Navman WIND 3150 Installation and Operation Manual [nl]

WIND 3150
Installation and
Operation Manual
Nederlands.......2
Deutsch ..........15
Italiano............28
Suomi .............54
www.navman.com
NAVMAN
Inhoud
1 Inleiding............................................................................................................ 3
2 Bediening......................................................................................................... 4
2-1 In- en uitschakelen ...................................................................................................... 4
2-2 De toetsen ................................................................................................................... 4
2-3 Instellen achtergrondlicht voor scherm en toetsen ....................................................... 4
2-4 Alarmen ....................................................................................................................... 4
2-5 Simulatie-instelling....................................................................................................... 4
2-6 Hoe het instrument windsnelheid en windrichting meet ................................................ 4
2-7 Bedieningsoverzicht..................................................................................................... 5
3 Weergave schijnbare en ware windsnelheid en windrichting ..................... 6
4 Weergave windrichting ................................................................................... 7
4-1 Winddemping instellen ................................................................................................ 7
5 Weergave windsnelheid ................................................................................. 7
5-1 Windsnelheidseenheden instellen ............................................................................... 7
6 Maximale windsnelheid weergeven............................................................... 8
6-1 Maximale windsnelheid resetten .................................................................................. 8
7 Weergave VMG (velocity made good) ........................................................... 8
8 Windrichting en windsnelheid kalibreren ..................................................... 8
8-1 Windrichting kalibreren................................................................................................ 8
8-2 Windsnelheid kalibreren ..............................................................................................8
9 Systeem van verschillende instrumenten..................................................... 9
9-1 NavBus .......................................................................................................................9
9-2 NMEA ......................................................................................................................... 9
10 WIND 3150 apparatuur ................................................................................ 10
10-1 Wat er bij uw WIND 3150 geleverd wordt ................................................................ 10
10-2 Andere benodigde onderdelen ................................................................................. 10
10-3 Accessoires............................................................................................................. 10
11 Inst allatie en instelling .................................................................................1 1
11-1 Installatie ................................................................................................................. 11
11-2 Instelling ..................................................................................................................13
11-3 Resetten naar fabrieksinstelling ............................................................................... 13
Appendix A - S pecificaties .............................................................................. 14
Appendix B - Problemen oplossen ................................................................. 14
Appendix C - Contactinformatie...................................................................... 67
Eenheden
Dit apparaat is in de fabriek ingesteld op knopen. Indien u deze instelling wilt veranderen zie dan sectie 5-1.
2
WIND 3150 Installatie HandleidingNAVMAN
1 Inleiding
De WIND 3150 geeft weer:
Schijnbare windrichting en windsnelheid. Ware windrichting en windsnelheid (data van een snelheidsinstrument aan boord is benodigd). Maximale windsnelheid. VMG (velocity made good) dat deel van vaarsnelheid parallel aan de wind (hiervoor is
informatie van een snelheidsinstrument nodig). Een geïnstalleerde WIND 3150 bestaat uit twee onderdelen:
Een beeldscherm.
Een masttop instrument, welke ontworpen is
om windsnelheid- en richting te meten. Het apparaat wordt gevoed door de stroomvoorziening aan boord.
Het WIND 3150 beeldscherm
Beeldscherm
(verlicht)
De WIND 3150 maakt deel uit van de NAVMAN familie voor bootinstrumenten voor het meten van snelheid, diepte en wind en repeaters. Deze instrumenten kunnen zodanig op elkaar worden aangesloten dat ze een geïntegreerd datasysteem voor de boot vormen (zie sectie 9). Om maximaal profijt van uw WIND 3150 te hebben raden we u aan deze handleiding voor installatie en gebruik aandachtig door te lezen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het beeldscherm schoon met een natte doek of een mild afwasmiddel. Vermijd schuurmiddel, benzine of andere oplosmiddelen.
Windrichtin-wijzer
Laat ware
windsnelheid en
- richting zien
Vier toetsen
(verlicht)
LCD-beeldscherm
(achtergrond verlicht)
N.B.: Als een item als strepen (— —) wordt weergegeven betekent dit dat de waarde niet beschikbaar is. Bijv.: ware windwaarden zijn niet beschikbaar indien de WIND 3150 niet op een snelheidsinstrument aan boord is aangesloten.
Alarmsymbool
Laat schijnbare windsnelheid en
-richting zien
111 x 111 mm
Databeeldscherm (windsnelheid, windrichting, VMG, max. windsnelheid)
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het apparaat en de transducers zodanig te installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK VAN DIT PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Bepalende taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie met betrekking tot dit product (Documentatie) mogen worden vertaald naar , of zijn vertaald uit een andere taal (Vertaling). In geval van tegenstrijdigheid tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding geeft de WIND 3150 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
NAVMAN
WIND 3150 Installatie Handleiding
3
2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het instrument aan en uit met de hoofdschakelaar aan boord. Het instrument heeft geen eigen aan- en uit-knop. Wanneer het instrument ingeschakeld is, zal de wijzer een keer in de rondte draaien terwijl het instrument zichzelf kalibreert. Als het instrument uitgeschakeld wordt worden uw instellingen bewaard.
Wanneer het woord SIM op het LCD- beeldscherm flikker dan staat het instrument op de simulatiestand (zie sectie 2-5).
2-2 De toetsen
Het apparaat heeft vier toetsen, met de opdruk
en . In deze handleiding:
Betekent drukken, dat men voor minder dan
een seconde op een toets drukt.
Houden betekent dat u de toets ingedrukt dient
te houden voor een gespecificeerde tijd totdat het
beeldscherm verandert.
Betekent druk een toets + een andere toets
dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.
2-3 Instellen achtergrondlicht voor scherm en toetsen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende helderheidsniveaus ingesteld of uitgeschakeld worden (de toetsenverlichting kan niet uitgeschakeld worden). Druk eenmaal op om de huidige lichtsterkte te zien en druk nomaals op om de lichtsterkte te veranderen:
Achtergrond­verlichting niveau 2 (flikkert)
2-4 Alarmen
De WIND 3150 laat een alarm horen indien het alarm is ingeschakeld en de schijnbare windsnelheid de alarmwaarde overtreft. Om het alarm in- en uit te schakelen of de alarmwaarde in te stellen:
1 Druk op
Windsnelheidsalarmscherm:
voor weergave van het
Alarm is aan
Alarm is aan
2 Om een alarmwaarde te veranderen druk op
of . 3 Om een alarm in of uit te schakelen druk op 4 Druk op Wanneer het alarm en de interne pieper klinken,
begint het worden ook externe toeters en lichten in werking gesteld.
Druk op een willekeurige toets om het alarm uit te schakelen. Het alarm blijft uitgeschakeld totdat de windsnelheid lager wordt dan de alarmwaarde. Het alarm zal weer afgaan wanneer de windsnelheid weer hoger wordt dan de alarmwaarde.
.
op het beeldscherm te flikkeren en
2-5 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om aan wal aan het apparaat te wennen. De WIND 3150 werkt als hetzelfde in de simulatie-stand, met uitzondering van de gegevens van het masttop instrument. Deze worden genegeerd en de informatie wordt door het apparaat zelf aangemaakt. Het woord SIM flikkert op het LCD-beeldscherm.
Om de Simulatie-instelling in of uit te schakelen: 1 Schakelt u de stroom uit. 2 Houdt u ingedrukt terwijl u de stroom weer
inschakeld.
2-6 Hoe het instrument windsnelheid en windrichting meet
Het masttopinstrument heeft een rotor met drie windcupjes die ronddraaien als de wind langs de boot waait. Het masttopinstrument meet hoe snel de windcupjes ronddraaien om de windsnelheid te berekenen.
Het masttopinstrument heeft een vaan welke in de richting wijst uit welke de wind waait. Het masttopinstrument voelt elektronisch in welke richting de vaan wijst.
Masttopinstrument
Vaan
Windbekertje
.
Windalarmsnelheid
4
50 knopen (flikkert)
WIND 3150 Installatie HandleidingNAVMAN
2-7 Bedieningsoverzicht
Schakel stroom in
Houd
Houd
+
5 seconden ingedrukt
Schakel Simulatie in of uit
Geheugen resetten
Alarm instellen
Windsnelheid­alarm instellen
Houd 2 seconden
ingedrukt
Alarm in- en uitschakelen
Alarmsnel­heid verhogen
Alarmsnel­heid verlagen
Standaard bediening
Houd
+
Willekeurige toets
Houd 2 seconden ingedrukt
Houd
+ 2 seconden ingedrukt
(Als het alarm klinkt) Het alarm uitschakelen
De windstand veranderen TRUE [ware] of APP [schijnbaar])
Verander LCD-beeldscherm (windsnelheid, windrichting, VMG, max. windsnelheid)
Achtergrondverlichting instellen (4 niveaus en uit)
Veranderen windeenheden (M/S of KNOTS [knopen])
(Indien Max. windsnelheid wordt weergegeven) Max Snelheid naar 0 resetten
Instelling
Winddemping instellen
Windrichting kalibreren
Windsnelheid kalibreren
Selecteer achtergrond­verlichting groep
Snelheidswaarde instellen
Ga terug naar standaard instelling
Verhoog waarde of
+
+
+
+
+
verander instelling
Verminder waarde of verander instelling
Keer terug naar standaard instelling
NAVMAN
WIND 3150 Installatie Handleiding
5
Loading...
+ 11 hidden pages