Navman MULTI 3100 User Manual [nl]

MULTI 3100
Installation and
Operation Manual
Nederlands.......2
Deutsch ..........17
Italiano............32
Svenska .........47
www.navman.com
NAVMAN
Inhoud
1 Inleiding............................................................................................................ 4
2 Bediening......................................................................................................... 5
2-1 In- en uitschakelen ...................................................................................................... 5
2-2 Standaard bediening.................................................................................................... 5
2-3 Eenheden veranderen.................................................................................................. 5
2-4 Alarmen ....................................................................................................................... 5
2-5 Simulatie-instelling....................................................................................................... 5
2-6 Bedieningsoverzicht..................................................................................................... 6
3 Snelheid, gemiddelde snelheid, maximale snelheid, trimsnelheid ............. 7
3-1 Snelheids- en logeenheid instellen ............................................................................... 7
3-2 Gemiddelde snelheid resetten ..................................................................................... 7
3-3 Maximale snelheid resetten.......................................................................................... 7
3-4 Trimsnelheid resetten .................................................................................................. 7
3-5 Instellen snelheidsdemping.......................................................................................... 7
3-6 Instellen snelheidsresolutie .......................................................................................... 7
3-7 Kalibratie snelheid ....................................................................................................... 8
4 Log en cumulatief log ..................................................................................... 8
4-1 Log resetten ................................................................................................................8
4-2 Cumulatief log resetten ................................................................................................ 8
5 Diepte, kielafstand, diepte-alarm,ondiepte-alarm......................................... 9
5-1 Diepte-eenheden instellen ........................................................................................... 9
5-2 Diepte-alarm instellen .................................................................................................. 9
5-3 Ondiepte-alarm instellen .............................................................................................. 9
5-4 Ankerwacht..................................................................................................................9
5-5 Kielafstand instellen................................................................................................... 10
6 Temperatuur................................................................................................... 10
6-1 Instellen van temperatuureenheid .............................................................................. 10
6-2 Kalibratie temperatuur................................................................................................ 10
7 Aftelklok (timer) ............................................................................................. 10
7-1 Instellen aftelklok ....................................................................................................... 11
7-2 Stoppen en resetten van af telklok............................................................................... 11
7-3 Starttijd veranderen.................................................................................................... 11
8 Systeem van verschillende instrumenten....................................................11
8-1 NMEA ....................................................................................................................... 11
8-2 NavBus ..................................................................................................................... 11
9 MULTI 3100 apparatuur ................................................................................. 12
9-1 Wat er bij uw MUL TI 3100 geleverd wordt.................................................................. 12
9-2 Andere benodigde onderdelen ................................................................................... 12
9-3 Transducers .............................................................................................................. 12
9-4 Accessoires............................................................................................................... 12
2
MULTI 3100 S piegeltransducer Installatie HandleidingNAVMAN
10 Installatie en instelling ................................................................................ 13
10-1 Installatie ................................................................................................................. 13
10-2 Instelling .................................................................................................................. 14
10-3 Resetten naar fabrieksinstelling ............................................................................... 15
Appendix A - S pecificaties .............................................................................. 15
Appendix B - Problemen oplossen ................................................................. 16
Appendix C - Contactinformatie...................................................................... 79
Eenheden
Dit apparaat is ingesteld naar de volgende eenheden: meters, °C, knopen en zeemijlen. Indien u deze instellingen wilt veranderen verwijzen we u naar onderdeel 2-3 van deze handleiding.
Belangrijk
Het is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de eigenaar om het apparaat en de transducers zodanig te installeren dat geen ongelukken, persoonlijk letsel of materiële schade worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor goed zeemanschap.
NAVMAN NZ LIMITED WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID AF VOOR GEBRUIK V AN DIT PRODUCT WAARBIJ ONGELUKKEN OF SCHADE WORDEN VEROORZAAKT OF DIE IN STRIJD ZIJN MET DE WET.
Heersende Taal: Deze verklaring, de bedieningshandleidingen, gebruikersgidsen en andere informatie met betrekking tot dit product (Documentatie) mogen worden vertaald naar, of zijn vert aald uit een andere taal (Vertaling). In geval van tegenstrijdigheid tussen Vertalingen van de Documentatie, zal de Engelse versie van de Documentatie de officiële versie van de Documentatie zijn.
Deze handleiding geeft de MULTI 3100 weer ten tijde van druk. Navman NZ Limited behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande mededeling veranderingen door te voeren.
Copyright © 2002 Navman NZ Limited, Nieuw Zeeland. Alle rechten voorbehouden. NAVMAN is een geregistreerd handelsmerk van Navman NZ Limited.
NAVMAN
MULTI 3100 S piegeltransducer Installatie Handleiding
3
1 Inleiding
De MULTI 3100 geeft snelheid, waterdiepte en watertemperatuur weer. Ook kan het gemiddelde snelheid, maximum snelheid, trimsnelheid, trip log (afstand) en cumulatief log berekenen en weergeven. Een geïnstalleerde MULTI 3100 bestaat uit twee onderdelen:
Het beeldscherm. Diepte en snelheids / temperatuur transducers welke aan de romp zijn bevestigd en op het
beeldscherm aangesloten. Het apparaat wordt gevoed door de stroomvoorziening aan boord. De MULTI 3100 maakt deel uit van de NA VMAN familie voor bootinstrumenten. Wij leveren onder andere instrumenten voor snelheid, diepte en wind en repeaters. Deze instrumenten kunnen aangesloten worden tot een geïntegreerd datasysteem voor een boot (zie sectie 8). Om maximaal profijt van uw MULTI 3100 te hebben, raden wij u aan om deze handleiding voor installatie en gebruik aandachtig door te lezen.
Hoe de transducer diepte meet
De dieptetransducer produceert een ultrasonische (geluids)trilling, welke zich door het water beweegt. Als de trilling tegen de bodem komt wordt een deel ervan teruggekaatst naar de boot en terugontvangen door de transducer.
Het MUL TI 3100 beeldscherm
Het beeldscherm analyseert de weerkaatsingen van elke trilling. Het verwijdert ongewenste weerkaatsingen (van luchtbelletjes en andere voorwerpen) en berekent de diepte aan de hand van de tijd die verstreken is tussen het verzenden van de trilling en de onvangst van zijn echo.
Hoe de transducer snelheid berekent
De snelheidstransducer heeft een klein schoepenrad dat ronddraait wanneer de boot vaart. De transducer meet hoe snel het schoepenrad ronddraait en berekent de snelheid van de boot aan de hand van het gemiddelde van een aantal metingen.
Schoonmaak en onderhoud
Maak het beeldscherm en kunststof transducers schoon met behulp van een natte doek en een mild schoonmaakmiddel. Vermijdt schuurmiddelen, benzine en andere oplosmiddelen. Verwijder of bedek de transducers als u de bootromp verft. Diepteransducers mogen met een dunne laag antifouling verf bestreken worden. Schuur eerst voorzichtig aanwezige verf weg. Gebruik geen hogedruk-reiniging om het schoepenrad schoon te maken. Dit zou de lagertjes kunnen beschadigen.
4
Beeldscherm (verlicht)
Vier toetsen (verlicht)
Waarschuwingssymbool
Bovenste deel van beeldscherm, (geeft snelheid van de boot weer)
Onderste deel van beeldscherm, (geeft waterdiepte weer)
111 x 111 mm
MULTI 3100 S piegeltransducer Installatie HandleidingNAVMAN
2 Bediening
2-1 In- en uitschakelen
Schakel het apparaat in en uit via de hulpschakelaar. Het apparaat heeft geen eigen aan/uit knop. Als de stroom uitgeschakeld wordt, worden al uw instellingen bewaard. Als het woord SIM oplicht aan de rechteronderkant van het scherm, dan staat het apparaat op de simulatie-instelling (zie sectie 2-5).
2-2 Standaard bediening
De toetsen
Het apparaat heeft 4 toetsen met de opdruk
en . In deze handleiding:
• Betekent drukken, dat men voor minder dan een
seconde op een toets drukt.
• Betekent vasthouden dat men de toets 2
seconden of langer ingedrukt houdt.
• Betekent druk een toets + een andere toets
dat men deze toetsen tegelijkertijd indrukt.
Instellen van achtergrondverlichting voor scherm en toetsen
Achtergrondverlichting kan op vier verschillende helderheidsniveaus ingesteld worden of uitgeschakeld. Druk eenmaal op om de huidige lichtsterkte te laten zien, en druk nogmaals op om de lichtsterkte te veranderen.
Achtergrondverlichting Level 2
Verander de weergegeven items.
Het beeldscherm kan twee waarden tegelijkertijd laten zien; een in de bovenste helft van het scherm, de ander in de onderste. Als een item in strepen (- -) weergegeven wordt, betekent dit dat de waarde buiten het bereik ligt, bijvoorbeeld wanneer de diepte te groot of onbekend is. Om de informatie in de bovenste helft van het scherm te veranderen, drukt u een of meerdere keren op om aldus een van de volgende opties te selecteren:
Speed (Snelheid).
Avg Speed (Gem. snelheid).
Max Speed (Max. snelheid).
Trim Speed (Trimsnelheid).
Depth (Diepte).
Temperature (Temperatuur).
Om de informatie in de onderste helft van het scherm te veranderen, drukt u een of meerdere keren op om een van de volgende opties te selecteren:
Speed (Snelheid). Depth (Diepte). Trip log. Cumulatief log. Voltage accu. Aftelklok.
2-3 Eenheden veranderen
Om de log- en snelheidseenheden te veranderen drukt u op totdat SPEED (snelheid) wordt weergegeven. Vervolgens houdt u vast totdat de eenheden veranderen; indien nodig houdt u nogmaals vast totdat de eenheden weer veranderen. Om de diepte-eenheden te veranderen drukt u op totdat DEPTH (DIEPTE) wordt weergegeven. Vervolgens houdt u vast totdat de eenheden veranderen; indien noodzakelijk houdt u nogmaals vast totdat de eenheden weer veranderen. Om de eenheid van temperatuur te veranderen drukt u op totdat de temperatuur wordt weergegeven, dan houdt u vast totdat de eenheden veranderen.
2-4 Alarmen
De MULTI 3100 kan zodanig ingesteld worden dat er een alarmsignaal klinkt wanneer het water te (on) diep wordt. (zie sectie 5-2 en 5-3). Als het alarm afgaat, dan klinkt de interne toeter, begint het symbool op het beeldscherm te flikkeren en stellen toeters of lichten buiten zich in werking. Druk op om het alarmsignaal uit te schakelen. Het alarm blijft uitgeschakeld totdat normale diepte wordt bereikt. Het alarm zal weer afgaan wanneer het water wederom te (on) diep wordt.
2-5 Simulatie-instelling
De simulatie-instelling biedt u de mogelijkheid om op de wal aan het apparaat te wennen. De MULTI 3100 werkt hetzelfde de simulatie-instelling, met uitzondering van de transducers. Deze worden genegeerd en het apparaat maakt deze data intern aan. Het woord SIMULATE flikkert in de rechterbenedenhoek van het scherm. Om de simulatie-instelling uit te schakelen: 1 Draait u de stroom uit. 2 Drukt u op terwijl u de stroom weer inschakeld.
NAVMAN
MULTI 3100 S piegeltransducer Installatie Handleiding
5
2-6 Bedieningsoverzicht
Schakel stroom in
Houd vast
Houd
+
5 sec
Standaard bediening
Houd 2 sec
+
Verander bovenste helft beeldscherm (snelheid en gem. / max. / trimsnelheid, diepte, temperatuur)
Verander onderste helft beeldscherm (snelheid, diepte, log, cumulatief log, voltage accu, aftelklok).
Alarmsignaal uitzetten
Achtergrondverlichting veranderen (4 lichtsterktes of uit)
Reset bovenste waarde naar nul
+
(gem. snelheid, max. snelheid, trimsnelheid)
Reset onderste waarde naar
+
nul (Log, cumulatief log (5 sec vasthouden) Starten of stoppen van aftelklok)
Houd 2 sec
Houd 2 sec
Verander eenheid van bovenste waarde (bv. knopen, meters, ºC)
Verander eenheid van onderste waarde (bv. knopen, meters)
Schakel Simulatie in of uit
Reset geheugen
Installatie
+
Op SEn instelling
Op GPS instelling
Stel alarm in
Stel diepte­alarm in
Houd
2 sec Stel ondiepte­alarm in
Houd
2 sec
Instellen snelheidsdemping
+
Stel starttijd aftelklok in
+
Stel kielafstand instelling in
+
Stel temperatuur kalibratie in
+
Stel snelheidsinstelling Sen(sor) of GPS in
Stel snelheids­kalibratie in
+
Stel log-kalibratie in
+
Stel snelheidsresolutie in
+
Stel achtergrondverlichting groep in
+
Schakel alarm in of uit
Vergroot alarm diepte
Verklein alarm diepte
Ga terug naar standaard instelling
Vergroot waarde of verander instelling
Verminder waarde of verander instelling
Ga terug naar standaard instelling
6
MULTI 3100 S piegeltransducer Installatie HandleidingNAVMAN
Loading...
+ 12 hidden pages