Pentax K-M User Manual [nl]

e_kb464_84percent_cover_11mm_7.fm Page 1 Friday, September 26, 2008 2:30 PM
HOYA CORPORATION PENTAX Imaging System Division
2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN (http://www.pentax.jp)
PENTAX Europe GmbH (European Headquarters)
PENTAX U.K. Limited PENTAX House,
PENTAX France S.A.S.
PENTAX Italia S.r.l. Via Dione Cassio, 15 20138 Milano, ITALY
PENTAX (Schweiz) AG Widenholzstrasse 1, 8304 Wallisellen,
PENTAX Imaging Company A Division of PENTAX of America, Inc.
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA
PENTAX Trading (SHANGHAI) Limited
Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, GERMANY (HQ - http://www.pentaxeurope.com) (Germany - http://www.pentax.de) Hotline: 0180 5 736829 / 0180 5 PENTAX
Austria Hotline: 0820 820 255 (http://www.pentax.at)
Heron Drive, Langley, Slough, Berks SL3 8PN, U.K. (http://www.pentax.uk) Hotline: 0870 736 8299
112 Quai de Bezons - BP 204, 95106 Argenteuil Cedex, FRANCE (http://www.pentax.fr) Hotline: 0826 103 163 (0,15€ la minute) Fax: 01 30 25 75 76
Email: http://www.pentax.fr/_fr/photo/contact.php?photo&contact
(http://www.pentaxitalia.it) Email : info@pentaxitalia.it
Postfach 367, 8305 Dietlikon, SWITZERLAND (http://www.pentax.ch)
(Headquarters) 600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A. (PENTAX Service Department) 12000 Zuni Street, Suite 100B Westminster, Colorado 80234, U.S.A. (http://www.pentaximaging.com)
(http://www.pentax.ca)
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road, Xu Hui District, Shanghai, 200032 CHINA (http://www.pentax.com.cn)
Digitale spiegelreflexcamera
Handleiding
Handleiding
De fabrikant behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande berichtgeving wijzigingen in specificaties, ontwerp en beschikbaarheid aan te brengen.
AP027705/NL Copyright © HOYA CORPORATION 2008
FOM 01.10.2008 Printed in Europe
Lees voor optimale cameraprestaties eerst de handleiding door voordat u deze camera in gebruik neemt.
e_kb464_84percent.book Page 0 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Fijn dat u hebt gekozen voor deze PENTAX e digitale camera. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom op een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Voor deze camera zijn alle DA, DA L, D FA en FA J-objectieven en objectieven met een s-stand (automatisch) op de diafragmaring geschikt. Zie p.46 en p.240 als u een ander objectief of accessoire wilt gebruiken.
Auteursrechten
Met de e gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX, K-m en smc PENTAX zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION. PENTAX PHOTO Browser, PENTAX PHOTO Laboratory en SDM zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION.
Het SDHC-logo is een handelsmerk.
Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven.
Aan de gebruikers van deze camera
• De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren
functioneert bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden opwekken.
• Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem hoge-
precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht
wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Meer over PictBridge
Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt u opnamen rechtstreeks vanuit de camera afdrukken.
• De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen afwijken van
het feitelijke product.
e_kb464_84percent.book Page 1 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
1
Waarschuwing
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
OVER DE CAMERA
Waarschuwing
• Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat.
• Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
• Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om het risico te vermijden dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts.
• De camerariem om uw nek wikkelen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek wikkelen.
• Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera als daar een teleobjectief op is gemonteerd, omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid.
• Berg de batterijen op buiten bereik van kinderen. Als de batterijen in de mond worden gestoken, kan dit leiden tot een elektrische schok.
• Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken.
• Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterijen of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken.
• Schakel tijdens onweer de netvoedingsadapter uit en haal de stekker uit het stopcontact. Onweer kan storing in de apparatuur, brand of elektrische schokken veroorzaken.
e_kb464_84percent.book Page 2 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
Pas op
• Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten.
• Van de batterijen die u in deze camera kunt gebruiken (type AA, Ni-MH, lithium en alkaline), zijn alleen de Ni-MH-batterijen oplaadbaar. Het opladen van andere batterijen kan brand of een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
• Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
• Leg uw vingers of een kledingstuk niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. Uw huid of kleding kan verbranden.
• Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/UL­certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA­configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
BATTERIJGEBRUIK
• Gebruik alleen de aangegeven batterijen in deze camera. Het gebruik van andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
• Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van een verschillend merk of type, of oude met nieuwe. Exploderen of brand kan het gevolg zijn.
• De batterijen dienen correct te worden geplaatst volgens de poolaanduidingen (+ en –) op de batterijen en in de camera. Onjuist plaatsen van batterijen kan een explosie of brand veroorzaken.
• Demonteer de batterijen nooit. Van de batterijen die u in deze camera kunt gebruiken, zijn alleen de AA-Ni-MH-batterijen oplaadbaar. Het demonteren van batterijen of het proberen niet-oplaadbare batterijen op te laden, kan leiden tot een explosie of lekkage.
Aandachtspunten tijdens het gebruik
• Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
e_kb464_84percent.book Page 3 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Opnamen kunnen niet worden gegarandeerd als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) enz.
• Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine.
• Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur zeer hoog kan oplopen.
• Berg de camera niet op een plaats op met conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op.
• Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
• Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40° C (32°F tot 104°F).
• De monitor kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar wordt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur.
• De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
• Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het product op peil te houden.
• Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een plastic zak en haal hem er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is geworden.
• Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera komt, veeg deze dan droog.
• Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.43) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart.
• Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken.
• Neem contact op met een PENTAX Service Center voor professionele reiniging van de CCD. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
• Druk niet met kracht op de monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert.
• Sommige gebruikers kunnen last krijgen van huiduitslag of eczeem, afhankelijk van hun fysieke conditie. Als zich iets onverwachts voordoet, de camera niet langer gebruiken en een arts raadplegen.
3
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde CD-ROM of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Raadpleeg de Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3 voor meer informatie.
e_kb464_84percent.book Page 4 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
Memo
e_kb464_84percent.book Page 5 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Inhoudstafel
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA .............................................................. 1
OVER DE CAMERA .......................................................................................... 1
BATTERIJGEBRUIK.......................................................................................... 2
Aandachtspunten tijdens het gebruik................................................................. 2
INHOUDSTAFEL ............................................................................................... 5
Samenstelling van de handleiding ................................................................... 11
Voor u de camera gaat gebruiken 13
Kenmerken van de camera e .......................................................... 14
De inhoud van het pakket controleren................................................... 16
Namen en functies van de onderdelen .................................................. 17
Opnamestand .................................................................................................. 18
Weergavestand................................................................................................ 20
Weergave van indicaties ......................................................................... 22
Monitor............................................................................................................. 22
Zoeker.............................................................................................................. 28
Functie-instellingen wijzigen .................................................................. 30
Richtingsknoppen gebruiken ........................................................................... 30
Het bedieningspaneel gebruiken ..................................................................... 31
De Menu’s gebruiken....................................................................................... 32
De Help-functie gebruiken ...................................................................... 34
5
Voorbereidingen 35
Draagriem bevestigen ............................................................................. 36
Batterijen plaatsen................................................................................... 37
Indicatie batterijniveau ..................................................................................... 39
Geschatte opslagcapaciteit voor opnamen en Weergavetijd
(nieuwe batterijen) ........................................................................................... 39
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) .............................................. 40
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen ............................................. 42
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau .................................................................. 44
Het objectief bevestigen.......................................................................... 46
De zoekerdioptrie aanpassen ................................................................. 48
De camera aan- en uitzetten ................................................................... 49
Standaardinstellingen ............................................................................. 50
De weergavetaal instellen................................................................................ 50
Datum en tijd instellen ..................................................................................... 54
e_kb464_84percent.book Page 6 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
Basisbediening 57
Basishandelingen bij opnamen .............................................................. 58
De camera vasthouden.................................................................................... 58
De camera de optimale instellingen laten bepalen .......................................... 59
Werken met een zoomobjectief .............................................................. 64
De ingebouwde flitser gebruiken ........................................................... 65
De flitsinstelling selecteren .............................................................................. 65
Corrigeren van de flitsintensiteit....................................................................... 70
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen............................ 71
Foto’s weergeven..................................................................................... 72
Opnamen weergeven ...................................................................................... 72
Opnamen wissen ............................................................................................. 73
Opnamefuncties 75
Werken met de opnamefuncties............................................................. 76
Items instellen met richtingsknoppen............................................................... 76
Onderdelen van het menu Opname ................................................................ 77
Onderdelen van het menu Pers.instelling........................................................ 78
De juiste opnamestand kiezen................................................................ 80
Opnamefunctie ................................................................................................ 81
H-stand ........................................................................................................ 82
Belichtingsfunctie............................................................................................. 84
Belichting instellen .................................................................................. 85
Effect van diafragma en sluitertijd.................................................................... 85
Gevoeligheid instellen...................................................................................... 87
De belichtingsfunctie wijzigen.......................................................................... 89
De lichtmeetmethode selecteren ................................................................... 101
Belichting corrigeren ...................................................................................... 104
Scherpstellen ......................................................................................... 109
Autofocus gebruiken ...................................................................................... 109
De AF-modus instellen .................................................................................. 111
Het scherpstelkader instellen (AF-punt)......................................................... 113
Scherpstelling vastzetten (Scherpstelvergrendeling)..................................... 114
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherpstellen)...................... 116
Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen
vóór opname (Digitaal voorbeeld)........................................................ 119
e_kb464_84percent.book Page 7 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect
van camerabeweging te voorkomen .................................................... 121
Opnamen maken met de functie Shake Reduction ....................................... 121
Opnamen maken met de zelfontspanner....................................................... 125
De afstandbediening gebruiken (optioneel) ................................................... 128
Continuopnamen ................................................................................... 130
Opnamen maken met digitale filters .................................................... 132
De flitser gebruiken 135
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie .................................. 136
Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken...................................................... 136
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser..................................................................... 138
Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser........................... 139
Gebruik van een externe flitser (optioneel) ......................................... 140
Opname-instellingen 149
De bestandsindeling instellen .............................................................. 150
JPEG-opnamepixels instellen........................................................................ 150
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen .............................................................. 151
De bestandsindeling instellen ........................................................................ 152
De functie van de knop g instellen ..................................................... 154
De methode voor afwerking van de opname instellen
(Aangepaste opname) ........................................................................... 157
Extra opname-instellingen .................................................................... 159
Witbalans instellen......................................................................................... 159
Kleurruimte instellen ...................................................................................... 164
7
Weergave-functies 165
Bediening van weergave-functies ........................................................ 166
Onderdelen van het menu Weergeven.......................................................... 166
Opnamen uitvergroten .......................................................................... 167
Weergave van meerdere opnamen tegelijk ......................................... 169
Scherm voor weergave van meerdere opnamen........................................... 169
Kalenderweergave/Mapweergave ................................................................. 171
Opnamen samenvoegen (Index) ................................................................... 172
Opnamen roteren ................................................................................... 175
Opnamen vergelijken............................................................................. 176
e_kb464_84percent.book Page 8 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
8
Diavoorstelling ....................................................................................... 177
Instellingen voor de diavoorstelling opgeven................................................. 177
De diavoorstelling starten .............................................................................. 178
Meerdere opnamen wissen ................................................................... 180
Geselecteerde opnamen wissen ................................................................... 180
Een map wissen ............................................................................................ 182
Alle opnamen wissen..................................................................................... 183
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)................................. 184
Afzonderlijke opnamen beschermen.............................................................. 184
Alle opnamen beveiligen................................................................................ 185
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur ............................ 186
Opnamen verwerken 187
De opnamegrootte wijzigen .................................................................. 188
Het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau wijzigen
(Formaat wijzigen) ......................................................................................... 188
Uitsneden maken (Bijsnijden) ........................................................................ 190
Opnamen verwerken met digitale filters.............................................. 192
RAW-opnamen bewerken...................................................................... 195
RAW-opnamen bewerken.............................................................................. 195
Afdrukken vanaf de Camera 199
Afdrukservice instellen (DPOF) ............................................................ 200
Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................................. 200
Instellingen voor alle opnamen ...................................................................... 202
Afdrukken met PictBridge..................................................................... 203
USB-aansluiting instellen............................................................................... 204
Camera op de printer aansluiten ................................................................... 205
Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................................. 206
Alle opnamen afdrukken ................................................................................ 208
Opnamen afdrukken op basis van DPOF-instellingen................................... 209
De USB-kabel loskoppelen............................................................................ 209
e_kb464_84percent.book Page 9 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Camera-instellingen 211
Werken met het menu Set-up ............................................................... 212
Onderdelen van menu Set-up........................................................................ 212
SD-geheugenkaart formatteren ............................................................ 214
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal, de datum
en tijd en de weergavetaal .................................................................... 215
Het geluidssignaal in- en uitschakelen........................................................... 215
Datum/tijd en weergavestijl wijzigen .............................................................. 216
Wereldtijd instellen......................................................................................... 216
Weergavetaal instellen .................................................................................. 219
Weergave van monitor en menu’s aanpassen .................................... 220
Tekstformaat instellen.................................................................................... 220
De tijd voor weergave van Hulpdisplay instellen............................................ 220
De Statusweergave instellen ......................................................................... 221
De helderheid van de monitor aanpassen ..................................................... 221
De kleur van de monitor aanpassen .............................................................. 222
De weergave voor Momentcontrole instellen................................................. 222
Conventies instellen voor bestands-/mapnamen ............................... 224
De mapnaam selecteren................................................................................ 224
Bestandsnummer instellen ............................................................................ 224
Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen selecteren ....... 225
Het video-uitgangssignaal selecteren ............................................................ 225
Automatisch uitschakelen instellen ................................................................ 225
Het batterijtype instellen ................................................................................ 226
De felheid van het aan/uit-lampje instellen .................................................... 227
Pixeluitlijning.......................................................................................... 228
Instellingen voor de opnamestand selecteren om op te slaan
in de camera ........................................................................................... 229
9
Standaardinstellingen herstellen (Reset) 231
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten ................................ 232
Menu Pers. inst. herstellen ................................................................... 233
e_kb464_84percent.book Page 10 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
10
Bijlage 235
Standaardinstellingen ........................................................................... 236
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties........... 240
Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken] ......................................... 241
De CCD schoonmaken .......................................................................... 243
Stof verwijderen door de CCD te schudden (Sensor stofvrij) ........................ 243
Stof detecteren op de CCD (Stofalarm)......................................................... 244
Stof verwijderen met een blaaskwastje.......................................................... 246
Optionele accessoires........................................................................... 248
Foutberichten ......................................................................................... 252
Problemen oplossen.............................................................................. 255
Belangrijkste technische gegevens ..................................................... 258
Verklarende woordenlijst ...................................................................... 262
Index........................................................................................................ 267
GARANTIEBEPALINGEN....................................................................... 272
e_kb464_84percent.book Page 11 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Samenstelling van de handleiding
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen
Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Legt de procedures uit voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
Legt de functies voor het maken van opnamen uit.
5 De flitser gebruiken
Legt het gebruik van de ingebouwde en de externe flitser uit.
6 Opname-instellingen
Legt de procedures uit voor het configureren van beeldbewerking en het instellen van de indeling voor opslaan.
7 Weergave-functies
Legt de procedures uit voor het weergeven, verwijderen en beveiligen van opnamen.
8 Opnamen verwerken
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de afbeeldingsgrootte, het gebruik van filters en het verwerken van opnamen die zijn gemaakt in RAW-indeling.
9 Afdrukken vanaf de Camera
Legt de procedures uit voor het opgeven van afdrukinstellingen en het afdrukken van opnamen bij een rechtstreekse verbinding met de printer.
10 Camera-instellingen
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld die voor de monitor en de conventies voor het benoemen van afbeeldingsbestanden.
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
Legt de procedures uit voor het resetten van alle instellingen naar de standaardinstellingen.
12 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
e_kb464_84percent.book Page 12 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
12
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie weer.
Geeft aandachtspunten aan voor de bediening van de camera.
e_kb464_84percent.book Page 13 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
1 Voor u de camera
gaat gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voor het gebruik.
Kenmerken van de camera e ..............................14
De inhoud van het pakket controleren .......................16
Namen en functies van de onderdelen ...................... 17
Weergave van indicaties .............................................22
Functie-instellingen wijzigen ......................................30
De Help-functie gebruiken ..........................................34
e_kb464_84percent.book Page 14 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
14
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Kenmerken van de camera e
• Voorzien van een CCD van 23,5×15,7 mm met effectief ca. 10,2 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot dynamisch bereik.
• Voorzien van Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren van onscherpte door het bewegen van de sensor. Daarmee kunt u scherpe opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
• Voorzien van een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele kleinbeeldcamera, met een vergroting van ong. 0,85× en een beeldveld van ong. 96% voor comfortabeler handmatig scherpstellen.
• Voorzien van een grote monitor van 2,7 inch met ca. 230.000 pixels, een grote beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave.
• Werkt op AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH batterijen of AA-alkalinebatterijen.
• Voorzien van een Help-functie die u kunt raadplegen terwijl u de camera gebruikt. Als u niet weet hoe u een bepaalde functie moet gebruiken, drukt u op de knop g (Help) om een uitleg van de functie weer te geven op de monitor. Als u al vertrouwd bent met het functioneren van de camera, kunt u vier andere functies toewijzen aan de knop g, zodat de camera gemakkelijker te bedienen is.
• Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen van de camera. Grote tekst, de monitor met een hoog contrast en de gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera eenvoudiger.
• Op de CCD is een speciale SP-coating aangebracht die stofwerend is. Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CCD geschud om stof te verwijderen.
• Voorzien van digitale filters voor het bewerken van de opname in de camera. Tijdens het maken van opnamen kunt u digitale filters toepassen zoals het zwart-witfilter en het soft-filter, maar u kunt er opnamen ook achteraf mee bewerken.
• Met de functie Aangepaste opname kunt instellingen aanpassen terwijl een voorbeeld van de te maken opname wordt weergegeven, zodat u meer greep krijgt op wat u met de opname wilt bereiken.
• Opnamen worden opgeslagen in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar 100 procent bewerkbare RAW-indeling. RAW-opnamen kunnen gemakkelijk intern door de camera worden verwerkt.
• Voorzien van de Gevoeligheidsvoorkeuze K die automatisch het diafragma en de sluitertijd aanpast aan een ingestelde gevoeligheid.
e_kb464_84percent.book Page 15 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de e en 35 mm­kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat het formaat van kleinbeeldfilm en de CCD verschillend is. Afmetingen van kleinbeeldfilm en CCD
35 mm-kleinbeeldfilm : 36×24 mm e CCD : 23,5×15,7 mm
Bij gelijke beeldhoeken moet de brandpuntsafstand van een objectief dat voor een 35 mm­kleinbeeldcamera wordt gebruikt, ongeveer 1,5 keer langer zijn dan die voor de e. Om een beeldhoek te bereiken die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt u de brandpuntsafstand van het kleinbeeldobjectief door 1,5.
(Voorbeeld) Om een zelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief
op een kleinbeeldcamera 150÷1,5=100 Gebruikt u een 100 mm-objectief bij de e.
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de e worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een kleinbeeldcamera te bepalen. (Voorbeeld) Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op de e
300×1,5=450 De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op een kleinbeeldcamera.
Shake Reduction (SR)
Shake Reduction (SR) op de e is een oorspronkelijk PENTAX-systeem waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge snelheid wordt bewogen om camerabeweging te compenseren. De camera kan enig geluid veroorzaken als hij heen en weer wordt geschud, bijvoorbeeld bij het wijzigen van een compositie. Dat is geen defect.
15
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Help-functie
De aanwijzingen die voor de Help-functie van de e worden weergegeven, zijn ontwikkeld voor gebruik met een DA- of een DA L-objectief. Als u een ander objectief gebruikt, waarvan de diafragmaring niet in de stand s (Auto) is gezet, zullen sommige aanwijzingen niet overeenkomen met de werkelijke situatie.
e_kb464_84percent.book Page 16 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
16
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Flitsschoenbeschermer FK
(op de camera bevestigd)
USB-kabel
I-USB7
Oogschelp F
(op de camera bevestigd)
Draagriem
O-ST84
Q
Bodydop
(op de camera bevestigd)
Software (CD-ROM)
S-SW84
Vier AA lithiumbatterijen Handleiding
(deze handleiding)
e_kb464_84percent.book Page 17 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Namen en functies van de onderdelen
Aan/uit-lampje
Zelfontspanner-LED/
Afstandsbedieningssensor
Kaartklep
Richtteken
objectiefvatting
(rode punt)
Objectiefontgrendelknop
Ingebouwde flitser
USB/video-aansluiting
MF
AF
UP
Flitsschoen
Riembevestiging
Spiegel
AF-koppeling
Objectiefinformatie­contacten
Dioptriecorrectieknop
Zoeker
LED voor lezen van/ schrijven naar kaart
17
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Klepje voor
aansluitingen
Statiefaansluiting
Monitor
Ontgrendelknop van de batterijklep
Batterijklep
* In de tweede afbeelding wordt de camera weergegeven zonder oogschelp FQ.
e_kb464_84percent.book Page 18 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
18
Opnamestand
Hieronder vindt u uitleg van de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het maken van opnamen worden gebruikt.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop kunnen instellingen worden gewijzigd.
1
2
5
6
3
MF
4
AF
7
9 0
8
UP
a b c
d
e
e_kb464_84percent.book Page 19 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
19
1 g Knop (Help)
Geeft een uitleg van een functie of bewerking weer op de monitor. (p.34) U kunt ook andere functies toewijzen aan deze knop. (p.154)
2 Ontspanknop
Indrukken om opnamen te maken. (p.62)
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.49)
4 Ontgrendelknop voor
het objectief
Indrukken om het objectief los te maken. (p.47)
5 mc-knop
Waarden voor belichtingscorrectie en diafragma instellen. (p.91, p.98, p.104)
6 Functiekiezer
Opnamestand wijzigen. (p.80)
7 Knop scherpstelfunctie
Schakelen tussen automatisch (p.109) en handmatig scherpstellen (p.116).
8 K-knop
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.65)
9 e-knop
De sluitertijd, het diafragma, de gevoeligheid en de belichtingscorrectie instellen.
0 =-knop
U kunt voor deze knop kiezen uit de functies voor het scherpstellen op het onderwerp en het vasthouden van de belichtingswaarde. (p.100, p.105, p.110)
a Q-knop
De weergavefunctie activeren. (p.72, p.166)
b M knop
De weergave van het statusscherm op de monitor in- en uitschakelen. (p.23)
c 3-knop
Het menu [A Opnamemodus 1] weergeven (p.77). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
d 4 knop
Het bedieningspaneel weergeven (p.23). Als het bedieningspaneel of een schermmenu wordt weergegeven, drukt u op de knop om het geselecteerde item te bevestigen.
e Vierwegbesturing
(2345)
Het menu voor het instellen van Transportstand/Flitsinstelling/ Witbalans/Gevoeligheid openen (p.76).
Als het bedieningspaneel of een schermmenu wordt weergegeven, verplaatst u de cursor of wijzigt u een item met de vierwegbesturing.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
e_kb464_84percent.book Page 20 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
20
Weergavestand
Hieronder vindt u uitleg van de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
1
2
3
MF
AF
4
5
UP
6 7
8
9 0
e_kb464_84percent.book Page 21 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
21
1 Ontspanknop
Halverwege indrukken om over te gaan naar de opnamefunctie.
2 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.49)
3 g Knop (Help)
Geeft een uitleg van een functie of bewerking weer op de monitor. (p.34)
4 e-knop
Een opname uitvergroten (p.167) of meerdere opnamen tegelijkertijd weergeven (p.169).
5 Q-knop
Indrukken om over te gaan naar de opnamefunctie.
6 M knop
Indrukken om opnamegegevens weer te geven op de monitor. (p.24)
7 3-knop
Indrukken om het menu [Q Weergeven 1] weer te geven (p.166). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
8 4 knop
De in het menu of het weergavescherm geselecteerde instelling bevestigen.
9 Vierwegbesturing
(2345)
De cursor verplaatsen of items wijzigen in menu’s of het weergavescherm.
0 i-knop
Indrukken om opnamen te verwijderen. (p.73)
Verwijzingen naar knoppen
In deze bedieningshandleiding wordt op de volgende manier verwezen naar de knoppen van de vierwegbesturing.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Autom atisch bel. progr amma
07/07 /2008
10:30 AM
e_kb464_84percent.book Page 22 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
22
Weergave van indicaties
Monitor
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Afhankelijk van de camerastatus kunnen de volgende indicaties op de monitor worden weergegeven.
Monitor
De helderheid en de kleurinstelling van de monitor kunnen worden aangepast. (p.221, p.222)
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden (standaardinstelling) weergegeven op de monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
Selecteer Uit bij [Hulpdisplay] in het menu [R Instellen 1] om geen indicaties weer te geven. (p.220)
Automatisch bel.
P
1
programma
P
07/07/2008
23
1 Opnamestand (p.80) 3 Actuele datum en tijd (p.54) 2 Wereldtijd (p.216)
(alleen wanneer ingesteld op Bestemmingstijd)
10:30AM
24
7
11
12
13
15
19
14
16
20
10
17
21
18
22
11
12
13
15
19
14
16
20
10
17
21
18
22
OFF
OFF
Scène Nacht opname
e_kb464_84percent.book Page 23 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamestand
Tijdens het maken van opnamen wordt het statusscherm weergegeven met de opname-instellingen van dat moment. Druk op de knop 4 om het bedieningspaneel weer te geven en instellingen te wijzigen.
Statusscherm/Bedieningspaneel
(De items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.)
14
16
20
2
17
21
10001/
F
11
1.0 AF.A
OK
OFF
AWB
JPEG
12345
+1.3
ISO
3200
AUTO
10 M
23
1
56
7
11
12
8
13
15
19
4 M
23
1
Voor u de camera gaat gebruiken
34
9
10
18
22
Scène Nachtopname
1.0 AF.A
OFF
AWB
JPEG
ISO
AUTO
10 M
3200
12
24
7
11
13
14
10
15
16
17
18
19
20
21
22
1 Opnamestand (p.80) 13 Transportstand (p.76) 2 Pictogram belichtingsgeheugen
14 Witbalans (p.159)
(p.105)
3 Wereldtijd (p.216) 15 Aangepaste opname (p.157) 4 Batterijniveau (p.39) 16 Scherpstelstand (p.109) 5 Sluitertijd (p.85) 17 Autobelichting (p.101) 6 Aantal te maken opnamen 18 Shake Reduction (p.121) 7 H Scène (p.82) 19 Digitaal filter (p.132) 8 Diafragma (p.85) 20 Bestandsindeling (p.152) 9 Belichtingscorrectie (p.104) 21 JPEG-opnamepixels (p.150)
10 ISO-gevoeligheid (p.87) 22 JPEG-kwaliteit (p.151) 11 Flitsinstelling (p.65) 23 Sleutel hulpdisplay 12 Flitsbelichtingscorrectie (p.70) 24 Uitleg van de geselecteerde functie
10 0-0 00 1
RGB
JPEG
ISO
A1
AF.S
10 0- 00 01
1/ 20 00
+1 .5
F2 .8
0. 5
24m m
200
AdobeRGB
200 8
10 0-0 00 1
1/ 20 00 F2 .8
e_kb464_84percent.book Page 24 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
24
• Instellingen die niet gewijzigd kunnen worden bij de huidige configuratie van de camera, kunnen niet worden geselecteerd.
• Het statusscherm verdwijnt weer na de tijd die is ingesteld voor [3. Bedrijftijd lichtmtr] in het menu [A Pers.instelling 1] (standaard 10 seconden). Druk op de knop M om het statusscherm opnieuw weer te geven.
• Als [21. Weergave statusscherm] in het menu [A Pers.instelling 3] is uitgeschakeld, wordt het statusscherm alleen weergegeven als op de knop M wordt gedrukt.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Weergavestand
De camera schakelt over naar weergave van andere informatie als u tijdens weergave op de knop M drukt.
Standaard Opnamen en indicaties worden weergegeven.
Histogramweergave
Weergave van detail-info
Geen infoweergave Alleen opnamen worden weergegeven.
(p.221)
Opnamen en histogram (Helderheid/RGB) worden weergegeven.
Details van de opname-instellingen en het tijdstip van de opname worden weergegeven.
100-0001
100-0001
100-0001
100-0001
M
1/2000
1/2000 F2.8
F2.8
Standaard
M
M
RGB
RGB
Histogramweergave
M
100-0001
100-0001
PP
AF.S
AF.S
1/2000
1/2000 F2.8
F2.8 ISO
ISO JPEG
JPEG
/ /0707070707 07 2008
/2008/
200
200
10
+1.5
+1.5
-
0.5
-
0.5
G2G2A1
G2 AdobeRGB
AdobeRGB
1010: 393910 : 39
A1
AMAMAM
24mm
±0±0 ±0±0 ±0±0 ±0±0
Geen infoweergave Weergave van detail-info
De informatie die aanvankelijk tijdens weergave wordt weergegeven is dezelfde die als laatste werd weergegeven bij een vorige sessie. Het scherm [Standaard] kan altijd als eerste worden weergegeven door [Weergavefunctie] in te stellen op P (Uit) bij [Geheugen] (p.229) in het menu [A Opnamemodus 3].
JPEG
ISO
A1
AF.S
1 0 0 - 0 0 0 1
1 / 2 0 0 0
+ 1 . 5
F 2 . 8
0 . 5
39
07
2008
24mm
200
AdobeRGB
e_kb464_84percent.book Page 25 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Weergave van detail-info
100-0001
100-0001
PP
AF.S
AF.S
24mm
1/2000
1/2000
+1.5
F2.8
F2.8 ISO
ISO JPEG
JPEG 070707
07 07 2008
1 Rotatie-informatie 18 Beeldtint 2 Gemaakte opname 19 Kleurverzadiging/Filtereffect 3 Beveiligingsinstelling 20 Tint/Kleur aanpassen 4 Capture mode (Opnamefunctie) 21 Contrast 5 Lichtmeting bij automatische belichting 22 Scherpte/Fijne scherpte 6 Flitsinstelling 23 Gevoeligheid 7 Sluitertijd 24 Witbalans 8 Shake Reduction 25 GM-correctie (Witbalans instellen)
9 Transportstand 10 Belichtingsbracket 26 BA-correctie (Witbalans instellen) 11 Diafragma 12 Belichtingscorrectie 27 Bestandsindeling 13 Flitsbelichtingscorrectie 28 JPEG opnamepixels 14 Mapnummer-bestandsnummer 29 JPEG kwal niveau 15 Scherpstelling 30 Kleurgebied 16 AF-veld 31 Datum en tijd opname 17 Brandpuntsafstand objectief
* De indicaties 6 en 13 worden alleen weergegeven bij flitsopnamen.
+1.5
200
200
10
/ / 1010: 39
/2008/10:39
-
0.5
-
0.5
G2G2A1
A1
G2
AdobeRGB
AdobeRGB
AMAMAM
± 0±0 ± 0±0 ± 0±0 ± 0±0
13
2
78
11
23 24 25 26 20
27 28 29 30 21
4
5 910
31
14
15 16
617
18 1912 13
22
25
1
Voor u de camera gaat gebruiken
100 - 0 0 01
RGB
100 - 0 0 01
e_kb464_84percent.book Page 26 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
26
Histogramweergave
De e is uitgerust met twee histogramfuncties. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van de kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen “Helderheidshistogram” en “RGB-histogram”.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
6
12
100-0001
100-0001
23
3
124 3
100-0001
100-0001
4
6
RGB
RGB
5
Helderheidshistogram RGB-histogram
1 Bestandsindeling 6 Schakelen tussen
2 Mapnummer-bestandsnummer (p.224)
3 Beveiligingsinstelling (p.184) 7 Histogram (R)
4 DPOF-instellingen (p.200) 8 Histogram (G)
5 Histogram (Helderheid) (p.26) 9 Histogram (B)
* Indicatie 3 wordt alleen weergegeven bij de beveiligingsinstelling en indicatie 4 wordt
alleen weergegeven bij opnamen met DPOF-instellingen.
Over- of onderbelichte gebieden knipperen als de waarschuwing [Licht/donker geb] is ingesteld op O (Aan) bij [Weergavefunctie] in het menu [Q Weergeven 2]. (p.168)
23
5
Helderheidshistogram/RGB-histogram
7
8
9
Het histogram gebruiken
Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels.
Aantal pixels
Donkere gedeelten
Helderheid (Donker) (Licht)
Lichte gedeelten
e_kb464_84percent.book Page 27 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De vorm en de verdeling van het histogram vóór en na de opname maakt duidelijk of de belichting en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis hiervan bepaalt u of belichtingscorrectie nodig is en of u de foto opnieuw moet maken.
1 Belichting corrigeren (p.104)
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is en er geen duidelijke over- en onderbelichte gebieden zijn, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is, bevindt de piek zich rechts.
Donkere opname Opname met weinig
donkere en heldere
gebieden
Lichte opname
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere delen zonder details) en als de opname te licht is, wordt het gedeelte rechts afgesneden (lichte delen zonder details). Lichte delen knipperen rood op de monitor en donkere delen knipperen geel als [Licht/donker geb] is ingeschakeld.
1 Opnamen weergeven (p.72)
1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.222)
Inzicht in kleurbalans
De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven in het RGB-histogram. De rechterkant van de grafieken ziet er hetzelfde uit voor opnamen waarvoor ook de witbalans wordt aangepast. Als één kleur links disproportioneel aanwezig is, is die kleur te intens.
1 Witbalans instellen (p.159)
27
1
Voor u de camera gaat gebruiken
e_kb464_84percent.book Page 28 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
28
Zoeker
De volgende informatie wordt weergegeven in de zoeker.
1
Voor u de camera gaat gebruiken
2
1
3
4
5 7
68910
1
11
1 AF-kader (p.48)
2 Spotmeetkader (p.101)
3 Flitserstatus (p.65)
Brandt: flitser is gereed. Knippert: gebruik van de flitser wordt aangeraden, maar deze is nog niet ingeschakeld of wordt opgeladen.
4 Pictogram voor opnamefunctie (p.80)
Het pictogram voor de geselecteerde opnamefunctie verschijnt. U (Normaal in I), = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht)
5 Shake Reduction (p.121)
Wordt weergegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd.
6 Sluitertijd (p.85)
Sluitertijd bij opname of instelling. Onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met de e-knop.
7 Diafragmawaarde (p.85)
Diafragmawaarde bij opname of instelling. Onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan worden gewijzigd met de e-knop.
8 Scherpstelindicatie (p.60)
Brandt: als het onderwerp is scherpgesteld. Knippert: er is niet scherpgesteld op het onderwerp.
e_kb464_84percent.book Page 29 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
9 Beschikbaar aantal opnamen/Belichtingscorrectie/Gevoeligheid
Geeft het beschikbare aantal opnamen weer bij de huidige instellingen voor kwaliteit en opnamepixels. Het verschil met de juiste belichtingswaarde wordt weergegeven wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op a. (p.99) De ISO-gevoeligheid wordt weergegeven als op de knop 4 wordt gedrukt. (p.88) m: Belichtingscorrectie (p.104)
Onderstreept wanneer de belichting kan worden gecorrigeerd met de e-knop terwijl op de knop mc wordt gedrukt.
o: Gevoeligheid
Onderstreept wanneer de gevoeligheid kan worden gewijzigd met de e-knop.
10 Scherpstelstand (p.109)
Wordt weergegeven bij instelling op \.
11 Belichtingsgeheugen (p.105)
Wordt weergegeven bij inschakeling van het belichtingsgeheugen.
[9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven in de zoeker. Zelfs als meer dan 10.000 opnamen kunnen worden gemaakt, wordt [9999] weergegeven.
29
1
Voor u de camera gaat gebruiken
0 . 0
Flits instell ing
Auto ontlade n
O K
e_kb464_84percent.book Page 30 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
30
1
Voor u de camera gaat gebruiken
Functie-instellingen wijzigen
U kunt functie-instellingen wijzigen met de richtingsknoppen van de vierwegbesturing, het bedieningspaneel en de menu’s. De meest gebruikte functies kunnen worden ingesteld met de richtingsknoppen of het bedieningspaneel; minder gebruikelijke functies stelt u in via een menu. Sommige functies kunnen op meerdere manieren worden ingesteld (richtingsknoppen en bedieningspaneel of bedieningspaneel en menu). In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen van functie-instellingen.
Richtingsknoppen gebruiken
Door in de opnamestand op de vierwegbesturing (2345) te drukken, kunt u de Transportstand, Flitsinstelling, Witbalans en Gevoeligheid instellen. (p.76) Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld de Flitsinstelling uitgelegd.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2
3
Selecteer een flitsinstelling met de vierwegbesturing (45).
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Auto ontladen
Auto ontladen
0.0
0.0
OK
OK
OK
OFF
OFF
Flits instell ing Auto ontlade n
OFF
JPEG kwal ni veau
e_kb464_84percent.book Page 31 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Het bedieningspaneel gebruiken
Tijdens het maken van opnamen kunt u de dan geldende instellingen controleren in het statusscherm. U kunt ook overschakelen naar het bedieningspaneel en instellingen wijzigen. Hieronder wordt het instellen van JPEG-kwaliteit uitgelegd als voorbeeld.
1
Controleer het statusscherm en druk dan op de knop 4.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) een item waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
U kunt geen items selecteren waarvan u de instelling niet kunt wijzigen.
=sq\
201/
F
5.6
OK
Flitsinstelling Auto ontladen
OFF
OFF
AWB
AF.S
JPEG
AWB
AF.A
JPEG
ISO AUTO
10 M
ISO
AUTO
10 M
31
1
Voor u de camera gaat gebruiken
123
400
400
3
Druk op de knop 4.
Het instellingenvenster van het geselecteerde item wordt weergegeven.
JPEG kwal niveau
AWB
AF.A
OFF
JPEG
ISO
AUTO
10 M
400
JPEG kwal ni veau
128
e_kb464_84percent.book Page 32 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
32
4
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (45).
1
Voor u de camera gaat gebruiken
5
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Nadat u zoals in stap 2 op p.31 de instelling hebt geselecteerd die u wilt wijzigen, kunt u die wijziging ook doorvoeren door aan de e-knop te draaien. Druk bij gedetailleerde instellingen, bijvoorbeeld parameters, op de knop 4 en breng dan wijzigingen aan.
De Menu’s gebruiken
JPEG kwal niveau
OK
128
OK
In dit gedeelte worden bedieningsmethoden besproken voor de menu’s [A Opnamemodus], [Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling]. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld het opgeven van instellingen voor [Ander schrpstpnt] in het menu [A Opnamemodus 2] uitgelegd.
1
Druk op de knop 3 in de opnamefunctie.
Het menu [A Opnamemodus 1] wordt weergegeven op de monitor. Als u in de weergavestand op de knop 3 drukt, wordt het menu [Q Weergeven 1] weergegeven. Als u de functiekiezer instelt op H (Scène), wordt het menu [H Scène] weergegeven.
OFF
OK
e_kb464_84percent.book Page 33 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Steeds als u op de vierwegbesturing drukt, wordt in deze volgorde een ander menu geopend: [A Opnamemodus 2], [A Opnamemodus 3], [Q Weergeven 1], [Q Weergeven 2], [R Instellen 1] ··· [A Pers.instelling 4]. Met de e-knop kunt u schakelen tussen de menu’s.
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Beschikbare instellingen worden weergegeven. Druk op de vierwegbesturing (5) om naar het keuzemenu te gaan als er sprake is van een keuzemenu.
1 2 3 Aangepaste opname Digitaal filter Bestandsindeling JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau RAW-formaat Kleurruimte
MENU
Einde
1 2 3
AF-modus Autom. lichtmeting Ander schrpstpnt Momentcontrole 1sec
MENU
Einde
OFF
JPEG
10 M
PEF sRGB
AF.A
33
1
Voor u de camera gaat gebruiken
5
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het menuscherm. Stel vervolgens andere items in. Druk op de knop 3 om het menu te sluiten en terug te keren naar het eerder weergegeven scherm.
Als u op de 3-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt verkeerd uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterij wordt uitgenomen terwijl de camera aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
1 2 3
AF-modus Autom. lichtmeting Ander schrpstpnt Momentcontrole
MENU
Annul.
AF.S
OK
OK
Druk op de n kop
Uitle g knopp en
waaro ver u meer info wilt
Evalu eert on derwerp autom atisch om opti male opnam emodus te bepa len
Auto Picture
e_kb464_84percent.book Page 34 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
34
1
Voor u de camera gaat gebruiken
De Help-functie gebruiken
Als u niet zeker weet hoe een bepaalde functie werkt, kunt u een uitleg weergeven van de huidige procedure en de status van de camera door op de knop g (Help) te drukken. Er zijn Help-schermen in de volgende gevallen.
• Capture mode (Opnamefunctie)
• Weergavestand (weergave van één opname, weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd, kalenderweergave, mapweergave en uitvergrote weergave)
1
Druk op de knop g.
Er wordt een scherm ter bevestiging van de huidige status van de camera weergegeven. Als u in de weergavestand op de knop g hebt gedrukt, gaat u verder bij stap 3.
2
Druk nogmaals op de knop g.
Het scherm met knoppen wordt weergegeven.
3
Druk op de knop waarbij u uitleg wilt.
Er wordt een uitleg van de knop weergegeven. Als u op de knop = of op de ontspanknop
drukt, wordt geen uitleg weergegeven, maar keert u terug naar de opnamestand.
Uitleg knoppen
Druk op de nkop waarover u meer info wilt
4
Druk op de knop g of de knop 4.
Druk op de knop g om het Help-scherm te sluiten. Druk op de knop 4 om terug te keren naar het scherm met knoppen.
Einde
Auto Picture
Evalueert onderwerp automatisch om optimale opnamemodus te bepalen
OK
Uitleg knoppen
Behalve de Help-functie kunt u in de opnamestand ook andere functies toewijzen aan de knop Help g. Het is handig om andere functie onder handbereik te hebben als u eenmaal vertrouwd bent met het bedienen van de camera. (p.154)
Einde
e_kb464_84percent.book Page 35 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2 Voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
Draagriem bevestigen .................................................36
Batterijen plaatsen .......................................................37
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen .................42
Het objectief bevestigen .............................................. 46
De zoekerdioptrie aanpassen .....................................48
De camera aan- en uitzetten .......................................49
Standaardinstellingen .................................................50
e_kb464_84percent.book Page 36 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
36
Draagriem bevestigen
1
2
Voorbereidingen
2
Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
Haal het andere uiteinde van de riem door de andere riembevestiging van de camera en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
e_kb464_84percent.book Page 37 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Batterijen plaatsen
Plaats batterijen in de camera. Gebruik vier AA-lithiumbatterijen, AA Ni-MH oplaadbare batterijen of AA-alkalinebatterijen.
Bij deze camera worden AA-lithiumbatterijen geleverd om te controleren of de camera naar behoren werkt, maar ook sommige andere typen batterijen zijn geschikt. Gebruik de compatibele batterijen overeenkomstig het doel waarvoor ze bestemd zijn.
Geschikte batterijen Kenmerken
AA-lithiumbatterijen Meegeleverd bij de camera. Aanbevolen in koude klimaten.
AA Ni-MH oplaadbare batterijen
AA-alkalinebatterijen
• De spanningskenmerken van nikkelmangaan-batterijen kunnen storingen veroorzaken. Om die reden wordt het gebruik ervan afgeraden.
• AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen, die in deze camera kunnen worden gebruikt, zijn niet oplaadbaar.
• Open de klep van het batterijcompartiment niet en verwijder de batterijen niet terwijl de camera aan staat.
• Verwijder de batterijen wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen anders gaan lekken.
• Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd nieuwe batterijen in de camera plaatst, volgt u de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.54).
• Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst, kan de camera beschadigd raken. Veeg de contactpunten van de batterijen schoon alvorens ze te plaatsen.
• Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillend type of merk, of oude met nieuwe. Anders kunnen er storingen ontstaan, bijvoorbeeld een onjuiste weergave van het batterijvermogen.
Deze batterijen zijn oplaadbaar en voordelig. Voor het opladen is een in de handel verkrijgbare batterijoplader vereist die compatibel is met deze batterijen.
U kunt dit type batterijen overal verkrijgen wanneer de batterijen die u normaal gebruikt leeg zijn. Ze ondersteunen echter mogelijk niet alle camerafuncties onder bepaalde omstandigheden. We raden het gebruik ervan dan ook af, uitgezonderd in noodgevallen en om te controleren of de camera naar behoren werkt.
37
2
Voorbereidingen
e_kb464_84percent.book Page 38 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
38
1
Houd de ontgrendelknop van het batterijcompartiment ingedrukt zoals afgebeeld (1) en schuif de klep in de richting van het objectief (2). Maak dan de klep open.
2
Voorbereidingen
2
Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen +/– in het batterijcompartiment.
3
Druk de klep (1) omlaag tegen de batterijen en schuif hem in de afgebeelde richting (2) dicht.
1
2
1
2
Zorg ervoor dat de batterijklep goed gesloten is. De camera werkt niet als de batterijklep open is.
• Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapterset K-AC84 (optioneel). (p.40)
• Werkt de camera niet naar behoren na vervanging van de batterijen, controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst.
e_kb464_84percent.book Page 39 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Indicatie batterijniveau
U kunt de resterende levensduur van de batterij aflezen aan het symbool { op het statusscherm.
{ brandt : Batterij is vol.
} brandt : Batterij raakt leeg.
? brandt : Batterij is bijna leeg.
De camera schakelt zichzelf na deze melding [Batterij leeg] uit.
} of ? kan ook worden weergegeven als de batterij nog voldoende voeding levert, terwijl de camera wordt gebruikt bij een lage temperatuur of als u meerdere continuopnamen maakt. Schakel dan de camera uit en weer in. Als { wordt weergegeven, kunt u de camera weer gebruiken.
39
2
Voorbereidingen
Geschatte opslagcapaciteit voor opnamen en Weergavetijd (nieuwe batterijen)
Batterijen
AA lithiumbatterijen
Oplaadbare AA­batterijen (NiMH 2700 mAh)
AA alkaline­batterijen
De opslagcapaciteit (normale opnamen en flitsergebruik 50%) is gebaseerd op meetomstandigheden die in overeenstemming zijn met CIPA-normen en de andere waarden zijn gebaseerd op onze meetomstandigheden. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
(temperatuur)
(23°C) 1650 1000 800 750 minuten
( 0°C) 1400 850 690 640 minuten
(23°C) 1100 640 500
( 0°C) 750 500 350
(23°C) 360 260 160 350 minuten
(0°C)
Normale
opnamen
Niet van
toepassing
Flitsfotografie
50% gebruik 100% gebruik
Niet van
toepassing
Niet van
toepassing
Weergavetijd
510 minuten
430 minuten
240 minuten
e_kb464_84percent.book Page 40 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
40
• De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
• Zorg dat u extra batterijen bij u hebt als u een verre reis maakt, opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
2
Voorbereidingen
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)
We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapterset K-AC84 (optioneel) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op de pc.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
Als er batterijen in de camera aanwezig zijn, opent u de klep van het batterijcompartiment en neemt u de batterijen uit de camera. Zie stap 1 op p.38.
2
Open de klep van het batterij­compartiment en vervolgens de klep (1) op de doorvoer van de voedingskabel aan de rechterkant van het batterijcompartiment.
3
Schuif het gelijkstroomkoppelstuk in het batterijcompartiment.
e_kb464_84percent.book Page 41 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
Geleid de voedingskabel van het gelijkstroomkoppelstuk als weergegeven in de afbeelding.
5
Sluit de batterijklep.
Zie stap 3 op p.38.
6
Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter aan op het gelijkstroomkoppelstuk.
6
41
2
Voorbereidingen
8
7
7
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
8
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
• Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken.
• Controleer de aansluiting bij beide connectoren. De SD-geheugenkaart en gegevens raken beschadigd als de verbinding wordt verbroken terwijl de camera opneemt of gegevens leest.
• Sluit de klep van de doorvoer van de voedingskabel als u de netvoedingsadapter niet gebruikt.
Lees vóór gebruik de handleiding van de netvoedingsadapterset K-AC84.
e_kb464_84percent.book Page 42 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
42
2
Voorbereidingen
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHC­geheugenkaart. (Beide kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD-geheugenkaart.) Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart (in de handel verkrijgbaar) te plaatsen of uit te nemen.
• Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/lezen van de kaart brandt.
• Gebruik deze camera om SD-kaarten te formatteren (initialiseren) die nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn gebruikt. Raadpleeg “SD-geheugenkaart formatteren” (p.214) voor informatie over formatteren.
1
Schuif de kaartklep in de richting van de pijl (1) en open vervolgens de klep (2).
2
Breng de kaart volledig in met het
1
etiket van de SD-geheugenkaart naar de monitor gericht.
2
Duw de SD-geheugenkaart iets naar binnen om deze uit te nemen.
e_kb464_84percent.book Page 43 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3
Sluit de kaartklep (1) en schuif hem dan in de richting van de pijl (2).
2
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u het schuifje van de schrijfbeveiliging op LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens worden weggeschreven naar de kaart, bestaande gegevens op de kaart kunnen niet worden gewist en de kaart kan niet worden geformatteerd door de camera of een computer.
• Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit en zet de camera niet uit terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of opnamen of geluidsbestanden worden weergegeven, of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
• Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur.
• Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar worden.
• Onder de volgende omstandigheden kunnen gegevens op de SD-geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of elektrische
storingen. (3) als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt. (4) wanneer de SD-geheugenkaart wordt uitgenomen of de batterij wordt uitgenomen
terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
• Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
• Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
• Wilt u informatie over compatibele SD-geheugenkaarten, bezoek dan de website van PENTAX.
Schrijfbeveiliging
43
1
2
Voorbereidingen
e_kb464_84percent.book Page 44 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
44
• Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt ook voor SD-geheugenkaarten die in andere camera’s zijn gebruikt.
1 SD-geheugenkaart formatteren (p.214)
• Als u een SD-geheugenkaart weggooit, weggeeft of verkoopt, zorg dan dat de gegevens op de kaart volledig zijn gewist of dat de kaart zelf wordt vernietigd als deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat. Bij formattering van een SD-geheugenkaart worden de gegevens niet noodzakelijkerwijs gewist, zodat ze kunnen worden hersteld met speciale software voor gegevensherstel. Er zijn speciale programma’s voor het wissen van gegevens verkrijgbaar die de gegevens wel volledig wissen. In alle gevallen geldt dat het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart volledig
2
Voorbereidingen
voor eigen risico is.
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau
Als JPEG de bestandsindeling is
Kies het aantal pixels (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) van de opnamen die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen. Opnamen met een groter aantal opnamepixels of meer sterren (E) worden scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt kleiner bij grotere bestanden. De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren. Dat betekent dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid pixels hoeft te kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt afdrukken, is i (1824×1216) voldoende. Geef instellingen op voor opnamepixels en kwaliteitsniveau die tegemoetkomen aan het doel van de opname.
Kies het gewenste aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau voor JPEG-opnamen in het bedieningspaneel.
1 JPEG-opnamepixels instellen (p.150) 1 Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.151)
e_kb464_84percent.book Page 45 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
JPEG-opnamepixels, JPEG-kwaliteitsniveau en geschatte
opslagcapaciteit voor opnamen
JPEG kwal niveau
JPEG opnamepixels
(3872×2592)
J
(3008×2000)
P
(1824×1216) 902 1549 2627
i
• Bovenstaande tabel geeft de geschatte opslagcapaciteit en opnametijd aan bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 1 GB.
• Bovenstaande waarden kunnen variëren, al naar gelang het onderwerp, opnameomstandigheden, opnamefunctie en SD-geheugenkaart, e.d.
C
Best
231 343 586
387 570 974
D
Beter
E
Goed
Als RAW de bestandsindeling is
Met de e kunt u opnamen opslaan in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW-indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-kaart met een capaciteit van 1 GB kunt u maximaal 59 opnamen opslaan in PEF-indeling of 58 in DNG-indeling.
1 De bestandsindeling instellen (p.152)
45
2
Voorbereidingen
e_kb464_84percent.book Page 46 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
46
Het objectief bevestigen
Bevestig een passend objectief op de body van de camera. Als u een van de volgende objectieven met de e gebruikt, zijn alle belichtingsstanden beschikbaar.
(a) DA-, DA L-, D FA-, FA J-objectieven (b) Objectieven met een diafragma s-stand (Auto), als de stand s wordt
gebruikt
2
Voorbereidingen
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
• Als objectieven die bij (b) zijn beschreven, worden gebruikt in een stand anders dan s,
zijn sommige functies beperkt bruikbaar. Zie “Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken]” (p.241).
• Bij de fabrieksinstellingen werkt de camera niet met andere objectieven en accessoires.
Stel [19. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 3] in op [Toegestaan] om ze wel te kunnen gebruiken. (p.241)
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de bodydop (1) en de achterlensdop van het objectief (2).
Zet een los objectief altijd met de vatting omhoog neer om beschadiging van de objectiefvatting te voorkomen.
3
Zorg dat de richttekens objectiefvatting (de rode puntjes) op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot het vastklikt.
Draai het objectief, nadat u het op de body hebt bevestigd, tegen de klok in om te controleren of u het goed hebt gemonteerd.
e_kb464_84percent.book Page 47 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
Haal de frontdop van het objectief door de aangegeven delen naar binnen te duwen.
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt u de ontgrendelknop voor het objectief (3) ingedrukt en draait u het objectief tegen de wijzers van de klok in.
47
2
Voorbereidingen
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk.
• De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten en een AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het elektrische systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt de contacten indien nodig reinigen met een zachte, droge doek.
De bodydop (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport. “Bodydop K” wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
UP
UP
e_kb464_84percent.book Page 48 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
48
De zoekerdioptrie aanpassen
Pas de zoekerdioptrie aan uw gezichtsvermogen aan. Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de hendel voor de dioptrieaanpassing opzij. U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 tot +1,5m
1
2
Voorbereidingen
Kijk door de zoeker en schuif de dioptriecorrectieknop naar links
-1
.
of naar rechts.
Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot het AF-kader in de zoeker zo scherp mogelijk zichtbaar is. Richt de camera op een witte muur of een ander effen en helder verlicht oppervlak.
AF-kader
• De oogschelp FQ is op de zoeker bevestigd wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. De dioptrie-instelling is beschikbaar met de oogschelp FQ bevestigd, maar is eenvoudiger wanneer u de oogschelp verwijdert.
• Trek de oogschelp FQ in de richting van de pijl om hem te verwijderen. Om de oogschelp FQ op de camera te bevestigen schuift u hem langs de groef op de zoeker.
• Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, zelfs als u de knop voor de dioptrieaanpassing hebt ingesteld, gebruikt u de optionele dioptriecorrectielensadapter M. U kunt die adapter echter alleen gebruiken als u de oogschelp FQ verwijdert. (p.250)
e_kb464_84percent.book Page 49 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De camera aan- en uitzetten
1
Zet de hoofdschakelaar op [ON].
De camera wordt ingeschakeld. Zet de hoofdschakelaar op de stand [OFF]
om de camera uit te zetten.
• Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is.
• De camera wordt automatisch uitgeschakeld als u er gedurende bepaalde tijd geen handelingen mee verricht. Als de camera automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u die weer in of verricht u één van de volgende handelingen.
• Druk de ontspanknop tot halverwege in.
• Druk op de knop Q.
• Druk op de knop M.
• Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut inactiviteit. U kunt die instelling wijzigen met de optie [Auto Uitsch.] in het menu [R Instellen 2]. (p.225)
49
2
Voorbereidingen
OK
e_kb464_84percent.book Page 50 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
50
Standaardinstellingen
De eerste keer dat de camera na aanschaf wordt aangezet, verschijnt het scherm [Language/ ] op de monitor. Volg de onderstaande procedure om de taal die wordt weergegeven op de monitor, en de actuele datum en tijd in te stellen. Als deze instellingen eenmaal zijn verricht, hoeven ze niet opnieuw te worden uitgevoerd bij het aanzetten
2
Voorbereidingen
van de camera.
Als bij inschakeling van de camera het scherm [Datum instellen] verschijnt, volgt u de procedure in “Datum en tijd instellen” (p.54) om de datum en tijd in te stellen.
MENU
Cancel OK
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
De weergavetaal instellen
U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven. U hebt de keuze uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel/vereenvoudigd) en Japans.
dd/mm/jj
01/01 2008/
00 : 00
OK
OK
24h
OK
1
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de gewenste taal te selecteren.
MENU
Annul. OK
OK
Amste rdam
e_kb464_84percent.book Page 51 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] voor de geselecteerde taal verschijnt. Druk twee keer op de vierwegbesturing (3) en ga verder bij stap 10 van p.52 als u [Thuistijd] niet hoeft aan te passen.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Thuistijd] wordt weergegeven.
5
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een plaats.
Basisinstellingen
Nederlands
Amsterdam
Tekstformaat Stand.
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Thuistijd
Amsterdam Zomertijd
MENU
Annul. 10:39AMOK
OK
51
2
Voorbereidingen
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Zomertijd] (DST).
7
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Tekstformaat].
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 52 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
52
10
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [Stand.] of [Groot] met de vierwegbesturing (23).
Als u [Groot] selecteert, wordt het geselecteerde menu-item uitvergroot.
2
Voorbereidingen
11
Druk op de knop 4.
12
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
13
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt.
Basisinstellingen
Nederlands
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat Stand.
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Stand. Groot
OK
Nederlands
OK
OK
OK
In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven met [Tekstformaat] ingesteld op [Stand.].
ίυΈ ρ θ ু൲Ⴚ 
2008/ 01/01
00:00
e_kb464_84percent.book Page 53 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Als er een verkeerde taal is ingesteld
Als u per ongeluk in het scherm [Language/ ] een verkeerde taal selecteert en verder gaat naar het scherm [Datum instellen], kunt u met de volgende procedure de juiste taal instellen. Als u de opnamestand van de camera al hebt geactiveerd (en de camera gereed is voor het maken van een opname), voert u de volgende handelingen van stap 2 uit om de juiste taal in te stellen.
1
Druk één keer op de knop 3 om de Hulpdisplay weer te geven op de monitor.
Het scherm rechts is een voorbeeld van de weergave van de Hulpdisplay. Wat precies wordt weergegeven is afhankelijk van de geselecteerde taal. Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de monitor.
2
Druk één keer op de knop 3.
[A 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. H wordt weergegeven als de functiekiezer is ingesteld op H.
3
Druk vijf keer op de vierwegbesturing (5).
[R 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. Druk zes keer op de vierwegbesturing (5) als de functiekiezer is ingesteld op H.
4
Selecteer [Language/ ] met de vierwegbesturing (3).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/ ] verschijnt.
6
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Het menu [R Instellen 1] wordt weergegeven in de geselecteerde taal. Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor [Thuistijd] en datum en tijd in te stellen.
• Thuistijd wijzigen: “Wereldtijd instellen” (p.216)
• Datum en tijd wijzigen: “Datum/tijd en weergavestijl wijzigen” (p.216)
ίυΈρθ
P
ু൲Ⴚ
2008/01/01
P
00:00
53
2
Voorbereidingen
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 54 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
54
• Als er geen instellingen zijn voor [Thuistijd] en de datum en tijd, zal het scherm [Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] worden weergegeven wanneer de camera weer wordt ingeschakeld.
• Als u nog niet bent verdergegaan naar het scherm [Datum instellen], kunt u in het scherm [Language/ ] opnieuw een taal kiezen met de vierwegbesturing (5).
Datum en tijd instellen
2
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
Voorbereidingen
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumstijl te kiezen.
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
dd/mm/jj
00 : 00
01/01 2008/
OK
24h
OK
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs weergave) of 12h (12-uurs weergave) met de vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
dd/mm/jj
00 : 00
01/01 2008/
OK
24h
OK
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 55 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Stel de maand in met de vierwegbesturing (23).
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in. Stel vervolgens de tijd in. Als u [12h] selecteert bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór de middag) of pm
(na de middag), al naar gelang het tijdstip.
9
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
instellingen voltooid
MENU
Annul.
Datum instellen
Datumnotatie
Datum
Tijd
dd/mm/jj
00 : 00
dd/mm/jj
00 : 00
01/01 2008/
01/01 2008/
OK
24h
OK
24h
55
2
Voorbereidingen
instellingen voltooid
MENU
Annul.
10
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Als u de datum en tijd hebt ingesteld met de menubesturing, gaat u terug naar het menu [R Instellen 1]. Klik in dat geval op de knop 3.
Als u op de knop 3 drukt tijdens het aanpassen van de instelling voor tijd, worden de tot dan toe opgegeven instellingen geannuleerd en wordt de opnamefunctie geactiveerd. Als de camera wordt aangezet zonder dat instellingen zijn opgegeven voor datum en tijd, verschijnt het scherm [Datum instellen], mits de basisinstellingen zijn voltooid. U kunt de datum ook achteraf instellen met behulp van menubesturing. (p.216)
• Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden aangeeft.
• U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen met de menubesturing. (p.216, p.219)
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 56 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
56
Memo
e_kb464_84percent.book Page 57 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3 Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het maken van opnamen als de functiekiezer op I (Autom. opname) is gezet om succesvol opnamen te maken.
Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ..................................58
Werken met een zoomobjectief .................................. 64
De ingebouwde flitser gebruiken ...............................65
Foto’s weergeven .........................................................72
e_kb464_84percent.book Page 58 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
58
Basishandelingen bij opnamen
De camera vasthouden
Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen.
• Houd de camera stevig met beide handen vast.
• Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname maakt.
3
Basisbediening
Horizontale positie Verticale positie
• Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname, kunt u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld een tafel, muur of boom).
• Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de sluitertijd voor een camera die in de hand wordt gehouden in de regel 1/(brandpuntsafstand ×1,5). De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75 seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm en 1/150 seconde bij een brandpuntsafstand van 100 mm. Gebruik bij langere sluitertijden een statief of de functie Shake Reduction (p.121).
• Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief te gebruiken dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt u dat de camera beweegt.
• Gebruik de functie Shake Reduction niet als u een statief gebruikt. (p.122)
MF
AF
e_kb464_84percent.book Page 59 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De camera de optimale instellingen laten bepalen
De e is uitgerust met verschillende opnamefuncties, scherpstelfuncties en transportfuncties om tegemoet te komen aan al uw wensen op het gebied van fotografie. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken.
1
Zet de functiekiezer op I.
De camera bepaalt de meest geschikte opnamefunctie voor het onderwerp.
1 De juiste opnamestand kiezen (p.80)
59
3
Basisbediening
2
Zet de scherpstelfunctieknop op =.
De scherpstelfunctie verandert in = (Autofocus).
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt in de stand =, wordt automatisch scherpgesteld. (p.109)
e_kb464_84percent.book Page 60 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
60
3
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp.
U kunt een zoomlens gebruiken voor een andere grootte van het onderwerp in de zoeker.
1Werken met een zoomobjectief (p.64)
4
Breng het onderwerp binnen
3
Basisbediening
het AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra het onderwerp binnen het scherpstelbereik komt. In de stand I (Autom. opname) wordt automatisch de optimale opnamestand geselecteerd uit de standen U (Standaard)/ = (Portret)/s (Landschap)/q (Macro)/\ (Bewegend onderw.)/. (Portret bij nacht). De flitser klapt automatisch uit wanneer dit nodig is.
1 De ontspanknop bedienen (p.62) 1 Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld (p.63) 1 De ingebouwde flitser gebruiken (p.65)
Flitserstatus
MF
AF
Scherpstelindicatie
5
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Wisse n
e_kb464_84percent.book Page 61 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
Bekijk de opname op de monitor.
Na de opname wordt deze gedurende één seconde op de monitor weergegeven (Momentcontrole).
1 De weergave voor Momentcontrole
instellen (p.222) Tijdens de momentcontrole kunt u de opname uitvergroten door te drukken op de e-knop. (p.167) Tijdens de momentcontrole kunt u de opname wissen door te drukken op de knop i. (p.73)
• U kunt de camera ook zo instellen dat er automatisch wordt scherpgesteld als u op
de knop = drukt, op dezelfde manier als bij het tot halverwege indrukken van de ontspanknop. (p.110)
• U kunt een voorbeeld bekijken op de monitor, en de compositie, belichting en scherpstelling beoordelen voordat u opnamen maakt. (p.119)
• De zoekerindicaties blijven aan terwijl u de ontspanknop tot halverwege indrukt en ze blijven nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar terwijl de timer voor de belichtingsmeting is ingeschakeld, zelfs nadat u de knop hebt losgelaten. (p.28, p.103)
Wissen
Wissen
61
3
Basisbediening
e_kb464_84percent.book Page 62 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
62
De ontspanknop bedienen
De ontspanknop heeft twee standen.
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand), worden de
3
Basisbediening
indicaties in de zoeker ingeschakeld en werkt het autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede stand), wordt de opname gemaakt.
Niet ingedrukt Half ingedrukt
(eerste stand)
• Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop voorzichtig indrukken om camerabeweging te voorkomen.
• Oefen het tot halverwege/helemaal indrukken van de ontspanknop goed in om te leren waar de eerste positie is.
Helemaal ingedrukt
(tweede stand)
e_kb464_84percent.book Page 63 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld
Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden. Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met de scherpstelindicatie ] in de zoeker.
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast, zoals een witte
muur, binnen het scherpstelkader. (b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het scherpstelkader. (c) Onderwerpen die snel bewegen. (d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond). (e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen
het scherpstelkader vallen. (f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen
het scherpstelkader.
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen op het onderwerp. (p.117)
Wanneer (e) en (f) van toepassing zijn, is mogelijk niet scherpgesteld op het onderwerp, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie) wordt weergegeven.
63
3
Basisbediening
e_kb464_84percent.book Page 64 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
64
Werken met een zoomobjectief
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het onderwerp in op de gewenste grootte en maak de opname.
1
Draai de zoomring rechtsom of linksom.
Draai de zoomring met de klok mee naar de telestand of tegen de klok in naar de
3
Basisbediening
groothoekstand.
MF
AF
Groothoek Tele
• De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt. Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot.
• Power Zoom-functies (Image Size Tracking, Zoom Clip en Auto Zoom Effect) zijn niet compatibel met deze camera.
e_kb464_84percent.book Page 65 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De ingebouwde flitser gebruiken
Maak als volgt opnamen bij slecht licht of tegenlicht of wanneer u de ingebouwde flitser handmatig wilt gebruiken. De ingebouwde flitser werkt optimaal bij een afstand van circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt de belichting niet juist ingesteld en kan er vignettering (de hoeken van de opname worden zwart vanwege een gebrek aan licht) optreden (deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.138)).
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan vignettering optreden. Wij raden u aan een testopname te maken om dit te controleren.
1 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser (p.139)
• Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt.
• Bij objectieven die geen functie hebben voor het instellen van de diaframaring
op het objectief op s (automatisch), flitst de ingebouwde flitser volledig.
De flitsinstelling selecteren
Flitsinstelling Functie
De camera meet automatisch het omgevingslicht en de ingebouwde flitser klapt uit. Indien nodig klapt de flitser automatisch uit en flitst hij automatisch, bijvoorbeeld als u een sluitertijd gebruikt waarbij
Auto ontladen
g
Flitser aan
b
Auto + Anti Rode
i
Ogen
Flits aan + rode
D
ogen
Draadloze
r
bediening
de kans groot is dat de camera wordt bewogen of bij opnamen met tegenlicht (maar niet als s (Landschap), \ (Bewegend onderw.) of l (Nachtsnapshot) actief zijn in de stand H (Scène)). De flitser kan worden uitgeklapt zonder af te gaan als de camera constateert dat flitsen niet nodig is.
Hiermee flitst u handmatig. De flitser werkt alleen wanneer deze is uitgeklapt.
Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser automatisch afgaat.
Hiermee flitst u handmatig. Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser afgaat.
U kunt u speciale externe flitser synchroniseren (AF540FGZ of AF360FGZ) zonder synchronisatiesnoer.
65
3
Basisbediening
0 . 0
Flits instell ing Auto ontlade n
O K
e_kb464_84percent.book Page 66 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
66
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2
Selecteer een flitsinstelling met
3
Basisbediening
de vierwegbesturing (45).
Draai aan de e-knop voor flitsbelichtings­correctie. (p.70) Wanneer de functiekiezer is ingesteld op e, K, b, c of a, worden g en i grijs weergegeven en kunt u ze niet selecteren.
3
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Auto ontladen
Auto ontladen
0.0
0.0
OK
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 67 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Automatisch flitsen gebruiken g, i (automatisch uitklappen van de flitser)
1
Zet de functiekiezer op H, I, =, q of ..
De flitser wordt uitgeschakeld als u A (Nachtopname), K (Zonsondergang),
n (Podiumbelichting), m (Kaarslicht) of E (Museum) selecteert in de stand H (Scène). De flitser klapt niet automatisch uit bij selectie van l (Nachtsnapshot) in de stand H (Scène).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De ingebouwde flitser klapt indien nodig uit en wordt opgeladen. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, verschijnt b in de zoeker. (p.28)
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
67
3
Basisbediening
4
Druk op het afgebeelde deel van de flitser om deze in te klappen.
U schakelt tussen automatisch flitsen en Flits Aan door te drukken op de knop K terwijl de ingebouwde flitser is uitgeklapt.
e_kb464_84percent.book Page 68 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
68
De stand Flits Aan gebruiken b,
1
Druk op de K knop.
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt
3
Basisbediening
opgeladen. Flits Aan wordt gebruikt ongeacht de flitsinstelling. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, wordt b weergegeven in de zoeker. (p.28)
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De flitser gaat af en de opname wordt gemaakt.
D
3
Duw de flitser omlaag om deze in te klappen.
Als de functiekiezer is ingesteld op a (Filtser UIT), klapt de ingebouwde flitser niet open, zelfs niet als u op de knop K drukt.
e_kb464_84percent.book Page 69 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Anti rode ogen gebruiken Flitser
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies. Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn. U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende maatregelen kunt u er wel iets tegen doen.
• Maak de omgeving lichter voor de opname.
• Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij wanneer u een zoomobjectief gebruikt.
• Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt.
• Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver mogelijk weg van de camera.
De functie tegen rode ogen van deze camera vermindert het rode-ogeneffect door tweemaal te flitsen. Met anti rode ogen wordt er een voorflits gegeven net voordat de sluiter ontspant. Dit vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits wordt vervolgens gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor het rode-ogeneffect afneemt. Als u de functie Anti rode ogen wilt gebruiken in de opnamefunctie of de stand H (Scène), selecteert u D of F. Stel de functie in andere standen in op F.
69
3
Basisbediening
e_kb464_84percent.book Page 70 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
70
Opnamen met daglichtsynchronisatie
Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto maakt van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van de flitser op deze manier wordt daglichtsynchronisatie genoemd. Bij daglichtsynchronisatie wordt de functie Flitser aan gebruikt.
Opnamen maken
1 Klap de flitser handmatig uit en controleer of de flitsfunctie is ingesteld
op E. (p.68)
2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen. 3 Maak een opname.
3
Basisbediening
Zonder daglichtsynchronisatie Met daglichtsynchronisatie
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
Corrigeren van de flitsintensiteit
U kunt de flits instellen in een bereik van –2.0 tot +1.0. De flitscorrectiewaarden zijn als volgt bij 1/2 LW en 1/3 LW.
Trapinterval Flitscorrectie
1/2LW
1/3LW
Stel de trapinterval in bij [1. LW-stappen] (p.105) in het menu [A Pers.instelling 1].
–2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
–2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
0 . 0
Flits instell ing Auto ontlade n
O K
e_kb464_84percent.book Page 71 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Stel de flitscorrectiewaarde in het scherm [Flitsinstelling] in met behulp van de e-knop.
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Auto ontladen
Auto ontladen
OK
OK
0.0
0.0
• Wanneer de maximale flitsopbrengst wordt overschreden indien deze is gecorrigeerd in de plusrichting (+), wordt er geen correctie toegepast.
• Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
• Flitscorrectie werkt ook bij gebruik van een externe flitsers die Automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
OK
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen
U kunt opnamen maken terwijl de flitser nog wordt opgeladen. Stel [Aan] in voor [14. Ontspant bij opladen] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78). Bij de standaardinstelling kunt u geen opnamen maken terwijl de flitser wordt opgeladen.
71
3
Basisbediening
14.
Ontspannen mogelijk tijdens opladen van ingebouwde flitser
Ontspant bij opladen
Uit Aan
e_kb464_84percent.book Page 72 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
72
Foto’s weergeven
Opnamen weergeven
U kunt opnamen weergeven op de camera.
Met de meegeleverde software PENTAX PHOTO Browser 3 kunt u opnamen weergeven op een computer. Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor meer informatie.
3
Basisbediening
1
Druk na het maken van een opname op de Q knop.
De laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de monitor. Druk tijdens weergave op de knop M om informatie weer te geven, bijvoorbeeld opnamegegevens van de weergegeven opname. Zie p.24 en p.26 voor diverse informatie over weergave.
2
Druk op de vierwegbesturing (45).
4: De vorige opname wordt weergegeven. 5: De volgende opname wordt
weergegeven.
Zie “Bediening van weergave-functies” (p.166) voor verdere bijzonderheden van de weergavefunctie.
Annul eren
Wisse n
100 - 0 0 46
OK
e_kb464_84percent.book Page 73 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamen wissen
U kunt één opname per keer wissen.
• Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist.
1
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt wissen met de vierwegbesturing (45).
73
2
Druk op de knop i.
Het scherm Wissen verschijnt.
3
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (23).
Selecteer een bestandstype dat u wilt wissen bij opnamen gemaakt in de indeling RAW+.
JPEG wissen Alleen de JPEG-opname
RAW wissen Alleen de RAW-opname
RAW+JPEG wissen
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
Zie “Meerdere opnamen wissen” (p.180) voor het wissen van meerdere opnamen in één keer.
wordt gewist.
wordt gewist.
Beide bestandstypen worden gewist.
Wissen
Annuleren
100-0046
100-0046
OK
OK
3
Basisbediening
e_kb464_84percent.book Page 74 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
74
Memo
e_kb464_84percent.book Page 75 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4 Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de e besproken.
Werken met de opnamefuncties .................................76
De juiste opnamestand kiezen ....................................80
Belichting instellen ...................................................... 85
Scherpstellen .............................................................109
Compositie, belichting en scherpstellen
beoordelen vóór opname (Digitaal voorbeeld) .......119
De functie Shake Reduction gebruiken om
het effect van camerabeweging te voorkomen .......121
Continuopnamen .......................................................130
Opnamen maken met digitale filters ........................ 132
e_kb464_84percent.book Page 76 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
76
Werken met de opnamefuncties
U kunt instellingen voor het maken van opnamen wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel en de menu’s [A Opnamemodus] en [A Pers.instelling].
Zie “De Menu’s gebruiken” (p.32) voor meer informatie over het werken met de menu’s.
Items instellen met richtingsknoppen
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2345) om de volgende instellingen
4
op te geven.
Opnamefuncties
Toets of knop Onderdeel Functie Pagina
2
3
4
5
Transportstand
Flitsinstelling Wijzigt de flitsfunctie. p.65
Witbalans
Gevoeligheid Hiermee stelt u de ISO-waarde in. p.87
Selecteert Continuopname, Zelfontspanner, Afstandsbediening of Auto Bracket.
Wijzigt de kleurbalans in overeenstemming met de kleur van de lichtbron die het onderwerp verlicht.
p.106 p.125 p.128 p.130
p.159
Alle functies die u kunt instellen met de richtingsknoppen kunt u ook wijzigen op het bedieningspaneel (p.31).
e_kb464_84percent.book Page 77 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Onderdelen van het menu Opname
In het menu [A Opnamemodus 1-3] geeft u de volgende instellingen op. Druk op de knop 3 in de opnamestand. Het [A Opnamemodus 1] wordt weergegeven.
Menu Onderdeel Functie Pagina
Aangepaste opname*
Digitaal filter* Past filtereffecten toe bij het maken van opnamen. p.132
Bestandsindeling* Stelt de bestandsindeling in. p.152
A1
JPEG-opnamepixels* Stelt de opnamegrootte in van JPEG-opnamen. p.150
JPEG kwal niveau* Stelt de opnamekwaliteit in van JPEG-opnamen. p.151
RAW-formaat
Kleurruimte Stelt het te gebruiken kleurgebied in. p.164
AF-modus* Selecteert de autofocusstand. p.111
Autom. lichtmeting*
A2
Ander schrpstpnt
Momentcontrole
Geheugen
knop Help
A3
Shake Reduction* Schakelt de functie Shake Reduction in. p.121
Inv brandp afstand
* Kan worden ingesteld op het bedieningspaneel.
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname wordt gemaakt.
Stelt de bestandsindeling in op RAW-formaat bij het maken van opnamen.
Selecteert het gedeelte van het scherm dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting.
Selecteert het gedeelte van het scherm waarop moet worden scherpgesteld.
Stelt in of Momentcontrole, histogram en de waarschuwing Licht/donker gebieden moet worden weergegeven.
Stelt in dat de instellingen worden opgeslagen wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Stelt in welke functie wordt geactiveerd als op de knop g (Help) wordt gedrukt.
Stelt de Brandpuntafstand in bij het gebruik van een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven.
p.157
p.153
p.101
p.113
p.222
p.229
p.154
p.124
77
4
Opnamefuncties
e_kb464_84percent.book Page 78 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
78
Onderdelen van het menu Pers.instelling
Bepalen van de instellingen in het menu [A Pers.instelling 1-4] om optimaal te profiteren van de functies van de spiegelreflexcamera.
Menu Onderdeel Functie Pagina
1. LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen voor de belichting in. p.105
A1
4
Opnamefuncties
A2
2. Gevoeligheids­stappen
3. Bedrijftijd lichtmtr Stelt de bedrijftijd voor de belichtingsmeter in. p.103
4. AE-L met AF lock
5. Koppelt belicht.+ AF
6. Volgorde A Bracketng
7. Schaduwcorrectie
8. Witbalans instellen Schakelt de fijnafstemming van de witbalans in. p.162
9. Functie =-knop
10. AF met afstandbed.
11. Ruisonderdr lange sltrtijd
12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd
13. e-knop in Programma
14. Ontspant bij opladen
Stelt de aanpassingsstappen voor de ISO­gevoeligheid in.
Instelling voor het vastzetten van de belichtingswaarde wanneer er is scherpgesteld.
Instelling voor het koppelen van de belichtingswaarde en het AF-punt in het scherpstelkader bij meervlaksmeting.
Stelt de volgorde in voor opnamen met bracketing.
Corrigeert automatisch de gradaties van schaduwen in schaduwpartijen.
Stelt de functie in die is toegewezen aan de knop =.
Stelt in of Autofocus moet worden gebruikt bij het maken van opnamen met de afstandsbediening. De sluiter kan worden ontspannen nadat de autofocus is geactiveerd, wanneer de ontspanknop wordt bediend vanaf de afstandsbediening als de functie in de stand [Aan] staat. De sluiter kan pas worden ontspannen wanneer is scherpgesteld. Autofocus wordt niet geactiveerd bij het ontspannen van de sluiter vanaf de afstandsbediening als de functie op [Uit] staat.
Stelt in of ruisonderdrukking moet worden gebruikt bij opnamen met een lange sluitertijd.
Stelt in of ruis moet worden onderdrukt bij hoge ISO-waarden. U kunt kiezen uit drie niveaus.
Stelt in of [Prog. instellen] moet worden gebruikt voor de e-knop in de stand e (Programma).
Stelt de mogelijkheid in om de sluiter te ontspannen terwijl de ingebouwde flitser nog bezig is met opladen.
p.87
p.115
p.103
p.106
p.105 p.110
p.129
p.89
p.89
p.92
p.71
e_kb464_84percent.book Page 79 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Menu Onderdeel Functie Pagina
15. Draadloos flitsen
16. Wtbalans ongewijzigd
17. Gevoeligheid weergeven
A3
18. Catch-in focus
19. Diafragmaring gebruiken
20. Aan-/uitlampje Wijzigt de helderheid van het aan-/uitlampje. p.227
21. Weergave statusscherm
Reset pers.
A4
instellingen
Stelt de functie in van de ingebouwde flitser bij draadloos flitsen.
Stelt in of witbalans moet worden ingesteld op [Flitser] als de flitser wordt gebruikt.
Stelt in of in de zoeker het aantal beschikbare opnamen dan wel de gevoeligheid moet worden weergegeven.
Indien ingesteld op [Aan], terwijl de AF-modus is ingesteld op f of l en een handmatig objectief is gemonteerd, kunnen catch-in focus opnamen worden gemaakt en wordt de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat is scherpgesteld op het onderwerp.
Instelling voor het inschakelen van de ontspanknop wanneer de diafragmaring in een andere positie staat dan s.
Stelt in of het statusscherm voortdurend moet worden weergegeven op de monitor.
Herstelt alle standaardinstellingen van het menu [A Pers.instelling 1-3].
p.144
p.160
p.118
p.241
p.221
p.233
79
4
Opnamefuncties
e_kb464_84percent.book Page 80 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
80
De juiste opnamestand kiezen
U kunt een opnamestand kiezen door een pictogram op de functiekiezer tegenover het indexstreepje te zetten.
4
Opnamefuncties
Functie-indicatie
De e is uitgerust met verschillende opnamefuncties, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. In deze handleiding wordt als volgt naar opnamestanden verwezen.
I (Autom. opname)/ = (Portret)/ s (Landschap)/
Picture-functie
H (Scène)
Belichtingsfunctie
q (Macro)/ \ (Bewegend onderw.)/ . (Portret bij nacht)/ a (Filtser UIT)
A (Nachtopname)/ Q (Strand & sneeuw)/ K (Eten & drinken)/
K (Zonsondergang)/ n (Podiumbelichting)/ R (Kinderen)/ Y (Huisdier)/ m (Kaarslicht)/ E (Museum)/ l (Nachtsnapshot)
e (Programma)/ K (Gevoeligheidsvoorkeuze)/ b (Sluitertijdvoorkeuze)/ c (Diafragmavoorkeuze)/ a (Handmatig)
e_kb464_84percent.book Page 81 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamefunctie
Selecteer = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht) of a (Filtser UIT) met de functiekiezer als een opname niet naar wens wordt gemaakt in de stand I (Autom. opname). De standen hebben de volgende kenmerken.
Stand Kenmerken
I (Autom. opname)
(Portret) Optimaal voor het maken van portretfoto’s.
=
(Landschap)
s
(Macro)
q
(Bewegend onderw.)
\
(Portret bij nacht)
.
(Filtser UIT)
a
De optimale opnamestand wordt automatisch geselecteerd uit de standen Portret, Landschap, Macro, Bewegend onderwerp en Portret bij nacht, of Normaal (standaardinstellingen).
Verdiept het scherpstelbereik, benadrukt kleuren en verzadiging van bomen en lucht en zorgt voor scherpe opnamen.
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van bloemen en andere kleine onderwerpen op korte afstand.
Hiermee kunt u scherpe opnamen maken van een snel bewegend onderwerp, bijvoorbeeld bij een sportevenement.
Hiermee kunt u opnamen van mensen tegen een nachtelijke achtergrond of tijdens de schemering.
De flitser is uitgeschakeld. Andere instellingen zijn gelijk aan Normaal in I.
81
4
Opnamefuncties
In de stand . zal de camera, ook al wordt de flitser wel gebruikt, lange sluitertijden gebruiken zodat de achtergrond buiten het bereik van de flitser ook correct belicht op de opname komt (1 Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken (p.136)). Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
e_kb464_84percent.book Page 82 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
82
H-stand
Als u de functiekiezer op de stand H (Scène) zet, kunt u kiezen uit de volgende tien opnamescènes.
Stand Kenmerken
A (Nachtopname)
Q (Strand & sneeuw)
K (Eten & drinken)
K (Zonsondergang)
4
Opnamefuncties
n (Podiumbelichting)
R (Kinderen)
Y (Huisdier) Voor opnamen van bewegende huisdieren.
m (Kaarslicht) Voor opnamen bij kaarslicht.
E (Museum) Voor opnamen op plaatsen waar flitsen verboden is.
l (Nachtsnapshot) Voor opnamen onder slechte belichtingsomstandigheden.
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief o.i.d om beweging te voorkomen.
Voor opnamen van verblindende achtergronden, zoals besneeuwde bergen.
Opnamen van voedsel. Hoge kleurverzadiging voor aantrekkelijke weergave.
Voor opnamen van zonsopgang of zonsondergang in mooie kleuren.
Voor opnamen van bewegende onderwerpen onder slechte belichtingsomstandigheden.
Voor spelende kinderen. Geeft de huidtint gezond en helder weer.
De flitser wordt uitgeschakeld in de opnamestanden A, K, n, m en E. Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Een opnamescène selecteren
1
Zet de functiekiezer op H.
Het statusscherm van de stand Scène wordt weergegeven.
OFF
Scène Nacht opname
OFF
Voor nachto pnamen Gebru ik stat ief o.i .d om beweg ing te voorkom en
Q
RRZ
l
Annul .
OK
e_kb464_84percent.book Page 83 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
Druk op de knop 4.
Op het bedieningspaneel wordt het pictogram van de op dat moment geselecteerde opnamestand weergegeven.
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een scène wordt weergegeven.
4
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) de gewenste scène.
151/
F
4.0
OK
Scène Nachtopname
SCN
OFF
OFF
Nachtopname
Q
AWB
AF.S
JPEG
AWB
AF.A
JPEG
ISO AUTO
10 M
ISO
AUTO
10 M
123
1600
1600
83
4
Opnamefuncties
5
Z
Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen
MENU
Annul.
OK
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
• Als u op de knop 3 drukt terwijl de functiekiezer in de stand H (Scène) staat, wordt het menu [H Scène] weergegeven. U kunt de scène selecteren in het menu [H Scène].
• In de standen n en l is het aantal opnamepixels vast ingesteld op i en kan het langer duren om opnamen op te slaan.
Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen
MENU
Nachtopname
Einde
l
OK
e_kb464_84percent.book Page 84 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
84
Belichtingsfunctie
Gebruik de belichtingsfuncties om de gevoeligheid, de sluitertijd en het diafragma aan te passen, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie.
Stand Kenmerken
e (Programma)
K (Gevoeligheidsvoorkeuze)
4
Opnamefuncties
b (Sluitertijdvoorkeuze)
c (Diafragmavoorkeuze)
a (Handmatig)
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor de juiste belichting in overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
Een sluitertijd kiezen voor het bevriezen of juist benadrukken van bewegingen van het onderwerp. Maak opnamen van snelbewegende onderwerpen die lijken stil te staan of onderwerpen die lijken te bewegen.
Instelling van het gewenste diafragma voor controle over de scherptediepte. Gebruik deze instelling voor een onscherpe of scherpe achtergrond.
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
Pagina
p.89
e_kb464_84percent.book Page 85 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Belichting instellen
Effect van diafragma en sluitertijd
De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie van sluitertijd en diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijd-diafragmacombinaties mogelijk, die telkens weer een ander resultaat opleveren.
Effect van sluitertijd
Met het wijzigen van de sluitertijd kunt u bepalen hoe tijd wordt uitgedrukt in de opnamen die u maakt. In tegenstelling tot het beeld dat het blote oog vangt, kan in een opname een fractie van een seconde, maar ook een heel tijdsverloop worden vastgelegd, zodat de opname een heel andere uitstraling krijgt. Gebruik van de functie b (Sluitertijdvoorkeuze).
Een langere sluitertijd kiezen
Als het onderwerp beweegt, wordt de opname onscherp omdat de sluiter langer open blijft. Het is mogelijk het effect van beweging (bijvoorbeeld een rivier, een waterval of golven) te verbeteren door met opzet een langere sluitertijd te kiezen.
Een kortere sluitertijd kiezen
Bij keuze van een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp worden bevroren. Een kortere sluitertijd helpt camerabeweging te voorkomen.
85
4
Opnamefuncties
Effect van diafragma
Met het wijzigen van het diafragma bepaalt u de diepte van het gebied dat op een opname scherp wordt weergegeven (de scherptediepte). Door scherp te stellen op een punt dat u wilt benadrukken, of juist scherp te stellen op een groot gebied, kunt u grote invloed uitoefenen op de uitstraling van de opname. Gebruik van de functie c (Diafragmavoorkeuze).
e_kb464_84percent.book Page 86 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
86
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen)
Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn dan het onderwerp waarop is scherpgesteld, worden minder scherp. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschaps­achtergrond met een grote diafragmaopening, wordt het landschap voor en achter de bloem onscherp, waardoor alleen de bloem wordt geaccentueerd.
Het diafragma sluiten (diafragmawaarde verhogen)
Het scherptegebied neemt zowel dichtbij als veraf toe. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschapsachtergrond met een kleine diafragmaopening, is ook het landschap voor en achter de bloem scherp.
4
Opnamefuncties
Diafragma en Scherptediepte
De volgende tabel laat zien hoe de instelling voor diafragma van invloed is op de scherptediepte. De scherptediepte is ook afhankelijk van het gebruikte objectief en de afstand tot het onderwerp.
Diafragma
Scherptediepte Klein Groot
Scherptegebied Smal Groothoek
Brandpuntsafstand objectief
Afstand tot onderwerp
Open
(kleinere waarde)
Langer
(Tele-opname)
Dichtbij Veraf
Dicht
(grotere waarde)
Korter
(Groothoek)
• De scherptediepte van de e is afhankelijk van het objectief.
Maar vergeleken met een kleinbeeldcamera kunt u ongeveer één diafragmawaarde lager gebruiken (het scherpstelbereik wordt kleiner).
• Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het onderwerp is, hoe groter de scherptediepte (sommige zoomobjectieven hebben geen schaal voor de scherptediepte vanwege hun bouwwijze).
D-Ran ge
Gevoe ligheid
OK
AUTO
AUTO
100
100-8 00
200 400 800
1600 3200
e_kb464_84percent.book Page 87 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Gevoeligheid instellen
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [AUTO] of tussen ISO 100 en 3200. De standaardinstelling is [AUTO].
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Gevoeligheid] wordt weergegeven.
2
Selecteer de ISO-waarde voor gevoeligheid met de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Gevoeligheid
100-800
AUTO
D-Range
AUTO
100 200 400
800 1600 3200
OK
87
4
Opnamefuncties
OK
• [Gevoeligheid] kan niet worden gebruikt om de gevoeligheid in te stellen als de
belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze). Draai bij weergave van het statusscherm aan de e-knop om de instelling op te geven. (p.92)
• Bij selectie van de standen n (Podiumbelichting) of l (Nachtsnapshot) in de stand
H (Scène), wordt de gevoeligheid ingesteld op AUTO (200-3200) en is Dynamisch bereik uitbreiden (p.88) altijd ingeschakeld.
• Bij een hogere gevoeligheidsinstelling kunnen opnamen meer ruis vertonen. U kunt ruis terugdringen met het instellen van [12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd] in het menu [A Pers.instelling 2]. (p.89)
• U kunt instellen of de ISO-gevoeligheid moet worden vergrendeld met stappen van 1 LW of moet worden gecoördineerd met de LW-stappen (p.105) in [2 Gevoeligheidsstappen] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.78).
D-Ran ge
D-Range
200%
Gevoe ligheid
OK
AUTO
AUTO
200-8 00
200 400
800 1600 3200
e_kb464_84percent.book Page 88 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
88
Het bereik voor automatische correctie instellen bij AUTO
Stel het bereik in voor automatische correctie van de gevoeligheid wanneer Gevoeligheid is ingesteld op [AUTO]. De gevoeligheid wordt standaard automatisch gecorrigeerd binnen het bereik [ISO 100-800].
Draai aan de e-knop om de bovengrens in te stellen in het scherm [Gevoeligheid].
Wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Handmatig), kan de gevoeligheid niet worden ingesteld op [AUTO].
De gevoeligheid controleren in de opnamestand
Druk op de knop 4 in de opnamestand. De ingestelde gevoeligheid wordt weergegeven in de zoeker.
4
Opnamefuncties
U kunt het aantal beschikbare opnamen weergeven door op de knop 4 te drukken als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze).
Het dynamisch bereik uitbreiden
Het dynamisch bereik is het getal waarmee het lichtniveau wordt aangeduid dat door de CCD-pixels wordt uitgedrukt van lichte tot donkere gebieden. Hoe groter het getal, des te beter wordt het hele bereik tussen licht en donker weergegeven op de opname. Met behulp van de functie Dynamisch bereik uitbreiden kunt u het lichtniveau dat door de CCD-pixels wordt uitgedrukt uitbreiden, zodat heldere gebieden minder gemakkelijk voorkomen op de opname. Druk op de knop mc in het scherm [Gevoeligheid] om de functie in en uit te schakelen. Bij inschakeling wordt het dynamisch bereik uitgebreid tot 200%. Het gevoeligheidsbereik wordt gereduceerd tot het bereik tussen ISO 200 en 3200.
AUTO
Gevoeligheid
200-800
AUTO
D-Range
200%
D-Range
200 400
800 1600 3200
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 89 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Ruisonderdrukking
Als u met een digitale camera een opname maakt met een lange sluitertijd of bij een hoge gevoeligheid, ontstaat ruis (korrel of oneffenheid) op de afbeelding. U kunt ruis terugdringen met behulp van Ruisonderdrukking. Het duurt langer om opnamen op te slaan die worden gemaakt met ruisonderdrukking.
Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd
Onderdrukt ruis bij lange belichtingstijden. Maak een keuze uit [Aan] of [Uit] voor [11. Ruisonderdr lange sltrtijd] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78).
Ruisonderdrukking bij hoge ISO-waarde
Onderdrukt ruis bij hoge (ISO-)waarden voor Gevoeligheid. Maak een keuze uit [Uit], [Minimaal], [Zwak] of [Sterk] voor [12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78).
De belichtingsfunctie wijzigen
Deze camera heeft de volgende vijf belichtingsfuncties. Bij elke belichtingsfunctie zijn de volgende instellingen mogelijk.
89
4
Opnamefuncties
Belichtings-
functie
e
(Programma)
K
(Gevoelig-
heidsvoorkeuze)
b
(Sluitertijd-
voorkeuze)
Beschrijving
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor de juiste belichting in overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van bewegende onderwerpen.
Belichtings-
correctie
Ja #* #* Ja p.90
Ja Nee Nee
Ja Ja Nee Ja p.94
Sluitertijd
wijzigen
Diafragma
wijzigen
Gevoelig-
heid
wijzigen
Anders
dan Auto
P.
p.92
e_kb464_84percent.book Page 90 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
90
Belichtings-
functie
c
(Diafragma-
voorkeuze)
a
(Handmatig)
* Bij [13. e-knop in Programma] in het menu [A Pers.instelling 2] kunt u instellen dat sluitertijd
en diafragma kunnen worden gewijzigd met de e-knop. (p.92)
Gebruik van de functie e (Programma)
4
Opnamefuncties
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld
Beschrijving
Instelling van het diafragma voor controle over de scherptediepte.
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting. Wijzig met de e-knop de sluitertijd en het diafragma onder handhaving van de juiste belichting (p.92).
Belichtings-
correctie
Ja Nee Ja Ja p.96
Nee Ja Ja
Sluitertijd
wijzigen
Diafragma
wijzigen
Gevoelig-
heid
wijzigen
Anders
dan Auto
P.
p.98
1
Zet de functiekiezer op e.
OFF
e_kb464_84percent.book Page 91 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
Draai, terwijl u de knop mc indrukt, aan de e-knop om de belichting te wijzigen.
De belichtingscorrectie wordt weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
De sluitertijd en diafragmawaarde worden ook weergegeven terwijl u de belichting wijzigt.
OK
91
P
ISO
AUTO
10 M
123
+1.5
400
4
Opnamefuncties
901/
F
4.0
E
AWB
AF.A
OFF
JPEG
Belichtingscorrectie
• Stel de belichtingscorrectie in in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW. Instellen bij [1. LW-
stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]. (p.87)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
e_kb464_84percent.book Page 92 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
92
e-stand en e-knop
U kunt instellen wat er gebeurt als u aan de e-knop draait in de stand e (Programma). Instellen bij [13. e-knop in Programma] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78).
1
2
Uit
Prog. instellen
De K (Gevoeligheidsvoorkeuze) gebruiken
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van de belichting van het onderwerp. Sluitertijd en diafragma worden automatisch ingesteld overeenkomstig
4
de ingestelde gevoeligheid voor een juiste belichting.
Opnamefuncties
1
Zet de functiekiezer op K.
Uitschakelen van bediening via e-knop als Programma Automatische belichting is ingesteld.
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast voor een juiste belichting.
2
Draai aan de e-knop en pas de gevoeligheid aan.
OFF
e_kb464_84percent.book Page 93 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Sluitertijd, diafragmawaarde en gevoeligheid worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
• U kunt de gevoeligheid instellen op waarden die overeenkomen met ISO 100 tot ISO 3200. [AUTO] is niet beschikbaar.
• Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.104)
• Stel de gevoeligheid in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105)
• U kunt de gevoeligheid niet instellen in het scherm [Gevoeligheid].
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
Sv
OK
ISO
10 M
123
0.0
100
30
1/
F
4.5
OFF
AWB
AF.A
JPEG
E
93
4
Opnamefuncties
OFF
e_kb464_84percent.book Page 94 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
94
De b (Sluitertijdvoorkeuze) gebruiken
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van de beweging van bewegende onderwerpen. Bij het maken van opnamen van snel bewegende onderwerpen kunt u met een kortere sluitertijd het onderwerp bevriezen en met een langere sluitertijd de beweging van het onderwerp laten zien. Op basis van de sluitertijd wordt de diafragmawaarde automatisch ingesteld voor de juiste belichting.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.85)
1
Zet de functiekiezer op b.
4
Opnamefuncties
2
Draai aan de e-knop om de sluitertijd te wijzigen.
U kunt een sluitertijd instellen in het bereik 1/4000 - 30 seconden.
Sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
Tv
OK
ISO
10 M
123
0.0
400
601/
F
5.6
OFF
AWB
AF.A
JPEG
E
e_kb464_84percent.book Page 95 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
• Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.104)
• Stel de sluitertijd in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]. (p.87)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, begint de diafragmawaarde te knipperen in de zoeker. Is het onderwerp te licht, kies dan een kortere sluitertijd. Bij een te donker onderwerp kiest u een langere sluitertijd. Wanneer de diafragmawaarde ophoudt met knipperen, kunt u een opname maken met de juiste belichting. Gebruik een optioneel ND-fliter (Neutral Density) als het onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
95
4
Opnamefuncties
OFF
e_kb464_84percent.book Page 96 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
96
De c (Diafragmavoorkeuze) gebruiken
Stel het diafragma in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen. De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker) wanneer het diafragma op een hoge waarde wordt ingesteld. De scherptediepte is kleiner (voorgrond en achtergrond zijn vager) wanneer het diafragma op een lagere waarde wordt ingesteld. Aan de hand van de diafragmawaarde wordt de sluitertijd automatisch op de juiste belichting ingesteld.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.85)
1
Zet de functiekiezer op c.
4
Opnamefuncties
2
Draai aan de e-knop en pas de diafragmawaarde aan.
Sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
Av
OK
ISO
10 M
123
0.0
400
301/
F
4.5
OFF
AWB
AF.A
JPEG
E
e_kb464_84percent.book Page 97 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
• Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.104)
• Stel het diafragma in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105)
• Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]. (p.87)
• Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker is, knippert de sluitertijd in de zoeker. Is het onderwerp te licht, kies dan een kleiner diafragma (hogere waarde). Is het onderwerp te donker, kies dan een groter diafragma (lagere waarde). Zodra het knipperen ophoudt, kunt u de opname maken bij de juiste belichting. Gebruik een optioneel ND-fliter (Neutral Density) als het onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
97
4
Opnamefuncties
e_kb464_84percent.book Page 98 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
98
a (Handmatige belichting) gebruiken
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen. Dit is een geschikte belichtingsfunctie wanneer u diverse opnamen met dezelfde instellingen voor sluitertijd en diafragma wilt maken of met opzet onderbelichte (donkerdere) of overbelichte (lichtere) foto’s wilt maken.
1 Effect van diafragma en sluitertijd (p.85)
1
Zet de functiekiezer op a.
4
Opnamefuncties
2
Draai aan de e-knop om de sluitertijd te wijzigen.
3
Draai aan de e-knop terwijl u de knop mc indrukt en wijzig het diafragma.
Loading...