Nikon D200 User Manual [nl]

De Nikon gids voor digitale fotografie
met de
digitale camera
Nl

Over deze handleiding

De onderwerpen in deze handleiding zijn gerangschikt in oplopende moeilijkheidsgraad.
Deze hoofdstukken behandelen alles wat nodig
is voor eenvoudige richt-en-schiet-fotogra e.
Bekijk de namen van de cameraonderdelen goed en maak de camera gebruiksklaar.
Instructies: Fotograferen en weergeven (p. 17)
De basishandelingen die nodig zijn voor het maken en afspelen van foto’s.
Naslaginformatie: Meer over foto’s maken (p. 26)
Speel met de belichting en verken de creatieve mogelijkheden van enkele van de meer geavanceerde instellingen van de camera.
Naslaginformatie: Meer over foto’s weergeven (p. 98)
Leer meer over het afspelen, naar de computer overspelen en het printen van foto’s.
Instellingen: Basisinstellingen (p. 115)
Basisinstellingen van de camera, inclusief het formatteren van geheugenkaarten en het instellen van de cameraklok.
Instellingen: Opname- en weergave-instellingen, persoonlijke instel­lingen (p. 124)
Lees dit hoofdstuk voor meer informatie over de persoon­lijke instellingen en de opname- en weergave-opties.
Technische gegevens (p. 173)
Lees dit hoofdstuk voor informatie over cameraspecifi caties, accessoires en het oplos­sen van problemen.
Lees deze hoofdstukken voor een complete
omschrijving van de werking van de camera.
Handelsmerkinformatie
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. Lexar Media is een handels­merk van Lexar Media Corporation. Microdrive is een handelsmerk van Hitachi Global Storage Technologies in de Verenigde Staten en andere landen. Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. PictBridge is een handelsmerk. Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw Nikon product worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Inleiding
Instructies Fotograferen en weergeven
Naslaginformatie Meer over foto’s maken
Meer over foto’s weergeven
Instellingen Basisinstellingen:
Het setup-menu
Opname-opties: Het opnamemenu
Weergaveopties: Het weergavemenu
Persoonlijke instellingen: Het menu Persoonlijke instellingen
Technische gegevens
i

Voor uw veiligheid

Om schade aan uw Nikon product of letsel voor uzelf of anderen te voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u deze apparatuur gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen.
De consequenties voor het niet opvolgen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen, informatie die u voor gebruik van dit Nikon product moet lezen om mogelijk letsel te voorkomen.
WAARSCHUWINGEN
Kijk niet via de zoeker in de zon
In de zon of andere sterke lichtbronnen kijken via de zoeker, kan tot blijvende vermindering van het gezichtsvermogen leiden.
Onmiddellijk uitschakelen in geval van storing
Indien u ontdekt dat er rook of een on­gewone geur vrijkomt uit het apparaat of de lichtnetadapter (apart leverbaar), ont­koppelt u onmiddellijk de lichtnetadapter van het lichtnet en verwijdert u de bat­terij; pas daarbij op dat u zich niet brandt. Voortgaand gebruik kan leiden tot letsel. Breng na het verwijderen van de batterij de apparatuur naar een door Nikon er­kend servicecentrum.
Niet gebruiken in de nabijheid van ontvlambaar
gas
Gebruik elektronische apparatuur niet in de nabijheid van ontvlambaar gas, omdat dit kan leiden tot explosie of brand.
Doe de draagriem niet om de hals van kinderen
Het om de nek dragen van de camera door een kind kan leiden tot verstikking.
ii
Haal het apparaat niet uit elkaar
Aanraking van inwendige onderdelen kan tot letsel leiden. In geval van een de­fect mag dit product uitsluitend worden gerepareerd door een gekwalifi ceerde re­parateur. Mocht het product openbarsten als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter en breng het product vervolgens naar een door Nikon geautori­seerd servicecentrum voor inspectie.
Neem de juist voorzorgen in acht bij het gebruik
van batterijen
Batterijen kunnen bij onjuist gebruik lekken of exploderen. Neem de volgende voorzorgen in acht wanneer u bezig bent met de batte­rijen die in dit product worden gebruikt:
• Zorg ervoor dat het product is uitgescha­keld voordat u de batterij vervangt. Als u een lichtnetadapter gebruikt, dient u deze los te koppelen.
Gebruik alleen batterijen die zijn goedge­keurd voor gebruik in dit apparaat. Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batte­rijen van verschillend type door elkaar.
• Plaats batterijen niet ondersteboven of achterstevoren.
• U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen.
• Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen.
• U mag batterijen niet blootstellen aan of onderdompelen in water.
• Plaats het afdekkapje van de batterij te­rug wanneer u de batterij vervoert. Ver­voer of bewaar batterijen niet samen met metalen objecten, zoals halskettingen of haarspelden.
• Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen, dient u een lege batterij te verwijderen.
• Plaats het afdekkapje op de contact­punten en berg de batterij op een koele plaats op als de batterij niet in gebruik is.
• Direct na gebruik, of als het product gedurende langere tijd op batterijen is gebruikt, kan de batterij heet zijn. Zet de camera daarom uit en laat de batterij af­koelen voor u deze verwijdert.
• Stop onmiddellijk met het gebruik van een batterij als u veranderingen opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
Gebruik de juiste kabels
Als u kabels op de in- en uitvoeraan­sluitingen gaat aansluiten, gebruik dan uitsluitend de meegeleverde kabels, of kabels die Nikon voor het beoogde doel aanbiedt. Op die manier bent u verzekerd van een optimale werking.
Buiten bereik van kinderen houden
Negeren van deze waarschuwing kan lei­den tot letsel.
Cd-roms
De cd-roms waarop de software en de handleiding worden gedistribueerd mo­gen niet op audio-cd-apparatuur worden afgespeeld. Het afspelen van cd-roms op een audio-cd-speler kan tot gehoorver­lies of schade aan de apparatuur leiden.
Wees voorzichtig bij het gebruik van de  itser
• Pas op dat het fl itsvenster niet in aanra­king is met een persoon of een object als u de fl itser gebruikt. Anders kan de persoon zich branden of kan er vuur ont­staan.
• Gebruik van de fl itser dicht bij de ogen kan leiden tot tijdelijke vermindering van het gezichtsvermogen. Pas extra op bij het fotograferen van kleine kinderen; de fl itser mag niet dichterbij worden gehou­den dan een meter.
Gebruik van de zoeker
Bij het gebruik van de oogsterktecorrec­tie-instelling met het oog aan de zoeker dient u op te passen dat u niet per onge­luk met uw vinger in uw oog steekt.
Vermijd contact met vloeibare kristallen
Mocht de monitor stuk gaan, pas dan op dat u geen letsel oploopt door het gebro­ken glas en voorkom dat vloeibare kristal­len van de monitor in aanraking komen met de huid of in ogen of mond komen.
iii

Opmerkingen

• Niets van de handleidingen die bij dit product zijn geleverd mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, opgeslagen in een archiefsysteem of vertaald in enige taal in enige vorm, met enig middel, zonder voor­afgaande schriftelijk toestemming van Nikon.
• Nikon behoudt zich het recht voor de speci­fi caties van de hardware en software die in deze handleidingen wordt beschreven op enig moment zonder voorafgaande aankon­diging te wijzigen.
• Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortkomt uit het gebruik van dit product.
• Hoewel alles in het werk is gesteld om te zor­gen dat de informatie in deze handleidingen juist en compleet is, stellen we het zeer op prijs als u de Nikon importeur op de hoogte wilt stellen van eventuele onjuistheden of omissies (adres aanwezig in overige docu­mentatie).
iv
Pictogram voor gescheiden inzameling in Europese landen
Dit pictogram geeft aan dat dit product via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd.
Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen:
• Dit product is ontworpen met het oog op gescheiden inzameling via een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi dit product niet weg als huishoudafval.
• Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier of de locale autoriteit die verant­woordelijk is voor afvalverwerking.
Mededeling betreff ende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let er op dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of overheidsobliga­ties, zelfs als dergelijke kopieën of reproducties voorzien zijn van een stempel ‘Voorbeeld’.
Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buiten­land in circulatie zijn, is verboden.
Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven zegels of van gecertifi ­ceerde, door de wet voorgeschreven docu­menten is verboden.
Opslagapparatuur in de afvalverwerking
Houd er rekening mee dat het wissen van beelden of het formatteren van geheugenkaarten of andere opslagmedia de oorspronkelijke beelddata niet geheel verwijdert. Gewiste bestanden kunnen soms van weggegooide opslagapparatuur worden teruggehaald met commercieel ver­krijgbare software, wat een potentiële bron is van misbruik van persoonlijke beeldbestanden. De verantwoordelijkheid voor de privacy omtrent dat soort bestanden ligt bij de gebruiker.
Voordat u een opslagapparaat weggooit of overdraagt aan iemand anders dient u alle bestanden te wissen met commercieel verkrijgbare verwijderingssoftware of formatteert u het apparaat en laadt u het vervol­gens geheel met beelden die geen privé-informatie bevatten (bijvoorbeelden foto’s van een egale lucht). Denk er aan dat u eventueel ook de beelden vervangt die u gebruikt voor de vooringestelde witbalans. Denk eraan letsel of schade aan voorwerpen te vermijden bij het fysiek vernietigen van opslagapparaten.
• Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde ko­pieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren, uitgegeven door commercië­le instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeau­certifi caten, etc.), reispassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een be­drijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of re­produceren van door de overheid uitgegeven pas­poorten, vergunningen afgegeven door overheids­instanties en andere instellingen, identiteitskaarten en kaartjes zoals passen en maaltijdcoupons.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrech­terlijk beschermde creatieve werken zoals boe­ken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, fi lms en foto’s is verboden bij nati­onale en internationale wetten. Gebruik dit pro­duct niet voor het maken van illegale kopieën of voor inbreuk maken op het auteursrecht.
v
Inleiding
..................................................................................................................
Instructies:
Fotograferen en weergeven
..............................................................
1 17
Naslaginformatie
....................................................................................................
2 23
Naslaginformatie:
Meer over foto’s maken
..........................................................
2 26

Inhoud

Voor uw veiligheid ............................................................................................................................ ii
Opmerkingen ...................................................................................................................................... iv
Inleiding
Instructies:
Naslaginformatie
Naslaginformatie:
.................................................................................................................. 11
Kennismaking met de camera ...................................................................................................... 2
Eerste stappen .................................................................................................................................... 8
Objectief bevestigen ...................................... 8
Batterij laden en plaatsen ............................ 10
Basisinstellingen ................................................ 12
Fotograferen en weergeven
Eenvoudig fotograferen .................................................................................................................. 17
Eenvoudig weergeven ..................................................................................................................... 22
Gebruik van cameramenu’s ........................................................................................................... 24
Een opnamestand kiezen ............................................................................................................... 26
Beeldkwaliteit en -grootte ............................................................................................................. 28
Beeldkwaliteit ..................................................... 28 Beeldformaat ....................................................... 32
ISO-gevoeligheid ............................................................................................................................... 33
Witbalans .............................................................................................................................................. 35
Beelden optimaliseren ..................................................................................................................... 45
Kleurruimte .......................................................................................................................................... 50
Scherpstelling ..................................................................................................................................... 51
Scherpstelstand ................................................. 51
Scherpstelveld kiezen .................................... 53
AF-veldstand ....................................................... 54
Selectie scherpstelzones .............................. 55
Belichting .............................................................................................................................................. 61
Lichtmeting .......................................................... 61
Belichtingsstand ................................................ 62
Vergrendeling automatische belichting
Flitsfotografi e ...................................................................................................................................... 76
Flitssynchronisatiestanden ......................... 77
Gebruik van de ingebouwde fl itser ...... 78
Zelfontspannerstand ........................................................................................................................ 83
Beeld-op-beeld en Meervoudige Belichting ........................................................................... 84
Intervalfotografi e ............................................................................................................................... 89
Objectieven zonder CPU ................................................................................................................. 93
Een GPS-eenheid gebruiken .......................................................................................................... 96
Reset met twee knoppen ............................................................................................................... 97
....................................................................................................
Meer over foto’s maken
Geheugenkaarten plaatsen ....................... 14
Zoeker op oogsterkte aanpassen ........... 16
..............................................................
..........................................................
Scherpstelvergrendeling ............................. 56
AF-hulpverlichting ........................................... 58
Goede resultaten met autofocus ........... 59
Handmatig scherpstellen ............................ 60
Belichtingscorrectie ........................................ 72
Belichtings- en fl itsbracketing .................. 73
... 70
Flitsbelichtingscorrectie ............................... 80
FV-vergrendeling .............................................. 81
7
3
6
vi
Naslaginformatie: Meer over foto’s weergeven
Naslaginformatie: Meer over foto’s weergeven
...................................................
9 98
Instellingen
.............................................................................................................
11
Technische gegevens
.............................................................................................
17
Foto’s bekijken .................................................................................................................................... 98
Enkel beeld weergeven ................................ 98
Foto-informatie .................................................. 99
Meerdere beelden bekijken:
Miniatuurweergave ......................................... 102
Beelden op TV bekijken ................................................................................................................... 106
Aansluiten op een computer ........................................................................................................ 107
Foto’s printen ...................................................................................................................................... 110
Instellingen
Basisinstellingen: Het setup-menu ............................................................................................. 115
Formatteren ......................................................... 116
LCD-helderheid ................................................. 116
Spiegel omhoog ............................................... 117
Videostand ............................................................ 117
Wereldtijd .............................................................. 117
Taal ............................................................................. 118
Beeldcommentaar ........................................... 118
Opname-opties: Het opnamemenu ........................................................................................... 124
Geh.bank opnamemenu ............................. 125
Opn.menu terugzetten ................................. 127
Mappen .................................................................. 128
Naamgeving bestanden .............................. 129
Beeld optimaliseren ........................................ 129
Kleurruimte .......................................................... 129
Beeldkwaliteit ..................................................... 129
Beeldformaat ....................................................... 130
JPEG compressie ............................................... 130
Weergaveopties: Het weergavemenu ........................................................................................ 133
Wissen ..................................................................... 133
Terugspeelmap .................................................. 135
Diashow ................................................................. 135
Beeld verbergen ................................................ 137
Printopdracht ...................................................... 139
Persoonlijke instellingen ................................................................................................................. 143
Technische gegevens
Optionele accessoires ...................................................................................................................... 173
Behandeling van uw camera ......................................................................................................... 184
Problemen oplossen ......................................................................................................................... 189
Bijlage .................................................................................................................................................... 195
Specifi caties ......................................................................................................................................... 203
Index ....................................................................................................................................................... 208
.............................................................................................................
.............................................................................................
...................................................
Foto’s van dichtbij bekijken:
zoomweergave .................................................. 103
Foto’s tegen verwijderen beveiligen ... 104
Afzonderlijke foto’s verwijderen .............. 105
Autom. beeldrotatie ....................................... 119
Recente instellingen ....................................... 119
USB ............................................................................ 121
Stof referentiefoto ............................................ 121
Batterij-informatie ............................................ 123
Firmware versie .................................................. 123
RAW compressie ............................................... 130
Witbalans ............................................................... 130
Ruisonderdrukking ......................................... 131
Hoge ISO ruisonderd. ..................................... 131
ISO-gevoeligheid .............................................. 132
Beeld-op-beeld .................................................. 132
Meervoudige belicht. .................................... 132
Intervalopnamen .............................................. 132
Niet-CPU objectief ........................................... 132
Weergavestand .................................................. 141
Beeld terugspelen ............................................ 141
Na verwijderen ................................................... 142
Draai portret ........................................................ 142
1155
1733
8
vii
Maak testopnamen
Voordat u bij belangrijke gelegenheden (zoals bruiloften of reizen) foto’s maakt, is het aan te bevelen om een testopname te maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor kosten of gederfde winst als gevolg van het niet goed func­tioneren van het product.
Permanente educatie
Als onderdeel van ons streven naar permanente educatie en voortdurende productonder­steuning en training wordt on line voortdurend actuele informatie beschikbaar gesteld op de volgende websites:
• Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
• Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support
• Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/ Bezoek deze sites voor actuele productinformatie, tips en antwoorden op veelgestelde vragen en voor algemeen advies over digital imaging en fotografi e. Raadpleeg voor meer informatie de dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiging. Bezoek de URL hieronder voor contactgegevens: http://nikonimaging.com/
viii

Inleiding

Gefeliciteerd met uw aanschaf van de Nikon D200 digitale spiegelrefl excamera (SLR) met verwisselbaar objectief. Het doel van deze handleiding is te zorgen dat u met veel plezier met uw digitale Nikon camera zult fotograferen. Lees deze handleiding vóór gebruik grondig door en houd hem tijdens het gebruik van de camera bij de hand. De documentatie voor dit product omvat ook onderstaande handleidingen. Lees alle instructies goed door, zodat u uw camera optimaal kunt gebruiken.
Snelhandleiding: De Snelhandleiding helpt u bij het uitpakken en klaarmaken van uw Nikon digitale camera, bij het maken van uw eerste opnamen en het overspelen van de opnamen naar de computer.
• Softwarehandleiding (op cd-rom): De softwarehandleiding bevat informatie over het gebruik van de software die bij uw camera wordt geleverd. Zie voor informatie over het bekijken van de softwarehandleiding de Snelhandleiding.
Om het vinden van bepaalde informatie te vergemakkelijken, zijn de volgende pictogrammen en weergavemethoden gebruikt:
Dit pictogram staat bij waarschuwingen, infor­matie die u vóór gebruik dient te lezen om te voorkomen dat uw camera schade oploopt.
Dit pictogram staat bij opmerkingen, informatie die u dient te lezen voordat u uw camera gebruikt.
Dit pictogram staat bij instellingen die u met behulp van de cameramenu’s kunt wijzigen.
Objectief
In deze handleiding wordt in de illustraties een AF-S DX 18–70 mm f/3.5–4.5G ED objec­tief gebruikt. De onderdelen van de lens worden hieronder weergegeven.
Scherpstelring: 60
Schaal brandpuntsafstand
Dit pictogram staat bij tips, aanvullen­de informatie die van pas kan komen bij het gebruik van uw camera.
Dit pictogram geeft aan dat er elders in deze handleiding of in de Snelhandleiding meer informatie over dit onderwerp staat.
Dit pictogram staat bij instellingen die u met behulp van het menu Persoonlijke instellingen nauwkeurig kunt afstellen.
Bevestigingsindex: 8
CPU-contacten: 176
Inleiding
Zoomring Schakelaar A-M-selectie:
60
1

Kennismaking met de camera

Neemt u even de tijd om vertrouwd te raken met de bediening en displays van de camera. Misschien vindt u het handig om een boekenlegger bij dit hoofdstuk te leggen, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de
Inleiding—Kennismaking met de camera
handleiding leest.
Camerabody
Accessoireschoentje:
Ingebouwde fl itser:
Ontgrendelingsknop
Selectieknop scherpstelstand:
76
objectief:
19, 51
180
8
Knopje fl itser uitklappen:
78
(fl itssynchronisatie) knop: 78 [ Flitscorrectie:
80]
Flitsaansluiting: 180
Oogje voor camera­riem: 9
10-pins aansluiting voor afstandsbediening:
182
Beschermkap aansluitingen: 106
Video-aansluiting:
DC-IN aansluiting voor optionele
EH-6 lichtnetadapter
106
: 181
USB-aansluiting:
108, 111
2
AF-hulpverlichting: 58
[Zelfontspannerlampje: 83]
[Lampje rode-ogen-reductie: 77]
Inleiding—Kennismaking met de camera
Secundaire instelschijf:
Oogje voor camerariem: 9
Knop voor scherptedieptecontrole:
FUNC. knop:
Batterijvakdeksel:
Vergrendeling batterijvakdeksel:
QUAL (beeldkwaliteit/for-
maat) knop:
[ ● (reset) knop: 97]
Ontgrendeling
keuzeknop:
29, 32
26
170
62
170
11
11
Ontspanknop: 20
(belichtingsstand)
[ (formatteer) knop:
knop: 62
14]
Statiefaansluiting
Hoofdschakelaar: 17 [Verlichtingsschakelaar: 5]
(belich­tingscorrectie) knop: 72 [ ● (reset) knop:
97]
LCD-venster:
5
WB (witbalans)
35–44
knop:
(markering brandvlak): 60
ISO (ISO-gevoeligheid) knop: 33Keuzeknop: 26
3
Camerabody (vervolg)
Oculairrubber
Inleiding—Kennismaking met de camera
(verwijder) knop: 22, 105
[ (formatteer) knop: 14]
(bracketing)
knop: 43, 73
(weergave)
knop: 22, 98
(menu) knop:
(miniaturen)
knop: 102
(beveilig)
knop: 104
[ ? (help) knop:
(enter) knop: 24 [ (zoomweergave)
Monitor: 9, 116, 184
Multi-selector
De multi-selector wordt gebruikt voor menunavigatie en voor het regelen van de foto­informatie die bij weergave te zien is.
Zoekeroculair:
83, 90, 181
24
24]
knop: 103]
Selectieknop AF-veldstand:
Vergrendeling kaartsleufdeksel:
Meer foto-informatie bekijken
Beweeg cursor omhoog
Oogsterktecorrectieknop:
16, 181
Selectieknop lichtmeting:
(AE/AF vergrendeling)
knop: 56, 70
Toegangslampje ge­heugenkaart:
Weergave ( 98) Menunavigatie ( 24)
61
Hoofdinstel­schijf: 170
(AF-ON)
knop: 52
Vergrendeling selectieknop scherpstel­stand:
Kaartsleufdek­sel:
53
14
14
14
54
Vorige foto bekijken
Terug naar vorig menu
4
Annuleren
Meer foto-informatie bekijken
Beweeg cursor omlaag
Volgende foto bekijken
Geef submenu weer
Maak selectie
Aantal weergegeven
beelden wijzigen
Maak selectie
LCD-venster
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1 Kleurtemperatuuraanduiding ....................38
2 Sluitertijd ......................................................... 62–69
Waarde belichtingscorrectie .......................72
Waarde fl itscorrectie .........................................80
ISO-gevoeligheid ................................................33
Fijnregeling witbalans, kleur-temperatuur
of nummer voorinstelling ...................... 37–42
Aantal opnamen in bracketingserie .......73
Aantal intervallen ...............................................91
Brandpuntsafstand (objectief zonder
CPU) ............................................................................94
3 Flitssynchronisatie ..............................................79
4 Aanduiding fl exibel programma ..............63
5 Belichtingsstand ..................................................62
6
Aanduiding voor niet ingestelde klok
...117
7 Beeldgrootte ..........................................................32
18
19
20
21
22
23
24
18 Aanduiding fl itscorrectie ...............................80
19 Aanduiding belichtingscorrectie ..............72
20 ISO-gevoeligheidsaanduiding ...................33
21 Flitswaarde(FV )-vergrendeling ...................81
17
16
15
8 Beeldk waliteit .......................................................28
14
9 Scherpstelveld ......................................................53
13
12
AF-veldstand .........................................................54
11
10 Witbalansstand ....................................................35
11 Aantal resterende opnamen .......................17
10
Aantal resterende opnamen
voor volraken geheugenbuff er ..................27
PC-stand ................................................................108
Opnameaanduiding voorinstelling
witbalans ..................................................................40
12 ‘K’ (verschijnt bij geheugencapaciteit
voor meer dan 1000 opnamen) .................. 7
13 Batterijaanduiding .............................................17
14 Flitssynchronisatiestand .................................77
15 Aanduiding geluidssignaal ........................158
16 Diafragma (f/getal) ...................................62–69
Diafragma (aantal stops) ........................67, 69
Bracketing-stapgrootte ...........................43, 73
Aantal opnamen per interval ......................91
Maximum diafragma (objectief zonder CPU)
Aanduiding PC-verbinding .......................108
17 Aanduiding diafragmastop ..................67, 69
22 Aanduiding beeldcommentaar ..............118
30
29
23 Aanduiding breed AF-veld ...........................56
24 Bank met persoonlijke instellingen ......146
28
25 Instellingenbank opnamemenu ............125
27
26 Bracketingaanduiding ............................. 43, 73
26
Elektronische analoge belichtingsaanduiding
27
Belichtingscorrectie ..........................................72
25
Aanduiding bracketingvoortgang ....43, 73
Aanduiding PC-verbinding .......................108
28 Aanduiding voor GPS-verbinding ............96
29
Aanduiding voor meervoudige belichting
30 Aanduiding intervaltimer ..............................91
Inleiding—Kennismaking met de camera
..95
...69
...87
De LCD-verlichting
Als u de aan-/uitknop op de stand houdt, worden de lichtmeters en de verlichting van het LCD-venster geactiveerd, zodat u dit in het donker kunt afl ezen. Na het loslaten van de hoofdschakelaar blijft de verlichting aan zolang de lichtmeters geactiveerd zijn of tot u een opname maakt.
5
De zoekerdisplay
Inleiding—Kennismaking met de camera
1
2
Wanneer de batterij vrijwel leeg is wordt de display in de zoeker gedimd. De zoekerdisplay
6
keert terug naar de normale werking als er een volle batterij is geplaatst.
3
4
5
1 Compositieraster (verschijnt wanneer
Aan is geselecteerd voor Persoonlijke
Instelling d2 (Rasterweergave) ...........158
2 8 mm referentiecirkel voor centrumge-
richte meting ........................................................61
3 Waarschuwing ‘Geen geheugenkrt’
4 Batterijaanduiding * ...........................................17
5 Zwart-witaanduiding * .....................................45
6 Scherpstelpunten (scherpstelvelden)
normaal kader ..............................................53, 55
7 Scherpstelpunten (scherpstelvelden)
breed kader ............................................................55
8 Scherpstelaanduiding .....................................20
9 Lichtmeting ............................................................61
10 Belichtingsvergrendeling (AE) ....................70
11 Sluitertijd ......................................................... 62–69
12 Diafragma (f/getal) ...................................62–69
Diafragma (aantal stops) ........................67, 69
13 Belichtingsstand ..................................................62
14 Aanduiding fl itscorrectie ...............................80
7
8
19
20 21 24
15 Aanduiding belichtingscorrectie ..............72
16 ISO- gevoeligheid ................................................33
17 Aantal resterende opnamen .......................17
Aantal resterende opnamen
*
voor volraken geheugenbuff er ..................27
...... 7
Opnameaanduiding voorinstelling
witbalans ..................................................................40
Waarde belichtingscorrectie .......................72
Waarde fl itscorrectie .........................................80
Aanduiding PC-verbinding .......................108
18 Flitsgereed-aanduiding ..................................79
19 Flitswaarde(FV )-vergrendeling ...................81
20 Flitssynchronisatie ..............................................79
21 Aanduiding diafragmastop ..................67, 69
22 Elektronische analoge
belichtingsaanduiding ....................................69
Belichtingscorrectie ..........................................72
23
Aanduiding automatische gevoeligheid
24 ‘K’ (verschijnt bij geheugencapaciteit
voor meer dan 1000 opnamen) .................. 7
* Kan worden verborgen met persoonlijke instelling d3 ( 158).
14
119 10
12
15
13
22
23
16 17
18
...153
6
Geavanceerde matglasaanduidingen
Wanneer de achtergrond helder is verschijnt het actieve scherpstelveld ( 53) in zwart. Is de achtergrond donker, dan verschijnt het actieve scherpstelveld kort in rood om het contrast met de achtergrond vast te stellen (‘Vari-Brite’ scherpstelvelden), zodat het mak­kelijker is het scherpstelveld te identifi ceren. De zoeker is tevens uitgerust met oproepbare rasterlijnen. Is Aan geselecteerd voor Persoonlijke Instelling d2 (Rasterweergave; 158), dan verschijnt er een compositieraster over de weergave in de zoeker. Het raster is nuttig voor de compositie van landschapsopnamen en bij de tilt- en shift-verstellingen van een PC Nikkor objectief.
Als gevolg van de aard van dit type zoekerweergave ziet u mogelijk fi jne lijnen die vanuit het geselecteerde scherpstelveld naar buiten toe stralen, of dat de weergave van de zoeker rood wordt als het geselecteerde scherpstelveld oplicht. Dit zijn normale verschijnselen; ze wijzen niet op een storing.
De zoekerdisplay
Het scherpstelveld- en de rasterlijndisplay in de zoeker (geavanceerde matglasweergave) hebben de neiging bij hogere temperaturen lichter te worden; bij lage temperaturen wor­den ze juist donker en werken ze trager. De andere zoekerdisplays hebben de neiging bij hogere temperaturen donkerder te worden en bij lagere temperaturen trager te reageren. Bij kamertemperatuur keren alle displays terug naar hun normale werking.
Geheugenkaarten met een grote capaciteit
Als er genoeg ruimte op de geheugenkaart over is om duizend of meer beelden bij de huidige instellingen op te slaan, wordt het resterend aantal opnamen aangegeven in duizendtallen, afgrond naar het dichtstbijzijnde honderd­tal (bijvoorbeeld: is er ruimte voor circa 1260 beelden, dan geeft de opnameteller aan: 1,2K).
Weergave bij uitgeschakelde camera/geen geheugenkaart
Is de camera uitgeschakeld terwijl er een batterij en een geheugenkaart in zitten, dan blijft het aantal opnamen op de LCD-monitor zichtbaar. Is er geen geheugenkaart aan­wezig, dan is op de LCD-monitor te zien; in de zoeker verschijnt het pictogram.
Inleiding—Kennismaking met de camera
7

Eerste stappen

Objectief bevestigen
Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief is verwij-
Inleiding—Eerste stappen
derd.
Nadat u hebt gecontroleerd of de camera uit-
1
staat, verwijdert u de achterste lensdop en de bodydop van de camera.
Zorg dat het montageteken op het objectief in
2
lijn staat met het montageteken op de camera­body en plaats het objectief in de bajonetvatting van de camera. Pas op dat u niet de ontgren­delknop van het objectief indrukt en draai het objectief tegen de klok in totdat het vastklikt.
Objectieven verwijderen
Denk er goed aan dat de camera uit moet staan als u een objectief verwijdert of verwisselt. Om het objectief te ver­wijderen houdt u de ontgrendelknop ingedrukt terwijl u het objectief met de klok mee draait.
Diafragmaring
Als het objectief is uitgerust met een diafragmaring, vergrendelt u deze op het kleinste diafragma (hoogste f/-getal). Zie de handleiding van het objectief voor meer informatie.
8
Bevestigings-
index
Bevestiging van de camerariem
Bevestig de riem als aangegeven.
Het monitorkapje
Het transparante plastic kapje (het BM-6 LCD-monitor­kapje) wordt bij de camera geleverd om de LCD-monitor schoon te houden en te beschermen wanneer de camera niet wordt gebruikt. Om het kapje te plaatsen steekt u het uitsteeksel aan de bovenzijde van het kapje in de daarvoor bestemde uitsparing boven de cameramonitor (햲); druk vervolgens op de onderzijde van het kapje totdat het op zijn plaats klikt (햳).
Om het kapje te verwijderen pakt u het stevig vast en trekt u de onderkant rustig naar buiten, zoals rechts aangegeven.
Inleiding—Eerste stappen
9
Batterij laden en plaatsen
De meegeleverde EN-EL3e batterij is standaard niet opgeladen. Laad de batterij op met de meegeleverde MH-18a snellader, zoals hieronder wordt beschreven.
Inleiding—Eerste stappen
Batterij opladen
1
1.1 Steek het netsnoer in de lader en steek de
stekker in het stopcontact.
1.2 Plaats de batterij in de lader. Het lampje
CHARGE knippert tijden het opladen van de batterij. Er zijn ongeveer twee uur en een kwartier nodig om een lege batterij geheel op te laden.
1.3 Het laden is voltooid als het lampje CHARGE
stopt met knipperen. Verwijder de batterij uit de lader en trek de stekker uit het stop­contact.
De batterij en de lader
Lees de waarschuwingen op de pagina’s ii-iii en 187–188 van deze handleiding en volg ze op, evenals waarschuwingen en instructies van de batterijfabrikant. Gebruik alleen EN-
EL3e batterijen. De D200 is niet compatibel met de EN-EL3 en EN-EL3a batterijen voor de D100, D70-serie en D50 camera’s of met de MS-D70 CR2 batterijhouder.
Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen onder 0 °C of boven 40 °C. Tijdens het opladen dient de temperatuur in een bereik van circa 5–35 °C te liggen. Voor het beste resultaat doet u er goed aan de batterij op te laden bij een temperatuur van 20 °C of hoger. Denk eraan dat de batterij tijdens het gebruik heet kan worden; laat de batterij afkoelen voordat u deze oplaadt. Als u deze voorzorgsmaatregelen negeert, kan dit beschadiging van de batterij veroorzaken, de prestaties van de batterij verminderen en ervoor zorgen dat deze niet normaal oplaadt.
De capaciteit van de batterij neemt af bij lage temperaturen. Dit kunt u zien aan de aandui­ding voor het batterijniveau. Bij lage temperaturen lijkt een net opgeladen batterij gedeel­telijk ontladen. Bij temperaturen onder circa 5 °C kan de gebruiksduur van de batterij, zoals deze in de weergave Batterij informatie wordt getoond, tijdelijk zijn gereduceerd. De normale weergave wordt weer hersteld bij een temperatuur van circa 20 °C of hoger.
10
Batterij plaatsen
2
2.1 Controleer of de camera uit staat en open
het batterijvak.
2.2 Plaats een geheel geladen batterij in de ca-
mera, als rechts aangegeven. Sluit het deksel van het batterijvak.
EN-EL3e oplaadbare Li-ion batterijen
De EN-EL3e deelt informatie met compatibele apparatuur, waardoor het mogelijk is de batterijstatus in zes niveaus aan te geven op het LCD-venster en als een percen­tage in de weergave Batterij informatie van het setup-menu ( 123). Ook wordt de gebruiksduur van de batterij weergegeven en het aantal opnamen dat werd gemaakt sinds de batterij voor het laatst werd geladen.
Gebruik alleen originele Nikon elektronische accessoires
Nikon camera’s zijn ontworpen volgens de hoogste standaarden en bevatten complexe elektronische schakelingen. Alleen originele Nikon elektronische accessoires (waaronder lenzen, fl itsers, batterijladers, batterijen en lichtnetadapters) die specifi ek zijn bedoeld voor gebruik met deze Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de veiligheids- en functioneringsvoorschriften van deze elektronische schakelingen.
GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN
DE CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN DIE NIET ONDER DE GARANTIE VALT. Het
gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van andere fabri­kanten die niet zijn voorzien van het Nikon holografi sche zegel (zie rechts) kan de normale werking van de camera verstoren of ertoe leiden dat de batterijen oververhit raken, vlam vatten, scheuren of gaan lekken.
Neem contact op met een erkende Nikon dealer voor meer informatie over originele Nikon accessoires.
Batterij verwijderen
Zet de camera uit voordat u de batterij verwijdert. Plaats het beschermkapje terug als de batterij niet wordt gebruikt.
Inleiding—Eerste stappen
11
Basisinstellingen
De taaloptie in het setup-menu wordt automatisch gemarkeerd wanneer menu’s voor het eerst worden weergegeven. Kies een taal en stel de datum en tijd in.
Inleiding—Eerste stappen
1
2
Zet de camera aan en druk op de knop .
Geef het menu Taal weer.
3 4
Selecteer een taal. Terug naar setup-menu.
5
Markeer Wereldtijd.Geef de opties weer.
6
7 8
Markeer Tijdzone. Geef een wereldkaart met tijdzones weer.
9
Selecteer de lokale tijdzone.
* Het veld UTC geeft het verschil in uren aan tussen de geselecteerde tijdzone en de Coor-
dinated Universal Time (UTC).
12
*
10
Terug naar menu WERELDTIJD.
11
Markeer Datum.
† Als de zomertijd van toepassing is in de lokale tijdzone, markeert u Zomertijd en drukt
u de multi-selector naar rechts. Druk de multi-selector omlaag om Aan te selecteren en druk de multi-selector naar rechts. De tijd wordt automatisch één uur vooruit gezet.
13
12
Geef het menu DATUM weer.
Druk de multi-selector naar links of naar rechts om het onderdeel te selecteren en druk de multi-selector omhoog of omlaag om de waarde te wijzigen.
14 15
Terug naar menu WERELDTIJD. Markeer Datumformaat.
16 17
Inleiding—Eerste stappen
Geef de opties weer. Kies de volgorde waarin de
datum wordt weergegeven.
18 19
Terug naar menu WERELDTIJD. Terug naar setup-menu.
Cameramenu’s gebruiken
De taaloptie wordt alleen automatisch geselecteerd wanneer de menu’s voor het eerst worden weergegeven. Zie “Cameramenu’s gebruiken” ( 24–25) voor informatie over het normale gebruik van het menu.
13
1
2
Geheugenkaarten plaatsen
Uw opnamen worden opgeslagen op een CompactFlash geheugenkaart (apart leverbaar).
Inleiding—Eerste stappen
Plaats een geheugenkaart in de camera.
1
1.1 Zet de camera altijd uit voordat u een ge-
heugenkaart plaatst of verwijdert. Ont­grendel (햲) en open (햳) het deksel van de kaartsleuf.
1.2
Plaats de kaart als rechts aangegeven. De uit-
werpknop komt omhoog en het toegangslamp­je van de geheugenkaart brandt ongeveer een seconde. Sluit het deksel van de kaartsleuf.
Geheugenkaarten plaatsen
Controleer of de geheugenkaart in de weergege­ven stand wordt gehouden. Als u de kaart op zijn kop of achterstevoren probeert te plaatsen, zou de camera of de kaart beschadigd kunnen raken. Gebruik geen geweld.
Geheugenkaart formatteren
2
Door het formatteren van een geheugenkaart worden alle opnamen en andere informatie op de kaart gewist. Denk eraan alle bestanden die u wilt behouden eerst op een ander medium te kopiëren voordat u de kaart formatteert.
Voorzijde
Richting van
plaatsing
Contactpunten
Voorzijde
2.1
Zet de camera aan en druk gelijktijdig
gedurende twee seconden op de
knoppen ( en ), totdat
op het LCD-venster en in de zoeker
* Druk op een willekeurige andere knop om te stoppen zonder de geheugenkaart te
14
formatteren.
knippert.
2.2
Druk nogmaals op de knoppen . * Zet
de camera niet uit en verwijder de batterij
of de geheugenkaart niet voordat het
formatteren is voltooid en het LCD-ven-
ster het aantal opnamen aangeeft.
1
2
Geheugenkaart verwijderen
1 Let er op dat het toegangslampje uit is.
2 Zet de camera uit en open het deksel van de kaartsleuf.
3 Druk op de uitwerpknop om de kaart een stukje naar bui-
ten te laten komen (햲). De kaart kan vervolgens met de hand worden verwijderd (햳). Druk niet op de geheugen­kaart als u op de uitwerpknop drukt. Negeren van deze waarschuwing zou schade aan de camera of de geheu­genkaart kunnen veroorzaken.
Illustraties
In illustraties in deze handleiding worden aanduidingen in het LCD-venster en in de zoeker die relevant zijn voor de uitleg in de begeleidende tekst, in zwart weergegeven. Aanduidin­gen die niet in de tekst worden genoemd, worden in grijs weergegeven.
Inleiding—Eerste stappen
15
Zoeker op oogsterkte aanpassen
U bepaalt de beeldcompositie van uw foto’s in de zoeker. Voordat u gaat fotogra­feren dient u ervoor te zorgen dat de weergave van het zoekerbeeld scherp is.
Inleiding—Eerste stappen
Verwijder de lensdop en zet de camera aan.
1
Draai de oogsterktecorrectieknop totdat de
2
scherpstelhaakjes scherp worden weergegeven als de ontspanknop half wordt ingedrukt. Bij ge­bruik van de oogsterktecorrectieknop met het oog aan de zoeker dient u op te passen dat u niet per ongeluk met uw vinger in uw oog steekt.
Scherpstel-
velden
Meter uit
Standaard worden de zoekerdisplay en de diafragma- en sluitertijdaanduidingen in het LCD-venster uitgeschakeld als gedurende circa zes seconden geen handelingen plaatsvinden (meter uit), zodat de gebruiksduur van batterij wordt verlengd. Druk de ontspanknop half in om de weergave weer te activeren.
16
Instructies:
Fotograferen en weergeven

Eenvoudig fotograferen

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met de standaardinstellingen foto’s maakt.
Zet de camera aan
1
1.1 Verwijder de lensdop en zet de camera aan.
Het LCD-venster wordt ingeschakeld en de display in de zoeker licht op. Tijdens het fo­tograferen blijft de LCD-monitor uit.
1.2 Controleer het batterijniveau in de zoeker of
op het LCD-venster.
LCD-
Zoeker Beschrijving
venster
(knippert)
Batterijniveau verschijnt niet wanneer camera worden gevoed met op­tionele lichtnetadapter.
— Batterij volledig opgeladen.
— Batterij gedeeltelijk ontladen.
Batterij bijna leeg. Houd volle reservebatterij gereed. Sluiter kan niet worden ontspan-
(knippert)
nen. Verwissel batterij.
Instructies—Eenvoudig fotograferen
1.3 De opnameteller in het LCD-venster en de
zoeker geeft het aantal foto’s aan dat op de geheugenkaart kan worden opgeslagen. Controleer het aantal resterende opnamen.
Als er niet voldoende geheugen is om met de huidige instellingen nog foto’s op te slaan, zal de display knipperen als rechts weergegeven. Er kunnen verder geen foto’s worden gemaakt totdat de geheugenkaart is vervangen of er foto’s zijn gewist.
17
Pas camera-instellingen aan
1
2
2
In deze instructies wordt beschreven hoe u foto’s maakt met de standaardin­stellingen die u in onderstaande tabel vermeld ziet, bij gebruik van een G of D objectief. Zie het Naslaghoofdstuk voor informatie over terugzetten van deze instellingen op hun standaardwaarden.
LCD-venster
Instructies—Eenvoudig fotograferen
Belichtings-
stand
Beeldgrootte
Beeldkwaliteit
Scherpstelveld Witbalans
Zoeker
ISO-gevoeligheid
Optie Standaard Beschrijving
Beeldkwa-
liteit
Beeld-
grootte
ISO-
gevoelig-
heid
Witbalans
Belich-
tingsstand
Scherp­stelveld
NORM
(JPEG Normaal)
L
(Groot)
100
A
(Auto)
(Geprogrammeerd
automatisch)
Centraal scherp-
stelveld
Balans tussen beeldkwaliteit en bestandsgrootte is ideaal voor snapshots.
Beelden zijn 3872×2592 pixels groot. 32
ISO-gevoeligheid (digitale equivalent van fi lm­gevoeligheid) ingesteld op waarde die ruwweg overeenkomt met ISO 100. De witbalans wordt automatisch ingesteld voor een natuurlijke kleurweergave bij de meeste soorten verlichting.
Ingebouwd belichtingsprogramma regelt auto­matisch sluitertijd en diafragma voor optimale belichting in de meeste situaties.
Camera stelt scherp op onderwerp in centraal scherpstelveld.
28–
33–
35–
62–
31
34
44
69
53
2.1 Ontgrendel de keuzeknop (햲) terwijl u de
keuzeknop (햳) instelt op S (enkelbeeld). Bij deze instelling maakt de camera een foto per keer dat de ontspanknop wordt inge­drukt.
2.2 Draai aan de selectieknop scherpstelstand
totdat hij inklikt op (enkelvelds-AF). Bij deze instelling stelt de camera scherp op het onderwerp in het scherpstelveld dat door de gebruiker is gekozen.
18
2.3 Draai aan de selectieknop scherpstelstand
totdat hij vastklikt op S (enkelvoudige AF). Bij deze instelling stelt de camera automatisch scherp wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Er kan alleen een foto worden ge­maakt als de camera heeft scherpgesteld.
2.4 Zet de keuzeknop voor het lichtmeetsysteem
op (matrixmeting). Matrixmeting gebruikt informatie van alle delen van het beeld om de belichting te bepalen en zorgt zo voor optimale resultaten voor het gehele beeld. Er verschijnt een pictogram in de zoeker.
Bepaal de beeldcompositie
3
3.1 Houd de camera vast als aangegeven.
Vasthouden van de camera
Houd de handgreep in uw rechterhand en onder­steun de camera of het objectief met uw linker­hand. Houd voor ondersteuning uw ellebogen tegen uw lichaam gedrukt en plaats een voet een halve pas naar voren om uw bovenlichaam stabiel te houden.
3.2 Bepaal via de zoeker de beeldcompositie,
waarbij het hoofdonderwerp zich in het centrale scherpstelveld bevindt.
Instructies—Eenvoudig fotograferen
Scherp­stelveld
19
Scherpstelling
4
Druk de ontspanknop half in om de scherpstel­ling te activeren. Als de camera in staat is om scherp te stellen op het onderwerp in het cen­trale scherpstelveld, klinkt er een geluidsignaal en de scherpstelindicator () verschijnt in de zoeker (als de scherpstelindicator knippert, was
Instructies—Eenvoudig fotograferen
de camera niet in staat met autofocus scherp te stellen). De scherpstelling wordt vergrendeld als de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Als het onderwerp donker is kan de AF-hulp­verlichting mogelijk in werking treden om de scherpstelling te ondersteunen.
Controleer de belichting
5
In de belichtingsstand P (geprogrammeerd auto­matisch) stelt de camera automatisch sluitertijd en diafragma in wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Controleer voordat u de foto maakt sluitertijd en diafragma in de zoeker. Als de foto met de huidige instellingen zou worden onder- of overbelicht, zou een van de volgende aanduidingen verschijnen.
Symbool Beschrijving
Foto wordt overbelicht. Gebruik optioneel grijsfi lter (ND). Foto wordt onderbelicht. Gebruik fl itser of verhoog ISO-gevoeligheid.
De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps-ontspanknop. De camera stelt scherp als de ontspan­knop half wordt ingedrukt. De scherpstelling blijft vergrendeld zolang de ontspanknop half ingedrukt blijft. Om de foto te maken, drukt u de ontspanknop verder in.
Vergrendel de scherpstelling
20
Maak de foto
Loading...
+ 191 hidden pages