Pentax OPTIO H90 User Manual [nl]

Digitale camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom op een veilige plaats.
Auteursrechten
Met de digitale camera van PENTAX gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
• PENTAX en Optio zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION.
• Het SDHC-logo ( ) is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
• ArcSoft® en het bijbehorende logo zijn een wettig gedeponeerd of gewoon handelsmerk van ArcSoft Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
• Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
• Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
• Eye-Fi, het Eye-Fi-logo en Eye-Fi c onnected zijn een handelsmerk van Eye-Fi, Inc.
• Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Zie “Aansluiten op een computer” (p.205) voor meer informatie.
Aan de gebruikers van deze camera
• Gebruik of bewaar dit apparaat niet in de buurt van apparatuur die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden genereert. Sterke elektromagnetische straling of de magnetische velden die worden geproduceerd door apparatuur zoals radiozenders, kunnen de monitor storen, de opgeslagen gegevens beschadigen of het interne circuit van het product beïnvloeden en camerastoringen veroorzaken.
• Het paneel met vloeibare kristallen is gemaakt met behulp van extreem hoge­precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
• Als u de camera op een helder voorwerp richt, kan er op het scherm een lichtband verschijnen. Dit verschijnsel wordt smear genoemd en betekent niet dat de camera defect is.
• De illustraties en de weergave op het scherm kunnen in deze handleiding afwijken van het feitelijke product.
• In deze handleiding worden SD-geheugenkaarten en SDHC-geheugenkaarten beide aangeduid met de term “SD-geheugenkaarten”.
• In deze handleiding wordt de algemene term computer(s) gebruikt voor zowel Windows-pc’s als Macintosh-computers.
• In deze handleiding wordt de algemene term batterij gebruikt voor alle soorten batterijen die voor deze camera en de accessoires kunnen worden gebruikt.
1

Veilig gebruik van de camera

We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
2
Over de camera
Waarschuwing
• Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera is gevallen of anderszins is beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• De camerariem om uw nek hangen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek doen.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Pas op
• Leg uw vingers niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan gevaar op brandwonden.
• Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat een risico van verkleuring.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
• Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en dient u onmiddellijk een arts te raadplegen.
3
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
Waarschuwing
• Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader en netvoeding met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een batterijlader en netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, of gebruik van de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader en netvoeding met een niet juist gespecificeerd vermogen of spanning kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken. De voorgeschreven spanning is 100-240V wisselstroom.
• Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren in brand of een elektrische schok.
• Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van welke andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Als het tijdens het gebruik van de batterijlader en het netsnoer gaat onweren, haal het netsnoer dan uit het stopcontact en gebruik het product niet verder. Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
• Veeg de stekker van het netsnoer schoon als hij met stof bedekt raakt. Stof op de stekker kan brand veroorzaken.
Pas op
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer niet overmatig. Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Neem contact op met een servicecentrum van PENTAX als het snoer beschadigd is.
• Raak de aansluiting voor netsnoer niet aan als het netsnoer is aangesloten en vermijd kortsluiting.
• Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact en koppel het niet met vochtige handen los. Dit kan resulteren in een elektrische schok.
• Laat de camera niet vallen en stel haar ook niet bloot aan hevige schokken. Dat kan ertoe leiden dat de camera defect raakt.
4
• Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI88. Het opladen van andere batterijen kan oververhitting, explosies of storing in de batterijlader veroorzaken.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG­koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie) en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC­configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
Over de batterij
Waarschuwing
• Berg de batterij op buiten bereik van kleine kinderen. Als zij de batterij in hun mond steken, kunnen ze een elektrische schok krijgen.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
• Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
• Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot een explosie of lekkage.
• Haal de batterij meteen uit de camera als die heet wordt of er rook uit komt. Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij.
• Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van de plus- en minpolen van de batterij.
• Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan exploderen of vlam vatten.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Waarschuwingen bij het gebruik van de batterij D-LI88: BIJ ONJUIST GEBRUIK KAN DE BATTERIJ EXPLODEREN OF ONTBRANDEN.
- DEMONTEER DE BATTERIJ NOOIT EN GOOI HEM EVENMIN WEG
IN VUUR.
- LAAD DE BATTERIJ ALLEEN OP ALS AAN DE GESPECIFICEERDE
VOORWAARDEN WORDT VOLDAAN.
5
- STEL DE BATTERIJ NIET BLOOT AAN TEMPERATUREN BOVEN
60 °C EN VOORKOM KORTSLUITING.
- VERBRIJZEL DE BATTERIJ NIET EN PROBEER NIET ER IETS AAN
TE VERANDEREN.
Houd de camera en meegeleverde accessoires buiten bereik van kleine kinderen
Waarschuwing
• Zorg ervoor dat kleine kinderen niet bij de camera en meegeleverde accessoires kunnen.
1. Als het product valt of per ongeluk wordt gebruikt, kan dit leiden tot
ernstig persoonlijk letsel.
2. De camerariem om de nek doen kan verstikkingsgevaar inhouden.
3. Houd kleine accessoires, zoals batterijen en SD-geheugenkaarten,
buiten bereik van kleine kinderen om het risico van per ongeluk inslikken te vermijden. Mocht een accessoire toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.

Aandachtspunten tijdens het gebruik

Voor u de camera gaat gebruiken
• Neem als u op reis gaat het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Opnamen en geluid kunnen niet worden gegarandeerd als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) enz.
Over de batterij en de batterijlader
• Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies van prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
• Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
6
• Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik of op de dag van gebruik zelf op te laden.
• Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt voor de batterijlader D-BC88. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen en gebruiken van de camera
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0 °C tot 40 °C (32 °F tot 104 °F).
• De monitor kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar werkt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een plastic zak en haal deze er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Veeg de camera droog als er regen- of waterdruppels op komen.
• Druk niet met kracht op de monitor. Het risico bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
• Ga niet zitten met de camera in uw achterzak. Hierdoor kan de behuizing van de camera of het scherm beschadigd raken.
• Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera op een statief plaatst.
• Het objectief van deze camera is niet verwisselbaar. Het objectief kan niet worden verwijderd.
7
De camera schoonmaken
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
• Verwijder stof dat zich op het objectief heeft verzameld met een lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken.
De camera opbergen
• Berg de camera niet op een plaats op met conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het product op peil te houden.
• Zie “Aandachtspunten bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.41) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke gegevens niet volledig worden gewist wanneer u opnamen of geluidsbestanden verwijdert of een SD-geheugenkaart of het ingebouwde geheugen formatteert. Verwijderde bestanden kunnen soms worden teruggehaald met in de handel verkrijgbare software. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacy.
8

Inhoudsopgave

Veilig gebruik van de camera ...........................................................2
Aandachtspunten tijdens het gebruik ............................................... 6
Inhoudsopgave ................................................................................. 9
Indeling van de handleiding ............................................................15
Eigenschappen van de camera .........................................................16
De inhoud van het pakket controleren ............................................20
Namen van onderdelen .................................................................. 21
Namen van bedieningsonderdelen .................................................22
Monitorindicaties.............................................................................23
Voorbereidingen 31
De draagriem bevestigen ................................................................... 32
De camera aanzetten .......................................................................... 33
De batterij opladen .........................................................................33
De batterij plaatsen......................................................................... 34
De netvoedingsadapter gebruiken..................................................37
De SD-geheugenkaart plaatsen .........................................................39
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt op een
SD-geheugenkaart ................................................................... 42
De camera aan- en uitzetten .............................................................. 43
Opstarten in de Weergavestand .....................................................44
Standaardinstellingen ........................................................................45
De weergavetaal instellen ..............................................................45
De datum en tijd instellen ............................................................... 49
Veel voorkomende handelingen 53
De knopfuncties .................................................................................. 54
A-stand .........................................................................................54
Q-stand ........................................................................................ 56
Schakelen tussen de stand A en de stand Q ............................. 58
De camerafuncties instellen ..............................................................60
..............................................................................................................60
Werken met de menu’s................................................................... 60
Menulijst ......................................................................................... 64
9
Opnamen maken 69
Foto’s maken....................................................................................... 70
Opnamen maken ............................................................................ 70
De opnamestand instellen ..............................................................73
Werken met de functie Gezichtsdetectie ........................................ 76
Automatisch opnamen maken
(Automatische opnamestand) .................................................. 79
Opnamen maken in de Aangepaste instellingen
(Programmafunctie) ................................................................. 80
Opnamen maken in de basisfunctie (Snelinstelling)....................... 81
Werken met de zoom .....................................................................83
Opnamen maken in het donker (Nachtopname/Portret bij nacht/
Digital SR/Vuurwerk/Kaarslicht) ...............................................85
Opnamen maken van mensen (Portret vanaf middel/ Portret/
Huidtint naturel) ........................................................................ 87
Opnamen maken van kinderen (de stand Kinderen) ...................... 88
Opnamen maken van uw huisdier (Huisdier) ................................. 89
Opnamen maken van sport en vrijetijdsbesteding
(Strand & sneeuw/Sport) ..........................................................91
Binnenshuis opnamen maken (Feest)............................................ 92
Opnamen maken van tekst (Tekst) ................................................ 93
Opnamen voorzien van een kader (Beeldinkadering) ....................94
De zelfontspanner gebruiken.......................................................... 96
Een fotoserie maken
(Continuopname/Continue opname snel) ................................97
De functie Digitale groothoek
(Digitale groothoekmodus) ....................................................... 99
Panoramafoto’s maken (Digitaal panorama) ................................102
De opnamestanden instellen ...........................................................105
De flitsinstelling selecteren ...........................................................105
De scherpstelstand selecteren .....................................................107
De resolutie selecteren .................................................................110
De belichting instellen (Belichtingscorrectie) ................................112
De helderheid corrigeren (Instelling D-Range) ............................. 113
De witbalans aanpassen ..............................................................114
Lichtmeting voor automatische belichting instellen ......................116
De gevoeligheid instellen..............................................................118
Knipperdetectie instellen ..............................................................119
Pixel Track SR instellen................................................................ 120
De tijd voor Momentcontrole instellen ..........................................121
De opnamescherpte instellen (Scherpte) .....................................122
De kleurverzadiging instellen (Kleurverzadiging) .........................122
Het opnamecontrast instellen (Contrast) ...................................... 123
10
De functie Datumafdruk instellen..................................................124
Een specifieke functie oproepen ..................................................125
Video-opnamen maken.....................................................................127
Een video-opname maken............................................................ 127
Resolutie en beeldteller van video-opnamen selecteren ..............129
De functie Movie SR (Video bewegingsreductie) instellen ...........130
De instellingen opslaan (Geheugen) ...............................................131
Opnamen weergeven en wissen 133
Opnamen weergeven ........................................................................134
Foto’s weergeven ......................................................................... 134
Video-opnamen weergeven..........................................................135
Weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd .......................... 136
Werken met de weergavefunctie .................................................. 138
Diavoorstelling ..............................................................................141
De opname roteren....................................................................... 143
Zoomweergave .............................................................................145
Automatisch inzoomen op het gezicht van het onderwerp
(Weergave met close-up van gezicht)................................... 146
Opnamen en geluidsbestanden wissen..........................................148
Eén opname wissen ..................................................................... 148
Geselecteerde opnamen en geluidsbestanden wissen ................150
Alle opnamen en geluidsbestanden wissen .................................152
Gewiste opnamen herstellen ........................................................ 153
Foto- en geluidsopnamen beveiligen tegen wissen
(Beveiligen) ............................................................................ 154
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur .......................157
Opnamen bewerken en afdrukken 159
Opnamen bewerken ..........................................................................160
De opnamegrootte wijzigen (Grootte wijzigen) .............................160
Opnamen uitsnijden......................................................................161
De digitale filters gebruiken ..........................................................162
Rode-ogenreductie .......................................................................166
Een kader toevoegen (Beeldinkadering) ...................................... 167
Video-opnamen bewerken............................................................171
Opnamen en geluidsbestanden kopiëren ..................................... 173
Afdrukservice instellen (DPOF) .......................................................176
Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................176
Alle opnamen afdrukken...............................................................178
11
Geluidsopnamen maken en weergeven 179
Geluid opnemen (Geluidsopname) ................................................. 180
De functie Geluidsopname instellen .............................................180
Geluid opnemen ...........................................................................181
Geluidsopnamen weergeven ........................................................ 182
Een gesproken memo toevoegen aan opnamen ...........................184
Een gesproken memo opnemen ..................................................184
Weergave van een gesproken memo...........................................185
Instellingen 187
Camera-instellingen..........................................................................188
SD-geheugenkaart formatteren ....................................................188
De geluidsinstellingen wijzigen ..................................................... 189
De datum en tijd wijzigen.............................................................. 190
De wereldtijd instellen...................................................................193
De weergavetaal wijzigen ............................................................195
De naaminstelling wijzigen van de map .......................................196
Het videosignaal wijzigen ............................................................. 197
Eye-Fi-communicatie instellen...................................................... 198
De helderheid van het scherm aanpassen ................................... 199
De batterijbesparingsfunctie gebruiken ........................................200
Automatisch uitschakelen instellen ............................................... 201
Het opstartscherm wijzigen ..........................................................202
Corrigeren van defecte pixels in de CCD-sensor
(Pixeluitlijning) ........................................................................203
Standaardinstellingen herstellen (Reset)...................................... 204
Aansluiten op een computer 205
De computer instellen ......................................................................206
Meegeleverde software ................................................................206
Systeemvereisten .........................................................................207
De software installeren .................................................................208
De instelling voor USB-aansluiting opgeven ................................211
Aansluiting op een Windows-pc......................................................213
De camera aansluiten op uw Windows-pc ...................................213
Opnamen overbrengen.................................................................214
De camera loskoppelen van uw computer ...................................216
MediaImpression 2.0 for PENTAX starten....................................218
Opnamen weergeven ................................................................... 219
Bijzonderheden over het gebruik van
MediaImpression 2.0 for PENTAX .........................................220
12
Aansluiten op een Macintosh ..........................................................221
De camera aansluiten op uw Macintosh.......................................221
Opnamen overbrengen.................................................................222
De camera loskoppelen van de Macintosh...................................223
MediaImpression 2.0 for PENTAX starten....................................224
Opnamen weergeven ................................................................... 225
Bijzonderheden over het gebruik van
MediaImpression 2.0 for PENTAX .........................................226
Opnamen verzenden met een Eye-Fi-kaart ....................................227
Bijlage 229
Beschikbare functies voor elke opnamefunctie ............................230
Berichten ...........................................................................................232
Problemen oplossen......................................................................... 234
Standaardinstellingen ......................................................................236
Lijst met steden voor wereldtijd ......................................................241
Optionele accessoires......................................................................242
Belangrijkste technische gegevens ................................................243
GARANTIEBEPALINGEN..................................................................248
Index...................................................................................................255
13
In deze handleiding wordt de methode voor bediening van de
4
of
3
of
5
of
2
of
vierwegbesturing aangegeven in afbeeldingen, zoals in de voorbeelden hieronder.
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het b etreffende bedieningsonderdeel.
duidt op informatie die handig is om te weten.
14
A-stand
Q-stand
duidt op aandachtspunten bij de bediening van de camera.
Dit is de stand voor het maken van foto- en video-opnamen. In deze handleiding wordt de stand voor het maken van foto’s de foto-opnamestand genoemd. De stand voor het maken van video­opnamen wordt aangeduid als de C-stand.
Dit is de stand voor het weergeven van foto’s en het afspelen van video’s en geluidsbestan den.

Indeling van de handleiding

Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voorbereidingen––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u na aankoop van de camera moet doen alvorens opnamen te maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
2 Veel voorkomende handelingen–––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk komen veelvoorkomende zaken aan de orde, zoals de functies van de knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere bijzonderheden de desbetreffende hoofdstukken.
3 Opnamen maken –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd op welke manieren u opnamen kunt maken en hoe u de betreffende functies instelt.
4 Opnamen weergeven en wissen–––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s en video-opnamen weergeeft op de camera of een tv en hoe u ze uit de camera verwijdert .
5 Opnamen bewerken en afdrukken –––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd op welke manieren u opnamen kunt afdrukken en hoe u deze bewerkt met de camera.
6 Geluidsopnamen maken en weergeven–––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u geluid opneemt, geluid (een gesproken memo) aan een opname toevoegt en geluidsbestanden afspeelt.
7 Instellingen ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cameragerelateerde functies instelt.
8 Aansluiten op een computer––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera aansluit op een computer en vindt u bovendien instructies voor het aansluiten en een algemeen overzicht van de meegeleverde software.
9 Bijlage ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt het oplossen van problemen behandeld en wordt een overzicht gegeven van afzonderlijk verkrijgbare accessoires.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
15

Eigenschappen van de camera

In het opnamestandenpalet wordt een
bedieningsaanwijzing voor de opnamestand weergegeven en in het weergavepalet wordt een bedieningsaanwijzing voor de weergavestand weergegeven (p.73, p.138).
In de stand Snelinstelling kunt u eenvoudig opnamen
maken met de standaardinstellingen (p.81).
Naast de basisfuncties voor het maken van opnamen heeft de Optio H90 een heel scala van opnamefuncties voor uiteenlopende situaties. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de basisfuncties van de camera optimaal benut. Daarnaast wordt de bediening van de camera gedetailleerd uitgelegd, zodat u alles uit uw camera kunt halen.
Eenvoudig te gebruiken opname- en weergavestanden!
Dankzij het gebruiksvriendelijke ontwerp van de Optio H90 kunt u de camera bedienen met slechts een paar knoppen. Door het gewenste pictogram te kiezen, kunt u de opnamestand (p.73) selecteren en de optimale instellingen voor de situatie kiezen. Of u kiest de weergavestand (p.138, p.160) om gebruik te maken van de diverse weergave- en bewerkingsfuncties. Aan de hand van een bedieningsaanwijzing op het scherm kunt u zien welke functies in elke stand beschikbaar zijn en hoe u ze gebruikt.
16
Perfect voor portretopnamen!
Functie Gezichtsdetectie (p.76)Standen voor het maken van indrukwekkende opnamen
van mensen (p.87)
Tijdens weergave close-ups van gezichten van mensen
om controle te vergemakkelijken (p.146)
Voor het verfraaien van
opnamen met een kader
De Optio H90 heeft een functie voor Gezichtsdetectie waarmee gezichten in de compositie worden gedetecteerd, waarop vervolgens automatisch wordt scherpgesteld en uitgelicht. De functie kan maximaal 32 gezichten per opname detecteren (*), zodat u er ook heel goed groepsportretten mee kunt maken. De sluiter wordt automatisch ontspannen als de mensen glimlachen. Als op het moment van opname iemand net met de ogen heeft geknipperd, krijgt u daarvan een melding, zodat u de opname opnieuw kunt maken, tot hij is gelukt. Er is ook een functie voor het achtereenvolgens uitvergroten van alle gezichten bij weergave, zodat u snel de uitdrukking kunt beoordelen. * Op de monitor kunnen maximaal 31 gezichtsdetectiekaders
(maximaal 30 kaders in de stand Portret vanaf middel) worden weergegeven.
Voeg allerlei kaders toe aan uw opnamen!
Als u met de Optio H90 een opname maakt, kunt u uit een groot aantal kaders kiezen om aan de opname een leuk kader toe te voegen (p.94). U kunt ook kaders toevoegen aan reeds gemaakte opnamen. De positie van het onderwerp op de foto aanpassen of de opname vergroten of verkleinen om hem aan te passen aan de vorm en grootte van het kader. Zo hoeft u nooit meer te controleren of het onderwerp in het kader past (p.167).
17
Opnamen en geluidsbestanden weergeven in
Gebruik de camera om leuke video-opnamen te maken van uw kinderen of huisdieren als een visueel dagboek van hun ontwikkeling (p.127).
kalendervorm!
Met de Optio H90 kunt u gemaakte opnamen en geluidsbestanden op datum weergeven in kalendervorm (p.137). Zo vindt u snel de foto of geluidsopname die u wilt weergeven.
Geavanceerde functies voor video-opnamen
De Optio H90 is uitgerust met een bewegingsreductiefunctie (Movie SR) om tijdens het opnemen camerabewegingen te reduceren (p.130). U kunt bovendien films opnemen in 1280×720 pixel (16:9) HDTV-formaat (*) (p.129). * Bij aansluiting en weergave van opnamen op AV-apparatuur worden
opnamegegevens met een normale schermresolutie uitgevoerd. Om in HDTV films te bekijken, moet u de gegevens overzetten naar een computer en daarop afspelen.
18
U kunt met tal van camerafuncties genieten van
U kunt de functies Formaat wijzigen (p.160), Uitsnijden
(p.161) en Rode-ogenreductie (p.166) gebruiken als de opname wordt weergegeven in de weergavestand.
U kunt een video-opname in twee delen opsplitsen of
een beeldje uit een video-opname selecteren en opslaan als foto (p.171).
de weergave van opnamen zonder dat u een computer nodig hebt!
De Optio H90 heeft tal van functies voor het weergeven en bewerken van opnamen zonder de camera eerst aan te sluiten op een computer om de opnamen over te brengen. Met deze camera kunt u foto- en video­opnamen maken en bewerken (p.160). U hoeft ook niet meer in te zitten over het per ongeluk wissen van opnamen: met de Optio H90 kunt u ze weer herstellen (p.153).
19

De inhoud van het pakket controleren

Digitale Camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Camera
Optio H90
USB-kabel
I-USB7 (*)
Batterijlader
Draagriem
Software (cd-rom)
O-ST104 (*)
AV-kabel
I-AVC7 (*)
Oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI88 (*)
Netsnoer (*) Minihandleiding
D-BC88 (*)
Handleiding
(deze handleiding)
Artikelen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*) zijn ook beschikbaar als optionele accessoires. De batterijlader en het netsnoer zijn alleen samen verkrijgbaar (in de batterijladerset K-BC88). Zie “Optionele accessoires” (p.242) voor meer optionele accessoires.
20
S-SW104
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX.
Het is raadzaam om deze gids “Snel aan de slag” door te lezen voordat u de camera voor het eerst gebruikt, zodat u vertrouwd raakt met de basisbediening van de camera. Raadpleeg de “Bedieningshandleiding” op de cd voor een verdere uitleg vanfuncties en geavanceerde bediening van de camera.
0

Namen van onderdelen

Flitser
Microfoon
Objectief
Zelfontspanner-LED
Klep voor batterij/kaart
Statiefaansluiting
PC/AV-aansluiting
Scherm
Aan/uit-knop
Ontspanknop
Riembevestiging
Voorzijde
Achterzijde
21

Namen van bedieningsonderdelen

4/W-knop
Knop Snelinstelling/i
Vierwegbesturing
Knop 3
Ontspanknop
Knop I
Aan/uit-knop
Q-knop
Zoomknop
Zie “De knopfuncties” (p.54 - p.58) voor uitleg over de werking van elke knop.
22

Monitorindicaties

08 / 0 8/ 2 0 1 0
14 : 2 5
38
200
Histogram + Info
Geen Info
Normale weergave
3 8
Weergave in de stand A
Op het scherm wordt informatie weergegeven zoals de opnameomstandigheden in de opnamestand. Telkens wanneer u op de knop 4/W drukt, verandert de weergave als volgt: “Normale weergave”, “Histogram + Info” en “Geen Info”.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
OK
38
383838
12
M
200
200
OK
Als de opnamestand is ingesteld op 9 (Snelinstelling), is het beeld op de monitor als in de afbeelding rechts hiernaast. U kunt de informatie op het scherm niet wijzigen door op de knop 4/W (p.81) te drukken.
OK
38
38
23
Normale weergave in de foto-opnamestand
1 4 : 2 5
+ 1 . 0
3 8
0 8 / 0 8 / 2 0 1 0
F 3 . 5
1 / 2 5 0
38
38
119 12 13
14
87
10
1 2 3
15
4 5
1/250
6
1/250 F3.5
F3.5
+1.0
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25+1.0
16
191817
Opnamestand (p.73)
1
Pictogram Gezichtsdetectie
2
(p.76) Instelling D-range (p.113)
3
Waarschuwing
4
camerabeweging (p.120) Sluitertijd
5
Diafragma
6
Flitsinstelling (p.105)
7
Transportstand (p.96, p.97)
8
Scherpstelinstelling (p.107)
9
Pictogram Eye-Fi (p.227)
10
* 3 is afhankelijk van de instelling voor [Inst, D-range] in het menu [A
Opnemen].
P Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat Q Wanneer [Schaduwcorrectie] op O staat O Wanneer [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide op O
staan
Als [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide op P (Uit) staan, wordt niets weergegeven bij 3.
Pictogram Digitale zoom/
11
Intelligente zoom (p.83) Geheugenstatus (p.43)
12
Resterende opslagcapaciteit
13
Indicatie batterijniveau (p.36)
14
Scherpstelkader (p.70)
15
Datum en tijd (p.49)
16
Belichtingscorrectie (p.112)
17
Instelling Datumafdruk (p.124)
18
Instelling wereldtijd (p.193)
19
24
* 4 varieert al naar gelang van de volgende omstandigheden.
F 3 . 5
1 / 2 5 0
3 8
200
+ 1 . 0
+ 1 . 0
A A A
A
f Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt met
[Pixeltrack SR] in het menu [A Opnemen] ingesteld op P (Uit) en het waarschijnlijk is dat de camera zal bewegen
M Wanneer [Pixeltrack SR] op O staat
* 5 en 6 verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt.
*Bij 9 wordt q weergegeven op de monitor als de scherpstelinstelling is
ingesteld op = en de functie Auto-Macro is geactiveerd (p.107).
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand
weergegeven.
Histogram + Info/Geen Info in de foto-opnamestand
A1 t/m A19 en B1 worden weergegeven wanneer “Histogram + Info” is geselecteerd. Alleen B1 geselecteerd.
wordt weergegeven als “Geen Info” is
A5 A6 A7
A8
A9 A10
38
38
12
200
200
A11 A12
M
A13 A14 A15 A16
1 2 3
B1
4
B2
1/250
B3
1/250 F3.5
F3.5
+1.0
+1.0
+1.0
A17
A18 A19
25
A1 Opnamestand (p.73) A11 Resterende opslagcapaciteit A2 Pictogram Gezichtsdetectie (p.76)A12 Indicatie batterijniveau (p.36) A3
Instelling D-range (p.113)
A4 Waarschuwing camerabeweging
(
)
p.120
A5 Flitsinstelling (p.105)
A13 Resolutie (p.110) A14 Witbalans (p.114) A15 Automatische belichting
(p.116)
A6 Transportstand (p.96, p.97) A16 Gevoeligheid (p.118) A7 Scherpstelinstelling (p.107) A17 Histogram (p.29) A8
Pictogram Eye-Fi (p.227)
A9 Pictogram Digitale zoom/
Intelligente zoom (p.83)
A18 Belichtingscorrectie (p.112) A19 Instelling Datumafdruk
(p.124)
A10 Geheugenstatus (p.43) B1 Scherpstelkader (p.70)
B2 Sluitertijd B3
Diafragma
* A3 is afhankelijk van de instelling voor [Inst, D-range] in het menu
[A Opnemen].
P Wanneer [Hooglichtcor.] op O staat Q Wanneer [Schaduwcorrectie] op O staat O Wanneer [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide op O
staan
Als [Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide op P (Uit) staan, wordt niets weergegeven bij A3.
* A4 varieert al naar gelang van de volgende omstandigheden.
f Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt met
[Pixeltrack SR] in het menu [A Opnemen] ingesteld op P (Uit) en het waarschijnlijk is dat de camera zal bewegen
M Wanneer [Pixeltrack SR] op O staat
* B2 en B3 verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt.
* Wanneer de opnamestand b (Automatische opname) is en u drukt
de ontspanknop half in, dan wordt de automatisch geselecteerde opnamestand weergegeven bij A1, zelfs als “Geen Info” is geselecteerd (p.79).
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand
weergegeven.
26
Weergave in de stand Q
F3 . 5
1/ 2 5 0
10 0
-
00 3 8
14 : 2 5
200
Bew erk en
08 / 0 8/ 2 0 1 0
10 0
-
00 3 8
14 : 2 5
Bew erk en
08 / 0 8/ 2 0 1 0
Bew erk en
Normale weergave
Histogram + Info
Geen Info
Op het scherm wordt informatie weergegeven van de opname in de weergavestand. Telkens wanneer u op de knop 4/W drukt, verandert de weergave als volgt: “Normale weergave”, “Histogram + Info” en “Geen Info”.
100
0038
100-0038
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
OK
100
0038
100-0038
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
OK
Bewerken
Bewerken
12
OK
M
1/250
1/250 F3.5
F3.5
200
200
Bewerken
Bewerken
Bewerken
Bewerken
27
Normale weergave/Histogram + Info in weergavestand
F3.5F 3 . 5
1/2501/ 2 5 0 F3.5
1/250
1001 0 0
-
0038
0 0 3 8100-0038
14:251 4 : 2 514:25
200200200
BewerkenBewerk enBewerken
12
M
08/08/20100 8 / 0 8 / 2 0 1 008/08/2010
A2
A3
A9
B7
A11
A12
A7 A8
B1 B2 B3 B4
B5 B6
A1
A10
A4
A6
A5
(Alle onderdelen zijn hier alleen voor uitlegdoeleinden weergegeven.)
Op het scherm wordt informatie weergegeven zoals de opnameomstandigheden. A1 t/m A12 verschijnen wanneer “Normale weergave” of “Histogram + Info” is geselecteerd. B1 t/m B7 verschijnen alleen wanneer “Histogram + Info” is geselecteerd.
Pictogram Gezichtsdetectie (p.76)
A1
A10 Pictogram voor volume
A2 Weergavestand A11 Datum en tijd van de opname
Q : Foto’s (p.134)
(p.49)
K : Video (p.135) A12 Bedieningsaanwijzing voor L : Geluid (p.182)
Pictogram voor beveiliging (p.154)
A3 A4 Pictogram voor gesproken
memo (p.185)
A5 Pictogram Eye-Fi (p.227)
vierwegbesturing
B1 Opnamepixels (p.110) B2 Witbalans (p.114) B3 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.116)
A6 Geheugenstatus (p.43) B4 Gevoeligheid (p.118) A7 Mapnummer (p.196) B5 Sluitertijd A8 Bestandsnummer B6 Diafragma A9 Indicatie batterijniveau (p.36) B7 Histogram (p.29)
* A1 wordt alleen weergegeven als de functie Gezichtsdetectie actief
was tijdens het maken van de opname.
* Bij “Normale weergave” verdwijnen A9 en A11 als gedurende twee
seconden geen bedieningshandelingen worden verricht.
28
* A10 verschijnt alleen als het volume tijdens weergave van video-
Aantal pixels
Helderheid(Donker) (Licht)
opnamen, geluidsbestanden of gesproken memo’s wordt gewijzigd (p.135, p.182, p.185).
* A12 verschijnt zelfs wanneer “Geen informatie” is geselecteerd, maar
verdwijnt als gedurende twee seconden geen bedieningshandelingen worden verricht. Als bij “Normale weergave” of “Histogram + Info” gedurende twee seconden geen bedieningshandelingen worden verricht, verdwijnt alleen “Bewerken”.
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens de bediening verschijnen op het scherm aanwijzingen voor de bediening van de beschikbare knoppen. Deze worden als volgt weergegeven.
2 Vierwegbesturing (2) Zoomknop 3 Vierwegbesturing (3) 4 Vierwegbesturing (4) Ontspanknop 5 Vierwegbesturing (5)
MENU
Knop 3
SHUTTER
I,
4/W-knop
OK
i Knop Snelinstelling/i
X,
J Knop I
Het histogram gebruiken
Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels. De vorm van het histogram vóór en na de opname maakt duidelijk of de helderheid en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis hiervan bepaalt u of de belichting moet worden bijgeregeld en of u de foto opnieuw moet maken.
De belichting instellen (Belichtingscorrectie) 1p.112
29
Inzicht in helderheid
Donkere opname Goede opname Lichte opname
Als de helderheid goed is, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is, bevindt de piek zich rechts.
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere delen) en als de opname te helder is, wordt het gedeelte rechts afgesneden (heldere delen).
Inzicht in contrast
De piek loopt geleidelijk op als het contrast van de opname in evenwicht is. De grafiek vertoont aan beide zijden een piek die naar het midden toe sterk daalt als de opname een groot verschil in contrast vertoont en er weinig gemiddelde helderheidsniveaus zijn.
30

1 Voorbereidingen

De draagriem bevestigen .........................32
De camera aanzetten ................................33
De SD-geheugenkaart plaatsen ...............39
De camera aan- en uitzetten ....................43
Standaardinstellingen ..............................45

De draagriem bevestigen

2
1
Bevestig de met de camera meegeleverde draagriem (O-ST104).
1
Voorbereidingen
1
Leid het dunne uiteinde van de riem door de riembevestiging.
2
Haal het andere uiteinde door het lusje en trek de riem stevig aan.
32

De camera aanzetten

3
1
2
Batterijlader
Oplaadindicatie Tijdens het opladen: Licht op Opladen gereed: Gaat uit
Batterij
Netsnoer
Naar stopcontact

De batterij opladen

Gebruik de meegeleverde batterijlader (D-BC88) om de meegeleverde oplaadbare lithium-ionbatterij (D-LI88) op te laden voordat u de batterij voor het eerst in de camera gebruikt of nadat de batterij lang niet is gebruikt. Doe dit ook wanneer de melding [Batterij leeg] verschijnt. Opmerking: Specificaties netsnoer type SPT-2 of NISPT-2, flexibel snoer 18/2, 125 V, 7 A, minimaal 1,8 m.
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2 3
4
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Plaats de batterij zo in de batterijlader dat het PENTAX­logo zichtbaar is.
De oplaadindicatie brandt terwijl de batterij wordt opgeladen en gaat uit wanneer het opladen gereed is.
Haal de batterij uit de batterijlader wanneer het opladen gereed is.
1
Voorbereidingen
33
• Gebruik de meegeleverde batterijlader (D-BC88) uitsluitend voor het
Klep voor batterij/kaart
Batterijvergrendelingsknop
Batterij
opladen van oplaadbare D-LI88 lithium-ionbatterijen, anders kan de lader oververhit of beschadigd raken.
• De batterij is opgebruikt wanneer ze snel leeg raakt nadat u ze hebt
1
Voorbereidingen
opgeladen. Vervang ze door een nieuwe batterij.
• Als de batterij correct is geplaatst maar de oplaadindicatie niet gaat branden, is de batterij mogelijk defect. Vervang ze door een nieuwe batterij.
Volledig opladen duurt maximaal ca. 120 minuten. (De oplaadtijd kan variëren met de omgevingstemperatuur en de oplaadomstandigheden.) De batterij kan naar behoren worden opgeladen als de omgevingstemperatuur tussen 0 °C en 40 °C is.

De batterij plaatsen

Gebruik de oplaadbare lithium-ion-batterij D-LI88 die bij de camera is geleverd. Laad de batterij op voordat u ze voor het eerst in de camera gebruikt.
34
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting van de pijl 1 en open de klep 2.
2
Duw de batterijvergrendelingsknop in de richting van 3 en plaats de batterij met het PENTAX-logo naar de monitor gericht.
Lijn de markeringen op de batterij uit met de markeringen in het batterijvak en duw de batterij aan tot ze vast klikt.
Plaats de batterij zo dat het PENTAX-logo naar de monitor is gericht. Als de batterij verkeerd is geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet.
3
Sluit de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de tegenovergestelde richting (1). Wanneer u een klik hoort, is de klep goed dicht.
De batterij uitnemen
1
Open de klep van de batterij/kaart.
2
Druk de vergrendelingsknop van de batterij-/kaartklep in de richting van 3.
De batterij wordt uitgeworpen. Let erop dat u de batterij niet laat vallen als u deze verwijdert.
• Deze camera maakt gebruik van een oplaadbare lithium-ionbatterij D­LI88. Gebruik geen and ere soorten batterijen, aangezie n dit kan lei den tot schade aan de camera en storingen.
• Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet.
• Verwijder de batterij niet terwijl de camera is ingeschakeld.
• Wanneer u de batterij langer dan 6 maanden opbergt, laad de batterij dan 30 minuten lang op met de batterijlader en berg de batterij apart op. Laad de batterij om de 6 tot 12 maanden opnieuw op. Berg de batterij bij voorkeur op onder kamertemperatuur. Berg de batterij niet op bij hoge temperaturen.
• Als er langere tijd geen batterij in de camera is geplaatst, worden de datum en tijd mogelijk teruggezet.
• Wees voorzichtig, want de camera of de batterij kan heet worden als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
1
Voorbereidingen
35
• Beeldopslagcapaciteit, opnametijd voor video-opnamen, geluidsopnametijd en weergavetijd
(bij 23 °C, met ingeschakeld scherm en volledig opgeladen batterij)
Beeldopslagcapaciteit
1
(met gebruik van de
Voorbereidingen
flitser voor 50% van de
opnamen)
Ca. 210 opnamen Ca. 85 min. Ca. 300 min. Ca. 250 min.
*1
Video-opnametijd*2Geluidsopnametijd*2Weergavetijd
*1 Opnamecapaciteit toont bij benadering het aantal opnamen dat is
gemaakt tijdens tests die zijn uitgevoerd conform CIPA (bij ingeschakeld scherm, ingeschakelde flitser voor 50% van de opnamen en bij 23° C). In de praktijk kan dit afwijken, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
*2 Op basis van de resultaten van tests bij PENTAX.
• In het algemeen kunnen de batterijprestaties tijdelijk minder wor den bij een daling van de temperatuur.
• Neem een reservebatterij mee als u naar het buitenland of naar een koud gebied gaat of als u van plan bent veel opnamen te maken.
• Indicatie batterijniveau
U kunt het batterijniveau aflezen aan de indicatie op het scherm.
Schermaan duiding Batterijstatus
(groen) Er is nog voldoende stroom.
(groen) Batterij raa kt leeg.
(geel) Batterij is bijna leeg. (rood) Batterij is uitgeput.
[Batterij leeg]
Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera uitgeschakeld.
*2
36

De netvoedingsadapter gebruiken

Netsnoer
Gelijkstroom­connector
3
4
Netvoedings­adapter
6
1
8
7
Gelijk­stroom­koppelstuk
Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken of aan te sluiten op een computer, wordt gebruik van de optionele netvoedingsadapterset K-AC88 aanbevolen.
1
Zorg dat de camera is uitgeschakeld en open de klep van de batterij/kaart.
2
Verwijder de batterij.
Raadpleeg p.34 - p.35 voor instructies aangaande het openen en sluiten van de batterij-/kaartklep en het verwijderen van de batterij.
3
Plaats het koppelstuk terwijl u de batterijvergrendelingsknop ingedrukt houdt.
Controleer of het koppelstuk op zijn plaats vergrendeld is.
4
Trek het snoer van het koppelstuk naar buiten.
Trek het lipje op de aansluiting van de camera met de batterij/kaartklep naar buiten zodat het snoer van het gelijkstroomkoppelstuk naar buiten komt.
5
Sluit de klep van de batterij/kaart.
1
Voorbereidingen
37
1
Voorbereidingen
6
Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter aan op de gelijkstroomingang van het gelijkstroomkoppelstuk.
7
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
8
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Zorg dat het netsnoer en de gelijkstroomconnector waarmee de netvoedingsadapter op de camera wordt aangesloten, goed zijn aangesloten. Als er gegevens worden opgenomen op de SD geheugenkaart of in het interne geheugen, kunnen er gegevens verloren gaan wanneer een van beide of beide losraken.
• Voorkom het risico van brand of een elektrische schok bij gebruik van de netvoedingsadapter. Lees eerst “Over de batterijlader en de netvoedingsadapter” (p.4) alvorens de adapter te gebruiken.
• Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC88 eerst de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
• Bij het aansluiten van de netvoedingsadapter kunt u de camer a niet rechtop op tafel zetten, omdat het snoer van het gelijkstroomkoppelstuk onder uit de camera steekt. Leg de camera bovendien niet met het objectief omlaag op tafel, omdat de lens naar buiten komt als de camera wordt aangezet. Houd de camera in uw hand of plaats hem op een statief als u de netvoedingsadapter gebruikt.
38

De SD-geheugenkaart plaatsen

Deze camera maakt gebruik van een SD-geheugenkaart of een SDHC­geheugenkaart. (Beide kaarten worden hierna SD-geheugenkaart genoemd.) Gemaakte opnamen en geluidsbestanden worden op de SD­geheugenkaart opgeslagen wanneer deze in de camera is geplaatst. Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen (p.43).
• Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera of een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met deze camera worden geformatteerd (geïnitialiseerd). Zie “SD­geheugenkaart formatteren” (p.188) voor aanwijzingen aangaande formatteren.
• Wanneer u voor het eerst de nieuwe Eye-Fi-geheugenkaart wilt gebruiken, moet u het installatiebestand van Eye-Fi Manager naar de computer kopiëren voordat u de kaart formatteert.
• Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
• De opslagcapaciteit voor foto’s hangt af van de capaciteit van de SD­geheugenkaart, en het geselecteerde aantal opnamepixels en kwaliteitsniveau (p.42).
• De zelfontspanner-LED knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met de SD-geheugenkaart (gegevens worden opgenomen of gelezen).
Kopie van gegevens opslaan
Het is mogelijk dat de camera niet in staat is om gegevens op te halen uit het interne geheugen in geval van een storing. Sla belangrijke gegevens daarom op uw computer of een ander apparaat op.
1
Voorbereidingen
39
1
SD-geheugenkaart
Sleuf SD-geheugenkaart
Klep voor batterij/ kaart
Voorbereidingen
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting van de pijl 1 en open de klep 2.
2
Plaats de SD-geheugenkaart in de sleuf voor de SD­geheugenkaart, met het etiket naar de voorkant van de camera (de kant met het objectief) gericht.
Duw de kaart helemaal naar binnen. Als de kaart niet helemaal in de camera is geplaatst, worden gegevens mogelijk niet correct opgeslagen.
3
Sluit de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de tegenovergestelde richting (1). Wanneer u een klik hoort, is de klep goed dicht.
De SD-geheugenkaart verwijderen
1
Open de klep van de batterij/kaart.
2
Duw de kaart verder in de sleuf van de SD­geheugenkaart om hem uit te nemen.
Trek de kaart naar buiten.
40
Aandachtspunten bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
Schrijfbeveiliging
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u het schuifje van de schrijfbeveiliging op LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens worden weggeschreven naar de kaart, bestaande gegevens op de kaart kunnen niet worden gewist en de kaart kan niet w orden geformatteerd door de camera of een computer. r verschijnt op het scherm als de kaart tegen schrijven beveiligd is.
• Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
• Houd de klep van de kaart gesloten, verw ijder de kaart niet en zet de camera niet uit terwijl er op de kaart gegevens worden opgeslagen of opnamen worden weergegeven of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de kaart hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden.
• Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de SD­geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt behandeld door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of
elektrische storingen. (3) als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt. (4) als de SD-geheugenkaart wordt uitgenomen of de batterij wordt
uitgenomen terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of
aangesproken.
• Als de kaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• Bij gebruik van een SD-geheugenkaart met een lage opnamesnelheid kan de opname stoppen als u filmopnamen maakt, zelfs wanneer er voldoende ruimte vrij is op de kaart. Ook kan het maken en w eergeven van opnamen veel tijd in beslag nemen.
1
Voorbereidingen
41

Aantal opnamen dat kan worden gemaakt op een SD-geheugenkaart

De grootte van de opnamen is afhankelijk van de instelling voor
1
opnamepixels en dus is het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen
Voorbereidingen
op de SD-geheugenkaart daar ook van afhankelijk.
Kies het gewenste aantal opnamepixels voor foto’s in het menu [A Opnemen].
De resolutie selecteren 1p.110
Kies het gewenste aantal opnamepixels en de beeldsnelheid bij [Video] in het menu [A Opnemen].
Resolutie en beeldteller van video-opnamen selecteren 1p.129
Raadpleeg “Belangrijkste technische gegevens” (p.244) voor een globale indicatie van het aantal opnamen of de duur van video-opnamen die kunnen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart.
42

De camera aan- en uitzetten

Aan/uit-knop
3 8
1 4: 2 5
0 8/ 0 8 / 2 0 1 0
Geheugenstatus
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera gaat aan en het scherm wordt ingeschakeld. Wanneer u de camera aanzet, gaat de objectiefbescherming open en schuift het objectief uit. Als het scherm [Language/ ] of [Datum instellen] verschijnt na het inschakelen van de camera, volg dan de procedure op p.45 om de taal en/of de datum en tijd in te stellen.
2
Druk nogmaals op de aan/uit-knop.
Het scherm gaat uit, het objectief schuift in en de camera gaat uit.
Foto’s maken 1p.70
De SD-geheugenkaart controleren
De SD-geheugenkaart wordt gecontroleerd als u de camera inschakelt. Daarna wordt de status van het geheugen weergegeven.
Er is een SD-kaart in de camera geplaatst. Opnamen en gelu idsbestanden worden
a
opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
Er is gee n SD-geh eugenkaart in de camera geplaatst. Opnamen en geluidsbestanden
+
worden opgeslagen in het interne geheugen.
De schrijfbeveiliging op de SD-geheugenkaart is ingeschakeld (p.41).
r
U kunt geen opnamen of geluid opslaan.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
1
Voorbereidingen
43

Opstarten in de Weergavestand

Q-knop
Aan/uit-knop
Als u direct opnamen of geluidsbestanden wilt weergeven zonder foto’s te maken, kunt u de camera opstarten in de weergavestand.
1
Voorbereidingen
1
Druk op de aan/uit-knop terwijl u de Q-knop ingedrukt houdt.
Het scherm wordt ingeschakeld terwijl het objectief ingeschoven is en de camera wordt ingeschakeld in de weergavestand.
Als u van de weergavestand wilt overschakelen naar de opnamestand, drukt u op de knop Q of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
Foto’s weergeven 1p.134
44

Standaardinstellingen

Knop 3
Vierwegbesturing Knop 4
Het scherm [Language/ ] verschijnt nadat de camera voor de eerste keer is ingeschakeld. Voer de stappen uit bij “De weergavetaal instellen” hieronder om de taal in te stellen en bij “De datum en tijd instellen” (p.49) om de huidige datum en tijd in te stellen.
De taal, datum en tijd kunnen achteraf worden gewijzigd. Raadpleeg de pagina’s hierna voor instructies.
• De taal wijzigt u door de stappen onder “De weergavetaal wijzigen” (1p.195) uit te voeren.
• De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “De datum en tijd wijzigen” (1p.190) uit te voeren.

De weergavetaal instellen

1
Voorbereidingen
1
Kies de schermtaal met de vierwegbesturing (2345).
English
Dansk
Deutsch
Svenska Suomi
Polski Italiano Nederlands
Magyar
MENU
Stop
OK
OK
45
1
OFF
Zomertijd
OFF
Voorbereidingen
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] wordt weergegeven in de geselecteerde taal. Ga
Basisinstellingen
verder met stap 3 als u meteen de juiste instellingen voor [Thuistijd] en [Zomertijd] ziet. Ga naar “Thuistijd en zomertijd instellen” (p.48) als de gewenste instellingen niet
Thuistijd Amsterdam
Instellingen voltooid
MENU
Stop
verschijnen.
3
Druk twee keer op de
Basisinstellingen
vierwegbesturing (3) om [Instellingen voltooid] te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt. Stel de datum en tijd in volgens de procedure in “De datum en tijd instellen” (p.49).
Thuistijd Amsterdam
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Nederlands
DST
OFF
OFF
Nederlands
DST
OFF
OFF
OK
OK
46
Als u per ongeluk de verkeerde taal selecteert en naar de volgende procedure gaat, zet u de taal als volgt terug.
Wanneer per ongeluk de verkeerde taal is geselecteerd
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] wordt weergegeven in de geselecteerde taal.
Wanneer het scherm na stap 2 in de verkeerde taal verschijnt
1
Druk op de knop 3.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Selecteer [Language/ ] met de vierwegbesturing (32).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
5
Selecteer de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345).
6
Druk op de knop 4.
Het menu [W Instelling] verschijnt in de geselecteerde taal.
De gewenste taal is nu ingesteld. Als u [Thuistijd], [Datum] en [Tijd] opnieuw wilt instellen, raadpleegt u de pagina’s hierna voor aanwijzingen.
• Voer de stappen uit in “De wereldtijd instellen” (1p.193) als u [Thuistijd] wilt
wijzigen.
• Als u [Datum] en [Tijd] wilt wijzigen, voer dan de stappen uit in “De datum en
tijd wijzigen” (1p.190).
1
Voorbereidingen
47
Thuistijd en zomertijd instellen
OFF
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
1
Voorbereidingen
Het kader gaat naar [W Thuistijd].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Thuistijd] verschijnt.
5
Kies een stad met de vierwegbesturing (45).
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Zomertijd].
7
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3) om [Instellingen voltooid] te selecteren.
Basisinstellingen
Nederlands
Thuistijd Amsterdam
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Thuistijd
Stad Amsterdam Zomertijd
MENU
Stop
Basisinstellingen
Nederlands
Thuistijd Amsterdam
Instellingen voltooid
MENU
Stop
OK
OK
DST
OFF
OFF
OK
OK
48
10
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt. Stel de datum en tijd in.
Het videosignaal (NTSC/PAL) is ingesteld op het systeem van de stad die is geselecteerd bij [Thuistijd] op het scherm [Basisinstellingen]. Raadpleeg “Lijst met steden voor wereldtijd” (p.241) om te achterhalen welk videosignaal voor elke stad geldt als basisinstelling, en “Het videosignaal wijzigen” (p.197) voor het wijzigen van de instelling van het videosignaal.

De datum en tijd instellen

Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [MM/DD/JJ].
2
Kies met de vierwegbesturing (23) de datumweergave.
Kies tussen [MM/DD/JJ], [DD/MM/JJ] en [JJ/MM/DD].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [24h].
4
Selecteer [24h] (24-uurs weergave) of [12h] (12-uurs weergave) met de vierwegbesturing (23).
Datum instellen
Datumweergave
D
atum
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Datum instellen
Datumweergave
D
atum
Tijd
Instellingen voltooid
MENUMENU
Stop
DD/MM/JJ
08/08/2010
00:00
DD/MM/JJ
08/08/2010
00:00
1
Voorbereidingen
24h
24h
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [Datumweergave].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Datum].
49
1
Voorbereidingen
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Wijzig de maand met de vierwegbesturing (23).
Wijzig de dag en het jaar op dezelfde wijze. Wijzig vervolgens de tijd. Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór 12:00 uur ’s middags) of pm (na 12:00 uur ’s
Datum instellen
Datumweergave
D
atum
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Datum instellen
Datumweergave
D
atu
m
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
middags), al naar gelang de tijd.
9
Druk op de vierwegbesturing (3) om [Instellingen voltooid] te selecteren.
10
Druk op de knop 4.
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Hiermee bevestigt u datum en tijd.
Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op tv, radio, enz.) precies 00 seconden aangeeft.
DD/MM/JJ 24h
08/08/2010
00:00
DD/MM/JJ 24h
08/08/2010
00:00
24h
DD/MM/JJ
08/08/2010
00:00
OK
OK
50
Wanneer het scherm [Basisinstellingen] of [Datum instellen] wordt weergegeven, kunt u de tot dat punt opgegeven instellingen annuleren en overschakelen naar de opnamestand door op de knop 3 te drukken. In dit geval verschijnt het scherm [Basisinstellingen] weer wanneer u de camera opnieuw aanzet.
[Language/ ], [Datum], [Tijd], [Thuistijd] en [Zomertijd] kunnen worden gewijzigd. Raadpleeg de pagina’s hierna voor instructies.
• De taal wijzigt u door de stappen onder “De weergavetaal wijzigen” (1p.195)
uit te voeren.
• De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “De datum en tijd wijzigen”
(1p.190) uit te voeren.
• Als u een andere stad wilt selecteren of de zomertijd wilt aan- of uitzetten,
voer dan de stappen onder “De wereldtijd instellen” (1p.193) uit.
1
Voorbereidingen
51
Memo
52
2 Veel voorkomende
handelingen
De knopfuncties ........................................54
De camerafuncties instellen ....................60

De knopfuncties

2
4 5
6
8 9
7
3
1

A-stand

2
Veel voorkomende handelingen
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.43).
2 Ontspanknop
Wanneer u deze knop tot halverwege indrukt in de foto-opnamestand, stelt de camera scherp op het onderwerp (behalve in de stand 3, s en \). Wanneer u deze knop helemaal indrukt, wordt een foto gemaakt (p.71). Hiermee start en stopt u het maken van video-opnamen in de stand C (Video) (p.127). Hiermee start en stopt u geluidsopnamen in de stand Geluidsopname (p.181).
3 Zoomknop
Hiermee wijzigt u het opnamegebied (p.83).
4 Knop Q
Hiermee activeert u de stand Q (p.58).
54
5 Knop I
De functie Gezichtsdetectie in- en uitschakelen (p.76). Steeds als u op de knop I drukt, wordt als volgt een andere stand voor Gezichtsdetectie ingeschakeld: Smile Capture Gezichtsdetectie UIT Gezichtsdetectie AAN
6 Vierwegbesturing
2 Hiermee wijzigt u de transportstand (p.96 - p.97). 3 Hiermee geeft u het opnamestandenpalet weer (p.73). 4 Hiermee wijzigt u de flitsinstelling (p.105). 5 Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling (p.107). 23 Stelt scherp wanneer de scherpstelfunctie is ingesteld op \
(p.108).
7 4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.23).
8 Snelinstelling
Hiermee activeert u de stand 9 (Snelinstelling) (p.81). Hiermee roept u het toegewezen menu op (p.125).
9 3 -knop
Hiermee opent u het menu [A Opnemen] (p.60).
2
Veel voorkomende handelingen
55

Q-stand

2
4 5
6
8 9
7
3
1
2
Veel voorkomende handelingen
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.43).
2 Ontspanknop
Hiermee activeert u de stand A (p.58).
3 Zoomknop
Druk de knop naar links (f) bij weergave van één opname om over te schakelen naar de vierbeeldsweergave. U activeert de negenbeeldsweergave als u nogmaals naar links drukt. U keert terug naar de vorige weergavestand als u de knop naar rechts drukt ( (p.136). Hiermee vergroot u de opname wanneer u de knop naar rechts drukt (y) in de weergave van één opname. U keert terug naar de vorige weergavestand als u de knop naar links drukt (f) (p.145). Druk naar links (f) om van de negenbeeldsweergave naar de map­of kalenderweergave te gaan (p.137). Druk naar rechts (y) om van de kalender- of mapweergave naar de negenbeeldsweergave te gaan (p.137). Hiermee past u het volume aan tijdens het afspelen van video­opnamen, geluidsbestanden of gesproken memo’s (p.135, p.182, p.185).
56
y
)
4 Knop Q
Hiermee activeert u de stand A (p.58).
5 Knop I
Hiermee zoomt u in het gezichtsdetectiebeeld in op de gezichten van het onderwerp in dezelfde volgorde waarin de gezichten werden gedetecteerd toen de opname werd gemaakt. (Weergave met close­up van gezichten) (p.146)
6 Vierwegbesturing
2 Hiermee speelt u een video-opname of geluidsbestand af
3 Hiermee geeft u het weergavepalet weer (p.138).
45 Hiermee geeft u tijdens weergave van één opname de
2345
of onderbreekt u het afspelen van een video-opname of geluidsbestand (p.135, p.182).
Hiermee stopt u het afspelen van een video-opname of geluidsbestand (p.135, p.182).
vorige of volgende opname of het vorige of volgende geluidsbestand weer (p.134). Hiermee speelt u een filmopname ofwel snel, ofwel beeldje voor beeldje, ofwel in zijn geheel vooruit of achteruit (p.135). Hiermee spoelt u een geluidsbestand vooruit of achteruit en gaat u naar het volgende indexpunt bij het afspelen van een geluidsbestand (p.182). Hiermee selecteert u een opname tijdens de vier-/ negenbeeldsweergave, een map in de mapweergave of een datum in de kalenderweergave (p.136, p.137). Hiermee verplaatst u het weergavegebied tijdens zoomweergave (p.145). Hiermee verplaatst u de opname bij gebruik van de functie Beeldinkadering (p.167).
7 4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.27). Hiermee keert u tijdens de vier-/negenbeeldsweergave of zoomweergave terug naar de weergave van één opname (p.136, p.145). Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de negenbeeldsweergave van de geselecteerde map (p.137). Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave terug naar de weergave van één opname van de geselecteerde datum (p.138).
2
Veel voorkomende handelingen
57
8 Snelinstelling/i-knop
Hiermee gaat u van de enkelbeeldsweergave naar het scherm Wissen (p.148). Hiermee gaat u van de vierbeelds-/negenbeeldsweergave naar het scherm Kiezen & wissen (p.150). Hiermee gaat u van de mapweergave naar de weergave van het kalenderscherm (p.137).
2
Veel voorkomende handelingen
Hiermee gaat u van de kalenderweergave naar de weergave van het mapscherm (p.137).
9 3 -knop
Hiermee gaat u naar het menu [W Instelling] in de weergave van één opname (p.60). Hiermee gaat u van de weergave van het weergavepalet terug naar de weergave van één opname (p.138). Hiermee keert u tijdens de vier-/negenbeeldsweergave of zoomweergave terug naar weergave van één opname (p.136). Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de weergave van negen opnamen van de geselecteerde map (p.137). Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave naar de weergave van negen opnamen van de geselecteerde datum (p.137).

Schakelen tussen de stand A en de stand Q

In deze handleiding wordt de opnamestand (bijvoorbeeld voor het maken van foto’s) de stand A genoemd (de opnamestand). De weergavestand (bijvoorbeeld voor het bekijken van gemaakte opnamen op de monitor) wordt de stand Q genoemd (de weergavestand). In de stand Q kunt u eenvoudige bewerkingen uitvoeren voor de gemaakte opnamen. Volg de onderstaande procedure om te schakelen tussen de standen A en Q.
Schakelen van de stand A naar de stand Q
1
Druk op de knop Q.
De stand Q wordt geactiveerd.
Schakelen van de stand Q naar de stand A
1
Druk de knop Q in of druk de ontspanknop tot halverwege in.
De stand A wordt geactiveerd.
58
Gegevens weergeven die zijn opgeslagen in het interne geheugen
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
Als er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden opnamen, video en geluid van die kaart afgespeeld. Wilt u opnamen, video en geluid weergeven uit het interne geheugen, dan zet u de camera uit en neemt u de SD-kaart uit de camera of voert u de onderstaande procedure uit om gebruik te maken van de functie “Weergave intern geheugen”.
Opnamen uit het interne geheugen weergeven terwijl de SD-kaart in de
camera is geplaatst (weergave intern geheugen)
Als u op de knop Q drukt en die langer dan één seconde ingedrukt houdt in de stand A, wordt het objectief ingeschoven. Nadat de melding [Geeft beeld/ geluid weer vanuit intern geheugen] is weergegeven, worden opnamen, video en geluid weergegeven die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
• Bij weergave van het ingebouwde geheugen kunt u foto’s (ook vergroot) (p.134, p.145), video (p.135) en geluid (p.182) weergeven en overschakelen tussen vier-/negenbeeldsweergave, mapweergave en kalenderweergave (p.136).
• Bij weergave uit het interne geheugen kunt u geen gegevens verwijderen, geen selectie verwijderen, het weergavepalet en het menu niet weergeven. Als u een van deze bewerkingen wilt uitvoeren op opnamen, video of geluid in het interne geheugen, moet u eerst de SD-kaart uit de camera nemen.
2
Veel voorkomende handelingen
59

De camerafuncties instellen

Om de camera-instellingen te wijzigen drukt u op de knop 3 om het menu [A Opnemen] of het menu [W Instelling] op te roepen. Menu’s voor het weergeven en bewerken van opnamen en geluidsbestanden worden opgeroepen vanuit het weergavepalet (p.138).
2
Veel voorkomende handelingen

Werken met de menu’s

Druk op de knop 3 in de stand A voor het openen van het menu [A Opnemen]. Druk op de knop 3 in de stand Q voor het openen van het menu [W Instelling]. Gebruik de vierwegbesturing (45) om heen en weer te schakelen tussen het menu [A Opnemen] en het menu [W Instelling].
60
08 /0 8/ 201 0
14 :2 5
10 0
-
00 38
08 /0 8/ 201 0
14 :2 5
10 0
-
00 38
14 :2 5
38
38
08 /0 8/ 201 0
14 :2 5
38
08 /0 8/ 201 0
Bew erken
Bew erken
De instelling is gereed en de camera keert terug naar de stand
A
.
Tot halverwege indrukken
Tijdens opname Tijdens weergave
De instelling is gereed en de camera keert terug naar de stand
Q
.
of
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
Bewerken
Bewerken
MENU
1/3
Opnemen
12
Einde
Opnemen
Einde
M
AWB
Auto
1/3
12
M
AWB
Auto
08/08/2010
08/08/2010
MENU
38
38
14:25
14:25
Resolutie Witbalans AF-veld Autom. belicht. Gevoeligheid Belicht. corr. 0.0
MENU
Resolutie Witbalans AF-veld Autom. belicht. Gevoeligheid Belicht. corr. 0.0
MENU
SHUTTER
Geluid Datum instellen Wereldtijd
Bestandsnaam Datum USB-aansluiting MSC
MENU
Einde
Geluid Datum instellen Wereldtijd
Bestandsnaam Datum USB-aansluiting MSC
MENU
Einde
Instelling
Instelling
Bewerken
Bewerken
100
0038
100-0038
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
MENU
1/3
08/08/2010
Nederlands
1/3
08/08/2010
Nederlands
100
0038
100-0038
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
2
Veel voorkomende handelingen
Tijdens het gebruik van het menu wordt op het scherm weergegeven welke bedieningshandelingen beschikbaar zijn (p.29).
61
Vb.) Het [AF-veld] instellen in het menu [A Opnemen]
Opnemen
MENU
Einde
1/3
Resolutie Witbalans
Autom. belicht. Gevoeligheid
AF-veld
12
M
AWB
Auto
Belicht. corr.
0.0
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [Resolutie].
2
Veel voorkomende handelingen
3
Druk twee keer op de vierwegbesturing (3).
Het kader gaat naar [AF-veld].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu met de onderdelen die kunnen worden geselecteerd. In het afrolmenu zijn alleen die onderdelen te zien die kunnen worden geselecteerd met de huidige camera-instellingen.
5
Wijzig de instelling met de vierwegbesturing (23).
Bij elke druk op de vierwegbesturing (23) verandert het scherpstelveld.
Opnemen
Resolutie Witbalans AF-veld Autom. belicht. Gevoeligheid Belicht. corr.
MENU
Einde
Opnemen
Resolutie Witbalans AF-veld Autom. belicht. Gevoeligheid Belicht. corr.
MENU
Stop
12
M
AWB
Auto
0.0
12
M
AWB
Auto
0.0
1/3
1/3
OK
OK
6
62
Druk op de knop 4 of de vierwegbesturing (4).
De instelling wordt opgeslagen en de camera is klaar voor het instellen van andere functies. Om het instellen te verlaten drukt u op de knop 3.
Als u een andere bedieningshandeling wilt uitvoeren, raadpleeg dan de volgende alternatieve opties voor stap 6.
De instelling opslaan en beginnen met het maken van opnamen
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de opnamestand. Wanneer u de ontspanknop volledig indrukt, wordt de opname gemaakt.
Wanneer het menu [W Instelling] wordt weergegeven vanuit de stand Q, kunt u overschakelen naar de stand A door op de knop Q te drukken.
De instelling opslaan en beginnen met de weergave van opnamen
6
Druk op de knop Q.
Wanneer het menu [A Opnemen] wordt weergegeven vanuit de stand A, wordt de instelling opgeslagen en wordt de weergavestand weer
geactiveerd.
De wijzigingen annuleren en doorgaan met het menu
6
Druk op de knop 3.
De wijzigingen worden geannuleerd en het scherm van stap 3 verschijnt weer.
De werking van de knop 3 verschilt, afhankelijk van het scherm. Zie de bedieningsaanwijzingen.
MENU
Einde Hiermee verlaat u het menu en gaat u ter ug naar
MENU
Stop Hiermee annuleert u de huidige selectie, verlaat u
MENU
het oorspronkelijke scherm.
Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm met de huidige instelling.
het menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
2
Veel voorkomende handelingen
63

Menulijst

Toont de onderdelen die met de menu’s kunnen worden ingesteld; bij elk onderdeel staat een beschrijving. Zie ook de extra lijst met standaardinstellingen in de bijlage “Standaardinstellingen” (p.236). U kunt aangeven of u de instellingen wilt opslaan als u de camera uitzet of dat de instellingen worden teruggezet naar de standaardinstelling als de
2
camera opnieuw wordt ingeschakeld.
Veel voorkomende handelingen
Menu [A Opnemen]
In dit menu staan functies die betrekking hebben op het maken van foto’s en video-opnamen.
Onderdeel Beschrijving Pagina
Resolutie Keuze van het aa ntal opnamep ixels voor foto’s p.110
Witbalans
AF-veld Wijziging van het autofocusgebied p.109
Lichtmeting voor automatische belichting
Gevoeligheid Instellen van de gevoeligheid p.118
Belicht. corr.
Resolutie Keuze van de resolutie voor video-opnamen p.129
Movie SR
Video
Hooglichtcorrectie
Schaduwcorrectie
Inst, D-range
Pixel Track SR
Knipperdetectie
Digitale zoom
Momentcontrole
Aanpassen van de witbalans aan de lichtomstandigheden
Instelling van het gedeelte van het scherm waarin wordt gemeten om de belichting te bepalen
Aanpassing van de algehele helderheid van de opname
Keuze voor het al dan niet gebru iken van de functie bewegingsreductie voor video
Wijzigt de heldere gebieden als de opname te helder is
Wijzigt de donkere gebieden als de opname te donker is
Voor correctie van camerabewegingen tijdens het maken van opnamen
Keuze voor het al dan niet gebru iken van de knipperdetectiefunctie bij gebruik van de functie Gezich tsdetectie
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de digitale zoomfunctie
Keuze voor het al dan niet weergeven van de Momentcontrole
p.114
p.116
p.112
p.130
p.113
p.120
p.119
p.84
p.121
64
Geheugen
Menu [A Opnemen] 1
Opnemen
MENU
Einde
1/3
Resolutie Witbalans
Autom. belicht. Gevoeligheid
AF-veld
12
M
AWB
Auto
Belicht. corr.
0.0
Menu [A Opnemen] 2
Opnemen
Momentcontrole
MENU
Einde
2/3
Knipperdetectie Digitale zoom
Video Inst, D-range Pixeltrack SR
Menu [A Opnemen] 3
opnamefunctie wilt opslaa n of de basisinstellingen
p.131
wilt herstellen als de camera wordt uitgezet
De keuze of u de gewijzigde instellingen van de
Knop Snelinstelling
Scherpte
Voor toewijzing van een functie aan de knop Snelinstelling in de stand A
Bepalen of de opname scherpe of zachte contouren moet hebben
p.125
p.122
Kleurverzadiging Instelling van de kleurverzadiging p.122
Contrast Instelling van het niveau van het opnamecontrast p.123
Datumafdruk
Keuze voor het al dan niet afdrukken van de datum en tijd bij het maken van foto’s
p.124
2
Veel voorkomende handelingen
Opnemen
Geheugen Snelinstelling Scherpte Kleurverzadiging Contrast Datumafdruk Uit
MENU
Einde
• In de stand 9 (Snelinstelling) kunt u gemakkelijk opnamen maken
met de standaardinstellingen, onafhankelijk van de instellingen in het menu [A Opnemen] (p.81).
• Als u veelgebruikte functies toewijst aan de knop Snelinstelling, kunt u de desbetreffende functie rechtstreeks oproepen (p.125).
3/3
65
Menu [W Instelling]
Onderdeel Beschrijving Pagina
Aanpassing van het bedien ingsvolume en het
Geluid
Datum instellen Voor wijziging van de datum en tijd p.190
2
Wereldtijd Voor instelling van thuistijd en bestemming p.193
Veel voorkomende handelingen
Language/
Bestandsnaam
USB-aansluiting
Video uit
Eye-Fi
Helderheid Wijziging van de helderheid van het scherm p.199
Batterijbesparing
Automatisch uitschakelen
Reset Voor het terugzetten van de standaardinstellingen p.204
Alle opn. wissen
Pixeluitlijning
Formatteren Formatteren van de SD-geheugenkaart p.188
weergavevolume en instelling van het type en het volume van het geluid bij inschakeling, het sluitergeluid, het geluid bij toetsbediening en zelfontspannergeluid
Instelling van de taal waarin menu’s en berichten worden weer gegeven
Keuze van de manier waarop namen worden toegewezen aan mappen voor het opslaan van opnamen en geluidsbestanden
Voor het instellen van de USB-verbindingsstand (MSC of PTP) als de camera aangesloten is op een computer via de USB-kabel
Voor het instellen van het uitgangssignaal voor AV­apparatuu r
Voor het starten van de verzending van op namen met een Eye-Fi-geheugenkaart
Instelling van de wachttijd tot de camera naar de energiebesparingsstand gaat
Instelling van de wachttijd voor automatische uitschakeling van de camera
Wissen van alle opnamen en geluidsbestanden in één keer
Voor uitlijning (mapping) en correctie van defecte pixels in de CCD-sensor
p.189
p.195
p.196
p.211
p.197
p.198
p.200
p.201
p.152
p.203
66
[W Instelling] 1
Instelling
[W Instelling] 2
[W Instelling] 3
Instelling
Alle opn. wissen Pixeluitlijning Formatteren
MENU
Einde
3/3
Geluid Datum instellen Wereldtijd
Bestandsnaam Datum USB-aansluiting MSC
MENU
Einde
08/08/2010
Nederlands
1/3
Instelling
Video uit Eye-Fi Helderheid Batt besparing Auto Uitsch. Reset
MENU
Einde
PAL
5
sec
3
min.
2/3
2
Veel voorkomende handelingen
67
Memo
68

3 Opnamen maken

Foto’s maken .............................................70
De opnamestanden instellen ................. 105
Video-opnamen maken ...........................127
De instellingen opslaan (Geheugen) ..... 131

Foto’s maken

Ontspanknop
Aan/uit-knop
Zoomknop
14:251 4: 2514:25
383 838
08/08/20100 8/ 08 /2 0 1 008/08/2010
Scherpstelkader
1 4: 25
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
Gezichtsdetectiekader

Opnamen maken

De Optio H90 is uitgerust met een groot aantal opnamestanden en ­functies voor vrijwel elk onderwerp of elke scène. In dit hoofdstuk wordt besproken hoe u opnamen maakt met de meest gangbare instellingen (de standaard-fabrieksinstellingen).
3
Opnamen maken
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld en is gereed voor het maken van foto’s. In deze handleiding wordt dit de foto-opnamestand genoemd.
2
Controleer het onderwerp en de opnamegegevens op het scherm.
Het scherpstelkader in het midden van het scherm geeft de zone aan waarin automatisch wordt scherpgesteld.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
U kunt het opnamegebied wijzigen met de Zoomknop (p.83).
Rechts (x) Vergroot het onderwerp. Links (w) Verbreedt het
70
38
38
08/08/2010
opnamegebied dat de
08/08/2010
14:25
14:25
camera vastlegt.
3
F 4. 6
1 /2 50
1 4: 25
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader (of gezichtsdetectiekader) op het scherm wordt groen als de camera op de juiste afstand het onderwerp scherpstelt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt. Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af. De opname verschijnt op het scherm (Momentcontrole: p.73) en wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen.
Druk op de knop Snelinstelling om de stand 9 (Snelinstelling) te activeren en de camera automatisch alle opnamestanden te laten instellen (p.81).
1/250
1/250 F4.6
F4.6
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
71
De ontspanknop gebruiken
Niet ingedrukt Tot halverwege
ingedrukt
(eerste stand)
Helemaal ingedrukt
(tweede stand)
De ontspanknop werkt in twee stappen, en wel als volgt.
Tot halverwege indrukken
Dit verwijst naar het voorzichtig indrukken van de ontspanknop tot de eerste stand. De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt en de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp, wordt het scherpstelkader op het scherm groen. Wanneer er niet op het onderwerp is scherpgesteld, is dit scherpstelkader wit.
3
Volledig indrukken
Opnamen maken
Dit verwijst naar het helemaal indrukken van de ontspanknop tot de tweede stand. Hiermee maakt u een opname.
Ongunstige omstandigheden voor het scherpstellen
Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. Vergrendel in dergelijke gevallen de scherpstelling op een voorwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt als het onderwerp (door de ontspanknop tot halverwege in te drukken), richt de camera op het onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in.
• Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
• Donkere plaatsen of voorwerpen, dan wel omstandigheden waarin weinig tot geen licht wordt weerkaatst
• Horizontale lijnen of fijne patronen
• Snel bewegende voorwerpen
• Als er in het opnamegebied een voorwerp op de voorgrond en een voorwerp op de achtergrond is
• Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
72
Momentcontrole en Knipperdetectie
Vierwegbesturing Knop 4
De gemaakte opname verschijnt onmiddellijk op het scherm (Momentcontrole). Als een onderwerp met gesloten ogen wordt gedetecteerd terwijl de functie Gezichtsdetectie (p.76) actief is, verschijnt het bericht [Gesloten ogen gedetecteerd] gedurende 3 seconden (Knipperdetectie).
• Als de functie Gezichtsdetectie niet werkt, werkt Knipperdetectie evenmin. Als gezichten wel worden gedetecteerd, is het al dan niet functioneren van Knipperdetectie afhankelijk van de conditie van de waargenomen gezichten.
• U kunt de functie Knipperdetectie ook uitschakelen (p.119).

De opnamestand instellen

De Optio H90 heeft een groot aantal opnamefuncties waarmee u in verschillende situaties foto’s en video-opnamen kunt maken door de gewenste stand voor de betreffende situatie te kiezen in het opnamepalet.
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
73
2
OK
Sto p
Lan dscha p
1 /2
3 8
1 4: 25
0 8/ 08 /2 0 1 0
Kies een opnamestand met de
Landschap
vierwegbesturing (2345).
Als in het opnamepalet een pictogram wordt geselecteerd, verschijnt de bedieningsaanwijzing voor de geselecteerde opnamestand.
3
Druk op de knop 4.
De opnamestand wordt vast ingesteld en de
3
camera gaat terug naar de opnamestatus.
Opnamen maken
In het opnamepalet kunt u 24 opnamestanden selecteren.
Opnamestand Beschrijving Pagina
Autom. opname
b
Programma
R
Nachtopna me
A
Portret bij nacht
B
Portret vanaf
C
middel
Automatische selectie van de beste opnamestand.
Modus voor basisopnamen. Ook voor instelling van verschillende functies.
Voor nachtopnamen. Het is raadzaam een statief of een andere vorm van ondersteuning te gebruiken.
Voor portretopnamen bij nacht. Het is raadzaam een statief of een an dere vorm van ondersteuning te gebruiken.
Voor correct ingekaderde portretten met autozoom.
C Video Voor video-opnamen. p.127
Landschap
H
I Bloemen
Portret
P
Q Strand & Sneeuw
Voor landschapsopnamen. Kleure n van de lucht en gebladerte worden geoptimaliseerd.
Voor foto’s van bloemen. De contouren van de bloem word en verzacht.
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint gezond en helder weer.
Voor opnamen met veel licht van bijvoorbeeld zand en sneeuw. Nauwkeurige lichtmeting voor helderheid.
Voor landschapsopnamen. Nadruk op kleuren van lucht en gebladerte
MENU
Stop
1/2
OK
OK
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
p.79
p.80
p.85
p.85
p.87
p.87
p.91
74
Opnamestand Beschrijving Pagina
\
Sport
Voor opnamen van snel bewegende onderwerpen. Volgt het onderwerp tot de opname is gemaakt.
p.91
c Digital SR Een hog ere gevoeligheid vermindert onscherpte. p.85
Kinderen
R
Huisdier
Y
Eten & drinken
K
Vuurwerk
S
Beeldinkadering Vo or het vastleggen van beelden met een kader. p.94
N
B Feest
V Huidtint naturel
Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht. p.85
U
Tekst
c
Blog
W
Dig. Groothoek
X
Digitaal panorama
F
Voor spe lende kinder en. Geeft de huidtint gezond en helder weer.
Voor dieren in beweging. Kies de kleur van de vacht.
Opnamen van voedsel en klaargemaakte schotels. Verzadigin g en contrast worden benadrukt.
Voor vuurwerk. Het is raadzaam een statief of een andere vorm van ondersteuning te gebruiken.
Voor groepsopnamen bij feestjes of met weinig licht. ISO-gevoeligheid en helderheid worden verhoogd .
Voor portretopnamen. Verlevendigt huidtinten en verdoezelt onvolkomenheden.
Voor opnamen van tekst die goed leesbaar is. U kunt het contrast aanpassen.
Voor het maken van opnamen voor blogs of e-mail. De resolutie wordt vast ingesteld op m (640×480).
Voor het samenvoegen van twee opnamen voor een breder beeld.
Voegt beeldopnamen samen tot een panoramische opname.
p.88
p.89
p.85
p.92
p.87
p.93
p.99
p.102
* Naast de standen hierboven zijn ook 9 (Gr. Inst.) (p.81) en Geluidsopname
(p.180) beschikbaar.
3
Opnamen maken
• Kleurverzadiging, contrast, scherpte, witbalans, e. d. worden automatisch op de optimale waarde voor de geselecteerde stand ingesteld, behalve bij de opnamestanden R, A, C, c, N, X en F.
• Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar of werken niet volledig, afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.230) voor bijzonderheden.
75

Werken met de functie Gezichtsdetectie

1 4: 25
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
Gezichtsdetectiekader
1 4: 25
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
Wanneer meerdere
gezichten worden
gedetecteerd
Hoofdkader Wit kader
Voor de Optio H90 is Gezichtsdetectie beschikbaar in alle opnamestanden. Wanneer de camera in het beeld het gezicht van een persoon detecteert, wordt door de functie Gezichtsdetectie rondom het gezicht op het scherm een geel gezichtsdetectiekader weergegeven, scherpgesteld (Gezichtsdetectie voor AF) en de belichting
3
gecorrigeerd (Gezichtsdetectie voor
Opnamen maken
belichting). Als het onderwerp in het gezichtsdetectiekader beweegt, beweegt het kader mee en verandert het bij het volgen van het gezicht van grootte.
De functie Gezichtsdetectie kan maximaal 32 gezichten detecteren. Wanneer meerdere gezichten worden gedetecteerd, wordt een geel scherpstelkader over het belangrijkste gezicht geprojecteerd en witte kaders over de andere gezichten. Er kunnen maximaal 31 kaders worden weergegeven, inclusief het hoofdkader en witte kaders. (Maximaal 30 in de stand Portret vanaf middel).
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
Gezichtsdetectie voor AF en belichting werken mogelijk niet als het onderwerp een zonnebril op heeft, als het gezicht deels bedekt is of als het onderwerp niet naar de camera kijkt.
• Als de camera het gezicht van het onderwerp niet detecteert, stelt de camera scherp met de instelling die op dat moment is geselecteerd bij [AF-veld].
Als de functie Smile Capture is geactiveerd, wordt de sluiter mogelijk niet automatisch ontspannen, omdat de functie Smile Capture onder bepaalde omstandigheden niet werkt, bijvoorbeeld wanneer het gedetecteerde gezicht te klein is.
76
Instellen van de functie Gezichtsdetectie
Knop I
3 8
3 8
Gezichtsdetectie AAN Smile Capture Gezichtsdetectie UIT
Standaard staat de functie Gezichtsdetectie ingesteld op Gezichtsdetectie AAN. U kunt overschakelen naar de functie Smile Capture, die de sluiter automatisch ontspant als het onderwerp glimlacht. Steeds als u op de knop I drukt, wordt als volgt een andere stand voor Gezichtsdetectie ingeschakeld: Smile Capture  Gezichtsdetectie UIT Gezichtsdetectie AAN
Op het scherm wordt een pictogram weergegeven als indicatie dat Gezichtsdetectie of Smile Capture is ingeschakeld. (Het pictogram wordt niet weergegeven als de functie Gezichtsdetectie is uitgeschakeld.)
3
Opnamen maken
77
• U kunt de functie Gezichtsdetectie niet uitschakelen in de standen b (Autom. opname), B (Portret bij nacht), C (Portret vanaf middel), P (Portret), R (Kinderen) of V (Huidtint naturel). In deze standen is Gezichtsdetectie altijd ingeschakeld en kunt u alleen Gezichtsdetectie AAN of Smile Capture selecteren.
• Gezichtsdetectie AAN wordt automatisch geselecteerd in de standen 9 (Snelinstelling), b (Autom. opname), B (Portret bij nacht), C (Portret vanaf middel), C (Video), P (Portret), R (Kinderen) of V (Huidtint naturel). Als u vanuit een van deze standen overschakelt naar een andere stand, wordt de instelling voor Gezichtsdetectie die
3
Opnamen maken
eerder in die stand actief was, hersteld.
• Als u de functie Gezichtsdetectie inschakelt terwijl de flitsinstelling is ingesteld op , (Auto), wordt automatisch d (Flitser+Anti Rode Ogen) geselecteerd.
78
Automatisch opnamen maken
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
1 4: 25
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
(Automatische opnamestand)
In de stand b (Autom. opname) selecteert de camera, afhankelijk van de situaties en onderwerpen, automatisch de meest geschikte stand.
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer b met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand b wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De geselecteerde opnamestand wordt linksboven in het scherm weergegeven.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
Standaard Nachtopname Portret bij nacht
Landschap Bloemen Portret
Sport Kaarslicht
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
79
5
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de stand b gelden de volgende beperkingen:
• U kunt de functie Gezichtsdetectie niet uitschakelen.
• Het AF-veld staat vast op J (Meervoudig).
• De stand (Bloemen) kunt u niet selecteren bij gebruik van digitale zoom of intelligente zoom.
• Als u de stand (Nachtopname) selecteert bij de flitsinstelling , (Auto) of c (Auto+Anti Rode Ogen), verandert de flitsstand
3
Opnamen maken
automatisch in a (Flitser uit).
• Als u de stand (Portret bij nacht) selecteert bij de flitsinstelling , (Auto), verandert de flitsstand automatisch in d (Flitser+Anti Rode Ogen) wanneer de camera een gezicht detecteert en vaststelt dat moet worden geflitst.
• De camera stelt automatisch het onderwerp scherp wanneer de scherpstelstand op = (Standaard) of q (Macro) staat.

Opnamen maken in de Aangepaste instellingen (Programmafunctie)

In de stand R (Programma) stelt de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma in voor het maken van foto’s. U kunt wel andere functies selecteren, zoals de flitsinstelling of de opnamepixels.
80
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer R met de vierwegbesturing (2345).
3
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
1 4: 25
Druk op de knop 4.
De stand R wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Stel de functies in die u wilt wijzigen.
Zie “De opnamestanden instellen” (p.105 - p.126) voor meer informatie over het instellen van de functies.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25

Opnamen maken in de basisfunctie (Snelinstelling)

In de stand 9 (Snelinstelling) kunt u gemakkelijk opnamen maken met de standaardinstellingen, onafhankelijk van de instellingen in het menu [A Opnemen]. De instellingen van de stand 9 worden hierna aangegeven.
Flitsinstelling , (Auto) Belicht. corr. ±0.0 Transportstand 9 (Standaard) Scherpstelstand = ( Standaard) Gezichtsdetectie Aan Pixel Track SR P (Uit) Informatieweergave Normaal Knipperdetectie O (Aan) Resolutie Witbalans F (Auto) Momentcontrole O (Aan)
AF-veld
Lichtmeting voor automatische belichting
Gevoeligheid Auto Datumaf druk Uit
E (4000×3000)
J (meervoudig scherpstelpunt)
L (meervlaksmeting)
Hooglichtcorrectie Schaduwcorrectie
Digitale zoom O (Aan)
Scherpte G
Kleurverzadiging G
Contrast G
P (Uit) P (Uit)
(normaal)
(normaal)
(normaal)
3
Opnamen maken
81
1
Ontspanknop
Knop Snelinstelling
3 8
3
Opnamen maken
Druk in de stand A op de knop voor Snelinstelling.
De stand 9 wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de knop Snelinstelling om terug te gaan naar de stand die actief was voordat 9 werd geselecteerd.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• De stand 9 is alleen beschikbaar wanneer u deze toewijst aan de knop Snelinstelling bij [Snelinstelling] in het menu [A Opnemen] (p.125). Standaard is de stand 9 toegewezen aan de knop Snelinstelling.
• In de stand 9 kunt u de informatie op het scherm niet wijzigen door op de knop 4/W te drukken.
• Als u op de knop 3 drukt in de stand 9, wordt het menu [W Instelling] weergegeven. Het menu [A Opnemen] kan niet worden weergegeven.
• Als de camera wordt uitgeschakeld in de stand 9, is 9 weer actief wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.
38
38
82

Werken met de zoom

Zoomknop
Vierwegbesturing Knop 4
3 8
31. 3 x
Zoombalk
Zoomfactor
Inzoomen met hoge beeldkwaliteit.
Inzoomen met enig verlies van beeldkwaliteit.
Bereik van optische zoom
*1
Bereik van intelligente zoom
*2
Bereik van digitale zoom
Met de zoom kunt u het opnamegebied wijzigen.
1
Druk in de stand A op de Zoomknop.
Rechts (x) Vergroot het onderwerp. Links (w) Verbreedt het
opnamegebied dat de camera vastlegt.
Als u de knop naar rechts blijft drukken (x), wordt overgeschakeld van optische zoom naar intelligente zoom. Als u de knop loslaat en er opnieuw tegen drukt, wordt overgeschakeld naar digitale zoom.
De zoombalk wordt als volgt weergegeven.
31.3 x
31.3 x
38
38
3
Opnamen maken
*1 U kunt maximaal 5× optisch inzoomen. *2 Het bereik van de intelligente zoom is afhankelijk van de resolutie.
Zie de volgende tabel.
83
Resolutie en maximale zoomfactor
Resolutie Intelligente zoom Digitale zoom
R/E
6 Ca. 6,5× f Ca. 7,7× h Ca. 9,8×
L Ca. 10,4×
l Ca. 19,5×
m
3
Niet beschikbaar
(alleen 5× optische zoom)
Ca. 31,3×
(zelfde als
digitale zoom)
Opnamen maken
• Het verdient aanbeveling een statief te gebruiken om camerabewegingen te voorkomen bij het maken van opnamen met een sterke zoomfactor.
• Foto’s die worden gemaakt met de digitale zoom, zien er korreliger uit dan foto’s die worden gemaakt met de optische zoom.
• Intelligente Zoom is niet beschikbaar onder de volgende omstandigheden:
- Als de resolutie wordt ingesteld op R/E (5× optische zoom
beschikbaar)
- In de stand c (Digital SR)
- Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op 3200 of 6400
• De met intelligente zoom uitvergrote opname kan er op het scherm ruw uitzien. Dat heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de opname.
• In de stand C (Video) is alleen digitale zoom beschikbaar bij het opnemen.
Komt overeen met ca.
31,3×
Digitale zoom instellen
Standaard is de digitale zoom ingesteld op O (Aan). Als u bij het maken van opnamen alleen de optische zoom en intelligente zoom wilt gebruiken, stelt u de digitale zoom in op P (Uit).
1
Druk in de stand A op de knop 3.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Digitale zoom] met de vierwegbesturing (23).
84
3
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
O Digitale zoom wordt gebruikt P Alleen optische zoom en intelligente
zoom worden gebruikt
De instelling wordt opgeslagen.
4
Druk op de knop 3.
Opnemen
Video Inst, D-range Pixeltrack SR Knipperdetectie Digitale zoom Momentcontrole
MENU
Einde
2/3
De camera gaat terug naar de opnamestand.
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1p.131

Opnamen maken in het donker (Nachtopname/ Portret bij nacht/Digital SR/Vuurwerk/Kaarslicht)

U kunt een stand opgeven die geschikt is voor het maken van opnamen in het donker, zoals nachtlandschappen.
3
Opnamen maken
Nachtopna me
A
Portret bij nacht
B
Digital SR
c
Vuurwerk
S
Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht.
U
Voor nachtopnamen. Het is raadzaam een statief of een andere vorm van ondersteuning te gebru iken.
Voor portretopnamen bij nacht. Het is raadzaam een statief of een an dere vorm van ondersteuning te gebruiken. Als u de functie Gezichtsdetectie inschakelt terwijl de flitsinstelling is ingesteld op , (Auto), wordt automatisch d (Flitser+Anti Rode Ogen) geselecteerd.
Een hogere gevoeligheid vermindert onscherpte. De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld op Auto en de resolutie wordt vast ingesteld op f (2592×1944).
Voor vuurwerk. Het is raadzaam een statief of een andere vorm van ondersteuning te gebru iken. De gevoeligheid wordt vast ingesteld op een minimumwaarde.
85
1
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
3
Opnamen maken
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om A, B, c, S of U te selecteren.
3
Druk op de knop 4.
De stand A, B, c, S of U wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• De sluitertijd neemt toe wanneer u opnamen in het donker maakt.
• Als u wilt voorkomen dat de camera beweegt, zet u de functie Pixeltrack SR (p.120) op O (Aan) of plaatst u de camera op een statief en/of gebruikt u de zelfontspanner (p.96).
86
Opnamen maken van mensen (Portret vanaf
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
middel/ Portret/Huidtint naturel)
De standen C (Portret vanaf middel), P (Portret) en V (Huidtint naturel) zijn geschikt voor het maken van opnamen van mensen. Gezichtsdetectie (p.76) is in al deze standen actief, wat het gemakkelijker maakt om bij het maken van opnamen het gezicht te benadrukken.
Portret vana f middel
C
Portret
P
Huidtint naturel
V
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om C, P of V
Voor correct ingekaderde portretten met autozoom. De resolutie wordt vast ingesteld op h (2048×1536).
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint gezond en helder weer.
Voor portretopnamen. Verlevendigt huidtinten en verdoezelt onvolkomenheden.
te selecteren.
3
Opnamen maken
87
3
1 4: 25
3 8
0 8/ 08 /2 0 1 0
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
Druk op de knop 4.
De stand C, P of V wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76). Wanneer de camera het gezicht van een persoon detecteert in de stand C, wordt een oranje kader op het
3
Opnamen maken
scherm geplaatst rondom het gebied waarop moet worden ingezoomd.
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand. Wanneer de camera het gezicht van een persoon detecteert in de stand C, zoomt de camera automatisch in om het gebied in het oranje kader van stap 3 uit te vergroten.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.

Opnamen maken van kinderen (de stand Kinderen)

De stand R (Kinderen) is ideaal voor het maken van opnamen van bewegende kinderen. Het geeft ze bovendien een gezonde en heldere huidtint. Gezichtsdetectie (p.76) wordt in deze stand automatisch geactiveerd, wat het makkelijker maakt om bij het maken van opnamen het gezicht van het onderwerp te benadrukken.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
88
1
3 8
1 4: 25
0 8/ 08 /2 0 1 0
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer R met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand R wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25

Opnamen maken van uw huisdier (Huisdier)

Met Y (Huisdier) kunt u de camera scherpgesteld houden op een bewegend huisdier en de kleur van de vacht kiezen terwijl u de opname maakt. Kies het gewenste pictogram op basis van de kleur van uw huisdier (neigend naar zwart, wit of er tussenin).
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
89
2
OK
Sto p
3 8
1 4: 2 5
0 8/ 0 8 / 2 0 1 0
Selecteer Y met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor het selecteren van de stand Y wordt weergegeven.
4
Selecteer Y, Z, Z, a, b of b met de vierwegbesturing (23).
Er zijn twee soorten pictogrammen: een kat en een hond. Of u de kat of de hond kiest, maakt niet uit voor de uiteindelijke foto. Kies
3
Opnamen maken
gewoon wat u het leukst vindt. Kies een pictogram (wit, grijs of zwart) waarvan de kleur het best past bij de kleur van de vacht van uw huisdier.
5
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde pictogram verschijnt en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en
verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand. Zolang de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, volgt het scherpstelkader het onderwerp.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
MENU
Stop
OK
OK
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
90
Opnamen maken van sport en vrijetijdsbesteding
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
3 8
1 4: 2 5
0 8/ 0 8 / 2 0 1 0
(Strand & sneeuw/Sport)
Strand &
Q
Sneeuw
Sport
\
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer Q of \ met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand Q of \ wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand. Als de stand \ (Sport) is geselecteerd en de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt door het scherpstelkader het onderwerp gevolgd.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Voor opnamen met veel licht van bijvoorbeeld zand en sneeuw. Nauwkeurige lichtmeting voor helderheid.
Voor opnamen van snel bewegende onderwerpen. Volgt het onderwerp tot de opname is gemaakt.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
91

Binnenshuis opnamen maken (Feest)

Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
De stand B (Feest) is heel geschikt voor het maken van opnamen binnenshuis, bijvoorbeeld snapshots tijdens een feestje.
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer B met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
De stand B wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
92
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.

Opnamen maken van tekst (Tekst)

Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
OK
OKOK
MENU
Sto pStop
Met de stand c (Tekst) kunt u scherpe opnamen maken van geschreven tekst. Dat kan van pas komen bij het maken van een digitale kopie van een belangrijk document of het verbeteren van de leesbaarheid van tekst met kleine lettertjes.
Kleur De oorspronkelijke kleur van de tekst blijft behouden.
c
Neg. kleur De tekstkleuren worde n omgekeerd.
d
Zwart-wit Gekleurde tekst wordt omgezet in zwart-wit.
c
Neg. zwart-wit
d
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer c met de vierwegbesturing (2345).
Gekleurde tekst wordt omgezet in witte tekst op een zwarte ondergrond.
3
Opnamen maken
3
Druk op de knop 4.
Het keuzescherm c verschijnt.
4
Selecteer c, d, c of d met de vierwegbesturing (23).
93
5
3 8
1 4
: 25
0 8/ 0 8 / 2 0 1 0
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
Zoomknop
Druk op de knop 4.
Het geselecteerde pictogram verschijnt en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
3
Opnamen maken
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.

Opnamen voorzien van een kader (Beeldinkadering)

In de stand N (Beeldinkadering) kunt u foto’s maken met behulp van de kaders die in de camera zijn opgeslagen.
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14
:25
14:25
94
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet wordt weergegeven.
2
Selecteer N met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van het kader verschijnt, waarin 9 kaders zijn weergegeven.
4
O K
3 8
0 8/ 0 8 / 2 0 1 0
1 4: 2 5
Kies het gewenste kader met de vierwegbesturing (2345).
y
5
Druk de zoomknop naar rechts (y).
Het geselecteerde kader verschijnt in de enkelbeeldsweergave. U kunt op een van de volgende manieren een ander kader kiezen.
Vierwegbesturing (45) Druk hierop om een ander kader te kiezen. Zoomknop naar links (f) Terug naar de weergave van 9 kaders op het
6
Druk op de knop 4.
kaderselectiescherm, zodat u vervolgens een ander kader kunt kiezen, zoals in stap 4.
Het ingekaderde beeld verschijnt op het scherm. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
7
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
8
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• De resolutie wordt vast ingesteld op h (2048×1536).
• 3 standaardkaders en 87 optionele kaders zijn in de fabriek geïnstalleerd. (Op de meegeleverde cd-rom staan 90 kaders, inclusief de standaardkaders.)
OK
OK
OK
38
38
08/08/2010
08/08/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
95
Optionele kaders
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
De optionele kaders zijn opgeslagen in het interne geheugen van de Optio H90. Deze optionele kaders worden verwijderd als de bestanden in het interne geheugen worden gewist met een computer en als het ingebouwde geheugen wordt geformatteerd. Als u de optionele kaders weer in het interne geheugen wilt laden, kopieert u de kaders van de bij de camera geleverde cd-rom (S-SW104) (p.170).
Een decoratief kader om een opname plaatsen 1p.167
3
Opnamen maken

De zelfontspanner gebruiken

Bij de zelfontspannerfunctie wordt de opname tien of twee seconden na het indrukken van de ontspanknop gemaakt. Stabiliseer de camera met een statief of een andere vorm van ondersteuning als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
96
Zelfontspanner
g
2s Zelfontspanner
Z
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (45) om g te selecteren en druk op de vierwegbesturing (3).
Deze functie biedt de mogelijkheid een groepsfoto te maken waar u zelf op staat. Onge veer tien seconden nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
Gebruik deze stand om camerabewegingen te voorkomen. Ongeveer twee seconden nadat u de ontspanknop hebt ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
3
Tr an s p or ts ta n d Z el fo nt s p an ne r
O K
S to p
Selecteer g of Z met de vierwegbesturing (45) en druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname met de zelfontspanner. Als de camera een gezicht detecteert, wordt de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.76).
4
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt tien seconden of twee seconden later gemaakt.
De scherpstelling kan worden bemoeilijkt als u de camera beweegt terwijl de LED van de zelfontspanner knippert bij het fotograferen.
In de stand C (Video) start de opname na tien seconden (of twee seconden).
Druk de ontspanknop tot halverwege in terwijl de zelfontspanner is geactiveerd om het terugtellen te stoppen. Druk de ontspanknop helemaal in om het terugtellen te hervatten.
Z
kan niet worden geselecteerd terwijl 9 (Snelinstelling) de standaardinstelling is. Selecteer daarna
9
als opnamestand.
Z
in een andere opnamestand en kies
Transportstand
Transportstand Zelfontspanner
Zelfontspanner
MENU
Stop
Stop

Een fotoserie maken (Continuopname/Continue opname snel)

Er worden in deze standen continu opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt.
Elke keer dat er een opname wordt gemaakt, wordt de opname opgeslagen in het gehe ugen voordat de volgende opname wordt
j
Continue opname
gemaakt. Hoe hoger de opnamekwaliteit, des te langer de tussenpozen tussen de opnamen. U kunt continuopnamen blijven maken totdat de SD-geheugenkaart of het in terne geheugen vol is.
OK
OK
OK
3
Opnamen maken
97
Continue
Ontspanknop
Vierwegbesturing Knop 4
O K
S to p
Tr an s p or ts ta n d
C on ti nu e op na me
opname
K
snel
* Het aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt en het aantal
beelden per seconde variëren al naar gelang de opnameomstandigheden.
De resolutie wordt vast ingesteld op f (2592×1944) en opnamen worden achter elkaar gemaakt.
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer j of K met de vierwegbesturing (45) en druk op 4.
De camera is klaar om een serie opnamen te maken.
3
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
Transportstand
Transportstand
Continue opname
Continue opname
MENU
MENUMENUMENUMENU
Stop
Stop
OK
OK
OK
4
98
Druk de ontspanknop helemaal in.
Er worden continu opnamen gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt.
• De flitser gaat niet af in de stand j en K.
j en K kunnen niet worden geselecteerd in de standen 9
(Snelinstelling), b (Autom. opna me), A (Nachtopname), C (Video), S (Vuurwerk), N (Beeldinkadering), X (Dig. Groothoek) en F (Digitaal panorama).
Loading...