Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit Pioneerproduct.
Lees deze gebruiksinstructies goed door zodat u uw model op de juiste manier gebruikt. Als u de instructies heeft gelezen, moet u ze op een veilige plaats opbergen
aanraakpaneel 20
LCD-paneel openen en sluiten 22
Breedbeeldstand wijzigen 23
Beeldinstellingen aanpassen 23
Uw toestel tegen diefstal beveiligen 25
Voorzorgen
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN 6
Veilig rijden 6
Ontladen van de accu voorkomen 7
Voor u begint
Over dit toestel 8
Over deze handleiding 9
Voorzorgen 9
Bij problemen 9
Kenmerken 9
Bescherming van het LCD-scherm 11
LCD comfortabel bekijken 11
Conditiegeheugen 11
Markeringen op DVDs 11
Microprocessor resetten 11
Gebruik en onderhoud van de
Naar een CD luisteren 46
Afspelen stoppen 47
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
CD-functies 47
Herhaalde weergave 48
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 48
Fragmenten op een CD scannen 48
Het afspelen van een CD onderbreken 48
Gewenst fragment zoeken 49
Disctitels invoeren 49
CD TEXT-functies gebruiken 50
MP3 afspelen
Naar MP3 luisteren 51
Afspelen stoppen 52
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
MP3-functies 53
Herhaalde weergave 53
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 53
Mappen en fragmenten scannen 54
Het afspelen van MP3 onderbreken 54
Fragment in de huidige map zoeken 54
Tekstinformatie op een MP3-CD
weergeven 55
Door tekstinformatie op het display
bladeren 55
Mappen uit de mapnaamlijst selecteren 55
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren 56
Multi-CD-speler met 50 discs 57
Inleiding voor geavanceerde bediening van
de multi-CD-speler 57
Herhaalde weergave 58
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 58
CDs en fragmenten scannen 58
Het afspelen van een CD onderbreken 59
ITS-afspeellijsten gebruiken 59
Functies voor disctitels gebruiken 60
CD TEXT-functies gebruiken 61
Compressie en basversterking gebruiken 62
DAB-tuner
Naar de DAB luisteren 63
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functie van de DAB-tuner 64
DAB-display schakelen 64
Frequenties van zenders opslaan en
oproepen 65
Onderbreking van de berichtondersteuning
instellen 65
3
Nl
Page 4
Inhoud
Services uit de beschikbare-servicelijst te
selecteren 66
Service via beschikbare PTY-informatie
zoeken 66
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen 66
Naar service volgen overschakelen 66
Dynamische label gebruiken 67
TV-tuner
TV-tuner kijken 68
Inleiding tot de bediening van de
geavanceerde functies van de TV-
tuner 69
Zenders opslaan en oproepen 69
Sterkste zenders op volgorde opslaan 69
Landengroep selecteren 70
DVD-speler
Disc afspelen 71
DVD-speler in- of uitschakelen 72
Disc selecteren 72
Inleiding tot bediening van de geavanceerde
functies van de DVD-speler 72
Herhaalde weergave 72
Het afspelen van een disc onderbreken 73
Fragmenten in willekeurige volgorde
afspelen 73
Fragmenten op een CD scannen 73
ITS-afspeellijsten gebruiken 73
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen 74
Balansinstelling gebruiken 74
Equalizer gebruiken 75
Lage en hoge tonen aanpassen 76
Loudness-functie aanpassen 77
Uitgangssignaal van de subwoofer
gebruiken 77
Uitgangssignaal van de non-fading
gebruiken 78
High-passfilter gebruiken 78
Niveau van de signaalbron aanpassen 78
Equalizercurven compenseren (EQ-EX) 79
SFEQ instellen (geluidsfocusequalizer) 79
Digitale signalenverwerker (DSP)
Inleiding DSP-aanpassingen 81
Geluidsbereikregeling (SFC) gebruiken 81
Positiekeuze gebruiken 82
Balansinstelling gebruiken 82
Niveau van de signaalbron aanpassen 83
Dynamisch-bereikregeling gebruiken 83
Dual Mono gebruiken 84
Direct Control gebruiken 84
Dolby Pro Logic gebruiken 84
Luidsprekerinstelling instellen 84
Drempelfrequentie selecteren 86
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
aanpassen 86
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen 87
Tijduitlijning aanpassen 87
Equalizer gebruiken 88
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen 90
Ondertitelingstaal instellen 90
Audiotaal instellen 91
Menutaal instellen 91
Extra ondertiteling in- of uitschakelen 92
Weergave van het Camerahoekpictogram
instellen 92
Beeldformaat instellen 92
Kinderbeveiliging instellen 92
Codetype voor de afstandsbediening
instellen 94
4
Nl
Page 5
Inhoud
Begininstellingen
Begininstellingen aanpassen 95
FM-afstemstap instellen 95
Aan/uit zetten van de automatische PI-
zoekfunctie 95
Waarschuwingstoon in-/uitschakelen 96
Externe aansluiting in-/uitschakelen 96
Kleur van de verlichting selecteren 96
Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen 96
Verstoord geluid corrigeren 97
Tijdelijke uitschakeling/demping van het
geluid inschakelen 97
Automatisch afspelen van de disc in- of
uitschakelen 98
Dimmerinstelling voor subdisplay in- of
uitschakelen 98
Navigatiestem/waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen 98
Overige functies
Inleiding instellingen aanpassen 99
Video-ingangssignaal instellen 99
Achteruitrijcamera instellen 99
Video van het achterdisplay selecteren 100
Functie automatisch openen instellen 100
Klok instellen 101
AUX-signaalbron gebruiken 101
Achtergronddisplay in- of uitschakelen 102
Begrippen 114
Technische gegevens 117
Aanvullende informatie
Storingen 104
Foutmeldingen 106
Zorgen voor uw DVD-speler 108
DVD-discs 108
CD-R/CD-RW-discs 108
MP3-bestanden 109
Display correct gebruiken 111
Taalcodekaart voor DVD 113
5
Nl
Page 6
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Lees alle instructies over het display door en
bewaar ze goed zodat u ze nog eens kunt inzien.
1 Lees deze handleiding volledig en aan-
dachtig door voordat u het display gebruikt.
2 Bewaar deze handleiding zodat u hem bij
de hand heeft als u iets niet weet.
3 Let op alle waarschuwingen in deze hand-
leiding en volg de instructies zorgvuldig
op.
4 Laat andere mensen het systeem niet ge-
bruiken tenzij ze de bedieningsaanwijzingen hebben gelezen en begrepen.
5 Monteer het display niet op plaatsen waar
het display (i) het zicht van de bestuurder
kan hinderen, (ii) de prestaties van het bedieningssysteem of veiligheidsmaatregelen van de auto, zoals de airbags, kan
belemmeren of (iii) de bestuurder kan hinderen bij het veilig bedienen van het voertuig.
6 Net als bij andere accessoires in uw auto,
mag het display de aandacht niet afleiden
zodat de veiligheid in gevaar komt. Als u
problemen heeft bij de bediening van het
systeem of het aflezen van het display, zet
de auto dan even aan de kant voordat u
veranderingen aanbrengt.
7 Probeer het display niet zelf te monteren
en voer geen onderhoud uit. Montage of
onderhoudswerkzaamheden aan het display door mensen zonder de juiste bevoegdheid of ervaring in elektronische
apparatuur en auto-accessoires kan gevaarlijk zijn en elektrische schokken of andere gevaren veroorzaken.
8 Draag altijd uw veiligheidsgordel als u in
de auto rijdt. Als u bij een ongeval betrokken raakt, kunnen uw verwondingen veel
ernstiger zijn als u uw veiligheidsgordel
niet op de juiste manier draagt.
Veilig rijden
WAARSCHUWING
! Om ongelukken en het mogelijk breken van
geldende wetten te voorkomen mag dit toestel
niet worden gebruikt met een videoscherm
dat zichtbaar is voor de bestuurder.
! In sommige landen of staten kan het bekijken
van beelden op een display in een voertuig,
zelfs bij mensen die niet achter het stuur zitten, illegaal zijn. Als dergelijke voorschriften
van toepassing zijn, moet u zich hieraan houden.
Dit toestel neemt waar of de handrem van de
auto wel of niet is ingeschakeld en voorkomt
dat u een DVD of TV op het display kijkt terwijl
u rijdt. Als u probeert naar een DVD of de TV te
kijken, verschijnt de waarschuwing VIDEO
VIEWING IS NOT AVAILABLE WHILE DRIVING op het scherm.
Als u naar een DVD of de TV wilt kijken, kunt u
de auto op een veilige plek parkeren en de
handrem inschakelen.
Als u een display gebruikt dat op
REAR MONITOR OUT is aangesloten
De REAR MONITOR OUT van dit toestel is
voor aansluiting van een display zodat passagiers op de achterbank naar een DVD of de TV
kunnen kijken.
WAARSCHUWING
Monteer het display NOOIT zodanig dat de bestuurder naar een DVD of naar de TV kan kijken
tijdens het rijden.
6
Nl
Page 7
Voorzorgen
Ontladen van de accu
voorkomen
Zorg dat de motor draait als u dit toestel gebruikt. Als u dit toestel gebruikt terwijl de
motor niet draait, loopt de accu leeg.
WAARSCHUWING
Gebruik het toestel niet met autos zonder ACCpositie.
Hoofdstuk
01
Voorzorgen
7
Nl
Page 8
Hoofdstuk
02
Voor u begint
Over dit toestel
Dit product voldoet aan de eisen met betrekking tot de EMS-richtlijnen (89/336/EEC, 92/31/
EEC) en de CE-markeringrichtlijn (93/68/EEC).
! De tunerfrequenties op dit toestel zijn voor
gebruik in West-Europa, Azië, het MiddenOosten, Afrika en Oceanië. Bij gebruik in
andere gebieden kan de ontvangst storen.
De RDS-functie werkt alleen in gebieden
waar FM-zenders RDS-signalen uitzenden.
Afspeelbare discs
In deze speler kunnen DVDs, Video-CDsen
CDs met het onderstaande logo worden afgespeeld.
DVD-video
Video-CD
CD
Opmerking
U kunt geen audio-DVDs op dit toestel afspelen.
Deze speler kan alleen discs met de bovenstaande markeringen afspelen.
Regionummers voor DVD-video
DVD-videos met onbruikbare regionummers
kunnen niet op deze speler worden gebruikt.
Het regionummer van de speler staat op de
onderzijde van dit toestel.
De onderstaande afbeelding toont de regios
en de bijbehorende regionummers.
Indien gecombineerd met een
Pioneer navigatie-eenheid
Als u dit toestel in combinatie met een Pioneer
DVD-navigatie-eenheid gebruikt, moet u altijd
de kaartdisc CNDV-30 gebruiken. In deze
handleiding wordt de bediening beschreven
bij gebruik van deze kaartdisc.
Als u niet de kaartdisc CNDV-30 met de navigatie-eenheid gebruikt, maar een oudere versie, kunnen de volgende defecten of storingen
optreden:
! De ENTERTAINMENT-toets en de WIDE-
toets werken niet als de NAVI-toets en de
NAVI MENU-toets.
! NAVI (navigatie-eenheid), zoals DVD-video
van de gecombineerde Pioneer navigatieeenheid met DVD-videoweergave, kan niet
als bron gekozen worden.
! In Bij NAV MIXING kunnen de andere in-
stellingen dan ALL niet gekozen worden.
! Het spraakherkenning-bedieningssysteem
van de gecombineerde Pioneer navigatieeenheid werkt niet juist. De spraakbediening voor de navigatie-eenheid werkt wel,
maar de spraakbediening die verband
houdt met de AV-apparatuur werkt niet.
8
Nl
Page 9
Voor u begint
Hoofdstuk
02
! De route-instructies van de gecombineerde
Pioneer navigatie-eenheid zullen niet juist
werken wanneer een ander bronbeeld
wordt weergegeven. De gesproken instructies zullen wel werken, maar de instructies
op het beeldscherm (zoals overschakelen
naar een uitvergrote kaart van een kruispunt) zullen niet werken.
! NAVI (navigatie-eenheid achtergrond) kan
niet gekozen worden als achtergrondscherm.
Over deze handleiding
Dit toestel heeft een aantal geavanceerde
functies waardoor de ontvangst en de bediening optimaal zijn. Deze functies zijn zodanig
ontworpen dat ze gemakkelijk in gebruik zijn,
maar ze spreken niet altijd voor zich. Deze bedieningshandleiding helpt u de mogelijkheden
van dit toestel volledig te benutten en uw luisterplezier te vergroten.
We raden u aan deze functies en het gebruik
ervan te leren kennen door middel van de
handleiding voordat u het toestel gebruikt. Het
is met name belangrijk dat u de voorzorgsmaatregelen op deze bladzijde en in andere
delen leest en aanhoudt.
Op de onderzijde van dit toestel
CLASS 1
LASER PRODUCT
Op de bovenzijde van dit toestel
CAUTION :
VORSICHT :
ADVARSEL :
VARNING :
VARO! :
! De Pioneer CarStereo-Pass wordt alleen in
Duitsland gebruikt.
! Houd deze handleiding bij de hand om be-
dieningsprocedures en te nemen voorzorgsmaatregelen in op te zoeken.
! Houd het volume te allen tijde zo laag dat u
geluiden van buiten de auto kunt blijven
horen.
! Bescherm dit toestel tegen vocht.
! Als de accu losgekoppeld wordt of leeg
raakt, zal het voorkeuzegeheugen worden
gewist en zult u het toestel opnieuw moeten programmeren.
VISIBLE AND INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN.
AVOID EXPOSURE TO BEAM.
SICHTBARE UND UNSICHTBARE LASERSTRAHLUNG, WENN
ABDECKUNG GE…FFNET NICHT DEM STRAHL AUSSETZEN!
SYNLIG OG USYNLIG LASERSTR LING VED BNING UNDG
UDS®TTELSE FOR STRËLING.
SYNLIG OCH OSYNLIG LASERSTR LNING N R DENNA DEL R
…PPNAD BETRAKTA EJ STR LEN.
AVATTAESSA ALTISTUT N KYV JA N KYM TT…M LLE
LASERSATEIL YLLE. L KATSO S TEESEN.
VRW1860
Voor u begint
Voorzorgen
! Dit product heeft een laserdiode met een
hogere klasse dan 1. Om de veiligheid te
garanderen mag u geen afdekkingen verwijderen of toegang proberen te krijgen tot
de binnenkant van dit product. Onderhoud
moet door bevoegd personeel worden uitgevoerd. Het volgende waarschuwingslabel
staat op uw toestel.
Plaats:
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw dealer of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer Service-station raadplegen.
Kenmerken
Bediening van het aanraakpaneel
U kunt dit toestel met een aanraakpaneel gebruiken.
Nl
9
Page 10
Hoofdstuk
02
Voor u begint
DVD-video afspelen
U kunt DVD-video, DVD-R (video-stand) en
DVD-RW (videostand) afspelen.
Video-CDs met PBC-compatibiliteit
U kunt video-CDs met PBC (afspeelregeling)
afspelen.
CDs afspelen
Het is mogelijk om een CD/CD-R/CD-RW af te
spelen.
MP3-bestanden afspelen
U kunt MP3-bestanden op CD-ROM/CD-R/CDRW afspelen (standaardopnamen ISO9660 niveau 1/niveau 2).
! Dit product is alleen voor niet-commercieel
privé-gebruik. Het mag niet in een commerciële omgeving (waarbij geld wordt verdiend), via uitzendingen (over land, via
satelliet, kabels en/of andere media), via
uitzendingen via internet, via een intranet
en/of andere netwerken of in andere elektronische systemen, zoals betaalradio of
audio-op-aanvraag, worden verspreid. Hiervoor is een aparte vergunning nodig. Kijk
voor meer informatie op
http://www.mp3licensing.com.
NTSC/PAL-compatibiliteit
Dit toestel is compatibel met een NTSC/PALsysteem. Als u andere onderdelen op dit toestel aansluit, moeten deze onderdelen compatibel zijn met hetzelfde videosysteem. Anders
worden de beelden niet juist weergegeven.
Compatibiliteit met Dolby Digital/DTS
Als u dit toestel met een multikanaalverwerker
van Pioneer gebruikt, kunt u van de sfeer en
opwinding van DVD-films en muzieksoftware
met 5.1-kanaalsopnamen genieten.
! Gefabriceerd onder licentie van Dolby Labo-
ratories. Dolby en het symbool double-D
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
! DTS is een geregistreerd handelsmerk
van Digital Theater Systems, Inc.
Meerdere beeldformaten
Schakelen tussen breedbeeld, brievenbus en
panscan-weergave is mogelijk.
Meerdere audiosystemen
U kunt schakelen tussen meerdere audiosystemen die op een DVD zijn opgenomen.
Multi-ondertiteling
U kunt schakelen tussen meerdere ondertitelingssystemen die op een DVD zijn opgenomen.
Multicamerahoek
U kunt schakelen tussen meerdere camerapunten van een scène die op een DVD zijn opgenomen.
Opmerking
Dit product heeft technologie ter bescherming
van de auteursrechten. Deze is beschermd door
claims van bepaalde VS-patenten en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en andere eigenaren van rechten. Voor
gebruik van deze technologie voor auteursrechtenbescherming moet toestemming worden verkregen van Macrovision Corporation. Deze
technologie is bedoeld voor gebruik thuis en mag
niet publiekelijk worden gebruikt tenzij Macrovision Corporation anders heeft besloten. Nabouwen
of demontage is verboden.
10
Nl
Page 11
Voor u begint
Hoofdstuk
02
Bescherming van het LCDscherm
! Zorg dat er geen direct zonlicht op het dis-
play valt als dit toestel niet worden gebruikt. Overmatige blootstelling aan direct
zonlicht kan storingen in het LCD-scherm
veroorzaken door de hoge temperaturen.
! Als u een draadloze telefoon heeft, houd de
antenne van de draadloze telefoon dan uit
de buurt van het display om te voorkomen
dat de video wordt verstoord door vlekken,
gekleurde strepen, etc.
LCD comfortabel bekijken
Vanwege de bouw van het LCD-scherm is de
kijkhoek van het scherm beperkt. De kijkhoek
(verticaal en horizontaal) kan echter worden
vergroot door BRIGHT te gebruiken om de
zwarte densiteit van het beeld aan te passen.
Als u het scherm voor het eerst gebruikt, moet
u de zwarte densiteit afstellen volgens de kijkhoek (verticaal en horizontaal) om duidelijk
beeld te krijgen. U kunt ook DIMMER gebruiken om de helderheid van het LCD-scherm
naar eigen wens aan te passen.
Conditiegeheugen
Deze functie slaat audiotaal, ondertitelingstalen, aantal camerahoeken en beeldformaat op
voor maximaal 30 CDs tijdens het afspelen.
De uiteindelijke instellingen tijdens het afspelen van een disc worden zonder extra handeling opgeslagen. Als een CD de volgende keer
weer wordt afgespeeld, worden de vorige instellingen automatisch gebruikt.
! Bij sommige discs worden de audiotaal en
ondertitelingstaal automatisch gegeven.
Het conditiegeheugen werkt dan niet.
! Als het aantal discs meer dan 30 wordt,
worden de instellingen van de laatste disc
op de plaats van die van de minst recente
disc gezet.
Markeringen op DVDs
De onderstaande markeringen vindt u terug
op labels en verpakkingen van DVDs. Ze
geven het type beeld en audio op de disc en
de functies die u kunt gebruiken aan.
MarkeringBetekenis
2
3
16 : 9 LB
ALL
Aantal audiosystemen.
2
Aantal ondertitelingstalen.
Aantal camerahoeken.
Beeldgrootte (type beeldformaat: verhouding breedte-hoogte van het
scherm).
2
Nummer van de regio waar afspelen
mogelijk is.
Verboden handelingen
Als u naar een DVD kijkt en u probeert een bepaalde handeling uit te voeren, kan deze soms
niet worden uitgevoerd door de programmeerinstellingen op de disc. Als dit gebeurt, geeft
het toestel het pictogram
scherm.
! Bij sommige discs verschijnt het pictogram
niet.
weer op het
Microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, kunt u de microprocessor opnieuw instellen op de begininstellingen
zonder dat u het conditiegeheugen verandert.
De microprocessor moet in de volgende situaties worden gereset:
! Voor het eerste gebruik van dit toestel na
montage
! Als het toestel niet juist werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen.
1 Zet de contactschakelaar UIT.
Voor u begint
11
Nl
Page 12
Hoofdstuk
02
Voor u begint
2 Druk met een pen of een ander scherp
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Opmerkingen
! Als u op RESET drukt terwijl u een navigatie-
eenheid van Pioneer gebruikt, moet ACC OFF
geselecteerd zijn. Als ACC ON is geselecteerd,
kan een juiste bediening niet mogelijk zijn,
zelfs niet als u op RESET drukt.
! Nadat u de aansluitingen heeft voltooid of als
u alle opgeslagen instellingen wilt verwijderen
of het toestel op zijn begininstellingen wilt zetten, zet u de motor op ON of zet u het contactslot op ACC ON voordat u op RESET drukt.
Gebruik en onderhoud van
de afstandsbediening
Batterij installeren
Haal de schuif uit de achterzijde van de afstandsbediening en doe de batterij er met de
pluspool (+) en de minpool () in de juiste
richting in.
! Als u de afstandsbediening voor het eerst
gebruikt, moet u eerst het plastic uit de
schuif trekken.
WAARSCHUWING
Houd de batterij uit de buurt van kinderen. Raadpleeg onmiddellijk een arts als de batterij wordt
ingeslikt.
WAARSCHUWING
! Gebruikt slechts een lithium CR2025 (3 V)-
batterij.
! Verwijder de batterij als de afstandsbediening
langer dan een maand niet wordt gebruikt.
! De batterij mag niet worden opgeladen, uit
elkaar gehaald, verwarmd of in het vuur worden gegooid.
! Raak de batterij niet aan met metalen gereed-
schap.
! Bewaar de batterij niet bij metalen gereed-
schap.
! Als de batterij lekt, moet u de afstandsbedie-
ning helemaal schoon vegen en een nieuwe
batterij plaatsen.
! Als u gebruikte batterijen weggooit, zorg dan
dat u voldoet aan de wettelijke bepalingen of
milieuregels die in uw land/regio gelden.
Afstandsbediening gebruiken
Wijs met de afstandsbediening in de richting
van het voorpaneel.
! De afstandsbediening kan minder goed
werken in direct zonlicht.
Belangrijk
! Berg de afstandsbediening niet op op plekken
met hoge temperaturen of in direct zonlicht.
! Laat de afstandsbediening niet op de grond
vallen, omdat hij onder het rem- of gaspedaal
terecht kan komen.
12
Nl
Page 13
12453
6
7
a
cdefghilk9j8b
Wat is wat
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Hoofdtoestel
1 DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse displays.
2 TA/NEWS-toets
Druk hierop om de functie voor de weergave
van verkeersberichten in of uit te schakelen.
Houd deze toets ingedrukt om de NEWSfunctie in of uit te schakelen.
3 Omgevingsverlichtingsensor
Neemt omgevingsverlichting waar. Dit systeem past de helderheid van het display aan
ter compensatie van licht uit de omgeving.
4 FLIP DOWN/CLOCK-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel tijdelijk horizontaal te draaien als het LCD-paneel rechtop staat.
Druk deze toets in om de weergave van de
klok in of uit te schakelen als het LCD-paneel gesloten is.
5 OPEN/CLOSE-toets
Druk deze toets in om het LCD-paneel te
openen of sluiten.
6 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achtergrondweergaven te schakelen.
7 WIDE-toets
Druk deze toets in om de gewenste stand
voor vergroting van een beeld van 4:3 naar
16:9 te selecteren.
8 MENU-toets
Houd deze toets ingedrukt om het beeldaanpassingsmenu weer te geven.
13
Nl
Page 14
Hoofdstuk
03
Wat is wat
9 RESET-toets
Druk deze toets in om de fabrieksinstellingen weer in te stellen (begininstellingen).
a DETACH-toets
Druk deze toets in om het voorpaneel van
het hoofdtoestel te verwijderen.
b EJECT-toets
Druk deze toets in om een disc uit dit toestel
te werpen.
c Joystick
Voor handmatig instellen, snel vooruit, achteruit en het zoeken van een fragment.
Wordt ook gebruikt om functies te gebruiken.
d EQ-toets
Druk op deze toets om de verschillende
equalizercurven te selecteren.
e BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit een van
de drie FM- of MW/LW-frequentiebanden
(MG/LG) en om de instelling van een bepaalde functie te annuleren.
i REAR ON-toets
Druk op deze toets om een DVD/video-CD te
bekijken op een achterdisplay als DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als signaalbron
is ingeschakeld.
j Laadsleuf voor de disc
Doe een disc in de speler.
k SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaalbron te selecteren. Druk op deze toets om
alle beschikbare signaalbronnen langs te
gaan.
l VOLUME
Draai deze toets om het volume te verhogen
of te verlagen.
f ANGLE (+/)-toets
Druk deze toets in om de hoek van het LCDpaneel te wijzigen.
g ATT-toets
Druk deze toets in om het geluid snel te
dempen met ongeveer 90%. Druk nog een
keer om het oorspronkelijke volume weer te
krijgen.
h BACK/TEXT-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
het vorige display.
Houd deze toets ingedrukt om weergave van
radiotekst in of uit te schakelen.
14
Nl
Page 15
5
1
234
6
7
8
9
a
b
d
e
c
f
g
i
k
m
o
p
h
Wat is wat
Hoofdstuk
03
Wat is wat
Afstandsbediening
1 Selectieschakelaar afstandsbediening
Schakel over om de instelling van de afstandsbediening te wijzigen. Zie Codetypevoor de afstandsbediening instellen op bladzijde 94 voor meer informatie.
2 VOLUME-toets
Druk op deze toets om het volume te verhogen of te verlagen.
3 REAR.S-toets
Druk op deze toets om een DVD/video-CD te
bekijken op een achterdisplay als DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als signaalbron
is ingeschakeld.
4 SOURCE-toets
Dit toestel wordt aangezet door een signaalbron te selecteren. Druk op deze toets om
alle beschikbare signaalbronnen langs te
gaan.
5 Joystick
Voor handmatig instellen, snel vooruit, achteruit en het zoeken van een fragment.
Wordt ook gebruikt om functies te gebruiken.
6 Bedieningschakelaar afstandsbediening
Hiermee kunt u de bedieningsstand op de
standen AVH, DVD of TV zetten. Normale
stand is AVH.
! AVH Voor de dagelijkse bediening van
dit toestel
! DVD Alleen voor het afspelen van
DVDs
! TV Alleen voor het gebruik van de TV-
tuner
Zie Bedieningsschakelaar van de afstandsbe-diening gebruiken op de volgende bladzijde
voor meer informatie.
7 BACK-toets
Druk op deze toets om terug te keren naar
het vorige display.
15
Nl
Page 16
Hoofdstuk
03
Wat is wat
8 BAND/ESC-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit een van
de drie FM- of MW/LW-frequentiebanden
(MG/LG) en om de instelling van een bepaalde functie te annuleren.
9 ENTERTAINMENT-toets
Druk op deze toets om tussen de achtergrondweergaven te schakelen.
a FORWARD-toets (n)
Druk op deze toets om snel vooruit te spoelen.
b STOP-toets (g)
Druk op deze toets om het afspelen te stoppen.
c NEXT-toets (p)
Druk op deze toets om naar het volgende
fragment (hoofdstuk) te gaan.
d CLEAR-toets
Druk op deze toets om het invoernummer te
annuleren terwijl 010 wordt gebruikt.
e 010-toetsen
Druk hierop om rechtstreeks het gewenste
fragment, voorkeuze-afstemming of disc te
kiezen. Met de 16 toetsen kan de voorkeuze-afstemming voor de tuner of de discsnummer-zoekfunctie voor de multi-CDspeler worden bediend.
f PREVIOUS-toets (o)
Druk op deze toets om naar het vorige fragment (hoofdstuk) te gaan.
g REVERSE-toets (m)
Druk op deze toets om snel achteruit te
spoelen.
h PLAY/PAUSE-toets (f)
Druk op deze toets om tussen afspelen en
pauze te schakelen.
i ANGLE-toets
Druk op deze toets om de camerahoek bij
het afspelen van een DVD te wijzigen.
j STEP-toets (r/q)
Druk op deze toets om beeld voor beeld
vooruit te gaan bij het afspelen van een
DVD/video-CD. Houd deze toets een seconde ingedrukt voor langzaam afspelen.
k SUBTITLE (SUB.T)-toets
Druk op deze toets om de ondertitelingstaal
bij het afspelen van een DVD te wijzigen.
l DISPLAY-toets
Druk op deze toets om te kiezen uit de diverse displays.
m AUDIO-toets
Druk op deze toets om de audiotaal bij het
afspelen van een DVD te wijzigen.
n RETURN-toets
Druk op deze toets om het PBC-menu (afspeelregeling) tijdens het afspelen weer te
geven.
o MENU-toets
Druk op deze toets om het DVD-menu bij
het afspelen van een DVD weer te geven.
p TOP MENU (TOP.M)-toets
Druk op deze toets om terug te gaan naar
het hoofdmenu bij het afspelen van een
DVD.
Bedieningsschakelaar van de
afstandsbediening gebruiken
Deze afstandsbediening heeft drie bedieningsstanden.
16
Nl
Page 17
Wat is wat
Hoofdstuk
03
AVH-stand
Als u de afstandsbediening van dit toestel gebruikt, staat de stand op AVH.
! De joystick op de afstandsbediening kan
dezelfde handelingen uitvoeren als de toetsen op het hoofdtoestel. De joystick kan dezelfde handelingen uitvoeren als de toetsen
a, b, c en d op het aanraakpaneel.
! Met 16 kunnen dezelfde handelingen als
de toetsen voor het afstemmen op een
voorkeuzezender PRESET 1PRESET 6 en
de toetsen voor keuze van een disc 0106
worden uitgevoerd.
Als u een disc op een van de plekken 7
t/m 12 wilt kiezen met behulp van 16,
moet u de bij die nummers behorende
toetsen, bijvoorbeeld toets 1 voor disc 7,
ingedrukt houden totdat het discnummer op het display verschijnt.
DVD-stand
Als u de stand wijzigt in DVD, worden de joystick en de handelingen met 010 voor de DVDspeler gewijzigd.
% Als u de volgende functies wilt gebruiken, moet het toestel in stand DVD staan:
! Gebruik van het DVD-menu met behulp van
de joystick. (Raadpleeg DVD-menu bedienen
op bladzijde 36.)
! Gebruik van het PBC-menu met behulp van
010. (Raadpleeg Video-CDs bekijken op
bladzijde 41.)
! Specificatie van een titel of nummer met
behulp van 010. (Raadpleeg Titel
specificeren op bladzijde 39 en Fragment
specificeren op bladzijde 44.)
TV-stand
Als u de achteruitgang op de TV-tuner gebruikt, kunt u het TV-beeld apart op het display
achter bekijken. Als u de TV apart op het display achter wilt bedienen, moet het toestel in
stand TV staan. In dit geval wordt de bediening van de joystick voor de TV veranderd.
! Raadpleeg voor meer informatie over de be-
diening de bedieningshandleiding van de
TV-tuner.
% Als u de volgende functies alleen op
het display achter wilt gebruiken, moet het
toestel in stand TV staan:
! Handmatig of automatisch afstemmen
door de joystick links of rechts te bewegen.
! Voorkeuzezenders oproepen door de joys-
tick omhoog of omlaag te bewegen.
! De landengroep selecteren door met de
joystick te klikken en deze vervolgens links
of rechts te bewegen.
Opmerking
Als u de stand op TV zet, kunt u SOURCE en
VOLUME niet gebruiken, met uitzondering van
de joystick.
Wat is wat
Opmerking
Als het toestel in stand DVD zet, kunt u de volgende toetsen niet gebruiken; BACK,
ENTERTAINMENT en DISPLAY.
17
Nl
Page 18
1
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
U kunt de signaalbron kiezen waarnaar u wilt
luisteren. Als DVD AUTO is ingeschakeld,
kunt u een disc in het toestel steken om over
te schakelen naar DVD (raadpleeg Automa-tisch afspelen van de disc in- of uitschakelen op
bladzijde 98).
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
en daarna de gewenste signaalbronnaam
aan.
De namen van de signaalbronnen worden
weergegeven en de bronnen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
! DVD Ingebouwde DVD-speler
! S-DVD DVD-speler/multi-DVD-speler
! M-CD Multi-CD-speler
! TUNER Tuner
! TV Televisie
! AV Video-ingang
! EXT-1 Extern toestel 1
! EXT-2 Extern toestel 2
! AUX AUX
! DAB Digitale audio-uitzending
! NAVI Navigatie-eenheid
! SOURCE OFF Toestel uitzetten
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
% Als u de toets gebruikt, drukt u op
SOURCE om een signaalbron te selecteren.
Druk herhaaldelijk op SOURCE om te schakelen tussen de volgende signaalbronnen:
DAB (digitale audio-uitzending)TUNER
(tuner)TV (televisie)AV (video-ingang)
DVD (ingebouwde DVD-speler)S-DVD
(DVD-speler/multi-DVD-speler)M-CD (multiCD-speler)EXT-1 (extern toestel 1)EXT-2
(extern toestel 2)AUX (AUX)NAVI (navigatie-eenheid)
Opmerkingen
! In de volgende gevallen zal de ingestelde sig-
naalbron niet veranderen:
Wanneer er geen met de gekozen signaal-
bron overeenkomend toestel is aangesloten op dit toestel.
Wanneer er geen disc in het toestel zit.
Wanneer er geen disc in de DVD-speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-CD-
speler zit.
Wanneer er geen magazijn in de multi-
DVD-speler zit.
Wanneer de AUX (extra ingangsaanslui-
ting) is uitgeschakeld (raadpleeg bladzijde
96).
Als de AV (video-ingang) niet is ingesteld
op VIDEO (raadpleeg bladzijde 99).
! Extern toestel verwijst naar een Pioneer-pro-
duct (bijvoorbeeld toekomstige producten)
waarmee de basisfuncties van dit toestel kunnen worden gebruikt, ook al is het geen compatibele signaalbron. Via dit toestel kunnen
twee externe toestellen worden bediend. Als
er twee externe toestellen zijn aangesloten,
geeft het toestel ze automatisch de namen extern toestel 1 of extern toestel 2.
! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel
is aangesloten op de bedieningsaansluiting
18
Nl
Page 19
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
van de automatische antenne van uw auto, zal
deze antenne uitschuiven wanneer de signaalbron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u
de bron uitschakelt, wordt de antenne weer ingeschoven.
Als u een navigatie-eenheid van Pioneer gebruikt, wordt de antenne van de auto uitgeschoven. Het maakt daarbij niet uit of u het
toestel in- of uitschakelt.
Disc insteken
% Doe een disc in de disc-laadsleuf.
Het afspelen zal automatisch beginnen.
# Als DVD AUTO is uitgeschakeld, raak dan het
bronpictogram aan en raak vervolgens DVD aan
om DVD te selecteren (raadpleeg de vorige bladzijde).
# Als er een disc in het toestel zit, raakt u het
bronpictogram aan en daarna DVD om DVD te
selecteren.
# Druk op EJECT om een disc uit te werpen.
Opmerkingen
! De DVD-speler kan één standaard-disc van 12
of 8 cm (single) afspelen. Gebruik geen adapter als u discs van 8 cm afspeelt.
! Plaats geen andere dingen dan een disc in de
disc-laadsleuf. Andere discs die kunnen worden afgespeeld, worden vermeld in Afspeel-bare discs op bladzijde 8.
! Als een disc er niet helemaal in gaat of niet
begint te spelen als er een disc in de speler
zit, controleer dan of het label van de disc
omhoog zit. Druk EJECT om de disc uit te werpen en controleer de disc op beschadigingen
voordat u de disc er opnieuw in plaatst.
! Als de DVD-speler niet naar behoren functio-
neert, is het mogelijk dat er een foutmelding,
bijvoorbeeld ERROR-11, op het display verschijnt. Raadpleeg Foutmeldingen op bladzijde
106.
Volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Draai op het hoofdtoestel VOLUME om het
volume te verhogen of te verlagen.
Druk met de afstandsbediening op VOLUME
om het volume te verhogen of te verlagen.
Toestel uitschakelen
% Als u de toetsen van het aanraakpaneel
gebruikt, raakt u eerst het bronpictogram
en daarna SOURCE OFF aan.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
% Als u de toets gebruikt, moet u SOURCE
ingedrukt houden tot het toestel uit
gaat.
Display achter gebruiken
U kunt een DVD/Video-CD op het display achter bekijken, ongeacht of DVD (ingebouwde
DVD-speler) als signaalbron is ingeschakeld.
! Als u een DVD/Video-CD alleen op het dis-
play achter bekijkt, moet u de stand op de
afstandsbediening op DVD zetten. U kunt
het afspelen van een DVD/Video-CD op het
display achter onafhankelijk van de afstandsbediening regelen. (Raadpleeg bladzijde 16.)
WAARSCHUWING
Als u het afspelen van een DVD/Video-CD heeft
ingeschakeld via de toets REAR ON, kunt u dit
niet uitschakelen, zelfs niet als u SOURCE ingedrukt houdt. Druk in dat geval op REAR ON om
het afspelen van een DVD/Video-CD uit te schakelen.
Basishandelingen
19
Nl
Page 20
1
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
% Druk op REAR ON om een DVD/VideoCD te bekijken op het display achter als
DVD (ingebouwde DVD-speler) niet als signaalbron is ingeschakeld.
Het afspelen van een DVD/Video-CD wordt ingeschakeld en de verlichtingskleur van
REAR ON krijgt een andere kleur dan de andere toetsen.
# U kunt het afspelen van de DVD/Video-CD ook
inschakelen door op REAR.S op de afstandsbediening te drukken.
# Druk opnieuw op REAR ON om het afspelen
van de DVD/Video-CD uit te schakelen.
Opmerking
Als er een Pioneer-navigatie-eenheid op dit toestel is aangesloten, kan de navigatievideo op het
display achter worden weergegeven. (Raadpleeg
bladzijde 100.)
Navigatievideo weergeven
U kunt de navigatiekaart en het navigatiemenu
op dit display weergeven.
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een navigatie-eenheid van Pioneer is
aangesloten op het toestel.
Navigatiekaart weergeven
% Druk op ENTERTAINMENT op het
hoofdtoestel om de navigatiekaart weer te
geven.
# Als u heeft in- of uitgezoomd op de kaart,
keert u met een druk op deze toets terug naar de
kaart van uw omgeving.
Navigatiemenu weergeven
% Druk op WIDE op het hoofdtoestel om
het navigatiemenu weer te geven.
Op de navigatievideo
overschakelen
% Druk op MENU op het hoofdtoestel om
het display op de navigatievideo te zetten.
# Druk opnieuw op MENU op het hoofdtoestel
om terug te keren naar de video van elke
signaalbron.
Basisbediening van de toetsen
op het aanraakpaneel
Toetsen op het aanraakpaneel
activeren
1 Toetsen op het aanraakpaneel
Raak de toetsen aan om handelingen uit te
voeren.
1 Raak het scherm aan om de toetsen
van het aanraakpaneel die met elke signaalbron overeenkomen te activeren.
De toetsen van het aanraakpaneel verschijnen
op het display.
# Raak d aan om naar de volgende toetsen van
het aanraakpaneel te gaan.
2 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
# U kunt de toetsen van het aanraakpaneel ook
verbergen door op BAND/ESC te drukken.
20
Nl
Page 21
1
4
5
2
3
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
Menu bedienen
1 FUNCTION-toets
Raak deze toets aan om functies voor elke
signaalbron te selecteren.
2 AUDIO-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de diverse toonregelingen.
3 SETUP-toets
Raak deze toets aan om te kiezen uit de diverse instellingsfuncties.
4 BACK-toets
Raak deze toets aan om terug te keren naar
het vorige display.
5 ESC-toets
Raak deze toets aan om de regelstand van
de functies te annuleren.
1 Raak A.MENU aan om MENU weer te
geven.
MENU verschijnt op het display.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
2 Raak de gewenste toets aan om de
namen van functies die u wilt gebruiken
weer te geven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
3 Raak ESC aan om terug te keren naar
het display van elke signaalbron.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Menu met behulp van de joystick
bedienen
U kunt de meeste menufuncties ook met de
joystick bedienen.
! Zet de afstandsbediening in de stand AVH
om het menu met de joystick op de afstandsbediening te bedienen. (Raadpleeg
bladzijde 16.)
1 Klik met de joystick tijdens de weergave van elke signaalbron om MENU weer
te geven.
MENU verschijnt op het display.
2 Beweeg de joystick omhoog en omlaag
en klik daarna om de namen van de functies die u wilt gebruiken weer te geven.
# Beweeg de joystick naar NEXT en klik ermee
om naar de volgende groep functienamen te
gaan.
# Beweeg de joystick naar PREV en klik ermee
om naar de vorige groep functienamen te gaan.
3 Druk op BAND/ESC om terug te keren
naar de weergave van elke signaalbron.
# Als u op BACK/TEXT drukt, gaat u terug naar
de vorige weergave.
Basishandelingen
21
Nl
Page 22
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
LCD-paneel openen en sluiten
Het LCD-paneel wordt automatisch geopend
of gesloten als de contactschakelaar in of uit
wordt geschakeld. U kunt deze functie voor automatisch sluiten of openen uitschakelen.
(Raadpleeg bladzijde 100.)
! De functie automatisch openen/sluiten be-
dient het display als volgt.
Als de contactschakelaar UIT wordt ge-
schakeld terwijl het LCD-paneel open is,
zal het LCD-paneel na zes seconden
sluiten.
Als de contactschakelaar opnieuw IN
wordt geschakeld (of op ACC wordt
gezet), opent het LCD-paneel automatisch.
Als u het voorpaneel verwijdert of beves-
tigt, zal het LCD-paneel automatisch
sluiten of openen. (Raadpleeg bladzijde
25.)
! Als de contactschakelaar UIT wordt gezet
nadat het LCD-paneel is gesloten, gaat het
LCD-paneel niet opnieuw open als u de
contactschakelaar weer inschakelt (of op
ACC zet). Druk in dat geval op
OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te openen.
! Als u het LCD-paneel sluit, kunt u het beste
nog even controleren of het volledig gesloten is. Als het LCD-paneel maar half gesloten is, kan het paneel beschadigd raken als
u het zo laat staan.
% Druk op OPEN/CLOSE om het LCD-paneel te openen.
# Druk opnieuw op OPEN/CLOSE om het LCD-
paneel te sluiten.
! Zorg dat u op ANGLE (+/) drukt als u de
hoek van het LCD-paneel afstelt. Als u kracht
gebruikt bij het afstellen van het LCD-paneel,
kunt u het beschadigen.
% Druk op ANGLE (+/) om het LCD-pa-
neel zo af te stellen dat het aangenamer
kijkt.
De hoek van het LCD-paneel blijft veranderen
zolang u ANGLE (+/) ingedrukt houdt.
# De afgestelde hoek van het LCD-paneel wordt
opgeslagen en automatisch opgevraagd als het
LCD-paneel weer wordt geopend.
Hoek van het LCD-paneel afstellen
Belangrijk
! Als u het LCD-paneel tegen de console of het
dashboard van de auto hoort tikken, moet u
op ANGLE () drukken om het LCD-paneel
iets naar voren te bewegen.
22
Nl
Page 23
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
LCD-paneel horizontaal draaien
Als het LCD-paneel rechtop staat en de bediening van de airconditioning belemmert, kan
het paneel tijdelijk horizontaal worden gedraaid.
% Druk op FLIP DOWN/CLOCK om het
LCD-paneel te horizontaal te draaien.
# Druk opnieuw op FLIP DOWN/CLOCK om
terug te keren naar de originele stand.
# Het LCD-paneel gaat 10 seconden na de bediening automatisch met piepjes terug in de originele positie.
Breedbeeldstand wijzigen
U kunt de gewenste stand voor vergroting van
een beeld van 4:3 naar 16:9 selecteren.
% Druk op WIDE en selecteer de gewenste instelling.
Druk herhaaldelijk op WIDE om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
FULL (volledig)JUST (passend)CINEMA
(cinema)ZOOM (zoom)NORMAL (normaal)
# Als er een navigatie-eenheid van Pioneer is
aangesloten op het toestel, selecteert u de gewenste instelling door WIDE ingedrukt te houden. Druk herhaaldelijk op WIDE en houd de
toets ingedrukt om tussen de instellingen te
schakelen.
FULL (volledig)
Een beeld van 4:3 wordt alleen horizontaal vergroot, waardoor u een TV-beeld van 4:3 (normaal)
krijgt zonder weggevallen delen.
het beeld ongelijk aan doet, ook niet bij een breed
beeld.
CINEMA (cinema)
Het beeld wordt in dezelfde verhouding vergroot
als FULL of ZOOM in de horizontale richting en
in een tussenliggende verhouding tussen FULL
en ZOOM in verticale richting; dit is ideaal voor
een bioscoopbeeld (breedbeeld) waarbij de ondertiteling buiten het beeld staat.
ZOOM (zoom)
Een beeld van 4:3 wordt in dezelfde verhouding
vergroot, zowel verticaal als horizontaal; ideaal
voor bioscoopbeeld (breedbeeld).
NORMAL (normaal)
Het beeld van 4:3 wordt zoals hij is weergegeven;
het beeld is niet ongelijk omdat de verhoudingen
hetzelfde zijn als voor normaal beeld.
Opmerkingen
! Voor elke videobron kunnen andere instellin-
gen worden opgeslagen.
! Als een video wordt bekeken op breedbeeld
terwijl dit niet het normale beeldformaat is,
kan het er anders uitzien.
! Vergeet niet dat als u het breedbeeld van dit
systeem voor commerciële of openbare vertoningen bekijkt, dit een inbreuk kan zijn op de
auteursrechten die door de wet worden beschermd.
! De video wordt korrelig als het beeld in de
stand CINEMA of ZOOM wordt bekeken.
! Het beeld van de navigatiekaart en de achter-
uitrijcamera is altijd FULL.
Basishandelingen
JUST (passend)
Het beeld wordt iets vergroot in het midden en de
vergroting neemt horizontaal toe tot de uiteinden,
waardoor u een beeld van 4:3 krijgt zonder dat
Beeldinstellingen aanpassen
U kunt BRIGHT (helderheid), CONTRAST (contrast), COLOR (kleur) en HUE (tint) voor elke
bron en de achteruitrijcamera aanpassen.
Nl
23
Page 24
Hoofdstuk
04
Basishandelingen
! De afstellingen van BRIGHT en CONTRAST
worden apart opgeslagen voor licht omgevingslicht (overdag) en donker omgevingslicht (avond). Er wordt een zon
maan
weergegeven links van respectieve-
of
lijk BRIGHT en CONTRAST terwijl de omge-
vingslichtsensor waarneemt hoe licht of
donker het is.
! U kunt HUE niet voor PAL-video aanpassen.
! U kunt COLOR en HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
# U kunt MENU niet op de afstandsbediening
gebruiken.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te passen functie te selecteren.
De functienamen voor de afstellingen worden
weergegeven en de aanpassingen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
! BRIGHT Zwarte intensiteit afstellen
! CONTRAST Contract afstellen
! COLOR Kleurintensiteit afstellen
! HUE Toon van de kleur afstellen (rood of
groen worden benadrukt)
! DIMMER Helderheid van de weergave af-
stellen
! BACK-CAMERA Weergave voor beeldaf-
stelling voor de achteruitrijcamera inschakelen
! SOURCE Terug naar weergave voor beeld-
afstelling voor elke bron
# U kunt de beeldafstelling voor de achteruitrijcamera alleen aanpassen als B-CAMERA is ingeschakeld. (Raadpleeg Achteruitrijcamera instellen
op bladzijde 99.)
# Bij sommige achteruitrijcameras kan de beel-
dinstelling niet worden gebruikt.
3 Raak c of d aan en pas de geselecteerde functie aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van de geselecteerde functie hoger of
lager. Waarden van +24 24 worden weergegeven terwijl het niveau hoger of lager wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Dimmer aanpassen
De afstelling van DIMMER wordt apart opgeslagen voor elk omgevingslicht: overdag,
avond en nacht. De helderheid van het LCDscherm wordt automatisch optimaal afgesteld
in overeenstemming met het omgevingslicht
op basis van de instellingen.
1 Druk op MENU op het hoofdtoestel en
houd deze toets ingedrukt om
PICTURE ADJUST weer te geven.
Druk op MENU tot PICTURE ADJUST op het
display verschijnt.
2 Raak DIMMER aan.
Het niveau van het omgevingslicht dat wordt
gebruikt als standaard voor de aanpassing van
DIMMER verschijnt boven de niveaubalk.
! Gele zon Helderheid voor helder omge-
vingslicht aanpassen (overdag)
! Rode zon
omgevingslicht aanpassen (avond)
! Blauwe maan
omgevingslicht aanpassen (nacht)
3 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat het geel
naar links of rechts.
Het niveau geeft de helderheid van het scherm
aan. Hoe verder het geel naar rechts schuift,
hoe helderder het scherm wordt.
Helderheid voor gemiddeld
Helderheid voor donker
24
Nl
Page 25
Basishandelingen
Hoofdstuk
04
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Opmerking
De pictogrammen die het huidige omgevingslicht
aangeven, worden gebruikt om BRIGHT en
CONTRAST in te stellen. Dit kan iets afwijken van
DIMMER.
Uw toestel tegen diefstal
beveiligen
Het voorpaneel kan van het hoofdtoestel worden verwijderd om dieven te ontmoedigen.
! Als het voorpaneel niet binnen vijf secon-
den na het uitschakelen van het contact
van het hoofdtoestel is verwijderd, zal er
een waarschuwingstoon klinken.
! U kunt deze waarschuwingstoon uitschake-
len. Zie Waarschuwingstoon in-/uitschakelen op bladzijde 96.
Belangrijk
! Bij het verwijderen en aanbrengen van het
voorpaneel mag u in geen geval kracht zetten
of het display en de toetsen vastgrijpen.
! Stel het voorpaneel niet bloot aan te grote
schokken.
! Houd het voorpaneel uit de buurt van direct
zonlicht en hoge temperaturen.
! Zet het voorpaneel tijdens het rijden terug,
omdat het anders beschadigd kan raken.
2 Pak de rechterzijde van het voorpaneel
vast en trek het voorzichtig naar u toe.
Zorg dat u het niet te stevig vasthoudt of loslaat.
Basishandelingen
Voorpaneel bevestigen
% Plaats het voorpaneel terug door het
rechtop tegen het apparaat te houden en
het stevig in de bevestigingshaken te
klemmen.
Voorpaneel verwijderen
1 Druk op DETACH om het voorpaneel te
verwijderen.
Druk op DETACH en de rechterzijde van het
voorpaneel wordt van het hoofdtoestel verwijderd.
25
Nl
Page 26
1
2
3
4
6
5
7
Hoofdstuk
05
Tuner
Naar de radio luisteren
Dit zijn de basisstappen waarmee de radio
wordt bediend. Vanaf de volgende bladzijde
wordt de meer geavanceerde bediening van de
tuner uitgelegd.
De AF-functie (zoeken naar alternatieve frequenties) kan worden in- en uitgeschakeld. Bij
normale bediening van de tuner moet de AF
uit staan (raadpleeg bladzijde 30).
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze toont op welke frequentieband de
radio aan het afstemmen is; MW, LW of FM.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft afgestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
6 STEREO-indicator
Deze toont of de frequentie waarop u heeft
afgestemd in stereo is.
7 LOCAL-indicator
Deze toont of automatisch afstemmen op lokale zenders is ingeschakeld.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TUNER aan om de tuner te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een frequentieband.
Raak BAND aan tot u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen; FM1,
FM2, FM3 voor FM of MW/LW.
4 Raak c of d even aan voor handmatig
afstemmen.
De frequenties worden stap voor stap verhoogd of verlaagd.
# U kunt ook handmatig afstemmen door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om automatisch afstemmen te gebruiken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de frequenties in de aangegeven richting afzoeken tot er een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor
een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d kort aan te raken.
# Als u c of d aan blijft raken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toetsen loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door de
joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
26
Nl
Page 27
1
Tuner
Hoofdstuk
05
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
Als u een van de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6 aanraakt, kunt u heel
eenvoudig maximaal zes zenderfrequenties
opslaan zodat u deze later weer kunt oproepen
door een toets aan te raken.
% Wanneer u heeft afgestemd op een frequentie die u in het geheugen wilt opslaan, blijft u een van de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6 aanraken tot het voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde radiozenderfrequentie is opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u hierna dezelfde voorkeuzetoets
PRESET 1PRESET 6 aanraakt, zal de opgeslagen frequentie uit het geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergeven, kunt u ze weergeven door het
scherm aan te raken.
# Als PRESET 1PRESET 6 niet worden weerge-
geven, kunt u ze weergeven door DISP aan te
raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 FM-zenders, 6 voor elk
van de drie FM-frequentiebanden, en 6 MW/
LW-zenders in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook a of b gebruiken om de radiozen-
derfrequenties die op de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6 staan op te roepen.
! U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren
met behulp van P. CH MEMO. Raak om
P. CH MEMO weer te geven A.MENU en
FUNCTION aan en daarna NEXT.
Tuner
27
Nl
Page 28
Hoofdstuk
05
Tuner
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel alleen
laten afstemmen op zenders met een voldoende sterk signaal voor een goede ontvangst.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna LOCAL.
2 Raak a aan om het automatisch afstemmen op lokale zenders in te schakelen.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op
lokale zenders uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om de gevoeligheid in
te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: 1234
MW/LW: 12
De 4-instelling zal alleen afstemmen op de allersterkste zenders, terwijl er bij lagere instellingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
2 Raak a aan om de BSM-functie in te
schakelen.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen
PRESET 1PRESET 6, gesorteerd op signaalsterkte. Na voltooiing stopt BSM met knipperen.
# Raak b aan om het opslaan te annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSM-functie opgeslagen zenders eerdere door uzelf onder de toetsen PRESET 1PRESET 6 opgeslagen zenders
vervangen.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterkste zenders) kunt u automatisch de zes sterkste zenders laten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen PRESET 1PRESET 6, zodat
u later met een druk op de juiste toets kunt afstemmen op een van de opgeslagen frequenties.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna BSM.
28
Nl
Page 29
1
3
2
4
RDS
Hoofdstuk
06
Inleiding RDS-bediening
RDS (radio data system) is een systeem voor
informatie die bij FM-uitzendingen worden verstuurd. Deze onhoorbare informatie maakt bijvoorbeeld functies als
programmaservicenaam, programmatype, verkeersberichten standby en automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt het
radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de gewenste zender te vinden.
1 Programmaservicenaam
Deze toont de naam van het programma.
2 NEWS-indicator
Deze verschijnt wanneer het gekozen
nieuwsprogramma wordt ontvangen.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerkingen
! Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-dien-
sten leveren.
! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen
wanneer u heeft afgestemd op een RDSzender.
RDS-display wisselen
Als u naar een RDS-zender overschakelt,
wordt de programmaservicenaam weergegeven. U kunt ook de frequentie weergeven.
RDS
3 TRFC-indicator
Deze toont of er is afgestemd op een TP-zender.
4 TEXT-indicator
Deze verschijnt wanneer de radiotekst is
ontvangen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
P. CH DIRECT (voorkeuzezenderlijst)PS (programmaservicenaam)PTY (PTY-informatie)
Meer over PTY-informatie (ID-code programmatype) kunt u vinden op bladzijde 34.
# Als de PTY-code nul van een zender wordt ontvangen of als het signaal te zwak is zodat het toestel geen PTY-code kan ontvangen, kunt u de
weergave van PTY-informatie niet inschakelen.
Als u in dat geval weergave van PTY-informatie
heeft geselecteerd, blijft het display leeg.
Nl
29
Page 30
Hoofdstuk
06
RDS
Alternatieve frequenties
selecteren
Als u naar een uitzending aan het luisteren
bent en de ontvangst zwakker wordt of er doen
zich andere problemen voor, dan zal het toestel automatisch op zoek gaan naar een andere zender in hetzelfde netwerk die een
betere ontvangst oplevert.
! De AF-functie is standaard ingeschakeld.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna AF.
2 Raak a aan om de AF-functie in te schakelen.
# Raak b aan om de AF-functie uit te schake-
len.
Opmerkingen
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders wanneer AF is ingeschakeld.
! Als u een voorkeuzezender opvraagt, kan de
tuner de huidige zender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zender. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezenders op de FM1-ofdeFM2-frequentieband
gebruikt.) Er verschijnen geen voorkeuzenummers op het display als de RDS-gegevens van
de zender afwijken van de gegevens van de
oorspronkelijk opgeslagen zender.
! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-
lijk wordt onderbroken door een ander programma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.
! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
zoekt het toestel automatisch een andere zender met dezelfde programmering. Tijdens het
zoeken wordt PI SEEK weergegeven en is de
uitgang gedempt. Het volume wordt weer normaal als PI zoeken voltooid is, het maakt daarbij niet uit of er een andere zender is
gevonden.
PI-zoeken voor
voorkeuzezenders gebruiken
Wanneer een voorkeuzezender niet kan worden opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een
grote afstand heeft gereisd, kan het toestel zo
worden ingesteld dat ook bij het oproepen van
een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal
worden uitgevoerd.
! De automatische PI-zoekfunctie is stan-
daard uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten vande automatische PI-zoekfunctie op bladzijde
95.
Alleen zenders met regionale
programmering zoeken
Wanneer u de AF-functie gebruikt om automatisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u
met de regionale functie het zoeken beperken
tot zenders die regionale programmas uitzenden.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REGIONAL.
2 Raak a aan om de regionale functie in
te schakelen.
# Raak b aan om de regionale functie uit te
schakelen.
PI-zoeken gebruiken
Als het toestel geen geschikte alternatieve frequentie kan vinden of als de ontvangst van
een zender waar u naar luistert zwak wordt,
30
Nl
Opmerkingen
! Regionale programmering en regionale net-
werken kunnen per land anders georganiseerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
Page 31
RDS
Hoofdstuk
06
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).
! Het voorkeuzenummer kan verdwijnen van het
display als de tuner afstemt op een regionale
zender die verschilt van de oorspronkelijk gekozen zender.
! De regionale functie kan voor elk van de FM-
frequentiebanden afzonderlijk worden in- of
uitgeschakeld.
Verkeersberichten ontvangen
Met TA (verkeersberichten standby) kunt u automatisch verkeersberichten ontvangen, het
maakt daarbij niet uit naar welke signaalbron
u luistert. TA kan voor zowel een TP-zender
(een zender die verkeersberichten uitzendt) als
de verbeterde TP-zender van een ander netwerk (een zender met informatie die verwijst
naar andere TP-zenders) worden geactiveerd.
1 Stem af op een TP of de TP-zender van
een ander, verbeterd netwerk.
Wanneer u heeft afgestemd op een TP of de
TP-zender van een ander, verbeterd netwerk,
zal de TRFC-indicator gaan branden.
gebruikt bij de weergave van de volgende verkeersberichten.
4 Druk op TA/NEWS terwijl er een verkeersbericht wordt ontvangen om dat bericht te annuleren.
De tuner zal terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde signaalbron maar blijft in de standby-functie tot er nog een keer op TA/NEWS
wordt gedrukt.
# U kunt het bericht ook annuleren door op
SOURCE of BAND/ESC te drukken of door de
joystick te bewegen terwijl er een verkeersbericht
wordt ontvangen.
Opmerkingen
! U kunt de TA-functie ook in- of uitschakelen
met TA . Raak om TA weer te geven A.MENU
aan en daarna FUNCTION.
! Het systeem zal terugkeren naar de oorspron-
kelijke signaalbron wanneer het verkeersbericht is afgelopen.
! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de
BSM-functie zal er alleen worden afgestemd
op TP en de TP-zenders van een ander, verbeterd netwerk wanneer TA is ingeschakeld.
RDS
2 Druk op TA/NEWS om de standby voor
verkeersberichten in te schakelen.
dTRFC zal op het display verschijnen. De
tuner staat standby voor verkeersberichten.
# Als u een TA-functie heeft ingeschakeld terwijl
er geen TP of een verbeterde TP-zender van een
ander netwerk is ingeschakeld, gaat alleen T in
de TRFC-indicator branden.
# Druk nog eens op TA/NEWS om de standby
voor verkeersberichten weer uit te schakelen.
3 Regel het TA-volume met VOLUME
wanneer er een verkeersbericht begint.
Het nieuw ingestelde volume zal worden opgeslagen in het geheugen en opnieuw worden
PTY-functies gebruiken
U kunt afstemmen op een zender met behulp
van PTY-informatie.
RDS-zender via PTY-informatie
zoeken
U kunt naar algemene soorten uitzendingen
laten zoeken, zoals opgesomd op bladzijde 34.
Nl
31
Page 32
Hoofdstuk
06
RDS
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna PTY.
2 Raak c of d aan en selecteer een programmatype.
Er zijn vier programmatypen:
News&InfPopularClassicsOthers
3 Raak a aan om het zoeken te laten beginnen.
Als u op a drukt, gaat de naam van het programmatype in het display knipperen. Het toestel zoekt naar een zender die dat
programmatype uitzendt.
# Raak opnieuw b aan om het zoeken te annu-
leren.
Opmerkingen
! De programmas van bepaalde zenders kun-
nen afwijken van de uitgezonden PTY-code.
! Als er geen zender gevonden kan worden die
een programma van het gewenste type uitzendt, zal NOT FOUND ongeveer twee seconden lang op het display getoond worden,
waarna de tuner terugkeert naar de oorspronkelijke zender.
Onderbreking door
nieuwsberichten gebruiken
Als er een nieuwsprogramma wordt uitgezonden door een nieuwszender met PTY-code, kan
het toestel van elke zender overschakelen naar
de nieuwszender. Als het nieuwsprogramma is
afgelopen, gaat het toestel terug naar het vorige programma.
% Houd TA/NEWS ingedrukt om de onderbreking door nieuwsberichten in te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Druk op TA/NEWS en houd weer ingedrukt
om de onderbreking van het nieuwsprogramma
uit te schakelen.
# Een nieuwsbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
# U kunt het nieuwsbericht ook annuleren door
op SOURCE of BAND/ESC te drukken of door de
joystick te bewegen terwijl er een nieuwsbericht
wordt ontvangen.
Opmerking
U kunt het nieuwsbericht ook in- of uitschakelen
met NEWS. Raak om NEWS weer te gevenA.MENU en FUNCTION aan en daarna NEXT.
PTY-nooduitzendingen ontvangen
PTY-alarm is een speciale PTY-code voor berichten over noodgevallen, bijvoorbeeld bij natuurrampen. Als de tuner de radioalarmcode
ontvangt, verschijnt ALARM op het display en
gaat het volume naar het TA-volume. Als de
uitzending van het noodbericht is afgelopen,
gaat het systeem terug naar de vorige signaalbron.
! Een noodbericht kunt u annuleren door op
TA/NEWS te drukken.
! U kunt een noodbericht ook annuleren
door op SOURCE, BAND/ESC te drukken of
door de joystick te bewegen.
Radiotekst gebruiken
Deze tuner is in staat radiotekst die wordt uitgezonden door RDS-zenders, bijvoorbeeld zendergegevens, de titel van het uitgezonden
muziekfragment en de naam van de artiest, op
het display weer te geven.
! De tuner slaat automatisch de drie laatst
ontvangen radiotekstuitzendingen in het
geheugen op, waarbij de tekst van de minst
32
Nl
Page 33
RDS
Hoofdstuk
06
recente uitzending door de nieuwe tekst zal
worden vervangen.
Radiotekst weergeven
U kunt de radiotekst die op dit moment wordt
ontvangen en de drie meest recente radiotekstuitzendingen op het display laten verschijnen.
1 Houd BACK/TEXT ingedrukt om de radiotekst op het display te laten verschijnen.
Er wordt radiotekst weergegeven voor de zender die momenteel uitzendt.
# U kunt het weergeven van radiotekst annuleren door ESC aan te raken of op BAND/ESC te
drukken.
# Wanneer er geen radiotekst wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Beweeg de joystick naar links of rechts
om de drie meest recente radioteksten op
te roepen.
Als u de joystick naar links of rechts beweegt,
kunt u schakelen tussen de huidige weergave
en de weergave van de drie radiotekstgegevens.
# Als er geen radiotekstgegevens in het geheugen zijn opgeslagen, zal het display niet veranderen.
2 Houd een van de toetsen 16 ingedrukt
om de geselecteerde radiotekst op te
slaan.
Het geheugennummer zal op het display verschijnen en de geselecteerde radiotekst zal
worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
16 drukt op het radiotekstdisplay, zal de eerder opgeslagen tekst uit het geheugen worden
opgeroepen.
RDS
Radiotekst opslaan en oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes radiotekstuitzendingen opslaan onder de toetsen 16.
1 Laat de radiotekst die u in het geheugen wilt opslaan op het display verschijnen.
Raadpleeg Radiotekst weergeven op deze bladzijde.
33
Nl
Page 34
Hoofdstuk
06
RDS
PTY-lijst
AlgemeenSpecifiekProgrammatype
News&InfNewsNieuws
AffairsActualiteiten
InfoAlgemene informatie en adviezen
SportSport
WeatherWeerberichten/meteorologische informatie
FinanceBeursberichten, handel, nijverheid enz.
PopularPop MusPopulaire muziek
Rock MusEigentijdse moderne muziek
Easy MusEasy-listeningmuziek
Oth MusOverige muziek
JazzJazz
CountryCountrymuziek
Nat MusNationale muziek
OldiesGouwe Ouwe
Folk MusFolkmuziek
ClassicsL. ClassLichte klassieke muziek
ClassicKlassieke muziek
OthersEducateEducatieve programmas
DramaHoorspelen en series
CultureNationale of regionale cultuur
ScienceNatuur, wetenschap en techniek
VariedLicht amusement
ChildrenKinderprogrammas
SocialSociale aangelegenheden
ReligionReligieuze aangelegenheden of diensten
Phone InInbelprogrammas
TouringReisprogrammas, niet voor berichten omtrent verkeersproblemen
LeisureHobbys en recreatie
DocumentDocumentaires
34
Nl
Page 35
1
3
4
5
6
2
7
8
DVD-videos afspelen
Hoofdstuk
07
DVDs bekijken
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een DVD-video met uw DVD-speler. Vanaf bladzijde 37 wordt de meer geavanceerde bediening van de DVD-video uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 DVD-V-indicator
Deze geeft aan dat er een DVD-video wordt
afgespeeld.
3 Titelnummerindicator
Deze geeft aan welke titel er op het moment
afgespeeld wordt.
4 Hoofdstuknummerindicator
Deze geeft aan welk hoofdstuk er op het moment afgespeeld wordt.
5 Weergavetijdindicator
Deze laat de verstreken weergavetijd van het
spelende hoofdstuk zien.
6 Camerahoekindicator
Deze geeft aan welke camerahoek is geselecteerd.
7 Ondertitelingstaalindicator
Deze geeft aan welke ondertitelingstaal is
geselecteerd.
8 Audiotaalindicator
Deze geeft aan welke audiotaal is geselecteerd.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel zit, kunt u niet
DVD (DVD-speler) selecteren. Doe een disc in het
toestel. (Raadpleeg bladzijde 19.)
# Bij sommige discs verschijnt er een menu.
(Raadpleeg DVD-menu bedienen op de volgende
bladzijde.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vorige of volgende hoofdstuk te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende hoofdstuk. Als u o een keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidige hoofdstuk. Als u de toets opnieuw aanraakt, gaat u naar het vorige hoofdstuk.
De hoofdstuknummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar het vorige of volgende hoofdstuk gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
4 Raak d aan om m en n weer te
geven.
Raak d aan totdat m en n op het display
verschijnen.
DVD-videos afspelen
35
Nl
Page 36
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
5 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
Als u vijf seconden m of n blijft aanraken,
verandert het pictogram m of n in de omgekeerde weergave. Als dit gebeurt, blijft de
disc vooruit of achteruit gaan, zelfs als u m
of n loslaat. Als u het afspelen op een bepaald punt verder wilt laten gaan, drukt u op
f.
# U kunt ook snel vooruit of achteruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
# Snel vooruit/snel achteruit is op sommige
plaatsen en met sommige discs niet mogelijk. Als
dit het geval is, wordt de disc weer automatisch
normaal afgespeeld.
Opmerkingen
! U kunt het geselecteerde herhaalbereik weer-
geven door DISP aan te raken.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
DVD-menu bedienen
Bij sommige DVDs kunt u de inhoud van de
disc selecteren via een menu.
! U kunt het menu weergeven door MENU of
TOP.M aan te raken terwijl de disc afspeelt.
Als u een van deze toetsen weer aanraakt,
kunt u de disc verder laten spelen vanaf de
plaats die u in het menu heeft geselecteerd. Raadpleeg voor meer informatie het
boekje dat bij de disc wordt geleverd.
1 Raak
aanraakpaneel weer te geven voor gebruik
van het DVD-menu.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergeven, kunt u ze weergeven door het
scherm aan te raken.
aan om de toetsen van het
2 Raak a, b, c of d aan om het gewenste menuonderdeel te selecteren.
3 Raak ENTER aan.
De disc gaat afspelen vanaf het geselecteerde
menuonderdeel.
# Als u de afstandsbediening op stand DVD zet,
kunt u het DVD-menu ook met de joystick op de
afstandsbediening bedienen. (Raadpleeg bladzijde 16.)
# U kunt het DVD-menu niet met de joystick op
het hoofdtoestel bedienen.
# De manier waarop het menu wordt weergegeven is afhankelijk van de disc.
Naar de vorige of volgende
titel gaan
% Raak a of b aan om naar de vorige of
de volgende titel te gaan.
Als u a aanraakt, gaat u naar het begin van
de volgende titel. Als u b aanraakt, gaat u
naar het begin van de vorige titel.
De titelnummers worden acht seconden weergegeven.
# U kunt ook naar de vorige of volgende titel
gaan door de joystick omhoog of omlaag te
bewegen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een DVD stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de DVD opgeslagen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer begint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
36
Nl
Page 37
1
DVD-videos afspelen
Hoofdstuk
07
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde DVD
video-functies
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
voor het afspelen van DVDs: TITILE (titelherhaling) en CHAPTER (hoofdstukherhaling).
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REPEAT.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbereik te selecteren.
! TITILE Alleen de huidige titel wordt her-
haald
! CHAPTER Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! REPEAT OFF De huidige disc wordt her-
haald
Opmerking
Als u een hoofdstuk zoekt of snel vooruit/achteruit wilt gaan, wordt het bereik voor de herhaalde
weergave gewijzigd in REPEAT OFF.
Het afspelen van een DVD
video onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt vier seconden lang
weergegeven en het afspelen worden onderbroken, zodat u naar een stilstaand beeld kijkt.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f opnieuw aan.
Opmerkingen
! U kunt de pauzefunctie ook in- of uitschakelen
met PAUSE. Raak om PAUSE weer te gevenA.MENU aan en daarna FUNCTION.
DVD-videos afspelen
37
Nl
Page 38
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
weergegeven om aan te geven dat afspelen
nog niet mogelijk is.
worden
Beeld voor beeld afspelen
U kunt met deze functie een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
weergegeven om aan te geven dat beeld voor
beeld afspelen niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het beeld voor beeld afspelen.
worden
In slowmotion afspelen
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid vertragen.
1 Blijf r aanraken totdat
afspelen wordt weergegeven.
Het pictogram
wordt weergegeven, het af-
spelen in slowmotion begint.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
2 Druk op q of r om de afspeelsnelheid tijdens de slowmotion af te stellen.
Telkens als u op q of r drukt, verandert de
snelheid in vier stappen als volgt:
1/161/81/41/2
tijdens het
Opmerkingen
! U hoort geen geluid tijdens het afspelen in
slowmotion.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
weergegeven om aan te geven dat afspelen in
slowmotion nog niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het afspelen in slowmotion.
! Slowmotion is niet mogelijk bij achteruit
spoelen.
worden
Bepaalde scène zoeken,
afspelen op een bepaald
tijdstip
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een bepaalde scène te zoeken door een titel of hoofdstuk in te voeren. Met de tijdzoekfunctie kunt u
aangeven op welk tijdstip een disc moet beginnen.
! Zoeken op hoofdstuk of tijd is niet mogelijk
als het afspelen van de disc is gestopt.
1 Raak SEARCH aan en daarna TITLE
(titel), CHAP. (hoofdstuk) of TIME (tijd).
2 Raak 09 aan om het gewenste nummer in te voeren.
Op titels en hoofdstukken
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 aan om 10 te selecteren.
! Raak 2 en 3 aan om 23 te selecteren.
Op tijd (tijdzoeken)
! Raak 2, 1, 4 en 3 aan om 21 minuten en 43
seconden te selecteren.
! Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u de tijd omzetten in 71 minuten en
00 seconden: raak 7, 1, 0 en 0 aan.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
38
Nl
Page 39
DVD-videos afspelen
Hoofdstuk
07
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
3 Raak ENTER terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij de geselecteerde
scène.
Opmerkingen
! U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren
met behulp van SEARCH. Raak om SEARCH
weer te geven A.MENU aan en daarna
FUNCTION.
! Bij discs met een menu kunt u ook MENU of
TOP.M aanraken en daarna uit het menu se-
lecteren.
! Bij sommige discs kan het pictogram
den weergegeven: titels, hoofdstukken en tijd
kunnen niet worden gespecificeerd.
wor-
Titel specificeren
U kunt de functie direct zoeken gebruiken om
een scène op titel te zoeken.
! Deze functie werkt alleen via de afstands-
bediening. Zet de afstandsbediening op
DVD om deze functie te gebruiken. (Raadpleeg bladzijde 16.)
% Druk op 010 naar gelang het gewen-
ste titelnummer als de disc is gestopt.
Het titelnummer wordt acht seconden lang
weergegeven en de disc begint bij de geselecteerde titel.
! Druk op 3 om 3 te selecteren.
! Druk op 10 en 0 om 10 te selecteren.
! Druk op 10 en 10 en 3 om 23 te
selecteren.
Audiotaal veranderen tijdens
het afspelen (Multi-audio)
DVDs kunnen worden afgespeeld met andere
talen en systemen (Dolby Digital, DTS etc.). Bij
DVDs met multi-audio-opnamen kunt u tijdens het afspelen kiezen uit verschillende
talen/audiosystemen.
% Raak AUDIO aan tijdens het afspelen.
Telkens als u AUDIO aanraakt, kunt u tussen
verschillende audioformaten kiezen.
Opmerkingen
2
! Het cijfer in de markering
king van de DVD geeft het aantal opgenomen
talen/audiosystemen aan.
! Bij sommige DVDs kunt u alleen een andere
taal/audiosysteem kiezen als het menu in
beeld staat.
! U kunt ook met DVD SETUP uit talen/audio-
systemen kiezen. Zie Audiotaal instellen op
bladzijde 91 voor meer informatie.
! Alleen een digitale output van DTS-audio is
mogelijk. Als de optische digitale uitgangen
van het toestel niet zijn aangesloten, hoort u
geen DTS-audio. Selecteer dus een andere instelling dan DTS.
! Als Dolby D en 5.1ch op het display verschij-
nen, geeft dit het audiosysteem van de DVD
aan. Afhankelijk van de instelling kan het afspelen anders zijn dan met het aangegeven
audiosysteem.
! Als u AUDIO aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion gebruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
op de verpak-
DVD-videos afspelen
39
Nl
Page 40
Hoofdstuk
07
DVD-videos afspelen
Ondertitelingstaal veranderen
tijdens het afspelen (Multiondertiteling)
Bij DVDs met opnamen met meerdere ondertitelingen kunt u tijdens het afspelen kiezen uit
verschillende ondertitelingstalen.
% Raak SUB.T aan tijdens het afspelen.
Telkens als u SUB.T aanraakt, kunt u tussen
verschillende ondertitelingstalen kiezen.
Opmerkingen
2
! Het cijfer in de markering
van de DVD geeft het aantal opgenomen ondertitelingstalen aan.
! Bij sommige DVDs kunt u alleen een andere
ondertitelingstaal kiezen als het menu in
beeld staat.
! U kunt ook met DVD SETUP uit verschillende
ondertitelingstalen kiezen. Zie Ondertiteling-staal instellen op bladzijde 90 voor meer informatie.
! Als u SUB.T aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion gebruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
op de verpakking
merahoekpictogram instellen op bladzijde
92 voor meer informatie.
% Raak ANGLE aan tijdens het afspelen
van een scène die vanuit meerdere hoeken
is opgenomen.
Telkens als u ANGLE aanraakt, kunt u tussen
verschillende hoeken kiezen.
Opmerkingen
! De markering
geeft aan of er scènes vanuit meerdere camerahoeken zijn opgenomen. Het cijfer in de
markering
aan van waaruit scènes zijn opgenomen.
! Als u ANGLE aanraakt terwijl u snel vooruit of
achteruit spoelt, pauze of slowmotion gebruikt, keert het toestel terug naar de normale
weergave.
op de hoes van een DVD
3
geeft het aantal camerahoeken
3
Camerahoek tijdens het
afspelen wijzigen (Multihoek)
Bij DVDs met meerdere camerahoeken
(scènes die vanuit verschillende hoeken zijn
opgenomen) kunt u tijdens het afspelen uit
meerdere camerahoeken kiezen.
! Bij het afspelen van een scène die vanuit
meerdere camerahoeken is opgenomen,
wordt het camerahoekpictogram
gegeven. U kunt de weergave van het camerahoekpictogram in- of uitschakelen
met DVD SETUP.ZieWeergave van het Ca-
40
Nl
weer-
Page 41
1
3
4
2
5
Video-CDs afspelen
Hoofdstuk
08
Video-CDs bekijken
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een Video-CD met uw DVD-speler. Vanaf de
volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening van de Video-CD uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 V-CD-indicator
Deze geeft aan dat er een Video-CD wordt
afgespeeld.
3 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment er op het moment afgespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spelende fragment aan.
5 Audio-uitgangindicator
Geeft het huidige uitgangskanaal aan.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel zit, kunt u niet
DVD (DVD-speler) selecteren. Doe een disc in het
toestel. (Raadpleeg bladzijde 19.)
# Bij een Video-CD met de functie PBC (afspeelregeling) verschijnt er een menu.
2 Zet de afstandsbediening op DVD en
druk daarna op 010 om het gewenste menuonderdeel te selecteren.
De disc gaat afspelen vanaf het geselecteerde
menuonderdeel.
# Als het menu uit meer dan een pagina bestaat, kunt u naar het volgende display gaan door
o of p aan te raken.
# U kunt een disc afspelen zonder een menu te
gebruiken (zonder PBC-weergave). (Raadpleeg
Bepaalde scène zoeken, afspelen op een bepaald
tijdstip op bladzijde 44.) Om terug te keren naar
PBC-weergave, stopt u het afspelen en raakt u
f aan.
# U kunt het menu weergeven door tijdens
PBC-weergave op RETURN te drukken. Raadpleeg voor meer informatie het boekje dat bij de
disc wordt geleverd.
# Na bediening van het menu raden u aan de afstandsbediening weer op AVH te zetten. (Raadpleeg bladzijde 16.)
3 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
4 Raak o of p aan om naar het vorige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o een keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u de toets opnieuw aanraakt,
gaat u naar het vorige fragment.
De fragmentnummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar het vorige of volgende fragment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
# Tijdens PBC-weergave kan er een menu verschijnen als u deze handelingen uitvoert.
Video-CDs afspelen
41
Nl
Page 42
1
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
5 Raak d aan om m en n weer te
geven.
Raak d aan totdat m en n op het display
verschijnen.
6 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
Als u vijf seconden m of n blijft aanraken,
verandert het pictogram m of n in de omgekeerde weergave. Als dit gebeurt, blijft de
disc vooruit of achteruit gaan, zelfs als u m
of n loslaat. Als u het afspelen op een bepaald punt verder wilt laten gaan, drukt u op
f.
# U kunt ook snel vooruit of achteruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
# Snel vooruit/snel achteruit is op sommige
plaatsen en met sommige discs niet mogelijk. Als
dit het geval is, wordt de disc weer automatisch
normaal afgespeeld.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een Video-CD stopt (al-
leen tijdens PBC-weergave) door g aan te raken,
wordt de locatie op de Video-CD opgeslagen,
zodat het afspelen vanaf dat punt weer begint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde Video-CDfuncties
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
42
Nl
Page 43
Video-CDs afspelen
Hoofdstuk
08
Herhaalde weergave
Er zijn twee bereiken voor herhaalde weergave
voor het afspelen van Video-CDs: TRACK
(fragmentherhaling) en DISC (disc-herhaling).
! Tijdens PBC-weergave van Video-CDs kan
deze functie niet worden gebruikt.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REPEAT.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbereik te selecteren.
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerking
Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt, wordt het bereik voor de herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
Het afspelen van een
Video-CD onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt vier seconden lang
weergegeven en het afspelen worden onderbroken, zodat u naar een stilstaand beeld kijkt.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f opnieuw aan.
Beeld voor beeld afspelen
U kunt met deze functie een disc beeld voor
beeld laten afspelen.
% Raak r aan tijdens het afspelen.
Telkens als u r aanraakt, gaat u een beeld
vooruit.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
Opmerkingen
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
weergegeven om aan te geven dat beeld voor
beeld afspelen niet mogelijk is.
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het beeld voor beeld afspelen.
worden
In slowmotion afspelen
Hiermee kunt u de afspeelsnelheid vertragen.
1 Blijf r aanraken totdat
afspelen wordt weergegeven.
Het pictogram
wordt weergegeven, het af-
spelen in slowmotion begint.
# Raak f aan om terug te keren naar de nor-
male weergave.
2 Druk op q of r om de afspeelsnelheid tijdens de slowmotion af te stellen.
Telkens als u op q of r drukt, verandert de
snelheid in vier stappen als volgt:
1/161/81/41/2
tijdens het
Video-CDs afspelen
Opmerkingen
! U kunt de pauzefunctie ook in- of uitschakelen
met PAUSE. Raak om PAUSE weer te gevenA.MENU aan en daarna FUNCTION.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
weergegeven om aan te geven dat afspelen
nog niet mogelijk is.
worden
Opmerkingen
! U hoort geen geluid tijdens het afspelen in
slowmotion.
! Afhankelijk van de disc en het punt waar de
disc is gestopt, kan het pictogram
weergegeven om aan te geven dat afspelen in
slowmotion nog niet mogelijk is.
worden
43
Nl
Page 44
Hoofdstuk
08
Video-CDs afspelen
! Bij sommige discs worden beelden onduide-
lijk bij het afspelen in slowmotion.
! Slowmotion is niet mogelijk bij achteruit
spoelen.
Bepaalde scène zoeken,
afspelen op een bepaald
tijdstip
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een bepaalde scène te zoeken door een bepaald fragment te specificeren. Met de tijdzoekfunctie
kunt u aangeven op welk tijdstip een disc
moet beginnen.
! Tijdens PBC-weergave van Video-CDs kan
deze functie niet worden gebruikt.
! Tijdzoeken is niet mogelijk als de disc is on-
derbroken.
1 Raak SEARCH aan en daarna TRACK
(fragment) of TIME (tijd).
2 Raak 09 aan om het gewenste nummer in te voeren.
Op fragmenten
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 aan om 10 te selecteren.
! Raak 2 en 3 aan om 23 te selecteren.
Op tijd (tijdzoeken)
! Raak 2, 1, 4 en 3 aan om 21 minuten en 43
seconden te selecteren.
! Als u 1 uur en 11 minuten wilt selecteren,
moet u de tijd omzetten in 71 minuten en
00 seconden: raak 7, 1, 0 en 0 aan.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
Opmerking
U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren met
behulp van SEARCH. Raak om SEARCH weer te
geven A.MENU aan en daarna FUNCTION.
Fragment specificeren
U kunt de functie direct zoeken gebruiken om
een scène op fragment te zoeken.
! Deze functie werkt alleen via de afstands-
bediening. Zet de afstandsbediening op
DVD om deze functie te gebruiken. (Raadpleeg bladzijde 16.)
! Tijdens PBC-weergave van Video-CDs kan
deze functie niet worden gebruikt.
% Druk op 010 naar gelang het gewen-
ste fragmentnummer als de disc is gestopt.
Het fragmentnummer wordt acht seconden
lang weergegeven en de disc begint bij het geselecteerde fragment.
! Druk op 3 om 3 te selecteren.
! Druk op 10 en 0 om 10 te selecteren.
! Druk op 10 en 10 en 3 om 23 te selecteren.
Opmerking
Bij sommige discs kan het pictogram
weergegeven en is deze functie niet mogelijk.
worden
3 Raak ENTER terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij de geselecteerde
scène.
44
Nl
Page 45
Video-CDs afspelen
Audio-uitgangssignaal
selecteren
U kunt tussen stereo en mono kiezen bij het
audio-uitgangssignaal.
% Druk op AUDIO tijdens het afspelen.
Druk herhaaldelijk op AUDIO om tussen de
volgende uitgangen over te schakelen:
L+R (kanalen links en rechts)L (kanaal links)
R (kanaal rechts)
Hoofdstuk
08
Opmerking
U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren met
behulp van L/R SELECT. Raak om L/R SELECT
weer te geven A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
Video-CDs afspelen
45
Nl
Page 46
1
3
4
2
6
5
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
Naar een CD luisteren
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD op uw DVD-speler. Vanaf de volgende
bladzijde wordt de meer geavanceerde bediening van de CD uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 CD-indicator
Deze toont dat er een CD wordt afgespeeld.
3 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment er op het moment afgespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spelende fragment aan.
5 Disctitelindicator
Deze toont de titel van de spelende disc.
6 Herhalingsindicator
Deze toont het geselecteerde bereik voor
herhaalde weergave.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel zit, kunt u niet
DVD (DVD-speler) selecteren. Doe een disc in het
toestel. (Raadpleeg bladzijde 19.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vorige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o een keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u de toets opnieuw aanraakt,
gaat u naar het vorige fragment.
De fragmentnummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar het vorige of volgende fragment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
4 Raak d aan om m en n weer te
geven.
Raak d aan totdat m en n op het display
verschijnen.
5 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
# U kunt ook snel vooruit of achteruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
Opmerkingen
! Als u discs met MP3-bestanden en audiogege-
vens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en MIXEDMODE-CDs afspeelt, kunnen beide types alleen afspelen door tussen MP3 en CD-DA over
te schakelen door middel van DA·MP3 of door
op BAND/ESC te drukken.
46
Nl
Page 47
1
CDs afspelen
Hoofdstuk
09
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een CD stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de CD opgeslagen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer begint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde CD-functies
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
CDs afspelen
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Nl
47
Page 48
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
Herhaalde weergave
Met herhaalde weergave kunt hetzelfde fragment laten herhalen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REPEAT.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbereik te selecteren.
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u een fragment op gaat zoeken of snel
vooruit/terug spoelt, zal de herhaalde weergave automatisch worden geannuleerd.
! Als u discs met MP3-bestanden en audiogege-
vens (CD-DA) afspeelt, valt de herhaling binnen het bereik van het huidige gegevenstype,
zelfs als DISC is geselecteerd.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten op de CD in willekeurige volgorde laten afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna RANDOM.
2 Raak a aan om de willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
Met de scanweergave kunt u de eerste 10 seconden van elk fragment op de CD van tevoren
afluisteren.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna SCAN.
2 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, raakt u b aan om scanweergave
uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het scannen van de CD is afgelopen, zal
de normale weergave van de fragmenten opnieuw beginnen.
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt vier seconden lang
weergegeven en het afspelen wordt onderbroken.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f opnieuw aan.
Opmerking
U kunt de pauzefunctie ook in- of uitschakelen
met PAUSE. Raak om PAUSE weer te gevenA.MENU aan en daarna FUNCTION.
48
Nl
Page 49
CDs afspelen
Hoofdstuk
09
Gewenst fragment zoeken
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een bepaald fragment te zoeken.
1 Raak SEARCH en daarna TRACK aan.
2 Raak 09 aan om het gewenste nummer in te voeren.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 aan om 10 te selecteren.
! Raak 2 en 3 aan om 23 te selecteren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
3 Raak ENTER terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij het geselecteerde
fragment.
Opmerking
U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren met
behulp van SEARCH. Raak om SEARCH weer te
geven A.MENU aan en daarna FUNCTION.
1 Speel een CD af waarvan u de titel wilt
invoeren.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
3 Raak TITLE EDIT aan.
4 Raak ABC aan en selecteer het gewenste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAlfabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt de cijfers en symbolen invoeren door
123 aan te raken.
5 Raak a of b aan en selecteer een letter
van het alfabet.
Telkens als u a aanraakt, verschijnt er een letter van het alfabet in A B C ... X Y Z, nummers
en symbolen in 1 2 3 ... | } ¯ volgorde. Telkens
als u b aanraakt, verschijnt er een letter in de
omgekeerde volgorde, bijvoorbeeld Z Y X ... CBAvolgorde.
CDs afspelen
Disctitels invoeren
U kunt CD-titels invoeren en de titel weergeven. Als u een CD in de speler steekt waarvoor
al een titel is ingevoerd, verschijnt de titel van
die CD op het display.
Met disctitel kunt u disctitels van maximaal 10
letters lang maken en er kunnen maximaal 48
disctitels in dit toestel worden opgeslagen.
! Als u een CD TEXT-disc afspeelt, kunt u
TITLE EDIT niet inschakelen. De disctitel is
al opgenomen op een CD TEXT-CD-disc.
! Als er geen titel is ingevoerd voor de spe-
lende disc, zal NO TITLE op het display verschijnen.
6 Raak d aan om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen.
Als de gewenste letter op het display verschijnt, moet u d aanraken om de cursor naar
de volgende positie te verplaatsen en daarna
kunt de volgende letter selecteren. Raak c
aan om terug te gaan in het display.
7 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
Nl
49
Page 50
Hoofdstuk
09
CDs afspelen
8 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het toestel is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 48 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste overschrijven.
CD TEXT-functies gebruiken
Bij sommige discs wordt bepaalde gecodeerde informatie tijdens de productie op de
disc gebrand. Deze discs kunnen informatie
zoals de disctitel, fragmenttitel, artiestnaam
en speeltijd bevatten. Dit zijn CD TEXT-discs.
Alleen deze speciaal gecodeerde CD TEXTdiscs werken met de onderstaande functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
DiscTitle (disctitel)DiscArtist (artiestnaam
disc)TrackTitle (fragmenttitel)T.Artist (ar-
tiestnaam fragment)
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXTdisc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het display verschijnen (bijv. NO ARTIST).
ger is dan 19 letters, kunt u de tekst naar links
schuiven zodat u de rest van de titel kunt zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de titel
naar links begint te schuiven.
De rest van de titel zal op het display verschijnen.
Fragmenten uit de
fragmenttitellijst selecteren
Met de fragmenttitellijst ziet u de lijst met fragmenttitels op een CD TEXT-disc en kunt u een
van deze titels selecteren voor afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna TRACK LIST.
2 Raak PREV of NEXT aan om tussen de
lijsten met titels te schakelen.
3 Raak uw favoriete fragmenttitel aan.
Uw keuze zal beginnen te spelen.
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan alleen de eerste 19 letters van
DiscTitle, DiscArtist, TrackTitle en T.Artist
weergeven. Als de opgenomen informatie lan-
50
Nl
Page 51
1
4
5
2
7
3
6
MP3 afspelen
Hoofdstuk
10
Naar MP3 luisteren
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een MP3 op uw DVD-speler. Vanaf bladzijde 53
wordt de meer geavanceerde bediening voor
MP3 uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 MP3-indicator
Deze geeft aan dat er een MP3-bestand
wordt afgespeeld.
3 Mapnummerindicator
Deze geeft aan welk mapnummer op het
moment afgespeeld wordt.
4 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment (bestand) er
op het moment afgespeeld wordt.
5 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende fragment (bestand) aan.
6 Mapnaamindicator
Deze geeft aan welke mapnaam op het moment afgespeeld wordt.
7 Herhalingsindicator
Deze toont het geselecteerde bereik voor
herhaalde weergave.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna DVD aan om de DVD-speler te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
# Als er geen disc in het toestel zit, kunt u niet
DVD (DVD-speler) selecteren. Doe een disc in het
toestel. (Raadpleeg bladzijde 19.)
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak o of p aan om naar het vorige of volgende fragment te gaan.
Als u p aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u o een keer
aanraakt, gaat u naar het begin van het huidige fragment. Als u de toets opnieuw aanraakt,
gaat u naar het vorige fragment.
De fragmentnummers worden acht seconden
weergegeven.
# U kunt ook naar het vorige of volgende fragment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
4 Raak d aan om a, b, m en n weer
te geven.
Raak d aan totdat a, b, m en n op het
display verschijnt.
5 Blijf m of n aanraken om snel terug
of vooruit te gaan.
# U kunt ook snel vooruit of achteruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
# Bij snel vooruit of achteruit hoort u geen geluid.
# Dit is snel vooruit en achteruit alleen voor het
bestand dat wordt afgespeeld. Deze handeling
wordt geannuleerd als het vorige of volgende bestand wordt bereikt.
MP3 afspelen
51
Nl
Page 52
Hoofdstuk
10
MP3 afspelen
6 Raak a of b aan en selecteer een map.
# U kunt een map ook selecteren door de joystick omhoog en omlaag te bewegen.
# Als u terug wilt naar map 01 (ROOT), houdt u
BAND/ESC ingedrukt. Als map 01 (ROOT) geen
bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.
# U kunt een map niet selecteren als er geen
MP3-bestand in staat.
Opmerkingen
! Als u discs met MP3-bestanden en audiogege-
vens (CD-DA) zoals CD-EXTRA en MIXEDMODE-CDs afspeelt, kunnen beide types alleen afspelen door tussen MP3 en CD-DA over
te schakelen door middel van DA·MP3 of door
op BAND/ESC te drukken.
! Als u bent overgeschakeld van MP3-bestan-
den naar audiogegevens-CDs (CD-DA), begint
de disc bij het eerste fragment te spelen.
! Deze DVD-speler kan een MP3-bestand op
CD-ROM afspelen. (Raadpleeg bladzijde 109
voor bestanden die kunnen worden weergegeven.)
! Soms is er een vertraging tussen het begin-
nen van het afspelen en de geluidsweergave.
Dit kan met name gebeuren als u multisessies
en meerdere mappen wilt afspelen. Bij het inlezen verschijnt FORMAT READ.
! Het afspelen wordt uitgevoerd op bestands-
nummer. Als mappen geen bestanden bevatten, worden ze overgeslagen. (Als map 01
(ROOT) geen bestanden bevat, begint het afspelen bij map 02.)
! Als u bestanden die als VBR-bestanden (varia-
bele bitsnelheid) zijn opgenomen afspeelt,
wordt de afspeeltijd niet juist weergegeven als
snel vooruit of achteruit wordt gebruikt.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Afspelen stoppen
% Raak g aan.
# Als u het afspelen van een MP3 stopt door g
aan te raken, wordt de locatie op de disc opgeslagen, zodat het afspelen vanaf dat punt weer begint.
# Als u weer verder wilt met het afspelen van de
disc, raakt u f aan.
52
Nl
Page 53
1
MP3 afspelen
Hoofdstuk
10
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde MP3-functies
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Herhaalde weergave
Bij het afspelen van MP3 zijn er drie bereiken
voor herhaalde weergave: FOLDER (herhaling
map), TRACK (herhaling fragment ) en DISC
(herhaling alle fragmenten).
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REPEAT.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het herhaalbereik te selecteren.
! FOLDER Herhaal de huidige map
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC Herhaal alle fragmenten
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere map kiest, wordt het bereik voor de herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in FOLDER.
! Als FOLDER is geselecteerd, kunt u geen sub-
map van die map afspelen.
! Als u discs met MP3-bestanden en audiogege-
vens (CD-DA) afspeelt, valt de herhaling binnen het bereik van het huidige gegevenstype,
zelfs als DISC is geselecteerd.
MP3 afspelen
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave FOLDER en DISC in willekeurige
volgorde laten afspelen.
Nl
53
Page 54
Hoofdstuk
10
MP3 afspelen
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna RANDOM.
3 Raak a aan om de willekeurige weergave in te schakelen.
Fragmenten worden in willekeurige volgorde
afgespeeld binnen de hiervoor geselecteerde
bereiken FOLDER of DISC.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
Mappen en fragmenten
scannen
Als u FOLDER gebruikt, wordt het begin van
elk fragment van de geselecteerde map ongeveer 10 seconden afgespeeld. Als u DISC gebruikt, wordt het begin van elk eerste fragment
van elke map ongeveer 10 seconden afgespeeld.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna SCAN.
3 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige map (of het eerste fragment van
elke map) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of map)
heeft gevonden, raakt u b aan om de scanweergave uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het scannen van het fragment of de
map is afgelopen, zal de normale weergave van
de fragmenten opnieuw beginnen.
Het afspelen van MP3
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
% Raak f aan tijdens het afspelen.
Het pictogram e wordt vier seconden lang
weergegeven en het afspelen wordt onderbroken.
# Als u de disc verder wilt laten gaan op het
punt waarop u gestopt bent, raakt u f opnieuw aan.
Opmerking
U kunt de pauzefunctie ook in- of uitschakelen
met PAUSE. Raak om PAUSE weer te gevenA.MENU aan en daarna FUNCTION.
Fragment in de huidige
map zoeken
U kunt de zoekfunctie gebruiken om een bepaald fragment te zoeken.
! U kunt niet op fragment zoeken als de disc
is gestopt.
1 Raak SEARCH en daarna TRACK aan.
2 Raak 09 aan om het gewenste nummer in te voeren.
! Raak 3 aan om 3 te selecteren.
! Raak 1 en 0 aan om 10 te selecteren.
! Raak 2 en 3 aan om 23 te selecteren.
54
Nl
Page 55
MP3 afspelen
Hoofdstuk
10
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
3 Raak ENTER terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
De disc begint te spelen bij het geselecteerde
fragment.
Opmerking
U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren met
behulp van SEARCH. Raak om SEARCH weer te
geven A.MENU aan en daarna FUNCTION.
Tekstinformatie op een
MP3-CD weergeven
Tekstinformatie die op een MP3-disc is opgenomen, kan worden weergegeven.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
# Als u bestanden afspeelt die zijn opgenomen
als VBR (variabele bitsnelheid), wordt de waarde
van de bitsnelheid niet weergegeven, ook niet als
u overschakelt naar bitsnelheid. (VBR wordt weergegeven.)
# Als bepaalde gegevens niet op een MP3-disc
zijn opgenomen, zal NO XXXX op het display verschijnen (bijv. NO NAME).
Door tekstinformatie op
het display bladeren
Dit toestel kan alleen de eerste 19 letters van
Folder, File, TrackTitle, Artist, Album en
Comment weergeven. Als de opgenomen in-
formatie langer is dan 19 letters, kunt u de
tekst naar links schuiven zodat u de rest van
de tekstinformatie kunt zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de
tekstinformatie naar links begint te schuiven.
De rest van de tekstinformatie zal op het display verschijnen.
MP3 afspelen
Mappen uit de
mapnaamlijst selecteren
Met de mapnaamlijst ziet u de lijst met mapnamen op een MP3-disc en kunt u een van
deze namen selecteren voor afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna FOLDER LIS.
2 Raak PREV of NEXT aan om tussen de
lijsten met namen te schakelen.
3 Raak uw favoriete mapnaam aan.
Uw keuze zal beginnen te spelen.
55
Nl
Page 56
1
3
4
2
5
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Naar een CD luisteren
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare MultiCD-speler bedienen.
Dit zijn de basisstappen voor het afspelen van
een CD met uw multi-CD-speler. Vanaf de volgende bladzijde wordt de meer geavanceerde
bediening van de CD-speler uitgelegd.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Discnummerindicator
Deze geeft aan welke disc er op het moment
afgespeeld wordt.
3 Fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk fragment er op het moment afgespeeld wordt.
4 Weergavetijdindicator
Deze geeft verstreken speeltijd van het spelende fragment aan.
5 Disclijstweergave
Deze toont de disctitellijst.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna M-CD aan om de multi-CD-speler te
selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak een van de 0106 aan om de disc
waarnaar u wilt luisteren te selecteren.
Als u een disc die op 7 tot en met 12 staat wilt
selecteren, kunt u PREV of NEXT aanraken om
0712 weer te geven.
# Als 0106 en 0712 niet worden weergege-
ven, kunt u ze weergeven door DISP aan te raken.
# U kunt ook de reeks discs een voor een aflopen met a/b.
4 Raak c of d aan om naar het vorige of
volgende fragment te gaan.
Als u d aanraakt, gaat u naar het begin van
het volgende fragment. Als u c een keer aanraakt, gaat u naar het begin van het huidige
fragment. Als u de toets opnieuw aanraakt,
gaat u naar het vorige fragment.
# U kunt ook naar het vorige of volgende fragment gaan door de joystick naar links of rechts te
bewegen.
5 Blijf c of d aanraken om snel terug of
vooruit te gaan.
# U kunt ook snel vooruit of achteruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
Opmerkingen
! Wanneer de Multi-CD-speler klaar is met zijn
voorbereidingen, zal READY op het display
verschijnen.
! Als de multi-CD-speler niet naar behoren
functioneert, is het mogelijk dat er een foutmelding, bijvoorbeeld ERROR-11, op het dis-
56
Nl
Page 57
1
Multi-CD-speler
Hoofdstuk
11
play verschijnt. Zie de handleiding van de
multi-CD-speler.
! Als er geen discs in het magazijn van de
multi-CD-speler zitten, zal NO DISC op het display verschijnen.
! Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de
toetsen automatisch verborgen.
Multi-CD-speler met 50 discs
Alleen de in deze handleiding beschreven
functies worden ondersteund bij gebruik van
multi-CD-spelers voor 50 discs.
Inleiding voor
geavanceerde bediening
van de multi-CD-speler
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Multi-CD-speler
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Nl
57
Page 58
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Herhaalde weergave
Er zijn drie bereiken voor herhaald afspelen
voor de multi-CD-speler. M-CD (herhaling
multi-CD-speler), TRACK (herhaling fragment
)enDISC (herhaling disc).
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REPEAT.
2 Raak j aan om het gewenste herhaalbereik te selecteren.
Raak j aan totdat het gewenste herhaalbereik op het display verschijnt.
! M-CD Alle discs in de multi-CD-speler
worden herhaald
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
# U kunt ook het herhaalbereik selecteren door
de joystick naar links of rechts te bewegen.
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in M-CD.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
Met willekeurige weergave kunt u de fragmenten binnen de bereiken voor de herhaalde
weergave M-CD en DISC in willekeurige volgorde laten afspelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna RANDOM.
3 Raak a aan om de willekeurige weergave in te schakelen.
Fragmenten worden in willekeurige volgorde
afgespeeld binnen de hiervoor geselecteerde
bereiken M-CD of DISC.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
CDs en fragmenten scannen
Als u DISC gebruikt, wordt het begin van elk
fragment van de geselecteerde disc ongeveer
10 seconden afgespeeld. Als u M-CD gebruikt,
wordt het begin van elk eerste fragment van
elke disc ongeveer 10 seconden weergegeven.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op deze bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna SCAN.
3 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment van
de huidige disc (of het eerste fragment van
elke disc) worden afgespeeld.
4 Als u het gewenste fragment (of de gewenste disc) heeft gevonden, raakt u b
aan om de scanweergave uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer het scannen van de fragmenten of de
discs is afgelopen, zullen de fragmenten opnieuw
normaal worden afgespeeld.
58
Nl
Page 59
Multi-CD-speler
Hoofdstuk
11
Het afspelen van een CD
onderbreken
Met Pauze kunt u de disc tijdelijk stoppen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna PAUSE.
2 Raak a aan om Pauze in te schakelen.
Het afspelen van het huidige fragment wordt
onderbroken.
# Raak b aan als u Pauze wilt uitschakelen.
ITS-afspeellijsten gebruiken
Met ITS (Instant Track Selection) kunt u een
speellijst maken van al uw favoriete fragmenten in het magazijn van de multi-CD-speler.
Als u uw favoriete fragmenten aan de speellijst
heeft toegevoegd, kunt u ITS-weergave inschakelen en die fragmenten laten afspelen.
Speellijst met ITSprogrammering maken
U kunt ITS gebruiken om maximaal 99 fragmenten per disc in te voeren en af te spelen
tot maximaal 100 discs (met de disctitel). (Met
multi-CD-spelers die voor de CDX-P1250 en
CDX-P650 zijn verkocht, kunnen maximaal 24
fragmenten in de speellijst worden opgeslagen.)
1 Laat een CD spelen die u wilt programmeren.
Raak a of b aan en selecteer een CD.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
3 Raak ITS MEMORY aan.
4 Raak c of d aan en selecteer het gewenste fragment.
5 Raak a aan om het huidige fragment in
de speellijst op te slaan.
MEMORY wordt kort weergegeven en de hui-
dige selectie wordt aan uw speellijst toegevoegd. Het display toont daarna weer het
fragmentnummer.
Opmerking
Nadat gegevens voor 100 discs in het geheugen
zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een nieuwe
disc de gegevens van de oudste overschrijven.
ITS-speellijst afspelen
Met ITS kunt u naar de fragmenten luisteren
die u in uw ITS-speellijst heeft gezet. Als u ITSweergave aanzet, beginnen de fragmenten van
uw ITS-speellijst in de multi-CD-speler te spelen.
1 Selecteer het herhaalbereik.
Raadpleeg Herhaalde weergave op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
3 Raak ITS PLAY aan.
4 Raak a aan om de ITS-weergave in te
schakelen.
Het afspelen begint met de fragmenten van
uw speellijst binnen de eerder geselecteerde
bereiken M-CD of DISC.
# Als er geen fragmenten in het huidige bereik
voor ITS-weergave zijn geprogrammeerd, verschijnt ITS EMPTY.
# Raak b aan als u de ITS-weergave wilt uit-
schakelen.
Multi-CD-speler
59
Nl
Page 60
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
Fragment van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u een fragment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen, is dit alleen mogelijk als ITS-afspelen
is ingeschakeld.
Als ITS-afspelen al is ingeschakeld, kunt u
naar stap 2.
1 Laat een CD spelen waarvan u een fragment uit de ITS-speellijst wilt verwijderen
en schakel ITS-afspelen in.
Raadpleeg ITS-speellijst afspelen op de vorige
bladzijde.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
3 Raak ITS MEMORY aan.
4 Raak c of d aan en selecteer het gewenste fragment.
5 Raak b aan om een fragment van de
ITS-speellijst te verwijderen.
De huidige selectie wordt uit de ITS-speellijst
verwijderd en het volgende fragment van uw
ITS-speellijst begint.
# Als er geen fragmenten in de speellijst binnen
het huidige bereik vallen, wordt ITS EMPTY weergegeven en begint de disc normaal af te spelen.
CD van de ITS-speellijst
verwijderen
Als u alle fragmenten van een CD uit de ITSspeellijst wilt verwijderen, is dit alleen mogelijk
als ITS-afspelen is itgeschakeld.
1 Laat een CD spelen die u wilt verwijderen.
Raak a of b aan en selecteer een CD.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
3 Raak ITS MEMORY aan.
4 Raak b aan om alle fragmenten op de
huidige CD uit uw ITS-speellijst te verwijderen.
Alle fragmenten op de spelende CD worden
uit de speellijst verwijderd en ALL CLEAR
wordt weergegeven.
Functies voor disctitels
gebruiken
U kunt CD-titels invoeren en de titel weergeven. U kunt eenvoudig naar een disc zoeken
en deze selecteren voor afspelen.
Disctitels invoeren
Met de disctitelinvoer kunt u CD-titels van
maximaal 10 letters lang maken en er kunnen
maximaal 100 disctitels (met ITS-speellijst) in
de multi-CD-speler worden opgeslagen.
! Als u een CD TEXT-disc op een multi-CD-
speler die daarvoor geschikt is wilt afspelen, kunt u niet overschakelen naar
TITLE EDIT. De disctitel is al opgenomen
op een CD TEXT-disc.
1 Speel een CD af waarvan u de titel wilt
invoeren.
Raak a of b aan en selecteer een CD.
2 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna NEXT.
3 Raak TITLE EDIT aan.
60
Nl
Page 61
Multi-CD-speler
Hoofdstuk
11
4 Raak ABC aan en selecteer het gewenste tekentype.
Raak herhaaldelijk ABC aan om te schakelen
tussen de volgende tekentypen:
Alfabet (hoofdletters), cijfers en symbolenAlfabet (kleine letters)Europese letters, zoals
letters met accenten (bijv. á, à, ä, ç)
# U kunt de cijfers en symbolen invoeren door
123 aan te raken.
5 Raak a of b aan en selecteer een letter
van het alfabet.
Telkens als u a aanraakt, verschijnt er een letter van het alfabet in A B C ... X Y Z, nummers
en symbolen in 1 2 3 ... | } ¯ volgorde. Telkens
als u b aanraakt, verschijnt er een letter in de
omgekeerde volgorde, bijvoorbeeld Z Y X ... C
BAvolgorde.
6 Raak d aan om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen.
Als de gewenste letter op het display verschijnt, moet u d aanraken om de cursor naar
de volgende positie te verplaatsen en daarna
kunt de volgende letter selecteren. Raak c
aan om terug te gaan in het display.
7 Raak OK aan om de ingevoerde titel in
het geheugen op te slaan.
8 Raak ESC aan om terug te keren naar
het weergavedisplay.
Opmerkingen
! De titels blijven in het geheugen, zelfs als de
disc uit het magazijn is verwijderd. Ze worden
opgeroepen als de disc weer in het toestel
wordt gestoken.
! Nadat gegevens voor 100 discs in het geheu-
gen zijn opgeslagen, zullen gegevens voor een
nieuwe disc de gegevens van de oudste overschrijven.
Disctitels weergeven
U kunt de titel van elke disc waarvoor u een
disctitel heeft ingevoerd op het display laten
verschijnen.
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
DISC LIST (disclijst)DiscTitle (disctitel)
Wanneer u DiscTitle kiest, zal de titel van de
spelende disc op het display worden getoond.
# Als er geen titel is ingevoerd voor de spelende
disc, zal NO TITLE op het display verschijnen.
CD TEXT-functies gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een voor CD TEXT geschikte multi-CD-speler.
Bij sommige discs wordt bepaalde gecodeerde informatie tijdens de productie op de
disc gebrand. Deze discs kunnen informatie
zoals de disctitel, fragmenttitel, artiestnaam
en speeltijd bevatten. Dit zijn CD TEXT-discs.
Alleen deze speciaal gecodeerde CD TEXTdiscs werken met de onderstaande functies.
Titels op CD TEXT-discs weergeven
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
Multi-CD-speler
61
Nl
Page 62
Hoofdstuk
11
Multi-CD-speler
DISC LIST (disclijst)DiscTitle (disctitel)
DiscArtist (artiestnaam disc)TrackTitle
(fragmenttitel)T.Artist (artiestnaam frag-
ment)
# Als bepaalde gegevens niet op de CD TEXTdisc zijn opgenomen, zal NO XXXX op het display verschijnen (bijv. NO ARTIST).
Titels over het display laten
schuiven
Dit toestel kan alleen de eerste 19 letters van
DiscTitle, DiscArtist, TrackTitle en T.Artist
weergeven. Als de opgenomen informatie langer is dan 19 letters, kunt u de tekst naar links
schuiven zodat u de rest van de titel kunt zien.
% Houd uw vinger op DISP totdat de titel
naar links begint te schuiven.
De rest van de titel zal op het display verschijnen.
Fragmenten uit de
fragmenttitellijst selecteren
Met de fragmenttitellijst ziet u de lijst met fragmenttitels op een CD TEXT-disc en kunt u een
van deze titels selecteren voor afspelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna TRACK LIST.
2 Raak PREV of NEXT aan om tussen de
lijsten met titels te schakelen.
Compressie en
basversterking gebruiken
U kunt deze functies uitsluitend gebruiken met
een daarvoor geschikte multi-CD-speler.
Met de functies COMP (compressie) en DBE
(dynamic bass emphasis) kunt u de geluidskwaliteit van de multi-CD-speler instellen.
Deze functies worden in twee stappen afgesteld. De functie COMP balanceert de uitgang
van de hardere en zachtere tonen bij hoge volumes uit. DBE versterkt het niveau van de lage
tonen zodat het geluid voller klinkt. Luister
naar elk van deze effecten terwijl u ze af gaat
en gebruik het effect dat de weergave van het
fragment of de CD waar u naar luistert optimaliseert.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna COMP.
# Als uw multi-CD-speler niet geschikt is voor
de COMP/DBE-functies, zal NO COMP op het display verschijnen wanneer u deze functie selecteert.
2 Raak j aan en selecteer de gewenste
instelling.
Raak herhaaldelijk j aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
COMP OFFCOMP 1COMP 2
COMP OFFDBE 1DBE 2
# U kunt de gewenste instelling selecteren door
de joystick naar links of rechts te bewegen.
3 Raak uw favoriete fragmenttitel aan.
Uw keuze zal beginnen te spelen.
62
Nl
Page 63
1
3
4
2a5
6
7
8
9
d
c
b
DAB-tuner
Hoofdstuk
12
Naar de DAB luisteren
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DABtuner (GEX-P700DAB) bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening de bedieningshandleiding van de DABtuner. In dit deel staat informatie over bediening van de DAB met dit toestel, die afwijkt
van de informatie in de bedieningshandleiding
van de DAB-tuner.
! Dit toestel heeft geen taalfilterfunctie.
! Met dit toestel heeft u drie extra functies:
beschikbare servicelijst, beschikbare PTYzoeken, en opslaan en opvragen van het dynamisch label.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de DAB-tuner
is afgestemd.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
5 WTHR-indicator
Deze geeft aan of er een weerbericht is ontvangen.
6 ANNC-indicator
Deze geeft aan of er een bericht is ontvangen.
7 NEWS-indicator
Deze geeft aan of er een nieuwsbericht is
ontvangen.
8 TRFC-indicator
Deze geeft aan of er een verkeersbericht is
ontvangen.
9 TEXT-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een dynamisch label heeft.
a Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
b EXTRA-indicator
Deze geeft aan dat de huidige ontvangen
service een Secondary Service Component
heeft.
c NET-indicator
Deze geeft aan of de service opvolgen-
functie aan staat.
d DAB-indicator
Deze geeft aan wanneer DAB-ontvangst mogelijk is.
1 Raak het bronpictogram aan en raakt
daarna DAB aan om de DAB te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
DAB-tuner
4 Servicelabelindicator
Deze geeft de service aan waarop de DABtuner is afgestemd.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
63
Nl
Page 64
1
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
3 Raak BAND aan en selecteer een frequentieband.
Raak BAND aan totdat u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen; DAB1,
DAB2 of DAB3.
4 Raak c of d kort aan om een service te
selecteren.
# U kunt ook een service selecteren door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om een eenheid te selecteren raakt u c
of d ongeveer een seconde aan.
# U kunt het zoeken naar een eenheid annuleren door c of d kort aan te raken.
# U kunt ook zoeken naar een eenheid door de
joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functie
van de DAB-tuner
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
64
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar de frequentieweergave.
DAB-display schakelen
% Raak DISP aan.
Raak herhaaldelijk DISP aan om te schakelen
tussen de volgende instellingen:
Nl
Page 65
DAB-tuner
Hoofdstuk
12
P. CH LIST (ingestelde servicelijst)Service.L
(servicelabel)Component (service-onderdeellabel)DLS (dynamisch label)
Ensemble (eenheidlabel)PTY (PTY-label)
Opmerking
Als een servicecomponent geen servicecomponentlabel, dynamisch label of PTY-label heeft, is
het niet mogelijk Component, DLS en PTY in te
schakelen.
Frequenties van zenders
opslaan en oproepen
% Als u een service wilt opslaan in het geheugen, blijft u een van de voorkeuzetoetsen P 1P 6 aanraken tot het
voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde service is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets P1P6
aanraakt, zal de opgeslagen service uit het geheugen worden opgeroepen.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergeven, kunt u ze weergeven door het
scherm aan te raken.
# Als P1P6niet worden weergegeven, kunt u
ze weergeven door DISP aan te raken.
Onderbreking van de berichtondersteuning instellen
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna AS.
2 Raak a of b aan om de gewenste berichtondersteuning te selecteren.
Raak a aan en selecteer ANNOUNCE (bericht). Raak b aan en selecteer WEATHER (regionaal weerbericht).
3 Raak d aan om de onderbreking van de
geselecteerde berichtondersteuning in te
schakelen.
# Raak c aan om de onderbreking van de gese-
lecteerde berichtondersteuning uit te schakelen.
Verkeersflitsen en
transportflitsen ontvangen
1 Druk op TA/NEWS om de verkeersflits
en de transportflits in te schakelen.
dTRFC of T zal op het display verschijnen.
# Druk opnieuw op TA/NEWS om de verkeers-
flits en de transportflits uit te schakelen.
2 Druk op TA/NEWS terwijl de verkeersflits en de transportflits worden ontvangen
om de onderbreking door het bericht te annuleren.
DAB-tuner
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 18 services, 6 voor elk
van de drie frequentiebanden, in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook a en b gebruiken om services die
op voorkeuzetoetsen P1P6staan op te roe-
pen.
! U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren
met behulp van P. CH MEMO. Raak omP. CH MEMO weer te geven A.MENU aan en
daarna FUNCTION.
Nieuwsflits ontvangen
% Druk op TA/NEWS en houd de toets ingedrukt om de nieuwsflits in te schakelen.
Druk op TA/NEWS totdat dNEWS of N op het
display verschijnt.
# Druk op TA/NEWS en houd deze toets weer
ingedrukt om de nieuwsflits uit te schakelen.
Nl
65
Page 66
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
Services uit de beschikbareservicelijst te selecteren
De beschikbare-servicelijst is een lijst met alle
beschikbare services. U kunt een van deze services ontvangen, als de huidige ontvangen
eenheid meerdere services heeft.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna SL LIST.
2 Raak NEXT of PREV aan om tussen de
lijsten met beschikbare services te schakelen.
3 Raak uw favoriete beschikbare service
aan.
Uw keuze zal beginnen met ontvangen.
Service via beschikbare
PTY-informatie zoeken
Met Beschikbare PTY-zoeken kunt u de lijst
met beschikbare PTYs in de huidige eenheid
oproepen en een van deze selecteren voor ontvangst.
! Als er geen beschikbare PTY in de huidige
eenheid is, kunt u niet overschakelen naar
de beschikbare PTY-zoekmethode.
! Beschikbare-PTY-zoeken is anders dan PTY-
zoeken. Bij dit toestel kunt u alleen beschikbare-PTY-zoeken gebruiken.
Opmerkingen
! De weergegeven PTY-methode is smal. De me-
thode breed kan niet worden geselecteerd als
DAB de bron is.
! Als er geen service met het geselecteerde pro-
grammatype is, wordt NOT FOUND ongeveer
twee seconden weergegeven. Daarna gaat de
DAB terug naar de vorige service.
Naar primaire of secundaire
servicecomponent schakelen
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna PRI/2nd.
2 Raak c of d aan om de gewenste servicecomponent te selecteren.
Naar service volgen
overschakelen
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna SF.
2 Raak a aan om Service opvolgen in te
schakelen.
# Raak b aan als u Service opvolgen wilt uit-
schakelen.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna PTY SEARCH.
2 Raak NEXT of PREV aan om tussen de
lijsten met beschikbare PTYs te schakelen.
3 Raak de gewenste beschikbare PTY aan
om PTY-zoeken te starten.
DAB ontvangt de gewenste PTY-service.
66
Nl
Page 67
DAB-tuner
Dynamische label gebruiken
Dynamische label weergeven
1 Houd BACK/TEXT ingedrukt om het dynamische label weer te laten geven.
# U kunt de weergave van het dynamische label
annuleren door ESC aan te raken of op
BAND/ESC te drukken.
# Als er geen dynamisch label wordt ontvangen,
verschijnt NO TEXT op het display.
2 Beweeg de joystick naar links of rechts
om de drie meest recente dynamische labels op te roepen.
Als u de joystick naar links of rechts beweegt,
kunt u schakelen tussen het huidige label en
de weergave van de drie dynamische labels.
# Als er geen dynamische-labelgegevens in het
geheugen zijn opgeslagen, zal het display niet
veranderen.
Hoofdstuk
12
DAB-tuner
Dynamische label opslaan en
oproepen
U kunt gegevens van maximaal zes uitzendingen van dynamische labels opslaan onder de
toetsen 16.
1 Laat het dynamische label dat u in het
geheugen wilt opslaan op het display verschijnen.
Raadpleeg Dynamische label weergeven op
deze bladzijde.
2 Houd een van de toetsen 16 ingedrukt
om het geselecteerde dynamische label op
te slaan.
Het geheugennummer zal op het display verschijnen en het geselecteerde dynamische
label zal worden opgeslagen in het geheugen.
Wanneer u de volgende keer op dezelfde toets
16 drukt bij de weergave van het dynamische
label, zal de eerder opgeslagen tekst uit het
geheugen worden opgeroepen.
67
Nl
Page 68
1
3
4
2
5
Hoofdstuk
13
TV-tuner
TV-tuner kijken
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare TVtuner bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie over de bediening de bedieningshandleiding van de TVtuner. In dit deel staat informatie over de bediening van de TV met dit toestel, die afwijkt
van de informatie in de bedieningshandleiding
van de TV-tuner.
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke frequentieband de
TV-tuner is afgestemd.
3 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is geselecteerd.
4 Zenderindicator
Deze geeft aan op welke zender de TV-tuner
is afgestemd.
5 Weergave van de voorkeuzelijst
Deze toont de voorkeuzelijst.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TV aan om de TV te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak BAND aan en selecteer een frequentieband.
Raak BAND aan totdat u de gewenste frequentieband op het display ziet verschijnen; TV1 of
TV2.
4 Raak c of d even aan voor handmatig
afstemmen.
De zenders kunnen stap voor stap verhoogd of
verlaagd worden.
# U kunt ook handmatig afstemmen door de
joystick naar links of rechts te bewegen.
5 Om automatisch afstemmen te gebruiken raakt u c of d ongeveer een seconde
aan.
De tuner zal nu zelf de zenders afzoeken tot er
een uitzending gevonden wordt die sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door c of d kort aan te raken.
# Als u c of d aan blijft raken, kunt u zenders
overslaan. Automatisch afstemmen begint als u
de toetsen loslaat.
# U kunt ook automatisch afstemmen door de
joystick naar links of rechts te houden.
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
68
Nl
Page 69
1
TV-tuner
Hoofdstuk
13
TV-tuner
Inleiding tot de bediening
van de geavanceerde
functies van de TV-tuner
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Druk op ESC om terug te keren naar het TV-
beeld.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display automatisch terug naar het TV-beeld.
Zenders opslaan en oproepen
Als u een van de voorkeuzetoetsen P01P12
aanraakt, kunt u heel eenvoudig maximaal 12
zenders opslaan zodat u deze later weer kunt
oproepen door een toets aan te raken.
% Als u een zender wilt opslaan in het geheugen, blijft u een van de voorkeuzetoetsen P01P12 aanraken tot het
voorkeuzenummer stopt met knipperen.
Het nummer dat u heeft aangeraakt, gaat
knipperen in de voorkeuzenummerindicator
en blijft daarna branden. De geselecteerde
zender is in het geheugen opgeslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets
P01P12 aanraakt, zal de opgeslagen zender
uit het geheugen worden opgeroepen.
# Als u wilt overschakelen tussen P01P06 en
P07P12, raakt u PREV of NEXT aan.
# Als de toetsen van het aanraakpaneel niet
worden weergeven, kunt u ze weergeven door het
scherm aan te raken.
# Als P01P06 en P07P12 niet worden weer-
gegeven, kunt u ze weergeven door DISP aan te
raken.
Opmerkingen
! Er kunnen maximaal 24 zender, 12 voor elke
TV-band, in het geheugen worden opgeslagen.
! U kunt ook a en b gebruiken om zenders die
op voorkeuzetoetsen P01P12 staan op te
roepen.
! U kunt ook dezelfde handelingen uitvoeren
met behulp van P. CH MEMO. Raak omP. CH MEMO weer te geven A.MENU aan en
daarna FUNCTION.
Sterkste zenders op
volgorde opslaan
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna BSSM.
69
Nl
Page 70
Hoofdstuk
13
TV-tuner
2 Raak a aan om de BSSM-functie in te
schakelen.
BSSM begint te knipperen. Als BSSM knippert,
worden de 12 sterkste zenders opgeslagen, te
beginnen met de laagste zender. Als dat klaar
is, verdwijnt BSSM.
# Raak b aan om het opslaan te annuleren.
Opmerking
Het is mogelijk dat de via de BSSM-functie opgeslagen zenders eerder door uzelf onder de toetsen
P01P12 opgeslagen zenders vervangen.
Landengroep selecteren
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna COUNTRY.
2 Raak c of d aan en selecteer de landengroep.
Raak c of d aan totdat de gewenste landengroep in het display verschijnt.
COUNTRY 1 (CCIR-zender)COUNTRY 2
(Italië-zender)COUNTRY 3 (U.K.-zender)
COUNTRY 4 (OIRT-zender)
70
Nl
Page 71
1
3
5
6
2
4
DVD-speler
Hoofdstuk
14
Disc afspelen
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare DVDspeler of multi-DVD-speler bedienen.
Raadpleeg voor meer informatie de bedieningshandleidingen van de DVD-speler of de
multi-DVD-speler. In dit deel staat informatie
over de DVD-bediening met dit toestel, die afwijkt van de informatie in de bedieningshandleiding van de DVD-speler of de multi-DVDspeler.
! Zet de afstandsbediening op een geschikte
instelling voor bediening van DVD-spelers.
(Raadpleeg bladzijde 94.)
! Zet de afstandsbediening op DVD om de
DVD-speler met de afstandsbediening te
bedienen. (Raadpleeg bladzijde 16.)
1 Bronpictogram
Deze toont welke signaalbron is geselecteerd.
2 Disc-type-indicator
Deze geeft het type Disc aan dat nu speelt.
3 Discnummerindicator
Deze geeft de disc aan die nu speelt bij een
multi-DVD-speler.
4 Titelnummerindicator
Deze geeft de titel aan die nu speelt bij het
afspelen van een DVD-video.
5 Hoofdstuk-/fragmentnummerindicator
Deze geeft aan welk hoofdstuk/fragment er
op het moment afgespeeld wordt.
6 Weergavetijdindicator
Deze geeft de verstreken weergavetijd van
het spelende hoofdstuk/fragment aan.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna S-DVD aan om de DVD-speler te selecteren.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak het scherm aan om de toetsen
voor het aanraakpaneel weer te geven.
3 Raak c of d kort aan om naar het vorige of volgende hoofdstuk/fragment te
gaan.
# U kunt ook naar het vorige of volgende hoofdstuk/fragment gaan door de joystick naar links of
rechts te bewegen.
Als u de joystick op de afstandsbediening gebruikt, kunt u de afstandsbediening op AVH zetten. (Raadpleeg bladzijde 16.)
4 Om snel vooruit- of achteruitspoelen te
gebruiken raakt u c of d ongeveer een seconde aan.
# U kunt ook snel vooruit of achteruit zoeken
door de joystick naar links of rechts te houden.
Als u de joystick op de afstandsbediening gebruikt, kunt u de afstandsbediening op AVH zetten. (Raadpleeg bladzijde 16.)
Opmerking
Als u de toetsen van het aanraakpaneel langer
dan 30 seconden niet gebruikt, worden de toetsen automatisch verborgen.
DVD-speler
71
Nl
Page 72
1
Hoofdstuk
14
DVD-speler
DVD-speler in- of uitschakelen
! Deze functie werkt alleen via de afstands-
bediening. Zet de afstandsbediening op
DVD om deze functie te gebruiken. (Raadpleeg bladzijde 16.)
% Druk op REAR.S om DVD-speler aan te
zetten.
# Druk opnieuw op REAR.S om de DVD-speler
uit te schakelen.
Disc selecteren
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een multi-DVD-speler op het toestel is aangesloten.
% Raak a of b aan en selecteer een disc.
# U kunt ook naar de vorige of volgende disc
gaan door de joystick naar omhoog of omlaag te
bewegen.
Als u de joystick op de afstandsbediening gebruikt, kunt u de afstandsbediening op AVH zetten. (Raadpleeg bladzijde 16.)
# U kunt een disc ook selecteren door op BACK
of ENTERTAINMENT op de afstandsbediening te
drukken terwijl de afstandsbediening op DVD
staat.
Inleiding tot bediening van
de geavanceerde functies
van de DVD-speler
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
% Raak A.MENU aan en daarna FUNCTION
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
72
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het weergavedisplay.
Herhaalde weergave
! Tijdens PBC-weergave van Video-CDs kan
deze functie niet worden gebruikt.
Nl
Page 73
DVD-speler
Hoofdstuk
14
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna REPEAT.
2 Raak c of d aan om het gewenste herhaalbereik te selecteren.
Tijdens het afspelen van een DVD-video
! TITILE Alleen de huidige titel wordt her-
haald
! CHAPTER Alleen het huidige hoofdstuk
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Tijdens het afspelen van een Video-CD of
CD
! TRACK Alleen het spelende fragment
wordt herhaald
! DISC De spelende disc wordt herhaald
Opmerkingen
! Als u tijdens de herhaalde weergave een an-
dere disc selecteert, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
! Als u een fragment zoekt of snel vooruit/terug
spoelt tijdens TRACK, wordt het bereik voor de
herhaalde weergave gewijzigd in DISC.
Het afspelen van een disc
onderbreken
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna PAUSE.
2 Raak a aan om Pauze in te schakelen.
# Raak b aan als u Pauze wilt uitschakelen.
Fragmenten in willekeurige
volgorde afspelen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna RANDOM.
2 Raak a aan om de willekeurige weergave in te schakelen.
De fragmenten worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
# Raak b aan als u de willekeurige weergave
wilt uitschakelen.
Fragmenten op een CD
scannen
! U kunt deze functie alleen gebruiken bij het
afspelen van een CD.
1 Raak A.MENU en FUNCTION aan en
daarna SCAN.
2 Raak a aan om de scanweergave in te
schakelen.
De eerste 10 seconden van elk fragment worden afgespeeld.
3 Als u het gewenste fragment heeft gevonden, raakt u b aan om scanweergave
uit te schakelen.
ITS-afspeellijsten gebruiken
! U kunt deze functies alleen gebruiken als
er een multi-DVD-speler op het toestel is
aangesloten.
! Deze functie is iets anders dan ITS-weer-
gave met een multi-CD-speler. Bij een
multi-DVD-speler is ITS-weergave alleen
van toepassing op de spelende CD. Zie ITS-afspeellijsten gebruiken op bladzijde 59 voor
meer informatie.
DVD-speler
73
Nl
Page 74
1
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
Inleiding audio-instellingen
1 Audiodisplay
Deze toont de audiofunctienamen.
Belangrijk
Als de multikanaalverwerker (DEQ-P7000) op dit
toestel is aangesloten, verandert de audiofunctie
in het audiomenu van de multikanaalverwerker.
Zie Inleiding DSP-aanpassingen op bladzijde 81
voor meer informatie.
% Raak A.MENU en daarna AUDIO aan
om de audiofunctienamen weer te geven.
De audiofunctienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en alleen
als EQ-EX aan staat en CUSTOM is geselecteerd
als equalizercurve, kunt u overschakelen naar
BASS en TREBLE.
# Alleen als de instelling van de subwooferregeling PREOUT FULL is, wordt NON FADING in
plaats van SUB WOOFER weergegeven. (Raad-
pleeg Achteruitgang en de subwooferregelinginstellen op bladzijde 96.)
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het bij de signaalbron behorende display.
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een optimale geluidsweergave voor alle plaatsen in het
voertuig.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
FAD/BAL.
# Alleen als de instelling van de achteruitgang
REAR SP SUB. W is, wordt BALANCE in plaats
van FAD/BAL weergegeven. Raadpleeg Achteruit-gang en de subwooferregeling instellen op bladzijde 96.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de voor-/achterluidsprekers in te stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, zal de balans
tussen de voor- en achterluidsprekers naar
voren of achteren verplaatst worden.
FRONT:15 REAR:15 wordt weergegeven als
de balans van de voor- en achterluidsprekers
van voren naar achteren wordt verplaatst.
# FR:00 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
# Wanneer het achteruitgangssignaal
REAR SP SUB. W is, kunt u de balans tussen de
voor- en achterluidsprekers niet instellen. Raad-
74
Nl
Page 75
Audio-instellingen
Hoofdstuk
15
pleeg Achteruitgang en de subwooferregeling
instellen op bladzijde 96.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts verplaatst worden.
LEFT:09 RIGHT:09 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidsprekers van links naar rechts schuift.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische eigenschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zes opgeslagen equalizercurven die op
elk moment kunt opvragen. Hier volgen de
equalizercurven:
DisplayEqualizercurve
SUPER BASS Superbass
POWERFULKrachtig
NATURALNatuurlijk
VOCALVocaal
CUSTOMAangepast
FLATVlak
! CUSTOM is een aangepaste equalizercurve
die u zelf maakt.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM-
curve worden gemaakt. Als u veranderingen aanbrengt, worden de instellingen voor
de equalizercurve in CUSTOM opgeslagen.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er niets
aan het geluid veranderd. Dit is handig om
het effect van de equalizercurven te contro-
leren door tussen de FLAT en een ingestelde equalizercurve te wisselen.
% Druk op EQ om de equalizer te kiezen.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de volgende equalizers om te schakelen:
SUPER BASSPOWERFULNATURAL
VOCALCUSTOMFLAT
Equalizercurven aanpassen
U kunt de geselecteerde instelling voor de
equalizercurve naar wens aanpassen. De aangepaste instellingen voor de equalizercurve
worden opgeslagen in CUSTOM.
! U kunt de middenfrequentie en de Q-factor
(curvenkenmerken) van elke geselecteerde
curveband aanpassen (LOW/MID/HIGH).
Niveau (dB)
Q=2W
Q=2N
Middenfrequentie
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
EQ MENU.
2 Raak a of b aan om de gewenste functie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
BAND (frequentiebanden)LEVEL (equalizerniveau)FREQUENCY (middenfrequentie)
Q. FACTOR (Q-factor)
3 Raak c of d aan en selecteer de frequentieband van de equalizer die u wilt
aanpassen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer geselecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
Frequentie (Hz)
Audio-instellingen
75
Nl
Page 76
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
4 Raak b en daarna c of d aan om het
niveau van de frequentieband van de
equalizer aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van de frequentieband van de equalizer
hoger of lager.
Waarden van +6 tot 6 worden weergegeven
terwijl het niveau hoger of lager wordt.
5 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de gewenste frequentie.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequentie in het display verschijnt.
Laag: 4080100160 (Hz)
Midden: 2005001k2k (Hz)
Hoog: 3.15k8k10k12.5k (Hz)
6 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de gewenste Q-factor.
Raak c of d aan totdat de gewenste Q-factor
in het display verschijnt.
2W1W1N2N
Opmerking
Als u instellingen aanpast, wordt de CUSTOMcurve overeenkomstig aangepast.
Lage en hoge tonen aanpassen
U kunt de instellingen voor de lage tonen en
hoge tonen aanpassen.
! Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en al-
leen als EQ-EX aan staat en CUSTOM is geselecteerd als equalizercurve, kunt u
overschakelen naar het aanpassen van de
instellingen voor de lage en hoge tonen.
(Raadpleeg Equalizercurven compenseren(EQ-EX) op bladzijde 79.)
Lage tonen aanpassen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de lage tonen aanpassen.
! Als SFEQ is ingesteld op FRONT1,isde
aanpassing van de lage tonen alleen van
toepassing op de achteruitgang: de vooruitgang kan niet worden afgesteld. (Raadpleeg SFEQ instellen (geluidsfocusequalizer)
op bladzijde 79.)
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
BASS.
2 Raak c of d aan en selecteer de gewenste frequentie.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequentie in het display verschijnt.
4063100160 (Hz)
3 Raak a of b aan om het niveau van de
lage tonen aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het niveau van de lage tonen hoger of lager. Waarden van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
Hoge tonen aanpassen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de hoge tonen aanpassen.
! Als SFEQ is ingesteld op FRONT1 of
FRONT2, is de aanpassing van de hoge
tonen alleen van toepassing op de vooruitgang: de achteruitgang kan niet worden afgesteld. (Raadpleeg SFEQ instellen(geluidsfocusequalizer) op bladzijde 79.)
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
TREBLE.
2 Raak c of d aan en selecteer de gewenste frequentie.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequentie in het display verschijnt.
76
Nl
Page 77
Audio-instellingen
Hoofdstuk
15
2.5k4k6.3k10k (Hz)
3 Raak a of b aan om het niveau van de
hoge tonen aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het niveau van de hoge tonen hoger of lager. Waarden van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
Loudness-functie aanpassen
De loudness-functie compenseert tekortkomingen in de weergave van de hoge en de
lage tonen bij lage volume-instellingen.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
LOUDNESS.
2 Raak a aan om de loudness-functie in
te schakelen.
# Raak b aan om de loudness-functie uit te
schakelen.
3 Raak c of d aan en selecteer het gewenste niveau.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een niveau geselecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
Uitgangssignaal van de
subwoofer gebruiken
Dit toestel is voorzien van een uitgangssignaal
voor de subwoofer, dat u kunt in- of uitschakelen.
! Wanneer het uitgangssignaal voor de sub-
woofer is ingeschakeld, kunt u ook de
drempelfrequentie en het uitgangsniveau
van de subwoofer instellen.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
SUB WOOFER.
# Als de instelling voor de subwooferregeling alleen PREOUT FULL is, kunt u niet overschakelen
naar SUB WOOFER.
2 Raak d aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
3 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan voor normale fase en NORMAL
verschijnt in het display. Raak c aan voor tegengestelde fase en REVERSE verschijnt in
het display.
4 Raak b en daarna c of d aan om het
niveau van het uitgangssignaal van de subwoofer aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van de subwoofer hoger of lager. Waarden van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
5 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de drempelfrequentie.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
5080125 (Hz)
Alleen frequenties beneden het geselecteerde
bereik zullen door de subwoofer worden
weergegeven.
Audio-instellingen
77
Nl
Page 78
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
Uitgangssignaal van de
non-fading gebruiken
Als de instelling voor het uitgangssignaal van
de non-fading is ingeschakeld, wordt het audiosignaal niet door het low-passfilter (voor de
subwoofer) van dit toestel verwerkt, maar
wordt het via het RCA-uitgangssignaal uitgezonden.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NON FADING.
# Als de instelling voor de subwooferregeling alleen PREOUT FULL is, kunt u NON FADING selecteren. (Raadpleeg bladzijde 96.)
2 Raak a aan om het non-fadinguitgangssignaal in te schakelen.
# Raak b aan om het non-fadinguitgangssig-
naal uit te schakelen.
3 Raak c of d aan om het uitgangsniveau van de non-fading in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van de non-fading hoger of lager. Waarden van +6 6 worden weergegeven terwijl
het niveau hoger of lager wordt.
High-passfilter gebruiken
Als u wilt dat er geen lage tonen uit het frequentiebereik van het uitgangssignaal van de
subwoofer uit de voor- of achterluidsprekers
komen, kunt u het HPF (high-passfilter) aanzetten. Alleen frequenties boven het geselecteerde bereik worden weergegeven via de voorof achterluidsprekers.
3 Raak a aan om het high-passfilter in te
schakelen.
# Raak b aan om het high-passfilter uit te scha-
kelen.
4 Raak c of d aan om de drempelfrequentie te selecteren.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
5080125 (Hz)
Opmerking
Als u de SFEQ-instelling selecteert, wordt de HPFfunctie automatisch uitgeschakeld. Als u de HPFfunctie inschakelt nadat u de SFEQ-instelling
heeft geselecteerd, kunt u de HPF-functie met de
SFEQ-functie combineren.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het volume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onveranderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FMtuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak HPF aan.
78
Nl
3 Raak SLA aan.
Page 79
Audio-instellingen
Hoofdstuk
15
4 Raak a of b aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het niveau van het bronvolume hoger of lager.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het volume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner als
signaalbron kan echter wel worden aangepast.
! Video CD, CD en MP3 staan automatisch in-
gesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor
het niveau van de signaalbron.
! DVDs en de optionele DVD-speler staan auto-
matisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor het niveau van de signaalbron.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-
matisch op dezelfde instelling voor het volumeniveau worden ingesteld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) staan
automatisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor het niveau van de
signaalbron.
3 Raak a aan om de EQ-EX-functie in te
schakelen.
# Raak b aan als u de EQ-EX-functie wilt uit-
schakelen.
SFEQ instellen (geluidsfocusequalizer)
Als u het geluid van stemmen en instrumenten helderder maakt, wordt het geluid aangenamer en natuurlijker om naar te luisteren.
Het luistergenot wordt verder vergroot door de
zitposities zorgvuldig te kiezen. FRONT1 versterkt de hoge tonen op de vooruitgang en de
lage tonen op de achteruitgang. FRONT2 versterkt de hoge en lage tonen op de vooruitgang en de lage tonen op de achteruitgang.
(De versterking van de lage tonen voor en achter is hetzelfde.) Voor zowel FRONT1 als
FRONT2 levert de instelling H een genuanceerder effect dan de instelling L.
! U kunt de EQ-EX-functie en de SFEQ-func-
tie niet tegelijkertijd gebruiken.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
Audio-instellingen
Equalizercurven
compenseren (EQ-EX)
De EQ-EX compenseert elke equalizercurve.
Daarnaast kunt u de lage en hoge tonen voor
elke signaalbron aanpassen als de CUSTOMcurve is geselecteerd.
! U kunt de EQ-EX-functie en de SFEQ-func-
tie niet tegelijkertijd gebruiken.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak SFEQ/EQ-EX en daarna EQ-EX aan.
2 Raak SFEQ/EQ-EX en daarna SFEQ aan.
3 Raak a of b aan om de gewenste
SFEQ-instelling te selecteren.
Raak a of b herhaaldelijk aan om te schakelen tussen de volgende instellingen:
SFEQ OFF (uit)FRONT1-H (voor 1-hoog)
FRONT1-L (voor 1-laag)FRONT2-H (voor
4 Raak c of d aan en selecteer de gewenste positie.
Raak c of d aan totdat de gewenste positie in
het display verschijnt.
Nl
79
Page 80
Hoofdstuk
15
Audio-instellingen
LEFT (links)CENTER (midden)RIGHT
(rechts)
Opmerkingen
! Als u de lage of hoge tonen aanpast, slaat
CUSTOM een SFEQ-instelling op waarin de
lage en hoge tonen naar persoonlijke voorkeur
zijn ingesteld.
! Als u de SFEQ-instelling selecteert, wordt de
HPF-functie automatisch uitgeschakeld. Als u
de HPF-functie inschakelt nadat u de SFEQ-instelling heeft geselecteerd, kunt u de HPFfunctie met de SFEQ-functie combineren.
80
Nl
Page 81
1
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Hoofdstuk
16
Inleiding DSP-aanpassingen
U kunt via dit toestel een los verkrijgbare multikanaalverwerker (DEQ-P7000) bedienen.
Als u de volgende instellingen/aanpassingen
op volgorde uitvoert, krijgt u heel eenvoudig
een genuanceerd geluidsbereik.
1 Luidsprekerinstelling instellen
2 Positiekeuze gebruiken
3 Tijduitlijning aanpassen
4 Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
met een testtoon aanpassen
5 Drempelfrequentie selecteren
6 Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers
aanpassen
7 Parametrische equalizer met 3 frequentieban-
den instellen
1 DSP-display
Deze toont de DSP-functienamen.
% Raak A.MENU en daarna AUDIO aan
om de DSP-functienamen weer te geven.
De DSP-functienamen worden weergegeven
en de functienamen die u kunt selecteren zijn
gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Wanneer u de FM-tuner als signaalbron gebruikt, kunt u niet overschakelen naar SLA.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u D. R. C of DUAL MONO niet inschakelen.
# Als FRONT-L of FRONT-R niet in POSITION
zijn geselecteerd, kunt u TIME ALIGN niet gebruiken.
# Als CUSTOM1 of CUSTOM2 niet als een
equalizercurve zijn geselecteerd, kunt u PEQ niet
gebruiken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
DSP-functiehandeling uitvoert, zal er automatisch
worden teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
Geluidsbereikregeling
(SFC) gebruiken
De SFC-functie geeft het gevoel van een live
optreden.
! De akoestiek in verschillende zalen is niet
hetzelfde en zijn afhankelijk van de hoeveelheid ruimte en de vorm van die ruimte
waardoor het geluid wordt geleid en hoe
het geluid van het podium, muren, vloeren
en plafonds komt. Bij een live optreden
hoort u muziek in drie fasen: direct geluid,
vroege weerkaatsingen en late weerkaatsingen. Deze factoren zijn in de SFC geprogrammeerd om zo de akoestiek van
verschillende optredens te recreëren.
1 Druk op EQ en houd de toets ingedrukt
om de SFC-functie in te schakelen.
Druk op EQ en houd de toets ingedrukt totdat
SFC op het display verschijnt.
Digitale signalenverwerker (DSP)
81
Nl
Page 82
Hoofdstuk
16
Digitale
signalenverwerker (DSP)
# Druk op EQ en houd deze ingedrukt om de
equalizerfunctie in te schakelen.
2 Druk op EQ en selecteer de gewenste
SFC-instelling.
Druk herhaaldelijk op EQ om te schakelen tussen de volgende functies:
Als de bron LPCM-audio met twee kanalen of
Dolby Digital met twee kanalen is en u selecteert
de meest van toepassing zijnde SFC-effecten voor
audio op 5.1-kanalen (dus MUSICAL, DRAMA of
ACTION), dan raden wij u aan Dolby Pro Logic in
te schakelen. Als u daarentegen SFC -effecten selecteert die zijn bedoeld voor 2-kanalenaudio (dus
JAZZ, HALL of CLUB), dan raden wij u aan Dolby
Pro Logic uit te schakelen.
Positiekeuze gebruiken
U krijgt een natuurlijker geluid als u het stereobeeld op de juiste manier plaatst, waarbij u
precies in het midden van het geluidsbereik
zit. Met de functie positiekeuze kunt u automatisch de niveaus van de luidsprekers laten afstellen en er wordt een vertraging ingesteld
aan de hand van het aantal stoelen en de
plaats van die stoelen. Als deze functie samen
met SFC wordt gebruikt, wordt het geluid natuurlijker en krijgt u een panoramisch geluid
dat u aan alle kanten hoort.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
POSITION.
2 Raak c/d/a/b aan en selecteer een
luisterpositie.
Raak c/d/a/b aan en selecteer een luisterpositie uit de tabel.
ToetsDisplayPositie
cFRONT-LVoorstoel links
dFRONT-RVoorstoel rechts
aFRONTVoorstoelen
bALLAlle stoelen
# Raak dezelfde toets nog eens aan om de geselecteerde luisterpositie te annuleren.
Opmerking
Als u aanpassingen aanbrengt aan de luisterpositie, worden de luidsprekers automatisch ingesteld op de juiste uitgangsniveaus. U kunt ze
aanpassen aan de hand van de informatie onder
Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers met
een testtoon aanpassen of Uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers aanpassen.
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een optimale geluidsweergave voor alle plaatsen in het
voertuig.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
FAD/BAL.
2 Raak a of b aan om de balans tussen
de voor-/achterluidsprekers in te stellen.
Telkens als u a of b aanraakt, zal de balans
tussen de voor- en achterluidsprekers naar
voren of achteren verplaatst worden.
FRONT:25 REAR:25 wordt weergegeven als
de balans van de voor- en achterluidsprekers
van voren naar achteren wordt verplaatst.
82
Nl
Page 83
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Hoofdstuk
16
# FR:00 is de juiste instelling wanneer u slechts
twee luidsprekers gebruikt.
3 Raak c of d aan om de balans tussen
de luidsprekers links en rechts in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, zal de balans
tussen de luidsprekers links en rechts naar
links of rechts verplaatst worden.
LEFT:25 RIGHT:25 wordt weergegeven als de
balans tussen de linker- en rechterluidsprekers van links naar rechts schuift.
Niveau van de signaalbron
aanpassen
Met SLA (Source Level Adjustment) kunt u het
volumeniveau van de diverse signaalbronnen
apart instellen om te voorkomen dat het volume plotseling verandert wanneer u naar een
andere signaalbron overschakelt.
! De instellingen zijn gebaseerd op het vol-
umeniveau van de FM-tuner, dat dus onveranderd zal blijven.
1 Vergelijk het volumeniveau van de FMtuner met dat van de signaalbron die u
wilt aanpassen.
2 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
SLA.
3 Raak a of b aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt het niveau van het bronvolume hoger of lager.
+4 4 verschijnt op het display terwijl het volume van de signaalbron wordt verhoogd of
verlaagd.
Opmerkingen
! Het volumeniveau van de MW/LW-tuner als
signaalbron kan echter wel worden aangepast.
! Video CD, CD en MP3 staan automatisch in-
gesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor
het niveau van de signaalbron.
! DVDs en de optionele DVD-speler staan auto-
matisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor het niveau van de signaalbron.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 zullen auto-
matisch op dezelfde instelling voor het volumeniveau worden ingesteld.
! AUX (externe aansluiting) en AV (video) staan
automatisch ingesteld op hetzelfde aanpassingsvolume voor het niveau van de
signaalbron.
Dynamisch-bereikregeling
gebruiken
Het dynamisch bereik verwijst naar het verschil tussen de hardste en zachtste geluiden.
De regeling van het dynamisch bereik verkleint
dit verschilt zodat u geluiden ook als het volume laag staat hoort.
! De regeling van het dynamisch bereik is al-
leen bij Dolby Digital-geluid effectief.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
D. R. C.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u deze functie niet inschakelen.
2 Raak a aan om de regeling van het dynamisch bereik in te schakelen.
# Raak b aan als u de regeling van het dyna-
misch bereik wilt uitschakelen.
Digitale signalenverwerker (DSP)
83
Nl
Page 84
Hoofdstuk
16
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Dual Mono gebruiken
Als u een disc afspeelt die in Dual Mono is opgenomen, kunt u het uitgangskanaal selecteren.
! Deze functie is alleen effectief bij Dual
Mono.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
DUAL MONO.
# Als u een andere disc dan een DVD afspeelt,
kunt u deze functie niet inschakelen.
2 Raak c of d aan om het gewenste uitgangsignaal te selecteren.
Raak c of d aan totdat de gewenste uitgangsinstelling in het display verschijnt.
L+R(kanalen links en rechts)LEFT (kanaal
links)RIGHT (kanaal rechts)
Direct Control gebruiken
U kunt de audio-instellingen annuleren om de
effectiviteit van uw audio-instellingen te controleren.
! Alle audiofuncties worden vergrendeld als
directe regeling is ingeschakeld, behalve
VOLUME.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
DIRECT.
2 Raak a aan om de directe regeling in te
schakelen.
# Raak b aan om de directe regeling uit te
schakelen.
Dolby Pro Logic gebruiken
Dolby Pro Logic geeft verbeterde ruimtelijke
en directionele effecten, waardoor er een theaterachtige omgeving en sfeer ontstaat.
! Als de bron LPCM-audio met twee kanalen
of Dolby Digital met twee kanalen is en u
selecteert de meest van toepassing zijnde
SFC-effecten voor audio op 5.1-kanalen
(dus MUSICAL, DRAMA of ACTION), dan
raden wij u aan Dolby Pro Logic in te schakelen. Als u daarentegen SFC-effecten selecteert die zijn bedoeld voor 2kanalenaudio (dus JAZZ, HALL of CLUB),
dan raden wij u aan Dolby Pro Logic uit te
schakelen.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak DOLBY PL aan.
3 Raak a aan om de Dolby Pro Logic in te
schakelen.
# Raak b aan als u Dolby Pro Logic wilt uitscha-
kelen.
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen
met Pro Logic aan afspeelt, kan het volgende zich
voordoen:
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidsprekers SMALL of LARGE is en er
geen middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is SMALL of LARGE.
Luidsprekerinstelling instellen
U kunt aanpassingen voor met/zonder (of ja/
nee) en grootte (capaciteit van de lage tonen)
selecteren/instellen. Dit hangt af van de gemonteerde luidsprekers. De grootte moet worden ingesteld op LARGE (groot) als de
luidspreker geluiden van 100 Hz of lager kan
84
Nl
Page 85
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Hoofdstuk
16
reproduceren. Selecteer anders SMALL
(klein).
! Het lage-frequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op OFF en de
luidsprekers voor en achter zijn ingesteld
op SMALL of OFF.
! Het is van groot belang dat niet-geïnstal-
leerde luidsprekers worden ingesteld op
OFF.
! Stel de luidspreker voor of achter in op
LARGE als de luidspreker lage tonen kan
reproduceren of als er geen subwoofer is
geïnstalleerd.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak SP SET aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luidspreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (middenluidsprekers)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instel-
ling subwoofer)
# U kunt alleen overschakelen naar PHASE als
de subwoofer is ingesteld op ON.
4 Raak c of d aan en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de grootte als volgt geselecteerd:
OFF (uit)SMALL (klein)LARGE (groot)
# U kunt niet OFF selecteren, als FRONT (voor-
luidsprekers) zijn ingesteld.
# U kunt ON of OFF selecteren, als
SUB WOOFER (subwoofer) is geselecteerd.# U kunt REVERSE (tegengestelde fase) of
NORMAL (normale fase) inschakelen, als PHASE
(instelling subwoofer) is geselecteerd.
Fase van de subwoofer corrigeren
Als u de lage-tonenuitgang van de subwoofer
probeert te versterken, maar het effect is zo
klein of de lage tonen worden juist doffer, dan
kan dit betekenen dat het uitgangssignaal van
de subwoofer en de lage tonen die u via de andere luidsprekers hoort elkaar opheffen. Probeer de fase-instelling voor de subwoofer te
wijzigen om dit probleem op te lossen.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak SP SET aan.
3 Raak a of b aan en selecteer
SUB WOOFER (subwoofer).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)CENTER (middenluidsprekers)REAR (achterluidsprekers)
SUB WOOFER (subwoofer)PHASE (instelling subwoofer)
4 Raak d aan om het uitgangssignaal
voor de subwoofer in te schakelen.
# Raak c aan om het uitgangssignaal voor de
subwoofer uit te schakelen.
5 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de fase van het uitgangssignaal van
de subwoofer.
Raak d aan voor normale fase en NORMAL
verschijnt in het display. Raak c aan voor tegengestelde fase en REVERSE verschijnt in
het display.
Opmerking
Als u een monosignaalbron met twee kanalen
met Pro Logic aan afspeelt, kan het volgende zich
voordoen:
Digitale signalenverwerker (DSP)
85
Nl
Page 86
Hoofdstuk
16
Digitale
signalenverwerker (DSP)
! Er is geen geluid als de instelling van de mid-
denluidsprekers SMALL of LARGE is en er
geen middenluidspreker is geïnstalleerd.
! U hoort alleen geluid via de middenluidspre-
ker (indien gemonteerd) en de instelling voor
de middenluidspreker is SMALL of LARGE.
Drempelfrequentie selecteren
U kunt een frequentie selecteren waarbij geluiden via de subwoofer worden gereproduceerd.
Als een van de geïnstalleerde luidsprekers is
ingesteld op grootte SMALL, kunt u een frequentie selecteren, waarbij geluiden via een
LARGE-luidspreker of subwoofer gaan.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak CUT OFF aan.
3 Raak c of d aan om de drempelfrequentie te selecteren.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een drempelfrequentie geselecteerd:
6380100125160200 (Hz)
Opmerking
Als u een drempelfrequentie selecteert, stelt u
een drempelfrequentie in voor het L.P.F. (low-passfilter) van de subwoofer en die van het H.P.F.
(high-passfilter) van de SMALL-luidspreker. De instelling van de drempelfrequentie heeft geen effect als de subwoofer is ingesteld op OFF en de
andere luidsprekers zijn ingesteld op LARGE of
OFF.
Uitgangssignaalniveaus van
de luidsprekers aanpassen
U kunt de uitgangssignaalniveaus van de luidsprekers opnieuw afstellen aan de hand van
een testtoon terwijl u naar muziek luistert.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak SP LEVEL aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luidspreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT R (voorluidspreker rechts)REAR R (achterluidspreker
rechts)REAR L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren met
grootte OFF.
4 Raak c of d aan om het uitgangssignaalniveau van de luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het uitgangssignaalniveau van de luidspreker hoger
of lager. Waarden van +10 10 worden weergegeven terwijl het niveau hoger of lager
wordt.
Opmerking
Het aanpassen van de uitgangssignaalniveaus
van de luidspreker in deze stand gaat hetzelfde
als het aanpassen van de uitgangssignaalniveaus
van de luidspreker bij TEST TONE. Dat levert hetzelfde resultaat op.
86
Nl
Page 87
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Hoofdstuk
16
Uitgangssignaalniveaus
van de luidsprekers met
een testtoon aanpassen
Met de handige testtoon krijgt u gemakkelijk
een algehele balans van de luidsprekers.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak TEST TONE aan.
3 Raak START aan om het uitgangssignaal van de testtoon te starten.
De testtoon begint. De testtoon gaat als volgt
van luidspreker naar luidspreker met intervallen van ongeveer twee seconden. De huidige
instellingen voor de luidspreker waardoor u de
testtoon hoort worden in het display getoond.
FRONT L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT R (voorluidspreker rechts)REAR R (achterluidspreker
rechts)REAR L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
Controleer elk uitgangssignaalniveau van de
luidspreker. Als er niets hoeft te worden aangepast, voert u stap 5 uit om de testtoon te
stoppen.
# U kunt de testtoon ook starten door de joystick
omhoog te bewegen.
# De instellingen verschijnen niet voor luidsprekers met grootte OFF.
4 Raak c of d aan om het uitgangssignaalniveau van de luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het uitgangssignaalniveau van de luidspreker hoger
of lager. Waarden van +10 10 worden weergegeven terwijl het niveau hoger of lager
wordt.
# De testtoon gaat na ongeveer twee seconden
na de laatste handeling naar de volgende luidspreker.
5 Raak STOP aan om het uitgangssignaal
van de testtoon te stoppen.
# U kunt de testtoon ook stoppen door de joystick omlaag te bewegen.
Digitale signalenverwerker (DSP)
Opmerkingen
! Selecteer indien nodig de luidsprekers en pas
hun absolute uitgangssignaalniveaus aan.
(Raadpleeg Uitgangssignaalniveaus van deluidsprekers aanpassen op de vorige bladzijde.)
! Het aanpassen van de uitgangssignaalni-
veaus van de luidspreker in deze stand gaat
hetzelfde als het aanpassen van de uitgangssignaalniveaus van de luidspreker bij
SP LEVEL. Dat levert hetzelfde resultaat op.
Tijduitlijning aanpassen
Als u de afstand tussen elke luidspreker en
een geselecteerde luisterpositie afstelt, kunt u
een vertraging inbrengen in de luidsprekeruitgang om zo een juist, uitgebalanceerde geluid
te krijgen. Dit gebeurt automatisch als u de
luisterpositie instelt, maar met de functie tijduitlijning is deze instelling wat genuanceerder.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en daarna
NEXT.
2 Raak TIME ALIGN aan.
# U kunt TIME ALIGN niet selecteren als
FRONT-L of FRONT-R niet is geselecteerd in
POSITION.
3 Raak a of b aan en selecteer de luidspreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
87
Nl
Page 88
Hoofdstuk
16
Digitale
signalenverwerker (DSP)
FRONT L (voorluidspreker links)CENTER
(middenluidspreker)FRONT R (voorluidspreker rechts)REAR R (achterluidspreker
rechts)REAR L (achterluidspreker links)
SUB WOOFER (subwoofer)
# U kunt geen luidsprekers selecteren met
grootte OFF.
4 Raak c of d aan om de afstand tussen
de geselecteerde luidspreker en de luisterpositie aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de afstand groter of kleiner. 0.0 500.0 [cm] wordt
weergegeven als de afstand groter of kleiner
wordt.
Equalizer gebruiken
Met de equalizer kunt u de geluidsweergave
naar wens aanpassen aan de akoestische eigenschappen van het interieur van uw auto.
Equalizercurven oproepen
Er zijn zeven opgeslagen equalizercurven die u
op elk moment kunt opvragen. Hier volgen de
equalizercurven:
DisplayEqualizercurve
SUPER BASSSuperbass
POWERFULKrachtig
NATURALNatuurlijk
VOCALVocaal
FLATVlak
CUSTOM1Aangepast 1
CUSTOM2Aangepast 2
! CUSTOM1 en CUSTOM2 zijn aangepaste
equalizercurven.
! Als FLAT is geselecteerd, wordt er niets
aan het geluid veranderd. Dit is handig om
het effect van de equalizercurven te controleren door tussen de FLAT en een ingestelde equalizercurve te wisselen.
1 Druk op EQ en houd de toets ingedrukt
om de equalizerfunctie in te schakelen.
Houd EQ ingedrukt tot de naam van de equalizercurve op het display verschijnt.
# Druk op EQ en houd deze weer ingedrukt om
de SFC-functie in te schakelen.
2 Druk op EQ om de equalizer te kiezen.
Druk herhaaldelijk op EQ om tussen de volgende equalizers om te schakelen:
SUPER BASSPOWERFULNATURAL
VOCALFLATCUSTOM1CUSTOM2
Parametrische equalizer met 3
frequentiebanden instellen
Voor de equalizercurven CUSTOM1 en
CUSTOM2 kunt u de voorste, achterste en
middelste equalizercurven apart aanpassen
door een middelste frequentie, een equalizerniveau en een Q-factor voor elke frequentieband in te stellen.
! Voor elke bron kan een aparte CUSTOM1-
curve worden gemaakt.
! Een CUSTOM2-curve kan algemeen voor
alle signaalbronnen worden ingesteld.
! De middelste luidspreker bepaalt groten-
deels het geluid en de juiste balans krijgen
is niet eenvoudig. We raden u aan tweekanaalsaudio (bijvoorbeeld een CD) te gebruiken en de balans juist over alle
luidsprekers behalve de middelste te verspreiden en daarna 5.1-kanaalsaudio
(Dolby Digital of DTS) af te spelen en het
uitgangssignaal van de middelste luidspreker in te stellen op de balans die u voor de
andere luidsprekers heeft ingesteld.
1 Raak A.MENU en AUDIO aan en raak
daarna twee keer NEXT aan.
88
Nl
Page 89
Digitale
signalenverwerker (DSP)
Hoofdstuk
16
2 Raak PEQ aan.
# U kunt PEQ niet selecteren als equalizercurve
CUSTOM1 of CUSTOM2 niet is geselecteerd.
3 Raak a of b aan om de gewenste functie aan te passen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
SP-SEL (luidsprekers)BAND (frequentiebanden)FREQUENCY (middelste frequentie)
LEVEL (equalizerniveau)Q. FACTOR (Q-
factor)
4 Raak c of d aan en selecteer de luidspreker die u wilt aanpassen.
Raak c of d aan totdat de gewenste luidspreker in het display verschijnt.
REAR (achterluidsprekers)CENTER (middenluidsprekers)FRONT (voorluidsprekers)
# U kunt geen luidsprekers selecteren met
grootte OFF.
5 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de frequentieband van de equalizer
die moet worden aangepast.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er als
volgt een frequentieband van de equalizer geselecteerd:
LOW (laag)MID (midden)HIGH (hoog)
8 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de gewenste Q-factor.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tussen de volgende Q-factoren:
WIDE (breed)NARROW (smal)
# U kunt de parameters voor elke frequentieband van de andere luidsprekers op dezelfde manier instellen.
Opmerking
U kunt een middenfrequentie uit zon 20 frequenties voor elke frequentieband selecteren. U kunt
de middenfrequentie in stappen van 1/3 octaaf
veranderen, maar u kunt de frequenties met intervallen van minder dan 1 octaaf onder de middenfrequenties van de drie frequentiebanden niet
selecteren.
Digitale signalenverwerker (DSP)
6 Raak b en daarna c of d aan en selecteer de middenfrequentie van de geselecteerde frequentieband.
Raak c of d aan totdat de gewenste frequentie in het display verschijnt.
7 Raak b en daarna c of d aan en selecteer het equalizerniveau.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het niveau van de equalizer hoger of lager. Waarden
van +06 06 worden weergegeven als het niveau hoger of lager wordt.
89
Nl
Page 90
1
Hoofdstuk
17
DVD-speler instellen
Inleiding DVD-instellingen
U kunt dit menu gebruiken om audio, ondertiteling, kinderbeveiliging en andere DVD-instellingen te veranderen.
! Als u een DVD of Video-CD alleen op het
display achter bekijkt, kunt u dit menu niet
gebruiken.
1 Menuweergave voor de DVD-instellingen
Deze toont de menunamen van de DVD-instellingen.
1 Raak g aan.
SETUP wordt weergegeven in plaats van
MENU.
2 Raak SETUP aan als de disc is gestopt.
Het DVD-instellingenmenu wordt weergegeven.
# Als SETUP niet wordt weergegeven, kunt u het
weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt DVD SETUP ook weergeven door op
MENU op de afstandsbediening te drukken als
de disc is gestopt.
3 Raak LANGUAGE of VISUAL aan om de
functienamen van de DVD-instellingen
weer te geven.
De functienamen van de DVD-instellingen in
het geselecteerde menu worden weergegeven.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het
weergavedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functie van de DVD-instellingen uitvoert, zal er
automatisch worden teruggekeerd naar het
weergavedisplay.
Ondertitelingstaal instellen
U kunt de gewenste ondertitelingstaal instellen. Als de geselecteerde ondertitelingstaal op
de DVD is opgenomen, worden de ondertitelingen in die taal weergegeven.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en daarna SUB. T LANG.
Er verschijnt een ondertitelingstaalmenu en
de huidige ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal wilt, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
Er is een ondertitelingstaal ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg danAls u OTHERS selecteert op de volgende bladzijde.
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is op-
genomen, wordt de taal die op de disc wordt
gespecificeerd weergegeven.
! U kunt de ondertiteling inschakelen door
SUB.T aan te raken tijdens het afspelen.
(Raadpleeg Ondertitelingstaal veranderen tij-
90
Nl
Page 91
DVD-speler instellen
Hoofdstuk
17
dens het afspelen (Multi-ondertiteling) op bladzijde 40.)
! Als u SUB.T gebruikt om naar de ondertiteling
te gaan, heeft dit geen effect op de instellingen hier.
Als u OTHERS selecteert
Als u OTHERS selecteert, verschijnt er een display waarin u een taalcode moet invoeren.
Raadpleeg Taalcodekaart voor DVD op bladzijde
113 om de viercijferige code van de gewenste
taal in te voeren.
1 Raak 09 aan om de taalcode in te
voeren.
# Raak C aan om de ingevoerde cijfers te annu-
leren.
# U kunt het gewenste cijfer ook invoeren door
de joystick en 0-9 te gebruiken.
2 Raak ENTER terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
Audiotaal instellen
U kunt een audiotaal naar keuze instellen.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en daarna AUDIO LANG.
Er verschijnt een audiotaalmenu en de huidige
ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal wilt, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
De audiotaal is ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg danAls u OTHERS selecteert op deze bladzijde.
Opmerkingen
! Als de geselecteerde taal niet op de disc is op-
genomen, wordt de taal die op de disc wordt
gespecificeerd uitgezonden.
! U kunt de audiotaal inschakelen door AUDIO
aan te raken tijdens het afspelen. (Raadpleeg
Audiotaal veranderen tijdens het afspelen
(Multi-audio) op bladzijde 39.)
! Als u AUDIO gebruikt om naar de audiotaal te
gaan, heeft dit geen effect op de instellingen
hier.
Menutaal instellen
U kunt de gewenste taal waarin de menusop
een disc moeten worden weergegeven instellen.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en daarna MENU LANG.
Er verschijnt een menutaalmenu en de huidige ingestelde taal wordt gemarkeerd.
# Als u naar het menu voor een tweede taal wilt,
raakt u NEXT aan.
# Als u terug wilt keren naar het menu voor de
eerste taal wilt, raakt u PREV aan.
2 Raak de gewenste taal aan.
De menutaal is ingesteld.
# Als u OTHERS heeft ingesteld, raadpleeg danAls u OTHERS selecteert op deze bladzijde.
Opmerking
Als de geselecteerde taal niet op de disc is opgenomen, wordt de taal die op de disc wordt gespecificeerd weergegeven.
DVD-speler instellen
91
Nl
Page 92
Hoofdstuk
17
DVD-speler instellen
Extra ondertiteling in- of
uitschakelen
Extra ondertiteling biedt uitleg voor doven of
slechthorenden. Ze kunnen alleen worden
weergegeven als ze op de DVD zijn opgenomen.
U kunt de extra ondertiteling naar wens in- of
uitschakelen.
1 Raak SETUP en LANGUAGE aan en daarna NEXT.
2 Raak A SUB TITL aan.
3 Raak a aan om de extra ondertiteling
in te schakelen.
# Raak b aan om de extra ondertiteling uit te
schakelen.
Weergave van het
Camerahoekpictogram
instellen
U kunt het camerahoekpictogram laten verschijnen bij scènes waarbij meerdere camerahoeken mogelijk zijn.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en daarna
M. ANGLE.
2 Raak a aan om de weergave van het
camerahoekpictogram in te schakelen.
# Raak b aan om de weergave van het camera-
hoekpictogram uit te schakelen.
Beeldformaat instellen
Er zijn twee typen weergaven. Een breedbeeld
heeft een verhouding breedte-hoogte (TV-aspect) van 16:9, terwijl een normale weergave
een beeldformaat van 4:3 heeft. Selecteer het
juiste beeldformaat voor de weergave die bij
REAR MONITOR OUT hoort.
! Als u een normale weergave gebruikt, moet
u LETTER BOX of PANSCAN selecteren.
Als u 16 : 9 selecteert, krijgt u misschien
een onnatuurlijk beeld.
! Als u het beeldformaat selecteert, krijgt het
display van dit toestel dezelfde instelling.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en daarna
TV ASPECT.
2 Raak een van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om het beeldformaat te selecteren.
! 16 : 9 Breedbeeld (16:9) wordt weergege-
ven zoals het is (begininstelling)
! LETTER BOX Het beeld heeft de vorm van
een brievenbus met zwarte strepen boven
en onder in het scherm
! PANSCAN Het beeld is links en rechts
van het scherm ingekort
Opmerkingen
! Bij het afspelen van discs die PANSCAN niet
specificeren, wordt LETTER BOX gebruikt,
zelfs als u de instelling PANSCAN selecteert.
Controleer of de verpakking van de disc het
16 : 9 LB
plaatje
! Bij sommige discs kan het beeldformaat niet
worden veranderd. Raadpleeg voor meer informatie de instructies op de disc.
heeft. (Zie bladzijde 11.)
Kinderbeveiliging instellen
Bij sommige DVDs kunt u de kinderbeveiliging gebruiken om te voorkomen dat uw kinderen naar scènes met gewelddadige of
volwassen inhoud kijken. U kunt de kinderbeveiliging in stappen naar eigen wens instellen.
92
Nl
Page 93
DVD-speler instellen
Hoofdstuk
17
! Als u een niveau van kinderbeveiliging in-
stelt en daarna een disc met kinderbeveiliging wilt afspelen, wordt er soms een
invoerscherm voor een code weergegeven.
Het afspelen begint dan als het juiste codenummer is ingevoerd.
Codenummer en niveau instellen
Als u deze functie voor het eerst gebruikt,
moet u uw codenummer registreren. Als u een
codenummer niet registreert, werkt de kinderbeveiliging niet.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en daarna
PARENTAL.
2 Raak 09 aan om een viercijferig codenummer in te voeren.
3 Raak ENTER terwijl het invoercijfer
wordt weergegeven.
Het codenummer is ingesteld en u kunt nu
het niveau instellen.
4 Raak een van de toetsen 18 aan en
selecteer het gewenste niveau.
Het niveau van de kinderbeveiliging is ingesteld.
! LEVEL 8 Het afspelen van de hele disc is
mogelijk (begininstelling)
! LEVEL 7LEVEL 2 Het afspelen van discs
voor kinderen en discs met een niet-specifiek volwassen inhoud is mogelijk
! LEVEL 1 Het afspelen van discs voor al-
leen kinderen is mogelijk
Opmerkingen
! We raden u aan uw codenummer te bewaren
mocht u hem vergeten.
! Het niveau van de kinderbeveiliging is op de
disc opgenomen. U kunt dit controleren door
naar de verpakking van de disc te kijken, inclu-
sief de informatie op de disc zelf. Bij discs zonder opgenomen niveau voor kinderbeveiliging
kunt u de kinderbeveiliging niet gebruiken.
! Bij sommige discs slaat de kinderbeveiliging
alleen scènes over, daarna begint de normale
weergave. Raadpleeg voor meer informatie de
instructies op de disc.
Niveau wijzigen
U kunt het ingestelde niveau van de kinderbeveiliging wijzigen.
1 Raak SETUP en VISUAL aan en daarna
PARENTAL.
2 Raak 09 aan en voer het geregistreerde codenummer in.
3 Raak ENTER aan.
Hiermee wordt het codenummer ingevoerd. U
kunt nu het niveau wijzigen.
# Als u een verkeerd codenummer invoert, verschijnt het pictogram
juiste codenummer in.
# Raadpleeg Als u uw codenummer bent
vergeten op deze bladzijde als u uw codenummer
vergeten bent.
. Raak C aan en voer het
4 Raak een van de toetsen 18 aan en
selecteer het gewenste niveau.
Het nieuwe niveau van de kinderbeveiliging is
ingesteld.
Als u uw codenummer bent
vergeten
Raadpleeg Niveau wijzigen op deze bladzijde
en raak C 10 keer aan. Het geregistreerde codenummer wordt geannuleerd en u kunt een
nieuw nummer registreren.
DVD-speler instellen
93
Nl
Page 94
Hoofdstuk
17
DVD-speler instellen
Codetype voor de
afstandsbediening instellen
Als de schakelaar van de afstandsbediening is
ingesteld op DVD, kunt u door het codetype
van de afstandsbediening te wijzigen de DVDspeler van Pioneer met de bijgeleverde afstandsbediening bedienen. Er zijn drie codes
voor de afstandsbediening, codetype A, codetype B en codetype AVH. Als u dit toestel met
een multi-DVD-speler (bijvoorbeeld XDV-P9II)
gebruikt, selecteert u code A. Als u dit toestel
met een DVD-navigatie-eenheid gebruikt, selecteert u code B. Als u dit toestel alleenstaand gebruikt, selecteert u code AVH.
1 Stel de keuzeschakelaar van de afstandsbediening links op de afstandsbediening in op de juiste positie met de punt
van een pen of een ander scherp voorwerp.
! Als u de stand AVH selecteert, hoeft u de
volgende procedure niet uit te voeren.
! Als u A/B selecteert, moet u de volgende
procedure volgen en het codetype instellen
op het juiste type.
2 Druk tegelijkertijd op 7 en 0 op de afstandsbediening om het codetype te veranderen.
De begininstelling van het codetype is A.Telkens als u 7 en 0 op de afstandsbediening tegelijkertijd indrukt, schakelt het codetype
tussen A en B.
94
Nl
Page 95
1
Begininstellingen
Hoofdstuk
18
Begininstellingen aanpassen
Via de begininstellingen kunt u diverse eigenschappen van dit toestel van tevoren aanpassen.
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1 Raak het signaalbronpictogram aan en
raak daarna SOURCE OFF aan om het toestel uit te schakelen.
# Als het bronpictogram niet wordt weergegeven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Raak A.MENU aan en daarna INITIAL
om de functienamen weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak NEXT aan om naar de volgende groep
functienamen te gaan.
# Raak PREV aan om naar de vorige groep func-
tienamen te gaan.
# Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-P7000)
is aangesloten op dit toestel, kunt u DIGTL ATT in
plaats van REAR SP bedienen.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
FM-afstemstap instellen
Normaal gesproken wordt bij het automatisch
afstemmen bij de FM-afstemstap 50 kHz gebruikt. Als AF of TA aan staat, verandert de afstemstap automatisch naar 100 kHz. Als AF
uit staat, kunt u de afstemstap het beste op 50
kHz zetten.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
FM STEP.
2 Raak c of d aan en selecteert de FM-afstemstap.
Als u c of d aanraakt, verandert de FM-afstemstap tussen 50 kHz en 100 kHz als AF of
TA aan staat. De geselecteerde FM-afstemstap
verschijnt op het display.
Opmerking
Bij handmatig afstemmen zal de afstemstap op
50 kHz blijven staan.
Aan/uit zetten van de
automatische PI-zoekfunctie
Het toestel kan automatisch zoeken naar een
andere zender met hetzelfde programma, zelfs
wanneer er is afgestemd op een voorkeuzezender.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
AUTO PI.
2 Raak a aan om de automatische PIzoekfunctie in te schakelen.
# Raak b aan om de automatische PI-zoekfunc-
tie uit te schakelen.
Begininstellingen
95
Nl
Page 96
Hoofdstuk
18
Begininstellingen
Waarschuwingstoon in-/
uitschakelen
Als het voorpaneel niet binnen vijf seconden
na het uitschakelen van het contact van het
hoofdtoestel is verwijderd, zal er een waarschuwingstoon klinken. U kunt deze waarschuwingstoon uitschakelen.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
DT. WARNING.
2 Raak a aan om de waarschuwingstoon
in te schakelen.
# Raak b aan om de waarschuwingstoon uit te
schakelen.
Externe aansluiting in-/
uitschakelen
U kunt externe apparatuur bij dit toestel gebruiken. Activeer de externe aansluiting als u
externe apparatuur gebruikt die op het toestel
is aangesloten.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
AUX.
2 Raak a aan om de extra instelling in te
schakelen.
# Raak b aan om de extra instelling uit te
schakelen.
Kleur van de verlichting
selecteren
Dit toestel is uitgerust met twee verlichtingskleuren, groen en rood. U kunt de gewenste
kleur van de verlichting selecteren.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
ILLUMI.
2 Raak a of b aan en selecteer de gewenste verlichtingskleur.
Raak a aan en selecteer GREEN (groen). Raak
b aan en selecteer RED (rood).
Achteruitgang en de
subwooferregeling instellen
De achteruitgang van dit toestel (uitgangsaansluiting voor de achterluidsprekers en RCAachteruitgang) kan worden gebruikt voor aansluiting van een luidspreker met het volle bereik (REAR SP FULL) of van een subwoofer
(REAR SP SUB. W). Als u de instelling van de
achteruitgang op REAR SP SUB. W instelt,
kunt u een kabel voor een achterluidspreker
direct aansluiten op een subwoofer zonder
een hulpversterker te gebruiken.
Het toestel is aanvankelijk ingesteld voor aansluiting van een achterluidspreker met het
volle bereik (REAR SP FULL). Als de achteruitgang is aangesloten op luidsprekers met het
volle bereik (als REAR SP FULL is geselecteerd), kunt u de RCA-kabel van de subwooferuitgang op een subwoofer aansluiten. In dit
geval kunt u selecteren of u de ingebouwde
PREOUT SUB.W van de regeling van de subwoofer (low-passfilter, fase) of de externe
PREOUT FULL gebruikt.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P7000) is aangesloten op dit toestel, kunt u
deze functie niet gebruiken.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
REAR SP.
2 Raak a of b aan om de gewenste instelling voor de achteruitgang in te schakelen.
Raak a aan en selecteer de luidspreker met
het volle bereik. REAR SP FULL verschijnt op
het display. Raak b aan en selecteer de subwoofer. REAR SP SUB. W verschijnt op het display.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u REAR SP FULL.
96
Nl
Page 97
Begininstellingen
Hoofdstuk
18
# Als er een subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, stelt u REAR SP SUB. W in voor de
subwoofer.
# Als de instelling voor de achteruitgang
REAR SP SUB. W is, kunt u de subwooferregeling
niet wijzigen.
3 Raak c of d aan om het uitgangssignaal voor de subwoofer of het uitgangssignaal van de non-fading in te schakelen.
Raak c aan en selecteer de subwooferuitgang. PREOUT SUB.W verschijnt op het display. Raak d aan en selecteer het
uitgangssignaal voor de non-fading.
PREOUT FULL verschijnt op het display.
Opmerkingen
! Zelfs als u deze instelling wijzigt, is er geen
uitgangssignaal, tenzij u het uitgangssignaal
voor de non-fading (raadpleeg Uitgangssig-naal van de non-fading gebruiken op bladzijde
78) of het uitgangssignaal voor de subwoofer
(raadpleeg Uitgangssignaal van de subwoofergebruiken op bladzijde 77) in het audiomenu
inschakelt.
! Als u de subwooferregeling wijzigt, worden
het uitgangssignaal voor de subwoofer en het
uitgangssignaal van de non-fading in het audiomenu opnieuw ingesteld op de fabrieksinstellingen.
! Beide uitgangsaansluitingen voor de achter-
luidsprekers en de RCA-achteruitgang worden
tegelijkertijd ingeschakeld in deze instelling.
Verstoord geluid corrigeren
U kunt storingen die door de instellingen van
de equalizercurve worden veroorzaakt minimaliseren.
Als het equalizerniveau hoog wordt ingesteld,
kan dit storing veroorzaken. Als er bij harde
muziek storingen te horen zijn, kunt u LOW
proberen. Normaal gesproken moet de instelling HIGH een goede geluidskwaliteit geven.
! Alleen als de multikanaalverwerker (bijv.
DEQ-P7000) is aangesloten op dit toestel,
kunt u deze functie gebruiken.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
NEXT.
2 Raak DIGTL ATT aan.
3 Raak c of d aan om de instelling voor
digitale demping op te roepen.
Raak c aan en selecteer de lage instelling.
LOW verschijnt op het display. Raak d aan en
selecteer de hoge instelling. HIGH verschijnt
op het display.
Tijdelijke uitschakeling/
demping van het geluid
inschakelen
Het geluid van dit systeem wordt in de volgende gevallen automatisch uitgeschakeld,
gedempt of gemengd:
! Er wordt gebeld met een mobiele telefoon
die op dit toestel is aangesloten.
! Er is een navigatie-eenheid met spraakbe-
geleiding van Pioneer op dit toestel aangesloten.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
NEXT.
2 Raak TEL/GUIDE aan.
3 Raak c of d en selecteer uitschakeling,
demping of een combinatie.
Raak c of d aan totdat de gewenste instelling
op het display verschijnt.
is aangesloten op dit toestel, kunt u de volgende
instellingen selecteren:
! MUTE Uitschakeling
! ATT20 Demping (ATT20 heeft meer effect
dan ATT10)
Begininstellingen
97
Nl
Page 98
Hoofdstuk
18
Begininstellingen
! ATT10 Demping
! MIXING Combinatie
Opmerkingen
! Het geluid wordt uitgeschakeld en MUTE of
ATT verschijnt op het display, waarmee het ge-
luid niet kan worden aangepast.
! De bediening keert weer terug naar normaal
als het telefoongesprek of de spraakbegeleiding is afgelopen.
Automatisch afspelen van
de disc in- of uitschakelen
U kunt het automatisch afspelen van de disc
in- of uitschakelen als u een disc in de laadsleuf doet. Als deze functie is ingeschakeld,
gaat de disc automatisch spelen nadat deze in
de laadsleuf is gestoken.
De begininstelling van deze functie is aan.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
NEXT.
2 Raak DVD AUTO aan.
3 Raak a aan om automatisch afspelen
van de disc in te schakelen.
# Raak b aan om automatisch afspelen van de
disc uit te schakelen.
Dimmerinstelling voor
subdisplay in- of uitschakelen
Om te voorkomen dat het subdisplays nachts
te licht is, zal het subdisplay automatisch worden gedimd wanneer u de koplampen van de
auto aan zet. U kunt de dimmer in- of uitschakelen.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
NEXT.
2 Raak SUB. D DIM aan.
3 Raak a aan om de dimmer in te schakelen.
# Raak b aan om de dimmer uit te
schakelen.
Navigatiestem/
waarschuwingspiepen en
audiogeluid mengen
Als uw systeem is voorzien van navigatiebegeleiding, kunt u de begeleidingstem/waarschuwingspiepen van een navigatie-eenheid van
Pioneer combineren met het audiogeluid van
het systeem. U kunt het geluid van de begeleidingstem en de waarschuwingspiepen of alleen de begeleidingsstem mengen.
! U kunt deze functie alleen gebruiken als er
een navigatie-eenheid van Pioneer is aangesloten op het toestel.
! Als de multikanaalverwerker (bijv. DEQ-
P7000) of een optionele versterker is aangesloten op dit toestel, kunt u deze functie
niet gebruiken.
! We raden u aan GUIDE te selecteren voor
een goede geluidskwaliteit.
1 Raak A.MENU en INITIAL aan en daarna
NEXT.
2 Raak NAV MIXING aan.
3 Raak a of b aan om het mengen van
de navigatiestem/waarschuwingspiepen in
te schakelen.
Raak a aan en selecteer ALL (begeleidingsstem en piepen mengen). Raak b aan en selecteer GUIDE (alleen begeleidingsstem).
98
Nl
Page 99
1
Overige functies
Hoofdstuk
19
Inleiding instellingen
aanpassen
1 Weergave instellingenmenu
Deze toont de functienamen voor de instellingen.
% Raak A.MENU aan en daarna SETUP om
de functienamen voor de instellingen weer
te geven.
De functienamen voor de instellingen worden
weergegeven en de functienamen die u kunt
selecteren zijn gemarkeerd.
# Als A.MENU niet wordt weergegeven, kunt u
het weergeven door het scherm aan te raken.
# U kunt MENU ook weergeven door met de
joystick te klikken.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het bij
de signaalbron behorende display.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een instellingsfunctie gebruikt, zal er automatisch worden teruggekeerd naar het bij de signaalbron
behorende display.
Video-ingangssignaal
instellen
U kunt de instelling aan de hand van het aangesloten onderdeel in- of uitschakelen.
! Selecteer VIDEO om een video van een
aangesloten onderdeel als AV signaalbron
te bekijken.
! Selecteer M-DVD om een video van een
aangesloten DVD-speler als S-DVD signaalbron te bekijken.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en daarna
AV INPUT.
2 Raak c of d aan om de instelling van
het video-ingangssignaal te selecteren.
Raak c of d aan totdat de gewenste instelling
op het display verschijnt.
! OFF Er is geen video-onderdeel aangeslo-
ten
! VIDEO Extern video-onderdeel
! M-DVD Er is een DVD-speler met RCA-
kabel aangesloten
# Als er een DVD-speler met een AV-BUS-kabel
is aangesloten, mag u niet M-DVD selecteren
omdat er u anders geen beeld heeft, zelfs niet als
u S-DVD heeft geselecteerd.
Achteruitrijcamera instellen
Dit toestel heeft een functie die automatisch
overschakelt naar de video van de achteruitrijcamera (BACK UP CAMERA IN-stekerbus) als
er een achteruitrijcamera op de auto is gemonteerd. Als de versnellingspook in de stand
ACHTERUIT (R) staat, gaat de video automatisch naar de achteruitrijcamera. (Ga voor
meer informatie naar uw dealer.)
! We raden u aan een camera te gebruiken
die gespiegelde beelden uitzendt.
Overige functies
99
Nl
Page 100
Hoofdstuk
19
Overige functies
! Controleer onmiddellijk of het display over-
schakelt naar de achteruitrijcamera als de
versnellingspook in ACHTERUIT (R) wordt
gezet.
! Als het display naar het beeld van de ach-
teruitrijcamera gaat tijdens normaal rijden,
kunt u beter een andere instelling gebruiken.
! Druk op MENU op het hoofdtoestel om
terug te gaan naar het display van de signaalbron.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en daarna
B-CAMERA.
2 Raak a aan om de instelling voor de
achteruitrijcamera in te schakelen.
# Raak b aan om de instelling voor de achteruit-
rijcamera uit te schakelen.
3 Raak c of d en selecteer de juiste polariteitsinstelling.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tussen de volgende polariteitsinstellingen:
! BATTERY Als de polariteit van de aange-
sloten kabel positief is als de versnellingspook in de stand ACHTERUIT (R) staat
! GND Als de polariteit van de aangesloten
kabel negatief is als de versnellingspook in
de stand ACHTERUIT (R) staat
Video van het
achterdisplay selecteren
Als de navigatievideo op het voorste display
wordt weergegeven, kunt u ervoor kiezen de
navigatievideo op het achterste display of op
de video van de geselecteerde signaalbron af
te spelen.
! U kunt alleen overschakelen naar de video
van het display achter als er een navigatieeenheid van Pioneer is aangesloten op het
toestel.
! Als u SOURCE in REAR DISP selecteert ter-
wijl de geselecteerde signaalbron een audiosignaalbron is, verschijnt er niets op het
display achter.
! Als u SOURCE in REAR DISP selecteert,
wordt er niets weergegeven op het achterdisplay tijdens de onderbreking door een
verkeersbericht of een nieuwsbericht.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en daarna
REAR DISP.
2 Raak c of d aan en selecteer de video
op het display achter.
Raak c of d aan totdat de gewenste video-instelling op het display verschijnt.
! SOURCE Weergave van de video van de
geselecteerde signaalbron op het display
achter
! NAVI Weergave van de navigatievideo op
het display achter
Functie automatisch
openen instellen
Om te voorkomen dat het display de versnellingspook van een voertuig met automatische
versnellingsbak raakt wanneer deze in P (parkeerstand) staat of als u niet wilt dat het display automatisch opent en sluit, kunt u de
functie automatisch openen op handmatig
zetten.
U kunt daarnaast het achteruitplaatsen in- of
uitschakelen om de schuifpositie van het LCDpaneel aan te passen.
1 Raak A.MENU en SETUP aan en daarna
FLAP SET.
100
Nl
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.