11-3 Resetten naar fabrieksinstelling ............................................................................... 13
Appendix A - S pecificaties .............................................................................. 14
Appendix B - Problemen oplossen ................................................................. 14
Appendix C - Contactinformatie...................................................................... 67
Eenheden
Dit apparaat is in de fabriek ingesteld op knopen. Indien u deze instelling wilt veranderen zie dan sectie 5-1.
2
WIND 3150 Installatie HandleidingNAVMAN
1 Inleiding
De WIND 3150 geeft weer:
Schijnbare windrichting en windsnelheid.
Ware windrichting en windsnelheid (data van
een snelheidsinstrument aan boord is
benodigd).
Maximale windsnelheid.
VMG (velocity made good) dat deel van
vaarsnelheid parallel aan de wind (hiervoor is
informatie van een snelheidsinstrument nodig).
Een geïnstalleerde WIND 3150 bestaat uit twee
onderdelen:
Een beeldscherm.
Een masttop instrument, welke ontworpen is
om windsnelheid- en richting te meten.
Het apparaat wordt gevoed door de
stroomvoorziening aan boord.
Het WIND 3150 beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
De WIND 3150 maakt deel uit van de NAVMAN
familie voor bootinstrumenten voor het meten van
snelheid, diepte en wind en repeaters. Deze
instrumenten kunnen zodanig op elkaar worden
aangesloten dat ze een geïntegreerd datasysteem
voor de boot vormen (zie sectie 9).
Om maximaal profijt van uw WIND 3150 te hebben
raden we u aan deze handleiding voor installatie en
gebruik aandachtig door te lezen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het beeldscherm schoon met een natte doek
of een mild afwasmiddel. Vermijd schuurmiddel,
benzine of andere oplosmiddelen.
Windrichtin-wijzer
Laat ware
windsnelheid en
- richting zien
Vier toetsen
(verlicht)
LCD-beeldscherm
(achtergrond verlicht)
N.B.: Als een item als strepen (— —) wordt weergegeven betekent dit dat de waarde niet beschikbaar is.
Bijv.: ware windwaarden zijn niet beschikbaar indien de WIND 3150 niet op een snelheidsinstrument aan
boord is aangesloten.
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het apparaat en de transducers zodanig te
installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker
van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT PRODUCT
WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Bepalende taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie met
betrekking tot dit product (Documentatie) mogen worden vertaald naar , of zijn vertaald uit een andere taal
(Vertaling). In geval van tegenstrijdigheid tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse versie
van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding geeft de WIND 3150 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht
voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Schakel het instrument aan en uit met de
hoofdschakelaar aan boord. Het instrument heeft
geen eigen aan- en uit-knop. Wanneer het instrument
ingeschakeld is, zal de wijzer een keer in de rondte
draaien terwijl het instrument zichzelf kalibreert. Als
het instrument uitgeschakeld wordt worden uw
instellingen bewaard.
Wanneer het woord SIM op het LCD- beeldscherm
flikker dan staat het instrument op de simulatiestand
(zie sectie 2-5).
2-2 De toetsen
Het apparaat heeft vier toetsen, met de opdruk
en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan
een seconde op een toets drukt.
Houden betekent dat u de toets ingedrukt dient
te houden voor een gespecificeerde tijd totdat het
beeldscherm verandert.
Betekent druk een toets + een andere toets
dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.
2-3 Instellen achtergrondlicht voor
scherm en toetsen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende
helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld
worden (de toetsenverlichting kan niet uitgeschakeld
worden). Druk eenmaal op om de huidige
lichtsterkte te zien en druk nomaals op om de
lichtsterkte te veranderen:
Achtergrondverlichting
niveau 2
(flikkert)
2-4 Alarmen
De WIND 3150 laat een alarm horen indien het alarm
is ingeschakeld en de schijnbare windsnelheid de
alarmwaarde overtreft. Om het alarm in- en uit te
schakelen of de alarmwaarde in te stellen:
1 Druk op
Windsnelheidsalarmscherm:
voor weergave van het
Alarm is aan
Alarm is aan
2 Om een alarmwaarde te veranderen druk op
of .
3 Om een alarm in of uit te schakelen druk op
4 Druk op
Wanneer het alarm en de interne pieper klinken,
begint het
worden ook externe toeters en lichten in werking
gesteld.
Druk op een willekeurige toets om het alarm uit te
schakelen. Het alarm blijft uitgeschakeld totdat de
windsnelheid lager wordt dan de alarmwaarde. Het
alarm zal weer afgaan wanneer de windsnelheid
weer hoger wordt dan de alarmwaarde.
.
op het beeldscherm te flikkeren en
2-5 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om
aan wal aan het apparaat te wennen. De WIND 3150
werkt als hetzelfde in de simulatie-stand, met
uitzondering van de gegevens van het masttop
instrument. Deze worden genegeerd en de informatie
wordt door het apparaat zelf aangemaakt. Het woord
SIM flikkert op het LCD-beeldscherm.
Om de Simulatie-instelling in of uit te schakelen:
1 Schakelt u de stroom uit.
2 Houdt u ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakeld.
2-6 Hoe het instrument windsnelheid
en windrichting meet
Het masttopinstrument heeft een rotor met drie
windcupjes die ronddraaien als de wind langs de
boot waait. Het masttopinstrument meet hoe snel
de windcupjes ronddraaien om de windsnelheid te
berekenen.
Het masttopinstrument heeft een vaan welke in de
richting wijst uit welke de wind waait. Het
masttopinstrument voelt elektronisch in welke
richting de vaan wijst.
Masttopinstrument
Vaan
Windbekertje
.
Windalarmsnelheid
4
50 knopen (flikkert)
WIND 3150 Installatie HandleidingNAVMAN
2-7 Bedieningsoverzicht
Schakel stroom in
Houd
Houd
+
5 seconden
ingedrukt
Schakel
Simulatie in of uit
Geheugen
resetten
Alarm instellen
Windsnelheidalarm instellen
Houd 2
seconden
ingedrukt
Alarm in- en
uitschakelen
Alarmsnelheid
verhogen
Alarmsnelheid
verlagen
Standaard bediening
Houd
+
Willekeurige
toets
Houd 2
seconden
ingedrukt
Houd
+ 2
seconden
ingedrukt
(Als het alarm klinkt)
Het alarm uitschakelen
De windstand veranderen TRUE
[ware] of APP [schijnbaar])