Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneerproduct.
Lees deze gebruiksinstructies goed door zodat u uw model op de juiste manier gebruikt. Als u de instructies heeft gelezen, moet u ze op een veilige plaats opbergen
aanraakpaneel 20
LCD-paneel openen en sluiten 22
Breedbeeldstand wijzigen 23
Beeldinstellingen aanpassen 23
Uw toestel tegen diefstal beveiligen 25
Voorzorgen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6
Veilig rijden 6
Ontladen van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Over dit toestel 8
Over deze handleiding 9
Voorzorgen 9
Bij problemen 9
Kenmerken 9
Bescherming van het LCD-scherm 11
LCD comfortabel bekijken 11
Conditiegeheugen 11
Markeringen op DVDs 11
Microprocessor resetten 11
Gebruik en onderhoud van de
Naar een CD luisteren 46
Afspelen stoppen 47
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 47
Herhaalde weergave 48
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 48
Fragmenten op een CD scannen 48
Het afspelen van een CD onderbreken 48
Gewenst fragment zoeken 49
Disctitels invoeren 49
CD TEXT-functies gebruiken 50
MP3 afspelen
Naar MP3 luisteren 51
Afspelen stoppen 52
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
MP3-functies 53
Herhaalde weergave 53
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 53
Mappen en fragmenten scannen 54
Het afspelen van MP3 onderbreken 54
Fragment in de huidige map zoeken 54
Tekstinformatie op een MP3-CD
weergeven 55
Door tekstinformatie op het display
bladeren 55
Mappen uit de mapnaamlijst selecteren 55
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 56
Multi-CD-speler met 50 discs 57
Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 57
Herhaalde weergave 58
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 58
CDs en fragmenten scannen 58
Het afspelen van een CD onderbreken 59
ITS-afspeellijsten gebruiken 59
Functies voor disctitels gebruiken 60
CD TEXT-functies gebruiken 61
Compressie en basversterking gebruiken 62
DAB-tuner
Naar de DAB luisteren 63
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 64
DAB-display schakelen 64
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 65
Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 65
3
Nl
Inhoud
Services uit de beschikbare-servicelijst te
selecteren 66
Service via beschikbare PTY-informatie
zoeken 66
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen 66
Naar service volgen overschakelen 66
Dynamische label gebruiken 67
TV-tuner
TV-tuner kijken 68
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TV-
tuner 69
Zenders opslaan en oproepen 69
Sterkste zenders op volgorde opslaan 69
Landengroep selecteren 70
DVD-speler
Disc afspelen 71
DVD-speler in- of uitschakelen 72
Disc selecteren 72
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 72
Herhaalde weergave 72
Het afspelen van een disc onderbreken 73
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 73
Fragmenten op een CD scannen 73
ITS-afspeellijsten gebruiken 73
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 74
Balansinstelling gebruiken 74
Equalizer gebruiken 75
Lage en hoge tonen aanpassen 76
Loudness-functie aanpassen 77
Uitgangssignaal van de subwoofer
gebruiken 77
Uitgangssignaal van de non-fading
gebruiken 78
High-passfilter gebruiken 78
Niveau van de signaalbron aanpassen 78
Equalizercurven compenseren (EQ-EX) 79
SFEQ instellen (geluidsfocusequalizer) 79
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DSP-aanpassingen 81
Geluidsbereikregeling (SFC) gebruiken 81
Positiekeuze gebruiken 82
Balansinstelling gebruiken 82
Niveau van de signaalbron aanpassen 83
Dynamisch-bereikregeling gebruiken 83
Dual Mono gebruiken 84
Direct Control gebruiken 84
Dolby Pro Logic gebruiken 84
Luidsprekerinstelling instellen 84
Drempelfrequentie selecteren 86
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
aanpassen 86
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 87
Tijduitlijning aanpassen 87
Equalizer gebruiken 88
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 90
Ondertitelingstaal instellen 90
Audiotaal instellen 91
Menutaal instellen 91
Extra ondertiteling in- of uitschakelen 92
Weergave van het Camerahoekpictogram
instellen 92
Beeldformaat instellen 92
Kinderbeveiliging instellen 92
Codetype voor de afstandsbediening
instellen 94
4
Nl
Inhoud
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 95
FM-afstemstap instellen 95
Aan/uit zetten van de automatische PI-
zoekfunctie 95
Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 96
Externe aansluiting in-/uitschakelen 96
Kleur van de verlichting selecteren 96
Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen 96
Verstoord geluid corrigeren 97
Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid inschakelen 97
Automatisch afspelen van de disc in- of
uitschakelen 98
Dimmerinstelling voor subdisplay in- of
uitschakelen 98
Navigatiestem/waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen 98
Overige functies
Inleiding instellingen aanpassen 99
Video-ingangssignaal instellen 99
Achteruitrijcamera instellen 99
Video van het achterdisplay selecteren 100
Functie automatisch openen instellen 100
Klok instellen 101
AUX-signaalbron gebruiken 101
Achtergronddisplay in- of uitschakelen 102
Begrippen 114
Technische gegevens 117
Aanvullende informatie
Storingen 104
Foutmeldingen 106
Zorgen voor uw DVD-speler 108
DVD-discs 108
CD-R/CD-RW-discs 108
MP3-bestanden 109
Display correct gebruiken 111
Taalcodekaart voor DVD 113
5
Nl
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en
bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt inzien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display gebruikt.
2 Bewaar deze handleiding zodat u hem bij
de hand heeft als u iets niet weet.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig
op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsaanwijzingen hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het display (i) het zicht van de bestuurder
kan hinderen, (ii) de prestaties van het bedieningssysteem of veiligheidsmaatregelen van de auto, zoals de airbags, kan
belemmeren of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig bedienen van het voertuig.
6 Net als bij andere accessoires in uw auto,
mag het display de aandacht niet afleiden
zodat de veiligheid in gevaar komt. Als u
problemen heeft bij de bediening van het
systeem of het aflezen van het display, zet
de auto dan even aan de kant voordat u
veranderingen aanbrengt.
7 Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoud uit. Montage of
onderhoudswerkzaamheden aan het display door mensen zonder de juiste bevoegdheid of ervaring in elektronische
apparatuur en auto-accessoires kan gevaarlijk zijn en elektrische schokken of andere gevaren veroorzaken.
8 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u in
de auto rijdt. Als u bij een ongeval betrokken raakt, kunnen uw verwondingen veel
ernstiger zijn als u uw veiligheidsgordel
niet op de juiste manier draagt.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! Om ongelukken en het mogelijk breken van
geldende wetten te voorkomen mag dit toestel
niet worden gebruikt met een videoscherm
dat zichtbaar is voor de bestuurder.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een voertuig,
zelfs bij mensen die niet achter het stuur zitten, illegaal zijn. Als dergelijke voorschriften
van toepassing zijn, moet u zich hieraan houden.
Dit toestel neemt waar of de handrem van de
auto wel of niet is ingeschakeld en voorkomt
dat u een DVD of TV op het display kijkt terwijl
u rijdt. Als u probeert naar een DVD of de TV te
kijken, verschijnt de waarschuwing VIDEO
VIEWING IS NOT AVAILABLE WHILE DRIVING op het scherm.
Als u naar een DVD of de TV wilt kijken, kunt u
de auto op een veilige plek parkeren en de
handrem inschakelen.
Als u een display gebruikt dat op
REAR MONITOR OUT is aangesloten
De REAR MONITOR OUT van dit toestel is
voor aansluiting van een display zodat passagiers op de achterbank naar een DVD of de TV
kunnen kijken.
WAARSCHUWING
Monteer het display NOOIT zodanig dat de bestuurder naar een DVD of naar de TV kan kijken
tijdens het rijden.
6
Nl
Voorzorgen
Ontladen van de accu
voorkomen
Zorg dat de motor draait als u dit toestel gebruikt. Als u dit toestel gebruikt terwijl de
motor niet draait, loopt de accu leeg.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet met autos zonder ACCpositie.
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
7
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Over dit toestel
Dit product voldoet aan de eisen met betrekking tot de EMS-richtlijnen (89/336/EEC, 92/31/
EEC) en de CE-markeringrichtlijn (93/68/EEC).
! De tunerfrequenties op dit toestel zijn voor
gebruik in West-Europa, Azië, het MiddenOosten, Afrika en Oceanië. Bij gebruik in
andere gebieden kan de ontvangst storen.
De RDS-functie werkt alleen in gebieden
waar FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
Afspeelbare discs
In deze speler kunnen DVDs, Video-CDsen
CDs met het onderstaande logo worden afgespeeld.
DVD-video
Video-CD
CD
Opmerking
U kunt geen audio-DVDs op dit toestel afspelen.
Deze speler kan alleen discs met de bovenstaande markeringen afspelen.
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met onbruikbare regionummers
kunnen niet op deze speler worden gebruikt.
Het regionummer van de speler staat op de
onderzijde van dit toestel.
De onderstaande afbeelding toont de regios
en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een
Pioneer navigatie-eenheid
Als u dit toestel in combinatie met een Pioneer
DVD-navigatie-eenheid gebruikt, moet u altijd
de kaartdisc CNDV-30 gebruiken. In deze
handleiding wordt de bediening beschreven
bij gebruik van deze kaartdisc.
Als u niet de kaartdisc CNDV-30 met de navigatie-eenheid gebruikt, maar een oudere versie, kunnen de volgende defecten of storingen
optreden:
! De ENTERTAINMENT-toets en de WIDE-
toets werken niet als de NAVI-toets en de
NAVI MENU-toets.
! NAVI (navigatie-eenheid), zoals DVD-video
van de gecombineerde Pioneer navigatieeenheid met DVD-videoweergave, kan niet
als bron gekozen worden.
! In Bij NAV MIXING kunnen de andere in-
stellingen dan ALL niet gekozen worden.
! Het spraakherkenning-bedieningssysteem
van de gecombineerde Pioneer navigatieeenheid werkt niet juist. De spraakbediening voor de navigatie-eenheid werkt wel,
maar de spraakbediening die verband
houdt met de AV-apparatuur werkt niet.
8
Nl
Voor u begint
Hoofdstuk
02
! De route-instructies van de gecombineerde
Pioneer navigatie-eenheid zullen niet juist
werken wanneer een ander bronbeeld
wordt weergegeven. De gesproken instructies zullen wel werken, maar de instructies
op het beeldscherm (zoals overschakelen
naar een uitvergrote kaart van een kruispunt) zullen niet werken.
! NAVI (navigatie-eenheid achtergrond) kan
niet gekozen worden als achtergrondscherm.
Over deze handleiding
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde
functies waardoor de ontvangst en de bediening optimaal zijn. Deze functies zijn zodanig
ontworpen dat ze gemakkelijk in gebruik zijn,
maar ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedieningshandleiding helpt u de mogelijkheden
van dit toestel volledig te benutten en uw luisterplezier te vergroten.
We raden u aan deze functies en het gebruik
ervan te leren kennen door middel van de
handleiding voordat u het toestel gebruikt. Het
is met name belangrijk dat u de voorzorgsmaatregelen op deze bladzijde en in andere
delen leest en aanhoudt.
Op de onderzijde van dit toestel
CLASS 1
LASER PRODUCT
Op de bovenzijde van dit toestel
CAUTION :
VORSICHT :
ADVARSEL :
VARNING :
VARO! :
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en te nemen voorzorgsmaatregelen in op te zoeken.
! Houd het volume te allen tijde zo laag dat u
geluiden van buiten de auto kunt blijven
horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg
raakt, zal het voorkeuzegeheugen worden
gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
VISIBLE AND INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN.
AVOID EXPOSURE TO BEAM.
SICHTBARE UND UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG, WENN
ABDECKUNG GE…FFNET NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN!
SYNLIG OG USYNLIG LASERSTR LING VED BNING UNDG
UDS®TTELSE FOR STRËLING.
SYNLIG OCH OSYNLIG LASERSTR LNING N R DENNA DEL R
…PPNAD BETRAKTA EJ STR LEN.
AVATTAESSA ALTISTUT N KYV JA N KYM TT…M LLE
LASERSATEIL YLLE. L KATSO S TEESEN.
VRW1860
Voor u begint
Voorzorgen
! Dit product heeft een laserdiode met een
hogere klasse dan 1. Om de veiligheid te
garanderen mag u geen afdekkingen verwijderen of toegang proberen te krijgen tot
de binnenkant van dit product. Onderhoud
moet door bevoegd personeel worden uitgevoerd. Het volgende waarschuwingslabel
staat op uw toestel.
Plaats:
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer Service-station raadplegen.
Kenmerken
Bediening van het aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel gebruiken.
Nl
9
Hoofdstuk
02
Voor u begint
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (video-stand) en
DVD-RW (videostand) afspelen.
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt video-CDs met PBC (afspeelregeling)
afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om een CD/CD-R/CD-RW af te
spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (standaardopnamen ISO9660 niveau 1/niveau 2).
! Dit product is alleen voor niet-commercieel
privé-gebruik. Het mag niet in een commerciële omgeving (waarbij geld wordt verdiend), via uitzendingen (over land, via
satelliet, kabels en/of andere media), via
uitzendingen via internet, via een intranet
en/of andere netwerken of in andere elektronische systemen, zoals betaalradio of
audio-op-aanvraag, worden verspreid. Hiervoor is een aparte vergunning nodig. Kijk
voor meer informatie op
http://www.mp3licensing.com.
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een NTSC/PALsysteem. Als u andere onderdelen op dit toestel aansluit, moeten deze onderdelen compatibel zijn met hetzelfde videosysteem. Anders
worden de beelden niet juist weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
van Pioneer gebruikt, kunt u van de sfeer en
opwinding van DVD-films en muzieksoftware
met 5.1-kanaalsopnamen genieten.
! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby en het symbool double-D
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
! DTS is een geregistreerd handelsmerk
van Digital Theater Systems, Inc.
Meerdere beeldformaten
Schakelen tussen breedbeeld, brievenbus en
panscan-weergave is mogelijk.
Meerdere audiosystemen
U kunt schakelen tussen meerdere audiosystemen die op een DVD zijn opgenomen.
Multi-ondertiteling
U kunt schakelen tussen meerdere ondertitelingssystemen die op een DVD zijn opgenomen.
Multicamerahoek
U kunt schakelen tussen meerdere camerapunten van een scène die op een DVD zijn opgenomen.
Opmerking
Dit product heeft technologie ter bescherming
van de auteursrechten. Deze is beschermd door
claims van bepaalde VS-patenten en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en andere eigenaren van rechten. Voor
gebruik van deze technologie voor auteursrechtenbescherming moet toestemming worden verkregen van Macrovision Corporation. Deze
technologie is bedoeld voor gebruik thuis en mag
niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Macrovision Corporation anders heeft besloten. Nabouwen
of demontage is verboden.
10
Nl
Voor u begint
Hoofdstuk
02
Bescherming van het LCDscherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet worden gebruikt. Overmatige blootstelling aan direct
zonlicht kan storingen in het LCD-scherm
veroorzaken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon heeft, houd de
antenne van de draadloze telefoon dan uit
de buurt van het display om te voorkomen
dat de video wordt verstoord door vlekken,
gekleurde strepen, etc.
LCD comfortabel bekijken
Vanwege de bouw van het LCD-scherm is de
kijkhoek van het scherm beperkt. De kijkhoek
(verticaal en horizontaal) kan echter worden
vergroot door BRIGHT te gebruiken om de
zwarte densiteit van het beeld aan te passen.
Als u het scherm voor het eerst gebruikt, moet
u de zwarte densiteit afstellen volgens de kijkhoek (verticaal en horizontaal) om duidelijk
beeld te krijgen. U kunt ook DIMMER gebruiken om de helderheid van het LCD-scherm
naar eigen wens aan te passen.
Conditiegeheugen
Deze functie slaat audiotaal, ondertitelingstalen, aantal camerahoeken en beeldformaat op
voor maximaal 30 CDs tijdens het afspelen.
De uiteindelijke instellingen tijdens het afspelen van een disc worden zonder extra handeling opgeslagen. Als een CD de volgende keer
weer wordt afgespeeld, worden de vorige instellingen automatisch gebruikt.
! Bij sommige discs worden de audiotaal en
ondertitelingstaal automatisch gegeven.
Het conditiegeheugen werkt dan niet.
! Als het aantal discs meer dan 30 wordt,
worden de instellingen van de laatste disc
op de plaats van die van de minst recente
disc gezet.
Markeringen op DVDs
De onderstaande markeringen vindt u terug
op labels en verpakkingen van DVDs. Ze
geven het type beeld en audio op de disc en
de functies die u kunt gebruiken aan.
MarkeringBetekenis
2
3
16 : 9 LB
ALL
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
Aantal camerahoeken.
Beeldgrootte (type beeldformaat: verhouding breedte-hoogte van het
scherm).
2
Nummer van de regio waar afspelen
mogelijk is.
Verboden handelingen
Als u naar een DVD kijkt en u probeert een bepaalde handeling uit te voeren, kan deze soms
niet worden uitgevoerd door de programmeerinstellingen op de disc. Als dit gebeurt, geeft
het toestel het pictogram
scherm.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
weer op het
Microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microprocessor opnieuw instellen op de begininstellingen
zonder dat u het conditiegeheugen verandert.
De microprocessor moet in de volgende situaties worden gereset:
! Voor het eerste gebruik van dit toestel na
montage
! Als het toestel niet juist werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen.
1 Zet de contactschakelaar UIT.
Voor u begint
11
Nl
Hoofdstuk
02
Voor u begint
2 Druk met een pen of een ander scherp
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u op RESET drukt terwijl u een navigatie-
eenheid van Pioneer gebruikt, moet ACC OFF
geselecteerd zijn. Als ACC ON is geselecteerd,
kan een juiste bediening niet mogelijk zijn,
zelfs niet als u op RESET drukt.
! Nadat u de aansluitingen heeft voltooid of als
u alle opgeslagen instellingen wilt verwijderen
of het toestel op zijn begininstellingen wilt zetten, zet u de motor op ON of zet u het contactslot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
Gebruik en onderhoud van
de afstandsbediening
Batterij installeren
Haal de schuif uit de achterzijde van de afstandsbediening en doe de batterij er met de
pluspool (+) en de minpool () in de juiste
richting in.
! Als u de afstandsbediening voor het eerst
gebruikt, moet u eerst het plastic uit de
schuif trekken.
WAARSCHUWING
Houd de batterij uit de buurt van kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als de batterij wordt
ingeslikt.
WAARSCHUWING
! Gebruikt slechts een lithium CR2025 (3 V)-
batterij.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
! De batterij mag niet worden opgeladen, uit
elkaar gehaald, verwarmd of in het vuur worden gegooid.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen gereed-
schap.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning helemaal schoon vegen en een nieuwe
batterij plaatsen.
! Als u gebruikte batterijen weggooit, zorg dan
dat u voldoet aan de wettelijke bepalingen of
milieuregels die in uw land/regio gelden.
Afstandsbediening gebruiken
Wijs met de afstandsbediening in de richting
van het voorpaneel.
! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Berg de afstandsbediening niet op op plekken
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat hij onder het rem- of gaspedaal
terecht kan komen.
12
Nl
12453
6
7
a
cdefghilk9j8b
Wat is wat
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Hoofdtoestel
1 DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse displays.
2 TA/NEWS-toets
Druk hierop om de functie voor de weergave
van verkeersberichten in of uit te schakelen.
Houd deze toets ingedrukt om de NEWSfunctie in of uit te schakelen.
3 Omgevingsverlichtingsensor
Neemt omgevingsverlichting waar. Dit systeem past de helderheid van het display aan
ter compensatie van licht uit de omgeving.
4 FLIP DOWN/CLOCK-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel tijdelijk horizontaal te draaien als het LCD-paneel rechtop staat.
Druk deze toets in om de weergave van de
klok in of uit te schakelen als het LCD-paneel gesloten is.
5 OPEN/CLOSE-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel te
openen of sluiten.
6 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achtergrondweergaven te schakelen.
7 WIDE-toets
Druk deze toets in om de gewenste stand
voor vergroting van een beeld van 4:3 naar
16:9 te selecteren.
8 MENU-toets
Houd deze toets ingedrukt om het beeldaanpassingsmenu weer te geven.
13
Nl
Hoofdstuk
03
Wat is wat
9 RESET-toets
Druk deze toets in om de fabrieksinstellingen weer in te stellen (begininstellingen).
a DETACH-toets
Druk deze toets in om het voorpaneel van
het hoofdtoestel te verwijderen.
b EJECT-toets
Druk deze toets in om een disc uit dit toestel
te werpen.
c Joystick
Voor handmatig instellen, snel vooruit, achteruit en het zoeken van een fragment.
Wordt ook gebruikt om functies te gebruiken.
d EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
e BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit een van
de drie FM- of MW/LW-frequentiebanden
(MG/LG) en om de instelling van een bepaalde functie te annuleren.
i REAR ON-toets
Druk op deze toets om een DVD/video-CD te
bekijken op een achterdisplay als DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als signaalbron
is ingeschakeld.
j Laadsleuf voor de disc
Doe een disc in de speler.
k SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaalbron te selecteren. Druk op deze toets om
alle beschikbare signaalbronnen langs te
gaan.
l VOLUME
Draai deze toets om het volume te verhogen
of te verlagen.
f ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCDpaneel te wijzigen.
g ATT-toets
Druk deze toets in om het geluid snel te
dempen met ongeveer 90%. Druk nog een
keer om het oorspronkelijke volume weer te
krijgen.
h BACK/TEXT-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
het vorige display.
Houd deze toets ingedrukt om weergave van
radiotekst in of uit te schakelen.
14
Nl
5
1
234
6
7
8
9
a
b
d
e
c
f
g
i
k
m
o
p
h
Wat is wat
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Afstandsbediening
1 Selectieschakelaar afstandsbediening
Schakel over om de instelling van de afstandsbediening te wijzigen. Zie Codetypevoor de afstandsbediening instellen op bladzijde 94 voor meer informatie.
2 VOLUME-toets
Druk op deze toets om het volume te verhogen of te verlagen.
3 REAR.S-toets
Druk op deze toets om een DVD/video-CD te
bekijken op een achterdisplay als DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als signaalbron
is ingeschakeld.
4 SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaalbron te selecteren. Druk op deze toets om
alle beschikbare signaalbronnen langs te
gaan.
5 Joystick
Voor handmatig instellen, snel vooruit, achteruit en het zoeken van een fragment.
Wordt ook gebruikt om functies te gebruiken.
6 Bedieningschakelaar afstandsbediening
Hiermee kunt u de bedieningsstand op de
standen AVH, DVD of TV zetten. Normale
stand is AVH.
! AVH Voor de dagelijkse bediening van
dit toestel
! DVD Alleen voor het afspelen van
DVDs
! TV Alleen voor het gebruik van de TV-
tuner
Zie Bedieningsschakelaar van de afstandsbe-diening gebruiken op de volgende bladzijde
voor meer informatie.
7 BACK-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
het vorige display.
15
Nl
Hoofdstuk
03
Wat is wat
8 BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit een van
de drie FM- of MW/LW-frequentiebanden
(MG/LG) en om de instelling van een bepaalde functie te annuleren.
9 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achtergrondweergaven te schakelen.
a FORWARD-toets (n)
Druk op deze toets om snel vooruit te spoelen.
b STOP-toets (g)
Druk op deze toets om het afspelen te stoppen.
c NEXT-toets (p)
Druk op deze toets om naar het volgende
fragment (hoofdstuk) te gaan.
d CLEAR-toets
Druk op deze toets om het invoernummer te
annuleren terwijl 010 wordt gebruikt.
e 010-toetsen
Druk hierop om rechtstreeks het gewenste
fragment, voorkeuze-afstemming of disc te
kiezen. Met de 16 toetsen kan de voorkeuze-afstemming voor de tuner of de discsnummer-zoekfunctie voor de multi-CDspeler worden bediend.
f PREVIOUS-toets (o)
Druk op deze toets om naar het vorige fragment (hoofdstuk) te gaan.
g REVERSE-toets (m)
Druk op deze toets om snel achteruit te
spoelen.
h PLAY/PAUSE-toets (f)
Druk op deze toets om tussen afspelen en
pauze te schakelen.
i ANGLE-toets
Druk op deze toets om de camerahoek bij
het afspelen van een DVD te wijzigen.
j STEP-toets (r/q)
Druk op deze toets om beeld voor beeld
vooruit te gaan bij het afspelen van een
DVD/video-CD. Houd deze toets een seconde ingedrukt voor langzaam afspelen.
k SUBTITLE (SUB.T)-toets
Druk op deze toets om de ondertitelingstaal
bij het afspelen van een DVD te wijzigen.
l DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse displays.
m AUDIO-toets
Druk op deze toets om de audiotaal bij het
afspelen van een DVD te wijzigen.
n RETURN-toets
Druk op deze toets om het PBC-menu (afspeelregeling) tijdens het afspelen weer te
geven.
o MENU-toets
Druk op deze toets om het DVD-menu bij
het afspelen van een DVD weer te geven.
p TOP MENU (TOP.M)-toets
Druk op deze toets om terug te gaan naar
het hoofdmenu bij het afspelen van een
DVD.
Bedieningsschakelaar van de
afstandsbediening gebruiken
Deze afstandsbediening heeft drie bedieningsstanden.
16
Nl
Wat is wat
Hoofdstuk
03
AVH-stand
Als u de afstandsbediening van dit toestel gebruikt, staat de stand op AVH.
! De joystick op de afstandsbediening kan
dezelfde handelingen uitvoeren als de toetsen op het hoofdtoestel. De joystick kan dezelfde handelingen uitvoeren als de toetsen
a, b, c en d op het aanraakpaneel.
! Met 16 kunnen dezelfde handelingen als
de toetsen voor het afstemmen op een
voorkeuzezender PRESET 1PRESET 6 en
de toetsen voor keuze van een disc 0106
worden uitgevoerd.
Als u een disc op een van de plekken 7
t/m 12 wilt kiezen met behulp van 16,
moet u de bij die nummers behorende
toetsen, bijvoorbeeld toets 1 voor disc 7,
ingedrukt houden totdat het discnummer op het display verschijnt.
DVD-stand
Als u de stand wijzigt in DVD, worden de joystick en de handelingen met 010 voor de DVDspeler gewijzigd.
% Als u de volgende functies wilt gebruiken, moet het toestel in stand DVD staan:
! Gebruik van het DVD-menu met behulp van
de joystick. (Raadpleeg DVD-menu bedienen
op bladzijde 36.)
! Gebruik van het PBC-menu met behulp van
010. (Raadpleeg Video-CDs bekijken op
bladzijde 41.)
! Specificatie van een titel of nummer met
behulp van 010. (Raadpleeg Titel
specificeren op bladzijde 39 en Fragment
specificeren op bladzijde 44.)
TV-stand
Als u de achteruitgang op de TV-tuner gebruikt, kunt u het TV-beeld apart op het display
achter bekijken. Als u de TV apart op het display achter wilt bedienen, moet het toestel in
stand TV staan. In dit geval wordt de bediening van de joystick voor de TV veranderd.
! Raadpleeg voor meer informatie over de be-
diening de bedieningshandleiding van de
TV-tuner.
% Als u de volgende functies alleen op
het display achter wilt gebruiken, moet het
toestel in stand TV staan:
! Handmatig of automatisch afstemmen
door de joystick links of rechts te bewegen.
! Voorkeuzezenders oproepen door de joys-
tick omhoog of omlaag te bewegen.
! De landengroep selecteren door met de
joystick te klikken en deze vervolgens links
of rechts te bewegen.
Opmerking
Als u de stand op TV zet, kunt u SOURCE en
VOLUME niet gebruiken, met uitzondering van
de joystick.
Wat is wat
Opmerking
Als het toestel in stand DVD zet, kunt u de volgende toetsen niet gebruiken; BACK,
ENTERTAINMENT en DISPLAY.
17
Nl
1
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
U kunt de signaalbron kiezen waarnaar u wilt
luisteren. Als DVD AUTO is ingeschakeld,
kunt u een disc in het toestel steken om over
te schakelen naar DVD (raadpleeg Automa-tisch afspelen van de disc in- of uitschakelen op
bladzijde 98).
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
en daarna de gewenste signaalbronnaam
aan.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler
! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler
! M-CD Multi-CD-speler
! TUNER Tuner
! TV Televisie
! AV Video-ingang
! EXT-1 Extern toestel 1
! EXT-2 Extern toestel 2
! AUX AUX
! DAB Digitale audio-uitzending
! NAVI Navigatie-eenheid
! SOURCE OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
% Als u de toets gebruikt, drukt u op
SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
DAB (digitale audio-uitzending)TUNER
(tuner)TV (televisie)AV (video-ingang)
DVD (ingebouwde DVD-speler)S-DVD
(DVD-speler/multi-DVD-speler)M-CD (multiCD-speler)EXT-1 (extern toestel 1)EXT-2
(extern toestel 2)AUX (AUX)NAVI (navigatie-eenheid)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde sig-
naalbron niet veranderen:
Wanneer er geen met de gekozen signaal-
bron overeenkomend toestel is aangesloten op dit toestel.
Wanneer er geen disc in het toestel zit.
Wanneer er geen disc in de DVD-speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
96).
Als de AV (video-ingang) niet is ingesteld
op VIDEO (raadpleeg bladzijde 99).
! Extern toestel verwijst naar een Pioneer-pro-
duct (bijvoorbeeld toekomstige producten)
waarmee de basisfuncties van dit toestel kunnen worden gebruikt, ook al is het geen compatibele signaalbron. Via dit toestel kunnen
twee externe toestellen worden bediend. Als
er twee externe toestellen zijn aangesloten,
geeft het toestel ze automatisch de namen extern toestel 1 of extern toestel 2.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
18
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
van de automatische antenne van uw auto, zal
deze antenne uitschuiven wanneer de signaalbron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer ingeschoven.
Als u een navigatie-eenheid van Pioneer gebruikt, wordt de antenne van de auto uitgeschoven. Het maakt daarbij niet uit of u het
toestel in- of uitschakelt.
Disc insteken
% Doe een disc in de disc-laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
# Als DVD AUTO is uitgeschakeld, raak dan het
bronpictogram aan en raak vervolgens DVD aan
om DVD te selecteren (raadpleeg de vorige bladzijde).
# Als er een disc in het toestel zit, raakt u het
bronpictogram aan en daarna DVD om DVD te
selecteren.
# Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan één standaard-disc van 12
of 8 cm (single) afspelen. Gebruik geen adapter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. Andere discs die kunnen worden afgespeeld, worden vermeld in Afspeel-bare discs op bladzijde 8.
! Als een disc er niet helemaal in gaat of niet
begint te spelen als er een disc in de speler
zit, controleer dan of het label van de disc
omhoog zit. Druk EJECT om de disc uit te werpen en controleer de disc op beschadigingen
voordat u de disc er opnieuw in plaatst.
! Als de DVD-speler niet naar behoren functio-
neert, is het mogelijk dat er een foutmelding,
bijvoorbeeld ERROR-11, op het display verschijnt. Raadpleeg Foutmeldingen op bladzijde
106.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Draai op het hoofdtoestel VOLUME om het
volume te verhogen of te verlagen.
Druk met de afstandsbediening op VOLUME
om het volume te verhogen of te verlagen.
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
en daarna SOURCE OFF aan.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
% Als u de toets gebruikt, moet u SOURCE
ingedrukt houden tot het toestel uit
gaat.
Display achter gebruiken
U kunt een DVD/Video-CD op het display achter bekijken, ongeacht of DVD (ingebouwde
DVD-speler) als signaalbron is ingeschakeld.
! Als u een DVD/Video-CD alleen op het dis-
play achter bekijkt, moet u de stand op de
afstandsbediening op DVD zetten. U kunt
het afspelen van een DVD/Video-CD op het
display achter onafhankelijk van de afstandsbediening regelen. (Raadpleeg bladzijde 16.)
WAARSCHUWING
Als u het afspelen van een DVD/Video-CD heeft
ingeschakeld via de toets REAR ON, kunt u dit
niet uitschakelen, zelfs niet als u SOURCE ingedrukt houdt. Druk in dat geval op REAR ON om
het afspelen van een DVD/Video-CD uit te schakelen.
Basishandelingen
19
Nl
1
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
% Druk op REAR ON om een DVD/VideoCD te bekijken op het display achter als
DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als signaalbron is ingeschakeld.
Het afspelen van een DVD/Video-CD wordt ingeschakeld en de verlichtingskleur van
REAR ON krijgt een andere kleur dan de andere toetsen.
# U kunt het afspelen van de DVD/Video-CD ook
inschakelen door op REAR.S op de afstandsbediening te drukken.
# Druk opnieuw op REAR ON om het afspelen
van de DVD/Video-CD uit te schakelen.
Opmerking
Als er een Pioneer-navigatie-eenheid op dit toestel is aangesloten, kan de navigatievideo op het
display achter worden weergegeven. (Raadpleeg
bladzijde 100.)
Navigatievideo weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu
op dit display weergeven.
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatie-eenheid van Pioneer is
aangesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT op het
hoofdtoestel om de navigatiekaart weer te
geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart,
keert u met een druk op deze toets terug naar de
kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op WIDE op het hoofdtoestel om
het navigatiemenu weer te geven.
Op de navigatievideo
overschakelen
% Druk op MENU op het hoofdtoestel om
het display op de navigatievideo te zetten.
# Druk opnieuw op MENU op het hoofdtoestel
om terug te keren naar de video van elke
signaalbron.
Basisbediening van de toetsen
op het aanraakpaneel
Toetsen op het aanraakpaneel
activeren
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te
voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen
van het aanraakpaneel die met elke signaalbron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van
het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
# U kunt de toetsen van het aanraakpaneel ook
verbergen door op BAND/ESC te drukken.
20
Nl
1
4
5
2
3
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
Menu bedienen
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor elke
signaalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de diverse toonregelingen.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de diverse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar
het vorige display.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om de regelstand van
de functies te annuleren.
1 Raak A.MENU aan om MENU weer te
geven.
MENU verschijnt op het display.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
2 Raak de gewenste toets aan om de
namen van functies die u wilt gebruiken
weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van elke signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Menu met behulp van de joystick
bedienen
U kunt de meeste menufuncties ook met de
joystick bedienen.
! Zet de afstandsbediening in de stand AVH
om het menu met de joystick op de afstandsbediening te bedienen. (Raadpleeg
bladzijde 16.)
1 Klik met de joystick tijdens de weergave van elke signaalbron om MENU weer
te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Beweeg de joystick omhoog en omlaag
en klik daarna om de namen van de functies die u wilt gebruiken weer te geven.
# Beweeg de joystick naar NEXT en klik ermee
om naar de volgende groep functienamen te
gaan.
# Beweeg de joystick naar PREV en klik ermee
om naar de vorige groep functienamen te gaan.
3 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar de weergave van elke signaalbron.
# Als u op BACK/TEXT drukt, gaat u terug naar
de vorige weergave.
Basishandelingen
21
Nl
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend
of gesloten als de contactschakelaar in of uit
wordt geschakeld. U kunt deze functie voor automatisch sluiten of openen uitschakelen.
(Raadpleeg bladzijde 100.)
! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt.
Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is,
zal het LCD-paneel na zes seconden
sluiten.
Als de contactschakelaar opnieuw IN
wordt geschakeld (of op ACC wordt
gezet), opent het LCD-paneel automatisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch
sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
25.)
! Als de contactschakelaar UIT wordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het
LCD-paneel niet opnieuw open als u de
contactschakelaar weer inschakelt (of op
ACC zet). Druk in dat geval op
OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te openen.
! Als u het LCD-paneel sluit, kunt u het beste
nog even controleren of het volledig gesloten is. Als het LCD-paneel maar half gesloten is, kan het paneel beschadigd raken als
u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD-
paneel te sluiten.
! Zorg dat u op ANGLE (+/) drukt als u de
hoek van het LCD-paneel afstelt. Als u kracht
gebruikt bij het afstellen van het LCD-paneel,
kunt u het beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa-
neel zo af te stellen dat het aangenamer
kijkt.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen
zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt
opgeslagen en automatisch opgevraagd als het
LCD-paneel weer wordt geopend.
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u
op ANGLE () drukken om het LCD-paneel
iets naar voren te bewegen.
22
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bediening van de airconditioning belemmert, kan
het paneel tijdelijk horizontaal worden gedraaid.
% Druk op FLIP DOWN/CLOCK om het
LCD-paneel te horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN/CLOCK om
terug te keren naar de originele stand.
# Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de bediening automatisch met piepjes terug in de originele positie.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste stand voor vergroting van
een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE en selecteer de gewenste instelling.
Druk herhaaldelijk op WIDE om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA
(cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (normaal)
# Als er een navigatie-eenheid van Pioneer is
aangesloten op het toestel, selecteert u de gewenste instelling door WIDE ingedrukt te houden. Druk herhaaldelijk op WIDE en houd de
toets ingedrukt om tussen de instellingen te
schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal vergroot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal)
krijgt zonder weggevallen delen.
het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij een breed
beeld.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot
als FULL of ZOOM in de horizontale richting en
in een tussenliggende verhouding tussen FULL
en ZOOM in verticale richting; dit is ideaal voor
een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de ondertiteling buiten het beeld staat.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding
vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal
voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt zoals hij is weergegeven;
het beeld is niet ongelijk omdat de verhoudingen
hetzelfde zijn als voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als een video wordt bekeken op breedbeeld
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het er anders uitzien.
! Vergeet niet dat als u het breedbeeld van dit
systeem voor commerciële of openbare vertoningen bekijkt, dit een inbreuk kan zijn op de
auteursrechten die door de wet worden beschermd.
! De video wordt korrelig als het beeld in de
stand CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijcamera is altijd FULL.
Basishandelingen
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (contrast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke
bron en de achteruitrijcamera aanpassen.
Nl
23
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! De afstellingen van BRIGHT en CONTRAST
worden apart opgeslagen voor licht omgevingslicht (overdag) en donker omgevingslicht (avond). Er wordt een zon
maan
weergegeven links van respectieve-
of
lijk BRIGHT en CONTRAST terwijl de omge-
vingslichtsensor waarneemt hoe licht of
donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR en HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
# U kunt MENU niet op de afstandsbediening
gebruiken.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te passen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE Toon van de kleur afstellen (rood of
groen worden benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijcamera inschakelen
! SOURCE Terug naar weergave voor beeld-
afstelling voor elke bron
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrijcamera alleen aanpassen als B-CAMERA is ingeschakeld. (Raadpleeg Achteruitrijcamera instellen
op bladzijde 99.)
# Bij sommige achteruitrijcameras kan de beel-
dinstelling niet worden gebruikt.
3 Raak c of d aan en pas de geselecteerde functie aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van de geselecteerde functie hoger of
lager. Waarden van +24 24 worden weergegeven terwijl het niveau hoger of lager wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
De afstelling van DIMMER wordt apart opgeslagen voor elk omgevingslicht: overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCDscherm wordt automatisch optimaal afgesteld
in overeenstemming met het omgevingslicht
op basis van de instellingen.
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Gele zon Helderheid voor helder omge-
vingslicht aanpassen (overdag)
! Rode zon
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat het geel
naar links of rechts.
Het niveau geeft de helderheid van het scherm
aan. Hoe verder het geel naar rechts schuift,
hoe helderder het scherm wordt.
Helderheid voor gemiddeld
Helderheid voor donker
24
Nl
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht
aangeven, worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van
DIMMER.
Uw toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel worden verwijderd om dieven te ontmoedigen.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er
een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Zie Waarschuwingstoon in-/uitschakelen op bladzijde 96.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Zet het voorpaneel tijdens het rijden terug,
omdat het anders beschadigd kan raken.
2 Pak de rechterzijde van het voorpaneel
vast en trek het voorzichtig naar u toe.
Zorg dat u het niet te stevig vasthoudt of loslaat.
Basishandelingen
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het
rechtop tegen het apparaat te houden en
het stevig in de bevestigingshaken te
klemmen.
Voorpaneel verwijderen
1 Druk op DETACH om het voorpaneel te
verwijderen.
Druk op DETACH en de rechterzijde van het
voorpaneel wordt van het hoofdtoestel verwijderd.
25
Nl
1
2
3
4
6
5
7
Hoofdstuk
05
Tuner
Naar de radio luisteren
Dit zijn de basisstappen waarmee de radio
wordt bediend. Vanaf de volgende bladzijde
wordt de meer geavanceerde bediening van de
tuner uitgelegd.
De AF-functie (zoeken naar alternatieve frequenties) kan worden in- en uitgeschakeld. Bij
normale bediening van de tuner moet de AF
uit staan (raadpleeg bladzijde 30).
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft afgestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 STEREO-indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo is.
7 LOCAL-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TUNER aan om de tuner te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een frequentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak c of d even aan voor handmatig
afstemmen.
De frequenties worden stap voor stap verhoogd of verlaagd.
# U kunt ook handmatig afstemmen door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om automatisch afstemmen te gebruiken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aangegeven richting afzoeken tot er een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d kort aan te raken.
# Als u c of d aan blijft raken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toetsen loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door de
joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
26
Nl
1
Tuner
Hoofdstuk
05
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u een van de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6 aanraakt, kunt u heel
eenvoudig maximaal zes zenderfrequenties
opslaan zodat u deze later weer kunt oproepen
door een toets aan te raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een frequentie die u in het geheugen wilt opslaan, blijft u een van de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6 aanraken tot het voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde radiozenderfrequentie is opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets
PRESET 1PRESET 6 aanraakt, zal de opgeslagen frequentie uit het geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergeven, kunt u ze weergeven door het
scherm aan te raken.
# Als PRESET 1PRESET 6 niet worden weerge-
geven, kunt u ze weergeven door DISP aan te
raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, 6 voor elk
van de drie FM-frequentiebanden, en 6 MW/
LW-zenders in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook a of b gebruiken om de radiozen-
derfrequenties die op de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6 staan op te roepen.
! U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren
met behulp van P. CH MEMO. Raak om
P. CH MEMO weer te geven A.MENU en
FUNCTION aan en daarna NEXT.
Tuner
27
Nl
Hoofdstuk
05
Tuner
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel alleen
laten afstemmen op zenders met een voldoende sterk signaal voor een goede ontvangst.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna LOCAL.
2 Raak a aan om het automatisch afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op
lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in
te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: 1234
MW/LW: 12
De 4-instelling zal alleen afstemmen op de allersterkste zenders, terwijl er bij lagere instellingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
2 Raak a aan om de BSM-functie in te
schakelen.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6, gesorteerd op signaalsterkte. Na voltooiing stopt BSM met knipperen.
# Raak b aan om het opslaan te annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opgeslagen zenders eerdere door uzelf onder de toetsen PRESET 1PRESET 6 opgeslagen zenders
vervangen.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterkste zenders) kunt u automatisch de zes sterkste zenders laten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6, zodat
u later met een druk op de juiste toets kunt afstemmen op een van de opgeslagen frequenties.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna BSM.
28
Nl
1
3
2
4
RDS
Hoofdstuk
06
Inleiding RDS-bediening
RDS (radio data system) is een systeem voor
informatie die bij FM-uitzendingen worden verstuurd. Deze onhoorbare informatie maakt bijvoorbeeld functies als
programmaservicenaam, programmatype, verkeersberichten standby en automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt het
radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de gewenste zender te vinden.
1 Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
2 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen
nieuwsprogramma wordt ontvangen.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDSzender.
RDS-display wisselen
Als u naar een RDS-zender overschakelt,
wordt de programmaservicenaam weergegeven. U kunt ook de frequentie weergeven.
RDS
3 TRFC-indicator
Deze toont of er is afgestemd op een TP-zender.
4 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst is
ontvangen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
P. CH DIRECT (voorkeuzezenderlijst)PS (programmaservicenaam)PTY (PTY-informatie)
Meer over PTY-informatie (ID-code programmatype) kunt u vinden op bladzijde 34.
# Als de PTY-code nul van een zender wordt ontvangen of als het signaal te zwak is zodat het toestel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de
weergave van PTY-informatie niet inschakelen.
Als u in dat geval weergave van PTY-informatie
heeft geselecteerd, blijft het display leeg.
Nl
29
Hoofdstuk
06
RDS
Alternatieve frequenties
selecteren
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst zwakker wordt of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toestel automatisch op zoek gaan naar een andere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna AF.
2 Raak a aan om de AF-functie in te schakelen.
# Raak b aan om de AF-functie uit te schake-
len.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders wanneer AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender opvraagt, kan de
tuner de huidige zender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zender. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezenders op de FM1-ofdeFM2-frequentieband
gebruikt.) Er verschijnen geen voorkeuzenummers op het display als de RDS-gegevens van
de zender afwijken van de gegevens van de
oorspronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander programma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
zoekt het toestel automatisch een andere zender met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en is de
uitgang gedempt. Het volume wordt weer normaal als PI zoeken voltooid is, het maakt daarbij niet uit of er een andere zender is
gevonden.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan worden opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft gereisd, kan het toestel zo
worden ingesteld dat ook bij het oproepen van
een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten vande automatische PI-zoekfunctie op bladzijde
95.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automatisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzenden.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REGIONAL.
2 Raak a aan om de regionale functie in
te schakelen.
# Raak b aan om de regionale functie uit te
schakelen.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve frequentie kan vinden of als de ontvangst van
een zender waar u naar luistert zwak wordt,
30
Nl
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georganiseerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
Loading...
+ 90 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.