Roland FA-66 User Manual [nl]

GEBRUIKERSHANDLEIDING
201a
Lees, voordat u dit apparaat gebruikt, de hoofdstukken ‘HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN’ en ‘BELANGRIJKE OPMERKINGEN’ (p. 3-p. 6) zorgvuldig door. Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over het juiste gebruik van het apparaat. Daarnaast dient u de handleiding in zijn totaliteit door te lezen, zodat u alle functies van de FA-66 goed begrijpt. U dient de handleiding te bewaren en bij te hand te houden als referentiemateriaal.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag, op welke wijze dan ook,
vermenigvuldigd worden zonder de schriftelijke toestemming van
ROLAND CORPORATION.
Voor EU-Landen
Dit product voldoet aan de voorwaarden van Europese Richtlijnen EMC 89/336/EEC.
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna. — Increase the separation between the equipment and receiver. — Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. — Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) This device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment. This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
2
USING THE UNIT SAFELY
OGG

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN

INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING en
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op het risico van letsel of materiële schade, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten aanzien van het huis en al het aanwezige meubilair, en tevens aan huisdieren kunnen optreden.
VOORZICHTIG opmerkingen
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
Over de symbolen
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen, of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die nooit verplaatst mogen worden (verboden). De specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden, wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit uit elkaar gehaald mag worden.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
001
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
• Voordat u het apparaat in gebruik neemt, leest u onderstaande instructies en de gebruikershandleiding.
...................................................................................................................
002c
• Maak het apparaat niet open, en voer geen interne modificaties uit. Dit geldt tevens voor de adapter.
...................................................................................................................
003
• Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe specifieke instructies in de handleiding staan.) Ga voor alle onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkende Roland distributeur, die u op de ‘Informatie’ pagina kunt vinden.
...................................................................................................................
004
• Gebruik of berg het apparaat nooit op, op plaatsen die:
• aan extreme temperaturen onderhevig
zijn (bijvoorbeeld in direct zonlicht, in een afgesloten voertuig, dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte genererende apparatuur of die
• vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers,
wasruimtes of natte vloeren hebben of die
• aan regen worden blootgesteld of die
• stoffig zijn of die
• aan een hoge mate van vibratie onderhevig zijn.
...................................................................................................................
007
• Zorg dat u het apparaat zodanig plaatst, dat het waterpas staat en stabiel zal blijven. Plaats het nooit op een standaard die kan wiebelen of op hellende oppervlakken.
...................................................................................................................
001
• Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Ook moet het voltage van de installatie overeen­komen met het ingangsvoltage dat op de behuizing van adapter wordt vermeld. Andere adapters kunnen een andere polariteit hebben of op een ander voltage ontworpen zijn, waardoor gebruik van dergelijke adapters tot beschadiging, storing of een elektrische schok kan leiden.
..................................................................................................................
• Gebruik alleen de meegeleverde stroom­kabel. U dient de meegeleverde stroom­kabel niet met andere apparaten te gebruiken.
..................................................................................................................
009
• Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting geproduceerd kan worden. Beschadigde snoeren betekenen een risico op brand en schokken!
..................................................................................................................
010
• Dit apparaat, op zichzelf staand of in combi­natie met een versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan geluidsniveaus produ­ceren, die in staat zijn permanent gehoorsverlies te veroorzaken. Werk nooit lange tijd achter elkaar op een hoog of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer u een bepaalde mate van gehoorsverlies of een piep in de oren bemerkt, moet u het apparaat direct uitzetten en een oorarts consulteren.
..................................................................................................................
011
• Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..................................................................................................................
3
001
WAARSCHUWING
• Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op de “Infor­matie” pagina, indien:
• Het netsnoer of de stekker is beschadigd, of
• Er rook of een ongewone geur optreedt
• Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht
zijn gekomen, of
• Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op
andere wijze nat is geworden), of
• Het apparaat niet normaal schijnt te functio-
neren of een duidelijke verandering in werking laat zien.
...................................................................................................................
• In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van het apparaat op te volgen.
...................................................................................................................
014
• Bescherm het apparaat tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
...................................................................................................................
015
• Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een stopcontact, waar een buitensporig aantal andere apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit raken, en uiteindelijk smelten.
...................................................................................................................
016
• Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken, neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’ pagina.
...................................................................................................................
023
• SPEEL GEEN CD-ROM disk op een conven­tionele CD speler af. Het geluidsniveau, dat geproduceerd wordt, kan permanent gehoorsverlies veroorzaken. Dit kan resulteren in schade aan luidsprekers of andere systeemcompo­nenten.
...................................................................................................................
101b
VOORZICHTIG
• Het apparaat dient op een zodanige wijze geplaatst te worden, dat er voldoende venti­latieruimte beschikbaar is.
..................................................................................................................
102c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, houdt u deze altijd bij de stekker zelf vast.
..................................................................................................................
103b
• Haal de adapter regelmatig uit het stopcontact, en maak deze met een droge doek schoon om stof en andere opeenho­pingen te verwijderen. Verwijder de adapter ook uit het stopcontact, wanneer u het apparaat langere tijd niet zult gebruiken. Ophoping van stof tussen de stekker en het stopcontact kan tot verminderde isolatie leiden en brand veroorzaken.
..................................................................................................................
104
• Probeer het in elkaar verwikkeld raken van snoeren en kabels te voorkomen. Bovendien zouden alle snoeren en kabels buiten het bereik van kinderen geplaatst moeten worden.
..................................................................................................................
106
• Ga nooit boven op dit apparaat staan, en plaats er geen zware objecten op.
..................................................................................................................
107c
• Wanneer de stekker in het stopcontact of in dit apparaat word gestoken of eruit wordt gehaald, mogen uw handen nooit nat zijn
..................................................................................................................
108b
• Voordat u het apparaat gaat verplaatsen, haalt u het netsnoer uit het stopcontact, en koppelt u de snoeren van alle apparaten los.
..................................................................................................................
109b
• Voordat u het apparaat gaat schoonmaken, zet u de stroom uit, en haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
..................................................................................................................
110b
• Indien er onweer in uw omgeving wordt verwacht, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
..................................................................................................................
118a
• Indien u de schroef van de aardingsklem of de schroeven van het deksel aan de onder­zijde moet verwijderen, bewaart u deze op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij deze niet per ongeluk kunnen inslikken.
..................................................................................................................
120
• Schakel de fantoomvoeding altijd uit wanneer u apparaten aansluit, behalve condensator microfoons die fantoom­voeding nodig hebben. U riskeert schade als u per ongeluk fantoomvoeding geeft aan dynamische microfoons, audio afspeel apparaten of andere apparaten die geen fantoomvoeding nodig hebben. Bekijk altijd de specificaties van de microfoon die u wilt aansluiten in de meegeleverde handleiding. (De fantoomvoeding van dit instrument: (48 V DC, 20 mA Max)
..................................................................................................................
4

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

Naast de opmerkingen uit het gedeelte “HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN” op pagina 3, dient u het volgende te lezen en in acht te nemen.
Stroomvoorziening
• Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact dat ook door een apparaat gebruikt wordt dat van stroom voorzien wordt door een inverter (zoals een koelkast, wasmachine, magnetron of airconditioner) of dat een motor bevat. Dit kan, afhangend van de manier waarop de stroom door het apparaat wordt gebruikt, hoorbare storing veroorzaken of ervoor zor­gen dat het apparaat niet werkt. Als het niet mogelijk is om een ander stopcontact te gebruiken, gebruik dan een ruisfilter tussen het apparaat en het stopcontact.
• De adapter zal warmte genereren na lang opeenvolgend gebruik. Dit is normaal, en hoeft u zich geen zorgen over te maken.
• Schakel altijd alle apparaten waar u dit appa­raat op wilt aansluiten eerst uit, voordat u dit doet. Dit voorkomt storingen en/of schade aan speakers of andere apparaten.
Plaatsing
• Het gebruiken van dit apparaat dichtbij trans­formators (of andere apparaten die grote transformators gebruiken) kan een brom ver­oorzaken. Zet om dit probleem op te lossen het apparaat ergens anders neer; of zorg voor meer ruimte tussen de apparaten.
• Dit apparaat kan zorgen voor storingen bij de ontvangst van televisies of radio's. Gebruik het daarom niet dichtbij zulke apparaten.
• Er kunnen storingen veroorzaakt worden door het gebruik van draadloze communica­tieapparatuur, zoals mobiele telefoons, die zich dicht bij het apparaat bevinden. Deze sto­ringen kunnen voorkomen bij inkomende of uitgaande oproepen of tijdens een gesprek. Als u dit soort problemen ervaart dient u deze draadloze apparatuur uit te zetten of buiten het bereik van het apparaat houden.
• Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet dicht bij apparaten die warmte genereren, laat het niet achter in een afgeslo­ten voertuig, en stel het niet bloot aan extreme temperaturen. Excessieve hitte kan zorgen voor vervorming of verkleuring van het appa­raat.
• Wanneer u het apparaat verplaatst tussen twee ruimtes waar de temperatuur en/of vochtigheidsgraad erg verschilt, kunnen er waterdruppeltjes (condens) zich binnen het apparaat vormen. Als u het apparaat in deze staat gebruikt kunnen er storingen optreden of kan er schade ontstaan. Daarom dient u het apparaat enkele uren uitgeschakeld te laten staan, totdat alle condens is verdampt.
Onderhoud
• Gebruik voor dagelijks schoonmaken een zachte droge doek of een doek die ietwat vochtig is gemaakt. Om koppig vuil te verwij­deren, dient u een doek te gebruiken die u met een mild, niet-schurend schoonmaakmiddel vochtig hebt gemaakt. Veeg naderhand altijd het apparaat met een droge doek af.
• Gebruik nooit benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen om de mogelijkheid van ver­vorming of verkleuring uit te sluiten.
Aanvullende maatregelen
• Behandel de knoppen, schuifknoppen, jacks en verbindingen van het apparaat voorzichtig. Ga niet te ruw om met het apparaat, dit kan leiden tot storingen.
• Wanneer u een kabel verbindt, pak deze dan vast bij de stekker – nooit bij de kabel zelf. Op deze manier voorkomt u kortsluitingen en schade aan de interne elementen van de kabel.
• Er komt tijdens normaal gebruik een kleine hoeveelheid warmte van het apparaat.
• Om te vermijden, dat u uw buren stoort, pro­beert u het volume van dit apparaat op een redelijk niveau te houden. U kunt ervoor kie­zen een koptelefoon te gebruiken, zodat u zich geen zorgen om de personen in uw naaste omgeving hoeft te maken (‘s nachts in het bij­zonder.)
• Wanneer u het apparaat moet vervoeren, ver­pakt u het in de originele doos (inclusief schokabsorberend materiaal) of soortgelijk verpakkingsmateriaal.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
• Gebruik een Roland kabel om de aansluiting te maken. Als u een kabel van een ander merk gebruikt, neem dan nota van onderstaande voorzorgsmaatregelen:
• Sommige aansluitingskabels bevatten
weerstanden. Gebruik voor het aansluiten van dit apparaat geen kabels die weerstan­den hebben. Bij gebruik van dit soort kabels, kan het geluidsniveau extreem laag of zelfs niet hoorbaar zijn. Informatie over kabelspecificaties kunt u bij de fabrikant van de kabel verkrijgen.
Behandeling van CD-ROM's
• Het onbevoegd dupliceren, reproduceren, verhuren en uitlenen is verboden.
• Voordat u de bijgeleverde CD-ROM opent, moet u de “licentie overeenkomst” lezen. Met het openen van de CD-ROM wordt aangeno­men, dat u de licentie overeenkomt accepteert.
• Vermijd het aanraken of krassen van de glan­zende onderkant (gecodeerd oppervlak) van de disk. Beschadigde of vuile CD-ROM’s kun­nen niet goed gelezen worden. Zorg dat de disks schoon blijven, met een in de winkel verkrijgbaar CD reinigingsapparaat.
Auteursrecht
• Het onbevoegd opnemen, verspreiden, verko­pen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzen­den of soortgelijke handelingen van een volledig werk of gedeelte daarvan (muzikale compositie, video, uitzending, publiekelijke uitvoering, enz.), waarvan het auteursrecht bij een derde partij ligt, is bij de wet verboden.
• Bij uitwisseling van geluidssignalen via een digitale verbinding met een extern instru­ment, kan dit apparaat opnemen zonder dat het aan de restricties van het Serial Copy management System (SCMS) is onderworpen. Dit komt, doordat het apparaat alleen voor muziekproductie is bedoeld, en is zo ontwor­pen dat het niet aan restricties onderhevig is, zolang het wordt gebruikt voor het opnemen van werken, die de auteursrechten van ande­ren niet schenden (zoals uw eigen composi­ties). (SCMS is een beveiliging die tweede generatie en verder kopiëren via een digitale verbinding verhindert. Het is in MD (Mini­Disc) recorders en andere digitale geluidsap­paratuur voor consumenten ingebouwd als een beveiliging ter bescherming van het auteursrecht).
• Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden, waarbij het auteursrecht van een derde partij overtreden kan worden. Wij zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor overtre­dingen van het auteursrecht van een derde partij, die door gebruik van dit apparaat wor­den begaan.
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. * Afbeeldingen in dit document zijn herdrukken, met toestemming van Microsoft
Corporation. * Windows® staat officieel bekend als: “Microsoft® Windows® besturingssysteem”. * Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc. * MacOS is een handelsmerk van Apple Computer Inc. * Alle in dit document genoemde apparaatnamen zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
6

Inhoud

HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN........................3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN.................................................................. 5
Inhoud van de verpakking ...........................................................................8
Voor- en achterpaneel................................................................................ 10
Voor paneel........................................................................................................................10
Achterpaneel .....................................................................................................................14
Voordat u de FA-66 met de Macintosh gebruikt (Max OS X) .................. 18
Audio en MIDI instellingen ............................................................................................19
Software instellingen........................................................................................................ 23
De driver installeren (Windows)................................................................24
Prioriteit aan achtergrondservices geven...................................................................... 29
Driver instellingen............................................................................................................30
Basis aansluitingen en instellingen.......................................................... 35
Basis aansluitingen ...........................................................................................................35
Opnemen van een microfoon of gitaar..........................................................................36
Opnemen van een digitaal signaal.................................................................................38
Aansluiten van verschillende typen apparatuur .........................................................39
Software instellingen .................................................................................40
SONAR 4............................................................................................................................40
Digital Performer ..............................................................................................................43
Logic ...................................................................................................................................44
Cubase SX/SL ...................................................................................................................45
FA-66 Driver instelling dialoog scherm (Windows)....................................................46
Problemen oplossen ..................................................................................48
Problemen met drivers (Windows)................................................................................ 48
Geen geluid........................................................................................................................51
U hoort ruis of poppen, terwijl er op de computer wordt
opgenomen/afgespeeld................................................................................................... 55
Ruis of vervorming ontstaat, terwijl de FA-66 niet is aangesloten met de
computer Het geluid is te zacht..................................................................................... 59
Overigen.............................................................................................................................61
Algemene specificaties.............................................................................. 62
Index ............................................................................................................64
7

Inhoud van de verpakking

FA-66
fig.FA-66
Adapter
Dit is de adapter, exclusief voor de FA-66. Gebruik alleen de meegeleverde adapter.
FireWire (IEEE 1394) kabels
(een 6-pin 6-pin kabel, een 6-pin 4-pin kabel) Gebruik een van deze kabels om de FA-66 met de IEEE 1394 aansluiting (FireWire aansluiting, iLink aansluiting, DV aansluiting) van de computer te verbinden.
De 6-pin 4-pin kabel verzorgt geen stroom.
* Gebruik alleen de FireWire (IEEE 1394) kabels. Als de meegeleverde FireWire (IEEE
1394) kabel beschadigd of verloren raakt en u heeft vervanging nodig, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een geautoriseerde Roland distributeur, te vinden op de “Informatie” pagina.
Handleiding
CD-ROM
8
Dit is de handleiding die u nu leest. Houd deze bij de hand als referentiemateriaal.
Deze bevat Windows drivers voor de FA-66, en demo songs.
* Let op, dat u het oppervlak van de CD niet aanraakt of bekrast. Dit kan de CD
onleesbaar maken. Gebruik een commercieel verkrijgbaar CD-schoonmaakmiddel als de CD vies wordt.
Speel de CD-ROM niet op een conventionele CD-speler
VOORZICHTIG
af. Dit kan geluiden van een zo hoog volume veroorzaken, dat u uw gehoor en/of speakers kunt beschadigen.
Inhoud van de verpakking
U dient deze voorwerpen zelf te verzorgen
Een externe versterker, speakers, koptelefoons en microfoon zijn niet meegeleverd
De externe versterker, speakers, koptelefoons die u nodig heeft om het geluid van de FA-66 te horen, en de kabels die u nodig heeft om deze apparaten te verbinden zijn niet meegeleverd. Een microfoon is ook niet meegeleverd, welke u nodig heeft om met de FA-66 audio op te nemen. U dient deze zelf aan te schaffen.
Een MD of DAT recorder en digitale input/output kabels zijn niet meegeleverd
U kunt een MD of DAT digitale recorder gebruiken om op te nemen, maar de kabels die benodigd zijn om deze apparaten met de FA-66 te verbinden zijn niet meegeleverd. U dient deze zelf aan te schaffen.
9

Voor- en achterpaneel

Voor paneel

fig.front.eps_60
14956 10 123
2 78 11 13
fig.jack-type_70
1. Combo Input jacks
Dit zijn analoge audio input jacks met mic voorversterkers. Ze kunnen gebruikt worden met XLR of jacks, wat tot gevolg heeft dat u een verscheidenheid aan apparaten kunt aansluiten. U kunt zowel gebalanceerde als ongebalanceerde signalen aansluiten. Fantoomvoeding (48 V) is meegeleverd voor XLR type verbindingen, wat u in de gelegenheid stelt om condensator microfoons aan te sluiten, die fantoomvoeding nodig hebben. Zet in dit geval de fantoomvoeding schakelaar (19) op het achter paneel aan.
fig.XLR-TRS
* Dit instrument is uitgerust met
gebalanceerde {XLR/TRS) type input jacks. Aansluitdiagram­men voor deze jacks worden rechts weergegeven. Maak de verbindingen, nadat u de aan­sluitdiagrammen nagekeken heeft van andere apparaten, die u wilt verbinden.
2. Input Sensitivity knoppen
Deze bepalen het inputniveau van de ingevoerde signalen naar de Combo Input jacks (1) van het voor paneel.
3. Input impedantie selectie schakelaar
Deze schakelaar schakelt tussen hoge impedantie (Hi-Z) of lage impedantie (Lo-Z), afhangend van het type apparaat, dat op de INPUT 2 phone jack of de Combo Input jacks (1) aangesloten is. Als u een gitaar of basgitaar op deze jack heeft aangesloten, dient u de hoge impedantie (Hi-Z) instelling te kiezen, als u een microfoon heeft aangesloten kiest u de lage impedantie (Lo-Z) instelling.
1:GND 2:HOT 3:COLD
HOT(TOPJE)
GND(OMHULSEL)
COLD(RING)
Jack
(ongebalanceerd)
XLR stekker
Stereo jack
(gebalanceerd)
10
Voor- en achterpaneel
* Combo Input jack INPUT 1 is altijd ingesteld op lage impedantie (Lo-Z).
fig.front.eps
4. Peak/Limiter indicator
Dit geeft aan of het signaal dat via de Combo Input jacks (1) overstuurt of dat de begrenzer ingeschakeld is.
Limiter switch Status
Limiter aan
Limiter uit
De indicator fungeert als de indicator van de begrenzer. Wanneer het inputsignaal een bepaald niveau overschrijdt, zal de begrenzer inschakelen en licht de indicator groen op.
De indicator fungeert als de peak indicator. Gebruik de Input Sensi­tivity knoppen voor elke input jack om het inputniveau zo aan te passen, dat de peak indicator niet rood oplicht. De rode LED zal oplichten als het geluid stoort.
5. Power indicator
Licht op, wanneer het apparaat ingeschakeld is.
6. Output indicator
Deze licht groen op als signalen vanaf de audio output poorten 1 en 2 (OUT 1/
2) verstuurd worden. (zie blok diagram voor paneel)
7. Digital Input schakelaar
Als u een digitale invoer wilt opnemen, schakelt u dit in. ( ingedrukt). Dit zorgt ervoor, dat de FA-66 synchroniseert met een extern digitaal apparaat, verbonden met de Digital Input aansluiting (25).
8. Sync indicator
Wanneer de Digital Input schakelaar (7) ingeschakeld is, geeft deze indicator de status weer van het digitale apparaat dat verbonden is met de Digital Input aansluiting (25). (externe synchronisatiemode)
Licht op Correct gesynchroniseerd.
Niet gesynchroniseerd. Controleer dat het digitale apparaat correct met de
Knippert
Digital Input aansluiting verbonden is. Controleer ook dat het verbonden digitale apparaat dezelfde sampling fre­quentie gebruikt als die welke u met de sample rate select schakelaar
(18) van de FA-66 gekozen heeft.
11
Voor- en achterpaneel
fig.front.eps_60
14956 10 123
2 78 11 13
9. STEREO/MONO select schakelaar (directe monitor sectie)
Dit bepaalt of het inputsignaal in stereo (STEREO) of in mono (MONO)
beluisterd wordt. Zet dit aan ( ingedrukt) als u in mono wilt luisteren. Als u bijvoorbeeld een gitaar met INPUT 2/R verbonden heeft, gebruikt u de
monaurale instelling ( ingedrukt). Zelfs met de monaurale (MONO) instelling zal het audiosignaal, dat via FireWire (IEEE 1394) naar de computer gestuurd wordt, in stereo zijn.
10. Directe monitor soft control schakelaar (directe monitor sectie)
Zet dit aan ( ingedrukt) als u de directe monitor mixer (zie blok diagram voor paneel) met de ASIO 2.0 compatibele software wilt besturen. Als dit ingeschakeld is, kunt u met de software het monitor volume, pan en aan/uit status van elke input jack besturen. Als dit uitgeschakeld is, worden alle instellingen van de directe monitor mixer genegeerd, waardoor u de inputsignalen van alle input jacks beluisteren kunt. Dit is handig als u de verbindingen wilt controleren, terwijl u de instellingen van de software wilt negeren.
* Deze functie is alleen in Windows beschikbaar.
11. Direct Monitor volume (directe monitor sectie)
fig.direct-volume
Dit bepaalt het monitor volume. Als u deze knop naar links (OUT 1/2) draait, vermindert dit het volume dat via de input jacks ingevoerd wordt. Als u deze knop naar rechts (MONITOR) draait, vermindert dat het volume van het geluid dat uit de computer komt. Op de middenpositie is het volume van het geluid dat uit de computer komt en het geluid, dat via de jacks ingevoerd wordt, beide ingesteld op 100%.
100%
OUT 1/2
0%
Volume
MONITOR
MONITOR
100%
0%
12
Voor- en achterpaneel
12. Output volume
Dit bepaalt het volume dat via de koptelefoon jack (13) en via de Main output jacks (22) uitgevoerd wordt.
13. Koptelefoon jack
Uit deze jack komt het gemixte geluid dat via de input jacks wordt ingevoerd, en het geluid dat uit de computer komt (WAVE OUT 1/2 (in het geval van WDM, EDIROL FA-66 Out 1 zie p. 31)). De balans van deze twee wordt bepaald door het directe monitor volume (11). Het geluid, dat vanaf de main output jacks (MAIN OUT) (22) op het achter paneel komt, wordt niet weggehaald, zelfs niet als er een koptelefoon verbonden is.
13
Voor- en achterpaneel

Achterpaneel

fig.rear.eps_60
14 15 18 19
16 24 25 2717 23 26
14. Aarde terminal
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling, kunt u een onplezierig gevoel ervaren, of voelen dat het oppervlak korrelig aanvoelt wanneer u het apparaat, verbonden microfoons of metalen gedeeltes (van bijvoorbeeld verbonden gitaren) aanraakt. Dit komt door een onmeetbaar kleine elektrische spanning, die volledig ongevaarlijk is. Als u zich hier echter zorgen over maakt kunt de aarde terminal met een externe aarde verbinden. Wanneer het apparaat geaard is kan er een zachte zoemtoon optreden, afhankelijk van de opstelling. Als u onzeker bent over de methode waarmee u de aarde verbindt, kunt u contact opnemen met het dichtstbijzijnde Roland Service Center, of een geautoriseerde Roland distributeur, die u vindt op de “Informatie” pagina.
Ongeschikte plaatsen voor verbinding
• Waterleidingen (kan schokken of elektrocutie veroorzaken)
• Gaspijpen (kan brand of explosies veroorzaken)
• Telefoonlijn aardes of bliksemafleider (kan bij bliksem gevaarlijk zijn)
fig.power-sw
15. Stroomschakelaar
Deze wordt gebruikt om de stroom in (DC IN) of uit (OFF) te schakelen, en om naar bus stroom (BUS) te schakelen.
BUS
U kunt de FA-66 gebruiken, terwijl deze gevoed wordt door bus stroom als hij met de computer verbonden is via een 6-pin 6-pin FireWire (IEEE 1394) kabel. In dit geval vindt stroomvoorziening plaats via de FireWire (IEEE 1394) kabel. Als u bus stroom wilt gebruiken, zet u de stroomschakelaar op de BUS positie.
fig.6-pin
• 6-pin type
U kunt bus stroom gebruiken als de computer een 6-pin IEEE 1394 aansluiting (FireWire aansluiting, iLink aansluiting, DV aansluiting) heeft.
* Bij sommige computers kan het gebeuren dat de FA-66 niet op bus stroom loopt. Als
dit gebeurt, verbindt u de meegeleverde adapter met een stopcontact om de FA-66 van stroom te voorzien. In dit geval staat de stroom aan, wanneer de stroomschakelaar op de DC IN positie staat.
20 21
22
14
Voor- en achterpaneel
fig.4-pin
• 4-pin type
Als de computer een 4-pin FireWire (IEEE 1394) aansluiting heeft, kunt u geen bus stroom gebruiken. Verbind de meegeleverde adapter met de adapter jack, en zet de stroomschakelaar op DC IN.
16. Adapter jack
Verbind de meegeleverde adapter met deze jack.
* Gebruik nooit een andere adapter dan die welke is meegeleverd. Dit kan schade en/of
storingen veroorzaken.
17. FireWire (IEEE 1394) aansluitingen
Gebruik een FireWire (IEEE 1394) kabel om deze met de computer te verbinden. Wij raden aan, dat u een een 6-pin kabel gebruikt om de FA-66 met de computer te verbinden en een 4-pin kabel om de FA-66 met andere externe apparaten te verbinden.
fig.6-pin
• 6-pin aansluiting
Als de IEEE 1394 aansluiting (FireWire aansluiting, iLink aansluiting, DV aansluiting) van de computer een 6-pin aansluiting is, gebruik dan de meegeleverde 6-pin 6-pin kabel. De FA-66 zal dan op bus stroom functioneren. U dient deze aansluiting standaard te gebruiken. Als de IEEE 1394 aansluiting (FireWire aansluiting, iLink aansluiting, DV aansluiting) van de computer een 4-pin aansluiting is, gebruik dan de meegeleverde 6-pin 4-pin kabel. In dit geval kan de FA-66 echter niet op stroom functioneren.
fig.4-pin
• 4-pin aansluiting
Normaliter wordt de 4-pin aansluiting gebruikt om de FA-66 met externe apparaten te verbinden.
18. Sample rate select schakelaar
Dit bepaalt de sampling frequentie, waarmee de audio data wordt opgenomen en afgespeeld. Om deze instelling van kracht te laten zijn, dient u al de software af te sluiten, en de FA-66 opnieuw aan te zetten (uitschakelen, en weer inschakelen).
* Als u een Macintosh gebruikt en de sampling frequentie wilt veranderen, moet u
eerst de FA-66 uitzetten. Ga dan naar het MAC OS System Preferences – Sound scherm en controleer dat EDIROL FA-66 van de Input en Output tab­bladen verdwenen is. Zet de FA-66 dan weer aan. Zie voor meer details over hoe u het Mac OS System Preferences – Sound scherm moet oproepen, ‘Audio settings’ (p. 19).
U moet de sample rate select schakelaar instellen, dat deze overeenkomt met de sampling frequentie die u geselecteerd heeft in de software. Als de externe synchronisatie mode gebruikt, (met de DIGITAL IN schakelaar aan), moet de sampling frequentie van het externe apparaat hetzelfde zijn.
[Beperkingen bij het gebruik van de FA-66 op 192 KHz]
• Het zal niet mogelijk zijn om de Digital Input aansluiting of digitale output aansluiting te gebruiken.
15
Voor- en achterpaneel
fig.rear.eps_60
14 15 18 19
20 21
16 24 25 2717 23 26
19. Fantoomvoeding schakelaar
Dit is een aan/uit schakelaar voor de fantoomvoeding, die op de XLR verbindingen van de Combo Input jacks (1) op het voor paneel toegepast wordt.
*U dient de fantoomvoeding uitgeschakeld te houden (rechtse positie) tenzij u conden-
sator microfoons met de XLR jacks verbonden heeft. Fantoomvoeding toepassen op een dynamische microfoon of op een audio afspeel apparaat kan storingen veroorza­ken. Zie voor meer details over de microfoon de handleiding ervan. (De fantoomvoeding van de FA-66 is DC 48 V, 20 mA maximum)
20. Limiter schakelaar
Dit schakelt de hardwarematige begrenzer van de FA-66 aan en uit. Als er plotseling een geluid met een hoog volume via de Combo Input jacks (1) ingevoerd wordt, zal de limiter milde compressie toepassen om te voorkomen dat er bij de AD converter overstuurd wordt.
21. Output jacks 3, 4 (Nominale output: +4 dBu)
Deze jacks voeren analoge audiosignalen uit. Gebalanceerde output wordt ondersteund.
22. Main output jacks (output jacks 1, 2) (Nominale output: +4 dBu)
Deze jacks voeren het gemixte geluid uit, dat ingevoerd wordt via de input jacks, en via de computer wordt uigevoerd. U kunt de output volume
control (12) gebruik om het volume bij te stellen.
23. MIDI IN/OUT aansluitingen
U kunt deze met de MIDI aansluitingen van de MIDI-apparaten verbinden om MIDI-opdrachten te versturen en verzenden.
24. Digitale output aansluiting (optisch)
Gebruik dit, wanneer u een audio apparaat zoals een MD of DAT apparaat digitaal wilt verbinden. De signalen die van OUTPUT 5 en 6 verstuurd worden (als WDM, EDIROL FA-66 OUT 3 gebruikt wordt zie p. 31) belanden in de digitale output
aansluiting.
22
16
Voor- en achterpaneel
25. Digital Input aansluiting (optisch)
Gebruik dit, wanneer u een digitaal audio signaal van een CD/MD/DAT of soortgelijk apparaat wilt invoeren. Het signaal van de Digital Input aansluiting wordt ingevoerd als INPUT 5 en 6 (in het geval van WDM, EDIROL FA-66 In 3 zie p. 31). Als u dit digitale signaal wilt opnemen, zet u de Digital Input schakelaar (7) aan. U moet een signaal invoeren dat dezelfde sampling frequentie heeft als gekozen met de sample rate select schakelaar (18).
26. Input jacks 3-4
Input jacks 3 en 4 zijn ontworpen met een hogere gain, zodat u ze kunt verbinden
met audio apparaten die een lager outputniveau hebben zoals CD-spelers of MIDI geluidsmodules. Als u deze inputs met een apparaat verbindt, dat een hoger outputniveau heeft, zoals een mixer, dient u de input niveau bijstel knop (27) te gebruiken om het niveau aan te passen.
Als er geen apparaat met de Input jacks 3 en 4 verbonden is, draait u de input niveau bijstel knop (27) helemaal naar links.
27. Input niveau bijstel knop
Deze bepaalt het volume van het geluid, dat via input jacks 3 en 4 (26) ingevoerd wordt.
17

Voordat u de FA-66 met de Macintosh gebruikt (Max OS X)

Als u de FA-66 met Windows gebruikt, lees dan ‘De driver installeren (Windows)’ (p. 24).
Als u de FA-66 met Mac OS X gebruikt, hoeft u geen driver te installeren. Verbind de FA-66 simpelweg met de Macintosh, zoals hieronder is aangegeven.
1
Start de Macintosh op, zonder de FA-66 verbonden te hebben.
2
Gebruik een FireWire (IEEE 1394) kabel om de FA-66 met de Macintosh te verbinden.
1. Sluit de stroomkabel aan, terwijl de stroom
schakelaar van de FA-66 uit staat.
2. Steek de adapter kabel in het stopcontact.
3. Gebruik een FireWire (IEEE 1394) kabel om de FA-66
met de Macintosh te verbinden.
3
Zet de stroom schakelaar van de FA-66 aan.
De driver wordt automatisch geïnstalleerd.
Hierna moet u audio apparaat en MIDI-apparaat instellingen gaan maken.
Zet wanneer de verbindingen gemaakt zijn de apparaten in de opgegeven volgorde aan. Met het aanzetten van de apparaten in de verkeerde volgorde riskeert u storingen en/of schade aan speakers en andere apparaten.
Dit apparaat is uitgerust met een beschermingscircuit. Het heeft daarom een paar seconden nodig, voordat het normaal functioneert, nadat u het aanzet.
18
Voordat u de FA-66 met de Macintosh gebruikt (Max OS X)

Audio en MIDI instellingen

Audio instellingen

Als u de FA-66 met de iTunes software wilt gebruiken, die met de Macintosh is meegeleverd, dient u de input/output als volgt in te stellen. De procedure voor het maken van apparaat instellingen is anders, afhankelijk van de gebruikte software. Zie voor meer details de handleiding van de software.
1
Kies in het Apple menu het System Preferences dialoog scherm, en klik op Sound.
2
Klik op het Sound Effects tabblad, en kies EDIROL FA­66 bij de ‘Play alerts and sound effects through’
instelling.
3
Klik op het Output tabblad, en kies EDIROL FA-66 bij de ‘Choose a device for sound output’ instelling.
4
Als het Input tabblad weergegeven wordt, kiest u daar EDIROL FA-66 bij de ‘Choose a device for sound output’ instelling.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
Let op het volgende, voordat u de software met de FA-66 gebruikt.
•U dient de FA-66 aan te zetten en via een FireWire (IEEE 1394) kabel met de computer te verbinden, voordat u de software opstart.
• Haal de FireWire (IEEE 1394) kabel niet los of schakel de FA-66 niet uit, terwijl de software nog draait.
• Sluit de software af, voordat u de FA-66 uitschakelt.
• Zet de Sleep instelling van de Macintosh uit.
• De FA-66 werkt niet in de Classic omgeving van Mac OS X. Gebruik hem wanneer de Classic omgeving niet draait.
• Schakel de energie besparende instelling van de Macintosh uit.
• Als het Options gedeelte van de Energy Saver instellingen op de Macintosh een Processor Performance instelling heeft, kiest u daar de ‘Highest’ instelling.
Als u wilt dat het geluid vanaf de interne speakers van de Macintosh wordt afgespeeld, kiest u ‘Internal speakers’ in het Output tabblad. Als u niet wilt dat waarschuwingen via de FA-66 worden afgespeeld, kiest u ‘Internal
speakers’ voor de ‘Play alerts and sound effects through’ instelling.
19
Voordat u de FA-66 met de Macintosh gebruikt (Max OS X)
* Afhankelijk van het model Macintosh dat u gebruikt, kan het
opstarten van de Macintosh terwijl de FA-66 verbonden is leiden tot instabiliteit. Start in dit geval eerst de Macintosh op, voordat u de FA-66 verbindt.
* Als u de sampling snelheid van de FA-66 wilt veranderen, zet
u de FA-66 uit, verandert u de sample snelheid, en zet u de FA­66 weer aan. Als EDIROL FA-66 niet wordt weergeven bij de ‘Choose a device for sound output’ instelling in het System Preferences – Sound – Output tabblad, betekent dit dat de FA-66 volledig uitgeschakeld is.
20
Voordat u de FA-66 met de Macintosh gebruikt (Max OS X)

MIDI instellingen

1
Open de Applications map op de harde schijf van de Macintosh. Dubbelklik in de Utilities map op Audio MIDI Setup om de Audio MIDI setup te openen.
fig.audio-midi.eps
Klik op Add Device
3
2
Klik op het MIDI Devices tabblad.
3
Klik op Add Device.
Een nieuw extern apparaat verschijnt.
4
Verbind de T en S symbolen (welke voor de outputs en inputs staan) van het EDIROL FA-66 icoon met die van het New External Device icoon door met de muis ertussen te slepen.
* Verander iconen en stel andere items in volgens de MIDI-
apparaten die met de MIDI aansluitingen van de FA-66 verbonden zijn. Als u op new external device dubbelklikt, zal het new external device Properties dialoog scherm verschijnen, waarin u een verscheidenheid aan dingen in kunt stellen, zoals de naam van het apparaat.
5
Sluit het Audio MIDI Setup dialoog scherm om de procedure af te maken.
Klik op MIDI Devices
2
Gebruik de muis om
4
een verbinding te slepen
21
Loading...
+ 47 hidden pages