Olivetti FAX-LAB 210 P, FAX-LAB 260, FAX-LAB 210, FAX-LAB 260P User Manual [nl]

Fax-Lab 210/Fax-Lab 210P Fax-Lab 260/Fax-Lab 260P
GEBRUIKSAANWIJZING
PUBLICATIE UITGEGEVEN DOOR:
Samenstelling:
Olivetti I-Jet S.p.A. Località Le Vieux 11020 ARNAD (Italy)
Copyright © 2002, Olivetti Alle rechten voorbehouden
De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze handleiding beschreven product aan te brengen.
Dit apparaat is goedgekeurd volgens de beschikking van de Raad 98/482/EG voor pan-Europese aansluiting van enkelvoudige eindapparatuur op het openbare geschakelde telefoonnetwerk (PSTN). Gezien de verschillen tussen de individuele netwerken in de verschillende landen, biedt deze goedkeuring op zichzelf geen onvoorwaardelijke garantie voor een succesvolle werking op elk PSTN-netwerkaansluitpunt. Neem bij problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van het apparaat.
De fabrikant verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat dit product in overeenstemming is met hetgeen bepaald door de richtlijn 1999/05/CE. De overeenstemming wordt aangegeven door het aanbrengen van het merk
Olivetti Tecnost, S.p.A. Direzione @ Home/Office Via Jervis, 77 - 10015 IVREA (Italy)
op het product.
Verklaring van netwerkcompatibiliteit
Hierbij wordt verklaard dat het product geschikt is voor invoeging in alle netwerken van de EU-landen, Zwitserland en Noorwegen. De volledige netwerkcompatibiliteit in elk land kan afhankelijk zijn van specifieke nationale softwareparameters die overeenkomstig ingesteld moeten worden. Neem in geval van problemen met betrekking tot de aansluiting op andere dan EC PSTN netwerken contact op met het technische servicecentrum in uw land.
Gelieve rekening te houden met het feit dat in de volgende omstandigheden bovengenoemde conformiteit evenals de productkenmerken niet meer gegarandeerd zijn:
verkeerde elektrische stroomvoorziening;  verkeerde installatie; verkeerd of onheus gebruik of in ieder geval gebruik waarbij geen rekening wordt gehou-
den met de aanwijzingen in de bij het product geleverde handleiding;
vervanging van originele componenten of accessoires door een ander type dat niet goedgekeurd is door de
constructeur, of uitgevoerd door onbevoegd personeel.
Het stopcontact moet dicht in de buurt van het toestel geïnstalleerd zijn en makkelijk bereikbaar zijn. Om de elektrische voeding van het toestel uit te schakelen, moet u de stekker uit het stopcontact trekken.
EERSTE DEEL
INHOUDSOPGAVE
VOOR HET GEBRUIK I
OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING ...................... I
AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK ...................................... I
AANBEVELINGEN VOOR DE INSTALLATIE .................................. I
OVER INSTALLATIE- EN INSTELLINGSPARAMETERS ................ I
INHOUD VAN DE VERPAKKING .................................................... I
KENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL II
BEDIENINGSPANEEL ................................................................... II
BEDIENINGSPANEEL .................................................................. III
COMPONENTEN ......................................................................... IV
METEEN AAN DE SLAG V
INSTALLATIEOMGEVING V
AANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP HET VOEDINGSNET V
INSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS
(ONMISBAAR VOOR DE CORRECTE WERKING VAN HET FAXTOESTEL) VI
DE TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND INSTELLEN ................ VI
DATUM EN TIJD INSTELLEN ..................................................... VII
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK VIII
VERZENDEN X
EEN DOCUMENT VERZENDEN................................................... X
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN .............................. XI
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN .............. XI
ONTVANGEN XII
MANUELE ONTVANGST .............................................................XII
AUTOMATISCHE ONTVANGST .................................................. XII
ONTVANGST IN DE MODUS "TELEFOON/FAX" ........................ XII
ONTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT .............................. XIII
GEBRUIK VAN DE TELEFOON XIII
KOPIËREN XIII
EEN OF MEER KOPIEËN MAKEN ............................................. XIII
i
INHOUDSOPGAVE
TWEEDE DEEL
INSTALLATIE 1
AANSLUITEN OP HET TELEFOONNET ....................................... 1
DE TELEFOONHOORN AANSLUITEN ......................................... 3
AANSLUITEN OP HET STROOMNET .......................................... 3
PAPIER LADEN............................................................................. 3
PRINTKOP INSTALLEREN ........................................................... 4
AANWIJZINGEN M.B.T. DE PRINTKOPPEN ................................. 4
DATUM EN TIJD INSTELLEN ....................................................... 5
NU ONTBREKEN UW NAAM EN FAXNUMMER NOG .................. 5
CONFIGURATIE VOOR DE KENMERKEN VAN
DE TELEFOONLIJN ...................................................................... 6
BASISFUNCTIES VOOR VERZENDEN EN ONTVANGEN 8
VERZENDEN ................................................................................ 8
ONTVANGEN .............................................................................. 11
ONE-TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES
PROGRAMMEREN ..................................................................... 12
RAPPORTEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN ................................... 14
HET ANTWOORDAPPARAAT OP AFSTAND BEDIENEN ............ 23
SPECIALE FUNCTIES VAN HET ANTWOORDAPPARAAT ......... 23
AFDRUKKEN VAN DE CONFIGURATIEPARAMETERS VAN
HET ANTWOORDAPPARAAT ...................................................... 25
GEAVANCEERD GEBRUIK 26
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR ONTVANGST ........ 26
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR VERZENDING ...... 29
VERZENDEN/ONTVANGEN VAN EEN DOCUMENT D.M.V.
DE POLLINGFUNCTIE................................................................ 30
PROBLEMEN OPLOSSEN 32
WANNEER DE STROOM UITVALT ............................................. 32
WANNEER HET PAPIER OF DE INKT OPRAAKT ...................... 32
WANNEER DE VERZENDING MISLUKT .................................... 32
KLEINE PROBLEMEN OPLOSSEN ............................................. 32
FOUTCODES .............................................................................. 33
SIGNALEN EN BERICHTEN ....................................................... 34
ONDERHOUD 36
HET FAXTOESTEL ALS EEN TELEFOON GEBRUIKEN 17
OPBELLEN VIA DE ONE-TOUCH-TOETSEN ............................. 17
OPBELLEN VIA DE SNELKIESCODES ....................................... 17
OPBELLEN DOOR ZOEKEN IN HET ADRESBOEK .................... 17
HET FAXTOESTEL ALS EEN KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKEN 18
WELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN............................. 18
KOPIËREN .................................................................................. 18
ZO MAAKT U EEN KOPIE VAN UITSTEKENDE KWALITEIT ...... 18
HET ANTWOORDAPPARAAT 19
HET BEDIENINGSPANEEL VOOR HET
ANTWOORDAPPARAAT .............................................................. 19
WIJZIGEN OF ANNULEREN VAN DE TOEGANGSCODE
VOOR HET ANTWOORDAPPARAAT ........................................... 19
UITGAANDE BOODSCHAPPEN ................................................. 20
OPNAMETIJD PROGRAMMEREN VOOR MEMOS EN
BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN ....................................... 21
AFSPELEN VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN EN
MEMOS ...................................................................................... 22
WISSEN VAN REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN EN
MEMOS ...................................................................................... 22
BOODSCHAPPEN EN MEMOS DOORSTUREN NAAR EEN
TELEFOON OP AFSTAND .......................................................... 22
PRINTKOP VERVANGEN ............................................................ 36
REINIGINGSPROCEDURE VOOR DE PRINTKOP
EN TESTPROCEDURE VOOR DE SPUITMONDEN ................... 36
ELEKTRISCHE CONTACTEN VAN DE PRINTKOP REINIGEN .. 37
SPUITMONDEN VAN DE PRINTKOP REINIGEN ....................... 37
REINIGINGSLINT VAN DE PRINTKOP SCHOONMAKEN .......... 37
OPTISCHE SCANNER REINIGEN .............................................. 38
BEHUIZING REINIGEN ............................................................... 38
VASTGELOPEN DOCUMENTEN EN PAPIER VERWIJDEREN... 38
TECHNISCHE GEGEVENS 39
HET FAXTOESTEL ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN 40
VEREISTEN VOOR HET INSTALLEREN VAN DE
SOFTWARE ................................................................................ 40
DE "LINKFAX" SOFTWARE INSTALLEREN ................................ 40
DESINSTALLEREN VAN DE "LINKFAX" SOFTWARE ................. 40
OPENEN VAN DE ONLINE DOCUMENTATIE ............................. 40
OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE
COMMUNICATIEPOORT ............................................................ 40
INDEX 41
ii
VOOR HET GEBRUIK
OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING
In deze handleiding worden vier modellen van het faxtoestel be­schreven: het basismodel, het model met ingebouwd antwoord- apparaat, en tenslotte de multifunctionele modellen (basismodel en model met ingebouwd antwoordapparaat) waarbij aanslui- ting op een PC en gebruik van een kleurenprintkop mogelijk is (raadpleeg voor deze laatste twee modellen tevens de documentatie die u in de verpakking vindt). In onderstaande beschrijving worden bij verschillen in de modellen steeds de volgende aanwijzingen ge­geven: Modellen met ingebouwd antwoordapparaat: heeft betrekking op het "model met ingebouwd antwoordapparaat" en op het "multi­functionele model met ingebouwd antwoordapparaat". Multifunctionele modellen: heeft betrekking op het "multifunctio­nele basismodel" en op het "multifunctionele model met ingebouwd antwoordapparaat". Basismodel: Heeft alleen betrekking op het "basismodel".
De handleiding is bij uitzondering in twee delen onderverdeeld: in het eerste deel "Kennismaking met het faxtoestel" en "Meteen
aan de slag" vindt u een beknopte beschrijving van het faxapparaat, zodat u het direct kunt installeren en gebruiken, zij het met een
minimum van zijn mogelijkheden. Na deze eerste fase, kunt u het tweede deel van de handleiding raadplegen. Dit biedt u een diepgaander overzicht van het
faxapparaat en van zijn talrijke functies.
Plaats het toestel op een veilige afstand van elektrische of elektro-
nische apparaten zoals radios, TVs e.d., die storingen kunnen veroorzaken.
Omring het toestel niet met boeken, documenten of voorwerpen
die de ventilatieruimte beperken. De ideale omgevings­voorwaarden zijn temperaturen tussen de 5° en 35°C en een relatieve vochtigheid tussen de 15% en 85%.
Laat voldoende ruimte vrij voor de uitvoeropening aan de voor-
zijde voor de originele en ontvangen of gekopieerde documen­ten, zodat deze niet op de vloer vallen.
OVER INSTALLA TIE- EN
INSTELLINGSPARAMETERS
Op nationaal vlak kunnen de standaard waarden voor elke installa­tie- en instellingsparameter variëren naargelang de vereisten of de specifieke behoeften van de gebruiker. Daarom zijn deze instellingen niet altijd identiek aan de instellingen die in de handleiding zijn ver­meld. We raden u dan ook aan ze af te drukken voordat u wijzigingen aanbrengt.
INHOUD VAN DE VERPAKKING
Behalve het faxtoestel en deze handleiding vindt u het volgende in de verpakking:
AANBEVELINGEN VOOR HET GEBRUIK
Probeer nooit het faxtoestel zelf te repareren of aan te passen
indien u daarvoor geen speciale opleiding hebt genoten; wan­neer u de behuizing verwijdert, riskeert u een elektrische schok of andere verwondingen. Neem dus geen risicos en roep er een gekwalificeerde onderhoudstechnicus bij.
Wanneer u het toestel langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker
uit het stopcontact om schade door eventuele storingen of spanningsstoten te voorkomen.
In geval van onweer wordt aangeraden het apparaat zowel
van het stopcontact als van de telefoonlijn af te koppelen om mogelijke beschadiging ervan te voorkomen.
In geval van spanningsval of stroomonderbreking kunt u geen
telefoonoproepen maken of ontvangen, omdat het toetsenbord wordt uitgeschakeld. Wanneer het echter absoluut noodzakelijk is in deze omstandig­heden een telefoonoproep uit te voeren, moet u een noodtelefoon van een goedgekeurd type gebruiken die u direct op het faxtoestel kunt aansluiten.
AANBEVELINGEN VOOR DE INST ALLATIE
Plaats het faxtoestel op een vlakke en stabiele ondergrond, vrij
van trillingen, zodat het niet kan vallen; een val zou u of anderen kunnen verwonden en het toestel kunnen beschadigen.
Houd het toestel uit de buurt van water, damp, en hevige warmte-
bronnen. Plaats het niet in een stoffige omgeving en stel het ook niet bloot aan rechtstreeks zonlicht.
Telefoonsnoer. Telefoonstekker (indien voorzien). Verpakking met een eerste monochromatische printkop in dotatie
(niet navulbaar).  Telefoonhoorn.  Papiersteun.  Masker met aanduidingen in de landstaal voor het middengedeelte
van het bedieningspaneel.
Lijst van de servicecentra van Olivetti (Olivetti Customer Ser-
vice).
Alleen voor multifunctionele modellen  Installatie-CD van de Linkfax software (om het faxtoestel als prin-
ter te gebruiken). Opbergkistje voor printkop.
OPMERKING
Alleen voor multifunctionele modellen
De kleurenprintkop, die nodig is tijdens het gebruik van
het faxtoestel als kleurenprinter, wordt niet standaard bij
het faxtoestel geleverd. (Raadpleeg de code achterin deze
handleiding voor het aanschaffen ervan).
De parallelle kabel, die nodig is voor het aansluiten van het
faxtoestel op de PC, wordt niet standaard bij het
faxtoestel geleverd.
I
KENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
BEDIENINGSPANEEL
In de figuur wordt het bedieningspaneel van de modellen met ingebouwd antwoordapparaat getoond. De toetsen in de tweede rij van links en de LED
RESOLUTIE-TOETS
Past de resolutie aan van de te kopiëren documenten (al­leen met het document in de ADF).
, hebben uitsluitend betrekking op het antwoordapparaat en worden in het betreffende hoofdstuk beschreven.
REDUCTIE-TOETS
Verkleint of vergroot de te kopiëren documenten (alleen met het document in de ADF).
ANTWOORDAPPARAAT-TOETSEN
Alleen modellen met ingebouwd antwoordapparaat
Zie beschrijving in het betreffende hoofdstuko.
CONTRAST-TOETS
Past het contrast aan van de te kopiëren documenten (alleen met het document in de ADF).
KOPIEER-TOETS
Starten van het kopiëren (alleen met het document in de ADF).
ALLEEN MODELLEN MET INGEBOUWD ANTWOORDAPPARAAT
Aan: er zijn reeds beluisterde boodschappen of memos in het geheugen aanwezig. Knippert: er zijn af te drukken documenten, nieuwe boodschappen of memos in het
geheugen aanwezig. Uit: het geheugen is leeg.
FOUTEN-LED
Signaleert een storing tijdens ver­zending of ontvangst.
FUNCTIETOETS
Geeft toegang tot de programmeermodus. Selecteert menus en sub­menus.
RECALL-TOETS
Met de hoorn van de haak, om toegang te krijgen tot de speciale functies die het telefoonbedrijf biedt, algemeen bekend als REGISTER RECALL (R-functie).
II
NUMERIEKE TOETSEN
Vormen van het fax- of telefoonnummer. Automatisch selecteren, bij langer dan een seconde ingedrukt houden, van het er­aan toegewezen telefoon- of faxnummer (nadat dit geprogrammeerd is) (one-touch kiesfunctie). Instellen van numerieke gegevens. Selecteren van cijfers en alfanumerieke tekens tijdens het instellen van nummers en namen.
Zenden bij toonkiesmodus een toon in de lijn voor speciale tele­foondiensten. Voor het selecteren van de "vo­rige" en "volgende" speciale te­kens en symbolen tijdens het instellen van namen.
Alleen
afstandsbedieningscodes. Tijdelijke omschakeling van de kiesmodus, voor of na het vor­men van het telefoon- of faxnummer, van puls naar toon.
: vormt de
BEDIENINGSPANEEL
KENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
STOP-TOETS
Voert een document uit de ADF uit.
Schakelt de LED "
Plaatst het faxtoestel opnieuw in de standby-modus. Onderbreekt het programmeren, een verzending, een ontvangst of het ko­piëren.
" uit.
START-TOETS
Start de ontvangst van een document. Start de verzending van het document nadat het faxnummer is gevormd (alleen met het document in de ADF). Bevestigt de selectie van menus en submenus, parameters en betreffende waarden en gaat over naar de vol­gende procedure.
LIJN-TOETS
Hiermee kan men de lijn nemen: komt overeen met het opnemen van de hoorn.
TOETS RX MODE/HOLD
Selecteert de diverse ontvangst­methoden.
Voor tijdelijke onderbre-
king van de verbinding tijdens een telefoongesprek.
TOETS SPEED DIAL/CLEAR
Gevolgd door twee numerieke toetsen (01-32) selecteert deze toets automatisch (na programmering) het eraan toegewe­zen telefoon- of faxnummer. Annuleert verkeerde instellingen.
TOETS LAST TX/PAUSE
Bij tweemaal indruk­ken, opnieuw vormen van het laatst gekozen faxnummer (alleen met het document in de ADF) of het laatste telefoonnum­mer. Last een pauze in tijdens het direct vormen van het telefoon- of faxnummer.
TOETS EXTERNAL
Met het faxtoestel aangesloten op een privé-centrale:
Wanneer deze toets wordt ingedrukt voordat het telefoon- of faxnummer wordt gevormd, heeft men toegang tot het openbare net.
TOETS CONTRAST
Stemt het contrast af op de te verzenden docu­menten (alleen met het document in de ADF). Voor selecteren van de "volgende" waarden van een parameter. Voor verplaatsen van de cursor naar "rechts" tijdens het instellen van nummers en namen. Voor het "verhogen" van het luidsprekervolume
na drukken op de toets
.
TOETS RESOLUTION
Stemt de resolutie af op de te verzenden docu­menten (alleen met het document in de ADF). Voor selecteren van de "vorige" waarden van een parameter. Voor verplaatsen van de cursor naar "links" tij­dens het instellen van nummers en namen. Voor het "verlagen" van het luidsprekervolume
na drukken op de toets
.
III
KENNISMAKING MET HET FAXTOESTEL
COMPONENTEN
In de figuur zijn de externe en interne onderdelen geïllustreerd die de vier modellen van het faxtoestel gemeen hebben. De tweede rij toetsen op het linker gedeelte van het bedieningspaneel heeft uitsluitend betrekking op modellen met ingebouwd antwoordapparaat. De parallelle interface is alleen aanwezig bij multifunctionele modellen.
AANSLUITBUSSEN EN (ALLEEN BIJ
MULTIFUNCTIONELE
MODELLEN) PARALLELLE POORT
TELEFOONHOORN
AUTOMATISCHE INVOER VOOR TE VERZENDEN
EN
TE KOPIËREN DOCUMENTEN (ADF)
Maximumcapaciteit: 5 vel A4, Letter en Legal
1 vel A5
PAPIERINVOER VOOR S TANDAARD PAPIER (ASF)
Afstelbaar op de vlgende papierformaten: A4, Letter, Legal. Maximumcapaciteit: 40 vel van 80 gr/m
2
.
VERLENGSTUK PAPIERSTEUN
PAPIERGELEIDER
PAPIERGELEIDERS
DISPLAY
Weergave, op twee regels van elk 16 tekens: Datum en tijd, menu-items, fout­berichten, resolutie- en contrastwaarden en, bij het model met ingebouwd ant- woordapparaat, het totaal aantal ont­vangen boodschappen.
DEKSEL PRINTKOPCOMPARTIMENT
LUIDSPREKER
BEDIENINGSPANEEL
UITGANG VOOR ORIGINELE EN ONTVANGEN OF GEKOPIEERDE DOCUMENTEN
OPTISCHE SCANNER
TYPEPLAATJE MACHINE (ZIE ONDERZIJDE)
PRINTKOPCOMPARTIMENT
IV
METEEN AAN DE SLAG
In dit gedeelte, zoals reeds gezegd, vindt u een basisbeschrijving van het faxtoestel, met de procedures voor het installeren en direct gebruiken van het faxtoestel, zij het met een minimum van zijn mogelijkheden. Voor een optimaal gebruik van het faxtoestel, kunt u de specifieke hoofdstukken raadplegen. Aangezien dit gedeelte zo is samengesteld dat het u geleidelijk en systematisch vertrouwd maakt met het faxtoestel, kunt u het beste de onderwerpen doornemen in de volgorde waarin zij hieronder worden behandeld.
INSTALLATIEOMGEVING
Plaats het faxtoestel op een stevige ondergrond. Zorg ervoor dat rond het apparaat voldoende ventilatieruimte vrij blijft. Houd het toestel op afstand van sterke warmtebronnen, van stoffige en vochtige plaatsen. Stel het ook niet bloot aan direct zonlicht.
AANSLUITING OP HET TELEFOONNET EN OP HET VOEDINGSNET
Het faxtoestel aansluiten op de telefoonlijn
BELANGRIJK
Het faxtoestel is ingesteld om te worden aangeslo­ten op het openbare telefoonnet. Indien u het op een privé-lijn wilt aansluiten en ook op een open­baar net wilt gebruiken, raadpleeg dan "Configura- tie voor de kenmerken van de telefoonlijn", in het hoofdstuk "Installatie".
De telefoonhoorn aansluiten
A B
V
METEEN AAN DE SLAG
Het faxtoestel op het voedingsnet aansluiten
BELANGRIJK
Alvorens het toestel aan te sluiten, het klemmetje verwij­deren waarmee de printerwagen is geblokkeerd door het
lipje omhoog te trekken (zie onderstaande figuur).
A
De stekker van de voedingskabel kan van land tot land verschillen.
BELANGRIJK
B
INSTELLING VAN ENKELE PARAMETERS (ONMISBAAR VOOR DE CORRECTE WERKING VA N HET FAXTOESTEL)
Wanneer het faxtoestel eenmaal op het voedingsnet is aan­gesloten, voert het automatisch een korte test uit om te con­troleren of alle componenten correct werken, en daarna verschijnen op het display (bijna altijd in het engels) de volgende berichten.
Op de bovenste regel:
AUTOMATIC RX
of, bij modellen met ingebouwd antwoordapparaat, wordt bovendien het totaal aantal ontvangen boodschappen weer­gegeven, in dit geval "00".
AUTOMATIC RX 00
En afwisselend op de onderste regel:
CHECK PRINT HEAD
SET DATE/TIME
BELANGRIJK
Om het faxtoestel in staat te stellen correct te werken, moet u uw taal en land instellen.
DE TAAL EN HET BESTEMMINGSLAND
INSTELLEN
+ Op het display verschijnt de taal waarin de berichten wor-
den weergegeven. Bijvoorbeeld:
ENGLISH
/ Om de gewenste taal te selecteren. Bijvoorbeeld:
NEDERLANDS
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt
een bestemmingsland. Bijvoorbeeld:
EUROPA
/ Om het gewenste land te selecteren. Bijvoorbeeld:
HOLLAND
Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande tabel:
VI
METEEN AAN DE SLAG
LAND TE SELECTEREN LAND
Argentinië AMERICA LATINA
Australië NZL/AUSTRALIA België BELGIUM Brazilië BRASIL Chili AMERICA LATINA China CHINA Colombia AMERICA LATINA Denemarken DANMARK Duitsland DEUTSCHLAND Finland FINLAND Frankrijk FRANCE Griekenland INTERNATIONAL Hong Kong SINGAPORE India INDIA Israël ISRAEL Italië ITALIA Luxemburg BELGIUM Mexico AMERICA LATINA Nederland HOLLAND Nieuw Zeeland NZL/AUSTRALIA Norwegen NORGE Oostenrijk ÖSTERREICH Peru AMERICA LATINA Portugal PORTUGAL Rest van de wereld INTERNATIONAL Singapore SINGAPORE Spanje ESPAÑA Taiwan TAIWAN UK U.K. Uruguay AMERICA LATINA Venezuela AMERICA LATINA Zuid Afrika S. AFRICA Zweden SVERIGE Zwitserland SCHWEIZ
Om de instelling te bevestigen.
Om de procedure te beëindigen.
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
DATUM:DD/MM/JJ
/ Om een ander formaat te selecteren, drukt u op de toetsen
|/}.
Op het display verschijnt:
UUR : 24 U
/ Om het andere formaat te selecteren (12 uur), drukt u op |/}.
Op het display verschijnt:
DD/MM/JJ UU:MM
25-07-02 11:23
/ Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 26-07-02; 12:00). Tel-
kens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar het volgende teken.
DD/MM/JJ UU:MM
26-07-02 12:00
/ Indien u slechts bepaalde cijfers wilt wijzigen, verplaatst u
de cursor naar de gewenste positie d.m.v. de toetsen |/} en overschrijft u de gegevens met de juiste cijfers.
Om de instelling te bevestigen. De instelprocedure van de
datum en tijd is beëindigd. De nieuwe datum en tijd worden automatisch bijgewerkt en op elke verzonden pagina afge­drukt.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
OPMERKING
Indien het 12-urenformaat geselecteerd is, verschijnt de letter "p" (post meridiem) of de letter "a" (ante meridiem). Om van "a" naar "p" te gaan of andersom, plaatst u de cursor met de toetsen
|/} onder de letter en drukt op de toets Indien u denkt dat u een fout heeft gemaakt of als u de proce-
dure wilt onderbreken, drukt u op de toets
.
.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
De eerste keer dat u het faxtoestel aansluit op het voedingsnet of elke keer dat er een stroom­onderbreking is, moet u de datum en tijd instellen zoals
hieronder beschreven. Wanneer ze eenmaal zijn ingesteld, kunnen de datum en
tijd worden gewijzigd, zie "Datum en tijd wijzigen", in het hoofdstuk "Installatie".
OPMERKING
Denk eraan dat de standby-modus aangeeft dat het toestel niet actief is en dat dit de modus is waarin u programmeringen kunt uitvoeren.
VII
METEEN AAN DE SLAG
VOORBEREIDING VOOR HET GEBRUIK
Het afdrukpapier laden
AB
BELANGRIJK
Duw de vellen via de regelhendel aan (zie onderstaande afb.) tot zij tegen de linker en rechter zijkant van de papier­lade liggen.
C
VIII
De printkop plaatsen
METEEN AAN DE SLAG
Met de eerste printkop in dotatie kunt u tot 80 paginas afdrukken*. Met de in de handel verkrijgbare printkoppen, met een grotere capaciteit, kunt u tot 500 paginas afdrukken*.
* Op basis van de Test Chart ITU-TS n.1 (zwartdekking
A
3,8%)
BELANGRIJK
BELANGRIJK
Denk eraan dat om te telefoneren, het origineel niet in de automatische documentinvoer (ADF) moet zijn geplaatst.
B
c
BELANGRIJK
Denk eraan dat u, nadat de eerste printkop in dotatie is opgeraakt, alleen niet navulbare printkoppen gebruikt (monoblok).
BELANGRIJK
Indien na installatie van de printkop opnieuw het be­richt "BEKIJK PRINTKOP" op het display verschijnt, kunt u proberen de printkop te verwijderen om hem vervolgens opnieuw - maar met een beetje meer druk
- te installeren. Indien het bericht niet verdwijnt, de printkop verwijderen en de elektrische contacten van zowel de printkop als de wagen reinigen, zie "Elek- trische contacten van de printkop reinigen", in het hoofdstuk "Onderhoud".
d
OPMERKING
Nadat de printkop is geïnstalleerd, start het faxtoestel de reinigings- en controleprocedure van de spuitmonden, afgesloten door:  het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel, van het
onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektri­sche circuits van de printspuitmonden te controleren.
- een set grafische en tekstelementen, voor het be­oordelen van de printkwaliteit.
 weergave op het display van het bericht: "BEKIJK AF-
DRUK", "1 = UIT 0 = HERHAAL".
Onderzoek de printtest als volgt:
IX
METEEN AAN DE SLAG
 Controleer de schaalverdeling: als er geen onderbrekin-
gen en geen witte horizontale lijnen in de zwarte zones
aanwezig zijn, is de printkop correct geïnstalleerd en werkt normaal. Stel de waarde in op 1. Het faxtoestel komt in de oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor ge­bruik. Op het display verschijnt het bericht:
WERKING AUTO 00
25-07-02 11:23
 Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de
waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te her­halen: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resul­taat geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Als hierna de printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elektrische con­tacten en spuitmonden reinigen zoals aangegeven in "Elek-
trische contacten van de printkop reinigen" en "Spuit­monden van de printkop reinigen", hoofdstuk "Onder­houd".
BELANGRIJK
Wanneer de inkt in de printkop bijna op is, verschijnt op het display:
INKT BIJNA OP
Gelijktijdig drukt het faxapparaat een blad af om u te waarschu­wen dat de inkt bijna op is en dat u de printkop binnenkort moet vervangen. Wanneer de inkt op is, verschijnt op het display:
GEEN INKT MEER!
De instructies voor het vervangen van de printkop vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud".
Voor de aanschaf van nieuwe printkoppen, wordt verwe­zen naar de codes achterin deze handleiding.
Nadere informatie over een correct gebruikt van de inkt- koppen, vindt u in "Aanwijzingen m.b.t. de printkoppen", in het hoofdstuk "Installatie".
VERZENDEN
Volgens onderstaande procedures kunt u het faxtoestel direct gebruiken voor eenvoudige verzendingen. Bedenk in elk geval, dat er nog meer procedures zijn voor het nummer vormen (via one-touch-toetsen en snelkiescodes, etc.) en dat het faxtoestel ook andere verzendfuncties heeft (uitgestelde verzending, circulaire, verzending uit het geheugen, etc.) die echter eerst geprogrammeerd moeten worden (zie "One-touch- toetsen en snelkiescodes programmeren" en "Verzenden", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen").
BELANGRIJK
Bij elk type verzending moet het origineel in de automa­tische documentinvoer gestoken zijn (ADF). Denk er dus
aan, alvorens de verzending te starten, altijd het origineel zonder te forceren in de ADF te steken met de te verzenden kant naar onder gericht.
EEN DOCUMENT VERZENDEN
Indien deze symbolen u niet voldoende zeggen:
è è
kunt u het beste de onderstaande instructies lezen:
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en
Om de contrast- en resolutiewaarden te wijzigen zie "Af- stellen van contrast en resolutie", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen".
/ Vorm het nummer (max. 32 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke toetsenbord.
(standaard).
X
METEEN AAN DE SLAG
Om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG" enkele seconden lang op het display. Daarna wordt de oorspronkelijke standby-modus opnieuw weergegeven.
OPMERKING
Indien u een verkeerd nummer hebt gevormd, plaatst u de cursor met behulp van de toetsen |/} op het verkeerde nummer en overschrijft het met het juiste nummer. Om het
nummer volledig te wissen, drukt u op de toets
OPMERKING
Indien u de verzending wilt onderbreken, dan drukt u op
de toets uit de ADF uitvoeren en weer in de oorspronkelijke standby-
modus komen. Indien het te verwijderen document meer dan één pagina
telt, moet u voordat u op verwijderen, eerst handmatig alle andere pagina's ver-
wijderen.
. Het faxtoestel zal het document automatisch
.
drukt om de eerste pagina te
De verzending starten zodra u de faxtoon van de corres­pondent hoort.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG" enkele seconden lang op het display.
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET
VERZENDEN
Indien deze symbolen u niet voldoende zeggen:
è è è
kunt u het beste de onderstaande instructies lezen:
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en
Om de contrast- en resolutiewaarden te wijzigen zie "Af- stellen van contrast en resolutie", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen".
(standaard).
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
Indien deze symbolen u niet voldoende zeggen:
è è è
kunt u het beste de onderstaande instructies lezen:
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en
Om de contrast- en resolutiewaarden te wijzigen zie "Af- stellen van contrast en resolutie", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen".
Om de kiestonen te horen. Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
/ Vorm het nummer (max. 32 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke toetsenbord.
(standaard).
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
/ Vorm het nummer (max. 32 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke toetsenbord.
Als het faxtoestel van uw correspondent op automatische
ontvangst is ingesteld, hoort u de toon van het faxapparaat.
Als het op manuele ontvangst is ingesteld, zal iemand de telefoon opnemen, en moet u hem vragen op de start- toets van zijn faxtoestel te drukken, waarna u wacht tot u de faxtoon hoort.
Om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG" enkele seconden lang op het display. Daarna wordt de oorspronkelijke standby-modus opnieuw weergegeven.
OPMERKING
Indien u na de verzending de hoorn van de haak hebt laten liggen, geeft het faxtoestel een geluidssignaal om u te waar­schuwen.
XI
METEEN AAN DE SLAG
ONTVANGEN
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax worden verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de gewenste modus activeren door op de toets
FAX" en ontvangst met antwoordapparaat.
te drukken: manuele ontvangst, automatische ontvangst, automatische ontvangst in de modus "TELEFOON/
MANUELE ONTVANGST
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent en per­soonlijk de binnenkomende oproepen wilt beantwoorden.
Indien deze symbolen u niet voldoende zeggen:
è è è
kunt u het beste de onderstaande instructies lezen:
Tot op het display verschijnt:
HANDMATIG 00
Neem bij overgaande telefoon de hoorn op om de verbin-
ding tot stand te brengen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
Zodra u de faxtoon hoort of de correspondent u vraagt een faxbericht te ontvangen. Op het display verschijnt:
VERBINDING
Haak de hoorn in.
Het faxtoestel begint te ontvangen en op het display ver­schijnt informatie over de ontvangst zoals het faxnummer van de afzender of, indien geprogrammeerd, zijn naam.
Wanneer de ontvangst voltooid is, verschijnt het bericht "ONTVANGST OK" enkele seconden lang op het display; daarna keert het toestel naar de standby-modus terug.
OPMERKING
ONTVANGST IN DE MODUS TELEFOON/FAX
Tot op het display verschijnt:
TELEFOON/FAX 00
U hebt het faxtoestel geprogrammeerd om in de modus telefoon/ fax te ontvangen. Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt, is afhankelijk van wie hem belt en van uw aan-/afwezig­heid bij ontvangst. Het volgende schema geeft de procedure weer:
Na twee bel­signalen (stan­daard inge­stelde waarde).
TELEFOON/FAX geactiveerd.
Oproep afkomstig van
FAXTOESTEL.
Uw toestel komt in automatische ontvangst.
Oproep afkomstig van
TELEFOON.
Uw faxtoestel geeft 20 seconden lang een geluidssignaal (standaard inge­stelde waarde). Op het display ver­schijnt: "TELEFOONOPROEP".
De 20 seconden zijn verstreken en u hebt de hoorn niet opgeno­men.
Uw faxtoestel komt in automati­sche ontvangst. Het wacht ca. 30 seconden om een document ontvangen, daarna komt het van­zelf weer in de standby-modus terug.
Indien u een ontvangst wilt onderbreken, drukt u op de toets
om het faxtoestel opnieuw in de oorspronkelijke
standby-modus te plaatsen.
AUTOMATISCHE ONTVANGST
Automatische ontvangst is geschikt wanneer u afwezig bent maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de modus waarin uw faxtoestel
is ingesteld; mocht dat niet het geval zijn, druk dan op tot op het display verschijnt:
WERKING AUTO 00
XII
De correspondent belde op voor een gesprek; zodra het gesprek beëindigd is kunt u de hoorn op­leggen.
De correspondent vraagt of hij u een document kan zenden.
Uw faxtoestel staat klaar voor ontvangst.
ONTVANGST MET ANTWOORDAPPARAAT
IIn deze ontvangstmodus ontvangt het antwoordapparaat de oproe­pen, registreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding over aan het faxtoestel als de correspondent een document wil ver­zenden.
Tot op het display verschijnt:
AWA / FAX 00
Bij modellen met ingebouwd antwoordapparaat wordt dit bericht alleen weergegeven als u uitgaande boodschap 1 hebt opgeno­men (raadpleeg het hoofdstuk " Indien u een extern antwoordapparaat aansluit, moet het aantal belsignalen waarna het antwoordapparaat geactiveerd wordt, lager zijn dan het aantal belsignalen dat op het faxtoestel is ingesteld (zie "Aantal belsignalen wijzigen", hoofdstuk "Geavanceerd gebruik").
Het antwoordapparaat").
GEBRUIK VAN DE TELEFOON
METEEN AAN DE SLAG
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u over alle functies die een normale telefoon biedt. Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, geactiveerd met de toets
kenmerken van de telefoonlijn", hoofdstuk "Installatie") die toegang biedt tot speciale diensten die door de netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
, na programmering zie "Configuratie voor de
Oproepen van een correspondent met gebruik van de geprogrammeerde snelkiesprocedures, zie hieronder "Opbellen via de one-touch-
toetsen" en "Opbellen via de snelkiescodes", hoofdstuk "Het faxtoestel als een telefoon gebruiken".
Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door indrukken van de toets (HOLD). U kunt het gesprek voortzetten zodra u
dezelfde toets weer indrukt.
KOPIËREN
EEN OF MEER KOPIEËN MAKEN
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een kopieerapparaat gebruiken. De kwaliteit van de kopie is afhankelijk van de waarden voor contrast en resolutie
die u m.b.v. de toetsen kopie maakt.
en instelt voordat u de
Om de gewenste zoom-waarde te kiezen: "100%", "140%", of "70%".
Druk direct op de toets kopie wilt maken, of voer het gewenste aantal kopieën in
(max. 9) voordat u op de toets slaat de pagina's waaruit het document bestaat een voor
een op, alvorens de kopieën te maken.
indien u slechts een enkele
drukt. Het faxtoestel
Steek het document in de ADF.
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor het contrast, de resolutie en de reproductie: respectievelijk
NORMAL, TEKST en 100%.
Om het gewenste type contrast te kiezen: "LICHT", "DON­KER" of "NORMAL".
Om het gewenste type resolutie te kiezen: "TEKST" of "FOTO".
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u twee-
maal op de toets verwijderen, en daarna om het faxtoestel opnieuw in de
oorspronkelijke standby-modus te plaatsen. Indien het te verwijderen document verscheidene pagina's telt, dient u alle andere pagina's handmatig te verwijderen
voordat u op de toets
: eerst om het origineel uit de ADF te
drukt om de eerste uit te voeren.
XIII
INSTALLATIE
AANSLUITEN OP HET TELEFOONNET
Aangezien de telefoonaansluiting van het faxtoestel, het ex­terne antwoordapparaat, de extra telefoon of andere apparaten afhankelijk is van nationaal geldende normen die van land tot land verschillen, worden in onderstaande schema's en- kele voorbeelden gegeven. Indien echter in uw land de aan­sluiting op het telefoonnet in uw land anders is dan in de schema's, richt u dan naar de in uw land geldende normen.
AANSLUITING VAN HET FAXTOESTEL
1. Steek de connector van het telefoonsnoer in de aansluitbus "LINE" van het toestel (zie schema's "geval 1", "geval 2" of "geval 3").
2. Steek de connector of stekker (indien voorzien) aan het andere uiteinde van het telefoonsnoer in het telefoonstopcontact (zie sche­ma's "geval 1", "geval 2" of "geval 3").
AANSLUITING VAN ANDERE APPARATUUR (ANTWOORDAPPARAAT, EXTRA TELEFOON, ENZ.)
(Aansluiting geval 1)
Indien u het extra apparaat niet direct op het stopcontact "TEL" kunt aansluiten, gebruik dan de adapter (van land tot land ver­schillend).
Indien het net waarop het faxtoestel wordt aangesloten meer dan
één stopcontact in serie telt, moet u het faxtoestel op het primaire stopcontact aansluiten.
(Aansluiting geval 2)
1. Steek de connector of stekker (van land tot land verschillend) van
het extra apparaat in de aansluitstekker (zie betreffend schema).
(Aansluiting geval 3)
1. Steek de stekker van het extra apparaat in het telefoonstopcontact
(zie betreffend schema).
Indien u dit wenst kunt u via de speciale adapter (zoals bij aanslui­ting geval 1), nog een apparaat op de telefoonaansluitbus "TEL" op het faxtoestel aansluiten.
1. Verwijder eventueel het afdekplaatje van de aansluitbus "TEL" op het faxtoestel, steek vervolgens de connector van het telefoon­snoer van het extra apparaat in deze aansluitbus (zie betreffende schema).
AANSLUITING GEVAL 1
KABEL
FAX
Aansluitbussen
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
LINE
TEL
TELEFOONSTOPCONTACTEN
B
D
B
ANDERE APPARATEN
D
1
AANSLUITING GEVAL 2
KABEL
TELEFOONSTOPCONTACTEN
FAX
Aansluitbussen
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
AANSLUITING GEVAL 3 (DUITSLAND)
FAX
Aansluitbussen
LINE
KABEL
LINE
C
B
B
C
TELEFOONSTOPCONTACTEN
B
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
ANDERE APPARATEN
AANSLUITING GEVAL 3 (OOSTENRIJK)
FAX
Aansluitbussen
EXTRA TELEFOON OF ANDERE
APPARATEN
KABEL
LINE
C
D
B
C
D
TELEFOONSTOPCONTACTEN
B
C
B
C
D
ANDERE APPARATEN
2
D
DE TELEFOONHOORN AANSLUITEN
1. Steek de connector van het snoer van de hoorn in de aansluitbus met het symbool
2. Leg de hoorn op de haak.
op het faxtoestel.
AANSLUITEN OP HET STROOMNET
PAPIER LADEN
OPMERKING
Alvorens het faxtoestel aan te sluiten op het voedings­net, moet u het blokkeerklemmetje van de printwagen verwijderen door het lipje, dat uit de documentinvoer steekt, omhoog te trekken.
1. Steek de stekker van het stroomsnoer in het netstopcontact.
Het faxtoestel voert automatisch een test uit om te controleren of alle componenten correct werken, en daarna verschijnt op het display:
WERKING AUTO
BEKIJK PRINTKOP
Bij de modellen met ingebouwd antwoordapparaat, wordt naast het bericht "WERKING AUTO", bovendien het totaal aantal ont- vangen boodschappen weergegeven, in dit geval "00":
WERKING AUTO OO
BEKIJK PRINTKOP
OPMERKING
Het toestel wordt permanent aangesloten, zo staat het 24 uur per dag klaar om documenten te ontvangen en te ver-
zenden. Wenst u het uit te schakelen, dan moet u de stekker van het stroomsnoer uit het stopcontact trekken, want het apparaat heeft geen aan/-uitschakelaar.
1. Steek het verlengstuk van de papiersteun in de spleet en duw hem aan tot hij vast zit.
2. Houd het papier bovenaan vast en laat het in de ASF glijden zonder het te kreuken en zonder druk uit te oefenen.
3. Duw het papier tegen de linkerkant van de ASF met behulp van de papiergeleider.
OPMERKING
Wanneer u de ASF bijvult, moet u het 'nieuwe' papier onder en niet op het 'oude' plaatsen.
OPMERKING
Dankzij het geheugen van het faxtoestel kan het evengoed tot een maximum van 21 pagina's ontvangen, ook als u het papier niet heeft bijgevuld.
CONTROLEREN VA N HET INGESTELDE AFDRUKFORMAAT OP
FAXTOESTEL
HET
Na het handmatig afstellen van de papierinvoer (ASF) moet u tevens, om de correcte werking van het faxtoestel te garanderen, controleren of het ingestelde afdrukformaat op het faxtoestel overeenkomt met het papierformaat dat u wilt gebruiken.
Tot op het display verschijnt:
OPMERKING
Mochten de berichten niet in uw landstaal weergegeven worden, dan kunt u de gewenste "TAALKEUZE" maken door achtereenvolgens op de volgende toetsen te drukken:
+ Op het display verschijnt de taal waarin de be-
richten worden weergegeven.
/ Om de gewenste taal te selecteren.
Om de instelling te bevestigen.
Om de procedure te beëindigen.
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Op het display verschijnt:
FORMAAT : A4
/ Druk op |/} tot het gewenste papierformaat wordt weerge-
geven.
3
Om de instelling te bevestigen.
Op het display verschijnt:
AUTOMATISCHE REINIGINGS- EN CONTROLEPROCEDURE VAN
SPUITMONDEN VAN DE PRINTKOP
DE
WERKING AUTO
BEKIJK PRINTKOP
PRINTKOP INSTALLEREN
Nadat de printkop is geïnstalleerd, start het faxtoestel de reinigings­en controleprocedure van de spuitmonden, afgesloten door:
 het afdrukken, op een automatisch ingevoerd vel, van het
onderstaande diagnose-resultaat:
- een schaalverdeling, om de inktstroom en de elektrische circuits van de printspuitmonden te controleren.
- een set grafische en tekstelementen, voor het beoor­delen van de printkwaliteit.
 weergave op het display van het bericht: "BEKIJK AFDRUK",
"1 = UIT 0 = HERHAAL".
Onderzoek de printtest als volgt:
 Controleer de schaalverdeling: als er geen onderbrekin-
gen en geen witte horizontale lijnen in de zwarte zones aanwezig zijn, is de printkop correct geïnstalleerd en werkt normaal. Stel de waarde in op 1. Het faxtoestel komt in de oorspronkelijke standby-modus terug en is klaar voor gebruik. Op het display verschijnt het bericht:
WERKING AUTO 00
25-07-02 11:23
 Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de
waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te herha­len: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resultaat geeft, de procedure nog eenmaal herhalen. Als hierna de printkwaliteit nog te wensen overlaat, de elektrische contacten en spuitmonden reinigen zoals aangegeven in "Elektrische
contacten van de printkop reinigen" en "Spuitmonden van de printkop reinigen", hoofdstuk "Onderhoud".
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals aangege­ven in de figuur.
3. Neem de printkop uit zijn verpakking en verwijder de bescherm­folie van de spuitmonden terwijl u hem aan de greep vasthoudt.
4. Raak de spuitmonden en de elektrische contacten niet aan.
5. Plaats de printkop in zijn behuizing met de elektrische contacten naar de voorkant van het faxtoestel gericht.
6. Duw de printkop in de richting van de pijl aan tot u een klik hoort, die aangeeft dat hij goed zit en sluit het deksel van het printkopcompartiment.
OPMERKING
Indien na installatie van de printkop opnieuw het bericht "BE­KIJK PRINTKOP" op het display verschijnt, kunt u proberen de printkop te verwijderen om hem vervolgens opnieuw ­maar met een beetje meer druk - te installeren. Indien het bericht niet verdwijnt, de printkop verwijderen en de elektri­sche contacten van zowel de printkop als de wagen reini­gen, zie "Elektrische contacten van de printkop reini- gen", in het hoofdstuk "Onderhoud".
OPMERKING
De instructies voor het vervangen van de printkop vindt u in het hoofdstuk "Onderhoud".
AANWIJZINGEN M.B.T. DE PRINTKOPPEN
Bij de basismodellen kunt u alleen monochromatische printkoppen gebruiken (zwart), terwijl u bij multifunctionele mo- dellen zowel monochromatische printkoppen als kleurenprintkoppen kunt gebruiken. Denk er echter aan dat u in
beide gevallen alleen monoblok (niet navulbare) printkoppen kunt gebruiken.
monochromatische printkoppen voor dagelijks gebruik als
faxtoestel of ook als zwart/wit printer;
kleurenprintkoppen, voor gebruik als kleurenprinter.
OPMERKING
Alleen voor multifunctionele modellen
Als u een kleurenprintkop hebt geïnstalleerd, worden de ontvangen documenten niet direct afgedrukt maar naar het geheugen van het faxtoestel gezonden. Aangezien het faxtoestel geen documenten meer kan ontvangen wanneer het geheugen vol is, moet u nooit vergeten de monochromatische printkop weer te installeren zodra het dagelijks gebruik van het faxtoestel wordt hervat.
Aangezien u de printkop regelmatig zult vervangen naargelang de gebruiksfunctie van het faxtoestel, dient u op het volgende te letten:
de printkop niet aanraken of neerleggen op de spuitmonden
of op de contacten;
4
probeer de printkop niet bij te vullen: u zou de printkop of
het faxtoestel kunnen beschadigen;
leg de niet gebruikte printkop altijd terug in het kistje:
/ Indien u een fout gemaakt hebt, plaatst u de cursor met de
toetsen |/} op het foutieve teken en overschrijft u het met het juiste teken.
Om de naam volledig te annuleren.
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat u als volgt te werk:
Tot u de letter "L" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "R" geselecteerd heeft.
Tot u de letter "A" geselecteerd heeft.
Zo garandeert u een lange levensduur en afdrukkwaliteit van de printkop.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Indien de datum en de tijd op het display niet juist zijn, kunt u beide op elk willekeurig moment wijzigen.
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Volg vanaf hier de eerder beschreven procedure in "Da­tum en tijd instellen", hoofdstuk "Meteen aan de slag".
NU ONTBREKEN UW NAAM EN
FAXNUMMER
Wanneer ze ingesteld zijn, blijven naam(max. 16 tekens) en nummer (max. 20 cijfers) onveranderd tot ze opnieuw gewijzigd worden, en worden op elke door uw correspondent ontvangen pagina afgedrukt.
NOG
Om de naam te bevestigen. Op het display verschijnt:
TEL. NUMMER
Voer nu het faxnummer in volgens onderstaande aanwijzingen:
FAXNUMMER INSTELLEN
Op het display verschijnt:
VORM UW NUMMER
/ Voer uw faxnummer in.
/ Om een spatie in te voegen drukt u op |/}.
Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het instellen van uw naam.
Indien u de internationale code wilt invoeren, gebruikt u in plaats van de nullen de toets *; op het display verschijnt het symbool +.
Om het faxnummer te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
Tot op het display verschijnt:
INSTAL LATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
NAAM ZENDER
Op het display verschijnt:
VORM UW NAAM
- Om de tekens van elke toets cyclisch te selecteren.
/ Om de cursor een positie te verplaatsen of een spatie in te
voegen drukt u op |/}.
/ Om een aantal speciale symbolen in uw naam in te voegen,
bijv. &.
PLAATS VAN NAAM EN FAXNUMMER
De informatie die bovenaan op het te verzenden docu­ment wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal pagina's) kan door het faxtoestel van uw corres­pondent buiten de tekstzone worden ontvangen en dus vlak onder de bovenkant van de pagina, of binnen de tekstzone en dus met een grotere bovenmarge.
Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de tekstzone te plaatsen.
Plaats wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
5
Op het display verschijnt:
AANSLUITEN OP EEN PRIVÉ-LIJN (PBX)
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
KOPREGEL BINNEN
/ Druk op |/} om de andere parameter te selecteren.
KOPREGEL BUITEN
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
CONFIGURATIE VOOR DE KENMERKEN VAN
TELEFOONLIJN
DE
AANSLUITEN OP HET OPENBARE TELEFOONNET
Het faxtoestel is reeds ingesteld voor aansluiting op het openbare telefoonnet. Toch moet u nog even controleren:
of de parameter "PUBL.LIJN (PSTN)" geselecteerd is.  of de geselecteerde kiesmodus (puls of toon) overeen-
stemt met die van de telefooncentrale die de lijn waarop uw faxtoestel is aangesloten, beheert. Indien u niet zeker weet welke modus u moet kiezen, vraagt u dat het beste even aan de telefoonmaatschappij.
Om uw faxtoestel op een privé-lijn aan te sluiten en het ook op een openbare lijn te kunnen gebruiken, gaat u als volgt te werk:
Selecteer de parameter "PRIV.LINE (PBX)".  Stel de kiesmodus (puls of toon) in op de modus die
wordt gebruikt door de PBX waarop het faxtoestel is aan­gesloten. Indien u niet zeker weet welke modus u moet selecteren, raadpleegt u het beste de PBX-beheerder.
Stel de buitenlijnmodus (prefix of flash) in die nodig is om
via de PBX (privé-centrale) toegang tot het openbare net te krijgen.
Stem de kiesmodus (puls of toon) af op de modus die dor
de telefoonmaatschappij wordt gebruikt.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Op het display verschijnt:
PUBL.LIJN (PSTN)
/ Druk op |/} om de andere kiesmodus weer te geven:
PRIV.LINE (PBX)
Op het display verschijnt:
PBX KIES:TOON
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Op het display verschijnt:
PUBL.LIJN (PSTN)
/ Indien het faxtoestel ingesteld is voor aansluiting op een
"Privé-lijn", dient u op de toetsen |/} te drukken om aan­sluiting op de "openbare lijn" te selecteren.
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
PSTN KIES:TOON
/ Druk op |/} om de andere kiesmodus weer te geven:
PSTN KIES:PULSE
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
/ Druk op |/} om de andere kiesmodus weer te geven:
PBX KIES:PULSE
Om uw keuze te bevestigen.
EXT.LIJN:PREFIX
/ Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven, "EXT.LIJN:FLASH", of ga direct naar het volgende punt, als u de buitenlijnmodus wilt bevestigen: "EXT. LIJN: PREFIX".
Indien u, door op de toets modus "EXT. LIJN: PREFIX" bevestigd hebt, vraagt het
faxtoestel u een prefix-nummer in te voeren (max. 3 cijfers).
Op het display verschijnt:
te drukken, de uitgangs-
PSTN KIES:TOON
/ Druk op |/} om de andere kiesmodus weer te geven:
PSTN KIES:PULSE
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
6
OPMERKING
Wanneer de wijze waarop het faxtoestel toegang krijgt tot het openbare net eenmaal is bevestigd, hoeft u slechts, voor u
het telefoon- of faxnummer vormt, op de toets ken om de lijn te nemen. Op het display verschijnt een "E"
(external).
U WILT DE KIESMODUS TIJDELIJK WIJZIGEN
Als het faxtoestel is ingesteld op de pulskiesmodus en u wilt het instel­len op de toonkiesmodus gaat u als volgt te werk: Druk voor of tijdens het vormen van het fax- of telefoonnummer op de
toets Na afloop van de transactie herstelt het faxtoestel altijd de kiesmodus
waarop het is ingesteld.
, om de kiesmodus tijdelijk te wijzigen.
te druk-
7
BASISFUNCTIES VOOR VERZENDEN EN ONTVANGEN
Nu uw faxtoestel een naam en een nummer heeft, is het klaar om:
documenten te verzenden (ook uitgesteld, vanuit het geheu-
gen of via de pollingmethode);
documenten te ontvangen (ook via de pollingmethode);  telefoonoproepen uit te voeren (zie het hoofdstuk "Het fax-
toestel als een telefoon gebruiken");
documenten te kopiëren (zie het hoofdstuk "Het faxtoestel
als een kopieerapparaat gebruiken").
VERZENDEN
WELKE DOCUMENTEN KUNT U GEBRUIKEN
Afmetingen
Breedte min. 148 mm - max. 216 mm  Lengte min. 105 mm - max. 600 mm
Dikte
Van: 60 - 90 gr/m
50 - 140 gr/m
Voor documenten die van de aangegeven formaten afwijken, kunt u een transparante map met achterblad gebruiken.
2
(max. 5 vel)
2
(1 vel tegelijk)
DOCUMENTEN IN DE ADF STEKEN
Steek het document met de gegevens naar onder gericht en zon­der druk uit te oefenen in de ADF (automatische invoer voor origi­nele documenten) en stel de geleiders op de breedte af.
Op het display verschijnt:
DOKUMENT GEREED
2 NORMAL
AFSTELLEN VA N CONTRAST EN RESOLUTIE
Voor het verzenden van een document kunt u enkele
afstellingen maken om de afdrukkwaliteit te optimali­seren.
Om het contrast te kiezen volgens onderstaande criteria:
NORMAL, als het document noch te licht, noch te don-
ker is. Op de onderste regel van het display verschijnt "NORMAL".
LICHT, als het document bijzonder donker is. Op de
onderste regel van het display verschijnt "LICHT".
DONKER, als het document bijzonder licht is. Op de
onderste regel van het display verschijnt "DONKER".
Om de resolutie te kiezen volgens onderstaande criteria:
GEBRUIK NOOIT
Opgerold papier
Flinterdun papierGescheurd papierNat of vochtig papierKleine stukjes papierVerkreukeld papierCarbonpapier
Ter voorkoming van schade die het faxtoestel buiten werking zou kunnen stellen en de garantie te niet zou kunnen doen, moet u ervoor zorgen dat de documenten die u wilt gebruiken vrij zijn van:
nietjespaperclipsplakbandnatte Tipp-Ex of lijm.
In al deze gevallen moet u het document eerst kopiëren en vervol­gens de kopie verzenden, of een transparante map met achterblad gebruiken.
STANDAARD, indien het document gemakkelijk lees-
baar is. Op de onderste regel van het display verschijnt een pijl die naar het symbool " paneel wijst.
FIJN, indien het document zeer kleine tekens of teke-
ningen bevat. Op de onderste regel van het display verschijnt een pijl die naar het symbool " bedieningspaneel wijst.
GRIJSTONEN, indien het document schaduw bevat. Op
de onderste regel van het display verschijnt een pijl die naar het symbool "
" op het bedieningspaneel wijst.
"
" en een pijl die naar het symbool
" op het bedienings-
DOCUMENTEN VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals hierboven beschreven.
/ Vorm het nummer (max. 32 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke toetsenbord.
" op het
8
Om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG" enkele seconden lang op het display. Daarna wordt de oorspronkelijke standby-modus opnieuw weergegeven.
OPMERKING
Indien u een verkeerd nummer hebt gevormd, plaatst u de cursor met behulp van de toetsen | /} op het verkeerde nummer en overschrijft het met het juiste nummer. Om het
nummer volledig te wissen, drukt u op de toets
.
Als het faxtoestel van uw correspondent op automatische
ontvangst is ingesteld, hoort u de toon van het faxapparaat.
Als het op manuele ontvangst is ingesteld, zal iemand de telefoon opnemen, en moet u hem vragen op de start- toets van zijn faxtoestel te drukken, waarna u wacht tot u de faxtoon hoort.
OPMERKING
U kunt het nummer van de correspondent ook selecteren door middel van de snelle kiesmethodes, zie verderop "One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren", "Verzenden via one-touch-toetsen" en "Verzenden via snelkiescodes".
OPMERKING
Indien u de verzending wilt onderbreken, dan drukt u op
de toets de ADF uitvoeren en weer in de oorspronkelijke standby-
modus komen. Indien het te verwijderen document meer dan één pagina
telt, moet u voordat u op verwijderen, eerst handmatig alle andere pagina's verwij-
deren.
KIESTONEN HOREN BIJ HET VERZENDEN
. Het faxtoestel zal het document automatisch uit
drukt om de eerste pagina te
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals hierboven beschreven.
Om de kiestonen te horen. Op het display verschijnt:
Om de verzending te starten.
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG" enkele seconden lang op het display. Daarna wordt de oorspronkelijke standby-modus opnieuw weergegeven.
OPMERKING
Indien u na de verzending de hoorn van de haak hebt laten liggen, geeft het faxtoestel een geluidssignaal om u
te waarschuwen.
AUTOMATISCHE KIESHERHALING
Indien er geen verbinding tot stand komt omdat de lijn gestoord is of omdat het nummer van de correspondent bezet is, zal het faxtoestel het gewenste nummer tot driemaal automatisch herhalen.
DE CORRESPONDENT TERUGBELLEN ZONDER HET NUMMER
OPNIEUW
Het faxtoestel slaat steeds het laatst gevormde nummer op, dat u
dus eenvoudig kunt opvragen door tweemaal op de toets drukken.
TE VORMEN
te
VORM NUMMER
/ Vorm het nummer (max. 32 cijfers) van de correspondent
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke toetsenbord.
Zodra u de faxtoon van de correspondent hoort, drukt u
om de verzending te starten.
op
Na de verzending verschijnt het bericht "VZ VOLLEDIG" enkele seconden lang op het display.
TELEFOONHOORN OPNEMEN BIJ HET VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals hierboven beschreven.
/ Vorm het nummer (max. 32 cijfers) van de correspondent
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
aan wie u het document wilt sturen direct op het numerieke toetsenbord.
EEN VAAK GEBRUIKT NETNUMMER AUTOMATISCH SELECTEREN
Het faxtoestel kan een vaak gebruikt netnummer opslaan, zoals een zonenummer of een prefix voor toegang tot een ander telefoonbedrijf.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
AND.CARRIER:AAN
Op het display verschijnt:
NAAM INVOEREN:
- Voer de naam in die de zone van het netnummer identifi­ceert of de naam van het andere telefoonbedrijf en druk
vervolgens op de toets
door direct op de toets verschijnt:
DRUK PREFIX:
(0-9):
of bevestig de huidige naam
te drukken. Op het display
9
/ Voer het nieuwe netnummer in (max. 6 cijfers) en druk
vervolgens op de toets
netnummer door direct op de toets display verschijnt:
of bevestig het bestaande
te drukken. Op het
VOER ACRONIEM IN
(a-z):
- Voer het acroniem in waarmee het netnummer op het display geïdentificeerd wordt (1 teken) en druk vervolgens op de
toets
of bevestig het bestaande acroniem door direct
OPMERKING
U kunt de instellingen voor "uitgestelde verzending" wissen
door het document uit de ADF te nemen of op de toets te drukken.
EEN VOORAF INGESTELDE VERZENDING WIJZIGEN/WISSEN
Tot op het display verschijnt:
UITGEST.TRANSM.
op de toets
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
te drukken.
OPMERKING
Het netnummer wordt automatisch geselecteerd door op de toets pondent te vormen. Indien het faxtoestel op een privé-lijn (PBX) is aangesloten, moet de toets drukt alvorens het nummer van de correspondent te vormen.
DOCUMENTEN VERZENDEN OP EEN VOORAF INGESTELD
TIJDSTIP
te drukken alvorens het nummer van de corres-
tweemaal worden inge-
(VERTRAAGDE VERZENDING)
Door middel van deze functie kunt u tijdzoneproblemen vermijden wanneer de correspondent zich aan de an-
dere kant van de wereld bevindt, en bovendien kunt u gebruik maken van voordelige tarieven tijdens bepaalde uren waarop de telefoonlijnen minder belast zijn.
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respec­tievelijk, NORMAL en
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals hierboven beschreven.
(standaard).
Op het display verschijnt:
REEDS INGEVOERD
Op het display verschijnt:
PARAM. WIJZIGEN?
Indien u de eerder ingestelde verzending wilt annuleren, drukt u op de toetsen |/}: op het display verschijnt het be-
richt "INSTELL. WISSEN?", druk vervolgens op de annulering te bevestigen. Het faxtoestel zal automatisch
naar de standby-modus terugkeren. Indien u het tijdstip waarop of het nummer waarnaar het
document verzonden moet worden wilt wijzigen, gaat u als volgt te werk:
Op het display verschijnt:
om
DRUK TIJDINSTELL
16:50
/ Typ het nieuwe tijdstip en druk op de toets of beves-
tig het huidige tijdstip door direct op de toets ken. Op het display verschijnt:
te druk-
VORM NUMMER
Tot op het display verschijnt:
UITGEST.TRANSM.
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
/ Voer de tijd in waarop u het document wilt verzenden. Bij-
voorbeeld "16:50".
Op het display verschijnt:
VORM FAX NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
/ Vorm het nummer van de correspondent volgens een van
de beschikbare methodes: direct op het toetsenbord of via de one-touch-toetsen of snelkiescodes (zie verderop "One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren").
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
WERKING AUTO oo
VERZ OM: 16:50
10
Als u de huidige tijd wilt herstellen, drukt u op de toets ,
de toets
/ Typ het nieuwe nummer en bevestig de gegevens met de
toets
de toets
en gaat u als volgt te werk.
of bevestig de huidige instelling door direct op
te drukken. Op het display verschijnt:
WERKING AUTO 00
VERZ OM: 18:00
EEN DOCUMENT AAN MEERDERE CORRESPONDENTEN
VERZENDEN
Het faxtoestel is uitgerust met een geheugen waaruit u een docu­ment (ook op een vooraf ingesteld tijdstip: uitgestelde verzending) naar verschillende correspondenten kunt zenden (max. 10): "circulaire". Zie hieronder "Een document uit het geheugen ver- zenden"
EEN DOCUMENT UIT HET GEHEUGEN VERZENDEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals hierboven beschreven.
(standaard).
EEN VOORAF INGESTELDE VERZENDING UIT HET GEHEUGEN
WIJZIGEN
/HERHALEN/WISSEN
Op het display verschijnt:
TX UIT GEHEUGEN
Op het display verschijnt:
TX UIT GEHEUGEN
Het faxtoestel begint het document in het geheugen op te
slaan. Zodra dit gebeurd is, verschijnt het bericht "DOC. N. XXXX" enkele seconden lang op het display; daarna verschijnt :
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
/ Voer het gewenste tijdstip in, bijvoorbeeld "16:50" en druk
op
of druk onmiddellijk op om de huidige tijd te
bevestigen. Op het display verschijnt:
VORM FAX NUMMER
num/ /
/ Vorm het nummer van de correspondent volgens een van
de beschikbare methodes: direct op het toetsenbord of via de one-touch-toetsen of snelkiescodes (zie verderop "One-touch-toetsen en snelkiescodes programmeren").
Daarna zal het faxtoestel u vragen een ander nummer in te voeren:
VORM FAX NUMMER
num/
Indien u het document naar verscheidene corresponden­ten wilt zenden, herhaalt u de twee stappen zo vaak als
nodig is; daarna drukt u op de toets te beëindigen. Indien u het document slechts naar één correspondent wilt
/
om de procedure
Op het display verschijnt:
REEDS INGEVOERD
Op het display verschijnt:
INSTELL.PRINTEN?
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare opties
weer te geven: "PARAM. WIJZIGEN" of "INSTELL. WISSEN?".
Om uw keuze te bevestigen. INSTELL.PRINTEN? - Om alleen de parameters m.b.t. de
verzending uit het geheugen af te drukken. Na het afdrukken komt het faxtoestel automatisch in de standby-modus terug.
INSTELL. WISSEN? - Om de instelling te wissen. Het faxtoestel komt in de standby-modus terug.
PARAM. WIJZIGEN - Om het nummer van de correspon­dent of het gewenste tijdstip voor de verzending te wijzi­gen. Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
Vanaf hier gaat u verder zoals aangegeven in de laatste drie stappen van de procedure "Een document uit het geheugen verzenden".
OPMERKING
Indien de verzending uit het geheugen reeds gestart is, verschijnt het bericht "TX IN UITVOERING" op het display. In dit geval kunt u geen wijzigingen meer aanbrengen.
ONTVANGEN
zenden, drukt u direct op de toets mers in te voeren. Na deze procedure verschijnt op het display:
zonder andere num-
WERKING AUTO 00
TX UIT GEHEUGEN
OPMERKING
U kunt slechts één verzending uit het geheugen per keer programmeren.
OPMERKING
Het faxtoestel wist automatisch alle geslaagde verzendin­gen uit het geheugen.
Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax worden verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de
gewenste modus activeren door op de toets te druk­ken.
Manuele ontvangst is geschikt wanneer u aanwezig bent
en persoonlijk de binnenkomende oproepen wilt beant­woorden.
Tot op het display verschijnt:
HANDMATIG 00
Neem bij overgaande telefoon de hoorn op om de verbin-
ding tot stand te brengen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
Zodra u de faxtoon hoort of de correspondent u vraagt een
faxbericht te ontvangen. Op het display verschijnt:
VERBINDING
11
Haak de hoorn in. Het faxtoestel begint te ontvangen en op het display ver-
schijnt informatie over de ontvangst zoals het faxnummer van de afzender of, indien geprogrammeerd, zijn naam.
Wanneer de ontvangst voltooid is, verschijnt het bericht "ONTVANGST OK" enkele seconden lang op het display; daarna keert het toestel naar de standby-modus terug.
Automatische ontvangst is geschikt wanneer u afwezig
bent maar toch documenten wilt ontvangen. Dit is de mo­dus waarin uw faxtoestel is ingesteld; mocht dat niet het
geval zijn, druk dan op het display verschijnt.
De ontvangst geschiedt als in de manuele ontvangstmodus.
Automatische ontvangst met oproeptype-herken-
ning. In deze ontvangstmodus wordt het faxtoestel na een bepaald aantal belsignalen (ingestelde waarde: 2 bel­signalen) met de telefoonlijn verbonden en is in staat om te herkennen of de binnenkomende oproep een fax- of telefoonoproep is.
Tot op het display verschijnt:
tot "WERKING AUTO 00" op
TELEFOON/FAX 00
Hoe het faxtoestel zich in deze ontvangstmodus gedraagt, is afhankelijk van de correspondent:
- Als de oproep van een ander faxtoestel afkomstig is,
komt uw faxtoestel na twee belsignalen automatisch in de ontvangstmodus.
- Als de oproep van een telefoon afkomstig is, geeft het
faxtoestel na twee belsignalen ca. 20 seconden lang een geluidsignaal en op het display verschijnt "TELEFOONOPROEP". Indien u de hoorn niet binnen 20 seconden opneemt, komt het faxtoestel automatisch in de ontvangstmodus.
Als u de hoorn opneemt voordat het faxtoestel de verbin­ding tot stand brengt en u de kiestonen hoort, drukt u op de
toets
Ontvangst met antwoordapparaat. In deze ontvangst-
modus ontvangt het antwoordapparaat de oproepen, re­gistreert eventuele boodschappen en geeft de verbinding over aan het faxtoestel als de correspondent een docu­ment wil verzenden. Voor de modellen met ingebouwd antwoordapparaat, zie het betreffende hoofdstuk. Indien u een extern antwoordapparaat aansluit, moet het aantal belsignalen waarna het antwoordapparaat ge­activeerd wordt, lager zijn dan het aantal belsignalen dat op het faxtoestel is ingesteld (zie "Aantal belsignalen wijzigen", hoofdstuk "Geavanceerd gebruik").
Tot op het display verschijnt:
en legt de hoorn op de haak.
AWA / FAX 00
Bij modellen met ingebouwd antwoordapparaat wordt dit bericht alleen weergegeven als u uitgaande boodschap 1 hebt opgenomen.
OPMERKING
Indien u een ontvangst wilt onderbreken, drukt u op de toets
om het faxtoestel opnieuw in de oorspronkelijke
standby-modus te plaatsen.
ONE-TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES
PROGRAMMEREN
Het faxtoestel biedt ook snelkiesfuncties, zoals de one-touch­toetsen en snelkiescodes, die echter eerst geprogrammeerd
moeten worden.
ONE-TOUCH-TOETSEN
Aan elk van de 10 nummertoetsen (0 - 9) kunt u een faxnummer, een telefoonnummer en een naam toewij-
zen die automatisch geselecteerd worden wanneer u de betreffende toets langer dan een seconde indrukt.
Om een faxnummer en naam toe te wijzen:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
1 TOETS NUMMERS
Op het display verschijnt:
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
/ Druk op de nummertoets waaraan u een faxnummer wilt
toewijzen (bijv.
Op het display verschijnt:
Indien er reeds een faxnummer werd opgeslagen, zal dit op het display verschijnen.
/ Vorm het gewenste faxnummer (max. 32 cijfers) direct op
het numerieke toetsenbord.
/ Als u een fout gemaakt heeft, plaatst u de cursor met de
toetsen |/} op het verkeerde cijfer en overschrijft u het met het juiste cijfer.
Om het nummer volledig te wissen.
Indien uw faxtoestel aangesloten is op een PBX, kunt u een buitenlijn nemen door op de toets u het nummer vormt. Op het display verschijnt de letter "E"
(external).
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
Indien er reeds een naam werd opgeslagen, zal deze op het display verschijnen.
- Voer de naam van de correspondent in (max. 16 tekens) zoals u dat deed voor uw naam (zie "Nu ontbreken uw
naam en faxnummer nog", in het hoofdstuk "Installa­tie").
). Op het display verschijnt:
FAX NR
1:fax NR
te drukken voordat
1:NAAM
12
/ Als u een fout gemaakt heeft, plaatst u de cursor met de
toetsen |/} op het verkeerde teken en overschrijft het met het juiste teken.
Om de naam volledig te wissen.
SNELKIESCODES
U kunt een serie codes (01-32) gebruiken om extra fax­en telefoonnummers met namen in te stellen; deze wor-
den automatisch geselecteerd wanneer u op de toets
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
KIES ANDERE: JA
Nu kunt u de procedure afsluiten door op de toets te drukken of u kunt een andere one-touch-toets program-
meren door op de toets vanaf stap 5 te herhalen, of u kunt aan dezelfde nummer­toets (
ronder beschreven:
Om een telefoonnummer toe te wijzen:
Op het display verschijnt:
) een telefoonnummer toewijzen zoals hei-
te drukken en de procedure
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
/ Druk opnieuw op de nummertoets en vervolgens op
de toetsen |/}. Op het display verschijnt:
TEL NR.
Op het display verschijnt:
1:TEL NR.
Indien reeds een telefoonnummer werd opgeslagen, zal dit op het display verschijnen.
/ Vorm het gewenste telefoonnummer (max. 32 cijfers) direct
op het numerieke toetsenbord van het faxtoestel en druk op
de toets verschijnt:
om de instelling te bevestigen. Op het display
1:NAAM
Nu kunt u, aangezien de andere gegevens ongewijzigd
blijven, op de toets de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
Om alleen een telefoonnummer toe te wijzen zonder eerst een faxnummer op te slaan:
Volg de procedure voor het toewijzen van een faxnummer en een naam tot op het display verschijnt:
drukken om het faxtoestel weer in
DRUK 1 TOETSNR.
TOETS: 0-9
/ Druk op de nummertoets waaraan u een telefoonnummer
wilt toewijzen (bijvoorbeeld
). Op het display verschijnt:
drukt en de betreffende code invoert. Volg de eerste twee stappen van de procedure voor one-
touch-toetsen, en dan:
Tot op het display verschijnt:
SNEL KIEZEN
Op het display verschijnt:
DRUK SNELKIESNR.
(01-32):
/ Vorm de code waaraan u een faxnummer wilt toewijzen
(bijvoorbeeld,
). Op het display verschijnt:
fax NR
Volg vanaf hier de procedure voor de one-touch-toet­sen vanaf de stappen voor het invoeren van het faxnum-
mer, de naam het telefoonnummer van de correspondent.
OPMERKING
Indien u dit wenst, kunt u de onder de 10 one-touch-toet­sen en 32 snelkiescodes opgeslagen gegevens afdruk- ken (zie verderop in "Rapporten en lijsten afdrukken").
REEDS INGESTELDE ONE-TOUCH-TOETSEN OF
SNELKIESCODES
Volg de procedure voor de one-touch-toetsen of de proce­dure voor de snelkiescodes tot op het display verschijnt:
- Voor de one-touch-toetsen
of
- Voor de snelkiescodes
of
/ Typ het nieuwe telefoonnummer of faxnummer (max. 32
cijfers) over het oude, via het numerieke toetsenbord van
het faxtoestel of druk op de toets
Om de instelling te bevestigen. Op het display verschijnt:
WIJZIGEN/WISSEN
1:fax NR
1:tel. NR
01:fax NR
01:tel. NR
.
FAX NR
/ Druk op |/} om de andere beschikbar optie weer te geven:
tel NR
/ Vorm het gewenste telefoonnummer (max. 32 cijfers) direct
op het numerieke toetsenbord en druk op de toets de instelling te bevestigen. Vanaf hier gaat de procedure op
de bekende manier verder.
om
1:NAAM
of
01:NAAM
Typ de nieuwe naam (max. 16 tekens) over de oude, of
druk op de toets
.
13
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
VERZENDEN VIA ONE-TOUCH-TOETSEN
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals beschreven in "Afstellen van contrast en resolutie".
/ Druk langer dan een seconde op de gewenste nummer-
toets, bijvoorbeeld MING FAXNR." en vervolgens de cijfers van het toege-
wezen faxnummer. Als eveneens de naam werd opge­slagen, geeft het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending verder op de bekende manier.
. Op het display verschijnt "VOR-
VERZENDEN VIA SNELKIESCODES
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en (standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals beschreven in "Afstellen van contrast en resolutie".
Op het display verschijnt:
VORMING FAXNR.
CODE OF < >
/ Vorm de gewenste snelkiescode, bijvoorbeeld .
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen faxnummer. Als eveneens de naam werd opgeslagen, geeft het display de naam weer.
Wanneer het nummer is gekozen, verloopt de verzending verder op de bekende manier.
VERZENDEN MET ONE-TOUCH-TOETSEN OF SNELKIESCODES
OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
DOOR
Als u zich de one-touch-toets of snelkiescode niet herinnert die u aan een bepaald faxnummer heeft toegewezen, kunt u de verzending toch starten door het nummer als volgt in het adresboek op te zoeken:
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals beschreven in "Afstellen van contrast en resolutie".
Op het display verschijnt:
VORMING FAXNR.
(standaard).
CODE OF <>
/ Druk op de toetsen |/} om het gewenste faxnummer of de
naam van de correspondent te vinden aan wie u het docu­ment wilt sturen.
Om de verzending te starten.
RAPPORTEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
RAPPORTEN
Door het afdrukken van rapporten kunt u het resultaat van alle uitge­voerde transacties (verzendingen en ontvangsten), het aantal ver­werkte documenten en andere nuttige informatie controleren.
Het faxtoestel kan de volgende rapporten afdrukken:
Stroomonderbrekingsrapport: dit rapport wordt altijd auto-
matisch afgedrukt na een stroomonderbreking.
- Als de stroom uitviel tijdens verzending of ontvangst van een document, zal het faxtoestel bij herstel van de normale werking automatisch een rapport afdrukken met de gegevens van de be­treffende verzending of ontvangst.
- Als de stroom uitviel tijdens of na een verzending uit het geheugen of een ontvangst in het geheugen, zal het faxtoe­stel bij herstel van de normale werking automatisch eenrapport afdrukken dat het totale aantal pagina's aangeeft (m.b.t. verzen­ding en ontvangst) dat uit het geheugen werd gewist.
Activeringsrapport: bevat de gegevens m.b.t. de laatste 25
transacties (verzendingen en ontvangsten), die in het geheu­gen opgeslagen blijven en wordt automatisch afgedrukt na elke 15e transactie of wanneer u dit opvraagt.
Rapport laatste verzending: dit rapport bevat de gegevens
van de laatste verzending. Het kan, indien zo geprogrammeerd,
altijd automatisch afgedrukt worden na elke verzending, of wanneer u dit opvraagt.
Foutberichtenrapport: dit rapport bevat eveneens de gege-
vens van de laatste verzending maar wordt alleen na een mislukte verzending automatisch afgedrukt. Het faxtoestel is ingesteld om dit soort rapport automatisch af te drukken. Hoe u deze functie kunt uitschakelen, wordt beschreven in de betref­fende paragraaf.
Rapport laatste circulaire: bevat de gegevens met betrekking
tot de laatste circulaire-verzending en kan indien geprogram­meerd, altijd automatisch afgedrukt worden na elke circu­laire-verzending, of op aanvraag op het gewenste moment.
Beller-ID-rapport: kan alleen op aanvraag worden afgedrukt en
bevat de volgende informatie:  Naam beller
- Naam van de correspondent door wie u werd gebeld (indien
deze service is voorzien)
of
- PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft zijn
identificatie niet weer te geven;
of
- NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een tele-
fooncentrale is aangesloten die niet over deze service be­schikt.
14
Nummer beller
- Nummer van de correspondent door wie u werd gebeld of
- PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft zijn identificatie niet weer te geven;
of
- NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een tele­fooncentrale is aangesloten die niet over deze service be­schikt.
AUTOMATISCHE AFDRUK VAN HET ZENDRAPPORT EN
FOUTBERICHTENRAPPORT
Tot op het display verschijnt:
Op het display verschijnt:
ACTIVEREN/INACTIVEREN
FAX SET-UP
RAPPORTEN INTERPRETEREN
Act. n. Het volgnummer van de uitgevoerde
transactie (verzending/ontvangst).
Type Soort transactie:
TX , TX ECM, TX POLL of TX POLL ECM voor verzending.
RX , RX ECM, RX POLL of RX POLL ECM voor ontvangst.
Doc N. Referentienummer van het opgeslagen
document. Dit nummer verbindt een docu­ment met elke verzending (enkele of circu­laire) uit het geheugen.
Nummervorming Het faxnummer van de correspondent dat
u gekozen hebt.
Verzenderidentificatie
Nummer (en eventueel naam) van de ge­selecteerde correspondent. Dit nummer komt overeen met het nummer dat u geko­zen hebt, mits de correspondent zijn faxnummer correct heeft ingesteld. Anders kan het afwijkend zijn of zelfs ontbreken.
Datum /Tijd Datum en tijd waarop de transactie werd
uitgevoerd.
Duur Duur van de transactie (in minuten en se-
conden).
Pag.'s Totaal aantal pagina's dat u hebt verzon-
den/ontvangen.
Resul. Resultaat van de transactie:
- OK: als de transactie met succes werd voltooid
- FOUTCODE XX: indien de transactie niet plaats gevonden heeft als gevolg van de oorzaak die door de foutcode wordt aan­gegeven (zie "Foutcodes", in het hoofd­stuk "Problemen oplossen").
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
ERROR ZENDRAPPO.
/ Druk op de toetsen |/} om de andere twee beschikbare
opties weer te geven: "ZENDRAPPORT :AAN" en "ZEND­RAPPORT: UIT".
ERROR ZENDRAPPO. - het faxtoestel drukt alleen na een mislukte verzending automatisch een rapport af.
ZENDRAPPORT: AAN - het faxtoestel drukt na elke ver­zending automatisch een rapport af, ongeacht het resultaat.
ZENDRAPPORT: UIT - het faxtoestel drukt geen rappor­ten af.
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
AUTOMATISCHE AFDRUK VAN HET CIRCULAIRE-RAPPORT
ACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare optie
/INACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
RAPP.CIRCUL.:AAN
weer te geven: "RAPP.CIRCUL.:UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
15
AUTOMATISCHE AFDRUK VAN GEGEVENS BETREFFENDE EEN
UITGESTELDE
VERZENDING ACTIVEREN/INACTIVEREN
LIJST VAN INST ALLATIEPARAMETERS AFDRUKKEN
Tot op het display verschijnt:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
LIJST UITST.:AAN
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare optie
weer te geven: "LIJST UITST.: UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
AFDRUK VAN HET ZENDRAPPORT, ACTIVITEITENRAPPORT,
CIRCULAIRE-RAPPORT EN BELLER-ID-RAPPORT OPVRAGEN
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIELIJST
Op het display verschijnt:
LIJST AWA:
/ Met de toetsen |/} kunt u de andere beschikbare optie
weergeven: "GEEN LIJST AWA".
Om uw keuze te bevestigen.
OPMERKING
Indien u "LIJST AWA: " geselecteerd hebt, komt het fax­toestel na de afdruk automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug. Indien u "GEEN LIJST AWA" geko-
zen hebt, drukt u op de toets de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
om het faxtoestel weer in
Tot op het display verschijnt:
RAPPORTEN
Op het display verschijnt:
RAPP. LAATSTE TX
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare opties
weer te geven: "RAP.LAATSTE CIRC", "ACTIVITEIT.RAPP.", "LIJST BELLERS", "LIJST RAPP. UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Nadat het rapport is afgedrukt, komt het faxtoestel automa­tisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
OPMERKING
Indien u "LIJST RAPP. UIT" hebt geselecteerd, drukt u op
de toets plaatsen.
LIJSTEN
U kunt de volledige lijsten met installatie- en configuratie­parameters en de gegevens van de one-touch-toetsen en snelkiescodes op elk gewenst moment afdrukken.
Wanneer u een afdruk van de installatie- en configuratieparameters vraagt, kunt u een bijgewerkt rapport afdrukken van de vooraf inge­stelde waarden en van de waarden die u af en toe overeenkomstig uw behoeften hebt ingesteld.
om het faxtoestel weer in de standby-modus te
LIJST VAN CONFIGURATIEPARAMETERS EN GEGEVENS VA N DE
-TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES AFDRUKKEN
ONE
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINT INSTELLING
Op het display verschijnt:
PRINT PARAMETERS
/ Druk op |/} om de andere beschikbare opties weer te
geven: "LIJST 1 TOETSNRS", "LIJST SNELKIESNR" en "AFDRUKOPTIE: UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Na de afdruk komt het faxtoestel automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
OPMERKING
Indien u de optie "AFDRUKOPTIE: UIT" hebt geselecteerd,
drukt u op de toets spronkelijke standby-modus te plaatsen.
om het faxtoestel weer in de oor-
16
HET FAXTOESTEL ALS EEN TELEFOON GEBRUIKEN
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u over alle functies die een normale telefoon biedt. Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, geactiveerd
met de toets netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
) die toegang biedt tot speciale diensten die door de
Oproepen van een correspondent met gebruik van de gepro-
grammeerde snelkiesprocedures, zie hieronder "Opbellen via de one-touch-toetsen" en "Opbellen via de snelkiescodes".
Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door indruk-
ken van de toets zodra u dezelfde toets weer indrukt.
(HOLD). U kunt het gesprek voortzetten
OPBELLEN VIA DE ONE-TOUCH-TOETSEN
Steek geen document in de ADF.
/ Druk de gewenste toets gedurende meer dan een seconde
in, bijvoorbeeld TELNR." en vervolgens de cijfers van het toegewezen
telefoonnummer (zie "One-touch-toetsen en snelkies-
codes programmeren", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is
opgeslagen, wordt deze op het display weergegeven.
. Op het display verschijnt "VORMING
OPBELLEN DOOR ZOEKEN IN HET ADRESBOEK
Steek geen document in de ADF.
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
CODE OF < >
/ Druk op de toetsen |/} om het telefoonnummer of de naam
te vinden van de persoon die u wilt bellen.
Om het kiezen te starten.
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant­woordt, kunt u het gesprek beginnen.
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant­woordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te beginnen.
OPBELLEN VIA DE SNELKIESCODES
Steek geen document in de ADF.
Neem de lijn door de hoorn op te nemen. Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
Op het display verschijnt:
VORMING TELNR.
CODE OF < >
/ Vorm de gewenste snelkiescode, bijvoorbeeld .
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewezen telefoonnummer (zie "One-touch-toetsen en snelkies-
codes programmeren", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen"). Als ook de naam is
opgeslagen, wordt deze op het display weergegeven. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent ant-
woordt, kunt u het gesprek beginnen.
17
HET FAXTOESTEL ALS EEN KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKEN
WELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN
Zorg ervoor dat het te kopiëren document voldoet aan de kenmer­ken die zijn beschreven in "Welke documenten kunt u gebrui-
ken", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ont­vangen".
KOPIËREN
Zoals reeds gezegd, kunt u het faxtoestel ook als een kopieerapparaat gebruiken. De kwaliteit van de kopie is afhankelijk van de waarden voor contrast en resolutie
die u m.b.v. de toetsen en instelt voordat u de kopie maakt.
Kies het contrast op basis van de volgende criteria:
NORMAL, als het document noch te donker noch te
licht is.  LICHT, als het document bijzonder donker is.  DONKER, als het document bijzonder licht is.
Kies de resolutie op basis van de volgende criteria:  TEKST, als het document goed leesbare tekst of een-
voudige afbeeldingen bevat.  FOTO, als het document schaduw bevat.
OPMERKING
Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u twee-
maal op de toets verwijderen, en daarna om het faxtoestel opnieuw in de
oorspronkelijke standby-modus te plaatsen. Indien het te verwijderen document verscheidene pagina's telt, dient u alle andere pagina's handmatig te verwijderen
voordat u op de toets
: eerst om het origineel uit de ADF te
drukt om de eerste uit te voeren.
ZO MAAKT U EEN KOPIE VAN UITSTEKENDE
KWALITEIT
Om een kopie van uitstekende kwaliteit te verkrijgen van een document dat schaduw bevat, dient naast de resolutie-instelling op FOTO, de functie HOGE KWALITEIT op het faxtoestel te zijn ingeschakeld. Is dit niet het geval, dan doet u het volgende:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Steek het document in de ADF
Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor het
contrast, de resolutie en de reproductie: respectievelijk
NORMAL, TEKST en 100%.
Om het gewenste type contrast te kiezen: "LICHT", "DON-
KER" of "NORMAL".
Om het gewenste type resolutie te kiezen: "TEKST" of
"FOTO".
Om de gewenste zoom-waarde te kiezen: "100%", "140%"
of "70%".
Druk direct op de toets
kopie wilt maken, of voer het gewenste aantal kopieën in
(max. 9) voordat u op de toets
slaat de pagina's waaruit het document bestaat een voor
een op, alvorens de kopieën te maken.
indien u slechts een enkele
drukt. Het faxtoestel
Tot op het display verschijnt:
KOPIE: NORMAL
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare optie
weer te geven:
KOPIE: HOGE KWAL
Om de instelling te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
18
HET ANTWOORDAPPARAAT
Indien u een faxtoestel met ingebouwd antwoordapparaat hebt aangeschaft, biedt dit dezelfde mogelijkheden als een extern ant­woordapparaat. U kunt dus:
uitgaande boodschappen opnemen die automatisch worden
afgespeeld wanneer u afwezig bent, om de beller te verzoeken
een boodschap achter te laten of terug te bellen;
memo's opnemen;  de uitgaande boodschappen en memo's beluisteren;  de uitgaande boodschappen en memo's vervangen;  de boodschappen opnemen die de correspondenten inspre-
ken wanneer u afwezig bent, zodat de aan u gerichte oproepen
niet verloren gaan;
de binnengekomen boodschappen beluisteren;  de binnengekomen boodschappen wissen;  de boodschappen op een telefoon op afstand overbrengen;  het antwoordapparaat op afstand bedienen. De opnamecapaciteit van het antwoordapparaat is afhankelijk van
het beschikbare geheugen (15 minuten). De duur van de bood- schappen kan geprogrammeerd worden in 30 of 60 seconden, zie "Opnametijd programmeren voor memo's en binnenko- mende boodschappen".
OPMERKING
Bij de ontvangstmodus AWA / FAX, wordt het faxtoestel auto-
matisch geactiveerd voor ontvangst wanneer de oproep van
een ander faxtoestel komt, zodat er geen aan u gerichte
documenten verloren gaan.
OPMERKING
Om de verhinderen dat iemand anders zonder uw toestem-
ming op afstand uw antwoordapparaat kan bedienen
(behalve om boodschappen in te spreken), is de toegang
bovendien beschermd door een numerieke code van vier
cijfers (reeds beschikbaar als "1234") die u altijd kunt wij-
zigen of annuleren, zie hieronder "Wijzigen of annuleren
van de toegangscode voor het antwoordapparaat".
OPMERKING
Het antwoordapparaat kan pas geactiveerd worden
nadat UITGAANDE BOODSCHAP 1 is opgenomen.
Start het opnemen van persoonlijke memo's. Tijdens het afspelen van boodschappen en memo's, sprong naar be-
gin van volgende boodschap of memo.
(MEMO)
Tijdens het afspelen van boodschappen en memo's, sprong naar vorige boodschap of memo.
(WISSEN)
Wist de reeds beluisterde boodschappen en memo's.
LED (BOODSCHAPPEN) Aan: in het geheugen bevinden zich reeds beluisterde
boodschappen of memo's. Knippert: in het geheugen bevinden zich nog niet be-
luisterde boodschappen of memo's. Uit: in het geheugen bevinden zich geen boodschap-
pen of memo's.
Toetsen voor het gebruik van het antwoordapparaat:
Toegang tot het configuratiemenu voor het antwoordappa­raat. Selectie van de verschillende sub-menu's.
Start het opnemen en afspelen.
Bevestigt de selectie van het configuratiemenu voor het antwoordapparaat, de sub-menu's, de parameters en be­treffende waarden en de overgang naar de volgende sta­tus.
Onderbreekt het opnemen en afspelen.
Onderbreekt de programmering in uitvoering. Brengt het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-
modus terug.
WIJZIGEN OF ANNULEREN VA N DE
TOEGANGSCODE ANTWOORDAPPARAAT
VOOR HET
HET BEDIENINGSPANEEL VOOR HET
ANTWOORDAPPARAAT
Alleen aanwezig op model met antwoordapparaat:
Start het afspelen van de nog niet beluisterde boodschap-
pen en memo's. Onderbreekt tijdelijk het afspelen van bood­schappen en memo's. Bij nogmaals indrukken wordt het afspelen hervat.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
TOEGANGSCODE
Op het display de standaard ingestelde code:
DRUK CODE
(0 - 9): 1234
19
/ Voer de nieuwe code in, bijvoorbeeld "0001" om de be-
staande te wijzigen en druk op de toets
toets sen.
Op het display verschijnt:
en vervolgens op de toets om hem te wis-
of druk op de
BELUISTER.INLOG
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
De toegangscode voor het antwoordapparaat kan bovendien nog worden gebruikt om:
te verhinderen dat iemand anders ter plekke de aan u
gerichte boodschappen kan beluisteren;
te verhinderen dat iemand anders de door u ingestelde
configuratieparameters van het antwoordapparaat kan wijzigen.
Volg de procedure "Wijzigen of annuleren van de toegangscode voor het antwoordapparaat" tot "BELUISTER.INLOG" op het display verschijnt, en ga als volgt verder:
/ Druk op de toetsen |/} om te verhinderen dat iemand
anders de boodschappen op het antwoordapparaat kan beluisteren. Op het display verschijnt:
BELUIST.MET LOG
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
INSTELL.UITLOG
/ Druk op de toetsen |/} om te verhinderen dat iemand
anders zonder uw toestemming het antwoordapparaat kan programmeren. Op het display verschijnt:
INSTELL.LOG
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
MEMO (Gesproken), met een programmeerbare duur van 30
of 60 seconden, voor persoonlijke afspraken. Deze boodschap wordt nooit afgespeeld wanneer iemand u belt.
DOORSTUUR-BOODSCHAP, met een maximale duur van 10
seconden, om u op een toestel op afstand te waarschuwen dat er nog niet beluisterde boodschappen voor u zijn op het antwoordapparaat.
Voor het daadwerkelijk doorsturen van de nog niet beluisterde
boodschappen moet u:  het antwoordapparaat hiervoor geprogrammeerd hebben (zie
verderop "Boodschappen en memo's doorsturen naar een telefoon op afstand");
 de functies actieveren waarmee u op afstand het antwoordap-
paraat kunt bedienen (zie "Het antwoordapparaat op af- stand bedienen").
OPNEMEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 1
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
SPREEK IN OGM #1
Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
Neem de hoorn op. Op het display verschijnt:
VOOR OPNA.
Om het opnemen te starten. Op het display verschijnt:
OPNAMEN 19
U hebt 20 seconden ter beschikking (afgeteld op het display van 19 tot 00) om uw boodschap in te spreken:
als de boodschap korter is dan 20 seconden, sluit u de
opname af zodra u klaar bent met inspreken door de hoorn
op te leggen of op de toets
of te drukken. Als
UITGAANDE BOODSCHAPPEN
U kunt verschillende soorten boodschappen opnemen:  UITGAANDE BOODSCHAP 1, met een maximale duur van 20
seconden, om de beller te verzoeken een boodschap in te spre­ken op het antwoordapparaat, bijvoorbeeld:
"Dit is het antwoordapparaat van ..... We zijn momenteel niet
aanwezig. Spreek na de pieptoon een boodschap in of druk op de starttoets van uw faxtoestel als u ons een fax wilt sturen. Dank u".
UITGAANDE BOODSCHAP 2, met een maximale duur van 10
seconden, kan worden opgenomen om:
 als u afwezig bent en dus de ontvangstmodus "AWA / FAX"
hebt geselecteerd, de beller te waarschuwen dat het antwoord­apparaat geen boodschappen kan ontvangen omdat het ge­heugen vol is, bijvoorbeeld:
"Momenteel kunt u ons alleen een fax sturen. Bel voor een gesprek later terug";
 als u aanwezig bent maar de modus "TELEFOON/FAX" hebt
geselecteerd, de beller te vragen de hoorn niet op te leggen, bijvoorbeeld:
"Even geduld, a.u.b.".
20
u op de toets tisch de boodschap af die u hebt opgenomen;
als de beschikbare tijd afloopt, geeft het faxtoestel een
kort geluidssignaal en speelt automatisch de boodschap af die u hebt opgenomen.
Leg vervolgens de hoorn op de haak. In beide gevallen
moet u op de toets de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
drukt speelt het faxtoestel niet automa-
drukken op het faxtoestel weer in
OPMERKING
Als het volume van de boodschap te laag of te hoog is, kunt u het tijdens het afspelen regelen via de toets
en .
AFSPELEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 1
OPNEMEN VAN MEMO'S
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
BELIUSTER OGM #1
Druk op de toets of druk op de toets en neem de hoorn op om de eerder opgenomen uitgaande bood-
schap 1 te horen. Op het display verschijnt:
BELUISTERING
Na het afspelen stelt het faxtoestel automatisch voor een nieuwe UITGAANDE BOODSCHAP 1 op te nemen. In­dien u dit wenst kunt u de eerder opgenomen boodschap wijzigen of vervangen, door de opnameprocedure te her­halen.
Indien er geen uitgaande boodschappen zijn opge- nomen op het antwoordapparaat, geeft het faxtoestel het bericht "OGM NIET AANWEZ." weer en stelt automatisch voor om een boodschap op te nemen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
Zoals reeds gezegd, kunt u het antwoordapparaat gebrui­ken om één of meerdere persoonlijke berichten op te ne­men (MEMO) die op dezelfde manier worden behandeld als de binnenkomende boodschappen.
Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
DRUK
Neem de hoorn op. Op het display verschijnt:
MEMOBERICHT?
Om het opnemen te starten. Op het display verschijnt:
OPNAMEN 29
of
OPNAMEN 59
OPMERKING
U hebt 30 of 60 seconden ter beschikking (zie "Opname­tijd programmeren voor memo's en binnenkomende boodschappen") om uw memo in te spreken, op dezelfde
manier als bij UITGAANDE BOODSCHAPPEN 1 en 2.
OPNEMEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 2
Neem uitgaande boodschap 2 op zoals u boodschap 1 hebt opgeno­men, met het volgende verschil voor de tweede stap:
Druk op de toets display verschijnt:
en vervolgens op de toets tot op het
SPREEK IN OGM #2
OPMERKING
Vergeet echter niet dat u slechts 10 seconden ter beschikking hebt.
AFSPELEN VAN UITGAANDE BOODSCHAP 2
Beluister boodschap 2 zoals bij BOODSCHAP 1 met het volgende verschil voor de tweede stap:
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
BELUISTER OGM #2
OPNAMETIJD PROGRAMMEREN VOOR MEMOS
BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN
EN
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
INSPREEKTIJD
Op het display verschijnt:
OPNAMETIJD:30SEC
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare waarde
weer te geven: "Opnametijd:60Sec".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
OPNEMEN VA N DE DOORSTUUR-BOODSCHAP
Neem de doorstuur-boodschap op zoals u de boodschappen 1 en 2 hebt opgenomen, met het volgende verschil voor de tweede stap:
Druk op de toets display verschijnt:
en vervolgens op de toets tot op het
OPN.DOORG.OPROEP
21
AFSPELEN VAN BINNENKOMENDE
WISSEN VAN ALLE REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN
BOODSCHAPPEN
Als het antwoordapparaat een of meerdere binnenkomende
boodschappen of een of meerdere memo's in het geheu-
gen heeft die u nog niet hebt beluisterd, knippert de BOOD-
SCHAPPEN-LED
aantal opgenomen boodschappen (inclusief de memo's)
weergegeven, bijvoorbeeld 03:
EN MEMOS
en op het display wordt het totale
"AWA / FAX 03"
"01-08-02 10:32"
Nu kunt u (via de luidspreker of door de telefoonhoorn op
te nemen) alle boodschappen beluisteren, inclusief de
memo's die met een volgnummer vanaf 01 tot een maxi-
mum van 49 in het geheugen worden opgeslagen.
Om via de luidspreker de boodschappen te beluisteren, die
het faxtoestel in sequentie afspeelt, gescheiden door een
kort geluidssignaal; of neem de hoorn op nadat u op de
toets
beluisteren.
Na afloop van de weergave van de laatste boodschap
geeft het faxtoestel twee korte geluidssignalen en komt au-
tomatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
De BOODSCHAPPEN-LED
blijft continu verlicht.
hebt gedrukt om de boodschappen 'privé' te
stopt met knipperen en
WISSEN VAN REEDS BELUISTERDE
BOODSCHAPPEN
EN MEMOS
Stel dat er op het antwoordapparaat 6 boodschappen zijn opgenomen waarvan 3 reeds beluisterd:
Op het display verschijnt:
WIS OPNAME?
CANCEL/
Om de reeds beluisterde boodschappen te wissen. Op het display verschijnt de standby-modus en het aantal reste-
rende boodschappen na de wisopdracht, in dit geval 3.
OPMERKING
Als u geen enkele boodschap wilt wissen, drukt u op de toets
.
BOODSCHAPPEN EN MEMOS DOORSTUREN
EEN TELEFOON OP AFSTAND
NAAR
Indien u dit wenst kunt u het antwoordapparaat zo pro­grammeren dat het u op een andere plaats en op een
bepaalde tijd belt om u de gelegenheid te geven de nieuwe boodschappen te beluisteren.
Behalve de tijd en het nummer waarop u gebeld wilt wor­den kunt u instellen of het doorsturen eenmalig of da- gelijks plaats moet vinden.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
U kunt een boodschap of een memo alleen tijdens of na het afspelen wissen.
De boodschappen of memo's die u nog niet hebt beluisterd worden niet gewist. Om het geheugen volledig te kunnen wissen moeten dus eerst alle boodschappen en memo's zijn afgespeeld.
WISSEN VAN DE HUIDIGE BOODSCHAP OF MEMO
Om het afspelen van de boodschappen of memo's te star-
ten. Op het display verschijnt:
BELUISTER 01 03
08-08-02 10:47
Om de boodschap die u momenteel beluistert te wissen. Het
antwoordapparaat gaat naar de volgende boodschap en
op het display verschijnt:
BELUISTER 02 02
08-08-02 10:47
Om de volgende boodschap te wissen.
Ga zo verder voor alle boodschappen die u wilt wissen.
OPMERKING
Als u geen enkele boodschap wilt wissen, drukt u op de toets
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
OPROEP DOORGEVEN
Op het display verschijnt:
OPROEPING :UIT
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare opties
weer te geven: "OPROEPING EENMAG" of "OPROEP UITSTEL".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:MM
/ Voer het tijdstip in waarop u wenst dat de boodschappen
worden doorgestuurd, bijvoorbeeld: "11:45".
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
DRUK TEL. NUMM
/ Voer het telefoonnummer in waarop u gebeld wilt worden,
bijvoorbeeld: "02 615356".
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
22
.
OPN.DOORG.OPROEP
Nu kunt u de doorstuur-boodschap opnemen (zie "Opne­men van de doorstuur-boodschap") of de procedure
afsluiten door op de toets
te drukken.
OPMERKING
Indien u eerder een doorstuur-boodschap hebt opgeno-
men, geeft het display het bericht "BELUISTERING" weer
en het antwoordapparaat speelt de boodschap af. Zie "Op-
nemen van de doorstuur-boodschap" voor het wijzigen
of vervangen van de boodschap.
Nu u het antwoordapparaat hebt geprogrammeerd voor het naar een andere plaats doorsturen van de nieuwe boodschappen, kunt u deze beluisteren door het antwoordapparaat te bedienen volgens de methode die hieronder wordt beschreven in "Het antwoordap-
paraat op afstand bedienen".
Voor het op afstand bedienen en programmeren van het ant­woordapparaat moet u:
het nummer van het faxtoestel vormen op de externe telefoon. Het
antwoordapparaat antwoordt met UITGAANDE BOODSCHAP 1;
de functie kiezen die u wilt uitvoeren en de betreffende code invoe-
ren, aan de hand van bovenstaande tabel. Het antwoordapparaat bevestigt de bewerking met een pieptoon.
Indien u een toegangscode voor het antwoordapparaat hebt inge­steld, voert u zodra u UITGAANDE BOODSCHAP 1 hoort, de cijfers van de code in:  als de code correct is, hoort u een kort geluidssignaal ter bevestiging,
waarna u de code voor de afstandsbedieningsfunctie kunt invoeren;
als de code fout is, hoort u twee korte geluidssignalen. Voer in dat
geval de correcte code in door elke toets ten minste een seconde ingedrukt te houden.
Verbreek de verbinding volgens het systeem van de gebruikte telefoon.
HET ANTWOORDAPPARAAT OP AFST AND
BEDIENEN
U kunt het antwoordapparaat niet alleen direct via de specifieke toetsen op het bedieningspaneel van het faxtoestel bedienen, maar ook vanaf elke andere plaats ver of dichtbij, mits u gebruik maakt van een telefoon die in de toonkiesmodus werkt, bijv.: een mobiele telefoon. Om het antwoordapparaat op afstand te bedienen, moet u het faxtoe­stel in de ontvangstmodus "AWA / FAX" zetten, en bovendien, nadat
u UITGAANDE BOODSCHAP 1 hebt gehoord, de toegangs­code invoeren (standaard ingesteld: "1234").
De voor de afstandsbediening beschikbare functies worden geacti­veerd via een extra nummercode van een of twee cijfers (zie onder­staande tabel). Als de code uit twee cijfers bestaat, is het raad-
zaam tussen het eerste en tweede cijfer op het bevestigings­signaal te wachten.
CODE BEDIENINGSFUNCTIE
1 Afspelen van nieuwe boodschappen.
2 Afspelen van alle boodschappen.
3 Herhalen van huidige boodschap of terug naar vorige
boodschap.
4 Onderbreken van huidige boodschap en overgaan
naar volgende boodschap.
5 + 5 Wissen van alle oude boodschappen.
CODE PROGRAMMEERFUNCTIE
# 1 Uitschakelen van de ontvangstmodus AWA / FAX en
inschakelen van de ontvangstmodus WERKING AUTO.
# 2 Inschakelen van de ontvangstmodus AWA / FAX.
# 3 Vrijgave van opname van UITGAANDE BOODSCHAP 1.
# 4 Afsluiten en bevestigen van de opname van UIT-
GAANDE BOODSCHAP 1.
# 5 Uitschakelen van het doorsturen van boodschappen
en memo's naar een telefoon op afstand.
# 6 Instelling voor het beluisteren van ALLEEN UIT-
GAANDE BOODSCHAP.
SPECIALE FUNCTIES VAN HET
ANTWOORDAPPARAAT
U kunt de volgende speciale functies op het antwoordapparaat instellen:  GESPREKKOSTEN BESPAREN  ALLEEN UITGAANDE BOODSCHAP  STILLE ONTVANGST VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN  SAMENVATTENDE MELDINGEN
GESPREKKOSTEN BESPAREN
Wanneer u op afstand het antwoordapparaat bedient om eventuele boodschappen te beluisteren, antwoordt het fax­toestel op de volgende manier:
als er geen boodschappen op het antwoordappa-
raat zijn, wordt de verbinding twee belsignalen na het ingestelde aantal tot stand gebracht;
als er wel boodschappen op het antwoordapparaat
zijn, wordt de verbinding na het ingestelde aantal bel­signalen tot stand gebracht (Zie "Aantal belsignalen wijzigen", in het hoofdstuk "Geavanceerd gebruik").
Dus, als u een belsignaal méér dan het ingestelde aantal hoort, weet u meteen dat er geen boodschappen zijn en kunt u ophangen voordat de verbinding tot stand wordt gebracht.
Deze functie kan alleen door de technische service wor­den geactiveerd en is niet in alle landen beschikbaar.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
KOSTBESP.INSTELL
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
UIT
Door op 0 te drukken na een bedieningssequentie van 1 tot 5 wordt de huidige functie onderbroken. Door op 0 te drukken na een programmeersequentie van #1 tot #6 wordt de huidige programmering onderbroken en gaat men terug naar de bedieningsfuncties. In dat geval moet u weer op # drukken op de programmeerfase te hervatten.
/ Druk op |/} om de andere optie weer te geven: "AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
23
ALLEEN UITGAANDE BOODSCHAP
In deze functie antwoordt het antwoordapparaat bij elke
oproep met UITGAANDE BOODSCHAP 1 maar neemt
geen binnenkomende boodschappen op.
U kunt deze functie gebruiken wanneer u gedurende een
langere periode afwezig zult zijn, tijdens welke niet alle even-
tuele boodschappen opgeslagen zouden kunnen worden.
In dat geval kunt u, in plaats van de gewoonlijke uitgaande
boodschap, beter een andere boodschap opnemen, bij-
voorbeeld:
"Van 22 Juni t/m 19 September kunnen wij alleen faxen
ontvangen. U kunt geen boodschap inspreken".
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot
op het display verschijnt:
ENKEL MELDTEKST
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
ENKEL MELDT.:UIT
/ Druk op |/} om de andere optie weer te geven: "ENKEL
MELDT: AAN".
/ Druk op |/} om de andere optie weer te geven: "ICM
LUIDSPR:UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
SAMENVATTENDE MELDINGEN
Samenvattende meldingen zijn standaard berichten die altijd in het geheugen van het antwoordapparaat aanwezig zijn. Het betreft 5 berichten in het Engels:
N. Bericht in het Engels Betekenis
1 You have nn messages Geeft het aantal boodschappen aan
dat het antwoordapparaat heeft ont­vangen (nn = van 1 tot 49).
2 Monday, Tuesday, enz. Geeft de dag aan waarop de bood-
schap werd ontvangen.
3 0/12 AM of PM Geeft het tijdstip aan waarop de
boodschap werd ontvangen (van 0 tot 12 plus AM of PM).
4 End of messages Geeft aan dat er geen boodschap-
pen meer te beluisteren zijn.
5 You have no messages Geeft aan dat er geen boodschap-
pen werden ontvangen.
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
TELEFOONOPROEP
DRUK
Indien u de UITGAANDE BOODSCHAP 1 reeds hebt opge-
nomen, verschijnt op het display het bericht "BELUISTERING"
en het antwoordapparaat speelt de boodschap af.
Indien u nog niets hebt opgenomen, verschijnt op het dis-
play het bericht "GEEN OPNAMEN".
Om de eerder opgenomen boodschap te wijzigen of een
nieuwe boodschap op te nemen. Op het display verschijnt:
VOOR OPNA.
Om de opname te starten. Op het display verschijnt:
OPNAMEN 19
STILLE ONTVANGST VAN BINNENKOMENDE BOODSCHAPPEN
Met deze functie kunt u op vertrouwelijke wijze boodschap-
pen ontvangen. In andere woorden, het antwoordappa-
raat ontvangt de boodschappen zonder deze via de luid-
spreker weer te geven, opdat andere personen de aan u
gerichte boodschappen niet kunnen horen.
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
SAMENVATTENDE MELDINGEN INSCHAKELEN
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
SYNTH.MELDTEKST
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
UIT
/ Druk op |/} om de andere optie weer te geven: "AAN".
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
/ Druk op de toetsen |/} om de huidige dag te kiezen.
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
DAG VAN DE WEEK
ZONDAG
Bijvoorbeeld: "Maandag".
Om uw keuze te bevestigen.
Op het display verschijnt:
ICM OP LUIDSPR.
Op het display verschijnt:
ICM LUIDSPR:AAN
24
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
OPMERKING
Wanneer de samenvattende meldingen eenmaal zijn inge­schakeld, hoeft u alleen op de toets
te horen.
te drukken om ze
AFDRUKKEN VAN DE CONFIGURATIEPARAMETERS
HET ANTWOORDAPPARAAT
VAN
Tot op het display verschijnt:
TAD SET-UP
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt:
LIJST AWA INSTEL
Om te bevestigen. Op het display verschijnt:
LIJST AWA:
Mocht het display "GEEN LIJST AWA" weergeven, druk dan op de toetsen |/} om de optie "LIJST AWA: weer te geven.
Om het afdrukken te starten. Na de afdruk komt het faxtoe-
stel automatisch weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus terug.
"
25
GEAVANCEERD GEBRUIK
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR
ONTVANGST
AFDRUKZONE VAN EEN ONTVANGEN DOCUMENT VERKLEINEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Tot op het display verschijnt:
VERKLEINEN 94%
/ Druk op |/} om een van de beschikbare verkleinings-
ratio's te kiezen: "80%", "76%", "70%" en "UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
OPMERKING
Indien u de parameter "PRINT EXTRA:AUTO" selecteert, zal het faxtoestel de resterende tekst op een andere pagina afdruk­ken indien deze tekst minstens 12 mm van de pagina bedekt. Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AAN" selecteert, zal het faxtoestel de resterende tekst altijd op een andere pagina afdrukken. Indien u de parameter "PRINT EXTRA: UIT" selecteert, zal het faxtoestel de resterende tekst niet afdrukken.
STILLE ONTVANGST INSCHAKELEN
In de ontvangstmodi "WERKING AUTO", "TELEFOON/ FAX" en "AWA/FAX" kunt u het faxtoestel instellen op het ontvangen van documenten zonder dat er bij de oproep belsignalen overgaan.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, hangt het gedrag van het faxtoestel af van de geselecteerde ontvangstmodus en van wie de oproep verricht:
in de modus "WERKING AUTO" en "AWA / FAX", geeft
het faxtoestel bij ontvangst van een oproep, nooit een belsignaal;
in de modus "TELEFOON/FAX", geeft het faxtoestel bij
ontvangst van een oproep alleen geen belsignaal in- dien de oproep van een ander faxtoestel komt. Als het een telefoonoproep betreft, geeft het faxtoestel een geluidssignaal, in plaats van de belsignalen, ten teken dat u de hoorn op moet nemen.
DOCUMENT ONTVANGEN DAT LANGER IS DAN HET
PAPIERFORMAAT
Indien u een document ontvangt dat langer is dan het ge-
bruikte papierformaat, kunt u het faxtoestel zo instellen dat
de resterende tekst op een andere pagina wordt afgedrukt.
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Tot op het display verschijnt:
PRINTER PARAMET.
Tot op het display verschijnt:
PRINT EXTRA:AUTO
/ Druk op |/} om een van de andere twee beschikbare
parameters te kiezen: "PRINT EXTRA: UIT" of "PRINT
EXTRA: AAN".
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Tot op het display verschijnt:
STILLE RX: UIT
/ Druk op de toetsen |/} om de andere beschikbare optie
weer te geven: "STILLE RX: AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen. Op de tweede regel van het display, knip-
pert afwisselend "STILLE ONTVANGST".
26
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
NAAM OF NUMMER VAN DE BELLER WEERGEVEN
VOLUME BELSIGNALEN WIJZIGEN
Deze functie, die op aanvraag van de gebruiker door het telefoon­bedrijf geactiveerd kan worden, is slechts in enkele landen be- schikbaar en is compatibel met de Norm ETSI ETS 300 778-1. Met deze functie kunt u meteen zien door wie u wordt gebeld. U kunt dus beslissen of u de oproep al of niet wilt beantwoorden. Met deze functie zal het faxtoestel, als het zich in de standby-mo-
dus bevindt, bij elke oproep altijd automatisch een van de volgende aanduidingen weergeven:
nummer of naam van de beller;  PRIVÉ: indien de correspondent ervoor gekozen heeft zijn iden-
tificatie niet weer te geven;
NIET BESCHIKBAAR: indien de correspondent op een tele-
fooncentrale is aangesloten die niet over deze service beschikt.
Als u echter bezig bent uw faxtoestel te programmeren en u wilt bij binnenkomst van een oproep weten door wie u gebeld wordt,
moet u op de toets Het kan gebeuren dat door bijzondere kenmerken van de telefooncen-
trale waarop u aangesloten bent, het nummer van de beller niet op het faxtoestel wordt weergegeven. Mocht dit probleem zich voordoen, neem dan contact op met het technische servicecentrum in uw land.
drukken.
AANTAL BELSIGNALEN WIJZIGEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
VOLUME BEL.:HOOG
/ Druk op | /} om de andere beschikbare opties weer te
geven: "VOLUME BEL.:LAAG", "VOLUME BEL.:MID." en "VOLUME BEL.:UIT". Bijvoorbeeld: "VOLUME BEL.:MID."
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
Deze functie is slechts in enkele landen beschik­baar.
Indien het faxtoestel in de ontvangstmodus TELEFOON/ FAX of AWA / FAX staat, kan het na twee belsignalen
automatisch detecteren of de oproep afkomstig is van een ander faxtoestel (FAX) of van een telefoon (TEL).
Indien u dit wenst, kunt u het aantal belsignalen als volgt wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
AANT.BELSIGN.:02
/ Druk op |/} om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "01", "03", "04", "05", "06", "07" en "08". Bijvoor­beeld:"04".
HERKENNING VAN HET BELSIGNAAL-RITME
In enkele landen bieden de telefooncentrales de mogelijk­heid aan dezelfde telefoonlijn twee of meer telefoon- of faxnummers toe te kennen, die voor verschillende ge­bruikers zijn bestemd. Elk nummer krijgt een bepaald bel- signaal-ritme.
Deze functie is bijzonder nuttig in huis of in een klein kan­toor, waar dezelfde telefoonlijn door meerdere personen wordt gedeeld.
Uw faxtoestel is in staat om één van deze ritmes te herkennen (zie onderstaande procedure). Op deze ma- nier zal het faxtoestel (in de ontvangstmodus "TELEFOON/ FAX" en "AWA / FAX") wanneer het een oproep ontvangt
met dat specifieke belsignaal-ritme, altijd alleen voor ont­vangst van een document worden ingesteld.
Deze functie is bijzonder geschikt in combinatie met de stille ontvangst aangezien het faxtoestel alleen een belsignaal zal geven indien het een telefoonoproep betreft.
Indien het faxtoestel is aangesloten op een extern ant- woordapparaat, wordt aangeraden dit af te koppelen alvorens de herkenningsprocedure te starten.
Tot op het display verschijnt:
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
Op het display verschijnt:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
TEL.NET INSTELL.
GEAVANC.FUNCTIES
Tot op het display verschijnt:
ONDERS. BEL: UIT
27
/ Druk op |/} tot op het display verschijnt:
STILLE PERIODE WIJZIGEN
WIJZIG. PATROON
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
AUTODETECTIE BEL
Bel het faxtoestel met het gewenste belsignaal-ritme tot het
faxtoestel dit detecteert. Op het display verschijnt:
BEL GEDETECT.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
OPMERKING
Indien het faxtoestel dit specifieke belsignaalritme niet kan herkennen, verschijnt op het display het bericht "BEL NIET
GEDET.". Druk in dat geval op de toets procedure.
ZOEMERDUUR WIJZIGEN
Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar.
Wanneer het faxtoestel ingesteld is op automatische ont-
vangst met oproeptypeherkenning gedraagt het zich
als volgt:
indien een fax oproept, wordt de oproep automatisch ont-
vangen na het ingestelde aantal belsignalen;
indien een telefoontoestel oproept, weerklinkt 20 se-
conden lang een geluidssignaal, waarna de ontvangst
automatisch wordt gestart indien u de hoorn nog steeds
niet hebt opgenomen.
Indien u dit wenst, kunt u de zoemerduur als volgt wijzigen:
Tot op het display verschijnt:
en herhaal de
Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar.
Indien de op het externe antwoordapparaat ingestelde stille periode korter is dan die op uw faxtoestel, is auto­matische ontvangst onmogelijk op het faxtoestel omdat
het antwoordapparaat steeds eerst in werking zal treden en de verbinding verbreekt wanneer het binnen de in­gestelde tijd geen boodschap hoort.
Daarom moet u een kortere stille periode voor het fax- toestel instellen zodat het de oproep kan beantwoorden.
Om de stille periode op uw faxtoestel te wijzigen gaat u als volgt te werk:
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
DUUR STILTE: 6
/ Druk op |/} om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "STILLE PAUZE: 3", "4", "6", "8", "10" of "STILLE PAUZE: NEE". Bijvoorbeeld "4".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
AFSTANDSBEDIENINGSCODE WIJZIGEN
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
FAX/TEL TIJD:20
/ Druk op |/} om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "15", "30", of "40". Bijvoorbeeld "40".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
Indien het faxtoestel aangesloten is op een telefoontoestel dat in toonkiesmodus werkt en ingesteld is op manuele
ontvangst of op automatische ontvangst met oproep­type-herkenning, kunt u bij elke oproep van een corres- pondent die u een document wil zenden de ontvangst stu­ren door de code * * op het aangesloten telefoontoestel in te
voeren. Deze procedure heeft hetzelfde resultaat als het in-
drukken van de toets op uw faxtoestel.
U kunt alleen de tweede asterisk van deze code vervan­gen door een cijfer van 0 tot 9.
Indien het faxtoestel op een extern antwoordapparaat is aangesloten, kunt u het beste een ander cijfer kiezen dan die welke voor de afstandsbediening van het antwoordap­paraat worden gebruikt.
Tot op het display verschijnt:
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
28
PUBL.LIJN (PSTN)
Tot op het display verschijnt:
Tot op het display verschijnt:
REMOTE START:AAN
Op het display verschijnt:
DRUK CODE
codE (0/9,*) **
/ Voer de nieuwe code in, bijvorbeeld:"*8".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
OPMERKING
Indien u op een privé-lijn bent aangesloten, dezelfde proce-
dure volgen tot weergave van "PUBL.LIJN (PSTN)", op de
toetsen |/} drukken om "PRIV.LINE (PBX)" weer te geven
en dan verder gaan zoals aangegeven in de procedure.
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR
VERZENDING
INSTALLATIE PAR.
Op het display verschijnt:
TEL.NET INSTELL.
Tot op het display verschijnt:
DIAGNOSE
Tot op het display verschijnt:
LIJNDETECTIE:UIT
/ Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "LIJNDETECTIE:AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
LUIDSPREKERVOLUME AANPASSEN
Als het volume van de lijn- en verbindingstonen te laag of te hoog is, kunt u dit aanpassen met behulp van de toetsen
en .
HERHALING VAN MISLUKTE VERZENDING UIT HET GEHEUGEN
ACTIVEREN
Op het display verschijnt:
Tot op het display verschijnt:
/ Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
/INACTIVEREN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
HERH. VERZ.:UIT
ven: "HERH. VERZ.:AAN".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
Op het display verschijnt:
VORM NUMMER
/ Druk op |/} om het volume van de luidspreker te verlagen
of te verhogen.
ZOEMERVOLUME AANPASSEN
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
ZOEMERVOL.:LAAG
/ Druk op |/} om de andere beschikbare opties weer te ge-
ven: "ZOEMERVOL.:HOOG", "ZOEMERVOL.:MIDD." en "ZOEMERVOL.:UIT". Bijvoorbeeld: "ZOEMERVOL.:MIDD."
VERBINDINGSTONEN WEERGEVEN
Het faxtoestel is zo ingesteld dat u de kiestonen tijdens het kiezen van het nummer en de verbindingstonen die tussen uw faxtoestel en het andere toestel worden uitgewisseld, kunt horen. Is dit niet het geval, dan programmeert u dit als volgt:
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
29
VERZENDINGSSNELHEID VERMINDEREN
ACTIVEREN/STOPZETTEN VAN DE ECM MODUS
Het faxtoestel (model met ingebouwd antwoordappa-
raat) is ingesteld om te verzenden bij een snelheid van
14400 bps (bits per seconde). Bij storingen op de telefoon-
lijn wordt een snelheid van 9600 of 4800 bps aangeraden.
Het basismodel verzendt normaal bij een snelheid van
9600 bps die verlaagd kan worden tot 4800 bps.
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
ZEND SNELH. 9.6
/ Druk op |/} om de andere beschikbare waarden weer te
geven: "ZEND SNELH. 14.4" (alleen voor het model
met ingebouwd antwoordapparaat) of "ZEND SNELH.
4.8" (voor beide modellen).
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
ECM (Error Correction Mode) is een correctiesysteem voor fouten die worden veroorzaakt door storingen van de telefoonlijn. Om hiervan te kunnen gebruikmaken, moet deze functie zowel op uw fax als op het toestel van uw corres­pondent geactiveerd zijn De letter "E" op het display geeft aan dat de functie geactiveerd is.
Uw faxtoestel is voorgeprogrammeerd om met deze modus te verzenden. Om het toestel op normaal verzenden in te stellen, volgt u onderstaande procedure:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Op het display verschijnt:
ecm:AAN
/ Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "ECM: UIT".
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo­dus te plaatsen.
AUTOMATISCHE RESOLUTIE INSTELLEN
Als u het type resolutie niet selecteert voordat u een docu-
ment verzendt, voert het faxtoestel de verzending automa-
tisch uit op basis van de waarde waarop hij reeds is inge-
steld (in dit geval: STANDARD).
Indien u dit wenst, kunt u het faxtoestel als volgt instellen op
automatische verzending met de resolutie FIJN:
Tot op het display verschijnt:
FAX SET-UP
Op het display verschijnt:
DATUM / TIJD
Op het display verschijnt:
PARAMETERS
Tot op het display verschijnt:
Tx RESOL. std
/ Druk op | /} om de andere beschikbare optie weer te
geven: "TX RESOL. FIJN".
VERZENDEN/ONTV ANGEN VA N EEN DOCUMENT
.M.V. DE POLLINGFUNCTIE
D
WAT IS POLLING
Wanneer een faxtoestel een ander om een verzending vraagt, zodat het document automatisch verzonden wordt, spreken we van polling. De communicatie met de pollingmethode heeft de volgende twee fundamentele kenmerken:
de gebruiker die het document wil ontvangen, vraagt de
verzending aan. Dit betekent dat een gebruiker een verbinding met een ander faxtoestel tot stand kan brengen en dit toestel kan vragen hem automatisch een (speciaal voorbereid) document te zenden, ook wanneer er aan de andere kant van de lijn niemand aanwezig is.
de transactiekosten zijn voor rekening van degene die de
verzending aanvraagt (d.w.z. degene die het document ont­vangt) en niet van degene die het document verzendt.
30
Om uw keuze te bevestigen.
Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo-
dus te plaatsen.
AANVRAGEN VAN EEN VERZENDING (POLLING VOOR
ONTVANGST
)
VOORBEREIDEN VAN EEN DOCUMENT VOOR VERZENDING (POLLING VOOR VERZENDING)
Spreek het tijdstip voor de verzending met uw correspon­dent af, zodat deze het te verzenden document kan inste­ken. Stel uw faxtoestel in om het document te ontvangen, programmeer de kiesmethode die gebruikt moet worden om het andere faxtoestel op te roepen en het tijdstip waarop het document ontvangen moet worden.
Tot op het display verschijnt:
AFROEP ONTVANGST
Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:mm
Om de huidige tijd te bevestigen of typ de nieuwe tijd er-
overheen, bijvoorbeeld "18:20" en druk vervolgens op de
toets
. Op het display verschijnt:
VORM FAX NUMMER
NUM/TOETS/SNELK.
/ Vorm het nummer van de correspondent op een van de
mogelijke manieren: direct op het numerieke toetsenbord of via de one-touch-toetsen of snelkiescodes.
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie­velijk, NORMAL en
Tot op het display verschijnt:
(standaard).
AFROEP ZENDING
Druk tweemaal op de toets . Op de tweede regel van het display verschijnt: "AFROEPONT. SET".
OPMERKING
U kunt de pollinginstelling voor verzending annuleren door
het document uit de ADF te nemen of door op de toets te drukken.
Om de instelling te bevestigen. Het faxtoestel komt automa­tisch in de oorspronkelijke standby-modus terug. Op de
tweede regel van het display verschijnt: "POLL OTV: 18:20".
REEDS INGESTELDE POLLING VOOR ONTVANGST WIJZIGEN/
WISSEN
Tot op het display verschijnt:
AFROEP ONTVANGST
Op het display verschijnt:
REEDS INGEVOERD
Op het display verschijnt:
PARAM. WIJZIGEN?
/ Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven : "INSTELL. WISSEN?"
Om uw keuze te bevestigen.
INSTELL. WISSEN? - Om de instelling te annuleren. Het faxtoestel komt weer in de oorspronkelijke standby-modus terug.
PARAM. WIJZIGEN? - Om het tijdstip voor de polling of het nummer van de correspondent van wie u het document wilt ontvangen te wijzigen. Op het display verschijnt:
DRUK TIJDINSTELL
UU:mm
Vanaf hier gaat u verder zoals beschreven in de laatste drie stappen van de procedure "Aanvragen van een ver- zending".
31
PROBLEMEN OPLOSSEN
WANNEER DE STROOM UITVALT
In geval van een stroomonderbreking, bewaart het faxtoestel de geprogrammeerde nummers voor one-touch-toetsen en snelkiescodes en de rapporten in het geheugen. De vol­gende gegevens gaan echter verloren:
- De documenten in het geheugen. In dat geval drukt het faxtoestel automatisch een rapport af dat het totale aantal paginas (m.b.t. verzending en ontvangst) aangeeft dat uit het geheugen werd gewist.
- De instellingen voor verzending uit het geheugen, uitge­stelde verzending en polling voor ontvangst en verzen­ding.
- Het circulaire-rapport.
- De lijst van beller-IDs.
Het activeringsrapport bevat de gegevens m.b.t. de laatste 15 transacties (in plaats van de laatste 25).
WANNEER HET P APIER OF DE INKT OPRAAKT
Als tijdens ontvangst het papier opraakt of vastloopt, of de inkt is op of het deksel van het printkopcompartiment is open of de papiersteun is dicht, wordt het afdrukken on-
derbroken, op het display verschijnt het betreffende be­richt en het ontvangen document wordt tijdelijk in het ge- heugen opgeslagen. Wanneer de storing eenmaal is her­steld, begint het faxtoestel weer af te drukken.
WANNEER DE VERZENDING MISLUKT
KLEINE PROBLEMEN OPLOSSEN
Onderstaande lijst biedt enkele aanwijzingen voor het oplossen van kleine problemen.
352%/((0 23/266,1*
U kunt het faxtoes tel niet inschakelen
U kunt het do cume nt niet correct insteken
Het toestel kan geen documenten verzenden.
He t toes te l kan nie t auto matis c h o ntvang e n.
He t toes te l kan nie t kopiëren of ontvangen.
Controleer of het stroomsnoer goed op het stopcontact is aangeslote n.
Controleer of het document voldoet aan de aanbevelingen in de paragraaf "
GRFXPHQWH QNXQWX JHEUXLNHQ
%DVLV IXQFWLHV YRRUYHU] HQGHQ
"
HQRQWYDQJHQ
Controleer of het document niet vastgelopen is.
De lijn is bezet: wacht tot deze vrij is en probeer het opnieuw.
U hebt het toestel ingesteld op manuele ontvangst: stel het in op auto matische o ntv angst.
Controleer of het document of het vel papier niet vastgelopen is.
Het gebruikte papiertype is niet geschikt: controleer de papierkenmerken vermeld in het hoofdstuk "
JHJHYH QV
:HONH
", in het hoofdstuk
".
7 HFKQLVFKH
".
Het is mogelijk dat de kwaliteit van het ontvangen docu­ment te wensen overlaat door problemen op de lijn als gevolg van overbelasting of andere storingen, en dat de ontvanger u vraagt het hem opnieuw te zenden. In dit geval kunt u het beste een lagere snelheid instellen. Bij het model met ingebouwd antwoordapparaat, dat normaal is ingesteld op 14400 bps, moet u de snelheid ver- lagen tot 9600 bps of 4800 bps volgens de procedure beschreven in het gedeelte "Verzendingssnelheid ver- minderen", in het hoofdstuk "Geavanceerd gebruik". Bij het basismodel, dat normaal is ingesteld op 9600 bps, moet u de snelheid verlagen tot 4800 bps. Indien de verzending mislukte door lijn- of faxproblemen,
gaat de FOUTEN-LED " een kort geluidssignaal; in dat geval drukt het toestel automa-
tisch het zendrapport af (zie verderop "Rapporten en lijs- ten afdrukken"), waarin een foutcode de oorzaak aan­geeft (verderop vindt u een lijst met alle foutcodes). Wanneer het rapport volledig afgedrukt is, drukt u op de toets
om de FOUTEN-LED " " te doven en verwijdert met
de hand het originele document uit de ADF.
" branden en geeft het faxtoestel
De afdrukken zijn volledig blanco.
Steek het document met de gegevens naar onder gericht in de ADF.
OPMERKING
Indien het toestel geen documenten kan verzenden of ont­vangen, kan dit ook aan andere oorzaken te wijten zijn. Deze oorzaken zullen worden aangegeven in de vorm van een foutcode in het "Zendrapport" en in het "Activiteiten- rapport", zie "Rapporten en lijsten afdrukken", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvan- gen".
32
FOUTCODES
De foutcodes die zowel op het zendrapport als op het activiteiten­rapport worden afgedrukt bestaan uit twee cijfers die de oorzaak van de fout aangeven. Op het activiteitenrapport wordt de code we­gens plaatsgebrek zonder verder bericht weergegeven.
&2'( %(5,&+7 225=$$.9$1 '( )287 :$78 02(7'2(1
OK Geen bericht. Transactie correct
voltooid.
02 ONMOGELIJKE VERBINDING Het faxtoestel d etecteert geen lijntoon o f
ontvangt foutieve signalen.
03 GEEN MELDING NA OPROEP Het opgweroepen nummer antwoordt niet of
is geen faxtoestel.
04 F OUT IN DE VERZENDING
HERHA LEN VANAF PAGINA: nn
05 HERHAAL PAGINA
nn, ..... nn
07 DOCUMENT TE LANG Het te verzenden document is te lang. De
08 NAKIJKEN DOK .DOORGA NG De o ptische s canne r kan het do c ume nt ni et
09 S TOP PROCE DUURE U he bt de v erze nd ing o nde rb roken. Gee n in terv e ntie .
10 Geen bericht Het faxtoestel heeft een storing gedetecteerd
Er werd een storing gedetecteerd tijdens de
verzending. "nn" = nummer van de pagina
waarbij de fout optrad.
Het opgeroepen faxtoestel heeft fouten
gedetecteerd tijdens de ontvangst. "nn" =
nummer van de pagina die verzonden werd
toen de fout optrad.
verzendingstijd overschrijdt de toegelaten
limiet.
lezen.
tijdens de ontvangst.
Ge e n inte rv e ntie.
Controleer of het faxtoestel correct op de
telefoonlijn is aangesloten en of de hoorn
ingehaakt is. Probeer opnieuw.
Controleer of het nummer van de
correspondent juist is.
Herhaal de verzending vanaf de pagina
aangegeven in het rapport.
Herhaal de verzending van de pagina’s
aangegeven in het rapport.
Splits het te verzenden document op.
Neem het document uit de ADF en steek het
opnieuw in voordat u de verzending opnieuw
start.
Neem contact op met de correspondent en
vraag hem het do cume nt o p nie uw te
verzenden.
11 Geen bericht De printer gedraagt zich abnormaal tijdens de
ontvangst. Resterend document opgeslagen
in geheugen maar geheugencapaciteit
overschreden voor einde van procedure.
13 FOUT IN AFROEPVERZENDING Er steekt geen document in de ADF van het
andere faxtoestel en dit werd niet ingesteld
voor verzending na polling.
16 STROOMSTORING MET PAGINA nn Stroomonderbreking tijdens verzending of
ontvangst.
(OK) Geen bericht. Het document kon ontvangen worden maar
de afdrukkwaliteit laat te wensen over.
OCC LIJN BEZET De lijn is beze t. Probe er op nieuw bij onbezette lijn.
Verhelp het probleem en wacht tot het
opgeslagen document afgedrukt is.
Neem contact op met de correspondent.
Herhaal de verzending vanaf de pagina
aangegeven in het rapport.
Neem contact op met de correspondent.
33
SIGNALEN EN BERICHTEN
Eventuele problemen die kunnen optreden worden gewoonlijk aan­gegeven door geluidssignalen (die soms vergezeld gaan van
visuele signalen: brandende fouten-LED " berichten op het display.
Het faxtoestel geeft eveneens geluidssignalen en berichten op het display die geen fout aangeven.
GELUIDSSIGNALEN DIE EEN FOUT AANGEVEN
") of door fout-
GEEN NUMMER AANW
U hebt een snelkiescode of one-touch-toets geselecteerd die niet geprogrammeerd is: programmeer de toets of de code (zie "One- touch-toetsen en snelkiescodes programmeren", in het hoofd­stuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen").
GEHEUGEN VOL
Een of meer documenten worden in het geheugen opgeslagen om­dat er tijdens de ontvangst een fout werd gedetecteerd, waardoor het geheugen vol is geraakt: controleer het type fout (papier op, papier vastgelopen, inkt op, deksel open, enz.) en los het probleem op. De documenten zullen automatisch worden afgedrukt, zodat er opnieuw geheugenplaats beschikbaar is.
Korte toon, 1 seconde lang
U hebt op de verkeerde toets gedrukt tijdens een procedure.
Langere toon, 3 seconden lang, plus brandende fouten-LED
Transactie mislukt.
Permanente toon
Hoorn van de haak, u vergat de hoorn in te haken na een vorige
transactie.
OPMERKING
Om de fouten-LED " " uit te schakelen moet u op de toets
drukken.
FOUTBERICHTEN OP HET DISPLAY
BEKIJK PRINTKOP
Het faxtoestel detecteert geen printkop omdat u vergeten bent de
printkop in het toestel te installeren of omdat de printkop niet correct geïnstalleerd is: installeer de printkop of installeer hem opnieuw.
Bepaalde spuitmonden op de printkop zijn beschadigd, wat in
een slechte afdrukkwaliteit resulteert. Voer de reinigings­procedure voor de printkop uit (zie Reinigingsprocedure voor de printkop en testprocedure voor de spuitmonden, in het hoofdstuk "Onderhoud").
DEKSEL OPEN
Het deksel van het printkopcompartiment staat open: sluit het.
DOCUMENT CONTR., DRUK OP
Het document is niet goed ingevoerd: plaats het document opnieuw
in de automatische invoer (ADF) en druk op de toets normale werking van het faxtoestel te herstellen.
DOK IN MEMORY
Het ontvangen document werd in het geheugen opgeslagen omdat tijdens de ontvangst een fout werd gedetecteerd en onmiddellijke afdruk niet mogelijk was: controleer het type fout (papier op; papier vastgelopen; inkt op; deksel open, enz.) en los het probleem op.
GEEN INKT MEER!
De inktpatroon is op: vervang de printkop (zie "Printkop vervan­gen", in het hoofdstuk "Onderhoud").
om de
HERHALING nnn
De verbinding is niet tot stand gekomen als gevolg van storingen op de lijn of omdat de correspondent bezet is: het faxtoestel staat in de wachtstand voor automatische kiesherhaling.
HERH. POLL nnn
U hebt een ontvangst na polling ingesteld en de verbinding is niet tot stand gekomen als gevolg van storingen op de lijn of omdat de correspondent bezet is: het faxtoestel staat in de wachtstand voor automatische kiesherhaling.
KOPIE ONDERBR.
U hebt een kopieertaak onderbroken door op de toets te
drukken.
Er is een storing opgetreden tijdens het kopiëren van het docu-
ment en het kon niet worden afgedrukt: controleer het type fout op het display en los het probleem op.
ONTV. ERROR
De ontvangst verliep niet correct; druk op de toets om de
fouten-LED " " uit te schakelen en het bericht van het display te wissen.
OV IN MEMORY
De ontvangen gegevens werden in het geheugen opgeslagen we­gens een fout tijdens de ontvangst, die het afdrukken belette: zoek op de onderste regel van het display naar het fouttype en los het pro­bleem op.
PAPIER CONTR., DRUK OP
Er is geen papier in de invoerlade: vul papier bij en druk op
om het bericht van het display te wissen.
Het papier is niet goed ingevoerd: plaats het papier opnieuw in de
invoerlade en druk op de toets het faxtoestel te herstellen.
om de normale werking van
PAPIER PROBLEEM, DRUK OP
Het papier is vastgelopen tijdens het kopieren of verzenden: druk op
de toets dient u te controleren waar het geblokkeerd zit, en het handmatig te
verwijderen (zie "Vastgelopen documenten en papier verwijde- ren", in het hoofdstuk "Onderhoud").
. Indien het papier niet automatisch wordt uitgevoerd,
34
SYSTEEMFOUT nn
Er gebeurde iets abnormaals waardoor het faxtoestel geblokkeerd raakte: schakel het toestel eerst uit en dan weer in. Indien de fout niet verdwenen is, dient u het toestel uit te schakelen en de hulp van de technische dienst in te roepen.
NIEUWE PRINTKOP?, 1=JA 0=NEE
U hebt een printkop voor het eerst geïnstalleerd, of verwijderd en dan opnieuw geïnstalleerd: u moet de vragen nog beantwoorden. Indien u "ja" antwoordt hoewel de printkop niet nieuw is, zal het faxtoestel niet detecteren wanneer de inkt op is.
VERKEERDE CODE, DRUK OP
Er werd een verkeerde toegangscode voor het antwoordappa-
raat ingevoerd: druk op de toets
en voer de juiste code in.
VERWIJDER DOK., DRUK OP
Indien het document geblokkeerd raakt tijdens het kopiëren of
verzenden, dient u op de toets document niet automatisch wordt uitgevoerd, moet u het document
handmatig verwijderen (zie Vastgelopen documenten en papier verwijderen, in het hoofdstuk "Onderhoud").
U hebt het scannen onderbroken door op de toets
te drukken. Indien het
te drukken.
VZ ERROR
De verzending verliep niet correct; druk op de toets om de
fouten-LED " wissen, en herhaal de verzending.
" uit te schakelen en het bericht van het display te
ANDERE GELUIDSSIGNALEN
NR. VORMING
Het faxtoestel is het gewenste nummer aan het vormen.
ONTVANGST OK
De ontvangst verliep succesvol.
ONTV. ONDERBROKEN
U hebt de ontvangst onderbroken door op de toets te drukken.
OPSLAAN
Het faxtoestel slaat de pagina's van het te kopiëren document op.
POLL OTV: UU:MM
U hebt een verzending aangevraagd (Ontvangst na polling).
TELEFOONOPROEP
De correspondent wil een gesprek voeren: neem de hoorn op om de oproep te beantwoorden.
TX IN UITVOERING
Er is een verzending bezig.
Korte toon, 1 seconde lang
Transactie werd correct uitgevoerd.
Intermitterende toon, 20 seconden lang
Signaal om de hoorn op te nemen en een telefoonoproep te
beantwoorden.
ANDERE BERICHTEN OP HET DISPLAY
AFDRUKKEN
Het faxtoestel is een rapport of een lijst aan het afdrukken.
BEKIJK AFDRUK
1=UIT 0=HERHAAL
Het faxtoestel heeft automatisch de printspuitmonden getest en een proefafdruk gemaakt: controleer of de printkwaliteit aanvaardbaar is en tref de nodige maatregelen.
DOCUMENT GEREED
U hebt het document correct in de ADF gestoken.
HOORN OPLEGGEN
U hebt de functie "handenvrij" geactiveerd. Leg de hoorn op de haak.
LAATSTE VZ OK
De laatste verzending werd met succes uitgevoerd.
TX UIT GEHEUGEN
U hebt een verzending uit het geheugen ingesteld.
VERBINDING
Het faxtoestel is de verbinding met het andere faxtoestel tot stand aan het brengen.
VERZENDEN
Er is een verzending bezig.
VERZENDING OK
De verzending verliep succesvol.
VERZ. OM: UU:MM
U hebt een verzending ingesteld voor uitvoering op het ingestelde tijdstip (uitgestelde verzending).
VORMING TELNR
U hebt de lijn genomen door de hoorn van de aangesloten telefoon op te nemen.
WACHTVERBINDING, DRUK OP HOLD
U hebt een telefoongesprek tijdelijk onderbroken door op de toets
te drukken: druk opnieuw op de toets om het gesprek
met de correspondent te hervatten.
ZENDONDERBREKING
U hebt de verzending onderbroken door op de toets te drukken.
35
ONDERHOUD
PRINTKOP VERVANGEN
OPMERKING
Denk eraan dat u alleen niet navulbare (monoblok) printkoppen kunt gebruiken.
.
Nu voert het faxtoestel automatisch de procedure voor reiniging van de printkop en controle van de spuitmonden uit en drukt het resultaat van de diagnose af. Onderzoek het afdrukresultaat, zoals beschreven in "Printkop installe- ren", in het hoofdstuk "Installatie". Indien u de printkop vervangen hebt omdat de afdruk- kwaliteit was verminderd, gaat u als volgt te werk:
REINIGINGSPROCEDURE VOOR DE PRINTKOP
TESTPROCEDURE VOOR DE SPUITMONDEN
EN
Indien de afdrukkwaliteit achteruit gaat, kunt u een snelle procedure uitvoeren voor het reinigen van de print­kop en het testen van de spuitmonden, afgesloten door een afdruk die de toestand weergeeft.
Tot op het display verschijnt:
ONDERH. PRINTER
Op het display verschijnt:
NIEUWE KOP:AAN
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals in de figuur is aangegeven.
3. Ontgrendel de printkop door middel van de hendeltjes en neem hem uit zijn behuizing.
4. Neem de nieuwe printkop uit zijn verpakking en verwijder de beschermfilm van de spuitmonden terwijl u de printkop bij de vingergreep vasthoudt.
5. Raak de spuitmonden en de elektrische contacten niet aan.
6. Installeer de printkop in zijn compartiment met de elektrische contacten naar de voorkant van het faxtoestel gericht.
7. Duw de printkop aan tot u een klik hoort ten teken dat hij goed zit en sluit het deksel van het printkopcompartiment.
OPMERKING
Wanneer u de printkop vervangen hebt omdat de inkt op was, herkent het faxtoestel de vervanging automatisch bij sluiten van het deksel van het printkopcompartiment en op het display verschijnt het bericht "NIEUWE PRINTKOP?
1 = JA, 0 =NEE". Stel de waarde 1 in.
36
/ Druk op |/} om de andere beschikbare optie weer te ge-
ven: "NIEUWE KOP:UIT".
Om uw keuze te bevestigen. Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
Op het display verschijnt:
PRINTKOPTEST:AAN
Het faxtoestel start automatisch de reinigings- en controle­procedure van de spuitmonden en drukt het resultaat van de diagnose af.
Onderzoek het afdrukresultaat, zoals beschreven in "Print- kop installeren", in het hoofdstuk "Installatie".
OPMERKING
U kunt de procedure op elk gewenst moment onderbreken
door op de toets
te drukken.
OPMERKING
Indien de afdrukkwaliteit na het uitvoeren van de reinigings­procedure nog niet aan de verwachtingen voldoet, kunt u in volgorde de volgende handelingen uitvoeren, tot u een bevredigend resultaat bereikt:
- Maak op het faxtoestel een kopie van een document met de gewenste grafische- of tekstkenmerken en be­oordeel het resultaat.
- Gebruik een andere papiersoort (het papier dat u ge­bruikt kan bijzonder poreus zijn) en herhaal de proce­dure nogmaals.
- Verwijder de printkop en installeer hem opnieuw.
- Verwijder de printkop en voer de volgende handelin­gen uit:  inspecteer de spuitmonden op aanwezigheid van
deeltjes; een eventueel aanwezig deeltje voorzich­tig verwijderen, en erop letten dat u de elektrische contacten niet aanraakt;
 reinig de elektrische contacten van de printkop en
van de printwagen, zie hieronder "Elektrische contacten van de printkop reinigen";
 reinig de spuitmonden, zie hieronder "Spuit-
monden van de printkop reinigen".
- Installeer de printkop opnieuw.
- Raadpleeg de technische dienst.
ELEKTRISCHE CONTACTEN VA N DE PRINTKOP
REINIGEN
Met het faxtoestel uitgeschakeld:
SPUITMONDEN VAN DE PRINTKOP REINIGEN
opmerking
Voer deze procedure alleen uit als laatste oplossing, voordat u de volledige printkop vervangt.
1. Bevochtig een papieren zakdoekje met gedestilleerd water en knijp het uit om overtollig water te verwijderen.
2. Verwijder de printkop zoals reeds in bovenstaande procedure beschreven.
3. Houd de printkop met de spuitmonden naar onder gericht, en dep hem zachtjes op het papieren zakdoekje zoals aangege­ven in de figuur.
4. Herhaal deze handeling enkele malen op verschillende plaat­sen van het zakdoekje om de spuitmonden zorgvuldig schoon te maken.
5. Installeer de printkop zoals reeds beschreven in "Printkop ver- vangen".
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de middelste uitsparing te plaatsen, zoals in de figuur is aangegeven.
3. Ontgrendel de printkop door middel van het hendeltje en neem hem uit zijn behuizing.
4. Reinig de elektrische contacten met behulp van een lichtjes be­vochtigde doek. Raak de spuitmonden niet aan.
5. Reinig de elektrische contacten op de printwagen eveneens met een lichtjes bevochtigde doek. Installeer de printkop opnieuw en sluit het deksel van het printkopcompartiment.
REINIGINGSLINT VAN DE PRINTKOP
SCHOONMAKEN
Met het faxtoestel van het stroomnet afgekoppeld:
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals in de figuur is aangegeven.
3. Verplaats de printkop geheel naar links zoals aangegeven in de figuur.
4. Maak het reinigingslint van de printkop met behulp van een droog wattenstaafje schoon en sluit het deksel van het printkopcomparti­ment.
37
OPTISCHE SCANNER REINIGEN
Door stof dat zich op het glas van de optische scanner opstapelt, zijn problemen bij het inscannen van documenten mogelijk. Om dit te voorkomen, moet u het glas af en toe als volgt reinigen: Met het faxtoestel van het stopcontact afgekoppeld:
VASTGELOPEN DOCUMENTEN EN PAPIER
VERWIJDEREN
Tijdens het verzenden of kopiëren kan het gebeuren dat een ori­gineel vastloopt (dit wordt op het display aangegeven met het
bericht: "VERWIJDER DOK., DRUK OP
Ook het papier waarop de ontvangen of gekopiëerde documenten worden afgedrukt kan geblokkeerd raken (dit wordt aangegeven door het bericht: "PAPIER PROBLEEM, DRUK OP In beide gevallen moet u proberen het document of het vel papier
").
").
1-2 Til het deksel van het printkopcompartiment omhoog door uw
vinger in de uitsparing in het midden te plaatsen, zoals in de figuur is aangegeven.
3. Beweeg de printkop naar links en til het scherm van de scanner op met behulp van het hendeltje aan de rechterzijde van het faxtoestel.
4. Houd het scherm omhoog en reinig het glas van de optische scanner met een bevochtigde doek met een specifiek glas­reinigingsmiddel. Droog het glas zorgvuldig af. Giet of spuit het reinigingsmiddel niet direct op het glas.
5. Sluit het deksel van het printkopcompartiment.
OPMERKING
Om te controleren of de optische scanner schoon is, maakt u een kopie met een blanco vel papier. Als op de kopie verti­cale strepen te zien zijn en na controle blijkt dat de optische scanner perfect schoon is, dient u contact op te nemen met de technische dienst.
uit het toestel te verwijderen door op de toets
Wordt het document of vel papier niet automatisch uitgevoerd, dan moet u het handmatig verwijderen zoals hieronder wordt be­schreven:
Open het printkopcompartiment met behulp van de centrale uit­sparing van het deksel. Indien het te verwijderen document uit meerdere pagina's bestaat, eerst alle overige vellen uit de papier­invoer verwijderen voordat u het printerdeksel opent.
1. Druk op het hendeltje aan de linkerzijde van het faxtoestel. 2-3 Houd het hendeltje omlaag gedrukt terwijl u het vastgelopen docu-
ment of papier verwijdert.
te drukken.
BEHUIZING REINIGEN
1. Koppel het faxtoestel van het stroomnet en telefoonnet af.
2. Gebruik alleen een zachte, rafelvrije doek die u licht bevochtigd hebt met wat verdund afwasmiddel.
38
TECHNISCHE GEGEVENS
ALGEMENE KENMERKEN
Model ...........................Tafelmodel
Display ..........................LCD 16 + 16 tekens
Geheugencapaciteit......(*) 21 pagina's
Afmetingen
Breedte .........................359 mm
Diepte............................234 mm + 84 mm
Hoogte ..........................180 mm + 138 mm (**)
Gewicht ......................... ca. 4,7 Kg
COMMUNICATIEKENMERKEN
Telefoonnet ...................Openbaar/PBX
Compatibiliteit ................ ITU
Modemsnelheid ...................................... 14400(alleen voor het
model met ingebouwd antwoordapparaat)-
9600-7200-4800-2400 (met automatische "fall back")
Comprimeringsmethode ......................... MH, MR, MMR
KENMERKEN STROOMVOORZIENING
Stroomvoorziening .................................220-240 VAC of 110-240
VAC (zie het plaatje aan de achterkant van het faxtoestel)
Frequentie ..............................................50-60Hz (zie het plaatje aan
de achterkant van het faxtoestel)
Stroomverbruik:
- in standby ........................................... <7W
- max. verbruik...................................... 35W
VERZENDINGSKENMERKEN
Verzendingstijd .............Model met ingebouwd antwoordapparaat
7s (14400 bps MMR)
......................................
Capaciteit ADF ..............5 vel A4, Letter en Legal
Basismodel
9s (9600 bps MMR)
ONTVANGSTKENMERKEN
Afdrukmethode .............Afdruk op gewoon papier met inkjetprinter
Max. afdrukbreedte................................208 mm
Afdrukpapier........................................... A4 (210 x 297 mm)
................................................................ US Letter (216 x 279 mm)
................................................................US Legal (216 x 356 mm)
................................................................Gewicht: 70-90 gr/m
Papierinvoer ................Cassette voor gewoon papier (max. 40 vel
80 gr/m
2
)
2
ANTWOORDAPPARAAT (MODEL MET INGEBOUWD
ANTWOORDAPPARAAT
)
Opnamecapaciteit: 20'
Memo2 uitgaande boodschappenFunctie "alleen uitgaande boodschap"Functie "gesprekkosten besparen"Doorstuur-boodschapSnelle toegang vanaf bedieningspaneel en op afstandToegangscodeOpname gesproken boodschappenSamenvattende meldingenBehoud van boodschappen bij stroomuitval.
OMGEVINGSVOORWAARDEN
Temperatuur .................van +5oC tot +35oC (gebruik faxtoestel)
......................................van +15
......................................van -15
......................................van -5oC tot +45oC (opslag en wachtstand)
Relatieve vochtigheid ..15%-85% (werking/opslag/wachtstand)
...................................... 5%-95% (transport)
product)
o
C tot +35oC (gebruik printer)
o
C tot +55oC (transport: bij verpakt
KENMERKEN SCANNER
Scanmethode ......................................... CIS
Scanresolutie:
- horizontaal .......................................... 8 pixels/mm
- verticaal STANDAARD ...................... 3,85 lijnen/mm
- verticaal FIJN...................................... 7,7 lijnen/mm
(*) = Formaat ITU-TS, Test Sheet n° 1 (Slerexe Letter) in
standaardresolutie met MH-comprimering en A4-fomaat.
(**) = Met papiersteun.
39
HET FAXTOESTEL ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN
Indien u het multifunctionele model hebt aangeschaft, kunt u het faxtoestel ook als een printer gebruiken. Eerst moet u hem echter op een PC aansluiten en de specifieke software installeren.
VEREISTEN VOOR HET INSTALLEREN VAN DE
SOFTWARE
Het faxtoestel wordt geleverd met de nodige software voor het uit­voeren van de printfunctie. De installatie-CD bevat het printerstuurprogramma en de bestanden met online documentatie die nadere informatie bevat over de printfuncties van het faxtoestel bij aansluiting op een PC.
MINIMUMVEREISTEN VAN DE PC
 Voor Windows 95, Windows 98 eerste editie en windows ME:
Pentium 166 MHz, 32 MB RAM.
 Voor Windows 98 tweede editie, Windows NT en Windows 2000:
Pentium 166 MHz, 64 MB RAM.
 Voor Windows XP: Pentium 300 MHz, 128 MB RAM. Voor alle configuraties geldt als minimum uitrusting: een CD-speler,
een VGA-beeldscherm (24-bits plaat voor kleurenvideo) en een parallelle interface-verbinding IEEE 1284 Nibble Mode.
In Windows 95/98/ME/NT/2000/XP
 Selecteer de menu's: Start, Instellingen, Configuratie-
scherm, Software, selecteer het item LinkFax en bevestig tenslotte met de knop Toevoegen/Verwijderen.
OPENEN VA N DE ONLINE DOCUMENTATIE
Samen met het printerstuurprogramma worden ook bestanden met online documentatie geladen die nadere informatie geven over de kenmerken en functies voor het printen.
In Windows 95/98/ME
Om de online documentatie te openen, klikt u op een van de drie pictogrammen van de groep Linkfax in het menu Programma's van het Start-menu.
In Windows NT/2000/XP
In dit geval kan de online documentatie geopend worden vanuit de "Status monitor" van de printer of door selecteren van het item Eigenschappen van de "Linkfax printer" in het menu Printers.
DE "LINKFAX" SOFTWARE INSTALLEREN
 Sluit een connector van de interface-kabel aan op de parallelle
poort aan de achterkant van het faxtoestel en sluit de andere connector van de kabel aan op de parallelle poort van de PC.
 Zet de PC aan, wacht tot Windows 95/98/ME/NT/2000/XP is gestart
en sluit vervolgens het faxtoestel aan op het voedingsnet.
 Plaats de CD in de CD-ROM-speler. De installatieprocedure van
"LinkFax" wordt automatisch gestart.
 Ga nu verder met het kiezen van de taal en de andere bewerkin-
gen door de instructies op het scherm van de PC op te volgen totdat de installatieprocedure is beëindigde. Nadat de installatie is voltooid wordt u gevraagd de PC opnieuw op te starten.
Na het opnieuw opstarten is in het menu Printers het pictogram "LinkFax" toegevoegd.
DESINSTALLEREN VAN DE "LINKFAX"
SOFTWARE
Met de hieronder beschreven desinstallatie-procedures kunt u alle bestanden die van de CD geladen werden en/of tijdens de installatie van de software op de PC gecreëerd werden, volledig en correct verwijderen, en vervolgens opnieuw installeren.
OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE
COMMUNICATIEPOORT
Alleen in Windows 95/98/ME
Na installatie van de LinkFax module zal de PC-poort waarop het faxtoestel is aangesloten uitsluitend worden gebruikt voor het beheer van inkjet-faxtoestellen (Faxpoort) die door de module worden ondersteund.
Mocht u deze poort voor andere apparaten dan deze faxtoestellen willen gebruiken, kunt u de poort tijdelijk deselecteren en ver­volgens opnieuw selecteren:
Dubbelklik op het pictogram van de Fax Manager onderin het
scherm.  Selecteer de faxpoort (gewoonlijk LPT1).  Bevestig de knop Poort deselecteren voor vrijgave van de
poort voor standaard beheer (Printerpoort). Om de "Faxpoort" opnieuw te selecteren moet u de knop Selec-
teer poort bevestigen.
opmerking
Als u na het selecteren van de poort van het besturings-
systeem Windows 95 naar Windows 98/ME overstapt, moet
u niet vergeten de parallelle poort opnieuw te selecteren
(Faxpoort) aangezien Windows 98/ME de poort auto-
matisch voor standaard beheer selecteert (Printerpoort).
In Windows 95/98/ME
 Selecteer het item Uninstaller van het menu LinkFax in het Pro-
gramma's van het Start-menu.
40
INDEX
A
Aansluiting 1
aansluiting op het stroomnet 3 aansluiting van andere apparatuur 1 aansluiting van het faxtoestel 1 de telefoonhoorn aansluiten 3
telefoonaansluiting 1 ADF 8 Afstandsbedieningscode 28 Antwoordapparaat, ingebouwd 19 ASF 3 Automatische kiesherhaling 9
B
Berichten
andere berichten 35
foutberichten op het display 34
C
Contrast
afstellingen 8
D
Datum en tijd 5 Display
andere berichten 35
foutberichten 34 Documenten
documenten in de ADF steken 8
vastgelopen documenten verwijderen 38
welke documenten kunt u gebruiken 8
E
ECM (Error Correction Mode) 30 Elektrische contacten
van de printwagen 37
F
Foutcodes 32, 33 FOUTEN-LED 34
G
Geheugen
een document uit het geheugen verzenden 11
verzending uit het geheugen
wijzigen/herhalen/wissen 11
Geluidssignalen 35
I
Ingebouwd antwoordapparaat 39 Installatie
aanbevelingen voor de installatie I
K
Kiesmodus
puls 6, 7 toon 6, 7
Kopie
het faxtoestel als een kopieerapparaat gebruiken 18 kopieertaak onderbreken XIII, 18 meerdere kopieën XIII waarden voor contrast en resolutie XIII, 18 welke documenten kunt u kopiëren 18 zo maakt u een kopie van uitstekende kwaliteit 18 zoom-waarde XIII, 18
L
Lijsten
gegevens van one-touch-toetsen en snelkiescodes 16 lijst van configuratieparameters 16 lijst van installatieparameters afdrukken 16
Luidsprekervolume 29
O
Onderhoud
aanbevelingen voor het gebruik I behuizing reinigen 38 elektrische contacten reinigen 37 optische scanner reinigen 38 printkop vervangen 36 reinigingslint van de printkop schoonmaken 37 reinigingsprocedure voor de printkop 36 spuitmonden van de printkop reinigen 37 testprocedure voor de spuitmonden 36 vastgelopen documenten en papier verwijderen 38
One-touch-toetsen 12
opbellen via de one-touch-toetsen 17 programmeren 13 verzenden via one-touch-toetsen 14
Ontvangst
aantal belsignalen wijzigen 27 afdrukzone verkleinen 26 afstandsbedieningscode wijzigen 28 automatische ontvangst
met oproeptype-herkenning 12 manuele ontvangst 11 met antwoordapparaat
extern antwoordapparaat XIII, 12
ingebouwd antwoordapparaat 12 naam of nummer van de beller weergeven 27 ontvangst met antwoordapparaat 12 resterende tekst 26 stille ontvangst 26 stille periode wijzigen 28 zoemerduur wijzigen 28
Optische scanner
reinigen 38
41
P
T
Papier
papier laden 3 papierformaat 3 papierinvoer (ASF) 3 vastgelopen papier verwijderen 38
Polling
polling voor ontvangst 31 polling voor ontvangst wijzigen/wissen 31 polling voor verzending 31
Printer
het faxtoestel als een printer gebruiken 40
Printkop
aanwijzingen m.b.t. de printkoppen 4 elektrische contacten reinigen 37 printkop installeren 4 printkop vervangen 36 reinigings- en controleprocedure van de spuitmonde IX, 4, 36 spuimonden van de printkop reinigen 37
Problemen oplossen
de stroom is uitgevallen 32 de verzending mislukt 32 het papier of de inkt is op 32 kleine problemen oplossen 32
R
Rapporten 14
activeringsrapport 14 afdruk opvragen 16 automatische afdruk 15 foutdberichtenrapport 14 rapport laatste circulaire 14 rapport laatste verzending 14 rapporten interpreteren 15 stroomonderbrekingsrapport 14
Resolutie
afstellingen 8 automatische resolutie instellen 30
S
Signalen
andere geluidssignalen 35 geluidssignalen die een fout aangeven 34
Snelkiescodes 13
opbellen via de snelkiescodes 17 programmeren 13 verzenden via snelkiescodes 14
Technische gegevens
algemene kenmerken 39 communicatiekenmerken 39 ingebouwd antwoordapparaat 39 kenmerken scanner 39 kenmerken stroomvoorziening 39 omgevingsvoorwaarden 39 ontvangstkenmerken 39 verzendingskenmerken 39
Telefoon
opbellen door zoeken in het adresboek 17 opbellen via de one-touch-toetsen 17 opbellen via de snelkiescodes 17
Telefooncentrale
openbaar telefoonnet 6 privé-centrale 6
Telefoonlijn
aansluiten op een privé-lijn 6 aansluiten op het openbare telefoonnet 6
V
Verbindingstonen weergeven 29 Verzending
circulaire 10 documenten verzenden 8 een document uit het geheugen verzenden 11 een vooraf ingestelde verzending wijzigen/wissen 10 herhaling van mislukte verzending uit het geheugen 29 kiestonen horen bij het verzenden XI, 9 onderbreken XI, 9 telefoonhoorn opnemen bij het verzenden 9 verbindingstonen weergeven 29 vertraagde verzending 10 verzenden door opzoeken in het adresboek 14 verzenden via one-touch-toetsen 14 verzenden via snelkiescodes 14 verzendingssnelheid verminderen 30
Verzendingssnelheid 30
Z
Zenderidentificatie
faxnummer 5 faxnummer instellen 5 naam 5 naam en faxnummer
plaats 5
Zoemervolume 29
42
Codes monochrome printkoppen
Monoblok printkop: code 84431 W (FPJ 20) Monoblok printkop met gepigmenteerde inkt: code B0042 C (FPJ 22)
Codes kleurenprintkoppen
Monoblok printkop: code 84436 G (FPJ 26)
293312Y
Loading...