Nikon COOLPIX 885 User Manual [nl]

NL
Nikons gids voor digitale fotografie
met de
DIGITALE CAMERA
2
Productdocumentatie
3
De documentatie bij dit product bestaat uit de onderstaande handleidingen. Lees alle aanwijzingen grondig door om het beste uit uw camera te halen.
Snelhandleiding
De Snelhandleiding begeleidt u stap voor stap bij het uitpakken en opstellen van uw digitale Nikon-camera, het maken van uw eerste foto’s en het overspelen van de foto’s naar uw computer.
Gids voor digitale fotografie
In de Gids voor digitale fotografie (deze handleiding) treft u uitgebreide bedieningsvoorschriften voor uw camera aan.
Nikon View naslaggids
De Nikon View naslaggids staat in elektronisch formaat op de bij uw camera geleverde naslag-CD. Raadpleeg voor informatie over het lezen van de naslaggids het hoofdstuk “Naslag: Aansluitingen” in deze handleiding.
Om schade aan uw Nikon-product en letsel bij uzelf en anderen te voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften geheel te lezen voordat u dit apparaat gebruikt. Bewaar deze voorschriften op een plaats waar ieder die het product gebruikt ze kan lezen.
De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de in dit hoofdstuk vermelde veiligheidsvoorschriften worden door middel van de volgende symbolen weergegeven:
Kijk niet door de zoeker in de zon
Wanneer u door de zoeker recht in de zon of een andere sterke lichtbron kijkt, kan dit leiden tot blijvend oogletsel.
Schakel het apparaat bij storing onmiddellijk uit
Komt er rook of een ongewone geur uit het apparaat of de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar), koppel de lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Pas daarbij op dat u zich niet brandt. Wanneer u doorgaat met het apparaat te gebruiken, kan dit leiden tot letsel. Nadat u de batterij heeft verwijderd, dient u het apparaat door een door Nikon erkende onderhoudsdienst te laten nakijken.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van ontvlambaar gas
Gebruik elektronische apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas, aangezien dit kan leiden tot ontploffingen of brand.
Houd de camerariem niet om uw nek
Indien u de camerariem om uw nek houdt, kan dit leiden tot verstikking. Let er vooral op dat de riem niet om de nek van een baby of kind wordt gedaan.
Voor uw veiligheid Voorzorgen aangaande camera en batterij
4
Dit symbool staat bij waarschuwingen die u moet lezen voordat u uw Nikon­product gebruikt om eventueel letsel te voorkomen.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die u moet lezen voor u uw Nikon-product gebruikt om schade aan de apparatuur te voorkomen.
WAARSCHUWINGEN
5
Demonteer het apparaat niet
Indien u de interne onderdelen van het apparaat aanraakt, kan dit leiden tot letsel. Bij storing dient het apparaat alleen door een daartoe bevoegde monteur te worden gerepareerd. Mocht het product openbarsten als gevolg van een val of ander ongeluk, verwijder dan de batterij en/of lichtnetadapter en laat het apparaat door een door Nikon erkende onderhoudsdienst nakijken.
Wees voorzichtig bij het hanteren van batterijen
Batterijen kunnen lekken of ontploffen wanneer u er onvoorzichtig mee omgaat. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het hanteren van batterijen voor gebruik bij dit product:
•Zorg dat het product uitstaat voordat u de batterij vervangt. Zorg bij gebruik van een lichtnetadapter dat deze losgekoppeld is.
•Gebruik alleen de bijgeleverde Nikon EN-EL1 lithium-ion batterij of een 2CR5 (DL245) lithiumbatterij van 6V.
•Plaats de batterij niet verkeerd om in de camera.
•Sluit de batterij niet kort en demonteer hem niet.
•Stel de batterij niet bloot aan vuur of overmatige hitte.
•Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat hij niet nat kan worden.
•Berg de batterij (tijdens vervoer en dergelijke) niet op bij metalen voorwerpen zoals kettingen en haarspelden.
•Volledig lege batterijen kunnen gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen dient u de batterij te verwijderen als hij leeg is.
•Als u de batterij niet gebruikt, plaats dan het beschermkapje op de batterij en berg hem op op een koele plaats.
•Onmiddellijk na gebruik, of wanneer het product gedurende langere tijd op batterijvoeding is gebruikt, kan de batterij heet zijn. Zet daarom de camera eerst uit en laat de batterij afkoelen voordat u hem uit de camera haalt.
•Bij gebruik van een 2CR5 (DL245) lithiumbatterij kan de handgreep van de camera merkbaar warm worden. Dit wijst niet op een storing.
•Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij als u veranderingen opmerkt, zoals verkleuring of vervorming.
6
Gebruik geschikte kabels
Gebruik alleen de bijgeleverde kabels of speciaal voor dit doel bij Nikon verkrijgbare kabels voor aansluiting op in- en uitgaande contacten, om er zeker van te zijn dat aan de productvoorschriften wordt voldaan.
Buiten bereik van kinderen houden
Let er vooral op dat baby’s geen batterijen of andere kleine onderdelen in hun mond kunnen stoppen.
Verwijderen van geheugenkaarten
Geheugenkaarten kunnen tijdens gebruik heet worden. Wees daarom voorzichtig wanneer u de geheugenkaart uit de camera verwijdert.
CD-ROM’s
De CD-ROM’s waarop de software en handleidingen staan dienen niet op audio-CD-apparatuur te worden afgespeeld. Het spelen van CD-ROM’s op een audio-CD-speler kan leiden tot gehoorbeschadiging of schade aan de apparatuur.
Wees voorzichtig bij gebruik van de flitser
Het gebruik van een flitser dichtbij de ogen van uw onderwerp kan tijdelijk oogletsel veroorzaken. Let hier vooral op bij het fotograferen van baby’s. De flitser moet zich op minimaal één meter afstand van het onderwerp bevinden.
Gebruik van de zoeker
Wanneer u de keuzeknop of de zoomknop gebruikt terwijl u door de zoeker kijkt, pas dan op dat u niet per ongeluk uw vinger in uw oog steekt.
Voorkom aanraking met vloeibaar kristal
Mocht de monitor breken, pas dan op voor letsel veroorzaakt door gebroken glas en voorkom dat het vloeibaar kristal uit de monitor in aanraking komt met de huid, ogen of mond.
7
Houd de camera droog
Dit product is niet waterbestendig en kan storingen vertonen bij onderdompeling in water of bij blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid. Door roest van het interne mechanisme kan onherstelbare schade optreden.
Verwijder zout, zand en stof
Wanneer u de camera aan zee of op het strand heeft gebruikt, veeg dan na afloop eventuele zand- of zoutresten weg met een licht bevochtigde doek en droog de camera vervolgens grondig.
Raak het objectief niet met uw vingers aan
De juiste manier om het objectief te reinigen wordt beschreven in “Technische opmerkingen: Zorg voor uw camera”.
Wees voorzichtig bij het werken met het objectief en alle bewegende onderdelen
Forceer het objectief, de batterij, de kaart en de aansluitingen nooit. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd.
Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert of de lichtnetadapter afkoppelt
Haal de stekker van de camera niet uit het stopcontact en verwijder de batterij niet wanneer de camera aanstaat, of wanneer er beelden worden opgeslagen in of verwijderd uit het geheugen. Wordt de stroom naar de camera onder deze omstandigheden abrupt onderbroken, dan kan dit leiden tot informatieverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen. Om te voorkomen dat de stroom per ongeluk wordt onderbroken, dient u het product niet van de ene plaats naar de andere te dragen terwijl de lichtnetadapter aangesloten is.
Laat de camera niet vallen
Bij sterke schokken of trillingen kan de camera storingen vertonen.
WAARSCHUWINGEN
8
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U dient dit apparaat niet te gebruiken of op te bergen in de buurt van apparatuur die een sterke elektromagnetische straling of sterke magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen of de magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld zendapparatuur kunnen storingen veroorzaken op de monitor, informatie op de geheugenkaart beschadigen en de interne schakelingen van het product aantasten.
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, zoals die zich voordoen bij het binnenkomen of verlaten van een verwarmd gebouw op een koude dag, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. Om condensatie te voorkomen dient u de camera in de cameratas of een plastic zak te plaatsen voordat u hem aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
Opmerkingen over de monitor
• De monitor kan een aantal pixels bevatten die altijd oplichten of in het geheel
niet oplichten. Dit is voor TFT LCD-monitoren gebruikelijk en wijst niet op een storing. Foto’s die met de camera zijn gemaakt worden hier niet door beïnvloed.
•Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
•De monitor wordt van achteren verlicht door een TL-buis. Mocht de
verlichting zwakker worden of gaan knipperen, raadpleeg dan de technische dienst van Nikon.
•Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien dit schade of storing tot
gevolg kan hebben. Stof of pluizen op de monitor kunnen worden verwijderd met een blaaskwastje. Vlekken kunnen worden verwijderd door het oppervlak zachtjes schoon te wrijven met een zachte doek of zeem.
•Mocht het scherm breken, pas dan op dat niemand zich verwondt aan het
gebroken glas en dat het vloeibare kristal uit de monitor niet in aanraking komt met de huid, ogen of mond.
Batterijen
•Controleer het batterijniveau op de monitor wanneer u de camera aanzet om
te bepalen of de batterij vervangen moet worden. De batterij moet worden vervangen als de batterijniveau-indicator knippert.
•Zorg dat u altijd een volledig opgeladen reservebatterij bij u heeft wanneer u
bij belangrijke gelegenheden foto’s maakt. Afhankelijk van de locatie waar u zich bevindt kan het moeilijk zijn om snel even een reservebatterij te kopen.
Op koude dagen nemen de prestaties van batterijen vaak af. Zorg dat de batterij volledig opgeladen is voordat u bij koud weer buiten foto’s maakt. Bewaar een reservebatterij op een warme plaats en wissel de twee zo nodig om. Wanneer een koude batterij eenmaal opgewarmd is, neemt het vermogen vaak weer wat toe.
•Mochten de batterijpolen vuil worden, veeg ze dan vóór gebruik schoon met
een schone, droge doek.
9
CF geheugenkaarten
•Zet de camera uit voordat u CF geheugenkaarten in de camera plaatst of uit de camera verwijdert. Als de camera aanstaat wanneer u er een CF geheugenkaart in plaatst of uit verwijdert, kan de CF geheugenkaart onbruikbaar worden.
•Plaats CF geheugenkaarten in de camera zoals rechts hiernaast geïllustreerd. Als u kaarten ondersteboven of achterstevoren in de camera plaatst, kunnen de camera en de kaart beschadigd raken.
Opbergen
•Om schimmel en meeldauw te voorkomen dient u de camera in een droge, goed geventileerde ruimte op te bergen. Wanneer u niet van plan bent de camera binnen afzienbare tijd te gebruiken, verwijder dan de batterij om lekkage te voorkomen en berg de camera op in een plastic tas met een droogmiddel. Plaats de cameratas echter niet op in een plastic tas, aangezien het materiaal hierdoor kan worden aangetast. Let er ook op dat het droogmiddel na verloop van tijd zijn vermogen om vocht te absorberen verliest en daarom regelmatig dient te worden vervangen.
•Berg het apparaat niet op met nafta- of kamfermottenballen, dichtbij apparatuur die sterke magnetisch velden produceert, of in ruimten waar hoge temperaturen heersen, zoals bijvoorbeeld bij een kachel of in een afgesloten auto op een warme dag.
•Om schimmel en meeldauw te voorkomen dient u tenminste één keer per maand de camera uit de tas te halen, aan te zetten en de ontspanknop een paar keer in te drukken.
•Berg de batterij op op een koele, droge plaats.
Opmerkingen
10
•Voor de gehele of gedeeltelijke reproductie, verzending, transcriptie, opslag in een geautomatiseerd informatiebestand, of vertaling in welke taal dan ook, in welke vorm dan ook, en met welke middelen dan ook van de bij uw Nikon-product geleverde handleidingen is de voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon vereist.
•De hardware- en softwarespecificaties beschreven in deze handleidingen kunnen ten alle tijde zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
•Nikon is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van dit product.
•Hoewel Nikon alles in het werk heeft gesteld om te zorgen dat de informatie in deze handleidingen juist en volledig is, stellen we het zeer op prijs als u de Nikon­importeur op de hoogte wilt stellen van eventuele onjuistheden of omissies (adres apart bijgeleverd).
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren
Let er op dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn
• Voorwerpen die volgens de wet niet mogen worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten of waardepapieren van de overheid, zelfs als dergelijke kopieën of reproducties voorzien zijn van een stempel “Voorbeeld”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in circulatie zijn is verboden. Tenzij vooraf toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden. Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven zegels of van gecertificeerde, door de wet voorgeschreven documenten is verboden.
• Waarschuwingen m.b.t. zekere kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaucertificaten, etc.), reispassen, of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, vergunningen afgegeven door overheidsinstanties en andere instellingen, identiteitskaarten en passen.
• Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken zoals boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto’s is verboden, behalve indien bestemd voor privé-gebruik thuis of voor soortgelijk beperkte en niet-commerciële doeleinden.
11
12
Handelsmerken
Apple, het Apple-logo, Macintosh, Mac OS, Power Macintosh, PowerBook en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Finder, Macintosh PC Exchange, Power Mac, iMac en iBook zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM en IBM PC/AT zijn gedeponeerde handelsmerken van International Business Machines Corporation. PowerPC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation, gebruikt onder licentie. Microsoft is een gedeponeerd handelsmerk en Windows, MS-Windows en Window NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. Internet Explorer is een product van Microsoft Corporation. Pentium en i486 zijn handelsmerken van Intel Corporation. Internet is een handelsmerk van Digital Equipment Corporation. Netscape en Netscape Navigator zijn gedeponeerde handelsmerken van Netscape Communications Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. Lexar Media is een handelsmerk van Lexar Media Corporation. Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. Zip is een gedeponeerd handelsmerk van Iomega Corporation in de VS en andere landen. Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in de andere bij uw Nikon-product geleverde documentatie worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de betreffende houders.
13
Een opmerking over electronisch gestuurde camera’s
In zeer zeldzame gevallen kan het voorkomen dat de monitor vreemde karakters toont en dat de camera stopt met functioneren. Meestal wordt dit fenomeen veroorzaakt door zeer sterke externe statische (ont)ladingen. Zet in zo’n geval de camera uit, verwijder de batterij en plaats hem opnieuw in de camera, en zet dan de camera weer aan. Wanneer u gebruik maakt van een netstroomadapter, koppel deze dan los en verbind hem weer met de camera, en zet vervolgens de camera weer aan. Indien de camera na bovengenoemde handelingen nog steeds niet goed functioneert dient u contact op te nemen met uw verkooppunt of de Nikon vertegenwoordiging in uw land. Merk op dat het uitvoeren van bovenbeschreven handeling tot gevolg kan hebben dat beelden die nog niet op de CF geheugenkaart waren opgeslagen op het moment dat de camera stopte met werken, verloren gaan. Beelden die reeds op de kaart opgeslagen waren worden niet beïnvloed.
Inhoudsopgave
Productdocumentatie.........................................................................................3
Voor uw veiligheid...........................................................................................4-9
Opmerkingen..............................................................................................10-13
Inleiding: voordat u begint........................................................17-39
Overzicht: over deze handleiding ..............................................18-19
Eerste kennismaking met de COOLPIX885:
Wat zit waar? Onderdelen van de COOLPIX885 ...................................20-21
Hoe werkt het? Bedieningsorganen en displays.....................................22-29
Menugids: Gebruik van de cameramenu’s................................30-39
Menu’s oproepen ........................................................................................31
Selectie maken............................................................................................32
Setup-menu openen ...................................................................................33
Register van menu-opties......................................................................34-39
Het SET-UP menu.............................................................................34-35
Het Shooting menu...........................................................................36-37
Het Playback menu ..........................................................................38-39
Basisprincipes: Beginnen..........................................................41-73
Eerste stappen: voorbereidingen vóór gebruik.........................42-53
1. Bevestig de camerariem.........................................................................43
2. Plaats de batterij in de camera..........................................................44-46
3. Plaats de CF geheugenkaart in de camera .......................................47-49
4. Controleer de batterijconditie .................................................................50
5. Kies een taal ..........................................................................................51
6. Stel de datum en tijd in .....................................................................52-53
Foto’s maken: Basishandelingen...............................................54-67
1. Maak de camera gebruiksklaar.........................................................55-56
2. Wijzig de camera-instellingen (optioneel) ................................................57
3. Bepaal de uitsnede...........................................................................58-59
4. Stel scherp en druk af.......................................................................60-61
5. Controleer het resultaat ..........................................................................62
6. Zet de camera uit...................................................................................62
7. Ondersteuning bij creatieve fotografie: een stand kiezen...................63-67
Weergeven en wissen: Direct weergeven..................................68-73
Direct weergeven ........................................................................................70
Schermvullend weergeven...........................................................................71
Thumbnail weergeven .................................................................................72
Beelden selecteren voor overspelen naar een computer.............................73
14
15
Hoe nu verder?
Wat er verder mogelijk is met uw digitale camera.............75-85
Hoe stuur ik foto’s naar familie en vrienden?:
Foto’s versturen via e-mail en Internet .................................76-81
Foto’s maken voor versturing via e-mail en Internet................................76-79
Beelden elektronisch versturen ..............................................................80-81
Hoe maak ik afdrukken?: Van beeldinformatie naar papier .....82-84
Foto’s maken om af te drukken ...................................................................82
Digital Print-Order Format (DPOF) ...............................................................83
Afdrukken vanaf verwijderbare media..........................................................84
Hoe vind ik mijn foto’s terug?:
Gebruik van beeldarchiveringssoftware.....................................85
Naslaghoofdstuk: de fijne kneepjes.......................................87-205
Meer dan kijken en knippen: Camerabesturingsknoppen ......88-101
Creatieve fotografie: een stand kiezen....................................................88-89
Uitsnede bepalen: optische en digitale zoom.........................................90-91
De juiste afstand: de scherpstelknop .....................................................92-94
Vertraagd afdrukken: de zelfontspanner.................................................95-96
Uw onderwerp bijlichten: de flitsknop ....................................................97-99
Heldere, donkere en contrastrijke onderwerpen: belichtingscorrectie........100
Scherpstelgebied kiezen: handmatige selectie scherpstelgebied ...............101
Camera-instellingen: Het SET-UP-menu................................102-125
Het SET-UP-menu bekijken.......................................................................102
Opslagcapaciteit effectief gebruiken: het Image Size and Quality menu
.....
103-107
Foto’s overzichtelijk opbergen: het FOLDERS-menu..........................108-112
Monitoropties.....................................................................................113-114
Zuinig met batterijen: het Auto Off menu...................................................115
Bestandsnummering: het Seq. Number menu...........................................116
CF geheugenkaarten formatteren: het CF Card Format menu...................117
Camera-instellingen opslaan: het CONTROLS-menu ................................118
Opnamebevestiging: het SHOT COMFIRM LAMP-menu ...........................119
Foto’s markeren voor overspelen: het Auto Transfer menu .................120-121
Datum en tijd: het Date menu ...................................................................122
Videonorm kiezen: het Video Mode menu.................................................122
Taal: het Language menu..........................................................................123
Standaardinstellingen terugzetten: het RESET ALL-menu..................124-125
Geavanceerde fotografie: Opties van het opnamemenu......126-154
16
Belichting handmatig instellen: Handmatige belichtingsstand .............127-129
Gevoeligheid instellen: ISO-waarde....................................................130-131
Scherpstellen op vooraf ingestelde afstand: handmatig scherpstellen
.....132-133
Het CSM-Opnamemenu.................................................................134-154
Kleuren natuurgetrouw weergeven: het WHITE BALANCE menu.......135-136
Licht meten: het METERING-menu....................................................137-138
Fotoseries maken: het Continuous menu ...........................................139-140
Scherpste foto’s uitkiezen: het BSS menu .................................................141
Contrast, helderheid en beeldtype: het IMAGE ADJUSTMENT-menu
....142-143
Contouren benadrukken: het Image Sharpening menu .............................144
Instellingen voor optionele lensconverters..........................................145-146
Gevoeligheid wijzigen vanuit een menu: het Sensitivity-menu....................147
Belichtingsopties................................................................................148-149
Scherpstelopties................................................................................150-151
Auto-Bracketing.................................................................................152-153
Ruisonderdrukking ....................................................................................154
Beelden weergeven: De weergavestand...............................155-177
Basisprincipes weergeven..................................................................156-162
Het Playback menu............................................................................163-175
Beelden weergeven op een televisie: uw camera aansluiten op
een TV/videoapparaat ........................................................................176-177
Aansluitingen: Uw camera en uw computer .........................178-186
Voordat u begint: Nikon View installeren ............................................179-180
Uw camera op uw computer aansluiten.............................................181-184
Beelden lezen vanaf CF-geheugenkaarten.........................................185-186
Technische gegevens: Zorg voor uw camera, opties en
productondersteuning ............................................................187-205
Zorg voor uw camera ................................................................................188
Accessoires...............................................................................................189
Ondersteuning op Internet.........................................................................190
Problemen oplossen..........................................................................191-193
Foutberichten.....................................................................................194-196
Specificaties.......................................................................................197-201
Trefwoordenregister................................................................202-205
17
Inleiding
Dit hoofdstuk is als volgt onderverdeeld:
Overzicht
In dit gedeelte wordt beschreven hoe deze handleiding is ingedeeld en wat de gebruikte symbolen en weergavemethoden betekenen.
Eerste kennismaking met de COOLPIX885
Het is handig om dit gedeelte van een boekenlegger te voorzien, zodat u het tijdens het lezen van de handleiding snel kunt terugvinden voor informatie over de benaming en functie van de diverse cameraonderdelen.
Menugids
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de menu’s gebruikt waarmee bepaalde camerafuncties worden bestuurd. Ook treft u hier een register met menuopties aan.
Overzicht
pag. 18-19
Eerste kennismaking
met de COOLPIX885
pag. 20-33
Menugids
pag. 34-39
Voordat u begint
18
Overzicht Over deze handleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van de COOLPIX885 digitale camera. De bedoeling van deze handleiding is om te zorgen dat u met uw COOLPIX885 met veel plezier digitale foto’s maakt. Er wordt niet alleen in uitgelegd hoe de camera werkt, maar ook waarom hij bepaalde kenmerken heeft, en hoe u deze kenmerken kunt gebruiken om onder allerlei verschillende omstandigheden te fotograferen.
In de “Inleiding” (dit hoofdstuk) worden de symbolen en weergavemethoden toegelicht die in deze handleiding worden gebruikt. Ook wordt hier een kort overzicht gegeven van de cameraonderdelen en de menu’s, dat u kunt raadplegen bij het lezen van de rest van de handleiding.
De inleiding wordt gevolgd door het hoofdstuk “Basisprincipes”, waarin nieuwe gebruikers leren hoe ze met de camera eenvoudigweg foto’s kunnen maken. Als u voornamelijk geïnteresseerd bent in de eenvoud en de snelle resultaten van digitale fotografie, dan heeft u wellicht hieraan genoeg.
Nadat u een paar foto’s heeft genomen, leest u in “hoe nu verder” hoe u ze naar familie en vrienden kunt e-mailen, hoe u ze kunt afdrukken met behulp van digitale printopdrachten die u met de camera creëert en hoe u uw foto’s opbergt en terugvindt met beeldarchiveringssoftware. Ook worden hier tips gegeven voor het maken van foto’s voor elektronische verzending en voor het printen van foto’s met een desktop kleurenprinter.
Tenslotte komen in het hoofdstuk getiteld “Naslag” alle aspecten van digitaal fotograferen met de COOLPIX885 aan de orde, inclusief creatief fotograferen met behulp van de zelf in te stellen camerastanden, flitsfotografie en close-up-fotografie, filmclips maken en handmatige regeling van belichting, contrast en scherpte. Daarnaast wordt besproken hoe u uw camera moet onderhouden, hoe u problemen oplost en welke accessoires verkrijgbaar zijn.
19
Inleiding—Overzicht
Levenslang leerproces
Als onderdeel van Nikons streven naar een levenslang leerproces waarbij Nikon continu productondersteuning en informatie verschaft, is er on-line op de volgende sites altijd nieuwe, bijgewerkte informatie beschikbaar.
•voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/
•voor gebruikers in Europa: http://www.nikon-euro.com/
•voor gebruikers in Azië, Oceanië, het Midden-Oosten en Afrika: http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites om op de hoogte te blijven van de laatste productinformatie, tips en antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s), en voor algemeen advies over digitale beeldweergave en fotografie. Raadpleeg voor meer informatie uw dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiger. Zie de URL hieronder voor de contactgegevens:
http://www.nikon-image.com/eng/
20
Neemt u even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsorganen en displays van de camera. Misschien vindt u het handig om een boekenlegger bij dit hoofdstuk te leggen om het gemakkelijk te kunnen terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest.
Wat zit waar? Onderdelen van de COOLPIX885
De onderdelen van de camera worden hieronder benoemd. Kijk voor meer informatie over de functie van elk onderdeel naar de vermelde pagina’s.
De functies van de door middel van een letter aangegeven bedieningsorganen en displays worden in het volgende hoofdstuk toegelicht.
Eerste kennismaking met de COOLPIX885
De cameraonderdelen en hun functies
21
1 Lampje rode-ogen-reductie/Zelfontspannerlampje........pag. 98/95
2 Ingebouwde flitser ........................................................pag. 97
3 Batterijdeksel................................................................pag. 44
4 Schuifje batterijdeksel...................................................pag. 44
5 Zoekervenster...............................................................pag. 58
6 Objectief (lensklep) .......................................................pag. 197
7 Video-uitgang...............................................................pag. 176
8 Statiefmoer
9 Rode LED.....................................................................pag. 22
10 Groene LED .................................................................pag. 22
11 Oogje voor camerariem................................................pag. 43
12 Gelijkstroomingang voor lichtnetadapter
(apart verkrijgbaar) ........................................................pag. 46/176
13 Deksel CF geheugenkaartsleuf .....................................pag. 47
A Zoeker .........................................................................pag. 22
B Monitor........................................................................pag. 23
C Hoofdschakelaar .........................................................pag. 24
D Ontspanknop...............................................................pag. 24
E Keuzeknop ..................................................................pag. 25
F Multi-selector ..............................................................pag. 26
G Zoomknop...................................................................pag. 27
H TRANSFER-knop.........................................................pag. 27
I QUICK p knop..........................................................pag. 28
J 1/5-knop................................................................pag. 28
K 2/6-knop ..........................................................pag. 29
L 3/7-knop.............................................................pag. 29
M MENU-knop ................................................................pag. 29
Inleiding—Eerste kennismaking met de COOLPIX885
22
U kunt de uitsnee van een foto bepalen met de zoeker of met de monitor. Let er op dat de beelduitsnede bij een afstand van minder dan
1.5 m op de uiteindelijke foto enigszins verschilt van het beeld dat u in de zoeker ziet. Gebruik daarom de monitor als uw onderwerp zich dichtbij de camera bevindt.
De twee lampjes naast de zoeker geven u informatie over de status van de camera.
Lampje Betekenis
Aan Er zal bij de opname worden geflitst.
Knippert Flitser is aan het opladen (pag. 99).
Uit
Flitser niet nodig of uitgeschakeld.
Aan Scherpstelling in orde.
Knippert snel
Camera kan niet scherpstellen op onderwerp in midden van beeld. Gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 61).
Knippert normaal
Camera slaat beeld(en) op CF geheugenkaart op. Kaart niet verwijderen en voedingsbron niet verwijderen of loskoppelen wanneer het groene lampje knippert.
Knippert langzaam
Digitale zoom (pag. 90) in werking. Gebruik monitor.
Hoe werkt het? Bedieningsorganen en displays
A De zoeker
Rood lampje (flitssignaal)
Groen lampje (autofocus­signaal)
Groen lampje
Rood lampje
23
1 Onderwerpsprogramma.........pag. 63
2 Zelfontspanner.......................pag. 95
3 Zoomindicator........................pag. 90
4 Digitale zoom.........................pag. 90
5
Datum niet ingesteld-icoon*1..pag. 52
6 Afstand handmatige
scherpstelling.........................pag. 132
7 Flits-stand..............................pag. 98
8 Naam huidige map*
2
..............pag. 108
9 Converterlens instelling ..........pag. 145
10 Selectie beste opname ..........pag. 141
11 Belichtingsvergrendeling
(vergrendeling automatische
belichting/witbalans)...............pag. 148
12 Auto-Bracketing ....................pag. 152
13 Continu-instelling ...................pag. 139
14 Indicatie batterijconditie*
3
.......pag. 50
15 Scherpstelveld................pag. 137/101
16 Beeldverscherping .................pag. 144
17 W itbalans ...............................pag. 135
18
Gevoeligheid (ISO equivalent)
..pag. 130
19 Beeld aanpassen/zwart-wit....pag. 142
20 Beeldgrootte..........................pag. 106
21 Beeldkwaliteit.........................pag. 104
22 Lichtmeetmethode.................pag. 137
23 Belichtingsmethode ...............pag. 148
24 Sluitertijd................................pag. 128
25 Belichtingsweergave (handmatige
belichtingsstand) ....................pag. 128
26 Diafragma ..............................pag. 127
27 Belichtingscorrectie ................pag. 100
28 Resterend aantal opnamen/
duur van de filmclip ..........pag. 56/160
23
Inleiding—Eerste kennismaking met de COOLPIX885
B De monitor
Net als de zoeker kan de monitor worden gebruikt om de beelduitsnede van een foto te bepalen. De monitor geeft het beeld weer zoals het objectief van de camera het ziet, vergezeld van iconen die de status van diverse camera-functies aangeven (zie de lijst hiernaast). De monitor wordt ook gebruikt om beelden te vertonen bij direct weergeven (pag. 70) en weergeven (pag. 155).
In de opnamestanden verschijnen de volgende
aanduidingen op de monitor:
*1 Deze icoon verschijnt op de monitor wanneer de datum en tijd niet ingesteld zijn. *2 Niet zichtbaar als de mapnaam NIKON is. *3 Alleen getoond wanneer de batterijspanning onder een bepaald niveau zakt.
1112
8
9
10
12
13
3 4 5 6 7
22 23 24 25 26 27 28
14
15
16
17
18
19
20
21
24
Met de hoofdschakelaar zet u de camera aan en uit. Wanneer de camera aanstaat, gaat het groene lampje naast de zoeker branden en wordt de objectiefschuif geopend. De schuif wordt automatisch gesloten als de camera wordt uitgezet.
C De hoofdschakelaar
De Coolpix885 heeft een tweetraps ontspanknop. Druk de ontspanknop half in om de automatische scherpstelling te activeren ⁄.
Wanneer de camera scherpgesteld is op het onderwerp in het midden van de monitor gaat het groene lampje naast de zoeker branden. De scherpstelling blijft vergrendeld zolang u de knop half ingedrukt houdt (scherpstelvergrendeling).
Druk de ontspanknop helemaal in om een foto te maken ¤.
D De ontspanknop
1
2
25
Inleiding—Eerste kennismaking met de COOLPIX885
E De keuzeknop
Icoon Stand
a
Automatisch
i Onderwerp
CSM Custom
m Film
SETUP Setup
p
Weergeven
Beschrijving
Een automatische stand voor eenvoudig richten en afdrukken.
Deze zeven standen worden gebruikt voor specifieke onderwerpen, zoals zonsondergangen en portretten.
Biedt u volledige controle over alle instellingen, inclusief de belichting
In deze stand kunt u films van maximaal veertig seconden maken (zonder geluid).
In deze stand kunt u de basis instellingen van de camera maken, zoals datum, tijd, etc.
Deze stand wordt gebruikt om foto’s weer te geven en te wissen.
pag.
55
63
126
89
102
155
26
De multi-selector wordt gebruikt om diverse handelingen uit te voeren: om de beelduitsnede te bepalen, om beelden door te bladeren bij (direct) weergeven, en om door de cameramenu’s te navigeren en de weergave op de monitor te regelen.
Richting
Situatie
Fotograferen zonder scherpstelveld indicatoren
Op volle grootte terugspelen/ direct weergeven
Fotograferen met scherp­stelveld indicatoren aan*
Gebruik menu’s
Fotograferen met scherp­stelveld indicatoren aan*
Op volle grootte terugspelen/ direct weergeven/ schermvullend weergeven
Gebruik menu’s Fotograferen met scherp-
stelveld indicatoren aan* Op volle grootte terugspelen/
direct weergeven/ schermvullend weergeven
Gebruik menu’s
Functie
Aan- en uitzetten camera; camera-instellingen verbergen of weergeven.
Scherpstelveld omhoog bewegen
Markeerveld omhoog verplaatsen
Scherpstelveld naar links bewegen
Toon het beeld, inclusief het kleine beeld, dat is opgeno­men voor het huidige beeld
Terugkeren naar het vorige menu Scherpstelveld naar rechts
bewegen Toon het beeld, inclusief het
kleine beeld, dat is opgeno­men na het huidige beeld
Maak een selectie
pag.
158
101
32
101
156
70 71
32
101
156
70 71
32
F De multi-selector
27
Inleiding—Eerste kennismaking met de COOLPIX885
Richting
Situatie
Fotograferen met scherp­stelveld indicatoren aan*
Op volle grootte terugspelen/ direct weergeven
Gebruik menu’s
Functie
Scherpstelveld naar beneden bewegen
Maak een bestand met een klein beeld
Markeerbalk omlaag verplaatsen
pag.
101
76
32
De overspeelknop (TRANSFER) wordt gebruikt om beelden te selecteren voor overspelen en om geselecteerde beelden over te spelen van de camera naar een computer waar Nikon View op draait.
Wanneer u beelden weergeeft op de cameramonitor, kunt u de TRANSFER-knop gebruiken om films en foto’s te selecteren die
op een later tijdstip naar de computer wilt overspelen (pag. 73). Wanneer de camera is aangesloten op een computer waar Nikon View op draait
worden bij het indrukken van de TRANSFER-knop alle geselecteerde beelden naar de computer overgespeeld (pag. 80).
Gebruik de zoomknop om de uitsnede van uw foto’s te bepalen. Gebruik de W om uit te zoomen op uw onderwerp, zodat de opname een groter gebied bestrijkt. Gebruik de T om in te zoomen op uw onderwerp, zodat kleine onderwerpen of onderwerpen die ver weg zijn het beeld vullen (pag. 90)
Wanneer een beeld schermvullend wordt weergegeven kunt u op T (T) drukken om in te zoomen op dat beeld. Druk op W om de zoom op te heffen (pag. 161).
G De Zoomknop
H De TRANSFER-knop
* Scherpstelveld indicatoren worden weergegeven wanneer “Manual” is
geselecteerd in “Focus Options > AF Area Mode” in het CSM Shooting menu, of wanneer Portret (pag. 65) of Close-up (pag. 67) is geselecteerd in de Scene stand.
28
Tijdens het fotograferen kunt u de direct-weergeven knop (QUICK p) gebruiken om tijdens het voorbereiden van een opname de vorige fotos nog even te bekijken (pag. 70).
I De Quick Review p knop
De functies die bestuurd worden door de 1/5 knop zijn afhankelijk van de gekozen gebruiksinstelling en de knoppencombinatie.
J De 1/75 knop
Handeling Pag.
1 +
100
1 +
128
1 +
127
1 +
130
71-72,
5
Indrukken
156,
162
Functie
Belichtings-
correctie
Sluitertijd
Diafragma
Gevoeligheid
(ISO-equivalent)
Per beeld wissen
Stand
AUTO, SCENE, CSM
(alleen belichtingsstand P)
CSM (alleen
belichtingsstand M)
CSM (alleen
belichtingsstand M)
CSM
p, schermvullend direct
terugspelen of thumbnails
weergeven in stand
AUTO, SCENE of CSM
29
Inleiding—Eerste kennismaking met de COOLPIX885
De functies die bestuurd worden door de 2/6 knop zijn afhankelijk van de gekozen gebruiksinstelling en de knoppencombinatie.
K 2/6 knop
Handeling Pag.
2 Indrukken 92
2 + 132
6 Indrukken 158
Functie
Scherpstelstand
Handmatige
scherpstel-
afstand
Weergave
foto-informatie
Stand
AUTO, SCENE, CSM
CSM
p
(Terugspelen)
Tijdens het fotograferen bestuurt de flitsknop (3) de ingebouwde flitser (pag. 97).
Bij het op volle grootte weergeven van beelden wordt bij het indrukken van deze knop een menu van negen of vier thumbnails van de beelden op de CF geheugenkaart getoond, waarop u kunt kiezen welke beelden u wilt weergeven of wissen (pag. 72, 162).
L 3/7 knop
Druk op de MENU-knop om het menu voor de huidige gebruiksstand weer te geven. Als dit menu uit meer dan één bladzijde bestaat, dient u nogmaals op de MENU-knop te drukken om naar de volgende bladzijde te gaan. Wanneer de laatste bladzijde van het menu wordt getoond, kunt u het menu verlaten door opnieuw op de MENU-knop te drukken.
M De MENU-knop
30
Sommige instellingen kunnen worden gewijzigd met behulp van de menu’s die op de monitor verschijnen. Welke opties beschikbaar zijn hangt af van de gebruiksstand. In de AUTO stand en de filmstand kan er geen menu worden gebruikt.
Menugids
Gebruik van de cameramenu’s
Stand Pag.
SETUP 102
CSM
(Custom)
134
i 63
p 163
Menu
SET-UP
SHOOTING
MENU
SCENE
PLAYBACK
MENU
Beschrijving
Basisinstelling camera (b.v. instellingen beeldkwaliteit en –grootte, formatteren CF geheugenkaarten, instellen tijd en datum)
Geavanceerde opnamemogelijkheden (b.v. witbalans, lichtmeting).
Selectie van de scène uit een menu met 12 creatieve opnamesituaties.
Afspeelmogelijkheden zoals het wissen van geselecteerde beelden, en het kiezen van beelden voor overdracht naar de computer.
31
Inleiding—Menugids
Menu’s oproepen
Wanneer de camera aanstaat, kunt u het menu voor de op dat moment gekozen gebruiksstand, behalve AUTO en film m, weergeven door op de MENU-knop te drukken.
Menu voor huidige
gebruiksstand wordt
getoond
Indrukken
Als er in de linker onderhoek van het menu “ PAGE2” verschijnt, dan kunt u naar de tweede bladzijde van het menu gaan door nogmaals op de MENU-knop te drukken. Wanneer “ OFF” wordt getoond en u drukt op de MENU-knop, dan keert u terug naar de opname- of weergavestand.
WHITE BALANCE
PAGE2 SELECT SET
WHITE BALANCE
PAGE2 SELECT SET
32
•Duw de multi-selector naar links of rechts om terug te keren naar het vorig menu nadat u een selectie heeft gemaakt.
•In de standen SCENE en CSM blijft het opnamebeeld achter het menu zichtbaar. Druk op de ontspanknop om een foto te nemen terwijl het menu wordt getoond.
Markeer menuonderdeel
Selectie maken
Gebruik de multi-selector om een onderdeel te selecteren.
1
Geef opties weer
2
Markeer optie
3
Maak selectie
4
Verlaat menu en keer terug naar
opnamestand
5
METERING
PAGE2 SELECT SET
METERING
Matrix
Spot
Center-Weighted
Spot AF Area
OFF SELECT SET
METERING
Matrix
Spot
Center-Weighted
Spot AF Area
OFF SELECT SET
METERING
PAGE2 SELECT SET
33
Inleiding—Menugids
•U kunt ook van de eerste naar de tweede bladzijde van een menu met meerdere bladzijden gaan door één keer op de MENU-knop te drukken.
Plaats cursor in hoofdmenu
Menu’s met meerdere bladzijden
Naar een bepaalde bladzijde gaan in een menu met meerdere bladzijden:
1
Markeer tab van bladzijde
2
Markeer bladzijdenummer
3
Geef geselecteerde bladzijde weer
4
WHITE BALANCE
PAGE2 SELECT SET
SHOOTING MENU2
OFF SELECT SET
SHOOTING MENU1
PAGE2 SELECT SET
IMAGE SIZE & QUALITY
OFF SELECT SET
Zet de keuzeknop op SET-UP.
SET-UP menu 1
Image Quality
Selecteer de beeldkwaliteit (behalve HI) voor alle opname­standen (pag. 103)
Image Size
Selecteer de beeldgrootte voor alle opnamestanden (pag. 103)
Folders
Maak nieuwe mappen, hernoem of wis bestaande mappen, kies de map voor opnemen (pag. 108)
Monitor Options
Stel de helderheid van de monitor in (pag. 113)
Auto Off
Stel de periode in waarna de monitor automatisch uitschakelt om stroom te besparen (pag. 115)
Seq. Numbers
Stel in hoe de camera namen voor beeldbestanden vormt (pag. 116)
CF Card Format
Formatteer geheugenkaarten voor gebruik in uw camera (pag. 117)
30 S 1 M 5 M 30 M
On Off Reset
Display Mode
Brightness Hue
Options
NIKON (mapnaam)
New/Rename/ Delete
FULL XGA VGA
FINE NORMAL BASIC
WARNING! All images will be deleted!
No/Format
Monitor On/Review Only/ Preview Only/Monitor Off (5 niveaus) (11 niveaus)
Register van menu-opties
Het SET-UP-menu bevat twee bladzijden met opties.
34
SET-UP
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
PAGE2 SELECT SET
IMAGE QUALITY
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
MONITOR OPTIONS
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
SEQ. NUMBERS
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
CF CARD FORMAT
WARNING !
All images will
be deleted !
No
Format
FINE
NORMAL
BASIC
SELECT SET
IMAGE SIZE
SELECT SET
FOLDERS
Options
N I K O N
SELECT SET
Display Mode
Brightness
Hue
SELECT SET
AUTO OFF
SELECT SET
SELECT SET
SELECT SET
FULL
XGA
VGA
On
Off
Reset
1
30S
1M 5M
30M
35
Inleiding—Menugids
SET-UP2
Controls
Stel de camera in zodat hij instellingen “onthoud” als de camera uit is. Schakel digitale zoom aan en uit (pag. 118)
Shot Confirm Lamp
Regel visuele bevestiging van werking ontspanknop (pag. 119)
Pic Data/Transfer
Bewaar foto-informatie in tekstformaat; verwijder marke­ring van alle beelden (pag.
120)
Date
Stel de datum en tijd in die op foto’s wordt weergegeven (pag. 122)
Video Mode
Stel de norm voor de video­uitgang in op NTSC of PAL (pag. 122)
Language
Kies de taal waarin de cameramenu’s en berichten worden weergegeven (pag. 123)
Reset All
Stel alle waarden op de standaardinstellingen in (pag. 124)
NTSC PAL
D E F J S
Year/Month/Day/Hour/ Minute Display order
info. txt Auto Transfer
Off On
On/Off On/Off On/Off On/Off
3 save 2 save ! save
Digital Zoom
No Yes
SET-UP menu 2
On/Off On/Off
Druk op de MENU-knop of multi-selector om tussen SET-UP menu 1 en 2 te wisselen.
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
PAGE1 SELECT SET
CONTROLS
save
save
save
Digital Zoom
Done
SELECT SETBK
SHOT CONFIRM
Controls
Shot Confirm Lam
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
SELECT SET
PIC DATA/TRANSFER
Controls
Shot Confirm Lam
Pic data/Transfer
Date
info txt
Video Mode
Auto Transfer
Language
Reset All
SELECT SET
DATE
Y M D
2001. 01. 01 00 00
SELECT SET
VIDEO MODE
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
SELECT SET
LANGUAGE
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
SELECT SET
RESET ALL
Reset all setting to default values
No
Yes
OFF
SELECT SET
Off
On
NTSC
PAL
D E F J S
36
WHITE BALANCE
Zet de keuzeknop op
CSM. Druk op de MENU-knop om te selecteren.
Opnamemenu 1 (CSM)
White Balance
Stel de witbalans in voor verschillende lichtbronnen (pag. 135)
Metering
Selecteer lichtmetingsstand (pag. 137)
Continuous
Neem een serie foto’s achter elkaar (pag. 139)
Best-Shot Selector
Zet BSS aan in situaties waarbij het per ongeluk bewegen van de camera er toe kan leiden dat foto’s onscherp worden (pag. 141)
Image Adjustment
Past helderheid/contrast van de opname aan (pag. 142)
Image Sharpening
Verscherp de contouren in het beeld (pag. 145)
Lens
Selecteer een type converter of de diakopieeradapter (pag. 145)
AUTO Normal More Contrast Less Contrast
Auto High Normal Low
Lighten Image Darken Image Black & White
Off
BSS
On
Single Continuous Multi-shot 16 VGA Sequence
Ultra HS
Fluorescent Cloudy Speedlight
Matrix Spot Center-Weighted Spot AF Area
A Auto
White Bal Preset Fine Incandescent
Off
Normal Wide Adapter Telephoto 1 Telephoto 2
Fisheye 1 Slide Copy Adptr
Het Opname­menu bevat twee bladzijden met opties.
PAGE2 SELECT SET
WHITE BALANCE
Auto
Auto
White Bal Preset
White Bal Preset
Fine
Fine
Incandescent
Incandescent
Fluorescent
Fluorescent
Cloudy
Cloudy
Speedl i ght
Speedl ight
Matrix
Spot
Center-Weighted
Spot AF Area
OFF SELECT SET
CONTINUOUS
Single
Continuous
Multi-shot 16
VGA Sequence
Ultra HS
OFF SELECT SET
BEST SHOT SELECTOR
Off
On
OFF SELECT SET
IMAGE ADJUSTMENT
Auto
Normal
More Contrast
Less Contrast
Lighten Image
Darken Image
Black&Whine
OFF SELECT SET
IMAGE SHARPENING
Auto
High
Normal
Low
Off
OFF SELECT SET
Normal
Wide Adapter
Telephoto 1
Telephoto 2
Fisheye
Slide Copy Adptr
OFF SELECT SET
SELECT SETOFF
METERING
LENS
37
IMAGE SIZE & QUALITY
Opnamemenu 2 (CSM)
Image Quality and Size
Selecteer de beeldkwaliteit­en grootte voor alle opnamestanden (pag. 103)
Sensitivity
Stel gevoeligheid in voor huidige stand (hetzelfde als instelling met 1 knop) (pag. 147)
Exposure Options
Zet AE Lock en Auto­bracketing aan en uit, stel de belichtingscorrectie in (pag. 148)
Focus Options
Selecteer AF-veld, kies de scherpstelmethode, controleer de scherpstelling of kies in welke eenheid afstanden worden aangeduid (pag. 150)
Auto Bracketing
Stel de auto-bracketing in (aan of uit), of de witbalans­bracketing (pag. 152)
Noise Reduction
Zet de ruisonderdrukking aan of uit (pag. 154)
CF Card Format
Formatteer geheugenkaarten voor gebruik in uw camera (pag. 117)
Off On
WB Bracketing
On Off
3, ±0.3/3, ±0.7/ 3, ±1.0/5, ±0.3/ 5, ±0.7/5, ±1.0
Exposure mode AE Lock EXP. +/–
AF Area Mode Auto-Focus Mode Focus Confirmation Afstandseenheden
Auto/Manual/Off Continuous AF/Single AF MF/On/Off m/ft
AUTO 100 200 400
WAARSCHUWING Alle beelden worden gewist
No Format
P/M Off/On/Reset +2.0 to –2.0
Druk op de MENU-knop of multi-selector om tussen Opname menu 1 en 2 te wisselen.
Inleiding—Menugids
Image Quality
Image Size
HI/FINE/NORMAL/ BASIC FULL/XGA/VGA
OFF SELECT SET
IMAGE SIZE & QUALITY
Image Quality
Image Size
OFF SELECT SET
SENSITIVITY
AUTO
100
200
400
OFF SELECT SET
EXPOSURE OPTIONS
Exposure Mode
AE Lock
EXP. +/–
OFF SELECT SET
FOCUS OPTIONS
AF Area Mode
Auto-Focus Mode
Focus Confirmation
Distance Units
OFF SELECT SET
AUTO BRACKETING
Off
On
WB Bracketing
SELECT SET
OFF
NOISE REDUCTION
On
Off
SELECT SET
OFF
CF CARD FORMAT
WARNING !
All images will
be deleted !
No
Format
SELECT SET
38
PLAY BACK MENU
Delete
Verwijder geselecteerde beel­den via de thumbnail-weerga­ve; verwijder alle beelden of de Printopdrachtbestanden (pag. 164)
Folders
Maak nieuwe mappen, hernoem of wis bestaande mappen, kies de map voor opnemen (pag. 108)
Slide Show
Vertoon beelden automatisch achter elkaar (pag. 168)
Protect
Bescherm beelden tegen wissen (pag. 170)
Hide Image
Verberg geselecteerde beelden met behulp van de thumbnails (pag. 171)
Print Set
Creëer digitale printopdrachten (pag. 172)
(Selecteer het beeld en beveilig het)
(Selecteer het beeld en stel de verberg-functie in)
(Selecteer het beeld en stel het aantal afdrukken in)
Start
Frame Intvl
(Pause –> 7)
2S/3S/5S/10S
Options All Folders NIKON
(Folder name)
Selected Images All Images Print Set
Playback menu 1
New/Rename/ Delete
Zet de keuzeknop op p.
Druk op de MENU-knop om te selecteren
Het Playback menu bevat twee bladzijden met opties.
Delete
Folders
Slide Show
Protect
Hide Image
Print Set
OFF SELECT SET
DELETE
Selected Images
All images
Print Set
OFF
SELECT SET
FOLDERS
Options
All Folders
N I K O N
O K Y O
T
S A K A
O
OFF
SELECT SET
SLIDE SHOW
Start
Frame Intvl
(
OFF
Pause
SELECT SET
PROTECT
HIDE IMAGE
PRINT
)
DONESELECT SET
DONESELECT SET
DONESELECT SET
39
PLAY BACK MENU
Small Pic.
Kies een instelling voor kleine beelden, geschikt voor distributie middels e-mail of het web (pag. 175)
640 x 480 320 x 240 160 x 120 96 x 72
Playback menu 2
Transfer
Markeer alle beelden voor overspelen of verwijder markering van alle beelden (pag. 174)
All ON All OFF
Auto Off
Stel de periode in waarna de monitor automatisch uitschakelt om stroom te besparen (pag. 115)
30 S 1 M 5 M 30 M
Inleiding—Menugids
Druk op de MENU-knop of multi-selector om tussen Opname menu 1 en 2 te wisselen.
Transfer
6 4 0
Small Pic.
30S
Auto Off
OFF SELECT SET
AUTO TRANSFER
Transfer
6 4 0
Small Pic.
30S
6 4 0
30S
6 4 0
30S
All ON
Auto Off
All OFF
OFF SELECT SET
SMALL PIC.
Transfer
Small Pic.
Auto Off
640X480
X
240
320
X
120
160
96X72
OFF
AUTO OFF
Transfer
Small Pic.
Auto Off
OFF
SETSELECT
30 S 1 M 5 M
30 M
SETSELECT
40
41
Basisprincipes
Dit hoofdstuk bestaat uit de volgende drie delen:
Eerste stappen
In dit gedeelte wordt beschreven welke stappen u moet uitvoeren wanneer u uw camera voor het eerst gebruikt.
Foto’s maken
In dit gedeelte worden de basisprincipes van het fotograferen met de COOLPIX885 stap voor stap uitgelegd.
Weergeven en wissen
Hier leert u hoe u beelden weergeeft en wist terwijl u uw volgende opname voorbereidt.
Eerste stappen
pag. 42-53
Foto’s maken
pag. 54-67
Weergeven en
wissen
pag. 68-73
Beginnen
42
Voordat u uw camera voor het eerst gebruikt, dient u de onderstaande stappen uit te voeren. Op de bladzijden in de rechter kolom treft u meer informatie aan over de onderwerpen die in dit gedeelte behandeld worden.
Eerste stappen
Voorbereidingen vóór gebruik
STAP Pag.
Stap 1 Bevestig de camerariem en lensdop 43 Stap 2 Plaats de batterij in de camera 44-46
Plaats de geheugenkaart in de camera
Stap 3
(formatteer de geheugenkaart)
47-49
Stap 4 Controleer de batterijconditie 50 Stap 5 Kies een taal 51 Stap 6 Stel de tijd en datum in 52-53
43
Basisprincipes—Eerste stappen
Stap 1—Bevestig de camerariem en lensdop
Camerariem
Lensdop
•Bevestig de camerariem zoals aangegeven.
•Druk op de knopjes aan de zijkant van de lensdop om hem te plaatsen of te verwijderen.
•Wij raden u aan de lensdop met het bijgeleverde koordje aan de draagriem te bevestigen.
44
3
Plaats de batterij in de camera
Stap 2—Plaats de batterij in de camera
U camera wordt gevoed door één oplaadbare Nikon EN-EL1 lithium­ion batterij (bijgeleverd) of een niet oplaadbare 2CR5 (DL245) lithiumbatterij (apart verkrijgbaar). Merk op dat, afhankelijk van het land of gebied van aanschaf, de Nikon oplaadbare Li-ion EN-EL1 batterij, dan wel een lithium 2CR5 (DL245) batterij wordt meegeleverd.
1
Zet de camera uit
2
Open het deksel van het batterijvak
•Staat de camera op statief, verwijder hem dan van het statief voordat u verder gaat met de volgende stap.
•Duw het schuifje van het batterijdeksel in de “open” stand en klap het deksel open ¤.
•Plaats een oplaadbare Nikon EN-EL1 lithium-ion batterij (bijgeleverd) of een 2CR5 (DL245) lithiumbatterij (apart verkrijgbaar) in het batterijvak.
EN-EL1 2CR5 (DL245)
45
4
Sluit het batterijdeksel
Basisprincipes—Eerste stappen
Lees de voorschriften bij de batterij
Lees alle waarschuwingen en voorschriften van de fabrikant van de batterij en volg deze op.
Laad de oplaadbare Nikon EN-EL1 lithium-ion batterij op
De bij uw camera geleverde oplaadbare Nikon EN-EL1 lithium-ion batterij is bij fabricatie niet volledig opgeladen. Aanbevolen wordt om de batterij vóór gebruik met de bij uw camera geleverde batterijlader op te laden. Voorschriften voor het opladen van de batterij treft u aan in de gebruikshandleiding bij de batterijlader. Merk op dat de lithium 2CR5 (DL245) batterij niet oplaadbaar is.
Waarschuwing over het gebruik van de batterijen
•In sommige gevallen kan het gebeuren dat de melding “WARNING!! BATTERY EXHAUSTED” niet op de monitor wordt weergegeven, wanneer een uitgeputte batterij in de camera wordt teruggeplaatst.
•De oplaadbare Nikon Li-ion EN-EL1 batterij dient te worden verwijderd en opnieuw opgeladen zodra de melding “WARNING!! BATTERY EXHAUSTED” verschijnt op de monitor. De camera aan- en uitzetten met een uitgeputte oplaadbare batterij kan de levensduur van de batterij verkorten.
•Sluit het deksel van het batterijvak en duw het schuifje in de sluitstand ¤. Controleer of het deksel goed gesloten is om te voorkomen dat de batterij tijdens gebruik uit de camera valt.
46
Batterij verwijderen
De batterij kan worden verwijderd zonder dat dit van invloed is op de foto’s die op de CF geheugenkaart van de camera zijn opgeslagen.
Alternatieve stroombronnen
Hoewel de COOLPIX885 gebruikt kan worden met de niet-oplaadbare 2CR5 (DL245) lithiumbatterijen die bij veel fotowinkels verkrijgbaar zijn, is het aan te bevelen om de bij uw camera geleverde oplaadbare Nikon EN-EL1 Li-ion batterij te gebruiken. Deze lithium-ion batterij, die uitsluitend bestemd is voor de digitale camera’s COOLPIX885, 775, 880 en 995, kan worden opgeladen met de speciaal voor de EN-EL1 ontwikkelde batterijlader. Om uw camera bij langdurig weergeven of dergelijke taken continu van stroom te voorzien, kunt u de EH-21 lichtnetadapter gebruiken (apart verkrijgbaar), die tevens dienst kan doen als batterijlader voor de EN-EL1.
De camera verbinden met de EH-21 lichtnetadapter
De COOLPIX885 kan worden aangesloten op het lichtnet (220V) met behulp van de EH-21 lichtnetadapter. Verbind de gelijkstroomconnector van de adapter met de DC-IN aansluiting op de camera; steek vervolgens de stekker in het stopcontact. Wanneer u de camera aansluit zoals hierboven beschreven dient u op het volgende te letten:
•Schakel de camera uit voordat u de gelijkstroomconnector loskoppelt van de camera.
•Verbind geen andere apparaten dan de EH-21 netstroomadapter met de DC-IN connector van de camera.
•De camera en de adapter kunnen warm worden wanneer ze langere tijd achter elkaar worden gebruikt, maar dit duidt niet op een probleem
•De EN-EL1 Li-ion oplaadbare batterij kan niet in de camera worden opgeladen. Hij moet worden verwijderd, en worden geplaatst in het lichtnetadapter/batterijlader.
47
1
Zet de camera uit
2
Plaats de geheugenkaart in de camera
CF geheugenkaarten verwijderen
CF geheugenkaarten kunnen zonder informatieverlies worden verwijderd als de camera uitstaat. Om CF geheugenkaarten te verwijderen dient u de camera uit te zetten en het deksel van de kaartsleuf te openen . Druk op de uitwerpknop om de kaart iets naar buiten te laten komen ¤ en verwijder de kaart met de hand uit de camera.
Basisprincipes—Eerste stappen
Stap 3—Plaats de CF geheugenkaart in de camera
In plaats van een filmrolletje gebruikt uw digitale Nikon-camera Compact Flash (CF) geheugenkaarten om beelden op te slaan. Bij deze stap wordt beschreven hoe u geheugenkaarten in de camera plaatst.
Zie pagina 189 voor meer informatie over goedgekeurde CF geheugenkaarten
•Schuif het deksel van de kaartsleuf opzij en klap het open ¤. Houd de kaart met de zijde met de pijl(en) naar u toe gericht en schuif hem met de pijl naar de camera gericht in de sleuf totdat hij stevig op zijn plaats zit en de uitwerpknop omhoog komt. Sluit het deksel van de kaartsleuf ›.
48
CF geheugenkaarten formatteren
Hoewel de bij uw camera geleverde CF geheugenkaart bij verzending al geformatteerd is, moet u andere CF geheugenkaarten voordat u ze voor het eerst gebruikt eerst formatteren. Zo formatteert u een CF geheugenkaart:
2
Markeer “CF Card Format”
1
Zet de keuzeknop op SETUP en schakel de camera aan
3
Bevestigingsdialoog verschijnt
4
Markeer “Format”
•CF Geheugenkaarten kunnen ook worden geformatteerd met opnamemenu 2 (CSM)
•Markeer No en druk op > multi­selector om dialoog te verlaten zonder de geheugenkaart te formatteren)
SET-UP
Image Quality
Image Size
Folders
Monitor Options
Auto Off
Seq. Numbers
CF Card Format
1
PAGE2 SELECT SET
CF CARD FORMAT
WARNING !
All images will
be deleted !
No
Format
SELECT SET
CF CARD FORMAT
WARNING !
All images will
be deleted !
No
Format
SELECT SET
49
Basisprincipes—Eerste stappen
Tijdens formatteren
Tijdens het formatteren dient u de CF geheugenkaart of batterij niet uit de camera te verwijderen en de stekker van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) niet uit het stopcontact te nemen.
Voordat u een kaart formatteert
Door het formatteren van een CF geheugenkaart wordt alle informatie op die kaart permanent gewist. Zorg dat u alle beelden die u wilt bewaren naar uw computer heeft overgespeeld voordat u de kaart formatteert.
5
Druk op > om het formatteren te starten.
•Het formatteren begint onmiddellijk.
•Tijdens het formatteren wordt het bericht links getoond.
50
De klokbatterij
De interne klok-kalender van de camera wordt gevoed door een afzonderlijke, oplaadbare stroombron, die wanneer nodig wordt opgeladen als de hoofdbatterij in de camera is geplaatst. Na het langdurig opbergen van de camera zonder hoofdbatterij, kan het zijn dat de klok opnieuw dient te worden ingesteld. Wanneer de hoofdbatterij weer in de camera is geplaatst, laadt de klokbatterij zich in enkele uren tijd opnieuw op. Gedurende deze periode dient u de hoofdbatterij niet uit de camera te halen.
1
Zet de camera aan
2
Controleer het batterijniveau op de monitor
Stap 4—Controleer de batterijconditie
Voordat u de camera gebruikt dient u zich ervan te verzekeren dat de batterij opgeladen is door het batterijniveau op de monitor te controleren.
•Wanneer de batterij bijna leeg is, verschijnt er een batterij-indicator op de monitor (als er geen icoon verschijnt, betekent dit dat de batterij volledig opgeladen is). De icoon M geeft aan dat de batterij onmiddellijk dient te worden opgeladen of vervangen. Als het bericht “WARNING! BATTERY EXHAUSTED” op de monitor verschijnt, is de batterij leeg en kunt u geen foto’s meer maken tot u de batterij heeft vervangen.
51
Basisprincipes—Eerste stappen
Stap 5—Kies een taal
De cameramenu’s en -berichten kunnen worden weergegeven in het Duits, Engels, Frans, Japans of Spaans.
Zet keuzeknop op SETUP en zet de
camera aan
1
Druk op MENU-knop om SET-UP 2
menu op te roepen
2
Markeer “Language”
3
Kies een taal uit:
D: Deutsch (Duits) E: English (Engels) F: Français (Frans) J: Japanese (Japans) S: Español (Spaans)
5
Druk op > om de instelling te
maken
6
Geef opties weer
4
SET-UP2
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
PAGE1 SELECT SET
LANGUAGE
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
SELECT SET
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Transfer
Date
Video Mode
Language
Reset All
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Confirm
Date
Video Mode
Language
Reset All
D E F J S
Steuerung
Selbstauslöselampe
Daten/Bestätigung
Datum
Videonorm
Sprache
Wert Löschen
SET-UP2
PAGE1 SELECT SET
LANGUAGE
SELECT SET
SET-UP2
SEITE1 AUSW STL
D E F J S
52
Stap 6—Stel de tijd en datum in
Bij alle foto’s en films die u met uw digitale Nikon-camera maakt worden de opnametijd en datum geregistreerd. Zo stelt u de interne klok van de camera op de juiste tijd en datum in:
Zet keuzeknop op SETUP en zet de camera aan
•De inhoud van het menu is afhankelijk van de geselecteerde taal
1
Druk op MENU-knop om SET-UP 2 menu op te roepen
2
Markeer “Date”
3
Markeer (Y) jaar, (M) maand, (D) dag, de uren of minuten (het geselecteerde cijfer is rood en knippert)
5
Wijzig geselecteerde onderdeel.
•Herhaal stap 5 en 6 tot alle onderdelen zijn ingesteld.
6
Geef DATE-menu weer
4
SET-UP2
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Transfer
Date
Video Mode
Language
Reset All
PAGE1 SELECT SET
DATE
Y M D
.
09. 01
2001 00 00
SELECT SET
SET-UP2
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Transfer
Date
Video Mode
Language
Reset All
PAGE1 SELECT SET
DATE
Y M D
2001. 01. 01 00 00
SELECT SET
DATE
Y M D
.
2001
09
15 30
SELECT SET
.
15
53
Foto’s genomen voordat de tijd en datum waren ingesteld krijgen het tijdstempel “0000.00.00 0:00”. Als de tijd en datum niet zijn ingesteld, wordt er als de camera in de opnamestand staat een knipperende klokicoon getoond in de rechter bovenhoek van de monitor.
Markeer YMD
7
Druk op > om de gewijzigde instellingen op te slaan en terug te keren naar SET-UP-menu.
9
Kies volgorde waarin jaar, maand en dag worden getoond
8
Basisprincipes—Eerste stappen
2001 15 30
DATE
Y M D
.
09. 15
SELECT SET
09 15
DATE
M D Y
.
15. 2001
30
SELECT SET
SET-UP2
Controls
Shot Confirm Lamp
Pic data/Transfer
Date
Video Mode
Language
Reset All
PAGE1 SELECT SET
54
In dit gedeelte worden de basisstappen van het fotograferen in de automatisch stand beschreven. In deze automatische stand voor makkelijk fotograferen (kijken en knippen) worden de meeste instellingen door de camera geregeld, die reageert op de lichtomstandigheden en de afstand om een optimaal resultaat te produceren.
Foto’s maken
Basishandelingen
STAP Pag.
Stap 1 Maak de camera gebruiksklaar 55-56 Stap 2 Wijzig de camera-instellingen 57 Stap 3 Bepaal de uitsnede 58-59 Stap 4 Stel scherp en druk af 60-61 Stap 5 Controleer het resultaat 62 Stap 6 Zet de camera uit 62
Ondersteuning bij creatieve fotografie:
Stap 7
selecteer onderwerpsstand
63-67
55
Stap 1—Maak de camera gebruiksklaar
Voer voordat u uw camera gebruikt de onderstaande stappen uit:
1
Verwijder de lensdop
•Als u de camera aanzet zonder de lensdop te verwijderen en de keuzeknop op AUTO, SCENE, CSM of m, zet, dan verschijnt er een foutbericht op de monitor. Om het bericht te laten verdwijnen dient u de camera uit te zetten en de lensdop te verwijderen.
2
Zet de keuzeknop op
a
3
Zet de camera aan
•Wanneer u de camera aanzet komt de lens naar buiten en gaat het groene lampje naast de zoeker enkele seconden aan. Kort daarna verschijnen het beeld en de camera-instellingen op de monitor.
Basisprincipes—Eerste stappen
56
4
Controleer de aanduidingen op de monitor
• Controleer voordat u een foto maakt of de batterij
voldoende lading heeft en of en of er voldoende geheugenruimte op de geheugenkaart beschikbaar is. Wanneer de batterij bijna leeg is, verschijnt er een icoon M (A) op de monitor, die aangeeft dat de batterij onmiddellijk dient te worden opgeladen of vervangen. Als het bericht “WARNING! BATTERY EXHAUSTED” op de monitor verschijnt, is de batterij leeg en kunt u geen foto’s meer maken tot u de batterij heeft opgeladen of vervangen (pag. 44).
•De monitor toont ook het resterend aantal opnamen, ofwel het aantal foto’s dat u bij de huidige instellingen nog kunt maken (B). Wanneer deze aanduiding op nul komt te staan, dient u een nieuwe CF geheugenkaart in de camera te plaatsen of een aantal foto’s te wissen (pag. 164) voordat er meer foto’s kunnen worden opgeslagen. U kunt misschien nog wél meer foto’s opslaan als u een andere beeldkwaliteit of grootte kiest (pag. 103).
A
B
57
Basisprincipes—Foto’s maken
Stap 2—Wijzig de camera-instellingen (optioneel)
In de automatische stand kunt u de knoppen en menu’s gebruiken om de onderstaande instellingen te wijzigen. Wanneer u de camera voor het eerst gebruikt staan deze instellingen op de hieronder getoonde standaardwaarden. Deze waarden zijn geschikt voor de meeste situaties en bij de hier volgende beschrijving wordt er van uit gegaan dat u de standaardinstellingen gebruikt. Raadpleeg de bladzijden in de rechter kolom voor informatie over het wijzigen van deze instellingen.
Instelling
Scherp-
stelstand/
zelfontspanner
Flitsstand
Beeldkwaliteit
Beeldgrootte
Beschrijving
Camera stelt automatisch scherp bij afstanden groter dan 30 cm (de grootste hoek) of 60cm (telefoto); zelfontspanner uit.
Flitser wordt bij slecht licht automatisch ingeschakeld
Beelden gecomprimeerd voor optimaal evenwicht tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit voor doorsnee foto’s.
Beelden zijn 2048 x 1536 pixels groot. Bij beeldkwaliteit NORMAL en beeldgrootte FULL kunnen op één CF geheugenkaart van 16 MB ongeveer 20 beelden worden opgeslagen.
Standaard
Autofocus
Auto
NORMAL
FULL
Controle
2
3
SET-UP
menu
SET-UP
menu
Pag.
92-94 95-96
97-99
103-105
103 106 107
58
Stap 3—Bepaal de uitsnede
Na het wijzigen van de camera-instellingen bent u klaar om de beelduitsnede te bepalen.
1
Houd de camera klaar voor gebruik
•Om onscherpte foto’s door trillende handen te voorkomen, dient u de camera met twee handen stil te houden. U kunt de beelduitsnede bepalen via de monitor (A) of de zoeker (B).
2
Bepaal de zoomstand
•Bepaal de beelduitsnede van uw onderwerp met behulp van de zoomknop. Druk op de W om uit te zoomen, zodat u een ruime beeldhoek krijgt. Druk op de T om in te zoomen op uw onderwerp, zodat het groot wordt weergegeven.
•Wanneer de camera helemaal is ingezoomd naar de T (telefoto) kant van de zoomindicator en u houdt T twee seconden lang ingedrukt, dan wordt de digitale zoom geactiveerd, waarmee u uw onderwerp nog verder kunt vergroten. (pag. 90).
Indicator op monitor
geeft hoeveelheid
zoom aan bij
indrukken van T of W.
Zoom uit Zoom in
Houd niets voor de camera
Om te voorkomen dat uw foto (gedeeltelijk) zwart wordt, dient u uw vingers en andere zaken niet voor het objectief of het flitsvenster te houden.
59
Basisprincipes—Foto’s maken
Andere invalshoek
Hoewel zoom een handig middel is om de compositie van foto’s te bepalen, kunt u ook originele composities creëren door de camera eenvoudig te verplaatsen. Wanneer u tijd heeft, loont het de moeite om de camera vanuit diverse invalshoeken op uw onderwerp te richten ook van bovenaf en van onderaf om de beste compositie te bepalen.
Monitor of zoeker?
Gebruik de monitor om in één oogopslag de camera-instellingen te kunnen controleren en tegelijkertijd te bekijken hoe de uiteindelijke foto er uit gaat zien. Dit is vooral belangrijk als het beeld door de zoeker niet precies overeenkomt met de uiteindelijke foto, bijvoorbeeld wanneer:
•u macro close-up gebruikt (pag. 93)
•uw onderwerp zich minder dan 1,5 m van de camera bevindt
•u digitale zoom gebruikt (pag. 90)
•u een optionele lensconverter voor groothoek of telefoto fotografie gebruikt (pag. 145).
Wanneer u het fotokader in de zoeker bepaalt, kunt u stroom besparen door de monitor uit te zetten (zie hieronder). U kunt de zoeker ook gebruiken wanneer u door fel licht de weergave op de monitor niet goed kunt zien.
Besturing monitor
Met de knop op de multi-selector kunt u de monitor in de standen AUTO, SCENE, CSM en p besturen. Druk op om in de onderstaande volgorde door de monitorinstellingen te lopen.
Monitor toont
camera-
instellingen
en beeld
Monitor toont
alleen beeld
Monitor uit
60
Stap 4—Stel scherp en druk af
1
Stel scherp
•In de stand AUTO stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Om scherp te stellen op het onderwerp dient u de ontspanknop half in te drukken. Controleer daarna de status van het groene lampje (autofocus) en het rode lampje (flitser) naast de zoeker.
2
Neem de foto
•Om een foto te maken dient u de ontspanknop helemaal in te drukken.
Lampje
Aan
Rode lampje
(flitser)
Knippert
Uit
Aan
Groene lampje
(autofocus) Knippert
snel
Betekenis
Bij de opname wordt geflitst. Flitser is aan het opladen. Haal vinger kort van de
ontspanknop en probeer het opnieuw. Flitser niet nodig of uitgezet. Onderwerp scherp. Camera kan niet scherpstellen op onderwerp in
midden van beeld. Gebruik scherpstel­vergrendeling bij ander onderwerp op dezelfde afstand en bepaal opnieuw compositie.
61
Basisprincipes—Foto’s maken
Scherpstellen op onderwerp dat niet in het midden staat: scherpstelvergrendeling
Afhankelijk van het effect dat u wilt bereiken kan het zijn dat uw onderwerp zich niet in het midden van de uiteindelijke foto bevindt. In de standen AUTO en SCENE (behalve Portret en Close-up) (pag. 65,67), stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Wanneer u de ontspanknop half indrukt en uw onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld, dan stelt de camera scherp op de achtergrond, zodat het hoofdonderwerp onscherp kan zijn. Met de scherpstelvergrendeling kunt u eerst op uw onderwerp scherpstellen en vervolgens opnieuw de compositie bepalen voordat u een foto neemt.
1
Stel de camera scherp
•Plaats het onderwerp in het midden van het beeld en druk de ontspanknop half in.
2
Controleer het groene lampje
•Controleer wanneer u de ontspanknop half indrukt of het groene (autofocus) lampje naast de zoeker continu brandt, wat betekent dat het onderwerp scherp is. De scherpstelling blijft vergrendeld zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
3
Bepaal de compositie opnieuw en maak een foto
•Houd de ontspanknop half ingedrukt en bepaal opnieuw de compositie van uw foto. Druk de ontspanknop helemaal in om een foto te maken.
Verander de afstand tussen de camera en het onderwerp niet wanneer de scherpstelvergrendeling van kracht is. Als uw onderwerp zicht verplaatst, haal uw vinger dan van de ontspanknop en stel scherp met de nieuwe afstand.
62
Stap 5—Controleer het resultaat
Na elke foto knippert het groene lampje als de camera de foto op de CF geheugenkaart opslaat. Als de monitor aanstaat, wordt de foto die u zojuist heeft gemaakt kort op de monitor getoond. Als u meer foto’s maakt terwijl de vorige foto’s
nog worden opgeslagen, worden de laatste foto’s in een tijdelijke geheugenbuffer bewaard voordat ze op de CF geheugenkaart worden opgeslagen. U kunt doorgaan met fotograferen tot de buffer vol is (de buffer heeft capaciteit voor circa acht beelden met een grootte van FULL en een beeldkwaliteit van NORMAL). Als de buffer vol is, verschijnt er een zandloper-icoon W en wordt de ontspanknop even geblokkeerd. U kunt weer foto’s maken zodra er genoeg geheugen beschikbaar is in de buffer en de W icoon niet langer getoond wordt.
Stap 6—Zet de camera uit
Wanneer u klaar bent met de camera gebruiken, zet de camera dan uit om de batterij te sparen.
Tijdens het opslaan van foto’s
Tijdens de opslag van de foto’s op de CF geheugenkaart knippert het groene lampje. U dient de CF geheugenkaart niet uit te nemen, de batterij niet te verwijderen en de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) niet los te koppelen voordat het lampje is opgehouden met knipperen. Wanneer tijdens het opslaan de kaart wordt verwijderd of de stroom wordt onderbroken kan dit leiden tot informatieverlies.
63
Stap 7—Ondersteuning bij creatieve fotografie:
een stand kiezen
Hoewel de standaardinstellingen in de AUTO­stand geschikt zijn voor uiteenlopende situaties, zijn voor sommige composities speciale combinaties van instellingen nodig. In de SCENE­stand selecteert u de scène uit een menu met speciale opnamesituaties. De camera past de instellingen automatisch aan voor optimale resultaten.
Opnemen in de SCENE-stand
Zet de camera aan en controleer het aantal resterende opnamen.
1
Zet de keuzeknop op SCENE.
2
Druk op de MENU-knop om het menu met SCENE-standen weer te geven.
3
Druk op ≤/≥ op de multi-selector om de gewenste ondewerpsstand te selecteren.
4
Basisprincipes—Foto’s maken
SCENE 1
Portrait Party/Indoor
Party/Indoor Night Portrait
Night Portrait Beach/Snow
Beach/Snow Lnadscape
Landscape Sunset
Sunset
OFF SELECT DONE
SCENE 2
Night Landscape Museum
Museum Fireworks Show
Fireworks Show Close Up
Close Up Copy
Copy Back Light
Back Light
OFF
SELECT
DONE
SCENE 1
Portrait Party/Indoor
Party/Indoor Night Portrait
Night Portrait Beach/Snow
Beach/Snow Lnadscape
Landscape Sunset
Sunset
OFF SELECT DONE
SCENE 1
Portrait
Portrait
Party/Indoor
Party/Indoor
Night
Night
Beach/Snow
Landscape
Landscape
Sunset
Sunset
OFF SELECT DONE
64
7
Scherpstellen en afdrukken
•Stel de camera scherp en neem een opname, zoals beschreven op pag. 60-61. Afhankelijk van de gekozen onderwerpsstand is het mogelijk het scherpstelveld handmatig te selecteren, waardoor u in staat bent scherp te stellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van het beeld bevindt, zonder scherpstelvergrendeling te gebruiken.
Opmerking over de SCENE-stand
•Gebruik de SCENE-stand niet wanneer u foto’s maakt welke u later wilt retoucheren op de computer.
•Afhankelijk van het onderwerp kan het soms voorkomen dat de SCENE-stand niet het gewenste resultaat oplevert. Wanneer u niet tevreden bent met de resultaten van de SCENE-stand kunt u de normale automatische stand proberen.
•In de SCENE-stand wordt de Ruisonderdrukkingsfunctie (pag.154) automatisch ingeschakeld bij sluitertijden langer dan 1/4 sec., om het effect van ruis in het opgenomen beeld te minimaliseren. Wanneer deze functie is ingeschakeld, is de benodigde tijd voor het opslaan van een beeld op de CF geheugenkaart ongeveer twee maal zo lang.
Wanneer u de MENU-knop indrukt op het menu met onderwerpsstanden te tonen, dan zal de laatst gebuikte instelling gemarkeerd worden. Druk nogmaals op de MENU-knop om het menu te verlaten.
Druk op > om de selectie door te voeren en terug te keren naar de opnamestand.
•De gekozen onderwerpsstand wordt middels een icoon op de monitor weergegeven.
5
6
Pas de camera-instellingen aan
•Afhankelijk van de gekozen onderwerpsstand kan het zijn dat u aanpassing wilt maken aan de flits en scherpstelling (zie pag. 64 en 65 voor beperkingen).
•Beeldkwaliteit- en grootte kunnen worden aangepast in het SETUP­menu (pag. 103).
65
s Portrait: Voor portretten. Hoofdonderwerp steekt
duidelijk af en achtergronddetails worden onscherp gehouden, zodat de compositie diepte krijgt. De mate waarin de achtergronddetails verzacht worden is omgekeerd evenredig met de hoeveelheid licht. Scherpstelstand: Autofocus en autofocus + zelfontspanner kan worden geselecteerd. Scherpstelveld: de functie AF-gebied wordt op Manual gezet, zodat het scherpstelpunt met behulp van de multi­selector gekozen kan worden
d Party/Indoor: Voor binnenopnamen waarbij
details in de achtergrond belangrijk zijn, of voor opnamen bij kaarslicht. Flitserstand: Automatisch met rode-ogen-reductie/­langzame synchronisatie. Scherpstelstand: Autofocus en autofocus + zelfontspanner kan worden geselecteerd. * In sommige situaties wordt een lange sluitertijd geselec-
teerd. Om camerabeweging te voorkomen dient u de camera stabiel te plaatsen of een statief te gebruiken.
f Night Portrait: Geschikt voor portretten buiten
‘s avonds waarbij het hoofdonderwerp en de achtergrond in balans worden gebracht. Flitserstand: Automatisch met rode-ogen-reductie/­langzame synchronisatie. Fokusering: Autofocus en autofocus + zelfontspanner kan worden geselecteerd. * In sommige situaties wordt een lange sluitertijd
geselecteerd. Om camerabeweging te voorkomen dient u de camera stabiel te plaatsen of een statief te gebruiken.
g Beach/Snow: Geschikt voor foto’s waarbij
heldere onderwerpen als sneeuwvelden, stranden en zonovergoten waterpartijen kleurrijk moeten worden vastgelegd.
Flitserstand: Geen beperkingen. Scherpstelstand: Geen beperkingen.
Basisprincipes—Foto’s maken
Het menu van de SCENE-stand
66
h Landscape: Geschikt voor levendige
landschapsfoto’s waarin contouren, kleuren en contrasten van onderwerpen als gebouwen en bossen worden versterkt.
Flitserstand: Flitser uit. Scherpstelstand: Oneindig en oneindig + zelfontspanner
kan worden geselecteerd.
j Sunset: Geschikt voor foto’s waarin de warme
tinten van de zonsopgang en -ondergang moeten worden vastgehouden.
Flitserstand: Flitser uit. Fokusering: Autofocus, autofocus + zelfontspanner en
oneindig kan worden geselecteerd.
k Night Landscape: Geschikt voor foto’s waarbij
met een lange sluitertijd verbazingwekkende nachtelijke vergezichten kunnen worden vastgelegd.
Flitserstand: Flitser uit. Scherpstelstand: Oneindig en oneindig + zelfontspanner
kan worden geselecteerd. *
Een lange sluitertijd wordt geselecteerd. Om camerabeweging te voorkomen dient u de camera stabiel te plaatsen of een statief te gebruiken.
• Merk op dat de Ruisonderdrukkingsfunctie (pag.154) automatisch wordt ingeschakeld bij sluitertijden langer dan 1/4 sec. Hierdoor is de benodigde tijd voor het opslaan van een beeld op de CF geheugenkaart ongeveer twee maal zo lang.
v Museum: Geschikt voor foto’s binnenshuis
waarbij niet geflist mag worden, zoals bij een museum. Zorgt voor een helder beeld zonder te flitsen.
Flitserstand: Flitser uit. Scherpstelstand: Autofocus, autofocus + zelfontspanner,
macro close-up en macro close-up + zelfontspanner kan worden geselecteerd. * In sommige situaties wordt een lange sluitertijd geselecteerd. Om camerabeweging
te voorkomen dient u de camera stabiel te plaatsen of een statief te gebruiken.
Merk op dat het in sommige musea volledig verboden is foto’s te maken, ook zonder flits. Zorg er voor dat u toestemming hebt voordat u foto’s neemt.
67
l Fireworks Show: Geschikt voor het fotograferen
van vuurwerk. De camera reageert sneller op de ontspanknop, zodat u op het juiste moment de foto kunt nemen.
Flitserstand: Flitser uit. Scherpstelstand: Oneindig.
* Een lange sluitertijd wordt geselecteerd. Om camerabeweging
te voorkomen dient u de camera stabiel te plaatsen of een statief te gebruiken.
•Merk op dat de Ruisonderdrukkingsfunctie (pag.154) automatisch wordt ingeschakeld bij sluitertijden langer dan 1/4 sec. Hierdoor is de benodigde tijd voor het opslaan van een beeld op de CF geheugenkaart ongeveer twee maal zo lang.
z Close Up: Geschikt voor het vastleggen van de
levendige kleuren in close-up opnamen van bloemen, insecten en andere kleine voorwerpen met een onscherpe achtergrond.
Flitserstand: Flitser uit. Scherpstelstand: Macro close-up en macro close-up +
zelfontspanner kan worden geselecteerd. Scherpstelveld: De stand AF-gebied wordt op Manual gezet, zodat het scherpstelpunt met behulp van de multi-selector gekozen kan worden (pag. 101). * In sommige situaties wordt een lange sluitertijd geselecteerd. Om camerabeweging
te voorkomen dient u de camera stabiel te plaatsen of een statief te gebruiken.
x Copy: Geschikt voor het maken van duidelijke
opnamen van tekst of tekeningen op wit karton, visitekaartjes of gedrukte materialen.
Flitserstand: Geen beperkingen. Scherpstelstand: Geen beperkingen.
* Opmerkingen: Als het onderwerp gekleurd is, kunnen de
tekst of tekeningen vaag en moeilijk te onderscheiden zijn in de uiteindelijke foto.
c Back Light: Geschikt voor wanneer uw
onderwerp van achteren wordt verlicht, zodat het gezicht in de schaduw valt, of wanneer uw onderwerp in de schaduw staat terwijl de achtergrond helder verlicht is. De flitser wordt automatisch ontstoken om schaduwpartijen op te helderen (invulflits).
Flitserstand: Altijd flitsen. Scherpstelstand: Autofocus en autofocus + zelfontspanner kan worden
geselecteerd.
Basisprincipes—Foto’s maken
68
Bij gebruik van een filmrolletje moest u het rolletje eerst laten ontwikkelen om te weten of uw foto’s geslaagd waren. Met de direct­weergeven-functie van uw digitale Nikon-camera kunt u het resultaat echter meteen bekijken, ook als u bezig ben met voorbereidingen voor uw volgende opname. Zodoende kunt u op basis van al gemaakte foto’s de camera-instellingen wijzigen of een betere hoek kiezen. Was uw vorige foto te donker? Misschien zaten uw vingers voor de flitser: probeer het nog eens. Ziet het schitterend witte zand op het strand er groezelig en grijs uit? Gebruik dan de belichtingscorrectie (pag. 100) en probeer het opnieuw (kies een plus-correctie). Zijn de bloemen in die close-up onscherp? Zet selectie beste opname (BSS, pag. 141) aan en probeer het nog eens. Als u een foto heeft gemaakt waar u tevreden mee bent, dan kunt u alle mislukte foto’s meteen wissen om ruimte op de CF geheugenkaart te maken voor andere foto’s.
Weergeven en wissen
Weergavestand (pag. 155)
Met de weergavefunctie die hier wordt beschreven kunt u foto’s en films bekijken zonder de opnamestand te verlaten. Uw digitale Nikon-camera is echter ook voorzien van een uitgebreide weergavestand. U zet de camera in de weergavestand p door de keuzeknop op te zetten. In de weergavestand kunt u niet alleen foto’s op volle grootte en als thumbnails bekijken, films bekijken en afzonderlijke foto’s wissen, maar heeft u ook toegang tot een menu met weergaveopties waarmee u meerdere beelden tegelijk kunt wissen, beelden tegen wissen kunt beschermen, diashows kunt bekijken, beelden kunt selecteren voor overspelen naar de computer en digitale printopdrachten kunt voorbereiden voor het afdrukken van beelden rechtstreeks vanaf de CF geheugenkaart.
69
Om de direct-weergeven-functie te kunnen gebruiken moet de camera in de opnamestand p staan. Druk één keer op de knop om eerder genomen foto’s in de linker bovenhoek van de monitor weer te geven, en twee keer om de beelden schermvullend weer te geven. Wanneer u voor de derde keer op de knop drukt, keert u terug naar het opnamemenu.
>>
Opnamestand Direct weergeven
Foto’s op de CF geheugenkaart worden in de linker bovenhoek van de monitor getoond, zodat u het resultaat van vorige opnamen kunt bekijken terwijl u de camera instelt voor uw volgende opname.
Schermvullend
weergeven
Foto’s op de CF geheugenkaart worden op volle grootte of in menu’s van vier of negen thumbnails getoond. U kunt films weergeven, foto­informatie bekijken , beelden één voor één wissen en kleine beelden creëren (blz. 76).
Basisprincipes—Weergeven en wissen
70
Direct weergeven
Wanneer u op de p knop drukt om beelden direct weer te geven, wordt de meest recente foto op de CF geheugenkaart in de linker bovenhoek van de monitor getoond.
U kunt de volgende handelingen uitvoeren:
Druk op
QUICK p
Ontspanknop
Voor
Bekijken andere foto’s (waaronder kleine beelden)
Schermvullend bekijken huidige foto
Terugkeren naar opnamestand
Beschrijving
Duw < multi-selector omhoog voor bekijken van beelden genomen vóór huidige foto en omlaag voor bekijken van beelden genomen na huidige foto. Houd > ingedrukt om snel naar gewenste beeldnummer te gaan.
Ga over op schermvullend weergeven (zie volgende bladzijde), waarbij huidige foto schermvullend wordt getoond.
Druk ontspanknop half in om het weergeven te beëindigen en scherp te stellen. Druk hem helemaal in om het weergeven te beëindigen en een foto te maken.
* De werking van alle andere bedieningsorganen is hetzelfde als in de
opnamestand.
71
Schermvullend weergeven
In de direct-weergeven-stand dient u op de QUICK p knop te drukken om over te gaan op schermvullend weergeven. Het beeld dat in de direct-weergeven-stand werd getoond wordt nu schermvullend weergegeven.
U kunt de volgende handelingen uitvoeren:
Druk op
5
(1)
6
(2)
7
(3)
TRANSFER
knop
Ontspan-
knop/
p knop
Voor
Bekijken andere foto’s (waaronder kleine beelden)
Verbergen foto­informatie/moni­tor uitschakelen
Klein beeld creëren
Wissen huidige foto
Bekijken foto­informatie
Bekijken meer­dere beelden
Selecteren huidige foto voor overspelen naar computer
Beëindigen weergeven en meer foto’s nemen
Beschrijving
Duw op < voor bekijken van beelden genomen vóór huidige foto en > voor bekijken van beelden genomen na huidige foto. Houd ingedrukt om snel naar gewenste beeldnummer te gaan. Indien er bestanden van kleine beelden tussen zitten, worden deze met een grijs kader getoond.
Toon en verberg de camera instellingen; schakel de monitor aan en uit.
Duw op om een klein beeld te creëren.
Er verschijnt een bevestigingsdialoog. Duw op
/de multi-selector om optie te markeren en > om optie te selecteren.
•Selecteer Yes om foto te wissen.
•Selecteer No om foto te bewaren. Druk op de 6 knop om de volgende bladzijde
met foto-informatie weer te geven (blz. 158). Druk op 7 knop om een menu van maximaal
negen thumbnails weer te geven (zie volgende bladzijde).
Beelden die geselecteerd zijn voor overspelen naar een computer worden voorzien van een Dicoon. Om het huidige beeld te selecteren voor overspelen dient u op de TRANSFER knop te drukken.Als het beeld al voor overspelen is geselecteerd,wordt de selectie hierdoor ongedaan gemaakt.
Druk op de p knop om het weergeven te beëindigen en de camera gereed te maken voor de volgende opname. Druk de ontspanknop half in om het weergeven te beëindigen en scherp te stellen. Druk hem helemaal in om het weergeven te beëindigen en een foto te maken.
Basisprincipes—Weergeven en wissen
72
Thumbnails weergeven
Wanneer u bij het schermvullend weergeven van foto’s op de 7 knop drukt verschijnt er een menu met negen thumbnails. Wanneer de thumbnails worden getoond kunt u de volgende handelingen uitvoeren:
Druk op
7
5
TRANSFER
knop
Ontspanknop/
p knop
Voor
Markeren van beelden
Groter weergeven van gemarkeerd beeld
Wissen van gemarkeerde foto
Selecteren gemarkeerde foto voor overspelen naar computer
Terugkeren naar opnamestand
Beschrijving
Duw op ≤/≥/</>op de multi-selector om een thumbnail te markeren.
Druk bij vertonen van negen thumbnails één maal op 7 knop om menu met vier thumbnails te bekijken. Druk nogmaals op knop om gemarkeerde thumbnail schermvullend te bekijken. Kleine beelden worden met een grijze rand weergegeven.
Er verschijnt een bevestigingsdialoog. Duw op ≤/≥ op de multi-selector om optie te markeren en > om optie te selecteren.
•Selecteer Yes om foto te wissen.
•Selecteer No om foto te bewaren. Beelden die geselecteerd zijn voor
overspelen naar een computer worden voorzien van een D icoon. Om het huidige beeld te selecteren voor overspelen dient u op de TRANSFER knop te drukken. Als het beeld al voor overspelen is geselecteerd, wordt de selectie hierdoor ongedaan gemaakt.
Druk op de p knop om het weergeven te beëindigen en de camera gereed te maken voor de volgende opname. Druk de ontspanknop half in om het weergeven te beëindigen en scherp te stellen. Druk hem helemaal in om het weergeven te beëindigen en een foto te maken.
73
Beelden selecteren voor overspelen naar een computer
Bij het schermvullend weergeven van beelden en het weergegeven van thumbnails kunt u beelden die u naar uw computer wilt kopiëren selecteren en de-selecteren met de TRANSFER-knop. Met deze knop kunt u de selectie van geselecteerde beelden ook ongedaan maken.
Basisprincipes—Weergeven en wissen
•Naast de beelden die u voor overdracht heeft geselecteerd verschijnt een D icoon. Wanneer u een niet gemarkeerd beeld selecteert en op de TRANSFER-knop drukt, zal een D icoon verschijnen en zal het beeld voor overdracht worden aangemerkt.
•Wanneer u een reeds gemarkeerd beeld selecteert en op de TRANSFER­knop drukt, zal de D icoon verdwijnen en zal het beeld niet meer voor overdracht worden aangemerkt.
•Beelden kunnen ook voor overspelen worden geselecteerd wanneer u de keuzeknop op p zet wanneer de camera in de weergavestand staat (pag. 156, 162).
Schermvullend
weergegeven
Thumbnails
weergegeven
TRANSFER-knop
74
75
Hoe nu verder?
Na het volschieten van een rolletje moeten gebruikers van traditionele fotocamera’s hun foto’s laten ontwikkelen en afdrukken. Afdrukken kan met een digitale camera natuurlijk ook, maar er is méér mogelijk? In dit hoofdstuk worden een aantal tips gegeven over het uitvoeren van de volgende basistaken:
Hoe stuur ik foto’s naar familie en vrienden?
In dit gedeelte wordt advies gegeven over het versturen van foto’s via e-mail en Internet.
Hoe maak ik afdrukken?
Hier staat informatie over Digital Print-Order Format (DPOF) en over het maken van foto’s die u wilt afdrukken.
Hoe vind ik mijn foto’s terug?
In dit gedeelte treft u een overzicht aan van het gebruik van beeldarchiveringssoftware voor het bekijken en opslaan van uw foto’s.
Hoe stuur ik foto’s naar
familie en vrienden?
pag. 76-81
Hoe maak ik afdrukken?
pag. 82-84
Hoe vind ik mijn foto’s
terug?
pag. 85
Wat er verder mogelijk is
met uw digitale camera
76
Het spreekt voor zich dat digitale camera’s digitale beelden produceren. Door hun digitale vorm kunnen deze beelden gemakkelijk worden gekopieerd naar een computer, waar ze kunnen worden opgeslagen, bekeken, via e-mail kunnen worden verstuurd of op een verwijderbaar medium (zoals een diskette, een CD-R of een Zip-disk) kunnen worden opgeslagen voor aanlevering bij de fotowinkel. Bij het kopiëren van beelden naar een computer speelt de bij uw camera geleverde Nikon View software een centrale rol. Hieronder wordt beschreven hoe u foto’s maakt die geschikt zijn voor elektronische verzending en hoe u ze naar uw computer overspeelt. Meer informatie over het gebruik van Nikon View treft u aan in “Naslaghoofdstuk: Aansluitingen” (pag. 178).
Foto’s maken voor versturing via e-mail en Internet
Uw camera slaat beelden op in TIFF en JPEG-formaat, dat door een groot aantal beeld ondersteunende programma’s kan worden gelezen, inclusief webbrowsers zoals Netscape Navigator en Internet Explorer en e-mail software als Eudora en Outlook. Hierdoor zijn deze beelden bij uitstek geschikt voor versturing per e-mail of Internet. Let er echter op dat beelden bestemd voor elektronische versturing klein dienen te zijn, zowel wat betreft hun fysieke afmetingen (zodat ze in het venster van een webbrowser of de e-mail software passen) en wat betreft de hoeveelheid informatie die ze bevatten (zodat het niet te lang duurt om ze te up- of downloaden via een Internetverbinding).
Beeldkwaliteit en –grootte
Wanneer u als beeldkwaliteit BASIC of NORMAL kiest wordt de bestandsgrootte kleiner, zodat het minder tijd kost om de beelden via een Internetverbinding te versturen. Niet alleen zijn VGA (640 x 480 pixels) beelden klein genoeg om bij weergave op de meeste computers in een browservenster te passen, maar door de vermindering in grootte kan het bestand ook sneller worden verstuurd. Het is mogelijk om de beeldkwaliteit en –grootte in te stellen in het SET-UP menu of de CSM-stand, wanneer u beelden voor elektronische verspreiding wilt maken. De COOLPIX885 kan echter ook met één druk op de knop kleine beelden maken voor e-mail en webtoepassingen.
Hoe stuur ik foto’s naar familie en vrienden?
Foto’s versturen via e-mail en Internet
77
Hoe nu verder?—Hoe stuur ik foto’s naar familie en vrienden?
Toon een beeld schermvullend om
een klein beeld te kunnen maken.
1
Duw op </> om een beeld te
selecteren.
2
Duw op (SMALL PIC.-knop).
3
Duw op ≤/≥ om ‘YES’ te
markeren.
4
Duw op > om een kopie van het
beeld op de ingestelde waarden
voor kleine beelden te maken.
•Er wordt een klein beeld met de ingestelde grootte (standaard 640x480 pixels) gecreëerd.
5
Duw op > om het kleine beeld te
bevestigen.
6
Over kleine beelden
•De beeldkwaliteit van kleine beelden is altijd BASIC, zelfs wanneer de
beeldkwaliteit van de originele foto daarvan afwijkt.
Small Pic
Creating small picture file?
Yes
No
SELECT SET
78
Over kleine beelden
•Kleine beelden die zijn gemaakt door de COOLPIX885 hebben namen met de vorm “SSCNnnnn,jpg”, waarbij nnnn een viercijferig getal is dat automatisch door de camera wordt toegekend (bijv. “SSCN0002.jpg”).
•De standaardgrootte voor kleine beelden kan worden ingesteld met de Small Pic. optie in het PLAYBACK menu.
•Bij direct afspelen op volle grootte of weergeven p worden kleine beeldbestanden weergegeven in circa 1/4 van het volledige scherm, omgeven door een grijs kader. Bij thumbnail weergaves worden kleine bestanden weergegeven met een grijze rand.
•Kleine beelden kunnen niet beeldvullend worden weergegeven.
•Kleine beelden worden niet weergegeven bij een diashow (pag. 168)
•De markering voor overspelen bij kleine beelden zal zodanig worden ingesteld dat hij overeenkomt met de originele foto.
•De instellingen voor beschermen, printopdrachten en verbergen van kleine beelden worden niet automatisch afgestemd op de instellingen van de originele beelden.
Zet de keuzeknop op p.
1
Duw op de MENU-knop om het
weergavemenu op te roepen.
2
Markeer “Small Pic.”
3
Toon opties.
4
De grootte van kleine beelden aanpassen
Selecteer een van de opties in het Small Pic. Menu van het PLAYBACK-menu (pag.175). De grootte van kleine beelden kan worden ingesteld op één van deze vier waarden: 640x480, 320x240, 160x120 en 96x72 pixels.
PLAY BACK MENU
Delete
Folders
Slide Show
Protect
Hide Image
Print Set
PAGE2 SELECT SET
6 4 0 30S
PLAY BACK MENU
Auto Transfer
Small Pic.
Auto Off
OFF SELECT SET
6 4 0
30S
SMALL PIC.
Auto Transfer
Small Pic.
Auto Off
OFF
640X480 320 160
96X72
X
240
X
120
SETSELECT
79
Opmerkingen over het maken van kleine beelden
In de volgende situaties kunnen kleine beelden niet worden gemaakt:
•Wanneer er een klein beeld op de monitor wordt getoond
•Bij een beeldbestand met kwaliteit HI
•Bij Ultra-hoge-snelheid bestanden en filmbestanden
•Indien er onvoldoende ruimte op de CF geheugenkaart is om een klein bestand te maken
•In de standen direct weergeven, thumbnails direct weergeven en thumbnails afspelen
Opmerkingen over kleine beelden
•Wanneer men Nikon View 4.2 gebruikt kunnen kleine beelden als thumbnail worden weergegeven; het normaal weergeven en printen er van is met de ingebouwde viewer echter niet mogelijk.
•Wanneer kleine beelden, welke zijn gemaakt met een COOLPIX885, met een ander type camera worden gebruikt, is het mogelijk dat de kleine beelden niet juist worden weergegeven of overgespeeld naar de computer.
•De ‘kleine beelden’ functionaliteit van de COOLPIX885 werkt niet gegarandeerd met beelden die met een andere digitale camera zijn gemaakt.
Opmerkingen over wissen van kleine beelden
•Indien een klein beeld wordt gewist, blijft de originele foto in tact
•Het kleine beeld blijft in tact, zelfs wanneer het originele beeld wordt gewist.
320
Kies een grootte voor de kleine
beelden.
5
Duw op > om de keuze door te
voeren.
6
Hoe nu verder?—Hoe stuur ik foto’s naar familie en vrienden?
30S
SMALL PIC.
Auto Transfer
Small Pic.
Auto Off
OFF
640X480 320 160
X X
96X72
240 120
SETSELECT
PLAY BACK MENU
Auto Transfer
320
Small Pic.
30S
Auto Off
OFF SELECT SET
80
Beelden elektronisch versturen
Nadat u de beelden die u wilt versturen heeft genomen, kunt u ze naar uw computer kopiëren voor versturing via e-mail.
1
Installeer Nikon View
• Installeer Nikon View en de bij uw camera geleverde beeldarchiveringssoftware zoals beschreven bij “Naslaghoofdstuk: Aansluitingen” (pag. 178).
2
Selecteer te kopiëren beelden
•Zet de keuzeknop op p en zet de camera aan. Druk vervolgens op de knop 7 om een bladzijde met thumbnails weer te geven (pag. 162). Controleer of
de beelden die u naar uw computer wilt kopiëren voorzien zijn van een D icoon. Om beelden zonder deze icoon voor overspelen te selecteren of om de selectie van beelden met de icoon ongedaan te maken dient u het beeld te markeren en op de TRANSFER-knop te drukken.
•Wanneer het originele beeld wordt gemarkeerd voor overdracht, dan zal automatisch het bijbehorende kleine beeld ook voor overdracht worden gemarkeerd. Omgekeerd echter zal het de-markeren van het originele- of het kleine beeld niet automatisch tot gevolg hebben dat de status van het bijbehorende andere beeld wordt aangepast.
3
Sluit de camera op de computer aan
•Zet de computer aan en sluit uw camera aan zoals beschreven bij “Naslaghoofdstuk: Aansluitingen” (pag. 178). Wanneer de camera is aangesloten en wordt aangezet start Nikon View automatisch.
•Zie pag. 121 voor meer informatie over het selecteren van beelden voor overspelen wanneer ze worden gemaakt
•Zie pag. 174 voor meer informatie over het selecteren van beelden voor overspelen nadat ze zijn gemaakt
Waarschuwing bij het overzetten van de beelden
Voer geen van de onderstaande handelingen uit op het moment dat de beelden worden overgezet naar de computer, nadat de TRANSFER-knop is ingedrukt.
•De geheugenkaart verwijderen
•De camera uitschakelen
•De USB-kabel loskoppelen
81
Hoe nu verder?—Hoe stuur ik foto’s naar familie en vrienden?
PREPARING TO TRANSFER
TRANSFERRING IMAGE TO COMPUTER
TRANSFER COMPLETED
Beeldarchiveringssoftware
Afhankelijk van het land van aankoop wordt de COOLPIX885 geleverd met Canto Cumulus, iView Media Pro of Fotostation Easy. De documentatie op de bij uw camera geleverde Nikon View 4 naslag-CD bevat aanwijzingen voor het installeren van deze applicaties (pag. 179). Als u Cumulus of iView Media Pro gaat gebruiken, vergeet dan niet om de beeldarchiveringssoftware te installeren voordat u Nikon View installeert. Als u Fotostation Easy gaat gebruiken, installeer dan eerst Nikon View 4 en pas daarna Fotostation Easy.
Opmerking over het aansluiten van de camera op uw computer
Wanneer de camera is aangesloten op uw computer en u de camera aanzet, dan schuift het objectief uit. Zorg dat de lensdop van de camera verwijderd is voordat u de camera op uw computer aansluit.
4
Kopieer beelden met icoon naar computer
•Druk op de TRANSFER-knop op de camera om alle beelden die voor overspelen naar uw computer geselecteerd zijn te kopiëren. Het bericht “PREPARING TO TRANSFER” verschijnt op de monitor van de camera. Na een korte pauze begint het kopiëren en wordt het bericht “TRANSFERRING IMAGE TO COMPUTER” getoond.
5
Koppel de camera los van de computer
• Wanneer alle gemarkeerde beelden zijn gekopieerd wordt op de monitor het bericht “TRANSFER COMPLETED” getoond. Wanneer dit bericht is verschenen dient u op “Hardware loskoppelen of uitwerpen” in de taakbalk te drukken en Stop USB Disk te selecteren (Windows Me, Windows 2000), of te dubbelklikken op Deze Computer, de Verwisselbare schijf die overeenkomt met de camera te selecteren, het File (Bestand) menu te openen en Eject te selecteren (Windows 98, Windows 98SE). Voor de Macintosh dient u het Volume dat overeenkomt met de camera in de prullenbak te slepen. Zet vervolgens de camera uit en koppel de USB-kabel los (pag. 178). De beelden die naar uw computer zijn gekopieerd kunnen aan een e-mail bericht worden gehangen (zie hiervoor de handleiding bij uw e-mail programma), of naar uw persoonlijk homepage worden ge-upload.
82
Digitale foto’s kunnen op diverse manieren worden afgedrukt. Veel fotozaken accepteren nu beeldbestanden op CompactFlash
geheugenkaarten of op diskette. Daarnaast voldoen sommige professionele printsystemen en ink jet printers aan het Digital Print Order Format (DPOF), zodat u de beelden kunt afdrukken via digitale printopdrachten die op de CF geheugenkaart van de camera zijn opgeslagen. Als u een daarvoor geschikte printer heeft, kunt u uw printopdrachten ook thuis verwerken met behulp van Nikon View. Met veel nieuwe kleurenprinters voor thuisgebruik krijgt u een resultaat dat bijna net zo goed is als dat van professionele apparaten, tegen een betaalbare prijs. Hieronder wordt beschreven hoe u foto’s maakt die moeten worden afgedrukt en worden enkele opties voor het afdrukken van foto’s aangegeven.
Foto’s maken om af te drukken
Bij het maken van foto’s die u wilt afdrukken spelen de beeldgrootte en in mindere mate de beeldkwaliteit een belangrijke rol. De beeldgrootte bepaalt de maximale afmetingen waarbij de foto kan worden afgedrukt. Als een “small-size image” wordt afgedrukt op een groot formaat, dan zijn de afzonderlijke puntjes waar de foto uit bestaat (pixels) met het blote oog zichtbaar, zodat het beeld er grof en oneffen uitziet. Veel inkjetprinters voor thuisgebruik hebben een streefresolutie voor het printen van kleurenbeelden van circa 200 dpi (dots per inch). Bij deze resolutie wordt een VGA-foto met een grootte van 640 x 480 pixels afgedrukt op een formaat van circa 8 x 6 cm, terwijl een beeld met een grootte van FULL kan worden afgedrukt op een formaat van circa 20 x 15 cm.
Hoe hoger de instelling voor beeldkwaliteit en beeldgrootte, des te beter is het resultaat bij het afdrukken van het beeld, vooral bij grotere afdrukformaten. Het is aan te bevelen om bij het maken van foto’s die u op een later tijdstip wilt afdrukken de beeldkwaliteit op FINE of NORMAL te zetten en de beeldgrootte op XGA of FULL. Zie de aanwijzingen in het vorige gedeelte voor informatie over het instellen van de beeldkwaliteit en grootte (pag. 103).
Hoe maak ik afdrukken?
Van beeldinformatie naar papier
83
Hoe nu verder?—Hoe maak ik afdrukken?
Digital Print-Order Format (DPOF)
De optie Print Set in het weergavemenu wordt gebruikt om een digitale printopdracht te creëren die in Digital-Print Order Format (DPOF) wordt opgeslagen op de CF geheugenkaart. Nadat u een printopdracht heeft aangemaakt, kunt u de kaart uit de camera nemen en in een DPOF­compatibel apparaat plaatsen. Dit kan een desk top fotoprinter zijn of een professioneel afdruksysteem. Nu kunt u de foto’s direct vanaf de kaart afdrukken. Zo maakt u een digitale printopdracht aan:
1
Druk op MENU-knop om PLAY BACK menu op te roepen.
2
Markeer Print Set.
3
Geef PRINT SET menu weer.
4
Plaats de CF geheugenkaart met de af te drukken beelden in de camera, zet de camera aan en zet de keuzeknop op p.
5
Selecteer beelden voor afdrukken zoals beschreven bij “Printopdrachten maken: het Print-Set-menu” (pag. 172).
•De printopdracht wordt opgeslagen op de CF geheugenkaart en kan op elk
gewenst tijdstip worden aangevuld of gewijzigd. Voordat u beelden afdrukt, dient u de camera uit te zetten en de kaart te verwijderen.
PLAY BACK MENU
Delete
Folders
Slide Show
Protect
Hide Image
Print Set
OFF SELECT SET
PLAY BACK MENU
Delete
Folders
Slide Show
Protect
Hide Image
Print Set
PAGE2 SELECT SET
PRINT SET
DONESELECT SET
84
Afdrukken vanaf verwijderbare media
Als de fotozaak waar u uw foto’s wilt laten afdrukken geen DPOF ondersteunt, is het misschien mogelijk om de beelden aan te leveren op diskette of een ander verwijderbaar medium (vraag eerst wat dit gaat kosten en welke typen diskettes en bestandsformaten de fotozaak kan verwerken). U kunt beelden naar uw harde schijf kopiëren met Nikon View. Zie de Nikon View naslaggids voor informatie over de handelingen die u kunt uitvoeren wanneer de camera op uw computer is aangesloten.
85
Hoe nu verder?—Hoe vind ik mijn foto’s terug?
Wanneer u eenmaal grote aantallen foto’s naar uw computer heeft gekopieerd, kan het lastig zijn om bepaalde foto’s terug te vinden die u misschien een tijd geleden heeft gemaakt en waar u nu extra afdrukken van wilt maken. Met de bij uw camera geleverde beeldarchiveringssoftware kunt u uw foto’s in categorieën onderverdelen, zodat u ze makkelijker kunt terugvinden. Ook kunt u de software gebruiken om previews te bekijken van beelden die op uw computer zijn opgeslagen en om de beelden in uw favoriete beeldverwerkingsprogramma te openen. Zie voor verdere informatie de documentatie bij uw beeldarchiveringssoftware.
Hoe vind ik mijn foto’s terug?
Gebruik van beeldarchiveringssoftware
Beeldarchiveringssoftware
Afhankelijk van het land van aankoop wordt de COOLPIX885 geleverd met Canto Cumulus, iView Media Pro of Fotostation Easy. De documentatie op de bij uw camera geleverde Nikon View 4 naslag-CD bevat aanwijzingen voor het installeren van deze applicaties (pag. 179). Als u Cumulus of iView Media Pro gaat gebruiken, vergeet dan niet om de beeldarchiveringssoftware te installeren voordat u Nikon View installeert. Als u Fotostation Easy gaat gebruiken, installeer dan eerst Nikon View 4 en pas daarna Fotostation Easy.
86
87
Naslaghoofdstuk
Dit hoofdstuk is als volgt onderverdeeld:
Meer dan kijken en knippen
Hier treft u informatie aan over de meest gebruikte camera-instellingen zoals zoom, flitsstand, scherpstelling en gebruiksstand.
Camera-instellingen
In dit deel leest u hoe u de camera kunt configureren met de opties in het SET-UP-menu.
Geavanceerde fotografie
Hier worden de opties beschreven die beschikbaar zijn in het CSM-opnamemenu.
Beelden weergeven
Lees dit gedeelte voor een uitgebreide beschrijving van de weergavestand.
Aansluitingen
Hier leest u hoe u uw camera kunt aansluiten op een computer en beelden naar uw computer kunt kopiëren met Nikon View
Technische gegevens
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u uw camera in goed conditie houdt en wat u moet doen als hij niet naar verwachting functioneert. Ook wordt een lijst met cameraspecificaties en optionele accessoires verkrijgbaar voor de COOLPIX885 gegeven.
Trefwoordenregister
Een alfabetisch register van de onderwerpen die in deze handleiding aan bod komen.
Meer dan kijken
en knippen
pag. 88-101
Camera-
instellingen
pag. 102-125
Geavanceerde
fotografie
pag. 126-154
Beelden
weergeven
pag. 155-175
Aansluitingen
pag. 178-186
Technische
gegevens
pag. 187-205
Trefwoorden-
register
pag. 202-205
De fijne kneepjes
88
Hieronder worden de handelingen toegelicht die u met behulp van de keuzeknop en de knoppen achterop de camera kunt uitvoeren in de automatische stand (AUTO), de onderwerpsstand, CSM-stand en de filmstand.
Creatieve fotografie: een stand kiezen
Hoewel de automatische stand met zijn uitgebreide reeks menu-opties en camera-instellingen geschikt is voor bijna iedere situatie, vereisen sommige composities, zoals portretten of landschappen, speciale combinaties van instellingen die alleen voor dát type onderwerp optimaal zijn. In plaats van dat u al die instellingen stuk voor stuk uitvoert, kunt u simpelweg een geschikte onderwerpsstand selecteren in het SCENE-menu, en de camera automatisch de meest geschikte instellingen laten kiezen voor een optimaal resultaat.
Naast de automatische stand en de onderwerpsstand, zijn enkele camera instellingen alleen beschikbaar in de stand CSM.
Op de volgende bladzijden wordt beschreven wanneer u elk van de negen opnamestanden het beste kunt gebruiken (selecteer de meest toepasselijke opnamestand in het Scene Mode menu). U kiest de opnamestanden met de keuzeknop. Wanneer u één van de onderwerpsstanden kiest, wordt een grote icoon behorend bij de op dat moment gekozen stand in de linker bovenhoek van de monitor getoond. Deze grote icoon blijft ongeveer zeven seconden lang zichtbaar; daarna wordt hij vervangen door een kleine icoon.
De filmstand-icoon (kleine icoon) verschijnt in de linker onderhoek van de monitor. In de AUTO-stand en CSM-stand wordt er geen icoon getoond.
Meer dan kijken en knippen
Camerabesturingsknoppen
Onderwerpsinstellingen
Afhankelijk van het onderwerp kan het zijn dat een onderwerpsstand niet altijd het gewenste resultaat opleveren. Als u niet tevreden bent met de foto’s die u in één van de zeven onderwerpsstanden heeft genomen, zet u de keuzeknop op AUTO en probeert u het opnieuw.
89
Naslag—Meer dan kijken en knippen
De onderstaande tabel illustreert wanneer elk van de negen opnamestanden het best gebruikt kan worden. De iconen in de in de kolommen “Flitsstand” en “Scherpstelstand” geven aan welke flits- en scherpstelstanden u in iedere stand kunt selecteren. Wanneer er meer dan één optie wordt gegeven, kan de gebruiker hier zelf tussen kiezen.
Stand
Flitsstand
Scherp-
stelstand
a
AUTO
Elke Elke
i
SCENE
**
CSM
Custom
Elke Elke
m
Auto
Movie
P
@ ™
Wanneer gebruiken
Een automatische stand voor simpel richten-en-afdrukken fotografie.
Er zijn twaalf onderwerpsstanden beschikbaar. Zie pag. 00 voor de details en (on)mogelijkheden voor de verschillende standen.
In de CSM-stand kunnen allerhande instellingen stuk voor stuk worden gedaan voor een optimale afstemming op de compositie.
Voor films zonder geluid met een grootte van 320 x 240 pixels (QVGA). Filmen start bij volledig indrukken ontspanknop en eindigt bij nogmaals volledig indrukken ontspanknop. In plaats van het aantal resterende opnamen toont de opnameteller op de monitor de lengte van de film die kan worden opgenomen. Film eindigt automatisch na 40 sec. of als er geen plaats meer is op de geheugenkaart. Films worden opgeslagen als Quick Time filmbestanden waarvan de naam eindigt op “.MOV”.
* Afhankelijk van de gekozen onderwerpsstand kunt u de flits- en
scherpstelinstellingen aanpassen (zie pag. 64-65 voor beperkingen).
90
Uitsnede bepalen: optische en digitale zoom
Uw digitale Nikon-camera is voorzien van twee soorten zoom: optische zoom, waarbij het zoomobjectief van de camera wordt gebruikt om het onderwerp maximaal 3x te vergroten, en digitale zoom, waarbij beelden door middel van digitale bewerking nog eens maximaal 4 x kunnen worden vergroot.
Optische zoom
De beelduitsnede kan met de zoomknoppen worden bepaald in de zoeker of op de monitor.
Bij indrukken van één van de twee knoppen wordt de hoeveelheid zoom op de monitor weergegeven.
Uitzoomen
Inzoomen
Digitale zoom
Wanneer u bij maximale optische zoom de T-knop gedurende 2 sec. ingedrukt houdt, wordt de digitale zoom geactiveerd.
Zoomfactor getoond op monitor
Maximale optische zoom
2 sec.
indrukken
Groene lampje knippert langzaam om aan te geven dat beelduitsnede in de zoeker niet nauwkeurig kan worden bepaald.
Als digitale zoom actief is, wordt de zoomfactor vergroot telkens wanneer u de T-knop indrukt, tot maximaal 4x. Wanneer u de W-knop indrukt, wordt de zoomfactor verkleind. Om de digitale zoom op te heffen, dient u op de W-knop te drukken tot de zoomweergave verdwijnt.
91
Optische en digitale zoom vergeleken
Bij digitale zoom worden beeldinformatie van de beeldsensor van de camera digitaal bewerkt, waardoor het centrale deel van het beeld wordt vergroot tot het het kader vult. In tegenstelling tot bij optische zoom, worden bij digitale zoom de details in de foto niet duidelijker. In plaats daarvan worden details die bij maximale optische zoom zichtbaar zijn vergroot, zodat een ietwat korrelig beeld ontstaat. Ook is bij digitale zoom het effect alleen zichtbaar op de monitor, en niet in de zoeker, zodat de monitor aan moet staan om digitale zoom te kunnen gebruiken.
Beperkingen bij digitale zoom
Zoals hierboven vermeld kan digitale zoom alleen worden gebruikt als de monitor aanstaat. Digitale zoom kan niet worden gebruikt in de filmstand.
Naslag—Meer dan kijken en knippen
92
De juiste afstand: de scherpstelknop
Standaard stelt de camera automatisch scherp op onderwerpen die zich 30 cm (op de grootste hoek), 60cm (bij telestand) of verder van het objectief bevinden, goed genoeg voor de meeste onderwerpen. Soms echter kan het zijn dat u liever zélf scherp stelt, bijvoorbeeld wanneer u en ver gelegen onderwerp door takken of gebladerte heen fotografeert, of wanneer u door een raam of gaas heen fotografeert. Of u wilt dat de camera op een voorwerp scherpstelt dat dichterbij ligt dan 30 cm, zoals bijvoorbeeld bij een close-up van een bloem of visitekaartje. Uw digitale Nikon-camera heeft voor beide situaties scherpstelstanden. Sommige van deze scherpstelstanden kunnen worden gebruikt met de zelfontspanner en zo te verhinderen dat de camera tijdens de opname trilt, of om u in staat te stellen zelf op de foto te komen.
Om de scherpstelstand te selecteren dient u op de 2 knop te drukken die zich achterop de camera onder de monitor bevindt.
1
Druk op
2
Controleer scherpstelstand op monitor
93
Naslag—Meer dan kijken en knippen
De volgende instellingen zijn mogelijk (afhankelijk van de geselecteerde stand kunnen er beperkingen gelden):
Instelling
geen icoon
Autofocus
0
Autofocus +
zelfontspanner
@
Oneindig
Macro close-up
0™
Macro close-up +
zelfontspanner
Wanneer gebruiken
Bij onderwerpen vanaf 30cm (op de grootste hoek), 60cm (bij telestand) afstand tot het objectief.
Bij zelfportretten of om cameratrilling bij indrukken van ontspanknop te voorkomen.
Bij fotograferen van vergezichten door voorwerpen op voorgrond heen, b.v. door een raam.
Bij close-ups.
Bij close-ups om cameratrilling bij indrukken van ontspanknop te voorkomen.
Macro close-up
Om in de close-up stand onderwerpen te fotograferen die 30cm of dichterbij gelegen zijn, dient u de zoom in de groothoekstand te zetten. In de zoomstand waarbij in geel wordt weergegeven kunt u scherpstellen tot een afstand van 4cm van de lens
•Bij macro close-up is het aan te bevelen om de beelduitsnede via de monitor te bepalen.
•Hoewel u de flitser kunt gebruiken in de macro close-up stand, kan het zijn dat hij niet in staat is het hele onderwerp uit te lichten. Maak een testopname en controleer het resultaat op de monitor.
Werking
Camera stemt scherpstelling automatisch af op afstand tot onderwerp.
Combineert autofocus (zie hierboven) met opnamevertaging van 10 sec. of 3 sec.
Scherpstelling wordt vast ingesteld op oneindig. Flitser wordt uitgezet.
Camera kan scherpstellen op onderwerpen vanaf 30cm (op de grootste hoek), 60cm (bij telestand) afstand tot het objectief; optische zoom beperkt tot bereik tussen midden- en telestand stand.
Combineert macro close-up (zie hierboven) met opnamevertraging van 10 sec. of 3 sec.
94
Automatische scherpstelstand
Het autofocussysteem heeft twee standen. Welke stand wordt gebruikt hangt samen met het uit of aan staan van de monitor.
AF-stand
Continu AF
(monitor aan)
Enkelvoudig AF
(monitor uit)
Werking
De scherpstelling kan worden vergrendeld door de ontspanknop half in te drukken
Camera stelt alleen scherp bij half indrukken van ontspanknop.
Optimaal resultaat met automatische scherpstelling
De automatische scherpstelling werkt het best als:
•er contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. Het resultaat kan
bijvoorbeeld tegenvallen als het onderwerp dezelfde kleur heeft als de achtergrond;
•het onderwerp gelijkmatig verlicht is.
De automatische scherpstelling werkt niet goed als:
• er tegelijkertijd kan worden scherpgesteld op twee of meer voorwerpen op
verschillende afstanden van het objectief. Het resultaat kan bijvoorbeeld tegenvallen als u een voorwerp in een kooi fotografeert, aangezien de tralies van de kooi zich dichter bij de camera bevinden dan het hoofdonderwerp en zowel de tralies als het hoofdonderwerp zich in het AF-veld middenin het beeld bevinden;
•het onderwerp erg donker is (het onderwerp dient echter ook niet teveel lichter
dan de achtergrond te zijn);
•het onderwerp snel beweegt. Als de camera niet automatisch kan scherpstellen, gebruik dan de
scherpstelvergrendeling (pag. 61) om op een ander onderwerp op dezelfde afstand scherp te stellen.
Voor- en nadelen
Voordeel:
•Minder tijd nodig om scherp te stellen, zodat u snel kunt reageren als zich plotseling een kans op een schitterend plaatje voordoet.
Nadeel:
•Er kunnen foto’s worden genomen wanneer de camera niet scherpgesteld staat; controleer het groene lampje voordat u de foto maakt.
Voordeel:
•Er kunnen alleen foto’s worden genomen wanneer de camera scherpgesteld staat.
•Bespaart batterijen.
Nadeel:
•Korte vertraging voordat camera scherpstelt.
95
Naslag—Meer dan kijken en knippen
Vertraagd afdrukken: de zelfontspanner
Bij gebruik van de zelfontspanner neemt de camera 10 of 3 seconden nadat u de ontspanknop heeft ingedrukt een foto. De vertraging van tien seconden wordt meestal gebruikt voor foto’s waar de fotograaf zelf op wil staan; na het indrukken van de ontspanknop heeft u de gelegenheid om zich voor de camera op te tellen. De vertraging van drie seconden voorkomt dat foto’s onscherp worden door de trilling die het indrukken van de ontspanknop veroorzaakt. Deze functie is vooral handig bij het maken van foto’s bij weinig licht of close-ups zonder flitser.
Zo gebruikt u de zelfontspanner:
1
Stel de camera op
• Plaats de camera op een statief (aanbevolen) of op een plat, stabiel oppervlak.
2
Selecteer een zelfontspannerstand
•Druk op de 2 knop totdat 0 (autofocus + zelfontspanner, voor fotograferen bij een bereik van 30 cm of meer op de grootste hoek of 60cm of meer bij telestand) of ™0 (macro close-up + zelfontspanner, voor fotograferen bij een bereik van 4 cm of meer op de grootste hoek of 30cm of meer bij telestand) op de monitor verschijnt.
Druk op Zelfontspannericoon
getoond op monitor
96
3
Bepaal de compositie
•Wijzig de camera-instellingen en bepaal de compositie van uw foto.
4
Start de zelfontspanner
•Druk de ontspanknop helemaal in
om de zelfontspanner te activeren. Druk de ontspanknop eenmaal in voor een vertraging van 10 seconden en tweemaal voor een vertraging van drie seconden.
•Het zelfontspannerlampje naast het
flitsvenster gaat knipperen wanneer u de ontspanknop indrukt, en blijft knipperen tot één seconde voordat de foto genomen wordt. Het zelfontspannerlampje blijft gedurende de laatste seconde continu branden als waarschuwing dat de sluiter op het punt staat te ontspannen.
•Om de zelfontspanner uit te zetten,
dient u de ontspanknop bij 10 seconden vertraging twee keer in te drukken en bij 3 seconden vertraging één keer.
Helemaal
indrukken
Timer op monitor telt seconden af tot foto wordt genomen
Opmerking over het gebruik van de zelfontspanner
Wanneer u de zelfontspanner gebruikt bij een onderwerp dat zich niet in het midden van het beeld bevindt, selecteer dan in de CSM-stand de optie “Manual” in het “FOCUS OPTIONS: AF-Area Mode” opnamemenu, en kies het juiste scherpstelpunt om vervolgens de zelfontspanner aan te zetten. Ook kunt u de onderwerpsstand “Close-up” kiezen, het juiste scherpstelpunt kiezen en de zelfontspanner activeren.
97
Naslag—Meer dan kijken en knippen
Uw onderwerp bijlichten: de flitsknop
De flitser kan worden afgestemd op allerlei situaties, zoals beschreven in de tabel hiernaast onder “Wanneer gebruiken”.
Om een flitserinstelling te selecteren dient u op de 3 knop te drukken, die zich achterop de camera onder de monitor bevindt.
Als het licht slecht is
Als het licht slecht is en de flitser uitstaat (P) of op flitsen met lange sluitertijden staat (SLOW), dan kunnen foto’s onscherp worden. In dergelijke omstandigheden is het aan te bevelen een statief te gebruiken. Bij sluitertijden langer dan 1/4 sec. wordt de sluitertijd aanduiding op de monitor geel. Foto’s genomen terwijl deze aanduiding zichtbaar is kunnen wazig worden. Om te proberen om dit te voorkomen kunt u de camera uitzoomen. De flitser wordt automatisch uitgezet (P) als:
•autofocus op “oneindig” (@; pag. 93) staat.
h (landschap), j (zonsondergang), k (nachtlandschap), v (museum), l (vuurwerk), of z (close-up) is geselecteerd als onderwerpsstand, of de keuzeknop op m (film) staat (pag. 89).
•BSS aanstaat (pag. 141) of in de CSM-stand een andere instelling dan SINGLE voor CONTINUOUS (pag. 139) is geselecteerd.
•u lensconverter (LENS) instellingen gebruikt (pag. 145)
• de optie AE Lock op het submenu EXPOSURE OPTIONS aanstaat (pag. 148)
1
Controleer flitserinstelling op monitor
2
Druk op
Zie pag. 6 voor meer informatie over het veilig gebruik van de flitser.
98
De volgende instellingen kunnen worden gebruikt (afhankelijk van de gekozen stand kunnen er beperkingen gelden):
Instelling
geen icoon
Auto
P
Flitser uit
#
Automatisch
met rode-
ogen-reductie
O
Altijd flitsen
(invulflits)
SLOW
Lange-tijd-
flitsen
Werking
Flitser wordt bij weinig licht ontstoken.
Flitser wordt niet ontstoken, ook niet bij weinig licht.
Voorflitslampje gaat branden voordat hoofdflitser wordt afgevuurd. Hierdoor worden pupillen van onderwerp kleiner, zodat rode-ogen-effect door weerkaatsing van flits op netvlies zo veel mogelijk wordt beperkt.
Flitser wordt bij elke opname ontstoken.
Automatisch flitsen gecombineerd met lange sluitertijd.
Wanneer gebruiken
Beste keus in meeste omstandigheden.
Wanneer onderwerp buiten flitsbereik is, om de natuurlijke lichtomstandig­heden te behouden of wanneer flitslicht verboden is. Gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpe foto’s te voorkomen.
Voor portretten (werkt het best als onderwerpen zich ruim binnen flitsbereik bevinden en recht naat de voorflitslamp kijken). Na indrukken ontspanknop volgt korte pauze voordat foto wordt genomen, zodat het voorflitslampje het gewenste effect heeft. Daarom wordt rode-ogen­reductie niet aanbevolen voor onderwerpen die zich grillig bewegen of voor andere situaties waarin snel reageren belangrijk is.
Om schaduwpartijen en onderwerpen in tegenlicht op te helderen.
Om zowel onderwerp als achtergrond ’s nachts of bij slecht licht vast te leggen. Gebruik van statief aanbevolen om onscherpe foto’s te voorkomen.
99
Naslag—Meer dan kijken en knippen
Het flitser-gereed-lampje
Tussen de opnamen heeft de flitser een korte pauze nodig om op te laden. Als u de ontspanknop half indrukt terwijl de flitser oplaadt, knippert het rode lampje naast de zoeker. Haal uw vinger kort van de ontspanknop en probeer het nog eens.
Houd het flitsvenster vrij
Zorg dat uw vingers en andere zaken zich bij het maken van een foto niet voor het flitsvenster bevinden. Als een foto donker is ondanks dat de flitser is ontstoken, kan dit betekenen dat u per ongeluk iets voor het flitsvenster heeft gehouden; controleer of het venster vrij is en probeer het opnieuw.
100
Heldere, donkere en contrastrijke onderwerpen: belichtingscorrectie
Bij sommige composities (wanneer bijvoorbeeld grote delen van het kader zeer helder, zeer donker of zeer contrastrijk zijn) kan het voor het gewenste resultaat nodig zijn om af te wijken van de door de camera voorgestelde belichting. Dit doet u met behulp van de belichtingscorrectie.
De belichtingsccorrectie kan worden ingesteld op waarden tussen +2,0 EV (overbelichting) en –2,0 EV (onderbelichting), in stappen van 1/3 EV. Duw ≤/≥ op de multi-selector terwijl u de 1 knop ingedrukt houdt.
• Standaard zal de camera de instelling voor de belichtingscorrectie onthouden wanneer de camera volgende keer op AUTO, SCENE, CSM of Movie wordt gezet. Indien gewenst kan de belichtingscorrectie teruggezet worden op ±0.0 EV wanneer de keuzeknop op een andere stand wordt gezet of de camera wordt uitgezet (pag.118).
• De belichtingscorrectie kan ook worden ingesteld met behulp van het onderdeel EXPOSURE OPTIONS > Exp. +/– in het SHOOTING-menu (pag. 149).
Belichtingscorrectie is alleen mogelijk in de automatische stand. In andere standen stelt de camera de belichting automatisch af op het geselecteerde onderwerp.
1
Controleer correctie-waarde op monitor. Effect van correctie is zichtbaar op monitor; stel bij tot gewenste resultaat is bereikt. ! symbool getoond op monitor.
Duw op om het beeld lichter te maken, om het donkerder te maken.
2
Loading...