Olympus E3 User Manual [nl]

http://www.olympus.com/
Vestiging:
Afleveradres goederen: Correspondentieadres:
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland Tel.: +49 40 - 23 77 3-0 / Fax: +49 40 - 23 07 61 Bredowstrasse 20, 22113 Hamburg, Duitsland Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage
http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*:
00800 - 67 10 83 00
voor België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland. * Sommige (mobiele) telefoon services / providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken op de hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende BETAALDE NUMMERS:
+49 180 5 - 67 10 83
of
+49 40 - 237 73 48 99.
Onze technische klantendienst is van maandag tot en met vrijdag bereikbaar tussen 09.00 uur en 18.00 uur (MET).
Geautoriseerde dealers
Netherlands: Olympus Nederland B.V.
Industrieweg 44 2382 NW Zoeterwoude Tel.: 0031 (0)71-5821888 www.olympus.nl
Belgium: Luxemburg:
Olympus Belgium N.V.
Boomsesteenweg 77 2630 Aartselaar Tel.: (03) 870 58 00
DIGITALE CAMERA
© 2007
Printed in Germany · OIME · 2.51 · 10/2007 · Hab. · E0460220
HANDLEIDING
Beknopte handleiding Blz. 2
Bestudeer de namen van de
HANDLEIDING
cameraonderdelen en de basisstappen voor fotograferen en weergeven.
Inhoudsopgave Blz. 20
z
Voordat u uw nieuwe camera in gebruik gaat nemen, leest u eerst de paragraaf “Veiligheidsmaatregelen“ in deze handleiding.
z
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.
z
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
z
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er aanvullingen op en / of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware­update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
NL
4
Flitsschoen
g
Blz. 81, 84
F
belichtingscorrectie
g
Blz. 47
LIGHT
-knop
g
Blz. 14
Zelfontspanner / afstandsbedienings­LED / ontvanger van afstandsbedieningssignalen
g
Blz. 60, 61
Spiegel
Lensontgrendelknop
g
Blz. 12
Markering voor
lenskoppeling
g
Blz. 12
Lensvatting (Bij het bevestigen van de lens verwijdert u eerst de beschermkap van de camera die voorkomt dat stof en vuil kunnen binnendringen.)
Ontspanknop
g
Blz. 16, 34
Lensvergrendelingspen
Hulpdraaiknop (
k
)
g
Blz. 26 – 30
Ingebouwde flitser
g
Blz. 78
#
-knop (flitser) gBlz. 77
w
-knop (flitssterkteregelaar)
g
Blz. 79
Connector voor afstandsbedieningskabel
g
Blz. 131
Oogje voor de riem
g
Blz. 10
AF
-knop gBlz. 52
G
-knop (belichtingsmeting) gBlz. 46
COPY
/ < (Kopiëren / Printen) knop
g
Blz. 92, 111
MODE
-knop gBlz. 40 – 44
<
/ Y / j (afstandsbediening /
zelfontspanner / repeterende opnamen)
g
Blz. 59 – 61
Witbalanssensor
g
Blz. 68, 107
ISO
-knop
g
Blz. 50
WB
witbalans
g
Blz. 68
Bedieningspaneel
g
Blz. 6, 26
Connector voor externe flitser
g
Blz. 84
#UP-knop
(flitser omhoog)
g
Blz. 78
USB
-connector
g
Blz. 112
, 116
VIDEO OUT-connector (
VIDEO OUT
)
g
Blz. 90
DC
-IN-connector
(gelijkspanning)
g
Blz. 133
Klepje over de connector
Preview-knop
g
Blz. 45
Camera
2
NL
LCD-monitor
g
Blz. 8, 9, 31
Zoeker
g
Blz. 5
S
(Wis)-knop
g
Blz. 18, 94
MENU
-knop
g
Blz. 29
q
(Weergave)-knop
g
Blz. 18, 85
AEL
/
AFL
-knop gBlz. 48, 98
0
beeldbeveiliging gBlz. 93
Klepje van het kaartje
g
Blz. 13
CF-kaartsleuf
g
Blz. 13
Uitwerpknop
g
Blz. 13
xD-picture-Card-sleuf
g
Blz. 13
u
-knop (Live view)
g
Blz. 30
Oogkapje
g
Blz. 131
Statiefaansluiting
Vergrendelknop van het
batterijcompartiment
g
Blz. 11
Klepje van het batterijcompartiment
g
Blz. 11
o
(beeldstabilisator)-knop
g
Blz. 63
<
-knop
g
Blz. 99
P
-knop (autofocusveld)
g
Blz. 55
Indicatie-LED Dataverkeer
g
Blz. 13, 16, 118
Dioptrie-instelknop
g
Blz. 14
Oculairsluithendel
g
Blz. 61
Sensor voor omgevingslicht
g
Blz. 107
INFO
-knop
(informatiedisplay)
g
Blz. 31 88
Hoofddraaiknop (
j
)
g
Blz. 26 – 30
Cameraschakelaar
g
Blz. 14
Klepje van het geheugenkaartje
g
Blz. 13
SSWF-indicatielampje
g
Blz. 14, 129
Pendelknop (
acbd
)
g
Blz. 29
i g
Blz. 29
Basisgids
Namen van onderdelen en functies
3
NL
Directe knoppen
Flitserfunctie # g
Blz. 77
j
Reset F + ISO
gBlz. 33
j
/
k
Autofocusstand AF
gBlz. 52
j
Autofocusveld P
g
Blz. 55
k
Beeldstabilisator o
gBlz. 63
j
/
k
Belichtingscorrectie F
g
Blz. 47
j
/
k
ISO-waarde ISO
gBlz. 50
j
/
k
Stand Fotograferen MODE
g
Blz. 40 – 44
j
AE-bracketing MODE + AF
gBlz. 48
j
/
k
Witbalans WB
g
Blz. 68
j
/
k
WB-correctie WB + F
g
Blz. 69
j
/
k
WB-bracketing WB + MODE
g
Blz. 71
j
/
k
Afstandsbediening / zelfontspanner / repeterende opnamen < / Y / j
g
Blz. 59 – 61
k
Belichtingsmeting G
gBlz. 46
k
Flitssterkteregelaar w
gBlz. 79
k
Hulpdraaiknop
k
Hoofddraaiknop
j
U kunt de volgende functies instellen. Terwijl u de directe knoppen ingedrukt houdt, verdraait u de regelknoppen.
g
“Gebruik van de directe knoppen“ (Blz. 26)
4
NL
Zoeker
Autofocusveld
g
Blz. 55
Super FP-flitser
g
Blz. 81
Lichtmeetstand
g
Blz. 46
Diafragmawaarde
g
Blz. 40 – 43
Stand Fotograferen
g
Blz. 40 – 45
Aantal repeterende beelden dat kan worden opgeslagen
g
Blz. 59
Beeldstabilisator
g
Blz. 63
ISO-waarde
g
Blz. 50
Flitser
g
Blz. 78
(knippert: bezig met opladen, blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
AF-teken
g
Blz. 16, 58
Regelen van de flitssterkte
g
Blz. 79
AE-lock
g
Blz. 48
Witbalans (Verschijnt bij een andere instelling dan automatische witbalans.)
g
Blz. 67
Belichtingsmeter
g
Blz. 43
Belichtingscorrectie-indicatie
g
Blz. 47
Auto bracketing
g
Blz. 48, 51, 71, 80
ISO-waarde
g
Blz. 50
Sluitertijd
g
Blz. 40 – 43
Spotmeetgebied gBlz. 46
Batterijcontrole
g
Blz. 14
Basisgids
Namen van onderdelen en functies
5
NL
Bedieningspaneel
Witbalans
g
Blz. 67, 69
Stand Fotograferen
g
Blz. 40 – 45
ISO-waarde
g
Blz. 50
Auto bracketing
g
Blz. 48, 51, 71, 80
Beeldkwaliteit
g
Blz. 65
Diafragmawaarde
g
Blz. 40 – 43
Stand AF
g
Blz. 52
Flitserfunctie
g
Blz. 75
Repeterende opnamen
g
Blz. 59
Ruisonderdrukking
g
Blz. 74
Zelfontspanner
g
Blz. 60
Beeldstabilisator
g
Blz. 63
Batterijcontrole
g
Blz. 14
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
g
Blz. 141
Afstandsbediening
g
Blz. 61
Sluitertijd
g
Blz. 40 – 43
Beeldeffect (monochroom)
g
Blz. 72
Belichtingsmeter gBlz. 43
Belichtingscorrectie-indicatie
g
Blz. 47
Autofocusveld
g
Blz. 55
Lichtmeetfunctie
g
Blz. 46
6
NL
Superbedieningspaneel
250 F5.6
+2.0
2007. 12.16
RC FP
NR
arge
IS
BKT AF1
Normal
Batterijcontrole
g
Blz. 14
Opladen van de flitser
g
Blz. 78
Mijn eigen instellingen
g
Blz. 44
Sluitertijd
g
Blz. 40 – 43
Belichtingscorrectie-indicatie
g
Blz. 47
Belichtingsmeter
g
Blz. 43
Flitssterkte-indicatie
g
Blz. 79
Diafragmawaarde
g
Blz. 40 – 43
Belichtings­correctiewaarde
g
Blz. 47
Belichtingsniveau
g
Blz. 43
Scherpte
N g
Blz. 72
Contrast
J g
Blz. 72
Kleurintensiteit
T g
Blz. 72
Gradatie
z g
Blz. 73
Z&W-filter
x g
Blz. 72
Fototint
y g
Blz. 72
Stand Fotograferen
g
Blz. 40 – 44
RC-flitsstand
m
gBlz. 82
Super FP flash
1 g
Blz. 81
Auto bracketing
0
g
Blz. 48, 51, 71, 80
Beeldstabilisator
H, I g
Blz. 63
Ruisonderdrukking
O g
Blz. 74
AF-hulpverlichting
T g
Blz. 96
Waarschuwing interne temperatuur
m
g
Blz. 127
Witbalans, witbalanscorrectie
g
Blz. 67, 69
ISO-waarde
g
Blz. 50
Lichtmeetstand
g
Blz. 46
Autofocusstand (AF)
g
Blz. 52
Autofocusveld
g
Blz. 55
Beeldkwaliteit
g
Blz. 65
Flitssterkteregelaar
g
Blz. 79
Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
g
Blz. 141
Datum
g
Blz. 15
Afstandsbediening / Zelfontspanner / Repeterende opnamen
g
Blz. 59 – 61
Kaartje
g
Blz. 132
Beeldeffect
g
Blz. 72
Kleurruimte
g
Blz. 104
Flitserfunctie
g
Blz. 75
De functies binnen dit kader kunt u instellen op het superbedieningspaneel.
Op het onderstaande scherm, het superbedieningspaneel, kunt u de fotografeerinstellingen niet alleen bekijken, maar ook aanpassen. Druk op de superbedieningspaneel op te roepen.
g
“Het superbedieningspaneel gebruiken“ (Blz. 28)
INFO
-knop om op de LCD-monitor het
Basisgids
Namen van onderdelen en functies
7
NL
LCD-monitor (Live view)
250250250 F5.6F5.6 +2.0+2.0
AELBKTFPRCHP
1
ISIS
WBWB
AUT OAUTO
IS OISO
AU T OAUTO
L
NN
3 838
Batterijcontrole
g
Blz. 14
Stand Fotograferen
g
Blz. 40 – 44
Uitgangspositie
p g
Blz. 57
RC-flitsstand
q g
Blz. 82
Flitssterkteregelaar
r
g
Blz. 80
Super FP-flitsstand
s
g
Blz. 81
Auto bracketing
t
g
Blz. 48, 51, 71, 80
AE-lock
u, g
Blz. 48
Sluitertijd
g
Blz. 40 – 43
Diafragmawaarde
g
Blz. 40 – 43
Belichtingscorrectiew aarde
g
Blz. 47
Mijn eigen instellingen
g
Blz. 44
Waarschuwing interne temperatuur
g
Blz. 127
Autofocusveld
g
Blz. 55
AF-teken
g
Blz. 31, 58
Histogram
g
Blz. 125
Spotmeetgebied
g
Blz. 46
ISO-waarde
g
Blz. 50
Beeldkwaliteit
g
Blz. 65
Aantal stilstaande beelden dat
kan worden opgeslagen
g
Blz. 141
Flitser
g
Blz. 78
(knippert: bezig met opladen,
blijft continu zichtbaar:
laden is klaar)
Beeldstabilisator
g
Blz. 63
Flitserfunctie
g
Blz. 75
Lichtmeetfunctie
g
Blz. 46
Repeterende opnamen
g
Blz. 59
Zelfontspanner
g
Blz. 60
Afstandsbediening
g
Blz. 61
Witbalans
g
Blz. 67
Kaartje
g
Blz. 132
Op de LCD-monitor kunt u naast de instellingen ook het zoekerbeeld bekijken (Live view). Druk op de knop
u
om Live view te activeren. g“Live view gebruiken“ (Blz. 30)
8
NL
LCD-monitor (weergave)
1 / 25 0 F 5. 6250 F5.6
+ 2 .0 4 5 mm+2.0 45mm
I S O 10 0ISO 100
0 . 00.0
A : 0A: 0
WB : AUTOWB : AUTO
G : 0G: 0
NATURALNATURAL
s R GBsRGB
L
NN
[ 3 64 8 x2 73 6 ,1 / 8]
x
1 0
’ 0 7. 1 2. 16
2 1 :5 6
1 0 0- 0 01 5
1 5
N
Batterijcontrole gBlz. 14
Kaartje
g
Blz. 132
Printreservering Aantal prints
g
Blz. 109
Beveiligen
g
Blz. 93
Beeldkwaliteit
g
Blz. 65
Datum en tijd
g
Blz. 15
Bestandsnummer
g
Blz. 88
Informatie over enkelbeeldweergave
Beeldnummer
g
Blz. 88
ISO-waarde
g
Blz. 50
Stand Fotograferen
g
Blz. 40 – 44
Scherpstelafstand
g
Blz. 134
(De scherpstelafstand wordt in eenheden van 1 mm
weergegeven.)
Regelen van de flitssterkte
g
Blz. 79
Witbalanscorrectie
g
Blz. 69
Beeldeffecten
g
Blz. 72
Kleurruimte
g
Blz. 104
Opnamegegevens
Beeldkwaliteit
g
Blz. 65
Diafragmawaarde
g
Blz. 40 – 43
Sluitertijd
g
Blz. 40 – 43
Lichtmeetstand
g
Blz. 46
Autofocusveld
g
Blz. 55
Witbalans
g
Blz. 67
Histogram
g
Blz. 88
Belichtingscorrectie
g
Blz. 47
U kunt het monitorbeeld omschakelen met de knop
g
“Informatiedisplay“ (Blz. 88)
INFO
Basisgids
.
L
N
’07.12.16
100-0015
x
[3648x2736,1/8]
10
21:56
15
Namen van onderdelen en functies
9
NL
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht.
Camera Beschermkap van
de camera
Camerariem BLM-1 lithium-ionbatterij
BCM-2 lithium-ionlaadapparaat USB-kabeltje Videokabel
GarantiekaartHandleidingOLYMPUS Master 2
CD-ROM
Breng de camerariem aan zoals aangegeven door de pijlen (
1, 2
).
Trek de camerariem tenslotte strak om er zeker van te zijn dat deze goed vastzit (
3
).
Camerariem bevestigen
Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het andere bevestigingsoog.
10
NL
1
2
3
De batterij gereedmaken voor gebruik
BLM-1 lithium­ionbatterij
Stopcontact
BCM-2 lithium­ionlaadapparaat
Lichtnetkabeltje
Verwijder de beschermkap van de batterij.
Plaats de batterij zoals de pijl aangeeft.
Batterijvergrendeling
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
1
Batterij opladen
3
Sluit het klepje van het batterijcompartiment en schuif de vergrendelknop naar
E
Druk op de batterijvergrendeling om de batterij te ontgrendelen. Houd de camera ondersteboven om de batterij te verwijderen.
Vergrendelknop van het batterijcompartiment
Klepje van het batterijcompartiment
Positionerings­markering
W
Batterij uitnemen
2
Batterij inzetten
Indicator voor laadtoestand Rood licht: Bezig met opladen Groen licht: Opladen voltooid. (laadtijd: ca. 5 uur)
W
2
3
Basisgids
Voorbereidingen voor het fotograferen
1
11
NL
Een lens op de camera bevestigen
1
2
Achterkap van de lens
Beschermkap van de camera
1
2
3
4
3
Lenskapje
Markering voor lenskoppeling (rood)
Koppelingsmarkering (rood)
Lensontgrendelknop
1
Verwijder de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens
2
Een lens op de camera bevestigen
Druk de lensontgrendelknop niet in.
3
Verwijder het lenskapje (3, 4)
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop (1) ingedrukt houdt, draait u de lens in de richting van de pijl (
2
).
Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de camera, en steek de lens in het camerahuis (
1
).
Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort (
2
).
2
1
2
1
12
NL
Het kaartje plaatsen
xD-Picture Card
CompactFlash / Microdrive
1
2
2
1
Verschuif de vergrendeling van het kaartsleufklepje (
1
) en open het klepje. Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats klikt (
2
).
Verschuif de vergrendeling van het kaartsleufklepje (
1
) en open het klepje. Steek het contactvlak van het kaartje zo ver mogelijk in de sleuf (
2
).
xD-picture-Card-sleuf
Klepje van het kaartje
CF-kaartsleuf
W
-markering
Uitwerpknop
Geheugenkaartje verwijderen
Open het klepje van het kaartje nooit als de indicatie-LED Dataverkeer knippert.
Druk de uitwerpknop helemaal in om het kaartje uit te werpen.
Neem de kaart eruit.
Druk zachtjes op het geplaatste kaartje en het springt eruit.
Neem de kaart eruit.
xD-Picture Card
CompactFlash / Microdrive
Indicatie-LED Dataverkeer
Basisgids
Voorbereidingen voor het fotograferen
13
NL
Camera inschakelen
SSWF-indicator
Bedieningspaneel
Automatische stofreductie
Zodra u de camera inschakelt, wordt automatisch de functie stofreductie geactiveerd. Hierbij wordt met behulp van ultrasone trillingen stof en vuil verwijderd van het filteroppervlak van het beeldopneemelement. Tijdens deze reiniging knippert het SSWF-lampje (Super Sonic Wave Filter).
Stel de dioptrie van de zoeker in volgens uw wensen. Terwijl u door de zoeker kijkt, verdraait u langzaam de dioptrieregelaar. Zodra u het autofocusveld goed en scherp kunt zien, bent u klaar.
Dioptrie van de zoeker instellen
Zodra u de camera inschakelt, verschijnt de batterijcontrole­indicatie op het bedieningspaneel.
Zoeker
Dioptrieregelaar
Autofocusveld
Licht continu op (klaar voor gebruik)
Knippert (moet worden opgeladen)
Om de verlichting van het bedieningspaneel in- en uit te schakelen.
LIGHT-knop
Om de camera uit te schakelen, zet u de cameraschakelaar op
OFF
.
1
Zet de cameraschakelaar op ON
Cameraschakelaar
14
NL
Datum en tijd instellen
CF
AUTO
ENG.
NTSC
CF/xD EDIT FILENAME
VIDEO OUT
CANCEL SELECT
GO
’--.--.
--
--
:
--
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op het kaartje. De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
CARD SETUP
NORM
AUTO
CUSTOM RESET PICTURE MODE GRADATION
WB
CANCEL SELECT
GO
N
Y
Y/M/D
CANCEL
MD TIME
2007
Y
Y/M/D
CANCEL
MD TIME
2007 12 01 14 00
Y
Y/M/D
MD TIME
GO
CANCEL
2007 12 01 14 00
Y
Y/M/D
MD TIME
GO
CANCEL
CF
AUTO
NTSC
’07.12.01
14:01
ENG.
CF/xD EDIT FILENAME
VIDEO OUT
CANCEL SELECT
GO
1
Druk op de knop
MENU
2
Selecteer met
ac
de optie
[Z] en druk daarna op
d
3
Selecteer met
ac
de optie
[X] en druk daarna op
d
4
Selecteer met
ac
de optie
[Y] en druk daarna op
d
5
Herhaal deze procedure tot u datum en tijd volledig heeft ingesteld
6
Selecteer met
ac
het
datumformaat
7
Druk op knop
i
8
Druk op de knop
MENU
om het menu te verlaten
MENU
knop
De tijd verschijnt in 24-uurs formaat.
Pendelknop
acbd
Het menuscherm verschijnt op de LCD-monitor.
Basisgids
Voorbereidingen voor het fotograferen
15
NL
Fotograferen
Ontspanknop
Dataverkeer­LED
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
De indicatie-LED Dataverkeer knippert en de camera begint de foto op te nemen.
AF-teken
Diafragma-
waarde
Sluitertijd
1
Kijk door de zoeker en richt het autofocusveld op het onderwerp
2
Stel scherp
3
Maak de foto door de sluiter te ontspannen
Druk de ontspanknop half in.
Zoeker
Druk de ontspanknop helemaal in (tot aan de aanslag).
Zolang de dataverkeer-LED knippert, mag u de batterij of het kaartje beslist niet verwijderen. Doet u dat toch, dan kunnen daardoor de opgeslagen beelden verloren gaan of kan dat verhinderen dat de zojuist door u gemaakte foto’s worden opgeslagen.
De scherpstelling is vastgezet als u een pieptoon hoort. Het AF-teken en en het autofocusveld verschijnen in de zoeker.
De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt.
Het superbedieningspaneel verdwijnt zodra u de ontspanknop indrukt.
Zoeker
Autofocusveld
Bedieningspaneel
16
NL
250250 F5.6F5.6250 F5.6
3 838
L
NN
u
-knop
Horizontale stand Verticale
stand
Zorg dat u uw vingers en de camerariem niet voor de lens, de flitser en de witbalanssensor houdt.
Fotograferen terwijl u op de LCD­monitor kijkt
Het is mogelijk om de LCD-monitor als zoeker te gebruiken en de compositie van het onderwerp te controleren, of om te fotograferen terwijl u een vergrote weergave op de LCD-monitor bekijkt.
g
“Live view gebruiken“ (Blz. 30)
1
Druk op de knop u (Live view)
Als de camera gedurende ongeveer 8 seconden niet bediend wordt terwijl de camera aan staat, dooft de achtergrondverlichting van de monitor om de batterijen te sparen (als het superbedieningspaneel verlicht wordt). Als daarna ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de sluimerstand (stand-by) en stopt te werken. De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop, pendelknop, enz.).
g
“BACKLIT LCD (timer achtergrondverlichting)“ (Blz. 101), “SLEEP“ (Blz. 101)
Het onderwerp wordt weergegeven op de monitor.
2
Druk de ontspanknop helemaal in
De foto wordt gemaakt met scherpstelling.
Ontspanknop
Vasthouden van de camera
Als de camera stopt te werken
Basisgids
Voorbereidingen voor het fotograferen
17
NL
Weergeven / Wissen
Het vorige
beeld
verschijnt
Geeft het volgende beeld weer
q
-knop
Toont het beeld dat 10 opnamen later is opgeslagen
Toont het beeld dat 10 opnamen geleden
is opgeslagen
Telkens als u de hoofddraaiknop naar U draait, wordt het beeld vergroot in stappen van 2x tot 14x.
Pendelknop
Hoofddraaiknop
S
-knop
Beelden weergeven
Als u op knop q (weergeven) drukt, verschijnt de laatstgemaakte foto.
Close-up weergeven
Beelden wissen
Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk op knop S. Selecteer met
ac
de optie
[YES]
en druk op knop i om het
wissen te starten.
ERASE
CANCEL SELECT
YES
NO
GO
18
NL
Indicaties die in deze handleiding
TIPS
gebruikt worden
In deze handleiding wordt met j de hoofddraaiknop op de achterzijde van de camera bedoeld.
In deze handleiding verwijst k naar de hulpdraaiknop op de voorzijde van de camera. De knoppictogrammen in deze handleiding verwijzen naar de pictogrammen op het
camerahuis. Zie “Namen van onderdelen en functies“ ( In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of problemen
x
Opmerkingen
bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te voorkomen.
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van uw camera.
g
Blz. 2).
Basisgids
g
Zo maakt u optimaal gebruik van deze handleiding
Voor het zoeken naar informatie over de functies en knoppen van deze camera kunt u de “Inhoudsopgave“ (Blz. 20), de “Index“ (Blz. 161) of de onderstaande verwijzingen raadplegen. Zoek aan de hand van de situatie waarbij u foto's wilt maken de gewenste informatie op in deze handleiding.
Voor informatie over mogelijke fotografeerfuncties:
g
“Fotogidsen“ (Blz. 34)
Voor informatie over de bediening van de camera:
g
“Gebruik van de directe knoppen“ (Blz. 26) “Het superbedieningspaneel gebruiken“ (Blz. 28) “Gebruik van het menu“ (Blz. 29)
Voor het opzoeken van een functie in een lijst:
g
“Menulijst“ (Blz. 143) “Index“ (Blz. 161)
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
Voorbereidingen voor het fotograferen
19
NL
Inhoudsopgave
Basisgids 2
Lijst met de namen van de cameraonderdelen en de basisstappen voor fotograferen en weergeven.
Namen van onderdelen en functies ............................................................................................2
Voorbereidingen voor het fotograferen ..................................................................................... 11
De directe knoppen gebruiken..................................................................................................26
Het superbedieningspaneel gebruiken .....................................................................................28
Het menu gebruiken .................................................................................................................29
Live view gebruiken ..................................................................................................................30
De standaardinstellingen af fabriek terugzetten........................................................................32
Gidsen voor basisfuncties.........................................................................................................34
Een gids voor functies voor verschillende onderwerpen ..........................................................36
Camera .....................................................................................................................2
Directe knoppen........................................................................................................4
Zoeker.......................................................................................................................5
Bedieningspaneel .....................................................................................................6
Superbedieningspaneel ............................................................................................7
LCD-monitor (Live view) ...........................................................................................8
LCD-monitor (weergave)...........................................................................................9
Het uitpakken van de doos .....................................................................................10
De batterij gereedmaken voor gebruik....................................................................11
Een lens op de camera bevestigen.........................................................................12
Het kaartje plaatsen................................................................................................13
Camera inschakelen ...............................................................................................14
Datum en tijd instellen.............................................................................................15
Fotograferen ...........................................................................................................16
Weergeven / Wissen...............................................................................................18
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden ................................................19
1 Basisfuncties van de camera 26
Hier worden de basisfuncties van de camera beschreven.
Het informatiedisplay omschakelen ........................................................................31
Bediening met vergrote weergave ..........................................................................32
2 Fotogidsen – Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen 34
Hier worden de fotografeermethodes voor diverse opnamesituaties beschreven.
Scherpstellen – De ontspanknop bedienen ............................................................34
Helderheid – Belichtingscorrectie ...........................................................................35
Kleur – Witbalans....................................................................................................35
Handige instellingen – Functies aanpassen ...........................................................36
Landschapsfoto's nemen........................................................................................36
Bloemen fotograferen .............................................................................................37
Nachtopnamen maken............................................................................................39
20
NL
3 Belichting 40
Hier worden de belichtingsfuncties beschreven die belangrijk zijn bij het fotograferen. Deze functies dienen voor het bepalen van de diafragmawaarde, de sluitertijd en andere instellingen aan de hand van het meten van de helderheid van het beeld.
Programmagestuurd fotograferen.............................................................................................40
Diafragmavoorkeuze.................................................................................................................41
Sluitertijdvoorkeuze .................................................................................................................42
Handmatig fotograferen (Manual).............................................................................................43
Tijdopnamen.............................................................................................................................44
Fotograferen met My Mode-instellingen ...................................................................................44
Groothoek- en macro-onderwateropnamen..............................................................................45
Preview-functie .........................................................................................................................45
Lichtmeetmethode wijzigen ......................................................................................................46
Belichtingscorrectie...................................................................................................................47
AE-lock .....................................................................................................................................48
AE bracketing (belichting variëren)...........................................................................................48
ISO-waarde instellen ................................................................................................................50
ISO-bracketing..........................................................................................................................51
4 Scherpstellen fotografeerfuncties 52
Hier worden de scherpstelmethodes beschreven die bij diverse onderwerpen en omstandigheden het meest geschikt zijn.
Autofocusstand selecteren .......................................................................................................52
Autofocusveld selecteren..........................................................................................................55
Scherpstelgeheugen – Als scherpstellen op het onderwerp niet lukt .......................................58
Repeterende opnamen .............................................................................................................59
Fotograferen met de zelfontspanner.........................................................................................60
Fotograferen met de afstandsbediening...................................................................................61
Anti-shock .................................................................................................................................63
Beeldstabilisator .......................................................................................................................63
S-AF (één keer scherpstellen) ................................................................................53
C-AF (continu scherpstellen) ..................................................................................53
MF (handmatig scherpstellen) ................................................................................54
De methoden S-AF en MF gelijktijdig gebruiken (S-AF+MF)..................................54
De methoden C-AF en MF gelijktijdig gebruiken (C-AF+MF) .................................54
Een bepaald autofocuspunt vastleggen..................................................................57
Het effect van beeldstabilisator controleren met Live view .....................................64
21
NL
5 Beeldkwaliteit, witbalans en beeldeffect 65
Beschrijving van de beeldinstelfucties bij digitale camera's
De beeldkwaliteit selecteren.....................................................................................................65
Witbalans selecteren ................................................................................................................67
WB bracketing (witbalans variëren) .........................................................................................71
Beeldeffecten............................................................................................................................72
Gradatie ....................................................................................................................................73
Ruisonderdrukking....................................................................................................................74
Ruisfilter....................................................................................................................................74
Opnameformaten....................................................................................................65
De beeldkwaliteit selecteren ...................................................................................66
Auto / Preset / Custom WB instellen.......................................................................68
Witbalanscorrectie ..................................................................................................69
De one-touch witbalans instellen (witbalans met één knop)...................................70
6 Flitsopnamen 75
Hier wordt beschreven hoe u kunt fotograferen met de ingebouwde of een externe flitser.
Flitserfunctie instellen ...............................................................................................................75
Fotograferen met de ingebouwde flitser ...................................................................................78
Regelen van de flitssterkte........................................................................................................79
Flash bracketing (flitssterkte variëren)......................................................................................80
Fotograferen met een externe flitser.........................................................................................80
Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem ......................................................82
Gebruik van andere in de handel verkrijgbare flitsers...............................................................84
Gebruik van een externe elektronenflitser ..............................................................81
Super FP-flitser.......................................................................................................81
In de handel verkrijgbare flitsers die niet speciaal voor deze camera
zijn bedoeld ........................................................................................................84
7 Weergavefuncties 85
Beschrijft hoe u de gemaakte opnames kunt weergeven.
Enkel beeld / Gezoomd weergeven..........................................................................................85
Lichtbakweergave.....................................................................................................................86
Indexweergave / Kalenderweergave ........................................................................................87
Informatiedisplay.......................................................................................................................88
Diashow ....................................................................................................................................89
Beelden roteren ........................................................................................................................89
Weergave op televisie...............................................................................................................90
Stilstaande beelden bewerken..................................................................................................91
Beelden kopiëren......................................................................................................................92
Beelden beveiligen ...................................................................................................................93
Beelden wissen.........................................................................................................................94
22
NL
8 De camera volgens uw wensen instellen 96
Beschrijft hoe u de camerainstellingen kunt aanpassen aan uw eigen wensen.
Custom Menu 1 ........................................................................................................................96
a
AF / MF (autofocus / handmatig scherpstellen) ...................................................................96
AF ILLUMINAT. (hulplicht bij AF-scherpstellen)......................................................96
FOCUS RING (scherpstelring)................................................................................96
C-AF LOCK (vergrendelde continue AF) ................................................................96
AF AREA POINTER (AF-scherpstelindicatie)......................................................... 96
AF SENSITIVITY (autofocustolerantie)...................................................................96
P
SET UP (instelling)..........................................................................................97
RESET LENS (lens resetten)..................................................................................97
b
c
d
e
f #
g K
h
BULB FOCUSING (scherpstellen tijdens tijdopnamen)..........................................97
BUTTON / DIAL (knop / regelaar)........................................................................................97
DIAL (regelaar) .......................................................................................................97
AEL / AFL (belichtings- / AF-scherpstelvergrendeling)........................................... 98
AEL / AFL MEMO (AEL / AFL vasthouden)............................................................99
;
FUNCTION ......................................................................................................99
MY MODE SETUP (MY MODE instellen) .............................................................100
BUTTON TIMER (knoptimer)................................................................................100
A
RELEASE / j (ontspanknopprioriteit).............................................................................101
DISP / 8 / PC...................................................................................................................101
EXP / e / ISO .................................................................................................................103
CUSTOM.......................................................................................................................103
/ COLOR / WB.............................................................................................................104
RECORD / ERASE (opnemen / wissen)............................................................................ 105
.................................................................................................................100
RLS PRIORITY S / RLS PRIORITY C (ontspanknopprioriteit S-AF / C-AF).........101
O
fps (beelden per seconde) ...........................................................................101
8
.........................................................................................................................101
SLEEP (sluimerstand)...........................................................................................101
BACKLIT LCD (timer displayverlichting)...............................................................101
4 h TIMER (timer, na 4 uur automatisch uitschakelen) .........................................101
USB MODE (USB-functie) ....................................................................................102
LIVE VIEW BOOST (helderheid Live view-scherm verhogen) .............................102
FRAME ASSIST (hulplijnweergave) .....................................................................102
EV STEP (waarde EV-stap)..................................................................................103
ISO STEP (waarde ISO-stap)............................................................................... 103
ISO-AUTO SET (ISO-AUTO instellen)..................................................................103
ISO-AUTO............................................................................................................. 103
AEL-belichtingsmeting ..........................................................................................103
BULB TIMER (timer voor tijdopnamen) ................................................................103
#
X-SYNC (flitssynchronisatie) ............................................................................103
#
SLOW LIMIT (ondergrens flitssynchronisatie)...................................................103
w+F
...................................................................................................................104
>
ALL (alles)
COLOR SPACE (kleurenpalet) .............................................................................104
SHADING COMP. (donkere beeldhoeken corrigeren) .........................................104
K
SET (beeldinstellingen) ..................................................................................105
PIXEL COUNT (aantal pixels)...............................................................................105
QUICK ERASE (onmiddellijk wissen) ................................................................... 105
RAW+JPEG ERASE (RAW + JPEG wissen)........................................................105
FILE NAME (bestandsnaam)................................................................................106
..................................................................................................104
23
NL
PRIORITY SET (prioriteit instellen)....................................................................... 106
i K
Custom Menu 2 ......................................................................................................................107
dpi SETTING (dpi instellen) .................................................................................. 106
UTILITY (hulpmiddelen) ..............................................................................................107
EXT. WB DETECT (andere witbalans detecteren)................................................107
CF / xD (geheugenkaarten) ..................................................................................107
EDIT FILENAME (bestandsnaam bewerken) .......................................................107
s
(helderheid van de monitor aanpassen) ........................................................107
W
(taal voor de monitor wijzigen)....................................................................107
VIDEO OUT (videostandaard instellen)................................................................ 108
REC VIEW (instelling beeldcontrole na de opname) ............................................108
FIRMWARE ..........................................................................................................108
9 Printen 109
Beschrijft hoe u uw foto's kunt printen.
Printreservering (DPOF).........................................................................................................109
Direct printen (PictBridge)....................................................................................................... 111
Printreservering.....................................................................................................109
Enkel beeld reserveren......................................................................................... 109
Alle beelden reserveren........................................................................................110
Annuleren van de printreserveringsgegevens ...................................................... 111
Camera aansluiten op een printer.........................................................................112
Eenvoudig printen................................................................................................. 112
Printen volgens de specificatie van de klant.........................................................113
10 Gebruik van de OLYMPUS Master software 115
Beschrijft hoe u de beelden van de camera naar uw computer overbrengt en ze daar opslaat.
Werkvolgorde.......................................................................................................................... 115
Gebruik van de OLYMPUS Master-software .......................................................................... 115
De camera aansluiten op een computer................................................................................. 116
De OLYMPUS Master software activeren............................................................................... 117
In de camera opgeslagen beelden weergeven op een computer...........................................117
Stilstaande beelden bekijken.................................................................................................. 119
Als u meer talen nodig heeft................................................................................................... 11 9
Beelden overbrengen naar uw computer zonder OLYMPUS Master te gebruiken.................120
Wat is OLYMPUS Master? .................................................................................... 115
Beelden downloaden en opslaan..........................................................................117
Camera loskoppelen van de computer ................................................................. 118
24
NL
11 Fotografeertips en onderhoud 121
Raadpleeg deze paragraaf voor het verhelpen van storingen en het onderhouden van de camera.
Fotografeertips en -gegevens.................................................................................................121
Foutcodes ............................................................................................................................... 126
Onderhoud van de camera.....................................................................................................129
Tips voordat u gaat fotograferen...........................................................................121
Fotografeertips...................................................................................................... 122
Aanvullende fotografeertips en -gegevens ...........................................................124
Weergavetips........................................................................................................126
Bekijken van foto's op een computer....................................................................126
Reinigen en opbergen van de camera.................................................................. 129
Reinigingsfunctie – Stof verwijderen.....................................................................130
Pixel mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties ............................ 130
12 Informatie 131
Raadpleeg deze paragraaf voor informatie over leverbare accessoires, cameraspecificaties en andere nuttige informatie over het fotograferen.
De belangrijkste leverbare accessoires..................................................................................131
Info over het kaartje................................................................................................................132
Batterij en laadapparaat.......................................................................................................... 133
Lichtnetadapter....................................................................................................................... 133
Uw laadapparaat in het buitenland gebruiken.........................................................................134
Verwisselbare lenzen..............................................................................................................134
Lijndiagram van het programma (
Flitssynchronisatie en sluitertijd..............................................................................................137
Waarschuwingsindicatie belichting......................................................................................... 137
Flitsafstand..............................................................................................................................138
Vignettering bij flitsen met de ingebouwde flitser en een verwisselbare lens .........................138
Beschikbare flitsstanden in de diverse fotografeerstanden ....................................................139
Witbalans en kleurtemperatuur...............................................................................................140
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte / het aantal foto's dat kan worden opgeslagen.................141
Programmeerbare functies in My Mode en Uw eigen reset-instelling ....................................142
Menulijst..................................................................................................................................143
Begrippenlijst ..........................................................................................................................146
Technische gegevens ............................................................................................................. 149
Volgorde E-systeem................................................................................................................152
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ..............................................................................................154
Index .......................................................................................................................................161
Toepasbare geheugenkaartjes..............................................................................132
Het geheugenkaartje formatteren .........................................................................133
ZUIKO DIGITAL verwisselbare lens......................................................................134
ZUIKO DIGITAL – lensspecificaties ......................................................................135
P
-stand).............................................................................136
25
NL
Basisfuncties van de camera
Hulpdraaiknop
Hoofddraaiknop
1
U kunt de functies van deze camera op drie manieren instellen.
Het gebruik van de directe knoppen bij het bedienen van de camera Blz. 26
U kunt de functie-instellingen aanpassen door de hoofd- of hulpdraaiknop te verdraaien terwijl u de directe knoppen ingedrukt houdt die aan een functie zijn toegewezen. Dit is handig als u de camera bedient terwijl u door de zoeker kijkt, en ook om de camera snel te bedienen terwijl u de instellingen op het bedieningspaneel controleert.
1
Instellen terwijl u op het superbedieningspaneel kijkt Blz. 28
U kunt de functies instellen terwijl de LCD-monitor het superbedieningspaneel weergeeft. Op
Basisfuncties van de camera
het superbedieningspaneel kunt u de huidige instellingen bekijken en onmiddellijk aanpassen.
Instellen in het menu Blz. 29
In het menu kunt u de fotografeer- en weergave-instellingen kiezen en de camerafuncties naar wens aanpassen.
Beschrijvingen in deze handleiding
De gebruiksaanwijzingen van de directe knoppen, het superbedieningspaneel en het menu worden in deze handleiding als volgt beschreven.
“+“
geeft handelingen aan die tegelijkertijd worden uitgevoerd.
•““ geeft aan dat u moet doorgaan met de volgende stap.
bijv.: bij het instellen van de lichtmeetmethode
Directe knop
Superbedieningspaneel
Menu
G
+
ip
MENU
k
: [METERING]
[X]
Gebruik van de directe knoppen
U kunt de directe knoppen op twee manieren gebruiken.
Terwijl u een directe knop ingedrukt houdt, verdraait u de hoofd- of hulpdraaiknop.
Zodra u de directe knop loslaat, is de functie ingesteld.
Sommige functies kunt u alleen met de hoofddraaiknop (of met de hulpdraaiknop) instellen.
26
NL
[METERING]
NR AF
arge
Normal
2007. 12.16
De drie knoppen bij de flitser hebben elk twee functies. Gebruik de hoofddraaiknop om de functies in te stellen die bóven deze knoppen staan aangegeven, en gebruik de hulpdraaiknop voor de functies die náást de knoppen staan aangegeven.
Zodra u twee directe knoppen tegelijkertijd hebt ingedrukt, verdraait u de hoofd- of hulpdraaiknop.
Zodra u de toetsen indrukt, wordt de bijbehorende functie geselecteerd. Deze functie blijft ongeveer 8 seconden lang geselecteerd. Binnen die tijd moet u de functie instellen met de draaiknop. Als u gedurende die tijd de draaiknop niet bedient, wordt de bestaande instelling voor die functie vastgelegd.
Terwijl u een functie instelt, verschijnt informatie over de instelling in de zoeker en ook op het bedieningspaneel en het superbedieningspaneel. (In de onderstaande screenshots is de instelling met knop
Zoeker
G
/ AF afgebeeld.)
1
Basisfuncties van de camera
Bedieningspaneel Superbedieningspaneel
TIPS
Als u het moeilijk vindt om de draaiknop te verdraaien terwijl u een directe toets ingedrukt houdt:
j
De knop blijft geactiveerd, ook laat u deze los. g“BUTTON TIMER“ (Blz. 100)
Voor details over de functies die met de directe knoppen kunnen worden vastgelegd,
g
zie “Directe knoppen“ (
Blz. 4).
27
NL
Het superbedieningspaneel gebruiken
Hulpdraaiknop
Hoofddraaiknop
p
Pendelknop
i
-knop
INFO
-knop
Cursor
De naam van de geselecteerde
functie verschijnt.
METERING
arge
Normal
METERING
SELECT GO
Directmenu
Selecteer een functie op het superbedieningspaneel en verander de instelling.
1
Druk op de het superbedieningspaneel op te roepen.
Om het superbedieningspaneel uit te schakelen, drukt u nogmaals op de
Om tijdens Live view het superbedieningspaneel op te roepen, drukt u op knop
INFO
-knop om op de LCD-monitor
INFO
-knop.
i
.
1
Basisfuncties van de camera
2007. 12.16
arge
Normal
2
Druk op knop i.
Op het superbedieningspaneel verschijnt de cursor.
ISO
arge
Normal
4
Wijzig de instelling met de hoofd- of hulpdraaiknop.
Om het directmenu op te roepen dat op de plaats van de cursor staat, drukt u op knop in het directmenu wijzigen. Na het wijzigen van de instelling drukt u op knop bevestigen. Als u enkele seconden lang geen knop bedient, wordt de actuele instelling bevestigd en verschijnt het superbedieningspaneel.
g
“BUTTON TIMER“ (Blz. 100)
NR AF
i
. U kunt de instelling ook
i
om de instelling te
3
Met p verplaatst u de cursor naar de functie die u wilt instellen.
Meer details over de functies die u met het superbedieningspaneel kunt instellen, vindt u onder “Superbedieningspaneel“ (
28
NL
g
Blz. 7).
Gebruik van het menu
MENU
-knop
p
Pendelknop
i
-knop
CARD SETUP
NORM
AUTO
CUSTOM RESET PICTURE MODE GRADATION
WB
CANCEL SELECT
GO
N
Onderaan op het scherm staan de bedieningsaanwijzingen.
: Druk op
MENU
om de instelling te annuleren.
: Druk bij de pendelknop op
dac
om de cursor te verplaatsen en een item te selecteren. De symbolen die op de LCD-monitor verschijnen, komen overeen met de onderstaande pendelstanden.
t
: a u : c 8 : d 7 :
b
: Druk op i om uw instellingen te bevestigen.
MENU
CANCEL
SELECT
OK
GO
Tabblad De huidige instelling verschijnt op het
scherm
METERING
S-AF
0.0
OFF
OFF
RC MODE
AF MODE AF AREA ANTI-SHOCK
z
CANCEL SELECT
GO
Functie
Soorten tabbladen
W
Fotografeerfuncties instellen.
X
Fotografeerfuncties instellen.
q
Weergavefuncties instellen.
Y
Fotografeerfuncties naar wens aanpassen. Afhankelijk van de aan te passen functie is deze functie onderverdeeld in 9 tabbladen (A t / m I).
Z
Basisfuncties van de camera instellen.
AF/MF
BUTTON/DIAL
RELEASE/ DISP/8/PC EXP/
e
/ISO
#
CUSTOM
CANCEL SELECT
GO
Screenshot van het menu van het
geselecteerde tabblad
Y
Ta bb l ad
1
Druk op de
Het menu verschijnt op de LCD-monitor.
2
Selecteer met ac een tabblad en stel het item in met
MENU
-knop.
d
.
3
Selecteer met ac een functie en ga met d naar het instelmenu.
METERING
RC MODE
AF MODE AF AREA ANTI-SHOCK
CANCEL SELECT
OFF
0.0
S-AF
OFF
z
GO
CANCEL SELECT
METERING
RC MODE
AF MODE AF AREA ANTI-SHOCK
METERING
1
Basisfuncties van de camera
GO
4
Druk op i om uw instellingen te bevestigen.
Druk meerdere keren op i om het menu te verlaten.
29
NL
Met de draaiknoppen een menu selecteren
CARD SETUP
NORM
AUTO
CUSTOM RESET PICTURE MODE GRADATION
WB
CANCEL SELECT
GO
CARD SETUP
NORM
AUTO
CUSTOM RESET PICTURE MODE GRADATION
WB
S-AF
0.0
METERING
OFF
OFF
RC MODE
AF MODE AF AREA ANTI-SHOCK
z
CANCEL SELECT
GO
CANCEL SELECT
GO
N N
j
j
k
U kunt, naast de pendelknop, ook de draaiknoppen gebruiken om een functie te selecteren. Met de hoofddraaiknop kunt u de cursor verticaal verplaatsen (net als met
ac
), en met de
hulpdraaiknop verplaatst u de cursor horizontaal (net als met
bd
).
Als u een functie selecteert en de hoofddraaiknop verdraait, springt u naar een ander tabblad en kunt u daar een functie selecteren.
Oculairsluithendel
u
-knop
AEL
/
AFL
-knop
1
Basisfuncties van de camera
U kunt de werking van de hoofd- en hulpdraaiknop wijzigen. g“DIAL“ (Blz. 97)
Voor details over de functies die u met het menu kunt instellen, zie “Menulijst“
g
Blz. 143).
(
Live view gebruiken
U kunt de LCD-monitor ook als zoeker gebruiken. U kunt het belichtings- of witbalanseffect en de compositie van het onderwerp bekijken terwijl u de foto maakt. Sluit de oculairafsluiter om te voorkomen dat hierlangs binnenvallend licht de belichting zou kunnen beïnvloeden tijdens het fotograferen met Live view.
1
Druk op de knop u.
De spiegel klapt omhoog en het onderwerp verschijnt op de LCD-monitor.
Op het scherm verschijnt de melding dat u het oculair moet afsluiten.
2
Maak een foto door de ontspanknop helemaal in te drukken.
g
“Oculairsluiter“ (Blz. 61)
30
NL
Loading...
+ 133 hidden pages