Olympus C-300 ZOOM, D 550 ZOOM User Manual [nl]

DIGITALE CAMERA
C-300 ZOOM D-550 ZOOM
BEKNOPTE HANDLEIDING
NL
Lees voordat u de camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van het juiste gebruik ervan te verzekeren.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet er goed aan eerst enkele testopnamen te maken.
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met
uw camera. Een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven functies vindt u op de bij de camera geleverde CD-ROM.
2
INHOUD
VOORBEREIDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
MENUFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
BASISHANDELINGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
BEELDKWALITEIT INSTELLEN (OPSLAGFUNCTIE). . 28
BEELDEN WEERGEVEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
AFDRUKINSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
BEELDEN OVERBRENGEN NAAR EEN COMPUTER 37
OPTIONELE ACCESSOIRES . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
FOUTCODES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
VEILIGHEIDSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Deze beknopte handleiding dient als eerste kennismaking met uw
camera. Een meer gedetailleerde beschrijving van de hier beschreven
functies vindt u op de bij de camera geleverde CD-ROM.
NL
Voor klanten in Europa
Het waarmerk „CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de Europese Unie voor wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika
Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika
Overeenstemmingsverklaring Typenummer: C-300 ZOOM Handelsnaam: OLYMPUS Verantwoordelijke partij:Olympus America Inc. Adres: 2 Corporate Center Drive, Melville,
Telefoon: 1-631-844-5000
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. Het apparaat werd getest op de volgende aspecten: (1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven. (2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen
stoorsignalen, met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot ongewenste werking.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing Equipment Regulations.
New York 11747-3157 USA
Handelsmerken
• IBM is een wettig gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines Corporation.
• Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer Inc.
• Alle andere genoemde bedrijfs- en productnamen zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en/of handelsmerken van de betreffende eigenaars.
• De in deze handleiding genoemde normen voor camera bestandssystemen zijn de door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) opgestelde „Design Rule for Camera File System/DCF“-normen.
NL 3
4
O
Zelf
LED
VOORBEREIDINGEN
DE VERSCHILLENDE ONDERDELEN
ntspanknop
Zoomknop
ontspanner-
Flitser
Veert omhoog wanneer u de lenskap opent.
Lenskap
Schakelt de camera in en uit in de stand Fotograferen.
Klepje over de
NL
Lens
Schuift naar voren wanneer u de lenskap opent.
Connector VIDEO OUT
Connector DC-IN
USB-connector
Klepje over de connectors
Pendelknop
AF-knop
Fotofunctieknop
Oogcorrec­tieknop
Zoeker Monitor
Sluiting batterijcom­partiment
Deksel batterijcompartiment
Zoeker
AF-teken
Flitserfunctieknop
Zelfontspannerknop
Pendelknop
OK/MENU-
knop
Monitorknop
In de stand Fotograferen schakelt u met deze knop de camera en de monitor in en uit.
Statiefaansluiting
Oranje LED Groene LED
NL 5
6
36"
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
INDICATIES IN DE MONITOR
In de stand Fotograferen
2 3
4
5 6
7
8 9
10
Stilstaande beelden
Fotografische functie , , , , , , Batterijcontrole , Groene LED Flitser paraat
Waarschuwing tegen bewegen van de camera / Flitser wordt opgeladen
Flitserfunctie , , Autofocus (AF) , Spotmeting Zelfontspanner Geheugenindicator Aantal nog beschikbare beel-
den / Nog beschikbare tijd (seconden)
Belichtingscompensatie -2,0; -1,5; -1,0; -0,5; +0,5; +1,0; +1,5; +2,0 Repeterende opnamen , Witbalans , , , ISO-equivalente gevoeligheid ISO 100, ISO 200, ISO 400 Opslagfunctie 3:2, SHQ, HQ, SQ, TIFF
Aantal pixels
AF-teken [ ]
NL
1
11
2
12
5
13 14
15 16
17
Indicatie
16 / 16”
1984 x 1488; 1968 x 1312; 1600 x 1200; 1280 x 960; 1024 x 768; 640 x 480
9 10
(
Brandt)
(Knippert)
36"
Filmbeelden
11
13 14
15 16
17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
In de stand Weergeven
1 2
3 4
5 6 7
8 9 10
2
Stilstaande beelden Filmbeelden
Indicatie
Afdruk reservering Aantal afdrukken
x 2
Batterijcontrole , Beveiligd Opslagfunctie 3:2, SHQ, HQ, SQ, TIFF
Aantal pixels
Belichtingscompensatie
1984 x 1488; 1968 x 1312; 1600 x 1200; 1280 x 960; 1024 x 768; 640 x 480
-2,0; -1,5; -1,0; -0,5; +0,5; +1,0; +1,5;
+2,0 Witbalans WB AUTO, , , , ISO-equivalente gevoelig-
heid
ISO 100, ISO 200, ISO 400
Datum en tijd ’02.06.10 12:30 Bestandsnummer,
Beeldnummer / Weergave­tijd
100–0016 16/16”
Filmbeelden
11 3
4 5
7 9
10
Opmerking:
• Met de camera in de stand Weergeven kunt u meer gedetailleerde informatie van het opgeslagen beeld bekijken.
NL 7
8
Geheugenindicator
Als u een foto maakt licht de geheugenindicator op. Terwijl de geheugenindi­cator in de monitor zichtbaar is, slaat de camera het beeld op op het geheu­genkaartje. Afhankelijk van de opname status verandert de geheugenindicator als hieronder afgebeeld. Wanneer de geheugenindicator helemaal opgevuld is, moet u enkele ogenblikken wachten voordat u de volgende opname kunt maken.
Tijdens het fotograferen van stilstaande beelden
Fotograferen FotograferenFotograferen
Wachten
Vóór de opname.
(Indicator is
gedoofd)
Eén opname
gemaakt.
(Brandt)
Twee of meer op-
namen gemaakt.
(Brandt)
U kunt geen opnamen
meer maken.
(Licht helemaal op)
Tijdens het fotograferen van filmbeelden
Als u doorgaat met fotograferen
Fotograferen
Wachten
Vóór het
fotograferen.
(Indicator is gedoofd)
Tijdens het fotograferen (Brandt)
• Fotograferen is pas weer mogelijk als het oplichtende vlak helemaal gedoofd is.
• Wanneer de geheugenindicator vol is, eindigt het fotograferen van filmbeelden automatisch.
Batterijcontrole
Naarmate de lading van de batterij verder afneemt, verandert bij het inschakelen van de camera de indicatie van de batterijlading in de monitor als volgt.
Geen indicatie
Licht op (groen) De groene LED en de
Beschikbare lading: Hoog.
NL
Knippert (rood)
Beschikbare lading: Gering. Vervang de bat­terijen door nieuwe.
oranje LED, rechts naast de zoeker, knipperen.
Beschikbare lading: Batterijen uitgeput.
Vervang de batterijen door nieuwe.
BEVESTIGEN VAN DE CAMERARIEM
1
Steek de kleine lus van de camerariem door het bevestigingspunt voor de camerariem.
2
Steek het lange uiteinde van de came­rariem door de kleine lus die u al door het bevestigingspunt gestoken heeft.
3
Trek de riem strak, overtuig u ervan dat u de riem stevig bevestigd heeft en niet los kan raken.
Bevestigings­punt camera­riem
BATTERIJEN IN DE CAMERA ZETTEN
1
Overtuig u ervan dat:
• De monitor uitgeschakeld is.
• De lenskap gesloten is.
• De LED, rechts naast de zoeker, gedoofd is.
2
Schuif de sluiting het deksel van het batterijcompartiment van naar .
3
Schuif het deksel van het batterijcom­partiment in de richting (de richting aangegeven door het merkteken op het deksel) en klap het deksel open in de richting .
4
Steek de batterijen in het batterijcompartiment, en let daarbij op de juiste polariteit, als afgebeeld.
Bij gebruik van AA-formaat batterijen (R6)
Battery insertion direction mark
Richtingsteken voor het inzetten van de batterijen. Een markering onderin het batterijcomparti­ment geeft aan hoe u de batte­rijen in de camera moet steken.
Bij gebruik van lithium batterijblokken (CR-V3)
Werkt u met lithium batterijblok­ken, dan steekt u die zo in de camera dat van elke batterij het etiket „CAMEDIA“ naar de lens­zijde van de camera gericht is.
NL 9
Sluit het deksel van het
5
batterijcompartiment in de richting terwijl u op het merkteken drukt, in de richting .
Sluit het deksel niet makkelijk, forceer dan niets. Druk, terwijl u het deksel van het batte­rijcompartiment dichtgedrukt houdt, stevig op het merkteken en schuif het deksel in de afgebeelde richting.
6
Schuif de sluiting van het batterijcompartiment van
AA-formaat alkalinebatterijen (R6)
Het aantal beelden dat u in de camera kunt opslaan, kan bij gebruik van AA-batterijen sterk uiteenlopen. Een en ander is afhankelijk van het merk van de batterijen, de fotografische condities, enzovoort. Schakel om de batterijen te sparen de monitor wanneer maar enigszins mogelijk uit.
naar .
. Schuif het deksel,
10
GEHEUGENKAARTJE IN DE CAMERA
ZETTEN (SMARTMEDIA-KAARTJE)
De foto’s die u maakt, worden opgeslagen op het geheugenkaartje.
1
Overtuig u ervan dat:
• De monitor uitgeschakeld is.
• De lenskap gesloten is.
• De LED, rechts naast de zoeker, gedoofd is.
2
Open het klepje over de kaartsleuf. Steek het kaartje, als afgebeeld,
3
helemaal in de kaartsleuf, tot het stuit.
Een pijl aan de binnenzijde van het klepje over de kaartsleuf geeft de richting aan waarin u het kaartje in de sleuf moet steken.
4
Druk het klepje over de kaartsleuf zorgvuldig dicht, tot het op zijn plaats klikt.
NL
CAMERA IN- EN UITSCHAKELEN
Om te fotograferen
Inschakelen: Open de lenskap volledig.
De camera wordt ingeschakeld in de stand Fotograferen. De lens schuift naar voren en de flitser veert omhoog. Opent u de lenskap en schuift de lens niet naar voren, dan is het mogelijk dat het deksel op de eerste klikstand is blijven steken. Open de lenskap zover dat hij op zijn plaats inklikt.
Oogcorrectieknop
AF-teken
Draai de oogcorrectieknop zo dat u het AF-teken duidelijk ziet.
Uitschakelen: Schuif de lenskap voorzichtig dicht, tot hij bijna de
LET OP
lenstubus raakt.
De lenskap stopt voordat hij de lens raakt en de lens trekt zich terug. Wacht tot de lens zich helemaal teruggetrokken heeft voordat u de lenskap helemaal sluit. De camera en de monitor worden nu uitgeschakeld. Druk de flitser met de hand omlaag tot hij op zijn plaats vastklikt.
Druk de lenskap niet met kracht tegen de lenstubus omdat daardoor de lens beschadigd kan raken of de camera verkeerd gaat werken.
NL 11
Om beelden weer te geven
Inschakelen: Druk met de lenskap gesloten op de monitorknop
.
Daarmee schakelt u de camera in in de stand Weergeven. De monitor wordt ingeschakeld en toont de laatst gemaakte foto .
12
Uitschakelen: Druk op de Monitorknop .
LET OP
Daarmee schakelt u monitor en camera uit.
Open nooit het kaartje over de kaartsleuf, haal ook niet het geheugenkaartje of de batterijen uit de camera en koppel ook niet de lichtnetadapter af als de camera ingeschakeld is. Doet u dat toch, dan kunnen alle op het kaartje opgeslagen beelden verloren gaan. Verloren gegane beelden kunt u niet meer herstellen. Wilt u het geheugenkaartje verwisselen, vergeet dan vooral niet eerst de camera uit te schakelen voordat u het klepje over de kaartsleuf opent.
NL
DATUM EN TIJD INSTELLEN
1
Open de lenskap volledig.
2
Open het menu Fotograferen door op de knop te drukken.
Selecteer de optie MODE MENU (Functiemenu) door
3
op van de pendelknop te drukken.
4
Selecteer het tabblad SETUP (Instellen) door op te drukken en druk dan op .
5
Selecteer het pictogram door op drukken en druk dan op .
Het groene kader verplaatst zich nu naar de geselecteerde optie.
of te
6 Selecteer een van de onderstaande datumnotaties
door op of te drukken. „Y-M-D“ (Jaar/Maand/Dag)
„M-D-Y“ (Maand/Dag/Jaar) „D-M-Y“ (Dag/Maand/Jaar) Druk vervolgens op .
De cursor verplaatst zich nu naar het volgende veld.
7 Stel de eerste cijfergroep in door op of te
drukken en ga naar de volgende cijfergroep door op
te drukken.
Wilt u naar een voorgaande cijfergroep terugkeren, dan drukt u op . De eerste twee cijfers van de cijfergroep „Y“ (Jaar) zijn vast ingesteld.
8 Herhaal bovenstaande stappen tot u datum en tijd
helemaal ingesteld heeft.
9 Druk op de knop .
Wilt u de tijd exact instellen, dan drukt u op de knop op het moment dat de klok 00 seconden aanwijst. De cameraklok begint te lopen op het moment dat u op de knop drukt.
10 Schakel de camera uit door de lenskap te sluiten.
Laat u de camera gedurende circa één uur zonder batterijen, of zijn de batterijen uitgeput, dan is het mogelijk dat ingestelde datum en tijd verloren gaan of dat een onjuiste datum en tijd weergeven worden. Gaat u belangrijke opnamen
LET OP
maken, overtuig u er dan eerst van dat de juiste datum en tijd ingesteld zijn.
NL 13
MENUFUNCTIES
HET GEBRUIK VAN MENU’S EN TABBLADEN
Wanneer u de camera inschakelt en op de knop drukt, verschijnt het hoofdmenu in de monitor. De functies van deze camera worden ingesteld vanuit de menu’s. Dit hoofdstuk beschrijft aan de hand van het functiemenu Fotograferen hoe de menu’s werken.
Druk op .
Nu verschijnt het hoofdmenu.
ESP/
MODE MENU
Selecteer een menu door op de pendelknop te drukken.
Snelmenu’s
• Hiermee opent u snel de meest gebruikte menu instellingen.
• Toont bedieningsknoppen onder in het scherm waar u de opties selecteert door op of te drukken.
3:2 1984*1312 SHQ 1984*1488
HQ 1984*1488
SQ 1024*768
CANCEL
SELECt
GO
14 NL
Functiemenu
• Vanuit het hoofdmenu opent u de menu’s voor het instellen van de ISO-equivalente gevoeligheid, wit­balans, enzovoort.
• De instellingen zijn verdeeld in 4 categorieën.
• Toont het tabbladen CAMERA, PICTURE (Beeld), CARD (Geheugen­kaartje) en SETUP (Instellingen). U selecteert het gewenste tabblad door op of te drukken.
DRIVE
CAMERA
Tabbladen
ISO DIGItAL ZOOM PANORAMA
CARDSEt PIC
2 IN 1
Het gebruik van de menu’s
1Open het hoofdmenu door op
de knop te drukken en druk dan op .
Hoofdmenu
ESP/
MODE MENU
2Selecteer een tabblad door op of
te drukken en open vervolgens het
menu door op te drukken.
Tabblad CAMERA
DRIVE
CAMERA
ISO DIGItAL ZOOM PANORAMA
CARDSEt PIC
2 IN 1
Om terug te keren, om
Tabblad PICTURE
WB
CAM
PICtURE
CARDSEt
een tabblad te kunnen selecteren, drukt u op
.
Tabblad CARD
CARD%SEtUP
CAM PIC
CARD SEt
Tabblad SETUP
ALL RESEt
CAM PIC
REC VIEW
CARD
FILE NAME
SEtUP
PIXEL MAPPING
NL 15
3Selecteer de gewenste functie door op
of te drukken en druk vervolgens op
om de beschikbare instellingen weer te
geven.
DRIVE
CAMERA
ISO DIGItAL ZOOM PANORAMA
CARDSEt PIC
2 IN 1
4Selecteer de gewenste
instelling door op of te drukken. Druk, om de instelling af te sluiten, op de knop
.
Opmerking:
16 NL
DRIVE
CAMERA
ISO
DIGItAL ZOOM PANORAMA
CARDSEt PIC
2 IN 1
De geselecteerde functie is gemarkeerd door een groen kader.
Sluit het instellen af door op de knop te drukken en sluit het menu door opnieuw op dezelfde knop te drukken.
• Welke functies u kunt selecteren wordt bepaald door de status van de camera en de gemaakte instellingen. Selecteert u bijvoorbeeld de functie Filmbeelden fotograferen, dan kunt u in het tabblad EDIT (Bewerken) niet de functies SEPIA, BLACK&WHITE (Zwart-wit) of selecteren.
• Drukt u de ontspanknop in om een foto te maken terwijl het menu geo­pend is, dan wordt die opname gemaakt met de huidige instellingen.
• Wilt u dat de instellingen bewaard blijven als u de camera uitschakelt, dan zet u de functie ALL RESET (Alles herstellen) op OFF (Uit).
of
Om terug te keren, om een functie te selecteren, drukt u op of op de knop
.
DRIVE
CAMERA
ISO
DIGItAL ZOOM PANORAMA
CARDSEt PIC
2 IN 1
DRIVE
CAMERA
ISO
DIGItAL ZOOM PANORAMA
CARDSEt PIC
2 IN 1
AUtO
100 200 400
AUtO
100
200 400
Loading...
+ 36 hidden pages