Van harte bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van de Roland EM-2000 Creative Keyboard.
Dankzij zijn letterlijk te nemen gebruiksvriendelijkheid en de nieuwe RISC-processor is de EM-2000 een waardig vlaggeschip van de nieuwe EM-serie. Trouw aan de traditie dat elk Roland-instrument weer een aantal opzienbarende nieuwigheden introduceert, kunnen we zonder te overdrijven stellen dat de EM-2000 het perfecte instrument is voor de prof
en elke muziekliefhebber die het onderste uit de kan wilt halen.
Om de mogelijkheden van uw EM-2000 snel te leren kennen en er jarenlang plezier aan te beleven, leest u deze
kershandleiding het best volledig door. Bijkomende informatie vindt u in het Referentieboek.
• Duidelijkheidshalve gebruiken we in deze handleiding het woord “knop” wanneer we het hebben over de bedieningstoetsen op het frontpaneel. “Toets” wordt dus enkel gebruikt wanneer we verwijzen naar het klavier van de
EM-2000.
• De inhoud van de in deze handleiding getoonde schermafbeeldingen kan hier en daar afwijken van wat u op uw instrument ziet, maar op die manier weet u tenminste wat u in een bepaalde situatie ongeveer te zien krijgt.
Berg deze handleiding op een veilige plaats op, omdat u ze op een latere datum misschien nog eens nodig hebt.
Iomega® is een geregistreerd handelsmerk en Zip™ en JAZ™ zijn handelsmerken van Iomega Corporation. Alle andere
vermelde produktnamen en handelsmerken zijn eigendom van de betreffende bedrijven.
De D Beam werd in licentie van Interactive Light, Inc. vervaardigd.
Het klavier van de EM-2000 is een plezier om op te
spelen. Omdat het ook kanaal-Aftertouch commando’s zendt, kunt er bovendien het volume, de
klankkleur en bepaalde Arranger-functies mee aansturen.
Nieuwe klankbron
De EM-2000 bevat een 32-Parts multitimbrale klankbron met maar liefst 1161 instrumentklanken en 43
Drum Kits, die zowat het hele spectrum, van adembenemende akoestische klanken tot de meest actuele
Techno-geluiden, bestrijken. Natuurlijk is de klankbron 64-stemmig polyfoon.
Rijk gevuld effectengamma
Naast het intussen obligate Chorus-, Reverb- en
Delay-effect en de 2-bands Equalizer die op de G-800
werden voorgesteld, biedt de EM-2000 een multieffect met maar liefst 89 effecten en combinaties (vervorming, Rotary, Humanizer, Enhancer, 3D Chorus,
LoFi enz.).
Innovatieve D Beam™ Controller
De D Beam Controller van de EM-2000 is een nieuwe
speelhulp die voor het eerst werd voorgesteld op de
MC-505 Groovebox van Roland. Hiermee kunt u een
parameter naar keuze beïnvloeden door uw hand over
een (onzichtbare) infraroodstraal te bewegen.
Ingebouwde Zip™-drive, standaard SCSI-aansluiting en disk drive
Hoewel onze ingenieurs al trots waren dat ze de
EM-2000 met een SCSI-poort voor de externe dataopslag mochten uitrusten, vonden ze dat er ook een
100MB Zip-drive bijhoorde. En dus hebben ze meteen
ook maar software geschreven die directe toegang
biedt tot de data op de Zip-schijf.
Via de SCSI-poort kunt u externe datadragers (Jaz™drive, harde schijven, MO-schijven enz.) aansluiten.
Dankzij deze mogelijkheden is de 2HD floppy drive
dus waarschijnlijk alleen nog een garantie dat u de op
een G-1000, G-800, G-600, E-96, E-86 of RA-800
geprogrammeerde data (User Styles, MIDI Sets, Performance Memories/User Programs) snel kunt laden.
Als u geen eigen Styles wilt programmeren of het te
druk hebt om daaraan te beginnen, kunt u bestaande
Styles personaliseren door bv. andere klanken voor de
Arranger-partijen te kiezen (bas, drums, akkoordbegeleidingen enz.) en deze veranderingen in één van de
192 User Programs van het RAM-geheugen opslaan.
Innovatieve functies
Disk Style Link is een functie waarmee u direct een
Music Style naar keuze van een groep van 111 op de
Zip-schijf kunt oproepen. Omdat u zelf kunt bepalen
welke Styles tot deze groep moeten behoren, is deze
functie perfect voor het live-werk.
Play & Search (P&S) laat toe om het benodigde stuk
(Standard MIDI File) te zoeken door een muzikaal
fragment op het klavier van de EM-2000 te spelen. De
EM-2000 gaat dan zelf op zoek naar alle nummers die
dit fragment bevatten.
Style Database is een iets andere zoekfunctie. Hiermee
kunt u Music Styles of Songs zoeken aan de hand van
gegevens die u in één van de datavelden invult. Hierbij
horen o.a. de titel van de Song/Music Style, de componist/de auteur, de bestandsnaam enz.
128 hoge-resolutie Music Styles, 16 Flash ROMgeheugens plus 441 Music Styles op de bijgeleverde Zip-schijf
Uw EM-2000 bevat 128 interne Music Styles (begeleidingen), die zowat alle muzikale genres bestrijken.
Elke Style beschikt over vier versies (Basic, Advanced,
Original en Variation), twee Intro’s, twee Endings en
nog tal van andere elementen, zodat u sowieso al over
meer dan 128 begeleidingen beschikt.
Bovendien bevatten ook de 16 Flash ROM-geheugens
bij levering al Music Styles.
En als u ook dát nog maar weinig vindt, vindt u het
beslist leuk dat de bijgeleverde Zip-schijf 441 Music
Styles bevat die u eveneens kunt gebruiken.
Natuurlijk kunt u ook uw eigen Music Styles programmeren (de zgn.
een handige functie waarmee de gekozen fragmenten
van een Standard MIDI File kunt omzetten in een
begeleiding.
User Styles). De EM-2000 biedt zelfs
192 User Programs
De User Programs dienen niet alleen voor een snelle
aanpassing van de Styles, maar ook voor de opslag van
allee instellingen die u op het frontpaneel kunt maken.
Als u meer dan 192 User Programs nodig hebt, kunt u
de inhoud van de interne User Programs naar een Zipschijf of diskette wegschrijven (of een externe SCSIdatadrager gebruiken) en op een later tijdstip weer
laden.
4
16-sporen sequencer
De EM-2000 wordt geleverd met een 16-sporen
sequencer die ook weer van een hele resem editfuncties voorzien is.
Drie Arranger-modes
De Music Styles van de EM-2000 kunnen telkens op
één van drie beschikbare manieren worden aangestuurd: Standard, Intelligent of Piano Style. In de
Standard-mode werkt de akkoordherkenning van de
Arranger zoals u dat van een intelligent keyboard verwacht.
EM-2000 – Gebruikershandleiding
In de Intelligent-mode hoeft u geen volledige akkoorden te spelen. Met één, twee of drie toetsen verkrijgt u
zelf de meest complexe akkoorden.
De Piano Style-mode tenslotte is vooral bedoeld voor
muzikanten met een “pianoverleden”.
Intuïtief gebruikersinterface
Het grote 156 x 48mm-display houdt u op de hoogte
van de status van de EM-2000 en biedt, via functieknoppen, toegang tot talrijke “verborgen” functies. Via
de vijf draairegelaars onder het display kunt u het
volume, de stereopositie en andere parameterwaarden
instellen. Sommige display-functies zijn ook toegankelijk via vast toegewezen knoppen. Bovendien zijn er
twee programmeerbare knoppen (PAD 1 & 2) waar u
de vaakst gebruikte functies aan kunt toewijzen. En
om de bediening nog eenvoudiger te laten verlopen,
kunt u het display kantelen.
Weergave van liedjesteksten (“Lyrics”)
Het LCD-display van de EM-2000 kan ook de teksten
van dusdanig geprogrammeerde Standard MIDI Files
weergeven. Als u wilt, kunt u deze data naar een LVC-1
Lyrics Converter zenden. Op die manier vergeet u
nooit meer de teksten van de liedjes die u wilt/moet
zingen.
Uitpakken van de EM-2000
Uw EM-2000 wordt geleverd met de volgende dingen.
Controlleer na het uitpakken of u alles gekregen hebt.
Is dat niet het geval, neem dan contact op met uw
Roland-dealer.
Gebruikershandleiding en het Reference Manual.
• Deze
• Een Zip-schijf met 441 Music Styles en 306 Standard
MIDI Files.
• Een metalen lessenaar.
• Een stroomkabel.
3.
DP-2, DP-6 of FS-5U voetschakelaar
U zou twee DP-2 (DP-6 of Boss FS-5U) voetschakelaars kunnen gebruiken. Eén daarvan sluit u aan op de
SUSTAIN FOOTSWITCH
gebruiken als Hold-pedaal.
De tweede DP-2 (DP-6 of Boss FS-5U) kunt u aan verschillende functies toewijzen. De functie van de
SWITCH kunt u bovendien samen met alle andere
instellingen in een User Program opslaan.
4.
Style-diskettes van de MSA-, MSD- of MSE-serie
De MSA-, MSD- en MSE-serie Music Style diskettes
bevatten nieuwe Styles die u in de 8 User Style geheugens van de EM-2000 kunt laden. De MSE Music Style
serie is speciaal ontwikkeld voor de EM-2000, G-1000,
G-800, G-600, E-96 en RA-800. Houd er wel rekening
mee dat u de MSE-Styles niet kunt gebruiken op
instrumenten van de E- of RA-serie omdat deze Styles
gebruik maken van de klankbron van de EM-2000.
Andersom lukt wel: u kunt Style-diskettes van de
MSA- en MSD-serie op uw EM-2000 gebruiken.
5.
Externe harde schijf, MO-drive, Jaz-drive, Zip-
drive enz.
Voor het archiveren van uw instellingen zou u gebruik
kunnen maken van een harde schijf of een verwisselbare schijf. Houd er rekening mee dat een Zip-schijf
tot 100MB aan waardevolle data kan bevatten waar u
het best een
de data altijd van de reservekopie halen als blijkt dat
de Zip-schijf onleesbaar is geworden. Gebruik de File
Copy-functies van de EM-2000 voor het kopiëren van
Zip-schijven e.d.
6.
Hoofdtelefoons van de RH-serie
Op de PHONES-connector van de EM-2000 kunt u
een hoofdtelefoon aansluiten.
Backup van maakt. Op die manier kunt u
-connector om hem te
FOOT
Handige opties
1.
FC-7 Foot Controller
Met de FC-7 Foot Controller kunt u verschillende
patronen van een Style (Fill In To Original/To Varia-tion, Start/Stop enz.) met de voet kiezen. Sluit hem
aan op de FC-7-connector achterop de EM-2000.
Opgelet: U kunt de FC-7 niet als MIDI-pedalenbord
gebruiken. De FC-7 stuurt namelijk pulsen uit in plaats van
MIDI-commando’s. Sluit hem dus nooit aan op de MIDI
IN-connector van uw EM-2000 of van een ander instrument.
2.
EV-5 of BOSS FV-300L zwelpedaal (“expressie”)
Het (los verkrijgbare) EV-5 of BOSS FV-300L zwelpedaal kunt u voor verschillende dingen gebruiken, zoals
het instellen van het algemene volume.
5
Belangrijke opmerkingen
Belangrijke opmerkingen
Let, tijdens het gebruik van de EM-2000 op de volgende dingen:
Voeding
• Sluit de EM-2000 niet aan op een stroomkring waarop
ook apparaten, die brom veroorzaken, op aangesloten
zijn (elektrische motoren, dimmersystemen enz.).
• Schakel zowel de EM-2000 als de overige instrumenten uit voordat u ze op elkaar aansluit. Op die manier
weet u zeker dat u de instrumenten niet kunt beschadigen en voorkomt u een finale beschadiging van uw
luidsprekers.
Opstelling
• Het gebruik van de EM-2000 in de buurt van eindtrappen (of andere apparaten met krachtige transformatoren) kan voor brom zorgen. Om dit tegen te gaan
zet u de EM-2000 het best nooit te dicht in de buurt
van dergelijke apparaten.
• Dit instrument zou de radio- of TV-ontvangst kunnen
storen. Plaats de EM-2000 dus nooit te dicht bij dergelijke ontvangers.
• Om problemen te vermijden, dient u de EM-2000 te
beschermen tegen direct zonlicht, hitte, vochtigheid
en stof.
Onderhoud
• Gebruik, voor het reinigen van het instrument, enkel
een zachte, droge of lichtjes bevochtigde doek. Om
hardnekkig vuil te verwijderen, gebruikt u een neutraal reinigingsmiddel. Wrijf de EM-2000 daarna
droog met een zachte doek.
• Gebruik nooit oplosmiddelen zoals bv. verfverdunners
want deze kunnen de behuizing beschadigen.
Herstellingen en uw data
• Houd er rekening mee dat alle data in de interne
geheugens van de EM-2000 tijdens een herstelling
gewist kunnen worden. Belangrijke instellingen
schrijft u dan ook het best weg naar een Zip-schijf of
een externe datadrager. In bepaalde gevallen (met
name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen.
Roland kan echter niet aansprakelijk worden gesteld
voor het verlies van uw data.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
• Als gevolg van een defect aan de geheugenchips of een
ongepaste bediening kan het gebeuren dat de inhoud
van uw geheugens verloren gaat. Om uzelf tegen dit
soort nare situaties te beschermen, verdient het aanbeveling om uw instellingen regelmatig extern op te
slaan (namelijk via SCSI).
• Behandel de knoppen, regelaars, aansluitingen enz.
van dit instrument met de nodige voorzichtigheid.
Een al te brutale behandeling kan leiden tot storingen
of beschadiging van bepaalde onderdelen.
• Sla nooit op het display en zet er geen zwaar voorwerpen op.
• Trek, voor het verbreken van gelijk welk soort aansluitingen, enkel aan de stekker en nooit aan de daaraan
vastzittende kabel. Op die manier voorkomt u kortsluitingen en beschadiging van de kabels.
• Tijdens het gebruik wordt dit instrument warm. Dit is
volledig normaal.
• Denk eraan dat u het volume laat op de avond of ‘s
ochtends best niet te hard zet om geluidsoverlast bij de
buren te voorkomen. Het best gebruikt u op die
momenten een hoofdtelefoon.
• Als u het instrument moet vervoeren, verpakt u het
weer in de leveringsdoos. U kunt echter ook een koffer
of Flightcase gebruiken.
Gebruik van Zip-schijven
• Onthoud dat u EEN ZIP-SCHIJF PAS NA INSCHAKELEN VAN DE EM-2000 IN DE DRIVE MAG STEKEN.
• Let er bij het insteken van een Zip-schijf in de drive op
dat u de schijf helemaal horizontaal houdt en lichtjes
naar beneden drukt tot ze vastklikt. Als de schijf niet
geladen wordt, moet u ze neerwaarts drukken.
• Om een Zip-schijf te kunnen verwijderen, moet u ze
eerst afmelden (zie blz. 17) en daarna op de uitwerptoets van de drive drukken. Probeer de schijf nooit
met geweld uit de drive te halen.
• Als u de Zip-schijf niet gebruikt, kunt ze het best weer
in bijgeleverde plasticdoos stoppen.
• Laat een Zip-schijf nooit in de zon liggen en stel ze
niet bloot aan extreme hitte, vochtigheid of magnetische velden.
• Steek nooit een diskette (floppy) in de Zip-drive en
probeer deze laatste nooit met een 3,5" koppenschoonmaaksysteem schoon te maken.
• Maak een reservekopie (“Backup”) van de bijgeleverde
Zip-schijf en alle belangrijke Zip-schijven (zie “Copyfuncties” op blz. 81 in het Referentieboek).
• Ziek ook “Werken met SCSI-apparaten” op blz. 107
voor bijkomende voorzorgsmaatregelen.
VOLUME-regelaar: Met deze regelaar bepaalt u het
algemene volume van uw EM-2000, dus het volume
van alle signalen, die naar de luidsprekers, de uitgangen en de PHONES-aansluiting worden gestuurd.
BALANCE-regelaar: Met deze regelaar kunt u de
volumebalans tussen de Arranger en de Realtime-Parts
veranderen. Maak er gebruik van wanneer de melodie
te stil/te hard is in vergelijking tot de begeleiding
(Music Styles) of Standard MIDI File.
DSP EFX-Sectie
B
UP1 SET/RECALL: Druk op deze knop om de DSPinstellingen voor de Tone op te roepen die momenteel
aan de Upper1-Part toegewezen is. Deze knop biedt
dus een snelle manier om een geschikt DSP-effect voor
de melodieklank te kiezen. De toewijzing van de DSPeffecten aan de Tones is vast ingesteld volgens Tonefamilie (piano, elektrische piano enz.) en verschilt dus
niet noodzakelijk voor elke Tone (of klank).
Opgelet: Als u op deze knop drukt, wordt het aan de
Upper1-Tone toegewezen DSP-effect door alle RealtimeParts gebruikt.
ACTIVE: Met deze knop kunt u het DSP-effect voor
alle Realtime-Parts in- (indicator licht op) of uitschakelen (indicator dooft). Enkel de Parts wier EFX-schakelaar op “On” staat (zie blz. 76) maken echter gebruik
van dit effect.
C
CHORD SEQUENCER-sectie
Met deze knoppen kunt u de krachtige Chord Sequencer bedienen. Deze laat toe om volledige begeleidingen
met akkoorden op te nemen. Zie “Chord Sequencer”
op blz 55.
D BEAM CONTROLLER-sectie
D
De D Beam Controller analyseert bewegingen en vertaalt deze gegevens in MIDI-data. Deze nieuwe speelhulp baseert op een onzichtbare infraroodstraal.
F
E
Beweeg uw hand of lichaam over de twee “ogen” om
het volume, de filterinstelling, de modulatiediepte enz.
van de momenteel actieve Realtime-Parts te beïnvloeden. U kunt zelf bepalen welke functie de D Beam
Controller moet aansturen (zie “Param\Cntrl\7: D
Beam Assign” op blz. 32 in het
Druk op de [D BEAM ON]-knop (indicator licht op)
om de D Beam Controller te activeren. Druk er nog
een keer op om hem weer uit te schakelen.
E
SONG TOOLS-knop
Met de [SONG TOOLS]-knop hebt u toegang tot de
16-sporen sequencer en een aantal editfuncties voor
Standard MIDI Files.
RECORDER-sectie
F
Met de knoppen van deze sectie kunt u de interne
sequencer/Standard MIDI File Player bedienen. Zie
“Recorder (GM/GS-mode)” op blz 57.
Referentieboek).
9
Beschrijving van de panelen
G
MUSIC STYLE/MIDI SET-sectie
De knoppen van de MUSIC STYLE-sectie dienen voor
het kiezen van Music Styles – de automatische begeleidingen (zie “Music Styles kiezen” op blz. 18). Als de
MIDI SET-indicator oplicht, kunt u met de acht cijfer-
H
G
knoppen een MIDI Set kiezen (zie “MIDI Sets” op
blz. 102). De [DRUM VARIATION]
dienen voor het oproepen van de benodigde slagwerkbegeleiding (zie ook blz. 43).
▲▼
knoppen
IJK
H
DISPLAY en navigatiegedeelte
Het display bevat telkens alle benodigde informatie
voor het bedienen van de EM-2000. De functieknoppen rechts van het display dienen voor het oproepen
van één van de vijf afgebeelde menuopties.
De draairegelaars zijn telkens toegewezen aan de functie die in de onderste display-regel verschijnt. Hiermee
kunt u de betreffende parameter dus direct instellen.
Part Select-knoppen ([M.DRUMS],
Met de
[M.BASS], [LOWER1], [UPPER2] en [UPPER1]
onder het display) kunt u de Realtime-Part kiezen
waar u een andere klank aan wilt toewijzen. Verder
dienen ze ook voor het uitvoeren van een displayfunctie.
[ARR CHRD] biedt toegang tot de Arranger Chord
display-pagina (zie blz. 42), terwijl u met [DISK LIST]
de gelijknamige mode kunt oproepen.
LCD CONTRAST-regelaar
I
Regel met deze regelaar het contrast bij wanneer het
display moeilijk leesbaar is. Door hem naar rechts te
draaien maakt u de tekens donkerder, door naar links
te draaien maakt u ze lichter.
L
WRITE-knop
J
Druk op deze knop om de huidige paneel- en parameterinstellingen in een “User Program” op te slaan (zie
blz. 49) of om de MIDI-instellingen in een “MIDI Set”
(zie blz. 102) op te slaan. Om verwarringen te vermijden, gebruiken we hier telkens “opslaan” voor het
onderbrengen van uw instellingen in het interne
geheugen en “wegschrijven” wanneer de data naar een
Zip-schijf, diskette, enz. worden gekopieerd.
SCSI/DISK-indicator
K
De SCSI/DISK-indicator licht op wanneer de Zipdrive (DISK) of een externe datadrager (SCSI) aangesproken wordt.
MIDI PORT-knop
L
Druk op deze knop om de MIDI Port-pagina op te
roepen waar u de benodigde groep van 16 MIDIkanalen aan de MIDI-aansluitingen van de EM-2000
kunt toewijzen (zie “MIDI Port instellen” op blz. 97).
10
EM-2000 – Gebruikershandleiding
M
O
M
KEYBOARD MODE-sectie
Met de knoppen van deze sectie kunt u de RealtimeParts kiezen, die u wilt gebruiken voor het spelen. Zie
“Realtime-Parts kiezen om te spelen” op blz 27.
TEMPO-sectie
N
Met het TEMPO-wiel kunt u het weergavetempo van
de Arranger of de Recorder instellen. Gebruik de
[AUTO/LOCK]-knop als u het niet eens bent met de
voorgeprogrammeerde tempo-instellingen (zie “Auto
Tempo en Tempo Lock” op blz. 46). [RIT] dient voor
een geleidelijke vermindering van het tempo. Met
[ACC] kunt u het tempo geleidelijk aan opvoeren (zie
“Tempo Rit en Tempo Acc” op blz. 46).
N
TONE/USER PROGRAM-sectie
O
Met deze knoppen kunt u Tones (zie blz. 19) en User
Programs (zie blz. 49) kiezen en bovendien namen
schrijven (zie blz. 25). Met de [SELECT]-knop bepaalt
u of u Tones of User Programs wilt kiezen. Voor de
Tone-keuze mag u niet vergeten eerst een RealtimePart te selecteren (met de Part Select-knoppen) voor-
dat u een klank kiest.
User Programs bevatten alle instellingen die u op het
frontpaneel en in de Volume-, Mixer- en Parametermode kunt maken. MIDI-parameterinstellingen kunnen in MIDI Sets worden opgeslagen.
PQ R
GM/GS MODE-knop
P
Druk op deze knop om de GM/GS-mode te activeren
(indicator licht op) of weer uit te schakelen. Deze
mode wordt automatisch gekozen wanneer u een Song
met de Recorder weergeeft. Zolang de GM/GS-mode
actief is, kunt u de Arranger niet gebruiken.
FADE (OUT/IN)-knop
Q
Hiermee kunt u een Fade In (geleidelijk opvoeren van
het volume) of Fade Out starten. Beide gelden zowel
voor de Arranger-weergave als de Realtime-Parts. Zie
blz. 45 voor meer details.
S
BASS INVERSION-knop
R
Druk op deze knop als de basbegeleiding (ABS) telkens de laagste noot van uw akkoorden moet spelen
i.p.v. de grondnoot.
ARRANGER-sectie
S
de knoppen in deze sectie laten toe om de automatische begeleidingsfunctie van de EM-2000 tijdens het
spelen (in “Realtime”) te bedienen. Deze functie heet
Arranger.
11
Beschrijving van de panelen
W
T
UX
T
PAD-knoppen
[PAD 1] en [PAD 2] zijn toewijsbare knoppen. U zou
ze kunnen gebruiken om directe toegang te hebben tot
vaak gebruikte functies die u normaliter enkel via het
functiemenu bereikt. De functie van de PAD-knoppen
maakt deel uit van de User Program-instellingen.
MELODY INTELLIGENCE-knop
U
Druk op deze knop (indicator licht op) om uw solo’s
of melodieën van een automatische tegenstem (tweede
en derde stem) te voorzien. De EM-2000 biedt 18 harmonietypes waarvan u er telkens één kunt kiezen.
TRANSPOSE-, OCTAVE UP/DOWN-knoppen
V
Gebruik deze knoppen als uw muziek in een andere
toonaard (Transpose) of een ander octaaf moet worden weergegeven dan degene waarin u speelt (zie
blz. 32 en 33).
USER PROGRAM-sectie
W
[√ DOWN] en [UP ®] laten toe om de User Programs sequentieel te kiezen, wat bv. handig is wanneer
u de registraties in de juiste volgorde opgeslagen hebt.
De HOLD-knoppen laten toe om te bepalen welke
instellingen precies moeten worden geladen wanneer
u een User Program kiest. Zie “Selectief laden van User
Program-instellingen (User Program Hold)” op
blz 53.
ONE TOUCH-knop
X
Telkens als u op deze knop drukt (indicator licht op),
roept u, samen met een nieuwe Music Style, ook een
aantal instellingen voor de Realtime-Parts op die perfect bij de muziek passen die u (waarschijnlijk) wilt
spelen. Hierbij horen o.a. de Tone-keuze, de effectinstellingen enz.
Floppy disk-drive (linker drive onder het klavier)
Y
De disk-drive dient voor het wegschrijven en weergeven van Recorder-Songs en voor het wegschrijven en
laden van User Styles, User Programs, MIDI Sets,
Chord Sequences enz. U kunt zowel 2DD- als 2HDdiskettes gebruiken. Zoals eerder gezegd, hebt u deze
drive waarschijnlijk alleen nodig om de instellingen
van een G-1000, G-800, RA-800 enz. te kunnen laden.
Druk op de uitwerptoets (rechts) om de diskette uit de
drive te kunnen halen. (Zie ook “Insteken van floppies” op blz. 108 voor een belangrijke opmerking over
diskettes.)
V
Opgelet: Verwijder de diskette nooit als de indicator van de
drive nog oplicht of knippert. Daardoor kunt u namelijk
zowel de kop van de drive als de diskette finaal beschadigen.
Z
BENDER/MODULATION-hendel
Z
Met deze hendel kunt u de noten van de RealtimeParts buigen en/of van vibrato voorzien. Zie “Pitch
Bend en Modulatie” op blz 32.
Zip-drive (rechter drive onder het klavier)
a
Met de Zip-drive kunt u Recorder-Songs wegschrijven
en weergeven evenals User Styles, User Programs,
MIDI Sets, Chord Sequences enz. wegschrijven en
laden.
Opgelet: Om schade aan uw Zip-schijf te voorkomen (tenslotte kan hij tot 100MB aan waardevolle Music Styles,
Standard MIDI Files enz. bevatten), kunt u de schijf pas
uitwerpen nadat u hem afgemeld hebt. Zie blz. 17 voor
meer details.
Opgelet: Onthoud dat u EEN ZIP-SCHIJF PAS NA
INSCHAKELEN VAN DE EM-2000 IN DE DRIVE MAG
STEKEN.
b
PHONES-connector (voorkant, rechts)
Hier kunt u een stereo-hoofdtelefoon aansluiten die
dezelfde signalen bevat als de OUTPUT L/R-aansluitingen. Als u een hoofdtelefoon aansluit, wordt de
weergave via da OUTPUT-connectors niet uitgeschakeld. De luidsprekers worden echter wél uitgeschakeld.
12
1.2 Achterkant
EM-2000 – Gebruikershandleiding
C
AB
A
POWER-schakelaar
Gebruik deze knop om de EM-2000 in en uit te schakelen.
AC-aansluiting
B
Sluit hier het bijgeleverde netsnoer aan.
FC-7 PEDAL-aansluiting
C
Hier kunt u een (optionele) FC-7 voetschakelaar aansluiten, waarmee u tussen verschillende onderdelen
(patronen) van een Style heen en weer kunt schakelen.
STEREO IN (R/L)-aansluitingen
D
Dit zijn twee ingangen waarop u externe audio-signaalbronnen (module, CD-speler, cassettedeck enz.)
kunt aansluiten. De hier binnenkomende audiosignalen worden door de EM-2000 versterkt en dus via de
luidsprekers weergegeven. Bovendien worden ze naar
D
EF
de uitgangen en den PHONES-aansluiting. Als uw signaalbron mono is, moet u hem op de L/MONOingang aansluiten.
STEREO OUT (R/L) aansluitingen
E
deze aansluitingen kunt u met de AUX of LINE INconnectors van uw HiFi- of keyboard-versterker verbinden. Dit kan nodig zijn wanneer u de EM-2000
voor optredens gebruikt. U kunt ze echter ook gebruiken om uw muziek op MiniDisc, cassette, DAT enz. op
te nemen. In dat geval moet u de aansluitingen verbinden met de REC (of IN) connectors van het opnameapparaat.
SCSI-aansluiting
F
Hier kunt u een externe SCSI-datadrager (Jaz-drive,
externe Zip-drive, MO-drive, harde schijf enz.) aansluiten) die én voor Backups én als “on-line” opslagmedium kan worden gebruikt.
GHI
SUSTAIN FOOTSWITCH-aansluiting
G
Op deze connector kunt u een (optionele) DP-2, DP-6
of Boss FS-5U voetschakelaar aansluiten om de noten
die u speelt te laten doorklinken.
FOOT SWITCH-aansluiting
H
Ook op deze connector kunt u een (los verkrijgbare)
DP-2, DP-6 of Boss FS-5U voetschakelaar aansluiten.
De functie daarvan kunt u vrij kiezen. Eén mogelijke
functie is het starten en stoppen van de weergave van
de Arranger of Recorder. Zie “Toewijsbare voetschakelaar” op blz 36.
J
FOOT PEDAL-aansluiting
I
Hierop kunt u een (los verkrijgbaar) EV-5 of BOSS
FV-300L zwelpedaal aansluiten, zodat u het volume
van één of meerdere Parts met de voet kunt aansturen.
Zie “Zwelpedaal (Foot Pedal)” op blz 36.
MIDI-connectors
J
Via deze connectors kunt u uw EM-2000 op andere
MIDI-instrumenten aansluiten. Zie “MIDI-mode” op
blz 97. U kunt zelf bepalen of deze aansluitingen
dienst doen als “MIDI A” of “MIDI B” connectors.
Precies daarom is de EM-2000 uitgerust met een
[MIDI PORT]-knop (zie blz. 10).
13
Een paar dingen die u moet weten
2. Een paar dingen die u moet weten
2.1 Aansluitingen
Sluit de EM-2000 en de overige componenten als volgt op elkaar aan:
Actieve luidsprekers
of mengpaneel
(Wordt versterkt via de luidsprekers van de EM-2000)
Synthesizer, module enz.
2.2 Demosongs
De EM-2000 wordt geleverd met een aantal stukken
op Zip-schijf die u een goede indruk geven van wat u
allemaal met uw instrument kunt doen. Om de demosongs te kunnen beluisteren, moet u het volgende
doen:
1.
Als u de overige gezinsleden of burenniet mag/wilt
storen, sluit u het best een hoofdtelefoon aan op de
PHONES-connector. Hierdoor worden de luidsprekers namelijk uitgeschakeld
2.
Schakel de EM-2000 in.
3.
Steek de bijgeleverde Zip-schijf in de drive (rechter
drive onder het klavier).
Opgelet: Onthoud dat u EEN ZIP-SCHIJF PAS NA
INSCHAKELEN VAN DE EM-2000 IN DE DRIVE MAG
STEKEN.
4.
Druk op de [DISK LIST]-knop onder het display.
Links
Rechts
5.
Druk op [F4] (Device) om naar de Device-pagina te
springen.
6.
Druk op Part Select [M.DRUMS] (Scan).
De EM-2000 gaat nu even na welke drives er allemaal
aangesloten zijn. De ingebouwde floppy-drive heet
“FDD”, terwijl de interne Zip-drive de mooie naam
“ID5” meegekregen heeft.
7.
Kies met de [BASS/BANK]-regelaar onder het dis-
play de Zip-drive (ID5).
8.
Druk op Part Select [UPPER1] onder het display
om de Zip-drive te activeren (CHANGE).
9.
Druk op [F3] om naar het Song Set-niveau van de
Disk List-mode te gaan.
LINE IN
HiFi-keten, keyboard-
versterker van de KC-serie enz.
STEREO OUTSTEREO IN
14
Songs Sets zijn verzamelingen van Songs die na elkaar
worden afgespeeld. Als u maar één demosong wilt
beluisteren, moet u op [F2] (Song) drukken.
10.
Schuif de [VOLUME]-regelaar helemaal naar links
(MIN).
11.
Druk op de [PLAY ®/STOP ■]-knop in het
RECORDER-gedeelte om de weergave van de DEMO
Song Set te starten.
EM-2000 – Gebruikershandleiding
2.3 Easy- en Expert-pagina
Wanneer u de EM-2000 voor het eerst inschakelt,
bevindt het display zich in de “Easy” mode. Dat betekent dat de Master-pagina minder informatie bevat
dan eigenlijk mogelijk is. De Easy Master-pagina ziet
er als volgt uit:
Als u liever naar een welbepaalde demosong luistert,
zie dan “Een welbepaalde Song weergeven” op blz. 59.
De naam van de gekozen Song verschijnt telkens in de
onderste regel en rechtsboven in het display.
Zodra u de weergave start, activeert de EM-2000 de
GM/GS-mode. Het display beeldt dan het Songtempo en de maatsoort af:
Als u al ervaring hebt opgedaan met een instrument
van de G-serie (of een E-96) – of als u graag zoveel
mogelijk informatie in het display ziet –, kunt u de
Expert-mode oproepen. De keuze van de mode kan
intern worden opgeslagen.
De Expert-pagina kiest u als volgt:
1.
Druk op [F2] (Param).
2.
Druk op [F4] (Name).
3.
Kies met de [ACCOMP/GROUP]-regelaar onder
het display Expert.
4.
Druk op de [LOWER1]-knop (Internal Memory
Write) om uw keuze op te slaan.
5.
Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Mas-
ter-pagina. Deze zou er nu als volgt moeten uitzien:
13.
Druk nogmaals op [PLAY ®/STOP ■] om de
weergave van de demosong weer te stoppen.
Voordat we de functies van de EM-2000 in detail voorstellen willen we u eerst laten kennismaken met de
belangrijkste functies.
Opgelet: In deze handleiding gebruiken we telkens de
“Expert” Master-pagina als dat nodig is.
15
Een paar dingen die u moet weten
2.4 Kantelen van het display
Om de bediening van de EM-2000 nog vlotter te laten
verlopen, kunt u het display onder een hoek van 30°
plaatsen:
1.
Houd de grendel van de EM-2000 (achterkant)
ingedrukt.
Ingedrukt houden
2.
Houd de grendel nog steeds ingedrukt, terwijl u het
display voorzichtig optilt tot de steun ervan vastklikt.
3.
Om het display weer in de oorspronkelijk stand te
brengen (ingeklapt), moet u de onderkant van de
steun voorzichtig naar het klavier toe drukken en het
display laten zakken tot het vastklikt.
Opgelet: Klap het display altijd dicht voordat u de EM-2000
in een tas of koffer steekt of voordat u hem ergens ander
naartoe draagt.
2.5 Hoe werkt het allemaal?
Uw EM-2000 is eigenlijk twee instrumenten onder een
dak: de ene helft levert de begeleiding voor de melodie
die u in de andere helft speelt:
Linkerhand: Aansturen
van de Arranger
Er bestaan dus twee secties die u voor het live-spel
kunt gebruiken. (De derde sectie, de Recorder, kan
weliswaar ook voor live-toepassingen worden
gebruikt, maar hij is vooral bedoeld voor het opnemen
en weergeven van uw muziek. Zie blz. 57 voor meer
details.)
Realtime-gedeelte:
A
Deze sectie bevat Parts die niet van alleen spelen, vandaar de naam “Realtime”. De EM-2000 biedt acht
Realtime-Parts waarvan u er telkens zes tegelijk kunt
gebruiken: Upper 1/2/3, Lower 1 & 2, en Manual Bass
(ook wel M.Bass of MBS genaamd). De zevende Part,
Manual Drums (M.Drums of MDR), kan enkel alleen
worden gebruikt. U kunt hem dus niet met de overige
Realtime-Parts combineren. Zie blz. 27 voor meer
details. De achtste Part, MI, is wat een computerspecialist een “cross-platform” Part zou noemen: hij
behoort tot de Realtime-sectie, maar kan wel gedeeltelijk door de Arranger worden aangestuurd. Zie
“Melody Intelligence” op blz 44.
Arranger-gedeelte:
B
De Arranger is uw begeleidingsgroep. Hij speelt een
begeleiding (Music Style genaamd) die door Roland,
een ander bedrijf, vrienden/collegae of uzelf werd
opgenomen. De Arranger is een soort drumcomputer
omdat hij gebruik maakt van begeleidingspatronen.
In tegenstelling tot een drumcomputer kunt u het
benodigde patroon ook tijdens het spelen in een mum
van tijd kiezen. Bovendien bevat de Arranger niet
alleen een ritmesectie, maar ook akkoorden, gitaar- en
synthesizer-lijnen enz. De begeleiding kan tijdens het
spelen worden getransponeerd. Alles wat u daarvoor
hoeft te doen is een ander akkoord te spelen (in de
regel met de linkerhand).
Rechterhand: melodie
(Realtime-Parts)
16
EM-2000 – Gebruikershandleiding
3. Belangrijkste dingen voor het gebruik
De EM-2000 is een uitgesproken veelzijdig instrument, wat dus betekent dat u er een hoop mee kunt doen. Om het u zo
eenvoudig mogelijk te maken, willen eerst een aantal basishandelingen bekijken en later pas naar de details kijken. Ziehier wat u in de regel moet doen om met uw Creative Keyboard te kunnen werken:
1.
In- en uitschakelen van de EM-2000 (zie verderop)
2.
Music Styles kiezen A blz. 18
3.
Klank kiezen voor de rechterhand (Upper 1) A blz. 19
4.
Laatste voorbereidingen A blz. 20
5.
En dan nu muziek A blz. 21
2.
3.1 In- en uitschakelen van de
EM-2000
Inschakelen van de EM-2000
Opgelet: Steek de bijgeleverde Zip-schijf nooit in de drive
voordat u de EM-2000 inschakelt.
1.
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC-con-
nector van de EM-2000 en een geschikt stopcontact.
2.
Druk op de [POWER]-knop achterop de EM-2000.
Druk op [F4] (Dvice) om naar de volgende display-
pagina te gaan:
3.
Druk op Part Select [UPPER2] om naar de display-
pagina te gaan waar u SCSI-dragers kunt afmelden:
Uitschakelen van de EM-2000
Als u op een gegeven moment een Zip-schijf of andere
datadrager hebt gebruikt, moet u die eerst uitwerpen
voordat u de EM-2000 uitschakelt.
1.
Druk op de [DISK LIST]-knop.
Een Zip-schijf kan pas worden uitgeworpen nadat u ze
hebt afgemeld (anders werkt de EJECT-knop van de
Zip-drive namelijk niet). Gebruik dit commando dus
voordat u om het even welke wisselschijf (magnetischoptische schijven, Jaz-disks enz.) probeert uit te werpen.
Opgelet: Enkel schijven die als “HD mounted” staan vermeld kunnen worden afgemeld.
4.
Druk op Part Select [UPPER2] om de geselecteerde
SCSI-datadrager af te melden.
5.
Druk op de EJECT-knop van de interne Zip-drive.
6.
Verwijder de Zip-schijf.
7.
Schakel de EM-2000 uit.
17
Belangrijkste dingen voor het gebruik
3.2 Music Styles kiezen
Music Styles zijn verzamelingen van begeleidingspatronen voor een bepaald genre (pop, ballade, Techno
enz.). Via deze patronen kunt u de structuur van een
nummer bepalen en op de juiste plaatsen voor afwisseling zorgen, zodat de refreinen anders klinken dan
de koepletten.
Stel dat u niet meteen met de Music Style “A21 Downbeat” wilt beginnen die na inschakelen automatisch
wordt gekozen. Ga dan als volgt te werk. Op blz. 110
in het Referentieboek vindt u een overzicht van de
interne Music Styles. Zie ook “Snelle toegang tot
Music Styles en Songs op de bijgeleverde Zip-schijf”
op blz. 23 voor het kiezen van een Style op Zip-schijf.
4.
Druk op de onderste [GROUP]-knop tot de “B”
indicator oplicht en houd het display in de gaten:
Kiezen van interne Music Styles
1.
Druk op de [ONE TOUCH]-knop (indicator moet
oplichten).
Op die manier bent u er namelijk zeker van dat de
EM-2000 automatisch een melodieklank (voor de
Upper1-Part) en een aantal andere instellingen kiest
die goed bij de benodigde Music Style passen.
2.
Druk op de [SELECT]-knop van de MUSIC
STYLE/MIDI SET-sectie tot de STYLE-indicator
oplicht.
In de bovenste display-regel staat nog steeds de naam
van de vorige Music Style (in bovenstaand voorbeeld
is dat Rock 1), terwijl het adres (B**) er al op wijst dat
u groep B gekozen hebt. In het informatie-veld ziet u
dan ook de namen van de Music Style-banken die deel
uitmaken van groep B.
De Swing-bank is aan de knop [1] toegewezen. Dus…
5.
Druk op [1] om de Swing-bank van groep B te kie-
zen.
Nu bevat het informatie-veld de namen van de Style in
bank 1, groep B.
6.
Om de Music Style B14, MedSwing, te kiezen drukt
u op [4].
3.
Kijk even naar de namen boven en onder de cijferknoppen van de MUSIC STYLE/MIDI SET-sectie.
Sommige namen verwijzen naar muziekgenres (Rock,
Dance enz.). Omdat er echter maar acht cijferknoppen
voor tenminste 128 rechtstreeks beschikbare Music
Styles zijn (de Styles in het ROM-geheugen), moeten
we nu zorgen dat u toegang hebt tot de benodigde
Style-groep. Om bv. Swing te kunnen kiezen, moet u
groep B activeren.
18
Het display toont nu even de naam van de net gekozen
Style en keert terug naar de Master-pagina. Als u wilt
nagaan of u wel degelijk de juiste Music Style te pakken hebt, kijk dan even naar het veld dat het Styleadres (B14) en -naam (MedSwing) bevat:
EM-2000 – Gebruikershandleiding
“Custom” Music Style kiezen
Naast de 128 “interne” Music Styles in groep A en B
bevat de EM-2000 ook nog 16 andere Styles, die vóór
uitlevering naar de twee Custom-banken gekopieerd
werden. In deze Custom-geheugens kunt u ook eigen
Music Styles opslaan. Zie “Custom Style Sets” op
blz. 79 in het Referentieboek. De inhoud van deze
geheugens wordt na uitschakelen van de EM-2000 niet
gewist.
Een Custom Style kiest u als volgt:
1.
Druk op de [SELECT]-knop van de MUSIC
STYLE/MIDI SET-sectie tot de STYLE-indicator
oplicht.
2.
Druk op de bovenste [GROUP]-knop tot de “C”
indicator oplicht.
3.3 Klank kiezen voor de
rechterhand (Upper 1)
Op blz. 18 hebben we u gevraagd om op [ONE
TOUCH] te drukken om te zorgen dat tijdens het kiezen van een Music Style ook een passende klank voor
de partij, die u met de rechterhand speelt, zou worden
opgeroepen. De klanken van de EM-2000 heten Tones,
dus gaan we ze vanaf nu ook zo noemen.
In het geval van B14 MedSwing heet de Upper1-Tone
3 St. Tenor Sax. Stel dat u eigenlijk liever een syn-
B13
thesizerklank wilt gebruiken (bv. Soundtrack). In dat
geval moet u als volgt te werk gaan:
1.
Druk op Part Select [UPPER1] onder het display
om de Upper1-Part voor de Tone-keuze te selecteren
(indicator licht op).
2.
Druk op de TONE/USER PROGRAM [SELECT]knop zodat de TONE-indicator oplicht (als dat nog
niet het geval is).
Zoals u in bovenstaande afbeelding (en op het frontpaneel) kunt zien, bevatten bank 1 en 2 van groep C
“Custom Styles”.
3.
Druk op [1] of [2] om een Custom-bank te kiezen.
4.
Druk nog een keer op deze knop of een andere cijferknop om een Custom Style-nummer van deze
bank te kiezen.
Op blz. 79 in het Referentieboek komt u te weten hoe u
uw favoriete Music Styles naar deze geheugens kunt
kopiëren.
3.
Druk op de onderste [GROUP]-knop (B, D, F) tot
de “B” indicator oplicht.
De naam van de Tone rechts naast B**
die van de vorige klank, namelijk St. Tenor Sax. De
namen in het informatie-veld verwijzen echter al naar
de Tone van groep B (Reed, Pipe, Synth Lead enz.).
(Om te kijken welke instrumentfamilies in de overige
groepen zitten drukt u op [PAGE] ▲ of [PAGE] ▼.)
4.
Druk op [5] om de SYNTH FX-bank te kiezen.
3 is nog steeds
Bank 5 van groep B is nu actief, maar als u op het klavier speelt, hoort u nog steeds de sax.
5.
Druk op [2] om de Soundtrack-Tone te kiezen.
Maar dat die klank wordt helemaal niet gekozen.
19
Belangrijkste dingen voor het gebruik
In bepaalde gevallen roept de EM-2000 namelijk niet
de gevraagde Tone, maar een variatie op. (Als u de
bovenstaande instructies uitvoert na, in stap (3) groep
“D” gekozen te hebben, kiest de EM-2000 bv. de
Ancestral-Tone.) De reden hiervoor luidt als volgt: telkens als u met de knoppen van de TONE/USER PROGRAM-sectie een klank kiest, roept de EM-2000 de
beste Tone van die familie op. Daarom wordt er soms
een cijfer blauw-op-wit afgebeeld (hier de “2”) om
duidelijk te maken dat de EM-2000 niet de gevraagde
Tone, maar een variatie daarvan gekozen heeft.
Het display keert nu terug naar de Master-pagina en
de [TONE]-indicator links onder het display dooft
kort nadat u een Tone gekozen hebt.
6.
Om wel degelijk de gevraagde Tone op te roepen
(i.p.v. een variatie) gebruik de VARIATION ▲ ▼-
knoppen.
Hierdoor keert u terug naar de “nummerpagina”. De
met een VARIATION-knop gekozen Tone wordt geïnverteerd afgebeeld.
3.4 Laatste voorbereidingen
“Natuurlijk” beginnen (Synchro Start)
Eén manier om de Arranger te starten is door op de
[START/STOP]-knop-knop te drukken. Een intuïtievere aanpak is echter het starten van de Arranger door
met de linkerhand een akkoord of noot te spelen.
Dit bereikt u door op de [SYNCHRO]-knop te drukken tot de START-indicator oplicht.
"START" moet oplichten
Nu hoeft u enkel nog een akkoord (of noot) met uw
linkerhand te spelen om de weergave te starten. Maar
wacht daar nog even mee omdat we nog een aantal
andere dingen moeten instellen. (Anders drukt u op
[START/STOP]-knop om de Arranger weer te stoppen.)
Inleiding (Intro)
Elke Music Style bevat een aantal patronen die u toelaten om de Style-weergave met een mooie inleiding te
beginnen.
Als u dat ook wilt doen, moet u op de [INTRO]-knop
drukken.
Het ❏ symbool betekent dat de Soundtrack-Tone de
Capital (hoofdklank) van deze Tone-familie is.
Opgelet: Als u niet wilt dat het display meteen weer naar de
Master-pagina terugkeert, moet u op Tone links van het display drukken (indicator licht op). De enige manier om dan
weer naar de Master-pagina terug te gaan is door nog een
keer op [TONE] te drukken (indicator dooft).
Opgelet: Op blz. 31 vindt u meer informatie over de Tonekeuze.
20
Eenvoudige manier om akkoorden te spelen
(Intellig)
De Arranger kijkt naar de akkoorden die u speelt en
bepaalt aan de hand daarvan de toonaard van de begeleiding. Zie blz. 38 voor meer details. Als het om ingewikkelde akkoordenschema’s gaat, kunt u het best de
Intelligent-mode activeren. Dan kunt u namelijk
majeurakkoorden spelen door één toets in te drukken,
mineurakkoorden met twee toetsen spelen enz.
De Intellig-mode kan als volgt worden opgeroepen:
1.
Druk op de [ARR CHORD]-knop links van het dis-
play.
Het display ziet er nu min of meer als volgt uit:
De hier benodigde functie heet Arr Chrd (Arranger
Chord).
2.
Kies met de [DRUMS/PART]-regelaar Intellig
(indicator licht op).
En nu u toch net op deze pagina bent, kijkt u het best
even of Arr Hold wel degelijk op “On” staat. Is dat niet
het geval, gebruik dan de [BASS/BANK]-regelaar om
dit in te stellen. Als u “Off” kiest, duurt de akkoordbegeleiding namelijk maar zolang u met de linkerhand
akkoorden speelt.
3.
Druk op [ARR CHORD] (of [F5] Exit) om terug te
keren naar de Master-pagina.
EM-2000 – Gebruikershandleiding
3.5 En dan nu muziek
Alles wat u nu nog moet doen, is met uw linkerhand
een akkoord spelen om de Arranger-weergave te starten. Wacht tot de Intro voorbij is voordat u met de
melodie begint. Als u niet zeker bent wanneer u moet
beginnen, houd dan de INTRO-indicator in de gaten.
Zodra hij dooft, begint de “echte” begeleiding van de
Arranger.
Als het volume van de melodie veel te stil of te luid is
m.b.t. de begeleiding, gebruikt u de CONTROLS
[BALANCE]-regelaar om de balans tussen het “Keyboard” (hier de Upper1-Part) en “Accomp” (de Arranger-begeleiding) aan te passen:
Koeplet, refrein, brug
Elke Music Style bevat vier “normale” patronen die u
als begeleiding voor uw melodieën kunt gebruiken.
Dit zijn –van eenvoudig tot complex– Basic/Original,
Basic/Variation, Advanced/Original, en Advanced/
Variation.
Hiermee kiest
u het niveau (TYPE)
Hiermee kiest
u de "divisie"
Waarschijnlijk wilt u het eerste koeplet met de eenvoudigste begeleiding spelen (kies dus Basic en druk op
Original). Voor het tweede koeplet zou u Basic/Variation kunnen kiezen en voor het eerste refrein Advanced/Original. Hiervoor dienen de [TYPE]- en
[ORIGINAL]/[VARIATION]-knoppen. Probeer ze nu
even uit. Meer details hierover vindt u op blz. 38.
De overschakeling naar een ander patroon gebeurt
steeds aan het begin van de eerstvolgende maat.
Muzikale overgangen
In plaats van met [TYPE] en [ORIGINAL]/[VARIATION]] naar een ander begeleidingspatroon te springen zou u dergelijke veranderingen eerst kunnen
“aankondigen” met behulp van een Fill In, d.w.z. een
roffel van de drums en een aantal variaties op het standaardpatroon.
Druk op FILL IN [TO VARIATION] om van het Original-patroon van de actieve niveau (Basic of Advanced) naar het Variation-patroon te gaan.
21
Belangrijkste dingen voor het gebruik
Druk op FILL IN [TO ORIGINAL] om van Variation
weer terug te keren naar Original.
Om een Fill In te starten zonder naar de andere divisie
te gaan, kunt u op [TO ORIGINAL] drukken wanneer
de Arranger het Original-patroon speelt, of op [TO
VARIATION] als de Arranger net het Variationpatroon weergeeft.
Met FILL IN [TO PREVIOUS] kunt u de Fill In van de
“andere” divisie (Original of Variation) activeren zonder aan het einde van de Fill In naar die divisie te gaan.
Ziehier een voorbeeld:
Als ORIGINAL gekozen is.
De Arranger speelt de
"Variation Fill"
De Arranger speelt de
"Original Fill"
De Arranger speelt de
"Variation Fill"
Tempo
Elke Music Style bevat ook een voorgeprogrammeerd
tempo. Om een nieuw nummer onder de knie te krijgen –of als u vindt dat het tempo eigenlijk niet klopt–
kunt u het tempo veranderen. Hiervoor dient het
[TEMPO]-wiel:
Langzamer
Terug naar het voorgeprogrammeerde tempo.
Sneller
Draai het wiel naar rechts om het tempo op te voeren,
of naar links om het te verminderen. Om weer naar
het voorgeprogrammeerde Style-tempo terug te gaan,
moet u TEMPO [RIT] en [ACC] samen indrukken.
Opgelet: Op blz. 46 vindt u nog andere tempofuncties.
Tweede stem (Melody Intelligence)
De Arranger van uw EM-2000 kan niet alleen akkoorden spelen, maar ook een tegenstem die eveneens op
uw akkoorden berust. Deze harmonie wordt door de
MI-Part weergegeven en toegevoegd aan de Upper1Part.
Opgelet: De lengte van de Fill Ins verschilt naar gelang het
moment waarop u op één van deze knoppen drukt. Als u ze
in de eerste helft van een maat indrukt, duurt de Fill In
maar tot aan het einde van die maat. Drukt u een FILL INknop op de laatste tel van een maat in, begint de Fill In op
de eerstvolgende eerste tel en duurt dan een hele maat.
Opgelet: Onder “Andere Fill-functies: Fill In Half Bar en
Fill In Rit” op blz. 40 vindt u nadere inlichtingen over
[HALF BAR] en [RIT].
Op blz. 44 komt u te weten hoe u de “voicing” van de
Melody Intelligence-functie kunt instellen.
Zodra u op de [MELODY INTELLIGENCE]-knop
drukt (indicator licht op), wordt de MI-Part ingeschakeld. Ook aan deze Part kunt u een Tone naar keuze
toewijzen.
Het einde is nabij… (Ending)
Aan het einde van een nummer kunt u de Arrangerweergave natuurlijk stoppen door op [START/STOP]knop te drukken. Een beduidend muzikalere aanpak is
echter het gebruik van [ENDING].
Zodra de slotfrase afgelopen is, wordt de Arranger
gestopt. Ook de lengte van de Ending-patronen verschilt naar gelang de gekozen Music Style. Soms duurt
het twee maten, dan weer vier, en soms zelfs nog langer.
22
EM-2000 – Gebruikershandleiding
3.6 Snelle toegang tot Music
Styles en Songs op de
bijgeleverde Zip-schijf
Eén van de voordelen van de EM-2000 (naast de
klank- en Style-kwaliteit) is dat u directe toegang hebt
tot alle Music Styles en Songs op de bijgeleverde Zipschijf, op externe harde schijven enz.
De functie die dit mogelijk maakt heet Disk List. Die
berust op haar beurt op de Database (databank, d.w.z.
de bestanden op de Zip-schijf enz.).
Dankzij de Database vindt u de benodigde Music
Style, Song of Song Set op de Zip-schijf of gelijk welke
andere aangesloten SCSI-datadrager (harde schijf,
magnetisch-optische schijf enz.) in een mum van tijd.
Deze functie is zelfs zo snel dat u bijna “instant-toegang” hebt tot de benodigde bestanden. Dit zou u
kunnen uitproberen: start de weergave van een Music
Style en kies op de laatste tel van een maat een ZipStyle: deze wordt vanaf de eerstkomende maat (d.w.z.
een fractie van een seconde later) gebruikt.
De Disk List/Database-functie kunt u gebruiken voor
Music Styles, Songs en Song Sets. De werkwijze voor
Styles en Songs vertoont zoveel gelijkenissen dat het
verhaal maar één keer uit de doeken doen. Op blz. 14
in het Referentieboek komt u te weten hoe u de Database voor het kiezen van Song Sets kunt gebruiken.
De Database kan in wezen op drie manieren worden
gebruikt:
• U kunt alle bestanden alfabetisch ordenen (zie “ALL:
sorteren in alfabetische volgorde”)
• U kunt de EM-2000 vertellen welke dingen u helemaal
bovenaan de lijst wilt zien (zie “Initl: zoeken volgens
de eerste letters”) of vragen alle bestanden, die niet aan
de zoekcriteria beantwoorden tijdelijk niet te tonen
(“Contn: zoeken aan de hand van tekens die in de
naam voorkomen” op blz. 25).
• U kunt een paar noten op het klavier spelen en de
EM-2000 de bijbehorende Song laten zoeken (“Play &
Search: Songs zoeken door een paar noten te spelen”
op blz. 26; dit kan niet voor Music Style of Song Sets).
Zoeken op basis van bekende gegevens
Algemene werkwijze
Laten we het woordje “disk” voor alle opslagmedia
gebruiken waarmee de EM-2000 kan samenwerken:
diskettes, Zip-schijven, magnetisch-optische schijf
enz.
1.
Druk op de [DISK LIST]-knop.
Als u de bijgeleverde Zip-schijf niet in de drive gestoken hebt, terwijl de disk drive een diskette bevat, ziet
het display er nu ongeveer als volgt uit:
Als ook de disk drive geen diskette bevat of als daar
geen Songs of Music Styles op staan, staat er helemaal
niets in het Name-venster.
Als u echter wel een Zip-schijf in de betreffende drive
gestopt hebt, ziet het display er ongeveer zo uit:
Om een andere disk (floppy, Zip of externe SCSI-datadrager) dan de momenteel actieve te kiezen, moet u
als volgt te werk gaan. Als de benodigde datadrager al
gekozen is (zie de melding naast CURRENT
DEVICE), kunt u meteen naar stap (6) springen.
Opgelet: De interne Zip-drive heet ID5.
2.
Druk op [F4] (Dvce) rechts naast het display.
3.
Om een SCSI-medium te kunnen gebruiken dat bij
inschakelen van de EM-2000 nog uit was, moet u op
Part Select [M.DRUMS] drukken om de SCSI-bus te
scannen.
23
Belangrijkste dingen voor het gebruik
Dan kijkt de EM-2000 namelijk wie er allemaal is en
verzamelt hij meteen de Database-informatie.
Opgelet: Schakel de EM-2000 en alle andere SCSI-apparaten altijd uit voordat u de aansluitingen verandert.
Opgelet: Vergeet niet het laatste SCSI-apparaat d.m.v. een
Terminator af te sluiten. Zie “Werken met SCSI-apparaten”
op blz. 107.
4.
Draai aan de [BASS/BANK]-regelaar om het pijltje
(√) naast het apparaat te plaatsen waar u een Music
Style of Song van wilt laden.
Opgelet: Als de interne Zip-drive geen schijf bevat, verschijnt er naast SCSI 5 de melding “Unformat”. Voor alle
andere SCSI-nummers wordt er helemaal niets afgebeeld
als de betreffende drive niet ingeschakeld is of geen schijf
bevat.
5.
Druk op Part Select [UPPER1] om de gekozen datadrager te activeren (Change). De EM-2000 leest de
betreffende disk en stelt de Database-informatie
samen.
6.
Druk op [F1] als u een Music Style wilt laden, of op
[F2] om een Song te laden.
Music Styles en Songs kunnen op de volgende manier
worden gesorteerd:
• Volgens Style Name ([F1]) of Song Name ([F2]). Deze
namen verschijnen in de linker kolom.
• Pagina 1 (rechter kolom): volgens File Name
(bestandsnaam). Deze verwijst naar de naam die het
bestand op de disk heeft.
• Pagina 2 (rechter kolom): volgens Author ([F2]) of Country (land)([F1]). “Author” mag u hier niet te eng
zien omdat het bv. ook zou kunnen gaan om de zanger/groep die het nummer bekend hebben gemaakt.
• Pagina 3 (rechter kolom): volgens Genre (jazz, klassiek
enz.).
Opgelet: Zie ook blz. 11 in het Referentieboek.
7.
Gebruik de [PAGE] ▲▼ knoppen om het gewenste
label voor de rechter kolom te kiezen (zie hierboven).
8.
Kies met Part Select [M.DRUMS] of [UPPER1]
onder het display de kolom die u wilt laten sorteren.
U kunt hetzij de linker (Style- of Song-naam), hetzij
de rechter kolom sorteren. Als u dus op Part Select
[M.DRUMS] drukt, terwijl de rechter SORT-melding
SORT ON luidt, wordt die op SORT OFF gezet, terwijl
voor de linker kolom SORT ON gekozen wordt.
Deze keuze is van groot belang voor de “fijninstelling”
van de zoekcriteria (zie verderop).
Opgelet: De SORT-knoppen worden alleen afgebeeld als
CURRENT DEVICE een SCSI-adres (0~6) aanduidt. Als
naast CURRENT DEVICE “FDD” staat, verschijnen deze
schermknoppen dus niet omdat de capaciteit van een floppy
sowieso relatief beperkt is. De kans dat u het benodigde
bestand meteen ziet is dan ook veel groter. Bovendien kunnen bestanden op diskette geen Database-informatie bevatten (u kunt ze ook niet zelf programmeren).
ALL: sorteren in alfabetische volgorde
Aanvankelijk staat de Database-functie op Find ALL
ingesteld. Dit betekent “alle bestanden in alfabetische
volgorde tonen).
Deze volgorde wordt bepaald door de SORT-knop die
momenteel op SORT ON staat ingesteld. Voorbeeld:
als u, op het [F1] Style-niveau, op de rechter SORTknop drukt (ON) en dan met de [PAGE] ▲▼ knoppen de tweede pagina (sorteren volgens Country)
kiest, luidt de sorteervolgorde: eerst de landen in alfabetische volgorde, daarna de bestanden voor deze landen – eveneens in alfabetische volgorde. Kijk even
naar de volgende illustratie:
SORT ONSORT OFF
16BeatSw ENGLAND
AfroBeat ENGLAND
Ballroom ENGLAND
16BeatSw SCANDINAV
AfroBeat SCANDINAV
SORT OFFSORT ON
16BeatSw ENGLAND
16BeatSw SCANDINAV
AfroBeat ENGLAND
AfroBeat SCANDINAV
Ballroom ENGLAND
9.
Gebruik de [BASS/BANK]-regelaar (List) om de
gevonden bestanden te overlopen.
10.
Druk op Part Select [UPPER2] (Recall) om de
benodigde Song of Style te laden.
Als u een Music Style laadt, wordt hij gekopieerd naar
het MUSIC STYLE D88-geheugen. Dit geheugen kunt
u op dezelfde manier kiezen als de interne Music
Styles (zie blz. 18). De betreffende Style blijft zo lang
in dit geheugen aanwezig tot u een andere Style kiest
of de EM-2000 uitschakelt. Als u tijdens de Arrangerweergave een Style kiest, wordt hij vanaf de eerstkomende maat gebruikt.
Als u een Song gekozen hebt, moet u nu op [PLAY ®/
STOP ■] (Recorder-sectie) drukken. Om de zonet
geladen Music Style te starten, drukt u –indien nodig–
op [START/STOP]-knop.
Als er in het FIND-veld niet “ALL” staat, moet u als
volgt te werk gaan:
• Druk op [M.BASS] (Find) onder het display.
24
EM-2000 – Gebruikershandleiding
• Druk op [F3] (ALL). De bestanden van het CURRENT DEVICE worden nu in alfabetische volgorde
gerangschikt. Daarbij krijgt de SORT ON-kolom
voorrang.
• Zie stap (9) en (10) hierboven.
Initl: zoeken volgens de eerste letters
Een andere manier om een Music Style of Song te zoeken bestaat erin de eerste letters van de naam of een
ander criterium (rechter kolom) in te voeren. Houd
wel in de gaten dat de status van de twee SORT-knoppen bepalend is voor de kolom die daarbij doorzocht
wordt. Met [PAGE] ▲▼ kunt u het gewenste item
voor de rechter kolom kiezen.
1.
Zie “Algemene werkwijze” op blz. 23 voor de eerste
stappen.
2.
Druk op [M.BASS] (Find) onder het display.
3.
Druk op [F1] (Initl).
4.
Verplaats de cursor met Part Select [M.DRUMS] en
[M.BASS] binnen het FIND-veld en breng de
gewenste tekens in met de knoppen van de TONE/
USER PROGRAM-sectie.
Druk op Part Select [UPPER2] om de naam van het
momenteel geselecteerde item te “vangen” (Capture).
De betreffende tekens worden dan naar het FINDvenster gekopieerd. Dit woord kunt u dan voor het
zoeken gebruiken – of u kunt het eerst nog veranderen
volgens de hierboven procedures.
5.
Druk op Part Select [UPPER1] (Execute) om het
zoeken te starten.
Het display keert dan naar de vorige pagina terug.
6.
Gebruik de [BASS/BANK]-regelaar om het pijltje
(√) naast de Music Style of Song te plaatsen die u
wilt laden.
7.
Druk op Part Select [UPPER2] (Recall) om de Song
of Style te laden.
Contn: zoeken aan de hand van tekens die in de
naam voorkomen
Nog een andere aanpak voor het zoeken van het benodigde bestand is het gebruik van een aantal tekens die
zeker in de naam (Genre, Country, Author enz.) voorkomen. Laten we even een voorbeeld bekijken: als u
“16” inbrengt, worden alle namen met “16” gevonden,
zoals “16Beat”, “Sweet 16”, “Call 231654” enz.
Opgelet: Deze functie is maar zinvol als u op z’n minst drie
tekens inbrengt. Anders vindt de Database namelijk veel te
veel bestanden.
1.
Zie “Algemene werkwijze” op blz. 23 voor de eerste
stappen.
2.
Druk op [M.BASS] (Find) onder het display.
3.
Druk op [F2] (Contn).
Met elke knop kunt u verschillende tekens inbrengen,
zodat u hem soms meerdere keren moet indrukken tot
het gewenste teken verschijnt.
DELETE: Met ([GROUP] A/C/E) kunt u het door de
cursor aangeduide teken wissen. Hierdoor wordt het
“woord” korter (omdat alle navolgende tekens één
positie verder naar links verhuizen).
INSERT: Druk op ([GROUP] B/D/F) om een nieuw
teken op de plaats van de cursor te kunnen invoegen.
Alle navolgende tekens worden dan verder naar rechts
verschoven.
Met SPACE (VARIATION ▲) kunt u op de plaats van
de cursor een spatie invoegen.
SHIFT: ([SELECT]) Hiermee kunt u omschakelen
tussen hoofd- en kleine letters. Dit lukt echter niet
voor het FILE NAME-veld omdat u daar –conform de
MS-DOS standaard– enkel hoofdletters kunt gebruiken. Bovendien is het aantal tekens in dit veld ook
beperkter.
Opgelet: Met de [ACCOMP/GROUP]- en [DRUMS/
PART]-regelaar kunt u eveneens tekens inbrengen.
4.
Gebruik de Part Select [M.DRUMS]- en [M.BASS]knop om de cursor in het FIND-veld te verplaatsen.
Met de knoppen van het TONE/USER PROGRAMveld kunt u de te zoeken tekenvolgorde invoeren (zie
“Initl: zoeken volgens de eerste letters”).
5.
Druk op Part Select [UPPER1] (Execute) om het
zoeken te starten.
Het display keert dan naar de vorige pagina terug.
Ditmaal bevat de lijst alleen de namen die overeenkomen met uw gegevens voor de zoekoperatie. De melding “xx of yy” rechtsonder in het display zou dus wel
eens “12 of 428” kunnen luiden. Dit betekent dat 12
items van 428 de daarnet ingebrachte tekenvolgorde
bevatten.
6.
Gebruik de [BASS/BANK]-regelaar om het pijltje
(√) naast de Music Style of Song te plaatsen die u
wilt laden.
7.
Druk op Part Select [UPPER2] (Recall) om de Song
of Style te laden.
25
Belangrijkste dingen voor het gebruik
Play & Search: Songs zoeken door een
paar noten te spelen
Deze functie werkt enkel voor Songs (d.w.z. noch voor
Music Styles, noch voor Song Sets).
De Play & Search-functie ( P&S voor de intimi) is een
begaafde assistent: u kunt uw EM-2000 namelijk vragen: “hoe heet het nummer met dit refrein…” (en dan
speelt u het thema op het klavier). Deze bijzonder
handige functie kunt u als volgt gebruiken:
1.
Zie “Algemene werkwijze” op blz. 23 voor de eerste
stappen. Druk op [F2] (Song).
2.
Druk op [M.BASS] (Find) onder het display.
3.
Druk op [F4] ( P&S) om naar de volgende pagina
te springen:
4.
Speel de noten van het nummer waar u naar op
zoek bent. De toonaard en het ritme zijn van geen
enkel belang.
De vakjes boven het klavier duiden aan hoeveel noten
u al gespeeld hebt. Vijf “notenvakjes” betekenen dus
dat u vijf noten gespeeld hebt.
5.
Als u zich vergist hebt, druk dan op Part Select
[M.DRUMS] om alle ingebrachte noten weer te wissen, en speel het fragment opnieuw.
6.
Druk op Part Select [UPPER1] (Execute) om alle
Songs te zoeken die dit fragment bevatten.
Het display keert nu weer naar de eerder gekozen
pagina (2 Song) terug. Ook hier ziet u enkel de Songs
die het gespeelde fragment bevatten (List-venster).
Daarom zou de teller rechtsonder bv. “2 of 54” kunnen
luiden.
7.
Om de Disk List-mode weer te verlaten drukt u nog
een keer op [DISK LIST] (of op [F5] als deze knop
aan Exit toegewezen is).
Ziezo, nu bent u al een beetje wegwijs op uw
EM-2000. Lees echter ook de rest van deze handleiding om kennis te maken met de overige functies van
uw Creative Keyboard.
26
EM-2000 – Gebruikershandleiding
4. Realtime-Parts
De Realtime-sectie bevat de Parts die u zelf kunt spelen/aansturen. Met Part bedoelen we hier de partij, bv. de melodie,
de solo enz. De EM-2000 biedt de volgende Realtime-Parts.
Upper1: Upper1 en Upper2 zijn praktisch identiek aan elkaar, maar Upper 1 is in eerste instantie bedoeld om de hoofdmelodie of -solo te spelen.
Upper2: Upper2 kunt u gebruiken als bijkomende soloklank, die u bv. bij de Upper1-klank voegt (Layer). Maar u kunt
ook afwisselen tussen Upper1 en Upper2 (zie “Realtime-Parts kiezen om te spelen”) en de ene dus gebruiken als soloklank voor de strofen (bv. Upper1), terwijl u de andere telkens in het refrein gebruikt (Upper2).
Upper 3: Upper3 is toegewezen aan de Tone die enkel gebruikt wordt wanneer u een tweede splitpunt instelt. Op die
manier kunt u muzikale vraag-en-antwoord-spelletjes spelen. Zie ook “Split en splitpunt” op blz. 28.
MI (Melody Intelligence): Deze Part wordt door de Arranger aangestuurd en zorgt voor automatische harmonieën. Het
harmonietype is instelbaar (zie blz. 22).
Lower 1: De Lower1-Part gebruikt u om akkoorden met de linkerhand te spelen. Wilt u deze akkoorden gewoon met
dezelfde klank als de Upper Part(s) (melodie) spelen, dan hoeft u de Lower1-Part niet aan te spreken. Wilt u echter een
andere klank (bijvoorbeeld strijkers) voor uw akkoorden, gebruik dan de Lower1-Part.
Lower 2: De Lower2-Part is voor Lower1 wat Upper2 voor Upper1 is: u kunt hem gebruiken om een tweede klank aan
de akkoorden van de zelfgespeelde linkerhand toe te voegen, of om af te wisselen tussen twee klanken.
Manual Bass: De Manual Bass (of M. Bass) Part dient voor het spelen van baspartijen. Kies deze Part als u zelf een baslijn wilt spelen i.p.v. beroep te doen op de automatische baspartij van de Arranger.
Manual Drums: De Manual Drums (of M.Drums) Part verschilt enigszins van de andere Realtime-Parts omdat u er
enkel Drum Sets aan kunt toewijzen. Met deze Part kunt u geen melodieën spelen omdat u met elke toets een andere
drumklank aanstuurt. Kies deze Part als u op het klavier wilt drummen.
De EM-2000 laat toe om verschillende klanken (Tones) aan deze Parts toe te wijzen. Onthoud echter wel dat u aan de
M.Drums-Part enkel Drum Sets kunt toewijzen en dat dit niet mogelijk is voor de overige Realtime-Parts (Upper 1/2/3,
Lower 1/2, M. Bass).
4.1 Realtime-Parts kiezen om te spelen
Na inschakelen van de EM-2000 wordt de Upper1Part automatisch geactiveerd. De aan Upper1 toegewezen Tone heet dan A11
De indicator van de Part Select [UPPER1]-knop
(onder het display) licht op. Dit is ook het geval voor
ASSIGN [WHOLE RIGHT]- en [UPPER 1]-knoppen.
de
U kunt Upper1 uitschakelen door op de Keyboard
Mode [UPPER1]-knop te drukken (de indicator
dooft). Maar dan hoort u niets meer, want er is geen
enkele andere Realtime-Part actief. Schakel Upper1
dus opnieuw in.
1 Piano1w.
Indicator licht op
Upper2 kiezen en stapelen
Laten we nu de Upper2-Part gebruiken: druk op Keyboard Mode [UPPER2] om hem te activeren.
Hierdoor schakelt u de Upper1-Part niet uit (of in),
zodat u nu beide Parts hoort (Layer). Als u enkel de
Upper2-Part nodig hebt, moet u op Keyboard Mode
[UPPER1] drukken om Upper1 uit te schakelen. Speel
een paar noten op het klavier om de aan Upper2 toegewezen Tone te beluisteren. In het display komt u te
weten dat deze klank A15 E. Piano1 heet.
Lower 1/2- en M.Bass-Part kiezen
Met de knoppen van de Assign-sectie (die deel uitmaakt van de Keyboard Mode-sectie) bepaalt u de klavierzones waarin u de Realtime-Parts speelt.
Keyboard Mode: Whole Right
Door op de [WHOLE RIGHT] knop te drukken verdeelt u de Upper-Parts over het volledige klavier. Zorg,
voordat u dit doet, echter wel dat de SYNCHRO
START-indicator is uitgeschakeld.
27
Realtime-Parts
Whole Left
Whole Left betekent dat hetzij de Lower 1/2-, hetzij de
M.Bass-Part aan het hele klavier zijn toegewezen.
Druk op [WHOLE LEFT] en speel een paar noten. U
hoort de gespeelde noten nog niet, omdat noch de
Lower 1/2-, noch de M.Bass-Part ingeschakeld zijn.
Indicators knipperen
De indicator(s) van de geactiveerde UPPER-Part(s)
begint (beginnen) te knipperen, zodat u weet dat
Upper1 en/of Upper2 werden geactiveerd, maar niet te
horen zijn, omdat het klavier wacht op nootinformatie
voor een Left-Part (Lower 1/2- en/of M.Bass).
Om de Lower Part te horen moet u op de Keyboard
Mode [LOWER1]- of [LOWER2]-knop drukken
(indicator licht op). Beslist u nu om toch maar de
laatstgekozen Upper-klank over het volledige klavier te
spelen, druk dan op de [WHOLE RIGHT]-knop. De
indicator van de Keyboard Mode [LOWER1]- of
[LOWER2]-knop begint dan te knipperen, terwijl de
indicator van Keyboard Mode [UPPER1]- en/of
[UPPER2]- blijft branden.
Druk nogmaals op [WHOLE LEFT] en vervolgens op
Keyboard Mode [M.BASS]. U hebt nu de Manual
Bass-Part geactiveerd. Ook dit betekent niet dat u de
Lower-Part(s) hebt uitgeschakeld. Overtuig uzelf hiervan door enkele noten op het klavier te spelen: u hoort
de klank(en) van de Lower-Part(s) en de basklank van
de M.Bass Part.
Opgelet: Als de Lower 1- en/of 2- en de M.Bass-Part samen
actief zijn, is de Manual Bass-Part monofoon en geeft de
grondnoot weer van het akkoord dat u speelt. U kunt ook
zorgen dat de Manual Bass Part steeds de laagste noot van
uw akkoorden speelt. Dit doet u door op de [BASS INVERSION] knop (rechts van de [FADE]-knop) te drukken. Is
enkel de Manual Bass Part actief, dan kunt u ook polyfone
partijen (akkoorden enz.) spelen met de Tone die aan
M.Bass is toegewezen.
Split en splitpunt
De ASSIGN [SPLIT]-knop biedt de mogelijkheid het klavier in twee delen te splitsen, waarbij u de Lower1/2- en/of M.
Bass-Part aan de linkerhelft van het klavier toewijst, terwijl u de Upper1/2-Part aan de rechterhelft van het klavier toewijst. Druk deze knop nu in en speel met beide handen.
Lower 1/2 en/of M(anual) BassUpper 1/2
Het splitpunt bevindt zich momenteel op de C (Do) min of meer recht vóór u (C4). Dit is de laagste noot van de Rightsectie (Upper1 + Upper2).
Splitpunt via het klavier instellen
De eenvoudigste manier om een ander splitpunt te stellen is door de ASSIGN [SPLIT]-knop ingedrukt te houden, te
wachten tot diens indicator begint te knipperen en dan een toets op het klavier in te drukken. Laat de [SPLIT]-knop
vervolgens weer los.
Ingedrukt houden terwijl u op een (klavier)toets drukt
Deze noot wordt de laagste noot van de Right-helft. Het splitpunt kan tussen de C3 en de C6 worden ingesteld. Dat lijkt
misschien een beperking, maar eigenlijk is het een slimme manier om te voorkomen dat de Left- of Right-sectie niet
meer via het klavier kan worden aangestuurd als u een extreem splitpunt instelt.
Links en rechts van dit splitpunt kunt u ook Layers (Lower 1/2 + M.Bass en Upper1 + Upper2) gebruiken.
28
EM-2000 – Gebruikershandleiding
Upper 3 Split
En er is meer! U kunt nog een tweede split programmeren tussen Upper1/2 en Upper3. Hiervoor volstaat het dat u op
[UP3 SPLIT] drukt. Dit splitpunt bevindt zich op de noot G5 (laagste noot van de Upper1/2-Part).
Lower 1/2 en/of M(anual) BassUpper 1/2Upper 3
Op de EM-2000 kunt u dus telkens minstens drie klanken via aparte klavierzones aansturen. Bovendien kunt u ook nog
bepalen via welke toetsen u de Arranger wilt aansturen (het akkoord-herkenningsgebied, zie blz. 42).
Het UP3-splitpunt stelt u op dezelfde manier in als het andere splitpunt: houd de [UP3 SPLIT]-knop ingedrukt, wacht
tot de indicator begint te knipperen en druk op een toets. Laat de [UP3 SPLIT]-knop vervolgens los.
Opgelet: Upper3 Split werkt enkel wanneer de Upper1- of Upper2-Part actief is. Schakelt u Upper1 en Upper2 uit, dan hoort u noch
de Tone die aan Upper1/2 is toegewezen, noch degene die aan Upper3 is toegewezen. U kunt, met andere woorden, geen Upper-split
programmeren zonder de Upper1- of 2-klank te gebruiken. Om die reden begint de UP3 SPLIT-indicator te knipperen wanneer u
de Upper1- en/of 2-Part uitschakelt terwijl de UP3 SPLIT-mode actief is.
Splitpunt via het display instellen
Als u graag zeker weet dat u het juiste splitpunt kiest,
kunt u het hoofd- en Upper3-splitpunt ook via het
display instellen:
1.
Druk, op de Master-pagina, op [F2] (Param) om de
Parameter-mode op te roepen.
Opgelet: Waarschijnlijk hoeft u nu niet op [F1] (Glbal) te
drukken. De EM-2000 is echter voorzien van een paginageheugen, zodat u toch maar best op [F1] drukt.
2.
Druk op [PAGE] ▼ om de tweede Global-pagina te
kiezen:
3.
Stel met de [DRUMS/PART]-regelaar het hoofdsplitpunt (Split, d.w.z. de scheiding tussen de Left- en
Right-zone) in. Met de [ACCOMP/GROUP]-regelaar
kunt u het UP3-splitpunt bepalen (tussen Upper 1/2
en Upper 3). Het instelbereik is C#3~C#6, dus een
halve toon hoger dan het instelbereik van Split.
4.
Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Master-pagina.
Opgelet: Als u deze splitpunten later nog eens wilt gebruiken, zou u ze in een User Program kunnen opslaan (zie
blz. 49).
Keyboard Mode Hold
Op de EM-2000 kunt u heel wat instellingen tijdens
het spelen veranderen. Hierbij komt u soms letterlijk
handen tekort, zoals in de volgende situatie: u stuurt
met de linkerhand de Arranger aan en u wilt een
andere divisie (Intro enz.) van de Music Style kiezen.
Hiervoor moet u uw linkerhand van het klavier
nemen, waardoor de Lower-partij stopt.
WHOLE LEFT of SPLIT moet oplichten
Als u echter op de [HOLD]-knop drukt (indicator
licht op), blijven de noten van de Lower-Part(s) doorklinken tot u een ander akkoord e.d. speelt. We raden
u dan ook aan deze functie zo vaak mogelijk in te
schakelen.
Als zowel de Lower-Parts als de M.Bass-Part actief
zijn, geldt de Hold-functie zowel de Lower- als de
M.Bass-noten.
Toewijzen van de Lower Hold-functie
Zoals u weet, biedt de EM-2000 twee Lower-Parts (1
en 2). Daarom is er ook een parameter waarmee u
kunt bepalen of de Keyboard Mode HOLD-functie
enkel voor de Lower1- of voor de Lower1 en 2-Part
moet gelden:
1.
Druk, op de Master-pagina, op [F2] (Param) om de
Parameter-mode op te roepen.
2.
Druk op [F1] (Glbal) om naar het Global-niveau te
gaan.
29
Realtime-Parts
3.
Kies met [PAGE] ▲▼ de eerste Global-pagina:
4.
Gebruik de [LOWER/NUMBER]-regelaar om hetzij Lw r1 (Hold geldt enkel voor de Lower1-Part), hetzij Lwr1+2 te kiezen.
Opgelet: De Lower Hold-functie kan ook met de voet worden in- en uitgeschakeld. In dat geval kunt u ook enkel de
Lower2-Part laten doorklinken (wat niet mogelijk is wanneer u op de KEYBOARD MODE [HOLD]-knop drukt).
Zie blz. 29 in het Referentieboek voor meer details.
5.
Druk op [F5] (Exit) om terug te keren naar de Master-pagina.
Manual Drums-Part kiezen
Druk op de Keyboard Mode [M.DRUMS]-knop en u
beschikt over een reeks drum- en percussieklanken
(die we Drum Set noemen) die over het hele klavier
zijn verdeeld. De Keyboard Mode-instellingen die u
eerder hebt gemaakt worden hierbij genegeerd. Als u
de M.Drums Part activeert, kunt u de andere Realtime
Parts (Upper1/2/3, Lower1/2 en M.Bass) niet meer
spelen. Daarom beginnen de indicators op de knoppen van de eerder via Keyboard Mode geactiveerde
Parts te knipperen.
Roll
Met de Roll-functie kunt u perfecte drumroffels spelen. Probeer het even uit: druk op de [ROLL]-knop en
houd gelijk welke toets enkele seconden ingedrukt; u
begrijpt meteen waar we het over hebben. U kunt de
resolutie van de Roll-functie veranderen (zie verderop). De roffels worden bovendien in de maat
gespeeld met het tempo dat in het Tempo-venster is
ingesteld. Verander het tempo maar eens met het
[TEMPO]-wiel, u zal merken dat de drumroffel volgt.
Door de Modulation-hendel naar voren te drukken
kunt u het volume van de roffel wijzigen. Probeer ook
dit even uit.
Roll-resolutie (snelheid) instellen
U weet inmiddels dat u kunt instellen hoeveel noten
de Roll-functie op elke tel moet spelen. Dit noemen
we de resolutie.
1.
Druk, op de Master-pagina, op [F2] (Param) om de
Parameter-mode op te roepen.
2.
Druk op [F1] (Glbal) om naar het Global-niveau te
gaan.
3.
Kies met [PAGE] ▲▼ de derde Global-pagina:
Zoals gezegd, wordt bij de M.Drums Part aan iedere
toets een andere klank toegewezen. In die zin wijkt
deze Part af van de andere Realtime Parts. Drukt u bijvoorbeeld op C2 (de eerste C van links), dan hoort u
een basdrumklank. Drukt u op de D2-toets (de D
rechts van de C2), dan hoort u een Snare enzovoort. U
begrijpt dat melodieën spelen er niet bij is in de
Manual Drums-mode. De volgende illustratie maakt
één en ander nog wat duidelijker:
Standard 1 Kick 1
Side Stick
Standard 1 Snare 1
Hand Clap
Standard 1 Snare 2
Low Tom 2
Closed Hi-Hat
Low Tom 1
Pedal Hi-Hat
Mid Tom 2
Open Hi-Hat
Mid Tom 1
High Tom 2
C2
C3
30
4.
Stel met de [LOWER/NUMBER]-regelaar de
gewenste Roll-resolutie in. Het instelbereik luidt:
1/16
1/16t
1/16s
3
swing
1/32
1/32t
1/32s
3
swing
Aanvankelijk wordt hier de waarde “1/32” ingesteld.
Als u nog kortere waarden kiest, zouden uw roffels bij
een hoog tempo wel eens op machinegeweer-salvo’s
kunnen lijken. Kies de resolutie dus altijd in functie
van het Style- of Song-tempo of verander ze in een
bruikbare waarde als blijkt dat uw inschatting iets te
optimistisch was.
~
4.2 Tones voor de Realtime-Parts
kiezen
Uw EM-2000 wordt geleverd met 1161 klanken
(Tones) die op de volgende manier zijn ingedeeld:
• Groepen (A~F): Hoogste niveau in de klankhiërarchie. Elke groep bevat alle elementen die hierna volgen
• Banken (1~8): Banken zijn “instrumentfamilies” (bv.
Brass, Chromatic Percussion enz.). Elke bank bevat de
volgende elementen:
• Nummers (1~8): Nummers zijn instrumenten binnen
een bepaalde familie (bv. trompet, trombone enz. in
de Brass-bank).
• Variaties (1~…): Variaties zijn in de regel andere of
verwante klanken voor een bepaalde Tone (bv. een
gedempte trompet).
Opgelet: Het verschil tussen A/B, C/D en E/F zit hem in het
feit dat groep A en B de EM-2000-klanken bevatten. Groep
C en D bieden G-800-klanken en groep E en F klanken van
de SC-55, MT-32/CM-64. Voor bijna elke Tone bestaan er
dus drie versies.
Regelaars gebruiken om Tones te kiezen
EM-2000 – Gebruikershandleiding
Als u, tijdens het spelen op het klavier, nog steeds de
Upper1-Part hoort, zie dan “Realtime-Parts kiezen om
te spelen” op blz. 27.
Opgelet: U kunt voor elk van de genoemde Parts (Upper1/2/
3, Lower1/2, M.Bass) gelijk welke Tone kiezen. Alleen moet
u er rekening mee houden dat de M.Bass-Part monofoon
wordt als u hem tegelijk met een Lower-Part gebruikt.
Opgelet: Zie “Effecten en Equalizer” op blz. 75 als u de
gekozen Tones van effecten wilt voorzien.
U kunt ook de regelaars gebruiken om Tones te kiezen.
1.
Druk op [TONE] links onder het display (indicator
licht op).
Part activeren voor de Tone-keuze
Opgelet: Onder “Klank kiezen voor de rechterhand (Upper
1)” op blz. 19 komt u te weten hoe u via de TONE/USER
PROGRAM-knoppen Tones kunt kiezen.
Om een andere Tone aan een Realtime-Part te kunnen
toewijzen, moet u eerst op de betreffende Part Selectknop drukken en vervolgens de knoppen van de
TONE/USER PROGRAM-sectie gebruiken. Om de
Upper3-Part te kiezen, moet u Part Select [UPPER1]
ingedrukt houden, terwijl u op [UPPER2] drukt.
Om een Lower2-Tone te kunnen kiezen moet u Part
Select [LOWER1] ingedrukt houden, terwijl u op
[M.BASS] drukt.
Om de MI-Part te activeren, moet u Part Select
[M.DRUMS] ingedrukt houden, terwijl u op
[M.BASS] drukt.
Eén van deze knoppen ingedrukt houden
om de bijbehorende Part te selecteren.
2.
Kies de Part waar u een Tone aan wilt toewijzen.
Hiervoor kunt u hetzij de Part Select-knoppen, hetzij
de [DRUMS/PART]-regelaar gebruiken. Met de regelaar kunt u zowel de Realtime- als de Arranger-Parts
(ADR, ABS, AC1~AC6) kiezen, terwijl u met de Part
Select-knoppen enkel de Realtime-Parts kunt activeren.
3.
Kies met de [ACCOMP/GROUP]-regelaar een
groep.
Opgelet: Hier wordt de Tone-keuze meteen uitgevoerd.
Zodra u dus aan de [ACCOMP/GROUP]-regelaar draait,
springt u naar de Tone die hetzelfde bank- en klanknummer
heeft binnen de nieuwe groep. Tijdens de keuze van een
Tone via de TONE/USER PROGRAM-knoppen wacht de
EM-2000 altijd tot u een nummer gekozen hebt om de bijbehorende Tone (of “best of” variatie op te roepen).
4.
Gebruik de [BASS/BANK]-regelaar om een andere
bank te kiezen.
5.
Met de [LOWER/NUMBER]-regelaar kunt u een
ander nummer kiezen.
Opgelet: Als u met deze regelaar een nummer kiest, wordt
steeds de Capital van de gekozen Tone-familie opgeroepen
en dus niet de “beste” klank.
6.
Kies met de [UPPER/VARIATION]-regelaar de
benodigde variatie.
Opgelet: U kunt de twee beschreven methodes (de TONE/
USER PROGRAM-knoppen en regelaars) ook combineren
om Tones te selecteren.
31
Realtime-Parts
7.
Druk nog een keer op [TONE] om weer naar de
Master-pagina terug te keren.
Opgelet: U kunt de Tone-keuze “automatiseren” door
gebruik te maken van de User Programs (zie blz. 49).
4.3 Realtime-speelfuncties
De EM-2000 is voorzien van een aantal speelhulpen en
functies waarmee u het instrument expressiever kunt
bespelen.
Drum Sets voor de M.Drums-Part kiezen
Drum Sets voor de M.Drums-Part kiest u op de volgende manier:
1.
Druk op de Keyboard Mode [M.DRUMS]-knop om
de M.Drums-Part aan het klavier toe te wijzen.
2.
Druk op Part Select [M.DRUMS] zodat u de
M.Drums Part kunt editen.
3.
Druk op de Tone/User Program [SELECT]-knop
om te zorgen dat de TONE-indicator oplicht.
4.
Druk op een cijferknop om een bank te kiezen, en
op dezelfde of een andere cijferknop om een Drum
Set binnen die bank te kiezen.
Sommige banken bevatten maar één of twee Drum
Sets. De EM-2000 is echter slim genoeg om geen rekening te houden met nummers waar geen Drum Set
aan toegewezen is. U hoort dus altijd iets.
Groep B, D en F bevatten één Drum Set (bank B8, D8
en F8, en wel de CM-64/32L Set).
Opgelet: De Tone- en Drum Set-keuze (evenals een lange
reeks andere instellingen) kunt u in een User Program
opslaan (zie “Opslaan/laden van registraties – User
Programs”).
Pitch Bend en Modulatie
MODULATION
Tijdelijk verlagen van
te toonhoogte
BENDER
Draai de BENDER/MODULATION-hendel naar
rechts om de toonhoogte van de noten die u speelt
omhoog te “buigen”. Draai deze hendel naar links om
de toonhoogte te verlagen. Door de hendel los te laten
hoort u weer de standaardtoonhoogte.
Druk de hendel van u weg om de noten die u speelt
van vibrato te voorzien (modulatie). Laat de hendel
los als u de vibrato wilt doen ophouden. Hoe u het
Pitch Bend-interval (Range) instelt komt u te weten
onder “Pitch Bender” op blz. 28 in het Referentieboek.
Pitch Bender (Pitch Bend-interval instellen)
Als u dat wenst, kunt u ook de respons van de
EM-2000 op Pitch Bend-commando’s voor de Realtime-Parts instellen:
Tijdelijk verhogen
van de toonhoogte.
Transpositie
Als u een nummer al lang in een bepaalde toonaard
speelt, zal de Transpose-functie u helpen dit ook dan
te doen als u het nummer in een andere toonaard wilt
horen. Op die manier kunt u dus zonder problemen
een zanger of instrument begeleiden die uw toonaard
iets te hoog/laag vindt – en zoals gezegd, hoeft u daar
zelfs uw vingerzetting niet voor te veranderen.
Opgelet: De transpositie geldt voor alle Parts met uitzondering van de MDR- (Manual Drums) en ADR-Part (Accompaniment Drums).
Transpositie-interval op het klavier instellen
Om het transpositie-interval via het klavier in te stellen houdt u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt (indicator licht op) en drukt u op OCTAVE [UP] om de
toonhoogte te verhogen of OCTAVE [DOWN] om de
toonhoogte te verlagen. Iedere druk op een knop komt
overeen met een halve toon.
32
Loading...
+ 202 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.