PANASONIC DMC-TZ8, DMC-TZ9, DMC-TZ10 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
voor geavanceerde kenmerken
Digitale Camera
Model Nr. DMC-TZ10
DMC-TZ9 DMC-TZ8
Gelieve deze gebruiksaanwijzing volledig door te lezen alvorens dit
apparaat in gebruik te nemen.
VQT2R28
Beknopte handleiding Inhoudsopgave
De batterij is niet opgeladen wanneer de camera wordt geleverd. Laad vóór gebruik de batterij op en stel de klok in.
Als u de kaart (los verkocht) niet gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen (16).
Laad de batterij op.
Plaats de batterij en de kaart in de camera.
Schakel de camera in
Zet de opname/weergave­schakelaar op
Zet de modusknop op
Druk op de ontspanknop en maak foto’s.
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
Bij het afspelen van de foto’s
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
1. Zet de opname/ weergave-schakelaar
.
op
2. Selecteer de foto die u wilt bekijken.
Vorige Volgende
Voordat u de camera gaat gebruiken
Voordat u de camera gaat gebruiken ... 6
Lees eerst dit .................................................6
Schade, defecten en storingen voorkomen...7
Gps-functie
...............................................8
Standaardaccessoires .......................... 8
Namen van onderdelen
Cursorknop ....................................................9
................. 9
Namen van onderdelen ......... 10
Cursorknop ..................................................10
Voorbereidingen
Batterij opladen ................................... 11
Richtlijnen voor het aantal foto’s dan kan
worden gemaakt en de opnametijd .............12
De kaart (optioneel)/
de batterij plaatsen en verwijderen.... 14
Gebruik van de DC coupler (optioneel)
in plaats van de batterij ...............................15
Bestemming voor het opslaan van foto’s
(kaarten en ingebouwd geheugen) .............16
Resterende batterij- en geheugencapaciteit ...
De klok instellen .......................... 17
Klokinstelling wijzigen .................................18
De klok instellen .................... 19
Het menu instellen............................... 20
Menutype ....................................................21
Gebruik van het menu [SET-UP]....22
[KLOKINST.]/ [TOON]/ [VOLUME]/
[GEH VOORK INST] ..............................22
[LCD MODE]/ [BEELDGROOTTE]/
[RICHTLIJNEN]/ [HISTOGRAM] .......23
[OPN.GEBIED] /
[BESPARING] ........................................24
[AUTO REVIEW]/ [ZOOMOVERZ.]/
[NR. RESET]..........................................25
[RESETTEN]/ [USB MODE]/
[VIDEO UIT]/ [TV-ASPECT] ..............26
[HDMI-FUNCTIE] /
[VIERA Link] .........................27
[VERSIE DISP.]/ [FORMATEREN]/
[TAAL] ....................................................28
[DEMOFUNCTIE] .................................29
16
Standaardbediening
Basisbediening voor het fotograferen
....................................................... 30
Foto’s maken ...............................................30
Bewegende beelden opnemen ...................30
De camera vasthouden ...............................31
Modusknop ..................................................31
Basisbediening voor het fotograferen
.................................................. 32
Foto’s maken ...............................................32
Films opnemen (alleen de
De camera vasthouden ...............................33
Modusknop ..................................................33
Foto’s nemen met automatische
instellingen ........................................... 34
Vrolijke kleuren ............................................36
Gezichtsdetectie en gezichtsherkenning .....36
[TRACKING AF] ..........................................36
Foto’s maken met uw eigen
instellingen ........................................... 37
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Richtingwaarnemingsfunctie .......................38
Foto’s maken met zoom ...................... 39
[i.ZOOM] ......................................................41
Easy Zoom
..................................42
[DIG. ZOOM]..........................................43
Uw foto’s bekijken
[NORMAAL AFSP.] ............................... 44
Foto’s verwijderen ............................... 45
Meerdere (maximaal 50) of
alle foto’s verwijderen ..................................45
) ...................32
..38
Inhoudsopgave (vervolg)
Toepassingen (Fotograferen)
Weergave informatie voor opname
wijzigen ................................................. 46
Fotograferen met een flitser ............... 47
Close-upfoto’s maken ......................... 49
‘Telemacro’ functie ................................49
[MACRO ZOOM].....................................50
Opstellen van de camera en uw onderwerp binnen het optimale
scherpstelbereik .................................. 51
Fotograferen met de zelfontspanner Foto’s maken met
belichtingscompensatie...................... 53
Opnemen terwijl de belichting automatisch wordt gewijzigd
([AUTO BRACKET]) ............................. 54
Fotograferen met automatisch wisselende beeldverhouding
[MULTI-ASPECT] .................................. 55
Diafragma instellen en opnemen
Modus [LENSOPENINGSPR.] ............. 56
Sluitertijd instellen en opnemen
Modus [SLUITERPRIORITEIT] ............ 57
Diafragma en sluitertijd instellen en opnemen Modus [HANDM. BELICHT.]
........................ 58
Uw eigen instellingen registreren en opnemen Modus [KLANT]
[KLANT] .......................................................60
........................................ 59
[GEH VOORK INST] ............................59
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE]
[PORTRET]/ [GAVE HUID]/ [TRANSFORMEREN]/
[ZELFPORTRET] ...................................62
[LANDSCHAP]/ [PANORAMA ASSIST]/
[SPORT] ................................................63
[NACHTPORTRET]/ [NACHTL. SCHAP]/ [VOEDSEL]/
[PARTY] .................................................64
[KAARSLICHT]/ [BABY]/
[HUISDIER]/ [ZONSONDERG.] ........65
[H. GEVOELIGH.]/
[HI-SPEED BURST]...............................66
[FLITS-BURST]/ [STERRENHEMEL]
........................................ 61
... 52
..67
[VUURWERK]/ [STRAND]/ [SNEEUW]/ [LUCHTFOTO]/
[SPELDENPRIK]....................................68
[ZANDSTRAAL]/ [HOGE DYNAMIEK] [FOTO FRAME]/
[ONDER WATER] ..................................70
Veelgebruikte scènes registreren [MIJN SCN MODE]/
[MY SCENE MODE] .............................. 71
Filmen van bewegende beelden
Opnametijd op een SD-geheugenkaart van 2 GB
Filmen van bewegende beelden Modus [BEWEGEND BEELD]
[OPN. KWALITEIT] ...............................77
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie
[GEZICHT HERK.] ................................78
Gezichtsfoto’s registreren ..........................79
Informatie over geregistreerde personen
bewerken of verwijderen ............................81
Gezichtsfoto’s automatisch registreren ......82
Gevoeligheid van de herkenning instellen ..83
De opnamelocatie vastleggen met gps
....................................................... 84
[GPS-INST.] .................................................85
De vastgelegde plaatsnaaminformatie
wijzigen .......................................................87
De weergave van locatienaaminformatie
wijzigen .......................................................88
Klok instellen via gps ...................................89
Nuttige functies voor op reis
[REISMODUS] ...................................... 90
[REISDATUM] ..............................90
[REISDATUM] .......................91
[LOCATIE] ...................................................92
[WERELDTIJD] ....................................93
Gebruik van het [OPNAME] menu ...... 95
[FOTO RES.]/
[OPN. KWALITEIT] ...............95
[KWALITEIT]/ [ASPECTRATIO]/
[SLIMME ISO] .......................................96
[GEVOELIGHEID].................................97
[WITBALANS] ....................................... 98
[GEZICHT HERK.]/ [AF MODE] ......99
[PRE AF]/ [MEETFUNCTIE] ..........101
[I. EXPOSURE]/
[KORTE SLUITERT.] ..........................102
...69
... 72
...74
... 76
[BURSTFUNCTIE]/ [I.RESOLUTIE] [DIG. ZOOM]/ [CONTINU AF] /
[KLEUR EFFECT] ...............................104
[FOTO INST.]/ [STABILISATIE] .....105
[AUDIO OPNAME]/ [AF ASS. LAMP]/
[RODE-OGEN CORR] ........................106
[KLOKINST.] .......................................107
...103
Gebruik van het [BEWEGEND BEELD]
menu ........................................... 108
[OPNAMEFUNCTIE]/
[OPN. KWALITEIT] .............................108
[CONTINU AF]/ [WINDREDUCTIE]
...109
Prikbordfoto’s maken/bekijken
[PRIKBORD] functie .......................... 110
Prikbordfoto’s maken ................................110
Prikbordfoto’s bekijken .............................110
Zoommarkering ......................................... 111
Menu [PRIKBORD] .................................. 111
Gebruik van het Quick-menu............ 112
Tekst invoeren ................................... 113
Toepassingen (Bekijken)
Bekijken als lijst (Meerdere afspelen /
Kalender afspelen) ............................ 114
Films/foto’s met geluid bekijken Foto’s maken op basis van films ... Films splitsen
............................ 117
Verschillende afspeelmethoden
[AFSPEELFUNCTIE] .......................... 118
[DIASHOW].........................................119
[MODE PLAY] ............................120
[GPS-GEBIED AFSP.] ............... 121
[REIS AFSPELEN] .............................. 122
[CATEGOR. AFSP.] ............................124
[FAVORIET AFSP.]..............................125
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
[KALENDER]/ [TITEL BEW.] ......... 126
[BEWERK PLAATSNAAM] /
[SPLITS VIDEO] .................................127
[TEKST AFDR.] ...................................128
[NW. RS.] ............................................130
[BIJSNIJD.]/ [LEVELING] ..............131
.......
... 126
115 116
[ASPECT CONV.]/
[LCD ROTEREN] ................................132
[FAVORIETEN] ...................................133
[PRINT INST.] .....................................134
[BEVEILIGEN] ....................................135
[GEZ.HERK. BEW.] ............................136
[KOPIE] ...............................................137
Aansluiten op andere apparatuur
De opgenomen foto’s en films
bewaren ............................................. 138
Weergavebeelden kopiëren via
AV-kabels .................................................138
Kopieer de beelden met
‘PHOTOfunSTUDIO’ naar uw computer ....139
Gebruik met computer ......................140
Kopiëren van foto’s en filmbeelden ..........141
Afdrukken ........................................... 144
Meerdere foto’s afdrukken ........................145
Afdrukken met datum en tekst ..................145
Afdrukinstellingen opgeven op de camera
...146
Foto’s op tv bekijken ......................... 147
Beelden weergeven op een TV met HDMI-aansluitbus VIERA Link (HDMI) (HDAVI Control™)
..................................................149
.....................148
Diversen
Lijst met symbolen op de lcd-
schermen............................................ 152
Tijdens het opnemen .................................152
Bij het afspelen ..........................................153
Weergave berichten ..........................154
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen .......................... 156
Waarschuwingen en opmerkingen
tijdens gebruik ................................... 163
Gebruiksrechtovereenkomst voor de locatienaamgegevens
Capaciteit/tijd voor het opnemen van
foto’s ........................................... 174
Capaciteit/tijd voor het opnemen van foto’s
..................................... 176
......................165
Kenmerken lcd-scherm
Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen storing.Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart.
Handgreepgebied
Temperatuur van het apparaat
Het oppervlak van de camera (vooral de greep enzovoort), de batterij en de geheugenkaart kunnen warm worden tijdens gebruik. Dit veroorzaakt geen problemen met de prestaties of de kwaliteit van de camera.
Deze handleiding bevat de bedieningsaanwijzingen voor de DMC-TZ10/DMC-TZ9/DMC-TZ8. Het uiterlijk, de specificaties en de schermaanduidingen kunnen verschillen van model tot model. De beschrijvingen in deze handleiding zijn over het algemeen gebaseerd op de DMC-TZ10. Details voor de functies die per model verschillend zijn worden aangegeven met een symbooltje in de kop van de paragraaf of aan het eind van de beschrijving e.d.
(Bijvoorbeeld) Functies die alleen gelden voor de DMC-TZ10: Functies die alleen gelden voor de DMC-TZ9: Functies die alleen gelden voor de DMC-TZ8:
Voordat u de camera gaat gebruiken
Lees eerst dit Schade, defecten en storingen voorkomen
Maak eerst een testopname!
Controleer eerst of u met succes foto’s kunt maken en geluiden kunt opnemen (bewegende beelden/foto’s met geluid).
We keren geen vergoedingen uit voor mislukte/verloren geraakte opnamen of voor directe/indirecte schade.
Panasonic keert geen schadevergoeding uit, zelfs niet als de schade wordt veroorzaakt door storingen met de camera of de kaart.
Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht.
Het opnemen van voorgeregistreerde banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht zijn. Zelfs voor privé-gebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
Sommige foto’s kunnen niet worden afgespeeld
• Foto’s die op een computer zijn bewerkt
• Foto’s die op een andere camera zijn gemaakt of bewerkt (Foto’s die op deze camera zijn gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet altijd op andere camera’s worden afgespeeld)
Software op de bijgeleverde cd-rom
De volgende bewerkingen zijn niet toegestaan:
• Kopieën maken van de software voor verkoop of verhuur
• De software kopiëren naar netwerken
Voorkom schokken, trillingen en druk
• Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet zitten met de camera in uw zak. (Bevestig het polsbandje om te voorkomen dat de camera valt. Hang geen andere voorwerpen dan het bijgeleverde polsbandje aan de camera, want die kunnen er teveel druk op uitoefenen.)
• Druk niet op de lens of op het lcd­scherm.
Zorg dat de camera niet nat wordt en steek geen vreemde voorwerpen in de camera. Deze camera is niet waterdicht.
• Stel de camera niet bloot aan water, regen of zeewater. (Veeg de camera als deze nat is, met een zachte, droge doek af. Wring de doek eerst grondig uit wanneer de camera nat is door zeewater enzovoort)
• Stel de lens en de behuizing niet bloot aan stof of zand, en zorg dat er geen vloeistoffen naar binnen lekken via openingen rond knoppen.
Voorkom condens als gevolg van plotselinge veranderingen in temperatuur en vochtigheid.
• Leg wanneer u naar een plaats gaat met een andere temperatuur of vochtigheid, de camera in een plastic zak en laat deze zich aan de omstandigheden aanpassen voordat u deze gebruikt.
• Schakel wanneer de lens beslaat, de stroom uit en wacht twee uur totdat de camera zich aan de omstandigheden heeft aangepast.
• Als het lcd-scherm beslaat, veegt u dit af met een zachte, droge doek.
Lens
• Wanneer de lens vuil is De beelden kunnen enigszins wit lijken als de lens vuil is (vingerafdrukken enzovoort). Schakel de camera in, houd de uitgeschoven lensbuis met uw vingers vast en veeg het lensoppervlak voorzichtig af met een zachte, droge doek.
• Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht.
ON/OFF-schakelaar camera
Raak de lensopening niet aan, want hierdoor kan uw camera beschadigd raken. Wees voorzichtig als u de camera uit de tas haalt, enzovoort.
Gebruik van een driepoot- of eenpootstatief
• Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.)
• Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
Transport van de camera
Schakel de stroom uit.
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik’ (163).
Voordat u de camera gaat
Cursorknop
Oogje voor polsbandje
gebruiken (vervolg)
Gps-functie
Locatienaaminformatie van de camera
Lees voordat u de camera in gebruik neemt “Gebruiksrechtovereenkomst voor de locatienaamgegevens”. (165)
De gps-functie kan zelfs worden gebruikt als de camera uit is.
Wanneer [GPS-INST.] op [ON] staat, werkt de gps-functie en wordt uw huidige positie regelmatig gecontroleerd, zelfs als de camera UIT is.
Wanneer u de camera uitschakelt in een vliegtuig, ziekenhuis of op een andere locatie waar gps-systemen niet zijn toegestaan, zet u [GPS-INST.] op of [OFF]. (85)
• Wanneer [GPS-INST.] op [ON] staat, zal de batterij leeg raken, zelfs als de camera is uitgeschakeld.
Informatie over de opnamelocatie
Namen van opnamelocaties en oriëntatiepunten (zoals namen van gebouwen) zijn bijgewerkt tot en met februari
2010. Deze worden daarna niet bijgewerkt.
• Afhankelijk van het land of het gebied kunnen er weinig namen van locaties en oriëntatiepunten beschikbaar zijn.
Positionering
Omdat de posities van de gps-satellieten continu veranderen, afhankelijk van de opnamelocatie en –omstandigheden, is het niet altijd mogelijk deze satellieten nauwkeurig te positioneren of kunnen er bij de positionering afwijkingen ontstaan.
Gebruik in het buitenland
Gps werkt mogelijk niet in China of in de grensregio’s van landen die grenzen aan China. (Bijgewerkt tot en met februari 2010)
In sommige landen of regio’s kunnen regels gelden voor het gebruik van gps of aanverwante technologie. Omdat deze camera een gps-functie heeft, dient u voordat u de camera meeneemt naar het buitenland, bij de ambassade of bij uw reisbureau na te vragen of er voor het desbetreffende land beperkingen gelden met betrekking tot het invoeren van camera’s met een gps-functie.
Standaardaccessoires
Controleer of alle accessoires aanwezig zijn voordat u de camera in gebruik neemt.
De accessoires en de vormgeving
ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of de regio waar de camera is aangeschaft. Raadpleeg de standaardgebruiksaanwijzing voor meer informatie over de accessoires. De batterij wordt in de tekst
aangeduid als batterij of accu. De batterijlader wordt in de tekst
aangeduid als batterijlader of oplader. ‘PHOTOfunSTUDIO 5.1 HD Edition’
wordt geleverd bij model DMC-TZ10. ‘PHOTOfunSTUDIO 5.0’ wordt geleverd bij model DMC-TZ9/DMC­TZ8. In deze handleiding worden met ‘PHOTOfunSTUDIO’ beide versies van de software bedoeld. Verwijder de verpakking op de juiste
manier.
Optionele accessoires
• Kaarten zijn optioneel. Als u geen kaart gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen. (16)
• Overleg met uw leverancier of het dichtstbijzijnde servicecentrum als u de bijgeleverde accessoires kwijtraakt. (U kunt de accessoires los aanschaffen.)
Namen van onderdelen
ON/OFF-schakelaar camera
(17)
Ontspanknop (34) Modusknop (31) Flitser (47) Indicator voor zelfontspanner (52)/
AF-assistlampje (106)
Zoomhendel
(39)
Lensbuis
(7)
Lens
Microfoon (72, 106) Gps-antenne (84) Luidspreker (22, 115) Lcd-scherm
(6, 23, 46, 152, 158)
Opname/weergave-schakelaar
(30)
Knop [EXPOSURE]
(56, 57, 58)
Statusindicator (84) Knop [DISPLAY] (46) Q.MENU (Snelle instelmodus 112)/
verwijderen (45)
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (→20)
Linker cursortoets ()
• Zelfontspanner (52)
Omlaag-cursortoets ()
• Macro (close-up) (49)
• Autofocus vast (Autofocus­volgen) (36, 99)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een
symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
Filmopnametoets
De in deze handleiding afgebeelde illustraties en
schermen kunnen afwijken van het eigenlijke product.
Omhoog-cursortoets ()
Rechter cursortoets ()
Vrijgavehendel
Statiefaansluiting
Klepje van DC coupler
(15)
Klepje voor kaart/batterij (14)
(72)
• Belichtingscompensatie (53)
• Auto bracket belichtingsdrieluik (54)
• Multi-aspect verhoudingsdrieluik (55)
• Witbalans-fijnregeling (98)
• Flitser (47)
(→14)
We raden u aan het polsbandje te gebruiken om te voorkomen dat u de camera laat vallen.
HDMI-aansluiting
(148, 149)
[AV OUT/ DIGITAL] aansluiting
(141, 144, 147)
Voor de DMC-TZ9/DMC-TZ8 (10)
Namen van onderdelen
Cursorknop
Oogje voor polsbandje
Oplaadlampje ([CHARGE])
Aan: de batterij wordt
opgeladen (ongeveer 130 minuten als deze helemaal leeg is)
Uit: het opladen is gereed Wanneer het lampje
knippert:
• Het opladen kan langer duren dan normaal als de batterijtemperatuur te hoog of te laag is (mogelijk kan de batterij dan niet volledig worden opgeladen).
• De aansluiting van de batterij/oplader is vuil. Reinig deze met een droge doek.
ON/OFF-schakelaar camera
(19)
Ontspanknop (34) Modusknop (33) Flitser (47) Indicator voor zelfontspanner (52)/
AF-assistlampje (106)
Zoomhendel
(39)
Microfoon
1
(76, 106)
Lensbuis
(7)
Lens
Luidspreker (22, 115)
2
Lcd-scherm
(6, 23, 46, 152, 158)
Opname/weergave-schakelaar
(32)
Knop [EXPOSURE]
(56, 57, 58)
Knop [DISPLAY] (46)
Knop [E.ZOOM] (42) Q.MENU (Snelle instelmodus 112)/ verwijderen (45)
[MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (20)
Linker cursortoets ()
• Zelfontspanner (52)
Omlaag-cursortoets ()
• Macro (close-up) (49)
Autofocus vast (Autofocus-volgen) (36, 99)
In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een symbooltje by▲▼◄►aangegeven.
Het uiterlijk, de specificaties en de schermaanduidingen kunnen verschillen van model tot model.
De bovenstaande afbeelding is van de DMC-TZ8.
De DMC-TZ9 heeft een statusindicator.
1
De DMC-TZ9 heeft een stereomicrofoon.
2
Het lcd-scherm van de DMC-TZ9 heeft een afwijkend formaat.
3
De DMC-TZ9 heeft een HDMI-aansluiting. (148, 149)
10 VQT2R28 VQT2R28 11
Voor de DMC-TZ10 (9)
Klepje voor kaart/batterij (14)
Statiefaansluiting
Klepje van DC coupler
(15)
Vrijgavehendel
We raden u aan het polsbandje te gebruiken om te voorkomen dat u de camera laat vallen.
(→14)
[AV OUT/ DIGITAL]­aansluiting
(141, 144, 147)
Omhoog-cursortoets ()
• Belichtingscompensatie (53)
• Auto bracket belichtingsdrieluik (54)
• Multi-aspect verhoudingsdrieluik (55)
• Witbalans-fijnregeling (98)
Rechter cursortoets ()
• Flitser (47)
3
Batterij opladen
Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (wordt niet opgeladen verkocht)
Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken
Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een authentieke Panasonic batterij.
• Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader.
• De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen die veilig gebruikt kunnen worden. De bijgeleverde batterij ondersteunt deze functie. De enige batterijen die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn originele Panasonic-producten en batterijen gemaakt door andere fabrikanten die zijn gecertificeerd door Panasonic. (Batterijen die deze functie niet ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Panasonic kan op geen enkele wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die zijn gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Panasonic-producten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen in de oplader en zet deze vast
Controleer of [LUMIX] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact aan
Insteektype
Batterij (afhankelijk van model)
Oplader (afhankelijk van model)
Stekkertype
• Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening open.
Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid
1
2
Batterij opladen (vervolg)
Richtlijnen voor het aantal foto’s dan kan worden gemaakt en de opnametijd
De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of [LCD MODE] regelmatig wordt gebruikt, of in koudere klimaten. Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd worden ook lager als de gps­functie actief is.
Foto’s maken
Aantal te maken foto’s
Opnametijd
Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm
• CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association].
• Modus [PROGRAM AE]
• [GPS-INST.] is ingesteld op [OFF]
• Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50% wanneer het lcd-scherm is ingeschakeld.
• Gebruik van een Panasonic SD­geheugenkaart (32 MB).
• Gebruik van de bijgeleverde batterij.
Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden – bijvoorbeeld tot ongeveer een kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden.
Films maken
Beschikbare continue opnameduur
Werkelijk beschikbare opnameduur
Opnameomstandigheden:
• Temperatuur 23°C, vochtigheid 50% • Modus [PROGRAM AE]
• [GPS-INST.] is ingesteld op [OFF]
• Instellingen voor beeldkwaliteit: [AVCHD Lite] [SH]/[MOTION JPEG] [HD]
2
Films kunnen maximaal 29 minuten en 59 seconden continu worden opgenomen. Ook nemen
films die continu zijn opgenomen in [MOTION JPEG], maximaal 2 GB ruimte in. (Voorbeeld: [8 m 20 s] met [HD]). De resterende tijd voor continuopnamen wordt op het scherm weergegeven.
3
De werkelijke tijd waarin u kunt opnemen wanneer u regelmatig de camera in- en uitschakelt,
begint en stopt met opnemen en de zoomlens gebruikt.
Foto’s bekijken
Afspeeltijd Ca. 300 minuten
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt of de beschikbare opnametijd kan enigszins variëren, afhankelijk van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
Ca. 300 foto’s Ca. 340 foto’s
Ca. 150 min Ca. 170 min
Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].)
• Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits.
1
• De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname.
De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de accu daalt.
1
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt, wordt lager wanneer u [
[AVCHD Lite(GPS OPN.)]/
2
3
[AVCHD Lite]
Ca. 100 minuten Ca. 100 minuten
Ca. 50 minuten Ca. 50 minuten
Volgens de CIPA­norm
LCD MODE
[MOTION JPEG]
] gebruikt.
De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het
batterijgebruik. Het opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt. Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm.
De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is
opgeladen. Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 35 °C).
Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker
liggen. Anders kunnen brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of door de hitte die hierdoor wordt gegenereerd. Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan.
Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe
batterij. Bij aansluiting op een stopcontact wordt de batterij-oplader in de standby-stand
geplaatst. Het primaire circuit is altijd “live” als de batterij-oplader is aangesloten op een stopcontact. We raden u af de batterij vaak op te laden.
(Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij groter worden.) Opladen
• Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij.
• Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken).
• De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal.
• Haal na het opladen de stekker van de oplader uit het stopcontact en haal de batterij uit de oplader. (verbruik maximaal 0,1 W als deze blijft aangesloten).
Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen
zijn beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken).
12 VQT2R28 VQT2R28 13
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen
hendel
Raak de aansluiting niet aan
Opgeladen batterij (controleer de richting) Kaart (controleer de richting: de aansluitpunten zijn naar het lcd-scherm gericht)
Verwijdering
Schuif voor verwijdering van de batterij:
de hendel in de richting van de pijl.
hendel in het midden
Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF.
Schuif naar de positie [OPEN] en open het deksel
Vrijgavehendel
[OPEN] [LOCK]
Schuif de batterij en de kaart volledig naar binnen
• Batterij: druk deze naar binnen tot de hendel is vergrendeld
• Geheugenkaart: druk deze naar binnen
totdat deze vastklikt
Sluit het deksel
Schuif naar de positie [LOCK].
Druk de kaart:
omlaag om deze te verwijderen.
Gebruik van de DC coupler (optioneel) in plaats van de batterij
Met de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) kunt u opnemen en afspelen zonder dat u op het batterijvermogen hoeft te letten. Schaf de netadapter en DC coupler als een set aan. Ze kunnen niet los met deze camera worden gebruikt.
Steek de DC coupler in de camera in plaats van de batterij (vorige pagina)
DC IN-
aansluiting
DC coupler
Open het klepje van de DC coupler
• Als u het klepje moeilijk open krijgt, doet u het kaart-/batterijklepje open en drukt u van binnen op het klepje van de coupler om het te openen.
Sluit de netadapter op een
Klepje van DC
coupler
Netadapter
Leg de markeringen gelijk om aan te sluiten
stopcontact aan
Sluit de netadapter op de DC IN-aansluiting van de DC coupler aan
Gebruik altijd een originele Panasonic netadapter (optioneel).
Gebruik de netadapter en de DC coupler die speciaal voor deze camera zijn bedoeld.
Door het gebruik van andere adapters of couplers kan de camera uitvallen.
Gebruik alleen Panasonic batterijen.
Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
Haal de batterij uit de camera na gebruik.
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
Als u de kaart of de batterij wilt verwijderen, schakelt u de
camera uit en wacht u tot de indicator LUMIX op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te
voorkomen dat ze deze inslikken.
Het is niet altijd mogelijk om de camera op een driepoot- of eenpootstatief te plaatsen
wanneer de DC coupler is aangesloten. Dit is afhankelijk van het type driepoot- of eenpootstatief. De camera kan niet rechtop worden gezet wanneer de netadapter is aangesloten. Als u
de camera op een oppervlak laat liggen tijdens uw werk, wordt het aanbevolen deze op een zachte doek te leggen. Wanneer de netadapter is aangesloten, dient u deze altijd te verwijderen wanneer u het
kaart-/batterijklepje opent. Verwijder de netadapter en de DC coupler wanneer ze niet worden gebruikt en sluit het
klepje van de DC coupler. Lees ook de gebruiksaanwijzing van de netadapter en de DC coupler.
14 VQT2R28 VQT2R28 15
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen (vervolg)
De klok instellen
( Bij aflevering van de camera is
de klok nog niet ingesteld.)
Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het ingebouwde geheugen
Ingebouwd geheugen (ca. 15 MB , ca. 40 MB ) Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd en omgekeerd (→137).
De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart.
Prikbordfoto’s (110) worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen.
[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van
bewegende beelden in het ingebouwde geheugen.
Compatibele geheugenkaarten (los verkocht)
De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten (merk Panasonic aanbevolen)
SD­geheugenkaarten SDHC­geheugenkaarten SDXC­geheugenkaarten
Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was
geformatteerd met een computer of ander apparaat. (28) Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart
geen opnamen vastleggen of verwijderen en de kaart niet formatteren. Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer (want elektromagnetische
golven, statische elektriciteit of storingen kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken). Meest recente informatie:
http://panasonic.jp/support/global/cs/dsc/ (Deze site is alleen in het Engels.)
als dat niet zo is.
Kaarttype Capaciteit Opmerkingen
8 MB – 2 GB • Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel zijn
4 GB - 32 GB
48 GB - 64 GB
met de desbetreffende formaten.
Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u te controleren of uw computer en andere apparatuur dit kaarttype ondersteunen. http://panasonic.net/avc/sdcard/information/SDXC.html
• Kaarten met capaciteiten die links niet worden vermeld, worden niet ondersteund.
schakelaar (LOCK)
Stel de opname/weergave-schakelaar in op voordat u de camera inschakelt.
Opname/ weergave-schakelaar
Resterende batterij- en geheugencapaciteit
Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij)
(knippert rood)
Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op te laden of te vervangen. (11)
Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen)
Resterend aantal foto’s ( 174, 176)
Als de camera in gebruik is
(kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven. Zo lang het lampje blijft branden, vindt er een bewerking plaats, zoals het schrijven, lezen of verwijderen van een foto of het formatteren van de kaart. Terwijl het lampje brandt, dient u de stroom niet uit te schakelen en de batterij, kaart, netadapter (optioneel) of DC coupler (optioneel) niet te verwijderen. (Gegevens kunnen dan kwijtraken of beschadigd raken.) Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
Schakel de camera in
De camera wordt ingeschakeld. Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap .
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht wordt weergegeven
Druk op ▲▼ om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in de afspeelmodus.)
Druk op [MENU/SET]
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten, weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en druk op ▲▼ om deze in te stellen
Selecteer [24 UURS] of [AM/PM]
Het in te
stellen item
selecteren
waarden
instellingen
• Annuleren Druk op .
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als AM 12:00 en 0:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
voor de indeling van de tijdweergave.
De
en
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de maand en het jaar
wijzigen
([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Druk op [MENU/SET]
Druk op [MENU/SET]
• Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
(Vervolg op de volgende pagina)
16 VQT2R28 VQT2R28 17
Voor de bedieningsprocedures voor de DMC-TZ9/DMC-TZ8 (19)
De klok instellen (vervolg) De klok instellen
Klokinstelling wijzigen
( Bij aflevering van de camera is
de klok nog niet ingesteld.)
Als u automatische correctie van de tijd wilt laten plaatsvinden, selecteert u [JA]
• Als u handmatig de datum en tijd wilt instellen selecteert u [NEE]
• Druk op scherm.
om terug te keren naar het vorige
Wanneer [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN] wordt weergegeven, drukt u op [MENU/SET]
Stel uw thuiszone in
Naam stad of regio Huidige tijd
Verschil met GMT (Greenwich Mean Time)
Automatische tijdcorrectie
(89)
De huidige tijd en de thuiszone worden ingesteld.
• [GPS-INST.] wordt op [ON] gezet. (85)
Klokinstelling wijzigen
Wanneer u de datum en tijd opnieuw moet instellen, selecteert u [KLOKINST.] in het menu [SET-UP].
De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
U kunt de gps-functie zo instellen dat de huidige tijd automatisch wordt gecorrigeerd. (→89)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [OPNAME] of [SET-UP] (22)
Stel de datum en de tijd in (Voer stap en op de vorige bladzijde uit.)
Druk op [MENU/SET]
Plaatselijke tijd instellen op uw plaats van bestemming
[WERELDTIJD] (93)
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u
foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel. U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt
de datum niet op het scherm van de camera.
Stel de opname/weergave-schakelaar in op voordat u de camera inschakelt.
Schakel de camera in
De camera wordt ingeschakeld. Als het taalkeuzescherm niet wordt weergegeven, gaat u naar stap .
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht wordt weergegeven Druk op ▲▼ om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]
• Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in de afspeelmodus.)
Druk op [MENU/SET]
Opname/ weergave-schakelaar
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [SET-UP] (22) en voer stap en uit.
De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld.
Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten, weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en druk op ▲▼ om deze in te stellen
stellen item
selecteren
waarden
instellingen
• Voor annuleren Druk op .
• Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als AM 12:00 en 0:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
Selecteer [24 UURS] of [AM/PM]
Het in te
voor de indeling van de tijdweergave.
De
en
Selecteer de weergavevolgorde voor de dag, de maand en het jaar
wijzigen
([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]).
Druk op [MENU/SET]
Plaatselijke tijd instellen op uw plaats van bestemming
[WERELDTIJD] (93)
Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u foto’s afdrukt
via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel. U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099.
Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt de datum niet op het scherm van de camera.
Bevestig de instelling en druk op [MENU/SET]
Druk om terug te keren naar het vorige scherm op Schakel de camera weer in en controleer de weergave van de tijd. (U kunt de tijd en datum weergeven door diverse malen op [DISPLAY] te drukken.)
18 VQT2R28 VQT2R28 19
Voor de bedieningsprocedures voor de DMC-TZ10 (17)
Het menu instellen
Menutype
Raadpleeg de volgende procedures voor het gebruik van menu’s zoals het menu [SET­UP], het menu [OPNAME], het menu [REISMODUS] en het menu [AFSPELEN].
(Voorbeeld) Verander in de modus [PROGRAM AE] (37) het onderdeel [LCD MODE] in het menu
ON/OFF-schakelaar camera
[SET-UP]. (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: instellen op
Open het menu
Modusknop
Ontspanknop
Open het [SET-UP] menu
Markeer
De achtergrondkleur
verandert
Opname/weergave-schakelaar
Standaardinstellingen herstellen
[RESETTEN] (26)
Selecteer deze optie
; modusknop: instellen op )
Wanneer u een onderdeel selecteert, verandert de achtergrondkleur van het onderdeel
Selecteer en keer terug naar menuopties
Pagina (Met de zoomhendel kunt u naar het volgende scherm gaan.)
Optie
Welke instellingen u ziet, is afhankelijk van de opties. Welke menuopties u ziet, wordt bepaald door de instelling van de modusknop.
[OPNAME] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: )
[BEWEGEND BEELD] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: )
Aanpassen van de opname-instellingen (95 - 109)
• Voor het instellen van o.a. witbalans, gevoeligheid, beeldverhouding en beeldformaat.
Menu [REISMODUS] (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: )
Uw reisfoto’s sorteren (90 - 94)
• U kunt de gps-instellingen onderdelen instellen.
, de instellingen voor de reisdatum en andere
[SET-UP] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: )
Om het bedieningsgemak van de camera aan te passen (22 - 29)
• Instellingen voor extra functies van de camera, zoals de tijdinstelling en keuze van de bedieningstonen.
[AFSPEELFUNCTIE] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: )
Voor het bekijken van uw gemaakte opnamen (118 - 125)
• Kies een weergavestand, om te genieten van een diavertoning of alleen uw favoriete foto’s te bekijken.
• Wanneer [FAVORIETEN] (133) niet is ingesteld, wordt [FAVORIET AFSP.] niet weergegeven.
Selecteer deze instelling
[AFSPELEN] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: )
Verwerking van uw opgenomen beelden (126 - 137)
Instellingen Gekozen instelling
• Instellingen voor verdere bewerking van uw opname, zoals voor opslag, retoucheren en handige instellingen voor het afdrukken van uw foto’s (DPOF).
Sluit het menu
• Als de opname/weergave­schakelaar is ingesteld op , kunt u het menu sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
20 VQT2R28 VQT2R28 21
Gebruik van het menu [SET-UP]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20) Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen.
[KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijk voor de instelling van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt.
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[KLOKINST.]
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
De datum en de tijd instellen. (17, 19)
[TOON]
Geluidssignalen en geluiden van de ontspanner wijzigen of dempen.
[TOONNIVEAU]
/ / : Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON]
/ / : Toon wijzigen.
[SHUTTER VOL.]
/ / : Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON]
/ / : Shuttertoon wijzigen.
[VOLUME]
Volume van het geluid van de luidsprekers aanpassen (7 niveaus).
[GEH VOORK INST]
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6]
• Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden u aan het cameravolume in te stellen op 0.)
[C1] / [C2] / [C3]
Instellingen op de huidige camera registreren. (59)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[LCD MODE]
Het lcd-scherm beter zichtbaar maken
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
[AUTO POWER LCD]:
De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera.
[SPANNING LCD]:
Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal (voor buiten).
• [AUTO POWER LCD] werkt niet in de volgende gevallen. Tijdens het afspelen, tijdens de menuweergave, wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten
• [SPANNING LCD] keert terug naar de standaardhelderheid wanneer er tijdens het opnemen 30 seconden geen bedieningsfunctie wordt gebruikt. (Druk op een willekeurige knop om het scherm weer helderder te maken)
• Omdat op het beeld dat op het lcd-scherm wordt weergegeven, de helderheid wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen er anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit is echter niet van invloed op de gemaakte foto.
• Blokkeer het zonlicht (met uw hand enzovoort) als het beeld op het scherm door weerkaatsing van licht moeilijk zichtbaar is.
• Als u [LCD MODE] instelt, kunt u minder foto’s maken en is de opnametijd korter.
• Wanneer [LCD POWER SAVE] wordt ingesteld, wordt de helderheid van het lcd-scherm bepaald aan de hand van de instelling in [LCD MODE], maar blijft de beeldkwaliteit van het lcd-scherm op laag niveau staan.
[BEELDGROOTTE]
[STANDARD]/[LARGE]
Keuze van de afmetingen van het menu.
[RICHTLIJNEN]
Weergave van opnameinformatie en type richtlijnen selecteren. (46)
[HISTOGRAM]
[OPNAME INFO.] [OFF]/[ON]
(Opname-informatie weergeven met richtlijnen.)
[PATROON]
/ : Het patroon van richtlijnen wijzigen.
[OFF]/[ON]
De helderheid van het onderwerp controleren in de grafiek. (46)
22 VQT2R28 VQT2R28 23
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[OPN.GEBIED]
Voor uw filmopnamen kunt u hieraan zien welk deel van het beeld zal worden opgenomen.
[BESPARING]
Schakel de camera uit of zorg dat het lcd-scherm donker wordt terwijl u de camera niet gebruikt, om de batterij te sparen.
[OFF]/[ON]
• Het kader van het opnamegebied voor bewegende beelden dient slechts als richtlijn.
• Bij gebruik van de extra-optische zoom kan het kader voor het opnamegebied niet altijd worden aangegeven, bij bepaalde zoomwaarden.
• Deze instelling is niet te gebruiken in de INTELLIGENT AUTO stand.
[SLAAPSMODUS]
[OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]:
De camera automatisch uitschakelen wanneer deze niet in gebruik is.
• Herstellen druk de ontspanknop half in of schakel de
• Kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt. Wanneer u de netadapter (optioneel) en de DC coupler (optioneel) gebruikt, wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten, tijdens het opnemen/ afspelen van films, tijdens diashows, tijdens het automatisch afspelen van de demo
• De instellingen worden vastgezet op [5 MIN.] in de modus [INTELLIGENT AUTO] of de modus [PRIKBORD], of op [10 MIN.] terwijl de diashow wordt gepauzeerd.
[LCD POWER SAVE]
[OFF]/[ON]:
Het lcd-scherm wordt donker om het stroomverbruik te beperken.
• Hiermee wordt de beeldkwaliteit van het lcd-scherm verminderd tijdens het opnemen om het batterijverbruik te beperken (behalve voor het digitale zoomgebied). Dit heeft echter geen gevolgen voor de gemaakte foto.
• Wanneer [LCD MODE] wordt ingesteld, wordt de helderheid van het lcd-scherm bepaald aan de hand van de instelling in [LCD MODE], maar blijft de beeldkwaliteit van het lcd-scherm op laag niveau staan.
camera weer in.
Dit buitenste deel wordt niet opgenomen.
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[AUTO REVIEW]
Foto’s automatisch weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt.
[ZOOMOVERZ.]
Onthoud de zoompositie wanneer u de camera uitschakelt.
[NR. RESET]
Nummers van fotobestanden resetten.
[OFF]: Geen automatische weergave [1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende 1
of 2 seconden.
[HOLD]: Het scherm voor Auto review blijft staan totdat er
op een knop (behalve de knop [DISPLAY]) wordt gedrukt
• Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [INTELLIGENT AUTO].
• In de scènemodi [ZELFPORTRET], [PANORAMA ASSIST], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST] en [FOTO FRAME], de modi [AUTO BRACKET], [MULTI­ASPECT] of [BURSTFUNCTIE] of bij foto’s met geluid wordt Auto review uitgevoerd ongeacht de instelling.
• Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden bekeken.
[OFF]/[ON]
• Kan niet worden ingesteld in de scènemodus [ZELFPORTRET].
[JA]/[NEE]
• Het nummer van de map wordt bijgewerkt en bestanden worden genummerd vanaf 0001.
• Aan de map kan een nummer tussen 100 en 999 worden toegekend. U kunt nummers niet resetten als het mapnummer 999 is bereikt. Kopieer in dat geval alle noodzakelijke foto’s naar uw computer en formatteer het ingebouwde geheugen/de kaart. (28)
• Het mapnummer terugzetten op 100: Formatteer eerst het ingebouwde geheugen of de kaart en reset daarna de bestandsnummers met [NR. RESET]. Selecteer vervolgens [JA] in het scherm voor het resetten van de mapnummers.
• Bestandsnummers en mapnummers (142)
24 VQT2R28 VQT2R28 25
[OPN.GEBIED] is niet beschikbaar op de DMC-TZ9/DMC-TZ8.
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[RESETTEN]
Terugkeren naar de standaardinstellingen.
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?] [JA]/[NEE]
[PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?] [JA]/[NEE]
• De gegevens die zijn vastgelegd voor [GEZICHT HERK.] komen te vervallen wanneer u de opname-instellingen terugstelt.
• Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden, wordt ook het volgende teruggezet. Leeftijden in jaren/maanden en namen in de scènemodi [
BABY
] en [
menu [
REISMODUS
, [
FAVORIETEN
[
OFF
]), [
LCD ROTEREN
HUISDIER
], eventuele instellingen in het
] (inclusief de gps-functie)
] in het menu [
AFSPELEN
] (stel in op [ON])
] (stel in op
• Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset.
• Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht camerageluiden. Dit is normaal.
[USB MODE]
Communicatiemethode selecteren voor verbinding met een computer of printer via een USB-kabel.
[VIDEO UIT]
Hiermee past u het videosignaal aan wanneer u de camera op
[SELECT. VERBINDING]:
Elke keer als u verbinding hebt met een computer of PictBridge­compatibele printer, selecteert u [PC] of [PictBridge (PTP)].
[PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een
PictBridge-compatibele printer
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer
[NTSC]/[PAL]
Als de standaardinstelling wordt gewijzigd, worden AVCHD Lite films mogelijk niet goed afgespeeld.
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
een tv enzovoort aansluit. (Alleen Terugspeelfunctie)
[TV-ASPECT]
Hiermee past u
/
• Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
de aspectratio (beeldverhouding) aan wanneer u de camera aansluit op een tv enzovoort. (Alleen Terugspeelfunctie)
26 VQT2R28 VQT2R28 27
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[HDMI-FUNCTIE]
Voor instellen van de uitgangsresolutie bij aansluiting op een ‘hoge-definitie’ TV met een HDMI minikabel. (optioneel) (148)
[AUTO]: Hierbij wordt de uitgangsresolutie automatisch
bepaald op basis van informatie ontvangen van de aangesloten TV.
[1080i]: Voor weergave van 1080 effectieve scanlijnen bij
geïnterlinieerd formaat.
[720p]: Voor weergave van 720 effectieve scanlijnen in
[576p]
1
/[480p]
2
:
Voor weergave van 576 (of 480) effectieve
progressief formaat.
scanlijnen in progressief formaat.
Interliniëring en progressief formaat
In ‘i’ = interlaced formaat (interlaced scan) wordt de helft van de effectieve scanlijnen om en om elke 1/50 seconde weergegeven. In ‘p’ = progressive formaat (progressive scan), worden videosignalen van een hoge dichtheid tegelijkertijd verzonden voor alle effectieve scanlijnen elke 1/50
1
(1/60
2
) seconde. De HDMI-aansluiting van deze camera is geschikt voor [1080i] hoge-definitie video-uitgangssignalen. Om te genieten van progressieve of hoge-definitie video’s zult u een TV-toestel moeten aansluiten dat geschikt is voor die formaten.
Ook al hebt u ingesteld op [1080i], dan nog zullen bij weergave de bewegende beelden worden weergegeven met 720p.
1
Wanneer de video-
uitgang staat ingesteld op [PAL]
2
Wanneer de video-
uitgang staat ingesteld op [NTSC]
[VIERA Link]
Voor automatisch gekoppelde bediening met andere VIERA Link­compatibele apparaten
Als er geen videobeeld op TV verschijnt, ook al is er ingesteld op [AUTO], probeert u dan om over te schakelen naar [1080i], [720p], of [576p] ([480p]) om het meest geschikte videoformaat voor uw TV-toestel te vinden.
• Deze wordt ingeschakeld wanneer u een HDMI­minikabel (optioneel) aansluit.
• Voor meer informatie (148)
[OFF]: Voor de bediening gebruikt u de toetsen op de
camera zelf.
[ON]: Voor de bediening gebruikt u de afstandsbediening
van het aangesloten VIERA Link-compatibel apparaat. (Niet alle functies zijn hiermee te bedienen.) De werking van de toetsen op de
camera zelf zal beperkt zijn. en bediening met een VIERA-afstandsbediening
• Werkt bij aansluiting via een HDMI-minikabel (optioneel). bij aansluiting met een HDMI-minikabel (optioneel) (149).
Het menu-onderdeel [HDMI-FUNCTIE], [VIERA Link] is niet beschikbaar op de DMC-TZ8.
1
(1/60
2
)
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (20)
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[VERSIE DISP.]
Controleer uw versie van de camera-firmware.
[FORMATEREN]
Gebruik dit wanneer er [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt, of voor het formatteren van het ingebouwde geheugen of de geheugenkaart.
Wanneer een kaart/het ingebouwd geheugen is geformatteerd, kunnen de gegevens niet meer worden hersteld. Controleer de inhoud van de kaart/het ingebouwd geheugen zorgvuldig voordat u het formatteren start.
[TAAL]
Schermtaal wijzigen.
De huidige versie wordt aangegeven.
[JA]/[NEE]
• Hiervoor is een voldoende opgeladen batterij nodig (11) of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel). Verwijder de kaarten als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren. (Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het interne geheugen geformatteerd.)
• Formatteer kaarten altijd met deze camera.
• Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s, worden verwijderd. (135)
• Schakel de stroom niet uit en voer geen andere bewerkingen uit tijdens het formatteren.
• Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde geheugen te formatteren.
• Neem contact op met de winkelier als u niet kunt formatteren.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
Onderdeel Instellingen, opmerkingen
[DEMOFUNCTIE]
Een demonstratie van functies bekijken.
[O.I.S. DEMO]: (Alleen tijdens opname) De hoeveelheid trillingen worden in de grafiek weergegeven (schatting)
Groot Klein Groot
Hoeveelheid trillingen
Hoeveelheid trillingen na correctie
• Tijdens de weergave van het demoscherm wordt de optische beeldstabilisatie elke keer als op [MENU/SET] wordt gedrukt, AAN of UIT gezet.
• Kan niet worden weergegeven tijdens de afspeelmodus.
• Stoppen Druk op de knop [DISPLAY].
• U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
[AUTO DEMO]: Inleidende diashow bekijken [OFF]/[ON]
• Sluiten Druk op [MENU/SET]
• Wanneer er geen kaart is geplaatst, wordt de automatische demomodus gestart als er ongeveer twee minuten niets wordt gedaan terwijl de camera is ingeschakeld en aangesloten op de netadapter (optioneel) en op de DC coupler (optioneel).
• [AUTO DEMO] kan niet worden weergegeven op externe apparaten zoals tv's.
28 VQT2R28 VQT2R28 29
Basisbediening voor het fotograferen
De camera vasthouden
Modusknop
Schakel de camera in
Ontspanknop
Stel de klok in voordat u gaat fotograferen (17).
Filmopnametoets
• U kunt direct bewegende beelden opnemen door indrukken van de filmopnametoets.
Foto’s maken
Druk de ontspanknop in
Druk de ontspanknop licht in
Half indrukken (Stel scherp)
Druk de ontspanknop in en houd die vast om een foto te maken
Volledig indrukken
Instellen op
: U kunt foto’s en
filmopnamen maken.
:
U kunt de gemaakte foto’s en filmopnamen weergeven.
Stel in op de gewenste opnamestand
Stel in op de modus die u wilt gebruiken
Richt de camera op uw onderwerp en druk af
Bewegende beelden opnemen
Druk op de filmopnametoets
Druk op de filmopnametoets om bewegende beelden op te nemen
Druk nogmaals op de filmopnametoets om het opnemen van bewegende beelden te stoppen
Autofocuslampje
Flitser
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [PROGRAM AE] Modus
[LENSOPENINGSPR.] Modus
[SLUITERPRIORITEIT] Modus
[HANDM. BELICHT.]
Modus [KLANT]
[MIJN SCN MODE]
Wordt in deze handleiding soms genoemd.
[SCÈNE MODE]
• Zorg dat u stevig staat met uw voeten iets uit elkaar en druk zo mogelijk uw armen tegen uw lichaam.
• Raak de lens niet aan.
• Let bij het opnemen van geluid op dat u de microfoon niet blokkeert. (9)
• Blokkeer de flitser en het autofocuslampje niet. Laat uw onderwerp niet van dichtbij in de flits of het lampje kijken.
• Zorg dat de camera niet beweegt op het moment dat u op de ontspanknop drukt.
Fotograferen met automatische instellingen (34).
Fotograferen met uw eigen instellingen. (→37)
Diafragma instellen en vervolgens fotograferen. (56)
Sluitertijd instellen en vervolgens fotograferen. (57)
Diafragma en sluitertijd instellen en vervolgens fotograferen. (58)
Fotograferen met vooraf geregistreerde instellingen. (59)
Fotograferen met uw meest gebruikte scènefuncties (71).
Fotograferen met diverse scènefuncties (61).
• Bewegende beelden kunnen niet worden opgenomen in de (Modus [PRIKBORD]). (110)
30 VQT2R28 VQT2R28 31
Voor de bedieningsprocedures voor de DMC-TZ9/DMC-TZ8 (32)
Modus [PRIKBORD]
Foto’s maken als notities (110).
Basisbediening voor het fotograferen
De camera vasthouden
Modusknop
Schakel de camera in
Ontspanknop
Stel de klok in voordat u gaat fotograferen (19).
De afbeelding toont de DMC-TZ8.
Foto’s maken
Druk de ontspanknop in
Druk de ontspanknop licht in
Half indrukken (Stel scherp)
Druk de ontspanknop in en houd die vast om een foto te maken
Volledig indrukken
Instellen op
: U kunt foto’s en
filmopnamen maken.
:
U kunt de gemaakte foto’s en filmopnamen weergeven.
Stel in op de gewenste opnamestand
Stel in op de modus die u wilt gebruiken
Richt de camera op uw onderwerp en druk af
Films opnemen
(alleen de )
Druk op de ontspanknop
Druk rustig op de ontspanknop
Half indrukken (scherpstellen)
Druk op de ontspanknop en houd deze ingedrukt om te beginnen met opnemen
Volledig indrukken
Druk opnieuw op de ontspanknop om te stoppen met opnemen
Volledig indrukken
Autofocuslampje
Flitser
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Modus [PROGRAM AE] Modus
[LENSOPENINGSPR.] Modus
[SLUITERPRIORITEIT] Modus [HANDM.
BELICHT.]
Modus [KLANT]
[MY SCENE MODE]
[SCÈNE MODE] Modus [BEWEGEND
BEELD] Modus [PRIKBORD]
• Zorg dat u stevig staat met uw voeten iets uit elkaar en druk zo mogelijk uw armen tegen uw lichaam.
• Raak de lens niet aan.
• Let bij het opnemen van geluid op dat u de microfoon niet blokkeert. (10)
• Blokkeer de flitser en het autofocuslampje niet. Laat uw onderwerp niet van dichtbij in de flits of het lampje kijken.
• Zorg dat de camera niet beweegt op het moment dat u op de ontspanknop drukt.
Fotograferen met automatische instellingen (34).
Fotograferen met uw eigen instellingen. (→37)
Diafragma instellen en vervolgens fotograferen. (56)
Sluitertijd instellen en vervolgens fotograferen. (57)
Diafragma en sluitertijd instellen en vervolgens fotograferen. (58)
Fotograferen met vooraf geregistreerde instellingen. (59)
Fotograferen met uw meest gebruikte scènefuncties (71).
Fotograferen met diverse scènefuncties (61).
Filmen van bewegende beelden (76).
Foto’s maken als notities (110).
32 VQT2R28 VQT2R28 33
Voor de bedieningsprocedures voor de DMC-TZ10 (30)
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO]
Opnamemodus:
U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden de beste instellingen gebruikt op basis van informatie zoals ‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’. Zo maakt u scherpe foto’s zonder de camera handmatig in te stellen.
Schakel de camera in
Ontspanknop
Stel in op
Stel in op
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is voltooid: knippert verlicht)
U ziet gedurende 2 seconden het blauwe pictogram van de herkende scène.
Voor filmen van bewegende beelden (72)
Automatisch scènes
Gericht op uw onderwerp, leest de camera de scène af en maakt dan automatisch de optimale instellingen.
Mensen worden herkend [i PORTRET] Baby’s worden herkend [i BABY] (Wanneer baby’s (kinderen onder de 3 jaar) die zijn
geregistreerd met de gezichtsherkenningsfunctie, worden herkend) Landschappen worden herkend [i LANDSCHAP] Nachtopnamen en mensen op deze opnamen worden herkend [i NACHTPORTRET]
(Alleen wanneer Nachtopnamen worden herkend [i NACHTL. SCHAP] Close-ups worden herkend [i MACRO] Zonsondergangen worden herkend [i ZONSONDERG.] Beoordeelt de beweging van het onderwerp (om onscherpe foto’s te voorkomen) als de
scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt.
wordt geselecteerd)
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
Druk volledig in
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Flitser gebruiken
Selecteer (Auto) of (Flits gedwongen uit).
• Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/ rode-og), automatisch geselecteerd, afhankelijk van het soort onderwerp en de helderheid. Zie voor meer informatie (47).
en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie is geactiveerd.
• Bij en is de sluitertijd langer.
Scherpstelgebied (51).
U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [INTELLIGENT AUTO].
• (Menu [OPNAME]): [GEZICHT HERK.]
• ([BEWEGEND BEELD] menu) : [OPNAMEFUNCTIE], [OPN. KWALITEIT]
(Menu [REISMODUS]): [GPS-INST.] ,[SELECT. GPS GEBIED] , [LOCATIE INST.] , [REISDATUM], [AUTO REIS INST.] , [WERELDTIJD]
• (Menu [SET-UP]
1
De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus.
2
Andere onderdelen in het menu [SET-UP] geven instellingen aan die in de modus
[PROGRAM AE] zijn gemaakt enzovoort.
Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende omstandigheden.
Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren, contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de
bijbehorende opnamemodus selecteren. (SCÈNE MODE: 61) Tegenlichtcompensatie
Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie maakt daarom het gehele beeld helderder. Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en zelfontspanner te gebruiken.
Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8
seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet. De instellingen voor de volgende functies staan vast.
• [AUTO REVIEW]: [2 SEC.] • [SLAAPSMODUS]: [5 MIN.] • [RICHTLIJNEN]:
• [WITBALANS]: [AWB] • [KWALITEIT]: (Fijn) • [SLIMME ISO]
• [STABILISATIE]: [AUTO] • [AF MODE]: (Gezichtsdetectie)
• [AF ASS. LAMP]: [ON] • [PRE AF]: [Q-AF] • [MEETFUNCTIE]: (Multiple)
• [I. EXPOSURE]: [STANDARD] • [I.RESOLUTIE]: [i.ZOOM]
• [RODE-OGEN CORR]: [ON] • [CONTINU AF]: [ON] • [WINDREDUCTIE]: [OFF]
3
(11-gebied-scherpstelling) als gezicht niet kan worden herkend
U kunt de volgende functies niet gebruiken.
[HISTOGRAM], [BELICHTING], [AUTO BRACKET], [MULTI-ASPECT], [WB INSTELLEN], [DIG. ZOOM], [KORTE SLUITERT.], [AUDIO OPNAME]
[FOTO RES.]
2
): [KLOKINST.], [TOON]
(Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.)
1
, [BURSTFUNCTIE], [KLEUR EFFECT]
1
, [TAAL], [O.I.S. DEMO]
3
1
,
1
34 VQT2R28 VQT2R28 35
Foto’s nemen met automatische instellingen
Modus [INTELLIGENT AUTO] (vervolg)
Opnamemodus:
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [PROGRAM AE]
Opnamemodus:
Vrolijke kleuren
Als [KLEUR EFFECT] wordt ingesteld op [Happy], zijn zowel foto's als films helderder, met levendigere kleuren.
• [Happy] kan alleen worden ingesteld in de modus [INTELLIGENT AUTO].
Wanneer u [Happy] instelt
Gezichtsdetectie en gezichtsherkenning
Wanneer de camera automatisch de scène waarneemt en vaststelt dat er personen als onderwerp in uw foto voorkomen ( of ), wordt de gezichtsdetectie ingeschakeld en dan wordt de scherpstelling en belichting toegespitst op de waargenomen gezichten. (99)
Gezichtsherkenning
De gezichten van personen die vaak in uw foto’s voorkomen kunnen worden geregistreerd, samen met hun naam, leeftijd en andere gegevens. Bij het fotograferen met de [GEZICHT HERK.] (78) op [ON] wordt bij de scherpstelling en belichting ook gelet op de gezichten in de buurt van uw geregistreerde gezichten. Bovendien zal de camera tijdens de gezichtsdetectie automatisch de waargenomen gezichten onthouden, de vaak gefotografeerde gezichten herkennen en die tonen in het gezichtsherkenningsscherm.
[TRACKING AF]
Zelfs al beweegt uw onderwerp waarop vast was scherpgesteld (met AF Lock), de camera blijft er toch goed op scherpgesteld.
Stel de [AF MODE] in op autofocus-volgen (Tracking AF)
• Uitschakelen van de autofocus-volgen (Tracking AF) Druk nogmaals op .
Autofocus-volgkader
Zorg dat uw onderwerp in het autofocus-volgkader valt en zet dit dan vast
• Uitschakelen van de vaste autofocus (AF Lock) Druk op.
De optimale scène-instelling wordt gekozen voor het onderwerp waarop u vast hebt scherpgesteld (AF Lock).
Vaste autofocus succesvol: Geel Vaste autofocus mislukt: Rood (knipperend)
De gezichtsherkenning werkt niet tijdens het gebruik van de TRACKING AF.
Als AF vergrendelen bij bepaalde voorwerpen niet werkt (100)
In het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen.
Zoomhendel
Ontspanknop
Schakel de camera in
Stel in op
Stel in op (de modus [PROGRAM AE])
Voor filmen van bewegende beelden
(72)
Zoom gebruiken
(39)
Flitser gebruiken
(47)
Beeldhelderheid aanpassen
(53)
Close-upfoto’s maken
(49)
Kleur aanpassen
(98)
Gebruik in geval van een waarschuwing over
beweging [STABILISATIE], een statief of [ZELFONTSPANNER]. Als diafragma en sluitertijd in rood worden
weergegeven, hebt u de belichting niet goed ingesteld. Gebruik de flitser, verander de instellingen voor [GEVOELIGHEID] of zet [KORTE SLUITERT.] op een kortere sluitertijd.
Maak een foto
Druk half in
(druk licht in en stel
scherp)
AF-gebied (Stelt scherp op het onderwerp; wanneer compleet: rood groen)
Diafragmawaarde Sluitertijd
(druk de knop helemaal
in om een foto te maken)
Scherpstelweergave
(als scherpstelling is voltooid: knippert verlicht)
Druk volledig in
Trillingswaarschuwing
36 VQT2R28 VQT2R28 37
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [PROGRAM AE] (vervolg)
Opnamemodus:
Foto’s maken met zoom
Opnamemodus:
Scherpstellen voor de gewenste compositie
Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
Leg het AF-gebied
gelijk met het
onderwerp
Half ingedrukt
houden
AF-gebied
Keer terug naar de gewenste compositie
Volledig indrukken
AF-gebied
Onderwerpen/omgevingen waarbij
scherpstellen een probleem kan zijn:
• Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen of voorwerpen zonder kleurcontrasten
• Foto’s maken door een ruit of vlakbij voorwerpen die licht uitstralen. In het donker, of als de camera erg beweegt.
• Wanneer u te dicht bij het object staat of wanneer u een foto maakt waarop zowel veraf als dichtbij gelegen objecten staan
We raden u aan bij het
fotograferen van personen (99) de gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
Richtingwaarnemingsfunctie
Foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON])
Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die
op andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid. Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon
wanneer er niet goed is scherpgesteld. Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie.Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt. Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht
of tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm
wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt.
Scherpstelaanduiding
Scherpstelbereik
U kunt tot 12 keer inzoomen met de ‘optische zoom’ en tot 23,4 keer met de ‘extra­optische zoom’ (alleen bij fotograferen) met een wat mindere beeldkwaliteit. U kunt verder inzoomen met [i.ZOOM] of [DIG. ZOOM].
Blokkeer de beweging van de lens niet terwijl u in- of uitzoomt.
Zoomtypen
Type Optische zoom Extra optische zoom
Maximumafstand
Verslechtering van de fotokwaliteit Bedieningsomstandigheden
Schermweergave
Type i.Zoom Digitale zoom
Maximumafstand
Verslechtering van de fotokwaliteit Omstandigheden enzovoort
Schermweergave
Ongeveer 1,3 × de optische zoom of
i.Zoom functioneert in de volgende situaties.
(Modus [INTELLIGENT AUTO])
Scènemodus (behalve [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST] en [FLITS-BURST] [SPELDENPRIK]
(Modus [PRIKBORD])
Wanneer [I.RESOLUTIE] in het menu [OPNAME] op [i.ZOOM] wordt gezet (→41)
12 × Tot 23,4 × (afhankelijk van het
Nee Nee
Geen Stel [FOTO RES.] in het menu
extra optische zoom
Nauwelijks Ja
)
wordt weergegeven
In-/uitzoomen
Groter gebied
fotograferen
(groothoek)
Richting W (groothoek)
U kunt de zoomsnelheid aanpassen.
Langzaam zoomen een beetje draaien Snel zoomen volledig draaien Stel de foto scherp nadat u de
zoominstelling hebt aangepast.
(De foto wordt echter wel kleiner)
[OPNAME] in op een instelling waarvoor
Tot 4 × de oorspronkelijke zoomafstand
Wanneer [DIG. ZOOM] in het menu [OPNAME] op [ON] wordt gezet (43)
,
Digitale zoomgebied wordt weergegeven
Het onderwerp vergroten (tele)
Richting T (tele)
Zoombalk
beeldformaat)
wordt weergegeven (95)
wordt weergegeven
Scherpstelgebied
Zoomfactor (ong.)
38 VQT2R28 VQT2R28 39
Foto’s maken met zoom (vervolg)
Opnamemodus:
Maximale zoomfactor per fotoresolutie
[FOTO RES.]
Max. vergroting 12 x 14,7 x
Wat is ‘extra optische zoom’ (EZ)?
Wanneer u de camera bijvoorbeeld instelt op ‘3 M ’ (equivalent aan 3 miljoen pixels), wordt er alleen een foto weergegeven van het centrale gedeelte van 3 M van een gebied van 12 M (equivalent aan 12,1 miljoen pixels). Dit betekent dat de foto nog verder kan worden vergroot.
De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting.
In bepaalde opnamemodi wordt de functie ‘Telemacro’ (49) geactiveerd als de
maximale zoomfactor is bereikt. Beelden kunnen nog meer vervormd raken als u foto’s met een grotere hoek maakt
van onderwerpen dichtbij. Meer telescopische zoom kan zorgen voor gekleurde randen rond onderwerpen. U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel
gebruikt. Dit is normaal. Extra optische zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Scènemodi [MACRO ZOOM], film, [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI­SPEED BURST], [FLITS-BURST] en [FOTO FRAME] De digitale zoom is niet te gebruiken in de volgende gevallen:
(Modus [INTELLIGENT AUTO]), (modus [PRIKBORD]), scènemodi ([TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL], [SPELDENPRIK], en [FOTO FRAME]) Met [ZOOMOVERZ.] (25) legt u de zoomfactor in het geheugen vast, zelfs als de
camera is uitgeschakeld.
Optische zoom
12 M 11,5 M 10,5 M
Extra optische zoom
8 M 5 M 3 M 0,3 M
7,5 M
7 M
Wanneer de beeldverhouding van de foto gelijk is aan
4,5 M 2,5 M 0,3 M 4,5 M 2 M 0,2 M
18,8 x
23,4 x
[i.ZOOM]
In de camera wordt superresolutietechnologie gebruikt om de zoomafstand te verlengen. Met superresolutietechnologie kan de zoomafstand worden verlengd tot ongeveer 1,3 keer de oorspronkelijke zoomafstand met bijna geen verslechtering van de beeldkwaliteit.
Geef het menu [OPNAME]
Selecteer [i.ZOOM]
weer
Selecteer [I.RESOLUTIE] Sluit het menu
Wanneer [I.RESOLUTIE] is ingesteld op [i.ZOOM], wordt superresolutietechnologie op
de foto toegepast. i.Zoom functioneert in de volgende situaties.
(Modus [INTELLIGENT AUTO])
• Scènemodus (behalve [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST] en [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK])
(De modus [PRIKBORD])
40 VQT2R28 VQT2R28 41
Foto’s maken met zoom (vervolg)
Opnamemodus:
Easy Zoom:om snel in te zoomen naar een maximale afstand
Inzoomen naar max. T met één druk op de knop.
Druk op deze knop om de zoomafstand te veranderen
Elke keer dat u op de knop drukt, verandert de zoomafstand
De afbeelding toont de DMC-TZ8.
Verandering zoomafstand
Wanneer het beeldformaat 10,5 M of
meer is
Huidige opnameafstand
(of 1 X)
Optische zoom
Maximumafstand
Extra optische zoom
Maximumafstand
1
Wanneer het beeldformaat 8 M of
kleiner is
Huidige opnameafstand
(of 1 X)
Extra optische zoom
Maximumafstand
Digitale zoom
Maximumafstand
2
[DIG. ZOOM]
4 keer verder zoomen dan met optische/extra optische zoom. (Let op: bij vergroting met digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af.)
Geef het menu [OPNAME]
Selecteer [ON]
weer
Selecteer [DIG. ZOOM] Sluit het menu
Digitale zoom
Maximumafstand
1
De fotoresolutie wordt tijdelijk [3M] ( ), [2.5M] ( ) of [2M] ( ).
2
Wanneer [DIG. ZOOM] in het menu [OPNAME] op [ON] wordt gezet
Easy Zoom werkt niet tijdens het opnemen van films.
42 VQT2R28 VQT2R28 43
Easy Zoom is niet beschikbaar op de DMC-TZ10.
2
Uw foto’s bekijken [NORMAAL AFSP.]
Afspeelmodus:
Foto’s verwijderen
Afspeelmodus:
Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart afgespeeld. Zonder een kaart worden de beelden vanuit het ingebouwde geheugen afgespeeld. (Prikbordfoto’s kunnen alleen worden afgespeeld in de mode [PRIKBORD] (110).)
Zoomhendel
Stel in op
Doorloop de foto’s
Bestandsnummer
Fotonummer/ Totaal aantal foto’s
[DISPLAY]
Vergroten (zoom afspelen)
Draai in
de richting
van de T
• Elke keer als u de zoomhendel in de richting van de T draait, wordt de vergroting in vier stappen vergroot na 1 x: 2 x, 4 x, 8 x en 16 x. (De weergegeven beeldkwaliteit wordt achtereenvolgens lager.)
• Uitzoomen draai de knop in de richting van de W
Zoompositie verplaatsen ▲▼◄►
Als lijst afspelen
(Meerdere afspelen / Kalender afspelen) (114)
Beelden bekijken met
Huidige zoompositie (1 sec. weergegeven)
verschillende weergavemodi
(Diashow, afspelen op categorie enzovoort) (118)
Afspelen van filmopnamen
(115)
Vorige
Volgende
Houd de knop ingedrukt om snel vooruit/
achteruit te bladeren. (Als u de knop ingedrukt houdt, veranderen alleen de bestandsnummers. De foto verschijnt als u de knop los laat.) Hoe langer u de knop ingedrukt houdt, hoe sneller u bladert. Als het bestandsnummer niet wordt
weergegeven, drukt u op de knop [DISPLAY]. Na de laatste foto keert u terug naar de
eerste foto. U kunt sommige foto’s die op de computer
zijn bewerkt, niet op deze camera bekijken. Als de OPNAME/WEERGAVE schakelaar
van op wordt gezet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de objectiefbuis na ongeveer 15 seconden inschuiven. Deze camera voldoet aan de DCF-norm
(Design rule for Camera File System) zoals deze is vastgelegd door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) en aan de Exif-indeling (Exchangeable Image File Format). Bestanden die niet voldoen aan DCF kunnen niet worden afgespeeld.
De foto’s worden van de kaart verwijderd als de kaart in de camera is geplaatst, of uit het ingebouwde geheugen als deze niet is geplaatst. Verwijderde foto’s kunnen niet worden teruggehaald.
Geef de foto weer
Druk hierop om de weergegeven foto te verwijderen
Selecteer [JA]
• Schakel tijdens
[DISPLAY]
de verwijdering de stroom niet uit.
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen
(na stap )
Selecteer het type verwijdering
• Ga naar stap wanneer
u [ALLES WISSEN] selecteert
Verwijder ze
Selecteer [JA]
Selecteer de foto’s die u wilt verwijderen (herhalen)
• Annuleren
druk
opnieuw op [DISPLAY]
Geselecteerde foto
Gebruik een voldoende opgeladen batterij of een netadapter (optioneel) en een DC coupler (optioneel).
Foto’s kunnen in de volgende gevallen niet worden verwijderd:
• Beveiligde foto’s • Wanneer de kaartvergrendeling in de positie ‘LOCK’ staat.
• Wanneer foto’s niet in de DCF-indeling staan (44)
U kunt ook bewegende beelden verwijderen.
Als u prikbordfoto’s wilt verwijderen, verwijdert u de kaart en zet u de modusknop op .
Om alle gegevens te wissen, inclusief alle beveiligde beelden, verricht u het [FORMATEREN].
Annuleren Druk op [MENU/SET].
Dit kan even duren, afhankelijk van het aantal foto’s dat wordt verwijderd.
U kunt bij [ALLES WISSEN BEHALVE ] de optie [ALLES WISSEN] selecteren als [FAVORIETEN] is ingesteld op [ON] (133) en er foto’s zijn geregistreerd.
44 VQT2R28 VQT2R28 45
Weergave informatie voor opname wijzigen
Fotograferen met een flitser
Opnamemodus:
Wisselen tussen verschillende weergaven op het lcd-scherm, zoals histogrammen.
Indrukken om de weergave te wijzigen
In de opnamemodus
Opname­informatie
In de weergavemodus
Opname­informatie
Histogram
In het histogram ziet u de verdeling van helderheid op de foto. Een piek rechts in de grafiek betekent bijvoorbeeld dat er verschillende heldere gebieden op de foto zijn. (Richtlijn) Een piek in het midden geeft een correcte helderheid aan (correcte belichting).De informatie kan worden gebruikt voor belichtingscorrectie (53), enzovoort.
Richtlijnen
Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: scherm aan/uit
Bij het weergeven van menu’s, meerdere foto’s of de kalender: U kunt de weergave niet wijzigen.
1
Het histogram op het moment van opname wijkt af van het histogram bij het afspelen en wordt oranje weergegeven bij een opname met flits of in een donkere omgeving. Het histogram kan ook afwijken van histogrammen die zijn gemaakt met beeldbewerkingssoftware.
• Niet weergegeven tijdens de modus ([INTELLIGENT AUTO]), (de modus [PRIKBORD]), [MULTI-ASPECT], [FOTO FRAME] of zoom afspelen.
• Referentie voor evenwicht en compositie tijdens het fotograferen.
• Alleen in de [INTELLIGENT AUTO] modus en de [PRIKBORD] aanduidingsstand
• Dit wordt niet aangegeven in de [MULTI-ASPECT] stand.
Filmopname­informatie
Opname-informatie of histogram
∗1,∗
1
2
Geen schermweergave
.
Geen schermweergave
1
Stel [HISTOGRAM] in op [ON] om het histogram weer te geven (23).
2
Om terug te keren naar de ‘Opname­informatie’ aanduiding, drukt u de ontspanknop halverwege in.
Dit wordt aangegeven tijdens de filmopname van bewegende beelden, in plaats van het linker scherm.
3
Selecteer met de instelling [RICHTLIJNEN] (23) een richtlijnpatroon en geef aan of u opname-informatie wilt weergeven.
Bij gebruik van kunt u niet gelijktijdig opname-informatie en richtlijnen weergeven.
Evenwicht
beoordelen
1,∗3
Richtlijnen
(Voorbeeld)
OKDonker Licht
Middelpunt van
onderwerp beoordelen
Geef [FLITS] weer
Selecteer het gewenste type
Kan ook worden
geselecteerd met .
Zorg voor een minimale afstand
van 1 m. als u flitsopnamen maakt van kleine kinderen.
[AUTO]
1
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst.
[AUTO/RODE-OG]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met rode-ogenreductie).
[FLITS ALTIJD AAN]
• Altijd flitsen
[GDW. AAN/RODE-OG]
• Altijd flitsen (met rode-ogenreductie)
[LNGZ. SY./RODE-OG]
• Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met rode-ogenreductie en lange sluitertijd voor meer helderheid).
[GEDWONGEN UIT]
• Nooit flitsen
Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert,
afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. Als [RODE-OGEN CORR] in het menu [OPNAME] op [ON] staat, verschijnt van de flitser, worden rode ogen automatisch waargenomen en worden fotogegevens gecorrigeerd. (Alleen wanneer [AF MODE] is ingesteld op
De sluitertijden zijn als volgt:
, , , : 1/30
, : 1
2
Afhankelijk van de instelling voor [KORTE SLUITERT.].
3
Wanneer [KORTE SLUITERT.] is ingesteld op [AUTO], is dit maximaal 1/4 seconde, en wanneer [STABILISATIE] op [OFF] is gezet of als er weinig trillingen zijn, maximaal 1 seconde. Varieert ook afhankelijk van de modus [INTELLIGENT AUTO], de [SCÈNE MODE] en de zoompositie.
Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed
door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
Type, bewerkingen Toepassingen
1
1
1
(gezichtsdetectie))
2
2,∗3
- 1/2000
- 1/2000
(Voorbeeld wordt ongeveer 5 seconden weergegeven, modus [PROGRAM AE] (
Normaal gebruik
Onderwerpen in een donkere omgeving fotograferen
Fotograferen met achtergrondlicht of onder felle lampen (bijvoorbeeld tl-licht)
Onderwerpen fotograferen tegen een nachtlandschap (statief aanbevolen)
Plaatsen waar u niet mag flitsen
))
bij het pictogram
46 VQT2R28 VQT2R28 47
Fotograferen met een flitser (vervolg)
Opnamemodus:
Close-upfoto’s maken
Opnamemodus:
Beschikbare typen per modus (: beschikbaar, —: niet beschikbaar, :
standaardinstelling)
○∗○○○
○○
○○○
– –––– – – –
○○○○ ○ ○○○○○–○○○
Stel in op (Auto), (Auto/Rode-ogenreductie), (Lngz. sy./rode-og) of (Langz. sync.), afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
• De flitser kan niet worden gebruikt tijdens de filmopname van bewegende beelden en de scènefuncties , , , , , , of .
Scherpstelgebied afhankelijk van ISO-gevoeligheid en zoom
[GEVOELIGHEID]
(97)
[SLIMME ISO]
(96)
[H. GEVOELIGH.]
(66)
[FLITS-BURST]
(67)
Plaats uw handen niet over het licht uitstralende gedeelte van de flitser (9, 10) en kijk ook niet
van dichtbij (op enkele centimeters afstand) in de flitser. Flits niet dicht in de buurt van andere onderwerpen (warmte en licht kunnen schadelijk zijn voor het onderwerp).
Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest.
Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld.
Randen van foto’s kunnen iets donkerder worden als de flitser wordt gebruikt op korte afstanden zonder dat de zoom
wordt gebruikt (vlakbij de maximale instelling voor W - groothoek). U kunt dit oplossen door enigszins in te zoomen. Als er moet worden geflitst, worden de flitstypesymbolen (bijvoorbeeld ) rood als u de ontspanknop half indrukt.
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt opgeladen)
(bijvoorbeeld Onvoldoende bereik van de flitser kan worden veroorzaakt door niet goed ingestelde belichting of witbalans.
Het flitseffect wordt mogelijk niet volledig bereikt bij korte sluitertijden.
Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser enkele keren
achter elkaar wordt gebruikt.
––
AUTO ongeveer. 0,6-5,3 m ongeveer. 1,0-3,6 m ISO80 ongeveer. 0,6-1,5 m ongeveer. 1,0m ISO100 ongeveer. 0,6-1,6 m ongeveer. 1,0-1,1 m ISO200 ongeveer. 0,6-2,3 m ongeveer. 1,0-1,6 m ISO400 ongeveer. 0,6-3,3 m ongeveer. 1,0-2,2 m ISO800 ongeveer. 0,8-4,7 m ongeveer. 1,0-3,2 m ISO1600 ongeveer. 1,15-6,7 m ongeveer. 1,0-4,5 m ISOMAX400 ISOMAX800 ISOMAX1600 ISO1600-
ISO6400 ISO100-
ISO3200
).
––––––––
Max. W (groothoek) Max. T (tele)
ongeveer. 0,6-3,3 m ongeveer. 1,0-2,2 m ongeveer. 0,8-4,7 m ongeveer. 1,0-3,2 m ongeveer. 1,15-6,7 m ongeveer. 1,0-4,5 m
ongeveer. 1,15-13,5 m ongeveer. 1,0-9,1 m
ongeveer. 0,6-3,4 m ongeveer. 1,0-2,3 m
Scherpstelgebied
–––––
––
○○ ○○
○○–○
–––– ––○–
○ ○
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door instellen op [MACRO-AF] ( ) onderwerpen dichter benaderen dan bij de normale scherpstelafstand (tot op 3 cm in de maximale W groothoekstand).
Handig voor het maken van close-up foto’s van bijvoorbeeld schuwe vogels die niet te benaderen zijn, of ook voor foto’s met een diffuse onscherpe achtergrond, zodat uw onderwerp beter uitkomt.
De ‘Telemacro’ functie treedt automatisch in werking wanneer de optische of de extra-optische zoomwaarde dichtbij de maximale telestand komt (10 x of verder optisch inzoomen). Er kan scherpgesteld worden op afstanden van 1 meter of meer.
maximale T
Open de [MACRO STAND]
Selecteer [MACRO-AF]
Het kan even duren totdat onderwerpen
op grote afstand scherp worden. Bij gebruik van de (Modus
[INTELLIGENT AUTO]) kunt u de macro-opnamefunctie inschakelen door eenvoudigweg de camera op uw onderwerp te richten. (wanneer
wordt weergegeven)
De [MACRO-AF] functie wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u de [AF MODE] instelt op (Autofocus­volgen). ( wordt niet aangegeven.)
Neem de foto
Wordt ongeveer 5 sec. aangegeven
aanduiding
Close-up foto’s maken zonder erg dicht bij het onderwerp te komen
‘Telemacro’ functie
De digitale zoom kan ook worden gebruikt.
Deze functie werkt tevens ook bij het maken van
foto’s met de volgende scènefuncties. ( wordt
Draai
naar de
telestand
verandert in
niet weergegeven) [VOEDSEL], [KAARSLICHT], [BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS­BURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] , [HOGE DYNAMIEK], [ONDER WATER]
48 VQT2R28 VQT2R28 49
Fotograferen met een flitser (vervolg)
Opnamemodus:
Fotograferen van nóg dichterbij [MACRO ZOOM]
Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [MACRO ZOOM] zodat uw onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [MACRO-AF].
Zoomhendel
Bij de [MACRO ZOOM] wordt een sterkere vergroting bereikt, hetgeen een mindere beeldkwaliteit geeft.
Wanneer [MACRO ZOOM] is ingesteld, werken de extra optische zoom en [i.ZOOM] niet.
De [MACRO ZOOM] instelling is niet te gebruiken tijdens opnemen in de [MULTI-ASPECT] modus.
Wanneer [TRACKING AF] is ingesteld, wordt zoomen in de macrostand geannuleerd.
Het verdient aanbeveling een statief en de [ZELFONTSPANNER] te gebruiken.
Bovendien wordt, wanneer u een onderwerp vlakbij de camera fotografeert, aanbevolen [FLITS] op [GEDWONGEN UIT] te zetten. Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw foto’s onscherp zijn
wanneer uw onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik bijzonder gering is. Langs de randen van de foto kan de resolutie minder zijn.
Open de [MACRO STAND]
Stel in op [MACRO ZOOM]
Wordt ongeveer 5 sec. aangegeven
Regel de vergroting van de digitale zoom met de zoomhendel
Er is hierbij vast uitgezoomd naar de groothoekstand. Het scherpstelbereik is van 3 cm - ∞.
Terug
Vergroten
Digitale zoom-vergroting (1 x tot 3 x)
Neem de foto
∗ ∗ ∗
Opstellen van de camera en uw onderwerp binnen het optimale scherpstelbereik
Beschikbaar opnamebereik in (modus [PROGRAM AE])
Scherpstelbereik
Afstand tussen de lens en uw onderwerp
1 x (max.W)
2 x
3 x
1
4 x
Zoom ratio
5 x - 8 x
9 x
2
10 x - 12 x
1
Het scherpstelbereik varieert, afhankelijk van de zoomstand.
2
De maximale zoomafstand is afhankelijk van het zoomtype.
3
Het scherpstelbereik blijft gelijk bij de volgende instellingen.
(Modus [INTELLIGENT AUTO]) • (Modus [PRIKBORD])
• [VOEDSEL], [KAARSLICHT], [BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL], [HOGE DYNAMIEK], [ONDER WATER] in de scènemodus
4
Het scherpstelbereik blijft gelijk bij de volgende instellingen.
[PORTRET], [GAVE HUID], [TRANSFORMEREN], [PANORAMA ASSIST], [SPORT], [PARTY], [ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL], [STRAND], [SNEEUW], [FOTO FRAME] in de scènemodus
De zoom-instellingen zijn bij benadering.
Het scherpstelbereik verschilt voor de scènefuncties.
Max. W: De zoomhendel zo ver mogelijk naar de W of groothoekstand gedraaid (niet ingezoomd)
Max. T: De zoomhendel zo ver mogelijk naar de T of telestand gedraaid (maximaal ingezoomd)
(max.T)
3 cm 50 cm 1 m 2 m
3 cm -
50 cm -
20 cm -
50 cm -
50 cm -
50 cm -
1 m -
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op worden scherpgesteld.
: Het scherpstelbereik wordt bij [MACRO-AF] ingesteld : Het scherpstelbereik bij [MACRO-AF] is uitgeschakeld
2 m -
1.5 m -
1 m -
1 m -
2 m -
2 m -
2 m -
3
4
50 VQT2R28 VQT2R28 51
Fotograferen met de zelfontspanner
Opnamemodus:
Foto’s maken met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om trillingen te voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen op 2 seconden.
Geef [ZELFONTSPANNER] weer
Selecteer de tijdsduur
Kan ook worden
geselecteerd met .
Wordt ongeveer 5 sec. weergegeven
Maak een foto
Druk de ontspanknop helemaal in om te beginnen met opnemen na de vooraf ingestelde tijd.
• Annuleren tijdens gebruik druk op [MENU/SET]
Indicator zelfontspanner
(Knippert gedurende ingestelde
periode)
Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). Afhankelijk van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk.
Onderbelicht Optimale belichting Overbelicht
Plusrichting Minrichting
Geef [BELICHTING] weer
Druk op
Selecteer een waarde
[0] (geen compensatie)
Bij instellen op de [BURSTFUNCTIE] worden er drie foto’s genomen. Bij instellen op de
[FLITS-BURST] scènefunctie worden er vijf foto’s genomen. Er wordt automatisch scherpgesteld vlak voordat het opnemen begint als u de
ontspanknop hier volledig indrukt. Nadat de indicator voor de zelfontspanner stopt met knipperen, kan deze gaan branden
als AF-assistlampje. Deze functie kan niet worden gebruikt in de scènemodi [ONDER WATER] en [HI-
SPEED BURST] of bij het opnemen van films. [10 SEC.] kan niet worden gekozen in modus ([PRIKBORD]) of in de scènemodus
[ZELFPORTRET].
Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde (bijvoorbeeld ) in de
linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven. De belichtingscompensatiewaarde die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera
is uitgeschakeld. De belichtingscompensatie kan niet worden gebruikt bij de [STERRENHEMEL]
scènefunctie.
52 VQT2R28 VQT2R28 53
Loading...
+ 63 hidden pages