Sharp XG-P25X User Manual [nl]

Belangrijke
informatie
Opstellen en
aansluiten
GEBRUIKSAANWIJZING
MODEL
XG-P25X
LCD-PROJECTOR
Speciale functies
oplossen van problemen
Onderhoud en het
Aanhangsel
BELANGRIJK
Vul hier het serienummer in, dat staat aangegeven op het achterpaneel van de kleuren LCD projector. Bewaar deze informatie goed, in geval van verlies of diefstal. Controleer of alle meegeleverde accessoires, zoals beschreven onder “Meegeleverde accessoires” op bladzijde
gebruiksaanwijzing, inderdaad in de doos aanwezig zijn voor u de verpakking recycled.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by 93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung 93/68/ EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla direttiva 93/ 68/EEC.
« В„Н·Щ‹ЫЩ·ЫБ ·ıЩfi ·МЩ·ФНТflМВЩ·И ЫЩИЪ ··ИЩfiЫВИЪ Щ˘М Ф‰Б„И˛М ЩБЪ EıТ˘·˙НfiЪ EМ˘ЫБЪ 89/336/EOK Н·И 73/ 23/EOK, ¸˘Ъ ФИ Н·МФМИЫПФfl ·ıЩФfl ЫıПОБТ˛ЛБН·М ·¸ ЩБМ Ф‰Б„fl· 93/68/EOK.
van deze
15
Modelnummer: XG-P25X
Serienummer:
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de la 93/ 68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av 93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i direktivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä 93/68/EEC.
SPECIAL NOTE FOR USERS IN THE U.K.
The mains lead of this product is fitted with a non-rewireable (moulded) plug incorporating a 10A fuse. Should the fuse need to be replaced, a BSI or ASTA approved BS 1362 fuse marked or and of the same rating as above, which is also indicated on the pin face of the plug, must be used. Always refit the fuse cover after replacing the fuse. Never use the plug without the fuse cover fitted. In the unlikely event of the socket outlet in your home not being compatible with the plug supplied, cut off the mains plug and fit an appropriate type.
DANGER:
The fuse from the cut-off plug should be removed and the cut-off plug destroyed immediately and disposed of in a safe manner. Under no circumstances should the cut-off plug be inserted elsewhere into a 10A socket outlet, as a serious electric shock may occur. To fit an appropriate plug to the mains lead, follow the instructions below:
IMPORTANT:
The wires in the mains lead are coloured in accordance with the following code:
Blue: Neutral
Brown: Live As the colours of the wires in the mains lead of this product may not correspond with the coloured markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows:
The wire which is coloured blue must be connected to the plug terminal which is marked N or coloured
black.
The wire which is coloured brown must be connected to the plug terminal which is marked L or
coloured red. Ensure that neither the brown nor the blue wire is connected to the earth terminal in your three-pin plug. Before replacing the plug cover make sure that:
If the new fitted plug contains a fuse, its value is the same as that removed from the cut-off plug.
The cord grip is clamped over the sheath of the mains lead, and not simply over the lead wires.
IF YOU HAVE ANY DOUBT, CONSULT A QUALIFIED ELECTRICIAN.
The supplied CD-ROM contains operation instructions in English, German, French, Swedish, Spanish, Italian, Dutch, Portuguese, Chinese (Traditional Chinese and Simplified Chinese), Korean and Arabic. Carefully read through the operation instructions before operating the LCD projector.
Die mitgelieferte CD-ROM enthält Bedienungsanleitungen in Englisch, Deutsch, Französisch, Schwedisch, Spanisch, Italienisch, Niederländisch, Portugiesisch, Chinesisch (Tradisionelles Chinesisch und einfaches Chinesisch), Koreanisch und Arabisch. Bitte lesen Sie die Bedienungsanleitung vor der Verwendung des LCD­Projektors sorgfältig durch.
Le CD-ROM fourni contient les instructions de fonctionnement en anglais, allemand, français, suédois, espagnol, italien, néerlandais, portugais, chinois (chinois traditionnel et chinois simplifié), coréen et arabe. Veuillez lire attentivement ces instructions avant de faire fonctionner le projecteur LCD.
Den medföljande CD-ROM-skivan innehåller bruksanvisningar på engelska, tyska, franska, svenska, spanska, italienska, holländska, portugisiska, kinesiska (traditionell kinesiska och förenklad kinesiska), koreanska och arabiska. Läs noga igenom bruksanvisningen innan projektorn tas i bruk.
El CD-ROM suministrado contiene instrucciones de operación en inglés, alemán, francés, sueco, español, italiano, holandés, portugués, chino (chino tradicional y chino simplificado), coreano y árabe. Lea cuidadosamente las instrucciones de operación antes de utilizar el proyector LCD.
Il CD-ROM in dotazione contiene istruzioni per l’uso in inglese, tedesco, francese, svedese, spagnolo, italiano, olandese, portoghese, cinese (cinese tradizionale e cinese semplificato), coreano e arabo. Leggere attentamente le istruzioni per l’uso prima di usare il proiettore LCD.
De meegeleverde CD-ROM bevat handleidingen in het Engels, Duits, Frans, Zweeds, Spaans, Italiaans, Nederlands, Portugees, Chinees (Traditioneel Chinees en Vereenvoudigd Chinees), Koreaans en Arabisch. Lees de handleiding zorgvuldig door voor u de LCD projector in gebruik neemt.
O CD-ROM fornecido contém instruções de operação em lnglês, Alemão, Francês, Sueco, Espanhol, Italiano, Holandês, Português, Chinês (Chinês Tradicional e Chinês Simplificado), Coreano e Árabe. Leia cuidadosamente todas as instruções de operação antes de operar o projetor LCD.
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de projector in gebruik neemt.

Inleiding NEDERLANDS

informatie
Belangrijke
Er zijn twee belangrijke redenen voor een prompte garantieregistratie van uw nieuwe SHARP LCD projector met behulp van de REGISTRATION CARD (registratiekaart) die bij de projector is verpakt.
1. GARANTIE
U komt meteen in aanmerking voor de volledige garantie op onderdelen, service en reparatiewerkzaamheden die van toepassing is op dit product.
2. CONSUMENT-VEILIGHEIDSWETGEVING
U wordt onmiddellijk op de hoogte gesteld van eventuele veiligheidsbepalingen betreffende de inspectie, modificaties of het terugroepen van producten dat door SHARP moet worden uitgevoerd op basis van de 1972 Consumer Product Safety Act. LEES ZORGVULDIG DE BELANGRIJKE BEPERKTE GARANTIE CLAUSULE.
WAARSCHUWING: Zeer sterke lichtbron. Kijk niet rechtstreeks in de lichtbundel. Let er vooral op dat
kinderen niet rechtstreeks in de lichtbundel kijken.
WAARSCHUWING: Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht om brand of een gevaarlijke
elektrische schok te voorkomen.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
Zie de onderkant van het apparaat.
LET OP
GEVAARLIJKE SPANNINGEN.
GEEN SCHROEVEN VERWIJDEREN,
BEHALVE DE VOORGESCHREVEN GEBRUIKER-
ONDERHOUDSSCHROEVEN
LET OP: OM DE KANS OP EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMINDEREN,
MAG DE BEHUIZING NIET WORDEN GEOPEND.
ER ZIJN GEEN DOOR DE GEBRUIKER REPAREERBARE ONDERDELEN IN HET
APPARAAT, BEHALVE DE LAMPEENHEID.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN BEVOEGD ONDERHOUDSPERSONEEL.
Een bliksemsymbool in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op de aanwezigheid van niet-geïsoleerde “gevaarlijke spanningen” in het inwendige van het apparaat die zo groot kunnen zijn dat zij een ernstige elektrische schok veroorzaken.
Een uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke bedienings- en onderhoudsinformatie in de documentatie die bij het apparaat wordt geleverd.
WAARSCHUWING: De FCC bepalingen schrijven voor dat wijzigingen of modificaties in de apparatuur
die niet uitdrukkelijk door de fabrikant zijn goedgekeurd tot gevolg kunnen hebben dat het gebruik van de apparatuur niet meer toegestaan is.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
INFORMATIE
Deze apparatuur is getest en bleek te voldoen aan de eisen en limieten voor Klasse A digitale apparatuur, overeenkomstig de specificaties in Deel 15 van de FCC bepalingen, die opgesteld zijn om elektrische storing bij gebruik van de apparatuur in een werkomgeving voor zover mogelijk te voorkomen. In deze apparatuur worden radiogolven opgewekt en verwerkt, en deze golven kunnen uitgestraald worden. Als bij de installatie en/of het gebruik de instructies in de gebruiksaanwijzing niet strikt opgevolgd worden, kan de apparatuur storing in radio- en televisie-ontvangst veroorzaken. Mocht er sprake zijn van interferentie bij gebruik van de apparatuur in woongebieden, dan is de gebruiker verplicht de storing op eigen kosten op te heffen.
NL-1
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
Gebruik met deze apparatuur de meegeleverde computerkabel. Deze kabel zorgt ervoor dat de apparatuur voldoet aan de FCC Klasse A voorschriften.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
WAARSCHUWING:
Dit is een Klasse A product. Het is mogelijk dat dit product in de huiselijke omgeving radiointerferentie veroorzaakt waartegen de gebruiker afdoende maatregelen dient te nemen.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector uit gezet is. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd uit met de OFF toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VOOR DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In dit product wordt soldeertin gebruikt en is een middeldruklamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu-overwegingen. Voor verdere informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u in de Verenigde Staten bent, met de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie Vervangen van de lamp op bladzijde 64 en 65.
Belangrijke
informatie
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD. HOT SURFACE INSIDE ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-XGP25X//1 ONLY. UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING. MEDIUM PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN IN HET INWENDIGE. LAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP LAMP VAN HET TYPE BQC-XGP25X//1. UV­STRALING: KAN OOGBESCHADIGING VEROORZAKEN. ZET DE LAMP UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD. MIDDELMATIGE DRUK AANWEZIG IN DE LAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
NL-2

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

VOORZICHTIG: Lees alle veiligheidsvoorschriften voordat u het apparaat gebruikt
informatie
Belangrijke
en bewaar de instructies zodat u deze in de toekomst opnieuw kunt raadplegen.
Elektrische energie kan vele nuttige functies vervullen. Bij het ontwerp en de productie van deze LCD projector stond uw persoonlijke veiligheid centraal. EEN ONJUIST GEBRUIK KAN ECHTER EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND VEROORZAKEN. Om de veiligheidsvoorzieningen die in deze LCD projector zijn ingebouwd niet teniet te doen, dient u de volgende basisregels goed in acht te nemen bij de installatie, het gebruik en het onderhoud van de LCD projector.
1. Lees de gebruiksaanwijzing
Lees alle veiligheids- en bedieningsinstructies in de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat gebruikt.
2. Bewaar de gebruiksaanwijzing
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
3. Neem alle waarschuwingen in acht
Neem alle waarschuwingen op het product en in de gebruiksaanwijzing in acht.
4. Volg alle instructies op
Alle bedieningsinstructies e.d. moeten nauwgezet worden opgevolgd.
5. Reinigen
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of sprays. Reinig het apparaat uitsluitend met een vochtige doek.
6. Hulpstukken
Voorkom problemen en gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant van het apparaat worden aanbevolen.
7. Water en vocht
Gebruik het apparaat niet in de buurt van water; bijvoorbeeld in de buurt van een bad, wastafel, aanrecht, wasmachine, zwembad of in een vochtige kelder enz.
8. Accessoires
Plaats het apparaat niet op een wankel rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel. Het apparaat zou kunnen vallen en een kind of volwassene ernstig kunnen verwonden, en tevens kan het apparaat zelf zwaar worden beschadigd. Gebruik uitsluitend een rek, karretje, statief, steunbeugel of tafel die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij het apparaat wordt verkocht. Volg voor eventuele montagewerkzaamheden altijd de instructies van de fabrikant op en gebruik ook uitsluitend montage­accessoires die door de fabrikant worden aanbevolen.
9. Vervoer
Als het apparaat op een verplaatsbaar rek is gezet, dient dit voorzichtig te worden verplaatst. Het rek kan namelijk omvallen bij plotseling stoppen, te hard duwen of rijden over een ongelijke ondergrond.
10. Ventilatie
In de behuizing van het apparaat zijn gleuven en openingen die dienen voor de ventilatie. Voor een veilige werking en bescherming tegen oververhitting mogen de ventilatieopeningen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door het apparaat op een bed, divan, dik vloerkleed e.d. te zetten. Het apparaat mag ook niet in een afgesloten ruimte, zoals een boekenkast, worden geplaatst, tenzij voor een goede ventilatie wordt gezorgd of alle instructies van de fabrikant zijn opgevolgd.
11. Voeding
Het apparaat mag uitsluitend op de stroomvoorzieningsbron worden gebruikt die op het typelabel is vermeld. Raadpleeg uw dealer of het plaatselijk elektriciteitsbedrijf indien u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw huis. Voor apparaten die gebruikt worden op batterijen of op andere stroombronnen wordt verwezen naar de gebruiksaanwijzing die bij het apparaat wordt geleverd.
12. Uitvoering van de netstekker
Dit apparaat is voorzien van een van de volgende twee typen stekkers. Raadpleegt uw elektricien als deze stekker niet past in uw stopcontact. Maak de veiligheidsvoorzieningen van de stekker niet onklaar.
a. Tweedraads type netstekker. b. Driedraads (geaard) type netstekker met
aardcontact. Deze stekker zal alleen passen in een geaard stopcontact.
13. Bescherming van het netsnoer
Leg het netsnoer zodanig dat er niet gemakkelijk iemand op gaat staan of dat het snoer door een voorwerp wordt platgedrukt. Let hier vooral goed op in de buurt van de stekkers, bij het stopcontact en op de plaats waar het snoer uit het apparaat komt.
14. Bliksem
Om veiligheidsredenen dient u bij bliksem of wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te trekken zodat het apparaat is losgekoppeld van het lichtnet. Dit om beschadiging van het apparaat te voorkomen als gevolg van blikseminslag of plotselinge stroompieken in de stroomleiding.
15. Overbelasting
Zorg dat de stopcontacten, verlengsnoeren en stekkerdozen niet overbelast worden, want dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
16. Binnendringen van voorwerpen en vloeistoffen
Duw nooit voorwerpen via de openingen in de behuizing van het apparaat naar binnen, omdat deze dan onderdelen die onder hoogspanning staan kunnen raken of kortsluiting kunnen veroorzaken, met brand of een elektrische schok tot gevolg. Let tevens op dat er nooit vloeistof op het apparaat wordt gemorst.
17. Reparaties
Probeer het apparaat nooit zelf te repareren. Bij openen of verwijderen van de afdekplaten stelt u zich bloot aan een ernstige elektrische schok en andere gevaren. Laat reparatie over aan erkend onderhoudspersoneel.
NL-3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Belangrijke
informatie
18. Beschadigingen die reparatie vereisen
Bij de volgende omstandigheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken en het apparaat door erkend onderhoudspersoneel laten repareren:
a. Als het netsnoer of de netstekker is beschadigd. b. Als er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terecht is gekomen.
c. Als het apparaat blootgesteld heeft gestaan aan
regen of water.
d. Als de normale aanwijzingen worden opgevolgd,
maar het apparaat niet juist functioneert. Gebruik alleen de bedieningsorganen die in de gebruiksaanwijzing worden aangegeven. Bij een onjuiste instelling van andere bedieningsorganen kan het apparaat mogelijk beschadigd worden, met tot gevolg dat reparatiewerkzaamheden voor een juiste werking van het apparaat door erkend onderhoudspersoneel moeilijker en duurder kunnen worden.
e. Als het apparaat is gevallen of de behuizing is
beschadigd.
f. Als het apparaat duidelijk minder goed functioneert.
Dit duidt erop dat het tijd is voor onderhoud.
19. Vervangingsonderdelen
Wanneer onderdelen vervangen moeten worden, zorg er dan voor dat het onderhoudspersoneel uitsluitend onderdelen gebruikt die door de fabrikant worden aanbevolen of die dezelfde eigenschappen hebben als de originele onderdelen. Het gebruik van andere onderdelen kan brand, een elektrische schok of andere problemen veroorzaken.
20. Veiligheidscontrole
Vraag het onderhoudspersoneel om na de onderhouds­of reparatiewerkzaamheden een veiligheidscontrole uit te voeren, zodat u zeker weet dat het apparaat juist en veilig functioneert.
21. Bevestiging aan een muur of plafond
Bevestig het apparaat uitsluitend aan een muur of plafond overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
22. Hitte
Houd het apparaat uit de buurt van warmtebronnen zoals verwarmingsradiators, haarden, kachels en andere voorwerpen (inclusief versterkers) die warmte afgeven.
Microsoft en Windows zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
PC/AT is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation in de Verenigde Staten.
Adobe Acrobat is een handelsmerk Adobe Systems Incorporated.
Macintosh is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en/of in
andere landen.
Alle andere namen van fabrikanten of producten zijn de handelsmerken of de wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Deze software is gedeeltelijk gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
NL-4
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
informatie
Belangrijke
LAMP REPLACEMENT CAUTION
BEFORE REMOVING THE SCREW, DISCONNECT POWER CORD. HOT SURFACE INSIDE ALLOW 1 HOUR TO COOL BEFORE REPLACING THE LAMP. REPLACE WITH SAME SHARP LAMP UNIT TYPE BQC-XGP25X//1 ONLY. UV RADIATION : CAN CAUSE EYE DAMAGE. TURN OFF LAMP BEFORE SERVICING. MEDIUM PRESSURE LAMP : RISK OF EXPLOSION. POTENTIAL HAZARD OF GLASS PARTICLES IF LAMP HAS RUPTURED. HANDLE WITH CARE. SEE OPERATION MANUAL.
VOORZICHTIG BIJ HET VERVANGEN VAN DE LAMP
MAAK HET NETSNOER LOS ALVORENS DE SCHROEF TE VERWIJDEREN. ER ZIJN HETE ONDERDELEN IN HET INWENDIGE. LAAT 1 UUR AFKOELEN ALVORENS DE LAMP TE VERVANGEN. VERVANG UITSLUITEND DOOR DEZELFDE SHARP LAMP VAN HET TYPE BQC-XGP25X//1. UV­STRALING: KAN OOGBESCHADIGING VEROORZAKEN. ZET DE LAMP UIT ALVORENS TE BEGINNEN MET ONDERHOUD. MIDDELMATIGE DRUK AANWEZIG IN DE LAMP: EXPLOSIEGEVAAR. INDIEN DE LAMP SPRINGT, KUNNEN ER GEVAARLIJKE GLASSPLINTERS ZIJN. BEHANDEL VOORZICHTIG. ZIE DE GEBRUIKSAANWIJZING.
Belangrijke informatie betreffende het vervangen van de lamp
Zie Vervangen van de lamp” op bladzijde
INDIEN U HET PRODUCT WILT WEGDOEN
In dit product wordt soldeertin gebruikt en is een middeldruklamp die een kleine hoeveelheid kwik bevat. Het verwijderen van deze materialen kan aan diverse voorschriften zijn onderworpen op basis van milieu­overwegingen. Voor verdere informatie betreffende verwijderen of recycling kunt u contact opnemen met de plaatselijke autoriteiten of, als u in de Verenigde Staten bent, met de Electronics Industries Alliance: www.eiae.org
64
en
65
Belangrijke informatie betreffende de lampeenheid
Als de lamp gesprongen is, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Indien de lamp gesprongen is, moet u een erkende Sharp LCD­projector dealer of servicecentrum de lamp laten vervangen. Zie Vervangen van de lamp op bladzijde
64
en
65
.
.
CAUTION
PRECAUCIÓN PRÉCAUTION
BQC-XGP25X//1
VOORZICHTIG
Veiligheidsvoorschriften voor het opstellen van de projector
Voor minimaal onderhoud en het behouden van een optimale beeldkwaliteit beveelt SHARP aan deze projector in een ruimte te installeren die niet vochtig, stoffig en rokerig is. Bij gebruik van de projector in dit soort ruimten moet de lens vaker dan normaal worden gereinigd. Het apparaat moet dan ook regelmatig intern worden gereinigd. Gebruik van de projector in dit soort ruimten zal de levensduur van de projector niet verkorten mits u het vereiste onderhoud nauwgezet uitvoert. Het reinigen van het inwendige gedeelte van de LCD-projector mag uitsluitend door een erkende Sharp projector dealer of servicecentrum worden gedaan.
Opmerkingen betreffende de bediening
De ventilatie-uitlaat, het lamphuisdeksel en omliggende onderdelen kunnen tijdens het gebruik van de projector zeer heet worden. Voorkom letsel en brandwonden en raak deze onderdelen niet aan voordat ze voldoende afgekoeld zijn.
Houd tenminste 12 inches (30 cm ) ruimte open tussen de ventilatie-uitlaat en de dichtstbijzijnde muur of ander obstakel.
Als de koelventilator geblokkeerd wordt, zal een veiligheidsvoorziening automatisch de projectorlamp uitschakelen. Dit duidt niet op een storing. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en wacht tenminste 10 minuten. Doe dan de stekker er weer in. De projector zal vervolgens weer normaal functioneren.
NL-5
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Temperatuur-verklikkerfunctie
Wanneer de projector oververhit raakt vanwege een problematische opstelling of een vervuild luchtfilter, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de aanduidingen “TEMPERATUUR en “ ” gaan knipperen. Als de temperatuur nog verder oploopt, zal de lamp automatisch uitgaan en zal de temperatuurindicator op de projector gaan knipperen. Vervolgens zal na een afkoelperiode van 90 seconden de projector zichzelf automatisch uitschakelen. Zie Lamp- en waarschuwingsindicators op bladzijde 63 in het geval
TEMPERATUUR” in beeld verschijnt.
De koelventilator regelt de binnentemperatuur automatisch.
Daarom kan het geluid van de ventilator veranderen tijdens het gebruik van het apparaat.
Lamp-verklikkerfunctie
Wanneer de projector wordt ingeschakeld nadat de lamp 1.400 uur is gebruikt, zullen in de linker benedenhoek van het beeld de aanduidingen “LAMP” “ ” gaan knipperen om u erop attent te maken dat de lamp vervangen moet worden. Zie de bladzijden en 65 voor het vervangen van de lamp. Als de lamp
1.500 uur is gebruikt, zal de stroom naar de projector
automatisch worden uitgeschakeld en komt het apparaat in de ruststand (standby) te staan. Zie “Lamp en waarschuwingsindicators op bladzijde 63 voor nadere bijzonderheden.
64
Belangrijke
informatie
Kensington standaard veiligheidsaansluiting
Gebruik van het draaghandvat
Als u de projector vervoert, draag hem dan aan het handvat aan de zijkant.
VOORZICHTIG
Doe altijd eerst de de lensdop op de lens ter bescherming tijdens het vervoer.
Til de projector niet op en draag hem niet aan de lens of aan de lensdop aangezien de lens hierdoor kan beschadigen.
Gebruik van het Kensington slot
Deze projector heeft een Kensington standaard veiligheidsaansluiting, te gebruiken met het Kensington MicroSaver Veiligheidssysteem. Raadpleeg de informatie bij dat systeem voor instructies hoe u het kunt gebruiken om uw projector te beveiligen.
NL-6
informatie
Belangrijke

Belangrijkste eigenschappen

1. Topkwaliteit LCD projector met zeer hoge helderheid
270 watt wisselstroom-lamp
Toepassing van een 270 watt wisselstroom-lamp voor een uitstekende kleuruniformiteit en zeer hoge helderheid.
2. Computer-compatibiliteit
Compatibel met resoluties zoals VGA-SVGA (expanded), XGA (true-resolutie) en
SXGA-UXGA (gecomprimeerd), en ook met DTV-formaten (480I, 480P, 580I, 580P, 720P, 1035I en 1080I).
3. XGA beeldkwaliteit
OCS LCD-paneel voor een verbeterde kleuruniformiteit.
Toepassing van diverse andere schakelingen voor het verkrijgen van topkwaliteit
videobeelden.
4.
Geïntegreerde computer & video-voorzieningen
Nieuwe progressief-functie
I/P omzetting met nieuwe algoritme om een ongekende beeldkwaliteit te verwezenlijken.
Verbeterde upscaling en digitale uitvergroting
Gebruik van nieuwe technieken voor een scherpere beeldkwaliteit, zelfs bij uitvergrote beelden.
Superieur 16:9 beeld
4:3 beelden kunnen worden omgezet in 16:9 beelden met behulp van de “Slimme Rek functie (zijkanten uitgerekt, midden ongewijzigd), iets dat voorheen onmogelijk was met LCD projectors.
Intelligente digitale trapeziumvorm-correctie
Voor een gelijkmatige correctie van perspectivische beelden en comprimering van het beeld in horizontale èn verticale richting zodat de 4:3 breedte-hoogteverhouding gehandhaafd blijft. Ook wanneer de 4:3 breedte-hoogteverhouding verandert als gevolg van de lensverschuiving, kunt u via fijnafstelling van de v-afmeting ervoor zorgen dat de verhouding hetzelfde blijft.
Nieuwe intelligente comprimering Efficiënte comprimering van UXGA (1.600 x 1.200) beelden naar XGA (1.024 x 768).
Verbeterde “three-two pull-down”
Omzetten van cinema-modus DVD beelden getransformeerd met three-two pull-down in progressieve modus beelden voor een optimaal resultaat van de filmfunctie.
Dynamische GAMMA correctie
Realtime (onvertraagde) beeld-voor-beeld GAMMA correctiefunctie voor een optimaal resultaat.
NL-7
5. Driedimensionale digitale uniformiteit en digitale convergentie
De driedimensionale digitale uniformiteit compenseert voor een ongelijkmatige beeldhelderheid bij beelden met iedere willekeurige helderheid van wit tot donker. Met de digitale convergentiefunctie kan een geringe vervorming van de convergentie op het service-menuscherm gecorrigeerd worden zonder dat het LCD-paneel aangeraakt hoeft te worden.
Belangrijkste eigenschappen
6. Diverse netwerkfuncties
Zelfdiagnose/projectorstatus
De zelfdiagnose/projectorstatusfunctie stuurt e-mail meldingen naar een hiervoor aangewezen computer betreffende de gebruikstijd van de lamp en eventuele storingen.
Besturing van meerdere projectors met behulp van een computer
Via een netwerk kunnen 250 projectors worden bestuurd. De RS-232C OUT aansluiting van de projector kan gebruikt worden voor het maken van de busnetwerk-verbinding.
Eenvoudige stapel-projectie en videomuur-weergave
Bijgeleverde software voor gemakkelijke stapel-projectie en videomuur-weergave, zelfs bij een ingangssignaal van één enkele bron.
7. Twee los verkrijgbare lenzen voor maximale flexibiliteit
Schroefvatting: vaste groothoeklens, tele-zoomlens
8. Meerdere ingangs- en uitgangsaansluitingen
BNC aansluiting voor RGB/component/videosignaal
PC digitale ingang (DVI-I)
Uitgangsaansluiting met VAO (variabel audio-uitgangsniveau) ondersteuning
Belangrijke
informatie
9. Gemakkelijke systeeminstellingen
Lensverschuivingsfunctie, motorzoom & scherpstelling, digitale
trapeziumvorm-correctie
AutoSync technologie met hoge snelheid
10. Nuttige voorzieningen
Beeld-in-beeld functie, digitale uitvergroting, stilstaand beeld
Aanpasbaar opstartscherm & achtergrondscherm
11. Applicatie-software
“Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition” (netwerk en
afstandsbediening)
LAN
LAN LAN
NL-8

Inhoud

informatie
Belangrijke
Belangrijke informatie
Inleiding ................................................
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ...
Belangrijkste eigenschappen ..............
Inhoud ...................................................
aansluiten
Toegang krijgen tot de PDF
Opstellen en
handleidingen ..................................
Benaming van de onderdelen .............
Gebruik van de afstandsbediening .....
Accessoires ..........................................
Opstellen en
Bedieningstoetsen
Aansluitingen .......................................
Stroomvoorziening..................................
Projecteren van computerbeelden.........
Kijken naar videobeelden.......................
Kijken naar component-videobeelden ...
Besturing van projectors ........................
Basisbediening
Aansluiten op een monitor......................
Voor een beter geluid.............................
In/uitschakelen van de stroom ...............
Opstellen van het scherm ....................
Gebruik van de stelvoetjes .....................
Gebruik van de
LENS toets ..............................................
Speciale functies
Instellen van de projectie-afstand ..........
Beeldprojectie.......................................
Projectie van achteren............................
Projectie via een spiegel ........................
Projectie bij plafondmontage .................
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Gebruik van de bedieningstoetsen .....
Kiezen van de ingangssignaalbron........
Instellen van het volume.........................
Tijdelijk uitschakelen van het geluid ......
Aanhangsel
Projecteren van een zwart beeld over
Weergeven van een stilstaand beeld.....
Uitvergroten van een bepaald gedeelte
aansluiten
lensverschuivingsfunctie ..................
Bedieningstoetsen
het presentatiebeeld .........................
van het beeld ....................................
1
3
7 9
11 12
14
15
16 16
16
18 19
20
21 21
22
23 23
23 24
25
30 30
30
30
31
31
31 31
32 32
33
Weergeven en instellen van de
pauzeklok..........................................
Instellen van het computerbeeld met
AUTO SYNC......................................
Instellen van de beeldverhouding..........
Gamma correctiefunctie .........................
Basisbediening
Gebruik van het GUI
(Grafische gebruikersinterface)
menuscherm ....................................
Basisbediening.......................................
Menubalken ............................................
Instellen van het beeld ...........................
Instellen van de computerbeelden
(alleen voor het RGB menu) .............
Instellen van het geluid ..........................
Weergeven van dubbele beelden
(alleen voor het RGB menu) .............
Verminderen van de beeldruis [DNR]
(alleen voor het VIDEO menu)..........
In/uitschakelen van het
In-beeld-display ................................
Instellen van het videosignaal
(alleen voor het VIDEO menu)..........
Kiezen van een achtergrondbeeld.........
Kiezen van een opstartbeeld .................
Instellen van de spaarfunctie .................
Controleren van de gebruikstijd
van de lamp......................................
De geprojecteerde beelden omkeren/
weergeven in spiegelbeeld ..............
Instellen van de
stapel-projectiefunctie ......................
Vergrendelen van de bedieningstoetsen
van de projector................................
Deselecteren van ingangssignalen........
Instellen van de overdrachtsnelheid
(RS-232C) .........................................
Bedienen van meerdere projectors met
ID nummers ......................................
Beveiligen van belangrijke instellingen
met een wachtwoord ........................
Kiezen van de In-beeld-display taal ......
Weergeven van alle instellingen.............
34
34
35
37
38 38
39
41
43
46
47
47
48
48
49 49
50
51
51
52
52
53
53
54
55
56 56
NL-9
Inhoud
Speciale functies
Belangrijke
informatie
Gebruik van de extra voorzieningen ...
Onderhoud en het oplossen van problemen
Lamp- en waarschuwingsindicators...
Vervangen van de lamp .......................
Vervangen van het luchtfilter ..............
Oplossen van problemen.....................
Voor hulp en advies van SHARP....
Aanhangsel
Toekenning van de aansluitpinnen .....
(RS-232C) Technische gegevens en
commando-instellingen ..................
Technische gegevens van de
aansluiting voor de kabel van de
afstandsbediening ..........................
Compatibiliteitstabel ............................
Afmetingen ...........................................
Technische gegevens ..........................
Verklarende woordenlijst .....................
Index ......................................................
57
63 64
66
67 68
69
70
73
74 75
76
77 78
Opstellen en
aansluiten
Speciale functies
oplossen van problemen
Onderhoud en het
Aanhangsel
NL-10

Toegang krijgen tot de PDF handleidingen

Op de meegeleverde CD-ROM met de projector-handleiding en de technische referentie staan PDF handleidingen
informatie
Belangrijke
in diverse talen. Om deze handleiding te kunnen gebruiken, moet eerst Adobe Acrobat Reader op uw PC (Windows of Macintosh) geïnstalleerd zijn. Als u Acrobat Reader nog niet heeft geïnstalleerd, kunt u de laatste versie downloaden vanaf het Internet (http://www.adobe.com) of kunt u de versie van de CD-ROM installeren.
Installeren van Acrobat Reader van de CD-ROM
Voor Windows:
1 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. 2 Dubbelklik op het My Computer pictogram. 3 Dubbelklik op de CD-ROM speler. 4 Dubbelklik op de ACROBAT map. 5 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
6 Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma
en volg de instructies op uw scherm.
Voor Macintosh:
1 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. 2 Dubbelklik op het CD-ROM pictogram. 3 Dubbelklik op de ACROBAT map. 4 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
5 Dubbelklik op het gewenste installatieprogramma
en volg de instructies op uw scherm.
Voor andere besturingssystemen:
Download de juiste versie van Acrobat Reader vanaf het Internet (http://www.adobe.com).
Voor andere talen:
Als u liever Acrobat Reader wilt hebben in een versie of in een taal die niet op de CD-ROM staat, dan kunt u deze van het Internet halen.
Openen van de PDF handleidingen
Voor Windows:
1 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. 2 Dubbelklik op het My Computer pictogram. 3 Dubbelklik op de CD-ROM speler. 4 Dubbelklik op de MANUALS map. 5 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
6 Dubbelklik op het “P25X pdf-bestand om
toegang te krijgen tot de handleiding voor de projector.
Voor Macintosh:
1 Doe de CD-ROM in de CD-ROM speler. 2 Dubbelklik op het CD-ROM pictogram. 3 Dubbelklik op de MANUALS map. 4 Dubbelklik op de taal (naam van de map) waarin
u de handleiding wilt lezen.
5 Dubbelklik op het “P25X pdf-bestand om
toegang te krijgen tot de handleiding voor de projector.
Als u het gewenste pdf bestand niet kunt openen door dubbelklikken met de muis, dient u eerst het Acrobat Reader programma
op te starten en daarna het gewenste bestand op te geven via het File, Open menu.
Zie het readme.txt bestand op de CD-ROM voor belangrijke informatie over de CD-ROM zelf die niet in deze handleiding
vermeld staat.
NL-11

Benaming van de onderdelen

De nummers naast de namen van de onderdelen verwijzen naar de bladzijde in deze handleiding waar het betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Projector
Vooraanzicht
Belangrijke
informatie
Lampindicator
Bedrijfsindicator
Aan/uit-toetsen (ON/OFF)
Geluiddempingstoets (MUTE)
Lenstoets (LENS)
Ingangstoetsen (INPUT 1. 2. 3, 4. 5)
Stilstaand beeldtoets
(FREEZE)
Zwartscherm-toets (BLACK SCREEN)
Entertoets (ENTER)
Lensverschuivingsknop
Luidsprekers
Ontgrendeling stelvoetjes
63
63
22
31
24
31
32
32
38
23
46
23
Temperatuurindicator
63
Volumetoetsen (VOLUME/)
31
38
Menutoets (MENU) Automatische synchronisatie-
34
toets (AUTO SYNC) RESIZE toets
35
37
GAMMA toets Ongedaan-maken toets
38
(UNDO)
Insteltoetsen (∂/ƒ/ß / ©)
38
Koelventilator (uitlaatopening)
5
Luchtfilter/Koelventilator
66
(inlaatopening)
Achteraanzicht
INPUT 3 poort (DVI)
Computer
AUDIO INPUT 2/3 ingangsaansluiting
(ø3,5 mm stereo ministekkerbus)
INPUT 1 poort (15-pins Mini D-sub)
Computer AUDIO INPUT 1 ingangsaansluiting
(ø3,5 mm stereo ministekkerbus)
INPUT 2 ingangsaansluitingen (BNC)
RS-232C INPUT poort/
RS-232C OUTPUT poort
S-VIDEO INPUT 5 ingangsaansluiting
(4-pins Mini DIN)
VIDEO INPUT 4 ingangsaansluiting (RCA)
18
18
16
16
17
20 59
18
18
66
Koelventilator (inlaatopening)
Kensington standaard
6
veiligheidsaansluiting Draaghandvat
6
WIRED REMOTE ingangsaansluiting voor draad-afstandsbediening (ø3,5 mm stereo ministekkerbus)
14
AUDIO OUTPUT uitgangsaansluiting
21
(ø3,5 mm stereo ministekkerbus) OUTPUT poort (15-pins Mini D-
50
sub) voor INPUT 1, 2
Netingang
16
AUDIO INPUT 4/5
18
ingangsaansluitingen (RCA)
NL-12
Benaming van de onderdelen
De nummers naast de namen van de onderdelen verwijzen naar de bladzijde in deze handleiding waar het
informatie
Belangrijke
betreffende onderwerp hoofdzakelijk wordt behandeld.
Afstandsbediening
Vooraanzicht
Lenstoets (LENS)
Entertoets (ENTER)
Ongedaan-maken toets (UNDO)
Vergrotingstoets (ENLARGE)
Automatische synchronisatie- toets
(AUTO SYNC)
GAMMA toets
Toets voor ingang 1 (INPUT 1)
Toets voor ingang 2 (INPUT 2)
Toets voor ingang 4 (INPUT 4)
Volumetoetsen (VOLUME/)
24
38
38
33
34
37
31
31
31
31
Aan/uit-toetsen (ON/OFF)
22
Menutoets (MENU)
38
Insteltoetsen (/ƒ/ß / ©)
38
Stilstaand beeldtoets (FREEZE)
32
Zwartscherm-toets (BLACK SCREEN)
32
Toets voor ingang 3 (INPUT 3)
31
RESIZE toets
35
Toets voor ingang 5 (INPUT 5)
31
Geluiddempingstoets (MUTE)
31
Bovenaanzicht
Pauzekloktoets (BREAK TIMER)
34
Aansluiting voor draad-
14
afstandsbediening (Wired RC jack) (ø3,5 mm ministekkerbus)
NL-13

Gebruik van de afstandsbediening

Plaatsen van de batterijen
Belangrijke
informatie
Druk op het lipje en open het
1
batterijdeksel in de richting van de pijl.
Plaats twee R-6 batterijen (“AA”
2
formaat, UM/SUM-3, HP-7 of gelijkwaardig). Let erop dat de en tekens op de batterijen
Steek de lipjes aan het eind
3
van het batterijdeksel in de openingen en druk het deksel
op zijn plaats. overeenkomen met de aanduidingen in het batterijvak.
Batterij-
deksel
Batterijvak
Batterij-
deksel
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Bij verkeerd gebruik kunnen de batterijen lekken of ontploffen. Neem de onderstaande punten in acht.
Plaats de batterijen met de + en - tekens op de batterijen overeenkomstig de aanduidingen die in het batterijvak zijn.
Gebruik niet gelijktijdig verschillende typen batterijen. De batterijen hebben namelijk andere eigenschappen afhankelijk van het type.
Gebruik niet gelijktijdig oude en nieuwe batterijen. Bij gelijktijdig gebruik van oude en nieuwe batterijen zullen de nieuwe batterijen minder
lang meegaan en kunnen de oude batterijen lekken.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening zodra deze leeg zijn, om batterijlekkage te voorkomen. De chemische vloeistof die uit de batterijen lekt kan huiduitslag veroorzaken. Als de batterijen gelekt hebben, moet u de vloeistof grondig met een doek weggeven voordat u de batterijen aanraakt.
De batterijen die bij dit apparaat worden geleverd kunnen een kortere levensduur dan normaal hebben, als gevolg van de condities waarbij de batterijen zijn opgeslagen. Vervang deze batterijen zo spoedig mogelijk door nieuwe.
Als u de afstandsbediening langere tijd niet denkt te gebruiken, moet u de batterijen eruit nemen.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening kan gebruikt worden om de projector te bedienen binnen het bereik dat is aangegeven in de afbeelding.
Het signaal van de afstandsbediening kan ook via het scherm weerkaatst worden om zo een gemakkelijke bediening te verkrijgen. De effectieve afstand van het signaal zal in dat geval variëren afhankelijk van het materiaal van het scherm.
23(7 m)
45˚
30˚
30˚
Bij gebruik van de afstandsbediening:
Laat de afstandsbediening niet vallen en stel deze niet aan vocht en hoge temperaturen bloot.
De afstandsbediening kan foutief werken bij tl-verlichting. Mocht dit gebeuren, houd dan de projector uit de buurt van het licht van de tl-lampen.
45˚
30˚
Gebruik als een draad-afstandsbediening
Als de afstandsbediening niet gebruikt kan worden vanwege de afstand of opstelling van de projector (bijv. bij projectie van achteren), verbindt u de Wired RC jack aan de onderkant van de afstandsbediening met de WIRED REMOTE ingangsaansluiting aan de achterkant van de projector met behulp van een ø3,5 mm ministekkerkabel (los verkrijgbaar).
ø3,5 mm ministekkerkabel (los verkrijgbaar)
NL-14

AccessoiresAccessoires

Meegeleverde accessoires
informatie
Belangrijke
Afstandsbediening RRMCGA048WJSA
Netsnoer
(1) (2) (3) (4)
Twee R-6 batterijen (AA formaat, UM/SUM­3, HP-7 of gelijkwaardig)
Voor de Verenigde Staten, Canada enz. (11 10, 3,6m) QACCDA010WJPZ
Afhankelijk van de plaats van bestemming is het mogelijk dat er slechts een netsnoer is bijgeleverd (zie boven). Gebruik het netsnoer dat
bedoeld is voor het stopcontact in uw land.
RGB kabel (9 10, 3m) QCNWGA012WJPZ
Lensdop (aangebracht) PCAPH1056CESA
Voor Europa, behalve Groot-Brittannië (6, 1,8m) QACCV4002CEZZ
Drie BNC-RCA (tulp) adapters QPLGJ0107GEZZ
Extra luchtfilter PFILD0080CEZZ
Voor Groot-Brittannië, Hongkong en Singapore (6, 1,8m) QACCBA012WJPZ
Computer audiokabel (ø3,5 mm stereo ministekkerkabel) (9 10, 3m) QCNWGA013WJPZ
Voor Australië, Nieuw­Zeeland en Oceanië (6, 1,8m) QACCL3022CEZZ
CD-ROM met projector-handleiding en technische referentie UDSKAA004WJZZ
CD-ROM met Sharp Advanced Presentation Software UDSKAA005WJZZ
Gebruiksaanwijzing LCD projector TINS-A133WJZZ
Beknopte bedieningsgidsen
Installatiegids voor Sharp Advanced Presentation Software TINS-A139WJZZ
ID nummerlabel TLABZ0781CEZZ
Los verkrijgbare accessoires
DVI kabel (9 10 (3,0 m)) 3 RCA naar 15-pins D-sub kabel (9 10 (3,0 m)) Computer RGB-kabel (32 10 (10,0 m))
5 BNC naar 15-pins D-sub kabel (9 10 (3,0 m)) RS-232C seriële kabel (32 10 (10,0 m)) DVI naar 15-pins D-sub adapter (7,9 (20 cm))
Het is mogelijk dat bepaalde kabels in sommige landen niet verkrijgbaar zijn. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-
NL-15
projector dealer of servicecentrum.
AN-C3DV AN-C3CP AN-C10BM (voor IBM-PC, NEC PC-9821 en PC-98NX serie) AN-C10MC (voor Macintosh serie) AN-C10PC (voor NEC PC-98 serie (behalve NEC PC-9821 en PC-98NX serie)) AN-C3BN AN-C10RS AN-A1DV

Aansluitingen

Stroomvoorziening

Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het meegeleverde netsnoer in de netingang aan de achterkant van de projector.
Maak nu eerst de vereiste aansluitingen voordat u verder gaat. Steek als laatste de stekker van het netsnoer in een stopcontact. De bedrijfsindicator zal rood oplichten en de projector komt in de ruststand te staan.
Netsnoer
Bedrijfsindicator
• Wanneer het deksel van het onderste luchtfilter niet stevig is vastgemaakt, zal de bedrijfsindicator knipperen.
Opstellen en
aansluiten

Projecteren van computerbeelden

Aansluiten van de projector op de computer
U kunt uw projector aansluiten op de computer voor het weergeven van kleurrijke computerbeelden.
Aansluiten op een computer via de standaard 15-pins ingangsaansluiting
3
1
Computer audiokabel
RGB kabel
1 Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde RGB kabel aan op de INPUT 1 poort van de projector. 2 Sluit het andere uiteinde aan op de monitor uitgangsaansluiting van de computer. Zet de stekkers vast met de
schroeven.
3 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u het ene uiteinde van de meegeleverde computer
audiokabel aan te sluiten op de AUDIO INPUT 1 aansluiting van de projector.
4 Sluit het andere uiteinde aan op de audio uitgangsaansluiting van de computer.
4
2
Computer
VOORZICHTIG
Voor u de verschillende verbindingen maakt, moet u er zeker van zijn dat zowel de projector als de computer uitgeschakeld zijn. Nadat u alle verbindingen gemaakt hebt, doet u eerst de projector en dan pas de computer aan. U moet altijd als laatste de computer aan doen.
Lees voor u begint met het maken van de aansluitingen de handleiding van de computer zorgvuldig door.
Zie de Compatibiliteitstabel op bladzijde 74 voor een lijst met computers die op de projector kunnen worden aangesloten. Wanneer u
computersignalen gebruikt die niet op de lijst voorkomen, is het mogelijk dat sommige functies niet werken.
Het is mogelijk dat u een ø3,5 mm stereo ministekker naar een stereo tulpstekker (RCA) adapter nodig hebt.
Wanneer u deze projector aansluit op een computer dient u op het GUI menu bij “Signaaltype” “RGB” te kiezen. (Zie bladzijde
Het is mogelijk dat u een Macintosh adapter zult moeten gebruiken om sommige Macintosh computers te kunnen gebruiken. Neem hiervoor contact op met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum.
AUDIO INPUT 1 kan gebruikt worden voor ontvangst van audio die correspondeert met INPUT 1.
41
.)
NL-16
Projecteren van computerbeelden
Deze projector gebruikt een 5 BNC computer ingangsaansluiting om te voorkomen dat het beeld bij de overdracht verslechtert.
Sluit de R (PR), G/G sync (Y), B (PB), HD/C sync en VD kabels (los verkrijgbaar) op de juiste ingangsaansluitingen van de projector aan en op een RGB schakelaar (los verkrijgbaar) aangesloten op de computer, of sluit een 5 BNC kabel (los verkrijgbaar) direct op de ingangsaansluitingen van de projector en de uitgangsaansluitingen van de computer aan.
Aansluiten op een externe RGB schakelkast of andere geschikte computers via de BNC ingangsaansluiting (Normaal gesproken gebruikt in grotere installaties.)
aansluiten
Opstellen en
3
Computer audiokabel
4 Naar de audio
uitgangsaansluiting
Naar de R (PR), G/G sync (Y), B (PB), HD/C sync en VD uitgangsaansluitingen
Computer
1
5 BNC kabel
(los verkrijgbaar)
RGB schakelaar (los verkrijgbaar)
RGB kabel
2 Naar de RGB schakelaar
1 Sluit elke BNC stekker van een 5 BNC kabel op de corresponderende INPUT 2 ingangsaansluitingen van de
projector aan.
2 Sluit het andere uiteinde van de 5 BNC kabel aan op de corresponderende BNC aansluitingen van de externe
RGB schakelkast. Sluit de RGB schakelaar met een RGB kabel op de computer aan.
3 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u het ene uiteinde van de meegeleverde computer
audiokabel aan te sluiten op de AUDIO INPUT 2/3 aansluiting van de projector.
4 Sluit het andere uiteinde aan op de audio uitgangsaansluiting van de computer, of op een extern audiosysteem.
Het is mogelijk dat u een ø3,5 mm stereo ministekker naar een stereo tulpstekker (RCA) adapter nodig heeft.
Wanneer u de projector aansluit op een geschikte computer anders dan een PC (VGA/SVGA/XGA/SXGA/UXGA) of Macintosh (bijv. een werkstation) heeft u mogelijk een aparte kabel nodig. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie hieromtrent.
Wanneer u deze projector aansluit op een computer dient u op het GUI menu bij “Signaaltype” “RGB” te kiezen. (Zie bladzijde
Aansluiten van computers anders dan de aanbevolen types kan leiden tot schade aan de projector, de computer of beide.
AUDIO INPUT 2/3 kan gebruikt worden voor ontvangst van audio die correspondeert met INPUT 2/3.
41
.)
“Plug and Play” functie (indien aangesloten op een 15 pins aansluiting)
Deze projector is compatibel met de VESA DDC 1 en DDC 2B standaarden. Deze projector en een VESA DDC compatibele computer zullen hun insteleisen aan elkaar doorgeven voor een snelle en gemakkelijke setup.
Voor u de “Plug and Play” functie gaat gebruiken dient u eerst de projector aan te zetten en dan pas de computer.
De DDC Plug and Play functie van deze projector werkt uitsluitend bij gebruik met een VESA DDC compatibele computer.
NL-17
Projecteren van computerbeelden
Aansluiten op een computer via de directe digitale ingangspoort
3
Computer audiokabel
4 Naar de audio uitgangsaansluiting
1
DVI kabel (los verkrijgbaar) AN-C3DV
Computer
2 Naar de digitale uitgangsaansluiting
1 Sluit het ene uiteinde van de DVI kabel aan op de INPUT 3 poort van de projector. 2 Sluit het andere uiteinde aan op de corresponderende aansluiting van de computer.
3 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u het ene uiteinde van de meegeleverde computer
audiokabel aan te sluiten op de AUDIO INPUT 2/3 aansluiting van de projector.
4 Sluit het andere uiteinde aan op de audio uitgangsaansluiting van de computer.
Deze DVI poort is een DVI versie 1.0 compatibele poort. Wanneer er een signaal ingevoerd wordt van (DVI versie 2.0) apparatuur met compatibele kopieerbeveiliging, zal er geen signaal ontvangen worden.
De analoge RGB signaalingangen van de DVI poort zijn alleen compatibel met gescheiden synchronisatie.

Kijken naar videobeelden

Opstellen en
aansluiten
Aansluiten van een videorecorder, laserdisc-speler en andere audiovisuele apparatuur via de standaard video-ingang
S-videokabel (los verkrijgbaar)
Naar de S-video uitgangsaansluiting
Videokabel (los verkrijgbaar)
1
Naar de video uitgangsaansluiting
Voorbeeld
Videorecorder
of
laserdisc-speler
2
Audiokabel (los verkrijgbaar)
Naar de audio uitgangsaansluitingen
1 Sluit de gele RCA tulpstekkers aan op de corresponderende gele VIDEO INPUT 4 aansluiting van de projector
en de video uitgangsaansluiting van de videobron.
2 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u de rode en witte RCA tulpstekkers aan te
sluiten op de corresponderende rode en witte AUDIO INPUT 4/5 aansluitingen van de projector en de audio uitgangsaansluitingen van de videobron.
De S-VIDEO INPUT 5 ingangsaansluiting gebruikt een videosignaal waarbij het beeld wordt opgesplitst in een kleursignaal en een luminantiesignaal om een beeld van hogere kwaliteit te verkrijgen.
Voor video van een hogere kwaliteit kunt u gebruik maken van de S-VIDEO INPUT 5 ingangsaansluiting van de projector. De S-videokabel is los verkrijgbaar.
Als uw video-apparatuur geen S-video uitgangsaansluiting heeft, dient u een composiet-videokabel te gebruiken.
VOORZICHTIG
Schakel de projector altijd uit voordat u de video-apparatuur aansluit, om beschadiging van de projector en de aan te sluiten apparatuur te voorkomen.
NL-18

Kijken naar component-videobeelden

Aansluiten van een DVD videospeler, DTV* decoder en andere video­componenten via de 5 BNC video-ingangsaansluiting
4 Naar de audio uitgangsaansluitingen
Voorbeeld
3
Audiokabel
aansluiten
Opstellen en
(ø3,5 mm stereo ministekker naar RCA stekkers, los verkrijgbaar)
1
Componentkabel (los verkrijgbaar)
DTV-decoder
DVD videospeler
2 Naar de analoge uitgangsaansluitingen van de component
Drie BNC-RCA (tulp) adapters
VOORZICHTIG
Schakel de projector altijd uit voordat u de video-apparatuur aansluit, om beschadiging van de projector en de aan te sluiten apparatuur te voorkomen.
1 Sluit elke BNC stekker van de componentkabel aan op de corresponderende BNC INPUT 2 ingangsaansluitingen
van de projector.
2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de corresponderende aansluitingen van de DVD videospeler of
de DTV-decoder.
3 Om het ingebouwde audiosysteem te kunnen gebruiken, dient u het ene uiteinde van een audiokabel (los
verkrijgbaar) aan te sluiten op de AUDIO INPUT 2/3 aansluiting van de projector.
4 Sluit het andere uiteinde aan op de audio uitgangsaansluiting van de DVD videospeler of de DTV-decoder.
of
De BNC-RCA adapters zijn meegeleverd voor gebruik van RCA-type kabels en bronnen.
Het is mogelijk dat u een ø3,5 mm stereo ministekker naar een stereo tulpstekker (RCA) adapter nodig hebt.
Wanneer u deze projector aansluit op een DVD videospeler of DTV-decoder, dient u op het GUI menu bij “Signaaltype” de instelling Component te kiezen. (Zie bladzijde
*DTV is de algemene term die wordt gebruikt voor het nieuwe digitale televisiesysteem in de Verenigde Staten.
41
.)
NL-19

Besturing van projectors

Aansluiten op een computer via de RS-232C poort
Wanneer de RS-232C IN poort van de projector via een RS-232C seriële kabel (cross-type, los verkrijgbaar) met een computer is verbonden, kunt u de computer gebruiken om de projector te bedienen en de toestand van de projector te controleren. Zie bladzijde
Sluit een RS-232C seriële kabel (cross-type, los verkrijgbaar) op de seriële poort van de computer aan. Zie bladzijde 69 voor de aanbevolen verbinding van de RS-232C seriële kabel.
70, 71
en 72 voor nadere bijzonderheden.
RS-232 seriële kabel
AN-C10RS
(los verkrijgbaar)
Computer
Opstellen en
aansluiten
VOORZICHTIG
Sluit de RS-232C kabel niet aan en maak deze ook niet los van de computer terwijl deze aan staat. Uw computer kan hierdoor beschadigd raken.
De RS-232C functie werkt wellicht niet goed als uw computer niet correct is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van de computer omtrent details die het installeren van de juiste muis-driver betreffen.
Doorlusverbinding
Bij het besturen van meerdere projectors of bij een stapel-projectie met behulp van de bijgeleverde Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition moeten de projectors via een doorlusverbinding met elkaar worden verbonden.
1
RS-232 seriële kabel
AN-C10RS
(los verkrijgbaar)
2
1
Sluit het ene uiteinde van de RS-232C kabel aan op de RS-232C OUT poort van de eerste projector.
2 Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de RS-232C IN poort van de volgende projector.
NL-20

Aansluiten op een monitor

Door de OUTPUT aansluiting van de projector met een RGB kabel (los verkrijgbaar) te verbinden met de RGB aansluiting van een monitor kunt u het computerbeeld gelijktijdig met de projector projecteren en op een monitor weergeven.
1 Sluit het ene uiteinde van een computer RGB-kabel (los verkrijgbaar) aan op de RGB (analoge) OUTPUT poort
van de projector.
2 Sluit het andere uiteinde van de computer RGB-kabel aan op de RGB (analoge) INPUT poort van de monitor.
aansluiten
Opstellen en
2 Naar de RGB
ingangsaansluitingen
1
De beeldbron van INPUT 1 of 2 kan via de OUTPUT aansluiting worden weergegeven. De beeldbron van INPUT 3, 4 of 5 kan echter niet worden weergegeven.
RGB kabel

Voor een beter geluid

Aansluiten van een versterker en andere audio-apparatuur
Audiokabel (los verkrijgbaar)
Naar de audio ingangsaansluitingen
VOORZICHTIG
Schakel de projector altijd uit voordat u de audio-apparatuur aansluit, om beschadiging van de projector en de aan te sluiten apparatuur te voorkomen.
Versterker
Door externe audio-componenten te gebruiken kan het volume worden verhoogd en het geluid verbeterd.
Via de AUDIO OUTPUT aansluiting kunt u de audiosignalen van de gekozen AUDIO INPUT 1 t/m 5 aansluitingen die verbonden zijn met de
audiovisuele apparatuur, uitsturen naar de audio-componenten.
Zie bladzijde 46 voor nadere bijzonderheden betreffende de variabele audio-uitgang (VAO) en de vaste audio-uitgang (FAO) instelling.
Het is mogelijk dat u een ø3,5 mm stereo ministekker naar een stereo tulpstekker (RCA) adapter nodig hebt.
NL-21

In/uitschakelen van de stroom

Projector Afstandsbediening
ON/OFF
Lampindicator
Druk op ON.
Als de lampindicator groen knippert, betekent dit dat de lamp aan het opwarmen is. Wacht met gebruik van de projector totdat de indicator stopt met knipperen.
Als u het apparaat uitzet en direct weer aandoet, kan het even duren totdat de lamp aangaat.
Als de projector uitgepakt is en voor het eerst gebruikt wordt, kan er een luchtje uit de uitlaatopening komen. Deze geur verdwijnt nadat het apparaat een tijdje in gebruik is.
Wanneer de projector is ingeschakeld, zal de lampindictor oplichten en de gebruikstoestand van de lamp aangeven.
Groen: De lamp is gereed voor gebruik. Groen knipperend: De lamp is aan het opwarmen. Rood: Vervang de lamp.
Opstellen en
aansluiten
In-beeld-display
Druk op OFF.
Druk nog een keer op OFF terwijl de melding die hiernaast is aangegeven op het scherm staat.
Als u per ongeluk op OFF heeft gedrukt maar de stroom niet echt wilt uitschakelen, dient u te wachten totdat het uitschakelscherm weer verdwijnt.
Als de projector wordt uitgeschakeld, licht de bedrijfsindicator rood op en zal de koelventilator nog ongeveer 90 seconden blijven draaien. Daarna komt de projector in de ruststand te staan.
Wacht tot de koelventilator gestopt is voor u de stekker uit het stopcontact haalt.
U kunt de projector weer inschakelen door opnieuw op de ON toets te drukken. Na het weer inschakelen zullen de bedrijfsindicator en de lampindicator groen oplichten.
De bedrijfsindicator knippert als het deksel van het onderste luchtfilter niet stevig is vastgemaakt.
WAARSCHUWING:
De koelventilator in deze projector blijft ongeveer 90 seconden lopen nadat de projector uitgezet is. Zet daarom bij normaal gebruik de projector altijd uit met de OFF toets op de projector of op de afstandsbediening. Controleer eerst of de koelventilator al uit is voor u de stekker uit het stopcontact haalt. SCHAKEL BIJ NORMAAL GEBRUIK NOOIT DE STROOM VOOR DE PROJECTOR UIT DOOR DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE TREKKEN. DOET U DIT TOCH, DAN ZAL DE LAMP VOORTIJDIG ONBRUIKBAAR RAKEN.
NL-22

Opstellen van het scherm

Gebruik van de stelvoetjes

1
aansluiten
Opstellen en
Druk de vergrendelingen van de stelvoetjes in.
De projector is tot maximaal 10° afwijkend van horizontaal te verstellen.
Wanneer u de hoogte van de projector naar wens heeft ingesteld, is het mogelijk dat het geprojecteerde beeld perspectivisch
vervormd is geraakt, afhankelijk van de relatieve plaatsing van de projector en het scherm. Zie bladzijde instelling van de trapeziumvorm-correctie.
VOORZICHTIG
Druk de vergrendelingen van de stelvoetjes niet in wanneer de stelvoetjes uit staan zonder dat u de projector stevig vasthoudt.
Houd de projector niet vast aan de lens wanneer u de hoogteverstelling gebruikt.
Wanneer u de projector naar beneden laat, moet u voorzichtig zijn dat u uw vingers niet klemt tussen de stelvoetjes en de
projector.
2
Zet de projector op de gewenste hoogte en laat de vergrendelingen van de stelvoetjes los.
3
Omhoog Omlaag
Verdraai de stelvoetjes om kleine wijzigingen te maken.
voor de
24

Gebruik van de lensverschuivingsfunctie

U kunt het beeld hoger of lager zetten door de positie van de lens te wijzigen met behulp van de lensverschuivingsknop boven op de projector.
Projector Geprojecteerd beeld
Lensverschuivingsknop
Omhoog
Omlaag
Bij het verlaten van de fabriek staat de lensverschuivingsknop in de hoogste stand. U kunt de lens dus lager zetten wanneer u de projector in gebruik neemt.
De lensverschuivingsknop heeft twee oriëntatiepunten. Bij het ene punt zijn het midden van de lens en de onderkant van het scherm op gelijke hoogte (10:0) en bij het andere punt zijn het midden van de lens en het midden van het scherm op gelijke hoogte (5:5). Wanneer de knop in een van beide posities wordt gezet, voelt u dat de knop “klikt”.
Draai de lensverschuivingsknop niet met kracht verder dan de 10:0 of 5:5 stand, want dit kan resulteren in beschadiging van de apparatuur.
Wanneer de AN-P9MX lens (los verkrijgbaar) is aangebracht, zal de lensverschuivingsfunctie niet werken.
Omhoog
Omlaag
NL-23

LENS toets

Projector Afstandsbediening
LENS
/ƒ/ß
UNDO
ENTER
In-beeld-display
(Voorbeeld: 4:3
NORMAAL beeld)
In-beeld-display (Voorbeeld: 16:9
BREEDBEELD)
Digitale beeldinstellingen
Gebruik deze functie om de scherpstelling, zoom, trapeziumvorm-correctie, v-afmeting en digitale beeldverschuiving af te stellen.
1 Druk op LENS om de gewenste functie te kiezen.
Elke keer dat u op de LENS toets drukt, zal het scherm veranderen zoals links hiernaast is aangegeven.
2 Druk op ENTER om het
testbeeld te projecteren.
3 Druk op ∂/ƒ/ß/© om
wijzigingen aan te brengen.
4 a. Druk net zo vaak op LENS
totdat het normale scherm verschijnt.
b. Druk op UNDO om de “TRAPEZIUMVORM
CORR.” (perspectivische vertekening), “V­AFMETING” en “DIGITALE SHIFT” terug te stellen.
Raak de lens niet aan wanneer u de scherpstelling of de zoom regelt.
Opstellen en
aansluiten
Instelling van de trapeziumvorm-correctie
Perspectivische vertekening ontstaat wanneer het projectorbeeld niet recht op de middenas van het scherm staat. Met de trapeziumvorm-correctiefunctie kunt u deze vertekening corrigeren zodat een uitstekende beeldkwaliteit wordt verkregen.
Wanneer u de TRAPEZIUMVORM CORR. (perspectivische vertekening) instelling wijzigt, kunnen rechte lijnen en de randen van het weergegeven beeld een zaagtand effect gaan vertonen.
Instelling van de V-afmeting
Bij de trapeziumvorm-correctie kan er een fout ontstaan in de beeldverhouding, afhankelijk van de hoeveelheid lensverschuiving. Gebruik de V-AFMETING fijnafstellingsfunctie om deze fout te corrigeren.
V-AFMETING verschijnt alleen en kan ook alleen worden afgesteld tijdens het uitvoeren van TRAPEZIUMVORM CORR.
Instelling van de digitale beeldverschuiving
Met de digitale beeldverschuivingsfunctie kunt u het beeld dat op het scherm wordt geprojecteerd omhoog of omlaag verschuiven, om de bovenste of onderste zwarte band te verwijderen die in 16:9 en andere breedbeeldformaten voorkomt.
De digitale beeldverschuiving werkt alleen bij KADER, REK of SLIMME REK van VIDEO en DTV ingangssignalen. (Zie bladzijde
voor nadere bijzonderheden.) Het DIGITALE SHIFT scherm
35
verschijnt niet wanneer andere beelden dan BREEDBEELD geprojecteerd worden.
Digitale beeldverschuiving
of
Druk op ∂. Druk op ƒ.
NL-24

Instellen van de projectie-afstand

)
Om een zo goed mogelijk beeld te verkrijgen, dient u de projector loodrecht ten opzichte van het scherm te plaatsen met alle voetjes plat en horizontaal op de ondergrond. Als de randen van het beeld vervormd zijn, dient u de projector naar voren of naar achteren te verplaatsen.
De lens van de projector hoort voor het midden van het scherm geplaatst te worden. Als de lens niet loodrecht ten opzichte van het scherm geplaatst is, zal het beeld vervormd worden weergegeven, wat het moeilijk maakt om het beeld goed te kunnen bekijken.
Plaats het scherm zo dat het zich niet in direct zonlicht of kamerverlichting bevindt. Licht dat direct op het scherm valt zal de kleuren doen verbleken wat het bekijken van het beeld bemoeilijkt. Doe de gordijnen dicht en dim de verlichting wanneer u het scherm opstelt in een zonnige of helder verlichte ruimte.
U kunt geen polariserend scherm gebruiken met deze projector.
Voor speciale toepassingen zijn twee verschillende Sharp lenzen apart verkrijgbaar. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde
aansluiten
erkende Sharp LCD-projector dealer voor nadere bijzonderheden betreffende deze lenzen. (Lees de handleiding
Opstellen en
van de lens wanneer u een speciale lens gebruikt.) De los verkrijgbare AN-P9MX en AN-P48EZ lenzen moet u door bevoegd service-personeel laten aanbrengen.
Werpafstand
De onderstaande grafiek is voor een 100 inches (254 cm) scherm en de 4:3 NORMAAL functie.
Scherm
AN-P9MX
511 (1,8 m)
Werpafstand-verhouding 1:0,9
Standaard
121–157 (3,7–4,8 m)
Werpafstand-verhouding 1:1,8–2,4
Werpafstand-verhouding 1:4,6–6,1
5 10152025303540(feet
Standaard methode (Frontprojectie)
Zet de projector op de juiste afstand van het scherm voor de door u gewenste schermgrootte. (Zie de bladzijden 27 tot 29.)
Voor speciale toepassingen zijn twee verschillende Sharp lenzen apart verkrijgbaar. Raadpleeg uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer voor nadere bijzonderheden betreffende deze lenzen.
NORMAAL functie (4:3)
REK functie (16:9)
16
AN-P48EZ
3010–404(9,4–12,3 m)
X
H
L
NL-25
3
4
: Schermgrootte en beeldgrootte (4:3)
9 3
4
: Schermgrootte en beeldgrootte (16:9) : Afgedekt gebied
Instellen van de projectie-afstand
Bovenste en onderste lenspositie
Deze projector is voorzien van een lensverschuivingsfunctie waarmee u de projectiehoogte kunt afstellen.
Maak de vereiste instelling overeenkomstig de opstelling van de projector.
Schermgrootte: 100 inch (254 cm) REK functie: 16:9 De standaardlens wordt als voorbeeld gebruikt
Scherm
Midden van lens
Bovenste lenspositie
Bovenste lenspositie H: 21 (62,3 cm)
Midden van lens
(Projector staat hoog opgesteld)
Opstellen en
aansluiten
H
Onderrand van scherm (wit gedeelte) = standaard (0) punt
Onderste lenspositie H: 8,2 (20,8 cm)
Onderste lenspositie (Projector staat op een tafel)
Bovenste en onderste lenspositie (plafondmontage)
Wanneer de projector omgekeerd is opgesteld, gebruikt u de bovenrand van het scherm als basislijn en verwisselt dan de onderste en bovenste lensverschuivingswaarden.
Scherm
H
Bovenrand van scherm
De beste beeldkwaliteit wordt verkregen wanneer de projector loodrecht ten opzichte van het scherm staat met alle voetjes plat en horizontaal op de ondergrond. Wanneer de projector onder een hoek staat, is de lensverschuivingsfunctie minder effectief.
NL-26
Instellen van de projectie-afstand
Standaardlens Werpafstand-verhouding 1:1,8 tot 2,4
NORMAAL functie (4:3)
Schermgrootte (4:3) (X)
240
(609,6 cm)
160
(406,4 cm)
120
(304,8 cm)
80
(203,2 cm)
67
(170,2 cm)
58
(147,3 cm)
48
(121,9 cm)
32
(81,3 cm)
aansluiten
Opstellen en
Diagonaal Breedte
300
(762 cm)
200
(508 cm)
150
(381 cm)
100
(254 cm)
84
(213,4 cm)
72
(182,9 cm)
60
(152,4 cm)
40
(101,6 cm)
180 120
90 60 50 43 36 24
Hoogte
(457,2 cm) (304,8 cm) (228,6 cm) (152,4 cm) (127 cm) (109,2 cm) (91,4 cm) (61 cm)
Projectie-afstand (L)
Max. (l1) Min. (l2)
482
(14,7 m)
322
(9,8 m)
240
(7,3 m)
157
(4,8 m)
131
(4,0 m)
112
(3,4 m)
92
(2,8 m)
62
(1,9 m)
374 246 184 121 102
85 72 46
(11,4 m) (7,5 m) (5,6 m) (3,7 m) (3,1 m) (2,6 m) (2,2 m) (1,4 m)
Lens-midden tot onderrand van het scherm (H)
Bovenste lenspositie (h1) Onderste lenspositie (h2)
76 50 39 26 21
110
16 10
(228,6 cm) (152,4 cm) (114,3 cm) (76,2 cm) (64,0 cm) (54,9 cm) (45,7 cm) (30,5 cm)
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm)
De formule voor de schermgrootte en de projectie-afstand
l1(Max.) = (0,0495x 0,1302) 3,28 l2(Min.) = (0,0383x 0,1153) 3,28 h1(Boven) = 0,3x h2(Onder) = 0
x: Schermgrootte (diagonaal) (X) (inches) l: Projectie-afstand (L) (feet) h: Lens-midden tot onderrand van het scherm (H) (inches)
REK functie (16:9)
Diagonaal Breedte
300
(762 cm)
200
(508 cm)
150
(381 cm)
133
(337,8 cm)
106
(269,2 cm)
100
(254 cm)
92
(233,7 cm)
84
(213,4 cm)
72
(182,9 cm)
60
(152,4 cm)
40
(101,6 cm)
De formule voor de schermgrootte en de projectie-afstand
l1(Max.) = (0,0538x 0,1242) 3,28 l2(Min.) = (0,0417x 0,1135) 3,28 h1(Boven) = 0,2451x h2(Onder) =0,0817x
Schermgrootte (4:3) (X)
261
(662,9 cm)
174
(442 cm)
131
(332,7 cm)
116
(294,6 cm)
92
(233,7 cm)
87
(221 cm)
80
(203,2 cm)
73
(185,4 cm)
63
(160 cm)
52
(132,1 cm)
35
(88,9 cm)
147
98 74 65 52 49 45 41 35 29 20
Hoogte
(373,4 cm) (248,9 cm) (188 cm) (165,1 cm) (132,1 cm) (124,5 cm) (114,3 cm) (104,1 cm) (88,9 cm) (73,7 cm) (50,8 cm)
Max. (l1)
525
(16,0 m)
348
(10,6 m)
262
(8,0 m)
233
(7,1 m)
184
(5,6 m)
174
(5,3 m)
157
(4,8 m)
144
(4,4 m)
125
(3,8 m)
102
(3,1 m)
66
(2,0 m)
x: Schermgrootte (diagonaal) (X) (inches) l: Projectie-afstand (L) (feet) h: Lens-midden tot onderrand van het scherm (H) (inches)
Projectie-afstand (L)
407 269 203 177 141 135 121 112
95 79 52
Min. (l2)
(12,4 m) (8,2 m) (6,2 m) (5,4 m) (4,3 m) (4,1 m) (3,7 m) (3,4 m) (2,9 m) (2,4 m) (1,6 m)
Lens-midden tot onderrand van het scherm (H)
Bovenste lenspositie (h1)
62
(186,8 cm)
41
(124,5 cm)
31
(93,4 cm)
29
(82,8 cm)
22
(66,0 cm)
21
(62,3 cm)
111
(57,3 cm)
19
(52,3 cm)
16
(44,8 cm)
13
(37,4 cm)
9,8
(24,9 cm)
Onderste lenspositie (h2)
21
(62,3 cm)
14
(41,5 cm)
10
(31,1 cm)
10,9
(27,6 cm)
8,7
(22,0 cm)
8,2
(20,8 cm)
7,5
(19,1 cm)
6,9
(17,4 cm)
5,9
(14,9 cm)
4,9
(12,5 cm)
3,3
(8,3 cm)
NL-27
Er is foutmarge van ±3% in de bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het
scherm bevindt.
Instellen van de projectie-afstand
AN-P9MX Werpafstand-verhouding 1:0,9
NORMAAL functie (4:3)
Diagonaal Breedte
300
(762 cm)
200
(508 cm)
150
(381 cm)
100
(254 cm)
84
(213,4 cm)
72
(182,9 cm)
60
(152,4 cm)
40
(101,6 cm)
Schermgrootte (4:3) (X)
(609,6 cm)
240 160 120
80 67 58 48 32
(406,4 cm) (304,8 cm) (203,2 cm) (170,2 cm) (147,3 cm) (121,9 cm) (81,3 cm)
180 120
Hoogte
90 60 50 43 36 24
(457,2 cm) (304,8 cm) (228,6 cm) (152,4 cm) (127 cm) (109,2 cm) (91,4 cm) (61 cm)
Projectie-afstand (L) Lens-midden tot onderrand van het scherm (H)
181 120
90 511 411
42
36
23
(5,5 m) (3,7 m) (2,7 m) (1,8 m) (1,5 m) (1,3 m) (1,1 m) (0,7 m)
76 50 39 26 21
110
16 10
(228,6 cm) (152,4 cm) (114,3 cm) (76,2 cm) (64,0 cm) (54,9 cm) (45,7 cm) (30,5 cm)
Opstellen en
aansluiten
De formule voor de schermgrootte en de projectie-afstand
l = (0,0186x 0,0563)3.28 h = 0,3x
x: Schermgrootte (diagonaal) (X) (inches) l: Projectie-afstand (L) (feet) h: Lens-midden tot onderrand van het scherm (H) (inches)
REK functie (16:9)
Diagonaal Breedte
300
(762 cm)
200
(508 cm)
150
(381 cm)
133
(337,8 cm)
106
(269,2 cm)
100
(254 cm)
92
(233,7 cm)
84
(213,4 cm)
72
(182,9 cm)
60
(152,4 cm)
40
(101,6 cm)
De formule voor de schermgrootte en de projectie-afstand
l = (0,0203x 0,0579)3,28 h = 0,2451x
Schermgrootte (4:3) (X)
261 174 131 116
92 87 80 73 63 52 35
(662,9 cm) (442 cm) (332,7 cm) (294,6 cm) (233,7 cm) (221 cm) (203,2 cm) (185,4 cm) (160 cm) (132,1 cm) (88,9 cm)
147
Hoogte
(373,4 cm)
98
(248,9 cm)
74
(188 cm)
65
(165,1 cm)
52
(132,1 cm)
49
(124,5 cm)
45
(114,3 cm)
41
(104,1 cm)
35
(88,9 cm)
29
(73,7 cm)
20
(50,8 cm)
x: Schermgrootte (diagonaal) (X) (inches) l: Projectie-afstand (L) (feet) h: Lens-midden tot onderrand van het scherm (H) (inches)
Projectie-afstand (L) Lens-midden tot onderrand van het scherm (H)
199 132 910
88 610
66 511
54
48
39
26
(6,0 m) (4,0 m) (3,0 m) (2,6 m) (2,1 m) (2,0 m) (1,8 m) (1,6 m) (1,4 m) (1,2 m) (0,8 m)
62 41 31 29 22 21
111
19 16 13
10,0
(186,8 cm) (124,5 cm) (93,4 cm) (82,8 cm) (66,0 cm) (62,3 cm) (57,3 cm) (52,3 cm) (44,8 cm) (37,4 cm) (24,9 cm)
Er is foutmarge van ±3% in de bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het
scherm bevindt.
NL-28
Instellen van de projectie-afstand
1307
873 657 581 463 440 404 369
3110
267
(39,8 m) (26,6 m) (20,0 m) (17,7 m) (14,1 m) (13,4 m) (12,3 m) (11,2 m) (9,7 m) (8,1 m)
999 667 502 447 355 336
3010
283 243 204
(30,4 m) (20,3 m) (15,3 m) (13,6 m) (10,8 m) (10,2 m) (9,4 m) (8,6 m) (7,4 m) (6,2 m)
62 41 31 29 22 21
111
19 16 13
(186,8 cm) (124,5 cm) (93,4 cm) (82,8 cm) (66,0 cm) (62,3 cm) (57,3 cm) (52,3 cm) (44,8 cm) (37,4 cm)
21 14 10
10,9
8,7 8,2 7,5 6,9 5,9 4,9
(62,3 cm) (41,5 cm) (31,1 cm) (27,6 cm) (22,0 cm) (20,8 cm) (19,1 cm) (17,4 cm) (14,9 cm) (12,5 cm)
300 200 150 133 106 100
92 84 72 60
261 174 131 116
92 87 80 73 63 52
147
98 74 65 52 49 45 41 35 29
(762 cm) (508 cm) (381 cm) (337,8 cm) (269,2 cm) (254 cm) (233,7 cm) (213,4 cm) (182,9 cm) (152,4 cm)
(662,9 cm) (442 cm) (332,7 cm) (294,6 cm) (233,7 cm) (221 cm) (203,2 cm) (185,4 cm) (160 cm) (132,1 cm)
(373,4 cm) (248,9 cm) (188 cm) (165,1 cm) (132,1 cm) (124,5 cm) (114,3 cm) (104,1 cm) (88,9 cm) (73,7 cm)
Diagonaal Breedte
Schermgrootte (4:3) (X)
Hoogte
Projectie-afstand (L)
Max. (l1) Min. (l2)
Lens-midden tot onderrand van het scherm (H)
Bovenste lenspositie (h1) Onderste lenspositie (h2)
1199
801 600 404
3310
292 243
(36,5 m) (24,4 m) (18,3 m) (12,3 m) (10,3 m) (8,9 m) (7,4 m)
916
614 4511 3010 2511
224
188
(27,9 m) (18,7 m) (14,0 m) (9,4 m) (7,9 m) (6,8 m) (5,7 m)
76 50 39 26 21
110
16
(228,6 cm) (152,4 cm) (114,3 cm) (76,2 cm) (64,0 cm) (54,9 cm) (45,7 cm)
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm) (0,0 cm)
300 200 150 100
84 72 60
240 160 120
80 67 58 48
180 120
90 60 50 43 36
(762 cm) (508 cm) (381 cm) (254 cm) (213,4 cm) (182,9 cm) (152,4 cm)
(609,6 cm) (406,4 cm) (304,8 cm) (203,2 cm) (170,2 cm) (147,3 cm) (121,9 cm)
(457,2 cm) (304,8 cm) (228,6 cm) (152,4 cm) (127 cm) (109,2 cm) (91,4 cm)
Diagonaal Breedte
Schermgrootte (4:3) (X)
Hoogte
Projectie-afstand (L)
Max. (l1) Min. (l2)
Lens-midden tot onderrand van het scherm (H)
Bovenste lenspositie (h1) Onderste lenspositie (h2)
AN-P48EZ Werpafstand-verhouding 1:4,6 tot 6,1
NORMAAL functie (4:3)
aansluiten
Opstellen en
De formule voor de schermgrootte en de projectie-afstand
l1(Max.) = (0,1214x 0,1272)3,28 l2(Min.) = (0,0927x 0,1233)3,28 h1(Upper) = 0,3x h2(Lower) = 0
x: Schermgrootte (diagonaal) (X) (inches) l: Projectie-afstand (L) (feet) h: Lens-midden tot onderrand van het scherm (H) (inches)
REK functie (16:9)
De formule voor de schermgrootte en de projectie-afstand
l1(Max.) = (0,1323x 0,1272)3,28 l2(Min.) = (0,101x 0,1233)3,28 h1(Upper) = 0,2451x h2(Lower) =0,0817x
x: Schermgrootte (diagonaal) (X) (inches) l: Projectie-afstand (L) (feet) h: Lens-midden tot onderrand van het scherm (H) (inches)
Er is foutmarge van ±3% in de bovenstaande formule.
Waarden met een minteken () geven aan hoeveel het midden van de lens zich onder de onderrand van het
NL-29
scherm bevindt.

Beeldprojectie

Projectie van achteren

Zet een doorschijnend scherm tussen de projector
Gebruik het menu-systeem van de projector om het
De beeldkwaliteit is het beste wanneer de projector

Projectie via een spiegel

Als de afstand tussen de projector en het scherm
Zet een spiegel (een gewone platte) voor de lens.
Projecteer het normale beeld op de spiegel.
Het door de spiegel weerkaatste beeld wordt op het
en het publiek.
beeld spiegelverkeerd te projecteren. (Zie bladzijde
voor het gebruiken van deze functie.)
51
loodrecht staat ten opzichte van het scherm met alle voetjes ingetrokken en horizontaal.
niet voldoende is voor een normale projectie van achteren, kunt u het beeld via een spiegel op het scherm projecteren.
lichtdoorlatende scherm geprojecteerd.
Opstellen en
aansluiten
VOORZICHTIG
Wanneer u een spiegel gebruikt dient u ervoor te zorgen dat zowel de projector als de spiegel zo opgesteld staan dat het licht van de projectorlamp niet rechtstreeks in de ogen van het publiek kan schijnen.

Projectie bij plafondmontage

Het verdient aanbeveling de los verkrijgbare Sharp plafondbeugel te gebruiken voor deze opstelling.
Voordat u de LCD-projector aan het plafond bevestigt, moet u eerst de door de fabrikant aanbevolen plafondmontagebeugel (los verkrijgbaar) bij een erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum aanschaffen. (AN-XGCM61 plafondmontagebeugel en de bijbehorende AN­EP101AP verlengpijp (voor de Verenigde Staten) of de AN-NV6T plafondmontagebeugel en de bijbehorende AN-TK201/AN-TK202 verlengpijpen (voor andere landen dan de Verenigde Staten))
Met de projector ondersteboven moet u de bovenste rand van het scherm als basislijn gebruiken.
Gebruik het menu-systeem van de projector om de juiste wijze van projecteren te kiezen. (Zie bladzijde
voor het gebruiken van deze functie.)
51
NL-30

Gebruik van de bedieningstoetsen

Kiezen van de ingangssignaalbron

Bedieningstoetsen

Projector Afstandsbediening
INPUT

Instellen van het volume

Druk op INPUT 1.2.3 of INPUT 4.5 van de projector of op INPUT (1, 2, 3, 4 of 5) van de afstandsbediening om het gewenste ingangssignaal te kiezen.
• Wanneer er geen signaal ontvangen wordt, ziet u “GEEN SIGN”. Wanneer een signaal ontvangen wordt waarvoor de projector niet geschikt is, ziet u “ONGELDIG”.
In-beeld-display
INGANG 2 functie INGANG 3 functieINGANG 1 functie
INGANG 4 functie
INGANG 5 functie
Projector Afstandsbediening
VOLUME
Druk op VOLUME / om het volume te regelen.
In-beeld-display

Tijdelijk uitschakelen van het geluid

Projector
Afstandsbediening
MUTE
Druk op MUTE om het geluid tijdelijk uit te schakelen. Druk nog een keer op MUTE om het geluid weer aan te zetten.
In-beeld-display
NL-31

Projecteren van een zwart beeld over het presentatiebeeld

Projector Afstandsbediening
Geprojecteerde beeld
sg
BLACK
SCREEN
Deze functie kan worden gebruikt om het geprojecteerde presentatiebeeld volledig zwart te maken.
Het scherm volledig zwart laten worden
Druk op BLACK SCREEN. Het scherm wordt zwart en de mededeling “ZWART SCHERM” verschijnt op het scherm. Druk nogmaals op BLACK SCREEN om terug te keren naar het oorspronkelijk weergegeven beeld.
Bedieningstoetsen

Weergeven van een stilstaand beeld

Projector
In-beeld-display
Afstandsbediening
FREEZE
Deze functie stelt u in staat een bewegend beeld onmiddellijk stil te zetten. Dit is nuttig wanneer u een stilstaand beeld afkomstig van een computer of video wilt laten zien zodat u meer tijd heeft om uitleg bij het beeld te geven aan uw publiek. U kunt deze functie ook gebruiken om een stilstaand beeld afkomstig van een computer weer te geven terwijl u voorbereidingen treft voor de presentatie van de volgende computerbeelden.
1 Druk op FREEZE om het beeld stil te zetten.
2 Druk nogmaals op FREEZE om het beeld weer te
laten bewegen.
NL-32

Uitvergroten van een bepaald gedeelte van het beeld

Bedieningstoetsen
Afstandsbediening
In-beeld-display
/ƒ/ß/©
UNDO
ENLARGE
4
Deze functie stelt u in staat een bepaald gedeelte van een beeld uit te vergroten. Dit is nuttig wanneer u een detail uit het beeld wilt laten zien.
1 Druk op ENLARGE ( ) om in te zoomen. (Druk op
ENLARGE (
1 4 9 16 36 64
) om uit te zoomen.)
2 Druk op UNDO om terug te keren naar 1
weergave.
Als u op ENLARGE ( ) drukt terwijl de zoom is ingesteld op 1, zal er geen verandering zijn. En als u op ENLARGE
) drukt terwijl de zoom is ingesteld op 64, zal er ook
(
geen verandering zijn.
Als het ingangssignaal verandert tijdens het digitaal uitvergroten van het beeld, zal de weergave terugkeren naar 1. Het ingangssignaal wordt veranderd (a) wanneer er op INPUT 1, 2, 3, 4 of 5 wordt gedrukt, (b) wanneer het ingangssignaal onderbroken wordt, of (c) wanneer de resolutie en verversingsratio van het
ingangssignaal verandert.
Druk op ENLARGE
) om in te zoomen.
(
Druk op ∂/ƒ/ß/©.
Wijzigen van de uitvergrote plaats
Met de Screen Pan functie kunt u het beeld uitvergroten en dan over het scherm “pannen” om de uitvergrote plaats te wijzigen.
Wanneer het beeld is uitvergroot, drukt u op ∂/ƒ/ß/© om over de totale afbeelding heen en weer te gaan.
NL-33

Weergeven en instellen van de pauzeklok

45
Afstandsbediening
In-beeld-display
/ƒ/ß/©
BREAK TIMER
Gebruik deze functie om de resterende pauzeduur aan te geven bij een onderbreking in de presentatie.
1 Druk op BREAK TIMER. De pauzeklok begint af te
tellen vanaf 5 minuten.
Met /ƒ/ß/© kunt u de pauzeklok instellen tussen 1 en 60 minuten. De pauzeklok begint met aftellen zodra u op ∂/ƒ/ß/©drukt.
2 Druk op BREAK TIMER om de pauzeklok te
annuleren.
De pauzeklok wordt weergegeven op het achtergrondbeeld dat u geselecteerd hebt in Kiezen van een
achtergrondbeeld. (Zie bladzijde
49
)
Bedieningstoetsen

Instellen van het computerbeeld met AUTO SYNC

Projector Afstandsbediening
AUTO SYNC
In-beeld-display
g
Gebruik deze functie voor het automatisch instellen van het computerbeeld.
Druk op AUTO SYNC. Tijdens de automatische synchronisatie-instelling zal het in-beeld-display veranderen zoals links hieronder is aangegeven.
Zie Automatische synchronisatie instelling op bladzijde
voor de beschrijving van het “Automat.sync.” menu-
onderdeel.
Het kan enige tijd duren voordat de automatische synchronisatie klaar is, afhankelijk van het beeld dat door de aangesloten computer gegenereerd wordt.
f
s
NL-34

Instellen van de beeldverhouding

COMPUTER
Bedieningstoetsen
4:3 beeldverhouding
Andere beeldverhoudingen
Projector
Afstandsbediening
UNDO
RESIZE
NORMAAL VOLLEDIG PUNT VOOR PUNT
1024 768 800 600 SVGA (800 600)
1024 768 ––XGA (1024 768)
1024 768 1280 960SXGA (1280 960)
1024 768 1600 1200UXGA (1600 1200)
960 768 1024 768 1280 1024SXGA (1280 1024)
Deze functie stelt u in staat de weergavefunctie aan te passen of te wijzigen om het ontvangen beeld te verbeteren. Afhankelijk van het ingangssignaal kunt u kiezen uit NORMAAL, VOLLEDIG, PUNT VOOR PUNT, KADER, REK of SLIMME REK.
1 Druk op RESIZE. Elke keer dat u op RESIZE drukt
verandert de weergavefunctie zoals hieronder staat aangegeven.
2 Druk op UNDO terwijl de aanduiding “GROOTTE
AANPASSEN op het scherm getoond wordt om terug te keren naar het standaard beeld.
•“NORMAAL” is vast ingesteld wanneer XGA (1024 768) signalen worden ontvangen.
Weergavebeeld
NORMAAL VOLLEDIG PUNT VOOR PUNT
Ingangssigaal
Resolutie lager
dan XGA
XGA
Resolutie hoger
dan XGA
Projecteert een schermvullend
beeld met behoud van de
beeldverhouding.
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
4:3 beeldverhouding
Projecteert een schermvullend
beeld zonder dat op de
beeldverhouding wordt gelet.
Projecteert een weergavebeeld
van het oorspronkelijke
resolutiesignaal.
NL-35
SXGA
(1280 1024)
Instellen van de beeldverhouding
VIDEO
NORMAAL KADER REK
4:3
480I, 480P, 580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
720P, 1035I, 1080
beeldverhouding
Letterbox, Samengedrukt
I
16:9 beeldverhouding
1024 768 768 576*
––
1024 576*
•“REK is vast ingesteld wanneer 720P, 1035I of 1080I signalen worden ontvangen.
* Bij deze beelden kan de digitale beeldverschuivingsfunctie worden gebruikt.
Weergavebeeld
NORMAAL KADER
Ingangssigaal
480I, 480P, 580I, 580P,
NTSC, PAL, SECAM
Projecteert een
schermvullend beeld.
4:3 beeldverhouding
Letterbox
Projecteert een 4:3 beeld
volledig in een REK (zie de
volgende kolom)
weergavebeeld.
Projecteert een 16:9 beeld
gelijkmatig over het gehele
scherm (boven/onder zwarte
SLIMME REK
1024 576*
REK SLIMME REK
Projecteert het beeld volledig in een 16:9 scherm door vergroten van de omringende gebieden terwijl de beeldverhouding in het
balken).
midden op 4:3 gehandhaafd blijft.
Bedieningstoetsen
720P, 1035
I
, 1080
Samengedrukt
I
16:9 beeldverhouding
NL-36

Gamma correctiefunctie

STANDAARD
Bedieningstoetsen
PRESENTATIE
Projector
Afstandsbediening
UNDO
GAMMA
In-beeld-display
(Voorbeeld: RGB functie)
Gamma verwijst naar een functie ter verbetering van de beeldkwaliteit die een rijker beeld kan bieden door de donkere partijen van het beeld op te lichten zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen.
Er zijn vier gamma instellingen beschikbaar om het beeld optimaal aan te kunnen passen aan de weergegeven beelden en de omstandigheden in de gebruikte ruimte.
Wanneer u beelden weergeeft met veel donkere scènes, zoals een film of een concert, of wanneer u de beelden weergeeft in een lichte ruimte, kan deze functie de donkere scènes beter zichtbaar maken en het beeld een grotere diepte geven.
Gamma functies
Gekozen functie
STANDAARD
PRESENTATIE
CINEMA
GEBRUIKER
Gamma functie
Standaard beeld zonder gamma correctie.
Licht de donkere partijen op voor een betere presentatie.
Geeft meer diepte aan de donkere partijen voor een meer boeiende voorstelling.
Stelt u in staat de gamma waarde aan te passen via de Sharp Advanced Presentation Software.
1 Druk op GAMMA. Elke keer dat GAMMA wordt
ingedrukt zal de gamma waarde veranderen zoals links is aangegeven.
CINEMA
GEBRUIKER
sss
2 Druk op UNDO wanneer de aanduiding “GAMMA
op het scherm getoond wordt om terug te keren naar het standaard beeld.
Bij de GEBRUIKER instelling van de VIDEO functie wordt de videobron geoptimaliseerd zodat een fraaier beeld wordt verkregen. De heldere gedeelten van het beeld worden donkerder gemaakt en aan de donkere partijen van het beeld wordt meer diepte gegeven. Selecteer GEBRUIKER als de standaardinstelling wanneer u liever een beeld met een vloeiende textuur hebt in plaats van een sterk contrasterend beeld.
De STANDAARD en CINEMA instellingen van de VIDEO functie (behalve COMPONENT 480P/580P/720P/1035I/ 1080I) bevatten een DYNAMISCHE GAMMA functie om de GAMMA correctie beeld voor beeld onvertraagd te optimaliseren, waardoor een fraaier resultaat wordt verkregen.
De PRESENTATIE instellingen zijn hetzelfde voor de RGB en de VIDEO functie.
NL-37

Gebruik van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menuscherm

Basisbediening

Deze projector heeft twee sets menuschermen die u in staat stellen het beeld en diverse projectorinstellingen te regelen.
afstandsbediening aan de hand van de onderstaande procedure.
Deze menuschermen kunnen bediend worden via de projector zelf of via de
Projector
/ƒ/ß/©
(GUI) In-beeld-display
INGANG 1, 2 (RGB) of 3 (DIGITAAL) functie
(Voorbeeld)
Afstandsbediening
MENU
UNDO
ENTER
1
2
3
Druk op MENU om de menubalk voor de INGANG 1,
1
2, 3, 4 of 5 functie te laten verschijnen.
2 Druk op ß/© om het instelmenu van de menubalk te
kiezen.
Druk op ∂/ƒ en selecteer een specifiek onderdeel
3
waarvan u de instelling wilt wijzigen.

Basisbediening

5
4
2
5
INGANG 4, 5 (VIDEO) functie
(Voorbeeld)
1
2
3
Om een enkele instelling te kunnen wijzigen dient u
4
op ENTER te drukken nadat u het onderdeel heeft geselecteerd. Alleen de menubalk en het gekozen onderdeel zullen verschijnen.
5 Druk op ß/© om de instellingen te wijzigen.
Druk op UNDO om terug te keren naar het vorige
6
scherm.
Druk op MENU om het grafische menusysteem weer
7
te verlaten.
• Zie de boomdiagrammen op bladzijde 39 en 40 voor nadere
bijzonderheden omtrent de onderdelen op de menuschermen.
5
NL-38

Menubalken

Onderdelen op de menubalk voor de INGANG 1, 2 of 3 functie
Hoofdmenu
Beeld
Fijn sync.
Basisbediening
Audio
Opties (1)
Submenu
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Signaaltype
Progressieve func.
Klok
Fase
H-Pos
V-Pos
Reset
Vastleggen
Keuze instel.
Speciale functies
Signaal informatie
Automat.sync.
Auto-sync dsp
Balans
Hoge toon
Lage toon
Reset
Audio uitgang
Luidspreker
Beeld-in-beeld
OSD Display
Achtergrond
Startbeeld
Spaarfunctie
Energie besparing
[LAAG VERBRUIK/STANDAARD]
Mon.uitg./RS232C Auto Power Off
3030
3030
3030
3030
3030
3030
3030
33
150150
6060
150150
6060
[ON/OFF]
3030
3030
3030
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF] [ON/OFF]
RGB
Component
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
Resolutie
1
800600
2
640480
7
Resolutie
1
800600
2
640480
7
Resolutie
1 2
7
Resolutie Hor.freq. Vert.freq.
OFF Normaal Hoge snelheid
Vast
Variabel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Vert.freq.
75 Hz 72 Hz
Vert.freq.
75 Hz 72 Hz
640480
37.5 kHz 72 Hz
Hoofdmenu
Opties (2)
Taal
Status
Submenu
Lamp timer
Projectie
Stack Instelling
Niv. toetsvergr.
Input instellen
RS-232C
Instellen ID nr.
Wachtwoord
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Voor
Plafondvoor
Achter
Plafondachter
Normaal
Master
Slave
Normaal
Niveau A
Niveau B
Ingang1
Ingang2
Ingang3
Ingang4
Ingang5
9600bps
38400bps
115200bps
ID nr.
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
De cijfers die hierboven worden genoemd voor resolutie,
verticale frequentie en horizontale frequentie dienen slechts als voorbeeld.
•“Kleur, Tint en Scherpte verschijnen alleen wanneer bij de INGANG 1 of 2 functie Component ingangssignalen is ingesteld. Bij INGANG 3 (DVI) is in het “Beeld” menu alleen Kleurtmp actief en de andere menus worden in grijs weergegeven. In het Fijn sync. menu is alleen Signaal informatie actief en de andere menus worden in grijs weergegeven.
Alleen de aangegeven onderdelen in de boomdiagrammen hierboven kunnen worden ingesteld.
Om de onderdelen onder de submenus te kunnen instellen, dient u © in te drukken nadat u het submenu geselecteerd heeft.
NL-39
Menubalken
Onderdelen op de menubalk voor de INGANG 4 of 5 functie
Hoofdmenu
Beeld
Audio
Opties (1)
Submenu
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Kleurtmp
Reset
Progressieve func.
Balans
Hoge toon
Lage toon
Reset
Audio uitgang
Luidspreker
Ruisonderdr.
OSD Display
Videosysteem
Achtergrond
Startbeeld
Spaarfunctie
Energie besparing
[LAAG VERBRUIK/STANDAARD]
Mon.uitg./RS232C Auto Power Off
3030
3030
3030
3030
3030
3030
3030
33
3030
3030
3030
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF] [ON/OFF]
2D Progressief
3D Progressief
Filmfunctie
Vast
Variabel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Auto
PAL (50/60Hz)
SECAM
NTSC4.43
NTSC3.58
PAL–M
PAL–N
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Sharp
Gebruiker
Geen
Hoofdmenu
Opties (2)
Taal
Status
Submenu
Lamp timer
Projectie
Stack Instelling
Niv. toetsvergr.
Input instellen
RS-232C
Instellen ID nr.
Wachtwoord
English
Deutsch
Español
Nederlands
Français
Italiano
Svenska
Português
Voor
Plafondvoor
Achter
Plafondachter
Normaal
Master
Slave
Normaal
Niveau A
Niveau B
Ingang1
Ingang2
Ingang3
Ingang4
Ingang5
9600bps
38400bps
115200bps
ID nr.
Oud wachtwrd
Nieuw wachtw
Herbevestigen
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
[ON/OFF]
Basisbediening
Alleen de aangegeven onderdelen in de boomdiagrammen hierboven kunnen worden ingesteld.
Om de onderdelen onder de submenus te kunnen instellen, dient u © in te drukken nadat u het submenu geselecteerd
heeft.
NL-40

Instellen van het beeld

U kunt de beeldkwaliteit naar uw eigen wensen en voorkeuren regelen met de volgende beeldfuncties. Zie bladzijde
bijv. RGB ingangssignalen in de INGANG 1 of 2 functie
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Beeldinstelling
Contrast
Helder
Kleur
Tint
Scherpte
Rood
Blauw
Reset
•“Kleur”, “Tint” en “Scherpte” verschijnen niet voor RGB ingangssignalen in de INGANG 1 of 2 functie.
Om alle in te stellen onderdelen terug te zetten op de fabrieksinstellingen, dient u Reset op het Beeld menuscherm te
selecteren en vervolgens op ENTER te drukken.
De gewijzigde instellingen kunnen apart worden opgeslagen in de INGANG 1 t/m 5 functies.
Afhankelijk van het type signaal dat ontvangen wordt, is het mogelijk dat Scherpte niet kan worden afgesteld voor
COMPONENT ingangssignalen in de INGANG 1 of 2 functie.
ß Insteltoets
Minder contrast Minder helder Voor minder intense kleuren Huidtinten worden paarsig Voor minder scherpte Minder rood Minder blauw
Alle beeldinstellingen worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
© Insteltoets
Meer contrast Helderder Voor intensere kleuren Huidtinten worden groenig Voor meer scherpte Roder Blauwer
Instellen van de kleurtemperatuur
Deze functie wordt gebruikt voor het instellen van de kleurtemperatuur overeenkomstig het type beeld
Basisbediening
dat de projector ontvangt (videobeeld, computerbeeld, TV-uitzending enz.). Verlaag de kleurtemperatuur voor een warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren en verhoog de kleurtemperatuur voor een koeler, blauwachtig beeld met meer helderheid.
3 3
(Rood) ß toets
Verlaagt de kleurtemperatuur voor een warm, roodachtig, fonkelend beeld. (Lage kleurtemperatuur)
Verhoogt de kleurtemperatuur voor een koel, blauwachtig, fluorescerend beeld. (Hoge kleurtemperatuur)
© toets (Blauw)
Kiezen van het signaaltype (alleen voor het RGB menu)
Gebruik deze functie om het ingangssignaaltype RGB of COMPONENT te selecteren voor de INPUT 1 of INPUT 2 poort.
NL-41
Instellen van het beeld
Progressieve weergavefunctie
Deze functie stelt u in staat om een progressieve weergave van het videosignaal in te stellen. De progressieve weergave zorgt voor een meer soepele weergave van de videobeelden. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Met deze functie wordt de progressieve conversie ingesteld.
2D progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van snel bewegende beelden zoals sport- of actiescènes. Bij deze functie wordt het getoonde beeldframe met optimale kwaliteit weergegeven.
3D progressief
Deze functie is bedoeld voor weergave van relatief langzaam bewegende beelden zoals toneelscènes, documentaires e.d. De kwaliteit van de weergave wordt verbeterd door de bewegingen in een aantal voorafgaande en volgende beelden te gebruiken.
Filmfunctie
Voor een duidelijke weergave van film-software. Toont een geoptimaliseerd beeld van film die is omgezet met “three- two pull-down (NTSC en PAL 60 Hz) of two-two pull-down (PAL 50 Hz en SECAM) verbetering in progressieve weergavebeelden.
* De filmbron is een digitale video-opname waarvan het
origineel gecodeerd is met 24 frames/seconde. De projector kan deze filmbron omzetten in progressieve video met 60 frames/seconde bij NTSC en PAL 60 Hz of 50 frames/seconde bij PAL 50 Hz en SECAM, voor weergave van een high-definition beeld.
Wanneer progressieve invoersignalen gebruikt worden, zullen deze rechtstreeks worden weergegeven zodat 2D Progressief, 3D Progressief en Filmfunctie niet geselecteerd kunnen worden. Deze functies kunnen geselecteerd worden bij andere interliniëring-signalen dan 1080I.
Bij NTSC of PAL 60 Hz zal, ook wanneer de 3D Progressief functie is ingesteld, de three-two pull-down verbetering automatisch ingeschakeld worden nadat de filmbron is ingevoerd.
Bij PAL 50 Hz of SECAM zal de two-two pull-down verbetering alleen bij gebruik van de Filmfunctie ingeschakeld worden nadat de filmbron is ingevoerd.
Basisbediening
NL-42

Instellen van de computerbeelden (alleen voor het RGB menu)

Bij weergave van zeer gedetailleerde computerpatronen (zoals ‘betegeling’, verticale strepen e.d.), kan er tussen de LCD beeldpunten interferentie ontstaan, waardoor delen van het beeld kunnen gaan flikkeren, of waardoor er verticale strepen of onregelmatigheden in de contrastweergave kunnen ontstaan. Als dit gebeurt, kunt u de instellingen “Klok”, “Fase”, “H-Pos” en “V-Pos” bijstellen om een optimale weergave te bereiken. Zie bladzijde
(Kies de gewenste computer ingangsfunctie via INPUT 1 of 2.)
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Klok
Regelt verticale ruis.
Fase
Regelt horizontale ruis (vergelijkbaar met “tracking” op uw videorecorder).
H-Pos
Centreert het weergegeven beeld door het naar links of rechts te verplaatsen.
V-Po s
Centreert het weergegeven beeld door het naar boven of beneden te verplaatsen.
Het computerbeeld kan gemakkelijk aangepast worden door op AUTO SYNC ( ) te drukken. Zie bladzijde 45 voor nadere bijzonderheden.
Om alle in te stellen onderdelen terug te zetten op de fabrieksinstellingen, dient u Reset op het Fijn sync. menuscherm te selecteren en vervolgens op ENTER te drukken.
Basisbediening
Opslaan en selecteren van instellingen
Deze projector stelt u in staat om maximaal zeven instellingen op te slaan om te gebruiken met verschillende computers. Wanneer deze instellingen opgeslagen zijn, kunnen ze gemakkelijk weer opgeroepen worden wanneer u dezelfde computer weer aansluit op de projector.
Opslaan van de instellingen
Selecteren van opgeslagen instellingen
Als er geen instellingen zijn opgeslagen onder een bepaald nummer in het geheugen, zullen bij dat nummer geen resolutie en frequentie vermeld staan.
Wanneer u een eerder opgeslagen instelling via Keuze instel. oproept, moet het aangesloten computersysteem wel overeenkomen met de opgeslagen instellingen.
NL-43
Instellen van de computerbeelden (alleen voor het RGB menu)
Speciale functie instelling
Normaal gesproken wordt het soort ingangssignaal gedetecteerd en wordt de correcte resolutie automatisch ingesteld. Bij sommige signalen kan het echter nodig zijn om de optimale resolutie-instelling te kiezen in Speciale functies op het Fijn sync. menuscherm, in overeenstemming met het ingangssignaal van de computer. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Vermijd de weergave van computer gegenereerde patronen die zich om de andere beeldlijn herhalen (horizontale strepen). (Het beeld kan hierdoor gaan flikkeren, wat het erg moeilijk maakt ernaar te blijven kijken.)
Wanneer er een DTV 480P of 1080I signaal binnenkomt, dient u het corresponderende signaaltype te kiezen.
Controleren van het ingangssignaal
Deze functie stelt u in staat de informatie betreffende het huidige ingangssignaal te controleren.
Basisbediening
NL-44
Instellen van de computerbeelden (alleen voor het RGB menu)
38
Automatische synchronisatie instelling
Wordt gebruikt om een binnenkomend computerbeeld automatisch correct in te stellen.
U kunt de automatische synchronisatie handmatig inschakelen door op AUTO SYNC te drukken, of automatisch door in het GUI menusysteem van de projector het onderdeel Automat.sync. opNormaal of Hoge snelheid te zetten. Zie bladzijde
Basisbediening
Uit
De synchronisatie instellingen worden niet automatisch gemaakt.
Druk op AUTO SYNC om de automatische synchronisatie handmatig in te schakelen.
Normaal
De synchronisatie instellingen worden automatisch gemaakt, op dezelfe manier als in de Hoge snelheid stand.
Het maken van de synchronisatie instellingen in deNormaal stand duurt langer dan in de Hoge snelheid
stand, maar de instellingen zullen nauwkeuriger zijn.
Hoge snelheid
De synchronisatie instellingen worden automatisch gemaakt wanneer de projector wordt aangezet en aangesloten is op een computer, of wanneer het geselecteerde ingangssignaal wordt gewijzigd.
Wanneer de instelling van de projector veranderd wordt, zal de vorige automatische synchronisatie instelling gewist worden.
voor details betreffende de menu-bediening.
Door op AUTO SYNC te drukken kunt u automatisch instellingen laten maken.
Als u tijdens het uitvoeren van automatische synchronisatie in de Uit of Hoge snelheid stand eenmaal op AUTO SYNC
drukt en dan binnen 1 minuut opnieuw op de toets drukt, zal de automatische synchronisatie in de “Normaal” stand worden uitgevoerd.
Het kan enige tijd duren voordat de automatische synchronisatie klaar is, afhankelijk van het beeld dat door de aangesloten computer gegenereerd wordt.
Wanneer het onmogelijk blijkt om via de automatische synchronisatie een optimale beeldweergave te verkrijgen, kunt u de handmatige instellingen proberen. (Zie bladzijde
43
.)
Automatische synchronisatie display functie
Normaal gesproken wordt er geen beeld geprojecteerd tijdens de automatische synchronisatie. U kunt er echter ook voor kiezen een achtergrondbeeld te laten projecteren gedurende de automatische synchronisatie.
NL-45

Instellen van het geluid

De geluidsweergave van de projector is in de fabriek op bepaalde standaardinstellingen gezet. U kunt deze echter aanpassen aan uw eigen voorkeuren door de volgende audio-instellingen te wijzigen. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Geluidsinstelling
Balans
Hoge toon
Lage toon
Reset
Kies Reset op het Audio scherm om alle instellingen op de fabriekswaarden terug te zetten en druk op ENTER.
ß Insteltoets
Meer geluid uit de linker luidspreker Zwakkere hoge tonen
Zwakkere lage tonen Alle geluidsinstellingen worden teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
© Insteltoets
Meer geluid uit de rechter luidspreker Sterkere hoge tonen
Sterkere lage tonen
Audio uitgang
Vast (FAO vastgesteld audio-uitgangsniveau): Het audio-uitgangsniveau
varieert niet in sterkte, ongeacht de instelling van het volumeniveau op de bron-projector.
Variabel (VAO variabel audio-uitgangsniveau): Het audio-uitgangsniveau
varieert in sterkte, overeenkomstig de instelling van het volumeniveau op de bron-projector.
Luidspreker
Voor het AAN/UIT schakelen van de ingebouwde luidsprekers van de projector.
Basisbediening
NL-46

Weergeven van dubbele beelden (alleen voor het RGB menu)

Met behulp van de beeld-in-beeld functie kunt u twee beelden op hetzelfde scherm weergeven. U kunt het beeld dat via de INGANG 4 of 5 binnenkomt als een inzetbeeld weergeven dat het hoofdbeeld overlapt dat via de INGANG 1, 2 of 3 binnenkomt. Zie bladzijde bediening.
300
250
200 A
150 B
100 C
50
0
1996 1997 1998 1999
Druk op ß en selecteer “ ” om een inzetbeeld weer te geven (de fabrieksinstelling is het beeld van INGANG 4).
1
Druk op ß/©/∂/ƒ om het inzetbeeld naar een van de vier mogelijke posities te verplaatsen.
2
voor details betreffende de menu-
38
Het beeld van INGANG 1, 2 of 3 wordt weergegeven als het hoofdbeeld en het beeld van INGANG 4 of 5 wordt weergegeven als het inzetbeeld.
Het laatst getoonde beeld van INGANG 4 of 5 wordt weergegeven als het inzetbeeld. Als u bijvoorbeeld het beeld van INGANG 4 wilt weergeven als het inzetbeeld, kiest u INGANG 4, vervolgens het hoofdbeeld en dan
Beeld-in-beeld”.
Het inzetbeeld kan alleen in een NTSC/PAL/SECAM videosignaal worden weergegeven.
Bij het kiezen van het inzetbeeld worden alleen de beelden weergegeven die worden ontvangen.
Via de luidsprekers wordt het geluid weergegeven dat bij het inzetbeeld hoort.
De beeld-in-beeld functie werkt niet bij de volgende RGB signalen:
Basisbediening
In de beeld-in-beeld stand kunt u alleen de volgende functies gebruiken.
UXGA signalen/SXGAe signalen/Gelaagde signalen/DTV (480P/580P/720P/1035I/1080I) signalen
STILZETTEN: Werkt alleen voor het inzetbeeld.

Verminderen van de beeldruis [DNR] (alleen voor het VIDEO menu)

De digitale ruisonderdrukkingsfunctie (DNR) biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal punt-verloop en kleurvervorming. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Als het beeld duidelijk genoeg is, selecteert u om een wazig beeld te voorkomen.
NL-47

In/uitschakelen van het In-beeld-display

38
Deze functie stelt u in staat om de mededelingen die tijdens het kiezen van het ingangssignaal op het scherm verschijnen in en uit te schakelen. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
Geselecteerde onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
Beschrijving
Alle mededelingen van het in-beeld-display worden getoond.
De Ingang/Gebruiker/Stilzetten/Vergroten/ Automat.sync./Volume/Dempen/Zwart scherm functies worden niet getoond.
De mededelingen van het in-beeld-display worden niet getoond (met uitzondering van de Menu/Lens functies en de waarschuwingsaanduidingen (Spanning uit, Temperatuur, Lamp functies enz.)).

Instellen van het videosignaal (alleen voor het VIDEO menu)

De standaardinstelling voor het videosysteem is “Auto”; deze instelling kan echter gewijzigd worden in een bepaald videosysteem, als het door het apparaat zelf ingestelde videosysteem niet geschikt is voor de aangesloten audio-visuele apparatuur. Zie bladzijde bediening.
voor details betreffende de menu-
38
Basisbediening
Wanneer Auto is ingesteld voor het videosysteem, is het mogelijk dat u geen duidelijk beeld kunt ontvangen vanwege verschillen in het signaal. In dat geval dient u handmatig over te schakelen naar het videosysteem van het bronsignaal.
AUTO kan niet worden ingesteld voor PAL-M en PAL-N ingangssignalen. Selecteer PAL-M of PAL-N in het Videosysteem menu voor PAL-M en PAL-N ingangssignalen.
NL-48

Kiezen van een achtergrondbeeld

Met deze functie kunt u het beeld kiezen dat wordt weergegeven wanneer er geen signaal door de projector ontvangen wordt. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Geselecteerde onderdeel
Sharp
Gebruiker
Blauw
Geen
Als u Gebruiker kiest, kunt u de projector een door uzelf gekozen beeld laten weergeven (bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf) als achtergrondbeeld. Een aangepast beeld moet een 256 kleuren BMP bestand zijn met een maximale grootte van 1.024 768 beeldpunten. Raadpleeg de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software op de CD-ROM voor meer informatie over het opslaan (of veranderen) van een dergelijk beeld.
Beschrijving
SHARP standaard beeld Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het
logo van uw bedrijf) Blauw scherm
Zwart scherm

Kiezen van een opstartbeeld

Met deze functie kunt u opgeven welk beeld er zal verschijnen zodra de projector opstart.
Basisbediening
U kunt een door uzelf gekozen beeld (bijvoorbeeld het loge van uw bedrijf) in de projector uploaden via een RS-232C kabel. Raadpleeg bladzijde de meegeleverde Sharp Advanced Presentation Software op de CD-ROM voor nadere bijzonderheden. Zie bladzijde
voor details betreffende de menu-bediening.
38
in deze gebruiksaanwijzing en ook de handleiding van
20
Geselecteerde onderdeel
Sharp
Gebruiker
Geen
Als u Gebruiker kiest, kunt u de projector een door uzelf gekozen beeld laten weergeven (bijvoorbeeld het logo van uw bedrijf) als opstartbeeld. Een aangepast beeld moet een 256 kleuren BMP bestand zijn met een maximale grootte van 1.024 768 beeldpunten. Raadpleeg de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software op de CD-ROM voor meer informatie over het opslaan (of veranderen) van een dergelijk beeld.
Beschrijving
SHARP standaard beeld Door gebruiker in te stellen beeld (bijv. het
logo van uw bedrijf) Zwart scherm
NL-49

Instellen van de spaarfunctie

De spaarfuncties stellen u in staat het stroomverbruik te verminderen. Zie bladzijde 38 voor details betreffende de menu-bediening.
Energiebesparingsfunctie
Met deze functie wordt de hoeveelheid geprojecteerd licht ingesteld. Selecteer (laag verbruik) of (standaard verbruik) om de helderheid en het ventilatorgeluid, en daarmee het stroomverbruik te verlagen of
verhogen.
Hoeveelheid geprojecteerd licht is 85 %. Stroomverbruik is ongeveer 350 W.
Hoeveelheid geprojecteerd licht is 100 %. Stroomverbruik is 380 W.
De fabrieksinstelling voor Energiebesparing is (standaard verbruik)”.
Ook wanneer
de temperatuur in het inwendige zo hoog wordt dat de koelfunctie in werking treedt.
(laag verbruik) in “Energiebesparing” wordt geselecteerd, kan het geluid van de ventilator toenemen als
Monitor uitgang/RS-232C uitschakelfunctie
De projecter verbruikt stroom wanneer een monitor gebruikt wordt die op de OUTPUT poort voor INPUT 1, 2 is aangesloten of een computer aangesloten op de RS-232C poort. Wanneer deze poorten niet gebruikt worden, kunt u “Mon.uitg./RS232C” op instellen om het stroomverbruik in de ruststand te verminderen.
Ruststand-stroomverbruik voor de Monitor uitgang/RS-232C verbinding is uitgeschakeld.
Monitor uitgang/RS-232C is ingeschakeld.
Zet Mon.uitg./RS232C op bij gebruik van de Sharp Advanced Presentation Software (meegeleverd).
Automatische stroom-uitschakelfunctie
Wanneer er langer dan 15 minuten geen ingangssignaal wordt waargenomen, zal de projector zichzelf automatisch uitschakelen. De mededeling Spanning uit in 5 min. verschijnt op het scherm vijf minuten voordat de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
De projector wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er langer dan ongeveer 15 minuten geen signaal wordt ontvangen.
De automatische stroom-uitschakelfunctie is geïnactiveerd.
Basisbediening
De fabrieksinstelling voor Mon.uitg./RS232C is en de fabrieksinstelling voor Auto Power Off is “ ”.
NL-50

Controleren van de gebruikstijd van de lamp

Deze functie stelt u in staat de totale gebruikstijd van de lamp te controleren. Zie bladzijde 38 voor details betreffende de menu-bediening.
De lamp dient na ongeveer 1.400 gebruiksuren te worden vervangen. Zie bladzijde 64 en 65 voor het vervangen van de
lamp.

De geprojecteerde beelden omkeren/weergeven in spiegelbeeld

Deze projector is voorzien van een functie voor weergave in spiegelbeeld of op zijn kop, hetgeen verschillende zeer nuttige toepassingen mogelijk maakt. Zie bladzijde
menu-bediening.
Basisbediening
Geselecteerde onderdeel
Voor
Plafondvoor
Achter
Plafondachter
• Deze functie wordt gebruikt bij plafondmontage en projectie van achteren. Zie bladzijde 30 voor deze opstellingen.
voor details betreffende de
38
Beschrijving
Normaal beeld
Omgekeerd beeld
Spiegelbeeld
Omgekeerd spiegelbeeld
NL-51

Instellen van de stapel-projectiefunctie

U kunt de helderheid van een beeld verdubbelen door twee projectors boven elkaar te plaatsen en gelijktijdig via beide projectors hetzelfde beeld te projecteren. (“Stack” projectie) Verbind de twee projectors via de RS-232C kabel met elkaar. Wijs vervolgens een projector als de master projector aan en de andere als de slave projector. U kunt dan beide projectors met een enkele afstandsbediening bedienen. Zie bladzijde
Wanneer de master-projector met de afstandsbediening wordt bediend, worden via de RS-232C kabel activeringssignalen naar de slave-projector gestuurd die dan op dezelfde wijze werkt als de master-projector. Met de onderstaande toetsen kunnen de master- en de slave-projector gelijktijdig worden bediend. ON, OFF, BLACK SCREEN, INPUT (1, 2, 3, 4 or 5)
De slave-projector kan niet rechtstreeks met de afstandsbediening worden bediendd.
Nadat de instellingen voor stapel-projectie zijn gemaakt, kunt u toch nog de projectors afzonderlijk bedienen op een van de
volgende manieren. (a) Met behulp van de bedieningstoetsen op de projector. (b) Door de afstandsbediening met behulp van een kabel op de projector aan te sluiten.
Zie bladzijde
en 62 voor nadere bijzonderheden betreffende de toepassingsmogelijkheden van deze functie.
59
38
voor details betreffende de menu-bediening.
Basisbediening

Vergrendelen van de bedieningstoetsen van de projector

Met deze functie kunt u het gebruik van bepaalde toetsen op de projector vergrendelen. U kunt de projector echter nog steeds volledig bedienen met behulp van de toetsen op de afstandsbediening. Zie bladzijde
Om het toetsvergrendelingsniveau te annuleren, voert u de bovenstaande procedure opnieuw uit op de afstandsbediening
Zie bladzijde
38
voor details betreffende de menu-bediening.
Geselecteerde onderdeel
Normaal
Niveau A
Niveau B
voor nadere bijzonderheden betreffende de wachtwoordfunctie.
55
Beschrijving
Alle bedieningstoetsen werken.
Alleen Ingang/Volume/Dempen op de projector werken.
Geen enkele bedieningstoets op de projector werkt.
NL-52

Deselecteren van ingangssignalen

Met behulp van deze functie kunt u ongewenste ingangssignalen blokkeren. Zie bladzijde 38 voor details betreffende de menu-bediening.
Bij stapel-projectie, meerbeelden-scherm projectie e.d. kan deze functie alleen gebruikt worden voor het annuleren van de RS-232C regeling.
Maximaal twee ingangssignalen kunnen geblokkeerd worden voor zowel Ingang 1, 2, 3 als Ingang 4, 5.
Zie bladzijde
en 62 voor nadere bijzonderheden betreffende de toepassingsmogelijkheden van deze functie.
59

Instellen van de overdrachtsnelheid (RS-232C)

Gebruik dit menu om de overdrachtsnelheid van de RS-232C verbinding in te stellen door een bepaalde
Basisbediening
baudrate te selecteren. Zie bladzijde
Zorg dat op de projector en de computer dezelfde baudrate is ingesteld. Zie de handleiding van de computer voor aanwijzingen betreffende het instellen van de baudrate.
voor details betreffende de menu-bediening.
38
NL-53

Bedienen van meerdere projectors met ID nummers

Deze projector kan in een netwerk van maximaal 250 projectors worden gebruikt. Om iedere projector in het netwerk afzonderlijk te kunnen herkennen en bedienen, moet u ID nummers aan de projectors
toekennen. Bij het verlaten van de fabriek is het ID nummer op “001” ingesteld. Zie bladzijde details betreffende de menu-bediening.
Instellen van het ID nummer
Druk op © om het eerste cijfer te selecteren en kies het gewenste cijfer met ∂/ƒ. Herhaal deze procedure voor de andere twee cijfers.
38
voor
Stel het juiste ID nummer in het Optie menu in en plak het bijbehorende nummer van het ID nummerlabel op de projector.
Het ID nummer kan worden ingesteld tussen 001 en 250.
Zie bladzijde
t/m 62 voor nadere bijzonderheden betreffende de diverse toepassingen.
57
Basisbediening
NL-54

Beveiligen van belangrijke instellingen met een wachtwoord

De gebruiker kan een wachtwoord instellen en dit in combinatie met de toetsvergrendelingsfunctie gebruiken om te voorkomen dat bepaalde instellingen van het grafische menusysteem worden gewijzigd.
Zie bladzijde
• Wanneer een wachtwoord is ingesteld, heeft u dit nodig voor gebruik van de “Projectie”, “Stack Instelling”, “Niv. toetsvergr.”, “Input instellen”, “RS-232C” en “Instellen ID nr.” menu’s.
Instellen van het wachtwoord
voor details betreffende de menu-bediening.
38
1 Voer het wachtwoord in door een cijfer te kiezen met /ƒ en dan op © te drukken om naar de plaats voor het
volgende cijfer te gaan. Herhaal deze procedure voor de resterende drie cijfers en druk dan op ENTER.
2 Voer het wachtwoord nogmaals in (“Herbevestigen”) met /ƒ/ß/© en druk dan op ENTER.
Basisbediening
Noteer het wachtwoord op een veilige plaats voor het geval u het wachtwoord zou vergeten.
Wijzigen van het wachtwoord
1 Voer het oude wachtwoord in met /ƒ/ß/© en druk dan op ENTER.
2 Voer het nieuwe wachtwoord in met /ƒ/ß/© en druk dan op ENTER.
3 Voer het wachtwoord nogmaals in (Herbevestigen) met /ƒ/ß/© en druk dan op ENTER.
NL-55

Kiezen van de In-beeld-display taal

De standaardtaal voor het In-beeld-display is Engels; dit kan worden veranderd in Duits, Spaans, Nederlands, Frans, Italiaans, Zweeds, Portugees, Chinees, Koreaans of Japans. Zie bladzijde
details betreffende de menu-bediening.
38
voor

Weergeven van alle instellingen

Deze functie wordt gebruikt om alle instellingen van de projector tegelijk op het scherm te tonen. Zie bladzijde
INGANG 1, 2 (RGB) of 3 (DIGITAAL) functie INGANG 4, 5 (VIDEO) functie
voor details betreffende de menu-bediening.
38
Basisbediening
NL-56

Gebruik van de extra voorzieningen

Deze projector biedt veelzijdige netwerkfuncties.
• Internet-toegang voor zelfdiagnose
• Besturing van meerdere projectors via een computer
• Gelijktijdige bediening van meerdere projectors
Internet-toegang voor zelfdiagnose, statusinformatie en preventief onderhoud
LAN
E-mail E-mail
Internet
LANLAN

Speciale functies

Deze projector kan gebruikt in een netwerk van maximaal 250 projectors die gestuurd worden vanaf een enkele PC met behulp van de meegeleverde Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition. De projector kan via een RS-232C verbinding op een PC worden aangesloten. De uitgangsaansluitingen (RS-232C op de projector) maken een busnetwerk-verbinding mogelijk waardoor er geen verdeler nodig is.
Deze projector is tevens uitgerust met een functie voor het doorgeven van statusinformatie (gebruikstijd van lamp enz.) aan een Sharp servicecentrum of andere onderhoudsdienst voor snelle en efficiënte klantenservice.
Zie de handleidingen die bij de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition worden geleverd voor nadere
bijzonderheden betreffende deze voorzieningen.
NL-57
(RS-232C) Specifications and Command SettingsGebruik van de extra voorzieningen
Besturing van meerdere projectors via een computer
Sharp Advanced
Presentation Software
“Professional Edition”
Videobron 1
Videobron 2
Besturing-PC
RS-232C
RS-232C kable
RS-232C
RS-232C
RS-232C
RS-232C
Videokable
Videokable
Gebouw
RS-232C kable
RS-232C kable
2e verdieping
1e verdieping
Bagane grond
Deze projector kan gebruikt in een netwerk van meerdere projectors die gestuurd worden vanaf een enkele PC met behulp van de bijgeleverde Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition. U kunt bijvoorbeeld de projectors op de begane grond en de tweede verdieping van een gebouw gebruiken voor video-presentaties, terwijl de projectors op de eerste verdieping worden gebruikt voor PC-geregelde presentaties. Tevens is het mogelijk om de projectors op verschillende tijden uit te schakelen (bijv. de projectors op de begane grond en de eerste verdieping na 1 uur en de projectors op de tweede verdieping na 2 uur).
Zie de handleidingen die bij de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition worden geleverd voor nadere bijzonderheden betreffende deze voorzieningen.
De signaaloverdracht-prestatie van de RS-232C kabel kan verschillen afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Gebruik een transmissie-repeater als de signaaloverdracht onbevredigend is.
Wij raden u aan een RS-232C kabel te gebruiken die niet langer is dan 49⬘3 (15 m).
Speciale functies
NL-58
Gebruik van de extra voorzieningen
Stapel-projectie
Om een helderder beeld te verkrijgen, zet u twee projectors boven elkaar en gebruikt dan de Stack instelling functie.
Basisopstelling
Projector 1
Computer
RGB kable
RGB kable
INGANG1
UITGANG
INGANG1
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
Stack Instelling
Master
Stack Instelling
Slave
Projector 2
Volg de onderstaande aanwijzingen voor het opzetten van een stapel-projectie zoals hierboven is aangegeven.
Speciale functies
1 Zet de optie Stack instelling van projector 1 op “Master.
(Zie bladzijde 52 voor nadere bijzonderheden.)
2 Zet de optie Stack instelling van projector 2 op “Slave.
(Zie bladzijde 52 voor nadere bijzonderheden.)
3 Selecteer dezelfde RS-232C overdrachtsnelheid voor projector 1 en projector 2.
(Zie bladzijde 53 voor nadere bijzonderheden.)
4 Stel de optie Input instellen in zoals hieronder is aangegeven.
(Zie bladzijde 53 voor nadere bijzonderheden.)
Projector 1 (Master)
Input instellen Input instellen
INGANG1 INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5
ON
OFF OFF OFF OFF
Zet de ingangsaansluitingen die u gaat gebruiken op “ON”. Zet de ingangsaansluitingen die u niet gebruikt op “OFF”.
NL-59
Projector 2 (Slave)
INGANG1 INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5
ON
OFF OFF OFF OFF
Gebruik van de extra voorzieningen
5 Schakel de projectors uit.
6 Verbind de INPUT 1 poort van projector 1 met behulp van een RGB kabel met de RGB poort van de
computer.
16
(Zie bladzijde
7 Verbind de OUTPUT poort van projector 1 met behulp van een RGB kabel met de INPUT 1 poort van
projector 2.
(Zie bladzijde 21 voor nadere bijzonderheden.)
Wanneer de RGB kabel op projector 2 wordt aangesloten, moet de ingangspoort met hetzelfde nummer worden gebruikt als bij projector 1. (INPUT 1 in dit geval)
8 Verbind de RS-232C OUT poort van projector 1 met behulp van een RS-232C kabel met de RS-232C IN
poort van projector 2.
(Zie bladzijde
9 Schakel eerst de projectors in en daarna de computer.
Toepassing
Raadpleeg bij de invoer van meerdere beeldbronnen het onderstaande voorbeeld voor de instelling van de optie “Input instellen”.
voor nadere bijzonderheden.)
20
voor nadere bijzonderheden.)
RGB kable
Computer 1
RGB kable
Computer 2
Verdeler
DVD videospeler
Projector 1 (Master)
Input instellen Input instellen
INGANG1 INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5
ON ON
OFF
ON
OFF
Videokable
Projector 2 (Slave)
INGANG1 INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5
ON
OFF OFF
ON
OFF
INGANG1
INGANG2
UITGANG
INGANG4
RGB kable
INGANG1
INGANG4
Projector 1
RS-232C OUT
Projector 2
RS-232C kable
RS-232C IN
Stack Instelling
Master
Speciale functies
Stack Instelling
Slave
NL-60
Gebruik van de extra voorzieningen
Videomuur
Vroeger was voor het opzetten van een videomuur­projectie een dure, speciaal voor dit doel ontwikkelde beeldverwerkingseenheid vereist. De XG-P25X heeft een ingebouwde videomuur­projectiefunctie zodat er geen prijzige extra apparatuur hoeft te worden aangeschaft.
Basisopstelling
Hieronder wordt een voorbeeld beschreven van een 2x2 videomuur met behulp van vier projectors, zoals in de afbeelding hiernaast is getoond.
Installeer eerst de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition. Zie de handleiding die bij de software wordt geleverd voor nadere bijzonderheden.
1 Selecteer dezelfde RS-232C overdrachtsnelheid voor
alle projectors. (Zie bladzijde betreffende het selecteren van de overdrachtsnelheid.)
2 Stel het ID nummer voor elke projector in.
(Zie bladzijde betreffende het instellen van een ID nummer.)
3 Schakel alle projectors uit. 4 Sluit de computer waarin de Sharp Advanced
Presentation Software Professional Edition is geïnstalleerd met behulp van RS-232C kabels aan op de vier projectors, zoals aangegeven in aansluitschema 1 hiernaast. (Zie bladzijde betreffende het aansluiten van een RS-232C kabel.)
5 Schakel de computer in en start Sharp Advanced
Presentation Software Professional Edition.
6 Selecteer Use ID Number bij de Operation Mode
Setting.
Speciale functies
(Zie de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition voor nadere bijzonderheden betreffende deze instellingen.)
7 Voer Scan uit bij Scan Setting.
(Zie de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition voor nadere bijzonderheden.)
8 Klik op Power ON in het Multiple Control venster.
Als de projectors zijn aangesloten en juist zijn ingesteld, zullen alle projectors worden ingeschakeld. Als de projectors niet worden ingeschakeld, controleer dan de aansluitingen en probeer opnieuw.
9 Groepeer de projectors bij Group Setting.
(Zie de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition voor nadere bijzonderheden.)
10 Maak de videomuur-instellingen bij Video Wall Setting.
(Zie de handleiding van de Sharp Advanced Presentation Software Professional Edition voor nadere bijzonderheden betreffende deze instellingen.)
Hiermee zijn de voorbereidingen voor videomuur­projectie voltooid. Wanneer hetzelfde beeldsignaal naar alle projectors wordt gestuurd, zal de videomuur­projectie beginnen.
53
voor nadere bijzonderheden
54
voor nadere bijzonderheden
20
voor nadere bijzonderheden
Videomuur-projectie is niet geschikt voor resoluties hoger dan SXGA.
Computer
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
Projector 1
Projector 2
Projector 3
Projector 4
Aansluitschema 1
ID nr. : 001
ID nr. : 002
ID nr. : 003
ID nr. : 004
NL-61
Gebruik van de extra voorzieningen
Toepassing
Gebruik de Stack instelling en Input instellen functies om de videomuur-projectie met behulp van één afstandsbediening te regelen. Aansluitschema 2 hiernaast toont de videomuur-aansluitingen op basis van het voorbeeld in de voorgaande paragraaf.
Volg de onderstaande aanwijzingen nadat u de basisaansluitingen hebt gemaakt.
1 Stel de optie Input instellen voor elke projector
in zoals in de tabel hieronder is aangegeven.
(Zie bladzijde 53 voor nadere bijzonderheden.)
Projector 1
Input instellen Input instellen
INGANG1 INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5
ON ON
OFF
ON
OFF
Zet de ingangsaansluitingen die u gaat gebruiken op ON. Zet de ingangsaansluitingen die u niet gebruikt op “OFF”.
2 Stel de optie Stack instelling voor elke projector
in zoals in de tabel hieronder is aangegeven.
(Zie bladzijde 52 voor nadere bijzonderheden.)
Projector 2-4
INGANG1 INGANG2 INGANG3 INGANG4 INGANG5
ON
OFF OFF
ON
OFF
DVD videospeler
Verdeler
Videokable
Aansluitschema 2
Computer 1Computer 2
RGB kableRGB kable
INGANG1
INGANG2
INGANG4
UITGANG
RGB kable
INGANG1
INGANG4
UITGANG
RGB kable
INGANG1
INGANG4
UITGANG
RGB kable
INGANG1
INGANG4
UITGANG
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
RS-232C OUT
Projector 1
Projector 2
Projector 3
Projector 4
Projector 1
Stack Instelling
Master
Projector 2-4
Stack Instelling
Slave
3 Schakel de projectors uit.
4 Maak alle aansluitingen aangegeven in
aansluitschema 2.
5 Schakel eerst de projectors in en daarna de
computers en de videospeler.
De beeldkwaliteit kan afnemen wanneer de beeldsignalen via meerdere projectors lopen die via doorlusverbindingen met elkaar zijn verbonden.
Speciale functies
NL-62

Lamp- en waarschuwingsindicators

Waarschuwingsindicators
TemperatuurindicatorBedrijfsindicator Lampindicator
• De waarschuwingsindicators lichten op in geval van een probleem met de projector.
• Er zijn twee waarschuwingsindicators: de temperatuurindicator die waarschuwt als de projector oververhit begint te raken en de lampindicator die aangeeft wanneer het tijd is om de lamp te vervangen.
• In geval zich een probleem voordoet, zal of de temperatuurindicator of de lampindicator rood oplichten. Nadat u de stroom heeft uitgeschakeld, volgt u de procedure die hieronder is beschreven.
Waarschuwingsindicator
Temperatuurindicator
Lampindicator
Bedrijfsindicator
Als de temperatuurindicator oplicht, volg dan de bovenvermelde procedure en wacht vervolgens tot de projector helemaal is afgekoeld
voordat u de stroom weer inschakelt. (Tenminste 5 minuten.)
Als de projector voor korte tijd werd uitgeschakeld, zoals tijdens een pauze, is het mogelijk dat de lampindicator oplicht, zodat het apparaat niet kan worden ingeschakeld. Trek in zon geval de stekker uit het stopcontact en steek hem er weer in.
Symptoom
De temperatuur in het apparaat is abnormaal hoog.
De lamp licht niet op.
De lamp moet vervangen worden.
De bedrijfsindicator zal rood knipperen wanneer de projector aan staat.
De luchtinlaatopening is
geblokkeerd.
Het luchtfilter is verstopt.
De koelventilator is defect.
Een interne elektrische
storing.
De lamp is doorgebrand.
Storing in het lampcircuit.
De lamp heeft langer dan
1.400 uur gebrand.
Het deksel van het onderste luchtfilter is open.
• Verplaats de projector naar een plek met voldoende ventilatie.
• Reinig het luchtfilter. (Zie bladzijde 66.)
Ga met uw projector naar het dichtstbijzijnde
erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum om de LCD projector te laten repareren.
Vervang de lamp voorzichtig. (Zie de bladzijden
en 65.)
64
Ga met uw projector naar het dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum om de LCD projector te laten repareren.
Maak het deksel van het onderste luchtfilter goed vast.
Als de bedrijfsindicator knippert terwijl het deksel van het luchtfilter goed vastzit, moet u voor advies contact opnemen met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum.
Mogelijke oplossingProbleem
Lamp
De lamp in deze projector gaat in totaal ongeveer 1.500 branduren mee, afhankelijk van de omgeving waarin de projector gebruikt wordt. De lamp dient na ongeveer 1.400 gebruiksuren te worden vervangen of wanneer de beeld- en kleurkwaliteit aanzienlijk slechter zijn geworden. U kunt het aantal branduren van de lamp controleren met het In-beeld-display. (Zie bladzijde 51.)
VOORZICHTIG
Het felle licht van de lamp kan gevaar opleveren. Kijk niet rechtstreeks in het diafragma en de lens terwijl de projector in gebruik is.
Daar de omgevingomstandigheden waaronder de projector gebruikt wordt kunnen variëren, is het mogelijk dat de
projectorlamp de 1.500 branduren niet haalt.
Om veiligheidsredenen kan de stroom na viermaal inschakelen niet meer worden aangezet wanneer de lamp na 1.500
Onderhoud en het
NL-63
gebruiksuren nog niet vervangen is.
oplossen van problemen
Symptoom
De lampindicator licht rood op en de LAMP en
aanduidingen knipperen geel in de linker benedenhoek van het beeld.
Er is een aanzienlijke verslechtering in de beeld- en kleurkwaliteit.
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld en de projector komt in de ruststand te staan.
De LAMP en
aanduidingen knipperen rood in de linker benedenhoek van het beeld en de projector wordt uitgeschakeld.
Probleem
De lamp heeft langer dan 1.400 uur gebrand.
De lamp heeft langer dan 1.500 uur gebrand.
Mogelijke oplossing
Koop een vervangingslamp (lamp/ lamphuis) van het type BQC­XGP25X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum.
Vervang de lamp. (Zie de
64
bladzijden
en 65.) U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum laten vervangen.

Vervangen van de lamp

VOORZICHTIG
Als de lamp springt, kunnen de glassplinters een bijzonder gevaarlijke situatie veroorzaken. Indien de lamp springt, moet u een erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum de lamp laten vervangen.
Verwijder het lamphuis niet meteen nadat u de projector hebt uitgeschakeld. De lamp kan uiterst heet zijn. Wacht minimaal een uur nadat u de stekker uit het stopcontact hebt getrokken, zodat het lamphuis voldoende afgekoeld is.
De lamp dient na ongeveer 1.400 gebruiksuren te worden vervangen of wanneer de beeld- en kleurkwaliteit aanzienlijk slechter zijn geworden. Volg nauwkeurig de onderstaande aanwijzingen om de lamp te vervangen. Als de nieuwe lamp niet brandt nadat u deze aangebracht hebt, dient u de projector voor reparatie naar uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum te brengen. Zorg dat u de juiste vervangingslamp (lamp/lamphuis) van het type BQC-XGP25X//1 bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum aanschaft. Vervang de lamp door de onderstaande instructies nauwkeurig op te volgen. U kunt de lamp ook bij uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum laten vervangen.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS IN DE VERENIGDE STATEN:
De lamp die bij deze projector wordt geleverd, wordt gedekt door een 90-dagen durende garantie op onderdelen en arbeidskosten. Alle onderhoud dat aan deze projector onder de garantie wordt uitgevoerd, inclusief het vervangen van de lamp, mag uitsluitend door een erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum worden gedaan. Voor de naam en het adres van de dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum kunt u gratis bellen naar: 1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277).
Voorzorgsmaatregelen betreffende de lamp
In deze projector wordt een kwiklamp gebruikt die een middelgrote druk bevat. Wanneer de lamp defect raakt, hoort u een luide knal. De lamp kan defect raken als gevolg van een harde schok, onvoldoende ventilatie, krassen op de lamp of slijtage door langdurig gebruik. De tijd totdat de lamp defect raakt, varieert afhankelijk van de gebruikte lamp en/of de conditie, en de tijdsduur dat de lamp is gebruikt. Een defect van de lamp resulteert vaak in barsten van de lamp.
Als de lampindicator en het beeldscherm-pictogram oplichten of knipperen, verdient het aanbeveling de lamp meteen door een nieuwe te vervangen, ook al lijkt het alsof de lamp nog normaal werkt.
Als de lamp springt, kunnen de glassplinters in het lamphuis verspreid raken en is het mogelijk dat het gas dat in de lamp is via de ventilatie-uitlaat in de kamer terechtkomt. Aangezien het gas dat in de lamp is kwik bevat, moet u de ruimte goed ventileren wanneer de lamp springt en blootstelling aan het vrijgekomen gas voorkomen. Mocht iemand aan het gas worden blootgesteld, roep dan meteen de hulp van een arts in.
Als de lamp springt, is het ook mogelijk dat glassplinters in het inwendige van de projector verspreid raken. In dat geval dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum om de beschadigde lamp te verwijderen zodat een veilige werking van de projector gewaarborgd blijft.
Verwijderen en aanbrengen van de lampeenheid
VOORZICHTIG
Pak de handgreep vast om het lamphuis te verwijderen. Raak niet het glas van het lamphuis of onderdelen in het inwendige van de projector aan.
Volg de onderstaande aanwijzigen nauwkeurig om letsel en beschadiging van de lamp te voorkomen.
Zorg dat u tevens het luchtfilter vervangt wanneer u een nieuwe lamp aanbrengt. Het luchtfilter wordt bij de lamp geleverd.
ALLEEN VOOR DE VERENIGDE STATEN
oplossen van problemen
Onderhoud en het
Schakel de
1
projector uit.
Druk op OFF en wacht totdat de koelventilator stopt.
Maak het
2
netsnoer los.
Pak de stekker stevig vast en trek het snoer uit de netaansluiting.
Verwijder het
3
onderste filterdeksel.
Draai de projector om. Druk op het lipje en til het filterdeksel open in de richting van de pijl.
Lipje
Verwijder het
4
luchtfilter.
Neem het filter tussen uw vingers vast en trek het uit het filterdeksel.
NL-64
Vervangen van de lamp
Zet het luchtfilter terug. Zet het filterdeksel
65
terug.
Plaats het filter onder de lipjes op het frame van het filterdeksel.
Verwijder het lamphuis.
8
Verwijder de bevestigingsschroeven waarmee het lamphuis is bevestigd. Pak het lamphuis bij de handgreep vast en trek het naar buiten.
Steek het lipje van het filterdeksel in de bijbehorende opening en druk het deksel op zijn plaats.
Plaats het nieuwe
9
lamphuis.
Druk het lamphuis stevig in de lamphuishouder. Maak de bevestigingsschroeven vast.
Lipje
Verwijder het deksel
7
van het lamphuis.
Draai de projector om en maak het deksel van het lamphuis los door de dekselschroef los te draaien. Schuif het deksel vervolgens in de richting van de pijl.
Dekselschroef
Breng het deksel van
10
het lamphuis weer aan.
Schuif het deksel in de richting van de pijl op de projector. Draai de dekselschroef vast.
Bevestigings-
schroeven
Bevestigings­schroeven
Terugstellen van de lamptimer
Sluit het netsnoer aan. Stel de lamptimer terug.
1
Steek de stekker van het snoer in de netaansluiting van de projector.
Onderhoud en het
oplossen van problemen
2
Houd ƒ, © en ENTER op de projector ingedrukt en druk dan tegelijk op ON van de projector.
Dekselschroef
De LAMP 0000H aanduiding verschijnt om aan te geven dat de lamptimer is teruggesteld.
De lamptimer mag alleen na het vervangen van de lamp worden teruggesteld.
NL-65

Vervangen van het luchtfilter

Deze projector is voorzien van twee luchtfilters om zorg te dragen voor optimale gebruiksomstandigheden voor de projector.
Deze luchtfilters dienen om de 100 draaiuren gereinigd te worden. Reinig de filters vaker wanneer de projector in een stoffige of rokerige ruimte gebruikt wordt.
Laat het luchtfilter (PFILD0080CEZZ) vervangen door de dichtstbijzijnde Sharp LCD-projector dealer of servicecentrum in het geval het filter niet meer kan worden gereinigd.
Onderaanzicht
Luchtfilter
Zij - en achteraanzicht
Reinigen en vervangen van het onderste luchtfilter
Schakel het apparaat uit
1 3
en trek de stekker uit het stopcontact.
Druk op OFF en wacht totdat de koelventilator stopt.
Verwijder het onderste
2
filterdeksel.
Draai de projector om. Druk op het lipje en til het filterdeksel open in de richting van de pijl.
Lipje
Neem het filter tussen uw vingers vast en trek het uit het filterdeksel.
Luchtfilter (niet verwijderbaar)
Verwijder het luchtfilter.
Reinig het luchtfilter.
46
Verwijder stof van het luchtfilter en het deksel met behulp van een stofzuiger.
Let er goed op dat het filterdeksel op de juiste wijze is aangebracht. Het apparaat kan niet worden ingeschakeld als het filterdeksel niet juist is aangebracht.
Zet het luchtfilter terug.
5
Plaats het filter onder de lipjes op het frame van het filterdeksel.
Zet het filterdeksel terug.
Steek het lipje van het filterdeksel in de bijbehorende opening en druk het deksel op zijn plaats.
Lipje
oplossen van problemen
Onderhoud en het
Schoonmaken van het zij-luchtfilter (niet verwijderbaar)
Als er zich stof of vuil heeft opgehoopt in het luchtfilter, kunt u het luchtfilter schoonmaken met behulp van een stofzuiger en een geschikt hulpstuk.
Het zij-luchtfilter kan niet worden verwijderd.
NL-66

Oplossen van problemen

De projector kan niet worden in- en uitgeschakeld met de ON en OFF toetsen op de projector.
Gebruik van de afstandsbediening is niet mogelijk.
Geen enkele toets op de projector werkt en ook de afstandsbediening werkt niet.
Geen beeld en geen geluid.
Wel geluid, maar geen beeld.
De kleurweergave is bleek of slecht.
Het beeld is onscherp.
Wel beeld, geen geluid.
Er verschijnt geen In-beeld-display.
Binnenin de projector hoort u soms een vreemd geluid.
De onderhoudsindicator licht op.
Er verschijnt ruis in het beeld.
480P beelden worden niet weergegeven.
Het beeld is groen bij INGANGSSIGNAAL 1 of 2 COMPONENT. Het beeld is roze (er is geen groen) bij INGANGSSIGNAAL 1, 2 RGB.
Onderhoud en het
oplossen van problemen
Probleem
Mogelijke oorzaak
• Het toetsvergrendelingsniveau is op “Niveau A” of “Niveau B” ingesteld waardoor sommige of alle toetsen niet werken. (Zie bladzijde 52.)
Controleer of de batterijen leeg zijn. Vervang de batterijen door nieuwe wanneer deze leeg zijn. (Zie bladzijde
.)
14
Wanneer de projector als slave projector is ingesteld, moet u de toetsen op de master projector gebruiken om de instelling van de RS-232C commandos vanaf de computer te wijzigen. (Zie bladzijde
52
.)
Bij gebruik van de Slave instelling in combinatie met niveau B van de toetsvergrendelingsfunctie, zullen alle toetsen op de projector en de afstandsbediening buiten werking worden gesteld. Gebruik de SAPS of de RS-232C commandos om de slave en de toetsvergrendeling instelling ongedaan te maken zodat de toetsen weer werken. Wanneer u geen computer heeft, kunt u de slave en de toetsvergrendelings functie uitschakelen door de volgende toetsen op de projector in te drukken:
ON
ENTER
ON
ENTER
ON
ENTER
MENU
Wanneer u dit doet, zal echter tevens het wachtwoord worden gewist.
De stekker van het snoer van de projector zit niet in het stopcontact.
Het deksel van het onderste luchtfilter is niet stevig vastgemaakt.
De gekozen ingangsaansluiting is fout. (Zie bladzijde 31.)
De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijde
16–21
.)
De batterijen van de afstandsbediening zijn leeg. (Zie bladzijde 14.)
De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijde
16–21
.)
De Contrast en Helder beeldinstellingen zijn op minimale waarden ingesteld. (Zie bladzijde
41
.)
De In-beeld-display mededeling ZWART SCHERM is uitgezet, maar de zwartschermfunctie is wel ingeschakeld
41
32
.)
.)
waardoor uitsluitend een zwart scherm verschijnt. (Zie bladzijde
De Kleur en Tint instellingen zijn niet correct. (Zie bladzijde
Stel het beeld scherp. (Zie bladzijde
24
.)
De projectieafstand is te groot of te klein om goed te kunnen scherpstellen. (Zie bladzijden
25–29
De kabels zijn niet juist op het achterpaneel van de projector aangesloten. (Zie bladzijde
.)
16–21
.)
Het volume staat op minimaal ingesteld. (Zie bladzijde 31.)
Het In-beeld-display is ingesteld op Niveau A of Niveau B waardoor sommige van de In-beeld-display
aanduidingen niet worden getoond, of geen enkel In-beeld-display verschijnt. (Zie bladzijde 48.)
Als het beeld verder normaal is, wordt het geluid veroorzaakt door het krimpen of uitzetten van de behuizing als gevolg van temperatuursveranderingen. Dit heeft geen invloed op de werking of de prestaties van de projector.
Raadpleeg Lamp- en waarschuwingsindicators op bladzijde
Regel de fase instelling bij. (Zie bladzijde
43
.)
63
.
Ruis kan optreden bij gebruik met sommige computers. Zet het RUISFILTER AAN via het RS-232C commando. (Zie bladzijde
70–72
Zet de resolutie op 480P. (Zie bladzijde
Verander het ingangssignaaltype. (Zie bladzijde
.)
.)
44
.)
41
NL-67

Voor hulp en advies van SHARP

Als u problemen heeft bij de installatie of bediening van de projector, raden wij u aan eerst de paragraaf “Oplossen van problemen” op bladzijde 67 te raadplegen. Indien u het probleem aan de hand hiervan niet kunt verhelpen,
dient u contact op te nemen met een van de onderstaande SHARP servicediensten.
Verenigde Staten Sharp Electronics Corporation
1-888-GO-SHARP (1-888-467-4277) lcdsupport@sharpsec.com http://www.sharplcd.com
Canada Sharp Electronics of Canada Ltd.
(905) 568-7140 http://www.sharp.ca
Mexíco Sharp Electronics Corporation Mexico Branch
(525) 716-9000 http://www.sharp.com.mx
Midden/Zuid-Amerika Sharp Electronics Corp. Latin American Group
(305) 264-2277 www.servicio@sharpsec.com http://www.siempresharp.com
Duitsland Sharp Electronics (Europe) GMBH
01805-234675 http://www.sharp.de
Groot-Brittannië Sharp Electronics (U.K.) Ltd.
0161-205-2333 custinfo@sharp-uk.co.uk http://www.sharp.co.uk
Italië Sharp Electronics (Italy) S.P.A.
(39) 02-89595-1 http://www.sharp.it
Frankrijk Sharp Electronics France
01 49 90 35 40 hotlineced@sef.sharp-eu.com http://www.sharp.fr
Spanje Sharp Electronica Espana, S.A.
93 5819700 sharplcd@sees.sharp-eu.com http://www.sharp.es
Zwitserland Sharp Electronics (Schweiz) AG
0041 1 846 63 11 cattaneo@sez.sharp-eu.com http://www.sharp.ch
Zweden Sharp Electronics ( Nordic ) AB
(46) 8 6343600 vision.support@sen.sharp-eu.com http://www.sharp.se
Oostenrijk Sharp Electronics Austria (Ges.m.b.H.)
0043 1 727 19 123 pogats@sea.sharp-eu.com http://www.sharp.at
Australië Sharp Corporation of Australia Pty.Ltd.
1300-135-022 http://www.sharp.net.au
Nieuw-Zeeland Sharp Corporation of New Zealand
(09) 634-2059, (09) 636-6972 http://www.sharpnz.co.nz
Singapore Sharp-Roxy Sales (S) Pte. Ltd.
65-226-6556 ckng@srs.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.sg
Hong Kong Sharp-Roxy (HK) Ltd.
(852) 2410-2623 dcmktg@srh.global.sharp.co.jp http://www.sharp.com.hk
Maleisië Sharp-Roxy Sales & Service Co.
(60) 3-5125678
Verenigde Arabische Emiraten Sharp Middle East Fze
971-4-81-5311 helpdesk@smef.global.sharp.co.jp
Thailand Sharp Thebnakorn Co. Ltd.
02-236-0170 svc@stcl.global.sharp.co.jp http://www.sharp-th.com
Korea Sharp Electronics Incorporated of Korea
(82) 2-3660-2002 webmaster@sharp-korea.co.kr http://www.sharp-korea.co.kr
India Sharp Business Systems (India) Limited
(91) 11- 6431313 service@sharp-oa.com
oplossen van problemen
Onderhoud en het
NL-68

Toekenning van de aansluitpinnen

INPUT 1 RGB en OUTPUT (INPUT 1, 2) signaalpoorten: 15-pins mini D-sub contrastekker
RGB ingang
Analoog
1. Video-ingang (rood)
2. Video-ingang (groen/ synchronisatie op groen)
3. Video-ingang (blauw)
4. Reserve-ingang 1
5. Samengesteld sync. signaal
6. Aarde (rood)
10 15
5
1 6 11
Component-ingang
Analoog
1. PR (CR)
2. Y
3. PB (CB)
4. Niet aangesloten
5. Niet aangesloten
6. Aarde (PR)
7. Aarde (Y)
8. Aarde (PB)
RS-232C poort: 9-pins D-sub mannetjesstekker
15
69
Pin-nummer Signaal Naam I/U Referentie
1 CD Niet aangesloten 2 RD Data ontvangst Ingang Aangesloten op intern circuit 3 SD Data verzending Uitgang Aangesloten op intern circuit 4 ER Niet aangesloten 5 SG Signaal aarde Aangesloten op intern circuit 6 DR Data set gereed Niet aangesloten 7 RS Verzoek tot verzending Uitgang Aangesloten op intern circuit 8 CS Gereed te zenden Ingang Aangesloten op intern circuit 9 CI Niet aangesloten
Aanbevolen verbinding van RS-232C seriële kabel: RS-232C kabel: 9-pins D-sub contrastekker
7. Aarde (groen/ synchronisatie op groen)
8. Aarde (blauw)
9. Niet aangesloten
10. GND
11. GND
12. Bi-directionele data
13. Horizontaal sync. signaal
14. Verticaal sync. signaal
15. Data klok
9. Niet aangesloten
10. Niet aangesloten
11. Niet aangesloten
12. Niet aangesloten
13. Niet aangesloten
14. Niet aangesloten
15. Niet aangesloten
Pin-nummer Signaal Pin-nummer Signaal
5
• Afhankelijk van de systeemconfiguratie kan het nodig zijn dat pin 4 en pin 6 van de besturingseenheid (bijv. een PC) met elkaar worden verbonden.
1
9
6
1 2 3 4 5 6 7 8 9
CD RD SD ER SG DR RS CS CI
1 2 3 4 5 6 7 8 9
CD RD SD ER SG DR RS CS CI
Projector
Pin-nummberPCPin-nummber
4 5 6
INPUT 3 DVI poort: 29-pins
C1C2
91 816

Aanhangsel

C32417 C4
C5
4 5 6
Pin-nummer Naam
1 T.M.D.S. data 2 2 T.M.D.S. data 2 3 T.M.D.S. data 2/4 afscherming 4 T.M.D.S. data 4* 5 T.M.D.S. data 4* 6 DDC klok 7 DDC data 8 Analoge verticale sync
9 T.M.D.S. data 1 10 T.M.D.S. data 1 11 T.M.D.S. data 1/3 afscherming 12 T.M.D.S. data 3* 13 T.M.D.S. data 3* 14 5 V spanning 15 Aarde*
1
Pin-nummer Naam
16 Spanning-plug detectie 17 T.M.D.S. data 0
3 3
3 3
18 T.M.D.S. data 0 19 T.M.D.S. data 0/5 afscherming 20 T.M.D.S. data 5* 21 T.M.D.S. data 5* 22 T.M.D.S. klok-afscherming 23 T.M.D.S. klok
24 T.M.D.S. klok C1 Analoog rood C2 Analoog groen C3 Analoog blauw C4 Analoge horizontale sync C5 Analoog aarde*
3 3
2
*1 Retour voor 5 V, H-sync. en V-sync.
*2 Analoog R, G en B retour
*3 Deze pinnen worden niet gebruikt bij dit apparaat.
NL-69

(RS-232C) Technische gegevens en commando-instellingen

GEKOZEN FUNCTIE
ZWART SCHERM AAN ZWART SCHERM UIT INGANG
1 (RGB 1)
INGANG
2 (RGB 2)
INGANG
3 (RGB 3)
INGANG
4 (VIDEO 1)
INGANG
5 (VIDEO 2) INGANGSCONTROLE STILZETTEN AAN STILZETTEN UIT AUTOMAT. SYNC. START
OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR
I
I
I
I
I
I
I
I
F
F
A
M
M
R
R
R
V
V
C
R
R
D
B
B
G
G
G
E
E
H
E
E
J
K
K
B
B
B
D
D
K
Z
Z
S
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
0
1
2
3
1
2
0
1
0
1
TOETSEN OP APPARAAT/AFSTANDSBEDIENING
COMMANDO
PARAMETER
RETOUR
Bediening vanaf een personal computer
U kunt de projector met een personal computer bedienen door een RS-232C kabel (cross-type, los verkrijgbaar) op de projector aan te sluiten. (Zie bladzijde 20 voor de aansluitingen.)
Voorwaarden voor communicatie
Wijzig de instelling van de seriële poort van de computer zodat deze overeenkomt met de waarden in de tabel. Signaalformaat: Overeenkomend met de RS-232C standaard Gegevensoverdrachtsnelheid: 9.600 bps Gegevenslengte: 8 bits Pariteitsbit: Geen Stopbit: 1 bit Gegevensstroomregeling: Geen
Basisformaat
Commando’s worden vanuit de computer in de volgende volgorde verzonden: commando, parameter, retourcode. Nadat de projector het commando van de computer verwerkt heeft, stuurt deze een antwoordcode naar de computer.
Commandoformaat
C1 C2 C3 C4 P1 P2 P3 P4
Retourcode (0DH)
Commando (4 posities) Parameter (4 posities)
Antwoordcode-formaat
Normaal antwoord
O K
Retourcode (0DH)
Problematisch antwoord (communicatiefout of onjuist commando)
E R R
Retourcode (0DH)
Als meer dan 1 code wordt verzonden, wordt ieder commando pas verstuurd nadat de OK antwoordcode voor het voorafgaande commando is geverifieerd.
Bij bediening van de projector vanaf een personal computer, kan de status van de projector niet door de computer gelezen worden. Controleer daarom in welke toestand het apparaat zich bevindt door de commando’s voor de afzonderlijke instelmenu’s te sturen en de de status op het In-beeld-display te controleren. Als het apparaat een commando ontvangt dat niet een menuscherm-commando is, voert het dat commando uit, zonder de In-beeld-display mededeling af te beelden.
Wanneer de projector in de ruststand (standby) staat, moet u elk commando minimaal 1 minuut later dan het vorige commando verzenden.
Commando’s
VOORBEELD
Als HELDER van INGANG 1 (RGB 1) beeldinstelling op  10 is gezet.
ProjectorComputer
RABR 1 0_
→ ←
OK
GEKOZEN FUNCTIE INSCHAKELEN UITSCHAKELEN VOLUME (0 – 60) DEMPEN AAN DEMPEN UIT SCHERPSTELLING LENS ZOOM LENS TRAPEZIUMVORM CORR. V-AFMETING DIGITALE SHIFT
TOETSEN OP APPARAAT/AFSTANDSBEDIENING
(30 – 30)
(30 – 30)
(30 – 30)
(96 – 96)
(127 – 127)
COMMANDO
P
O
W
R
P
O
W
R
V
O
L
A
M
U
T
E
M
U
T
E
L
N
F
O
L
N
Z
O
K
E
Y
S
V
S
I
Z
L
N
D
S
PARAMETER
_
_
_
_
_
_
_
_
*
_
_
_
_
_
_
_
*
*
_
*
*
*
*
*
_
_
*
_
*
*
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
*
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
RETOUR
Aanhangsel
NL-70
(RS-232C) Technische gegevens en commando-instellingen
GEKOZEN FUNCTIE INGANG 1 (RGB 1) SIGNAALTYPE : RGB INGANG 1 (RGB 1) SIGNAALTYPE : COMPONENT INGANG 2 (RGB 2) SIGNAALTYPE : RGB INGANG 2 (RGB 2) SIGNAALTYPE : COMPONENT INGANG 1 (RGB 1) 2D PROGRESSIEF INGANG 1 (RGB 1) 3D PROGRESSIEF INGANG 1 (RGB 1) FILMFUNCTIE INGANG 2 (RGB 2) 2D PROGRESSIEF INGANG 2 (RGB 2) 3D PROGRESSIEF INGANG 2 (RGB 2) FILMFUNCTIE INGANG 3 (RGB 3) 2D PROGRESSIEF INGANG 3 (RGB 3) 3D PROGRESSIEF INGANG 3 (RGB 3) FILMFUNCTIE INGANG 4 (VIDEO 1) CONTRAST
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) HELDER
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) ROOD
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) BLAUW
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) KLEUR
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) TINT
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) SCHERPTE
(30 – 30)
INGANG 4 (VIDEO 1) KLEURTMP
(3 – 3)
INGANG 4 (VIDEO 1) DISPLAY INGANG 4 (VIDEO 1) INSTELLING RESET INGANG 5 (VIDEO 2) CONTRAST
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) HELDER
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) ROOD
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) BLAUW
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) KLEUR
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) TINT
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) SCHERPTE
(30 – 30)
INGANG 5 (VIDEO 2) KLEURTMP
(3 – 3)
INGANG 5 (VIDEO 2) DISPLAY INGANG 5 (VIDEO 2) INSTELLING RESET INGANG 4 (VIDEO 1) 2D PROGRESSIEF INGANG 4 (VIDEO 1) 3D PROGRESSIEF INGANG 4 (VIDEO 1) FILMFUNCTIE INGANG 5 (VIDEO 2) 2D PROGRESSIEF INGANG 5 (VIDEO 2) 3D PROGRESSIEF INGANG 5 (VIDEO 2) FILMFUNCTIE (INGANG 1 – 5) 2D PROGRESSIEF (INGANG 1 – 5) 3D PROGRESSIEF (INGANG 1 – 5) FILMFUNCTIE KLOK
(150 – 150)
FASE
(60 – 60)
H-POSITIE
(150 – 150)
V-POSITIE
(60 – 60)
RGB INPUT DISPLAY RGB INSTELLING RESET VASTLEGGEN (1 – 7) KEUZE INSTELLING (1 – 7) CONTROLE RGB HORIZONTALE FREQUENTIE CONTROLE RGB VERTICALE FREQUENTIE AUTOMAT. SYNC. UIT NORMAAL AUTOMAT.SYNC HOGE SNELHEID AUTOMAT.SYNC AUTO-SYNC DISPLAY AAN AUTO-SYNC DISPLAY UIT
OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR kHz (***. *
OF_
)
Hz (***. *
OF_
) OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR
I
I
I
I
R
R
R
R
R
R
R
R
R
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
V
I
I
I
I
I
I
I
I
I
M
M
T
T
A
A
A
I
I
A
A
B
B
A
A
A
B
B
B
C
C
C
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
A
A
A
B
B
B
M
M
M
N
N
A
A
A
A
E
E
F
F
A
A
A
M
M
S
S
S
S
I
I
I
I
I
I
I
I
I
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
P
B
R
B
C
T
S
C
R
R
I
I
I
I
I
I
I
I
I
C
P
H
V
R
R
M
M
R
R
D
D
D
A
A
I
I
I
I
P
P
P
P
P
P
P
P
P
I
R
D
E
O
I
H
T
E
E
I
R
D
E
O
I
H
T
E
E
P
P
P
P
P
P
P
P
P
L
H
P
P
E
E
S
L
Q
Q
J
J
J
S
S
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
_
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
*
*
*
*
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
*
*
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
2
1
2
0
1
2
0
1
2
0
1
2
*
*
*
*
*
*
*
*
0
1
*
*
*
*
*
*
*
*
0
1
0
1
2
0
1
2
0
1
2
*
*
*
*
0
1
*
*
1
2
0
1
2
1
0
BEELDFIJN SYNC.
*1
COMMANDO
PARAMETER
RETOUR
GEKOZEN FUNCTIE INGANG 1 (RGB 1) GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL INGANG 1 (RGB 1) GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG INGANG 1 (RGB 1) GROOTTE AANPASSEN : PUNT VOOR PUNT INGANG 2 (RGB 2) GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL INGANG 2 (RGB 2) GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG INGANG 2 (RGB 2) GROOTTE AANPASSEN : PUNT VOOR PUNT INGANG 3 (RGB 3) GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL INGANG 3 (RGB 3) GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG INGANG 3 (RGB 3) GROOTTE AANPASSEN : PUNT VOOR PUNT INGANG 4 (VIDEO 1) GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL INGANG 4 (VIDEO 1) GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG INGANG 4 (VIDEO 1) GROOTTE AANPASSEN : KADER INGANG 4 (VIDEO 1) GROOTTE AANPASSEN : REK INGANG 4 (VIDEO 1) GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
Aanhangsel
NL-71
INGANG 5 (VIDEO 2) GROOTTE AANPASSEN : NORMAAL INGANG 5 (VIDEO 2) GROOTTE AANPASSEN : VOLLEDIG INGANG 5 (VIDEO 2) GROOTTE AANPASSEN : KADER INGANG 5 (VIDEO 2) GROOTTE AANPASSEN : REK INGANG 5 (VIDEO 2) GROOTTE AANPASSEN : SLIMME REK
TOETSEN OP APPARAAT/AFSTANDSBEDIENINGBEELD
RGB GAMMA : STANDAARD RGB GAMMA : PRESENTATIE RGB GAMMA : CINEMA RGB GAMMA : GEBRUIKER VIDEO GAMMA : STANDAARD VIDEO GAMMA : PRESENTATIE VIDEO GAMMA : CINEMA VIDEO GAMMA : GEBRUIKER INGANG 1 (RGB 1) CONTRAST INGANG 1 (RGB 1) HELDER INGANG 1 (RGB 1) ROOD INGANG 1 (RGB 1) BLAUW INGANG 1 (RGB 1) KLEUR INGANG 1 (RGB 1) TINT INGANG 1 (RGB 1) SCHERPTE INGANG 1 (RGB 1) KLEURTMP INGANG 1 (RGB 1) DISPLAY INGANG 1 (RGB 1) INSTELLING RESET INGANG 2 (RGB 2) CONTRAST INGANG 2 (RGB 2) HELDER INGANG 2 (RGB 2) ROOD INGANG 2 (RGB 2) BLAUW INGANG 2 (RGB 2) KLEUR INGANG 2 (RGB 2) TINT INGANG 2 (RGB 2) SCHERPTE INGANG 2 (RGB 2) KLEURTMP INGANG 2 (RGB 2) DISPLAY INGANG 2 (RGB 2) INSTELLING RESET INGANG 3 (RGB 3) CONTRAST INGANG 3 (RGB 3) HELDER INGANG 3 (RGB 3) ROOD INGANG 3 (RGB 3) BLAUW INGANG 3 (RGB 3) KLEUR INGANG 3 (RGB 3) TINT INGANG 3 (RGB 3) SCHERPTE INGANG 3 (RGB 3) KLEURTMP INGANG 3 (RGB 3) DISPLAY INGANG 3 (RGB 3) INSTELLING RESET
(30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
( 3 – 3)
(30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
( 3 – 3)
(30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
(30 – 30)
( 30 – 30)
( 3 – 3)
COMMANDO
R
A
S
R
R
A
S
R
R
A
S
R
R
B
S
R
R
B
S
R
R
B
S
R
R
C
S
R
R
C
S
R
R
C
S
R
R
A
S
V
R
A
S
V
R
A
S
V
R
A
S
V
R
A
S
V
R
B
S
V
R
B
S
V
R
B
S
V
R
B
S
V
R
B
S
V
G
A
M
R
G
A
M
R
G
A
M
R
G
A
M
R
G
A
M
V
G
A
M
V
G
A
M
V
G
A
M
V
R
A
P
I
R
A
B
R
R
A
R
D
R
A
B
E
R
A
C
O
R
A
T
I
R
A
S
H
R
A
C
T
R
A
R
E
R
A
R
E
R
B
P
I
R
B
B
R
R
B
R
D
R
B
B
E
R
B
C
O
R
B
T
I
R
B
S
H
R
B
C
T
R
B
R
E
R
B
R
E
R
C
P
I
R
C
B
R
R
C
R
D
R
C
B
E
R
C
C
O
R
C
T
I
R
C
C
H
R
C
C
T
R
C
R
E
R
C
R
E
PARAMETER
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
_
*
_
_
_
_
_
_
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
_
*
_
_
_
_
_
_
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
*
*
_
_
*
_
_
_
_
_
_
OK OF ERR
1
OK OF ERR
5
OK OF ERR
3
OK OF ERR
1
OK OF ERR
5
OK OF ERR
3
OK OF ERR
1
OK OF ERR
5
OK OF ERR
3
OK OF ERR
1
OK OF ERR
5
OK OF ERR
3
OK OF ERR
2
OK OF ERR
4
OK OF ERR
1
OK OF ERR
5
OK OF ERR
3
OK OF ERR
2
OK OF ERR
4
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
RETOUR
(RS-232C) Technische gegevens en commando-instellingen
GEKOZEN FUNCTIE
GEBRUIKSTIJD LAMP
LAMPSTATUS
PROJECTIE : OMKEREN UIT PROJECTIE : OMKEREN AAN PROJECTIE : SPIEGELBEELD UIT PROJECTIE : SPIEGELBEELD AAN STACK INSTELLING : NORMAAL STACK INSTELLING : MASTER STACK INSTELLING : SLAVE NIVEAU TOETSVERGRENDELING : NORMAAL NIVEAU TOETSVERGRENDELING : NIVEAU A NIVEAU TOETSVERGRENDELING : NIVEAU B INPUT INSTELLEN : INGANG 1 NIET IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 1 IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 2 NIET IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 2 IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 3 NIET IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 3 IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 4 NIET IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 4 IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 5 NIET IN GEBRUIK INPUT INSTELLEN : INGANG 5 IN GEBRUIK ID NR. CONTROLE TAALKEUZE : ENGLISH TAALKEUZE : DEUTSCH TAALKEUZE : ESPAÑOL TAALKEUZE : NEDERLANDS TAALKEUZE : FRANÇAIS TAALKEUZE : ITALIANO TAALKEUZE : SVENSKA TAALKEUZE
: TAALKEUZE : PORTUGUES TAALKEUZE : TAALKEUZE : MODELNAAM CONTROLE RUISFILTER UIT RUISFILTER AAN
*2
SERIENUMMER CONTROLE
*3
PROJECTORNAAM INSTELLING
*4
PROJECTORNAAM CONTROLE
0–9999 (
INTEGER
)
0: UIT, 1: AAN, 2: OPNIEUW, 3: WACHTEN, 4: LAMPFOUT
OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR 001–250 OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR OK OF ERR
MODELNAAM
OK OF ERR OK OF ERR
SERIENUMMER
OK OF ERR
PROJECTORNAAM
T
T
I
I
I
I
S
S
S
K
K
K
R
R
R
R
R
R
V
V
V
V
R
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
N
N
S
P
P
L
L
M
M
M
M
T
T
T
E
E
E
A
A
B
B
C
C
A
A
B
B
D
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
N
F
F
N
J
J
T
P
R
R
I
I
A
A
A
Y
Y
Y
S
S
S
S
S
S
S
S
S
S
I
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
L
R
I
I
R
N
N
T
S
E
E
N
N
K
K
K
L
L
L
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
D
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
D
L
L
D
A
A
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
_
1
_
_
_
_
_
_
1
1
0
1
0
1
0
1
2
0
1
2
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
1
0
1
1
1
2
OPTIES (2)TAAL
COMMANDO
PARAMETER
RETOUR
GEKOZEN FUNCTIE
(30 – 30)
BALANS HOGE TOON
(30 – 30)
LAGE TOON
(30 – 30)
AUDIO DISPLAY AUDIO INSTELLING RESET
AUDIOOPTIES (1)
VAST VARIABEL LUIDSPREKER AAN LUIDSPREKER UIT BEELD-IN-BEELD : RECHTSONDER BEELD-IN-BEELD : LINKSONDER BEELD-IN-BEELD : RECHTSBOVEN BEELD-IN-BEELD : LINKSBOVEN BEELD-IN-BEELD RESET VIDEO DNR UIT VIDEO DNR AAN OSD DISPLAY AAN OSD DISPLAY UIT (NIVEAU A) OSD DISPLAY UIT (NIVEAU B) ZWART SCHERM DISPLAY AAN ZWART SCHERM DISPLAY UIT VIDEOSYSTEEM KEUZE : AUTO VIDEOSYSTEEM KEUZE : PAL VIDEOSYSTEEM KEUZE : SECAM VIDEOSYSTEEM KEUZE : NTSC4.43 VIDEOSYSTEEM KEUZE : NTSC3.58 VIDEOSYSTEEM KEUZE : PAL_M VIDEOSYSTEEM KEUZE : PAL_N ACHTERGROND SELECTIE : SHARP ACHTERGROND SELECTIE : GEBRUIKER ACHTERGROND SELECTIE : BLAUW ACHTERGROND SELECTIE : GEEN OPSTARTBEELD SELECTIE : SHARP OPSTARTBEELD SELECTIE : GEBRUIKER OPSTARTBEELD SELECTIE : GEEN ENERGIEBESPARING : STANDAARD ENERGIEBESPARING : LAAG VERBRUIK MONITOR UITGANG UIT MONITOR UITGANG AAN AUTOMATISCH AFSLAAN : NIET IN GEBRUIK AUTOMATISCH AFSLAAN : IN GEBRUIK
• Als er in de parameterkolom een onderstrepingsteken (_) staat, moet u een spatie invoeren. Als er een asterisk (*) staat, vult u een waarde in binnen het bereik dat tussen haakjes aangegeven staat onder GEKOZEN FUNCTIE.
*1
FIJN SYNC. kan alleen worden ingesteld in de weergegeven RGB stand.
•*2Bij sommige computers kan ruis verschijnen. Zet het RUISFILTER op AAN met behulp van het RS-232C commando.
*3
Het SERIENUMMER CONTROLE commando wordt gebruikt voor het aflezen van de 12 cijfers van het serienummer.
*4
Nadat OK is teruggestuurd, voert u een PROJECTORNAAM van maximaal 12 tekens in het geheugen in. De
PROJECTORNAAM die in het geheugen is, kan worden uitgestuurd (gecontroleerd).
COMMANDO
A
A
A
A
A
A
A
A
A
P
P
P
P
P
3
3
I
I
I
I
I
M
M
M
M
M
M
M
I
I
I
I
I
I
I
T
T
M
M
A
A
PARAMETER
A
B
L
_
*
*
A
T
E
_
*
*
A
B
A
_
*
*
A
R
E
_
_
_
A
R
E
_
_
_
O
U
T
_
_
_
O
U
T
_
_
_
S
P
K
_
_
_
S
P
K
_
_
_
I
N
P
_
_
1
I
N
P
_
_
1
I
N
P
_
_
1
I
N
P
_
_
1
I
N
P
_
_
_
D
N
R
_
_
_
D
N
R
_
_
_
M
D
I
_
_
_
M
D
I
_
_
_
M
D
I
_
_
_
M
B
O
_
_
_
M
B
O
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
E
S
Y
_
_
_
M
B
G
_
_
_
M
B
G
_
_
_
M
M
M
M
M
H
H
O
O
P
P
B
G
_
_
_
B
G
_
_
_
S
I
_
_
_
S
I
_
_
_
S
I
_
_
_
M
D
_
_
_
M
D
_
_
_
U
T
_
_
_
U
T
_
_
_
O
W
_
_
_
O
W
_
_
_
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
*
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
0
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
5
OK OF ERR
6
OK OF ERR
7
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
4
OK OF ERR
1
OK OF ERR
2
OK OF ERR
3
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
OK OF ERR
0
OK OF ERR
1
RETOUR
Aanhangsel
NL-72

Technische gegevens van de aansluiting voor de kabel van de afstandsbediening

Technische gegevens van de kabel voor de afstandsbedieningingang
• ø3,5 mm mini-stekker
Extern: 5 V (1 A)
Intern: GND
Functie- en transmissiecodes
0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1
C12
1 0 0 0 0 1 0 1 1 1 1 0 0
EXTERNE
CODE
C13
C14
0
1
1
1
0
1
0
1
0
1
1
1
1
1
0
1
0
1
0
1
0
1
1
1
1
1
C15
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
INSTELBAAR ONDERDEEL
AAN UIT VOLUME VOLUME DEMPEN MENU LENS
ZWART SCHERM
ENTER RESIZE
GROOTTE AANPASSEN
Stilzetten Pauzeklok
SYSTEEMCODE
C1
C2
C3
C4
1
0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
C5 C6
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
C7
0 0 0 1 1 0 1 1 1 0 1 1 0
DATACODE
C8
C9
1
1
0
1
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1
0
0
1
0
1
0
1
0
0
1
1
1
0
1
1
1
0
0
1
0
1
1
0
1
0
C10 C11
1 1 1 1 1 0 0 0 1 1 1 0 1
Voor gebruik van de muis, linkerklik- en rechterklikfuncties via de afstandsbedieningingang, moet u de kabel van de afstandsbediening ingangssaansluiting van de projector verbinden met de afstandsbediening. De codes voor deze functies zijn vrij complex en worden derhalve niet hier in deze lijst opgenomen.
INSTELBAAR ONDERDEEL
Vergroten Vergroten AUTOMAT.SYNC.
ƒ
ß
©
GAMMA INGANG
1
INGANG
2
INGANG
3
INGANG
4
INGANG
5
SYSTEEMCODE
C1
C2
C3
C4
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
1
1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
C5 C6
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
C7
0
1
0
1
1
0
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
1
1
0
0
1
1
0
1
1
DATACODE
C8
C9
1
1
1
1
1
0
1
1
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
0
1
0
0
0
0
C10 C11
EXTERNE
CODE
C12
C13
C14
C15
1
0 0 1 1 1 1 0 0 1 1 1 1 1
0
1 1 1 0 0 0 0 0 1 1 1 1 1
1
0
0
1
1
0
1
1
1
0
0
1
1
0
0
1
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
0
1
0
Code voor afstandsbediening met kabel
LSB MSB
C1 Systeemcode C5 C6 Datacode C13 C14 C15
10110********10
Systeemcodes C1 t/m C5 zijn vastgesteld op 10110”.
• Codes C14 en C15 zijn tegengestelde confirmatie bits, waarbij “10” “voor” en “01” “achter” aanduidt.
Sharp afstandsbedienings-signaalformaat
Transmissieformaat: 15-bit formaat
DDDDDD
67,5 ms 67,5 ms
Golfvorm van uitgangssignaal: Uitgang met Pulse Position Modulatie
t
T
0
T
1
“0”“0”“0”“1”
t = 264 µs
T0 = 1,05 ms
T1 = 2,10 ms
Transmissie regelcode
15 bit
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11 C12 C13 C14
Systeemadres
Aanhangsel
D tot D gemeenshappelijke data bit Tegengesteld in D
DDDDDDD
D
“0”“1”“0”
Puls golffrequentie = 455/12 kHz
Duty ratio = 1:1
C15
Functie toets data bit
Data
uitbreiding
Maskeren
Data
bepaling
26,4 µs
Voorbeeld van tegengesteld D tot
C11DC20C31C41C50C61C70C80C90C100C110C120C130C141C15
C11DC20C31C41C50C60C71C81C91C101C111C121C131C140C15
t
0
1
NL-73

Compatibiliteitstabel

Computer
Horizontale frequentie: 15–126 kHz*/ Verticale frequentie: 43–200 Hz / Beeldpunt klok: 12–230 MHz Compatibel met synchronisatie op groen en composiet synchronisatiesignalen UXGA en SXGA compatibel in geavanceerde intelligente comprimering of intelligente comprimering AICS (Advanced Intelligent Compression and Expansion (geavanceerde intelligente comprimering en expansie) System) grootte-aanpassing technologie
PC/
MAC/
WS
PC
VGA
SVGA
XGA
Resolutie
640 350
720 350
640 400
720 400
640 480
800 600
1.024 768
Horizontale
frequentie
(kHz)
27,0 60 31,5 70 37,9 85 27,0 60 31,5 70 27,0 60 31,5 70 37,9 27,0 31,5 37,9 26,2 31,5
34,7 37,9 37,5 43,3 47,9 53,0 61,8 78,5 80,9
100,4 200
31,4 50
35,1 56 37,9 60 44,5 70 48,1 72 46,9 75 53,7 85 56,8 90 64,0 100 77,2 120 98,3 150
102,1 160 125,6 200
35,5 43 40,3 50 48,4 60 56,5 70 58,1 72 60,0 75 68,7 85 73,5 90 77,2 96 80,6 100 98,8 120
113,2 140
Verticale
frequentie
(Hz)
85 60 70 85 50 60
70 72 75 85
90 100 120 150 160
VESA
standaard
DVI
ondersteuning
Display
Upscale
True
PC/
MAC/
WS
PC
PC/
MAC 13"
PC/
MAC 19"
PC/
MAC 21"
MAC 16"
MAC 21"
HP (WS) PC (WS)
WS
SGI (WS)
SUN (WS)
SXGA
SXGA+
UXGA
VGA
XGA
SXGA
SVGA
SXGA
SXGA
Resolutie
1.152 864
1.152 882
1.280 1.024
1.400 1.050
1.600 1.200
640 480
1.024 768
1.280 1.024
800 600 832 624
1.152 870
1.280 1.024
1.280 960
1.280 1.024
1.152 900
Horizontale
frequentie
(kHz) 54,3 60
64,0 70 64,1 72 67,5 75 75,7 80 77,3 85 90,2 100 54,8 60 65,9 72 67,4 74 64,0 60 74,6 70 78,1 74 80,0 75 91,1 85
108,4 100
64,0 60 74,7 52 75,0 60 81,3 65 87,5 70 90,1 72 93,8 75
106,3 85
34,9
48,4 60 60,0
80,0
46,8 75 49,6 75 68,5 78,1 72 60,0 60 85,9 85 53,5 50 76,8 72 60,9 66 71,9 76
Verticale
frequentie
(Hz)
67
75
75
75
VESA
standaard
DVI
ondersteuning
Geavanceerde
comprimering
Geavanceerde
Geavanceerde
Display
intelligente
comprimering
Intelligente
Upscale
True
intelligente
comprimering
Upscale
intelligente
comprimering
* Wanneer de RGB ingang wordt gebruikt voor het weergeven van
bewegende beelden die als interlaced beeldsignaal worden ontvangen, is het mogelijk dat de beelden bij sommige typen signalen niet worden weergegeven zoals u verwacht. Mocht dit het geval zijn, gebruik dan de component-ingang, video-ingang of S­video-ingang.
Het is mogelijk dat deze projector niet in staat blijkt beelden weer te geven van een notebook computer die in de simultane weergavestand (CRT/LCD) gebruikt wordt. In dit geval moet u het LCD display van de notebook computer uitschakelen en de weergave uitsluitend op CRT zetten. Voor verdere informatie betreffende het omschakelen van de weergavefunctie van uw notebook computer, raadpleegt u de handleiding van uw notebook computer.
Deze projector kan 640 350 VESA formaat VGA signalen ontvangen alhoewel er 640 400 op het scherm zal verschijnen.
Wanneer er 1.600 1.200 VESA formaat UXGA signalen worden ontvangen zal het beeld gesampled worden en worden weergegeven
met 1.024 lijnen, waardoor een deel van het beeld geblokkeerd wordt.
DTV
Horizontal efrequentie (kHz)
Signaal
480
I
480P
I
580
580P
720P 1035 1080
15,7 31,5 15,6 31,3
I
I
45,0 33,8 33,8
Vertical efrequentie (Hz)
60 60 50 50 60 60 60
Aanhangsel
NL-74

Afmetingen

Achteraanzicht
Zijaanzicht
Vooraanzicht
(445)
32
/
17
17
(4,5)
16
/
3
(7)4
32
/
9
(65)
16
/
9
2
Bovenaanzicht
12 9/16 (319)
29
/32 (23)
21
9
/64 (3,5)
(423)
32
/ 16
Zijaanzicht
6 3/32 (155)
3
1
/64 (26,5)
(79)
6
/
1
3
(282,5)
25
/
3
11
Aanhangsel
Onderaanzicht
(116,5)
64
/
37
3
/4 (248)
9
3 31/64 (88,5) 2 15/16 (74,5)
M4
M4
13
/16 (20,27)
1 11/32 (34)
M4
(103,2)
64
/
5
4
(158,9)
64
/
17
6
Eenheid: inch (mm)
NL-75

Technische gegevens

Product
Model
Videosysteem
LCD projector XG-P25X PAL/PAL 60/PAL-M/PAL-N/SECAM/NTSC 3.58/NTSC 4.43 DTV 480I/480P/580I/580P/720P/1035I/1080I
Weergavemethode
LCD paneel
LCD paneel 3, RGB optische sluitermethode Paneelformaat: 1,3 inch (33 mm) (20,0 [H] 26,6 [B] mm) Weergavemethode: Doorzichtig TN vloeibaar kristalpaneel Aansturing: TFT (Thin Film Transistor) Actief Matrixpaneel Aantal beeldpunten: 786.432 beeldpunten (1.024 [hor.] 768 [vert.])
Standaardlens
Projectielamp
Video ingangssignaal
1–1,3 zoomlens, F1,7 tot 2,4, f = 49,2 tot 63,8 mm 270 W wisselstroom-lamp RCA aansluiting (INPUT 4): VIDEO, composiet video, 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 afgesloten RCA aansluiting: AUDIO, 0,5 Vrms meer dan 22 k (stereo)
S-video ingangssignaal
4 pins Mini DIN aansluiting (INPUT 5) Y (luminantie signaal): 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 afgesloten C (kleursignaal): Piek 0,286 Vp-p, 75 afgesloten
Component ingangssignaal
BNC aansluiting (INPUT 2) Y: 1,0 Vp-p, synchronisatie negatief, 75 afgesloten
B: 0,7 Vp-p, 75 Ω afgesloten
P
R: 0,7 Vp-p, 75 Ω afgesloten
P
Horizontale resolutie
520 TV lijnen (S-video ingangssignaal), 750 TV lijnen (DTV 720P ingangssignaal, REK functie)
PINS MINI D-SUB AANSLUITING (INPUT 1), 5 BNC AANSLUITING (INPUT 2):
RGB ingangssignaal
15-
RGB gescheiden/composiet synchronisatie/synchronisatie op groen type analoog ingangssignaal: 0–0,7 Vp-p, positief, 75 afgesloten
DVI AANSLUITING (29-PINS) (INPUT 3), RGB (DIGITAAL), 250–1.000 mV, 50
ORIZONTAAL SYNC. SIGNAAL: TTL niveau, (positief/negatief) of composiet sync.
H
(Alleen Apple)
ERTICAAL SYNC. SIGNAAL: Hetzelfde als horizontaal sync. signaal
V S
TEREO MINI-STEKKERAANSLUITING: AUDIO, 0,5 Vrms, meer dan 22 kΩ (stereo)
Beeldpunt klok
Verticale frequentie
Horizontale frequentie
Computer ingangssignaal
Luidsprekersysteem
12–230 MHz 43–200 Hz 15–126 kHz* 9-pins D-sub aansluiting (RS-232C ingangspoort/uitgangspoort)
49
64 (4,5 cm) rond 2
1 2 W 2 W (stereo)
Stroomvoorziening
Ingangsstroom
Nominale frequentie
Stroomverbruik
Hitteverspreiding
Bedrijfstemperatuur
Opslagtemperatuur
Behuizing
I/R drager frequentie
Afmetingen (bij benadering)
100–240 Volt wisselstroom 3,9 A 50/60 Hz 380 W
1.430 BTU/uur 41°F to 104°F (5°C to 40°C) 4°F to 140°F (20°C to 60°C) Plastic 38 kHz
9
16 (B) 6 3⁄32 (H) 16 21⁄32 (T) (319,0 155,0 423,0 mm) (alleen de
12 hoofdbehuizing)
11
32 (B) 7 27⁄64 (H) 17 17⁄32 (T) (322,5 188,5 445,0 mm) (inclusief
12 standaardlens stelvoetjes en uitstekende delen)
Gewicht (bij benadering)
Meegeleverde accessoires
21,4 lbs. (9,7 kg) Afstandsbediening, Twee R-6 batterijen, Netsnoer, RGB kabel (9 10, 3 m), Computer audiokabel (9 10, 3 m), Drie BNC-RCA (tulp) adapters, Extra luchtfilter, Lensdop, CD­ROM,
Vervangingsonderdelen
Gebruiksaanwijzing LCD projector, Beknopte bedieningsgidsen, ID nummerlabel
Lampeenheid (lamp/lamphuis) (BQC-XGP25X//1), Afstandsbediening (RRMCGA048WJSA),
Twee R-6 batterijen (“AA” formaat, UM/SUM-3, HP-7 of
gelijkwaardig), Netsnoer voor Verenigde Staten, Canada enz. (QACCDA010WJPZ),
Netsnoer voor Europa, behalve Groot-Brittannië (QACCV4002CEZZ), Netsnoer voor Groot­Brittannië, Hongkong en Singapore (QACCBA012WJPZ), Netsnoer voor Australië, Nieuw­Zeeland en Oceanië (QACCL3022CEZZ), RGB kabel (QCNWGA012WJPZ), Computer audiokabel (QCNWGA013WJPZ), BNC-RCA (tulp) adapters (QPLGJ0107GEZZ), Luchtfilter (PFILD0080CEZZ), Lensdop (PCAPH1056CESA), CD-ROM (UDSKAA004WJZZ, UDSKAA005WJZZ), Gebruiksaanwijzing LCD projector (TINS-A133WJZZ), Beknopte bedieningsgidsen, Installatiegids voor Sharp Advanced Presentation Software (TINS­A139WJZZ), ID nummerlabel (TLABZ0781CEZZ)
* Wanneer de RGB ingang wordt gebruikt voor het weergeven van bewegende beelden die als interlaced beeldsignaal worden ontvangen,
is het mogelijk dat de beelden bij sommige typen signalen niet worden weergegeven zoals u verwacht. Mocht dit het geval zijn, gebruik dan de component-ingang, video-ingang of S-video-ingang.
Uw SHARP projector gebruikt LCD (Liquid Crystal Display) panelen. Deze zeer hoogstaande panelen bevatten 786.432 TFT (Thin Film Transistor) beeldpunten ( Rood, Groen, Blauw). Net als bij andere hoogwaardige elektronische producten, zoals grootbeeld tv’s, videosystemen en videocameras, zijn er bepaalde tolerantienormen waaraan projectoren moeten voldoen.
Dit apparaat heeft enkele, binnen de tolerantienormen vallende, inactieve TFT’s die kunnen resulteren in onverlichte of inactieve punten op het beeldscherm. Dit heeft overigens geen invloed op de beeldkwaliteit of de levensduur van uw projector.
Aanhangsel
De technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd.
NL-76

Verklarende woordenlijst

Achtergrond
Als standaard in te stellen beeld dat geprojecteerd wordt wanneer er geen ingangssignaal ontvangen wordt.
Automatische synchronisatie
Zorgt voor een optimale weergave van computer gegenereerde beelden door automatisch bepaalde instellingen te regelen.
Beeld-in-beeld
Biedt u de mogelijkheid om videobeelden aan een scherm met gegevens toe te voegen, zodat uw presentaties nog effectiever zijn.
Beeldverhouding
De breedte-hoogteverhouding van een beeld. De normale beeldverhouding voor compute- en videobeelden is 4:3. Er bestaan ook breedbeeldformaten met verhoudingen van 16:9 en 21:9.
Digitale beeldverschuivingsfunctie
Met deze functie kan het beeld gemakkelijk met de ∂/ƒ toetsen naar boven of beneden worden geschoven wanneer de GROOTTE AANPASSEN functie van het ingangsbeeld KADER, REK of SLIMME REK is van COMPUTER (behalve voor SXGA en UXGA), VIDEO of DTV ingangssignalen.
DNR (digitale ruisonderdrukking)
Deze ruisonderdrukkingsfunctie biedt een hoge beeldkwaliteit met minimaal punt-verloop en kleurvervorming.
DVI
Digital Visual Interface, die zowel digitale als analoge displays ondersteunt.
Fase
Een faseverschil is een verschil in de timing tussen isomorfe signalen met dezelfde resolutie. Wanneer het faseniveau niet overeenkomt zal het geprojecteerde beeld een typische horizontale flikkering vertonen.
GAMMA
Functie voor verbetering van de beeldkwaliteit door het verhelderen van de donkere partijen van het beeld zonder de helderheid van de heldere gedeelten te veranderen. U kunt kiezen uit vier verschillende instellingen: STANDAARD, PRESENTATIE, CINEMA en GEBRUIKER.
GROOTTE AANPASSEN
Wijzigen of aanpassen van de beeldweergave voor het verbeteren van het ingangsbeeld. Er kan gekozen worden uit zes verschillende instellingen: NORMAAL, VOLLEDIG, PUNT VOOR PUNT, KADER, REK of SLIMME REK.
Input instellen
Functie voor het beperken van de ingangssignalen. Wanneer u bijvoorbeeld Ingangssignaal 2 op UIT instelt, kan er alleen gekozen worden uit Ingangssignaal 1 en Ingangssignaal 3, en wordt Ingangssignaal 2 overgeslagen.
Intelligente comprimering en expansie
Via deze kwalitatief hoogstaande methode worden beelden van hoge en lage resolutie aangepast aan de eigen resolutie van de projector.
Intelligente digitale trapeziumvorm-correctie
Functie voor het digitaal corrigeren van een vervormd beeld wanneer de projector onder een hoek staat; wegwerken van rafelige diagonale contouren en comprimering van het beeld niet alleen horizontaal maar ook verticaal waardoor de 4:3 breedte-hoogteverhouding gehandhaafd blijft. Tevens wordt de beeldverhouding automatisch berekent overeenkomstig de instelling voor de lensverschuivingsbreedte.
Kader
Projecteert een 4:3 beeld volledig binnen een 16:9 scherm door de beeldverhouding op 4:3 te houden.
Kleurtmp (kleurtemperatuur)
Functie voor het afstellen van de kleurtemperatuur overeenkomstig het type beeld dat de projector ontvangt. Verlaagt de kleurtemperatuur voor een warmer, roodachtig beeld met natuurlijke huidskleuren of verhoogt de kleurtemperatuur voor een koeler, blauwachtig beeld met meer helderheid.
Klok
Deze instelling wordt aangepast om verticale ruis op te heffen die het gevolg is van een incorrecte klokinstelling.
Lensverschuiving
De lens kan gemakkelijk naar boven of beneden gezet worden om perspectivische vertekening te minimaliseren of elimineren.
Niv. toetsvergr. (toetsvergrendelingsniveau)
Functie voor het vergrendelen van de toetsen om ongewenste bediening te voorkomen.
Progressieve functie
De progressieve weergavefunctie zorgt voor een gelijkmatiger videobeeld. Er kan gekozen worden uit drie verschillende instellingen: 2D Progressief, 3D Progressief en Filmfunctie.
Punt voor punt
In deze weergavefunctie worden beelden weergegeven in hun oorspronkelijke resolutie.
Rek
Functie voor het horizontaal rekken van een 4:3 beeld zodat dit volledig op een 16:9 scherm kan worden weergegeven.
RS-232C
Door gebruik te maken van de RS-232C poorten op de projector en op de computer kunt u de projector via de computer bedienen.
Samengesteld sync. signaal
Een signaal dat horizontale en verticale synchronisatiepulsen combineert.
Slimme rek
Projecteert het beeld volledig in een 16:9 scherm door vergroten van de omringende gebieden terwijl de beeldverhouding in het midden op 4:3 gehandhaafd blijft.
Stack instelling
Deze functie voorkomt problemen met de instellingen en de bediening bij gestapelde projectie. Wanneer een van de projectors als master is ingesteld en de andere als “slave”, zal de “slave” projector automatisch de bediening van de “master” projector opvolgen.
Statusfunctie
Laat de ingestelde waarden van alle in te stellen onderdelen zien.
Synchronisatie op groen
Videosignaalfunctie van een computer waarbij het horizontale en het verticale synchronisatiesignaal overlappen op de pin voor het groene kleursignaal.
Uitvergroten (inzoomen)
Vergroot een deel van het beeld digitaal uit.
Aanhangsel
NL-77

Index

A
Aansluiting voor draad-afstandsbediening......................
Aan/uit-toetsen .................................................................
Achtergrond .....................................................................
Audio ................................................................................
AUDIO INPUT ingangsaansluiting ...................................
Audiokabel .......................................................................
AUDIO OUTPUT uitgangsaansluiting ..............................
Automatische synchronisatie instelling ............................
AUTO SYNC toets ............................................................
B
Bedrijfsindicator ...............................................................
Beeld-in-beeld functie......................................................
Beeldverhouding..............................................................
BLACK SCREEN toets .....................................................
BNC-RCA (tulp) adapters ................................................
D
Digitale beeldverschuiving ..............................................
DNR (digitale ruisonderdrukking) ....................................
Draad-afstandsbediening ingangsaansluiting.................
Draaghandvat ..................................................................
DVI INPUT poort (INPUT 3) ..............................................
E
Energiebesparing ............................................................
ENTER toets .....................................................................
Extra luchtfilter .................................................................
F
Fase .................................................................................
G
GAMMA toets ...................................................................
GUI (Grafische gebruikersinterface) ...............................
I
In-beeld-display ...............................................................
In-beeld-display taal ........................................................
Input instellen ...................................................................
INPUT poort .....................................................................
INPUT toetsen ..................................................................
Instellen ID nr. ..................................................................
Instellen van het beeld .....................................................
K
KADER .............................................................................
Keuze instel......................................................................
Kleurtmp (kleurtemperatuur) ............................................
Klok ..................................................................................
L
Lampindicator ..................................................................
LENS toets .......................................................................
Lensverschuiving .............................................................
Luchtfilter .........................................................................
Luidspreker ......................................................................
M
MENU toets ......................................................................
Monitor uitgang/RC-232C uitschakelfunctie ....................
MUTE toets.......................................................................
N
Netingang ........................................................................
14
Netsnoer...........................................................................
22
Netwerkfuncties ...............................................................
49
Niv. toetsvergr. (toetsvergrendelingsniveaus) ..................
46 16
O
21
Opstartbeeld ....................................................................
21
OUTPUT poort .................................................................
45
Overdrachtsnelheid (RS-232C)........................................
34
P
Pauzekloktoets .................................................................
16
PDF ..................................................................................
47
PlafondⳭachter ...............................................................
35
Plafondmontage ...............................................................
32
Progressieve functie ........................................................
19
Projectie van achteren .....................................................
Punt voor punt ..................................................................
24
R
47
RESIZE toets ....................................................................
14
RGB kabel ........................................................................
6
RS-232C poort .................................................................
18
S
Spaarfunctie .....................................................................
50
Stack instelling .................................................................
38
Statusfunctie ....................................................................
15
Stelvoetjes ........................................................................
Stilstaand beeldtoets .......................................................
S-VIDEO INPUT ingangsaansluiting ................................
43
Synchronisatie..................................................................
Synchronisatie op groen ..................................................
37
T
38
Temperatuurindicator .......................................................
Trapeziumvorm-correctie .................................................
48
U
56
Uitlaatopening ..................................................................
53
UNDO toets ......................................................................
16 31
V
54
Variabel audio-uitgangsniveau (VAO) ..............................
41
Vastgesteld audio-uitgangsniveau (FAO) ........................
Vastleggen .......................................................................
Vergrotingstoets ...............................................................
35
VIDEO INPUT ingangsaansluiting....................................
43
Videomuur ........................................................................
41
Videosysteem...................................................................
43
VOLUME toetsen..............................................................
W
63
Wachtwoord .....................................................................
24
Nr.
23
1.2.3 toets ........................................................................
66
4.5 toets ...........................................................................
46
38 50 31
16 16 57 52
49 50 53
34 11 51
30
42 30 35
35 16 20
50 52 56
23 32 18 45 69
63 24
5
38
46 46
43 33 18
61
48 31
55
31
31
Aanhangsel
NL-78
SHARP CORPORATION
Loading...