 37,5 50 720P 45,0 60
1035
Vert icale
frequentie (Hz)
Analoge
ondersteuning
Digitale
ondersteuning
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
Horizontale
Signaal
frequentie (kHz)
I
28,1 50 33,8 60
1080I 1080 1080P 27,0 24 1080P 28,1 25 1080P 33,8 30 1080P 56,3 50 1080P 67,5 60
Vert icale
frequentie (Hz)
Digitale
ondersteuning
Analoge
ondersteuning
✔✔
✔✔
✔✔
✔✔
Digitale
ondersteuning
76
Page 81
De roteermodule met plafondbevestiging
3
(AN-SV100T) bevestigen
Druk op STANDBY/ON van de
1
projector of op STANDBY van de afstandsbediening om de projector in de ruststand (standby) te zetten. Sluit m
aak het netsnoer los.
Plaats de projector
2
ondersteboven op een vlakke ondergrond. Verwijder de aansluitklep.
Plaats de roteermodule met
3
plafondbevestiging op de onderkant van de projector zodat deze past op de bevestigingsgaten in de projector. (Zorg dat er drie pennen op de module voor de positie-instellingen in de betreffende gaten van de projector zijn gestoken.)
Maak de module met
4
4
plafondbevestiging met de bijgeleverde bouten vast aan de projector. Schroef alle vier de bouten eerst losjes vast en draai ze daarna gelijkmatig stevig aan.
Aanhangsel
77
Page 82

De aansluitklep op de module bevestigen

Maak de haken van van de
1
aansluitkleppen vast ( ) en plaats de kleine uitsteeksels op de kleppen in de sleuven van de roteermodule met plafondbevestiging ( ).
(AN-SV100T)
Zet de aansluitkleppen op de
2
twee punten vast met de meegeleverde schroeven.
SchroevenSchroeven
78
Page 83

De plafondbevestiging aan het plafond bevestigen

2
Indien geïnstalleerd met de AN-TK201
Maak de plafondbevestiging aan
1
het plafond vast.
Draai als eerste voorzichtig een bevestigingsbout in het kleinste gat ga daarna verder met dezelfde handeling voor de gaten bepalen van de positie alle vier de bouten gelijkmatig stevig vast.
Gebruik bouten van het type M8. (De type bouten kunnen verschillen afhankelijk van de installatiemethode.) Gebruik de borgringen die met de
• plafondbevestiging zijn meegeleverd.
Maak de stang voor het afstellen
2
van de hoogte vast aan de
, en . Draai na het
plafondbevestiging.
1.
Steek de stang voor afstellen van de hoogte
2.
Zet de stang vast met de manchet en de stangbout scherm.
3.
Vergrendel de bout met de moer
4.
Schroef de twee stabilisatieschroeven er in
5.
Draai de vergrendelmoer plaats de pen bevestigingsbout van de stang.
in de plafondbevestiging.
, conform de hoogte van het
.
stevig aan en
in het gat van de
en
Borgring
Borgring
Bevestigingsbout (type M8)
Bevestigingsbout (type M8)
.
Pengat
Pengat
Manchet
Manchet
Let op
Vraag uw dealer of onderhoudsmonteur de plafondbevestiging aan te brengen. Sharp aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid als onjuiste installatie er de oorzaak van is dat uw projector of onderdelen door vallen defect raken.
Aanhangsel
79
Page 84
De plafondbevestiging aan het plafond bevestigen (vervolg)
Indien geïnstalleerd met de AN-TK202
Maak de plafondbevestiging aan
1
het plafond vast.
Schroef eerst een bout in het gat (kleinste gat) en draai de bout voldoende vast om het geheel op zijn plaats te houden. Doe daarna hetzelfde voor de gaten
, en . Breng de vier hoeken in de juiste positie en draai alle bouten stevig aan.
Gebruik bouten van het type M8. (De type bouten kunnen verschillen afhankelijk van de installatiemethode.) Gebruik de borgringen die met de
• plafondbevestiging zijn meegeleverd.
Let op
Vraag uw dealer of onderhoudsmonteur de plafondbevestiging aan te brengen. Sharp aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid als onjuiste installatie er de oorzaak van is dat uw projector of onderdelen door vallen defect raken.
80
Page 85

Problemen oplossen

Probleem Controle Blz.
Het netsnoer van de projector is niet in het stopcontact gestoken. 26 De aangesloten apparatuur is niet ingeschakeld. – De verkeerde ingangsfunctie is gekozen.• De functie AV Demping werkt. 35 De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten. 22–26
Geen beeld en geen geluid
of de projector start niet.
Wel beeld maar geen geluid
(of het beeld is erg donker).
Donker of blauwachtig beeld
Kleuren zijn fl ets
of niet goed.
Beeld is wazig;
met storingen.
De batterij van de afstandsbediening is leeg. 15 De externe uitgang is niet ingesteld bij aansluiting op een notebook-computer.
22 Het deksel van het lamphuis is niet juist aangebracht. 73, 74 De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten. 22–26 Het onderdeel “Helder” staat in de minimumstand. 48 Afhankelijk van de computer die u gebruikt, kan het gebeuren dat er geen
• beeld wordt weergegeven als de uitgangssignaal-instelling van de computer niet op de externe uitgang is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van de computer voor het omschakelen van de uitgangssignaal-instelling. Is “Aan” geselecteerd in “DLP® LinkTM”?
Controleer of “Wandkleur” goed is ingesteld.
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
Stel “Kleur” en “Tint” in “Beeldmodus” in en verlaag de “BrilliantColor waarde.
(Alleen voor S-video-, video-ingang)
Het video-ingangssysteem is verkeerd ingesteld.
(Alleen voor COMPUTER/COMPONENT 1, 2-ingang)
Het ingangssignaaltype (RGB/Component) is verkeerd ingesteld.
Stel het beeld scherp.• De projectie-afstand is groter dan het scherpstelbereik. 19, 20 Er is condens op de lens. Als de projector van een koude naar een warme
– ruimte wordt gebracht, of als de ruimte plotseling sterk wordt verwarmd, kan er condens op het oppervlak van de lens ontstaan en zal het beeld wazig zijn. Laat de projector in dit geval minimaal een uur acclimatiseren voordat u het apparaat gebruikt. Mocht er toch condens ontstaan, haal dan de stekker uit het stopcontact en wacht totdat alle condens verdwenen is.
(Alleen voor computeringang)
Confi guur de “SIG”-instellingen (“Klok” en “Fase” instelling).
• Afhankelijk van de computer kunnen er soms storingen zijn.
• De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten. 22–26
Het volume staat in de minimumstand.
Als de projector op een extern apparaat is aangesloten en het volume in de minimumstand staat, zal er geen geluid worden uitgevoerd, ook wanneer u het volume op het externe apparaat verhoogt.
34
67
54
48
TM
53
52
30
52
35
Wel beeld maar geen
geluid.
Databeeld is niet
gecentreerd.
Er komen soms vreemde
geluiden vanuit de
behuizing.
“Luidspreker” is ingesteld op “Uit”. 51
Maak de noodzakelijke instellingen voor ieder onderdeel in het menu “SIG”.
52
Afhankelijk van de computer die u gebruikt kan de resolutie van het uitvoersignaal anders zijn dan die u ingesteld heeft. Voor details raadpleegt u de handleiding van uw computer.
Als het beeld normaal is, kunnen deze geluiden veroorzaakt worden door inkrimping van de behuizing als gevolg van veranderingen in de kamertemperatuur. Dit heeft geen invloed op de werking of prestatie van het apparaat.
Aanhangsel
81
Page 86
Problemen oplossen (vervolg)
Probleem Controle Blz.
De onderhoudsindicator
op de projector brandt of
knippert rood.
Het beeld is groen bij
COMPUTER (
Het beeld is roze
(niet groen) bij
COMPUTER (RGB).
Het beeld is te helder en
De koelventilator maakt
De lamp brandt niet
nadat de projector is
ingeschakeld.
De lamp gaat tijdens het projecteren plotseling uit
Het beeld fl ikkert soms.
Het aangaan van de lamp duurt erg lang.
Het beeld is donker.
De afstandsbediening
De roteer indicator gaat
niet branden.
De functie lens shift
functioneert niet.
YPbPr
erg wit.
veel geluid.
werkt niet.
Zie “Onderhoudsindicators”.
Wijzig de instelling voor het ingangssignaaltype. 52
).
De beeldinstellingen zijn niet juist gemaakt.
Wanneer de temperatuur in het inwendige van de projector oploopt,
• gaat de koelventilator sneller draaien.
De lampindicator licht rood op.
• Vervang de lamp.
De kabels zijn verkeerd op de projector aangesloten of de aangesloten apparatuur werkt niet juist. Als dit vaak gebeurt, moet u de lamp vervangen.
De lamp zal uiteindelijk vervangen moeten worden. Vervang de lamp voordat deze het einde van de levensduur heeft bereikt.
Gebruik de afstandsbediening terwijl u deze naar de afstandsbedieningssensor op de projector richt.
De afstand tussen de afstandsbediening en de projector is te groot.
Wanneer u de roteermodule met plafondbevestiging (AN-SV100T) gebruikt en de projector roteert, is het mogelijk dat, afhankelijk van de rotatiehoek van de projector, de signaaloverdracht naar de sensor niet goed functioneert.
Als er rechtstreeks zonlicht of het licht van een sterke fl uorescerende lamp op de afstandsbedieningssensor van de projector valt, moet u de projector verplaatsen zodat er geen sterk licht meer op valt.
De batterijen zijn uitgeput of verkeerd geplaatst. Controleer of de batterijen
15 juist geplaatst zijn of gebruik nieuwe batterijen.
Is “Uit” geselecteerd in “Roteer Indicator”?
• Controleer de koppeling tussen de roteermodule met plafondbevestiging
• (AN-SV100T)
Het lenskapje is niet goed bevestigd.
en de projector.
70
48
8, 9 69, 70, 71
70, 73, 74
22–26
73 73
15
59
12
82
Page 87
Probleem Controle Blz.
3D-beelden knipperen bij
het bekijken in een kamer.
Echobeeld (een dubbel
beeld) doet zich voor
zonder dat het beeld in 3D
verschijnt.
• fl uorescerende lamp of omgevingslicht in uw gezichtsbereik komt.
Schakel de lichten uit.
Blokkeer alle omgevingslicht.
Controleer of u de 3D LCD sluiterbril gebruikt die het DLP systeem ondersteunt.
Zorg ervoor de 3D LCD sluiterbril te gebruiken die het DLP
systeem ondersteunt.
Controleer of de sluiters op de 3D LCD sluiterbril goed werken.
Schakel de 3D LCD sluiterbril uit en daarna weer aan.
Controleer de batterijen van de 3D LCD sluiterbril.
Controleer of de 3D LCD sluiterbril in de 3D-weergavemodus is
ingesteld.
®
Link™
®
Link™
De beelden kunnen knipperen wanneer het licht van een
Sommige 3D LCD-brillen zijn uitgerust met een speciale weergavemodus (zoals “dubbele weergavemodus”) naast de normale 3D-weergavemodus. Voor details, zie de gebruiksaanwijzing van uw 3D LCD sluiterbril.
Controleer de instellingen van de projector.
Schakel de DLP Gebruik “DLP
Controleer of geen signaal wordt ingevoerd dat niet ondersteund
• wordt.
Confi gureer uw 3D-toepassing aan de juiste resolutie en vernieuw de
verhouding.
®
Link™ functie “Aan”.
®
Link™ Omkeren” om de instelling te wijzigen.
76
Zorg ervoor dat uw 3D-toepassing in resoluties wordt uitgevoerd die 3D ondersteunen. Om 3D te ondersteunen moet uw 3D-toepassing worden geconfi gureerd om de juiste instellingen uit te voeren voor deze projector. Voor details over de ondersteunde signalen, zie “3D ondersteunde signalen” in de compatibiliteitskaart.
Als de projector is aangesloten op een computer voor het afspelen van
• 3D-beelden, controleer dat een stereoscopisch geactiveerde toepassing wordt gebruikt.
Gebruik de toepasselijke software.
Stel de toepasselijke software in in het volgrasterformaat.
Controleer dat er geen obstakels staan tussen het scherm en de 3D
• LCD sluiterbril.
Verwijder alle obstakels.
Obstakels kunnen er de oorzaak van zijn dat de bril niet goed werkt
waardoor de lenzen knipperen of uitschakelen. Plaats uw hand of andere voorwerpen niet voor het 3D-controlesignaalsensor op de bril.
Controleer of er een sterke lichtbron dichtbij is.
Blokkeer het licht of schakel het uit.
Een sterke lichtbron kan de communicatie tussen de 3D LCD
sluiterbril en het scherm bemoeilijken met geknipper als resultaat.
Controleer of twee of meer projectoren tegelijkertijd 3D-beelden
• projecteren.
Gebruik slechts een projector tegelijkertijd.
Dit apparaat is uitgerust met een microprocessor. De prestatie van het apparaat kan worden aangetast door een onjuiste bediening of interferentie. Indien dit gebeurt, koppel het apparaat los en steek het terug in het stopcontact na meer dan 5 minuten.
Aanhangsel
83
Page 88

Voor assistentie van SHARP

Als u problemen ondervindt tijdens de installatie of bediening van deze projector, raadpleegt u eerst het deel “Problemen oplossen” op blz. gebruiksaanwijzing geen oplossing biedt voor uw probleem, neemt u contact op met de hieronder vermelde SHARP serviceafdelingen.
81 tot 83. Als deze
Verenigde Staten
1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277)
http://www.sharpusa.com
Canada Sharp Electronics of Canada Ltd.
http://www.sharp.ca
Mexico Sharp Electronics Corporation
(525) 716-9000 http://www.sharp.com.mx
Latijns-Amerika
(305) 264-2277 www.servicio@sharpsec.com http://www.sharpla.com
Duitsland Sharp Electronics (Europe) GMBH
01805-234675 http://www.sharp.de
Ver. Koninkrijk
08705 274277
Italië Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1 http://www.sharp.it
Frankrijk Sharp Electronics France
01 49 90 35 40 hotlineced@sef.sharp-eu.com http://www.sharp.fr
Spanje Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700 sharplcd@sees.sharp-eu.com http://www.sharp.es
Zwitserland Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11 cattaneo@sez.sharp-eu.com http://www.sharp.ch
Zweden Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600 vision.support@sen.sharp-eu.com http://www.sharp.se
Oostenrijk Sharp Electronics (Europe) GMBH
Branch Offi ce Austria 0043 1 727 19 123 pogats@sea.sharp-eu.com http://www.sharp.at
Sharp Electronics Corporation
lcdsupport@sharpsec.com
(905) 568-7140
Mexico Branch
Sharp Electronics Corp. Latin
American Group
Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
http://www.sharp.co.uk/customersupport
Benelux SHARP Electronics Benelux BV
0900-SHARPCE (0900-7427723)
9900-0159 Belgium http://www.sharp.nl http://www.sharp.be http://www.sharp.lu
Australië Sharp Corporation of Australia Pty.
1300-135-022 http://www.sharp.net.au
Nieuw-Zeeland
Telefoon: (09) 573-0111 Fax: (09) 573-0112 http://www.sharp.net.nz
Singapore Sharp-Roxy Sales (S) Pte. Ltd.
65-226-6556 ckng@srs.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.sg
Hongkong Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623 dcmktg@srh.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.hk
Taiwan Sharp Corporation (Taiwan)
0800-025111 http://www.sharp-scot.com.tw
Maleisië Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
V.A.E. Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311 helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Thailand Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170 svc@stcl.global.sharp.co.jp http://www.sharp-th.com
Korea Sharp Electronics Incorporated of
lcd@sharp-korea.co.kr http://www.sharpkorea.co.kr
India Sharp Business Systems (India)
(91) 11- 6431313 service@sharp-oa.com
Nederland
Ltd.
Sharp Corporation of New Zealand
Korea
(82) 2-3660-2002
Limited
84
Page 89

Technische gegevens

Model XG-SV100W XG-SV200X Weergaveapparaten 0,65" DLP Resolutie WXGA (1280 × 800) XGA (1024 × 768) Lens F-nummer F 2,5 – 3,7
Ingangs­aansluitingen
Uitgangs­aansluitingen
Bediening en communicatie ingangen
Luidspreker Projectielamp Stroomvoorziening Nominale frequentie Ingangsstroom
Stroomverbruik Eco+Stil
Stroomverbruik (STANDBY-modus)
Bedrijfstemperatuur 41ºF tot 95ºF (+5ºC tot +35ºC) Behuizing Plastic Afmetingen (alleen de hoofdbehuizing)
[B × H × D] Gewicht (ca.) 16,5 lbs. (7,5 kg)
Zoom Spanning, ×2,0 (f = 21,2 – 42,0 mm) Focus Spanning HDMI ×1 Computer/Component
(15-pins mini D-sub) S-Video (4-pins mini-DIN) ×1 Video (RCA) ×1 Audio (ø3,5 mm stereo-ministekker) ×1 Audio (RCA) ×1 (L /R) Computer
/Component
(15-pins mini D-sub) Audio (ø3,5 mm stereo-ministekker) ×1 (Variabele audio-uitgang) LAN (RJ-45) ×1 USB (B-type) ×1 RS-232C (9-pins mini DIN) ×1
Uit Eco+Stil
Aan Standaard
Eco
100 V wisselstroom 240 V wisselstroom 100 V wisselstroom 240 V wisselstroom 100 V wisselstroom 240 V wisselstroom 100 V wisselstroom 240 V wisselstroom
×2
×1 (Gedeeld met COMPUTER/COMPONENT 2; schakelbaar)
10 W (Mono) 400 W 100–240 V wisselstroom 50/60 Hz 5,2 A 516 W 495 W 396 W 383 W 12,2 W 12,8 W 0,35 W 0,70 W
15 (405 × 114,5 × 406,5 mm)
®
-chip ×1 0,7" DLP®-chip ×1
61
/64" × 4 33/64" × 16"
Als onderdeel van een beleid van doorlopende verbetering houdt SHARP zich het recht voor om veranderingen aan te brengen in ontwerp en technische gegevens ten behoeve van verbetering van het product zonder voorafgaande berichtgeving. De aangegegeven cijfers voor de technische gegevens aangaande prestaties zijn nominale waarden voor productie-eenheden. Er kunnen zich enkele afwijkingen van deze waarden voordoen bij afzonderlijke eenheden.
Deze SHARP projector is uitgerust met een DLP®-chip. Dit bijzonder ingenieuze paneel bevat 1.024.000 (XG-SV100W) of 786.432 (XG-SV200X) pixels (microspiegels). Evenals bij andere hoogwaardige elektronische apparatuur zoals TV's met grote beeldschermen, videosystemen en videocamera's, gelden er bepaalde tolerantiegrenzen waarbinnen de prestaties van de apparatuur moeten vallen. Dit apparaat kan enkele niet actieve pixels hebben binnen de aanvaardbare tolerantiegrenzen, wat kan resulteren in niet actieve puntjes op het beeldscherm. Dit heeft echter geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van het apparaat.
Aanhangsel
85
Page 90

Afmetingen

Eenheid: duim (mm)
15 61/64 (405)
16 (406,5)
/16 (338)
5
13
/64
25
2
/64
59
2
/2 (89)
1
3
/64 (160,5)
21
6
/2
1
1
(60,5)
(74)
(38)
7 63/64 (202,5)
2 9/64
(54)
M4 M4
M4 M4
1 5/8
(41,25)
3 3/4 (95)
M4 M4
M4
7 31/64 (190)
11 63/64 (304)
ø68
M4
2 61/64
(75)
/64
25
/64 (114,5)
33
4
(10)
/4 (95)
3
3
/16 (134,5)
5
5
/64 (190)4
31
7
/32 (110)
11
86
Page 91

Index

16:9············································································· 36-39 3D MODE toets ································································67
Achtergrond ······································································55 Afstandsbediening ····························································14 Afstandsbedieningssensor ···············································15 Alles terugstellen ······························································ 60 AUDIO 1, 2 aansluitingen ·················································24 Audio-ingang ····································································51 Audio uitgang ···································································51 AUDIO OUT aansluiting ···················································· 24 Automatisch herstarten ····················································56 Automat. sync. (Automatische synchronisatie) ··········41, 52 Auto Power Off (Automatische uitschakelfunctie) ············56 AUTO SYNC toets ····························································41 AV MUTE toets ·································································35
Batterijen ··········································································15 Beeldinstellingen ······························································48 Beeldmodus ·······························································41, 48 Beeldverhouding ························································36, 38 Bijgeleverde accessoires ··················································11 Blauw ················································································55 BREAK TIMER toets ·························································40 BrilliantColor™ ·································································48
Closed caption ·································································55 C.M.S. ··············································································49 COMPUTER2 Selecteren COMPUTER/COMPONENT1, 2 ingangsaansluitingen Contrast ············································································48
DHCP Client ·····································································62
®
DLP
LinkTM ······································································67
®
DLP
LinkTM Omkeren ·······················································67 DOT BY DOT ······························································36, 38 Dynamisch bereik ·····························································53
ECO+QUIET toets ····························································40 Eco+Stil ······································································40, 50 Effect ················································································50 ENTER toets ·····································································46
Fase ··················································································52 FOCUS toetsen ································································30 FREEZE toets ··································································· 41
GEBIED ZOOM. ··························································37, 39 Geheugenmenu ································································59 Geometrische instelling ····················································32 Grootte Aanpassen ····················································36, 54
H&V SHIFT toets ······························································29 H&V TRAPEZIUM ·····························································33 Helder ···············································································48 HDMI-aansluiting ························································22, 23 Hoge toon ·········································································51 H-Pos ···············································································52
Ingangsfunctie ··································································34 Inlaatopening ······························································13, 69 Insteltoetsen ·····································································46 IP adres ············································································63
KADER ········································································36, 37 Kensington standaard veiligheidsaansluiting ···················13 KEYSTONE toets ······························································31 Kleur ·················································································48 Kleur inst ··········································································50 Kleurtmp (Kleurtemperatuur) ············································49 Kleurschakering ································································50 Klok ··················································································52
Lage toon ·········································································51 Lamp ················································································72 Lampeenheid ····································································73 Lampindicator ··································································70 Lamptimer (Levensduur) ···················································60 LAN-aansluiting ································································26 L-CLICK/EFFECT toets ·············································· 42, 40 LENS toets ·······································································12 Los verkrijgbare accessoires ············································ 11
···················································56
···22, 23
Luidspreker ·······································································51 MAC-adres ·······································································63
MAGNIFY toetsen ····························································41 MENU toets ······································································46 MEMORY (1-8) toetsen ····················································59 MEMORY MENU toets ·····················································59 MONITOR OUT aansluiting ··············································24 MOUSE/insteltoetsen ·················································42, 46
Netsnoer ···········································································26 Netstroomaansluiting ·······················································26 Netwerk ············································································61 Netwerk herstarten ···························································62 Netwerkinstelling terugzetten ···········································62 NORMAAL ·································································· 36-39
ON toets ··········································································· 27 OSD Display ····································································· 54 Overscan ··········································································54
PAGE DOWN toets ···························································42 PAGE UP toets ·································································42 PDF ···················································································10 PICTURE MODE toets ······················································41 POINTER toets ································································· 40 PRJ ···················································································56 Projectie ·····································································21, 55
R-CLICK/RETURN toets·············································42, 46 RESIZE toets ···································································· 36 Resolutie ···········································································52 RGB-kabel ········································································22 Rood ·················································································48 RS-232C aansluiting·························································25 ROTATE toets ···································································14 Roteer Indicator ································································59 Ruisonderdr. ·····································································50
Schermformaat en projectie-afstand ·························19, 20 Scherpte ···········································································48 SCH ··················································································54 SIG ····················································································52 Signaal Info ·······································································53 Signaaltype ·······································································52 Spanningsindicator···························································70 SPOT toets ·······································································40 STANDBY-modus ····························································56 STANDBY/ON toets ·························································27 STANDBY toets ································································27 Stelvoetje ··········································································29 S-VIDEO aansluiting ·························································23 Systeemvergrendeling ······················································57
Taal (taal voor de beeldscherm-aanduidingen) ················55 TCP/IP ··············································································62 Temperatuur-waarschuwingsindicator ·····························70 Tint ····················································································48 Toegangscode ··································································57 Toetsvergrendeling ···························································58 Trapeziumvorm-correctie ·················································31
Uitlaatopening ······················································12, 13, 69 USB-aansluiting································································42
Ventilatormodus ·······························································57 Vervangen van de lamp ·············································· 72, 73 Verzadiging ·······································································50 VIDEO aansluiting ·····························································23 Video-ops. ········································································53 Videosysteem ···································································53 VOLLEDIG ··································································36, 38 VOL toetsen ······································································35 V-OPREKKEN ·····························································37, 39 V-Pos ················································································52
Waarde ·············································································50 Wachtwoord ·····································································61 Wandkleur ········································································54
ZOOM toetsen ·································································· 30
Aanhangsel
87
Page 92
Loading...