De gebruiksaanwijzing bevat verder gedetailleerde informatie over het gebruik van het apparaat als printer, scanner, kopieermachine en faxapparaat, over
het onderhoud en over de manier waarop problemen met het apparaat kunnen worden opgelost.
De
Software gebruikershandleiding
software en de functies ervan.
geeft informatie die u nodig heeft voor het installeren van het apparaat.
, het tweede gedeelte van deze gebruiksaanwijzing geeft informatie over het installeren van de meegeleverde
Deze gebruiksaanwijzing dient slechts ter informatie. Alle informatie in deze gebruiksaanwijzing kan zonder nadere aankondiging worden gewijzigd.
Samsung Electronics is niet verantwoordelijk voor directe of indirecte wijzigingen die voortvloeien uit of verband houden met het gebruik van deze
gebruiksaanwijzing.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen en
veiligheidsinformatie
Houd u bij gebruik van dit apparaat altijd aan de onderstaande
basisinstructies om de kans op brand, elektrische schokken en persoonlijke
ongelukken zo klein mogelijk te houden:
1. Zorg dat u alle instructies gelezen en begrepen hebt.
2. Gebruik altijd uw gezonde verstand bij het gebruik van
elektrische apparaten.
3. Volg alle aanwijzingen en waarschuwingen op die zich op het
product en in de bijbehorende documentatie bevinden.
4. Als andere gebruiksinstructies deze veiligheidsinstructies lijken
tegen te spreken, moet u zich aan deze veiligheidsinstructies
houden. Misschien zijn de andere gebruiksinstructies u niet
helemaal duidelijk. Wanneer u er niet uit komt, moet u contact
opnemen met uw leverancier of service center.
5. Haal de stekker van het apparaat altijd uit het stopcontact en
trek ook de telefoonstekker uit het telefoonstopcontact voordat u
het apparaat reinigt. Gebruik geen vloeistoffen of spuitbussen.
Gebruik voor het schoonmaken alleen een vochtige doek.
6. Zet het apparaat niet op een wankel wagentje, onderstel of tafel.
Het apparaat kan dan vallen, waardoor het ernstig beschadigd
kan raken.
7. Het apparaat mag nooit op of dichtbij een radiator, kachel,
airconditioner of ventilatiekanaal worden geplaatst.
8. Zet of leg geen voorwerpen op het netsnoer of de telefoonkabel.
Zet het apparaat ook niet op een plaats waar de kabels kunnen
knikken of problemen kunnen ontstaan doordat er mensen over
de kabels heen lopen.
9. Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of
verlengsnoer aan. Dit kan de werking verstoren en verhoogt de
kans op brand en elektrische schokken.
10. Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de
kabel naar de computer bijten.
11. Steek nooit vreemde voorwerpen door de openingen in de
behuizing van het apparaat. Ze kunnen dan in aanraking komen
met een gevaarlijk hoge spanning, met kans op brand of
elektrische schokken. Zorg dat er nooit vloeistoffen op of in het
apparaat worden gemorst.
12. De meeste scanners met een glasplaat beschikken over een
zware documentklep die het document aandrukt voor optimale
scan/faxresultaten. Als dit ook voor uw model geldt, sluit u de de
klep nadat u het document op de glasplaat hebt gelegd door
de klep voorzichtig op het document te laten zakken.
13. Om de kans op elektrische schokken zo klein mogelijk te houden,
moet u het apparaat niet uit elkaar halen. Breng het apparaat
naar een gekwalificeerde onderhoudsmonteur wanneer dit
gerepareerd moet worden. Als u de behuizing opent of verwijdert,
kunt u worden blootgesteld aan een gevaarlijk hoge spanning en
andere gevaren. Wanneer het apparaat niet op de juiste manier
in elkaar wordt gezet, bestaat ook tijdens gebruik kans op
elektrische schokken.
14. In de volgende gevallen koppelt u het apparaat los van het
telefoonstopcontact, de pc en het stopcontact, en laat u controle
en reparatie over aan een goed opgeleide onderhoudsmonteur:
•als een deel van het netsnoer of de stekker of connector is
beschadigd of gerafeld;
•als er vloeistof in het apparaat is gemorst;
•als het apparaat is blootgesteld aan regen of water;
•als het apparaat niet goed werkt hoewel de instructies goed
zijn opgevolgd;
•als het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing zichtbaar
beschadigd is;
•als het apparaat plotseling duidelijk anders functioneert.
15. Verander alleen instellingen die in de handleiding worden
behandeld. Wijzigen van andere instellingen kan schade tot
gevolg hebben, en een deskundige onderhoudsmonteur kan
daarna heel wat tijd nodig hebben om het apparaat weer in orde
te maken.
16. Gebruik het apparaat niet tijdens onweer. Er bestaat dan enige
kans op elektrische schokken ten gevolge van blikseminslag.
Koppel het apparaat zo mogelijk los van het telefoonstopcontact
en het stopcontact, en sluit het pas weer aan als het onweer
voorbij is.
17. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
18. Gebruik alleen een telefoonsnoer met een doorsnede van 26
AWG of hoger.
Verklaring inzake veiligheid van de laser
De printer is in de VS gecertificeerd volgens de eisen van DHHS 21 CFR,
hoofdstuk 1 subhoofdstuk J voor Klasse I (1) laser-producten en buiten de
VS als Klasse I laserproduct volgens de eisen van IEC 825.
Klasse I laserproducten worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het
lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik,
onderhoud door de gebruiker of in de instructies voorgeschreven
onderhoudsituaties personen niet worden blootgesteld aan laserstralen
hoger dan Klasse I.
vi
WAARSCHUWING
Gebruik of onderhoud de printer nooit wanneer de beschermkap van het laser/
scannergedeelte is verwijderd. De laserstraal kan naar buiten worden gereflecteerd
en uw ogen blijvend beschadigen.
Veiligheid inzake ozonproductie
Tijdens normaal gebruik produceert dit apparaat ozon. De
hoeveelheid ozon is zo gering dat dit geen gevaar voor de
gebruiker oplevert. Wel raden we u aan om het apparaat in
een goed geventileerde ruimte te installeren.
Voor meer informatie over ozon kunt u contact opnemen
met een Samsung dealer in uw buurt.
Energie besparen
Dit apparaat maakt gebruik van geavanceerde energiebesparende
technologie, die het energiegebruik vermindert wanneer het apparaat niet
wordt gebruikt.
Als het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt, wordt het
energiegebruik automatisch verminderd.
Het Energy star-logo betekent niet dat EPA een bepaald product of een
bepaalde dienst aanbeveelt.
Recycling
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of voer
ze af op een milieuvriendelijke wijze.
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product of het bijbehorende
informatiemateriaal duidt erop dat het niet met ander
huishoudelijk afval verwijderd moet worden aan het einde
van zijn gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu
of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde
afvalverwijdering te voorkomen, moet u dit product van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde
manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van
materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze
dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te
vernemen waar en hoe ze dit product milieuvriendelijk kunnen laten
recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomsten nalezen. Dit product
moet niet worden gemengd met ander bedrijfsafval voor verwijdering.
Radiogolven
FCC normen
Dit apparaat is getest en voldoet aan de limieten voor digitale apparaten van
klasse B, zoals deze zijn vastgelegd in Deel 15 van de FCC-regels en vereisten. Deze limieten zijn vastgesteld om een redelijke bescherming te
bieden tegen schadelijke interferentie in de woonomgeving. Dit apparaat
genereert, gebruikt en straalt mogelijk radiofrequentie-energie uit en kan,
indien het niet overeenkomstig de aanwijzingen wordt geïnstalleerd en
gebruikt, voor radiocommunicatie schadelijke interferentie veroorzaken. Er
kan niet worden gegarandeerd dat bij een bepaalde installatie geen
interferentie optreedt. Als u merkt dat dit apparaat toch van invloed is op de
radio- of tv-ontvangst, hetgeen u kunt controleren door het apparaat uit en
weer aan te zetten, adviseren wij u een of meer van de volgende maatregelen
te nemen om de interferentie op te heffen:
•kies een andere richting voor de ontvangantenne of verplaats de
antenne;
•vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger;
•sluit het apparaat aan op een andere lichtnetgroep dan het toestel
waarvan de ontvangst wordt gestoord;
•raadpleeg uw printerleverancier of een ervaren radio/televisiemonteur.
W
AARSCHUWING
goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het
apparaat aan de normen voldoet) kunnen ertoe leiden dat uw toestemming
om het apparaat te gebruiken vervalt.
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn
Canadese regelgeving m.b.t. radiostoringen
Dit digitale apparaat blijft binnen de grenzen (Klasse B limieten) voor
stoorsignalen vanuit digitale apparatuur zoals bepaald in de standaard voor
apparatuur die storing zou kunnen veroorzaken, met de titel “Digital
Apparatus”, ICES-003 van Industry and Science, Canada.
vii
Cet appareil numérique respecte les limites de bruits radioélectriques
applicables aux appareils numériques de Classe B prescrites dans la norme
sur le matériel brouilleur: “Appareils Numériques”, ICES-003 édictée par
l’Industrie et Sciences Canada.
Fax-identificatie
In verschillende landen is het wettelijk verboden om met een computer of
ander elektronisch apparaat faxberichten te verzenden die niet zijn voorzien van
een duidelijke strook met de volgende informatie, aan de onderkant of
bovenkant van iedere verzonden pagina of op de eerste pagina:
(1) verzenddatum en -tijd
(2) naam van de verzender (bedrijf, bedrijfsonderdeel of persoon); en
(3) faxnummer van de verzender (apparaat, bedrijf, bedrijfsonderdeel of
persoon).
Uw telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in communicatiefaciliteiten,
gebruik van apparatuur en procedures wanneer dit redelijkerwijs noodzakelijk
is voor de bedrijfsvoering, mits dit niet indruist tegen de regels en
voorschriften (VS: FCC Deel 68). Als van zulke wijzigingen redelijkerwijs kan
worden verwacht dat ze tot gevolg zullen hebben dat bepaalde
telefoonrandapparatuur niet meer compatibel is met de
communicatiemiddelen van het telefoonbedrijf, of dat wijzigingen of
modificaties van deze randapparatuur nodig zijn, of op enige andere wijze
daadwerkelijke gevolgen hebben voor het gebruik of de prestaties van de
randapparaten, moet de klant hiervan op adequate wijze schriftelijk op de
hoogte worden gesteld, zodat de klant de gelegenheid heeft om maatregelen
te nemen waardoor de telefoonaansluiting in bedrijf kan blijven.
Aansluitfactor (REN, Ringer Equivalence
Number)
Afhankelijk van het land van aanschaf kan achter of onder op het apparaat
een sticker zitten met de aansluitfactor (VS: Ringer Equivalence Number) en
het toelatingsnummer of registratienummer (VS: FCC Registration Number)
van het apparaat. In sommige landen (zoals de VS) moet deze informatie
aan het telefoonbedrijf worden verstrekt.
De aansluitfactor is een getal dat aangeeft hoe zwaar een apparaat de telefoonlijn
belast. Hiermee kunt u bepalen hoeveel apparaten u op dezelfde lijn kunt
aansluiten voordat deze wordt “overbelast”. Als u te veel apparaten op
dezelfde lijn aansluit, ontstaan er problemen met zelf bellen en
beantwoorden van inkomende oproepen. Een veel voorkomend probleem is
dat de apparaten niet meer overgaan. Het totaal van de aansluitfactoren van
alle op dezelfde telefoonlijn aangesloten apparaten mag niet meer dan 5
bedragen om zeker te zijn dat het telefoonbedrijf in staat is om de diverse
diensten ter beschikking te stellen. In een enkel geval is een totaal van 5 te
hoog (afhankelijk van telefoonbedrijf en/of centrale). Als een aangesloten
telefoonapparaaat niet goed werkt, moet u het onmiddellijk loskoppelen van
de telefoonlijn aangezien het schade kan toebrengen aan het telefoonnet.
WAARSCHUWING:
Volgens de voorschriften van de FCC (Federal Communication Commission)
kunnen wijzigingen of modificaties aan dit aparaat die niet uitdrukkelijk zijn
goedgekeurd door de fabrikant (die er zorg voor dient te dragen dat het
apparaat aan de normen voldoet) ertoe leiden dat het de gebruiker niet langer
is toegestaan om het apparaat te gebruiken. Wanneer randapparatuur schade
aan het telefoonnet veroorzaakt, moet het telefoonbedrijf de klant ervan op
de hoogte stellen dat de dienst kan worden onderbroken. Wanneer het echter
in de praktijk niet mogelijk is om de klant vooraf in te lichten, kan het
telefoonbedrijf de dienstverlening eerder onderbreken, onder voorwaarde
dat het:
a) de klant zo snel mogelijk inlicht;
b) de klant de gelegenheid geeft om het probleem met de randapparatuur op
te heffen;
c) de klant erop wijst dat deze het recht heeft om een klacht in te dienen bij
de Federal Communication Commission volgens de procedures uiteengezet
in “FCC Rules and Regulations Subpart E of Part 68”.
Verder moet u het volgende weten:
• Het apparaat is niet ontworpen voor aansluiting op een digitale
bedrijfscentrale.
• Als u het apparaat wilt aansluiten op een telefonlijn waarop ook een
computerfax/modem is aangesloten, is het mogelijk dat alle op de lijn
aangesloten apparaten problemen ondervinden met verzenden of
ontvangen. We raden u aan, behalve een normaal telefoontoestel, geen
andere apparaten aan te sluiten op de lijn waar het apparaat op is
aangesloten.
• Als u zich in een gebied bevindt waar veel onweer voorkomt of regelmatig
spanningspieken optreden in het lichtnet, raden we u aan om zowel voor
het lichtnet als de telefoonlijn een piekspanningsbeveiliging te installeren.
Piekspanningsbeveiligingen kunt u aanschaffen bij uw dealer of bij een
elektronica speciaalzaak.
• Wanneer u een alarmnummer in het apparaat programmeert en/of een
alarmnummer draait om te testen of alles goed werkt, bel dan eerst het
normale nummer (dus niet het alarmnummer) van de alarmdienst om de
dienst van de test op de hoogte te stellen. De dienst kan u dan meteen
inlichten over de testprocedure die u kunt volgen.
• Dit apparaat mag niet worden aangesloten op een muntautomaat of een
lijn die wordt gebruikt voor telefonisch vergaderen.
• Dit apparaat heeft een magnetische koppeling voor gehoorapparaten.
• U kunt het apparaat veilig op een telefoonnet aansluiten via een
standaard modulaire connector, USOC RJ-11C.
Conformiteitsverklaring (Europa)
Goedkeuringen en certificeringen
De CE-markering op dit product verwijst naar de
conformiteitsverklaring van Samsung Electronics Co., Ltd. ten
aanzien van de richtlijnen 93/68/EEC van de Europese Unie
met ingang van de volgende datums:
1 januari 1995
onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake
elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde
spanningsgrenzen (laagspanningsrichtlijn).
1 januari 1996
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake
elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999
radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijse
erkenning van hun conformiteit.
U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een
volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen
waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
: Richtlijn 73/23/EEG van de Raad betreffende de
: Richtlijn 89/336/EEG van de Raad (92/31/EEG) betreffende
: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad betreffende
viii
EC certificering
Richtlijn 1999/5/EC certificering inzake radioapparatuur en
telecommunicatie randapparatuur (FAX)
Dit Samsung product is door Samsung gecertificeerd voor aansluiting als
individueel randapparaat op analoge openbare netwerken volgens richtlijn
1999/5/EC. Het product is ontworpen om te werken met de nationale PSTN's
en compatibele PBX's van de Europese landen:
Bij problemen adviseren wij u in eerste instantie contact op te nemen met
Euro QA Lab of Samsung Electronics Co., Ltd.
Het product is getest op basis van TBR21. Als hulp bij het gebruik en de
toepassing van eindapparatuur die in overeenstemming is met deze norm,
heeft ETSI, het Europees instituut voor telecommunicatienormen, een
adviesdocument (EG 201 121) uitgegeven dat opmerkingen en aanvullende
vereisten bevat om de netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals te
garanderen. Bij de ontwikkeling is rekening gehouden met de in dit document
genoemde adviezen en het product voldoet daar volledig aan.
Stekker van het netsnoer vervangen (alleen
voor UK)
B
ELANGRIJK
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363)
van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Wanneer u de zekering
vervangt, moet u een geschikt type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de
zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de
zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering kwijt bent, mag u
de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap op hebt gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht.
De 13 ampère stekker is het meest voorkomende type in de UK en kan in de
meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (meest oudere) gebouwen
hebben echter geen normale 13 ampère stopcontacten. Als u het apparaat
op een ouder stopcontact wilt aansluiten, moet u een geschikt verloopstuk
(adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer.
Sluit de bruine draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “L” of
de kleur rood.
Ergens in de stroomkring moet een zekering van 13 Ampère zijn aangebracht:
in de stekker, in de adapter of in de meterkast.
W
AARSCHUWING
Als u ondanks het bovenstaande toch de aangegoten stekker
verwijdert, gooi deze dan onmiddellijk in de vuilnisbak.
U kunt de stekker niet opnieuw bedraden, en wanneer iemand
hem in een passend stopcontact doet, bestaat er groot gevaar
voor elektrische schokken.
B
ELANGRIJKE WAARSCHUWING
: dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard stopcontact.
De aders van het netnoer hebben de volgende kleurcodering:
• groen en geel: aarde
• blauw: neutraal
•bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet gelijk
zijn aan die van de stekker.
Sluit de groen/gele aardedraad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter
“E”, het aarde-symbool, de kleuren groen/geel of de kleur groen.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die is gemarkeerd met de letter “N” of
de kleur zwart.
ix
1Inleiding
Bijzondere functies
Gefeliciteerd met de aankoop van dit multifunctionele Samsung
product! Deze machine kan printen, kopiëren en scannen en
model SCX-4521F kan ook als fax worden gebruikt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
• Bijzondere functies
• Plaats van de onderdelen
Uw nieuwe apparaat beschikt over bijzondere functies die
de afdrukkwaliteit verhogen. U kunt:
Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende
kwaliteit
• U kunt tot
•Tot
20 pagina's per minuut in A4-formaat (20 ppm in
Letter-formaat
600 dots per inch
).
(dpi) afdrukken.
Verschillende papiersoorten verwerken
•De
handinvoer
etiketten, transparanten, aangepaste papierformaten,
briefkaarten en zwaar papier.
•
De standaardlade voor 150 vellen
voor standaardpapiersoorten en -formaten. De
standaardlade kan ook worden gebruikt voor één vel
speciaal afdrukmateriaal.
• De uitvoerlade voor 50 vellen is goed bereikbaar.
kan worden gebruikt voor enveloppen,
kan worden gebruikt
Professionele documenten maken
•
Watermerken
van een watermerk (bijv. “Vertrouwelijk”). Voor meer
informatie, zie de
•
Posters
pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt
op verschillende vellen die u kunt samenvoegen tot een
poster. Voor meer informatie, zie de
gebruikershandleiding
afdrukken. U kunt uw documenten voorzien
Software gebruikershandleiding
afdrukken. De tekst en afbeeldingen op elke
Software
.
.
1.1
Inleiding
Tijd en geld besparen
• U kunt gebruik maken van de modus
te besparen. Zie de
“Tonerbesparing” op pagina 2.11 voor meer informatie.
• U kunt meerdere pagina's op één vel afdrukken om
papier te besparen.
• U kunt voorbedrukte formulieren en briefhoofden gebruiken
op gewoon papier.
•Deze printer
aanzienlijk te verlagen wanneer er niet wordt afgedrukt.
• Deze printer voldoet aan de
efficiënt energieverbruik.
bespaart stroom
Software gebruikershandleiding
Energy Star
Toner Save
door het stroomverbruik
-richtlijnen voor
om toner
en
Afdrukken onder verschillende besturingssystemen
• U kunt afdrukken onder
• Uw printer is compatibel met diverse
versies.
• Uw printer wordt geleverd met zowel een
parallelle
interface.
Windows 98/Me/NT 4.0/2000/XP
Linux-
en
Macintosh
USB
- als een
.
-
Plaats van de onderdelen
Achterkant
Hieronder ziet u waar de belangrijkste onderdelen van het
apparaat zich bevinden:
Voorkant
Automatische
documentinvoer (ADF)
Papieruitvoersteun
Documentgeleiders
Documentinvoerlade
Documentuitvoerlade
Documentklep
Glasplaat
Bedieningspaneel
(SCX-4521F:
zie pagina 1.3.
SCX-4321:
zie pagina 1.3.)
Aan/uitschakelaar
Netsnoeraansluiting
Achterklep
EXT.aansluiting
(Alleen voor
SCX-4521F)
*
Lijnaansluiting
(Alleen voor SCX-4521F)
USB-aansluiting
Parallelle
aansluiting
Invoerlade
Voorklep
Uitvoerlade
(bedrukte kant
omlaag)
In de afbeelding ziet u een SCX-4521F.
Tonercassette
Handmatige invoer
1.2
Inleiding
In de afbeelding ziet u een SCX-4521F.
*
Als in uw land een ander telefoonaansluitingssysteem wordt
gebruikt, is deze aansluiting mogelijk geblokkeerd.
Functies bedieningspaneel
SCX-4521F
Scan-to
6
Toner Save
7
Een lijst met pc-programma’s weergeven waarnaar een
afbeelding kan worden gescand. Maak deze scanlijst met de
Samsung-software (hulpprogramma Printerinstellingen) die
bij dit apparaat wordt geleverd. Voor meer informatie, zie
de
Hiermee kunt u zuiniger met toner omgaan (afdrukken
worden minder zwart).
SCX-4321
Software gebruikershandleiding
.
Darkness
Original
Type
No.of Copies
1
Reduce/
Enlarge
Favorite
Copy
2
Enter
Menu
3
Upper Level
Start
Stop/Clear
Cijfertoetsen
4
Resolution
Broadcasting
Phone Book
5
Redial/
Pause
On Hook Dial
Helderheid instellen voor de documenten van de huidige
kopieeropdracht.
Hiermee selecteert u het documenttype voor de huidige
kopieertaak.
Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter dan het
origineel.
Hiermee kunt u een van de speciale kopieerfuncties kiezen,
zoals Klonen, Set samenstellen, Automatisch passend
maken, ID-kaart kopie, Meerdere pagina's per vel (2 of 4)
en Poster.
Hier ziet u de status van het apparaat en eventuele
aanwijzingen tijdens het gebruik.
Bladeren door de opties van het geselecteerde
menuonderdeel.
Hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde item.
Hiermee activeert u de menumodus en bladert u door de
beschikbare menu’s.
Hiermee keert u terug naar het hoogste menuniveau.
Hiermee start u een taak.
Hiermee onderbreekt u een bewerking.
In de stand-bymodus kunt u hiermee de kopieeropties (zoals
de helderheid, het type document, het kopieerformaat en
het aantal exemplaren) wissen/annuleren.
Hiermee kiest u een nummer of voert u alfanumerieke
tekens in.
Hiermee kunt u de resolutie van de documenten voor de
huidige faxtaak aanpassen.
Hiermee kunt u een fax verzenden naar verschillende
nummers.
Hiermee kunt u vaak gebruikte faxnummers opslaan onder
een snelkiesnummer of groepsnummer van 1 of 2 cijfers,
zodat u deze faxnummers snel kunt kiezen. U kunt de
opgeslagen nummers hiermee ook bewerken. Hiermee
kunt u de telefoonlijst van het apparaat afdrukken.
Hiermee kiest u het laatste nummer opnieuw (standbymodus), of voegt u een pauze in een faxnummer in
(bewerkingsmodus).
Hiermee opent u de telefoonlijn.
Darkness
Original Type
No.of Copies
1
Reduce/Enlarge
Favorite Copy
2
Enter
Menu
3
Upper Level
Start
Stop/Clear
4
5
Scan-to
Toner Save
Helderheid instellen voor de documenten van de
huidige kopieeropdracht.
Hiermee selecteert u het documenttype voor de
huidige kopieertaak.
Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
Hiermee maakt u een kopie kleiner of groter dan het
origineel.
Hiermee kunt u een van de speciale kopieerfuncties
kiezen, zoals Klonen, Set samenstellen, Automatisch
passend maken, ID-kaart kopie, Meerdere pagina's
per vel (2 of 4) en Poster.
Hier ziet u de status van het apparaat en eventuele
aanwijzingen tijdens het gebruik.
Bladeren door de opties van het geselecteerde
menuonderdeel.
Hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde
item.
Hiermee activeert u de menumodus en bladert u door
de beschikbare menu’s.
Hiermee keert u terug naar het hoogste menuniveau.
Hiermee start u een taak.
Hiermee onderbreekt u een bewerking.
In de stand-bymodus kunt u hiermee de
kopieeropties (zoals de helderheid, het type
document, het kopieerformaat en het aantal
exemplaren) wissen/annuleren.
Een lijst met pc-programma's weergeven waarnaar
een afbeelding kan worden gescand. Maak deze
scanlijst met de Samsung-software (hulpprogramma
Printerinstellingen) die bij dit apparaat wordt
geleverd. Voor meer informatie, zie de
gebruikershandleiding
Hiermee kunt u zuiniger met toner omgaan (afdrukken
worden minder zwart).
.
Software
1.3
Inleiding
2Aan de slag
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het
apparaat kunt installeren.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
•Uitpakken
• Tonercassette plaatsen
•Papier laden
• Printerkabel aansluiten
• Apparaat aanzetten
• Printersoftware installeren
• De displaytaal en het land wijzigen
• Apparaat-id instellen (alleen voor SCX-4521F)
• De datum en tijd instellen (alleen voor SCX-4521F)
• Papierformaat en -type instellen
• Geluid instellen (alleen voor SCX-4521F)
• Spaarstanden
• De kiesmodus instellen (alleen voor SCX-4521F)
Uitpakken
1
Haal het apparaat en alle accessoires uit de doos.
Controleer of de volgende items aanwezig zijn:
Tonercassette (beginvoorraad)
Cd-rom
Telefoonsnoer*
(alleen voor SCX-4521F)
**
Beknopte installatiehandleiding
Netsnoer
TAM-kabel
(alleen VK)
*
:
***
Papierklep
* Mogelijk zien het netsnoer en het telefoonsnoer er anders uit
dan op de afbeelding, afhankelijk van het land waar u het
apparaat hebt gekocht.
** De cd-rom bevat de Samsung printerstuurprogramma's, de
scanstuurprogramma's, het hulpprogramma
Printerinstellingen, SmarThru-software, de
gebruikershandleiding en het programma Adobe Acrobat
Reader.
*** De papierklep voorkomt dat het papier in de lade wordt
verontreinigd door stof of vocht. Als u het apparaat moet
openen (bijvoorbeeld om de binnenkant te reinigen, het
vastgelopen papier te verwijderen of om de tonercartridge te
plaatsen) dient u de papierklep van het apparaat te
verwijderen.
O
PMERKINGEN
• De onderdelen kunnen verschillen van land tot land.
• Gebruik het telefoonsnoer dat bij uw apparaat is geleverd.
Als u toch een telefoonsnoer van een andere leverancier wilt
gebruiken, moet de dikte van dit snoer minimaal AWG #26
bedragen.
• Steek het netsnoer alleen in een geaard stopcontact.
2.1
Aan de slag
2
Verwijder zorgvuldig alle verpakkingstape van de
voorkant, achterkant en zijkanten van het apparaat.
Tap e
• Links: 100 mm (voldoende ruimte voor ventilatie)
Geschikte plaats kiezen
Kies een vlakke, stabiele ondergrond met voldoende ruimte
voor luchtcirculatie. Zorg ervoor dat u kleppen en laden
gemakkelijk kunt openen.
Plaats de printer niet in direct zonlicht of vlakbij een warmte- of
koudebron zoals een kachel, CV-radiator, airco of luchtverfrisser.
Plaats de printer niet op de rand van een bureau of tafel!
Vrije ruimte
• Voorkant: 482,6 mm (voldoende ruimte om de papierlade
en klep te kunnen openen)
• Achterkant: 100 mm (voldoende ruimte voor ventilatie)
• Rechts: 100 mm (voldoende ruimte voor ventilatie)
Tonercassette plaatsen
1
Open de klep aan de voorkant.
2
Haal de tonercassette uit de verpakking en verwijder het
papier rond de tonercassette door de tape te verwijderen.
2.2
Aan de slag
3
Schud de cassette voorzichtig vijf of zes keer om de toner
te verdelen.
Door goed te schudden haalt u de meeste afdrukken uit de
cassette.
O
PMERKING
dit dan af met een droge doek en was de kleding in koud water.
Was uw kleding niet in warm water, want dan zal de toner zich
vastzetten in de stof.
:Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg
LET OP!
• Om beschadiging te vermijden, mag u de tonercassette niet
langer dan enkele minuten blootstellen aan licht. Bedek de
cassette met een blad papier als u deze meer dan enkele
minuten in het licht laat liggen.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan.
Gebruik de handgreep op de cassette om te voorkomen dat
u dit gedeelte aanraakt.
5
Sluit de klep aan de voorkant. Controleer of de klep goed
dichtzit. Als de klep niet goed gesloten is, kan dit afdrukfouten
tijdens het printen veroorzaken.
O
PMERKING
u ongeveer 3.000 pagina's afdrukken met een tonercassette
(1.000 pagina's voor de startcassette die bij het apparaat wordt
geleverd).
: Als u tekst afdrukt met een dekking van 5% kunt
4
Vouw de handgreep van de cassette open en pak deze
vast. Schuif de tonercassette terug in het apparaat totdat
deze op zijn plaats klikt.
O
PMERKING
in het apparaat aanbrengt en uit het apparaat verwijdert en zo
niet langs het apparaat afkrast.
:zorg ervoor dat u de tonercassette voorzichtig
Papier laden
De lade kan maximaal 150 vel normaal papier
75 g/m2 bankpost) bevatten.
(
1
Pak de lade vast en trek deze naar u toe om te openen.
Druk de achtergeleider samen en trek deze uit om de
volledige lengte van de lade te benutten.
2.3
Aan de slag
2
Waaier het papier uit om vellen die aan elkaar zitten los te
maken. Maak er vervolgens op een vlakke ondergrond een
rechte stapel van.
3
Plaats het papier
Zorg ervoor dat alle vier hoeken vlak in de lade liggen.
Doe niet teveel papier in de papierlade. Als u teveel papier
in de lade doet, kan het papier vastlopen.
4
Druk de achtergeleider samen om hem aan te passen aan
de papierlengte en druk de zijgeleider samen om deze naar
de rand van het papier te schuiven.
met de te bedrukken zijde naar boven
5
Sluit de papierklep indien nodig om het papier dat zich
in de lade bevindt, te beschermen tegen stof.
.
Printerkabel aansluiten
1
Als u een SCX-4321 hebt:
Sla deze stap over en ga direct naar stap 2.
Als u een SCX-4521F hebt:
Steek het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer
LINE
in de stekkerbus
uiteinde in de wandstekkerbus.
op het apparaat en het andere
NB
• Zorg ervoor dat de zijgeleider niet zo strak tegen het
afdrukmateriaal aan zit dat het bol gaat staan.
• Als u de zijgeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen.
Aan de slag
Naar de stekkerbus in de wand
Als u het apparaat wilt gebruiken om zowel faxberichten
als telefoongesprekken te ontvangen, moet u een telefoon
en/of een antwoordapparaat aansluiten.
2.4
Steek de kabel van de extra telefoon of het
antwoordapparaat in de stekkerbus
EXT.
.
Naar een extra telefoon of
antwoordapparaat
Alleen voor gebruikers in Duitsland
Gebruikers in het Verenigd Koninkrijk moeten de draad van
het externe telefoontoestel in de meegeleverde TAM-kabel
EXT.
en de TAM-kabel op de
aansluiten.
-uitgang achterop het apparaat
TAM-kabel
(Alleen voor gebruikers in het VK)
NB
• Gebruik de TAM-kabel en het telefoonsnoer dat bij uw
apparaat is geleverd.
• As u in het Verenigd Koninkrijk een driedraadse telefoon
of een driedraads antwoordapparaat (shuntdraad, oudere
apparatuur) aansluit op de
zal de externe apparatuur niet rinkelen wanneer een oproep
binnenkomt, omdat het apparaat is ontworpen om te werken
met de nieuwste technologie. Om deze incompatibiliteit
te vermijden, gebruikt u een tweedraadse telefoon of een
tweedraads antwoordapparaat (nieuwere apparatuur).
EXT.
-aansluiting van het apparaat,
Alleen voor gebruikers in Frankrijk
2.5
Aan de slag
2
Sluit een USB-kabel aan op de USB-connector van het
apparaat. Koop een USB 1.1 compatibele kabel van
maximaal 3 meter.
Naar de USB-poort van uw computer
Als u het apparaat met de parallelle aansluiting van de
computer wilt verbinden, hebt u een IEEE 1284 parallelle
printerkabel nodig (niet meegeleverd).
Druk de metalen klemmetjes in de groeven op de
kabelstekker.
Apparaat aanzetten
1
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsaansluiting aan
de achterkant van het apparaat en steek de stekker in een
geaard stopcontact.
2
Druk op de aan/uit-schakelaar om het apparaat aan te
zetten. De melding “Opwarmen... even geduld aub”
verschijnt in het display.
Naar stopcontact
Zie voor informatie over het instellen van een andere taal
voor het display “De displaytaal en het land wijzigen” op
pagina 2.8.
Naar de parallelle poort
NB
• U hoeft maar één van de bovenvermelde kabels aan te sluiten.
Gebruik de parallelle kabel en de USB-kabel niet tegelijkertijd.
• Als u een USB-kabel gebruikt, moet u werken met Windows
98/Me/2000/XP, Macintosh 10.3, of Linux.
LET OP!
• Het fixeergedeelte achterin de binnenzijde van de printer wordt
heet zodra u de printer aanzet. Zorg dat u zich hier niet aan
brandt wanneer u in dit gedeelte van de printer komt.
• Demonteer de machine niet terwijl er stroom op staat. Als u
dit doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
2.6
Aan de slag
Printersoftware installeren
U installeert de software vanaf de meegeleverde
cd-rom nadat u het apparaat geïnstalleerd en op de
computer aangesloten hebt. Voor meer informatie,
zie de
Verder bevat de cd-rom de volgende software:
Software gebruikershandleiding
Programma's voor Windows
Om het apparaat onder Windows als printer of scanner te kunnen
gebruiken, moet u het MFP-stuurprogramma installeren. U kunt
de volgende onderdelen allemaal of selectief installeren:
•
Printerstuurprogramma
de functies van uw printer ten volle te kunnen benutten.
•
Scannerstuurprogramma
Image Acquisition (WIA)-stuurprogramma voor het
scannen van documenten op uw apparaat.
•
Hulpprogramma Printerinstellingen
programma om telefoonnummers toe te voegen en de
bestemming van de scanknop te configureren. Daarnaast
kunt u de firmware van het apparaat bijwerken.
•
SmarThru
voor dit multifunctionele apparaat. Hiermee kunt u gescande
afbeeldingen op veel manieren bewerken met behulp
van een krachtig programma en de afbeelding per e-mail
verzenden. U kunt ook een ander beeldbewerkingsprogramma
vanuit SmarThru openen, zoals Adobe PhotoShop, als u
dit hebt geïnstalleerd.
Raadpleeg de helpaanwijzingen op het scherm van het
bijgeleverde SmarThru-programma voor meer informatie.
: dit is een pakket Windows-hulpprogramma's
: gebruik dit stuurprogramma om
: een TWAIN- en Windows
: gebruikdit
.
Systeemeisen
Het apparaat ondersteunt het volgende besturingssysteem.
•Windows
laat de Windows systeemeisen zien.
OnderdeelVereistAanbevolen
Windows 98/Me/
Processor
Intern
geheugen
Vrije
schijfruimte
Internet
Explorer
NT 4.0/2000
Windows XP
Windows 98/Me/
NT 4.0/2000
Windows XPMin. 128 MB256 MB
Windows 98/Me/
NT 4.0/2000
Windows XPMin. 1 GB5 GB
5.0 of hoger5.5
O
PMERKING
software worden geïnstalleerd door de systeembeheerder
(administrator).
•Macintosh 10,3 - Zie de Software gebruikershandleiding.
• Various Linux - Zie de Software gebruikershandleiding.
98/Me/NT 4.0/2000/XP
Pentium II 400 MHz
of hoger
Pentium III 933 MHz
of hoger
Min. 64 MB128 MB
Min. 300 MB1 GB
: Onder Windows NT 4.0/2000/XP moet de
- De onderstaande tabel
Pentium III 933 MHz
Pentium IV 1 GHz
Macintosh-stuurprogramma
U kunt ook printen en scannen als u werkt met het
besturingsprogramma Macintosh.
Linux-stuurprogramma
U kunt ook printen en scannen als u werkt met het
besturingsprogramma Linux.
2.7
Aan de slag
Functies van het printerstuurprogramma
De stuurprogramma’s van uw printer ondersteunen de volgende
standaardfuncties:
• papierinvoer selecteren;
• papierformaat, afdrukstand en mediatype;
• aantal exemplaren.
De onderstaande tabel geeft een algemeen overzicht van
de mogelijkheden die door de stuurprogramma’s worden
ondersteund.
Kenmerk
Toner Save
(tonerspaarstand)
Afdrukkwaliteit selecterenJaJaJa
Poster afdrukkenJaNeeNee
Meer pagina's per velJaJa (2, 4)Ja
Win 98/Me/NT 4.0/2000/XPLinuxMacintosh
JaJaNee
SPL
De displaytaal en het land wijzigen
De taal instellen
De in het display gebruikte taal kunt u als volgt wijzigen:
1
Druk op
“Machine Setup” verschijnt.
2
Druk op of tot op de onderste regel van het display
“Language” verschijnt.
3
Druk op
onderste regel van het display.
4
Druk op of tot de gewenste taal op het display
verschijnt.
5
Druk op
6
Druk op
modus.
Menu
tot op de bovenste regel van het display
Enter
. De huidige instelling verschijnt op de
Enter
om de selectie op te slaan.
Stop/Clear
om terug te keren naar de stand-by-
Afdruk aanpassen aan
papierformaat
Verkleinen/vergrotenJaJaJa
WatermerkJaNeeNee
OverlayJaNeeNee
Afdrukvolgorde:JaNeeNee
O
PMERKING
voor meer informatie over het installeren van software en de
functies ervan.
: Zie de
JaJaNee
Software gebruikershandleiding
Het land instellen
1
Druk op
“Machine Setup” verschijnt.
2
Druk op of tot op de onderste regel van het display
“Select Country” verschijnt.
3
Druk op
onderste regel van het display.
4
Druk op ( of ) tot uw land op het display verschijnt.
5
Druk op
6
Druk op
modus.
O
PMERKING
Menu
tot op de bovenste regel van het display
Enter
. De huidige instelling verschijnt op de
Enter
om de selectie op te slaan.
Stop/Clear
: Het land wijzigen, wist het geheugen.
om terug te keren naar de stand-by-
2.8
Aan de slag
Apparaat-id instellen
(alleen voor SCX-4521F)
In sommige landen bent u wettelijk verplicht om op iedere
uitgaande fax uw faxnummer te vermelden. De apparaat-id
omvat uw telefoonnummer en (bedrijfs)naam, en wordt
afgedrukt bovenaan op elke pagina die u faxt.
1
Druk op
“Machine Setup” verschijnt. De eerste menuoptie
“Machine ID” verschijnt op de onderste regel.
2
Druk op
faxnummer in te voeren.
Als er al een nummer is ingesteld, wordt dit weergegeven.
3
Voer uw faxnummer in met de cijfertoetsen.
Menu
tot op de bovenste regel van het display
Enter
. Op het display wordt u gevraagd om het
Telkens wanneer u op 6 drukt, verschijnt op het display
een andere letter: M, N, O en tot slot 6.
U kunt ook speciale tekens invoeren (spatie, plusteken,
enz.). Voor meer informatie, zie “Letters en cijfers op de
toetsen” op pagina 2.9.
2
Als u nog meer letters wilt invoeren, herhaalt u stap 1.
Als de volgende letter op dezelfde toets staat, verplaatst
u de cursor met de toets
toets met de gewenste letter. De cursor gaat naar rechts
en het volgende teken verschijnt in het display.
Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op 1.
3
Als u klaar bent met het invoeren van letters, drukt u op
Enter
.
naar rechts en drukt u op de
Letters en cijfers op de toetsen
O
PMERKING
om het laatste cijfer te verwijderen.
4
Druk op
U wordt gevraagd om een id in te voeren.
5
Geef uw (bedrijfs)naam in met de cijfertoetsen.
U kunt met de cijfertoetsen alfanumerieke en speciale
tekens invoeren door op
Op “Tekens invoeren met de cijfertoetsen” op pagina 2.9
vindt u informatie over het invoeren van alfanumerieke
tekens met de cijfertoetsen.
Als u een paar keer na elkaar hetzelfde teken wilt invoeren
(bijv. FF, AA, 777), toetst u het eerste teken in, verplaatst
u de cursor met de toets
volgende teken in.
Als u een spatie wilt invoegen in de naam, drukt u op
om de cursor een plaats te laten overslaan.
6
Druk op
7
Druk op
modus.
: Als u een verkeerd cijfer intoetst, drukt u op
Enter
als het nummer in het display correct is.
0
te drukken.
naar rechts en voert u het
Enter
als de naam in het display correct is.
Stop/Clear
om terug te keren naar de stand-by-
Tekens invoeren met de cijfertoetsen
Het komt uiteraard nogal eens voor dat u namen en nummers
wilt invoeren, bijvoorbeeld uw (bedrijfs)naam en faxnummer
wanneer u het apparaat instelt. Als u snelkiesnummers of
groepsnummers van 1 of 2 cijfers opslaat, kunt u ook de
bijbehorende namen invoeren.
Om alfanumerieke tekens in te voeren, gaat u als volgt te werk:
1
Als u gevraagd wordt om een letter in te
voeren, zoekt u de toets met het gewenste
teken. Druk een aantal keren op deze
toets tot het gewenste teken in het
display verschijnt.
Voorbeeld: voor de letter O drukt u een
paar keer op de 6 (bijschrift MNO).
ToetsToegewezen cijfers, letters of tekens
1
1 Spatie
2
A B C 2
3
D E F 3
4
G H I 4
5
J K L 5
6
M N O 6
7
P Q R S 7
8
T U V 8
9
W X Y Z 9
0
+ - , . ‘ / * # & 0
Cijfers of namen wijzigen
Als u een verkeerd teken hebt ingevoerd in een nummer of een
naam, drukt u op om het laatste teken te verwijderen. Voer
vervolgens het juiste cijfer of de juiste letter in.
Een pauze invoegen
Bij sommige telefooncentrales moet u eerst een toegangscode
(bijvoorbeeld een 9) intoetsen en vervolgens wachten tot u een
tweede kiestoon hoort. In dergelijke gevallen moet u een pauze
invoegen in het telefoonnummer. U kunt een pauze invoegen
als u snelkiesnummers instelt.
Om een pauze in te voegen, drukt u op
het invoeren van het telefoonnummer. In het display wordt de
pauze aangegeven door “–”.
Redial/Pause
tijdens
2.9
Aan de slag
De datum en tijd instellen
(alleen voor SCX-4521F)
Als u het apparaat de eerste keer aanzet, vraagt het display u
om de huidige datum en tijd in te voeren. Dit wordt hierna niet
meer gevraagd.
O
PMERKING
het eerst aanzet, moet u de datum en tijd resetten.
1
Druk op
“Machine Setup” verschijnt.
2
Druk op of tot op de onderste regel “Date & Time”
verschijnt en druk vervolgens op
3
Voer de juiste tijd en datum in met de cijfertoetsen.
U kunt ook de bladertoetsen ( of ) gebruiken om de
cursor te verplaatsen naar het cijfer dat u wilt veranderen,
om vervolgens een nieuw cijfer in te voeren.
4
Om “AM” of “PM” te selecteren voor de 12-uursnotatie,
drukt u op of of een cijfertoets.
Als de cursor niet onder de AM- of PM-indicator staat, kunt
u de cursor onmiddellijk naar de indicator verplaatsen
door op of te drukken.
U kunt de klok ook instellen op de 24-uursnotatie. 01:00
PM wordt dan weergegeven als 13:00. Voor meer
informatie, zie “De kloknotatie instellen” op pagina 2.10.
5
Als de tijd en datum in het display correct zijn, drukt u op
Enter
6
Druk op
modus.
:
Als u het apparaat na een lange tijd weer voor
Menu
tot op de bovenste regel van het display
Enter
.
00 ~ 23 (24-uursnotatie)
: de datumnotatie verschilt van land tot land.
.
Stop/Clear
om terug te keren naar de stand-by-
De kloknotatie instellen
U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven
in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
1
Druk op
“Machine Setup” verschijnt.
2
Druk op of tot op de onderste regel “Clock Mode”
verschijnt en druk op
De ingestelde notatie wordt weergegeven.
3
Druk op of om de andere notatie te selecteren en druk
vervolgens op
4
Om naar de stand-bystand terug te gaan, drukt u op
Stop/Clear
Menu
tot op de bovenste regel van het display
Enter
.
Enter
om uw keuze op te slaan.
.
Papierformaat en -type
instellen
Nadat u ander afdrukpapier in de lade hebt gedaan, stelt
u het betreffende formaat en soort in met de toetsen op het
bedieningspaneel. Deze instellingen hebben betrekking op
de kopieer- en faxmodus. Als u afdrukt vanaf een computer,
selecteert u het papierformaat en -type in het desbetreffende
programma.
1
Druk op
Op de bovenste regel van het display verschijnt “Paper
Setting”.
2
Druk op ( of ) tot “Paper Size” op de onderste regel
verschijnt en druk vervolgens op
te gaan.
3
Blader met de bladertoetsen ( of ) naar het papierformaat
dat u gebruikt, en druk op
4
Blader met naar “Paper Type” en druk op
toegang te krijgen tot de menuoptie.
5
Blader met de bladertoetsen ( of ) naar het papiertype
dat u gebruikt, en druk op
6
Druk op
modus.
Menu
.
Stop/Clear
Enter
om naar de menuoptie
Enter
om het op te slaan.
Enter
om
Enter
om het op te slaan.
om terug te keren naar de stand-by-
2.10
Aan de slag
Geluid instellen (alleen voor SCX-4521F)
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen:
• Speaker: u kunt de
luidspreker (bijv. de kiestoon of faxtoon)
Als deze optie is ingesteld op “Comm.”, blijft de
luidspreker ingeschakeld tot er een verbinding is met het
andere apparaat.
• Ringer: u kunt het belvolume aanpassen.
• Key Sound: als deze optie is ingesteld op “On”, hoort
u een toon telkens wanneer u op een toets drukt.
• Alarm Sound: u kunt de waarschuwingstoon in- of
uitschakelen. Als deze optie is ingesteld op “On”, hoort u
een waarschuwingstoon wanneer er een fout optreedt of
wanneer een faxverbinding wordt beëindigd.
•Met de toets On Hook Dial kunt u het volume aanpassen.
Luidspreker, beltoon, toetstoon
en waarschuwingstoon
1
Druk op
'Sound/Volume' verschijnt.
2
Druk op of om door de opties te bladeren. Druk
op
3
Druk op of om de gewenste status of het gewenste
volume weer te geven voor de geselecteerde optie.
De selectie verschijnt op de onderste regel van het display.
Voor het belvolume kunt u kiezen tussen “Off”, “Low”,
“Med”, en “High”. Als u “Off” selecteert, wordt de beltoon
uitgeschakeld. Het apparaat werkt normaal, ook als de
beltoon uitgeschakeld is.
4
Druk op
verschijnt de volgende geluidsoptie.
5
Herhaal indien nodig de stappen 2 tot en met 4.
6
Druk op
modus.
Menu
Enter
als de gewenste geluidsinstelling verschijnt.
Enter
Stop/Clear
Luidsprekervolume
1
Druk op
luidspreker.
2
Druk op of tot het gewenste volume is bereikt. In het
display wordt het huidige volume weergegeven.
3
Druk op
terug te keren naar de stand-bymodus.
On Hook Dial
On Hook Dial
geluiden van de telefoonlijn via de
in- of uitschakelen.
tot op de bovenste regel van het display
om de gekozen optie vast te leggen. Hierna
om terug te keren naar de stand-by-
. U hoort een kiestoon uit de
om de wijziging op te slaan en
Spaarstanden
Tonerbesparing
In deze spaarstand beperkt het apparaat de hoeveelheid toner
per afgedrukte pagina. Zo gaat uw tonercassette langer mee
dan u zou verwachten in de normale modus. Dit gaat overigens
ten koste van de afdrukkwaliteit.
Om de inktspaarstand in of uit te schakelen, drukt u op
Save
.
• Als het lampje van de knop brandt, is deze stand actief en
gebruikt het apparaat minder toner bij het afdrukken van
documenten.
• Als het lampje van de knop uit is, is deze stand niet actief
en drukt het apparaat af met de normale hoeveelheid toner.
O
PMERKING
in- of uitschakelen in het dialoogvenster Afdrukken. Voor meer
informatie, zie de
: als u via de pc afdrukt, kunt u de inktspaarstand
Software gebruikershandleiding
Slaapstand
Als u de slaapstand inschakelt, gebruikt het apparaat minder
energie zolang er geen gebruik van wordt gemaakt. U kunt
deze stand inschakelen en aangeven hoe lang het apparaat
na afloop van een afdrukopdracht moet wachten voor het zijn
energiegebruik verlaagt.
1
Druk op
“Machine Setup” verschijnt.
2
Druk op of tot op de onderste regel van het display
“Power Save” verschijnt. Druk op
3
Druk op of tot op de onderste regel “On” verschijnt
en druk vervolgens op
Als u “Off” kiest, wordt de energiebesparende modus
uitgeschakeld.
4
Druk op of tot de gewenste tijdinstelling verschijnt.
U kunt kiezen tussen 5, 10, 15, 30 en 45 (minuten).
5
Druk op
6
Druk op
modus.
Menu
tot op de bovenste regel van het display
Enter
.
Enter
.
Enter
om de selectie op te slaan.
Stop/Clear
om terug te keren naar de stand-by-
Toner
.
O
PMERKING
wijzigen als de telefoonlijn is aangesloten.
: u kunt het volume van de luidspreker alleen
2.11
Aan de slag
De kiesmodus instellen
(alleen voor SCX-4521F)
Hier kunt u de kiesmodus instellen van de telefooncentrale
waarop het apparaat is aangesloten.
Opmerking: Afhankelijk van het land waarin het apparaat
wordt gebruikt, is het mogelijk dat de instelling "Dial Mode"
niet beschikbaar is.
1
Druk een paar keer op de toets
regel van het display de tekst "
2
Druk op
verschijnt, en druk vervolgens op
3
Druk op
selecteren.
Selecteer "Tone" als het apparaat op een toonkieslijn is
aangesloten.
Selecteer "Pulse" als het apparaat op een pulskieslijn is
aangesloten.
4
Druk op
5
Om naar de stand-bystand terug te gaan, drukt u op
Stop/Clear
of
Enter
tot op de onderste regel "Dial Mode"
of
om de gewenste kiesmodus te
om uw keuze vast te leggen.
.
Menu
tot op de bovenste
Machine Setup
Enter
.
" verschijnt.
2.12
Aan de slag
3Papier
Afdrukmateriaal kiezen
In dit hoofdstuk vindt u basisinformatie over de manier waarop
u afdrukmaterialen voor dit apparaat kiest en in het apparaat
aanbrengt.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
• Afdrukmateriaal kiezen
•Papier laden
• Uitvoer kiezen
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, zoals
normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten.
Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de
richtlijnen voor dit apparaat. Zie “Papierspecificaties” op
pagina 10.3. Gebruik alleen hoogwaardig papier van
kopieerkwaliteit om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen.
Houd bij de keuze van het afdrukmateriaal rekening met het
volgende:
• Formaat: u kunt elk papierformaat gebruiken dat
gemakkelijk tussen de papiergeleiders van de papierlade
past.
2
• Gewicht: bankpostpapier van 60 tot 90 g/m
papierlade met invoer van meerdere vellen en
bankpostpapier van 60 tot 165 g/m
invoer en de lade met invoer van één vel.
• Helderheid: sommige papiersoorten zijn witter dan andere,
wat resulteert in scherpere en fraaiere afbeeldingen.
• Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het papier
beïnvloedt hoe scherp de afdruk er uitziet op papier.
W
AARSCHUWING
voldoet aan de specificaties op pagina 10.2, kan dit problemen
veroorzaken die mogelijk een onderhoudsbeurt vereisen.
Dergelijke reparaties worden niet gedekt door de garantie
of de onderhoudscontracten.
Als u afdrukmateriaal gebruikt dat niet
2
voor de handmatige
voor de
Papiersoort, invoerbronnen en
capaciteit
Papiersoort
Normaal papier
Enveloppen
Etiketten
Transparanten
Karton
* Als het papier regelmatig vastloopt, laad het dan vel voor vel
in de lade of via de handmatige invoer.
** De maximale capaciteit verschilt afhankelijk van het gewicht
en de dikte van het afdrukmateriaal en de omgeving.
*
Invoerlade/capaciteit
PapierladeHandinvoer
1501
11
11
11
11
**
3.1
Papier
Richtlijnen voor papier en speciaal
afdrukmateriaal
Houd bij het kiezen en laden van papier, enveloppen of andere
speciaal afdrukmateriaal de volgende richtlijnen in gedachten.
• Gebruik altijd papier of ander materiaal dat voldoet aan
de specificaties in “Papierspecificaties” op pagina 10.3.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, verkreukeld
of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Gebruik alleen hoogwaardig papier van kopieerkwaliteit
voor een optimale afdrukkwaliteit.
• Vermijd papier met reliëf, perforaties of een structuur die
te glad of te ruw is. Dit kan papierstoringen veroorzaken.
• Bewaar papier in de originele verpakking tot u het gaat
gebruiken. Bewaar het op pallets of planken, niet op de
vloer. Zet geen zware voorwerpen op het papier, ongeacht
of het zich in de verpakking bevindt. Houd papier uit de
buurt van vocht en voorkom andere omstandigheden
waarin het kan kreuken of krullen.
• Bewaar ongebruikte materialen bij een temperatuur tussen
• Gebruik vochtafstotend materiaal, bijvoorbeeld een plastic
• Speciaal papier voert u vel voor vel in via de handinvoer of
• Gebruik alleen materiaal dat specifiek voor gebruik
• U kunt voorkomen dat speciaal materiaal, zoals
• Voor enveloppen:
• Voor transparanten:
o
de 15
tussen 10 en 70% liggen.
zak of tas, om te voorkomen dat uw papier verontreinigd
raakt door stof of vocht zolang u het niet gebruikt.
in de papierlade om te voorkomen dat het papier vastloopt.
in laserprinters wordt aanbevolen.
transparanten en vellen met etiketten aan elkaar gaan
plakken door elk vel te verwijderen zodra het is afgedrukt.
C en 30 oC. De relatieve luchtvochtigheid moet
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe
vouwen.
Gebruik geen enveloppen met sluitingen en splitpennen.
Gebruik geen enveloppen met vensters, gevoerde of
zelfklevende enveloppen, of enveloppen met andere
synthetische materialen.
Gebruik geen enveloppen van slechte kwaliteit of beschadigde
exemplaren.
Gebruik alleen enveloppen die aanbevolen zijn voor
laserprinters. Voordat u enveloppen in de lade plaatst, dient
u te controleren of ze niet beschadigd zijn en niet aan elkaar
vastzitten.
Plaats geen enveloppen met postzegels in de lade.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit
het apparaat hebt gehaald.
Laat transparanten niet te lang in de lade liggen. Er kan
zich dan stof of vuil ophopen wat leidt tot vlekken bij het
afdrukken.
Let op dat u geen vingerafdrukken maakt.
Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige
blootstelling aan zonlicht om vervagen te voorkomen.
Gebruik alleen transparanten die aanbevolen zijn voor
laserprinters.
Controleer of de transparanten niet gekruld of verkreukeld
zijn en of ze geen gescheurde randen hebben.
• Voor etiketten:
Controleer of het zelfklevende materiaal bestand is tegen
een fixeertemperatuur van 200
Zorg dat er geen zelfklevend materiaal blootligt tussen de
etiketten. Hierdoor kunnen de etiketten tijdens het afdrukken
losraken en loopt het vel etiketten mogelijk vast. Ook kunnen
hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken.
Laad een vel etiketten niet meer dan één keer in het
apparaat. De zelfklevende achterzijde van de etiketten
is daar niet op berekend.
Gebruik geen etiketten die loslaten van het vel, die gekreukt
zijn of die blaasjes of andere beschadigingen vertonen.
Gebruik alleen etiketten die aanbevolen zijn voor
laserprinters.
• Voor kaarten of aangepaste materialen:
U kunt met deze printer afdrukken op briefkaarten, kaarten
van 89 x 148 mm en andere materialen met aangepaste
formaten. Het minimumformaat is 76 x 127 mm en het
maximumformaat is 216 x 356 mm.
Plaats altijd eerst de korte zijde in de lade. Als u wilt
afdrukken in de afdrukstand Liggend, selecteert u deze
optie in uw softwaretoepassing. Als u eerst de lange zijde
in de lade plaatst, kan dit een papierstoring veroorzaken.
Druk niet af op media die minder dan 76 mm breed of
127 mm lang zijn.
• Voor voorbedrukt papier:
Papier met briefhoofd moet bedrukt zijn met hittebestendige
inkt die niet smelt, verdampt of gevaarlijke stoffen vrijgeeft
als hij gedurende 0,1 seconde wordt blootgesteld aan de
smelttemperatuur van de printer (200 °C).
Inkt op papier met briefhoofd moet niet-ontvlambaar zijn
en mag printerrollen niet beschadigen.
Formulieren en papier met briefhoofd moeten worden
bewaard in een vochtbestendige verpakking om
kwaliteitsverlies tijdens de opslagperiode te vermijden.
Voordat u voorbedrukt papier plaatst, zoals formulieren
of papier met briefhoofd, moet u controleren of de inkt op
het papier droog is. Tijdens het smeltproces kan vochtige
inkt afgeven op het voorbedrukte papier.
• Gebruik geen
calqueerpapier
kunnen er chemicaliën vrijkomen en kan het apparaat
schade oplopen.
zelfdoorschrijvend papier
. Bij het gebruik van deze papiersoorten
o
C gedurende 0,1 seconde.
of
3.2
Papier
Papier laden
Als u papier op de juiste wijze plaatst, voorkomt u papierstoringen
en kunt u probleemloos afdrukken. Verwijder geen papier uit de
lade terwijl een taak wordt afgedrukt. Als u dit wel doet, kan dit
een papierstoring veroorzaken. Zie “Papiersoort, invoerbronnen
en capaciteit” op pagina 3.1 voor toegestaan papierformaat en
toegestane papierinhoud van de lade.
De papierlade
De lade kan 150 vellen papier bevatten.
Doe een stapeltje papier in de lade en druk af. Zie “Papier
laden” op pagina 2.3 voor meer informatie over het laden
van papier in de lade.
Voor het afdrukken op speciale materialen, zoals enveloppen,
etiketten en kaarten, dient u de papierstapel uit de lade te
halen en één vel van het speciale materiaal in de lade te doen.
Gebruik van de handmatige invoer
Als u een document afdrukt vanaf uw pc en u na elke afgedrukte
pagina de afdrukkwaliteit wilt controleren, laadt u het papier in
de handmatige invoer en selecteert u
vanuit de softwaretoepassing.
1
Laad het afdrukmateriaal in de lade met de
zijde naar boven
.
Handinvoer
voor
Invoer
te bedrukken
6
Als er meerdere pagina's moeten worden afgedrukt,
verschijnt “Add Paper & Press Start” weer in het display.
Voer het volgende vel papier in en druk op
Herhaal deze stap voor elke pagina die moet worden
afgedrukt.
NB
• Bij het opeenvolgend printen van meer dan 20 envelopes
kan de printsnelheid afnemen.
• Als het papier vastloopt wanneer u kaarten afdrukt, moet
u het papier omdraaien en het vervolgens nogmaals
proberen.
• Handmatige invoer van papier en drukken op
invoer te starten is alleen beschikbaar voor afdrukken vanaf
de pc.
• Omdat de handinvoermodus taken niet automatisch en
doorlopend afdrukt, worden inkomende faxberichten in het
geheugen opgeslagen en dus niet meteen afgedrukt. (Alleen
voor SCX-4521F)
• Als u drukt op
uitgevoerde afdruktaak geannuleerd.
Uitvoer kiezen
Het apparaat heeft een papieruitvoer die 50 vellen papier kan
bevatten. De uitvoer verzamelt de afdrukken met de voorkant
omlaag in de volgorde waarin de afdrukken zijn gemaakt.
Stop/Clear
in de handinvoermodus wordt de
Start
Start
.
om de
Druk het afdrukmateriaal stevig in de handmatige invoer.
2
Schuif de papiergeleider naar het papier zonder het te
buigen.
3
Selecteer
softwaretoepassing en selecteer vervolgens het juiste
papierformaat en het juiste type. Voor meer informatie,
zie
4
Afdrukken.
5
In het display verschijnt “Add Paper & Press Start”, druk
op
Het afdrukken begint.
Handinvoer
Software gebruikershandleiding
Start
op het apparaat om de invoer te starten.
voor
Invoer
vanuit de
.
3.3
Papier
O
PMERKING
afgedrukte papier niet op de grond valt.
: trek de papieruitvoersteun uit zodat het
4Kopiëren
Papier laden om te kopiëren
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe
u documenten kunt kopiëren.
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
• Papier laden om te kopiëren
• Een document voorbereiden
• Kopiëren vanaf de glasplaat
• Kopiëren via de automatische documentinvoer
• Kopieerinstellingen wijzigen
• Speciale kopieerfuncties
• Standaardkopieerinstellingen wijzigen
• Time-out instellen
• Een favoriete kopieeroptie instellen
De aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal zijn
dezelfde, of het nu gaat om afdrukken, faxen of kopiëren.
Zie “Papier laden” op pagina 2.3 voor meer informatie over
het laden van papier in de lade.
O
PMERKING
van Letter-, A4-, Legal-, Folio-, Executive-, B5-, A5- of A6formaat.
: u kunt een document alleen kopiëren op papier
Een document voorbereiden
U plaatst een origineel document dat u wilt kopiëren, scannen
of als fax wilt verzenden op de glasplaat of in de automatische
documentinvoer. In de automatische documentinvoer kunt u
tot 30 vellen tegelijk plaatsen (75 g/m
één taak. U kunt natuurlijk slechts één vel tegelijk op de
glasplaat leggen.
Als u de automatische documentinvoer gebruikt:
• Plaats geen documenten in de automatische
documenteninvoer die kleiner zijn dan 142 x 148 mm
of groter dan 216 x 356 mm.
• De volgende documenten mogen niet worden gebruikt:
- carbonpapier of papier met een carbonlaag
- gecoat papier
- licht doorschijnend papier (cellofaan) of dun papier
- gekreukt papier of papier met vouwen
- gekruld of opgerold papier
- papier met scheuren
• Verwijder nietjes en paperclips voordat u de documenten
plaatst.
• Wacht tot eventuele lijm, inkt of correctievloeistof op het
papier volledig droog is voordat u de documenten plaatst.
• Plaats geen originelen met verschillend gewicht
of verschillende afmetingen door elkaar.
• Plaats geen boekjes, folders, transparanten of originelen
met andere afwijkende kenmerken.
2
bankpostpapier) voor
4.1
Kopiëren
Kopiëren vanaf de glasplaat
1
Open de documentklep door deze omhoog te klappen.
formaat, het contrast en het soort origineel. Zie
“Kopieerinstellingen wijzigen” op pagina 4.3.
Als u de instellingen wilt wissen, drukt u op
5
U kunt indien nodig speciale kopieerfuncties gebruiken, zoals
Poster, Automatisch aanpassen, Klonen en ID-kaart kopiëren.
6
Druk op
Het display geeft aan dat de kopie wordt gemaakt.
NB
• U kunt een kopieertaak annuleren terwijl deze wordt uitgevoerd.
Druk op
• Als er stof op de glasplaat zit, krijgt u mogelijk zwarte puntjes
op de kopie. Houd de glasplaat schoon.
• Gebruik de glasplaat voor de beste scankwaliteit, vooral bij
gekleurde afbeeldingen of afbeeldingen met grijstinten.
Start
om het kopiëren te starten.
Stop/Clear
om het kopiëren te stoppen.
Stop/Clear
.
2
Plaats het document op de glasplaat met de
zijde naar onder
de rand van de glasplaat.
O
PMERKING
automatische documentinvoer zitten. Documenten in
de automatische documentinvoer krijgen voorrang
op documenten op de glasplaat.
3
Sluit de documentklep.
NB
• Let er bij het sluiten van de documentklep op dat u zich niet
bezeert.
• Als u tijdens het kopiëren de klep open laat, kan de kwaliteit
van de kopie achteruitgaan en wordt er mogelijk meer toner
gebruikt.
• Als u een pagina kopieert uit een boek of tijdschrift, laat u de
klep open tijdens het kopiëren.
: let erop dat er geen documenten in de
en leg het in de linkerbovenhoek tegen
bedrukte
Kopiëren via de automatische
documentinvoer
1
Laad de te scannen documenten met de
omhoog
maximaal 30 vellen tegelijk invoeren. Zorg ervoor dat
de onderkant van de stapel originelen gelijk ligt met de
formaatmarkering van de documentinvoer.
in de automatische documentinvoer. U kunt
bedrukte zijde
4
Pas eventueel met de toetsen op het bedieningspaneel de
kopieerinstellingen aan, zoals het aantal exemplaren, het
4.2
Kopiëren
Loading...
+ 90 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.