Pentax OPTIO E90 User Manual [nl]

Digitale Camera
Handleiding
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
Fijn dat u hebt gekozen voor deze digitale camera van PENTAX. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera
optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom een veilige plaats.
Auteursrechten
Met de digitale camera van PENTAX gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met hetdoel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ookhiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX en Optio zijn handelsmerken van HOYA Corporation.
SDHC Logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen maken diehun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers diePRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. ArcSoft® en het logo van ArcSoft is een gedeponeerde handelsmerk of een handelsmerk van ArcSoft Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in deVerenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde cd-rom of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Zie voor meer informatie hoofdstuk 7.
De illustraties en de weergave op het scherm kunnen in deze handleiding afwijken van hetfeitelijke product. In deze handleiding worden SD-geheugenkaarten en SDHC-geheugenkaarten beide aangeduid met de term “SD-geheugenkaarten”. In deze handleiding wordt de algemene term “computer(s)” gebruikt voor zowel Windows-pc’s als Macintosh-computers.
Aan de gebruikers van deze camera
• Gebruik en bewaar dit toestel niet in de buurt van apparatuur die
sterke elektromagnetische straling of magnetische velden genereert. Sterke spanningswisselingen of de magnetische velden die gegenereerd worden door apparatuur als radiozenders, kunnen storing veroorzaken op het beeldscherm, opgeslagen gegevens beschadigen of het interne circuit van het product beïnvloeden en storingen in de camera veroorzaken.
• Het paneel met vloeibare kristallen is gemaakt met behulp van
extreem hoge-precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld.
• Als u de camera op een helder object richt, kan op het lcd-scherm een
lichtvlek verschijnen. Dit fenomeen wordt “lichtvlek” genoemd en is geen defect van de camera.
• In deze handleiding verwijst de term “Batterij” naar elk type batterij of
accu dat in de camera en de accessoires kan worden gebruikt.

VEILIG GEBRUIK VAN DE CAMERA

We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
1
Over de camera
Waarschuwing
• Probeer de camera niet te demonteren of de vorm van de camera te
veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat als de camera uit elkaar wordt gehaald.
Mocht het binnenwerk van de camera vrijkomen, bijvoorbeeld doordat decamera valt, raak dan nooit de vrijgekomen onderdelen aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
Plaats uw vinger niet op de flitser op het moment dat deze afgaat. U kunt uw vinger dan branden.
De camerariem om uw nek doen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek doen.
• Als de camera gaat roken, een vreemde geur afgeeft of in het geval van
welke andere onregelmatigheid dan ook, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterijen en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Plaats uw vinger niet op de flitser op het moment dat deze afgaat. U kunt
uw vinger dan branden.
• Activeer de flitser niet als hij uw kleding raakt, omdat dan het risico van
verkleuring bestaat.
• Wees daarom voorzichtig: als dergelijke onderdelen lang worden
vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Mocht het LCD beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes.
Vermijdook elk contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
• Afhankelijk van persoonlijke gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het
gebruik van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die zin iets bijzonders voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en moet u onmiddellijk een arts raadplegen.
2
Omgaan met de batterijen
Waarschuwing
• Zorg dat de batterij buiten het bereik van kleine kinderen wordt
opgeborgen. Als kinderen de batterij in hun mond stoppen, kunnen ze een elektrische schok krijgen.
• Als de batterijen lekken en deze vloeistof in contact met uw ogen komt,
kan dit blindheid tot gevolg hebben. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts. Wrijf niet in uw ogen.
Pas op
• Voor deze camera hebt u twee AA-alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen
of AA Ni-MH-batterijen nodig. Gebruik geen andere typen batterijen dan de hier genoemde. Bij gebruik van een ander type batterij kan de camera slecht functioneren; de batterijen kunnen ook stuk gaan of brand veroorzaken.
• AA-alkalinebatterijen en AA-lithiumbatterijen zijn niet oplaadbaar.
Probeerbatterijen niet te demonteren. De batterijen kunnen stuk gaan of gaan lekken als u probeert ze op te laden of te demonteren.
• Plaats de batterijen niet met de positieve (+) en negatieve (–) polen in de
verkeerde richting. Hierdoor kunnen de batterijen openbarsten of brand veroorzaken.
• Combineer bij vervanging van de batterijen geen batterijen van
verschillende merken, types of capaciteiten. Combineer ook geen oude batterijen met nieuwe. Hierdoor kunnen de batterijen openbarsten of brand veroorzaken.
• Probeer nooit de batterijen uit elkaar te halen of kort te sluiten. Stel de
batterijen ook nooit bloot aan vuur, aangezien ze kunnen exploderen.
• Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Ni-MH-batterijen. De
batterijen kunnen exploderen of vlam vatten. Van de batterijen die in deze camera kunnen worden gebruikt, kunnen alleen de Ni-MH-batterijen worden opgeladen.
• Mocht het lekkende materiaal van de batterijen in contact komen met uw
huid of kleding, was de betroffen gebieden dan grondig schoon met water.
• Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze
onmiddellijk uit de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
3
Houd de camera en de accessoires buiten het bereik van kleine kinderen
Warning
• Zorg dat de camera en de accessoires buiten het bereik van kleine
kinderen worden opgeborgen.
1. Letsel kan het gevolg zijn als het product valt of onverwacht beweegt.
2. Als de nekriem te sterk wordt aangetrokken kan dat resulteren in verstikking.
3. Kleine accessoires, zoals batterijen of een sd-geheugenkaart, mogen niet worden ingeslikt. Ga onmiddellijk naar een arts of eerste hulp als een accessoire per ongeluk is ingeslikt.
Over de netvoedingsadapter
Waarschuwing
• Gebruik uitsluitend een netvoedingsadapter met een voor dit product voorgeschreven vermogen en spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan zijn voorgeschreven voor dit product, kanbrand of elektrische schokken veroorzaken. Het gespecificeerde voltage is 100 - 240V (wisselspanning).
• Haal het product niet uiteen en pas het niet aan. Dit kan brand veroorzaken of een elektrische schok.
• Als rook of een vreemde geur uit het product komt of iets anders ongebruikelijks gebeurt, schakel het toestel dan onmiddellijk uit en neem contact op met een PENTAX Service Center. Blijft u het product toch gebruiken, kan dit resulteren in brand of een elektrische schok. Mocht water in het product komen, neem dan contact op met een PENTAX
• Service Center. Blijft u het product toch gebruiken, kan dit resulteren in brand of een elektrische schok.
• Mocht een onweer uitbreken terwijl de batterijoplader wordt gebruikt, trek dan de stroomkabel los en stop het gebruik. Blijft u het product toch gebruiken, kan dit resulteren in beschadiging van de apparatuur, brand of een elektrische schok.
• Veeg de stekker van de stroomkabel schoon als deze te stoffig wordt. Stof op de stekker kan brand veroorzaken.
4
Pas op
• Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer, laat er geen zware voorwerpen op vallen en beschadig het snoer niet door overmatig buigen. Mocht het netsnoer beschadigd raken, neem dan contact op met een PENTAX Service Center.
• Sluit de uitgangen van het product niet kort en raak ze niet aan terwijl het product nog is aangesloten op de netstroom.
• Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact. Dit kan resulteren in een elektrische schok.
• Stel het product niet bloot aan harde klappen en laat het niet op een hard oppervlak vallen. Dit kan storingen veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA-configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.

Aandachtspunten tijdens het gebruik

Voordat u de camera gebruikt
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Er geldt geen garantie op de inhoud van de opnamen, als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer e.d. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan decamera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) e.d.
5
Voorzorgsmaatregelen over het transport en gebruik van de camera
• Het objectief van deze camera is niet verwisselbaar. Het objectief kan niet worden verwijderd.
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat de temperatuur daar kan oplopen.
• De camera is niet waterbestendig. Gebruik de camera dus niet op een plaats waar hij in contact kan komen met regen, water of enige andere vloeistof.
• Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van motorfietsen, auto's of schepen. Als de camera toch is blootgesteld aan sterke trillingen, schokken of druk, breng dan uw camera naar een PENTAX Service Center in de buurt en laat hem controleren.
• Deze camera functioneert naar behoren bij een temperatuur van 0°C tot 40°C (32°F tot 104°F).
• Het beeldscherm kan zwart blijven bij hoge temperaturen, maar keert terug naar normaal beeld als de temperatuur daalt.
• De reactiesnelheid van de vloeistofkristallen van het LCD wordt traag bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en wijst niet op een defect.
• Plotselinge temperatuurveranderingen veroorzaken condensatie aan de binnen- en buitenzijde van de camera. Plaats de camera in uw tas of plastic zak, en haal de camera er pas uit als de temperatuur van de camera en omgeving gelijk zijn.
• Voorkom dat er vuil, modder, zand, stof, water, giftig gas of zout in de camera binnendringt, omdat de camera hierdoor beschadigd kan raken. Veeg eventuele regendruppels of waterdruppels van de camera en laat hem opdrogen.
• Druk niet met kracht op het scherm. De kans bestaat dat het scherm hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
• Ga niet zitten met de camera in uw achterzak. Hierdoor kan de behuizing van de camera of het scherm beschadigd raken.
• Als u de camera op een statief bevestigt, draai de schroef dan niet te ver in de statiefaansluiting van de camera.
6
De camera reinigen
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
De camera opslaan
• Plaats de camera niet bij conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag bij hoge temperatuur en hoge vochtigheid kan resulteren in schimmelvorming in de camera. Haal de camera uit de tas en berg hem op in een droge en goed geventileerde plek.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Laat de camera om de 1 tot 2 jaar nakijken teneinde de prestaties op peil te houden.
• Zie “Aandachtspunten bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.36) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Pas op: als foto’s of geluidbestanden worden verwijderd, of als een sd­geheugenkaart of het geïntegreerde geheugenkaart wordt geformatteerd, worden de oorspronkelijke gegevens niet volledig gewist. Verwijderde bestanden kunnen worden hersteld met in de vrije handel verkrijgbare software. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacy van de gegevens.
7

INHOUDSTAFEL

VEILIG GEBRUIK VAN DE CAMERA ..............................................1
Aandachtspunten tijdens het gebruik ...............................................5
INHOUDSTAFEL.............................................................................. 8
Indeling van de handleiding............................................................ 13
Eigenschappen van de camera .........................................................14
De inhoud van het pakket controleren............................................ 17
Namen van onderdelen ..................................................................18
Namen van bedieningsonderdelen................................................. 19
Monitorindicaties............................................................................. 20
Voorbereidingen 27
De draagriem bevestigen ...................................................................28
De camera aanzetten ..........................................................................29
De batterijen plaatsen..................................................................... 29
De netvoedingsadapter gebruiken.................................................. 32
De SD-geheugenkaart plaatsen .........................................................34
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt op een
SD-geheugenkaart ...................................................................37
De camera aan- en uitzetten ..............................................................38
Weergavestand ..............................................................................39
Basisinstellingen ................................................................................40
De weergavetaal instellen ..............................................................40
De datum en tijd instellen ...............................................................44
Veel voorkomende handelingen 47
De knopfuncties ..................................................................................48
A-stand .........................................................................................48
Q-stand ........................................................................................50
Schakelen tussen de stand A en de stand Q .............................52
De camerafuncties instellen ..............................................................54
Werken met de menu’s................................................................... 54
Menulijst .........................................................................................58
Opnamen maken 61
Foto’s maken....................................................................................... 62
Opnamen maken ............................................................................62
De opnamestand instellen ..............................................................65
Werken met de functie Gezichtsdetectie .......................................67
Automatisch opnamen maken (Automatische opnamestand) ........69
8
Opnamen maken in de Aangepaste instellingen (Programma)......71
Opnamen maken in de basisfunctie (Snelinstelling)....................... 72
De zoom gebruiken ........................................................................73
Opnamen maken in het donker (Nachtopname/Portret bij nacht/
Digital SR/Zonsondergang/Kaarslicht) .....................................75
Opnamen maken van mensen (Portret vanaf middel/Portret/
Huidtint naturel)........................................................................ 77
Opnamen maken van kinderen (De stand Kinderen) .....................78
Opnamen maken van uw huisdier (Huisdier) .................................79
Opnamen maken van sport en vrijetijdsbesteding
(Strand & Sneeuw/Sport) .........................................................80
Opnamen voorzien van een kader (Beeldinkadering) ....................81
De zelfontspanner gebruiken.......................................................... 83
Een fotoserie maken (Continue opname/16-beelds opname) ........ 85
Panoramafoto’s maken (Digitaal panorama) ..................................87
De opnamestanden instellen .............................................................90
De flitsinstelling selecteren .............................................................90
De scherpstelstand selecteren .......................................................92
De opnamepixels selecteren ..........................................................94
De belichting instellen (Belicht. corr.) .............................................96
Gevoeligheid instellen ....................................................................97
De functie Datumafdruk instellen.................................................... 98
Video-opnamen maken....................................................................... 99
Een video-opname maken.............................................................. 99
Het aantal opnamepixels voor video-opnamen selecteren........... 101
De functie Movie SR (Video bewegingsreductie) instellen ...........102
De instellingen opslaan (Geheugen) ............................................... 103
Opnamen weergeven en wissen 105
Opnamen weergeven........................................................................ 106
Foto’s weergeven .........................................................................106
Video-opnamen weergeven.......................................................... 107
Vierbeelds weergave, Negenbeelds weergave,
mapweergave en kalenderweergave .....................................108
Werken met de weergavefunctie ..................................................111
Diavoorstelling ..............................................................................113
De opname roteren....................................................................... 115
Zoomweergave............................................................................. 116
Automatisch inzoomen op het gezicht van het onderwerp
(Weergave met close-up van gezicht).................................... 117
9
Opnamen wissen ..............................................................................118
Eén opname wissen .....................................................................118
Geselecteerde opnamen wissen ..................................................119
Alle opnamen wissen.................................................................... 121
Gewiste opnamen herstellen ........................................................122
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)........................... 123
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur .......................125
Opnamen bewerken en afdrukken 127
Opnamen bewerken.......................................................................... 128
De opnamegrootte wijzigen (Formaat wijzigen) ...........................128
Opnamen uitsnijden...................................................................... 129
De digitale filters gebruiken ..........................................................131
Rode-ogenreductie .......................................................................134
Een kader toevoegen (Beeld inkadering) .....................................136
Opnamen kopiëren .......................................................................139
Afdrukservice instellen (DPOF) .......................................................141
Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................141
Alle opnamen afdrukken............................................................... 143
Instellingen 145
Camera-instellingen.......................................................................... 146
SD-geheugenkaart formatteren ....................................................146
De geluidsinstellingen wijzigen.....................................................147
De datum en tijd wijzigen.............................................................. 148
De wereldtijd instellen................................................................... 151
De weergavetaal wijzigen ............................................................ 153
Het benoemsysteem van de map wijzigen ..................................154
Het videosignaal wijzigen .............................................................155
De helderheid van het scherm aanpassen ...................................156
De batterijbesparingsfunctie gebruiken ........................................157
Automatisch uitschakelen instellen............................................... 158
Standaardinstellingen herstellen (Reset)...................................... 159
Afbeeldingen bekijken op een computer 161
10
De computer instellen ......................................................................162
Meegeleverde software ................................................................162
Systeemeisen ...............................................................................163
De software installeren .................................................................164
De USB-aansluitfunctie instellen ..................................................167
Aansluiten op de computer..............................................................169
De camera aansluiten op de computer......................................... 169
Opnamen overbrengen................................................................. 170
De camera loskoppelen van de computer ....................................173
“MediaImpression 2.0 for PENTAX” starten .................................174
Details over het gebruik van
“MediaImpression 2.0 for PENTAX” ....................................... 176
Bijlage 177
Beschikbare functies voor elke opnamefunctie ............................178
Berichten ...........................................................................................180
Problemen oplossen......................................................................... 182
Standaardinstellingen ......................................................................184
Lijst met steden voor wereldtijd ......................................................189
Optionele accessoires...................................................................... 190
Belangrijkste technische gegevens ................................................191
GARANTIEBEPALINGEN.................................................................. 195
Index................................................................................................... 199
11
In deze handleiding wordt de methode voor bediening van de vierweg­besturing aangegeven in afbeeldingen, zoals in het voorbeeld hieronder.
of
2
4
of
3
of
5
of
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
A stand
Q stand
geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
duidt op informatie die handig is om te weten.
duidt op aandachtspunten bij de bediening van de camera.
Dit is de stand voor het maken van foto- en video-opnamen. In deze handleiding wordt de stand voor het maken van foto’s de “foto-opnamestand” genoemd. De stand voor het maken van video-opnamen wordt aangeduid als de “C-stand”.
Dit is de stand voor het weergeven van foto’s en het afspelen van video’s.
12

Indeling van de handleiding

Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voorbereidingen––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u na aankoop van de camera moet doen alvorens opnamen te maken. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
2 Veel voorkomende handelingen –––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk komen veel voorkomende zaken aan de orde, zoals de functies van de knoppen en het gebruik van de menu’s. Zie voor verdere bijzonderheden de desbetreffende hoofdstukken.
3 Opnamen maken –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd op welke manieren u opnamen kunt maken en hoe u de betreffende functies instelt.
4 Opnamen weergeven en wissen–––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s en video-opnamen weergeeft op de camera of een TV en hoe u opnamen van de camera verwijdert.
5 Opnamen bewerken en afdrukken –––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk worden de verschillende manieren beschreven om foto’s af te drukken en wordt uitgelegd hoe u foto’s bewerkt met de camera. Informatie over het overbrengen van opnamen naar een computer en het installeren van de meegeleverde software vindt u bij
computer”
van opnamen op een computer raadpleegt u de Help-functie van de software.
in hoofdstuk 7. Voor informatie over het bewerken en afdrukken
6 Instellingen ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de cameragerelateerde functies instelt.
7 Afbeeldingen bekijken op een computer ––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera aansluit op een computer, hoe u de meegeleverde cd-rom S-SW104 installeert, enz.
8 Bijlage ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
In dit hoofdstuk wordt het oplossen van problemen behandeld en wordt een overzicht gegeven van afzonderlijk verkrijgbare accessoires.
“Aansluiten op de
1
2
3
4
5
6
7
8
13

Eigenschappen van de camera

Naast de basisfuncties voor het maken van opnamen heeft de Optio E90 een heel scala van opnamefuncties voor uiteenlopende situaties. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de basisfuncties van de camera optimaal benut. Daarnaast wordt de bediening van de camera gedetailleerd uitgelegd, zodat u alles uit uw camera kunt halen.
Geavanceerde functies voor video-opnamen en het maken van foto’s
De Optio E90 heeft een functie voor shake reduction om camerabeweging tijdens het maken van video-opnamen te verminderen (p.102).
Gebruik de camera om leuke video-opnamen te maken
van uw kinderen of huisdieren als een visueel dagboek van hun ontwikkeling (p.99).
Perfect voor portretopnamen!
De Optio E90 heeft een functie voor “Functie Gezichtsdetectie” waarmee gezichten in de compositie worden gedetecteerd, waarop vervolgens automatisch wordt scherpgesteld en uitgelicht. De functie kan maximaal 10 gezichten per opname, detecteren (*), zodat u er ook groepsportretten mee kunt maken. De sluiter wordt automatisch geactiveerd als mensen lachen, zodat u altijd de beste foto maakt. Er is ook een functie voor het achtereenvolgens uitvergroten van alle gezichten bij weergave, zodat u snel de uitdrukking kunt beoordelen. * Op het scherm kunnen maximaal 10 gezichtdetectiekaders worden
weergegeven.
14
Functie Gezichtsdetectie (p.67) Standen voor het maken van indrukwekkende opnamen
van mensen (p.77)
Weergave met close-up van gezichten voor gemakkelijke
controle bij weergave (p.117)
Voeg allerlei kaders toe aan uw opnamen!
Als u met de Optio E90 een opname maakt, kunt u uit een groot aantal kaders kiezen om daar een leuk kader aan toe te voegen (p.81). U kunt ook kaders toevoegen aan reeds gemaakte opnamen en de positie van het onderwerp op de foto aanpassen of de opname vergroten of verkleinen om het aan te passen aan de vorm en grootte van het kader. Zo hoeft u nooit meer te controleren of het onderwerp in het kader past (p.136).
Voor het verfraaien van
opnamen met een kader.
Eenvoudig te gebruiken opname- en weergavestanden!
Dankzij het gebruiksvriendelijke ontwerp van de Optio E90 kunt u de camera bedienen met slechts een paar knoppen. Door het gewenste pictogram te kiezen, kunt u de opnamestand (p.65) selecteren en de optimale instellingen voor de situatie kiezen. Of u kiest de weergavestand (p.111, p.128) om gebruik te maken van de diverse weergave- en bewerkingsfuncties. Aan de hand van een bedieningsaanwijzing op het scherm kunt u zien welke functies in elke stand beschikbaar zijn en hoe u ze gebruikt.
15
In het opnamepalet wordt een bedieningsaanwijzing
voor de opnamestand weergegeven en in het weergavepalet wordt een bedieningsaanwijzing voor de weergavestand weergegeven (p.65, p.111).
In de stand Snelinstelling kunt u eenvoudig opnamen
maken met de standaardinstellingen (p.72).
Opnamen weergeven in kalendervorm!
Met de Optio E90 kunt u gemaakte opnamen en geluidsbestanden op datum weergeven in kalendervorm. (p.109) Zo vindt u snel de foto of geluidsopname die u wilt weergeven.
U kunt met tal van camerafuncties genieten van de weergave van opnamen zonder dat u een computer nodig hebt!
De Optio E90 heeft tal van functies voor het weergeven en bewerken van opnamen zonder de camera eerst aan te sluiten op een computer om de opnamen over te brengen. Met deze camera kunt u foto-opnamen maken en bewerken (p.128). U hoeft ook niet meer in te zitten over het per ongeluk wissen van opnamen: met de Optio E90 kunt u ze weer herstellen (p.122).
16
U kunt de functies Formaat wijzigen (p.128), Uitsnijden
(p.129) en Rode-ogen reductie (p.134) gebruiken als de opname wordt weergegeven in de weergavestand.

De inhoud van het pakket controleren

Camera
Optio E90
USB-kabel
I-USB98 (*)
Bedieningshandleiding
(deze handleiding)
Artikelen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), zijn ook beschikbaar als optionele accessoires. Zie “Optionele accessoires” (p.190) voor meer optionele accessoires.
Draagriem
O-ST86 (*)
Twee AA-
alkalinebatterijen
Minihandleiding
Software (cd-rom)
S-SW104
17

Namen van onderdelen

Voorzijde
Achterzijde
Zelfontspanner-LED
Flitser
Objectief
Microfoon
Luidspreker
Statiefaansluiting
Klep voor batterij/kaart
Aan/uit-knop
Ontspan-knop
18
PC/AV-aansluiting
Riembevestiging
Scherm

Namen van bedieningsonderdelen

Aan/uit-knop
Ontspan-knop
Zoom/f/y-knop
Q-knop
I-knop
Vierwegbesturing 4/W-knop
Snelinstelling/i-knop
3-knop
Zie “De knopfuncties” (p.48 - p.52) voor een uitleg van de functie van elke knop.
19

Monitorindicaties

14 :2 5
200
02 /0 2/ 201 0
02 /0 2/ 201 0
3 8
Weergave in de stand A
Op het scherm wordt informatie weergegeven zoals de opname­instellingen in de opnamestand. Telkens wanneer u op de 4/W-knop drukt, verandert de weergave op het scherm als volgt: Normale weergave, Gedetailleerde weergave, Geen Info.
Normale weergave
383838
Gedetailleerde weergave
OK
38
383838
10
M
200
200
20
02/02/2010
14:25
14:25
OK
• Plaats de camera op een statief en/of gebruik de zelfontspanner om
Geen Info
02/02/2010
14:25
OK
camerabeweging te voorkomen (p.83).
• Als de opnamestand is ingesteld op
9 (Snelinstelling), wordt het rechts getoonde scherm weergegeven. U kunt de informatie op het scherm niet wijzigen door op de 4/W-knop te drukken.
• Als u opnames maakt in de C (Film) stand,
kunt u de informatie op het scherm niet veranderen met de 4/W-knop. Het beeldscherm is gefixeerd op de normale weergave.
38
38
Normale weergave in de foto-opnamestand
1 4 : 2 5
+ 1 . 0
3 8
0 2 / 0 2 / 2 01 0
F 3 . 5
1 / 2 5 0
7
65
1 2
3
1/250
4
1/250 F3.5
F3.5
+1.0
02/02/2010
161514
38
38
14:25
14:25+1.0
8
9 10 11
12
13
1 Opnamestand (p.65) 2 Pictogram Gezichtsdetectie
(p.67)
3 Sluitertijd 4 Diafragma 5 Flitsinstelling (p.90) 6 Transportstand (p.83, p.85) 7 Scherpstelstand (p.92) 8 Pictogram digitale zoom/
intelligente zoom (p.73)
* 3 en 4 verschijnen alleen wanneer de ontspan-knop tot halverwege
wordt ingedrukt.
* Voor wat betreft 7: als de scherpstelstand op = staat en de functie
Auto-Macro geactiveerd is, verschijnt de q op het scherm (p.92).
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand
weergegeven.
9 Geheugenstatus (p.38) 10 Resterende opslagcapaciteit 11 Indicatie batterijniveau (p.31) 12 Scherpstelkader (p.62) 13 Datum en tijd (p.44) 14 LW-correctie (p.96) 15 Instelling Datumafdruk (p.98) 16 Instelling wereldtijd (p.151)
21
Gedetailleerde weergave/Geen infoweergave in de foto-opnamestand
F 3 . 5
1 / 2 5 0
3 8
200
+ 1 . 0
+ 1 . 0
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
A A
A1 tot en met A13 en B1 worden weergegeven als “Gedetailleerde weergave” is geselecteerd. Alleen B1
wordt weergegeven als
“Geen Info” is geselecteerd.
A3 A4 A5 A7A6
38
38
10
200
200
A8 A9
M
A10 A11
1 2
B1
B2
1/250
B3
1/250 F3.5
F3.5
+1.0
+1.0
02/02/2010
+1.0
14:25
14:25
A12 A13
Opnamestand (p.65)
A1
Pictogram Gezichtsdetectie
A2
(p.67) Flitsinstelling (p.90)
A3
Transportstand (p.83, p.85)
A4
Scherpstelstand (p.92)
A5
Pictogram digitale zoom/
A6
intelligente zoom (p.73) Geheugenstatus (p.38)
A7
Resterende opslagcapaciteit
A8
Indicatie batterijniveau (p.31)
A9
Opnamepixels (p.94)
A10
Gevoeligheid (p.97)
A11
Belichtingscorrectie (p.96)
A12
Instelling Datumafdruk (p.98)
A13
Scherpstelkader (p.62)
B1
Sluitertijd
B2 B3 Diafragma
* B2 en B3 verschijnen alleen wanneer de ontspan-knop tot halverwege
wordt ingedrukt.
* Als de opnamestand op b (Autom. opname) ingesteld is en u de
ontspan-knop tot halverwege indrukt, verschijnt de geselecteerde opnamestand in A1 zelfs wanneer “Geen Info” is geselecteerd (p.69).
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand
weergegeven.
22
Weergave in de stand Q
14 :2 5
10 0
00 26
F3 .5
1/ 25 0
02 /0 2/ 201 0
14 :2 5
200
10 0
00 26
Be we rk en
Be we rk en
Be we rk en
02 /0 2/ 201 0
Op het scherm worden de opnamegegevens weergegeven in de stand Q. Telkens wanneer u op de 4/W-knop drukt, verandert de weergave op het scherm als volgt: Normale weergave, Gedetailleerde weergave, Geen Info.
Normale weergave
-
0026
100
100-0026
02/02/2010
14:25
OK
100
100-0026
14:25
-
0026
Bewerken
Gedetailleerde weergave
OK
10
M
200
200
1/250
1/250 F3.5
F3.5
Bewerken
02/02/2010
14:25
14:25
OK
Tijdens het afspelen van film, kunt u de informatie op het scherm niet veranderen met de 4/W-toets. Het beeldscherm is gefixeerd op de normale weergave.
Geen Info
Bewerken
23
Normale weergave/Gedetailleerde weergave in fotoweergavestand
F 3 . 5
1 / 2 5 0
1 0 0
0 0 3 8
1 4 : 2 5
200
Bewerken
0 2 / 0 2 / 2 01 0
A A
(Alle onderdelen zijn hier alleen voor uitlegdoeleinden weergegeven.)
Op het scherm wordt informatie weergegeven over bijvoorbeeld de opnameomstandigheden. A1 tot en met A10 verschijnen wanneer “Normale weergave” of “Gedetailleerde weergave” is geselecteerd. B1 tot en met B4 verschijnen alleen wanneer “Gedetailleerde weergave” is geselecteerd.
A3 A4
1 2
10
B1 B2
1/250
1/250
B3
F3.5
F3.5
B4
M
200
200
Bewerken
-
0038
100
100-0038
02/02/2010
14:25
14:25
A5 A6
A7 A8
A9
A10
A1 Weergavestand
Q: Fotoweergavestand (p.111)
A2 Pictogram Gezichtsdetectie
(p.67)
A3 Pictogram voor beveiliging
(p.123)
A4 Geheugenstatus (p.38) A5 Mapnummer (p.154) A6 Bestandsnummer
A8 Pictogram voor volume A9 Datum en tijd van de opname
(p.44)
A10 Bedieningsaanwijzing voor
vierwegbesturing
B1 Opnamepixels (p.94) B2 Gevoeligheid (p.97) B3 Sluitertijd B4 Diafragma
A7 Indicatie batterijniveau (p.31)
* A2 verschijnt alleen als de functie Gezichtsdetectie actief was toen de
opname werd gemaakt.
* Bij “Normale weergave” verdwijnen A7 en A9 als gedurende twee
seconden geen handeling wordt verricht.
* A8 wordt alleen weergegeven als tijdens het afspelen van video het
volume wordt aangepast. (p.107)
* A10 wordt zelfs weergegeven als “Geen Info” is geselecteerd, maar
verdwijnt als gedurende twee seconden geen handeling wordt verricht. Als gedurende twee seconden geen handeling wordt verricht bij “Normale weergave” of “Gedetailleerde weergave”, verdwijnt alleen
24
“Bewerken”.
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens de bediening verschijnen op het scherm aanwijzingen voor de bediening van de beschikbare knoppen. Deze worden als volgt weergegeven.
Vierwegbesturing (2) 2 Zoom-knop
Vierwegbesturing (3) 3
Vierwegbesturing (4) 4 Ontspan-knop
Vierwegbesturing (5) 5
3-knop
MENU
4/W-knop
SHUTTER
Snelinstelling/i-knop X, i I-knop I/J
OK
25
Memo
26

1 Voorbereidingen

De draagriem bevestigen ......................... 28
De camera aanzetten ................................29
De SD-geheugenkaart plaatsen ............... 34
De camera aan- en uitzetten .................... 38
Basisinstellingen ......................................40

De draagriem bevestigen

Bevestig de met de camera meegeleverde draagriem (O-ST86).
1
Voorbereidingen
1
2
1
Leid het dunne uiteinde van de riem door de riembevestiging.
2
Haal het andere uiteinde door het lusje en trek de riem stevig aan.
28

De camera aanzetten

De batterijen plaatsen

Plaats de batterijen in de camera. Voor deze camera hebt u twee AA­alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen of AA Ni-MH-batterijen nodig.
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting 1. De klep gaat automatisch open in de richting 2 als u de klep loslaat.
2
Plaats de batterijen, zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) polen van de batterijen overeenkomen met de (+) en (–)-aanduidingen in het batterijcompartiment.
Controleer de plaatsing van de batterijen goed. Als een batterij verkeerd is geplaatst, kunnen er storingen optreden.
3
Sluit de klep van de batterijen/kaart en schuif de klep in de tegengestelde richting van 1.
1
Voorbereidingen
29
• AA-alkalinebatterijen en AA-lithiumbatterijen zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van de batterijen/kaart niet en neem de batterijen niet uit wanneer de camera aan staat.
1
Voorbereidingen
• Als u de camera langere tijd niet denkt te gebruiken, verwijder dan de batterijen. Als de batterijen lange tijd in de camera blijven zitten, kunnen ze gaan lekken.
• Als de batterijen lange tijd uit de camera zijn gehaald, kan het bericht [Batterij leeg] verschijnen wanneer u deze terugplaatst en de camera aanzet. Dit kan ook gebeuren wanneer u de camera voor het eerst gebruikt; dit is echter geen storing. Zet de camera uit, wacht een minuutje en zet de camera opnieuw aan om hem te resetten. Mogelijk worden hierbij ook de datum en tijd gereset.
• Plaats de batterij op de juiste wijze. Als de batterij verkeerd is geplaatst, kunnen er storingen optreden of werkt de camera niet. Als de polen van de batterijen vuil lijken, veegt u ze schoon voordat u ze in de camera plaatst.
• Wees voorzichtig, want de camera of de batterijen kunnen heet worden als u de camera gedurende langere tijd gebruikt.
Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken, is gebruik van de (optionele) netvoedingsadapterset K-AC62 aan te bevelen. (p.32)
Opslagcapaciteit, filmopnametijd en afspeeltijd
(Bij gebruik van nieuwe AA alkalinebatterijen bij 23°C met het beeldscherm ingeschakeld)
Opslagcapaciteit
(met gebruik van de flitser voor
50% van de opnamen)
Ca. 220 opnamen Ca. 100 min. Ca. 400 min.
*1
Video-opnametijd*2Weergavetijd
*2
*1 Opnamecapaciteit toont bij benadering het aantal opnamen dat is gemaakt
tijdens tests die zijn uitgevoerd conform CIPA (bij ingeschakeld scherm, gebruik van flitser voor 50% van de opnamen en bij 23°C). In de praktijk kan dit afwijken, afhankelijk van de opnameomstandigheden.
*2 Op basis van tests bij Pentax.
30
• Over het algemeen kunnen de batterijprestaties tijdelijk afnemen als de temperatuur daalt. Neem altijd reservebatterijen mee als u de camera in een koude omgeving gebruikt en houd de batterijen warm door ze in uw zak of jas te stoppen. Zodra de batterijen weer op kamertemperatuur zijn, hebben ze weer hun normale prestatieniveau.
• Vanwege hun spanningskenmerken, zijn mogelijk niet alle functionaliteiten van de camera beschikbaar bij lage temperaturen, als u AA-alkalinebatterijen gebruikt. Bij gebruik van de camera bij lage temperaturen wordt het gebruik van AA-lithium- of AA Ni-MH­batterijen aanbevolen.
• Neem reservebatterijen mee als u naar het buitenland of naar een koud gebied gaat of als u van plan bent veel opnamen te maken.
Indicatie batterijniveau
U kunt het batterijniveau aflezen aan de indicatie op het scherm.
Schermaanduiding Batterijstatus
(groen) Er is nog voldoende stroom.
(groen) Batterijen raken leeg.
(geel) Batterijen zijn bijna leeg.
(rood) Batterijen zijn uitgeput.
[Batterij leeg]
Mogelijk wordt het batterijniveau niet correct weergegeven bij gebruik van nikkelmangaan-batterijen vanwege hun spanningskenmerken. Het is mogelijk dat wordt weergegeven voor het batterijniveau, zelfs als de batterijen bijna leeg zijn. De camera kan ook zonder waarschuwing worden uitgeschakeld als wordt weergegeven.
Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera uitgeschakeld.
1
Voorbereidingen
31

De netvoedingsadapter gebruiken

Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken of aan te sluiten op een computer, wordt gebruik van de (optionele)
1
netvoedingsadapterset K-AC62 aanbevolen.
Voorbereidingen
Netsnoer
Gelijkstroom-
koppelstuk
Netvoedingsadapter
Gelijkstroom-connector
Kabel van gelijkstroom­koppelstuk
1
Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter aan op de gelijkstroomingang van het gelijkstroom­koppelstuk.
2
Zorg dat de camera is uitgeschakeld en open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting 1. De klep gaat automatisch open in de richting 2 als u de klep loslaat.
32
3
Schuif het gelijkstroomkoppelstuk in het batterijcompartiment, zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) polen van het koppelstuk overeenkomen met de (+) en (–)-aanduidingen in het batterijcompartiment.
4
Open het klepje van de gelijkstroomkoppelstukkabel, leid de kabel door de opening en sluit de klep van de batterijen/kaart.
Schuif de klep van de batterijen/kaart in de tegenovergestelde richting van 1. Schuif de klep volledig terug, zodat hij goed gesloten is.
5
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
6
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Zorg dat het netsnoer en het snoer van het gelijkstroomkoppelstuk goed zijn aangesloten. Als er gegevens worden opgenomen op de SD-geheugenkaart of in het interne geheugen, kunnen de gegevens verloren gaan wanneer een van beide of beide snoeren losraken.
• Voorkom brand of een elektrische schok bij gebruik van de netvoedingsadapter. Lees eerst “VEILIG GEBRUIK VAN DE CAMERA” (p.1) en “Over de netvoedingsadapter” (p.4) alvorens de adapter te gebruiken.
• Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC62 eerst de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
1
Voorbereidingen
33

De SD-geheugenkaart plaatsen

Deze camera maakt gebruik van een SD-geheugenkaart of een SDHC­geheugenkaart. (Beide kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD-
1
Voorbereidingen
geheugenkaart.) Gemaakte opnamen worden op de SD-geheugenkaart opgeslagen wanneer hij in de camera is geplaatst. Wanneer er geen kaart is geplaatst, worden opnamen opgeslagen in het interne geheugen (p.38).
• Een SD-geheugenkaart die nooit is gebruikt of in een andere camera of een ander digitaal apparaat is gebruikt, moet eerst met deze camera worden geformatteerd (geïnitialiseerd). Zie “SD-geheugenkaart formatteren” (p.146) voor aanwijzingen aangaande formatteren.
• Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
• De opslagcapaciteit voor foto’s hangt af van de capaciteit van de SD-geheugenkaart, en het gekozen aantal opnamepixels (p.37).
• De aan/uit-knop knippert terwijl er wordt gecommuniceerd met de SD-geheugenkaart (gegevens worden opgenomen of gelezen).
Kopie van gegevens opslaan
Het is mogelijk dat de camera niet in staat is om gegevens op te halen uit het interne geheugen in geval van een storing. Sla belangrijke gegevens daarom op uw computer of een ander apparaat op.
34
Sleuf SD-geheugenkaart
SD-geheugenkaart
1
Open de klep van de batterij/kaart.
Schuif de klep van de batterij/kaart in de richting 1. De klep gaat automatisch open in de richting 2 als u de klep loslaat.
2
Plaats de SD-geheugenkaart in de sleuf voor de SD­geheugenkaart, met het etiket naar het scherm gericht.
Duw door tot de kaart op haar plaats vastklikt. Als de kaart niet helemaal in de camera is geplaatst, worden opnamen mogelijk niet correct opgeslagen.
3
Sluit de klep van de batterijen/kaart en schuif de klep in de tegengestelde richting van 1.
De SD-geheugenkaart verwijderen
1
Open de klep van de batterij/kaart.
1
Voorbereidingen
Klep voor batterij/kaart
2
Duw de kaart verder in de sleuf van de SD-geheugenkaart om hem uit te nemen.
Trek de kaart naar buiten.
35
Aandachtspunten bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
• De SD-geheugenkaart is uitgerust met een schrijfbeveiliging. Door deze op LOCK te zetten, voorkomt u dat op de kaart nieuwe gegevens kunnen worden opgenomen, dat opgeslagen
1
gegevens worden gewist en dat de kaart wordt
Voorbereidingen
geformatteerd door de camera of computer. r wordt op het scherm weergegeven als u de kaart tegen schrijven hebt beveiligd. Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren, omdat de kaart hierdoor
• Als de kaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks
• Bij gebruik van een SD-geheugenkaart met een lage opnamesnelheid kan de opname
• Een SD-geheugenkaart die niet eerder of in een andere camera is gebruikt, moet eerst
van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
gebruik Houd de kaartklep gesloten, neem de SD-geheugenkaart niet uit de camera en zet de camera niet uit terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of opnamen worden weergegeven, of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur.
beschadigd kan raken en onbruikbaar kan worden. Onder de volgende omstandigheden kunnen de gegevens op de SD-geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt behandeld door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of elektrische
storingen. (3) als de kaart lange tijd niet is gebruikt. (4) wanneer de kaart of de batterijen uit de camera worden uitgenomen terwijl
er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
stoppen als u filmopnamen maakt, zelfs wanneer er voldoende ruimte vrij is op de kaart. Ook kan het maken en weergeven van opnamen veel tijd in beslag nemen.
worden geformatteerd. Zie “Een SD-geheugenkaart formatteren” (p.146).
Schrijfbeveiliging
36

Aantal opnamen dat kan worden gemaakt op een SD-geheugenkaart

De grootte van de opnamen is afhankelijk van de instelling voor opnamepixels en dus is het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen op de SD-geheugenkaart daar ook van afhankelijk.
Kies het gewenste aantal opnamepixels voor opnamen in het menu [A Opnemen].
De opnamepixels selecteren 1p.94
Kies het gewenste aantal opnamepixels voor video bij [Video] in het menu [A Opnemen].
Het aantal opnamepixels voor video-opnamen selecteren 1p.101
Zie “Belangrijkste technische gegevens” (p.191) als u wilt weten wat het aantal beelden of de lengte van films is die bij benadering op een SD-geheugenkaart kunnen worden opgeslagen.
1
Voorbereidingen
37

De camera aan- en uitzetten

3 8
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
1
Aan/uit-knop
Voorbereidingen
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera gaat aan en het scherm wordt ingeschakeld.
Wanneer u camera aanzet, gaat de objectiefbescherming open en schuift
het objectief uit.
Als bij inschakeling van de camera het scherm [Language/ ] of
[Datum instellen] verschijnt, volgt u de procedure op pagina p.40 om
de weergavetaal en/of de huidige datum en tijd in te stellen.
2
Druk nogmaals op de aan/uit-knop.
Het scherm gaat uit, het objectief schuift in en de camera gaat uit.
Opnamen maken 1p.62
De geheugenkaart controleren
De geheugenkaart wordt gecontroleerd als u de camera inschakelt. Daarna wordt de status
Geheugenstatus
van het geheugen weergegeven.
a : Er is een SD-kaart in de camera
geplaatst. Opnamen worden opgeslagen op de SD-geheugenkaart.
+: Er is geen SD-geheugenkaart in de
camera geplaatst. Opnamen worden opgeslagen in het interne geheugen.
r : De schrijfbeveiliging op de SD-geheugenkaart is ingeschakeld
(p.36). U kunt geen opnamen opslaan.
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
38
Als de batterijen lange tijd uit de camera zijn gehaald, kan het bericht [Batterij leeg] verschijnen wanneer u deze terugplaatst en de camera aanzet. Dit kan ook gebeuren wanneer u de camera voor het eerst gebruikt; dit is echter geen storing. Zet de camera uit, wacht een minuutje en zet de camera opnieuw aan om hem te resetten. Mogelijk worden hierbij ook de datum en tijd en andere instellingen gereset. Volg de procedure op p.40 om deze instellingen opnieuw in te stellen.

Weergavestand

In deze stand kunt u een opname meteen weergeven zonder verdere opnamen te maken.
Aan/uit-knop
Q-knop
1
Druk op de aan/uit-knop terwijl u de Q-knop ingedrukt
houdt.
Het scherm wordt ingeschakeld terwijl het objectief ingeschoven is en
de camera wordt ingeschakeld in de weergavestand.
Als u van de weergavestand wilt overschakelen naar de opnamestand, drukt u op de Q-knop of drukt u de ontspan-knop tot halverwege in.
1
Voorbereidingen
Foto’s weergeven 1p.106
39

Basisinstellingen

Het scherm [Language/ ] verschijnt nadat de camera voor de eerste keer is ingeschakeld. Voer de stappen uit onder “De weergavetaal
1
Voorbereidingen
instellen” hieronder om de taal in te stellen, en onder “De datum en tijd instellen” (p.44) om de huidige datum en tijd in te stellen.
De taal, datum en tijd kunnen achteraf worden gewijzigd. Raadpleeg de pagina’s hierna voor instructies.
• De taal wijzigt u door de stappen onder “De weergavetaal wijzigen”
(1p.153) uit te voeren.
• De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “De datum en tijd
wijzigen” (1p.148) uit te voeren.

De weergavetaal instellen

Vierwegbesturing
4-knop 3-knop
40
1
Kies de schermtaal met de
vierwegbesturing (2345).
English
Dansk
Deutsch
Svenska Suomi
Polski Italiano Nederlands
Magyar
MENU
Stop
OK
OK
2
OFF
Druk op de 4-knop.
Basisinstellingen
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt in de geselecteerde taal. Als de gewenste instellingen voor [Thuistijd] en [Zomertijd] (Daylight Saving Time - Zomertijd) verschijnen, drukt u tweemaal op de vierwegbesturing (3) om [Instellingen
Thuistijd Amsterdam
Instellingen voltooid
MENU
Stop
voltooid] te selecteren en nogmaals op de 4-knop om het scherm [Datum instellen] weer te geven. Ga naar “De datum en tijd instellen” (p.44). Ga naar stap 3 in “Thuistijd en zomertijd instellen” (p.43) als de gewenste instellingen niet verschijnen.
Nederlands
DST
OFF
OFF
Zomertijd
1
Voorbereidingen
41
Als u per ongeluk een andere taal selecteert en naar de volgende procedure gaat, voert u de volgende procedure uit om de taal terug te zetten.
1
Wanneer per ongeluk een andere taal is geselecteerd
Voorbereidingen
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer de taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de 4-knop.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt in de geselecteerde taal.
Wanneer het scherm na stap 2 in een andere taal verschijnt
1
Druk op de 4-knop.
2
Druk op de 3-knop.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
4
Selecteer [Language/ ] met de vierwegbesturing (32).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
6
Selecteer de taal met de vierwegbesturing (2345).
7
Druk op de 4-knop.
Het menu [W Instelling] verschijnt in de geselecteerde taal.
De gewenste taal is nu ingesteld. Als u [Thuistijd], [Datum] en [Tijd] opnieuw wilt instellen, raadpleegt u de pagina’s hierna voor aanwijzingen.
• Voer de stappen uit in “De wereldtijd instellen” (1p.151) als u [Thuistijd]
wilt wijzigen.
• Als u de [Datum] en [Tijd] wilt wijzigen, voer dan de stappen uit in “De datum
en tijd wijzigen” (1p.148).
42
Thuistijd en zomertijd instellen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Thuistijd].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Thuistijd] verschijnt.
5
Kies de stad met de
Basisinstellingen
Thuistijd Amsterdam
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Thuistijd
vierwegbesturing (45).
Stad
Amsterdam
Zomertijd
MENU
Stop
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Zomertijd].
7
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de 4-knop.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt.
Nederlands
OK
OK
1
Voorbereidingen
9
Selecteer [Instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
10
Druk op de 4-knop.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt. Stel de datum en tijd in.
43

De datum en tijd instellen

Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
1
Voorbereidingen
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [DD/MM/JJ].
2
Kies met de vierwegbesturing (23) de weergavestijl voor de datum en tijd.
Kies tussen [DD/MM/JJ], [MM/DD/JJ] en [JJ/MM/DD].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar [24h].
4
Selecteer [24h] (24-uurs weergave) of [12h] (12-uurs weergave) met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumweergave].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
Instellingen voltooid
MENUMENU
Stop
DD MM
// 24h
01/01/2010
00:00
//
DD MM
01/01/2010
00:00
JJ
24h
JJ
44
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
//
DD MM
01/01/2010
00:00
JJ
24h
8
Wijzig de maand met de vierwegbesturing (23).
Wijzig de dag en het jaar op dezelfde wijze. Wijzig vervolgens de tijd. Als u [12h] heeft geselecteerd bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór 12:00 uur ’s middags) of pm
Datum instellen
Datumweergave
Datum
Tijd
Instellingen voltooid
MENU
Stop
(na 12:00 uur ’s middags), al naar gelang de tijd.
9
Selecteer [Instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
10
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de opnamestand.
[Language/ ], [Datum], [Tijd], [Thuistijd], en [Zomertijd] kunnen worden gewijzigd. Raadpleeg de pagina’s hierna voor instructies.
• De taal wijzigt u door de stappen onder “De weergavetaal wijzigen”
(1p.153) uit te voeren.
• De datum en tijd wijzigt u door de stappen onder “De datum en tijd
wijzigen” (1p.148) uit te voeren.
• Als u een andere stad wilt selecteren of de zomertijd wilt aan- of uitzetten,
voer dan de stappen onder “De wereldtijd instellen” (1p.151) uit.
Wanneer het scherm [Basisinstellingen] of [Datum instellen] verschijnt, kunt u het instellen annuleren en overgaan naar de opnamestand door op de 3-knop te drukken. In dat geval verschijnt het scherm [Basisinstellingen] de volgende keer dat u de camera inschakelt.
24h
//
DD MM
JJ
01/01/2010
00:00
1
Voorbereidingen
Als u in stap 10 op de 4-knop drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de 4-knop wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden aangeeft.
Het videosignaal (NTSC/PAL) is ingesteld op het systeem van de stad die is geselecteerd bij [Thuistijd] op het scherm [Basisinstellingen]. Raadpleeg de “Lijst met steden voor wereldtijd” (p.189) om te weten welk videosignaal voor elke stad geldt als basisinstelling, en “Het videosignaal wijzigen” (p.155) voor het wijzigen van de instelling voor het videosignaal.
45
Memo
46
2 Veel voorkomende
handelingen
De knopfuncties ........................................ 48
De camerafuncties instellen .................... 54

De knopfuncties

A-stand
2
Veel voorkomende handelingen
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.38).
2 Ontspan-knop
Wanneer u deze knop tot halverwege indrukt in de foto-opnamestand, stelt de camera scherp op het onderwerp (behalve in de standen 3 en s). Wanneer u deze knop helemaal indrukt, wordt een foto gemaakt (p.63). Hiermee start en stopt u het maken van video-opnamen in de stand C (Video) (p.99).
3 Zoom-knop
Hiermee wijzigt u het opnamegebied (p.73).
4 Q-knop
Hiermee activeert u de stand Q (p.52).
1 2
3
4 5
6 7
8 9
48
5 I-knop
De functie Gezichtsdetectie in- en uitschakelen (p.67). Steeds als u op de I-knop drukt, wordt een andere stand voor Gezichtsdetectie ingeschakeld: AAN
Smile Capture ´ Gezichtsdetectie UIT ´ Gezichtsdetectie
6 Vierwegbesturing
(2) Hiermee wijzigt u de transportstand (p.83, p.85). (3) Hiermee geeft u het opnamepalet weer (p.65). (4) Hiermee wijzigt u de flitsinstelling (p.90). (5) Hiermee wijzigt u de scherpstelinstelling (p.92).
7 4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.20).
8 Snelinstelling
Hiermee activeert u de stand 9 (Snelinstelling) (p.72).
9 3-knop
Hiermee opent u het menu [A Opnemen] (p.54).
2
Veel voorkomende handelingen
49
Q-stand
1 2
2
Veel voorkomende handelingen
1 Aan/uit-knop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.38).
2 Ontspan-knop
Hiermee activeert u de stand A (p.52).
3 Zoom/f/y-knop
Druk op f om van de weergave van één opname naar de weergave van vier opnamen te gaan, en druk nogmaals op f om naar weergave van negen opnamen te gaan. Wanneer u op y drukt, verschijnt de vorige weergave weer (p.108). Druk op y om tijdens weergave van één opname deze te vergroten. U keert terug naar de vorige weergave wanneer u op f drukt (p.116). Druk op f om van de weergave van negen opnamen naar de map- of kalenderweergave te gaan (p.109). Druk tijdens mapweergave op y om naar de normale weergave van negen opnamen te gaan (p.109). Druk tijdens kalenderweergave op y om naar de normale weergave van negen opnamen te gaan (p.109). Aanpassen van het volume tijdens het afspelen van video-opnamen (p.107).
4 Q-knop
Hiermee activeert u de stand A (p.52).
3
4 5
6 7
8 9
50
5 I-knop
Hiermee zoomt u in het gezichtsdetectiebeeld in op de gezichten van het onderwerp in een volgorde die gelijk is aan de opeenvolgende detectie van gezichten toen de opname werd gemaakt. (Weergave met close-up van gezichten) (p.117).
6 Vierwegbesturing
(2) Hiermee speelt u video af onderbreekt u het afspelen (p.107). (3) Hiermee geeft u het weergavepalet weer (p.112).
Hiermee stopt u het afspelen van een video (p.107).
(45) Hiermee geeft u de vorige of volgende opname weer bij de
enkelbeelds weergave (p.106). Beeldje vooruit, beeldje terug, achteruit afspelen, vooruit afspelen, versneld vooruit afspelen en versneld achteruit afspelen van video (p.107).
(2345) Hiermee verplaatst u het weergavegebied tijdens
zoomweergave (p.116). Hiermee selecteert u een opname in de vierbeelds-/negenbeelds weergave, een map in de mapweergave of een datum in de kalenderweergave (p.108, p.109). Hiermee verplaatst u de opname bij gebruik van de functie Beeldinkadering (p.136).
7 4/W-knop
Hiermee wijzigt u de informatie die op het scherm verschijnt (p.20). Hiermee gaat u terug van zoomweergave of weergave van vier of negen opnamen naar weergave van één opname (p.108, p.116). Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de weergave van negen opnamen van de geselecteerde map (p.109). Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave terug naar de weergave van één opname van de geselecteerde datum (p.109).
8 Snelinstelling/i-knop
Hiermee gaat u van de weergave van negen opnamen naar het scherm Wissen (p.118). Hiermee gaat u van de weergave van vier of negen opnamen naar het scherm Kiezen & wissen (p.119). Hiermee gaat u van de mapweergave naar de weergave van het kalenderscherm (p.109). Hiermee gaat u van de kalenderweergave naar de weergave van het mapscherm (p.109). Bewaart het pauzeframe als een aparte foto tijdens het afspelen van een reeks opeenvolgende foto’s, die gemaakt zijn met de 16-beelds opnamefunctie. (p.107)
2
Veel voorkomende handelingen
51
9 3-knop
Hiermee roept u het menu [W Instelling] op tijdens de weergave van één opname (p.54). Hiermee gaat u van de weergave van het weergavepalet terug naar de weergave van één opname (p.111). Hiermee gaat u terug van zoomweergave of weergave van vier of negen opnamen naar weergave van één opname (p.108).
2
Veel voorkomende handelingen
Hiermee gaat u tijdens de mapweergave naar de weergave van negen opnamen van de geselecteerde map (p.109). Hiermee gaat u tijdens de kalenderweergave naar de weergave van negen opnamen van de geselecteerde datum (p.109).
Schakelen tussen de stand A en de stand Q
In deze handleiding wordt de opnamestand, bijvoorbeeld voor het maken van foto’s, de “stand A” (de opnamestand) genoemd. De weergavestand, bijvoorbeeld voor het weergeven van gemaakte opnamen op het scherm, wordt de “stand Q” (de weergavestand) genoemd. In de stand Q kunt u eenvoudige bewerkingen uitvoeren voor de opnamen die worden weergegeven. Volg de onderstaande procedure om te schakelen tussen de standen A en Q.
Schakelen van de stand A naar de stand Q
1
Druk op de Q-knop.
De stand Q wordt geactiveerd.
Schakelen van de stand Q naar de stand A
52
1
Druk de Q-knop in of druk de ontspan-knop tot halverwege in.
De stand A wordt geactiveerd.
Gegevens weergeven die zijn opgeslagen in het interne geheugen
Als er een SD-geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden opnamen en video van die kaart afgespeeld. Wilt u opnamen en video weergeven uit het interne geheugen, dan zet u de camera uit en neemt u de SD-kaart uit de camera, of voert u de onderstaande procedure uit om gebruik te maken van de functie “Weergave intern geheugen”.
Zet de camera uit voordat u de SD-geheugenkaart plaatst of uitneemt.
Opnamen uit het interne geheugen weergeven terwijl de SD-kaart in
de camera is geplaatst (weergave intern geheugen)
• Als u op de Q-knop drukt en die langer dan 1,2 seconden ingedrukt houdt
in de stand A of terwijl een menu wordt weergegeven, wordt het objectief ingeschoven. Nadat het bericht [Weergave opnamen in intern geheugen] is weergegeven, worden foto's en films weergegeven die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
• Bij weergave van het ingebouwde geheugen kunt u foto’s (ook vergroot) (p.106, p.116) en video (p.107) weergeven en overschakelen tussen vierbeelds weergave, negenbeelds weergave, mapweergave en kalenderweergave (p.108).
• Bij weergave uit het interne geheugen kunt u geen gegevens verwijderen, geen selectie verwijderen, het weergavepalet en het menu niet weergeven. Als u een van deze bewerkingen wilt uitvoeren op opnamen of video in het interne geheugen, moet u eerst de SD-kaart uit de camera nemen.
2
Veel voorkomende handelingen
53

De camerafuncties instellen

Om de camera-instellingen te wijzigen, drukt u op de 3-knop om het menu [A Opnemen] of [W Instelling] op te roepen. Menu’s voor het weergeven en bewerken van opnamen staan in het weergavepalet.
2

Werken met de menu’s

Veel voorkomende handelingen
Druk op de 3-knop in de stand A om het menu [A Opnemen] op te roepen. Druk op de 3-knop in de stand Q om het menu [W Instelling] op te roepen. Schakel met de vierwegbesturing (45) tussen het menu [A Opnemen] en het menu [W Instelling].
54
02 /0 2/ 201 0
14 :2 5
10 0
00 38
02 /0 2/ 201 0
14 :2 5
10 0
00 38
14 :2 5
38
02 /0 2/ 201 0
14 :2 5
38
02 /0 2/ 201 0
Tijdens opname Tijdens weergave
38
38
-
100
100-0038
0038
SHUTTER
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Einde
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Einde
02/02/2010
MENU
1/2
10
M
Auto
0.0
1/2
10
M
Auto
0.0
14:25
14:25
MENU
of
Geluid Datum instellen Wereldtijd
Bestandsnaam USB-aansluiting
MENU
Geluid Datum instellen Wereldtijd
Bestandsnaam USB-aansluiting
MENU
Bewerken
Instelling
Einde
Instelling
Einde
02/02/2010
MENU
02/02/2010
Nederlands Datum PTP
02/02/2010
Nederlands Datum PTP
Tot halverwege indrukken
38
De instelling
38
100
100-0038
is gereed en de camera keert terug naar de stand A.
02/02/2010
14:25
14:25
Bewerken
02/02/2010
Tijdens het gebruik van het menu wordt op het scherm weergegeven welke bedieningshandelingen beschikbaar zijn.
14:25
14:25
1/3
1/3
-
De instelling
0038
is gereed en de camera keert terug naar de stand
14:25
14:25
Q.
2
Veel voorkomende handelingen
55
Vb.) Het [AF-veld] instellen in het menu [A Opnemen]
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar
2
[Resolutie].
Veel voorkomende handelingen
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst [AF-veld].
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu met de onderdelen die kunnen worden geselecteerd. In het afrolmenu zijn alleen die onderdelen te zien die kunnen worden geselecteerd met de huidige camera-instellingen.
5
Wijzig de instelling met de vierwegbesturing (23).
Bij elke druk op de vierwegbesturing (23) verandert het scherpstelveld.
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Einde
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Einde
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Stop
10
Auto
10
Auto
10
0.0
0.0
1/2
M
1/2
M
1/2
M
OK
OK
56
6
Druk op de 4-knop of de vierwegbesturing (4).
De instelling wordt opgeslagen en daarna is de camera gereed voor het instellen van andere functies. Druk op de 3-knop als u de instellingen wilt verlaten.
Als u een andere bedieningshandeling wilt uitvoeren, raadpleeg dan op de volgende pagina welke alternatieve opties u bij stap 6 ter beschikking staan.
De instelling opslaan en beginnen met het maken van opnamen
6
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de opnamestand. Wanneer u de ontspan-knop volledig indrukt, wordt de opname gemaakt.
Als het menu [W Instelling] wordt weergegeven in de stand Q, kunt u overschakelen naar de stand A door op de Q-knop te drukken.
De instelling opslaan en beginnen met de weergave van opnamen
6
Druk op de Q-knop.
Als het menu [A Opnemen] wordt weergegeven in de stand A, wordt de instelling opgeslagen en wordt de weergavestand weer geactiveerd.
De wijzigingen annuleren en doorgaan met het menu
6
Druk op de 3-knop.
De wijzigingen worden geannuleerd en het scherm gaat terug naar stap 3.
Wat de functie is van de 3-knop hangt af van het scherm. Zie de bedieningsaanwijzingen.
Einde : Hiermee verlaat u het menu en gaat u terug
MENU
MENU
Onderbreken : Hiermee annuleert u de huidige selectie,
MENU
naar het oorspronkelijke scherm.
: Hiermee gaat u terug naar het vorige scherm
met de huidige instelling.
verlaat u het menu en gaat u terug naar het vorige scherm.
2
Veel voorkomende handelingen
57

Menulijst

Toont de onderdelen die met de menu’s kunnen worden ingesteld; bij elk onderdeel staat een beschrijving. Zie ook de extra lijst met standaardin­stellingen in de bijlage “Standaardinstellingen” (p.184). U kunt aangeven of u de instellingen wilt opslaan als u de camera uitzet of dat de instellingen worden teruggezet op de standaardinstelling als de camera opnieuw
2
wordt ingeschakeld.
Veel voorkomende handelingen
Menu [A Opnemen]
Dit menu bevat functies die betrekking hebben op het maken van foto’s en video-opnamen.
Onderdeel Beschrijving Pagina
Resolutie Keuze van het aantal opnamepixels voor foto’s p.94
AF-veld Wijziging van het autofocusgebied p.93
Gevoeligheid Instelling van de gevoeligheid p.97
Belicht. corr. Aanpassing van de algehele helderheid van de opname p.96
Resolutie Keuze van het aantal opnamepixels voor video-opnamen p.101
Movie SR
Video
Digitale zoom
Geheugen
Datumafdruk
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de bewegingsreductiefunctie voor video
Keuze voor het al dan niet gebruiken van de digitale zoomfunctie
De keuze of u de gewijzigde instellingen van de opnamefunctie wilt opslaan of de basisinstellingen wilt herstellen als de camera wordt uitgezet
Keuze voor het al dan niet afdrukken van de datum en tijd bij het maken van foto’s
p.102
p.75
p.103
p.98
58
Gebruik de stand 9 (Snelinstelling) om makkelijk opnamen te maken met de standaardinstellingen, ongeacht de instellingen in het menu [A Opnemen] (p.72).
Menu [W Instelling]
Onderdeel Beschrijving Pagina
Aanpassing van het bedieningsvolume en het
Geluid
Datum instellen Voor wijziging van de datum en tijd p.148
Wereldtijd Voor instelling van thuistijd en bestemming p.151
Language/
Bestandsnaam
USB-aansluiting
Videosignaal Instelling van het uitgangssignaal voor AV-apparatuur p.155
Helderheid Wijziging van de helderheid van het scherm p.156
Batt besparing
Auto Uitsch.
Reset
Alle opn. wissen Alle opnamen in één keer wissen p.121
Formatteren Formatteren van de SD-geheugenkaart p.146
weergavevolume en instelling van het type en het volume van het geluid bij inschakeling, het sluitergeluid, het geluid bij belangrijke handelingen en zelfontspannergeluid
Instelling van de taal waarin menu’s en berichten worden weergegeven
Keuze van de manier waarop namen worden toegewezen aan mappen voor het opslaan van opnamen
Voor instelling van de verbindingsmethode met een computer (MSC of PTP)
Instelling van de wachttijd tot de camera naar de energiebesparingsstand gaat
Instelling van de wachttijd voor automatische uitschakeling van de camera
Andere functies dan datum en tijd, taal, wereldtijd, video-uitgang terugzetten op de fabrieksinstellingen
p.147
p.153
p.154
p.167
p.157
p.158
p.159
2
Veel voorkomende handelingen
59
Memo
60

3 Opnamen maken

Foto’s maken ............................................. 62
De opnamestanden instellen ................... 90
Video-opnamen maken ............................. 99
De instellingen opslaan (Geheugen) ..... 103

Foto’s maken

1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 01 0
1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 0 10

Opnamen maken

De Optio E90 is uitgerust met een groot aantal opnamestanden en ­functies voor vrijwel elke situatie. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de meest gebruikelijke standaardinstellingen (de standaard fabrieksinstellingen).
3
Opnamen maken
1
Druk op de aan/uit-knop.
De camera wordt ingeschakeld en is gereed voor het maken van foto’s. In deze handleiding wordt dit de foto-opnamestand genoemd.
2
Controleer het onderwerp en de opnamegegevens op het scherm.
Het scherpstelkader in het midden van het scherm geeft de zone aan waarin automatisch wordt scherpgesteld.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
Ontspan-knopAan/uit-knop
Zoom-knop
Scherpstelkader
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
38
38
62
Gezichtsdetectiekader
02/02/2010
14:25
14:25
U kunt het opnamegebied wijzigen door de Zoom-knop naar links of
1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 01 0
1 / 2 5 0 F 4 . 6
rechts te drukken (p.73).
T (Rechts) vergroot het onderwerp. W (Links) verbreedt het opnamegebied dat de camera vastlegt.
3
Druk de ontspan-knop
38
38
tot halverwege in.
Het scherpstelkader (of Gezichtsdetec-
) op het scherm wordt groen als de
tiekader
camera op de juiste afstand het onderwerp scherpstelt.
4
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt. Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af. De opname verschijnt één seconde op het scherm (Momentcontrole) en wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart of in het ingebouwde geheugen.
• Druk op de Snelinstelling-knop om de stand 9 (Snelinstelling) te
activeren en de camera automatisch alle opnamestanden te laten instellen (p.72).
De ontspan-knop gebruiken
De ontspan-knop werkt in twee stappen, en wel als volgt.
Tot halverwege indrukken
Dit verwijst naar het voorzichtig indrukken van de ontspan-knop tot de eerste stand. De scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld. Wanneer de ontspan-knop tot halverwege wordt ingedrukt en de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp, wordt het scherpstelkader op het scherm groen. Wanneer er niet op het onderwerp is scherpgesteld, is dit scherpstelkader wit.
1/250 F4.6
02/02/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
63
Volledig indrukken
Hiermee wordt bedoeld dat u de ontspan-knop helemaal moet indrukken tot de volledig ingedrukte stand, waardoor de foto wordt gemaakt.
Niet ingedrukt Tot halverwege
3
ingedrukt
(eerste stand)
Helemaal ingedrukt
(tweede stand)
Opnamen maken
Ongunstige omstandigheden voor het scherp stellen
Onder de volgende omstandigheden kan de camera mogelijk niet scherpstellen. Vergrendel in dergelijke gevallen de scherpstelling op een voorwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt als het onderwerp (door de ontspan-knop tot halverwege in te drukken), richt de camera op het onderwerp en druk de ontspan-knop helemaal in.
• Elementen met weinig contrast, zoals een blauwe hemel of een witte muur
• Donkere plaatsen of voorwerpen, dan wel omstandigheden waarin weinig tot geen licht wordt weerkaatst
• Horizontale lijnen of fijne patronen
• Snel bewegende voorwerpen
• Als er in het opnamegebied een voorwerp op de voorgrond en een voorwerp op de achtergrond is
• Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
64

De opnamestand instellen

O K
S t o p
L a n d s c h ap
1 / 2
3 8
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
De Optio E90 heeft een groot aantal opnamefuncties waarmee u in verschillende situaties foto’s en video-opnamen kunt maken door de gewenste stand voor de betreffende situatie te kiezen in het opnamepalet.
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Kies een opnamestand met de vierwegbesturing (2345).
Als in het opnamepalet een pictogram wordt geselecteerd, verschijnt de geselecteerde bedieningsaanwijzing voor de opnamestand.
3
Druk op de 4-knop.
De opnamestand wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de opnamestatus.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar of werken niet volledig, afhankelijk van de geselecteerde opnamestand. Zie “Beschikbare functies voor elke opnamefunctie” (p.178) voor bijzonderheden.
Voor landschapsopnamen. Nadruk op kleuren van lucht en gebladerte
MENU
Stop
Landschap
02/02/2010
1/2
OK
OK
14:25
14:25
38
38
3
Opnamen maken
65
Er zijn 20 opnamefuncties beschikbaar.
Opnamestand Beschrijving Pagina
Autom. opname Automatische selectie van de beste opnamestand. p.69
b
Programma
R
Nachtopname
A
Portret bij nacht
B
Portret vanaf
C
3
Opnamen maken
middel
Video Voor het opnemen van film. p.99
C
Landschap
H
Bloemen
I
Portret
P
Strand & Sneeuw
Q
Sport
\
Digital SR Een hogere gevoeligheid vermindert onscherpte. p.75
c
Kinderen
R
Huisdier
Y
Eten & drinken
K
Huidtint naturel
V
Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht. p.75
U
Digitaal
F
panorama
Beeld inkadering
J
Zonsondergang
K
Modus voor basisopnamen. Ook voor instelling van verschillende functies.
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief of een andere ondersteuning.
Voor nachtportretten. Gebruik een statief of een andere ondersteuning.
Voor correct gekadreerde portretten met autozoom, Vaste resolutie 3MP.
Voor landschapsopnamen. Kleuren van de lucht en gebladerte worden geoptimaliseerd.
Voor foto’s van bloemen. De contour van de bloem worden verzacht.
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint helder en gezond weer.
Voor opnamen met veel licht van bijvoorbeeld zand en sneeuw. Nauwkeurige lichtmeting voor helderheid.
Voor bewegende onderwerpen Volgt het onderwerp tot de opname is gemaakt.
Voor kinderen in beweging. Geeft de huidtint helder en gezond weer.
Voor dieren in beweging. Kies de kleur die past bij de vacht van het dier.
Voor foto's van bereide schotels en eten. Nadruk op contrast en verzadiging.
Voor opnamen van mensen. Nadruk op huidtint. Oneffenheden verdoezelen.
Voegt beeldopnamen samen tot een panoramische opname.
Voor opnamen met kader. Opnameresolutie ligt vast op h.
Voor opnamen bij warm licht en zonsondergangen.
p.71
p.75
p.75
p.77
p.77
p.80
p.80
p.78
p.79
p.77
p.87
p.81
p.75
66

Werken met de functie Gezichtsdetectie

1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 0 10
1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 0 10
Voor de Optio E90 is Gezichtsdetectie beschikbaar in alle opnamebestanden. Wanneer de camera in het beeld het gezicht van een persoon detecteert, wordt door de functie Gezichtsdetectie rondom het gezicht op het scherm een geel gezichtsdetectiekader weergegeven, scherpgesteld (Gezichtsdetectie voor AF) en de belichting gecorrigeerd (Gezichtsdetectie voor belichting). Als het onderwerp in de stand Gezichtsdetectie beweegt, beweegt het kader mee en verandert bij het volgen van het gezicht van grootte.
De functie Gezichtsdetectie kan maximaal 10 gezichten van mensen detecteren. Als meerdere gezichten worden gedetecteerd, geeft de camera een geel kader weer over het hoofdgezicht en witte kaders over een of meer andere gezichten. Er kunnen in totaal maximaal 5 kaders worden weergegeven, inclusief een hoofdkader en een of meer witte kaders. Er kunnen in totaal maximaal 10 kaders worden weergegeven, inclusief een hoofdkader en een of meer witte kaders.
Gezichtsdetectiekader
Als meerdere gezichten
worden gedetecteerd
Hoofdkader Wit kader
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
• Gezichtsdetectie voor AF en belichting werkt mogelijk niet als het onderwerp een zonnebril op heeft, als het gezicht deels bedekt is of als het onderwerp niet naar de camera kijkt.
• Als de camera het gezicht van het onderwerp niet detecteert, stelt de camera scherp met de instelling die op dat moment is geselecteerd bij [AF-veld].
• Als de functie Smile Capture is ingeschakeld, wordt de sluiter wellicht niet automatisch geactiveerd omdat de functie Smile Capture niet in alle situaties werkt, bijvoorbeeld als het gedetecteerde gezicht te klein is. In dit geval drukt u zelf op de sluitertoets om de foto te maken.
67
Instellen van de functie Gezichtsdetectie
3 8
3 8
Standaard staat de functie Gezichtsdetectie ingesteld op Gezichtsdetectie
U kunt naar de functie Smile Capture schakelen, dit activeert
AAN. automatisch de sluiter als de persoon glimlacht.
I
-knop drukt, krijgt de functie Gezichtsdetectie een andere stand in deze
volgorde:
Smile Capture ´ Gezichtsdetectie UIT ´ Gezichtsdetectie
Elke keer dat u op de
AAN
3
Opnamen maken
I-knop
Een pictogram voor Gezichtsdetectie AAN of Smile Capture verschijnt als een gezichtsdetectiefunctie wordt geactiveerd. (Het pictogram wordt niet weergegeven als de functie Gezichtsdetectie is uitgeschakeld.)
Gezichtsdetectie AAN Gezichtsdetectie UITSmile Capture
68
De functie Smile Capture kan niet worden ingesteld in de modus F (Digitaal panorama).
• U kunt de functie Gezichtsdetectie niet uitschakelen in de standen b (Autom. opname), B (Portret bij nacht), C (Portret vanaf middel), P (Portret), R (Kinderen) of V (Huidtint naturel). U kunt in deze modi Gezichtsdetectie aan of Smile Capture kiezen.
• Gezichtsdetectie AAN wordt automatisch geselecteerd in de standen 9 (Green), b (Autom. opname), B (Portret bij nacht), C (Portret vanaf middel), C (Video), P (Portret), R (Kinderen) of V (Huidtint naturel). Als u vanuit een van deze standen overschakelt naar een andere stand, wordt de instelling voor Gezichtsdetectie die eerder in die stand actief was, hersteld.

Automatisch opnamen maken (Automatische opnamestand)

In de stand b (Autom. opname) selecteert de camera, afhankelijk van de situaties en onderwerpen, automatisch de meest geschikte stand.
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer b met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de 4-knop.
De stand b (Autom. opname) wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
3
Opnamen maken
69
4
1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 01 0
1 / 2 5 0 F 4 . 6
Druk de ontspan-knop tot
38
38
halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen en de geselecteerde opnamestand wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
Standaard Nachtopname Portret bij nacht
3
Opnamen maken
5
Landschap Bloemen Portret
Sport Kaarslicht
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
In de stand b gelden de volgende beperkingen:
• U kunt de functie Gezichtsdetectie niet uitschakelen.
• Het AF-veld staat vast op J (Meervoudig).
• De stand (Bloemen) kunt u niet selecteren bij gebruik van digitale zoom of intelligente zoom.
• Als u de stand (Nachtopname) selecteert bij de flitsinstelling , (Auto), verandert de flitsstand automatisch in a (Flitser uit).
• De camera stelt automatisch het onderwerp scherp wanneer de scherpstelstand op = (Standaard) of q (Macro) staat.
1/250 F4.6
02/02/2010
14:25
14:25
70
Opnamen maken in de Aangepaste instellingen
3 8
0 2 / 0 2 / 2 01 0
1 4 : 2 5
(Programma)
In de stand R (Programma) stelt de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma in voor het maken van foto’s. U kunt wel andere functies selecteren, zoals de flitsinstelling of de opnamepixels.
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer R met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de 4-knop.
De stand R (Programma) wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.65).
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
4
Stel de functies in die u wilt wijzigen.
Zie “De opnamestanden instellen” (p.90 - p.98) voor meer informatie over het instellen van de functies.
5
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
6
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
71
Opnamen maken in de basisfunctie
3 8
(Snelinstelling)
Gebruik de stand 9 (Snelinstelling) om makkelijk opnamen te maken met de standaardinstellingen, ongeacht de instellingen in het menu [A Opnemen]. De instellingen van de stand 9 worden hierna aangegeven.
Flitsinstelling , (Auto) AF-veld
3
Transportstand 9 (Standaard) Gevoeligheid Auto
Opnamen maken
Focusinst. = (Standaard) Belicht. corr. ±0.0 Gezichtsdetectie Aan Digitale zoom O (Aan)
Informatieweergave Normaal Datumafdruk Uit
Opnamepixels
1
Druk in de stand A op de
N (3648×2736)
Ontspan-knop
Snelinstelling-knop
Snelinstelling-knop.
De stand 9 wordt geactiveerd.
Druk nogmaals op de Snelinstelling-knop om terug te gaan naar de stand die actief was voordat 9 werd geselecteerd.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
J (meervoudig scherpstelpunt)
38
38
72
2
17. 1 x
3 8
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
3
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• In de stand 9 kunt u de informatie op het scherm niet wijzigen door op de 4/W-knop te drukken.
•Druk op 3 in de stand 9 om het menu [W Instelling] op te roepen. Het menu [A Opnemen] kunt u niet oproepen.
• Als de camera wordt uitgeschakeld in de stand 9, is 9 weer actief wanneer de camera opnieuw wordt ingeschakeld.

De zoom gebruiken

Met de zoom kunt u het opnamegebied wijzigen.
Zoom-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk op de Zoom-knop in de stand A.
T (Rechts) vergroot het onderwerp. W (Links) verbreedt het gebied dat
wordt vastgelegd door de
camera. Als u op de T-knop drukt en die ingedrukt houdt, schakelt de camera automatisch over van optische zoom naar intelligente zoom. Als u de knop loslaat en er opnieuw op drukt, wordt overgeschakeld naar digitale zoom.
Zoombalk
38
38
17.1 x
17.1 x
Zoomfactor
3
Opnamen maken
73
De zoombalk wordt als volgt weergegeven.
Inzoomen met hoge beeldkwaliteit.
Bereik van optische zoom
3
Opnamen maken
*1 U kunt maximaal 3× optisch inzoomen. *2 Het bereik van de intelligente zoom is afhankelijk van de instelling
voor opnamepixels. Zie de volgende tabel.
Inzoomen met enig verlies van beeldkwaliteit.
*1
Bereik van intelligente
*2
zoom
Opnamepixels en maximale zoomfactor
Opnamepixels intelligente zoom Digitale zoom
G/N
6 Ca. 3,5× f Ca. 4,2× h Ca. 5,3×
L Ca. 5,7×
i Ca. 6,8× l Ca. 10,7×
m
• Het verdient aanbeveling een statief te gebruiken om camerabewegingen te voorkomen bij het maken van opnamen met een sterke vergrotingsfactor.
• Foto’s die worden gemaakt met de digitale zoom zien er korreliger uit dan foto’s die worden gemaakt met de optische zoom.
i is alleen beschikbaar bij het maken van panorama-opnamen.
• Intelligent Zoom is niet beschikbaar als het opgenomen aantal pixels is ingesteld op G of N (3x optische zoom beschikbaar).
• De met intelligente zoom uitvergrote opname kan er op het scherm ruw uitzien. Dat heeft geen gevolgen voor de kwaliteit van de opname.
• In de stand C (Video) is alleen digitale zoom beschikbaar.
Niet beschikbaar
(alleen 3× optische zoom)
komt overeen met ong.
Ca. 17,1×
(zelfde als 17,1× digitale zoom)
Bereik van digitale zoom
17,1×
74
Digitale zoom instellen
Standaard is de digitale zoom ingesteld op O (Aan). Als u bij het maken van opnamen alleen de optische zoom en intelligente zoom wilt gebruiken, stelt u de digitale zoom in op P (Uit).
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Digitale zoom] met de vierwegbesturing (23).
3
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
De instelling wordt opgeslagen.
4
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
De instelling van de digitale zoomfunctie opslaan 1p.103
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Einde
10
Auto
1/2
M
0.0

Opnamen maken in het donker (Nachtopname/ Portret bij nacht/Digital SR/Zonsondergang/ Kaarslicht)

U kunt instellingen opgeven die geschikt zijn voor het maken van opnamen in het donker, zoals nachtlandschappen.
Nachtopname
A
Portret bij nacht
B
Digital SR Een hogere gevoeligheid vermindert onscherpte.
c
Zonsondergang Voor opnamen bij warm licht en zonsondergangen.
K
Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht.
U
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief of een andere ondersteuning.
Voor nachtportretten. Gebruik een statief of een andere ondersteuning.
3
Opnamen maken
75
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
3
Opnamen maken
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer A, B, c, K of U met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de 4-knop.
De opnamestand wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de opnamestatus. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
4
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• De sluitertijd neemt toe wanneer u opnamen in het donker maakt.
• Als u wilt voorkomen dat de camera beweegt, plaatst u deze op een statief en/of gebruikt u de zelfontspanner (p.83).
• In de modus c wordt de gevoeligheid automatisch ingesteld op Auto.
76
Opnamen maken van mensen (Portret vanaf
1 4 : 2 5
3 8
0 2 / 0 2 / 2 0 10
middel/Portret/Huidtint naturel)
C (Portret vanaf middel) en P (Portret) en V
geschikt voor het maken van opnamen van mensen. Gezichtsdetectie (p.67) is in beide standen actief, wat het gemakkelijker maakt het gezicht te benadrukken bij het maken van portretopnamen.
Portret vanaf middel
C
Portret
P
Huidtint naturel
V
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer C, P of V met de
Voor correct gekadreerde portretten met autozoom, Vaste resolutie [3MP].
Voor portretopnamen. Geeft de huidtint helder en gezond weer.
Voor opnamen van mensen. Nadruk op huidtint. Oneffenheden verdoezelen.
vierwegbesturing (2345) en druk op de 4-knop.
De opnamestand wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de opnamestatus. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67). Wanneer de camera het gezicht van een persoon detecteert in de stand C, wordt een oranje frame op het scherm geplaatst om het gebied waarop moet worden ingezoomd.
(Huidtint naturel)
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
zijn
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
3
Opnamen maken
77
3
3 8
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand. Wanneer de camera het gezicht van een persoon detecteert in de stand C, zoomt de camera automatisch in om het gebied in het oranje kader van stap 2 uit te vergroten.
4
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
3
Opnamen maken

Opnamen maken van kinderen (De stand Kinderen)

De stand R (Kinderen) is ideaal voor het maken van opnamen van kinderen. Het geeft ze bovendien een gezonde en heldere huidtint. Gezichtsdetectie (p.67) wordt in deze stand automatisch geactiveerd, wat het gemakkelijker maakt om portretopnamen te maken.
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
78
2
Selecteer R met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de 4-knop.
De stand R (Kinderen) wordt geselecteerd en de camera keert terug naar de opnamestand. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
4
S t o p
O K
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
5
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.

Opnamen maken van uw huisdier (Huisdier)

Met deze functie kunt u de camera scherp gesteld houden op een bewegend huisdier terwijl u de opname maakt en de kleur van de vacht kiezen. Kies het gewenste pictogram op basis van de kleur van uw huisdier (neigend naar zwart, wit of er tussenin).
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer Y met de vierwegbesturing (2345).
3
Opnamen maken
3
Druk op de 4-knop.
Het selectiescherm van de huisdierfunctie verschijnt.
4
Selecteer Y, Z, Z, a, b of b met de vierwegbesturing (23).
Er zijn twee soorten pictogrammen: een kat en een hond. Of u de kat of de hond kiest, maakt niet uit voor de uiteindelijke foto. Kies een pictogram (wit, grijs of zwart) waarvan de kleur het best past bij de kleur van de vacht van uw huisdier.
MENU OK
Stop
OK
OK
79
5
3 8
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
Druk op de 4-knop.
De huisdierfunctie wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de opnamestand. Als de camera het gezicht van een persoon
detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
6
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera
3
Opnamen maken
het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand. Als de ontspan-knop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt het onderwerp door het scherpstelkader gevolgd.
7
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.

Opnamen maken van sport en vrijetijdsbesteding (Strand & Sneeuw/Sport)

38
38
02/02/2010
14:25
14:25
80
Strand &
Q
Sneeuw
Sport
\
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer Q of \ met de vierwegbesturing (2345).
Voor fel verlichte opnamen met bijvoorbeeld zand en sneeuw. Exacte lichtmeting.
Voor bewegende onderwerpen Volgt het onderwerp tot de opname is gemaakt.
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
3
3 8
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
Druk op de 4-knop.
De opnamestand wordt geselecteerd en de camera gaat terug naar de opnamestatus. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
4
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand. Als Sport is geselecteerd en de ontspan-knop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt door het scherpstelkader het onderwerp gevolgd.
5
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
02/02/2010
14:25
14:25

Opnamen voorzien van een kader (Beeldinkadering)

In de stand J (Beeld inkadering) kunt u opnamen maken met de kaders die in de camera zijn opgeslagen.
Ontspan-knop
Zoom/f/y-knop
Vierwegbesturing 4-knop
38
38
3
Opnamen maken
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer J met de vierwegbesturing (2345) en druk op de 4-knop.
Het scherm voor selectie van het kader verschijnt, waarin 9 kaders zijn weergegeven.
81
3
O K
3 8
1 4 : 2 5
0 2 / 0 2 / 2 01 0
Kies het gewenste kader met de vierwegbesturing (2345).
y
4
Druk op y op de Zoom/f/y-knop.
Het geselecteerde kader verschijnt in de enkelbeelds weergave.
3
Opnamen maken
U kunt op een van de volgende manieren een ander kader kiezen.
Vierwegbesturing (45) Druk hierop om een ander kader te kiezen. Zoom/f/y-knop (f) Druk hierop om terug te gaan naar
de weergave van 9 kaders op het kaderselectiescherm, en voer vervolgens stap 3 uit om een ander kader te kiezen.
5
Druk op de 4-knop.
Het kader verschijnt op het scherm. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
6
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
7
Druk de ontspan-knop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
• In de stand J is het aantal opnamepixels vast ingesteld op h (2048 × 1536).
3 standaardkaders en 17 optionele kaders worden af fabriek geïnstalleerd. (Op de meegeleverde cd-rom staan 20 kaders, inclusief de standaardkaders.)
OK
OK
OK
38
38
02/02/2010
14:25
14:25
82
Optionele kaders
In het interne geheugen van de Optio E90 zijn optionele kaders opgeslagen. Deze optionele kaders worden verwijderd als het interne geheugen wordt geformatteerd of als de bestanden op het interne geheugen worden gewist met een computer. Als u de optionele kaders weer in het interne geheugen wilt laden, kopieert u de kaders van de bij de camera geleverde cd-rom (S-SW104) (p.138).
Een kader toevoegen aan een gemaakte opname 1p.136

De zelfontspanner gebruiken

Bij de zelfontspannerfunctie wordt de opname tien of twee seconden na het indrukken van de ontspan-knop gemaakt. Stabiliseer de camera met een statief als u opnamen maakt met de zelfontspanner.
Deze functie biedt de mogelijkheid een groepsfoto te maken waar u zelf bij staat. Ongeveer tien seconden nadat de ontspan-knop is ingedrukt, wordt de
g
opname gemaakt.
Gebruik deze stand om camerabewegingen te voorkomen. Ongeveer twee
Z
seconden nadat u de ontspan-knop hebt ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
Ontspan-knop
3
Opnamen maken
Vierwegbesturing 4-knop
83
1
Tr an s p o rt s t a n dTr an s p o rt s t a n d Z e l f o n t sp a n n e rZ el f o n t sp a n n e r
O KO K
S t o pS t o p
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
2
Selecteer g of Z met de vierwegbesturing (453) en druk op de 4-knop.
De camera is gereed voor het maken van een opname met de zelfontspanner. Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie
3
Opnamen maken
geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
3
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
4
Druk de ontspan-knop helemaal in.
Indien ingesteld op g brandt het lampje van de zelfontspanner. Het lampje van de zelfontspanner knippert 3 seconden voordat de foto wordt gemaakt of als het wordt ingesteld op Z. De opname wordt tien seconden of twee seconden later gemaakt.
• De scherpstelling kan worden bemoeilijkt als u de camera beweegt terwijl de LED van de zelfontspanner knippert bij het fotograferen.
• Het lampje van de zelfontspanner brandt niet of knippert in de modus Y (Huisdier).
• Bij de functie C (Video) start de opname na tien seconden (of twee seconden).
• Druk de ontspan-knop tot halverwege in terwijl de zelfontspanner is geactiveerd om het terugtellen te stoppen. Druk de ontspan-knop helemaal in om het terugtellen te hervatten.
Z kan niet worden geselecteerd terwijl 9 (Snelinstelling) de standaardinstelling heeft. Selecteer Z in een andere opnamestand en kies daarna 9 als opnamestand.
Transportstand Zelfontspanner
MENU
Stop
OK
OK
84
Een fotoserie maken (Continue opname/
O KO K
Tr an s p o rt s t a n dTr an s p o rt s t a n d
C o n t i n u e o p n a m eC o n t i n u e o p n a m e
S t o pS t o p
16-beelds opname)
In deze modi worden continue opnamen gemaakt zolang u de ontspan-knop ingedrukt houdt.
Continue
j
opname
16-beelds
I
opname
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (2).
2
Selecteer j of I met de vierwegbesturing (45) en druk op de 4-knop.
De camera is klaar om een serie opnamen te maken.
Elke keer dat er een opname wordt gemaakt, wordt de opname opgeslagen in het geheugen voordat de volgende opname wordt gemaakt. Hoe hoger de opnamekwaliteit, des te langer de tussenpozen tussen de opnamen.
wordt continu 16 foto’s gemaakt op intervallen van 1/7,5 seconden.
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
Transportstand
Continue opname
MENU
Stop
3
Opnamen maken
OK
OK
3
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
85
4
Druk de ontspan-knop helemaal in.
In de j-modus, er worden continu opnamen gemaakt zolang u de ontspan-knop ingedrukt houdt. In de I-modus, wordt continu 16 foto's gemaakt met één druk op de sluitertoets.
• De flitser gaat niet af in de stand j of I.
• In de standen 9 (Snelinstelling), b (Autom. opname), A (Nachtopname), C (Video), J (Beeld inkadering) en F (Digitaal panorama) kunt u j of I niet selecteren. I kan niet worden geselecteerd in de C (Portret vanaf middel) of
3
c (Digital SR)-modus.
Opnamen maken
• Bij het maken van de eerste opname worden de scherpstelling en de belichting vastgehouden in het geheugen.
• Als Gezichtsdetectie is ingeschakeld (p.67), werkt die functie alleen voor de eerste opname.
• In de I-modus, worden foto’s onder de volgende instellingen gemaakt.
- Gevoeligheid staat op Auto.
- Belichtingscorrectie en Autofocus worden aangepast bij de eerste
foto en deze instelling wordt voor alle opeenvolgende foto’s gebruikt.
- De flitser is niet beschikbaar (a verschijnt).
- De laatste foto wordt weergegeven in Directe controle.
• In de I-modus, worden de opgenomen pixels vastgezet op m (640×480) frame en worden opgeslagen als een enkele foto in 4 x 4 rijen met 16 foto’s met het aantal opgenomen pixels van f (2560×1920).
• Als u de foto’s afspeelt die zijn opgenomen met de I-modus, worden ze als volgt weergegeven.
- Als foto’s op deze camera worden afgespeeld, worden 16 foto’s
continu afgespeeld als een film. U kunt een reeks foto’s die gemaakt zijn in de I -modus als één foto opslaan. De beschikbare opties tijdens afspelen zijn dezelfde als bij het afspelen van films. (p.107)
- Als ze op een computer worden afgespeeld, worden de 16 foto’s
ingedeeld in 4 x 4 rijen en weergegeven als een enkele foto.
86

Panoramafoto’s maken (Digitaal panorama)

Sch ui fr ichti ng i nstel le n
0 2 / 0 2 / 2 0 10
3 8
1 4
: 2 5
In de stand F (Digitaal panorama) kunt u twee of drie gemaakte opnamen samenvoegen om een panoramische foto te maken.
Ontspan-knop
Vierwegbesturing 4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (3).
Het opnamepalet verschijnt.
2
Selecteer F met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de 4-knop.
De camera komt in de stand F en het bericht [Schuifrichting instellen] verschijnt.
4
Selecteer met de vierwegbesturing (45) de richting waarin de opnamen moeten worden samengevoegd.
Het scherm voor het maken van de eerste opname wordt weergegeven.
Als de camera een gezicht detecteert, wordt op het scherm de functie Gezichtsdetectie geactiveerd en verschijnt het gezichtsdetectiekader (p.67).
Schuifrichting instellen
Schuifrichting instellen
1
38
38
02/02/2010
14
:25
14:25
3
Opnamen maken
87
5
E i n d e
2 e d e e l op n .
Druk de ontspan-knop tot halverwege in.
Het scherpstelkader op het scherm wordt groen wanneer de camera het onderwerp scherpstelt op de juiste afstand.
6
Druk de ontspan-knop helemaal in.
Het scherm voor het maken van de tweede opname wordt weergegeven nadat u de eerste opname hebt gemaakt.
Als u bij stap 4 rechts (5) selecteert:
De rechterrand van de eerste opname wordt semi-transparant langs
3
Opnamen maken
7
de linkerkant van het scherm weergegeven.
Als u bij stap 4 links (4) selecteert:
De linkerrand van de eerste opname wordt semi-transparant langs de rechterkant van het scherm weergegeven.
Beweeg de camera zodat de uitlijnpictogrammen voor het halfdoorzichtige beeld en het
Uitlijnpictogram
1 2
daadwerkelijke beeld elkaar overlappen.
De sluiter wordt automatisch geactiveerd als de pictogrammen elkaar overlappen. Als het daadwerkelijke beeld niet overeenstemt met het halfdoorzichtige beeld, geeft een pijl aan in welke richting de camera moet worden verplaatst (omhoog of omlaag). Als de sluiter niet automatisch wordt geactiveerd, drukt u op de sluitertoets om de foto te maken.
SHUTTER
2e deelopn.
OK
Einde
Einde2e deelopn.
88
8
Maak de derde opname.
Herhaal stap 5 t/m 7 om de derde opname te maken. Het samenvoegen van de beelden tot een panorama begint en er verschijnt een samengevoegde foto.
• Er kan enige vervorming ontstaan door bewegende voorwerpen, zich herhalende patronen of als er niets aanwezig is bij het overlappen van de eerste en tweede opname of de tweede en derde opname in de voorbeeldweergave.
• Als Gezichtsdetectie (p.67) is ingeschakeld, werkt die functie alleen voor de eerste opname. De functie Smile Capture kan niet worden ingesteld.
De functie stopzetten nadat de eerste of tweede opname is gemaakt
Opn am e( m) op sl aa n
en af sl uiten ?
O K
1
Druk op 4 of op de vierwegbesturing (3) nadat u bij stap 6 de eerste opname of bij stap 7 de tweede opname hebt gemaakt.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een optie te selecteren en druk op 4.
Opslaan: Hiermee slaat u de
gemaakte opname(n) op en kunt u opnieuw een eerste opname maken. Als u deze optie selecteert na het maken van de tweede opname, worden de eerste en tweede opname samengevoegd en opgeslagen als een panoramische foto.
Annuleren: Hiermee verwijdert u de gemaakte opname(n) en
kunt u opnieuw een eerste opname maken.
Onderbreken: Hiermee gaat u terug naar het vorige opnamescherm.
Opname(m) opslaan
en afsluiten?
Opslaan
Annuleren
Onderbreken
OK
3
Opnamen maken
OK
89

De opnamestanden instellen

De flitsinstelling selecteren

Auto
,
Flitser uit
a
3
Opnamen maken
Flitser aan
b
Flitser+AntiRodeOgen
d
• De flitser gaat niet af (a) in de stand C (Video), of wanneer de transportstand is ingesteld op j (Continue opname) of I (16-beelds opname), of wanneer de scherpstelinstelling is ingesteld op s (Oneindig).
• Bij de functie rode-ogenreductie geeft de flitser eerst een voorflits.
• In de stand 9 (Snelinstelling) kunt u alleen , of a selecteren.
• In de stand A (Nachtopname) kunt u , niet selecteren.
• In de stand B (Portret bij nacht), of wanneer Gezichtsdetectie is ingeschakeld en de flitser is ingesteld op ,, schakelt de flitser automatisch over naar d als een gezicht wordt herkend.
• Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan onregelmatigheden opleveren in de opname als gevolg van de spreiding van het licht.
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser automatisch af.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden. Deze functie is bedoeld voor het maken van opnamen op plaatsen waar flitsfotografie verboden is.
De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze instelling zorgt voor vermindering van het rode­ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden.
90
Vierwegbesturing
Aut o
Fli ts in stell in g
Sto p
4-knop
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (4).
Bij elke druk op de knop verandert de flitsinstelling. U kunt de instelling ook wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de opnamestand.
Informatie over het verschijnsel rode ogen
Als u de flitser gebruikt bij het maken van opnamen, kunnen de ogen van het onderwerp in de opname rood zijn. Dit verschijnsel treedt op wanneer het flitslicht wordt weerkaatst in de ogen van het onderwerp. Het kan worden verminderd door de omgeving van het onderwerp te verlichten of door dichter bij het onderwerp te komen en uit te zoomen naar een groothoekstand. Ook het instellen van de flitsinstelling op d (Flitser+AntiRodeOgen) is een effectieve manier om het verschijnsel tegen te gaan. Als de ogen van het onderwerp ondanks dergelijke voorzorgsmaatregelen toch rood zijn, kunt u dit corrigeren met de rode-ogencorrectie (p.134).
De flitsinstelling opslaan 1p.103
MENU
Stop
Flitsinstelling
Auto
OK
3
Opnamen maken
OKOKOK
91

De scherpstelstand selecteren

F o c u s i n st . S t a n d a a rd
O K
S t o p
Gebruik deze instelling wanneer de afstand tot het onderwerp 50 cm of meer is. Wanneer de ontspan-knop tot halverwege wordt ingedrukt, stelt de camera scherp op het onderwerp in het autofocusgebied.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer de afstand tot het onderwerp circa 10 cm tot 60 cm is. De camera stelt scherp op het onderwerp in het autofocusveld wanneer de ontspan-knop tot halverwege wordt ingedrukt.
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u iemand anders vraagt om opnamen voor u te maken, of wanneer u landschapsopnamen maakt vanuit een rijdende auto of trein. De opnamen worden van voor tot achter scherp.
Met deze functie kunt u opnamen maken van voorwerpen in de verte. De flitser staat ingesteld op a (Flitser uit).
3
Opnamen maken
Standaard
=
Macro
q
Pan-focus
3
Oneindig
s
1
Druk in de stand A op de vierwegbesturing (5).
Bij elke druk op de knop verandert de scherpstelstand. U kunt de instelling ook wijzigen met de vierwegbesturing (23).
2
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen en de camera gaat terug naar de opnamestand.
• In de stand 9 (Snelinstelling) kunt u alleen =, q en 3 selecteren.
•Als = (Standaard) is geselecteerd terwijl het onderwerp zich op een afstand van minder dan 50 cm bevindt, stelt de camera automatisch scherp vanaf 10 cm (functie Auto-Macro). In dat geval wordt q weergegeven op het scherm.
•Als u q selecteert en opnamen maakt terwijl het onderwerp verder weg is dan 60 cm, stelt de camera automatisch scherp op
• Bij het maken van opnamen in de stand q kan de camera de opname maken, zelfs als het onderwerp niet scherp is. In dat geval wordt een onscherpe opname gemaakt.
De instelling van de scherpstelstand opslaan 1p.103
MENU
Focusinst. Standaard
Stop
OK
OK
(Oneindig).
92
Het AF-veld instellen
U kunt u het autofocusveld wijzigen (AF-veld).
Meervoudig Normaal autofocusveld.
J
Spotmeting Het autofocusveld wordt kleiner.
K
Automatisch meevolgende AF Houdt bewegende objecten scherp.
W
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [AF-veld] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig het AF-veld met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Stop
3
Opnamen maken
1/2
M
10
OK
OK
• In de standen C (Video) en J (Beeld inkadering) kan het AF-veld niet worden ingesteld op W.
• In de stand 9 (Snelinstelling) en b (Autom. opname) is het AF-veld vast ingesteld op J.
93

De opnamepixels selecteren

0 2 / 0 2 / 2 0 10
1 4 : 2 5
3 8
Voor foto’s kunt u kiezen uit acht instellingen voor opnamepixels. Hoe groter het aantal opnamepixels, des te scherper de details overkomen wanneer u de opname afdrukt. Omdat de kwaliteit van de afgedrukte opname ook afhangt van de opnamekwaliteit, de belichtingsregeling, de resolutie van de printer en andere factoren, hoeft u niet meer dan het benodigde aantal opnamepixels te selecteren. h (2048×1536) is afdoende voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat. Hoe groter het aantal pixels, hoe groter de opname en daarmee de bestandsgrootte
3
wordt. (G levert een betere kwaliteit op dan N).
Opnamen maken
In de tabel hierna kunt u zien welke instelling voor een bepaalde situatie de beste is.
Opnamepixels Toepassing
G 3648×2736
N 3648×2736
6 3072×2304 f 2592×1944 h 2048×1536
L 1920×1080
(16 : 9)
l 1024×768 m 640×480
De standaardinstelling is N (3648×2736).
Voor het afdrukken van foto’s met hoge kwaliteit of opnamen op A4-formaat of groter, of voor het bewerken van opnamen op een computer.
Voor het maken van afdrukken op ansichtkaartformaat.
Voor een natuurlijk gevoel van ruimtelijkheid met dezelfde
Scherper
hoogte/breedteverhouding als HDTV.
Voor plaatsing op een website of meezenden met een e-mail.
Opname-/weergavescherm als L is geselecteerd
Als u L selecteert als aantal opnamepixels, wordt de verhoudingsfactor van de opname gewijzigd in 16:9 met het volgende beeld op de monitor.
94
38
38
02/02/2010
14:25
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Resolutie] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig het aantal opnamepixels met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de 4-knop.
Opslagcapaciteit
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Stop
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
• Het aantal opnamepixels voor de stand 9 (Snelinstelling), is vast ingesteld op N.
• Het aantal opnamepixels voor de standen C (Portret vanaf middel) en J (Beeld inkadering) is vast ingesteld op h.
• Het aantal opgenomen pixels voor foto’s die met de modus Digitaal panorama worden gemaakt, is vast ingesteld op i (1600x1200).
• Het aantal opgenomen pixels voor foto’s die met I (16-beelds opname) worden gemaakt, is vast ingesteld op m voor één beeld en f (2560×1920) voor één foto.
12
10
M
10
M
7
M
5
M
3
M
OK
3
Opnamen maken
OK
95

De belichting instellen (Belicht. corr.)

U kunt de algehele helderheid van de opname aanpassen. Met deze functie kunt u opzettelijk over- of onderbelichte opnamen maken.
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Belicht. corr.] met de vierwegbesturing (23).
3
3
Opnamen maken
Selecteer de LW-waarde met de vierwegbesturing (45).
Kies een positieve (+) waarde voor lichte opnamen. Kies een negatieve (-) waarde voor donkere opnamen. U kunt een belichtingscorrectiewaarde kiezen tussen –2,0 en +2,0 LW in stappen van 1/3 LW.
4
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
De belichtingscorrectiefunctie is niet beschikbaar in de stand 9 (Snelinstelling) of b (Autom. opname).
De instelling van de belichtingscorrectiewaarde opslaan 1p.103
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video
Digitale zoom
MENU
Einde
10
Auto
1/2
M
0.0
96

Gevoeligheid instellen

U kunt de gevoeligheid selecteren op basis van het omgevingslicht.
De gevoeligheid wordt automatisch aangepast door de camera.
Auto
(Gevoeligheid 100 - 800)
100
200
400
800
1600
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] verschijnt.
2
Selecteer [Gevoeligheid] met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Wijzig de gevoeligheid met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen.
Bij een lagere gevoeligheid wordt de opname scherper met minder ruis. Bij weinig licht wordt de sluitertijd langer.
Bij een hogere gevoeligheid is er een relatief korte sluitertijd bij slechte lichtomstandigheden, zodat bewegingen van de camera slechts een beperkte invloed op de opnamekwaliteit hebben. Opnamen kunnen echter wel ruis (vlekken) bevatten.
Auto
64 100 200 400
1/2
Opnemen
Resolutie AF-veld Gevoeligheid Belicht. corr. Video Digitale zoom
MENU
Stop
3
Opnamen maken
OK
OK
6
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
• Als de stand 9 (Snelinstelling) of C (Video) is geselecteerd, is alleen Auto (gevoeligheid 100 - 800) beschikbaar.
• In de opnamestand c (Digital SR) is alleen Auto (gevoeligheid 100 - 1600) beschikbaar.
De instelling van de gevoeligheid opslaan 1p.103
97

De functie Datumafdruk instellen

U kunt ervoor kiezen om tijdens het maken van opnamen op de opname de datum en/of tijd af te drukken.
1
Druk in de stand A op de 3-knop.
Het menu [A Opnemen] wordt weergegeven.
2
Selecteer [Datumafdruk] met de vierwegbesturing (23).
3
3
Opnamen maken
Druk op de vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de details van de datumafdruk te selecteren.
Kies tussen [Datum], [Datum&tijd], [Tijd] en [Uit].
5
Druk op de 4-knop.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de 3-knop.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
O verschijnt op het scherm in de stand A wanneer [Datumafdruk] is ingesteld.
• De datum en/of tijd die met de datumafdrukfunctie op opnamen wordt afgedrukt, kan niet worden verwijderd.
• De datum en/of tijd worden afgedrukt op de opname met de weergavestijl die is ingesteld op het scherm [Datum instellen] (p.44).
• Let erop dat als de printer of de beeldbewerkingssoftware zo ingesteld is dat de datum wordt afgedrukt en de opnamen die u op een printer wilt afdrukken al een datum- en/of tijdafdruk hebben, er dan een overlapping kan plaatsvinden van de datum/tijdafdruk.
Opnemen
Geheugen Datumafdruk
MENU
Stop
2/2
Datum Datum&tijd Tijd Uit
OK
OK
98
Loading...