Navman VHF 7200 Operation Manual [nl]

Gebruikshandleiding
Navman VHF 7200 US
VHF 7200 US
EN 7200 EU
www.navman.com
Navman VHF 7200 EU
NAVMAN
RF Emissie opmerking:
Deze apparatuur voldoet aan FCC radiatieblootstellingslimieten gesteld aan een ongecontroleerde omgeving. De antenne van dit apparaat dient geïnstalleerd te worden in overeenkomst met de bijgeleverde instructies en dient bediend te worden met een minimum van 96cm afstand tussen de antennes en het lichaam van de bediener (uiteinden van handen, pols en voeten niet meegerekend) tijdens bediening. Verder mag deze zender niet geplaatst of bediend worden in
verbinding met welke andere antenne of zender dan ook.
BELANGRIJK:
1. DSC functies zullen niet werken totdat uw MMSID is ingevoerd. Zie hoofdstuk 4.2 voor bijzonderheden.
2. De radiokanalen die op de Navman VHF radio geïnstalleerd zijn, kunnen van land tot land verschillen, afhankelijk van het model en de reglementen opgesteld door de landelijke autoriteiten op het gebied van communicatie.
3. Navman NZ Ltd beveelt u aan de licentievereisten voor radiobediening van uw land te controleren, voordat u de Navman VHF radio gaat gebruiken. De gebruiker is exclusief verantwoordelijk voor een juiste installatie van de radio en het gebruik ervan.
4. Er wordt een DSC-waarschuwingsetiket geleverd bij de 7200 US. Overeenkomstig de FCC-voorschriften dient dit etiket bevestigd te worden op een duidelijk zichtbare plaats dichtbij de bedieningsknoppen van deze radio. Zorg ervoor dat de gekozen locatie schoon en droog is, voor u het etiket erop bevestigt.
Het is de exclusieve verantwoordelijkheid van de eigenaar dat het apparaat geïnstalleerd en gebruikt wordt, op een wijze die geen ongelukken, persoonlijk letsel of schade aan eigendommen veroorzaakt.
Navman NZ Limited vrijwaart zich van alle aansprakelijkheid voor elk gebruik van dit product dat ongelukken of schade kan veroorzaken, of in overtreding is met de wet.
De heersende taal : Deze mededeling, instructie- of gebruikshandleidingen en andere aan dit product gerelateerde informatie (Documentatie) kan vertaald worden naar, of is vertaald uit, een andere taal (Vertaling). In het geval dat verschillende Vertalingen van de Documentatie niet met elkaar overeenkomen, is de Engelstalige versie van de Documentatie de offi ciële versie.
Deze handleiding vertegenwoordigt de Navman VHF 7200 US en 7200 EU ten tijde van de druk ervan. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om wijzigingen in specifi caties aan te brengen zonder dit mede te delen.
Copyright © Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
2
NAVMAN
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - Algemene informatie ........................................................ 6
1.1 Opties ........................................................................................................ 6
1.2 Uw Navman VHF Radio aanpassen ......................................................... 7
1.3 Hoe menu’s weer te geven en erdoor te navigeren ..................................7
1.4 Hoe alfanumerieke gegevens in te voeren ................................................ 7
1.5 LCD symbolen en betekenissen .............................................................. 8
1.6 Basisbediening en toetsenfuncties .......................................................... 10
Hoofdstuk 2 - Het Radio Menu (MENU) ...............................................14
2.1 Radio menu opties (Menu) .................................................................... 14
2.2 Onderhoud uw Buddylijst (BUDDY LIST) ................................................ 15
2.2.1 Een invoer toevoegen ........................................................................15
2.2.2 Een invoer bewerken ......................................................................... 15
2.2.3 Een invoer verwijderen ......................................................................16
2.3 Plaatselijke of afstandsgevoeligheid (LOCAL/DIST) ............................... 16
2.3.1 Afstandsgevoeligheid instellen ........................................................... 16
2.3.2 Plaatselijke gevoeligheid instellen .....................................................16
2.4 Schermverlichting (BACKLIGHT) en Contrast ........................................16
2.4.1 Het schermverlichtingsniveau instellen ..............................................17
2.4.2 Set the Contrast Level .......................................................................17
2.5 GPS-gegevens en Tijd (GPS/DATA) ....................................................... 17
2.5.1 Handmatig Positie en UTC-tijd invoeren (MANUAL) .........................17
2.5.2 Plaatseliljke tijd (TIME OFFSET) ....................................................... 18
2.5.3 Opties voor Tijdsindeling (TIME FORMAT) ........................................18
2.5.4 Opties voor Tijdweergave (TIME DISPLAY) ......................................19
2.5.5 Opties voor positieweergave (LL DISPLAY) ......................................19
2.5.6 Koers & Snelheid Opties (COG/SOG) ............................................... 19
2.5.7 GPS Alarm opties (ALERT) ..............................................................20
2.6 Gps simulator (simulator) ........................................................................ 20
2.7 Opnieuw fabrieksinstellingen instellen (herstellen) .................................20
Hoofdstuk 3 - Radio Instellingsmenu (RADIO SETUP) .......................21
3.1 Radio Instellingsmenu (RADIO SETUP) ................................................. 21
3.2 Kanaalnamen (CH NAME) ..................................................................... 21
3.3 RING & BEEP Volume (RING VOLUME) & (BEEP ME) ........................ 22
3.4 Interne luidspreker verbindingen (INT SPEAKER) .................................. 22
3.5 Het voorkeurskanaal instellen (watch MODE) ........................................ 22
3.6 Weer Alarm (Wx ALERT) .......................................................................23
3.7 NMEA & NMEA protocol (COM PORT) ................................................... 23
3.7.1 NMEA als GPS SOURCE ..................................................................23
3.7.2 NAVBUS als GPS SOURCE ..............................................................24
3.7.3 NAVBUS als BARO & TEMP SOURCE .............................................24
3.8 Barometrische Displays (BARO) ............................................................. 24
NAVMAN
3VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3.8.1 De Barometrische Units aanpassen ..................................................25
3.8.2 Het Barometrische Schermdisplay AAN of UIT zetten .......................25
3.8.3 De Barometrische Sensor kalibreren .................................................25
3.9 Temperatuurweergave (TEMP) ...............................................................26
Hoofdstuk 4 - DSC Instellingsmenu (DSC SETUP) .............................. 27
4.1 DSC Instelling - Menu Opties ................................................................. 27
4.2 Uw Gebruiker-MMSID invoeren (USER MMSID) .................................... 27
4.3 Onderhoud uw Groepen (GROUP SETUP) ............................................ 28
4.3.1 Een Groep creëren (GROUP SETUP) ............................................... 28
4.3.2 Groepsnaam informatie bewerken ................................................... 29
4.3.3 Een Groep verwijderen ...................................................................... 29
4.4 Reageren op individuele oproepen (INDIV REPLY) ................................ 29
4.5 ATIS MMSID & ATIS FUNCTIONALITEIT ............................................... 30
4.5.1 Uw ATIS MMSID invoeren of bewerken ............................................. 30
4.5.2 ATIS functionaliteit in werking stellen (ATIS FUNC) ..........................31
4.6 Opties voor DSC functionaliteit (DSC FUNC) .........................................31
4.7 Respons type op LL POLLING oproepen (LL REPLY) ............................ 31
4.8 MUTE THE ll respons NOTIFICATION RINGTONE ................................ 32
Hoofdstuk 5 - Zenden en ontvangen van DSC-oproepen ................... 33
5.1 WAT IS DSC? .......................................................................................... 33
5.2 DSC-oproepen verzenden ...................................................................... 33
5.2.1 Een routine-oproep doen (INDIVIDUAL) ...........................................34
5.2.2 Opnieuw een routine-oproep proberen ..............................................34
5.2.3 Ontvangstbevestiging van een inkomende individuele
oproep (INDIV) ............................................................................................ 34
5.2.4 De meest recente inkomende oproep (LAST) opnieuw oproepen ..... 35
5.2.5 Een Groep oproepen (GROUP) ......................................................... 35
5.2.6 All Ships oproepen (ALL SHIPS) .......................................................35
5.2.7 Een oproep doen via het Oproep Logbestand (CALL LOG) ..............36
5.2.8 Een oproep doen via het Nood Logbestand (DIST LOG) .................. 37
5.2.9 De LL positie van een Buddy opvragen (LL REQUEST) ................... 37
5.2.10 Uw Buddy opsporen (TRACK BUDDY) ...........................................38
5.3 DSC-oproepen ontvangen ...................................................................... 39
5.3.1 Een All Ships oproep ontvangen (ALL SHIPS) ..................................39
5.3.2 Een individuele oproep ontvangen (INDIV) .......................................39
5.3.2 Een Groepsoproep ontvangen (GROUP) .......................................... 40
5.3.4 Een Geografi sche oproep ontvangen (GEOGRAPH) ........................ 40
5.3.5 Een Polled Position oproep ontvangen (POSITION) ......................... 40
Hoofdstuk 6 - Noodoproepen ................................................................ 41
6.1 Een noodoproep verzenden ................................................................... 41
6.2 Een noodoproep ontvangen (DISTRESS!) ............................................. 42
6.3 Distress acknowledgement (DISTRESS ACK) or relay ......................... 42
4
NAVMAN
Appendix A – Technische specifi caties ................................................ 43
Appendix B - Foutopsporing ................................................................. 45
Appendix C - VHF kanaaldiagrammen voor de zeevaart ....................45
Appendix D - MMSID & Licentie informatie .......................................... 58
Appendix E - Hoe u met ons contact op kunt nemen .........................59
NAVMAN
5VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 1 - Algemene informatie
1.1 Opties
Gefeliciteerd met de aankoop van een Navman VHF 7200 US, of 7200 EU marine band VHF radio. Al deze modellen zijn voorzien van de volgende nuttige opties:
• Prominente kanaalweergave en draaiknop voor kanaalselectie met PRESS TO ENTER functie
• Plaatselijk/Afstand Modus om lawaai in drukke stedelijke gebieden te elimineren
• Afstelbare contrastinstellingen voor het scherm
• afstelbare schermverlichting op numerieke toetsenbord voor nachtelijk gebruik
• Waterproof en voor onderdompelen geschikt, volgens de JIS-7 vereisten
• GPS breedte- en lengtegraden (LL) en tijdweergave (tijdens verbinding met een GPS)
• INFO toets om Barometrische histogramgegevens weer te geven, Temperatuur, en Sterkte van ontvangerssignaal
• “Happy Fish” symbool dat de beste vistijden voorspelt
• Keuze tussen Hoge of lage (25W of 1 W) Transmissie power
• Een PTT-knop midden boven, voor zowel rechts- als linkshandig gebruiksgemak
• Krachtige 4W Externe Audio Output
• Toegang tot alle actueel beschikbare marine VHF kanaalbanken (VS, Canada, internationaal) inclusief weerkanalen waar mogelijk
• Een speciale CH16 of CH16/9 toets voor snelle toegang tot het voorkeurskanaal (Internationaal Alarm)
• Een speciale 3CH toets om uw drie voorkeurskanalen te selecteren
• PSCAN (lijkend op dual watch) faciliteit
• DSC (Digital Select Calling) geschiktheid die voldoet aan US klasse D-normen. Alleen 7200 US
• DSC (Digital Select Calling) geschiktheid die voldoet aan EC klasse D-normen. Alleen 7200 EU
• DISTRESS oproepknop om automatisch de MMSID en de positie te verzenden tot een ontvangstbericht is ontvangen
• Gemakkelijke toegang tot een Buddylijst tot wel 20 favoriete personen
• MMSID-opslag voor drie favoriete groepen
• Groepsoproep en All Ships-oproep faciliteit
• LL ‘Position Polling’ informatie and ‘Track Your Buddy’ ter opsporing van uw Buddy
• Indicator voor weersvoorspelling met vijf iconen
• Weeralarm faciliteit. Alleen 7200 US
• ATIS faciliteit voor binnenwateren. Alleen 7200 EU
• Alfanumerieke Microfoon voor handige en directe kanaalinvoer en informatiebewerking. Alleen 7200 EU.
6
NAVMAN
1.2 Uw Navman VHF Radio aanpassen
U kunt de radio aanpassen aan uw individuele voorkeuren. Sommige voorkeuren kunnen direct met de toetsen ingesteld worden, zoals in dit hoofdstuk wordt uitgelegd.
Andere voorkeuren kunnen ingesteld worden door de inbouwmenu’s, die worden uitgelegd in de andere hoofdstukken.
1.3 Hoe menu’s weer te geven en erdoor te navigeren
1. Houdt CALL/MENU ingedrukt. Merk op dat slechts vier menu-items tegelijkertijd op het scherm weergegeven kunnen worden.
2. Toets + CH – om op en neer door het menu te scrollen tot de cursor op de gewenste optie staat. Toest ENT om die optie weer te geven.
3. Voer iets in of breng een wijziging aan de hand van de uitleg in het volgende hoofdstuk.
4. Toets ENT om wijzigingen te bevestigen. Anders toetst u ESC om de originele invoer te behouden.
5. Toets ESC om één scherm terug te gaan of ga eruit. Alle wijzigingen worden actief zodra u uit het scherm bent.
1.4 Hoe alfanumerieke gegevens in te voeren
Als uw radio niet voorzien is van een alfanumerieke microfoon, gebruik dan de + CH – toets of de draaiknop om alfanumerieke gegevens in te voeren.
T oets – om door de nummers te lopen, of houd vast om snel naar het gewenste nummer te scrollen. Toets + om door het alfabet te lopen, of houd vast om snel naar het gewenste teken te scrollen.
Als u een fout maakt, toets dan – totdat < verschijnt en toets dan ENT om een back-up te maken en corrigeer de invoer.
Als uw radio geen alfanumerieke microfoon heeft, is het makkelijker om het toetsenbord te ge­bruiken om de kanaalnummers en –namen in te voeren. Onder elke toets wordt de functionaliteit ervan weergegeven.
Gebruik de CLR-toets om een back-up te maken en de ENT-toets om te bevestigen, of wacht tot de cursor automatisch naar de volgende positie schuift wanneer u data invoert (lijkt op moderne mobiele telefoon bediening).
TOETS 0 1 2 3456789 Normale
en Menu modus
Modus bewerken
Push 1 Push 2 Spatie - A D G J M P T W
Push 3 ( . B E H K N Q U X Push 4 ) C F I L O R V Y Push 5 % / ? ! : # S & Z
0 123456789
0 123456789
NAVMAN
7VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
1.5 LCD symbolen en betekenissen
Deze simulatie laat de locatie zien van alle volgende informatiesymbolen:
Symbool Betekenis
TX Bezig met transmissie. HI LO Transmissiecapaciteit. Hoog (HI) 25W of Laag (LO) 1W. WX Weerkanaal. WX ALT Weer alarm Alarmsignalen gaan af. Alleen 7200 US. CH1 CH2 CH3 laat zien welke van de drie voorkeurskanalen, als die er zijn,
D Duplex bedizening. Anders blanco voor Simplex bediening. ATIS Ingeschakeld voor gebruik op Europese binnenwateren. Anders
Geeft een inkomende DSC-oproep aan, of knippert om aan te
Waarschuwing Lege Batterij (geactiveerd bij 10,5 V)
geselecteerd zijn. Anders Blanco.
Blanco. Alleen 7200 EU.
geven dat u ongelezen Call-log berichten heeft.
88 Geselecteerd kanaal X Kanaal is tijdelijk verwijderd uit de ALL SCAN bediening. BUSY Ontvanger is bezet met een inkomend signaal. USA INT CAN Geselecteerde kanaalbank voor VHF radiobedieningen en
reglementen.
8
NAVMAN
PRI Voorkeurskanaal is geselecteerd. B A Kanaalsuffi x, indien van toepassing. LOCAL Plaatselijke oproepen is geselecteerd. Anders blanco voor
afstandsoproepen. DSC DSC-capaciteit is beschikbaar. ACK Een bericht dat uw DSC-oproep bevestigd wordt weergegeven.
Happy Fish symbool met vier indicatorniveaus. Het geeft aan
waar u het beste kunt vissen op uw huidige locatie, gebaseerd
op barometrische druk en luchttemperatuur. Hoge druk trends
worden geassocieerd met stabiele omstandigheden en kalme
zee. Onderzoek geeft aan dat het beste gevist kann worden
wanneer barometrische druk oploopt tussen de 1010 en 1022
mb. Tijdens deze opportune omstandigheden denkt men dat
de meeste vissen zullen eten binnen de waterkolom. Hoe dan
ook, lage druk trends gaan vooraf aan stormachtige zeeën en
beïnvloeden zwemblazen en deze omstandigheden zorgen dat
vissen naar diepere niveaus afdalen en minder actief worden. Plaatselijke weersvoorspellingen, gebaseerd op de locale
temperatuur en opgeslagen barometrische drukgegevens. De
iconen zijn slechts indicatief en zijn dicht bij land nauwkeuriger
dan op open zee. Digitale weergave van de huidige barometrische druk (in mb of
in/Hg) of de huidige temperatuur (in ºC or ºF), afhankelijk van uw
selectie. Baro Graph. Een histogram van barometrische druk (mb) standen
van de laatste 24 uur. Het hoge resolutie histogram centreert
automatisch als de rang buiten de schaal valt. Uitlezingen
verschijnen zelfs nog wanneer de motor en radio uitgeschakeld
zijn (met typisch minder dan 3mA stroomverbruik).
Hier wordt een typisch bedien­ingsdisplay weergegeven:
De breedte- en lengtegraad van het zeeschip en de plaatselijke tijd worden weergegeven.
Kanaal 16 wordt geselecteerd in de HIGH power modus door mid­dle van de internationale kanaal­bank. Kanaal 16 wordt ingesteld als voorkeurskanaal.
NAVMAN
9VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Het Happy Fish icoontje met drie balken geeft aan dat het hier goed vissen is. Er komen wolken aan en de huidige barometrische druk wordt weergegeven.
1.6 Basisbediening en toetsenfuncties
Alle mogelijke toetsen en hun functies zijn in een lijst opgesteld. Noot dat sommige toetsen niet beschikbaar zijn, afhankelijk van uw model radio en het type microfoon.
Toets Functie
VOL/PWR Volume en Power. Draai rechtsom om aan te zetten. Draai
SQL Ruisonderdrukker of drempelniveau. Stelt het drempelniveau in
10
verder tot een geschikt volume is bereikt. VOL/PWR past ook de
instellingen van een externe speaker aan, als die aangesloten is.
voor het minimale ontvangersignaal. Draai volledig linksom tot u
willekeurig geluid hoort en draai dan langzaam rechtsom tot het
willekeurige geluid verdwijnt. Draai nog een kwartslag rechtsom
voor de beste ontvangst in open zee omstandigheden.
NAVMAN
In gebieden met hard geluid (bijv. dichtbij grote steden) kan de
ontvangst verbeterd worden door de gevoeligheid te verminderen.
Draai de SQL langzaam rechtsom, of gebruik de LOCAL instelling.
Zie hoofdstuk 2.3. DISTRESS Verzend een DSC Noodoproep. Zie hoofdstuk 6
.
16/9 Voorkeurskanaal. Alleen 7200 US. Ook op de microfoon. Toets
om alle andere modi te annuleren en zet het prioriteitskanaal aan.
Toets nogmaals om naar uw originele kanaal terug te keren. De standaard is kanaal 16. Om kanaal 09 het voorkeurskanaal
te maken, houd 16/9 ingedrukt tot een piep klinkt en 09 wordt
weergegeven op het display. 16 Voorkeurskanaal. Alleen 7200 EU. Ook op de microfoon. Toets om
alle andere modi te annuleren en zet het prioriteitskanaal, kanaal
16, aan, op hoge capaciteit. Toets nogmaals om naar uw originele
kanaal terug te keren. 3CH Drie voorkeurskanalen. Also on the microphone. Toets om tussen
uw voorkeurskanalen heen en weer te schakelen. Het CH1, CH2
of CH3 symbool verschijnt op het scherm om aan te geven welk
voorkeurskanaal geselecteerd is. Om één van uw voorkeurskanalen te scannen, toets 3CH en tik dan
direct kort op de SCAN-toets. Als u alledrie de voorkeurskanalen
wilt scannen, toets 3CH en direct daarna toets en houd SCAN. Om voor het eerst een voorkeurskanaal toe te voegen, selecteer
dat kanaal en houd 3CH vast om het op te slaan op de CH1 locatie.
Herhaal de procedure om nog twee voorkeurskanalen op te slaan
in de respectievelijke locaties CH2 en CH3. Als u nog een voorkeurskanaal probeert op te slaan, zal het het
bestaande CH3 overschrijven. CH1 en CH2 blijven, tenzij u deze
verwijdert. Om een voorkeurskanaal de verwijderen, selecteer dat kanaal
en houd 3CH vast totdat het CH1, CH2 of CH3 symbool van het
scherm verdwijnt. SCAN Scannen. Toets om tussen uw huidige en het voorkeurskanaal te
scannen in DUAL of TRI W A TCH modus. Het weerkanaal wordt ook
gescand als de kanaalbank van de VS geselecteerd is en de Weer
Alarm modus (ALT) op ON staat. Houd SCAN ingedrukt om ALL SCAN modus in te voeren, waarmee
het prioriteitskanaal elke 1,5 seconde wordt gecheckt. Als een signaal ontvangen wordt, stopt het scannen bij dat kanaal
en verschijnt BUSY op het scherm. Als het signaal gedurende
meer dan 5 seconden stopt, begint het scannen weer. Toets ENT om tijdelijk een “altijd bezet” kanaal over te slaan (uit
te sluiten) als u in ALL SCAN modus bent en hervat de scan. Een
X verschijnt op het scherm om een overgeslagen kanaal aan te
geven. Merk op dat het niet mogelijk is om het voorkeurskanaal
NAVMAN
11VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
over te slaan. Noot tevens dat SCAN functionaliteit gelimiteerd is in
sommige Europese landen. Toets scan om bij het huidige kanaal te stoppen. ESC Escape. Gebruik ESC als u door menu’s navigeert om onjuiste
invoeren te verwijderen, om uit een menu te gaan zonder wijzigingen
op te slaan en om terug te gaan naar het vorige scherm. WX Weerkanaal. Alleen 7200 US. Als u gebruik maakt van
kanaalbanken voor Canada of de VS, toets dan om het meest
recent geselecteerde weerkanaal te beluisteren. Het WX symbool
wordt op het scherm weergegeven. Toets + of – of draai aan de draaiknop om naar een ander
weerkanaal te gaan. Toets opnieuw WX om naar het meest recente
kanaal terug te gaan. Als de Weer Alarm modus (ALT) op ON staat en een
waarschuwingstoon van 1050Hz wordt uitgezonden van het
weerstation, wordt deze automatisch opgepikt en gaat het alarm af.
druk op een toets om het alarm te annuleren en om het weer alarm
spraakbericht uit te luisteren. H/L Transmissiecapaciteit. Hoog (HI) 25W of Laag (LO) 1W. Toets
om te schakelen tussen hoge of lage transmissiecapaciteit voor de
gehele kanaalbank. De HI of LO selectie wordt weergegeven op het
scherm. Sommige kanalen staan alleen LO power transmissies toe.
Foutmeldingstonen gaan af als de instelling voor transmissie power
niet correct is. Sommige kanalen staan in het begin alleen LO power transmissies
toe, maar kunnen ook HI power aan door H/L en PTT tegelijkertijd
ingedrukt te houden. Zie appendix C voor een complete opsomming
van kanaaldiagrammen. UIC Kanaalbank. Alleen 7200 US. Toets om tussen internationale
kanaalbanken, die van de VS, of die van Canada heen en weer
te schakelen. De geselecteerde kanaalbank wordt weergegeven
op het scherm, samen met het laatst gebruikte kanaal. Alle
kanaaldiagrammen worden weergegeven in appendix C. CALL/MENU
Radio instellingsmenu, DSC-instellingsmenu en DSC
oproepmenu.
Houd ingedrukt om in het menu te komen en personaliseer uw
radio. Zie hoofdstukken 3 en 4. Toets om het DSC Oproepmenu in te voeren en doe DSC-oproepen.
Zie hoofdstuk 5. Rotary Knob kanaal/selectie. Het huidige kanaal wordt op het scherm aangegeven
in GROTE tekens met een bijbehorende aanduidingsuffi x A of B in
kleine letters onder het kanaalnummer. Zie Appendix C voor een
opsomming van kanaalfrequenties.
12
NAVMAN
Toets de draaiknop om de ENTER functie te activeren (zie hoofdstuk 1.4) U kunt deze knop ook gebruiken voor alfanumerieke invoeren.
Draai om één voor één door de alfanumerieke tekens te lopen en
druk dan op de knop om de selectie te bevestigen. Als u een fout
maakt, selecteer dan het < teken en druk op de knop om een back-
up te maken. INFO Microfoon. De middelste toets op de microfoon schakelt door het
INFO display in een lus, en toont: Normaal kanaal, Baro Graph,
Baro Graph met temperatuur en Signal to Noise ratio (SNR) met
temperatuur. + CH - Alfanumerieke Invoer. Alleen miscrofoon. Gebruik deze toets
voor menuselectie en voor alfanumerieke invoer als u geen
alfanumerieke microfoon heeft. (Als u een alfanumerieke microfoon
heeft, gebruik dan de toetsen om alfanumerieke data rechtstreeks
in te voeren.) T oets + of - om met de cursor door de menu-opties te scrollen terwijl
u door menu’s navigeert. Als u een item bewerkt dat alleen uit nummers bestaat, toets dan
– om door de nummers te lopen of houd vast om snel te scrollen. Om een teken in te voeren, toets + om door het alfabet te lopen of
houd vast om snel te scrollen. ENT Enter. Gebruik ENT om door menu’s te navigeren en om invoeren
en bewerkingen te bevestigen. PTT Toets in om te spreken. Toets PTT in om te allen tijde te verzenden
op een toelaatbaar kanaal. Hiermee gaat u automatisch de menu
modus uit en stopt het scannen. U dient de PTT los te laten om een
signaal te ontvangen. Als PTT vastzit, sluit een ingebouwde timer automatisch na vijf
minuten een transmissie af en gaan er foutmeldingstonen af.
NAVMAN
13VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
Hoofdstuk 2 - Het Radio Menu (MENU)
B
T
LOCAL/DIST
B
T
CO
ST
D
R
GPS S
R
T
2.1 Radio menu opties (Menu)
De volgende opties zijn beschikbaar met CALL/MENU:
UDDY LIS
ACKLIGH
NTRA
GPS/DATA
SC SETUP
MANUAL SETTING
USER MMSID GROUP SETUP INDIV REPLY DSC FUNC ATIS MMSID ATIS FUNC LL REPLY LL RING LL REPLY
Onderhoud uw Buddylijst.
Zie hoofdstuk 2.2.
Stel radiogevoeligheid in.
Zie hoofdstuk 2.3.
Stel het schermverlichtingsniveau in.
Zie hoofdstuk 2.4.
Stel het contrastniveau in.
Zie hoofdstuk 2.4.
Stel positie & UTC handmatig in.
Zie hoofdstuk 2.5.
Stel de plaatselijke tijd en tijdsindeling in. Zie hoofdstuk 2.5.
DSC Instellingsmenu Zie hoofdstuk 4. DSC-oproepen doen. Zie hoofdstuk 5.
ADIO SETUP
IM
ESE
In hoofdstukken 1.3 en 1.4 wordt uitgelegd hoe door het menu te navigeren en gegevens in te voeren, op te slaan en te wijzigen.
14
CH NAME RING VOLUME BEEP VOLUME INT SPEAKER WATCH MODE WX ALERT COM PORT BARO TEMP
NAVMAN
Radio Instellingsmenu. Zie hoofdstuk 3.
Zet de GPS Simulator aan/uit.
Zie hoofdstuk 2.6.
Fabrieksinstellingen opnieuw instellen. Zie hoofdstuk 2.7.
2.2 Onderhoud uw Buddylijst (BUDDY LIST)
MENU SELECT >BUDDY LIST LOCAL/DIST BACKLIGHT
2.2.1 Een invoer toevoegen
BUDDY LIST >MANUAL NEW ALEX TOM
1. Selecteer BUDDY LIST. De cursor staat op MANUAL NEW. Toets ENT.
2. Voer de naam van de Buddy in, teken na teken (dit kan alfanumeriek zijn), toets dan
herhaaldelijk ENT totdat de cursor naar de MMSID invoerstreep beweegt.
3. Voer de MMSID van de Buddynaam in (deze moet numeriek zijn) en toets dan ENT.
4. De nieuwe Buddynaam en MMSID worden weergegeven. Toets ENT om de nieuwe invoer
op te slaan, die bovenaan uw Buddylijst weergegeven wordt.
Let wel dat wanneer de BUDDY LIST vol is (20 invoeren), u geen nieuwe kunt invoeren totdat u er één uit de lijst verwijderd hebt.
2.2.2 Een invoer bewerken
BUDDY LIST >MANUAL NEW ALEX TOM
Gebruik de Buddylijst om de namen met bijbehorende MMSID’s van 20 favoriete personen op te slaan. Namen worden opgeslagen in volgorde van invoer, waarbij de meest recente het eerst wordt getoond.
De volgende hoofdstukken laten zien hoe BUDDY LIST te gebruiken om invoeren op uw Buddylijst toe te voegen, te bewerken en te verwijderen.
In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd hoe u een Buddy moet oproepen. .
ENTER NAME –––––––––––– ENTER MMSID –––––––––
ALEX >EDIT DELETE
ENTER NAME BOB ENTER MMSID 123456789 BACKLIGHT
EDIT NAME ALEX EDIT MMSID 112233445
BOB 123456789 >STORE CANCEL
ALEX 111223344 >STORE CANCEL
1. Selecteer BUDDY LIST. Toets ENT om de invoerlijst te tonen.
2. Scroll omlaag (indien vereist) naar de onjuiste invoer en toets ENT.
3. Selecteer EDIT. De cursor staat op het eerste teken van de naam.
4. Bewerk de buddynaam of, om alleen de MMSID te bewerken, toets herhaaldelijk ENT totdat
de cursor naar de MMSID-streep beweegt.
5. Als u klaar bent, toets dan ENT (herhaaldelijk indien nodig) om het volgende scherm te
tonen.
6. Toets ENT om wijzigingen op te slaan. De Buddylijst wordt opnieuw weergegeven. Als meer
wijzigingen vereist zijn, herhaal dan de stappen 2 tot 6. Anders toetst u ESC om eruit te gaan.
NAVMAN
15VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
2.2.3 Een invoer verwijderen
BUDDY LIST >MANUAL NEW ALEX TOM
1. Selecteer BUDDY LIST. Toets ENT om de invoerlijst te tonen.
2. Scroll omlaag (indien vereist) naar de te verwijderen invoer en toets ENT.
3. Selecteer DELETE en dan YES.
4. De invoer wordt meteen verwijderd en de Buddylijst wordt opnieuw weergegeven.
BUDDY LIST MANUAL NEW ALEX >TOM
TOM EDIT >DELETE
DELETE BUDDY TOM >YES NO
2.3 Plaatselijke of afstandsgevoeligheid (LOCAL/DIST)
MENU SELECT BUDDY LIST >LOCAL/DIST BACKLIGHT
2.3.1 Afstandsgevoeligheid instellen
SENSITIVITY >DISTANT LOCAL
2.3.2 Plaatselijke gevoeligheid instellen
SENSITIVITY DISTANT >LOCAL
LOCAL wordt weergegeven op de LCD, als waarschuwing dat Plaatselijke gevoeligheid geselecteerd is.
Gebruik LOCAL/DIST om de gevoeligheid van de ontvanger lokaal (LOCAL) of over afstanden (DIST) te verbeteren.
LOCAL wordt niet aanbevolen voor gebruik in open zee omstandigheden. Het is ontworpen voor gebruik in gebieden met veel radiogeluid; bijvoorbeeld dichtbij steden.
Zie ook SQL (Ruisonderdrukkingscontrole) in hoofdstuk 1.6.
1. Selecteer LOCAL/DIST en dan DIST.
2. Toets ENT om de DIST-instelling te activeren. Dit sluit plaatselijke gevoeligheid uit en het menu wordt opnieuw weergegeven.
1. Selecteer LOCAL/DIST en scroll dan naar LOCAL.
2. Toets ENT om de LOCAL instelling te activeren. Dit sluit afstandsgevoeligheid uit en het menu wordt opnieuw weergegeven.
2.4 Schermverlichting (BACKLIGHT) en Contrast
MENU SELECT LOCAL/DIST >BACKLIGHT CONTRAST
16
Gebruik BACKLIGHT om de verlichting voor de LCD en het toetsenbord in te stellen op een comfortabel niveau.
De schermverlichting van het microfoon-toetsenbord kan alleen ON of OFF zijn.
Gebruik CONTRAST om het contrastniveau voor het scherm in te stellen.
NAVMAN
2.4.1 Het schermverlichtingsniveau instellen
1. Selecteer BACKLIGHT.
BACKLIGHT
LO HI
Let wel dat de verlichting van de DISTRESS-toets niet uitgezet kan worden.
2. Selecteer een comfortabel schermverlichtingsniveau, door + of – te gebruiken om de instelling te wijzigen.
3. Toets ENT om de instelling te laten functioneren en ga terug naar het menu.
2.4.2 Set the Contrast Level
1. Selecteer CONTRAST.
CONTRAST
LO HI
2. Selecteer een comfortabel contrastniveau, door + of – te gebruiken om de instelling te wijzigen.
3. Toets ENT om de instelling te laten functioneren en ga terug naar het menu.
2.5 GPS-gegevens en Tijd (GPS/DATA)
MENU SELECT BACKLIGHT CONTRAST >GPS/DATA
Deze informatie is belangrijk, omdat deze gebruikt zal worden als een noodoproep wordt verzonden.
U kunt ook de koers (COG) invoeren en de snelheid (SOG) en GPS Alert en GPS Simulator­opties selecteren.
2.5.1 Handmatig Positie en UTC-tijd invoeren (MANUAL)
Merk op dat deze functie alleen beschikbaar is als een operatieve GPS-ontvanger niet aanges­loten is.
Als het schip een functionerende GPS-navigatieontvanger heeft, spoort de VHF radio automatisch de positie van het zeeschip en de plaatselijke tijd op en past deze aan.
Als de GPS navigatie-ontvanger er niet is of niet aangesloten is, kunt u de positie van het schip en de plaatselijke tijd handmatig aangeven, door middel van de GPS/DATA-optie.
GPS/DATA >MANUAL SETTING
MANUAL LL ––’ ––’ ––––N ––’ ––’ ––––W MAN ––:––UTC
1. Selecteer GPS/DATA en dan MANUAL.
2. Voer de breedte, de lengte en vervolgens de UTC in.
NAVMAN
17VHF 72U0 US en 7200 EU Gebruikshandleiding
3. Toets ENT als alle informatie correct is.
3
3
5
4
6
5
0
1
2
5.5
6
7
3
3
1
9.5
8
12
9
8
9
Het voorvoegsel MAN geeft aan dat het een handmatige invoer betreft. De handmatige
invoeren worden verwijderd als een echte GPS-positie wordt ontvangen.
2.5.2 Plaatseliljke tijd (TIME OFFSET)
De plaatselijke tijd kan worden ingesteld door de tijd offset tussen UTC en plaatselijke tijd als volgt in te voeren.
GPS/DATA GPS/DATA MANUAL >SETTING
1. Selecteer GPS/DATA en dan SETTING.
2. Selecteer TIME OFFSET om het verschil in te voeren tussen UTC en de plaatselijke tijd. Incrementies van een half uur kunnen worden toegepast met een maximum compensatie van ca. 13 uur.
In dit voorbeeld is een verschil van +1,5 uur ingevoerd en de plaatselijke tijd is weergegeven
met het achtervoegsel LOC.
>TIME OFFSET TIME FORMAT TIME DISPLY
TIME OFFSET >+01:30
02:30PM LOC
11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
9
8
8
7
4
5
6
3
1
5
6
9
7
8
3
1
0
5
4
3
2
5.5
3
9
12
9.5 12
11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2.5.3 Opties voor Tijdsindeling (TIME FORMAT)
De tijd kan worden weergegeven in een 12 of 24-uursinstelling.
GPS/DATA MANUAL >SETTING
18
GPS/DATA TIME OFFSET >TIME FORMAT TIME DISPLY
NAVMAN
TIME FORMAT >12 Hr 24 Hr 07:15AM LOC
Loading...
+ 42 hidden pages