Deze apparatuur voldoet aan FCC radiatieblootstellingslimieten gesteld aan een ongecontroleerde
omgeving. De antenne van dit apparaat dient geïnstalleerd te worden in overeenkomst met
de bijgeleverde instructies en dient bediend te worden met een minimum van 96cm afstand
tussen de antennes en het lichaam van de bediener (uiteinden van handen, pols en voeten niet
meegerekend) tijdens bediening. Verder mag deze zender niet geplaatst of bediend worden in
verbinding met welke andere antenne of zender dan ook.
BELANGRIJK:
1. DSC functies zullen niet werken totdat uw MMSID is ingevoerd. Zie hoofdstuk 4.2 voor
bijzonderheden.
2. De radiokanalen die op de Navman VHF radio geïnstalleerd zijn, kunnen van land tot
land verschillen, afhankelijk van het model en de reglementen opgesteld door de landelijke
autoriteiten op het gebied van communicatie.
3. Navman NZ Ltd beveelt u aan de licentievereisten voor radiobediening van uw land te
controleren, voordat u de Navman VHF radio gaat gebruiken. De gebruiker is exclusief
verantwoordelijk voor een juiste installatie van de radio en het gebruik ervan.
4. Er wordt een DSC-waarschuwingsetiket geleverd bij de 7200 US. Overeenkomstig de
FCC-voorschriften dient dit etiket bevestigd te worden op een duidelijk zichtbare plaats
dichtbij de bedieningsknoppen van deze radio. Zorg ervoor dat de gekozen locatie schoon
en droog is, voor u het etiket erop bevestigt.
Het is de exclusieve verantwoordelijkheid van de eigenaar dat het apparaat geïnstalleerd en
gebruikt wordt, op een wijze die geen ongelukken, persoonlijk letsel of schade aan eigendommen
veroorzaakt.
Navman NZ Limited vrijwaart zich van alle aansprakelijkheid voor elk gebruik van dit
product dat ongelukken of schade kan veroorzaken, of in overtreding is met de wet.
De heersende taal : Deze mededeling, instructie- of gebruikshandleidingen en andere aan dit
product gerelateerde informatie (Documentatie) kan vertaald worden naar, of is vertaald uit, een
andere taal (Vertaling). In het geval dat verschillende Vertalingen van de Documentatie niet met
elkaar overeenkomen, is de Engelstalige versie van de Documentatie de offi ciële versie.
Deze handleiding vertegenwoordigt de Navman VHF 7200 US en 7200 EU ten tijde van de druk
ervan. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om wijzigingen in specifi caties aan te
brengen zonder dit mede te delen.
6.1 Een noodoproep verzenden ................................................................... 41
6.2 Een noodoproep ontvangen (DISTRESS!) ............................................. 42
6.3 Distress acknowledgement (DISTRESS ACK) or relay ......................... 42
4
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Appendix A – Technische specifi caties ................................................ 43
Appendix B - Foutopsporing ................................................................. 45
Appendix C - VHF kanaaldiagrammen voor de zeevaart ....................45
Appendix D - MMSID & Licentie informatie .......................................... 58
Appendix E - Hoe u met ons contact op kunt nemen .........................59
NAVMAN
5VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene informatie
1.1 Opties
Gefeliciteerd met de aankoop van een Navman VHF 7200 US, of 7200 EU marine band VHF
radio. Al deze modellen zijn voorzien van de volgende nuttige opties:
• Prominente kanaalweergave en draaiknop voor kanaalselectie met PRESS TO
ENTER functie
• Plaatselijk/Afstand Modus om lawaai in drukke stedelijke gebieden te elimineren
• Afstelbare contrastinstellingen voor het scherm
• afstelbare schermverlichting op numerieke toetsenbord voor nachtelijk gebruik
• Waterproof en voor onderdompelen geschikt, volgens de JIS-7 vereisten
• GPS breedte- en lengtegraden (LL) en tijdweergave (tijdens verbinding met een
GPS)
• INFO toets om Barometrische histogramgegevens weer te geven, Temperatuur, en
Sterkte van ontvangerssignaal
• “Happy Fish” symbool dat de beste vistijden voorspelt
• Keuze tussen Hoge of lage (25W of 1 W) Transmissie power
• Een PTT-knop midden boven, voor zowel rechts- als linkshandig gebruiksgemak
• Krachtige 4W Externe Audio Output
• Toegang tot alle actueel beschikbare marine VHF kanaalbanken (VS, Canada,
internationaal) inclusief weerkanalen waar mogelijk
• Een speciale CH16 of CH16/9 toets voor snelle toegang tot het voorkeurskanaal
(Internationaal Alarm)
• Een speciale 3CH toets om uw drie voorkeurskanalen te selecteren
• PSCAN (lijkend op dual watch) faciliteit
• DSC (Digital Select Calling) geschiktheid die voldoet aan US klasse D-normen.
Alleen 7200 US
• DSC (Digital Select Calling) geschiktheid die voldoet aan EC klasse D-normen.
Alleen 7200 EU
• DISTRESS oproepknop om automatisch de MMSID en de positie te verzenden tot
een ontvangstbericht is ontvangen
• Gemakkelijke toegang tot een Buddylijst tot wel 20 favoriete personen
• MMSID-opslag voor drie favoriete groepen
• Groepsoproep en All Ships-oproep faciliteit
• LL ‘Position Polling’ informatie and ‘Track Your Buddy’ ter opsporing van uw Buddy
• Indicator voor weersvoorspelling met vijf iconen
• Weeralarm faciliteit. Alleen 7200 US
• ATIS faciliteit voor binnenwateren. Alleen 7200 EU
• Alfanumerieke Microfoon voor handige en directe kanaalinvoer en informatiebewerking.
Alleen 7200 EU.
6
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
1.2 Uw Navman VHF Radio aanpassen
U kunt de radio aanpassen aan uw individuele voorkeuren. Sommige voorkeuren kunnen direct
met de toetsen ingesteld worden, zoals in dit hoofdstuk wordt uitgelegd.
Andere voorkeuren kunnen ingesteld worden door de inbouwmenu’s, die worden uitgelegd in de
andere hoofdstukken.
1.3 Hoe menu’s weer te geven en erdoor te navigeren
1. Houdt CALL/MENU ingedrukt. Merk op dat slechts vier menu-items tegelijkertijd op het
scherm weergegeven kunnen worden.
2. Toets + CH – om op en neer door het menu te scrollen tot de cursor op de gewenste optie
staat. Toest ENT om die optie weer te geven.
3. Voer iets in of breng een wijziging aan de hand van de uitleg in het volgende hoofdstuk.
4. Toets ENT om wijzigingen te bevestigen. Anders toetst u ESC om de originele invoer te
behouden.
5. Toets ESC om één scherm terug te gaan of ga eruit. Alle wijzigingen worden actief zodra u
uit het scherm bent.
1.4 Hoe alfanumerieke gegevens in te voeren
Als uw radio niet voorzien is van een alfanumerieke microfoon, gebruik dan de + CH – toets of de
draaiknop om alfanumerieke gegevens in te voeren.
T oets – om door de nummers te lopen, of houd vast om snel naar het gewenste nummer te scrollen.
Toets + om door het alfabet te lopen, of houd vast om snel naar het gewenste teken te scrollen.
Als u een fout maakt, toets dan – totdat < verschijnt en toets dan ENT om een back-up te maken
en corrigeer de invoer.
Als uw radio geen alfanumerieke microfoon heeft, is het makkelijker om het toetsenbord te gebruiken om de kanaalnummers en –namen in te voeren. Onder elke toets wordt de functionaliteit
ervan weergegeven.
Gebruik de CLR-toets om een back-up te maken en de ENT-toets om te bevestigen, of wacht tot
de cursor automatisch naar de volgende positie schuift wanneer u data invoert (lijkt op moderne
mobiele telefoon bediening).
Deze simulatie laat de locatie zien van alle volgende informatiesymbolen:
Symbool Betekenis
TX Bezig met transmissie.
HI LO Transmissiecapaciteit. Hoog (HI) 25W of Laag (LO) 1W.
WX Weerkanaal.
WX ALT Weer alarm Alarmsignalen gaan af. Alleen 7200 US.
CH1 CH2 CH3 laat zien welke van de drie voorkeurskanalen, als die er zijn,
D Duplex bedizening. Anders blanco voor Simplex bediening.
ATIS Ingeschakeld voor gebruik op Europese binnenwateren. Anders
Geeft een inkomende DSC-oproep aan, of knippert om aan te
Waarschuwing Lege Batterij (geactiveerd bij 10,5 V)
geselecteerd zijn. Anders Blanco.
Blanco. Alleen 7200 EU.
geven dat u ongelezen Call-log berichten heeft.
88 Geselecteerd kanaal
X Kanaal is tijdelijk verwijderd uit de ALL SCAN bediening.
BUSY Ontvanger is bezet met een inkomend signaal.
USA INT CAN Geselecteerde kanaalbank voor VHF radiobedieningen en
reglementen.
8
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
PRI Voorkeurskanaal is geselecteerd.
B A Kanaalsuffi x, indien van toepassing.
LOCAL Plaatselijke oproepen is geselecteerd. Anders blanco voor
afstandsoproepen.
DSC DSC-capaciteit is beschikbaar.
ACK Een bericht dat uw DSC-oproep bevestigd wordt weergegeven.
Happy Fish symbool met vier indicatorniveaus. Het geeft aan
waar u het beste kunt vissen op uw huidige locatie, gebaseerd
op barometrische druk en luchttemperatuur. Hoge druk trends
worden geassocieerd met stabiele omstandigheden en kalme
zee. Onderzoek geeft aan dat het beste gevist kann worden
wanneer barometrische druk oploopt tussen de 1010 en 1022
mb. Tijdens deze opportune omstandigheden denkt men dat
de meeste vissen zullen eten binnen de waterkolom. Hoe dan
ook, lage druk trends gaan vooraf aan stormachtige zeeën en
beïnvloeden zwemblazen en deze omstandigheden zorgen dat
vissen naar diepere niveaus afdalen en minder actief worden.
Plaatselijke weersvoorspellingen, gebaseerd op de locale
temperatuur en opgeslagen barometrische drukgegevens. De
iconen zijn slechts indicatief en zijn dicht bij land nauwkeuriger
dan op open zee.
Digitale weergave van de huidige barometrische druk (in mb of
in/Hg) of de huidige temperatuur (in ºC or ºF), afhankelijk van uw
selectie.
Baro Graph. Een histogram van barometrische druk (mb) standen
van de laatste 24 uur. Het hoge resolutie histogram centreert
automatisch als de rang buiten de schaal valt. Uitlezingen
verschijnen zelfs nog wanneer de motor en radio uitgeschakeld
zijn (met typisch minder dan 3mA stroomverbruik).
Hier wordt een typisch bedieningsdisplay weergegeven:
De breedte- en lengtegraad van
het zeeschip en de plaatselijke tijd
worden weergegeven.
Kanaal 16 wordt geselecteerd in
de HIGH power modus door middle van de internationale kanaalbank. Kanaal 16 wordt ingesteld als
voorkeurskanaal.
NAVMAN
9VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Het Happy Fish icoontje met drie balken geeft aan dat het hier goed vissen is.
Er komen wolken aan en de huidige barometrische druk wordt weergegeven.
1.6 Basisbediening en toetsenfuncties
Alle mogelijke toetsen en hun functies zijn in een lijst opgesteld. Noot dat sommige toetsen niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van uw model radio en het type microfoon.
Toets Functie
VOL/PWR Volume en Power. Draai rechtsom om aan te zetten. Draai
SQL Ruisonderdrukker of drempelniveau. Stelt het drempelniveau in
10
verder tot een geschikt volume is bereikt. VOL/PWR past ook de
instellingen van een externe speaker aan, als die aangesloten is.
voor het minimale ontvangersignaal. Draai volledig linksom tot u
willekeurig geluid hoort en draai dan langzaam rechtsom tot het
willekeurige geluid verdwijnt. Draai nog een kwartslag rechtsom
voor de beste ontvangst in open zee omstandigheden.
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
In gebieden met hard geluid (bijv. dichtbij grote steden) kan de
ontvangst verbeterd worden door de gevoeligheid te verminderen.
Draai de SQL langzaam rechtsom, of gebruik de LOCAL instelling.
In hoofdstukken 1.3 en 1.4 wordt uitgelegd hoe door het menu te navigeren en gegevens in te
voeren, op te slaan en te wijzigen.
14
CH NAME
RING VOLUME
BEEP VOLUME
INT SPEAKER
WATCH MODE
WX ALERT
COM PORT
BARO
TEMP
NAVMAN
Radio Instellingsmenu.
Zie hoofdstuk 3.
Zet de GPS Simulator aan/uit.
Zie hoofdstuk 2.6.
Fabrieksinstellingen opnieuw
instellen. Zie hoofdstuk 2.7.
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
2.2 Onderhoud uw Buddylijst (BUDDY LIST)
MENU SELECT
>BUDDY LIST
LOCAL/DIST
BACKLIGHT
2.2.1 Een invoer toevoegen
BUDDY LIST
>MANUAL NEW
ALEX
TOM
1. Selecteer BUDDY LIST. De cursor staat op MANUAL NEW. Toets ENT.
2. Voer de naam van de Buddy in, teken na teken (dit kan alfanumeriek zijn), toets dan
herhaaldelijk ENT totdat de cursor naar de MMSID invoerstreep beweegt.
3. Voer de MMSID van de Buddynaam in (deze moet numeriek zijn) en toets dan ENT.
4. De nieuwe Buddynaam en MMSID worden weergegeven. Toets ENT om de nieuwe invoer
op te slaan, die bovenaan uw Buddylijst weergegeven wordt.
Let wel dat wanneer de BUDDY LIST vol is (20 invoeren), u geen nieuwe kunt invoeren totdat u
er één uit de lijst verwijderd hebt.
2.2.2 Een invoer bewerken
BUDDY LIST
>MANUAL NEW
ALEX
TOM
Gebruik de Buddylijst om de namen met bijbehorende MMSID’s van 20
favoriete personen op te slaan. Namen worden opgeslagen in volgorde
van invoer, waarbij de meest recente het eerst wordt getoond.
De volgende hoofdstukken laten zien hoe BUDDY LIST te gebruiken
om invoeren op uw Buddylijst toe te voegen, te bewerken en te
verwijderen.
In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd hoe u een Buddy moet oproepen. .
ENTER NAME
––––––––––––
ENTER MMSID
–––––––––
ALEX
>EDIT
DELETE
ENTER NAME
BOB
ENTER MMSID
123456789
BACKLIGHT
EDIT NAME
ALEX
EDIT MMSID
112233445
BOB
123456789
>STORE
CANCEL
ALEX
111223344
>STORE
CANCEL
1. Selecteer BUDDY LIST. Toets ENT om de invoerlijst te tonen.
2. Scroll omlaag (indien vereist) naar de onjuiste invoer en toets ENT.
3. Selecteer EDIT. De cursor staat op het eerste teken van de naam.
4. Bewerk de buddynaam of, om alleen de MMSID te bewerken, toets herhaaldelijk ENT totdat
de cursor naar de MMSID-streep beweegt.
5. Als u klaar bent, toets dan ENT (herhaaldelijk indien nodig) om het volgende scherm te
tonen.
6. Toets ENT om wijzigingen op te slaan. De Buddylijst wordt opnieuw weergegeven. Als meer
wijzigingen vereist zijn, herhaal dan de stappen 2 tot 6. Anders toetst u ESC om eruit te
gaan.
NAVMAN
15VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
2.2.3 Een invoer verwijderen
BUDDY LIST
>MANUAL NEW
ALEX
TOM
1. Selecteer BUDDY LIST. Toets ENT om de invoerlijst te tonen.
2. Scroll omlaag (indien vereist) naar de te verwijderen invoer en toets ENT.
3. Selecteer DELETE en dan YES.
4. De invoer wordt meteen verwijderd en de Buddylijst wordt opnieuw weergegeven.
BUDDY LIST
MANUAL NEW
ALEX
>TOM
TOM
EDIT
>DELETE
DELETE BUDDY
TOM
>YES
NO
2.3 Plaatselijke of afstandsgevoeligheid (LOCAL/DIST)
MENU SELECT
BUDDY LIST
>LOCAL/DIST
BACKLIGHT
2.3.1 Afstandsgevoeligheid instellen
SENSITIVITY
>DISTANT
LOCAL
2.3.2 Plaatselijke gevoeligheid instellen
SENSITIVITY
DISTANT
>LOCAL
LOCAL wordt weergegeven op de LCD, als waarschuwing dat Plaatselijke gevoeligheid
geselecteerd is.
Gebruik LOCAL/DIST om de gevoeligheid van de ontvanger lokaal
(LOCAL) of over afstanden (DIST) te verbeteren.
LOCAL wordt niet aanbevolen voor gebruik in open zee
omstandigheden. Het is ontworpen voor gebruik in gebieden met veel
radiogeluid; bijvoorbeeld dichtbij steden.
Zie ook SQL (Ruisonderdrukkingscontrole) in hoofdstuk 1.6.
1. Selecteer LOCAL/DIST en dan DIST.
2. Toets ENT om de DIST-instelling te activeren. Dit sluit plaatselijke
gevoeligheid uit en het menu wordt opnieuw weergegeven.
1. Selecteer LOCAL/DIST en scroll dan
naar LOCAL.
2. Toets ENT om de LOCAL instelling te
activeren. Dit sluit afstandsgevoeligheid
uit en het menu wordt opnieuw
weergegeven.
2.4 Schermverlichting (BACKLIGHT) en Contrast
MENU SELECT
LOCAL/DIST
>BACKLIGHT
CONTRAST
16
Gebruik BACKLIGHT om de verlichting voor de LCD en het toetsenbord
in te stellen op een comfortabel niveau.
De schermverlichting van het microfoon-toetsenbord kan alleen ON
of OFF zijn.
Gebruik CONTRAST om het contrastniveau voor het scherm in te
stellen.
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
2.4.1 Het schermverlichtingsniveau instellen
1. Selecteer BACKLIGHT.
BACKLIGHT
LO HI
Let wel dat de verlichting van de DISTRESS-toets niet uitgezet kan worden.
2. Selecteer een comfortabel schermverlichtingsniveau, door + of
– te gebruiken om de instelling te wijzigen.
3. Toets ENT om de instelling te laten functioneren en ga terug naar
het menu.
2.4.2 Set the Contrast Level
1. Selecteer CONTRAST.
CONTRAST
LO HI
2. Selecteer een comfortabel contrastniveau, door + of – te gebruiken
om de instelling te wijzigen.
3. Toets ENT om de instelling te laten functioneren en ga terug naar
het menu.
2.5 GPS-gegevens en Tijd (GPS/DATA)
MENU SELECT
BACKLIGHT
CONTRAST
>GPS/DATA
Deze informatie is belangrijk, omdat deze gebruikt zal worden als een noodoproep wordt
verzonden.
U kunt ook de koers (COG) invoeren en de snelheid (SOG) en GPS Alert en GPS Simulatoropties selecteren.
2.5.1 Handmatig Positie en UTC-tijd invoeren (MANUAL)
Merk op dat deze functie alleen beschikbaar is als een operatieve GPS-ontvanger niet aangesloten is.
Als het schip een functionerende GPS-navigatieontvanger heeft,
spoort de VHF radio automatisch de positie van het zeeschip en de
plaatselijke tijd op en past deze aan.
Als de GPS navigatie-ontvanger er niet is of niet aangesloten is, kunt
u de positie van het schip en de plaatselijke tijd handmatig aangeven,
door middel van de GPS/DATA-optie.
GPS/DATA
>MANUAL
SETTING
MANUAL LL
––’ ––’ ––––N
––’ ––’ ––––W
MAN ––:––UTC
1. Selecteer GPS/DATA en dan MANUAL.
2. Voer de breedte, de lengte en vervolgens de UTC in.
NAVMAN
17VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3. Toets ENT als alle informatie correct is.
3
3
5
4
6
5
0
1
2
5.5
6
7
3
3
1
9.5
8
12
9
8
9
Het voorvoegsel MAN geeft aan dat het een handmatige invoer betreft. De handmatige
invoeren worden verwijderd als een echte GPS-positie wordt ontvangen.
2.5.2 Plaatseliljke tijd (TIME OFFSET)
De plaatselijke tijd kan worden ingesteld door de tijd offset tussen UTC en plaatselijke tijd als
volgt in te voeren.
GPS/DATA
GPS/DATA
MANUAL
>SETTING
1. Selecteer GPS/DATA en dan SETTING.
2. Selecteer TIME OFFSET om het verschil in te voeren tussen UTC en de plaatselijke tijd.
Incrementies van een half uur kunnen worden toegepast met een maximum compensatie
van ca. 13 uur.
In dit voorbeeld is een verschil van +1,5 uur ingevoerd en de plaatselijke tijd is weergegeven
met het achtervoegsel LOC.
>TIME OFFSET
TIME FORMAT
TIME DISPLY
TIME OFFSET
>+01:30
02:30PM LOC
11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
9
8
8
7
4
5
6
3
1
5
6
9
7
8
3
1
0
5
4
3
2
5.5
3
9
12
9.5
12
11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2.5.3 Opties voor Tijdsindeling (TIME FORMAT)
De tijd kan worden weergegeven in een 12 of 24-uursinstelling.
GPS/DATA
MANUAL
>SETTING
18
GPS/DATA
TIME OFFSET
>TIME FORMAT
TIME DISPLY
NAVMAN
TIME FORMAT
>12 Hr
24 Hr
07:15AM LOC
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
1. Selecteer GPS/DATA en dan SETTING.
2. Selecteer TIME FORMAT.
3. Selecteer 12 Hr of 24 Hr als gewenst. In dit voorbeeld is een 12 uursindeling geselecteerd en
de LCD geeft dus een AM of een PM achtervoegsel weer.
2.5.4 Opties voor Tijdweergave (TIME DISPLAY)
Als u de tijd handmatig heeft ingevoerd, zoals beschreven in de vorige hoofdstukken, wordt de
tijd altijd op het scherm getoond met de prefi x M.
Als de positie van het schip wordt aangepast door een GPS navigatie-ontvanger, kunt u de
tijdweergave op het scherm aan (ON) of uit (OFF) zetten op de volgende wijze:
GPS/DATA
TIME OFFSET
TIME FORMAT
>TIME DISPLY
Als de tijdweergave op ON staat, worden koers- en snelheidsgegevens niet weergegeven op het
scherm (zie hoofdstuk 2.5.6).
TIME DISPLY
ON
>OFF
1. Selecteer GPS/DATA en dan
SETTING.
2. Selecteer TIME DISPLAY.
3. Selecteer ON (aan) of OFF (uit) als
gewenst. In dit voorbeeld is OFF
geselecteerd en het scherm geeft
derhalve de tijd niet weer.
2.5.5 Opties voor positieweergave (LL DISPLAY)
Als u de positie van het schip handmatig heeft ingevoerd, zoals beschreven in het vorige
hoofdstuk, wordt de positie van het schip altijd op het scherm getoond met de suffi x M.
Als de tijd wordt aangepast door een GPS navigatie-ontvanger, kunt u de weergave van de
positie van het schip op het scherm aan of uit zetten op de volgende wijze:
GPS/DATA
TIME FORMAT
TIME DISPLY
>LL DISPLAY
LL DISPLAY
ON
>OFF
1. Selecteer GPS/DATA en dan
SETTING.
2. Selecteer LL DISPLAY.
3. Selecteer ON (aan) of OFF (uit) als
gewenst. In dit voorbeeld is OFF
geselecteerd en het scherm geeft
derhalve de positie van het schip niet
weer.
2.5.6 Koers & Snelheid Opties (COG/SOG)
Gebruik deze optie om de gegevens van koers over de grond (COG) en snelheid over de grond
(SOG) op het scherm te tonen.
GPS/DATA
TIME DISPLY
LL DISPLY
>COG/SOG
COG/SOG
>ON
OFF
1. Selecteer GPS/DATA en dan
SETTING.
2. Selecteer COG/SOG.
Selecteer ON (aan) of OFF (uit)
3.
als gewenst. In dit voorbeeld is ON
geselecteerd en het scherm geeft
derhalve de peiling en de snelheid
NAVMAN
weer.
19VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Als COG/SOG op ON (aan) staat, wordt de tijd niet getoond op het scherm (zie hoofdstuk 2.5.4).
2.5.7 GPS Alarm opties (ALERT)
Het GPS alarm wordt meestal op ON (aan) gezet, opdat, als de GPS navigatieontvanger niet
aangesloten is, het alarm afgaat.
GPS/DATA
LL DISPLY
COG/SOG
>GPS ALERT
GPS ALERT
>ON
OFF
1. Selecteer GPS/DATA en dan SETTING.
2. Selecteer GPS ALERT.
3. Selecteer ON (aan) of OFF (uit) als
gewenst.
2.6 GPS simulator (simulator)
De GPS simulator is altijd ingesteld op OFF wanneer de radio aan (ON) staat of wanneer ware
GPS-gegevens beschikbaar zijn via de COM-poort. Wilt u dit testen, zet hem dan aan.
MENU SELECT
DSC SETUP
RADIO SETUP
>GPS SIM
Het is niet mogelijk om een DSC transmissie de zenden terwijl u in een simulator modus
verkeert.
1. Selecteer GPS SIM en selecteer dan ON (aan) of OFF (uit) als
gewenst.
Wanneer de GPS simulator aan staat (ON), verschijnen de
gesimuleerde Snelheid over de grond (SOG), Koers over de grond
(COG) en de LL positie op het scherm. Gedurende de simulatie
worden deze gegevens automatisch aangepast.
2.7 Opnieuw fabrieksinstellingen instellen (herstellen)
Gebruik deze optie om elke instelling van de fabrieksinstelling terug te roepen, behalve alle
MMSID-instellingen en de invoeren in uw Buddylijst.
MENU SELECT
RADIO SETUP
GPS SIM
>RESET
RESET RADIO
ARE YOU SURE
>YES
NO
1. Selecteer RESET. De radio vraagt om bevestiging.
2. Selecteer YES om de radio opnieuw in te stellen en ga terug naar het menu.
20
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 3 - Radio Instellingsmenu (RADIO SETUP)
3.1 Radio Instellingsmenu (RADIO SETUP)
CH NAME
RING VOLUME
BEEP VOLUME
INT SPEAKER
WATCH MODE
WX ALERT
COM PORT
Kanaalnamen bewerken of verwijderen.
Zie hoofdstuk 3.2.
Het geluidsniveau instellen van de pieptonen ter aankondiging van
binnenkomende oproepen. Zie hoofdstuk 3.3.
Het geluidsniveau instellen van de waarschuwingspieptonen.
Zie hoofdstuk 3.3.
De interne luidsprekers van de radio ON/OFF (aan/uit) zetten. Zie
hoofdstuk 3.4.
Selecteert de functionering van Dual of Tri-watch-scanning.
Zie hoofdstuk 3.5.
Stel de WX Alert scan modus in op aan/uit (ON/OFF) (Alleen 7200 US.)
Zie hoofdstuk 3.6.
Selecteer NMEA of NAVABUS protocol voor communicatie tussen de
radio en andere instrumenten. Zie hoofdstuk 3.7.
BARO
TEMP
Selecteer te barometrische display units, kalibreer de sensor en schakel
de barometrische display aan/uit (ON/OFF). Zie hoofdstuk 3.8.
Selecteer de temperatuur units. Zie hoofdstuk 3.9.
3.2 Kanaalnamen (CH NAME)
De kanaaldiagrammen staan in Appendix C met hun standaard naamplaatjes. CH NAME geeft u
de mogelijkheid om de kanaalnaamplaatjes op het display te bewerken of te verwijderen.
RADIO SETUP
>CH NAME
RING VOLUME
BEEP VOLUME
EDIT CH NAME
TELEPHONE
1. Selecteer RADIO SETUP en dan CH NAME.
2. Scroll door de kanalen met hun naamplaatjes tot u bij het naamplaatje bent dat u wilt wijzigen.
Toets dan ENT. In dit voorbeeld wordt de kanaalnaam TELEPHONE dat hoort bij kanaal 01,
gewijzigd in PHONE1.
3. Selecteer EDIT en toets ENT om het bestaande naamplaatje te bewerken. Schrijf de nieuwe
CH NAME
TELEPHONE
EDIT CH NAME
PHONE1
>YES
NO
TELEPHONE
>EDIT
DELETE
01
NAVMAN
21VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
naam over de bestaande. Deze kan maximaal uit 12 letters bestaan.
Selecteer DELETE en toets ENT om de kanaalnaam te verwijderen.
4. Toets ENT (herhaaldelijk indien nodig) om de YES/NO bevestiging te tonen.
5. Toets ENT om het nieuwe kanaalnaamplaatje of de verwijdering te bevestigen en toets ESC
om naar het menu terug te keren.
3
.3 RING & BEEP V olume (RING VOLUME) & (BEEP VOLUME
Stel het geluidsniveau in van pieptonen van binnenkomende signalen ( (RING VOLUME) en/of
de foutmeldings- en waarschuwingspieptonen (BEEP VOLUME):
)
RADIO SETUP
CH NAME
>RING VOLUME
BEEP VOLUME
1. Selecteer RADIO SETUP, dan kiest u of RING VOLUME of BEEP VOLUME.
2. Selecteer een HIGH of LOW volume. (Het is mogelijk om de pieptonen helemaal uit te zetten,
door BEEP VOLUME te selecteren en dan OFF).
3. Toets ENT om het nieuwe geluidsniveau in werking te stellen en ga terug naar het menu.
Zet de interne luidspreker van de radio ON (aan) of OFF (uit). De externe luidspreker is altijd ON
(aan) als een luidspreker in de externe speaker jack is geplugd.
RADIO SETUP
RING VOLUME
BEEP VOLUME
>INT SPEAKER
INT SPEAKER
>ON
OFF
1. Selecteer RADIO SETUP en dan INT
SPEAKER.
2. Selecteer ON (on) of OFF (uit) en toets
ENT om de instelling in werking te
stellen en ga terug naar het menu.
3.5 Het voorkeurskanaal instellen (watch MODE)
Als u een VHF7200 EU heeft, lijkt watch mode veel op een dual watch, bij het heen en weer
scannen tussen het voorkeurskanaal en het werkkanaal. CH16 is het voorkeurskanaal.
Als u echter een 7200 US heeft en operatief bent op kanaalbanken van de VS of Canada, kunt
u het voorkeurskanaal instellen om zowel CH16 als CH09 te herkennen als werkkanaal, op de
volgende wijze:
RADIO SETUP
BEEP VOLUME
INT SPEAKER
>WATCH MODE
22
WATCH MODE
>ONLY 16CH
16CH+9CH
1. Selecteer RADIO SETUP en dan
WATCH MODE.
2. Selecteer ONLY 16CH voor een dual
watch modus, of 16CH+9CH voor een
tri watch modus.
.
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3.6 Weer Alarm (Wx ALERT)
Alleen 7200 US.
Het NOAA heeft meerdere kanalen voor weersvoorspelling op kanaalbanken van de VS en
Canada. Als zwaar weer zoals storm of orkanen worden voorspeld, zendt het NOAA een Weer
Alarm uit op 1050Hz. U kunt de radio instellen om Weer Alarm waarschuwingen op te pikken,
op de volgende wijze:
RADIO SETUP
INT SPEAKER
WATCH MODE
>WX ALERT
Als een Weer Alarm uitgezonden wordt, gaat het alarm af. Druk op een toets om het Weer Alarm
spraakbericht af te luisteren.
WX ALERT
>ON
OFF
1. Selecteer RADIO SETUP en dan WX
ALERT.
2. Selecteer ON (on) of OFF (uit) en toets
ENT om de instelling in werking te
stellen en ga terug naar het menu.
3.7 NMEA & NMEA protocol (COM PORT)
De radio kan toegevoegd worden aan een groep van instrumenten door het NMEA of
NAVBUS protocol te gebruiken. NAVBUS wordt automatisch geactiveerd, wanneer aanwexig,
zodat gegevens als de barometrische drukhistorie, temperatuur, DSC polling posities en
alarmgegevens, beschikbaar is voor andere Navman instrumenten. De barometrische en
temperatuurstanden van deze 7200 radio kunnen uitgeschakeld worden, als u liever de standen
van een ander instrument gebruikt.
U kunt uw GPS DATA bron selecteren van NMEA of NAVBUS zoals weergegeven:
3.7.1 NMEA als GPS SOURCE
1. Selecteer RADIO SETUP en dan COM PORT.
2. Selecteer DELETE en toets ENT.
3. Selecteer NMEA als de GPS SOURCE en toets ENT.
3. Selecteer NMEA ON (aan) en toets ENT.
4. Selecteer CHECKSUM ON (aan) of OFF (uit). CHECKSUM ON is de gebruikelijke instelling.
Toets ENT om de instelling te laten functioneren en ga terug naar het menu.
RADIO SETUP
WATCH MODE
WX ALERT
>COM PORT
COM PORT
NMEA
GPS SOURCE
>BARO & TEMP
GPS SOURCE
>NMEA
NAVBUS
GPS SOURCE
NMEA
>ON
OFF
NMEA
CHECKSUM
>ON
OFF
NAVMAN
23VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3.7.2 NAVBUS als GPS SOURCE
RADIO SETUP
WATCH MODE
WX ALERT
>COM PORT
1. Selecteer RADIO SETUP en dan COM PORT.
2. Selecteer GPS SOURCE en toets ENT. Selecteer NAVBUS en toets ENT.
3. Selecteer ON (aan) of OFF (uit) en toets ENT om de instelling in werking te stellen en ga
terug naar het menu.
COM PORT
NMEA
>GPS SOURCE
BARO & TEMP
GPS SOURCE
NMEA
>NAVBUS
GPS SOURCE
NAVBUS
>ON
OFF
3.7.3 NAVBUS als BARO & TEMP SOURCE
RADIO SETUP
WATCH MODE
WX ALERT
>COM PORT
1. Selecteer RADIO SETUP en dan COM PORT.
2. Selecteer BARO & TEMP en toets ENT.
3. Selecteer ON (aan), om deze radio 7200 de barometrische en temperatuurgegevens te laten
doorgeven aan andere instrumenten, die via NAVBUS aangesloten zijn. Selecteer OFF (uit)
als u een ander instrument als bron voor de barometrische en temperatuurdata wilt laten
optreden.
COM PORT
NMEA
GPS SOURCE
>BARO & TEMP
NAVBUS
BARO & TEMP
>ON
OFF
3.8 Barometrische Displays (BARO)
Een barometrische sensor in de microfoon meet luchtdrukwijzigingen en stelt hiermee het
radioscherm in staat om drie keer nuttige hulp te bieden op het gebied van weersvoorspelling en
visomstandigheden, in het bijzonder als het schip zich dichtbij land bevindt. (zie de informatie op
het Happy Fish icoon in hoofdstuk 1.5.) Er is:
• een weericoon met vijf verschillende displays (SUNNY(zoning), PARTLY CLOUDY
(gedeeltelijk bewolkt), CLOUDY (bewolkt), RAINY (regen), SNOWY (sneeuw)). De
plaatselijke luchtdruktrends gecombineerd met de plaatselijke temperatuur bepaalt
welk icoon wordt weergegeven. Noot: op open oceaanomstandigheden kunnen de
voorspellingen van het weericoon minder nauwkeurig zijn dan wanneer dichtbij grote
landmassa’s.
• een digitale stand van de luchtdruk (in mb of ‘inches kwik’).
• een grafi sche display van drukwijzigingen in de laatste opeenvolgende 24
uur. Barometrische gegevens blijven behouden, zelfs als de motor en de radio
uitgeschakeld zijn.
24
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3.8.1 De Barometrische Units aanpassen
RADIO SETUP
WX ALERT
COM PORT
>BARO
1. Selecteer RADIO SETUP en dan BARO.
2. Selecteer BARO UNITS en toets dan ENT om de luchtdruk in MILLIBAR te tonen of selecteer
INCHES om de luchtdruk in ‘inches kwik’ te tonen.
3. Toets ENT om de instelling in te schakelen en ga terug naar het menu.
BARO
>BARO UNITS
BARO DISPLY
BARO CAL.
BARO UNITS
>MILLIBARS
INCHES
3.8.2 Het Barometrische Schermdisplay AAN of UIT zetten
RADIO SETUP
WX ALERT
COM PORT
>BARO
1. Selecteer RADIO SETUP en dan BARO.
2. Selecteer BARO DSPLY en toets dan ENT om de barometrische display op het scherm uit te
schakelen (OFF), of selecteer LCD ON om de barometrische display op het scherm weer te
geven.
Waarschuwing: Het schermdisplay is ingesteld op uit (LCD OFF) als standaard, om
het stroomverbruik van de stand-by batterij van het schip tot 3mA te beperken. Als het
schermdisplay op aan (LCD ON) staat staat het stroomverbruik continu op rond de 85mA.
3. Toets ENT om de instelling in te schakelen en ga terug naar het menu.
BARO
BARO UNITS
>BARO DISPLY
BARO CAL.
BARO DISPLY
>LCD OFF
LCD ON
3.8.3 De Barometrische Sensor kalibreren
RADIO SETUP
WX ALERT
COM PORT
>BARO
BARO
BARO UNITS
BARO DISPLY
>BARO CAL.
BARO CAL.
MODIFY?
>29.92"
PRESS ENT
De barometrische functies en iconen werken het beste als ze gekalibreerd zijn naar plaatsellijke
omstandigheden. De bedieningsrange is van 960mb tot 1060mb.
1. Selecteer RADIO SETUP en dan BARO.
2. Selecteer BARO CAL. Wijzig dan de instelling om de stand op een ander nauwkeurig en
nabij instrument te vergelijken, of de stand opgegeven door een plaatselijk weerstation.
3. Toets ENT om de instelling in te schakelen en ga terug naar het menu.
NAVMAN
25VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3.9 Temperatuurweergave (TEMP)
Een temperatuursensor in de microfoon meet de luchttemperatuurwijzigingen. Om de
temperatuurunits aan te passen:
RADIO SETUP
COM PORT
BARO
>TEMP
TEMP
>UNITS
CAL.
1. Selecteer RADIO SETUP en dan TEMP.
2. Toets ENT om UNITS te selecteren.
3. Toets ENT om de temperatuur in ºC (Celsius) weer te geven, of selecteer ºF voor de
temperatuur in Fahrenheit.
4. Toets ENT om de instelling in te schakelen en ga terug naar het menu.
TEMP SENSOR
>ºC
ºF
26
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 4 – DSC Instellingsmenu (DSC SETUP)
Een geldig Gebruiker MMSID moet worden ingevoerd om toegang te hebben tot
de DSC functies.
4.1 DSC Instelling - Menu Opties
De volgende opties zijn beschikbaar:
USER MMSID
Voer uw gebruiker-MMSID in. Zie hoofdstuk 4.2. (Als u geen gebruikerMMSID heeft, kijk dan in Appendix D.)
GROUP SETUP
INDIV REPLY
ATIS MMSID
ATIS FUNC
DSC FUNC
LL REPLY
LL RING
In hoofdstukken 1.3 en 1.4 wordt uitgelegd hoe door het menu te navigeren en gegevens in te
voeren, op te slaan en te wijzigen.
Voer de naam en/of groepsinformatie in of wijzig ze.
Zie hoofdstuk 4.3.
Kies een automatisch of een handmatig antwoord op oproepen (alleen
7200 US). Zie hoofdstuk 4.4.
Voer uw ATIS MMSID in of wijzig deze (alleen 7200 EU).
Zie hoofdstuk 4.5.
Schakel de Atis-functie in/uit (alleen 7200 EU).
Zie hoofdstuk 4.5.
Zet de DSC-bediening ON/OFF (aan/uit).
Zie hoofdstuk 4.6.
Selecteer het type respons op een aanvraag tot LL polling.
Zie hoofdstuk 4.7.
Zet de LL respons meldingsbeltoon ON/OFF (aan/uit).
Zie hoofdstuk 4.8.
4.2 Uw Gebruiker-MMSID invoeren (USER MMSID)
Dit is een eenmalige handeling. U dient uw gebruiker-MMSID in te voeren voordat u toegang
kunt krijgen tot de DSC-functies.
DSC SETUP
>USER MMSID
GROUP SETUP
INDIV REPLY
INPUT USER
MMSID
–––––––––
187654321
MMSID
>STORE
CANCEL
USER MMSID
INPUT AGAIN
–––––––––
U kunt uw MMSID te allen tijde op het display laten verschijnen, maar u kunt uw MMSID maar
één keer invoeren.
NAVMAN
27VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
1. Selecteer DSC SETUP en dan USER MMSID.
2. Als dit de eerste keer is dat u uw MMSID invoert, verschijnt een stippellijn.
Voer uw MMSID op de stippellijn in. Toets ENT om elke correcte invoer te bevestigen en ga
door met het volgende teken.
Als u een fout maakt, toets dan – totdat < verschijnt, toets dan ENT om een back-up te
maken en corrigeer de invoer.
3. Toets ENT om uw gebruiker-MMSID op te slaan.
4. Voer uw gebruiker-MMSID opnieuw in bij wijze van paswoordcontrole, toets dan ENT om de
gebruiker-MMSID permanent op te slaan en ga terug naar het menu.
U kunt uw opgeslagen gebruiker-MMSID te allen tijde bekijken door USER MMSID te
selecteren in het hoofdmenu.
4.3 Onderhoud uw Groepen (GROUP SETUP)
Gebruik GROUP SETUP om 1,2 of 3 in alfanumerieke volgorde opgeslagen groepen of vaak
opgeroepen personen te creëren, te bewerken of te verwijderen. Een groeps-MMSID begint
altijd met 0.
4.3.1 Een Groep creëren (GROUP SETUP)
DSC SETUP
USER MMSID
>GROUP SETUP
INDIV REPLY
1. Selecteer DSC SETUP en dan GROUP SETUP.
2. Als dit de eerste keer is dat u een groepsnaam invoert, verschijnt een streep van negen
nullen. Anders verschijnen de bestaande groepsnamen. Toets ENT om het inputscherm
weer te geven.
GROUP SETUP
>MANUAL NEW
000000000
GROUP NAME
––––––––––––
GROUP MMSID
0––––––––
FISHER1
012345678
>STORE
CANCEL
3. Voer de groepsnaam in op de stippellijn. Deze kan alfanumeriek zijn. Toets ENT om elke
correcte invoer te bevestigen en ga door met het volgende teken. Als u klaar bent, toets dan
herhaaldelijk ENT tot de cursor naar de MMSID-streep beweegt.
Als u een fout maakt, selecteer dan < en toets ENT om een back-up te maken en corrigeer
de invoer (7200 US) of <CLR en ENT> (7200 EU).
4. Voer de groeps-MMSID in. (Let op dat het eerste nummer altijd een 0 is.) Toets ENT.
5. De groepsnaam en groeps-MMSID worden getoond op een bevestigingsscherm. Toets ENT
om de gegevens op te slaan en ga terug naar het GROUP SETUP scherm.
28
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
4.3.2 Groepsnaam informatie bewerken
GROUP SETUP
MANUAL NEW
>FISHER1
FRIENDS1
1. Selecteer DSC SETUP en dan GROUP SETUP. De bestaande groepsnamen worden
getoond. Gebruik de draaiknop om naar de onjuiste invoer te scrollen en toets dan ENT.
2. T oets ENT om te bewerken. De gegevens van de groepsnaam worden weergegeven, met de
cursor op het eerste teken van de naam.
3. Bewerk de buddynaam of, om alleen de MMSID te bewerken, toets herhaaldelijk ENT totdat
de cursor naar de MMSID-streep beweegt.
4. Als u klaar bent, toets dan ENT (herhaaldelijk indien nodig) om het volgende scherm te
tonen.
5. Toets ENT om de wijzigingen op te slaan en ga terug naar het GROUP SETUP scherm.
FISHER1
>EDIT
DELETE
EDIT NAME
FISHER1
EDIT MMSID
012345678
FISHER2
012345678
>STORE
CANCEL
4.3.3 Een Groep verwijderen
GROUP SETUP
MANUAL NEW
>FISHER2
FRIENDS1
1. Selecteer DSC SETUP en dan GROUP SETUP. De bestaande groepsnamen worden
getoond.
2. Toets + of – om naar de onjuiste invoer te scrollen en toets dan ENT.
3. Selecteer DELETE en toets ENT. De radio vraagt om bevestiging.
4. Toets ENT om de de groep te verwijderen en ga terug naar het GROUP SETUP scherm.
FISHER2
EDIT
>DELETE
DELETE GROUP
FISHER2
>YES
NO
4.4 Reageren op individuele oproepen (INDIV REPLY)
Alleen 7200 US.
U kunt binnenkomende individuele oproepen beantwoorden met een automatische of een
handmatige respons.
Een automatische respons zendt een ontvangstbericht en stelt het gevraagde linkkanaal in op
gespreksklaar.
Een handmatige respons vraagt of u de oproep wilt bevestigen en vraagt dan of u met de
oproeper wilt spreken.
DSC SETUP
USER MMSID
GROUP SETUP
>INDIV REPLY
INDIV REPLY
>AUTO
MANUAL
1. Selecteer DSC SETUP en dan INDIV
REPLY.
2. Selecteer AUTO voor een automatische
respons, of MANUAL voor een
handmatige respons.
NAVMAN
29VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
.
3. Toets ENT om uw keuze te bevestigen en ga terug naar het menu.
4.5 Atis MMSID & ATIS FUNCTIONALITEIT
Alleen 7200 EU.
U dient uw ATIS MMSID in te voeren om toegang te krijgen tot ATIS functionaliteit, als u op
binnenwateren binnen Europa navigeert.
ATIS zendt een digitaal bericht telkens wanneer u de PTT-toets loslaat. De regels op
binnenwateren vereisen 1W Tx power op kanalen 06, 08, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 72, 74 en 77.
4.5.1 Uw ATIS MMSID invoeren of bewerken
Alleen 7200 EU.
DSC SETUP
GROUP SETUP
INDIV REPLY
>ATIS MMSID
ATIS MMSID
923456789
>STORE
CANCEL
Een ATIS MMSID begint altijd met nummer 9. Om uw ATIS MMSID in te voeren of te bewerken:
1. Selecteer DSC SETUP en dan ATIS MMSID.
2. Als dit de eerste keer is dat u uw ATIS MMSID invoert, verschijnt een stippellijn. Voer uw
ATIS MMSID op de stippellijn in. Het eerste nummer is altijd 9. Toets ENT om elke juiste
invoer te bevestigen en om door te gaan met het volgende teken.
Als u een fout maakt, toets dan – totdat < verschijnt, toets dan ENT om een back-up te
maken en corrigeer de invoer.
Als u een bestaande ATIS MMSID aan het bewerken bent, zal dit weergegeven worden.
Maak de vereiste wijzigingen.
3. Toets ENT om uw gebruiker-MMSID op te slaan.
4. Voer uw A TIS MMSID opnieuw in bij wijze van paswoordcontrole, toets dan ENT om de A TIS
MMSID permanent op te slaan en ga terug naar het menu.
U kunt uw opgeslagen ATIS MMSID te allen tijde bekijken door ATIS MMSID te selecteren in
het hoofdmenu.
INPUT ATIS
MMSID
9––––––––
INPUT ATIS
MMSID
>STORE
CANCEL
INPUT AGAIN
ATIS MMSID
9––––––––
30
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
4.5.2 ATIS functionaliteit in werking stellen (ATIS FUNC)
Alleen 7200 EU.
DSC SETUP
INDIV REPLY
ATIS MMSID
ATIS FUNC
>ON
OFF
>ATIS FUNC
ATIS annunciator
ATIS functionaliteit doet het alleen nadat de ATIS MMSID is ingevoerd (zie het vorige
hoofdstuk).
1. Selecteer DSC SETUP en dan ATIS FUNC.
2. Selecteer ON (aan) om de ATIS functionaliteit in werking te stellen en de DSC functionaliteit
automatisch uit te schakelen. Het ATIS waarschuwingssignaal verschijnt op het scherm.
Het is niet mogelijk om tegelijkertijd ATIS ON (aan) en DSC ON (aan) te hebben. Als u er één
aanzet, zal de ander vanzelf uitgaan (OFF). Als DSC en ATIS beide OFF (off) zijn, dient u
DSC aan (ON) te zetten voor een normale DSC-bediening.
Er zijn twee waarschuwingssignalen op het scherm om de huidige modus te tonen: Als het DSC signaal
getoond wordt, is DSC operationeel en als het ATIS signaal getoond wordt, is Atis operationeel
.
4.6 Opties voor DSC functionaliteit (DSC FUNC)
DSC functionaliteit kan worden uitgeschakeld, maar dit wordt niet aanbevolen.
DSC SETUP
ATIS MMSID
ATIS FUNC
DSC FUNC
>ON
OFF
>DSC FUNC
1. Selecteer DSC SETUP en dan DSC FUNC.
2. Toets ENT om ON te selecteren en de DSC functionaliteit te bedienen. Hiermee zal de ATIS
functionaliteit automatisch buiten werking worden gesteld. Het DSC signaal verschijnt op het scherm.
Het is niet mogelijk om tegelijkertijd ATIS ON (aan) en DSC ON (aan) te hebben. Als u er één aanzet, zal
de ander vanzelf uitgaan (OFF). Als DSC en ATIS beide OFF (uit) zijn, dient u DSC aan (ON) te zetten
voor een normale DSC-bediening.
Er zijn twee signalen op het scherm om de huidige modus te tonen: Als het DSC signaal getoond wordt, is
DSC operationeel. Als het ATIS signaal getoond wordt, is ATIS operationeel.
DSC annunciator
4.7 Respons type op LL POLLING oproepen (LL REPLY)
U kunt de radio instellen om op een LL POLLING aanvraag te reageren op één van de volgende drie
manieren:
AUTO
MANUAL
antwoordt automatisch op alle inkomende LL Polling aanvragen van alle Buddy’s.
kies of u automatisch of handmatig wilt reageren op inkomende Polling aanvragen
NAVMAN
31VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
OFF
van buddy’s.
negeert alle inkomende LL Polling aanvragen van buddy’s
.
DSC SETUP
ATIS FUNC
DSC FUNC
>LL REPLY
LL REPLY
>AUTO
MANUAL
OFF
1. Selecteer DSC SETUP en dan LL REPLY.
2. Selecteer uw respons, toets ENT om uw
keuze te bevestigen en ga terug naar het
menu.
4.8 MUTE THE LL respons NOTIFICATION RINGTONE
DSC SETUP
DSC FUNC
LL REPLY
>LL RING
Als u LL positie gegevens heeft aangevraagd van buddy’s, zal de 7200 u alle inkomende
gegevens melden door twee vriendelijke beltonen te laten klinken. Indien gewenst, kunt u deze
hoorbare melding op mute zetten, als volgt:
1. Selecteer DSC SETUP en dan LL RING.
2. Selecteer OFF (uit) om het geluid van de beltonen uit te schakelen.
3. Toets ENT om uw keuze te bevestigen en ga terug naar het menu.
LL RING
>ON
OFF
32
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 5 – Zenden en ontvangen van DSC-oproepen
Een geldig Gebruiker MMSID moet ingevoerd zijn om toegang te
hebben tot de DSC functies.
5.1 WAT IS DSC?
DSC (Digital Selective Calling) is een semi-geautomatiseerde methode voor het doen van
VHF, MF, en HF radio-oproepen. Het is als internationale standaard ontworpen door de IMO
(International Maritime Organization) en maakt deel uit van de GMDSS (Global Maritime Distress
and Safety System).
Tegenwoordig bent u verplicht om Alarmkanaal 16 te monitoren, maar DSC zal uiteindelijk
luisterwachten op alarmfrequenties vervangen en zal gebruikt worden om zowel routine- als
urgente maritieme informatie uit te zenden.
DSC stelt u in staat om oproepen te zenden en te ontvangen van en naar alle schepen of
kuststations die uitgerust zijn met DSC functionaliteit en die binnen het geografi sch bereik liggen.
Oproepen kunnen in de categorieën alarm, urgentie, veiligheid of routine geplaatst worden en
DSC selecteert automatisch het werkkanaal.
5.2 DSC-oproepen verzenden
>INDIVIDUAL
INDIV ACK
LAST
GROUP
INDIVIDUAL
LAST CALL
GROUP
ALL SHIPS
CALL LOG
DIST LOG
LL REQUEST
1. Toets CALL/MENU om de soorten DSC-oproepen weer te geven,
die gedaan kunnen worden.
Let wel dat er slechts vier soorten oproepen tegelijk kunnen worden
weergegeven op het scherm.
2. T oets + of – om op en neer door de DSC-oproepsoorten te scrollen
tot de cursor op de gewenste optie staat. Toets dan ENT. De DSC
oproepsoorten zijn:
Verzend een routine-oproep of een ontvangstbericht aan een
nieuwe oproeper of een Buddy. Zie hoofdstukken 5.2.1, 5.2.2 en
5.2.3.
Toon de details van de meest recente inkomende oproep.
Zie hoofdstuk 5.2.4.
Doe een oproep naar één van uw drie groepen.
Zie hoofdstuk 5.2.5.
Doe een All Ships oproep.
Zie hoofdstuk 5.2.6.
Toon de details van de 20 meest recente inkomende oproepen.
Zie hoofdstuk 5.2.7.
Toon de details van de 10 meest recente noodoproepen.
Zie hoofdstuk 5.2.8.
Verzoek om de LL positie van een Buddy.
Zie hoofdstuk 5.2.9.
NAVMAN
33VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
5.2.1 Een routine-oproep doen (INDIVIDUAL)
DSC CALL
>INDIVIDUAL
LAST CALL
GROUP
012345678
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SEND?
U kunt iedereen oproepen, die een met DSC uitgeruste radio heeft.
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan INDIVIDUAL. Nu kunt
u iemand oproepen.
2. Selecteer MANUAL NEW om een persoon op te roepen die niet in uw Buddylijst staat, of
selecteer een buddy. Toets ENT.
Als u MANUAL NEW geselecteerd heeft, dient u uw gebruiker-MMSID in te voeren en dan
ENT te toetsen.
3. Selecteer het werkkanaal en toets ENT. (Noot: Duplex kanalen kunnen doorgaans niet
worden opgeroepen en worden automatisch verwijderd van de voorgestelde oproeplijst. Als
de oproep aan een kuststation is gericht, zal de radio dit herkennen en het juiste kanaal
selecteren.)
4. De radio vat de oproepspecifi caties samen en vraagt om een bevestiging om de oproep te
verzenden (SEND ?). Toets ENT om de oproep te verzenden. De radio gaat naar CH70 en
het Tx signaal verschijnt op het scherm terwijl de DSC-oproep verzonden wordt.
5. Als de oproep wordt bevestigd (ACK), toets dan PTT om te spreken. Als er geen respons
komt, probeer dan opnieuw de oproep te doen. Zie hoofdstuk 5.2.2.
INDIVIDUAL
>MANUAL NEW
BOBBY D
REBECCA T
12345678
INDIVIDUAL
ROUTINE
CALLING...
MANUAL MMSID
0––––––––
012345678
INDIVIDUAL
ROUTINE
WAITING ACK
012345678
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SET CHANNEL
INDIV ACK
012345678
PRESS PTT
ESC –> EXIT
5.2.2 Opnieuw een routine-oproep proberen
VHF 7200
SEND AGAIN?
>YES
CANCEL
RCV: INDIV
012345678
ENTER –> ACK
ESC –> EXIT
1. Als er na één minuut geen respons komt (UNABLE TO
ACKNOWLEDGE), vraagt de radio of u de oproep opnieuw wilt
doen (SEND AGAIN?).
2. Selecteer YES en toets ENT om de oproep opnieuw te proberen.
De radio zal dit twee keer herhalen. Als de oproep dan nog steeds
niet geplaatst kan worden, gaat de radio weer over op de normale
toestand.
5.2.3 Ontvangstbevestiging van een inkomende individuele oproep (INDIV)
Bij de 7200 EU dient de bediener handmatig bevestiging te zenden
naar de verzoekende radio.
Toets ENT om de ontvangstbevestiging te zenden of ESC om te annuleren.
34
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
De 7200 US stuurt automatisch een bevestiging naar de verzoekende radio, binnen 10 seconden
na ontvangst van de oproep.
5.2.4 De meest recente inkomende oproep (LAST) opnieuw oproepen
DSC CALL
INDIVIDUAL
>LAST CALL
GROUP
Deze faciliteit is nuttig en wordt vaak gebruikt.
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren. LAST CALL wordt automatisch
geselecteerd. Toets ENT om de contactgegevens van de meest recente inkomende oproep
weer te geven.
2. Selecteer het werkkanaal en toets ENT. (Noot: Duplex kanalen kunnen doorgaans niet
worden opgeroepen en worden automatisch verwijderd van de voorgestelde oproeplijst. Als
de oproep aan een kuststation is gericht, zal de radio dit herkennen en het juiste kanaal
selecteren.)
3. De radio vat de oproepspecifi caties samen en vraagt om een bevestiging om de oproep te
verzenden (SEND ?). Toets ENT om de oproep te verzenden en ga verder volgens de uitleg
in hoofdstuk 5.2.1.
VHF7200 USA
INDIVIDUAL
ROUTINE
10:22AM LOC
VHF7200 USA
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SET CHANNEL
VHF7200 USA
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SEND?
5.2.5 Een Groep oproepen (GROUP)
DSC CALL
INDIVIDUAL
LAST CALL
>GROUP
SELECT GROUP
>RD GROUP
GROUP #2
GROUP#3
RD GROUP
055554444
ROUTINE
>SET CHANNEL
VHF7200 USA
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SEND?
1. T oets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan GROUP. De radio geeft
de namen van uw groepen weer.
2. Selecteer de groep die u wilt oproepen (de Groeps-MMSID moet ingesteld worden voordat u
de oproep doet). Stel dan het kanaal in en ga verder volgens de uitleg in hoofdstuk 5.2.1.
5.2.6 All Ships oproepen (ALL SHIPS)
DSC CALL
LAST CALL
GROUP
>ALL SHIPS
De ALL SHIPS ROUTINE oproep-optie bestaat alleen op de 7200 US.
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan ALL SHIPS.
ALL SHIPS
>URGENCY
SAFETY
ROUTINE
ALL SHIPS
URGENCY
>YES
NO
NAVMAN
35VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
2. De prioriteit wordt automatisch op URGENCY gezet. Maar u kunt ook één van de volgende
oproepprioriteiten selecteren:
URGENCY wordt gebruikt bij een probleem of ernstige situatie, die zou kunnen leiden tot
een alarmsituatie
SAFETY om veiligheidsinformatie te zenden aan alle andere zeeschepen;
ROUTINE routine oproep (Alleen 7200 US.).
3. CH16 wordt automatisch geselecteerd als het werkkanaal en de radio vraagt om bevestiging
van de ALL SHIPS oproep. Toets ENT om YES te selecteren en verzend de oproep. Ga
verder volgens de uitleg in hoofdstuk 5.2.1.
5.2.7 Een oproep doen via het Oproep Logbestand (CALL LOG)
DSC CALL
GROUP
ALL SHIPS
>CALL LOG
11 VHF7200
INDIVIDUAL
ROUTINE
10:45PM LOC
VHF7200
>CALL BACK
DELETE
SAVE
VHF7200 INDIVIDUAL ROUTINE
>SEND?
VHF7200
Het oproep logbestand bevat de contactgegevens van de 20 meest recente inkomende
oproepen, zodat u deze allemaal snel kunt oproepen.
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan CALL LOG.
Scoll omlaag naar de gewenste contactgegevens.
De radio geeft de contactgegevens van de meest recente inkomende oproep weer als eerste
invoer (01) in het Oproep logbestand. In het voorbeeld worden de contactgegevens van de
11de meest recente oproep weergegeven.
(Om deze log invoer in uw BUDDY LIST op te slaan, selecteert u SA VE en toets dan ENT en
voer een naam in. De opgeslagen MMSID wordt automatisch weergegeven.)
2. Toets ENT om het terugroepen te bevestigen en stel dan het werkkanaal in en toets ENT om
de oproep te verzenden. Ga verder volgens de uitleg in hoofdstuk 5.2.1.
VHF7200
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SET CHANNEL
36
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
5.2.8 Een oproep doen via het Nood Logbestand (DIST LOG)
DSC CALL
ALL SHIPS
CALL LOG
>DIST LOG
02 10:03 UTC
VHF7200 (xxx)
82º50. N
27º45. W
DISTRESS
RELAY
PIRACY
987654321
VHF7200
>CALL BACK
DELETE
VHF7200
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SET CHANNEL
Het Nood logbestand bevat gegevens van de 10 meest recent verzonden noodoproepen, zodat
u deze allemaal snel kunt oproepen. Probeer altijd eerst spraakcontact te maken via CH16,
als volgt:
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan DIST LOG.
2. De meest recent ontvangen Noodoproep is de eerste invoer (01) in het Nood logbestand.
Selecteer de invoer die u wilt oproepen en toets ENT.
De gegevens worden weergegeven op twee schermen die elkaar elke 1,5 seconde
afwisselen; het eerste scherm toont de locatie en de naam of MMSID van het schip in nood,
het tweede scherm toont het soort nood (indien gespecifi ceerd) en de MMSID van het schip
dat de noodoproep heeft verzonden.
3. Stel dan het kanaal in en ga verder volgens de uitleg in hoofdstuk 5.2.1.
VHF7200
INDIVIDUAL
ROUTINE
>SEND?
5.2.9 De LL positie van een Buddy opvragen (LL REQUEST)
DSC CALL
CALL LOG
DIST LOG
>LL REQUEST
channel name
SAM
LL REQUEST
AWAITING ACK
LL REQUEST
>SAM
VHF7200
BUDDY #3
SAM
LL REQUEST
>SEND?
SAM
LL REQUEST
CALLING...
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan LL REQUEST.
2. Selecteer de Buddy wiens LL positie u wilt weten en toets dan ENT om het verzoek te
verzenden. (Zie hoofdstuk 5.3.5 voor ontvangstbevestiging.)
3. De naam van het werkkanaal wordt getoond, terwijl de radio op bevestiging wacht van
uw Buddy. Als er na één minuut geen respons komt, vraagt de radio of u de oproep wilt
herhalen. Ga verder volgens de uitleg in hoofdstuk 5.2.2.
NAVMAN
37VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
5.2.10 Uw Buddy opsporen (TRACK BUDDY)
Gebruik de TRACKLIST optie om de buddy (of buddy’s) te selecteren wiens positie u wilt opsporen,
specifi ceer dan de tijd interval door middel van de INTERVAL optie en start het opsporen. Anders,
als de buddy en tijd al volgens uw indicaties zijn ingesteld, start u eenvoudigweg de opsporing.
Selecteer uw buddy als volgt:
DSC CALL
DIST LOG
LL REQUEST
>TRACK BUDDY
TRACK BUDDY
START TRACK
>SET BUDDY
TRACKLIST
SET BUDDY
>KATHY OFF
SAM ON
BUDDY3 OFF
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan TRACK BUDDY.
2. Selecteer SET BUDDY en scroll naar de gewenste buddy. U kunt maximaal drie buddy’s
instellen om op te sporen.
3. Selecteer ON (aan) om die buddy op te sporen, of OFF (uit) om die buddy juist niet op
te sporen en toets ENT om te bevestigen. (Herhaal voor de twee andere buddy’s indien
nodig.)
(Om een buddy van de lijst te verwijderen dient u naar de naam van de betreffende buddy te
scrollen en ENT te toetsen. Selecteer YES ter bevestiging en toets dan opnieuw ENT.)
Stel de tijdsinterval als volgt in:
DSC CALL
DIST LOG
LL REQUEST
>TRACK BUDDY
TRACK BUDDY
>INTERVAL
INTERVAL
>15 MINUTES
30 MINUTES
1 HOUR
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan TRACK BUDDY.
2. Selecteer INTERVAL en kies de gewenste tijdsinterval. Toets ENT om te bevestigen
Start het opsporen als volgt:
DSC CALL
DIST LOG
LL REQUEST
>TRACK BUDDY
TRACK BUDDY
>START TRACK
SET BUDDY
TRACKLIST
START TRACK
KATHY OFF
SAM ON
BUDDY3 OFF
SET BUDDY
KATHY
>ON
OFF
.
START TRACK
>YES
NO
PRESS ENTER
1. Toets CALL/MENU om de DSC-modus in te voeren en selecteer dan TRACK BUDDY.
2. Selecteer START TRACK en dan YES.
(De STAR T TRACK display verandert in STOP TRACK. Om wanneer dan ook met opsporen
te stoppen, toetst u gewoon YES.)
Zodra u met opsporen begint, wordt direct een LL aanvraag verzonden op CH70 en uw radio
wacht tot het ontvangstbericht van de LL positie van de (eerste) buddy op uw radioscherm
verschijnt.
38
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Elk van de geselecteerde buddy’s wordt gepeild op hun LL positie met regelmatige
tijdsintervallen. Wanneer de informatie ontvangen is klinkt een vriendelijke beltoon en
de positie wordt op het scherm vertoond. Door op een toets te drukken, verwijdert u het
scherm.
De doorgekregen positie wordt niet opgeslagen in het logbestand van uw radio, maar
uitgezonden via NAVBUS naar de kaartplotters. Druk op een toets voor ontvangstbevestiging
of wacht op de automatische blokkeertijd van 20 seconden.
Noot, dat de 7200 in staat is om de LL positiegegevens te ontvangen en weer te geven, met
een normale of verhoogde resolutie.
5.3 DSC-oproepen ontvangen
5.3.1 Een All Ships oproep ontvangen (ALL SHIPS)
RCV: ALL SHIP
priority
VHF7200
ESC –> EXIT
2. Er wordt geen bevestiging vereist. Toets PTT om spraakcontact op te starten op CH16 en ga
dan over op een werkkanaal.
De oproepgegevens worden opgeslagen in het Oproep logbestand (zie hoofdstuk 5.2.7).
5.3.2 Een individuele oproep ontvangen (INDIV)
RCV: INDIV
VHF7200
ENTER –> ACK
ESC –> EXIT
Als de radio de gebruiker-MMSID herkent als één van uw Buddy’s, wordt de buddynaam
getoond in plaats van de gebruiker-MMSID.
2. De VHF7200 US reageert automatisch, maar de 7200 EU vraagt u om ENT te toetsen om de
binnenkomende oproep te bevestigen.
3. De oproeper dient te reageren op uw bevestiging door spraakcontact te maken op het
aangegeven kanaal. Als dit niet gebeurt, kunt u PTT intoetsen om zelf spraakcontact te
starten.
De oproepgegevens worden opgeslagen in het Oproep logbestand (zie hoofdstuk 5.2.7).
1. Als u een aankondiging van een ALL SHIPS oproep ontvangt, druk
dan op een toets om deze aankondiging te annuleren. De radio
selecteert automatisch CH16.
Het prioriteitsniveau en de gebruiker-MMSID worden op het
scherm weergegeven. Als de radio de gebruiker-MMSID herkent
als één van uw Buddy’s, wordt de buddynaam getoond in plaats
van de gebruiker-MMSID.
INDIV ACK
VHF7200
PRESS PTT
ESC –> EXIT
1. Als u een aankondiging van een
INDIV-oproep ontvangt, druk dan
op een toets om de waarschuwing
te annuleren. De radio selecteert
automatisch het aangeduide kanaal
voor de binnenkomende oproep. INDIV
oproepen hebben bijna altijd Routine
prioriteit.
NAVMAN
39VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
5.3.2 Een Groepsoproep ontvangen (GROUP)
RCV: GROUP
GP: RD GROUP
VHF7200
ROUTINE
2. U hoeft geen ontvangstbericht te zenden. Als u dat wenst, toets dan PTT om spraakcontact
op te starten op het aangeduide kanaal.
De oproepgegevens worden opgeslagen in het Oproep logbestand (zie hoofdstuk 5.2.7).
1. Als u een aankondiging van een GROUP-oproep ontvangt,
druk dan op een toets om deze aankondiging te annuleren. De
radio selecteert automatisch het aangeduide kanaal voor de
binnenkomende oproep.
Het prioriteitsniveau is altijd routine en de groep wordt op het
scherm geïdentifi ceerd. De groep zal deel uitmaken van de drie
meest opgeroepen groepen, die u eerder opgesteld heeft (zie
hoofdstuk 4.3).
5.3.4 Een Geografi sche oproep ontvangen (GEOGRAPH)
RCV: GEOGRAPH
VHF7200
10:34 UTC
ESC –> EXIT
De tijd en de gebruiker-MMSID of naam worden op het scherm getoond. Als de radio de
gebruiker-MMSID herkent als één van uw Buddy’s, wordt de buddynaam getoond in plaats
van de gebruiker-MMSID.
2. Houd het werkkanaal in de gaten voor een aankondiging van het oproepende schip.
Een geografi sche oproep wordt ontvangen door schepen binnen een
specifi ek begrensd gebied.
1. Als u een aankondiging van een GEOGRAPH-oproep ontvangt,
druk dan op een toets om de waarschuwing te annuleren. De
radio selecteert automatisch het aangeduide kanaal voor de
binnenkomende oproep.
5.3.5 Een Polled Position oproep ontvangen (POSITION)
RCV: POSITION
SAM
82º50.003'N
27º45.543'W
1. Als u GPS positiegegevens van een Buddy ontvangt in antwoord
op uw LL verzoek (zie hoofdstuk 5.2.9), raden wij u aan om de
positie op te schrijven, in het bijzonder als het een goede positie
om te vissen betreft.
Als er meer informatie over de LL positie van uw buddy beschikbaar
is, wordt dit op het scherm getoond totdat het display wijzigt.
40
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 6 - Noodoproepen
Een geldig Gebruiker MMSID moet ingevoerd zijn om toegang te
hebben tot de DSC functies.
6.1 Een noodoproep verzenden
DISTRESS CALL
>ABANDONING
PIRACY
OVER BOARD
1. Open het rode DISTRESS kapje.
Als er tijd over is om de nood te specifi ceren, ga naar stap 2. Anders, ga direct door naar stap 3.
2. Druk op de DISTRESS toets om de volgende categorieën te tonen. Scroll naar de categorie
die overeenkomt met uw situatie en toets dan ENT:
3. Houd de DISTRESS toets ongeveer 3 seconden ingedrukt, tot u het ‘noodoproep verzonden’
bericht op het scherm ziet (DISTRESS CALL SENT!). Het hele display begint hard te fl itsen
en te piepen.
De noodoproep herhaalt zichzelf vijf keer achter elkaar. Daarna wordt de oproep nog circa
elke 3,5 of 4,5 minuut herhaald totdat een Distress bevestiging (DISTRESS ACK) wordt
ontvangen van een zoek- en reddingsautoriteit, of totdat u handmatig de oproep annuleert.
De radio selecteert CH16 automatisch, zodat u binnenkomende spraakcontacten kunt horen
van zoek- en reddingsautoriteiten, of andere zich binnen bereik bevindende schepen.
Toets ESC als u de noodoproep wilt annuleren. Dit is de enige toets die functioneert
gedurende de Distress modus.
DISTRESS CALL
>PIRACY
HOLD DISTRES
2 SECONDS..
DISTRESS CALL
SENT! WAIT..
PRESS ESC
TO CANCEL...
NAVMAN
41VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
6.2 Een noodoproep ontvangen (DISTRESS!)
RCV: DISTRESS
123456789
FLOODING
ESC –> EXIT
2. De radio selecteert automatisch CH16 en toont de specifi caties van de noodoproep op het
scherm. Toets PTT in om spraakcontact te maken.
De gegevens worden weergegeven op twee schermen die elkaar elke 1.5 seconde
afwisselen; het eerste scherm toont de gebruiker-MMSID en het soort noodtoestand (indien
gespecifi ceerd), het tweede scherm toont de tijd en de locatie (indien gespecifi ceerd). Als
locatie en tijd niet gespecifi ceerd zijn, worden deze vervangen door opeenvolgingen van
respectievelijk 9’s of 8’en.
De VHF7200 is in staat om extra gegevens aangaande de LL positie te ontvangen, als het
schip dat de noodoproep doet deze meezendt. Hiermee kan de positie van het schip in nood
tot op 20 meter (60ft) nauwkeurig worden aangeduid.
RCV: DISTRESS
10:34 UTC
82º50.003'N
27º45.543'W
1. Een alarm gaat af als er een noodoproep
ontvangen (DISTRESS!) wordt. Druk op
een toets om het alarm te annuleren. U
hoeft geen ontvangstbericht te zenden.
6.3 Distress acknowledgement (DISTRESS ACK) or relay
RCV: DISTRESS
RELAY
123456789
ESC –> EXIT
Voor een Distress bevestiging (DISTRESS ACK) verzonden door de kustwacht, annuleert uw
radio automatisch de Distress Modus transmissies en verschijnt kanaal 16. Toets PTT om
spraakcontact te maken met de kustwacht.
De kustwacht is de enige organisatie die het toegestaan is een Distress bevestiging te zenden
(DISTRESS ACK).
Een alarm gaat af als er een noodoproep ontvangen (DISTRESS
RELAY) wordt. Druk op een toets om het alarm te annuleren.
Probeer spraakcontact te maken met het schip waarvan de oproep
afkomstig is. Houd een luisterwacht op CH16 en blijf paraat om
assistentie te verlenen.
42
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Appendix A – Technische specifi caties
Navman VHF 7200
ALGEMEEN
Voeding: 13.6 V DC.
Stroomverbruik:
Transmissie 6 A bij 25 W Tx / 1.5 A bij 1 W Tx
Ontvangst Minder dan 250 mA in standby
Baro Steekproef
(radio uit): Minder dan 3 mA, 85 mA in actieve standby
Bruikbare kanalen: Internationaal, VS, Canada, Weer (verschilt per land)
Modus: 16K0G3E (FM) / 16K0G2B (DSC)
FYSIEK
LCD display (weergave): 40 (H) x 48 (W) mm
FSTN 4 x 12 tekens
Contrast- en
Dimknop: Ja
Antenne connector: SO-239 (50 ohm)
Temperatuur: -15ºC tot +50ºC
Waterproof: JIS-7
Afmetingen: 161(B) x 75(H) x 147(D) mm – zonder steun
Gewicht: 1,36 kg (2.8 lbs) – zonder microfoon
Frequentie stabiliteit: +/- 10 ppm
Frequentie bediening: PLL
GPS/NMEA input: Ja
Comm. Poort: 4800 baud NMEA, 38400 baud NAVBUS
DSC: Ja
Draaibare
kanaalselecteur: Ja
OPTIES
Inbeddingsmontagekit
en stofkap: Ja
Lokaal/
afstandsbediening: Ja
Positie peilen: Ja
Track Your Buddy
(uw buddy opsporen): Ja
Groepsoproep: Ja
Oproep logbestanden: Ja – 20 individuele en 10 distress
NAVMAN
43VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
DSC (USCG SC101) Ja (7200 US)
DSC (Klasse D): Ja (7200 EU)
Barometer, Temperatuur
& Happy Fish: Ja
Kanaalbenoeming: Ja
Tri watch, Favoriet
Kanaal scanner,
All scan: Ja
Gebruiker van
programmeerbare
MMSID: Ja
MMSID en NAME
directory: Ja - 20 cijfers & groep
VERZENDER
Frequentie: 156.025 - 157.425 MHz
Nuttig vermogen: 25 W / 1 W te selecteren
Verzender bescherming: Open / kortsluiten van antenne
Max. Freq. Afwijking: +/- 5 kHz
Spurious & harmonics: beter dan 2.5 µW @ 25 W
Modulatie vervorming: Minder dan 4%@ 1 kHz voor een +/-3 kHz afwijking
ONTVANGER
Frequentie: 156.025 - 163.275 MHz
12 db SINAD
gevoeligheid: 0.25 µV (afstand) / 2.5 µV (lokaal)
Aangrenzende CH
selectiviteit: meer dan 70 db
parasitair signaal: meer dan 70 db
intermodulatie
Rejectiefactor: meer dan 68 db
Residueel
geluidsniveau: meer dan –40 db zonder ruisonderdrukker
Audio
uitgangsvermogen: 2 W (met 8 ohm bij 10% vervorming)
2 W met 4 ohm externe luidspreker
Kompas veilige afstand: 0.5 m (1.5’)
Specifi caties zijn onderworpen aan wijzigingen zonder bekendmaking.
44
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Appendix B - Foutopsporing
1. De zendontvanger wil niet opstarten.
Een zekering kan doorgebrand zijn OF de voltage bereikt de zendontvanger niet.
a) Controleer de kabel op sneeën, breuken of geplette stukken.
b) Nadat u de bedrading gecontroleerd hebt, vervangt u de zekering van 7 Amp (er zijn twee
reserve zekeringen meegeleverd).
c) Controleer het voltage van de batterij. Deze moet hoger zijn dan 10,5V.
2. De zendontvanger doet de zekering doorbranden als deze aangezet wordt.
De electriciteitsdraden kunnen omgewisseld zijn.
a) Zorg ervoor dat de rode draad aangesloten is op de positieve batterijterminal en de
zwarte draad op de negatieve batterijterminal.
3. De luidspreker maakt een klappend of en jankend geluid als de motor draait.
Electrisch geluid kan voor interferentie zorgen bij de zendontvanger.
a) Leid de voedingskabels om, verder weg van de motor.
b) Zet een geluidsonderdrukker op de voedingskabel.
c) Gebruik resistente bougiekabels en/of gebruik een fi lter tegen het geluid.
4. Er komt geen geluid uit de externe luidspreker.
a) Controleer of de kabel van de externe luidspreker fysiek aangesloten is.
b) Controleer de soldering van de kabel van de externe luidspreker.
5. Transmissies zijn altijd op laag vermogen, ook al selecteert u hoog (HI) vermogen.
De antenne kan gebrekkig zijn.
a) Test de zendontvanger met een andere antenne.
b) Laat de antenne nakijken.
6. Het Batterij-symbool wordt weergegeven.
De voeding is te laag of te hoog.
a) Controleer het voltage van de batterij.
b) Controleer de ompoler op het schip.
7. Er wordt geen positie-informatie weergegeven.
De GPS kabel kan gebrekkig zijn of de GPS-instelling kan onjuist zijn.
a) Controleer of de GPS-kabel fysiek aangesloten is.
b) Controleer de polariteit van de GPS-kabel.
c) Controleer de baud rate instelling van de GPS, indien toepasbaar. De baud rate instelling
dient 4800 voor NMEA te zijn, of 38400 voor NAVBUS. Pariteit moet op NONE ingesteld
worden.
NAVMAN
45VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Appendix C - VHF kanaaldiagrammen voor de zeevaart
C.1 Internationaal (EU-DSC AAN)
NOOT: Voor hulp bij het begrijpen van de tabel, zie de noten a) tot 0) hieronder. (WRC-2000)
SPECIALE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN INTERNATIONALE KANALEN
Noten met betrekking tot de tabel
Algemene noten
De internationale modus is niet legaal voor gebruik op Canadese of VS wateren.
a. Overheidsdiensten kunnen frequenties aanwijzen in de diensten voor intra-schip verkeer,
havenbedrijvigheid en de scheepsbeweging, voor gebruik door lichte luchtvaartuigen en
helicopters om met schepen te communiceren, of kuststations te laten deelnemen aan
voornamelijk maritieme ondersteuningsdiensten, onder de voorwaarden gespecifi ceerd in de
nrs. 51.69, 51.73, 51.74, 51.75, 51.76, 51.77 en 51.78. Echter, het gebruik van de kanalen
die gedeeld worden met openbare corerspondentie, zal afhankelijk zijn van een voorafgaande
overeenkomst tussen de geïnteresseerde en de betreffende overheidsdiensten.
b. De kanalen in de bijlage, met uitzondering van de kanalen 06, 13, 15, 16, 17, 70, 75, en 76
kunnen ook gebruikt worden voor hoge urgentie-gegevens en fax-zendingen, afhankelijk van
een speciale overeenkomst tussen geïnteresseerde en de betreffende overheidsdiensten.
NAVMAN
47VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
c. De kanalen in de bijlage, bij voorkeur kanaal 28 en met uitzondering van de kanalen 06, 13, 15,
16, 17, 70, 75 en 76, kunnen gebruikt worden voor direct-print-telegrafi e en gegevensverzending,
afhankelijk van een speciale overeenkomst tussen geïnteresseerde en de betreffende
overheidsdiensten.
d. De frequenties in deze tabel kunnen ook gebruikt worden voor radiocommunicatie op binnenwateren,
overeenkomstig met de voorwaarden gespecifi ceerd in Nr. 5.226. – 56 – 62238 IEC:2003(E)
e. Overheidsdiensten die een dringende noodzaak hebben tot het terugdringen van plaatselijke
congestie, kunnen 12,5 kHz kanaaltussenvoegingen op een non-interferentie basis toepassen
tot 25 kHz kanalen, gesteld dat:
– met Aanbeveling ITU-R M.1084-2 rekening wordt gehouden bij het overgaan op 12,5 kHz kanalen;
– Het de 25 kHz kanalen van de huidige mobiele maritieme nood- en veiligheidsfrequenties niet
zal beïnvloeden, met name de kanalen 06, 13, 15, 16, 17 en 70, noch de technische kenmerken
genoemd in Aanbeveling ITU-R M.489-2 voor die kanalen;
– Implementatie van 12,5 kHz kanaaltussenvoeging en de hieruit voortvloeiende nationale
vereisten zijn afhankelijk van voorafgaande overeenkomst tussen de implementerende
overheidsdiensten en de overheidsdiensten wier scheepsstations of diensten dit betreft.
Specifi eke noten
f. De frequentie 156,300 MHz (kanaal 06) (zie Nr. 51.79 en appendix 13 en 15) kunnen ook
gebruikt worden voor communicatie tussen scheepsstations en luchtvaartstations verbonden in
gecoördineerde zoek- en reddingsacties. Scheepsstations zullen hinderlijke storing bij dergelijke
communicaties op kanaal 06, evenals bij communicaties tussen luchtvaartstations, ijsbrekers en
bekrachtigde schepen tijdens ijsseizoenen, uit de weg gaan.
g. Kanalen 15 en 17 kunnen ook gebruikt worden voor communicatie aan boord, op voorwaarde dat het
effectief uitgestraalde vermogen niet de 1W overschrijdt en afhankelijk van de nationale reglementen
van de betrokken overheidsdienst bij het gebruik van deze kanalen op haar territoriale wateren.
h. Binnen het Europees Maritiem Gebied en in Canada, kunnen deze frequenties (kanalen 10, 67,
73) ook worden gebruikt, indien vereist, door de individuele overheidsdiensten die het betreft, voor
communicatie tussen scheepsstations, luchtvaartstations en deelnemende landstations betrokken
bij gecoördineerde zoek- en reddingsacties en acties tegen milieuvervuiling in plaatsellijke
gebieden, onder de voorwaarden gespecifi ceerd in Nrs. 51.69, 51.73, 51.74, 51.75, 51.76, 51.77
en 51.78.
i. De voorkeursfrequenties voor het doeleinde aangegeven in noot a) zijn 156,450 MHz (kanaal 09),
156,625 MHz (kanaal 72) en 156,675 MHz (kanaal 73).
j. Kanaal 70 mag uitsluitend worden gebruikt voor digital selective calling (Digitaal selectief
oproepsysteem) voor nood, veiligheid en oproepen.
k. Kanaal 13 is aangewezen voor wereldwijd gebruik als communicatiekanaal voor veilige navigatie.
In de eerste plaats voor intra-schip navigatieveiligheidscommunicatie. Het kan ook gebruikt
worden voor de diensten voor scheepsbeweging en havenbedrijvigheid, die onder de nationale
reglementen van de betreffende overheidsdiensten vallen.
l. Deze kanalen (AIS 1 en AIS 2) zullen gebruikt worden voor een automatisch systeem voor
identifi catie en bewaking van schepen, dat in een wereldwijde werking op open zee kan voorzien,
tenzij andere frequenties op een regionale basis worden aangewezen voor dit doeleinde.
m. Deze kanalen kunnen bediend worden als enkelfrequentie kanalen, afhankelijk van een speciaal
akkoord tussen geïnteresseerde en de betreffende overheidsdiensten. (WRC-2000).
n. Het gebruik van deze kanalen (75 en 76) zou beperkt moeten worden tot louter navigatie-
gerelateerde communicatie en alle voorzorgsmaatregelen zouden getroffen moeten worden om
schadelijke interferentie op kanaal 16 te vermijden, bijv. door het uitgangsvermogen tot 1 W te
beperken of door middel van geografi sche afscheiding.
o. Deze kanalen kunnen gebruikt worden om in banden te voorzien voor eerste testen en de mogelijke
toekomstige introductie van nieuwe technologieën, afhankelijk van een speciaal akkoord tussen
de geïnteresseerde of de betreffende overheidsdiensten. Stations die deze kanalen of banden
gebruiken voor het testen en de mogelijk toekomstige introductie van nieuwe technologieën,
zullen geen schadelijke interferentie veroorzaken aan, en zullen geen bescherming verlangen
van andere stations, die overeenkomstig artikel 5 werken. (WRC-2000).
Wx01RX Only 162.550 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx02RX Only 162.400 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx03RX Only 162.475 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx04RX Only 162.425 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx05RX Only 162.450 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx06RX Only 162.500 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx07RX Only 162.525 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx08RX Only 161.650 CANADIAN WEATHER CHANNEL ------ ------ CANADA WX
Wx09RX Only 161.775 CANADIAN WEATHER CHANNEL ------ ------ CANADA WX
Wx10RX Only 163.275 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
SPECIALE MEDEDELINGEN OVER KANAALGEBRUIK IN DE VS
1. Alleen LAAG VERMOGEN (1W).
2. Alleen Ontvangen.
3. In het begin LAAG VERMOGEN (1W). Doe HIGH POWER teniet, door de H/L toets
ingedrukt te houden voordat u gaat zenden. Normaal gebruikt in bridge-to-bridge
communicaties.
4. Licht overschaduwde Simplex kanalen 03A, 21A, 23A, 61A, 64A, 81A, 82A en 83A kunnen
niet wettelijk gebruikt worden in V.S. wateren, tenzij hiervoor een speciale autorisatie van de
V.S. is verkregen. Kustwacht. Niet voor algemeen gebruik.
5. De letter “A” verlicht door het kanaalnummer, geeft aan dat het VS kanaal simplex is.
Ditzelfde kanaal is altijd duplex als u Internationaal selecteert. Er is geen “A” referentie voor
internationale kanalen. De letter “B” wordt alleen gebruikt in sommige Canadese kanalen
voor “alleen ontvangen”.
6. Kanaal 70 is benoemd als exclusief kanaal voor Digital Selective Calling (DSC), zoals Nood,
Veiligheid en Schip-oproepen. Er is geen spraakcommunicatie toegestaan op CH70.
83B RX Only 161.775Canadian Coast Guard, RX Only ------------CANADIAN CG
84157.225 161.825Public Correspondence, Marine
NeeJaTELEPHONE
Operator
85157.275 161.875Public Correspondence, Marine
NeeJaTELEPHONE
Operator
86157.325 161.925Public Correspondence, Marine
NeeJaTELEPHONE
Operator
87157.375 161.975Public Correspondence, Marine
NeeJaTELEPHONE
Operator
88157.425 162.025Public Correspondence, Marine
NeeJaTELEPHONE
Operator
NAVMAN
53VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
WEATHER
MHzTYPE VERKEERLABEL
Wx01RX Only 162.550 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx02RX Only 162.400 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx03RX Only 162.475 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx04RX Only 162.425 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx05RX Only 162.450 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx06RX Only 162.500 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx07RX Only 162.525 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
Wx08RX Only 161.650 CANADIAN WEATHER CHANNEL ------ ------ CANADA WX
Wx09RX Only 161.775 CANADIAN WEATHER CHANNEL ------ ------ CANADA WX
Wx10RX Only 163.275 NOAA WEATHER CHANNEL------ ------ NOAA WX
SPECIALE MEDEDELINGEN OVER CANADEES KANAALGEBRUIK
1. Alleen LAAG VERMOGEN (1W).
2. Alleen Ontvangen.
3. In het begin LAAG VERMOGEN (1W). Doe HIGH POWER teniet, door de H/L toets ingedrukt
te houden voordat u gaat zenden. Normaal gebruikt in bridge-to-bridge communicaties.
4. Licht overschaduwde Simplex kanalen 21A, 23A, 61A, 64A, 81A, 82A, en 83A kunnen niet
wettelijk gebruikt worden in Canadese wateren, tenzij een speziale autorisatie is verkregen van
de Canadese Kustwacht. Niet voor algemeen gebruik.
5. De letter “A” verlicht door het kanaalnummer, geeft aan dat het Candese kanaal simplex is.
Ditzelfde kanaal is altijd duplex als u Internationaal selecteert. Er is geen “A” referentie voor
internationale kanalen. De letter “B” wordt alleen gebruikt in sommige Canadese kanalen voor
“alleen ontvangen”.
6. Kanaal 70 is benoemd als exclusief kanaal voor Digital Selective Calling (DSC), zoals Nood,
Veiligheid en Schip-oproepen. Er is geen spraakcommunicatie toegestaan op CH70.
7. De CANADA modus is niet legaal voor gebruik in wateren van de VS.
54
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
C-4 EU KANALEN VOOR BINNENWATEREN Landspecifi ek
Voor specifi eke kanaalinformatie voor uw land verwijzen wij u naar de lokale autoriteiten.
1.1.1 De kanalen voor de categorieën diensten ship-to-ship en nautische informatie kunnen ook
gebruikt worden voor zeevaartverkeerssystemen door verkeerscentra.
1.1.2 In sommige landen worden frequenties van bepaalde kanalen gebruikt voor een andere
dienstencategorie of andere radiodiensten. Deze landen zijn Oostenrijk, Bulgarije, Kroatië,
de Federale Republiek Joegoslavië, Hongarije, Moldavië, Roemenië, de Russische
Federatie, de Slowaakse Republiek, de Tsjechische Republiek (met vrijstelling van kanalen
08, 09, 72, 74 en 86), Oekraïne en de Federale Republiek Joegoslavië. De desbetreffende
overheidsdiensten dienen al het mogelijke te doen om deze frequentiekanalen zo spoedig
mogelijk beschikbaar te maken voor de radiotelefoniediensten op binnenwateren en/of de
vereiste dienstencategorie.
1.2 Uitleg van specifi eke voetnoten in de frequentietabel 1
a. 1.1.2, het is strikt verboden om dit kanaal te gebruiken.
b. Het is niet toegestaan om dit kanaal te gebruiken tussen km 150 en km 350, op de Rijn.
c. In Nederland wordt dit kanaal gebruikt voor on-scene communicaties tijdens
veiligheidswerkzaamheden op de Noordzee, IJsselmeer, Waddenzee, Oosterschelde en
Westerschelde.
d. Dit kanaal kan ook gebruikt worden voor pilotering, verankering, slepen en voor andere
nautische doeleinden.
e. Dit kanaal is het belangrijkste ship-to-ship kanaal, tenzij de bevoegde autoriteit een ander
kanaal heeft aangewezen.
In the countries mentioned under 1.1.2, it is allowed that the output power is set to a value
between 6 and 25 W until 1 January 2005.
f. In de landen genoemd onder 1.1.2, is het toegestaan dat het uitgangsvermogen tot een
waarde tussen 6 en 25 W wordt ingesteld, tot 1 januari 2005.
g. In Nederland wordt dit kanaal gebruikt door haar nationale kustwacht, voor communicatie
tijdens milieuvervuiling door olie op de Noordzee en voor veiligheidsberichten voor de
Noordzee, Waddenzee, IJsselmeer, Ooster- en Westerschelde.
h. Dit kanaal kan alleen gebruikt worden voor dienstencategorie ‘on-board’-communicatie.
i. Dit kanaal mag alleen gebruikt worden voor communicatie tussen naar zee varende
zeeschepen en deelnemende landstations in geval van nood- en veiligheidscommunicatie
binnen de maritieme zeegebieden.
In de landen genoemd onder 1.1.2, mag dit kanaal alleen gebruikt worden voor nood-,
veiligheid en oproepen.
j. Het uitgangsvermogen wordt automatisch teruggebracht tot een waarde tussen 0,5 en 1 W.
k. Dit kanaal kan gebruikt worden voor communicatie van sociale aard.
l. In Nederland en België mag dit kanaal gebruikt worden voor het verzenden van berichten
over bunkeren en bevoorrading. Het uitgangsvermogen dient te worden teruggebracht tot
een waarde tussen 0,5 en 1 W.
m. Dit kanaal kan ook gebruikt worden voor openpare correspondentie.
n. Dit kanaal zal gebruikt worden voor een automatisch identifi catie en beschermingssysteem
(AIS), dat in staat is te voorzien in een wereldwijde werking op zee en binnenwateren.
o. De beschikbaarheid van dit kanaal is op vrijwillige basis. De hele bestaande inrichting zal op
dit kanaal kunnen werken, binnen een periode van tien jaar, na de in werkingtreding van dit
Akkoord.
p. Na toestemming van de bevoegde autoriteit mag dit kanaal alleen gebruikt worden voor
speciele gebeurtenissen op tijdelijke basis.
q. In de Tsjechische Republiek wordt dit kanaal gebruikt voor dienstencategorie nautische
informatie.
r. In de Tsjechische Republiek wordt dit kanaal gebruikt voor dienstencategorie ‘ship-to-port
back
AIS1 161.975 161.975AIS1--------------AIS2 162.025 162.025AIS2---------------
Hinweis
1. Licht overschaduwde Simplexkanaal CH00 is alleen beschikbaar in het VK voor
Kustwachtgebruikers die een autorisatie op schrift hebben.
2. De speciale kanalen hierboven beschreven zouden op uw radio geplaatst kunnen worden.
Deze zijn alleen toegestaan voor gebruik in het daartoe aangegeven land. Er mag geen
poging gedaan worden deze in een ander land te gebruiken.
Appendix D – MMSID & Licentie informatie
U dient een gebruiker-MMSID te verkrijgen (Marine Mobile Service Identity) en deze in uw
7200 in te voeren om de DSC-functies te kunnen gebruiken. Neem contact op met de hiertoe
aangewezen autoriteiten in uw land. Als u niet zeker weet met wie contact op te nemen,
raadpleeg dan uw Navman-dealer.
De gebruiker-MMSID is een uniek nummer van negen tekens, dat lijkt op een telefoonnummer.
Het wordt gebruikt op zendontvangers in de zeevaart, die in staat zijn DSC de gebruiken (Digital
Select Calling).
Afhankelijk van uw locatie, kunt u een radiostationlicentie nodig hebben voor de VHF 7200. U
kunt ook een individuele gebruikerslicentie nodig hebben.
Navman NZ raad u aan de vereisten van de autoriteiten op het gebied van radio
communicatie in uw land te controleren, voordat u met de DSC-functies gaat werken.
58
NAVMAN
VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Appendix E – Hoe u ons kunt bereiken www.navman.com
Costanera Uno S.A.
Av Pte Ramón S. Castillo y Calle 13
Zip 1425 Buenos Aires, Argentina.
Ph: +54 11 4312 4545
Fax +54 11 4312 5258
e-mail:
purchase@costanerauno.com.ar
web: www.costanerauno.ar
Brazil
Equinautic Com Imp Exp de Equip
Nauticos Ltda.
Rua Ernesto Paiva, 139
Clube dos Jangadeiros
Porto Alegre - RS - Brasil
CEP: 91900-200.
Ph: +55 51 3268 6675
+55 51 3269 2975
Fax: +55 51 3268 1034
e-mail:
equinautic@equinautic.com.br
web: www.equinautic.com.br
Realmarine
Estrada do Joa 3862,
Barra da Tijuca, Rio de Janeiro,
Brazil. CEP: 22611-020.
Ph: +55 21 2483 9700
Fax: +55 21 2495 6823
e-mail: tito@realmarine.com.br
web: www.realmarine.com.br
Navimo Italia
Nuova Rade spa, Via del Pontasso 5
16015 Casella Scrivia (GE).
Ph: +39 1096 80162
Fax: +39 1096 80150
e-mail: info@nuovarade.com
web: www.plastimo.it