CONFORMITEITSVERKLARING
NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product RH-53 conform is aan de
bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EG.
Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website:
http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de Europese gemeenschap voor
gescheiden afvalverzameling moet worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het
product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren die van dit symbool zijn
voorzien. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een gedeelte ervan in
enige vorm zonder voorafgaande geschreven toestemming van Nokia is verboden.
Nokia en Nokia Connecting People zijn gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Namen van
andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectievelijke eigenaren
zijn.
Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation.
Java is a trademark of Sun Microsystems, Inc.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright (C) 1997-2005.
Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Includes RSA BSAFE cryptographic or security protocol software from RSA Security.
Nokia voert een beleid dat gericht is op continue ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit
document worden beschreven.
In geen geval is Nokia aansprakelijk voor enig verlies van gegevens of inkomsten of voor enige bijzondere,
incidentele, onrechtstreekse of indirecte schade.
De inhoud van dit document wordt zonder enige vorm van garantie verstrekt. Tenzij vereist krachtens het
toepasselijke recht, wordt geen enkele garantie gegeven betreffende de nauwkeurigheid,
betrouwbaarheid of inhoud van dit document, hetzij uitdrukkelijk hetzij impliciet, daaronder mede
begrepen maar niet beperkt tot impliciete garanties betreffende de verkoopbaarheid en de geschiktheid
voor een bepaald doel. Nokia behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving
dit document te wijzigen of te herroepen.
De beschikbaarheid van bepaalde producten kan per regio verschillen. Neem hiervoor contact op met de
dichtstbijzijnde Nokia leverancier.
Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet-en
regelgeving betreffende export van de V.S. en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is
verboden.
9311941/Uitgave 2
Inhoudsopgave
VOOR UW VEILIGHEID ......................................................................................... 9
Sticker in het pakket................................................................................................................................ 14
Een SIM-kaart plaatsen .......................................................................................................................... 20
Een batterij plaatsen ............................................................................................................................... 21
Het draagkoordje bevestigen ................................................................................................................ 21
De klep openen.......................................................................................................................................... 22
De telefoon in- en uitschakelen........................................................................................................... 22
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of
onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of
als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben
terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze telefoons kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking
van de telefoon negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN ZIEKENHUIZEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel de telefoon uit in
de nabijheid van medische apparatuur.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN VLIEGTUIGEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan
storingen veroorzaken in vliegtuigen.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT TIJDENS HET TANKEN
Gebruik de telefoon niet in een benzinestation. Gebruik het apparaat niet in de
nabijheid van brandstof of chemicaliën.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN DE BUURT VAN EXPLOSIEVEN
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Gebruik de telefoon niet
waar explosieven worden gebruikt.
GEBRUIK HET APPARAAT VERSTANDIG
Gebruik het apparaat alleen in de normale positie zoals in de
productdocumentatie wordt uitgelegd. Raak de antenne niet onnodig aan.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.
MAAK BACK-UPS
Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de
telefoon zijn opgeslagen.
AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de
handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide
veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
ALARMNUMMER KIEZEN
Controleer of de telefoon ingeschakeld en operationeel is. Druk zo vaak als nodig
is op om het scherm leeg te maken en terug te keren naar het startscherm.
Toets het alarmnummer in en druk op . Geef op waar u zich bevindt.
Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen.
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor
gebruik in het EGSM 900- en GSM 1800-netwerk. Neem contact op met uw serviceprovider
voor meer informatie over netwerken.
Houd u bij het gebruik van de functies van dit apparaat aan alle regelgeving en eerbiedig de
privacy en legitieme rechten van anderen.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de
alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in
wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan
veroorzaken.
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van draadloze
diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van de functies die
beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten zijn mogelijk niet in alle
netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke regelingen moet treffen met uw
serviceprovider voordat u de netwerkdiensten kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw
serviceprovider extra instructies voor het gebruik van de diensten en informatie over de
bijbehorende kosten. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van
netwerkdiensten negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen
ondersteuning voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of
niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw
apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal geconfigureerd zijn. Deze configuratie
kan menunamen, de menuvolgorde en symbolen betreffen. Neem contact op met uw
serviceprovider voor meer informatie.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/ IP-protocollen. Sommige functies van dit apparaat, zoals multimediaberichten (MMS)
en browsen, vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld geheugen:
contacten; tekst- en multimediaberichten; distributielijsten; afbeeldingen en beltonen in
het menu Galerij; agendanotities en Java
een of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de overige
functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen opslaat, kan al het
beschikbare geheugen worden opgebruikt. Uw apparaat kan een bericht weergeven dat het
geheugen vol is wanneer u een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt.
Verwijder in dit geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die
in het gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals cache en bookmarks
is mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast het
geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.
tm
-spelletjes en toepassingen. Door het gebruik van
■ Laders en toebehoren
Controleer het modelnummer van uw lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit
apparaat is bedoeld voor gebruik met de volgende voedingsbronnen: AC-1, ACP-7, ACP-8,
ACP-12, LCH-9 en LCH-12.
Waarschuwing: Gebruik alleen batterijen, laders en toebehoren die door Nokia
zijn goedgekeurd voor gebruik met dit model. Het gebruik van alle andere types
kan de goedkeuring of garantie doen vervallen en kan gevaarlijk zijn.
Waarschuwing: Gebruik de Nokia Oprolbare hoofdtelefoon HDC10 niet in
combinatie met deze telefoon.
De sticker bevat belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning.
Bewaar deze sticker op een veilige plaats.
Bevestig de sticker op uw garantiekaart.
■ Toegangscodes
• Beveiligingscode: deze code wordt bij de telefoon geleverd en beveiligt uw
telefoon tegen onbevoegd gebruik. De standaardcode is 12345.
Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 73 voor meer informatie over de
beveiligingscode.
• PIN-code: deze code, die bij sommige SIM-kaarten geleverd wordt, beveiligt
de kaart tegen onbevoegd gebruik. Als u de functie PIN-code vragen in het
menu Beveiligingsinstellingen activeert, wordt naar de code gevraagd telkens
als de telefoon wordt ingeschakeld.
Als u driemaal na elkaar een onjuiste PIN-code invoert, wordt de SIM-kaart
geblokkeerd. U moet de PUK-code invoeren om de blokkering van de SIM-kaart
op te heffen en een nieuwe PIN-code in te voeren.
• PIN2-code: deze code, die bij sommige SIM-kaarten geleverd wordt, is nodig
om toegang te krijgen tot bepaalde functies, zoals kostentellers.
Selecteer Toegangscodes in het menu Beveiligingsinstellingen als u de
beveiligingscode, PIN-code en PIN2-code wilt wijzigen. Houd de nieuwe codes
geheim en bewaar deze op een veilige plaats uit de buurt van de telefoon.
• PUK-code en PUK2-code: deze codes worden bij sommige SIM-kaarten
geleverd. Neem contact op met uw serviceprovider als dit niet het geval is.
• Blokkeerwachtwoord: deze code hebt u nodig wanneer u de functie Oproepen
blokkeren in het menu Beveiligingsinstellingen gebruikt.
■ Lichtwaarschuwingen
Bij sommige functies van de telefoon kunt u worden gewaarschuwd door een
knipperende display- of toetsenbordverlichting. In de volgende gevallen kan een
lichtwaarschuwing worden gegeven:
• Bij inkomende oproepen.
• Bij inkomende SMS- of multimediaberichten.
• Wanneer het tijdstip van een agendanotitie of een timerinstelling is
aangebroken, er een alarm wordt geactiveerd door de alarmklok of de batterij
bijna leeg is.
U kunt de lichtwaarschuwingen activeren met de functie Verlichtingsreeks in het
menu Profielen. Zie pagina 61.
■ Content en toepassingen downloaden
U kunt mogelijk nieuwe content (bijvoorbeeld afbeeldingen en beltonen) en Javatoepassingen van internetsites naar de telefoon downloaden (netwerkdienst).
In het apparaat zijn mogelijk vooraf een aantal bookmarks geïnstalleerd voor sites die niet
met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund.
Als u deze sites wilt bezoeken, moet u op het gebied van beveiliging of inhoud dezelfde
voorzorgsmaatregelen treffen als die u voor andere sites treft.
Belangrijk: Installeer en gebruik alleen toepassingen en andere software van
bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden tegen schadelijke
software.
■ GPRS
GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele
telefoons kunnen worden gebruikt voor het verzenden en ontvangen van
gegevens via een IP-netwerk (Internet Protocol). Via een GPRS-verbinding kunt u
bijvoorbeeld multimediaberichten verzenden en ontvangen (netwerkdienst).
U kunt gebruikmaken van de GPRS-dienst door u hierop te abonneren via de
netwerkoperator of serviceprovider en door de GPRS-instellingen op te slaan voor
de functies die u via het GPRS-netwerk wilt gebruiken. Neem contact op met de
netwerkoperator of serviceprovider voor informatie over beschikbaarheid,
tarieven en verbindingssnelheden.
Voor sommige toepassingen, zoals browsen door WAP- of xHTML-pagina’s, kunt u
een keuze maken tussen GPRS en GSM-gegevens (CSD, Circuit Switched Data).
Zie GPRS-verbinding op pagina 67 voor informatie over de pictogrammen die
tijdens een GPRS-verbinding worden weergegeven.
Kijk op www.nokia.com/support of uw lokale website van Nokia voor de nieuwste
versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor
uw Nokia-product.
Op de website vindt u informatie over het gebruik van Nokia-producten en
diensten. Raadpleeg de lijst met plaatselijke contactcentra van Nokia op
www.nokia.com/customerservice als u contact wilt opnemen met de
klantenservice.
Raadpleeg de lijst met plaatselijke servicecentra van Nokia op
www.nokia.com/repair als u contact wilt opnemen met een onderhoudsdienst.
Hiermee kunt u door namen, telefoonnummers, menu's of instellingen
bladeren. Tijdens een gesprek kunt u op of drukken om het volume
van de hoofdtelefoon te verhogen of te verlagen. Druk vanuit de standbymodus op
• of om de namen en telefoonnummers weer te geven die zijn
opgeslagen in Contacten.
• om een bericht in te toetsen.
• om de agenda te openen.
Denk eraan eerst de tijd en datum in te stellen.
8. Met kunt u een telefoonnummer kiezen en oproepen beantwoorden.
Vanuit de standby-modus kunt u met deze toets de lijst met laatstgekozen
nummers weergeven.
9. Met kunt u het actieve gesprek beëindigen of een oproep weigeren en de
telefoon in- en uitschakelen. Hiermee sluit u elke functie af.
U kunt ook elke functie afsluiten door de klep te sluiten.
10. - kunt u cijfers en letters invoeren.
en worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies
Houd alle SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart voor informatie over het gebruik van SIMdiensten. Dit kan de serviceprovider, netwerkoperator of een andere leverancier zijn.
Open het klepje van de SIM-kaart aan de
zijkant van de telefoon door dit naar buiten
te trekken en naar beneden te buigen (1).
Plaats de SIM-kaart in de telefoon met de
afgeronde hoek naar rechts gericht (2).
Schuif de SIM-kaart naar binnen en sluit
het klepje (3).
Als u de SIM-kaart verwijdert terwijl u de
telefoon gebruikt, wordt SIM plaatsen
weergegeven in het display. Plaats de SIMkaart in de telefoon en toets uw PIN-code
in om de telefoon opnieuw in te schakelen.
Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet u
de klep openen zoals wordt weergegeven in
de afbeelding. Probeer de klep niet verder te
openen dan het scharnier toelaat.
Sluit de klep door de uiteinden van de
telefoon tegen elkaar te plaatsen, niet door op
het scharnier te drukken.
■ De telefoon in- en uitschakelen
Houd de aan / uit-toets gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt.
• Als de PIN-code of beveiligingscode wordt gevraagd, toetst u de code in en
drukt u op OK.
• Neem contact op met de netwerkoperator of serviceprovider als de tekst SIM
plaatsen wordt weergegeven terwijl de SIM-kaart juist is geplaatst, of als SIMkaart niet ondersteund wordt weergegeven. De telefoon ondersteunt geen 5-
volts SIM-kaarten en de kaart moet mogelijk worden verwisseld.
Opmerking: Zoals voor alle andere radiozendapparatuur
geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden
vermeden als het apparaat is ingeschakeld. Het aanraken
van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de
gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat het apparaat
meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is. U kunt de
prestaties van de antenne en de levensduur van de
batterij optimaliseren door het antennegebied niet aan te
raken wanneer u het apparaat gebruikt.
1. Open de klep en toets het netnummer en abonneenummer in.
Voor internationale gesprekken: druk tweemaal op voor het plusteken
(+) en toets de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het
abonneenummer in.
Druk op Wis om het laatst ingetoetste cijfer te verwijderen.
2. Druk op om het nummer te bellen. Druk op of om het volume
van de hoofdtelefoon te verhogen of te verlagen.
3. Druk op of sluit de klep om het gesprek te beëindigen of het kiezen te
onderbreken.
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Druk vanuit de standby-modus op of om te zoeken naar de gewenste
naam. Druk op om het nummer te bellen.
Een van de laatstgekozen nummers herhalen
Als u een van de laatste twintig gekozen nummers opnieuw wilt kiezen, drukt u
vanuit de standby-modus eenmaal op , bladert u naar het gewenste
telefoonnummer en drukt u op .
Houd ingedrukt vanuit de standby-modus of druk op en om uw
voicemail te bellen (netwerkdienst).
Wanneer u een spraakbericht hebt ontvangen, wordt bovenaan in het display
weergegeven (netwerkdienst). Druk op Luister om het voicemailnummer te bellen.
Zie Spraakberichten op pagina 48 voor meer informatie over de spraakberichten.
Snelkeuzetoetsen
Als u een telefoonnummer hebt geprogrammeerd onder een van de
snelkeuzetoetsen tot en met , kunt u dat nummer op een van de volgende
manieren bellen:
• Druk vanuit de standby-modus op de gewenste cijfertoets en op .
• Als de functie Snelkeuze is ingeschakeld, houdt u de snelkeuzetoets ingedrukt
in de standby-modus totdat het kiezen is gestart.
Zie Snelkeuze op pagina 60 voor meer informatie over het instellen van
snelkeuzetoetsen.
Zie Oproepinstellingen op pagina 68 voor meer informatie over de functie
Snelkeuze.
Bewerkingen tijdens een gesprek
Als u tijdens een gesprek op Opties drukt, hebt u de volgende mogelijkheden:
Microfoon uit of Microfoon aan, Beëindigen, Alles afsluiten, Contacten, Menu,
Standby of Uit standby, Nieuwe oproep (netwerkdienst), Conferentie
Hoofdtelefoon, Autom. vol. aan of Autom. volume uit.
Selecteer
• Autom. vol. aan / Autom. volume uit om de automatische volumeregeling in of
uit te schakelen. Zie Oproepinstellingen op pagina 68.
• Doorverbinden om het gesprek in de wachtstand te verbinden met het actieve
gesprek en zelf de verbinding te verbreken.
• Hoofdtelefoon om het actieve gesprek door te schakelen naar het
respectievelijke toebehoren als dit op de telefoon is aangesloten.
Als u tijdens een gesprek een ander nummer wilt bellen (netwerkdienst), drukt u
op Opties en selecteert u Nieuwe oproep. Toets het telefoonnummer in of haal het
op uit de lijst met contacten en druk op Bellen of op . Het eerste gesprek
wordt in de wachtstand geplaatst.
• Als u wilt schakelen tussen de twee gesprekken, drukt u op Wisselen of op
. U kunt het actieve gesprek beëindigen door op te drukken of door
op Opties te drukken en Beëindigen te selecteren. Druk op Opties en selecteer
Alles afsluiten als u beide gesprekken wilt beëindigen.
• Als u de twee gesprekken wilt opnemen in een conferentiegesprek
(netwerkdienst), drukt u op Opties en selecteert u Conferentie. Als u een privégesprek met een van de deelnemers wilt voeren, selecteert u Privé-oproep en
selecteert u de gewenste deelnemer. Als u weer aan het conferentiegesprek
wilt deelnemen, selecteert u Conferentie. Druk op als u het gesprek wilt
beëindigen.
Open de klep en druk op om de oproep te beantwoorden. Als u niet binnen 5
seconden op drukt, wordt de oproep automatisch beantwoord. Als u de
beltoon wilt uitschakelen, drukt u op Stil.
Als u het gesprek in de wachtstand wilt weigeren, drukt u op of kiest u Opties
en selecteert u Weigeren. U kunt ook de klep openen en binnen anderhalve
seconde weer sluiten als u een oproep wilt weigeren. Het geweigerde gesprek
wordt doorgeschakeld als u een optie voor doorschakelen hebt ingesteld,
bijvoorbeeld Doorschakelen indien in gesprek.
Wachtfunctie
Als u de functie Wachtfunctieopties in het menu Oproepinstellingen hebt
geactiveerd, kunt u een oproep beantwoorden terwijl een gesprek actief is
(netwerkdienst). Druk op Opnemen of op om het gesprek in de wachtstand te
beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst.
■ Toetsen blokkeren
U kunt het toetsenblok blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongeluk
worden ingedrukt.
Druk vanuit de standby-modus op Menu en vervolgens snel op om de toetsen
te blokkeren. De toetsblokkering wordt niet geactiveerd wanneer u de klep sluit.
Als de toetsen geblokkeerd zijn, wordt bovenaan in het display weergegeven.
Als u de toetsen wilt vrijgeven, drukt u op Vrijgeven en vervolgens snel op .
Als de toetsen geblokkeerd zijn, kunt u een oproep beantwoorden door op te
drukken. Tijdens een gesprek kan de telefoon op de normale wijze worden
gebruikt. Wanneer u het gesprek wilt beëindigen of weigeren, worden de toetsen
automatisch geblokkeerd.
U kunt instellen dat de toetsen na een bepaald tijdsinterval automatisch moeten
worden geblokkeerd. Zie Automatische toetsblokkering op pagina 71.
Wanneer het toetsenslot is ingeschakeld, kunt u soms nog wel het geprogrammeerde
alarmnummer kiezen.
U kunt op twee verschillende manieren tekst intoetsen: via de methode voor
gewone tekstinvoer en via de methode voor tekstinvoer met woordenboek
.
Druk tweemaal op om tijdens het intoetsen van tekst snel te wisselen tussen
de invoermethoden.
Gewone tekstinvoer: druk op de toets waarbij de gewenste letter staat
aangegeven totdat deze wordt weergegeven in het display.
Tekstinvoer met woordenboek:
1. Toets het woord in door eenmaal op elke toets te drukken voor een letter. Het
woord verandert na elke toetsaanslag. Als u bijvoorbeeld Nokia wilt intoetsen
als de Nederlandse taal is geselecteerd, drukt u op , , , en
.
2. Als het gewenste woord wordt weergegeven, drukt u op en toetst u het
volgende woord in.
• Als u het woord wilt wijzigen, drukt u op totdat het gewenste woord
wordt weergegeven.
• Als een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven, staat het
woord niet in het woordenboek. Als u het woord wilt toevoegen aan het
woordenboek, drukt u op Spellen, toetst u het woord in (via normale
tekstinvoer) en drukt u op OK.
• Druk op of om de cursor naar links of naar rechts te verplaatsen.
• Als u een spatie wilt invoegen, drukt u op .
• Druk op Wis om een teken links van de cursor te verwijderen. Houd Wis
ingedrukt om het display te wissen.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of tussen gewone
tekstinvoer en tekstinvoer met woordenboek, drukt u op totdat de
gewenste invoermethode is geactiveerd (zie de indicator bovenaan in het
display).
• Houd ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers.
• Als u een cijfer wilt toevoegen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
• Houd ingedrukt voor een lijst met speciale tekens. Selecteer het gewenste
teken en druk op Kiezen. In de gewone tekstinvoer kunt u ook
interpunctietekens en bepaalde speciale tekens invoegen door herhaaldelijk op
te drukken.
• Gewone tekstinvoer: als u een letter wilt intoetsen die zich op dezelfde toets
bevindt als de vorige letter, drukt u op of (of wacht u totdat de
cursor wordt weergegeven) en toetst u vervolgens de nieuwe letter in.
• Tekstinvoer met woordenboek: als u een samengesteld woord wilt invoegen,
toetst u eerst de eerste helft van het woord in, drukt u op en toetst u de
tweede helft in.