OLYMPUS SP-560 UZ User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
NL
Gebruiks­aanwijzing
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Met deze handleiding kunt u meteen aan de slag met uw camera.
Knopfuncties
Menufuncties
Beelden printen
Gebruik van OLYMPUS Master
Leer uw camera beter kennen
Appendix
(
Wij zijn u erkentelij k voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera . Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
(
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
(
In het belang van voortdurende verbeteringen van het product behoudt Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.
(
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
Inhoud
Quick Start-gebruiksaanwijzing Blz. 3
Knopfuncties Blz. 11
Menufuncties Blz. 21
Beelden printen Blz. 48
Gebruik van OLYMPUS Master Blz. 55
Leer uw camera beter kennen Blz. 62
Appendix Blz. 77
Probeer de functies van de cameraknoppen door de afbeeldingen te volgen en ze op de camera uit te proberen.
Leer alles over de menu's, van basisfuncties tot de functies van elk menu en hun verschillende instellingen.
Leer hoe u gemaakte foto's kunt printen.
Leer hoe u beelden naar een computer kunt overbrengen en opslaan.
Ontdek meer over uw camera en leer wat u moet doen als u een vraag heeft over functies.
Lees over handige functies en veiligheidsmaatregelen voor effectiever gebruik van uw camera.
2 NL
Uitpakken van de doos
Digitale camera Camerariem / Ringetjes voor riemLenskapjep / Koordje voor lenskapje
AA-formaat batterijen (vier) USB-kabeltje AV-kabeltje OLYMPUS Master 2
CD-ROM
Niet weergegeven artikelen: Handleiding (deze handleiding), Basishandleiding en garantiekaart. De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Bevestig de camerariem en het lenskapje
Oogje voor de camerariem
• Schuif het kapje helemaal over het ringetje.
• Houd de ringetjes zó dat u ze door de bevestigingsogen kunt steken.
Gebruik de meegeleverde camerariem en ringetjes voor de riem.
• Maak de camerariem en de ringetjes voor de riem aan elkaar vast. De ringetjes voor de riem kunnen eraf vallen als ze zonder riem aan de camera worden bevestigd.
Quick Start-gebruiksaanwijzing
NL 3
• Bevestig de camerariem op dezelfde manier aan het andere oogje.
De camera gereedmaken
Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
a. Zet de batterijen in de camera
Quick Start-gebruiksaanwijzing
4 NL
b. Steek de xD-Picture Card (optioneel) in de camera
Klepje van het kaartje
Inkeping
Contactvlak
• Steek het kaartje recht in de kaartsleuf.
• Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.
• Om het kaartje te verwijderen, drukt u het eerst helemaal naar binnen, laat het daarna voorzichtig los en neem het kaartje eruit.
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Met deze camera kunt u foto's maken zonder een optionele xD-Picture card™ (hierna kaartje genoemd). Als u foto's maakt zonder dat een kaartje is ingezet, worden de foto's opgeslagen in het interne geheugen. Informatie over het kaartje vindt u onder “Het kaartje“ (Blz. 78).
NL 5
De camera inschakelen
Voor het maken van videobeelden (stand Fotograferen)
Stand Fotograferen
Y / M /D
Y M D TI M E
----.--.-- --:--
• Als de datum en tijd nog niet zijn ingesteld, verschijnt dit scherm.
Hier wordt verklaard hoe de camera in de stand Fotograferen (fotofunctie) wordt gezet.
a. Zet de functieknop op
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
h
P A S M
r
s
g
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch. De camera stelt de optimale diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in. Met deze functie kunt u het diafragma handmatig wijzigen. Met deze functie kunt u de sluitertijd aanpassen bij het fotograferen. Met deze functie kunt u het diafragma en de sluitertijd handmatig wijzigen. Met deze functie kunt u elke fotografeerfunctie handmatig instellen en als uw
voorkeursinstelling Fotograferen gebruiken. Met deze functie kunt u fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk
van de lichtomstandigheden. Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm
te volgen.
h
.
b. Verwijder het lenskapje en druk op de
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Om de camera uit te schakelen, drukt u nog een keer op de
6 NL
o
-knop.
X
Y M D TIME
----.--.-- --:--
CANCEL
MENU
o
Y/M/D
-knop.
Datum en tijd instellen
Tips
De richtingen van de pendelknop worden in deze handleiding aangeduid met
1243
.
Over het instelmenu voor datum en tijd
Y / M /D
Y M D TI M E
----.--.-- --:--
Y-M-D (Jaar-Maand-Dag)
Verlaat een instelling.
Minuten Datumformaten (Y / M / D, M / D / Y, D / M / Y)
Uur
2007
.--.-- --:--
Y M D TI M E
Y / M /D
1 F
knop
2Y
knop
3#
knop
X
Y M D TIME
----.--.-- --:--
CANCEL
MENU
Y/M/D
Quick Start-gebruiksaanwijzing
a. Druk op de
De eerste twee cijfers van het jaartal [Y] zijn vast ingesteld.
1 F
-knop en de
2Y
-knop om [Y] te selecteren.
b. Druk op de 3#-knop.
X
Y M D TIME
2007
.--.-- --:--
MENU
CANCEL
Y/M/D
NL 7
c. Druk op de
20072007.1212
.-- --:--.-- --:--
CANCEL
MENU
X
Y M D TIMEY M D TI M E
Y/M/DY / M /D
2007
.1212
.2626
--:--
Y M D TI M E
Y / M /D
2007
.1212
.2626
1212
:3030
Y M D TI M E
Y / M /D
2007
.1212
.2626
1212
:3030
Y / M /D
Y M D TI M E
o
knop
1 F
om [M] te selecteren.
d. Druk op de
3#
-knop en de
-knop.
2Y
-knop
e. Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
om [D] te selecteren.
3#
f. Druk op de
g. Druk op de
-knop.
1 F
-knop en de
2Y
om “uur“, “minuten“ te selecteren.
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
h. Druk op de 3#-knop.
i. i.Druk op de
1 F
-knop en de
2Y
om [Y / M / D] te selecteren.
j. Nadat alle instellingen zijn uitgevoerd,
o
drukt u op de
Quick Start-gebruiksaanwijzing
Voor een nauwkeurige tijdinstelling drukt u op de
o
-knop op het moment dat de klok 00 seconden
aanwijst.
-knop.
-knop
-knop
-knop
X
Y M D TIME
2007
MENU
CANCEL
X
Y M D TIME
2007
MENU
CANCEL
X
Y M D TIME
2007
MENU
CANCEL
--:--
Y/M/D
Y/M/D
SET
Y/M/D
SET
OK
OK
8 NL
Een foto maken
Horizontale stand Verticale stand
Ontspanknop
(half ingedrukt)
Plaats deze markering op uw onderwerp.
Het resterende aantal stilstaande beelden wordt weergegeven.
De groene LED geeft aan dat de camera de belichting en scherpstelling vasthoudt.
(geheel ingedrukt)
Ontspanknop
De indicatie-LED Dataverkeer knippert.
De scherpstelling van de zoeker aanpassen m.b.v. de dioptrie
Dioptrieregelaar
u
knop
a. Houd de camera vast
b. Scherpstellen
c. Fotograferen
Quick Start-gebruiksaanwijzing
u
a. Druk op de
-knop.
b. Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait
u langzaam de dioptrieregelaar.
Zodra u [ ] (autofocusteken) goed en scherp kunt zien, is de aanpassing gereed.
NL 9
Beelden bekijken
Pendelknop
Volgende foto
Vor ige f oto
Functieknop
Beelden wissen
3#
knop
4&
knop
S
knop
OK
SET
MENU
BACK
YES
NO
ERASE
1 F
knop
o
knop
a. Zet de functieknop op q.
4&
a. Druk op de
dat u wilt wissen.
b. Druk op de
-knop en de 3#-knop om het beeld weer te geven
S
-knop.
ERASE [IN]
Quick Start-gebruiksaanwijzing
c. Druk op de
10 NL
1 F
o
-knop om het beeld te wissen.
-knop om [YES] te selecteren en druk op de
BACK
MENU
YES
NO
OK
SET
Knopfuncties
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Zelfontspanner
De stand macro / Supermacro
1 o
Power aan: Stand Fotograferen
2
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
• Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
h
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch. De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-waarde kunt u niet wijzigen.
P
De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale diafragmawaarde en sluitertijd in.De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals witbalans en ISO-waarde kunt u wél wijzigen.
-knop
• Monitor gaat aan
• Lens wordt uitgeschoven
• Voordat u de camera in stand Fotograferen inschakelt, het lenskapje verwijderen.
Stand Weergeven
• Monitor gaat aan
Functieknop
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
De camera aan en uit zetten
Fotograferen met volautomatische instellingen
Knopfuncties
NL 11
A
Diafragmawaarde
1
: Verhoogt de diafragmawaarde.
2
: Verlaagt de diafragmawaarde.
Als met dit diafragma geen correcte belichting mogelijk is, wordt de F-waarde in rood weergegeven.
o
: Stelt de instellingen in.
[ ]
A
F4.0
0.0
1/1000
Instelbereik W: F2.8 tot F8.0 T: F4.5 tot F8.0
Druk op 12nadat u op
1 F
hebt gedrukt. De camera kies t automatisch
de bijpassende sluitertijd.
Sluitertijd
1
: Verkort de sluitertijd.
2
: Verlengt de sluitertijd.
Als met deze sluitertijd geen correcte belichting mogelijk is, wordt de sluitertijd in rood weergegeven.
o
: Stelt de instellingen in.
Druk op 12nadat u op
1 F
hebt gedrukt. De camera kies t automatisch
de bijpassende diafragmawaarde.
Sluitertijdenbereik: 1/2 tot 1/1000 (Als [NOISE REDUCT.] op [ON] staat: max. 4 sec.)
[ ]
S
F2.8
1/100
0.0
Sluitertijd
1
: Verkort de sluitertijd.
2
: Verlengt de sluitertijd.
o
: Stelt de instellingen in.
Instellingenbereik: Diafragmawaarde F2.8 tot F8.0 (de diafragmawaarde varieert afhankelijk van de ingestelde zoompositie.) Sluitertijd: 15 sec. tot 1/2000 sec. (de sluitertijd varieert afhankelijk van de ingestelde diafragmawaarde.)
Belichtingstolerantie
Als het bereik met ±3.0EV wordt onder- of overschreden, wordt de belichtingstolerantie in het rood weergegeven.
Diafragmawaarde
4
: Verhoogt de diafragmawaarde.
3
: Verlaagt de diafragmawaarde.
Diafragmawaarde aanpassen bij het fotograferen
F4.0
1/1000
S
Sluitertijd aanpassen bij het fotograferen
1/100
M
Diafragmawaarde en sluitertijd aanpassen bij het fotograferen
Druk op
1243
0.0
SET
F2.8
0.0
SET
nadat u op
OK
OK
1 F
hebt gedrukt.
Knopfuncties
Tijdopnamen maken
Druk op 2 om de sluitertijd op BULB te zetten. De sluiter blijft dan open staan zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. (De maximale periode waarin de sluiter open kan blijven, is 8 minuten. Dit is echter alleen mogelijk als [ISO] op [50], [100] of [200] staat.)
12 NL
r
0.0
+0.7
+0.3
+1.0
Uw voorkeursinstelling maken voor het fotograferen
In deze stand kunt u functies instellen en maximaal 4 zelf ingestelde fotografeerstanden opslaan die u bij het fotograferen als uw eigen voorkeursstanden kunt gebruiken.
g
“MY MODE SETUP Functies m.b.t. het fotograferen instellen en opslaan“ (Blz. 47)
Gebruik het functiemenu om een van uw opgeslagen voorkeursstanden (My Mode) te selecteren.
g
“De functies die u met het functiemenu kunt instellen“ (Blz. 20)
s
Fotografeer door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie
U kunt fotograferen door een motiefprogramma te selecteren afhankelijk van de situatie.
Een motiefprogramma selecteren / Naar een ander motiefprogramma wisselen
•Druk op m en selecteer [SCN] in het hoofdmenu. Gebruik 12 om een motiefprogramma te selecteren en druk op o.
• Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen gewijzigd naar de standaardinstellingen van elk motiefprogramma.
g “s
(motiefprogramma) Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren“ (Blz. 24)
g
Volg de fotogids voor het instellen
SHOOTING GUIDE 1/ 4
1
Shoot w/ effects preview.
2
Brightening subject.
3
Shooting into backlight.
4
Set particular lighting.
5
Blurring background.
SET
Met deze functie kunt u de focusinstellingen instellen door de fotogids op het scherm te volgen.
•Druk op m om de fotogids opnieuw weer te geven.
• Om de instelling te veranderen zonder de fotografeergids te gebruiken, zet u de stand Fotograferen op een andere stand.
• Functies die m.b.v. de fotogids zijn ingesteld worden teruggezet op de standaardinstellingen af fabriek als m wordt ingedrukt of als de stand Fotograferen wordt gewijzigd.
OK
Fotograferen terwijl u previews met verschillende effecten met elkaar kunt vergelijken
Als u [Exposure effects.] hebt geselecteerd
Exposure effects.
0.0
Als u in het menu Fotografeergids bij [1 Shoot w / effects preview.] een item hebt geselecteerd, verschijnen op het scherm 4 beelden tegelijkertijd van foto's die met de verschillende instellingen zijn gemaakt. Op die manier kunt u de effecten van verschillende instellingen met elkaar vergelijken.
• Selecteer met de pendelknop het beeld met de gewenste instellingen en druk op o. De camera gaat automatisch naar de stand Fotograferen en
+0.3
u kunt met het geselecteerde effect fotograferen.
Knopfuncties
+0.7
Druk op 4 3 om andere belichtingsalternatieven weer te geven.
n
Videobeelden opnemen
Als [R] (videobeelden) op [ON] staat, wordt er geluid bij de videobeelden opgenomen.
R
] (videobeelden) op [ON] staat, kan de optische zoom tijdens het fotograferen niet worden gebruikt.
•Als [
g “R
(videobeelden) Videobeelden met geluid opnemen“ (Blz. 33)
• Om in te kunnen zoomen als [
g
“DIGITAL ZOOM Inzoomen op uw onderwerp“ (Blz. 28)
+1.0
R
] (videobeelden) op [ON] staat, [DIGITAL ZOOM] op [ON] zetten.
NL 13
• Als [IMAGE STABILIZER] op [ON] is gezet, veroorzaakt het gedurende een lange periode continu opnemen
Dit pictogram brandt rood tijdens video-opname.
De resterende opnametijd wordt weergegeven. Als de resterende opnametijd 0 bereikt, wordt het opnemen gestopt.
Groene LED
van videobeelden een verhog ing van de interne temperatuur van de camera en de camera schakel t eventueel automatisch uit. Verwijder de batterij en laat de camera enige tijd afkoelen voordat u weer gaat fotograferen. U kunt ook de [IMAGE STABILIZER] op [OFF] zetten. De temperatuur van het camerahuis kan eveneens stijgen tijdens gebruik. Dit wijst echter niet op een defect.
q
Stand Weergeven selecteren
De laatste foto wordt weergegeven.
• Druk op de pendelknop om andere foto's te bekijken.
• Gebruik de zoomknop om om te schakelen tussen gezoomd weergeven, indexweergave en kalenderweergave.
g
“MOVIE PLAY Weergeven van videobeelden“ (Blz. 35)
Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave (repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende opnamen)
Bij de onderstaande optie wordt alleen de eerste foto weergegeven die gemaakt is in de stand Continu fotograferen.
[j] [c] [d] [i] [BKT] [TIMELAPSE] [AUCTION] [SHOOT & SELECT1] [SHOOT & SELECT2] [SMILE SHOT]
• Selecteer de foto's waarbij s verschijnt en druk op m om deze weer te geven in de indexweergave (repeterende weergave). Druk nogmaals op m om terug te keren naar het eerste beeld.
• Selecteer de foto's waarbij s verschijnt en druk op o om deze weer te geven in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende opnamen).
• Deze functie is alleen beschikbaar voor foto's die met dit type camera zijn gemaakt.
• Zodra het eerste beeld verschijnt, doet u het volgende om de instellingen toe te passen op alle repeterende opnamen.
Knopfuncties
0
/ y / PRINT ORDER / ERASE Om deze instellingen toe te passen op afzonderlijke foto's, drukt u op m om de foto's eerst in de indexweergave op te roepen voordat u de instellingen gaat toepassen.
3
Ontspanknop
Stilstaande beelden fotograferen
Zet de functieknop op h, P, A, S, M, r, groene LED gaat branden zodra de camera de scherpstelling en belichting vasthoudt (scherpstelgeheugen). Druk de ontspanknop nu helemaal in (geheel) om een foto te maken.
g
of s, en druk de ontspanknop licht in (half). De
De scherpstelling vasthouden en dan de foto samenstellen (scherpstelgeheugen)
Stel uw foto samen met vastgehouden scherpstelling en druk dan de ontspanknop volledig in om een foto te maken.
• Knippert de groene LED, dan is de scherpstelling niet goed aangepast. Probeer de scherpstelling opnieuw vast te leggen.
Fotograferen
Videobeelden opnemen
Zet de functieknop op n en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling vast te leggen, druk vervolgens de ontspanknop geheel in om te beginnen met opnemen. Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
14 NL
4
Uitzoomen: Duw de zoomknop naar de W.
Inzoomen: Trek de zoomknop naar de T.
Gezoomd weergeven
• Trek de zoomknop naar de T om de foto stapsgewijs te vergroten tot maximaal 10 keer de oorspronkelijke grootte. Duw de zoomknop naar de W om de foto te verkleinen.
• Gebruik de pendelknop tijdens gezoomd weergeven om in de foto heen en weer te schuiven.
•Druk op o om terug te keren naar de enkelbeeldweergave.
Indexweergave
• Gebruik de pendelknop om een foto voor weergave te selecteren en druk op o om het geselecteerde enkele beeld weer te geven.
Kalenderweergave
• Gebruik de pendelknop om de datum te selecteren en druk op o of trek de zoomknop naar de T om de foto's van de geselecteerde datum weer te geven.
Enkelbeeldweergave
• Gebruik de pendelknop om in de beelden te bladeren.
Zoomknop
Stand Fotograferen: Inzoomen op uw onderwerp
Optische zoom: 18x
stand Weergeven: De weergave van de foto wijzigen
Inzoomen tijdens het fotograferen / Gezoomd weergeven
Knopfuncties
NL 15
5 h
FINE ZOOM
OFF
ON
OK
SET
De opgeslagen instelling verschijnt onmiddellijk.
Druk op h
n
AF-lock-teken
B
wordt weergegeven tijdens
AE-lock.
/ m button
Stand Fotograferen: Fotograferen met digitale beeldstabilisatie
Druk in de stand Fotograferen op h om [hON] te selecteren. Druk op o om in te stellen.
g
“IMAGE STABILIZER Fotograferen met gebruik van de digitale beeldstabilisatie“ (Blz. 30)
Stand Fotograferen: Deze knop gebruiken als voorkeursfunctieknop
Onder de knop h (voorkeursfunctieknop) kunt u vaakgebruikte functies opslaan als de functieknop op
P, A, S, M, r
Met deze knop kunt u dan allerlei instellingen rechtstr eeks oproepen, in plaats van deze tel kens vanuit een menu te moeten activeren. U hebt bijvoorbeeld [FINE ZOOM] opgeslagen onder de [CUSTOM BUTTON]
g
of s staat.
“CUSTOM BUTTON Vastleggen van functies onder de CUSTOM-knoppen“ (Blz. 47) “Functies die kunnen worden toegewezen aan My Mode en CUSTOM-knop“ (Blz. 72)
Knopfuncties
Deze knop gebruiken als voorkeurfunctieknop / Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
z
De scherpstelling vastleggen (AF-lock)
• Leg de de functie AF-lock vast onde r h zodat de scherpstelli ng wordt vastgelegd door op h te drukken, en V (AF-lock-teken) wordt weergegeven op de monitor. Na de opname blijft AF-lock ingeschakeld. Om AF-lock uit te schakelen, kunt u nogmaals op
h
drukken, of u kunt een andere belichtings- of fotografeerinstell ing kiezen of de stand Fotograferen selecteren. Iedere keer dat de knop ing edrukt wordt, wordt de scherpstelling vastgelegd resp. geannuleerd.
• Als u na het activeren v an AF-lock de zoomknop bedient, kan het beeld onscherp worden. Activeer AF-lock daarom pas nádat u klaar bent met zoomen.
z
De belichting vasthouden (AE-lock)
• Leg de functie AE-lock vast onder h zodat de meting wordt opgeslagen door te drukken op h en de belichting wordt vastgelegd. monitor. Na de opname blijft AE-lock ingeschakeld. Om AE-lock uit te schakelen, kunt u nogmaals op andere belichtings- of fotografeerinstelling kiezen of de stand Fotograferen selecteren. Iedere keer dat de knop ingedrukt wordt, wordt de scherpstelling vastgelegd resp. geannuleerd.
z
Zowel de scherpstelling als de belichting vasthouden (AF LOCK + AE LOCK)
• Leg de functies AF-lock en AE-lock vast onder h. Zodra u nu
h
op vastgehouden. Op de monitor verschijnen dan de pictogrammen
V
(AF-lock) enB (AE-lock). Druk nogmaals op h om AF-lock + AE-lock te annuleren. Telkens als u deze knop indrukt, schakelt u heen en weer tussen het vasthouden en annuleren van de scherpstelling en de belichting.
Fotograferen met di gitale beeldstabilisatie /
B
(AE-lock-teken) wordt weergegeven op de
h
drukken, of u kunt een
drukt, wordt de gemeten belichting en de scherpstelling
16 NL
Stand Weergeven: Repeterende opnamen weergeven in de stand Indexweergave
FRAME ASSIST (Horizontale en verticale lijnen of diagonale lijnen)
*1*2
Eenvoudige weergave
*1
Normale weergave
Stand Fotograferen
Normale weergave
Gedetailleerde weergave
Stand Weergeven
Geen informatieweergave
Histogramweergave
*1*2
Histogram­weergave
*1
Alleen de eerste foto van de repeterende opnamen zal op de monitor verschijnen. Druk in de stand Weergeven op m om foto's weer te geven in de stand Indexweergave.
g
“Foto's die in de stand Continu fotograferen zijn gemaakt, weergeven in de stand indexweergave (repeterende weergave), of in de stand Automatisch (automatische weergave van repeterende opnamen)“ (Blz. 14)
6 #
-knop
Activeert de flitser. Druk op deze knop om een foto te maken met flitser.
g “3#
-knop Gebruik van de flitser“ (Blz. 19)
7 u
-knop
Gaat heen en weer tussen monitor en zoeker.
8 m
Geeft het hoofdmenu weer.
9
Informatiedisplays wijzigen
Druk op
• Deze optie kunt u niet kiezen als de functieknop op
knop (MENU)
DISP. / E-knop
DISP. / E om de display in onderstaande volgorde te wijzigen.
Informatie op display wijzigen / Menugids weergeven /
g
staat.
Flitser omhoog
monitor / zoeker
Tijd controleren
Knopfuncties
*1 Niet weergegeven wanneer n. *2 Niet weergegeven als het op [OFF] staat in het menu.
g “u
Histogram weergeven“ (Blz. 46)
“FRAME ASSIST Hulplijnweergave weergeven / Het type hulplijnweergave vastleggen“ (Blz. 46)
NL 17
Menugids weergeven
ESP/
Sets picture brightness for taking pictures.
METERING
Tijd controleren
Druk, terwijl de camera uit staat, op en de huidige tijd 3 seconden weer te geven.
0 f
/ S-knop
Stand Fotograferen: De belichting van het onderwerp aanpassen bij tegenlicht
Druk in de stand Fotograferen op f om de schaduwaanpassingstechniek in of uit te schakelen. Druk op o om in te stellen. Rondom de gedetecteerde positie verschijnt een kader (behalve bij n). Deze functie zorgt ervoor dat het gezicht van het onderwerp helderder op de foto komt, zelfs bij tegenlicht.
SHADOW ADJ. OFF Schaduwaanpassingstechniek is uitgeschakeld. SHADOW ADJ. ON Schaduwaanpassingstechniek is geactiveerd.
• In sommige situaties is de camera niet in staat om gezichten te herkennen.
• Het kan even duren voordat het kader verschijnt.
• Als [SHADOW ADJ. ON] is geselecteerd is, gelden bij het instellen de volgende beperkingen.
• [METERING] wordt vast ingesteld op [ESP].
• [AF MODE] wordt vast ingesteld op [FACE DETECT].
• Als [DRIVE] niet is ingesteld op [o], werkt deze functie alleen bij de eerste opname.
• In de stand [PANORAMA] werkt deze functie alleen bij de eerste opname.
Stand Weergeven: Beelden wissen
Geef een beeld weer om te wissen in de stand Weergeven en druk op S.
• Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden v oor deze gewist worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g “0
Beelden beveiligen“ (Blz. 39)
Knopfuncties
a
Pendelknop (
Gebruik de pendelknop om motiefprogramma's, foto weergave en de menuopties te selecteren.
b q
/ P-knop
Stand Fotograferen: Beelden bekijken
Op de monitor verschijnt het laatst gefotografeerde beeld. Druk op q in de stand Fotograferen. Druk nogmaals op
Stand Weergeven: Beelden printen
Als de printer op de camera is aangesloten, geeft u een beeld weer dat in de stand Weergeven geprint moet worden en drukt u op
g
“Eenvoudig printen“ (Blz. 48)
q
P
Bij geselecteerde menufuncties, te geven. Laat
DISP. / E om de ingestelde alarmtijd (als [ALARM CLOCK] is ingesteld)
1243
of druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de stand Fotograferen.
.
DISP. / E los om de menugids te sluiten.
Het onderwerp verlichten bij tegenlicht / Beelden wissen
)
DISP. / E indrukken om de menugids weer
Beelden bekijken / Beelden printen
18 NL
c 4&
3
:Lichter.
4
:Donkerder.
De instellingen activeren.
[ ]
P
F8.0F8.01/1000 1/1000
OK
+2.0+2.0
SET
Druk in de stand Fotograferen op
1 F
, stel de gewenste
belichtingscorrectie in met 43 en druk vervolgens op o.
• Aan te passen van –2,0 EV tot +2,0 EV.
-knop
Druk op 4& in de stand Fotograferen om de stand macro te selecteren. Druk op o om in te stellen.
OFF Stand macro is gedeactiveerd.
&
(stand macro) Met deze functie kunt u fotograferen op een afstand van slechts 10 cm
%
(stand supermacro) Met deze functie kunt u fotograferen op een afstand van slechts 1 cm tot
• Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
d 1 F
• Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
e 3#
Druk in de stand Fotograferen op # (flitser omhoog). Druk op 3# om de gewenste flitserfunctie te selecteren. Als de flitser niet omhoog gegaan is, kunnen de instellingen niet worden uitgevoerd.
g “#
Druk op o om in te stellen.
AUTO (autoflitsen) Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
!
#
(invulflitsen) De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
H
#
SLOW De flitser flitst met een lange sluitertijd. Stel de flitssynchronisatie in op
$
• Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
-knop
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
-knop
-knop Flitser omhoog“ (Blz. 17)
(flitsen met onderdrukken
van rode ogen)
(invulflitsen met onderdrukken van rode o
(flitser uit) De flitser ontsteekt niet.
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
(als de optische zoom op de grootste groothoek staat) tot uw onderwerp.
uw onderwerp.
De flitser geeft inleidende flitsen af om rode ogen op uw foto's te onderdukken.
De hoofdflits ontsteekt al tijd na de inleidende flitsen die het effect van r ode
gen)
ogen onderdrukken.
[#SYNCRO].
g “#
SYNCRO Het flitsmoment selecteren“ (Blz. 30)
Dicht bij het onderwerp fotograferen (macro)
Helderheid van de foto wijzigen (belichtingscorrectie)
Gebruik van de flitser
Knopfuncties
NL 19
f 2Y
43
: Selecteer een instelling en druk op o.
12
: Selecteer de functie die u wilt instellen.
Functiemenu
Druk op 2Y in de stand Fotograferen om de zelfontspanner in en uit te schakelen. Druk op o om in te stellen.
Y Y
Y
•Druk op 2Y om de zelfontspanner uit te zetten.
• Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.
• U kunt geen zelfontspanneropties instellen als [AF PREDICT] of [PRE-CAPTURE] is ingesteld op [ON].
g o
Geeft het functiemenu weer, dat de functies en instellingen bevat die tijdens het fotograferen vaak worden gebruikt. Deze knop wordt ook gebruikt om uw selectie te bevestigen.
De functies die u met het functiemenu kunt instellen
My 1/2/3/4 ............................................
• Weergegeven als de functieknop op r staat.
• Instellingen zijn vastgelegd onder s als standaardinstelling af fabriek.
-knop
UIT Annuleer de zelfontspanner. 12 S Druk na het instellen de ontspanknop helemaal in. De zelfontspanner-LED brandt
2 S Druk na het instellen de ontspanknop helemaal in. De zelfontspanner-LED knippert
gedurende ongeveer 10 sec onden en begint dan te knipperen. Na o ngeveer 2 seconden knipperen wordt de opname gemaakt.
2 seconden lang, voordat de foto wordt gemaakt.
-knop (OK / FUNC)
De vastgelegde voorkeursinstelling Fotograferen wisselen
s
/ E / c /
d
Fotograferen met de zelfontspanner
Instellen met behulp van het functiemenu
Knopfuncties
Andere functies die u met het functiemenu kunt instellen
g
“WB Kleur van een foto aanpassen“ (Blz. 26) “ISO De ISO-gevoeligheid wijzigen“ (Blz. 27) “DRIVE Continu fotograferen“ (Blz. 27) “METERING Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp“ (Blz. 28)
20 NL
Menufuncties
Functieknop
m
knop
Pendelknop
o
knop
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
OK
SET
MENU
BACK
1
2
3
4
5
CA MER A M ENU
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
DRIVE
FINE ZOOM
o
OFF
OFF
Hoofdmenu (als de functieknop op P staat)
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
Bedieningsaanwij zingen
m
Pendelknop
o
Iets over de menu`s
Als u op m drukt, verschijnt het hoofdmenu op de monitor of in de zoeker.
• De onderdelen die in het hoofdmenu worden weergegeven variëren, afhankelijk van de functie.
• Als [CAMERA MENU], [PLAYBACK MENU], [EDIT], [ERASE] of [SETUP] is geselecteerd, wordt het menu dat bij de respectievelijke functies hoort, weergegeven.
• Als uw camera is ingesteld volgens de fotogids met de functieknop op fotogids weer te geven.
g
, drukt u op m om de
Bedieningsaanwijzingen
Tijdens bediening van het menu worden de te gebruiken knoppen en hun functie onderaan het scherm weergegeven. Volg deze gidsen om door de menu's te navigeren.
BACKa: Gaat terug naar het vorige menu. EXIT
a
: Verlaat het menu.
1243
om een instelling te selecteren.
SET
:Druk op
f
: Stelt het geselecteerde item in.
Menufuncties
NL 21
Gebruik van de menu’s
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
SILENT
SILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
OK
SET
MENU
BACK
1
2
3
4
5
CA MER A M ENU
WB
AUTO
ISO AUTO
DIGITAL ZOOM
DRIVE
FINE ZOOM
o
OFF
OFF
CA MER A M ENU
De geselecteerde functie wordt weergegeven in een andere kleur.
Paginaweergave: Het paginaweergaveteken wordt weergegeven als er op de volgende pagina nog meer menufuncties staan.
CA MER A M ENU
SCN
OK
MENU
SET
EXIT
SCNSCN
SETUPSETUPSETUP
RESET
RESET
IMAGEIMAGE
QUALITYQUALITY
IMAGE
QUALITY
RESET
SCN
CAMERACAMERA
MENUMENU
SCN
CAMERA
MENU
SILENTSILENT
MODEMODE
SILENT
MODE
1
3
4
5
2
Hier wordt het gebruik van de menu's verklaard met [DIGITAL ZOOM] als voorbeeld.
1
Zet de functieknop op P.
2
Druk op
m
om het hoofdmenu weer te
geven. Selecteer [CAMERA MENU] en druk
o
.
op
• [DIGITAL ZOOM] bevindt zich in een menu in [CAMERA MENU]. Druk op o.
3
Druk op selecteren en druk op
• Niet beschikbare instellingen kunt u ook niet selecteren.
•Druk op 4 op dit scherm, zodat de cursor naar de paginaweergave
4
Druk op en druk op
• De menufunctie wordt ingesteld en het vorige menu wordt
• Voor het annuleren van wijzigingen en om verder te gaan met de
Menufuncties
Menu stand Fotograferen h P A S M r s
22 NL
12
om [DIGITAL ZOOM] te
beweegt. Druk op 12 om van pagina te veranderen. Om terug te keren naar functieselectie, drukt u op 3 of o.
12
om [OFF] of [ON] te selecteren
o
.
o
.
weergegeven. Druk meermaals op m om het menu te verlaten.
bediening van het menu, drukt u op m voordat u op o drukt.
WB ISO DRIVE FINE ZOOM DIGITAL ZOOM (digitaal zoomen) METERING (lichtmeting) AF MODE FOCUS MODE FULLTIME AF (continu autofocus) AF PREDICT AF ILLUMINAT. IMAGE STABILIZER
w
*1 U hebt een OLYMPUS xD-Picture Card nodig.
1
2
3
4
5
BACK
1
2
3
4
5
BACK
4
CAMERA MENU
#
Q R
PAN ORA MA
>
SHARPNESS CONTRAST SATURATION NOISE REDUCT. TIMELAPSE
1 R
WB
ISO AUTO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
MENU
WB
ISO
DRIVE
FINE ZOOM
DIGITAL ZOOM
MENU
SYNCRO
FLASH
(stilstaande beelden)
(voorzetlens)
(videobeelden)
AUTO
o
OFF
OFF
SET
OFF
ON
SET
*1
OK
OK
n
• Afhankelijk van de stand van de functieknop zijn enkele menufuncties niet beschikbaar.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (Blz. 73)
g
“Instelmenu's – SETUP“ (Blz. 41)
• De standaardinstellingen af fabriek worden in het grijs weergegeven ( ).
1
IMAGE QUALITY
Beeldkwaliteit wijzigen
Beeldkwaliteit van stilstaande beelden en de toepassing ervan
Beeldkwaliteit Resolutie Compressiefactor Applicatie
*1
RAW
SHQ 3264 x 2448 Lage compressiefactor • Dit is handig voor het printen van grote
HQ 3264 x 2448 Standaard
*2
SQ1
*2
SQ2
16 : 9 1920 x 1080 Standaard
*1 Niet weergegeven wanneer ingesteld op h of s. *2 Als u [SQ1] of [SQ2] selecteert, selecteer dan [HIGH] of [NORMAL] nadat u de resolutie hebt geselecteerd.
JPEG-kopie
Foto's in het bestandstype [RAW] kunt u tegelijkertijd ook laten opslaan in het bestandstype JPEG. Bij het opslaan in het bestandstype JPEG kunt u kiezen tussen de beeldkwaliteiten [SHQ], [HQ], [SQ1] en [SQ2], maar u kunt geen resolutie selecteren. Foto's worden opgeslagen in de resolutie dit op op dat moment voor die beeldkwaliteit is ingesteld.
JPEG DUPLICATE SETTING
OFF
SHQ
HQ
SQ1
MENU
BACK
3264 x 2448 • Ongecomprimeerde ruwe beeldgegevens
3 : 2 3264 x 2176
3 : 2 3264 x 2176
2560 x 1920 Lage compressiefactor 2304 x 1728 2048 x 1536
1600 x 1200 Lage compressiefactor 1280 x 960
1024 x 768 • Deze beeldkwaliteit is vooral praktisch om
compressiefactor
(Hoge kwaliteit) / Standaard compressiefactor (standaard)
(Hoge kwaliteit) / Standaard compressiefactor (standaard)
640 x 480
compressiefactor
• Op het [IMAGE QUALITY] scherm selecteert u [RAW] en vervolgens
[IN]
• Selecteer voor de JPEG-kopie een van de instellingen [OFF], [SHQ],
3
drukt u op
[HQ], [SQ1] pf [SQ2] en druk op [RAW]-gegevens wilt opslaan.)
.
• Bestandstype ORF.
beelden op een groot papierformaat. (Voor [3264 x 2448].)
• Dit is handig voor het bestellen van foto's bij een foto-ontwikkelcentrale. (Voor [3 : 2 3264 x 2176].)
• Dit is handig voor het het bewerken van foto's op de computer, zoals aanpassen van contrast en onderdrukken van rode ogen.
• Dit is nuttig voor het printen op groot papierformaat.
• Dit is handig voor computerbewerkingen als draaien of het toevoegen van tekst aan een foto.
• Dit is handig voor het printen op A5 papier en kleiner.
• Dit is handig voor het bekijken van foto's op een computer.
beelden als bijlagen bij e-mail te verzenden.
• Dit is nuttig om de weidsheid va n een object, zoals een landschap, te benadrukken en voor het bekijken van beelden op een breedbeeldtelevisie.
• [PANORAMA] kan niet worden ingesteld.
o
. (Selecteer [OFF] als u alleen de
Beeldkwaliteit video Beeldkwaliteit Resolutie Aantal beelden
OK
SET
SHQ 640 x 480 30 beelden / s HQ 320 x 240 15 beelden / s SQ 160 x 120 15 beelden / s
Menufuncties
NL 23
2
Functie
Standaard-
instellingen
af fabriek
Zie blz.
Flitser AUTO Blz. 19
&
OFF Blz. 19
YY
UIT Blz. 20
F
0.0 Blz. 19 IMAGE QUALITY HQ Blz. 23 WB AUTO Blz. 26 ISO AUTO Blz. 27 DRIVE
o
Blz. 27 FINE ZOOM OFF Blz. 28 DIGITAL ZOOM
(digitaal zoomen)
OFF Blz. 28
METERING (lichtmeting) ESP Blz. 28 AF MODE iESP Blz. 29 FOCUS MODE AF Blz. 29 FULLTIME AF (continu
autofocus)
OFF Blz. 29
AF PREDICT OFF Blz. 29
Functie
Standaard-
instellingen
af fabriek
Zie blz.
AF ILLUMINAT. ON Blz. 30 IMAGE STABILIZER ON Blz. 30
w
± 0.0 Blz. 30
#
SYNCRO
#
SYNC1 Blz. 30
Q
FLASH IN Blz. 30
R
(stilstaande beelden) OFF Blz. 31
>
± 0 Blz. 32 SHARPNESS ± 0 Blz. 32 CONTRAST ± 0 Blz. 32 SATURATION ± 0 Blz. 32 NOISE REDUCT. ON Blz. 32 TIMELAPSE OFF Blz. 33
1
(voorzetlens) OFF Blz. 33
R
(videobeelden) OFF Blz. 33
Monitor / Zoeker (u) Monitor Blz. 17
s
PORTRAIT Blz. 24
RESET
NO / YES
Hiermee zet u de fotografeerfuncties terug op de standaardinstellingen.
Functies hersteld naar de standaardinstellingen af fabriek
Hersel de standaardinstellingen af fabriek van de fotografeerfuncties
3 s
Menufuncties
24 NL
(motiefprogramma)
PORTRAIT / LANDSCAPE / LANDSCAPE+PORTRAIT / SPORT / NIGHT SCENE*1 / NIGHT+PORTRAIT*1 / INDOOR / CANDLE / SELF PORTRAIT / AVAILABLE LIGHT / SUNSET / FIREWORKS*1 / CUISINE / BEHIND GLASS / DOCUMENTS / AUCTION*2 / SHOOT & SELECT1*2 / SHOOT & SELECT2*3 / SMILE SHOT / BEACH / SNOW / UNDER WATER WIDE1 UNDER WATER MACRO
*4
/ QUICK SHUTTER
Fotograferen door een motiefprogramma te selecteren
*4
/ UNDER WATER WIDE2
afhankelijk van de situatie
*4*5
/
Het scherm voor het selecteren v an een motiefprogramma laat voorbeelden
B
F D
j
G
OK
SET
MENU
BACK
1 PORTRAIT
Instelmenu voor
motiefprogramma's
Motiefprogramma instellen.
OK
MENU
S
BACK GO
ee
Geselecteerd beeld.
Druk op 4 3 om door de beelden te bladeren.
Beelden die met een R gemarkeerd zijn, worden gewist.
Selecteer de foto's die gewist moeten worden. Druk op o om bij een foto de optie Wissen te activeren R of juist uit te schakelen.
zien en een beschrijving van de fotografeersituatie waar het voor bedoeld is.
• Door naar een ander motiefprogramma om te schakelen worden de meeste instellingen gewijzigd naar de standaardinstellingen van elk motiefprogramma. Afhankelijk van het motief kan de camera de zoompositie automatisch wijzigen.
*1 Als het onderwerp donker is, wordt de beeldruisonderdrukking
automatisch geactiveerd. Dit verdubbelt ongeveer de tijd van
fotograferen, terwijl er in die tijd geen volgende foto kan worden gemaakt. *2 De scherpstelling van het eerste beeld wordt vastgehouden. *3 Tijdens repeterende opnamen stelt de camera scherp voor elk beeld. *4 Gebruik een waterdichte bescherming. *5 De scherpstelafstand wordt op ca. 5,0 m vastgehouden.
[e SHOOT & SELECT1] [f SHOOT & SELECT2]
• Druk op de ontspanknop en houd hem ingedrukt om repeterende opnamen te maken. Na het fotograferen
selecteert u de beelden die u wilt wissen, zet er een R bij en drukt u op S om ze te wissen.
[l SMILE SHOT]
• Als de camera in de stand Standby fotograferen een lachend gezicht herkent, maakt de camera automatisch
3 foto's na elkaar in de stand Snel repeterende opnamen. U kunt ook een foto maken door de ontspanknop in te drukken.
• In sommige situaties kan de camera geen lachend gezicht herkennen.
• Als [SMILE SHOT] is geselecteerd, brandt de zelfontspanner-LED. Als de zelfontspanner-LED knippert, kan
er niet gefotografeerd worden.
[r QUICK SHUTTER]
• [FULLTIME AF] wordt automatisch op [ON] gezet.
g
“FULLTIME AF Fotograferen terwijl op het onderwerp wordt scherpgesteld“ (Blz. 29)
• Als [FULLTIME AF] is ingesteld op [OFF], wordt [CUSTOM BUTTON] ingesteld op [AF LOCK].
g
“Stand Fotograferen: Deze knop gebruiken als voorkeursfunctieknop“ (Blz. 16)
• Bij [DRIVE] kunt u de opties [
c
] en[d] instellen.
Menufuncties
NL 25
4
OK
MENU
SET
BACK
5
3 1 w
PRESET WB
o
CAMERA MENU
WB ..........................................................................................
AUTO De witbalans wordt voor natuurlijke kleuren automatisch
aangepast, ongeacht de lichtbron.
Kleur van een foto aanpassen
PRESET Selecteert de witbalans aan de lichtbron aan.
5
Zonnige dag Voor fotograferen bij heldere lucht.
3
Bewolkte dag Voor fotograferen bij bewolkte lucht.
1
Gloeilamplicht Voor fotograferen bij gloeilamplicht.
w
V
TL-lamp 1 Voor fotograferen bij daglicht-TL-licht.
x
TL-lamp 2 Voor fotograferen bij neutraal-wit TL-licht.
y
TL-lamp 3 Voor fotograferen bij wit TL-licht.
Witbalans met één knop Voor het instellen van een meer exacte witbal ans dan die met
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk binnenshuis gebruikt.)
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk in bureaulampen gebruikt.)
(Dit type lamp wordt hoofdzakelijk in kantoren gebruikt.)
de bovenstaande instellingen mogelijk is. U kunt de optimale witbalans voor de lichtomstandigheden instellen en opslaan.
Als [PRESET] geselecteerd is
Druk op 12 om een witbalansinstelling te selecteren, druk vervolgens op o.
Als [V] geselecteerd is
Menufuncties
• Terwijl op het scherm [ONE TOUCH WB] staat, richt u de camera op een blad wit papier. Zorg dat het papier
het beeld helemaal vult en dat er geen schaduw op valt.
•Druk op o. De nieuwe witbalans is nu ingesteld.
26 NL
ISO
................................................................................................................... De ISO-gevoeligheid wijzigen
AUTO De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de heersende belichting
HIGH ISO AUTO Deze functie heeft een grotere gevoeligheid vergeleken met [AUTO] en
50 / 100 / 200 / 400 / 800 / 1600 / 3200 / 6400
• Bij de instelling [6400], kunt u [IMAGE QUALITY] niet hoger instellen dan [2048 x 1536].
• Als u [FINE ZOOM] of [DIGITAL ZOOM] hebt ingesteld op[ON], kunt u de optie [6400] niet selecteren.
DRIVE
............................................................................................................................. Continu fotograferen
o j
c
d
i
BKT Maakt repeterende opnamen waarbij bij elke opname een andere belichting
Door de ontspanknop ingedrukt te houden, kunt u een reeks opeenvolgende foto's maken. De camera maakt continu foto's tot u de ontspanknop loslaat.
• Alleen [o] is beschikbaar als de beeldkwaliteit is ingesteld op [RAW].
• De flitser kan niet worden gebruikt als [c] of [d] is ingesteld.
•Als [c] is ingesteld, is [IMAGE QUALITY] beperkt tot onder [2048 x 1536] en het maximale aantal foto's dat
kan worden genomen voor repeterende opnamen is kleiner dan ca. 23.
•Als [d] is ingesteld, kunt u [IMAGE QUALITY] niet hoger instellen dan [1280 x 960], en kunt u bij
repeterende opnamen niet meer dan ca. 40 foto's maken (inclusief de 10 foto's die kort voor het fotograferen worden opgeslagen als [PRE-CAPTURE] is ingesteld op [ON].).
c
•Als u [
] of [d] hebt geselecteerd, kunt u [ISO]niet meer instellen op [HIGH ISO AUTO], [50], [100] of
[200].
van het object.
stabiliseert de onscherpte die onstaat doordat het onderwerp of de camera beweegt als de foto gemaakt wordt.
Een lage waarde verlaagt de gevoeligheid voor het maken van heldere, scherpe foto's bij daglicht. Hoe hoger de waarde, hoe groter de lichtgevoeligheid v an de camera en hoe meer mogelijkheden om met een korte sluitertijd en bij weinig licht te fotograferen. Een grote gevoeligheid veroorzaakt echter beeldruis in de uiteindelijke opname, wat een korrelig beeld tot gevolg kan hebben.
Maakt telkens één foto als de ontspanknop wordt ingedrukt. Bij alle foto's wordt de scherpstelling en de belichting van de eerst opname
aangehouden. De snelheid van de repeterende opnamen is afhankelijk van de ingestelde beeldkwaliteit.
De beelden worden sneller gefotografeerd dan in de normale stand voor repeterende opnamen.
Repeterende opnamen met een snelheid van 15 beelden / s. Stelt bij elke opname opnieuw scherp. De opnamesnelheid is trager dan bij
normale repeterende opnamen.
wordt ingesteld (bracketing ). Scherpstelling en witbalans van de eerste opname worden vastgehouden.
Als u [d] hebt geselecteerd
PRE-CAPTURE OFF / ON
• Als [PRE-CAPTURE] is ingesteld op [ON], worden kort voor het fotograferen door het half indrukken van de
ontspanknop 10 beelden van een foto opgeslagen.
Als [BKT] is geselecteerd
BKT
BACK
0.3
×3
0.7
×5
1.0
MENU
SET
OK
Belichtingstolerantie ± 0.3 / ± 0.7 / ± 1.0 Aantal beelden x3 / x5
• Druk de ontspanknop geheel in en houd deze ingedrukt om het vooraf ingestelde aantal opnamen te maken . U kunt op elk moment stoppen door de ontspanknop los te laten.
Menufuncties
NL 27
FINE ZOOM .......................
Zoombalk
Wit gebied: Het optische zoombereik Rood gebied: Het digitale zoombereik
Optische gezoomd Digitaal zoomen
Maximale vergroting:
Standen voor het Fotograferen van stilstaande beelden
Optische zoom x digitale zoom:ongeveer 100x (max.)
Stand voor het maken van videobeelden
Optische zoom x digitale zoom:ongeveer 54x (max.)
OFF / ON
Met deze functie kunt u tot 27x inzoomen door de optische zoom te combineren met uitsnedes van het beeld. Omdat de camera hierbij geen kunstmat ig gegenereerde extra pixels toevoegt, blijft de beel dkwaliteit behouden.
• [IMAGE QUALITY] wordt beperkt tot onder [2048 x 1536].
DIGITAL ZOOM ........................................................................
OFF / ON
De digitale zoom kan worden gebr uikt om close-up-foto's te maken met een sterk ere vergroting dan de optische zoom.
Inzoomen op uw onderwerp zonder de beeldkwaliteit te verminderen
Inzoomen op uw onderwerp
METERING ..............
ESP Meet de helde rheid in het beeldmidden en in het gebied eromhe en afzonderlijk,
n
Menufuncties
4
28 NL
Een ander vlak kiezen voor het meten van de helderheid van een onderwerp
om een beeld vast te leggen waarin de helderheid in balans is. Fotografeert u bij sterk tegenlicht, dan is het mogelijk dat het beeldmidden donker wordt afgebeeld.
Alleen het licht in het gebied binnen het autofocusteken wordt gemeten. Aanbevolen voor het maken van een foto bij sterk tegenlicht.
Meet de helderheid over een breed gebied, met nadruk op het midden van het scherm. Hiermee kunt u voorkomen dat het omgevingslicht de opname te veel beïnvloedt.
AF MODE ........................................................................
FACE DETECT Zodra binnen het beeld een gezicht wordt herkend, stelt de camera scherp op
iESP De camera bepaalt op welk object in het beeld wordt scherpgesteld. Zelfs
SPOT Selectie van het scherpstellen is gebaseerd op het object binnen het
AREA Verplaats het AF-teken naar het vlak waarop u wilt scherpstellen.
• In bepaalde situaties is [FACE DETECT] niet in staat om gezichten te herkennen.
• Indien [FINE ZOOM] of [DIGITAL ZOOM] is ingesteld op [ON], kan [AREA] niet worden ingesteld.
Als [AREA] geselecteerd is
• Om het AF-teken te verplaatsen Druk op de pendelknop (het AF-teken wordt in het groen weergegeven). U kunt fotograferen terwijl deze status actief is.
• Om de positie van het AF-teken in te stellen. Houd o ingedrukt. Om de positie van het teken te wijzigen, houd u o weer ingedrukt.
dat gezicht. Rondom het herkende gezicht verschijnt een kader.
wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt, is het mogelijk scherp te stellen.
autofocusteken.
FOCUS MODE ................................................................
AF Druk de ontspanknop half in. De camera stelt automatisch scherp. MF Pas de scherpstelling handmatig aan.
Indien ingesteld op [MF]
•Druk op 12 om scherp te stellen. Hierbij wordt het scherpstelgebied vergroot afgebeeld.
• Houd o ingedrukt om de scherpstelling vast te houden. De scherpstelling wordt vast ingesteld op de door u ingestelde afstand en in de monitor verschijnt in rood de melding MF. Om de scherpstelling aan te passen, houd u o weer ingedrukt.
• De afstand die op de monitor verschijnt, is slechts een schatting.
Wijzigen van het scherpstelgebied
Wijzigen van de scherpstelmethode
Menufuncties
FULLTIME AF .................................
OFF Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. ON Bij conti nu autofocus blijft de camera continu sc herpstellen op het onderwerp dat
AF PREDICT ......
OFF AF predict is gedeactiveerd. ON Indien geactiveerd, positioneert u het AF-teken op het onderwerp en drukt u de
•{ gaat knipperen en AF-predict blijft werken zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
• Bij sommige onderwerpen kan de foto toch onscherp zijn, ook al is [AF PREDICT] ingesteld.
• In de standen macro en supermacro is [AF PREDICT] niet beschikbaar.
op dat moment in beeld is zonder dat u de ontspanknop half hoeft in te drukken. Omdat u niet hoeft scherp te stellen, bent u nooit te laat bij het fotograferen van leuke momenten. Ook bij video-opnamen blijft de camera continu scherpstellen op het object.
Fotograferen met de scherpstelling op onderwerpen die heen en weer bewegen
ontspanknop half in om de AF-predict te activeren. Maak dan de foto door de ontspanknop geheel in te drukken.
Fotograferen terwijl op het onderwerp wordt scherpgesteld
NL 29
Loading...
+ 67 hidden pages